N.A.C van Vugt Universiteit van Tilburg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "N.A.C van Vugt Universiteit van Tilburg"

Transcriptie

1 2011 N.A.C van Vugt Universiteit van Tilburg [HET GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET HERZIENING KINDERBESCHERMINGSMAATREGELEN] Wat zijn de verschillen tussen de huidige wetgeving omtrent kinderbeschermingsmaatregelen en het gewijzigd voorstel van wet en zal door deze veranderingen het doel; de beoogde kinderbescherming verwoord in de memorie van toelichting, namelijk een betere bescherming van het kind tegen ouders die er onvoldoende in slagen om het recht ingevolge het IVRK op een gezonde en evenwichtige ontwikkeling en groei naar zelfstandigheid van hun kind te realiseren, worden behaald?

2 2011 Auteur: Nicole van Vugt ANR: Master: Rechtgeleerdheid Accent: Privaatrecht Begeleider: mr. V.M. Smits Tweede lezer: mr. R. de Jong Afstudeerdatum: 17 november uur Ruthzaal AZ17 [HET GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET HERZIENING KINDERBESCHERMINGSMAATREGELEN] 2

3 Voorwoord Voor u ligt dan eindelijk de master thesis, welke geschreven is in het kader van de master rechtsgeleerdheid met het accent privaatrecht. Deze thesis is het sluitstuk van een interessante en leerzame, maar ook van een zeer intensieve en roerige afstudeerperiode. Mijn enthousiasme voor het persoon- en familierecht en een grote dosis doorzettingsvermogen hebben ertoe geleid dat ik deze mijlpaal heb bereikt. De afgelopen twee jaar van mijn opleiding Nederlands Recht ben ik me steeds meer gaan verdiepen en gaan interesseren in het Privaatrecht en dan met name op het gebied van het jeugdrecht. Vandaar ook mijn keuze om mijn master thesis geheel te wijden aan dit rechtsgebied. Met een nieuw kinderbeschermingsmaatregelenpakket op komst leek het mij een uitdaging om deze eens onder de loep te gaan nemen. Graag wil ik van de gelegenheid gebruik maken om als eerste mijn ouders te bedanken. Zij hebben mij de kans gegeven om na het HBO door te studeren. Zonder hen was ik nooit zover gekomen. Ook wanneer ik het even niet meer zag zitten, bleven zij in mij geloven. Tevens wil ik graag mr. V.M. Smits bedanken voor haar juridische steun en hulp gedurende het schrijven van mijn thesis. Zonder haar goede begeleiding zou deze thesis niet de huidige vorm aan kunnen nemen. Daarnaast wil ik mr. R. de Jong bedanken als tweede lezer. Verder wil ik graag mij vriend Willem bedanken voor zijn vertrouwen in mij en voor de steun die hij mij de afgelopen jaren heeft gegeven. Ten slotte wil ik mijn familie en vrienden bedanken voor hun hulp en voor de vele peptalks tijdens het maken van deze thesis. Nicole van Vugt Raamsdonksveer, november

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 4 Afkortingen en begrippen... 7 Hoofdstuk 1 Inleiding De onderzoeksvraag Onderzoeksdoel Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie de Leeswijzer Hoofdstuk 2 Het gewijzigd voorstel van wet De geschiedenis; kritiek op het jeugdbeschermingsbeleid Beleidsprogramma Beter Beschermd Rapport Kinderen eerst! Doel van het gewijzigd voorstel van wet Het IVRK Model Kalverboer en Zijlstra Boek I van het Burgerlijk wetboek De maatregel van opgroeiondersteuning Gronden en verzoekers Duur, verlenging, vervanging en opheffing De OTS Gronden en verzoekers De voorlopige OTS Duur, verlenging en opheffing OTS Taak en bevoegdheden Bureau Jeugdzorg Plan van aanpak Uithuisplaatsing en gedeeltelijke uitoefening gezag door Bureau Jeugdzorg Toestemming kinderrechter bij wijziging verblijf en de toetsende taak van de Raad voor de Kinderbescherming De gezagsbeëindigende maatregel Gronden en verzoekers Schorsing ouderlijk gezag

5 Rechtsgevolgen beëindiging gezag Herstel van gezag Voogdij Voorlopige voogdij De taak van de Raad voor de Kinderbescherming Beëindiging en schorsing van de voogdij Blokkaderecht en bewind van voogd Het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering Het verzoek- en verweerschrift Eerste aanleg en hoger beroep De wet op de Jeugdzorg Aanspraak op Jeugdzorg en taken van Bureau Jeugdzorg Inzage in bescheiden en het doorbreken van het beroepsgeheim Afronding Hoofdstuk 3 Het gewijzigd voorstel van wet versus de huidige wetgeving Verschillen Afronding Hoofdstuk 4 Het jeugdbeschermingsbeleid van België De buitengerechtelijke jeugdbescherming Het decreet bijzonder jeugdbijstand van 7 maart Actoren bij de buitengerechtelijke jeugdbescherming De buitengerechtelijke maatregelen De gerechtelijke jeugdbescherming De jeugdbeschermingswet 8 april Toezicht op sociale uitkeringen De maatregel van opvoedingsbijstand Ontzetting uit het ouderlijk gezag Het decreet van 7 maart Opbouw procedure Overzicht afdwingbare pedagogische maatregelen Maatregelen tijdens spoedprocedure Kenmerken van de afdwingbare pedagogische maatregelen Andere belangrijke gerechtelijke maatregelen

6 De onbekwaamverklaring Misdrijven gepleegd door ouders Afronding Hoofdstuk 5 De conclusie en aanbevelingen Conclusie Resumé Aanbevelingen Gewijzigd voorstel van wet - België Gewijzigd voorstel van wet- huidige wetgeving Afronding Literatuurlijst Literatuur en artikelen Jurisprudentie Wetgeving Kamerstukken Internet

7 Afkortingen en begrippen IVRK: EVRM: BW: Rv: OM: Wjz: AMK: Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens Burgerlijk Wetboek Burgerlijke Rechtsvordering Openbaar Ministerie Wet op de Jeugdzorg Advies- en meldpunt kindermishandeling JBW: Jeugdbeschermingswet van 8 april 1965 DBJ: CBJ: Decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand Comité voor bijzondere Jeugdzorg Nidos: Nidos voert als onafhankelijke Nederlandse (gezins-)voogdij instelling, op grond van de wet, de voogdijtaak uit voor Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers. 1 MOF-jongeren: Dit begrip wordt in België uitgelegd als; Minderjarigen die een misdrijf als omschreven feit hebben gepleegd. POS- jongeren: Dit begrip wordt in België uitgelegd als; Minderjarigen die zich in problematische opvoedingssituatie bevinden. Decreet: Een decreet van het Vlaams Parlement is een Vlaamse wet. Een decreet heeft dezelfde rechtskracht als een wet van het federale Parlement

8 Hoofdstuk 1 Inleiding Kinderbescherming is nog steeds de bekende definitie voor gedwongen overheidsingrijpen in het gezinsleven dat een beperking of beëindiging van het ouderlijk gezag met zich meebrengt. 3 Het heeft als doel het beschermen van een minderjarige tegen een ernstige aantasting van zijn recht op een opvoedings- en leefsituatie die voldoet aan bepaalde minimumvoorwaarden voor een voorspoedige ontwikkeling. 4 Het fundament voor de huidige kinderbescherming is in 1901 gelegd met de drie kinderwetten. Toen werd voor het eerst mogelijk gemaakt dat de overheid kon ingrijpen in het ouderlijk gezag ter bescherming van kinderen. 5 Zo regelde de civielrechtelijke kinderwet de ontheffing en ontzetting uit het ouderlijk gezag. Door toepassing van deze maatregelen werd het mogelijk verwaarloosde en mishandelde kinderen te beschermen door ze uit het ouderlijk milieu te halen. Aangezien een gezagsbeëindigende maatregel niet in alle gevallen nodig was kwam de gezagsbeperkende maatregel de ondertoezichtstelling, gevolgd door de uithuisplaatsing. Het (her)opvoedingsoptimisme van de overheid viert een aantal jaren hoogtij. 6 In de loop van de tweede helft van de twintigste eeuw zakt dit optimisme echter weg. Vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw is er kritiek op het functioneren van de kinderbescherming en zijn vele voorstellen tot algehele herziening van het maatregelen pakket de revue gepasseerd. 7 De laatste jaren zwelt de kritiek op de kinderbeschermingsmaatregelen verder aan door verschillende krantenkoppen zoals: Kind sneller onder toezicht en Wachttijden in de jeugdzorg worden langer. De kinderbescherming lijkt het hierdoor nooit goed te kunnen doen. 8 Het wetsvoorstel herziening kinderbeschermingsmaatregelen van 18 juli 2009, ingediend door de minister van Justitie, Ernst Hirsch Ballin en door de minister van Jeugd en Gezin, André Rouvoet, zet het pakket kinderbeschermingsmaatregelen weer vol in de schijnwerpers. Het stelt, op de voet van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK), het recht van het kind op een gezonde en evenwichtige ontwikkeling en groei naar zelfstandigheid centraal. Het voorstel beoogd een aantal geconstateerde knelpunten in de kinderbeschermingswetgeving weg te nemen met als doel kinderen beter te beschermen tegen ouders die er onvoldoende in slagen om het recht op een gezonde en evenwichtige ontwikkeling en groei naar zelfstandigheid van hun kind te realiseren. 9 Na vele amendementen en moties werd het wetsvoorstel op 15 maart 2011 aanvaard door de Tweede Kamer. De tekst waarover de Eerste Kamer zich nu moet gaan uitspreken, is vervat in het gewijzigd voorstel van wet opgemaakt op 23 maart Dit gewijzigd voorstel van wet, tevens onderwerp van deze scriptie, bevat vele aanpassingen aan het huidige jeugdbeschermingsbeleid en zal daardoor een verandering van dit beleid met zich mee brengen. 3 Bruning en Kok, p Baartman, p Koens, p Koens, p Koens, p Bruning en Kok, p Kamerstukken II, 2008/2009, 32015, nr. 3, p2. 8

9 Na vele jaren van kritiek op de kinderbeschermingsmaatregelen lijkt de tijd nu dan eindelijk rijp voor belangrijke wijzigingen 10, zonder dat deze de kinderbescherming aantast. Echter is niet duidelijk wat voor veranderingen er zullen ontstaan met dit gewijzigd voorstel van wet en of door middel van deze veranderingen de beoogde kinderbescherming, zoals verwoord in de Memorie van Toelichting van het wetsvoorstel 11, daadwerkelijk zal worden gerealiseerd. 1.1 De onderzoeksvraag Het onderzoek zal vanuit het perspectief van het kind worden beschreven. Vanuit dit perspectief en naar aanleiding van de hierboven beschreven ontwikkelingen ben ik tot de volgende onderzoeksvraag gekomen: Wat zijn de verschillen tussen de huidige wetgeving omtrent kinderbeschermingsmaatregelen en het gewijzigd voorstel van wet en zal door deze veranderingen het doel; de beoogde kinderbescherming verwoord in de memorie van toelichting, namelijk een betere bescherming van het kind tegen ouders die er onvoldoende in slagen om het recht ingevolge het IVRK op een gezonde en evenwichtige ontwikkeling en groei naar zelfstandigheid van hun kind te realiseren, worden behaald? Afbakening Het gewijzigd voorstel van wet bestaat uit zes onderdelen. Dit onderzoek behelst alleen de onderdelen die gericht zijn op een betere bescherming van kinderen tegen ouders die er onvoldoende in slagen om het recht op een gezonde en evenwichtige ontwikkeling en groei naar zelfstandigheid van hun kind te realiseren. De onderdelen I t/m III vallen hierdoor binnen dit onderzoek. Onderdeel I behelst de wijzigingen binnen het Burgerlijk wetboek (BW) I. De wijzigingen ten aanzien van het gezag (1:253g en h BW, 1:253q en 1:253s BW) in onderdeel I, vallen echter buiten dit onderzoek, nu deze geen betrekking hebben op het beschermen van een kind tegen de hiervoor genoemde ouders. Onderdeel II behelst de wijzigingen binnen de Burgerlijke Rechtsvordering (Rv); zaken betreffende het persoon- en familierecht. Ten slotte behelst onderdeel III de wijzigingen binnen de Wet op de Jeugdzorg (Wjz). Deze indeling in onderdelen is tevens terug te vinden bij de inhoudelijke behandeling van het gewijzigd voorstel van wet in hoofdstuk 2. Dit betekent dat de wijzigingen opgenomen in het vierde onderdeel, de Pleegkinderwet, buiten dit onderzoek vallen. Minderjarigen die krachtens een indicatiebesluit of die in het kader van een kinderbeschermingsmaatregel door anderen worden verzorgd en opgevoed, dus minderjarigen welke bescherming behoeve tegen hun ouders vallen niet onder de pleegkinderenwet. Om die reden wordt het vierde onderdeel niet behandeld. Daarnaast vallen de onderdelen V en VI niet onder dit onderzoek, nu deze artikelen dienen ter afronding van het gewijzigd voorstel van wet. 10 Bruning en Kok, p Kamerstukken II, 2008/2009, 32015, nr. 3, p2. 9

10 Deelvragen Uit bovenstaande onderzoeksvraag vloeien enkele deelvragen voort, welke hieronder zijn beschreven. Bij iedere deelvraag is ook de methode van onderzoek uitgewerkt. De deelvragen luiden als volgt: 1. Met welk doel is het gewijzigd voorstel tot stand gekomen en wat is er in het gewijzigd voorstel van wet beschreven met betrekking tot kinderbeschermingsmaatregelen ten aanzien van de huidige wetgeving? De weg naar het gewijzigd voorstel van wet zal hier worden beschreven. Daarmee wordt ook de reden van het indienen van het wetsvoorstel en het doel van het gewijzigd voorstel van wet besproken. In deze deelvraag zal het doel uit een worden gezet en zal aan de hand van het model van Kalverboer en Zijlstra worden aangegeven waar het op gebaseerd is, om zo uiteindelijk te kunnen toetsen of het doel daadwerkelijk wordt behaald. De memorie van toelichting zal hierbij aan bod komen. Ten slotte wordt het gewijzigd voorstel van wet inhoudelijk besproken ten aanzien van de huidige wetgeving omtrent kinderbeschermingsmaatregelen. Deze vraag is voornamelijk beschrijvend van aard. 2. Wat zijn de veranderingen? Wanneer het gewijzigd voorstel van wet naast de huidige wetgeving wordt gelegd zijn er diverse verschillen waarneembaar. Bij deze deelvraag wordt de huidige Nederlandse jeugdbeschermingswetgeving naast die van het gewijzigd voorstel van wet gelegd en vindt er een vergelijkend onderzoek plaats. Er gaat bij deze vraag gekeken worden wat de verschillen zijn tussen het gewijzigd voorstel van wet en de huidige wetgeving omtrent kinderbeschermingsmaatregelen. 3. Hoe zijn de kinderbeschermingsmaatregelen in België geregeld? Deze vraag is voornamelijk beschrijvend van aard. Er gaat bij deze vraag gekeken worden naar het civielrechtelijk jeugdbeschermingsbeleid van België. Net als Nederland heeft ook België in de afgelopen jaren te maken gehad met kritieken over haar jeugdbeschermingsbeleid 12 / 13. Mede door deze kritieken heeft er een herziening van het jeugdbeschermingsbeleid plaatsgevonden, waardoor de bestaande jeugdbeschermingsmaatregelen zijn aangepast en er nieuwe zijn gekomen. Aangezien in deze deelvraag een uiteenzetting wordt gegeven over het jeugdbeschermingsbeleid van België zal deze deelvraag voornamelijk beschrijvend van aard zijn. 4. Welke conclusie kan worden getrokken met het oog op de hierboven beschreven subvragen? In de conclusie wordt beschreven of door de veranderingen de beoogde kinderbescherming is behaald. Daarnaast wordt onderzocht of Nederland iets kan leren van het civiele jeugdbeschermingsbeleid van België en van het huidige Nederlandse jeugdbeschermingsbeleid, waarna wordt gekeken of het gewijzigd voorstel van wet wellicht in de vorm van aanbevelingen aangevuld kan worden ter versterking van de beoogde kinderbescherming. Gezien het feit dat België de herziening van haar jeugdbeschermingsbeleid eerder heeft 12 Wouter Bax, Jeugdbescherming / België solt met kinderen, Trouw 5 juli 2006, p1. 13 De Morge.be 24 januari 2008, p.1. 10

11 doorgemaakt en dus een stap verder is naar wellicht een beter afgestemd jeugdbeschermingsbeleid, wordt het gewijzigd voorstel van wet juist met dat van België vergeleken. 1.2 Onderzoeksdoel Het onderzoeksdoel is beeldvorming. Middels dit onderzoek wordt vanuit het perspectief van het kind het gewijzigd voorstel van wet in kaart gebracht. Er zal onderzocht worden wat de verschillen zijn tussen dit voorstel en de huidige wetgeving betreffende kinderbeschermingsmaatregelen. Door het in kaart brengen van de verschillen tussen het gewijzigd voorstel van wet en de huidige wetgeving omtrent de kinderbeschermingsmaatregelen zal uiteindelijk worden beschreven of de beoogde kinderbescherming wordt behaald. Daarnaast zal het gewijzigd voorstel vergeleken worden met het jeugdbeschermingsbeleid van België en met het huidige Nederlandse jeugdbeschermingsbeleid. 1.3 Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie De maatschappelijke relevantie van dit onderzoek is zeer groot. De cijfers liegen er niet om. Kinderbeschermingsmaatregelen worden regelmatig opgelegd. Zo is bijvoorbeeld het aantal kinderen met een ondertoezichtstelling de afgelopen jaren sterk gegroeid. In het jaar 2009 stonden er maar liefst in totaal kinderen onder toezicht. 14 Tien jaar geleden waren dit er ongeveer minder. 15 Omdat veel gezinnen in aanraking komen of wellicht gaan komen met een kinderbeschermingsmaatregel is het voor hen van belang te weten welke veranderingen er plaats gaan vinden binnen het systeem van de kinderbeschermingsmaatregelen en of de beoogde kinderbescherming daadwerkelijk wordt gerealiseerd. De wetenschappelijke relevatie is tevens groot. In de laatste tien jaar is er vanuit de wetenschap veel kritiek gekomen op het stelsel van kinderbeschermingsmaatregelen. Onder andere zou de ondertoezichtstelling teveel zijn gejuridiseerd, waardoor ouders, kinderen en pleegouders hun recht onvoldoende weten te vinden. 16 Het gewijzigd voorstel van wet biedt een nieuw maatregelenpakket. De vragen die echter blijven spelen zijn; Dragen deze maatregelen bij aan de beoogde kinderbescherming? Is het maatregelenpakket compleet of dient het aangevuld te worden ten behoeve van deze kinderbescherming? Kortom, wordt de beoogde kinderbescherming wel gegarandeerd door dit nieuwe maatregelenpakket? Door dit onderzoek wordt getracht de wetenschap een goed beeld te geven van de toekomstige wetgeving, waardoor tevens de bovengestelde vragen zullen worden beantwoord. 1.4 de Leeswijzer Dit onderzoek bestaat uit vijf hoofdstukken. In hoofdstuk twee komt het gewijzigd voorstel van wet aan bod. In dit hoofdstuk zal de aanleiding, het doel en de inhoud van het voorstel worden behandeld. In het derde hoofdstuk worden de verschillen tussen het gewijzigd voorstel van wet en de huidige wetgeving besproken. Vervolgens wordt in hoofdstuk vier een uiteenzetting van de Belgische jeugdbeschermingswetgeving gegeven. Ten slotte zal in hoofdstuk vijf, ofwel de conclusie, het antwoord op de hoofdvraag worden geven. 14 < 15 < 16 M.R. Bruning, Jeugdzorg: who cares?, Leiden; < > 11

12 Hoofdstuk 2 Het gewijzigd voorstel van wet Zoals eerder aangegeven zet het wetsvoorstel herziening kinderbeschermingsmaatregelen en daarmee het gewijzigd voorstel van wet het kinderbeschermingsmaatregelenpakket weer vol in de schijnwerpers. Om een duidelijk beeld te krijgen van het nieuwe maatregelenpakket is het van belang om het gewijzigd voorstel van wet eens onder de loep te nemen. In dit hoofdstuk zullen dan ook de kritieken op het huidige kinderbeschermingsmaatregelenpakket en daarmee de aanleiding tot het indienen van dit wetsvoorstel worden beschreven. Tevens zal het doel van het gewijzigd voorstel van wet worden besproken, om op die manier later in dit onderzoek te kunnen concluderen of de toekomstige wetgeving haar doel wel of niet heeft behaald. Ten slotte zal er een inhoudelijk bespreking plaatsvinden. Bij deze inhoudelijke bespreking zullen de wijzigingen ten aanzien van het Burgerlijke Wetboek I, Het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering; zaken betreffende het persoon en familierecht en de Wet op de Jeugdzorg worden behandeld. 2.1 De geschiedenis; kritiek op het jeugdbeschermingsbeleid In 1995 is een herziening van de belangrijkste kinderbeschermingsmaatregel de ondertoezichtstelling doorgevoerd. 17 Met deze herziening werd beoogd de rechtswaarborgen van belanghebbenden, het kind en diens ouders te verduidelijken en verbeteren. 18 De belangrijkste veranderingen betroffen de scheiding der machten tussen de kinderrechter en jeugdbescherming van Bureau Jeugdzorg en een versterking van de rechtspositie van direct betrokkenen bij een ondertoezichtstelling. 19 Bij de evaluatie van de wet van 26 april 1995, uitgevoerd door het Verwey-Jonker Instituut 20, werd geconcludeerd dat een scherpere scheiding der machten goed uitvoerbaar was, maar dat het wel een verzwaring van de taak van de gezinsvoogd betekende. Tevens concludeerde zij dat de rechtspositie van de belanghebbenden nog te wensen overlaat. 21 De onderzoekers pleitten daarnaast voor een betere afstemming tussen de ontheffing en ontzetting Beleidsprogramma Beter Beschermd In juni 2004 heeft de Minister van Justitie toegezegd om de jeugdbescherming te verbeteren met behulp van het programma Beter Beschermd. Als gevolg daarvan verschijnt in september 2004 de beleidsnotitie Beter Beschermd. Deze beleidsnotitie bevatte een programma om te komen tot een effectieve en efficiënte jeugdbescherming. 22 Het project ging feitelijk van start op 1 januari 2005 en viel onder de verantwoordelijkheid van de toen nog bestaande functie minister van Jeugd en Gezin. De voorgenomen aanpassingen van de kinderbeschermingswetgeving werden in het project Wetgeving onderzocht Rapport Kinderen eerst! In het kader van het beleidsprogramma Beter Beschermd verzocht de minister van Justitie in april 2005 de werkgroep van het project Wetgeving om advies uit te brengen over de aanpassingen van de kinderbeschermingswetgeving. 23 De Werkgroep Wetgeving is dan ook op zoek gegaan naar die knelpunten die op het wettelijk niveau sedert de ots-wijziging het effectief beschermen van een zoveel mogelijk 17 Wet van 26 april 1995 tot herziening van de maatregel van ondertoezichtstelling van, Stb. 1995, Kamerstukken II, 2008/2009, 32015, nr. 3, p Bruning en Kok, p Rapport van Verwey-Jonker Instituut over evaluatie herziene OTS-wetgeving, Utrecht: Kamerstukken II, 2008/2009, 32015, nr. 3, p Koens, p Teeffelen, p

13 onbelemmerde ontwikkeling van kinderen, in de weg zitten. 24 De werkgroep heeft in augustus 2006 advies uitgebracht in de vorm van het rapport Kinderen eerst!. Kern van het advies is, dat in eerste instantie gehandeld moet worden in het belang van het kind en dat de wens van de ouders niet langer bepalend is. Om dit te bereiken wordt geadviseerd de gezagsbeperkende en de gezagsbeëindigende maatregel goed op elkaar te laten aansluiten en om de knelpunten in de huidige wetgeving op dit punt weg te nemen. 25 Tevens is er vooral aandacht besteed aan de aanpassing van de gronden van de kinderbeschermingsmaatregelen, de externe verantwoording, alsmede de rechtspositie van de belanghebbenden. Het wetsvoorstel herziening kinderbeschermingsmaatregelen en daarmee het gewijzigd voorstel van wet zijn gebaseerd op het advies Kinderen Eerst!. 2.2 Doel van het gewijzigd voorstel van wet In het algemeen is het doel van de jeugdbescherming te waarborgen dat de minderjarige opgroeit in een opvoedings- en leefsituatie waarin hij zich op een gezonde en evenwichtige wijze kan ontwikkelen. 26 Het wetsvoorstel en daarmee het gewijzigd voorstel van wet stellen, op de voet van het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK), het recht op een gezonde en evenwichtige ontwikkeling en groei naar zelfstandigheid centraal. Het gewijzigd voorstel van wet beoogd een aantal knelpunten in de kinderbeschermingswetgeving weg te nemen teneinde kinderen beter te beschermen tegen ouders die er onvoldoende in slagen om dat recht te realiseren. 27 Zoals blijkt uit de memorie van toelichting is het doel van het wetsvoorstel en daarmee van het gewijzigd voorstel van wet vastgesteld en geformuleerd aan de hand van het IVRK. In deze paragraaf zal dan ook het IVRK aan bod komen. Daarnaast zal inhoudelijk worden ingegaan op het recht van een gezonde en evenwichtige ontwikkeling en groei naar zelfstandigheid. Want wat houdt een dergelijk recht nou precies in? Aan de hand van het model van Kalverboer en Zijlstra zullen de voorwaarden van een optimale ontwikkeling van een kind worden besproken Het IVRK Op 8 maart 1995 trad het IVRK in Nederland in werking. 28 In dit verdrag zijn zowel burger- en politieke rechten, als economische, sociale en culturele rechten opgenomen die gelden voor alle personen die jonger zijn dan achttien jaar. Er zijn specifiek op kinderen toegespitste rechten in opgenomen die kinderen naast voorzieningen en participatie dus ook het recht op bescherming bieden. 29 Al staan er in het IVRK geen uitdrukkelijke bepalingen dat het kind het recht heeft om beschermd te worden, toch kan dit recht worden afgeleid uit de tekst van een artikel van het Verdrag, omdat die tekst in feite een erkenning en een bescherming van een recht inhoudt en/of gericht is op verwezenlijking van een recht. 30 De artikelen 19, 32 t/m 35, 37 en 39 van het IVRK beschrijven allen een recht op bescherming. 31 Daarnaast kent dit verdrag nog een aantal algemene beginselen vermeldt in de artikelen 3, 5 en 18 van het IVRK. Deze artikelen hangen 24 Rapport Werkgroep project Wetgeving, Kinderen eerst!, Utrecht: Teeffelen, p Kamerstukken II, 2008/2009, 32015, nr. 3, p Kamerstukken II, 2008/2009, 32015, nr. 3, p Verdrag van 20 november 1989, Trb. 1990, Ruitenberg, p Meuwese, Blaak & Kaandorp, p.9. 13

14 nauw samen met het recht op bescherming van kinderen, wiens ouder(s) er onvoldoende in slagen dat recht te realiseren. De hiervoor genoemde artikelen hebben een rol gespeeld bij de formulering van het doel in het gewijzigd voorstel van wet. Zo geeft artikel 18 van het IVRK aan dat de ouders de eerst verantwoordelijken voor de opvoeding en ontwikkeling van hun kind zijn. Naast deze vrijheid van de ouders om hun kinderen te verzorgen en op te voeden naar eigen inzicht staat de plicht van de overheid om kinderen te beschermen tegen aantasting van hun lichamelijk en geestelijke integriteit, waaronder kindermishandeling. 32 De overheid zal dan ook al het mogelijke doen om de erkenning van deze verantwoordelijkheid te verzekeren en zal aan ouders passende bijstand verlenen in de uitoefening van hun opvoedingsverantwoordelijkheid. 33 Ook bij het opstellen van het gewijzigd voorstel van wet blijft het uitgangspunt dat de ouders de eerst verantwoordelijken zijn als het gaat om de opvoeding van hun kinderen. 34 Daarnaast geeft het IVRK aan de ene kant aan dat van de ouders wordt verwacht dat zij het kind voorzien in passende leiding en begeleiding bij de uitoefening van de in dit verdrag erkende rechten, op een wijze die verenigbaar is met de zich ontwikkelende vermogens van het kind (artikel 5 IVRK). Dit impliceert dat ouders een grote ruimte moet worden gelaten om concrete invulling te geven aan de leiding en begeleiding waar zij in moeten voorzien. Bovendien wordt in beginsel, zolang er geen sprake is van schending van de rechten van het kind, aan het oordeel van de ouders overgelaten wat in dit verband verenigbaar is met de zich ontwikkelende mogelijkheden van het kind. 35 Aan de andere kant verplicht de overheid zich alle passende wettelijke en bestuurlijke maatregelen en maatregelen op sociaal en opvoedkundig gebied te nemen om het kind te beschermen tegen alle vormen van lichamelijk of geestelijk geweld, letsel of misbruik, lichamelijke of geestelijke verwaarlozing of nalatige behandeling, mishandeling of exploitatie, met inbegrip van sexueel misbruik, terwijl het kind onder de hoede is van de ouder(s), wettige voogd(en) of iemand anders die de zorg voor het kind heeft (artikelen 19, 32 t/m 35, 37 en 39). Door deze bescherming erkend de overheid het recht, zoals aangegeven in de memorie van toelichting, van het kind op een gezonde en evenwichtige ontwikkeling en groei naar zelfstandigheid. Het is belangrijk om tussen deze twee belangen de juiste balans te vinden. Vast staat dat welke afweging ook moet worden gemaakt het belang van het kind de eerste overweging dient te zijn. 36 Dit is tevens in artikel 3 IVRK vastgelegd Model Kalverboer en Zijlstra Zoals in de vorige paragraaf is beschreven stelt het doel van het gewijzigd voorstel van wet het recht op een gezonde en evenwichtige ontwikkeling en groei naar zelfstandigheid centraal. In deze paragraaf zal de inhoudelijke betekenisgeving van dit recht worden beschreven. Margrite Kalverboer en Elianne Zijlstra hebben, aan de hand van het model van Bartels en Heiner 37, een nieuw model ontwikkelt dat een actueel overzicht geeft van de condities waaraan de omgeving van een kind 32 Kamerstukken II, 2008/2009, 32015, nr. 3, p Kamerstukken II, 2008/2009, 32015, nr. 3, p Kamerstukken II, 2008/2009, 32015, nr. 3, p Bartels & Heiner, p

15 moet voldoen, zodat een optimale ontwikkeling zo veel mogelijk gegarandeerd blijft. 38 In dit model zijn diverse voorwaarden geformuleerd welke van belang zijn voor een goede ontwikkeling van het kind. Tabel 1 Model Kalverboer & Zijlstra; het belang van het kind, voorwaarden voor ontwikkeling 39 Ontwikkelingsvoorwaarden in het gezin Actuele situatie fysiek welzijn 1. Adequate verzorging 2. Een veilige fysieke directe omgeving Opvoeding 3. Affectief klimaat 4. Een ondersteunende flexibele opvoedingsstructuur 5. Adequaat voorbeeldgedrag 6. Interesse Toekomst en verleden 7. Continuïteit in opvoeding en verzorging, toekomstperspectief In hun literatuurstudie zijn Kalverboer en Zijlsta Ontwikkelingsvoorwaarden in de samenleving Actuele situatie 8. Een veilige fysieke wijdere omgeving 9. Respect 10. Sociaal netwerk 11. Educatie 12. Omgang met leeftijdsgenoten 13. Adequaat voorbeeldgedrag samenleving Toekomst en verleden 14 stabiliteit in levensomstandigheden, toekomstperspectief uitgegaan van de oorspronkelijke definiëring van de voorwaarden voor optimale ontwikkeling zoals bedacht door Bartels & Heiner. 40 Aan de hand van die voorwaarden hebben zij de recente literatuur bestudeerd. Daar waar de literatuur hier aanleiding voor gaf hebben zij vervolgens de definiëringen bijgesteld. Hieronder worden deze (her) definiëringen per voorwaarden beschreven. Ontwikkelingsvoorwaarden in het gezin 1. Adequate verzorging Adequate verzorging is de zorg voor gezondheid en fysiek welbevinden passend bij het kind. 41 Wanneer gefaald wordt in de adequate verzorging, of wanneer er sprake is van verwaarlozing, kan worden gesteld dat dit een risicofactor is voor de ontwikkeling van het kind Een veilige fysieke directe omgeving Een veilige fysieke omgeving biedt lichamelijk bescherming aan het kind. Dat betekent voor de directe omgeving afwezigheid van gevaar in de woning en omgeving, afwezigheid van bedreigende invloeden, afwezigheid van mishandeling en afwezigheid van geweld in de omgeving van het kind. 3. Affectief klimaat Geborgenheid, steun en begrip vanuit de omgeving, passend bij het kind en tot uiting komend in de relatie die het kind met zijn ouder heeft. Steun kan geleverd worden door personen die dicht bij het kind staan (familie), vanuit de wijde omgeving (buren en kennissen) of vanuit de maatschappij (school, vereniging). 38 Kalverboer & Zijlstra, p Kalverboer & Zijlstra, p Kalverboer & Zijlstra, p Kalverboer & Zijlstra, p Leseman & Aalvoort, p

16 Concreet kan steun inhouden; het bemoedigen van de ander, de ander helpen, tonen van affectie richting de ander, verschaffen van informatie en bieden van praktische ondersteuning. 43 Naast het begrip steun zijn ook de begrippen geborgenheid en begrip voorwaarden voor een optimale ontwikkeling. Deze begrippen stralen een bepaalde sfeer uit waarin het kind opgroeit. Dit warme klimaat wordt in de literatuur als adequaat beschouwd voor de ontwikkeling van het kind Een ondersteunende flexibele opvoedingsstructuur Structuur is van essentieel belang voor de ontwikkeling van het kind. Een ondersteunde flexibele opvoedingsstructuur kenmerkt zich door: voldoende regelmaat in het leven van alle dag, aanmoediging, stimulering, geven van instructie en het stellen van realistische eisen, het stellen van grenzen, het geven van regels, en het uitoefenen van controle op het gedrag van het kind. 5. Adequaat voorbeeldgedrag Het kind komt in contact met andere kinderen en volwassenen van wie hij gedrag, optreden, waarden en normen kan overnemen die voor hem nu en waarschijnlijk later van belang zijn. De ouder van het kind heeft een belangrijke voorbeeldfunctie. Wanneer ouders namelijk adequaat functioneren, kunnen kinderen zich op een goede manier met hen identificeren. Ouder die daarentegen met veel problemen kampen, vormen vaak geen adequaat voorbeeld voor hun kind Interesse Hieronder wordt verstaan het tonen van belangstelling voor het kind en zijn leefwereld door de ouder. Naast het tonen van directe interesse is het belangrijk dat ouders tijd vrijmaken voor hun kind waarin zij aandacht aan hun kind besteden Continuïteit in opvoeding en verzorging, toekomstperspectief Een ouder verzorgt het kind en voedt het zodanig op dat er hechting optreedt. Het basis vertrouwen dat ontstaat wordt in stand gehouden door de beschikbaarheid van ouders. Wanneer er sprake is van een onveilige hechting, deze kan optreden als er veel wisseling in verzorgers zijn, leidt dit vaak tot gedragsproblemen. 47 Als risicofactoren voor de ontwikkeling van het kind worden onder andere genoemd; niet consistent reageren op gevoelens van kinderen, de verstoring van de verzorging en wisseling in de primaire verzorging. Ontwikkelingsvoorwaarden in de samenleving 8. Een veilige fysieke wijdere omgeving Een veilige fysieke omgeving biedt lichamelijk bescherming aan het kind. Dat betekent voor de directe omgeving afwezigheid van gevaar in de woning en omgeving, afwezigheid van bedreigende invloeden, 43 Kalverboer & Zijlstra, p Kalverboer & Zijlstra, p Kalverboer & Zijlstra, p Kalverboer & Zijlstra, p Kalverboer & Zijlstra, p

17 afwezigheid van mishandeling en afwezigheid van geweld in de omgeving van het kind. Voor de wijdere omgeving betekent dat, dat de buurt waarin het kind opgroeit veilig is, evenals de samenleving Respect De behoeften, wensen, gevoelens en verlangens van het kind worden serieus genomen door de omgeving. Het tonen van respect voor het individu van het kind door de omgeving is een beschermende factor voor de ontwikkeling van het kind. 49 Als risicofactoren voor de ontwikkeling van het kind worden afwijzing door het thuismilieu, aanwezigheid van vijandigheid en agressie in de ouder- kindrelatie, ruzies en conflicten tussen ouders, niet consistent reageren op de gevoelens en behoeftes van het kind en negeren van gevoelens van het kind genoemd Sociaal netwerk Het is van belang dat het kind en het gezin steun ontvangt vanuit de samenleving. Zodra een opvoedingssituatie onder druk staat is de rol van het sociaal netwerk van groot belang voor de ontwikkeling van het kind. Het kind of gezin heeft diverse steunbronnen nodig in zijn omgeving waarop hij een beroep kan doen Educatie Het kind krijgt scholing, opleiding en de gelegenheid tot het ontplooien van talenten. Het volgen van onderwijs is van groot belang voor de ontwikkeling van het kind. Naast scholing stimuleren activiteiten in de vrije tijd de ontwikkeling van het kind eveneens. Hierbij kan men denken aan sport of muziek Omgang met leeftijdsgenoten Het kind heeft omgang met andere kinderen in gevarieerde situaties passend bij de belevingswereld en het ontwikkelingsniveau van het kind. Positieve contacten met leeftijdsgenoten zijn om de volgende redenen van groot belang; bieden van steun, ontvangen van positieve reacties, leren van sociale vaardigheden en waarden en normen. De tijd die de jongeren doorbrengt met zijn leeftijdsgenoten moet in balans zijn met de tijd die het doorbrengt met zijn ouders Adequaat voorbeeldgedrag samenleving Het kind komt in contact met andere kinderen en volwassenen van wie hij gedrag, optreden, waarden en normen kan overnemen die voor hem later en nu van belang zijn Stabiliteit in levensomstandigheden, toekomstperspectief De omgeving verandert niet onvoorzien en plotseling. Optredende veranderingen komen aangekondigd en zijn inzichtelijk voor het kind. Identificatiefiguren en steunbronnen blijven bestaan, evenals de mogelijkheid 48 Kalverboer & Zijlstra, p Groenendaal & Yperen, p Kalverboer & Zijlstra, p Kalverboer & Zijlstra, p Kalverboer & Zijlstra, p Kalverboer & Zijlstra, p Kalverboer & Zijlstra, p

18 tot het aangaan van relaties door eenheid en taal. De samenleving biedt het kind een toekomstperspectief. 55 Naarmate kinderen opgroeien in een stabiele omgeving, neemt de kans op onaangenaam gedrag af. Elk kind heeft behoefte aan stabiliteit. 56 De centrale vraag die aan de beoordeling ten grondslag ligt is of het kind met het gewijzigd voorstel van wet in de toekomst beter beschermt wordt tegen ouders die het recht op een evenwichtige en gezonde ontwikkeling en groei naar zelfstandigheid niet kunnen realiseren. Wanneer aan alle voorwaarden voor een optimale ontwikkeling is voldaan, kan een positieve ontwikkeling van het kind in de toekomst gewaarborgd blijven. 2.3 Boek I van het Burgerlijk wetboek De maatregelen van kinderbescherming zoals deze zijn geregeld in Boek I van het Burgerlijk Wetboek vormen voor de overheid het belangrijkste instrumentarium als zij wil ingrijpen teneinde een minderjarige te beschermen, wier lichamelijke of geestelijke ontwikkeling, veelal door toedoen of nalaten van zijn ouders of voogd, in ernstige mate wordt geschaad of bedreigd. 57 In de volgende paragraven zal het gewijzigd voorstel van wet inhoudelijk worden behandeld. Onder andere zal er een nieuwe maatregel worden geïntroduceerd, namelijk de maatregel van opgroeiondersteuning en zullen de bestaande maatregelen met wijzigingen worden besproken De maatregel van opgroeiondersteuning Met het inmiddels aangenomen amendement van de leden Dijsselbloem en van Toorenburg 58 wordt beoogd de bestaande kinderbeschermingsmaatregelen uit te breiden met een lichte en gerichte maatregel, ook wel de maatregel van opgroeiondersteuning genoemd. Deze maatregel bestendigt de situatie dat de huidige, relatief zware kinderbeschermingsmaatregelen, pas bij ernstige bedreigingen kunnen worden ingeroepen. 59 Hierdoor kan de kinderrechter, indien er nog geen sprake is van een ernstige bedreiging, maar wel van een bedreiging toch al ingrijpen. De kinderrechter zal in zijn of haar beschikking de concrete bedreiging, alsmede het oogmerk van de gerichte maatregel benoemen (artikel 1:253 z lid 3 jo. 1:255 lid 5 BW). De maatregel kan zich richten op zowel de minderjarige, de ouders als op beiden en kan bijvoorbeeld een verplichte deelname aan opgroeiondersteuning, een verplichte acceptatie van coaching of advies of een verplichte deelname aan gedragstherapie of training inhouden. 60 Zoals uit de hiervoor beschreven voorbeelden blijkt zijn de ouders en de minderjarige verplicht mee te werken aan deze maatregel. Bureau Jeugdzorg stelt een plan van aanpak op en is belast met de uitvoering van de maatregel van opgroeiondersteuning (artikel 1:253 z lid 4 BW). Wanneer blijkt dat de maatregel binnen de gestelde termijn geen effect heeft kan alsnog een zwaardere kinderbeschermingsmaatregel, zoals de ondertoezichtstelling, worden uitgesproken. 55 Kalverboer & Zijlstra, p Groenendaal & Yperen, p Doek en Vlaardingerbroek, p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 40, p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 40, p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 40, p

19 Gronden en verzoekers Zoals hiervoor aangegeven kan de kinderrechter, krachtens artikel 1:253 z lid 1 BW, een maatregel van opgroeiondersteuning opleggen. Dit kan hij doen wanneer een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling wordt bedreigd, en de zorg die in verband met het wegnemen van de bedreiging noodzakelijk is voor de minderjarige of voor zij ouders of de ouder die het gezag uitoefenen, door dezen niet of onvoldoende wordt geaccepteerd (artikel 1:253 z lid 2 BW). De leden twee, vijf en zes van het nieuwe artikel 1:255 BW worden in artikel 1:253 z lid 3 BW van overeenkomstige toepassing verklaard. Dit houdt onder andere in dat een maatregel van opgroeiondersteuning verzocht kan worden door die personen die ook bevoegd zijn een ondertoezichtstelling te verzoeken. Dit zijn de Raad voor de Kinderbescherming en het Openbaar Ministerie. Mocht de Raad echter besluiten geen verzoek tot indiening van een maatregel van opgroeiondersteuning te doen, dan zijn tevens de ouders of degene die niet de ouder is en de minderjarige als behorende tot zijn gezin verzorgt en opvoedt bevoegd tot het doen van het verzoek (artikel 1:253 z lid 3 BW jo. Artikel 1:255 lid 2 BW). Indien het verzoek niet alle minderjarigen betreft over wie de ouders of de ouder het gezag uitoefenen, kan de kinderrechter dit op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming of ambtshalve aanvullen, en deze minderjarige, mits voldaan is aan de grond van de maatregel van opgroeiondersteuning, eveneens deze maatregel opleggen (artikel 1:253 z lid 3 jo. 1L255 lid 6 BW). Als blijkt dat de met het gezag belaste ouders of ouder of de minderjarige de maatregel van opgroeiondersteuning niet of onvoldoende aanvaarden, dan doet Bureau Jeugdzorg hier onverwijld mededeling van aan de Raad voor de Kinderbescherming (artikel 1:253 z lid 5 BW) Duur, verlenging, vervanging en opheffing De duur van de maatregel van opgroeiondersteuning is, behoudens verlenging, ten hoogste een jaar (artikel 1:253 za BW). De maatregel kan door de kinderrechter, mits voldaan is aan de grond van artikel 1:253 z lid 2 BW, eenmaal worden verlengd met ten hoogste een jaar (artikel 1:253 zb lid 1 BW). De verlenging kan op verzoek van Bureau Jeugdzorg. Indien Bureau Jeugdzorg niet tot een dergelijk verlengingsverzoek overgaat, zijn de Raad voor de Kinderbescherming, een ouder, degene die niet de ouder is en de minderjarige behorende tot zijn gezin verzorgt en opvoedt en het Openbaar Ministerie bevoegd tot het doen van het verzoek (artikel 1:253 zb lid 2 BW). De kinderrechter kan Bureau Jeugdzorg vervangen door een zodanige stichting in een andere provincie (artikel 1:253 zc lid 1 BW). Hij kan dit doen op verzoek van Bureau Jeugdzorg die de maatregel uitvoert, de Raad voor de Kinderbescherming, een met het gezag belaste ouder of de minderjarige van twaalf jaar of ouder (artikel 1:253 zc lid 2 BW). Daarnaast kan de kinderrechter de maatregel opheffen, indien de grond zoals bedoeld in artikel 1:253 z eerste lid, niet langer is vervuld (artikel 1:253 zd lid 1 BW). Dit kan hij doen op verzoek van Bureau Jeugdzorg. De Raad voor de Kinderbescherming, een met het gezag belaste ouder of de minderjarige van twaalf jaar en ouder kunnen tevens een dergelijk verzoek indienen, mocht Bureau Jeugdzorg hier niet tot overgaan (artikel 1:253 zd lid 2 BW) De OTS In 1922 werd de ondertoezichtstelling in ons recht ingevoerd, deze zou maatregel moeten voorzien in de begeleiding van het kind en zijn ouders en wel op zodanig tijdig moment dat dieper ingrijpen kon worden vermeden. Het ondertoezicht stellen van een minderjarige houdt in dat de kinderrechter het gezag kan beperken door het kind dat onder gezag staat, onder toezicht te stellen van een van de vijftien provinciale 19

20 en grootstedelijke Bureaus Jeugdzorg voor de uitvoering van de gezinsvoogdij. De regelgeving omtrent de ondertoezichtstelling is in 1995 voor het laatste gewijzigd. 61 De ondertoezichtstelling is met het gewijzigd voorstel van wet wederom aangepast. In deze paragraaf zal de gehele regelgeving omtrent de ondertoezichtstelling, zoals beschreven in het gewijzigd voorstel van wet, worden besproken Gronden en verzoekers Artikel 1: 255 lid 1 BW geeft de nieuwe gronden aan voor een ondertoezichtstelling. Zo kan de kinderrechter een minderjarige onder toezicht stellen van Bureau Jeugdzorg indien een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd. Of en zo ja, in welke mate ouders daarvan een verwijt kan worden gemaakt is voor het uitspreken van een ondertoezichtstelling niet van belang. 62 Het niet instemmen met een ondertoezichtstelling of het niet tonen van bereidheid tot samenwerking met het Bureau Jeugdzorg aan de kant van de ouders, staat niet in de weg aan het uitspreken van een ondertoezichtstelling. 63 Daarnaast kan de kinderrechter een minderjarige onder toezicht stellen van Bureau Jeugdzorg, indien; A. de zorg die in verband met het wegnemen van de bedreiging noodzakelijk is voor de minderjarige of voor zijn ouders of de ouder die het gezag uitoefenen, door dezen niet of onvoldoende wordt geaccepteerd, en; B. de verwachting gerechtvaardigd is dat de ouders of de ouder die het gezag uitoefenen binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, bedoeld in artikel 247, tweede lid, in staat zijn te dragen. De hiervoor beschreven gronden zijn cumulatief. De voorgestelde formulering van het vereiste onder A. verduidelijkt de grens tussen hulp in vrijwillig of gedwongen kader en ligt bij de acceptatie van de benodigde zorg. Indien vaststaat dat de zorg welke aangeboden wordt, niet of onvoldoende wordt geaccepteerd door de ouders is het mogelijk om een minderjarige onder toezicht te stellen. 64 Het vereiste onder B. is opgenomen om te voorkomen dat een ondertoezichtstelling steeds wordt verlengd terwijl het duidelijk is dat de ouders duurzaam niet de verantwoordelijkheid voor de zorg van hun kind kunnen dragen. Het dragen van verantwoordelijkheid kan tevens betekenen dat de ouders accepteren dat hun kind elders wordt opgevoed of met voordurende hulp en steun in het kader van een ondertoezichtstelling de verantwoordelijkheid kunnen dragen voor de verzorging en opvoeding. 65 Indien een kind bij zijn ouders woont en er geen noodzaak is tot uithuisplaatsing is per definitie aan vereiste B. voldaan, omdat de ouders in deze situatie het kind verzorgen en opvoeden. 66 Het vereiste onder B. kan als consequentie hebben dat in ernstige situaties, waarin na onderzoek duidelijk is dat de ouders nimmer duurzaam in staat zullen zijn de opvoedingsverantwoordelijkheid op zich te nemen ook niet met de hulp en steun van een 61 Wet van 26 april 1995 tot herziening van de maatregel van ondertoezichtstelling van minderjarigen Stb, 1995, HR 6 oktober 1967, NJ 1968, Hof Amsterdam 23 juni 1970, NJ 1970, Kamerstukken II 2008/09, , nr. 3, p Kamerstukken II 2008/09, , nr. 3, p Kamerstukken II 2008/09, , nr. 3, p

21 ondertoezichtstelling, niet aan de grond van een ondertoezichtstelling zal worden voldaan en direct een gezagsbeëindigende maatregel moet worden getroffen. Het gewijzigd voorstel van wet beschrijft in artikel 1:255 lid 2 BW dat de kinderrechter een minderjarige onder toezicht kan stellen op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming of het Openbaar Ministerie. Tevens zijn de ouder en degene die niet de ouder is en de minderjarige als behorende tot zijn gezin verzorgt en opvoedt bevoegd tot het doen van het verzoek indien de Raad voor de Kinderbescherming niet tot indiening van het verzoek overgaat. In deze aanduiding wie bevoegd is tot het verzoeken van een ondertoezichtstelling is duidelijk een rangorde aangenomen. Als de raad niet tot indiening van een verzoek tot ondertoezichtstelling overgaat nadat Bureau Jeugdzorg haar daarvan in kennis heeft gesteld, dan deelt hij dit schriftelijk mee aan Bureau Jeugdzorg. Deze kan na ontvangst van die mededeling de Raad voor de Kinderbescherming verzoeken het oordeel van de kinderrechter te vragen. Hiermee verkrijgt Bureau Jeugdzorg een bijzondere positie binnen het kinderbeschermingsmaatregelenbeleid. De Raad voor de Kinderbescherming die van Bureau Jeugdzorg zodanig verzoek ontvangt, vraagt vervolgens binnen twee weken na de dagtekening van dat verzoek het oordeel van de kinderrechter of een ondertoezichtstelling van de minderjarige moet volgen. In dat geval kan de kinderrechter de ondertoezichtstelling ambtshalve uitspreken (artikel 1:255 lid 3 BW). Deze constructie is gekozen omdat de Raad zo niet gedwongen wordt om als verzoeker op te treden, terwijl hij van mening is dat zijn verzoek niet kan worden onderbouwd. Wel wordt de situatie zo aan de rechter voorgelegd, die dan desgewenst ambtshalve een ondertoezichtstelling kan uitspreken. 67 Eenzelfde constructie is opgenomen in het vierde lid van artikel 1:255 BW. Om het voor de ouders en de minderjarige inzichtelijker te maken wat de problemen zijn waaraan gedurende de ondertoezichtstelling in ieder geval gewerkt zal worden, is in artikel 1:255 lid 5 BW bepaald dat de kinderrechter in de beschikking de concrete bedreigingen in de ontwikkeling van de minderjarige, alsmede de daarop afgestemde duur waarvoor de ondertoezichtstelling zal gelden, vermeldt. Dit komt tegemoet aan de wens naar duidelijkheid over de voorwaarden waaronder de ondertoezichtstelling kan worden beëindigd. 68 Ter uitvoering van de motie van Çorüz, Bouchibti en Voorwinde 69 beschrijft het gewijzigd voorstel van wet in het zesde lid van artikel 1:255 BW dat als het verzoek om een ondertoezichtstelling niet alle minderjarigen betreft over wie de ouders of de ouder het gezag uitoefenen, de kinderrechter dit op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming of ambtshalve dan kan aanvullen, en hij/zij deze minderjarigen, mits aan de grond van het eerste lid is voldaan, eveneens onder toezicht kan stellen. De huidige wetgeving kent een dergelijke regeling niet. Naast het Bureau Jeugdzorg voert ook stichting Nidos ondertoezichtstellingen uit. 70 Nidos is door de Minister van Justitie hiertoe bevoegd. Artikel 1:256 BW bepaalt onder meer welke minderjarigen een kinderrechter 67 Kamerstukken II 2008/09, , nr. 3, p Kamerstukken II 2008/09, , nr. 3, p Kamerstukken II 2006/07, , nr Kamerstukken II 2008/09, , nr 3, p

Jeugdbescherming in Nederland

Jeugdbescherming in Nederland Jeugdbescherming in Nederland Jeugdbescherming in Nederland Mr. drs. Bart de Jong Adviseur Van Montfoort 2 Stelselwijziging Jeugd Wat is Jeugdbescherming? Proces/Actoren Doelgroep en problematiek Maatregelen

Nadere informatie

In het belang van het kind?

In het belang van het kind? In het belang van het kind? Een onderzoek naar de wijzigingen van de kinderbeschermingsmaatregelen in Boek 1 BW Auteur: Daphne de Kreij Breda, 26 mei 2014 Opleiding: HBO-Rechten Onderwijsinstelling: Juridische

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 015 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderenwet

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 5 > Maakt u zich zorgen over een kind? 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen van Kinderbescherming

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Informatie voor gezinnen

Informatie voor gezinnen Informatie voor gezinnen Wat is Jeugdbescherming? Jeugdbescherming Regio Amsterdam draagt bij aan de bescherming van kinderen en daardoor aan een blijvend veilige ontwikkeling van kinderen. Kinderen hebben

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen 1. Inleiding Op 18 juli 2009 is bij de

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderenwet in verband met herziening van de maatregelen van kinderbescherming

Nadere informatie

Informatie voor gezinnen over Jeugdbescherming

Informatie voor gezinnen over Jeugdbescherming Informatie voor gezinnen over Jeugdbescherming Wat is Jeugdbescherming? Jeugdbescherming heette vroeger Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam. Wij dragen bij aan de bescherming van kinderen en daardoor

Nadere informatie

Aanbevelingen bij de Beleidsvisie Kind in de Pleegzorg. I. Aanpassing van kinderbeschermingswetgeving

Aanbevelingen bij de Beleidsvisie Kind in de Pleegzorg. I. Aanpassing van kinderbeschermingswetgeving Aanbevelingen bij de Beleidsvisie Kind in de Pleegzorg Toelichting: De aanbevelingen zijn bedoeld om op korte termijn effect te sorteren, maar zijn soms zo ingrijpend dat wetswijziging noodzakelijk is.

Nadere informatie

VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IRVK)

VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IRVK) VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IRVK) Artikel 3 IRVK 1. Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 131 Wet van 12 maart 2014 tot aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van

Nadere informatie

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming anpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming VOORSTEL VN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Geschiedenis van de OTS

Geschiedenis van de OTS 1 Geschiedenis van de OTS 1.1 Inleiding Ruim 85 jaar geleden werd de ondertoezichtstelling (OTS) ingevoerd. Doel ervan was om ouders en kinderen 1 tijdelijke gedwongen hulp te verlenen in de hoop dat de

Nadere informatie

Bezwaar en beroep Jeugdwet Betekenis voor gemeenten

Bezwaar en beroep Jeugdwet Betekenis voor gemeenten Bezwaar en beroep Jeugdwet Betekenis voor gemeenten versie 1.0 K2 Brabants Kenniscentrum Jeugd Jos Janssen, Mei 2014 1 Bezwaar en Beroep Jeugdwet Van recht op zorg naar jeugdhulpplicht In het wetsvoorstel

Nadere informatie

Welkom. Pedagogische verwaarlozing anno 2013. Het Kind Eerst (juni 2013) www.hetkindeerst.nl

Welkom. Pedagogische verwaarlozing anno 2013. Het Kind Eerst (juni 2013) www.hetkindeerst.nl Welkom Pedagogische verwaarlozing anno 2013 Bron: Haren de Krant d.d. 22 april 2010 1 2 Het Kind Eerst (juni 2013) www.hetkindeerst.nl Vraagstelling n.a.v. twitterbericht d.d. 12-06-2013 van Chris Klomp

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 38 Wet van 23 januari 1997 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de herziening van de voorlopige maatregelen

Nadere informatie

Zorg om het kind - bescherming van minderjarigen en het gezondheidsrecht -

Zorg om het kind - bescherming van minderjarigen en het gezondheidsrecht - Zorg om het kind - bescherming van minderjarigen en het gezondheidsrecht - Prof.mr.drs. Mariëlle R. Bruning Najaarslezing Vereniging voor Gezondheidsrecht, 2 november 2012 Thema Zorgverlening aan en het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:7682

ECLI:NL:RBAMS:2016:7682 ECLI:NL:RBAMS:2016:7682 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-11-2016 Datum publicatie 28-11-2016 Zaaknummer C/13/614102 / FA RK 16-5813 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Woord vooraf / 11

Inhoudsopgave. Woord vooraf / 11 Inhoudsopgave Woord vooraf / 11 1 De ondertoezichtstelling 90 jaar: versleten of vitaal? / 13 Mariëlle Bruning & Ton Liefaard 1.1 Inleidende opmerkingen / 13 1.2 De OTS na 1995 / 13 1.3 Aanleiding tot

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 3 > Ondertoezichtstelling 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 6 > De gezinsvoogd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:10059

ECLI:NL:RBAMS:2015:10059 ECLI:NL:RBAMS:2015:10059 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-10-2015 Datum publicatie 13-06-2016 Zaaknummer C/13/592460 / JE RK 15-996 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Memorie van toelichting

Memorie van toelichting Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderenwet in verband met herziening van de maatregelen van kinderbescherming

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 7 > De gezinsvoogd 8 > Wie doet wat

Nadere informatie

De minister van Justitie De heer dr E.M.H. Hirsch Ballin Postbus EH Den Haag

De minister van Justitie De heer dr E.M.H. Hirsch Ballin Postbus EH Den Haag POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De minister van Justitie De heer

Nadere informatie

De Minister van Justitie D.t.v. mw. mr. drs. J. Kok Postbus EH Den Haag. Geachte heer Hirsch Ballin,

De Minister van Justitie D.t.v. mw. mr. drs. J. Kok Postbus EH Den Haag. Geachte heer Hirsch Ballin, De Minister van Justitie D.t.v. mw. mr. drs. J. Kok Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 5 juni 2008 van Ontwikkeling contactpersoon Mr. R.H. Kroon doorkiesnummer 070-361 9814 faxnummer 070-361 9746 e-mail

Nadere informatie

Ministerie van Veiligheid en Justitie De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven,

Ministerie van Veiligheid en Justitie De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven, Ministerie van Veiligheid en Justitie De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 4 juli 2011 telefoonnummer 070-361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl onderwerp

Nadere informatie

Het wetsvoorstel Herziening kinderbeschermingsmaatregelen en de rechtspositie van de met het gezag belaste ouder en de minderjarige.

Het wetsvoorstel Herziening kinderbeschermingsmaatregelen en de rechtspositie van de met het gezag belaste ouder en de minderjarige. Het wetsvoorstel Herziening kinderbeschermingsmaatregelen en de rechtspositie van de met het gezag belaste ouder en de minderjarige. Wat is de invloed van het wetsvoorstel Herziening kinderbeschermingsmaatregelen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 015 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderenwet

Nadere informatie

Kinderen beschermen we samen. Gemeente en Raad voor de Kinderbescherming in het nieuwe Stelsel voor de jeugd

Kinderen beschermen we samen. Gemeente en Raad voor de Kinderbescherming in het nieuwe Stelsel voor de jeugd Kinderen beschermen we samen Gemeente en Raad voor de Kinderbescherming in het nieuwe Stelsel voor de jeugd 1 juni 2013 Beelden van de Raad 2 Tijd om kennis te maken! Kennismaking met de Raad voor de Kinderbescherming

Nadere informatie

Minderjarigheid in het recht

Minderjarigheid in het recht Minderjarigheid in het recht Minderjarigen zijn personen onder de 18 jaar, tenzij voor hun 18e levensjaar huwelijk, geregistreerd partnerschap (GP) of meerderjarigverklaring van moeder van 16/17 jr Twee

Nadere informatie

Congres De ots90 jaar:versleten of vitaal? Workshop: ots, omgang en het belang van het kind

Congres De ots90 jaar:versleten of vitaal? Workshop: ots, omgang en het belang van het kind Congres De ots90 jaar:versleten of vitaal? Workshop: ots, omgang en het belang van het kind Voorzitter: Paul van Teeffelen Inleider: Esther Lam Referent: Sonja de Pauw Gerlings Introductietekst workshop

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 3 > Ondertoezichtstelling 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 6 > De gezinsvoogd

Nadere informatie

VAN GEZAGSBEPERKING NAAR GEZAGSONTNEMING

VAN GEZAGSBEPERKING NAAR GEZAGSONTNEMING VAN GEZAGSBEPERKING NAAR GEZAGSONTNEMING LEGITIMATIE VAN OVERHEIDSINGRIJPEN IN HET FAMILIE- EN GEZINSLEVEN JOYCE DE BRUIJN SEPTEMBER 2012 2 Van gezagsbeperking naar gezagsontneming Legitimatie van overheidsingrijpen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2012:BY4474

ECLI:NL:GHARN:2012:BY4474 ECLI:NL:GHARN:2012:BY4474 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 25-10-2012 Datum publicatie 28-11-2012 Zaaknummer 200.111.854 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

Versie 1.0 13 mei 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Voogdij

Versie 1.0 13 mei 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Voogdij Versie 1.0 13 mei 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Inleiding In de wet staat dat minderjarigen altijd iemand moeten hebben die gezag over hen heeft. Dit gezag ligt in principe bij de ouders van de minderjarige.

Nadere informatie

Ouder van mijn ouder(s) Werkgroep KVBO van belangenvereniging Sien

Ouder van mijn ouder(s) Werkgroep KVBO van belangenvereniging Sien Ouder van mijn ouder(s) Werkgroep KVBO van belangenvereniging Sien 'Iemand had mij moeten uitleggen dat het niet aan mij lag', zegt een meisje. Ik dacht dat ik een rotkind was. Wat heeft een kind nodig

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 23 714 Wijziging van, onder meer, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met invoering van medevoogdij en gezamenlijke voogdij Nr. 7 NOTA

Nadere informatie

Onderzoek naar de mogelijkheid om in specifieke gervallen een voormalig pleegkind gelijk te stellen aan een eigen kind binnen de sociale zekerheid

Onderzoek naar de mogelijkheid om in specifieke gervallen een voormalig pleegkind gelijk te stellen aan een eigen kind binnen de sociale zekerheid De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 015 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderenwet

Nadere informatie

INZICHT IN JEUGDRECHT

INZICHT IN JEUGDRECHT INZICHT IN JEUGDRECHT Ingeborg Galama Juridisch adviseur Raad voor de Kinderbescherming Onderwerpen 1.Doel en grond voor de ondertoezichtstelling 2.Uithuisplaatsing 3.Gesloten jeugdzorg 4.Ontheffing/ontzetting

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 568 Besluit van 14 november 1995 tot wijziging van het Besluit kwaliteitsregels jeugdhulpverlening, het Besluit kwaliteitsregels en taken voogdij-

Nadere informatie

De ondertoezichtstelling herzien

De ondertoezichtstelling herzien De ondertoezichtstelling herzien Op welke wijze dienen de huidige protocollen van Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant met betrekking tot de ondertoezichtstelling te worden gewijzigd, zodat zij in overeenstemming

Nadere informatie

Inhoudsopgave LIJST VAN AFKORTINGEN

Inhoudsopgave LIJST VAN AFKORTINGEN LIJST VAN AFKORTINGEN XIII 1 INLEIDING 1 1.1 Inleiding 1 1.1.1 Definitie van gesloten jeugdhulp 3 1.1.2 Gesloten jeugdhulp en vrijheidsbeneming 5 1.1.3 Gesloten jeugdhulp in cijfers 7 1.1.4 Doelgroep van

Nadere informatie

Sonja de Pauw Gerlings Döhrn, kinderrechter Rotterdam

Sonja de Pauw Gerlings Döhrn, kinderrechter Rotterdam Gedwongen hulpverlening Sonja de Pauw Gerlings Döhrn, kinderrechter Rotterdam Ondertoezichtstelling Zedelijke of geestelijke belangen of gezondheid ernstig bedreigd en andere middelen hebben gefaald of,

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Justitie datum 15 maart 2011 Betreffende wetsvoorstel: 32015 Wijziging van Boek

Nadere informatie

Opmerkingen over Hoofdstuk 1. Wijziging van wetten Artikel 1.8, wijziging van het Bw

Opmerkingen over Hoofdstuk 1. Wijziging van wetten Artikel 1.8, wijziging van het Bw Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Postbus 30137 2500 GC Den Haag Telefoon (070) 361 93 00 Fax algemeen (070) 361 93 10 Fax rechtspraak (070) 361 93 15 Aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid,

Nadere informatie

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht ECLI:NL:GHSHE:2016:416 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 11-02-2016 Datum publicatie 12-02-2016 Zaaknummer 200 180 361_01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Gerechtelijke Jeugdbijstand in hoogdringende gevallen. Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen.

Gerechtelijke Jeugdbijstand in hoogdringende gevallen. Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen. Advies Gerechtelijke Jeugdbijstand in hoogdringende gevallen Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen. Voorstel van decreet houdende wijziging van de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand,

Nadere informatie

K I N D E R E N E E R S T. Werkgroep Wetgeving

K I N D E R E N E E R S T. Werkgroep Wetgeving K I N D E R E N E E R S T advies van de Werkgroep Wetgeving voor de aanpassing van de kinderbeschermingswetgeving in opdracht van het ministerie van Justitie in het kader van het beleidsprogramma Beter

Nadere informatie

De beëindiging van uithuisplaatsing

De beëindiging van uithuisplaatsing De beëindiging van uithuisplaatsing Wanneer is beëindiging van de uithuisplaatsing in het kader van een ondertoezichtstelling (art. 1:261 BW) in het belang van het kind en welke verbeteringen zullen in

Nadere informatie

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG ONZE MISSIE EN VISIE ONZE INZET Onze missie Wij beschermen in hun ontwikkeling bedreigde kinderen en zorgen ervoor dat zij de juiste zorg krijgen. Onze visie Wij komen in

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Algemeen

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Algemeen Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Taken van het Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening Het Bureau Jeugdzorg heeft als taak om te mensen te begeleiden die problemen hebben met de opvoeding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 015 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderenwet

Nadere informatie

Mr. dr. A. van Montfoort. Presentatie Van casus naar gestructureerd beslissen in de jeugdbescherming

Mr. dr. A. van Montfoort. Presentatie Van casus naar gestructureerd beslissen in de jeugdbescherming Mr. dr. A. van Montfoort Presentatie Van casus naar gestructureerd beslissen in de jeugdbescherming Van casus naar gestructureerd beslissen in de jeugdbescherming Presentatie Themadag jeugdrecht SSR,

Nadere informatie

(B vervallen) Artikel I. De Wet op de jeugdzorg wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

(B vervallen) Artikel I. De Wet op de jeugdzorg wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met het herstel van enige wetstechnische gebreken en andere wijzigingen van ondergeschikte aard (voorheen wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband

Nadere informatie

Wet op de jeugdzorg REGELING PLEEGZORG

Wet op de jeugdzorg REGELING PLEEGZORG Nadere regelgeving Wet op de jeugdzorg REGELING PLEEGZORG Tekst zoals deze geldt op 29 januari 2011 van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 december 2004, nr. DJB/JZ- 2540277,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 061 Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming Nr. 3

Nadere informatie

JEUGDHULPVERLENING. JEUGDBESCHERMING. GEESTELIJKE GE-

JEUGDHULPVERLENING. JEUGDBESCHERMING. GEESTELIJKE GE- 4. JEUGDHULPVERLENING. JEUGDBESCHERMING. GEESTELIJKE GE- ZONDHEmSZORG. Soms rijst bij hulpverleners binnen de sector van de jeugdhulpverlening een vermoeden dat een kind slachtoffer is (geweest) van ritueel

Nadere informatie

Klachtenregeling Cliënten van Stichting De Jeugd- & Gezinsbeschermers

Klachtenregeling Cliënten van Stichting De Jeugd- & Gezinsbeschermers RAPPORT Versie: 2.0 Klachtenregeling Cliënten van Stichting De Jeugd- & Gezinsbeschermers Raad van Bestuur Postbus 5247 2000 CE Haarlem T 088-777 81 06 F 023-799 37 18 www.bjznh.nl 1 Aanhef Gelet op de

Nadere informatie

Terugkijken en vooruitzien: de ontwikkelingen in de toepassing van de OTS

Terugkijken en vooruitzien: de ontwikkelingen in de toepassing van de OTS Terugkijken en vooruitzien: de ontwikkelingen in de toepassing van de OTS Prof.mr.drs. Mariëlle R. Bruning Kinderrechtenhuis Leiden, 1 november 2012 OTS: nog nooit zo populair! Aantal jeugdigen met maatregel

Nadere informatie

Pleegoudersupport Zeeland

Pleegoudersupport Zeeland Pleegoudersupport Zeeland Voorbeeldbrieven Inleiding Dit document bevat een aantal voorbeeldbrieven die u kunt gebruiken wanneer u gebruik wilt maken van uw blokkaderecht, wanneer u een bijzondere curator

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2011:BR0816

ECLI:NL:GHSGR:2011:BR0816 ECLI:NL:GHSGR:2011:BR0816 Instantie Datum uitspraak 04-05-2011 Datum publicatie 08-07-2011 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 200.083.271-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Profiel bijzondere curator in Jeugdzaken

Profiel bijzondere curator in Jeugdzaken Profiel bijzondere curator in Jeugdzaken Het Profiel bijzondere curator in jeugdzaken beschrijft de profielschets van de bijzondere curator in Jeugdzaken, verder te noemen; bijzondere curator. De bijzondere

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 238 Wijziging van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in verband met het wettelijk regelen van kwaliteitseisen

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders

Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders Inhoudsopgave»» Jeugdbescherming»» Wat is een ondertoezichtstelling (OTS)?»» Wat is uw rol bij een OTS?»» Wat gaat er gebeuren?»» Wat zijn uw rechten?»»

Nadere informatie

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten juridisch en bestuurskundig onderzoek advies onderwijs Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten Een verkennend onderzoek Groningen, juli 2010 2010 WODC, ministerie van Justitie. Auteursrechten voorbehouden.

Nadere informatie

Memorie van toelichting

Memorie van toelichting Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Wet op de jeugdzorg in verband met de herziening van de kinderbeschermingsmaatregelen Memorie van toelichting

Nadere informatie

Aanpak van het onderzoek

Aanpak van het onderzoek Samenvatting Het onderzoek naar de uitvoering van de gewijzigde jeugdbeschermingswetgeving is een tussenevaluatie. Regioplan heeft in 2015 een evaluatie kader vastgesteld inclusief een indicatorenset,

Nadere informatie

Kinderen beschermen we samen. Gemeente Peel en Maas 21 november 2015

Kinderen beschermen we samen. Gemeente Peel en Maas 21 november 2015 Kinderen beschermen we samen Gemeente Peel en Maas 21 november 2015 De Raad voor de Kinderbescherming Landelijke organisatie Onderdeel ministerie Veiligheid & Justitie Uitvoering in 10 regio s, 21 locaties

Nadere informatie

Bepalingen over de ouderbijdrage

Bepalingen over de ouderbijdrage Bepalingen over de ouderbijdrage Jeugdwet 8.2. Ouderbijdrage Artikel 8.2.1 1. De volgende personen zijn een ouderbijdrage verschuldigd in de kosten van de aan een jeugdige geboden jeugdhulp, voor zover

Nadere informatie

Inhoud. Hoofdstuk 1. De institutionalisering van het ingrijpen in opvoeding in de. Hoofdstuk 2. Sociale opvoeding in het regime van de Wet op de

Inhoud. Hoofdstuk 1. De institutionalisering van het ingrijpen in opvoeding in de. Hoofdstuk 2. Sociale opvoeding in het regime van de Wet op de 5 Inhoud Inleiding 11 Hoofdstuk 1. De institutionalisering van het ingrijpen in opvoeding in de jonge natie-staat België 15 Van 1830 tot aan de vooravond van de Wet op de Kinderbescherming van vijftien

Nadere informatie

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Raad voor de Kinderbescherming

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Raad voor de Kinderbescherming Versie 1.0 19 april 2004 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Raad voor de Kinderbescherming Inleiding Als het Bureau Jeugdzorg zich grote zorgen maakt over het opgroeien van uw kind, én als zij vinden

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht ECLI:NL:GHARL:2015:6066 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 27-07-2015 Datum publicatie 17-08-2015 Zaaknummer 200.172.365/01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Kinderen, ouders en overheidsingrijpen

Kinderen, ouders en overheidsingrijpen Kinderen, ouders en overheidsingrijpen Advies over het Ontwerp-voorstel van Wet tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Wet op de jeugdzorg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:1824

ECLI:NL:GHARL:2015:1824 ECLI:NL:GHARL:2015:1824 Uitspraak Arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Civiel recht (personen- en familierecht) Datum uitspraak: 3 maart 2015 zaaknummer 200.156.874/01 (zaaknummer rechtbank Overijssel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 443 Besluit van 14 november 2014, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Jeugdwet, de Invoeringswet Jeugdwet en enkele

Nadere informatie

Dit advies, gedateerd 3 april 2015, nr. W /l, bied ik U hierbij aan.

Dit advies, gedateerd 3 april 2015, nr. W /l, bied ik U hierbij aan. Nr. WJZ/877024(6633) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 45 Besluit van 8 februari 2010, houdende wijziging van het Besluit van 1 september 1995 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur

Nadere informatie

Schuingedrukte woorden worden uitgelegd in een woordenlijst op pagina 4.

Schuingedrukte woorden worden uitgelegd in een woordenlijst op pagina 4. Voogdijmaatregel Informatie voor jeugdigen over voogdij Kinderen moeten altijd iemand hebben die het gezag over hen heeft. Dit gezag ligt meestal bij je ouder(s). Maar wat als je ouder(s) overlijden of

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht ECLI:NL:GHARL:2017:6088 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 13-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer 200.215.386/01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:357 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:357 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:357 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-02-2017 Datum publicatie 23-02-2017 Zaaknummer 200.199.846/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling)

Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling) Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling) Deze folder is voor ouders van cliënten van de Welkom 2 OnderToezichtStelling Graag stellen wij ons voor. Wij zijn de William Schrikker Jeugdbescherming. Wij geven

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 14167 Wijziging in het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, strekkende tot invoering ten behoeve van minderjarige moeders

Nadere informatie

Informatieplicht m.b.t. gescheiden ouders

Informatieplicht m.b.t. gescheiden ouders Informatieplicht m.b.t. gescheiden ouders Actie Datum Vaststelling DB 12 september 2013 Info naar GMR 13 november 2013 1 Inleiding In elke klas zitten één of meerdere kinderen van gescheiden ouders en

Nadere informatie

Protocol Informatieverstrekking. november 2017

Protocol Informatieverstrekking. november 2017 Protocol Informatieverstrekking november 2017 1. Inleiding Artikel 11 van de Wet op het Primair Onderwijs (hierna: WPO ) verplicht scholen in algemene zin om te rapporteren over de vorderingen van de leerlingen

Nadere informatie

Voogdijmaatregel Informatie voor ouders over voogdij

Voogdijmaatregel Informatie voor ouders over voogdij Voogdijmaatregel Informatie voor ouders over voogdij De kinderrechter heeft besloten dat Jeugdbescherming west het gezag over uw kind gaat uitoefenen. Dat wordt voogdij genoemd. Hiervoor kunnen verschillende

Nadere informatie

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar Hans Lomans Bestuurder BJzG 8 april 2011 2 U vindt ons Overal in Gelderland In alle regio s Zorg-en Adviesteams Centra voor Jeugd en Gezin Veiligheidshuizen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:935

ECLI:NL:GHDHA:2014:935 ECLI:NL:GHDHA:2014:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 19-03-2014 Datum publicatie 27-03-2014 Zaaknummer 200.138.697/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing?

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Drs. R. Simmering Gedragsdeskundige, Raad voor de Kinderbescherming Utrecht 21 mei 2010 Hoe beïnvloedt de

Nadere informatie

Evoluties in het Nederlandse jeugdbeschermingsrecht

Evoluties in het Nederlandse jeugdbeschermingsrecht Evoluties in het Nederlandse jeugdbeschermingsrecht Prof.mr.drs. Mariëlle Bruning Leuven, 28 mei 2015 Inhoud Juridisch kader jeugdbescherming in Nederland Historische evolutie jeugdbescherming Aandachtspunten

Nadere informatie

31 mei 2012 z2012-00245

31 mei 2012 z2012-00245 De Staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG 31 mei 2012 26 maart 2012 Adviesaanvraag inzake openbaarheid WOZwaarde Geachte, Bij brief van 22 maart 2012 verzoekt u, mede namens de Minister

Nadere informatie

Uithuisplaatsing van een kind zou nooit in het vrijwillig kader moeten plaatsvinden. TRENDS en ONTWIKKELINGEN in de PLEEGZORG

Uithuisplaatsing van een kind zou nooit in het vrijwillig kader moeten plaatsvinden. TRENDS en ONTWIKKELINGEN in de PLEEGZORG Inhoud presentatie TRENDS en ONTWIKKELINGEN in de PLEEGZORG Verworvenheden en knelpunten Dr. Peter M. van den Bergh 1. Uithuisplaatsing 2. Dilemma s in de pleegzorg 3. Terugplaatsing 4. Internationale

Nadere informatie