BRUSSELS EXPO 1 / 45. Voor BRUSSELS EXPO, Belgiëplein BRUSSEL BRUSSELS EXPO:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BRUSSELS EXPO 1 / 45. Voor BRUSSELS EXPO, Belgiëplein 1 1020 BRUSSEL BRUSSELS EXPO:"

Transcriptie

1 BRUSSELS EXPO 1 / 45 BRUSSELS EXPO Belgiëplein BRUSSEL BRUSSELS EXPO: Salon: Stand: Conform de Wet op het Welzijn 04/08/1996, hoofdstuk IV, art.8 en de Europese Richtlijn 92/57 EEG K.B.T.M.B. van 25/01/2001, 19/01/2005 en latere aanpassingen Opgesteld door, Voor BRUSSELS EXPO, GHOOS P. Vinçotte Safety Engineer Preventieadviseur

2 BRUSSELS EXPO 2 / 45 VEILIGHEIDSBELEID EN DOELSTELLING U als exposant (of zijn aangestelde) en wij als veiligheidscoördinator hebben de morele plicht al het mogelijke te doen voor de veiligheid en de gezondheid van het personeel waar wij verantwoordelijk voor zijn. Tijdens werken in het kader van een salon of een evenement trachten wij een veiligheidsbeleid te voeren voor het personeel van de bedrijven die er tewerkgesteld zijn door optimale arbeidsomstandigheden na te streven. Veiligheid vormt een geïntegreerd deel van elke opdracht. Het naleven van deze veiligheidsvoorschriften is één van de absolute voorwaarden waaronder de werkzaamheden mogen worden uitgevoerd. Het niet naleven van deze regels kan de samenwerking tussen BRUSSELS EXPO, de organisator van het salon, de exposanten en de verschillende bedrijven in gevaar brengen. Daarom zullen alle verantwoordelijken er sterk op toezien dat de regels, zoals ze werden vastgelegd en ondertekend door een verantwoordelijke van elke firma, worden nageleefd. Bij het niet naleven van deze regels kan worden overgaan tot het sluiten van de stand van het betrokken bedrijf, totdat aan de regels voldaan is. Het gevoerde beleid is gesteund op ieders plicht onveilige situaties onmiddellijk te melden indien men ze niet zelf kan verhelpen. Het is bijgevolg verboden om in onveilige omstandigheden het werk uit te voeren. In het kader van het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming (A.R.A.B.), de CODEX en het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (A.R.E.I.), worden in dit document de veiligheids- en gezondheidsinstructies opgenomen die strikt nageleefd moeten worden binnen de terreinen van BRUSSELS EXPO. De veiligheidsvoorschriften van BRUSSELS EXPO en het Veiligheidsdocument voor de organisator moeten steeds op de het secretariaat van het salon of evenement aanwezig zijn. Vertegenwoordiger van de exposant Voor BRUSSELS EXPO.. Veiligheidscoördinatie : VINÇOTTE De heer Peter Ghoos Vinçotte Safety Engineer Preventieadviseur Dit veiligheids- en gezondheidsplan werd opgesteld door AIB-VINÇOTTE INTERNATIONAL, Vinçotte Safety Engineers, dat er alle rechten inzake inhoud en vorm op behoudt. Het mag slechts gebruikt worden binnen het kader van dit project: BRUSSELS EXPO: veiligheidscoördinatie van de salons en evenementen. Noch dit document, noch gedeelten ervan mogen worden gereproduceerd of worden opgeslagen in een retrival systeem in welke vorm ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van A V Internationaal. Aanpassingen A 27/05/08 B 23/06/10 C 14/07/11 D E F G H Dit veiligheidsplan werd bijgehouden door de organisator Mevr/Dhr... en overhandigd aan de afgevaardigde van BRUSSELS EXPO, Mevr./Dhr.... Te Brussel op / / 201. Voor ontvangst: Naam en functie: Handtekening :...

3 BRUSSELS EXPO 3 / 45 INHOUDSTAFEL HOOFDSTUK 1. ALGEMENE INLICHTINGEN Beschrijving van het te realiseren bouwwerk Lijst met namen en adressen van de tussenkomende partijen Veiligheidscoördinator ontwerp & verwezenlijking Belangrijke telefoonnummers:... 7 HOOFDSTUK 2. UITVOERING VAN DE OPDRACHT VEILIGHEIDSCOÖRDINATIE Wettelijke bepalingen de taken van de actoren... 8 HOOFDSTUK ORGANISATIE VAN DE VEILIGHEID EN GEZONDHEID Veiligheids-,gezondheids- en milieucharter Opleiding en instructies van de arbeiders Verplichting veiligheidsvoorschriften na te leven Wettelijke keuringen en oplevering van de arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen HOOFDSTUK 4. ORGANISATIE VAN DE HULPVERLENING Maatregelen in geval van een ongeval Maatregelen in geval van een arbeidsongeval Specifieke instructies in geval van een brand / explosie / bomalarm HOOFDSTUK 5. ALGEMENE PREVENTIEMAATREGELEN EN MINIMUMVOORSCHRIFTEN DEEL A ALGEMENE MINIMUMVOORSCHRIFTEN VOOR ARBEIDSPLAATSEN OP BOUWPLAATSEN DEEL B SPECIFIEKE MINIMUMVOORSCHRIFTEN VOOR DE WERKPLEKKEN OP BOUWPLAATSEN Afdeling I. Werkplekken in ruimten op de bouwplaatsen Afdeling II. Werkplekken in de open lucht op bouwplaatsen HOOFDSTUK 6. MAATREGELEN, EIGEN AAN DE INRICHTING OF ACTIVITEITEN De algemene maatregelen De specifieke maatregelen HOOFDSTUK 7. TE VERWACHTEN RISICO S Bespreking van de mogelijk te verwachtte risico s bij een salon, voornamelijk uit modulaire laagbouw (hoogte < 2,5m) Bespreking van de mogelijke risico s bij een salon, met lage niet modulaire standen Bespreking van de te verwachtte risico s bij een salon, voornamelijk uit modulaire hoogbouw (hoogte > 2,5m) Bespreking van de eventuele risico s bij een salon, met hoge niet modulaire standen (zowel deze met toegankelijke verdiepingen als deze zonder verdieping), anders Het plaatsen van verlichting en audiovisueel materiaal HOOFDSTUK 8. DE AANWEZIGE RISICO S De aanwezige risico s Instructies brand: BIJLAGEN BELGIËPLEIN BELGIËPLEIN VEILIGHEIDS-, GEZONDHEIDS- EN MILIEUCHARTER VOOR DE AANNEMER VAN DE ORGANISATOR A. GEGEVENS VAN DE STANDENBOUWER / DECORATEUR / AANNEMER TOOLBOXMEETING NAAM SALON / EVENEMENT Bijlage 1 : Exposantenlijst, aannemers van de exposanten en aannemers van de organisator Bijlage 2 : Meldingsformulier arbeidsongevallen Bijlage 3 : Veiligheids, gezondheids- en milieucharter Bijlage 4: Risico-inventarisatie en evaluatie door de exposanten en aannemers Bijlage 5: Voorbeeld verslag toolboxmeeting Bijlage 6: Opmerkingen van tussenkomende partijen Bijlage 7: Introductiefiche

4 BRUSSELS EXPO 4 / 45 Bijzondere bepalingen betreffende werkzaamheden, uitgevoerd in het kader van de opbouw en de demontage van de salons of evenementen op de terreinen van BRUSSELS EXPO Tijdens de opbouw van een salon of een evenement zijn er verschillende aannemers werkzaam. Deze zijn in te delen in twee verschillende groepen: - enerzijds zijn er aannemers aanwezig die instaan voor het effectief realiseren van standen - anderzijds zijn er aannemers (arbeiders) die eerder een ondersteunende taak hebben, zoals aansluiting telefoon, elektriciteit, gas en water Dit veiligheidsplan werd opgesteld voor de eerste groep van aannemers. De tweede groep is ofwel personeel van BRUSSELS EXPO, ofwel derden. Betreffende de werken met derden verwijzen wij naar het: Algemene veiligheidsvoorschriften voor de aannemer / contractor bij de uitvoering van werken in opdracht van BRUSSELS EXPO.

5 BRUSSELS EXPO 5 / 45 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE INLICHTINGEN 1.1. BESCHRIJVING VAN HET TE REALISEREN BOUWWERK KORTE OMSCHRIJVING VAN HET SALON. zie verslag van de memovergadering ADRES BOUWPLAATS / WELKE PALEIZEN: BRUSSELS EXPO BELGIËPLEIN BRUSSEL PALEIS: ZIE MEMOVERGADERING NAAM VAN DE STAND: NUMMER VAN DE STAND: AARD VAN DE WERKEN: A. Voorbereidende fase: (uitgevoerd door personeel van BRUSSELS EXPO, de organisator of door derden aangesteld door BRUSSELS EXPO) Uitzetten van de stands Hiervoor wordt een afspraak gemaakt tussen een vertegenwoordiger van BRUSSELS EXPO enerzijds en de organisatie anderzijds. Voorbereidende werken voor het aansluiten van: - Ophangpunten - Elektriciteit - Water - Telefoon - Gas - Perslucht - Schrappen wat niet pas op basis info van het charter B. De eigenlijke opbouw van het salon / evenement (opbouw door één of meerdere aannemers van de organisator en / of exposanten): De opbouw van de standen is in te delen in verschillende soorten: - Lage modulaire standen (<2,5m) - Lage niet modulaire standen (<2,5m) - Hoge modulaire standen (>2,5 m) - Hoge niet modulaire standen, zonder verdieping (>2,5 m) - Standen met toegankelijke verdieping In vele gevallen wordt de opbouw van de standen voorafgegaan door het plaatsen van professionele verlichtingsstructuren. Schrappen wat niet pas op basis info van het charter

6 BRUSSELS EXPO 6 / PERIODE VAN HET SALON zie verslag van de memovergadering 1.2. LIJST MET NAMEN EN ADRESSEN VAN DE TUSSENKOMENDE PARTIJEN BRUSSELS EXPO OPDRACHTGEVER IVM DE VEILIGHEIDSCOÖRDINATIE Adres: Belgiëplein BRUSSEL Tel.: Fax: Vertegenwoordigd door, Preventieadviseur Mevr / Dhr... Exhibition & Event Coordination (zie verslag van de memovergadering) ORGANISATOR VAN HET SALON (zie verslag van de memovergadering) AANNEMERS VAN DE ORGANISATOR VAN HET SALON De aannemers wordt door de organisator aan de veiligheidscoördinator meegedeeld. Deze aannemers vullen het veiligheidscharters aannemers (zie bijlage 3) en voegen steeds een risicoanalyse toe EXPOSANT VAN DE BETREFFENDE STAND op basis info van het charter EEN OVERZICHT VAN ALLE AANNEMERS VAN EXPOSANTEN Op basis info van het charter 1.3. VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR ONTWERP & VERWEZENLIJKING AIB-VINÇOTTE International - Division Vinçotte Safety Engineers Business Class Kantorenpark Jan Olieslagerslaan 1800 Vilvoorde -Te contacteren persoon op kantoor: Deleu Caroline -Tel.: Fax : cdeleu@ vincotte.be Of de contractmanager voor BRUSSELS EXPO: Dhr. Ghoos P. GSM: pghoos@ vincotte.be -Veiligheidscoördinator: Dhr. Ghoos P. GSM: pghoos@ vincotte.be

7 BRUSSELS EXPO 7 / BELANGRIJKE TELEFOONNUMMERS: INTERN EXTERN Rescue Team: - Eerste hulp bij ongevallen - Brand - Bomalarm G4S Permanentie BRUSSELS EXPO Bewaking Salon = dect Rescue Indien nodig organiseert de hulpverlener medische bijstand en roept hij een ziekenwagen op Zie memovergadering Verantwoordelijke evacuatie Zie memovergadering Ziekenhuis AZ VUB Jette Hospitaal Brugman Via 8221 De hulpverlener organiseert de medische bijstand en roept indien nodig een ziekenwagen op. Federale politie 8230 Bij afwezigheid: 101 of (Stephaniestraat 87) Antigifcentrum Technische Inspectie: NAVB: Enkel G4S mag de ambulancedienst oproepen. De verantwoordelijke van het organiserend comité, die kan beslissen over een eventuele evacuatie van het paleis, wordt vermeld in het verslag van de memovergadering.

8 BRUSSELS EXPO 8 / 45 HOOFDSTUK 2. UITVOERING VAN DE OPDRACHT VEILIGHEIDSCOÖRDINATIE 2.1. WETTELIJKE BEPALINGEN 2.2. DE TAKEN VAN DE ACTOREN Toezien op arbeidsveiligheid en veilig werken is niet alleen de taak van de veiligheidscoördinator, maar is de taak van alle betrokken partijen. Het doel is zo veilig mogelijk, binnen de voorziene termijn, een stand op te bouwen DE EXPOSANT EN ZIJN AANNEMER Hij verbindt er zich toe zijn verplichtingen inzake Veiligheid, Gezondheid en Milieu strikt na te leven en hij dient de wetten en Euro-richtlijnen i.v.m. arbeidsmiddelen en Persoonlijke BeschermingsMiddelen (PBM s) toe te passen De exposant of zijn aannemer dient in de geest van de Wet op het Welzijn te handelen: Het is onvoldoende de arbeidsveiligheid en -gezondheid in de enge zin te behandelen. Men moet de nodige interesse tonen naar het welzijn van de werknemer in zijn totaliteit. Dit impliceert dat men niet alleen onveilige en ongezonde situaties moet vermijden of uitschakelen, maar ook dat men op een positieve wijze het welzijn moet bevorderen. Welzijn gaat om een algemene zorgvuldigheidsplicht die op redelijke wijze geïnterpreteerd moet worden. Men dient niet alleen rekening te houden met preventiebeginselen van technische aard, maar ook met wat haalbaar is voor de onderneming, ondermeer op economisch, ethisch en sociaal vlak. Dit impliceert dat men reeds veilig moet denken tijdens het ontwerp van de stand, zodat een onveilige situatie ten gevolge van slecht ontwerp (standpunt arbeidsveiligheid) kan vermeden worden. Men moet dit veilig denken doortrekken tijdens de fase van planning (door bvb de werken zo te plannen dat boven elkaar werken uitgesloten is), en tijdens de fase van uitvoering (vb: leuningen onmiddellijk plaatsen, enkel een laadzone vrij laten, en niet op het einde van het werk). Aangezien het veiligheids-, gezondheids- en milieucharter een basisindicator is voor de veiligheidscoördinator, dient elke betrokken partij die werken uitvoert dit charter in te vullen en TIJDIG aan de veiligheidscoördinator te bezorgen. Op het belang van het correct en volledig invullen van dit charter zal later nog teruggekomen worden. Aangezien het charter kadert in het informeren van de werkgever in wiens inrichting werknemers werkzaamheden komen uitvoeren is het invullen van dit charter WETTELIJK VERPLICHT. Sommige firma s beschikken mogelijk niet over een risicoanalyse en misschien weten ze niet wat dit juist inhoud, laat staan hoe men dit dient op te stellen. In die gevallen voorziet de Belgische wetgeving dat men een beroep moet doen op een erkende externe preventiedienst ( vrij te kiezen). Tijdens één van de bezoeken van de externe preventiedienst kan men de aannemer samen met de externe preventiedienst de risicoanalyse opstellen. Tijdens de opbouw zal de aannemer medewerking verlenen aan de veiligheidscoördinator en zal op basis van opmerkingen van de veiligheidscoördinator ONMIDDELLIJK de nodige aanpassingen doorvoeren, en dit in het kader van art 5 1 van de Wet op het Welzijn:

9 BRUSSELS EXPO 9 / 45 Art5 1 De werkgever treft de nodige maatregelen ter bevordering van het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Daartoe past hij de volgende algemene preventiebeginselen toe: a) Risico's voorkomen; b) de evaluatie van risico's die niet kunnen worden voorkomen; c) de bestrijding van de risico's bij de bron; d) de vervanging van wat gevaarlijk is door dat wat niet gevaarlijk of minder gevaarlijk is; e) voorrang aan maatregelen inzake collectieve bescherming boven maatregelen inzake individuele bescherming; f) de aanpassing van het werk aan de mens, met name wat betreft de inrichting van de werkposten, en de keuze van de werkuitrusting en de werk- en productiemethoden, met name om monotone arbeid en tempogebonden arbeid draaglijker te maken en de gevolgen daarvan voor de gezondheid te beperken; g) zo veel mogelijk de risico's inperken, rekening houdend met de ontwikkelingen van de techniek; h) de risico's op een ernstig letsel inperken door het nemen van materiële maatregelen met voorrang op iedere andere maatregel; i) de planning van de preventie en de uitvoering van het beleid met betrekking tot het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk met het oog op een systeembenadering waarin onder andere volgende elementen worden geïntegreerd: techniek, organisatie van het werk, arbeidsomstandigheden, sociale betrekkingen en omgevingsfactoren op het werk; j) de werknemer voorlichten over de aard van zijn werkzaamheden, de daaraan verbonden overblijvende risico's en de maatregelen die erop gericht zijn deze gevaren te voorkomen of te beperken: 1 bij zijn indiensttreding; 2 telkens wanneer dit in verband met de bescherming van het welzijn noodzakelijk is; k) het verschaffen van passende instructies aan de werknemers en het vaststellen van begeleidingsmaatregelen voor een redelijke garantie op de naleving van deze instructies DE ORGANISATOR Tijdens de voorbereiding van het salon of evenement zal de organisator het veiligheids-, gezondheids- en milieucharter aan de verschillende exposanten en aan zijn eigen aannemers bezorgen en hen voldoende informeren over het belang en de wettelijke verplichting van dit charter. De veiligheidscoördinator bezorgt de organisator een lijst met ontbrekende charters en het is de taak van de organisator om de ontbrekende gegevens op te vragen of een herinnering te zenden naar deze exposanten (en hen wijzen op hun wettelijke taak om een charter in te vullen). De aannemers die rechtstreeks voor de organisator werken zullen STEEDS een risicoanalyse aan het charter toevoegen omdat hun werken mogelijk een verhoogd risico met zich meebrengen (o.a. intern transport, werken in de hoogte, ) De organisator verdeelt de beschikbare oppervlakten tussen de verschillende exposanten, evenals de oppervlakten voorbehouden aan de inrichters van de stands en deze voor de bezoekers. De organisator zorgt dat deze plannen tijdig (zie tevens veiligheidsreglement van BRUSSELS EXPO) aan AIB-Vinçotte 1 worden overgemaakt zodat deze de nodige tijd heeft ze te controleren en er eventuele opmerkingen over te maken. De organisator is verantwoordelijk voor het plaatsen van de infrastructuur nodig voor de opbouw, de werking en het demonteren van het salon (gemeenschappelijke decoratie, spandoeken, onthaal, ). Hij bepaalt de toegangen (met de openingsuren) voor de verschillende tussenkomende partijen gedurende de periode van het salon. 1 De plannen dienen overgemaakt worden aan AIB-Vinçotte, TAV de heer Peter Ghoos, Business Class Kantorenpark, Jan Olieslagerslaan,1800 Vilvoorde

10 BRUSSELS EXPO 10 / 45 Hij duidt, indien nodig, lokalen of voorbehouden zones aan (zone voor opslag van materiaal, werkzone, wachtzone, ). Vanaf de eerste dag van de opbouw van het salon stelt de organisator een kaft met dit veiligheidscoördinatiedocument (aangevuld met eventuele bijlagen en het verslag van de memovergadering) ter beschikking van alle geïnteresseerde partijen en het FOD WASO ( de Technische Inspectie). Indien gevraagd, zal de organisator het verslag van de veiligheidsrondgang tijdens de opbouw reeds aan de betrokken partijen overmaken, zodat zij de nodige maatregelen kunnen treffen vóór de aanvang van de afbraakwerken. Na het salon zal de organisator de opmerkingen van de veiligheidscoördinator aan alle betrokken partijen bezorgen of eventueel op een nabespreking met de exposanten bespreken overlopen. Indien er aan de organisator melding gemaakt wordt van onverantwoord onveilig gedrag, zal hij dit nagaan en desgevallend de nodige maatregelen treffen, welke voorzien werden in art 9 van de Wet op het Welzijn. Art. 9.- De werkgever in wiens inrichting werknemers van ondernemingen van buitenaf werkzaamheden komen uitvoeren, is er toe gehouden: 1 deze onderneming te weren waarvan hij kan weten dat de werkgever de verplichtingen opgelegd door deze wet en zijn uitvoeringsbesluiten ten aanzien van zijn werknemers niet naleeft; 2 met de werkgever van de onderneming van buitenaf een overeenkomst te sluiten waarin inzonderheid de volgende bedingen zijn opgenomen: a) de werkgever van de onderneming van buitenaf verbindt er zich toe zijn verplichtingen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk die eigen zijn aan de inrichting waarin zijn werknemers werkzaamheden komen uitvoeren na te leven; b) indien de werkgever van de onderneming van buitenaf zijn onder a) bedoelde verplichtingen niet of gebrekkig naleeft, kan de werkgever in wiens inrichting de werkzaamheden worden uitgevoerd zelf de nodige maatregelen treffen, in de bij de overeenkomst bepaalde gevallen, op kosten van de werkgever van de onderneming van buitenaf; 3 zelf, na ingebrekestelling van de werkgever van de onderneming van buitenaf, de nodige maatregelen in verband met het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk eigen aan zijn inrichting te treffen, indien de werkgever van de onderneming van buitenaf deze maatregelen niet neemt of zijn verplichtingen gebrekkig naleeft. Samenvattend kunnen we stellen dat de mogelijke maatregelen de volgende zijn: - stilleggen 2 van de werken tot de nodige aanpassingen doorgevoerd werden - op kosten van de aannemer zelf de nodige maatregelen treffen - in de toekomst een onveilige aannemer weigeren. Alle exposanten zouden de mogelijkheid moeten hebben om dit veiligheidsplan te kunnen inzien. Derhalve zouden wij U willen vragen om het veiligheidscoördinatiedocument in het secretariaat ter beschikking van de geïnteresseerden te stellen. Daarbuiten zouden wij aan de organisator willen vragen om ten minste de volgende documenten aan de exposanten over te maken: - de algemene inlichtingen betreffende veiligheidscoördinatie 2 Als we spreken over stilleggen der werken,kan dit gaan van enkele seconden tot langere tijd, afhankelijk van de medewerking van de aannemer en de tijd die nodig is om de nodige aanpassingen door te voeren.

11 BRUSSELS EXPO 11 / 45 - het veiligheids-, gezondheids- en milieucharter (al dan niet aangevuld met een blanco voorbeeld van een risicoanalyse) - de informatiebrochure aannemers Indien alle standen echter door de aannemer van de organisator worden opgebouwd, moeten de exposanten (of hun aannemers) geen charter invullen (daar ze zelf geen echte werken uitvoeren). In dat geval moeten wij uiteraard het charter van de aannemers van de organisator ontvangen. Om de coördinator de mogelijkheid te geven om de coördinatie degelijk op te volgen, vragen wij U om de introductiefiche (Bijlage 7) tijdig in te vullen en aan de veiligheidscoördinator terug te mailen. De bedoeling van het document is de coördinator de juiste gegevens betreffende organisator te bezorgen, evenals een contactpersoon, zodat hij U bij eventuele vragen verder kan inlichten. Daarbuiten zal hij U op de hoogte houden van het al dan niet ontvangen van charters van de exposanten en de aannemers BRUSSELS EXPO: DE PREVENTIEADVISEUR EN DE EXHIBITION & EVENTS COORDINATION De Exhibition & Events Coordination is de contactpersoon voor de organisator. Zij / hij bezorgt de veiligheidscoördinator de nodige gegevens over de organisator en staat de veiligheidscoördinator bij in het sensibiliseren van de andere actoren. Tevens staan de Exhibition & Events Coordination in voor het verdelen van dit veiligheidsplan aan de verschillende organisatoren. De preventieadviseur is de contactpersoon van de veiligheidscoördinator. Hij evalueert de rapporten van de veiligheidscoördinator en zal indien nodig bij de organisator verder aandringen om de nodige maatregelen te treffen DE VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR Binnen zijn taak, opgegeven door BRUSSELS EXPO, zal de veiligheidscoördinator de organisator zoveel mogelijk bijstaan en hem voorafgaandelijk informeren over de coördinatie. Hij stelt de nodige documenten voor de exposanten ter beschikking van de organisator. De veiligheidscoördinator houdt BRUSSELS EXPO op de hoogte van de gemaakte afspraken met de organisator. De veiligheidscoördinator tracht per fase van werken een veiligheidsrondgang te houden. Het aantal bezoeken tijdens de fase opbouw en demontage is afhankelijk van salon tot salon. Hij adviseert de andere actoren inzake arbeidsveiligheid en streeft een continu verhoogd veiligheidsniveau na DE TECHNISCHE INSPECTIE / FOD WASO De Technische Inspectie zal op geregelde tijdstippen een willekeurig salon / evenement controleren. Wij zullen bij FOD WASO ook aandringen om ons steeds de nodige feed-back te ebzorgen, zodat wij dit kunnen bespreken met de organisator en BRUSSELS EXPO. Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie, houden de door de Koning aangewezen ambtenaren (de Technische Inspectie) toezicht op de naleving van deze wet (de Wet op het Welzijn) en de uitvoeringsbesluiten ervan. Deze ambtenaren oefenen dit toezicht uit overeenkomstig de bepalingen van de wet van 16 november 1972 betreffende de Arbeidsinspectie.

12 BRUSSELS EXPO 12 / 45 Bij het vaststellen van inbreuken kunnen zij: - de werken stilleggen en verzegelen zolang de nodige aanpassingen niet gebeurd zijn - in wel bepaalde omstandigheden een geldboete uitschrijven

13 BRUSSELS EXPO 13 / 45 HOOFDSTUK 3. ORGANISATIE VAN DE VEILIGHEID EN GEZONDHEID 3.1. VEILIGHEIDS-,GEZONDHEIDS- EN MILIEUCHARTER 3 Het charter is het basisdocument voor het uitvoeren van de veiligheidscoördinatie. Indien de veiligheidscoördinator deze gegevens niet ontvangt, is het onmogelijk om de veiligheidscoördinatie naar behoren op te volgen. Elke exposant die door een aannemer werken laat uitvoeren tijdens de opbouw of afbraak van een salon en een evenement is wettelijk verplicht dit document in te vullen. Het document is nuttig voor de veiligheidscoördinator om zich een beeld te kunnen vormen van het salon en de werken van elke aannemer. A. Invullen van het charter Iedere exposant die door een aannemer werken laat uitvoeren moet een veiligheids-, gezondheids- en milieucharter invullen, conform artikel 8 en 29 van de Wet op het welzijn. Onder een aannemer verstaat men elke onderneming, of persoon, die werken uitvoert in het kader van de opbouw of de demontage van een salon op het domein van BRUSSELS EXPO (vb: de standenbouwer, ) Dit veiligheids-, gezondheids- en milieucharter wordt minimaal één week (te bepalen met de organisatie) vóór de aanvang van de werkzaamheden door de exposant aan de veiligheidscoördinator bezorgd en dit via de Organisatie of BRUSSELS EXPO. B. In het geval van werken met een onderaannemer Alle onderaannemers of nevenaannemers dienen op het charter vermeld te worden, tevens dienen zij, afhankelijk van hun werken, in sommige gevallen (zie veiligheidscharter) een risicoanalyse op te stellen. C. Inhoud van het veiligheids-, gezondheids- en milieucharter Dit veiligheids-, gezondheids- en milieucharter bevat minstens de gegevens vermeld in de model-overeenkomst in bijlage 03, in sommige gevallen aangevuld met een risicoanalyse. Deze risicoanalyse geeft de werkmethodes en de middelen, de mogelijke risico s inherent aan de werkzaamheden aan en omschrijft de preventiemaatregelen die de niet aanvaardbare risico s tot een minimum of tot een aanvaardbaar niveau zullen herleiden. Een voorbeeld van risicoanalyse werd uitgewerkt in bijlage 3.2. OPLEIDING EN INSTRUCTIES VAN DE ARBEIDERS. Aan de werknemers moet conform de wetgeving een veiligheids- en gezondheidsopleiding worden verstrekt. Deze opleiding moet gericht zijn op de werkpost of de functie binnen het project. Indien de veiligheidscoördinator tijdens zijn rondgang vaststelt dat arbeiders bepaalde minimum veiligheidsvoorschriften niet naleven, kan de veiligheidscoördinator aan de verantwoordelijke van de stand vragen om een korte toolbox betreffende de problematiek te houden. De verantwoordelijke zal de uitgeschreven toolbox na afloop, ondertekend door alle aanwezigen, onmiddellijk aan de veiligheidscoördinator 3 Het veiligheids-, gezondheids- en milieucharter = plechtige verklaring of overeenkomst, conform art 29 van de wet op het welzijn;

14 BRUSSELS EXPO 14 / 45 bezorgen. Indien de verantwoordelijke elke medewerking weigert, kan de veiligheidscoördinator dit aan de organisator meedelen en vragen de nodige maatregelen te treffen (het is te zeggen: het stilleggen van de werken van de aannemer) Veiligheidsvoorlichting wordt georganiseerd voor het personeel Veiligheidsvoorlichting Via de organisator ontvangen alle exposanten van de organisatie een veiligheidsbrochure Gebruik van vuurvergunningen Zie veiligheidsreglement BRUSSELS EXPO: artikel VERPLICHTING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN NA TE LEVEN. Zie algemene voorschriften: artikel 8: De inrichtings en versieringswerken moeten zodanig uitgevoerd worden dat zij op geen enkele wijze het onroerend goed bestaande uit de gebouwen van BRUSSELS EXPO beschadigen, de werking of de besturing van de uitrusting van deze gebouwen hinderen en tenslotte rechtstreeks of onrechtstreeks gevaar opleveren voor personen en goederen ongeacht de welke. De verkavelingplannen van de manifestaties moeten ten gepaste tijd voor goedkeuring voorgelegd worden aan de veiligheidscoördinator. Deze algemene voorschriften doen geen afbreuk aan de verplichtingen die voortvloeien uit: - de wetten en reglementen van toepassing in België op het gebied van de arbeidsveiligheid en gezondheid op datum van uitvoering van het contract, - de voorschriften van het ARAB, de CODEX, en de voorschriften van het AREI, - de van toepassing zijnde milieuvoorschriften (bv. BIM, enz.). Het ARAB, Codex,.. is met andere woorden voor alle partijen die werken moeten uitvoeren op terrein van BRUSSELS EXPO geldig. Dit houdt concreet in dat een zelfstandige eveneens al zijn toestellen die onderhevig zijn aan een keuring (we denken hierbij in eerste plaats aan kranen, hoogwerkers, ) moet laten keuren. De controle op de naleving van de veiligheidsvoorschriften gebeurt door de hiërarchische lijn van de aannemer. BRUSSELS EXPO, de organisator en / of de veiligheidscoördinator behouden zich het recht iedere persoon die de veiligheidsvoorschriften niet naleeft, andere personen in gevaar brengt, onder invloed van drank of buitensporige medicatie is, weg te zenden en hem de toegang tot de terreinen van BRUSSELS EXPO te ontzeggen. BRUSSELS EXPO, de organisator en de veiligheidscoördinator hebben steeds het recht: de werkzaamheden en de naleving van de verplichtingen inzake veiligheid en gezondheid te controleren; na een mondelinge ingebrekestelling van de aannemer, de werkzaamheden stoppen te zetten indien naar hun mening het materieel, de werktuigen en / of werkmethodes zelf of de wijze van uitvoering onaanvaardbare risico s inhouden voor de mens, uitrusting of omgeving (dit zal uiteraard in het verslag op het einde van de opbouw opgenomen worden) De werkzaamheden mogen slechts opnieuw hervat worden nadat de aannemer bewezen heeft bekwaam te zijn om in normale en veilige omstandigheden te werken.

15 BRUSSELS EXPO 15 / 45 om zelf de nodige maatregelen inzake veiligheid en gezondheid te treffen, op kosten van de aannemer die in gebreke is gebleven, in de hierna opgesomde gevallen indien de aannemer zijn verplichtingen niet of gebrekkig nakomt, nl. : 1. plaatsen /instandhouden van collectieve beschermingsmiddelen tegen val uit de hoogte; 2. correcte opbouw van een rolstelling; Iedere werknemer heeft de plicht tekortkomingen of onveilige situaties, waarvan hijzelf de oorzaak niet is, onmiddellijk te melden aan zijn hiërarchie, welke deze doorgeeft aan deorganisator of de veiligheidscoördinator. Elke melding zal met de nodige aandacht worden geregistreerd in het verslag van de rondgang. Noodzakelijke acties zullen genomen worden om een bevredigende oplossing te bieden voor het gestelde probleem en besproken worden met de organisator WETTELIJKE KEURINGEN EN OPLEVERING VAN DE ARBEIDSMIDDELEN EN PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN Bijzondere aandacht dient besteed te worden aan de hiernavolgende wettelijke opdrachten: a) de periodieke keuring van hefwerktuigen en het hijsgereedschap; b) de oplevering van installaties conform het voorkomingbeleid zoals voorzien in de Wet op het welzijn en zijn uitvoeringsbesluiten, meer bepaald in de wetgeving inzake de Arbeidsmiddelen. c) Het gelijkvormigheidsonderzoek van elektrische installaties conform de artikelen 270 en 272 van het AREI (Algemeen reglement op de elektrische installaties). d) de eventuele periodieke keuring van de persoonlijke beschermingsmiddelen conform het voorkomingbeleid zoals voorzien in de Wet op het welzijn en zijn uitvoeringsbesluiten, en meer bepaald in de wetgeving betreffende de Persoonlijke Beschermingsmiddelen.

16 BRUSSELS EXPO 16 / 45 HOOFDSTUK 4. ORGANISATIE VAN DE HULPVERLENING 4.1. MAATREGELEN IN GEVAL VAN EEN ONGEVAL INDELING VAN DE (ARBEIDS)ONGEVALLEN: Incidenten Ongevallen Arbeidsongevallen Ernstige arbeidsongevallen Zeer ernstige arbeidsongevallen Ongevallen zonder werkverlet < dan 1 dag werkonbekwaamheid < dan 30 dagen werkonbekwaamheid > dan 30 dagen werkonbekwaamheid of blijvende arbeidsongeschiktheid < 25% Dodelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid van > 25% E.H.B.O. RESCUE TEAM: De eerste hulp bij ongevallen zal besproken worden tijdens de memovergadering. De organisator zorgt ervoor dat er bij de bewakingsfirma op z n minst één hulpverlener aanwezig is. Op de terreinen van BRUSSELS EXPO is er één gezamenlijke E.H.B.O.-post ingericht. Dit lokaal bevindt zich aan hek G en is aangeduid met bijgaand pictogram G4S is verantwoordelijk voor de inrichting en uitrusting van het lokaal HULPVERLENERS: G4S voorziet één gekwalificeerde E.H.B.O.-hulpverlener binnen de terreinen van BRUSSELS EXPO (de kosten van deze hulpverlener zullen verdeeld worden onder de verschillende organisatoren die op dat ogenblik aanwezig zijn). Intern telefoonnummer: 8221 Geen enkele aannemer wordt hierbij vrijgesteld van zijn verplichting om vanaf twintig tewerkgestelde werknemers op de bouwplaats (onderaannemers inbegrepen), zelf een E.H.B.O.-hulpverlener op de bouwplaats te hebben MAATREGELEN IN GEVAL VAN EEN ARBEIDSONGEVAL. Indien een ongeval gebeurt waarbij directe hulpverlening noodzakelijk is, zal het slachtoffer of de getuige zo snel mogelijk zijn hiërarchie hierover informeren. Naargelang de ernst van het ongeval zal deze beroep doen op de hulpdiensten INSTRUCTIES Bij een arbeidsongeval wordt onmiddellijk een hulpverlener (intern telefoonnr. 8221) verwittigd, met vermelding van de plaats en de ernst van het ongeval.

17 BRUSSELS EXPO 17 / 45 Bij een niet ernstig arbeidsongeval zal de hulpverlener het slachtoffer verzorgen, en hem eventueel doorverwijzen naar dokter of ziekenhuis. Bij een ernstig arbeidsongeval zullen de eerste zorgen door de hulpverlener (G4S) ter plaatse gegeven worden. Tezelfdertijd worden de hulpdiensten verwittigd (door G4S). Bij twijfels over de staat van het slachtoffer (bijvoorbeeld na val van hoogte en/of risico's voor de wervelkolom) het slachtoffer niet verplaatsen maar wachten op de hulpdiensten of de gekwalificeerde hulpverlener KENNISGEVING VAN ARBEIDSONGEVALLEN Ernstige arbeidsongevallen moeten onmiddellijk gemeld worden aan de organisator, BRUSSELS EXPO, zijn preventieadviseur en de veiligheidscoördinator. Het arbeidsongeval dient onmiddellijk gemeld te worden aan de inzake arbeidsveiligheid bevoegde ambtenaar (technische arbeidsinspectie), nl.: - Binnen de 10 kalenderdagen in geval van een tijdelijke werkonbekwaamheid. < 30 kalenderdagen - Binnen de 2 kalenderdagen in geval van een tijdelijke werkonbekwaamheid > 30 kalenderdagen of blijvende werkonbekwaamheid - Onmiddellijk in geval van een dodelijk arbeidsongeval of blijvenden werkonbekwaamheid van > 25%. Van elk arbeidsongeval dient er een volledig verslag opgesteld te worden door de betrokken werkgever of zijn preventieadviseur en overgemaakt te worden aan BRUSSELS EXPO en de veiligheidscoördinator, en dit binnen de 48 uren na het ongeval. Meldingsformulier arbeidsongevallen: Zie bijlage SPECIFIEKE INSTRUCTIES IN GEVAL VAN EEN BRAND / EXPLOSIE / BOMALARM. Te bespreken tijdens de memovergaderingen. Wij verwijzen naar het veiligheidsreglement van BRUSSELS EXPO: 6.22: In de tentoonstellingshallen moet een doorlopende en actieve bewaking worden uitgeoefend om mogelijke branden op te sporen, te melden en vanaf het begin te bestrijden in afwachting van de komst van de brandweer en dit zowel tijdens de opbouw, de manifestatie, als de afbraak,.

18 BRUSSELS EXPO 18 / 45 HOOFDSTUK 5. ALGEMENE PREVENTIEMAATREGELEN EN MINIMUMVOORSCHRIFTEN Onverminderd de verplichtingen die zij hebben ingevolge andere bepalingen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, passen de aannemers de algemene preventiebeginselen toe bedoeld in artikel 5 van de wet, alsmede de hierna vermelde minimumvoorschriften, voor zover er geen specifieke of strengere bepalingen zijn opgenomen in hoofdstuk 8, 9, 10 of 11 van dit veiligheids- en gezondheidsplan. DEEL A ALGEMENE MINIMUMVOORSCHRIFTEN VOOR ARBEIDSPLAATSEN OP BOUWPLAATSEN RUBRIEK Opmerking(en) 5.1. Stabiliteit en stevigheid. Zie algemene voorwaarden, artikel 8: Alle stands zijn volledig zelfdragend. Standen met verdiepingen moeten ter plaatse door een Erkende Dienst voor Technische Controle nagezien worden Installaties voor energiedistributie. Zie Veiligheidsreglement BRUSSELS EXPO: Hfdstk 4: De elektrische installaties worden voor indienstelling gekeurd door een erkend controleorganisme Zie eveneens Algemene voorwaarden artikel 13: Enkel BRUSSELS EXPO is gemachtigd de aansluiting op elektriciteit, water en perslucht te beheren Vluchtroutes en nooduitgangen. Zie Veiligheidsreglement BRUSSELS EXPO: Hfdstk 6.2 en Brandmelding en bestrijding. Zie Veiligheidsreglement BRUSSELS EXPO: Hfdstk 6.2 en Ventilatie 5.6. Blootstelling aan bijzondere risico s Ophanging. Zie Veiligheidsreglement BRUSSELS EXPO: Hfdstk Natuurlijke en kunstverlichting. Indien de verlichting onvoldoende is, dient de aannemer voor bijkomende

19 BRUSSELS EXPO 19 / Deuren en poorten Verkeersroutes gevarenzones. verlichting te zorgen Laadplatforms en hellingen. - niet van toepassing Bewegingsruimte op de werkplek EHBO zie hoofdstuk Sanitaire voorzieningen. Ter beschikking gesteld door BRUSSELS EXPO Verpozingsruimten Zwangere vrouwen Gehandicapte werknemers Voorschriften van uiteenlopende aard.

20 ALGEMENE MINIMUMVOORSCHRIFTEN VOOR ARBEIDSPLAATSEN OP BOUWPLAATSEN 20 / 45 ALGEMENE MINIMUMVOORSCHRIFTEN VOOR DE ARBEIDSPLAATSEN OP BOUWPLAATSEN 1. Stabiliteit en stevigheid. 1.a. De materialen, de outillage en algemeen gesproken elk element dat bij welke verplaatsing dan ook de veiligheid en gezondheid van de werknemers in gevaar kan brengen, moeten op passende veilige wijze worden gestabiliseerd. 1.b. De toegang tot elke oppervlakte bestaande uit materialen die onvoldoende weerstand bieden, is slechts toegestaan indien de benodigde uitrusting of passende middelen worden geleverd om de werkzaamheden op een veilige manier te verwezenlijken. 2. Installaties voor energiedistributie. 2.a. Deze installaties dienen zodanig te zijn ontworpen en uitgevoerd en te worden gebruikt dat zij geen brand- of ontploffings-gevaar opleveren en dat personen op afdoende wijze worden beschermd tegen het gevaar van elektrocutie door directe of indirecte aanraking. 2.b. Bij het ontwerp, de uitvoering en de keuze van het materiaal en de beschermingsvoorzieningen dient rekening te worden gehouden met de aard en het vermogen van de verdeelde energie, externe invloeden en de deskundigheid van de personen die tot delen van de installatie toegang hebben. 3. Vluchtroutes en nooduitgangen. 3.a. Vluchtroutes en nooduitgangen dienen vrij te zijn van obstakels en via de kortste weg naar een veiligheidszone te voeren. 3.b. Bij gevaar moeten alle werkplekken snel en onder maximale veiligheidsomstandigheden kunnen worden geëvacueerd. 3.c. Het aantal, de verdeling en de afme-tingen van de vluchtroutes en uitgangen zijn afhankelijk van de bestemming, de outillage en de afmetingen van de bouw-plaats en de ruimten alsmede van het maximale aantal personen dat zich aldaar kan ophouden. 3.d. De specifieke vluchtroutes en nooduitgangen dienen gemarkeerd te zijn in overeenstemming met de bepalingen betreffende de veiligheidsof gezondheids-signalering op het werk. Deze markering dient duurzaam te zijn en op daarvoor in aanmerking komende plaatsen te worden aangebracht. 3.e. De vluchtroutes en nooduitgangen alsmede de verkeersroutes en de deuren die daarop uitkomen dienen vrij te zijn van obstakels zodat ze te allen tijde zonder belemmeringen kunnen worden gebruikt. 3.f. Vluchtroutes en nooduitgangen waar verlichting noodzakelijk is, dienen te worden voorzien van een veiligheidsverlichting die bij het uitvallen van de elektrische stroom voldoende lichtsterkte bezit. 4. Brandmelding en -bestrijding. 4.a. Afhankelijk van de kenmerken van de bouwplaats en de afmetingen en het gebruik van de ruimten, de aanwezige uitrusting, de fysische en chemische eigenschappen van de aanwezige stoffen of materialen alsmede het maximale aantal personen dat aanwezig kan zijn, dient er een voldoende aantal passende brandbestrijdingsmiddelen en voor zover nodig brandmelders en alarmsystemen te worden geplaatst. 4.b. Deze brandbestrijdingsmiddelen, brandmelders en alarmsystemen dienen regelmatig te worden gecontroleerd en onderhouden. Op gezette tijden moeten testen en relevante oefeningen plaatsvinden. 4.c. De niet-automatische brandbestrijdingsmiddelen dienen gemakkelijk bereikbaar en te gebruiken te zijn. Zij dienen te worden voorzien van een markering in overeenstemming met de bepalingen betreffende de veiligheidsof gezondheidssignalering op het werk. Deze markering dient duurzaam te zijn en op de daarvoor in aanmerking komende plaatsen te worden aangebracht. 5. Ventilatie. De werknemers dienen met inachtneming van de werkmethoden en de fysieke belemmeringen waaraan zij zijn onderworpen, over voldoende verse lucht te beschikken. Bij gebruik van een ventilatie-inrichting dient deze in gebruiksklare toestand te worden gehouden en de werknemers niet bloot te stellen aan luchtstromingen die de gezondheid schaden. Een controlesysteem dient storingen te melden wanneer dat voor de gezondheid van de werknemers nodig is. 6. Blootstelling aan bijzondere risico's 6.a. De werknemers mogen niet worden blootgesteld aan een schadelijk geluids-niveau noch aan schadelijke invloeden van buitenaf (vb gassen, dampen of stof). 6.b. Indien werknemers een zone moeten betreden waar de atmosfeer mogelijk een giftige of schadelijke stof of onvoldoende zuurstof bevat, of ontvlambaar kan zijn, dient de atmosfeer in deze zone te worden gecontroleerd en moeten passende maatregelen worden genomen om elk gevaar te voorkomen. 6.c. Een werknemers mag in geen enkel geval worden blootgesteld aan een atmosfeer met verhoogd risico. Hij moet in ieder geval permanent van buitenaf worden geobserveerd en alle passende voorzorgs-maatregelen moeten worden getroffen opdat hem onmiddellijk op doeltreffende wijze hulp kan worden geboden. 7. Temperatuur. De temperatuur dient, rekening houdende met de toegepaste werkmethoden en de van de werknemers verlangde lichaamsinspanningen, tijdens het werken te zijn afgestemd op het menselijk organisme. 8. Natuurlijke en kunstverlichting van werkplekken, ruimten en verkeersroutes. 8.a. Werkplekken, ruimten en verkeersroutes dienen zoveel mogelijk en voldoende natuurlijk te worden verlicht en 's nachts en overdag wanneer het daglicht niet volstaat op passende en voldoende wijze met kunstlicht te worden verlicht. Eventueel dienen verplaatsbare, schokbestendige lichtbronnen te worden gebruikt. De voor de kunstverlichting gebruikte kleur mag de waarneming van de markerings-tekens of -borden niet wijzigen of beïnvloeden. 8.b. De installaties voor de verlichting van ruimten, werkplekken en verkeersroutes dienen zodanig te zijn geplaatst dat het type verlichting voor de werknemers geen ongevallenrisico meebrengt. 8.c. Ruimten, werkplekken en verkeersroutes waar het uitvallen van de kunst-verlichting grote risico's voor de werk-nemers kan opleveren dienen met een toe-reikende noodverlichting te zijn uitgerust. 9. Deuren en poorten. 9.a. Schuifdeuren moeten voorzien zijn van een veiligheidssysteem waardoor verhinderd wordt dat zij uit de rails lopen en omvallen. 9.b. Deuren en poorten die naar boven toe opengaan dienen te zijn voorzien van een veiligheidssysteem waardoor zij niet kunnen terugvallen. 9.c. Deuren en poorten in het tracé van vluchtroutes dienen op passende wijze te zijn gemarkeerd. 9.d. In de onmiddellijke omgeving van poorten die hoofdzakelijk voor het verkeer van voertuigen zijn bestemd, dienen zich, althans wanneer de doorgang voor voetgangers niet veilig is, deuren voor voetgangers te bevinden die duidelijk zichtbaar als zodanig dienen te zijn gemarkeerd en te allen tijde toegankelijk dienen te zijn. 9.e. Automatische deuren en poorten dienen zodanig te functioneren dat zij geen gevaar voor de werknemers opleveren. Zij dienen te zijn voorzien van gemakkelijk herkenbare en bereikbare noodstopvoor-zieningen en dienen, behalve wanneer zij bij stroomonderbreking automatisch opengaan, met de hand te kunnen worden geopend. 10. Verkeersroutes - gevarenzones. 10.a. Verkeersroutes, met inbegrip van trappen, vaste ladders en laadplatforms en -hellingen, moeten zodanig worden

21 ALGEMENE MINIMUMVOORSCHRIFTEN VOOR ARBEIDSPLAATSEN OP BOUWPLAATSEN 21 / 45 be-rekend, gesitueerd, ingericht en gereed-gemaakt dat zij gemakkelijk, volledig veilig en overeenkomstig hun bestemming kunnen worden gebruikt en dat de werknemers die zich in de buurt van deze verkeersroutes bevinden geen enkel risico lopen. 10.b. De afmetingen van voor het verkeer van personen en/of goederen bestemde verkeersroutes, inclusief die waar wordt gelost of geladen, dienen te worden afgestemd op het mogelijke aantal gebruikers en de aard van het werk. Wanneer op deze verkeersroutes vervoermiddelen worden gebruikt, dient voor de andere op de bouwplaats aanwezige personen een voldoende veiligheidsafstand in acht te worden genomen of dienen passende beschermende maatregelen te worden getroffen. De routes dienen duidelijk te worden gemarkeerd, regelmatig gecontroleerd en onderhouden. 10.c. De voor voertuigen bestemde verkeersroutes dienen op voldoende afstand te zijn gelegen van deuren, poorten, doorgangen voor voetgangers, gangen en trappen. 10.d. Indien de bouwplaats zones bevat waarvoor een beperkte toegang geldt, dienen deze zones te worden uitgerust met voorzieningen die verhinderen dat onbe-voegde werknemers deze zones betreden. Er dienen de nodige maatregelen te worden getroffen om werknemers die gevarenzones mogen betreden te beschermen. Gevarenzones dienen zeer duidelijk gemarkeerd te worden. 11. Laadplatforms en -hellingen. 11.a. Laadplatforms en -hellingen dienen aangepast te zijn aan de omvang van de te vervoeren lasten. 11.b. Laadplatforms dienen over ten minste één uitgang te beschikken. 11.c. Laadhellingen dienen zo veilig te zijn dat werknemers er niet ten val kunnen komen. 12. Bewegingsruimte op de werkplek. Het oppervlak van de werkplek moet zodanig zijn ingedeeld dat de werknemers rekening houdend met de aanwezige noodzakelijke uitrusting of materialen, voldoende bewegingsvrijheid voor hun werkzaamheden hebben. 13. Eerste hulp. 13.a. De werkgever dient ervoor te zorgen dat er op eik moment gekwalificeerd personeel aanwezig is om eerste hulp te verlenen. Er dienen maatregelen te worden getroffen om werknemers die betrokken zijn bij een ongeval of die plotseling onwel worden, te kunnen vervoeren voor medische verzorging. 13.b. Wanneer de omvang van de bouwplaats of de aard van de werkzaamheden dat noodzakelijk maakt, dienen een of meer ruimten beschikbaar te zijn voor het verlenen van eerste hulp. 13.c. De voor het verlenen van eerste hulp bestemde ruimten dienen te worden voorzien van de uitrusting en de materialen die voor deze hulp absoluut noodzakelijk zijn en dienen gemakkelijk met brancards toegankelijk te zijn. Zij moeten worden gemarkeerd overeenkomstig de bepalingen betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk. 13.d. Ook op alle plaatsen waar de arbeidsomstandigheden dat vereisen dient materiaal voor eerste hulp aanwezig te zijn. Dit materiaal dient te zijn voorzien van een passende markering en dient gemakkelijk bereikbaar te zijn. Het adres en het telefoonnummer van de plaatselijke eerste hulppost moeten duidelijk zichtbaar zijn aangegeven. 14. Sanitaire voorzieningen. 14.a. Kleedkamers en garderobekasten. 14.a.1. Indien de werknemers speciale werkkleding moeten dragen en hun uit gezondheids- of betamelijkheids overwegingen niet kan worden verzocht zich in een andere ruimte om te kleden, dienen er voor hen geschikte kleedruimten beschikbaar gesteld te worden. De kleedruimten dienen gemakkelijk toegankelijk, ruim genoeg en van zitplaatsen voorzien te zijn. 14.a.2. De kleedruimten dienen groot genoeg te zijn en zodanig te zijn uitgerust dat de werknemers eventueel hun werkkleding alsmede hun eigen kleding en persoonlijke eigendommen kunnen laten drogen en deze achter slot en grendel kunnen opbergen. Indien de omstandigheden zulks vereisen (gevaarlijke stoffen, vocht en vuil) dienen werkkleding en eigen kleding en persoonlijke eigendommen afzonderlijk te kunnen worden bewaard. 14.a.3. Er dienen aparte kleedruimten voor mannen en vrouwen te worden ingericht of die ruimten dienen gescheiden te worden gebruikt. 14.a.4. Wanneer er geen kleedkamers in de zin van punt 14.a.1, eerste alinea, nodig zijn, dient elke werknemer te kunnen beschikken over een ruimte waar hij zijn eigen kleding en persoonlijke eigendommen achter slot en grendel kan bewaren. 14.b. Douches en wastafels. 14.b.1 Wanneer de aard van het werk of de zorg voor de gezondheid dat noodzakelijk maakt, dienen er voldoende geschikte douches ter beschikking van de werknemers te worden gesteld. Voor mannen en vrouwen dienen aparte doucheruimten te worden ingericht of de doucheruimten dienen gescheiden te worden gebruikt. 14.b.2 De doucheruimten dienen groot genoeg te zijn om elke werknemer in staat te stellen zonder belemmeringen en onder passende hygiënische omstandigheden toilet te maken. De douchecellen dienen van warm en koud stromend water te zijn voorzien. 14.b.3. Wanneer er geen douches in de zin van punt 14.b.1, eerste alinea, noodzakelijk zijn, dienen in de nabijheid van de werkplekken en de kleedruimten voldoende geschikte wastafels met stromend (zo nodig warm) water te worden geplaatst. Voor mannen en vrouwen dienen er aparte wastafels te worden geplaatst of de wastafels dienen gescheiden te worden gebruikt, wanneer de betamelijkheid zulks vereist. 14.b.4. Indien de douche- of wasruimten en de kleedruimten van elkaar gescheiden zijn, dienen deze ruimten onderling met elkaar in verbinding te staan. 14.c. Toiletten en wasgelegenheid. De werknemers dienen in de nabijheid van hun werkplek te kunnen beschikken over verpozingsruimten, kleedkamer en douche- of wasruimten en speciale ruimten voorzien van voldoende toiletten en wastafels. Voor mannen en vrouwen dienen aparte toiletten te worden ingericht of de toiletten dienen gescheiden te worden gebruikt. 15. Verpozingsruimten en onderkomens. 15.a. Wanneer de veiligheid of de gezondheid van de werknemers zulks met name vanwege de aard van het werk of het aantal werknemers of vanwege de afgelegenheid van de bouwplaats noodzakelijk maakt, dienen de werknemers de beschikking te hebben over gemakkelijk bereikbare verpozingruimten en/of onderkomens. 15.b. De verpozingruimten en/of onderkomens dienen voldoende ruim bemeten te zijn en uitgerust met een gezien het aantal werknemers voldoende aantal tafels en stoelen met rugleuning. 15.c. Bij ontbreken van dergelijke ruimten dienen de werknemers de beschikking te hebben over andere faciliteiten waar zij zich tijdens werkpauzes kunnen ophouden. 15.d. Vaste onderkomens moeten voldoende sanitaire voorzieningen, een eetruimte en een ontspanningsruimte omvatten, behalve indien zij slechts bij uitzondering worden gebruikt. Zij moeten uitgerust zijn met bedden, kasten, tafels en stoelen met rugleuning met inachtneming van het aantal werknemers, en bij de verdeling moet rekening worden gehouden met de eventuele aanwezigheid van werknemers van beide seksen. 15.e. In de verpozingruimten en onderkomens dienen de nodige maatregelen te worden getroffen om niet-rokers te beschermen tegen de door tabaksrook veroorzaakte overlast. 16. Zwangere vrouwen en zogende moeders. Zwangere vrouwen en zogende moeders moeten de gelegenheid hebben om onder passende omstandigheden te gaan liggen om uit te rusten.

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID. 3 MEI Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID. 3 MEI Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID 3 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen Bijlage III Minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid van toepassing

Nadere informatie

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Welzijnsdag 12 november 2012 1 Inhoudsopgave Korte schets wetgeving De risicoanalyse Preventiemaatregelen Rolverdeling in

Nadere informatie

RICHTLIJN VAN DE RAAD

RICHTLIJN VAN DE RAAD 1989L0654 NL 27.06.2007 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN VAN DE RAAD van 30 november 1989 betreffende

Nadere informatie

Intern transport. Ignaas Crombez Malle 31 maart 2015

Intern transport. Ignaas Crombez Malle 31 maart 2015 Intern transport Ignaas Crombez Malle 31 maart 2015 MiVeDi bvba Ignaas Crombez Preventiedeskundige - milieucoördinator Tel 32-50-816244 - Fax 32-50-816312 Email ignaas.crombez@mivedi.be inhoud Intern verkeer

Nadere informatie

De definities die hier gegeven zijn slaan enkel op deze projecten voor niet particuliere doelen

De definities die hier gegeven zijn slaan enkel op deze projecten voor niet particuliere doelen 1.1. de partijen 1.1.1.overzicht In het KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE TIJDELIJKE OF MOBIELE BOUWPLAATSEN worden verschillende tussenkomende partijen vernoemd. Aan elk van deze partijen worden taken en

Nadere informatie

Hierna volgt een beknopt overzicht van de nieuwe regelgeving.

Hierna volgt een beknopt overzicht van de nieuwe regelgeving. Eerste hulp Met de publicatie van het KB van 15.12.10 betreffende de eerste hulp die verstrekt wordt aan de werknemers die slachtoffer worden van een ongeval of die onwel worden, in het BS van 28.12.10,

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Codex over het welzijn op het werk Boek I.- Algemene beginselen Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 89/391/EEG van de Raad

Nadere informatie

Vreemde talen op de bouwplaats

Vreemde talen op de bouwplaats . 09/10/2012 ir. Tom Vermeersch FOD WASO, TWW RD Oost-Vlaanderen Vaststellingen tijdens inspectiebezoeken i.v.m. buitenlandse bouwvakkers: Objectief: Gebrekkige talenkennis Tekort aan veiligheids-en gezondheidsopleiding

Nadere informatie

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen Situering Het koninklijk besluit (KB) van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen vervangt en verruimt artikel 52 van

Nadere informatie

ARAD 06 - Deel V - Titel III - Hoofdstuk II Bijlage 2 - Blz 1

ARAD 06 - Deel V - Titel III - Hoofdstuk II Bijlage 2 - Blz 1 Bijlage 2 - Blz 1 Minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid van toepassing op bouwplaatsen, (Bijlage III bij CODEX III-V) DEEL A ALGEMENE MINIMUMVOORSCHRIFTEN VOOR DE ARBEIDSPLAATSEN OP BOUWPLAATSEN

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Codex over het welzijn op het werk Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Hoofdstuk I.- Algemene bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen

Nadere informatie

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties. Infodocument

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties. Infodocument Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties Infodocument Arbeidsplaatsen - Elektrische installaties - Minimale voorschriften voor de oude installaties Sinds

Nadere informatie

Welzijn en opleidingen

Welzijn en opleidingen Welzijn en opleidingen De wetgeving over het welzijn op het werk verplicht werkgevers de nodige maatregelen te nemen om het welzijn van de werknemers te bevorderen tijdens de uitvoering van hun werk. Een

Nadere informatie

Circulaire 2015 02 BRANDPREVENTIE

Circulaire 2015 02 BRANDPREVENTIE Brandpreventie op de arbeidsplaatsen PRINCIPE De nieuwe wetgeving betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen (KB van 28 maart 2014) legt duidelijk uit welke maatregelen de werkgevers moeten nemen

Nadere informatie

1. ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN BESCHERMING

1. ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN BESCHERMING Bijlage IV : Bouwplaatsreglement 1. ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN BESCHERMING 1.1. De veiligheidscoördinator (VC) heeft de leiding over de coördinatie van de veiligheid en gezondheid voor het geheel

Nadere informatie

27 MAART KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK

27 MAART KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK 27 MAART 1998. KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen,

Nadere informatie

Bouwplaatsreglement. Definities:

Bouwplaatsreglement. Definities: Bouwplaatsreglement Definities: - Dossier veiligheid en De synthese van alle documenten in verband met veiligheid en gezondheid: gezondheid, door alle tussenkomende partijen samengebracht: opdrachtgever,

Nadere informatie

Circulaire BRANDPREVENTIE

Circulaire BRANDPREVENTIE OP DE ARBEIDSPLAATSEN PRINCIPE De wetgeving betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen ( Codex Boek III, Titel 3) legt duidelijk uit welke maatregelen de werkgevers moeten nemen inzake brandpreventie.

Nadere informatie

ONTHAAL EN BEGELEIDING VAN BEGINNENDE WERKNEMERS

ONTHAAL EN BEGELEIDING VAN BEGINNENDE WERKNEMERS ONTHAAL EN BEGELEIDING VAN BEGINNENDE WERKNEMERS Nadine Gilis juriste FOD werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Directie humanisering van de arbeid Afdeling normen Doelstelling De mogelijkheden van

Nadere informatie

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen. Infodocument

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen. Infodocument Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen Infodocument Arbeidsplaatsen - Elektrische installaties - Algemeen Voor bepaalde oude elektrische installaties op de arbeidsplaatsen werden in 2008 minimum

Nadere informatie

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5 Infofiche Nr. 3015 12/2017 Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1 Beschrijving Er moeten sociale voorzieningen (kleedkamers, refters, wastafels, toiletten, rustlokalen,...)

Nadere informatie

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers 1. Wetgeving 1.1 Arbowet In januari 2007 is de Arbowet 2007 van kracht geworden. Het begrip Arbo staat voor Arbeidsomstandigheden en heeft betrekking op Veiligheid, Gezondheid en Welzijn (VGW). De Arbowet

Nadere informatie

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5 Infofiche Nr. 3015 09/2017 Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1 Beschrijving Er moeten sociale voorzieningen (kleedkamers, refters, wastafels, toiletten, rustlokalen,...)

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 31.3.1998) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende

Nadere informatie

Eerstehulpverlening: wat zegt de wetgeving?

Eerstehulpverlening: wat zegt de wetgeving? Eerstehulpverlening: wat zegt de wetgeving? Lucie Guillemyn Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid Arbeid en Sociaal Overleg Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk Regionale Directie Toezicht

Nadere informatie

-1- Over welke domeinen gaat de V&G-wetgeving? -1- Voor wie geldt de V&Gwetgeving? -1- Noem de twee vormen van overleg.

-1- Over welke domeinen gaat de V&G-wetgeving? -1- Voor wie geldt de V&Gwetgeving? -1- Noem de twee vormen van overleg. -1- Noem de groepen signaleringsborden. -1- Noem de twee vormen van overleg. -1- Noem de verschillende vormen van markeringen. -1- Over welke domeinen gaat de V&G-wetgeving? -1- Voor wie geldt de V&Gwetgeving?

Nadere informatie

Werken met derden. - Werknemers van derden mogen geen informatie over de installaties en (product-)processen aan derden meedelen.

Werken met derden. - Werknemers van derden mogen geen informatie over de installaties en (product-)processen aan derden meedelen. Werken met derden 1 Veiligheidsafspraken 1.1 Verplichtingen van de werknemers van de derde Werknemers van de derde die werkzaamheden komen uitvoeren in AIM Recycling NV dienen steeds te zorgen voor hun

Nadere informatie

Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5

Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 392L0057 Richtlijn 92/57/EEG van de Raad van 24 juni 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor tijdelijke en mobiele bouwplaatsen (achtste bijzondere richtlijn in de

Nadere informatie

1 Beschrijving. 3 Regelgeving. 3.1 KB Eerste hulp Definities Eerste hulp

1 Beschrijving. 3 Regelgeving. 3.1 KB Eerste hulp Definities Eerste hulp Preventiefiche O003 05/2016 Organisatie van EHBO 1 Beschrijving De organisatie van de eerste hulp in de bouwonderneming is niet enkel verplicht, maar ook van cruciaal belang, want in deze sector zijn de

Nadere informatie

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven ADVIESVERSLAG BRANDWEER BIJ VOORONDERZOEK/BOUWAANVRAAG VOOR AARDGASVERVOERLEIDING uw kenmerk ons kenmerk datum dienst ambtenaar telefoon I. Inleiding: 1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2.

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 72 VAN 30 MAART 1999 BETREFFENDE HET BELEID TER VOORKOMING VAN STRESS DOOR HET WERK -------------------

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 72 VAN 30 MAART 1999 BETREFFENDE HET BELEID TER VOORKOMING VAN STRESS DOOR HET WERK ------------------- COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 72 VAN 30 MAART 1999 BETREFFENDE HET BELEID TER VOORKOMING VAN STRESS DOOR HET WERK ------------------- Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve

Nadere informatie

WS 3.8 Arbeidsplaats & Intern verkeersplan

WS 3.8 Arbeidsplaats & Intern verkeersplan WS 3.8 Arbeidsplaats & Intern verkeersplan Malle - 23 maart 2018 MiVeDi bvba Ignaas Crombez Preventiedeskundige - milieucoördinator Tel 32-50-816244 - Fax 32-50-816312 Email ignaas.crombez@mivedi.be Inhoud

Nadere informatie

Wat is de rol van een Externe Dienst voor Technische Controles/Erkend Organisme binnen het kader van het Koninklijk Besluit van 04.12.

Wat is de rol van een Externe Dienst voor Technische Controles/Erkend Organisme binnen het kader van het Koninklijk Besluit van 04.12. Wat is de rol van een Externe Dienst voor Technische Controles/Erkend Organisme binnen het kader van het Koninklijk Besluit van 04.12.2012 G.Laridaen PAC Zuid Gent 28.03.2014 1 Elektrische installaties

Nadere informatie

ACTIES BIJ (ZEER) ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN VAN UITZENDKRACHTEN

ACTIES BIJ (ZEER) ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN VAN UITZENDKRACHTEN veiligheidsberichten -0-009 009/ ACTIES BIJ (ZEER) ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN VAN UITZENDKRACHTEN Zowel bij havenarbeid als logistieke arbeid kunnen onder bepaalde voorwaarden ook interimarbeiders tewerkgesteld

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID. 3 MEI Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID. 3 MEI Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID 3 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen Bijlage IV Minimumvoorschriften bedoeld in artikel 53, 4, tweede lid 1. Voorafgaande

Nadere informatie

Reglement veiligheidsregels voor derden.

Reglement veiligheidsregels voor derden. Reglement veiligheidsregels voor derden. 1 Inleiding Dit reglement is bedoeld voor derden die geen werknemer zijn van het ziekenhuis, maar werken in ziekenhuis in het kader van een opdracht. Dit reglement

Nadere informatie

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN 1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN 1.1 Algemeen veiligheids- en gezondheidsplan Het algemeen veiligheids- en gezondheidsplan wordt opgesteld door de veiligheidscoördinator ontwerp en wordt, voor de aanvang van

Nadere informatie

In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen.

In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen. In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen. Relevante wet-en regelgeving BHV1 1. Arbeidsomstandighedenwet (van kracht sinds 1 januari 2007) N.B. Achter de artikelen

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (B.S. 4.6.1999)

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (B.S. 4.6.1999) Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (B.S. 4.6.1999) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 28 augustus 2002 tot aanwijzing

Nadere informatie

Pijn aan mijn lijf! Praktische tools ter voorkoming van overbelastingsletsels in de bouwsector

Pijn aan mijn lijf! Praktische tools ter voorkoming van overbelastingsletsels in de bouwsector Pijn aan mijn lijf! Praktische tools ter voorkoming van overbelastingsletsels in de bouwsector Wettelijk kader Musculoskeletale Aandoeningen Yves De Groeve FOD WASO RD TWW Oost-Vlaanderen Kennisdirectie

Nadere informatie

Samenwerken met onderaannemers. ir. Tom Vermeersch Sociaal inspecteur TWW RD Oost-Vlaanderen

Samenwerken met onderaannemers. ir. Tom Vermeersch Sociaal inspecteur TWW RD Oost-Vlaanderen Samenwerken met onderaannemers ir. Tom Vermeersch Sociaal inspecteur TWW RD Oost-Vlaanderen Hoofdstuk IV, Afdeling 1: werken met derden Hoofdstuk V: tijdelijke of mobiele bouwplaatsen KB tijdelijke of

Nadere informatie

Gemotoriseerd transport

Gemotoriseerd transport Gemotoriseerd transport Provinciaal Comité 19/04/2019 ir. Steven Van Cauwenberghe, FOD WASO TWW Codex boek IV.- ARBEIDSMIDDELEN Titel 1. Definities Titel 2. Bepalingen van toepassing op alle arbeidsmiddelen

Nadere informatie

GAS. Installaties die niet aan de voorschriften voldoen, moeten afgekoppeld worden.

GAS. Installaties die niet aan de voorschriften voldoen, moeten afgekoppeld worden. VEILIGHEIDSREGLEMENT BRUSSELS EXPO GAS 5.1 ALGEMENE BEPALINGEN 5.1.1 Controle De gasinstallaties worden, vóór indienststelling, gekeurd door een EDTC. De standhouder of zijn afgevaardigde zal in zijn eigen

Nadere informatie

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities Koninklijk besluit van 30 augustus 2013 tot vaststelling van algemene bepalingen betreffende de keuze, de aankoop en het gebruik van collectieve beschermingsmiddelen (B.S. 7.10.2013) Hoofdstuk I. - Bepalingen

Nadere informatie

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities Koninklijk besluit van 4 december 2012 betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op arbeidsplaatsen (B.S. 21.12.2012) Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Nadere informatie

1 De organisatie van het beleid met betrekking tot de BVH

1 De organisatie van het beleid met betrekking tot de BVH ERKENNINGSVOORWAARDE BEWOONHAARHEID VEILIGHEID HYGIËNE CONTROLELIJST VLAAMSE ONDERWIJSINSPECTIE Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15-1210 Brussel 02 553 88 50 www.onderwijsinspectie.be 1 De

Nadere informatie

FICHE UITRUSTING VAN DE ARBEIDSPLAATSEN

FICHE UITRUSTING VAN DE ARBEIDSPLAATSEN FICHE UITRUSTING VAN DE ARBEIDSPLAATSEN Afmetingen van lokalen en werkruimten : de lokalen zijn tenminste 2,5 m hoog (de delen die geen 2,5 m hoogte bereiken worden niet meegeteld voor de bepaling van

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 2. Elektrische installaties

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 2. Elektrische installaties Codex over het welzijn op het werk Boek III.- Arbeidsplaatsen Titel 2. Elektrische installaties Hoofdstuk I.- Toepassingsgebied en definities Art. III.2-1.- Deze titel is van toepassing op de elektrische

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen (B.S. 23.4.2014)

Koninklijk besluit van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen (B.S. 23.4.2014) Koninklijk besluit van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen (B.S. 23.4.2014) Afdeling 1.- Toepassingsgebied en definities Artikel 1.- Dit besluit is van toepassing op de werkgevers

Nadere informatie

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen Wetgeving valbeveiligingsmiddelen Met betrekking tot de vraag over valkeuringsmiddelen in de Vraagbaak is onderstaande wetgeving relevant: Artikel 7.4a. Keuringen 1.Een arbeidsmiddel waarvan de veiligheid

Nadere informatie

Arborisico s bij politie (Nederland) Arbeidsveiligheid als opdracht voor de werkgever. Morele plicht

Arborisico s bij politie (Nederland) Arbeidsveiligheid als opdracht voor de werkgever. Morele plicht Arbeidsveiligheid als opdracht voor de werkgever Arborisico s bij politie (Nederland) 16 juni 2008 Centrum voor Politiestudies HCP Piet RECOUR Sectiechef Arbeidsveiligheid Vlaanderen Federale Politie Morele

Nadere informatie

Persoonlijke Beschermingsmiddelen

Persoonlijke Beschermingsmiddelen Persoonlijke Beschermingsmiddelen Wettelijk kader België: ARAB: bundeling Uitv. Besluiten 1947 1993 Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming Europese kaderrichtlijn 89/391/EEG 12 juni 1989 Welzijnswet

Nadere informatie

24 APRIL Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake welzijn op het werk (1)

24 APRIL Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake welzijn op het werk (1) NL FR einde eerste woord laatste woord Publicatie : 2014-05-23 FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG 24 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen

Nadere informatie

Risicoanalyse (RA) Overzicht. = Risico inventarisatie en evaluatie (RIE) 1. Risicoanalyse en het wettelijk kader. 2.

Risicoanalyse (RA) Overzicht. = Risico inventarisatie en evaluatie (RIE) 1. Risicoanalyse en het wettelijk kader. 2. Risicoanalyse (RA) = Risico inventarisatie en evaluatie (RIE) 1 1 W W W. Y O U R S A F E T Y I N G O O D H A N D S. B E Overzicht 1. Risicoanalyse en het wettelijk kader 2. Gevaar en risico 3. Risicoinventarisatie

Nadere informatie

Besluiten waarvan de publikatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Besluiten waarvan de publikatie niet voorwaarde is voor de toepassing Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen ISSN 0378-7087 L 245 35e jaargang 26 augustus 1992 Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving Inhoud I Besluiten waarvan de publikatie voorwaarde is voor de

Nadere informatie

Bescherming van stagiairs

Bescherming van stagiairs 21 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit betreffende de bescherming van stagiairs (1) Belgisch Staatsblad 4 oktober 2004 Gewijzigd door : KB van 30/09/05 BS van 13/10/05 KB van 02/06/06 BS van 17/07/06

Nadere informatie

Vooraf gemelde examenvragen opleiding VC A en B op TMB

Vooraf gemelde examenvragen opleiding VC A en B op TMB Vooraf gemelde examenvragen opleiding VC A en B op TMB 1. Wat zijn de algemene preventiebeginselen en geef toelichting? Wat bepaalt de werkgever daarbij? R A en B 2. Hoe kan je als coördinator veiligheid

Nadere informatie

Brandpreventie- dossier. Caroline Deleu. Activity Manager B.U. Environment, Safety & Sustainability

Brandpreventie- dossier. Caroline Deleu. Activity Manager B.U. Environment, Safety & Sustainability Brandpreventie- dossier Caroline Deleu Activity Manager B.U. Environment, Safety & Sustainability KB 28/03/14 Verplichtingen Werkgever Minimale preventiemaatregelen Brandbestrijdingsdienst Maatregelen

Nadere informatie

BRANDPREVENTIE. op de arbeidsplaatsen.

BRANDPREVENTIE. op de arbeidsplaatsen. BRANDPREVENTIE op de arbeidsplaatsen. Overzicht Wat was het? KB 28/03/2014 : toepassingsgebied en definities Risicoanalyse: risicofactoren Risicoanalyse en preventiemaatregelen Specifieke preventiemaatregelen

Nadere informatie

Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk

Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (NOTA 1 : Artikel 3; 31bis tot en met 31septies gewijzigd met ingang op een onbepaalde datum bij W 2012-12-

Nadere informatie

KB van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk

KB van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk BASISTEKST AANGEPASTE TEKST KB van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk Art. 4. Het dynamisch risicobeheersingsysteem is gesteund op

Nadere informatie

Veilig werken & doen veilig werken

Veilig werken & doen veilig werken Veilig werken & doen veilig werken Inhoud Wettelijke aspecten dhr. Tom Vermeersch, R.D. TWW Oost-Vlaanderen: Veiligheids- en gezondheidsplan (veiligheidscoördinatie) Contract hoofdaannemer/onderaannemer/nevenaannemers,.

Nadere informatie

Definitie van een ernstig arbeidsongeval volgens artikel 94bis 1 van de Welzijnswet:

Definitie van een ernstig arbeidsongeval volgens artikel 94bis 1 van de Welzijnswet: 7.1.2 Bestrijding van ernstige arbeidsongevallen Wat is een ernstig arbeidsongeval? Definitie van een ernstig arbeidsongeval volgens artikel 94bis 1 van de Welzijnswet: Een ongeval dat zich op de arbeidsplaats

Nadere informatie

Welzijnsbeleid - Risicoanalyse

Welzijnsbeleid - Risicoanalyse Welzijnsbeleid - Risicoanalyse Infodocument Welzijnsbeleid - Risicoanalyse 1 Wettelijke aspecten Elke werkgever moet zorgdragen voor het uitschakelen van gevaarlijke arbeidsomstandigheden. Hij dient de

Nadere informatie

MEDEDELING 2013-04. Voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op de arbeidsplaatsen

MEDEDELING 2013-04. Voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op de arbeidsplaatsen MEDEDELING 2013-04 10/07/2013 Voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op de arbeidsplaatsen Deze Mededeling vervangt Mededeling 2009-04 over oude elektrische installaties Nieuwe elektrische

Nadere informatie

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk Koninklijk besluit van 10 oktober 2012 tot vaststelling van de algemene basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten beantwoorden

Nadere informatie

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk Koninklijk besluit van 10 oktober 2012 tot vaststelling van de algemene basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten beantwoorden

Nadere informatie

Het veiligheidsplan: Onderaanneming Betontrappen Geerts bvba

Het veiligheidsplan: Onderaanneming Betontrappen Geerts bvba Het veiligheidsplan: Onderaanneming Betontrappen Geerts bvba Het veiligheids- en gezondheidsplan heeft betrekking op de werken in opdracht van Bolcmans nv Het veiligheids- en gezondheidsplan bevat: - Projectgebonden

Nadere informatie

IPV - Opleidingsadviseur van de voedingssector

IPV - Opleidingsadviseur van de voedingssector Wettelijke verplichtingen inzake het onthaal van uitzendkrachten De organisatie van het onthaal van uitzendkrachten wordt wettelijk geregeld door de CAO nr. 22 betreffende het onthaal en de aanpassing

Nadere informatie

Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 18.9.1996)

Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 18.9.1996) Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 18.9.1996) Gewijzigd bij: (1) wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevordering van de

Nadere informatie

RISICOBEHEERSING TIJDENS BEURZEN OF EVENEMENTEN IN KORTRIJK XPO

RISICOBEHEERSING TIJDENS BEURZEN OF EVENEMENTEN IN KORTRIJK XPO RISICOBEHEERSING TIJDENS BEURZEN OF EVENEMENTEN IN KORTRIJK XPO In de voorbereiding van een beurs neemt Kortrijk Xpo een aantal preventieve maatregelen om de risico s tijdens de opbouw de beurs zelf en

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 26 maart 2003 betreffende het welzijn van de werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen (B.S. 05.05.

Koninklijk besluit van 26 maart 2003 betreffende het welzijn van de werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen (B.S. 05.05. Koninklijk besluit van 26 maart 2003 betreffende het welzijn van de werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen (B.S. 05.05.2003) Artikel 1.- 1. Dit besluit en zijn bijlagen zijn de omzetting

Nadere informatie

1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit

1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit 1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit Arbobesluit 7.1 Arbeidsmiddelen buiten gebruik Dit hoofdstuk is niet van toepassing op arbeidsmiddelen die op een zodanige manier zijn gedemonteerd of gesloopt,

Nadere informatie

Wetgeving Veilig Werken op Hoogte. Verplichtingen en oplossingen voor werkgever & werknemer

Wetgeving Veilig Werken op Hoogte. Verplichtingen en oplossingen voor werkgever & werknemer Wetgeving Veilig Werken op Hoogte Verplichtingen en oplossingen voor werkgever & werknemer Wetgeving veilig werken op hoogte Verplichtingen en oplossingen voor werkgever & werknemer Arbeidsongevallenoorzaak

Nadere informatie

WERKEN MET DERDEN. Ondertitel of verduidelijking

WERKEN MET DERDEN. Ondertitel of verduidelijking WERKEN MET DERDEN Ondertitel of verduidelijking 2 ALGEMEEN In bijna iedere school worden regelmatig werknemers van andere bedrijven, de zogenaamde derden tewerkgesteld, vooral als het gaat over werkzaamheden

Nadere informatie

Strafbepalingen Wet Welzijn en Codex Sociaal Strafwetboek 1/4

Strafbepalingen Wet Welzijn en Codex Sociaal Strafwetboek 1/4 Strafbepalingen Wet Welzijn en Codex Sociaal Strafwetboek 1/4 Sociaal Strafwetboek Toepassing op Wet en Codex Welzijn op het werk Strafbepalingen uit de Wet Welzijn van 1996 De artikelen 81 t.e.m. 94 zijn

Nadere informatie

PRO_15_Buitenschoolse praktijkopleiding

PRO_15_Buitenschoolse praktijkopleiding PRO_15_Buitenschoolse praktijkopleiding 27-10-2015 Gemeenschappelijke preventiedienst Huis van het GO! Willebroekkaai 36 1000 Brussel Inhoudsopgave 1. Definitie 3 2. Doel 3 3. Wetgeving 3 4. Verantwoordelijkheden

Nadere informatie

ACTIES BIJ (ZEER) ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN

ACTIES BIJ (ZEER) ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN veiligheidsberichten 05-0-00 00/ ACTIES BIJ (ZEER) ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN De procedure met de te nemen acties bij (zeer) ernstige arbeidsongevallen (Z)EAO werd licht aangepast t.o.v. ons vorig bericht

Nadere informatie

Interimarbeid - Wettelijk kader betreffende het welzijn van de uitzendkracht

Interimarbeid - Wettelijk kader betreffende het welzijn van de uitzendkracht Interimarbeid - Wettelijk kader betreffende het welzijn van de uitzendkracht Yves De Groeve Arbeidsinspecteur FOD WASO, RD TWW Oost-Vlaanderen yves.degroeve@werk.belgie.be Studienamiddag PCBA O-Vl 21/04/2017

Nadere informatie

OMSTANDIG VERSLAG ERNSTIG ONGEVAL (volgens KB 24.02.2005)

OMSTANDIG VERSLAG ERNSTIG ONGEVAL (volgens KB 24.02.2005) OMSTANDIG VERSLAG ERNSTIG ONGEVAL (volgens KB 24.02.2005) De werkgever zorgt ervoor dat de Interne of Externe dienst voor Preventie op het Werk elk ernstig arbeidsongeval onmiddellijk onderzoekt en een

Nadere informatie

Arbeidsongevallen. Steven Van den Broeck Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

Arbeidsongevallen. Steven Van den Broeck Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Arbeidsongevallen Steven Van den Broeck Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg steven.vandenbroeck@werk.belgie.be 5 juni 2018 1 Inhoud 1. Wetgeving 2. EHBO 3. Vergoeding

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting over controle en onderhoud van beschermingsmiddelen tegen brand

Uitgebreide toelichting over controle en onderhoud van beschermingsmiddelen tegen brand Uitgebreide toelichting over controle en onderhoud van beschermingsmiddelen tegen brand Voor afdeling 7 Periodieke controle en onderhoud van boek III, titel 3, hoofdstuk III van de codex over het welzijn

Nadere informatie

Controle van hefwerktuigen. Bliksemacties van Toezicht Welzijn op het Werk

Controle van hefwerktuigen. Bliksemacties van Toezicht Welzijn op het Werk Controle van hefwerktuigen Bliksemacties van Toezicht Welzijn op het Werk Nathalie Nouvelle, Ir Attaché bij Toezicht Welzijn op het Werk Directie Bergen 6 september 2013 1 Controle van hefwerktuigen Definities

Nadere informatie

MODEL VAN TIJDELIJKE EN PRECAIRE GEBRUIKSOVEREENKOMST WAARSCHUWING

MODEL VAN TIJDELIJKE EN PRECAIRE GEBRUIKSOVEREENKOMST WAARSCHUWING MODEL VAN TIJDELIJKE EN PRECAIRE GEBRUIKSOVEREENKOMST WAARSCHUWING Dit model houdt geenszins een vrijstelling in van de verplichting om een deskundige te raadplegen om, indien nodig, de regels per geval

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 3. Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 3. Brandpreventie op de arbeidsplaatsen Codex over het welzijn op het werk Boek III.- Arbeidsplaatsen Titel 3. Brandpreventie op de arbeidsplaatsen Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 89/654/EEG van de Raad van 30 november

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 4. Ruimten met risico s voor een explosieve atmosfeer

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 4. Ruimten met risico s voor een explosieve atmosfeer Codex over het welzijn op het werk Boek III.- Arbeidsplaatsen Titel 4. Ruimten met risico s voor een explosieve atmosfeer Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 1999/92/EG van het Europees

Nadere informatie

- 91 HOOFDSTUK XV DADEN DIE PSYCHOSOCIALE RISICO S INHOUDEN, MET INBEGRIP VAN STRESS, GEWELD, PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET WERK

- 91 HOOFDSTUK XV DADEN DIE PSYCHOSOCIALE RISICO S INHOUDEN, MET INBEGRIP VAN STRESS, GEWELD, PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET WERK - 91 HOOFDSTUK XV DADEN DIE PSYCHOSOCIALE RISICO S INHOUDEN, MET INBEGRIP VAN STRESS, GEWELD, PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET WERK Artikel 281 - Principe Daden die psychosociale risico s

Nadere informatie

3. Betrokkenen: (specifieke) Verantwoordelijkheden / Bevoegdheden

3. Betrokkenen: (specifieke) Verantwoordelijkheden / Bevoegdheden Bestand: Document6 Goedgekeurd door: Revisie: Eigenaar: Datum goedkeuring: Versienummer: 1 Opgesteld door: Functie opsteller: Code: Pagina 1 van 10 1. Doel en Toepassingsgebied Deze procedure legt de afspraken

Nadere informatie

Calamiteitenplan. Avond Vierdaagse Engelen

Calamiteitenplan. Avond Vierdaagse Engelen Calamiteitenplan Avond Vierdaagse Engelen 2014 Inhoud 1 Inleiding...2 1.1 Algemeen...2 2 Risico-overzicht...3 2.1 Algemene ongevallen...3 2.2 Bedreiging door externe gevaren...3 3 De organisatie van hulpverlening...4

Nadere informatie

PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING

PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING NOTIFIED BODY n 1134 003-TEST ISO/IEC 17025 003-INSP ISO/IEC 17020 003-PROD ISO/IEC 17065 PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING 2017/12/05 vzw ANPI asbl INLEIDING Inleiding Het spreekt

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek IV.- Arbeidsmiddelen. Titel 2. Bepalingen van toepassing op alle arbeidsmiddelen

Codex over het welzijn op het werk. Boek IV.- Arbeidsmiddelen. Titel 2. Bepalingen van toepassing op alle arbeidsmiddelen Codex over het welzijn op het werk Boek IV.- Arbeidsmiddelen Titel 2. Bepalingen van toepassing op alle arbeidsmiddelen Omzetting in Belgisch recht van de Richtlijn 2009/104/EG van het Europees Parlement

Nadere informatie

Welzijn van uitzendkrachten: nieuwe bepalingen

Welzijn van uitzendkrachten: nieuwe bepalingen Welzijn van uitzendkrachten: nieuwe bepalingen In het Belgisch Staatsblad van 28 december 2010 verscheen het nieuw koninklijk besluit (KB) van 15 december 2010 tot vaststelling van maatregelen betreffende

Nadere informatie

VEILIG WERKEN OP HOOGTE IN EEN SCHOOL. Jan Goos

VEILIG WERKEN OP HOOGTE IN EEN SCHOOL. Jan Goos VEILIG WERKEN OP HOOGTE IN EEN SCHOOL Jan Goos VEILIG WERKEN OP HOOGTE IN EEN SCHOOL Bij het uitvoeren van werken op hoogte moet men steeds rekening houden met het valgevaar. Geïntegreerde veiligheid,

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 118 van 13 maart 2007 over het ontwerp van koninklijk besluit

Nadere informatie

(1999/C 55/06) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 118 A,

(1999/C 55/06) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 118 A, bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 55 van 25/02/99 GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 13/1999 door de Raad vastgesteld op 22 december 1998 met het oog op de aanneming van Richtlijn

Nadere informatie

ARBEIDSOMSTANDIGHEDENWET

ARBEIDSOMSTANDIGHEDENWET ARBEIDSOMSTANDIGHEDENWET Voorlichting en onderricht Artikel 8 1. De werkgever zorgt ervoor dat de werknemers doeltreffend worden ingelicht over de te verrichten werkzaamheden en de daaraan verbonden risico

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 158 van 29 april 2011 over het ontwerp van koninklijk besluit

Nadere informatie

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN 1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN 1.1 Algemeen veiligheids- en gezondheidsplan Het algemeen veiligheids- en gezondheidsplan wordt opgesteld door de veiligheidscoördinator ontwerp en wordt, voor de aanvang van

Nadere informatie

Een arbeidsongeval: wat nu?

Een arbeidsongeval: wat nu? Een arbeidsongeval: wat nu? 1. Wanneer is het een arbeidsongeval? Definitie Een arbeidsongeval veronderstelt: een plotselinge gebeurtenis; één of meerdere uitwendige oorzaken; het bestaan van een letsel

Nadere informatie

Elektrische installaties - Vragen

Elektrische installaties - Vragen PROVIKMO Externe Dienst Preventie en Bescherming op het Werk Afdeling Risicobeheersing Team Veiligheid Dirk Martensstraat 26/1 8200 Brugge Tel. 050/47.47.47 Fax. 050/47.47.98 Presentatie: Peter Coninckx

Nadere informatie