COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
|
|
- Michiel de Jong
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, SEC(2000)1780 :(5.'2&80(179$1'(',(167(19$1'(&200,66,( 7866(17,-'6(%(225'(/,1*9$1+(7H.$'(5352*5$00$ '(5=2(.(17(&+12/2*,6&+(217:,..(/,1*
2 :(5.'2&80(179$1'(',(167(19$1'(&200,66,( 7866(17,-'6(%(225'(/,1*9$1+(7H.$'(5352*5$00$ '(5=2(.(17(&+12/2*,6&+(217:,..(/,1*,QKRXGVRSJDYH 1. Inleiding Architectuur Drie pijlers: kernactiviteiten - generiek OTO - infrastructuur Aansluiting tussen thematische programma s en horizontale programma s Eigen werkzaamheden Grote kenmerken Bijdrage tot de oplossing van economische en sociale problemen Sociaal-economische dimensie Interactie met ander communautair beleid Concentratie van doelstellingen en activiteiten Tenuitvoerlegging Flexibiliteit en reactievermogen Zorgvuldigheid en efficiëntie Harmonisatie en vereenvoudiging van procedures Transparantie en gebruikersvriendelijkheid Het kaderprogramma en de Europese onderzoekruimte
3 ,1/(,',1* Over de tussentijdse beoordeling van het kaderprogramma, als bedoeld in artikel 6 van de besluiten betreffende het 5e kaderprogramma EG en Euratom zijn door de Commissies oriëntaties voorgesteld in haar mededeling van 4 oktober 2000 "Totstandbrenging van de (XURSHVH RQGHU]RHNUXLPWH: oriëntaties voor de toekomstige activiteiten van de Unie op het gebied van onderzoek ( )" In dit werkdocument van de diensten van de Commissie wordt de vooruitgang van het 5e kaderprogramma nader bezien. Bij deze beoordeling hebben de diensten van de Commissie rekening gehouden met de conclusies van de panels van de vijfjaarlijkse evaluatie van het kaderprogramma en de specifieke programma's, de externe toezichtsverslagen, de voor het jaarverslag over de OTO-werkzaamheden van de Unie vergaarde informatie en hun eigen analyses en beoordelingen. Ofschoon het kaderprogramma nu halverwege de startfase van de onderzoekactiviteiten is, staan deze nog aan het begin van hun uitvoering en worden de meeste activiteiten nog voortgezet tot na In dit stadium kan op grond van een beoordeling daarvan nog geen oordeel worden gevormd over de effecten van het kaderprogramma met betrekking tot resultaten van onderzoek en innovatie. Wel kan de tenuitvoerlegging ervan tot hiertoe worden beoordeeld, met name in het licht van de nieuwe architectuur, de doelstellingen en de uitvoeringswijzen. Ook de kwaliteit van de totnogtoe gestarte projecten en de overeenstemming daarvan met de hoofdlijnen van het kaderprogramma kunnen worden geëvalueerd. Tenslotte kan worden geanalyseerd hoe het 5e kaderprogramma bijdraagt tot de totstandbrenging van de Europese onderzoekruimte. $5&+,7(&7885 'ULHSLMOHUVNHUQDFWLYLWHLWHQJHQHULHN272LQIUDVWUXFWXXU Het 5e kaderprogramma is georganiseerd volgens een nieuwe architectuur die, wat de thematische programma's betreft, berust op de volgende drie pijlers: kernactiviteiten - OTO-activiteiten van generieke aard - steun aan onderzoekinfrastructuur. De kernactiviteiten moeten zorgen voor een concentratie van de onderzoekactiviteiten op doelstellingen die belangrijk zijn voor de economie of de maatschappij. Zij nemen bijna 85% van de middelen van de thematische programma's in de totnogtoe ondertekende contracten voor hun rekening, hetgeen overeenstemt met de indicatieve verdeling van de middelen voor de specifieke programma's. De generieke OTO-activiteiten vormen een aanvulling op de kernactiviteiten, met het oog op prioritaire onderzoekactiviteiten op langere termijn, waarvan de resultaten een breed toepassingsgebied bestrijken. De steun voor onderzoekinfrastructuur tenslotte is voornamelijk gericht op het verbeteren van de toegang tot deze infrastructuur en het stimuleren van netwerkvorming daartussen op Europees niveau. De kenmerken van de krachtens deze activiteiten gestarte projecten worden geanalyseerd onder punt 3. $DQVOXLWLQJWXVVHQWKHPDWLVFKHSURJUDPPDVHQKRUL]RQWDOHSURJUDPPDV De drie met "horizontale" aspecten belaste programma's hebben tot taak zowel te zorgen voor de samenhang en de coördinatie van de activiteiten van de thematische 3
4 programma s voor deze aspecten als specifieke aanvullende activiteiten uit te voeren. Deze laatste beantwoorden over het algemeen goed aan de doelstellingen; zij worden geanalyseerd onder punt 3. De coördinatietaak van de horizontale programma's daarentegen is minder goed ontwikkeld op bepaalde gebieden zoals de opvolging van de internationale betrekkingen of de innovatieaspecten. Dit houdt ten dele verband met de vrij geringe ontwikkeling van de overeenkomstige taken binnen de thematische programma's. Toch zijn er efficiënte coördinatiemechanismen tot stand gebracht voor steun voor infrastructuur, Marie Curie-beurzen, de sociaaleconomische aspecten van het kaderprogramma of specifieke maatregelen ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen. Voor deze laatste bijvoorbeeld is één aanspreekpunt opgericht dat met name zorgt voor de voorlichting aan het MKB, de ontvangst van en controle op hun voorstellen en de instandhouding van een netwerk van gespecialiseerde nationale contactpunten. Deze coördinatie draagt bij tot de goede deelname van het MKB aan de specifieke maatregelen en in zekere mate ook aan de andere activiteiten. Daarmee ligt hun deelneming tot hiertoe ruim boven het door het Europees Parlement gevraagde minimum van 10% van de financiële bijdragen van de thematische programma's. (LJHQZHUN]DDPKHGHQ Eigen werkzaamheden worden uitgevoerd door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek in het kader van zijn nieuwe taakstelling ten dienste van het beleid van de Unie. De in 1999 verrichte externe wetenschappelijke doorlichting van de activiteiten van het GCO en vervolgens de vijfjaarlijkse evaluatie van het kaderprogramma hebben tot de volgende oriëntaties geleid: Intensivering van het overleg met alle gebruikers over het concept en de tenuitvoerlegging van het werkprogramma van het GCO, waardoor het zijn activiteiten zal kunnen concentreren op de thema's waarvoor het competent is en die best overeenstemmen met hun behoeften. Het gebruik van het concept van "pijlers", waarmee de bekwaamheden van het GCO worden samengebracht rond vier hoofdthema's (milieu, voedsel- en chemische veiligheid, betrouwbaarheid van informatiesystemen en -diensten, nucleaire veiligheid en veiligheidscontrole) bevordert een interdisciplinaire benadering en draagt bij tot een betere bekendheid van het Centrum en hechtere relaties met zijn cliënten. Betere concentratie van de werkzaamheden van het GCO rond het concept van een gemeenschappelijk wetenschappelijk en technisch referentiesysteem ter ondersteuning van het beleid van de Unie, teneinde beter te voorzien in de door de communautaire beleidsmaatregelen aangegeven behoeften. Verdieping en indien mogelijk intensivering van de netwerkvorming tussen de instituten van het GCO en onderzoekcentra en universiteiten in de lidstaten, alsmede van partnerschappen met particulier onderzoek. Deze verdieping ligt in het verlengde van de belangrijke openstelling van het Centrum in de laatste jaren voor werkzaamheden in samenwerkingsverband. 4
5 Å 2ULsQWDWLHV 9RRUW]HWWLQJ YDQ GH FRPSOHPHQWDLUH WHQXLWYRHUOHJJLQJ YDQ NHUQDFWLYLWHLWHQ HQ JHQHULHNH 272DFWLYLWHLWHQ YHUEHWHULQJ YDQ GH FR UGLQDWLHWDDN YDQ GH KRUL]RQWDOH SURJUDPPDV RS JHELHGHQ ZDDURS ]LM PLQGHU JRHG ]LMQ RQWZLNNHOG VWXULQJ YDQ GH UHRUJDQLVDWLHYDQGHZHUN]DDPKHGHQYDQKHW*&2QDDULQQHWZHUNHQXLWJHYRHUGHHQ SHU WKHPDWLVFK JHKHHO ELMHHQJHEUDFKWH SURMHFWHQ WHQHLQGH GH DFWLYLWHLWHQ YDQ KHW &HQWUXPEHWHUWHFRQFHQWUHUHQHQGHEDQGHQHUYDQPHWGHJHEUXLNHUVDDQWHKDOHQ *527(.(10(5.(1 %LMGUDJHWRWGHRSORVVLQJYDQHFRQRPLVFKHHQVRFLDOHSUREOHPHQ Het grote oogmerk van het 5e kaderprogramma is bij te dragen tot de oplossing van economische en sociale problemen. De kernactiviteiten beantwoorden in min of meerdere mate aan dit doel naargelang van het thema en de organisatie van de werkzaamheden ervan. De "oplossing van problemen" vereist op tal van gebieden een sterke sociaal-economische component (kernactiviteiten gewijd aan vergrijzing, steun voor de ontwikkeling van nieuwe producten en nieuwe werkmethoden, mobiliteit en intermodaal vervoer, de stad van morgen ). Deze benadering heeft er in ieder geval toe geleid dat afgestapt is van een eenvoudige financiering van projecten ten gunste van een begeleiding door de Commissie van de uitvoering en de resultaten ervan. Zo kan op ieder project strenger worden toegezien, dank zij het bijbehorende "plan voor de toepassing van de technologie", dat halverwege en aan het einde van de uitvoering wordt herzien. De oplossing van problemen heeft eveneens geleid tot de ontwikkeling van multidisciplinariteit want het sociale en economische belang situeert zich meestal op het raakvlak van verschillende wetenschappelijke en technische gebieden. Deze multidisciplinariteit is van bij de aanvang aanwezig in een aantal projecten waaraan wordt deelgenomen door op verschillende W&T-gebieden gespecialiseerde partners. Ook wordt zij tot stand gebracht door via de kernactiviteiten gegenereerde synergie tussen de verschillende projecten, die op eenzelfde doel worden gericht. Bovendien zijn de partnerschappen van het communautaire onderzoek multicultureel, omdat zij organisaties laat samenwerken uit verschillende landen (gemiddeld vier) en in de meeste gevallen ook uit verschillende "werelden": openbare en particuliere entiteiten; ondernemingen, onderzoekcentra en instellingen voor hoger onderwijs; het MKB (21% van de deelnemingen) en grote organisaties. 6RFLDDOHFRQRPLVFKHGLPHQVLH De sociaal-economische dimensie is op drie niveaus in het kaderprogramma geïntroduceerd: Voor de vaststelling van de onderzoekprioriteiten. De thematische programma's en kernactiviteiten zijn omschreven op grond van een analyse van de prioritaire belangen voor de Europese samenleving en economie, overeenkomstig bijlage 1 bij het besluit tot vaststelling van het 5e kaderprogramma. Op dezelfde wijze zijn de werkprogramma's waarmee de activiteiten van elk specifiek programma worden georganiseerd, omschreven 5
6 en vervolgens herzien, met bijzondere aandacht voor de sociaal-economische aspecten. Bij de opstelling van deze werkprogramma s is met name gebruik gemaakt van het advies van de 17 adviescommissies van deskundigen die aan de programma s en kernactiviteiten zijn verbonden en waarin een groot aandeel deskundigen uit de sociale wetenschappen en gebruikers van het onderzoek zitting hebben. In bepaalde gevallen was de herziening van het werkprogramma voor 2000 precies bedoeld om de onderzoekactiviteiten te concentreren op de economische en sociale aspecten (kernactiviteit "Vergrijzing" bijvoorbeeld) of de prioriteiten te verleggen op basis van sociaaleconomische analyses (deelprogramma "Niet-nucleaire energie" bijvoorbeeld). Als selectiecriteria voor OTO-projecten. De beoordeling van voorstellen wordt meestal georganiseerd in twee fasen: een met betrekking tot de wetenschappelijke kwaliteit en het innoverend karakter ervan, en een met betrekking tot de sociaal-economische relevantie van de projecten die aan de wetenschappelijke criteria hebben voldaan. Voorts worden projecten op het gebied van de biologie die bijzondere ethische vragen oproepen onderworpen aan een specifiek ethische beoordeling door een onafhankelijk multidisciplinair panel. Deze evaluatie van de relevantie is over het algemeen verwelkomd als een vooruitgang op gebieden waar daarmee nog geen rekening werd gehouden. Wel leert de ervaring van de eerste maanden dat er nog bepaalde wijzigingen kunnen worden aangebracht. Enerzijds zijn de gehanteerde criteria gemeenschappelijk voor het gehele kaderprogramma (alleen de weging kan van programma tot programma verschillen) en in de praktijk blijkt dat door een zekere mate van aanpassing aan de programma's of zelfs programmaonderdelen een meer verfijnde evaluatie van de relevantie mogelijk is. Anderzijds kon bij de samenstelling van de panels van externe beoordelaars niet altijd het gehele gamma van gewenste bekwaamheden op sociaaleconomisch gebied worden bijeengebracht; mogelijke oplossingen voor dit probleem worden besproken onder punt 4.2. Als onderzoekactiviteiten op bepaalde gebieden van bijzonder belang. Dit geldt in eerste instantie voor de kernactiviteit die gewijd is aan de verdieping van de fundamentele kennis op sociaal-economisch gebied, waarmee specifiek de sociale wetenschappen worden ondersteund en in het bijzonder onderzoek naar prioritaire thema's voor het beleid van de Unie wordt gestimuleerd. Het gaat echter ook om studies die specifiek betrekking hebben op de ontwikkeling van het wetenschaps- en technologiebeleid in Europa en projecten van sociaaleconomische aard ter ondersteuning van de verschillende activiteiten van het kaderprogramma. Zo kan bijvoorbeeld het onderzoek naar de ethiek van de biowetenschappen worden vermeld dat wordt uitgevoerd in het kader van het programma "Kwaliteit van het bestaan", of de projecten op het gebied van "Economische en technologische informatievergaring" die tot doel hebben MKB-bedrijven te helpen om trends in hun sector, alsmede de behoeften aan onderzoek die daaruit voortvloeien, te identificeren. Het sociaal-economische onderzoek maakt dus wel degelijk integrerend deel uit van het kaderprogramma. Wel kunnen de interacties tussen deze verschillende elementen van de sociale wetenschappen die in de specifieke programma's verspreid liggen, nog worden geïntensiveerd, in het bijzonder tussen de kernactiviteit "Sociaaleconomische kennis" van het programma "Menselijk potentieel" en de activiteiten die in het kader van de andere programma's worden uitgevoerd. Een jaarverslag over 6
7 de sociaal-economische dimensie in het kaderprogramma dient als referentiepunt om in deze richting vooruitgang te boeken.,qwhudfwlhphwdqghufrppxqdxwdluehohlg De interactie tussen het kaderprogramma en de andere communautaire beleidsterreinen wordt voortaan geconsolideerd onder de vorm van "directeursgroepen", waarin de voor een specifiek programma bevoegde directeuren en de voor andere betrokken communautaire beleidsterreinen verantwoordelijke directeuren regelmatig bijeenkomen. Dank zij deze dialoogstructuur kan nu in de OTO-activiteiten van de Unie beter rekening worden gehouden met de behoeften van andere beleidsterreinen, op het niveau van de werkprogramma s en de opstelling van de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen. Toch kan een en ander nog worden verbeterd met betrekking tot de definitie van de selectiecriteria en aan de beoordelaars verstrekte informatie. Omgekeerd kan ook nog vooruitgang worden geboekt bij het systematisch integreren van de onderzoekdimensie in de opstelling en tenuitvoerlegging van andere beleidsmaatregelen. Men name kan worden gewezen op de bijdrage van het kaderprogramma, ten aanzien van de aspecten onderzoek en technologische ontwikkeling, tot de nieuwe initiatieven H(XURSD en H/HDUQLQJ, die beogen Europa volwaardig binnen te loodsen in de kennis- en opleidingsmaatschappij. Nog een voorbeeld: het kaderprogramma draagt via de activiteiten ter ondersteuning van innovatie direct bij tot het ondernemingenbeleid. Voorts worden alle landen in de pretoetredingsfase met het 5e kaderprogramma geassocieerd, zelfs zodanig dat het communautaire onderzoekbeleid nu al gericht is op de uitgebreide Europese Unie van de toekomst. Daarmee levert het kaderprogramma een niet onbelangrijke bijdrage op het gebied van het onderzoek tot de voorbereiding van de uitbreiding van de Unie. Nog een dimensie waarmee het kaderprogramma aan de spits van het communautaire beleid staat, is de "gender"-dimensie. Dankzij het actieplan "Vrouwen en wetenschap", waarmee in februari 1999 is gestart, kon met name de vertegenwoordiging van vrouwen in de panels voor de beoordeling van voorstellen, de panels voor het toezicht op de programma s en de adviescommissies van deskundigen aanzienlijk worden verbeterd, ook al is de beoogde 40% nog niet bereikt. De "gender"-dimensie is eveneens waar dit relevant was geïntroduceerd in de werkprogramma's, in het bijzonder in de sociaal-economische kernactiviteit. Tenslotte leidt de tenuitvoerlegging van het actieplan tot een bewustmaking van de wetenschappelijke gemeenschap en de besluitvormers, die verder reikt dan het eigenlijke kaderprogramma. &RQFHQWUDWLHYDQGRHOVWHOOLQJHQHQDFWLYLWHLWHQ De aanpak van het 5e kaderprogramma houdt een betere aansluiting van het onderzoek op grote sociale en economische doelstellingen in, maar ook een nog ontoereikende concentratie van de op communautair niveau behandelde thema's, die zeer gevarieerd blijven. Toch is in het 5e kaderprogramma begonnen met een concentratie van de activiteiten wat betreft de omvang van de gefinancierde projecten: zo is de gemiddelde omvang van de projecten ten opzichte van het vorige 7
8 kaderprogramma verdubbeld, al blijft er nog een groot aantal "kleine" projecten bestaan. De gemiddelde communautaire bijdrage tot de OTO-projecten bedraagt in de thematische programma s meer dan 1,7 miljoen ¼ 'H JHFRPELQHHUGH SURMHFWHQ (OTO en demonstratie) van hun kant ontvangen een communautaire bijdrage die gemiddeld 3 miljoen ¼ KRJHU OLJW 'H]H FRPPXQDXWDLUH ELMGUDJH YHUWHJHQZRRUGLJW ten hoogste 50% van de totale kosten van de projecten voor de OTO-aspecten en 35% voor de demonstratieaspecten. Bovendien bestaan de consortia die gevormd zijn om deze OTO- en demonstratieprojecten uit te voeren gemiddeld uit meer dan 7 partners per project, hetgeen tot belangrijke netwerkeffecten leidt. Een verdere toename van de omvang van de projecten kan nog worden gestimuleerd, eventueel door de vaststelling van minimum referentiedrempels voor communautaire financiering, met behoud van de nodige flexibiliteit en gelet op de eigen behoeften van de verschillende onderzoekgebieden. Het doel daarvan moet zijn alleen projecten te financieren die een voldoende massa bereiken om interventie van de Unie te rechtvaardigen. Voor bepaalde bijzondere maatregelen, zoals maatregelen ten behoeve van het MKB of publieksvoorlichting over wetenschap en technologie, mogen dergelijke drempels natuurlijk niet gelden. Toch volgt de concentratie nog meer uit de convergentie van projecten die worden gefinancierd ter verwezenlijking van gemeenschappelijke doelstellingen. Er zijn, spontaan of op voorstel van de diensten van de Commissie, betrekkelijk weinig formele bundelingen ("clusters") gevormd. Op bepaalde gebieden daarentegen is wel in grote mate gebruik gemaakt van deze mogelijkheid, bijvoorbeeld door de kernactiviteiten "Beheersing van infectieziekten", "Technologieën van de toekomst of in opkomst" of "Duurzaam beheer van mariene ecosystemen". Sommige kernactiviteiten bundelen eveneens een deel hun projecten in het kader van thematische netwerken. Voorts zorgt de goede overeenstemming van de gefinancierde projecten met de doelstellingen van de kernactiviteiten voor een belangrijke feitelijke synergie voor de verwezenlijking van deze doelstellingen. Å 2ULsQWDWLHV +DQGKDYLQJYDQGHRSGHRSORVVLQJYDQHFRQRPLVFKHHQVRFLDOHSUREOHPHQJHULFKWH DDQSDNLQWHQVLYHULQJYDQGHVRFLDDOHFRQRPLVFKHHOHPHQWHQLQGHSURJUDPPDVHQ GHLQWHUUHODWLHVGDDUWXVVHQPHWQDPHRSEDVLVYDQKHWMDDUYHUVODJRYHUGHVRFLDDO HFRQRPLVFKH GLPHQVLH LQ KHW NDGHUSURJUDPPD LQWURGXFWLH YDQ HHQ ]HNHUH DDQSDVEDDUKHLGYDQGHFULWHULDYRRUGHHYDOXDWLHYDQGHUHOHYDQWLHYDQGHSURMHFWHQ QDDUJHODQJ YDQ GH SURJUDPPDV HQ SURJUDPPDRQGHUGHOHQ PHHU UHNHQLQJ KRXGHQ PHW GH EHKRHIWHQ DDQ RQGHU]RHN YDQ DQGHUH EHOHLGVWHUUHLQHQ YDQ GH 8QLH ELM GH EHRRUGHOLQJYDQYRRUVWHOOHQVWLPXOHULQJYDQGHLQWHJUDWLHYDQGHRQGHU]RHNGLPHQVLH LQGH]HDQGHUHEHOHLGVWHUUHLQHQYHUGHUHWRHSDVVLQJYDQKHWDFWLHSODQ9URXZHQHQ ZHWHQVFKDS YHUGHUH WRHQDPH YDQ GH RPYDQJ YDQ SURMHFWHQ HYHQWXHHO GRRU GH YDVWVWHOOLQJYDQPLQLPXPUHIHUHQWLHGUHPSHOV 7(18,792(5/(**,1* )OH[LELOLWHLWHQUHDFWLHYHUPRJHQ Dankzij de herziening van de werkprogramma's kon de tenuitvoerlegging van het programma worden aangepast aan de zich ontwikkelende omstandigheden en de 8
9 eerste resultaten. Deze herziening maakt het immers mogelijk de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen te heroriënteren door de data ervan, de open gebieden, de tussentijdse doelstellingen en de beoogde soorten projecten, enz. te wijzigen om beter bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de specifieke programma's. De aan de programma's en kernactiviteiten verbonden adviescommissies van deskundigen hebben bij deze aanpassingen in ruime mate bijgedragen tot het onder de aandacht brengen van de reële behoeften van de wetenschappelijke gemeenschap en de gebruikers van het onderzoek. Ook de programmacomités hebben een essentiële rol in dit proces gespeeld met hun strategische beoordeling op basis van hun kennis van de activiteiten en de behoeften aan onderzoek in de verschillende lidstaten. De rol van beide groepen moet worden aangemoedigd, met name door de ontwikkeling van de programmacomités door te trekken naar een rol van strategische oriëntatie. Bij de herziening van de werkprogramma's kunnen wijzigingen worden aangebracht in een tijdspanne van ongeveer zes maanden tussen de aanduiding van een behoefte en de start van de aangepaste uitnodigingen tot het indienen van voorstellen. Ofschoon deze termijn reeds betrekkelijk kort is, kunnen de flexibiliteitsinstrumenten van het kaderprogramma worden aangevuld met een snellere procedure voor eventuele bijzonder dringende behoeften. =RUJYXOGLJKHLGHQHIILFLsQWLH De transparante en geharmoniseerde beoordelingsprocedure van het 5e kaderprogramma werd betrouwbaar en rechtvaardig gevonden door de onafhankelijke waarnemers die de beoordelingsvergaderingen hebben bijgewoond, ondanks de tijdelijke logistieke moeilijkheden van de eerste zittingen. Door de publicatie van de beoordelingscriteria en de respectieve weging daarvan kunnen de indieners van voorstellen hun projecten met kennis van zaken voorbereiden en wordt willekeur in de beoordelingsprocedure voorkomen. De diensten van de Commissie gaan door met de huidige praktijk, die erin bestaat voort te gaan op de adviezen van de onafhankelijke deskundigen. Toch moet nog vooruitgang worden geboekt bij het verruimen van de lijst van onafhankelijke deskundigen die zich vrijwillig hebben aangemeld voor de beoordeling van de projecten. Deze lijst omvat nu al bijna namen maar moet nog worden aangevuld met meer bevoegde deskundigen voor de beoordeling van bepaalde wetenschappelijke gebieden en economische en sociale aspecten, ondermeer de bijdrage tot het communautaire beleid. Voorts moet de opneming van vrouwen op de lijst worden aangemoedigd om het evenwicht tussen mannen en vrouwen onder de beoordelaars verder te verbeteren (vrouwen maken momenteel 25% uit van de deskundigen waarop de Commissie een beroep heeft gedaan voor de beoordelingspanels maar slechts 15% van de totale lijst van beschikbare deskundigen). De snelheid van de beoordeling neemt aanzienlijk toe. In het jaar 1999 zijn, ondanks de uitzonderlijke omstandigheden in verband met de start van het kaderprogramma, voorstellen beoordeeld, waarvan er voor financiering zijn geselecteerd, en kon vóór het eind van het jaar een duizendtal contracten worden ondertekend. Voorts zijn regelingen getroffen om de indieners van voorstellen zeer snel in kennis te stellen van het advies van de externe deskundigen. De projecten zijn geregeld gevolgd, zowel op wetenschappelijk gebied als wat het beheer ervan betreft. De contractanten stellen de Commissie periodiek in kennis van de voortgang van hun werkzaamheden en de Commissie stelt vaak een onderzoek in 9
10 met de hulp van externe deskundigen, en soms ook grondige audits. Wel is de werkbelasting van de wetenschappelijke functionarissen van de Commissie geleidelijk toegenomen, zodat zij meer moeten worden ondersteund om de kwaliteit van het toezicht te handhaven en er systematisch een beroep moet worden gedaan op externe expertises. Dit leidt tot een verlichting van de administratieve taken van de Commissie en stelt haar in staat zich meer toe te leggen op haar essentiële taken. +DUPRQLVDWLHHQYHUHHQYRXGLJLQJYDQSURFHGXUHV Het 5e kaderprogramma wordt gekenmerkt door een belangrijke inspanning op het gebied van harmonisatie van de procedures, waardoor het een betere samenhang vertoont en de coördinatie ervan wordt bevorderd. Zo kon bijvoorbeeld de elektronische informatie over het kaderprogramma via de internetserver &RUGLV aanzienlijk worden verbeterd. Wel is deze harmonisatie deels tot stand gekomen ten koste van de eenvoud van de procedures en de inzichtelijkheid ervan voor de deelnemers. De diensten van de Commissie nemen zich dan ook voor een aantal procedures en documenten te vereenvoudigen, zoals de verschillende bestaande typeformulieren. Daarmee moet de complexiteit van de toegang tot het 5e kaderprogramma worden verminderd, al moet een aantal garanties altijd in acht worden genomen. 7UDQVSDUDQWLHHQJHEUXLNHUVYULHQGHOLMNKHLG Het Europees Parlement en de lidstaten worden uitvoerig op de hoogte gehouden van de tenuitvoerlegging van het kaderprogramma. Naast een regelmatige algemene informatie over de voortgang van de tenuitvoerlegging van de activiteiten, verstrekt de Commissie ook uitvoerige bijzonderheden aan de rapporteurs die door het Parlement voor elke begrotingslijn worden aangesteld. Voorts is Commissielid Philippe Busquin in één jaar tijd tot vijf maal toe naar het Parlement gegaan om de ontwikkelingen van het Europese onderzoekbeleid met de bevoegde commissie van het Parlement te bespreken. Ook de lidstaten worden grondig ingelicht, zowel op het niveau van de Raad als in de "groep Onderzoek", het CREST en op uitvoerige wijze in de programmacomités. Voor alle betrokken actoren wordt het kaderprogramma eveneens op transparante wijze ten uitvoer gelegd, met nauwkeurige en volledige informatie die gemakkelijk toegankelijk is langs elektronische weg (server &RUGLV) of op papier. Het netwerk van "nationale contactpunten" informeert en ondersteunt potentiële indieners van voorstellen in de lidstaten en de met het kaderprogramma geassocieerde landen. De voornaamste documenten worden in alle officiële talen van de Unie vertaald. Voorts worden de indieners nu uitvoerig in kennis gesteld van de resultaten van de beoordeling van hun projecten. Wel zijn sommige gepubliceerde documenten nog te lang en te complex: inspanningen om ze te vereenvoudigen zijn momenteel aan de gang. Å 2ULsQWDWLHV 9RRUW]HWWLQJYDQGHVDPHQZHUNLQJPHWGHDGYLHVFRPPLVVLHVYDQGHVNXQGLJHQHQGH SURJUDPPDFRPLWpVHQVWLPXOHULQJYDQGHRQWZLNNHOLQJYDQGH]HODDWVWHQDDUHHQURO YDQ VWUDWHJLVFKH RULsQWDWLH EHVWXGHULQJ YDQ GH PRJHOLMNKHLG YDQ HHQ VQHOOH SURFHGXUH LQGLHQ HU QLHXZ HQ GULQJHQG RQGHU]RHN QRGLJ LV EHKRXG YDQ GH 10
11 EHRRUGHOLQJVSURFHGXUH PDDU VWLPXOHULQJ YDQ GH RSQHPLQJ YDQ EHYRHJGH GHVNXQGLJHQHQYURXZHQRSGHOLMVWYDQYULMZLOOLJHEHRRUGHODDUVDVVLVWHQWLHDDQGH ZHWHQVFKDSSHOLMNH IXQFWLRQDULVVHQ GRRU HHQ EHURHS WH GRHQ RS H[WHUQH GLHQVWHQOHYHUDQFLHUV YRRU GH RSYROJLQJ YDQ SURMHFWHQ YHUHHQYRXGLJLQJ YDQ SURFHGXUHV HQ GRFXPHQWHQ RP KHW NDGHUSURJUDPPD JHPDNNHOLMNHU WRHJDQNHOLMN WH PDNHQ +(7.$'(5352*5$00$(1'((8523(6(21'(5=2(.58,07( De totstandbrenging van een Europese onderzoekruimte is de belangrijkste doelstelling van het onderzoekbeleid van de Unie voor de komende jaren, overeenkomstig de oriëntaties die zijn aangegeven in de mededeling van de Commissie 1DDUHHQ(XURSHVHRQGHU]RHNUXLPWH van 18 januari 2000 (COM 2000/6). De instrumenten die daartoe moeten worden aangewend, reiken veel verder dan het eigenlijke kaderprogramma. Ook de andere beleidsmaatregelen en instrumenten van de Unie dienen ertoe bij te dragen, in zoverre zij van invloed zijn op de voorwaarden voor de wetenschappelijke en technologische activiteit in Europa: opleiding en mobiliteit van jonge Europeanen, structurele steun voor regionale en ruimtelijke ontwikkeling, Europese bescherming van intellectuele eigendom, ondernemingenbeleid, enz. Maar ook en vooral kan deze Europese ruimte pas tot stand komen met medewerking van het nationale onderzoekbeleid en in bredere zin van alle bij onderzoek betrokken actoren in Europa. Daartoe hebben trouwens de staatshoofden en regeringsleiders op de top van Lissabon in maart 2000 opgeroepen. Het kaderprogramma kan, als financieel instrument van de Gemeenschap voor het onderzoekbeleid, een katalysatorfunctie vervullen bij de totstandbrenging van de Europese onderzoekruimte. Het kan deze functie vervullen op structureel gebied: zorgen voor netwerkvorming en wederzijdse openstelling van de instrumenten en programma's; alsook op inhoudelijk gebied: onderzoekactiviteiten ondersteunen die van groot openbaar belang zijn voor de Unie en die gezamenlijk op Europees niveau ten uitvoer moeten worden gelegd. Het 5e kaderprogramma draagt nu reeds bij tot de totstandkoming van de Europese onderzoekruimte op inhoudelijk gebied door de projecten die het ondersteunt en in zekere mate ook op structureel niveau door de duizenden onderzoeknetwerken die voor deze projecten zijn gevormd, niet alleen in de Europese Unie maar ook met de landen in de pretoetredingsfase. Ook de gecoördineerde werkzaamheden en de thematische netwerken helpen mee om het Europese onderzoek op bepaalde gebieden te structureren. De activiteiten op het gebied van de mobiliteit van onderzoekers, de steun voor onderzoekinfrastructuur, de "Trend chart on innovation in Europe en het plan "Vrouwen en wetenschap" zijn allemaal voorbeelden van bijdragen tot de totstandbrenging van een open en samenhangende ruimte in Europa. De in dit werkdocument aangegeven oriëntaties voor zullen het effect van deze verschillende activiteiten nog versterken. Meer in het algemeen worden er actieplannen opgesteld waarbij ondermeer gebruik wordt gemaakt van de door het 5e kaderprogramma aangeboden instrumenten, met betrekking tot de thema's van de mededeling 1DDUHHQ(XURSHVHRQGHU]RHNUXLPWH. Deze instrumenten moeten evenwel radicaal worden herzien zodat zij meer kunnen bijdragen tot de inzet, de samenhang en de gerichtheid van het Europese onderzoek. Daartoe moet met name de structurerende dimensie van de activiteiten van het 11
12 kaderprogramma worden versterkt. Dat is het doel dat wordt voorgesteld in de mededeling over de oriëntaties voor de activiteiten van de Unie op het gebied van onderzoek. Zoals in deze mededeling is aangegeven, zullen de formele voorstellen voor het volgende kaderprogramma worden ingediend in de eerste helft van Parallel met de onderhandelingen over en de vaststelling van deze voorstellen door het Europees Parlement en de Raad, zal het huidige kaderprogramma worden gebruikt om met een aantal nieuwe uitvoeringswijzen te experimenteren. Zo zal worden gestart met grote geïntegreerde projecten, die een voorafspiegeling kunnen zijn van een belangrijke uitvoeringswijze in het volgende kaderprogramma waarmee grotere activiteiten op prioritaire gebieden voor de Unie kunnen worden ondernomen. Zoals aangegeven, kan ook de steun voor infrastructuur worden aangepast overeenkomstig de oriëntaties van de Europese onderzoekruimte. Zo wordt uitgegaan van het huidige kaderprogramma, dat zich verder kan ontwikkelen zonder dat de besluiten tot vaststelling van het 5e kaderprogramma hoeven te worden gewijzigd en nu al kan bijdragen tot de totstandbrenging van de Europese onderzoekruimte en een meer diepgaande vernieuwing kan voorbereiden waarmee het volgende kaderprogramma geheel kan worden afgestemd op deze onderzoekruimte waaraan de Unie dringend behoefte heeft. 12
13 H NDGHUSURJUDPPD HQ (XURSHVH RQGHU]RHNUXLPWH YRRUEHHOGHQ YDQ ORSHQGH DFWLYLWHLWHQ Verschillende specifieke programma's hebben hun werkprogramma zodanig gewijzigd of zijn daarmee bezig dat plaats wordt gemaakt voor DFWLYLWHLWHQ WHU VWLPXOHULQJ YDQ KHW JHEUXLN YDQ HOHNWURQLVFKH QHWZHUNHQ PHW JURWH FDSDFLWHLW door verschillende wetenschappelijke gemeenschappen, met name op basis van het "GRID"-concept van gedistribueerd groot rekenvermogen; de beoogde financieringen zijn van de orde van tientallen miljoen euro. Verschillende programma's passen het concept "JHwQWHJUHHUG SURMHFW" toe, met als onderliggend principe de bundeling ("clustering") van onderzoekprojecten, coördinatieactiviteiten en opleidingsbeurzen in één samenhangend geheel. Er wordt een initiatief gestart over het thema JHQRRPNXQGH, waarmee een klein aantal "geïntegreerde projecten" en een extra inspanning inzake onderzoekstructuur is gemoeid. Er worden ook initiatieven in internationaal verband genomen op de gebieden QDQRWHFKQRORJLH en EHVWULMGLQJYDQJURWH]LHNWHQ ter versterking van de reeds lopende activiteiten op deze gebieden. Een aantal PDDWUHJHOHQ WHU YHUHHQYRXGLJLQJ van de procedures wordt ingevoerd, bijvoorbeeld om de contractonderhandelingen te vergemakkelijken, en andere maatregelen worden bekeken, zoals het gebruik van forfaitaire financieringsformules. Op middellange termijn kan worden begonnen met modelexperimenten inzake QHWZHUNYRUPLQJWXVVHQH[SHUWLVHFHQWUD op bepaalde prioritaire gebieden, op een schaal die binnen het 5e kaderprogramma mogelijk is. Het is echter pas met het volgende kaderprogramma dat de doelstellingen van de "(XURSHVH RQGHU]RHNUXLPWH" volledig kunnen worden omgezet in maatregelen van de Unie. 13
BEOORDELINGSPROCEDURES VOOR HET PROGRAMMA ENERGIE, MILIEU EN DUURZAME ONTWIKKELING DEELPROGRAMMA MILIEU EN DUURZAME ONTWIKKELING
BEOORDELINGSPROCEDURES VOOR HET PROGRAMMA ENERGIE, MILIEU EN DUURZAME ONTWIKKELING DEELPROGRAMMA MILIEU EN DUURZAME ONTWIKKELING 1. De beoordelingsprocedure. 1.1 Preregistratie. De voorstellen worden niet
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 19.12.2000 COM(2000) 842 def. MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Activiteiten van de Europese Unie op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling
Nadere informatie&ROOHFWLHI RQWVODJ &RPPLVVLH SUHVHQWHHUW SDNNHW LQLWLDWLHYHQ YRRU KHW YHUPLQGHUHQ YDQ GH VRFLDOH JHYROJHQYDQPDVVDRQWVODJHQ
,3 Brussel, 10 mei 2001 &ROOHFWLHI RQWVODJ &RPPLVVLH SUHVHQWHHUW SDNNHW LQLWLDWLHYHQ YRRU KHW YHUPLQGHUHQ YDQ GH VRFLDOH JHYROJHQYDQPDVVDRQWVODJHQ $QQD 'LDPDQWRSRXORX GH (XURSHHV FRPPLVVDULV EHODVW PHW
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen
Nadere informatiebron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C381 van 16/12/97
bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C381 van 16/12/97 Uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden (geavanceerde opleidingscursussen) in het kader van het specifieke
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 26.11.2003 COM(2003) 749 definitief 2003/0151 (CNS) Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD tot wijziging van Beschikking 2002/834/EG tot vaststelling
Nadere informatie2. GOEDKEURING VAN HET ONTWERP-OVERZICHT VAN DE CONCLUSIES VAN DE 280e VERGADERING
EUROPESE UNIE COMITÉ VOOR WETENSCHAPPELIJK EN TECHNISCH ONDERZOEK - CREST - Secretariaat Brussel, 5 maart 2002 (15.03) (OR. en) CREST 1201/02 NOTA AAN DE CREST-DELEGATIES Betreft: ONTWERP-OVERZICHT VAN
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 31.05.2001 COM(2001) 289 definitief MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD Strategie ter voorbereiding van de kandidaat-lidstaten
Nadere informatieDE EUROPESE GEMEENSCHAP (hierna "de Gemeenschap" te noemen) enerzijds, en
bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB L 284 van 22/10/98 OVEREENKOMST inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Verenigde
Nadere informatieWERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2017 SWD(2017) 479 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement
Nadere informatieCommissie industrie, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, onderzoek en energie
EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie industrie, onderzoek en energie 14.12.2010 2010/2211(INI) ONTWERPADVIES van de Commissie industrie, onderzoek en energie aan de Bijzondere Commissie beleidsuitdagingen
Nadere informatieADMINISTRATIEVE OVEREENKOMST BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSKADER TUSSEN. het secretariaat van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart
ADMINISTRATIEVE OVEREENKOMST BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSKADER TUSSEN het secretariaat van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart en het Directoraat-generaal Mobiliteit en Vervoer van de Europese Commissie
Nadere informatie14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A
Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2015 14129/15 SOC 668 EMPL 438 ECOFIN 853 POLGEN 166 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e
Nadere informatieBrussel, 11 mei 2000
,3 Brussel, 11 mei 2000,17(55(*,,, 'H&RPPLVVLH NHXUW ULFKWVQRHUHQ HQ HHQLQGLFDWLHYHYHUGHOLQJYDQGHILQDQFLsOHPLGGHOHQ RYHU GH OLGVWDWHQ JRHG YRRU KHW QLHXZH FRPPXQDXWDLUH LQLWLDWLHI EHWUHIIHQGH JUHQVRYHUVFKULMGHQGH
Nadere informatieLeden van de organisaties voor de bevordering van energietechnologieën (FEMOPET)
bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C298 van 30/09/97 Leden van de organisaties voor de bevordering van energietechnologieën (FEMOPET) Oproep tot het indienen van voorstellen voor de
Nadere informatieVerordening (EG) nr. 1968/2006 van de Raad. van 21 december 2006
Verordening (EG) nr. 1968/2006 van de Raad van 21 december 2006 betreffende financiële bijdragen van de Gemeenschap aan het Internationaal Fonds voor Ierland (2007-2010) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 december 2006 (OR. en) 16647/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/194 (CNS) REGIO 70 FIN 673
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 december 2006 (OR. en) 16647/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/194 (CNS) REGIO 70 FIN 673 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN DE
Nadere informatieCREATIEF EUROPA ( )
CREATIEF EUROPA (2014-2020) SUBPROGRAMMA MEDIA OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EACEA/26/2019: Ondersteuning van filmfestivals LET OP: Deze oproep tot het indienen van voorstellen is afhankelijk
Nadere informatieOPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S20/2019. Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen
OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S20/2019 Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen Deze oproep tot het indienen van voorstellen past in de uitvoering van het
Nadere informatieCOHESIEBELEID 2014-2020
GEÏNTEGREERDE TERRITORIALE INVESTERING COHESIEBELEID 2014-2020 De nieuwe wet- en regelgeving voor de volgende investeringsronde van het EU-cohesiebeleid voor 2014-2020 is in december 2013 formeel goedgekeurd
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de oprichting van een Europees
Nadere informatieBESLUIT (EU) 2017/955 VAN DE RAAD
7.6.2017 NL L 144/17 BESLUITEN BESLUIT (EU) 2017/955 VAN DE RAAD van 29 mei 2017 tot wijziging van Beschikking 2008/376/EG inzake de vaststelling van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek
Nadere informatieCREATIVE EUROPE ( )
CREATIVE EUROPE (2014-2020) SUBPROGRAMMA MEDIA OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EACEA/17/2016: STEUN VOOR MARKTTOEGANG LET OP: Deze oproep tot het indienen van voorstellen is afhankelijk van: de
Nadere informatie( ) (1999/C ) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 175, lid 1,
bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 232 van 13/08/99 GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 25/1999 door de Raad vastgesteld op 28 juni 1999 met het oog op de aanneming van Beschikking.../1999/EG
Nadere informatieHierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 juni 2008 (13.06) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2008/0110 (COD) 10637/08 ADD 2 AGRILEG 104 CODEC 769 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,
Nadere informatie(Voor de EER relevante tekst) (2014/287/EU)
17.5.2014 L 147/79 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 10 maart 2014 tot vaststelling van de criteria voor de oprichting en evaluatie van Europese referentienetwerken en de leden daarvan en voor de
Nadere informatiePublicatieblad van de Europese Unie L 357/3
2.12.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3 VERORDENING (EG) Nr. 2060/2004 VAN DE RAAD van 22 november 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2702/1999 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties
Nadere informatie$FFLMQV&RPPLVVLHVWHOWKDUPRQLVDWLHYDQEHODVWLQJ RSGLHVHOYRRUEHURHSVYHUYRHUYRRU
,3 Brussel, 24 juli 2002 $FFLMQV&RPPLVVLHVWHOWKDUPRQLVDWLHYDQEHODVWLQJ RSGLHVHOYRRUEHURHSVYHUYRHUYRRU 'H (XURSHVH &RPPLVVLH KHHIW HHQ YRRUVWHO LQJHGLHQG RP GH QDWLRQDOH DFFLMQVWDULHYHQYRRUGLHVHOYRRUEHURHSVYHUYRHUJHOHLGHOLMNWHKDUPRQLVHUHQ
Nadere informatieGelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 129,
bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB L 155 van 22/06/99 BESLUIT Nr. 1295/1999/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 29 april 1999 tot vaststelling van een communautair actieprogramma
Nadere informatie(1999/C 361/05) Identificatiecode uitnodiging: Growth 2000
bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB L 361 van 15/12/99 Uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in het kader van het specifiek programma voor
Nadere informatieEUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816
EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Straatsburg, 27 oktober 2004 (OR. en) 2003/0245 (COD) LEX 583 PE-CONS 3673/1/04 REV 1 ACP 105 COAFR 81 CODEC 816 VERORDENING (EG) Nr..../2004 VAN HET EUROPEES
Nadere informatieInvesteren in klimaatactie, investeren in LIFE
istock Investeren in klimaatactie, investeren in LIFE Overzicht van het nieuwe LIFE-subprogramma Klimaatactie 2014-2020 Klimaat Wat is het nieuwe LIFE-subprogramma Klimaatactie? De Europese staatshoofden
Nadere informatie-2- Opleiding, opleidingen en onderwijs aan de universiteiten
Verklaring van Münster omtrent de onderlinge relaties op het gebied van hoger onderwijs, wetenschap en onderzoek tussen Nederland, de Vlaamse Gemeenschap van België, het Groothertogdom Luxemburg, Nederland
Nadere informatieRaad van de Europese Unie Brussel, 14 september 2017 (OR. en)
Raad van de Europese Unie Brussel, 14 september 2017 (OR. en) 11563/17 API 95 INF 139 JUR 376 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD over het opengegevensbeleid van de
Nadere informatieRaad van de Europese Unie Brussel, 20 februari 2018 (OR. en)
Raad van de Europese Unie Brussel, 20 februari 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2018/0036 (NLE) 6321/18 VOORSTEL van: ingekomen: 19 februari 2018 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: RECH 49 MED 3 AGRI
Nadere informatieSTOA-REGLEMENT BESLUIT VAN HET BUREAU VAN 4 MEI gezien het STOA-reglement dat het Bureau op 19 april 2004 heeft goedgekeurd,
5.1.2. STOA-REGLEMENT BESLUIT VAN HET BUREAU VAN 4 MEI 2009 1 HET BUREAU VAN HET EUROPEES PARLEMENT, -gezien artikel 23, lid 2, van het Reglement 2, - gezien zijn besluit van 1 september 2003 over het
Nadere informatieEvaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma
Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel
Nadere informatieTegen de versnippering van Europees onderzoek
IP/03/1707 Brussel, 10 december 2003 Tegen de versnippering van Europees onderzoek Vandaag maakte de Commissie in Brussel de eerste resultaten van de nieuwe ERA-NET-regeling bekend. Dit programma kan op
Nadere informatieHierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.
Raad van de Europese Unie Brussel, 21 februari 2017 (OR. en) 11831/01 DCL 1 RECH 109 NIS 66 DERUBRICERING van document: 11831/01 RESTREINT d.d.: 13 september 2001 nieuwe status: Betreft: Publiek Aanneming
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ADVIES VAN DE COMMISSIE
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 1.8.2006 COM(2006) 434 definitief 2003/0210 (COD) ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag
Nadere informatieNETWERKEN VOOR OPLEIDING DOOR ONDERZOEK
DIRECTORAAT- GENERAAL ONDERZOEK EUROPESE COMMISSIE NETWERKEN VOOR OPLEIDING DOOR ONDERZOEK VERHOGING VAN HET MENSELIJK ONDERZOEKPOTENTIEEL EN VERDIEPING VAN DE FUNDAMENTELE KENNIS OP SOCIAAL-ECONOMISCH
Nadere informatieHET EUROPEES INSTITUUT VOOR GENDERGELIJKHEID HET BUREAU VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE GRONDRECHTEN. Samenwerkingsovereenkomst
HET EUROPEES INSTITUUT VOOR GENDERGELIJKHEID EN HET BUREAU VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE GRONDRECHTEN Samenwerkingsovereenkomst Preambule Het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA) en het
Nadere informatie(Deel B: Energie-Sleutelacties 5 en 6) (1999/C 77/13)
bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 77 van 20/03/99 Eerste uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden in het kader van het specifiek programma voor onderzoek,
Nadere informatieHierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.
Europese Raad Brussel, 14 december 2017 (OR. en) EUCO 19/1/17 REV 1 CO EUR 24 CONCL 7 BEGELEIDENDE NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de delegaties Betreft: Bijeenkomst van de Europese
Nadere informatieOPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S16/2017. Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen
OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S16/2017 Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen Deze oproep tot het indienen van voorstellen past in de uitvoering van het
Nadere informatieCREATIEF EUROPA ( ) Subprogramma Cultuur. Oproep tot het indienen van voorstellen:
CREATIEF EUROPA (2014-2020) Subprogramma Cultuur Oproep tot het indienen van voorstellen: Oproep tot het indienen van voorstellen EACEA/32/2019: Steun voor Europese samenwerkingsprojecten 2020 LET OP:
Nadere informatieCREATIEF EUROPA ( ) Subprogramma Cultuur. Oproep tot het indienen van voorstellen:
CREATIEF EUROPA (2014-2020) Subprogramma Cultuur Oproep tot het indienen van voorstellen: Oproep tot het indienen van voorstellen EACEA/34/2018: Steun voor Europese samenwerkingsprojecten 2019 LET OP:
Nadere informatieGemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei 2002 ----------------------------------------------------------------------------------
CENTRALE RAAD VOOR HET BEDRIJFSLEVEN NATIONALE ARBEIDSRAAD ADVIES Nr. 1.402 Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei 2002 ----------------------------------------------------------------------------------
Nadere informatieVR DOC.1027/2
VR 2015 0910 DOC.1027/2 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het subsidiëren van operationele groepen inzake het Europees Partnerschap voor Innovatie - netwerk voor de productiviteit en duurzaamheid
Nadere informatieL 120/20 Publicatieblad van de Europese Unie 7.5.2008 AANBEVELINGEN COMMISSIE
L 120/20 Publicatieblad van de Europese Unie 7.5.2008 AANBEVELINGEN COMMISSIE AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6 mei 2008 inzake de externe kwaliteitsborging voor wettelijke auditors en auditkantoren die
Nadere informatiePUBLIC 11642/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0109 (CNS)
Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 september 200 (26.09) (OR. fr) PUBLIC 642/0 Interinstitutioneel dossier: 200/009 (CNS) LIMITE JUSTCIV NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk
Nadere informatieONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2184(DEC)
EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie begrotingscontrole 2010/2184(DEC) 3.2.2011 ONTWERPVERSLAG over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Communautair Bureau voor visserijcontrole
Nadere informatie15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 november 2008 (12.10) (OR. fr) 15293/08 DEVGEN 210 ACP 219 RELEX 868 CDR 115 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad d.d.: 11 november 2008 nr. vorig doc.:
Nadere informatieVoorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24.6.2010 COM(2010)331 definitief 2010/0179 (CNS) C7-0173/10 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EEG betreffende het gemeenschappelijk
Nadere informatie(Voor de EER relevante tekst)
L 185/6 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1136 VAN DE COMMISSIE van 13 juli 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 402/2013 betreffende de gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie
Nadere informatieRaad van de Europese Unie Brussel, 20 maart 2017 (OR. en)
Raad van de Europese Unie Brussel, 20 maart 2017 (OR. en) 7051/17 ONTWERPNOTULEN Betreft: PV/CONS 11 SOC 173 EMPL 131 SAN 89 CONSOM 74 3523e zitting van de Raad van de Europese Unie (Werkgelegenheid, Sociaal
Nadere informatiePROTOCOL INZAKE SAMENWERKING TUSSEN DE EUROPESE COMMISSIE EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ INLEIDING
Europese Commissie Europees Economisch en Sociaal Comité PROTOCOL INZAKE SAMENWERKING TUSSEN DE EUROPESE COMMISSIE EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ INLEIDING De Europese Commissie en het Europees
Nadere informatie1. 1. Het Comité heeft zich herhaaldelijk uitgesproken over de programma's en activiteiten van de Unie op energiegebied:
bron : http://www.emis.vito.be Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen dd. 21-01-1998 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C9 van 14/01/98 Advies van het Economisch en Sociaal Comité
Nadere informatieFiche 4: Mededeling Normalisatiepakket Europese normen voor de 21e eeuw
Fiche 4: Mededeling Normalisatiepakket Europese normen voor de 21e eeuw 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Normalisatiepakket: mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees
Nadere informatieGrensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland
MEMO/08/76 Brussel, 7 februari 2008 Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland 1. Operationeel programma voor
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Coreper/de Raad Resultaten van de Diplomatieke Conferentie te Den
Nadere informatieEUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT
EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 27 april 2009 (OR. en) 2008/0122 (COD) PE-CONS 3735/08 JUSTCIV 269 JURINFO 90 CODEC 1904 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 6.11.2006 COM(2006) 661 definitief MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ
Nadere informatieHierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.
Raad van de Europese Unie Brussel, 28 april 2017 (OR. en) 7873/17 DCL 1 DERUBRICERING 1 van document: d.d.: 30 maart 2017 nieuwe status: Betreft: RECH 98 MED 23 AGRI 179 MIGR 43 RELEX 286 7873/17 Publiek
Nadere informatieGEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1971 VAN DE COMMISSIE
L 293/6 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1971 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen inzake
Nadere informatieOVEREENKOMST tussen Canada en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor samenwerking op het gebied van kernonderzoek
bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB L 346 van 22/12/98 OVEREENKOMST tussen Canada en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor samenwerking op het gebied van kernonderzoek DE REGERING
Nadere informatieConclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 1999 (OR. en) 12545/1/99 REV 1 LIMITE SAN 171 Betreft : Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik DG I CONCLUSIES VAN DE RAAD
Nadere informatieEUROPEES PARLEMENT. Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport. van de Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport
EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport VOORLOPIGE VERSIE 23 maart 2001 ONTWERPADVIES van de Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport aan de Commissie
Nadere informatieProvinciale Staten van Noord-Holland
Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 65 Haarlem, 21 augustus 2001 Onderwerp: EU-programma innovatieve acties art. 4 EFRO Bijlage: ontwerpbesluit Inleiding Het EU-programma de regio s in de nieuwe
Nadere informatieONTWERP VAN TWEEDE VERSLAG
EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie begrotingscontrole 2013/2197(DEC) 3.7.2014 ONTWERP VAN TWEEDE VERSLAG over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 juli 2003 (18.07) (OR. en) 11535/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0151 (CNS) RECH 123
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 16 juli 2003 (18.07) (OR. en) 11535/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0151 (CNS) RECH 123 VOORSTEL van: de secretaris-generaal van de Europee Commissie, ondertekend
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.6.2006 COM(2006) 275 definitief Deel I MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE EN
Nadere informatie8975/15 dau/ons/as 1 DG G 3 C
Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2015 (OR. en) 8975/15 NOTA van: aan: RECH 142 COMPET 229 MI 320 TELECOM 120 het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) Raad nr. vorig doc.: 8409/15
Nadere informatieAdvies nr. 7/2014. Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 houdende toepassing van
Advies nr. 7/2014 (uitgebracht krachtens artikel 287, lid 4, tweede alinea, en artikel 322, lid 2, VWEU) over een voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr.
Nadere informatieVerklaring van Wrocław
EUROPESE UNIE Comité van de Regio's Verklaring van Wrocław aangenomen tijdens de Europese Top van regio's en steden, gehouden op 19 en 20 mei 2005 in Wrocław (Polen) NL - 1 - Verklaring van Wrocław 19-20
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13289/00 LIMITE JAI 135
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13289/00 LIMITE JAI 135 BEGELEIDENDE NOTA van: de permanent vertegenwoordiger van Frankrijk, de heer Pierre VIMONT d.d.: 10 november
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 30.11.2009 COM(2009)194 definitief/2 2009/0060 (COD) CORRIGENDUM Annuleert en vervangt document COM(2009) 194 definitief van 21.4.2009. Betreft de originele
Nadere informatieLogistieke uitdagingen en kansen binnen Horizon 2020
Logistieke uitdagingen en kansen binnen Horizon 2020 Martin Bakker, november 2013 Samenvatting Het nieuwe kaderprogramma voor onderzoek & innovatie van de Europese Unie, Horizon 2020, geeft een breed scala
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper / de Raad nr. vorig doc.: 12712/3/12
Nadere informatieMEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.8.2014 COM(2014) 527 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ over de EU-strategie en het actieplan
Nadere informatie15.12.2011 Publicatieblad van de Europese Unie C 366/145
15.12.2011 Publicatieblad van de Europese Unie C 366/145 VERSLAG over de jaarrekening van de Europese Stichting voor opleiding betreffende het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van de Stichting
Nadere informatieDe wijzigingen ten opzichte van de originele versie (doc. 5799/00) staan vetgedrukt, terwijl weggelaten passages met vierkante haken zijn aangegeven.
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 maart 2000 (07.03) (OR. fr) 6649/00 LIMITE AUDIO 8 NOTA van: het Secretariaat-generaal nr. vorig doc.: 5799/00 AUDIO 6 CODEC 76 COM (99) 658 def 99/0275 (COD) 99/0276
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.11.2002 COM(2002) 679 definitief 2002/0280 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling
Nadere informatieBrussel, COM(2018) 109 final ANNEX 1 BIJLAGE. bij
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.3.2018 COM(2018) 109 final ANNEX 1 BIJLAGE bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL
Nadere informatieMEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.6.2011 COM(2011) 366 definitief MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT Verlenging van de regeling tussen de Europese Commissie en het Office of
Nadere informatieVoorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.12.2012 COM(2012) 682 final 2012/0321 (NLE) C7-0421/12 Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 723/2009 van de Raad betreffende een
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 oktober 2000 (31.10) (OR. fr) 11037/2/00 REV 2 LIMITE ENFOPOL 58
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 oktober 2000 (31.10) (OR. fr) 11037/2/00 REV 2 LIMITE ENFOPOL 58 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36 nr. vorig doc.: 11037/1/00 ENFOPOL 58
Nadere informatieEUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie cultuur en onderwijs 7.3.2008
EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie cultuur en onderwijs 2009 7.3.2008 WERKDOCUMENT inzake het voorstel voor het besluit van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van een actieprogramma ter verhoging
Nadere informatiede heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie
Raad van de Europese Unie Brussel, 12 juli 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0213 (NLE) 11120/16 VOORSTEL van: ingekomen: 12 juli 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENER 281 RELEX 619 COWEB
Nadere informatieCommissie juridische zaken ONTWERPVERSLAG. over het beleid inzake controle van financiële overzichten: lessen uit de crisis (2011/2037(INI))
EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 2011/2037(INI) 2.3.2011 ONTWERPVERSLAG over het beleid inzake controle van financiële overzichten: lessen uit de crisis (2011/2037(INI)) Commissie
Nadere informatieAANGENOMEN TEKSTEN. Kwijting 2013: Europese Stichting voor opleiding (ETF)
Europees Parlement 204-209 AANGENOMEN TEKSTEN P8_TA(205)053 Kwijting 203: Europese Stichting voor opleiding (ETF). Besluit van het Europees Parlement van 29 april 205 over het verlenen van kwijting voor
Nadere informatieEUROPESE TERRITORIALE SAMENWERKING
EUROPESE TERRITORIALE SAMENWERKING Europese territoriale samenwerking is een instrument van het cohesiebeleid waarmee wordt beoogd problemen grensoverschrijdend op te lossen en gezamenlijk het potentieel
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 mei 2010 (OR. en) 9925/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0006 (NLE) SIRIS 83 SCHENGEN 42 COMIX 372
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 mei 2010 (OR. en) 9925/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0006 (E) SIRIS 83 SCHENGEN 42 COMIX 372 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING
Nadere informatieBetreft : Europese Raad van 29/30 november 1976 te Den Haag
Brussel, 7 december 1976 N 0 T A Betreft : Europese Raad van 29/30 november 1976 te Den Haag Q ~ 1~~~~-Y~- ~_Y ~~!!~ 1. Economische situatie De Europese Raad heeft een diepgaand onderzoek gewijd aan de
Nadere informatieGEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE
10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen
Nadere informatieNL In verscheidenheid verenigd NL A8-0258/36. Amendement. Peter Liese namens de PPE-Fractie
8.9.2017 A8-0258/36 36 Artikel 1 alinea 1 punt -1 bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 3 quinquies lid 2 Bestaande tekst 2. Vanaf 1 januari 2013 wordt 15 % van de rechten geveild. Dit percentage kan
Nadere informatieResolutie van het Europees Parlement over analfabetisme en sociale uitsluiting (2001/2340 (INI))
P5_TA(2002)0062 Analfabetisme en sociale uitsluiting Resolutie van het Europees Parlement over analfabetisme en sociale uitsluiting (2001/2340 (INI)) Het Europees Parlement, gelet op artikel 22 van de
Nadere informatieBIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE. over het Europese burgerinitiatief "Eén van ons"
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.5.2014 COM(2014) 355 final ANNEXES 1 to 5 BIJLAGEN bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE over het Europese burgerinitiatief "Eén van ons" NL NL BIJLAGE I: PROCEDURELE ASPECTEN
Nadere informatie12722/01 HD/nj DG G NL
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2001 (OR. en) 12722/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0121 (CNS) ECOFIN 264 ENV 490 NIS 73 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van
Nadere informatieCREATIEF EUROPA ( ) Subprogramma Cultuur. Oproep tot het indienen van voorstellen
CREATIEF EUROPA (2014-2020) Subprogramma Cultuur Oproep tot het indienen van voorstellen EACEA 47/2014 : Europese platforms Uitvoering van de regelingen van het subprogramma Cultuur: projecten voor Europese
Nadere informatie