Antwoorden. Casuïstiek voor apothekersassistenten Ik heb barstende hoofdpijn ISBN Hoofdstuk 1: Medische achtergrondkennis

Transcriptie

1 Antwoorden ISBN Hoofdstuk 1: Medische achtergrondkennis 1.1 Centrale zenuwstelsel Onderdelen hersenen 1. voorhoofdskwab 2. sensorische schors 3. achterhoofdskwab 4. slaapkwab 5. verlengde merg 6. kleine hersenen 7. grote hersenen 8. hersenbalk 9. hypofyse 10. hersenstam 11. kleine hersenen 12. ruggenmerg 13. dendriet 14. schede van Schwann 15. axon (neuriet) 16. eindplaatje 17. cellichaam 1.2 Schedel en ruggengraat Onderdelen schedel 1. voorhoofdsbeen 2. jukbeen 3. onderkaak 4. bovenkaak 5. neusbeen 6. wiggenbeen 7. uitwendige gehooropening 8. achterhoofdsbeen 9. slaapbeen 10. wandbeen Onderdelen ruggengraat 1. ruggenmerg 2. tussenwervelschijf 3. wervel 4. ruggenmergszenuw

2 1.3 Vragen Vragen 1. Het centrale zenuwstelsel is beter beschermd dan het perifere zenuwstelsel. Door de schedel en de ruggenwervels, maar ook door hersenvliezen en ruggenmergsvliezen, omgeven door de liquor. 2. De pijnprikkel gaat van de pijnreceptor via een dendriet naar het cellichaam, via een axon naar een schakelneuron en wordt zo verder geleid naar de hersenen. 3. Het ruggenmerg. 4. Via de oogzenuw. 5. Verlamming. 6. Mogelijk volledige verlamming. 7. De lichaamsprocessen regelen en op elkaar afstemmen (spijsvertering, hartslag, urineproductie etc.). 8. Parasympatisch: het lichaam wordt tot rust gebracht, maar de spijsvertering wordt geactiveerd. Sympatisch: het lichaam wordt in staat van paraatheid gebracht, maar de spijsvertering wordt juist geremd. 9. Doordat ze geïsoleerd zijn met vetachtige scheden (scheden van Schwann). 10. Een synaps is de ruimte tussen de verbinding van zenuwcellen. Hier gaat een axon over op een dendriet. Het signaal wordt door middel van chemische stoffen (neurotransmitters) doorgegeven. Blaasjes, gevuld met neurotransmitters versmelten met het presynaptische membraan van de axon en activeren zo het postsynaptische membraan van de dendriet. 1.4 Aandoeningen Schema De volledige letterlijke omschrijving van de genoemde aandoeningen is te omvangrijk voor dit antwoordenboek. We verwijzen hiervoor naar de bronnen die bij deze opdracht vermeld staan. Hoofdstuk 2: Zorgvraag verhelderen 2.1 Afkortingen ontcijferen Latijnse naam betekenis a.n. ante noctem voor de nacht aq.dest. aqua destillata gedestilleerd water collyr. colyyrium oogwassing d.d. de die per dag garg. gargarisma gorgeldrank m.f.l.a. misce fac lege artis meng, maak volgens de regelen der kunst oculgtt. oculoguttae oogdruppels R recipe neem sol. solutio oplossing vesp. vespere s avonds

3 2.2 Controle van het recept Ongeschikt recept - handtekening van de arts ontbreekt - persoonlijke gegevens van de klant zijn onvolledig - de dosering is onduidelijk - het geneesmiddel is onbekend Wat altijd op het recept moet staan - naam en adres gegevens van de voorschrijver - handtekening van de voorschrijver - datum van voorschrijven - n.a.w. gegevens van de klant - geboortedatum van de klant - bij kind: lichaamsgewicht - medicijnnaam(en) - dosering per keer en per dag 2.4 Alarmfactoren bij hoofdpijn Spoed - hoofdpijn is zeer plotseling ontstaan - de hoofdpijn neemt snel toe tot zeer ernstige pijn - ernstig ziek, men is suf en of ziet vlekjes (duidt op puntbloedingen) - nekstijfheid - rood of zeer pijnlijk, ook in combinatie met misselijkheid en braken Dringend - hevige hoofdpijn bij een patiënt die anders nooit hoofdpijn heeft - zwangere patiënt met een onbekende hoofdpijn - patiënt met schedeltrauma dat meer dan 2 weken geleden heeft plaats gevonden Routine - iedere ongewone hoofdpijn - langdurig, dagelijks gebruik van pijnstillers (paracetamol en NSAID s) - overmatig gebruik van triptan (langer dan 2 maanden) of ergotamine (langer dan 1 week)

4 Hoofdstuk 3: Geneesmiddelen 3.1 Toedieningsvormen wat is het? hoe gebruik je het? tablet Geneesmiddel is samen met de hulpstoffen tot één Oraal innemen vorm samengeperst. capsule Twee op elkaar passende dopjes met daarin het Oraal innemen geneesmiddel in poedervorm. dragee Tablet met een extra (suiker)laagje. Oraal innemen lotion Vloeistof waarin het geneesmiddel zit verwerkt. Lokaal smeren gel Geleiachtige substantie waarin het geneesmiddel zit Lokaal smeren verwerkt. zalf of crème Basis van vetten (bij crème ook water) met daarin de Lokaal smeren werkzame stof. spray Oplossing, verneveld. Lokaal toedienen. drank Oplossing. Oraal innemen druppels Oplossing. Lokaal druppelen poeder Geneesmiddel in poedervorm. Lokaal toedienen of oraal innemen zetpil Een bij lichaamstemperatuur smeltende vaste stof met daarin het geneesmiddel. Anaal innemen 3.2 Geneesmiddelen tegen hoofdpijn Schema De volledige letterlijke omschrijving van de genoemde geneesmiddelen is te omvangrijk voor dit antwoordenboek. We verwijzen hiervoor naar de bronnen die bij deze opdracht vermeld staan. Hoofdstuk 4: Bereiden 4.1 Rekenopdrachten Eenheden 4 g mg 2 g microg 500 mg 0,5 g 4 mg microg 5,5 g mg 3,5 kg g 1 mg µg 375 µg 0,375 mg 30 mg 0,03 g

5 Dtd Paracetamol 100 mg m.f. d.t.d. caps no. 20 Paracetamol 75,5 mg m.f. d.t.d. caps no. 13 Paracetamol 125 mg m.f. d.t.d. caps no. 275 Paracetamol 32 mg m.f. d.t.d. caps no. 13 Codeïne 5 mg m.f. d.t.d. caps no. 43 Codeïne 7,5 mg m.f. d.t.d. caps no. 15 Codeïne 10 mg m.f. d.t.d. caps no. 17 Codeïne 12,5 mg m.f. d.t.d. caps no. 23 af te wegen werkzame stof mg 981,5 mg 34,375 mg 416 mg 215 mg 112,5 mg 170 mg 287,5 mg Procenten Ac. Salicylicum 6% in 100 gram crème totaal Ac. Salicylicum 3,25% in 125 gram crème totaal Ac. Salicylicum 0,45% in 30 gram crème totaal Ac. Salicylicum 8,35% in 10 gram crème totaal af te wegen werkzame stof Salicylicum 6 g; crème 94 g Salicylicum 4,0625 g; crème 120,9375 g Salicylicum 0,135 g; crème 29,865 g Salicylicum 0,835 g; crème 9,165 g 4.4 Hygiëne Bacteriën, virussen, schimmels en gisten Bacterie Virus Schimmel, gist eencellig meercellig zelfstandige voortplanting X X X X X altijd schadelijk X te doden met verhitten bestralen desinfectans antibiotica verhitten bestralen desinfectans verhitten bestralen schimmeldodend middel Vragen 1. Contaminatie is een ongewenste besmetting door micro-organismen op het te bereiden preparaat. 2. Via praten,hoesten, niezen en kuchen (categorie 1) of via de huid (categorie 2). 3. Bij desinfecteren dood je niet alle micro-organismen maar verminder je hun kiemgetal, door verhitting of gebruik van chemische middelen. Bij steriliseren worden wel alle micro-organismen gedood.

6 Hoofdstuk 5: Voorlichting en advies 5.4 Folders Mondelinge voorlichting Voordelen - direct te controleren of patiënt het begrijpt - ruimte voor specifieke vragen Schriftelijke voorlichting Voordelen - kost per persoon minder tijd - informatie kan rustig nagelezen worden - ruimte voor illustraties Nadelen - patiënt onthoudt niet alles - kost veel tijd per persoon Nadelen - geen mogelijkheid om na te gaan of de patiënt het begrijpt - meer algemene informatie Hoofdstuk 6: Administratieve taken 6.2 Achtergrondkennis Vragen 1. De bestelgrootte en het bestelmoment. 2. Een inschatting maken van het voorschrijfgedrag in de toekomst en van de afgeleverde hoeveelheden in het verleden. 3. Men kan kiezen voor bestellen op elk willekeurig moment of voor alleen periodiek bestellen. 4. Voorraadhoogte = de hoeveelheid geneesmiddelen die in voorraad zijn (in stuks). Een te grote voorraadhoogte kost opslagruimte en heeft als risico dat producten over de datum gaan. Bij een te lage voorraadhoogte neemt het aantal neen-verkopen toe. 5. Bestelmethode 2: tijdstip van de bestelling ligt vast, de hoeveelheid varieert. Bestelmethode 3: de hoeveelheid die besteld wordt ligt vast, het moment van bestellen varieert. 6. De bestelkosten die in rekening worden gebracht en de voorraadkosten die de voorraad met zich mee brengt. 7. A = hard lopende producten B = middelmatige lopende producten C = langzaam lopende producten 8. 20% van het assortiment is goed voor 80% van de totale omzet.

7 Hoofdstuk 7: De maatschappij en jij 7.1 De WGBO Uitspraken 1. waar 2. waar 3. waar 4. niet waar 5. niet waar 6. niet waar 7. niet waar 8. niet waar 9. niet waar 10. niet waar 11. waar 12. niet waar 13. waar 14. niet waar 15. niet waar 7.3 Stress Oorzaken van stress - spanning over dingen die samenhangen met het werk - spanning over de eigen gezondheid - spanning over inkomen en levensstandaard - spanning over mogelijk geweld en gevaar in binnen- en buitenland Symptomen van stress - te veel tegelijk denken (malen van de hersenen) - niet tot besluiten komen - slechte spijsvertering (obstipatie) - onregelmatig ademen en hyperventilatie - droge mond - meer last van aften en ontstekingen - tandenknarsen - vermoeid gevoel - verhoogde hartslag Tips om met stress om te gaan - haal bewust adem - probeer te ontspannen - voer slechts één taak tegelijk uit en werk taak voor taak af Tips om stress te voorkomen - zoek hulp van een professional - maak een lijst van alle dingen die stress veroorzaken. Als je voorbereid bent kun je je tijdig ontspannen - leer jezelf een meer bewuste ademhaling aan - doe ontspanningsoefeningen, meditatie, yoga of massage - neem de tijd voor bewuste ontspanning, al is het maar 10 minuten. - neem de tijd om te ontbijten, voor de lunch en diner - zorg voor dagelijkse of wekelijkse lichaamsbeweging - plan je taken bewust - neem eventueel tijdelijk rustgevende medicijnen in