DOSSIER I 31/10/2014 UPDATE I 19 AUG Lastenverlagingen RSZ

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DOSSIER I 31/10/2014 UPDATE I 19 AUG 2014. Lastenverlagingen RSZ"

Transcriptie

1 DOSSIER I 31/10/2014 UPDATE I 19 AUG 2014 Lastenverlagingen RSZ

2 VOORWOORD Dit DOSSIER geeft u een uitgebreide toelichting bij de werking van de structurele lastenverlaging en een overzicht van de verschillende doelgroepverminderingen zoals geregeld op datum van 1 juli De bedoeling van dit DOSSIER is tweeledig: enerzijds de huidige stand van zaken weergeven en anderzijds, en in hoofdzaak, een kader aanreiken zodat u de komende wijzigingen die zich aankondigen, zowel op het vlak van de structurele lastenverlaging, als de doelgroepverminderingen, beter kunt opvolgen. Is er iets dat vollediger of duidelijker kan? Dan kunt u zoals steeds contact met ons opnemen! unisoc - Kolonel Bourgstraat Brussel T +32 (0) info@unisoc.be - auteur: Sylvie Slangen & Michaël De Gols datum uitgave: 31 oktober

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding Lastenverlagingen: Algemeen Een aantal belangrijke principes onderliggend aan RSZ- lastenverlagingen De prestatiebreuk (µ) Vaste multiplicatiefactor (ß) De structurele lastenverlaging De regelgeving Algemeen Principes Berekening structurele lastenverlaging Berekening van het forfaitair verminderingsbedrag R Drie categorieën van de structurele lastenverlaging Het vast verminderingsbedrag F De hogelonencomponent(δ x (W-S1)) De hogelonengrens S Het loon W De hellingscoëfficiënt Δ De lagelonencomponent (α x (S0 S)) De lagelonengrens S Het refertekwartaalloon S De hellingscoëfficiënt Forfaitair verminderingsbedrag R: samenvatting Berekening uiteindelijke bedrag van de structurele lastenverlaging In algemene bewoordingen Een cijfervoorbeeld Grafische voorstelling structurele lastenverlaging Verminderingen voor doelgroepen De regelgeving Algemeen Retro acta Principes Berekening doelgroepvermindering Oudere werknemers Eerste aanwervingen Collectieve arbeidsduurvermindering & vierdagenweek Langdurig werkzoekenden De doelgroepvermindering langdurig werkzoekenden De werkuitkering

4 4.7 Jonge werknemers Mentors Doelgroepverminderingen i.k.v. de Zesde Staatshervorming Berekening uiteindelijke bedrag van de doelgroepvermindering Bijlage Gelijkstellingen langdurig werkzoekenden Categorie Activa Tabel langdurig werkzoekenden Categorie Activa Gelijkstellingen langdurig werkzoekenden Categorie doorstromingsprogramma s Tabel langdurig werkzoekenden Categorie doorstromingsprogramma s Gelijkstellingen langdurig werkzoekenden Categorie Sine Tabel langdurig werkzoekenden Categorie Sine Gelijkstellingen in het kader van de Activa-werkuitkering Tabel ACTIVA-werkuitkering Tabel middengeschoolden, laaggeschoolden en erg laaggeschoolden Mentors doelgroepen ten aanzien van wie zij stages moeten verzorgen & opleidingen moeten geven Aantal mentoren waarvoor de doelgroepvermindering genoten kan worden

5 1. Inleiding 5

6 Op 1 juli 2014 zijn, ingevolge de zesde staatshervorming, een aantal bevoegdheden overgedragen van het federale niveau naar de gemeenschappen en de gewesten. Eén van die bevoegdheden zijn de doelgroepverminderingen. Die doelgroepverminderingen maken deel uit van een groter geheel, nl. de RSZ-lastenverlagingen. Opdat duidelijk zou zijn wat precies geregionaliseerd wordt en wat federaal blijft, leek het ons opportuun om u in dit DOSSIER een algemeen overzicht te geven van de RSZ-lastenverlagingen zoals die op 1 juli 2014 bestonden. Ten eerste moet men de structurele lastenverlaging onderscheiden. In dit deel van het DOSSIER wordt uiteengezet hoe de structurele lastenverlaging berekend moet worden. De structurele lastenverlaging is ook na 1 juli 2014 een federale materie gebleven. Dit deel van het DOSSIER zal dan ook naar de toekomst toe behouden blijven, en verder uitgewerkt worden indien er zich wijzigingen voordoen. Een tweede luik van dit DOSSIER behelst de doelgroepverminderingen. In dit luik is het de bedoeling om u een overzicht te geven van alle doelgroepverminderingen op datum van 1 juli In het luik over de doelgroepverminderingen wordt ook ingegaan op de activering van de werkloosheidsuitkering, de zogenaamde activa-werkuitkering, omwille van de band met de doelgroepvermindering langdurig werklozen. Op 1 juli 2014 zijn de regio s bevoegd geworden voor de doelgroepverminderingen en activa-werkuitkeringen. Daarom zal unisoc deze materie, naar de toekomst toe, niet meer kunnen opvolgen. Het zullen de regionale vzw s zijn die u over dit onderwerp verder zullen informeren. Het laatste deel van dit DOSSIER is de bijlage. Om de doelgroepverminderingen zo begrijpelijk mogelijk uiteen te zetten, leek het ons opportuun om niet te veel in details en cijfers te verzanden, en vooral te focussen op de belangrijkste samenstellende elementen van de diverse verminderingen. Voor de volledigheid van uw informatie, hebben we er voor geopteerd om deze detail- en cijferinformatie toch te hernemen in een bijlage. Voor elk onderwerp waar extra informatie bij werd voorzien, is een link naar de bijlage toegevoegd. Ook kunt u gemakkelijk terugkeren naar de hoofdtekst door de ga terug -link te gebruiken. Dit DOSSIER behandelt dus én de structurele lastenverlaging én de doelgroepverminderingen. Hierbij is wel gefocust op wat relevant is voor de socialprofitwerkgever. Zo zult u in de uitleg over de doelgroepverminderingen dan ook niets terug vinden over het huispersoneel, over herstructureringen en over het horecapersoneel. Ook wordt in dit DOSSIER vooralsnog niet ingegaan op de sociale Maribel en de projecten ter bevordering van de tewerkstelling in de socialprofitsector. 6

7 2. Lastenverlagingen: Algemeen 7

8 Vooraleer in te gaan op de structurele lastenverlaging en op de doelgroepverminderingen is het nuttig om eerst even stil te staan bij een aantal principes die zowel de structurele lastenverlaging als de doelgroepverminderingen schragen. Ook wordt een woordje uitleg gegeven over een aantal factoren die het uiteindelijke bedrag van zowel de structurele lastenverlaging als de doelgroepvermindering mee bepalen, nl. de prestatiebreuk en de vaste multiplicatiefactor. 2.1 Een aantal belangrijke principes onderliggend aan RSZ- lastenverlagingen De volgende principes zijn van belang bij het bestuderen van de RSZ-lastenverlagingen: Het is belangrijk op te merken dat de RSZ-lastenverlagingen betrekking hebben op één kwartaal. De genoemde bedragen zijn dus bedragen op kwartaalbasis, en niet op maandbasis. De lastenverlagingen worden berekend per tewerkstellingslijn in het betreffende kwartaal. De tewerkstellingslijn zou men kunnen omschrijven als elke tewerkstelling van één werknemer bij één werkgever op basis van één overeenkomst. Het is dan ook mogelijk dat er voor één werknemer in één kwartaal meerdere tewerkstellingslijnen bij één werkgever voorkomen: bijvoorbeeld omdat de werknemer tijdens dat kwartaal tewerkgesteld werd op basis van meerdere contracten of er bijvoorbeeld sprake is van een overgang van een deeltijds contract naar een voltijds contract tijdens het kwartaal. Meerdere tewerkstellingen in één enkel kwartaal geven aanleiding tot meerdere berekeningen van de potentiële lastenverlagingen. De werkgever kan per tewerkstellingslijn, de structurele lastenverlaging cumuleren met maximaal één doelgroepvermindering. De werkgever kan dus genieten van: o En de structurele lastenverlaging (afhankelijk van de categorie waartoe de werknemer behoort); o En één doelgroepvermindering (indien aan de voorwaarden voldaan). Indien een werkgever voor een werknemer tijdens hetzelfde kwartaal van meerdere tewerkstellingslijnen gebruik maakt, is er geen bezwaar tegen dat op de bijdragen m.b.t. de eerste tewerkstellingslijn doelgroepvermindering A toepast wordt en op de bijdragen m.b.t. de tweede tewerkstellingslijn doelgroepvermindering B. Het cumulatieverbod tussen twee vermindering komt er dus op neer dat beide niet samen mogen worden aangerekend op de bijdragen die betrekking hebben op eenzelfde tewerkstellingslijn. 8

9 De structurele lastenverlaging en de doelgroepvermindering zijn voor één welbepaalde tewerkstelling niet cumuleerbaar met een andere vermindering van de werkgeversbijdragen, met uitzondering van de sociale Maribel (indien aan de voorwaarden voldaan). De doelgroepvermindering langdurig werkzoekenden, gesubsideerde contractuelen 1 en artikel 60 7 daarentegen zijn ook met de vermindering sociale maribel niet cumuleerbaar. Bij het berekenen van het verminderingsbedrag trekt men eerst het bedrag sociale maribel af van de verschuldigde werkgeversbijdragen om het maximale bedrag aan werkgeversbijdragen te kennen waarop de geharmoniseerde vermindering in mindering mag worden gebracht. Vermits werknemers voor wie de werkgever de doelgroepvermindering langdurig werkzoekenden geniet, of de doelgroepvermindering gesubsidieerde contractuelen en artikel 60, 7 niet tot het toepassingsgebied van de vermindering sociale maribel behoren, moet het forfait bij deze werknemers niet in mindering worden gebracht. Voor de werknemers van beschutte werkplaatsen geldt een aparte regeling. Het bedrag sociale maribel moet NOOIT vooraf in mindering gebracht worden. Negatieve sociale bijdragen zijn niet toegelaten. Dit betekent dat het niet mogelijk is dat het bedrag van de vermindering van socialezekerheidsbijdragen hoger ligt dan het bedrag van de verschuldigde bijdragen. Men kan, met andere woorden, niet meer verminderen dan dat men verschuldigd is. De berekening van de structurele lastenverlaging en doelgroepvermindering vertrekt vanuit de hypothese dat het over een voltijdse tewerkstelling gaat. De bijdragevermindering wordt daarna met de reëel geleverde prestaties in overeenstemming gebracht door rekening te houden met de prestatiebreuk (µ) van de tewerkstellingslijn en een vaste multiplicatiefactor (β). 2.2 De prestatiebreuk (µ) Aan de hand van de prestatiebreuk wordt het bedrag van de RSZ-vermindering (structurele en/of doelgroep) geproportioneerd in functie van het effectief aantal gewerkte arbeidsdagen (of arbeidsuren) en de daarmee gelijkgestelde dagen (of uren). De prestatiebreuk µ wordt bepaald per tewerkstellingslijn waarvoor de vermindering wordt berekend. Er wordt een onderscheid gemaakt naargelang de tewerkstelling wordt aangegeven in dagen en/of in uren. 1 Dit geldt niet voor gesubsidieerde contractuelen tewerkgesteld onder de voorwaarden van het KB nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen. In dit geval wordt de sociale Maribel evenwel beperkt tot het bedrag van de loonmatigingsbijdrage. 9

10 Om de prestatiebreuk te berekenen worden het aantal (effectieve en gelijkgestelde) arbeidsdagen of -uren op kwartaalbasis gedeeld door het product dat men bekomt door het aantal arbeidsdagen per week van het arbeidsstelsels, of in voorkomend geval, het gemiddeld aantal uren per week van een maatpersoon te vermenigvuldigen met 13 (het aantal weken in een kwartaal). Dit ziet er als volgt uit in breukvorm: Het aantal (effectieve en gelijkgestelde) arbeidsdagen of -uren op kwartaalbasis Het aantal dagen van tewerkstelling van het arbeidsstelsel per week of, in voorkomend geval, het gemiddeld aantal uren van een maatpersoon per week x 13 Voor meer gedetailleerde informatie verwijzen we naar de RSZ-website. 2.3 Vaste multiplicatiefactor (ß) De vaste multiplicatiefactor wordt berekend op basis van alle prestatiebreuken van de werknemer bij dezelfde werkgever. Door de som van alle prestatiebreuken komt men tot de totale prestatie van die werknemer (µ glob ). De vaste multiplicator β maakt het mogelijk om een minimumprestatiegrens, die 0,275 (27,5%) bedraagt, in te voeren en te controleren. Indien de totale prestaties van de werknemer bij de werkgever onder die grens liggen, kan geen enkele vermindering toegepast worden (behoudens enkele uitzonderingen, zie infra). De vaste multiplicator β maakt het voorts mogelijk om af te wijken van een strikt proportionele vermindering van de bijdragen in geval van onvolledige kwartaalprestaties, dit om meer werken aan te moedigen (de correctie is voordeliger naarmate meer gepresteerd wordt). Onder onvolledige kwartaalprestaties wordt gedoeld op de hierna volgende situaties: deeltijdse werknemers; werknemers in het kwartaal waarin ze in- of uit diensttreden; werknemers aangegeven met niet-bezoldigde dagen (zoals gelijkgestelde dagen ziekte, economische werkloosheid, staking enz.). 10

11 De vaste multiplicatiefactor β kan verschillend zijn voor de structurele lastenverlaging en de doelgroepvermindering. Dit wordt geïllustreerd in onderstaande tabel: Totale prestaties van een werknemer bij één werkgever (µ glob ) Structurele lastenverlaging Doelgroepvermindering Totale prestaties van een werknemer bij één werkgever (µ glob ) Indien µ glob gelijk is aan of groter is dan 0,80 β bedraagt 1/ µ glob. Dit betekent dat men vanaf 80% prestaties van een volledige lastenverlaging geniet. β bedraagt 1/ µ glob. Dit betekent dat men vanaf 80% prestaties van een volledige doelgroepvermindering geniet. Indien µ glob gelijk is aan of groter is dan 0,80 We illustreren dit even aan de hand van een voorbeeld, waarin de werknemer in geval van volledige kwartaalprestaties voor zijn werkgever het recht opent op een structurele bijdragevermindering van 471,00- (werknemer die ressorteert onder categorie 3). De werknemer en de werkgever zijn verbonden door één arbeidsovereenkomst waardoor de prestatiebreuk µ gelijk is aan de totale prestatie µ glob. Prestatie Berekening strikt pro rata Toepassing β = daadwerkelijk toegekend voordeel 100% 471,00 471,00 90% 423,90 471,00 80% 376,80 471,00 70% 329,70 402,89 60% 282,60 337,42 50% 235,50 277,89 11

12 20% 94,20 111,16 (Want één van de 4 uitzonderingen!) TERUG 12

13 3. De structurele lastenverlaging 13

14 3.1 De regelgeving Dit hoofdstuk over de structurele lastenverlaging werd opgesteld op basis van volgende wetgevende teksten: - De Programmawet van 24 december 2002 (I), art (BS 31/12/2002). - Het Koninklijk Besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de socialezekerheidsbijdragen (BS 06/06/2003). 3.2 Algemeen Principes De structurele lastenverlaging is een verlaging van de RSZ-werkgeversbijdragen. Bij de berekening van deze lastenverlaging moet met volgende elementen rekening worden gehouden: Het is een lineaire bijdragevermindering. Alle werknemers openen voor hun werkgever het recht op deze bijdragevermindering. Dit in tegenstelling tot de doelgroepverminderingen waar de lastenverlaging bepaald wordt aan de hand van de kenmerken die al dan niet aanwezig zijn in hoofde van de werknemer. De werkgever kan per tewerkstellingslijn van een werknemer genieten van de structurele vermindering. De rechtopenende werknemers zijn diegenen die onderworpen zijn aan het geheel der regelingen als bedoeld in artikel 21, 1 van de wet van 29 juni De structurele lastenverlaging vindt met andere woorden toepassing in de private sector (op een beperkt aantal uitzonderingen na). De publieke sector geniet nauwelijks van deze vermindering behoudens een aantal uitzonderingen. Meer concrete info over deze uitzonderingen in zowel de private als publieke sector vindt u via deze link naar de RSZ-website Berekening structurele lastenverlaging Om het bedrag van de structurele lastenverlaging (P s ) te bepalen, moet men het forfaitair verminderingsbedrag R vermenigvuldigen met de prestatiebreuk µ en de vaste multiplicatiefactor ß (s). Uitgedrukt in een formule, ziet dit er als volgt uit: (P s ) = R x µ x β s De prestatiebreuk (µ) en de vaste multiplicatiefactor ß (s) zijn reeds in detail besproken in het vorige luik (punten 2.2 en 2.3). 14

15 In dit hoofdstuk wordt uiteengezet met welke elementen rekening gehouden moet worden bij de berekening van het forfaitair verminderingsbedrag R Berekening van het forfaitair verminderingsbedrag R Het forfaitair verminderingsbedrag R bestaat uit: - Een vast verminderingsbedrag F; - Een lagelonencomponent, dit is een extra vermindering bovenop het vast verminderingsbedrag F indien het refertekwartaalloon S lager is dan de vastgestelde loongrens S 0 ; - Een hogelonencomponent, dit is een extra vermindering bovenop het vast verminderingsbedrag F indien het loon W hoger is dan een vastgestelde loongrens S 1. Logischerwijs kan men niet genieten van én de lagelonencomponent, én de hogelonencomponent: ofwel zal het refertekwartaalloon lager liggen dan S 0, ofwel zal het loon hoger liggen dan S 1. Uitgedrukt in een wiskundige formule kan men het forfaitair verminderingsbedrag R als volgt uitdrukken: R = F + x (S 0 S) + δ x (W-S 1 ) De componenten waarmee rekening gehouden moet worden bij de berekening van het forfaitair verminderingsbedrag R, verschillen naargelang de categorie waartoe de tewerkgestelde werknemers behoren. Daarom zullen eerst deze categorieën, drie in totaal, uiteengezet worden, alvorens in te gaan op de verschillende componenten van het forfaitair verminderingsbedrag R. 3.3 Drie categorieën van de structurele lastenverlaging Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen drie verschillende categorieën. Categorie 1 van de structurele lastenverlaging bestaat uit alle werknemers die niet behoren tot categorie 2 of categorie 3. In categorie 2 van de structurele lastenverlaging gaat het om werknemers die tewerkgesteld worden door werkgevers die onder het toepassingsgebied van de sociale Maribel ressorteren (met uitzondering van de werknemers tewerkgesteld bij een werkgever die ressorteert onder het PC van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en de werknemers die worden tewerkgesteld in een erkende beschutte werkplaats). Om 15

16 misverstanden te vermijden, verduidelijken we dat de sociale werkplaatsen niet langer onder de sociale Maribel vallen (en dus niet onder categorie 2 van de structurele lastenverlaging ressorteren). Categorie 3 van de structurele lastenverlaging omvat de werknemers die tewerkgesteld worden in een erkende beschutte werkplaats. Deze categorieën zijn van belang, omdat ze een invloed hebben op de bedragen van de samenstellende elementen van het forfaitair verminderingsbedrag R en de manier van berekening van het forfaitair verminderingsbedrag R. In het vervolg van dit hoofdstuk verduidelijken we dit voor elk van de samenstellende elementen. 3.4 Het vast verminderingsbedrag F Het vast verminderingsbedrag F varieert naargelang de categorie van de structurele lastenverlaging waartoe de werknemer behoort. Voor categorie 1 bedraagt dit bedrag momenteel 462,60 euro. In uitvoering van het competitiviteitspact wordt dit bedrag van 462,60 euro vanaf 1 januari 2015, 2017 en 2019 telkens verhoogd met een bedrag van 14 euro. 2 Voor categorie 2 is dit bedrag gelijk aan 0 EURO. Voor de werknemers van categorie 2 wordt een gelijkaardig, maar lager forfait gestort in de fondsen sociale Maribel. Voor categorie 3 gaat het actueel om een bedrag van 471,00 euro. De beschutte werkplaatsen, die onder het toepassingsgebied van de sociale Maribel ressorteren, genieten desondanks ook van een vast verminderingsbedrag F dat daarenboven hoger ligt dan het forfait van toepassing in categorie één. De reden hiervan is dat categorie 3 van de structurele lastenverlaging in 1999 is ingevoerd als engagement van de federale overheid om de meerkost t.g.v. de invoering van het minimumloon (GGMMI 3 ) voor de doelgroepwerknemers in de beschutte werkplaatsen mee te helpen financieren. De bedragen van het vast verminderingsbedrag F worden niet (automatisch) geïndexeerd. 2 Het vast verminderingsbedrag F voor categorie 1 is sinds 1 april 2013 tot drie maal toe verhoogd. In de nasleep van de IPA-besprekingen 2013/14 zijn twee verhogingen van F doorgevoerd: vanaf 1 april 2013 tot 452,50- en vanaf 1 januari 2014 tot Een vooralsnog laatste verhoging heeft plaatsgevonden op (nogmaals) 1 januari 2014, tot het huidige bedrag van 462,60-, als compensatie voor de afschaffing van de carenzdag in het kader van het eenheidsstatuut arbeiders-bedienden. 3 Gewaarborgd Gemiddeld Minimum MaandInkomen (GGMMI) 16

17 3.5 De hogelonencomponent (δ x (W-S1)) Bovenop het vast verminderingsbedrag F kan er van een extra vermindering worden genoten indien het loon een bepaald grensbedrag overstijgt. Hoe meer het loon boven het grensbedrag uitstijgt, hoe groter de extra vermindering (dit in tegenstelling tot het verminderingsbedrag F dat een vaste waarde heeft). Voor de berekening van de hogelonencomponent zijn drie factoren van belang: - De hogelonengrens S 1 ; - Het loon W; - De hellingscoëfficiënt δ. Op basis van deze drie elementen kan men de volgende berekening maken: Hogelonencomponent = δ x (W-S 1 ) De hogelonengrens S 1 De hogelonengrens is het grensbedrag vanaf waar een extra RSZ-vermindering bovenop het vast verminderingsbedrag F genoten kan worden. Dit grensbedrag is afhankelijk van de categorie van de structurele lastenverlaging waaronder de werknemer ressorteert. Voor categorie 1 is de hogelonengrens vastgesteld op ,07 EURO. Voor categorieën 2 en 3 is de hogelonengrens vastgelegd op ,80 EURO. 4 De werknemers onder categorieën 2 en 3 openen met andere woorden sneller het recht op een extra vermindering dan de werknemers onder categorie 1. Vanaf 2012 worden de hogelonengrenzen aangepast bij elke verhoging van de loongrenzen van de werkbonus als gevolg van een indexaanpassing. Deze aanpassing van de hogelonengrenzen loopt vanaf het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin de loongrenzen van de werkbonus worden verhoogd. Indien de verhoging van de loongrenzen in het begin van het kwartaal plaatsvindt, heeft de aanpassing van de hogelonengrenzen al gevolgen vanaf dat kwartaal. 4 De hogelonengrens heeft lange tijd bedragen. Vanaf het tweede kwartaal 2012 is de grens verhoogd tot als één van de besparingsmaatregelen van de toenmalige federale regering. De grens is vervolgens nog verder verhoogd, weliswaar enkel voor categorie 1: vanaf het tweede kwartaal 2013 tot ,80- en vanaf het eerste kwartaal 2014 tot ,07. Deze laatste twee verhogingen zijn het automatische gevolg van de verhoging van het vaste verminderingsbedrag F voor categorie 1 (zie voetnoot 1). 17

18 3.5.2 Het loon W Het loon dat in aanmerking genomen moet worden, is de loonmassa die per tewerkstellingslijn driemaandelijks wordt aangegeven aan 100% (dit is het brutomaandloon, zonder aftrek van de socialezekerheidsbijdragen verschuldigd door de werknemer). Bepaalde vergoedingen worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van het loon W: de vergoedingen die worden betaald ingevolge een verbreking van de arbeidsovereenkomst en in zoverre deze worden uitgedrukt in arbeidsduur, de eindejaarspremies die betaald worden door derden, de vergoedingen voor uren die geen arbeidsuren zijn, de vergoedingen enkel vertrekvakantiegeld uitbetaald door een werkgever aan zijn (ex-) werknemer De hellingscoëfficiënt Δ Zoals al gezegd, hoe meer het loon boven de hogeloongrens S 1 uitstijgt, hoe groter de extra vermindering bovenop het vast verminderingsbedrag F. De hellingscoëfficiënt delta (δ) zorgt voor dit recht evenredig verband tussen het loon en de extra lastenverlaging. De hellingscoëfficiënt δ is vastgelegd op 0,0600 voor zowel categorie 1, 2 en 3 van de structurele lastenverlaging. 3.6 De lagelonencomponent (α x (S0 S)) Bovenop het vast verminderingsbedrag F kan er van een extra vermindering worden genoten indien het loon lager ligt dan een bepaald grensbedrag. Hoe meer het loon onder het grensbedrag ligt, hoe groter de extra vermindering, dit in tegenstelling tot het verminderingsbedrag F dat een vaste waarde heeft. Voor de berekening van de lagelonencomponent zijn drie factoren van belang: - De lagelonengrens S 0 ; - Het refertekwartaalloon S; - De hellingscoëfficiënt. Op basis van deze drie elementen kan men de volgende berekening maken: Lagelonencomponent = x (S 0 S) 18

19 3.6.1 De lagelonengrens S 0 De lagelonengrens is het grensbedrag waaronder een extra RSZ-vermindering bovenop het vast verminderingsbedrag F genoten kan worden. Dit grensbedrag is afhankelijk van de categorie van de structurele lastenverlaging waaronder de werknemer ressorteert. Voor categorie 1 is de lagelonengrens vastgesteld op 5.560,49 EURO, voor categorie 2 is dat 6.150,00 EURO en voor categorie 3 bedraagt de lagelonengrens 7.225,00 EURO. 5 De hogere grenzen voor de categorieën 2 en 3 betekenen dat meer werknemers uit deze categorieën het recht op een extra verlaging voor hun werkgever openen, met die nuance dat er voor categorie 2 geen vast verminderingsbedrag van toepassing is (omwille van de Sociale Maribel!). Vanaf 2014 wordt de lagelonengrens voor categorieën 1 en 2 aangepast bij elke verhoging van de loongrenzen van de werkbonus als gevolg van een indexaanpassing. Deze aanpassing van de lagelonengrens loopt vanaf het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin de loongrens van de werkbonus wordt verhoogd. Indien de verhoging van de loongrens van de werkbonus in het begin van het kwartaal plaatsvindt, heeft de aanpassing van de lagelonengrens al gevolgen vanaf dat kwartaal. De lageloongrens voor categorie 3 daarentegen wordt al sinds 2005 aan de index aangepast, wederom als onderdeel van het engagement van de federale overheid bij de financiering van de meerkost als gevolg van de invoering van het minimumloon voor de doelgroepwerknemers in de beschutte werkplaatsen. In uitvoering van het competitiviteitspact wordt de lagelonengrens vanaf 1 januari 2015, 2017 en 2019 telkens verhoogd met een bedrag van 480 EURO. Deze verhoging geldt zowel voor de lagelonengrens van categorie 1 van de structurele lastenverlaging, als voor de categorieën 2 en 3! Het refertekwartaalloon S Met het refertekwartaalloon bedoelt men het brutokwartaalloon in geval van volledige arbeidsprestaties. Voor werknemers die dat kwartaal niet voltijds hebben gewerkt, wordt hun loon omgerekend alsof ze dat kwartaal wel voltijds zouden hebben gewerkt. We merken op dat deze correctie naar een voltijdse tewerkstelling niet gebeurt voor de berekening van de hogelonengrens. 5 De lageloongrens heeft sinds 2005 lange tijd bedragen voor categorieën 1 en 2. Vanaf het eerste kwartaal 2013 is de grens verhoogd in het kader van de relancestrategie. De bedoeling was op deze manier de tewerkstelling van laaggekwalificeerde werknemers aan te zwengelen. Deze verhoging is gefinancierd door de lastenverlaging bij onvolledige kwartaalprestaties te verlagen. Voor categorie 1 is de grens vanaf het tweede kwartaal 2013 en nogmaals vanaf het eerste kwartaal 2014 opnieuw naar onderen bijgesteld. Deze aanpassing is een automatisch gevolg van de verhoging van het vast verminderingsbedrag F (zei voetnoot 1). Categorie 3 heeft steeds genoten van een hogere lagelonengrens omdat, in tegenstelling tot categorieën 1 en 2, deze lagelenengrens al vanaf 2005 geïndexeerd wordt. 19

20 De omrekening naar een (fictief) voltijds loon gebeurt omdat men anders te makkelijk onder deze lageloongrens zou kunnen vallen en dus van de vermindering zou kunnen genieten. Iemand die bijvoorbeeld halftijds tewerkgesteld wordt (en dus naar verhouding betaald wordt), zou van deze extra vermindering kunnen genieten voor een loon dat niet noodzakelijk "laag" is. De berekening van het refertekwartaalloon gebeurt als volgt: 1. Omzetting van het reële loon op kwartaalbasis naar een voltijds loon op weekbasis: het loon zoals driemaandelijks wordt aangegeven wordt gedeeld door het aantal effectieve en gelijkgestelde arbeidsdagen of arbeidsuren; vervolgens vermenigvuldigd met het aantal dagen, in voorkomend geval het gemiddeld aantal uren, van een maatpersoneel per week. 2. Omzetting van het voltijds loon op weekbasis naar een voltijds loon op kwartaalbasis: het voltijds loon op weekbasis wordt vermenigvuldigd met 13 (13 weken vormen immers één kwartaal). Opgelet! Een aantal vergoedingen moet niet meegenomen worden voor de berekening van het refertekwartaalloon S. Voor meer gedetailleerde informatie, verwijzen we daarom naar volgende link op de RSZ-website De hellingscoëfficiënt Zoals al gezegd, hoe meer het loon onder de lagelonengrens S 0 ligt, hoe groter de extra vermindering bovenop het vast verminderingsbedrag F. De hellingscoëfficiënt zorgt voor dit recht evenredig verband tussen loon en extra lastenverlaging. De hellingscoëfficiënt is afhankelijk van de categorie waarop ze betrekking heeft: - De hellingscoëfficiënt voor categorie 1 bedraagt 0,1620; - De hellingscoëfficiënt voor categorie 2 bedraagt 0,2557; - De hellingscoëfficiënt voor categorie 3 bedraagt 0,1785. Hoe groter de hellingscoëfficiënt alfa, hoe sneller het extra verminderingsbedrag voor de werkgever stijgt naarmate het loon daalt. Anders gezegd, voor een gelijk laag loon is het extra verminderingsbedrag waarop een werkgever recht heeft het voordeligst in categorie 2, gevolgd door categorie 3 en tenslotte categorie 1. 20

21 3.7 Forfaitair verminderingsbedrag R: samenvatting Het forfaitair verminderingsbedrag R bestaat, zoals bovenstaand uitgelegd, uit drie samenstellende elementen met name vast verminderingsbedrag F, de hoge- en lagelonencomponent. Deze samenstellende elementen kunnen verschillen naargelang de categorie van de structurele lastenverlaging waartoe een werknemer behoort. Samengevat kan het forfaitair verminderingsbedrag R voor elk van de drie categorieën als volgt samengevat worden: R = F + Lagelonencomponent + Hogelonencomponent R categorie 1 = 462,60 + 0,1620 x (5.560,49 S) + 0,0600 x (W ,07) R categorie 2 = 0,00 + 0,2557 x (6.150,00 S) + 0,0600 x (W ,80) R categorie 3 = 471,00 + 0,1785 x (7.225,00 S) + 0,0600 x (W ,80) 3.8 Berekening uiteindelijke bedrag van de structurele lastenverlaging In algemene bewoordingen Om het uiteindelijke bedrag van de structurele lastenverlaging P s te bepalen, moet men het forfaitair verminderingsbedrag R vermenigvuldigen met de prestatiebreuk µ en de vaste multiplicatiefactor ß (s). Uitgedrukt in een formule, ziet dit er zo uit: (P s ) = R x µ x β s 21

22 De berekening van de structurele lastenverlaging, zoals uitgelegd in de punten 3.4 tot en met 3.7, vertrekt vanuit de hypothese dat het over een voltijdse tewerkstelling gaat. 6 In een tweede fase moet het aldus bekomen verminderingsbedrag dus nog geproportioneerd worden in functie van de eigenlijke prestaties aan de hand van de prestatiebreuk µ en de vaste multiplicatiefactor ß (s). Voor meer uitleg over deze twee begrippen, verwijzen we naar de uitleg in het begin van deze nota (zie punten 2.2 en 2.3) Een cijfervoorbeeld Hieronder vindt u een uitgewerkt cijfervoorbeeld. We verwijzen ook naar volgende link, waar u een overzicht vindt van de structurele lastenverlaging zoals die er uit ziet in 2014, 2015 en 2019 (voor de 3 categorieën en rekening houdend met de verhogingen voorzien in het competitiviteitspact). Deze Excel-sheet stelt u in staat om voor een welbepaald maandloon, het effect van de structurele lastenverlaging te raadplegen. Situatieschets Een werknemer uit een beschutte werkplaats (categorie 3) werkt 30 uren per week, terwijl het gemiddeld arbeidsregime van een maatpersoon in de onderneming 36u/week bedraagt. Het loon van de werknemer dat werd aangeven voor het kwartaal bedraagt EURO. Berekening De volgende berekening moet gemaakt worden: (P s ) = R x µ x β s Stap 1: We berekenen eerst het forfaitair verminderingsbedrag R: R categorie 3 = 471,00 + 0,1785 x (7.225,00 S) + 0,0600 x (W ,80) W = euro S = (S is het bedrag alsof de werknemer voltijdse prestaties aan 100% heeft geleverd, in dit geval in een 36-urenweek, berekend zoals uitgelegd onder punt ); Wanneer we deze elementen invullen in de formule geeft dit: R = 471,00 + 0,1785 x (7.225, ) + 0,0600 x ( ,80) er is dus geen hogelonencomponent, omdat het loon W zich onder de hogelonengrens van ,80 euro bevindt. R = 471,00 + 0,1785 x (7.225, ) 6 Opmerking: In geval van onvolledige prestaties, moet de berekening van de lagelonencomponent daadwerkelijk gebaseerd worden op het fictieve voltijdse loon. Zie punt

23 = 471,00 + 0,1785 x 25,00 = 471,00 + 4,46 = 475,46 Het forfaitair verminderingsbedrag R bedraagt dus 475,46 EURO. Stap 2: Correctie om rekening te houden met reële prestaties Het forfaitair verminderingsbedrag R moet wel nog gecorrigeerd worden om rekening te houden met de reële prestaties. Dit gebeurt door R te vermenigvuldigen met de prestatiebreuk µ en de vaste multiplicatiefactor β s. De prestatiebreuk µ voor de werknemer die het hele trimester (13 weken) gewerkt heeft aan 30 uren per week bedraagt 83% of 0.83, berekend zoals uitgelegd onder punt 2.2: = 30u X 13 36u X 13 = = 0,83 Aantal uren gepresteerd op kwartaalbasis Gemiddeld aantal uren van een maatpersoon per kwartaal De vaste multiplicatiefactor β s wordt berekend op basis van alle tewerkstellingen bij één werkgever. In dit voorbeeld is er maar één tewerkstelling. De globale tewerkstelling bij de werkgever bedraagt dus eveneens 83%. De tabel onder punt 2.3 leert ons dat de vaste multiplicatiefactor β s bij een tewerkstelling van 0,83% gelijk is aan 1/ µ glob, in dit concrete geval is dit dus: 1/0.83. Concreet betekent dit dat de werkgever de volledige vermindering kan toepassen (vanaf 80% prestaties mag men immers de hele vermindering toepassen) zoals onderstaande berekening verduidelijkt. Forfaitair verminderingsbedrag R x prestatiebreuk µ x Vaste multiplicatiefactor β s = 475,46 EURO x 0,83 x 1/0.83 = 475,46 EURO 23

24 Finaal resultaat De werkgever kan van de socialezekerheidsbijdragen die hij dat kwartaal verschuldigd is, een bedrag van 475,46 EURO aftrekken. 3.9 Grafische voorstelling structurele lastenverlaging Onderstaande tabel geeft u een idee van de impact die de hogelonencomponent en de lagelonencomponent hebben op het bedrag van de structurele lastenverlaging. (Grafiek: FOD WASO) In bovenstaande grafiek komende volgende twee vaststellingen duidelijk naar voren: - U merkt dat het bedrag van de structurele lastenverlaging snel stijgt indien het refertekwartaalloon lager ligt dan de lagelonengrens. Vanaf een bepaald bedrag ( 3.058,25-) is de maximale structurele lastenverlaging bereikt, waarna het bedrag aan bijdragevermindering opnieuw daalt: onder 3.058,25 is de vaste multiplicatiefactor s minder voordelig waardoor de extra lastenverlaging voor lage lonen minder snel stijgt. 24

25 - De hellingscoëfficiënt van de hogelonencomponent (0,0600) is kleiner dan de hellingscoëfficiënt van de lagelonengrens. Daardoor zie je een geleidelijkere stijging van het bedrag van de structurele lastenvermindering voor de hoge lonen in vergelijking met de lage lonen. TERUG 25

26 4. Verminderingen voor doelgroepen 26

27 4.1 De regelgeving Dit hoofdstuk over doelgroepverminderingen werd opgesteld op basis van volgende wetgevende teksten: 1. Programmawet van 24 december 2002 (I) (BS 31/12/2002). 2. Koninklijk Besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de socialezekerheidsbijdragen (BS 06/06/2003). 3. Koninklijk Besluit van 19 december 2001 tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden (BS 12/01/2002). 4.2 Algemeen In dit luik van de nota vindt u een overzicht van de doelgroepverminderingen zoals die bestonden op 1 juli 2014, met name: 1. Oudere werknemers 2. Werknemers van nieuwe werkgevers (eerste aanwervingen) 3. Werknemers van werkgevers die een collectieve arbeidsduurvermindering of een vierdagenweek instellen 4. Langdurig werkzoekenden (Activa, DSP/WEP en Sine) 5. Jonge werknemers 6. Mentors 7. Doelgroepverminderingen i.k.v. de Zesde Staatshervorming: a. Gesubsidieerde contractuelen (gesco's) b. Onthaalouders c. Kunstenaars d. Werknemers tewerkgesteld in het kader van art. 60, 7. De doelgroepverminderingen die betrekking hebben op het huispersoneel, de herstructureringen en het horecapersoneel worden in deze bijdrage niet behandeld, omdat deze van minder belang zijn voor de socialprofitwerkgever. Vanaf 1 juli 2014 zijn de doelgroepverminderingen ingevolge de bevoegdheidsoverdracht die volgt uit de Zesde Staatshervorming, geen federale materie meer. Vanaf deze datum verhuist deze bevoegdheid naar de gewesten. Het Waalse, Vlaamse en Brusselse Gewest zullen vanaf dat ogenblik hun eigen doelgroepenbeleid kunnen voeren. Zolang de gewesten geen initiatieven hebben genomen die wijzigingen aanbrengen aan de federale regelgeving zoals die op 1 juli 2014 bestond, blijven deze federale regels van toepassing. Opgelet! Drie doelgroepen zijn een bevoegdheid van de federale overheid gebleven, nl.: - De doelgroepvermindering eerste aanwerving ; 27

28 - De doelgroepvermindering collectieve arbeidsduurvermindering of het instellen van een vierdagenweek ; - En tenslotte de doelgroepvermindering voor het vast personeel in de horeca. Onderstaande uitleg per doelgroepvermindering vestigt uw aandacht op die elementen per doelgroepvermindering waar we zeker uw aandacht op willen vestigen, in nuttig aangevuld met een bijlage waarin we extra (detail)informatie verwerkt hebben. Het volledig uitschrijven van elke doelgroepvermindering zou ons namelijk te ver leiden en zou deze bijdrage daarenboven moeilijk leesbaar maken Retro acta Alvorens in te zoomen op de concrete inhoud van elke doelgroepvermindering, willen we even kort terugblikken op de wijzigingen die de doelgroepverminderingen de afgelopen jaren ondergaan hebben. Met deze terugblik willen we ervoor zorgen dat u doorheen de vele bomen (wijzigingen) het bos blijft zien. Op 1 januari 2004 treedt de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van sociale zekerheidsbijdragen in werking. De toenmalige ministers van Werk en Sociale Zaken, Laurette Onkelinx respectievelijk Frank Vandenbroucke, hadden hiertoe het initiatief genomen vanuit de vaststelling dat het arsenaal aan maatregelen dat sinds de jaren 80 ontwikkeld was om de tewerkstellingspolitiek te ondersteunen door middel van de vermindering van de patronale RSZ-bijdragen uitgegroeid was tot een enorme complex web dat zijn doel voorbijschoot. Lang is het vereenvoudigde doelgroepenbleid niet van wijzigingen gespaard gebleven. In 2005 al heeft het Generatiepact een eerste reeks wijzigingen doorgevoerd. Het ging hoofdzakelijk om een versterking van de doelgroepverminderingen voor de oudere en jongere werknemers. Het merendeel van deze wijzigingen is ondertussen alweer teruggeschroefd. In 2010 heeft de federale regering opnieuw een aantal nieuwe initiatieven genomen op het vlak van de lastenverlagingen in een poging om de financieel-economische crisis die sinds 2008 woedde onder controle te krijgen. Om een idee te krijgen van de maatregelen die indertijd genomen werden, verwijzen we naar de INFO die unisoc toen opgesteld heeft. Let op! Deze nota is louter illustratief: sommige maatregelen zijn inmiddels alweer aangepast en/of teruggedraaid. Een laatste verzameling aan ingrepen is doorgevoerd door de federale regering Di Rupo één. De eerste wijzigingen, waartoe nagenoeg onmiddellijk na de samenstelling van de regering in december 2011 beslist werd, hadden tot doel de economie na de financieeleconomische crisis te doen heropleven. Om u wederom een idee te geven van de doorgevoerde aanpassingen, verwijzen we naar de slides van de WG Sociaal Recht die u puur ter illustratie in de bijlage vindt. 28

29 Met ingang van één januari 2014 ten slotte zijn een aantal specifieke verlagingen van de patronale RSZ-bijdragen (waaronder Gesco's, onthaalouders, kunstenaars en artikel 60, 7) omgevormd tot doelgroepverminderingen om de regionalisering ervan met ingang van 1 juli 2014 technisch te vergemakkelijken. Tien jaar doelgroepenbeleid, zoals hierboven in vogelvlucht overlopen, heeft uiteindelijk de regelgeving zoals die in wat volgt uitgelegd zal worden als finaal resultaat gegeven. Vanaf 1 juli 2014 ligt de bal hoofdzakelijk in het kamp van de bevoegde Gewesten! Principes De doelgroepverminderingen zijn een verlaging van de RSZ-werkgeversbijdragen. Bij de berekening van deze lastenverlagingen moet met volgende elementen rekening gehouden worden, in aanvulling op de principes reeds vermeld onder punt 2.1 van deze nota: 1. Doelgroepverminderingen zijn voorwaardelijke verminderingen met dien verstande dat werknemers voor hun werkgever het recht op een doelgroepvermindering slechts openen in de mate dat zij aan welbepaalde vooropgestelde voorwaarden beantwoorden. Dit in tegenstelling tot de structurele lastenverlaging waar elke werknemer voor zijn werkgever het recht op een vermindering geeft. 2. We herinneren eraan dat de werkgever per tewerkstellingslijn van een werknemer slechts van één doelgroepvermindering kan genieten. Dit betekent dat men per tewerkstellingslijn maar één doelgroepvermindering kan cumuleren met de structurele lastenverlaging. De werkgever zal dus moeten bepalen welke doelgroepvermindering voor hem het voordeligst is. De structurele lastenverlaging en de doelgroepvermindering zijn voor één welbepaalde tewerkstelling niet cumuleerbaar met een andere vermindering van de werkgeversbijdragen, met uitzondering van de sociale Maribel (indien aan de voorwaarden voldaan). De doelgroepvermindering langdurig werkzoekenden, gesubsideerde contractuelen en artikel 60 7 daarentegen zijn ook met de vermindering sociale maribel niet cumuleerbaar. 3. Zoals onder punt 2.1. gesteld, worden de doelgroepverminderingen toegekend op kwartaalbasis. Het aantal kwartalen waarin een werkgever recht heeft op de vermindering varieert naargelang de doelgroepvermindering waarover het gaat. 4. De rechtopenende werknemers zijn diegenen onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. In tegenstelling tot de structurele lastenverlaging moet een werknemer dus niet noodzakelijk aan alle sociale zekerheidsregelingen onderworpen zijn. Dit betekent dat de doelgroepverminderingen in de publieke sector een ruimere toepassing vinden dan de structurele lastenverlaging. Hoe ruim is verschillend naargelang de doelgroep zoals bij de hierna volgende bespreking van de diverse verminderingen duidelijk zal worden. 29

30 4.2.3 Berekening doelgroepvermindering Om het bedrag van de doelgroepvermindering (P g ) te bepalen, moet men het forfaitair verminderingsbedrag G vermenigvuldigen met de prestatiebreuk µ en de vaste multiplicatiefactor ß (g). Uitgedrukt in een formule, ziet dit er als volgt uit: (P g ) = G x µ x β g De prestatiebreuk (µ) en de vaste multiplicatiefactor ß (g) zijn reeds in detail besproken in het vorige luik (punten 2.2 en 2.3). In dit hoofdstuk wordt per doelgroepvermindering uiteengezet welk forfaitair verminderingsbedrag G toepassing vindt alsook de voorwaarden waaraan beantwoord moet worden om voor deze vermindering in aanmerking te komen. 4.3 Oudere werknemers Regionale bevoegdheid vanaf 01/07/2014 De doelgroepvermindering Oudere werknemers vindt toepassing op de werkgevers die werknemers tewerkstellen welke onderworpen zijn aan het geheel der regelingen als bedoeld in artikel 21, 1 van de wet van 29 juni Het toepassingsgebied is met andere woorden identiek aan het toepassingsgebied van de structurele lastenverlaging. Dit betekent concreet een nagenoeg veralgemeende toepassing op de privé-sector en, behoudens een aantal uitzonderingen, geen toepassing in de publieke sector. Meer concrete informatie over deze uitzonderingen in zowel de private als publieke sector vindt u via deze link naar de RSZ-website. De voorwaarden waaraan de werknemer moet beantwoorden om voor zijn werkgever het recht op de doelgroepvermindering Oudere werknemers te openen, zijn als volgt: - De werknemer moet ressorteren onder categorie 1 van de structurele lastenverlaging (zie punt 3.3.) - De werknemer moet minstens 54 jaar oud zijn op de laatste dag van het kwartaal waarop de bijdragevermindering betrekking heeft. - Het refertekwartaalloon moet lager zijn dan de vastgestelde hogelonengrens van de structurele lastenverlaging (13.401,07 EURO vanaf 1 januari 2014; zie punt Met het refertekwartaalloon bedoelt men het brutokwartaalloon in geval van volledige arbeidsprestaties.) Voor elk van de werknemers die beantwoorden aan bovenstaande voorwaarden, komt de werkgever in aanmerking voor de onderstaande RSZ-vermindering die zoals hoger al gezegd per kwartaal in mindering wordt gebracht: 30

31 Leeftijd Forfaitair verminderingsbedrag G 54 tot en met 57 jaar 400 euro 58 tot en met 61 jaar euro 62 tot en met 64 jaar euro 65 jaar en ouder 800 euro Deze doelgroepvermindering is, in tegenstelling tot andere doelgroepverminderingen, niet beperkt in de tijd! 4.4 Eerste aanwervingen Blijft federale bevoegdheid na 01/07/2014 De werkgever uit de privésector kan in een tijdspanne van telkens 20 kwartalen nadat hij een 1 ste, 2 de, 3 de, 4 de of 5 de werknemer in dienst heeft genomen voor 13 kwartalen van de doelgroepvermindering Eerste aanwervingen genieten. De 20 kwartalen beginnen telkens te lopen vanaf het kwartaal dat de 1 ste, 2 de, 3 de, 4 de of 5 de werknemer in dienst treedt. De werkgever kan de 13 kwartalen zelf kiezen. De werkgever mag voor de indienstneming van de 1ste werknemer sedert minstens 4 opeenvolgende kwartalen niet meer aan de wet van 27 juni 1969 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders onderworpen geweest zijn. Deze laatste situatie viseert die werkgevers die vroeger reeds een werknemer in dienst hadden die de organisatie om welke reden dan ook verlaten heeft. Na meer dan 4 kwartalen besluit de werkgever evenwel om opnieuw tot aanwerving over te gaan. Voorafgaandelijk aan de aanwerving van de 2 de, 3 de, 4 de of 5 de werknemer, mag de werkgever nooit meer dan respectievelijk 1, 2, 3 of 4 werknemers hebben tewerkgesteld tijdens de vier opeenvolgende kwartalen die de indienstneming van de extra werknemer voorafgaan. Voor de werkgever die samen met andere werkgevers een technische bedrijfseenheid uitmaakt ten slotte, mag de nieuw in dienst genomen werknemer geen werknemer vervangen die in de loop van de vier kwartalen voorafgaand aan de indienstneming in dezelfde technische bedrijfseenheid werkzaam is geweest. 31

32 De werknemers die voor hun werkgever het recht op een doelgroepvermindering Eerste aanwervingen openen, zijn alle werknemers die onderworpen zijn aan de wet van 27 juni 1969 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders met uitsluiting van leerlingen, dienstboden, deeltijds leerplichtigen en gelegenheidsarbeiders 7. Merken we ten andere op dat de bijdragevermindering niet gebonden is aan een welbepaalde werknemer! Dit betekent bijvoorbeeld dat als de werknemer die het recht op de doelgroepvermindering heeft geopend de organisatie verlaat, de lastenverlaging op "naam" van een andere werknemer verder gezet mag worden. De werkgevers die beantwoorden aan bovenstaande voorwaarden komen in aanmerking voor een RSZ-vermindering op kwartaalbasis waarvan het forfaitair verminderingsbedrag G varieert in functie van de aanwerving waarover het gaat. Voor de eerste werknemer bedraagt deze vermindering: - gedurende 5 kwartalen: EURO - gedurende de 4 daaropvolgende kwartalen: EURO - gedurende de 4 daaropvolgende kwartalen: 400 EURO Voor de tweede werknemer bedraagt deze vermindering: - gedurende 5 kwartalen: EURO - gedurende de 8 daaropvolgende kwartalen: 400 EURO Voor de derde, vierde en vijfde werknemer bedraagt deze vermindering: - gedurende 5 kwartalen: EURO - gedurende de 4 daaropvolgende kwartalen: 400 EURO De vermindering voor de 4 de en 5 de werknemer bestaat pas sinds 1 januari 2014! 4.5 Collectieve arbeidsduurvermindering & vierdagenweek Blijft federale bevoegdheid na 01/07/2014 De doelgroepvermindering Collectieve arbeidsduurvermindering en de vierdagenweek is van toepassing op de werkgevers die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités of het toepassingsgebied van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. Samengevat zijn dit de werkgevers uit de private sector en de autonome overheidsbedrijven. 7 De leerlingen, dienstboden, deeltijds leerplichtigen en gelegenheidsarbeiders zoals bedoeld in artikel 8bis en 8ter van het KB van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni

33 De werkgever kan genieten van de doelgroepvermindering Collectieve arbeidsduurvermindering en vierdagenweek voor al zijn voltijdse werknemers die voor onbepaalde tijd zijn overgegaan tot: - een collectieve arbeidsduurvermindering: hiervoor moet er sprake zijn van een effectieve arbeidsduurvermindering van minstens een vol arbeidsuur onder de 38 uren per week. De collectieve arbeidsduurvermindering moet daarenboven vrijwillig gebeuren. Dit betekent dat wanneer de arbeidsduur verminderd wordt door het feit dat de werkgever van paritair comité verandert, er geen recht is op deze doelgroepvermindering. - een vierdagenweek: een vierdagenweek bedraagt vier volle dagen, maar kan ook 3 volle en 2 halve dagen bedragen. Twee opmerkingen hierbij: - de werkgever moet de collectieve arbeidsduurvermindering of vierdagenweek niet voor al zijn personeelsleden invoeren. Hij kan ze ook enkel invoeren voor bepaalde categorieën van zijn personeel (bijvoorbeeld alleen voor arbeiders). - ook deeltijdse werknemers van wie het loon wordt aangepast omwille van de invoering van de collectieve arbeidsduurvermindering, komen in aanmerking voor deze doelgroepvermindering. Het bedrag van het forfaitair verminderingsbedrag G bedraagt 400 EURO, en wordt gedurende een welbepaald aantal kwartalen genoten voor zover de arbeidsduurvermindering of invoering van de collectieve vierdagenweek gedurende het volledige kwartaal gehandhaafd werd: - Bij een invoering van een arbeidsduur van 37 uur per week of minder: gedurende 8 kwartalen. - Bij een invoering van een arbeidsduur van 36 uur per week of minder: gedurende 12 kwartalen. - Bij een invoering van een arbeidsduur van 35 uur per week of minder: gedurende 16 kwartalen. - Bij een invoering van een vierdagenweek: gedurende 4 kwartalen. Het kwartaal waarin de werknemer in aanmerking komt voor zowel de vermindering als gevolg van de invoering van een vierdagenweek, als voor het invoeren van een collectieve arbeidsduurvermindering, kan de werkgever genieten van een vermindering ter waarde van EURO. 4.6 Langdurig werkzoekenden Regionale bevoegdheid vanaf 01/07/2014 Om de herinschakeling van langdurig werklozen op de arbeidsmarkt te bevorderen werd het Activaplan uitgewerkt. Het Activaplan is een tewerkstellingsmaatregel die bestaat uit twee luiken: 33

Programmawet (1) van 24 december 2002 (B.S ) TITEL IV. - Werkgelegenheid

Programmawet (1) van 24 december 2002 (B.S ) TITEL IV. - Werkgelegenheid Programmawet (1) van 24 december 2002 (B.S. 31.12.2002) Gewijzigd bij: (1) programmawet van 8 april 2003 (B.S. 17.04.2003) (2) programmawet van 22 december 2003 (B.S. 31.12.2003) (3) programmawet van 9

Nadere informatie

(B.S ) Uittreksel m.b.t. de doelgroepverminderingen : a) de algemene bepalingen die betrekking hebben op alle bijdrageverminderingen

(B.S ) Uittreksel m.b.t. de doelgroepverminderingen : a) de algemene bepalingen die betrekking hebben op alle bijdrageverminderingen Programmawet (I) van 24 december 2002 Titel IV. Werk - Hoofdstuk 7. Harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van sociale zekerheidsbijdragen (B.S. 31.12.2002) Uittreksel

Nadere informatie

Uittreksel m.b.t. de doelgroepvermindering mentors :

Uittreksel m.b.t. de doelgroepvermindering mentors : Programmawet (I) van 24 december 2002 Titel IV. Werk - Hoofdstuk 7. Harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van sociale zekerheidsbijdragen (B.S. 31.12.2002) Uittreksel

Nadere informatie

De geharmoniseerde bijdrageverminderingen

De geharmoniseerde bijdrageverminderingen De geharmoniseerde bijdrageverminderingen Het nieuwe systeem in een notendop INLEIDING Vanaf het eerste kwartaal van 24 is een nieuw systeem van bijdrageverminderingen in werking getreden 1. Het vereenvoudigt

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ R S Z Kwartaal:2013-01 De bijdrageverminderingen Inhoudstafel Inleiding... 5 De structurele

Nadere informatie

Focus op de Tax shift en de vermindering van de werkgeversbijdragen

Focus op de Tax shift en de vermindering van de werkgeversbijdragen Vorstlaan 280-1160 Brussel - België T +32 2 761 46 00 F +32 2 761 47 00 info@claeysengels.be Advocaten Datum: Mei 2016 Onderwerp: Focus op de Tax shift en de vermindering van de werkgeversbijdragen Tot

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ R S Z Kwartaal:2014-01 De bijdrageverminderingen Inhoudstafel Inleiding... 5 De structurele

Nadere informatie

(B.S. 20.05.2009) Uittreksel m.b.t. de doelgroepvermindering mentors :

(B.S. 20.05.2009) Uittreksel m.b.t. de doelgroepvermindering mentors : Koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake

Nadere informatie

Inhoud. Werkgelegenheidsmaatregelen lokale besturen. Financiële voordelen en simulaties. Doelgroepverminderingen Activa Sine Startbanen

Inhoud. Werkgelegenheidsmaatregelen lokale besturen. Financiële voordelen en simulaties. Doelgroepverminderingen Activa Sine Startbanen Werkgelegenheidsmaatregelen lokale besturen Financiële voordelen en simulaties VVSG 29 september 2011 Inhoud Doelgroepverminderingen Activa Sine Startbanen De Vlaamse Ondersteuningspremie 2 1 Doelgroepvermindering

Nadere informatie

Algemene duiding sociale zekerheid beschutte werkplaatsen. 3 maart 2016 Groep Maatwerk

Algemene duiding sociale zekerheid beschutte werkplaatsen. 3 maart 2016 Groep Maatwerk Algemene duiding sociale zekerheid beschutte werkplaatsen 3 maart 2016 Groep Maatwerk RSZ België: heel sterke sociale zekerheid 3 systemen Systeem werknemers: Financiering door werkgever (en werknemer)

Nadere informatie

RSZ-verminderingen. 1 Geregionaliseerde bijdrageverminderingen

RSZ-verminderingen. 1 Geregionaliseerde bijdrageverminderingen RSZ-verminderingen In het kader van de zesde Staatshervorming werden sedert 1 juli 2014 een aantal federale bevoegdheden geregionaliseerd. De specifieke doelgroepverminderingen worden overgedragen naar

Nadere informatie

Dienst. voor de. Bijzondere Socialezekerheidsstelsels

Dienst. voor de. Bijzondere Socialezekerheidsstelsels Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels (DIBISS) + Sociaal statuut van de Onthaalouders Laatste update: 1/01/2015 (versie 2015.1) ALGEMEENHEDEN... 3 TOEPASSINGSGEBIED... 3 HET SOCIAAL STATUUT...

Nadere informatie

RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ. R S Z Kwartaal:2010-04

RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ. R S Z Kwartaal:2010-04 RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ R S Z Kwartaal:2010-04 De bijdrageverminderingen Inhoudstafel Inleiding... 4 De structurele

Nadere informatie

DE VERSCHILLENDE REGELINGEN INZAKE OUTPLACEMENT VANAF 1 JANUARI 2014

DE VERSCHILLENDE REGELINGEN INZAKE OUTPLACEMENT VANAF 1 JANUARI 2014 1 april 2014 DE VERSCHILLENDE REGELINGEN INZAKE OUTPLACEMENT VANAF 1 JANUARI 2014 De wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen

Nadere informatie

- Nieuwe doelgroepvermindering voor jonge werknemers vanaf 1 juli 2016;

- Nieuwe doelgroepvermindering voor jonge werknemers vanaf 1 juli 2016; Aan mevrouw Aan de heer Gouverneur Burgemeester Voorzitter van het OCMW Voorzitter van de Intercommunale Voorzitter van het Politiecollege Voorzitter van het College van de hulpverleningszone directie

Nadere informatie

Taxshift: gevolgen voor uw onderneming?

Taxshift: gevolgen voor uw onderneming? Taxshift: gevolgen voor uw onderneming? Eind 2015 heeft de federale regering een aantal sociale en fiscale maatregelen genomen in het kader van de taxshift. Zo werd op 30 december 2015 de wet houdende

Nadere informatie

TITEL I. - Algemene bepalingen. Artikel 1.- Voor de toepassing van het onderhavige besluit, wordt verstaan onder :

TITEL I. - Algemene bepalingen. Artikel 1.- Voor de toepassing van het onderhavige besluit, wordt verstaan onder : Koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE WIJZIGING VAN ARTIKEL 339 VAN DE PROGRAMMAWET (I) VAN 24 DECEMBER 2002 MEMORIE VAN TOELICHTING A. Algemene toelichting 1. Samenvatting Het decreet van 4 maart 2016 houdende

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING VOORONTWERP VAN DECREET HOUDENDE WIJZIGING VAN ARTIKEL 339 VAN DE PROGRAMMAWET (I) VAN 24 DECEMBER 2002 MEMORIE VAN TOELICHTING A. Algemene toelichting 1. Samenvatting Het decreet van 4 maart 2016 houdende

Nadere informatie

1 of 51 ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ. R S Z Kwartaal:2014/04

1 of 51 ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ. R S Z Kwartaal:2014/04 1 of 51 ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ R S Z Kwartaal:2014/04 2 of 51 3 of 51 Inhoudstafel De bijdrageverminderingen Inleiding De structurele vermindering en de doelgroepverminderingen Inleiding De structurele

Nadere informatie

DOELGROEPVERMINDERING KUNSTENAARS

DOELGROEPVERMINDERING KUNSTENAARS DOELGROEPVERMINDERING KUNSTENAARS Vergelijking oude kunstenaarskorting met nieuwe doelgroepvermindering die geldt vanaf 1 januari 2014 - Voorbeelden ter illustratie Kader: Naar aanleiding van de zesde

Nadere informatie

Vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan: beperking van de jobs die in aanmerking komen als vervanger

Vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan: beperking van de jobs die in aanmerking komen als vervanger Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 37 1030 BRUSSEL www.zorg-en-gezondheid.be Aan de woonzorgcentra, centra voor kortverblijf en dagverzorgingscentra uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen

Nadere informatie

Sociale Inschakelingseconomie SINE

Sociale Inschakelingseconomie SINE Sociale Inschakelingseconomie SINE Petra Dombrecht Stafmedewerker Lokale Economie en Werkgelegenheid Inhoudstafel 1. Toepasselijke wetgeving 2. Doelstelling 3. Betrokken partijen 4. Werkgever: - voordelen

Nadere informatie

(B.S ) Uittreksel m.b.t. de doelgroepverminderingen :

(B.S ) Uittreksel m.b.t. de doelgroepverminderingen : Koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake

Nadere informatie

19/10/2011 ACTIVA. Petra Dombrecht Stafmedewerker Lokale Economie en Werkgelegenheid. Inhoudstafel

19/10/2011 ACTIVA. Petra Dombrecht Stafmedewerker Lokale Economie en Werkgelegenheid. Inhoudstafel ACTIVA Petra Dombrecht Stafmedewerker Lokale Economie en Werkgelegenheid Inhoudstafel 1. Toepasselijke basiswetgeving 2. Wat is Activa? 3. RVA activering en OCMW activering 4. Werkuitkering 5. RSZ-vermindering

Nadere informatie

Newsletter. Sociale actualiteit van April. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van April. Solutions for Human Resources.

Newsletter. Sociale actualiteit van April. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van April. Solutions for Human Resources. 2012 Solutions for Human Resources. Newsletter PERSOLIS Résidence de la Lyre, 19 1300 Wavre Tel : +32 (0)10 43 98 83 www.persolis.be «De Persolis nieuwsbrief wordt verdeeld in samenwerking met Groep S

Nadere informatie

Het nieuwe Vlaamse doelgroepenbeleid vanaf 1 juli 2016

Het nieuwe Vlaamse doelgroepenbeleid vanaf 1 juli 2016 Het nieuwe Vlaamse doelgroepenbeleid vanaf 1 juli 2016 In het kader van de zesde staatshervorming heeft het Vlaamse Gewest een nieuw doelgroepenbeleid uitgewerkt, dat zich vanaf 1 juli 2016 focust op drie

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF JANUARI 2010

NIEUWSBRIEF JANUARI 2010 NIEUWSBRIEF JANUARI 2010 DE ANTI-CRISISMAATREGELEN VOOR DE BEDIENDEN WORDEN VERLENGD De anti-crisismaatregelen, die eerst maar liepen tot 31 december 2009, zijn zoals verwacht verlengd met zes maanden

Nadere informatie

[ ] PROGRAMMAWET GEPUBLICEERD IN HET BELGISCH STAATSBLAD

[ ] PROGRAMMAWET GEPUBLICEERD IN HET BELGISCH STAATSBLAD [2015-01-16] PROGRAMMAWET GEPUBLICEERD IN HET BELGISCH STAATSBLAD In het Belgisch Staatsblad van 29 december 2014 werd de Programmawet van 19 december 2014 gepubliceerd. Hieronder zullen we de voor u meest

Nadere informatie

Newsletter. Sociale actualiteit van Juni. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Juni. PERSOLIS 23 rue de l orne 1435 Mont St Guibert

Newsletter. Sociale actualiteit van Juni. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Juni. PERSOLIS 23 rue de l orne 1435 Mont St Guibert 2014 Newsletter PERSOLIS 23 rue de l orne 1435 Mont St Guibert www.persolis.be «De Persolis nieuwsbrief wordt verdeeld in samenwerking met GROUP S sociaal secretariaat». 1

Nadere informatie

Het Waals doelgroepenbeleid:

Het Waals doelgroepenbeleid: Het Waals doelgroepenbeleid: (Misschien ook lucratief voor de Vlaamse werkgever) Het doelgroepenbeleid werd geregionaliseerd. In Vlaanderen zijn de meeste van deze nieuwe maatregelen reeds in voege sinds

Nadere informatie

Loonmatigingsbijdrage De loonmatigingsbijdrage is in principe verschuldigd voor iedereen die bij de RSZ wordt aangegeven.

Loonmatigingsbijdrage De loonmatigingsbijdrage is in principe verschuldigd voor iedereen die bij de RSZ wordt aangegeven. Federale tussenkomsten VLAB en SST 2013 In deze nota worden een aantal verschillen tussen de beschutte en sociale werkplaatsen op federaal niveau beschreven. Hierbij vormt de sociale zekerheid het belangrijkste

Nadere informatie

RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ. R S Z Kwartaal:

RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ. R S Z Kwartaal: RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ R S Z Kwartaal:2011-02 De bijdrageverminderingen Inhoudstafel Inleiding... 5 De structurele

Nadere informatie

Jaarlijkse vakantie. 1. Wat is jaarlijkse vakantie?

Jaarlijkse vakantie. 1. Wat is jaarlijkse vakantie? Jaarlijkse vakantie 1. Wat is jaarlijkse vakantie? Jaarlijkse vakantie is het recht om gedurende een aantal dagen arbeid te onderbreken met doorbetaling van loon. Hierbij kan je 2 begrippen onderscheiden:

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES DIBISS

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES DIBISS DIENST VOOR DE BIJZONDERE SOCIALEZEKERHEIDSSTELSELS ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES DIBISS D I B I S S Kwartaal:2015-01 6. Tewerkstellingsmaatregelen en bijdrageverminderingen Inhoudstafel 6.1. Verminderingen

Nadere informatie

Nr. 209 26 november 2015

Nr. 209 26 november 2015 Nr. 209 26 november 2015 Informatief Uiterste datum inzake betaling van de bedrijfsvoorheffing Wij willen u nogmaals in herinnering brengen dat de bedrijfsvoorheffing die gefactureerd wordt over de periode

Nadere informatie

IV (I),

IV (I), Koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen (B.S. 06.06.2003)

Nadere informatie

1 of 55 ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ. RSZ Kwartaal:2017/2

1 of 55 ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ. RSZ Kwartaal:2017/2 1 of 55 ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ RSZ Kwartaal:2017/2 2 of 55 De bijdrageverminderingen Inleiding De structurele vermindering en de doelgroepverminderingen Inleiding De structurele vermindering Doelgroepvermindering

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZPPO

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZPPO RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID VAN DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE OVERHEIDSDIENSTEN ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZPPO R S Z P P O Kwartaal:2012-04 6. Tewerkstellingsmaatregelen en bijdrageverminderingen

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING VOOR SOMMIGE OUDERE WERKNEMERS, IN GEVAL VAN HAL- VERING VAN DE ARBEIDSPRESTATIES, GEWIJZIGD

Nadere informatie

Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit. KONINKLIJK BESLUIT van 24 JUNI 1998 waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen,

Nadere informatie

Integratie van de Sociale Maribel in de DmfA(PPL) vanaf 2018/4

Integratie van de Sociale Maribel in de DmfA(PPL) vanaf 2018/4 Integratie van de Sociale Maribel in de DmfA(PPL) vanaf 2018/4 1. WIE is betrokken? De werkgevers die subsidies ontvangen voor bijkomende tewerkstelling in het kader van de Sociale Maribel. 1 2. WAT verandert

Nadere informatie

Diksmuidelaan Berchem Tel.03/ Fax 03/

Diksmuidelaan Berchem Tel.03/ Fax 03/ LASTENVERLAGINGEN & ACTIVERING VAN DE WERKLOOSHEIDSUITKERINGEN FEBRUARI 2010 Diksmuidelaan 50 2600 Berchem Tel.03/366.02.53 Fax 03/366.11.58 E-mail: post@vso.be LASTENVERLAGINGEN & ACTIVERING VAN DE WERKLOOSHEIDSUITKERINGEN

Nadere informatie

Infoblad - werknemers

Infoblad - werknemers Infoblad - werknemers Mag u een overlevingspensioen cumuleren met uitkeringen? Waarover gaat dit infoblad? In dit infoblad wordt uitgelegd onder welke voorwaarden u een overlevingpensioen kunt cumuleren

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING VOOR SOMMIGE OUDERE WERKNEMERS, IN GEVAL VAN HAL- VERING VAN DE ARBEIDSPRESTATIES, GEWIJZIGD

Nadere informatie

De loonkosten in de land- en tuinbouw

De loonkosten in de land- en tuinbouw De loonkosten in de land- en tuinbouw anno 2015 Een vast werknemer in dienst nemen is vaak minder duur dan gevreesd! Enkele weken geleden gaven we in een beeld van de te verwachten evolutie van de loonkosten

Nadere informatie

Newsletter. Sociale actualiteit van Mei. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Mei. Solutions for Human Resources.

Newsletter. Sociale actualiteit van Mei. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Mei. Solutions for Human Resources. 2013 Solutions for Human Resources. Newsletter PERSOLIS 23 rue de l orne 1435 Mont St Guibert www.persolis.be «De Persolis nieuwsbrief wordt verdeeld in samenwerking met Groep S sociaal secretariaat».

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 30 oktober

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 30 oktober A D V I E S Nr. 1.815 ----------------------------- Zitting van dinsdag 30 oktober 2012 -------------------------------------------------- Relancestrategie Verschuiving van bijdragevermindering bij onvolledige

Nadere informatie

Out Sim. Handleiding te lezen voor gebruik

Out Sim. Handleiding te lezen voor gebruik Out Sim Handleiding te lezen voor gebruik Om tot een eenvormig statuut voor arbeiders en bedienden te komen, moeten er vanaf 1 januari 2014 nieuwe regels worden toegepast ingeval van beëindiging van een

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN 1 of 68 ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN R S Z Kwartaal:2017/3 2 of 68 Tewerkstellingsmaatregelen en bijdrageverminderingen Verminderingen van de persoonlijke socialezekerheidsbijdragen

Nadere informatie

AANVULLENDE VAKANTIE AAN HET BEGIN OF BIJ DE HERVATTING VAN DE ACTIVITEIT

AANVULLENDE VAKANTIE AAN HET BEGIN OF BIJ DE HERVATTING VAN DE ACTIVITEIT AANVULLENDE VAKANTIE AAN HET BEGIN OF BIJ DE HERVATTING VAN DE ACTIVITEIT In België werd het recht op dagen tot voor kort volledig bepaald op basis van de prestaties die de werknemer in het jaar ervoor

Nadere informatie

RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ. R S Z Kwartaal:2012-02

RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ. R S Z Kwartaal:2012-02 RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ R S Z Kwartaal:2012-02 De bijdrageverminderingen Inhoudstafel Inleiding... 5 De structurele

Nadere informatie

Halftijds brugpensioen

Halftijds brugpensioen Halftijds brugpensioen //dossier Eindeloopbaan Inhoud Wat verstaat men onder halftijds brugpensioen?... 01 Onder welke voorwaarden krijgt men toegang tot het halftijds brugpensioen?... 01 Welke procedure

Nadere informatie

PARITAIR SUBCOMITÉ VOOR DE DIENSTEN VOOR GEZINS- EN BEJAARDENHULP VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP (PSC ).

PARITAIR SUBCOMITÉ VOOR DE DIENSTEN VOOR GEZINS- EN BEJAARDENHULP VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP (PSC ). PARITAIR SUBCOMITÉ VOOR DE DIENSTEN VOOR GEZINS- EN BEJAARDENHULP VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP (PSC 318.02). COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VAN 29 MAART 2001 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN VIJF AANVULLENDE

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 oktober 2017

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 oktober 2017 A D V I E S Nr. 2.058 ------------------------------ Zitting van dinsdag 24 oktober 2017 ---------------------------------------------------- Ontwerp van koninklijk besluit Vermindering van de persoonlijke

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 25 september

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 25 september A D V I E S Nr. 1.814 ----------------------------- Zitting van dinsdag 25 september 2012 --------------------------------------------------- Relancestrategie Voorontwerp van wet houdende het tewerkstellingsplan

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 januari

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 januari A D V I E S Nr. 1.725 ----------------------------- Zitting van dinsdag 26 januari 2010 ---------------------------------------------- Brugpensioen - Canada dry - Ontwerpen van koninklijk besluit tot uitvoering

Nadere informatie

HET WIN-WIN-PLAN (VERSTERKTE ACTIVERING)

HET WIN-WIN-PLAN (VERSTERKTE ACTIVERING) Association de la Ville et des Communes de la Région de Bruxelles-Capitale a.s.b.l. Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest v.z.w. Section CPAS Afdeling OCMW HET WIN-WIN-PLAN

Nadere informatie

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités; COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 137 VAN 23 APRIL 2019 TOT VASTSTELLING VOOR 2019-2020 VAN HET INTERPROFESSIONEEL KADER VOOR DE VERLAGING VAN DE LEEFTIJDSGRENS, VOOR WAT DE TOEGANG TOT HET RECHT OP

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 30 maart

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 30 maart A D V I E S Nr. 1.598 ----------------------------- Zitting van vrijdag 30 maart 2007 ------------------------------------------ Koninklijk besluit tot vaststelling van de toekenningsmodaliteiten van de

Nadere informatie

Instituut voor de autocar en de autobus v.z.w. Institut pour l autocar et l autobus a.s.b.l. Subsidiemaatregelen bij tewerkstelling

Instituut voor de autocar en de autobus v.z.w. Institut pour l autocar et l autobus a.s.b.l. Subsidiemaatregelen bij tewerkstelling Instituut voor de autocar en de autobus v.z.w. Institut pour l autocar et l autobus a.s.b.l. Subsidiemaatregelen bij tewerkstelling 0 Instituut voor de autocar en de autobus vzw Dobbelenberg Metrologielaan

Nadere informatie

J.V. Uitvoeringsbesluit - KB 30.03.1967 Artikel 46 EVOLUTIE VAN ARTIKEL 46

J.V. Uitvoeringsbesluit - KB 30.03.1967 Artikel 46 EVOLUTIE VAN ARTIKEL 46 Artikel 46 Oorspronkelijke tekst Toepasselijk vanaf 01.01.1967 en voor het eerst op de in 1967 te nemen vakantie Tekst volgens het KB van 02.04.1970 Toepasselijk vanaf 01.01.1970 en voor het eerst op de

Nadere informatie

Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Jozef II-straat 47 B-1000 BRUSSEL Tel. (02) 239 12 11 Aan mevrouw Aan de heer Gouverneur Burgemeester Voorzitter

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 17 december

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 17 december A D V I E S Nr. 1.886 ------------------------------ Zitting van dinsdag 17 december 2013 ----------------------------------------------------- Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk

Nadere informatie

INHOUD INHOUD. JURIDISCHE ACTUA mei 2016

INHOUD INHOUD. JURIDISCHE ACTUA mei 2016 JURIDISCHE ACTUA mei 2016 INHOUD ALGEMENE INFO Arbeidsmarkt Wet werkbaar en wendbaar werk Modernisering arbeidsrecht Varia : Forfaitaire kostenvergoeding buitenland SECTOR NIEUWS INHOUD PC 1 Wet Werkbaar

Nadere informatie

HET VLAAMSE DOELGROEPENBELEID. Toelichting voorontwerp van decreet SERV commissie arbeidsmarkt 9 juli 2015

HET VLAAMSE DOELGROEPENBELEID. Toelichting voorontwerp van decreet SERV commissie arbeidsmarkt 9 juli 2015 HET VLAAMSE DOELGROEPENBELEID Toelichting voorontwerp van decreet SERV commissie arbeidsmarkt 9 juli 2015 Aanleiding Vlaams Regeerakkoord een drastische vereenvoudiging beperken tot drie doelgroepen jongeren,

Nadere informatie

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk 3 HOOFDSTUK I De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk AFDELING 1 Inleiding Doelstelling Achtergrond Sinds 1 juli 2005 geldt een fiscale lastenverlaging voor

Nadere informatie

Persbericht. Anti-crisismaatregelen: goedkeuring van een tweede pakket maatregelen van de minister van Werk om ontslagen te vermijden

Persbericht. Anti-crisismaatregelen: goedkeuring van een tweede pakket maatregelen van de minister van Werk om ontslagen te vermijden Brussel, 30 april 2009 Persbericht Anti-crisismaatregelen: goedkeuring van een tweede pakket maatregelen van de minister van Werk om ontslagen te vermijden Vice-Eerste minister en minister van werk, Joëlle

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN 1 of 73 ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN R S Z Kwartaal:2017/1 2 of 73 6. Tewerkstellingsmaatregelen en bijdrageverminderingen 6.1. Verminderingen van de persoonlijke

Nadere informatie

SOCIALE INCENTIVES. Seminarie Incentives 4 your Business (30-11-2015 Fineko)

SOCIALE INCENTIVES. Seminarie Incentives 4 your Business (30-11-2015 Fineko) SOCIALE INCENTIVES PROGRAMMA wijziging patronale lasten nieuwe doelgroepvermindering 1 WN Overzicht verminderingen toekomst Taxshift: overzicht Taxshift 1 Taxshift 2 Verhoging sociale en fiscale werkbonus

Nadere informatie

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2010 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2...

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2010 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2... Identiteit:.. Repertoriumnummer:.. Ondernemingsnr. of nationaal nr.:. TABEL voor de berekening van de vrijstelling voor bijkomend personeel (artikel 67ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992)

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.653 ------------------------------ Zitting van vrijdag 10 oktober 2008 ---------------------------------------------

A D V I E S Nr. 1.653 ------------------------------ Zitting van vrijdag 10 oktober 2008 --------------------------------------------- A D V I E S Nr. 1.653 ------------------------------ Zitting van vrijdag 10 oktober 2008 --------------------------------------------- Gevolgen van de verhoging op 1 oktober 2008 van het gemiddeld gewaarborgd

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES DIBISS

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES DIBISS 1 van 65 ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES DIBISS D I B I S S Kwartaal:2016/2 2 van 65 6. Tewerkstellingsmaatregelen en bijdrageverminderingen 6.1. Verminderingen van de persoonlijke socialezekerheidsbijdragen

Nadere informatie

Leeftijdsbewust Personeelsbeleid. Iris Tolpe Manager Legal Dpt, Information & Know How Sociaal Secretariaat Securex

Leeftijdsbewust Personeelsbeleid. Iris Tolpe Manager Legal Dpt, Information & Know How Sociaal Secretariaat Securex Leeftijdsbewust Personeelsbeleid Iris Tolpe Manager Legal Dpt, Information & Know How Sociaal Secretariaat Securex Leeftijdsbewust personeelsbeleid Overzicht Tewerkstellingsmaatregelen: doel Federale tewerkstellingsmaatregelen

Nadere informatie

Infoblad - werkgevers Het WIN WIN - ACTIVA-plan (de werkkaart)

Infoblad - werkgevers Het WIN WIN - ACTIVA-plan (de werkkaart) Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Voor meer inlichtingen, gelieve contact op te nemen met uw RVA-kantoor. De adressen kunt u vinden in het telefoonboek op de site : www.rva.be Infoblad - werkgevers Het

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.938 ------------------------------- Zitting van maandag 27 april 2015 ------------------------------------------------

A D V I E S Nr. 1.938 ------------------------------- Zitting van maandag 27 april 2015 ------------------------------------------------ A D V I E S Nr. 1.938 ------------------------------- Zitting van maandag 27 april 2015 ------------------------------------------------ Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 118 van 27 april 2015 tot vaststelling

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 oktober 2017

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 oktober 2017 A D V I E S Nr. 2.057 ------------------------------ Zitting van dinsdag 24 oktober 2017 ---------------------------------------------------- Aanpassing lage- en hogeloongrens van categorie 2 structurele

Nadere informatie

Infoblad - werkgevers Het Plan Activa (de werkkaart)

Infoblad - werkgevers Het Plan Activa (de werkkaart) Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Voor meer inlichtingen neem contact op met uw uitbetalingsinstelling de plaatselijke RVA (werkloosheidsbureau). De adressen kunt u vinden in het telefoonboek op de site

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 3 MEI 1999

Koninklijk besluit van 3 MEI 1999 Koninklijk besluit van 3 MEI 1999 tot uitvoering van artikel 7, 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de herinschakeling

Nadere informatie

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2001 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2...

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2001 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2... Identiteit :.. Repertoriumnummer :.. Nationaal nummer : TABEL voor de berekening van de vrijstelling voor bijkomend personeel (art. van de Programmawet van 0.. tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap,

Nadere informatie

Trimestriële infosessie 2016/2. 24 mei 2016

Trimestriële infosessie 2016/2. 24 mei 2016 Trimestriële infosessie 2016/2 24 mei 2016 2 Agenda infosessie o Introductie o Trimestriële aanpassingen o Te verwachten o Varia 3 Trimestriële aanpassingen 2016/2 4 Inhoud o Regionalisering doelgroepverminderingen

Nadere informatie

Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk

Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk 2140000 Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk Sectoraal akkoord 2009 2010... 2 Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 2009 (92.203)... 2 Invoering van een nieuwe

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN 1 of 62 ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN R S Z Kwartaal:2017/4 2 of 62 Tewerkstellingsmaatregelen en bijdrageverminderingen Inleiding De structurele vermindering

Nadere informatie

INHOUD INHOUD. JURIDISCHE ACTUA juni 2016 ALGEMENE INFO SECTOR NIEUWS

INHOUD INHOUD. JURIDISCHE ACTUA juni 2016 ALGEMENE INFO SECTOR NIEUWS JURIDISCHE ACTUA juni 2016 INHOUD ALGEMENE INFO Doelgroepenbeleid Vlaams Gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest Waals Gewest Responsabiliseringsbijdrage economische WLH Studentenarbeid SECTOR NIEUWS INHOUD

Nadere informatie

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid rijksdienst voor sociale zekerheid Verminderingen van de bijdragen voor sociale zekerheid voor het tweede kwartaal 2014: aantal betrokken werknemers en budgettaire impact rijksdienst voor sociale zekerheid

Nadere informatie

Aanmoedigingspremies Tijdskrediet

Aanmoedigingspremies Tijdskrediet Aanmoedigingspremies Tijdskrediet Zoals reeds eerder werd aangekondigd wil de Vlaamse Gemeenschap het stelsel van de aanmoedigingspremies in de privé-sector hervormen. Het besluit van 14 december 2001

Nadere informatie

Nieuw bedrag forfaitaire kilometervergoeding vanaf 1 juli 2015 definitief vastgelegd

Nieuw bedrag forfaitaire kilometervergoeding vanaf 1 juli 2015 definitief vastgelegd Nr. 195 16 juli 2015 Belgisch Staatsblad Nieuw bedrag forfaitaire kilometervergoeding vanaf 1 juli 2015 definitief vastgelegd Zoals u weet hanteert de overheid een forfaitaire kilometervergoeding voor

Nadere informatie

WERKBONUS FEDERAAL (Aanpassing 4-dagenweek) FOD PERSONEEL EN ORGANISATIE PERSOPOINT - WEDDEN HANDELSSTRAAT BRUSSEL

WERKBONUS FEDERAAL (Aanpassing 4-dagenweek) FOD PERSONEEL EN ORGANISATIE PERSOPOINT - WEDDEN HANDELSSTRAAT BRUSSEL WERKBONUS FEDERAAL 14.02.2017 (Aanpassing 4-dagenweek) FOD PERSONEEL EN ORGANISATIE PERSOPOINT - WEDDEN HANDELSSTRAAT 96 1040 BRUSSEL www.wedden.fgov.be Inhoudstafel Blz. 1 Wat is de werkbonus?... 3 2

Nadere informatie

Bedrijfsvoorheffing. vanaf 1 januari 2019

Bedrijfsvoorheffing. vanaf 1 januari 2019 Bedrijfsvoorheffing vanaf 1 januari 2019 V.U.: Mario Coppens, Koning Albertlaan 95, 9000 Gent. 2019 Bedrijfsvoorheffing vanaf 1 januari 2019 De schalen van de bedrijfsvoorheffing worden voor de inkomsten

Nadere informatie

Jaarlijkse vakantie: de spelregels

Jaarlijkse vakantie: de spelregels Jaarlijkse vakantie: de spelregels Mrs. Kathy Bergen Senior Legal Consultant De zomermaanden komen eraan, een periode waarin u wordt geconfronteerd met de jaarlijkse vakantie van uw werknemers... Wat zijn

Nadere informatie

1. Basisregeling: geen wijziging tijdens duur opleiding en woonplaats werknemer en werkplaats werknemer liggen in zelfde Gewest

1. Basisregeling: geen wijziging tijdens duur opleiding en woonplaats werknemer en werkplaats werknemer liggen in zelfde Gewest Educatief verlof behandeling bij intergewestelijke mobiliteit 1. Basisregeling: geen wijziging tijdens duur en woonplaats werknemer en werkplaats werknemer liggen in zelfde Gewest werknemer bij start werknemer

Nadere informatie

WERKBONUS. Bijwerking (wijziging wetgeving) FOD FINANCIEN THESAURIE DIENST BETALINGEN - WEDDEN KUNSTLAAN BRUSSEL

WERKBONUS. Bijwerking (wijziging wetgeving) FOD FINANCIEN THESAURIE DIENST BETALINGEN - WEDDEN KUNSTLAAN BRUSSEL WERKBONUS Bijwerking 04-02-2014 (wijziging wetgeving) FOD FINANCIEN THESAURIE DIENST BETALINGEN - WEDDEN KUNSTLAAN 30 1040 BRUSSEL www.wedden.fgov.be Inhoudstafel Blz. 1 Wat is de werkbonus?... 3 2 Wie

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 29 juni

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 29 juni A D V I E S Nr. 1.487 ------------------------------- Zitting van dinsdag 29 juni 2004 ------------------------------------------- Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit

Nadere informatie

Ecocheques. paritair comité 309. Rechtsbronnen. Definitie. Betrokken werknemers. Bedrag en toekenningsvoorwaarden

Ecocheques. paritair comité 309. Rechtsbronnen. Definitie. Betrokken werknemers. Bedrag en toekenningsvoorwaarden Partena - Vereniging zonder winstoogmerk - Erkend sociaal secretariaat van werkgevers bij M.B. van 3 maart 1949 onder het nr. 300 Maatschappelijke zetel : Kartuizersstraat 45 te 1000 Brussel BTW BE 0409.536.968

Nadere informatie

Brugpensioen : hoofdelijke bijdragen en sociale inhoudingen. Belangrijke wijzigingen vanaf 1 april 2010

Brugpensioen : hoofdelijke bijdragen en sociale inhoudingen. Belangrijke wijzigingen vanaf 1 april 2010 Inhoudstafel Nieuwe hoofdelijke bijdragen inzake brugpensioen... 2 Nieuwe hoofdelijke bijdragen inzake pseudobrugpensioen (Canada Dry private sector)... 4 Vrijstelling van de werkgeversbijdrage en de sociale

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN 1 of 53 ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN R S Z Kwartaal:2018/1 2 of 53 Tewerkstellingsmaatregelen en bijdrageverminderingen Inleiding De structurele vermindering

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF ABANTE VZW NOVEMBER 2012

NIEUWSBRIEF ABANTE VZW NOVEMBER 2012 NIEUWSBRIEF ABANTE VZW NOVEMBER 2012 Geachte heer Geachte mevrouw Het einde van het jaar nadert maar dat wil niet zeggen dat er geen sociale actualiteit is, zo wordt traditioneel in november de nieuwe

Nadere informatie

Bedrijfsvoorheffing. vanaf 1 januari Vrije visie, eigen stem

Bedrijfsvoorheffing. vanaf 1 januari Vrije visie, eigen stem Bedrijfsvoorheffing vanaf 1 januari 2017 Vrije visie, eigen stem V.U.: Mario Coppens, Koning Albertlaan 95, 9000 Gent. 2017/01 Bedrijfsvoorheffing vanaf 1 januari 2017 De schalen van de bedrijfsvoorheffing

Nadere informatie

Newsletter. Sociale actualiteit van Februari. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Februari. Solutions for Human Resources.

Newsletter. Sociale actualiteit van Februari. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Februari. Solutions for Human Resources. 2013 Solutions for Human Resources. Newsletter PERSOLIS 23 rue de l orne 1435 Mont St Guibert www.persolis.be «De Persolis nieuwsbrief wordt verdeeld in samenwerking met Groep S sociaal secretariaat».

Nadere informatie

Inventaris van de belangrijkste tewerkstellingsmaatregelen 2015

Inventaris van de belangrijkste tewerkstellingsmaatregelen 2015 Inventaris van de belangrijkste tewerkstellingsmaatregelen 2015 Deze inventaris van de belangrijkste tewerkstellingsmaatregelen is een momentopname van een regelgeving die onderhevig is aan wijzigingen.

Nadere informatie