Progressive Scan CCD netwerkcamera

Transcriptie

1 Progressive Scan CCD netwerkcamera Installatie handleiding V1.2 TV TV7223

2 Voorwoord Geachte klant, Wij bedanken u voor de aankoop van deze netwerkcamera van de serie Eyseo van de firma ABUS Security- Center. Met dit toestel heeft u een product gekocht, dat volgens de allernieuwste techniek werd gebouwd. Dit product voldoet aan de eisen van de geldende Europese en nationale richtlijnen. De overeenstemming werd aangetoond, de overeenkomstige verklaringen en documenten zijn bij de fabrikant gedeponeerd. Om deze toestand te behouden en een gebruik zonder gevaren te garanderen, moet u als gebruiker deze gebruiksaanwijzing in acht nemen! Als u vragen heeft, neem dan contact op met uw speciaalzaak. Deze netwerkcamera dient voor de bewaking van objecten. De opgenomen videosignalen worden daarbij digitaal, over het aangesloten netwerk, naar een computer gestuurd. De op de computer geïnstalleerde software maakt gelijktijdige registratie mogelijk van maximaal 16 aangesloten videosignalen. De gegevensopslag is onderworpen aan de daarvoor geldende regels in uw land. Via Internet Explorer heeft u vanuit de hele wereld toegang tot de geplaatste camera's (alleen met paswoord) Veiligheidstips Het contact van de netwerkcamera inclusief aangesloten componenten met vocht, bv. in kelderruimtes e.d. moet beslist worden vermeden. Een andere toepassing dan hierboven beschreven kan tot beschadiging van dit product leiden. Bovendien kan hierdoor bijvoorbeeld kortsluiting, brand, elektrische schokken enz. optreden. Het apparaat is toegelaten voor gebruik via een Klasse 2 12 VDC netadapter. Het gehele product mag niet gewijzigd, geopend of omgebouwd worden. De aansluiting op het openbare stroomnet valt onder de voor het land specifieke bepalingen. Stelt u zich hierover a.u.b. van tevoren op de hoogte. Ter voorkoming van branden en verwondingen neemt u de volgende opmerkingen in acht: Neem a.u.b. de volgende voorzorgsmaatregelen in acht, zodat uw apparaat goed functioneert: Bevestig het apparaat zeker op een droge plaats in het huis. Zorg voor voldoende verluchting. Stel het apparaat niet aan temperaturen onder 0 C of boven 35 C bloot. Het apparaat werd uitsluitend voor het gebruik binnenshuis geconstrueerd. De maximale luchtvochtigheid mag niet hoger zijn dan 90% (niet condenserend). Voer alle werkzaamheden in spanningsloze toestand uit. De netwerkcamera wordt door een 12V netadapter voorzien van gelijkspanning. De netadapter dient via een apart beveiligde leiding met het 230VAC huisnet te worden verbonden De aansluitwerkzaamheden aan het huisnet vallen onder de voor het land specifieke bepalingen 2

3 Algemeen: Ondeskundige of slordige installatiewerkzaamheden kunnen tot storingen en een slechte beeldkwaliteit leiden. Lees daarom deze handleiding aandachtig door en let tijdens de installatie van het systeem op de precieze benaming van de gebruikte leidingen en componenten. Technische wijzigingen zonder voorafgaande aankondiging voorbehouden. 3

4 Voor de ingebruikname van het product Het gebruik van bewakingscamera's kan in sommige landen wettelijk verboden zijn. Deze netwerkcamera is niet alleen een voor het webgebruik ontwikkelde precisiecamera, maar kan tevens als onderdeel van een flexibele bewakingsinstallatie gebruikt worden. De gebruiker dient zich vóór de ingebruikname van de installatie ervan te vergewissen, dat de bewaking binnen de rechtsregels valt. Controleer vóór de installatie of alle onderdelen aanwezig zijn (pagina 5: Inhoud van de levering). Lees de opmerkingen in de installatiehandleiding vóór u de netwerkcamera installeert. Lees het hoofdstuk Installatie goed door en volg de aanwijzingen op om schade door foutieve montage of verkeerde installatie te voorkomen. Dat geeft de garantie dat het toestel vakkundig en op de juiste wijze gemonteerd wordt en voor het beoogde doel kan functioneren. In annex A en B vindt u mogelijke oplossingen voor het opheffen van vaak voorkomende fouten bij de installatie en configuratie. In de installatiehandleiding worden de verschillende gebruiksmogelijkheden van de netwerkcamera beschreven. Paragrafen met het symbool vestigen de aandacht van de gebruiker op bijzonder belangrijke aanwijzingen. Het niet naleven van die aanwijzingen kan tot beschadigingen aan het toestel of tot verwondingen leiden. 4

5 Inhoud Voorwoord... 2 Veiligheidstips... 2 Voor de ingebruikname van het product... 4 Inhoud... 5 Inhoud van de levering... 6 Installatie... 7 Richt u voor een juiste installatie van randapparatuur tot uw speciaalzaak Externe aansluiting... 8 Aansluitingen achterzijde... 8 I/O-aansluitingen... 8 Eerste toegang tot de netwerkcamera... 9 Toeggang tot de netwerkkamera via Internet Explorer Instellen van een paswoord om onbevoegd gebruik te voorkomen Wijziging van het administrator-paswoord Installatie van de plug-in Fundamentele gebruikerfuncties Hoofdvenster en camerabeeld Digitale zoom en momentopname Client instelling Administrator-instellingen Configuratie / Video Bescherming van de netwerkcamera door paswoord Opbouw van een bewakingstoepassing Updaten van de software-versie Systeemconfiguratie Systeem Veiligheid Netwerk WLAN-configuratie DDNS-Einstellungen Toegangslijst Video en Audio Toepassing Parameters weergeven Onderhoud Annex A. Resetten / Terugzetten B. Veel gestelde vragen (FAQ) C. URL Commands D. Technische gegevens E. GPL licence information F. License

6 Inhoud van de levering Netwerkcamera TV7220/TV7221/TV7222/TV7223 Lens Antenne (alleen TV7221/23) Netadapter camerastatief Software CD Installatiehandleiding(op CD) 6

7 Installatie Controleer of alle onderdelen en artikelen die in voorgaande lijst genoemd zijn, aanwezig zijn. Al naar de toepassing door de gebruiker is een ethernetkabel noodzakelijk. Deze ethernetkabel moet voldoen aan de specificaties van UTP-kategorie 5 (CAT 5) en mag niet langer zijn dan 100 meter. Om het risico van een elektrische schok te voorkomen, eerst de stekker van de netadapter aansluiten op de netwerkcamera en daarna pas de netadapter aansluiten op het stopcontact. Richt u voor een juiste installatie van randapparatuur tot uw speciaalzaak. Installatie op het Ethernet De Progressive Scan CCD netwerkcamera probeert eerst verbinding te maken via het bekabelde Ethernet. Is dit niet mogelijk dan probeert de camera verbinding te maken via het draadloze netwerk (W-LAN). Als de camera wordt aangezet licht de rode LED op de voorzijde op, en aansluitend word de opstartprocedure opgestart. Indien de camera een IP adres krijgt licht deze LED groen op. Als de opstartprocedure afgerond knippert de LED groen. Kijk in de bijlage voor het zoeken van storingen. Installatie in het WLAN Is de camera van spanning voorzien en is er geen Ethernet-netwerk beschikbaar, dan schakelt de camera in de WLAN-modus en zoekt naar een access point met de benaming default. Deze benaming wordt SSID (Service Set Identifier) genoemd. Als er een access point met SSID werd gevonden, brandt de LED op de voorkant blauw. Als een verbinding met de basisinstellingen (SSID: default) niet gelukt is, verbind de camera dan via een kabel met een via een draadverbinding aangesloten netwerk en configureer de camera hiermee. 7

8 Externe aansluiting Aansluitingen achterzijde Audio uitgang Omschakelen interne/externe microphoon Audio ingang Antenne 12VDC Ethernet- Aansluiting I/O-Port Reset- Knop I/O-aansluitingen Schakelingang-/uitgang 1 : not used 2 : not used 3 : not used 4 : not used 5 : GND 6 : Schakelingang 7 : Schakeluitgang 8 : Voedingsspanning 12VDC 8

9 Eerste toegang tot de netwerkcamera De eerste verbinding met de netwerkcamera verloopt via het installatiehulpprogramma 2. Nadat het programma is gestart zoekt het naar aangesloten Eyseo netwerkcamera's en videoservers in uw netwerk. Het standaard IP-adres van de netwerkcamera is Wanneer er een DCHP server in uw netwerk aanwezig is, wordt er automatisch een IP-adres toegewezen in overeenstemming met uw netwerkconfiguratie. U kunt de netwerkinstellingen van de netwerkcamera zoals bv. het IP-adres of het subnetmasker bij [Home/Configuratie/Netwerk] direct wijzigen om dit aan uw netwerk aan te passen (bv. IP= / subnetmasker = ). Om verbinding met de netwerkcamera te maken, kunt u dubbelklikken op de regel in de lijst met resultaten. Na de start van het installatiehulpprogramma 2 voegt deze mogelijk een virtueel IP-adres toe aan de netwerkinstellingen van de PC. Dit hangt er van af of DHCP in uw netwerk is geactiveerd. Na het beëindigen van het installatiehulpprogramma 2 wordt dit virtuele IP-adres weer verwijderd. Door dit virtuele IP-adres wordt de eerste configuratie van de videoserver aanzienlijk vereenvoudigd. Handmatig configureren van het IP-adres van de netwerkadapter van de PC is dan niet meer nodig. 9

10 Toeggang tot de netwerkkamera via Internet Explorer Instellen van een paswoord om onbevoegd gebruik te voorkomen In de fabriek is in de netwerkcamera geen administrator-identificatie ingesteld. Om veiligheidsredenen dient de administrator een nieuw paswoord kiezen. Na het opslaan van administrator paswoord vraagt de netwerkcamera vóór elke toegang naar de gebruikersnaam en het paswoord. De administrator kan in totaal twintig (20) gebruikersbestanden creëren. Elke gebruiker heeft een toegang tot de netwerkcamera, maar deze gebruikers hebben geen toegang tot de systeemconfiguratie. Enkele voor het systeem belangrijke functies zijn alleen toegankelijk voor de administrator, zoals bijv. de systeemconfiguratie, het gebruikersbeheer en het updaten van softwareversies. De gebruiksnaam voor de administrator is altijd root en kan niet gewijzigd worden. Na het wijzigen van het paswoord toont de browser een identificatievenster en vraagt naar het nieuwe paswoord. Na het ingeven van het paswoord is het niet mogelijk het administrator paswoord opnieuw te wijzigen. De enige optie is het opnieuw invoeren van de verschillende fabrieksmatig ingestelde parameters. Voor het invoeren van het wachtwoord gaat u als volgt te werk: Open Internet Explorer en voer het IP-adres van de camera in (bijv.: < U wordt gevraagd u te identificeren. -> U bent nu met de netwerkcamera verbonden en ziet al een videostream. Opmerking: Het kan gebeuren, dat de veiligheidsinstellingen van uw PC een videostream verhinderen. Stel die via Extra/Internet opties/beveiliging in op een lager niveau. Let er vooral op dat u Active X stuurelementen en downloads activeert. 10

11 Wijziging van het administrator-paswoord Klik nu op button Configuratie een daarna op punt Veiligheid. Voer bij punt Rootwachtwoord het administrator paswoord in en bevestig dit bij Rootwachtwoord bevestigen. Klik nu op button «Opslaan». Het nieuwe administrator paswoord is opgeslagen. Klik op punt HOME in de linkerkolom om de configuratie te verlaten. 11

12 Installatie van de plug-in Bij de eerste toegang tot de netwerkcamera in Windows vraagt de webbrowser eventueel om de installatie van een nieuwe plug-in voor de netwerkcamera. De vraag is afhankelijk van de veiligheidsinstellingen van de PC van de gebruiker. Als het hoogste veiligheidsniveau staat ingesteld, kan de computer elke installatie en elk vraag om uitvoering weigeren. Deze plug-in dient voor videoweergave in de browser. Voor verdergaan kan de gebruiker op Install klikken. Laat de webbrowser geen installatie toe, open dan de Internetveiligheidsinstellingen en verlaag het veiligheidsniveau of wendt u tot de IT- of netwerkadministrator. 12

13 Fundamentele gebruikerfuncties Hoofdvenster en camerabeeld De weergave van de hoofdpagina bestaat uit twee delen: Configuratie: Met deze punten kan de camera configureerd worden. Camerabeeld: Videostream van de camera Klik op "Configuratie" naast het beeldvenster om naar de configuratiepagina te gaan. Taal: Hier kunt u de taal van het menu veranderen. Digitale uitgang: Hier kann de schakeluitgang van de netwerkcamera handmatig geachakeld worden. Locale opname : Een opname kan op de locale harde schijf worden gestart en gestopt. De directory voor het opslaan van de data wordt bij Client instellingen/mp4 opname opties geconfigureerd worden. 13

14 Digitale zoom en momentopname Klik op de loep onder het camerabeeld. Daarna verschijnt het bedieningsvlak voor digitaal zoomen. Deactiveer het vakje "Digitale zoom uitschakelen" en wijzig de zoomfactor met de glijbalk. Op Snapshot klikken. De webbrowser laat een nieuw venster zien, waarin de momentopname getoond wordt. Klik om op te slaan met de linkermuisknop op de momentopname en gebruik het diskette-symbool of gebruik de opslagfunctie door met de rechtermuisknop te klikken. 14

15 Client instelling Bij de eerste toegang tot de "Client Settings" onder Windows vraagt de webbrowser naar de installatie van een nieuwe plug-in. Deze plug-in werd ter certificering geregistreerd en kan voor het wijzigen van de parameters in de Client-pagina gebruikt worden. Klik voor het installeren van de plug-in op. Laat de webbrowser geen voortzetting van de installatie toe, open dan de Internetveiligheidsinstellingen en verlaag het veiligheidsniveau of wendt u tot de IT- of netwerkadministrator. Op de pagina client-instellingen staan twee instellingen ter beschikking. Het punt media-opties geeft de gebruiker de mogelijkheid de audio- of videofunctie te deactiveren. Het punt protocolopties geeft de keuzemogelijkheid van een verbindingsprotocol tussen Client en server. Twee protocol-opties staan ter optimalisering van de toepassing ter beschikking: UDP, TCP en HTTP. Het UDP-protocol maakt een groter aantal realtime audio- en videostreams mogelijk. Enkele datapakketten kunnen daarbij echter door een gestegen datastroom in het netwerk verloren gaan. Beelden kunnen daardoor slechts onduidelijk weergegeven worden. Het UDP-protocol wordt aanbevolen, wanneer geen speciale eisen worden gesteld. In het TCP-protocol gaan minder datapakketten verloren en wordt een preciezer videobeeld gegarandeerd. Het nadeel van dit protocol is, dat de realtimestream slechter is dan die van het UDPprotocol. Het HTTP-Protokol kiest u, indien het netwerk door een Firewall wordt beveiligd en alleen HTTP-Poort (80) geopend moey worden. In deze modus wordt er geen audio verstuurd. 15

16 Voor de selectie van de Client wordt normaal deze volgorde aanbevolen: UDP TCP HTTP. Nadat de netwerkcamera met succes is aangesloten geeft de protocolopties het gekozen protocol aan. Het gekozen protocol wordt in de PC van de gebruiker geregistreerd en voor de volgende aansluiting gebruikt. Na een verandering in de netwerkomgeving of als de gebruiker de netwerkcamera door de webbrowser opnieuw wil laten zoeken, kiest u het UDP-protocol manueel, slaat het op en gaat u terug naar HOME, om de verbinding opnieuw op te bouwen. Internet Explorer <url> Camera>/clientset.html Network Camera is het originele IP-adres of de hostnaam van de netwerkcamera. 16

17 Administrator-instellingen Configuratie / Video Het beste resultaat krijgt u door de snelste refreshrate met de hoogste videokwaliteit en de laagst mogelijke bandbreedte. De drie factoren Maximale beeldfrequentie, Constante bitrate en Vaste kwaliteit op de pagina voor de videoconfiguratie staan met elkaar in een onderlinge verhouding. Mobile toegrijpen op de netwerkcamera Veel moderne mobiele telefoons ondersteunen de toegang tot MPEG-4-videostream en GSM-AMRaudiogegevens. Door de begrensde bandbreedte wordt slechts een maximale resoluitie van 176x144 pixels ondersteund. Hoge refreshrate Om een goed visueel realtime effect (meer dan 20 beelden/sec) te krijgen, moet de netwerkbandbreedte groot genoeg zijn. Is de netwerkbandbreedte groter dan 1Mb/s dan moet de waarde voor de Constante bitrate op 1000kB/s of 1200kB/s en de Vaste kwaliteit op de hoogste kwaliteit ingesteld worden. In een PAL-systeem ligt de maximale refreshrate op 25 en in een NTSCsysteem op 30 frames per seconde. Indien uw netwerkbandbreedte groter is dan 384Kb/s, kunt u de bitrate afstellen op uw bandbreedte en de maximale refreshrate op 25 of 30 fps (frames per seconde) instellen. Als de beelden in uw omgeving drastisch wijzigen, dan kunt u de maximale refreshrate terugbrengen naar 20 beelden per seconde om de gegevensoverdrachtsnelheid laag te houden. Dat geeft een betere videokwaliteit, terwijl het menselijk oog het verschil tussen 20, 25 of 30 beelden per seconde toch niet waarneemt. Is de netwerkbandbreedte lager dan 384 Kb/s stel de Constant bit rate dan op de bandbreedte af en probeer het beste resultaat door fijnafstemming van de Maximale beeldfrequentie te bereiken. In een traag netwerk geeft een hoge refreshrate een onscherp, vertekend beeld. Een andere mogelijkheid is om door het kiezen van de optie (176x144) in de Framegrootte-optie een betere beeldkwaliteit te behalen, of 320x240 voor een groter beeldformaat. De videokwaliteit zal door het aantal gebruikers op het netwerk iets variëren. De kwaliteit kan door een slechte verbinding en door de beperking van de netwerk-bursts beïnvloed worden. 17

18 Voor beelden van hoge kwaliteit Voor de beste videokwaliteit stelt u Vaste kwaliteit in op Detailled of Excellent en de Maximale beeldfrequentie zo in, zodat dit afgestemd is op de bandbreedte van uw netwerk. Heeft u een langzaam netwerk en krijgt u gebroken beelden, ga dan naar het TCP-protocol onder Client Settings en kies de geschikte modus voor de overdracht. Bij een langzame verbinding kunnen de beelden door vertraging beïnvloed worden. De vertraging wordt langer naarmate er meer gebruikers op het netwerk zijn. Hoge refreshrate met beelden van hoge kwaliteit Als u over een breedbandnetwerk beschikt stelt u de Constante bitrate in op 512Kbps of beter en laat u de Constante bitrate ongewijzigd. U kunt de bandbreedte ook instellen afhankelijk van de werkelijke netwerksnelheid of refresh rate. Begin met 30 beelden per seconde en reduceer die instelling tot u het beste resultaat heeft. Kies echter niet minder dan 15 beelden per seconde. Wordt de beeldkwaliteit niet beter, stel dan de Constante bitrate lager in. Bescherming van de netwerkcamera door paswoord Root-Passwort De netwerkcamera wordt zonder wachtwoord geleverd. Onder die voorwaarde heeft iedereen toegang tot de netwerkcamera, inclusief de configuratie, zolang het IP-adres bekend is. Het is absoluut noodzakelijk de camera een paswoord te geven, als andere gebruikers toegang tot de netwerkcamera moeten hebben. Voer een nieuw paswoord in om de bescherming te activeren. Met dit paswoord wordt de administrator geïdentificeerd. 18

19 Openen van gebruikersbestanden voor nieuwe gebruikers Kies onder Configuratie het menupunt Veiligheid uit. Ga naar de paragraaf "Gebruiker toevoegen". Voeg dan een gebruiker toe met naam en paswoord voor de medegebruiker. Met de netwerkcamera kunt u twintig bestanden aanmaken voor andere gebruikers. De camera controleert alleen de toegangstoestemming van de betreffende gebruikersnaam en paswoord. Daarmee kunnen meerdere bezoekers hetzelfde bestand op verschillende niveaus gebruiken. Opbouw van een bewakingstoepassing De administrator kan de ingebouwde bewegingssensor gebruiken om veranderingen in het beeld te observeren en te signaleren. Daarvoor kunnen momentopnamen van de gebeurtenissen naar een e- mailadres of naar een FTP-Server worden gestuurd. Daarvoor moeten instellingen in de configuratiemenu s Netwerk, Bewegingsdetectie en Toepassing worden verricht. Uitgebreide informatie vindt u op de pagina s Systeemconfiguratie. Updaten van de software-versie De gebruiker kan de nieuwste software van de website ophalen. Voor het updaten van de netwerkcamerasoftware, is een gebruiksvriendelijke update-assistent ter beschikking (Installation Wizard / Upgrade). Alleen de administrator kan de update-functie starten. Voor het updaten van het systeem gaat u als volgt te werk. 1. Download het firmwarebestand met de naam xxx.pkg uit de betreffende product map. 2. Start de update-assistent en volg de aanwijzingen. 3. Het geheel neemt enige minuten in beslag, waarna het systeem automatisch opnieuw gestart wordt. Het updaten van de softwareversie is ook via het menupunt Configuratie/Beheer van de netwerkcamera mogelijk. Bij stroomuitval tijdens het wegschrijven naar het flash-geheugen kan het programma in het geheugen van de netwerkcamera onherstelbaar beschadigd worden. Wendt u tot de technische dienst van uw speciaalzaak indien de netwerkcamera na de update niet juist gestart kan worden. 19

20 Systeemconfiguratie Alleen de administrator heeft toegang tot de systeemconfiguratie. Elke categorie in de linkerkolom wordt op de volgende pagina's uitgelegd. De vetgedrukte teksten stellen de specifieke aanduidingen op de optiepagina's voor. De administrator kan de URL onder de afbeelding invoeren, om direct naar de configuratie-pagina te gaan. <URL> <Netzwerkkamera> is de domeinnaam of originele IP-adres van de netwerkcamera. <URL> <Netzwerkkamera> is de domeinnaam of originele IP-adres van de netwerkcamera. 20

21 Systeem Hostnaam De tekst toont de titel op de Homepage. LED indicator uitschakelen Kies deze optie om de LED-diode op de voorkant van de camera uit te schakelen. U voorkomt daarmee, dat anderen kunnen zien of de camera in werking is. Huidige tijd en datum behouden Klik op deze optie, om de huidige datum en uur van de netwerkcamera te behouden. Met een interne realtimeklok blijven datum en uur zelfs na een uitschakeling van het systeem bewaard. Synchroniseren met de computertijd Synchroniseert de datum en uur van de netwerkcamera met de lokale computer. De tegen overschrijven beschermde datum en uur van de PC worden na updaten aangeduid. Handmatig Stelt de datum en uur in na invoer door de administrator. Let bij het invoeren op het formaat van het betreffende veld. Automatisch Synchroniseert datum en uur met de NTP-server, via het Internet bij elke start van de netwerkcamera. Dit lukt niet wanneer de toegewezen tijdserver niet bereikbaar is. NTP server Wijst het IP-adres of de domeinnaam van de tijdserver toe. Door dit tekstvak niet in te vullen wordt de netwerkcamera met de defaultserver verbonden. Tijdzone Stelt het uur van de tijdserver in volgens de lokale instellingen. Interval bijwerken Instelling van de frequentie, met die de camera de tijd met de NTP-Server synchroniseert. Vergeet niet op Opslaan te klikken, anders werken de wijzigingen niet en wordt het uur niet gesynchroniseerd. Veiligheid Rootwachtwoord Dient voor het wijzigen van het administrator-paswoord door het invoeren van een nieuw paswoord. Het ingevoerde paswoord wordt om veiligheidsredenen alleen met sterretjes aangegeven. Na het klikken op Opslaan vraagt de webbrowser de administrator het nieuwe paswoord voor de toegang tot de netwerkcamera in te voeren. Gebruiker toevoegen Geef de nieuwe gebruikersnaam en het bijbehorende paswoord en klik daarna op Toevoegen. De nieuwe gebruiker i!s te zien op de lijst met gebruikersnamen. In totaal kunnen er twintig gebruikersbestanden gemaakt worden. Gebruikersbeheer Open de lijst met gebruikersnamen, zoek de gebruiker op en klik op Wissen, om de gebruiker uit de lijst te schrappen. <URL> <Netzwerkkamera> is de domeinnaam of originele IP-adres van de netwerkcamera. 21

22 Netwerk Na het aanbrengen van de veranderingen op deze pagina, moet het systeem opnieuw opgestart worden om die wijzigingen te activeren. Controleer eerst of alle velden correct ingevuld zijn, voor u op Opslaan klikt Netwerkverbinding LAN De voorinstelling is LAN. Gebruik deze instelling als de camera met een LAN verbonden is. Daarvoor zijn verdere instellingen als IP-adres of subnetmasker nodig. PPPoE Gebruik deze instelling als de camera direct met een DSL-modem verbonden is. De gebruikersnaam en het wachtwoord krijgt u van uw ISP (Internet Service Provider). IP-addres verkrijgen Bij elke herstart van de netwerkcamera krijgt deze een IP-adres toegewezen. Gebruik vast IP-adres De netwerkgegevens zoals bijv. IP-adres worden hier vast toegewezen. IP addres Nodig voor netwerkidentificatie. Subnet masker Nodig om te zorgen, dat het doel zich in hetzelfde subnet bevindt. De standaardwaarde is " ". Standaard router Dit is de gateway voor doorgave van beelden aan een ander deelnet. Een ongeldige router-instelling zal het doorsturen naar doelen in andere deelnetten verhinderen. Bestaat een Cross-Link-kabel-verbinding, voer hier oonvoorwaardelijk een IP-adres in hetzelfde subnetbereik van de camera in (b.v ). Primaire DNS Server van de primaire domeinnaam, waarmee de hostnamen in IP-adressen omgezet worden. Secundaire DNS Server van de secundaire domeinnaam voor de creatie van een reservekopie van de primaire DNS. UpnP presentatie inschakelen Daarmee activeert u het universele Plug-and-Play. Dit is een uitbreiding van de PnP-standaard op netwerkomgevingen. UPnP port forwarding inschakelen Daarmee activeert u de universele Plug-and-Playpoortdoorsturing voor netwerkdiensten. HTTP: Dit kan een andere poort zijn dan de voorziene poort 80 (80, ). Na het wijzigen van de poort moet de gebruiker over de wijziging geïnformeerd te worden, om een geslaagde verbinding te verzekeren. Wanneer de administrator bijvoorbeeld de HTTP-poort van de netwerkcamera, waarvan het IP-adres is, van 80 in 8080 wijzigt, moet de gebruiker i.p.v. " nu " in de webbrowser opgeven. Secundaire HTTP-poort: HTTP-poort voor stream 2. Toegangsnaam voor stream 1: Gebruikersnaam voor de MJPEG stream 1 Toegangsnaam voor stream 2: Gebruikersnaam voor de MJPEG stream 2 FTP: Bijvoorbeeld (VLC Player): FTP-poort: Adres van de interne FTP-serverpoort. Dit kan een andere poort zijn dan de standaard FTP-poort (21, of ). 22

23 RTSP streaming: RTSP authenticatie: De authenticatie kan uitgeschakeld zijn (standaard) of in de eenvoudige of uitgebreide modus staan. Wanneer deze is ingeschakeld moet bij het maken van een RTSP verbinding een gebruikersnaam en een wachtwoord van een bestaande gebruiker worden ingevoerd (bv. Administrator). OPMERKING: de RTSP authenticatie moet door de videoplayer worden ondersteund (bv. Realplayer 10.5). Toegangsnaam voor stream 1: Toegangsnaam 1 om verbinding vanaf een client te maken. Als codec type moet MPEG4 worden gekozen! Gebruik rtsp://<ip-adres>:rtsp poort /<toegangsnaam 1>, om een verbinding te maken. Toegangsnaam voor stream 2: Toegangsnaam 2 om verbinding vanaf een client te maken. Als codec type moet MPEG4 worden gekozen! Gebruik rtsp://<ip-adres>:rtsp poort /<toegangsnaam 2>, om een verbinding te maken. Voorbeeld(VLC Player): rtsp:// :10052/live.sdp RTSP-poort: Deze poort kan afwijken van de vooraf ingestelde poort 554 (554; of 1025 tot 65535). Let er bij het wijzigen van de poort op dat ook de invoer van het adres, analoog aan de wijziging van de HTTP-poort, moet worden aangepast. RTP-poort voor video: Deze poort kan afwijken van de vooraf ingestelde poort. Het nummer van de poort moet een even getal zijn. RTCP-poort voor video: Het nummer van deze poort is de "RTP-poort voor video" plus 1. RTP-poort voor audio: Deze poort kan afwijken van de vooraf ingestelde poort Het nummer van de poort moet een even getal zijn. RTCP-poort voor audio: Het nummer van deze poort is de "RTP-poort voor audio" plus 1. Multicast: Deze instellingen kunnen worden geconfigureerd voor stream 1 en 2. Altijd multicast: Activeren om altijd multicast te gebruiken. Multicast groepsadres: Specificeert een groep van IP hosts die bij deze groep horen. Multicast videopoort: Deze poort kan afwijken van de vooraf ingestelde poort Het nummer van de poort moet een even getal zijn. Multicast RTCP videopoort: Het nummer van deze poort is de "Multicast video poort plus 1. Multicast audiopoort: Deze poort kan afwijken van de vooraf ingestelde poort Het nummer van de poort moet een even getal zijn. Multicast RTCP audiopoort: Het nummer van deze poort is de "Multicast audiopoort plus 1. Multicast TTL: Time to Live Wanneer er een portforwarding op de router is ingesteld, moeten altijd alle poorten worden doorgegeven (RTSP + HTTP). Dit is noodzakelijk voor een correcte communicatie. 23

24 <URL> <Netzwerkkamera> is de domeinnaam of originele IP-adres van de netwerkcamera. 24

25 WLAN-configuratie SSID (Service Set Identifier) Dit is de naam die het draadloze netwerk identificeert. Het access point en de WLAN-netzwerkcamera moeten dezelfde SSID-naam gebruiken. De fabrieksinstelling is default. LET OP: De max. lengte bedraagt 32 tekens met uitzondering van:,, <, > en spaties. Draadloze modus Kies één van de volgende mogelijkheden. Infrastructuur De netwerkcamera wordt via een access point met het netwerk verbonden. Ad-Hoc In deze bedrijfsmodus is het mogelijk, dat de netwerkcamera direct met een andere netwerkadapter (netwerkkaart) communiceert. Er wordt een zogenaamde peer-to-peeromgeving opgebouwd. Kanaal In de infrastructuurmodus wordt het gebruikte kanaal automatisch door de camera gekozen. In de ad-hoc-modus moet het kanaal in overeenstemming met de andere netwerkadapter, handmatig ingesteld worden. TX rate Stel hier de maximale transmissiesnelheid in het netwerk in. In de fabriek wordt de snelheid automatisch gekozen ( automatisch ), waarbij de camera al naar gelang de omgeving altijd de hoogste transmissiesnelheid nastreeft. Preamble Voor elk datapakket word een zogenaamde blokvoorloper gezet. Via deze blokvoorloper worden ontvanger en zender in kloksnelheid gesynchroniseerd. Bij de short preamble is de synchronisatielengte korter en daardoor onzekerder. Veiligheid Keuze van de coderingsmethode geen Er is geen codering gekozen. WEP (Wired Equivalent Privacy) Voor de codering wordt een 64- of128-bit-sleutel gebruikt (HEX of ASCII). Voor de communicatie met andere toestellen moeten deze sleutels van beide toestellen overeenstemmen. WPA-PSK/WPA2-PSK (Wi-fi Protected Access - Pre Shared Keys) Bij deze methode worden dynamische sleutels gebruikt. Als coderingsprotocollen kunnen TKIP (Temporal Key Integrity Protokoll) of AES (Advanced Encrytion Standard) gekozen worden. Als sleutel moet een zogenaamde Pre-Shared-Key gegeven worden. Auth mode Authenticatiemodus: Kies één van de volgende methoden uit. Shared De modus maakt alleen de communicatie met toestellen met dezelfde WEP-sleutel mogelijk. Open De sleutel wordt door het gehele netwerk gecommuniceerd. Key length Kies hier de sleutellengte 64 of 128 bits. Key format Sleutelopmaak HEX Hexadecimale opmaak ASCII ASCII-opmaak Network key Bij verschillende sleutelopmaken worden verschillende sleutellengten verwacht. 64 bit: 10 hex-posities of 5 tekens 128 bit: 26 hex-posities of 13 tekens LET OP: Als u voor de sleutel de tekens 22 ( ), 3C (<) of 3E (>) wilt gebruiken, dan kunt u niet de ASCII-opmaak gebruiken. Pre-Shared-Key De invoer van deze sleutel vindt in de ASCII-opmaak met een lengte van 8 ~ 63 tekens plaats. Verkeerde Iinstellingen kunnen de toegang naar de netwerkcamera weigeren. Ingeval het system kann niet meer worden aangesproken, lees alstublieft de aanwijzingen van de producent over herstelling van de systeminstellingen in het aanhang. 25

26 Verkeerde instellingen kunnen ertoe leiden dat de toegang tot de camera geweigerd wordt. Als het systeem niet meer aanspreekbaar is, lees dan de opmerkingen over het herstellen van de basisinstellingen van het systeem in de bijlage. <URL> <Netzwerkkamera> is de domeinnaam of originele IP-adres van de netwerkcamera. 26

27 DDNS-Einstellungen DDNS inschakelen Met deze optie wordt de DDNS-functie geactiveerd. Aanbieder De aanbiederslijst telt vier hosts, die DDNS-services aanbieden. Maak een verbinding met de website van de service-provider, om te controleren of deze service beschikbaar is. Hostnaam Voor gebruik van de DDNS-service moet dit veld ingevuld worden. Voer de hostnaam in, die bij de DDNS-server geregistreerd is. Gebruikersnaam/ De gebruikersnaam en de moeten ingevoerd worden om een verbinding met de DDNS-server op te bouwen of om de gebruikers over het nieuwe IP-adres in te lichten. Opmerking: Als in dit veld de gebruikersnaam wordt ingevoerd dan moet in het volgende veld het paswoord worden ingevoerd. Wachtwoord Om de DDNS-service in gebruik te nemen voert u het paswoord in of drukt de toets in. <URL> <Netzwerkkamera> is de domeinnaam of originele IP-adres van de netwerkcamera. 27

28 Toegangslijst Lijst toegestaan Hier wordt het IP-bereik van de geaccepteerde IP s genoteerd en aan de toegangslijst toegevoegd. Als fabrieksinstelling worden alle IP s geaccepteerd. Wis dit gehele bereik indien nodig. Start IP-adres Voer hier het eerste adres van het gewenste bereik in. IP-adres beëindigen Voer hier het laatste adres van het gewenste bereik in. Lijst toegestaan wissen Wis hier gewenste bereiken uit de toegangslijst. Lijst niet-toegestaan Hier worden de IP-bereiken vastgelegd die geblokkeerd moeten worden. Lijst niet-toegestaan wissen Hier kunnen geblokkeerde IP-bereiken gewist worden. <URL> <Netzwerkkamera> is de domeinnaam of originele IP-adres van de netwerkcamera. 28

29 Video en Audio Video Videotitel De tekst verschijnt in de zwarte balk boven het videovenster met een tijdsaanduiding. Deze tijdsaanduiding (datum en uur) wordt door de netwerkcamera gegeven, waar deze datum en het uur door een geïntegreerde realtime klok bijgehouden wordt. Kleur Om te kiezen tussen kleur en zwart/wit weergave. Framegrootte Voor de drie videoformaten staan vier opties ter beschikking. 176x144, 320x240 en 640x480. Netfrequentie Fluorescerend licht pulseert met de netfrequentie. Pas de netfrequentie aan om dit pulseren in het beeld te elimineren. Modus (compressie): JPEG of MPEG-4 compressie Voor het instellen van de video staan drie met elkaar verband houdende parameters ter beschikking. Maximale beeldfrequentie Hiermee wordt de maximale refreshrate beperkt, die met de Videokwaliteit en de Tijd tussen frames gecombineerd kan worden om het gebruik van de bandbreedte en om de videokwaliteit optimaal te maken. Als de gebruiker de bandbreedte onafhankelijk van de videokwaliteit wil vastleggen, moeten de Constante bitrate en de gewenste bandbreedte gekozen worden. De videokwaliteit kan, wegens het sturen van de maximale refreshrate binnen de beperkte bandbreedte, beïnvloed worden als de beelden sterk bewegen. Om de videokwaliteit, onafhankelijk van het netwerk, te garanderen, wordt daarom meer bandbreedte gereserveerd, om de maximale refreshrate bij het zenden van snel wisselende beelden te kunnen verwerken. Flip Om het videobeeld vertikaal te draaien. Mirror Om het videobeeld horizontaal te draaien. Kies deze opties, als de netwerkcamera ondersteboven is geïnstalleerd. 29

30 Beeldinstellingen Klik op deze button Afbeeldingsinstellingen, om een nieuw venster te openen waarin u Helderheid, Contrast, Verzadiging en Scherpte voor het videobeeld kunt afregelen. Om de gewijzigde beeldinstellingen te bekijken, klikt u op Voorbeeldweergave. Wilt u de nieuwe beeldinstellingen bewaren, druk dan op Opslaan. Wilt u de nieuwe beeldinstellingen niet bewaren, klik dan op Herstellen. Whitebalans Stel hier de waarde voor een optimale kleurtemperatuur in. Maskeren van privé-zones Met deze functie kunnen gebieden in het videobeeld worden afgeschermd. Er kunnen maximaal 5 gebieden van willekeurige grootte worden gemarkeerd. Schakel deze functie eerst in door de optie bij " Privézonemaskering inschakelen " aan te vinken. Met de knop "Nieuw" wordt er een nieuw venster aangemaakt, de grootte kan daarna worden aangepast. Druk op "Opslaan" om de instellingen over te nemen. Opmerking! Deze functie mag niet worden ingeschakeld als er draaibare camera's zijn aangesloten. Opmerking Deze functie kan alleen worden geconfigureerd wanneer MS Internet Explorer als browser wordt gebruikt (ActiveX modus). <URL> <Videoserver> is het IP-adres of de hostnaam van de videoserver. 30

31 CCD-instellingen Belichtingsstap Stuurt handmatig de apertur van het auto-iris objectief. AGC Automatische Versterking: Normaal of maximaal AES Auto Electronic Shutter ALC Automatic light control, fixed shutter speed Modus voor geringe verlichtingssterkte extends the shutter speed in low lux environment BLC Tegenlichtcompensatie: verbetert het herkennen van objecten voor lichtbronnen Omschakeling naar z/w/ in nacht modus Optie: Zwart/wit beeld in nachtmodus IR cut filter Opties voor het sturen van het infrarood draaifilter: - Auto: Automatische omschakeling van dag naar nacht modus onder 2 Lux - Tijd: Omschakeling op vastgestelde tijden - Digitale ingang: Indien de schakelingang gesloten is, dan wordt de nacht modus geactiveerd - Dag-modus: Handmatige activering van de dag-modus - Nacht-modus: Handmatige activering van de nacht-modus Audio-instellingen Audio settings Kies hier het audiotype en de gewenste bitsnelheid. AAC (Advanced Audio Coding) speciale codec voor de compressie van audiogegevens onder MPEG4. GSM-AMR (Global System for Mobile Communications - Adaptive Multi Rate) Spraakcodec in het mobiele GSM-net. 31

32 Bewegingsdetectie Bewegingsherkenning inschakelen Kies deze optie om de bewegingsdetectie te activeren. Nieuw Klik op deze button, om een nieuw venster toe te voegen. Er kunnen hoogstens drie vensters tegelijk open zijn. Om de grootte van het venster opnieuw in te stellen of de titelbalk te verschuiven klikt u met de linkermuisknop op kader van het venster, houdt de muisknop ingedrukt en trekt het kader op de gewenste grootte. Door op de 'x' te klikken in de rechter bovenhoek van het venster wordt het venster gewist. Opslaan Klik op deze button om de instellingen van het venster op te slaan. Afhankelijk van de beeldvariatie stijgt of daalt een grafiekbalk. Een groene balk wil zeggen dat de beeldvariatie onder de bewakingspiek blijft, een rode balk betekent dat de beeldvariatie boven de bewakingspiek zit. Als de balk rood is, heeft het venster eveneens een rode rand. Bij terugkeer naar de Homepage verdwijnt het rode venster. Het rode kader verschijnt echter, zogauw er beweging wordt waargenomen. Vensternaam De tekst verschijnt boven in het venster. Gevoeligheid Gevoeligheid bij wijzigingen in beeldverloop (bijv.: Sensitivity hoog: In werking treden bij geringe beeldwijziging. Percentage Waarneembare objectgrootte (laag, neemt kleine objecten waar; hoog, neemt grote objecten waar) De volgende afbeelding toont het beeldscherm na het klikken op Opslaan. <URL> <Videoserver> is het IP-adres of de hostnaam van de videoserver. Opmerking Deze functie kan alleen worden geconfigureerd wanneer MS Internet Explorer als browser wordt gebruikt. 32

33 Toepassing De gebruikersconfiguratie bestaat uit 3 schermen: gebeurtenis, server en medium. Om een gebruikersfunctie in te stellen, moet als eerste het scherm "Media", dan het scherm "Server" en tenslotte het scherm "Gebeurtenis" worden geconfigureerd. De schermen worden in deze volgorde beschreven. Er kunnen maximaal 3 gebeurtenissen, 5 servers en 5 media worden vastgelegd. <URL> <Videoserver> is het IP-adres of de hostnaam van de videoserver. Media Naam van het medium: Duidelijke naam van het medium. Er bestaan 3 verschillende mediatypes: momentopname, videoclip of systeemlog. Momentopname Bron: De opname kan van videostream 1 of 2 komen. Stuur vooralarmbeelden: Aantal momentopnamen vóór de gebeurtenis. Stuur na-alarmbeelden: Aantal momentopnamen na de gebeurtenis. Toevoeging bestandsnaam: Geef hier een toevoeging op die voorafgaat aan de bestandsnaam van de momentopname. Datum en tijd aan de bestandsnaam toevoegen: Met deze optie worden datum en tijd van de momentopname toegevoegd, om de bestandsnamen van de momentopnamen in sequentieel of gebeurtenisgestuurd bedrijf gemakkelijk van elkaar te kunnen onderscheiden. Bijvoorbeeld: video@ jpg, betekent dat de JPEG opname op 2 januari 2003 om 4 minuten en 5 seconden over 3 is opgenomen. Wordt deze toevoeging weggelaten, wordt het bestand met de naam "video.log" bij een externe FTP-server na het ingestelde interval bijgewerkt. 33

34 Videoclip Bron: De opname kan van videostream 1 of 2 komen. Vooralarm opname: Opname interval van de vooralarmopname in seconden (max. 10 seconden) Maximale duur: Maximale opnameduur per bestand (max. 10 seconden) Maximale bestandsgrootte: Maximale grootte van het bestand in kbyte (max. 800 kbyte) Toevoeging bestandsnaam: Geef hier een toevoeging op die voorafgaat aan de bestandsnaam van de video-opname. Systeem log Verstuurt de huidige inhoud van het systeem logbestand. Server Servernaam: Duidelijke naam voor de server. Er bestaan 3 verschillende servertypes: server, FTP-server, HTTP-Server server adres afzender: Het adres van de afzender. adres ontvanger: Het e- mail adres van de ontvanger. Serveradres: De domeinnaam of het IP-adres van de externe server. Gebruikersnaam: Bestaande gebruikersnaam voor de externe e- mail server. Wachtwoord: Bestaand wachtwoord voor de externe server. FTP-server Serveradres: De domeinnaam of het IP-adres van de externe FTPserver. Serverpoort: Dit kan een andere poort zijn dan de standaardpoort 21. De gebruiker kan dit wijzigen van 1 tot Gebruikersnaam: Bestaande gebruikersnaam voor de externe FTP-server. Wachtwoord: Bestaand wachtwoord voor de externe FTP-server. Foldernaam: Bestaande folder op de FTP-server. De naam moet overeenkomen met de naam op de externe FTP-server. Enkele FTP-servers accepteren geen schuine streep vóór de padnaam zonder aanduiding van het virtuele pad. Details hierover vindt u in de handleiding voor de externe FTP-server. Er moeten rechten bestaan voor het uploaden van gegevens. Passieve modus: Passieve modus voor de FTP overdracht inschakelen. Deze techniek wordt toegepast wanneer de client niet bereikbaar is voor de server (bv. waneer de client zich achter een firewall of router bevindt). 34

35 HTTP-server URL: URL voor het uploaden van bestanden. Gebruikersnaam: Bestaande gebruikersnaam voor de externe HTTP-server. Wachtwoord: Bestaand wachtwoord voor de externe server. Na het invoeren van de servergegevens kan met de knop "Test" de verbinding met de server worden getest. Het resultaat wordt in een apart venster getoond. Gebeurtenis Gebeurtenisnaam: Een duidelijke naam voor de gebeurtenis. Gebeurtenis actief: Vinkje plaatsen om de gebeurtenis te activeren. Prioriteit: Gebeurtenissen met een hogere prioriteit worden met voorrang uitgevoerd. Volgende gebeurtenis detecteren na xx seconden vóór detectie wan de volgende gebeurtenis: Vóór afloop van deze tijd wordt er geen nieuwe gebeurtenis geregistreerd, onafhankelijk van wat er door de digitale ingang wordt gedetecteerd. Een gebeurtenis kan op 3 verschillende manieren worden geactiveerd: Bewegingsherkenning: Kies het venster waarin de beweging moet worden herkend. Periodiek: Een gebeurtenis wordt met een bepaald interval geactiveerd (eenheid in seconden). Systeem herstarten: Een gebeurtenis wordt geactiveerd door een herstart van het systeem. Gebeurtenis tijdschema Zo ~ Za : Kies de dag van de week voor de uitvoering van een gebeurtenis. Altijd : Activeert de gebeurtenis op elk moment. Van ~ tot : De gebeurtenis is in tijd beperkt. Actie Server [naam]: Het bestand wordt naar een bepaalde server verzonden (bv. er wordt een momentopname naar een adres verzonden). 35

36 Opname De videoserver ondersteunt de opname van videogegevens via een netwerkstation. Er kunnen maximaal 2 opname opdrachten worden geconfigureerd, als eerste moet echter onder Toepassing / Server / Netwerkstation een station worden geconfigureerd. <URL> <Videoserver> is het IP-adres of de hostnaam van de videoserver. Aufnahme-Eintrag Name (Opname opdracht): Een duidelijke naam voor de opname opdracht. Aufnahme-Aktivieren (Opname activeren): Aanvinken op de opname opdracht te activeren. Prioritat (Prioriteit): Opname met een hogere prioriteit worden met voorrang uitgevoerd. Quelle (Bron): De opname kan van videostream 1 of 2 komen. Son ~ Sam (Zo ~ Za): Kies de dagen van de week voor de opname. Immer (Altijd): Activeert de opname op elk moment. Von ~ an (Van ~ tot: De opname is in tijd beperkt. Swerver (Doel): Een van de maximaal 2 geconfigureerde netwerkstations. Gesamte Ringspeichergrose (Absolute omvang van de ringopname): Maximale omvang van de ringopname in kbyte. Grose pro Datei fur Aufnahmme (Grootte per bestand): Als de maximale bestandsgrootte is bereikt (in kbyte) wordt er een nieuw bestand aangemaakt. Bij het bereiken van de maximale grootte van de ringbuffer wordt het oudste bestand gewist. Dateiname-Zusatz (Toevoeging bestandsnaam): Toevoeging die voorafgaat aan de bestandsnaam om de gegevens op het netwerkstation te kunnen onderscheiden. 36

37 Systeemlog Klik op deze link op de configuratiepagina om het systeemprotocolbestand te tonen. De inhoud van het bestand geeft nuttige informatie over de configuratie en de verbinding na het opstarten van het systeem. De standaard van het logbestand is RFC U kunt ook gegevens naar een log-server zenden. Activeer daarvoor de optie Remote Protokoll en voer het IP-adres en het poortnummer van de server in. Parameters weergeven Klik op deze link op de configuratiepagina om alle parameters van het systeem te tonen. De inhoud komt overeen met die in CONFIG.INI. Onderhoud Systeem herstart Druk op de knop om het systeem opnieuw te starten. Fabrieksinstellingen Druk op de knop om de fabrieksinstellingen te herstellen. Alle tot nu toe verrichte instellingen gaan daardoor verloren. Firmware update Hier is het mogelijk, analoog met de update met de installatie-wizard, de firmware van de netwerkcamera op de nieuwste stand te brengen. De nieuwste firmware kunt u onder downloaden. Kies het update-bestand (flash.bin) en druk op de knop Bijwerken. De update duurt maar kort. Nadat u de camera herstart heeft, wordt deze met de nieuwe firmware in gebruik genomen. 37

38 Annex Status LEDs Toestand / LED kleur Groen Rood Systeemstart Aan 1/s (eenmalig) Tijden opstartproces Uit 1/s Netwerk zoeken/-setup Aan Uit Netwerk ok 1/s Aan Tijdens Firmware Upgrade 1/s 0.1/s A. Resetten / Terugzetten Op de achterkant van de netwerkcamera is een drukknop. Met deze knop wordt het systeem gereset of worden alle fabrieksinstellingen worden teruggezet. Vaak kan door het resetten de normale status van het systeem hersteld worden. Mochten na het resetten nog problemen optreden, stel dan de fabrieksinstellingen opnieuw in en installeer en configureer het systeem opnieuw. Door het opnieuw instellen van de fabrieksinstellingen worden alle ingevoerde parameters gewist. Het systeem kan gereset worden. Reset-Taste RESETTEN: Druk op de resetknop met een puntig voorwerp. TERUGZETTEN: 1. Druk continu met een puntig voorwerp op de knop. 2. Wacht tot alle LEDs snel knipperen. 3. Laat de resetknop los. 38

39 B. Veel gestelde vragen (FAQ) V. Wat als u het paswoord bent vergeten? A. Elke toegang tot de netwerkcamera vereist identificatie. Als u een van de toegelaten gebruikers bent en uw paswoord bent vergeten, dan vraagt u dat aan de administrator. Als u de administrator bent, is er geen mogelijkheid het paswoord te achterhalen. De enige mogelijkheid om weer toegang tot de netwerkcamera te krijgen, is de camera te resetten met de knop op de achterzijde van het toestel, zodat de fabrieksinstellingen opnieuw van kracht worden en vervolgens het systeem opnieuw te configureren. V. Waarom komt er geen video van de netwerkcamera na de identificatie? A. Dit kan verschillende oorzaken hebben: 1. Als u vlak hiervoor de netwerkcamera geïnstalleerd heeft en geen videobeelden ziet, controleer dan de videomodulatie op de configuratiepagina. 2. Verlaag het veiligheidsniveau van Internet-Explorer om de installatie van de plug-in mogelijk te maken. 3. Treedt de storing weer op, dan werken de gebruikers waarschijnlijk op een hoger veiligheidsniveau dan door het systeem is toegelaten. V. Waarvoor dient de plug-in? A. De door de netwerkcamera geleverde plug-in dient voor de weergave van de videostream in Internet-Explorer. Als uw systeem geen installatie van plug-in software toelaat, moet het veiligheidsniveau van de webbrowser verlaagd worden. Wendt u hiervoor tot uw netwerkadministrator. V. Waarom is de tijdsaanduiding van het systeem anders dan van de systeemklok van de PC of notebook? A. De tijdsaanduiding is gebaseerd op de systeemklok van de netwerkcamera. Die wordt door een eigen realtime klok bijgehouden en kan automatisch met een tijdserver gesynchroniseerd worden als de netwerkcamera op het Internet aangesloten is en de functie geactiveerd is Verschillen van meerdere uren zijn te wijten aan de instelling van tijdzones. V. Waarom wordt het beeld niet regelmatig geüpdated? A. In een modem-omgeving komt dat omdat de bandbreedte van een PPP-verbinding beduidend lager ligt dan die in een Ethernetomgeving. Als de tijdsaanduiding onstabiel is, stelt u de UART FIFO voor de ontvangst en de overdracht bij modem-eigenschappen in de systeemsturing lager in. In het Ethernet kan het aan de tijdsduur liggen, die nodig is om de momentopname bij het optreden van detecties in het geheugen op te slaan. V. Hoeveel gebruikers kunnen de video gelijktijdig bekijken? A. Het aantal gebruikers is tot 20 beperkt. De videokwaliteit is echter van de netwerkbandbreedte afhankelijk. V. Hoe snel is de videorate van de netwerkcamera? A. De MPEG4-codec kan intern 30 beelden per seconde verwerken. De eigenlijke prestatie is echter afhankelijk van verschillende factoren: 1. Datadoorstroom op net netwerk. 2. Totale gebruikte bandbreedte. 3. Aantal gebruikers. 4. De zichtbare "gecompliceerde" objecten leiden tot grotere beeldbestanden. 5. De instelling van de PC, waarop de beelden worden weergegeven. Algemeen gesproken kan de overdrachtsnelheid in een standaard lokale netwerkomgeving meer dan 200 kilobytes pro seconde en ongeveer 10 tot 20 beelden per seconde halen. V. Hoe kan de toegang tot de videostream van de netwerkcamera zo veilig mogelijk worden gehouden? A. De netwerkcamera is voor bewakingsdoeleinden ontwikkeld en bezit veel flexibele eigenschappen. De gebruikersidentificatie en de speciale bevestiging bij de installatie verhinderen een onbevoegde de toegang tot de netwerkcamera. U kunt bovendien de HTTP-poort in een niet-openbaar nummer veranderen. Controleer het systeemprotocolbestand, om abnormale activiteiten op te sporen en de oorzaken daarvan uit te spitten. 39