Hieronder vind je programma's voor tieners bij het thema 'Bijbel'. Klik op een onderwerp en download het programma.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hieronder vind je programma's voor tieners bij het thema 'Bijbel'. Klik op een onderwerp en download het programma."

Transcriptie

1 Programma: Provider Bijbel Catechesemateriaal in de categorie 'Bijbel'. Hieronder vind je programma's voor tieners bij het thema 'Bijbel'. Klik op een onderwerp en download het programma.

2 Bible Basics Leeftijd: Thema: bijbel Tijdsduur: Meerdere bijeenkomsten Wat is de Bijbel en is de Bijbel 'waar'? De programma's vind je in het PDF document in de bijlage. Korte beschrijving van de programma's: In de eerste bijeenkomst interviewen de deelnemers elkaar over hun favoriete boek. Vervolgens staan ze stil bij de vraag wat voor boek de Bijbel is. Dit doen ze onder andere aan de hand van een quiz. Ook maken ze een puzzel waarbij ze de antwoorden in de Bijbel moeten opzoeken. De tweede bijeenkomst draait om de vraag of de Bijbel 'waar' is en wat dat eigenlijk wil zeggen. De deelnemers bekijken eerst een ludiek filmpje over dingen letterlijk nemen. Daarna staan ze stil bij een nieuwsbericht dat vanuit verschillende perspectieven wordt verteld en bij twee versies van het Bijbelse scheppingsverhaal. Tot slot proberen ze een ander Bijbelverhaal zelf vanuit verschillende perspectieven te beschrijven. Zo ontdekken de jongeren dat de Bijbelse waarheid soms dieper ligt dan je op het eerste gezicht zou kunnen denken. Doelen van de bijeenkomsten: De deelnemers leren algemene basisfeiten over de Bijbel. De deelnemers krijgen handvatten aangereikt om wegwijs te worden in de Bijbel. De deelnemers worden zich bewust van verschillende opvattingen over 'waarheid' en het waarheidsgehalte van de Bijbel. De deelnemers bezinnen zich op de vraag wat voor betekenis de Bijbel heeft in hun eigen leven.

3 Bible basics DOEL De deelnemers leren algemene basisfeiten over de Bijbel. De deelnemers krijgen handvatten aangereikt om wegwijs te worden in de Bijbel. De deelnemers worden zich bewust van verschillende opvattingen over 'waarheid' en het waarheidsgehalte van de Bijbel. De deelnemers bezinnen zich op de vraag wat voor betekenis de Bijbel heeft in hun eigen leven. Categorie Bijbel Aantal deelnemers Vier tot vijftien Leeftijd jaar Duur / aantal bijeenkomsten Twee bijeenkomsten van een uur Auteur Anne-Meta Kobes-Gerritsen KORTE BESCHRIJVING Dit item gaat over de Bijbel. In de eerste bijeenkomst interviewen de deelnemers elkaar over hun favoriete boek. Vervolgens staan ze stil bij de vraag wat voor boek de Bijbel is. Dit doen ze onder andere aan de hand van een quiz. Ook maken ze een puzzel waarbij ze de antwoorden in de Bijbel moeten opzoeken. De tweede bijeenkomst draait om de vraag of de Bijbel 'waar' is en wat dat eigenlijk wil zeggen. De deelnemers bekijken eerst een ludiek filmpje over dingen letterlijk nemen. Daarna staan ze stil bij een nieuwsbericht dat vanuit verschillende perspectieven wordt verteld en bij twee versies van het Bijbelse scheppingsverhaal. Tot slot proberen ze een ander Bijbelverhaal zelf vanuit verschillende perspectieven te beschrijven. Zo ontdekken de jongeren dat de Bijbelse waarheid soms dieper ligt dan je op het eerste gezicht zou kunnen denken. VERANTWOORDING Catechesebijeenkomsten over de Bijbel - een open deur? Bijbelverhalen komen aan bod in veel Provider-items, maar daarbij blijft de context van die verhalen soms buiten beschouwing. Zowel binnen- als buitenkerkelijke jongeren hebben vaak geen goed beeld van het ontstaan en de inhoud van de Bijbel. Ook het 'waarheidsgehalte' van de Bijbel is een heikel punt. Veel jongeren haken af omdat ze niet meer geloven wat er in de Bijbel staat, zonder op de hoogte te zijn van alternatieve interpretaties. Daarom is het van belang dat jongeren leren om Bijbelverhalen op waarde te schatten, zodat ze beter kunnen beoordelen wat voor betekenis de Bijbel kan hebben in hun eigen leven. Zo zullen ze dit bijzondere boek wellicht gemakkelijker ter hand nemen. VOORBEREIDING Praktische voorbereiding Lees het hele item goed door, inclusief de bijlagen. Bekijk ook het filmpje. Vraag de deelnemers vóór de eerste bijeenkomst om dan hun favoriete boek mee te nemen. 1

4 Bible basics Is er geen internetverbinding beschikbaar tijdens de bijeenkomst? Download dan het filmpje voor later gebruik. Leg voor elke bijeenkomst alle benodigdheden klaar. Test alle apparatuur. Persoonlijke voorbereiding Met behulp van deze vragen kun je je ook persoonlijk voorbereiden op de bijeenkomsten: Wat weet je van het ontstaan en de samenstelling van de Bijbel zoals we die nu kennen? (Kijk zo nodig rond op om je kennis te vergroten. Ook met een gratis account kun je hier veel achtergrondinformatie vinden bij alle Bijbelverhalen.) Wat was jouw beeld van de Bijbel toen je zelf een jongere was? Welke plaats heeft de Bijbel nu in je leven? Ben je bepaalde Bijbelverhalen anders gaan duiden? Zo ja, welke? Hoe kijk je aan tegen het begrip 'waarheid'? Is de Bijbel volgens jou 'waar'? BENODIGDHEDEN Eerste bijeenkomst Schilderstape of washi tape (lichtgekleurd); Pennen; Een flap-over met stiften; Drie kleine krijtborden met krijtjes en sponsjes; Dertig boeken (bij voorkeur van verschillende genres); Per twee deelnemers een bijbel (NBV); Per twee deelnemers een kopie van bijlage 2. Tweede bijeenkomst Apparatuur om het filmpje te kunnen afspelen (bijvoorbeeld een computer met internetverbinding en een beamer met scherm en geluidsboxjes); Voor iedere deelnemer een bijbel (NBV); Pennen en schrijfpapier. PROGRAMMA Eerste bijeenkomst 15 minuten Opening Heet de deelnemers welkom en bied eventueel iets te drinken aan. Maak zo nodig een voorstelrondje. Vorm tweetallen. Leg uit wat de bedoeling is: de ene jongere moet de andere interviewen over zijn of haar favoriete boek. Daarbij moet het vooral gaan over de vraag waarom juist dát boek het favoriete boek van de ander is. Laat de deelnemers elkaar interviewen en doe zelf ook mee. Geef na drie minuten een seintje om van rol te wisselen. Vraag de jongeren na afloop om het favoriete boek van de ander kort te 'presenteren' aan de rest van de groep. Het is voldoende als ze de titel en de auteur noemen en in één zin vertellen waarom de ander zo'n fan is van het boek. Leg vervolgens een bijbel op tafel en vertel dat de Bijbel het favoriete boek is van de kerk. Maak duidelijk dat de deelnemers in dit item gaan ontdekken waarom dat zo is en wat voor boek de Bijbel nu precies is. Vertel kort iets over de opzet van dit item (zie korte beschrijving). 10 minuten Verkenning Geef elke jongere drie stukken tape en een pen. Schrijf het woord "Bijbel" op de flap-over. Vraag de jongeren waar zij aan denken bij dit boek en nodig hen uit om drie dingen op hun stukken tape te schrijven. Laat hen de stukken tape vervolgens op de flap-over plakken, rondom het woord "Bijbel". Bespreek de uitkomst kort met elkaar. Zijn er bijvoorbeeld woorden die meer dan eens terugkomen? Staat er iets verrassends bij? Vraag de jongeren ook of ze het moeilijk vonden om iets te bedenken. 15 minuten Verdieping Vertel de deelnemers dat ze nu een quiz gaan spelen. Vorm twee of drie teams. Geef elk team een krijtbord, een krijtje en een sponsje. Stel de vragen uit bijlage 1. Het is de bedoeling dat de teams hun antwoorden op het krijtbord schrijven. Geef na elke vraag het juiste antwoord en licht dat kort toe (zie bijlage 1). Geef een boek aan elk team dat het juiste antwoord had opgeschreven. Bij vraag 2 en 6 geef je een boek aan het team dat het dichtst bij het juiste antwoord zat. 2

5 Bible basics Tel na afloop hoeveel boeken ieder team heeft. Het team met de meeste boeken wint. 15 minuten Verwerking Vorm tweetallen. Geef elk tweetal een bijbel, een kopie van bijlage 2 en een pen. Laat de jongeren de puzzel op het werkblad invullen. Als je weinig tijd hebt, kun je de vragen verdelen over de tweetallen. Het tweetal dat als eerste klaar is, wint. Geef na afloop de juiste antwoorden (zie bijlage 3). 5 minuten Afsluiting Vraag de deelnemers om in een kring te gaan zitten. Benoem dat het in deze bijeenkomst ging over de vraag wat de Bijbel is. Geef aan dat het de volgende keer zal gaan over de vraag of de Bijbel 'waar' is en wat dat eigenlijk wil zeggen. Sluit af met een kort gebed, bijvoorbeeld het eerste gebed in bijlage 4. Bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en inbreng. Nodig hen uit voor de volgende bijeenkomst. Tweede bijeenkomst 5 minuten Opening Heet de deelnemers welkom en bied eventueel iets te drinken aan. Kom nog even terug op de eerste bijeenkomst. Benoem opnieuw dat het in die bijeenkomst ging over de vraag wat de Bijbel is en geef aan dat het deze keer zal gaan over de vraag of de Bijbel 'waar' is en wat dat eigenlijk wil zeggen. Toon het filmpje 'Wat als je alles letterlijk nam' (youtu.be/ QfpqLaHesh4). 15 minuten Verkenning Geef aan dat het misschien wel gemakkelijk zou zijn als je er zonder meer van uit kon gaan dat je alles in de Bijbel letterlijk kon nemen en dat alles waar was. Maar wat is 'waar' eigenlijk? Maak duidelijk dat de deelnemers die vraag gaan onderzoeken aan de hand van een bericht over een jongen die in een ravijn terechtkwam tijdens het skiën. Neem bijlage 5 en lees tekst 1 op. Geef daarbij aan dat het om een persbericht gaat. Benoem na het lezen dat het bericht een korte, feitelijke beschrijving geeft van wat er is gebeurd. Geef de bijlage daarna aan een van de jongeren en laat hem of haar tekst 2 oplezen. Vertel erbij dat deze tekst over dezelfde gebeurtenis gaat, maar is geschreven vanuit het perspectief van de reddingsdienst. Laat vervolgens een andere deelnemer tekst 3 oplezen. Maak duidelijk dat ook die tekst dezelfde gebeurtenis beschrijft, maar nu vanuit het perspectief van de jongen. Bespreek dit met de jongeren. Stel bijvoorbeeld de volgende gespreksvragen: Wat is het verschil tussen de drie versies van het verhaal? Is één van de versies meer 'waar' dan de andere? Waarom wel of niet? Wat is van elke versie het tekstdoel? Denk aan: informeren, overtuigen, waarschuwen, mening geven, aansporen, amuseren, gevoelens uitdrukken. Hoe beïnvloedt het tekstdoel het bericht? 15 minuten Verdieping Leid dit onderdeel als volgt in: We hebben nu geluisterd naar verschillende versies van een bepaald verhaal. Maar je kunt niet zeggen dat één van deze versies 'waar' is en dat de andere versies 'onwaar' zijn. Zo blijkt dat een verhaal op verschillende manieren 'waar' kan zijn. We gaan nu nadenken over de vraag op welke manier Bijbelse verhalen 'waar' zijn. Waarin ligt de betekenis van Bijbelse verhalen? Deel bijbels uit. Lees met elkaar Genesis 1:1-2:4a. Lees vervolgens Genesis 2:4b-25. Benoem dat het gaat om twee versies van het scheppingsverhaal. Laat de deelnemers enkele verschillen tussen deze twee versies noemen. Geef zo nodig een voorbeeld: Er wordt op twee verschillende manieren beschreven hoe de mens is geschapen. In Genesis 1 staat alleen dat God de mens schiep naar Zijn evenbeeld; in Genesis 2 staat dat God de man uit stof vormde, en de vrouw uit een rib van de man. 3

6 Bible basics De verschillen zullen vragen oproepen. Praat hierover door met de jongeren. Gebruik hierbij ook de achtergrondinformatie in bijlage 6. Stel bijvoorbeeld de volgende gespreksvragen: Welke versie van het verhaal beschrijft nu wat er écht is gebeurd? Of doen ze dat misschien allebei? Of juist geen van beide? Wat wil het zeggen dat er verschillende verhalen zijn over één en dezelfde gebeurtenis? Gaat het in de Bijbel altijd om historische nauwkeurigheid? Als het zo is dat het in de Bijbel niet altijd om historische nauwkeurigheid gaat, zijn sommige verhalen dan onwaar? Of kunnen die ook op andere manieren 'waar' zijn? (Kom eventueel terug op het verhaal over het skiongeluk.) Op welke manieren zou je van de scheppingsverhalen kunnen zeggen dat ze 'waar' zijn? (Geef zo nodig voorbeelden: Ze zijn waar omdat ze laten zien dat God aan de basis van ons leven staat. Ze zijn waar omdat ze laten zien dat we erop mogen vertrouwen dat God het beste voorheeft met de schepping. Ze zijn waar omdat ze oproepen verantwoordelijk om te gaan met de schepping.) Als je bepaalde Bijbelverhalen niet letterlijk neemt, wat betekent dat dan voor jouw eigen geloof? 5 minuten Afsluiting Sluit af met een kort gebed, bijvoorbeeld het tweede gebed in bijlage 4. Bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en inbreng. BIJLAGEN 1. Quiz 2. Werkblad 3. Antwoorden puzzel 4. Gebeden 5. Teksten 6. Achtergrondinformatie 20 minuten Verwerking Lees met elkaar Johannes 6:1-14. Vorm vervolgens drie groepjes. Geef ieder groepje schrijfpapier en pennen. Wijs ieder groepje een personage uit het verhaal toe: Jezus; Filippus; Iemand uit de menigte. Vraag de groepjes om het Bijbelverhaal nog eens te lezen en dan een eigen versie te schrijven vanuit het perspectief van het gegeven personage. In de eigen versie moeten drie dingen terugkomen: Wat er gebeurt; Hoe deze persoon dat verklaart; Wat deze persoon ervan heeft geleerd. Laat de groepjes tot slot hun versies van het verhaal aan elkaar vertellen. 4

7 Bible basics Bijlage 1 QUIZ 1. Wat betekent het woord 'bijbel'? A. Heilig verhaal B. Boeken C. Woord van God Antwoord: B. Toelichting: Het woord 'bijbel' is afgeleid van het Griekse woord biblia, dat 'boeken' betekent. Denk maar aan het woord 'bibliotheek'. De bijbel is eigenlijk niet één boek, maar een verzameling van allerlei soorten boeken. 2. Uit hoeveel verschillende boeken bestaat de Bijbel? Antwoord: 66 of 73 Toelichting: De Bijbel is een dik boek, maar er is een verschil van mening over de vraag hoe dik precies. Het Oude Testament bestaat volgens de protestantse kerk uit 39 boeken, maar volgens de rooms-katholieke kerk uit 46 boeken. Beide kerken zijn het wel eens dat het Nieuwe Testament uit 27 boeken bestaat. De boeken die alleen in de rooms-katholieke Bijbel staan, worden de deuterocanonieke boeken genoemd. 3. Door wie is de Bijbel geschreven? A. door Mozes B. door Jezus C. door verschillende schrijvers Antwoord: C. Toelichting: De verschillende boeken in de Bijbel zijn niet allemaal geschreven door dezelfde schrijver. Bepaalde Bijbelboeken zijn zelfs door meerdere schrijvers geschreven. Van sommige boeken is het niet zeker wie de schrijver is geweest. 4. De Bijbel bestaat uit twee hoofddelen: het Oude Testament en het Nieuwe Testament. Wat betekent het woord 'testament' hier? Antwoord: Verbond of overeenkomst. Toelichting: Het woord 'testament' heeft in dit geval niets te maken met een overlijdensakte. Het komt van het Latijnse woord testamentum, dat 'verbond' betekent. Het is een verwijzing naar het nieuwe verbond dat door Jezus wordt gesloten in dat gedeelte van de Bijbel, waardoor er een nieuwe situatie ontstaat. Sommige mensen spreken van het Eerste Testament en het Tweede Testament, omdat ze dat duidelijker vinden of niet willen dat het Oude Testament minder belangrijk lijkt (doordat het 'oud' wordt genoemd). 5

8 Bible basics Bijlage 1 5. Wat is de joodse naam voor de boeken van het Oude Testament? A. Tenach B. Canon C. Tora Antwoord: A. Toelichting: De joodse naam voor het Oude Testament is Tenach. Dat woord is gevormd met de beginletters van drie Hebreeuwse woorden: Tora ('Wet'), Nevie'iem ('Profeten') en Ketoeviem ('Geschriften'). Dat zijn de drie 'bundels' waaruit de Bijbel van het jodendom bestaat. Het gaat om dezelfde 39 boeken als in het protestantse Oude Testament, maar de volgorde verschilt iets. 6. In hoeveel jaar tijd zijn de Bijbelboeken in hun huidige vorm ontstaan? Antwoord: In ongeveer 1100 jaar. Toelichting: De Bijbelboeken zoals we die nu kennen, zijn ontstaan in de periode tussen ongeveer 1000 voor Christus en 100 na Christus. Het duurde dus ongeveer 1100 jaar voordat alle boeken van de Bijbel er waren. 7. We kunnen de Bijbel tegenwoordig lezen in het Nederlands en in vele andere talen. Maar in welke drie talen is de Bijbel oorspronkelijk geschreven? Antwoord: Hebreeuws, Grieks en Aramees. Toelichting: Het Oude Testament werd voornamelijk geschreven in het Hebreeuws; kleine gedeelten werden geschreven in het Aramees (de spreektaal van Jezus). Het Nieuwe Testament werd geschreven in het Grieks. NB: Met deze vraag kunnen de teams maximaal drie boeken verdienen (één boek per taal). Bijvoorbeeld: het antwoord "Hebreeuws en Grieks" levert twee boeken op. 8. Nieuwe Bijbelvertalingen krijgen vaak een eigen naam, om ze te onderscheiden van andere. Welke van de volgende namen is géén Nederlandse Bijbelvertaling of een deel daarvan? A. Het Boek B. De Leefregel C. De torrie van Mattie Antwoord: B. Toelichting: Het Boek is een gemakkelijk leesbare vertaling van de Bijbel uit De torrie van Mattie is het Bijbelboek Matteüs in straattaal (2011). Andere bekende Nederlandse vertalingen zijn onder andere de Statenvertaling (1637), de NBG-vertaling (1951), de Groot Nieuws Bijbel (1983), de Nieuwe Bijbelvertaling (2004) en de Herziene Statenvertaling (2010). 6

9 Bible basics Bijlage 1 9. Wat is de allernieuwste Nederlandse Bijbelvertaling? Antwoord: De Bijbel in Gewone Taal Toelichting: Deze vertaling werd gepresenteerd in het najaar van Koning Willem-Alexander nam het eerste exemplaar in ontvangst. 10. BONUSVRAAG: De Bijbel is het meestgedrukte boekwerk ter wereld. Welk boekwerk staat op de tweede plaats? Antwoord: De IKEA-catalogus. Geraadpleegde bron: 7

10 Bible basics Bijlage 2 WERKBLAD Lees de volgende vragen en zoek de antwoorden op in de Bijbel. Schrijf de antwoorden op in de puzzel onder de vragen. Als je de puzzel goed invult, komt er in de grijze vakjes een woord te staan dat met de Bijbel te maken heeft. 1. De eerste vijf boeken van het Oude Testament worden ook wel de Wet (de Tora) genoemd. Wat is de naam van het vijfde Bijbelboek? 2. Zoek het boek Hooglied op. Dit boek is een liefdeslied. Waarmee vergelijkt de man de ogen van zijn geliefde in hoofdstuk 1? 3. Met welk woord eindigt het boek Psalmen? 4. Jezus is ook niet altijd in een goed humeur. Welke boom krijgt het zwaar te verduren in Matteüs 21? 5. Lees de eerste zinnen van het Evangelie volgens Johannes. Aan welk ander Bijbelboek doet dit denken? 6. De tekst van 1 Korintiërs 13 wordt vaak gelezen in huwelijksdiensten. Dit hoofdstuk gaat over geloof, hoop en liefde. Welke van deze drie is het belangrijkst volgens de schrijver van deze tekst? 7. Wat maakt volgens Spreuken 15:15 het leven tot een feest, ook al ben je arm? 8. In het boek Genesis staat het verhaal van Noach. Noach kreeg van God de opdracht om een ark (boot) te bouwen. Hoeveel verdiepingen moest deze ark krijgen? 9. Het boek Handelingen gaat over de gebeurtenissen na Jezus' dood en opstanding. Welk christelijk feest komt voort uit een gebeurtenis die wordt beschreven in het eerste hoofdstuk van dit boek?

11 Bible basics Bijlage 3 ANTWOORDEN PUZZEL e r o n o m l e l u j a n b o o m g e n e s i s i e f d e b l ij m o e d i g r i e h e m e l r t s 1 2 d u 3 4 v ij g d e u t i v e n h a l e 5 6 l d v a a i u m h e i d d a g 9

12 Bible basics Bijlage 4 GEBEDEN Gebed ter afsluiting van de eerste bijeenkomst Trouwe God, Dank U wel dat we vandaag met elkaar konden nadenken over de Bijbel. Dank U wel dat het mogelijk was om zo samen te komen, in alle vrijheid. We vragen U: wilt U ons laten weten dat U ook met ons meegaat nu we weer naar huis gaan. En wilt U bij ons zijn de komende dagen, als we spannende dingen voor de boeg hebben, als we toetsen moeten maken of als er thuis dingen zijn die we moeilijk vinden. Ga zo met ons mee, ons leven lang. Amen. Gebed ter afsluiting van de tweede bijeenkomst Trouwe God, Wat lijkt het soms toch ingewikkeld... Verhalen die je wel of niet letterlijk kunt nemen - maar die wel altijd waar zijn. Verhalen die mensen al eeuwen aan elkaar vertellen. Help ons om de verhalen te begrijpen. Lees met ons mee. En leef met ons mee als we proberen om Uw werkelijkheid waar te maken. Amen. 10

13 Bible basics Bijlage 5 TEKSTEN 1. Persbericht ANP Nederlandse jongen (16) overleeft val ravijn In de Zwitserse Alpen is een Nederlandse jongen bij het skiën in een ravijn gevallen. De Zwitserse reddingsdienst heeft hem met een helikopter uit zijn benarde positie bevrijd. De jongen, afkomstig uit Hardenberg, leek ongedeerd, maar is ter observatie overgebracht naar het ziekenhuis in Genève. 2. Het verhaal vanuit het perspectief van de reddingsdienst "Ik zal jullie vertellen wat er die dag gebeurde. Ik werk bij de bergredding en had die dag dienst. Onze ploeg moest weer eens uitrukken, om een Nederlandse jongen van 16 jaar te redden. Ze zijn ook veel te onvoorzichtig, die pubers. Deze knaap was hier met zijn ouders op vakantie. Hij was gaan skiën buiten de piste; hij dacht zeker dat hij dat hij dat ook wel zou redden. Hij is toen onder de sneeuw gezakt en in een gat gevallen. Buiten de piste zijn er onder de sneeuw vele ravijnen, maar dat weet je alleen als je hier vaak komt. De jongen is in één van die ravijnen terechtgekomen. Wij kregen de melding vrij snel, en zoals gewoonlijk sprongen we in de heli om bij de plaats van het ongeval te komen. De heli kon er niet landen, dus we moesten ons laten zakken. Het was moeilijk om bij hem te komen. Hij bleek zich aan een klein boompje vast te houden. Maar met gevaar voor eigen leven hebben we de jongen toch weten te redden. Ik hoop dat hij de volgende keer drie keer nadenkt voordat hij de piste verlaat." 3. Het verhaal vanuit het perspectief van de jongen "Ik zal jullie vertellen wat er die dag gebeurde. Ik ben namelijk degene over wie dit verhaal gaat. De rest heeft geen idee. Ik was op skivakantie met m'n ouders en m'n broertje. Omdat we niet allemaal even snel zijn, gingen we allemaal onze eigen weg. Ik ging echt supersnel naar beneden, de omstandigheden waren fantastisch. Opeens zag ik een sneeuwhoen. Hij zag er echt prachtig uit met z'n zwarte kop en witte lijf. Weet je dat die dieren tegen een temperatuur van min 50 kunnen? En ze eten zelfs de toppen van sparren om te kunnen overleven. Maar goed, zonder na te denken ging ik achter hem aan. Ja, toen ging ik van de piste af. Stom achteraf, maar ik had het niet eens door. Ik was nog maar even onderweg en het ging al mis. Ik viel... De sneeuw zakte onder me weg; geen grond meer onder m'n voeten... Maar God strekte Zijn hand uit en ving mij op. Nooit zal ik vergeten hoe dicht ik bij de dood was. De hemel boven me was blauw en ik wilde zo graag leven. Ik heb me vastgegrepen aan God. Hij zette me terug in het leven en ik voelde de warmte van Zijn zon op me schijnen. Ik was veilig, ik was in Gods hand." 11

14 Bible basics Bijlage 6 ACHTERGRONDINFORMATIE Om te begrijpen wat je leest, moet je lezen wat er staat en wat er niet staat. Maar lezen wat er staat is nog iets anders dan de woorden letterlijk opvatten. Bij een letterlijk verstaan, blijf je als lezer bij de oppervlaktedimensie van een verhaal. Maar misschien wil de schrijver wel meer dan dat. Er is in een verhaal vaak ook een dieptedimensie. Daarmee wordt bedoeld dat de schrijver met de woorden die hij of zij gebruikt, wil verwijzen naar een diepere werkelijkheid. Er is in Bijbelse verhalen vaak sprake van een 'Bijbelse manier van zeggen'. In die manier van zeggen, betekenen veel woorden meer dan hun letterlijke betekenis. Zo betekent een woord als 'woestijn' vaak meer dan alleen een geografische grootheid. Het gaat in een woestijnverhaal doorgaans om bezinning, terugtrekking of een periode van gedwongen eenzaamheid. Ook een woord als 'zee' staat vaak voor meer dan alleen een hoop water. Vaak wil het ook krachten van chaos en wanorde uitdrukken, of dreiging. Niet alles wat in de vorm van geschiedenis is geschreven, is door de schrijver bedoeld als beschrijving van een historische werkelijkheid. Bijbelse geschiedschrijving wil veeleer getuigen, verkondigen. Anders gezegd: de Bijbel vraagt ons niet om in hem te geloven, maar wil ons helpen in God te geloven. Wie in de Bijbel gelooft, zoals vele christenen doen, schiet voorbij aan deze dienende, van zichzelf weg- en naar God heenwijzende bedoeling van de Bijbel. In de Bijbel is vaak te lezen dat de waarheid gedaan moet worden, terwijl mensen nu vaak zeggen dat iets waar is. Voor veel Bijbelschrijvers is iets pas waar, als het gebleken is betrouwbaar te zijn. Zoiets kan van mensen en van dingen worden gezegd. Wegen zijn 'waar' als ze mensen niet in de vernieling brengen, maar bijvoorbeeld in de vrijheid. Mensen zijn 'waar' als ze ware bondgenoten blijken te zijn. De vraag is dan steeds: kunnen we ons eraan toevertrouwen of komen we bedrogen uit? Op die manier wordt de vraag naar waarheid een heel andere dan hoe het in onze huidige context vaak wordt gebruikt. Er komt een dieptedimensie bij. Bron: Labuschagne, C.J. (1977). Wat zegt de Bijbel in Gods Naam? Nieuwe bijbeluitleg en modern godsgeloof. Den Haag: Boekencentrum (bewerkt). 12

15 Tien geboden Leeftijd: Thema: bijbel, God, Normen en waarden Tijdsduur: Meerdere bijeenkomsten Wat is de achtergrond van deze geboden en wat betekenen de leefregels voor ons? De programma's vind je in het PDF document in de bijlage. Korte beschrijving van het programma: De Tien Geboden, waarom en op welk moment gaf God de geboden? Wat betekenen deze leefregels nu nog voor ons? In dit item gaan de deelnemers hiermee aan de slag aan de hand van verschillende creatieve werkvormen. Denk aan fotografie, sport en spel, ballonnen, emotiespel en meer. Je kunt kiezen voor de werkvormen die het beste bij jouw groep passen. Doelen van deze bijeenkomst: De deelnemers leren wat de achtergrond is van de Tien Geboden. De deelnemers leven zich in het Joodse volk van die tijd in. De deelnemers ontdekken de functie van de Tien Geboden. De deelnemers maken zich de betekenis van de Tien Geboden eigen.

16 De Tien Geboden Categorie Bijbel Aantal deelnemers Vijf tot veertien Leeftijd jaar Duur / aantal bijeenkomsten Eén bijeenkomst van anderhalf uur Auteur Hanna Oosterlee KORTE BESCHRIJVING De Tien Geboden: waarom en op welk moment gaf God de geboden? Wat betekenen deze leefregels nu nog voor ons? In dit item gaan de deelnemers hiermee aan de slag aan de hand van verschillende creatieve werkvormen. Denk aan fotografie, sport en spel, ballonnen, emotiespel en meer. Je kunt kiezen voor de werkvormen die het beste bij jouw groep passen. DOEL De deelnemers leren wat de achtergrond is van de Tien Geboden. De deelnemers leven zich in het Joodse volk van die tijd in. De deelnemers ontdekken de functie van de Tien Geboden. De deelnemers maken zich de betekenis van de Tien Geboden eigen. VERANTWOORDING De Tien Geboden klinken heel zwaar. Dit mag niet, dat mag niet. God gaf de regels echter met een reden. In het leven van alledag heb je overal regels, op school, werk, thuis. Regels zijn nodig om het leven leefbaar te maken en te houden. De Tien Geboden vormen hier in onze christelijke maatschappij de basis van. Ze worden daarom ook wel leefregels of vredesregels genoemd. Vaak worden de geboden gezien als één van de vele verplichtingen die de Bijbel met zich meebrengt. In dit item komt de achtergrond van de Tien Geboden aan bod. Deze informatie helpt de jongeren om een juist beeld te vormen van wat de Tien Geboden voor de Israëlieten betekenen. En welke betekenis hebben de Tien Geboden eigenlijk voor het hier en nu? Ook daar denken de jongeren over na. VOORBEREIDING Praktische voorbereiding Lees het hele item goed door, inclusief de bijlagen. Zorg voor voldoende ruimte voor de diverse (actieve) werkvormen. Zet bijvoorbeeld de stoelen in een halve cirkel zonder tafels er tussenin of een kring met kussens om op te zitten. Mocht je dit item willen uitbreiden met een filmavond, bedenk dan welke film je zou willen draaien. Neem dit mee in je verdere voorbereiding en planning. Denk ook aan benodigdheden zoals beamer, scherm en dvd-speler (zie ook aandachtspunten). Bereid de ballonnen voor de Verdieping deel 2 voor: - Koop ballonnen (liefst wat grotere) en touw; - Print bijlage 1 uit; - Heb je meer dan 10 deelnemers, print en knip de extra teksten uit van bijlage 1; - Knip de teksten uit en rol ze op tot een rolletje papier; 1

17 De Tien Geboden - Steek één van de rolletjes in een ballon. Blaas deze op en knoop hem dicht; - Doe hetzelfde met de andere rolletjes papier tot alle rolletjes in een ballon zitten; - Knoop een touw aan elke ballon en je bent klaar! Lees alle werkvormen goed door met in je gedachten jouw jeugdgroep en de ruimte en middelen die je tot je beschikking hebt. Bij bijna elk onderdeel kun je kiezen uit twee werkvormen. Zorg dat je vooraf kiest welke werkvormen je gaat doen en zoek de benodigde materialen bij elkaar. Wanneer je de werkvorm fotografie kiest, denk aan de volgende voorbereiding: - Je kunt ervoor kiezen om de jongeren hun telefoon te laten gebruiken voor de foto s. Zorg dat je dit meeneemt in je uitnodigingen voor dit item, zodat de telefoons opgeladen en wel beschikbaar zijn; - Bedenk hoe je de foto s tot één presentatie wil maken en zorg dat de juiste middelen beschikbaar zijn. Het is prettig om dit item met twee mensen te kunnen begeleiden. Zeker om in elke werkvorm te kunnen doorpraten in de groepjes waarin gewerkt wordt. Leg voor de bijeenkomst alle benodigdheden klaar voor de werkvormen die je gekozen hebt. Persoonlijke voorbereiding Ervaar jij de Tien Geboden als iets negatiefs uit het geloof? Of juist als positieve meerwaarde? Hoe zou jij jouw antwoord toelichten aan jouw jeugdgroep? Zorg dat je het gehele verhaal van het Bijbelboek Exodus tot en met de Tien Geboden helder voor de geest krijgt. Bijvoorbeeld door het Bijbelboek in de (kinder)bijbel nog eens door te lezen, een film uit de aandachtspunten te bekijken en/of de achtergrondinformatie uit bijlage 5 door te lezen. BENODIGDHEDEN Drinken en lekkers voor de jeugd Verkenning keuze A: - Zachte bal (een paar schone sokken opgerold tot een bal werkt ook); - Bijlage 2 uitgeprint voor je eigen gebruik. Verkenning keuze B: - Benodigdheden voor de door jou gekozen sport; - Voldoende open ruimte voor je spel. Verdieping deel 1 keuze A: - Beamer en scherm of witte muur; - Laptop met presentatie; - Bijlage 3 uitgeprint voor je eigen gebruik; - Bijlage 4 uitgeprint voor elke gespreksleider; - Eventueel print van bijlage 5: achtergrondinformatie over de Tien Geboden. Verdieping deel 1 keuze B: - Bijlage 6. Verdieping deel 2: - Flap-over of vel papier met stift; - Ballonnen met rolletjes papier en touw (zie voorbereiding); - Plakband. Verwerking keuze A: - Pen en papier voor elke deelnemer; - Materiaal voor creatieve presentatie zoals grote vellen papier, stiften, verf en kwasten, etc. Dit kan je zo creatief (of niet) maken als je wilt. Verwerking keuze B: - Fototoestel voor elke jongere (of tweetal) of eigen mobiel van elke jongere; - Eventueel verkleedkleding; - Beamer met laptop; - Internettoegang; - Manier om de foto s te verzamelen die bij jullie middelen past: - Mailen naar één adres om het op de laptop te zetten; - Whatsappen naar één nummer en via daar op Onedrive, Google +, Dropbox of iets dergelijks zetten, zodat het op de laptop te openen is; - Denk erom dat de foto s niet openbaar toegankelijk worden. Afsluiting: - Kaars met lucifer; - Papier en pen. PROGRAMMA 5 minuten Opening Heet de deelnemers welkom en bied eventueel iets te drinken aan. Maak zo nodig een voorstelrondje. Vertel kort iets over de opzet van dit item (zie korte beschrijving). 2

18 De Tien Geboden 10 minuten Verkenning Kies één van deze werkvormen voor een actieve start van je avond: Keuze A: Bal-vragen-spel Neem een zachte bal. Stel de korte vragen in bijlage 2 in een vlot tempo aan de jongeren. Telkens als je een vraag stelt, gooi je de bal naar één van de jongeren. Hij of zij geeft antwoord en gooit de bal weer terug. Dan de volgende vraag en de volgende worp, totdat je alle jongeren gehad hebt (of alle vragen gehad hebt). Vraag tot slot aan de hele groep: wat maakt een sport of spel leuk? Wat zorgt ervoor dat het leuk blijft? Probeer toe te praten naar spelregels die nodig zijn om een sport of spel voor elke deelnemer leuk te maken. Keuze B: Spel zonder regels Bedenk een spel dat in je (jeugd)ruimte goed gespeeld kan worden. Denk aan zitvoetbal, zitvolleybal, tikkertje, of een ander beweeglijk spel. Vertel de jongeren iets met de strekking van de volgende tekst: We gaan een leuk spel spelen en weet je wat het leukste is: er zijn geen regels! Alles mag! Gooi vervolgens de bal in de groep of wijs een tikker aan en laat het spel van start gaan. Doe als leiding zelf ook mee en probeer eerst het spel goed op gang te brengen. Sommige groepen die meer bestaan uit denkers, zullen wellicht niet eens gaan starten en eerst regels willen bedenken. Probeer te stimuleren dat ze het toch gaan proberen. Is het spel wat op gang gekomen: probeer enkele onlogische acties uit (bij zitvoetbal de bal gooien bijvoorbeeld of bij tikkertje de tikker tikken). Sluit na enkele minuten of wanneer het niet meer gaat het spel af en stel de jongeren (enkele van) de volgende vragen: Wat was het effect van het afschaffen van de regels? Wat was leuk? Wat was helemaal niet leuk? Welke conclusie kunnen we trekken? Misschien deze: regels zijn misschien niet altijd even leuk, maar wel nuttig om iedereen in zijn waarde te laten. 15 minuten Verdieping deel 1 - achtergrond Tien Geboden Keuze A: Achtergrondverhaal met The Brick Testament. Vertel de jongeren dat we het vandaag hebben over de regels uit de Bijbel. De tien geboden, leefregels of vredesregels worden ze ook wel genoemd. Vertel het verhaal uit bijlage 3 als achtergrond bij de leefregels en laat tegelijkertijd de platen van de powerpoint zien. Ga nu uiteen in twee of meer groepjes, zoveel groepjes als dat je leiding hebt. Het geeft niet als je met één leider op twee jongeren komt te zitten. Praat een minuut of tien door over de gespreksvragen aan de hand van bijlage 4. Keuze B: Achtergrondverhaal met emotiespel Vertel het verhaal uit bijlage 6 in de aangegeven stukjes. Vraag na elk stukje de jongeren de houding aan te laten nemen die het gevoel van de Israëlieten of andere persoon van dat moment laat zien. Laat hen dat doen als stilstaand beeld in een filmpje: alsof er op de pauzeknop gedrukt is (bijvoorbeeld bij het stukje van de onderdrukking door de farao: boos!). Raad zelf na het eerste stukje welke emoties je ziet. Wijs daarna vóór het lezen van elk stukje een jongere aan die de emoties na het volgende stukje verhaal mag raden. Besluit met de groep enkele van deze vragen te stellen: Hoe voelden de Israëlieten zich vlak voordat ze de Tien Geboden kregen? Waarom was dat zo? Wat vind je moeilijke dingen? (zie ook de achtergrondinformatie in bijlage 5). Vaak hebben we het idee dat we van God niets mogen. Vind jij dat ook zo? Waarom (niet)? Wat hebben de Tien Geboden en vrijheid met elkaar te maken? 15 minuten Verdieping deel 2 - de Tien Geboden zelf Inventariseer heel kort op een flap-over welke Tien Geboden de jongeren kennen. Geef vervolgens elke jongere een ballon met daarin een kaartje met één van de geboden (zie voorbereiding en bijlage 1). Geef hen de opdracht de ballon aan hun enkel te binden (zo laag mogelijk!). Vertel daarna dat jullie een spel gaan spelen: zoveel mogelijk ballonnen van anderen stuk te maken en hun eigen ballon heel zien te houden. Is je ballon stuk, dan ga je zitten kijken naar de anderen. Het kan zijn dat er bij de laatste twee of drie geen eind aan lijkt te komen, laat dan in alle vrolijkheid alle deelnemers meehelpen om de ballonnen stuk te maken. 3

19 De Tien Geboden Als je 5 deelnemers hebt, mogen ze aan elke enkel één ballon binden. Als je 10 deelnemers hebt, krijgt ieder één ballon. Daar tussenin kun je kiezen voor tussenvormen zoals: zelf meedoen als leiding of als je ballon stuk is, zo snel mogelijk een volgende ballon knopen en weer meedoen totdat de ballonnen op zijn. Nu zijn er een paar spelregels om het leuk te maken en te houden: 1. Je mag je voeten gebruiken om ballonnen stuk te maken, je handen niet. 2. Zorg dat je anderen heel laat en geen pijn doet. 3. Als je ballon stuk is, zorg dat je het kaartje dat erin zit te pakken krijgt. Die heb je straks nodig! 4. Hou je kaartje verborgen voor de anderen. Laat het spel van start gaan en moedig lekker aan. De energie kan er zo weer even uit. Benoem bij het einde van het spel opnieuw dat de kaartjes verborgen moeten blijven! Laat de jongeren weer op hun plek gaan zitten. Nu mogen de jongeren om de beurt uitbeelden, á la Hints, wat er op hun kaartje staat. Benoem dat de letterlijke tekst niet geraden hoeft te worden, maar wel de strekking ervan. Als het geraden is, mag de jongere de tekst letterlijk oplezen en daarna het plaatje op de flap-over plakken. Laat dit in volgorde van de geboden doen. Wanneer je de extra kaartjes ook gebruikt, wordt deze volgorde: A. B a. 4b Als alle teksten gelezen zijn, stel de jongeren eens één of meerdere van de volgende vragen: Welk gebod was anders dan je verwacht had? Welk gebod vind je het meest logisch? Welk gebod vind je het meest lastig? Als je bedenkt dat dit de spelregels voor het leven zijn, vind je dat ze dan compleet zijn? Of zou jij er nog één toevoegen? Leef je eens in de Israëlieten in. Zou het voor hen moeilijk of makkelijk zijn geweest om ja te zeggen tegen deze geboden? Vind jij het nu lastig om deze geboden te houden? 20 minuten Verwerking Ook nu kun je kiezen tussen twee verwerkingsvormen. Kies de vorm die het beste bij jouw groep past. Mocht je ruim de tijd willen nemen, kun je beide werkvormen doen. Keuze A: Positieve leefregels Vertel de jongeren zoiets als dit: Nu weten we iets over het ontstaan van de geboden en waarom deze gegeven werden. Kunnen we ze nu eens zo formuleren dat ze positief klinken en in onze tijd passen? Er staat vaak doe dit niet of doe dat niet, maar hoe kan je dat nu zo formuleren dat het positief wordt? Gebruik hierbij de tekst uit de Bijbel die op de flap-over hangt om eens goed te kijken wat er nu eigenlijk stond. Eventueel kun je als voorbeeld het negende gebod geven: Wees eerlijk als je iets vertelt over een ander. Verdeel de groep in twee of drie groepjes of laat hen zelf twee- of drietallen maken. Geef na vijf minuten werken de vervolgopdracht: Ieder groepje mag over tien minuten zijn eigen tien geboden op een ludieke manier presenteren. Denk aan een tekening, uitbeelden van je tien geboden, opschrijven op een flap, etc. Of gebruik de volgende werkvorm hiervoor. Keuze B: Fotografie Verdeel de jongeren in twee groepen en vertel het volgende: Als je de leefregels zo hoort, kan je er in je hoofd al snel een plaatje van maken. Dat gaan we nu in real life ook doen. Jullie beelden met je groep de tien leefregels uit en maken van elke leefregel een foto. Die foto s gaan we straks op de beamer aan elkaar laten zien. Tips: Verkleedkleren kunnen deze opdracht verder aankleden, bedenk alleen wel dat deze werkvorm dan wat langer duurt. Het resultaat van deze werkvorm is ook leuk om te gebruiken in een jeugddienst uiteraard wel met toestemming en liefst participatie van de jongeren in die viering. 15 minuten Afsluiting Laat de jongeren aan elkaar hun resultaat presenteren en/of kijk naar het resultaat op de beamer. Vertel tot slot aan de jongeren dat de God die vrijheid op het oog heeft ons deze regels gegeven heeft. Vraag de jongeren om ieder iets te noemen waar vrijheid in het geding is. 4

20 De Tien Geboden Denk aan oorlogsgebieden, pesten, verslaving, etc. Schrijf alle genoemde dingen in één woord op een vel papier. Steek, als iedereen iets genoemd heeft, een kaars aan en zet deze op het vel papier. Spreek een kort gebed uit zoals: God, vandaag hoorden we dat U een God bent die vrijheid wil geven. Er zijn zoveel plekken genoemd waar geen vrijheid is. Wilt U Uw licht op deze plaatsen laten schijnen, zodat mensen tot bezinning komen en elkaar de vrijheid gaan gunnen. Ga met ieder van ons mee en help ons overal vrijheid te zoeken. Amen. Of benoem enkel: Deze kaars staat symbool voor het licht van God. We bidden dat God zijn licht juist op deze plaatsen waar geen vrijheid is laat schijnen, zodat er verlichting zal komen. BIJLAGEN 1. Tien Geboden voor in de ballonnen 2. Vragen bij bal-vragen-spel 3. Presentatie en vertelverhaal achtergrond Tien Geboden 4. Gesprekskaartjes bij Verdieping deel 1 5. Achtergrondinformatie over de Tien Geboden 6. Exodus-verhaal voor emotiespel AANDACHTSPUNTEN A. Er zitten veel gespreksmomentjes in het programma. Dit om elke werkvorm even kort te laten landen bij de deelnemers. Houd deze momentjes kort! Mocht je een mooi gespreksmomentje hebben, kies er dan bewust voor om dit te laten bloeien. Rond het wel op tijd af, voordat het een eindeloos moment lijkt te gaan worden. Kies er vervolgens voor om de verwerking in verkorte vorm te doen door elk twee-/drietal twee geboden te geven om positief te maken. B. Bij elk gespreksmomentje staan vier tot acht vragen. Soms zijn het vlot lopende vragen en kun je ze allemaal in vijf minuten langslopen. Soms is het beter er enkele te kiezen. Kijk hoe het gesprek loopt. Het doel van elk gespreksmomentje is dat ze datgene wat in de werkvorm naar voren kwam zich eigen maken. Dat ze zich realiseren wat er aan informatie langskwam en wat dit betekent. C. Een andere manier om in te korten, is om het Hints-spel in de tweede verdieping te laten vervallen. D. Mocht je dit item willen uitbreiden met een tweede avond, is het goed mogelijk om één van de verfilmde versies van het Bijbelboek Exodus te bekijken. Afhankelijk van je groep kun je kiezen uit: Exodus: Gods and Kings (2014), real life verfilming The Ten Commandments (2009), animatiefilm The Prince of Egypt (1998), animatiefilm 5

21 De Tien Geboden Bijlage 1 1. Vereer geen andere goden. Vereer alleen mij. 6. Vermoord niemand. 2. Maak geen beeld van een mens, of van een dier dat in de lucht, op het land of in het water leeft. Je mag geen beelden vereren of ervoor knielen. Want ik, de Heer, ben jullie God. Ik wil niet dat jullie andere goden dienen. 7. Ga niet vreemd. 3. Spreek mijn naam niet zomaar uit, zonder nadenken. Als iemand dat toch doet, zal ik hem straffen. 8. Steel niet. 4. Vier de sabbat, want dat is een bijzondere dag. Zes dagen mogen jullie werken en bezig zijn met alles wat je moet doen. Maar de zevende dag is een dag die voor mij bestemd is. 9. Vertel bij de rechter geen leugens over iemand. 5. Heb respect voor je vader en je moeder. Dan zul je lang leven in het land dat ik je zal geven. 10. Verlang niet naar iets dat van een ander is. Blijf af van zijn huis, zijn vrouw, zijn slaaf of slavin, zijn koe of zijn ezel, en van al zijn bezit. TIEN GEBODEN VOOR IN DE BALLONNEN (EXODUS 20 UIT BIJBEL IN GEWONE TAAL) 6

22 De Tien Geboden EXTRA KAARTJES BIJ MEER DAN TIEN DEELNEMERS A. God gaf de Israëlieten de volgende belangrijke regels. 4a: Dan mag je niet werken. Ook je zoon, je dochter, je slaaf en je slavin mogen niet werken. Je dieren mogen niet voor je werken. En ook de vreemdelingen die in jullie steden wonen, mogen niet werken. B. Hij zei: Ik ben de Heer, jullie God. Ik heb jullie uit Egypte weggehaald, en bevrijd uit de slavernij. 4b: Ik heb in zes dagen de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat daar leeft. Maar ik rustte op de zevende dag. Daarom heb ik de zevende dag gezegend. Ik heb er een heilige dag van gemaakt. 7

23 De Tien Geboden Bijlage 2 VRAGEN BIJ BAL-VRAGEN-SPEL Stel een vraag en gooi direct hier achteraan de bal naar één van de deelnemers. Hij of zij moet zo snel mogelijk antwoord geven en de bal naar jou teruggooien. Jij stelt gelijk de volgende vraag en gooit de bal naar een andere deelnemer, etc. 1. Noem eens een leuke sport (als er als antwoord geen sport met duidelijke spelregels genoemd wordt, stel je de vraag opnieuw aan een ander). 2. Wat mag je wel bij deze sport? 3. Wat mag je niet bij deze sport? 4. Noem nog eens een spelregel van deze sport. 5. Noem eens een leuk spel (als er als antwoord geen spel met duidelijke spelregels genoemd wordt, stel je de vraag opnieuw aan een ander). 6. Wat mag je wel bij dit spel? 7. Wat mag je niet bij dit spel? 8. Noem nog eens een spelregel van dit spel. 9. Noem eens een leuke hobby. 10. Wat mag je wel bij deze hobby? 11. Wat mag je niet bij deze hobby? 12. Noem nog eens iets wat handig is bij deze hobby. Als het lekker gaat, kan je nog even doorgaan op andere sporten/spellen. Vraag tot slot aan de hele groep: wat maakt een sport of spel leuk? Wat zorgt ervoor dat het leuk blijft? Probeer toe te praten naar spelregels die nodig zijn om een sport of spel voor elke deelnemer leuk te maken. 8

24 De Tien Geboden Bijlage 3 PRESENTATIE EN VERTELVERHAAL ACHTERGROND TIEN GEBODEN Voorbereiding presentatie Aan de hand van platen uit The Brick Testament geef je de jongeren een korte presentatie over de Tien Geboden. Maak voorafgaande aan de bijeenkomst de presentatie. Hieronder staat stap voor stap uitgelegd hoe je dat kunt doen. A. B. C. D. Open een lege powerpointpresentatie en maak de achtergrond zwart. Maak 7 lege dia s en geef de eerste dia een bijpassende titel zoals Exodus. Ga naar Klik op Exodus en zoek bijpassende platen in de diverse delen van dit Bijbelboek. Bij stap G vind je een mooie selectie die past bij het verhaal hierboven. E. Bij elk plaatje klik je op de rechtermuisknop, klik op kopiëren. F. Ga naar je powerpointpresentatie en plak (weer met de rechtermuisknop) in de juiste volgorde de plaatjes in de presentatie. Sla de presentatie op en neem hem mee naar je bijeenkomst. G. Een selectie plaatjes die past bij bovenstaand verhaal: 1. Too many Hebrews: tweede plaatje 2. Too many Hebrews: vijfde plaatje 3. Moses and Aaron convince the people: vierde plaatje 4. The tenth plague: eenentwintigste plaatje (waar de Israëlieten tussen Egyptenaren doorlopen Ex.12:33) 5. The Ten Commandments: vierde plaatje 6. Replacements Stone Tablets: vierde plaatje Vertelverhaal Tien Geboden Vertel het volgende verhaal aan de hand van de powerpoint met platen uit The Brick Testament: Dia 1: Het volk van Israël leefde in Egypte en was heel erg groot geworden. Er werden veel kinderen geboren en de mannen en vrouwen waren erg sterk. De farao, de koning van Egypte, vond dat maar eng en heel bedreigend. Wat zou er gebeuren als ze in opstand komen?! Dia 2: De farao moest de Israëlieten onder de duim houden, dus hij liet ze heel hard werken. Ze hadden geen rechten, maar alleen maar de plicht om hard te werken en grote gebouwen te bouwen. Je kunt je wel voorstellen dat de Israëlieten moedeloos en wanhopig werden. Ze vroegen God keer op keer in gebed om er wat aan te doen, maar er gebeurde niets! Dia 3: Tot op een dag God naar hen luisterde en Mozes riep! God stuurde Mozes naar de farao om te vragen om de vrijheid van de Israëlieten, maar die wilde hen natuurlijk niet laten gaan. En weet je nog wat God toen deed? Hij stuurde 10 plagen naar de Egyptenaren om ervoor te zorgen dat ze zijn volk vrij zouden laten! (Optioneel als de sfeer ernaar is: Weet je nog welke plagen God allemaal stuurde? 1. Water verandert in bloed; 2. Kikkers; 3. Luizen; 4. Steekvliegen; 5. Ziekte onder het vee; 6. Zweren; 7. Hagel; 8. Sprinkhanen; 9. Duisternis; 10. Dood van de eerstgeborenen). Dia 4: En toen was het zo ver! Het volk was vrij!! God wilde dat ze ook vrij zouden blijven en niet nog eens gevangen zouden worden. Niet door andere volken, maar ook niet door elkaar. 9

25 De Tien Geboden Bijlage 3 Dia 5: Hij beloofde hen een eigen land, waar ze in vrijheid zouden kunnen leven. Het volk was zó blij met God en dankbaar dat ze graag bij Hem wilden horen. Weet je nog van de sporten en spellen van daarnet? Wanneer zijn die leuk? Als iedereen zich aan de spelregels houdt! Zo is het ook met vrijheid, dat kan alleen als iedereen het beste met een ander voor heeft en daar zijn spelregels voor nodig. Dia 6: Dus gaf God het volk de Tien Geboden, spelregels voor het leven. Deze gelden ook nu nog, want: als je Gods geschenk van de vrijheid aanvaardt, dan wil je niet anders leven dan dat de Tien Geboden je vertellen. 10

26 De Tien Geboden Bijlage 4 GESPREKSVRAGEN BIJ VERDIEPING DEEL 1 Ga nu uiteen in twee of meer groepjes, zoveel groepjes als dat je leiding hebt. Het geeft niet als je met één leider op twee jongeren komt te zitten. Praat een minuut of tien door over de gespreksvragen. Gebruik de gespreksvragen als handreiking, je hoeft ze niet allemaal langs te lopen. Hoe zouden de Israëlieten zich gevoeld hebben vlak voordat ze de Tien Geboden kregen? Waarom denk je dat? Wat vind je moeilijke dingen? (Zie ook de achtergrondinformatie in bijlage 5) Vaak hebben we het idee dat we van God niets mogen. Vind jij dat ook zo? Waarom (niet)? Wat hebben de Tien Geboden en vrijheid met elkaar te maken? 11

27 De Tien Geboden Bijlage 5 ACHTERGRONDINFORMATIE OVER DE TIEN GEBODEN Deze bijeenkomst gaat over de Tien Geboden. Het is natuurlijk onmogelijk om de inhoud en de betekenis van alle afzonderlijke geboden uitvoerig te bespreken in één bijeenkomst. Dat is dan ook niet de bedoeling. Het gaat hier om de Tien Geboden als geheel: wat is de betekenis van dit geschenk van God aan Zijn volk, dat nog maar pas uit Egypte en het slavenbestaan was bevrijd? De Tien Geboden kunnen niet los worden gezien van de bevrijding van het Joodse volk uit 'angstland' Egypte. Daarom worden ze ook wel aangeduid met de wat vriendelijker klinkende termen 'de leefregels' of 'de Tien Woorden'. Het woord 'geboden' roept namelijk niet altijd positieve associaties op: veel mensen denken bij het woord 'geboden' eerder aan beperkingen en grenzen aan vrijheid dan aan leven in de van God ontvangen vrijheid. Het is daarom van belang om de Tien Geboden te bespreken in de context waarin ze tot stand zijn gekomen. Die context, bevrijding en vrijheid dankzij God, helpt om de betekenis van de Tien Geboden beter te begrijpen. De Tien Geboden zijn in de Bijbel op twee plaatsen te vinden: Exodus 20: 1-17 en Deuteronomium 5: De geboden in beide versies zijn gelijk, al zijn ze in Deuteronomium iets uitgebreider. Van groter belang is dat beide versies beginnen met een declaratie van God zelf, waarin Hij stelt dat Hij het Joodse volk heeft bevrijd uit Egypte, uit de slavernij. Zo wordt in de Tien Geboden de bevrijding van het Joodse volk geïntroduceerd als kader voor het geheel van de geboden. God geeft Zijn volk een geschenk dat hen kan leren omgaan met de vrijheid die hun is geschonken. Volgens de overlevering heeft Mozes, die Gods 'bevrijdingsoperatie' leidde, de Tien Geboden uit de mond van God zelf opgetekend en aan het Joodse volk overhandigd. Vrijheid verwordt namelijk tot chaos, tot 'ieder voor zich', als er geen regels zijn die aangeven hoe je moet omgaan met anderen en hoe je je Bevrijder de eer kunt brengen die Hem toekomt. De Tien Geboden maken het mogelijk dat mensen verantwoordelijk kunnen leven voor God, met elkaar en met anderen. Eigenlijk is het nog sterker: als je Gods geschenk van de vrijheid aanvaardt, dan wil je niet anders leven dan de Tien Geboden je voorhouden. Het één komt voort uit het ander. In die zin zijn de Tien Geboden ook een blauwdruk voor of een voorafschaduwing van het beloofde land dat God heeft toegezegd aan Zijn volk en aan christenen in Zijn koninkrijk. De Tien Geboden mogen worden nágeleefd, maar ze staan dus ook voor een vooruitzicht waarnaar mag worden tóegeleefd. Jongeren mogen weten dat vrijheid niet vanzelfsprekend is - ook al kun je je dat in een land als Nederland nauwelijks voorstellen. Ook in Nederland moet de vrijheid worden onderhouden. Daarvoor zijn regels afgesproken, in het klein en in het groot. Christenen ervaren hun leven en bestaan als door God bevrijd. En ook voor die vrijheid bestaan regels. Geen regels waarin we elkaar aan banden leggen of waarmee we elkaar de maat kunnen nemen; maar leefregels die nu al iets mogelijk maken van het vooruitzicht dat christenen door Jezus werd en wordt voorgehouden als het koninkrijk van God. Als je zó kijkt naar regels of naar de Tien Geboden, dan hoef je ze niet te ervaren als verboden of uitvoeringsbevelen. Dan zijn ze eerder een uitdrukking van of aanleiding tot vreugde, omdat God met dit tipje al iets oplicht van de sluier over wat Hij heeft beloofd. Niet voor niets vieren Joden jaarlijks Simchat Thora, de 'vreugde van de wet' - waarbij ze letterlijk met die Wet door de synagoge dansen. De Tien Geboden zijn een open uitnodiging van God om mee te doen aan Zijn idee van een leven in vrijheid voor alle mensen. Die uitnodiging wordt een verbond met God als mensen doorkrijgen wat die vrijheid inhoudt en ze deze gaan ervaren als een realiteit. Bron: JOP Basics, deel 3 (bewerkt) 12

28 De Tien Geboden Bijlage 6 EXODUS-VERHAAL VOOR EMOTIESPEL Vertel het volgende verhaal in stukjes en vraag na elk stukje de jongeren een houding aan te nemen die het gevoel van de Israëlieten vertolkt. Net alsof je in een film zit en op de pauzeknop gedrukt hebt. Na het eerste stukje ga je zelf de houdingen interpreteren. Check bij de jongeren of je hun houding goed hebt geraden. Vraag vervolgens welke jongere na het volgende stukje de houdingen wil interpreteren. 1. Denk je eens in, je bent een Israëliet en je leeft in Egypte, een warm land. Er is een farao, een koning van Egypte die jou en je volksgenoten maar lastige mensen vindt. Stiekem zelfs een beetje eng. Je wordt in opdracht van de farao gedwongen om hard te werken. Zwaar lichamelijk werk zoals stenen maken, het bouwen van gebouwen en de andere rotklussen die er zijn in zo n land. Je wilt wel wat anders, zelf kiezen wat je doet, maar je mág het niet en je kán het niet. Hoe voel je je?! Laat de jongeren een houding aannemen die het gevoel van de Israëlieten laat zien en ga raden welke emoties ze uiten. 2. Je zoekt alle hulp die je maar kunt krijgen. Vooral bij God! Maar je hebt je knieën stuk gebeden, elke dag opnieuw, jaren achter elkaar. Er verandert niets! Laat de jongeren een houding aannemen die het gevoel van de Israëlieten laat zien en laat één jongere raden welke emoties hij/zij ziet. 3. Tot op een dag God luisterde en Mozes riep! Mozes hoorde Gods stem door een brandende braamstruik die maar niet verbrandde. God gaf Mozes de opdracht om naar de farao te gaan en te vragen om de vrijheid van de Israëlieten. Laat de jongeren een houding aannemen die het gevoel van Mozes laat zien en laat één jongere raden welke emoties hij/zij ziet. Bedenk dat jongeren kunnen kiezen welke emotie ze uitbeelden: ongeloof bij het begin, onzekerheid later of blij gevoel van vrijheid tot slot. Deze emoties vullen elkaar aan, benoem dat ook zo. 4. De farao is onverbiddelijk: dat makkelijke werkvolk laten gaan? Geen denken aan! Ze blijven hier - wat er ook gebeurt! - en er gebeurt veel. Tien plagen komen en gaan. Van vervelende (kikkers) tot bedreigende (zweren) tot verwoestende (hagel) tot zelfs de dood van de eerstgeborenen! De farao gaat uiteindelijk door de knieën en laat het volk gaan. Laat de jongeren een houding aannemen die het gevoel van de farao laat zien en laat één jongere raden welke emoties hij/zij ziet. 5. En dan zijn ze vrij! Het volk van Israël is vrij! Uiteindelijk net op het nippertje, toen de Rode Zee doorwaadbaar werd en daarna het Egyptische leger de weg versperde. Maar nu toch écht vrij! Dankzij God, Godzijdank! Op naar het beloofde land. Laat de jongeren een houding aannemen die het gevoel van de Israëlieten laat zien en laat één jongere raden welke emoties hij/zij ziet. 6. Het volk was zó blij met God, de levende God die hen had bevrijd. Ze waren zo dankbaar dat ze graag bij Hem wilden horen. Een levende God die vrijheid geeft wil ook dat die vrijheid behouden zou worden. God wilde zorgen dat ze niet nog eens gevangen zouden worden. Niet door andere volken, maar ook niet door elkaar. Dus gaf God het volk de Tien Geboden, spelregels voor het leven Laat de jongeren een houding aannemen die het gevoel van de Israëlieten laat zien en laat één jongere raden welke emoties hij/zij ziet. Slot: Weet je nog van de sporten en spellen van daarnet? Wanneer zijn die leuk? Als iedereen zich aan de spelregels houdt! Zo is het ook met vrijheid, dat kan alleen als iedereen het beste met een ander voorheeft en daar zijn spelregels voor nodig. De leefregels gelden ook nu nog, want: als je Gods geschenk van de vrijheid aanvaardt, dan wil je niet anders leven dan dat de Tien Geboden je vertellen. 13

29 Geld Leeftijd: Thema: bijbel, delen, Normen en waarden Tijdsduur: Meerdere bijeenkomsten Welke invloed heeft geld op ons en de wereld om ons heen? De programma's vind je in het PDF document in de bijlage. Korte beschrijving van de programma's: Een wereld zonder geld kennen we niet. De wereld zou niet kunnen bestaan zonder geld, of toch wel? In deze programma's staan de deelnemers stil bij de invloed die geld op ons heeft. In de eerste bijeenkomst verkennen de deelnemers het begrip geld en onderzoeken ze wat ze daarover terug kunnen vinden in de Bijbel. De deelnemers reflecteren op hun eigen leven en formuleren samen manieren om elkaar te helpen de Bijbelse lessen toe te passen. In de tweede bijeenkomst bekijken de deelnemers de invloed van geld op grotere schaal. De deelnemers staan daarnaast stil bij de mogelijkheid om zonder (of met veel minder) geld te leven. Aan het eind van de tweede bijeenkomst bedenken ze creatieve manieren voor hun omgeving om hen te helpen met minder geld te leven. Doelen van de bijeenkomsten: De deelnemers kunnen aangeven wat het belang van geld is, voor henzelf en voor anderen. De deelnemers leren wat de positie is van geld en bezit in de Bijbel. De deelnemers worden zich bewust van de invloed die geld op hen en op de wereld heeft. De deelnemers leren dat het goed is om bewust met geld om te gaan. De deelnemers formuleren manieren waardoor zij bewust met geld om kunnen gaan, en doen dit ook voor anderen.

30 It s all about the money De deelnemers leren wat de positie is van geld en bezit in de Bijbel. De deelnemers worden zich bewust van de invloed die geld op hen en op de wereld heeft. De deelnemers leren dat het goed is om bewust met geld om te gaan. De deelnemers formuleren manieren waardoor zij bewust met geld om kunnen gaan, en doen dit ook voor anderen. Categorie Bijbel Aantal deelnemers Zes tot tien Leeftijd jaar Duur / aantal bijeenkomsten Twee bijeenkomsten van anderhalf uur Auteur Chantal de Fretes KORTE BESCHRIJVING Een wereld zonder geld kennen we niet. De wereld zou niet kunnen bestaan zonder geld, of toch wel? In dit item staan de deelnemers stil bij de invloed die geld op ons heeft. In de eerste bijeenkomst verkennen de deelnemers het begrip geld en onderzoeken ze wat ze daarover terug kunnen vinden in de Bijbel. De deelnemers reflecteren op hun eigen leven en formuleren samen manieren om elkaar te helpen de Bijbelse lessen toe te passen. In de tweede bijeenkomst bekijken de deelnemers de invloed van geld op grotere schaal. De deelnemers staan daarnaast stil bij de mogelijkheid om zonder (of met veel minder) geld te leven. Aan het eind van de tweede bijeenkomst bedenken ze creatieve manieren voor hun omgeving om hen te helpen met minder geld te leven. DOEL De deelnemers kunnen aangeven wat het belang van geld is, voor henzelf en voor anderen. VERANTWOORDING De kredietcrisis heeft een hoop onrust gebracht. Opeens werd duidelijk in wat voor schijnzekerheden we hebben geleefd, en het werd duidelijk wat geld met mensen kan doen. Angst, valse zekerheden en hebzucht zijn nog aan de orde van de dag. Geld heeft meer vat op ons dan we misschien denken. Hoe moeten we hiermee omgaan? Hoe kan ons geloof ons hierbij helpen? In dit item zoomen we in op deze vragen en krijgen de jongeren handvatten om bewust met hun geld om te gaan. VOORBEREIDING Praktische voorbereiding Lees het hele item goed door, inclusief de bijlagen. Allerlei plaatjes (verzameld via internet en uitgeprint) van waar jouw jongeren graag hun geld aan uitgeven. Bijvoorbeeld: zak snoep, patat, make-up, beltegoed, tas, kleding, sportschoenen, mobiel, IPad, laptop/computer, gadget accessoire, auto, rijbewijs, scooter, en een blad met Iets anders, namelijk. Zoek via bijvoorbeeld op kredietcrisis en lees de eerste korte uitleg van de kredietcrisis ter voorbereiding op de tweede bijeenkomst. Leg voor elke bijeenkomst alle benodigdheden klaar. Internetverbinding. 1

31 It s all about the money Persoonlijke voorbereiding Hoe ga jij met geld om: maak je bijvoorbeeld bewuste keuzes? En heeft geld invloed op hoe jij in je vel zit? Waarom wel of niet? Wanneer vind je dat je goed met geld omgaat en wanneer niet? Wat zou jij doen als jij geen geld zou hebben? Hoe zou je dat vinden? Wat zou jij doen als je miljonair was? Wat zou dit veranderen? Van wie heb je geleerd hoe je met geld moet omgaan? Wat heb je van die persoon geleerd? BENODIGDHEDEN Eerste bijeenkomst Een paar euromunten of een briefje van 5,-; Bijlage 1 met kaartjes; Kopieën bijlage 2 met Bijbelteksten; Draad; Wasknijpers; Kleine (ronde) stickers met kleurtjes (blauw, rood, groen); Lijm; Scharen; Gekleurd karton A4-formaat; Stiften; De plaatjes die je hebt verzameld (zie Praktische voorbereiding). Tweede bijeenkomst De waslijn met Bijbelse lessen uit bijeenkomst 1; Filmpje van tv-programma Wie is de Sjaak? ; Bijlage 3 met tips; Flap-over; Knutselmateriaal. PROGRAMMA Eerste bijeenkomst 10 minuten Opening Heet de deelnemers welkom en bied eventueel iets te drinken aan. Maak zo nodig een voorstelrondje. iemand het kwijtgeraakt is of vergeten. Leg het bijvoorbeeld op de grond vlakbij de ingang of tussen een aantal boeken. Kijk hoe de jongeren op het gevonden geld reageren. Probeer zelf niet te reageren, tenzij ze je erover aanspreken. Vertel de jongeren dat je geld bent kwijtgeraakt en vraag hen of ze het misschien gevonden hebben. Bespreek met elkaar hoe de jongeren op het gevonden geld hebben gereageerd. Vraag hen wat het met hen deed om geld te vinden. Wat was hun eerste gedachte? Wat was hun eerste reactie? Vertel de jongeren dat het de komende twee bijeenkomsten over geld gaat. Vertel kort iets over de opzet van dit item (zie korte beschrijving). 15 minuten Verkenning Leg een aantal kaarten van bijlage 1 op tafel waar stellingen en vragen op staan over geld. Start het gesprek door kaart 1 te gebruiken met de vraag: wat is geld? Laat de deelnemers één voor één kaarten trekken, de kaart voorlezen en reageren op de stelling of de vraag beantwoorden. Vraag bij elke kaart door. 30 minuten Verdieping 15 minuten Deel bijlage 2 uit en geef de deelnemers de opdracht om in tweetallen teksten in de Bijbel te lezen die over geld en bezit gaan. Vraag hen te noteren wat ze hiervan leren over geld en bezit: wat wist je nog niet? Wat is opvallend? Wat vind je lastig? Wat leer je van deze tekst? 15 minuten Bespreek met elkaar wat ze hebben gevonden door hun notities met wasknijpers aan een lijn te hangen. Deel gekleurde stickers uit. Iedere deelnemer krijgt drie stickers (rood, blauw, groen). Vraag de jongeren langs de lijn te lopen en met de stickers aan te geven welke lessen ze het belangrijkst vinden: groen is de belangrijkste les, blauw is een les die ze de komende week wel denken te kunnen uitvoeren, rood is de les die ze zelf het moeilijkst vinden om te doen. Leg van tevoren ergens in jullie ruimte een paar euro of een briefje van 5,- neer op zo n manier dat het lijkt alsof 2

32 It s all about the money Bespreek met elkaar de geplaatste stickers: waarom zijn deze stickers daar geplaatst? Vraag de deelnemers hoe zij sinds vorige keer met hun geld zijn omgegaan. Vraag waarom het wel of niet goed ging. In de Bijbel staan veel teksten die geld, bezit of rijkdom relativeren; het zal niet altijd blijven bestaan. De teksten zijn vaak waarschuwingen: als je erop gaat vertrouwen, zal je bedrogen uitkomen. Er zijn belangrijkere dingen in het leven. Je kunt beter op God vertrouwen. Toch zie je ook dat het hebben van geld of bezit niet per se verkeerd is. Je kunt God ook eren met je rijkdom. Tegenwoordig kunnen we ook niet om geld en bezit heen. Het is deel van onze wereld en we moeten ermee leren omgaan. 15 minuten Verkenning Leg alle plaatjes die je hebt verzameld (zie Benodigdheden) op tafel. Stel steeds de vraag: Wat zou je doen als je krijgt? Noem steeds een ander geldbedrag: 5,-/ 25,-/ 50,-/ 100,-/ 500,-/ 1.000,-/ ,-/ ,-/ ,-. 30 minuten Verwerking In deze opdracht gaan de deelnemers elkaar helpen om met geld en bezit om te gaan door elkaar te herinneren aan de lessen die ze net ontdekt hebben tijdens deze eerste bijeenkomst. Leg materiaal klaar om te gebruiken: karton, A3-/A2-papier, stiften, lijm, tijdschriften. Verdeel de groep in drie groepen en wijs hen een kleur sticker toe, dus: een groep die zich buigt over de groene stickers, een groep voor de blauwe en een groep voor de rode. Vraag de groepen voor hun kleur iets te bedenken wat de andere jongeren kan helpen om de teksten/ lessen waar de stickers bij staan uit te voeren. Denk bijvoorbeeld aan een poster met een goede oneliner om je aan de les te herinneren, of kleine kaartjes met een reminder, die in je portemonnee of mobielhoesje passen waar je pinpas in zit. Geef de jongeren ook ruimte alternatieven te bedenken, als ze daar op komen. 5 minuten Afsluiting Geef de jongeren de uitdaging mee tot de volgende bijeenkomst een van de lessen van deze avond te oefenen. Kom er de volgende bijeenkomst op terug. Sluit af met gebed. Vraag de jongeren om hun les/oneliner van hun kaartjes of poster voor te lezen als een gebed. Tweede bijeenkomst 10 minuten Opening Heet de deelnemers welkom en bied eventueel iets te drinken aan. Kom nog even terug op de eerste bijeenkomst. Laat de deelnemers steeds antwoorden door een plaatje uit te kiezen. Vraag de deelnemers waarom ze het product graag willen aanschaffen. Enkele deelnemers zullen misschien met de kaart iets anders, namelijk... aangeven dat ze het geld willen geven aan anderen of het geld willen sparen. Vraag door: waarom? Hebben ze een spaarrekening? Van wie hebben ze geleerd te sparen? Waarom zou je geld sparen? 20 minuten Verdieping Laat een fragment zien van een tv-programma Wie is de Sjaak? (4 minuten) nn7zzt54arm (voorgekauwde koffie drinken) Geld heeft veel invloed op mensen en kan mensen vreemde dingen laten doen. In dit fragment gebeurt precies het omgekeerde van het vorige spel. In plaats van dat je zomaar geld krijgt, moet je er iets voor doen. Vraag de jongeren: zou jij dit hebben gedaan? Waarom wel of niet? Waarom deed deze man/vrouw het denk je? Waarom zouden mensen dit überhaupt doen? Deze mensen staan eigenlijk voor een dilemma: ze moeten kiezen tussen zichzelf voor schut zetten en geld verdienen, of dat niet doen, maar dan ook geen geld ontvangen. Wanneer is je eigen waardigheid belangrijker dan geld? Of andersom: wanneer is geld belangrijker dan je eigen waardigheid? Geef aan dat de kredietcrisis van een aantal jaren terug ook iets laat zien van wat geld met mensen doet. Vraag hen of ze iets weten van de crisis. Laat een jongere het uitleggen. Leg kort zelf uit wat er tijdens de crisis is gebeurd, als er geen jongeren zijn die het kunnen uitleggen. 3

33 It s all about the money Vraag de jongeren wat de redenen zijn geweest voor het ontstaan van de crisis. Bespreek met hen mogelijke motieven voor mensen om op deze manier met geld om te gaan. Pak de waslijn met Bijbelse lessen die de jongeren in de eerste bijeenkomst hebben genoteerd voor henzelf, en eventueel ook de Bijbelteksten (bijlage 2). Vraag de jongeren wat ze vanuit de eerste bijeenkomst kunnen zeggen over de manier waarop sommige mensen op geld reageren. Er zit veel angst en onzekerheid achter het gedrag van mensen, maar ook hebzucht. Het is in deze wereld oneerlijk verdeeld: er zijn ook veel arme mensen. Vraag de jongeren hoe de wereld eruit zou zien als we geen geld zouden hebben? Of als iedereen evenveel zou hebben? Is het mogelijk om zonder geld te leven? We zouden anders met geld om kunnen gaan door er minder waarde aan te hechten, door minder uit te geven en minder geld te hebben. Zo blijft er ook geld over voor mensen die het meer nodig hebben dan wijzelf. 35 minuten Verwerking Als je met minder geld kunt leven, heb je geld over om het te kunnen delen met anderen of kun je eindelijk de rekeningen betalen die eerder niet betaald konden worden. Er zijn mensen die daadwerkelijk proberen zonder geld te leven, of met minder. Vraag jongeren of ze manieren kunnen bedenken om met minder of zelfs zonder geld te leven. Vertel de jongeren dat zij voor mensen uit hun omgeving (buren, vrienden, familie, kerk) manieren gaan bedenken waardoor ze met minder geld kunnen leven. Geef ze een flap-over waar ze hun ideeën op kunnen schrijven. Laat de jongeren ideeën op hun mobiel zoeken. In bijlage 3 vind je enkele sites waar je naar kan verwijzen, of als je geen internet tot je beschikking hebt, zelf tips kunt formuleren om aan hen mee te geven. tijdens een kerkdienst kunnen uitdelen of in de buurt kunnen verspreiden, posters die ze in de buurt kunnen ophangen of een sketch / filmpje dat ze kunnen tonen tijdens de kerkdienst of op de website van de kerk. Vraag hen of er een idee is dat ze zouden kunnen uitwerken. Maak met de jongeren een planning om het idee uit te voeren. Bespreek eventueel met de predikant en andere betrokkenen of het mogelijk is en voer het uit. 5 minuten Afsluiting Bespreek met de jongeren waarvoor of voor wie jullie als afsluiting van deze bijeenkomst willen bidden. Sluit zelf af met gebed of, als dit past bij jouw jongeren, vraag of ze zelf de ingebrachte onderwerpen of personen tijdens het gebed willen verwoorden. Je kunt ook het gebed dat je zelf uitspreekt afsluiten met een stilte waarin de jongeren aan God kunnen voorleggen wat een ander niet voor hen zeggen kan. AANDACHTSPUNT Er zijn, ook in Nederland, gezinnen die het niet zo breed hebben. Het inperken van hebzucht heeft in dit soort gezinnen een andere lading dan in gezinnen waar er genoeg geld is om uit te geven. Wees erop bedacht dat dit ook kan spelen in de gezinnen van jouw jongeren, ook al heb je daar zelf nooit iets van gemerkt. BIJLAGEN 1. Kaarten met stellingen en vragen 2. Bijbelteksten geld en goed 3. Site met tips Bespreek met de jongeren welke ideeën zij hebben gevonden of bedacht. Hoe zouden ze deze ideeën kunnen verspreiden? Hoe kunnen ze anderen helpen? Denk bijvoorbeeld aan een flyer (of de kaartjes uit bijeenkomst 1 met deze extra tips om zuiniger te leven) die ze 4

34 It s all about the money Bijlage 1 KAARTEN MET STELLINGEN EN VRAGEN Wat zou jij met je geld doen als morgen zou blijken dat je ouders miljonair zijn geworden? Heb je al eens schulden gehad? Of ken je tieners die schulden hebben gehad? Wat zou je doen als je geen geld hebt? Geld is als mest; het is alleen goed als het wordt verspreid. (Francis Bacon) Dit is een uitspraak van Franciscus van Assisi. Hij had een afkeer van geld, omdat mensen er niet goed mee om konden gaan. Het zorgde voor meer ellende dan goeds, vond hij. Een monnik heeft ooit eens gezegd: Stront kun je nog aanpakken, maar geld nooit. Ben je het met hem eens? Waarom wel of niet? 5

35 It s all about the money Bijlage 2 BIJBELTEKSTEN GELD EN GOED Lees de teksten waarnaar verwezen wordt, en beantwoord voor elke tekst de volgende vragen: wat vind je opvallend? Wat vind je lastig in deze tekst? Wat wist je nog niet? Wat leer je van deze tekst? Lukas 16:10-15 Spreuken 3:9 Hebreeën 13:5 Prediker 5:9 Mattheüs 6:19-21 Spreuken 15:16 Mattheüs 19:21 6

36 It s all about the money Bijlage 3 SITE MET TIPS Wat kan je doen? Bekijk de site: Hier worden tips verzameld en wordt er verwezen naar andere websites. Bekijk het kopje doelstellingen van de site Kunnen de jongeren iets bedenken bij de doelstellingen die hier geformuleerd zijn? Geef de jongeren woorden om mee te googelen als ze het lastig vinden om iets te vinden: kledingruil, tweedehandswinkels, Facebook kent veel deel -pagina s of gratis op te halen. 7

37 Het Passieverhaal Leeftijd: Thema: 40dagentijd, Jezus, Pasen Tijdsduur: Meerdere bijeenkomsten Drie programma's rondom Pasen. De programma's vind je in het PDF document in de bijlage. Korte beschrijving van de programma's: In deze bijeenkomsten ga je aan de slag met het passieverhaal. In de eerste bijeenkomst bekijk je samen een fragment uit The Passion van vorig jaar. Verken de betekenis van het woord 'passie' en vergelijk de verschillende versies van het lijdensverhaal in de Bijbel. In de tweede bijeenkomst bekijk je live de huidige editie van The Passion (al dan niet ter plaatse). In de derde bijeenkomst staan de jongeren stil bij wat hen het meest heeft geraakt in the Passion, wat ze vervolgens op een creatieve manier verwerken in een eigen 'passie'. In het programma staat dat jullie en fragment van The Passion uit 2015 gaan kijken. Je kunt hierbij natuurlijk kiezen om een fragment uit een meer recente opvoering van the Passion te bekijken. Doelen van de bijeenkomsten: De deelnemers kennen (de verschillende versies van) het lijdensverhaal van Jezus én het opstandingsverhaal. De deelnemers ontdekken dat de vier evangelisten hetzelfde verhaal op een andere manier vertellen. De deelnemers kunnen onder woorden brengen welk onderdeel van het passieverhaal hen het meest aanspreekt en waarom. De deelnemers kunnen de betekenis die de lijdenstijd en Pasen voor hen hebben, omzetten in een eigen 'passie' en die delen met elkaar en eventueel met de gemeente.

38 The Passion: Een Stille Week De deelnemers kunnen onder woorden brengen welk onderdeel van het passieverhaal hen het meest aanspreekt en waarom. De deelnemers kunnen de betekenis die de lijdenstijd en Pasen voor hen hebben, omzetten in een eigen 'passie' en die delen met elkaar en eventueel met de gemeente. Categorie Bijbel Aantal deelnemers Acht tot twaalf Leeftijd jaar Duur / aantal bijeenkomsten Drie bijeenkomsten van anderhalf uur (of twee bijeenkomsten van anderhalf uur en een bezoek aan The Passion) Auteur Jantine Groenewold-Mooibroek KORTE BESCHRIJVING Dit item gaat over het passieverhaal. In de eerste bijeenkomst bekijken de deelnemers een fragment uit The Passion 2015, verkennen ze de betekenis van het woord 'passie' en vergelijken ze de verschillende versies van het lijdensverhaal in de Bijbel. In de tweede bijeenkomst bekijken ze live de huidige editie van The Passion (al dan niet ter plaatse). In de derde bijeenkomst staan de jongeren stil bij wat hen daarin het meest heeft geraakt, wat ze vervolgens op een creatieve manier verwerken in een eigen 'passie'. DOEL De deelnemers kennen (de verschillende versies van) het lijdensverhaal van Jezus én het opstandingsverhaal. De deelnemers ontdekken dat de vier evangelisten hetzelfde verhaal op een andere manier vertellen. VERANTWOORDING In de Stille Week voor Pasen leven we als kerken met Jezus toe naar Pasen. Voor een goed begrip van Pasen is immers ook de lijdenstijd, Jezus' weg naar het kruis, van belang. Dat het verhaal van Jezus' lijden goed afloopt, weten de meeste mensen wel: Jezus staat op uit de dood. Maar in hoeverre is alles wat er aan voorafgaat bekend? Wat weten jongeren van het lijdensverhaal? Sinds een aantal jaren worden de laatste dagen van Jezus' leven op tv gebracht als The Passion, met moderne muziek en tekst. VOORBEREIDING Praktische voorbereiding Lees het hele item goed door, inclusief de bijlagen. Bekijk ook alle filmpjes. Is er geen internetverbinding beschikbaar tijdens de bijeenkomst? Download dan de filmpjes voor later gebruik. Dit item is met name geschikt voor de Stille Week. Bedenk ruim van tevoren op welke dagen je de bijeenkomsten wilt plannen, bijvoorbeeld: de eerste op dinsdag, de tweede op donderdag (de dag waarop The Passion wordt uitgevoerd) en de derde op vrijdag of zaterdag. 1

39 The Passion: Een Stille Week Je kunt dit item eventueel afsluiten met een paaswake. Bedenk ruim van tevoren of je dit wilt doen. Zo ja, volg dan de aanwijzingen in bijlage 8. Bedenk hoe je The Passion wilt gaan bekijken met de groep. Is het mogelijk om met elkaar naar de stad te gaan waar The Passion plaatsvindt? Of kies je ervoor om samen de uitzending te bekijken, bijvoorbeeld in iemands huiskamer of in een zaaltje bij de kerk? Bepaal dit voor de eerste bijeenkomst. Als je de uitvoering ter plaatse wilt gaan bekijken, regel dan tijdig vervoer. Laat dan ook de ouders weten dat de tweede bijeenkomst langer zal duren. Herinner de jongeren er kort voor de tweede bijeenkomst aan waar ze worden verwacht en om hoe laat, bijvoorbeeld via een WhatsApp-groep. Als je The Passion in de eigen woonplaats gaat bekijken, maak dan de ruimte waar je gaat kijken in orde voor deze avond. Zoek voor de derde bijeenkomst diverse afbeeldingen op internet die te maken hebben met het lijdensverhaal, om op de achtergrond te tonen (bijvoorbeeld als slideshow op de computer). Denk bijvoorbeeld aan de kruiswegstaties uit de rooms-katholieke traditie, waarin alle stadia van Jezus' lijden zijn verbeeld. Leg voor elke bijeenkomst alle benodigdheden klaar. Test alle apparatuur. Persoonlijke voorbereiding Met behulp van deze vragen kun je je ook persoonlijk voorbereiden op de bijeenkomsten: Kijk rond op de site van The Passion ( Wat valt je op? Wat spreekt je aan? Wat staat je tegen? Lees het lijdensverhaal in één of alle evangeliën. Wat raakt jou hierin? In welke persoon in het lijdensverhaal herken jij jezelf het meest? Als je hier iets van zou mogen uitbeelden, hoe zou je dat dan doen? BENODIGDHEDEN Eerste bijeenkomst Apparatuur om het filmfragment te kunnen afspelen (bijvoorbeeld een computer met internetverbinding en een beamer met scherm en geluidsboxjes); Een flap-over met stiften; Voor iedere deelnemer een bijbel (NBV); Pennen; Drie kopieën van bijlage 2, 3, 4 en 5; Schrijfpapier. Tweede bijeenkomst Als je The Passion ter plaatste gaat bekijken: - Een kopie van bijlage 6; - Eventueel muziek van eerdere edities van The Passion (zie bijlage 7) om onderweg af te spelen. Als je The Passion in de eigen woonplaats gaat bekijken: - Apparatuur om de uitzending te kunnen bekijken (bijvoorbeeld een groot formaat tv of een tv met een beamer met scherm en geluidsboxjes); - Drinken en iets lekkers; - Eventueel muziek van eerdere edities van The Passion (zie bijlage 7) en apparatuur om die af te spelen. Derde bijeenkomst Apparatuur om de filmfragmenten te kunnen afspelen en het gevonden beeldmateriaal te tonen (bijvoorbeeld een computer met internetverbinding en een beamer met scherm en geluidsboxjes); De papieren waarop de deelnemers tijdens de eerste bijeenkomst hebben genoteerd welke persoon en welk moment hen het meest aanspraken; Knutselmateriaal: - Boetseermateriaal; - Tekenpapier, gekleurd papier en karton; - Canvassen; - Scharen en lijm of plakstiften; - Oude kranten, folders en tijdschriften; - Decoratiemateriaal; - Verf en kwasten; - Schorten of oude overhemden met lange mouwen; - Handdoeken die goed vuil mogen worden; - Potjes met water of terpentine (om de verf in op te lossen als je klaar bent); Eventueel attributen voor een passiespel en/of muziekinstrumenten; Passiemuziek (bijvoorbeeld de Matteuspassie van Johann Sebastian Bach en/of muziek uit The Passion) en iets om die mee af te spelen. 2

40 The Passion: Een Stille Week PROGRAMMA Eerste bijeenkomst 5 minuten Opening Heet de deelnemers welkom en bied eventueel iets te drinken aan. Maak zo nodig een voorstelrondje. Vertel kort iets over de opzet van dit item (zie korte beschrijving). Kijk met elkaar naar het openingslied van The Passion 2015, 'Open je ogen' (youtu.be/c-7dgrcv2_a). 15 minuten Verkenning Geef aan dat in The Passion het lijdensverhaal van Jezus wordt verteld. Waar denken de jongeren aan bij het woord 'passie'? Schrijf het woord op de flap-over en laat iedereen er in stilte zijn eigen associaties bij schrijven. Geef hiervoor vijf minuten de tijd. Bekijk dan welke associaties de deelnemers hebben opgeschreven. Gepassioneerd in de liefde? Passief zijn (geen actie ondernemen)? Passieve werkwoordsvormen in de taal? Compassie (als manier van meeleven met anderen)? Vertel welke beschrijving Wikipedia geeft: "Een passie is een verhaal, een toneelstuk, een muziekstuk of een beeldend kunstwerk dat het lijden van Jezus Christus als uitgangspunt heeft. Een theatrale vorm van een passie wordt ook wel passiespel genoemd. In het alledaags spraakgebruik wordt het woord 'passie' ook als synoniem voor 'overgave' of 'met grote inzet' gebruikt." Stel vast dat het woord 'passie' dus in de eerste plaats verwijst naar het lijden van Jezus. Maar ook de gegeven betekenis voor het alledaags spraakgebruik past bij Jezus: Hij deed zijn werk immers ook met overgave, met grote inzet. Geef aan dat Jezus natuurlijk niet de enige is die heeft geleden. Ook in onze tijd wordt er veel geleden - ook door kinderen en jongeren. Vraag de deelnemers of ze hier voorbeelden van kunnen noemen. Geef zo nodig zelf enkele voorbeelden: jongeren die moeten vluchten uit hun land, kinderen die ziek zijn of jongeren die geen thuis hebben. 50 minuten Verdieping Vertel dat het lijdensverhaal van Jezus, waar het in The Passion over gaat, beschreven staat in de Bijbel, namelijk in de vier evangeliën. In het lijdensverhaal zijn tien momenten te onderscheiden die in elk evangelie terugkomen (zie bijlage 1). Maar de verhalen die de verschillende evangelisten hebben opschreven, zijn niet precies gelijk aan elkaar. Geef aan dat de jongeren nu op zoek gaan naar de verschillen en overeenkomsten. Deel bijbels en pennen uit. Vorm vier groepjes en geef elk groepje één van de werkbladen van bijlage 2-5. Laat elk groepje 'hun' evangelie lezen en het schema op het werkblad invullen. Geef hiervoor ongeveer twintig minuten de tijd. Geef daarna aan dat de deelnemers samen alle evangeliën hebben gelezen en die dus met elkaar kunnen gaan vergelijken. Vraag het groepje dat uit Matteüs heeft gelezen om kort weer te geven er in Matteüs staat over het eerste onderdeel van het lijdensverhaal: de intocht in Jeruzalem. Laat vervolgens de andere groepjes om beurten vertellen wat 'hun' evangelist over dit onderdeel heeft geschreven. Ga dan op dezelfde manier verder met het tweede onderdeel van het lijdensverhaal, enzovoort. Gebruik steeds bijlage 1 voor eventuele aanvullingen. Stel tot slot vast dat de grote lijn in de vier evangeliën hetzelfde is, maar dat de vier schrijvers niet precies hetzelfde hebben opgeschreven. Leg uit hoe dat komt: de vier evangelisten wilden allemaal het verhaal van Jezus vertellen, maar daarbij had elke evangelist een andere groep mensen voor ogen. Daarom gebruikten de vier schrijvers verschillende beelden en woorden, en legden ze hun eigen accenten. Verder is het is belangrijk om je te realiseren dat de evangelisten geen historici waren. Hun doel was niet om de geschiedenis zo precies mogelijk op te schrijven, zij wilden vooral betekenis geven aan wat ze hadden gezien. En daarbij hebben ze alle vier andere woorden gekozen. 15 minuten Verwerking Deel schrijfpapier uit. Vraag de jongeren om op te schrijven welke persoon in het passieverhaal hen het meest aan- 3

41 The Passion: Een Stille Week spreekt en waarom. Met welke figuur hebben ze het meest, met wie identificeren ze zich het meest? Wie zouden ze willen zijn? Laat hen ook noteren welk onderdeel in het verhaal hen het meeste aanspreekt en waarom. Welk stukje van het verhaal raakt hen? Bespreek de antwoorden kort met elkaar. Neem tot slot de papieren in en bewaar deze voor de derde bijeenkomst. 5 minuten Afsluiting Lees een of meer aansprekende reacties voor van bezoekers aan vorige edities van The Passion (zie live). Bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en inbreng. Nodig hen uit voor de volgende bijeenkomst. Vertel de jongeren dat ze dan de komende uitvoering van The Passion gaan bekijken (al dan niet ter plaatse). Spreek duidelijk af waar de jongeren worden verwacht en om hoe laat. Maak ook duidelijk hoe lang het duurt. (Ter info: vorige edities van The Passion duurden ongeveer anderhalf uur.) Verzamel zo nodig de mobiele telefoonnummers van de jongeren, zodat je hun een herinnering kunt sturen voor de volgende bijeenkomst (bijvoorbeeld via een WhatsAppgroep). Tweede bijeenkomst In deze bijeenkomst bekijken jullie samen The Passion (al dan niet ter plaatse). Heb je ervoor gekozen om de stad te bezoeken waar The Passion wordt uitgevoerd? Dan kun je gebruikmaken van bijlage 6 en 7. Bijlage 6 is een quiz voor onderweg. Bijlage 7 bevat een overzicht van nummers uit eerdere edities van The Passion. Deze zou je onderweg kunnen draaien. Heb je ervoor gekozen om The Passion in je eigen woonplaats te bekijken? Dan kun je tijdens de inloop ook wat nummers van bijlage 7 gebruiken voor de juiste sfeer. Bied tijdens de uitzending wat te drinken en iets lekkers aan. Derde bijeenkomst 5 minuten Opening Heet de deelnemers welkom en bied eventueel iets te drinken aan. Kom nog even terug op de vorige bijeenkomst door een nummer naar keuze te laten zien van The Passion die jullie samen hebben bekeken (zie 15 minuten Verkenning Kijk met elkaar terug op The Passion. Wat heeft de jongeren geraakt? Welk moment? Welk lied? Hoe komt dat? Ter ondersteuning kun je de genoemde liedjes of andere momenten terugkijken via de website van The Passion ( 15 minuten Verdieping Kom nog even terug op de eerste bijeenkomst. Toen hebben de jongeren opgeschreven welke persoon en welk moment uit het verhaal hen het meest aansprak. Deel de betreffende papieren uit. Vraag de jongeren hoe ze nu kijken naar wat ze hadden opgeschreven. Blijven ze bij hun keuze? Of heeft het bekijken van The Passion verandering gebracht? Mogelijk hebben de deelnemers tijdens The Passion een andere persoon als aansprekender ervaren of heeft een ander moment in het verhaal meer indruk gemaakt. Praat hier met elkaar over. Geef de jongeren ook de gelegenheid om aan te passen wat ze hadden opgeschreven. 50 minuten Verwerking Herinner de jongeren aan wat ze in de eerste bijeenkomst hebben geleerd over het woord 'passie': Een passie is een verhaal, een toneelstuk, een muziekstuk of een beeldend kunstwerk dat het lijden van Jezus Christus als uitgangspunt heeft. Een theatrale vorm van een passie wordt ook wel passiespel genoemd. Daag de jongeren uit om zelf een soort 'passie' te maken waarin ze een deel van het lijdensverhaal vertellen. Dat kan het moment zijn dat hen het meest aansprak, of een ander Bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid. Nodig hen uit voor de volgende bijeenkomst. 4

42 The Passion: Een Stille Week moment gezien vanuit de ogen van de persoon die zij eerder hebben gekozen. De jongeren mogen daarbij kiezen voor een verhaal, toneelstuk, muziekstuk, lied, beeldend kunstwerk, tekening, schilderij, collage of geboetseerd werk. Wijs de deelnemers op het beschikbare materiaal en geef hun de ruimte om de opdracht uit te voeren. Geef hiervoor veertig minuten de tijd. Ter inspiratie kun je op de achtergrond wat passiemuziek afspelen en/of wat beeldmateriaal laten zien dat met het lijdensverhaal te maken heeft (zie Praktische voorbereiding). Vraag de jongeren om hun werk te presenteren. 5 minuten Afsluiting Sluit de bijeenkomst af door het slot van The Passion 2015 te laten zien (via Begin bij 1:28.40, waar de verteller het evenement afsluit, en bekijk ook het afsluitende lied. Benoem dat de verteller de nadruk legt op de vraag of het sterven van Jezus het einde van het verhaal is. Er lijden nog steeds heel veel mensen. Jezus' droom was om het koninkrijk van God op aarde te stichten: een wereld zonder lijden, zonder dood. Zou dit ooit werkelijkheid worden? Bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en inbreng. BIJLAGEN 1. Overzicht lijdensverhaal 2. Werkblad 1a 3. Werkblad 1b 4. Werkblad 1c 5. Werkblad 1d 6. Quiz 7. Overzicht muziek The Passion 8. Aanwijzingen paaswake 5

43 The Passion: Een Stille Week Bijlage 1 OVERZICHT LIJDENSVERHAAL Het lijdensverhaal in vier evangeliën en in tien momenten Matteüs Marcus Lucas Johannes 1 Intocht in Jeruzalem (Palmpasen) Matteüs 21 Marcus 11 Lucas 19: inclusief huilen over het lot van Jeruzalem Johannes 12 2 Jezus gezalfd met kostbare olie Matteüs 26: door "een vrouw" Judas naar hogepriesters om Jezus uit te leveren (30 zilverstukken) Marcus 14: door "een vrouw" Judas naar hogepriesters om Jezus uit te leveren (voor geld) Lucas 7: door "een zondares" Johannes 12: nog voor intocht in Jeruzalem door Maria (zus van Martha) Judas niet naar hogepriesters, wel kritische opmerking 3 Pesachmaal Matteüs 26: heet hier "Pesachmaal" Marcus 14: heet hier "feest van het Ongedesemde brood, wanneer het pesachlam wordt geslacht" Lucas 22: heet hier "feest van het Ongedesemde brood, dat Pesach genoemd wordt" Judas naar hogepriesters om Jezus uit te leveren (voor geld) Johannes 13: voetwassing staat centraal avondmaal is wel decor, maar niet expliciet brood en wijn (m.u.v. het brood dat Judas krijgt als teken dat hij Jezus zal verraden) op weg naar Getsemane diverse andere teksten: de wijnstok en de ranken; de haat van de wereld 4 Getsemane Matteüs 26: nachtwake oor afgeslagen door "een van Jezus' metgezellen" Marcus 14: nachtwake oor afgeslagen door "een van de omstanders" jongeman in linnen kleed vlucht naakt weg Lucas 22: nachtwake oor afgeslagen door "een van hen" Johannes 17-18: nachtwake niet genoemd oor afgeslagen door Petrus 5 Jezus verhoord en verloochend Matteüs 26: Jezus drie keer verloochend voordat de haan kraait Marcus 14: Jezus drie keer verloochend voordat de haan tweemaal kraait Lucas 22 Jezus drie keer verloochend voordat de haan kraait; Petrus huilt Johannes 18 Jezus drie keer verloochend voordat de haan kraait 6

44 The Passion: Een Stille Week Bijlage 1 Matteüs Marcus Lucas Johannes 6 Jezus voor Pilatus Matteüs 27: Barabbas alleen hier: Pilatus wast zijn handen in onschuld Marcus 15: Barabbas Lucas 23: Barabbas Herodes alleen hier genoemd Johannes 18: Barabbas veel meer over Pilatus 7 Kruisiging Matteüs 27: een deel van de kruiswoorden voorhangsel scheurt graven gaan open centurio en andere bewakers: "Hij was werkelijk Gods Zoon" Marcus 15: een deel van de kruiswoorden voorhangsel scheurt centurio: "Werkelijk, deze mens was Gods Zoon" Lucas 22: voorhangsel scheurt het wordt donker centurio: "Werkelijk, deze mens was een rechtvaardige!" Johannes 19: Jezus' bovenkleed verloot een deel van de kruiswoorden Jezus' benen niet gebroken centurio niet genoemd 8 Graflegging Matteüs 27 Marcus 16 Lucas 23 Johannes 19 9 Opstanding Matteüs 28: met name genoemd: Maria uit Magdala en een andere Maria (zij grijpen Jezus' voeten) bewakers gaan naar de stad, krijgen zwijggeld Marcus 16: het lege graf met name genoemd: Maria uit Magdala, Maria de moeder van Jakobus en Salome (zij vluchten bang bij het graf vandaan) eindigt oorspronkelijk bij vers 8 Lucas 24: met name genoemd: Maria uit Magdala, Johanna en Maria de moeder van Jakobus (zij zien dat de steen is weggerold) twee mannen in stralende gewaden Johannes 20: met name genoemd: Maria uit Magdala Maria samen met Petrus bij het graf leerlingen gaan terug naar huis Maria denkt dat Jezus tuinman is 10 Einde Matteüs 28: uitzending van de leerlingen Marcus 16: verschijning aan Maria uit Magdala en de elf leerlingen uitzending van de leerlingen Jezus in de hemel opgenomen (plaats aan de rechterhand van God) vers 9-20 later toegevoegd Lucas 24: verschijning aan Emmaüsgangers Jezus in de hemel opgenomen Johannes 20: verschijning aan de leerlingen en Thomas in het bijzonder Jezus' gesprek met Petrus aan het Meer van Tiberias ("hoedt mijn schapen") 7

45 The Passion: Een Stille Week Bijlage 2 WERKBLAD 1A Het Evangelie naar Matteüs Wat schrijft de evangelist Matteüs over de volgende momenten in het lijdensverhaal? Je vindt de antwoorden in de hoofdstukken 21, 26, 27 en 28. Onderwerp Wat Matteüs schrijft 1 Intocht in Jeruzalem 2 Jezus gezalfd 3 Pesachmaal 4 Getsemane 5 Jezus verhoord en verloochend 8

46 The Passion: Een Stille Week Bijlage 2 Onderwerp Wat Matteüs schrijft 6 Jezus voor Pilatus 7 Kruisiging 8 Graflegging 9 Opstanding 10 Einde 9

47 The Passion: Een Stille Week Bijlage 3 WERKBLAD 1B Het Evangelie naar Marcus Wat schrijft de evangelist Marcus over de volgende momenten in het lijdensverhaal? Je vindt de antwoorden in de hoofdstukken 11, 14, 15 en 16. Onderwerp Wat Marcus schrijft 1 Intocht in Jeruzalem 2 Jezus gezalfd 3 Pesachmaal 4 Getsemane 5 Jezus verhoord en verloochend 10

48 The Passion: Een Stille Week Bijlage 3 Onderwerp Wat Marcus schrijft 6 Jezus voor Pilatus 7 Kruisiging 8 Graflegging 9 Opstanding 10 Einde 11

49 The Passion: Een Stille Week Bijlage 4 WERKBLAD 1C Het Evangelie naar Lucas Wat schrijft de evangelist Lucas over de volgende momenten in het lijdensverhaal? Je vindt de antwoorden in de hoofdstukken 7, 19, 22, 23 en 24. Onderwerp Wat Lucas schrijft 1 Intocht in Jeruzalem 2 Jezus gezalfd 3 Pesachmaal 4 Getsemane 5 Jezus verhoord en verloochend 12

50 The Passion: Een Stille Week Bijlage 4 Onderwerp Wat Lucas schrijft 6 Jezus voor Pilatus 7 Kruisiging 8 Graflegging 9 Opstanding 10 Einde 13

51 The Passion: Een Stille Week Bijlage 5 WERKBLAD 1D Het Evangelie naar Johannes Wat schrijft de evangelist Johannes over de volgende momenten in het lijdensverhaal? Je vindt de antwoorden in de hoofdstukken 12, 13, 17, 18, 19 en 20. Onderwerp Wat Johannes schrijft 1 Intocht in Jeruzalem 2 Jezus gezalfd 3 Pesachmaal 4 Getsemane 5 Jezus verhoord en verloochend 14

52 The Passion: Een Stille Week Bijlage 5 Onderwerp Wat Johannes schrijft 6 Jezus voor Pilatus 7 Kruisiging 8 Graflegging 9 Opstanding 10 Einde 15

53 The Passion: Een Stille Week Bijlage 6 QUIZ De cursief gedrukte antwoorden zijn de juiste. Soms staat er tussen haakjes een toelichting. 1 Hoe heet de week voorafgaand aan Pasen? a. Paasweek. b. Goede Week. c. Slechte Week. 2 Hoe lang duurt Pasen (in Nederland)? a. Een hele week. b. Een dag. c. Twee dagen. 3 Het christelijke paasfeest heeft zijn oorsprong in een ander feest. Welk feest? a. Het Joodse Pesachfeest. b. De Islamitische Ramadan. c. Het Hindoeïstische lichtjesfeest Divali. 4 Wat vieren de joden met Pesach? a. De schepping van de aarde. Uit dankbaarheid vieren ze Pesach. b. De uittocht uit het land Egypte, waar ze als slaven waren gebruikt. c. De intocht in het land Israël, na veertig jaar zwerven door de woestijn. 5 Hoeveel dagen zitten er tussen Pasen en Pinksteren? a. 30 dagen. b. 40 dagen. c. 50 dagen. 6 Hoeveel dagen zitten er tussen Pasen en Hemelvaart? a. 30 dagen. b. 40 dagen. c. 50 dagen. 7 Welk feest wordt er gevierd voorafgaand aan de veertigdagentijd? a. Sinterklaas. b. Pinksteren. c. Carnaval. 8 Welke dag betekent het einde van carnaval? a. Goede Vrijdag. b. Aswoensdag. c. Woensdag Gehaktdag. 16

54 The Passion: Een Stille Week Bijlage 6 9 Wat is de oorspronkelijke betekenis van carnaval? Waarom vieren mensen het? a. Veel mensen vinden het gewoon leuk om zich af en toe te verkleden. b. Het is de laatste kans om te feesten voordat de vastentijd van 40 dagen begint. c. Er staat in de Bijbel dat je in de week voor Pasen feest moet vieren. 10 De componist Johann Sebastian Bach heeft passie-muziekstukken geschreven naar aanleiding van twee evangeliën. Om welke stukken gaat het? a. De Marcus-Passion en de Matthäus-Passion. b. De Johannes-Passion en de Lucas-Passion. c. De Matthäus-Passion en de Johannes-Passion. 11 In het oosten van Nederland en in Duitsland kent men een bijzondere paastraditie. Welke? a. Er worden grote paasvuren aangestoken om de demonen van de winter te verjagen. b. In elk dorp worden paaseieren verstopt en dan gaat iedereen die zoeken. c. De zogenaamde 'Poaskearls' gaan zingend in optocht door het dorp. (Bij c: Dit is wel een bestaande traditie, maar beperkt tot het dorp Ootmarsum.) 12 Sommige kerken kennen een Paaswake. In welke nacht wordt er gewaakt? Wanneer blijft men wakker? a. In de nacht van Goede vrijdag op Stille Zaterdag. b. In de nacht van Stille Zaterdag op Eerste Paasdag. c. In de nacht van Eerste Paasdag op Tweede Paasdag. 13 De rooms-katholieke traditie kent de zogenaamde kruiswegstaties. Wat verbeelden deze? a. Verschillende momenten in de lijdensweg van Jezus. b. De drie kruizen die op Golgota naast elkaar stonden. c. Belangrijke plaatsen in het Jeruzalem van nu. 14 Wanneer vieren we Pasen? a. In het eerste weekend van de lente. b. In het laatste weekend van de winter. c. Op de zondag na de eerste volle maan in de lente. 15 Wanneer is besloten dat we op dat moment Pasen gingen vieren? a. In het jaar nadat Jezus was gekruisigd, toen ze dat voor het eerst wilden gedenken. b. In 325, tijdens een grote bijeenkomst van belangrijke mensen van de kerk. c. In 1815, toen alle feestdagen in Nederland werden vastgesteld. (Bij b: Het gaat om het concilie van Nicea.) 16 Op Eerste Paasdag houdt de Paus zijn traditionele paastoespraak. Hoe noemen we deze? a. Urbi et orbi. b. Ora et labora. c. Bedankt voor die bloemen. 17

55 The Passion: Een Stille Week Bijlage 6 17 Wat is de symbolische betekenis van een paasei? a. Het is een teken dat je niet mag uitslapen. Je wordt gewekt door de haan. b. Het is een teken van vruchtbaarheid. Uit een ei komt een kuikentje. c. Het is een teken van kwetsbaarheid. Een ei gaat heel gauw kapot. 18 Vroeger verstopten boeren eieren op hun akkers, in de hoop dat er meer zou gaan groeien. Waar? a. Tussen de zaden die ze strooiden. b. Tussen opbrengst van het jaar ervoor. c. Op de hoeken van hun akkers. 19 De paashaas is a. een verzonnen dier uit een verhaal, een soort sprookjesfiguur. b. een teken van vruchtbaarheid. Eigenlijk gaat het om een konijn. c. gewoon een verkleed persoon die paaseieren verstopt. 18

56 The Passion: Een Stille Week Bijlage 7 OVERZICHT MUZIEK THE PASSION 2011 Titel Oorspronkelijke artiest Gezongen door Iedereen is van de wereld The Scene Syb van der Ploeg Altijd wel iemand I.O.S. Do Laat het vanavond gebeuren De Dijk Syb van der Ploeg Blijf bij mij Ruth Jacott en Paul de Leeuw Do Ik leef niet meer voor jou Marco Borsato Frank Lammers Ga in mijn schoenen staan De Dijk Syb van der Ploeg Zeg me dat het niet zo is Frank Boeijen Do Stil in mij Van Dik Hout Syb en Frank Lammers Open The Scene Thomas Berge Geef mij nu je angst André Hazes Do Zwart wit Frank Boeijen Groep Wilbert Gieske & Syb van der Ploeg De bestemming Marco Borsato Do Geef mij nu je angst André Hazes / Guus Meeuwis Syb van der Ploeg & cast Titel Oorspronkelijke artiest Gezongen door Mens BLØF Danny de Munk Leun op mij Ruth Jacott Berget Lewis Het moet en het zal De Dijk Danny de Munk Er is altijd een weg! Xander de Buisonjé Berget Lewis Bloed, zweet en tranen André Hazes Charly Luske Tot jij mijn liefde voelt Van Dik Hout Danny de Munk Kon ik maar even bij je zijn Gordon Berget Lewis Wat is mijn hart Marco Borsato Danny de Munk & Charly Luske Is dit nu later Stef Bos Frans Bauer Afscheid nemen bestaat niet Marco Borsato Berget Lewis Zwart wit Frank Boeijen Groep Henk Poort & Danny de Munk Als de liefde niet bestond Toon Hermans Berget Lewis Afscheid nemen bestaat niet Marco Borsato Danny de Munk & cast

57 The Passion: Een Stille Week Bijlage Titel Oorspronkelijke artiest Gezongen door Eén wereld Jeroen van der Boom René van Kooten Schouder aan schouder Marco Borsato & Guus Meeuwis Anita Meyer Ken jij mij Trijntje Oosterhuis Jim Bakkum & René van Kooten Mooie dag BLØF René van Kooten Hou me vast Volumia / Xander de Buisonjé Anita Meyer Ik kan het niet alleen Marco Borsato Daniël Boissevain Ik heb je lief Stef Bos René van Kooten Hart van mijn gevoel De Kast Anita Meyer De Waarheid Marco Borsato René van Kooten & Daniël Boissevain Zo stil BLØF Jim Bakkum Pak maar mijn hand Nick & Simon Anita Meyer Zwart wit Frank Boeijen Groep René van Kooten & Tom Jansen Laat me nu toch niet alleen Clouseau / Johan Verminnen Anita Meyer Pak maar mijn hand Nick & Simon René van Kooten & cast Titel Oorspronkelijke artiest Gezongen door Alles is liefde BLØF Jan Dulles Als jij maar naar me lacht Marco Borsato Simone Kleinsma Omarm BLØF Stanley Burleson & Jan Dulles Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder Ramses Shaffy Jan Dulles Niet van deze wereld Stef Bos Simone Kleinsma Gevallen of gevlogen Guus Meeuwis Jamai Loman Hou me vast De Dijk Jan Dulles Kijk omhoog Nick en Simon Simone Kleinsma Margherita Marco Borsato Jan Dulles & Jamai Loman Oceaan Racoon Stanley Burleson Waarom nou jij Marco Borsato Simone Kleinsma Zwart wit Frank Boeijen Groep Jan Dulles & Jack van Gelder Hou van mij 3JS Simone Kleinsma & Jan Dulles Voor altijd Marco Borsato Simone Kleinsma Kijk omhoog Nick en Simon Jan Dulles & cast

58 The Passion: Een Stille Week Bijlage Titel Oorspronkelijke artiest Gezongen door Open je ogen BLØF Jim de Groot Samen voor altijd Marco Borsato Shirma Rouse Mag ik dan bij jou Claudia de Breij Jim de Groot & Jeroen van der Boom Uit de schaduw I.O.S. Jim de Groot Avond Boudewijn de Groot Shirma Rouse Wit Licht Marco Borsato Jeroen van Koningsbrugge Opstand BLØF Jim de Groot Je vecht nooit alleen 3JS Shirma Rouse Donker Hart /Laat mij in die waan BLØF /Guus Meeuwis Jeroen van Koningsbrugge & Jim de Groot Laat me Ramses Shaffy Jeroen van der Boom De weg Guus Meeuwis Shirma Rouse Zwart wit Frank Boeijen Groep Jon van Eerd & Jim de Groot Recht in de ogen De Dijk Jon van Eerd Verlies Marco Borsato Shirma Rouse Open je ogen BLØF Jim de Groot & cast Bronnen: The Passion Geraadpleegd op nl.wikipedia.org/wiki/the_passion_2011. The Passion Geraadpleegd op nl.wikipedia.org/wiki/the_passion_2012. The Passion Geraadpleegd op nl.wikipedia.org/wiki/the_passion_2013. The Passion Geraadpleegd op nl.wikipedia.org/wiki/the_passion_2014. The Passion Geraadpleegd op nl.wikipedia.org/wiki/the_passion_

59 The Passion: Een Stille Week Bijlage 8 AANWIJZINGEN PAASWAKE In diverse gemeenten is het de gewoonte om in de nacht van Stille Zaterdag op Pasen met elkaar te waken. Dit kan op verschillende manieren. Zo blijft de ene gemeente binnen met ieder uur een viering, terwijl een andere gemeente door de nacht wandelt en op enkele plaatsen pauzeert voor een viering. Hoe dan ook is het qua opbouw belangrijk om de nacht rustig te beginnen en aan het einde actieve werkvormen in te zetten om iedereen wakker te houden. Zorg er ook voor dat er gedurende de nacht meerdere momenten zijn waarop de deelnemende jongeren ongedwongen met elkaar kunnen chillen, praten en relaxen. Als basis voor je paaswake kun je (een eerdere editie van) The Passion gebruiken. In de uitzending zijn 'blokken' van ongeveer tien minuten te onderscheiden. Zo'n blok bestaat meestal uit een stukje tekst van de verteller, een lied/scène met Jezus en/of Zijn leerlingen, en een stukje reflectie vanuit de tocht met het kruis. Bekijk van tevoren de editie die je wilt gebruiken en verdeel die in blokken. Laat tijdens de wake ieder uur zo'n blok zien (in chronologische volgorde) en verbindt daar steeds een andere activiteit aan: een lied, een gebed, een ritueel, een creatieve verwerking, een groepsactiviteit, enzovoort. Een blok kan dienen als aanleiding voor een gesprek of juist als inspiratie voor het maken van iets tastbaars. De ene keer kun je het beeldmateriaal gebruiken als startpunt voor een viering, de andere keer voor een creatieve verwerking. Je kunt eventueel ook de creatieve verwerking van de derde bijeenkomst gebruiken als activiteit voor de paaswake. Laat dan de derde bijeenkomst achterwege. Een belangrijk moment in de nacht naar paasmorgen is de opkomst van de zon. De hele nacht ben je met elkaar vanuit het donker op weg naar het licht van Pasen. Dat licht wordt verbeeld door de opkomst van de zon. Om dat zelf te ervaren, maakt meestal veel indruk. 22

60 God en boosheid Leeftijd: Thema: bijbel, God, zonde Tijdsduur: Meerdere bijeenkomsten Twee programma's rondom Gods toorn in de Bijbel. De programma's vind je in het PDF document in de bijlage. Een korte beschrijving van de programma's: De deelnemers staan stil bij de woede van God en Jezus in de Bijbel en de woede van mensen om onrecht in de wereld. In de eerste bijeenkomst gebeurt dat onder meer aan de hand van een filmpje en een Bijbeltekst uit Amos. Ook zoeken de deelnemers in kranten naar voorbeelden van onrecht waar zij zelf boos om worden. In de tweede bijeenkomst staan ze stil bij meer Bijbelteksten over Gods woede, met name het verhaal van de tempelreiniging. Verder worden er in een babbelbox-achtige werkvorm videoboodschappen opgenomen waarin de deelnemers vertellen over de laatste keer dat ze woedend waren over onrecht. Doelen van de bijeenkomsten: De deelnemers kunnen onder woorden brengen wat woede is. De deelnemers kunnen de belangrijkste verschillen benoemen tussen 'goede' woede en 'slechte' woede. De deelnemers worden zich bewust van het nut van 'goede' woede. De deelnemers verdiepen zich in de verhalen over Gods woede in de Bijbel. De deelnemers krijgen inzicht in de redenen waarom God boos kan worden. De deelnemers denken na over het onrecht in de wereld en in hun eigen leven. De deelnemers kunnen aangeven wat hen woedend maakt en waarom. De deelnemers delen hun ervaringen op dit gebied met elkaar.

61 God, wat ben ik boos! Categorie Bijbel Aantal deelnemers Zes tot tien Leeftijd jaar Duur / aantal bijeenkomsten Twee bijeenkomsten van een uur en een kwartier Auteur Niels Gillebaard KORTE BESCHRIJVING Dit item gaat over woede: de deelnemers staan stil bij de woede van God en Jezus in de Bijbel en de woede van mensen om onrecht in de wereld. In de eerste bijeenkomst gebeurt dat onder meer aan de hand van een filmpje en een Bijbeltekst uit Amos. Ook zoeken de deelnemers in kranten naar voorbeelden van onrecht waar zij zelf boos om worden. In de tweede bijeenkomst staan ze stil bij meer Bijbelteksten over Gods woede, met name het verhaal van de tempelreiniging. Ook worden er in een babbelbox-achtige werkvorm videoboodschappen opgenomen waarin de deelnemers vertellen over de laatste keer dat ze woedend waren over onrecht. DOEL De deelnemers kunnen onder woorden brengen wat woede is. De deelnemers kunnen de belangrijkste verschillen benoemen tussen 'goede' woede en 'slechte' woede. De deelnemers worden zich bewust van het nut van 'goede' woede. De deelnemers verdiepen zich in de verhalen over Gods woede in de Bijbel. De deelnemers krijgen inzicht in de redenen waarom God boos kan worden. De deelnemers denken na over het onrecht in de wereld en in hun eigen leven. De deelnemers kunnen aangeven wat hen woedend maakt en waarom. De deelnemers delen hun ervaringen op dit gebied met elkaar. VERANTWOORDING In de christelijke traditie gaat het vaak over de liefde van God. "God is Liefde", wordt vaak gezegd. De Bijbel bevat echter ook veel verhalen waarin God boos of zelfs woedend wordt. Veel mensen vinden dit een ongemakkelijk onderwerp: hoe is Gods liefde te rijmen met Gods toorn? Gods woede heeft echter wel een plaats in het verbond tussen God en mensen. In de Bijbel kan God razend worden wanneer dat verbond wordt bedreigd of verbroken. Hij wil de relatie met mensen immers goed houden. Dus alles wat die relatie bedreigt, wekt Gods toorn. Het is geen 'slechte' woede, maar een 'goede' woede. Het is een woede om onrecht, zoals ook mensen boos kunnen worden wanneer hun (of anderen) onrecht wordt aangedaan. Voor deze 'goede' boosheid is een plaats in de Bijbel en in mensenlevens. Bij jongeren is het rechtvaardigheidsgevoel vaak heel sterk. Zij kunnen nog oprecht woedend worden om onrecht. Ook de christelijke kerk heeft zich altijd verzet tegen onrecht. Er is dus voldoende reden om dit onderwerp te behandelen. 1

62 God, wat ben ik boos! VOORBEREIDING Praktische voorbereiding Lees het hele item goed door, inclusief de bijlagen. Bijlage 1 bevat algemene achtergrondinformatie over het onderwerp 'Gods toorn'. Bekijk ook het filmpje. Is er geen internetverbinding beschikbaar tijdens de bijeenkomst? Download dan het filmpje voor later gebruik. Leg voor elke bijeenkomst alle benodigdheden klaar. Test alle apparatuur. Persoonlijke voorbereiding Met behulp van deze vragen kun je je ook persoonlijk voorbereiden op de bijeenkomsten: Wanneer was je voor het laatst boos? Waar was je toen boos om? Om welk onrecht ben jij weleens boos geworden? Wat gebeurde er toen? Spelen er op dit moment zaken waar je woedend om wordt? Ken je Bijbelverhalen waarin God woedend wordt? Zo ja, wat vind je van die verhalen? Wat ervaar je bij het lezen ervan? BENODIGDHEDEN Eerste bijeenkomst Apparatuur om het filmpje te kunnen afspelen (bijvoorbeeld een computer met internetverbinding en een beamer met scherm en geluidsboxjes); Voor iedere deelnemer een bijbel (NBV); Een pen en schrijfpapier; Diverse kranten van de afgelopen weken; Scharen; Een flap-over met stiften; Lijm; Waxinelichtjes; Een grote kaars en iets om deze mee aan te steken. Tweede bijeenkomst Het flap-overvel met de uitgeknipte artikelen van de vorige bijeenkomst; Een kopie van bijlage 3 (in kaartjes geknipt); Voor iedere deelnemer een bijbel (NBV); Je aantekeningen van de vorige bijeenkomst; Een filmcamera of mobieltje met goede camerafunctie. PROGRAMMA Eerste bijeenkomst 5 minuten Opening Heet de deelnemers welkom en bied eventueel iets te drinken aan. Maak zo nodig een voorstelrondje. Vertel kort iets over de opzet van dit item (zie korte beschrijving). Laat de deelnemers om beurten uitbeelden hoe 'koken van woede' er volgens hen uitziet. Ze mogen daarbij geen geluid maken. Vraag de jongeren na afloop om zelf te beoordelen wie dat het beste heeft gedaan. 10 minuten Verkenning Stel bijvoorbeeld de volgende gespreksvragen: Waar ben jij weleens woedend over? Wanneer was je voor het laatste woedend? Waar ging dat over? Wat gebeurde er toen? Praat hier kort over door met de jongeren. Vinden ze bijvoorbeeld dat er een verschil is tussen boosheid en woede? 30 minuten Verdieping Vertel dat er verschillende soorten woede zijn. Er is 'slechte', ongeleide woede: woede die mensen pijn doet. Maar er is ook 'goede' woede: woede tegen onrecht, woede als dingen oneerlijk gaan. Laat het filmpje over biobrandstoffen zien (youtu.be/ D0WECMp_aVo). Vertel erbij dat het een filmpje is van de campagne 'Ik kook van woede'. Bespreek het filmpje met de jongeren. Stel bijvoorbeeld de volgende vragen: Waarom zou deze campagne 'Ik kook van woede' heten? Welke emotie zie je bij de jongen aan tafel? Hoe zou je zelf reageren? Zou je bijvoorbeeld boos worden? Wat vindt de andere jongen belangrijker: eten of brandstof? Wat vind je van zijn manier van denken? 2

63 God, wat ben ik boos! Deel bijbels uit. Lees met elkaar Amos 5: Vertel erbij dat Amos een profeet was die de mensen van Israël vertelde wat God van hen vond (zie bijlage 2). Stel vast dat God woedend is in dit verhaal. Bespreek dit met de jongeren. Stel bijvoorbeeld de volgende gespreksvragen: Waar is God zo boos over? Wat vind je van die woede? Is dit 'goede' woede? Vraag de jongeren waaraan 'goede' woede volgens hen moet voldoen. Wanneer is woede goed en wanneer niet? Noteer de genoemde voorwaarden en bewaar deze aantekeningen voor later gebruik (in de tweede bijeenkomst). 25 minuten Verwerking Leg de kranten en de scharen op tafel. Vertel erbij dat kranten altijd veel nieuws bevatten over onrecht. Vraag de jongeren over welk onrecht in het nieuws zij boos kunnen worden. Welk onrecht in deze kranten is hun 'goede' woede waard? Vraag hun om de kranten door te nemen en boosmakende artikelen uit te knippen. Pak de flap-over erbij terwijl de deelnemers aan het zoeken zijn. Schrijf bovenaan de tekst: "Hier worden wij woedend van!" Plak de uitgeknipte artikelen van de jongeren eronder. Bespreek het resultaat met de jongeren. Om wat voor onrecht gaat het? Waarom worden ze daar woedend van? Zijn dit zaken waar God ook woedend om zou kunnen worden, zoals in het Bijbelboek Amos? Waarom wel of niet? Bewaar het flap-overvel voor later gebruik (in de tweede bijeenkomst). 5 minuten Afsluiting Deel waxinelichtjes uit. Zet de grote kaars in het midden van de kring en steek die aan. Laat de jongeren om beurten hun waxinelichtjes aansteken aan de grote kaars en ze bij de kaars zetten. Vraag hun om ondertussen te denken aan het onrecht in de wereld dat zij in de kranten hebben gevonden. Wees even stil met elkaar. Je kunt er ook voor bidden. Tweede bijeenkomst 5 minuten Opening Heet de deelnemers welkom en bied eventueel iets te drinken aan. Kom nog even terug op de eerste bijeenkomst. Neem het flap-overvel van de vorige bijeenkomst erbij, met de artikelen die de jongeren hadden uitgeknipt. Benoem enkele voorbeelden van onrecht waarover de jongeren zich woedend kunnen maken. 10 minuten Verkenning Geef aan dat de jongeren in deze bijeenkomst meer te weten zullen komen over de woede van God en van Jezus in de Bijbel. Maak duidelijk dat je daar enkele voorbeelden van gaat geven. Leg de uitgeknipte kaartjes van bijlage 3 op tafel. Lees de genoemde Bijbelteksten in bijlage 3 één voor één op en laat de jongeren raden welk verhaal erbij hoort. 20 minuten Verdieping Maak duidelijk dat je nu wat dieper wilt ingaan op één van deze verhalen over Gods goede woede: de tempelreiniging door Jezus. Deel bijbels uit. Lees met elkaar Matteüs 21: Bespreek dit gedeelte met de jongeren. Stel bijvoorbeeld de volgende gespreksvragen: Wat gebeurt er in de tempel? Waarom wordt Jezus daar zo boos om? Wat doet Jezus vervolgens? Kun je je dat voorstellen? Wat vind je van Jezus' reactie? Kom nog even terug op de eerste bijeenkomst. De deelnemers hebben toen nagedacht over wat 'goede' woede is. Neem de aantekeningen erbij die je daarbij had gemaakt. Voldoet het verhaal van de tempelreiniging aan de genoteerde voorwaarden? Aan welke voorwaarden wel en aan welke niet? Maak zo nodig duidelijk dat de tempel heel belangrijk was voor Jezus. Bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en inbreng. Nodig hen uit voor de volgende bijeenkomst. 3

64 God, wat ben ik boos! 30 minuten Verwerking Geef aan dat de jongeren nu mogen gaan bedenken wat ze zouden willen doen met hun 'goede' woede. Vraag of ze weten wat een 'babbelbox' is. Misschien kennen ze dit van het tv-programma Man bijt hond van de NCRV. In de babbelbox kunnen mensen een videoboodschap achterlaten, als reactie op een bepaalde vraag. Laat de jongeren even nadenken over de vraag: Wanneer was jij voor het laatst woedend over onrecht? Film vervolgens hun reacties. Praat hier na afloop over door met de deelnemers. Wat voor onderwerpen zijn er genoemd? Wat gebeurt er in de wereld om woedend van te worden? Zijn het vooral dingen die ze zelf meemaken dichtbij, of zijn het vooral dingen ver weg? 10 minuten Afsluiting Bekijk samen de gemaakte filmpjes van de babbelbox. Bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en inbreng. AANDACHTSPUNT Dit item gaat over woede. Woede is een heftige emotie, die bij de jongeren veel los kan maken. Wees je daarvan bewust en probeer eventuele emoties goed te begeleiden. BIJLAGEN 1. Achtergrondinformatie 1 2. Achtergrondinformatie 2 3. Kaartjes 4

65 God, wat ben ik boos! Bijlage 1 ACHTERGRONDINFORMATIE 1 Als God barmhartig is, waarom staan er dan dreigementen in de Bijbel? De Bijbel schildert ons een beeld van een God die liefde is en die voor de mensen leven in overvloed wil. Deze overtuiging komt naar ons toe door Jezus Christus maar we vinden haar al tussen de regels door in de geschriften van Israël. De Bijbel begint met het verhaal over de schepping. Daar wordt geen God ten tonele gevoerd die wat Hij heeft angstvallig voor zichzelf wil houden, maar integendeel een God die ernaar verlangt alles te delen met de andere levende wezens die Hij in het leven riep. Dan volgt een verhaal dat het hart is van het geloof van Israël: het epos over God die een groep slaven bevrijdt, hen tot Zijn volk maakt en hen roept om door hun kwaliteit van leven met elkaar, te midden van Zijn schepping een teken te zijn van Zijn aanwezigheid en barmhartigheid. Maar er is meer. God laat het voorwerp van Zijn liefde nooit in de steek. Als Zijn volk zich van Hem verwijdert, blijft Hij zoeken naar wegen om hen weer op de goede weg terug te brengen. Anders dan de mensen is Hij steeds bereid te vergeven (zie Jesaja 55:6-9), en openbaart Hij zich als "de God die teder is en genadig, die langzaam boos wordt, die trouw en waarachtig is" (Psalmen 86:15). Als gezegd wordt dat God "langzaam boos wordt", kan Hij dan toch kwaad worden? Tijdens de doortocht door de woestijn lezen we meerdere malen dat "de Heer in woede ontstak tegen zijn volk" dat ongehoorzaam was (Numeri 11:33; vgl. 11:1 en 12:9). Bovendien zien we in de profetische boeken de mannen van God soms in opstand komen tegen misstappen van het volk met een felheid die zelfs op het driftige af is. Nu in onze tijd vinden we het moeilijk hoe zulke dreigementen en woede te combineren zijn met een God die tedere liefde is en vergeving. 'De woede van God' en Zijn vergeving moeten echter niet gezien worden als lijnrecht tegenover elkaar staand, maar eerder als twee kanten van één en dezelfde werkelijkheid. Als het begrip 'woede' voor God gebruikt wordt, wil dat benadrukken dat Zijn liefde niets zou kunnen tolereren wat het leven in de weg staat of het vernietigt, kortom dat wat 'het kwaad' wordt genoemd. Als God werkelijk liefheeft, dan kan Hij niet onverschillig toezien hoe met die liefde gespot wordt en hoe zij van de hand gewezen wordt. Dat zou immers betekenen dat Hij zich neerlegt bij het feit dat Zijn bedoeling om leven in overvloed te geven gaat mislukken. Als de Bijbel ons confronteert met woorden die ons hard voorkomen, moeten we deze begrijpen als een schreeuw uit het hart - van God of van Zijn woordvoerder - die ons wijst op de gevolgen die het heeft als we de liefde afwijzen die ons steeds wordt aangeboden. Dat wat men 'de woede van God' noemt is paradoxaal genoeg helemaal niet in tegenspraak met de liefde. Het is juist een uitdrukking van deze liefde die tijdelijk door de vrijheid van de mens gedwarsboomd is. Maar dan rijst de vraag: als God liefde is, moet deze liefde dan uiteindelijk niet alle tegenstand tegen haar overwinnen? Het eigenlijke probleem is niet zozeer om te weten of er woede in God is, maar hoe die woede zijn doel kan bereiken: het kwaad uitschakelen zonder de vrijheid van de ander geweld aan te doen. Stelt het evangelie ons in staat het dilemma op te lossen van liefde die afgewezen is? Het lijkt erop dat de Bijbelse visie op God ons voor een dilemma stelt: aan de ene kant kan God niet anders dan liefhebben, aan de andere kant kan Hij niet toelaten dat het kwaad er is. In Bijbelse taal: de goddelijke liefde lijkt gedoemd om uiteengesplitst te worden in barmhartigheid en woede, zonder dat de één de ander ooit helemaal dekt. De ervaring van de profeten wijst ons een uitweg uit dit dilemma. Eerst is er de ervaring van Hosea. Hij wordt gedwongen te trouwen met een vrouw die hem ontrouw is. Gekwetst door 5

66 God, wat ben ik boos! Bijlage 1 de ontrouw van zijn echtgenote, bedreigt hij haar. Hij beseft echter al snel dat als hij haar kwaad doet, hij door zijn liefde voor haar net zo goed, zo niet meer, zichzelf kwaad doet. Zo komt hij tot het inzicht dat wat de mensen ervaren als de woede van God, in feite niets anders is dan wat aan de buitenkant zichtbaar is van Gods lijden als Hij ziet dat Zijn liefde afgewezen wordt. De profeet Jeremia gaat in dezelfde lijn verder. Tegenover de weigering van het volk om te luisteren naar de waarschuwingen die hij in naam van God moet geven, wordt Jeremia verscheurd tot in het diepst van zijn ziel door de strijd tussen deze twee: "Laten mijn ogen vloeien van tranen, nacht en dag. Ogen, kom niet tot rust, want mijn volk is deerlijk verwond, niet te helen is zijn letsel" (14:17). Hij wordt door zijn innerlijke pijn de verbindende factor tussen zijn landgenoten en zijn God. Nog een stap verder komen we bij de mysterieuze persoon van de Lijdende Dienaar van de Heer (Jesaja 53). Precies als Jeremia, neemt deze onschuldige man, gezondene van God, het onuitgesproken lijden op zich van de schuldigen. Maar het reikt nog verder: door dit lijden op zich te nemen wordt voor hen genezing mogelijk. Het is alsof de vergeving alleen haar doel bereikt als ze niet van bovenaf komt maar als ze door de diepte heengaat en zich uitdrukt in een tot de bodem toe doorleefde solidariteit met degenen die het kwaad begingen. Deze ontwikkeling reikt ons een sleutel aan om het lot van Jezus te begrijpen: "Ook Christus heeft geleden, om uwentwil, (...) Hij die geen zonde beging en over wiens lippen geen leugen kwam. Hij werd gehoond en hoonde zelf niet, Hij leed en dreigde niet, Hij liet het oordeel over aan Hem die rechtvaardig oordeelt. Hij heeft in zijn lichaam onze zonden het kruishout op gedragen, opdat wij, dood voor de zonde, rechtvaardig zouden leven. Door zijn striemen bent u genezen" (1 Petrus 2:21-24). In Christus' gave van Zijn leven, vangen we zo even een glimp op van wat Johannes zo doordringend en kernachtig "de toorn van het lam" noemt (Openbaring 6:16). Als de 'goddelijke woede' een andere benaming is voor het vuur van een liefde die afgewezen wordt, dan kan deze liefde alleen doeltreffend zijn als zij de consequenties van zo'n afwijzing volkomen op zich neemt. De woede moet dus veranderen in een lijden uit solidariteit en zich zo tot het uiterste vereenzelvigen met barmhartigheid. Door op geen enkele manier weerstand te bieden aan het kwaad, doet Christus dat kwaad verdwijnen in een onpeilbare diepte van goedheid. De dood verliest zo haar angel (zie 1 Korintiërs 15:54-57) en wordt een weg naar het Leven. Bron: Als God barmhartig is, waarom staan er dan dreigementen in de bijbel? (26 mei 2007). Geraadpleegd op 6

67 God, wat ben ik boos! Bijlage 2 ACHTERGRONDINFORMATIE 2 Inleiding op Amos Het boek Amos is het derde boek van de verzameling van de zogeheten Twaalf Profeten. Deze verzameling van profetenboeken is vermoedelijk in de vierde of derde eeuw v.chr. tot stand gekomen. Het boek is genoemd naar de profeet die vermeld wordt in het opschrift in 1:1. Volgens de gegevens over de koningen van Israël in het opschrift was Amos werkzaam in het midden van de achtste eeuw ( v.chr.). Amos was een schapenfokker en vijgenteler uit Tekoa, ongeveer 15 kilometer ten zuiden van Jeruzalem. Hoewel die plaats in Juda lag, blijken de woorden van de profeet vooral gericht tegen het noordelijke koninkrijk Israël. Velen nemen aan dat de tekst in zijn huidige vorm na een proces van redactionele bewerkingen tot stand is gekomen en dat de laatste bewerkingen afkomstig zijn van een Judese redacteur na de Babylonische ballingschap (na 539 v.chr.). Het boek Amos bestaat voor het grootste deel uit profetische orakels en visioenen, en bevat verder een kort verhalend gedeelte over Amos en Amasja en een aantal hymnische passages. De stijl varieert per tekstsoort. De profetische orakels zijn sterk gestileerd; het herhaald gebruik van de formule 'spreekt/zegt de heer' moet beklemtonen dat de profeet op gezag van God spreekt. Het taalgebruik van de hymnen is verheven, het persoonlijke verslag van de visioenen is beeldend. Het centrale thema van het boek is Gods veroordeling van Israël en het daarmee samenhangende naderende onheil, vooral wegens de verwaarlozing van recht en gerechtigheid in de samenleving. De functie van het boek is de hoorders in heftige en soms sarcastische bewoordingen te confronteren met hun slechtheid en op te roepen tot verandering van gedrag. In Amos zijn twee delen te onderscheiden. In hoofdstuk 1-6 is God de belangrijkste spreker. Na een reeks oordelen over de volken die Israël omringen, concentreren de profetieën zich op Israël zelf, met enkele toespelingen op Juda. In hoofdstuk 7-9 komt de persoon van Amos duidelijker naar voren, als verteller van visioenen in de ik-vorm. In 7:10-17 staat het korte verhaal over een poging om hem uit Israël uit te wijzen. Het boek Amos eindigt met een heilsprofetie over Israël. Bron: De Nieuwe Bijbelvertaling, Nederlands Bijbelgenootschap 2004/

68 God, wat ben ik boos! Bijlage 3 KAARTJES 1. 'Er staat geschreven: "Mijn huis moet een huis van gebed zijn," maar jullie maken er een rovershol van!' (Matteüs 21:13, NBV) Antwoord: Jezus in de tempel. 2. Hij kreeg er spijt van dat hij mensen had gemaakt en voelde zich diep gekwetst. (Genesis 6:6, NBV) Antwoord: De ark van Noach. 3. 'Wie heeft je verteld dat je naakt bent? Heb je soms gegeten van de boom waarvan ik je verboden had te eten?' (Genesis 3:11, NBV) Antwoord: Adam en Eva. 4. Daarom: vervloekt ben jij! Ga weg van deze plek, waar de aarde haar mond heeft opengesperd om het bloed van je broer te ontvangen, het bloed dat jij vergoten hebt. (Genesis 4:11, NBV) Antwoord: Kaïn en Abel. 5. "Ik ben de heer. Ik zal de last die de Egyptenaren jullie opleggen van je afnemen, ik zal jullie uit je slavenbestaan bevrijden. Met opgeheven arm zal ik jullie verlossen en de Egyptenaren zwaar straffen. (Exodus 6:6, NBV) Antwoord: Bevrijding uit Egypte. Adam en Eva de ark van Noach Jezus in de tempel Kaïn en Abel bevrijding uit Egypte 8

69 Helden Leeftijd: Thema: bijbel, bijbelse personages, identiteit, Jezus Tijdsduur: Meerdere bijeenkomsten Bijbelse helden en zelf een held zijn vandaag. De programma's vind je in het PDF document in de bijlage. Korte beschrijving van de programma's: Deze programma's gaan over helden. Maar wie of wat is nu eigenlijk een held? In de eerste bijeenkomst onderzoeken de deelnemers dit onder meer naar aanleiding van een estafettespel met (super)helden en Bijbelteksten over Daniël en Jezus. Hun bevindingen verwerken ze in een gezamenlijk schilderij. In de tweede bijeenkomst staan de jongeren stil bij eigenschappen van 'helden' in het leven van alledag, aan de hand van nieuwsberichten en voorwerpen die te maken hebben met hun eigen helden. Verder bespreken ze Bijbelteksten over David. Daarna gaan ze aan de slag voor de gemeente, door hun eigen tips voor heldhaftigheid te verwerken in een sketch (of een andere creatieve vorm). Het item eindigt met een ontroerend filmpje. Doelen van deze bijeenkomsten: De deelnemers kunnen aangeven wat zij verstaan onder een held. De deelnemers leren wat Bijbelse helden kenmerkt. De deelnemers kunnen aangeven wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen Bijbelse helden en andere helden. De deelnemers denken na over wanneer zij zelf heldhaftig zouden kunnen zijn. De deelnemers formuleren handvatten om heldhaftigheid te stimuleren.

70 You are my hero De deelnemers leren wat Bijbelse helden kenmerkt. De deelnemers kunnen aangeven wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen Bijbelse helden en andere helden. De deelnemers denken na over wanneer zij zelf heldhaftig zouden kunnen zijn. De deelnemers formuleren handvatten om heldhaftigheid te stimuleren. Categorie Bijbel Aantal deelnemers Zes tot tien Leeftijd jaar Duur / aantal bijeenkomsten Twee bijeenkomsten van anderhalf uur Auteurs Martin de Jonge & Chantal de Fretes KORTE BESCHRIJVING Dit item gaat over helden. Maar wie of wat is nu eigenlijk een held? In de eerste bijeenkomst onderzoeken de deelnemers dit onder meer naar aanleiding van een estafettespel met (super)helden en Bijbelteksten over Daniël en Jezus. Hun bevindingen verwerken ze in een gezamenlijk schilderij. In de tweede bijeenkomst staan de jongeren stil bij eigenschappen van 'helden' in het leven van alledag, aan de hand van nieuwsberichten en voorwerpen die te maken hebben met hun eigen helden. Verder bespreken ze Bijbelteksten over David. Daarna gaan ze aan de slag voor de gemeente, door hun eigen tips voor heldhaftigheid te verwerken in een sketch (of een andere creatieve vorm). Het item eindigt met een ontroerend filmpje. DOEL De deelnemers kunnen aangeven wat zij verstaan onder een held. De deelnemers ontdekken dat er verschillende soorten helden zijn. VERANTWOORDING Wat verstaan we onder een held? Misschien denken we daarbij aan een superheld, met krachten die ver uitstijgen boven die van een gewoon mens. Ook in het nieuws zien we soms helden, bijvoorbeeld mensen die een ander van de dood hebben gered. Helden lijken uitzonderlijk; in het echt komen we ze zelden tegen. Daardoor kunnen we soms tegen helden opkijken, misschien zelfs fantaseren dat we zijn zoals zij. Maar is dat slechts iets waarvan we kunnen dromen? Of zijn er ook heldhaftige dingen te ontdekken in onszelf? In de Bijbel vinden we veel verhalen over helden, die nog steeds inspirerende voorbeelden kunnen zijn, al staan sommige van die helden misschien dichter bij ons dan andere. Zulke verhalen kunnen ons leren hoe wij zelf helden kunnen zijn. VOORBEREIDING Praktische voorbereiding Lees het hele item goed door, inclusief de bijlagen. Bekijk ook het filmpje. Is er geen internetverbinding beschikbaar tijdens de bijeenkomst? Download dan het filmpje voor later 1

71 You are my hero gebruik. Bedenk of een sketch (zie Verwerking tweede bijeenkomst) past bij jouw jongeren. Niet elke groep wil een sketch uitvoeren in de kerk. Vind je deze vorm niet geschikt, dan kun je ook een andere creatieve verwerking voorstellen, bijvoorbeeld: een filmpje maken om te laten zien in de kerk; een krant of tijdschrift maken om uit te delen in de kerk; een poster maken om op te hangen in de kerk. Bespreek ook met de predikant wat de mogelijkheden zijn. Vlak voor de eerste bijeenkomst: Maak twee kopieën van bijlage 1 en knip de briefjes uit. Vouw elk briefje dubbel en schrijf het betreffende nummer op de achterkant. Verstop de briefjes met nummer 6 onder twee zware objecten in de ruimte (zodat er spierkracht voor nodig is). Noteer op elk van de briefjes met nummer 5 een cryptische aanwijzing waar één van beide briefjes 6 te vinden is. Plak alle resterende briefjes ergens op in de ruimte (zo dat de nummers zichtbaar zijn). Leg voor elke bijeenkomst alle benodigdheden klaar. Test alle apparatuur. Persoonlijke voorbereiding Met behulp van deze vragen kun je je ook persoonlijk voorbereiden op de bijeenkomsten: Waar denk je aan bij het woord 'held'? Welke gevoelens of gedachten roept dit bij je op? Zijn er momenten waarop je jezelf als held beschouwde? Zo ja, wat gebeurde er en wat deed jij toen? Zo nee, probeer dan te bedenken hoe dat komt. Welke Bijbelse helden ken je? Welke daarvan spreken je aan en welke niet? Waarom? Wie is jouw held? Waarom? BENODIGDHEDEN Eerste bijeenkomst Twee kopieën van bijlage 1 (in briefjes geknipt); Plakband; Twee bakken (bijvoorbeeld afwasteilen); Twee briefjes met de tekst "helden"; Een flap-over met stiften; Voor iedere deelnemer een bijbel (NBV); Kopieën van bijlage 2 voor alle deelnemers; Een rol wit behang; Vuilniszakken; Tape; Verf en kwasten; Schorten of oude overhemden met lange mouwen; Handdoeken die goed vuil mogen worden; Potjes met water of terpentine (om de verf in op te lossen als je klaar bent). Tweede bijeenkomst Eventueel een voorwerp dat te maken heeft met jouw eigen 'held' (zie Afsluiting eerste bijeenkomst); Een grote bak (om de voorwerpen van de deelnemers in te verzamelen); Kopieën van bijlage 3 en 4 voor alle deelnemers; Een flap-over met stiften; Het flap-overvel met notities van de vorige bijeenkomst; Voor iedere deelnemer een bijbel (NBV); Eventueel benodigdheden voor de creatieve verwerking die je hebt gekozen (zie Praktische voorbereiding); Eventueel het schilderij van de vorige bijeenkomst; Apparatuur om het filmfragment te kunnen afspelen (bijvoorbeeld een computer met internetverbinding en een beamer met scherm en geluidsboxjes). PROGRAMMA Eerste bijeenkomst 5 minuten Opening Heet de deelnemers welkom en bied eventueel iets te drinken aan. Maak zo nodig een voorstelrondje. Vertel kort iets over de opzet van dit item (zie korte beschrijving). 20 minuten Verkenning Vertel dat helden in films vaak over superkrachten lijken te beschikken. Ze zijn bijvoorbeeld heel sterk, slim of snel. Geef aan dat de deelnemers nu een spel gaan doen dat te maken heeft met 'heldeneigenschappen'. Vorm twee teams. Zet bij elk team een bak neer en plak daar een briefje op met het woord "helden". Laat de teamleden op een rij gaan staan bij hun eigen bak. Leg uit wat de bedoeling is: Het wordt een soort estafette. In de ruimte bevinden zich voor elk team zeven genummerde briefjes. De teamleden moeten om beurten die briefjes zoeken, in de juiste volgorde. Wanneer iemand een briefje heeft gevonden, moet hij snel teruglopen naar de bak en kijken 2

72 You are my hero wat er op het briefje staat. Als hij vindt dat er een 'held' op staat, moet hij het briefje in de bak werpen, anders niet. Daarna mag de volgende van het team op zoek. Soms is er iets extra's nodig: wat meer denkwerk of wat meer spierkracht. Vraag de deelnemers na afloop welke briefjes ze in de bak hebben gegooid en welke niet. Het antwoord van de rebus op briefje 4 is overigens 'David'. Laat de jongeren hun keuzes toelichten. Vraag één van de jongeren om tijdens dit gesprek op de flap-over te noteren welke eigenschappen van een held er worden genoemd. Bespreek tot slot de genoteerde eigenschappen: wat verstaan de deelnemers onder een held? Bewaar het flap-overvel voor de volgende bijeenkomst. 30 minuten Verdieping Vraag de deelnemers welke Bijbelse helden zij kennen. Laat hen ook uitleggen waarom zij die Bijbelse personen helden vinden. Vertel de jongeren dat meerdere personen in de Bijbel als held te beschouwen zijn, maar dat je nu wilt stilstaan bij twee Bijbelse helden in het bijzonder: Jezus en Daniël. Vorm tweetallen. Deel bijbels uit en kopieën van bijlage 2. Laat elk tweetal kiezen wie ze aan de hand van bijlage 2 willen bespreken: Jezus of Daniël. Geef hiervoor vijftien minuten de tijd. Laat de jongeren daarna plenair uitwisselen wat er in de tweetallen is besproken. Vraag de deelnemers wat deze Bijbelse helden typeert. Zien ze verschillen met superhelden? Waarom wel of niet? Maak duidelijk dat deze twee Bijbelse personen om meerdere redenen helden zijn. Om te beginnen vertrouwen zij op God wanneer ze er alleen voor lijken te staan; ze blijven standvastig; ze denken niet aan zichzelf, maar aan God of aan anderen; ze laten zich niet leiden door angst (ook niet wanneer de situatie erg beangstigend is). In deze verhalen gaat het niet om fysieke kracht, maar wordt er op een andere manier moed getoond. Deze personen vertrouwen op Gods liefde, op Zijn nabijheid en op Zijn bescherming. Dát maakt hen helden. 30 minuten Verwerking Vertel de deelnemers dat ze nu een creatieve verwerking gaan maken van wat ze in deze bijeenkomst hebben geleerd. Ze gaan dat doen via een gezamenlijk schilderij: alle jongeren gaan samen schilderen op één rol behang. Geef aan dat hun schilderij later in de kerk of in de jeugdruimte kan worden gehangen. Rol het behang uit op de vloer, leg er vuilniszakken onder en plak het behang vast met tape. Zet de schilderbenodigdheden erbij. Laat de jongeren zelf kiezen welke boodschap of les ze willen schilderen. Geef zo nodig suggesties: hebben ze misschien een ander begrip gekregen van het woord 'held', of hebben ze misschien geleerd waarom Daniël een held is? Vraag tijdens het werk af en toe aan de jongeren wat ze aan het schilderen zijn en waarom. Bewaar het schilderij voor de volgende bijeenkomst. 5 minuten Afsluiting Sluit af met gebed. Bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en inbreng. Nodig hen uit voor de volgende bijeenkomst. Vertel dat het dan zal gaan over helden in deze tijd. Vraag de jongeren om de komende tijd na te denken over wie hun held is (dat hoeft geen superheld te zijn) en de volgende keer iets mee te nemen wat te maken heeft met die held. Dat kan bijvoorbeeld een voorwerp zijn of een foto die verwijst naar de organisatie of club waar de held bij hoort. Eventueel kunnen ze ook een lijstje maken met kenmerken die bij deze held horen. Als er deelnemers zijn die aangeven dat ze geen held hebben of kunnen bedenken, geef dan aan dat dat niet erg is - maar stimuleer hen wel om er in de tussentijd toch over na te denken. Tweede bijeenkomst 5 minuten Opening Vraag iedere deelnemer bij binnenkomst om datgene wat hij of zij heeft meegebracht met betrekking tot zijn of haar held in de bak te leggen. Heet de deelnemers welkom en bied eventueel iets te drinken aan. Kom nog even terug op de eerste bijeenkomst. Toen ging het over superhelden en Bijbelse helden. Deze keer gaat het over helden in deze tijd. 3

73 You are my hero 25 minuten Verkenning Deel kopieën van bijlage 3 uit. Geef aan dat hierop twee verhalen van helden staan. Laat de ene helft van de groep het eerste verhaal lezen en de andere helft van de groep het tweede verhaal. Vraag de eerste groep om kort uit te leggen aan de andere deelnemers wat de situatie in het eerste verhaal was en wat de hoofdpersoon tot een held maakt. Vraag daarna aan de tweede groep om hetzelfde te doen met het tweede verhaal. Neem het flap-overvel van de vorige bijeenkomst erbij, met eigenschappen van een held. Loop deze eigenschappen nog eens langs. Vraag de deelnemers of ze nu nog eigenschappen willen toevoegen. Zo ja, schrijf die er dan bij. Neem de bak waar de jongeren bij binnenkomst iets in hadden gedaan. Laat de deelnemers nu om beurten iets uit deze bak nemen en vraag hun om dat te laten zien aan de rest van de groep. Als het een lijstje met kenmerken is, laat dat dan voorlezen. Vervolgens mogen de deelnemers raden om welke held het gaat. Vraag na elk voorwerp wie het had meegenomen en waarom. Wat maakt die persoon tot zijn of haar held? Vraag de jongeren of er weleens een situatie is geweest waarin zij zelf de held waren (of iemand in hun naaste omgeving). Zo ja, wat gebeurde er? Zo nee, is er iets wat hen ervan weerhouden heeft om een held te zijn? Wat maakt het moeilijk of lastig? Vraag de deelnemers opnieuw of ze nog eigenschappen willen toevoegen aan het overzicht op het flap-overvel. Zo ja, schrijf die er dan bij. 30 minuten Verdieping Geef aan dat je nu wilt stilstaan bij het verhaal van David. Deel bijbels uit en kopieën van bijlage 4. Vorm twee groepen. Laat de ene groep het eerste fragment lezen en bespreken aan de hand van de vragen in de bijlage. Laat de andere groep het tweede fragment lezen en bespreken. Geef hiervoor vijftien minuten de tijd. Bespreek beide fragmenten daarna plenair, aan de hand van de gespreksvragen. Vraag tot slot aan de deelnemers of zij David nog een tweede kans zouden hebben gegeven, na wat hij had gedaan met betrekking tot Batseba. Vertel dat God mensen in de Bijbel altijd een tweede kans geeft, ook al maken ze een zooitje van hun leven. In dit geval gaat het geslacht van David toch verder: hij krijgt een zoon die Salomo heet. Salomo zal een koning worden die bekend staat om zijn wijsheid. En eeuwen later zal zelfs blijken dat de Zoon van God, Jezus, de Redder, voortkomt uit het geslacht van David. Helden kunnen fouten maken, ze zijn niet perfect. Het is fijn om te weten dat ook wij steeds opnieuw mogen proberen om helden te zijn! Neem het flap-overvel er weer bij en vraag de deelnemers nog een laatste keer of ze nog eigenschappen willen toevoegen aan het overzicht op het flap-overvel. Zo ja, schrijf die er dan bij. Vraag de jongeren tot slot om met elkaar te bedenken op welke momenten ze zelf een held zouden kunnen zijn. Wanneer zou je heldhaftig kunnen zijn op school, thuis of met vrienden? Hoe kun je ervoor zorgen dat het misschien minder moeilijk of lastig is? 25 minuten Verwerking Vertel de deelnemers dat ze nu tips mogen gaan bedenken voor hun gemeente. Hoe zouden de jongeren andere mensen in de kerk kunnen helpen om helden te worden, voor elkaar en voor hun omgeving? Laat hen hiervoor eerst een brainstormsessie houden op de flap-over. Begeleid deze wel, zodat de deelnemers hun focus houden. Vertel de jongeren dat ze hun tips creatief mogen verwerken in een sketch. Als je een sketch niet geschikt vindt voor jouw groep, bespreek dan alternatieven (zie Praktische voorbereiding). Wijs de jongeren eventueel ook op het schilderij dat ze de vorige keer hebben gemaakt: kunnen ze dat misschien nog gebruiken? Bespreek tot slot wat ervoor nodig is om de gekozen creatieve verwerking naar voren te brengen in de gemeente. Maak de nodige afspraken. 4

74 You are my hero 5 minuten Afsluiting Vertel de deelnemers dat ze gaan kijken naar een kort filmpje over een oorlogsheld, Sir Nicholas Winton. In de Tweede Wereldoorlog wist hij 669 Joodse kinderen te redden van de concentratiekampen door ze naar GrootBrittannië te brengen. Na de oorlog vertelde hij niemand van zijn heldendaad, ook zijn vrouw niet. Maar zij kwam er later achter, toen ze in de kelder een notitieboek vond met alle gegevens van de kinderen die Sir Nicholas had gered. In dit filmpje zie je hoe Sir Nicholas wordt verrast door een aantal mensen die hun leven te danken hebben aan zijn reddingsacties. Bekijk samen het filmpje op youtu.be/6_nfujaf5f0. Merk op dat situaties in ons eigen leven zo spannend en beangstigend kunnen zijn, dat we misschien niet durven in te grijpen. Maar we kunnen niet altijd overzien wat een 'heldenactie' allemaal teweeg kan brengen, wat voor goeds het kan opleveren - zoals bij Sir Nicholas. Bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en inbreng. BIJLAGEN 1. Briefjes spel 2. Gespreksvragen 1 3. Nieuwsberichten 4. Gespreksvragen 2 5

75 You are my hero Bijlage 1 BRIEFJES SPEL Zlatan Ibrahimovic ❷ ❶ + + -k -s -as ❹ ❸ Hint: het gaat om een persoon uit de Bijbel 6

76 You are my hero Bijlage 1 Briefje 6 is te vinden op de volgende plaats: ❻ ❺ ❼ PAPA 7

77 You are my hero Bijlage 2 GESPREKSVRAGEN Tekst als je kiest voor Jezus: Lucas 22:39-23:49. Tekst als je kiest voor Daniël: Daniël 3. Wat is de situatie in dit Bijbelgedeelte? Wat doet het gekozen personage dat jullie 'heldengedrag' vinden? Hoe zouden jullie zelf hebben gereageerd in deze situatie? Waarom? Welke eigenschappen van een held vinden jullie terug in deze tekst? Vinden jullie dat er verschillen zijn tussen superhelden en Bijbelse helden? Zo ja, welke verschillen dan? Zo nee, waarom niet? 8

78 You are my hero Bijlage 3 NIEUWSBERICHTEN Jonge held vangt kogel op Een bijzonder en raar verhaal uit de Amerikaanse stad Detroit. Een 11-jarige jongen is aan het herstellen van een kogelwond, nadat hij een kogel opving om zo zijn 5-jarige vriendje te redden. De moedige tiener, Dovonta Andres, was afgelopen dinsdag op de veranda van zijn buren samen met wat andere kinderen aan het spelen. In het huis ontstond een ruzie, waarschijnlijk over geld. Geraakt De ruzie verplaatste zich naar buiten en één van de ruziezoekers begon te schieten met zijn geweer. Dovonta twijfelde geen moment, en duwde zijn jonge vriendje snel aan de kant. ''En toen werd ik geraakt door een kogel", aldus Dovonta. Kogel Volgens een lokale krant boorde de kogel zich een weg door zijn hele arm. Hij werd snel naar het ziekenhuis gebracht, samen met een 30-jarige man die ook werd geraakt door een kogel. Intussen is Dovonta weer thuis om te herstellen. Held De politie is de zaak nog steeds aan het onderzoeken. Er is nog geen dader gepakt. Intussen is Dovonta - geheel terecht - de held van de buurt. Bron: Jonge held vangt kogel op. (2013). Geraadpleegd op Dakloze student haalt diploma De Amerikaanse student Griffin Furlong vertrok elke ochtend naar school, maar niet vanuit zijn huis. Griffin en zijn vader zijn dakloos. Nu de student zijn diploma heeft gehaald, wordt hij als een held ontvangen. Toen Griffin Furlongs moeder overleed, stonden hij, zijn vader en broer er alleen voor. Na een tijdje raakten ze hun huis kwijt en moesten ze elk dubbeltje omdraaien. Griffin is desondanks altijd gemotiveerd geweest om zijn school af te maken. Docenten wisten niet dat zijn gezin geen dak boven het hoofd had. Financiële steun De familie van zijn vriendin heeft Griffin inmiddels een kamer aangeboden. Nu bekend is dat hij een dakloze student is, heeft de universiteit besloten hem financieel te helpen om verder te kunnen studeren. Ook zijn vrienden hebben geld ingezameld. In [een] filmpje reageert Griffin: "Ik wil nooit meer zo leven. Ik zal er alles aan doen om nooit meer zo te hóeven leven." Bron: Dakloze student haalt diploma. (2014). Geraadpleegd op 9

79 You are my hero Bijlage 4 GESPREKSVRAGEN Samuel 17:12-54 Hoe oud zou David hier zijn? Wat vinden de Israëlieten van Goliat? Hoe reageren ze op hem? Hoe reageert Davids oudste broer Eliab? Waarom zou hij zo reageren? Is David een held? Waarom wel of niet? Wat doet hij? Samuel 12:1-25 Waar beschuldigt de profeet Natan David van? Wat voor straf geeft God aan David? Wat doet David vervolgens? Hoe loopt het uiteindelijk met David af? Vóór dit verhaal wordt David een held genoemd, vanwege de daden die hij eerder heeft gedaan. Mag David zich nu nog steeds een held noemen? Waarom wel of niet? 10

80 Onderweg Leeftijd: Thema: bijbel, bijbelse personages, Reizen Tijdsduur: Meerdere bijeenkomsten Over reisverhalen in de Bijbel en 'onderweg zijn' als geloofsreis. De programma's vind je in het PDF document in de bijlage. Korte beschrijving van de programma's: Jullie maken kennis met Bijbelverhalen waarin reizen centraal staan. Bijbelse reizen gaan behalve om het fysiek onderweg zijn, ook over geloofsreizen. Het reisverhaal van Jona komt uitvoeriger aan de orde. Ze doen een Bijbelreis-memory, tekenen hun eigen tijdlijn, luisteren naar muziek en lopen een Emmaüswandeling of een labyrint. Zo ervaren tieners hoe eigentijdse vormen van onderweg zijn bijdragen aan het ontwikkelen of uit de doeken doen van hun eigen geloofsverhaal. Zo blijkt 'onderweg zijn' een altijd actuele metafoor voor de levensbeschouwelijke weg die je gaat. Doelen van de bijeenkomsten: Deelnemers maken kennis met een aantal reisverhalen uit de Bijbel. Deelnemers ontdekken dat Bijbelse reisverhalen vaak tevens geloofsverhalen zijn. Deelnemers voeren diverse varianten van een geloofsgesprek waarin reizen/onderweg zijn de vorm of metafoor is waarbinnen dat geloofsgesprek gestalte krijgt. Deelnemers worden zich bewust van de spanning tussen een christendom met vaste zekerheden, vaste structuren en gebouwen, en een (meer oorspronkelijk) fluïde christendom van onderweg zijn.

81 Onderweg zijn als geloofsweg Bijbelse reizen, levensreizen, geloofsreizen Categorie Bijbel Aantal deelnemers n.v.t. Leeftijd jaar; enkele programmaonderdelen specifiek voor jarigen Duur / aantal bijeenkomsten Een bijeenkomst van ca. 1 uur en drie kwartier en een bijeenkomst van ca. 5 kwartier Auteur Sjaak Teuwissen KORTE BESCHRIJVING De deelnemers maken kennis met diverse Bijbelverhalen waarin reizen centraal staan. Ze ontdekken dat het bij Bijbelse reizen behalve om het fysiek onderweg zijn, vooral om geloofsreizen gaat. Eén of enkele Bijbelverhalen komen uitvoeriger aan de orde. Verder ervaren tieners hoe eigentijdse vormen van onderweg zijn bijdragen aan het ontwikkelen of uit de doeken doen van hun eigen geloofsverhaal. Zo blijkt 'onderweg zijn' een altijd actuele metafoor voor de levensbeschouwelijke weg die je gaat. Deelnemers ontdekken dat Bijbelse reisverhalen vaak tevens geloofsverhalen zijn. Deelnemers voeren diverse varianten van een geloofsgesprek waarin reizen/onderweg zijn de vorm of metafoor is waarbinnen dat geloofsgesprek gestalte krijgt. Deelnemers worden zich bewust van de spanning tussen een christendom met vaste zekerheden, vaste structuren en gebouwen, en een (meer oorspronkelijk) fluïde christendom van onderweg zijn. VERANTWOORDING Mensen van de weg : zo werden de eerste geloofsgemeenschappen genoemd die wilden leven in navolging van Jezus Christus. In het Bijbelboek Handelingen wordt dit begrip meermalen gebruikt. Het gaat om mensen die de weg volgen die Jezus die zichzelf De Weg, de Waarheid en het Leven (Johannes 14:6) noemt hen heeft gewezen. Dat is nog vóórdat de naam christenen in gebruik raakt. In tal van Bijbelverhalen, in zowel Oude als Nieuwe Testament, gaan mensen een weg, zijn mensen op reis. Onderweg zijn is een rode draad in de Bijbel, en ook in het christendom vroeger én nu is onderweg zijn een wezenlijk element. Je zou kunnen zeggen: geloven is op weg gaan en onderweg zijn is vaak een geloofsweg. Vrijwel alle reisverhalen in de Bijbel zijn geloofsverhalen. En ook nu blijkt onderweg zijn, zowel in letterlijke als symbolische zin, vaak een manier om uitdrukking te geven aan geloven, en een beweging waarbinnen geloof tot ontwikkeling komt. In dit item putten we uit oude Bijbelse reisverhalen inspiratie voor de geloofsweg van tieners hier en nu. In enkele programmaonderdelen gaan tieners zelf, letterlijk en symbolisch op weg met hun geloofsverhaal. DOEL Deelnemers maken kennis met een aantal reisverhalen uit de Bijbel. 1

82 Onderweg zijn als geloofsweg VOORBEREIDING Praktische voorbereiding Lees het hele item goed door, inclusief de bijlagen. Knip voor het memoryspel dat behoort bij bijeenkomst 1 (bijlage 1) de kaartjes vooraf uit. Als je geen beschikking hebt over internet tijdens de bijeenkomst: download het lied The wrong direction van Passenger (Bijeenkomst 2, Verkenning) van tevoren op je laptop of een usb-stick. Zorg voor de tweede bijeenkomst dat de techniek om muziek af te spelen (tablet/laptop/smartphone) klaarstaat, aangesloten is en is getest. Leg voor elke bijeenkomst alle andere benodigdheden klaar. Persoonlijke voorbereiding Lees voor jezelf enkele Bijbelse reisverhalen zoals aangegeven in de Verdieping van de eerste bijeenkomst. Neem de tijd om zelf herinneringen op te halen aan momenten in je leven waarop onderweg zijn en geloven voor jou een betekenisvolle combinatie vormden (bijvoorbeeld: christelijke kampen, werkvakanties, reizen met een christelijke organisatie, vakanties waarin je een richtinggevende ervaring beleefde, campingdiensten, een diaconaal jaar); of denk aan je eigen levensweg en hoe geloven daarin een rol speelt. Wat zou je hiervan met de deelnemers willen delen? BENODIGDHEDEN Eerste bijeenkomst Memoryspel van bijlage 1, uitgeknipte kaartjes; Bijbels. Tweede bijeenkomst Laptop/tablet/smartphone, muziek stand-by; Internetverbinding en/of lied The wrong direction van Passenger; Voor iedere deelnemer een kopie van bijlage 3; Materiaal om labyrint te maken; Kaartjes kopiëren en uitknippen uit bijlage 4 voor de Emmaüswandeling (indien van toepassing) en/of de benodigdheden voor het labyrint verzamelen (zie bijlage 5). Zet het labyrint ook van tevoren klaar. PROGRAMMA Eerste bijeenkomst 10 minuten Opening Heet de deelnemers welkom en bied eventueel iets te drinken aan. Maak zo nodig een voorstelrondje. Vertel kort iets over de opzet van dit item; lees daarbij bijvoorbeeld de verantwoording voor uit het begin van dit item. Vraag de deelnemers het volgende: Heb je tijdens een reis, vakantie of kamp wel eens iets meegemaakt dat nog altijd een belangrijke herinnering in je leven is? Of, als de zomervakantie op het moment dat je dit item behandelt, net voorbij is: Van welk moment uit jouw zomervakantie denk je: wat ik toen heb meegemaakt zal altijd een belangrijke herinnering in mijn leven blijven? Heeft die gebeurtenis en die herinnering ook iets te maken met geloven? 15 minuten Verkenning Optie 1: Mijn vader was een zwervende Arameeër Lees de volgende inleiding voor aan de deelnemers: Wanneer je een Joods mens vraagt naar wat de kern is van zijn geloof, zegt hij God dienen met heel mijn hart, met heel mijn ziel en heel mijn verstand; en mijn naaste liefhebben als mijzelf. Wanneer je daarna dan vraagt of die God wel bestaat, zegt hij waarschijnlijk: Mijn vader was een zwervende Arameeër. Hij trok naar Egypte en woonde daar als vreemdeling met een handvol mensen, maar ze groeiden uit tot een zeer groot en machtig volk. Op een gegeven moment zegt deze Joodse mens: De Heer bevrijdde ons uit Egypte hij bracht ons hierheen en gaf ons dit land, dat overvloeit van melk en honing (zie Deuteronomium 26:5-9; bron: De oudste Joodse geloofsbelijdenis gaat over een God die ingrijpt in een zwervend bestaan op zoek naar onderdak, veiligheid en geluk. Over op weg gaan, en over een God die je op weg stúúrt. De oudste omschrijving van christenen is mensen van de weg. Nog voordat christenen christenen werden genoemd, noemden anderen hen mensen van de weg. 2

83 Onderweg zijn als geloofsweg De Bijbel en het christelijk geloof kunnen we niet los zien van onderweg zijn, reisverhalen vormen een rode draad in de Bijbel, en telkens blijkt weer dat op weg gaan en gaan geloven alles met elkaar te maken hebben. Bijbelse reisverhalen zijn geloofsverhalen. En nog altijd is het zo dat onderweg zijn een gelegenheid bij uitstek is om bezig te gaan met je geloof en geloofsvragen. Vraag 2 Wat heeft dit reisverhaal met geloven te maken? Vraag 1 Wie kent er een Bijbels reisverhaal, of een Bijbelfiguur die veel of ver reisde? Mogelijke antwoorden (niet uitputtend): Noach: voer een jaar in de Ark over een met water bedekte wereld (Genesis 7 en 8). Abraham die van Ur der Chaldeeën naar Kanaän ging (Genesis 12). Jakob die wegvluchtte voor zijn broer Ezau naar Charan, om pas decennia later weer terug te keren (Genesis 28 t/m 29:1). Mozes en het volk Israel die 40 jaren door de woestijn trokken (groot deel van Exodus). Jona die naar Ninevé moest, maar eerst richting Tarsis reisde (Jona 1 t/m 3). De wijzen uit het Oosten die duizenden kilometers reisden om het koningskind (Jezus) te vinden (Matteüs 2:1 t/m 12). Jezus die in de loop van het evangelie op weg gaat naar Jeruzalem. In Matteüs, Marcus en Lucas is dit onderweg zijn naar Jeruzalem en daarmee naar Jezus lijden, sterven en opstanding een thema. Paulus, die tal van zendingsreizen maakte (Handelingen). 30 minuten Verdieping Bijbelreis mijn levensreis Lees het volgende Bijbelfragment Verkenning Optie 2: Bijbelreis-memory Zie bijlage 1 voor de kaartjes en de toelichting. We nemen de Bijbelse figuur van Jona onder de loep en volgen zijn reis. We verbinden dingen die hij meemaakt aan dingen die deelnemers mogelijk meemaken. Het stramien is telkens: a. Bijbeltekst lezen; b. vraag n.a.v. Bijbelfragment bespreken en; c. vraag toegepast op eigen leven van de deelnemers. In de meeste gevallen kun je ervoor kiezen om hetzij b hetzij c te laten vervallen; en sowieso kun je bepaalde Bijbelfragmenten overslaan. In dat geval verdient het de voorkeur om tussenliggende verwikkelingen wél te vertellen, zeker als deelnemers het verhaal van Jona niet goed kennen. NB Hieronder zie je Jona als voorbeeld. Een zelfde verdiepingswerkvorm is desgewenst ook te maken met andere Bijbelse personages, zoals bijvoorbeeld Jakob, Jozef of Mozes. Vraag n.a.v. het Bijbelfragment Vraag aan de deelnemers eerst individueel over nadenken en eventueel op papiertje schrijven; dan óf plenair bespreken (indien kleinere groep) óf in tweetallen (indien grote groep). Jona 1: 1 t/m 3 Welke spanning in het verhaal ontstaat in deze tekst? Antwoord, in algemene zin: Jona doet precies het tegenovergestelde van wat God vraagt. Voor wie meer wil weten: Ninevé is oostwaarts, Jafo/Tarsis westwaarts Ninevé is woestijnstad, Jafo/Tarsis havenstad De Heer benadert Jona, komt dus naar hem toe; Jona gaat weg van de Heer (2x genoemd). Noem een voorbeeld dat je wel eens in een belangrijke situatie precies het tegenovergestelde deed van wat je eigenlijk zou moeten doen. a) Wat gebeurde er precies? b) Wat had je moeten doen en wat deed je? c) Hoe kwam dat? d) Wat was het gevolg? 3

84 Onderweg zijn als geloofsweg Lees het volgende Bijbelfragment Vraag n.a.v. het Bijbelfragment Vraag aan de deelnemers Jona 1: 4 t/m 6 (eventueel tussenliggende stuk samenvatten) Jona 1: 14 t/m 2:2 Als je dit stuk met een tegeltjeswijsheid moest samenvatten, wat voor tekst zou er dan op dat tegeltje staan? Een spreekwoord zegt nood leert bidden. Kun je een situatie voor de geest halen dat jij of iemand die je goed kent, ging bidden in een moeilijke situatie? Dat mag natuurlijk ook een kort schietgebedje zijn. Jona 2: 11 t/m 3:6 Vraag: Heeft Jona veel van zijn ervaring met de zee en de vis geleerd? Bijvoorbeeld: nood leert bidden, God straft onmiddellijk, boontje komt om zijn loontje. Mogelijk antwoord: Ja, want nu gaat hij wel naar Ninevé, en spreekt daar een profetie uit. Nee, want hij maakt zich er wel heel gemakkelijk van af: in een stad van drie dagreizen groot, gaat hij maar 1 dagreis ver; en hij kort de aanklacht van God in tot één zin (feitelijk de kortste onheilsaankondiging in de Bijbel). Het effect van Jona s aankondiging is hoe dan ook enorm. Jona 3: 10 t/m 4:4 Dit gedeelte zien veel mensen als een heel grappig gedeelte binnen Jona. Waar zit volgens jou de grap in? Mogelijk antwoord: Jona maakt God verwijten terwijl vooral hemzélf van alles te verwijten valt. De verwijten die Jona aan God maakt zijn eigenlijk complimenten verpakt als verwijten : hij noemt God genadig, lief, geduldig, trouw, vergevingsgezind. Jona overdrijft enorm: hij zegt liever dood te willen dan verder te leven, terwijl hém niks overkomt, en terwijl het leven van vele andere duizenden mensen op het spel stond; en dat kan hem dus niet schelen. Voor sommige mensen is het grappig, in ieder geval bijzonder, dat de God van Jona blijkbaar een God is die gemakkelijk van mening kan veranderen. Wie kan een voorbeeld geven van iets dat je niet makkelijk of niet leuk vindt om te doen (en wat je misschien maar halfbakken doet) wat toch een enorm effect heeft? Bijvoorbeeld: sorry zeggen als je iets verkeerds hebt gedaan; iets aardigs doen voor iemand die je zelf niet zo heel leuk vindt; iets vertellen over je geloof, terwijl je je daar onzeker of belachelijk bij voelt. Ken je zelf voorbeelden dat het net lijkt of God liefdevoller is voor mensen die jij dat misgunt, dan voor jou? Hoe is dat voor jou? Wat voor irritaties, verwijten of boze/ kritische vragen heb je zelf soms richting God? 4

85 Onderweg zijn als geloofsweg 45 minuten Verwerking De belevingswereld van mijn leven In deze verwerkingsopdracht is het de bedoeling dat deelnemers de levensloop van hun eigen geloofsleven van baby tot nu letterlijk in kaart brengen. Op een A4 tje (liggend) tekent iedere deelnemer een lijn, schrijft er links het getal 0 bij en rechts het getal van zijn/ haar huidige leeftijd. Het is de bedoeling dat de deelnemers bij de lijn belangrijke momenten in hun geloofsleven, positief of negatief, noteren met ongeveer de leeftijd (of het jaartal) waarop dat gebeurde. Denk bijvoorbeeld aan kinderdoop of kinderzegen, voor het eerst lezen uit peuterbijbel, overstapdienst, Sinterklaas blijkt niet te bestaan, God ook niet?, een bijbeltje gekregen van mijn ouders, of het overlijden van een familielid. Maak duidelijk dat ze helemaal zelf mogen bepalen wat erop komt te staan, want het is hun eigen levensloop. Geef wel wat voorbeelden als dat nodig is. Neem ca. 15 minuten de tijd om de levensloop uit te tekenen. Neem daarna 30 minuten de tijd waarin tieners hun eigen levensloop aan anderen presenteren. Er mogen vragen gesteld worden, maar alleen vragen ter verduidelijking (geen discussie, feedback e.d.). Andere verwerkingsmogelijkheid voor deelnemers vanaf ca. 15 jaar: Laat de Atlas van de belevingswereld (door Louise van Swaaij en Jean Klare, uitgeverij de Harmonie) zien bij wijze van voorbeeld. Vertel: kaarten binnen de Atlas van de belevingswereld lijken gewone landkaarten maar zijn dat niet. Het zijn cartografische weergaven van begrippen, ideeën en aspecten van het leven. Deze atlas brengt niet de aarde maar het bestaan in beeld. Steden, rivieren, wegen, spoorlijnen, gebergtes en landstreken dragen namen die ervaringen, gevoel en belevenissen weergeven. Geef de volgende opdracht: maak van je levensreis een belevingswereldkaart. Geef d.m.v. een doorgetrokken lijn op die kaart aan waar je geboren bent en door wat voor soort gebieden/steden/wegen je getrokken bent tot de plek in het leven waar je nu bent. Wat voor geloofs-topografie hoort er bij? Neem 30 minuten de tijd om dit uit te tekenen. Neem daarna 15 minuten de tijd waarin de deelnemers hun eigen kaart aan anderen presenteren. Er mogen vragen gesteld worden, maar alleen vragen ter verduidelijking (geen discussie, feedback e.d.). Let op: de aangegeven tijd is mogelijk te kort, zeker wanneer de groep wat groter is. Je kunt in overleg besluiten om wat meer tijd te nemen, of om met wie wil na afloop nog verder te gaan met presenteren. Tip: Via pages/zelf-een-kaart-maken is het mogelijk om je eigen persoonlijke kaart te maken en te laten afdrukken en te bestellen. Je kunt bij wijze van werkvorm, en bij voldoende aanwezige tablets/laptops, tijd inruimen om dit binnen de bijeenkomst te doen. 5 minuten Afsluiting Spreek de reiszegen van Sint Patrick uit van bijlage 2. Tweede bijeenkomst 10 minuten Opening Heet de deelnemers welkom en bied eventueel iets te drinken aan. Kom nog even terug op de eerste bijeenkomst. Noem onderstaande rijtje van soorten reizen, met daarbij de vraag: welke reis hoort in dit rijtje niet thuis, en waarom? Taizéreis (Taizé is een interkerkelijke broedergemeenschap in Frankrijk die jaarlijks door duizenden christelijke jongeren uit tientallen landen wordt bezocht); kerkelijke gemeentereis naar het Heilige Land Israël; diaconaal vrijwilligersjaar in Hongarije; pelgrimsreis naar Santiago de Compostella; sportieve groepsvakantie met jongeren van de christelijke jeugdvereniging naar de Belgische Ardennen; werkvakantie met de stichting Livingstone of stichting World Servants, waarbij je met een groep een schooltje helpt opbouwen in een Afrikaans land; een kloosterweekend met een groep jongeren in ZuidLimburg. Je leeft mee met de nonnen/monniken, inclusief alle gebedstijden; 5

86 Onderweg zijn als geloofsweg een wandeling van drie dagen over een gedeelte van het Pieterpad met je vader of moeder, gesprekken voerend over geloof en leven. Het gaat er in het gesprek over keuzes uit dit rijtje om dat élke vorm van onderweg zijn in principe een geloofsreis kan zijn. Afhankelijk van wat voor reis het is, waar hij naartoe gaat, en wat voor onderwerpen aan de orde komen. 10 minuten Verkenning Deel bijlage 3 uit en luister naar het popliedje The wrong direction van Passenger: watch?v=vvrvu78ihho Geef de deelnemers de volgende opdracht: denk tijdens het liedje na over de vraag: Wat bedoelt Passenger met de verkeerde weg (wrong direction) uit de titel? Wissel het kort uit. Benoem zo nodig onderstaande kern van het lied: Er zijn veel parallellen tussen onderweg zijn en reizen in letterlijke zin en onderweg zijn in overdrachtelijke zin. Wat is je levensbestemming, welke keuzes of gebeurtenissen laten je een bepaalde levensrichting in gaan? Deze parallel geldt helemaal voor je geloofsweg en geloofsleven. Vandaag gaan we iets ervaren van hoe het is om onderweg te zijn en na te denken over je eigen geloof en leven. 45 minuten Verdieping en verwerking Voor deze verwerking kun je kiezen uit twee opties: de deelnemers lopen een Emmaüswandeling of ze lopen een labyrint. Lees dit van tevoren goed door en kies de werkvorm die je het beste vindt passen bij je groep. Als je voor het labyrint kiest: zet deze dan voorafgaand aan de bijeenkomst klaar. Eventueel kun je ook beide werkvormen aanbieden en de jongeren zelf laten kiezen welke ze willen gaan doen. Optie 1: Emmaüswandeling De deelnemers gaan in tweetallen een wandeling maken. Voorafgaand aan de wandeling krijgen ze vragen mee om met elkaar te bespreken. Vertel de jongeren het volgende: Wandelen is méér dan de ene voet voor de andere zetten. Het is ook op weg gaan, richting een hoger doel dan het eindpunt van de wandeling. Het doel bij deze wandeling is om ruimte te scheppen in onszelf en in gesprek met elkaar te ontdekken wie of wat ons bezielt in dit leven. Wat betekent het voor mij om gelovig te zijn, of om in ieder geval bezig te zijn met geloofsvragen? Geef hen de volgende instructies mee: Jullie gaan in tweetallen uiteen en hebben ongeveer 40 minuten de tijd om in de omgeving rond te wandelen. Het is de bedoeling dat tweetallen andere tweetallen niet afluisteren. Elk tweetal krijgt één set met kaartjes mee, zie bijlage 4. Je mag per vraag bekijken of je het aan de orde wilt stellen, of door wil gaan naar een volgende vraag. Op een gekozen vraag geef je allebei antwoord. De inhoud van het antwoord blijft onder jullie, en hoef je dus niet met anderen te delen. Optie 2: Labyrint lopen Maak van tevoren het labyrint. Gebruik hiervoor bijlage 5. Vertel de deelnemers wat een labyrint is en leg hen uit wat de bedoeling is. Je kunt hiervoor ook bijlage 5 gebruiken. Als je de vragen gebruikt van bijlage 4, geef deze dan mee aan iedere deelnemer. Zorg ervoor dat de jongeren niet te snel na elkaar starten met het lopen van het labyrint. 10 minuten Afsluiting: Irish Blessing May the road rise to meet you Bespreek de vorige werkvorm die de jongeren hebben gedaan kort na. Vertel de deelnemers ten slotte dat je een reiszegen gaat uitspreken. Net als de reiszegen van Sint Patrick van de vorige bijeenkomst, denken veel mensen dat ook deze zegen Irish Blessing bij hem vandaan komt. Hoe dan ook, ook dit is een zegen die goed past bij situaties waarin goede vrienden of familieleden voor langere tijd afscheid moeten nemen. Vertel de jongeren dat je hen deze zegen graag mee wil geven nu jullie aan het einde van de bijeenkomst gekomen zijn en weer naar huis gaan, de komende (tijd) week in. Lees de zegen voor van bijlage 6. 6

87 Onderweg zijn als geloofsweg BIJLAGEN 1. Memoryspel 2. Reiszegen van Sint Patrick 3. Lied The Wrong Direction 4. Vragenkaartjes Emmaüswandeling 5. Labyrint maken 6. Irish blessing 7

88 Onderweg zijn als geloofsweg Bijlage 1 MEMORYSPEL Toelichting Er zijn 12 kaartjes met namen van Bijbelfiguren of Bijbelse groepen mensen. En evenzoveel kaartjes met omschrijvingen van Bijbelse reizen. De omschrijvingen zijn met een knipoog geschreven. Het is de bedoeling om de juiste combinatie van Bijbelfiguren en reizen bij elkaar te krijgen. Bij toerbeurt mag iemand twee kaartjes omdraaien. Als iemand de juiste combinatie bij elkaar omdraait en zelf ook benoemt dat het een juiste combinatie is mag hij of zij de kaartjes houden. Wie ten onrechte denkt een juiste combinatie te hebben, krijgt een strafpunt. De leiding heeft de juiste combinaties bij de hand zoals in onderstaand schema weergegeven. Wie heeft, als alle kaartjes op zijn, de meeste goede combinaties? Neem de eventuele strafpunten mee in de rangorde. Kaïn Sommige vluchtelingen zijn geen lieverdjes. Deze vluchteling bijvoorbeeld is tevens moordenaar van zijn broer en staat daarom te boek als de allereerste misdadiger ter wereld (ook al staan zijn ouders als beruchte naaktlopers te boek). Noach Maakt een cruise op open zee van ca. een jaar. Aan boord behalve mensen nogal wat huisdieren. Jakob Een vluchtverhaal van een jongen die anderen graag pootje licht. De vluchteling in kwestie verstoort de familieverhoudingen nogal door zijn broer en vader in de maling te nemen. Vlucht vervolgens ver weg naar familie. Maar komt vele jaren later weer huiswaarts, nu samen met zijn eigen gemaakte familie. 8

89 Onderweg zijn als geloofsweg Bijlage 1 MEMORYSPEL Jozef Een vaderskindje. Na een letterlijk dieptepunt in zijn leven moet hij het tientallen jaren zónder zijn vader doen: zijn broers sturen hem verplicht op avontuur, mee met slavenhouders. Via een hitsige vrouw, een gevangenis, en onheilspellende toekomstdromen schopt hij het tot bijna-staatshoofd in een ver land. Mozes Reisgids die zijn groep 40 jaar lang voorgaat in een woestijnreis. Ruth Een vrouw die terechtkomt in een soort Boer zoekt vrouw oude stijl : deze buitenlandse weduwe loopt haar schoonmoeder vanuit het land Moab achterna richting het land Juda. Ze laat zich door haar schoonmoeder koppelen aan een rijke agrariër met wie ze na de nodige romantiek een kind krijgt; daarmee is ze de verre overovergrootoma van o.a. Jezus Christus. Israël in ballingschap Hun beloofde land wordt hun beroofde land: een bezetting van zo n 70 jaar volgt, het volk zélf wordt in die tijd afgevoerd naar, en moet blijven in de hoofdstad en het land van zijn bezetter. Eeuwen later is dit drama nog niet verwerkt, blijkt uit zijn geschiedenisboeken. Jona Geeft op geheel eigen wijze invulling aan het begrip vis-vakantie, terwijl van hem een stedentrip wordt verwacht. 9

90 Onderweg zijn als geloofsweg Bijlage 1 MEMORYSPEL Wijzen uit het Oosten Deze slimmeriken maakten een onwijs lange reis om op kraamvisite te kunnen bij een bijzonder kind in een armoedig geboortehuis. Ze namen nogal speciale kraamcadeautjes mee. Jezus De reis van zijn leven wordt zijn dood. Jeruzalem is het einddoel, maar ook zijn Waterloo. Tegelijkertijd blijkt zijn einde daar een ongekend nieuw begin. Paulus Met stip absoluut het meest reislustige Bijbelpersonage. Reist tijdens diverse reizen zo n beetje het hele Middellandse Zeegebied rond. Stuurt nogal wat post vanuit de diverse plekken waar hij langs reist en verblijft. Sommige van zijn poststukken zijn als Bijbelboek (brieven) bewaard gebleven. ( Kamerling uit Morenland ) Ethiopische Eunuch Een soort buitenlandse minister van financiën. Op de terugreis vanuit Jeruzalem komt hij met nogal een andersoortige schat thuis: een tekst die voor hem dé sleutel blijkt van een Schat van blijvende waarde. Hij laat zich acuut dopen. 10

91 Onderweg zijn als geloofsweg Bijlage 2 REISZEGEN VAN SINT PATRICK Toelichting In de eerste eeuwen na Jezus leven werd het christendom in ons deel van de wereld verspreid door mensen die bereid waren ver te reizen naar onbekende en vaak vijandig gezinde gebieden. Er is een oude zegen, speciaal bedoeld voor reizigers. Misschien met name wel voor reizigers die het evangelie wilden verspreiden, zoals monniken. Deze zegen wordt wel de reiszegen van Sint Patrick genoemd, omdat veel mensen denken dat deze 7e -eeuwse Ierse monnik deze heeft bedacht en als eerste uitgesproken. Sint Patrick zien we vandaag de dag als één van de grondleggers van het christendom in Europa. Deze zegen klinkt nog altijd vaak als christenen samen op groepsreis gaan, bijvoorbeeld een gemeentereis of groep jongeren die op werkvakantie gaat. Reiszegen van Sint Patrick De Heer zij voor jou om je de juiste weg te wijzen. De Heer zij naast jou om jou in de armen te sluiten en te beschermen tegen gevaren van links en rechts. De Heer zij achter jou om je te bewaren voor gemene aanvallen van anderen. De Heer zij onder jou om je op te vangen als je dreigt te vallen De Heer zij in jou om je te troosten als je verdrietig bent. De Heer zij om je heen om je te verdedigen als mensen over je heen vallen. De Heer zij boven jou om je te zegenen. Moge God zich over je ontfermen. nu en altijd. 11

92 Onderweg zijn als geloofsweg Bijlage 3 LIED THE WRONG DIRECTION Passenger - The Wrong Direction When I was a kid the things I did were hidden under the grid young and naive I never believed that love could be so well hid with regret I m willing to bet and say the older you get it gets harder to forgive and harder to forget it gets under your shirt like a dagger at work the first cut is the deepest but the rest still flipping hurt you build your heart of plastic get cynical and sarcastic and end up in the corner on you re own Cos I d love to feel love but I can t stand the rejection I hide behind my jokes as a form of protection I thought I was close but under further inspection it seems I ve been running in the wrong direction oh no So what s the point in getting your hopes up when all you re ever getting is choked up when you re coked up and can t remember the reason why you broke up you call her in the morning when you re coming down and falling like an old man on the side of the road cos when you re apart you don t want to mingle when you re together you want to be single ever the chase to taste the kiss of bliss that made your heart tingle how much greener the grass is with those rose tinted glasses but the butterflies they flutter by and leave us on our arses Cos I d love to feel love but I can t stand the rejection hide behind my jokes as a form of protection I thought I was close but under further inspection it seems I ve been running in the wrong direction there s fish in the sea for me to make a selection I d jump in if it wasn t for my ear infection cos all I want to do is try to make a connection it seems I've been running in the wrong direction oh 12

93 Onderweg zijn als geloofsweg Bijlage 3 Oh I d love to feel love but I can t stand the rejection I hide behind my jokes as a form of protection I thought I was close but under further inspection it seems I ve been running in the wrong direction I d love to feel love but I can t stand the rejection I hide behind my jokes as a form of protection I thought I was close but under further inspection it seems I ve been running in the wrong direction ohh it seems like I m running in the wrong direction ohh seems like I m running in the wrong direction ohh well it seems I've been running in the wrong direction oh no seems I ve been running in the wrong direction Vertaling Toen ik een kind was werden de dingen die ik deed verstopt onder het rooster Jong en naïef geloofde ik nooit dat liefde zo goed verstopt kon zijn Met spijt ben ik bereid te wedden en te zeggen dat hoe ouder je wordt Des te moeilijker het wordt om te vergeven en te vergeten Het steekt je onder je hemd als een dolk aan het werk De eerste steek is de diepste, maar de rest doet nog steeds erg pijn Je maakt je hart van plastic Wordt cynisch en sarcastisch En eindigt alleen in een hoekje Want ik zou graag liefde voelen, maar ik kan niet tegen de afwijzing Ik verstop me achter mijn grappen, als een vorm van bescherming Ik dacht dat ik dichtbij was, maar bij nader inzien Lijkt het alsof ik de verkeerde kant ben opgelopen, oh nee Dus wat heeft het voor zin om hoop te hebben Als alles wat je krijgt in de kiem gesmoord wordt Als je onder invloed bent En je je niet meer kunt herinneren waarom je uit elkaar ging Je belt haar in de ochtend Wanneer je langskomt en instort als een oude man langs de kant van de weg Want wanneer je uit elkaar bent, wil je je niet binden Wanneer je samen bent wil je single zijn Steeds de jacht om de kus van gelukzaligheid te proeven Die je hart deed tintelen Hoe veel groener is het gras Met die roze getinte glazen Maar de vlinders ze fladderen voorbij en laten ons achter op onze kont 13

94 Onderweg zijn als geloofsweg Bijlage 3 Want ik zou graag liefde voelen, maar ik kan niet tegen de afwijzing Ik verstop me achter mijn grappen, als een vorm van bescherming Ik dacht dat ik dichtbij was, maar bij nader inzien Lijkt het alsof ik de verkeerde kant ben opgelopen Er is genoeg vis in de zee voor mij om een keuze te maken Ik zou erin springen als ik geen oorinfectie had Want alles wat ik wil is een connectie maken Het lijkt alsof ik de verkeerde kant op ben gelopen, oh Oh ik zou graag liefde voelen, maar ik kan niet tegen de afwijzing Ik verstop me achter mijn grappen, als een vorm van bescherming Ik dacht dat ik dichtbij was, maar bij nader inzien Lijkt het alsof ik de verkeerde kant ben opgelopen Ik zou graag liefde voelen, maar ik kan niet tegen de afwijzing Ik verstop me achter mijn grappen, als een vorm van bescherming Ik dacht dat ik dichtbij was, maar bij nader inzien Lijkt het alsof ik de verkeerde kant ben opgelopen, oh Het lijkt alsof ik de verkeerde kant ben opgelopen, oh Het lijkt alsof ik de verkeerde kant ben opgelopen, oh Ach, het lijkt alsof ik de verkeerde kant ben opgelopen, oh Lijkt alsof ik de verkeerde kant ben opgelopen, oh Bron: 14

95 Onderweg zijn als geloofsweg Bijlage 4 VRAGENKAARTJES EMMAÜSWANDELING Welk Bijbelverhaal zegt iets over hoe jij gelooft? (of juist niét gelooft, of twijfelt)? Welke persoon is belangrijk voor jou als het gaat om hoe je bent gegroeid in je geloof? Als je God zou mogen ontmoeten, wat zou je Hem dan willen vragen? Wat zou je willen veranderen aan de kerk, en waarom? Over welk geloofsonderwerp zouden we het bij Provider eens moeten hebben? 15

96 Onderweg zijn als geloofsweg Bijlage 5 LABYRINT MAKEN Wat is een labyrint? Een labyrint is een kunstmatig aangelegde weg, meestal in een specifieke geometrische vorm (zoals een cirkel of vierkant), die is bedoeld als een spiritueel pad. De wandelaar loopt via het pad van het labyrint van buiten naar binnen toe, en na in het midden te zijn geweest weer naar buiten; dat laatste gebeurt soms door de afgelegde weg weer terug af te leggen, soms door een andere parallel-route af te leggen. Tijdens deze weg doordenkt de wandelaar bepaalde levensvragen. In de Middeleeuwen waren labyrinten op vloeren van christelijke kerken veelal bedoeld om mensen die niet in de gelegenheid waren een échte pelgrimsroute af te leggen (bijvoorbeeld meedoen met een kruistocht naar het Heilige Land), een alternatief aan te bieden. Meer informatie, zie bijvoorbeeld: pelgrimsweg Labyrint maken Maak op een grasveld, of op een groot oppervlak met tegels of klinkers een levensgroot labyrint, met een pad zo breed dat een persoon er doorheen kan lopen. Benodigde materialen: bamboestokken (in geval van tegels of klinkers: smalle tentharingen, of eventueel stenen; dat laatste is wel windgevoeliger); afzetlint (verkrijgbaar bij een bouwmarkt) of eventueel vliegertouw (dat is minder goed zichtbaar). Instructie: Door het afzetlint vast te binden aan de bamboestokken (of haringen) of er stenen op te plaatsen, kun je een route maken waarbij iemand voortdurend tussen 2 stroken afzetlint loopt. Volg daarbij bijvoorbeeld onderstaand patroon, maar het kan ook een veel eenvoudiger patroon zijn. Het gaat er om dat iemand die het labyrint loopt van buiten naar binnen loopt, en van binnen weer naar buiten wordt geleid, en dat er maar één weg mogelijk is (dus geen doodlopende stukjes). Deelnemers mogen één voor één door het labyrint lopen, met voldoende tussentijd tussen de starters. Het gaat hierbij niet om tijd, inhalen is niet de bedoeling. Vragen voor onderweg: Je kunt de vragen van bijlage 4 meegeven. Deze kan ieder dan voor zichzelf beantwoorden. Of je kunt onderweg in het labyrint op bordjes of A4 tjes telkens een vraag stellen waar de wandelaar over na kan denken tot aan de volgende vraag. Het is mooi als de kernvraag in het midden aan bod komt, en de wandelaar ook via de vragen van buiten naar binnen, en van binnen naar buiten loopt. Onderstaande vragen kun je hiervoor gebruiken ter inspiratie: 1. Bij vertrek: als je op reis gaat, vertrek je vanuit een startpunt, een begin. Je laat dan wat achter. Wat zou je waar je ook naartoe gaat altijd mee willen nemen? Waarom is juist dat zo belangrijk voor je? 2. Achterlaten: waar je ook gaat of staat, je laat altijd iets achter: herinneringen, thuis, bepaalde spullen. Wat in je leven zou je graag achter je willen laten? 3. Als je in een spiegel zou kijken die écht laat zien wie jij bent zoals God ziet wie jij bent: welke eigenschappen zou die spiegel (of zou God) dan tonen of vertellen? 4. Op de weg terug: je bent bij de kern geweest, je hebt jezelf in de ogen gekeken. Is er een verschil tussen wie je werkelijk bent en hoe anderen je zien? Wat is dat verschil, en zou je daar iets aan willen veranderen? 5. Terug: je bent bijna bij het einde: welke gedachten die tijdens deze reis aan bod zijn geweest, neem je graag mee op je verdere levensweg? Tip: Het is ook mogelijk een echt labyrint te bezoeken. Op de website staat een kaart waarop alle doolhoven en labyrinten in Nederland die te bezoeken zijn staan aangegeven. Als er eentje in de buurt is, kun je besluiten op een apart moment daar met de deelnemers naartoe te gaan, en de denkopdracht dáár uit te voeren. 16

97 Onderweg zijn als geloofsweg Bijlage 6 IRISH BLESSING May the road rise to meet you. May the wind always be at your back. May the sun shine warm upon your face, and rains fall soft upon your fields. Refrein: And until we meet again, May God hold you in the palm of His hand. And until we meet again, May God hold you in the palm of His hand. Dat de weg je tegemoet mag komen en de wind altijd in je rug zal zijn. Dat de zon warm op je gezicht zal schijnen; en dat het zacht mag regenen op je velden. Refrein: En tot we elkaar weerzien, wens ik je toe dat God je in de palm van zijn hand zal houden. En tot we elkaar weerzien, wens ik je toe dat God je in de palm van zijn hand zal houden. Dat de weg je tegemoet mag komen en de wind altijd in je rug zal zijn. Dat de zon warm op je gezicht zal schijnen; en dat het zacht mag regenen op je velden. Refrein: En tot we elkaar weerzien, wens ik je toe dat God je in de palm van zijn hand zal houden. En tot we elkaar weerzien, wens ik je toe dat God je in de palm van zijn hand zal houden. 17

98 Engelen Leeftijd: Thema: engelen Tijdsduur: Meerdere bijeenkomsten Soms krijgen mensen hulp uit 'onverwachte hoek'. In de Bijbel bijvoorbeeld van engelen... De programma's vind je in het PDF document in de bijlage. Korte beschrijving van de programma's: De eerste bijeenkomst draait om 'hulp uit onverwachte hoek'. De deelnemers staan eerst stil bij hun beeld van engelen. Daarna bespreken ze het Bijbelverhaal waarin Petrus wordt bevrijd door een engel. Vervolgens bedenken en spelen ze een rollenspel over dit thema. De tweede bijeenkomst draait om situaties die anders uitpakken dan gedacht. De jongeren verkennen dit thema aan de hand van een balspel. Vervolgens gaan ze er dieper op in aan de hand van een verhaal en hun eigen ervaringen. Daarbij kijken ze ook hoe dit zich verhoudt met 'hulp uit onverwachte hoek'. Tot slot verwerken ze hun persoonlijke bevindingen in een tekening, stripverhaal of gedicht. Doelen van de bijeenkomsten: De deelnemers leren meer over de rol die engelen spelen in de Bijbel en dat engelen namens God kunnen zorgen voor hulp uit onverwachte hoek. De deelnemers verdiepen zich in Handelingen 12:1-17 (waarin Petrus wordt bevrijd door een engel) en verkennen zo het thema 'hulp uit onverwachte hoek'. De deelnemers spiegelen zichzelf aan het verhaal van Petrus. De deelnemers denken na over de vraag of zij ooit hulp uit onverwachte hoek hebben ontvangen en wat dat voor hen heeft betekend. De deelnemers begrijpen dat vervelende gebeurtenissen in het leven achteraf gezien soms beter zijn uitgepakt dan van tevoren gedacht en ze delen hun ervaringen hiermee met elkaar. De deelnemers denken na over wat zij van 'hulp van boven' vinden en kunnen dat verwoorden.

99 Hulp uit onverwachte hoek Categorie Bijbel Aantal deelnemers Vier tot twaalf Leeftijd jaar Duur / aantal bijeenkomsten Een bijeenkomst van een uur en een van vijf kwartier De deelnemers verdiepen zich in Handelingen 12:1-17 (waarin Petrus wordt bevrijd door een engel) en verkennen zo het thema 'hulp uit onverwachte hoek'. De deelnemers spiegelen zichzelf aan het verhaal van Petrus. De deelnemers denken na over de vraag of zij ooit hulp uit onverwachte hoek hebben ontvangen en wat dat voor hen heeft betekend. De deelnemers begrijpen dat vervelende gebeurtenissen in het leven achteraf gezien soms beter zijn uitgepakt dan van tevoren gedacht en ze delen hun ervaringen hiermee met elkaar. De deelnemers denken na over wat zij van 'hulp van boven' vinden en kunnen dat verwoorden. Auteurs Eelkjen Veenstra en Marije van der Wilt-Karreman KORTE BESCHRIJVING De eerste bijeenkomst draait om 'hulp uit onverwachte hoek'. De deelnemers staan eerst stil bij hun beeld van engelen. Daarna bespreken ze het Bijbelverhaal waarin Petrus wordt bevrijd door een engel. Vervolgens bedenken en spelen ze een rollenspel over dit thema. De tweede bijeenkomst draait om situaties die anders uitpakken dan gedacht. De jongeren verkennen dit thema aan de hand van een balspel. Vervolgens gaan ze er dieper op in aan de hand van een verhaal en hun eigen ervaringen. Daarbij kijken ze ook hoe dit zich verhoudt met 'hulp uit onverwachte hoek'. Tot slot verwerken ze hun persoonlijke bevindingen in een tekening, stripverhaal of gedicht. VERANTWOORDING Op veel plaatsen in de Bijbel komen engelen voor. Zij vervullen dan altijd een belangrijke rol, bijvoorbeeld doordat ze een boodschap van God overbrengen of waarschuwen voor onheil. Ook zijn er enkele Bijbelverhalen waarin mensen een beschermengel hebben, die soms onverwacht te hulp schiet (zoals het verhaal dat aan bod komt in dit item). Christenen van nu denken heel verschillend over engelen. Zo gaan sommigen ervan uit dat engelen zich in de hemel hebben teruggetrokken, terwijl anderen juist aangeven dat ze zelf engelen hebben gezien. Hoe dan ook, ook vandaag de dag ervaren mensen soms 'hulp uit onverwachte hoek'. Engelen aan het werk? DOEL De deelnemers leren meer over de rol die engelen spelen in de Bijbel en dat engelen namens God kunnen zorgen voor hulp uit onverwachte hoek. 1

100 Hulp uit onverwachte hoek VOORBEREIDING Praktische voorbereiding Lees het hele item goed door, inclusief de bijlagen. Zoek op internet minstens twintig uiteenlopende afbeeldingen van engelen. Print ze op stevig papier. Regel voor de tweede bijeenkomst een ruimte die geschikt is voor het spel. Zet vlak voor de eerste bijeenkomst de stoelen in een kring, met een tafel in het midden. Zet de kaars op de tafel. Zet vlak voor de tweede bijeenkomst de stoelen in een kring, met de kaars en de veertjes in het midden. Leg voor elke bijeenkomst alle benodigdheden klaar. Persoonlijke voorbereiding Met behulp van deze vragen kun je je ook persoonlijk voorbereiden op de bijeenkomsten: Wat voor associaties en/of beelden roept het woord 'engel' bij je op? Welke Bijbelverhalen met engelen ken je? Lees Handelingen 12:1-17 goed door. Hoe zou dit geweest zijn voor Petrus, denk je? En hoe voor het dienstmeisje Rhode? En voor de gemeente? Heb je zelf ook weleens hulp uit onverwachte hoek ontvangen, of ben je dat misschien weleens voor een ander geweest? Relateer je deze gebeurtenissen aan engelen? Wat kun en wil je daarvan delen met de jongeren? BENODIGDHEDEN Eerste bijeenkomst Een grote kaars en iets om deze mee aan te steken; Afbeeldingen van engelen (zie Praktische voorbereiding); Pennen; Een bijbel (NBV); Een kopie van bijlage 2 (in kaartjes geknipt); Per twee deelnemers een kopie van bijlage 3. Tweede bijeenkomst Een grote kaars en iets om deze mee aan te steken; Een schaal witte veertjes (te koop in hobbywinkels); Een bal voor het spel; Kopieën van bijlage 5 voor alle deelnemers; Tekenpapier; Potloden; Stiften. PROGRAMMA Eerste bijeenkomst 5 minuten Opening Heet de deelnemers welkom en bied eventueel iets te drinken aan. Maak zo nodig een voorstelrondje. Vertel kort iets over de opzet van dit item (zie korte beschrijving). Vraag een van de deelnemers om de kaars aan te steken als symbool voor Gods aanwezigheid. Open vervolgens met het gedicht in bijlage minuten Verkenning Vertel dat iedereen een eigen beeld heeft van hoe een engel eruitziet en wat een engel doet. Deel pennen uit en verspreid de afbeeldingen van engelen over de tafel. Laat iedere jongere de afbeelding pakken die het meest overeenkomt met zijn of haar beeld van een engel. Vraag de deelnemers om hun keuze toe te lichten. Vraag ook welk woord de gekozen afbeelding bij hen oproept. Geef aan dat ze dat woord op de achterkant van de afbeelding mogen schrijven. De gekozen afbeelding mogen ze zelf houden of ophangen in de ruimte. 15 minuten Verdieping Leid dit onderdeel als volgt in: In de Bijbel komt een grote verscheidenheid aan engelen voor. Allemaal komen ze namens God, maar elke engel heeft een eigen verschijningsvorm en taak. In sommige Bijbelteksten lijken engelen net mensen, op andere plaatsen hebben ze vleugels of geven ze licht. Soms komen ze een boodschap overbrengen, andere keren komen ze waarschuwen voor onheil of bieden ze hulp uit onverwachte hoek. Een voorbeeld van het laatste staat in Handelingen 12:1-17. Vraag een van de jongeren om Handelingen 12:1-17 voor te lezen uit een bijbel. Verdeel dan de uitgeknipte vragenkaartjes (bijlage 2) onder de deelnemers. Laat de jongere met kaartje 1 de vraag stellen aan de jongere rechts van hem of haar. Hij of zij geeft dan antwoord. Doe vervolgens hetzelfde met kaartje 2, enzovoort. Werk alle kaartjes in volgorde af. 2

101 Hulp uit onverwachte hoek 25 minuten Verwerking Vorm tweetallen. Geef ieder tweetal een kopie van bijlage 3 en een pen. Vraag de tweetallen om zich met behulp van de bijlage voor te bereiden op een kort rollenspel over een engel en een jongere. Het gaat alleen om het bedenken van het verhaal; de teksten mogen ze improviseren. Geef hiervoor tien minuten de tijd. Ondersteun de tweetallen waar nodig. Vraag de jongeren om hun rollenspellen uit te spelen. Stel na afloop de volgende vragen: Hoe was het om een engel te zijn? Hoe was het om hulp uit onverwachte hoek te krijgen? Kun je je voorstellen dat dit in het echt zou gebeuren? Waarom wel of niet? 5 minuten Afsluiting Sluit af met het gedicht in bijlage 4. Blaas de kaars uit. Bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en inbreng. Nodig hen uit voor de volgende bijeenkomst. Tweede bijeenkomst 5 minuten Opening Heet de deelnemers welkom en bied eventueel iets te drinken aan. Kom nog even terug op de eerste bijeenkomst. Benoem daarbij dat het ging om 'hulp uit onverwachte hoek'. Ga in een kring bij elkaar zitten. Vraag een van de deelnemers om de kaars aan te steken als symbool voor Gods aanwezigheid. Leg uit dat de witte veertjes symbool staan voor het voorrecht om af en toe hulp uit onverwachte hoek te mogen zijn en te mogen ontvangen. Geef aan dat je hier even bij stil wilt staan met elkaar. Laat elke deelnemer in stilte een wit veertje pakken. Geef na een moment stilte aan dat de jongeren de veertjes mee naar huis mogen nemen. Zet de kaars op een veilige plaats (in verband met het spel dat volgt). 10 minuten Verkenning Geef aan dat het in deze bijeenkomst gaat om situaties waarin dingen anders lopen dan je had gehoopt of verwacht. Vertel de deelnemers dat ze een spel gaan doen dat hiermee te maken heeft. Leg uit wat de bedoeling is: De jongeren moeten in een kring gaan staan met hun handen op hun rug. Een van hen gaat met een bal in het midden van de kring staan en gooit de bal steeds naar iemand in de kring. Die moet de bal dan vangen en teruggooien. Wie de bal bij het vangen laat glippen, is af. Degene in het midden van de kring kan echter ook de bal vasthouden en alleen doen alsof hij gaat gooien. Wie dan zijn handen van zijn rug haalt, is ook af. De jongeren in de kring mogen dus alleen hun handen van hun rug halen als degene in het midden echt gooit. Wie als laatste overblijft, mag bij de volgende ronde in het midden gaan staan. Laat dit spel even spelen, leg het dan stil en voeg een nieuwe spelregel toe: Een deelnemer mag ook een 'engel' zijn voor een ander, door de bal voor die ander op te vangen (als de ander hem laat glippen of er niet goed bij kan). Daarbij moet hij dan het woord "engel" roepen. Dan is de ander niet af, ook al heeft hij de bal gemist. 20 minuten Verdieping Leid dit onderdeel als volgt in: In het spel liepen dingen soms iets anders dan je had verwacht. Bijvoorbeeld: je dacht de bal te krijgen, maar degene in het midden gooide niet. Of je miste de bal, maar iemand anders ving hem voor je op. Het volgende verhaal gaat ook over iemand bij wie dingen anders lopen dan hij had verwacht. Deel kopieën van bijlage 5 uit. Laat een of meerdere deelnemers het verhaal voorlezen. Bespreek het verhaal vervolgens met de jongeren. Stel bijvoorbeeld de volgende gespreksvragen: Wat vind je van dit verhaal? Wat zijn de overeenkomsten tussen dit verhaal en het verhaal van Petrus in de vorige bijeenkomst? Wat in eerste instantie pech leek, bleek later juist een geluk te zijn. Kan dat ook 'hulp uit onverwachte hoek' zijn? Waarom wel of niet? Als het hulp uit onverwachte hoek is, hoe komt dat dan? Helpt God mensen nog steeds op zo'n manier? Wat kun je leren van een situatie waarin dingen anders lopen dan je had verwacht? 3

102 Hulp uit onverwachte hoek Deel zo mogelijk ook iets van je eigen ervaring (zie Persoonlijke voorbereiding). Rond het gesprek af met de volgende woorden: Er kunnen dingen gebeuren in je leven die in eerste instantie vervelend lijken, maar uiteindelijk juist in je voordeel blijken te werken. Of er gebeurt iets waarvan je eerst heel erg baalt, terwijl je later beseft dat je er wel iets van hebt geleerd. Het is lastig om precies aan te wijzen hoe God hierbij betrokken is. Maar je kunt erop vertrouwen dat Hij weet wat je doormaakt en dat Hij je wil helpen in je leven. Misschien doet Hij dat door middel van een engel, of via de mensen om je heen. Je mag er hoe dan ook op vertrouwen dat Hij er is en als het ware met je meeloopt - wat er ook gebeurt. BIJLAGEN 1. Gedicht 1 2. Vragenkaartjes 3. Werkblad 4. Gedicht 2 5. Verhaal 1 6. Verhaal 2 35 minuten Verwerking Deel tekenpapier, potloden en stiften uit. Vraag de jongeren om een tekening, stripverhaal of gedicht te maken over een situatie die onverwachts goed uitpakte; iets waarvan ze in eerste instantie stevig baalden maar wat achteraf juist een meevaller bleek. Net zoals Karel in het verhaal: eerst baalde hij omdat hij naast een bijbaantje greep, maar achteraf was hij juist blij omdat bleek dat het eigenlijk helemaal niet zo'n leuk baantje was. Geef zo nodig nog een voorbeeld: Op weg naar school kreeg iemand een lekke band en daardoor kwam hij te laat voor een belangrijke toets. Maar van zijn docent mocht hij de toets de volgende les inhalen. Zo kreeg hij nog wat extra tijd om te leren! Als de deelnemers het lastig vinden om iets te bedenken, mogen ze ook een stripverhaal maken over het rollenspel in de eerste bijeenkomst. Vraag de jongeren om hun werk te presenteren en kort de bijbehorende verhalen te delen. Praat er even over door met elkaar. Denken de jongeren bijvoorbeeld dat het toeval was wat er gebeurde, of zou het 'hulp van boven' geweest zijn? 5 minuten Afsluiting Sluit af met het verhaal in bijlage 6. Blaas de kaars uit. Bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en inbreng. 4

103 Hulp uit onverwachte hoek Bijlage 1 GEDICHT 1 Mijn engel! Ik heb een engel die op me past, die precies weet hoe ik me voel, die zonder woorden begrijpt wat ik bedoel. Die engel is bij me als het goed gaat, maar ook in slechte tijden. Onverwachts is mijn engel dan daar, om me te komen verblijden. Door jou gaat 't nu goed. Soms voel ik me nog een beetje verward, maar jij redt me altijd weer, jij... de engel van m'n hart. Bron: Majosu (2003, 11 september). Mijn engel! Geraadpleegd op 5

104 Hulp uit onverwachte hoek Bijlage 2 VRAGENKAARTJES 1. Hoe ziet de engel in dit Bijbelverhaal eruit? 7. Hoe reageert de gemeente aan het begin van het verhaal en hoe aan het eind? 2. Waarom zit Petrus opgesloten? 8. Ken je iemand die weleens een engel heeft gezien? 3. Hoe zou jij op de engel reageren als je Petrus was? 9. Geloof je dat engelen bestaan? 4. Wat vind je mooi aan dit verhaal? 10. Hoe zou je reageren als er plotseling een engel voor je stond? 5. Wat vind je vreemd aan dit verhaal? 11. Petrus kreeg hulp uit onverwachte hoek. Heb je zelf weleens hulp uit onverwachte hoek gekregen? Zo ja, wat betekende dat voor je? 6. Begrijpt Petrus meteen wat er gebeurt? 12. Als je zelf een engel was, wat zou je dan doen? 6

105 Hulp uit onverwachte hoek Bijlage 3 WERKBLAD 1. Rollen verdelen Een van jullie gaat een jongere spelen die buiten zijn of haar schuld flink in de problemen komt. Maar omdat hij of zij onschuldig is, biedt een engel onverwachts hulp. Vul hieronder jullie namen in: De engel wordt gespeeld door: De jongere wordt gespeeld door: 2. Verhaal bedenken Vul het verhaal verder in door kort antwoord te geven op de volgende vragen. De beginsituatie Waar is de jongere? Is hij of zij bijvoorbeeld opgesloten, verstopt of op de vlucht? Wat is er gebeurd? Hoe voelt de jongere zich? De verandering Hoe ontmoet de jongere de engel? Wat doet de engel om de situatie van de jongere te veranderen? De eindsituatie Waar is de jongere nu? Waar is de engel? Hoe voelt de jongere zich? Wat is er veranderd? 3. Uitvoeren Bespreek kort met elkaar hoe jullie het verhaal kunnen uitspelen. Je hoeft geen teksten op te schrijven: je mag improviseren tijdens het rollenspel. Houd je echter wel aan het bedachte verhaal. 7

106 Hulp uit onverwachte hoek Bijlage 4 GEDICHT 2 Vleugels God heeft ons naar de aarde gestuurd om liefde te brengen. Hij hoopt dat wij elkaar blij en gelukkig maken. Elke dag zal ik proberen aan deze opdracht te denken. En als het een keer niet lukt, alsjeblieft, Engel, vouw dan je vleugels om mij heen, zodat ik vanbinnen voel dat je niet boos bent, maar mij helpt om te leren. Amen. Bron: Stolp, H. (2009). Engelengebeden voor kinderen. Utrecht: Ankh-Hermes. 8

107 Hulp uit onverwachte hoek Bijlage 5 VERHAAL 1 Karel en de engel op zijn schouder Karel wil graag zijn rijbewijs halen. Om de rijlessen te kunnen betalen, zoekt hij een bijbaantje. Hij zoekt op internet, kijkt in de krant en vraagt om zich heen. Maar het blijkt nog niet zo gemakkelijk om iets te vinden. Op een dag komt Karel thuis uit school en treft hij zijn buurvrouw. Ze loopt net haar voortuin in, om een omgewaaid bloempotje overeind te zetten. Ze maken een praatje. Als de buurvrouw hoort van Karels zoektocht, geeft ze hem een tip: hij zou een korte open brief kunnen opstellen om hier en daar af te geven in het dorp. Dat vindt Karel wel een goed idee en hij gaat er meteen mee aan de slag. Hij schrijft dat hij werk zoekt en wat hij allemaal kan. De volgende dag gaat Karel bij allerlei adressen langs om zijn brief af te geven: de dierenwinkel, de snackbar, het warenhuis, de groenteboer, enzovoort. Bij de supermarkt wijst de bedrijfsleider hem op het prikbord bij de ingang. Misschien hangt daar iets tussen? Karel bekijkt de briefjes op het prikbord. Vermist... Gevraagd... Te koop... En ja: tot Karels grote blijdschap wordt er ook een bijbaantje aangeboden. Een pretpark in de buurt zoekt medewerkers. Hij belt het nummer en wordt uitgenodigd voor een gesprek. Die zaterdag fietst Karel naar het pretpark, een beetje zenuwachtig maar toch ook vrolijk. De baas geeft hem een stevige hand en stelt hem allerlei vragen: of hij dit werk eerder heeft gedaan, hoe oud hij is, of hij deze week al zou kunnen beginnen, en ga zo maar door. Het gesprek verloopt goed. En nu maar hopen dat hij aangenomen is! Later die dag gaat Karels telefoon. Karel herkent het nummer niet, maar hoopt dat het de man van het pretpark is. En inderdaad. Maar wat een teleurstelling: Karel is niet aangenomen. De baas van het pretpark had nog iemand anders gesproken en vond die ander geschikter. Karel baalt als een stekker. Heeft hij eindelijk een leuk baantje gevonden, loopt het op niets uit. En hij had nog wel zo zijn best gedaan! De moed zakt hem in de schoenen. Een paar dagen later gaat Karels telefoon opnieuw. Onbekend nummer. Wat onzeker neemt hij op. Het is de eigenaar van de dierenwinkel, die wil weten of Karel nog steeds werk zoekt. Karel mag diezelfde middag nog langskomen voor een gesprek. In de dierenwinkel krijgt Karel eerst een rondleiding. Het klikt zo goed met de eigenaar, dat Karel al aangenomen is voordat hij de winkel weer verlaat! Op straat komt Karel zijn vriend Tim tegen, en hij vertelt hem over zijn nieuwe baan. Karel vertelt ook hoe vervelend hij het vond dat hij was afgewezen bij het pretpark. Maar Tim zegt dat Karel daar eigenlijk geluk mee heeft gehad. Geluk gehad? Wat bedoelt Tim daarmee? Dan vertelt Tim dat hij van anderen gehoord heeft dat het werk bij het pretpark erg slecht betaalt, en dat de baas voortdurend loopt te schelden. Als Karel thuiskomt, is zijn buurvrouw in de tuin bezig. Hij vertelt haar zijn verhaal. Glimlachend zegt de buurvrouw: "Je had vast een engeltje op je schouder!" Eelkjen Veenstra 9

108 Hulp uit onverwachte hoek Bijlage 6 VERHAAL 2 Engelen zonder vleugels Dagboekfragment van Wilco van Walraven, geestelijk verzorger van Nederlandse militairen in Afghanistan Wat een week! Een week vol actie voor de jongens en meiden die buiten op patrouille waren. 's Morgens om uur worden ze gewekt en dan gaan ze ontbijten, om uur gaan ze op pad. Zelf ben ik erbij geweest om hen uit te zwaaien, vorige week zondagmorgen. Het sein voor vertrek wordt gegeven. Daar gaan ze, de ochtendzon laat zijn glorie al zien en alles ligt er nog vredig bij. (...) Later die week bereikt ons het bericht dat er gewonden zijn. Het is de groep die ik goed ken en die ik uitgezwaaid heb. Dat raakt je diep: Wie zijn het? Wat voor verwondingen hebben ze? O God, laat het alstublieft goed komen met ze. Een medifac, een helikopter met een arts aan boord en herkenbaar aan een Rode Kruisteken, vliegt over. Snel naar het hospitaal, want daar wordt de eerste binnengedragen naar de operatiekamer. Weer een helikopter met drie gewonden, één van hen komt hinkelend binnen en de andere twee worden gedragen op een brancard. Later op de dag komt de vijfde gewonde binnen. Gelukkig (sorry voor mijn taalkeuze) alleen wat brandwonden en gebroken benen en enkels, een gekneusde rug en een verstuikte voet. Twee jongens liggen tot aan hun liezen in het gips. Maar hoe sterk zijn ze mentaal! Ze lachen, maken geintjes. Alle spanning komt eruit; laat ze maar gaan, tranen komen later wel. Ze zijn opgelucht. Ze zijn door een granaat beschoten en op een bermbom gereden. Het had erger kunnen aflopen: later worden de overige leden van hun patrouille aangereden door een man in een auto die volgeladen is met explosieven. Ze maken veel mee. (...) Een ieder is ontzettend dankbaar voor het snelle en professionele handelen van het personeel in het Nederlandse hospitaal op de basis, de militairen spreken daar hun diepe respect over uit. Engelen zonder vleugels zijn het. (...) Ik ben verheugd dat ik iedere zondag een gebed mag opdragen voor deze mensen en de zegen mag uitspreken in de eredienst. (...) Vanmorgen heb ik dat weer gedaan. Een kyrie-gebed, Heer ontferm U, Heer ontferm U over ons. Heer ontferm U over deze jonge mensen. Bron: Woestijnpost: Dagboeknotities van geestelijk verzorgers in Afghanistan. (2007). Amsterdam: Ark Boeken. 10

109 Wie inspireert jou? Leeftijd: Thema: bijbel, bijbelse personages, delen, identiteit Tijdsduur: Meerdere bijeenkomsten Over inspirerende (Bijbelse) personen. En hoe kunnen wij een inspiratie zijn? De programma's vind je in het PDF document in de bijlage. Korte beschrijving van de programma's: Dit item draait om inspirerende figuren, uit de hedendaagse cultuur en uit de Bijbel. In de eerste bijeenkomst bekijken de deelnemers twee filmpjes, waaronder een fragment van een popster die over haar inspiratie vertelt. De jongeren praten met elkaar over hun eigen inspiratie en wie zij inspirerend vinden. Ook bedenken ze hoe ze zelf iets inspirerends zouden kunnen doen voor een ander. In de tweede bijeenkomst doen de deelnemers een test om te kijken op welke Bijbelse figuur ze lijken. Vervolgens verdiepen ze zich in 'hun' figuur en geven ze daar een korte presentatie over. Doelen van de bijeenkomsten: De deelnemers kunnen aangeven welke mensen zij inspirerend vinden en waarom. De deelnemers maken kennis met inspirerende figuren uit de moderne cultuur. De deelnemers maken kennis met inspirerende figuren uit de Bijbel. De deelnemers leren dat inspiratie in het christelijk geloof voortkomt uit Gods liefde voor mensen; dat God ons oproept om onszelf lief te hebben én Zijn liefde te delen met anderen. De deelnemers ervaren dat zij kunnen worden geïnspireerd door voorbeeldfiguren, zowel uit de Bijbel als uit de moderne cultuur.

110 Het vuur verspreiden: Wie inspireert jou? De deelnemers maken kennis met inspirerende figuren uit de Bijbel. De deelnemers leren dat inspiratie in het christelijk geloof voortkomt uit Gods liefde voor mensen; dat God ons oproept om onszelf lief te hebben én Zijn liefde te delen met anderen. De deelnemers ervaren dat zij kunnen worden geïnspireerd door voorbeeldfiguren, zowel uit de Bijbel als uit de moderne cultuur. Categorie Bijbel Aantal deelnemers Zeven tot twaalf Leeftijd jaar Duur / aantal bijeenkomsten Een bijeenkomst van vijf kwartier en een bijeenkomst van een uur Auteur Niels Gillebaard KORTE BESCHRIJVING Dit item draait om inspirerende figuren, uit de hedendaagse cultuur en uit de Bijbel. In de eerste bijeenkomst bekijken de deelnemers twee filmpjes, waaronder een fragment van een popster die over haar inspiratie vertelt. De jongeren praten met elkaar over hun eigen inspiratie en wie zij inspirerend vinden. Ook bedenken ze hoe ze zelf iets inspirerends zouden kunnen doen voor een ander. In de tweede bijeenkomst doen de deelnemers een test om te kijken op welke Bijbelse figuur ze lijken. Vervolgens verdiepen ze zich in 'hun' figuur en geven ze daar een korte presentatie over. DOEL De deelnemers kunnen aangeven welke mensen zij inspirerend vinden en waarom. De deelnemers maken kennis met inspirerende figuren uit de moderne cultuur. VERANTWOORDING Opgroeiende jongeren hebben mensen nodig die hen inspireren. In onze geïndividualiseerde samenleving voelen jongeren zich niet snel aangesproken door het geloof of de kerk. Maar vaak vinden ze bepaalde personen wel inspirerend. Dat kunnen mensen zijn uit hun eigen dagelijks leven of beroemde mensen die ze kennen via de media (zoals popsterren, sporters of filmsterren). Ook in de Bijbel zijn veel inspirerende figuren te vinden. Om de Bijbelse verhalen levend te houden voor de jongeren, is het goed om deze twee werelden met elkaar te vergelijken en duidelijk te maken dat inspirerende figuren zowel in de Bijbel als in de moderne cultuur aanwezig zijn. VOORBEREIDING Praktische voorbereiding Lees het hele item goed door, inclusief de bijlage. Bekijk ook alle filmpjes. Leg voor elke bijeenkomst alle benodigdheden klaar. Test alle apparatuur. 1

111 Het vuur verspreiden: Wie inspireert jou? Persoonlijke voorbereiding Met behulp van deze vragen kun je je ook persoonlijk voorbereiden op de bijeenkomsten: Wie zijn voor jou inspirerende figuren? Waarom? Op welke manier inspireert het christelijk geloof jou? Gaat dat ook via personen? Doe de test op tinyurl.com/jop-test. Op wie lijk jij volgens de test? Kun je je daarin vinden? Waarom wel of niet? Wat betekent inspiratie concreet in jouw leven? Waartoe worden christenen volgens jou geïnspireerd? Wat voor rol spelen God, de ander en jij zelf daarin? BENODIGDHEDEN Eerste bijeenkomst Pennen; Kleine briefjes (voor de Opening); Apparatuur om de filmpjes te kunnen afspelen en de website te laten zien (bijvoorbeeld een computer met internetverbinding en een beamer met scherm en geluidsboxjes); Nog enkele apparaten met internetverbinding (voor de test in de Verwerking); Schrijfpapier. Tweede bijeenkomst Een grote kaars en iets om deze mee aan te steken; Waxinelichtjes voor alle deelnemers; Een groot dienblad voor de waxinelichtjes; De briefjes van de Opening van de eerste bijeenkomst; Apparatuur om de website te laten zien (bijvoorbeeld een computer met internetverbinding en een beamer met scherm); Nog enkele apparaten met internetverbinding (voor de test in de Verdieping en Verwerking); Voor iedere deelnemer een vel wit papier (A3-formaat); Markeerstiften; Een flap-over met stiften. PROGRAMMA Eerste bijeenkomst 10 minuten Opening Heet de deelnemers welkom en bied eventueel iets te drinken aan. Maak zo nodig een voorstelrondje. Vertel kort iets over de opzet van dit item (zie korte beschrijving). Deel pennen en briefjes uit. Laat de jongeren hun naam op het briefje schrijven en daaronder de namen van drie mensen die volgens hen inspirerend zijn voor anderen, een voorbeeld. Bespreek dit kort. Welke namen hebben de jongeren opgeschreven? Waarom vinden ze die personen inspirerend voor anderen? Vinden de jongeren die personen ook inspirerend voor zichzelf? Zijn die personen voor henzelf ook voorbeelden? Bewaar de briefjes voor de volgende bijeenkomst. 15 minuten Verkenning Geef aan dat het in dit item gaat over inspiratie. Laat nog even in het midden wat dat precies is; dat komt ter sprake in de Verdieping. Vertel de deelnemers dat ze gaan kijken naar een filmpje van popster Beyoncé, waarin zij vertelt over haar inspiratie. Geef hun vooraf de volgende vragen mee: Wat wil Beyoncé duidelijk maken? Wat vind jij belangrijk aan wat ze vertelt? Wat kun je met haar boodschap? Laat de eerste twee minuten zien van het fragment (youtu.be/zrd4oexowvc). Benoem zo nodig nog even kort enkele dingen die Beyoncé heeft gezegd: Ik ben geboren om te doen wat ik doe. Ik kan en weet dingen die niemand mij heeft geleerd. Dat zit gewoon in je. We zijn allemaal sterren. We moeten gewoon ontdekken wat we moeten doen in ons leven. Mijn moeder was een groot voorbeeld. Schoonheid verdwijnt; maar wie je bent, blijft voor altijd. Bespreek daarna de vragen die je vooraf had gesteld, en ga hier kort op door. Spreekt dit filmpje de jongeren aan? Vinden ze het inspirerend? Waarom wel of niet? Wat halen ze eruit? Herkennen ze zich in wat Beyoncé vertelt? 10 minuten Verdieping Vertel dat je nu wilt bekijken wat inspiratie eigenlijk is. Laat opnieuw een filmpje zien (youtu.be/pt-hbl2tvti). Bespreek het kort met elkaar. Wat gebeurde er in het filmpje? Wat deed dat met de deelnemers? Hoe werden de mensen in het filmpje geïnspireerd? Wat zegt dit over inspiratie? 2

112 Het vuur verspreiden: Wie inspireert jou? Merk op dat het filmpje eindigt met een Bijbeltekst: "Heb uw naaste lief als uzelf" (Matteüs 22:39b). Waarom zou het filmpje met deze tekst eindigen? Maak duidelijk dat dit te maken heeft met christelijke inspiratie. Kom nog even terug op het eerste filmpje. Daarin vertelde Beyoncé iets over het liefhebben van jezelf. Volgens haar is het belangrijk wie je zelf bent en wat je leuk vindt om te doen. In het tweede filmpje ging het over het liefhebben van de ander. Stel vast dat er dus twee aspecten van inspiratie langsgekomen zijn: dat je jezelf liefhebt én dat je je naaste liefhebt. Christelijke inspiratie is een combinatie van deze twee aspecten. God houdt van alle mensen, dus heb jezelf lief én de ander! Dat betekent ook dat je iets van je eigen tijd, geld of inzet kunt geven aan een ander die dat nodig heeft. Op die manier word je zelf een inspirerend mens voor anderen. 35 minuten Verwerking Geef aan dat er een simpele manier is om erachter te komen wat je als jongere voor een ander kunt doen, op een manier die je zelf leuk vindt. Laat de website zien. Klik bovenaan op "3 stappen naar geweldigheid". Leg uit dat je via deze drie stappen kunt ontdekken hoe je zelf iets voor een ander kunt doen. Er zijn voorbeeldprojecten en er is een test om erachter te komen wat goed bij je past. Laat enkele jongeren de test doen op geweldigheid/test. Bespreek de uitkomsten met elkaar. Laat alle deelnemers vervolgens nadenken over wat zij voor een ander zouden kunnen doen. Ze mogen daarbij de uitkomst van de test gebruiken, maar ze mogen ook iets anders bedenken. Jongeren die de tekst nog niet hadden gedaan, kunnen dit eventueel alsnog doen (op de computer of op hun eigen smartphone). Deel schrijfpapier uit en vraag de jongeren om hun idee op te schrijven. Wat zouden zij voor een ander kunnen betekenen in hun eigen leven? Voor wie zouden ze dan iets kunnen betekenen? Wat zouden ze precies kunnen doen? En hoe zouden ze dat kunnen organiseren? Bespreek tot slot de vraag of de jongeren nu ook geïnspireerde mensen zijn die andere mensen kunnen inspireren. Zo ja, hoe 'gebeurt' dat dan? Is God daarin aanwezig? 5 minuten Afsluiting Sluit af met het gebed in bijlage 1. Bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en inbreng. Nodig hen uit voor de volgende bijeenkomst. Tweede bijeenkomst 5 minuten Opening Heet de deelnemers welkom en bied eventueel iets te drinken aan. Kom nog even terug op de eerste bijeenkomst. Geef aan dat het woord 'inspiratie' vaak wordt geassocieerd met woorden als 'licht' en 'vuur'. Vraag de jongeren om iemand in gedachten te nemen die ze in de afgelopen tijd inspirerend vonden, iemand aan wie ze wel een voorbeeld zouden willen nemen. Deel waxinelichtjes uit. Zet de grote kaars in het midden van de kring en steek die aan. Vertel daarbij dat de kaars staat voor het licht dat God in de wereld heeft gebracht, door Jezus, als een inspiratie voor alle mensen. Laat de jongeren om beurten hun waxinelichtjes aansteken aan de grote kaars en ze op het dienblad zetten. Vraag hun om ondertussen te denken aan de persoon die ze inspirerend vonden. Wees na het aansteken van de waxinelichtjes nog even stil. Zet de grote kaars en de waxinelichtjes daarna op een veilige plaats. 5 minuten Verkenning Herinner de jongeren eraan dat ze in de eerste bijeenkomst drie namen hebben opgeschreven van mensen die inspirerend zouden kunnen zijn voor anderen. Neem de briefjes erbij en deel die uit. Vraag de deelnemers of ze ook namen van Bijbelse figuren hadden opgeschreven. Zo ja, welke? Kunnen de jongeren (nog meer) inspirerende Bijbelse figuren noemen? Waarom zijn die figuren volgens hen inspirerend? 3

113 Het vuur verspreiden: Wie inspireert jou? 15 minuten Verdieping Kom nog even terug op het filmpje uit de eerste bijeenkomst waarin mensen elkaar inspireerden om goede dingen te doen voor anderen. Dat filmpje eindigde met een Bijbeltekst: "Heb uw naaste lief als uzelf" (Matteüs 22:39). Maak duidelijk dat het filmpje en de Bijbeltekst laten zien dat inspiratie te maken heeft met andere mensen: wie zelf geïnspireerd wordt, die inspireert ook anderen. De basis van die inspiratie is Gods liefde voor mensen. Geef aan dat je nu verder gaat met een test die te maken heeft met inspirerende Bijbelse figuren: 'Op welke persoon uit de Bijbel lijk jij?' Laat de test zien (tinyurl.com/jop-test) en doe die zelf een keer als voorbeeld (en om de drempel weg te nemen). Vraag aan twee of drie jongeren of ze de test willen doen. Na afloop verschijnt rechtsonder de knop "The Bible meer info". Daarop kunnen de jongeren klikken voor meer informatie over de Bijbelse figuur die eruit komt. Laat de jongeren vervolgens de test doen. Schrijf ondertussen de bovenstaande vragen op de flap-over, als geheugensteuntje voor de jongeren wanneer ze hun presentatie voorbereiden. Bereid zelf ook een presentatie voor over de Bijbelse figuur die er bij jou uit kwam (zie Persoonlijke voorbereiding). Vraag de jongeren tot slot om het resultaat te presenteren. Ze mogen elkaar ook vragen stellen. Doe zelf ook mee. 5 minuten Afsluiting Sluit af met de zegen in bijlage 1. Bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en inbreng. BIJLAGE 1. Gebed en zegen Bespreek de uitkomsten. Herkennen de jongeren die de test hebben gedaan zich in de uitkomst? Wat herkennen ze wel en wat niet? Waarom? 30 minuten Verwerking Zeg dat het de bedoeling is dat alle deelnemers deze test doen en dat ze een korte presentatie gaan geven over de Bijbelse figuur die er bij hen uit komt. Daarvoor kunnen ze de extra informatie gebruiken die de website biedt. Geef elke deelnemer een groot vel papier en een markeerstift. Leg de jongeren uit wat de bedoeling is: Bovenaan moeten ze de naam schrijven van 'hun' Bijbelse figuur. Daaronder moeten twee kolommen komen: een kolom met de kop 'inspirerend' en een kolom met de kop 'niet inspirerend'. In die kolommen moeten de jongeren opschrijven wat ze inspirerend vinden aan deze Bijbelse figuur en wat niet. Tot slot moeten ze hun Bijbelse figuur kort presenteren. In hun presentatie moeten ze antwoord geven op de volgende vragen: Wie kwam er bij jou uit de test? Wat voor iemand is dit? Hoe is deze figuur inspirerend voor jou? Hoe kun je die inspiratie laten zien in je eigen leven? 4

114 Het vuur verspreiden: Wie inspireert jou? Bijlage 1 GEBED EN ZEGEN Gebed voor de Opening Lieve God, U nodigt ons uit, om oog te hebben voor wie lijden, om te helpen waar verdriet is en om onrecht tegen te gaan. Jezus zelf is ons daarin voorgegaan. Voor de week die komen gaat, bidden wij om inspiratie om Jezus daarin na te volgen. Amen. Zegen voor de Afsluiting Moge God ons zegenen met onrust over gemakkelijke antwoorden, halve waarheden en oppervlakkige relaties, zodat er diepgang komt in onze harten. Moge God ons zegenen met boosheid over onrechtvaardigheid, onderdrukking en de uitbuiting van mensen, zodat we mogen werken voor rechtvaardigheid, vrijheid en vrede. Moge God ons zegenen met tranen voor hen die lijden door pijn, verstoting, honger en oorlog, zodat we onze handen zullen uitstrekken tot troost. En moge God ons zegenen met dwaasheid om te geloven dat we in deze wereld een verschil kunnen maken, zodat we kunnen doen waarvan anderen zeggen dat het onmogelijk is. Amen. 5

115 Beelden bij een verhaal Leeftijd: Thema: bijbel, bijbelse personages Tijdsduur: Meerdere bijeenkomsten Aan de slag met beelden en kunstwerken rondom Bijbelse verhalen. De programma's vind je in het PDF document in de bijlage. Korte beschrijving van het programma: Deze programma's draaien om (stilstaande) Bijbelse beelden - niet alleen schilderijen, maar bijvoorbeeld ook beeldhouwwerken en tekeningen. In de eerste bijeenkomst staan de jongeren kort stil bij beelden die hen aanspreken (in het algemeen) en doen ze een quiz waarin raden welke kunstwerken bij welke Bijbelverhalen ze horen. De tweede bijeenkomst begint met een creatieve oefening die laat zien dat je dingen van verschillende kanten kunt bekijken. De jongeren verkennen Bijbelse beelden die ze zelf hebben meegenomen en bedenken daar verschillende soorten 'kijkvragen' bij (verschillende manieren om naar een beeld te kijken). Op basis daarvan gaan ze vervolgens kijken naar een echt kunstwerk. In de derde bijeenkomst verdiepen de jongeren zich nog meer in de beelden die ze zelf hadden meegebracht. Hun ontdekkingen verwerken ze op een creatieve manier door zelf een nieuw beeld te maken bij het betreffende Bijbelverhaal. Doelen van de bijeenkomsten: De deelnemers vinden door kennismaking met uiteenlopende beelden een nieuwe toegang tot verhalen uit de Bijbel. De jongeren ervaren dat beelden bij Bijbelverhalen een eigen betekenis kunnen toevoegen aan die verhalen. De deelnemers zijn in staat om zelf een aansprekend beeld te vinden bij een bekend Bijbelverhaal. De deelnemers kunnen zelf een beeld maken bij een bekend Bijbelverhaal.

116 Beelden met een verhaal Categorie Bijbel Aantal deelnemers Zes tot acht Leeftijd jaar Duur / aantal bijeenkomsten Drie bijeenkomsten van anderhalf uur Auteur Wielie Elhorst KORTE BESCHRIJVING Dit item draait om (stilstaande) Bijbelse beelden - niet alleen schilderijen, maar bijvoorbeeld ook beeldhouwwerken en tekeningen. In de eerste bijeenkomst staan de jongeren kort stil bij beelden die hen aanspreken (in het algemeen) en doen ze een quiz waarin ze van een aantal kunstwerken moeten raden bij welke Bijbelverhalen ze horen. De tweede bijeenkomst begint met een creatieve oefening die laat zien dat je dingen van verschillende kanten kunt bekijken, wat vervolgens verder wordt uitgewerkt. De jongeren verkennen Bijbelse beelden die ze zelf hebben meegenomen en bedenken daar verschillende soorten 'kijkvragen' bij (verschillende manieren om naar een beeld te kijken). Op basis daarvan gaan ze vervolgens kijken naar een echt kunstwerk. In de derde bijeenkomst verdiepen de jongeren zich nog meer in de beelden die ze zelf hadden meegebracht. Hun ontdekkingen verwerken ze op een creatieve manier door zelf een nieuw beeld te maken bij het betreffende Bijbelverhaal. DOEL De deelnemers vinden door kennismaking met uiteenlopende beelden een nieuwe toegang tot verhalen uit de Bijbel. De jongeren ervaren dat beelden bij Bijbelverhalen een eigen betekenis kunnen toevoegen aan die verhalen. De deelnemers zijn in staat om zelf een aansprekend beeld te vinden bij een bekend Bijbelverhaal. De deelnemers kunnen zelf een beeld maken bij een bekend Bijbelverhaal. VERANTWOORDING De meeste jongeren zijn gewend aan veel beelden om hen heen. Niet voor niets wordt onze cultuur in toenemende mate een 'beeldcultuur' genoemd. Of jongeren altijd stilstaan bij die beelden, is de vraag. In ieder geval zullen de meesten niet zo vaak de tijd nemen om met wat meer aandacht te kijken naar beelden die zijn gemaakt bij verhalen uit de Bijbel (of daarop geïnspireerd). Dat kan echter wel de moeite waard zijn, omdat beelden zonder woorden iets uit zichzelf te vertellen hebben. 'In gesprek zijn met een beeld' kan een waardevolle ervaring zijn voor een jongere. In dit item kan het daarnaast iets eigens toevoegen aan hun kennis van Bijbelverhalen, als waardevolle aanvulling op wat jongeren meestal alleen te hóren krijgen. VOORBEREIDING Praktische voorbereiding eerste bijeenkomst Lees het hele item goed door, inclusief de bijlagen. Download het beeldmateriaal bij dit item ( provider). Bedenk vast in welke volgorde je de beelden wilt laten zien bij de quiz (zie Verdieping): in de volgorde van de Bijbelboeken (zoals in bijlage 2), eerst beelden van het Oude Testament willekeurig door elkaar en dan beelden van het Nieuwe Testament willekeurig door elkaar, of alle beelden willekeurig door elkaar. Dit is afhankelijk van je groep. Bedenk vast welke twee van deze beelden je kort wilt bespreken in de Verwerking. Leg voor de bijeenkomst alle benodigdheden klaar. Test alle apparatuur. Praktische voorbereiding tweede bijeenkomst Zoek een kunstwerk dat is gemaakt bij een bekend verhaal uit de Bijbel (of daarop geïnspireerd). Het moet een echt kunstwerk zijn, dus niet slechts een afbeelding daarvan. Het moet een kunstwerk zijn waaraan veel te JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 1

117 Beelden met een verhaal zien is. Misschien heb je zelf iets wat geschikt is, of is er in je eigen kerk iets geschikts te vinden. Anders kun je bijvoorbeeld eens gaan kijken bij een kunstuitleen bij jou in de buurt (zie Zorg ook voor achtergrondinformatie bij het kunstwerk. Leg voor de bijeenkomst alle benodigdheden klaar. Test alle apparatuur. Praktische voorbereiding derde bijeenkomst Regel een grote ruimte die geschikt is voor de creatieve verwerking. Zie ook bijlage 5 en 6. Leg voor de bijeenkomst alle benodigdheden klaar. Test alle apparatuur. Persoonlijke voorbereiding Met behulp van deze vragen kun je je ook persoonlijk voorbereiden op de bijeenkomsten: Herken je je in de uitspraak dat onze huidige cultuur meer een beeldcultuur is dan een woordcultuur? Hoe waardeer je die ontwikkeling? Heb je meer met woorden of met beelden? Waarom? Welk beeld (schilderij, beeldhouwwerk of wat dan ook) spreekt je aan? Waarom? Heb je herinneringen aan een beeld bij een Bijbelverhaal dat jou aansprak? Zo ja, welk beeld was dat? Wat kun en wil je daarvan delen met de jongeren? Welk beeld uit het gedownloade beeldmateriaal spreekt je het meeste aan? Bekijk dat beeld goed en beantwoord de vragen uit bijlage 1. Wat kun en wil je van de 'opbrengst' delen met de jongeren? BENODIGDHEDEN Eerste bijeenkomst Twee of drie foto's van mensen van wie je houdt of op wie je gesteld bent; Een grote kaars en iets om deze mee aan te steken; Enkele computers met internetverbinding; Pennen en schrijfpapier; Apparatuur om het gedownloade beeldmateriaal te kunnen tonen (bijvoorbeeld een computer en een beamer met scherm); Een prijsje voor de helft van de deelnemers; Voor iedere deelnemer een bijbel (NBV). Tweede bijeenkomst Een grote kaars en iets om deze mee aan te steken; Potloden; Tekenpapier; Een bijbel (NBV); Pennen; Schrijfpapier; Een flap-over met stiften; Een kunstwerk (zie Praktische voorbereiding); Enkele computers met internetverbinding. Derde bijeenkomst Een grote kaars en iets om deze mee aan te steken; Pennen; Schrijfpapier; Voor iedere deelnemer een bijbel (NBV); Enkele computers met internetverbinding; Materiaal om een kunstwerk mee te maken (zie bijlage 5 en 6). PROGRAMMA Eerste bijeenkomst 10 minuten Opening Heet de deelnemers welkom en bied eventueel iets te drinken aan. Maak zo nodig een voorstelrondje. Vertel kort iets over de opzet van dit item (zie korte beschrijving). Ga verder met de volgende woorden: Veel mensen dragen foto's van andere mensen bij zich. Ze hebben pasfoto's van anderen in hun portemonnee of in hun agenda, of ze hebben foto's van anderen opgeslagen in hun telefoon. Ze zijn gesteld op die anderen of ze houden van hen. Het beeld van die anderen roept goede gevoelens op. Al zijn ze soms niet letterlijk in de buurt: door naar het beeld te kijken, lijken ze toch even heel dichtbij. Vraag de jongeren of zij ook zulke foto's bij zich hebben. Zo ja, vraag dan of ze die op tafel willen leggen. Het hoeft niet, als JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 2

118 Beelden met een verhaal ze dat niet willen. Leg in ieder geval je eigen foto's op tafel (zie Praktische voorbereiding). Steek de grote kaars aan. Laat de jongeren een halve minuut stil zijn en vraag hun om ondertussen met hun ogen dicht te denken aan de gezichten van de mensen van wie ze houden of op wie ze gesteld zijn (bijvoorbeeld de mensen op de foto's). Sluit de halve minuut stilte af met de woorden "dank je wel". Blaas de kaars uit of zet die brandend op een veilige plaats. 20 minuten Verkenning Vraag de jongeren om op de aanwezige computers of op hun mobiele telefoon op zoek te gaan naar een beeld dat ze mooi vinden of dat hen aanspreekt. Dat kan een beeld zijn van een schilderij of een ander kunstwerk, maar het mag bijvoorbeeld ook een beeld zijn dat te maken heeft met hun favoriete popgroep, tv-programma, film of game. Ze kunnen bijvoorbeeld ook denken aan een poster op de eigen slaapkamer: misschien is die afbeelding terug te vinden op internet? Geef hiervoor een kleine tien minuten de tijd. Vraag de jongeren om elkaar de gevonden beelden te laten zien. Moedig hen aan om er kort iets over te vertellen. Vraag bijvoorbeeld naar de kleuren van het beeld, naar wat er te zien is, naar de maker van het beeld en naar wat het aan gevoelens oproept (zie ook bijlage 1). Let op: het gaat hier slechts om een eerste kennismaking met het verkennen van beelden. Stel daarom slechts een enkele vraag per beeld en ga niet te diep op de antwoorden in. 30 minuten Verdieping Vertel dat je een quiz wilt gaan doen met beelden die zijn gemaakt bij verhalen uit de Bijbel (of daarop geïnspireerd). Maar wat voor soort stilstaande beelden zijn er eigenlijk zoal? Iedereen kent wel schilderijen, maar wat heb je nog meer? Laat de jongeren zoveel mogelijk dingen noemen. (Denk bijvoorbeeld aan: ets, tekening, beeldhouwwerk, gravure, installatie, enzovoorts.) Vraag ook naar de beelden die de jongeren zelf hebben gevonden tijdens de Verkenning: wat voor soort beelden zijn dat? Verdeel de jongeren in twee groepen. Geef iedere groep schrijfpapier en een pen. Leg uit wat de bedoeling is: de jongeren krijgen beelden te zien en moeten bij ieder beeld noteren bij welk Bijbelverhaal het volgens hen hoort. Sommige beelden zijn gemakkelijker te herleiden tot een Bijbelverhaal dan andere. Toon de gedownloade beelden met behulp van de beamer. Laat ieder beeld ongeveer vijftien seconden zien. Las na elke vijf beelden een korte pauze in. Laat de jongeren dan steeds eerst zelf zeggen om welke vijf Bijbelverhalen het volgens hen gaat en waarom ze dat denken. Geef dan de vijf juiste antwoorden (met behulp van bijlage 2) en noem de tussenstand. Zo houd je de quiz spannend. De groep met de meeste juiste antwoorden wint een prijsje. 20 minuten Verwerking Laat de twee beelden die je van tevoren had gekozen (zie Praktische voorbereiding), opnieuw zien. Vraag de jongeren om bij elk beeld het verhaal na te vertellen, vanuit het beeld zelf (voor zover dat lukt). Deel daarna bijbels uit. Lees samen de verhalen die bij het beeld horen en bespreek ze. Wat voor overeenkomsten en verschillen zien de jongeren tussen de woorden uit de Bijbel en het beeld? Is het beeld slechts een illustratie bij het verhaal of voegt het beeld ook iets toe? Houd het kort: in de tweede en derde bijeenkomst komen dit soort vragen uitgebreider aan de orde. 10 minuten Afsluiting Zet de nog brandende kaars weer op tafel of steek de kaars opnieuw aan. Sluit af met het gebed in bijlage 3. Blaas daarna de kaars uit of vraag een van de jongeren om dit te doen. Bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en inbreng. Nodig hen uit voor de volgende bijeenkomst. Vraag hun om dan zelf een beeld mee te nemen dat past bij een Bijbelverhaal of bij iets anders wat bij het christelijk geloof hoort. Het hoeft geen echt kunstwerk te zijn. Ze hoeven het beeld niet per se mooi te vinden, als het hen maar aanspreekt. Geef JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 3

119 Beelden met een verhaal aan dat ze ook samen met hun ouders of verzorgers kunnen zoeken. Tweede bijeenkomst 10 minuten Opening Heet de deelnemers welkom en bied eventueel iets te drinken aan. Kom nog even terug op de eerste bijeenkomst. Steek de grote kaars aan. Vraag de jongeren of de kaars ook een soort beeld is. Zo ja, hoe is dat beeld dan verbonden met het christelijk geloof? Leg zo nodig uit dat het licht van de kaars een beeld is voor het licht van God. Door Jezus is dat licht altijd bij ons (ook zonder een brandende kaars). Gods licht schijnt op ons leven: het werpt licht op de weg die we mogen gaan en het laat ons zien wat er in ons leven mooi is en wat niet zo mooi. Vraag de jongeren om de beelden die ze hebben meegenomen, in stilte bij de kaars te leggen. Laat de jongeren daarna nog een halve minuut stil zijn. Sluit de halve minuut stilte af met de woorden "dank je wel". Blaas de kaars uit of zet die brandend op een veilige plaats. De meegenomen beelden mogen even blijven liggen. 10 minuten Verkenning Maak een kring van stoelen (zonder een tafel in het midden). Zet een stoel in het midden en vraag een van de jongeren om op die stoel te gaan zitten. Geef de andere jongeren een vel papier en een potlood en vraag hun om een tekening te maken van de jongere in het midden. De kwaliteit van de tekening is niet belangrijk. Geef hiervoor ongeveer zeven minuten de tijd. Doe ook zelf mee. Vraag de jongeren om hun tekeningen te laten zien. Wat valt op? Als het goed is, zijn er verschillende tekeningen ontstaan van dezelfde persoon, doordat die persoon van verschillende kanten is getekend. Vertel dat je in deze bijeenkomst dieper wilt ingaan op 'iets van verschillende kanten bekijken' en wat dat oplevert. 30 minuten Verdieping Laat de jongeren weer rond de tafel gaan zitten. Vraag hun om het beeldmateriaal dat ze hebben meegebracht erbij te pakken. Geef aan dat je dat als het ware ook van verschillende kanten wilt gaan bekijken. Vraag de jongeren om het beeldmateriaal aan elkaar te laten zien. Laat hen daarbij vertellen om welk Bijbelverhaal het gaat (of bij welk aspect van het christelijk geloof het hoort). Meer informatie hoeven ze nog niet te geven. Als het om een minder bekend Bijbelverhaal gaat, help dan met het geven van wat meer informatie over dat verhaal. Gebruik daarbij zo nodig een bijbel. Geef hiervoor hooguit tien minuten de tijd. Vertel dat je nu de eerste stap wilt zetten met het 'van verschillende kanten bekijken' van de beelden. Deel pennen en schrijfpapier uit. Laat de jongeren hun beeld doorgeven naar links, zodat iedereen het beeld van een ander heeft. Vraag de jongeren om naar dat beeld te kijken en dan boven aan het vel schrijfpapier te noteren waar het beeld bij hoort (bij welk Bijbelverhaal of bij welk aspect van het geloof). Laat hen daaronder iets opschrijven over het beeld zelf. Het hoeft maar één zin te zijn, bijvoorbeeld over de kleuren, over wat er te zien is, over het gebruik van licht en donker en schaduw of over wat er in je opkomt als je het beeld bekijkt. Als de jongeren aangeven dit lastig te vinden, geef dan wat hints. Maak daarvoor gebruik van elementen van de vragen in bijlage 1, zonder daarvan al te veel prijs te geven. Geef hiervoor twee minuten de tijd. Doe zelf ook mee. Als de jongeren klaar zijn met schrijven, laat hen dan het beschreven stukje van het papier naar achteren vouwen, zodat de tekst niet meer zichtbaar is. Vraag hun vervolgens om zowel het papier als het beeld door te geven naar links. Iedereen heeft dan dus een ander beeld voor zich, met het bijbehorende papier. Laat de jongeren een zin opschrijven over het beeld dat ze nu voor zich hebben. Die zin komt dus onder de zin die in het vorige rondje is opgeschreven over dat beeld. Herhaal deze stap totdat de beelden en de bijbehorende papieren weer terug zijn bij de jongeren die ze hadden meegenomen. JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 4

120 Beelden met een verhaal Vraag de jongeren om het papier bij hun beeld uit te vouwen en dan voor zichzelf door te nemen wat de anderen over hun beeld hebben opgeschreven. Vraag een paar jongeren om enkele reacties te delen. Wat vinden ze ervan? Staan er dingen tussen die ze zelf niet hadden opgemerkt of bedacht? Vertel dat alles wat de jongeren hebben opgeschreven, te maken heeft met verschillende soorten vragen die je kunt stellen over een beeld. Als iemand bijvoorbeeld heeft opgeschreven welke kleuren hem zijn opgevallen, dan is dat als het ware een antwoord op een vraag naar de eigenschappen van het beeld. En als iemand heeft opgeschreven wat het beeld volgens hem wil zeggen, dan gaat het als het ware om een antwoord op een vraag naar de betekenis. Zo kun je een beeld van veel verschillende kanten bekijken. Op die manier krijgt dat beeld veel meer te zeggen dan je op het eerste gezicht misschien zou denken. Laat de jongeren zoveel mogelijk vragen noemen die ze over een beeld zouden kunnen stellen. Zijn er bijvoorbeeld ook vragen die te maken hebben met God of geloven? Schrijf de genoemde vragen op de flap-over. Probeer ze te clusteren aan de hand van bijlage 1. Benoem vervolgens alle rubrieken en schrijf die erbij. Vul het overzicht van de vragen aan. Licht het overzicht vervolgens kort toe: De rubrieken zijn ontleend aan een onderzoek van Geertje de Vries naar het gebruik van kunst in de catechese. Bij het inzetten van kunst zijn alle vragen binnen de verschillende rubrieken van belang, al kunnen de accenten natuurlijk wel verschillen per beeld. Het gaat erom dat het 'leren zien' de basis vormt van het 'leren geloven'. De verschillende soorten vragen zijn bedoeld om dit kijkproces te ondersteunen. 30 minuten Verwerking Zeg dat je nu de proef op de som wilt nemen. Neem het kunstwerk dat je hebt meegenomen (zie Praktische voorbereiding) en plaats het zo dat iedereen het goed kan zien. Als je een schilderij hebt meegenomen, kun je dat bijvoorbeeld aan een muur hangen. Een beeldhouwwerk kun je bijvoorbeeld midden op tafel zetten. Nodig de jongeren uit om met jou op ontdekkingstocht te gaan en te bekijken of het kunstwerk (het beeld) iets gaat vertellen over het Bijbelverhaal wat ze nog niet wisten. Vraag de jongeren om het kunstwerk te bekijken en nodig hen uit om de kijkvragen te beantwoorden die op de flap-over staan. Behandel de vragen zoveel mogelijk in de volgorde waarin ze in bijlage 1 zijn gegeven. Laat de jongeren steeds hardop antwoord geven. Als ze bij bepaalde vragen niet zelf op het antwoord kunnen komen, laat hen dan op zoek gaan op internet of in de achtergrondinformatie die je hebt meegenomen. Sommige vragen zijn vrij persoonlijk. Nodig de jongeren desalniettemin uit om zoveel mogelijk te delen. Ga door met de vragen zolang je tijd hebt en zolang je het gevoel hebt dat het iets oplevert. Vraag de jongeren tot slot of ze weten bij welk Bijbelverhaal het kunstwerk hoort (als dit nog niet ter sprake is gekomen). Schets zo nodig de grote lijnen van het verhaal. Heeft de bespreking van het beeld iets opgeleverd wat de jongeren nog niet wisten over dat verhaal of wat ze er nog nooit eerder bij hadden ervaren? Vraag na afloop hoe de jongeren de oefening hebben beleefd. 10 minuten Afsluiting Zet de nog brandende kaars weer op tafel of steek de kaars opnieuw aan. Sluit opnieuw af met het gebed in bijlage 3, maar laat dat deze keer oplezen door een van de jongeren. Blaas daarna de kaars uit of vraag een van de jongeren om dit te doen. Bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en inbreng. Nodig hen uit voor de volgende bijeenkomst. Vraag hun om dan de beelden weer mee te nemen die ze voor deze bijeenkomst hadden uitgekozen, of stel voor om al die beelden zelf te bewaren. Bewaar in ieder geval zelf de papieren met de reacties van de jongeren op elkaars beelden. Derde bijeenkomst 5 minuten Opening Heet de deelnemers welkom en bied eventueel iets te drinken aan. Kom nog even terug op de vorige bijeenkomst(en). JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 5

121 Beelden met een verhaal Steek de grote kaars aan. Vraag de jongeren om de beelden die ze hebben meegenomen, in stilte bij de kaars te leggen. Lees dan het gebed in bijlage 4 op. Blaas de kaars uit of zet die brandend op een veilige plaats. Geef aan dat de jongeren hun eigen beeldmateriaal weer terug mogen nemen. 10 minuten Verkenning Geef iedere jongere het papier met de reacties bij het beeld dat ze de vorige keer hadden meegenomen. Vorm tweetallen en laat de jongeren met elkaar delen wat de anderen over hun beeld hebben gezegd. Daarmee gaat de informatie uit de vorige bijeenkomst weer leven. 20 minuten Verdieping Deel pennen, schrijfpapier en bijbels uit. Wijs de jongeren op de flap-over met de kijkvragen van de vorige bijeenkomst. Vraag hun om die vragen te beantwoorden voor hun eigen beeldmateriaal (zo nodig met behulp van internet). Geef aan dat ze hun antwoorden niet hoeven te delen. Help de jongeren zo nodig met het beantwoorden van de vragen. 50 minuten Verwerking Benoem dat de jongeren hun beeld nu van verschillende kanten hebben bekeken. Nodig hen uit om op basis van hun ontdekkingen zelf een tweede beeld te maken. Dat tweede beeld mag bijvoorbeeld een interpretatie zijn van het eerste beeld, of een geheel nieuw beeld dat op een andere manier iets laat zien van hetzelfde Bijbelverhaal, of een beeld dat te maken heeft met iets wat de jongeren hebben ontdekt, enzovoorts. Stimuleer de creativiteit van de jongeren. Accepteer ook wilde ideeën. Geef hun fantasie zo veel mogelijk ruimte. Voorkom dat ze het meegebrachte beeld gaan natekenen tenzij dat natekenen een nieuwe interpretatie van het beeld oplevert. Dat laatste kan bijvoorbeeld doordat er één aspect of één figuur wordt uitgelicht. Of ze kunnen stukjes van het beeld wegvouwen (letterlijk) om te zien wat er dan gebeurt. Of ze kunnen het beeld in stukken verdelen en die anders rangschikken. Geef de jongeren het materiaal dat ze nodig hebben en laat hen aan de slag gaan. Maak gebruik van de tips over kleien, tekenen en schilderen in bijlage 5 en 6. Geef ruim de tijd voor dit onderdeel. Plan zo nodig een extra bijeenkomst. Vraag de jongeren om hun beelden te presenteren, als er nog tijd over is. 5 minuten Afsluiting Zet de nog brandende kaars weer op tafel of steek de kaars opnieuw aan. Sluit af met het gebed in bijlage 4. Bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en inbreng. TIP Als het mogelijk is, maak dan een mooie tentoonstelling in de kerk van de beelden die de jongeren hebben gemaakt in de laatste bijeenkomst. Hang er dan ook de beelden bij die de jongeren hadden meegenomen en eventueel een kopie van het bijbehorende Bijbelverhaal, netjes ingelijst of in een kadertje. Besteed aandacht aan de tentoonstelling in een kerkdienst en nodig de jongeren daarvoor uit. Vraag wie van de jongeren daarbij iets zou willen vertellen over het item en/of over zijn of haar eigen kunstwerk. Je kunt de tentoonstelling ook officieel openen na afloop van de kerkdienst. Maak er wat bijzonders van, met een toespraakje en een hapje en een drankje. Laat de jongeren schitteren! BIJLAGEN 1. Overzicht kijkvragen 2. Overzicht beeldmateriaal 3. Gebed 1 4. Gebed 2 5. Tips kleien 6. Tips tekenen en schilderen JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 6

122 Beelden met een verhaal bijlage 1 Overzicht kijkvragen Kijkvragen voor het kijken naar beeldende kunst Vragen gericht op de beeldeigenschappen: Materiaal: Wat voor materiaal is gebruikt en wat voor techniek? Afmeting en kader: Wat zijn de afmetingen van het originele kunstwerk? Hoe is het kader gebruikt? Steekt er bijvoorbeeld iets uit het beeld? Compositie: Hoe is het beeld opgebouwd? Is het een strakke of losse compositie? Zijn er duidelijke lijnen of vage contouren? Wat staat centraal in het beeld? Ruimte: Is er perspectief gebruikt? Zo ja, hoe? Licht: Hoe is de verdeling tussen licht en donker, licht en schaduw? Waar komt het licht vandaan? Kleur: Hoe heeft de kunstenaar gebruikgemaakt van kleur? Beweging: Is er dynamiek in het schilderij? Zo ja, waarvandaan, waarnaartoe? Wat is je positie als toeschouwer? Vragen gericht op de beeldbetekenis: Wat voor symbolen zijn er te zien en wat betekenen ze? Is het kleurgebruik symbolisch? Wat voor gebaren maken de figuren? Wat kun je zeggen over de kleding? Wat voor gebouwen staan er op het beeld? Wat weet je van het doel van dit schilderij? Wat is de tijd en plaats van ontstaan? Wat weet je over de kunstenaar? Vragen gericht op de respons van de kijker: Wat herken je en wat is vreemd? Wat vind je mooi? Wat stoort je? Wat voor associaties heb je? Wat valt je op? Wat voor verbindingen leg je met gebeurtenissen in je levensverhaal? Vragen gericht op het beeld en het geloof: Zijn er elementen in het schilderij die verwijzen naar de christelijke beeldtraditie? Vertelt dit beeld iets over geloven? Denk je bij dit beeld aan God? Kun je je kijkervaring verbinden met een moment uit jouw geloofsverhaal? Kun je dat wat je ziet verbinden met iets wat voor jou een inspiratiebron is (bijvoorbeeld een lied, geloofstekst of verhaal)? Doet dit beeld een beroep op je? Welk? Zou je naar aanleiding van dit beeld iets willen zeggen tegen God of iets willen vragen aan God? Bron: De Vries, G.C. (2008). Leren zien - leren geloven: Een praktisch-theologische theorie van esthetisch-religieus leren. Gorinchem: Narratio. JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 7

123 Beelden met een verhaal Overzicht beeldmateriaal Beelden bij Bijbelverhalen Het volgende beeldmateriaal is te downloaden op de website van Provider ( 1. De schepping (Genesis 1:1-2:4) Vrouweneiland 7. Hendrik N. Werkman (1942, druksel, gemengde techniek). 2. Kaïn en Abel (Genesis 4) Kaïn. George Grosz (1944, olie op doek). 3. Noach (Genesis 5:28-9:29) Improvisatie Zondvloed. Wassily Kandinsky (1913, olie op doek). 4. De Toren van Babel (Genesis 11:1-9) Monument voor de Derde Internationale. Vladimir Tatlin (1920, hout). 5. Abraham (Genesis 11:27-25:11) Petting Zoo. Mike Kelley (2007, installatie). 6. Jakob (Genesis 25:19-50:3) Jakobs droom. Marc Chagall ( , olie op doek). 7. Mozes (Exodus) Mozes. Frida Kahlo (1945, olie op hardboard). 8. De uittocht (Exodus) De uittocht der joden. Wessel Couzijn (1950, kalksteen). 9. De tien geboden (Exodus 20:1-17) Gouden Kalf. Jeffrey Shaw (1994, computergrafische installatie). 10. Simson (Rechters 13-16) De blinde Simson. Lovis Corinth (1912, olie op doek). 11. Elia (1 Koningen 17 t/m 2 Koningen 2:18) Elia. Christian Rohlfs (1912, houtsnede). 12. Jona (Jona) Joonas. Jüri Arrak (1995, hoes elpee). JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 8 bijlage 2

124 Beelden met een verhaal 13. Maria (Lucas 1:26-2:52; Lucas 8:19-21; Johannes 19:25-27) Madonna. Katharina Fritsch (1987, kunststof). 14. De geboorte van Jezus Christus (Matteüs 1:18-2:23; Lucas 2:1-21; Johannes 1:1-18) The Nativity. Edward Kienholz (1961, installatie). 15. De verzoeking in de woestijn (Matteüs 4:1-11; Marcus 1:12-13; Lucas 4:1-13) Christus in de woestijn. Gustave van de Woestyne (1939, tempera op hardboard). 16. De storm op het meer (Marcus 4:35-41, Matteüs 8:23-27, Lucas 8:22-25) Christus bedaart de storm. James Ensor (1906, olie op doek). 17. De verloren zoon (Lucas 15:11-32) De verloren zoon. Giorgio de Chirico (1922, olie op doek). 18. De intocht in Jeruzalem (Matteüs 21:1-11; Marcus 11:1-11; Lucas 19:29-38; Johannes 12:12-19) Intocht van Christus in Brussel. James Ensor ( , olie op doek). 19. Het laatste avondmaal (Matteüs 26:17-30; Marcus 14:12-25; Lucas 22:7-38; Johannes 13) Laatste Avondmaal. Rauf Mamedov (1998, fotografie). 20. Petrus (Matteüs 16:13-20; Matteüs 26:69-75; Johannes 21:15-19) Petrus en de haan. Otto Dix (1955, inkt op papier). 21. Kruisiging (Matteüs 27:27-56; Marcus 15:16-39; Lucas 23:26-49; Johannes 19:16-37) Tattoo. Henk Schiffmacher (z.j., tatoeage). 22. De opstanding (Matteüs 28:1-15; Marcus 16:1-8; Lucas 24; Johannes 20:1-18; Handelingen 1:1-11) Paasmorgen. Gijs Frieling (1995, tempera op gips). 23. Pinksteren (Handelingen 2) Pinksteren. Emil Nolde (1909, olie op doek). 24. Stefanus (Handelingen 6:8-7:60) De steniging van de H. Stefanus. José Clemente Orozco (1946, olie op doek). 25. Openbaring (Openbaring 1:1-8:5) Openbaring. Max Beckmann ( , onvoltooid, litho, met de hand ingekleurd). Bron: Barnard, M., & Van de Haar, G. (Red.). (2009). De Bijbel cultureel: De Bijbel in de kunsten van de twintigste eeuw. Zoetermeer: Meinema. JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 9 bijlage 2

125 Beelden met een verhaal Gebed eerste en tweede bijeenkomst Goede God, U bent niet zomaar in een beeld te vangen. Daarvoor bent U veel te groot. En dat moeten we ook niet willen. Voor je het weet, denken we dat we weten hoe U eruitziet en hoe het zit met U. Wij willen U ervoor danken dat er wel heel veel beelden zijn gemaakt bij de verhalen uit de Bijbel. Soms is het lastig om ons iets voor te stellen bij die verhalen. De beelden die er bij zijn gemaakt, helpen ons om die verhalen te begrijpen of juist eens anders te bekijken. Wilt U ons helpen om steeds weer open te staan voor nieuwe woorden en nieuwe beelden bij Uw verhalen, zodat we steeds beter leren begrijpen wat U met ons en met de wereld te maken heeft. Amen. JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 10 bijlage 3

126 Beelden met een verhaal bijlage 4 Gebed derde bijeenkomst Voor de Opening Voor de Afsluiting Goede God, Goede God, Wilt U met Uw Geest bij ons zijn, in het werk dat we gaan doen tijdens deze bijeenkomst. Dan ontdekken we hopelijk van alles wat we nog niet wisten: over het beeld dat we hebben meegenomen, over het Bijbelverhaal waar het bij hoort, over U en over onszelf. Dat zou mooi zijn. Het is mooi geweest! Wat heeft U ons veel gegeven. Hartelijk dank daarvoor. Help ons nu om uit te delen van wat U aan ons schonk. Amen. Ga met ons mee naar huis. Blijf bij ons en laat ons niet los. Help ons om nog eens terug te denken aan de mooie ontdekkingstocht van de afgelopen weken, als we het moeilijk hebben en als het goed met ons gaat. Laat ons steeds voelen dat U dicht bij ons bent. Amen. JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 11

127 Beelden met een verhaal bijlage 5 Tips kleien Klei kopen Klei is vrij eenvoudig te vinden. In bijna elke grotere plaats is wel een knutsel- of hobbywinkel waar klei te koop is. De klei die je in dat soort winkels kunt kopen, is altijd direct klaar voor gebruik. Werken met klei Waarschijnlijk zul je geen draaitafel tot je beschikking hebben. Maar dat is ook niet echt noodzakelijk. Zorg voor een ruimte met stevige tafels. De tafels moeten een glad oppervlak hebben waarop de klei niet blijft plakken. Schaf anders canvas kleimatjes aan. Zorg ook voor een ruimte waar je na afloop het kleiwerkstuk goed kunt laten drogen. Glazuur Het kan mooi zijn om een werkstuk van klei te bewerken met glazuur. Als je werkt met glazuur, moet je de klei kunnen verhitten in een kleioven. Wellicht is het mogelijk om daarvoor een echte kleioven te gebruiken (bijvoorbeeld op een school). De oven thuis is ook te gebruiken, maar niet geschikt voor alle kleisoorten. Let daar dus op bij de aanschaf van de klei en laat je in de hobbywinkel voorlichten over welk glazuur er goed mee samengaat bij verhitten in een oven. Aan de slag Wat doe je met een homp klei die voor je op tafel ligt? Je creativiteit is het belangrijkste. Bepaal van tevoren hoe je werkstuk eruit moet komen te zien. Maak daar eventueel een tekening van (in grove schetsen). Al kleiend zul je merken of je ontwerp aansluit bij het materiaal dat je gebruikt. Pas zo nodig je ontwerp aan. Je kunt klei op verschillende manieren hanteren. Je kunt om te beginnen een werkstuk maken met één groot stuk klei. Je kunt de klei ook in platte stukken snijden en daarmee je werkstuk opbouwen. Je kunt de klei ook tussen je handen tot dikke 'wormen' rollen, om daarmee laag voor laag je werkstuk op te bouwen. Meer informatie over kleien is gemakkelijk te vinden op internet. Kijk bijvoorbeeld op Benodigdheden Als je klei hebt en een glad oppervlak kun je in principe al aan de slag. Maar een paar extra hulpmiddelen zijn misschien handig: Een schort of een oud overhemd met lange mouwen; Een handdoek die goed vuil mag worden; Een stuk ijzerdraad (om een groot stuk klei in stukken te snijden); Een klein emmertje met water; Een spons; Mesjes of houten stokjes om de klei mee te bewerken. Geraadpleegde bron: JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 12

128 Beelden met een verhaal bijlage 6 Tips tekenen en schilderen Materiaal waarop je kunt tekenen of schilderen Er zijn vele materialen waarop je kunt tekenen of schilderen. Het hangt een beetje af van wat je van plan bent. Gewoon stevig papier is mogelijk, maar je kunt bijvoorbeeld ook denken aan een voorgespannen schildersdoek op houten latjes (in verschillende maten verkrijgbaar). In bijna elke grotere plaats is wel een knutsel- of hobbywinkel die te koop zijn. Materiaal waarmee je kunt tekenen of schilderen Er is heel veel kleurmateriaal waar je een mooie tekening of een mooi schilderij mee kunt maken. Ook dit is allemaal verkrijgbaar in hobby- en knutselwinkels. Een greep uit de mogelijkheden: Potlood of kleurpotloden (verschillende diktes verkrijgbaar); Inkt; Viltstiften; Houtskool; Krijt (conté of pastelkrijt); Waterverf (aquarel); Pastelverf (gouache); Olieverf; Acrylverf. Extra benodigdheden voor schilderen Een schildersezel is handig, maar niet echt noodzakelijk. Schilderen op een platte ondergrond kan ook, mits die groot genoeg is en niet te glad (anders kan het doek wegglijden). Een houten tafel met kranten erover is werkbaar. Denk verder aan: Een stukje hardboard met een glad oppervlak (om verf te mengen); Een schort of een oud overhemd met lange mouwen; Een handdoek die goed vuil mag worden; Penselen (in verschillende diktes); Potjes met water of terpentine (om de verf in op te lossen als je klaar bent). Laat penselen niet te lang in het water of in het oplosmiddel staan en was ze tijdig af met warm water en een beetje groene zeep. Droog ze daarna voorzichtig met een oude handdoek. Ontwerp Uiteraard is je werk helemaal afhankelijk van je creativiteit. Als je nog niet helemaal zeker weet wat je wilt gaan schilderen of tekenen, maak dan eerst een apart ontwerp in grove lijnen. Als je daar tevreden mee bent, kun je het ontwerp met carbonpapier voorzichtig overtrekken op je schildersdoek of op je papier. Op basis daarvan kun je dan verder werken. Bij je ontwerp kun je letten op de volgende zaken: De werking van licht, donker en schaduw. Verschillende andere 'contrasten': het gebruik van koude en warme kleuren naast elkaar; het gebruik van kleuren die elkaar versterken; het gebruik van een pure kleur tussen vergrijsde kleuren; de verhouding tussen kleuren met meer en minder kracht. Verhoudingen: kloppen de verhoudingen (bijvoorbeeld in een gezicht, of tussen mensen en gebouwen), of wil je die verhoudingen juist doorbreken? Diepte: wat voor soort diepte wil je in je werk aanbrengen? Je kunt dat al bepalen door een 'horizon' op je ondergrond aan te brengen (letterlijk of in gedachten). Hoe hoger die horizon zit, hoe 'dieper' je schilderij of tekening. Maar ook hier geldt: misschien wil je dat wel doorbreken. Technieken Er zijn veel schilder- en tekentechnieken; te veel om hier allemaal op te noemen. Wees niet bang om iets uit te proberen. Meer informatie over tekenen en schilderen is gemakkelijk te vinden. Kijk bijvoorbeeld op Geraadpleegde bron: JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 13

129 Bijbel in beeld JOP Provider

130 1

131 2

132 3

133 4

134 5

135 6

136 7

137 8

138 9

139 10

140 11

141 12

142 13

143 14

144 15

145 16

146 17

147 18

148 19

149 20

150 21

151 22

152 23

153 24

154 25

155 Papier-in-loodramen voor Kerst Leeftijd: alle-leeftijden, 9-12, 13-16, 16+, intergeneratief Thema: Jezus, Kerst Tijdsduur: 60+ min. Het Kerstverhaal verbeelden in papier-in-loodramen. De programma's vind je in het PDF document in de bijlage. Korte beschrijving van het programma: Voor deze activiteit heb je één dag nodig, of drie keer een bijeenkomst van anderhalf uur. De jongeren maken papier-in-loodramen die je kunt ophangen voor de ramen in de kerkzaal (of een andere kerkruimte). In hun papier-in-loodramen verbeelden zij de kernthema s van het kerstverhaal. Het item begint met een alternatief kerstverhaal. Daarna leren de deelnemers meer over de geschiedenis en functie van glas-in-loodramen via een powerpointpresentatie. Hierin maken ze ook kennis met vormen en technieken die zij zelf ook zouden kunnen gebruiken. Vervolgens gaan ze in kleine groepjes aan de slag met het kerstverhaal, zoals verwoord in Lucas 2. Ze lezen en bespreken de teksten met elkaar en ze bedenken hoe ze de belangrijkste elementen kunnen verbeelden via een papier-in-loodraam. Dit voeren ze vervolgens ook uit. Dit item is bedoeld voor doeners, maar er komt ook een beetje denkwerk aan te pas. Doelen van deze bijeenkomst: De deelnemers maken kennis met de basisbegrippen en -technieken van glas-in-loodramen door de eeuwen heen. De deelnemers ontdekken de functie van glas-in-loodramen in de geschiedenis van de kerk. De deelnemers worden gestimuleerd om op een creatieve manier uiting te geven aan hun geloofsbeleving. De deelnemers zoeken voor zichzelf naar de essentie van het kerstverhaal en leren hoe ze die via verbeelding kunnen overbrengen. De deelnemers passen dit toe door zelf in groepjes een papier-in-loodraam te maken. De deelnemers kunnen uitleggen waarom ze voor een bepaalde manier van verbeelden hebben gekozen.

156 Papier-in-loodramen Categorie Creatief Aantal deelnemers Minimaal twaalf Leeftijd jaar Duur / aantal bijeenkomsten Een zaterdag (ongeveer vier uur, inclusief lunch) of drie bijeenkomsten van ongeveer een uur en een kwartier. Auteur Freddy Hentzen en Liesbeth Geudeke KORTE BESCHRIJVING In dit thema maken de jongeren papier-in-loodramen die zullen worden opgehangen voor de ramen in de kerkzaal (of een andere kerkruimte). In hun papier-in-loodramen verbeelden zij de kernthema s van het kerstverhaal. Het item begint met een alternatief kerstverhaal. Daarna leren de deelnemers meer over de geschiedenis en functie van glas-in-loodramen via een powerpointpresentatie. Hierin maken ze ook kennis met vormen en technieken die zij zelf ook zouden kunnen gebruiken. Vervolgens gaan ze in kleine groepjes aan de slag met het kerstverhaal, zoals verwoord in Lucas 2. Ze lezen en bespreken de teksten met elkaar en ze bedenken hoe ze de belangrijkste elementen kunnen verbeelden via een papier-in-loodraam. Dit voeren ze vervolgens ook uit. Dit item is bedoeld voor doeners, maar er komt ook een beetje denkwerk aan te pas. DOEL De deelnemers maken kennis met de basisbegrippen en -technieken van glas-in-loodramen door de eeuwen heen. De deelnemers ontdekken de functie van glas-in-loodramen in de geschiedenis van de kerk. De deelnemers worden gestimuleerd om op een creatieve manier uiting te geven aan hun geloofsbeleving. De deelnemers zoeken voor zichzelf naar de essentie van het kerstverhaal en leren hoe ze die via verbeelding kunnen overbrengen. De deelnemers passen dit toe door zelf in groepjes een papier-in-loodraam te maken. De deelnemers kunnen uitleggen waarom ze voor een bepaalde manier van verbeelden hebben gekozen. VERANTWOORDING Jongeren zijn vaak veel meer met beelden bezig dan met woorden, terwijl in de Bijbel het woord centraal staat. Door samen na te denken over het kerstverhaal en over de manier waarop je de boodschap uit dit verhaal via beelden kunt overbrengen, leren de jongeren dit verhaal beter begrijpen. Door het kerstverhaal in hun eigen beelden te vatten, vertalen ze de boodschap van het verhaal naar hun eigen belevingswereld. De jongeren ontdekken dat de Bijbelse verhalen in de loop van de eeuwen steeds op andere manieren verbeeld zijn, om deze verhalen dichter bij de mensen te brengen. Door beelden kun je de verhalen tot leven brengen, voor jezelf en voor iedereen die naar die verbeelding kijkt. VOORBEREIDING Praktische voorbereiding Lees het hele item goed door, inclusief de bijlagen. Download de powerpointpresentatie op en bekijk deze. Lees het kerstverhaal in Lucas 2 goed door. Bekijk welke ramen in het kerkgebouw geschikt zijn om de papier-in-loodramen voor te hangen. Meet deze ramen op. Als er geen geschikte ramen zijn, bedenk dan waar en hoe de papier-in-loodramen los in de ruimte zouden kunnen worden gehangen. Bespreek dit ook met de koster. Maak alvast kartonnen raamwerken voor de papier-inloodramen. Het raamwerk wordt straks de basis van het papier-in-loodraam. Neem per raam vier vellen zwart etalagekarton en plak die met de lange zijden tegen elkaar. Het raamwerk wordt dan 68 centimeter breed en ongeveer 190 centimeter hoog. Voor een afwijkend formaat raam kun je zo nodig meer of minder vellen karton JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 1

157 Papier-in-loodramen gebruiken. Snijd vervolgens gaten zoals aangegeven op het voorbeeld (bijlage 1), zodat het effect ontstaat van gotische ramen met kleine subvakjes. Snijden gaat het beste met een stanleymes, met een stevige snijmat als ondergrond. Dit is veel voorwerk, maar het bespaart de deelnemers veel tijd. Plak per raam twee flap-overvellen met de korte zijden tegen elkaar, voor het ontwerp. Dit zal iets groter uitvallen dan het kartonnen raamwerk. Leg het raamwerk daarom op de aan elkaar geplakte flap-overvellen en knip de uitstekende rand af. Ook hier geldt: voor een afwijkend formaat raam kun je zo nodig meer of minder flap-overvellen gebruiken. Leg voor elke bijeenkomst alle benodigdheden klaar. Persoonlijke voorbereiding Met behulp van deze vragen kun je je ook persoonlijk voorbereiden op de bijeenkomst: Ben je zelf creatief? Hoe vind je het om creatief met een Bijbelverhaal om te gaan? Wat is voor jou de betekenis van Kerst? Welke beelden heb je zelf bij het kerstverhaal? Waar komen die beelden vandaan? Hebben ze nog zeggingskracht voor je of heb je behoefte aan nieuwe beelden? Helpen beelden jou om de boodschap van het kerstverhaal beter te begrijpen? Wat zou je zelf uit het kerstverhaal kiezen als kernthema om te verbeelden? BENODIGDHEDEN Per raam vier vellen zwart etalagekarton en twee flap-overvellen (zo nodig meer of minder, bij een afwijkend formaat raam); Een kopie van bijlage 4 (in kaartjes geknipt); Kopieën van bijlage 5 voor alle deelnemers; Apparatuur om de powerpointpresentatie te kunnen afspelen (bijvoorbeeld een laptop en een beamer met scherm); Voor iedere deelnemer een bijbel (NBV); Potloden; Tekenpapier (voor de kleine schetsen); Markeerstiften; Meerdere rollen vliegerpapier in verschillende kleuren (probeer in te schatten welke kleuren binnen het thema favoriet zullen zijn); Scharen; Lijm(stiften); Plakband. PROGRAMMA Dit programma is geschreven voor één langere bijeenkomst op een zaterdag. Het programma is echter ook te verdelen over drie bijeenkomsten. In dat geval kun je de eerste bijeenkomst afsluiten na de Verdieping. Gebruik de tweede bijeenkomst en het eerste gedeelte van de derde bijeenkomst voor het maken van de papier-in-loodramen. De rest van de derde bijeenkomst wordt dan ingevuld met de Verwerking deel 3 en de Afsluiting. 10 minuten Opening Heet de deelnemers welkom en bied eventueel iets te drinken aan. Maak zo nodig een voorstelrondje. Vertel kort iets over de opzet van dit item (zie korte beschrijving). Open de bijeenkomst met een kort alternatief kerstverhaal (bijvoorbeeld het verhaal in bijlage 2). 10 minuten Verkenning Vraag de jongeren wat ze al weten over glas-in-loodramen. Hebben ze weleens glas-in-loodramen gezien? Zo ja, wat vonden ze ervan? Laat eventueel de eerste dia van de powerpointpresentatie zien en vraag de deelnemers om hierop te reageren. 50 minuten Verdieping Bekijk daarna samen de powerpointpresentatie Glas-in-lood door de eeuwen heen. Maak gebruik van de begeleidende tekst in bijlage 3. De kern van deze presentatie is het belang van glas-in-loodramen voor het geloofsonderricht van ongeletterden in de kerk. Daarnaast is het een korte introductie over het ontstaan en de ontwikkeling van glas-in-lood. De foto s dienen ter inspiratie, om te laten zien hoe je op verschillende (ook modernere) manieren kunt omgaan met glas-in-lood. JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 2

158 Papier-in-loodramen Bespreek samen de presentatie. Is alles duidelijk? Wat vonden de jongeren van de verschillende foto s? Welke afbeeldingen spreken aan en welke niet? Zijn er bepaalde kleuren die eruit springen (en zo ja, werkt dat dan goed of juist storend)? Bespreek ook de verschillende stijlen. Welke spreken aan en welke niet? Deel bijbels uit en lees samen het kerstverhaal in Lucas 2. Vorm daarna groepjes van drie of vier jongeren. Geef elk groepje een kaartje met een scène uit het kerstverhaal (zie bijlage 4). Er zijn zeven scènes. Mochten er minder groepjes zijn, los dat dan op door het kaartje met vers en/of het kaartje met vers 21 weg te laten. Als dat niet voldoende is, geef dan één groepje twee kaartjes: met vers 8-12 en met vers Deel kopieën van bijlage 5 uit en laat de jongeren de vragen bespreken in hun groepje. Geef hun daar 25 minuten de tijd voor. Loop tijdens deze gesprekken rond en houd in de gaten dat er geen kans is op doublures in het beeld. (Dit is om ervoor te zorgen dat iedere groep echt iets anders maakt dan de andere groepjes.) Laat de groepjes vervolgens plenair uitleggen wat volgens hen de kern van hun tekstgedeelte is en wat hun eerste gedachten zijn rond de verbeelding daarvan. Dit is een goed moment voor een korte pauze. 45 minuten Verwerking deel 1 Geef aan dat de groepjes nu aan de slag gaan met de verdere verbeelding van hun tekstgedeelte. Deel tekenpapier en potloden uit en leg de jongeren uit hoe ze te werk moeten gaan. Het is de bedoeling dat ze hun groepsidee eerst op klein formaat gaan schetsen (in dezelfde verhouding als het uiteindelijke formaat). Daarna moeten ze die schets uitvergroten naar het definitieve formaat, op de flap-overvellen. Als ze zo ver zijn, deel dan markeerstiften en flap-overvellen uit. Geef dan aan dat ze bij het maken van de grote schets rekening moeten houden met de loodranden. Daarvoor moeten ze af en toe het zwarte raamwerk over de grote schets heen leggen. De uitvergrote schets dient als sjabloon voor de uit te knippen gekleurde vormen. Als de uitvergrote schets klaar is, kunnen ze samen de definitieve kleuren kiezen. Gebruik bijlage 6 en 7 om te tonen welke effecten kunnen worden bereikt met het gekleurde vliegerpapier, bijvoorbeeld door het gebruik van kleuren over elkaar heen, door het werken met gescheurde randen of door brandschilderen met donkere viltstiften. 30 minuten Lunchpauze Vraag de jongeren om tijdens de lunch elkaars schetsen te bekijken. Ze kunnen dan eventueel nog beslissen om iets te veranderen aan hun eigen ontwerp. 75 minuten Verwerking deel 2 Vraag de jongeren om te bekijken of ze nog iets willen wijzigen aan hun schets en/of aan de gekozen kleuren vliegerpapier. Als de groep tevreden is, vraag hun dan om de vormen van hun sjabloon over te trekken op het vliegerpapier van hun keuze. Deel vervolgens scharen uit en laat hen de getekende vormen uitknippen. Wijs erop dat de vormen straks natuurlijk ook nog aan elkaar moeten worden vastgeplakt. De jongeren moeten dus een centimeter groter knippen dan de vorm op de sjabloon, zodat de randen van naast elkaar liggende vormen straks overlappen en aan elkaar vastgeplakt kunnen worden. Als ze alles hebben uitgeknipt, laat hen dan de stukken gekleurd papier op het sjabloon leggen en aan elkaar lijmen. Deel daarvoor lijm uit. Wijs erop dat deze stukken papier niet aan het onderliggende flap-overvel mogen worden vastgeplakt. De gekleurde vormen mogen alleen aan elkaar vast zitten. Wijs er ook op dat de overlappende randen allemaal aan dezelfde zijde moeten zitten: dat wordt de achterkant van het raam. Als ze hiermee klaar zijn, is het glas van het papier-in-loodraam af. JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 3

159 Papier-in-loodramen Leg dan het zwarte raamwerk op de tafel. Leg het glas erop, met de mooie kant (dus de kant zonder overlappende delen) op het zwarte raamwerk. Laat de jongeren vervolgens het glas aan het zwarte raamwerk vastplakken. Dit is een precisiewerkje. Geef aan dat ze dit het beste kunnen doen door het glas steeds gedeeltelijk op te tillen, het onderliggende raamgedeelte in te smeren met lijm en dan dat deel van het glas vast te plakken aan het lood. Deze handeling kunnen ze dan herhalen tot het glas overal aan het lood is vastgelijmd. Laat hen eventueel ter versterking de buitenranden met plakband vastzetten aan het karton. 15 minuten Verwerking deel 3 Hang de papier-in-loodramen samen met de jongeren op voor de daartoe uitgekozen ramen in de kerkzaal (of in een andere kerkruimte). Bepaal samen hoe de ramen het beste kunnen worden opgehangen om ze zo goed mogelijk tot hun recht te laten komen. Gebruik plakband. Vraag de groepjes om plenair toe te lichten wat ze precies hebben gemaakt, wat ze ermee willen laten zien en waarom ze voor deze verbeelding hebben gekozen. Deze toelichting kan eventueel ook worden gebruikt om de ramen te presenteren in een kerkdienst of in het kerkblad van de gemeente. Als de jongeren dat willen, maak hier dan duidelijke afspraken over. 10 minuten Afsluiting Drink nog even iets met elkaar. Vraag ondertussen aan de jongeren wat ze van het item vonden. Hoe hebben ze het ervaren om op deze manier met het kerstevangelie bezig te zijn? Heeft het verbeelden ervan hen dichter bij de betekenis van Kerst gebracht? Zo ja, hoe dan? GEBRUIKERSERVARING De kerstramen zoals beschreven in dit item zijn al eens gemaakt in Uithoorn (zie foto in bijlage 6). Ook zijn daar een keer thema s uit de veertigdagentijd verbeeld. Daarbij werd aangesloten bij de tekstgedeelten die centraal stonden in het gebruikte leesrooster. AANDACHTSPUNTEN Dit item is ook geschikt voor andere momenten in het kerkelijk jaar, bijvoorbeeld de adventstijd of de veertigdagentijd. Het gaat om het vertalen van woord naar beeld, dat de deelnemers de essentie van een Bijbels verhaal weten te verwoorden en erover in gesprek gaan hoe ze die in beelden kunnen vertalen. Attendeer de voorgangers en de leiding van de kindernevendienst van tevoren op dit item, zodat zij naar de ramen kunnen verwijzen in de diensten rond Kerst. Het is leuk om foto s te maken van het eindresultaat, voor op de website van de gemeente. BIJLAGEN 1. Voorbeeld 2. Openingsverhaal 3. Teksten powerpointpresentatie 4. Kaartjes met Bijbelverzen 5. Werkblad 6. Voorbeeld 7. Toelichting voorbeeld 8. Tekst voor de afsluiting 1 9. Tekst voor de afsluiting 2 Sluit de bijeenkomst af met het lezen van de tekst in bijlage 8 of bijlage 9. Bedank de deelnemers voor hun inzet en aanwezigheid. JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 4

160 Papier-in-loodramen bijlage 1 Voorbeeld 2 cm 2 cm 21 cm 14,5 cm 68 cm 4 vellen 68 x 48 cm 1 x met toog 3 x zonder toog op onderrand aan elkaar bevestigen JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 5 plakrand 48 cm plakrand

161 Papier-in-loodramen bijlage 2 Openingsverhaal De man die God zocht Er was eens een man die alleen in God wilde geloven als hij Hem kon zien. Maar hij wist niet waar hij Hem moest zoeken. Dus trok hij de wijde wereld in en vroeg iedereen die hij tegenkwam: Weet jij hoe God eruitziet? Heb jij Hem ooit ergens gezien? De koning was verbaasd, maar er was toch niemand die het zag. En hij zette zijn kroon op het hoofd van de herder, die al jaren niet naar de kapper was geweest. En als u nu eens mijn herdersmantel aantrekt? De koning keek eens naar de jas, die duidelijk ook al jaren niet naar de stomerij was geweest. Maar gelukkig wel elke dag gelucht, dacht hij nog. Maar iedereen gaf hem een ander antwoord, zodat hij niet veel wijzer werd. Of ze stuurden hem door naar mensen die het moesten weten. Zoals naar het huis van de dominee. Die had op de vraag gestudeerd, al jaren. Maar de dominee zei: Dat is een moeilijke vraag! Kom na Kerst maar terug. Ik heb het nu helaas te druk met al mijn feestpreken. En toen stonden ze tegenover elkaar, daar boven op de berg. De koning in een herdersmantel, de herder met de koningskroon op. Ze keken elkaar lange tijd zwijgend aan en gingen toen ieder hun eigen weg. Daarna ontmoette hij iemand die zei: God is machtig en vol majesteit. Hij ziet er ongetwijfeld uit als een koning. De man ging naar het paleis en de koning ontving hem. De koning ging terug naar zijn paleis. Maar daar wilde niemand hem binnen laten, want geen mens herkende hem. En de herder ging naar zijn kudde; en wie hij onderweg tegenkwam, moest om hem lachten en niemand nam hem serieus. Ziet u eruit als God, majesteit? Een beetje wel, denk ik, zei de koning. Hij en ik zijn toch enigszins collega s, nietwaar? Maar beiden glimlachten alleen maar, want samen hadden ze bij elkaar God gezien. En die eerste man, zou hij nog naar de dominee zijn gegaan? Maar toen de koning s avonds voor zijn spiegel stond, zijn hermelijnen mantel over de stoel hing, zijn kroon op het nachtkastje legde en naar zichzelf keek, begon hij te twijfelen. De vraag van de man liet ook hem niet meer los. Maar hoe ziet God er dan wél uit? Bron: Vries, S. de (2009). De mens in het kind. Gedachten en gedichten rond Kerst. Zoetermeer: Meinema. De volgende dag trok de koning het land in, de bergen op, de alpenweiden door. Daar kwam hij een eenzame herder tegen, die wel open stond voor een praatje. En de koning vroeg op zijn beurt aan hem: Jij woont hier zo hoog en zo in de stilte. Weet jij dan misschien waar ik God kan vinden? En hoe Hij eruitziet? De herder glimlachte: Ik denk, majesteit, dat ik u kan helpen. Of liever, wij kunnen elkaar helpen! Samen moeten wij Hem kunnen vinden. Mag ik misschien uw kroon eens opzetten? JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 6

162 Papier-in-loodramen bijlage 3 Teksten powerpointpresentatie Glas-in-lood door de eeuwen heen (dia 1 - titelscherm) (dia 2) Glas is een heel oud materiaal. Het werd zeker al in 3000 vóór Christus gemaakt, in het Midden-Oosten. Het werd gemaakt door zand en as te verhitten. Het kreeg kleur door ijzeroxyden en onzuiverheden in het zand. dat Gods eerste handeling na de schepping van hemel en aarde was dat Hij het licht van de duisternis scheidde. En in het Nieuwe Testament, in het Evangelie van Johannes, werd Christus Lux Vera ( het ware licht ) genoemd. Glas was dus niet alleen handig en mooi, maar door het licht dat het doorliet in de kerk, paste het ook goed bij bepaalde verhalen uit de Bijbel en bij de manier waarop mensen hun geloof beleefden. Hiermee was succes verzekerd. De Romeinen waren de eersten die de mogelijkheden van glas naar waarde wisten te schatten. Het was licht, waterdicht, goedkoop om te maken en het liet geen smaak na aan de stoffen die erin werden bewaard. Glas werd veel gebruikt voor gebruiksvoorwerpen. De eerste glazen ramen waren nog niet beschilderd. De afbeelding werd gemaakt uit verschillende stukken gekleurd glas in een patroon van loodwerk, zoals op de foto in de dia. Het ontwerp werd bepaald door het loodwerk. Op de foto zijn in sommige vlakken gekleurde strepen te zien. Die zijn ontstaan door vervuiling in het zand. Het duurde langer voordat het in gebouwen zou worden gebruikt. Maar glas was in eerste instantie slechts één van de verschillende materialen om ramen mee te bedekken. Ramen werden bijvoorbeeld ook wel bedekt met linnen doeken met een waslaag, of met platen met gaten erin. (dia 4) Pas veel later werd er verf op het glas gebrand. Het hoofdkenmerk van gebrandschilderd glas is de combinatie van gekleurd glas en geschilderde details. Dit werd vanaf de negende eeuw gedaan. In het begin gebruikte men voor glazen ramen gegoten glas. De stukken glas waren klein en minder doorzichtig door de manier waarop ze werden geproduceerd. In Noord-Europa, waar minder zon was, was meer behoefte aan de doorzichtige eigenschap van glas. Door stukken glas met gekneed lood aan elkaar te bevestigen, konden grotere oppervlakken van glas worden voorzien. Het oudste geschilderde glas dat nog in een gebouw bewaard is gebleven, is te vinden in de Dom van Augsburg. Het is een afbeelding van vier profeten, gemaakt rond het jaar De foto op de dia laat hier een gedeelte van zien. (dia 3) Vanaf 350 n.chr. werd glas ook in kerkramen gebruikt. Zo zijn er beschrijvingen uit die tijd van glas in ontelbare kleuren in de ramen van de basiliek van de Makkabeeën en St.-Joris van Tours. De keuze om glas te gaan gebruiken, had ook te maken met de Bijbel en met het geloof. In Genesis 1: 4 stond namelijk Naast het doorlaten van licht kreeg glas ook een verhalende functie. De ramen gingen als het ware hun eigen verhalen vertellen. Dat was handig, want de diensten werden opgedragen in het Latijn, wat de meeste kerkgangers niet spraken. En de kerkgangers konden vaak ook niet lezen. De verhalende mogelijkheden van glas-in-loodramen werden al vroeg gewaardeerd: in de tiende eeuw schonk een aartsbisschop de kerk van Saint-Remi enkele ramen die verschillende verhalen uitbeeldden. JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 7

163 Papier-in-loodramen bijlage 3 (dia 5) In de vroege middeleeuwen stonden de glasblazerijen op plaatsen waar zand en hout te vinden was. Het hout ging in de ovens en de as werd vervolgens gebruikt als grondstof voor het glas. Aan het mengsel van zand en as werden metaaloxyden toegevoegd om het glas te kleuren. (dia 8) Vaak werd een meestertekening meerdere keren gebruikt. Soms met kleine aanpassingen - of gewoon in spiegelbeeld. Rood glas was ook mogelijk, maar dat was zo donker dat het weinig licht doorliet. Dit loste men op door rood glas te mengen met wit glas. Hierdoor ontstond gevlamd glas. (dia 9) Door de vooruitgang in de techniek werd het steeds gemakkelijker om verschillende kleuren op één stukje glas te gebruiken. Door het gebruik van verven was het niet meer nodig om kleine stukjes glas van één kleur te snijden en die aan elkaar te zetten met loodband. De contouren van het lood hoefden dus ook niet meer het ontwerp te bepalen. Nu kon een raam worden opgebouwd uit glazen rechthoeken. Zo ontstond er een regelmatig raamwerk van glas en lood, waardoor het leek alsof de afbeelding door tralies werd bekeken. (dia 6) (dia 7) Voor het ontwerpen en maken van een raam was een werktekening nodig. Maar in de middeleeuwen was papier zeldzaam en materialen als perkament en vellum waren zeer kostbaar. Het was dan ook niet praktisch om hier werktekeningen op te maken. In plaats daarvan werden de werktekeningen gemaakt met houtskool op een wit paneel. Dat paneel was bedekt met witkalk of verf. Dit werd de meestertekening genoemd. Pas later, toen papier minder duur werd, konden de ontwerpen ook op papier worden gemaakt. Op de meestertekening werden de kleuren en de belangrijkste lijnen en details aangegeven. De meestertekening werd gebruikt door de glassnijder en door de glasschilder. Maar hij diende ook als een soort werkbank, om het raam samen te stellen en in lood te zetten. Vaak was de glasschilder ook de ontwerper. Maar het kwam ook voor dat de opdrachtgever zelf schetsen maakte. Soms ontstond er dan een gesprek over de uitvoering tussen de opdrachtgever en de glasschilder. Zo zijn er voorbeelden bekend uit de zestiende eeuw dat de opdrachtgever kon kiezen uit twee versies van een glas-inloodraam. De foto in de dia laat zien hoe een ontwerp meerdere keren gebruikt is, met kleine veranderingen. (dia 10) In de negentiende en twintigste eeuw raakte men opnieuw geïnteresseerd in glas-in-loodramen en glasschilderen. Er was nu ook meer mogelijk. Door nieuwe technieken kon men op een andere wijze met glas-in-lood omgaan. Bijvoorbeeld: etsen, confettiglas, dalle de verre en appliqué. (dia 11) Door het glas te etsen wordt kleurverloop binnen een glasplaat mogelijk. Dit kan gebruikt worden voor lichtdonkereffecten en voor schaduwwerking in gezichten en dergelijke. (dia 12) Confettiglas ontstaat door snippers glas te gebruiken. Deze snippers worden versmolten in helder gekleurd glas. (dia 13) Een andere techniek is dalle de verre. Hierbij worden dikke, gekleurde glasplaten aan elkaar gehecht met hars. Er is dan geen lood meer nodig. Dit geeft een soort mozaïek-effect. JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 8

164 Papier-in-loodramen bijlage 3 (dia 14) Bij appliqué worden meerdere lagen glas op elkaar geplakt met een hechtmiddel. Deze techniek maakt het mogelijk om kleuren met elkaar te vermengen. (dia 21) De kerstgroep staat vaak op glas-in-loodramen van oude kerken. Maar ook in onze tijd laten mensen die een kerk bouwen, zich inspireren door de geboorte van Jezus. Dit kun je straks ook uitproberen bij je papier-in-loodraam. Je kunt bijvoorbeeld bij een deel van een gezicht een extra stukje papier aanbrengen met een donkerder kleur, waardoor het gezicht een schaduwkant en een lichte kant krijgt. Let wel op dat de donkere kleur aan de achterkant van je raam komt. Het venster op de foto is te zien in de Our Lady Of Mount Carmel in Wyandotte in Amerika. (dia 15) Nu volgen enkele glas-in-loodramen van beeldend kunstenaars uit de twintigste eeuw. Het beroemdste zijn de glas-inloodramen van Chagall. Afgebeeld zijn de aankondiging van de geboorte van Jezus aan Maria, en Maria met het kind Jezus op de arm. (dia 16) (dia 17) De kapel van Matisse in Vence (Frankrijk) is ook erg beroemd. (dia 18) (dia 19) Nu volgen diverse kerstafbeeldingen in glas-in-lood, zowel middeleeuws als modern, uit verschillende kerken in de wereld. Dit is een foto van een spitsboogvenster van glazenier Joan Collette ( ), te zien in de Heilig Hart Van Jezuskerk te Maastricht. (dia 20) Dit is een afbeelding van de heilige familie, in dezelfde kerk en van dezelfde glazenier. (dia 22) De foto links toont een afbeelding van de heilige familie, gemaakt door de kunstenaar Jonynas rond Dit glas-inloodraam is te zien in de Chapel Of Mary, in Southfield in Amerika. De foto rechts toont een venster in de Verzoeningskerk in Taizé in Frankrijk. (dia 23) Ook de drie koningen worden vaak afgebeeld. Dat kan heel modern zijn, zoals op deze foto: de ster en drie kronen (voor de drie koningen) onder een nachtblauwe hemel. De rode ovaal stelt de kribbe voor. (dia 24) Maar het kan ook traditioneel, zoals dit middeleeuwse glas-in-loodraam in de Church Of The Holy Name, in Leeds, Engeland. (dia 25) Ook de herders komen geregeld terug. Op deze foto zien we de herders en de engelen, op een raam in de Gloria Dei Lutheran Church in Downers Grove in Amerika. (dia 26) Dit is een raam van Edward Burne-Jones ( ). De geboorte van Christus is gemaakt in (dia 27) En tot slot zien we de herders op een glas-in-loodraam van William Morris, te zien in St. Martins In The Bullring, in Birmingham, Engeland. JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 9

165 Papier-in-loodramen bijlage 4 Kaartjes met bijbelverzen Lucas 2: 1-5 Lucas 2: Lucas 2: 6-7 Lucas 2: Lucas 2: 8-12 Lucas 2: 21 Lucas 2: JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 10

166 Papier-in-loodramen bijlage 5 Werkblad Opdracht bij de kerstverhalen Lees eerst met jouw groepje het tekstgedeelte op het kaartje nog eens goed door (ieder voor zich, of hardop). Bespreek daarna samen de volgende vragen. 1. Wat wordt er beschreven in dit gedeelte? Waar gaat het over? Welke figuren spelen een rol? Wie hebben er een hoofdrol en wie een bijrol? Welke figuur/figuren vinden jullie het meest aansprekend? Welke figuur/figuren vinden jullie het minst aansprekend? Wat voor sfeer spreekt er uit deze tekst? Zijn de mensen bijvoorbeeld blij, vol verwachting, bang of in paniek? 2. Hoe zou je dit tekstgedeelte in een beeld kunnen omzetten? Wat is voor jullie de kern/de boodschap van dit gedeelte? Wat is het belangrijkste? Wie zijn voor jullie de echte hoofdrolspelers in dit verhaal? Vanuit wiens/wier perspectief zouden jullie het verhaal willen laten vertellen? Welke figuren komen er dan in beeld? Welke sfeer wil je weergeven? Welke kleuren kiezen jullie daarvoor? JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 11

167 Papier-in-loodramen Voorbeeld Papier-in-loodramen (adventsproject Uithoorn, najaar 2008) JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 12 bijlage 6

168 Papier-in-loodramen bijlage 7 Toelichting voorbeeld Gebruik van vliegerpapier Foto 1 De witte duif op de foto is groter geknipt dan de uiteindelijke vorm. De te grote vorm is achter de kleinere uitsparing in het blauwe vliegerpapier geplakt. De vorm is extra benadrukt door middel van een zwarte viltstiftlijn. Dus: als het onderwerp een lichtere kleur heeft op een donkerder achtergrond, dan kun je deze lichte vorm groter uitknippen dan de uitsparing. Vervolgens plak je de lichte vorm achter de uitsparing in de donkere achtergrond. JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 13

169 Papier-in-loodramen bijlage 7 Foto 2 Op deze foto zie je een voorbeeld van een soort brandschilderen: met een zwarte viltstift zijn de haren, de ogen en de vingers getekend. Let op het effect van de overlap bij naast elkaar liggende kleuren. Ga ervan uit dat de uiteindelijke vorm van de lichte kleur het beste uitkomt als de donkere kleur op maat geknipt is (zie ook foto 1). Plak de lichte kleur achter de donkere kleur. JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 14

170 Papier-in-loodramen bijlage 7 Foto 3 De aureool op deze foto is lichter van kleur dan het rood van het hoofd en de arm. De arm is lichter van kleur dan de blauwe achtergrond. Het hoofd wordt precies op maat geknipt voor de overgang met de aureool. Voor de overgang van de arm met de aureool geldt dit ook. Maar de arm is lichter dan de achtergrond en bij die overgang wordt dus juist de arm groter geknipt. De aureool ligt dus achter de arm, de arm ligt achter het blauw. Het geheel ligt achter het voorgesneden raamwerk van zwart karton. JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 15

171 Papier-in-loodramen bijlage 7 Foto 4 Meerdere lagen vliegerpapier over elkaar mengen de kleuren of maken de kleur donkerder. Rechts op deze foto zie je bijvoorbeeld dat het blauw donkerder is gemaakt en dat er paars is ontstaan door rood en blauw over elkaar heen te plakken. Zo kun je het effect krijgen van confettiglas of appliqué. JOP Joseph Haydnlaan 2a Postbus RM Utrecht Alle rechten voorbehouden Kopiëren alleen voor intern gebruik 16

Leeftijd: Thema: bijbel Tijdsduur: Meerdere bijeenkomsten. Wat is de Bijbel en is de Bijbel 'waar'?

Leeftijd: Thema: bijbel Tijdsduur: Meerdere bijeenkomsten. Wat is de Bijbel en is de Bijbel 'waar'? Bible Basics Leeftijd: 13-16 Thema: bijbel Tijdsduur: Meerdere bijeenkomsten Wat is de Bijbel en is de Bijbel 'waar'? De programma's vind je in het PDF document in de bijlage. Korte beschrijving van de

Nadere informatie

Leeftijd: Thema: bijbel, God, Normen en waarden Tijdsduur: Meerdere bijeenkomsten

Leeftijd: Thema: bijbel, God, Normen en waarden Tijdsduur: Meerdere bijeenkomsten Tien geboden Leeftijd: 13-16 Thema: bijbel, God, Normen en waarden Tijdsduur: Meerdere bijeenkomsten Wat is de achtergrond van deze geboden en wat betekenen de leefregels voor ons? De programma's vind

Nadere informatie

5. Eindelijk vrij! Pagina 32 JOP BASICS

5. Eindelijk vrij! Pagina 32 JOP BASICS 5. Eindelijk vrij! DOELSTELLINGEN De kinderen leren wat de tien geboden zijn en waar ze in de Bijbel staan. De kinderen leren dat het volk Israël, net bevrijd van slavernij, de tien geboden heeft ontvangen

Nadere informatie

Leeftijd: Thema: bijbel, bijbelse personages, delen, identiteit Tijdsduur: Meerdere bijeenkomsten

Leeftijd: Thema: bijbel, bijbelse personages, delen, identiteit Tijdsduur: Meerdere bijeenkomsten Wie inspireert jou? Leeftijd: 13-16 Thema: bijbel, bijbelse personages, delen, identiteit Tijdsduur: Meerdere bijeenkomsten Over inspirerende (Bijbelse) personen. En hoe kunnen wij een inspiratie zijn?

Nadere informatie

Bekende bijbelse verhalen

Bekende bijbelse verhalen Categorie Bijbel Aantal deelnemers 6-20 personen Leeftijd 12-16 jaar Duur / aantal bijeenkomsten Een bijeenkomst van 1,5 uur Auteur Hanna Oosterlee KORTE BESCHRIJVING De Bijbel staat vol met verhalen.

Nadere informatie

Leeftijd: 9-12 Thema: God, heilige Geest, identiteit, Normen en waarden, Pinksteren Tijdsduur: 60+ min.

Leeftijd: 9-12 Thema: God, heilige Geest, identiteit, Normen en waarden, Pinksteren Tijdsduur: 60+ min. Vrucht van de Geest Leeftijd: 9-12 Thema: God, heilige Geest, identiteit, Normen en waarden, Pinksteren Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over de uitwerking van de Geest in mensen. Doelen van deze

Nadere informatie

Leeftijd: 9-12 Thema: Hemelvaart Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over Hemelvaart.

Leeftijd: 9-12 Thema: Hemelvaart Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over Hemelvaart. Hemelvaart: Tot Ziens! Leeftijd: 9-12 Thema: Hemelvaart Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over Hemelvaart. Doelen van de bijeenkomst: De kinderen leren meer over Hemelvaart: het verhaal van het

Nadere informatie

Deze bijeenkomst gaat over Jezus en over de verschillende namen die er voor Jezus zijn.

Deze bijeenkomst gaat over Jezus en over de verschillende namen die er voor Jezus zijn. Wie is Jezus? Leeftijd: 9-12 Thema: Jezus Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over Jezus en over de verschillende namen die er voor Jezus zijn. Doelen van deze bijeenkomst: De kinderen leren dat

Nadere informatie

Waar is God? Leeftijd: 9-12 Thema: God Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over de aanwezigheid van God onder de mensen.

Waar is God? Leeftijd: 9-12 Thema: God Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over de aanwezigheid van God onder de mensen. Waar is God? Leeftijd: 9-12 Thema: God Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over de aanwezigheid van God onder de mensen. Doelen van deze bijeenkomst: De kinderen leren dat God overal te vinden is.

Nadere informatie

Werkvorm: Vertel dat de Bijbel bestaat uit 66 Bijbelboeken en dat die ook verschillende genres hebben. Start het spel:

Werkvorm: Vertel dat de Bijbel bestaat uit 66 Bijbelboeken en dat die ook verschillende genres hebben. Start het spel: Bijbelse genres Leeftijd: 9-12, 13-16, 16+ Thema: bijbel Tijdsduur: 0-20 min. Jongeren leren de verschillende soorten Bijbelboeken kennen. Doel: - De jongeren begrijpen dat de Bijbelboeken met verschillende

Nadere informatie

De tien Geboden. Tien belangrijke regels. Aangepaste dienst Zondag 17 april 2016 Ds. Henk Bondt

De tien Geboden. Tien belangrijke regels. Aangepaste dienst Zondag 17 april 2016 Ds. Henk Bondt De tien Geboden Of Tien belangrijke regels Aangepaste dienst Zondag 17 april 2016 Ds. Henk Bondt Welkom Mededelingen Votum en groet Zingen: Gezang 119: 1 en 2 De kerk van alle tijden kent slechts één vaste

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Rouw en verlies Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van kinderen van 8-12 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Rouw en verlies Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van kinderen van 8-12 jaar DOELSTELLINGEN De deelnemers worden zich bewust van hun eigen omgang met rouw en verlies en de rol die hun geloof of levensoriëntatie hierbij heeft. De deelnemers weten dat ieder op een eigen manier rouwt

Nadere informatie

4-8. Jezus vertelt over het echte geluk. jaar. Matteüs 5:1-12 VOORBEREIDING. Voorbereiding. Matteüs Jezus vertelt over het echte geluk

4-8. Jezus vertelt over het echte geluk. jaar. Matteüs 5:1-12 VOORBEREIDING. Voorbereiding. Matteüs Jezus vertelt over het echte geluk 4-8 Jezus vertelt over het echte geluk Matteüs 5:1-12 VOORBEREIDING 1 Inleiding bij deze zondag Deze zondag is deel van een blok met twee verhalen uit het Matteüs-evangelie: de Bergrede en het verhaal

Nadere informatie

Leeftijd: 9-12 Thema: Opstanding, Pasen Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over de Stille Week en Pasen.

Leeftijd: 9-12 Thema: Opstanding, Pasen Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over de Stille Week en Pasen. Paasfeest: Opstaan! Leeftijd: 9-12 Thema: Opstanding, Pasen Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over de Stille Week en Pasen. Doelen van de bijeenkomst: De kinderen kunnen de belangrijke gebeurtenissen

Nadere informatie

Beste God... Leeftijd: 9-12 Thema: bidden, God, Vriendschap Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over bidden en communicatie met God.

Beste God... Leeftijd: 9-12 Thema: bidden, God, Vriendschap Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over bidden en communicatie met God. Beste God... Leeftijd: 9-12 Thema: bidden, God, Vriendschap Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over bidden en communicatie met God. Doelen van deze bijeenkomst: De kinderen leren dat het gebed een

Nadere informatie

Leeftijd: 9-12 Thema: bijbel, bijbelse personages, delen, dromen, Normen en waarden, Toekomst Tijdsduur: 60+ min.

Leeftijd: 9-12 Thema: bijbel, bijbelse personages, delen, dromen, Normen en waarden, Toekomst Tijdsduur: 60+ min. Dromen en werken met een profeet Leeftijd: 9-12 Thema: bijbel, bijbelse personages, delen, dromen, Normen en waarden, Toekomst Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over de profeet Jesaja. Doelen van

Nadere informatie

Tieners ontdekken dat grenzen er zijn om duidelijkheid te geven en bescherming te bieden.

Tieners ontdekken dat grenzen er zijn om duidelijkheid te geven en bescherming te bieden. THEMA Grenzen DOEL Tieners ontdekken dat grenzen er zijn om duidelijkheid te geven en bescherming te bieden. GROEPSDOEL Tieners verwoorden welke grenzen ze lastig vinden. SLEUTELBIJBELTEKSTEN Genesis 2:15-17,

Nadere informatie

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Naar aanleiding van de lezingen vandaag, over het ophouden van de manna uit Jozua 5 en het teken van brood en vis uit Johannes 6, wil ik graag twee

Nadere informatie

Handleiding bij de studielessen voor groep 1-3 van de basisschool NAAM

Handleiding bij de studielessen voor groep 1-3 van de basisschool NAAM Handleiding bij de studielessen voor groep 1-3 van de basisschool NAAM September 2009 In september en oktober 2009 is de Levend Evangelie Gemeente gemeentebreed bezig met het onderwerp GEBED. Op verzoek

Nadere informatie

2. God ziet er niet uit

2. God ziet er niet uit 2. God ziet er niet uit DOELSTELLINGEN De kinderen leren dat de naam van God in het jodendom niet wordt uitgesproken, omdat God niet in een naam te vangen is. De kinderen leren dat God echter wel vele

Nadere informatie

Leeftijd: 9-12 Thema: bidden, bijbel, gezondheid, Jezus, Toekomst. Deze bijeenkomst gaat over genezing in het Nieuwe Testament.

Leeftijd: 9-12 Thema: bidden, bijbel, gezondheid, Jezus, Toekomst. Deze bijeenkomst gaat over genezing in het Nieuwe Testament. Alles wordt nieuw Leeftijd: 9-12 Thema: bidden, bijbel, gezondheid, Jezus, Toekomst Deze bijeenkomst gaat over genezing in het Nieuwe Testament. Doelen van deze bijeenkomst: De kinderen leren dat er in

Nadere informatie

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub Leeftijd: 12-16 jaar Tijdsduur: 1 uur Doelen - De jongeren denken na over de betekenis van de muur tussen Israël en de Palestijnse gebieden in het dagelijks

Nadere informatie

Leeftijd: 9-12 Thema: bijbel, bijbelse personages, dood, Jezus, Opstanding, Pasen

Leeftijd: 9-12 Thema: bijbel, bijbelse personages, dood, Jezus, Opstanding, Pasen Het laatste woord... Leeftijd: 9-12 Thema: bijbel, bijbelse personages, dood, Jezus, Opstanding, Pasen In deze bijeenkomst staan de laatste kruiswoorden van Jezus centraal. Doelen van deze bijeenkomst:

Nadere informatie

Op weg naar The Passion

Op weg naar The Passion Op weg naar The Passion Leeftijd: 16-25 jaar Soort bijeenkomst/werkvorm: programma en vesper Thema: Weg, waarheid en leven Tijdsduur: drie keer een uur Auteur: Dorien Keus, JOP The Passion is inmiddels

Nadere informatie

Inhoud. Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3. Bijlage 4. Schrijfboekje bij de kerkdienst 119. Tien boeken om zelf geïnspireerd te worden 122

Inhoud. Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3. Bijlage 4. Schrijfboekje bij de kerkdienst 119. Tien boeken om zelf geïnspireerd te worden 122 Inhoud 1 9 2 In de kerkdienst 16 3 Hoe ga je om met ouders? 21 4 Hoe bouw je aan relaties? 26 5 Jouw geloof en kinderwerk 31 6 Wat wil je bereiken? 36 7 Ontwikkeling van kinderen 42 8 Hoe houd je op een

Nadere informatie

In deze opdracht a je opzoek naar informatie over de schepping en evolutie. Ook vorm je je mening over die twee.

In deze opdracht a je opzoek naar informatie over de schepping en evolutie. Ook vorm je je mening over die twee. Schepping Verdieping: Schepping én evolutietheorie Leeftijd: 13-16 Thema: Schepping Tijdsduur: 20+ min. In deze opdracht a je opzoek naar informatie over de schepping en evolutie. Ook vorm je je mening

Nadere informatie

Leeftijd: 9-12 Thema: bijbel, bijbelse personages, identiteit. Deze bijeenkomst gaat over koning David.

Leeftijd: 9-12 Thema: bijbel, bijbelse personages, identiteit. Deze bijeenkomst gaat over koning David. Een koning naar Gods hart Leeftijd: 9-12 Thema: bijbel, bijbelse personages, identiteit Deze bijeenkomst gaat over koning David. Doelen van deze bijeenkomst: De kinderen leren meer over David en zijn levensloop:

Nadere informatie

Deze bijeenkomst gaat over de dubbele betekenis van de doop: je hoort bij God en je hoort bij Zijn gemeente.

Deze bijeenkomst gaat over de dubbele betekenis van de doop: je hoort bij God en je hoort bij Zijn gemeente. Doop: Je bent nooit alleen Leeftijd: 9-12 Thema: dopen, erbij horen, Kerk, rituelen Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over de dubbele betekenis van de doop: je hoort bij God en je hoort bij Zijn

Nadere informatie

EEN KENNISMAKING MET DE BIJBEL -

EEN KENNISMAKING MET DE BIJBEL - EEN KENNISMAKING MET DE BIJBEL - De Bijbel is voor veel mensen het belangrijkste boek in hun leven. Daarom wordt de Bijbel al eeuwenlang in veel talen vertaald en door veel mensen gelezen. Misschien vraag

Nadere informatie

Gebedshoeken voor jongeren: Sta op en schitter!

Gebedshoeken voor jongeren: Sta op en schitter! Gebedshoeken voor jongeren: Sta op en schitter! Hieronder worden vijf gebedshoeken beschreven met elk een eigen thema die verschillend gebruikt kunnen worden. Misschien is het te gebruiken tijdens een

Nadere informatie

Tevredenheid 1. Tevreden over wat je hebt gedaan 8 2. Tevreden in alle omstandigheden Tevreden met weinig Tevreden met wat je hebt 14

Tevredenheid 1. Tevreden over wat je hebt gedaan 8 2. Tevreden in alle omstandigheden Tevreden met weinig Tevreden met wat je hebt 14 Inhoud Tevredenheid 1. Tevreden over wat je hebt gedaan 8 2. Tevreden in alle omstandigheden 10 3. Tevreden met weinig 12 4. Tevreden met wat je hebt 14 Angst 5. Angst voor mensen 16 6. Angst voor God

Nadere informatie

INHOUD - 1. Wat voor boek is de Bijbel? Hoe kun je de Bijbel lezen? Tips bij het gebruik van de Bijbel in Gewone Taal 17

INHOUD - 1. Wat voor boek is de Bijbel? Hoe kun je de Bijbel lezen? Tips bij het gebruik van de Bijbel in Gewone Taal 17 INHOUD - 1. Wat voor boek is de Bijbel? 9 2. Hoe kun je de Bijbel lezen? 13 3. Tips bij het gebruik van de Bijbel in Gewone Taal 17 4. 21 dagen bijbellezen 21 5. Belangrijke mensen in de Bijbel 47 6. Waar

Nadere informatie

Lukas 22, Jezus: meer dan Pesach

Lukas 22, Jezus: meer dan Pesach Lukas 22,15-20 - Jezus: meer dan Pesach Viering Heilig Avondmaal Liturgie Voorzang Ps 81,1.2.4 Stil gebed Votum / zegengroet Zingen Ps 133,3 Gebed Lezen uit de Bijbel: - Ex 12,1-20 Zingen: Ps 105,16.17

Nadere informatie

Geloofsopvoeding 3. Leeftijd: Soort bijeenkomst: Soort werkvorm: Thema: 3e bijeenkomst - Communiceren met je kind

Geloofsopvoeding 3. Leeftijd: Soort bijeenkomst: Soort werkvorm: Thema: 3e bijeenkomst - Communiceren met je kind Geloofsopvoeding 3 Leeftijd: Soort bijeenkomst: Soort werkvorm: Thema: 3e bijeenkomst - Communiceren met je kind Doel: Je gaat aan de slag met verschillende manieren om met je kind te communiceren. Het

Nadere informatie

Deze bijeenkomst gaat over gelijkenissen, waarbij de barmhartige Samaritaan als voorbeeld wordt gebruikt.

Deze bijeenkomst gaat over gelijkenissen, waarbij de barmhartige Samaritaan als voorbeeld wordt gebruikt. Wie is mijn naaste? Leeftijd: 9-12 Thema: bijbel, delen, Jezus Deze bijeenkomst gaat over gelijkenissen, waarbij de barmhartige Samaritaan als voorbeeld wordt gebruikt. Doelen van deze bijeenkomst: De

Nadere informatie

PROGRAMMA: WAT VIND JIJ?

PROGRAMMA: WAT VIND JIJ? Rise and shine Leeftijd: 12-16, 16+ Soort bijeenkomst: Soort werkvorm: heel programma Thema: Bijbel, Pasen Tijdsduur: 2 uur en 55 min. Keuzeprogramma rond de Goede Week en Pasen. Meningsvorming, Bijbeltekst

Nadere informatie

Om je al warm te maken voor de inhoud geven we nu al een korte samenvatting:

Om je al warm te maken voor de inhoud geven we nu al een korte samenvatting: 1 Om je al warm te maken voor de inhoud geven we nu al een korte samenvatting: Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden : God is onze Vader en wij bidden als geliefde dochters en zonen Laat

Nadere informatie

Leeftijd: 9-12 Thema: bijbel, bijbelse personages, zonde, Kwaad Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over het verhaal van Noach.

Leeftijd: 9-12 Thema: bijbel, bijbelse personages, zonde, Kwaad Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over het verhaal van Noach. De ark en de regenboog Leeftijd: 9-12 Thema: bijbel, bijbelse personages, zonde, Kwaad Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over het verhaal van Noach. Doelen van de bijeenkomst: De kinderen kunnen

Nadere informatie

Perspectief 3 e editie 3 / 4 VMBO Project Doorgeven

Perspectief 3 e editie 3 / 4 VMBO Project Doorgeven Perspectief 3 e editie 3 / 4 VMBO Project Doorgeven 0. Start In dit project ga je aan de slag met verschillende manieren en vormen van doorgeven. Wat heb je zelf van huis uit meegekregen? En wat mogen

Nadere informatie

Een weg door de geestelijke stromingen vragenlijst voor het jodendom. Naam:

Een weg door de geestelijke stromingen vragenlijst voor het jodendom. Naam: Een weg door de geestelijke stromingen vragenlijst voor het jodendom Naam: Het jodendom Hallo, dit is de vragenlijst die hoort bij de website over geestelijke stromingen. Je kunt de website vinden op www.geloofik.nl.

Nadere informatie

Voorbeeld voordat de kinderen van groep 4 en 5 naar KBC gaan: Jongens en meisjes, wie van jullie puzzelt wel eens? En dan bedoel ik zo n puzzel.

Voorbeeld voordat de kinderen van groep 4 en 5 naar KBC gaan: Jongens en meisjes, wie van jullie puzzelt wel eens? En dan bedoel ik zo n puzzel. Lezen: Handelingen 18:24-19:7 Preek over doop met de heilige Geest (??) Voorbeeld voordat de kinderen van groep 4 en 5 naar KBC gaan: Jongens en meisjes, wie van jullie puzzelt wel eens? En dan bedoel

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Moeilijke kindervragen

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Moeilijke kindervragen DOELSTELLINGEN De ouders hebben ervaren dat hun kind niet het enige is dat moeilijke vragen stelt en dat zij elkaar kunnen ondersteunen in de omgang hiermee. De ouders kunnen met hun kind in gesprek gaan

Nadere informatie

Leeftijd: Thema: bijbel, delen, gezondheid Tijdsduur: Meerdere bijeenkomsten. Wat als je ongeneeslijk ziek bent?

Leeftijd: Thema: bijbel, delen, gezondheid Tijdsduur: Meerdere bijeenkomsten. Wat als je ongeneeslijk ziek bent? Over mijn lijk Leeftijd: 13-16 Thema: bijbel, delen, gezondheid Tijdsduur: Meerdere bijeenkomsten Wat als je ongeneeslijk ziek bent? De programma's vind je in het PDF document in de bijlage. Korte beschrijving

Nadere informatie

Woord vooraf. I n het begin Die woorden doen je misschien wel direct denken aan

Woord vooraf. I n het begin Die woorden doen je misschien wel direct denken aan Woord vooraf I n het begin Die woorden doen je misschien wel direct denken aan de allereerste woorden uit de Bijbel. In het begin, a, maakte God de aarde. Maar wie a zegt, moet ook b zeggen. En dat doet

Nadere informatie

Zondag 21 februari 2016; 2 e zondag van de 40-dagen; project: zet een stap naar de A/ander; kleur Paars; ds. A.J.Wouda

Zondag 21 februari 2016; 2 e zondag van de 40-dagen; project: zet een stap naar de A/ander; kleur Paars; ds. A.J.Wouda Zondag 21 februari 2016; 2 e zondag van de 40-dagen; project: zet een stap naar de A/ander; kleur Paars; ds. A.J.Wouda Ex. 1 e lezing Ex. 34: 27-35 Antwoordpsalm 27: 4 2 e lezing Lucas 9: 28-36 Gemeente

Nadere informatie

11. Naar de kerk, zei de dominee

11. Naar de kerk, zei de dominee 11. Naar de kerk, zei de dominee DOELSTELLINGEN De kinderen kunnen de belangrijkste onderdelen van een zondagse eredienst benoemen. De kinderen leren dat er bij de eredienst een bepaalde volgorde wordt

Nadere informatie

PROGRAMMA CHECK THE FACTS DEEL EN WIN! Clubprogramma op basis van Rock Solid. stichting. Sirkelslag Young Programma Check the facts - Deel en win!

PROGRAMMA CHECK THE FACTS DEEL EN WIN! Clubprogramma op basis van Rock Solid. stichting. Sirkelslag Young Programma Check the facts - Deel en win! PROGRAMMA CHECK THE FACTS DEEL EN WIN! Clubprogramma op basis van Rock Solid stichting Sirkelslag Young Programma Check the facts - Deel en win! 1 Programma check the facts Deel en Win! Clubprogramma op

Nadere informatie

Bij u schuil ik, u bent mijn schild,

Bij u schuil ik, u bent mijn schild, Bij u schuil ik, u bent mijn schild, in uw woord stel ik mijn hoop. Psalm 119:114 inleiding Laten we eerlijk zijn: het is niet zo eenvoudig om regelmatig uit de Bijbel te lezen en te bidden. Onze volle

Nadere informatie

Exodus 24,9-11 Aan tafel bij God zelf

Exodus 24,9-11 Aan tafel bij God zelf Exodus 24,9-11 Aan tafel bij God zelf Viering van het Heilig Avondmaal Liturgie Voorzang Gez 156 Stil gebed Votum Zegengroet Zingen Ps 111,1.2.3 Gebed Lezen uit de Bijbel: Exodus 24,1-11 Zingen Ps 111,5.6

Nadere informatie

Jaar A - Jezus! Samen op weg

Jaar A - Jezus! Samen op weg B I J L A G E B I J J A A R A Gebeden en liederen GEBEDEN GEKEND IN HEEL DE WERELD INHOUDSTAFEL Onze Vader Onze Vader, die in de Hemel zijt, Uw Naam worde geheiligd, Uw Rijk kome, Uw wil geschiede op aarde

Nadere informatie

Jeremia 1: Vertel het door!

Jeremia 1: Vertel het door! Jeremia 1:4-19 - Vertel het door! Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op: hmveurink@gmail.com. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint

Nadere informatie

Jeremia 1:4-19 Vertel het door!

Jeremia 1:4-19 Vertel het door! Jeremia 1:4-19 Vertel het door! Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op: hmveurink@gmail.com. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe.

Nadere informatie

God, laat ons uw liefde zien en maak ons gelukkig.

God, laat ons uw liefde zien en maak ons gelukkig. zondag 1 januari NIEUWJAARSDAG God, laat ons uw liefde zien en maak ons gelukkig. Psalm 67:2 God, laat ons uw liefde zien en maak ons gelukkig. Wees bij ons en bescherm ons. Dan zal iedereen zien dat u

Nadere informatie

Heilig Jaar van Barmhartigheid

Heilig Jaar van Barmhartigheid Heilig Jaar van Barmhartigheid van 8 december 2015 tot 20 november 2016 Paus Franciscus heeft alle mensen van de hele wereld uitgenodigd voor een heilig Jaar van Barmhartigheid. Dit hele jaar is er extra

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Opa, wie is God? Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van kinderen van 0-8 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Opa, wie is God? Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van kinderen van 0-8 jaar DOELSTELLINGEN Grootouders wisselen ervaringen uit over geloofsopvoeding en kleinkinderen. Grootouders helpen elkaar op weg met tips en adviezen over geloofsopvoeding en kleinkinderen. Grootouders zijn

Nadere informatie

Vraag 96 : Wat eist God in het tweede gebod?

Vraag 96 : Wat eist God in het tweede gebod? Zondag 35 Zondag 35 gaat over het tweede gebod. Lees de tekst van Zondag 35. Vraag 96 : Wat eist God in het tweede gebod? Antw : Dat wij God in generlei wijze afbeelden en op geen andere wijze vereren,

Nadere informatie

Exodus 3, 1-15 Belijdenis- en doopdienst 9 oktober 2011 Wehl. Thema: 'Ik heb je bij je naam geroepen!' Gemeente,

Exodus 3, 1-15 Belijdenis- en doopdienst 9 oktober 2011 Wehl. Thema: 'Ik heb je bij je naam geroepen!' Gemeente, Exodus 3, 1-15 Belijdenis- en doopdienst 9 oktober 2011 Wehl Thema: 'Ik heb je bij je naam geroepen!' Gemeente, Er wordt vandaag gedoopt de naam van een mensenkind wordt verbonden met die van God. In onze

Nadere informatie

Zondag 9 oktober over de maaltijd van de Heer. Lezing: 1 Korinthe 10 : 14 t/m 17, 11: 17 t/m 26

Zondag 9 oktober over de maaltijd van de Heer. Lezing: 1 Korinthe 10 : 14 t/m 17, 11: 17 t/m 26 Zondag 9 oktober 2016 - over de maaltijd van de Heer Lezing: 1 Korinthe 10 : 14 t/m 17, 11: 17 t/m 26 Vandaag vieren we met elkaar als gemeente avondmaal. Heilig Avondmaal. Eigenlijk gebruik ik die woorden

Nadere informatie

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Uitleg boekverslag en boekbespreking Uitleg boekverslag en boekbespreking groep 7 schooljaar 2014-2015 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave

Nadere informatie

Jongeren verwoorden waar zij aan vast zitten en wat een hindernis kan zijn in hun relatie met God.

Jongeren verwoorden waar zij aan vast zitten en wat een hindernis kan zijn in hun relatie met God. THEMA Vrijheid LEERDOEL Jongeren ontdekken dat Jezus hen vrijheid geeft. GROEPSDOEL Jongeren verwoorden waar zij aan vast zitten en wat een hindernis kan zijn in hun relatie met God. SLEUTELBIJBELTEKSTEN

Nadere informatie

Deze bijeenkomst gaat over wat Jezus deed op aarde: prediken, zegenen, genezen en vergeven.

Deze bijeenkomst gaat over wat Jezus deed op aarde: prediken, zegenen, genezen en vergeven. Wat Jezus deed Leeftijd: 9-12 Thema: Jezus Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over wat Jezus deed op aarde: prediken, zegenen, genezen en vergeven. Doelen van de bijeenkomst: De kinderen leren dat

Nadere informatie

God de Vader maakte voorbereidingen

God de Vader maakte voorbereidingen L e s 1 God de Vader maakte voorbereidingen Thema: Redder Bijbelgedeelte: Genesis 3:15, 12:1-3; 2 Samuël 7:8-16; Lucas 1:26-38; Jesaja 7:14; Matteüs 1:18-25 Bijbeltekst: Matteüs 1:21 Herhalingsspel In

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich ervan bewust dat je altijd en overal communiceert Ouders wisselen ervaringen met elkaar uit over hoe de communicatie met hun pubers verloopt Ouders verwerven meer inzicht

Nadere informatie

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou. Voor jou! 9 Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou. Het boek gaat over geloven. Het gaat over jouw geloof! Lees en bekijk alles goed. Je

Nadere informatie

10. Het laatste woord

10. Het laatste woord 10. Het laatste woord DOELSTELLINGEN De kinderen maken kennis met de zeven kruiswoorden: Jezus laatste woorden vóór Zijn kruisdood. De kinderen leren dat de kruiswoorden een soort samenvatting van Jezus

Nadere informatie

Je hebt nodig: - Voor elk kind een kopie van werkblad 1 - Voor elk kind een donkere viltstift - Kleurmaterialen

Je hebt nodig: - Voor elk kind een kopie van werkblad 1 - Voor elk kind een donkere viltstift - Kleurmaterialen Verwerkingen Mozes en Aäron bij de farao Je hebt nodig: - Voor elk kind een kopie van werkblad 1 - Voor elk kind een donkere viltstift - Kleurmaterialen Oplossing: Zoek de zeven verschillen tussen de twee

Nadere informatie

Bijbellezing: Johannes 14 vers 1 tot 12. Tom, Tom is altijd goed Kom, kom nou zeg, is dat zo?

Bijbellezing: Johannes 14 vers 1 tot 12. Tom, Tom is altijd goed Kom, kom nou zeg, is dat zo? Bijbellezing: Johannes 14 vers 1 tot 12 Tom, Tom is altijd goed Kom, kom nou zeg, is dat zo? Heb een Tom, Tom gekocht Bij de ANWB winkel in Drachten Nou ja ik heb hem eigenlijk gekregen Voor mijn verjaardag

Nadere informatie

7. Anders en toch (een beetje) hetzelfde

7. Anders en toch (een beetje) hetzelfde 7. Anders en toch (een beetje) hetzelfde doelstellingen De kinderen leren hoe en wanneer de eerste geloofsgemeenschappen zijn ontstaan. De kinderen leren dat er in de loop van de tijd steeds nieuwe geloofsgemeenschappen

Nadere informatie

30. De koning wordt geboren 31. Blij met Jezus 32. Jezus, de koning die dient 33. Jezus sterft 34. Jezus leeft 35. Jezus en de Heilige Geest

30. De koning wordt geboren 31. Blij met Jezus 32. Jezus, de koning die dient 33. Jezus sterft 34. Jezus leeft 35. Jezus en de Heilige Geest Themaoverzicht Groep 1 1. In het begin 2. Noach 3. God belooft 4. Abraham 5. Isaak 6. Jakob en Esau 7. Jakob 8. Jozef 9. Dromen 10. Jozef de onderkoning 11. Mozes 12. Mozes naar de farao 13. God straft

Nadere informatie

Filippenzen 1. Begin van de brief

Filippenzen 1. Begin van de brief Filippenzen 1 Begin van de brief Paulus groet de christenen in Filippi 1 Dit is een brief van Paulus, aan alle mensen in de stad Filippi die dankzij Jezus Christus bij God horen. De brief is ook voor de

Nadere informatie

Lees Zoek op Om over na te denken

Lees Zoek op Om over na te denken Welkom bij de Online Bijbelcursus van Praise De bijbelcursus is wat voor jou als je: 1. Als je wilt weten wat christenen geloven. 2. Als je meer wilt begrijpen van de bijbel. 3. Als je wilt groeien in

Nadere informatie

Bijbel voor Kinderen presenteert DE UITTOCHT UIT EGYPTE

Bijbel voor Kinderen presenteert DE UITTOCHT UIT EGYPTE Bijbel voor Kinderen presenteert DE UITTOCHT UIT EGYPTE Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Janie Forest Aangepast door: Lyn Doerksen Vertaald door: Importantia Publishing Geproduceerd door:

Nadere informatie

INFORMATIE OVER HET GEBRUIK VAN KINDERBIJBELS VOOR GEZINNEN MET JONGE KINDEREN

INFORMATIE OVER HET GEBRUIK VAN KINDERBIJBELS VOOR GEZINNEN MET JONGE KINDEREN INFORMATIE OVER HET GEBRUIK VAN KINDERBIJBELS VOOR GEZINNEN MET JONGE KINDEREN OVER KINDERBIJBELS OM TE BEGINNEN Als je een kinder- of jeugdbijbel aan wilt schaffen dan is het heel belangrijk dat je eerst

Nadere informatie

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij? Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

SOAKEN. Thema s N i e u w L e v e n M a a s tri ch t. Rust vinden bij degene die werkelijke rust geeft. S u btitel

SOAKEN. Thema s N i e u w L e v e n M a a s tri ch t. Rust vinden bij degene die werkelijke rust geeft. S u btitel Thema s N i e u w L e v e n M a a s tri ch t SOAKEN Rust vinden bij degene die werkelijke rust geeft Soms ben je zo druk met rennen en vliegen voor Hem. En natuurlijk weet je dat het zijn veel belangrijker

Nadere informatie

Geluid van de stilte, hoor Zijn stem

Geluid van de stilte, hoor Zijn stem Geluid van de stilte, hoor Zijn stem Leeftijd: 13-16 Soort bijeenkomst: club, catechese Soort werkvorm: Spellen binnen, Gespreksvormen, actieve spellen Thema: Bijbel In deze werkvorm bekijken we hoe God

Nadere informatie

Liturgie zondagmorgen 8 januari 2017 Jeugddienst 12-

Liturgie zondagmorgen 8 januari 2017 Jeugddienst 12- Liturgie zondagmorgen 8 januari 2017 Jeugddienst 12- Voorganger: ds W.G. Teeuwissen Samen in de naam van Jezus 1 Samen in de naam van Jezus heffen wij een loflied aan, want de Geest spreekt alle talen

Nadere informatie

proefprogramma 2015-2016 stay steady samen je geloof verdiepen

proefprogramma 2015-2016 stay steady samen je geloof verdiepen 2015-2016 stay steady samen je geloof verdiepen Stay Steady is een van de clubconcepten uit de verdiepende jaarlijn van Youth for Christ. Samen met Rock Steady (voor de leeftijd van 11-13) en Live Steady

Nadere informatie

Leeftijd: 9-12 Thema: bijbel, bijbelse personages, Pasen. Deze bijeenkomst gaat over Maria, de moeder van Jezus.

Leeftijd: 9-12 Thema: bijbel, bijbelse personages, Pasen. Deze bijeenkomst gaat over Maria, de moeder van Jezus. De witte roos (Maria) Leeftijd: 9-12 Thema: bijbel, bijbelse personages, Pasen Deze bijeenkomst gaat over Maria, de moeder van Jezus. Doelen van deze bijeenkomst: De kinderen ontdekken dat Maria als moeder

Nadere informatie

Zoektocht 5. Bijbelhuis Zevenkerken

Zoektocht 5. Bijbelhuis Zevenkerken Zoektocht 5 Bijbelhuis Zevenkerken www.bijbelhuiszevenkerken.be info@bijbelhuiszevenkerken.be T 050 / 30 04 79 Beste, (eigen voornaam) Je bent van harte welkom in het Bijbelhuis Zevenkerken. Zo meteen

Nadere informatie

Leeftijd: 9-12 Thema: erbij horen, kerk Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over het ontstaan van de Kerk.

Leeftijd: 9-12 Thema: erbij horen, kerk Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over het ontstaan van de Kerk. Anders en toch hetzelfde Leeftijd: 9-12 Thema: erbij horen, kerk Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over het ontstaan van de Kerk. Doelen van deze bijeenkomst: De kinderen leren hoe en wanneer de

Nadere informatie

Dit is een Vertel-spel Vertel-spel spelen Het Verhaal Te Moeilijk?

Dit is een Vertel-spel Vertel-spel spelen Het Verhaal Te Moeilijk? 01 Dit is een Vertel-spel Dat is een verhaal dat door meer mensen gesproken wordt. Of door iemand die verschillende stemmetjes nadoet. Die treden op als persoon in het verhaal. Dit Vertel-spel heet Schattebout.

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Opvoeden en geloven Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van 8-12 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Opvoeden en geloven Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van 8-12 jaar DOELSTELLINGEN De ouders worden zich bewust van hun eigen geloofsbiografie, de manier waarop zij nu in het geloof staan en wat ze daarvan mee willen geven aan hun kinderen. De ouders gaan met elkaar in

Nadere informatie

y02 Marcus 15.2 Rinze IJbema - Marcus 15, 2-5. Gemeente van Jezus Christus,

y02 Marcus 15.2 Rinze IJbema - Marcus 15, 2-5. Gemeente van Jezus Christus, Rinze IJbema - Marcus 15, 2-5. Gemeente van Jezus Christus, het is al bijna 8 april, het is al bijna Pasen. Met Pasen vieren we feest, omdat Koning Jezus de dood overwint. Onze Koning is sterker dan de

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Grenzen stellen Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Grenzen stellen Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich bewust van de grenzen die zij stellen als het gaat om vakantie, relaties, alcohol/drugs en geloof. Ouders bespreken welke grenzen hun kinderen opzoeken rondom deze thema

Nadere informatie

Scheldwoorden inventariseren, werkvorm, filmpje en gesprek en uitbeelden, filmpje en gesprek en werkvorm, stellingen, handvaardigheidswerk

Scheldwoorden inventariseren, werkvorm, filmpje en gesprek en uitbeelden, filmpje en gesprek en werkvorm, stellingen, handvaardigheidswerk Verliefd, en dan... Leeftijd: 12-16 Soort bijeenkomst: club, catechese Soort werkvorm: heel programma Thema: Liefde, Seksualiteit Tijdsduur: 1 uur 40 min. Scheldwoorden inventariseren, werkvorm, filmpje

Nadere informatie

Exodus God zal er zijn

Exodus God zal er zijn Exodus 3-4 - God zal er zijn Gezinsdienst Liturgie Welkom Voorzang Maak een vrolijk geluid voor de Heer (Elly en Rikkert) Opw voor Kids 18 (Ben je groot of ben je klein) Gez 132 (Dank U voor deze nieuwe

Nadere informatie

Exodus 3-4 God zal er zijn

Exodus 3-4 God zal er zijn Exodus 3-4 God zal er zijn Gezinsdienst Liturgie Welkom Voorzang Maak een vrolijk geluid voor de Heer (Elly en Rikkert) Opw voor Kids 18 (Ben je groot of ben je klein) Gez 132 (Dank U voor deze nieuwe

Nadere informatie

DE UITTOCHT UIT EGYPTE

DE UITTOCHT UIT EGYPTE Bijbel voor Kinderen presenteert DE UITTOCHT UIT EGYPTE Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Janie Forest Aangepast door: Lyn Doerksen Vertaald door: Importantia Publishing Geproduceerd door:

Nadere informatie

Week 2. De Hemel op Aarde: Thuis! Opdrachten om het adventsproject ook thuis te beleven.

Week 2. De Hemel op Aarde: Thuis! Opdrachten om het adventsproject ook thuis te beleven. Week 2. De Hemel op Aarde: Thuis! Opdrachten om het adventsproject ook thuis te beleven. Met de stukjes in dit boekje kun je ook thuis als gezin verder gaan met het adventsproject De Hemel op Aarde. De

Nadere informatie

TIEN GEBODEN TIEN SCHILDERIJEN. Bart Jan Bakker. en teksten

TIEN GEBODEN TIEN SCHILDERIJEN. Bart Jan Bakker. en teksten TIEN GEBODEN TIEN SCHILDERIJEN en teksten Bart Jan Bakker Deze bundel met afbeeldingen van schilderingen op papier en begeleidende teksten bevat mijn werk uit de periode augustus 2013 tot en met oktober

Nadere informatie

Wie is de Heilige Geest?

Wie is de Heilige Geest? Wie is de Heilige Geest? De Heilige Geest is God, net als God de Vader en God de Zoon. Soms lijkt het of we over drie personen praten, maar het is allemaal dezelfde God. Hij is één. Net als water dat er

Nadere informatie

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar Gemeente van de Heer Jezus Christus, Jongeren, ouderen, kinderen van God, Zoals ik voor de lezing al gezegd heb; het gaat vanmorgen niet over trouwen of getrouwd zijn, dat is alleen een voorbeeld verhaal.

Nadere informatie

Bijbel voor Kinderen. presenteert DANIËL DE GEVANGENE

Bijbel voor Kinderen. presenteert DANIËL DE GEVANGENE Bijbel voor Kinderen presenteert DANIËL DE GEVANGENE Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Jonathan Hay Aangepast door: Mary-Anne S. Vertaald door: Erna van Barneveld Geproduceerd door: Bible

Nadere informatie

Betekenis van 5 kleuren van het geloof

Betekenis van 5 kleuren van het geloof Betekenis van 5 kleuren van het geloof God is Koning, Hij heeft mij gemaakt en wil dat we voor Hem leven. Goud schittert, zo schittert God, omdat Hij zo groot en heerlijk is. Hij glanst nog véél meer dan

Nadere informatie

Cadeautjes van de natuur

Cadeautjes van de natuur Cadeautjes van de natuur Een gedicht dat zegt dat ieder mens bijzondere talenten heeft. Ieder mens is uniek en bijzonder. En mag er zijn! Praat met de kinderen over hun talenten. Wat vinden ze leuk om

Nadere informatie

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Niets is wat het lijkt Misschien kent u die zin. Het is het motto van het tv-programma Wie is de mol? Een programma waar één van de deelnemers een mol,

Nadere informatie

Voorbereiden op The Passion

Voorbereiden op The Passion Voorbereiden op The Passion Programma in vespervorm Thema: de weg, de waarheid en het leven Tijd: drie keer een uur The Passion is sinds de eerste uitvoering in 2011 een begrip geworden in Nederland. De

Nadere informatie