Gebruikershandleiding

Transcriptie

1 Gebruikershandleiding V1.0

2 Inhoudsopgave 1. VOORWOORD MINIMALE SYSTEEMEISEN INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE INLOGGEN GEBRUIK VAN DE BACK-UP SOFTWARE BACK-UP TAAK INSTELLINGEN BACK-UP TAAK TYPE BACK-UP BRON BACK-UP SCHEMA BACK-UP FILTER OPDRACHTREGEL PROGRAMMA: PRE/POST-BACKUP INSTELLING CODERING BEWAARBELEID DE BACK-UP VAN EEN NETWERKSCHIJF LOKALE KOPIE MEERDERE COMPUTERS MET ÉÉN BACK-UP ACCOUNT GROOTTE BLOK OVERDRACHT BACK-UP TAAK UITVOEREN HOE WORDT ER EEN BACK-UP GEMAAKT VAN BESTANDEN EN/OF MAPPEN? DIRECT EEN BACK-UP MAKEN NAAR DE SERVER BACK-UP MAKEN NAAR EEN LOKALE VASTE SCHIJF BESTANDEN HERSTELLEN BESTANDEN EN/OF MAPPEN DIRECT VAN EEN LOKALE SCHIJF HERSTELLEN IN-FILE DELTA TECHNIEK OVERZICHT DE BLOKGROOTTE MINIMALE GROOTTE VAN BESTANDEN MAXIMAAL AANTAL DELTA BESTANDEN DELTA RATIO INSTELLEN MS SQL SERVER BACK-UP TAAK...54 INSTELLEN MS EXCHANGE MAIL BACK-UP TAAK INSTELLEN MYSQL BACK-UP TAAK FAQ VEELGESTELDE VRAGEN INSTALLATIE ALGEMEEN ABONNEMENT BACK-UP FUNCTIE CODERING EN BEVEILIGING...63 Pagina: 2 /72

3 11.6. COMPRESSIE EN OVERDRACHT OPSLAG EN BESCHIKBAARHEID HERSTELLEN FOUTMELDINGEN...68 Pagina: 3 /72

4 1. Voorwoord. De professionele back-up software is ontwikkeld om de gebruiker de mogelijkheid te bieden op een eenvoudige en veilige manier bestanden op te slaan op de externe back-up servers. Om optimale veiligheid te kunnen garanderen zijn de servers gehuisvest in een beveiligd datacentrum in Nederland. Door gebruik te maken van de back-up software weet u zeker dat een kopie van uw bestanden veilig bewaard wordt en u op ieder gewenst moment een back-up terug kunt zetten. In deze gebruikershandleiding hebben wij voor u de werking van de professionele back-up software uitgewerkt. Wij vertrouwen erop dat u hiermee voldoende informatie heeft om de software te kunnen installeren en gebruiken. Mocht u aanvullende vragen hebben kunt u deze stellen via support@hecotel.nl 2. Minimale systeemeisen. Software: Hardware: Netwerk Protocol: Windows 95 / 98 / ME / NT / 2000 (SP2) / XP (SP2) / 2003 / Vista Linux Kernel 2.2* Netware 5.1* Mac OS X 10.2 * Geheugen 256Mb / 110Mb vrije schijfruimte (aanbevolen) TCP/IP (HTTP/HTTPS) * Alle latere versies van de software ondersteunen ook Online Back-up Pro Pagina: 4 /72

5 3. Installatie van de software Voordat er kan worden begonnen met de back-up software dient het back-up pakket eerst geïnstalleerd te worden. Volg de onderstaande stappen om dit tot een succesvol einde te brengen: 1. Dubbelklik op het bestand install.exe in de map van uw back-up software. 2. Installatie wizard openen. Kies de taal naar wens en klik op OK. 3. Introductievenster van de back-up software, klik op Volgende om verder te gaan. Pagina: 5 /72

6 4. Acceptatie van de licentieovereenkomst. Lees de licentieovereenkomst aandachtig door. Na het doorlezen van de overeenkomst klikt u op Ik accepteer de licentieovereenkomst en vervolgens op Volgende om verder te gaan met de installatie. 5. Kies de doelmap. In dit venster kunt u aangeven waar de back-up software opgeslagen moet worden. De standaard map kunt u wijzigen door op Bladeren te klikken. Klik na het maken van de keuze op Volgende. Pagina: 6 /72

7 6. Selecteer extra taken / gebruikers. U kunt aangeven of alleen u van de software gebruik kunt maken of andere gebruikers. Om er zeker van te zijn dat alle bestanden meegenomen worden, dient u beheerders / Administrator gebruikersrechten te hebben. 7. Een overzicht van de installatie. In dit venster wordt getoond waar de applicatie geïnstalleerd gaat worden, klik op Installeren om de installatie te beginnen. Pagina: 7 /72

8 8. Vooruitgang installatie van de back-up software. De installatie is op dit moment bezig alle benodigde bestanden te installeren op het systeem, wacht tot de balk volledig groen is en het venster uit de volgende stap automatisch verschijnt. 9. De installatie is voltooid. Pagina: 8 /72

9 De installatie is voltooid, klik op Voltooien om de installatie compleet te maken. Wanneer het vinkje voor Start Hecotel Online Back-up Pro aan staat zal de applicatie direct na het voltooien van de installatie geopend worden. Wanneer dit niet de bedoeling is dient er op het vinkje geklikt te worden en zal deze uit gaan. 4. Inloggen Het is gelukt de back-up software succesvol te installeren! Nadat u de back-up software opstart verschijnt onderstaande afbeelding op uw beeldscherm. Om in te loggen dient u gebruik te maken van de aan u verstrekte persoonlijke inloggegevens. Na het invoeren van de gebruikersnaam en het wachtwoord klikt u op de OK knop om naar de applicatie te gaan. Indien u gebruik maakt van een Proxy server, klikt u op de knop Opties>> zodat u de Proxy of Socks gegevens kunt invoeren en onderstaand scherm ziet verschijnen. Pagina: 9 /72

10 Wanneer u naar de onderste afbeelding van de vorige pagina kijkt ziet u dat er boven de invulvelden een keuze gegeven wordt tussen Proxy, Socks en Geen. Hier moet u aangeven om welke gegevens het gaat die u gaat invoeren. Indien u voor de eerste keer inlogt in de back-up software zal onderstaand venster verschijnen. Hier moet u aangeven op welke manier u wilt dat de codeersleutel wordt ingesteld voor al uw back-up taken. U kunt ervoor kiezen om uw login gegevens van uw back-up software te gebruiken of zelf een codeersleutel te definiëren door op Aangepast te klikken. Pagina: 10 /72

11 Wanneer u er de voorkeur aan geeft om zelf een codeersleutel te definiëren zult u dat in het onderstaande venster moeten doen. Dit venster verschijnt wanneer u op de optie Aangepast klikt en stelt u in staat dit te bewerkstellingen. De codeersleutel heeft betrekking tot een back-up taak en het gebruikerswachtwoord heeft betrekking tot de back-up account. De codering wordt in het back-up systeem gecodeerd weergegeven en is nergens anders bekend. Dit heeft het gevolg dat wanneer u uw code vergeet, u uw back-up NIET meer kunt herstellen! Wij adviseren u dan ook uw code zorgvuldig en veilig te bewaren. Pagina: 11 /72

12 5. Gebruik van de back-up software 5.1 Startbalk Windows Na het succesvol installeren van de back-up software, wordt het back-up icoon automatisch toegevoegd aan de Windows startbalk. Door middel van dit icoon kan toegang worden verkregen tot de back-up applicatie. Wanneer u met de rechtermuisknop op het icoon klikt, zal er een menu verschijnen welke de volgende functies bevat: Menu Item Openen Back-up maken Back-up maken en afmelden Back-up maken en opnieuw opstarten Back-up maken en afsluiten Help Back-up stoppen Afsluiten Wat doet het? Start back-up software. Direct een back-up maken. Direct een back-up maken en afmelden in Windows. Direct een back-up maken en Windows opnieuw opstarten. Direct een back-up maken en de computer afsluiten. Een informatievenster oproepen. Een lopende back-up onderbreken. De applicatie sluiten. Pagina: 12 /72

13 5.2 Gebruikersprofiel. Na het succesvol inloggen in de back-up software zal het hoofdscherm verschijnen. Hier kunt u allereerst uw gebruikersprofiel bekijken. In dit gebruikersprofiel vindt u uw gebruikersnaam, weergave naam, de gebruikte tijdzone, uw contactpersoon, naam en uw adres terug. In deze gegevens kan niets veranderd worden en dat maakt deze pagina dan ook tot een puur informatieve pagina. Pagina: 13 /72

14 5.3 Logboek U kunt op twee manieren het logboek in uw back-up software benaderen, te weten: 1. Beeld>Logboek 2. Onderaan het venster op de tab Logboek klikken. Zoals de naam doet vermoeden worden in het logboek alle back-up acties bijgehouden. Rechtsboven in het venster kunt u zien uit hoeveel pagina s het logboek bestaat en kunt u tevens door de verschillende pagina s heen scrollen. Onder het logboek kunt u d.m.v. het scroll-menu aangeven welk soort meldingen u wilt zien. De geboden opties zijn: een informatieve melding, een waarschuwing en een foutmelding. U kunt er tevens voor kiezen om alle meldingen weer te geven. Ten slotte kunt u aangeven hoeveel logs u wilt zien per pagina (standaard op 500 logs). 6. Back-up taak instellingen Een back-up taak bevat alle back-up instellingen voor een complete back-up. Dit deel van de handleiding zal alle eigenschappen van een back-up taak toelichten en zal uitleggen hoe je deze eigenschappen effectief kunt toepassen in de backup software. Een back-up account kan meerdere back-up taken bevatten; iedere back-up taak staat los van de andere back-up taken en is een onafhankelijk profiel. Voorbeeld: wanneer van een bepaalde map overdag een back-up gemaakt moet worden en van een andere map s-nachts, dan kunt u dus twee verschillende back-up taken maken met beide verschillende back-up schema s en verschillende bronnen om een back-up van te maken. Pagina: 14 /72

15 6.1.Back-up taak type Een back-up taak bestaat uit de volgende types: Back-up type File Microsoft SQL Server Oracle Database Server Lotus Domino / Notes Microsoft Exchange Server MySQL Bron Normale bestanden en/of mappen. Microsoft SQL Server 7.0 / Oracle 8i/0i database. Lotus Domino / Notes. Microsoft Exchange Server 2000 / MySQL Server. Het type van de back-up wordt bepaald tijdens het creëren van de back-up taak en kan na het aanmaken van de back-up taak niet meer gewijzigd worden. Wanneer u het type van de back-up taak wilt veranderen zult u een nieuwe backup taak moeten aanmaken. Pagina: 15 /72

16 6.2.Back-up bron De bron van een back-up bepaalt welke bestanden en/of mappen tot de back-up set zullen behoren. De checkboxen uit de afbeelding op de vorige pagina zijn er in verschillende keuze mogelijkheden: Fase Vinkje Vinkje vaag Leeg Beschrijving Alle bestanden en/of mappen worden meegenomen in de back-up. Alle bestanden en/of mappen, behalve de opzettelijk geschrapte bestanden en/of mappen, worden in de back-up meegenomen. Wanneer u in de toekomst bestanden en/of mappen toevoegt aan deze directory, worden ze wel meegenomen in de back-up. Alleen de bestanden en/of mappen met een check worden meegenomen in de back-up. Wanneer u in de toekomst bestanden en/of mappen toevoegt aan deze directory, worden ze niet meegenomen in de back-up. Niets in deze directory wordt meegenomen in de back-up. Pagina: 16 /72

17 6.3.Back-up schema In het venster van het back-up schema kunt u de back-up taak inplannen. De frequentie kan verschillen in dagelijks, wekelijks, maandelijks en zelfs jaarlijks. Na het instellen van het back-up schema zal de back-up automatisch op het door u aangegeven moment starten. Voor ieder type geldt dat de back-up op de gegeven datum gemaakt wordt, maar wel voor een bepaalde duur die door u is aangegeven. Wanneer u aangeeft dat de back-up niet langer dan bijvoorbeeld 8 uur mag duren, dan zal de back-up na 8 uur stoppen. Het back-up schema kan zoals gezegd in één van de volgende types worden ingedeeld: Type Dagelijks Wekelijks Maandelijks Aangepast Beschrijving Back-up wordt één keer per dag gemaakt. Back-up wordt op een specifieke dag één keer per week gemaakt. Back-up wordt op een specifieke dag of op een dag met een gegeven criterium (eerste weekend, laatste dag van de week) één keer per maand gemaakt. Back-up kan op ieder afzonderlijke datum gemaakt worden. Pagina: 17 /72

18 De codering wordt in het back-up systeem gecodeerd weergegeven en is nergens anders bekend. Dit heeft het gevolg dat wanneer u uw code vergeet, u uw back-up NIET meer kunt herstellen! Wij adviseren u dan ook uw code zorgvuldig en veilig te bewaren. Pagina: 18 /72

19 6.4.Back-up filter Een back-up filter stelt u als gebruiker in de gelegenheid om gemakkelijk bestanden en/of mappen in/uit de back-up te plaatsen door aan te geven aan welke criteria de bestanden en/of mappen moeten voldoen. Er zijn drie regels voor de back-up filters: 1 De filters worden doorlopen in volgorde van aanmaken. Op het moment dat het invoegen/verwijderen in/uit de back-up geïdentificeerd is, worden de andere filters niet meer doorlopen. 2 Het invoegen en verwijderen dat bepaald wordt door de back-up filter staat wat betreft de prioriteit boven de handmatige selectie in de bron. 3 Wanneer de filters niet van toepassing zijn op de bestandslocatie, zal deze goedgekeurd worden voor de back-up. Pagina: 19 /72

20 Key Naam Bovenste map Beschrijving De naam van het filter. De bovenste map waar het filter op wordt toegepast. De filter zal door deze gehele map gaan om de aangegeven criteria te controleren. Toepassen op Hier geeft u aan of u het filter wilt toepassen op bestanden, mappen of op beide. Overeenkomst In dit gedeelte bepaalt u de criteria waarop het filter moet gaan patroon zoeken. De volgende criteria kunnen worden opgesteld: Begint met: Verwijder of voeg alle bestanden en/of mappen toe waarvan de naam met een bepaald patroon begint. Voorbeeld: U kunt B* gebruiken om alle bestanden en/of mappen te selecteren waarvan de naam het karakter B begint. Bevat: Verwijder of voeg alle bestanden en/of mappen toe waarvan de naam een bepaalt patroon bevat. Voorbeeld: U kunt *B* gebruiken om alle bestanden en/of mappen te selecteren waarvan de naam het karakter B bevat. Eindigt met: Verwijder of voeg alle bestanden en/of mappen toe waarvan de naam met een bepaalt patroon eindigt. Voorbeeld: U kunt *.doc gebruiken om alle bestanden te selecteren waarvan de naam met.doc eindigt. (Word document) Gewone uitdrukking: Verwijder of voeg alle bestanden en/of mappen waarvan de naam overeenkomt met een gewone uitdrukking Filtermodus ZZ Voorbeeld: Bekijk voorbeeld 4 en 5 op pagina 19 U kunt in dit deel van het venster aangeven of u de overeenkomende bestanden en/of mappen wilt verwijderen uit de back-up taak of juist wilt toevoegen in de back-up taak. Tevens kunt u er voor kiezen om alle bestanden en/of mappen die niet overeenkomen te verwijderen (als u voor Opnemen overeenkomende kiest) of toe te voegen (als u voor Uitsluiten overeenkomende kiest). Pagina: 20 /72

21 Voorbeeld 1: Als u alleen Microsoft Word, Excel en PowerPoint (locatie C:/Mijn Documenten) bestanden in de back-up wilt opnemen, moet u uw filter als volgt instellen: Bovenste map Toepassen op Overeenkomst type Overeenkomst patroon Filter modus Alle andere uitsluiten = C:/Mijn Documenten = Bestand = Eindigt met = *.doc, *.xls, *.ppt = Opnemen overeenkomende = Aanvinken Voorbeeld 2: Als u alle bestanden die eindigen op.exe,.dll en.tmp (locatie: C:/Applications) wilt verwijderen uit de back-up taak, moet u uw filter als volgt instellen: Bovenste map Toepassen op Overeenkomst type Overeenkomst patroon Filter modus Alle andere opnemen = C:/Applications = Bestand = Eindigt met = *.exe, *.dll, *.tmp = Opnemen overeenkomende = Aanvinken Voorbeeld 3: U heeft een selectie gemaakt van diverse bestanden op de C:/ schijf, maar nu wilt u van deze bestanden alle afbeeldingen met het formaat.jpg en.gif verwijderen uit de back-up taak. In dit geval moet u uw filter als volgt instellen: Bovenste map Toepassen op Overeenkomst type Overeenkomst patroon Filter modus Alle andere opnemen = C:/ = Bestand = Eindigt met = *.jpg, *.gif = Uitsluiten overeenkomende = Niet Aanvinken Het vinkje bij alle andere opnemen staat niet aangevinkt, omdat u alleen bepaalde bestanden uit de selectie wilt verwijderen en niet de overige bestanden die niet tot de selectie behoren alsnog toe wilt voegen. Pagina: 21 /72

22 Voorbeeld 4 (geavanceerd): Wanneer u alles in de back-up wilt meenemen, behalve de logboek map, op de locatie C://Applications moet u uw filter als volgt instellen: Bovenste map Toepassen op Overeenkomst type Overeenkomst patroon Filter modus Alle andere opnemen = C:/Applications = Map = Reguliere expressie = ^logboek$ = Uitsluiten overeenkomende = Aanvinken Voorbeeld 5 (geavanceerd): Wanneer u alle mappen met de naam logboek wilt toevoegen aan de back-up, waar de bestandsnaam moet beginnen met het karakter B en moet eindigen met *.doc op de locatie C://Mijn documenten, kunt u gebruik maken van een gewone uitdrukking van ^B.*\.doc$ in de selectie. De filter instellingen moeten als volgt worden ingesteld: Bovenste map Toepassen op Overeenkomst type Overeenkomst patroon Filter modus Alle andere uitsluiten = C:/Mijn Documenten = Bestand = Reguliere expressie = ^B.*\.doc$ = Opnemen overeenkomende = Aanvinken Pagina: 22 /72

23 6.5.Opdrachtregel programma: Pre/Post-Backup Het opdrachtregel programma bevat twee hooft componenten: het preback-up en postback-up commando. Deze commando s kunnen gebruikt worden voor of na iedere back-up op ieder besturingssysteem. Pagina: 23 /72

24 Zowel het preback-up als postback-up commando bestaat uit de volgende parameters: Key Naam Opdracht Werkmap Beschrijving Naam van dit commando. Locatie waarvan het commando moet draaien. Voorbeeld: C:/Mijn Documenten/Applicatie.exe Map waarin de opdracht staat. Het type van de back-up taak bepaalt op welk tijdstip de preback-up of de postback-up opdracht wordt uitgevoerd. De volgende tabel geeft aan wanneer de preback-up of de postback-up opdracht gaat draaien bij verschillende types back-up taken. Type back-up taak Bestand Back-up taak zonder bestand (Bijvoorbeeld een Microsoft SQL Server) Wanneer een Preback-up Voor het uploaden van de back-up bestanden. Voor het verzenden van de back-up data naar de tijdelijke map. Wanneer een Postback-up? Na het uploaden van de backup bestanden. Na het verzenden van de backup data naar de tijdelijke map. (Dus voordat het eerste bestand is geupload) We raden het u sterk af om een applicatie te back-uppen terwijl de applicatie nog draaiende is. Dit kan het gevolg hebben dat er inconsistentie en niet te gebruiken bestanden in de back-up worden meegenomen. Om dit te voorkomen raden we u aan om het preback-up commando te gebruiken om de betreffende applicatie af te sluiten en de postback-up te gebruiken om de applicatie na de back-up weer op te laten starten. Pagina: 24 /72

25 6.6.Instelling Hier kunt u drie aspecten instellen: de locatie van de opslag van uw back-up, de grootte van het blok van de overdracht en of u Volume Shadow Copy wel of niet aan wilt zetten. In de volgende tabel worden de drie aspecten toegelicht: Sleutel Tijdelijke map voor de opslag van back-up bestanden Grootte blok overdracht Volume Shadow Copy Beschrijving Hier geeft u een locatie aan waar tijdelijk de bestanden van de back-up kunnen worden opgeslagen. Zie hoofdstuk Hier kunt u kiezen of u een Shadow Copy wilt maken van uw back-up. Het voordeel van een Shadow Copy is dat u tijdens de back-up verder kunt werken aan bestanden die in de back-up worden meegenomen. Pagina: 25 /72

26 6.7.Codering Opmerking: De instellingen van de codering worden op het moment van het instellen van de back-up taak gecreëerd en kunnen niet meer aangepast worden. Wanneer u de instelling van de codering wilt aanpassen, zult u een nieuwe back-up taak moeten opstellen! Pagina: 26 /72

27 Voordat de back-up plaatsvindt, worden alle bestanden en/of mappen gecomprimeerd en gecodeerd met uw keuzes voor algoritme, modus en sleutel codering. De onderstaande tabel zal u uitleggen wat de verschillende parameters inhouden. Parameter Algoritme Beschrijving Dit bepaalt het algoritme dat uw bestanden codeert. Er zijn verschillende algoritmes beschikbaar: AES: Advanced Encryption Standard algorithm DESede: Triple DES algorithm Twofish: Twofish algorithm Modus We raden het gebruik van AES als algoritme aan, omdat dit de standaard is in de commerciële wereld. Dit bepaalt de modus die gebruikt wordt om uw back-up bestanden te coderen. Er zijn twee coderingsmodus beschikbaar: ECB: Electronic Cook Book Mode CBC: Cipher Block Chaining Mode We raden het gebruik van de CBC modus aan, omdat het meer veiligheid biedt. Sleutelcodering Hier geeft u aan of u het filter wilt toepassen op bestanden, mappen of op beide. De codering wordt in het back-up systeem gecodeerd weergegeven en is nergens anders bekend. Dit heeft tot gevolg dat wanneer u uw code vergeet, u uw volledige back-up kwijt bent. Wij adviseren u uw code ergens verborgen te noteren. Pagina: 27 /72

28 6.8.Bewaarbeleid. Tijdens het maken van een back-up zal de back-up software merken wanneer een bestand verwijderd is van uw computer. Het bestand dat in de back-up staat zal bewaard blijven op een speciaal stukje server waar verwijderde bestanden worden opgeslagen. In het bewaarbeleid kunt u aangeven hoelang u wilt dat verwijderde bestanden bewaard moeten worden, voordat de bestanden definitief en tevens automatisch verwijderd worden van de server. Alle overige bestanden staan in een ander deel van de server en zullen geen hinder ondervinden van deze instellingen. Om het bewaarbeleid naar uw wens te maken, kiest u aan de linkerkant in de navigatiebalk de optie Bewaarbeleid. Hier kunt u de huidige instellingen wijzigen, vervolgens klikt u op Opslaan in de linker bovenhoek van het venster en uw instellingen zullen worden bewaard. Pagina: 28 /72

29 6.9.De back-up van een netwerkschijf. Wanneer u een back-up wilt maken van een netwerkschijf in Windows (alleen in Windows NT / 2000 / XP / 2003), geeft u uw Windows domeinnaam, gebruikersnaam en wachtwoord in het Netwerkbronverificatie voor Windows scherm op. Hieronder is dit proces weergegeven. Deze gegevens zijn verplicht omdat geplande back-ups altijd draaien in de context van het LocalSystem account van Windows, waarvan het systeem in eerste instantie geen toegang heeft tot de netwerkbron. Het systeem moet zichzelf toegang verschaffen tot de Windows domein controle, om op die manier toegang te krijgen tot de netwerk bestanden die meegenomen moeten worden in de back-up. Wanneer u een netwerkmap wilt meenemen in een geplande back-up moet u het volgende doen: 1 Selecteer de back-up taak aan de linkerkant van het venster en klik vervolgens in het hoofdscherm op de knop Eigenschappen. Pagina: 29 /72

30 2 Voer uw Windows gegevens in, in het venster zoals hieronder en klik op OK. 3 Klik op de knop Opslaan linksboven in het venster. Pagina: 30 /72

31 6.10.Lokale kopie U hebt ook de mogelijkheid om een extra kopie op uw lokale schijf op te slaan, als toevoeging op de kopie die gemaakt wordt tijdens de back-up op de back-up server. Dit als extra veiligheid en om de bestandhersteltijd te minimaliseren kunt u het volgende doen: Selecteer: Lokale kopie onder uw back-up taak aan de linkerkant van het venster. Vink de optie Kopiëren naar lokale vaste schijf aan. Geef de locatie in waar u wilt dat de gekopieerde bestanden en/of mappen worden opgeslagen. Wij raden u aan om de bestanden te laten comprimeren, zodat u meer ruimte overhoudt voor andere bestanden en/of mappen. Pagina: 31 /72

32 5 Op het moment dat u een back-up taak uitvoert zal er een kopie op de aangegeven locatie worden gezet. Een kopie op uw harde schijf uitpakken. Bestanden die door een lokale kopie zijn opgeslagen op uw lokale schijf, zijn hoogstwaarschijnlijk opgeslagen in een.zip bestand. Als u deze wilt openen is er een optie in het systeem welke voor u het.zip bestand uitpakt. Volg de volgende punten om succesvol een.zip bestand uit te pakken: 1 Kies in de werkbalk van het venster: Extra > Lokale kopie uitpakken. Pagina: 32 /72

33 2 Selecteer de juiste back-up taak uit het bovenste drop down menu. 3 Vul de bronmap, de map waar het.zip bestand staat, in en vul de doelmap, de map waar u de gekopieerde bestanden wilt hebben, in en klik op start. 4 Het uitpakken van de gekopieerde bestanden is voltooid. Pagina: 33 /72

34 6.11.Meerdere computers met één back-up account Wanneer u een back-up op meerdere computers wilt uitvoeren, moet u voor iedere computer een back-up taak creëren. Iedere kopie moet zo ingesteld worden dat de geplande back-up taken op de juiste computer worden uitgevoerd. Wanneer deze instellingen niet correct worden doorgevoerd zal dat resulteren in diverse errors en bestanden die onjuist worden weggeschreven. Om meerdere computers toegang te verlenen op één back-up account, dienen de volgende stappen te worden doorlopen: Log in op één van de computers onder de inloggegevens van één en dezelfde back-up account. Selecteer een back-up taak die niet bedoeld is om op de bewuste computer uit te voeren. Haal het vinkje we bij de checkbox Geplande back-up op deze computer uitvoeren. Pagina: 34 /72

35 4 5 Herhaal de vorige stap voor alle back-up taken die niet van toepassing zijn op de betreffende computer. Herhaal stap 2 t/m 5 voor de overige computers. Wanneer u op een later tijdstip nog een computer wilt toevoegen, dan maakt u een nieuwe back-up taak voor deze computer. Let dan goed op dat u deze back-up taak op de andere computers uitvinkt, want anders zal deze back-up ook op de overige computers worden uitgevoerd. Pagina: 35 /72

36 6.12.Grootte blok overdracht De grootte van het datablok dat gebruikt wordt bij de overdracht van de bestanden naar de back-up server bepalen de snelheid en de prestatie van de overdracht. Sommige firewalls of proxy servers blokkeren uitgaand netwerk verkeer (HTTP / HTTPS POST methode) met een grote blokwaarde om veiligheidsredenen. Om de grootte van het blok aan te passen voor iedere back-up taak, verwijs ik u graag naar de optie Instelling aan de linkerkant van het venster onder de backup taak. U kunt vervolgens de grootte van het blok aanpassen onder Grootte blok overdracht, door het drop down menu aan te klikken en een andere waarde te selecteren. Standaard staat deze waarde ingesteld op de meest gunstige waarde, wij raden u aan deze waarde aan te houden. Pagina: 36 /72

37 7. Back-up taak uitvoeren In dit hoofdstuk zal er dieper worden ingegaan op het daadwerkelijk maken van een back-up. 7.1.Hoe wordt er een back-up gemaakt van bestanden en/of mappen? Automatisch een back-up uitvoeren op de geplande tijden. Wanneer u eenmaal een back-up taak heeft ingepland, zal deze automatisch worden uitgevoerd conform uw wensen. U kunt zoveel geplande back-up taken laten uitvoeren als u wilt, op de tijden die u wilt en dat zonder aanvullende opdrachten te verstrekken. Selectieve back-up Onveranderde bestanden zijn al geback-upped en hoeven niet nog een keer worden meegenomen in de back-up. Het back-up systeem zorgt er dan ook voor dat de onveranderde bestanden ongemoeid blijven en dat alleen de aangepaste bestanden mee worden genomen in de back-up. Dit verkort de back-up tijd aanmerkelijk aangezien de meeste gebruikers per dag gemiddeld minder dan 5% van hun totale data updaten. Automatisch comprimeren en coderen van de data De data in de back-up wordt voor de upload door de software gecomprimeerd en gecodeerd. Hierdoor vermindert niet alleen de grote van uw bestanden die u in de back-up meestuurt, het garandeert tevens de privacy van uw data. Het behoudsbeleid van uw data Het behoudsbeleid geeft u de mogelijkheid om verschillende versies van eenzelfde bestand of een verwijderd bestand terug te zien uit uw back-up. Deze back-up bestanden worden opgeslagen op een behoudsgebied op de server voordat het bestand gewijzigd of definitief verwijderd wordt. Wanneer u terug wilt naar een verwijderd bestand (of u wilt terug naar een eerdere versie van een geüpdate bestand), binnen de behoudsperiode, zijn de bestanden altijd beschikbaar in dit behoudsgebied. Deze optie is erg handig Pagina: 37 /72

38 wanneer u per ongeluk een bestand verwijderd of een incorrect bestand upload. De behoudsperiode is de periode waarin u de bestanden nog kunt terugvinden op de server, de lengte van deze periode is zelf in te stellen in de back-up software. 7.2.Direct een back-up maken naar de server U kunt direct een back-up maken van uw data. Volg de instructies: 1 Creëer een back-up taak: - Kies in de menubalk: Backuptaak > Nieuw > Backuptaak bestanden. - Vul een naam in voor de back-up taak Pagina: 38 /72

39 - Selecteer de bestanden en/of de mappen die u wilt meenemen in de back-up. - - Stel het back-up schema in (U kunt meerdere schema s per back-up taak hebben). Pagina: 39 /72

40 - 2 Kies het algoritme, de modus en de gecodeerde sleutel voor de back-up taak. (Hint: kies voor de standaard instelling. Uw codering is dan hetzelfde als uw back-up account inloggegevens.) De back-up taak is aangemaakt, nu kunt u de back-up gaan uitvoeren. Volg de instructies: - Selecteer aan de linkerkant van het venster de betreffende back-up taak. Klik op de Back-up starten button boven de back-up taken. Kies de optie Off-site Backup Server in onderstaand venster. Pagina: 40 /72

41 Pagina: 41 /72

42 7.3.Back-up maken naar een lokale vaste schijf Door deze optie wordt u in de gelegenheid gesteld een back-up te maken op een lokale schijf. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn wanneer u in het bezit bent van een externe harde schijf. Zoals bij een reguliere back-up kunnen de bestanden en/of mappen ook hier alleen maar worden hersteld door de back-up software d.m.v. de opgegeven codeersleutel. Om een dergelijke back-up uit te voeren, moet u de volgende instructies volgen: Stel een back-up taak in. (zie hoofdstuk twee) Selecteer de back-up taak aan de linkerkant van het venster en klik op de knop Start back-up boven de back-up taken. Selecteer de optie Lokale vaste schijf en klik op OK. Vul een locatie in waar het systeem de lokale schijf kan vinden en klik op de knop Starten. Pagina: 42 /72

43 5. Na het maken van een succesvolle back-up krijgt u, zoals in onderstaande afbeelding te zien is een melding onder de andere meldingen dat de back-up voltooid is. Pagina: 43 /72

44 7.4.Bestanden herstellen In dit hoofdstuk wordt toegelicht hoe bestanden en/of mappen hersteld kunnen worden op uw eigen systeem. Bestanden en/of mappen direct van de back-up server herstellen Volg de instructies: 1 Selecteer de Herstellen tab onderaan het venster. 2 3 Kies aan de linkerkant van het venster uit welke back-up taak u bestanden en/of mappen wilt herstellen. Geef na het kiezen van de back-up taak aan welke bestanden u wilt zien. U doet dit door achter de optie Bestanden na taak weergeven te kiezen uit welke periode de bestanden en/of mappen moeten komen. Pagina: 44 /72

45 4 Selecteer de bestanden en/of mappen die u wilt herstellen en klik op de knop Bestanden herstellen in de werkbalk. 5 Gebruik de knop Bladeren om de locatie aan te geven waar de bestanden heen moeten. Kies anders voor de makkelijkere optie Oorspronkelijke locatie en dan zullen de bestanden op de oorspronkelijke locatie worden hersteld. Na het selecteren van de gewenste locatie klikt u op de knop Starten om het herstellen automatisch te beginnen. Wanneer exact hetzelfde bestand al in de doelmap bestaat zal deze niet overschreven worden. Wanneer er onder de log een melding Einde verschijnt, is de herstelactie succesvol afgerond. U vindt de betreffende bestanden en mappen terug op de locatie die u vooraf heeft aangegeven Bestanden en/of mappen direct van een lokale schijf herstellen Met de back-up software krijgt u niet alleen de mogelijkheid om data naar de back-up server te verzenden, maar kunt u tevens alle data gecodeerd op een CD of een DVD zetten. Alle data op de lokale back-up zal gecodeerd zij en u kunt de back-up software gebruiken om deze bestanden weer te decoderen. Doorloop de volgende stappen op data van een lokale back-up te decoderen: Pagina: 45 /72

46 1 Selecteer uit de werkbalk: Extra > Wizard bestanden decoderen. 2 Gebruik de knop Bladeren om de gewenste data te vinden op de lokale schijf die gedecodeerd moet worden. In de juiste werkmap aangekomen, selecteert u de map files en klikt u op OK. Klik op Volgende om verder te gaan. Pagina: 46 /72

47 3 Wanneer u meerdere back-up taken in de gecodeerde map hebt staan, moet u de back-up taak selecteren die van toepassing is op uw actie. Klik daarna op Volgende. Pagina: 47 /72

48 4 Wanneer een bestandsnaam grijs is aangegeven, wil dit zeggen dat deze zich in het behoudsgebied van de server bevindt. Deze bestanden zijn ook meegestuurd op de lokale schijf en als u de optie Alle bestanden weergeven aanklikt worden deze zichtbaar. Deze bestanden kunnen vervolgens ook gedecodeerd worden. 5 Geef de bestemming van de data op, u kunt een nieuwe map aangeven of kiezen voor de oorspronkelijke locatie. Vul vervolgens uw sleutel voor het coderen in, deze is door u ingesteld bij het aanmaken van de back-up taak. Pagina: 48 /72

49 6 Klik op Starten om met het herstellen van de bestanden te beginnen. Pagina: 49 /72

50 8. In-File Delta techniek In dit hoofdstuk wordt beschreven wat de In-File Delta techniek inhoudt en hoe deze techniek kan worden toegepast op een back-up. Door deze techniek toe te passen (bij bijvoorbeeld een 10Gb outlook.pst bestand), wordt er voorkomen dat de hele database bij ieder back-up in zijn geheel naar de back-up server verstuurd moet worden. 8.1.Overzicht De In-File Delta techniek is een geavanceerde data blok techniek, welke over de intelligentie beschikt om verschillen tussen twee bestanden te bepalen. Wanneer er een back-up gemaakt wordt zullen door gebruik van deze techniek alleen de bestanden worden geupload die gewijzigd of nieuw zijn. Om de techniek te illustreren wordt het volgende voorbeeld gegeven: Een groot 10Gb bestand (bijvoorbeeld outlook.pst) staat als back-up op de back-up server. Deze back-up is in zijn geheel via uw back-up software geplaatst. Wanneer de back-up op een later tijdstip nogmaals wordt uitgevoerd zal het back-up systeem een controlelijst downloaden van alle betreffende data van de volledige back-up. Deze lijst zal gebruikt gaan worden om alle wijzigingen te detecteren in het huidige outlook.pst. De verschillen die worden gevonden worden opgeslagen in een Delta bestand, die direct wordt geupload naar de back-up server. Dit Delta bestand wordt verondersteld een klein bestand te zijn omdat de verschillen in een.pst bestand nooit heel erg groot kunnen zijn. Op deze manier is de back-up veel sneller voltooid. De back-up zal punt twee en drie steeds overdoen totdat het gehele bestand geupload is naar de back-up server. Dit gebeurt omdat er telkens maar een relatief klein bestand wordt verstuurd, zoals in het vorige punt is uitgelegd. Met de In-File Delta techniek wordt het mogelijk gemaakt om grote bestanden dagelijks in de back-up mee te nemen zonder dagelijks het gehele bestand te uploaden. Dit beperkt de tijdsduur van het uploaden aanzienlijk doordat er effectief minder data wordt verstuurd. De Delta bestanden zijn zo opgemaakt dat ze aangepast kunnen worden. Na iedere back-up wordt het Delta bestand geüpdate en worden de eigenschappen van ieder bestand opgeslagen. Bij de volgende update zal ieder willekeurig bestand aan de hand van dit Delta bestand worden gecontroleerd op wijzigingen. Op dit moment zullen alleen de wijzigingen worden meegenomen in de back-up. Pagina: 50 /72

51 De volledige back-up, de controlelijst en het laatst geuploade Delta bestand worden altijd opgeslagen in het data center. De data zal altijd op de back-up server blijven staan, zodat ze altijd geüpdate kunnen worden. In-File Delta geeft de voorkeur aan een differentiële back-up in plaats van een incrementele back-up. Deze vorm van back-up is zo ontworpen dat wanneer een back-up een corrupt bestand bevat, alleen dit deel van de back-up onherstelbaar beschadigd is. Alle andere bestanden die in de back-up voorkomen zullen nog intact zijn en kunnen weer gewoon gebruikt worden. Pagina: 51 /72

52 8.2.De blokgrootte De blokgrootte is de grootte van het datablok dat gebruikt wordt om veranderingen te detecteren tussen het bestand op de back-up server én het bestand op uw lokale computer. Over het algemeen zorgt een klein datablok ervoor dat u kleine Delta bestanden zult krijgen, maar zal er meer van de processor gevraagd worden, dan wanneer er gebruik gemaakt wordt van grote datablokken. Bij de keuze voor een groter datablok is de verwerking van uw back-up taak sneller, maar kost de verwerking om alle data op de back-up server te zetten u meer tijd. Hier zal de juiste balans gevonden moeten worden tussen uw data en de grootte van het Datablock. In de meeste gevallen kunt u het beste voor de optie Auto kiezen. Op deze manier zal het back-up systeem de optimale blokgrootte voor u uitkiezen. Pagina: 52 /72

53 8.3.Minimale grootte van bestanden De optie om de minimale grootte van een bestand aan te geven zorgt ervoor dat een bestand pas wordt uitgevoerd door de In-File Delta technologie als het groter is dan deze ingestelde waarde. Wanneer de grootte van een bestand kleiner is dan de ingestelde waarde, zal dit bestand niet worden verwerkt met In-File Delta technologie. In plaats van een Delta bestand zal nu het volledige bestand worden meegenomen in de back-up. Voor kleine bestanden wordt de In-File Delta technologie dus niet uitgevoerd, omdat de back-up van een klein bestand minder tijd kost. Door kleine bestanden volledig in de back-up mee te nemen wordt de tijd om de back-up bestanden te herstellen ook verkleind. 8.4.Maximaal aantal Delta bestanden Bij deze optie kunt u aangeven wat voor u het maximaal aantal Delta bestanden is dat geproduceerd mag worden. Als u bijvoorbeeld al 100 Delta bestanden heeft geproduceerd en de instellingen staan op maximaal 100 Delta bestanden, zal de volgende back-up een volledige back-up zijn. Deze optie is er om er zeker van te zijn dat er na een bepaald aantal Delta bestanden altijd een volledige back-up wordt uitgevoerd. 8.5.Delta Ratio De optie Delta Ratio wordt vergeleken met de grootte van het volledige back-up bestand (het percentage van de verschillen die gedetecteerd zijn tussen de bestanden in de back-up en de bestanden op uw lokale computer). Op het moment dat het aantal bestanden dat aangepast is meer dan de ingegeven waarde is (in percentage), zal een volledige back-up volgen. Pagina: 53 /72

54 9. Instellen MS SQL Server back-up taak Volg de volgende stappen voor het instellen van een Microsoft SQL Server backup taak: 1 Kies in de werkbalk Backuptaak >> Nieuw >> Backuptaak MS SQL Server. Onderstaand venster verschijnt: Geef de back-up taak een naam. Selecteer vervolgens de betreffende MS SQL Server en voer de correcte inloggegevens in voor die SQL Server, klik als laatste op Volgende om verder te gaan. 2 Kies de back-up bron. Selecteer de database(s) op de MS SQL Server die meegenomen moeten worden in de back-up. Onderaan het venster ziet u een pad waar de Shadow Copy zal worden opgeslagen. Zorg er altijd voor dat er op deze locatie genoeg ruimte is, bij een eventueel tekort aan ruimte kunt u dit pad altijd wijzigen. 3 Stel uw back-up schema in. De back-up taak staat standaard ingesteld op twee tijdstippen. Deze kunt u wijzigen door op Eigenschappen te klikken. Tevens kunt u een schema toevoegen door op Toevoegen te klikken, zodat u bijvoorbeeld meerdere back-ups per dag kunt plannen. Pagina: 54 /72

55 De database back-up wordt standaard iedere vrijdag uitgevoerd en zal de gehele database in de back-up meenemen. De logboek back-up zal iedere dag alleen de mutaties in de back-up meenemen, zodat u niet iedere dag de gehele database over het internet hoeft te sturen. 4 De versleutelde codering instellen. Wanneer u voor de optie Standaard kiest zal het wachtwoord van uw backup software gebruikt worden als codering. Indien u een andere coderingssleutel wenst te gebruiken kan dit bij de optie Aangepast worden ingevoerd. Als u de encryptie eenmaal heeft ingesteld is deze niet meer te wijzigen, wanneer u de codering wilt aanpassen zult u een geheel nieuwe back-up taak moeten aanmaken. De codering wordt in het back-up systeem gecodeerd weergegeven en is nergens anders bekend. Dit heeft het gevolg dat wanneer u uw code vergeet, u uw volledige back-up kwijt bent. Wij adviseren u uw code ergens verborgen te noteren. 5 Het instellen van de back-up taak is voltooid. U heeft de back-up taak volledig ingesteld, klik op Voltooien om terug te gaan naar het hoofdscherm. Pagina: 55 /72

56 Instellen MS Exchange mail back-up taak Het is met uw back-up software mogelijk om een gehele MS Exchange Server in de back-up mee te nemen, maar het is ook mogelijk om individuele mailboxen te back-uppen. Doorloop de volgende stappen voor het instellen van een back-up taak van een MS Exchange Server op Mail niveau: Voor de back-up van individuele MS Exchange mail accounts dient u een MS Exchange add-on aan te vragen. Voor meer informatie neemt u contact op met Hecotel. 1 Kies in de werkbalk Backuptaak Nieuw >> Backuptaak MS Exchange Mail Level. Onderstaand venster verschijnt: 2 Geef de back-up taak een naam en klik op Volgende. Pagina: 56 /72

57 3 Kies de back-up bron. Selecteer de mailboxen op de MS Exchange Server die meegenomen moeten worden in de back-up en klik op Volgende. 4 Stel uw back-up schema in. De back-up taak staat ingesteld op een standaard tijd, maar als u het hier niet mee eens bent kunt u deze wijzigen door op Eigenschappen te klikken. Tevens kunt u een schema toevoegen door op Toevoegen te klikken, zodat u bijvoorbeeld meerdere back-ups gepland heeft staan per dag. 5 De versleutelde codering instellen. Wanneer u voor de optie Standaard kiest zal het wachtwoord van uw backup software gebruikt worden als codering. Op het moment dat u het hier niet mee eens bent kiest u de optie Aangepast en kunt u de codering naar eigen smaak aanpassen. Als u de encryptie eenmaal heeft ingesteld valt deze niet meer aan te passen, wanneer u persé de codering wilt aanpassen zult u een geheel nieuwe back-up taak moeten aanmaken. De codering wordt in het back-up systeem gecodeerd weergegeven en is nergens anders bekend. Dit heeft het gevolg dat wanneer u uw code vergeet, u uw volledige back-up kwijt bent. Wij adviseren u uw code ergens verborgen te noteren. 6 Het instellen van de back-up taak is voltooid. U heeft de back-up taak volledig ingesteld, klik op Voltooien om terug te gaan naar het hoofdscherm. Pagina: 57 /72

58 10.Instellen MySQL back-up taak Volg de volgende stappen voor het instellen van een MySQL back-up taak: 1 Kies in de werkbalk Backuptaak >> Nieuw >> MySQL Backuptaak. Onderstaand venster verschijnt: 2 Geef de back-up taak een naam. Voer de daaronder de inloggegevens van uw MySQL Server in en wijzig bij het weergeven van een foutieve poort het poortnummer. Als laatste wordt u verzocht om naar het mysqldump.exe bestand te gaan, deze is te vinden op de volgende locatie: C:\MySQL\bin. 3 Kies de back-up bron. Selecteer de database(s) die meegenomen moeten worden in de back-up. Onderaan het venster ziet u een pad waar de Shadow Copy zal worden opgeslagen. Zorg er altijd voor dat er op deze locatie genoeg ruimte is, bij een eventueel tekort aan ruimte kunt u dit pad altijd wijzigen. Pagina: 58 /72