G 1111I C DE BETEKENIS VAN GECERTIFICEERD BOUW TOEZICHT VOOR KLEINE EN MIDDELGROTE BOUWBEDRIJVEN EN ARCHITECTEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "8504 530G 1111I1111111 C 3024680 DE BETEKENIS VAN GECERTIFICEERD BOUW TOEZICHT VOOR KLEINE EN MIDDELGROTE BOUWBEDRIJVEN EN ARCHITECTEN"

Transcriptie

1

2 DE BETEKENIS VAN GECERTIFICEERD BOUW TOEZICHT VOOR KLEINE EN MIDDELGROTE BOUWBEDRIJVEN EN ARCHITECTEN Bibliotheek TU Delt!. 1111I C G

3 OTB-WERKDOCUMENT Onderzoeksinstituut OTB Technische Universiteit Delft Thijsseweg 11, 2629 JA Delft Tel. (015) Fax (015)

4 DE BETEKENIS VAN GECERTIFICEERD BOUW TOEZICHT VOOR KLEINE EN MIDDELGROTE BOUWBEDRIJVEN EN ARCmTECTEN H.J. Visscher F.M. Meijer Delft University Press, 1999

5 De serie OTB-werkdocumenten wordt uitgegeven door: Delft University Press Prometheusplein ZC Delft Tel. (015) Fax (015) Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van: Stichting Bouwresearch Postbus BV Rotterdam CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Visscher, H.J. De betekenis van gecertificeerd bouwtoezicht voor kleine en middelgrote bouwbedrijven en architecten / H.J. Visscher, F.M. Meijer - Delft: Delft University Press - (OTB-werkdocument / Onderzoeksinstituut OTB, ISSN ; 99-01) Met lito opg. ISBN NUGI 655 Trefw.: bouwtoezicht, kwaliteitszorg Copyright 1999 by Onderzoeksinstituut OTB No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher: Delft University Press, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, The Netherlands.

6 INHOUD 1 INLEIDING Inleiding Probleemstelling, doel en onderzoeksvragen Uitvoering van het onderzoek Opbouw van de rapportage WAAROM GECERTIFICEERD BOUWTOEZICHT? Inleiding Ontwikkelingen in de bouwregelgeving Praktijk van het bouwtoezicht CONCEPTEN CERTIFICATIE BOUWTOEZICHT Inleiding Procescertificatie plantoetsing en uitvoeringstoezicht Procescertificatie deelprocessen Kwaliteitssysteemcertificatie met toezicht op projectkwaliteitsplannen VERKENNING VAN EFFECTEN Inleiding Effecten van procescertificatie plantoetsing en uitvoeringstoezicht Effecten van procescertificatie deelprocessen Effecten van kwaliteitssystemen met toezicht op projectkwaliteitsplannen 21 5 ONTWIKKELINGSMOGELIJKHEDEN Inleiding Erkende hoofdaannemer Kwaliteitssysteemcertificatie van architecten- en raadgevende ingenieursbureaus Waarborg-installateur Ontwikkelingsmogelijkheden voor de aannemers Ontwikkelingsmogelijkheden voor de architectenbranche

7 6 CONCLUSIES Inleiding Certificatie ten behoeve van het bouwtoezicht..... ;.' Effecten Opmerkingen naar aanleiding van discussie Ontwikkelingsmogelijkheden LITERATIJUR BIJLAGE 1 GEÏNTERVIEWDEN BIJLAGE 2 VERSLAG DISCUSSIEMIDDAG

8 1 INLEIDING 1.1 Inleiding Om tot een verdere verlichting van de regeldruk voor het bouwproces te komen, overweegt de overheid vormen van certificatie te erkennen als alternatief voor de technische controles op de naleving van de voorschriften van het Bouwbesluit door het gemeentelijk Bouwtoezicht. Belangrijke voorwaarden voor de overheid om met deze ontwikkeling te kunnen instemmen, zijn dat het moet leiden tot een vereenvoudigingen versnelling van procedures en dat het niet mag leiden tot marktafscherming. Momenteel is het nog allerminst duidelijk welke kant de ontwikkelingen op zullen gaan. Ofschoon er nog veel weerstand bij een aantal partijen in de bouw is, moeten we toch vaststellen dat het zeer aannemelijk is dat er vormen van certificatie op termijn zullen worden erkend als alternatief voor de overheidscontroie. Dit past bij een algemene beleidslijn van het ministerie van Economische Zaken om certificatie te bevorderen voor de controle op naleving van publieke voorschriften. Ook uit efficiëntieoverwegingen zullen bepaalde vormen van particuliere controle die een overlap vormen met de controle door het bouw- en woningtoezicht erkend moeten kunnen worden. Die erkenning kan het best worden vormgegeven via de 'officiële' (door de Raad voor Accreditatie erkende) certificatie. Certificatie is hoofdzakelijk een privaatrechtelijke aangelegenheid. De benodigde beoordelingsrichtlijnen die als grondslag voor certificaten kunnen dienen, zullen door de direct belanghebbenden moeten worden ontwikkeld. Binnenkort gaat er bij het ministerie van VROM een project van start waarin de erkenning van procescertificaten ten behoeve van het bouwtoezicht wordt verkend. Voor dit project is een begeleidingscommissie samengesteld waarin een aantal leden van het Overleg Platform Bouwregelgeving in is vertegenwoordigd. Met name het midden- en kleinbedrijf is beducht voor de marktafschermende werking die van een dergelijke ontwikkeling kan uitgaan. Certificatie kost geld. De grote bedrijven zouden daarom per definitie in het voordeel zijn. Veel grote bouwbedrijven beschikken op een of andere manier al over een kwaliteitssysteem. Daarnaast zouden 1

9 zij zich de benodigde ontwikkelings- en onderhoudskosten voor nieuwe certificatievormen beter kunnen permitteren. Deze verkenning richt zich op de vraag wat de positie van het midden- en kleinbedrijf (aannemers) en de architectenbranche is, wanneer besloten wordt bepaalde vormen van kwaliteitszorg en certificatie te erkennen als alternatief voor de (technische) controles en het toezicht door het gemeentelijk bouwtoezicht. 1.2 Probleemstelling, doel en onderzoeksvragen De probleemstelling van het onderzoek luidt als volgt: Wat zijn de (mogelijke) gevolgen voor de middelgrote en kleine bouwbedrijven en architecten als vormen van kwaliteitszorg, certificatie en erkenningsregelingen ten behoeve van het publieke bouwtoezicht worden erkend? Welke mogelijkheden zijn er voor deze sectoren om op de ontwikkelingen in te spelen? Het doel van het onderzoek valt in vier onderdelen uiteen: 1. Inzicht bieden in wat kan worden verstaan onder certificatie ten behoeve van het publieke bouwtoezicht; 2. Inzicht bieden in de mogelijke gevolgen voor het midden- en kleinbedrijf en de architecten van de erkenning van certificatie ten behoeve van het publieke bouwtoezicht; 3. Inzicht bieden in de mogelijkheden die er voor het midden- en kleinbedrijf en de architecten zijn om zich op deze ontwikkeling voor te bereiden en ervan te kunnen profiteren. 4. Inzicht bieden in de mogelijke behoefte aan instrumenten bij bouwbedrijven en architecten als procescertificatie via de Woningwet erkend wordt. 1.3 Uitvoering van het onderzoek Voor een overzicht van de mogelijke vormen van certificatie ten behoeve van het Bouwtoezicht en een schets van de te verwachten ontwikkelingen is voor een groot deel geput uit de kennis opgedaan bij eerdere onderzoeken. In opdracht van de VGBouw heeft het Onderzoeksinstituut OTB in 1998 een onderzoek (Visscher en Meijer, 1998) uitgevoerd met de volgende probleemstelling: Op welke wijze kan binnen de kaders van de Nederlandse bouwregelgeving een vorm van certificatie van ontwerpers, bouwers en externe controlebureaus ten behoeve van controles op de naleving van de voorschriften van het Bouwbesluit worden vorm gegeven? Wat zijn de voor- en nadelen, voorwaarden en consequenties van deze ontwikkeling en wat is het draagvlak om dit concept in de praktijk te realiseren? Om antwoorden op deze vragen te vinden is met 29 deskundigen uit de bouw gesproken. Het onderzoek heeft een complex en divers beeld opgeleverd. De meningen over de betekenis van kwaliteitszorg en certificatie en de verschillende vormen daarvan en 2

10 de consequenties van de meer prominente inzet van die instrumenten, lopen sterk uiteen. Een belangrijk resultaat van het onderzoek is een overzicht van de verschillende vormen van certificatie die mogelijk zouden kunnen worden ingezet voor het bouwtoezicht. Inhoudelijk hebben we ons verder verdiept in de kenmerken en (ontwikkelings-) mogelijkheden van het Midden- en Kleinbedrijf in de bouw met betrekking tot de certificatie. Hiertoe is een (beperkt) aanvullend onderzoek uitgevoerd. Er zijn negen interviews gehouden met vertegenwoordigers van het Midden- en Kleinbedrijf, de architectenbranche en het bouw- en woningtoezicht. We hebben ons in de interviews gericht op vragen als: Welke behoeften bestaan er?, Welke concepten lijken bruikbaar?, en vooral: Welke voorwaarden moeten aan de ontwikkelingen gesteld worden om nadelige gevolgen voor de doelgroep van het onderzoek te voorkomen? Waar in dit onderzoek wordt gesproken over geïnterviewden en respondenten, bedoelen we zowel de mensen die specifiek voor dit onderzoek zijn geïnterviewd als de deskundigen waarmee voor het onderzoek Gecertificeerd bouwtoezicht (Visscher en Meijer, 1998) is gesproken. Het onderzoek is afgesloten met een discussiebijeenkomst waarbij ongeveer twintig van de voor de beide onderzoeken geïnterviewde deskundigen, onder voorzitterschap van prof. dr. ir. H. Priemus van het Onderzoeksinstituut OTB, van gedachten hebben gewisseld over het thema. De deelnemers waren grofweg in te delen in drie categorieen, te weten: bouwbedrijven, ontwerpers en adviseurs en het bouw- en woningtoezicht. 1.4 Opbouw van de rapportage In hoofdstuk 2 zullen we de stand van zaken rond certificatie voor het publieke bouwtoezicht belichten. Aansluitend zetten we de motivatie voor deze ontwikkeling uiteen. Dit wordt benaderd vanuit de praktijk van het gemeentelijk bouwtoezicht en vanuit ontwikkelingen in het bouwproces en het instrumentarium van de verschillende partijen in de bouw. Ook zullen we de stand van zaken van de initiatieven van het ministerie van VROM inzake het 'plan van aanpak voor procescertificatie' weergeven. In hoofdstuk 3 zullen we drie concepten behandelen voor de toepassing van certificatie voor het publieke bouwtoezicht. In het vierde hoofdstuk volgt een beschouwing over de mogelijke effecten van de geschetste ontwikkelingen. Hoofdstuk 5 gaat vervolgens in op de vraag welke mogelijkheden er voor het middenen kleinbedrijf en de architectenbranche zijn om adequaat op de ontwikkelingen in te spelen. We besluiten het rapport met hoofdstuk 6 waarin de belangrijkste conclusies worden getrokken. 3

11 4

12 2 WAAROM GECERTIFICEERD BOUWTOEZICHT? 2.1 Inleiding Waarom wordt er gezocht naar mogelijkheden om de technische controles door het bouw- en woningtoezicht (gedeeltelijk) te vervangen door gecertificeerde particuliere controles? De motivatie vinden we onder meer in een ontwikkeling in de bouwregelgeving (streven naar minder bestuurs- en administratieve lasten) en een algemene beleidsontwikkeling van het ministerie van Economische Zaken. Voorts zijn er ontwikkelingen bij het bouw- en woningtoezicht te noemen die de vraag naar alternatieven oproept. Internationaal is een trend waarneembaar waarbij de daadwerkelijke controles op de overheidsvoorschriften in toenemende mate wordt overgelaten aan de particuliere partijen. Ook de ontwikkelingen in de bouwbranche die zijn gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de procedures, geven voeding aan het idee van zelfcontrole. 2.2 Ontwikkelingen in de bouwregelgeving Uit onderzoeken die in het kader van de evaluatie van de herziene Woningwet en het Bouwbesluit zijn uitgevoerd en het eindrapport van de MDW -werkgroep bouwregelgeving (Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit) van het ministerie van EZ bleek dat bouwvergunningsprocedures door het bouwbedrijf nog steeds als belemmerend worden ervaren. Daarnaast werd geconstateerd dat de technische controles voor plantoetsing en het toezicht op de uitvoering van de bouw bij de gemeentelijke diensten voor bouw- en woningtoezicht steeds meer in de knel komen. De toenmalige staatssecretaris van Volkshuisvesting heeft medio 1997 naar aanleiding van deze constateringen het beleidsvoornemen geuit om procescertificatie via de W 0- ningwet expliciet te erkennen. Het is de bedoeling dat bedrijven in de bouw op deze wijze in staat worden gesteld om controles op de naleving van de voorschriften van het Bouwbesluit bij ontwerp en uitvoering te verzorgen als alternatief voor de technische controles door het bouw- en woningtoezicht. De staatssecretaris spreekt over certificatie van ontwerpers, bouwers en controlebureaus. In een verkorte bouwvergunningsprocedure zou dan alleen nog op planologische (bestemmingsplan) en welstandsaspecten getoetst moeten worden. Tevens zal het bouw- en woningtoezicht controleren of aan de certificatie-eisen is voldaan. Ook werd 5

13 voorgesteld om de leges meer in verhouding te brengen met de door de gemeente verrichte werkzaamheden. Dit zou onder meer betekenen dat de leges verlaagd kunnen worden als er een bedrijf bij het bouwproces betrokken is dat gecertificeerd is voor (delen van) de controle op de publiekrechtelijke voorschriften. Het gaat om vrijwillige certificatie. De bouwsector moet zelf zorgdragen voor de ontwikkeling van beoordelingsrichtlijnen en certificatieschema's. De beleidsvoornemens werden vervolgens voorgelegd aan het Overleg Platform Bouwregelgeving (OPB). Binnen het OPB werd geconstateerd dat voor de concrete uitwerking en de gevolgen van vrijwillige procescertificering nog te veel onduidelijkheden bestaan om nu al wettelijke mogelijkheden te scheppen voor een door de minister erkend procescertificaat. Conform dit advies van het OPB heeft de toenmalige staatssecretaris in een brief de Tweede Kamer in februari 1998 meegedeeld dat hij de gewenste uitwerking en de gevolgen onder meer in een proeftraject nader zal onderzoeken. Het is de bedoeling dat aan de hand van de uitkomsten van dat onderzoek de definitieve besluitvorming kan plaatsvinden over de wettelijke verankering van vrijwillige procescertificering. De bouwpraktijk wordt nadrukkelijk bij het onderzoek en de besluitvorming betrokken. Het ministerie van VROM heeft inmiddels een concept-plan van aanpak opgesteld. Het belangrijkste doel van de ontwikkeling is een vereenvoudiging van de vergunningsprocedure. Het huidige concept-plan van aanpak beslaat de periode tot 1 januari Tijdens de behandeling van dit onderwerp in het Overleg Platform Bouwregelgeving zijn er overigens verschillende geluiden te horen geweest. Sommige leden reageren afwijzend op het idee van procescertificering. Andere leden vragen zich af of productcertificering niet al moeilijk genoeg is en procescertificatie voorlopig toekomstmuziek zou moeten blijven. Een derde groep leden is op zich positief gestemd, waarbij men wel het voorbehoud maakt dat de ontwikkeling 'niet zal moeten uitlopen op een wildgroei van deelcertificaten waarvan de betekenis niet duidelijk genoeg zou zijn'. Binnen het OPB is ook de vraag gesteld welke consequenties procescertificering heeft voor de aansprakelijkheid in het bouwproces. Het concept-plan van aanpak van VROM bevat onder meer een lange lijst van randvoorwaarden die gesteld moeten worden aan de verdere ontwikkeling. De randvoorwaarden gaan over de onderwerpen van de certificering, het mededingingsvraagstuk, de kwaliteit van de certificatie, gemeentelijke effecten en juridische vraagstukken. Voorts heeft men een onderzoekstraject aangegeven. Deelonderzoeken binnen dat traject moeten onder meer ingaan op een behoefte-bepaling, de ontwikkeling van een concept-beoordelingsrichting voor 'de vergunningaanvrager', proefprojecten en een bedrijfs- en gemeentelijke effectentoets. VROM richt zich met het plan van aanpak expliciet op de ontwerpfase en het aantonen dat aan de voorschriften van het Bouwbesluit wordt voldaan in de aanvraag van de bouwvergunning. Men ziet in de Woningwet mogelijkheden om voor dit deel tot algemene erkenningen te komen van gecertificeerde procedures die dan door de gemeenten moeten worden geaccepteerd als voldoende bewijs. Voor controles en toe- 6

14 zicht op de uitvoering van de bouw (uitvoering volgens de specificaties van de verstrekte vergunning) ziet men geen mogelijkheden om op nationaal niveau te komen tot erkenning van certificaten. Dit behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid. Om tot een uniform beleid te komen voor erkenning van certificaten voor de uitvoeringsfase zijn rollen weggelegd voor de VNG of Stadswerk. Een belangrijke randvoorwaarde voor de voorgestelde ontwikkeling is dat er geen marktafscherming zal plaatsvinden. Ook de kleine(re) bouwbedrijven moeten hun concurrentiepositie kunnen behouden. Voor kleine bedrijven kan het moeilijk of duur zijn om gecertificeerde systemen door te voeren; bovendien kan het de drempel verhogen voor de toetreding tot de markt. Ook de gevolgen voor de positie van het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht moeten in kaart worden gebracht. Als er werkzaamheden bij het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht wegvallen, zal het steeds moeilijker worden om voldoende capaciteit en kwaliteit te leveren voor de overblijvende taken. De inzet van het certificatie-instrument voor de uitvoering van controles op publiekrechtelijke voorschriften wordt vanuit het ministerie van Economische Zaken gestimuleerd. Dit is onder meer naar voren gekomen in het rapport van het MDW-project Normalisatie en certificatie. De erkenning door de overheid van certificatie-systemen als waarborg voor de naleving van publieke voorschriften is in Nederland geen onbekend verschijnsel. Bij de herziening van de Woningwet in 1992, is aan 'erkende kwaliteitsverklaringen' de status gegeven van 'bewijs dat aan de voorschriften van het Bouwbesluit wordt voldaan' (voorzover de kwaliteitsverklaringen daarop betrekking hebben). Deze kwaliteitsverklaringen dienen als zodanig door het bouw- en woningtoezicht te worden geaccepteerd bij de aanvragen voor een bouwvergunning. 2.3 Praktijk van het bouwtoezicht Voor de ontwikkeling van de certificatie in het kader van de bouwvergunningsprocedure kunnen de volgende argumenten worden genoemd. In de eerste plaats zijn de aanwezige capaciteit en kwaliteit bij de gemeentelijke diensten voor bouw- en woningtoezicht momenteel te beperkt om de technische controles uit te kunnen voeren. Er bestaan wat dit betreft grote verschillen tussen gemeenten onderling. De grootste problemen doen zich voor bij de kleine(re) en middelgrote gemeenten. Het wordt voor met name de kleine afdelingen steeds moeilijker om de ontwikkelingen in de regelgeving en techniek bij te houden. De controles in het kader van de bouwvergunning hebben in het algemeen geen toegevoegde waarde. Het verstrekken van een bouwvergunning geeft geen zekerheid dat aan de voorschriften is voldaan. Ten tweede blijven er, doordat bij de uitvoering van controles op gemeentelijk niveau geen gebruik wordt gemaakt van een landelijk uniforme structuur, verschillen bestaan tussen gemeenten. Het uniforme karakter van het Bouwbesluit wordt hierdoor geweld aangedaan. Aanvragers van bouwvergunningen proberen niet altijd hun recht te halen, 7

15 omdat dat tot langere procedures leidt en men de relatie met de gemeente niet in gevaar wil brengen. Verder kunnen we constateren dat, hoewel veel gemeentelijke afdelingen bouw- en woningtoezicht wel streven naar een meer uniforme aanpak, dit in de praktijk slechts moeizaam van de grond komt. Het COB, het netwerk van constructiespecialisten van de Vereniging Stadswerk, verstrekt een soort certificaten aan computerprogramma's die goed bruikbaar worden bevonden voor de constructieberekeningen. Als constructie-adviesbureaus van dergelijke gecertificeerde programma's gebruik maken, kan het toezicht daarop door de gemeente vereenvoudigd worden. Tevens is er een discussie gaande over de wijze (methode) waarop constructieve berekeningen gecontroleerd kunnen worden Op dit moment ontwikkelen afzonderlijke Nederlandse gemeenten beleid om tot er-. kenning te komen van kwaliteitssystemen of controleprocedures van de bij het bouwproject betrokken partijen. Deze erkenning kan dan uiteindelijk resulteren in een vereenvoudiging van de gemeentelijke controles en kortingen op de leges. Tot slot (en dat blijkt ook al uit de vorige alinea) erkennen gemeenten soms al het feit dat sommige partijen in de bouw systematisch kwaliteit leveren of dat er specifieke controles uitgevoerd worden die als alternatief kunnen dienen voor de gemeentelijke controles. Voorbeelden die genoemd kunnen worden, zijn de controles door de stichting Woningborg ten behoeve van het verstrekken van GIW -certificaten, expliciete plantoetsingen en bouwtoezicht door adviesbureaus, 'gestandaardiseerde' deelprocessen zoals bepaalde bouwfysica- (EPC) en constructieberekeningen en integrale kwaliteitssystemen van bouwbedrijven. 8

16 3 CONCEPTEN CERTIFICATIE BOUWTOEZICHT 3.1 Inleiding Er zijn veel concepten denkbaar voor de toepassing van certificatie van controle- en uitvoeringsprocessen voor het voldoen aan de technische publiekrechtelijke voorschriften. De staatssecretaris van VROM noemt de procescertificatie van ontwerpers, bouwers en controlebureaus. Het conceptplan van aanpak van het ministerie van VROM dat dient om de aanpassing van de wetgeving voor de erkenning van certificatie van het bouwtoezicht voor te bereiden, spreekt over de certificatie van de vergunningaanvrager. Tijdens de interviews hebben we verschillende concepten voorgelegd aan deskundigen uit vele geledingen van de bouw. We zijn daarbij tot de conclusie gekomen dat de volgende vormen van certificatie in het kader van het 'bouwtoezicht' kansrijk kunnen zijn: 1. De ontwikkeling van een procescertificaat voor de plantoetsing (controle van bouwplannen op basis van het Bouwbesluit) en toezicht op de uitvoering van de bouw; 2. De ontwikkeling van procescertificaten voor deelprocessen van het ontwerp- en het uitvoeringsproces conform het Bouwbesluit (bijv. Epe-berekeningen, constructieberekeningen, of complete ontwerp- enjof bouwprocessen met een beperkte variatie); 3. Zelfcontrole op basis van (ISO) kwaliteitssystemen in combinatie met toezicht per project op basis van zogenaamde project-controleplannen door het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht. Deze verschillende vormen van certificatie kunnen naast elkaar bestaan. In de volgende paragrafen zullen we deze concepten verduidelijken. 3.2 Procescertificatie plantoetsing en uitvoeringstoezicht Er kan door partijen die dit wensen een beoordelingsrichtlijn worden ontwikkeld voor een procescertificaat 'plantoetsing', oftewel de controle of bouwplannen voldoen aan 9

17 de voorschriften van het Bouwbesluit. Wanneer de Harmonisatie Commissie Bouw (HCB) van de Stichting Bouwkwaliteit zo'n beoordelingsrichtlijn erkent, kan dit een Nationale Beoordelingsrichtlijn (BRL) worden. Na ~en aanpassing van de Woningwet zou hier ook rechtstreeks een publiekrechtelijke betekenis aan kunnen worden gegeven. Dit betekent dat, als een bouwplan wordt getoetst door een instantie die beschikt over het procescertificaat 'plantoetsing' en deze het plan goedkeurt, dit door de gemeente moet worden erkend. In de bouwvergunningsprocedure wordt dan nog slechts getoetst aan aspecten van welstand en voorwaarden uit bestemmingsplannen en er wordt gecontroleerd of de controle op de naleving van het Bouwbesluit door een erkend certificaat is afgedekt. In beginsel kunnen allerlei instanties zich bekwamen in de eisen uit de beoordelingsrichtlijn en een certificaat plantoetsing behalen. Dit kunnen bijvoorbeeld technische adviesbureaus zijn, maar het is uiteindelijk ook denkbaar dat afdelingen bouw- en woningtoezicht op deze wijze gecertificeerd zouden worden. In de beoordelingsrichtlijn zullen eisen worden opgenomen over de positie en de onafhankelijkheid van het controlebureau. Het gaat hier om een vrijwillige certificatie. Dit betekent dat de aanvrager van een bouwvergunning ervoor kan kiezen de technische toetsing door een gecertificeerd bureau te laten verrichten of door de niet-gecertificeerde gemeente. Parallel aan de plantoetsing kan ook een procescertificaat voor 'bouwtoezicht' (toezicht op de uitvoering van de bouw conform het ontwerp waarvoor de bouwvergunning is verstrekt) worden ontwikkeld. Interne controleprocedures We zijn in dit concept uitgegaan van de situatie dat een externe partij, zoals bijv. een adviesbureau, of eventueel een afdeling van het bouw- en woningtoezicht, de controles uitvoert. In een ontwikkelingsperiode is het van groot belang dat het gecertificeerde controleproces veel vertrouwen kan opbouwen. Dit is het best te garanderen als het wordt uitgevoerd door een partij die niet direct bij het bouwproces is betrokken. Als de gecertificeerde controle een plaats heeft verworven in het bouwproces, kan ook de mogelijkheid worden overwogen om dat proces onder te brengen bij partijen die wel direct bij het bouwproces betrokken zijn (architecten, bouwbedrijven en dergelijke). Strikt toezicht door de certificatie-instelling moet de onafhankelijkheid van het controleproces waarborgen. Relatie met de praktijksituatie Er zijn diverse adviesbureaus die.in opdracht van een architect of opdrachtgever plantoetsingen en toezicht op de uitvoering uitvoeren. Redenen om zo'n bureau in te schakelen zijn voor (kleine) architectenbureaus dat ze de kennis zelf niet in huis hebben (al dan niet als bewuste bedrijfskeuze). Opdrachtgevers schakelen een gespecialiseerd bureau in, als zij een hoge mate van zekerheid willen hebben over de te leveren kwaliteit. Ook worden deze controles en inspecties uitgevoerd ten behoeve van verzekeringscertificaten (GIW). Ook gemeenten schakelen wel externe bureaus in voor de technische toetsing. Dit doet men in drukke perioden als de capaciteit van de afdeling bouw- en woningtoezicht niet toereikend is. Het komt echter ook voor dat vrijwel alle technische controles worden uitbesteed (gemeente Roosendaal). Dit beleid wordt inge- 10

18 geven door bijvoorbeeld de overweging dat de gemeentelijke afdeling te klein is om over alle benodigde kennis te beschikken. Voor adviesbureaus die nu plantoetsing als dienstverlening uitvoeren, is procescertificatie van hun controleproces aantrekkelijk. Deze bureaus zijn er ook van overtuigd dat men een interessant product tegen beperkte kosten kan leveren. De bureaus die als externe plantoetsers worden ingeschakeld, houden zich met name bezig met algemene plantoetsing en bouwfysica. In vergelijking met het bouw- en woningtoezicht zijn deze bureaus veel meer bij het planvormingstraject betrokken, waardoor de sturende en kwaliteitsverbeterende werking groter kan zijn. De plantoetsing van het bouw- en woningtoezicht is vooral een eindcontrole van het definitieve ontwerp. Aanwijzingen voor aanpassingen zorgen voor extra kosten van de ontwerper. Het komt in de praktijk voor dat aanpassingen achterwege blijven. Controle op de uitwerking van de constructie door het constructie-adviesbureau behoort over het algemeen niet tot het takenpakket van een externe plantoetser. Het specialisme van de constructeur blijkt wat dit betreft een aparte plaats in te nemen in het bouwproces. De meeste functies in het bouwproces worden door verschillende partijen in wisselende combinaties uitgevoerd. De constructieve uitwerking ligt echter bijna altijd bij de specialist. Het gemeentelijk bouwtoezicht voert wel controles uit, soms door eigen en soms door ingehuurde specialisten. Het komt ook voor dat men de taak uitbesteedt. Adviesbureaus die plantoetsingen uitvoeren hebben de deskundigheid over de constructieve uitwerking meestal niet in huis. Dat externe plantoetsers de constructie niet controleren, komt volgens de geïnterviewden, doordat de kwaliteit van het werk van de constructiebureaus hoog genoeg wordt geacht en men daarnaast op de kwaliteit van het bouw- en woningtoezicht vertrouwt. Voor- en nadelen Er is een aantal voor- en nadelen te noemen van gecertificeerde (externe) controleurs. Een grote meerderheid van de respondenten is het eens met de stelling dat de kwaliteit van de controle hoog is en ook voor ieder project gewaarborgd zal zijn. Een beoordelingsrichtlijn stelt eisen aan het controleproces. Het proces zal gestructureerd moeten worden en voor iedere project op gelijke wijze worden afgehandeld. De certificatieinstantie ziet toe op de kwaliteit van het controleproces. Het gaat om een controleproces dat door alle partijen in de bouw moet worden erkend. Dit betekent dat de eisen die eraan gesteld worden hoog zijn. In ieder geval zullen de controleprocessen en de resultaten daarvan voor buitenstaanders inzichtelijk gemaakt moeten worden. Dit is het grootste verschil met de huidige werkwijze. De werkzaamheden van het bouw- en woningtoezicht worden over het algemeen niet volgens vastgelegde methoden uitgevoerd en zijn ook voor buitenstaanders niet of nauwelijks inzichtelijk. Het komt in de praktijk voor dat bij verhoogde werkdruk technische controles minder uitgebreid worden uitgevoerd. Het gemeentelijk bouwtoezicht is ook nauwelijks aansprakelijk te stellen voor de technische controles. Een ander mogelijk voordeel kan zijn dat particuliere bureaus een betere communicatie met hun klanten onderhouden dan nu het geval is met het gemeentelijk bouwtoezicht. Veel geïnterviewden zijn echter van mening dat, als dat het geval zou zijn, het 11

19 wellicht weer een bedreiging vormt voor de onafhankelijkheid van de controle. De relatie met het gemeentelijk bouwtoezicht wordt ook vaak als zeer positief ervaren. Vooral bij bouwprojecten waarbij veel verschillende partijen betrokken zijn en er geen uitgebreide directievoering en coördinatie bestaat, blijkt de gemeente als onafhankelijke partij een zeer welkome aanvulling als partner in het bouwproces. Een mogelijk bezwaar van certificatie van het controleproces kan zijn, dat de eisen die eraan gesteld moeten worden, moeilijk vast te leggen zouden zijn in verband met de complexiteit en diversiteit van het bouwproces. Dit bezwaar wordt door een minderheid van de respondenten beaamd. Het belangrijkste bezwaar lijkt het om de eisen zodanig in een beoordelingsrichtlijn vast te leggen dat alle betrokken partijen in de bouw zich erin kunnen vinden en het als instrument erkennen. Er zal daarbij een spanning bestaan tussen voldoende strikte eisen, zodat de kwaliteit voldoende gegarandeerd is en er voldoende vrijheid is voor de controlebureaus om een eigen, efficiënt controleproces te kunnen ontwikkelen. Deskundigen over het Bouwbesluit en technische controles zijn juist van mening dat het Bouwbesluit (en daarbij behorende normen) een uitstekend uitgangspunt vormen voor het vastleggen van een objectief controleproces. Bedrijven die geen gebruik maken van de diensten van adviesbureaus stellen zich snel op het standpunt dat 'kwaliteit geld kost'. Kortom, als een extern bureau een betere plantoetsing uitvoert dan een gemeentelijk bouwtoezicht, zullen de kosten vanzelf hoger zijn. Bureaus die externe plantoetsingen uitvoeren, menen dat het met die extra kosten nogal zal meevallen. Zelfs bij een woningbouwproject van geringe omvang kan er al heel veel worden gedaan voor het bedrag van de leges voor de bouwvergunning van zo'n project. Er zijn meer overwegingen die zullen bepalen wat de kosten en de kwaliteit van de controles door externe bureaus zullen worden in de praktijk. Concurrentie op de markt van externe plantoetsers kan er voor zorgen dat de bureaus geprikkeld worden om efficiënt te werken. De kwaliteit van deze externe plantoetsing kan worden bepaald door de eisen die in een beoordelingsrichtlijn worden vastgelegd. Hoe snel een gecertificeerd bureau zou kunnen werken in verhouding tot het gemeentelijk bouwtoezicht is op voorhand moeilijk te zeggen. Sommige respondenten voeren ook hier het argument aan dat onder druk van concurrentie er snel gewerkt zal worden. Bureaus die plantoetsingen uitvoeren, beweren ook dat men sneller zal kunnen werken dan het gemeentelijk bouwtoezicht. 3.3 Procescertificatie deelprocessen De tweede mogelijkheid die we behandelen, is de ontwikkeling van beoordelingsrichtlijnen voor de certificatie van deelprocessen van het ontwerpen en uitvoeren conform het Bouwbesluit. Gedacht kan hierbij worden aan de EPC-berekeningen, constructieberekeningen, maar ook aan ontwerp- of uitvoeringsprocessen die beperkt in diversiteit enlof omvang zijn. Mogelijke voorbeelden van dit laatste is het ontwerp en de bouw van woonwagens, het ontwerpen of uitvoeren van verbouwingen met een be- 12

20 perkte omvang en dergelijke. Hierbij is sprake van zelfcontrole. Voor die onderdelen waarvoor het certificaat dekkend is, zou dan in beginsel geen overheidscontrole meer nodig zijn. Certificatie van de deelprocessen kan op twee manieren nader worden uitgewerkt. De eerste manier is dat een specifieke controle aan het uitvoeringsproces wordt toegevoegd. In feite is er dan sprake van een deel-controleproces. Dit kan dan gaan volgens dezelfde eisen als in de beoordelingsrichtlijn voor de externe controle (plantoetsing). De tweede manier is dat het gehele werkproces wordt beheerst, waarbij de daadwerkelijke controles steekproefsgewijs plaatsvinden. Dit heeft het karakter van een kwaliteitssysteem, met dat verschil dat bij een kwaliteitssysteem het gehele bedrijfsproces wordt beheerst en er bij de procescertificatie wordt gefocust op de beheersing van de productspecificaties in het uitvoeringsproces. Het voordeel van de eerste manier is het expliciete karakter van de controles. De tweede manier heeft het voordeel van efficiëntie en effectiviteit, maar het nadeel van complexere beoordelingsrichtlijnen en certificatieschema's om tot erkenning van de procedures te komen om inzicht te krijgen in de kwaliteit van het eindproduct. Bij volledige procesbeheersing kunnen we in de eerste plaats denken aan 'beperkte' deelprocessen, zoals een EPC-berekening. Ook het ontwerpen van eenvoudige bouwwerken of bouwproces sen met gestandaardiseerde constructiesystemen zou op deze wijze gecertificeerd kunnen worden. Het certificaat dient het volledige uitvoeringsproces te dekken, wat het moeilijker maakt om in algemene eisen de diversiteit van 'alle' bouwprocessen onder te brengen. Voor complexere processen of voor certificatie die van toepassing zou moeten zijn op vele soorten bouwprojecten, moet er eerder gedacht worden aan de hiervoor genoemde specifieke controleprocessen of aan kwaliteitssystemen. De Woningwet is inmiddels aangepast zodat de erkenning van dergelijke deelprocessen mogelijk wordt gemaakt door de toevoeging van de term 'bouwwijze' aan de definitie van een kwaliteitsverklaring. Als vervolgens geschikte beoordelingsrichtlijnen worden ontwikkeld, kunnen erkende deelprocescertificaten worden verstrekt. 3.4 Kwaliteitssysteemcertificatie met toezicht op projectkwaliteitsplannen Een derde mogelijkheid om tot een alternatieve invulling te komen van de uitvoering van het bouwtoezicht is via de erkenning van (ISO) kwaliteitssystemen van partijen in de bouw. Met name bij de grotere uitvoerende bouwbedrijven is de ontwikkeling van de kwaliteitssystemen al redelijk ver. Deze certificatie is niet in de eerste plaats gericht op de specificaties van een eindproduct, maar op de beheersing en verbetering van het gehele bedrijfsproces. Het werken volgens publiekrechtelijke voorschriften maakt daar formeel wel onderdeel vanuit. Formeel betekent het hebben van een ISO-9OO1l2 certificaat van een ontwerpend of uitvoerend bouwbedrijf onder meer dat een certificatie-instantie verklaart dat ze vol- 13

21 doende vertrouwen heeft dat de gecertificeerde bedrijven in staat zijn om bij bouwprojecten aan de voorschriften te voldoen. Praktisch gezien is het voldoen aan bepaalde technische specificaties niet geborgd. De certificatie-instelling voert als grondslag voor de certificatie geen toezicht uit (audits) op gerealiseerde ontwerpen, bouwwerken of projectcontroleplannen. Er bestaat bij de ondervraagde respondenten een groot verschil van opvatting over de mogelijke betekenis van ISO-kwaliteitssystemen. Partijen die zelf over een kwaliteitssysteem beschikken, partijen die inhoudelijk met ISO-gecertificeerde bedrijven te maken hebben en deskundigen op het gebied van certificatie zijn ervan overtuigd dat deze kwaliteitssystemen erkend moeten kunnen worden als alternatief voor het bouwtoezicht. Daarvoor is dan eventueel een (beperkte) aanvulling op bestaande beoordelingsrichtlijnen nodig. Binnen het kader van de algemene normen kunnen er toepassingsrichtlijnen worden opgesteld ten behoeve van de uitwerking van kwaliteitssystemen voor specifieke branches en specifieke toepassingen. Het MKS voor aannemers en het MKA voor architecten zijn voorbeelden van 'handleidingen' voor het ontwikkelen van kwaliteitssystemen. Specifieke certificatie van kwaliteitssystemen volgens deze modellen is ook mogelijk via daartoe opgestelde beoordelingsrichtlijnen. Ten behoeve van het MKS is de BRL 5002 opgesteld. Een beoordelingsrichtlijn voor het MKA is de BRL 9990, bedoeld voor de NEN-EN-ISO beoordeling van architecten- en raadgevende ingenieurs. Certificatie van bedrijven volgens deze richtlijnen geeft meer informatie over de gehanteerde kwaliteitssystemen, maar een buitenstaander krijgt hiermee nog geen inzicht in de kwaliteitseisen van het te realiseren product. In de systematiek van het MKS en de bijbehorende beoordelingsrichtlijn dient er per bouwproject een projectkwaliteitsplan (PKP) te worden opgesteld. Hierin worden projectgegevens en de toepassing van het kwaliteitssysteem bij het project, vastgelegd. Bij het PKP horen feitelijk specifieke keuringsplannen. In de praktijk echter wordt er aan die expliciete keuringsplannen nog weinig uitwerking gegeven. Voor de toepassing van kwaliteitssystemen voor het bouwtoezicht zijn de volgende ontwikkelingsmogelijkheden denkbaar: 1. Uitwerking van de specifieke beoordelingsrichtlijnen met voldoende eisen aan keuringsplannen. Zo ontstaat een mogelijkheid om een dergelijke certificatie direct te erkennen. 2. Bedrijven integreren specifieke controleprocessen in hun kwaliteitssysteem. Dit is in feite hetzelfde als de procescertificatie die beschreven is in het vorige hoofdstuk. Ook hiermee wordt directe erkenning mogelijk. 3. De kwaliteitsbeheersing op basis van de eigen kwaliteitssystemen van de betrokken partijen worden per project op hun waarde en betekenis voor de noodzakelijk aantoonbare kwaliteit beoordeeld en gehonoreerd. Op deze wijze kan een bedrijf echter niet direct op basis van een certificaat ervan uitgaan dat er geen specifieke toegevoegde controles meer hoeven te worden uitgevoerd. Voor de komende jaren lijkt dit een werkwijze die zeker gevolgd zal gaan worden. In feite wordt dit in de hui- 14

22 dige praktijk ook al wel toegepast. Bedrijven met zeer betrouwbare kwaliteitssystemen worden door het bouw- en woningtoezicht vaak 'beloond' door minder controle en toezicht; voorts wordt verlaging van leges overwogen of zelfs ook al gegeven. Dit concept gaat ervan uit dat bedrijven met een gecertificeerd kwaliteitssysteem op basis van de ISO-normen zelfcontrole kunnen uitvoeren. Deze vorm van certificatie heeft zoals al aangegeven in beginsel niet direct betrekking op het voldoen van het eindproduct aan bepaalde specificaties of voorschriften. Binnen de systematiek worden wel projectgerichte kwaliteitsplannen opgesteld. Het gemeentelijk bouwtoezicht zou in plaats van rechtstreekse controle en inspectie kunnen gaan 'toezien' op de projectkwaliteitsplannen. Voor eenvoudige bouwwerkzaamheden kunnen ook eenvoudige kwaliteitsstemen worden ontwikkeld en eenvoudige projectkwaliteitsplannen worden ingediend. De ISO-kwaliteitssystemen hebben het imago zeer omvangrijk, moeilijk en duur te zijn. Er zijn echter vele uitwerkingsmogelijkheden. Een kwaliteitssysteem richt zich op het totale bedrijfsfunctioneren. Het invoeren van een volledig ISOkwaliteitssysteem lijkt niet direct haalbaar voor de kleine bouwbedrijven. Toch zijn er wel mogelijkheden, indien er voor de branche en sector specifieke handboeken worden ontwikkeld en aanvullende beoordelingsrichtlijnen. Het ministerie van EZ heeft zich ook uitgesproken voor het stimuleren van de ontwikkeling van volwaardige ISO-certificatie door kleine bedrijven (Tweede Kamer, ) I. De erkenningsregelingen van de Waarborg-installateur (VNl), maar ook de Erkende hoofdaannemer (NVOB) zijn in beginsel vereenvoudigde, maar zeer passend op de branches toegesneden kwaliteitssystemen. I In een brief aan de Tweede Kamer van de ministers van Economische Zaken en Justitie over de follow' up van het MDW-rapport Nonnalisatie en certificatie werd onder meer gereageerd op twijfels die werden geuit door ondernemers- en werknemersorganisaties die het niet helemaal geruststellend vonden dat het MDW-rapport de indruk wekt dat de overheid sterk gebruik wil maken van de mogelijkheid van zelfregulering. Zo zou de overheid het publieke belang uit het oog dreigen te verliezen. De bewindslieden hadden hierover een andere opvatting. Zij vonden dat in het geval de overheid constateert dat een concreet publiek belang voldoende wordt gediend door zelfregulering, overheidsregulering alleen maar als een belastende doublure zou werken. De Raad voor het Midden en Kleinbedrijf (RMK) uitte de vrees dat de kleinere bedrijven buiten de boot zouden vallen; voor hen is het invoeren en laten certificeren van een kwaliteitzorgsysteem vaak onhaal(-en betaal)baar. De ministers van EZ en Justitie vonden het niet voor de hand liggen om een apart op het midden- en kleinbedrijf toegesneden certificaat te introduceren om de 'certificatiedrempel' voor deze bedrijfssector te verlagen. Dit zou in hun ogen tot onduidelijkheid in de markt leiden. De bewindslieden spraken hun voorkeur uit voor een volwaardig certificaat voor het MKB. Vanuit de specifieke omstandigheden van bedrijven in de MKB-sector zou een stappenplan ontwikkeld moeten worden waannee deze bedrijven uiteindelijk (stapsgewijs) een volwaardig certificaat knnnen halen. Voor de ontwikkeling van een dergelijk stappenplan zou het ministerie van EZ financieel bijdragen aan een project dat de Raad voor de Accreditatie en MKB-Nederland samen gingen uitvoeren (wij zijn niet op de hoogte van de resultaten van dat onderzoek en de ontwikkelingen in het beleid hieromtrent). 15

23 De ontwikkeling van kwaliteitssystemen in de architectenbranche is lange tijd achtergebleven bij de bouwbedrijven. De laatste tijd zet die ontwikkeling zich echter wel verder door. In augustus 1998 is de BRL 9990 gepubliceerd. Deze Nationale Beoordelingsrichtlijn voor NEN-EN-ISO 9001 beoordeling van architecten en raadgevende ingenieursbureaus biedt de bureaus duidelijkheid in de criteria die moeten worden gehanteerd om het certificaat te kunnen behalen. Tevens weten klanten van bedrijven die volgens deze BRL zijn gecertificeerd, welke grondslagen zijn gehanteerd. In hoofdstuk 5 gaan we in op de mogelijkheden die er zijn om op basis van de systematiek voor de 'Erkende hoofdaannemer' tot een vorm van erkende zelfcontrole ten behoeve van het bouwtoezicht te komen. Ook zullen we ingaan op de uitwerkingsmogelijkheden voor de BRL 9990 voor architecten en adviseurs. 16

24 4 VERKENNING VAN EFFECTEN 4.1 Inleiding Het bevorderen van de inzet van certificatie voor een publiekrechtelijk doel brengt het gevaar van marktafscherming met zich. Dit gevaar wordt in de MDW -rapporten over Bouwregelgeving en normalisatie en certificatie, in het Kamerstuk waarin de beleidsintentie tot de erkenning van procescertificatie wordt uitgesproken, maar ook in het OTB-onderzoek Gecertificeerd bouwtoezicht aan de orde gesteld. De overheid stelt dan ook als harde randvoorwaarde voor de erkenning van certificaten voor een publiekrechtelijk doel dat er geen sprake zal mogen zijn van marktafscherming. In de MDW-rapporten worden als aanvullende voorwaarden genoemd dat certificatie niet mag leiden tot een verhoging van de complexiteit van procedures of een toename van de kosten. In dit hoofdstuk verkennen we de mogelijke effecten voor de kleine en middelgrote bouwbedrijven en de architecten van de ontwikkeling van een 'gecertificeerd bouwtoezicht'. We maken hierbij onderscheid naar de drie concepten die in het vorige hoofdstuk zijn beschreven. 4.2 Effecten van procescertificatie plantoetsing en uitvoeringstoezicht In het eerste concept gaat het om de situatie waarin gecertificeerde particuliere bureaus controles en - eventueel - inspecties uitvoeren voor een bouwvergunningaanvraag. Zij doen dit in concurrentie met het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht. We gaan ervan uit dat de vrijwillige keuze tussen beide mogelijkheden een blijvende is. Een ander uitgangspunt is dat de kwaliteit van de (resterende) controles van het bouw- en woningtoezicht op het huidige niveau gehandhaafd blijft. Als de aanvrager van de bouwvergunning kiest voor een gecertificeerd controlebureau, toetst de gemeente de aanvraag alleen nog aan eisen van welstand en bestemmingsplan. De leges zullen voor die situatie verlaagd worden. 17

25 Plantoetsing Deze eerste certificatievonn heeft in de allereerste plaats vooral invloed op de aanvrager van de bouwvergunning. De aanvrager heeft nu de keuze om de bouwplannen door een gecertificeerd bureau te laten toetsen of door het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht. De keuze zal bepaald worden door onder meer de kosten van de controles, de toegevoegde kwaliteit van het controleproces en het effect dat de verschillende vormen van controle hebben op de voortgang van het bouwproces. De aanvrager van een bouwvergunning dient in de aanvraag 'ten genoegen van het bouw- en woningtoezicht' aan te tonen hoe aan de voorschriften wordt voldaan. Dit betekent dat een uitgebreide set van tekeningen, berekeningen, testrapporten en eventueel kwaliteitsverklaringen moet worden ingediend. Het is denkbaar dat het gecertificeerde controleproces op naleving van de voorschriften van het Bouwbesluit uitgebreider is dan de eindcontrole die momenteel door het bouw- en woningtoezicht wordt verricht en naast de eindcontrole ook een deel van de technische uitwerking bevat. De keuze voor de gecertificeerde controle van het gespecialiseerde bureau kan dan ook bepaald worden door de keuze voor een uitgebreidere dienstverlening. De effecten voor het uitvoerend bouwbedrijf (klein en groot) lijken op het eerste gezicht minimaal. Voor de bouwprojecten waarbij de bedrijven geen andere rol vervullen dan dat van uitvoerend bouwbedrijf, is er geen effect. Het komt in de praktijk voor dat een uitvoerend bouwbedrijf de vergunning aanvraagt. Grote bouwbedrijven doe~ dit ook bij grote bouwprojecten. Voor kleine bouwbedrijven blijft het veelal beperkt tot vergunningaanvragen voor bouwactiviteiten van geringe complexiteit zoals verbouwingen. De grens tussen het wel of niet verzorgen van de vergunningaanvraag zal met name worden bepaald door de hoeveelheid ontwerp- en rekenwerk die daarmee gemoeid is. Als we ervan uitgaan dat het bij een klein bouwbedrijf bij het aanvragen van een bouwvergunning gaat om een bouwwerk van een beperkte omvang, lijkt het niet voor de hand liggend dat voor die situatie een extern controlebureau wordt ingeschakeld. De aanvraag zal op dezelfde wijze als nu aan het bouw- en woningtoezicht worden voorgelegd. De effecten voor de architectenbranche zullen in eerste instantie ook zeer beperkt zijn. Als de architect de bouwaanvraag verzorgt, ligt de keuze voor een gecertificeerde plantoetsing of een controle door het bouw- en woningtoezicht bij de architect. De betekenis van deze keuze is op voorhand moeilijk te zeggen. Uiteindelijk is het van groot belang te bepalen hoe het gecertificeerde proces van plantoetsing precies wordt ingevuld. Als, zoals we eerder stelden, dit proces uitgebreider is dan de eindcontrole van het bouw- en woningtoezicht nu, is het denkbaar dat de architecten het werk dat nu 'het voorbereiden van de bouwaanvraag' wordt genoemd (het aantonen dat aan de voorschriften wordt voldaan), uitbesteedt aan het controlebureau. Enerzijds zien we een ontwikkeling in de praktijk dat architectenbureaus dit 'technisch' werk willen uitbesteden en zich zodoende meer kunnen concentreren op het 'echte ontwerpen'. Anderzijds zien we bureaus die van mening zijn dat ook de technische uitwerking een essentieel deel van het architectenvak betreft en zich daarin dan ook willen bekwamen. 18

26 Het bestaande procescertificaat voor 'De kosten-kwaliteitstoets voor de woningbouw' is overigens vergelijkbaar met de in deze paragraaf bedoelde certificatie. Toezicht op de uitvoering Het gecertificeerde toezicht op de uitvoering van de bouw heeft op een andere manier effect op het bouwproces. Als onderdeel van de bouwvergunningsprocedure voert het bouw- en woningtoezicht inspecties uit op de uitvoering van de bouw om te controleren of er volgens de specificaties van de bouwvergunning wordt gebouwd. Als de opdrachtgever een gecertificeerd bureau inschakelt dat erkende inspecties op de uitvoering van de bouw verricht kan het toezicht van de gemeente vervallen. Ook dit zal consequenties hebben voor de leges. Het uitvoeringstoezicht kan een vervolg zijn van de gecertificeerde plantoetsing, maar kan daar ook los van staan. Ook het effect van certificering van het externe toezicht op de uitvoering zal voor het uitvoerende bouwbedrijf zeer beperkt zijn. Verondersteld mag worden dat het traditionele toezicht door de architect voor de opdrachtgever zal komen te vervallen als er een gecertificeerd bedrijf inspecties uitvoert. Wellicht heeft dit tot gevolg dat architecten(bureaus) die het directievoeren als belangrijk deel van hun bedrijfsvoering zien, het procescertificaat voor het 'uitvoeringstoezicht' zullen verwerven. 4.3 Effecten van procescertificatie deelprocessen Deelprocessen van het ontwerp- en uitvoeringstraject kunnen zodanig worden gecertificeerd dat de uitvoering conform de voorschriften van het Bouwbesluit geschiedt. Dit betekent dat in het kader van het bouwtoezicht geen controles en inspecties door het gemeentelijke bouw- en woningtoezicht of door externe, gecertificeerde controlebureaus op die processen hoeft te worden uitgevoerd. Hierbij is onder meer te denken aan processen zoals het opstellen van een EPC-berekening, constructieberekeningen en bepaalde uitvoeringsprocessen. Ook zou zo'n vorm van zelfcontrole betrekking kunnen hebben op het volledige ontwerpproces enlof de uitvoering van eenvoudige bouwwerken. Voor procescertificatie moeten de eisen die aan het desbetreffende proces worden gesteld, volkomen duidelijk zijn. Certificatie geeft de zekerheid dat het eindproduct aan eisen voldoet. Voor alle duidelijkheid benadrukken we hier het verschil met de kwaliteitssystemen die we in de volgende paragraaf verder uitwerken. De kwaliteitssystemen geven aan dat de bedrijfsprocessen aan eisen voldoen. Er wordt niet naar de feitelijke kwaliteit van de eindproducten gekeken. Een voorbeeld van de hier bedoelde certificatie is het procescertificaat voor 'Asbestverwijderen '. Door een aanpassing van de Woningwet in 1998 kan een erkende kwaliteitsverklaring nu ook betrekking hebben op 'een bouwwijze'. In beginsel opent dit de mogelijkheid voor een deel van de in deze paragraaf bedoelde procescertificaten. Voordat er sprake 19

Alternatieven voor het huidige bouwtoezicht

Alternatieven voor het huidige bouwtoezicht Alternatieven voor het huidige bouwtoezicht Henk Visscher & Frits Meijer De toetsing van bouwplannen aan de voorschriften van het Bouwbesluit zal naar verwachting in de nabije toekomst ook door andere

Nadere informatie

Praktij ktoepassi ng bouwbesluit en de bouwaanvraag voor kleinere bouwwerken

Praktij ktoepassi ng bouwbesluit en de bouwaanvraag voor kleinere bouwwerken -..:... tichting ouw esearch Praktij ktoepassi ng bouwbesluit en de bouwaanvraag voor kleinere bouwwerken Deze publikatie is tot stand gekomen in samenwerking met het Nederlands Verbond van Ondernemers

Nadere informatie

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam rapporteur: ir. L. J. Visser raadgevend ingenieur Het programma van eisen bij nader inzien De functie van het programmeren in de bouwvoorbereiding Een systeembenadering 128 Rotterdam, 1985 I(br Stichting

Nadere informatie

Verbetering kwaliteitsborging

Verbetering kwaliteitsborging Verbetering kwaliteitsborging in de bouw Hajé van Egmond Kwartiermaker private kwaliteitsborging Van Bouwen! naar normconformiteit? Een kantoorgebouw uit 1906 1 Van Bouwen! naar normconformiteit? Een kantoorgebouw

Nadere informatie

HERREGULERING EN STROOMLIJNING VAN DE BOUWVERGUNNINGS- PROCEDURES

HERREGULERING EN STROOMLIJNING VAN DE BOUWVERGUNNINGS- PROCEDURES HERREGULERING EN STROOMLIJNING VAN DE BOUWVERGUNNINGS- PROCEDURES F. Meijer H.J. Visscher oktober 2001 ONDERZOEKSINSTITUUT OTB Inhoud INHOUD... 3 1 INLEIDING... 1 1.1 Aanleiding... 1 1.2 Herregulering

Nadere informatie

Dekkeren in Den Haag en Eindhoven. Bregje Kerssemakers en Marlijn Rekveldt

Dekkeren in Den Haag en Eindhoven. Bregje Kerssemakers en Marlijn Rekveldt Dekkeren in Den Haag en Eindhoven Bregje Kerssemakers en Marlijn Rekveldt Inhoud 1. Toekomstplannen ministerie 2. Wat doet Den Haag 3. Wat doet Eindhoven 4. Vragen? 5. Discussie 1. Toekomstplannen ministerie

Nadere informatie

Bevordering naleving Ventilatie en EPC regels. Verslag uitgevoerde activiteiten 2010. Datum 13 december 2010 Status Definitief

Bevordering naleving Ventilatie en EPC regels. Verslag uitgevoerde activiteiten 2010. Datum 13 december 2010 Status Definitief Bevordering naleving Ventilatie en EPC regels Verslag uitgevoerde activiteiten 2010 Datum 13 december 2010 Status Definitief Colofon Publicatienummer VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Bouwen

Nadere informatie

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning?

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning? 1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat deel met een korte bespreking wat een omgevingsvergunning is en wat vergunningsvrij bouwen is. De achtergrond en doelstellingen van de belangrijkste regelingen (de Wet algemene

Nadere informatie

Aanbesteding, bouwteam of brochurepla Wat bepaalt de keuze? r(br Stichting Bouwresearch. Copyright SBR, Rotterdam

Aanbesteding, bouwteam of brochurepla Wat bepaalt de keuze? r(br Stichting Bouwresearch. Copyright SBR, Rotterdam Aanbesteding, bouwteam of brochurepla Wat bepaalt de keuze? 24 r(br Stichting Bouwresearch Aanbesteding, bouwteam of brochureplan Wat bepaalt de keuze? 24 Rotterdam, 985 r(br Stichting Bouwresearch Het

Nadere informatie

Let wel: deze nota betreft alleen de toetsing en het toezicht aan het Bouwbesluit.

Let wel: deze nota betreft alleen de toetsing en het toezicht aan het Bouwbesluit. BenW-nota dienst Directie RO en afdelingen (k000) afdeling Bouw- en woningtoezicht (k200) telefoon 0182-588280 collegenummer 751515 gouda 17 juni 2012 steller Netten, M. (bwt961) onderwerp Toets- en Toezichtsniveau

Nadere informatie

BRL 9500 Deel 02 2006-12-06

BRL 9500 Deel 02 2006-12-06 BRL 9500 Deel 02 2006-12-06 NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING voor het KOMO -procescertificaat voor het afgeven

Nadere informatie

BRL6000 Installatietechniek

BRL6000 Installatietechniek CERTIFICERING VOOR INSTALLATIETECHNIEK Sinds 2005 kent Nederland een nieuwe certificatieregeling voor bedrijven die zich willen certificeren voor het ontwerpen, installeren en beheren van installaties,

Nadere informatie

PRIVATE KWALITEITSBORGING Projectfolder PILOT PRIVATE KWALITEITSBORGING IN DE GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM 2016

PRIVATE KWALITEITSBORGING Projectfolder PILOT PRIVATE KWALITEITSBORGING IN DE GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM 2016 PRIVATE KWALITEITSBORGING Projectfolder PILOT PRIVATE KWALITEITSBORGING IN DE GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM 2016 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 3 1.1 ACHTERGROND... 3 2 PRIVATE KWALITEITSBORGING... 3 2.1 WAT

Nadere informatie

Workshop: Kwaliteit voor kleine en grote bouwwerken

Workshop: Kwaliteit voor kleine en grote bouwwerken Workshop: Kwaliteit voor kleine en grote bouwwerken Wat is BouwGarant Algemeen: Met ruim 1500 aangesloten bouwbedrijven het grootste keurmerk van de bouw in Nederland. Alle deelnemers worden periodiek

Nadere informatie

BRL 9500 Deel 03 2006-12-06

BRL 9500 Deel 03 2006-12-06 BRL 9500 Deel 03 2006-12-06 NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING voor het NL-EPBD -procescertificaat voor het

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk 2015Z25042 Betreft Kamervragen over

Nadere informatie

De klok tikt! U heeft nog een jaar voor Kwaliteitsborging

De klok tikt! U heeft nog een jaar voor Kwaliteitsborging De klok tikt! U heeft nog een jaar voor Kwaliteitsborging Inleiding Kansen? Inleiding Een zegen of last? Inleiding Kwaliteit Een moetje? Inleiding 1. Kader 2. Wat is het doel van de wet 3. Hoe werkt het

Nadere informatie

Toetsingsprotocol bouwplannen Bouwbesluit 2012 Lelystad

Toetsingsprotocol bouwplannen Bouwbesluit 2012 Lelystad Toetsingsprotocol bouwplannen Bouwbesluit 2012 Lelystad Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot

Nadere informatie

De hybride vraag van de opdrachtgever

De hybride vraag van de opdrachtgever De hybride vraag van de opdrachtgever Een onderzoek naar flexibele verdeling van ontwerptaken en -aansprakelijkheid in de relatie opdrachtgever-opdrachtnemer prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis ing. W.A.I.

Nadere informatie

Het onderwerp van de presentatie is Private Kwaliteitsborging Bouwtoezicht. Een wetswijziging of stelselwijziging voor de bouwsector die in 2016 in

Het onderwerp van de presentatie is Private Kwaliteitsborging Bouwtoezicht. Een wetswijziging of stelselwijziging voor de bouwsector die in 2016 in 1 Het onderwerp van de presentatie is Private Kwaliteitsborging Bouwtoezicht. Een wetswijziging of stelselwijziging voor de bouwsector die in 2016 in werking zal treden. Daarbij is onderzocht wat de consequenties

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw

Nadere informatie

Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet

Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet Preadviezen voor de Vereniging voor Bouwrecht Nr. 38 Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet prof. mr. J.M.

Nadere informatie

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam Het doel van de Stichting is het coördineren, stimuleren en begeleiden van speurwerk op het gebied van de bouwvoorbereiding, de bouwtechniek en de bedrijfstechniek in de bouwnijverheid, alsmede de verbreiding

Nadere informatie

INSTITUUT voor BOUWKWALITEIT

INSTITUUT voor BOUWKWALITEIT Woningborg Kwaliteitsborging Instrument (WKI) Datum 23 december 2015 Instrument WKI Organisatie(s) Woningborg Instrumentaanbieders 1. Wie zijn jullie (naam, werkzaamheden, omvang, etc. bedrijf)? Woningborg

Nadere informatie

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam Copyright SBR, Rotterdam Copyright SBR, Rotterdam Copyright SBR, Rotterdam Handleiding voor de keuze van voegkitten Copyright SBR, Rotterdam -----------------------------. Handleiding voor de keuze van

Nadere informatie

Dankwoord Stellingen bij het preadvies. 1. Aanleiding 1 2. Centrale onderzoeksvraag en uitwerking 3 3. Aansluiting bij de politieke agenda 4

Dankwoord Stellingen bij het preadvies. 1. Aanleiding 1 2. Centrale onderzoeksvraag en uitwerking 3 3. Aansluiting bij de politieke agenda 4 Dankwoord Stellingen bij het preadvies xi xiii Inleiding op het preadvies 1. Aanleiding 1 2. Centrale onderzoeksvraag en uitwerking 3 3. Aansluiting bij de politieke agenda 4 Deel I De rol van het privaatrecht

Nadere informatie

BOUWPROGRAMMA VERGUNNINGEN 2008

BOUWPROGRAMMA VERGUNNINGEN 2008 BOUWPROGRAMMA VERGUNNINGEN 2008 GEMEENTE HEUSDEN TEAM DIENSTEN Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Aanvragen om vergunning 4 2.1 aanvragen om bouwvergunning 4 2.1.1 Informatie 4 2.1.2 Intake 4 2.1.3 Ontvankelijkheidstoets

Nadere informatie

Hieronder vind u onze bevindingen. Ter verduidelijking zijn de meest relevante onderdelen van wetsteksten in kaders toegevoegd.

Hieronder vind u onze bevindingen. Ter verduidelijking zijn de meest relevante onderdelen van wetsteksten in kaders toegevoegd. Retouradres Postbus 2232 3500 GE UTRECHT BodemenergieNL Martin Bloemendaal Postbus 1072 3430 BB Nieuwegein Nederland Rijkswaterstaat Water, Griffioenlaan 2 3526 LA Utrecht UTRECHT Postbus 2232 3500 GE

Nadere informatie

Naar een andere verdeling van verantwoordelijkheid in de bouw

Naar een andere verdeling van verantwoordelijkheid in de bouw Naar een andere verdeling van verantwoordelijkheid in de bouw Naar een andere verdeling van verantwoordelijkheid in de bouw Onderzoek naar privaatrechtelijke verbeteringsmogelijkheden van de bouwkwaliteit

Nadere informatie

De volgende stap naar certificering!

De volgende stap naar certificering! ISO 50001 CERTIFICERING De volgende stap naar certificering! 2 - Kader, bureau voor kwaliteitszorg b.v. Inleiding Hartelijk dank voor uw interesse in de begeleiding naar ISO 50001 certificering. Met ISO

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen rond bestekken. Leidraad voor de bestekschrijver. rs.br Stichting Bouwresearch. Copyright SBR, Rotterdam

Recente ontwikkelingen rond bestekken. Leidraad voor de bestekschrijver. rs.br Stichting Bouwresearch. Copyright SBR, Rotterdam Recente ontwikkelingen rond bestekken Leidraad voor de bestekschrijver 133 rs.br Stichting Bouwresearch -------------------------------------------- rapporteur: ir. M.G.M. Nelissen Twijnstra Gudde N.V.

Nadere informatie

WIJZIGINGSBLAD A2. Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI 2002 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 1.0. Publicatiedatum : 1 april 2012

WIJZIGINGSBLAD A2. Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI 2002 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 1.0. Publicatiedatum : 1 april 2012 WIJZIGINGSBLAD A2 Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI 2002 / A2 Publicatiedatum : 1 april 2012 Ingangsdatum : 1 april 2012 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING VOORWOORD A2:2012/BMI 2002 Pagina 2/5 Dit wijzigingsblad

Nadere informatie

Juridische handreiking relatie BIM-protocol en de DNR 2011 (voor adviseurs en opdrachtgevers) prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis

Juridische handreiking relatie BIM-protocol en de DNR 2011 (voor adviseurs en opdrachtgevers) prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Juridische handreiking relatie BIM-protocol en de DNR 2011 (voor adviseurs en opdrachtgevers) prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis s-gravenhage, 2015 Omslagfoto Het voorbereiden van renovatiewerkzaamheden

Nadere informatie

Memo dakkapellen - welstand

Memo dakkapellen - welstand Memo dakkapellen - welstand Datum: 9 september 2014 Afdeling: Ruimte Probleemstelling Het plan bestaat om in 2015 de huidige welstandsnota te vervangen door een sterk vereenvoudigde versie. De vergunningenpraktijk

Nadere informatie

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 1 Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 2 Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 3 Arie Quik Hou

Nadere informatie

Tijd voor goed vertrouwen

Tijd voor goed vertrouwen Tijd voor goed vertrouwen Tijd voor goed vertrouwen Het Keurmerk uitvaartzorg Het Keurmerk zie ik als het BOVAG-keurmerk in de autobranche. Door op juiste wijze te werken, ben je helder, transparant en

Nadere informatie

Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013

Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013 Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013 Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013 samengesteld door: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis ISBN 978-90-78066-82-8 NUR 822 2013, Stichting Instituut

Nadere informatie

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering Preadviezen voor de Vereniging voor Bouwrecht Nr. 41 Juridische aspecten van ketensamenwerking Naar een multidisciplinaire

Nadere informatie

COBc-dag 2012 Peter Hoekstra Bert Winkel

COBc-dag 2012 Peter Hoekstra Bert Winkel COBc-dag 2012 Peter Hoekstra Bert Winkel 1 Project Toekomst toetsing op de constructieve veiligheid van bouwwerken Aanleiding: De ontwikkelingen n.a.v. Commissie Dekker hebben er toe geleid dat het COBc

Nadere informatie

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam Copyright SBR, Rotterdam Colofon Auteur: prof. ir. E. Gerretsen, TNO-TPD Vormgeving: RePro Slotboom, Breda Druk: W.D. Meinema B.V., Delft Copyright SBR, Rotterdam til stichting bouwresearch Geluidwering

Nadere informatie

Over inhoud, functie en kwaliteit van het bestek. rg(j3r Stichting Bouwresearch. Copyright SBR, Rotterdam

Over inhoud, functie en kwaliteit van het bestek. rg(j3r Stichting Bouwresearch. Copyright SBR, Rotterdam Over inhoud, functie en kwaliteit van het bestek 132 rg(j3r Stichting Bouwresearch rapporteur: ir. M.G.M. Nelissen Twijnstra Gudde N.V. Over inhoud, functie en kwaliteit van het bestek 132 Rotterdam, 1986.

Nadere informatie

GEMEENTELIJKE TELECOMMUNICATIE MOBIELE COMMUNICATIE. Bijlage 04 Kwaliteitsborging en auditing

GEMEENTELIJKE TELECOMMUNICATIE MOBIELE COMMUNICATIE. Bijlage 04 Kwaliteitsborging en auditing GEMEENTELIJKE TELECOMMUNICATIE MOBIELE COMMUNICATIE Bijlage 04 Kwaliteitsborging en auditing Inhoud 1 Inleiding 3 2 Aantonen kwaliteitsborging van de dienstverlening 4 3 Auditing 5 3.1 Wanneer toepassen

Nadere informatie

Beleidsregels voor de uitvoering van artikel 7A van de Woningwet

Beleidsregels voor de uitvoering van artikel 7A van de Woningwet Beleidsregels voor de uitvoering van artikel 7A van de Woningwet VROM Circulaire De beleidsregels voor de uitvoering van artikel 7a van de Woningwet van 29 januari 1999 zijn toegevoegd aan de circulaire

Nadere informatie

Handelwijze bij vragen en klachten over een ISO of OHSAS certificaat versie 18 november 2008

Handelwijze bij vragen en klachten over een ISO of OHSAS certificaat versie 18 november 2008 Handelwijze bij vragen en klachten over een ISO 14001 of OHSAS 18001-certificaat versie 18 november 2008 SCCM en de aangesloten certificatie-instellingen willen de uitwisseling van ervaringen met ISO 14001-

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 29 304 Certificatie en accreditatie in het kader van het overheidsbeleid Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

WIJZIGINGSBLAD A2. BORG 2005 versie 2 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 2.2. Publicatiedatum : 31 maart 2010. Ingangsdatum : 1 april 2010

WIJZIGINGSBLAD A2. BORG 2005 versie 2 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 2.2. Publicatiedatum : 31 maart 2010. Ingangsdatum : 1 april 2010 WIJZIGINGSBLAD A2 Nationale Beoordelingsrichtlijn BORG 2005 versie 2 Procescertificaat voor het ontwerp, de installatie en het onderhoud van inbraakbeveiliging BORG 2005 versie 2 / A2 Publicatiedatum :

Nadere informatie

Kies voor. CERCAT gecertificeerde. catering

Kies voor. CERCAT gecertificeerde. catering Kies voor CERCAT gecertificeerde catering Uitgave en redactie: Stichting Certificatie Contractcatering, Gorinchem Vormgeving: BURO18 communicatie bv, Gorinchem Fotografie: Henk de Graaf Fotografie, Leiderdorp

Nadere informatie

Kwaliteitsborging voor het bouwen VNAB Visie Event

Kwaliteitsborging voor het bouwen VNAB Visie Event Kwaliteitsborging voor het bouwen VNAB Visie Event Harry Nieman Kwartiermaker 11 oktober 2018 Waar gaan we het vandaag over hebben? Kwaliteitsborging voor het bouwen Aantonen (compliance) As-built dossier

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Bestuur en Wonen Turfmarkt 147 Den Haag Postbus

Nadere informatie

CE en KOMO. Resultaten CE werkgroep. Ton van Beek IKOB-BKB Voorzitter CE-werkgroep

CE en KOMO. Resultaten CE werkgroep. Ton van Beek IKOB-BKB Voorzitter CE-werkgroep CE en KOMO. Resultaten CE werkgroep Ton van Beek IKOB-BKB Voorzitter CE-werkgroep Goed materiaal voorkomt problemen 2 Inhoud Inleiding Opdracht CE werkgroep Kaders Uitwerking 3 Dit zit er achter een certificaat

Nadere informatie

Huidig toezicht GETTING SOFTWARE RIGHT. Datum Amsterdam, 30 augustus 2016 Onderwerp Reactie SIG op Discussiedocument AFM-DNB. Geachte dames en heren,

Huidig toezicht GETTING SOFTWARE RIGHT. Datum Amsterdam, 30 augustus 2016 Onderwerp Reactie SIG op Discussiedocument AFM-DNB. Geachte dames en heren, Datum Amsterdam, 30 augustus 2016 Onderwerp Reactie SIG op Discussiedocument AFM-DNB Geachte dames en heren, Naar aanleiding van het gepubliceerde discussiedocument Meer ruimte voor innovatie in de financiële

Nadere informatie

Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal

Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal Evaluatie onderzoek Externe Inhuur Overveen, 25 januari 2018 Aanleiding De Rekenkamercommissie Bloemendaal evalueert al haar onderzoeken om na te gaan in hoeverre

Nadere informatie

Certificatieregeling Kabelinfrastructuur en Buizenlegbedrijven

Certificatieregeling Kabelinfrastructuur en Buizenlegbedrijven Certificatieregeling Kabelinfrastructuur en Buizenlegbedrijven versie januari 2014 LOSSE BIJLAGE 1 PROCEDURE AUDITS EN AUDITRAPPORTAGE Stichting CKB, Postbus 366, 2700 AJ Zoetermeer 1 Terminologie Met

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 30941 2500 GX Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Betreft Beantwoording

Nadere informatie

Beleidsnota projectbesluit / partiële herziening bestemmingsplan. Gemeente Wijk bij Duurstede

Beleidsnota projectbesluit / partiële herziening bestemmingsplan. Gemeente Wijk bij Duurstede Beleidsnota projectbesluit / partiële herziening bestemmingsplan Gemeente Wijk bij Duurstede Status: Ontwerp Afdeling: SBP Opgesteld door: Jacco de Feijter Datum: 20 februari 2009 Inleiding Op 1 juli 2008

Nadere informatie

Vragen voorlichtingsbijeenkomsten Gecertificeerde Bouwbesluittoets (juni 2007) Algemene vragen Vragen inzake de werking van de certifceringsregeling

Vragen voorlichtingsbijeenkomsten Gecertificeerde Bouwbesluittoets (juni 2007) Algemene vragen Vragen inzake de werking van de certifceringsregeling Vragen voorlichtingsbijeenkomsten Gecertificeerde Bouwbesluittoets (juni 2007) Q:\Dgw\Bo\Clusters\Bk\Bouwregelgeving\Praktijkproef Bouwbesluittoets\Vervolg - vrijwillige certificering\072007 HvE - Vragen

Nadere informatie

FedEC Certificaat Kwaliteits Borging EPA-U

FedEC Certificaat Kwaliteits Borging EPA-U FedEC Certificaat Kwaliteits Borging EPA-U 20 mei 2015 1 FedEC CKB (Certificaat Kwaliteits Borging) EPA-U voor adviseurs, 20 mei 2015 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 FedEC-Certificaat Kwaliteits Borging EPA-U...

Nadere informatie

Copyright SBR, Rotterdam. Een nieuwe woning; gegevens voor bewoners

Copyright SBR, Rotterdam. Een nieuwe woning; gegevens voor bewoners Een nieuwe woning; gegevens voor bewoners Een nieuwe woning; gegevens voor bewoners Handleiding voor het verstrekken van gebruiks- en onderhoudsgegevens aan kopers en huurders van woningen 98 Stichting

Nadere informatie

Ambitieus & enthousiast!

Ambitieus & enthousiast! Ambitieus & enthousiast! Wij zijn een ambitieus en enthousiast bouwkundig advies bureau met vele jaren ervaring in de bouw. Met ons deskundig advies kunnen wij helpen met uw bouwplannen. Van ontwerp tot

Nadere informatie

Handhaver toezicht en veiligheid (HTV)

Handhaver toezicht en veiligheid (HTV) Handhaver toezicht en veiligheid (HTV) Laat het professioneel vakmanschap slagen! Mannelijk/vrouwelijk Er bestaat in Nederland een dilemma als het gaat over het gebruik van woorden die als mannelijk en

Nadere informatie

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam Wapenen of voorspannen zonder aanhechting (VZA)? Wapenen of' voorspannen zonder aanhechting (VZA)? 70 Stichting Bouwresearch Kluwer Technische Boeken B.V. - Deventer - Antwerpen Ten Hagen B.V. - Den Haag

Nadere informatie

Bouwbesluit 2012. CE-markering en Erkende kwaliteitsverklaringen

Bouwbesluit 2012. CE-markering en Erkende kwaliteitsverklaringen Bouwbesluit 2012 CE-markering en Erkende kwaliteitsverklaringen Een groot aantal voorschriften over het (ver)bouwen, gebruiken en slopen van gebouwen en andere bouwwerken is samengevoegd in het Bouwbesluit

Nadere informatie

Zorgen voor het bedreigde kind. Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg

Zorgen voor het bedreigde kind. Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg Zorgen voor het bedreigde kind Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg Inspectie jeugdzorg Utrecht, november 2006 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Samenvatting...

Nadere informatie

Betreft achtste serie wijzigingen van de Bouwverordening gemeente Stein 1999

Betreft achtste serie wijzigingen van de Bouwverordening gemeente Stein 1999 Stein 22 oktober 2002 Gemeenteblad Afdeling A 2002, no. 97 Agendapunt 9a Bijlagen 1 Aan De Raad Betreft achtste serie wijzigingen van de Bouwverordening gemeente Stein 1999 Inleiding Zoals wellicht bekend

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Provincie Noord-Holland. Publicatiedatum: 23 september 2014. Rapportnummer: 2014 /124

Rapport. Rapport over een klacht over de Provincie Noord-Holland. Publicatiedatum: 23 september 2014. Rapportnummer: 2014 /124 Rapport Rapport over een klacht over de Provincie Noord-Holland. Publicatiedatum: 23 september 2014 Rapportnummer: 2014 /124 20 14/124 d e Natio nale o mb ud sman 1/6 Klacht T evens klaagt hij erover dat

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Onderwerp: Intentieverklaring met Woonbedrijf over de private kwaliteitsborging van de bouwtechnische toets

gemeente Eindhoven Onderwerp: Intentieverklaring met Woonbedrijf over de private kwaliteitsborging van de bouwtechnische toets gemeente Eindhoven Inboeknummer 14bst00907 Dossiernummer 14.19.201 6 mei 2014 Raadsinformatiebrief Onderwerp: Intentieverklaring met Woonbedrijf over de private kwaliteitsborging van de bouwtechnische

Nadere informatie

Roadmap CO-certificering. In heldere stappen voldoen aan de nieuwe CO-certificering

Roadmap CO-certificering. In heldere stappen voldoen aan de nieuwe CO-certificering Roadmap CO-certificering In heldere stappen voldoen aan de nieuwe CO-certificering Roadmap CO-certificering Op 28 mei heeft de Tweede kamer het wetsvoorstel Certificering gasverbrandingsinstallaties aangenomen.

Nadere informatie

A N N O T A T I E. OPB/01-b

A N N O T A T I E. OPB/01-b A N N O T A T I E OPB/01-b Overlegplatform Bouwregelgeving nr. 01 Ter informatie Plan van aanpak praktijkproef gecertificeerde toets op de Bouwbesluitvoorschriften inleiding achtergrond In de beleidsbrief

Nadere informatie

Gezamenlijk toewerken naar de invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

Gezamenlijk toewerken naar de invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen Gezamenlijk toewerken naar de invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen Wim Hoppenbrouwers 01 mei 2019 BouwQ Wet kwaliteitsborging voor het bouwen & Private kwaliteitsborging Doel Wkb Versterken

Nadere informatie

INSTITUUTvoorBOUWKWALITEIT EIT. Het nieuwe stelsel in een notendop. Harry Nieman Hajé van Egmond

INSTITUUTvoorBOUWKWALITEIT EIT. Het nieuwe stelsel in een notendop. Harry Nieman Hajé van Egmond 1 : Verbetering kwaliteitsborging in de bouw Kenmerk Het nieuwe stelsel in een notendop AAN: Datum Maart 2014 Onderwerp Beschrijving stelsel private kwaliteitsborging Harry Nieman Hajé van gmond Inleiding

Nadere informatie

Documentenlijst Besluit (P) (GG)

Documentenlijst Besluit (P) (GG) Documentenlijst Besluit (P) (GG) Algemene informatie: Dossier:201701107 Type: Aanvraag Wabo Omschrijving: het veranderen van de woongebouwen Steenhouwersgaarde 5 tot en met 63E door het vervangen van de

Nadere informatie

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Dr. R.H.A. Plasterk Postbus 20011 2500 EA Den Haag bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 26 augustus 2016 Beantwoording kamervragen 2016Z15324

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 26 augustus 2016 Beantwoording kamervragen 2016Z15324 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Uw kenmerk 2016Z15324 Datum Betreft Beantwoording

Nadere informatie

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam '. Binnenriolering Binnenriolering 77 Stichting Bouwresearch Kluwer Technische Boeken B.V. - Deventer - Antwerpen Ten Hagen B.V. - Den Haag Het doel van de Stichting is het coördineren, stimuleren en

Nadere informatie

Regeling Brandmeldinstallaties. Samenvatting

Regeling Brandmeldinstallaties. Samenvatting Regeling Brandmeldinstallaties 2002 Samenvatting Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze samenvatting mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt,

Nadere informatie

De Wet Kwaliteitsborging en de gevolgen voor de bouwsector. Bob Gieskens, Douglas Consultancy

De Wet Kwaliteitsborging en de gevolgen voor de bouwsector. Bob Gieskens, Douglas Consultancy De Wet Kwaliteitsborging en de gevolgen voor de bouwsector Bob Gieskens, Douglas Consultancy 1 AGENDA 1) Inleiding 2) Hoofdlijnen van de wet 3) Wat zijn de gevolgen voor bouwbedrijven? 4) Planning wetgevingstraject

Nadere informatie

Provinciaal blad 2010, 60

Provinciaal blad 2010, 60 Provinciaal blad 2010, 60 ISSN 0920-105X Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 26 oktober 2010, nr. 2010INT264144, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den

Nadere informatie

Bomenbeleidsplan Sliedrecht

Bomenbeleidsplan Sliedrecht Bomenbeleidsplan Sliedrecht Bomenbeleidsplan Sliedrecht Afdeling Plantsoenen en Reiniging Sliedrecht, 2009 Inhoud 1. Inleiding 1 2. Definiëring boomcategorieën en status 2 3. Herplant- en compensatiebeleid

Nadere informatie

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam Het doel van de Stichting is het coördineren, stimuleren en begeleiden van speurwerk op het gebied van de bouwvoorbereiding, de bouwtechniek en de bedrijfstechniek in de bouwnijverheid, alsmede de yerbreiding

Nadere informatie

Kader voor Kwaliteit

Kader voor Kwaliteit Kader voor Kwaliteit Opzet voor een algemeen geldige beschrijving van het bouwproces in de vorm van beslisdocumenten per bouwprocesfase ...,. De herziening van dit eerder door SBR uitgegeven 'Kader voor

Nadere informatie

Handboek voor innovaties in de bouwonderneming. Richtlijnen voor het middelgrote bedrijf. t(br Stichting Bouwresearch. Copyright SBR, Rotterdam

Handboek voor innovaties in de bouwonderneming. Richtlijnen voor het middelgrote bedrijf. t(br Stichting Bouwresearch. Copyright SBR, Rotterdam Handboek voor innovaties in de bouwonderneming Richtlijnen voor het middelgrote bedrijf 122 t(br Stichting Bouwresearch Handboek voor innovaties in de bouwonderneming Richtlijnen voor het middelgrote

Nadere informatie

Veelgestelde vragen BRL9500

Veelgestelde vragen BRL9500 Veelgestelde vragen BRL9500 1. Waarom de BRL9500? Bedrijven die energieprestatiecertificaten ofwel energielabels voor gebouwen willen gaan afgeven zullen zich verplicht moeten certificeren voor BRL9500.

Nadere informatie

Kwaliteitsborging: 100% verantwoordelijk voor wat je doet! Harry Nieman Kwartiermaker/docent 8 februari 2018

Kwaliteitsborging: 100% verantwoordelijk voor wat je doet! Harry Nieman Kwartiermaker/docent 8 februari 2018 Kwaliteitsborging: 100% verantwoordelijk voor wat je doet! Harry Nieman Kwartiermaker/docent 8 februari 2018 Doel van de wet Doel: betere bouwkwaliteit Technische en consumentenkwaliteit Eindproduct Er

Nadere informatie

De regeling NGK Erkende Smederij treedt in werking op 1-1-2010.

De regeling NGK Erkende Smederij treedt in werking op 1-1-2010. NGK ERKENDE SMEDERIJ VOORWOORD 3 ERKENNING 4 AANVRAAG 4 VAKBEKWAAMHEID 5 INITIËLE AUDIT 5 TUSSENAUDIT 6 HERAUDIT 6 AUDITBEGRIPPEN 7 VERVALLEN/INTREKKING VAN DE ERKENNING 7 WEIGEREN VAN EEN ERKENNING 8

Nadere informatie

Vragen en antwoorden toezichtondersteunende private kwaliteitssystemen Versiedatum: 13 september 2016

Vragen en antwoorden toezichtondersteunende private kwaliteitssystemen Versiedatum: 13 september 2016 Vragen en antwoorden toezichtondersteunende private kwaliteitssystemen Versiedatum: 13 september 2016 Korte inleiding In 2014 heeft de Taskforce Voedselvertrouwen een set criteria opgesteld waaraan private

Nadere informatie

Uitgangspunt 1: technische toets bevoegd gezag na bouw en voor ingebruikname. Omgevingsvergunning vooraf zonder technische toets

Uitgangspunt 1: technische toets bevoegd gezag na bouw en voor ingebruikname. Omgevingsvergunning vooraf zonder technische toets Deelnemers platform Commissie Dekker Minister Blok Wonen en Rijksdienst? Hier staan we nu Uitgangspunt 1: technische toets bevoegd gezag na bouw en voor ingebruikname Omgevingsvergunning vooraf zonder

Nadere informatie

WAT IS EEN CUR-AANBEVELING? Doel, positie en status

WAT IS EEN CUR-AANBEVELING? Doel, positie en status WAT IS EEN CUR-AANBEVELING? Doel, positie en status Inhoud 1 Wat hebt u aan een CUR-Aanbeveling?...3 2 Wat is een CUR-Aanbeveling?...4 3 Opstellen van een CUR-Aanbeveling...6 2 1 Wat hebt u aan een CUR-Aanbeveling?

Nadere informatie

1. Voor welke deelregelingen wilt u zich certificeren?

1. Voor welke deelregelingen wilt u zich certificeren? Stappenplan naar certificering voor BRL9500 Energieprestatieadvisering Certificeren lijkt ingewikkeld, maar in de praktijk valt het meestal erg mee. In veel bedrijven zijn immers al belangrijke stappen

Nadere informatie

Verder na Dekker Innovatie van de bouwregelgeving

Verder na Dekker Innovatie van de bouwregelgeving BOUWREGELWERK.ORG Dr. ir. N.P.M. Scholten Verder na Dekker Innovatie van de bouwregelgeving Politieke doelstelling PAGINA 2 1. Versterken van de positie van de opdrachtgever/eindgebruiker 2. Realisatie

Nadere informatie

Prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels Mr. A.G.A. Nijmeijer Mr. J.A.M. van der Velden. Het wetsvoorstel Wabo

Prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels Mr. A.G.A. Nijmeijer Mr. J.A.M. van der Velden. Het wetsvoorstel Wabo Prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels Mr. A.G.A. Nijmeijer Mr. J.A.M. van der Velden Het wetsvoorstel Wabo Stichting Instituut voor Bouwrecht s-gravenhage 2007 ISBN: 978-90-78066-11-8 NUR 823 2007, F.C.M.A.

Nadere informatie

Herzien of afwijken van het bestemmingsplan Informatieblad

Herzien of afwijken van het bestemmingsplan Informatieblad Als u bouw- of verbouwplannen hebt, krijgt u vaak te maken met het bestemmingsplan. In een bestemmingsplan is geregeld wat wel en niet is toegestaan in een gebied. Functies zoals wonen of bedrijvigheid

Nadere informatie

Sectie Rechtsinformatica RuG Expertsysteem Milieuvergunningenrecht

Sectie Rechtsinformatica RuG Expertsysteem Milieuvergunningenrecht Sectie Rechtsinformatica RuG Expertsysteem Milieuvergunningenrecht Sectie Rechtsinformatica RuG - Expertsysteem Milieuvergunningenrecht Sectie Rechtsinformatica RuG dr. mr. C.N.J. de Vey Mestdagh Oude

Nadere informatie

IT Governance. Studietaak 5

IT Governance. Studietaak 5 IT Governance 5 Open Universiteit faculteit Managementwetenschappen Cursusteam ir. H.B.F. Hofstee, projectleider en auteur Open Universiteit prof. dr. R.J. Kusters, auteur, Open Universiteit Programmaleiding

Nadere informatie

WIJZIGINGSBLAD BRL 1332 Het thermisch isoleren met een in situ spraysysteem van polyurethaanschuim. Pagina 1 van 5 d.d. 2015-07-29

WIJZIGINGSBLAD BRL 1332 Het thermisch isoleren met een in situ spraysysteem van polyurethaanschuim. Pagina 1 van 5 d.d. 2015-07-29 Pagina 1 van 5 d.d. 2015-07-29 Dit wijzigingsblad behoort bij BRL 1332 d.d. 2013-01-02. Vaststelling, aanvaarding en bindend verklaring Vastgesteld door het College van Deskundigen Na-Isolatie d.d. 01-07-2015.

Nadere informatie

MODEL. veiligheid door samenwerking

MODEL. veiligheid door samenwerking MODEL Integrale Brandveiligheid Bouwwerken veiligheid door samenwerking Brandveiligheid Rookmelders, sprinklersystemen en brandtrappen; brandveiligheidsmaatregelen vullen elkaar aan en zijn vaak onlosmakelijk

Nadere informatie

Wijzigingsblad BRL 5023 d.d

Wijzigingsblad BRL 5023 d.d Het proces van het meten van trillingen Vastgesteld door CvD Bouwtechnische Diensten d.d. 18 oktober 2013. Aanvaard door de KOMO Kwaliteits- en Toetsingscommissie d.d. 20-11-2015. Bindend verklaard door

Nadere informatie

Aanbesteden op basis van het prestatiebeginsel

Aanbesteden op basis van het prestatiebeginsel stichting bouwresearch Aanbesteden op basis van het prestatiebeginsel Evaluatie van een experimentele toepassing Colofon Auteur: Ir. H.A.L. Boonekamp, PRe Bouwcentrum, Bodegraven Projectmanager: Ir. G.J.M.

Nadere informatie

Motivatie. aanpassingen STABU-catalogus in. relatie tot de Verordening bouwproducten. nr. 305/2011. (CPR, Construction Products Regulation)

Motivatie. aanpassingen STABU-catalogus in. relatie tot de Verordening bouwproducten. nr. 305/2011. (CPR, Construction Products Regulation) Motivatie aanpassingen STABU-catalogus in relatie tot de Verordening bouwproducten nr. 305/2011 (CPR, Construction Products Regulation) STABU Bouwbreed Informatiesysteem Bezoekadres: Willy Brandtlaan 81,

Nadere informatie

Toetsingsprotocol bouwplannen gemeente Brunssum

Toetsingsprotocol bouwplannen gemeente Brunssum CVDR Officiële uitgave van Brunssum. Nr. CVDR0_0 1 januari 1900 Toetsingsprotocol bouwplannen gemeente Brunssum 1. Aanleiding toetsingsprotocol 1.1 Inleiding Voor u ligt het toetsingsprotocol bouwplannen

Nadere informatie