De Burgemeester van Amsterdam en het College van Burgemeester en Wethouders van Amsterdam,

Transcriptie

1 VOORWOORD HIERONDER VOLGEN DE HANDHAVINGSSTAPPENPLANNEN DRANK- EN HORECAWET, GEDOOGRICHTLIJNEN COFFEESHOPS, WET OP DE KANSSPELEN (SPEELAUTOMATEN(HALLEN)), PROSTITUTIE. HET ONDERDEEL 8B VAN GEMEENTEBLAD AFD 3B, NR 44 IS VERVANGEN DOOR EEN NIEUWE TEKST, ZIE GEMEENTEBLAD AFD. 3B, NR 66. DEZE TEKST STAAT ONDER HET BOVENGENOEMDE GEMEENTEBLAD, NR 4 DEZE NIEUWE TEKST IS OOK TE VINDEN DOOR TE KLIKKEN OP ONDERDEEL 8B IN GEMEENTEBLAD NR 4 DE CURSOR GAAT DAN NAAR DE NIEUWE TEKST VAN GEMEENTEBLAD NR 66.

2 Gemeenteblad afd. 3B nr. 44 Vaststelling stappenplannen voor de handhaving van de exploitatievergunning en vergunningen ingevolge de Drank- en Horecawet en Wet op de Kansspelen. De Burgemeester van Amsterdam en het College van Burgemeester en Wethouders van Amsterdam, Overwegende: dat het wenselijk is de stappenplannen voor de bestuurlijke handhaving van de exploitatievergunning van horecabedrijven opnieuw vast te stellen, teneinde acht te kunnen slaan op veranderde regels, recente rechterlijke uitspraken en gewijzigde omstandigheden; dat het tevens wenselijk is handhavingsbeleid vast te stellen voor de vergunningen ingevolge de Drank- en Horecawet en de Wet op de Kansspelen; Erop wijzende: dat de ratio, de werking en de toepassing van art. 7 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) (sluiting inrichting door de Burgemeester) geen enkele wijziging ondergaan; dat bij aanwezigheid van harddrugs of om andere in 7 van de APV vermelde redenen een inrichting wordt gesloten en geen van de navolgende stappenplannen aan de orde komen, Brengen ter algemene kennis, dat zij op 28 juni 2004 respectievelijk 6 juli 2004 hebben besloten: I vast te stellen de volgende Stappenplannen voor de handhaving van de exploitatievergunning en vergunningen ingevolge de Drank- en Horecawet en Wet op de Kansspelen. Algemeen: Er worden informatiebrieven verstuurd naar alle ondernemingen waarop deze stappenplannen van toepassing zijn, met de overgangsregelingen (indien van toepassing). In bijzondere gevallen kan er van de stappenplannen worden afgeweken. Afhankelijk van de ernst van de overtreding kunnen ook direct zwaardere maatregelen worden toegepast. Aan de stappenplannen is een extra stap toegevoegd, het sluiten van de inrichting. Dit is de effectuering van het intrekken van de exploitatievergunning met bestuursdwang indien de ondernemer zijn bedrijf zonder de vergunning voortzet. Na het verlopen van de verjaringstermijn begint het stappenplan weer van voren af aan, met dien verstande dat de ondernemer niet weer een informatiebrief ontvangt: hij weet immers dat hij in overtreding is. De verjaringstermijn gaat lopen vanaf de datum van de eerste overtreding. De stappenplannen worden toegepast per ondernemer, en niet per horeca-inrichting. Als een exploitant zijn onderneming tussentijds (nadat het stappenplan is toegepast) overdraagt aan een ander, begint de nieuwe exploitant bij stap Dit is anders als de oorspronkelijke ondernemer nog steeds feitelijk het beheer uitoefent van de onderneming of hierbij nauw betrokken is (bv. als de ondernemingsvorm overgaat van een eenmanszaak in een BV, waarbij de betreffende ondernemer aandeelhouder is). Op een beschikking van een bestuursorgaan is de Awb van toepassing (artikel 4:8). Voordat dus de burgemeester een beschikking geeft (zoals het (tijdelijk) intrekken van de vergunning of het opleggen van een dwangsom), maakt hij zijn voornemen hiertoe aan de ondernemer kenbaar en stelt hij hem in staat zijn zienswijze naar voren te brengen. Waar de Awb van toepassing is, is dat in het stappenplan vermeld. De ondernemer krijgt een brief en wordt in staat gesteld zijn zienswijze op de beschikking te geven, voordat de burgemeester zijn besluit neemt. 1

3 A. Exploitatievergunning 1) Exploitatie zonder exploitatievergunning (Art. 2 APV) De burgemeester (de stadsdeelvoorzitter in mandaat) informeert de ondernemer schriftelijk dat hij voor het exploiteren van een horeca-inrichting een exploitatievergunning nodig heeft. De exploitatie moet worden gestaakt. De ondernemer dient binnen twee weken een vergunning aan te vragen, anders treedt stap 2 van dit stappenplan in werking. Aanschrijven staken exploitatie met laatste hersteltermijn Aanzegging bestuursdwang tot sluiten van de inrichting. De ondernemer heeft nog een laatste kans om zijn verzuim te herstellen (1 week). Hierop is de Awb van toepassing. De sluiting van de inrichting voor het publiek geschiedt door de burgemeester of de stadsdeelvoorzitter in mandaat. De procedure uit stappenplan nr. 3 is van toepassing. Toelichting: Dit stappenplan ziet op alle voorkomende illegale situaties, waarbij geëxploiteerd wordt zonder exploitatievergunning. Een vergunning kan niet worden ingetrokken, wel kan bestuursdwang worden toegepast. Bij horecabedrijven waarin tevens illegaal alcoholhoudende drank wordt verstrekt, kan samenloop optreden met het bestuurlijke stappenplan DHW. In dat geval dient het stappenplan op de exploitatievergunning te worden gehanteerd. 2) Wijziging exploitatie zonder aanpassing van de vergunning (art 7 APV) De burgemeester (de stadsdeelvoorzitter in mandaat) informeert de ondernemer schriftelijk dat hij handelt in strijd met hetgeen is opgenomen in de exploitatievergunning. De ondernemer moet binnen twee weken een nieuwe vergunning aanvragen in overeenstemming met de feitelijke situatie, anders moet hij de exploitatie staken. Bestuurlijke waarschuwing met hersteltermijn De vergunninghouder wordt nogmaals op de gewijzigde situatie gewezen en krijgt een laatste kans (een week) om een nieuwe vergunning aan te vragen. De vergunning wordt ingetrokken, tenzij de ondernemer een nieuwe vergunning aanvraagt. De sluiting van de inrichting geschiedt door de burgemeester of de stadsdeelvoorzitter in mandaat. De procedure uit stappenplan nr. 3 is van toepassing. Overgangsregeling: Wanneer de ondernemer in stap twee of drie van het oude stappenplan zit krijgt hij een informatiebrief waarin staat dat bij een volgende overtreding het nieuwe stappenplan in werking treedt (wat betekent dat de inrichting wordt gesloten). Voor overtredingen van de aanwezigheidsplicht van een op de vergunning vermelde leidinggevende, zie stappenplan nr. 5 of 15. 3) Exploitatie horeca-inrichting waarvan exploitatievergunning is geweigerd/ ingetrokken (art. 2 APV) Aanschrijven voornemen toepassen bestuursdwang (sluiten inrichting) De stadsdeelvoorzitter zegt bestuursdwang aan tot sluiten van de inrichting. Hierop is de Awb van toepassing. Sluiting van de inrichting De sluiting van de inrichting geschiedt door de stadsdeelvoorzitter in mandaat namens de burgemeester. Toelichting: Bij de weigering/intrekking van de vergunning heeft de burgemeester (stadsdeelvoorzitter 2

4 in mandaat) erop gewezen dat de ondernemer de regels uit zijn vergunning overtreedt. De stadsdeelvoorzitter heeft gewaarschuwd dat bij illegale voorzetting van de inrichting deze d.m.v. bestuursdwang wordt gesloten. De ondernemer exploiteert dus willens en wetens een inrichting zonder vergunning. 4) Verkoop van alcoholhoudende drank vanuit een alcoholvrije inrichting voor gebruik elders dan ter plaatse (winkelverkoop) (art. 18, lid 2 onder c DHW) De Burgemeester (de stadsdeelvoorzitter in mandaat) informeert de ondernemer schriftelijk dat wordt gehandeld in strijd met de voorschriften en beperkingen die staan vermeld in de exploitatievergunning. Tevens wordt hem medegedeeld dat indien hij de overtreding nog een keer begaat, stap 2 van dit stappenplan in werking treedt. Bestuurlijke maatregel: dwangsombeschikking Bij een tweede constatering van het verkopen van alcoholhoudende drank wordt (na een telefonisch zienswijzengesprek)een dwangsom opgelegd (minimaal 150, met een maximum van 300 ), waarbij een begunstigingstermijn van 1 dag wordt vastgesteld. Hierop is de Awb van toepassing. Inningsbrief versturen Bij een derde constatering van het verkopen van alcoholhoudende drank wordt de inningsbrief van minimaal 150 verstuurd. Inningsbrief versturen Bij een vierde constatering van het verkopen van alcoholhoudende drank wordt de inningsbrief van minimaal 150 verstuurd. Intrekken dwangsombeschikking; vervolgens intrekken exploitatievergunning voor een periode van één maand De exploitatievergunning wordt ingetrokken voor een periode van één maand. Hierop is de Awb van toepassing. Intrekken exploitatievergunning voor onbepaalde tijd Hierop is de Awb van toepassing. De sluiting van de inrichting geschiedt door de burgemeester of de stadsdeelvoorzitter in mandaat. Hiervoor geldt de procedure van stappenplan nr. Evt. dwangsommen uitzetten bij een incassobureau In de nieuwe Awb verjaren deze vordering na 5 jaar. Toelichting: Dit stappenplan is bedoeld voor alcoholvrije bedrijven (snackbars). Verkoop van alcoholhoudende drank vanuit deze bedrijven werkt drankgebruik op straat in de hand, dat leidt tot onder meer overlast voor omwonenden en vervuiling van de buurt. Voor de inrichting is een exploitatievergunning afgegeven voor een alcoholvrije inrichting; de ondernemer heeft geen horecavergunning. Op grond van de Drank- en Horecawet is het wel toegestaan alcoholhoudende drank vanuit een alcoholvrij bedrijf te slijten. De APV ziet echter op het woonleefklimaat; vanuit dat oogpunt is de verkoop van alcoholhoudende drank door een alcoholvrij bedrijf onwenselijk. De verjaringstermijn is dezelfde als in stappenplan DHW: 2 jaar. Overgangsregeling: Ondernemers die in het oude stappenplan nog in de dwangsomfase zitten, beginnen na de invoering van dit stappenplan bij stap 2 (de eerste dwangsom). Ondernemers waarvan in het oude stappenplan één of meerdere keren de vergunning tijdelijk is ingetrokken, komen bij de eerstvolgende overtreding na invoering van dit stappenplan in stap 5 (intrekken exploitatievergunning voor één maand). 5) Alcoholvrije inrichting is open zonder aanwezigheid van een in de vergunning vermelde leidinggevende (art. 7A APV) De burgemeester (de stadsdeelvoorzitter in mandaat) informeert de ondernemer schriftelijk dat als de inrichting geopend is, er te allen tijde een op de vergunning vermelde leidinggevende aanwezig moet 3

5 zijn. De ondernemer kan een/meerdere leidinggevenden laten bijschrijven op de exploitatievergunning. Bestuurlijke waarschuwing met herstelmogelijkheid De ondernemer krijgt een brief waarin staat dat bij een volgende overtreding de vergunning wordt ingetrokken, waarna sluiting van de inrichting volgt. De sluiting geschiedt door de stadsdeelvoorzitter. De procedure uit stappenplan nr. 3 is van toepassing. Toelichting: Dit is een nieuw stappenplan. In 2003 is artikel 7a in de APV opgenomen, dat voor alcoholvrije bedrijven de aanwezigheid van een op de vergunning vermelde leidinggevende verplicht stelt. Voor alcoholschenkende bedrijven is de verplichte aanwezigheid geregeld in de Drank- en Horecawet (zie stappenplan nr. 15). De verjaringstermijn is dezelfde als in stappenplan DHW: 2 jaar. 6) Exploitatie buiten de op de vergunning vermelde openings- en sluitingstijden (art. 3 APV) 5. De burgemeester (stadsdeelvoorzitter in mandaat) informeert de ondernemer schriftelijk dat hij de inrichting niet geopend mag hebben buiten de in de exploitatievergunning vermelde openingstijden. Tevens wordt hem medegedeeld dat indien hij de overtreding nog een keer begaat, stap 2 van dit stappenplan in werking treedt. Terugbrengen van de sluitingstijd met één uur gedurende 1 week De ondernemer wordt aangeschreven dat hij zijn zaak gedurende 1 week een uur eerder moet sluiten. Hierop is de Awb van toepassing. Intrekken van de exploitatievergunning voor één week Hierop is de Awb van toepassing. Intrekken exploitatievergunning voor onbepaalde tijd Hierop is de Awb van toepassing. De sluiting van de inrichting geschiedt door de burgemeester of de stadsdeelvoorzitter in mandaat. De procedure uit stappenplan nr. 3 is van toepassing. Toelichting: Voor dag-, avond- en nachtzaken wordt hetzelfde handhavingsregime gehanteerd. Voor de avond- en nachtzaken, die een geringer aantal openingsuren hebben dan de dagzaken, ligt de relatieve sanctie hoger. De rechtvaardiging hiervoor is dat de inbreuk op het doel van het sluitingstijdenstelsel groter is als het sluitingstijdstip later in de nacht valt. Voor dit stappenplan geldt een verjaringstermijn van 1 kalenderjaar; na 1 jaar gaat de ondernemer één stap terug in het stappenplan. Overgangsregeling: Wanneer de ondernemer in stap drie zit van het oude stappenplan krijgt hij een informatiebrief dat bij een volgende overtreding de exploitatievergunning voor twee weken wordt ingetrokken. 7) Terrassen (uitwaaiering) (art. 5 APV) De politie/milieudienst/stadstoezicht 1 constateert dat het terras niet volgens de bij de exploitatievergunning behorende tekening is opgesteld/ er mensen buiten de terrasgrenzen drinken/ er mensen staand drinken etc. Het stadsdeel stuurt een informatiebrief. Tevens wordt de ondernemer medegedeeld dat indien hij de overtreding nog een keer begaat, stap 2 van dit stappenplan in werking treedt. Bestuurlijke maatregel: dwangsombeschikking 1 Indien aangewezen als toezichthouder 4

6 Bij een tweede constatering van het overschrijden van de terrasgrenzen of andere regelgeving m.b.t. de terrassen wordt (na een telefonisch zienswijzengesprek) een dwangsom opgelegd, waarbij een begunstigingstermijn van 1 uur wordt vastgesteld. De dwangsom voor de volgende constatering is minimaal 500, de daaropvolgende is minimaal 000. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval kan de dwangsom hoger zijn. Hierop is de Awb van toepassing. Inningsbrief versturen Bij een derde constatering van het overschrijden van de terrasgrenzen of andere regelgeving m.b.t. de terrassen wordt de inningsbrief van minimaal 500 verstuurd. Inningsbrief versturen Bij een vierde constatering van het overschrijden van de terrasgrenzen of andere regelgeving m.b.t. de terrassen wordt de inningsbrief van minimaal 000 verstuurd. Intrekken dwangsombeschikking; vervolgens intrekking exploitatievergunning voor één week De exploitatievergunning wordt ingetrokken voor een periode van één week. Tevens wordt de ondernemer gewaarschuwd dat bij een volgende overtreding de intrekking definitief zal zijn. Hierop is de Awb van toepassing. De sluiting geschiedt door de burgemeester of de stadsdeelvoorzitter in mandaat. De procedure uit stappenplan nr. 3 is van toepassing. Evt. dwangsommen uitzetten bij een incassobureau (deze verjaren niet) Tegen een dwangsom kan verzet worden aangetekend. De procedure is hier niet verder uitgewerkt. Toelichting: bij overtreding van de terrasvoorschriften wordt de gehele exploitatievergunning ingetrokken, en niet alleen het deel dat betrekking heeft op de terrasvoorschriften (de terrasvergunning is onderdeel van de exploitatievergunning). Reden hiervoor is dat het intrekken van de terrasvergunning de ondernemer bij slecht weer nauwelijks zal treffen. Het is daarmee een te onzeker middel om de ondernemer te sanctioneren; het intrekken van de exploitatievergunning zal hem meer raken, en is daarmee een effectiever middel. De verjaringstermijn is vastgesteld op 2 kalenderjaren. In stap 5 wordt de dwangsombeschikking ingetrokken, naast de intrekking van de exploitatievergunning voor één week. Dit is omdat de dwangsombeschikking niet van rechtswege vervalt. Overgangsregeling: Stap 5 t/m 8 zijn toegevoegd aan het nieuwe stappenplan; wanneer de ondernemer in stap zes zit van het oude stappenplan krijgt hij een informatiebrief dat bij de volgende overtreding de exploitatievergunning voor één week wordt ingetrokken. B. Het gedogen van het aanbieden en de verkoop van softdrugs 8) Overtreding van de gedoogvoorwaarden door een inrichting waarin het aanbieden en de verkoop van softdrugs wordt gedoogd (coffeeshops en hasjcafé s) De burgemeester (of de stadsdeelvoorzitter in mandaat) bericht de ondernemer dat hij één van de AHOJG-criteria heeft overtreden (en deelt hem mee dat bij een volgende overtreding de exploitatievergunning wordt ingetrokken voor één week). Intrekken vergunning voor één week en schrappen van de gedooglijst De exploitatievergunning wordt ingetrokken voor de periode van één week (en de inrichting wordt voor die periode geschrapt van de lijst van inrichtingen waarin de verkoop van softdrugs wordt gedoogd). Intrekken vergunning voor twee weken en schrappen van de gedooglijst De exploitatievergunning wordt ingetrokken voor de periode van twee weken (en de inrichting wordt voor die periode geschrapt van de lijst van inrichtingen waarin de verkoop van softdrugs wordt gedoogd). Tevens wordt aan de exploitant meegedeeld dat bij de volgende overtreding de maatregelen definitief zullen zijn. De inrichting wordt definitief geschrapt van de lijst van coffeeshops en de exploitatievergunning wordt ingetrokken. 5

7 5. De sluiting geschiedt door de burgemeester of de stadsdeelvoorzitter in mandaat. De procedure uit stappenplan nr. 3 is van toepassing. 6

8 Toelichting: Sinds 1 april 2004 is het stappenplan voor hasjcafés gelijk aan dat voor coffeeshops. De ondernemer van een hasjcafé die eerder een waarschuwing heeft gehad (stap 1 uit het oude hasjcaféstappenplan), komt bij een overtreding van de AHOJG-criteria na invoering van het nieuwe stappenplan in stap Hij heeft een extra stap gekregen voordat zijn exploitatievergunning definitief wordt ingetrokken. De verjaringstermijn is drie jaar. Dat betekent dat als de ondernemer drie jaar lang geen AHOJGcriteria heeft overtreden, hij één stap terug gaat in het stappenplan. De uitsterfregeling bij de overdracht blijft van kracht. Bij overdracht moet de exploitant een keuze maken de zaak voort te zetten als een alcoholvrije coffeeshop of de verkoop van softdrugs te staken en verder door te gaan als alcoholverstrekkend horecabedrijf. 9) Softdrugsverkoop zonder gedoogverklaring Intrekken van de exploitatievergunning voor één week, vergezeld van een voorwaardelijke definitieve intrekking De vergunning wordt ingetrokken voor één week. Hierop is de Awb van toepassing. De sluiting geschiedt door de burgemeester of de stadsdeelvoorzitter in mandaat. De procedure uit stappenplan nr. 3 is van toepassing. Toelichting: Dit stappenplan geldt voor zaken die nooit een gedoogverklaring hebben gehad, hasjcafés die zijn omgezet in een gewoon café en voor zaken waarvan de gedoogverklaring is ingetrokken. De verjaringstermijn van de stappen in dit stappenplan is vastgesteld op 3 jaar. C. Drank- en Horeca Wet (DHW) Algemeen: In verband met de eenheid van handhaving in Amsterdam worden de stadsdelen verzocht hetzelfde stappenplan vast te stellen. Bij overtreding van de DHW leggen zowel het bestuur als het OM sancties op aan de ondernemer; overtredingen van de bepalingen van de Drank- en Horecawet zijn strafbaar op grond van de Wet Economische Delicten. Door sancties van het OM kan de ondernemer op een gegeven moment uitkomen boven de grens uit het Besluit eisen zedelijk gedrag DHW 1999, met mogelijke gevolgen voor zijn vergunning. Overeenkomstig de verjaringstermijn van het OM wordt in de stappenplannen voor de DHW uitgegaan van een verjaringstermijn van 2 (kalender)jaar: na iedere 2 jaar wordt telkens één stap teruggedaan. 10 Alcoholverstrekking terwijl de horecavergunning is geweigerd of ingetrokken (verstrekken voor gebruik ter plaatse) (art. 3 DHW) Bevoegd orgaan: Dagelijks Bestuur van het stadsdeel DB Het DB informeert de ondernemer dat hij het schenken van alcoholhoudende drank moet staken, omdat hij geen drankvergunning heeft. De ondernemer kan binnen 14 dagen een gewijzigde aanvraag indienen. Als hij dit niet doet, treedt stap 2 van dit stappenplan in werking. Aanschrijven staken exploitatie Het DB zegt de ondernemer bestuursdwang tot sluiten van de inrichting aan. Hierop is de Awb van toepassing. Feitelijk sluiten inrichting op DHW De sluiting van de inrichting geschiedt door B&W of het DB in mandaat. De procedure uit stappenplan 3 is van toepassing, met dien verstande dat het DB het bevoegde orgaan is. Toelichting: Dit plan gaat over het geval dat er wel een exploitatievergunning is voor een alcoholverstrekkende zaak, maar dat de horecavergunning is geweigerd of ingetrokken. Het gaat daarbij (vaak) om zaken die ook niet zonder drankvergunning kunnen exploiteren, zoals avond- en nachtzaken. Soms kan de ondernemer de weigering of intrekking herstellen door een nieuwe of gewijzigde 7

9 aanvraag in te dienen (bv. leidinggevende niet aanwezig, van slecht levensgedrag of de inrichtingseisen voldoen niet meer). Als de ondernemer geen nieuwe aanvraag indient, dan exploiteert hij in strijd met de exploitatievergunning (exploitatievergunning voor een alcoholschenkend bedrijf, terwijl hij feitelijk een alcoholvrij bedrijf is (dit heeft gevolgen voor de openingstijden)). In dat geval treedt stappenplan 2 in werking. Als de ondernemer ook geen exploitatievergunning heeft, wordt stappenplan 1 toegepast. Bestuurlijk optreden op grond van de DHW door het bestuur blijft vooralsnog achterwege. Indien in een hotel of prostitutiebedrijf drank wordt verkocht zonder drankvergunning, wordt indien mogelijk alleen het lokaal gesloten vanwaaruit de alcoholische drank wordt geschonken. Overgangsregeling: Wanneer iemand in stap 1, 2 of 3 van het oude stappenplan zit krijgt hij een informatiebrief waarin nadrukkelijk staat dat bij een volgende overtreding het nieuwe stappenplan in werking treedt en hij in stap twee van dit stappenplan terecht komt; de ondernemer is tenslotte op grond van het oude stappenplan al gewaarschuwd. 11) Verstrekken sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse zonder vergunning voor een slijtersinrichting (art. 3 DHW) Bevoegd orgaan: Dagelijks Bestuur van het stadsdeel De procedure is gelijk aan stappenplan ) Verstrekken van zwakalcoholische drank aan <16 of sterke drank aan <18 (art. 20 DHW lid 1 en 2) Bevoegd orgaan: Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Het DB informeert de ondernemer schriftelijk dat hij geen zwakalcoholische drank mag schenken aan jongeren beneden de 16 of sterke drank aan jongeren beneden de 18. Bij een volgende constatering treedt stap 2 van dit stappenplan in werking. Ook wordt de ondernemer gewezen op de transacties van het OM en mogelijke veroordelingen, waardoor hij niet langer voldoet aan de moraliteitseisen. De sluiting van de inrichting geschiedt door het DB. De procedure uit stappenplan nr. 3 is van toepassing, met dien verstande dat het DB het bevoegde orgaan is. Toelichting: Dit stappenplan is geschreven naar aanleiding van de wijzigingen in de Drank - en Horecawet die in november 2000 van kracht zijn geworden. De gemeenten hebben meer mogelijkheden gekregen om bij overtreding van de bepalingen de vergunning in te trekken. Bij de eerste overtreding wordt een bestuurlijke waarschuwing uitgereikt, waarin wordt aangegeven welke overtreding men heeft begaan en dat hierop een stappenplan van toepassing is. De DHW biedt (nog) geen mogelijkheid om de vergunning tijdelijk in te trekken. Daarom is er gekozen voor een extra (bestuurlijke) waarschuwing en vervolgens het intrekken van de vergunning. Het OM legt wel transactievoorstellen op bij overtreding van dit voorschrift. 13) Aanwezigheid van <16 in slijtersinrichting zonder begeleiding van een persoon > 21 (art. 20 lid 3 DHW) Bevoegd orgaan: Dagelijks Bestuur van het stadsdeel De procedure is gelijk aan stappenplan 1 14) Personen in kennelijke staat van dronkenschap of kennelijk onder invloed van andere psychotrope stoffen in slijters- of horecalokaliteit (art. 20 lid 7 DHW) Bevoegd orgaan: Dagelijks Bestuur van het stadsdeel De procedure is gelijk aan stappenplan 1 8

10 15) Geen leidinggevende aanwezig ex 21 DHW Bevoegd orgaan: Dagelijks Bestuur van het stadsdeel De procedure is gelijk aan stappenplan 5, met dien verstande dat het DB het bevoegde orgaan is. 16) Niet voldoen aan de overige voorwaarden/voorschriften in de drankvergunning (art. 31 DHW) Bevoegd orgaan: Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Het DB informeert de ondernemer schriftelijk dat hij niet voldoet aan hetgeen in de vergunning gesteld is. Als bij een volgende controle weer sprake is van overtreding van de vergunningvoorwaarden, treedt stap 2 van dit stappenplan in werking. Ook wordt de ondernemer gewezen op de transacties van het OM en mogelijke veroordelingen, waardoor hij niet langer voldoet aan de moraliteitseisen. Bestuurlijke waarschuwing met hersteltermijn Indien een hersteltermijn mogelijk is, krijgt de ondernemer een brief waarin staat dat als hij over 14 dagen de vergunningvoorschriften nog steeds overtreedt, de vergunning ingetrokken en de inrichting gesloten zal worden. Anders wordt deze stap overgeslagen. De sluiting van de inrichting geschiedt door het DB. De procedure uit stappenplan nr. 3 is van toepassing, met dien verstande dat het DB het bevoegde orgaan is. Toelichting: Dit geldt bv. voor paracommerciële inrichtingen zoals bedoeld in 12 APV. Dit stappenplan is geschreven naar aanleiding van de wijzigingen in de Drank - en Horecawet die in november 2000 van kracht zijn geworden. D. Wet op de kansspelen Algemeen: Waar in deze stappenplannen staat vermeld dat de speelautomaten worden verwijderd, gebeurt dit door de politie op grond van bevoegdheden uit de WED (Wet Economische Delicten). 17) Speelautomaten zonder (de juiste) vergunning (art. 30b WoK) De politie constateert de aanwezigheid van de speelautomaten en informeert de ondernemer dat dit niet is toegestaan. Waarschuwing ondernemer De burgemeester (of de stadsdeelvoorzitter in mandaat) informeert de ondernemer dat hij binnen twee weken een vergunning moet aanvragen of de speelautomaten moet verwijderen. Waarschuwing speelautomatenexploitant De burgemeester (of de stadsdeelvoorzitter in mandaat) stuurt een brief aan de speelautomatenexploitant, waarin hij van de constatering melding maakt. De exploitant van de speelautomaten heeft dan twee weken de tijd om de automaten weg te halen; anders zullen ze door de politie worden weggehaald. Weghalen automaten De politie haalt de automaten weg op grond van de Wet Economische Delicten (WED). Hiervan wordt proces-verbaal opgemaakt. De politie stuurt een mutatie naar het stadsdeel. Het stadsdeel schrijft de Minister van EZ aan over de speelautomatenexploitant (cc. aan de exploitant) 18) Speelautomatenhal/exploitatie zonder (exploitatie)vergunning De procedure is gelijk aan stappenplan 9

11 19) Speelautomatenhal/Jongeren <18 in het gokgedeelte (of in het geheel geen leeftijdscontrole) De burgemeester (stadsdeelvoorzitter in mandaat) informeert de ondernemer schriftelijk dat hij geen jongeren beneden de 18 mag toelaten in het gokgedeelte van de speelautomatenhal/aan de speelautomaten. Bij een volgende constatering treedt stap 2 van dit stappenplan in werking. Ook wordt de ondernemer gewezen op mogelijke transacties van het OM, waardoor hij niet langer voldoet aan de moraliteitseisen. De sluiting van de inrichting geschiedt door de burgemeester of de stadsdeelvoorzitter in mandaat. De procedure uit stappenplan nr. 3 is van toepassing. Toelichting: Dit plan geldt ook voor jongeren die in een café op een gokautomaat spelen. Tussen stap 1 en stap 2 geldt een termijn van 2 jaar. 20) Speelautomatenhal/Meer automaten (of andere automaten) dan op de vergunning zijn toegestaan De burgemeester (stadsdeelvoorzitter in mandaat) informeert de ondernemer schriftelijk dat hij meer automaten in zijn zaak heeft dan waarvoor de vergunning is afgegeven, en dat hij het aantal automaten moet reduceren. Bij een volgende constatering treedt stap 2 van dit stappenplan in werking. Ook wordt de ondernemer gewezen op mogelijke transacties van het OM, waardoor hij niet langer voldoet aan de moraliteitseisen. Intrekken van de vergunning voor 14 dagen De vergunning wordt ingetrokken voor een periode van twee weken. Hierop is de Awb van toepassing. De sluiting van de inrichting geschiedt door de burgemeester of de stadsdeelvoorzitter in mandaat. De procedure uit stappenplan nr. 3 is van toepassing. 21) Speelautomatenhal/Geen leidinggevende aanwezig De procedure is gelijk aan stappenplan 5 of ) Speelautomatenhal/Geen controle De burgemeester (de stadsdeelvoorzitter in mandaat) informeert de ondernemer dat hij erop moet toezien dat de vergunningvoorschriften in zijn bedrijf worden nageleefd. Hij moet dus controle uitvoeren. Als bij een volgende politiecontrole weer blijkt dat hij niet toeziet op naleving van de vergunningvoorschriften, treedt stap 2 van dit stappenplan in werking. Bestuurlijke waarschuwing met hersteltermijn De ondernemer krijgt een brief waarin staat dat de vergunning over 14 dagen ingetrokken en de inrichting gesloten zal worden. Om dit te voorkomen moet hij binnen 14 dagen aantonen dat hij het toezicht in het bedrijf heeft verscherpt. Als de ondernemer niet op de informatiebrief of de waarschuwing heeft gereageerd, wordt de vergunning ingetrokken. Hierop is de Awb van toepassing. [Verjaringstermijn is 2 jaar.] De sluiting geschiedt door de stadsdeelvoorzitter. De procedure uit stappenplan nr. 3 is van toepassing. 10

12 E. APV/Prostitutiebedrijven (art. 6.2 lid 2 APV) Algemeen: De overtredingen van de exploitatievergunning kunnen (tevens) door het Openbaar Ministerie worden vervolgd; Afhankelijk van de situatie kan ook de Arbeidsinspectie en/of Belastingdienst worden ingeschakeld; Als de omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan van navolgende stappenplannen worden afgeweken, zowel naar boven als naar beneden; Bij aanwezigheid van harddrugs of om andere in art. 7 van de APV vermelde redenen zal een inrichting worden gesloten en geen van de navolgende stappenplannen aan de orde komen; In het geval dat er zich meer overtredingen voordoen, kunnen de stappen uit het stappenplan gecombineerd worden (afhankelijk van de zwaarte van overtredingen); 23) Exploitatie van een prostitutiebedrijf zonder vergunning. De burgemeester (de stadsdeelvoorzitter in mandaat) informeert de ondernemer schriftelijk dat hij voor het exploiteren van een prostitutiebedrijf een exploitatievergunning nodig heeft. De exploitatie moet worden gestaakt. De ondernemer dient binnen twee weken een vergunning aan te vragen, anders treedt stap 2 van dit stappenplan in werking. Aanschrijven staken exploitatie met laatste hersteltermijn Aanzegging bestuursdwang tot sluiten van de inrichting. De ondernemer heeft nog een laatste kans om zijn verzuim te herstellen (1 week). Hierop is de Awb van toepassing. De sluiting van de inrichting voor het publiek geschiedt door de burgemeester of de stadsdeelvoorzitter in mandaat. De procedure uit stappenplan nr. 3 is van toepassing. Toelichting: De exploitatie (zonder geldige vergunning) past niet binnen het prostitutiebeleid. De politie/toezichthouder maakt ten behoeve van gemeente en Openbare Ministerie (OM) resp. rapport en proces-verbaal op. 24) Exploitatie van een prostitutiebedrijf in strijd met de vergunning Overtreding Ontbreken van toezicht door de exploitant/beheerder of schijnbeheer Aanwezigheid van illegale prostituees De politie/toezichthouder maakt ten behoeve van gemeente en Openbare Ministerie (OM) resp. rapport en proces-verbaal op. De burgemeester (de stadsdeelvoorzitter in mandaat) informeert de ondernemer schriftelijk dat hij in overtreding is. Bij een volgende constatering treedt stap 2 van dit stappenplan in werking. Intrekken van de vergunning voor één maand De vergunning wordt ingetrokken voor één maand. Hierop is de Awb van toepassing. De sluiting van de inrichting geschiedt door de burgemeester of de stadsdeelvoorzitter in mandaat. De procedure uit stappenplan nr. 3 is van toepassing. 11

13 25) Overtreding van voorschrift 8 van de exploitatievergunning De politie/toezichthouder maakt ten behoeve van gemeente en Openbare Ministerie (OM) resp. rapport en proces-verbaal op. De burgemeester (de stadsdeelvoorzitter in mandaat) informeert de ondernemer schriftelijk dat de voorschrift 8 uit de exploitatievergunning overtreedt. Bij een volgende constatering treedt stap 2 van dit stappenplan in werking. Intrekken van de vergunning voor één week De vergunning wordt ingetrokken voor één week. Hierop is de Awb van toepassing. Intrekken van de vergunning voor één maand De vergunning wordt ingetrokken voor één maand. Hierop is de Awb van toepassing. Intrekken van de vergunning voor één maand De vergunning wordt ingetrokken voor één maand. Hierop is de Awb van toepassing. 5, 6. Sluiting van de inrichting De sluiting van de inrichting geschiedt door de burgemeester of de stadsdeelvoorzitter in mandaat. De procedure uit stappenplan nr. 3 is van toepassing. Toelichting: Voorschrift 8 houdt in dat de exploitant er zorg voor draagt dat de prostituee op eerste vordering van degenen die met het toezicht op de naleving van het bepaalde in de APV zijn belast, inzicht verschaft over zijn/haar identiteit en verblijfstitel door middel van rechtsgeldige documenten. Omdat in de praktijk blijkt dat de prostituee de documenten wel aan de exploitant toont, maar vaak niet aan de toezichthouder, is ervoor gekozen om twee keer de stap van een maand sluiting in te bouwen. Na de vierde overtreding wordt aangenomen dat er sprake is van het ontbreken van toezicht. Er wordt overgegaan tot intrekking van de vergunning en de inrichting wordt voor onbepaalde tijd gesloten. Wanneer naar het oordeel van de Burgemeester de exploitant genoegzaam heeft aangetoond dat hij zich tot het uiterste heeft ingespannen om ervoor te zorgen dat hij voorschrift 8 naleeft, kan de Burgemeester afzien van het toepassen van deze sanctie. Indien sprake is van de aanwezigheid van illegalen en/of minderjarige prostituees is stappenplan 24 resp. 26 van toepassing. 26) Aanwezigheid minderjarige prostituees De politie/toezichthouder maakt ten behoeve van gemeente en Openbare Ministerie (OM) resp. rapport en proces-verbaal op. De sluiting van de inrichting geschiedt door de burgemeester of de stadsdeelvoorzitter in mandaat. De procedure uit stappenplan nr. 3 is van toepassing. 27) Overlast voor de omgeving De politie/toezichthouder maakt ten behoeve van gemeente en Openbare Ministerie (OM) resp. rapport en proces-verbaal op. De burgemeester (de stadsdeelvoorzitter in mandaat) informeert de ondernemer schriftelijk dat hij overlast voor de omgeving veroorzaakt. Bij voortduring van de overlast treedt stap 2 van dit stappenplan in werking. Opleggen van beperkte openings/sluitingstijden en intrekken van de vergunning voor bepaalde tijd De strafmaat wordt bepaald afhankelijk van de omstandigheden. De Awb is van toepassing. Als vanuit het bedrijf weer overlast wordt veroorzaakt, of de ondernemer de opgelegde beperkte openings- of sluitingstijden overtreedt, wordt de vergunning ingetrokken. Hierop is de Awb van toepassing. 12

14 De sluiting van de inrichting geschiedt door de burgemeester of de stadsdeelvoorzitter in mandaat. De procedure uit stappenplan nr. 3 is van toepassing. 28) Exploitatie van een prostitutiebedrijf in strijd met artikel 250a van het Wetboek van Strafrecht De politie/toezichthouder maakt ten behoeve van gemeente en Openbare Ministerie (OM) resp. rapport en proces-verbaal op. Strafrechtelijke handhaving heeft hoge prioriteit voor het OM. Afhankelijk van de ernst van de situatie sluit de burgemeester de inrichting tijdelijk of voor onbepaalde tijd onder gelijktijdige intrekking van de vergunning. Bij het nemen van deze bestuurlijke maatregelen hoeft de uitkomst van de strafrechterlijke procedure niet te worden afgewacht.; II III in te trekken alle eerder vastgestelde stappenplannen voor de handhaving van voorschriften uit de Dranken Horecawet en uit de APV voor de exploitatie van horeca- en prostitutiebedrijven; de toepassing van de stappenplannen met betrekking tot de APV en de Wet op de Kansspelen, te mandateren aan de voorzitters van de stadsdeelraden; IV dat dit besluit in werking treedt op 1 oktober 200 voornoemd, Burgemeester en Wethouders E. Gerritsen M.J. Cohen secretaris burgemeester Verschenen 14 juli

15 Gemeenteblad afd. 3B nr. 66 Vaststelling gedoogregels en stappenplannen voor de handhaving van de exploitatievergunning en andere vergunningen van horecabedrijven. De burgemeester van Amsterdam, Gezien het besluit van 17 maart 2004 (Gemeenteblad 2004, afd 3B, nr. 22) inzake de vaststelling van de stappenplannen voor handhaving van de gedoogregels voor zowel coffeeshops als hasjcafés; Gezien het besluit van 28 juni 2004 (Gemeenteblad 2004, afd 3B, nr. 44) inzake de vaststelling stappenplannen voor de handhaving van de exploitatievergunning en vergunningen ingevolge de Drank- en Horecawet en Wet op de Kansspelen; Overwegende: dat in het besluit van 17 maart 2004 niet expliciet de gedoogregels zijn opgenomen; dat in het besluit van 28 juni 2004 niet expliciet het besluit van 17 maart 2004 is ingetrokken; dat dit tot verwarring kan leiden over de mogelijkheden voor bestuurlijke handhaving, Brengt ter algemene kennis dat hij op 8 november 2004 heeft besloten: I onderdeel B.8 van het besluit Vaststelling stappenplannen voor de handhaving van de exploitatievergunning en vergunningen ingevolge de Drank- en Horecawet en Wet op de Kansspelen (Gemeenteblad 2004, afd. 3B, nr. 44) te wijzigen en als volgt vast te stellen: B.8. Overtreding van de gedoogvoorwaarden door een inrichting waarin het aanbieden en de verkoop van softdrugs wordt gedoogd (coffeeshops en hasjcafé s) 5. De burgemeester (of de stadsdeelvoorzitter in mandaat) bericht de ondernemer dat hij één van de gedoogvoorwaarden heeft overtreden (en deelt hem mee dat bij een volgende overtreding de exploitatievergunning wordt ingetrokken voor één week). Intrekken vergunning voor één week en schrappen van de gedooglijst De exploitatievergunning wordt ingetrokken voor de periode van één week (en de inrichting wordt voor die periode geschrapt van de lijst van inrichtingen waarin de verkoop van softdrugs wordt gedoogd). Intrekken vergunning voor twee weken en schrappen van de gedooglijst De exploitatievergunning wordt ingetrokken voor de periode van twee weken (en de inrichting wordt voor die periode geschrapt van de lijst van inrichtingen waarin de verkoop van softdrugs wordt gedoogd). Tevens wordt aan de exploitant meegedeeld dat bij de volgende overtreding de maatregelen definitief zullen zijn. De inrichting wordt definitief geschrapt van de lijst van coffeeshops en de exploitatievergunning wordt ingetrokken. De sluiting geschiedt door de burgemeester of de stadsdeelvoorzitter in mandaat.; II de volgende gedoogvoorwaarden te hanteren voor bestuurlijk optreden: De Richtlijnen voor het opsporings- en strafvorderingsbeleid inzake strafbare feiten van de Opiumwet van 11 september 1996: A geen affichering, reclame anders dan een summiere aanduiding op de lokaliteit; H geen harddrugs mogen in de coffeeshop voorhanden zijn en/of verkocht worden; O geen overlast, waaronder parkeeroverlast rond de coffeeshop, geluidshinder, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshop rondhangende klanten; J geen verkoop aan jeugdigen (personen jonger dan 18 jaar) en geen toegang aan jeugdigen tot 1

16 een coffeeshop; G geen verkoop van hoeveelheden groter dan geschikt voor eigen gebruik (5 gram) per transactie (koop en verkoop in één coffeeshop op één dag met betrekking tot één koper). - geen handelsvoorraad van meer dan 500 gram in of in de directe nabijheid van de coffeeshop. Verkoop van enig product mag niet plaatsvinden door middel van loketten aan de straatzijde, open puien of anderszins direct op of aan de weg. Verkoop dient plaats te vinden in voorverpakte eenheden. De inrichting dient het karakter van een horeca-etablissement te hebben. 5. Het door de gemeente verstrekte vignet met de benaming coffeeshop dient in het bedrijf te worden aangebracht op zodanige wijze, dat het vignet te allen tijde van buitenaf duidelijk zichtbaar is.; III in te trekken het besluit van 17 maart 2004 (Gemeenteblad 2004, afd 3B, nr. 22). De burgemeester van Amsterdam, mr. M.J. Cohen Toelichting. Omdat het stappenplan voor coffeeshops ook voor hasjcafés geldt, krijgt de hasjcaféondernemer die eerder een waarschuwing heeft gehad (stap 1 uit het oude hasjcafé-stappenplan (Gemeenteblad 1997, afd. 3, nr 8)), bij een overtreding van de gedoogvoorwaarden een extra stap voordat zijn exploitatievergunning definitief wordt ingetrokken. De verjaringstermijn is drie jaar. Dat betekent dat als de ondernemer drie jaar lang geen gedoogvoorwaarden heeft overtreden, hij één stap terug gaat in het stappenplan. De uitsterfregeling bij de overdracht blijft van kracht. Bij overdracht moet de exploitant een keuze maken de zaak voort te zetten als een alcoholvrije coffeeshop of de verkoop van softdrugs te staken en verder door te gaan als alcoholverstrekkend horecabedrijf. Splitsing van de zaak in een alcoholvrij en een alcoholverstrekkend deel is en blijft niet toegestaan. 2

17 Verschenen 10 november 200 3