Nationaal Platform Transfusiebeleid Naar een beter gebruik van bloedcomponenten in België
|
|
- Bernard de Boer
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Nationaal Platform Transfusiebeleid Naar een beter gebruik van bloedcomponenten in België RAPPORT nationale vragenlijst Q
2 1 Nationaal Platform Transfusiebeleid Naar een beter gebruik van bloedcomponenten in België RAPPORT nationale vragenlijst Q Versie juni 2013 Opgesteld door Prof. Dr. Rik Schots - namens de Stuurgroep Nationaal Platform Transfusiebeleid COPYRIGHT: de gegevens verwerkt in dit rapport horen toe aan de Stuurgroep NPT en kunnen niet gebruikt worden voor presentatie of publicatie zonder aantoonbare toestemming vanwege de Stuurgroep.
3 Inhoud 1. Inleiding Hemovigilantie en kwaliteitsbeleid transfusie Het Begeleidingscomité hemovigilantie Het Nationaal Platform Transfusiebeleid De standaarden voor een kwaliteitsbeleid transfusie op ziekenhuisniveau Algemene standaarden transfusie Het voorschrift De tracing De rapportering van ernstige voorvallen en transfusiereacties De rol van het transfusiecomité Algemene methodologie Resultaten vragenlijst Q Algemene gegevens over de sites Verbruik bloedcomponenten Transfusie activiteit in functie van type site en medisch aanbod Resultaten: standaarden transfusie algemeen Resultaten: voorschrift Voorschrift algemeen en procedures Beschikbaarheid van gegevens Resultaten: tracing Resultaten: rapportering Analyse van de resultaten in functie van de benchmark Methodologie voor het opstellen van de benchmark scores Berekening van de benchmark scores Definitie en berekening van enkele specifieke benchmark scores Aflezen resultaten boxplot voor benchmark scores Resultaten algemene benchmark Resultaten specifieke benchmark Specifieke benchmark voorschrift Specifieke benchmark tracing Specifieke benchmark rapportering Relatie benchmark en karakteristieken ziekenhuis Relatie benchmark en verbruik bloedcomponenten Individuele benchmarking
4 3 7. Bespreking van de resultaten De Q vragenlijst Compliance en sensibilisering Algemene gegevens Frequente tekortkomingen Tekortkomingen algemene kwaliteitselementen Tekortkomingen voorschrift Tekortkomingen tracing Tekortkomingen rapportering Benchmark Algemene benchmark Specifieke benchmark Relatie benchmarkscore en karakteristieken van het ziekenhuis Relatie benchmarkscore en verbruik van bloedcomponenten De individuele benchmarking Aanbevelingen Dankwoord... 47
5 4 1. Inleiding 1.1. Hemovigilantie en kwaliteitsbeleid transfusie Hemovigilantie omvat het geheel van controleprocedures met betrekking tot ernstige ongewenste voorvallen of reacties bij donoren of ontvangers, evenals de epidemiologische controle van de donoren. Hemovigilantie heeft tot doel de kwaliteit en de veiligheid van bloedcomponenten alsook de veiligheid van de toediening ervan te verzekeren en te verhogen. Het uiteindelijke doel van hemovigilantie is het verminderen van de morbiditeit en mortaliteit die veroorzaakt worden door de transfusie van bloedcomponenten. Conform Europese richtlijnen zijn de sites in België verplicht om jaarlijks de ernstige voorvallen en reacties met betrekking tot transfusie te rapporteren aan de cel hemovigilantie van het Federaal Agentschap Geneesmiddelen en Geneeskundige producten (FAGG). Op basis van Belgische wetgeving en conform Europese richtlijnen voorziet het Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgen van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (FOD VVVL) sedert 2010 een financiële ondersteuning ten behoeve van de functie hemovigilantie voor de acute ziekenhuizen op basis van een jaarlijks hernieuwbare contractuele overeenkomst. Deze financiering werd afhankelijk gemaakt van de jaarlijkse rapportering van voorvallen en reacties aan het FAGG. Binnen een bredere visie van de FOD VVVL rond het implementeren van kwaliteitssystemen in de sites ten behoeve van de patiëntveiligheid werd in oktober 2011 een begeleidingscomité hemovigilantie opgericht. Tegelijkertijd werd de functie hemovigilantie uitgebreid naar een functie kwaliteitsmanagement van het transfusiebeleid op ziekenhuisniveau. Er werd aan het begeleidingscomité de opdracht gegeven om een meerjarenplan op te stellen met als doel om een meetbare vooruitgang te realiseren inzake hemovigilantie en kwaliteit van bloedtransfusie op ziekenhuisniveau Het Begeleidingscomité hemovigilantie Volgens het opgestelde meerjarenplan heeft het Begeleidingscomité hemovigilantie het initiatief genomen om een nationale enquête te realiseren waarvan de resultaten en de analyse ervan het voorwerp vormen van dit verslag, de methodologie wordt beschreven in punt 3.0. De leden van het begeleidingscomité werden aangeduid door de FOD VVVL op basis van gedocumenteerde expertise in het domein van de bloedtransfusie met evenwichtige verdeling over de regio s Vlaanderen, Wallonië en Brussel: Dr. Margareta Haelterman - FOD VVVL Prof. Véronique Deneys Medisch Directeur Croix Rouge de Belgique Ap-Klin-Biol. Christiane Gérard Hoofd bloedbank CHU Liège Dr. Ludo Muylle Hoofd cel hemovigilantie FAGG Prof. Philippe Vandekerckhove Gedelegeerd Bestuurder Rode Kruis Vlaanderen Dhr. Wilfried Vanthygem Directeur operationele zaken Dienst voor het bloed Rode Kruis Vlaanderen
6 5 Ap-Klin-Biol. Luc De keersmaecker Hoofd Bloedbank Yperman ZH Ieper Mr. Dirk Vanrenterghem referentieverpleegkundige Yperman ZH Ieper Prof. Rik Schots Diensthoofd Klinische Hematologie UZ Brussel 1.3. Het Nationaal Platform Transfusiebeleid In november 2012 werd de opdracht van het Begeleidingscomité uitgebreid en breder gedefinieerd: Naar een beter gebruik van bloedcomponenten in België waardoor een ruimere vertegenwoordiging vanuit de sites, overheidsorganen en wetenschappelijke verenigingen noodzakelijk werd. Aldus werd een Nationaal Platform Transfusiebeleid (NPT) opgericht waarvan de opdrachten verdeeld werden over een Stuurgroep en drie thematische werkgroepen met als thema s: Voorschrift, Guidelines en Opleiding+Sensibilizering. De werking en de samenstelling van het NPT, de Stuurgroep en de werkgroepen werd beschreven in een document interne werking en er werd in januari 2013 een beleidsnota met meerjarenplan opgesteld. 2. De standaarden voor een kwaliteitsbeleid transfusie op ziekenhuisniveau 2.1. Algemene standaarden transfusie Het ziekenhuis beschikt over correcte cijfers over het jaarlijks toegediende aantal erytrocytenconcentraten, vers ingevroren virus-geïnactiveerd plasma en bloedplaatjesconcentraten. Het ziekenhuis beschikt over correcte cijfers over het jaarlijks aantal ontvangers voor elk van de verschillende bloedcomponenten. Het transfusiecomité vergadert minstens 2 keer per jaar. In het ziekenhuis is er een referentiepersoon hemovigilantie aangesteld die beschikbaar is voor informatie en advies en die betrokken is bij de opleidingen inzake transfusie en de rapportering van ongewenste voorvallen en reacties. Er is een Transfusiehandboek ter beschikking van elke zorgverlener betrokken bij transfusie. Er zijn op regelmatige basis gestructureerde opleidingsprogramma s aangaande transfusie zowel voor artsen als voor verpleegkundigen. Het medisch dossier laat toe om op een vlotte en overzichtelijke manier de transfusiehistoriek van iedere patiënt te raadplegen. De bloedbank beschikt over een procedure om stalen met betrekking tot de pretransfusionele testen bij te houden voor eventueel later onderzoek.
7 Het voorschrift Het voorschrift gebeurt steeds door een arts. Op de etiketten die op de afgenomen stalen worden aangebracht op het ogenblik van de afname staan minstens naam, voornaam en geboortedatum van de patiënt alsook de datum van de staalafname. Er is een geschreven interne procedure die de bloedafname volgend op het voorschrift beschrijft. Deze belangrijke procedure moet regelmatig het voorwerp zijn van een interne audit*. De identiteit van de patiënt waarvoor het voorschrift gemaakt werd en waarbij een bloedafname gebeurt voor pretransfusionele testing wordt minstens geverifieerd via visuele verificatie van de polsband van de patiënt. Voor een niet-urgent voorschrift wordt op het voorschrift aangegeven wanneer het bloedproduct beschikbaar moet zijn voor aflevering. Tot de pretransfusionele testen voor patiënten die niet bekend zijn in de site behoren steeds 2 afzonderlijke bloedgroepbepalingen, op bloedstalen afgenomen op twee verschillende tijdstippen. Er is een geschreven interne procedure voor het urgente voorschrift waarbij het bloedproduct onmiddellijk beschikbaar moet zijn. De toediening van bloedgroep O RhD negatief bloed omwille van urgentie dient beperkt te worden. De toediening van RhD pos bloed aan RhD neg patiënten dient opgevolgd te worden. De toediening van bloedgroep O RhD neg/pos bloed aan patiënten met een andere dan O bloedgroep dient beperkt te worden. Er is een directe koppeling tussen het voorschrift en de laatst bepaalde hematologische parameters die in het medisch dossier zijn terug te vinden. Op het voorschrift wordt gespecifieerd voor welk type patiënt het bloedproduct bestemd is (oncologisch of hematologisch of heelkunde of hemoglobinopathie of immuundeficiëntie of bloeding of obstetrie). De indicatie voor transfusie is conform aan de richtlijnen in het Transfusiehandboek. Op niveau van de site wordt een restrictief transfusiebeleid gehanteerd om spaarzaam om te gaan met bloedcomponenten. * Met een interne audit wordt bedoeld dat er minstens 1x per jaar een evaluatie gebeurt door een kwaliteitsmedewerker van het ziekenhuis die van de audit een gedetailleerd verslag opstelt dat besproken wordt op het transfusiecomité en met de betrokken diensten en waarin correctieve maatregelen worden vermeld om tegemoet te komen aan de eventueel genoteerde tekortkomingen De tracing Bij opname wordt de patiënt voorzien van een polsband. Deze procedure wordt regelmatig gecontroleerd door een interne audit. De bloedbank is voorzien van een toegangscode. Bloedcomponenten worden in de bloedbank en thv eventuele subdepots bewaard in geconditioneerde ruimtes met koelkasten met permanente temperatuurscontrole en
8 voorzien van een 24/24uur alarmprocedure. Er is een procedure die beschrijft welke acties ondernomen moeten worden in geval van panne (bv. inzetten van reserve koelkasten). Er is een geschreven interne procedure die de condities voor het transport van de bloedcomponenten beschrijft vanaf uitgave in de bloedbank tot aan het bed van de patiënt. Deze procedure wordt regelmatig gecontroleerd door een interne audit. Er is een geschreven interne procedure die de criteria beschrijft voor eventuele terugname van bloedcomponenten nadat ze werden uitgegeven vanuit de bloedbank. Voor de subdepots zijn er personen aangeduid die, onder de verantwoordelijkheid van de bloedbank, instaan voor het beheer van deze subdepots. De naam van de arts die verantwoordelijk is voor de transfusie wordt in het dossier van de patiënt genoteerd. De naam van de verpleegkundige die de transfusie uitvoert is terug te vinden in het dossier van de patiënt. De identificatie op de toe te dienen bloedzak wordt met de identiteit van de patiënt minstens via visuele verificatie met de polsband van de patiënt geverifieerd De rapportering van ernstige voorvallen en transfusiereacties Er een geschreven interne procedure die de toediening van bloedcomponenten beschrijft. Bij de toediening is de geldigheid van de pretransfusionele testing steeds te controleren. Er is een geschreven interne procedure die de opvolging van de patiënt beschrijft tot 24 u na toediening. Er is een geschreven interne procedure die de opvolging van de patiënt op langere termijn beschrijft met de bedoeling om laattijdige reacties te detecteren en te rapporteren. Ernstige voorvallen en reacties worden systematisch gerapporteerd aan de Cel Hemovigilantie van de FAGG. Vitale parameters worden voor en na de toediening van een bloedproduct systematisch genoteerd in het dossier. Transfusiereacties worden steeds in het medisch dossier genoteerd. De arts verantwoordelijk voor de transfusie wordt steeds op de hoogte gebracht van iedere transfusiereactie. Transfusiereacties worden gecentraliseerd bijgehouden door de referentiepersoon hemovigilantie. Transfusievoorvallen worden systematisch intern gerapporteerd en geïnventariseerd en onderzocht thv het transfusiecomité dat instaat voor gerichte correctieve acties op het terrein.
9 8 3. De rol van het transfusiecomité De oprichting van transfusiecomités en hun samenstelling en functie is door de wetgever bepaald. Het Nationaal Platform Transfusiebeleid benadrukt de rol van de transfusiecomités en hun voorzitters in het transfusiebeleid op ziekenhuisniveau. De voorzitter van het transfusiecomité is verantwoordelijk voor de correcte invulling van de enquête en is tevens het aanspreekpunt voor de Stuurgroep van het Nationaal Platform Transfusiebeleid. De implementatie van de functie hemovigilantie en het transfusiebeleid op ziekenhuisniveau in het algemeen maken integraal deel uit van de opdracht van de transfusiecomités. De doelstelling van het beleid van de transfusiecomités is om meetbare vooruitgang te realiseren in de gedefinieerde toepassingsgebieden ( Transfusie algemeen, Voorschrift, Tracing en Rapportering ). De transfusiecomités hebben eveneens een rol te vervullen in sensibilizering en opleiding met betrekking tot de transfusie van bloedcomponenten. De voorzitter van het transfusiecomité engageert zich om mbt het transfusiebeleid op niveau van de site een méérjarenplan en een jaarlijkse beleidsnota op te stellen. De resultaten van de enquête en de individuele benchmark zijn daarbij hulpmiddelen. In het meerjarenplan en/of beleidsnota dient eveneens de manier beschreven te worden waarop de door de overheid ter beschikking gestelde middelen met betrekking tot het transfusiebeleid worden aangewend. 4. Algemene methodologie De doelstellingen van het begeleidingscomité en de methodologie om ze te realiseren in de context van een meerjarenplan ( ) werden opgetekend in een conceptuele nota. Er werden 4 toepassingsgebieden gedefinieerd: Transfusie algemeen, Voorschrift, Tracing en Rapportering. Deze opdeling laat toe om op een meer gestructureerde wijze beleid te voeren en het te evalueren. In een eerste fase werd een uitgebreide vragenlijst opgesteld die ingedeeld werd in 4 hoofdstukken met één hoofdstuk per toepassingsgebied. In de vragenlijst worden de sites bevraagd over de mate waarin (semi-kwantitatief of op basis van numerieke gegevens) een aantal standaarden aangaande de transfusie van bloedcomponenten worden gerealiseerd en/of toegepast. Ingebouwd in de vragenlijst werden deze standaarden en standaardprocedures aan de sites aangereikt. De vragenlijst heeft betrekking op één kalenderjaar. De vragenlijst, die Q werd genoemd (88 vragen met betrekking tot gegevens uit 2011) werd elektronisch ter beschikking gesteld aan alle acute sites. Een aantal zorginstellingen beschikt over meerdere sites met afzonderlijk transfusiecomité, b.v. in de context van een fusie. Daarom werd één vragenlijst ter beschikking gesteld per site waarbij site gedefinieerd werd als beddenhuis met transfusiecomité. Aldus werd de vragenlijst verstuurd naar een totaal van 111 sites met transfusiecomité.
10 De einddatum voor het invullen werd vastgelegd op 30 september De cel kwaliteit van het UZ Brussel (Dhr. Marc De Beukeleer, Dr. Sc. Katrien Beeckman) heeft de vragenlijst in elektronische versie opgesteld en kreeg als opdracht om de resultaten van de enquête te verwerken, de rapporten met de individuele benchmarking op te stellen en een globaal eindrapport te maken, onder leiding van Prof. R. Schots (voorzitter Begeleidingscomité). De resultaten van de enquête werden geanalyseerd op anonieme wijze. Het Rode Kruis Vlaanderen (RKV) (Nederlandstalige sites) en het Croix Rouge de Belgique (CRB) (Franstalige en Duitstalige sites) zijn opgetreden als trusted third party. Zij hebben aan iedere site een code toegekend die werd gebruikt om de ingevulde vragenlijsten anoniem te koppelen aan een specifieke site. De resultaten van de individuele benchmark werden door de cel kwaliteit van het UZ Brussel in een gesloten omslag met codenummer aan RKV en CRB bezorgd zodat er geen inzage kon zijn in het resultaat van een individuele site. De gesloten omslagen werden vervolgens door RKV en CRB op basis van het codenummer naar de sites verstuurd. De ingevulde vragenlijst kon alléén ingediend worden indien ze volledig was ingevuld om de volledigheid van de bevraging te garanderen. De jaarlijkse financiering van de sites ten behoeve van de functie hemovigilantie door de FOD VVVL werd afhankelijk gemaakt van de correcte en tijdige indiening van de vragenlijst. 9 De vertegenwoordigers van de sites (voorzitters van transfusiecomités, directies) werden uitgenodigd op een aantal informatiesessies in juni Gedurende deze sessies werden de conceptuele nota en Q uitgebreid toegelicht. In een eerste korte berichtgeving aan de sites werd gevraagd om voor 2013 (het volgende rapportjaar) aandacht te schenken aan de beschikbaarheid van correcte gegevens met betrekking tot de transfusieactiviteit en aan het uitvoeren van interne audits voor belangrijke procedures. Deze elementen ontbreken vaak zoals bleek uit een preliminaire analyse van de Q In mei 2013 werd aan alle participerende sites het resultaat van een individuele benchmark medegedeeld: de scores m.b.t. ieder van de 4 toepassingsgebieden en de positie van de site t.o.v. de andere sites. Deze individuele resultaten werden enkel gecommuniceerd naar de sites. In juni 2013 is een nieuwe informatiesessie gepland waarin de volledige analyse van de Q aan de vertegenwoordigers van de sites wordt toegelicht tijdens een presentatie en waarbij dit rapport ter beschikking wordt gesteld. De analyse heeft een aantal tekortkomingen en knelpunten aangeduid die frequent voorkomen en die onderwerp zullen vormen voor een reeks algemene aanbevelingen die eveneens in dit document verwerkt worden. Samen met de individuele benchmark vormt dit rapport de basis voor een aangepast transfusiebeleid op ziekenhuisniveau. Dit beleid zou moeten resulteren in een meetbare verbetering zoals objectiveerbaar zal blijken uit de opvolgingsenquêtes in 2014 en 2016.
11 10 5. Resultaten vragenlijst Q Algemene gegevens over de sites In totaal hebben 111 sites een vragenlijst ingevuld teruggestuurd. Onderstaande tabel toont de distributie (< 250/ />500) van het aantal bedden en geeft aan welk percentage van de sites beschikt over een medisch aanbod waarvan kan verwacht worden dat het gepaard gaat met een hoger verbruik aan bloedcomponenten (Tabel 1). Tabel 1: Algemene gegevens over de 111 sites. N % Aantal erkende bedden < > Universitair ziekenhuis Ja 9 8 Dienst klinische hematologie Ja Dienst solide orgaantransplantatie Ja 10 9 Dienst Intensieve zorgen Ja Dienst cardiochirurgie Ja Urgentiedienst Ja Dienst materniteit Ja Dienst intensieve zorgen neonatologie Ja Verbruik bloedcomponenten Naast het totale verbruik van erytrocytenconcentraten, fresh frozen plasma (FFP) en eenheden bloedplaatjes werd ook het verbruik per getransfundeerde patiënt berekend (Tabel 2). Vermits de vragenlijst geen inzicht geeft in het exact aantal bedden per site kan het aantal eenheden per bed niet berekend worden. Tabel 2: Verbruik van erytrocytenconcentraat, FFP en bloedplaatjes voor de 111 sites. Aantal eenheden Aantal patiënten Eenheden per patiënt Erytrocytenconcentraat ,1 Fresh frozen plasma ,7 Bloedplaatjesconcentraat ,0 De volgende 3 figuren tonen de spreiding en het gemiddeld verbruik van de 3 bloedcomponenten. Het gemiddeld verbruik van erytrocytenconcentraat is 4000 eenheden, voor FFP is dit 1058 en voor bloedplaatjes 535 eenheden. De medianen liggen respectievelijk op 3046, 302 en 191. Niet in alle sites werden FFP (108/111) of bloedplaatjes (109/111) toegediend.
12 11 Figuur 1: Verbruik van individuele eenheden erytrocytenconcentraat. X-as toont aantal verbruikte eenheden in blokken van 1000 en de Y-as het percentage van de sites die dit aantal verbruikt heeft (bv. 10% van de sites heeft tussen de 4000 en de 5000 eenheden verbruikt). Figuur 2: Verbruik van individuele eenheden fresh frosen plasma (FFP). X-as toont aantal verbruikte eenheden in blokken van 500 en de Y-as het percentage van de sites die dit aantal verbruikt heeft (bv. >70% van de sites heeft minder dan 500 eenheden verbruikt).
13 12 Figuur 3: Verbruik van individuele eenheden bloedplaatjesconcentraten. X-as toont aantal verbruikte eenheden in blokken van 333 en de Y-as het percentage van de sites die dit aantal verbruikt heeft (bv. 20% van de sites heeft tussen de 333 en de 666 eenheden verbruikt) Transfusie activiteit in functie van type site en medisch aanbod Wanneer we het verbruik van bloedcomponenten bekijken per type ziekenhuis dan zien we een aantal verschillen (Tabel 3). De medianen van het verbruik van erytrocyten, FFP en bloedplaatjesconcentraten zijn groter naarmate het ziekenhuis meer bedden heeft (p <0.001). We merken ook een groter verbruik van de 3 bloedcomponenten in universitaire centra (p<0.05) en in sites met een dienst klinische hematologie (p <0.001). Hetzelfde geldt voor sites met een dienst cardiochirurgie (p< 0.001), waar de mediaan voor het aantal gebruikte eenheden erytrocyten 6280 is vergeleken met 2625 in sites zonder dienst cardiochirurgie. Voor wat betreft FFP zien we dat sites zonder dienst cardiochirurgie een mediaan hebben van 227 vergeleken met 1179 in sites met dienst cardiochirurgie. Ook bij het verbruik ban bloedplaatsjes merken we een verschil in het verbruik met een mediaan van 146 in sites zonder en 561 in sites met dienst cardiochirurgie. We merken ook een groter verbruik aan FFP in sites met een dienst neonatale intensive zorg (p<0.05).
14 13 Tabel 3: Transfusie activiteit (uitgedrukt in mediaan) per type ziekenhuis en medisch aanbod. Erytrocyten FFP Bloedplaatjes Aantal acute bedden < *** 97*** 49*** > Universitair ziekenhuis + Ja 9192* 2564* 2118* Nee Dienst klinische hematologie Dienst orgaantransplantatie Dienst intensieve zorgen Ja 7042** 1438*** 1429*** Nee Ja Nee Ja Nee Dienst cardiochirurgie Ja 6280*** 1179*** 561*** Nee Dienst materniteit Ja Nee Dienst neonatale intensieve zorgen Ja * 848 Nee Mediaan test: * p<0,05 -** p<0,01 - ***p<0, In België zijn er officieel 8 universitaire ziekenhuizen, 9 sites gaven zich op als universitair centrum Resultaten: standaarden transfusie algemeen Het eerste deel van de vragenlijst peilt naar een aantal algemene kenmerken van het kwaliteitsbeleid hemovigilantie in de verschillende sites (Tabel 4). In de eerste kolom van de tabel wordt telkens het nummer van de vraag uit de enquête vermeld. In 89% van sites komt het hemovigilantie comité minstens 2 keer per jaar samen. De sites scoren ook goed op de aanwezigheid van een referentiepersoon hemovigilantie die in 83% van de sites aanwezig is, ook merken we dat in 87% van sites een transfusie handboek elektronisch en op papier aanwezig is. We merken echter ook op dat in 75% van de sites geen bijscholing wordt georganiseerd voor de artsen, daar waar in 57% van de sites wel een bijscholing van de verpleegkundigen wordt georganiseerd. In 67% van de sites is er geen overzichtelijke transfusiehistoriek in het medisch dossier beschikbaar.
15 14 Tabel 4: Algemene kenmerken transfusiebeleid thv de sites (n=111). n % 2.9 Samenkomst comité >=2/jaar < 2/jaar Referentiepersoon Aanwezig Afwezig Transfusiehandboek Elektronisch & papier Papier Ontbreekt Bijscholing artsen Aanwezig Voorbereiding Afwezig Bijscholing verpleegkundigen Aanwezig Transfusiehistoriek in het medisch dossier Voorbereiding Afwezig Beschikbaar Niet beschikbaar Resultaten: voorschrift Voorschrift algemeen en procedures Wanneer we naar de resultaten voor het transfusie voorschrift kijken dan zien we dat in 81% van de gevallen het voorschrift enkel op papier gebeurt (Tabel 5). De etiketten op de stalen bevatten in slechts 16% van de sites naam, geboortedatum en datum van het staal. De identiteit van de patiënt wordt in 62% van de gevallen gecontroleerd op 2 van de 3 aangegeven manieren (visuele controle polsband of mondeling contact of visuele controle via label op het bed van de patiënt). Voor wat de aanwezigheid van procedures betreft kunnen we zien dat er een interne procedure voor bloedafname is in 80% en in 88% van de sites is er een procedure voor pretransfusionele testen aanwezig. In minder dan een derde van de sites echter wordt een audit uitgevoerd ter controle van deze procedures. In slechts 2% van de sites bestaat er een directe koppeling tussen het voorschrift voor de bloedcomponent en de laatste bepaling van de hematologische parameters.
16 15 Tabel 5: Resultaten transfusievoorschrift (n=111). n % 3.1 Wijze van voorschrijven Alleen papier Elektronisch voorschrift in voorbereiding >90% elektronisch Voorschrift door Arts Andere Etiket op staal bevat Enkel naam 3 3 Naam en geboortedatum Naam, geboortedatum en datum staal barcode Aanwezigheid interne Geen aanwezig procedure bloedafname Wel aanwezig Controle procedure dmv Nee interne audit Ja Verificatie identiteit patiënt Polsband of mondeling of label bed of andere 2 van de 3 manieren: visuele controle polsband of mondeling contact of label bed Polsband en label op bed met visuelemondeling contact patiënt Polsband met barcode Specificatie tijdstip Nooit of onbekend bloedtransfusie indien niet <50% van de gevallen urgent >50% van de gevallen Altijd Procedure pretransfusie test Geen of in voorbereiding Procedure aanwezig Audit pretransfusie procedure Neen Ja Directe koppeling tussen voorschrift bloed en laatste bepaling hematologische parameters 3.20 Informatie over indicatiegebied voor toediening bloed 3.21 Verificatie voorschrift en richtlijn 3.22 Aanwezigheid restrictief/rationeel transfusiebeleid Ja 2 2 Nee Niet gespecifieerd Specificatie in grote lijnen Specificatie in detail 9 8 Geen verificatie Steekproef of op bepaalde diensten Systematische verificatie 6 5 Neen Op sommige diensten Algemeen aanwezig 42 38
17 Beschikbaarheid van gegevens Wanneer we kijken de beschikbaarheid van bepaalde gegevens over het aantal voorgeschreven componenten, dan blijkt dat die cijfers in meer dan 50% van de sites niet beschikbaar zijn (Tabel 6). Dat is onder meer het geval voor aantal patiënten getransfundeerd met ongekruist bloed zoals dat het geval is in hyperurgente situaties. In 29% van de gevallen is er trouwens geen procedure hyperurgente transfusie beschikbaar. Voor wat betreft het aantal toegediende zakjes erytrocytenconcentraat (ERC) Rh+ bij Rh- patiënt en het aantal Rh- patiënten die ERC Rh+ toegediend kregen, blijken slechts één derde van de sites over deze gegevens te beschikken. Tabel 6: Resultaten voorschrift, aantal toegediende componenten (n=111) Aantal transfusies op basis van 2 bloedgroepbepalingen 3.11 Aantal transfusies op basis van 1 bloedgroepbepaling n % Geen data aanwezig Data aanwezig Geen data aanwezig Data aanwezig Procedure hyperurgente transfusie Niet aanwezig Aantal toegdiende ongekruiste O neg ERC 3.14 Aantal patiënten getransfundeerd met ongekruist O Neg bloed 3.15 Aantal zakjes ERC bloedgroep O aan patiënten met bloedgroep A of B Ja voor sommige diensten Ja, overal beschikbaar Geen data aanwezig Data aanwezig Geen data aanwezig Data aanwezig Geen data aanwezig Data aanwezig Aantal patiënten met bloedgroep A of B die ERC van bloedgroep O kregen 3.17 Aantal zakjes ERC Rh+ toegediend bij Rh- patiënt 3.18 Aantal Rh- patiënten die ERC Rh+ kregen Geen data aanwezig Data aanwezig Geen data aanwezig Data aanwezig Geen data aanwezig Data aanwezig 37 33
18 Resultaten: tracing Een derde deel van de vragenlijst peilt naar een aantal kwaliteitselementen aangaande de tracing van de bloedcomponenten. In 93 % van de sites wordt de identiteit van de patiënt bij opname door middel van de polsband bevestigd. De toegang tot de bloedbank wordt in 71% van de sites gecontroleerd. In 10% van de sites is er een elektronisch tracingssysteem dat de bloedcomponenten van levering tot toediening traceert, in 53% is dit systeem gedeeltelijk ingevoerd. Opvallend is dat 34% van de sites momenteel over geen interne procedure beschikt die de criteria tot terugname van bloedcomponenten beschrijft (Tabel 7). In 59% van de sites wordt de verantwoordelijke arts en in 56% de verantwoordelijke verpleegkundige voor de toediening van een bloedproduct geregistreerd. In nagenoeg alle sites wordt de productidentificatie geverifieerd met de identiteit van de patiënt aan bed. Deze verificatie gebeurt d.m.v. polsband en mondeling of visueel contact in 67% van de gevallen, slechts in 15% via barcode op polsband. In 81% van de sites wordt deze procedure echter niet gecontroleerd door middel van een interne audit. Voor wat de bewaring van de bloedcomponenten betreft zien we dat dit in 88% van de sites correct gebeurt (Tabel 8). Ook de interventie garantie en acties bij panne scoren goed. 32% van de sites heeft geen procedure voor de condities bij transport en bewaring van bloedcomponenten. Subdepots (bv. thv spoed of operatiekwartier) zijn beschikbaar in 56 sites en hier blijkt de bewaring minder optimaal, al gebeurt in 65% van de sites de bewaring correct. Gegevens over het aantal voorgeschreven, toegediende, gefactureerde en ongebruikte zakjes ERC blijken in meer dan 80% van de sites aanwezig (Tabel 9).
19 18 Tabel 7: Resultaten tracing: algemene elementen (n=111) n % 4.1 Bevestiging identiteit patiënt bij opname Neen 8 7 Ja, behalve in uitzonderlijke gevallen Ja, in 100% van de gevallen Interne audit procedure bevestiging identiteit patiënt* 4.3 Toegangscontrole tot bloedbank 4.13 Elektronisch tracingssysteem dat product traceert van levering tot toediening 4.14 Aanwezigheid interne procedure criteria terugname bloedcomponenten uitgegeven door bloedbank 4.19 Registratie verantwoordelijke arts voor toediening bloedcomponent 4.20 Registratie verantwoordelijke verpleegkundige voor toediening bloedcomponent 4.21 Verificatie productindentificatie met identiteit patiënt aan bed Geen interne audit Wel interne audit Neen Ja Neen Gedeeltelijk Volledig elektronische tracing Geen procedure < 1 jaar 2 2 > 1 jaar Niet of < 50% van de gevallen >50% van de gevallen Altijd Niet of < 50% van de gevallen >50% van de gevallen Altijd Geen verificatie aan bed 1 1 Verificatie door polsband of visueel/mondeling contact met patiënt Verificatie door polsband EN visueel/mondeling contact met patiënt Verificatie door polsband met barcode Controle verificatie dmv interne audit 4.23 Procedure bewaring bloedstalen voor later onderzoek Nee Ja Nee Ja *enkel van toepassing thv sites die over procedure beschikken (n=103)
20 19 Tabel 8: Resultaten tracing: bewaring van bloedcomponenten (n=111). n % 4.4 Bewaring bloedcomponenten thv bloedbank Aparte koelkast zonder temperatuurcontrole Aparte koelkast met temperatuurcontrole Aparte koelkast met continue temperatuurcontrole met data opslag en alarm Garantie interventie 24/24 bij alarm 4.6a Panne bloedbank, bewaring ERC volgens vereisten 4.6b Panne bloedbank, bewaring FFP volgens vereisten 4.7 Procedures voor condities transport en bewaring bloedcomponenten 4.8 Audit van procedure transport en bewaring bloedcomponenten* 4.9 Bewaring bloedcomponenten buiten bloedbank in subdepots Neen Ja Ja Nee 10 9 Ja Nee Geen procedure Procedure bestaat < 1 jaar 3 3 Procedure bestaat >1 jaar Geen interne audit Wel interne audit Niet toegestaan Wel toegestaan Bewaring bloedcomponenten in subdepot** Aparte koelkast zonder temperatuurcontrole Aparte koelkast met temperatuurcontrole Aparte koelkast met continue temperatuurcontrole met data opslag en alarm Garantie interventie 24/24 uur bij alarm in subdepot** 4.12 Verantwoordelijke urgente stock subdepot** Nee Ja Nee Ja *enkel van toepassing op de 75 sites die over deze procedure beschikken ** enkel van toepassing op de 56 sites die over subdepots beschikken
21 20 Tabel 9: Resultaten tracing: beschikbaarheid van gegevens (n=111). n % 4.15 Over aantal voorgeschreven individuele zakjes erytrocyten Data niet beschikbaar Data beschikbaar Over aantal toegediende individuele zakjes erytrocyten 4.17 Over aantal gefactureerde zakjes erytrocyten 4.18 Over aantal ongebruikte zakjes erytrocyten Data niet beschikbaar 1 1 Data beschikbaar Data niet beschikbaar Data beschikbaar Data niet beschikbaar Data beschikbaar Tabel 10: Resultaten tracing: voorgeschreven, toegediende, ongebruikte en gefactureerde ERC. n % Verhouding toegediende/voorgeschreven ERC Onbekend < 60% % >90% Verhouding gefactureerde/voorgeschreven ERC Onbekend < 60% % >90% Verhouding gefactureerde/toegediende ERC Onbekend < 100% >100% Verhouding onbruikbare/voorgeschreven ERC Onbekend <1% % >3% 4 3 Uit Tabel 9 blijkt dat gegevens over het aantal voorgeschreven en gefactureerde ERC ontbreken in 18% en 13% van de sites, resp. Voor de sites die wel over deze gegevens beschikken werden verhoudingen berekend (Tabel 10). Idealiter moet wat voorgeschreven wordt steeds gefactureerd worden en in principe ook toegediend. Deze verhoudingen zouden dus in het beste geval dicht bij de 100% moeten liggen. Daarentegen moet het percentage ongebruikte maar voorgeschreven ERC zo laag mogelijk zijn. Deze verhoudingen werden meegenomen in de algemene benchmarkscore voor
22 tracing (zie Tabel 14). Wanneer we de gegevens van bovenstaande Tabel 10 meer in detail bekijken dan zien we dat in 32% en 33% van de sites minder dan 60% van de zakjes ERC zijn toegediend en gefactureerd vergeleken met het respectievelijk voorgeschreven aantal. We zien ook dat in 60% van de sites méér zakjes worden gefactureerd dan er zijn toegediend. Deze cijfers moeten met voorzichtigheid geïnterpreteerd worden (zie bespreking) Resultaten: rapportering Voor wat betreft de rapportering leert de Q enquête ons dat in meer dan 85% van de sites een procedure voor toediening van bloedcomponenten aanwezig is en dat deze procedure een verificatie voor de geldigheid van de pretransfusie testen omvat in 83% van de sites. In 24% van de sites is er geen procedure voor het opvolgen van de patiënt tot 2u na de toediening van het product en in 72% is er geen procedure voor de opvolging tot 24u na toediening. In 85% tenslotte is er geen procedure voor opvolgen patiënt op lange termijn (Tabel 11). Vitale parameters en ernstige transfusiereacties worden in iets minder dan 18% van de sites in minder dan de helft van de gevallen gerapporteerd. Bij 81% van de sites worden transfusiereacties bijna steeds gemeld zoals het hoort. Dit houdt in dat de verantwoordelijke arts wordt ingelicht bij transfusiereacties, ernstige transfusiereacties worden gemeld aan de FAGG en de referentiepersoon hemovigilantie. Ernstige transfusievoorvallen worden in 80% van de sites gemeld aan de FAGG, in 92% van de sites worden ernstige reacties en voorvallen minstens 1 keer per jaar onderzocht door het transfusiecomité. In 43% van de sites werd nog geen methode ontwikkeld voor het implementeren van correctieve maatregelen na analyse van ernstige voorvallen.
23 22 Tabel 11: Resultaten rapportering (n=111). n % 5.1 Procedure toediening bloed/bloedcomponenten 5.2 Omvat procedure verificatie geldigheid pretransfusie testen * 5.3 Procedure opvolgen patiënt van start transfusie tot 2u na toedienen 5.4 Procedure opvolgen patiënt van start transfusie tot 24u na toedienen 5.5 Procedure opvolgen patiënt op lange termijn 5.8 Systematische registratie vitale parameters in dossier 5.9 Systematische registratie ernstige transfusiereacties 5.10 Inlichten verantwoordelijke arts bij transfusiereacties Geen procedure 10 9 Aanwezig < 1 jaar 4 3 Aanwezig > 1 jaar Nee Ja Geen procedure Aanwezig < 1 jaar 5 4 Aanwezig > 1 jaar Geen procedure Aanwezig < 1 jaar 1 1 Aanwezig > 1 jaar Geen procedure Aanwezig < 1 jaar 1 1 Aanwezig > 1 jaar < 50% % >90% < 50% % >90% < 50% % 10 9 >90% Melding ernstige transfusiereacties aan Niemand 8 7 Transfusiecomité en/of referentieverpleegkundige hemovigilantie FAGG Systematische centrale melding ernstige < 50% 1 1 transfusiereacties aan referentiepersoon 50-90% hemovigilantie >90% Ernstige transfusievoorvallen worden gemeld aan 5.14 Ernstige reacties en voorvallen worden minstens 1 keer/jaar onderzocht door transfusiecomité 5.15 Methode voor implementeren correctieve maatregelen na analyse ernstige voorvallen Niemand 5 4 Transfusiecomité en of referentieverpleegkundige hemovigilantie FAGG Nee 8 8 Ja Geen methodologie aanwezig Methodologie in voorbereiding Methodologie aanwezig *exclusief 10 sites waar geen procedure beschikbaar is
24 23 6. Analyse van de resultaten in functie van de benchmark De antwoorden op de vragen van de Q bestonden uit getallen, een ja/neen of nog een semikwantitatieve benadering (bv. volledig/gedeeltelijk of niet aanwezig). Dat heeft toegelaten om voor ieder ziekenhuis/site een score te berekenen, voor ieder van de vier toepassingsgebieden ( algemeen, voorschrift, tracing en rapportage ) afzonderlijk. Deze scores maken het mogelijk om: 1. een analyse te maken van de volledige groep (bv. distributie met medianen en percentielen) We hebben dit de algemene benchmarking genoemd. 2. De toepassingsgebieden verder op te splitsen in specifieke onderdelen (bv. beschikbaarheid van data of vragen met betrekking tot procedures) We hebben dit de specifieke benchmarking genoemd. 3. een individuele benchmarking te verrichten waarbij de score van ieder ziekenhuis/site kan vergeleken worden met deze van de volledige groep. We hebben dit de individuele benchmarking genoemd Methodologie voor het opstellen van de benchmark scores Berekening van de benchmark scores Voor elk van de 4 grote parameters in de vragenlijst (transfusie algemeen, voorschrift, tracing en rapportering) werd een benchmark score opgemaakt. Elke afzonderlijke vraag in de vragenlijst kreeg een score die varieert tussen 0 en 2, uitzonderlijk tussen 0 en 3 of 0 en 4. Deze scores werden per toepassingsgebied opgeteld en de totalen werden vervolgens herleid naar een score op 10 om eenzelfde gewicht toe te kennen aan de 4 toepassingsgebieden en een onderlinge vergelijking mogelijk te maken. Een overzicht van de toegekende scores is terug te vinden in de tabellen 12 tot 15. In de laatste kolom wordt de score weergegeven. Voor het onderdeel transfusie algemeen (Tabel 12) werden 6 vragen opgenomen met een maximale score van 12. Voor het onderdeel voorschrift (Tabel 13) waren er 22 items met een maximum van 49, voor de tracing werden 18 vragen in rekening gebracht met maximum van 38 (Tabel 14) en voor rapportering werden 12 vragen in rekening gebracht met een maximum van 24 (Tabel 15). Elke totaal scores is nadien herleid tot een score op 10. Voor de algemene benchmark parameter tracing werden de items met betrekking tot de subdepots afzonderlijk geanalyseerd (zie punt ).
25 24 Tabel 12: Toegekende scores voor toepassingsgebied transfusie algemeen. Score 2.9 Samenkomst comité >=2/jaar 2 < 2/jaar Referentiepersoon Aanwezig 2 Afwezig Transfusiehandboek Elektronisch & papier 2 Papier 1 Ontbreekt Bijscholingartsen Aanwezig 2 In voorbereiding 1 Afwezig Bijscholing verpleegkundigen Aanwezig 2 In voorbereiding 1 Afwezig Transfusiehistoriek Beschikbaar 2 Niet beschikbaar 0 Tabel 13: Toegekende scores voor toepassingsgebied voorschrift. 3.1 Wijze van voorschrijven Alleen papier 0 Elektronisch voorschrift in voorbereiding 1 >90% elektronisch Voorschrift door clinicus 2 Andere Etiket op staal bevat Enkel naam 0 Naam en geboortedatum 1 Naam, geboortedatum en datum staal 2 Barcode 4 Score 3.4 Aanwezigheid interne procedure bloedafname 3.5 Controle procedure dmv interne audit Geen aanwezig 0 Wel aanwezig 2 Nee 0 Ja Verificatie identiteit patiënt Geen verificatie aan bed 0 Verificatie door polsband of visueel/mondeling 2 contact met patiënt Verificatie door polsband EN visueel/mondeling 3 contact met patiënt Verificatie door polsband met barcode Specificatie tijdstip bloedtransfusie indien niet urgent Nooit of onbekend 0 <50% van de gevallen 1 >50% van de gevallen 2 Altijd 3
26 Procedure pretransfusie test Geen of in voorbereiding 0 Procedure aanwezig Audit prétransfusie procedure 3.10 Data cijfers aantal transfusies op basis van 2 bloedgroepbepalingen 3.11 Data cijfers aantal transfusies op basis van 1 bloedgroepbepaling 3.12 Procedure hyperurgente transfusie 3.13 Data toediening ongekruist O neg ERC 3.14 Data aantal patiënten met ongekruist O Neg bloed 3.15 Data aantal zakjes ERC bloedgroep O aan patiënten met bloedgroep A of B 3.16 Data aantal patiënten met bloedgroep A of B die ERC bloedgroep O kregen 3.17 Data aantal zakjes ERC Rh+ bij Rh- patiënt 3.18 Data aantal Rh- patiënten die ERC Rh+ kregen 3.19 Directe koppeling tussen aanvraag bloed en laatste bepaling hematologische parameters 3.20 Informatie over indicatiegebied voor toediening bloed 3.21 Verificatie transfusievoorschrift en richtlijn 3.22 Aanwezigheid restrictief/rationeel transfusiebeleid Neen 0 ja 2 Geen data beschikbaar 0 Data beschikbaar 2 Geen data beschikbaar 0 Data beschikbaar 2 Niet aanwezig 0 Ja voor sommige diensten 1 Ja, overal beschikbaar 2 Geen data beschikbaar 0 Data beschikbaar 2 Geen data beschikbaar 0 Data beschikbaar 2 Geen data beschikbaar 0 Data beschikbaar 2 Geen data beschikbaar 0 Data beschikbaar 2 Geen data beschikbaar 0 Data beschikbaar 2 Geen data beschikbaar 0 Data beschikbaar 2 Ja 2 Nee 0 Niet gespecificeerd 0 Specificatie in grote lijnen 1 Specificatie in detail 2 Geen verificatie 0 Steekproef of op bepaalde diensten 1 Systematische verificatie 2 Neen 0 Op sommige diensten 1 Algemeen aanwezig 2
27 26 Tabel 14: Toegekende scores voor toepassingsgebied tracing. 4.1 Bevestiging identiteit patiënt bij opname door middel van polsband Score Neen 0 Ja behalve in uitzonderlijke gevallen 1 Ja in 100% van de gevallen Toegangscontrole tot bloedbank Neen 0 Ja Bewaring bloedcomponenten thv bloedbank Aparte koelkast zonder temperatuurcontrole 0 Aparte koelkast met temperatuurcontrole 1 Aparte koelkast met continue 2 temperatuurcontrole met data opslag en alarm 4.5 Garantie interventie 24/24 bij alarm Neen 0 Ja 2 4.6a Panne bloedbank, bewaring ERC volgens vereisten 4.6b Panne bloedbank, bewaring FFP volgens vereisten 4.7 Procedures voor condities transport en bewaring bloedcomponenten Ja 1 Nee 0 Ja 1 Nee 0 Geen procedure 0 Procedure bestaat < 1 jaar 1 Procedure bestaat >1 jaar Bewaring bloedcomponenten buiten bloedbank in subdepots* 4.10 Bewaring bloedcomponenten in subdepot* Niet toegestaan Wel toegestaan Aparte koelkast zonder temperatuurcontrole 0 Aparte koelkast met temperatuurcontrole 1 Aparte koelkast met continue 2 temperatuurcontrole met data opslag en alarm
28 Garantie interventie 24/24 bij alarm in subdepot* 4.12 Verantwoordelijke urgente stock subdepot* 4.13 Elektronisch tracingssysteem dat component traceert van levering tot toediening 4.14 Aanwezigheid interne procedure criteria terugname bloedcomponenten uitgegeven door bloedbank 4.15 Data voorgeschreven individuele ERC* 4.16 Data aantal toegediende individuele ERC* Nee 0 Ja 2 Nee 0 Ja 2 Neen 0 Gedeeltelijk 1 Volledige elektronische tracing 2 Geen procedure 0 Bestaat < 1 jaar 1 Bestaat >1 jaar 2 Data niet beschikbaar 0 Data beschikbaar 2 Data niet beschikbaar 0 Data beschikbaar Data aantal gefactureerde ERC* Data niet beschikbaar 0 Data beschikbaar Data ongebruikte ERC* Data niet beschikbaar 0 Data beschikbaar a Verhouding toegediende/voorgeschreven ERC ** Onbekend 0 < 60% ,9% 2 >90% a Verhouding gefactureerde/voorgeschreven ERC ** Onbekend 0 < 60% ,9% 2 >90% a Verhouding gefactureerde/toegediende ERC** 4.18a Verhouding onbruikbare/voorgeschreven ERC** Onbekend 0 < 100% 1 >100% 2 Onbekend 0 <1% 3 1-3% 2 >3% Registratie verantwoordelijke arts voor toediening bloedcomponent Niet of < 50% van de gevallen 0 >50% van de gevallen 1 Altijd 2
29 Registratie verantwoordelijke verpleegkundige voor toediening bloedcomponent 4.21 Verificatie productidentificatie met identiteit patiënt aan bed 4.22 Controle verificatie dmv interne audit Niet of < 50% van de gevallen 0 >50% van de gevallen 1 Altijd 2 Geen verificatie aan bed 0 Verificatie door polsband of 1 visueel/mondeling contact met patiënt Verificatie door polsband EN 2 visueel/mondeling contact met patiënt Verificatie door polsband met 3 barcode Nee 0 Ja Procedure bewaring bloedstalen Nee 0 later onderzoek Ja 2 * Niet meegenomen in totale benchmark score voor de tracing. ** Deze informatie werd opgenomen in de totale benchmarkscore voor de tracing (zie ook Tabel 10)
30 29 Tabel 15: Toegekende scores voor toepassingsgebied rapportering. Score 5.1 Procedure toediening bloed/bloedcomponenten 5.3 Procedure opvolgen patiënt van start transfusie tot 2u na toedienen 5.4 Procedure opvolgen patiënt van start transfusie tot 24u na toedienen 5.5 Procedure opvolgen patiënt op lange termijn 5.8 Systematische registratie vitale parameters in dossier 5.9 Systematische registratie ernstige transfusiereacties Geen procedure 0 Bestaat < 1 jaar 1 Bestaat 1 jaar 2 Geen procedure 0 Bestaat < 1 jaar 1 Bestaat 1 jaar 2 Geen procedure 0 Bestaat < 1 jaar 1 Bestaat 1 jaar 2 Geen procedure 0 Bestaat < 1 jaar 1 Bestaat 1 jaar 2 < 50% % 1 90% 2 < 50% % 1 90% Inlichten verantwoordelijke arts bij < 50% 0 transfusiereacties 50-89% 1 90% Melding ernstige transfusiereacties aan Niemand 0 Transfusiecomité en of referentieverpleegkundige hemovigilantie Systematische centrale melding ernstige transfusiereacties aan referentiepersoon hemovigilantie 5.13 Ernstige transfusievoorvallen worden gemeld aan 5.14 Ernstige reacties en voorvallen worden minstens 1 keer/jaar onderzocht door transfusiecomité FAGG 2 In < 50% % 1 90% 2 Niemand 0 Transfusiecomité en of 1 referentieverpleegkundige hemovigilantie FAGG 2 Nee 0 Ja Methode voor implementeren correctieve maatregelen na analyse ernstige voorvallen Geen methodologie aanwezig 0 Methodologie in voorbereiding 1 Methodologie aanwezig 2
31 Definitie en berekening van enkele specifieke benchmark scores Voor de toepassingsgebieden voorschrift, tracing en rapportering werden een aantal specifieke onderdelen onderzocht. Sommige vragen werden in aanmerking genomen voor meerdere onderdelen. Ook hier werden alle totalen herleid naar een score op 10. Specifiek onderdeel voorschrift: werkwijze Voor Voorschrift werkwijze werden 14 items in rekening gebracht met betrekking tot de vragen 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6, 3.7, 3.8, 3.9, 3.12, 3.19, 3.20, 3.21, Alle items die peilen naar beschikbaarheid van aantallen werden hierbij weggelaten. Specifiek onderdeel voorschrift: procedures Voor Voorschrift procedures werden 5 items gesommeerd: 3.4, 3.5, 3.8, 3.9, Items die peilen naar werkwijze van voorschrijven en beschikbaarheid van data werden weggelaten. Specifiek onderdeel tracing: bewaring Voor de parameter Tracing bewaring werden enkel de 5 items rond bewaring: 4.4, 4.5, 4.6a, 4.6b en 4.7 in aanmerking genomen. Specifiek onderdeel tracing: bewaring subdepot Tracing bewaring subdepot omvat enkel items rond bewaring in subdepots (3 items): 4.10, 4.11, Deze parameter werd enkel berekend bij sites met een subdepot, dit zijn er 56. Specifiek onderdeel tracing: praktijk Voor Tracing praktijk werden enkel deze items opgenomen die de tracing in de praktijk beschrijven, het betreft volgende 9 vragen uit de vragenlijst: 4.1, 4.3, 4.13, 4.14, 4.19, 4.20, 4.21, 4.22, Specifieke onderdeel tracing: gebruik en facturatie ERC De 4 vragen omtrent Tracing: gebruik en facturatie ERC zijn: 4.15, 4.16, 4.17, 4.18 Specifiek onderdeel rapportering: andere behalve procedures Alle vragen behalve deze die peilen naar Rapportering excl procedures zijn hierbij opgenomen: 5.8, 5.9, 5.10, 5.11, 5.12, 5.13, 5.14, 5.15 Specifiek onderdeel rapportering: "procedures" Deze parameter omvat 4 vragen die peilen naar de Rapportering procedures : 5.1, 5.3, 5.4, 5.5.
32 Aflezen resultaten boxplot voor benchmark scores De resultaten van de benchmark scores worden weergegeven door middel van boxplots, hieronder wordt toegelicht hoe deze geïnterpreteerd moeten worden. Voorbeeld, Interpretatie Box-plot: Maximum 25% Percentiel 75 50% Mediaan Percentiel 50 Percentiel 25 25% Minimum Het boxplot geeft (verticaal) de minimum en maximum score weer (aangetoond door een horizontale lijn op einde van de verticale lijn). Daarnaast geeft de boxplot ook de mediaan of percentiel 50 weer. De mediaan is de middelste waarde van de groep: wanneer de waarden van de sites geordend worden van klein naar groot is dit de waarde van het middelste ziekenhuis. 50% van de sites bevindt zich rond de middelste waarde in de rode box. 25% van de sites hebben een waarde kleiner dan de waarde die overeenstemt met de onderkant van de box (= percentiel 25) en 25% van de sites hebben een waarde die hoger is dan de waarde van de bovenkant van de box (= percentiel 75).
33 Resultaten algemene benchmark De scores werden herleid tot een score op 10 (zie methodologie). Voor wat betreft transfusie algemeen scoren de sites tussen de 0 en de 10 met een mediaan van 6,7 en 50% van de sites heeft een score tussen 5 en 8.1 (Figuur 4). De 111 sites scoren tussen de 1,1 en 7,9 voor voorschrift met een mediaan van 4,3 wat de laagste mediaanwaarde is van de 4 toepassingsgebieden. Voor wat betreft het toepassingsgebied tracing kunnen we besluiten dat de helft van de sites minstens 6,6 scoort met een spreiding tussen 2,2 en 10. De mediaan voor rapportering is de hoogste en bedraagt 7,5 waarbij slechts 25% van de sites hier minder scoort dan 6,3. Figuur 4: Overzicht van de 4 algemene benchmark scores Q (n=111) Algemeen Voorschrift Tracing Rapportering Op de onderstaande groep grafieken worden de sites in drie groepen onderverdeeld, naargelang ze laag (minder dan 5) gemiddeld (tussen 5 en 7,5) of hoog (boven de 7,5) scoren op de verschillende toepassingsgebieden (Figuur 5). We zien duidelijk dat het grootste percentage sites dat 7,5 of meer haalt te vinden is bij het toepassingsgebied rapportering, waar 36% van de sites zich in de hoogste groep bevindt. Het toepassingsgebied "Voorschrift" scoort het minst hoog: 70% van de sites scoorde minder dan 5.
34 33 Figuur 5: Distributie van de 111 sites volgens score. 80 Transfusie algemeen < 5 5-7,5 >7,5 Voorschrift < 5 5-7,5 >7,5 80 Tracing < 5 5-7,5 >7,5 Rapportering < 5 5-7,5 >7,5
35 Resultaten specifieke benchmark Hierna worden de resultaten voor de specifieke benchmark onderdelen weergegeven. Uiterst links op de grafiek wordt telkens het resultaat van de algemene benchmark parameter weergegeven met rechts ervan de resultaten van de specifieke benchmark Specifieke benchmark voorschrift Wanneer we het voorschrift van naderbij bekijken zien we dat er meer variatie is in de compliance voor wat betreft de procedures, sommige sites scoren 0/10 en anderen 10/10, de mediaan ligt hier op 6 en 25% heeft een score lager dan 4. De algemene parameter bepaalt grotendeels de werkwijze van voorschrijven aangezien de respectievelijke medianen ( 4,3 en 4,2) nagenoeg gelijk zijn (Figuur 6). Figuur 6: Algemene en specifieke benchmark voor toepassingsgebied voorschrift Voorschrift Werkwijze Procedures Specifieke benchmark tracing Voor wat betreft de tracing zien we opnieuw dat de spreiding van de algemene benchmark scores - uiterst links op de grafiek- in grote mate overeenstemt met deze van het specifieke onderdeel tracing praktijk. Voor het onderdeel gebruik van ERC en de facturatie ervan zien we een spreiding tussen 0 en 10 met een mediaan van 5,4 (Figuur 7). Sites scoren het best op het specifieke onderdeel bewaring waar de mediaan 10/10 is, we zien dat 75% van de sites een score haalt boven 7,5. De bewaring in de subdepots (antwoord van 56 sites) halen minder goede resultaten, de mediaan ligt hier op 6,7 met een spreiding tussen 0 en 10 waarbij 25% van deze 56 sites 5 of minder scoort.
36 35 Figuur 7: Algemene en specifieke benchmark voor onderdeel tracing Tracing Praktijk Gebruik en facturatie Bewaring Bewaring Subdepot Specifieke benchmark rapportering Op vlak van rapportering toont de bevraging dat de procedures met betrekking tot het rapporteren het minst goed scoren. De mediaan van de 111 sites is 5 en 50% van de sites haalt een score tussen 3,7 en 7,5 (Figuur 8). Figuur 8: Algemene en specifieke benchmark voor onderdeel rapportering Rapportering Zonder procedures Enkel procedures
37 Relatie benchmark en karakteristieken ziekenhuis Wanneer we kijken naar de resultaten voor de specifieke 4 benchmarks in functie van de karakteristieken van de ziekenhuizen, dan kunnen we stellen dat de verscheidenheid in karakteristieken van de sites geen grote rol speelt. Er zijn geen statistisch significante verschillen op te merken voor wat betreft het toepassingsgebied: transfusie algemeen, voorschrift en rapportering naargelang de aanwezigheid van bepaalde diensten in het ziekenhuis. Er zijn twee statistisch significante verschillen op te merken voor de resultaten van het toepassingsgebied tracing. We zien een verschil in de scores voor tracing naargelang de grootte van het ziekenhuis. Sites met minstens 500 bedden scoren hoger dan deze met bedden, de score van deze tweede groep ( bedden) ligt hoger dan de score van de sites met maximaal 250 bedden (p=0.041). Verder wordt een significant hogere score voor tracing vastgesteld ( 7,2) voor sites met een dienst cardiochirurgie in vergelijking met sites zonder dienst cardiochirurgie (6,15) (p=0.001) (Tabel 16). Tabel 16. Relatie tussen de scores en karakteristieken site. Transfusie algemeen Voor schrift Tracing Rappor tering Aantal bedden < 250 6,70 4,32 5,93* 7, ,70 4,43 6,37 6,62 >500 6,70 4,35 7,13 7,34 Universitair ziekenhuis ja 8,30 4,03 6,91 7,40 nee 6,70 4,40 6,41 6,98 Dienst klinische hematologie ja 7,10 4,61 6,99 7,38 nee 6,70 4,30 6,31 6,91 Dienst orgaantransplantatie ja 7,90 4,38 7,02 7,03 nee 6,70 4,37 6,40 7,01 Dienst Intensieve zorgen ja 6,70 4,37 6,46 7,00 nee 7,10 4,60 6,05 7,90 Dienst cardiochirurgie ja 6,70 4,82 7,20*** 7,21 nee 6,70 4,19 6,15 6,94 Dienst materniteit ja 6,70 4,34 6,43 6,97 nee 7,50 4,72 6,76 7,53 Dienst Neonatale intensieve zorgen ja 6,70 4,61 6,76 7,43 nee 6,70 4,31 6,38 6,91 Mediaan test: * p<0,05 -** p<0,01 - ***p<0,001
38 Onderstaande grafieken (Figuur 9) geven de resultaten van de benchmark weer naar de grootte van het ziekenhuis. Er zijn in totaal 32 sites met minder dan 250 bedden, 48 sites met bedden en 31 sites met meer dan 500 bedden. 37 Figuur 9: Scores voor de 4 algemene benchmark parameters naar grootte van het ziekenhuis <5 5-7,5 >7,5 Transfusie algemeen > 500 bedden bedden < 250 bedden <5 5-7,5 >7,5 Voorschrift <5 5-7,5 >7,5 Tracing > 500 bedden bedden < 250 bedden > 500 bedden bedden < 250 bedden
39 <5 5-7,5 >7,5 Rapportering > 500 bedden bedden < 250 bedden 6.5. Relatie benchmark en verbruik bloedcomponenten De analyse toonde geen significante verschillen tussen de resultaten op de benchmark en een laag, middelmatig of hoog verbruik van de 3 bloedcomponenten (erytrocytenconcentraat, Fresh Frosen Plasma of bloedplaatjesconcentraat) (Tabel 17). Iedere groep vertegenwoordigt één derde van de sites. Tabel 17: Medianen algemene benchmark naargelang het verbruik van bloedcomponenten Erytrocytenconcentraat laag verbruik <=2218 Algemeen Voor Tracing Rapport schrift ering 6,70 4,27 5,96 6,74 Fresh Frosen Plasma Bloedplaatjesconcentraat middelmatig verbruik hoog verbruik >=4089 laag verbruik <=189 middelmatig verbruik hoog verbruik >=590 laag verbruik <=94 middelmatig verbruik hoog verbruik >=382 6,70 4,28 6,41 6,97 6,70 4,57 7,02 7,35 6,25 4,26 6,21 6,72 6,70 4,30 6,31 7,15 6,70 4,55 7,05 7,17 5,80 4,22 6,00 7,12 6,70 4,34 6,59 6,74 6,70 4,58 6,91 7,19
40 Individuele benchmarking De individuele benchmarking werd als volgt gerealiseerd en georganiseerd: Het Rode Kruis Vlaanderen (RKV) en het Croix Rouge de Belgique (CRB) zijn opgetreden als trusted third party. Zij hebben de sites van een unieke en specifieke code voorzien. Op deze manier konden de gegevens van iedere site op anonieme wijze verwerkt worden. Het enquêteformulier van iedere site werd voorzien van dit codenummer. De gecodeerde vragenlijsten werden elektronisch ingevuld onder de verantwoordelijkheid van de voorzitter van het transfusiecomité van de site. De analyse van de resultaten van de elektronisch ingevulde vragenlijsten werd toevertrouwd aan de cel kwaliteit van het UZ Brussel (Dr. Sc. Katrien Beeckman). Voor iedere site werd voor elk van de 4 toepassingsgebieden een score berekend. Van de scores van alle sites werd een distributie in kaart gezet waarbij een mediaan berekend werd. De distributie van de scores per site werd in kaart gezet en de individuele score van de site werd aangeduid op de distributiegrafiek voor een individueel verslag met bijbehorende verklarende tekst in de gepaste taal (voorbeeld zie Figuur 10). De individuele verslagen werden vervolgens, samen met een kopie van de ingevulde vragenlijst, in een gesloten en gecodeerde briefomslag (met de code zoals aangebracht op het individueel verslag en op de ingevulde vragenlijst) gebundeld. De gesloten en gecodeerde briefomslagen werden vervolgens bezorgd aan het RK en CRB die de omslagen per post hebben verstuurd naar de site corresponderend met het codenummer. Met deze werkwijze waren de individuele resultaten van de site niet gekend, noch thv het UZ Brussel, noch thv het RKV of het CRB. Figuur 10: Voorbeeld van een rapport individuele benchmarking
De enquête Q Instrument voor transfusiebeleid in de ziekenhuizen
De enquête Q88-2011 Instrument voor transfusiebeleid in de ziekenhuizen Prof. Dr. R. Schots Nationaal Platform Transfusiebeleid Infosessie 6 juni 2013 De functie hemovigilantie in de ziekenhuizen Opdrachten
Nadere informatieVragenlijst " Functie Hemovigilantie "
Vragenlijst " Functie Hemovigilantie " Mevrouw, Mijnheer, Deze vragenlijst dient ingevuld te worden per transfusiecomité. Voor één ziekenhuis is het mogelijk dat meerdere vragenlijsten dienen ingevuld
Nadere informatieTransfusiebeleid in de Belgische ziekenhuizen: tweede enquête
Transfusiebeleid in de Belgische ziekenhuizen: tweede enquête Beste Deze vragenlijst dient ingevuld te worden door het transfusiecomité. Elk ziekenhuis heeft een erkenningsnummer en kan bestaan uit één
Nadere informatieImplementatieproject functie hemovigilantie
Implementatieproject functie hemovigilantie Conceptnota over de werking van het begeleidingscomité Versie 1.0 4 juli 2012 Begeleidingscomité Hemovigilantie: R Schots, V Deneys, C Gérard, M Haelterman,
Nadere informatieRapport tweede nationale enquête (Q2014)
Rapport tweede nationale enquête (Q2014) Opgesteld door Katrien Beeckman, Jana Vanden Broeck en Rik Schots - namens de stuurgroep van BeQuinT Financiering: Dit initiatief werd gefinancierd door FOD Volksgezondheid,
Nadere informatieWerkgroep Opleiding en vorming
Werkgroep Opleiding en vorming «Alles wat u altijd al hebt willen weten over transfusie zonder het te durven vragen» Opleiding modules BeQuinT 2 1. Organisatie van transfusie in België 2. De transfusieketen
Nadere informatieRapport derde nationale enquête
Rapport derde nationale enquête Inhoud 1. Inleiding... 1 1.1 Transfusiebeleid... 1 1.2 BeQuinT... 1 1.3 Enquête transfusiebeleid... 3 2. Standaarden transfusie in de ziekenhuizen... 5 2.1 Standaarden transfusie
Nadere informatieTransfusiebeleid in de Belgische ziekenhuizen: derde enquête
Transfusiebeleid in de Belgische ziekenhuizen: derde enquête Beste Deze vragenlijst dient ingevuld te worden door het transfusiecomité. Elk ziekenhuis heeft een erkenningsnummer en kan bestaan uit één
Nadere informatieFOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU. Federale wetgeving over hemovigilantie
1 Federale wetgeving over hemovigilantie 2 Wettelijk kader Achtereenvolgens komen aan bod : a) - de Europese wetgeving; b) - het onderscheid ziekenhuisbloedbank - bloedinstelling; c) - de Belgische wetgeving.
Nadere informatieINSTANTIES EN WETGEVING
INSTANTIES EN WETGEVING WVTV 30 nov 2015 Instanties betrokken bij het transfusiebeleid van de Vlaamse ziekenhuizen FOD Volksgezondheid BeQuint HGR FAGG Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Zorginspectie
Nadere informatieToediening van bloedcomponenten UZ Leuven
Toediening van bloedcomponenten UZ Leuven Dr. Luc Veeckman Anesthesie UZ Leuven Wanneer Zo nodig : - Individueel - Op basis van fysiologische / klinische parameters >> zuiver numerieke parameters. - Zuurstoftransport
Nadere informatieSelf-assessment of use of blood components in your own hospital. Apr.Biol. L. De keersmaecker
Self-assessment of use of blood components in your own hospital Apr.Biol. L. De keersmaecker Agenda : (discussie & vraagstelling na elk agendapunt) Structuur, tools en data Toegediende bloedproducten &
Nadere informatieVoorstelling Zorginspectie. Avondsymposium WVTV 30 november 2015
Voorstelling Zorginspectie Avondsymposium WVTV 30 november 2015 Inhoud presentatie Zorginspectie: korte voorstelling Werking in algemene ziekenhuizen Zorginspectie en de ziekenhuisbloedbank 1. Zorginspectie
Nadere informatieStudie over de implementatie en het gebruik van de Safe Surgery Checklist in het operatiekwartier
Studie over de implementatie en het gebruik van de Safe Surgery Checklist in het operatiekwartier Individuele feedback Ziekenhuis : AZ Monica Erkenningsnummer : 682 Contactpersoon : Greet.Peeters@azmonica.be
Nadere informatieTemperatuurlabels helpen de koude keten te bewaken
Temperatuurlabels helpen de koude keten te bewaken Dr. J. Moerman, hemovigilantie medewerker Dhr. G. De Pauw, kwaliteitscoördinator labo Mevr. A-M. Badts,hemovigilantie medewerker 1 Temperatuurlabel -
Nadere informatie13 mei 2013 UZA. Implementatie koude keten en traceerbaarheid in het AZ St. Lucas ziekenhuis te Gent. Caroline Pieters - Hemovigilantieverpleegkundige
13 mei 2013 UZA Implementatie koude keten en traceerbaarheid in het AZ St. Lucas ziekenhuis te Gent Caroline Pieters - Hemovigilantieverpleegkundige Inleiding: koude keten en traceerbaarheid wordt een
Nadere informatieInformatiebrochure. Bloedtransfusie
Informatiebrochure Bloedtransfusie 2 Tijdens uw opname in ons ziekenhuis bestaat de kans dat u bloed, plasma of bloedplaatjes toegediend moet krijgen (= bloedtransfusie). In deze brochure trachten wij
Nadere informatieBedside elektronische patiënt eenheid koppeling. Dr. Karen M.K. De Vooght Klinisch Chemicus Laboratorium Klinische Chemie en Haematologie
Bedside elektronische patiënt eenheid koppeling Dr. Karen M.K. De Vooght Klinisch Chemicus Laboratorium Klinische Chemie en Haematologie Inhoud Waarom elektronische koppeling? Situatie UMC Utrecht voor
Nadere informatieProjectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie
B Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie Inleiding Deze projectoproep kadert binnen de verderzetting van Actie 24 van het Kankerplan: Steun aan pilootprojecten
Nadere informatieADVIES M.B.T. DE ZIEKENHUISBLOEDBANK
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU Directoraat-generaal Organisatie gezondheidszorgvoorzieningen NATIONALE RAAD VOOR ZIEKEN- HUISVOORZIENINGEN BRUSSEL, 09/09/2004 Afdeling
Nadere informatieKwaliteitsindicatoren
Kwaliteitsindicatoren Core business En daarnaast Hoe kan je effectief gebruik van bloedproducten verbeteren? Autorisatie door experts Monitoring van aanvragen en feed back Acties Audits Indicatoren Indicator
Nadere informatieFOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU BRUSSEL, 09/04/2009
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU BRUSSEL, 09/04/2009 Directoraat-generaal Organisatie gezondheidszorgvoorzieningen --- NATIONALE RAAD VOOR ZIEKEN- HUISVOORZIENINGEN. ---
Nadere informatieSTEERING GROUP 8 JUNI 2015
STEERING GROUP 8 JUNI 2015 Voorstelling hemovigilantieteam/functie GZA- 3 campussen Hemovigilantieteam Hemovigilantieverpleegkundigen (0,5 FTE) Anke Sijtsma Elke Bogaerts Amber Neefs Klinisch bioloog (aansturing)
Nadere informatieHoofdstuk 17. Het gebruik van informatietechnologie om de veiligheid van toediening van bloed te verbeteren
ragenlijst audit, Hoofdstuk 17. Het gebruik van informatietechnologie om de veiligheid van toediening van bloed te verbeteren, HPZO versie 1.2/09-2010 H17-18 Hoofdstuk 17. Het gebruik van informatietechnologie
Nadere informatieZorgdepartement informatiebrochure Bloedtransfusie
Zorgdepartement informatiebrochure Bloedtransfusie Inhoudstafel 1. Inleiding 2. Waarom een transfusie? 3. Veiligheid 4. Verloop 5. Bijwerkingen 6. Kan ik weigeren? 7. (Mede)-verantwoordelijkheden van
Nadere informatieIndicatoren nieuwe CBO richtlijn bloedtransfusie: een eerste evaluatie
Indicatoren nieuwe CBO richtlijn bloedtransfusie: een eerste evaluatie Mart P. Janssen 1 Pauline Zijlker 2 Jo Wiersum-Osselton 2,3 1 Transfusion Technology Assessment Group Julius Center for, UMC Utrecht
Nadere informatiehttp://www.health.fgov.be/pls/apex/f?p=225:1:1754521204855099.
STILZWIJGENDE VERLENGING VAN HET CONTRACT COÖRDINATIE KWALITEIT EN PATIËNTVEILIGHEID Het contract coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013 wordt stilzwijgend verlengd voor een periode van 12 maanden
Nadere informatieInfobrochure. Bloedtransfusie. mensen zorgen voor mensen
Infobrochure Bloedtransfusie mensen zorgen voor mensen 2 Waaruit bestaat bloed? Bloed bestaat voor ongeveer 55% uit een gele vloeistof: plasma. De andere 45% zijn verschillende soorten bloedcellen: Rode
Nadere informatieBloedtransfusie WELKOM BIJ HET H. HARTZIEKENHUIS MOL
Bloedtransfusie WELKOM BIJ HET H. HARTZIEKENHUIS MOL Kwaliteit en Veiligheid Wij doen mee! Onze kwaliteit aantoonbaar maken Ons ziekenhuis heeft zich geëngageerd om het accreditatielabel van het Nederlands
Nadere informatieVragenlijst SAFE SURGERY voor het uitvoeren van een zelfevaluatie in contractjaar 2013
Vragenlijst SAFE SURGERY voor het uitvoeren van een zelfevaluatie in contractjaar 2013 De vragen zijn opgedeeld in verschillende rubrieken en betreffen het thema safe surgery. Het is de bedoeling dat de
Nadere informatieHoofdstuk 13. Het toedienen van bloedproducten
ragenlijst audit Hoofdstuk 13. Het toedienen van bloedproducten, HPZO versie 1.2/09-2010 H13-18 Hoofdstuk 13. Het toedienen van bloedproducten Norm In het ziekenhuis dienen de procedures voor het toedienen
Nadere informatieWEEK VAN DE PATIËNTVEILIGHEID
WEEK VAN DE PATIËNTVEILIGHEID UZ Leuven vindt het belangrijk om de verwachtingen van u als patiënt of familie te kennen. Zo kunnen we werken aan voortdurende verbetering van onze patiëntenzorg. Sinds eind
Nadere informatieInfobrochure. Bloedtransfusie
Infobrochure Bloedtransfusie Geachte heer/mevrouw, Tijdens uw opname in het ziekenhuis kan uw arts het noodzakelijk vinden dat u een bloedtransfusie ondergaat. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een
Nadere informatie4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.
4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,
Nadere informatieBloedtransfusie WELKOM BIJ HET H. HARTZIEKENHUIS MOL
Bloedtransfusie WELKOM BIJ HET H. HARTZIEKENHUIS MOL doet het met zorg, veilig en kwaliteitsvol! Kwaliteitslabel 2017-2022 Het H. Hartziekenhuis Mol is een kwaliteitsvol en veilig georganiseerd ziekenhuis.
Nadere informatieTransfusie van bloedproducten
Transfusie van bloedproducten Inhoud Samenstelling bloed 3 Transfusie van bloedproducten 4 Veiligheid 4 Verloop transfusie 5 Alternatieve behandelingen 6 Weigeren van transfusie met bloedproducten 7 Tot
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN AGRESSIVITEIT
SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN 2014-2015-2016 AGRESSIVITEIT 1 Inhoudstafel I. INLEIDING... 3 II. METHODOLOGIE... 3 STRUCTUURINDICATOREN... 3 PROCESINDICATOREN... 5 RESULTAATINDICATOREN...
Nadere informatie15 FEBRUARI Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de medische activiteit in de ziekenhuizen
15 FEBRUARI 1999. - Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de medische activiteit in de ziekenhuizen BS 25/03/1999 in voege vanaf 04/04/1999 Gewijzigd door: KB12/08/2000 BS 29/08/2000
Nadere informatieZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE
COÖRDINATIE KWALITEIT EN PATIËNTVEILIGHEID TWEEDE MEERJARENPLAN 2013-2017 Contract 2013 ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE Sp-ziekenhuizen 1 1. Inleiding Hierna volgt
Nadere informatieHoofdstuk 11. Compatibiliteit van bloedproducten
ragenlijst, audit Hoofdstuk 11. Compatibiliteit van bloedproducten, HPZO versie 1.2/09-2010 H11-18 Hoofdstuk 11. Compatibiliteit van bloedproducten Norm In het ziekenhuis dienen de procedures beschreven
Nadere informatiePATIËNTENPARTICIPATIECULTUUR OP MICRONIVEAU IN ALGEMENE EN PSYCHIATRISCHE ZIEKENHUIZEN
23 JANUARI 2020 PATIËNTENPARTICIPATIECULTUUR OP MICRONIVEAU IN ALGEMENE EN PSYCHIATRISCHE ZIEKENHUIZEN Presentatie: belang van het thema in het kader van: Het P4Pprogramma Het derde meerjarige programma
Nadere informatieSectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»
1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» SCSZ/11/049 AANBEVELING NR 11/01 VAN 19 APRIL 2011 BETREFFENDE HET TOEGANGSRECHT VAN DE PATIËNT TOT DE BESTEMMELINGEN
Nadere informatieNationale Campagne Safe Surgery Checklist Eerste resultaten en doelstellingen van de federale overheid
Nationale Campagne Safe Surgery Checklist Eerste resultaten en doelstellingen van de federale overheid Stéphanie Maquoi Dr. Margareta Haelterman Louiza Van Lerberghe Dienst Acute, Chronische Zorg en Ouderenzorg
Nadere informatieTransfusie van bloed of bloedproducten
Transfusie van bloed of bloedproducten s Herenbaan 172 2840 Rumst tel: 03 880 90 11 (algemeen) tel: 03 880 91 90 (afspraken) informatiebrochure e-mail: info@hfr.be www.azheiligefamilie.be 2 Beste patiënt,
Nadere informatieUMC tt} St Radboud. Dit tentamen bestaat uit 15 open vragen. Zie voor een uitleg en de berekening van het aantal punten op de volgende pagina.
UMC tt} St Radboud 0 4t/N6 ~ Universitair Medisch Centrum Faculteit der Medische Wetenschappen Bloktoets Datum Aanvang 5MPV4 medisch professionele vorming 4: arts en zorg 23 oktober 2009 10.00 uur Deze
Nadere informatieVlaams Indicatoren Project VIP²: Veilige heelkunde
Vlaams Indicatoren Project VIP²: Veilige heelkunde Op initiatief van de Vlaamse Vereniging van Hoofdartsen, Icuro, Zorgnet Vlaanderen en de Vlaamse overheid, is het Vlaamse VIP 2 -indicatorenproject opgericht.
Nadere informatieRapport Safe Surgery 2016
Rapport Safe Surgery 2016 Kennis, attitude en druk bij het gebruik van de safe surgery checklist in Belgische Augustus 2017 Cel Kwaliteit en Patiëntveiligheid FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen
Nadere informatieKwaliteitshandboek 5. De zelfevaluatie 5. DE ZELFEVALUATIE
Versie 14-2 1 / 6 5. DE ZELFEVALUATIE Laatste beoordeling en goedkeuring door: Op datum van: Directie - Stuurgroep 08/01/14-14/01/14 Geschreven referentiekader en verwante documenten Documenten kwaliteitshandboek
Nadere informatieEen meld- en leersysteem: stand van zaken
1 Een meld- en leersysteem: stand van zaken M. Haelterman DG1 FOD VVVL margareta.haelterman@health.fgov.be 2 overzicht kort overzicht strategische beleidsnota participatie contract coördinatie kwaliteit
Nadere informatieProjectoproep Kankerplan Actie 21/22 : Innovatieve benaderingen in de psychosociale steun
C Projectoproep Kankerplan Actie 21/22 : Innovatieve benaderingen in de psychosociale steun Inleiding Deze projectoproep kadert binnen de verderzetting van Actie 21/22 van het Kankerplan: Psychosociale
Nadere informatieInhoud. Algologische functie in de praktijk. Annemie Van Aken verpleegkundige 4/13/2011
Algologische functie in de praktijk Annemie Van Aken verpleegkundige Inhoud Taak van de algologische functie (AF) FOD begeleidingscomité - universitair onderzoeksequipe Samenstelling van de AF Project
Nadere informatieSTILZWIJGENDE VERLENGING VAN HET CONTRACT COÖRDINATIE KWALITEIT EN PATIËNTVEILIGHEID
STILZWIJGENDE VERLENGING VAN HET CONTRACT COÖRDINATIE KWALITEIT EN PATIËNTVEILIGHEID Het contract coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013 wordt stilzwijgend verlengd voor een periode van 12 maanden
Nadere informatieBloedtransfusie Informatie voor patiënten
Bloedtransfusie Informatie voor patiënten Klinisch laboratorium Een bloedtransfusie wordt door uw arts voorgeschreven. Dit gebeurt met uw toestemming, tenzij er sprake is van een acute levensbedreigende
Nadere informatieHoofdstuk 14. Autologe donaties
ragenlijst audit, Hoofdstuk 14. Autologe donaties, HPZO versie 1.1/08-2010 Hoofdstuk 14. Autologe donaties Norm Zowel in het ziekenhuis als op de bloedbank dienen procedures voor bestellen, afnemen,testen,
Nadere informatieDeze informatiefolder geeft u meer informatie over bloedtransfusies en probeert op een aantal veel gestelde vragen antwoorden te geven.
BLOEDTRANSFUSIE Bloedtransfusie Binnenkort ondergaat u (of uw kind) een behandeling of ingreep, waarbij de kans bestaat dat u bloedproducten toegediend moet krijgen, een zogenaamde bloedtransfusie. Deze
Nadere informatieToespraak van de mevrouw de Minister Laurette Onkelinx. Geachte Dames en Heren,
Toespraak van de mevrouw de Minister Laurette Onkelinx Geachte Dames en Heren, Ik ben bijzonder verheugd om op dit belangrijk congres voor ambulante chirurgie te kunnen spreken. Ik zal het in mijn toespraak
Nadere informatieCBO richtlijn bloedtransfusie kwaliteitsindicatoren voor de ziekenhuistransfusieketen: een survey in de Nederlandse ziekenhuizen
CBO richtlijn bloedtransfusie kwaliteitsindicatoren voor de ziekenhuistransfusieketen: een survey in de Nederlandse ziekenhuizen Pauline Zijlker, Jo Wiersum TRIP Nationaal bureau voor hemo- en biovigilantie
Nadere informatieSituering algemene en universitaire ziekenhuizen
Situering Sinds 1 januari 2005 moet ieder Vlaams ziekenhuis een periodieke evaluatie maken van de kwaliteit van de zorgen in het eigen ziekenhuis. Dit staat beschreven in het kwaliteitsdecreet van 17 oktober
Nadere informatieCoordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--Klinische-hematologie--BIJZONDERE-CRITERIA--MB-18-10- 2002.doc
18 OKTOBER 2002. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, houders van de bijzondere beroepstitel in de klinische hematologie, alsmede
Nadere informatieP4P indicatorenset Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q.
INDICATORFICHE Patiëntenervaringen P4P indicatorenset 2018 Basisfiche Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q Het meten van patiëntenervaringen
Nadere informatieBloedtransfusie. Informatie voor patiënten
Bloedtransfusie Informatie voor patiënten Uw arts heeft u een bloedtransfusie aanbevolen omwille van een bepaalde ziekte, ingreep, behandeling of een tekort aan een bloedbestanddeel. U hebt hier rond ook
Nadere informatieHuishoudelijk reglement ombudsdienst OMBUDSDIENST. Ombudspersoon Kim Moors
Ombudspersoon Kim Moors Dit huishoudelijk reglement is ter inzage beschikbaar aan de onthaalbalie van het ziekenhuis voor de patiënten, de medewerkers van de instelling en iedere belangstellende. Wettelijke
Nadere informatieSTILZWIJGENDE VERLENGING VAN HET CONTRACT COÖRDINATIE KWALITEIT EN PATIËNTVEILIGHEID
STILZWIJGENDE VERLENGING VAN HET CONTRACT COÖRDINATIE KWALITEIT EN PATIËNTVEILIGHEID Het contract coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013 wordt stilzwijgend verlengd voor een periode van 12 maanden
Nadere informatiePatiënteninformatie. Bloedtransfusie
Patiënteninformatie Bloedtransfusie Inhoud Inleiding... 3 Omschrijving en doel van de behandeling... 3 Voorbereiding op de bloedtransfusie... 4 Verloop van de bloedtransfusie... 5 Tot slot... 5 Persoonlijke
Nadere informatie21/02/2012. Check it Out! AZ Turnhout
Check it Out! AZ Turnhout Inhoud Voorstelling AZ Turnhout Definitie project Start project Check it Out! - AZ Turnhout Cyclus 1: Periode oktober 2010 juni 2011 Naar een digitaal, flexibel, vraaggestuurd
Nadere informatieSTILZWIJGENDE VERLENGING VAN HET CONTRACT COÖRDINATIE KWALITEIT EN PATIËNTVEILIGHEID
STILZWIJGENDE VERLENGING VAN HET CONTRACT COÖRDINATIE KWALITEIT EN PATIËNTVEILIGHEID Het contract coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013 wordt stilzwijgend verlengd voor een periode van 12 maanden
Nadere informatieBloedtransfusie. T +32(0) F +32(0) Campus Sint-Jan Schiepse bos 6. B 3600 Genk
Bloedtransfusie T +32(0)89 32 50 50 F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be Campus Sint-Jan Schiepse bos 6 B 3600 Genk Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken Medisch Centrum André Dumont Stalenstraat
Nadere informatieUPDATE Observationeel onderzoek naar doelmatig en effectief gebruikt van 0 negatieve erytrocyten en trombocyten
UPDATE Observationeel onderzoek naar doelmatig en effectief gebruikt van 0 negatieve erytrocyten en trombocyten Michaela van Bohemen Susan Marks Cynthia So Deelnemende instellingen Sanquin Erasmus MC AMC
Nadere informatieSectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/08/032 ADVIES NR. 08/03 VAN 4 MAART 2008 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN GEAGGREGEERDE ANONIEME GEGEVENS
Nadere informatieINFORMATIEFOLDER VOOR PATIËNTEN
Bloedtransfusie INFORMATIEFOLDER VOOR PATIËNTEN WAAROM EEN BLOEDTRANSFUSIE? Bloed is samengesteld uit rode bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplaatjes en plasma. Rode bloedcellen (erythrocyten) vervoeren
Nadere informatiePatiëntinformatiebrochure. Bloedtransfusie
Patiëntinformatiebrochure Bloedtransfusie Inhoud 1 Inleiding 3 2 Waarom is een bloedtransfusie nodig? 3 3 Wat is een bloedcomponent? 4 4 Is een bloedtransfusie veilig? 5 4.1 Is overdracht van ziektekiemen
Nadere informatieInhoud Wat is een bloedtransfusie
Bloedtransfusie Binnenkort zult u een behandeling of ingreep ondergaan, waarbij er een kans is dat u bloed toegediend moet krijgen: bloedtransfusie. Of u krijgt binnenkort een bloedtransfusie vanwege bloedarmoede.
Nadere informatieBloedtransfusie. Informatiebrochure
Bloedtransfusie Informatiebrochure Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 3 1 WAAROM EEN BLOEDTRANSFUSIE?... 4 2 WAARUIT BESTAAT BLOED?... 4 3 HOE VINDEN WE PASSEND BLOED?... 5 4 HOE GEBEURT EEN BLOEDTRANSFUSIE?...
Nadere informatie25 APRIL Koninklijk besluit houdende. vaststelling van de normen. waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen
25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen om te worden erkend en erkend te blijven BS 08/08/2014 HOOFDSTUK 1. - Algemene
Nadere informatieProcedure PAGINA 1 VAN 5. Geschillencommissie IKMcertificatie
Procedure PAGINA 1 VAN 5 Goedgekeurd door Naam DATUM GOEDKEURING Directeur Kwaliteitsverantwoordelijke L. DE MEULEMEESTER A. ANTONISSEN 1 INHOUDSOPGE 1 INHOUDSOPGAVE... 1 2 DOEL... 1 3 TOEPASSINGSGEBIED...
Nadere informatieINHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5
Surveillance van MRSA in Belgische ziekenhuizen: eerste semester 1 INHOUDSTAFEL Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren 1 1. Deelname. Resistentiecijfers. Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA.
Nadere informatieDe onderdelen van het bloed.
Bloedtransfusie Universitair Medisch Centrum Groningen Bij de behandeling die u of uw kind binnenkort ondergaat kan de toediening van bloed nodig zijn. In deze folder wordt uitgelegd welke bloedproducten
Nadere informatieDe transfusieketen: alle schakels OK!, maar wie bewaakt de keten? Martin Schipperus, internist- hematoloog HagaZiekenhuis Den Haag
De transfusieketen: alle schakels OK!, maar wie bewaakt de keten? Martin Schipperus, internist- hematoloog HagaZiekenhuis Den Haag Stappen in de transfusieketen l e v e r a n c i e r medewerkers ziekenhuislaboratorium
Nadere informatieFOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Organisatie gezondheidszorgvoorzieningen RAC Vesaliusgebouw Pachecolaan 19/5 1010 Brussel uw brief van uw kenmerk
Nadere informatieSectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/09/125 ADVIES NR 09/24 VAN 3 NOVEMBER 2009 MET BETREKKING TOT DE MEDEWERKING VAN DE KRUISPUNTBANK VAN DE
Nadere informatieBloedtransfusie patiënteninformatie
Klinisch Chemisch Laboratorium Bloedtransfusie patiënteninformatie Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep Binnenkort ondergaat u een behandeling of
Nadere informatieHoofdstuk 1 - Inleidende bepalingen p.2. Hoofdstuk 2 - Opdrachten van de ombudspersoon p.3
HUISHOUDELIJK REGLEMENT OMBUDSFUNCTIE INHOUDSTAFEL Inleiding p.2 Hoofdstuk 1 - Inleidende bepalingen p.2 Artikel 1 Begripsomschrijving p.2 Artikel 2 Toepassingsgebied p.3 Hoofdstuk 2 - Opdrachten van de
Nadere informatieProcedures bloedsparende technieken juli
Hemovigilantie bij gebruik van machinale en niet machinale autotransfusie, andere vormen van bloedsparende technieken, Extra Corporeel Circuit en specifieke autologe bloedproducten Procedures bloedsparende
Nadere informatieHemovigilantie in Nederland
Hemovigilantie in Nederland 29 november 2006 A. Van Tilborgh Hemovigilantie in Nederland 1997 College voor Bloedtransfusie Aanbeveling hemovigilantie 2001 Regionaal Bureau voor Hemovigilantie van start
Nadere informatieFOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
DIRECTORAAT-GENERAAL ORGANISATIE GEZONDHEIDSZORGVOORZIENINGEN BESTUURSDIRECTIE GEZONDHEIDZORGBELEID Vragen naar: J-P Gorissen : (02) 210.50.47 : (02) 210.64.00 : e-mail adres : JeanPierre.Gorissen@health.fgov.be
Nadere informatieKinderen. Bloedtransfusie. T +32(0) F +32(0) Campus Sint-Jan Schiepse bos 6. B 3600 Genk
Kinderen Bloedtransfusie T +32(0)89 32 50 50 F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be Campus Sint-Jan Schiepse bos 6 B 3600 Genk Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken Medisch Centrum André Dumont
Nadere informatieDr. Ludo Marcelis Dr. An Nijs HHRM
Dr. Ludo Marcelis Dr. An Nijs HHRM Problemen bij het realiseren van een veilige transfusieketen Praktisch overzicht werking in HHRM Onopgeloste problemen De toekomst WVTV 04/2012 2 Veilige transfusie Menselijke
Nadere informatieAdvies betreffende de zichtbaarheid en de toegankelijkheid van de ombudsfuncties in de ziekenhuizen
FOD VOLKSGEZONDHEID, 15 12 2011 VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU --- DIRECTORAAT-GENERAAL ORGANISATIE GEZONDHEIDSZORGVOORZIENINGEN --- FEDERALE COMMISSIE RECHTEN VAN DE PATIËNT Advies betreffende
Nadere informatiebloed, ademhaling & spijsvertering info voor patiënten Bloedtransfusies
bloed, ademhaling & spijsvertering info voor patiënten Bloedtransfusies 01. Inleiding U (of uw kind) krijgt binnenkort een behandeling of een ingreep. De kans bestaat dat u (of uw kind) daarbij bloed toegediend
Nadere informatieOmniplasma. Registratie en bewaking in GLIMS
Omniplasma Registratie en bewaking in GLIMS Auteur(s) Petra van Krimpen, Wim Hoekstra Datum 25 november 2013 Ons kenmerk CS-1311-0038r-PCK Versie 1.0 Status Definitief 25 november 2013; Versie 1.0 Inhoudsopgave
Nadere informatieHandleiding benchmarkrapport MPG
Handleiding benchmarkrapport MPG Inhoudsopgave 1. Wat is een benchmarkrapport?... 2 2. Wanneer wordt het benchmarkrapport ter beschikking gesteld?... 2 3. Waar kan u het benchmarkrapport raadplegen?...
Nadere informatieSectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid SCSZ/09/082 BERAADSLAGING NR 09/047 VAN 28 JULI 2009 MET BETREKKING TOT DE VERWERKING VAN GECODEERDE PERSOONSGEGEVENS
Nadere informatieInformatiebrief voor de deelnemers aan experimenten
Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten 1 Titel van de studie: ETPOS : Een Studie over het Europese Transfusiebeleid en de mogelijke geassocieerde verwikkelingen Een evaluatie van het transfusiebeleid
Nadere informatieFEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 APRIL 2014 TOT DEFINIËRING VAN DE FUNCTIE, DE OPDRACHTEN EN HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE
Nadere informatieHoofdstuk 12. De overdracht van bloedproducten van het laboratorium naar de afdeling
ragenlijst audit, Hoofdstuk 12. De overdracht van bloedproducten van het laboratorium naar de afdeling, HPZO versie 1.2/09-2010 H12-18 Hoofdstuk 12. De overdracht van bloedproducten van het laboratorium
Nadere informatieZelfevaluatie hoofdstuk logistiek
Vragenlijst: Deze tool laat u toe om door middel van een aantal vragen een balans op te maken van de kwaliteit binnen uw apotheek, teneinde deze waar nodig te verbeteren. Kies bij elke vraag het meest
Nadere informatieADVIES BETREFFENDE DE ERKENNING VAN DE TRANSPLANTATIECENTRA ALS ZIEKENHUISFUNCTIE
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU Directoraat-generaal Organisatie gezondheidszorgvoorzieningen NATIONALE RAAD VOOR ZIEKEN- HUISVOORZIENINGEN. BRUSSEL, 13/03/2003 Afdeling
Nadere informatieProces verantwoordelijke. Hiërarchisch Verantwoordelijke
PROCEDURE KLINISCHE FARMACIE IMELDAZIEKENHUIS BONHEIDEN OPVOLGING PATIËNTEN MET PARENTERALE VOEDING Code: APO Versienummer: 1 Versiedatum: december 2013 Herevaluatiedatum: Aantal pagina s: Bijlage(n):
Nadere informatieUITVOERINGSRICHTLIJN 2012/25/EU VAN DE COMMISSIE
10.10.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 275/27 RICHTLIJNEN UITVOERINGSRICHTLIJN 2012/25/EU VAN DE COMMISSIE van 9 oktober 2012 tot vaststelling van informatieprocedures voor de uitwisseling tussen
Nadere informatie