HUIS VOOR DE KUNSTEN LIMBURG. WOII Slachtoffers onder Kastelen in het Nederlands- Duits Grensgebied

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HUIS VOOR DE KUNSTEN LIMBURG. WOII Slachtoffers onder Kastelen in het Nederlands- Duits Grensgebied"

Transcriptie

1 HUIS VOOR DE KUNSTEN LIMBURG WOII Slachtoffers onder Kastelen in het Nederlands- Duits Grensgebied Sebastiaan Gerards Rebecca M. Hollewijn Joop de Jong

2 Inhoud 1. Introductie Het Nederlands-Duits grensgebied tijdens de Tweede Wereldoorlog De jaren Rol van kastelen in de oorlog Na de oorlog Wederopbouw Omgang met monumenten binnen de wetgeving Nederland Duitsland Restauratie: theorie en praktijk Omgang met beschadigde en verwoeste kastelen Geen actie (ruïnes tot heden) Kommende Siersdorf Kasteel Bleijenbeek Sloop Consolidatie Burg Nideggen Haus Empel Kasteel Asten Kasteel de Keverberg (Kessel) Kasteel Geysteren Kasteel Deurne Restauratie Schloss Rurich Burg Frankenburg Voorbeelden Nederland Duurzaamheid en omgangskeuzes Bouwkundige duurzaamheid Maatschappelijk draagvlak Kasteeltuin Hemmen Kasteelruïne Asten Behoud van cultuurhistorische waarden Financiële duurzaamheid Kessel (Kasteel de Keverberg)

3 5.4.2 Burg Boetzelaer Exploitatierentabiliteit Conclusie Bijlage 1: Inventarisatie van Oorlogsslachtoffers Bijlage 2: Overzicht interviews Bibliografie

4 1. Introductie In de Tweede Wereldoorlog en vooral in het laatste jaar van die oorlog zijn in het Nederlands- Duitse grensgebied veel kastelen slachtoffer geworden van oorlogshandelingen en tot ruïne vervallen. Na de oorlog was en is het soms nog steeds de vraag wat te doen met deze ruïnes: niets, slopen, consolideren of reconstrueren. De ruïne van kasteel Bleijenbeek bij het Limburgse Afferden is een van de weinig overgebleven kasteelruïnes uit de Tweede Wereldoorlog waar tot op heden geen grootscheepse consolidatie of reconstructie heeft plaatsgevonden. In december van het afgelopen jaar organiseerden de Provincie Limburg, de Stichting Limburgse kastelen, de Stichting kasteelruïne Bleijenbeek, en de Nederlandse Kastelenstichting een symposium met als titel Duurzaam ruïnebeheer: tegenstrijdigheid of mogelijkheid tot cultuurbehoud? om een beter beeld te krijgen van de factoren die een rol spelen bij het duurzame behoud van ruïnes en om deze informatie te betrekken bij de beoogde gedeeltelijke reconstructie van Bleijenbeek. Ter voorbereiding van het symposium werd door het Steunpunt Archeologie en Monumentenzorg van de Provincie Limburg aan de Universiteit Maastricht gevraagd om een onderzoek te doen, waarin de volgende vraag centraal staat: Op welke manier werd met kastelen omgegaan die tijdens de Tweede Wereldoorlog door oorlogsgeweld vervallen zijn in de Nederlands- Duits grensregio, en wat zijn de implicaties hiervan op het behoud van de cultuurhistorische waarden, de bouwkundige en economische duurzaamheid, en het maatschappelijk draagvlak? In dit vergelijkende onderzoek naar de omgang met kasteelruïnes in de Nederlands-Duitse grensregio, is gekeken naar de houding van verschillende private en publieke partijen ten opzichte van consolidatie, restauratie en reconstructie. Hierbij is onderzocht wat sinds 1945 in de grensregio wel of niet is gerealiseerd en wat de voornaamste overwegingen en problemen hierbij waren. Verder werden naast de bouwkundige duurzaamheid, ook de mate van behoud van de cultuurhistorische waarden en het economische en maatschappelijke draagvlak voor de verschillende keuzes van aanpak onderzocht. Doel van het onderzoek was niet alleen inventarisatie. Het wil ook een bijdrage leveren aan het zoeken naar mogelijkheden voor gebruik die bouwkundig en financieel duurzamer zijn dan andere opties, die op voldoende maatschappelijk draagvlak kunnen rekenen, en met behoud van zoveel mogelijk cultuurhistorische waarden. Om de hoeveelheid onderzoeksobjecten hanteerbaar te maken voor een onderzoek van drie maanden, is gekozen voor kastelen en kasteelruïnes in Limburg, Noord-Brabant, en Gelderland in Nederland, en de aangrenzende Duitse Kreisen Kleve, Düren, Heinsberg, en Aachen. Vanwege de korte onderzoekstijd en door onvolledige en soms ook onbetrouwbare bronnen zal de inventarisatie mogelijk niet geheel compleet zijn voor de Duitse kasteelruïnes. Desondanks denken wij dat de onderzoeksresultaten representatief en nuttig zijn. Dit onderzoek is nadrukkelijk bedoeld als steekproef, als een kleinschalige poging om de actuele situatie van de talrijke oorlogsslachtoffers onder kastelen in de provincie Limburg en het aangrenzende Nederlands-Duitse grensgebied in kaart te brengen. Wij hebben geprobeerd om alleen kastelen met een middeleeuwse oorsprong bij de inventarisatie te betrekken, dus geen latere buitenplaatsen of landhuizen. Voor het Duitse gebied was dit vanwege de bronnen soms lastiger te bepalen dan voor Nederland. 3

5 Het onderzoeksrapport is als volgt opgebouwd. Het begint met een korte geschiedenis van het Nederlands-Duits grensgebied tijdens de Tweede Wereldoorlog, en de rol die kastelen daarin speelden. Vervolgens wordt het specifieke thema restauratie van kasteelruïnes vanuit een theoretisch en praktisch oogpunt behandeld, waarbij vier verschillende manieren van omgaan met kasteelruïnes de revue passeren: geen actie (ruïne tot heden), sloop, consolidatie en reconstructie. Daarna wordt de duurzaamheid ten gevolge van de verschillende keuzes onder de loep genomen. Bijzondere aandacht krijgen daarbij de bouwkundige duurzaamheid, de financiële duurzaamheid, het maatschappelijk draagvlak en het behoud van cultuurhistorische waarden. Het onderzoek wordt afgesloten met conclusies. De bijlagen bevatten een inventarisatie van de oorlogsslachtoffers onder kastelen in het Nederlands-Duits grensgebied en korte samenvattingen van de gehouden interviews. Wij willen de vele personen en instanties die hebben meegewerkt aan dit onderzoek graag bedanken. Hun namen zijn te vinden in de tekst en in de bijlagen. Onze belangrijkste dank gaat uit naar Theo Oberndorff, consulent cultureel erfgoed van de Provincie Limburg, voor de onderzoeksopdracht, maar nog veel meer voor de plezierige en constructieve samenwerking. 4

6 2. Het Nederlands-Duits grensgebied tijdens de Tweede Wereldoorlog Van mei 1940 tot mei 1945 werd Nederland bezet door Hitler-Duitsland (1). Na de landing van de geallieerden in Normandië duurde de opmars door Noord-Frankrijk en België ongeveer drie maanden. Al spoedig werd een plan ontwikkeld om Nederland te bevrijden en een snel einde aan de oorlog te maken (2 p. i). 2.1 De jaren De bevrijding van Nederland begon met Operation Market Garden in september Het was een poging van de geallieerden om de belangrijke bruggen over de Maas en Rijn in handen te krijgen en om de Duitse Siegfriedlinie te vermijden. De Siegfriedlinie of Westwall was een verdedigingslijn van meer dan 600 kilometer lang die de grens van het oude Duitse Rijk volgde, van de zuidwestelijke punt bij Zwitserland helemaal naar Kreis Kleve in Nordrhein Westfalen. Dit noordelijke eindpunt was net over de Nederlandse grens, vlakbij Arnhem en Nijmegen. De geallieerde troepen wilden hier omheen trekken om zo het Roergebied te omsingelen. Een tweede doel was het verhinderen van spoortransporten van V2 s vanuit Duitsland naar Wassenaar in Nederland, waar lanceringen plaats vonden (1 p. 18). De geallieerde troepen trokken Nederland vanuit het zuiden binnen, en de eerste fase van Operation Market Garden was succesvol. Toen ze Arnhem naderden werden ze echter tegengehouden door een sterkere Duitse troepenmacht dan verwacht. De slag om Arnhem, die negen dagen duurde, werd verloren met als resultaat dat het front nog maanden lang in Noord- Limburg, Noord-Oost-Brabant, en Gelderland bleef liggen. 2.2 Rol van kastelen in de oorlog Veel kastelen hebben een belangrijke rol gespeeld tijdens de oorlog. Ze werden gezien als zeer sterke bouwwerken en lagen bovendien meestal buiten de gevaarlijkste oorlogsgebieden. Om deze redenen boden kastelen vaak onderdak aan vele mensen, aan kunstschatten en archieven, en aan soldaten en vooral aan officieren. Al eeuwen geleden hadden kastelen hun militaire functie verloren. Vanaf de zestiende eeuw werden kastelen niet of nauwelijks meer gebouwd om een verdedigende rol te spelen. Maar tijdens de Tweede Wereldoorlog kregen sommige kastelen opnieuw een militaire betekenis. Ze werden gebruikt voor militaire doeleinden, bijvoorbeeld als observatietoren, onderkomen voor troepen en officieren, opslagruimte voor wapens en munitie en ook als stelling. Mede hierdoor werden kastelen het doel van veel beschietingen en bombardementen, en raakten ze tijdens de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog ernstig beschadigd. Vaak werden kastelen bewust vernietigd om te voorkomen dat ze gebruikt zouden worden door vijandelijke troepen (3). Terugtrekkende Duitse eenheden hebben dit meerdere malen gedaan, terwijl de Geallieerden kastelen vaker bombardeerden om de Duitse troepen die zich in het kasteel hadden verschanst te verjagen. Bijna 44 procent van de totale schade aan kastelen en buitenplaatsen in Nederland is ontstaan tijdens het laatste oorlogsjaar (1 p. 42). De maandenlange patstelling aan het front heeft een enorm verwoestende effect gehad op kastelen in Oost-Nederland. Al lang vóór de oorlog werden manieren gezocht om monumenten en objecten met cultuurhistorische waarden te beschermen. In 1903 werd een nieuwe afdeling toegevoegd aan het Departement van Binnenlandse Zaken: Kunsten en Wetenschappen. Uit deze afdeling zou later de Rijksdienst voor de Monumentenzorg voortkomen. De centrale opdracht was het 5

7 beschrijven en het restaureren van de Nederlandse monumenten van Geschiedenis en Kunst. Jan Kalf was de eerste directeur. Hij stelde een lijst samen van 108 monumenten die beschermd dienden te worden tijdens een oorlog. Hoewel hij in zijn publicatie Bescherming van kunstwerken tegen oorlogschade benadrukte dat kastelen niet moesten worden gebruikt voor inkwartiering of bezetting, plaatste hij geen kastelen op de lijst van 108 monumenten (1 p. 25). Ook andere maatregelen werden genomen om monumenten te beschermen. In 1907 vond een vredesconferentie plaats in Den Haag, waar onder andere [werd] bepaald dat bij beschietingen en bombardementen alle mogelijke maatregelen dienden te worden genomen om historische monumenten te ontzien, mits deze niet voor een militair doel benut zouden worden (1 p. 24). Tijdens de Tweede Wereldoorlog, en vooral in het laatste jaar, werd duidelijk dat deze maatregelen niet werden gerespecteerd, en uiteindelijk zijn veel kastelen slachtoffer geworden van de strijd tussen Duitsland en de Geallieerden. Volgens een inventarisatie van Michiel Purmer van 1997, zijn de meeste van de huidige ruïnes ten gevolge van oorlogsgeweld tijdens de Tweede Wereldoorlog ontstaan (4 p. 10). 6

8 3. Na de oorlog In den letzeten Wochen des Krieges ist mehr zerstört worden als in den vorhergehenden Jahren (5). De Tweede Wereldoorlog liet één grote ravage achter in Europa. Een inventarisatie van de opgelopen schade in Nederland telde verwoeste woningen, meer dan dertig verwoeste binnensteden en dorpskernen, 300 verwoeste monumentale gebouwen en nog eens 200 zwaar beschadigde monumenten (1 p. 34). 3.1 Wederopbouw De laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog hadden in het Nederlands-Duits grensgebied een enorm verwoestende kracht. In deze korte periode werden meer gebouwen en monumenten beschadigd dan in alle oorlogsjaren daarvoor. Iedereen kent de dramatische beelden van Duitse steden in 1945: straat na straat gevuld met puin met overlevenden die rondscharrelden in het ruïnelandschap. Dit was Stunde Null: Duitsland moest helemaal opnieuw beginnen. In 1945 begon zowel in Nederland als Duitsland noodgedwongen de wederopbouw. Het aanpakken van de woningnood had de hoogste prioriteit, en in de eerste decennia na de oorlog werden vele woonhuizen uit de grond gestampt. Daarbij hadden verwoeste monumenten geen voorrang. Het beleid in Nederland tijdens de eerste jaren na de oorlog was om beschadigde monumenten allereerst te beschermen tegen verder verval. Hiervoor werden noodvoorzieningen uitgevoerd tot een maximum subsidiebedrag van gulden (1 p. 34). In Duitsland had reeds in 1946 de Rheinische Denkmalpflege 100 werven opgestart (5). Dat was een bijzonder moeizaam proces gezien het feit dat de gebouwen van de Rheinische Denkmalpflege zelf in puin lagen en heropgebouwd dienden te worden. De sfeer in Duitsland in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog wordt doorgaans omschreven als erg grimmig, somber en pessimistisch. Bij de bombardementen en beschietingen was circa een kwart van de Duitse woningvoorraad vernietigd: vier miljoen woningen lagen in puin, nog eens vier miljoen woningen waren al dan niet zwaar beschadigd. De voornaamste opgave was ervoor te zorgen dat iedereen te eten en een dak boven het hoofd kreeg. Ook werd gediscussieerd over de vraag of ruïnes een plaats konden of moesten hebben in de heropgebouwde Duitse steden. Wer in der Ruine ein verpflichtendes Symbol historischer Vergangenheit oder rein in die Zukunft weisendes Mahnmal erblickt, wird sie bejahen, wer aber die Sprache dieser Assoziationen nicht versteht, der wird sie verneinen. Mögen auch beispielweise die Reste der Römerbauten in Trier oder die Ruinenwelt in Rom mit den modernen Stadtgebilden zusammengewachsen und den Bürgern durch lange Gewohnheit vertraut geworden sein., den meisten Bewohnern unserer Städte werden die in jüngster Vergangenheit entstandenen Ruinen anstöβig erscheinen. Dennoch werden Sie aller Voraussicht nach als Zeugen einer düsteren Vergangenheit viele Jahre hindurch im Bilde unserer Städte sichtbar bleiben (5). Uit het voorgaande citaat blijkt duidelijk dat de Rheinische Denkmalpflege kort na de Tweede Wereldoorlog actief nadacht over de omgang met ruïnes. Een echt ruïnebeleid kwam hier echter niet uit voort. 7

9 In Nederland werd over hetzelfde thema gediscussieerd. Er was sprake van het bewaren van een enkele oorlogsruïne. Deze zou als voorbeeld, als waarschuwing en als monument van de aangerichte schade moeten blijven staan. [ ] De drang om te herstellen wat was vernietigd, was echter groter (6 p. 66). Ondanks het feit dat reconstructie zowel politiek als moreel een thema was, blijkt uit ons onderzoek dat het merendeel der kastelen kort na de Tweede Wereldoorlog gereconstrueerd werd (zie Hoofdstuk 4). 3.2 Omgang met monumenten binnen de wetgeving De wetgeving met betrekking tot de omgang met monumenten is in de vorige eeuw verschillende keren gewijzigd. Ook hierbij speelde de Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol. De ontwikkelingen die leidden tot de manier waarop kastelen tegenwoordig beschermd, beheerd, gemusealiseerd en geëxploiteerd worden, zijn door de gevolgen van de oorlog in gang gezet of in een stroomversnelling terechtgekomen (7). Zoals beschreven in paragraaf 2.2, werden er vóór de oorlog wel maatregelen genomen om monumenten te beschermen, maar een ding is duidelijk geworden: de inspanningen vóór de oorlog om erfgoed voor aantasting te beschermen, hebben weinig uitgehaald (3) Nederland In Nederland was er tijdens de Tweede Wereldoorlog in de praktijk geen effectieve officiële wetgeving voor de bescherming van monumenten. Na de oorlog werd het College van Advies inzake door Oorlogsgeweld Beschadigde Monumenten opgericht in 1946, met als taak het beoordelen welke gebouwen in aanmerking kwamen voor herstel en welke volgorde daarbij gehanteerd moest worden. Deze ranglijst had als hoogste prioriteit kerken, woonhuizen en raadhuizen. Pas daarna zouden kastelen en torens in aanmerking komen. De schade aan monumenten werd geschat op ongeveer 200 miljoen gulden, waarvan uiteindelijk 87 miljoen gulden aan schade werd beschouwd als niet-herstelbaar (1 p. 35). Het oprichten van het College was een positieve ontwikkeling, maar alleen bestaan was niet genoeg. Nog belangrijker was dat er voldoende geld voor het herstel van monumenten zou worden vrijgemaakt, wat helaas niet het geval bleek. Mede als gevolg hiervan werden er vrij veel sloopvergunningen toegekend in de jaren meteen na de oorlog. Zonder onderhoud of herstel vervielen beschadigde gebouwen snel verder, waardoor latere herbouw als onmogelijk werd beschouwd. De enige mogelijkheid die er bestond was om op een ad hoc manier uitkeringen te verstrekken voor noodherstel. Hierbij kregen de eigenaren geen garantie dat ze later meer hulp zouden krijgen, en ook hierom werd soms besloten tot sloop, liever dat dan eerst deels te herstellen om later toch nog een vervallend gebouw te bezitten (1 p. 35). Een tweede oorzaak van deze ad hoc manier van omgaan met beschadigde monumenten was het ontbreken van een officiële monumentenwet in Nederland voor 1961 (1 p. 27). De huidige monumentenzorg in Nederland is de opvolger van de monumentenwet van Deze was opvolger van de Monumentenwet van Daarvoor waren tijdelijke besluiten van kracht, zoals het Besluit op de Wederopbouw van 1945, en de Tijdelijke Monumentenwet van Een verandering in de Monumentenwet van 1988 is de sterkere decentralisatie van het beleid. Gemeenten hebben nu meer invloed bij beslissingen over monumenten en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (nu Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) is vooral een adviserende 8

10 instelling. Verder zijn er nu vier brede categorieën monumenten benoemd in Nederland: drie voor gebouwde monumenten (rijks-, provinciale- of gemeentelijke monumenten), en daarnaast bestaan ook archeologische monumenten. Monumentenstatus zorgt voor het bescherming tegen sloop, verval of ongewenst ingrijpen in het monument (4 p. 45). Een ontwikkeling in de afgelopen jaren in de omgang met monumenten in het algemeen, is de verhoogde aandacht voor de omgeving van het monumentale object, bijvoorbeeld naar het bijbehorende landschap. Dit is in lijn met één van de doelstellingen van de toenmalige Rijksdienst voor de Monumentenzorg: het bevorderen van een blijvende integratie van waardevolle cultuurhistorische elementen in het veranderend leefmilieu (4 pp ). Monumenten kunnen zo functioneren als ankerpunt in het leven van de mensen en in hun leefomgeving. Het geheel van object en omgeving zorgt in de regel voor een leesbaarder geschiedenis, voor een sterkere betekenis voor het publiek.. Los van de vraag of decentralisatie wel of niet gewenst is als het om monumentenzorg gaat, kunnen we constateren dat er afhankelijk van tijd en plaats nogal wat variatie bestaat in de besluitvorming met betrekking tot kasteelruïnes. Ook volgens Michiel Purmer is duidelijk dat een standaardaanpak voor een ruïne niet bestaat en steeds een specifieke invalshoek nodig is (4 p. 51) Duitsland Denkmalschutz en de bijhorende wetgeving zijn in Duitsland zaak van de Länder. Nordrhein- Westfalen was de laatste deelstaat die een monumentenwet opstelde. Tot het in werking treden van het Denkmalschutzgesetz in 1980 werkte de Denkmalpflege in Nordrhein-Westfalen op basis van het Allgemeine Landrecht für die Preuβischen Staaten uit 1794 en het Preuβischen Ausgrabungsgesetz uit Sinds 11 maart 1980 vormt het Gesetz zum Schutz und zur Pflege der Denkmäler im Lande Nordrhein-Westfalen de basis voor de Denkmalschutz in Nordrhein- Westfalen. In Nordrhein-Westfalen ist het Ministerium für Wirtschaft, Energie, Bauen, Wohnen und Verkehr des Landes Nordrhein-Westfalen de Oberste Denkmalbehörde. Als obere Denkmalbehörde fungeren Landkreise en Bezirksregierungen. De untere Denkmalbehörde ist gemeentelijk georganiseerd. Hun taken worden uitgevoerd door de steden en gemeenten. Zij zijn primair verantwoordelijk voor de bescherming van monumenten en het behoud van historische waarden. De Denkmalbehörden worden door Denkmalpflegeämter vakkundig ondersteund. In Nordrhein- Westfalen zijn dit voor het Rheinland het Amt für Bodendenkmalpflege im Rheinland en voor Westfalen LWL-Denkmalpflege, Landschafts- und Baukultur in Westfalen. Als die Kapitulation im Mai 1945 endlich Waffenruhe gebracht hatte, war die dringlichste Aufgabe der Denkmalpflege, ohne Verzug den beschädigten Denkmälern und ihren Eigentümern zur Hilfe zu eilen und den durch Kriegseinwirkungen eingeleiteten Zerfall zu steuern (5). Kort na de Tweede Wereldoorlog gold bij alle overwegingen en het bedenken van toekomstplannen het dogma dat de Denkmalpflege bij al haar werkzaamheden op de eerste plaats de intrinsieke waarden van de verwoeste gebouwen diende te eerbiedigen. Zoals eerder aangeduid bestond hiervoor geen vast recept. Jeder Fall hat sein eigenes Gesicht und erfordert individuelle Behandlungen (5). 9

11 Volgens Peters was de voornaamste taak van de Denkmalpflege tijdens de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog eigenaren van monumenten te helpen bij het sturen van het verval. Voornaamste doelstelling was niet de reconstructie of consolidatie van de tot ruïne vervallen gebouwen maar het beveiligen van de waardevolle gebouwen. Een eenduidige aanpak van beschadigde gebouwen bestond niet. Voor ieder gebouw en ieder probleem werd een individuele oplossing gekozen. Pas vanaf 1980, het jaar waarin Nordrhein-Westfalen haar eerste monumentenwet opstelde, ontwikkelde de Denkmalschutz een eigen filosofie die zich uitdrukkelijk tegen reconstructie keert. Je deutlicher postmodernes Verlangen von Bürgern nach Rekonstruktionen hervortrat, desto einhelliger besannen sich die Denkmalpfleger auf ihre angebliche Fachverantwortung, obwohl sie doch gleichzeitig von Historikern, Ethnologen und Philosophen belehrt wurden, dass es in der Denkmalpflege keineswegs um historische Substanz allein gehen könne und kulturelle Erinnerungen oft ganz anders verankert seien (8). 3.3 Restauratie: theorie en praktijk De restauratiefilosofie in Nederland is in de afgelopen eeuw veranderd en ontwikkeld. In het begin van zijn carrière was Jan Kalf, de eerste directeur van de afdeling Kunsten en Wetenschappen van het Departement van Binnenlandse Zaken (de voorganger van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg), aanhanger van de wat idealistische filosofie van behouden voor vernieuwen. Volgens deze grondbeginselen werd het monument geconsolideerd in de vorm waarin het werd aangetroffen en werden de verloren gegane gedeelten opgevuld met moderne ontwerpen. Maar al snel werd duidelijk dat deze filosofie niet populair was in de praktijk. Reconstructies kwamen toch vaak voor, en werden zelfs ondersteund door het Rijksbureau. Ook na de Tweede Wereldoorlog werden in de praktijk reconstructies toch vaker gekozen, waarbij latere toevoegingen werden verwijderd en werd gekozen voor een middeleeuws aandoend uiterlijk (1 p. 70). Het terugkeren naar een oorspronkelijke staat komt voort uit de klassieke architectuurtheorie. Daarbij word gestreefd naar een stijlzuiver monument. Een andere restauratiebeginsel steunt op de oudheidkundige theorie. In deze filosofie moet een monument gehandhaafd worden in de staat waarin het bewaard is gebleven. Hierbij worden ook latere toevoegingen met rust gelaten, en delen die ontbreken worden niet meer toegevoegd. Dit zou namelijk een vervalsing zijn van het complete bouwkundige verhaal van een gebouw. Kijkend naar de uitgevoerde restauraties, niet alleen na de oorlog maar ook in de decennia daarvoor, kan geconcludeerd worden dat deze meestal in de klassieke zin zijn uitgevoerd. De oudheidkundige theorie was wel aanwezig in de gedachtenvorming over restauraties, maar werd veelal niet toegepast in Nederland en Duitsland. Pas in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw begon de oudheidkundige theorie terrein te winnen, waarbij de verschillende bouwfasen zichtbaar werden gelaten (4 p. 41). De keuze voor reconstructie of herbouw op de klassieke wijze wordt vaak verdedigd als de manier om een gebouw weer of beter bruikbaar te maken. Volgens Purmer wordt geredeneerd dat: 10

12 Een dergelijk kasteel is goed te gebruiken voor allerlei activiteiten. Bovendien zou een burcht indrukwekkender en beeldbepalender zijn dan een ruïne. Nadelen zijn dat de historische authenticiteit niet te waarborgen is. De gegevens zijn te schaars om een verantwoorde reconstructie te maken Fantasie vormt de enige oplossing voor het invullen van de vele ontbrekende details. Ook worden onherroepelijk structuren en resten uitgewist (4 p. 41). Een consolidatie of het behoud als ruïne sluit aan bij de oudheidkundige theorie. Maar ook binnen bij de keuze voor consolidatie zijn er meerdere mogelijkheden met betrekking tot de mate van ingrijpen. Een Duits artikel benoemt de volgende vijf niveaus, waarbij de tweede en derde optie betrekking hebben op consolidatie: 1. Die alternde Burgruine: de ruïne wordt volledig aan verval en overwoekering overgelaten. 2. Die gepflegte Burgruine: het verval wordt vertraagd, maar niet gestopt met een reeks kleine ingrepen. 3. Die konservierte Burgruine: het vervalproces wordt gestopt, de ruïne wordt in de huidige toestand ingevroren. 4. Die reparierte Burgruine: bepaalde ingestorte of ontbrekende delen worden aangevuld of gereconstrueerd. 5. Die rekonstruierte Burgruine: het volledige reconstrueren van de ruïne tot een kasteel. In de tijd dat Purmer s scriptie geschreven werd (1997), werden de eerste en derde opties het meest gekozen voor Nederlandse kasteelruïnes. Recent is bij Kasteel Asten optie twee toegepast. De vierde mogelijkheid is bijvoorbeeld gekozen voor ruïnes zoals Mathenesse, waarbij de ruïne volgens sommigen een karakterloos bouwwerk werd. Het verdwijnen van juist het vervallen en begroeide karakter zorgt ervoor dat het romantische idee rond een ruïne verdwijnt (4 p. 42). Er bestaan dus verschillende opties voor de omgang met beschadigde en verwoeste kastelen. Maar alhoewel de Tweede Wereldoorlog tot een zekere verandering leidde in het kijken naar het Nederlandse kastelenbezit, werden nieuwe restauratietheorieën veelal niet toegepast. Het eerder genoemde credo van niet reconstrueren maar alleen behouden en eventueel aanvullen met moderne nieuwbouw werd in de Nederlandse praktijk vaak niet gevolgd. Ook voor Duitsland kunnen we vaststellen dat het dogma niet reconstrueren weinig gevolgd is. Die Eigentümer und sonstigen Nutzungsberechtigten haben ihre Denkmäler instand zu halten, instand zu setzen. Sachgemäβ zu behandeln und vor Gefährdung zu schützen, soweit ihnen das zumutbar ist (9). 11

13 4. Omgang met beschadigde en verwoeste kastelen Na de Tweede Wereldoorlog was de toekomst van veel kasteelruïnes niet meteen duidelijk. Wie zou de verantwoordelijkheid nemen om te restaureren, of zou er worden overgegaan tot sloop? In 1945 werd in Nederland de Nederlandse Kastelen Stichting (NKS) opgericht, met als doel het waken voor het in stand blijven van de in Nederland gelegen kastelen (1 p. 27). De Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen bestond toen ook al, en beide instanties speelden een belangrijke rol in het behouden van Nederlandse kastelen. Ondanks de inspanningen van deze organisaties, en de drang van de bevolking om te restaureren, was dit niet altijd de uitkomst in de praktijk. In Nederland werd meteen na de oorlog bekeken welke kastelen überhaupt in oude vorm hersteld zouden kunnen worden, of beter gezegd, voor welke kastelen dit onmogelijk werd geacht. Op deze lijst van de NKS uit 1947 stonden Kasteel (Huis) Hemmen, Kasteel Doornenburg, Kasteel Geysteren, en Kasteel Bleijenbeek. Een tweede categorie op deze lijst bevat Kasteel Doorwerth, Kasteel Blitterswijk, Kasteel Nederhemert, en Groot Kasteel Deurne, waarvan het herstelperspectief werd bestempeld als somber (1 pp ). Deze kastelen zullen worden behandeld in de volgende paragrafen. Vijf van de acht bleven inderdaad ruïnes of werden afgebroken, maar drie werden volledig gerestaureerd. Waarom sommige kasteelruïnes aan sloop of verder verval zijn ontsnapt en andere niet, hebben wij onderzocht door middel van interviews met de beheerder en andere betrokkenen, zowel in Duitsland als in Nederland. Na de inventarisatie van 56 kastelen in het onderzoeksgebied, hebben wij vier globale omgangskeuzes onderscheiden: het nemen van geen actie (het kasteel is tot vandaag een ruïne gebleven); de keuze om het kasteel te slopen; consolidatie (ingrijpen om verder verval te vertragen of voorkomen); en volledige restauratie/reconstructie van het kasteel. In Afbeelding 1 is dit grafisch duidelijk gemaakt, met links het aantal gesloopte kastelen, rechts het aantal ruïnes tot heden (geconsolideerd en niet-geconsolideerd), en ertussen het aantal kastelen dat na de oorlog is gerestaureerd (per decennium). 12

14 Aantal Nederland Duitsland Afbeelding 1. Restauratie van kastelen in Nederland en Duitsland. Een andere manier om de relatie tussen de verschillende omgangskeuze te analyseren is door de verhouding van de verschillende categorieën binnen de hele onderzoeksgroep in Nederland en Duitsland in kaart te brengen(zie Afbeelding 2). Uit de literatuur blijkt dat Nederland, of de Nederlandse overheid, het gevoel heeft dat er nog maar weinig kasteelruïnes te vinden zijn in het Nederlandse onderzoeksgebeid, maar de cirkeldiagrammen laten zien dat procentueel gezien het aantal kasteelruïnes (ten gevolge van de Tweede Wereldoorlog) toch groter is dan in het onderzochte Duitse grensgebied. Bijna twintig procent van de zwaar beschadigde kastelen werd in Nederland gesloopt, in tegenstelling tot Duitsland waar maar tien procent van de ruïnes is afgebroken. Verder valt op dat in Duitsland vaker werd overgegaan tot restauratie dan in Nederland. NEDERLAND Gesloopt/ afgebroken: 6 DUITSLAND Gesloopt/ afgebroken: 2 Gerestaureerd: Ruïnes tot heden: 18 7 Gerestaureerd: 18 Ruïnes tot heden: 4 Afbeelding 2. Inventarisatie kastelen-/ruïnebezit in Nederland en Duitsland In de volgende delen van dit onderzoek worden de verschillende manieren van omgaan met kasteelruïnes besproken en geanalyseerd. Vooral in Nederland was het soms moeilijk om kastelen of ruïnes in één bepaalde categorie te plaatsen, maar desondanks zijn de onderzoeksresultaten interessant. 13

15 4.1 Geen actie (ruïnes tot heden) Een eerste keuze of manier van omgaan met een ruïne is om geen actie te ondernemen. We spreken dan van ruïnes tot heden. Zowel in Nederland als in Duitsland hebben we twee objecten in deze categorie geplaatst: in Nederland Kasteel Bleijenbeek en Kasteel Nijenbeek, in Duitsland de Kommende Siersdorff en Schloss Leerodt. Voor het Nederlandse en het Duitse grensgebied stellen we vast dat de wil om het kasteel te herbouwen aanwezig was, maar dat dit niet gerealiseerd kon worden vanwege een gebrek aan financiële middelen, of vanwege zeer ingewikkelde erfkwesties. Deze conclusie werd ook getrokken in een onderzoek door Mariëlle Bakker voor de NKS, waarin zij schrijft dat ondanks dat de bevolking liever tot restauratie had besloten, de meeste kastelen [ ] met zware schade toch tot ruïne vervielen. De keuze werd vaak meteen na de oorlog gemaakt, wat duidelijk maakt dat ze geen prioriteit hadden tot herstel, en dat de financiële middelen van de eigenaren te gering waren om in deze jaren het noodzakelijke te kunnen restaureren (1 p. 43) Kommende Siersdorf De Kommende Siersdorf (of Zeestorff) was een commanderij van de Duitse Orde en onderhorig aan de landcommanderij Alden Biesen. Ernstig beschadigd in 1543 bij de derde Gelderse successieoorlog, liet landcommandeur Heinrich von Reuschenberg het gebouw vanaf 1578 in renaissancestijl restaureren. Toen in 1938 de mijn Emil Mayrisch in Siersdorf aangelegd werd door de Eschweiler- Bergwerksverein was de toenmalige eigenaar van de Commanderij Siersdorf, de familie Heusch, genoodzaakt om grote delen van het landgoed te verkopen. Alleen het eigenlijke herenhuis bleef in handen van de familie. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog, in 1944, werd de familie Heusch genoodzaakt om het kasteel te verlaten. Het gebouw werd verwoest door Amerikaans artillerievuur. Omdat de Commanderij Siersdorf het gemeenschappelijk bezit is van 24 erfgenamen, is een herbestemming of reconstructie tot op heden onmogelijk gebleken. Een stichting, de Förderverein Kommende Siersdorf e.v. zet zich sinds enkele jaren in voor het behoud van het gebouw en een nieuw denkmalgerecht gebruik. Actueel ligt een plan voor om de ruïne te consolideren. De kosten bedragen ongeveer Problematisch is dat de kosten door alle erfgenamen goedgekeurd en gedragen moeten worden. De gesprekken hierover verlopen zeer moeizaam. Die Eigentümer verstehen nicht, dass Sie erst Geld investieren müssen bevor sie Geld verdienen können. Im Grunde genommen ist das Schloss heute minus wert (10) Kasteel Bleijenbeek Kasteel Bleijenbeek, gelegen ten oosten van Afferden in Noord Limburg, werd gebouwd rond Rond 1700 werden de lanen aangelegd, en het kasteel hield zijn zeventiende-eeuws uiterlijk tot de Tweede Wereldoorlog. Het kasteel kende door de eeuwen heen veel verschillende eigenaren, en werd ook gebruikt als klooster aan het einde van de negentiende eeuw en in het begin van de twintigste eeuw. In de winter van 1944/45 werd er fel gevochten rond het kasteel. Een kleine groep Duitse parachutisten had zich in het kasteel verschanst, en in februari 1945 werd het uiteindelijk gebombardeerd door de geallieerden (11 pp ). Het staat nu nog steeds als ruïne in het landschap. Sinds de oorlog heeft de ruïne meerdere eigenaren gekend, meest recentelijk werd het hele landgoed gekocht door ASR Vastgoed. Het 14

16 omgrachte kasteeleiland is nu in langdurige erfpacht van de in 2009 opgericht Stichting Kasteelruïne Bleijenbeek. Één jaar na de oorlog werd al besloten dat het kasteel gesloopt mocht worden. Hierbij zouden niet alle resten afgebroken worden. Bekeken zou worden welke delen nog behouden konden worden als ruïne. De auteur van een publicatie van de NKS uit 1947 zag zoals eerder vermeld weinig mogelijkheden tot herstel voor Bleijenbeek. Een aantal decennia later zag Andre Viersen, in zijn artikel over de bouwgeschiedenis van het kasteel, dit anders. Hij schreef: hoewel herbouw na de oorlog goed mogelijk was geweest, is daar helaas nooit iets van gekomen. Het verval van de ruïne is alleen nog maar groter geworden door het ontbreken van enige consolidatieactiviteit sindsdien. Door de jaren heen zijn verschillende delen van het resterende muurwerk ingestort door invloed van weer en wind. Een tweede brief van de NKS in de jaren zeventig bevestigde de mening dat er zoveel belangrijk bouwkundige elementen verdwenen waren, dat restauratie echt uitgesloten was (1 p. 67). Herbouw werd ook uitgesloten door Viersen tijdens zijn onderzoek in 1988, maar nu vooral om financiële redenen. Hij benadrukt in zijn onderzoeksrapport het behoud van de bouwkundige elementen, maar merkte ook op dat de bouwkundige toestand van de ruïne gaat wel steeds verder achteruit, zodat ook consolidatie illusior wordt indien niet op korte termijn voorzieningen worden getroffen (12 p. 166). Dat was al meer dan twintig jaar geleden, en met uitzondering van een paar trekstangen om de toren bij elkaar te houden zijn er weinig of geen andere consolidatiewerkzaamheden uitgevoerd. De bedoeling is nu om de restanten te consolideren en de binnenste slotgracht te herstellen met de bijbehorende tuinaanleg. De Stichting Kasteelruïne Bleijenbeek wil ook de ridderzaal voorzien van een dak om de ruïne te kunnen exploiteren met een bruikbare ruimte. Of een financieel rendabele exploitatie gevonden kan worden om het in stand houden van de ruïne te garanderen in de toekomst is nu nog de vraag, maar net als bij Kommende Siersdorf zal er eerst geld geïnvesteerd moeten worden voordat er geld kan worden verdiend. In het geval van Bleijenbeek zijn er geen gecompliceerde erfkwesties, alleen gebrek aan een duidelijke plan voor de toekomst en de financiële middelen om de ruïne te redden. ASR heeft inmiddels een golfbaan laten aanleggen op het landgoed, en had plannen om bungalows te bouwen en de ruïne te consolideren, maar dit werd afgeremd, vermoedelijk vanwege de economische recessie, Het is op dit moment dus een open vraag of deze plannen werkelijkheid zullen worden. 4.2 Sloop Al voor de Tweede Wereldoorlog hadden vele eigenaren moeite hun landgoed in stand te houden. De oorlogsschade was voor velen dan ook de genadeklap. Men kon wel rekenen op de uitkering van de voorlopige voorziening van gulden voor noodherstelwerk, maar daarna was het wachten op verdere hulp. Aangezien het herstel van kastelen geen urgentie verkreeg, werd er de eerste jaren verder weinig gedaan aan het vervolg van dit herstel. Waarschijnlijk heeft dat alles ervoor gezorgd dat menig kasteel- en buitenplaatseigenaar na de oorlog een sloopvergunning aanvroeg en het kasteel werd afgebroken (1 p. 37). Sloop is een keuze die wij binnen ons onderzoeksgebied in Nederland zes keer zijn tegengekomen en maar twee keer in Duitsland. In Nederland vallen de kastelen Blitterswijk, Broekhuizen, Westering, Kasteel de Hattert, Hof te Dieren en Enghuizen bij Hummelo. In 15

17 bepaald opzicht ze werden afgebroken na de oorlog - zouden ook de kastelen Geysteren en Hemmen in deze categorie vallen. Wij hebben echter besloten om ze om deze kastelen onder de titel van geconsolideerde ruïnes te plaatsen, omdat Geysteren in de afgelopen jaren weer zichtbaar gemaakt werd door het opnieuw opmetselen van de muren tot één meter boven het maaiveld. Andere onderdelen zijn ook nog te zien, zoals een deel van de traptoren, de gracht, en de tegelvloer van de keuken. Dus alhoewel het afgebroken werd na de oorlog, kan men niet zeggen dat het volledig is verdwenen. Het bijbehorende landgoed is ook nog intact en dus heeft de ruïne een rol in de omgeving als deel van de oude aanleg. Voor Huis Hemmen geldt een dergelijke afweging. Het kasteel/landhuis werd kort na de oorlog afgebroken, maar de parkaanleg in Engelse landschapsstijl bestaat nog, en kleine muurresten zijn nog zichtbaar binnen de omringende gracht. Zichtlijnen naar de ruïne zijn behouden en de kasteeltuin is ook een belangrijke trekpleister in de omgeving. Enkele jaren geleden werd nog een consolidatie uitgevoerd aan de muurresten, ofschoon er niet veel is overgebleven na de sloop. In het Duitse onderzoeksgebied werden alleen Haus Bellevue en Schloss Haag gesloopt. Zowel in Nederland als in Duitsland blijken de meest gebruikte argumenten instortingsgevaar en gebrek aan financiële middelen te zijn. Vaak werd het puin in de ruïnes voor de heropbouw van andere gebouwen gebruikt. Binnen onze onderzoeksgroep was in Duitsland, in tegenstelling tot in Nederland, sloop enkel een optie kort na de oorlog. In Nederland werd Hof te Dieren als laatste gesloopt, in Ook in Nederland waren er gevallen waarin verwoeste kastelen gesloopt werden om de materialen te gebruiken voor het herstellen van andere gebouwen in de nabije omgeving. Kort na de Tweede Wereldoorlog had het heropbouwen van beschadigde woningen en andere ( nuttige ) gebouwen in Nederland immers een grotere prioriteit dan de reconstructie of consolidatie van kasteelruïnes. Blitterswijk en Broekhuizen kenden een dergelijk lot. Stenen van Kasteel Blitterswijk werden gebruikt om de parochiekerk te herbouwen. Broekhuizen was tijdens en na de oorlog eigendom van de toenmalige burgemeester van Venlo. Het kasteel werd beschadigd door granaten en artillerievuur in november Na de winter gaf de eigenaar toestemming om alle houten bouwmateriaal uit het kasteel te gebruiken. Muurresten stonden dus nog steeds overeind, maar de ruïne werd niet hersteld en langzaam raakte de resten overwoekerd door bomen en struiken. In 1990 werden de nog overeind staande hoekdelen met een tractor en kabel omgetrokken door de huidige eigenaar. Er zijn in de loop der jaren meerdere pogingen gedaan om de ruïne te beschermen, maar zonder medewerking van de eigenaar was niks mogelijk. Nu is er weinig meer te zien, alleen een paar muurresten verscholen tussen de bomen. De besluiten om te slopen kunnen ook vanuit een ander perspectief worden geanalyseerd. Kastelen waren deel van een landgoed, waarvan de opbrengsten zorgden voor de instandhouding van het kasteel. Al voor de Tweede Wereldoorlog hadden eigenaren vaak moeite om alle kosten van onderhoud te dekken. Maar omdat na de oorlog veel kastelen werden losgekoppeld van de omringende landgoederen, of omdat op het landgoed het herstel van woningen en boerderijen voorrang kreeg, waren de kosten van kastelen soms nog moeilijker te financieren. Een kasteel zonder landgoed kon en kan niet worden onderhouden als het afhankelijk was en is van de opbrengsten van het landgoed. Mogelijk was dit ook een reden waarom Kasteel De Hattert te Vierlingsbeek nooit herbouwd werd. Voor de oorlog was het in 16

18 handen van een kerkelijke instantie, die het kasteel en landgoed verkochten aan particulieren. De nieuwe eigenaren begonnen het landgoed to ontmantelen en in stukken te verkopen. Het kasteel verloor zijn functie en na beschadiging tijdens de oorlog was er nog minder aanleiding en al helemaal geen geld om het te herstellen. Een laatste reden die meespeelde in het besluit tot sloop van sommige kastelen was vandalisme. Soms werd er niet meteen gesloopt, in de hoop dat er misschien nog geld vrij zou komen voor herbouw, maar tussentijds vervielen de restanten verder en verder waardoor instortingsgevaar ontstond of toenam, en helaas werden de ruïnes ook nog slachtoffer van vandalisme. Dit was bijvoorbeeld het geval bij Kasteel Geysteren. Weersinvloeden en vandalisme hebben de restanten sterk aangetast, en Monumentenzorg heeft toen gevraagd of stenen gebruikt konden worden voor herstel van andere monumenten in de omgeving. Dit alles samen resulteerde in het besluit om het kasteel te slopen. 4.3 Consolidatie We zien dan ook dat ruïnes na de Tweede Wereldoorlog voornamelijk gezien worden als architectonische gedevalueerde bouwwerken die gerepareerd dienen te worden. Toch werden er ook ruïnes geconsolideerd. Hierbij ging het in eerste instantie om het stoppen van het verdere verval (1 p. 38). Binnen het Nederlands-Duits grensgebied werden slechts vier kasteelruïnes in Nederland en twee of drie in Duitsland geconsolideerd. In Nederland vallen Kasteel Asten te Heusden, Groot Kasteel Deurne, Kasteel de Keverberg te Kessel, en Kasteel Geysteren onder deze categorie. In Duitsland werd Haus Empel geheel geconsolideerd en Haus Hertefeld en Burg Nideggen werden gedeeltelijk geconsolideerd. De bewuste keuze om een ruïne als ruïne -bijvoorbeeld als Mahnmal - te behouden blijkt binnen ons onderzoek, zowel in Nederland als Duitsland, niet te bestaan. Doelstelling is steeds om het verval te vertragen. Uit ons onderzoek blijkt verder dat hiervoor geen vast recept bestaat. Zeker in Duitsland zien we vaak gedeeltelijke consolidaties. Dit is een optie voor vaak financieel gezien niet te reconstrueren delen. Ruïnes zijn fragiele objecten en vragen ook daarom een ander soort behoud dan gerestaureerde kastelen. Het is moeilijker om financieel en maatschappelijk draagvlak te creëren voor het behoud van een ruïne. In Nederland en Duitsland genieten ruïnes een zekere bescherming indien zij de status rijksmonument of Denkmalobjekt hebben, maar zoals het voorbeeld van Kasteel Bleijenbeek aantoont, garandeert dit niet dat er subsidies ontvangen worden. Wie eigenaar is, heeft ook invloed of wel of niet consolideren. In Nederland en Duitsland is nog een aantal ruïnes eigendom van een adellijke familie. Volgens Michiel Purmer bieden de verschillende stichtingen die ruïnes in bezit hebben meer garantie voor bescherming dan personen of families (4 p. 46). De mogelijkheden voor subsidies en donaties zijn voor stichtingen groter dan voor een particuliere eigenaar. Stichtingen (zonder winstoogmerk) kunnen ruïnes ook behouden als ruïnes, zelfs zonder financiële exploitatie, wat vaak niet mogelijk is voor particulieren. 17

19 4.3.1 Burg Nideggen De ruïne van burcht Nideggen is een hoogteburcht in de stad Nideggen in het Duitse Kreis Düren in de deelstaat Noordrhein-Westfalen. De rechthoekige hoogteburcht was de zetel van de machtige graven en hertogen van Gulik en had in de middeleeuwen de reputatie van onneembaar. Ze ligt bovenop een hoge rots en kijkt aan verschillende kanten uit op het omliggende dal. Reeds op het einde van de 18 de eeuw werd Burg Nideggen aan de Kreis Düren geschonken. Sindsdien huisvest de burcht een museum. Tijdens de Tweede Wereldoorlog schuilden Duitse soldaten in de burcht en werd deze door de geallieerden aangevallen. Zoals de beelden in de bijlagen tonen werd de burcht zwaar beschadigd. Alleen enkele muurresten bleven overeind. Kort na de oorlog wilden zowel de eigenaar van de burcht, de Kreis Düren, als de bewoners van Nideggen de gehele burcht heropbouwen. Omdat een volledige reconstructie te duur bleek, koos men reeds in 1949 om de gigantische ridderzaal te consolideren en de rest van de burcht te heropbouwen. Aanvankelijk werd het puin uit de ruïne gebruikt om het gebouw te herstellen maar reeds in 1950 moest men overgaan op een alternatief omdat het puin niet toereikend bleek te zijn. Kreis Düren koos bewust om stenen uit de groeven in de omgeving te gebruiken omdat de originele stenen daar ook vandaan kwamen. Vandaag de dag herbergt Burg Nideggen een museum en een restaurant. Via het museum, het restaurant en verschillende activiteiten worden inkomsten gegenereerd. Deze wegen echter niet op tegen de enorme kosten om de ruïneuze delen steeds opnieuw te consolideren Haus Empel Kasteel Haus Empel werd vermoedelijk aan het begin van de 13 de eeuw in Rees gebouwd. In de loop van de jaren wisselde het kasteel vaak van eigenaar. Tijdens de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog verviel het waardevolle pand tot ruïne. Gezien het feit dat het heropbouwen van het kasteel voor de toenmalige eigenaar financieel onmogelijk was en een consolidatie als onnodig werd ingeschat verviel het pand steeds verder. Pas in het jaar 2000, toen particulier Peter Landers het kasteel kocht, startte de consolidatie van de kasteelruïne. Ein Wiederaufbau der Anlage ist ausgeschlossen. Früher schon allein wegen den Kosten, jetzt auch wegen den Förderbedingungen. Die sehen nämlich vor, dass der Zuschuss des Landes in Höhe von zwingend für das Konservieren des Status quo verwendet wird. Das ist eine echte Besonderheit. Denn während sich das Denkmalamt sonst dafür einsetzt, die Burganlagen wieder zu rekonstruieren, ist Empel die einzige Anlage, die einzige Anlage, die so erhalten werden soll, wie sie sich 18

20 momentan darstellt. Genau aus diesem Grund ist die Förderung vom Land auch höher ausgefallen (13). Naast de van de Denkmalschut, heeft Peter Landers zelf geïnvesteerd en bijkomend van de gemeente ontvangen. In ruil voor het geld van de gemeente heeft de eigenaar zich verplicht om twintig jaar lang vijftien rondleidingen per jaar door de kasteelruïne te organiseren Kasteel Asten Zoals het citaat hierboven duidelijk maakt, werden verwoeste kastelen na de oorlog gezien als gedevalueerde bouwwerken die gerepareerd dienden te worden. Voor de meeste ruïnes in Nederland en Duitsland gold dit sentiment. Asten is hiervan een goed voorbeeld in Nederland. Het werd gekocht door een groep mensen die het graag wilde restaureren, maar omdat dit uiteindelijk geen optie was, zijn ze overgegaan tot consolidatie van hun ruïne. Kasteel Asten werd gebouwd rond 1423, en werd geleidelijk uitgebreid tot het eind van de zestiende eeuw, met voorburcht en tuinen, de grootste omvang bereikte. Tegen het einde van de negentiende eeuw kwam het kasteel leeg te staan, waarbij het in verval raakte. Het werd grotendeels gesloopt door de plaatselijke bevolking, alleen de kelders en de zestiende-eeuws traptoren resteerden nog. In 1935 besloot eigenaar Baron van Hövell tot Westerflier het kasteel te herbouwen, wat tot 1942 duurde (14). Het kasteel brandde in 1944 door een fosforgranaat helemaal uit. De toren werd gebruikt door Amerikaanse, Engelse, Canadese en Duitse troepen tijdens de Tweede Wereldoorlog, voordat die werd opgeblazen om verder gebruik als uitkijktoren onmogelijk te maken. De Barones Van Hövell tot Westerflier woonde na de oorlog in de nog overeind staande voorburcht, en heeft de kasteelboerderij, ruïne, grachten, en aangrenzend bos en weiland in 1984 verkocht aan een groep particulieren, die zich verenigden in de Stichting Wederopbouw Kasteelerfgoed Asten. De naam maakt het doel duidelijk van de stichting: restauratie. Hierbij zou een deel van de ruïne worden herbouwd, en een ander deel geconsolideerd. In 1991 was hiervoor een plan uitgewerkt waarvan de totale kosten werden geschat op gulden. Dit plan is echter niet uitgevoerd. Volgens een lid van de stichting was Monumentenzorg (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) de mening toegedaan dat Asten een ruïne moest blijven, vermoedelijk omdat er nog maar weinig ruïnes bestonden, vooral van de Tweede Wereldoorlog-slachtoffers. De naam van de stichting werd in 1997 dan ook veranderd naar Stichting Behoud Kasteelerfgoed Asten om uitdrukking te geven aan het nieuwe, meer realistisch doel. 19

21 De ruïne werd uiteindelijk in 1998 voor het eerst geconsolideerd, en daarna nog twee keer tussen 2006 en Het voornaamste doel van de stichting is het in stand houden van de ruïne. Toerisme of exploitatie hebben geen hoge prioriteit, maar de stichting wil de ruïne wel een functie in de plaatselijk gemeenschap geven, bijvoorbeeld door open kasteeldagen en muziek- en toneeluitvoeringen op het kasteelterrein te houden. De bezoekers die nu komen op open dagen of voor rondleidingen, komen voornamelijk uit de omgeving (geschat wordt zo n tachtig procent). Twintig procent van bezoekers komen van verder weg. Deze activiteiten leveren niet veel fondsen op. De stichting kan nu net rondkomen met subsidies. Verder zijn er ongeveer tachtig donateurs die allemaal 12 per jaar betalen. De Stichting Behoud Kasteelerfgoed Asten blijft net als veel anderen kleine stichtingen en particulieren, afhankelijk van subsidies, en is voor het bereiken van haar doelen sterk afhankelijk van eigen initiatief en inzet Kasteel de Keverberg (Kessel) Kasteel de Keverberg vormt een aparte casus in dit onderzoek, omdat het nu na meer dan zestig jaar als ruïne op het punt staat om een nieuwe toekomst te krijgen. Waarschijnlijk wordt in 2012 begonnen met de herbouw. Kessel is een historisch belangrijke kasteel, één van zeer zeldzame motteburchten in Nederland, met een historie die teruggaat tot de negende eeuw (15). De naam Keverberg komt oorspronkelijk van de eigenaar Karel Emanuel Caspar Joseph de Keverberg, die het kasteel in 1798 in bezit kreeg. De laatste heer van Kessel stierf kinderloos in 1903, en liet de burcht en bijgebouwen na aan de zusters van de Congregatie van de Goddelijke Voorzienigheid, die het kasteel pachtten sinds De zusters gebruikten het kasteel als jongenspensionaat, als pensionaat voor schipperskinderen, en als huishoudschool (11 pp ). In 1944 werd de burcht opgeblazen door Duitse troepen vanwege zijn strategische positie langs de Maas. De daaropvolgende brand zorgde ervoor dat het interieur volledig verloren ging. Herbouw was niet haalbaar voor de Congregatie, maar om sloop te verkomen had de gemeente Kessel het hele complex gekocht. Herbouw was vanwege gebrek aan financiële middelen geen optie, maar de ruïne werd wel geconsolideerd. De eerste consolidatie vond plaats in 1958 na bouwkundige onderzoek. Prioriteit destijds was het behouden en tonen van de middeleeuwse delen, waarbij latere toevoegingen uit de zeventiende eeuw verwijderd werden (11 pp ). In 2002 was de laatste uitgebreide consolidatie van de burcht. Jaarlijks staat er een bedrag van ongeveer op de gemeentelijke begroting voor de instandhouding van de ruïne. De consolidatie in 2002 had gekost, en dergelijk groot onderhoud moet om de tien jaar gebeuren, dus gemiddeld moet er ongeveer per jaar uitgegeven om de ruïne in stand te houden (15). De ruïne wordt tegenwoordig gebruikt om s zomers theatervoorstellingen te houden, en als locatie voor andere dorpsfeesten. Stichting de Keverberg exploiteert het geheel in naam van de gemeente (15). De wens om het mottekasteel te reconstrueren is echter nooit verdwenen bij een deel van de bevolking. Enkele jaren geleden heeft de toenmalige gemeente Kessel pogingen gedaan om een restauratieproject van start te krijgen. Uiteindelijk werd er in 2008 een driepartijen overeenkomst onder leiding van de toenmalige burgemeester van Kessel opgesteld. De partijen 20

22 waren de gemeente, Stichting de Keverberg en Stichting tot Behoud Cultureel Erfgoed/De Bouwloge. Deze laatste moest onderzoeken hoe de donjon herbouwd kon worden (15). Een eerste plan was om een luxe hotel en restaurant in het kasteel te plaatsen, maar uiteindelijk werd dit plan niet uitgevoerd vanwege hoge kosten ( 11 miljoen), en de verminderde mogelijkheid voor bezoek die een hotel zou bieden. Dit was een belangrijke eis, niet alleen van de plaatselijke bevolking, maar ook van de gemeente die sinds 2010 deel uitmaakt van de gemeente Peel en Maas. Een bijgewerkt plan dat nu 4.4 miljoen zal kosten, omvat de restauratie van de hoofdburcht, die meerdere functies zal krijgen zoals kantoren, horeca en expositieruimtes. Een subsidie van werd toegekend door de Provincie Limburg, en één dag later, op 23 februari 2011, werd hieraan 2 miljoen toegevoegd uit het Meerjaren Investeringsprogramma Noord-Limburg door de Regio Venlo en de Provincie Limburg (16). De gemeente heeft dit investeringsbedrag verdubbeld door nog eens 2.2 miljoen te reserveren voor het project (17). Het is bijzonder dat deze bedragen verstrekt worden door gemeente en provincie. Kessel is echter een speciaal geval gezien de ligging midden in de dorp Kessel en aan de Maas. Hierdoor kan het mogelijk een belangrijke trekpleister worden voor toerisme in de omgeving. Voor de ontwikkeling van de gemeente is dit een belangrijke overweging. Een van de doelen van herbouw is dan ook versterking van het zogenaamde toeristisch-recreatieve lint langs de Midden-Peelweg (vanaf camping het Meerdaal tot aan de Maas). Met de toename van toerisme en vrijetijdsactiviteiten in de afgelopen jaren kan dit veel opleveren voor de hele omgeving (18). Verder stelt de gemeenteraad dat herbouw van de burcht een reactie is op een wens vanuit de bevolking om het kasteel weer in oude glorie te herstellen. Vanwege het initiatief van de bevolking (een zelfsturinggedachte ) kan dit project van start gaan, en dit maatschappelijk draagvlak is ook een belangrijk argument voor het besluit tot herbouw (15). In het geval van de herbouw van Kessel heeft de decentralisatie als gevolg van de Monumentenwet van 1988 zeker een rol gespeeld. Het is een casus waarbij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en subsidies van de nationale overheid niet doorslaggevend waren. Omdat het project Kasteel Kessel voortkomt uit samenwerking van de gemeente en Stichting de Keverberg, met daarbij een derde deskundige partij, heeft de gemeente zonder twijfel toestemming gegeven aan het project. Plaatselijke en regionale betrokkenheid leidden tot de restauratie van een monument, veel minder dan beleid van de rijksoverheid. 21

23 4.3.5 Kasteel Geysteren Kasteel Geysteren is weer een heel ander geval dan Kessel. Het opnieuw opmetselen en zichtbaar maken van de fundamenten en de gracht rondom het kasteeleiland komen vooral voort uit particulier initiatief, namelijk van de eigenaar C.W.J. Baron de Weichs de Wenne, wiens familie het kasteel sinds 1806 bezit. Het kasteel werd gebouwd rond Bij het kasteel behoorde ook een voorburcht, met een dubbele gracht aan de rivierzijde langs de Maas. Een hevige brand in 1919 veroorzaakte grote schade waarna het kasteel in afgeslankte vorm werd hersteld. Het herbouwde kasteel werd verwoest tijdens een geallieerde bombardement in de winter van 1944/45 (11 pp ). Na de oorlog was er geen mogelijkheid tot herbouw wegens gebrek aan financiële middelen, en omdat stenen werden gebruikt voor het herstellen van andere monumenten in de nabijheid. Verder was er geen sterke aandrang tot herbouw vanuit de familie omdat die al elders op het landgoed een nieuwe huis gebouwd hadden (19). Nu na zestig jaar worden consolidatieactiviteiten uitgevoerd op initiatief van de baron en de door hem opgerichte Stichting Landgoed Geijsteren. Het wordt geen volledig reconstructie. De muren worden opgemetseld tot ongeveer een meter boven maaiveld om de verschillende ruimtes te markeren en om een beeld te geven van het kasteel dat eeuwen op het eiland heeft gestaan. Er werden twee verschillende subsidies verstrekt voor het project: door de gemeente Meerlo-Wanssum, en door de provincie. Het wordt gezien als een goede impuls voor toerisme en recreatie binnen de gemeente (19). Verder heeft een BRIM subsidie voor instandhouding van monumenten van het project realiseerbaar gemaakt. Waar subsidies ontbreken vult de baron aan vanuit eigen middelen (20). Na afloop van de werkzaamheden zal de ruïne niet geëxploiteerd worden voor financiële doeleinden. De bedoeling is om een kijkobject te creëren dat opengesteld wordt voor het publiek. Geysteren heeft net zoals Asten een masterplan voor ontwikkeling van het hele gebied en niet alleen voor de ruïne, waarbij de consolidatie deel uitmaakt van een integrale aanpak van het landgoed. Andere werkzaamheden zijn bijvoorbeeld het aanleggen van fiets- en wandelpaden rond de ruïne, het plaatsen van bankjes en informatieborden, en de aanleg van een park naast de ruïne, waar onder andere theatervoorstellingen plaats kunnen vinden (21). We denken erover om hier een bijzondere ontmoetingsplek in te richten voor recreatief gebruik. De kasteelomgeving moet een plek worden voor rust en bezinning, met wandel- en fietspaden, bankjes en informatieborden over het dorp, het landgoed en het kasteel. De bezoeker moet zich bewust worden van de historisch betekenis van deze plek (22). Aldus Baron de Weichs de Wenne. Voor de baron was dit project niet eerder mogelijk omdat restauratie van andere monumenten op het landgoed voorrang had. Na de oorlog moest eerst worden gezorgd dat alle bewoners onderdak hadden en dat de boerderijen weer functioneerden. Daarna kwamen kerken en andere gemeenschappelijke gebouwen in aanmerking. De ruïne is nu eindelijk aan de buurt. Alhoewel dit een project is op eigen initiatief van de baron, zijn de omwonenden geïnteresseerd in het project, en hadden al van te voren gevraagd of hij iets met de ruïne ging doen. Het project is dus niet zonder maatschappelijk draagvlak. 22

24 Na afronding van het project verwacht de baron dat het onderhoud ongeveer per jaar zal kosten, wat betaald zal worden uit de exploitatie van het landgoed, en misschien uit toevallige exploitatie en gebruik (bruiloften, etc.). Economische rentabiliteit is dus uitgesloten, maar volgens Baron de Weichs de Wenne is onderhoud van de ruïne gezien als een onderdeel van het onderhoud van het hele landgoed wel gegarandeerd in de toekomst (20) Kasteel Deurne Groot Kasteel Deurne te Deurne werd gebouwd rond Het kasteel kende veel verbouwingen door de eeuwen heen, de laatste in Deze verbouwing heeft veel latere veranderingen ongedaan gemaakt, en het gebouw teruggebracht naar de toestand van 1660 (23). Op 24 september 1944 werd het kasteel in puin geschoten door de geallieerden omdat Duitse troepen zich erin hadden verschanst. Hierbij raakten vooral de oost- en zuidgevel zwaar beschadigd, en de interieur brandde geheel uit (24). Eigenaar op dat moment was de laatste heer van Deurne, Theodore baron de Smeth ( ). Zoals de meeste beschadigde kastelen, werd Deurne gezien als een gebouw dat in principe hersteld diende te worden, en dus werden er na de oorlog plannen gemaakt voor herbouw. Hiervoor was zelfs een budget toegekend, maar om grotendeels onbekende redenen werd het kasteel uiteindelijk niet herbouwd (24). In 1949 werd het kasteel gekocht door de gemeente Deurne, waarschijnlijk om sloop te voorkomen. In 1952 werd de ruïne geconsolideerd tegen verder verval, waarbij instabiele delen werden gesloopt en raampartijen werden dichtgemetseld. Eerst werd gedacht om er een streekmuseum in te huisvesten, maar toen dat niet doorging, werd een theehuis ingericht, en daarna een oudheidkamer tot Sinds 1966 wordt de ruïne gebruikt door een jeugdsociëteit, Sociëteit Walhalla (23). Maar het idee van een (gedeeltelijk) reconstructie bleef leven. Volledige reconstructie was dan wel uitgesloten, maar in de jaren negentig werden plannen voorgesteld voor herbouw ten behoeve van een gemeentemuseum. Volgens één van de architectenbureaus was de opdracht (op initiatief van de burgemeester) voor een restauratie en uitbreiding van een cultureel centrum met museum, educatief centrum, en multifunctionele ruimte. Het zou onderdak bieden aan een museum, een vrije kunstacademie en een centrum voor natuureducatie (25). De kosten van wederopbouw van het kasteel werden destijds geschat op 8 miljoen gulden (24). Deze plannen werden nooit gerealiseerd, en dus dient de ruïne als kroeg voor Walhalla, die huur betaalt en kleine onderhoudswerkzaamheden uitvoert. Het is niet duidelijk waarom beide pogingen tot herbouw of herstel niet zijn geslaagd, vermoedelijk om financiële redenen. Alhoewel bewoners van Deurne vrij tevreden zijn met het huidige gebruik van de ruïne als kroeg voor Walhalla, was er toch een duidelijke wens om de ruïne een bredere maatschappelijk functie te geven binnen de gemeente, zeker bij de gemeenteraad. 4.4 Restauratie Vooral na de Tweede Wereldoorlog laaide de discussie over ruïnes weer op. In het zwaar verwoeste oosten en zuiden van Nederland gingen stemmen op om sommige kasteel- en buitenplaatsruïnes te behouden als symbool van het lijden van de 23

25 burgerbevolking. Daarnaast was restauratie in sommige gevallen een hachelijke onderneming omdat er te weinig van het desbetreffende gebouw was overgebleven. Bij de plaatselijke bevolking was echter geen behoefte aan het behouden van ruïnes. Zij gaven de voorkeur aan het helen van de wonden boven herinnering aan dood en verderf. We zien dan ook dat ruïnes na de Tweede Wereldoorlog voornamelijk gezien worden als architectonische gedevalueerde bouwwerken die gerepareerd dienen te worden (1 p. 38). Als laatste en meest voorkomende optie in de omgang met kasteelruïnes moet reconstructie worden genoemd. Zowel in het Duitse als het Nederlandse grensgebied werden achttien kastelen gereconstrueerd. In Nederland zijn dat Heijen te Gennep, Limbricht, Oud Buggenum te Grathem, Schaloen te Schin op Geul, Well te Bergen, Dussen, Aerdt te Herwen, Ammersoyen, Hof te Bingerden te Angerlo, Doornenburg, Doorwerth, Lathum, Nederhemert, Poelwijk te Gendt, Rosendael, Waardenburg, Wijenburg te Echteld en Wisch te Terborg. In Duitsland werden Burg Frankenberg, Burg Seffent, Burg Stolberg, Haus Kambach, Haus Palant, Nothberger Burg, Schloss Breil, Schloss Rurich, Schloss Rimburg, Burg Moyland, Burg Boetzelaer, Burg Ranzow, Wasserburg Rindern, Schwanenburg, Schloss Kalbeck en Schloss Wissen gerestaureerd of gereconstrueerd. Reconstructie is zowel in Nederland als Duitsland de populairste keuze geweest, en zeker in Duitsland blijft de wil om te herbouwen bestaan. In Duitsland zien we kort na de Tweede Wereldoorlog dat kasteelheren hun woning weer bewoonbaar wilden maken. Het gaat in die zin simpelweg over Wiedernutzbarmachung. Dit kwam in Nederland minder vaak voor, omdat reeds voor het begin van de Tweede Wereldoorlog meerdere kastelen leeg stonden of niet meer gebruikt werden als woning. Verder gaven onze gesprekspartners aan dat reconstructie de meest lucratieve oplossing is ondanks het feit dat heropbouw hogere beheers- en exploitatierisico s met zich meebrengt. In Nederland bracht de NKS in 1955 een publicatie uit getiteld Kastelen in nood. Deze geeft een sombere schets van de situatie: Het was het streven van de NKS om met overheidssubsidies en particuliere giften de instandhouding van het kasteelbezit te bewerkstelligen. Herbestemming was hierbij het sleutelwoord, aangezien vele particulieren, vooral na de oorlog, niet meer over de nodige financiële middelen beschikten om hun kasteel te kunnen onderhouden. Zo adviseerde men herbestemming, waarbij zo min mogelijk aan het karakter veranderd dient te worden. Hierbij moet gedacht worden aan: musea, centra voor culturele bijeenkomsten, ontvangsten, vergaderingen en rusthuizen (1 p. 28). In Afbeelding 3 is er voor Nederland een duidelijk toename te zien van restauraties door stichtingen tussen 1955 en 1965, dus na het verschijnen van Kastelen in nood. Of er een relatie bestaat tussen het een en het ander, is moeilijk te bewijzen. Maar het is wel duidelijk dat vooral in Nederland na de oorlog veel kastelen zijn overgedragen aan stichtingen, wat herbouw en herbestemming gemakkelijker maakte. 24

26 NL Particulier NL Stichting DE Particulier DE Stichting Afbeelding 3. Door particulier en stichting uitgevoerde restauraties per decennia Schloss Rurich Rurich liegt, von einem schönen mit herrlichen Bäumen gezierten Park umgeben, 1 ½ Meile von Jülich, inmitten des wiesenreichen Roer-Thales, in lieblicher, überaus fruchtbarer Gegend. Das Gut umfasst ein Areal von über 1000 Morgen, wodurch es in dem so reich gesegneten Jülicher Lande das bedeutendste ist (26). In 1944, tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog, werden het kasteel en de bijhorende gebouwen door bommen en granaten verwoest. Gedurende de zes maanden dat het kasteel in de frontlinie lag werd de waardevolle bibliotheek met meer dan boeken geplunderd. Reeds tijdens de Tweede Wereldoorlog besloot de eigenaar, de familie Conzen-Schlick, om het tot ruïne vervallen kasteel te reconstrueren en zo snel mogelijk opnieuw bewoonbaar te maken. Gezien de beperkte financiële middelen van de eigenaars en het gebrek aan financiële ondersteuning van de Denkmalschutz en de gemeente, kon de doelstelling om het classicistische uiterlijk van het kasteel te herstellen niet volledig gerealiseerd worden. Onder andere een later toegevoegde toren werd bewust niet heropgebouwd Burg Frankenburg Burg Frankenburg is een kasteel uit de 13 de eeuw in Aken en ligt op loopafstand van het stadscentrum. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden het dak en de muren van de burcht zwaar beschadigd, het gebouw verviel tot ruïne en de toenmalige eigenaar was genoodzaakt om het gebouw te verkopen aan de stad Aken. 25

27 Na de Tweede Wereldoorlog werd de burcht gereconstrueerd om verder verval tegen te gaan en het in te richten voor de Dienst voor Arbeidsbemiddeling. Reeds in 1947 waren de doelstellingen gerealiseerd en kon de Dienst haar intrek nemen in het gereconstrueerde kasteel. In 1961 verhuisde de Dienst voor Arbeidsbemiddeling opnieuw en werd de burcht ingericht als Heimatmuseum. Vanwege een tekort aan bezoekers en inkomsten werd het museum, vijftig jaar na de opening, in september 2010 gesloten. De stad Aken, nog steeds eigenaar van de burcht, zoekt momenteel naar een nieuwe exploitatie. Onderzoek heeft echter uitgewezen dat er een positieve exploitatie niet mogelijk lijkt. De stad heeft daarom de vereniging Frankenbürger gevraagd om een plan uit te werken met de burcht als Bürger- und Kulturzentrum met een café/restaurant en conferentiezalen. Vermoed wordt dat ook de toekomstige bestemming van de burcht als Bürger- under Kulturzentrum niet genoeg omzet en inkomsten zal genereren. De stad blijft daarom eigenaar van de burcht en staat in voor het nodige onderhoud aan het gebouw. Het Bürger- und Kulturzentrum wordt zelfvoorzienend en huurt het gebouw voor een symbolisch bedrag van 1,-. Doelstelling is om genoeg inkomsten te genereren om lopende kosten als personeel, etc., te kunnen dekken. De kosten van ongeveer voor de verbouwingen van het kasteel tot Bürger- under Kulturzentrum moeten in eerste instantie door de vereniging zelf gedragen worden. Hiervoor werden subsidies aangevraagd Voorbeelden Nederland In Nederland zijn veel verschillende beslissingen genomen met betrekking tot herbouw na de oorlog. De keuzes kunnen gegroepeerd worden in drie categorieën: het bouwen van een nieuw huis, gedeeltelijke herbouw, of volledige restauratie. Hieronder worden deze keuzemogelijkheden verder toegelicht aan de hand van voorbeelden. Het bouwen van een geheel nieuw huis op de restanten of op de plaats van het oude kasteel was relatief gemakkelijk omdat het goedkoper en sneller was dan het terugbrengen van het oude huis. Hierbij was de noodzaak tot archeologische of bouwhistorische onderzoek minder groot omdat het geen reconstructie was. Men hoefde niet trouw te zijn aan een historische ontwerp. Het kon kleiner en met andere materialen worden gemaakt. Verder kon dit nieuwe huis de historische plaats van het oude kasteel markeren, en zo hield het landgoed zijn historische middelpunt (1 pp ). In onze onderzoeksgroep zijn Kasteel Oud Buggenum en de Hof te Bingerden voorbeelden van deze keuze. Oud Buggenum was een neogotisch jachtslot voor zijn verwoesting in Er is weinig bekend over het kasteel vóór de vijftiende eeuw. Het werd in 1423 eigendom van Johan de Wilde van Meersen, afkomstig van een Roermondse patricische familie. Het kasteel werd in 1793 door brand verwoest, maar werd daarna vermoedelijk provisorisch hersteld. Het was toen in gebruik als huurhuis, en na de brand werd het nog gebruikt voor de stalling van vee. Het werd verkocht in 1880 en de nieuwe eigenaar ontmantelde wat er nog stond en bouwde in 1889 een jachtslot op de plaats van het kasteel (11 pp ). In 1944 werd dit jachtslot door oorlogshandelingen zwaar aangetast, waarna het verviel tot ruïne. 26

28 Een architect en professor uit Düsseldorf, Helmuth Hentrich, kocht de ruïne in Hij liet op de fundamenten een nieuw kasteel bouwen, met dezelfde afmetingen maar met een heel ander uiterlijk en inrichting dan het oorspronkelijke kasteel. Het werd een soort samenstel van verschillende stijlen uit heel Europa, met hergebruikte bouwkundige elementen uit slooppanden en andere vervallen monumenten. Uiteindelijk is een uniek Europees ensemble ontstaan van kunst en antiek uit vele landen, en van allerlei kunststijlen (11 pp ). Omdat het gebouw cultuurhistorische niet-authentiek is, is het geen rijksmonument, maar het is wel een provinciaal monument, en na de dood van Hentrich werd het overgedragen aan de Provincie Limburg voor 1,-. Nu is het complex in gebruik als ontmoetingscentrum, voor conferenties en ontvangsten, en voor rondleidingen. Vanwege gebrek aan financiële middelen werden sommige kastelen alleen gedeeltelijk herbouwd. Net als in Duitsland was Wiedernutzbarmachung ook voor een aantal kasteelbewoners in Nederland de eerste prioriteit. Dit was het geval voor Kasteel Lathum en Kasteel Wisch te Terborg. De hoge toren van Lathum werd in 1945 opgeblazen door de Duitsers waarbij alleen het lage gedeelte van het gebouw gespaard bleef. De toren werd na de oorlog gesloopt en het huis werd weer bewoonbaar gemaakt. De toren werd nooit herbouwd, en het huis dient nu als privé woning. Het hoofdgebouw en dienstvleugel van Kasteel Wisch werden beschadigd en deels verwoest tijdens twee geallieerde luchtaanvallen. De eigenaren, de familie Vegelin van Claerbergen begon in 1951 met het herstel van het kasteel, maar alleen het oostelijk gedeelte van de vleugel en de toren werden gerestaureerd en weer ingericht als woonhuis (ook het huidige functie). Het kasteel heeft een hoofdgebouw dat uit 1648 dateert met een kort daarna aangebouwde dienstvleugel, en een ronde toren uit de vijftiende eeuw. Het hoofdgebouw bleef jarenlang van restauratie uitgesloten, waarschijnlijk vanwege de hoge kosten. De familie kon wel al in de rest van de vertrekken wonen, maar een oplossing moest gezocht worden voor het hoofdgebouw, wat in 1957 uiteindelijk gelukt is. Het werd overgedragen aan de Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen in eeuwigdurende erfpacht, en het werd van hersteld. Het kasteel is nu volledig gerestaureerd en, behalve het hoofdgebouw, eigendom van de familie Vegelin van Claerbergen gebleven inclusief het omringende landgoed, en dient nu als woning. Het is niet toegankelijk voor het publiek (27). Een laatste categorie binnen restauratie is de volledige restauratie of reconstructie van beschadigde en verwoeste kastelen. Voorbeelden in Nederland zijn onder andere, Nederhemert, Doorwerth, en Doornenburg. De kastelen Doorwerth en Doornenburg werden allebei heel zwaar beschadigd tijdens de oorlog, en toevallig waren beide net vóór de oorlog gerestaureerd en in een vereniging of stichting ondergebracht (Vereniging De Doorwerth ; Stichting tot Behoud van de Doornenburg). Dit betekende dat er mensen waren die zich betrokken voelden en die de kastelen graag hersteld wilden zien. Na de oorlog werd de keuze gemaakt om beide te herbouwen. De kastelen werden gerestaureerd, als is reconstructie misschien een betere term: een ruïne was het enige wat er nog restte. [ ] In beide gevallen is gekozen voor het terugbrengen van de middeleeuwse architectuur. [ ] De Tweedewereldoorlog is weggepoetst; geen kogelgat herinnert nog aan de grootste vernietiging die deze kastelen ooit gekend hebben. Dit besluit moet gezien worden tegen de achtergrond 27

29 van de destijds heersende restauratie-ethiek, [er werd] in de praktijk nog veel teruggerestaureerd. Bovendien koos men tijdens de wederopbouw liever voor een reconstructie om zo een historische breuk te voorkomen en de historische identiteit van het complex te behouden (7). In het geval van Doorwerth werd er om verschillende redenen gekozen voor een klassieke restauratie, maar een van de belangrijkste was het feit dat het succes van de vooroorlogse restauratie nog leefde in het geheugen van veel mensen die het graag wilden zien in de toestand van vóór de oorlog. Een vereniging die het initiatief nam, en steun van de directeur van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, hebben ervoor gezorgd dat Doorwerth gerestaureerd mocht worden, ofschoon het veel moeite en tijd kostte om de benodigde financiële middelen te vinden. Hierdoor duurde de herstelwerkzaamheden uiteindelijk 37 jaar. Rond 1280 begon Doorwerth als een rechthoekige woontoren, die door de eeuwen heen uitgebreid werd tot een rechthoekig kasteel. Het had ook een voorburcht en gracht (28). Aan het eind van de negentiende eeuw raakte het kasteel in verval, maar werd uiteindelijk verkocht aan oud-artillerie officier en oudheidkundige, Frederic Adolph Hoefer. Hoefer had het kasteel gekocht rond 1910, en droeg het meteen over aan de door hem opgerichte Vereniging De Doorwerth. Er werd een restauratie uitgevoerd tussen 1910 en 1915, waarbij de negentiendeeeuwse toevoegingen verwijderd werden en het kasteel zijn middeleeuwse omvang en uiterlijk herkreeg (29). In 1944 was de gehele zuidvleugel verwoest en van de rest van het kasteel stonden alleen nog de opgaande muren overeind. Al in 1946 werd besloten tot herbouw. Na tien jaar gaf de Vereniging De Doorwerth de directievoering over aan de Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen vanwege gebrek aan financiële middelen, en in 1969 werd het kasteel overgedragen aan Geldersche Kasteelen. Bij de naoorlogse restauratie was het doel herstel van de burcht in zijn zeventiende-eeuwse vorm (30). Nu doet het kasteel dienst als huisvesting van twee musea: museum Veluwezoom en het Museum voor Natuurbeheer ( Jachtmuseum ). Het wordt ook gebruikt als trouwlocatie, en wordt geëxploiteerd door de stichting zelf. Kasteel Doornenburg kent een vergelijkbaar verhaal. Al in 1936 werd het gekocht door de Stichting tot Behoud van den Doornenburg (1 p. 46). Leegstand had geleid tot verval, maar in eigendom van de Stichting kon het gerestaureerd worden, een project dat in 1937 van start ging. Net als Kasteel Doorwerth, werd Doornenburg teruggerestaureerd naar zijn middeleeuwse vorm. In het voorjaar van 1945 reduceerden geallieerde bombardementen het kasteel tot een troosteloze ruïne. Er was niets meer te zien van de recente herstelwerkzaamheden. Al meteen na de oorlog werd besloten om het kasteel te reconstrueren, wat uiteindelijk tussen 1956 en 1964 uitgevoerd werd. In het geval van de Doornenburg was restauratie niet alleen gewenst maar ook mogelijk omdat de Stichting tot Behoud van de Doornenburg belangrijke leden had, onder andere de directeur van Monumentenzorg, Van Nispen tot Sevenaer. Een andere voordeel dat de Stichting had was het feit dat de restauratieplannen van de vooroorlogs restauratie weer gebruikt konden worden. Alle onderzoek was al gedaan (1 pp ). Uiteindelijk was het de vooruitgangsgedachte die na de oorlog veel invloed had op de restauratiepraktijk in Nederland, vooral in de decennia meteen na de oorlog. Sporen van de oorlog werden uitgewist, en kastelen werden teruggerestaureerd naar oudere, puurdere 28

30 verschijningsvormen (7). Dit is duidelijk te herkennen bij Doorwerth en de Doornenburg, die beide kort na de oorlog gerestaureerd werden (er werd althans kort na de oorlog plannen gemaakt voor restauratie). Nederhemert is een laatste voorbeeld van gerestaureerde kastelen in Nederland. Dit kasteel valt weliswaar in de categorie van volledig gerestaureerde kastelen, maar werd toch op een andere manier uitgevoerd dan Doorwerth en Doornenburg. Bij volledige restauratie moet men altijd beslissen welke verschijningsvorm het kasteel zal krijgen, en of aanpassingen wel of niet zichtbaar zullen worden gemaakt door andere materialen of kleuren te gebruiken. Doorwerth en Doornenburg werden teruggerestaureerd naar hun middeleeuwse situatie. Nederhemert werd echter niet hersteld in een middeleeuwse of in de vooroorlogse toestand met onder andere een voorgevel uit de negentiende eeuw en een zeshoekige toren. Bij de restauratie is gekozen voor een periode er tussenin, die van het einde van de 18 de eeuw. Hiertoe werd besloten om verschillende redenen, waarvan de belangrijkste het behoud was van zo veel mogelijk origineel bouwwerk. Nederhemert begon als een vierkante woontoren omstreeks 1300, die langzaam uitgebreid werd naar een complex met zijvleugels en drie torens (6 p. 69). Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het kasteel gebruikt als Duitse commandopost, wat leidde tot geallieerde beschietingen. Op 12 januari 1945 was Nederhemert vervallen tot ruïne (6 p. 69). Al spoedig na de oorlog wilde eigenaar baron Van Wassenaar het kasteel restaureren. Uit eigen middelen was dit niet haalbaar, en Monumentenzorg gaf de baron ook geen steun omdat urgentere gevallen voorgaan (1 p. 53). Om de ruïne zo goed mogelijk te behouden, in de hoop dat het kasteel ooit gerestaureerd zou kunnen worden, begon de baron in 1948 met het nemen van maatregelen. Er werd puin geruimd, en de kelders werden beschermd tegen vorst en water schade met betonplaten op de begane grond. Uiteindelijk besloot de baron te stoppen nadat een tweede verzoek om financiële steun van Monumentenzorg niks opleverde. Hij besloot toen om het gebouw te slopen op de kelders na. Interventie van een architect leidde tot alleen de sloop van nieuwere delen, waarbij de middeleeuwse resten gespaard bleven (1 pp ). Daarna werd de ruïne met het omringende landgoed in 1958 overgedragen aan Staatsbosbeheer. Door interventie van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg werd de ruïne in 1962 in langdurige erfpacht overgedragen aan de Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen. Herbouw werd opnieuw het doel. Maar ook nu bleek een gebrek aan financiële middelen een obstakel en moest restauratie weer wachten (6 p. 69). De ruïne verviel verder, en na instorting van de traptoren werden noodvoorzieningen getroffen zoals een noodkap tegen inwatering. Bouwhistorisch en archeologisch onderzoek in 1984 had Geldersche Kasteelen ervan overtuigd dat er nog voldoende restanten waren om het kasteel verantwoord te restaureren, en dat de restanten belangrijk genoeg waren om te behouden. Geld bleef echter een probleem. Geldersche Kasteelen organiseerde in 1991 een deskundigenberaad over de toekomst van Nederhemert: restaureren of voor altijd een ruïne laten. Weersinvloeden, maar ook vandalisme en diefstal, tastten de ruïne aan, en hoe langer er gewacht werd, hoe erger het werd. De deskundigen kwamen tot de conclusie dat restauratie niet uitgesloten was. Er zou daarbij niet worden teruggegaan naar de toestand van net voor de 29

31 oorlog, maar om zo veel origineel bouwmassa te behouden, zou er teruggegaan worden naar de toestand van voor 1814 (1 p. 55). Een sobere restauratie was mogelijk en wenselijk (6 p. 69). De opdracht werd gegeven aan architect Walter Kramer in 1994, met als motto behoud gaat voor vernieuwen (31). Het gerestaureerde kasteel diende na de herstelwerkzaamheden verschillende functies te kunnen krijgen omwille van de exploitatie die de instandhouding zou kunnen garanderen in de toekomst (1 p. 55). In 2001 werd uiteindelijk een kanjersubsidie van 2,5 miljoen van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg toegekend aan Nederhemert. En met behulp van veel andere bijdragen onder andere een nalatenschap van het echtpaar Helbers-Molt in 1992 kon in 2001 de restauratie van start gaan die circa 6 miljoen kostte. In 2005 kon het kasteel weer in gebruik genomen worden. Tijdens de restauratie van de interieur werd bewust op veel plaatsen iets van het verleden en de geschiedenis in het zicht gehouden, zoals oude muurresten, kaarsnissen, zwartgeblakerd hout, pleisterwerk met schilderingen en uitgesleten trappetjes (32). In Nederhemert speelden de nieuwe restauratietheorieën duidelijk een rol. Het is nu in gebruik als kantoorruimte. De grote zaal kan gebruikt worden voor huwelijksvoltrekkingen, en de kelders bieden onderdak aan vleermuizen. Vanwege de ligging van het kasteel is het niet mogelijk om het altijd open te stellen voor het publiek, dus is het kasteel alleen te bezichtigen tijdens de Open Monumentendag. Deze exploitatie heeft tot nu toe genoeg opgeleverd om alle onderhoudskosten te dekken. In Nederhemert is er duidelijk een omschakeling te zien in de restauratiepraktijk ten opzichte van de kastelen Doorwerth en Doornenburg. Mariëlle Bakker schrijft dat vanaf de jaren tachtig een genuanceerder beeld ten aanzien van kasteelrestauraties ontstond. Rond die tijd was bouwhistorie een opkomende discipline en de nieuwe trend werd dan ook dat de verschillende bouwfases en bouwsporen van het kasteel bij de restauratie zichtbaar moesten blijven (1 p. 39). Dit is niet volledig nagevolgd in Nederhemert, maar er werd wel gestreefd om sommige bouwfases zichtbaar te houden en beschadigde stukken muurwerk te laten zien. Dit sluit aan bij de meer moderne restauratiepraktijk, zonder volledig af te wijken van de oudere methoden.. 30

32 5.0 Duurzaamheid en omgangskeuzes In het vorige hoofdstuk werden de verschillende keuzes van omgaan met kasteelruïnes beschreven. In dit hoofdstuk wordt onderzocht wat de gevolgen zijn van die keuzemogelijkheden wat betreft de bouwkundige en financiële duurzaamheid, het maatschappelijk draagvlak, en het behoud van cultuurhistorische waarden. Zoals eerder vermeld betekende de Tweede Wereldoorlog een omschakeling in het denken over kastelen. Veel kastelen waren niet meer particulier bewoond en nieuwe functies worden gezocht om hun instandhouding te garanderen voor de toekomst, functies die tevens maatschappelijk draagvlak creëren en die in overeenstemming zijn het statige en monumentale karakter van kastelen. De vooroorlogse functies waren na 1945 vaak niet meer van toepassing [ ]. Kastelen stonden leeg en beschadigd in het Nederlandse landschap. Die aanblik bracht een omslag in het denken teweeg. [Er] werd na de oorlog veelal actie ondernomen. Overheid en speciaal daartoe opgerichte stichtingen, zoals de Nederlandse Kastelenstichting, ontfermden zich over kastelen en droegen zorg voor restauratie en hergebruik (7). Deze verandering is duidelijk zichtbaar in Afbeelding 4, waar de vooroorlogse functies zijn aangegeven in de eerste twee rijen, en de naoorlogse functies in de derde en vierde rij NL VOOR WO2 DE VOOR WO2 NL NA WO2 DE NA WO2 Afbeelding 4. Voor- en na-oorlogse functies van kastelen in Nederland en Duitsland. *Om de na-oorlogsfuncties in kaart te brengen werden sommige kastelen twee keer geteld, bijvoorbeeld bij horeca en museum, als ze alle twee huisvesten. 31

33 Hier is duidelijk te zien dat vóór de oorlog de meeste kastelen in Nederland en Duitsland in gebruik waren als woningen door particulieren als primaire woning of als buitenverblijf. Na de oorlog werd dit gebruik gehalveerd, en werden de functies meer gevarieerd. In Duitsland werden veel kastelen gebruikt voor museale/culturele functies, en ook voor horecafuncties. In Nederland is de meest populaire exploitatie een mix van commerciële functies en zalenverhuur, waarbij een kasteel dient als partycentrum, locatie voor bruiloften, feesten, zakelijke evenementen, etc. Sommige zijn in gebruik als museum of hebben een horecafunctie. In Nederland komt verder het gebruik van een kasteel als kantoorruimte relatief vaak voor. Wat betekenen de verschillen in exploitatie en functies nu voor de verschillende vormen van duurzaamheid? 5.1 Bouwkundige duurzaamheid Wat de bouwkundige duurzaamheid betreft moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen de omgangskeuzes ruïne tot heden, sloop, consolidatie en reconstructie. Volgens een auteur krimpt een ruïne ongeveer dertig centimeter per tien jaar als er geen enkele actie wordt ondernomen (33). Na één eeuw is een ruïne dus drie meter gekrompen. Geen actie ondernemen betekent daarom op lange termijn het volledige verlies van een ooit waardevol kasteel. Sloop is uiteraard de minst duurzame omgangskeuze. In tegenstelling tot de omgangskeuze geen actie wordt een latere consolidatie of restauratie van het kasteel onmogelijk gemaakt. Consolidatie is een proces zonder einde, het verval wordt alleen vertraagd. Uit ons onderzoek blijkt dat een grondige consolidatie minimaal iedere generatie moet worden overgedaan (34) (33). Een goed voorbeeld hiervoor zijn de restanten van de ridderzaal van de eerdergenoemde Burg Nideggen. Minimaal om de dertig jaar worden steigers rondom de gigantische muurresten geplaatst ten behoeve van een grootscheepse consolidatie. Daarnaast zijn continu kleinere werkzaamheden nodig om de ruïne in takt te houden en verder verval tegen te gaan. Reconstructie is wellicht de meest duurzame omgang met een kasteelruïne. Maar ook een gerestaureerd of gereconstrueerd gebouw moet worden onderhouden. Dat houdt nooit op. Gezien de grootte, de gebruikte materialen en de vaak slechte toegankelijkheid van veel kastelen lopen de onderhoudskosten flink op. 5.2 Maatschappelijk draagvlak Monumenten zijn [ ] de geheugensteuntjes van ons collectieve geheugen. Maar om die rol ten volle te kunnen vervullen, is het belangrijk dat zij hun verhaal kunnen vertellen. Zij moeten hun verhaal kunnen vertellen. Wanneer monumentenzorg dan ook gedragen wordt door een historisch bewustzijn, zal zij er voor zorgen de monumenten niet alleen te conserveren, dat wil zeggen ze niet alleen fysiek te behouden, maar zal zij er zich ook voor inspannen de monumenten in een context te plaatsen (35). Een maatschappelijk draagvlak voor zowel consolidatie als reconstructie van kasteelruïnes blijkt zowel in Nederland als Duitsland aanwezig te zijn wanneer de mogelijkheid om het kasteel te bezoeken (of consumeren ) aanwezig is. 32

34 Openstelling leidt echter tot een sneller verval van origineel materiaal. Om de resten zo min mogelijk in gevaar te brengen, zou de zaak eigenlijk hermetisch afgesloten moeten worden (34). Het object is niet voor niets tot monument uitgeroepen, de bedoeling is om het te behouden voor de toekomst. Aan de andere kant willen we het monument ook beleefbaar maken. Volgens sommigen heeft een eigenaar zelfs een soort morele plicht om zijn monument open te stellen, vanwege de rol die het object heeft voor de lokale en regionale samenleving (36) (37). Velen willen de drempel om een ruïne te bezoeken laag houden. Maar niet iedereen denkt er zo over. De eerdergenoemde Harald Herzog, actief betrokken bij tal van consolidaties, stelt de vraag waarom we überhaupt ruïnes willen consumeren, waarom we er altijd maar op willen. Dat betekent volgens hem automatische een snellere vermindering van de authenticiteit van het bouwwerk. Doel van de benoeming tot rijksmonument of Denkmal is volgens Herzog om het gebouw voor de volgende generatie te bewaren. Dat wringt met het idee dat mensen zich welkom moeten voelen om een kasteelruïne te bezoeken en stemt tot nadenken over de gewenste mate van ontsluiting. De algemene opvatting is dat kasteelruïnes op vaste tijden open dienen te zijn, zodat iedereen die dat wil het lokale monument van geschiedenis en kunst kan bezoeken. Daarnaast moet het educatief en beleefbaar zijn en functioneren als identiteitsdrager. De geïnterviewden vinden het daarbij belangrijk om origineel materiaal te sparen, maar over het gebruik van het monument bestaan grote verschillen van mening. Uit het onderzoek blijken de keuze voor de omgang met kastelen en kasteelruïnes, de toegankelijkheid en de functie voor een groot deel afhankelijk te zijn van het soort eigenaar. In het Nederlands-Duits grensgebied stellen stichtingen de emotionele en educatieve functie van de kastelen en kasteelruïnes voorop, terwijl de overige eigenaren (gemeentes en particuliere eigenaren) de economische functie centraal stellen. Burg Nideggen bijvoorbeeld is niet alleen bedoeld als commercieel en cultureel centrum, het is ook een belangrijke trekpleister in het historische centrum van de stad Nideggen en daarmee een belangrijke drager van de lokale identiteit. De gekozen gebruiks- en belevingsfunctie staan een optimale economische exploitatie in de weg. Het blijkt niet mogelijk om beide volledig met elkaar te verzoenen. Behoud van authenticiteit van bouwmassa inclusief flora en fauna gaat vóór toegankelijkheid en financiële doelstellingen, volgens Luzia Schlösser, directrice van het museum in Burg Nideggen. Anderen stellen de exploitatie centraal, ook al hindert die de authentieke ervaring. In het geval van Burg Boetzelaer verplaatst de aandacht voor het eigenlijke monument zich zelfs naar de nieuwbouw. Verder blijkt uit het onderzoek dat mensen het niet zo erg vinden om geld te betalen voor een bezoek aan een kasteel of kasteelruïne. Een eerder NKS onderzoek over het beleven van ruïnes geeft aan dat bezoekers het er over eens waren dat de ruïnes niet een specifieke functie moeten krijgen. [ ] In ieder geval zou de moderne bezoeker graag zien dat het object en zijn omgeving gewoon te bezoeken is, dat er bijvoorbeeld een kleine horecagelegenheid is en dat je niet verplicht bent tot een activiteit, zoals deelname aan een rondleiding (38). Functies zoals [uitsluitend] horeca of hotel waren ongewenst. Dit was bijvoorbeeld het geval bij de ruïne van Kessel. In een eerste voorstel werd de ruïne herbouwd om als hotel te dienen. De herbouw zelf werd gesteund door bezoekers uit de omgeving toen ze gevraagd werden, maar ze zagen niet graag dat er een hotel van gemaakt zou worden. 33

35 Daardoor zou het kasteel, dat dan overigens geen ruïne meer zal zijn, niet meer toegankelijk zijn voor de individuele ruïne bezoeker en dat is iets wat het publiek nu juist graag wil (38). Een groot draagvlak is er volgens de door ons geïnterviewden voor een mixed-use functie bij herbestemming van een kasteel. Deze keus is bijvoorbeeld vaak gemaakt door de Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen voor kastelen in hun bezit, waarbij in één kasteel een museum, een horecagelegenheid en een feestzaal te vinden zijn. De volgende twee voorbeelden tonen enkele mogelijkheden om maatschappelijk draagvlak te creëren met betrekking tot kasteelruïnes Kasteeltuin Hemmen Het eerste voorbeeld is kasteel of beter de kasteeltuin Hemmen. De kasteeltuin behoort tot een kasteel gelegen ten westen van het dorp Hemmen aan het riviertje de Linge, in de gemeente Overbetuwe, provincie Gelderland. Het kasteel bood onderdak aan oorlogsvluchtelingen uit West-Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog, tot in januari 1945 er rond het kasteel zwaar gevochten werd tussen Duitse en geallieerde troepen. Op 5 januari werd het kasteel met mortierrookgranaten in brand geschoten om Duitse para s eruit te jagen. De volgende dag werden de nog overeind staande muurresten verder kapot geschoten, opdat de Duitsers het kasteel niet meer konden gebruiken als uitvalsbasis. Na de oorlog werden de muurresten nog verder afgebroken om instortingsgevaar te voorkomen. Met de restanten werd niets gedaan tot de jaren negentig, toen ze geconsolideerd werden om een indruk te geven van de omvang van het voormalige kasteel (39 pp ). Na de oorlog werd ook de kasteeltuin toen een moestuin verwaarloosd. Jan van den Brandhof, inwoner van het dorpje Hemmen, begon al in de jaren tachtig met plannen om de tuin te herstellen, maar toen was het nog niet mogelijk om er iets mee te doen. Jaren later werd er opnieuw over het kasteeltuin gesproken, en in 1992 werd de Werkgroep Kasteeltuin Hemmen gevormd. De tuin werd door enthousiaste vrijwilligers hersteld als een siertuin in klassieke stijl, en kan nu van mei tot oktober bezocht worden. Ook werd de Werkgroep omgezet in Stichting Kasteeltuin Hemmen, waardoor subsidies konden worden aangevraagd als ANBI organisatie (40). Doel van het herstel was om een mooie tuin te maken die opengesteld is voor het publiek. Opvallend is de grote mate van steun voor de ommuurde kasteeltuin van 52 meter lang en ongeveer 30 meter breed. De Stichting Kasteeltuin Hemmen telt ongeveer dertig vrijwilligers die allen werkzaamheden uitvoeren in de tuin. Verder zijn er ongeveer 450 donateurs, uit heel Nederland en zelfs ook uit Engeland. Donateurs geven tussen de 5 en 100 per jaar (wat in principe kan worden afgetrokken van de belasting). Door deze inkomsten worden alle kosten gedekt. Jan van den Brandhof vertelde dat er ongeveer 250 per jaar nodig is voor onderhoud van het gebouw, tuin, gereedschap en planten. Maar als stroom en water erbij geteld worden, en ook de koffie en vlaai voor groepen bezoekers, kost het ongeveer per jaar. Veel plaatselijke bedrijven geven donaties, niet in geld, maar in natura, in de vorm van noodzakelijke dingen als gereedschap en planten of zaden. De Rotary Club heeft bijvoorbeeld twee zitbanken gedoneerd. De namen van de sponsors zijn te zien op een bord in de tuin. De kasteeltuin krijgt ook veel bezoek. De tuin maakt deel uit van de Betuwse Tuinenroute en van wandelroutes op het landgoed. En de bezoekers voelen zich welkom. Groepen met 34

36 rondleiding krijgen bijvoorbeeld koffie en gebak bij het bezoek. En ook de donateurs krijgen iets terug: er is een Donateur Ochtend op de laatste zaterdag van augustus met onder andere muziek en lezingen, en koffie en vlaai. Deze dag wordt meestal bezocht door 150 tot 200 mensen. Volgens Van den Brandhof is er groot maatschappelijk draagvlak, wat niet alleen wordt bewezen door alle vrijwilligers en donateurs, maar ook door het feit dat de Stichting een ANBI instelling is, wat letterlijk aangeeft dat er van een maatschappelijk belang sprake is (40) Kasteelruïne Asten Asten werd al eerder genoemd in dit rapport. Op initiatief van de Stichting Behoud Kasteelerfgoed Asten werd een Belvedere-project gestart en uitgevoerd in en rondom de ruïne. Belvedere-projecten concentreren zich op wat cultuurhistorie kan toevoegen aan kwaliteit en betekenis van de leefomgeving bij ruimtelijke ontwikkelingen (41). De ruïne ligt tussen de dorpen Asten en Heusden in Noord-Brabant, maar in de afgelopen decennia is de relatie tussen de dorpen en het kasteel verloren gegaan. Oude zichtlijnen of paden die een relatie met de ruïne creëerden, werden aangetast door nieuwe infrastructuur en ontwikkelingen in de omgeving, bijvoorbeeld kassenbouw en ruilverkaveling. Dit zorgde ervoor dat de plaatselijke bevolking niet of nauwelijks meer bewust was van het bestaan van de ruïne. Het Belvedere-project zou de ruimtelijke band opnieuw duidelijk moeten maken, en het geïsoleerde kasteelterrein weer verbinden met de dorpen in fysiek en mentaal opzicht. Het kasteel en landschap moeten een onlosmakelijke eenheid vormen. Dit werd allemaal uitgewerkt in het Masterplan Kasteellandschap Asten (42). De ontwikkeling van dit Masterplan kwam voort uit het centrale idee dat cultuurhistorie een levend, door mensen ingevuld bewustwordingsproces is. Tijdens de planning van het project speelde deze menselijke dimensie een centrale rol: er werd overlegd met bewoners van de kasteelboerderij en de boeren uit de omgeving, met de gemeente, de Provincie, het waterschap, het Brabants Landschap en met toeristische organisaties. Hierdoor heeft men veel maatschappelijk draagvlak kunnen creëren en is een Masterplan ontwikkeld dat de historie van de plek en de belangen van de bevolking en betrokken organisaties respecteert. Op de Belvedere website worden enkele leermomenten in de omgang met de betrokken partijen genoemd: Plaatselijke betrokkenen, zoals boeren en tuinders, hebben allemaal hun eigen belang als het om het landschap gaat. Je moet hen confronteren met overstijgende gezichtspunten. Zo was er een workshop waar deskundigen van de Stichting Particuliere Historische Buitenplaatsen iets presenteerden over vergelijkbare voorbeelden. Andere vertelde over de kansen die cultuurhistorie en landschapsbeheer bieden voor boeren. De gemeente is door het enthousiasme dat buitenstaanders voor het kasteellandschap hadden overtuigd en zet zich nu honderd procent voor het masterplan in (42). 5.3 Behoud van cultuurhistorische waarden Gerade die wissenschaftlich arbeitende Denkmalpflege sollte sich am ehesten darüber im Klaren sein, was eine Rekonstruktion zu leisten imstande ist und was nicht, und die Öffentlichkeit darüber in Kenntnis setzen, dass jede noch so gut dokumentierte und ausgeführte Rekonstruktion de facto ein Neubau ist, der das verlorene Original weder jemals vollgültig ersetzen noch Geschichte rückgängig machen kann (43 p. 4). 35

37 Bij het vraagstuk van behoud van cultuurhistorische waarden betreft moeten authenticiteit en authenticiteitsbeleving en de opvattingen van de expert tegenover die van de leek geplaatst worden. Authenticiteit is een lastig begrip, voor wetenschappers, maar ook voor de vele andere individuen en organisaties die zich bezighouden met vraagstukken rond authenticiteit. Authenticiteit kent namelijk vele aspecten. Zo kan er bijvoorbeeld worden gesproken over authenticiteit van plaats, vorm en/of gebruik. Of is het materiële het belangrijkste aspect? Hierbij speelt dan weer de discussie over originele versus authentieke materialen. Bovendien wordt er tegenwoordig veel geschreven en gesproken over het volgens sommige auteurs vervagende verschil tussen authenticiteit van een object en de authenticiteitsbeleving. Er wordt zelfs gesteld dat de beleving authenticiteit geeft, eerder dan andersom. Zeker voor een deel van het lekenpubliek lijkt dit de realiteit. Bij de authenticiteit van het object moet eerst worden vastgesteld om welke redenen, voor welke aspecten het object authentiek kan worden genoemd. Gaat het bijvoorbeeld om een object uit een bepaalde historische periode, of van een specifieke maker, of om het oorspronkelijk materiaal van het object. Een moeilijkheid bij de authenticiteit van het oorspronkelijke materiaal is dat het materiaal in een voortdurende staat van verandering is door veroudering en verval. Daardoor moet worden gekozen tussen acceptatie van het verval en behoud. Als de keuze valt op behoud moet vervolgens worden besloten of het oorspronkelijke materiaal geconserveerd, gerestaureerd of helemaal vervangen zal worden. En zeker bij de twee laatste keuzen stelt zich vervolgens de vraag hoe er gerestaureerd of vervangen moet worden: herkenbaar, met technieken en materialen uit de tijd van de (eerste) bouw, of met eigentijdse materialen en technieken? Bij authenticiteitsbeleving gaat het om de vraag in hoeverre een object een gevoel van authenticiteit oproept bij het publiek en niet om de vraag of het volgens de experts authentiek is. In de praktijk blijkt dat objecten die relatief nieuw zijn of vrijwel volledig zijn gerestaureerd en weinig tot geen oorspronkelijke materialen bevatten, toch als heel authentiek kunnen worden ervaren en bij het publiek een warm plekje hebben. Het publiek zoekt daarbij actief naar authenticiteit waarbij de authenticiteitsbehoefte vaak wordt bevredigd door authenticiteitsbeleving via een geënsceneerd verleden. Als een object, een gebouw of een ruïne, geen of weinig historische waarde meer bezit voor het publiek en/of als het als weinig authentiek worden ervaren, is het moeilijk(er) voor experts om voldoende maatschappelijk draagvlak te vinden voor bijvoorbeeld behoud en herstel. Er kan dus spanning bestaan tussen de authenticiteit van het object volgens de experts en volgens leken en zo tussen authenticiteit en authenticiteitsbeleving. Een object wordt bekeken als een uniek spoor van het verleden, maar het object wordt onontkoombaar ook bekeken vanuit het heden, beïnvloed door smaak en behoeften van deze tijd. Uit het onderzoek blijkt dat experts zich vooral achter een authentieke presentatie van het verleden plaatsen: Was sie einst waren und heute aussagen, wird nur begreiflich, wenn sie wie eh und jeh von der Besitzerfamilie bewohnt und bewirtschaftet werden (43). 36

38 Ook op basis van dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat de leek in tegenstelling tot de expert vooral op zoek is naar een authenticiteitsbeleving als onderdeel van zijn identiteitsvorming. Kastelen en kasteelruïnes dienen voor de leek als ankerplaatsen in het persoonlijk leven. Hieraan moet echter wel worden toegevoegd dat voor sommige oude mensen die de oorlog zelf hebben meegemaakt, maar ook voor jongere mensen, de oorlog ook een ongewenste herinnering is. Om deze reden werden de meeste sporen van de oorlog gedoogd, geconserveerd in sommige gevallen maar zeker niet benadrukt. De bezoekers van de meeste gerestaureerde kastelen krijgen een bepaald beeld van het kasteel voorgeschoteld (7). Dit is vaak het beeld van het ridderkasteel van de middeleeuwen, over de verwoesting tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt meestal weinig aandacht besteed. Voor veel bezoekers lijkt de reconstructie een puur en gaaf geheel, wat resulteert in authenticiteitsbeleving en een positief gewaardeerd bezoek. 5.4 Financiële duurzaamheid Uiteraard kent de bouwkundige duurzaamheid van kastelen en kasteelruïnes een belangrijk financieel aspect. Harald Herzog, kasteel-expert van de Denkmalpflege, stelde tijdens een interview Burgen und Schlösser sind im rein wirtschaftlichen Sinne nicht nützlich en voor eens en voor altijd Geldvernichtigungsmachinen (34). De onderhoudskosten van een kasteel (geen ruïne) bedragen volgens hem namelijk gemiddeld tot per jaar (34). Dit bedrag werd bevestigd door Menno Tillema van Geldersche Kasteelen, die vertelde dat het onderhoud van een kasteel per jaar gemiddeld ongeveer twee procent van de herbouwwaarde kost. Dit betekent voor een kasteel met een waarde van 5 miljoen, ongeveer , alleen al aan bouwkundig onderhoud, exclusief elektriciteit, verwarming, en zo voort (44). Ook een kasteelruïne brengt jaarlijkse kosten met zich mee. Hierbij is geen gemiddelde bedrag te noemen omdat dit sterk afhankelijk is van de grootte van het object, de locatie, het bouwmateriaal, etc. Menno Tillema schatte dat de toren van Goudestein, alleen een toren met dak, ongeveer per jaar kost. De geconsolideerde ruïne van kasteel de Keverberg te Kessel kost ongeveer per jaar, als de kosten van jaarlijkse onderhoud en de grote consolidatie die ieder tien jaar plaatsvond bij elkaar worden geteld. De ruïne van Valkenburg is nu in het vijfde jaar van een zesjarige consolidatie die tussen de en per jaar heeft gekost. En ofschoon deze consolidatie bijna is voltooid, zal een nieuwe ronde snel weer plaatsvinden, volgens Kieft Partners Bouwadvies, die het consolidatieplan heeft ontwikkeld (45). Wat de rentabiliteit van kastelen en kasteelruïnes betreft moet opgemerkt worden dat de context in grote mate medebepalend is. De markt (mogelijke doelgroepen) en hieraan gekoppeld de ligging zijn belangrijk en vaak onderschatte factoren die de rentabiliteit van een nieuwe functie in grote mate meebepalen Kessel (Kasteel de Keverberg) Kessel werd al eerder genoemd in dit rapport als voorbeeld van een geconsolideerde ruïne. In deze hoofdstuk is het ook een mooie casus om de financiële consequenties van de eerder genoemde omgangskeuzes naast elkaar te plaatsen. In de Tweede Wereldoorlog werd het kasteel bezet door Duitse soldaten, die het bij hun aftocht opbliezen en in brand staken. De binnenmuren werden geheel vernield en door de ontstane brand bleef niets heel van het interieur. De Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid, die het 37

39 kasteel toen in bezit hadden, zagen geen kans om het kasteel te laten herbouwen en zo werd de burcht van Kessel een ruïne. Na de oorlog stond de ringmuur nog overeind, met nissen en kantelen, een gedeelte van de weergang, de muren van de grote zaal, de zijtoren en de poorttoren. Het gewelf onder de grote zaal is inmiddels weer hersteld. In 1953 werden de restanten door de gemeente Kessel aangekocht. Er was zoveel van het kasteel verloren gegaan dat men heeft besloten om de burcht niet te restaureren maar te consolideren, dat wil zeggen te handhaven in de staat waarin hij nu is en zodanig te onderhouden dat verder verval niet kan optreden. De overblijfselen werden in middeleeuwse sfeer teruggebracht met uitzondering van bouwdelen uit de zeventiende eeuw. In augustus en september wordt het gebruikt als openluchttheater. De afgelopen jaren kwam in Kessel opnieuw de vraag op of men het kasteel niet zou herbouwen. Een belangrijk onderdeel in de discussies vormde de financiële consequenties van de verschillende manieren van omgaan met de ruïne. Het heropbouwen van het kasteel werd geraamd op eenmalig 4.4 miljoen en aan onderhoudskosten jaarlijks gemiddeld (als we uitgaan van ongeveer twee procent van de kosten van de heropbouw) (15) (44). De consolidatie kost ongeveer om de tien jaar voor groot onderhoud en per jaar aan klein onderhoud. Slopen tot slot wordt begroot op Soms word gedacht dat sloop de goedkoopste optie is, of zelfs dat het gratis is, dit voorbeeld laat zien dat alle omgangskeuzes geld kosten Burg Boetzelaer Burg Boetzelaer is instructief wat betreft de rentabiliteit van een gereconstrueerd kasteel. Deze burcht staat in Appeldorn, een stadsdeel van het Duitse Kalkar. De waterburcht ligt aan een oude Rijnarm ten zuiden van het Boetzelaerer Meer. De burcht werd gebouwd door het adellijk geslacht Van Boetzelaer in de 13 de of 14 de eeuw. Met zijn 750-jarige geschiedenis is het vandaag de dag één van de oudste en belangrijkste kastelen in het Duits- Nederlandse grensgebied. Na plunderingen en bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog verviel het kasteel tot ruïne. Pas in 2003 werd een grote restauratie met gedeeltelijke herbouw van het kasteel afgerond. De kosten van de reconstructie van het kasteel bedroegen 4 miljoen en werden voor tachtig procent gedragen door onder andere de stad Kalkar. Twintig procent van de kosten moest door de eigenaar Freiherr von Wendt zelf worden opgebracht. In ruil voor de subsidie werd de eigenaar verplicht om tachtig procent van het kasteel een culturele bestemming te geven. De resterende twintig procent van het kasteel werd herbestemd tot hotel. 38

40 Gezien de eis om culturele activiteiten in het kasteel te organiseren is de eigenaar niet in staat om genoeg inkomsten te genereren om de lopende kosten (onderhoud, personeel etc.) te kunnen dekken. Momenteel wordt onderzocht of ontheffing van de eis om tachtig procent van het kasteel voor culturele evenementen te gebruiken mogelijk is. De verwachting is dat een uitbreiding van het hotelgedeelte van twintig naar veertig procent de rentabiliteit kan optimaliseren. Opgemerkt moet worden dat de eigenaar van het kasteel zichzelf geen loon uitkeert voor zijn fulltimebaan als manager van het hotel en cultuurhuis. Wanneer ook deze kosten meegerekend zouden worden, wordt een rendabele uitbating van het kasteel geheel onmogelijk (36). 5.5 Exploitatierentabiliteit In onderstaande grafiek worden de hedendaagse functies van de oorlogsslachtoffers onder de kastelen opnieuw in beeld gebracht. Zoals eerder werd opgemerkt is er een duidelijk verschil in het gebruik van kastelen voor en na de Tweede Wereldoorlog. De rol die ze nu vervullen is een meer maatschappelijk, publieke rol, terwijl ze voor de oorlog veel vaker werden gebruikt als particuliere woningen of buitenverblijven. De voorgaande hoofdstukken concentreerden zich op de verschillende aspecten van duurzaamheid in relatie tot de verschillende omgangskeuzes. In dit hoofdstuk zal worden gekeken naar de exploitatierentabiliteit van de nieuwe functies, gebaseerd op ons onderzoek en op bestaande literatuur NEDERLAND DUITSLAND Afbeelding 5. Tegenwoordige functies van de onderzoeksgroep. *Sommige kastelen werden geteld in meer dan één categorie, omdat ze meerdere functies huisvesten. In Nederland vallen veel kastelen onder de categorie mixed commerciële/zalenverhuur, functies die veel kunnen opleveren, vanuit economisch en maatschappelijk oogpunt. Op basis van ons onderzoek lijkt het aantrekkelijk en interessant om een ruïne of kasteel meerdere functies te geven zoals een mix van commercieel, museaal, en horeca. Bij deze keuze lijkt de economische rentabiliteit het hoogst en bovendien voegt deze functiemix veel toe aan het maatschappelijk draagvlak van een monument. Met meerdere functies zijn er niet alleen meer, 39

KASTELEN EN KASTEELRUÏNES: ALTIJD EEN "GELDVERNICHTUNGSMASCHINE"? Rebecca Hollewijn Sebastiaan Gerards

KASTELEN EN KASTEELRUÏNES: ALTIJD EEN GELDVERNICHTUNGSMASCHINE? Rebecca Hollewijn Sebastiaan Gerards KASTELEN EN KASTEELRUÏNES: ALTIJD EEN "GELDVERNICHTUNGSMASCHINE"? Rebecca Hollewijn Sebastiaan Gerards INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 2 Nederlands-Duits grensgebied tijdens de Tweede Wereldoorlog 3 Nederlands-Duits

Nadere informatie

Dag van het Kasteel 2012

Dag van het Kasteel 2012 Dag van het Kasteel 2012 wandelen rond Zeeuwse kastelen en buitenplaatsen Schouwen-Duiveland Slot Moermond, Renesse Zuid-Beveland De Hellenburg, Baarland Walcheren Westhove, Oostkapelle Zeeuws-Vlaanderen

Nadere informatie

Voorstel aan de gemeenteraad

Voorstel aan de gemeenteraad Voorstel aan de gemeenteraad datum vergadering: 3 mei 2011 portefeuillehouder: burgemeester Klaverdijk agendanummer: onderwerp: Aanvraag subsidie van Stichting Kasteelruïne Bleijenbeek voor de restauratie/consolidatie

Nadere informatie

Naam: EEN BRUG TE VER De Slag om Arnhem

Naam: EEN BRUG TE VER De Slag om Arnhem Naam: EEN BRUG TE VER De Slag om Arnhem A Bridge too Far is een film over de meest tragische blunder van de Tweede Wereldoorlog en vertelt heel precies over een groot plan. Dat plan kostte meer Geallieerden

Nadere informatie

B1 Hoofddorp pagina 1

B1 Hoofddorp pagina 1 B1 Hoofddorp pagina 1 Inhoud 1. Inleiding 2. Geschiedenis 3. Ontwikkeling 4. Bezienswaardigheden 1. Inleiding Hoofddorp is een stad in de provincie Noord-Holland en de hoofdplaats van de gemeente Haarlemmermeer.

Nadere informatie

Traptorens. meestal veel hoger gemaakt dan noodzakelijk. Men

Traptorens. meestal veel hoger gemaakt dan noodzakelijk. Men Informatiekaart Traptorens Traptorens Ooit bouwden de rijkste Zutphenaren torens tegen hun huizen aan met een wenteltrap erin. Zo n traptoren gaf status. Nu zijn ze vaak vergeten en verborgen. Iedereen

Nadere informatie

Datum 3 maart 2014 Kamervragen van de leden Lucas, Aukje de Vries, Jacobi en De Rouwe over het behoud van de monumentenstatus molen "Windlust"

Datum 3 maart 2014 Kamervragen van de leden Lucas, Aukje de Vries, Jacobi en De Rouwe over het behoud van de monumentenstatus molen Windlust >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Cultureel Erfgoed IPC Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den

Nadere informatie

Hij moet avond aan avond bezig zijn geweest

Hij moet avond aan avond bezig zijn geweest Hij moet avond aan avond bezig zijn geweest 76 Herenhuis januari/februari 2013 Getalenteerde kunstenaar beschilderde eigen woning en winkel Decoratieschilderingen van top tot teen Eind 2013 worden twee

Nadere informatie

Cultuurhistorische verkenning Zandwijksingel Woerden. Datum 2 mei 2011

Cultuurhistorische verkenning Zandwijksingel Woerden. Datum 2 mei 2011 Cultuurhistorische verkenning Zandwijksingel Woerden Datum 2 mei 2011 Colofon Projectnaam Cultuurhistorische verkenning Zandwijksingel Woerden Auteur Willem de Bruin Datum 2 mei 2011 1. Inleiding 1.1

Nadere informatie

Marine Artillerie Waffenkommando op Huisduinen te Den Helder.

Marine Artillerie Waffenkommando op Huisduinen te Den Helder. Marine Artillerie Waffenkommando op Huisduinen te Den Helder. Doel van het project. Binnen Den Helder zijn een aantal Stichtingen en Verenigingen die zich bezig houden met het Cultureel Erfgoed van Den

Nadere informatie

Informatieblad (aangepaste regeling m.i.v. 1 oktober 2012) Subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten

Informatieblad (aangepaste regeling m.i.v. 1 oktober 2012) Subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten Winkel met streekproducten in voormalige schuur bij een tot restaurant herbestemde boerderij in Bunnik. Informatieblad (aangepaste regeling m.i.v. 1 oktober 2012) Subsidieregeling stimulering herbestemming

Nadere informatie

Over de Maas. Het oorlogsverhaal van de 15-jarige Harrie Bloemen. Harrie Bloemen

Over de Maas. Het oorlogsverhaal van de 15-jarige Harrie Bloemen. Harrie Bloemen Voor Fritz - 1 - - 2 - Over de Maas Het oorlogsverhaal van de 15-jarige Harrie Bloemen Harrie Bloemen - 3 - - 4 - Harrie bij de resten van een ontplofte nevelwerper raket, lente 1946 in de achtertuin -

Nadere informatie

Onderzoek naar de restauratiebehoefte bij eigenaren van gemeentelijke monumenten

Onderzoek naar de restauratiebehoefte bij eigenaren van gemeentelijke monumenten Samenvatting Onderzoek naar de restauratiebehoefte bij eigenaren van gemeentelijke monumenten Juli / augustus 2011 2 Onderzoeksopzet Datum: 30 september 2011 Opdrachtgever: Nationaal Restauratiefonds Uitgevoerd

Nadere informatie

6Plekjes met voelbare historie

6Plekjes met voelbare historie 6Plekjes met voelbare historie Waterwegen hebben in heel veel belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis een rol gespeeld. Voor aanval en verdediging tijdens oorlogen, voor het vervoer van goederen

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21974 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Hermans, Dagobert Bernardus Maria Title: Middeleeuwse woontorens in Nederland :

Nadere informatie

VOORADVIES BESTEMMINGSPLANPROCEDURE

VOORADVIES BESTEMMINGSPLANPROCEDURE VOORADVIES BESTEMMINGSPLANPROCEDURE Zaaknr. : 2015EAR0009 Zaakomschrijving : CPO Lindevoort Rekken Specialisme : Cultuurhistorie (excl. Archeologie) Behandeld door : Roy Oostendorp Datum : 7 oktober 2015

Nadere informatie

Vallis ❿ 61. Prachtige gebouwen en panorama's

Vallis ❿ 61. Prachtige gebouwen en panorama's Route 6 60 Vallis 61 Prachtige gebouwen en panorama's In Vaals en Lemiers getuigen monumentale gebouwen van een bewogen verleden. De groene heuvels in de omgeving bieden allerlei fascinerende vergezichten.

Nadere informatie

Architect: gebroeders van der Laan. (Hans van der Laan en Nico van der Laan)

Architect: gebroeders van der Laan. (Hans van der Laan en Nico van der Laan) Opdracht 8: Zoek de achtergronden van een monument Voor dit onderzoek hebben wij gekozen voor de herdenkingskapel st. Jozef. Deze is te vinden in het hortensiapark te Helmond 1. In welke categorie valt

Nadere informatie

Beschrijving en waardering van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen voor het bestemmingsplan Buitengebied Harmelen van de gemeente Woerden

Beschrijving en waardering van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen voor het bestemmingsplan Buitengebied Harmelen van de gemeente Woerden Beschrijving en waardering van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen voor het bestemmingsplan Buitengebied Harmelen van de gemeente Woerden Actualisatie 2013 TasT, projecten voor tastbaar erfgoed in opdracht

Nadere informatie

Het Nieuwe Blokhuis van Harderwijk H.A.R. Hovenkamp, 2018

Het Nieuwe Blokhuis van Harderwijk H.A.R. Hovenkamp, 2018 Het Nieuwe Blokhuis van Harderwijk H.A.R. Hovenkamp, 2018 Harderwijk kende oorspronkelijk zeven stadspoorten. De meest onbekende hiervan is de Peelenpoort aan het einde van de Grote Oosterwijk. Deze poort

Nadere informatie

Algemene Monumenten informatie

Algemene Monumenten informatie Informatiemap deel A Algemene Monumenten informatie In dit deel A van de informatiemap wordt kort ingegaan op de volgende algemene onderwerpen betreffende monumenten en het eilandelijke monumentenbeleid.

Nadere informatie

Dagboek Sebastiaan Matte

Dagboek Sebastiaan Matte Vraag 1 van 12 Dagboek Sebastiaan Matte Uit het dagboek van Sebastiaan Matte: "Ik ben vandaag bij een hagenpreek geweest, in de duinen bij Overveen. Wel duizend mensen uit de stad waren bij elkaar gekomen

Nadere informatie

MONUMENTAAL ONDERHOUD

MONUMENTAAL ONDERHOUD MONUMENTAAL ONDERHOUD Monumenten: zorg er goed voor Monumenten hebben vaak in meerdere opzichten een belangrijke betekenis. Als specialist in monumentaal onderhoud helpt Burgers van der Wal deze waarde

Nadere informatie

In afwachting van uw reactie. namens de voorzitter van de Monumentencommissie, met vriendelijke groet,

In afwachting van uw reactie. namens de voorzitter van de Monumentencommissie, met vriendelijke groet, Monumentencommissie Hcngelo. College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Hengelo t.a.v. Hr. J. Bron Postbus 18 7550 AA Hengelo Advies badhuis/ariensschool 2012-001 25 januari 2012 Geacht college,

Nadere informatie

ACTUEEL BELEIDSPLAN September 2018 Stichting Beelaerts van Blokland Hagen

ACTUEEL BELEIDSPLAN September 2018 Stichting Beelaerts van Blokland Hagen ACTUEEL BELEIDSPLAN September 2018 Stichting Beelaerts van Blokland Hagen Beleidsplan Stichting Beelaerts van Blokland Hagen 1 1. Algemeen Het Kasteel De Kelder heeft een rijke historie, die waarschijnlijk

Nadere informatie

Algemeen Heeft de monumentenstatus alleen betrekking op de buitenkant of ook op de binnenkant?

Algemeen Heeft de monumentenstatus alleen betrekking op de buitenkant of ook op de binnenkant? Veelgestelde vragen Uw pand is voorgedragen als gemeentelijk monument. Wat betekent dit voor u? De gemeente Venlo heeft de meest gestelde vragen en antwoorden op een rij gezet. Staat uw vraag er niet bij,

Nadere informatie

Samenvatting Duits Grammatica Duits

Samenvatting Duits Grammatica Duits Samenvatting Duits Grammatica Duits Samenvatting door S. 836 woorden 20 februari 2013 5,8 61 keer beoordeeld Vak Duits Naamvallen. Nederlands: 2e naamval 4e naamval (bijvoegelijke bepaling, is 3e naamval

Nadere informatie

BERLIJN. Vlak daarbij is er het Europa-Center waarvan de bouw in 1963 begon en veel winkels en restaurants bevat.

BERLIJN. Vlak daarbij is er het Europa-Center waarvan de bouw in 1963 begon en veel winkels en restaurants bevat. BERLIJN Toen ik student was ben ik in 1963 voor het eerst in Berlijn geweest. Er was nog geen muur maar om naar Oost-Berlijn te gaan moest je langs de Vopo s die het geweer op de mensen hielden. Geen prettig

Nadere informatie

Beleidsplan 2015 en volgende jaren

Beleidsplan 2015 en volgende jaren Beleidsplan 2015 en volgende jaren A. Inleiding De Stichting Vrienden van Brabantse Landgoederen is medio 2012 opgericht. Doelstelling van de stichting is het bij een groter publiek onder de aandacht brengen

Nadere informatie

De gulden is lang niet zo oer-hollands als je denkt FTM

De gulden is lang niet zo oer-hollands als je denkt FTM De gulden is lang niet zo oer-hollands als je denkt FTM ftm.nl De gulden is lang niet zo oer-hollands als je denkt FTM Edin Mujagic 8-10 minuten Bij de gulden denkt u hoogstwaarschijnlijk aan de Nederlandse

Nadere informatie

L ang geleden zag de Achterhoek er. De geschiedenis van Doetinchem, Wehl en Gaanderen

L ang geleden zag de Achterhoek er. De geschiedenis van Doetinchem, Wehl en Gaanderen Vuurstenen werktuigen steentijd [Stadsmuseum] L ang geleden zag de Achterhoek er heel anders uit dan tegenwoordig. Er waren uitgestrekte heidevelden, moerassen en veel bossen. Kortom, een ruig en onherbergzaam

Nadere informatie

RESTAURATIEPLAN REMONSTRANTSE KERK

RESTAURATIEPLAN REMONSTRANTSE KERK RESTAURATIEPLAN VAN HET ORGEL IN DE REMONSTRANTSE KERK IN WADDINXVEEN. Korte beschrijving van het orgel Het karakteristieke orgel in de Remonstrantse kerk aan de Zuidkade in Waddinxveen is een Rijksmonument.

Nadere informatie

www.gratisaanbiedingen.nl Valkenburg Ruud van Capelleveen Nummer: 2 kijk op www.gratisaanbiedingen.nl voor meer gratis downloads

www.gratisaanbiedingen.nl Valkenburg Ruud van Capelleveen Nummer: 2 kijk op www.gratisaanbiedingen.nl voor meer gratis downloads Valkenburg Ruud van Capelleveen Nummer: 2 kijk op www.gratisaanbiedingen.nl voor meer gratis downloads Valkenburg DOOR RUUD VAN CAPELLEVEEN Colofon Dit is een uitgave van: Absolute Figures Margrietstraat

Nadere informatie

Bescherming bouwhistorie monumenten 2e groep

Bescherming bouwhistorie monumenten 2e groep Embargo tot 7 juni 2015 Onderwerp Bescherming bouwhistorie monumenten 2e groep Programma Cultuur & Cultuurhistorie & Citymarketing Portefeuillehouder B. van Hees Samenvatting Op 27 januari 2010 heeft de

Nadere informatie

Het kasteel begin 19e eeuw. Naar een gouache van J.A. Knip. RHCe, fotocollectie nr. 108658.

Het kasteel begin 19e eeuw. Naar een gouache van J.A. Knip. RHCe, fotocollectie nr. 108658. 2. Huidige kasteel Anders dan in het verleden vaak gedacht is, heeft het kasteel van Helmond een eeuwenlange bouwgeschiedenis gekend. Begonnen in het tweede kwart van de veertiende eeuw (ca. 1325) werd

Nadere informatie

Beoogd resultaat Door een gemeentelijke bijdrage aan de archeologische kosten kan het melkveebedrijf zijn uitbreidingsplannen

Beoogd resultaat Door een gemeentelijke bijdrage aan de archeologische kosten kan het melkveebedrijf zijn uitbreidingsplannen RAADSVOORSTEL Onderwerp : Financiële bijdrage archeologisch onderzoek Arkelstein, Bathmen. Raadsvergadering : 24 maart 2010 Politieke markt d.d.: - Agendapunt : 6 Portef.houder : wethouders Berkelder /

Nadere informatie

Sinds haar oprichting in 1956 heeft Stadsherstel zeshonderd panden in. Amsterdam en omgeving gered. Panden die soms al op de nominatie stonden

Sinds haar oprichting in 1956 heeft Stadsherstel zeshonderd panden in. Amsterdam en omgeving gered. Panden die soms al op de nominatie stonden Rooilijn Jg. 50 / Nr. 5-6 / 2017 Vijftig jaar geleden was onze binnenstad gewoon een puinhoop P. 410 Paul Morel Vijftig jaar geleden was onze binnenstad gewoon een puinhoop Sinds haar oprichting in 1956

Nadere informatie

Een Egyptische collectie in Leiden

Een Egyptische collectie in Leiden Een Egyptische collectie in Leiden Naam: Klas:.. Het Rijksmuseum van Oudheden, de naam zegt het al, toont voorwerpen uit oude tijden. De collectie bestaat uit objecten van beschavingen die vandaag de dag

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Onderwerp: Restauratie Oostbeer aan de Commandoweg

RAADSVOORSTEL. Onderwerp: Restauratie Oostbeer aan de Commandoweg RAADSVOORSTEL Onderwerp: Restauratie Oostbeer aan de Commandoweg Samenvatting: De monumentale Oostbeer aan de Commandoweg verkeert in een slechte staat van onderhoud. Regionaal heeft de restauratie van

Nadere informatie

Wanneer is er sprake van verwaarlozing? Platform Monumententoezicht Marc Berends 11 mei 2015

Wanneer is er sprake van verwaarlozing? Platform Monumententoezicht Marc Berends 11 mei 2015 Wanneer is er sprake van verwaarlozing? Platform Monumententoezicht Marc Berends 11 mei 2015 Inhoud Voorstellen Definitie verwaarlozing Voorbeelden verwaarlozing Beleid gemeente Breda Voorbeelden gemeente

Nadere informatie

Reisverslag Boedapest 2015 Deel 2 [1]

Reisverslag Boedapest 2015 Deel 2 [1] Gepubliceerd op Willem-Jan van der Zanden (http://www.wjvanderzanden.nl) Home > Reisverslag Boedapest 2015 Deel 2 Reisverslag Boedapest 2015 Deel 2 [1] Door wjvanderzanden[2]op vr, 07/24/2015-13:29 Tags:reizen

Nadere informatie

Het huis had een houten skelet, daartussen fistelstek besmeerd met leem.

Het huis had een houten skelet, daartussen fistelstek besmeerd met leem. Alle huizen zonder steen. In de Middeleeuwen is het dorp Boxtel ontstaan. Het dorp was klein. Rond 1100 lag er een motteheuvel met daarnaast een paar voorraadschuren. Beiden werden door water omsloten.

Nadere informatie

DNA van Molenhoek. Wie zijn wij & waar ligt onze kracht. Samenvatting DNA Molenhoek

DNA van Molenhoek. Wie zijn wij & waar ligt onze kracht. Samenvatting DNA Molenhoek DNA van Molenhoek Wie zijn wij & waar ligt onze kracht Samenvatting DNA Molenhoek Molenhoek is een rijk dorp qua voorzieningen, natuur, cultuur en infrastructuur en bereikbaarheid. Het is een dorp met

Nadere informatie

Gemeente Den Haag. I. de doelstellingen van de Stichting Atlantikwall Museum Scheveningen te onderschrijven;

Gemeente Den Haag. I. de doelstellingen van de Stichting Atlantikwall Museum Scheveningen te onderschrijven; RIS160605_26-JAN-2009 Gemeente Den Haag Ons kenmerk DSO/2008.4238 RIS 160605 ATLANTIKWALLMUSEUM HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, overwegende dat: - er in de Haagse samenleving veel belangstelling

Nadere informatie

Heemschut Zuid-Holland 19 objecten in Boskoop.

Heemschut Zuid-Holland 19 objecten in Boskoop. Heemschut Zuid-Holland Aanleiding. De Provinciale Commissie van Heemschut in Zuid-Holland heeft een lijst met 19 objecten opgesteld die naar haar mening bescherming verdienen als Gemeentelijk Monument

Nadere informatie

Kasteel Genbroek. Samenvatting. Kasteel Genbroekstraat 18 te BEEK

Kasteel Genbroek. Samenvatting. Kasteel Genbroekstraat 18 te BEEK Kasteel Genbroek Kasteel Genbroekstraat 18 te BEEK Samenvatting Zeer representatieve kantoorruimte in een authentiek kasteel op nog geen 5 minuten afstand van Maastricht- Aken Airport. De helft van dit

Nadere informatie

Gent 24b. De Predikherenlei anno 1820 door de Hollandse soldaat Wynantz. Onderbergen. Het pand van de Dominicanen. Predikherenlei

Gent 24b. De Predikherenlei anno 1820 door de Hollandse soldaat Wynantz. Onderbergen. Het pand van de Dominicanen. Predikherenlei De Predikherenlei anno 1820 door de Hollandse soldaat Wynantz Gent 24b Onderbergen. Het pand van de Dominicanen Predikherenlei Rue de la Valléé nr 40 /Onderbergen Onderbergen nr 57 in 1940 Tweede gedeelte

Nadere informatie

ERFGOED IN MIJN STRAAT

ERFGOED IN MIJN STRAAT Onroerend Erfgoed Phoenixgebouw Koning Albert II-laan 19, bus 5 1210 Brussel Tel. +32 (0)2 553 16 50 http://www.onroerenderfgoed.be http://inventaris.vioe.be Vlaamse overheid Onroerend Erfgoed ID 1581

Nadere informatie

Le seigneur de Clérans

Le seigneur de Clérans 30 VIVENDA Le seigneur de Clérans In heel Europa richt binnenhuisarchitect/vormgever/beeldhouwer Joris van Grinsven opmerkelijke huizen in voor zijn opdrachtgevers. Voor hemzelf had het lot iets bijzonders

Nadere informatie

Nieuwsbrief mei 2013. Onderzoek naar resten Kasteel Rietwijk

Nieuwsbrief mei 2013. Onderzoek naar resten Kasteel Rietwijk Onderzoek naar resten Kasteel Rietwijk In de kastelenbuurt van Heemskerk werd in november 2012 vanwege de sloop en nieuwbouwplannen een proefsleuvenonderzoek verricht. Dit werd uitgevoerd door het archeologische

Nadere informatie

RUMBEKE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

RUMBEKE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG RUMBEKE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG Voor de oorlog RUM_02 Koetsen en karren over de kasseien van de vooroorlogse Rumbeeksesteenweg. De straat loopt recht op de mooie, fiere kerktoren. 31 juli 1914:

Nadere informatie

NATUURLIJK RITME. Kunstproject Oranjewoud W E R K D O C U M E N T. Versie # 1. Museum Belvédère, Stichting Tijd/Stichting Passages.

NATUURLIJK RITME. Kunstproject Oranjewoud W E R K D O C U M E N T. Versie # 1. Museum Belvédère, Stichting Tijd/Stichting Passages. NATUURLIJK RITME Museum Belvédère, Stichting Tijd/Stichting Passages november, 2010 W E R K D O C U M E N T Versie # 1 Kunstproject Oranjewoud Natuurlijk Ritme, Museum Belvédère, Stichting Tijd/Stichting

Nadere informatie

Inhoud. 1 Voorwoord 2 De doelstelling 3 Activiteiten 2013 4 Speerpunten / doelen 2014 5 Behaalde resultaten 2006-2012

Inhoud. 1 Voorwoord 2 De doelstelling 3 Activiteiten 2013 4 Speerpunten / doelen 2014 5 Behaalde resultaten 2006-2012 Jaarverslag 2013 Inhoud 1 Voorwoord 2 De doelstelling 3 Activiteiten 2013 4 Speerpunten / doelen 2014 5 Behaalde resultaten 2006-2012 1 Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag van Stichting Erfgoed Kaatsheuvel

Nadere informatie

SAMENVATTING KWALITEITSHANDBOEK WERVEN AAN DE GRACHT

SAMENVATTING KWALITEITSHANDBOEK WERVEN AAN DE GRACHT Kwaliteit van de werven De grachten weerspiegelen de rijke historie van Utrecht en bieden een blik in het ontstaan van de stad. Samen met de Dom bepalen de grachten met de werven het beeld van de stad.

Nadere informatie

Rhenen binnenstad. Een wederopbouwgebied van nationaal belang 04 / 30

Rhenen binnenstad. Een wederopbouwgebied van nationaal belang 04 / 30 Rhenen binnenstad Een wederopbouwgebied van nationaal belang 04 / 30 In de verdeling van de [ ] architecten werd in theorie het uiterste gedaan om te zorgen dat het straatbeeld, in overeenstemming met

Nadere informatie

Toespraak bij werkbezoek provincies Gelderland, Limburg en Overijssel aan Nordrhein-Westfalen Düsseldorf, 5 juli 2018

Toespraak bij werkbezoek provincies Gelderland, Limburg en Overijssel aan Nordrhein-Westfalen Düsseldorf, 5 juli 2018 Toespraak bij werkbezoek provincies Gelderland, Limburg en Overijssel aan Nordrhein-Westfalen Düsseldorf, 5 juli 2018 1: Herr Präsident des Landtags, Herr Vorsitzender der Parlamentariergruppe NRW-Benelux,

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel PS2010WMC14-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum :14 september 2010 Nummer PS: PS2010WMC14 Afdeling : ECV Commissie: WMC Registratienummer : 2010INT262333 Portefeuillehouder: Raven

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Monumentenwijzer. Informatie over gemeentelijke monumenten

Gemeente Moerdijk. Monumentenwijzer. Informatie over gemeentelijke monumenten Gemeente Moerdijk Monumentenwijzer Informatie over gemeentelijke monumenten Inhoudsopgave Woord van de Wethouder... 3 Hoe wordt een object een gemeentelijk monument?... 5 Moet ik een vergunning aanvragen?...

Nadere informatie

Gelselaar beschermd dorpsgezicht Wat betekent dat?

Gelselaar beschermd dorpsgezicht Wat betekent dat? Gelselaar beschermd dorpsgezicht Wat betekent dat? Het duurt niet lang meer of Gelselaar krijgt de status van beschermd dorpsgezicht. Het zal het tweede beschermde gezicht zijn in de gemeente Berkelland.

Nadere informatie

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon Les 5 Over Duitse ridders en Alden Biesen

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon Les 5 Over Duitse ridders en Alden Biesen Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon Les 5 Over Duitse ridders en Alden Biesen de eindtermen mens en maatschappij - Historische tijd: de leerlingen 3.7 kennen de grote periodes uit de

Nadere informatie

CULTUREEL ERFGOED EN DE VERTALING NAAR RUIMTELIJKE PLANNEN

CULTUREEL ERFGOED EN DE VERTALING NAAR RUIMTELIJKE PLANNEN CULTUREEL ERFGOED EN DE VERTALING NAAR RUIMTELIJKE PLANNEN Onderzoek naar cultuurhistorische structuren, landschappen en panden Aansluitend op Belvedere- (Behoud door ontwikkeling) en het MoMo-beleid (Modernisering

Nadere informatie

Afb.l (Nijmegen II, 18/21) *

Afb.l (Nijmegen II, 18/21) * Deze maand is het zeventig jaar geleden dat de oorlog in Europa (VE Day) ten einde kwam. Met operatie Market Garden' was de bevrijding van Nederland begonnen, maar na de mislukking van de slag om Arnhem

Nadere informatie

k a s t e l e n i n n e d e r l a n d

k a s t e l e n i n n e d e r l a n d k a s t e e l Inhoudsopgave k a s t e l e n i n n e d e r l a n d Wat is een kasteel? Blz. 2-3 Ringwalburchten Blz. 4 Motteburchten Blz. 5 Ronde Waterburchten Blz. 6 Vierhoekige Waterburchten Blz. 7 Woon-

Nadere informatie

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Willibrord Willibrord werd geboren als zoon van pas bekeerde ouders en werd als zevenjarige jongen door zijn vader Wilgis toevertrouwd aan het klooster van Ripon nabij

Nadere informatie

De gereserveerde 15 miljoen euro voor Maastricht Culturele Hoofdstad wordt over de hele provincie ingezet voor culturele doeleinden.

De gereserveerde 15 miljoen euro voor Maastricht Culturele Hoofdstad wordt over de hele provincie ingezet voor culturele doeleinden. Limburg heeft een uniek en veelzijdig cultuuraanbod. Dit komt tot uitdrukking in een enorme verscheidenheid met talloze monumenten, cultureel erfgoed, musea, culturele organisaties, evenementen en een

Nadere informatie

Complexnummer: Smallepad MG Amersfoort Postbus BP Amersfoort

Complexnummer: Smallepad MG Amersfoort Postbus BP Amersfoort Complexnummer: 518575 Smallepad 5 Kazematten complex Aantal complexonderdelen: Monumentnummers van complexonderdelen: 2 518577, 518576 Woonplaats : Gemeente: Provincie: Hoofdadres van hoofdobject: Complexomschrijving:

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - I

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - I Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen In de Coalitieoorlogen voerde de Franse regering de dienstplicht in. 2p 1 Leg uit dat zij hiermee de betrokkenheid van Franse

Nadere informatie

Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds

Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds 1. Onderzoeksopzet Datum: 23 november 2009 Opdrachtgever: Nationaal Restauratiefonds Doelgroep: Eigenaren van rijksmonumentale kerkgebouwen (3.880 panden)

Nadere informatie

Collegevoorstel. Zaaknummer: 00421740. subsidie restauratie molen Drunen

Collegevoorstel. Zaaknummer: 00421740. subsidie restauratie molen Drunen Collegevoorstel Inleiding In april 2014 verzocht de eigenaar van de Drunense molen Hertogin Johanna van Brabant de gemeente Heusden om een bijdrage in de restauratie daarvan. Hij vroeg om een aanvulling

Nadere informatie

NATUURSCHOONWET LANDGOED HET WITBREUK

NATUURSCHOONWET LANDGOED HET WITBREUK NATUURSCHOONWET LANDGOED HET WITBREUK Geachte commissie, Natuurschoonwet Landgoed Het Witbreuk draagt zorg voor natuur, landschap en cultuurhistorie. De bewoners de familie Witbreuk zijn rechtstreekse

Nadere informatie

In het open landschap van Oldambt is de geschiedenis nog zichtbaar. Als je er oog voor hebt en de kenmerken kunt herkennen laat het zich lezen als

In het open landschap van Oldambt is de geschiedenis nog zichtbaar. Als je er oog voor hebt en de kenmerken kunt herkennen laat het zich lezen als Werkgroep Oldambt In het open landschap van Oldambt is de geschiedenis nog zichtbaar. Als je er oog voor hebt en de kenmerken kunt herkennen laat het zich lezen als een boek. De Dollard is daarbij een

Nadere informatie

2. Wat er voor de mijngebouwen in de plaats is gekomen, bestaat uit groenvoorziening, woonwijken en zakelijk beton. Er is tijdens de grootscheepse

2. Wat er voor de mijngebouwen in de plaats is gekomen, bestaat uit groenvoorziening, woonwijken en zakelijk beton. Er is tijdens de grootscheepse 1. Als je vroeger voorbij Sittard over de Limburgse heuvels kwam dan zag je in het dal het trotse mijnencomplex liggen. Daar is tegenwoordig niets meer van over. Ik ben als kind opgegroeid in de tijd dat

Nadere informatie

Nieuwsbrief 1 maart 2012

Nieuwsbrief 1 maart 2012 Nieuwsbrief 1 maart 2012 De Heemshof Het gebied rond De Heemshof in Heemskerk wordt bedreigd door nieuwbouwplannen van de gemeente. Op verzoek van Lambert Koppers, eigenaar van De Heemshof en deelnemer

Nadere informatie

Waar het landschap een verhaal vertelt

Waar het landschap een verhaal vertelt Waar het landschap een verhaal vertelt Introductie Graafs KazemattenMuseum Het Graafs KazemattenMuseum is officieel geopend op 17 september 2011, exact 67 jaar nadat Amerikaanse parachutisten de nabij

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. tegen: hierna te noemen de tussenpersoon'.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. tegen: hierna te noemen de tussenpersoon'. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2006.4211 (126.06) ingediend door: hierna te noemen 'klaagster 1', hierna te noemen klager en klaagster 2, allen tezamen hierna

Nadere informatie

Goed beheerd, goed behouden.

Goed beheerd, goed behouden. Goed beheerd, goed behouden www.glk.nl Nota duurzame instandhouding van monumenten 2013 Oktober 2013 Vastgesteld door de directie op 25 november 2013 Goedgekeurd door de Raad van de Toezicht op 4 december

Nadere informatie

Inspectie rapport. Opname rapport Bosrand 16 Dwingeloo. Ing. B. Wortelboer

Inspectie rapport. Opname rapport Bosrand 16 Dwingeloo. Ing. B. Wortelboer Inspectie rapport Opname rapport Bosrand 16 Dwingeloo Ing. B. Wortelboer 28 mei 2015 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Inleiding... 4 1. Historische weging... 5 1.1. Opname binnenzijde voorhuis... 5 1.2. Opname

Nadere informatie

Ontspan op een historisch landgoed midden in de natuur

Ontspan op een historisch landgoed midden in de natuur Welkom! PERSOONLIJK Ontspan op een historisch landgoed midden in de natuur BEST WESTERN PREMIER Kasteel De Vanenburg biedt u in een sfeervolle landelijke omgeving volop gelegenheid om te ontspannen. Deze

Nadere informatie

Landschappelijk advies. Ontwikkeling Heereweg 460/460a, Lisse

Landschappelijk advies. Ontwikkeling Heereweg 460/460a, Lisse Landschappelijk advies Ontwikkeling Heereweg 460/460a, Lisse Landschapsbeheer Zuid-Holland Landschappelijke Advies ontwikkeling Waddinxveen, 12 september 2011 Opdrachtgever : Familie Bergman Tekst : Pieter

Nadere informatie

Lesbrief MAASVLAKTE 2 OPDRACHT 1 - TOPOGRAFIE EN AARDRIJKSKUNDE

Lesbrief MAASVLAKTE 2 OPDRACHT 1 - TOPOGRAFIE EN AARDRIJKSKUNDE Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - VMBO MAASVLAKTE 2 De haven van Rotterdam wordt te klein, omdat we steeds meer goederen bestellen uit verre landen. Daarom komt er een nieuw stuk haven: Maasvlakte

Nadere informatie

DE FAMILIE VAN LOON 130 _

DE FAMILIE VAN LOON 130 _ DE FAMILIE VAN LOON Mooi idee: je familie en huis jarenlang laten portretteren door schilders en fotografen. De roemrijke familie Van Loon uit Amsterdam deed dat. De indrukwekkende stapel familieportretten

Nadere informatie

Student: Rellum Veronique Richting: Infrastructuur (Bouwkunde) Studenten nr.: 05IS1001

Student: Rellum Veronique Richting: Infrastructuur (Bouwkunde) Studenten nr.: 05IS1001 Student: Rellum Veronique Richting: Infrastructuur (Bouwkunde) Studenten nr.: 05IS1001 19 augustus 2010 Inleiding : Inleiding Probleemstelling Doelstelling Indeling onderzoek: Monumentenzorg in Suriname

Nadere informatie

Gelselaar Beschermd Dorpsgezicht Wat betekent dat?

Gelselaar Beschermd Dorpsgezicht Wat betekent dat? Gelselaar Beschermd Dorpsgezicht Wat betekent dat? Gelselaar is aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Het is het tweede beschermde gezicht in de gemeente Berkelland. In 1972 is de Mallumse molen en de

Nadere informatie

Nieuwsbrief molen De Nachtegaal nr. 2, november 2011

Nieuwsbrief molen De Nachtegaal nr. 2, november 2011 Nieuwsbrief molen De Nachtegaal nr. 2, november 2011 Nachtegaal verhuisd Onder enorme belangstelling is Nachtegaal neergelaten op zijn nieuwe nest! De molen kon van zijn oude plek worden gehesen en met

Nadere informatie

Criteria funerair erfgoed. Gemeente Winsum. Inleiding Beleidskader Juridisch kader Criteria Afbakening Werkwijze...

Criteria funerair erfgoed. Gemeente Winsum. Inleiding Beleidskader Juridisch kader Criteria Afbakening Werkwijze... Criteria funerair erfgoed Gemeente Winsum INHOUD Inleiding... 2 Beleidskader... 2 Juridisch kader... 2 Criteria... 3 Afbakening... 4 Werkwijze... 4 Toelichting per criterium... 5 Waarderingsmatrix graven...

Nadere informatie

Beschermde Rijksmonumenten, 2017

Beschermde Rijksmonumenten, 2017 Indicator 6 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Vanaf de inwerkingtreding van

Nadere informatie

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart 2013 5,1 27 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders. Paragraaf 1 De Romeinen trekken zich terug. 1. Welke

Nadere informatie

Werkgroep Bouwhistorie Zutphen. Informatiekaart St. Janskerk. St. Janskerk

Werkgroep Bouwhistorie Zutphen. Informatiekaart St. Janskerk. St. Janskerk Informatiekaart St. Janskerk St. Janskerk De spits van deze lange slanke toren staat al eeuwen scheef. Hoe dat komt weten we niet, maar het zal tot in lengte van dagen wel zo blijven. De toren heeft niet

Nadere informatie

RIJKSWEG 4 TE GULPEN NIEUWE WAALRESEWEG 189 VALKENSWAARD

RIJKSWEG 4 TE GULPEN NIEUWE WAALRESEWEG 189 VALKENSWAARD RIJKSWEG 4 TE GULPEN NIEUWE WAALRESEWEG 189 VALKENSWAARD WWW.KLEMENT2.COM 043 323 35 11 Presentatie studiedag Rentmeesterschap en groen erfgoed De balans tussen lusten en lasten op een particuliere buitenplaats,

Nadere informatie

www.kv.nl/opdrachten/ Directeur Bevlogen, communicatief, (cultureel) ondernemend, innovatief Naarden Directeur Stichting Grote Kerk Naarden Organisatie Stichting Grote Kerk Naarden Stichting Grote Kerk

Nadere informatie

GROTE BLINKENDE VOGELS

GROTE BLINKENDE VOGELS GROTE BLINKENDE VOGELS LUISTERFRAGMENTEN over het leven in oorlog in St-Michiels 44 En toen zagen wij de ravage Dat was de enige keer in mijn leven dat ik mijn vader heb zien huilen Op Pinksterzondag 1944,

Nadere informatie

Historisch onderzoek. Workshop 3 restauratie- en bouwbranche. ArchTime Bureau voor Architectuurhistorie & Bouwhistorie. Janet Bosma.

Historisch onderzoek. Workshop 3 restauratie- en bouwbranche. ArchTime Bureau voor Architectuurhistorie & Bouwhistorie. Janet Bosma. Historisch onderzoek Workshop 3 restauratie- en bouwbranche 15 november 2018 Janet Bosma ArchTime Bureau voor Architectuurhistorie & Bouwhistorie Foto: Beeldbank Groningerarchieven, 818_9816 Monumentenzorg

Nadere informatie

Subsidieregeling restauratie monumenten

Subsidieregeling restauratie monumenten Subsidieregeling restauratie monumenten (geconsolideerde versie, geldend vanaf 1-1-2002 tot 1-1-2006) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Drenthe Officiële naam regeling Subsidieregeling

Nadere informatie

ARION een Griekse mythologische figuur als fameuze springbron in de tuinen van het Huys Ootmarsum

ARION een Griekse mythologische figuur als fameuze springbron in de tuinen van het Huys Ootmarsum ARION een Griekse mythologische figuur als fameuze springbron in de tuinen van het Huys Ootmarsum ARION. ets van Albrecht Dürer Tekening Koepeltuin Huys Ootmarsum door Schoenmaker. 1723.Rijksarchief Zwolle

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Bijdrage aan restauratie Kathedrale basiliek Sint Bavo BBV nr: 2016/439713

Raadsstuk. Onderwerp: Bijdrage aan restauratie Kathedrale basiliek Sint Bavo BBV nr: 2016/439713 Raadsstuk Onderwerp: Bijdrage aan restauratie Kathedrale basiliek Sint Bavo BBV nr: 2016/439713 1. Inleiding Tijdens de voorjaarsbehandeling hebben CDA, Hart voor Haarlem en de VVD aandacht gevraagd voor

Nadere informatie

Onderzoek Groep energieke restauratie

Onderzoek Groep energieke restauratie Onderzoek Groep energieke restauratie Energie Karakteristieken Boerderijen en Kerken Advies rapport Kerk Thema: 4.3 /4.4 Afstuderen Project: Energieke restauratie Opdrachtgever: B. Boschma Datum: 4-6-2012e

Nadere informatie

Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn Plangebied: Restaurant Koekenbier in het Koningin Emmapark, gemeente Medemblik Adviesnummer: 151 Opsteller: C. Schrickx, C. Soonius & M. H. Bartels Datum: 03-09-2012 Op verzoek van de gemeente Medemblik

Nadere informatie

Datum : 16 oktober 2007 Nummer PS : PS2007WMC03 Afdeling : ECV Commissie : WMC Registratienummer : 2007INT Portefeuillehouder : A.

Datum : 16 oktober 2007 Nummer PS : PS2007WMC03 Afdeling : ECV Commissie : WMC Registratienummer : 2007INT Portefeuillehouder : A. S T A T E N V O O R S T E L Datum : 16 oktober 2007 Nummer PS : PS2007WMC03 Afdeling : ECV Commissie : WMC Registratienummer : 2007INT201390 Portefeuillehouder : A. Raven Titel : Kadernotitie Erfgoedparels

Nadere informatie

gezellig Het was een leuke dag en het was leuk om deze dag te doen want beter Toppie leuk man het was prima Echt leuk Dag kan niet meer stuk

gezellig Het was een leuke dag en het was leuk om deze dag te doen want beter Toppie leuk man het was prima Echt leuk Dag kan niet meer stuk Hoe vonden jullie de dag vandaag? Positief feedback: gezellig Het was een leuke dag en het was leuk om deze dag te doen want beter dan les. Toppie man het was prima Echt leuk Dag kan niet meer stuk leerzaam,

Nadere informatie