Bewijstabellen Diagnostiek van suïcidaal gedrag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bewijstabellen Diagnostiek van suïcidaal gedrag"

Transcriptie

1 Bijlage D Bewijstabellen Diagnostiek van suïcidaal gedrag

2

3 Andrews et. al., Doel: onderzoek naar 1. prevalentie suïcidepogingen en gedachten, 2. het samen optreden van suïcidepogingen en psychiatrische stoornissen. Data zijn afkomstig uit een grote studie naar de prevalentie van mentale stoornissen in oudere adolescenten (circa 10,200 deelnemers, negen middelbare scholen). Uit de 3 cohort Na 12 jaren ( ) is random een groep jongeren gevraagd om mee te doen. maanden tweede assessment (1,505). Lifetime prevalentie: suïcidepogingen 7,1% en suïcidegedachten 21,1%. 90% van de adolescenten die een suïcidepoging had ondernomen had ook suïcidegedachten. Suïcidepogingen kwamen voor in conjunctie met depressie, middelengebruik, disruptieve stoornissen, maar niet met paniekstoornissen. Risicofactoren voor een suïcidepoging: vrouwelijk geslacht, uit een huishouden zonder vader, slecht onderwijs vader, eerdere pogingen, suïcidegedachten en mentale stoornissen. B 263

4 Methoden Patiënten Testen Uitkomstmaten Resultaten Beoordeling Referentie: Angst e.a., Aantal: 403 Mortaliteit volgens ICD-8 76% was 2002 overleden Doel studie: Vaststellen mortaliteit bij stemmingsstoornissen: follow-up over jaar Studieopzet: Prospectief Setting: Universiteitsziekenhuis Locatie: Psychiatric Hospital University of Zürich, Zwitserland Training onderzoekers: Niet vermeld Leeftijd: nvt Sekseratio: 114 m en 189 v Inclusie: Patiënten opgenomen wegens stemmingsstoornis tussen 1959 en 1963 Exclusie: Geen Ziekteprevalentie: nvt Telefonische follow-ups in 1963, 65, 70, 75,80 en interview in 85 In 1991 en 1997 mortaliteit volgens ICD-8 codes op basis van informatie van Federal Office of Statistics of Switserland Standard Mortality Rate for suïcide SMR suïcide (mannen 13.49; vrouwen 21.87) SMR unipolaire depressie significant hoger dan bij bipolaire: 26.7 vs 12.3 Ziektespectrum in studie representatief voor praktijksituatie (+/-/?): + Opeenvolgende patiënten of aselecte steekproef (+/-/?): opeenvolgende patiënten Testen voldoende beschreven voor reproduceerbaarheid (+/- /?): + Testen onafhankelijk van klinische informatie (+/-/?): + Valide testen (+/-/?): + Alle patiënten testen ondergaan (+/-/?): + Uitslagen testen onafhankelijk van elkaar beoordeeld (+/-/?):? Financiering: geen Bewijskracht studie: A2. 264

5 Appleby (1991) Retrospectieve studie om mortaliteitsratios te berekenen (aangepast voor lft) bij vrouwen tijdens de zwangerschap en het eerste jaar na geboorte. Algemene bevolking; vrouwen lfd 5-44 die suïcide pleegden periode ? De SMR voor postnatale suïcide was 0.17 het actuele totaal was slechts 1/6 van wat was te verwachten. Deze lage ratio gold niet voor een doodgeboren vrucht, welke was geassocieerd met een ratio 6x verhoogd bij alle vrouwen die een kind kregen. De lage ratio was minder duidelijk, maar ook aanwezig bij tienerzwangerschappen en ongetrouwde moeders. Vrouwen die suïcide pleegden na geboorte deden dit meestal in de 1 e maand, met een trend voor geweldadige methoden. De SMR voor suïcide tijdens de zwangerschap was 0.05 van alle zwangeren. Tieners hadden een substantieel hoger risico. - C Arensman, 1995 Prospectieve cohort studie in een catchement area Inwoners van 793 Leiden als suïcidepogingen populatie van de bij 690 personen catchment area Suïcidepogingen die weren gerapporteerd door de drie ziekenhuizen in de catchment area 4 jaar De incidentie van suïcidepogingen was respectievelijk 95 en 155 per persoonsjaren voor mannen en vrouwen Risicogroepen waren jongere leeftijd (<40 jaar), vrouwen, lage opleiding, werkloosheid, echtscheiding en gehandicapt A2 De studie was beperkt tot suïcidepogingen waarvoor behandeling werd gezocht in een algemeen ziekenhuis. Er is veel inspanning verricht om selectieve onderrapportage uit te sluiten. 265

6 Auteur, jaar Studietype Populatie Aantal Follow Uitkomst(en) -up Arie e.a Beschrijvend (gebaseerd op werk auteurs met adolescenten in 3 verschillende settings). Doel: persoonlijke factoren die te maken hebben met suïcidaliteit. Settings: 1. Psychologische studies na de dood (18-21 jarigen), 2. Suïcide gedurende militaire dienst (the Israel Defense Force), 3. Klinisch werk met suïcidale jongeren gedurende hun psychiatrische opname. Het lijkt erop dat er sprake is van twee typen suïcidaal gedrag: 1. gerelateerd aan defecten in de impulscontrole en kan gerelateerd zijn aan defecten in de serotonine metabolisme, 2. gekarakteriseerd door narcistic injury of vernedering, gecombineerd met sociaal georiënteerd perfectionisme (wanneer gecombineerd met schizoïde trekken is de persoon niet langer in staat om hulp te vragen en verkeert in een ondragelijke situatie). Beoordeling C Arsenault- Lapieree, 2004 Review 27 studies 3275 suïcides 79-90% van de suïcides heeft tenminste 1 psychiatrische diagnose; Mannen vaker middelenmisbruik, pers. Stoornis en ontwikkelingsstoornis; Vrouwen vaker affectieve stoornissen A2 266

7 Baldesserini, Hennen J. (2004) Review/metaanalyse om de genetische component voor suïcidaliteit te bepalen Controlled family studies 20 Bijna 5x groter RR voor suïcidale gedragingen onder naasten van index cases met suïcidaal gedrag vergeleken met naasten van niet-suïcidalen. RR was groter voor suïcide dan voor pogingen. - A1 uteur, jaar Studietype Populatie Aantal Follow-up Uitkomst(en) Beoordeling Beautrais e.a., Doel: relatie tussen risico op een serieuze suïcidepopging en 1. aantal sociaal-demografische factoren, 2. ervaringen kindertijd, 3. mentale stoornissen. Case-control design. Jongeren (13-24 jaar) die een serieuze suïcidepoging hadden ondernomen en een random geselecteerde controlegroep. 282 Toename kan serieuze suïcidepoging bij jongeren: met een sociale achterstand (minder goed opgeleid, meer residentieel mobiel en lager jaarinkomen in vergelijking controlegroep), die in hun kindertijd te maken hadden gehad met tegenslagen (seksueel misbruik, lage ouderlijke zorg en slechte ouderlijke relatie) en bij wie sprake was van psychiatrische morbiditeit (affectieve stoornis, middelenmisbruik en antisociale stoornis). B Beautrais e.a., Doel: review van de belangrijke levensloop factoren en processen die geassocieerd worden met de ontwikkeling van suïcidale gedragingen in jongeren. Beschrijvend review. Adolescenten (15-19 jaar) en jongvolwassen en (20-24). Ontwikkeling van suïcidale gedragingen in jongeren heeft betrekking op een complexe wisselwerking tussen: genetische factoren, sociale ervaringen, familieomstandigheden, persoonlijkheidstrekken, blootstelling aan stress en mentale gezondheidsproblemen. C 267

8 Beck e.a 1985 Prospectieve studie Opgenomen patiënten met suïcide-ideatie jaar Patiënten met een hoge score op de BHS, hebben een grotere kans op suïcide dan degenen die laag scoren. B Beck e.a. 1989a Prospectieve studie Opgenomen patiënten met suïcide-ideatie jaar Replicatie van Beck e.a dat patiënten met suïcideideatie en een hoge score op de BHS een grotere kans op suïcide hebben. B Beck e.a Prospectieve studie Opgenomen patiënten die jaar Niet hopeloosheid maar alcoholisme blijkt een suïcide te B (1989b) een suïcidepoging gedaan hebben voorspellen bij deze populatie Beck e.a 1990 Prospectieve studie Ambulante psychiatrische patienten 1958 ja Patiënten met een hoge score op de Beck Hopeloosheid Schaal (BHS) hebben in vergelijking met de groep die laag op de BHS score een elf maal hogere kans op suïcide B Auteur, jaar Studietype Populatie Aantal Uitkomst(en) Beoordeling Bonnewijn, et al Suicidality and suicide in older people Review artikel Lit Riks en protective Factors Potential prevention strategies reviewd Statische metaanalyse. Inclusie artikelen die onderzoek beschrijven naar Suicide related ideations, suicide-related communication, Suicide related behaviour Leeftijd boven 50 jaar en ouder. N=29 Risico factoren correlatie tussen Geslaagde suïcides; Proximale factoren: MDD, psychiatrische ziekten, toename van risico bij meerdere somatische ziekten, middelen misbruik, financiële problemen, slecht slapen, verweduwd of gescheiden, sociale interactie, functionele beperkingen, werkwijziging, onenigheid in de familie, cerebrovasculaire risicofactoren, en eerder suïcidepogingen. Suïcidepogingen MDD, Sociale isolatie, eerdere suïcidepogingen, slechte ADL. Meer vrouwen dan mannen, Traumatische ervaringen, geschiedenis van misbruik. Suïcide-ideatie B 268

9 Auteur, jaar Studietype Populatie Aantal Uitkomst(en) Beoordeling Is onafhankelijk significant geassocieerd met MDD; hoge leeftijd; ontbreken sociale steun; beperkingen in ADL; lagere opleiding: beperkte sociale participatie en slechte lichamelijke gezondheid. Doodswens Depressie en angst symptomen worden gerapporteerd. Na correctie voor depressie blijkt fysiek welbevinden en huwelijksproblemen significant te correleren. Suïcide intentie Suïcide intentie is gecorreleerd met letaliteit van de suïcidepoging. Bij ouderen wordt een hogere suïcide intentie gemeld vergeleken met jongere personen. Vooral een hogere letaliteit bij mannen, overall een grotere mate van planning van een suïcide. (B) niveau. Beschermende factoren Sense of belonging is een beschermende factor, zowel als antecedent factor en als psychologische dimensie. In psychologische zin is deze factor zelfs bij een depressie beschermend. Positieve toekomst oriëntatie bij een depressie verlaagt de suïcideideatie. De persoonlijkheidstrait Positief affect is beschermend tegen het ontstaan van suïcide-ideaties. Hogere sociale status is bij mannen beschermend. Morele bezwaren en zorgen om kinderen zijn beschermend. Positieve emoties zijn beschermend bij chronische somatische problemen. Psychologische factoren Persoonlijkheidskenmerken, met name narcistische Hopeloosheid, risicofactor Coping gevoel van inadequate coping, geeft verhoogd risico. Attitude met betrekking tot suïcide, geloof kan beschermend werken en relatie/ zorgen om kinderen. Dementie Personen die stierven aan een suïcide met dementie, hadden minder pogingen gedaan dan suïcidanten zonder dementie. Opgenomen dementiepatiënten hebben een lager suïcide risico. Bij dementerende wordt mogelijk een verhoogd risico gemeld vóór een ver gevorderd stadium, waar men nog inzicht heeft in het eigen functioneren en cognitieve achteruitgang. Neuropsychologisch functioneren 269

10 Auteur, jaar Studietype Populatie Aantal Uitkomst(en) Beoordeling Slecht cognitief kunnen functioneren is significant geassocieerd met suïcidale ideaties en doodswensen, waarschijnlijk is dit geassocieerd met depressie en hopeloosheid. Bostwick, 2000 Review 59 studies Psychiatrische patienten, kliniek, polikliniek Life-time Suicidale patienten die opgenomen zijn: lif time suïcide risico 8,6% Opgenomen patienten met affectieve stoornis: 4% A1 Brent D.A. & Melhem (2008) Review naar familiaire transmissie van suicidaliteit Tweelingstudies, adoptiestudies en familiestudies Adoptie en tweelingstudies maken duidelijk dat familiaire transmisssie van suicidal gedrag kan worden toegewezen aan genetische factoren. Er is enig bewijs dat de transmissie van suicidaal gedarg gemediëerd wordt door de transmissie van impulsieve agressie. Andere, minder goed onderzochte, mediators zijn neuroticisme, neurocognitieve beperkingen. Toch, omdat op zijn hoogst 50% van de variantie kan worden toegeschreven aan de gene, blijft er een significante rol voor omgevingsfactoren. - A2; - hoe aan de besproken artikelen gekomen is, blijft onduidelijk. Het precieze aantal studies eveneens. Brezo, 2006 Review 90 studies Persoonlijkheidske nmerken voor - suicidanten -Pogers -Suicide- ideators Ca Divers Hopeloosheid, neuroticisme en extraversie zijn voorspellers voor pogers en mindere mate ideators en suicidanten Meer onderzoek is nodig voor:agressie, impulsiviteit, boosheid, irritatie, vijandigheid en angst A1 270

11 Auteur, jaar Studietype Populatie Aantal Follow Uitkomst(en) -up Bridge e.a., Beschrijvend review. Doel: 1. beschrijvende epidemiologie, 2. onderzoek naar de risico- en beschermfactoren jongerensuïcide. Suïcidaliteit (gedachten tot gedragingen) onder adolescenten. Bewijstabellen Diagnostiek van suïcidaal gedrag Epidemiologie: suïcidaliteit neemt toe van kindertijd naar adolescentie, suïcidecijfers zijn hoger bij mannen, vlugge culturele transities kan suïcidaliteit doen toenemen, afgelopen decennium is sprake geweest van afname van suïcidecijfers in aantal landen (mogelijk wapenbeleid of SSRIs). De drie meest voorkomende suïcidemethoden zijn: wapens, ophangen en vergiftiging. Risicofactoren suïcide(poging): suïcidegedachten, eerder suïcidaal gedrag, letaliteit poging, voornemen/motivatie, interpersoonlijke conflict of verlies (in het bijzonder middelenmisbruik), mentale stoornis, fysieke gezondheid, gezondheidsrisicogedrag, persoonlijkheid- en psychologische factoren, familiaire (incl. omgeving) factoren, biologische factoren, blootstelling suïcide en toegankelijkheid dodelijke middelen. Beoordeling C Auteur, jaar Studiety pe Brown e.a., 2000 Cohort Populatie Psychiatrische polklinische patiënten Aantal Follow Uitkomst(en) Beoordeling -up N= 20 jaar Helft van suïcides sprake van een persoonlijkheidsstoornis C 6891 Auteur, jaar Brown e.a Studiety Populatie pe Inventaris Psychologen die met atie ouderen werken. meningen psycholog en over risicofacto ren bij ouderen. Aantal Follow Uitkomst(en) -up 681 Geen De volgende items werden door psychologen als belangrijke signalen beschouwd. Eerdere suïcidepogingen en ernst Hopeloosheid Acute suïcidale ideatie Drinken van toxische vloeistof Major Depressie, Familie historie van suïcide Medicatie (?), Eten weigeren Verlies en eenzaamheid, Pijn Beoordeling D studie 271

12 Burger e.a., 2005 Prospectieve cohort studie in een catchement area Inwoners van Den 964 Haag als populatie suïcidepogingen van de catchment area 2 jaar Met uitzondering van de leeftijdsgroep van 75 jaar en ouder is het aantal suïcidepogingen bij vrouwen hoger dan bij mannen, tot een factor 5 voor jonge vrouwen De incidentie van suïcidepogingen is verhoogd bij Turkse (RR 2,5) en Surinaamse (RR 1,7) vrouwen van jaar B De studie was beperkt tot suïcidepogingen waarvoor behandeling werd gezocht in een algemeen ziekenhuis. Routine registratiestudie. Een zekere mate van selectieve onderrapportage valt niet uit te sluiten Burger e.a., 2009 Prospectieve cohort studie in een catchement area Inwoners van Den Haag als populatie van de catchment area suïcidepogingen 128 suïcides 3 jaar De incidentie van suïcidepogingen was respectievelijk 72 en 134 per persoonsjaren voor mannen en vrouwen In vergelijking met autochtone Nederlanders was de incidentie van suïcidepogingen significant lager voor Marokkaanse mannen (RR 0,32) en vrouwen (RR 0,57). De incidentie was significant hoger voor Turkse vrouwen (RR 1,50). Het risico was het meest verhoogd voor jonge Turkse vrouwen van jaar (RR 2,2) en voor jonge Surinaamse vrouwen (RR 1,7). Het risico was significant lager bij Surinaamse vrouwen van (RR 0,48) en jaar (RR 0,38) Met uitzondering van Surinaamse mannen was het aantal suïcides bij immigranten niet hoger dan bij autochtone Nederlanders. Bij jong Turkse en Surinaamse vrouwen werden 100 suïcidepogingen, maar geen suïcides geregistreerd. B De studie was beperkt tot suïcidepogingen waarvoor behandeling werd gezocht in een algemeen ziekenhuis. Routine registratiestudie. Een zekere mate van selectieve onderrapportage valt niet uit te sluiten 272

13 Auteur, jaar Studietype Populatie Aantal Followup Burger e.a., 2010 Prospec-tieve cohort studie suïcidepogingen in een catchement area Inwoners van Den Haag als populatie van de catchment area Uitkomst(en) 2 jaar De verdeling van suïcidepogingen naar leeftijd en geslacht is vergelijkbaar met onderzoek in eerdere jaren. In vergelijking met autochtone Nederlanders was de incidentie van suïcidepogingen significant hoger voor Turkse vrouwen Turkse vrouwen van jaar en van jaar. De incidentie van suïcidepogingen was nu ook verhoogd voor Surinaamse mannen van jaar. Voor Surinaamse vrouwen was de incidentie niet meer significant verhoogd. Bewijstabellen Diagnostiek van suïcidaal gedrag Beoordeling B De studie was beperkt tot suïcidepogingen waarvoor behandeling werd gezocht in een algemeen ziekenhuis. Ondanks intensievere controle op de volledigheid van de registratie valt een zekere mate van selectieve onderrapportage niet uit te sluiten Methoden Patiënten Testen Uitkom stmate n Referentie: Cavanagh e.a., 2003 Doel studie: Relatie psychiatrische stoornis en suïcide Studieopzet: Systematic review van psychologische autopsie onderzoeken Setting: nvt Locatie: nvt Training onderzoekers: Niet vermeld; twee onafhankelijke onderzoekers deden data extractie en analyse volgens protocol search strategie Aantal: 76 van 154 psychologische autopsie onderzoeken; 54 caseseries en 22 case-control studies verkregen via medische databases Leeftijd: nvt Sekseratio: 114 m en 189 v Inclusie: Onderzoeken die aan search strategie voldeden Exclusie: Onderzoeken die niet voldeden aan de search strategie Ziekteprevalentie: nvt DSM III, II-R of IV % psychiatrische stoornis Andere variabel en (sociale) Resultaten Ongeveer 90% had psychiatrische stoornis met name depressie. Andere variabelen minder hoge pervcentages Beoordeling Ziektespectrum in studie representatief voor praktijksituatie (+/-/?): + Testen voldoende beschreven voor reproduceerbaarheid (+/- /?): + Testen onafhankelijk van klinische informatie (+/-/?): + Valide testen (+/-/?): + Alle patiënten testen ondergaan (+/-/?): + Uitslagen onderzoeken onafhankelijk van elkaar beoordeeld (+/-/?): + Bewijskracht studie: A2. 273

14 Auteur, jaar Studietype Populatie Aantal Follow-up Uitkomst(en) Beoordeling Cheng Case-control e.a., etnische Chinese groepen N= % van de suïcides sprake van een persoonlijkheidsstoornis C Auteur, jaar Studietype Populatie Aantal Follow-up Uitkomst(en) Beoordeling Cherpitel e.a Literature review - This article reviews and summarizes associations between acute alcohol consumption (with and without intoxication) and suicidal behavior (both completed suicide and suicide attempts) among adults. Although there is a substantial literature of published studies on Kenmerken: 19 years and older. Acute alcohol use and completed suicide or acute alcohol use and suicide attempts. Patienten: in the table with information of the 53 articles, the N is described). Articles: searched between 1991 and studies with data on acute alcohol use and completed suicide. 16 studies with data on acute alcohol use and suicide attempt. Published research on suicide and acute alcohol use includes two primary data sources: Coroner s Case-Series Studies. usually include toxicology screening and blood-alcoholconcentration measurements Psychological Autopsy Jaren Not rrelevant. 37 studies on acute alcohol use and completed suicide: average acute alcohol use was 37%, median 36%, and the range was 10 to 69%. 16 studies with data on acute alcohol use and suicide attempt, the mean percentage of alcohol use was 40%, median 41%, and the range was 10 to 73%. These highly variable results make it difficult to draw conclusions about the relationship between acute alcohol use and suicidal behaviors. The case-crossover method may be an ideal epidemiological strategy for the study of acute alcohol use and suicidal behavior. Current alcohol and drug use predicted subsequent suicide attempts after controlling for sociodemographic factors and comorbid mental disorders (including alcohol abuse/dependence), Evidentie-niveau - Search strategies described well. - Common methodologic limitations included the lack of control groups (for evaluating risk conferred by alcohol use), selection and ascertainment bias, and small sample sizes. - Enough information of original studies Opmerkingen - The majority of articles reviewed were descriptive studies that evaluated the prevalence of alcohol-positive tests among samples of completed or attempted suïcides. The purposes of the studies also differed. Some focused on the demographic/social characteristics and clinical 274

15 Auteur, jaar Studietype Populatie Aantal Follow-up Uitkomst(en) Beoordeling acute alcohol use and suicidal behavior, the majority of studies focus on completed suicide and report prevalence estimates. Studies. Data from coroner reports or other public records and interviews with the suicide victim s family members and close friends are analyzed to create a psychiatric profile of the person before death. Two basic data sources for current research on suicide attempt and acute alcohol use are hospital-based emergency department (ED) and much less frequently, population based studies. suggesting that the effects of substance use disorders on suicide attempts were not entirely due to the effects of comorbid mental disorders but to the intoxicating effects of substance use itself. diagnosis of cases, whereas others focused on attempt trends over time or timing of attempt (day, night, weekly, weekend). - Kwaliteitsniveau: A2 Auteur, jaar Studietype Populatie Aantal Follow-up Uitkomst(en) Beoordeling Chioqueta Cross-sectie e.a., 2004 Poliklinische patiënten, as I en AS II vergeleken N=142 T. suïcide vooral bij cluster A en B persoonlijkheidsstoornissen C 275

16 Auteur, jaar Studietype Populatie Aantal Follow-up Uitkomst(en) Beoordeling Conner, e.a. (2001) Review van 9 case-control en 37 cohort studies (23 psychiatrisch en 14 nietpsychiatrisch) Diverse populaties patiënten die zich suïcideerden en case controls uit zelfde populatie Ca 2500 divers Van de vijf psychologische constructen (impulsiviteit/agressie; depressie, hopeloosheid, angst en zelfbewustzijn/ sociale isolatie. 14/20 (=70%) van de studies vond een significant verschil in mate van impulsiviteit/agressie tussen beide populaties. Van de vijf constructen is in deze studie impulsiviteit/agressie een betere voorspeller dan depressie, angst en hopeloosheid A2 Auteur, jaar Studietype Populatie Aantal Follow-up Uitkomst(en) Beoordeling Conwell e.a Retrospectief studie Post mortum psychologische autopsie volgens interview methode Informatie-bronnen bestaand uit naasten, vrienden, collegae, hulpverleners. 141 suïcidanten werden onderzocht. van alle leeftijden Geen Ouderen vertoonden een significant verschil met betrekking tot een hoger suïcide intentie, meer planning en minder signalen geven. Het aantal pogingen ten opzichte van geslaagde suïcides bij ouderen bedraagt 4:1 en i.t. jongeren 200:1 en adults 10:1. Mannen deden beduidend minder pogingen voor hun geslaagde suïcide. Vrouwen hadden vaak een poging gedaan voor hun geslaagde poging. De aanwezigheid van een affectieve stoornis was significant. C studie 276

17 Cooper e.a Ontwikkeling van een model waarmee herhaling van suïcidaal gedrag binnen zes maanden werd voorspeld. data afkomstig van cases die werden behandeld in drie van de vijf ziekenhuizen (n=9089) Uit het onderzoek bleek dat 94% (BI 92- B studie 95%) van alle patiënten die binnen zes maanden een herhaalde poging deden (n=1.583, 17%, waarvan 22 suïcides) bij de indexpoging voldeden aan de volgende vier criteria: eerder een suïcidepoging gedaan, in psychiatrische behandeling, ooit een psychiatrische behandeling ondergaan, indexpoging gedaan met benzodiazipines 277

18 Methoden Patiënten Testen Uitkomstmaten Resultaten Beoordeling Referentie: Corbitt e.a., 1996 Aantal: 102 met depressie DSM III- R as I % As II stoornis HDRS gem. 29 met SCID Doel studie: Vaststellen verband tussen depressie, persoonlijkheidsstoornis en suïcidaal gedrag Studieopzet: Prospectief Setting: Western Psychiatric Institute and Clinic Locatie: Pittsburg,VS Training onderzoekers: Niet vermeld 4 groepen persoonlijkheidsstoorn is: geen, borderline, andere cluster B, andere cluster. Leeftijd: gem. 34,9 (18-64 jaar) leeftijd van BP lager Sekseratio: 46 m en 56 v; meer vrouwen bij BP Inclusie: Patiënten opgenomen met depressie Exclusie: organische stoornis Persoonlij kheidstes ts PDE en IPDE HDRS Beck Hopeless ness Scale Scale for Suicidal Ideation Lethality Rating Scale Aantal en lethaliteit van suïcidepogingen comorbiditeit Bij groep borderline patiënten meer suïcidepogingen en hoger aantal. Dit kon niet verklaard worden door ernst van depressie. Geen verschil in mate van lethaliteit van de poging Ziektespectrum in studie representatief voor praktijksituatie (+/-/?): + Opeenvolgende patiënten of aselecte steekproef (+/-/?): nvt; groepen niet even groot. Testen voldoende beschreven voor reproduceerbaarheid (+/-/?): + Testen onafhankelijk van klinische informatie (+/-/?): + Valide testen (+/- /?): + Ziekteprevalentie: nvt Alle patiënten testen ondergaan (+/-/?): + Uitslagen onafhankelijk van elkaar beoordeeld (+/-/?): + Financiering: geen Bewijskracht studie: B. 278

19 Cukrowicz e.a. (2010). Follow-up studie na oorspronkelijke studie om te onderzoeken of meedoen aan een studie naar suïcidaal gedrag, suïcidaal gedrag verergert. Patïenten met een depressieve stoornis 21 patiënten (68% van de oorspronkelijke studie) 1 en 3 maanden na afloop van de oorspronkelijke studie - BSSI >4 - B - SASII Respondenten geven geen verandering of vermindering aan van suïcidale gedachten. Geen van de respondenten heeft in de periode van deze followup suïcidaal gedrag vertoont. Auteur, jaar Studietype Populatie Aantal Followup Uitkomst(en) Deluty 1998 RCT onder studenten 455 naar de acceptatie studenten Wanneer is van suïcide, door een suïcide middel van cases en acceptabel? vragenlijsten over acceptatie en perceptie van suïcide Terminale lichamelijke ziekte wordt gezien als een acceptabele oorzaak voor een suïcide. Depressies worden niet gezien als een acceptabele reden voor een suïcide. Ook niet als de persoon al 20 jaar aan depressies lijdt. Beoordeling B studie Auteur, jaar Studietype Populatie Aantal Followup Uitkomst(en) Erlangsen Retrospectief Na het stellen van de diagnose dementie tijdens e.a. populatie onderzoek een opname was het suïcide risico voor ouderen maal zo hoog. Diagnose dementie en suïcide Beoordeling B studie 279

20 Auteur, jaar Studietype Populatie Aantal Followup Uitkomst(en) Ernst, 2009 Selectieve 290 referenties Resultaten van onderzoeken naar de rol bij suicidaal literatuur review gedrag van familiebanden, serotonine, dopamine, adrenaline, noradrenaline, glutamaat, GABA, opioiden, acetylcholine, cal signaal systemen, lipiden, HPA-as, polyaminen en astrocyten en oligodendriten Beoordeling B Overwegend inhoudelijke bespreking van beschikbare literatuur; geen systematische literatuur searches; geen meta-analyses; zeer heterogene studiepopulaties Auteur, jaar Studietype Populatie Aantal Followup Uitkomst(en) Evans e.a Systematische n= 128 studies The mean proportion of adolescents reporting they had review van studies attempted suicide at some point in their lives was naar de 9.7% (95% CI, ), and 29.9% (95% CI, prevalentie van 33.8) of adolescents said they had thought about suïcidaal gedrag bij suicide at some point. Females were significantly more adolescenten likely than males to report most suicidal phenomena. Beoordeling A1 Auteur, jaar Studietype Populatie Aantal Followup Fawcett e.a. (1990) Wordt niet vermeld Patiënten met depressieve stoornis Uitkomst(en) 954 n.v.t. 9 klinische kenmerken zijn geassocieerd met suïcide. Waarvan 6 (paniekaanvallen, ernstige psychische angst, verminderde concentratie, slapeloosheid, gematigd alcohol misbruik en anhedonie) met suïcide binnen 1 jaar. 3 andere (ernstige hopeloosheid, suïcide-ideatie en voorgaande poging) met suïcide die plaatsvond na 1 jaar. Beoordeling - C 280

21 Auteur, jaar Fazel e.a Studie type Metaanalysis Pop ulati e Priso ners Aantal - 34 studies of 4,780 prison suïcides - Publications were from 12 countries: US, England, Wales, Canada, Austria, Australia, The Netherlands, Scotland, France, Italy, New Zealand, Germany - 8 studies used a randomly selected or matched control group; 26 studies used the total or average prison population from a matched time period Follo w-up Uitkomst(en) Not Risk factors prison suicide report - Demographic factors: white ethnicity (OR=1.9; 95% CI ), ed being male (OR=1.9; 95% CI ), being married (OR=1.5; 95% CI ) - Criminological factors: occupation of single cell (OR=9.1; 95% CI ), detainee/remand status (OR=4.1; 95% CI ), serving a life sentence (OR=3.9; 95% CI= ) - Clinical factors: recent suicidal ideation (OR=15.2; 95% CI ), history of attempted suicide (OR=8.4; 95% CI ), having a current psychiatric diagnosis (OR=5.9; 95% CI ), receiving psychotropic medication (OR=4.2; 95% CI ), and having a history of alcohol use problems (OR=3.0; 95% CI ) - Black race/ethnicity was inversely associated with suicide (OR=0.4; 95% CI ) - Few differences were found in risk estimates when compared by study design or publication type Conclusion Several demographic, criminological, and clinical factors were associated with suicide in prisoners, the most important being occupation of a single cell, recent suicidal ideation, a history of attempted suicide, and having a psychiatric diagnosis or history of alcohol use problems. As some of these associations included potentially modifiable environmental and clinical factors, there is scope for targeting these factors in suicide prevention strategies for individuals in custody Beoordeling - C Study strengths - Also includes 9 gray papers (thesis and internally and externally published reports from correctional services) - For some associated factors, gray literature appears to report lower effect sizes, and this finding underlines the importance of including gray literature in reviews of observational or intervention studies in the field of forensic psychiatry Study limitations - Problems of suicide registration and classification - All included studies were retrospective in design, usually indicating they were subject to incomplete recording of previous events - Studies varied with regard to control group populations, with randomly selected or matched control groups, annual average prison population, average daily prison population, and total prison population being variously used 281

22 Fergusson e.a., Doel: relatie tussen ontwikkeling suïcidaal gedrag en 1. omstandigheden in de jeugd, 2. mentale stoornissen, 3. levensgebeurtenissen. Data uit een Jongeren longitudinale (15-21 studie (geboorte jaar). cohort, 21 jaar). 1,265 Geboorte, 4 maanden, 1 jaar, jaarlijkse intervallen tot 16 jaar, 18 jaar en 21 jaar. Tot 21 jaar rapporteerde 28,8% suïcidegedachten en 7,5% een suïcidepoging te hebben ondernomen. Risicofactoren en levensprocessen geassocieerd met de ontwikkeling van suïcidaal gedrag: sociale achtergrond (lage SES), familiefactoren (veranderingen ouderschap, seksueel misbruik, alcoholmisbruik ouders en minder goed gehecht aan ouders), persoonlijkheidsfactoren (neuroticisme en hoge score op impulsiviteit/risicovol gedrag), mentale stoornissen in adolescentie (depressie, angststoornissen, middelenmisbruik en gedragsstoornissen) en blootstelling aan nadelige levensgebeurtenissen. B Fishbain 1999 Suïcide en chronische pijn Systematische review van onderzoeksartik elen over pijn en suïcide artikelen 1999 Hoge prevalente van suïcide-ideaties onder patiënten met chronische pijn. Tevens is er een correlatie tussen de duur van de pijn, de intensiteit van de pijn, centrale pijn en bijkomende depressie. A1 Fowler e.a., Doel: relatie tussen jongerensuïcide en alcohol- drugsmisbruik Data uit the San Diego Suicide Study jarigen die tussen 1981 en 1983 suïcide hebben gepleegd jongeren (53%) had als belangrijkste diagnose middelenmisbruik, 32 hiervan (24%) had ook een aanvullende belangrijkste diagnose (atypische depressie, atypische psychose, aanpassingsstoornis met depressie). De relatie tussen middelenmisbruik en de aanvullende diagnose was onbekend. B 282

23 Auteur, jaar Studietype Populatie Aantal Follow-up Uitkomst(en) Beoordeling Frierson 1991 Suïcide attempts by the Old en the Very Old Retrospectief dossier studie Van psychiatrische consultatie na TS Leeftijd, ras, seks, burgerlijke staat, somatische en psychiatrische diagnoses, alcohol, medicatie, ernst van de poging, en eerdere TS en werden onderzocht Na suïcidepoging 95 overlevers van een TS 58% waren mannen, 39% vrouwen. Toegenomen ernst van de TS bij toename leeftijd. Aanwezigheid psychiatrische stoornis vnl. major depressie Alcohol gebruik bij TS nam af bij hogere leeftijd. Redenen: Slechte gezondheid Eenzaamheid Rouw Onderbehandeling van alcoholmisbruik werd geconstateerd. B studie Auteur, jaar Studietype Populatie Aantal Follow Uitkomst(en) -up Garssen e.a suïcides Retrospectieve cohort studie in een catchment area Bevolking van Nederland als populatie van de catchment area 9 jaar Het gestandaardiseerde sterftequotiënt (SMR) was significant verhoogd ten opzichte van autochtone Nederlanders voor manlijke immigranten uit België, Zuid Europa, Oost Europa, Noord Amerika, Midden Amerika, Suriname, Sri Lanka, Oceanië en voor jongvolwassen Turkse mannen. Voor vrouwelijke immigranten was de SMR voor geen van de herkomstlanden significant verhoogd. Met uitzondering van jongvolwassen Turkse mannen was de SMR significant verlaagd ten opzichte van autochtone Nederlanders voor mannelijke en vrouwelijke immigranten uit Turkije en Marokko en voor vrouwen uit Irak, Iran en Kaapverdië. Beoordeling B De studie was beperkt tot suïcides die routinematige werden geregistreerd door het CBS. Variatie in de rapportage kan niet worden uitgesloten. 283

24 Garssen e.a Retrospectieve cohort studie in een catchment area Bevolking van Nederland als populatie van de catchment area 339 eerste of tweede generatie Surinamers die door suïcide zijn overleden 10 jaar De incidentie van suïcide is significant hoger bij Hindoestaanse en Creoolse mannen die die bij autochtone Nederlandse mannen. De incidentie van suïcide bij Surinaamse vrouwen wijkt in de meeste gevallen niet af van die van autochtone Nederlandse vrouwen. B De studie was beperkt tot suïcides die routinematige werden geregistreerd door het CBS. Variatie in de rapportage kan niet worden uitgesloten. Etniciteit werd vastgesteld aan de hand van de achternaam Auteur, jaar Studietype Populatie Aantal Followup Uitkomst(en) Beoordeling Gearing e.a Systematische review van epidemiologisch onderzoek?? Mensen die verbonden zijn met een religie vertonen minder vaak suïcidaal gedrag B Goldstein e.a. (1991) Cohort studie naar het voorspellen van suïcide Patiënten met een affectieve stoornis 1906 periode Op basis van een multipele regressie model was het risico op suïcide niet te voorspellen bij deze hoog-risico populatie klinische patiënten. -B 284

25 Gould e.a. (2005 ) RCT om te high school onderzoeken of het studenten van vragen naar 6 scholen. suicidaal gedrag Periode tijdens een screening stress of suïcidaal gedrag verergert 2342; 1172 experimentele en 1170 controle groep 2 dagen BDI (zonder suïcide vraag in controle groep), suïcidale ideatie, suïcidale pogingen (in eerste survey alleen bij experimentele groep). Er werd geen verschil gevonden in distress, depressieve gevoelens en suïcidale ideatie tussen de twee groepen. Conclusie; geen iatrogene schade bij het vragen naar suïcidaal gedrag onder jongeren. - A2 Harris, E.C., Barraclough, B. (1997) Meta-analyse naar het suïcide risico bij common mental disorders 249 studies in de periode Standardized Mortality Ratios (SMR) en 95%CI zijn berekend van 44 stoornissen, 36 hebben een significant verhoogde SMR voor suïcide, 5 een verhoogde SMR, 1 SMR is niet verhoogd en 2 konden niet worden berekend. -A1 Hasley e.a. (2008) Systematische review naar eenduidigheid van de operationalisatie van suïcide intentie 44 studies; 17 bestudeerde de relaties tussen verschillende suïcide risicofactoren en suïcide intentie en 25 de relatie tussen suicide intent en verschillende suicide uitkomstmaten -suïcide intentie is niet eenduidig geoperationaliseerd, wordt soms als onafhankelijke, soms als afhankelijke variabele gebruikt in studies. -B 285

26 Haukka e.a Prospectieve cohort studie naar terugkerend suïcidaal gedrag Alle personen die tussen 1996 en 2003 in Finland opgenomen zijn geweest vanwege een suïcidepoging personen Gemiddelde follow-up 3.6 jaar Risico op terugkerende suïcidepoging was 30%, risico op suïcide was 10%. Risico s waren het grootst direct na ontslag. - B Hawton e.a. 2005a Review 29 studie Schizofrenen > 16 jaar Verhoogd suïciderisico: A1 eerdere depressie; eerdere poging, drugsgebruik, agitatie en motorische onrust, angst voor desintegratie, slechte betrokkenheid bij behandeling, recent verlies. Conclusie: andere factoren dan schizofrenie alleen verhogen suïciderisico 286

27 Hawton e.a. 2005b Review van 36 studies Patienten met een bi-polaire stoornis en realtie tot pogers en suicidanten Case controles: Grote range cases en controls Voor suïcide de belangrijkste risicofactoren: eerdere poging en hopeloosheid. Voor suicidaal gedrag: suïcide in de familie, vroege start bi-polaire stoornis, omvang depressieve symptomen, ernst van affectieve episodes, aanwezigheid van gemengde affectieve toestanden, rapid cycling, co-morbide as 1 stoornis en druggebruik. A1 287

28 Auteur, jaar Uitkomst(en) Studietype Populatie Aantal Followup Beoordeling Heisel & Flett 2006 The development of an initial validation of the Geriatric suicide ideation scale Studie 1 Een 66 item schaal werd voorgelegd aan een heterogene groep ouderen MMSE SSI voor suïcide risico Studie 2 GDS, Social Hopelessness Questionnaire werd afgenomen, fysieke gezondheid werd gescoord door de deelnemers. Satisfaction with life scale werd afgenomen. Daarna werden de geselecteerde vragen uit de GSIS voorgelegd gemiddelde leeftijd 81,2 76% vrouw 65+ gemiddelde leeftijd 81,5 76 % vrouw psychiatrische patiënten 89 niet psychiatrische patiënten et onderscheidend vermogen werd geëvalueerd en de 66 vragen werden in vier domeinen ingedeeld. B studie Vier subschalen GSIS SI suicide ideatie GSIS DI doodsideatie GSIS LOSS: verlies van persoonlijke en sociale waarde GSIS MIL: Meaning in Life Na de eerste studie werden het aantal vragen gereduceerd. Psychiatrische patiënten hadden een significant hogere score op het totaal van de GSIS. DE SI en LOSS subschalen. Er werd een grote interne consistentie gevonden binnen de subschalen en de GSIS totaal werd betrouwbaar gevonden voor scores boven de 54 en beneden de 52. Ook werd een stabiele betrouwbaarheid gevonden in een test en retest situatie met een 1-2 maanden interval. De betrouwbaarheid is geslacht en leeftijd onafhankelijk. Het is niet volledig duidelijk of er een verschil is in scores voor dood ideatie tussen jongere en oudere ouderen. Hogere opgeleiden scoorden hoger op de suïcide-ideatie subschaal. Een positieve correlatie werd gezien tussen hoge scores op de GSIS en depressie, sociale hopeloosheid, en slecht fysiek welbevinden, en een negatieve correlatie met psychisch welbevinden, en de mate van tevredenheid met het leven. 288

29 Auteur, jaar Studietyp e Heisel e.a. Retrospecti 2007 eve data Narcistische analyse persoonlijk- van heid en patiënten kwetsbaar van een heid voor suïcide dagbehand eling. Met controles Populatie Aantal Follow-up Uitkomst(en) Beoordeling 538 patiënten Patiënten met narcistische persoonlijkheidsstoornis of kenmerken scoorde significant hoger op de HAM-D suïcide items, na correctie voor leeftijd, geslacht, depressie en cognitief functioneren. B studie Methoden Patiënten Testen Uitkomstmaten Resultaten Beoordeling Referentie: Henriksson e.a., 1993 Aantal: 229 DSM as I-III diagnose % psychiatrische stoornis 90% had 1 of meer diagnose op As I Leeftijd: nvt Prevalentie en comorbiditeit Doel studie: Vaststellen prevalentie en comorbiditeit van psychiatrische stoornis bij suïcide Studieopzet: psychologische autopsie onderzoek van alle suïcides van 1 jaar Setting: nvt Sekseratio: 172 m en 57 v Inclusie: Patiënten overleden aan suïcide Exclusie: nvt Ziekteprevalentie: nvt Hoogste prevalentie depressie (59%) en alcoholmisbruik of afhankelijkheid (43%). 31% had As II diagnose Slechts 12% had geen comorbiditeit Ziektespectrum in studie representatief voor praktijksituatie (+/-/?): + Opeenvolgende patiënten of aselecte steekproef (+/-/?): nvt Testen voldoende beschreven voor reproduceerbaarheid (+/-/?): + Testen onafhankelijk van klinische informatie (+/-/?): + Valide testen (+/-/?): + Locatie: Finland Training onderzoekers: Niet vermeld; Alle patiënten testen ondergaan (+/- /?): + Uitslagen onderzoeken onafhankelijk van elkaar beoordeeld (+/-/?): + Financiering: geen Bewijskracht studie: B 289

30 Hoyer & Lund (1993) Prospectieve cohort studie naar de negatieve associatie tussen aantal kinderen en suïcide Vrouwen vrouwen met 1190 doden door suïcide. follow up 15 jaar ( ) Ongetrouwde vrouwen hadden een hoger RR voor -B suïcide dan getrouwde vrouwen met en zonder kinderen voor alle leeftijden (< 65jr ) bij de start van de follow-up. Bij de getrouwden hadden de vrouwen met kinderen lager RR dan vrouwen zonder kinderen voor alle lft. Voor zowel premenopauze en postmenopauze vrouwen werd een sterke lineaire daling in RR voor suïcide met stijgend aantal kinderen in een huwelijk gevonden. Het effect van aantal kinderen was onafhankelijk van sociale klasse, gemeten met afgeronde schooljaren. Auteur, jaar Studiety pe Populatie Aantal Follow-up Uitkomst(en) Beoordeling Isometsa e.a Cohort studie Suïcides in Finland in algemene populatie N=229 1 jaar 95% van de suïcides bij persoonlijkheidsstoornis was er tevens sprake van depressie of middelenmisbruik C 290

31 Auteur, jaar Ivarsson e.a., Doel: 1. meten prevalentie depressieve symptomen, suïcidegedachten en suïcidepogingen, 2. onderzoeken verloop en incidentie van deze symptomen bij followup en 3. onderzoek voorspellers van followup uitkomst. Studietype Longitudinale studie (2-4 jaar). Populatie Aantal Follow-up Uitkomst(en) Beoordeling Jongeren die eerder waren opgenomen op spoedeisende hulp van twee psychiatrische klinieken. 191 (followup 111). Gemiddeld 2 jaar na opname. Bij meerderheid was sprake van afname van de depressieve symptomen. 13% (94% meisjes) bleef hoge niveaus van depressieve symptomen rapporteren bij follow-up. Een op de vijf adolescenten had matige tot ernstige niveaus van suïcidegedachten. 58% had vlak voor opname en tijdens follow-up een suïcidepoging ondernomen en 1% pleegde suïcide. Voorspellers depressieve symptomen: depressieve symptomen (follow-up) en V-diagnose (gedrags-, emotionele-, persoonlijkheids-, aanpassings- en psychotische stoornissen) bij opname assessment. Voorspellers suïcidepogingen (follow-up); eerdere suïcidepogingen voor opname, hoge niveaus zelfgerapporteerde depressieve symptomen en niet intacte familiestatus bij opname assessment. B Methoden Patiënten Testen Uitkomstmaten Resultaten Beoordeling Referentie: James e.a., % psychiatrische stoornis 2004 Doel studie: Vaststellen verband tussen ADHD en suïcide Studieopzet: Review van epidemiologische en psychologische autopsie onderzoeken Setting: nvt Onderzoeken tussen 1966 en 2003 via Medline, Psych LIT. 6 longitudinale followup en 16 psychologische autopsie onderzoeken Leeftijd: nvt Sekseratio: 172 m en 57 v Inclusie: Patiënten overleden aan suïcide DSM as I of ICD diagnose ADHD, ADD of hyperactiviteit Prevalentie en comorbiditeit Voor mannelijke jongeren wel enig verband tussen ADHD en suïcide, maar uit lange termijn onderzoek bleek de relatie bescheiden en onduidelijk of het een direct of indirect verband betrof. Waarschijnlijk houdt het verband met comorbide gedargsstoornis of depressie. Ziektespectrum in studie representatief voor praktijksituatie (+/-/?): + Opeenvolgende patiënten of aselecte steekproef (+/- /?): nvt Testen voldoende beschreven voor reproduceerbaarheid (+/- /?): + Testen onafhankelijk van klinische informatie (+/- /?): + 291

32 Methoden Patiënten Testen Uitkomstmaten Resultaten Beoordeling Exclusie: Valide testen (+/-/?): + Locatie: verschillende landen Ziekteprevalentie: nvt Training onderzoekers: Niet vermeld Risico op suïcide is 3 keer hoger dan bij mannelijke jongeren tussen 5 en 24 jaar in USA. Alle patiënten testen ondergaan (+/-/?): + Uitslagen onderzoeken onafhankelijk van elkaar beoordeeld (+/-/?):? Financiering: geen Bewijskracht studie: B. Kessler e.a Survey after prevalentie van en risico factoren voor lifetime suïcide normale bevolking 5877 (15-54 jaar) respondenten in de periode Van de respondenten 13.5% - C rapporteerden lifetime ideation, 3.9% een plan, en 4.6% een poging. Opgetelde kansen zijn 34% voor de overgang van ideation naar plan en 72% van een plan naar een poging, en 26% van ideation naar een ongeplande poging. Ongeveer 90% van de ongeplande en 60% van de geplande eerste pogingen gebeurde binnen een jaar na onset van de ideatie. Alle significante risico factoren waren sterker geassocieerd met ideation dan met de voortgang van ideatie naar plan of poging. 292

33 Kim e.a Matched control design 247 nabestaanden171 matched controle groep zonder suïcide in de familie 418 nee Nabestaanden hebben een tien maal grotere kans dan de contolegroep op suïcide en suïcidepoging, ook na het controleren op psychopathologie C King & Merchant, 2008 Meta-analysis - 11,971 gay, 28 lesbian and bisexual; 214,344 hetero-sexual people aged years - 4 studies involved people aged under 18 years; 18 involved people under 25 years - 4 studies included only women, 3 only men, 18 both sexes - 8 studies concerned high school and college students epidemiological papers, 25 studies: - 4 longitudinal (1 with nonextractable data) - 21 crosssectional - 5 with nonextractable data - No case-control Not reported - Two fold excess in suicide attempts in lesbian, gay and bisexual people in the preceding year; pooled RR for lifetime risk 2.47 (95% CI ) - Lifetime suicide attempt in gay and bisexual men RR 4.28 (95% CI ) - Lifetime suicide attempt in lesbian and bisexual women RR 1.82 (95% CI ) - Comparable RR for suicide ideation Conclusion Lesbian, gay and bisexual people are at higher risk of mental disorder, suicidal ideation, substance misuse, and deliberate self harm than heterosexual people C 293

34 King e.a., Doel: review empirische literatuur aangaande sociale en interpersoonlijke variabelen die een risicofactor vormen voor adolescentensuïcide. Beschrijvend review artikel ( ) jaar, inclusief aantal studies waarin jonge adolescenten (18 midden 20) en kinderen (jonger dan 12 jaar) zijn onderzocht. Factoren gerelateerd aan ouder-, familie- en C leeftijdsgenootrelatie vormen significante voorspellers van suïcidaal gedrag. Mishandeling, seksueel misbruik en/of verwaarlozing vormen risicofactoren voor suïcidaliteit onder adolescenten. Gepest worden door leeftijdsgenoten voorspeld suïcidaliteit (andere interne factoren die als mediator kunnen dienen spelen hierbij wel een belangrijke rol). Kposowa 2001 Naturalistische studie Volwassen Amerikanen jaar Ontslagen mannen hadden de eerste drie jaar een twee tot drie maal hogere kans op suïcide vergeleken met werkende mannen. Na vier jaar waren de verschillen verdwenen. Het verschil tussen werkende en ontslagen vrouwen in suïciderisico nam in de loop van de jaren juist toe. De auteur wijst op de hoge correlaties tussen ontslag, blijvende werkloosheid en psychiatrische problemen. Als gecontroleerd wordt voor psychiatrische problemen, lagere sociaal economische status en alleen levend bleek ontslag geen onderscheidende factor te zijn C Auteur, jaar Studie type Populatie Aantal Followup Uitkomst(en) Beoor deling Kraut & Walld, 2003 Cross Relatie werk section suïcidepogers eel Stabiele woonomstandigheden en huwelijk zijn beschermende factoren tegen suicidaal gedrag. Onvrijwillige werkloosheid is een risicofactor B 294

35 Krysinska & Martin, 2009 review Studies naar populatie attibutie risico (PAR) en preventive fraction (PF) - zowel PAR als PF zijn waardevolle concepten om de ontwikkeling en effecten van suïcidepreventieprogramm a s te beoordelen -A2 -zoekstrategie en beoordeelde studies ontbreekt Auteur, jaar Studietype Populatie Aantal Followup Uitkomst(en) Lesage e.a., Psychologische jarige autopsie methode en mannen. case-control design. Doel: relatie tussen specifieke mentale stoornissen en comorbiditeit met suïcide. 150 Er bestaat een relatie tussen suïcide en specifieke mentale stoornissen (in het bijzonder ernstige depressie, borderline persoonlijkheidsstoornis en middelenmisbruik). Beoordeling B 295

36 Auteur, jaar Lewis, 2009 Studiet Populatie Aantal Followup ype Metaanalysis Not reported Gay/bisexual men and/or women versus heterosexual men and/or women - 12 national adult betweengroup studies in US, UK, Austria, the Netherlands - 16 state/region al youth betweengroup studies in US Uitkomst(en) National adult studies Prevalence of suicide ideation - With the exception of the US Latino and Asian study (lowest prevalence rates) results for suicide ideation are similar across the studies. Most studies show lifetime prevalence of 18-30% in heterosexual men (the Netherlands is an exception: 8%) and 40-55% in gay men - Although adjusted ORs are missing in many studies, available data suggest that gay men are 2 times likely to ideate suicide than their heterosexual counterparts - Dutch study shows the greatest disparity between both groups: lifetime prevalence of suicide ideation 8% in heterosexual vs. 41% in gay/bisexual Prevalence of suicide attempts - Although having any history of a suicide attempt was about twice as common in gay men (vs. heterosexual men) in the British study, all other studies show prevalence rates that are 3 times higher for gay men. Prevalence ranges from 8-25% in gay men and 1-13% in heterosexual men - No immediately discernible clustering among the studies - Dutch study shows the highest disparities between gay men and heterosexual men: lifetime prevalence of suicide attempts 1.5% in heterosexual vs. 14.5% in gay/bisexual - US studies show a longitudinal reduction in prevalence, with suicide attempts in both groups decreasing according to recentness of the study Beoordeling C Study limits - Gay population is still inadequately captured in many of the studies (e.g. youth studies do not capture street youth or dropouts) - In- or exclusion of bisexual respondents - Problems with determining a respondent s sexuality - Varied reporting methods and inherent geographic differences make comparisons difficult - Study locations at youth level also tend to be places with limited racial and ethnic diversity, such studies cannot be generalized to represent other students, particularly non-white students who may face informal prejudice within their ethnic or racial group Regional youth studies - While the prevalence of suicide ideation or attempt is higher in the youth studies (despite use of 12-month prevalence data rather than lifetime prevalence), gaps between LGB and heterosexual respondents are less pronounced, particularly for suicide ideation - Where gender data were disaggregated, the 12-month prevalence of suicide ideation and attempts among gay and bisexual adolescent males was even higher than the lifetime 296

Bijlage 8 Bewijstabellen diagnostiek van suïcidaal gedrag

Bijlage 8 Bewijstabellen diagnostiek van suïcidaal gedrag Bijlage 8 Bewijstabellen diagnostiek van suïcidaal gedrag Toelichting Voor de volledige literatuurbeschrijvingen van de bronnen, zie Literatuur bij deel 2. Uitleg over classificatie van onderzoek (A1,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Voorkomen van. bij suïcidaliteit. Rol huisar ts. Vervolg Trimbos, Preventie. Voorkomen van suïcide

Voorkomen van. bij suïcidaliteit. Rol huisar ts. Vervolg Trimbos, Preventie. Voorkomen van suïcide Suïcidaliteit Voorkomen van suïcidaliteit Remco de Winter: introductie Bert van Hemert: workshop met mindmapping mindmapping Voorkomen van suïcidaliteit Trimbos instituut iov Min. VWS Vermindering van

Nadere informatie

Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015. G. Portzky

Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015. G. Portzky Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015 G. Portzky 1. INLEIDING 1. Definiëring Suïcide Suïcidepoging: Moet er suïcidale intentie aanwezig zijn om van poging

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Cannabisgebruik en stoornissen in het gebruik van cannabis in de adolescentie en jongvolwassenheid. Cannabis is wereldwijd een veel gebruikte drug. Het gebruik van cannabis is echter niet zonder consequenties:

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

Stress en Psychose 59 Noord. Stress and Psychosis 59 North. A.N.M. Busch

Stress en Psychose 59 Noord. Stress and Psychosis 59 North. A.N.M. Busch Stress en Psychose 59 Noord Stress and Psychosis 59 North A.N.M. Busch Prevalentie van Subklinische Psychotische Symptomen en de Associatie Met Stress en Sekse bij Noorse Psychologie Studenten Prevalence

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness

Nadere informatie

DE EFFECTIVITEIT VAN ONLINE EN OFFLINE COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE VOOR SUÏCIDE PREVENTIE

DE EFFECTIVITEIT VAN ONLINE EN OFFLINE COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE VOOR SUÏCIDE PREVENTIE DE EFFECTIVITEIT VAN ONLINE EN OFFLINE COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE VOOR SUÏCIDE PREVENTIE SPREKER: JASPER WIEBENGA FUNCTIE: PROMOVENDUS & PSYCHOLOOG, AFDELING PSYCHIATRIE, GGZ INGEEST & VUMC VAN BLENDED

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

Bijlage 8 Bewijstabellen diagnostiek van suïcidaal gedrag

Bijlage 8 Bewijstabellen diagnostiek van suïcidaal gedrag Bijlage 8 Bewijstabellen diagnostiek van suïcidaal gedrag Toelichting Voor de volledige literatuurbeschrijvingen van de bronnen, zie Literatuur bij deel 2. Uitleg over classificatie van onderzoek (A1,

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve en angst symptomen in chronische dialyse patiënten en andere patiënten. Het proefschrift bestaat uit twee delen (deel A en deel

Nadere informatie

prevalentie en risicofactoren

prevalentie en risicofactoren Suïcidaliteit in de Vlaamse gevangenissen: prevalentie en risicofactoren 8 e Vlaams Geestelijke Gezondheidscongres 21 september 2016 Universiteit Gent INLEIDING: algemene populatie 2 Suïcide als ernstig

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Depressie bij ouderen Trends over de tijd

Depressie bij ouderen Trends over de tijd DEPARTMENT OF PSYCHIATRY Disclosure belangen spreker Depressie bij ouderen Trends over de tijd Hans Jeuring Psychiater en onderzoeker, UMCG Afdeling Ouderenpsychiatrie (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40073 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Schat, A. Title: Clinical epidemiology of commonly occurring anxiety disorders

Nadere informatie

Profiel van de jonge suïcidepoger

Profiel van de jonge suïcidepoger Profiel van de jonge suïcidepoger Eva De Jaegere Eenheid voor Zelfmoordonderzoek Univeristeit Gent Prof. Dr. C. van Heeringen Studiedag Schemerjongeren: schaduw én licht 1. Definitie suïcidepoging 2. Suïcidecijfers

Nadere informatie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie DIAGNOSTIC INVENTORY FOR DEPRESSION (DID) Zimmerman, M., Sheeran, T., & Young, D. (2004). The Diagnostic Inventory for Depression: A self-report scale to diagnose DSM-IV Major Depressive Disorder. Journal

Nadere informatie

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1 De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Contingente Zelfwaardering en Depressieve Klachten. Tammasine Netteb Open

Nadere informatie

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal Running head: momentaan affect en seksueel verlangen bij vrouwen 1 De Samenhang Tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen van Vrouwen en de Modererende Rol van Seksuele Gedachten The Association Between

Nadere informatie

S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid. S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid

S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid. S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid Drs. Maud De Venter Drs. Jela Illegems Prof. dr. Filip Van Den Eede S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid Chronische vermoeidheid:

Nadere informatie

DE RELATIE TUSSEN TRAUMA EN PSYCHOSE. Tamar Kraan Psycholoog & PhD Student

DE RELATIE TUSSEN TRAUMA EN PSYCHOSE. Tamar Kraan Psycholoog & PhD Student DE RELATIE TUSSEN TRAUMA EN PSYCHOSE Tamar Kraan Psycholoog & PhD Student Definitie trauma in de kindertijd Emotioneel misbruik Emotionele verwaarlozing Fysiek misbruik Fysieke verwaarlozing Seksueel misbruik

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Verbanden tussen Coping-Strategieën en. Psychologische en Somatische Klachten. binnen de Algemene Bevolking

Verbanden tussen Coping-Strategieën en. Psychologische en Somatische Klachten. binnen de Algemene Bevolking 2015 Verbanden tussen Coping-Strategieën en Psychologische en Somatische Klachten binnen de Algemene Bevolking Master Scriptie Klinische Psychologie Rachel Perez y Menendez Verbanden tussen Coping-Strategieën

Nadere informatie

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten The relationship between depression symptoms, anxiety symptoms,

Nadere informatie

Suïcide en suïcidepreventie

Suïcide en suïcidepreventie Suïcide en suïcidepreventie D. Linszen, psychiater Suïcide(preventie), de rol van verpleegkundigen en verzorgenden Reehorst, Ede 2017 Amsterdam First Episode Study: Critical Period RCT (1998-2007): relapse

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

OPVOEDING EN ANGST EN DE INVLOED VAN EEN PREVENTIEVE TRAINING 1. Opvoeding en Angst en de Invloed van een Preventieve Training

OPVOEDING EN ANGST EN DE INVLOED VAN EEN PREVENTIEVE TRAINING 1. Opvoeding en Angst en de Invloed van een Preventieve Training OPVOEDING EN ANGST EN DE INVLOED VAN EEN PREVENTIEVE TRAINING 1 Opvoeding en Angst en de Invloed van een Preventieve Training Parenting and Child Anxiety and the Influence of a Preventative Training Judith

Nadere informatie

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen Running head: INVLOED VAN DAGELIJKSE STRESS OP BURN-OUT KLACHTEN De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale Veerkracht en Demografische Variabelen The Influence of

Nadere informatie

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. 0 Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve

Nadere informatie

Diagnostische instabiliteit van terugval bij angststoornissen en depressie

Diagnostische instabiliteit van terugval bij angststoornissen en depressie Diagnostische instabiliteit van terugval bij angststoornissen en depressie Willemijn Scholten NEDKAD 2015 Stelling In de DSM 6 zullen angst en depressie één stoornis zijn Achtergrond Waxing and waning

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. The influence of resilience on the relationship between pain and psychological symptoms

Nadere informatie

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

Parnassia Groep Remco de Winter & Karin Slotema

Parnassia Groep Remco de Winter & Karin Slotema Parnassia Groep 30-11- 2017 Remco de Winter & Karin Slotema Kennismaken + epidemiologie Principes voor de omgang met suïcidaal gedrag pauze Systematisch onderzoek van suïcidaal gedrag pauze Beschrijvende

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

De Invloed van Familie op

De Invloed van Familie op De Invloed van Familie op Depressie- en Angstklachten van Verpleeghuisbewoners met Dementie The Influence of Family on Depression and Anxiety of Nursing Home Residents with Dementia Elina Hoogendoorn Eerste

Nadere informatie

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Suicidaal gedrag bij jongeren

Suicidaal gedrag bij jongeren Suicidaal gedrag bij jongeren Voorkomen RINO 15 december 2016 Ad Kerkhof Suïcide in Nederland : 1980-2015 absolute aantallen 2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 1982 1986 1990 1994 1998 2002

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Deze test werd ontwikkeld en aangewend om het medicatiemanagement en de verschillende aspecten hiervan te evalueren in de ambulante zorg.

Deze test werd ontwikkeld en aangewend om het medicatiemanagement en de verschillende aspecten hiervan te evalueren in de ambulante zorg. Drug Regimen Unassisted Grading Scale (DRUGS) Edelberg HK, Shallenberger E, Wei JY (1999) Medication management capacity in highly functioning community living older adults: detection of early deficits.

Nadere informatie

Spoedeisende psychiatrie & beoordeling van suïcidaal gedrag R.F.P. DE WINTER, M. DASSEN M.H. DE GROOT A.M. VAN HEMERT

Spoedeisende psychiatrie & beoordeling van suïcidaal gedrag R.F.P. DE WINTER, M. DASSEN M.H. DE GROOT A.M. VAN HEMERT Spoedeisende psychiatrie & beoordeling van suïcidaal gedrag R.F.P. DE WINTER, M. DASSEN M.H. DE GROOT A.M. VAN HEMERT WWW.SUICIDALITEIT.NL Inhoud Algemeen: suïcidaal gedrag in Nederland Informatie over

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering The Relationship between Daily Hassles and Depressive Symptoms and the Mediating Influence

Nadere informatie

Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie. Anja Huizink

Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie. Anja Huizink Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie Anja Huizink Adolescentie = grenzen verkennen Op zoek naar prikkels Brein in ontwikkeling Nucleus accumbens (basale ganglia): -

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en Nederlandse samenvatting 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen? Van de trauma- en stressorgerelateerde (kortweg trauma-gerelateerde) stoornissen

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Sarkova, M. (2010). Psychological well-being and self-esteem in Slovak adolescents. Groningen: s.n.

Citation for published version (APA): Sarkova, M. (2010). Psychological well-being and self-esteem in Slovak adolescents. Groningen: s.n. University of Groningen Psychological well-being and self-esteem in Slovak adolescents Sarkova, Maria IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to

Nadere informatie

Het Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het. Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met. een Psychotische Stoornis.

Het Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het. Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met. een Psychotische Stoornis. Het Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met een Psychotische Stoornis. The Effect of Assertive Community Treatment (ACT) on

Nadere informatie

University of Groningen. Living with Rheumatoid Arthritis Benka, Jozef

University of Groningen. Living with Rheumatoid Arthritis Benka, Jozef University of Groningen Living with Rheumatoid Arthritis Benka, Jozef IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

17/04/2013. 1. Epidemiologische studies. Children should not be treated as miniature men and women Abraham Jacobi

17/04/2013. 1. Epidemiologische studies. Children should not be treated as miniature men and women Abraham Jacobi Aanpak en interpretatie van een epidemiologische studie Aanpak en interpretatie van een epidemiologische studie Katia Verhamme, MD, PhD Epidemioloog OLV Ziekenhuis-Aalst Erasmus MC Rotterdam 20 april 2013

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

Diagnose en classificatie in de psychiatrie

Diagnose en classificatie in de psychiatrie Diagnose en classificatie in de psychiatrie Klinische Validiteit Research Betrouwbaarheid Prof dr Bert van Hemert psychiater en epidemioloog Afdelingshoofd psychiatrie DBC Kosten-baten 2 Diagnosen in de

Nadere informatie

Running head: BREAKFAST, CONSCIENTIOUSNESS AND MENTAL HEALTH 1. The Role of Breakfast Diversity and Conscientiousness in Depression and Anxiety

Running head: BREAKFAST, CONSCIENTIOUSNESS AND MENTAL HEALTH 1. The Role of Breakfast Diversity and Conscientiousness in Depression and Anxiety Running head: BREAKFAST, CONSCIENTIOUSNESS AND MENTAL HEALTH 1 The Role of Breakfast Diversity and Conscientiousness in Depression and Anxiety De Rol van Gevarieerd Ontbijten en Consciëntieusheid in Angst

Nadere informatie

De Effecten van de Kanker Nazorg Wijzer op Psychologische Distress en Kwaliteit van. Leven

De Effecten van de Kanker Nazorg Wijzer op Psychologische Distress en Kwaliteit van. Leven De Effecten van de Kanker Nazorg Wijzer op Psychologische Distress en Kwaliteit van Leven The Effects of the Kanker Nazorg Wijzer on Psychological Distress and Quality of Life Miranda H. de Haan Eerste

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief N Individuele verschillen in borderline persoonlijkheidskenmerken Een genetisch perspectief 185 ps marijn distel.indd 185 05/08/09 11:14:26 186 In de gedragsgenetica is relatief weinig onderzoek gedaan

Nadere informatie

Welke allochtonen komen er in de Jeugd-GGZ: toegankelijkheid en diagnostiek. Albert Boon & Anna de Haan

Welke allochtonen komen er in de Jeugd-GGZ: toegankelijkheid en diagnostiek. Albert Boon & Anna de Haan Welke allochtonen komen er in de Jeugd-GGZ: toegankelijkheid en diagnostiek. Albert Boon & Anna de Haan Iedereen met psychiatrische problemen Filter 1 Hulpzoekenden Filter 2 Herkende problemen Filter 3

Nadere informatie

Bert Garssen Helen Dowling Instituut, begeleiding bij kanker, Bilthoven

Bert Garssen Helen Dowling Instituut, begeleiding bij kanker, Bilthoven De invloed van psychologische factoren op het ontstaan van kanker Bert Garssen Helen Dowling Instituut, begeleiding bij kanker, Bilthoven Uitgangspunt Zijn er fysiologische mechanismen die zouden kunnen

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het modererend effect van coping Cyberbullying: the implications

Nadere informatie

ROM in de ouderenpsychiatrie

ROM in de ouderenpsychiatrie Improving Mental Health by Sharing Knowledge ROM in de ouderenpsychiatrie Marjolein Veerbeek Richard Oude Voshaar, Anne Margriet Pot Financier: Ministerie van VWS 2 Routine Outcome Monitoring Definitie

Nadere informatie

25 jaar whiplash in Nederland

25 jaar whiplash in Nederland 25 jaar whiplash in Nederland Vanuit een fysiotherapeutisch perspectief Maarten Schmitt M.Sc 1 2 Fysiotherapeut & manueeltherapeut Hoofd van de Divisie Onderwijs Stichting Opleidingen Musculoskeletale

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Bisexuality: the Invisible Social Identity with Visible Health Consequences Maria Verbeek Eerste begeleidster: dr. N.

Nadere informatie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen

Nadere informatie

Schrik om het hart! CoRPS. Dr. Annelieke Roest. Promotoren: Peter de Jonge, PhD. Johan Denollet, PhD

Schrik om het hart! CoRPS. Dr. Annelieke Roest. Promotoren: Peter de Jonge, PhD. Johan Denollet, PhD Schrik om het hart! Center of Research on Psychology in Somatic diseases Promotoren: Peter de Jonge, PhD Johan Denollet, PhD Dr. Annelieke Roest Anxiety and Depression In Coronary Heart Disease: Annelieke

Nadere informatie

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop SAMENVATTING Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop Inleiding Cognitief functioneren omvat verschillende processen zoals informatieverwerkingssnelheid, geheugen en executief functioneren,

Nadere informatie

Angststoornissen. Verzekeringsgeneeskundig protocol

Angststoornissen. Verzekeringsgeneeskundig protocol Angststoornissen Verzekeringsgeneeskundig protocol Epidemiologie I De jaarprevalentie voor psychische stoornissen onder de beroepsbevolking in Nederland wordt geschat op: 1. 5-10% 2. 10-15% 15% 3. 15-20%

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

18/03/2016. inhoud. Zorg voor jongeren met psychiatrische problemen. jongeren populatie. jongeren populatie. jongeren populatie. jongeren populatie

18/03/2016. inhoud. Zorg voor jongeren met psychiatrische problemen. jongeren populatie. jongeren populatie. jongeren populatie. jongeren populatie inhoud Zorg voor jongeren met psychiatrische problemen Jongeren als doelgroep Burden of disease in praktijk Slot: New horizont Marijana Cvitan Sutterland psychiater OPZ Geel, Maart, 2016 Juridische grens

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Huishoudinkomen, buurtinkomen en depressieve stoornis; de LifeLines studie

Huishoudinkomen, buurtinkomen en depressieve stoornis; de LifeLines studie 1 Huishoudinkomen, buurtinkomen en depressieve stoornis; de LifeLines studie Bart Klijs, Eva Kibele, Lea Ellwardt, Marij Zuidersma, Ronald Stolk, Inge Hutter, Rafael Wittek, Carlos Mendes de Leon, Nynke

Nadere informatie

GENDER, COMORBIDITY & AUTISM Inleiding INHOUD Opzet en Bevindingen per onderzoek Algemene Discussie Aanbevelingen Patricia J.M. van Wijngaarden-Cremers Classifications & Gender Patient cohort 2004 Clusters

Nadere informatie