VOEDSELALLERGIE BIJ DE HOND

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VOEDSELALLERGIE BIJ DE HOND"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar VOEDSELALLERGIE BIJ DE HOND door Sofie JANSSENS Promotoren: Prof. dr. M. Hesta Dierenarts S. Dupont Literatuurstudie in het kader van de Masterproef 2015 Sofie Janssens

2

3 Universiteit Gent, haar werknemers of studenten bieden geen enkele garantie met betrekking tot de juistheid of volledigheid van de gegevens vervat in deze masterproef, noch dat de inhoud van deze masterproef geen inbreuk uitmaakt op of aanleiding kan geven tot inbreuken op de rechten van derden. Universiteit Gent, haar werknemers of studenten aanvaarden geen aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid voor enig gebruik dat door iemand anders wordt gemaakt van de inhoud van de masterproef, noch voor enig vertrouwen dat wordt gesteld in een advies of informatie vervat in de masterproef.

4 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar VOEDSELALLERGIE BIJ DE HOND door Sofie JANSSENS Promotoren: Prof. Dr. M. Hesta Dierenarts S. Dupont Literatuurstudie in het kader van de Masterproef 2015 Sofie Janssens

5 VOORWOORD Het maken van de literatuurstudie was niet mogelijk geweest zonder de hulp van enkele personen. In de eerste plaats wil ik mijn twee promotoren Prof. dr. Hesta en dierenarts Dupont bedanken voor hun tips en advies bij het schrijven van deze masterproef. Ook dank ik hen graag voor het nalezen en corrigeren van dit werk. Daarnaast wens ik ook mijn ouders te bedanken voor hun ondersteuning tijdens het schrijven van deze literatuurstudie maar ook voor hun onvoorwaardelijke steun gedurende het hele verloop van mijn studie.

6 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING...1 INLEIDING...2 LITERATUURSTUDIE DEFINITIES PREVALENTIE EN VOORKOMEN PATHOGENESE Type I reactie Type III reactie Type IV reactie OORZAKEN Orale tolerantie Soorten allergenen Genetische predispositie KLINISCHE SYMPTOMEN Huidsymptomen Gastro-intestinale symptomen DIAGNOSE Testdieet Andere testen BEHANDELING EN MANAGEMENT Dieet Medicatie Andere therapieën VOEDSELALLERGIE BIJ DE MENS Voorkomen Allergenen Pathogenese Symptomen Diagnose Behandeling BESPREKING...22 REFERENTIELIJST...26

7 SAMENVATTING Voedselallergie is een vaak voorkomend probleem, zowel bij onze huisdieren als bij de mens. De prevalentie van deze aandoening bij de hond bijvoorbeeld is tamelijk hoog en ook bij de mens worden steeds meer voedselallergieën gezien. Verschillende allergenen, zoals vlees, eieren en melk, spelen een rol in het ontstaan van voedselallergie bij de hond. Bij de mens zijn vooral (pinda)noten en koemelk gekend als veelvoorkomende allergenen. Vaak wordt er kruisreactiviteit gezien tussen verschillende antigenen. De symptomen die gezien worden bij een voedselallergie variëren zowel bij de hond als bij de mens van huidklachten (waarbij vooral pruritus (jeuk) kenmerkend is) tot gastro-intestinale symptomen, zoals braken en diarree. Ook worden soms problemen met betrekking tot de luchtwegen gezien. Deze klinische klachten volgen op een immuungemedieerde reactie (meestal van het type I, III of IV bij de hond). Mogelijkheden om de diagnose van voedselallergie bij de hond te stellen, zijn de intradermale huidtest, serologische testen, de basofiel degranulatie test of een gastroscopische voedselovergevoeligheidstest. Echter, bovenstaande testen geven vaak valse resultaten of zijn enkel uit te voeren in gespecialiseerde laboratoria. Het meest betrouwbare resultaat bij de hond wordt verkregen door middel van een testdieet, bestaande uit twee fasen: de eliminatiefase en de provocatiefase. Ook bij de mens wordt een voedselprovocatietest (dubbelblind en placebogecontroleerd) beschouwd als de gouden standaard op vlak van diagnosestelling van voedselallergie. Het behandelen van een voedselallergie berust in de eerste plaats op een hypoallergeen dieet. Dit kan aangevuld worden met medicatie zoals corticosteroïden en antihistaminica. Een recentere therapie, die momenteel bij de mens gebruikt wordt, is orale immunotherapie. SLEUTELWOORDEN: Behandeling Diagnose Hond Mens Voedselallergie 1

8 INLEIDING Voedselallergie is een veel voorkomend probleem bij mens en dier. Steeds meer van onze huisdieren, waaronder honden, worden aangeboden bij de dierenarts met symptomen van voedselallergie. Dit gaat gepaard met vervelende klachten, zoals jeuk en gastro-intestinale symptomen, en deze hebben vaak een grote impact op het leven en welzijn van deze dieren (Friedeck, 2011). Ook bij de mens worden steeds meer allergieën gezien tegenover bepaalde voedselcomponenten met soms ernstige symptomen tot gevolg. Het mogelijke risico op anafylaxie maakt van deze aandoening een niet te negeren probleem binnen de humane geneeskunde (Sicherer en Sampson, 2014). Belangrijk is dan ook, zowel in de humane geneeskunde als in de diergeneeskunde, dat deze aandoening snel wordt onderkend. In de eerste plaats is het van groot belang om kennis te hebben van de voornaamste allergenen bij de hond en welke specifieke symptomen en klachten kunnen verwacht worden bij patiënten met een voedselallergie. Ook moet men rekening houden met predisponerende factoren. Deze zijn bij de mens gekend (Visness et al., 2009; Sharief, 2011; Sicherer en Sampson, 2014), maar bij de hond ontbreekt grondig onderzoek hierov. Daarnaast is door de hoge prevalentie van voedselallergieën een goede diagnose onontbeerlijk. De vraag die men zich dan ook moet stellen is welke testen voldoende betrouwbaar zijn om een juiste diagnose te verkrijgen. Helaas zijn er naast het testdieet weinig geschikte testen voorhanden (Jeffers et al., 1991; Friedeck, 2011). Het testdieet (gebaseerd op eliminatie gevolgd door provocatie) is een goede manier om voedselallergie op te sporen, maar ook binnen deze test kan nog heel wat mislopen. Het beoordelen van de reductie van klinische symptomen, het type dieet dat aangeboden wordt tijdens de eliminatie- en provocatiefase en de duur van de twee fasen zijn slechts enkele van de zaken die het resultaat van de test sterk kunnen beïnvloeden. Tot slot moet er een strikte en gepaste behandeling ingesteld worden om verdere problemen te vermijden en de symptomen van allergie te reduceren. Een hypoallergeen dieet blijkt de meest succesvolle behandeling maar toch wordt incidenteel falen van deze behandeling gemeld (Outerbridge, 2012). Verschillende oorzaken kunnen hier aan de basis liggen. Bij de hond heeft men de keuze tussen een huisgemaakt voeder en een commercieel dieet (al dan niet gebaseerd op een gehydrolyseerde eiwitbron) (Hill, 1999). Beide types voeder hebben voor- en nadelen. Er dient dan ook zorgvuldig afgewogen te worden wat het meest geschikt is voor de patiënt en welke behandeling haalbaar is voor de eigenaar. In deze literatuurstudie wordt samengevat wat momenteel gekend is over voedselallergie bij de hond. Verschillende onwetendheden en problemen worden aangehaald. In de tweede plaats wordt een kort overzicht gegeven van voedselallergie bij de mens waarbij dezelfde aspecten als bij de hond worden besproken zodat tenslotte een korte vergelijking tussen hond en mens kan worden gemaakt. 2

9 LITERATUURSTUDIE 1. DEFINITIES De term voedselallergie omvat slechts een klein deel van de situaties waarin een ongewenste reactie optreedt na het opnemen van bepaalde voedingscomponenten. Deze reacties worden overkoepeld door de term voedselovergevoeligheid (American Academy of Allergy and Immunology, 1984). De American Academy of Allergy and Immunology (1984) bepaalde de volgende definities: Voedselallergie: een immunologische bijwerking op voedsel Voedselintolerantie: elke reactie op voedsel die geen immunologische basis heeft Deze laatste groep kan onderverdeeld worden in: - individuele gevoeligheid op voedsel: een abnormale reactie op voedsel of een voederadditief waarbij het immuunsysteem niet geactiveerd wordt - metabole reactie op voedsel: een reactie door de inwerking van een voedingsstof op het metabolisme van de gastheer - farmacologische reactie op voedsel: een reactie door natuurlijke of toegevoegde chemische stoffen in het voedsel - voedselvergiftiging: een reactie op voedsel door de inwerking van een toxine Professor David Lloyd (2006) voegde daar nog enkele termen aan toe (Fig. 1). In deze literatuurstudie wordt enkel ingegaan op voedselallergie. ongunstige reacties op voeder immunologisch niet-immunologisch voedselallergie voedselintolerantie dieet indiscretie voedselafkeer IgEgemedieerd metabool vuilnis eten psychologische ontwijking niet IgEgemedieerd farmacologisch vraatzucht psychologische intolerantie idiosyncratisch pica voedselvergiftiging Fig. 1: Indeling van ongunstige reacties op voeder (uit Lloyd, 2006). 3

10 2. PREVALENTIE EN VOORKOMEN Voedselallergie wordt de laatste decennia steeds vaker gezien in de praktijk. Niet alleen de mens, maar ook verschillende van onze (huis)dieren, waaronder de hond, hebben met deze vervelende aandoening te maken. Zowel over de prevalentie van voedselallergie bij honden als over de predispositie van ras en leeftijd zijn de meningen in de literatuur verdeeld. Algemeen wordt aangenomen dat 10% tot 20% van de allergische dermatosen te wijten zijn aan een voedselallergie (Brown et al., 1995). Daarnaast wordt gezien dat 75% van de honden met de dermatologische vorm van voedselallergie nog andere allergieën bezit (Outerbridge, 2012). Veel auteurs melden geen verband tussen het ras van de hond en het optreden van voedselallergie (White, 1986; Harvey, 1993). Andere auteurs daarentegen hebben in hun studie bewezen dat er een hogere incidentie van voedselallergie voorkomt bij bepaalde rassen. Zo werd in een proef van Rosser en White (1998) aangetoond dat Retrievers en Terriërs meer vatbaar waren voor voedselallergie dan andere rassen. Ook Chesney (2002) meldde een hoger risico bij Labrador Retrievers. In een andere studie werd dan weer gezien dat vooral Teckels en Boxers lijden aan deze aandoening (Denis en Paradis, 1994). Ook over de leeftijd is geen eensgezindheid. Hoewel er hierbij, in tegenstelling tot de raspredispositie, toch wel een duidelijke trend naar voor komt bij het bekijken van de resultaten van verschillende studies. Men mag aannemen dat voedselallergie frequent voorkomt onder de leeftijd van 1 jaar, in 33%, 36%, 48% en 52% van de gevallen volgens Rosser (1993), Rosser en White (1998), Denis en Paradis (1994) en Harvey (1993) respectievelijk. In drie andere studies werd aangetoond dat de eerste symptomen van voedselallergie gemiddeld tot uiting komen op de leeftijd van 9 maanden (August, 1985), 15 maanden (Chesney, 2002) en 1.8 jaar (Vroom, 1994). Wat betreft geslachtpredispositie werd er geen significant verschil gezien tussen mannelijke en vrouwelijke honden in de prevalentie van voedselallergie (Harvey, 1993; Chesney, 2002). 3. PATHOGENESE Allergieën kunnen volgens Coombs en Gell (1963) onderverdeeld worden in 4 types reacties: - type I reactie: een immuunreactie met in de hoofdrol immunoglobulines E (IgE) - type II reactie: een cytotoxische reactie die voornamelijk gestuurd wordt door de interactie tussen oppervlakte-antigenen en immunoglobulines M (IgM) of immunoglobulines G (IgG) en die leidt tot de vernietiging van cellen en weefsels - type III reactie: een reactie waarbij antigeen-antistofcomplexen neerslaan in de basaalmembraan en de complementcascade activeren - type IV reactie: een celgemedieerde reactie waarbij voornamelijk T-lymfocyten een rol spelen In een recentere studie werd nog een vijfde type van immunologische reactie vermoed waarbij het pathogeen opgenomen wordt in een granuloom en cytokines een rol zouden spelen (Rajan, 2003). Voedselallergie bij honden zou worden veroorzaakt door een type I, type III of type IV overgevoeligheidsreactie (White, 1986). Bijgevolg wordt er op het type II niet verder ingegaan. 4

11 3.1. Type I reactie De type I reactie of IgE-gemedieerde immuunreactie is het meest voorkomende type bij voedselallergieën in de humane- en diergeneeskunde (Kennis, 2011). De immuunreactie bestaat uit 3 hoofdcomponenten: IgE s, mastcellen en basofielen. Het immunoglobuline E is één van de vijf immunoglobulines die deelnemen aan het immuunsysteem en zich voornamelijk in de longen, huid en slijmvliezen bevinden (Kumar et al., 2012). Mastcellen worden teruggevonden aan de perivasculaire zijde van weefsels en spelen een belangrijke rol in de eerstelijnsafweer (Kraneveld et al., 2012). Deze mastocyten bevatten granules, bestaande uit cytokines, chemokines, proteases, leukotriënen en bioactieve polyamines (Shea-Donohue et al., 2010). Basofielen zijn leukocyten die eveneens cytoplasmatische granules bevatten en sterk lijken op de mastcellen. Beide types van cellen bezitten receptoren voor IgE (Falcone et al., 2000). Allergenen (dit zijn proteïnen uit het voedsel) worden gevangen door dendritische cellen afkomstig uit het lymfoid weefsel van de darm (Lipscomb et al., 2007). Deze antigeen-presenterende cellen nemen de antigenen (Ag) op in hun cytoplasma waar ze gemerkt worden door ubiquitine. Hierdoor komt de afbraak van het Ag door proteasen op gang (Nandi et al., 2006). Dit resulteert in het ontstaan van kleinere peptidefragmenten die dan op hun beurt geassocieerd worden met het major histocompatibility complex class II (MHC-II). T-helpercellen herkennen dit complex waardoor er een differentiatie gebeurt naar T2-effectorcellen die dan cytokines gaan produceren (Lipscomb et al., 2007). Voornamelijk onder invloed van de cytokines IL-4 en IL-13 zal er een switch plaatsvinden in de immunoglobulinen in het voordeel van IgE s. Dit omdat B-cellen gestimuleerd worden tot het produceren van een ander type antistof (As) (Lorenz et al., 1995). IgE s binden de antigenen en het Ag-As complex neemt plaats op de receptor van mastcellen of basofielen. Dit leidt tot degranulatie van deze cellen en op die manier worden verschillende mediatoren vrijgesteld. Deze mediatoren zijn direct en indirect verantwoordelijk voor de klinische symptomen die gepaard gaan met een allergie (Kumar et al., 2012). Zo zal histamine bijvoorbeeld een contractie van de gladde spieren veroorzaken ter hoogte van de luchtwegen en het spijsverteringsstelsel. Bovendien zal het de permeabiliteit van de bloedvaten verhogen en een vasodilatatie teweegbrengen (Jutel et al., 2001) Type III reactie In de type III reactie vormen antigenen en antistoffen complexen die kunnen neerslaan in de weefsels (bloedvaten, glomeruli,...) als ze niet tijdig verwijderd worden. Dit leidt tot een activatie van het complement waarbij er tal van chemotactische factoren, radicalen en enzymen gevormd worden die uiteindelijk weefseldestructie veroorzaken (Powell et al., 2013). 5

12 3.3. Type IV reactie De type IV of celgemedieerde allergische reactie kan verder onderverdeeld worden in vier subtypes (Pichler, 2003): Bij de type IVa reactie zijn de Th1-cellen belangrijke activatoren. Zij produceren namelijk IFN-γ, wat ervoor zorgt dat de macrofagen geactiveerd worden. Daarnaast zal er ook IgG1 en IgG3 gevormd worden en daarbovenop zorgen de Th1-cellen voor een secretie van TNF-α en IL-12. Deze laatsten hebben een pro-inflammatoir effect. Tenslotte werken de Th1-cellen costimulatorisch bij de activatie van de CD8+ T-cel respons (Pichler, 2003). De andere klasse T-helpercellen, namelijk de Th2-cellen produceren enerzijds IL-5, wat een eosinofiele reactie teweegbrengt. Dit vormt de type IVb reactie. Anderzijds zetten zij ook de B-cellen aan tot productie van IgE (door de secretie van IL-4 en IL-13) wat bijdraagt aan de type I reactie. De derde reactie is de type IVc reactie waarbij de cytotoxische T-cellen de hoofdrol spelen. Deze CD4+ en CD8+ effector T-cellen zorgen voor het afdoden van cellen en weefsels (Pichler, 2003). Tenslotte is er nog de type IVd reactie waarbij de T-cellen neutrofielen aantrekken en activeren die op hun beurt instaan voor de afweer (Pichler, 2003). 4. OORZAKEN 4.1. Orale tolerantie Voedselallergie wordt veroorzaakt door allergenen. Dit zijn specifieke antigenen die een immuungemedieerde reactie kunnen veroorzaken. Ze hebben domeinen die de As kunnen herkennen, wat kan leiden tot een allergische reactie (Kumar et al., 2012). In de meeste gevallen van voedselallergie zijn deze allergenen lichaamsvreemde proteïnen, ongekend voor het immuunsysteem. Bij de meeste individuen leiden deze proteïnen niet tot een immuunreactie, maar vindt er restrictie plaats. Dit gebeurt onder andere door het verteren van het proteïne alvorens het geabsorbeerd wordt door de darmmucosa (Guilford, 1992). Daarenboven is er een zeer effectieve gastro-intestinale barrière ter hoogte van de mucosa. Deze kan worden opgedeeld in een fysiologische barrière en een immunologische barrière. Fysiologisch spelen vooral de epitheelcellen van de darm de grootste rol in deze bescherming (Sicherer en Sampson, 2010). Dankzij hun efficiënte onderlinge verbindingen (tight junctions) en hun bekleding met mucus vormen zij een moeilijk te doordringen hindernis voor verschillende micro-organismen alsook voor lichaamsvreemde partikels uit het voeder (Gaschen en Merchant, 2011). Deze verdediging wordt verder nog versterkt door een extreme ph die inwerkt op pathogenen en andere antigenen. Ook de borstelzoom aan de luminale zijde van het darmepitheel neemt deel aan de fysiologische bescherming. De immunologische component bestaat enerzijds uit aangeboren immunologische componenten zoals neutrofielen, macrofagen en NK-cellen en anderzijds uit onderdelen van het adaptieve immuunsysteem, zoals lymfocyten, Peyerse platen en secretorisch IgA (Sicherer en Sampson, 2010). 6

13 Aangezien deze gastro-intestinale barrière bij jonge dieren nog niet optimaal is, kan hierin een mogelijke verklaring liggen voor het feit dat voedselallergieën reeds op jonge leeftijd kunnen ontstaan (Chehade en Mayer, 2005). Daarnaast is orale tolerantie of Ag-specifieke suppressie ook een heel belangrijk begrip in het optreden van allergische reacties op voedselcomponenten. Het Ag wordt oraal opgenomen en gevangen door een Ag-presenterende cel, namelijk de dendritische cel, die onderdeel is van het darmgeassocieerd lymfoïd weefsel en die migreert naar de lymfeknopen en daar de regulatorische T- cellen activeert. Deze vermijden via een complex mechanisme dat het tot een allergische reactie komt. Toch wordt er regelmatig een falen van deze orale tolerantie beschreven. Het omzeilen van dit mechanisme ziet men bij gevallen waarbij niet de orale opname de primaire ingangspoort voor blootstelling is, maar bijvoorbeeld wel de huid. In dat geval kan het gastro-intestinale immuunsysteem niet in werking treden. Dit veroorzaakt vooral voedselallergieën tegenover één enkel allergeen (Berin en Sicherer, 2011). Er zijn nog tal van andere oorzaken die kunnen leiden tot een allergische reactie op voedselcomponenten. Zo ziet men soms dat het proteïne nog (gedeeltelijk) intact is wanneer het geabsorbeerd wordt in de darm. Een mogelijke verklaring voor deze onvolledige vertering is resistentie van het proteïne tegen warmte en enzymatische vertering (Guilford, 1992). Daarnaast kunnen bepaalde aandoeningen leiden tot een verhoogde gastro-intestinale permeabiliteit. Dit veroorzaakt in de meeste gevallen eerder een meervoudige voedselallergie aangezien deze verhoogde permeabiliteit niet specifiek is. Tenslotte mag men ook genetische factoren niet verwaarlozen in het ontstaan van allergieën (Kennis, 2006) Soorten allergenen Zowel bij mens als dier kan voedselallergie worden veroorzaakt door tal van voedselcomponenten. Desondanks ziet men een algemene trend in het soort allergeen dat deze aandoening veroorzaakt. De meest waargenomen allergenen bij de hond zijn afkomstig van vlees (rund en kip), eieren, melk, soja, tarwe en maïs (Jeffers et al., 1996). In 65% van de voedselallergieën kan de oorzaak worden gevonden in rundvlees, zuivelproducten en tarwe (Roudebush et al., 2000). Ook volgens Carlotti et al. (1990) is rundvlees het meest voorkomende allergeen. Allergie kan zowel optreden tegen één allergeen als tegen meerdere allergenen. Zo vertoonden in de studie van Harvey (1993) 52% van de honden een immuunreactie tegen één voedselcomponent en 48% tegen meerdere componenten. Dikwijls is er kruisreactiviteit tussen verschillende allergenen. Dit betekent dat honden die allergisch zijn aan een bepaalde voedselcomponent ook spontaan een allergie kunnen vertonen tegenover een andere component. Dit is bijvoorbeeld het geval bij koemelk en rundvlees, daar beide componenten bovine immunoglobines bevatten (Martin et al., 2004). Daarnaast zou er ook kruisreactiviteit zijn met lamsvlees aangezien er een sterke homologie is tussen bovine en ovine immunoglobulines. 7

14 Een andere mogelijke reden waarom honden allergisch zijn voor rundvlees en tegelijk voor lamsvlees kan liggen in het feit dat deze voedingsproducten beiden een gemeenschappelijk enzyme, het fosfoglucomutase, bevatten (Martin et al., 2004). Een ander voorbeeld van kruisreactiviteit dat vermeld wordt in de literatuur is deze tussen zuivelproducten en granen (Harvey, 1993). Ook Friedeck (2011) meldt kruisreactiviteit en dit tussen kip, eend en mogelijks eieren Genetische predispositie Er zijn studies bij muizen waar mutaties in bepaalde genen worden beschouwd als een belangrijke predisponerende factor voor voedselallergieën. Zo werd vastgesteld dat muizen deficiënt voor het filaggrine-gen gevoeliger zijn voor atopische dermatitis veroorzaakt door IgE-gemedieerde overgevoeligheid aan voeder. De verklaring hiervoor ligt in het feit dat de huidintegriteit van deze dieren verandert waardoor de allergenen gemakkelijker via de huid kunnen intreden (O Regan en Irvine, 2010). Ook mutaties voor genen die een rol spelen in de immuunrespons kunnen aan de basis liggen van een voedselallergie. Zo werd bijvoorbeeld aangetoond dat muizen met een mutatie in de IL-4 receptor vatbaarder zijn voor voedselallergie (Mathias et al., 2011). Bij de hond werd hieromtrent nog geen informatie gevonden. 5. KLINISCHE SYMPTOMEN Het klinisch beeld dat gezien wordt bij honden met voedselallergie bestaat hoofdzakelijk uit symptomen gerelateerd met een niet-seizoensgebonden pruritus en/of gastro-intestinale symtomen, zoals braken en diarree (Friedeck, 2011). Een eenzijdig ziektebeeld bestaat er niet aangezien er veel variatie is in de soort en graad van symptomen en er tal van individuele verschillen zijn (Vroom, 1994). Ook het tijdstip waarop de klachten verschijnen is niet eenduidig en kan afhankelijk zijn van het type allergeen. Zo vinden de klinische symptomen (zoals pruritus) na zuivel sneller plaats (gemiddeld na 4 dagen) dan bijvoorbeeld de klinische reactie op granen (gemiddeld na 8 dagen) (Harvey, 1993) Huidsymptomen Bijna alle honden die geplaagd worden met de dermatologische vorm van voedselallergie vertonen een pruritus die onafhankelijk is van het seizoen (Brown, 1995). Pruritus kan worden gedefinieerd als een onaangenaam gevoel dat een verlangen oproept om te krabben (Metz et al., 2011). Huidsymptomen kunnen zich op diverse manieren uiten. Zo ziet men vaak erytheem (een rode huid), papels (smalle solide verhevenheden van de huid), urticaria (vasculaire, meestal immunologische reactie) en oedeem (White, 1986; Guaguère en Prélaud, 1998; Friedeck, 2011). 8

15 De jeuk kan gegeneraliseerd zijn, maar soms worden ook specifieke lokalisaties opgemerkt met als voornaamste de oren en onderpoten (Rosser, 1993; Harvey, 1993). Hier kunnen zich respectievelijk een otitis externa (= infectie van het buitenoor dat leidt naar het binnenoor) en een pododermatitis (= infectie van de voetzool met zwelling en pijn) ontwikkelen (Friedeck, 2011). De graad van pruritus kan worden gescoord op een schaal van 1 tot 5 (Paterson, 1995). Tengevolge van de jeuk waaraan de honden met voedselallergie kunnen lijden, verschijnen er vaak secundaire letsels zoals haaruitval (alopecie) en korstvorming (Carlotti et al., 1990). Daarnaast komen ook vaak secundaire infecties van de aangetaste huid voor. De meest frequente infectie gemeld bij voedselallergie is een oppervlakkige pyodermie met een prevalentie variërend tussen 16% (Harvey, 1993) en 35% (Rosser, 1993). Tenslotte ontwikkelt er zich bij het merendeel van de honden met voedselallergie een chronische otitis externa (Chesney, 2002). Aangezien er heel wat andere aandoeningen zijn die ook huidklachten veroorzaken, moet er steeds een lijst met differentiaal diagnoses worden opgesteld om andere oorzaken uit te sluiten (tabel 1). Tabel 1: Differentiaal diagnose van huidsymptomen bij honden verdacht van voedselallergie (naar Vroom, 1994). Infectieus Immuungemedieerd Andere primaire pyodermie atopie seborroe dermatomycose contactallergie hypothyreoidie cheyletiellose auto-immuunziektes mycosis fungoides demodicose overgevoeligheid aan zink deficiëntie geneesmiddelen schurft voedselallergie vlooienbeten (pulicosis) bacteriële otitis leishmania 5.2. Gastro-intestinale symptomen Over gastro-intestinale symptomen ten gevolge van voedselallergie is veel minder geschreven en gekend in de literatuur dan over dermatologische symptomen (Hall, 1994). Hoewel gastro-intestinale problemen niet bij alle honden met voedselallergie voorkomen, mogen deze toch niet worden geminimaliseerd. Bij honden met diarree en/of braken moet voedselallergie steeds in de lijst met differentiaal diagnoses worden opgenomen. De prevalentie van deze symptomen kan heel verschillend zijn. Zo worden percentages vermeld van 10 tot 15% (Wills en Harvey, 1994), maar ook prevalentiecijfers van 50-60% werden genoteerd (Jackson, 2007). Daarentegen vertoonde in de studie van Rosser (1993) slechts 2% van de honden gastro-intestinale symptomen. Dit toont nogmaals aan dat er een enorme individuele variatie is in het klinisch beeld van voedselallergie. 9

16 Typische verschijnselen, gerelateerd aan het maagdarmstelsel, zijn braken, diarree, borborygmen en tekenen van colitis zoals steatorrhee, bloedbijmenging in de feces, tenesmus en een verhoogde frequentie van defeceren (Paterson, 1995). Deze symptomen zijn zeker niet pathognomonisch voor voedselallergie en andere oorzaken moeten zeker in het achterhoofd worden gehouden (tabel 2). Tabel 2: Differentiaal diagnose van chronische idopathische enteropathie (uit Gaschen en Merchant, 2011) Chronische idiopathische enteropathie bij de hond darmparasieten voedselallergie IBD voedselintolerantie granulomateuze colitis neoplasie proteïn-losing enteropathy chronische idiopathische dikke darm diarree glutenintolerantie histoplasmose antibiotica responsieve enteropathie Aantastingen van andere orgaanstelsels worden ook gemeld, echter met een veel lagere prevalentie. Zo werden er aanvallen van epilepsie gezien bij honden met voedselallergie (Muller et al., 1989; Rosser, 1993). Ook gedragsveranderingen werden opgemerkt door de eigenaars (White, 1998). Dit laatste zou te verklaren zijn door de ongemakken waar honden met voedselallergie mee kampen zoals onophoudelijke jeuk of buikkrampen. Daarnaast werd ook astma gemeld als een (weliswaar zeldzame) klacht tengevolge van voedselallergie (Walton, 1967; Friedeck, 2011). 6. DIAGNOSE De diagnosestelling van voedselallergieën is niet eenvoudig. De symptomen van voedselallergie lijken sterk op die van andere huidaandoeningen, er kunnen secundaire infecties aanwezig zijn en voedselallergie kan gecombineerd zijn met andere allergieën. Daarbij komt dat er weinig degelijke diagnostische testen beschikbaar zijn (Friedeck, 2011). Net zoals bij andere aandoeningen moet worden gestart met het afnemen van een grondige anamnese en lichamelijk onderzoek om een correcte differentiaal diagnose te kunnen opstellen. De anamnese omvat vragen waarbij men informatie verkrijgt over de mogelijke oorzaak van de allergie, de duur van de symptomen en de ernst van de aandoening. Ook de historiek van de voederopname (welk voeder, recente veranderingen, hoeveelheid) mag niet ontbreken (Sicherer en Sampson, 2010). Andere oorzaken van pruritus moeten worden uitgesloten. Dit is mogelijk door een huidafkrabsel te nemen en cytologie of cultuuronderzoek uit te voeren (Friedeck, 2011). Indien de hond gastrointestinale symptomen vertoont zoals braken en/of diarree, moeten andere oorzaken hiervoor worden uitgesloten. Braken kan immers worden veroorzaakt door een hele reeks aandoeningen en pathogenen. Enkele vaak voorkomende oorzaken zijn gastritis, neoplasie, NSAID s, intoxicaties, hypoadrenocorticisme en parasitaire infecties. Uitsluiting van deze oorzaken kan door middel van een goed klinisch onderzoek, laboratoriumtesten en medische beeldvorming (Elwood, 2003). Alvorens te starten met een diagnosestelling, moet worden verzekerd dat de hond vrij is van medicatie die de symptomen onderdrukken, zoals corticosteroïden (White, 1998). 10

17 6.1. Testdieet De beste methode voor het stellen van een diagnose is door middel van een testdieet. Dit proces verloopt in twee fasen: eerst vindt de eliminatiefase plaats, daarna volgt de challenge of provocatiefase (Brown et al., 1995) Eliminatie Tijdens de eliminatiefase kan een hypoallergeen huisgemaakt of commercieel dieet worden gegeven aan de hond. Alle andere voedingscomponenten zoals snoepjes of voedingssupplementen moeten worden weggelaten (Brown et al., 1995). Het is van uiterst belang dat tijdens het eliminatiedieet (zoals de term zegt) alle voedingscomponenten die de hond voordien nuttigde achterwege worden gelaten (Outerbridge, 2012). Het voeder kan bestaan uit schapen- of lamsvlees met rijst (Vroom, 1994), maar andere mogelijkheden zoals konijn/eend/tonijn met rijst/aardappelen zijn ook mogelijk. White (1998) stelde als algemene regel dat er één proteïnebron en één zetmeelbron moet worden gevoederd. Bij een commercieel hypoallergeen voeder wordt soms een toename van de klinische symptomen gemeld, mogelijks door een reactie op de additieven ervan (Jeffers et al., 1991). Ook Fadok (1994) meldt dat sommige honden met dermatologische klachten slecht reageren op een commercieel dieet. Tot slot moet zeker worden vermeld dat het hypoallergeen dieet in geen geval een ingrediënt mag bevatten dat in het oorspronkelijke voeder aanwezig was (Vroom, 1994) en is dus voor elk individueel dier verschillend (Wills en Harvey, 1994). Water moet vanzelfsprekend gedurende de hele testperiode aanwezig zijn, bij voorkeur gedistilleerdof flessenwater aangezien kraantjeswater contaminanten kan bevatten die ook een overgevoeligheidsreactie kunnen teweegbrengen (Wills en Harvey, 1994). Indien de hond medicatie moet nemen tijdens deze periode (bijvoorbeeld ontworming) wordt deze best vervangen door een nietgearomatiseerd preparaat (White, 1998). Het dieet wordt gedurende een voldoende lange periode aangeboden. Over de exacte duur is nog veel discussie (Fadok, 1994). De tijd tussen het inlassen van het hypoallergeen dieet en de respons van het dier kan namelijk sterk variëren. Zo vermelden sommige bronnen al een respons na 3 (Harvey, 1993) of 4 weken (Paterson, 1995). In andere studies toonde het merendeel van de bestudeerde honden pas een reactie na 10 weken (Rosser, 1993). Over het algemeen zouden gastrointestinale symptomen verbeteren binnen 2 weken, in tegenstelling tot huidsymptomen waarbij het tot 12 weken kan duren vooraleer er respons is op het nieuwe dieet (Gaschen en Merchant, 2011). Indien men het dieet gedurende meer dan 6 weken aanhoudt, moet men wel bedachtzaam zijn voor mogelijke tekorten aan vitaminen en mineralen in de voeding (voornamelijk in een huisgemaakt voeder). Deze kunnen eventueel worden gesupplementeerd. Andere mogelijke problemen van het hypoallergeen dieet zijn diarree, obstipatie (Vroom, 1994), gewichtsverlies, een doffe vacht en hongerigheid (White, 1998). Soms kan het nodig zijn, bij ernstige klinische symptomen, om gedurende 7 tot 10 dagen sedatie, glucocorticosteroïden of antihistaminica toe te dienen (Wills en Harvey, 1994). 11

18 Provocatie Na de eliminatie volgt de challenge of provocatiefase. Hierbij wordt, na het verbeteren van de klinische symptomen in de eliminatiefase, het oorspronkelijke voeder geherintroduceerd en wordt gekeken of de symptomen recidiveren (Brown et al., 1995). Om te weten aan welke voedingscomponenten de hond effectief allergisch is, moet men een provocatiefase inlassen waarbij er geleidelijk aan individuele ingrediënten worden toegediend. Elk ingrediënt moet 1 tot 2 weken worden aangeboden om een goede diagnose te kunnen stellen. Indien er tijdens deze periode geen klinische reactie is, kan het volgende ingrediënt worden toegevoegd. Zo wordt doorgegaan tot men alle belangrijke voedingscomponenten uit het oorspronkelijke hondenvoeder heeft aangeboden (rund, vis, ei, melk, rijst, kip,...). Als tijdens het toedienen van één van deze ingrediënten de hond hervalt, kan worden gesteld dat hij overgevoelig is voor dit ingrediënt. Men moet dan opnieuw het eliminatiedieet toedienen tot de symptomen verdwenen zijn vooraleer verder te gaan met de provocatie van andere ingrediënten (Hill, 1999) Interpretatie van de resultaten van het testdieet Het voornaamste symptoom dat tijdens het testdieet beoordeeld wordt is pruritus (jeuk). Deze zou binnen 7 tot 21 dagen na invoering van het eliminatiedieet moeten afnemen (Wills en Harvey, 1994). Indien de symptomen van pruritus met minstens 50% verminderen tijdens deze periode, kan worden gesteld dat er een verband is tussen de klinische klachten en het voeder (Brown et al., 1995). Andere letsels zoals huidlaesies zullen pas na langere tijd genezen. Ook bij honden met gastro-intestinale klachten worden de symptomen (zoals braken en diarree) beoordeeld na het eliminatiedieet. Volgens Wills en Harvey (1994) zou diarree moeten verbeteren binnen 3 tot 5 dagen. Indien de hond deze verbetering vertoont, houdt men rekening met drie mogelijke diagnoses: voedselallergie, voedselintolerantie of milde IBD, die allen verzameld worden onder de term voedselresponsieve diarree of ongunstige reactie tegenover voeding (Cave, 2012). Als er geen verbetering is in de klinische toestand tijdens het testdieet kan de oorzaak van de symptomen te wijten zijn aan een andere overgevoeligheid of een combinatie van allergieën. Een andere verklaring is dat de hond allergisch is aan een element uit het hypoallergeen dieet. Daarnaast moet men steeds nagaan of de eigenaar het dieet wel strikt heeft nageleefd (Wills en Harvey, 1994). Na hervatting van het oorspronkelijk voeder moeten er (indien er voedselovergevoeligheid aanwezig is) binnen de 14 dagen weer symptomen verschijnen (Harvey, 1993; Brown et al., 1995). In tabel 3 wordt een overzicht gegeven van de procedure van de diagnosestelling op basis van een testdieet. Het testdieet is een goede manier om voedselovergevoeligheid te diagnosticeren, maar het exact mechanisme wordt hierbij niet onderkend. Men weet niet of het over voedselallergie (immunologisch mechanisme) of voedselintolerantie (niet-immunologische reactie) gaat. Daarvoor kunnen andere testen worden gebruikt, hoewel deze vaak teleurstellende resultaten opleveren (Brown et al., 1995). 12

19 Tabel 3: procedure voor het eliminatiedieet en de provocatie (Wills en Harvey, 1994). stap 1 bereid een huisgemaakt eliminatiedieet stap 2 voeder dit hypoallergeen dieet gedurende minstens 3 weken stap 3 herintroduceer het oorspronkelijk voeder indien er verbetering is stap 4 achteruitgang na herintroductie wijst sterk op een voedselgerelateerde aandoening + de duur tussen provocatie en herval kan bepaald worden stap 5 schakel terug over naar een eliminatiedieet stap 6 voeg geleidelijk aan individuele ingrediënten toe stap 7 kies op basis van de resultaten een commercieel of huisgemaakt dieet dat gevoederd kan worden voor de rest van het leven Gehydrolyseerde eiwitbron Zoals hierboven beschreven, wordt er meestal een nieuwe eiwitbron geïntroduceerd tijdens het eliminatiedieet voor het stellen van de diagnose van voedselallergie. Een alternatief hiervoor is het aanbrengen van een gehydrolyseerde eiwitbron. Het proces van hydrolyse kan namelijk de allergene activiteit van een voedselantigen vernietigen en op die wijze verkrijgt men een hypoallergene voedingscomponent (Cordle, 1994). De verklaring hiervoor is dat er bij het hydrolyseren kleinere deeltjes ontstaan en de immunoglobulines E die zich op de mastcellen bevinden kunnen op deze sterk verkleinde proteïnes niet binden waardoor er geen allergische reactie ontstaat (Olivry en Bizikova, 2010a). Dit heeft tot gevolg dat de klinische symptomen van allergie gereduceerd worden na het opnemen van een gehydrolyseerde eiwitbron in vergelijking met de opname van de intacte eiwitbron, wat in verschillende studies werd opgemerkt (Jackson et al., 2003; Loeffler et al., 2006). Zo werd in de studie van Puigdemont et al. (2006) de klinische reactie op intacte soja vergeleken met de klinische reactie op gehydrolyseerde soja. In het eerste geval werden bij de helft van de honden dermatologische en gastro-intestinale symptomen gezien, wat niet het geval was toen gehydrolyseerde soja werd gevoederd. Ook Ricci et al. (2010) voerde een studie uit waarbij de reactie op een gehydrolyseerde eiwitbron vergeleken werd met de klassieke volledige eiwitbron. Ook hier werd een reductie in symptomen gemeld bij het gehydrolyseerde dieet Andere testen Voor het diagnosticeren van IgE-gemedieerde allergieën kunnen er verschillende testen worden gebruikt, maar deze hebben allen een grote graad van onbetrouwbaarheid en worden daarom zelden gebruikt bij de diagnose van voedselallergie. De voordelen van deze testen in vergelijking met een testdieet zitten in het sneller krijgen van de resultaten, het gemak van de test en de mogelijkheid om specifieke voedselantigenen op een relatief eenvoudige manier te bepalen. Het grootste nadeel is dat de meeste van onderstaande testen onbetrouwbaar zijn en veel valse resultaten geven. Daarbij kunnen zij enkel de type-i overgevoeligheidsreactie detecteren. (Jeffers et al., 1991). 13

20 De intradermale huidtest detecteert IgE s die gebonden zitten aan mastcellen in de huid en kan dus worden gebruikt voor het diagnosticeren van allergische reacties. Helaas heeft deze test een lage sensitiviteit en een lage positief voorspellende waarde. Er wordt een suspensie ingespoten bestaande uit bepaalde allergenen en bij een positieve huidtest zal er een harde rode zwelling voelbaar zijn op de plaats van injectie (Jeffers et al., 1991). De omvang van erythema en hardheid wordt gemeten (graad van 0 to 4) en ook de diameter van de zwelling wordt gemeten en beoordeeld (Marsella en Nicklin, 2001). Ook serologische testen zijn beschikbaar. De radioallergosorbent test (RAST) en een ELISA test behoren tot de mogelijkheden. Zij detecteren IgE in het serum van de hond. Ook deze testen hebben een lage sensitivitiet en een lage positief voorspellende waarde (Jeffers et al., 1991). De basofiel degranulatie test blijkt een andere mogelijkheid om voedselallergie te diagnosticeren. Hierbij wordt het percentage gedegranuleerde basofielen geteld na het aanbrengen van het antigen (Charpin et al., 1987). Dit zou, in tegenstelling tot andere testen zoals de intradermale huidtest, een veiliger alternatief zijn met minder kans op anafylaxie (Kirshbaum et al., 1967). Hiervoor zijn echter wel gespecialiseerde laboratoria nodig (Halliwell, 1992). Tenslotte kan ook de gastroscopische voedselovergevoeligheidstest worden aangewend. Hierbij worden via endoscopie de reacties van de maagmucosa geregistreerd terwijl er voedingsextracten worden toegediend. Deze test is geen goede test om voedselallergie vast te stellen maar kan wel voedselallergie uitsluiten indien er geen reactie van de mucosa wordt gezien op endoscopie (Brown, 1995). 7. BEHANDELING EN MANAGEMENT Eens er bij de hond voedselallergie is vastgesteld en het allergeen is geïdentificeerd, kan worden overgegaan tot de behandeling. Deze omvat in de eerste plaats een etiologische therapie, namelijk het elimineren van de voedselcomponent die de allergie veroorzaakt door middel van een hypoallergeen dieet. In de tweede plaats kan ook symptomatisch worden behandeld met de hulp van bepaalde geneesmiddelen Dieet Men moet de hond levenslang op een hypoallergeen dieet zetten dat vrij is van het allergeen waar de hond allergisch op reageert. Een commercieel dieet is een goede keuze aangezien dit een compleet voeder is dat tegemoetkomt aan de nutritionele behoeften van het dier (Hill, 1999). Daarnaast is dit type voeder gemakkelijk voor de eigenaar (Wills en Harvey, 1994). Een nadeel is echter dat sommige honden minder goed reageren op een commercieel dieet en zelfs klinische symptomen van allergie kunnen ontwikkelen, terwijl ze dit niet doen bij een huisgemaakt hypoallergeen dieet (Fadok, 1994; Hill, 1999). 14

21 Een mogelijke reden is dat tijdens het productieproces van commerciële diëten hitte wordt gebruikt waardoor proteïnen van structuur kunnen veranderen. Op die manier kunnen nieuwe antigenen worden gecreëerd of verbogen antigenen tot uiting worden gebracht (Cave, 2012). Indien er geen ideaal commercieel dieet wordt gevonden dat het dier kan verdragen, kan de eigenaar, op basis van de bekomen resultaten tijdens het testdieet, een huisgemaakt hypoallergeen voeder toedienen aan de hond op advies van de dierenarts (Hill, 1999). Voor lange termijn behandeling blijkt een huisgemaakt dieet echter niet te voldoen aan de behoeften van een volwassen hond (Roudebush en Cowell, 1992). Vaak zijn deze voeders niet compleet en slecht gebalanceerd en kunnen ze leiden tot bepaalde deficiënties (Hill, 1999). Tot slot moet worden vermeld dat een huisgemaakt dieet veel tijd van de eigenaar in beslag neemt en om deze reden ziet men veel eigenaars afhaken (Hill, 1999). De keuze van het dieet (commercieel of huisgemaakt) wordt dus onder andere bepaald door de specifieke nutritionele behoeften van het dier, de smakelijkheid van het voeder en de haalbaarheid voor de eigenaar (Outerbridge, 2012). Net zoals voor de diagnosestelling kan ook voor het management van voedselallergie een dieet worden gegeven gebaseerd op een gehydrolyseerde eiwitbron. Dit blijkt effectief te zijn in de behandeling van IBD (inflammatory bowel disease) dat veroorzaakt wordt door overgevoeligheid tegenover voeding (Cave, 2012). Ook in een studie van Mandigers et al. (2010) werd gezien dat honden met chronische dunne darm enteropathie op lange termijn veel baat hebben bij een hypoallergeen dieet gebaseerd op een gehydrolyseerde eiwitbron. Ook in andere studies werd het positief effect van een dieet gebaseerd op een gehydrolyseerde eiwitbron bewezen, zowel klinisch als histologisch werd verbetering gezien in honden met refractaire IBD (Marks et al., 2002). Zoals tijdens het testdieet kan ook bij het management worden geprobeerd om stap voor stap ingrediënten toe te voegen en de reactie van de hond af te wachten. Ook hier moet, per ingrediënt, weer voldoende tijd worden genomen om te zien of er al dan niet klinische symptomen optreden (Wills en Harvey, 1994). Als de hond na 1 tot 2 weken geen jeuksymptomen vertoont, kan worden overgegaan naar de volgende voedercomponent (Rosser, 1990). Men moet altijd bedacht zijn op een mogelijke kruisreactiviteit tussen verschillende allergenen (Friedeck, 2011). Daarnaast kunnen honden ook een allergie ontwikkelen voor bepaalde additieven van commerciële diëten of voor allergenen die vrijkomen tijdens de preparatie van voeders (Halliwell, 1992). Sommige honden vertonen herval na het eten van een voeder waar ze in eerste instantie niet gevoelig voor waren. Dit recidiveren gebeurt binnen de 6 maand na de oorspronkelijke allergische symptomen. Rosser en White (1998) zoeken de verklaring hiervan in een immunologisch venster. Dit omvat het vermoeden dat sommige honden genetisch geprogrammeerd zijn om gevoelig te worden voor antigenen waar ze vaak worden aan blootgesteld. Deze sensibilisatie treedt vanaf een bepaalde leeftijd op en zou ongeveer 6 maanden duren. Na die periode sluit het immunologische venster en zal verdere sensibilisatie voor andere antigenen niet meer optreden (Rosser en White, 1998). 15

22 7.2. Medicatie Corticosteroïden Corticosteroïden kunnen worden aangewend in de medicamenteuze behandeling van voedselallergie. Hun werking is in de eerste plaats anti-inflammatoir (Miller en Scott, 1994). Er zijn verschillende indicaties voor het gebruik van corticosteroïden bij voedselallergieën. Zo kunnen zij worden toegediend bij honden waar het allergeen niet duidelijk gediagnosticeerd is of waarbij eigenaars niet gemotiveerd zijn om de diagnose en therapie nauwkeurig op te volgen. Daarnaast kunnen ze ook worden toegediend aan honden die lijden aan meerdere allergieën. Ook in gevallen waarbij de honden ernstige gastro-intestinale symptomen vertonen, zoals colitis, kunnen corticosteroïden worden overwogen (Halliwell, 1992). Voor een lange termijn behandeling worden deze meestal oraal toegediend (Miller en Scott, 1994). Doorgaans wordt gekozen voor de orale formulering van prednisone, prednisolone of methylprednisolone. Deze zijn zeer werkzaam tegen de klinische symptomen van voedselallergie, maar hebben tal van bijwerkingen bij langdurige doseringen (Olivry et al., 2010b). Daarnaast kunnen corticosteroïden ook topicaal toegediend worden onder de vorm van een spray (tramcinolone, hydrocortisone). Dit wordt enkel gebruikt bij milde symptomen en ook hier zijn er bijwerkingen bij langdurige behandeling zoals verdunning van de huid, comedones en oppervlakkige folliculaire cysten (Olivry et al., 2010b). Tot slot bestaat ook een toedieningsvorm via injecties (Bevier, 1990) Antihistaminica Over antihistaminica is nog veel twijfel in zijn werkzaamheid tegen voedselallergie bij de hond. Een verklaring daarvan is dat er verschillende groepen van antihistaminica bestaan en dat het falen van één product niet noodzakelijk betekent dat er geen enkel antihistaminicum effectief is (Harvey en Markwell, 2000). Hierbij is het dus van belang dat er verschillende soorten antihistaminica uitgetest worden (gedurende 1 week) alvorens het besluit te trekken dat ze niet werkzaam zijn (Scott en Buerger, 1988). Voorbeelden van veel gebruikte antihistaminica zijn clemastine, chlorpheniramine en hydroxyzine (Harvey en Markwell, 2000). Zij hebben alledrie dezelfde algemene eigenschappen: antihistaminerg, anticholinerg, sedatief en lokaal anesthetisch. Deze geneesmiddelen brengen ook een reeks bijwerkingen met zich mee zoals slaperigheid, anorexie, braken en diarree (Miller en Scott, 1994). Een mogelijke verklaring van het feit dat sommige antihistaminica (chlorpheniramine, hydroxyzine) weinig werkzaam zijn, ligt in het feit dat deze type-1 histamine receptor antagonisten waarschijnlijk te laat komen om de histamine receptoren te blokkeren en de histamine reeds vrijgesteld is in vroege allergische reacties (Olivry et al., 2010b). 16

23 Antimicrobiële therapie Het kan nodig zijn om secundaire complicaties van voedselallergie te behandelen of te voorkomen. Dit kan door middel van antimicrobiële therapie. Enkele voorbeelden van frequent gebruikte antibiotica zijn tetracycline, erythromycine en cephalosporines (Miller en Scott, 1994) Andere therapieën Men kan de hond ook wassen met shampoos en behandelen met lokale producten (bijvoorbeeld pramoxine) (Olivry en Mueller, 2003). Deze topicale behandeling kan ervoor zorgen dat de jeuk gedurende een korte tijd verlicht wordt en het verwijdert ook debris, secreten en zweet. Antimicrobiële shampoos beschermen bovendien ook tegen secundaire aandoeningen zoals bacteriële pyodermie en Malassezia dermatitis (Harvey en Markwell, 2000). Men moet hierbij wel rekening houden dat de huid sterk kan uitdrogen en geïrriteerd raken bij frequent wassen met deze shampoos. Daarom kan best worden gekozen om af te wisselen met een niet-irriterende formulering (Olivry et al., 2010b). 17

24 8. VOEDSELALLERGIE BIJ DE MENS 8.1. Voorkomen Voedselallergie bij de mens zou bij 5% van de volwassenen voorkomen (Sicherer en Sampson, 2014) en bij 8% van de kinderen (Gupta et al, 2011) met een toenemende prevalentie door de jaren heen. Jongens zouden meer risico lopen op deze aandoening dan meisjes (Liu et al., 2010). Risicofactoren voor voedselallergie bij de mens zijn ongezonde vetten uit de voeding, genetische afwijkingen (Sicherer en Sampson, 2014), obesitas (Visness et al., 2009) en vitamine D insufficiëntie (Sharief, 2011). Dit laatste werd bevestigd door een studie van Osborne et al. (2012) waarbij aangetoond werd dat voedselallergieën meer voorkomen in gebieden verder van de evenaar verwijderd, dus regio s met een lagere UV straling, wat rechtstreeks invloed heeft op het vitamine D gehalte bij de mens Allergenen Veelvoorkomende allergenen bij kinderen zijn koemelk, pinda s en andere noten (Sicherer en Sampson, 2014). In een studie van Osborne et al (2011) werden bij eenjarige kinderen ook rauwe eieren en sesam genoteerd. Bij volwassenen daarentegen worden voornamelijk schaaldieren, groenten en fruit gemeld als oorzaak van voedselallergie (Sicherer en Sampson, 2014). Net zoals bij de hond wordt er ook bij de mens vaak kruisreactiviteit gezien tussen bepaalde voedselproducten. Dit is het geval bij gevogelte. Mensen allergisch aan kip zullen in de meeste gevallen ook een allergie vertonen tegenover kalkoenvlees en ander gevogelte (Cahen et al., 1998). Ook wordt er kruisreactiviteit gezien tussen vis- en schaaldieren, koe- en geitenmelk en fruit. Er werd zelfs kruisreactiviteit genoteerd tussen pollen en groenten/fruit (Sicherer, 2001). Bij de mens wordt er ook een differentiatie gemaakt tussen voedselallergieën die zichzelf oplossen tijdens de kindertijd enerzijds en persisterende voedselallergieën anderzijds. In het eerste geval gaat het voornamelijk om allergieën tegenover melk, eieren, tarwe en soja. In het tweede geval worden voornamelijk allergenen zoals noten (waaronder pinda s), vis- en schaaldieren genoemd. Deze laatsten zouden de mens levenslang parten spelen (Sicherer en Sampson, 2014) Pathogenese Er worden 4 categorieën allergische reacties onderkend: de IgE-gemedieerde immuunreactie, de niet IgE- gemedieerde reactie, een mengeling van beiden en celgemedieerde reacties (Boyce et al., 2010). De belangrijkste ingangspoort voor allergenen die voedselallergie veroorzaken is de orale weg. Maar net zoals bij de hond worden ook non-orale routes zoals de huid beschreven. Deze laatsten zouden vooral een ingangspoort zijn wanneer de epitheliale barrière onderbroken is (Asai et al., 2013). Ook via inhalatie zouden allergenen uit de voeding kunnen worden opgenomen en een allergie veroorzaken (Posthumus et al., 2013). 18

VOEDSELOVERGEVOELIGHEID BIJ HONDEN EN KATTEN

VOEDSELOVERGEVOELIGHEID BIJ HONDEN EN KATTEN VOEDSELOVERGEVOELIGHEID BIJ HONDEN EN KATTEN Dr. Esther Hagen-Plantinga, DVM PhD 13 november 2013 Inhoud Wat is voedselovergevoeligheid Hoe vaak komt het voor Veel voorkomende allergenen in honden en katten

Nadere informatie

Minisymposium voedselallergie. 28 april 2011 Chris Nieuwhof, internistallergologe/immunologe

Minisymposium voedselallergie. 28 april 2011 Chris Nieuwhof, internistallergologe/immunologe Minisymposium voedselallergie 28 april 2011 Chris Nieuwhof, internistallergologe/immunologe Verschillende noten Verschillende noten Voedsel allergie Wat is allergie? Allergie is een afweerreactie (van

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting

Chapter 10. Samenvatting Chapter 10 Samenvatting 123 Samenvatting Samenvatting De term atopische dermatitis (AD) is voor de kat in 1982 geïntroduceerd door Reedy, die bij een groep katten met recidiverende jeuk en huidproblemen

Nadere informatie

Voedings - overgevoeligheid

Voedings - overgevoeligheid Voedings - overgevoeligheid Clinical Nutrition to Improve Quality of Life Het belang van voeding Wat is voedingsgevoeligheid? Het voedsel dat uw huisdier eet speelt een belangrijke rol in zijn of haar

Nadere informatie

Allergie. Voedingsallergie en atopie bij hond en kat. Afweer. Afweer 28-5-2014. Eiwitten (15-40 kda) Glycoproteïne (10-70 kda)

Allergie. Voedingsallergie en atopie bij hond en kat. Afweer. Afweer 28-5-2014. Eiwitten (15-40 kda) Glycoproteïne (10-70 kda) Allergie Voedingsallergie en atopie bij hond en kat Drs. Stijn Peters info@dzeh.nl Tel. 040-3040054 Allergie Overdreven reactie op een stof/indringer Allergeen Sensitisatie Antigeen Allergeen Stoffen die

Nadere informatie

Voedselovergevoeligheid bij hond en kat

Voedselovergevoeligheid bij hond en kat Voedselovergevoeligheid bij hond en kat VOEDSELOVERGEVOELIGHEID Een overgevoeligheid voor voeding komt niet zo vaak voor bij honden en katten. Voedingsovergevoeligheid kan zowel huidklachten als problemen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het immuunsysteem Ons immuunsysteem beschermt ons tegen allerlei ziekteverwekkers, zoals bacteriën, parasieten en virussen, die ons lichaam binnen dringen.

Nadere informatie

MEER DAN EEN HUIDPROBLEEM

MEER DAN EEN HUIDPROBLEEM ROYAL CANIN DIEETVOEDINGEN HELPEN UW HUISDIER WEER LEKKER IN ZIJN VEL TE LATEN ZITTEN SOMS IS EEN PROBLEEMHUID MEER DAN EEN HUIDPROBLEEM Wanneer de oorzaak van de huidproblemen gediagnosticeerd is, kan

Nadere informatie

Voedselallergie is een veel voorkomende vorm van overgevoeligheid voor voedsel, waarbij immunoglobuline type E (IgE)-antistoffen een rol spelen. Allergische reacties op voedsel staan steeds meer in de

Nadere informatie

Het duurzame alternatief voor honden en katten met voedselovergevoeligheid

Het duurzame alternatief voor honden en katten met voedselovergevoeligheid TROVET Hypoallergenic (Insect), volledig, licht verteerbaar hypoallergeen dieetvoeder voor honden en katten Het duurzame alternatief voor honden en katten met voedselovergevoeligheid betrouwbare en betaalbare

Nadere informatie

Mijn kat heeft darmproblemen wat nu?

Mijn kat heeft darmproblemen wat nu? TROVET Intestinal, volledig, licht verteerbaar, hypoallergeen dieetvoeder voor katten ter ondersteuning van het maagdarmstelsel Mijn kat heeft darmproblemen wat nu? betrouwbare en betaalbare dieetvoeding

Nadere informatie

Patiëntenvoorlichting Urticaria en Angio-oedeem

Patiëntenvoorlichting Urticaria en Angio-oedeem Patiëntenvoorlichting Urticaria en Angio-oedeem Wat zijn urticaria en angio-oedeem? Urticaria Urticaria zijn hevig jeukende verheven rode vlekken op de huid met een centrale bleke opheldering. Is er sprake

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/24600 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Mariman, Rob Title: Probiotic bacteria and the immune system : mechanistic insights

Nadere informatie

Dermatologie. Voedselallergie. Afdeling: Onderwerp:

Dermatologie. Voedselallergie. Afdeling: Onderwerp: Afdeling: Onderwerp: Dermatologie 1 : Steeds meer mensen hebben er last van Huiduitslag, buikpijn, diarree, benauwdheid, een ellendig moe gevoel: deze verschijnselen komen u vast en zeker bekend voor.

Nadere informatie

Dit is een term die gebruikt wordt als benaming voor een verkeerde reactie op voeding. Er zijn 2 hoofdvormen van overgevoeligheid.

Dit is een term die gebruikt wordt als benaming voor een verkeerde reactie op voeding. Er zijn 2 hoofdvormen van overgevoeligheid. Voedselovergevoeligheid Dit is een term die gebruikt wordt als benaming voor een verkeerde reactie op voeding. Er zijn 2 hoofdvormen van overgevoeligheid. Voedingsallergie of hypergevoeligheid, die wordt

Nadere informatie

PENICILLINE-ALLERGIE

PENICILLINE-ALLERGIE PENICILLINE-ALLERGIE PENICILLINE-ALLERGIE Penicillines maken deel uit van een grotere groep antibiotica die vaak gebruikt worden om bacteriële infecties te behandelen. Dit kan via pillen, injecties of

Nadere informatie

Dermatologie. Constitutioneel eczeem en (voedsel)allergie

Dermatologie. Constitutioneel eczeem en (voedsel)allergie Dermatologie Constitutioneel eczeem en (voedsel)allergie Dermatologie Veel ouders van kinderen, en ook volwassenen, denken dat een allergie de oorzaak is van eczeem. Zij komen met de vraag bij de huisarts

Nadere informatie

SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS

SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS Allergisch astma Allergisch astma is een veel voorkomende ziekte waarbij mensen benauwd worden wanneer ze de stof inademen waar ze allergisch voor zijn geworden. Daarnaast

Nadere informatie

Dierenkliniek Goeree Overflakkee

Dierenkliniek Goeree Overflakkee Dierenkliniek Goeree Overflakkee De teksten van onze artikelen worden geschreven aan de hand van wetenschappelijke literatuur, maar ook op basis van onze eigen inzichten en ervaringen. Daarom kan de informatie

Nadere informatie

Voedselallergie; kliniek en diagnostiek

Voedselallergie; kliniek en diagnostiek Voedselallergie; kliniek en diagnostiek WDH allergie nascholing 5 oktober 2010 Annejet Plaisier, kinderarts Janneke Ruinemans-Koerts, klinisch chemicus Casus Dylano, ruim 2 ½ jaar oud Reden van komst:

Nadere informatie

Patiënten informatie polikliniek Allergologie. Geneesmiddelovergevoeligheid Juni 2011 vakgroep Allergologie

Patiënten informatie polikliniek Allergologie. Geneesmiddelovergevoeligheid Juni 2011 vakgroep Allergologie Patiënten informatie polikliniek Allergologie Geneesmiddelovergevoeligheid Juni 2011 vakgroep Allergologie Geneesmiddelovergevoeligheid Uw arts heeft u verwezen naar de polikliniek van de allergoloog omdat

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting In het menselijk lichaam heeft het maagdarmstelsel de belangrijke taak om het voedsel te verteren en voedingsstoffen tot zich te nemen. Om deze functie uit te voeren bestaat het

Nadere informatie

Geneesmiddelenallergie

Geneesmiddelenallergie Geneesmiddelenallergie Geneesmiddelovergevoeligheid Uw arts heeft u verwezen naar de polikliniek van de allergoloog omdat u mogelijk klachten heeft gekregen als het gevolg van medicatiegebruik. In deze

Nadere informatie

artuvet a nextmune company Artuvetrin Voedingsmiddelen Test Voedselallergie Diagnose en behandeling

artuvet a nextmune company Artuvetrin Voedingsmiddelen Test Voedselallergie Diagnose en behandeling artuvet a nextmune company Artuvetrin Voedingsmiddelen Test Diagnose en behandeling Inleiding Ongunstige reacties op ingrediënten (AFR - Adverse Food Reactions) omvatten voedselintoleranties en immunologisch

Nadere informatie

Centrumlocatie. Voedselprovocatie. Afdeling Allergologie

Centrumlocatie. Voedselprovocatie. Afdeling Allergologie Centrumlocatie Voedselprovocatie Afdeling Allergologie Met u is afgesproken dat u een voedselprovocatie zult doen. Dit is tot op heden de enige test waarin nagegaan kan worden of u een echte reactie krijgt

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het mucosale immuunsysteem Het afweersysteem beschermt het lichaam tegen infecties met bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. De huid en de mucosale weefsels zoals bijvoorbeeld

Nadere informatie

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NRLP-12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NRLP-12 gerelateerde terugkerende

Nadere informatie

Nederlandse Samenva ing

Nederlandse Samenva ing Nederlandse Samenva ing Nederlandse Samenva ing De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa zijn de meest voorkomende vormen van chronische ontstekingen van het maag-darm-kanaal. In het engels wordt deze groep

Nadere informatie

Chapter. Nederlandse samenvatting

Chapter. Nederlandse samenvatting Chapter Nederlandse samenvatting 10 Allergische ziekten van de luchtwegen, zoals hooikoorts (allergische rhinoconjunctivitis) en allergisch astma zijn chronische ontstekingsziekten met klachten zoals tranende

Nadere informatie

Urticaria en angio-oedeem. Sophia Kinderziekenhuis

Urticaria en angio-oedeem. Sophia Kinderziekenhuis Urticaria en angio-oedeem Sophia Kinderziekenhuis In deze folder vindt u informatie over de huidaandoeningen urticaria en angio-oedeem. Wij willen u vragen deze folder goed door te lezen, zodat wij u en

Nadere informatie

Voedselovergevoeligheid? Alles wat je moet weten over voedselovergevoeligheid

Voedselovergevoeligheid? Alles wat je moet weten over voedselovergevoeligheid Voedselovergevoeligheid? Alles wat je moet weten over voedselovergevoeligheid Welkom dierenvriend, Heeft jouw dier last van huidproblemen die maar niet weggaan? Verdenk jij jouw dier van een allergie?

Nadere informatie

Verdiepingsmodule. Astma bij volwassenen: Aanvullende diagnostiek allergietest (Toets)

Verdiepingsmodule. Astma bij volwassenen: Aanvullende diagnostiek allergietest (Toets) 1. Toelichting Deze module is gebaseerd op de NHG-Standaard van oktober 2007 (tweede herziening) Allergie speelt een belangrijke rol in de pathofysiologie van astma: klachten en symptomen kunnen erdoor

Nadere informatie

Appendices. Nederlandse samenvatting 148. Dit proefschrift op één pagina 152. Dankwoord 153. About the author 155. List of publications 156

Appendices. Nederlandse samenvatting 148. Dit proefschrift op één pagina 152. Dankwoord 153. About the author 155. List of publications 156 Appendices Nederlandse samenvatting 148 Dit proefschrift op één pagina 152 Dankwoord 153 About the author 155 List of publications 156 148 Nederlandse samenvatting Dendritische cellen en macrofagen in

Nadere informatie

Wat is een allergie? Afweersysteem

Wat is een allergie? Afweersysteem De allergie survivalgids 15 Hoofdstuk 1 Wat is een allergie? Afweersysteem Voordat we uitleggen wat een allergie is, is het handig dat je eerst weet wat een afweersysteem is. Het afweersysteem van je lichaam

Nadere informatie

Allergische rhinitis bij kinderen

Allergische rhinitis bij kinderen Allergische rhinitis bij kinderen Dr. Jurjan R. de Boer KNO heelkunde Martini Ziekenhuis Epidemiologie Prevalentie allergische en niet allergische rhinitis in Nederland: 150 200 per 1000 personen/jaar

Nadere informatie

Koemelkallergie. Test met voedselprovocatie. Allergie of intolerantie? Voedselprovocatie. Provocatie en eliminatie

Koemelkallergie. Test met voedselprovocatie. Allergie of intolerantie? Voedselprovocatie. Provocatie en eliminatie Koemelkallergie Test met voedselprovocatie Uw kind heeft verschijnselen die kunnen passen bij een allergie voor koemelk. In deze folder leggen we u het een en ander uit over allergie voor koemelk bij jonge

Nadere informatie

Voedselallergie en voedselintolerantie

Voedselallergie en voedselintolerantie DC 29 Voedselallergie en voedselintolerantie 1 Inleiding Bij voedselallergie of voedselintolerantie is er sprake van overgevoelige reacties op voedsel of bepaalde bestanddelen in voedsel. De informatie

Nadere informatie

Appendix. Nederlandse Samenvatting

Appendix. Nederlandse Samenvatting Appendix Nederlandse Samenvatting Nederlandse samenvatting INLEIDING Cooperia oncophora is de voornaamste dunne darm nematode bij runderen in streken met een gematigd klimaat, zoals West Europa. Dieren

Nadere informatie

Sophia Kinderziekenhuis. Voedselprovocatie. Test op voedselallergie

Sophia Kinderziekenhuis. Voedselprovocatie. Test op voedselallergie Sophia Kinderziekenhuis Voedselprovocatie Test op voedselallergie Bij een voedselprovocatie onderzoeken wij of uw kind allergisch is voor bepaalde voedingsmiddelen. In deze folder leest u meer over het

Nadere informatie

Welkom. Een diagnostisch stappenplan voor de dermatologie patiënt. Dierendermatoloog M.W. Vroom, dipl ECVD, Udenhout

Welkom. Een diagnostisch stappenplan voor de dermatologie patiënt. Dierendermatoloog M.W. Vroom, dipl ECVD, Udenhout Welkom Een diagnostisch stappenplan voor de dermatologie patiënt Dierendermatoloog M.W. Vroom, dipl ECVD, Udenhout 1 Presentation Title 00/00/12 (Optional) 5 test Anamnese Kost tijd...die tijd verdient

Nadere informatie

VOEDSELPROVOCATIETESTEN BIJ KINDEREN

VOEDSELPROVOCATIETESTEN BIJ KINDEREN VOEDSELPROVOCATIETESTEN BIJ KINDEREN 17091 Inleiding Uw kind heeft verschijnselen die passen bij een allergie voor een voedingsmiddel, bijvoorbeeld het koemelkeiwit, kippe-eiwit of pinda. In deze folder

Nadere informatie

Onderzoek naar koemelkallergie

Onderzoek naar koemelkallergie Onderzoek naar koemelkallergie Uw kind heeft verschijnselen die wijzen op een allergie voor koemelk. In deze folder wordt uitgelegd wat een allergie voor koemelk bij jonge kinderen inhoudt. Ook krijgt

Nadere informatie

1/23/2013. Index. Index. Nieuwe strategieën om kinderen met KMA sneller te laten herstellen. Orale tolerantie: Concept. Vriend of vijand?

1/23/2013. Index. Index. Nieuwe strategieën om kinderen met KMA sneller te laten herstellen. Orale tolerantie: Concept. Vriend of vijand? //0 Nieuwe strategieën om kinderen met KMA sneller te laten herstellen. Orale tolerantie: Concept Tolerantie wordt gedefinieerd als de actieve non-respons van het immuunsysteem op een antigeen dat via

Nadere informatie

Urticaria en angio-oedeem

Urticaria en angio-oedeem Urticaria en angio-oedeem URTICARIA EN ANGIO-OEDEEM Urticaria Urticaria zijn hevig jeukende verheven rode vlekken op de huid met een centrale bleke opheldering. Is er sprake van één bult of vlek dan spreekt

Nadere informatie

Voedselallergie en voedselprovocatietest bij kinderen

Voedselallergie en voedselprovocatietest bij kinderen Voedselallergie en voedselprovocatietest bij kinderen Albert Schweitzer ziekenhuis Oktober 2012 pavo 0596 Inleiding Uw kind heeft mogelijk een allergie voor een voedingsmiddel. Bijvoorbeeld voor melk,

Nadere informatie

Voedselprovocatie. Havenziekenhuis. april 2012

Voedselprovocatie. Havenziekenhuis. april 2012 Voedselprovocatie april 2012 Een allergie is een reactie van het afweersysteem van het lichaam gericht tegen niet schadelijke stoffen als stuifmeel, huidschilfers of voedingsmiddelen met allergische klachten

Nadere informatie

Dieetwijzer DIEET. Dieetplan bij voedselovergevoeligheid FOS MOS. Dieetwijzer-VC-Gevoeligheid.indd 1 13-08-12 13:20

Dieetwijzer DIEET. Dieetplan bij voedselovergevoeligheid FOS MOS. Dieetwijzer-VC-Gevoeligheid.indd 1 13-08-12 13:20 Dieetwijzer FOS MOS Dieetplan bij voedselovergevoeligheid DIEET Dieetwijzer-VC-Gevoeligheid.indd 1 13-08-12 13:20 Voorwoord Huid- en vachtproblemen en/of maagdarmproblemen, zoals diarree, door een voedselovergevoeligheid

Nadere informatie

Immuunreactie tegen virussen

Immuunreactie tegen virussen Samenvatting Gedurende de laatste eeuwen hebben wereldwijde uitbraken van virussen zoals pokken, influenza en HIV vele levens gekost. Echter, vooral in de westerse wereld zijn de hoge sterftecijfers en

Nadere informatie

, v16; FK Achtergrondinformatie Contacteczeem Pagina 1 van 5

, v16; FK Achtergrondinformatie Contacteczeem Pagina 1 van 5 2016127797, v16; FK Achtergrondinformatie Contacteczeem Pagina 1 van Consultatiedocument Farmacotherapeutisch Kompas voor registratiehouders Graag reactie voor 30 april 2017 van de registratiehouders die

Nadere informatie

Onderzoek naar koemelkallergie Informatie over koemelkallergie en over onderzoek met dubbelblind placebogecontroleerde voedselprovocatie (DBPGVP)

Onderzoek naar koemelkallergie Informatie over koemelkallergie en over onderzoek met dubbelblind placebogecontroleerde voedselprovocatie (DBPGVP) Kindergeneeskunde Onderzoek naar koemelkallergie Informatie over koemelkallergie en over onderzoek met dubbelblind placebogecontroleerde voedselprovocatie (DBPGVP) 1 Informatie voor ouders: koemelkallergie

Nadere informatie

Allergie op school of de kinderopvang, waar let je op?

Allergie op school of de kinderopvang, waar let je op? Allergie op school of de kinderopvang, waar let je op? Programma 19.30 uur Welkom Algemene inleiding in voedselallergie Rienus Doedens, kinderarts-immunoloog 20.20 uur Speciale aandachtspunten voor scholen

Nadere informatie

Urticaria en angio-oedeem

Urticaria en angio-oedeem Urticaria en angio-oedeem Informatie afkomstig van de Nederlandse Vereniging voor Allergologie (juni 2011) In deze folder vindt u informatie over urticaria en angio-oedeem. Wat zijn urticaria en angio-oedeem?

Nadere informatie

Diëtetiek. Voedingsadvies bij koemelkallergie. Afdeling: Onderwerp:

Diëtetiek. Voedingsadvies bij koemelkallergie. Afdeling: Onderwerp: Afdeling: Onderwerp: Diëtetiek Wat is een koemelkallergie? Een koemelkallergie is een ongewenste reactie op het eiwit in de koemelk. De oorzaak hiervan is een abnormale reactie van het natuurlijke afweermechanisme

Nadere informatie

Introductie tot allergische reacties op voedsel. Immunopathogenese en klinische praktijk

Introductie tot allergische reacties op voedsel. Immunopathogenese en klinische praktijk Introductie tot allergische reacties op voedsel Immunopathogenese en klinische praktijk Allergieën zijn multisysteemaandoeningen Bovenste luchtwegen Onderste luchtwegen Huid GI-tractus 1 Allergiesymptomen

Nadere informatie

Inflammatoire darmontsteking (IBD), maagdarmontsteking bij honden en katten

Inflammatoire darmontsteking (IBD), maagdarmontsteking bij honden en katten Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Inflammatoire (ontsteking) van darmziekten (IBD) is een groep van gastro-intestinale (maagdarm) ziekten waarbij ontstekingen

Nadere informatie

Allergie bij kinderen: peanuts?! DDr. Annemie Wijnants

Allergie bij kinderen: peanuts?! DDr. Annemie Wijnants Allergie bij kinderen: peanuts?! DDr. Annemie Wijnants Emma 14 jaar Op 6 jaar Symptomen: rhinitis conjunctivitis Huidtest op berk: 4+ Op 14 jaar Symptomen: lokale reactie op pinda Huidtest pinda: 4+ IgE

Nadere informatie

Interne Geneeskunde Allergologie. Immunotherapie voor insectenallergie bij mastocytose

Interne Geneeskunde Allergologie. Immunotherapie voor insectenallergie bij mastocytose Interne Geneeskunde Allergologie Immunotherapie voor insectenallergie bij mastocytose Interne Geneeskunde Allergologie Wat is mastocytose? Mastocytose is de naam voor een zeldzame ziekte, die het gevolg

Nadere informatie

Geneesmiddelenallergie. Sophia Kinderziekenhuis

Geneesmiddelenallergie. Sophia Kinderziekenhuis Geneesmiddelenallergie Sophia Kinderziekenhuis Uw kind heeft mogelijk klachten gekregen na gebruik van medicatie. In deze folder leest u wat geneesmiddelovergevoeligheid is, wat de klachten zijn en welke

Nadere informatie

29/04/2013. hyposensibilisatie: werkt niet? Atopische dermatitis. atopische dermatitis. Jacqueline Sinke Mieke Leistra

29/04/2013. hyposensibilisatie: werkt niet? Atopische dermatitis. atopische dermatitis. Jacqueline Sinke Mieke Leistra MANAGEMENT VAN ATOPISCHE DERMATITIS MANAGEMENT VAN ATOPISCHE DERMATITIS BIJ BIJ DE DE HOND HOND hyposensibilisatie: werkt niet? onderzoek: 60-70% kans op succes Jacqueline Sinke Jacqueline Mieke Leistra

Nadere informatie

Onderzoek naar koemelkallergie

Onderzoek naar koemelkallergie Onderzoek naar koemelkallergie Uw kind heeft verschijnselen die wijzen op een allergie voor koemelk. In deze folder leest u wat een allergie voor koemelk bij jonge kinderen inhoudt. Ook leggen we in deze

Nadere informatie

Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom)

Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom) www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom) Versie 2016 1. WAT IS MKD 1.1 Wat is het? Mevanolaat kinase deficiëntie is een genetische aandoening.

Nadere informatie

Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen

Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen 1. Toelichting op dit onderwijsmateriaal Deze verdiepingsmodule is gebaseerd op de NHG-Standaard M47 van oktober 2010. Voedselallergie wordt veel vaker vermoed dan dat het feitelijk voorkomt. Daarnaast

Nadere informatie

Chapter 6. Nederlandse samenvatting

Chapter 6. Nederlandse samenvatting Chapter 6 Nederlandse samenvatting Chapter 6 122 Nederlandse samenvatting Het immuunsysteem Het immuunsysteem (of afweersysteem) beschermt het lichaam tegen lichaamsvreemde en ziekmakende organismen zoals

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Respiratoir syncytieel virus Het respiratoir syncytieel virus (RSV) is een veroorzaker van luchtweginfectiesvan de mens. Het komt bij de mens met name in het winterseizoen voor.

Nadere informatie

Urticaria en angio oedeem

Urticaria en angio oedeem Urticaria en angio oedeem Haarlem Urticaria Urticaria zijn hevig jeukende verheven rode vlekken op de huid met een centrale bleke opheldering. Is er sprake van één bult of vlek dan spreekt men in het Nederlands

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING SAMENVATTING Een karakteristieke eigenschap van astma is ontsteking van de luchtwegen. Deze ontsteking wordt gekenmerkt door een toename van ontstekingscellen in het longweefsel. De overgrote meerderheid

Nadere informatie

Groepsspreekuur Urticaria & Angiooedeem. Urticaria = galbulten = netelroos

Groepsspreekuur Urticaria & Angiooedeem. Urticaria = galbulten = netelroos Groepsspreekuur Urticaria & Angiooedeem Urticaria = galbulten = netelroos Urticaria Urticaria komen veel voor: ¼ volwassenen heeft het wel eens gehad Kenmerkend zijn snel wisselende kwaddels (bleek) daaromheen

Nadere informatie

NLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

NLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro NLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NLRP12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NLRP12 gerelateerde terugkerende koorts

Nadere informatie

Joep, en zijn vermoeide ouders

Joep, en zijn vermoeide ouders Casus 1 Joep 1 Joep, en zijn vermoeide ouders Joep is 3 maanden oud en komt met zijn jonge ouders op het spreekuur. Ouders zien er vermoeid en gespannen uit. Joep huilt veel en is moeilijk te troosten,

Nadere informatie

Voedingsadvies bij koemelkallergie. Diëtetiek

Voedingsadvies bij koemelkallergie. Diëtetiek Voedingsadvies bij koemelkallergie Diëtetiek Beter voor elkaar Voedingsadvies bij koemelkallergie Wat is een koemelkallergie? Een koemelkallergie is een ongewenste reactie op het eiwit in de koemelk. De

Nadere informatie

Tolerantie inductie bij kippenei-allergie. Jasmine Leus kinderarts Pentalfa

Tolerantie inductie bij kippenei-allergie. Jasmine Leus kinderarts Pentalfa Tolerantie inductie bij kippenei-allergie Jasmine Leus kinderarts Pentalfa 17-01-2019 Voedselallergie Weinig te bieden qua behandeling: Gevaarlijke allergenen vermijden Gebruik van medicatie bij accidentele

Nadere informatie

Allergie kind: Koemelkeiwittest aanvullende informatie (Kinderafdeling)

Allergie kind: Koemelkeiwittest aanvullende informatie (Kinderafdeling) Allergie kind: Koemelkeiwittest aanvullende informatie (Kinderafdeling) Algemeen Wat is een allergie? Verschijnselen van voedselallergie RAST-test Eliminatie-provocatieproef Aantonen van koemelkeiwitallergie

Nadere informatie

Overgevoeligheid voor geneesmiddelen

Overgevoeligheid voor geneesmiddelen Allergologie Patiënteninformatie Overgevoeligheid voor geneesmiddelen U ontvangt deze informatie, omdat u mogelijk klachten heeft door uw medicatiegebruik. Uw arts heeft u hiervoor doorverwezen naar de

Nadere informatie

Voorlichtingsmateriaal betreffende sebelipase alfa voor de zorgverlener. Belangrijke veiligheidsinformatie

Voorlichtingsmateriaal betreffende sebelipase alfa voor de zorgverlener. Belangrijke veiligheidsinformatie Voorlichtingsmateriaal betreffende sebelipase alfa voor de zorgverlener Belangrijke veiligheidsinformatie Risico minimalisatie materiaal betreffende sebelipase alfa voor zorgverleners - versie 2-03/2018

Nadere informatie

Deficiëntie van de IL-1-Receptorantagonist (DIRA)

Deficiëntie van de IL-1-Receptorantagonist (DIRA) www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Deficiëntie van de IL-1-Receptorantagonist (DIRA) Versie 2016 1. WAT IS DIRA 1.1 Wat is het? Deficiëntie van de IL-1-receptorantagonist (DIRA) is een zeldzame

Nadere informatie

03 - Informatie over de sublinguale immonutherapie

03 - Informatie over de sublinguale immonutherapie 03 - Informatie over de sublinguale immonutherapie Inhoud Wat is een allergie eigenlijk?... 1 Waarom is een behandeling nodig?... 1 Welke behandelingsvormen zijn mogelijk?... 2 Wat betekent 'specifieke

Nadere informatie

Allergie. Benamingen Indeling in type Enkele (misleidende) voorbeelden NIET over de therapie. Component allergie Dr Erna Van Hoeyveld

Allergie. Benamingen Indeling in type Enkele (misleidende) voorbeelden NIET over de therapie. Component allergie Dr Erna Van Hoeyveld Allergie Allergie Benamingen Indeling in type Enkele (misleidende) voorbeelden NIET over de therapie Component allergie Dr Erna Van Hoeyveld Allergie Atopie: is de aanleg van een persoon om immunoglubuline

Nadere informatie

Patiëntenvoorlichting Huisdierallergie

Patiëntenvoorlichting Huisdierallergie Patiëntenvoorlichting Huisdierallergie Dieren zijn niet weg te denken uit ons bestaan. Ze zijn in het huis aanwezig als huisdier, we komen ze tegen op het werk (denk hierbij aan boerderijdieren, proefdieren

Nadere informatie

Dermatologie AZ Maria Middelares Dr Linda Temmerman Dr Els Van Autryve Dr Veerle Dhondt Dr Jolien Veramme Dr Sam Dekeyser

Dermatologie AZ Maria Middelares Dr Linda Temmerman Dr Els Van Autryve Dr Veerle Dhondt Dr Jolien Veramme Dr Sam Dekeyser 10 09 2016 Urticaria bij kinderen, praktische aanpak in 2016 Dermatologie AZ Maria Middelares Dr Linda Temmerman Dr Els Van Autryve Dr Veerle Dhondt Dr Jolien Veramme Dr Sam Dekeyser Wat is urticaria?

Nadere informatie

Interne geneeskunde Allergologie. Anafylaxie zonder duidelijke oorzaak

Interne geneeskunde Allergologie. Anafylaxie zonder duidelijke oorzaak Interne geneeskunde Allergologie Anafylaxie zonder duidelijke oorzaak Interne geneeskunde Allergologie Inleiding U heeft één of meerdere ernstige allergische aanvallen gehad, ook wel anafylaxie genoemd.

Nadere informatie

Welkom. Een behandelplan voor de hond met jeuk. Dierenarts-Specialist Dermatologie, Dr. Annette van der Lee, DipECVD, Evidensia

Welkom. Een behandelplan voor de hond met jeuk. Dierenarts-Specialist Dermatologie, Dr. Annette van der Lee, DipECVD, Evidensia Welkom Een behandelplan voor de hond met jeuk Dierenarts-Specialist Dermatologie, Dr. Annette van der Lee, DipECVD, Evidensia 1 Presentation Title 00/00/12 (Optional) Allergische dermatitis bij de hond»atopische

Nadere informatie

Mijn hond of kat heeft darmproblemen

Mijn hond of kat heeft darmproblemen TROVET Intestinal Support, voedingssupplement voor het gericht aanpakken van darmproblemen bij hond en kat Mijn hond of kat heeft darmproblemen wat nu? betrouwbare en betaalbare dieetvoeding De dierenarts

Nadere informatie

Geneesmiddelovergevoeligheid

Geneesmiddelovergevoeligheid Centrumlocatie Geneesmiddelovergevoeligheid Uw arts heeft u verwezen naar de allergoloog omdat u mogelijk klachten heeft gekregen als gevolg van medicatiegebruik. In deze folder leest u meer over de verschillende

Nadere informatie

College 15 Allergie

College 15 Allergie College 15 Allergie 13-11-2013 Dit college gaat over allergie. Wat is precies een allergie? Welke immunologische mechanismen steken hier achter? Waarom ontstaat een atopie? Zijn er middelen om een allergie

Nadere informatie

Voedselprovocatietest. Informatie voor ouders

Voedselprovocatietest. Informatie voor ouders Voedselprovocatietest Informatie voor ouders Er is verdenking van een voedselallergie, daarbij is door uw kinderarts over een voedselprovocatietest gesproken. Deze folder is bedoeld om uitleg te geven

Nadere informatie

hoofdstuk 11 9/21/00 1:12 PM Pagina 203 Samenvatting in het Nederlands

hoofdstuk 11 9/21/00 1:12 PM Pagina 203 Samenvatting in het Nederlands hoofdstuk 11 9/21/00 1:12 PM Pagina 203 Samenvatting in het Nederlands hoofdstuk 11 9/21/00 1:12 PM Pagina 204 204 SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS Inleiding Het humaan immuundeficiëntie virus (HIV) is de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting Liesbeth van rensen

Nederlandse samenvatting Liesbeth van rensen Nederlandse samenvatting Liesbeth van rensen Wat is astma? Patiënten met astma hebben het regelmatig benauwd. Kenmerkend voor de ziekte is dat de benauwdheid gepaard gaat met een piepende ademhaling, hoesten

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (voor iedereen dus )

Nederlandse samenvatting. (voor iedereen dus ) (voor iedereen dus ) Iedere dag staan we bloot aan ontelbare schadelijke micro-organismen en stoffen. Om te overleven is het immuunsysteem constant in actie om deze factoren in ons lichaam te bestrijden.

Nadere informatie

ALLERGIEDIAGNOSTIEK IN HET LABORATORIUM. S.O. Stapel

ALLERGIEDIAGNOSTIEK IN HET LABORATORIUM. S.O. Stapel ALLERGIEDIAGNOSTIEK IN HET LABORATORIUM S.O. Stapel Er bestaat een algemene neiging om elke overgevoeligheidsreactie te bestempelen als "allergie". Het ontstaan van de tot deze conclusie leidende klachten

Nadere informatie

Mijn hond of kat krijgt dieetvoeding en heeft struviet wat nu?

Mijn hond of kat krijgt dieetvoeding en heeft struviet wat nu? TROVET Anti Struvite, voedingssupplement voor het gericht aanpakken van struviet bij hond en kat Mijn hond of kat krijgt dieetvoeding en heeft struviet wat nu? betrouwbare en betaalbare dieetvoeding Blaasproblemen

Nadere informatie

Allergisch contacteczeem

Allergisch contacteczeem Dermatologie Allergisch contacteczeem i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Wat is allergisch contacteczeem? De term eczeem wordt gebruikt voor huidafwijkingen, die gepaard kunnen gaan met jeuk,

Nadere informatie

01 - Informatie over de behandeling van allergieën

01 - Informatie over de behandeling van allergieën 01 - Informatie over de behandeling van allergieën Inhoud Wat is een allergie eigenlijk?... 1 Waarom is een behandeling nodig?... 1 Welke behandelingsvormen zijn mogelijk?... 2 Wat betekent 'specifieke

Nadere informatie

Voedselprovocatietest. Informatie voor ouders

Voedselprovocatietest. Informatie voor ouders Voedselprovocatietest Informatie voor ouders 2 Er is verdenking van een voedselallergie, daarbij is door uw kinderarts over een voedselprovocatietest gesproken. Deze folder is bedoeld om uitleg te geven

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Het PAPA Syndroom Versie 2016 1. WAT IS PAPA 1.1 Wat is het? Het acroniem PAPA staat voor Purulente Artritis, Pyoderma gangrenosum en Acne. Het is een erfelijk

Nadere informatie

Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer

Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer Introductie onderzoeksproject De ziekte van Alzheimer De ziekte van Alzheimer is een neurologische aandoening en is de meest voorkomende vorm van dementie.

Nadere informatie

Urticaria en angio-oedeem. Centrumlocatie

Urticaria en angio-oedeem. Centrumlocatie Urticaria en angio-oedeem Centrumlocatie In deze folder vindt u informatie over urticaria en angio-oedeem. Wat zijn urticaria en angio-oedeem? Urticaria Urticaria zijn hevig jeukende verheven rode vlekken

Nadere informatie

Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis

Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Wat voor types vasculitis zijn er? Hoe wordt vasculitis

Nadere informatie

in de route kunnen activeren. Een groep van enzymen die ook deel uitmaken van deze cascade zijn de mitogen-activated protein kinases (MAP kinases).

in de route kunnen activeren. Een groep van enzymen die ook deel uitmaken van deze cascade zijn de mitogen-activated protein kinases (MAP kinases). Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 1 geeft een algemene introductie tot de immuunresponsen die worden opgewekt door helminthen; wormen, waarvan de meeste soorten parasitair zijn. Twee typen zijn te onderscheiden:

Nadere informatie

Allergie. A27/ Allergie bij kinderen

Allergie. A27/ Allergie bij kinderen Allergie Wat is een allergie? Een allergie is een overdreven reactie (overgevoeligheidsreactie) van het afweersysteem op, in het algemeen niet-schadelijke stoffen, zoals: stuifmeel, huidschilfers van huisdieren,

Nadere informatie

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström 1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström Dr. S.A.M. van de Schans, S. Oerlemans, MSc. en prof. dr. J.W.W. Coebergh Inleiding Epidemiologie is de wetenschap die eenvoudig gezegd

Nadere informatie