Handleiding en scoringsformulieren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Handleiding en scoringsformulieren"

Transcriptie

1 Handleiding en scoringsformulieren nieuwe toetsen Toetspakket Beginnende geletterdheid december 2012 Letterkennistoets Analysetoets Synthesetoets 1 Synthesetoets 2 Cor Aarnoutse Wim Verhagen CPS Uitgeverij December

2 Toetspakket Beginnende Geletterdheid 2012 Auteurs: Cor Aarnoutse en Wim Verhagen CPS, Amersfoort, december Inhoud 1. Inleiding 2. Korte beschrijving van de negen toetsen 3. Wijzigingen en afnamemomenten in schema 1. Inleiding Het toetspakket Beginnende Geletterdheid is bestemd voor groep 1, 2 en 3. Het pakket van 2012 bestaat uit de volgende toetsen: - Rijmtoets, - Woordenschattoets 1, - Woordenschattoets 2, - Letterkennistoets, - Analysetoets, - Synthesetoets 1, - Benoemsnelheid Cijfers en Letters, - Synthesetoets 2, - Synthesetoets 3. Van deze negen toetsen zijn de cursief en vet weergegeven toetsen nieuw. Deze toetsen vervangen de Letterkennistoets 1 èn 2, de Analysetoets, de Synthesetoets 1 en de Synthesetoets 2 uit het pakket van 2008 en In 2011 zijn de vier nieuwe toetsen ontwikkeld, in een vooronderzoek uitgeprobeerd en uitvoerig geanalyseerd. In 2012 zijn deze toetsen op een landelijke steekproef van 25 basisscholen genormeerd. Uit het vooronderzoek en het normeringsonderzoek blijkt dat de vier toetsen voldoen aan eisen wat betreft moeilijkheidsgraad, betrouwbaarheid, validiteit, kindvriendelijkheid en efficiëntie. Er zijn twee belangrijke redenen geweest om vier nieuwe toetsen te ontwikkelen. In de eerste plaats waren de vier toetsen te gemakkelijk geworden. Doordat in groep 2 de laatste jaren steeds meer aandacht wordt besteed aan letterkennis en fonemisch bewustzijn, is het niveau van de kinderen op deze gebieden sterk gestegen. Een mooi voorbeeld is letterkennis: kenden de kinderen een aantal jaren geleden gemiddeld 6 letters in oktober van groep 2, in 2012 kennen ze in oktober van groep 2 gemiddeld 18 letters. In de tweede plaats waren de Letterkennistoets 2, de Analysetoets en de Synthesetoets 2 te lang. Door het CPS, Toetspakket Beginnende geletterdheid, Toelichting, december 2012, v0413 1

3 aantal items zo klein mogelijk te houden, kon de afnametijd van de vier toetsen gereduceerd worden tot ongeveer acht minuten per toets per kind. 2. Korte beschrijving van de negen toetsen Rijmtoets Deze toets gaat na in hoeverre kinderen in april van groep 1 in staat zijn om klankgroepen in woorden te onderscheiden. Bijvoorbeeld: de leerkracht laat drie plaatjes zien en zegt tegen het kind: Hier zie je kip, bed, wip. Welk woord rijmt op kip? Woordenschattoets 1 Deze toets meet in hoeverre kinderen in april van groep 1 over de nodige kennis van woorden of begrippen beschikken. Bijvoorbeeld: de leerkracht tegen het kind: Zeg ja, nee of dat weet ik niet : Woont een mol in de grond? Woordenschattoets 2 Ook deze toets gaat na in hoeverre kinderen in oktober en april van groep 2 over de nodige kennis van woorden of begrippen beschikken. Bijvoorbeeld: de leerkracht zegt tegen het kind: In de zomer is het vaak warm. Maar als het buiten koud is en er sneeuw ligt, dan is het geen zomer. Dan is het.. (winter). Letterkennistoets De Letterkennistoets meet hoeveel letters en lettercombinaties de kinderen in oktober van groep 2 al kennen. De kinderen krijgen de opdracht om uit een reeks van telkens vijf letters of vier lettercombinaties (bijvoorbeeld /oe/) die letter of lettercombinatie te omcirkelen die de leerkracht (fonetisch) uitspreekt. Bijvoorbeeld: De leerkracht zegt tegen het kind: Zet een rondje om de letter /t/ (/tu/), waarbij de letters f, g, t, p en r worden aangeboden. Analysetoets De Analysetoets meet in hoeverre kinderen in oktober en april van groep 2 in staat zijn om de begin-, midden- en eindklank in woorden te herkennen. Bijvoorbeeld: de leerkracht zegt tegen het kind: bal / kat. Welk woord begint met /b/?. De toets in april wordt alleen bij die kinderen afgenomen die in oktober zwak presteren. Synthesetoets 1 De Synthesetoets 1 meet in hoeverre kinderen in oktober en april van groep 2 in staat zijn om drie of vier afzonderlijk aangeboden klanken tot een woord samen te voegen (synthetiseren) en uit te spreken. Bijvoorbeeld: de leerkracht zegt tegen het kind: Ik zeg: /b/ - /e/ - /t/. Welk woord heb ik gezegd? De toets in april wordt alleen bij die kinderen afgenomen die in oktober zwak presteren. Benoemsnelheid Cijfers en Letters Deze toets meet hoe snel kinderen in april van groep 2 en in oktober van groep 3 een aantal voor hen bekende cijfers en letters kunnen benoemen. De cijfers 1, 2, 3, 4 en 5 worden in het deel Benoemsnelheid Cijfers willekeurig en in kolommen van tien cijfers aangeboden. De letters s, o, m, p en k worden in het deel Benoemsnelheid Letters eveneens willekeurig aangeboden in vier kolommen van tien letters. Deze toets voorspelt in hoge mate welke kinderen moeite krijgen met het leren lezen in groep 3. Synthesetoets 2 De Synthesetoets 2 meet in hoeverre kinderen in april van groep 2 in staat zijn om een begin- of eindklank van een woord weg te laten en een nieuw woord te vormen. Bijvoorbeeld: CPS, Toetspakket Beginnende geletterdheid, Toelichting, december 2012, v0413 2

4 de leerkracht zegt tegen het kind: boom, /b/. oom. /b/ doet niet meer mee. Wat hoor je zonder /b/: /b/. oom? Synthesetoets 3 Deze toets meet in hoeverre kinderen in oktober van groep 3 in staat zijn om afzonderlijk aangeboden klanken tot hele woorden samen te voegen. Er worden klanken aangeboden van woorden die uit een-, twee- en drielettergrepen bestaan. Bijvoorbeeld: de leerkracht zegt een woord in de volgende stukjes : /oo/ - /l/ - /ie/ - /f/ - /a/ - /n/ - /t/. Het kind voegt de betreffende fonemen samen en reageert met het woord olifant. 3. Wijzigingen en afnamemomenten in schema In het schema op de volgende pagina geven we aan welke toetsen zijn gewijzigd en welke wijzigingen hebben plaatsgevonden. Bovendien worden de maanden vermeld waarin de toetsen moeten worden afgenomen. De vaste afnamemomenten zijn met ingang van 2013 oktober en april. Voor deze twee vaste afnamemaanden is om een hele praktische reden gekozen; scholen vinden het gemakkelijk te onthouden dat oktober en april de toetsmaanden zijn. CPS, Toetspakket Beginnende geletterdheid, Toelichting, december 2012, v0413 3

5 Toets Is de toets gewijzigd? Wat is er gewijzigd? Afname april groep 1 Afname oktober groep 2 Rijmtoets Nee x Woordenschattoets 1 Nee x Woordenschattoets 2 Nee x x Letterkennistoets 1 Ja - De Letterkennistoets 1 en 2 zijn vervangen door de nieuwe Letterkennistoets. - De afname vindt voortaan in oktober van groep 2 plaats. In april van groep 2 kan de toets nog een keer bij zwakke leerlingen worden afgenomen. Deze toets is voor april niet genormeerd, maar geeft wel een goed beeld van de vooruitgang. - Er zijn nieuwe afnamenbladen ontwikkeld voor de Letterkennistoets. Het toetsboekje wordt voor de Letterkennistoets 1 en 2 niet meer gebruikt. - De nieuwe Letterkennistoets bevat in totaal 27 items. Analysetoets Ja - De afname vindt voortaan in oktober en april van groep 2 plaats. - Het toetsboekje wordt niet meer gebruikt. - De nieuwe Analysetoets bevat in totaal 20 items, verdeeld over 4 delen. Synthesetoets 1 Ja - De afname vindt voortaan in oktober en april van groep 2 plaats. - Het toetsboekje wordt niet meer gebruikt. - De nieuwe Synthesetoets 1 bevat In totaal 21 items. x Afname april groep 2 x x x x Nee x x Benoemsnelheid Cijfers en letters Letterkennistoets 2 Ja Zie de informatie bij Letterkennistoets 1. Synthesetoets 2 Ja - De afname vindt voortaan in april van groep 2 plaats. - De nieuwe Synthesetoets 2 bevat in totaal 20 items. Synthesetoets 3 Nee x x Afname oktober groep 3 CPS, Toetspakket Beginnende geletterdheid, Toelichting, december 2012, v0413 4

6 6 Letterkennistoets oktober groep 2 Auteurs: Cor Aarnoutse en Wim Verhagen 6.1 Aard van de toets De Letterkennistoets meet in hoeverre kinderen van groep 2 letters kennen, of anders gezegd, in hoeverre ze klanken aan letters kunnen koppelen. Letterkennis werd vroeger beschouwd als de beste voorspeller van woordherkenning in groep 3. Later is uit onderzoek gebleken dat fonologisch bewustzijn en benoemsnelheid sterk samenhangen met woordherkenning (of goede voorspellers zijn voor woordherkenning) in groep 3 en dat de invloed van letterkennis op woordherkenning niet zo groot is. Dit betekent niet dat letterkennis niet belangrijk is. Voor de ontwikkeling van het fonologisch bewustzijn is letterkennis zelfs van groot belang. Kinderen die in groep 2 een aantal letters leren, worden zich steeds meer bewust van het feit dat letters naar klanken verwijzen en dat woorden uit klanken bestaan die met een aantal letters worden aangeduid. Dat geldt in eerste instantie voor de begin- en eindklank van een woord en voor de eerste en laatste letter van dat woord. Deze klanken en letters begrenzen het begin en het eind van woorden en hangen samen met het bewustzijn dat taal uit woorden bestaat. Bij het leren lezen speelt letterkennis uiteraard een belangrijke rol. Bij de elementaire leeshandeling leren kinderen immers om klanken aan letters te koppelen, deze klanken één voor één uit te spreken en ze samen te voegen tot een woord. Het is bekend dat kinderen in groep 3 vaak veel moeite hebben met het nauwkeurig en snel verklanken van letters en het samenvoegen of synthetiseren van klanken tot woorden. De Letterkennistoets bestaat uit 27 opdrachten of items. Bij elk item krijgen de kinderen de opdracht om uit een rij van vijf letters of uit een rij van vier lettercombinaties die letter of lettercombinatie te omcirkelen die de leerkracht fonetisch uitspreekt. (Zo wordt de b en de t fonetisch uitgesproken als /bu/ en /tu/ en niet alfabetisch zoals /bee/ en /tee/.) De toets meet in hoeverre de kinderen in staat zijn om de volgende klanken aan de juiste letters of lettercombinaties te koppelen: /o/, /s/, /p/, /r/, /i/, /k/, /t/, /m/, /e/, /v/, /l/, /a/, /w/, /b/, /g/, /h/, /d/, /f/, /j/, /u/ /aa/, /ee/, /oo/, /oe/, /uu/, /ui/ en /au/. In deze toets beperken we ons dus niet tot de klanken die met één letter worden weergegeven, maar komen er ook klanken voor die met twee letters (lettertekens) worden weergegeven zoals oo en oe. De letters zijn geselecteerd uit een verzameling van letters en lettercombinaties die kinderen aan het begin of eind van groep 2 voor een deel kennen. De letters z en n worden als oefenitems gebruikt, terwijl de letters c, q, x en y buiten beschouwing worden gelaten. De Letterkennistoets bestaat uit deze handleiding, drie afnamebladen (dubbelzijdig) en een scoringsformulier. De toets wordt in oktober van groep 2 afgenomen. In april van groep 2 kan dezelfde toets nog een keer worden afgenomen bij die kinderen die in oktober een lage score behaalden. De toets kan individueel of in groepjes van vijf kinderen worden afgenomen. De toets duurt ongeveer acht minuten. 6.2 Aanwijzingen voor de afname Hieronder staan enkele algemene en een aantal specifieke aanwijzingen voor de toetsafname. De specifieke aanwijzingen hebben betrekking op de voorbereiding en afname van de toets Algemene aanwijzingen Bestudeer deze handleiding en aanwijzingen voor de afname van de toets. Lees de afnamebladen met de letters van tevoren zorgvuldig door. Bekijk ook het scoringsformulier. Kopieer voor elke leerling die u gaat toetsen een exemplaar van de drie afnamebladen (dubbelzijdig) en het scoringsformulier. Neem de toets individueel of in een groepje van vijf kinderen af in een lokaal dat niet gehorig is en goed verlicht. Neem de toets bij voorkeur s morgens af, want dan is de concentratie van de kinderen het grootst. CPS, Handleiding Toetspakket Beginnende Geletterdheid, Letterkennistoets (Aarnoutse & Verhagen), december

7 De afnametijd bedraagt in totaal ongeveer acht minuten. Geef een kind dat zich niet lang kan concentreren de gelegenheid om de toets in twee delen te maken (item 1 tot en met 9 en item 10 tot en met 27), met een ruime pauze tussen de twee delen. Aan de afname van de toets gaat een instructie van twee minuten vooraf. Volg die instructie nauwkeurig (zie de Specifieke aanwijzingen). Zorg ervoor dat het kind (het groepje) u begrijpt. Herhaal uw uitleg zo nodig in iets andere woorden. Na de instructie voert het kind (het groepje) de opdrachten zelfstandig uit. U helpt dan niet meer en laat niet merken of een letter of lettercombinatie goed of fout is. U mag de instructie wel herhalen als dat nodig is. Zorg dat bij het begin van de toetsafname de volgende zaken gereedliggen: - deze handleiding, - een scoringsformulier (kopie) voor elk kind, - drie afnamebladen (dubbelzijdig) voor elk kind, - een afdekblaadje voor elk kind, - een balpen of potlood voor elk kind, - een balpen of potlood voor uzelf. Zorg dat het kind (het groepje) zich op zijn gemak voelt. Het heeft geen zin om de toets af te nemen bij kinderen die te gespannen zijn. Uit het normeringsonderzoek is gebleken dat enkele kinderen moeite met deze toets hebben. Als u merkt dat dit bij een kind het geval is, kunt u de toetsafname beter stoppen. Vermeld dat wel op het scoringsformulier Specifieke aanwijzingen In deze paragraaf leest u hoe u een kind (een groepje) op de toets voorbereidt en de oefenvoorbeelden met hem of haar of met het groepje doorneemt. Bovendien leest u hoe u de toets het beste kunt afnemen. Paragraaf hebt u tijdens de instructie en afname voor u liggen. Instructie Het kind gaat links van u zitten zodat u met uw rechterhand kunt schrijven. Als u linkshandig bent, gaat het kind rechts van u zitten. Bij een groepsafname zitten de kinderen in een kring voor u. Ze zitten ver genoeg van elkaar. Noteer de voor- en achternaam van elk kind en de afnamedatum op het eerste afnameblad. Vul dezelfde gegevens ook in op het scoringsformulier. Gebruik het scoringsformulier tijdens de afname. Zet een plusteken (+) als het kind de juiste letter of lettercombinatie omcirkelt en een minteken (-) als het kind een verkeerde letter of lettercombinatie omcirkelt of geen letter of lettercombinatie kiest. Eventueel schrijft u ook enkele observaties op. Het zal duidelijk zijn dat u het scoringsformulier bij een groepsafname pas na de afname (tijdens het nakijken) kunt gebruiken. Stel met een kort praatje het kind (het groepje) op zijn gemak. Vertel het kind (het groepje) dat u een spel met letters gaat doen. Zeg vervolgens: Ik wil graag weten hoeveel letters jij (jullie) al kent (kennen). Als je een letter niet kent, is dat helemaal niet erg. In groep 3 leer je ze allemaal. Ik laat je zo een aantal letters zien. Oefenvoorbeeld 1 Zeg tegen het kind (het groepje): Hier zie je een blad met letters. We gaan zo meteen letters zoeken. Leg je afdekblaadje maar eens onder het eerste hok. In dat hok staat de letter zzzzzz van zee. Zoek jij nou eens de letter /z/ (/zu/). Ga maar met je vinger het rijtje langs. Welke letter lijkt op /z/? Pak je potlood (of balpen) en zet er maar een rondje omheen. Als je het fout gedaan hebt, zet je een streep door de foute letter en zet je het rondje om /z/. U controleert en helpt mee met corrigeren totdat het kind (het groepje) het goed heeft. U wijst vervolgens op de /z/ midden in het hok. CPS, Handleiding Toetspakket Beginnende Geletterdheid, Letterkennistoets (Aarnoutse & Verhagen), december

8 Oefenvoorbeeld 2 Zeg tegen het kind (het groepje): Zo, dat heb je goed gedaan. We gaan nu een andere letter zoeken. Leg het afdekblaadje maar onder het tweede hok. We gaan nu op zoek naar de letter nnnn van neus. Zoek nu eens de letter /n/ (/nnn/). Ga maar met je vinger of ogen het rijtje langs. Als je de /n/ gevonden hebt, pak je het potlood (of balpen) en zet je er een rondje omheen. Als je het fout gedaan hebt, zet je een streep door de foute letter en zet je het rondje om /n/. U controleert en helpt mee met corrigeren totdat het kind (het groepje) het goed heeft. U wijst vervolgens op de /n/ in het hok. Er zijn kinderen die de letter a niet in de vorm kennen zoals in de toets wordt aangeboden. Teken op een blaadje de beide vormen a en α en zeg dat die letters hetzelfde zijn. (NB: De letter a is gekozen, omdat die in Veilig leren lezen, de meest gebruikte methode voor aanvankelijk lezen, wordt gebruikt). Gebruik bij een individuele afname het scoringsformulier tijdens de afname. Bij een groepsafname gebruikt u het scoringsformulier na de afname (bij het nakijken). Zet een plusteken (+) als een kind een item goed beantwoordt en een minteken (-) als het kind een item niet of niet goed beantwoordt. Tijdens de toetsafname moet u niet meer helpen of corrigeren. Laat niet merken of een antwoord goed of fout is. Afname Zeg tegen het kind (het groepje): Nu wil ik wel eens weten of jij (jullie) nog meer van die letters kent (kennen). Als je de letter niet weet, dan zet je een rondje om de letter die je het beste vindt. 1. Leg het afdekblaadje onder het volgende hok. Bij dat hok zie je een 1 (één) staan. (Controleer of elk kind het derde hok voor zich heeft.) Pak nu je potlood en zet een rondje om de letter /o/ (van pot ). Ga maar met je vinger of ogen langs alle letters tot je hem gevonden hebt. U herhaalt dit zo nodig. Geef verder geen hulp en laat niet merken of de letter goed of fout is. 2. Leg nu het blaadje onder het volgende hok, het hok met nummer 2 (twee). (Controleer even.) Zet een rondje om de letter /s/ (/sss/). 3. Leg nu het blaadje onder het volgende hok, het hok met nummer 3. (Controleer even.) Zet een rondje om de letter /p/ (/pu/). Ga nu naar de andere kant van het blaadje. We gaan bovenaan verder. 4. Leg het blaadje onder het hok bovenaan, het hok met nummer 4. (Controleer even.) Zet een rondje om de letter /r/ (/rrr/). 5. Leg nu het blaadje onder het volgende hok, het hok met nummer 5. (Controleer even.) Zet een rondje om de letter /i/ (van ik ). 6. Leg nu het blaadje onder het volgende hok, het hok met nummer 6. (Controleer even.) Zet een rondje om de letter /k/ (/ku/). 7. Leg nu het blaadje onder het volgende hok, het hok met nummer 7. (Controleer even.) Zet een rondje om de letter /t/ (/tu/). 8. Leg nu het blaadje onder het volgende hok, het hok met nummer 8. (Controleer even.) Zet een rondje om de letter /m/ (/mmm/). 9. Leg nu het blaadje onder het volgende hok, het hok met nummer 9. (Controleer even.) Zet een rondje om de letter /e/ (van pet ). Ga nu naar het volgende blaadje. We gaan bovenaan verder. 10. Leg nu het blaadje onder het volgende hok, het hok met nummer 10.(Controleer even.) Zet een rondje om de letter /v/ (/vvv/). 11. Leg nu het blaadje onder het hok bovenaan, het hok met twee enen (11). (Controleer even.) Zet een rondje om de letter /l/ (/lll/). 12. Leg nu het blaadje onder het volgende hok, het hok met één en twee (12). (Controleer even.) Zet een rondje om de letter /a/ (van kat ). CPS, Handleiding Toetspakket Beginnende Geletterdheid, Letterkennistoets (Aarnoutse & Verhagen), december

9 13. Leg nu het blaadje onder het volgende hok, het hok met een één en drie (13). (Controleer even.) Zet een rondje om de letter /w/ (/wu/). 14. Leg nu het blaadje onder het volgende hok, het hok met een één en een vier (14). (Controleer even.) Zet een rondje om de letter /b/ (/bu/). 15. Leg nu het blaadje onder het volgende hok, het hok met een één en vijf (15). (Controleer even.) Zet een rondje om de letter /g/ (/ggg/). 16. Leg nu het blaadje onder het volgende hok, het hok met een één en zes (16). (Controleer even.) Zet een rondje om de letter /h/ (/hu/). Ga nu naar de andere kant van het blaadje. We gaan bovenaan verder. 17. Leg nu het blaadje onder het volgende hok, het hok met een één en zeven (17). (Controleer even.) Zet een rondje om de letter /d/ (/du/). 18. Leg nu het blaadje onder het hok bovenaan, het hok met een één en acht (18). (Controleer even.) Zet een rondje om de letter /f/ (/fff/). 19. Leg nu het blaadje onder het volgende hok, het hok met een één en negen (19). (Controleer even.) Zet een rondje om de letter /j/ (/ju/). 20. Leg nu het blaadje onder het volgende hok, het hok met een twee en nul (20). (Controleer even.) Zet een rondje om de letter /u/ (van put ). Zeg nu tegen het kind (het groepje): Nu wil ik wel eens weten of jij (jullie) ook al twee letters kent (kennen), die bij elkaar horen. Als je die letters nog niet kent, is dat niet erg. Dan zet je een rondje om de letters die jij (jullie) het beste vindt (vinden). 21. Leg nu het blaadje onder het volgende hok, het hok met een twee en één (21). (Controleer even.) Zet een rondje om /aa/ (van maan ). 22. Leg nu het blaadje onder het volgende hok, het hok met twee tweeën (22). (Controleer even.) Zet een rondje om /ee/ (van zeep ). 23. Leg nu het blaadje onder het volgende hok, het hok met een twee en drie (23). Zet een rondje om /oo/ (van boom ). Ga nu naar het volgende blaadje. We gaan bovenaan verder. 24. Leg nu het blaadje onder het hok bovenaan, het hok met een twee en vier (24). (Controleer even) Zet een rondje om /oe/ (van boek ). 25. Leg nu het blaadje onder het volgende hok, het hok met een twee en vijf (25). (Controleer even) Zet een rondje om /uu/ (van vuur ). 26. Leg nu het blaadje onder het volgende hok, het hok met een twee en zes (26). (Controleer even) Zet een rondje om /ui/ (van huis ). 27. Leg nu het blaadje onder het volgende hok, het hok met een twee en zeven (27). (Controleer even) Zet een rondje om /au/ (van pauw ). 6.3 Bepalen van de uitslag De uitslag of score van een kind is het aantal letters of lettercombinaties dat het goed heeft omcirkeld. Overgeslagen letters of lettercombinaties worden fout gerekend. Het aantal plussen op het scoringsformulier vormt de uitslag. Een kind dat bijvoorbeeld 9 letters of lettercombinaties fout heeft en 1 letter heeft overgeslagen, krijgt een score van =17. Op het scoringsformulier noteert u de uitslag en het bereikte niveau. CPS, Handleiding Toetspakket Beginnende Geletterdheid, Letterkennistoets (Aarnoutse & Verhagen), december

10 Hieronder staan de goede antwoorden op de Letterkennistoets. 1. /o/ 6. /k/ 11. /l/ 16. /h/ 21. /aa/ 26. /ui/ 2. /s/ 7. /t/ 12. /a/ 17. /d/ 22. /ee/ 27. /au/ 3. /p/ 8. /m/ 13. /w/ 18. /f/ 23. /oo/ 4. /r/ 9. /e/ 14. /b/ 19. /j/ 24. /oe/ 5. /i/ 10. /v/ 15. /g/ 20. /u/ 25. /uu/ 6.4 Vaststellen van het niveau Zoals eerder vermeld wordt de Letterkennistoets in oktober bij alle kinderen van groep 2 afgenomen. Uit het normeringsonderzoek blijkt dat in oktober 565 kinderen een gemiddelde score van 18.0 behaalden (met een standaarddeviatie van 6.1). Dit betekent dat de kinderen dan gemiddeld achttien letters kennen en dat de toets niet te gemakkelijk en niet te moeilijk is. De letters z en n die in de oefenvoorbeelden worden gebruikt, kennen de meeste kinderen goed. Verder komt uit dit onderzoek naar voren dat de toets op het betreffende meetmoment zeer betrouwbaar is (een Cronbach s alfacoëfficiënt van.90). Dit betekent dat de items van de toets in sterke mate hetzelfde meten en dat men op de uitslag kan vertrouwen. Wat betreft het vaststellen van het niveau van de kinderen kunt u uit drie verschillende schalen en tabellen kiezen. De eerste schaal is de oude Cito-schaal die de uitslagen van de kinderen in vijf niveaus verdeelt: A, B, C, D en E. Niveau A, B en C bevatten de scores van de kinderen die respectievelijk goed (25 procent), ruim voldoende (25 procent) en matig (25 procent) presteren. Niveau D (15 procent) en E (10 procent) bevatten de scores van de kinderen die zwak tot zeer zwak scoren. De tweede schaal is de nieuwe Cito-schaal die de uitslagen van de kinderen in vijf niveaus van elk 20 procent verdeelt, namelijk I, II, III, IV en V. De betreffende niveaus kunnen worden aangeduid als respectievelijk goed, ruim voldoende, voldoende, matig en zwak. De derde schaal is de zevenpuntsschaal met zeven niveaus. Niveau 1, 2 en 3 bevatten de scores van de kinderen die respectievelijk zeer zwak (11 procent), zwak (12 procent) en matig (17 procent) op de toets scoren. Niveau 4 (20 procent) bevat de scores van de kinderen die een gemiddelde prestatie leveren (voldoende). Niveau 5, 6 en 7 bevatten de scores van de kinderen die respectievelijk ruim voldoende (17 procent), goed (12 procent) en zeer goed (11 procent) presteren. De drie schalen hebben elk hun sterke en zwakke kanten. Het voordeel van de oude Cito-schaal is de eenvoud van de indeling en de bekendheid in het onderwijs via het leerlingvolgsysteem. Een nadeel is dat deze schaal wel onderscheid maakt tussen de kinderen die zwak scoren (niveau D en E), maar niet tussen de leerlingen die een goede prestatie leveren (niveau A). Een ander zwak punt is dat de verdeling in 25 procent nogal grof is. De nieuwe Cito-schaal heeft opnieuw als voordeel de eenvoud van de indeling, terwijl het percentage voor elk niveau hetzelfde blijft. Een ander voordeel is dat niveau III het gemiddelde aanwijst. Een nadeel is dat het hoogste (I) en het laagste niveau (V) niet verder worden uitgesplitst. Zo wil een interne begeleider of remedial teacher graag weten welke kinderen heel zwak of heel goed presteren. De zevenpuntsschaal komt aan die wens tegemoet door de scores van de zwakke kinderen verder uit te splitsen in niveau 1 (11 procent) en niveau 2 (12 procent). Hetzelfde gebeurt voor de kinderen die een goede prestatie leveren (niveau 6 en 7 met respectievelijk 12 procent en 11 procent van de kinderen). Een ander voordeel van de zevenpuntschaal is dat niveau 4 (20 procent) het gemiddelde aanwijst. We presenteren voor elke schaal een normtabel met daarin de niveaus, de scores in aantal goed en de grootte van de groep. U kunt dan in overleg met uw collega s en interne begeleider die schaal en tabel kiezen die uw voorkeur heeft. Nadat u de uitslag van de kinderen van uw groep hebt bepaald, neemt u de normtabel van uw keuze voor u. We geven twee voorbeelden. Het eerste voorbeeld heeft betrekking op Tabel 6.1 met de oude Cito-schaal. U ziet drie kolommen met het niveau, de score in aantal goed en de grootte van de groep in vijf rijen verdeeld. Eén van uw kinderen heeft in oktober een uitslag of score van 12 behaald. U zoekt nu in Tabel 6.1 de score 12 op. Uit deze tabel blijkt dat deze score correspondeert met niveau D op de oude Cito-schaal. U weet nu dat dit kind een prestatie heeft geleverd waar ten minste 10 procent van de kinderen uit de normgroep (de kinderen die de toets eerder hebben gemaakt) onder blijft, terwijl minstens 75 procent van de jaargroepgenoten deze prestatie overtreft. Niveau D geeft dus een zwakke prestatie aan, een prestatie die erop wijst dat het betreffende kind extra hulp in letterkennis nodig heeft. Het tweede voorbeeld heeft betrekking op Tabel 6.3 met de CPS, Handleiding Toetspakket Beginnende Geletterdheid, Letterkennistoets (Aarnoutse & Verhagen), december

11 zevenpuntsschaal. Eén van uw kinderen heeft in oktober een score van 18 behaald. Uit deze tabel blijkt dat deze score correspondeert met niveau 4 op de zevenpuntsschaal. U weet nu dat dit kind een prestatie heeft geleverd waar ten minste 40 procent van de kinderen uit de normgroep onder blijft, terwijl minstens 40 procent van de jaargroepgenoten deze prestatie overtreft. Niveau 4 geeft dus een gemiddelde prestatie aan, een prestatie die gemiddeld door de kinderen van de normgroep werd geleverd. Het is heel verstandig om voor letterkennis niet alleen het niveau van de individuele kinderen vast te stellen, maar ook het niveau van de groep als geheel. U kunt dan het beste nog een kolom aan de tabel van uw keuze toevoegen met als titel Aantal leerlingen en percentage. Bij elk niveau noteert u het aantal leerlingen evenals het percentage. Als u Tabel 6.2 voor de individuele kinderen hebt gebruikt en het aantal en percentage van de kinderen bij elk niveau hebt ingevuld, dan kunt u de percentages van de normgroep (derde kolom) vergelijken met de percentages van uw eigen groep (vierde kolom). Als bijvoorbeeld blijkt dat 30 procent van de kinderen van uw groep in niveau IV terechtkomt en 30 procent in niveau V, dan is er iets aan de hand met de ontwikkeling van de letterkennis van de kinderen en waarschijnlijk ook met het onderwijs in letterkennis aan deze kinderen. U moet dan meer aandacht en tijd besteden aan het onderwijs in letterkennis door vaker gebruik te maken van de letter- of ABC-muur. Waarschijnlijk moet u ook meer instructie, oefening en herhaling geven in het onderscheiden van de begin-, midden- en eindklanken van woorden in combinatie met letters. Uiteindelijk kunt u voor uzelf en in overleg met uw collega s en interne begeleider het beste bepalen hoe u het onderwijs in letterkennis kunt verbeteren. Er zijn momenteel verschillende (computer)programma s op de markt die u hierbij kunnen helpen. Voor meer informatie verwijzen we u naar paragraaf 6.5. Bij toepassing van de normtabellen dient u rekening te houden met de grootte van de fout die u gemiddeld bij een meting met welke toets dan ook kunt verwachten (de standaardmeetfout). Als u deze standaardmeetfout meeneemt, voorkomt u dat u te veel betekenis hecht aan kleine verschillen tussen de scores van individuele kinderen. De standaardmeetfout van de Letterkennistoets bedraagt in oktober 1.9. Een voorbeeld: een kind uit uw groep behaalt in oktober een score van 17 op de Letterkennistoets. U houdt er rekening mee dat in deze score mogelijk een meetfout ligt besloten. Deze fout bedraagt 1.9. Uitgaande van deze fout kunt u een schatting maken van de echte score, dat wil zeggen van de score die het kind behaald zou hebben als de toets volledig betrouwbaar was. Met een kans van twee op drie kunt u aannemen dat de echte score van het kind zal liggen tussen en , ofwel tussen 15 en 19 (afgerond). Bij toepassing van de nieuwe Cito-schaal in Tabel 6.2 betekent dit dat het mogelijk is dat de prestatie van het kind niet tot niveau III behoort, maar tot niveau IV. Hieronder vindt u de normtabellen voor de Letterkennistoets volgens de drie besproken schalen. De normtabellen 6.1, 6.2 en 6.3 zijn gebaseerd op de toetsafname van 565 kinderen in oktober van groep 2. Tabel 6.1 Normen Letterkennistoets voor oktober groep 2 volgens de oude Cito-schaal. N=565 Niveau Score in aantal goed Grootte van de groep A % B % C % D % E % Tabel 6.2 Normen Letterkennistoets voor oktober groep 2 volgens de nieuwe Cito-schaal. N=565 Niveau Score in aantal goed Grootte van de groep I % II % III % IV % V % CPS, Handleiding Toetspakket Beginnende Geletterdheid, Letterkennistoets (Aarnoutse & Verhagen), december

12 Tabel 6.3 Normen Letterkennistoets voor oktober groep 2 volgens de zevenpuntsschaal. N=565 Niveau Score in aantal goed Grootte van de groep % % % % % % % Uit de tabellen 6.1, 6.2 en 6.3 blijkt dat veel kinderen in het begin van groep 2 al veel letters kennen. Ruim 50% van de kinderen kent dan al 20 of meer letters. Het zal duidelijk zijn dat dit aantal in de loop van groep 2 nog zal toenemen. Ondanks deze positieve resultaten zijn er ook kinderen die weinig letters kennen. Ongeveer 10% van de kinderen kent minder dan 10 letters. 6.5 Praktische betekenis Met de Letterkennistoets kan de leerkracht van groep 2 in oktober vaststellen (signaleren) welke kinderen over de nodige kennis van letters beschikken en welke niet. De kinderen met te weinig letterkennis dienen in de volgende maanden van groep 2 extra aandacht en gerichte hulp in letterkennis te krijgen. Het is verstandig om in april van groep 2 deze toets nog een keer af te nemen bij die kinderen die in oktober een lage score behaalden. Opgemerkt moet worden dat de toets voor april niet genormeerd is. Er zijn dus geen normtabellen. Het scoringsformulier van oktober kan ook in april worden gebruikt. De Letterkennistoets stelt de leerkracht van groep 2 dus in staat om na te gaan of de kinderen die in oktober zwak scoorden op deze toets in de daarop volgende maanden vooruit zijn gegaan in letterkennis. Door de Letterkennistoets nog een keer in april af te nemen kan de leerkracht vaststellen of zijn of haar inspanningen effect hebben gehad. Gaat een kind of een groep van kinderen bijvoorbeeld van niveau D (oude Cito-schaal) op de Letterkennistoets naar niveau B (oude Citoschaal), dan is sprake van een duidelijke vooruitgang. Er zijn veel manieren om letterkennis bij kinderen van groep 2 op een speelse wijze te ontwikkelen. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is dat letters in onze cultuur heel normaal zijn en dat in de leeromgeving van de kinderen letters ook heel normaal worden gevonden. Dat betekent onder andere dat de leerkracht de namen van kinderen of een opdrachtje op het bord of een blaadje schrijft, dat hij of zij een verjaardagskaart of brief voor oma voorschrijft en objecten in de klas voorziet van een naam. Het betekent ook dat hij of zij belangrijke woorden uit een prentenboek of voorleesverhaal in klanken verdeelt en op het bord schrijft. Ook het zoeken van woorden die met dezelfde klank (of letter) beginnen of eindigen is een spel dat de kinderen bewustmaakt van de klanken én van de letters van woorden. Een belangrijk hulpmiddel in dit verband is de voornaam van kinderen, misschien wel de meest elementaire verwijzing van een geschreven woord. Door de naam van een kind op te schrijven die bijvoorbeeld met een /r/ begint (roos) en door vervolgens aan de kinderen te vragen of ze nog meer namen en woorden kennen die met een /r/ beginnen, worden ze zich bewust van de betekenis of functie van letters. Een veelgebruikt middel om letters spelenderwijs aan te leren is de letter- of ABC-muur. Deze wand met letters en illustraties kan vrijwel elke dag gebruikt worden om goed naar woorden en klanken te luisteren en naar woorden en letters te kijken en om op die manier klanken aan letters en letters aan klanken te koppelen. Uit ervaring en onderzoek is bekend dat kinderen met veel plezier met letters spelen en dat ze het geheim van het schrift heel graag willen ontdekken. Raadpleeg voor meer informatie het boek Werkmap Fonemisch bewustzijn. Aan de slag met klanken en letters in groep 1 en 2 (Förrer & Huijbregts, 2011). Zie verder het Protocol Leesproblemen en Dyslexie voor groep 1 en 2 (Gijsel, Scheltinga, van Druenen & Verhoeven, 2010). CPS, Handleiding Toetspakket Beginnende Geletterdheid, Letterkennistoets (Aarnoutse & Verhagen), december

13 Letterkennistoets oktober groep 2 Afnamebladen Naam: Datum afname: a d z v b r m u h n 1 s t n o i 2 p s j e h 3 b a l p r CPS, Toetspakket Beginnende geletterdheid, Afnamebladen Letterkennistoets (Aarnoutse & Verhagen), december 2012

14 4 k n u f r 5 d i s g w 6 e v t k b 7 f g t p r 8 a b d v m 9 k l o e p CPS, Toetspakket Beginnende geletterdheid, Afnamebladen Letterkennistoets (Aarnoutse & Verhagen), december 2012

15 10 h v n r s 11 l u k j z 12 p d a o v 13 t w g h b 14 l p t b u 15 n d j a g 16 k l h v b CPS, Toetspakket Beginnende geletterdheid, Afnamebladen Letterkennistoets (Aarnoutse & Verhagen), december 2012

16 17 r d e n i 18 h p k t f 19 j b l p o 20 z u m n r 21 aa ei oo uu 22 oe ee au ei 23 ie oo uu ou CPS, Toetspakket Beginnende geletterdheid, Afnamebladen Letterkennistoets (Aarnoutse & Verhagen), december 2012

17 24 oe ui eu au 25 uu ui au ei 26 ie ou ui oe 27 au ee aa ie CPS, Toetspakket Beginnende geletterdheid, Afnamebladen Letterkennistoets (Aarnoutse & Verhagen), december 2012

18 Letterkennistoets oktober groep 2 Scoringsformulier Naam: Datum afname: Oefenitems Toetsitems Items /z/ /n/ 1. /o/ 2. /s/ 3. /p/ 4. /r/ 5. /i/ 6. /k/ 7. /t/ 8. /m/ 9. /e/ 10. /v/ 11. /l/ 12. /a/ 13. /w/ 14. /b/ 15. /g/ 16. /h/ 17. /d/ 18. /f/ 19. /j/ 20. /u/ 21./aa/ 22./ee/ 23./oo/ 24./oe/ 25./uu/ 26./ui/ 27./au/ Score + of - Score 27 - = Observaties CPS, Toetspakket Beginnende geletterdheid, Scoringsformulier Letterkennistoets, december 2012

19 Niveau oude Cito schaal A Goed B Ruim voldoende C Matig D Zwak E Zeer zwak Niveau nieuwe Cito schaal I Goed II Ruim voldoende III Voldoende IV Matig V Zwak Niveau zeven puntsschaal 1 Zeer zwak 2 Zwak 3 Matig 4 Voldoende 5 Ruim voldoende 6 Goed 7 Zeer goed CPS, Toetspakket Beginnende geletterdheid, Scoringsformulier Letterkennistoets, december 2012

20 7 Analysetoets oktober en april groep 2 Auteurs: Cor Aarnoutse en Wim Verhagen 7.1 Aard van de toets De Analysetoets meet in hoeverre kinderen van groep 2 zich bewust zijn van afzonderlijke klanken in woorden. Dit bewustzijn noemt men het fonemisch bewustzijn, een aspect van het fonologisch bewustzijn. Zoals eerder vermeld (zie paragraaf 2.1.6) is het fonemisch bewustzijn een belangrijke voorloper en voorspeller van het leren lezen in groep 3. Terwijl de Rijmtoets in groep 1 meet of kinderen klankgroepen kunnen onderscheiden en herkennen, meet de Analysetoets in hoeverre ze in staat zijn om afzonderlijke klanken, in dit geval de begin-, midden- en eindklank van een woord, te onderscheiden en te herkennen. Als een kind kan zeggen welk woord van twee aangeboden woorden met een bepaalde klank begint of eindigt, welk woord van twee aangeboden woorden een bepaalde middenklank heeft, dan kunnen we hieruit afleiden dat het zich bewust is van (bepaalde) begin-, midden- en eindklanken van woorden. Als het kind ook nog bepaalde woorden in losse, afzonderlijke klanken of fonemen kan analyseren of uiteenleggen, dan is het fonemisch bewustzijn bij dat kind al ver ontwikkeld. Het onderscheiden en herkennen van afzonderlijke klanken in woorden is de tweede fase in de ontwikkeling van het fonologisch bewustzijn. Deze fase, die bij veel kinderen in groep 1 begint en in groep 2 een sterke ontwikkeling doormaakt, is van groot belang voor het leren lezen in groep 3. Dan moeten de kinderen immers klankzuivere woorden in afzonderlijke klanken kunnen analyseren, een koppeling maken tussen de letters van een woord en de daarmee corresponderende klanken, en de onderscheiden klanken samenvoegen (synthetiseren) tot een woord. Het is dus van groot belang dat de kinderen in groep 2 leren om de eerste en laatste klank van woorden te onderscheiden en herkennen, evenals de middenklank van woorden. Het analyseren van hele woorden in losse, afzonderlijke klanken komt vooral in groep 3 aan de orde. Als in oktober van groep 2 blijkt dat een aantal kinderen nog veel moeite heeft met het onderscheiden en herkennen van de begin-, middenen eindklanken in woorden, dan is gerichte instructie en oefening in betekenisvolle contexten dé aangewezen weg om te voorkomen dat in de loop van groep 2 deze zwakte uitmondt in een achterstand. Uit onderzoek is bekend dat het leren onderscheiden van klanken het beste in combinatie met letters kan plaatsvinden. De Analysetoets bestaat uit 20 opdrachten of items die opklimmen in moeilijkheidsgraad. De toets is in vier groepen van vijf items verdeeld. Bij de items 1 tot en met 5 zegt de leerkracht twee woorden en vraagt het kind welk woord met een bepaalde klank begint. Voorbeeld: Ik zeg twee woorden: muis / duif. Welk woord begint met /d/? LET OP: De d wordt fonetisch uitgesproken als /du/ en niet alfabetisch zoals /dee/. Dit geldt voor de uitspraak van alle letters en klanken in deze toets. De aangeboden woorden bestaan uit mkm-woorden (medeklinker-klinker-medeklinker-woorden) en mmkm- woorden (medeklinker-medeklinker-klinker-medeklinker-woorden). Bij de items 6 tot en met 10 gaat het om de herkenning van de middenklank in mkm- en mmkmmwoorden. Het kind moet nu aangeven (benoemen) welk van de twee aangeboden woorden een bepaalde middenklank heeft. Voorbeeld: Ik zeg twee woorden: hok / haan. In welk woord hoor je /o/ in het midden? Bij de items 11 tot en met 15 staat de herkenning van de laatste klank van een woord centraal. Het kind krijgt bij elk item twee woorden mondeling aangeboden en moet zeggen welk van de twee woorden eindigt op een bepaalde klank. Voorbeeld: Ik zeg twee woorden: hond / lamp. Waar hoor je aan het eind /p/? De aangeboden woorden zijn mkm- en mkmm-woorden. Bij de items 16 tot en met 20 krijgt het kind mkmwoorden mondeling aangeboden. Het kind moet elk woord in afzonderlijke klanken of fonemen verdelen of analyseren. Voorbeeld: Het woord is boot. Zeg het in stukjes. De Analysetoets bestaat uit deze handleiding en een scoringsformulier. De toets wordt in oktober bij alle kinderen van groep 2 individueel afgenomen. In oktober is de toets voor enkele kinderen nog vrij moeilijk. In april wordt dezelfde toets alleen bij die kinderen afgenomen die in oktober een zwakke score behaalden. De toets duurt acht minuten per kind. CPS, Handleiding Toetspakket Beginnende Geletterdheid, Analysetoets (Aarnoutse & Verhagen), december

21 7.2 Aanwijzingen voor de afname Hieronder staan enkele algemene en een aantal specifieke aanwijzingen voor de toetsafname. De specifieke aanwijzingen hebben betrekking op de voorbereiding en afname van de toets Algemene aanwijzingen Bestudeer deze handleiding en aanwijzingen voor de afname van de toets. Lees de toets met de opdrachten of items van tevoren zorgvuldig door. Bekijk ook het scoringsformulier. Kopieer een exemplaar van het scoringsformulier voor elke leerling die u gaat toetsen. Neem de toets individueel af in een lokaal dat niet gehorig is en goed verlicht. Neem de toets bij voorkeur s morgens af, want dan is de concentratie van de kinderen het grootst. De afnametijd bedraagt in totaal ongeveer acht minuten. Geef een kind dat zich niet lang kan concentreren de gelegenheid om de toets in twee delen (item 1 tot en met 10 en item 11 tot en met 20) te maken. Neem de toets bij voorkeur s morgens af, want dan is de concentratie van de kinderen het grootst. De toets wordt in vier gedeelten afgenomen. Aan de afname van het eerste deel gaat een instructie van twee minuten vooraf. De instructie voor het tweede deel is korter. Hetzelfde geldt voor de instructie van het derde en vierde deel. Volg de instructie bij elk deel nauwkeurig (zie de Specifieke aanwijzingen). Let erop dat het kind u begrijpt. Herhaal uw uitleg zo nodig in iets andere woorden. Na elke instructie voert het kind de opdrachten zelfstandig uit. U helpt het kind dan niet meer en laat niet merken of een woord goed of fout is. Zorg dat bij het begin van de toetsafname de volgende zaken gereedliggen: - deze handleiding, - het scoringsformulier, - een balpen of potlood voor uzelf. Zorg dat het kind zich op zijn gemak voelt. Het heeft geen zin om de toets af te nemen bij kinderen die te gespannen zijn. Uit onderzoek is gebleken dat enkele kinderen veel moeite met deze toets hebben. Als u merkt dat dit bij een kind het geval is, kunt u de toetsafname beter stoppen. Vermeld dat wel op het scoringsformulier Specifieke aanwijzingen In deze paragraaf leest u hoe u een kind op de toets voorbereidt en de oefenvoorbeelden met hem of haar doorneemt. Bovendien leest u hoe u de toets het beste kunt afnemen. Paragraaf hebt u tijdens de instructie en afname voor u liggen. Zoals eerder vermeld neemt u de toets in vier gedeelten af. Instructie eerste deel Het kind gaat links van u zitten zodat u met uw rechterhand kunt schrijven. Als u linkshandig bent, gaat het kind rechts van u zitten. Stel met een kort praatje het kind op zijn gemak en noteer de voor- en achternaam op het scoringsformulier en de datum. Gebruik het scoringsformulier tijdens de afname. Zet een plusteken (+) als het kind een item goed beantwoordt en een minteken (-) als het kind een item niet of niet goed beantwoordt. Eventueel schrijft u ook enkele observaties op. CPS, Handleiding Toetspakket Beginnende Geletterdheid, Analysetoets (Aarnoutse & Verhagen), december

22 Zeg tegen het kind: We gaan nu een spelletje doen, een spelletje met woorden. We gaan luisteren hoe een woord begint. Dus: wat hoor je eerst? Welke klank hoor je aan het begin? We gaan dat samen proberen. Spreek de woorden die volgen duidelijk uit met iets meer nadruk op de eerste klank. Oefenvoorbeeld 1 (Oefenitem a) Zeg tegen het kind: Luister goed. Ik zeg twee woorden: muis / duif. Welk woord begint met /d/? (Spreek de d uit als /du/.). Als het kind duif zegt, dan zegt u dat het woordje duif inderdaad met /d/ begint. Als het kind u niet begrijpt, doet u dit oefenvoorbeeld nog een keer voor. Oefenvoorbeeld 2 (Oefenitem b) Zeg tegen het kind: Ik zeg weer twee woorden: traan / maan. Welk woord begint met /t/? (Spreek de t uit als /tu/.). Als het kind traan zegt, zegt u dat het woordje traan inderdaad met /t/ begint. Als het kind u niet begrijpt, doet u dit oefenvoorbeeld nog een keer voor. U kunt direct beginnen met het eerste deel van de toets (vijf items). Zorg dat u de klanken /z/ en /g/ stemhebbend uitspreekt (de keel trilt mee) en de klanken /s/ en /f/ stemloos (de keel trilt niet mee). Spreek de woorden duidelijk uit met iets meer nadruk op de beginklank. Herhaal de woorden zo nodig. Tijdens de toetsafname moet u niet meer helpen of corrigeren. Laat niet merken of een antwoord goed of fout is. Afname eerste deel 1. Zeg: bal / kat. Welk woord begint met /b/? 2. Zeg: haas / geit. Welk woord begint met /g/? 3. Zeg: boot / hoed. Welk woord begint met /h/? 4. Zeg: fluit / spuit. Welk woord begint met /f/? 5. Zeg: snoek / zwaan. Welk woord begint met /s/? Instructie tweede deel Zeg tegen het kind het volgende: We gaan het nu een beetje anders doen. Ik zeg eerst twee woordjes. Daarna mag jij zeggen wat je in het midden van een woordje hoort. Welke klank je in het midden hoort. We proberen het eerst samen. Oefenvoorbeeld 1 (Oefenitem a) Zeg tegen het kind: Luister goed. Ik zeg twee woorden: hok / haan. In welk woordje hoor je /o/ in het midden? (Spreek de o uit zoals in pot.) Als het kind hok zegt, dan zegt u dat het woordje hok goed is. In het midden van hok hoor je /o/. Als het kind u niet begrijpt, doet u dit oefenvoorbeeld nog een keer voor. Oefenvoorbeeld 2 (Oefenitem b) Zeg tegen het kind: Ik zeg weer twee woorden: kring / krant. In welk woordje hoor je /i/ in het midden? (Spreek de i uit zoals in pit.) Als het kind kring zegt, dan zegt u dat het woordje kring goed is. In het midden van kring hoor je /i/. Als het kind u niet begrijpt, doet u dit oefenvoorbeeld nog een keer voor. U kunt direct beginnen met het tweede deel van de toets (vijf items). Zorg dat u de klanken /z/ en /g/ stemhebbend uitspreekt (de keel trilt mee) en de klanken /s/ en /f/ stemloos (de keel trilt niet mee). Spreek de woorden duidelijk uit met iets meer nadruk op de middenklank. Herhaal de woorden zo nodig. CPS, Handleiding Toetspakket Beginnende Geletterdheid, Analysetoets (Aarnoutse & Verhagen), december

23 Ook tijdens deze afname moet u niet meer helpen of corrigeren. Laat niet merken of een antwoord goed of fout is. Afname tweede deel 6. Zeg: boom / boek. Waar hoor je in het midden /oe/? 7. Zeg: wiel / geit. Waar hoor je in het midden /ei/? 8. Zeg: brand / staart. Waar hoor je in het midden /aa/? 9. Zeg: slurf / slang. Waar hoor je in het midden /u/? 10. Zeg: klomp / krant. Waar hoor je in het midden /o/? Instructie derde deel Zeg tegen het kind het volgende: We gaan het weer een beetje anders doen. Ik zeg eerst twee woordjes. Daarna mag jij zeggen wat je aan het eind van een woordje hoort. Dus: welke klank hoor je aan het eind? We proberen het eerst samen. Oefenvoorbeeld 1 (Oefenitem a) Zeg tegen het kind: Luister goed. Ik zeg twee woorden: bed / bal. Waar hoor je aan het eind /l/? (Spreek de l uit zoals /ll/.) Als het kind bal zegt, dan zegt u dat je aan het eind van het woordje bal inderdaad /l/ hoort. Als het kind u niet begrijpt, doet u dit oefenvoorbeeld nog een keer voor. Oefenvoorbeeld 2 (Oefenitem b) Zeg tegen het kind: Luister goed. Ik zeg twee woorden: hond / lamp. Waar hoor je aan het eind /p/? (Spreek de p uit zoals /pu/.) Als het kind lamp zegt, dan zegt u dat je aan het eind van het woordje lamp inderdaad /p/ hoort. Als het kind u niet begrijpt, doet u dit oefenvoorbeeld nog een keer voor. U kunt direct beginnen met het derde deel van de toets (vijf items). Zorg dat u de klanken /z/ en /g/ stemhebbend uitspreekt (de keel trilt mee) en de klanken /s/ en /f/ stemloos (de keel trilt niet mee). Spreek de woorden langzaam uit met iets meer nadruk op de laatste klank. Herhaal zo nodig de woorden. Tijdens de toetsafname moet u niet meer helpen of corrigeren. Laat niet merken of een antwoord goed of fout is. Afname derde deel 11. Zeg: raam / been. Waar hoor je aan het eind /n/? 12. Zeg: roos / riem. Waar hoor je aan het eind /s/? 13. Zeg: deur / poes. Waar hoor je aan het eind /r/? 14. Zeg: fiets / baard. Waar hoor je aan het eind /s/? 15. Zeg: kast / jurk. Waar hoor je aan het eind /t/? Instructie vierde deel Oefenvoorbeeld 1 (Oefenitem a) Zeg tegen het kind het volgende: We gaan nog een keer naar woorden luisteren. Ik zeg eerst het woord. Daarna zeg ik het woord in stukjes. Luister maar. Het woord is boot. Nu zeg ik het in stukjes /b/ - /oo/ - /t/. (Spreek de losse klanken fonetisch uit en niet alfabetisch. Dus /b/ - /oo/ - /t/. En dus niet: bee oo tee.) Vraag het kind om het woord boot ook in stukjes te zeggen. Als het kind het woord in losse of afzonderlijke klanken verdeelt, heeft het de opdracht begrepen. Als het kind u niet begrijpt, doet u dit oefenvoorbeeld nog een keer voor. Oefenvoorbeeld 2 (Oefenitem b) Zeg tegen het kind: Het woord is soep. Ik zeg het nu in stukjes /s/ - /oe/ - /p/. (Spreek de losse klanken fonetisch uit en niet alfabetisch. Dus /s/ - /oe/ - /p/. En dus niet: es oe pee.) CPS, Handleiding Toetspakket Beginnende Geletterdheid, Analysetoets (Aarnoutse & Verhagen), december

24 Vraag het kind om het woord soep ook in stukjes te zeggen. Als het kind het woord in afzonderlijke klanken verdeelt, heeft het de opdracht begrepen. Als het kind u niet begrijpt, doet u dit oefenvoorbeeld nog een keer voor. Zorg dat u de klanken /z/ en /g/ stemhebbend uitspreekt (de keel trilt mee) en de klanken /s/ en /f/ stemloos (de keel trilt niet mee). U kunt direct beginnen met het vierde deel van de toets (vijf items). Ook tijdens deze afname moet u niet meer helpen of corrigeren. Laat niet merken of een antwoord goed of fout is. Spreek de woorden duidelijk uit. Herhaal zo nodig de woorden. Afname vierde deel 16. Zeg: Het woord is raam. Zeg het in stukjes. 17. Zeg: Het woord is tuin. Zeg het in stukjes. 18. Zeg: Het woord is mier. Zeg het in stukjes. 19. Zeg: Het woord is kip. Zeg het in stukjes. 20. Zeg: Het woord is kous. Zeg het in stukjes. 7.3 Bepalen van de uitslag De uitslag of score van een kind is het aantal items dat het goed heeft gemaakt. Woorden die niet goed zijn uitgesproken of niet zijn gezegd, worden fout gerekend. Het aantal plussen op het scoringsformulier vormt de uitslag. Een kind dat bijvoorbeeld 5 items fout heeft en 2 items heeft overgeslagen, krijgt een score van =13. Op het scoringsformulier noteert u de uitslag. Hieronder staan de goede antwoorden op de items. 1. bal 6. boek 11. been 16. /r/-/aa/-/m/ 2. geit 7. geit 12. roos 17. /t/-/ui/-/n/ 3. hoed 8. staart 13. deur 18. /m/-/ie/-/r/ 4. fluit 9. slurf 14. fiets 19. /k/-/i/-/p/ 5. snoek 10. klomp 15. kast 20. /k/-/ou/-/s/ 7.4 Vaststellen van het niveau Zoals eerder vermeld wordt de Analysetoets in oktober bij alle kinderen van groep 2 afgenomen. In april wordt dezelfde toets alleen bij die kinderen afgenomen die in oktober een zwakke score behaalden. Uit het normeringsonderzoek blijkt dat de Analysetoets in oktober niet te moeilijk en niet te gemakkelijk is. In oktober behaalden 606 kinderen een gemiddelde score van 14.1 (met een standaarddeviatie van 4.7), wat er op wijst dat de toets niet moeilijk is. Uit het normeringsonderzoek blijkt verder dat de toets in april voor veel kinderen te gemakkelijk is. In die maand behaalden 585 kinderen een gemiddelde score van 16.6 (met een standaarddeviatie van 3.7). Verder komt uit het normeringsonderzoek naar voren dat de toets in oktober en april betrouwbaar is (een Cronbach s alfacoëfficiënt van respectievelijk.88 en.82). Dit betekent dat de items van de toets in sterke mate hetzelfde meten en dat men de uitslag van de toets kan vertrouwen. Wat betreft het vaststellen van het niveau van de kinderen kunt u uit drie verschillende schalen en tabellen kiezen. De eerste schaal is de oude Cito-schaal die de uitslagen van de kinderen in vijf niveaus verdeelt: A, B, C, D en E. Niveau A, B, en C bevatten de scores van de kinderen die respectievelijk goed (25 procent), ruim voldoende (25 procent) en matig (25 procent) presteren. Niveau D (15 procent) en E (10 procent) bevatten de scores van de kinderen die zwak tot zeer zwak scoren. De tweede schaal is de nieuwe Cito-schaal die de uitslagen van de kinderen in vijf niveaus van elk 20 procent verdeelt, namelijk I, II, III, IV en V. De betreffende niveaus kunnen worden aangeduid als respectievelijk goed, ruim voldoende, voldoende, matig en zwak. De derde schaal is een zevenpuntsschaal met zeven niveaus. Niveau 1, 2 en 3 bevatten de scores van de kinderen die CPS, Handleiding Toetspakket Beginnende Geletterdheid, Analysetoets (Aarnoutse & Verhagen), december

LEESLIJN (herzien) Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten

LEESLIJN (herzien) Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten LEESLIJN (herzien) Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets: instructie voor de leerkracht De Grafementoets wordt afgenomen na basiswoorden lat en

Nadere informatie

LEESHUIS. Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten www.expertisecentrumnederlands.nl

LEESHUIS. Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten www.expertisecentrumnederlands.nl LEESHUIS Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets: instructie voor de leerkracht De Grafementoets wordt afgenomen na eenheid 1 (Heks Snuifiepuifie)

Nadere informatie

Adaptieve toets: na basiswoorden poes en ei

Adaptieve toets: na basiswoorden poes en ei LEESLIJN HERZIENE VERSIE Adaptieve toets: na basiswoorden poes en ei Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets aangeboden letters tot en met poes en

Nadere informatie

TOETSEN AUDITIEVE - EN VISUELE VAARDIGHEDEN TBV DE LEESVOORWAARDEN. groep 2. Marianne Verweij

TOETSEN AUDITIEVE - EN VISUELE VAARDIGHEDEN TBV DE LEESVOORWAARDEN. groep 2. Marianne Verweij TOETSEN AUDITIEVE - EN VISUELE VAARDIGHEDEN TBV DE LEESVOORWAARDEN groep 2 Marianne Verweij pag Inhoud: afname in december 2 1 Passief rijmen 2 2 Actief rijmen 3 3 Visuele discriminatie toets afname in

Nadere informatie

Grafementoets: instructie voor de leerkracht

Grafementoets: instructie voor de leerkracht de leessleutel Grafementoets: instructie voor de leerkracht De Grafementoets wordt afgenomen na thema 3. De toets bestaat uit een kaart, waarop de letters per thema gegroepeerd staan. De letterkennis wordt

Nadere informatie

DE LEESSLEUTEL. Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten

DE LEESSLEUTEL. Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten DE LEESSLEUTEL Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets: instructie voor de leerkracht De Grafementoets wordt afgenomen na thema 3. De toets bestaat

Nadere informatie

De Leeshoek. Herfstsignalering groep 3

De Leeshoek. Herfstsignalering groep 3 De Leeshoek Herfstsignalering groep 3 Grafementoets: instructie voor de leerkracht De Grafementoets wordt afgenomen na serie 1. De toets bestaat uit een kaart, waarop de letters staan. De letterkennis

Nadere informatie

Grafementoets: instructie voor de leerkracht

Grafementoets: instructie voor de leerkracht veilig leren lezen Grafementoets: instructie voor de leerkracht De Grafementoets wordt afgenomen na kern 3. De toets bestaat uit een kaart, waarop de letters per kern gegroepeerd staan. De letterkennis

Nadere informatie

Adaptieve toets: na basiswoorden lat en zak

Adaptieve toets: na basiswoorden lat en zak LEESLIJN HERZIENE VERSIE Adaptieve toets: na basiswoorden lat en zak Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets aangeboden letters tot en met lat en

Nadere informatie

Handleiding toets A Start - Begrijpend lezen

Handleiding toets A Start - Begrijpend lezen Handleiding toets A Start - Begrijpend lezen Cor Aarnoutse Toets A Start Begrijpend lezen Aard van de toets 2 Aanwijzingen voor toetsafname 2 Voorbeeldopdrachten maken en uitleg 3 Nakijken van de toets:

Nadere informatie

Adaptieve toets: na basiswoorden klauw en neus

Adaptieve toets: na basiswoorden klauw en neus LEESLIJN HERZIENE VERSIE Adaptieve toets: na basiswoorden klauw en neus Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets aangeboden letters tot en met klauw

Nadere informatie

LEESLIJN/LEESWEG. 1 e VERSIE. Adaptieve toets: na huis en hout van basisblok b

LEESLIJN/LEESWEG. 1 e VERSIE. Adaptieve toets: na huis en hout van basisblok b LEESLIJN/LEESWEG 1 e VERSIE Adaptieve toets: na huis en hout van basisblok b 1 Grafementoets aangeboden letters tot en met huis en hout : instructie voor de leerkracht Algemene informatie: Deze toets bestaat

Nadere informatie

Adaptieve toets: Kern 4 + eu, j, ie, l

Adaptieve toets: Kern 4 + eu, j, ie, l VEILIG LEREN LEZEN 2 e MAANVERSIE Adaptieve toets: Kern 4 + eu, j, ie, l Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets aangeboden letters kern 4+ eu, j,

Nadere informatie

Adaptieve toets: na basiswoorden vijf en tien

Adaptieve toets: na basiswoorden vijf en tien LEESLIJN HERZIENE VERSIE Adaptieve toets: na basiswoorden vijf en tien Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets aangeboden letters tot en met vijf

Nadere informatie

Adaptieve toets: na basiswoorden zeef en muur

Adaptieve toets: na basiswoorden zeef en muur LEESLIJN HERZIENE VERSIE Adaptieve toets: na basiswoorden zeef en muur Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets aangeboden letters tot en met zeef

Nadere informatie

Adaptieve toets: Kern 3 + h, w

Adaptieve toets: Kern 3 + h, w VEILIG LEREN LEZEN 2 e MAANVERSIE Adaptieve toets: Kern 3 + h, w Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets aangeboden letters kern 3+ h, w : instructie

Nadere informatie

Adaptieve toets: na basiswoorden rook en kaas

Adaptieve toets: na basiswoorden rook en kaas LEESLIJN HERZIENE VERSIE Adaptieve toets: na basiswoorden rook en kaas Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets aangeboden letters tot en met rook

Nadere informatie

Handleiding toets B1 Begrijpend lezen

Handleiding toets B1 Begrijpend lezen Handleiding toets B1 Begrijpend lezen Cor Aarnoutse Toets B1: Begrijpend lezen Aard van de toets 2 Aanwijzingen voor toetsafname 2 Voorbeeldopdrachten maken en uitleg 3 Nakijken van de toets: score bepalen

Nadere informatie

VEILIG LEREN LEZEN. Adaptieve toets: Kern 1

VEILIG LEREN LEZEN. Adaptieve toets: Kern 1 VEILIG LEREN LEZEN 2 e MAANVERSIE Adaptieve toets: Kern 1 1 Grafementoets aangeboden letters kern 1 : instructie voor de leerkracht Algemene informatie: Deze toets bestaat uit letters die tot en met kern

Nadere informatie

Fonemendictee deel 1 en deel 2

Fonemendictee deel 1 en deel 2 Toet s i n s t r u c t i e W i n ters i g n a ler i n g k e r n 6 Inhoud De Wintersignalering bestaat uit de volgende toetsen: Materialen Fonemendictee deel 1 en 2 op website www.toetssite.be onder Downloaden/Toetsmaterialen

Nadere informatie

Hoofdmeting 2. na kern 4

Hoofdmeting 2. na kern 4 VEILIG LEREN LEZEN 2 e MAANVERSIE Hoofdmeting 2 na kern 4 Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets aangeboden letters tot en met kern 4 : instructie

Nadere informatie

Herfstsignalering. Grafementoets: instructie voor de leerkracht

Herfstsignalering. Grafementoets: instructie voor de leerkracht Grafementoets: instructie voor de leerkracht De grafementoets wordt afgenomen na Thema 4. De toets bestaat uit een toetskaart, waarop de letters staan, in de volgorde zoals ze aangeboden zûn. De letterkennis

Nadere informatie

screening oudste kleuters t.a.v. risicofactoren voor leren lezen / spellen

screening oudste kleuters t.a.v. risicofactoren voor leren lezen / spellen screening oudste kleuters t.a.v. risicofactoren voor leren lezen / spellen Door Anneke Smits (O.S.O. Windesheim te Zwolle) en Marijke Visser (SBO Koningin Emmaschool Nijkerk) Hoe dichter de toetsen/ observatiepunten

Nadere informatie

VEILIG LEREN LEZEN. Adaptieve toets: Kern 3 + h, e, w, o

VEILIG LEREN LEZEN. Adaptieve toets: Kern 3 + h, e, w, o VEILIG LEREN LEZEN 1 e MAANVERSIE Adaptieve toets: Kern 3 + h, e, w, o 1 Grafementoets aangeboden letters kern 3+ h, e, w, o : instructie voor de leerkracht Algemene informatie: Deze toets bestaat uit

Nadere informatie

Adaptieve toets: Kern 3

Adaptieve toets: Kern 3 VEILIG LEREN LEZEN 2 e MAANVERSIE Adaptieve toets: Kern 3 Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets aangeboden letters kern 3: instructie voor de leerkracht

Nadere informatie

Adaptieve toets: na basiswoorden gat en wak

Adaptieve toets: na basiswoorden gat en wak LEESLIJN HERZIENE VERSIE Adaptieve toets: na basiswoorden gat en wak Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets aangeboden letters tot en met gat en

Nadere informatie

Adaptieve toets: Kern 5 + g, ui

Adaptieve toets: Kern 5 + g, ui VEILIG LEREN LEZEN 2 e MAANVERSIE Adaptieve toets: Kern 5 + g, ui Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets aangeboden letters kern 5+ g, ui : instructie

Nadere informatie

Hoofdmeting 1. na kern 2

Hoofdmeting 1. na kern 2 VEILIG LEREN LEZEN 2 e MAANVERSIE Hoofdmeting 1 na kern 2 Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets aangeboden letters tot en met kern 2 : instructie

Nadere informatie

Adaptieve toets: Kern 2 + d, oe

Adaptieve toets: Kern 2 + d, oe VEILIG LEREN LEZEN 2 e MAANVERSIE Adaptieve toets: Kern 2 + d, oe Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets aangeboden letters kern 2+ d, oe : instructie

Nadere informatie

VEILIG LEREN LEZEN. Adaptieve toets: Kern 5 + g, ui, au, f

VEILIG LEREN LEZEN. Adaptieve toets: Kern 5 + g, ui, au, f VEILIG LEREN LEZEN 2 e MAANVERSIE Adaptieve toets: Kern 5 + g, ui, au, f 1 Grafementoets aangeboden letters kern 5+ g, ui, au, f : instructie voor de leerkracht Algemene informatie: Deze toets bestaat

Nadere informatie

Handleiding toets B Start - Begrijpend lezen

Handleiding toets B Start - Begrijpend lezen Handleiding toets B Start - Begrijpend lezen Cor Aarnoutse Toets B Start: Begrijpend lezen Aard van de toets 2 Aanwijzingen voor toetsafname 2 Voorbeeldopdrachten maken en uitleg 3 Nakijken van de toets:

Nadere informatie

Handleiding toets D2 Informatie verwerven door lezen

Handleiding toets D2 Informatie verwerven door lezen Handleiding toets D2 Informatie verwerven door lezen Cor Aarnoutse Toets D2: Informatie verwerven door lezen Aard van de toets 2 Aanwijzingen voor toetsafname 2 Voorbeeldopdrachten maken en uitleg 3 Nakijken

Nadere informatie

LEESLIJN/LEESWEG. Adaptieve toets: na dik en rik van basisblok a

LEESLIJN/LEESWEG. Adaptieve toets: na dik en rik van basisblok a LEESLIJN/LEESWEG 1 e VERSIE Adaptieve toets: na dik en rik van basisblok a 1 Grafementoets aangeboden letters tot en met dik en rik : instructie voor de leerkracht Algemene informatie: Deze toets bestaat

Nadere informatie

Adaptieve toets: Kern 1 + t, ee, n

Adaptieve toets: Kern 1 + t, ee, n VEILIG LEREN LEZEN 2 e MAANVERSIE Adaptieve toets: Kern 1 + t, ee, n Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets aangeboden letters kern 1+ t, ee, n

Nadere informatie

Veilig leren lezen Kern 1: ik - maan - roos vis

Veilig leren lezen Kern 1: ik - maan - roos vis Kern 1: ik - maan - roos vis Letters: m - r - v - i - s - aa - p - e Woorden: ik - maan - roos - vis - sok aan pen en Aan de hand van deze woorden leert uw kind de letters. Deze letters spreekt uw kind

Nadere informatie

Handleiding toets E2 Informatie verwerven door lezen

Handleiding toets E2 Informatie verwerven door lezen Handleiding toets E2 Informatie verwerven door lezen Cor Aarnoutse Toets E2: Informatie verwerven door lezen Aard van de toets 2 Aanwijzingen voor toetsafname 2 Voorbeeldopdrachten maken en uitleg 3 Nakijken

Nadere informatie

Optimaal zicht op spelling

Optimaal zicht op spelling Cito Spelling LVS Team Werken met de LVS-toetsen en hulpboeken Optimaal zicht op spelling Kim heeft midden groep 5 bij de LVS-toets Spelling een vaardigheidsscore gehaald van 122. Haar leerkracht weet

Nadere informatie

Handleiding toets B2 Begrijpend lezen

Handleiding toets B2 Begrijpend lezen Handleiding toets B2 Begrijpend lezen Cor Aarnoutse Toets B2: Begrijpend lezen Aard van de toets 2 Aanwijzingen voor toetsafname 2 Voorbeeldopdrachten maken en uitleg 3 Nakijken van de toets: score bepalen

Nadere informatie

Handleiding toets D1 Begrijpend lezen

Handleiding toets D1 Begrijpend lezen Handleiding toets D1 Begrijpend lezen Cor Aarnoutse Toets D1: Begrijpend lezen Aard van de toets 2 Aanwijzingen voor toetsafname 2 Voorbeeldopdrachten maken en uitleg 3 Nakijken van de toets: score bepalen

Nadere informatie

Handleiding toets D2 Begrijpend lezen

Handleiding toets D2 Begrijpend lezen Handleiding toets D2 Begrijpend lezen Cor Aarnoutse Toets D2: Begrijpend lezen Aard van de toets 2 Aanwijzingen voor toetsafname 2 Voorbeeldopdrachten maken en uitleg 3 Nakijken van de toets: score bepalen

Nadere informatie

Handleiding toets A1 Technisch lezen - woordidentificatie

Handleiding toets A1 Technisch lezen - woordidentificatie Handleiding toets A1 Technisch lezen - woordidentificatie Cor Aarnoutse Toets A1: Technisch lezen - woordidentificatie Aard van de toets 2 Aanwijzingen voor toetsafname 2 Voorbeeldopdrachten maken en uitleg

Nadere informatie

Handleiding toets A2 - Begrijpend lezen

Handleiding toets A2 - Begrijpend lezen Handleiding toets A2 - Begrijpend lezen Cor Aarnoutse Toets A2: Begrijpend lezen Aard van de toets 2 Aanwijzingen voor toetsafname 2 Voorbeeldopdrachten maken en uitleg 3 Nakijken van de toets: score bepalen

Nadere informatie

Handleiding toets E2 Begrijpend lezen

Handleiding toets E2 Begrijpend lezen Handleiding toets E2 Begrijpend lezen Cor Aarnoutse Toets E2: Begrijpend lezen Aard van de toets 2 Aanwijzingen voor toetsafname 2 Voorbeeldopdrachten maken en uitleg 3 Nakijken van de toets: score bepalen

Nadere informatie

Voorwoord. Letters uitspreken zoals de leerkracht dat doet.

Voorwoord. Letters uitspreken zoals de leerkracht dat doet. Voorwoord In groep 3 leert uw kind lezen en schrijven. Uw kind begint niet vanaf nul, want tegenwoordig wordt in groep 1 en 2 al veel gedaan aan voorbereiding. Sommige leren als kleuter al lezen en schrijven.

Nadere informatie

Basistoetsen Herfstsignalering

Basistoetsen Herfstsignalering Inhoud De Herfstsignalering bestaat uit de volgende toetsen: Materialen Pagina 16 leesboekje maan, kern 3 Afnameformulier Basistoets Herfstsignalering op website www.toetssite.be onder Downloaden/Toetsmaterialen

Nadere informatie

Handleiding toets A1 Technisch lezen - hardop lezen en zelf lezen

Handleiding toets A1 Technisch lezen - hardop lezen en zelf lezen Handleiding toets A1 Technisch lezen - hardop lezen en zelf lezen Cor Aarnoutse Toets A1: Technisch lezen - hardop lezen en zelf lezen Aard van de toets 2 Aanwijzingen voor toetsafname 2 Voorbeeldopdrachten

Nadere informatie

Het pakket dolle drietjes Op de bovenstaande foto kunt u zien dat het pakket uit een handleiding, twee leesdelen en een map werkbladen bestaat.

Het pakket dolle drietjes Op de bovenstaande foto kunt u zien dat het pakket uit een handleiding, twee leesdelen en een map werkbladen bestaat. Het pakket dolle drietjes Op de bovenstaande foto kunt u zien dat het pakket uit een handleiding, twee leesdelen en een map werkbladen bestaat. De twee leesdelen bevatten respectievelijk 72 en 56 pagina

Nadere informatie

Handleiding toets A2 Technisch lezen - hardop lezen en zelf lezen

Handleiding toets A2 Technisch lezen - hardop lezen en zelf lezen Handleiding toets A2 Technisch lezen - hardop lezen en zelf lezen Cor Aarnoutse Toets A2: Technisch lezen - hardop lezen en zelf lezen Aard van de toets 2 Aanwijzingen voor toetsafname 2 Voorbeeldopdrachten

Nadere informatie

TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen. Kerndoel 4 - Technisch lezen. Toelichting en verantwoording

TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen. Kerndoel 4 - Technisch lezen. Toelichting en verantwoording TULE - NEDERLANDS KERNDOEL 4 - TECHNISCH LEZEN 82 TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen Kerndoel 4 - Technisch lezen Bij kerndoel 4 - De leestechniek. Toelichting en verantwoording

Nadere informatie

Kern 3: doos-poes-koek-ijs

Kern 3: doos-poes-koek-ijs Kern 3: doos-poes-koek-ijs In deze kern leert uw kind: Letters: d - oe - k - ij z Woorden: doos, poes, koek, ijs, zeep Herhaling van de letters van kern 1 en 2 Deze nieuwe woorden en letters worden aangeboden

Nadere informatie

Handleiding toets B1 Informatie verwerven door lezen

Handleiding toets B1 Informatie verwerven door lezen Handleiding toets B1 Informatie verwerven door lezen Cor Aarnoutse Toets B1: Informatie verwerven door lezen Aard van de toets 2 Aanwijzingen voor toetsafname 2 Voorbeeldopdrachten maken en uitleg 3 Nakijken

Nadere informatie

Bijlage 14 Registratie- en planningsformulier gehele groep

Bijlage 14 Registratie- en planningsformulier gehele groep Bijlage 14 Registratie- en planningsformulier gehele groep Toelichting In de kolom aanbieding vult u de datum in waarop u de activiteit aan de gehele groep heeft aangeboden. U hoeft dit dan niet bij iedere

Nadere informatie

lezen Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak eu/ui/ou-probleem veilig leren Woorden met tweetekenklanken Juist verklanken

lezen Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak eu/ui/ou-probleem veilig leren Woorden met tweetekenklanken Juist verklanken veilig leren lezen Letterkennis Aanpak eu/ui/ou-probleem Auteur: Susan van der Linden Op welke wijze kunt u problemen met de tweetekenklanken eu/ui/ou aanpakken? In dit artikel bieden we u een stappenplan

Nadere informatie

Handreiking Groepsplan voorbereidend lezen:

Handreiking Groepsplan voorbereidend lezen: Handreiking Groepsplan voorbereidend lezen: groep: Leerkracht: Periode: Schooljaar: Gebaseerd op groepsplan voorbereidend lezen vco Drakensteyn / Gerard Regeling Handreiking groepsplannen M.Forrer en Yvonne

Nadere informatie

Handleiding toets D Start - Begrijpend lezen

Handleiding toets D Start - Begrijpend lezen Handleiding toets D Start - Begrijpend lezen Cor Aarnoutse Toets D Start: Begrijpend lezen Aard van de toets 2 Aanwijzingen voor toetsafname 2 Voorbeeldopdrachten maken en uitleg 3 Nakijken van de toets:

Nadere informatie

LESBRIEF: MOL IN DE PUT

LESBRIEF: MOL IN DE PUT LESBRIEF: MOL IN DE PUT Tips die de leerkracht kan geven aan ouders van kleuters die al interesse hebben in lezen Lees de letters voor zoals je kind dat op school leert: m: niet em maar mmm zoals mmm,

Nadere informatie

Handleiding toets B2 Informatie verwerven door lezen

Handleiding toets B2 Informatie verwerven door lezen Handleiding toets B2 Informatie verwerven door lezen Cor Aarnoutse Toets B2: Informatie verwerven door lezen Aard van de toets 2 Aanwijzingen voor toetsafname 2 Voorbeeldopdrachten maken en uitleg 3 Nakijken

Nadere informatie

Groepsplan voorbereidend lezen: -fonemisch bewustzijn -letterkennis

Groepsplan voorbereidend lezen: -fonemisch bewustzijn -letterkennis Groepsplan voorbereidend lezen: -fonemisch bewustzijn -letterkennis groep: Leerkracht: Periode: Schooljaar: Gebaseerd op groepsplan voorbereidend lezen vco Drakensteyn / Gerard Regeling Handreiking groepsplannen

Nadere informatie

Wij willen u vragen niet vooruit te gaan werken/oefenen. Er kan dan verwarring ontstaan bij het kind. Wij willen dit graag voorkomen!

Wij willen u vragen niet vooruit te gaan werken/oefenen. Er kan dan verwarring ontstaan bij het kind. Wij willen dit graag voorkomen! In dit document kunt u lezen wat de kinderen leren in elke kern. In de eerste zes kernen zal dit voornamelijk ingaan op het aanleren van woorden en letters. In de laatste kernen komt het lezen al wat meer

Nadere informatie

Handleiding toets C1 Begrijpend lezen

Handleiding toets C1 Begrijpend lezen Handleiding toets C1 Begrijpend lezen Cor Aarnoutse Toets C1: Begrijpend lezen Aard van de toets 2 Aanwijzingen voor toetsafname 2 Voorbeeldopdrachten maken en uitleg 3 Nakijken van de toets: score bepalen

Nadere informatie

Handleiding toets B1 Technisch lezen

Handleiding toets B1 Technisch lezen Handleiding toets B1 Technisch lezen Cor Aarnoutse Toets B1: Technisch lezen Aard van de toets 2 Aanwijzingen voor toetsafname 2 Voorbeeldopdrachten maken en uitleg 3 Nakijken van de toets: score bepalen

Nadere informatie

Articuleren en voelen van de klanken

Articuleren en voelen van de klanken Articuleren en voelen van de klanken Ingrid van Loosbroek Astrid Geudens Marjolein Noé Eline Van Kerckhove Voor een sterke teken-klankkoppeling is het alzijdig verkennen van zowel de klank als de letter

Nadere informatie

Handleiding toets E1 Begrijpend lezen

Handleiding toets E1 Begrijpend lezen Handleiding toets E1 Begrijpend lezen Cor Aarnoutse Toets E1: Begrijpend lezen Aard van de toets 2 Aanwijzingen voor toetsafname 2 Voorbeeldopdrachten maken en uitleg 3 Nakijken van de toets: score bepalen

Nadere informatie

Leestekst Een kus op een been

Leestekst Een kus op een been Toet s i n s t r ucti e W i n t e r s igna l e r i n g k e r n 6 Leestekst Een kus op een been Algemeen Neem de toets individueel af. Zorg voor een rustige omgeving tijdens de afname van de toets. Instructie

Nadere informatie

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Cor Aarnoutse Wat doe je met kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen? In dit artikel zullen we antwoord geven op deze vraag. Voor meer informatie verwijzen

Nadere informatie

SCHRIFTELIJKE TAAL Kerndoel 1: De leerlingen leren lezen voor dagelijks gebruik

SCHRIFTELIJKE TAAL Kerndoel 1: De leerlingen leren lezen voor dagelijks gebruik SCHRIFTELIJKE TAAL Kerndoel 1: De leerlingen leren lezen voor dagelijks gebruik 1.1. Boekoriëntatie 1.2. Temporele orde waarneming 1.3. Auditieve discriminatie 1.4. Visuele discriminatie 1.. Visuele analyse

Nadere informatie

Handleiding toets C2 Begrijpend lezen

Handleiding toets C2 Begrijpend lezen Handleiding toets C2 Begrijpend lezen Cor Aarnoutse Toets C2: Begrijpend lezen Aard van de toets 2 Aanwijzingen voor toetsafname 2 Voorbeeldopdrachten maken en uitleg 3 Nakijken van de toets: score bepalen

Nadere informatie

Groep 3 : Na een lekkere lange zomervakantie zijn we alweer een poos hard aan het werk. Hieronder vindt u de doelen waar wij in groep 3 aan werken.

Groep 3 : Na een lekkere lange zomervakantie zijn we alweer een poos hard aan het werk. Hieronder vindt u de doelen waar wij in groep 3 aan werken. Groep 3 : Na een lekkere lange zomervakantie zijn we alweer een poos hard aan het werk. Hieronder vindt u de doelen waar wij in groep 3 aan werken. Veilig leren lezen Maandag 21 september zijn we begonnen

Nadere informatie

Een kind heeft recht op een stevig fundament.

Een kind heeft recht op een stevig fundament. Overgangsprotocol groep 1 - groep 2 groep 3 Inleiding Ooit was er een zelfstandige kleuterschool naast een zelfstandige lagere school. In die tijd werd het begrip schoolrijpheid gebruikt waarmee de mate

Nadere informatie

VEILIG LEREN LEZEN. Elke keer wanneer er met een nieuwe kern wordt begonnen kunt u hieronder lezen waar we die periode aan werken in de groep.

VEILIG LEREN LEZEN. Elke keer wanneer er met een nieuwe kern wordt begonnen kunt u hieronder lezen waar we die periode aan werken in de groep. VEILIG LEREN LEZEN. Elke keer wanneer er met een nieuwe kern wordt begonnen kunt u hieronder lezen waar we die periode aan werken in de groep. Dit leert uw kind in Kern 8 Woorden: bank en licht Woorden

Nadere informatie

Deze weken leren wij:

Deze weken leren wij: Kern 1: ik - maan - roos - vis- sok Letters: m - r - v - i - s - aa - p - e Woorden: ik - maan - roos - vis - sok aan pen - en We leren ook in welke straat de letters horen; korte klankstraat, lange klankstraat,

Nadere informatie

Spellen bij kern 3 Spel 1: Schrijven op je rug Spel 2: Winkeltje spelen Spel 3: Lezen voor het slapen gaan Spel 4: Blijven voorlezen

Spellen bij kern 3 Spel 1: Schrijven op je rug Spel 2: Winkeltje spelen Spel 3: Lezen voor het slapen gaan Spel 4: Blijven voorlezen Spellen bij kern 3 Spel 1: Schrijven op je rug Kinderen hebben in kern 1, 2 en 3 al veel woorden geleerd. Het is een leuk spel om de letters van die woorden op de rug van uw kind te schrijven en het kind

Nadere informatie

B i jl a ge 1a Toets au d i t i eve anal yse voor kleuters 2

B i jl a ge 1a Toets au d i t i eve anal yse voor kleuters 2 B i jl a ge 1a Toets au d i t i eve anal yse voor kleuters 2 N a a m :... M ax i m ale sco re : 20 G ro e p :... Totale score leerling : L e e f t i j d :... G ro e p s g e m i d d e l d e : D a t u m

Nadere informatie

Handleiding toets B2 Technisch lezen

Handleiding toets B2 Technisch lezen Handleiding toets B2 Technisch lezen Cor Aarnoutse Toets B2: Technisch lezen Aard van de toets 2 Aanwijzingen voor toetsafname 2 Voorbeeldopdrachten maken en uitleg 3 Nakijken van de toets: score bepalen

Nadere informatie

veilig leren Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak b/d-probleem lezen Auteur: Susan van der Linden Stap 1

veilig leren Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak b/d-probleem lezen Auteur: Susan van der Linden Stap 1 veilig leren lezen Letterkennis Aanpak b/d-probleem Auteur: Susan van der Linden De letters b en d zijn voor veel kinderen een bron van verwarring. Dit komt door hun gelijke vorm. Toch kunt u dit probleem

Nadere informatie

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015. Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015. Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015 Taal eginnende geletterdheid eginnende geletterdheid-stap 1 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat -20--20

Nadere informatie

NAAM: Dag jongens en meisjes,

NAAM: Dag jongens en meisjes, Dag jongens en meisjes, Leuk zeg! Je hebt het scheurblok Arithmos hoofdrekenen in je hand. Een blokje vol met rekenoefeningen uit het vierde leerjaar. Je kunt er zelf mee aan de slag, in de klas of thuis.

Nadere informatie

OPBRENGSTGERICHT WERKEN. Handleiding groepsoverzicht en groepsplan. versie 1

OPBRENGSTGERICHT WERKEN. Handleiding groepsoverzicht en groepsplan. versie 1 OPBRENGSTGERICHT WERKEN Handleiding groepsoverzicht en groepsplan versie 1 Kleuterplein Inhoud 1 Invullen van het groepsoverzicht 2 Opstellen van het groepsplan Rekenen 3 Opstellen van het groepsplan Klanken

Nadere informatie

DC thema 62 Taalbewustzijn stimuleren bij kleuters

DC thema 62 Taalbewustzijn stimuleren bij kleuters DC thema 62 Taalbewustzijn stimuleren bij kleuters 1 Inleiding In dit thema besteden we aandacht aan een onderdeel van het taalonderwijs, namelijk het stimuleren van het taalbewustzijn. We leggen uit wat

Nadere informatie

Handleiding toets C1 Informatie verwerven door lezen

Handleiding toets C1 Informatie verwerven door lezen Handleiding toets C1 Informatie verwerven door lezen Cor Aarnoutse Toets C1: Informatie verwerven door lezen Aard van de toets 2 Aanwijzingen voor toetsafname 2 Voorbeeldopdrachten maken en uitleg 3 Nakijken

Nadere informatie

Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b))

Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b)) Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b)) Met behulp van onderstaande opdracht kun je met behulp

Nadere informatie

Handleiding toets C1 Technisch lezen

Handleiding toets C1 Technisch lezen Handleiding toets C1 Technisch lezen Cor Aarnoutse Toets C1: Technisch lezen Aard van de toets 2 Aanwijzingen voor toetsafname 2 Voorbeeldopdrachten maken en uitleg 3 Nakijken van de toets: score bepalen

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

Klankgroep en lettergreep

Klankgroep en lettergreep Spellingwijzers groep 4 Voor de ouders Klankgroep en lettergreep Een klankgroep is een soort hulpmiddel bij het aanleren van spellingregels. Wat hoor je als je een woord langzaam in stukjes uitspreekt.

Nadere informatie

Wat is een dyslecticus? Dyslexie zal altijd wel hebben bestaan. Een oogafwijking?

Wat is een dyslecticus? Dyslexie zal altijd wel hebben bestaan. Een oogafwijking? Wat is een dyslecticus? Dat is iemand met dyslexie. Dyslexie is een woord uit het Grieks dat slecht lezen betekent. Dyslectici, dat is het meervoud van dyslecticus, hebben niet alleen moeite met lezen,

Nadere informatie

ZML SO Technisch Lezen

ZML SO Technisch Lezen ZML SO Technisch Lezen Leerlijnen 1.1. Boekoriëntatie Kerndoelen 1. De leerlingen leren lezen voor dagelijks gebruik Technisch lezen 1.2. Temporele orde waarneming 1.3. Auditieve discriminatie 1.4. Visuele

Nadere informatie

www.vclb-koepel.be www.vclb-koepel.b Voorbeelden van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: Groeiboek Groeiboe

www.vclb-koepel.be www.vclb-koepel.b Voorbeelden van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: Groeiboek Groeiboe van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: [...] De kleuter staat open voor hulp van juf bij De kleuter imiteert andere kleuters bij De kleuter vertelt aan andere kleuters hoe hij De

Nadere informatie

Het systematisch volgen van leerlingen

Het systematisch volgen van leerlingen Het systematisch volgen van leerlingen uteurs: Rosemarie Irausquin en Susan van der Linden Het systematisch volgen van de leesontwikkeling van leerlingen is essentieel om tijdig problemen bij het leren

Nadere informatie

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer Masterclass Waarom, waarvoor, hoe? Verdieping m.b.t. taalontwikkeling en werken met groepsplannen

Nadere informatie

Kleuters leren lezen

Kleuters leren lezen Kleuters leren lezen Lerespel Inhoudsopgave INLEIDING... 3 STAP 1: KINDEREN MOETEN EERST BESEFFEN WAT LEZEN IS EN WAAROM HET HANDIG IS OM HET TE KUNNEN.... 4 STAP 2: DE VOORBEREIDING OP HET ZELF LEZEN;

Nadere informatie

Verantwoordelijk en actief leren met een persoonlijk hulpje. (gepersonaliseerd aan de slag met talent) Plan van aanpak Nieuwe Dingen Doen

Verantwoordelijk en actief leren met een persoonlijk hulpje. (gepersonaliseerd aan de slag met talent) Plan van aanpak Nieuwe Dingen Doen Verantwoordelijk en actief leren met een persoonlijk hulpje. (gepersonaliseerd aan de slag met talent) Plan van aanpak Nieuwe Dingen Doen Inleiding Zoals in de procesbeschrijving is aangeven, hebben studenten

Nadere informatie

p: deze letter is een plofletter, zonder stem. l: Kijk in de spiegel en wijs met je vinger naar het

p: deze letter is een plofletter, zonder stem. l: Kijk in de spiegel en wijs met je vinger naar het Print de letterkaarten uit en plak de hokjes met bijbehorende tekst op de achterkant. Denk erom dat je een handeling in spiegelbeeld uitvoert als je voor de klas staat! p: deze letter is een plofletter,

Nadere informatie

Dyslexiebehandeling. Informatiepakket leerkracht:

Dyslexiebehandeling. Informatiepakket leerkracht: Dyslexiebehandeling Informatiepakket leerkracht: - Werkwijze bij Onderwijszorg Nederland (ONL) - Klankenschema - Stappenplan - Kopie overzichts-steunkaart - Uitleg losse steunkaarten - Uitleg steunkaart

Nadere informatie

Effectief aanvankelijk leesonderwijs

Effectief aanvankelijk leesonderwijs Effectief aanvankelijk leesonderwijs Mirjam.Snel@hu.nl @Leesonderwijs www.goedleesonderwijs.nl Inhoud: Technisch lezen in groep 3 Effectief aanvankelijk leesonderwijs Differentiatie Stel jezelf vragen

Nadere informatie

AANVULLING VEILIG LEREN LEZEN 2 e MAANVERSIE: TEKST LEZEN

AANVULLING VEILIG LEREN LEZEN 2 e MAANVERSIE: TEKST LEZEN AANVULLING VEILIG LEREN LEZEN 2 e MAANVERSIE: TEKST LEZEN Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Veilig Leren Lezen 2e maanversie Veilig Leren Lezen (2 e maanversie)

Nadere informatie

Lesdoelen De kinderen leren dat er woorden zijn die de (soort)naam voor mensen en dieren aanduiden en maken kennis met de term zelfstandig naamwoord.

Lesdoelen De kinderen leren dat er woorden zijn die de (soort)naam voor mensen en dieren aanduiden en maken kennis met de term zelfstandig naamwoord. groep 4 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen leren dat er woorden zijn die de (soort)naam voor mensen en dieren aanduiden en maken kennis met de term zelfstandig naamwoord. Materiaal Oefenblad

Nadere informatie

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? In groep 5-6 nemen kinderen steeds vaker werk mee naar huis. Vaak vinden kinderen het leuk om thuis aan schooldingen

Nadere informatie