Nota zienswijzen realisatie serre en terras, Parkstraat Den Burg (WHZ )

Transcriptie

1

2

3

4 Nota zienswijzen realisatie serre en terras, Parkstraat Den Burg (WHZ ) Omschrijving ontwerpbesluit Behoort bij besluit van Burgemeester en Wethouders van Texel, kenmerk: 13.UP00051 zaaknummer: WHZ kenmerk document: Burgemeester en Wethouders van Texel, namens dezen, Teamleider Vergunningen a.i. Op 8 maart 2011 is een aanvraag omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen voor van het realiseren van een serre bij café De Slock en een terras bij cultuurcentrum De Hollebol, Parkstraat 32-38, 1791 CB Den Burg, kadastraal bekend gemeente Texel, sectie K, nummers Geconstateerd is dat de aanvraag in strijd is met de voorschriften van het ter plaatse geldende bestemmingsplan Centrum Den Burg omdat de activiteiten niet passen binnen de bestemmingen verkeersdoeleinden en woondoeleinden. Aangezien de uitbreiding past binnen het gemeentelijk beleid heeft het college besloten medewerking te verlenen aan het starten van een planologische procedure. Hierbij gaat het om de procedure ex artikel 2.12, lid 1 onder a sub 3 van de Wabo. Het ontwerpbesluit tot het verlenen van medewerking is overeenkomstig artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op 28 oktober 2011 bekend gemaakt en gepubliceerd. Het ontwerpbesluit heeft daarna van 31 oktober 2011 tot en met 12 december 2011 terinzage gelegen. Naar aanleiding hiervan is één zienswijze ontvangen. Deze zienswijze is door meerdere personen ondertekend. Ontvankelijkheid De ingekomen zienswijze is binnen de termijn van zes weken ingediend en voorzien van een motivering. De zienswijze is ingediend door de heer C.H. Dros namens de volgende bewoners: 1. Familie Smit, Weverstraat Familie Dros, Weverstraat Familie Smit, Weverstraat 87 (ingetrokken) 4. Mevr. Timmer en Dhr. Booij, Parkstraat 9 5. Mevr. Bakker en dhr. Wiersma, Brugwal 7 6. Dhr. De Schipper, Burgwal 15E De inhoud van de ingekomen zienswijzen is duidelijk. Daarom is afgezien van het houden van een hoorzitting. Op 19 januari 2012 is een brief ontvangen van de familie Smit, Weverstraat 87 dat zij hun zienswijze intrekken. Standpunten indieners zienswijze met reactie De inhoud van de zienswijzen wordt hieronder puntsgewijs en samengevat omschreven. Per punt is cursief weergegeven de reactie van het college. 1. Bij de communicatie rondom het onderwerp De Hollebol is sprake van een soort permanente inconsistentie. Dit komt door het door elkaar gebruiken van termen en namen met verschillende betekenis. Dit draagt niet bij aan duidelijk. Voorgesteld wordt een in de zienswijze vermelde lijst van termen te gebruiken. Net als de indieners van de zienswijze streeft de gemeente naar consistent gebruik van termen. Waar nodig is dit aangepast. Het college is er overigens niet van gebleken dat het gebruik van termen heeft geleid tot onduidelijkheden. 2. De economische noodzaak is in het kader van ruimtelijke ordening en de publieke afweging die het college dient te maken niet relevant. Het ontwerpbesluit c.q. de ruimtelijke onderbouwing spreekt niet over economische noodzaak maar over economische uitvoerbaarheid. Dit heeft enkel betrekking op het feit dat de aanvrager aantoont dat het aangevraagde plan financieel uitvoerbaar is. 3. De ruimtelijke onderbouwing is eenzijdig opgesteld en op meerdere punten misleidend en wellicht zelfs onjuist. Ter onderbouwing van dit standpunt worden een aantal voorbeelden genoemd. 1/4

5 Deze reactie betreft de mening van de zienswijzenindiener. De reactie heeft wel aanleiding gegeven om de ruimtelijke onderbouwing nogmaals kritisch te bekijken en op sommige punten aan te passen c.q. te actualiseren. Hierbij gaat het onder andere om wijzigingen op pagina 1 over de nut en noodzaak, pagina 4 over de gemeentelijke structuurvisie en pagina 6 over geluid en hinder, verkeer en economische uitvoerbaarheid. 4. Met verwijzing naar diverse relevante beleidsnota s en hetgeen verzoeker zelf ook aangeeft, geldt dat het terras een functie heeft voor het winkelend publiek. Het terras bevindt zich buiten het voor Den Burg vastgestelde zogenaamde horecaconcentratiegebied. In genoemde beleidsnota s wordt dit concentratiegebied in Den Burg telkens weer aangegeven als het gebied waar het uitgaanspubliek zou moeten worden gecentraliseerd. Mede gezien dit aspect is het terras zeker niet wenselijk tijdens avond en nachtelijke uren als de winkels zijn gesloten. Wat betreft het horecaconcentratiegebied gaat de gemeente er vanuit dat wordt gedoeld op de horecaring zoals deze is opgenomen in het bestemmingsplan Den Burg. Ten aanzien hiervan geldt dat het benoemen van een dergelijk horecaconcentratiegebied niet betekent dat daarbuiten geen terrassen en/of andere vormen van horeca zijn toegestaan. In aanvulling hierop geldt nog het volgende. In beginsel geldt op basis van de Winkeltijdenwet dat winkels tot 22:00 open mogen zijn. De openingstijden van het terras zijn gelijk aan de toegestane openingstijden van de winkels, met uitzondering van de vrijdag en zaterdag. Dat in de praktijk blijkt dat de winkels niet tot 22:00 open zijn, is een keuze van een winkelier zelf. 5. Het terras is het enige dat direct aan de openbare weg ligt. Dit betekent dat verkeersveiligheid als belangrijke afweging dient te worden meegenomen. Hetgeen hierover opgenomen in de ruimtelijke onderbouwing is volstrekt ontoereikend. Dit geldt in het bijzonder in de uren dat de winkels zijn gesloten en er nagenoeg geen beperkingen zijn in de Parkstraat. Deze functioneert dan als een normale openbare weg met alle veiligheidsconsequenties van dien. De paradox die hierbij geldt, is dat de aanvrager in het verleden in zijn functie als wethouder gestreden heeft een brede voetgangersberm in de Parkstraat en hiermee voor de verkeersveiligheid voor het winkelend publiek. De toestand van toen geldt nog steeds. Het punt dat hier wordt aangevoerd, te weten de verkeersveiligheid in relatie tot het terras, raakt niet dan wel niet direct het belang van zienswijzenindieners. Dit betreft meer het belang van de exploitant en gebruikers van het terras. Daarbij geldt dat in de praktijk niet is gebleken dat de verkeersveiligheid in het geding is geweest, althans bij de gemeente zijn hier geen gevallen van bekend. 6. De openbare orde is niet gebaat met een terras. Na het sluiten van de winkels is de aanwezigheid van het terras van grote invloed. De rust op straat, als de winkels zijn gesloten, is één van de karakteristieken van het gebied Parkstraat-Burgwal-Weverstraat. Het voorheen gevestigde café vormde hierop geen uitzondering. Met de komst van nieuwe uitbaters en het nieuwe grandcafé De Hollebol is dit veranderd en is de openbare orde flink onder druk komen staan. Bij verdere openstelling van het grandcafé zal deze overlast naar verwachting toenemen. Dit is onlangs gebleken bij de viering van Ouwe Sunder. In onderhavige procedure gaat het om de planologische aanvaardbaarheid van het terras. Het college is van mening dat vanuit ruimtelijk oogpunt geen bezwaren bestaan tegen een terras. Dat het café hierbij een nieuwe exploitant heeft, is niet van belang. Zaken als het voorkomen van overlast komen aan de orde in de exploitatievergunning. Daarbij geldt dat, voor zover ons bekend, het afgelopen jaar zich niet of nauwelijks overlastproblemen hebben voorgedaan. 7. Zoals bekend bij het college ervaren bewoners, vooral aan de Burgwal, veel overlast van het pendelend uitgaanspubliek dat zich begeeft tussen het horecaconcentratiegebied en café De Slock en het grandcafé. Aan de Parkstraat is al jaren een café gevestigd. Een wijziging van de exploitatie en het daardoor aantrekken van ander publiek zijn zaken waar de gemeente geen invloed op heeft. Zonder de gerealiseerde nieuwbouw was dit ook mogelijk geweest en had ook een loop kunnen ontstaan tussen het horecaconcentratiegebied en het café aan de Parkstraat. In zoverre staat dit los van de serre en het terras. 2/4

6 8. Het terras doet afbreuk aan het historische karakter van de omgeving en het plein Hollebol waarvan sommigen dit historische karakter wensen te herstellen. Ter plaatse is nooit sprake geweest van een terras met horeca dit draagt dus geenszins bij aan dit historische herstel. Het feit dat nooit sprake is geweest van een terras met horeca is geen argument om hier nu wel medewerking aan te verlenen. Daarbij geldt dat het plan is beoordeeld door de welstandscommissie. Deze heeft geoordeeld dat het plan voldoet aan de redelijke eisen van welstand. Het college heeft dit standpunt overgenomen en is van mening dat het terras geen afbreuk doet aan het historische karakter van het plein Hollebol. Zienswijzenindieners hebben overigens niet gemotiveerd waarom het terras het historische karakter van het plein Hollebol aantast. 9. Een terras op de betreffende locatie is in strijd met het gemeentelijk beleid. Dit gaat uit van horeca in het horecaconcentratiegebied. Dit om overlast te voorkomen en handhaving van de openbare orde zoveel mogelijk te garanderen door deze te concentreren. Het terras is hiermee in strijd. Het aanwijzen van een horecaconcentratiegebied sluit niet uit dat ook op andere locaties horeca (al dan niet met terras) zijn toegestaan. 10. Met verwijzing naar de visie zoals deze is beschreven voor Den Burg in de Toekomstvisie Voorzieningenstructuur Texel kan sprake zijn van terrassen als rustpunten voor het publiek in het winkelrondje in Den Burg. Voor het plein Hollebol wordt hierbij expliciet en herhaaldelijk verwezen naar daghoreca welke een functie moet hebben voor het winkelend publiek. De toekomstvisie is over het betreffende gebied expliciet: daghoreca, die goed mengt met de winkelfunctie. Dit is hier niet relevant aangezien het gaat over de vergunning voor een terras en serre en niet over de openingstijden van het terras. 11. Een terras kan alleen worden gerealiseerd ter invulling van een zogenoemde gemengde functie tijdens uren dat de winkels in de omgeving zijn geopend. Van verdere openstelling kan geen sprake zijn in verband met overlast en verstoring van de openbare orde in de avond en nachtelijke uren. Daarnaast gaat dit verder dan het geldende beleid. Zie reactie punt De serre is illegaal gerealiseerd en hoort daar niet. De ruimte voor de oude serre werd in het bouwplan uitdrukkelijk ingeleverd om de benodigde ruimte te verkrijgen voor de realisatie van het cultuurcentrum. De serre zou worden verwijderd en van terugkomen is geen sprake. In een gelijksoortig geval heeft het college gesommeerd om, in dit geval, een woning te verwijderen omdat er een nieuwe op het perceel is gekomen. Het klopt dat de serre zonder vergunning is gerealiseerd. Dit is reden waarom alsnog een vergunning is aangevraagd en onderhavige procedure wordt gevoerd. Dat de ruimte van de voormalige serre niet meer mocht terugkomen is in deze niet aan de orde en eerder ook geen onderwerp van discussie geweest. Daarnaast is niet gebleken dan wel aangetoond dat in gelijksoortige gevallen anders is besloten, ofwel dat in strijd met het gelijkheidsbeginsel is gehandeld. 13. De nieuwe omstandigheden (rookverbod 2008) welke de aanvrager aangeeft, zijn niet steekhoudend daar binnen de bouwplannen diverse wijzigingen zijn doorgevoerd welke een veel grotere impact hebben gehad op de realisatie van het cultuurcentrum. Deze zijn ook doorgevoerd zonder dat dit problemen heeft opgeleverd en nadat het opgevoerde rookverbod is uitgevaardigd. De Slock had reeds inpandig een rookruimte gecreëerd. Dit had in het nieuwe gebouw ook gekund. Daarbij geldt dat een maatschappelijke trend gaande is waarbij dit argument überhaupt niet meer steekhoudend is. Het uitgangspunt is dat de gemeente heeft besloten medewerking te verlenen aan de aanvraag omdat vanuit ruimtelijk oogpunt geen bezwaren zijn tegen de serre en het terras. Voor de aanvrager is het ingevoerde rookverbod mede een aanleiding geweest om het bouwplan te realiseren. 14. Het legaliseren van de serre betekent dat het college toestaat om de horeca-oppervlakte en hiermee de capaciteit van het cultuurcentrum nog verder te vergroten. Dit lijkt onjuist en tegenstrijdig met hetgeen het college wenst te bereiken op het gebied van veiligheid en openbare orde. Niet gebleken dan wel aangetoond is dat genoemde toename van de horeca-oppervlakte van invloed is op de veiligheid en openbare orde. Zie ook de reactie bij punt 6. 3/4

7 15. De legalisering van de serre is tegenstrijdig met een van door de initiatiefnemers aangevoerde argumenten bij realisering van het cultuurcentrum. De meeste opvallende betreft de zinsnede uit de ruimtelijke onderbouwing: De nieuwbouw leidde tot een vloeiende gevellijn. De serre doorbreekt deze lijn en doet afbreuk aan onder andere dit aspect van het originele plan. De opmerking dat de serre afbreuk doet aan het originele plan betreft het standpunt van de zienswijzeindiener en is niet nader gemotiveerd. Zoals hiervoor aangegeven, heeft de welstandscommissie een positief advies uitgebracht. Niet gebleken en/of aangetoond is dat dit advies onjuist is of op onzorgvuldige wijze tot stand is gekomen. 16. Het argument dat door de serre onrust op straat zou worden beperkt omdat geen mensen buiten staan te roken is steekhoudend doch slechts indien sprake is van een ruimte die altijd is afgesloten. Aan de andere kant is dit argument overbodig, daarvoor was juist een rookruimte in het café gerealiseerd. Daarnaast spreekt aanvrager zich met dit argument ook tegen waar het betreft de aanvraag voor het terras. Dit zijn ook bezoekers die zich buiten in de open lucht bevinden. Waarom veroorzaken zij geen overlast voor de omgeving en rokende cafébezoekers wel? In beginsel geldt dat de serre gesloten moet zijn en dat de serre alleen toegankelijk is vanuit het café. De serre is als bedoeld als rookruimte bij het café. Dit staat in principe los van het terras. Daarbij geldt dat het terras niet altijd aanwezig is en andere openingstijden heeft dan het café en de serre. 17. Met het aanvaarden van de exploitatievergunning voor het horecabedrijf heeft de uitbater tevens een verantwoordelijkheid op zich genomen voor hetgeen zich voor het horecabedrijf en in de directe omgeving afspeelt, in het bijzonder het handhaven van de openbare orde. De opstelling van de aanvrager is zeer eenzijdig en houdt geen rekening met de buurt en het publieke belang. Zie reactie bij punt De aanvraag past niet binnen de zogenoemde Algemene verklaring van geen bedenkingen. Het aangevraagde gaat verder dan door de raad vastgesteld beleid. Dit geldt zowel voor het terras gedurende de avond en nachtelijke uren als voor de realisatie van een extra bouwwerk op grond van de gemeente welke tegenstrijdig is met een eerder besluit van de raad. De raad zal zich hierover eerst moeten uitspreken voordat het college een besluit kan nemen. Gelet op de voorgeschiedenis en het complete dossier van het cultuurcentrum lijkt dit een minimale noodzakelijkheid aangezien de raad in voorgaande gevallen onjuist en onvolledig is geïnformeerd. Tevens is dit de verantwoordelijkheid die een college moet nemen die openbaarheid en transparantie nastreeft. Op 13 juli 2011 heeft de raad een zogenoemde algemene verklaring van geen bedenkingen (vvgb) vastgesteld. Deze algemene vvgb houdt in dat voor een aanvraag omgevingsvergunning voor een (bouw)plan dat past binnen door de raad vastgesteld beleid niet apart een vvgb hoeft te worden aangevraagd. De raad heeft hierbij tevens besloten dat de toepassing van een vvgb bij de eerstvolgende raadscommissie moet worden gemeld. Dit is gebeurd in de vergadering van de raadscommissie van 6 oktober Naar aanleiding hiervan is vanuit de commissie en/of raad geen signaal afgegeven dat de aanvraag wel in strijd is met door de raad vastgesteld beleid en de algemene vvgb niet van toepassing is. Nu de omstandigheden en het beleid niet zijn gewijzigd, geeft de zienswijze geen aanleiding om te veronderstellen dat de serre en/of het terras wel in strijd zijn met door de raad vastgesteld beleid. Daarbij geldt nog dat het hier gaat om een planologische procedure waarbinnen de openingstijden van een terras niet worden geregeld. Uit het beleid blijkt dat een terras op de betreffende locatie als een wenselijke ontwikkeling wordt beschouwd. Het bepalen van de openingstijden gebeurt op basis van de Apv. Conclusie Resumerend kan worden geconcludeerd dat indieners van de zienswijzen niet onevenredig in hun belangen worden geschaad. Gezien voorgaande reacties op hun standpunten is geen, of niet in ernstige mate, sprake van hinder, overlast en/of andere nadelige effecten. 4/4