December Elektrotechniek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "December 2004. Elektrotechniek"

Transcriptie

1 December 2004 Elektrotechniek

2 Uitgave: Stichting Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Leidseveer 35 Postbus RA Utrecht Telefoon: +31 (0) Fax: +31 (0) Internet: QANU Tekst en cijfermateriaal uit deze uitgave mogen, na toestemming van QANU en voorzien van bronvermelding, door middel van druk, fotokopie, of op welke andere wijze dan ook, worden overgenomen. Onder auspiciën van de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) zijn tot 2004 onderwijsvisitaties en onderzoeksbeoordelingen bij de universiteiten gestart. In 2004 zijn de activiteiten van de afdeling Kwaliteitszorg van de VSNU overgenomen door de Stichting Quality Assurance Netherlands Universities (QANU). 2 QANU / Onderwijsvisitatie Elektrotechniek

3 Inhoud I De onderwijsvisitatie Elektrotechniek 5 I.1 Inleiding 5 I.2 De betrokken opleidingen 5 I.3 Samenstelling en taak van de commissie 5 I.4 Werkwijze van de commissie 6 I.5 Korte terugblik op de visitatie 7 I.6 Algemene conclusies 8 II Het referentiekader 11 III Algemene bevindingen 17 III.1 Ontwikkelingen in het vakgebied 17 III.2 Ontwikkelingen in het vwo 18 III.3 Zij-instroom uit het hbo 20 III.4 Didactische werkvormen 21 III.5 Verplichte stages 22 III.6 Afgestudeerden 23 III.7 Relatie met het beroepenveld 24 III.8 Verplichte vakken in de aio-opleiding 25 III.9 Internationale vergelijking Nederlandse opleidingen Elektrotechniek 26 III.10 Uitdagingen van de bachelor-masterstructuur aan de opleidingen Elektrotechniek 27 IV De opleidingen Elektrotechniek in vergelijkend opzicht 29 IV.0 Vooraf 29 IV.1 Missie, doelstellingen en eindtermen 29 IV.2 Opbouw en inhoud van het programma 31 IV.3 Onderwijsleeromgeving 34 IV.4 Instroom 35 IV.5 Studeerbaarheid 36 IV.6 Doorstroom en rendementen 37 IV.7 Kwaliteit van de afgestudeerden 39 IV.8 Effectiviteit van de organisatie 40 IV.9 Kwaliteit van de staf 41 IV.10 Faciliteiten en voorzieningen 42 IV.11 Internationalisering 42 IV.12 Externe contacten 43 IV.13 De interne kwaliteitszorg 43 IV.14 De zelfstudie 43 IV.15 Sterke en zwakke punten van de opleidingen Elektrotechniek 44 IV.16 De opleidingen Elektrotechniek in cijfers 44 QANU / Onderwijsvisitatie Elektrotechniek 3

4 V De afzonderlijke opleidingsrapporten 45 V.1 De opleiding Elektrotechniek aan de Technische Universiteit Delft 47 V.2 De opleiding Elektrotechniek aan de Universiteit Twente 65 V.3 De opleiding Elektrotechniek aan de Technische Universiteit Eindhoven 83 BIJLAGEN 101 Bijlage 1: Curricula vitae van de leden van de visitatiecommissie Elektrotechniek 103 Bijlage 2: Standaardprogramma visitatiecommissie Elektrotechniek 107 Bijlage 3: Checklist voor de onderwijsvisitatie Elektrotechniek 2003/ Bijlage 4: De rendementen van de opleidingen Elektrotechniek 115 Bijlage 5: Overzicht scores opleidingen Elektrotechniek per kwaliteitsaspect QANU / Onderwijsvisitatie Elektrotechniek

5 I De onderwijsvisitatie Elektrotechniek I.1 Inleiding In het kader van het stelsel dat de Nederlandse universiteiten hebben ontwikkeld voor de externe kwaliteitszorg van hun onderwijs heeft de visitatiecommissie Elektrotechniek in de loop van de periode maart t/m april 2004 een bezoek gebracht aan de drie opleidingen die tot haar aandachtsgebied zijn gerekend (zie par. I.2). Zij heeft haar bevindingen vastgelegd in de in hoofdstuk V opgenomen opleidingsrapporten (in volgorde van de visitatiebezoeken) en in de hoofdstukken III en IV. De opleidingsrapporten richten zich op de beoordeling van de verschillende kwaliteitsaspecten van de afzonderlijke opleidingen en hebben mede tot doel een handreiking te zijn bij kwaliteitsverbetering en het oplossen van problemen. Hoofdstuk IV heeft als doel de buitenwereld inzicht te geven in de kwaliteit van en de verschillen tussen de opleidingen; daartoe worden de opleidingen naast elkaar gelegd en met elkaar vergeleken. In hoofdstuk III gaat de commissie in op een aantal aspecten die haar tijdens de visitatie bijzonder hebben getroffen, maar waarvan de bespreking minder goed past in hoofdstuk IV. Hoofdstuk II bevat het door de commissie gehanteerde referentiekader. I.2 De betrokken opleidingen De volgende opleidingen zijn in het kader van deze visitatie bezocht: Technische Universiteit Delft (18 t/m 19 maart 2004): - de opleiding Elektrotechniek Universiteit Twente (31 maart t/m 1 april 2004): - de opleiding Elektrotechniek Technische Universiteit Eindhoven (6 t/m 7 april 2004): - de opleiding Elektrotechniek I.3 Samenstelling en taak van de commissie De visitatiecommissie Elektrotechniek bestond uit de volgende personen: Prof.dr.ir. J. De Schutter hoogleraar Werktuigbouwkunde KU Leuven, België (voorzitter) Prof.dr.ir. R.W. De Doncker hoogleraar aan de Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule Aachen Duitsland, Faculteit Elektrotechniek en Informatietechnologie, en directeur van het Instituut voor Vermogenselektronica en Elektrische Aandrijvingen Prof.dr. P.A. Kirschner hoogleraar Onderwijstechnologie aan het Onderwijstechnologisch Expertisecentrum, Open Universiteit Nederland, Heerlen QANU / Onderwijsvisitatie Elektrotechniek 5

6 Prof.dr. W.B. Kleijn Dr.ir. M.J.M. Pelgrom Dhr. A.L.J. Spek *) Dhr. J. Stolte *) hoogleraar Elektrotechniek/Speech Processing aan het KTH (Royal Institute of Technology), Stockholm, Zweden wetenschappelijk onderzoeker aan het Philips Natuurkundig Laboratorium te Eindhoven, tevens consulting professor Dept. of Electrical Engineering Stanford University, USA student Elektrotechniek TU Delft student Elektrotechniek TU Eindhoven *) Betrokkenen hebben conform het visitatieprotocol niet deelgenomen aan de visitatie van hun eigen opleiding. Tot secretaris van de commissie werd benoemd: drs. G.H. Lansink, medewerker bureau QANU. Als bijlage 1 zijn de curricula vitae van de leden opgenomen. Op grond van het instellingsbesluit van de commissie d.d. 10 december 2003 was het de taak van de commissie om op basis van de door de faculteiten aan te leveren informatie en door middel van ter plaatse te voeren gesprekken een oordeel te geven over de verschillende aspecten van de kwaliteit van de betrokken opleidingen, zoals beschreven in het Protocol Kwaliteitszorg Onderwijs , en de punten te identificeren die naar haar oordeel verbeterd moeten worden. I.4 Werkwijze van de commissie De commissie hield haar installatievergadering op 12 januari Bij die gelegenheid werden afspraken gemaakt op de volgende punten: de te volgen werkwijze; de globale dagindeling van de visitatiebezoeken; het vice-voorzitterschap van de commissie (te vervullen door prof.dr. P. Kirschner); de verdeling in globale zin van aandachtsgebieden tussen de commissieleden; de aanpak van de internationale vergelijking; de verdeling van twaalf afstudeerscripties per opleiding; vaststelling en aanpassing van de vanuit de VSNU aangereikte checklist (zie bijlage 3). Zo heeft de commissie een drietal in het VSNU-protocol onderscheiden kwaliteitsaspecten opgesplitst, omdat daarbij naar haar oordeel in drie gevallen telkens twee van elkaar te onderscheiden zaken abusievelijk onder één noemer waren gebracht: het betreft de aspecten Effectiviteit van de organisatie en kwaliteit van de staf, Internationalisering en externe contacten, en Interne kwaliteitszorg en zelfstudie. (Zie de aangepaste checklist in Bijlage 3.) Daarnaast werden tijdens de eerste bijeenkomst de zelfstudies in oriënterende zin besproken en werden per zelfstudie specifieke aandachtspunten geïnventariseerd. Op basis van een door voorzitter en secretaris geformuleerd voorstel heeft de commissie in haar startvergadering tevens de concepttekst vastgesteld van het, in het visitatieprotocol voorziene, referentiekader. Vervolgens heeft de commissie deze aangeboden aan de betrokken opleidingen, waarbij hun de gelegenheid werd geboden om binnen een termijn van twee weken op het concept te reageren. Daarop zijn van de kant van de opleidingen louter instemmende reacties ontvangen. Voor de goede orde is de opleidingen vervolgens meegedeeld dat de eerder toegezonden concepttekst kon worden beschouwd als zijnde het definitieve referentiekader voor deze visitatie. 6 QANU / Onderwijsvisitatie Elektrotechniek

7 Elk bezoek, dat twee dagen duurde en in feite een verkort programma vormde ten opzichte van het programma zoals beschreven in het protocol, werd aan het begin van de eerste dag voorafgegaan door een voorbespreking in commissieverband van de zelfstudies en de afstudeerverslagen. Uit de bij de zelfstudie gevoegde lijst van 25 meest recente afstudeerverslagen had de commissie er ruim vóór het bezoek in totaal twaalf per opleiding geselecteerd en opgevraagd, waarbij was gelet op een goede spreiding naar specialisatie en gegeven eindcijfer. Tijdens de eerste vergadering van de commissie werden deze afstudeerverslagen onder de leden verdeeld ter bestudering. Aan het eind van de ochtend begon het visitatiebezoek aan de universiteit waar de commissie op dat moment te gast was. Vanaf dat moment werden gesprekken gevoerd met verschillende instanties en personen, zoals de opstellers van de zelfstudie, de leden van de opleidingscommissie, verschillende groepen studenten (waarbij het aan deze groep zelf was overgelaten wie namens hen met de commissie zou spreken), leden van de wetenschappelijke staf, studieadviseurs/-begeleiders, onderwijscoördinatoren, aio s, afgestudeerden en opleidingsmanagement/faculteitsbestuur. Bij de bezoeken was aanvullend materiaal beschikbaar (gebruikte onderwijsliteratuur, een representatieve selectie van tentamenopgaven, verschillende afstudeerverslagen met daarbij aangegeven de waardering, beleidsnota s, evaluatieverslagen, verslagen van de vergaderingen van de opleidingscommissies, etc.). Zonodig werd ter plaatse nog informatie opgevraagd. Tijdens elk bezoek hield de commissie een ruim van tevoren op brede schaal aangekondigd spreekuur, waar zowel studenten als docenten de gelegenheid kregen om een specifiek punt in een persoonlijk gesprek onder de aandacht van de commissie te brengen. Daarvan is bij twee van de drie bezoeken gebruikgemaakt. Bij alle bezoeken heeft de commissie een korte rondleiding gekregen om zich een beeld te kunnen vormen van de beschikbare faciliteiten. Na afronding van de visitatiegesprekken heeft de commissie haar conclusies geformuleerd aan de hand van de eerdergenoemde checklist. Besloten werd om deze lijst collectief in te vullen, waardoor eventuele verschillen van inzicht direct konden worden besproken. De ingevulde lijst is de basis geweest voor de formulering van de opleidingsrapporten. De mondelinge rapportage met het voorlopige oordeel van de commissie aan het eind van de laatste visitatiedag kwam tot stand op grond van een bespreking in commissieverband van de specifieke punten die de commissie bij de gevisiteerde opleiding waren opgevallen. De concept-opleidingsrapporten zijn in commissieverband vastgesteld en voor commentaar aangeboden aan de betrokken faculteitsbesturen. Vervolgens heeft de commissie de ontvangen reacties besproken en wanneer daartoe in haar ogen aanleiding bestond, verwerkt in de formulering van de definitieve opleidingsrapporten. De commissie heeft de opleidingen voorafgaand aan de bezoeken met nadruk verzocht om aanvullende informatie op de geleverde zelfstudie te verstrekken waar dat nodig was. Tijdens de visitatiebezoeken heeft de commissie ook in oriënterende zin gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de opleidingen over aspecten van de additionele beoordeling t.b.v. de vervroegde accrediteringsaanvraag. De aanvullende informatie die de opleidingen daarvoor hebben ingediend, werd in de meeste gevallen echter pas na afloop van het visitatiebezoek ontvangen en bestudeerd. In haar slotvergaderingen van 7 juni en 31 augustus 2004 heeft de commissie niet alleen haar conclusies t.a.v. de visitatie van de ongedeelde opleidingen vastgesteld, maar heeft zij ook al in oriënterende zin gesproken over het ontvangen materiaal voor de additionele beoordeling. QANU / Onderwijsvisitatie Elektrotechniek 7

8 I.5 Korte terugblik op de visitatie Terugblikkend op het visitatieproces stellen de leden van de visitatiecommissie Elektrotechniek vast dat zij het visitatieproces zoals uitgevoerd aan de hand van het VSNU-protocol als adequaat hebben ervaren. Belangrijke voorwaarde is wel dat de deelnemende opleidingen hun materiaal ook conform dit protocol aanleveren. In het geval dat dat onvoldoende gebeurt, is onevenredig hoge inspanning van een visitatiecommissie nodig om de opleiding conform het afgesproken kader te beoordelen. De commissie doet overigens de suggestie dat het visitatiemateriaal in principe alleen langs elektronische weg wordt aangeleverd en wordt geplaatst op een (besloten) website, waartoe alleen de commissieleden en de betrokken opleidingen toegang hebben. De commissie beseft in ieder geval dat de opleidingen veel tijd, energie en middelen in het visitatiebezoek hebben gestoken, en zegt vanaf deze plaats allen dank toe die hieraan een bijdrage hebben geleverd. Zij is er zelf van overtuigd dat het periodiek peilen van de kwaliteit van de opleidingen van wezenlijk belang is voor zowel de afzonderlijke opleidingen als de discipline als geheel, ook al komt het moment nog zo ongelegen. Zij spreekt de hoop uit dat de opleidingen en het vakgebied Elektrotechniek hun voordeel kunnen doen met dit rapport en de conclusies en aanbevelingen die daaruit voortvloeien. I.6 Algemene conclusies De commissie heeft de belangrijkste bevindingen van haar visitatie samengevat en neergelegd in deze paragraaf. a. Nederland beschikt over drie gelijkwaardige en goede opleidingen Elektrotechniek. Ze hebben elk hun eigen karakter en concrete uitwerking qua inhoud, doch deze is steeds een vertaling van doelstellingen en eindtermen die goed aansluiten bij de internationale standaarden (bv. ABET). Qua niveau kunnen de Nederlandse elektrotechniekopleidingen de vergelijking met de opleidingen van zusteruniversiteiten in landen als België, Duitsland en Zweden goed doorstaan. Er is een intensieve interactie tussen het onderwijs aan de Nederlandse universitaire opleidingen Elektrotechniek en het wetenschappelijk onderzoek dat door de staf wordt verricht. b. Elektrotechniek en technische studies in het algemeen liggen niet goed in de markt bij de jongeren, net zo min overigens als het daarvoor vereiste vwo-profiel Natuur en Techniek. De terugloop van de instroom van studenten (en daarmee van de uitstroom van afgestudeerden) vormt enerzijds een ernstige bedreiging voor de opleidingen zelf: de instroom is gedaald van circa 900 eerstejaars studenten in 1987 tot circa 330 nu. Anderzijds zullen ook de elektrotechnische industrie en de Nederlandse economie de nadelige gevolgen ervaren van de tekorten op dit terrein. c. De terugloop van de studentenaantallen staat in schril contrast met de vraag naar elektrotechnici op de arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt voor elektrotechnisch ingenieurs is uitstekend: afgestudeerden van deze opleiding komen heel gemakkelijk aan goede banen. d. De opleidingen voeren een actief en steeds succesvoller beleid om buitenlandse (voornamelijk Aziatische) masterstudenten aan te trekken als compensatie van en als aanvulling op de teruglopende instroom van Nederlandse studenten. e. Het beleid om meer vrouwen voor een studie Elektrotechniek te interesseren heeft geen resultaat opgeleverd. Nederland raakt in dit opzicht steeds verder achterop bij andere Westerse landen. 8 QANU / Onderwijsvisitatie Elektrotechniek

9 f. De opleidingen hebben laat gereageerd op de veranderende instroom vanuit het vwo, waardoor er problemen ontstonden met de aansluiting in het eerste jaar. Zonder aanvullende scholing is het huidige niveau van het wis- en natuurkundeonderwijs op de middelbare scholen momenteel onvoldoende om nominaal het eerste jaar van de opleiding Elektrotechniek af te ronden. Inmiddels is het onderwerp nu wel een zeer belangrijk aandachtspunt van de opleidingen geworden. g. In de opleidingen bestaat in toenemende mate aandacht voor het ontwikkelen van professionele vaardigheden. Er moet echter voor gewaakt worden dat dit niet ten koste gaat van de academische vaardigheden. h. Studenten geven aan gemiddeld ongeveer dertig uur per week aan hun studie te besteden. De commissie beschouwt deze inzet als onvoldoende: de studie duurt daardoor te lang en studenten lopen daarmee het risico dat zij de aansluiting met de actuele beroepspraktijk missen. Het gaat hierbij per slot van rekening om een vakgebied waarin nieuwe ontwikkelingen zich zeer snel voltrekken. i. De onderwijsinstellingen faciliteren, niet altijd even selectief, verschillende vormen van extracurriculaire activiteiten met compensatie van beurzen en studieverlof. Ofschoon de commissie de grote waarde van een bredere blik op de samenleving volledig onderschrijft, dienen de opleidingen met deze houding niet het belang van een efficiënte en gerichte academische vorming. Zij is van mening dat de opleidingen de studenten meer zouden moeten motiveren om hun studie af te ronden in de tijd die daarvoor staat. j. De steun van de industrie voor het masteronderwijs in de vorm van stages en afstudeerprojecten verdient verdere aanmoediging, zodat elke afgestudeerde masterstudent ten minste enige maanden in de industrie werkzaam is geweest. Ook colleges door gastdocenten uit de industrie bereiden de masterstudenten voor op hun taak in de industriële omgeving en verdienen daarom bijzondere aandacht. k. De interne kwaliteitszorg is bij de opleidingen redelijk goed ontwikkeld (vooral in de bachelorfase) voor wat betreft het verzamelen en bespreken van evaluatiegegevens. De betrokkenheid van de studenten daarbij is groot. Het sluiten van de kwaliteitscycli, het ondernemen van corrigerende acties, is echter in vele gevallen voor verbetering vatbaar. Bovendien is de kwaliteitszorg (nog) veel minder uitgebouwd in de masterfase. l. De ondoorzichtige organisatie van de opleidingen met matrixstructuren, commissies, adviesorganen en bijbehorende functionarissen, leidt tot onduidelijke verantwoordelijkheden en nalatigheid bij de implementatie. Een organisatie bestaande uit de wettelijke voorgeschreven organen, geordend in een lijnstructuur, zal krachtdadiger kunnen optreden. m. Door de opeenvolgende hervormingen in de afgelopen jaren (de herinvoering van het vijfjarig curriculum in 1994, de invoering van de bachelor-masterstructuur vanaf 2001, en andere, lokaal geïnitieerde hervormingen) zijn de opleidingen voortdurend aan wijzigingen onderhevig geweest. Die wijzigingen vragen steeds weer een bijzondere inzet van de docenten en de ondersteunende diensten. Gegeven het grote aantal (door de overheid in gang gezette) onderwijsvernieuwingen van de laatste vijftien jaar is het goede niveau van de huidige opleidingen zonder meer verbazingwekkend te noemen. De opleidingen kijken dan ook hoopvol uit naar een periode van relatieve stabiliteit. QANU / Onderwijsvisitatie Elektrotechniek 9

10 10 QANU / Onderwijsvisitatie Elektrotechniek

11 II Het referentiekader Het referentiekader voor de onderwijsvisitatie Elektrotechniek 2003/2004 In Europa vindt men in vele landen twee verschillende opleidingsprofielen voor ingenieurs terug: een langere, wetenschappelijk georiënteerde opleiding en een kortere, praktisch georiënteerde opleiding. 1 Deze opleidingen resulteren in verschillende ingenieursprofielen die beide gevraagd en gewaardeerd worden door de arbeidsmarkt. Voorliggende tekst schetst het referentiekader voor de wetenschappelijke opleiding tot elektrotechnisch ingenieur, zoals die aangeboden wordt aan de Nederlandse universiteiten. 2 Voor het vaststellen van het referentiekader heeft de commissie zich in ruime mate gebaseerd op het referentiekader opgesteld ten behoeve van een vorige VSNU-visitatie van de opleidingen Elektrotechniek (zie rapport Onderwijsvisitatie Elektrotechniek, VSNU, 1997). Niettemin werd dit referentiekader op verscheidene punten bijgesteld. Tevens werd het getoetst aan de criteria gebruikt door ABET (the Accreditation Board for Engineering and Technology) voor de accreditering van opleidingen in de USA (zie Deze criteria worden ondersteund door het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers, zie dat actief meewerkt aan de ABET-accreditaties. Naar deze criteria wordt ook meer en meer verwezen bij evaluaties en accreditaties van ingenieursopleidingen in andere Europese landen, zoals bv. Vlaanderen (zie rapport Visitatie Elektrotechniek, 2002 ( D48_2.pdf) en Portugal (zie rapport Ordem dos Engenheiros). Hierdoor wordt het referentiekader geplaatst in een internationaal perspectief, maar houdt het tegelijkertijd op bepaalde punten rekening met de specifieke Nederlandse situatie. II.1 Aan de elektrotechnisch ingenieur te stellen eisen (eindtermen) Een elektrotechnisch ingenieur is in staat om zowel zelfstandig als in teamverband complexe vraagstukken op het terrein van de elektrotechniek en aanverwante domeinen te identificeren, te formuleren en er wetenschappelijk en technisch verantwoorde oplossingen voor te vinden. Hij/zij beschikt daartoe over een ruime kennis van het vakgebied en is in staat om in een internationale context nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied te volgen, kritisch te evalueren, en toe te passen in het kader van procesontwikkeling, productontwikkeling, of dienstverlening. Voorts is hij/zij in staat nieuwe ontwikkelingen door te voeren in het kader van onderzoek en beschikt hij/zij over sociale vaardigheden en uitdrukkingsvaardigheid in woord en geschrift. Voor de nieuwe programma s die opgedeeld zijn in een bachelor- en mastercyclus wordt, voor wat betreft de omschrijving van het vereiste niveau van de afgestudeerde bachelors en masters 1 Deze beide opleidingsprofielen worden ook onderkend door FEANI (European Federation of National Engineering Associations, en CLAIU (Liaison Committee of the Associations of University Graduate Engineers of the European Union, 2 Een kortere, praktisch georiënteerde opleiding wordt aangeboden door het hbo. QANU / Onderwijsvisitatie Elektrotechniek 11

12 aangesloten bij de zogenaamde Dublin-descriptoren, (internationaal aanvaarde, disciplineonafhankelijke omschrijving van het niveau van bachelors en masters, zie bijlage). II.2 Aan de opleiding te stellen eisen Engineering (en dus ook elektrotechniek), is het proces waarbij systemen, componenten of processen ontwikkeld worden die aan bepaalde behoeften tegemoetkomen. Het is een (vaak iteratief) besluitvormingsproces, waarin men basiswetenschappen, wiskunde, en technische wetenschappen toepast om middelen optimaal te gebruiken voor een specifiek doel. Elektrotechniek houdt zich bezig met signalen, golven, componenten en systemen die een elektrisch, elektronisch (al dan niet digitaal), en/of elektromagnetisch karakter hebben. De elektrotechniek manifesteert zich in diverse deelgebieden, zoals: telecommunicatietechniek, elektronica, digitale techniek, signaalverwerking en elektrische energietechniek. Daarnaast is elektrotechniek onderdeel van een groeiend aantal multidisciplinaire activiteiten, bv: informatietechniek, systeemarchitectuur, sensortechniek, mechatronica, biomedische ingenieurstechnieken, etc. Een opleiding tot elektrotechnisch ingenieur is een georganiseerd onderwijsproces, dat bestaat uit een samenhangend geheel van opleidingsonderdelen of andere onderwijsmodules. Deze volgen elkaar zo op dat in de opleidingsonderdelen op een hoger niveau de diepgang wordt bereikt die de opleiding blijkens haar eigen doelstellingen nastreeft. 2.1 Inhoudelijk: de opleiding voorziet in het verwerven van: Kennis op het gebied van de algemene basisvakken wiskunde, natuurkunde en informatica in de mate waarin kennis op deze terreinen nodig is voor het beoefenen van de elektrotechniek op wetenschappelijke basis. Kennis van de elektrotechnische basisvakken: netwerktheorie, theorie van het elektromagnetisme, signaaltheorie, elektronica, digitale techniek, regeltechniek en meettechniek. Kennis van een aantal deeldisciplines binnen het terrein van de elektrotechniek, zoals telecommunicatietechniek, informatietechniek, computertechniek, systeemarchitectuur en elektrische energietechniek, waarbij een voldoende evenwicht tussen breedte en diepgang wordt bereikt. Vaardigheid in het ontwerpen van systemen, componenten en processen die gerekend kunnen worden tot het domein van de elektrotechniek, alsmede kennis van de algemene methodologie van de ontwerpkunde. Vaardigheid in het gebruik van computers en programmatuur. Vaardigheid in het omgaan met meet- en testapparatuur alsmede ontwerpgereedschap (laboratoriumvaardigheid). Vaardigheid tot schriftelijke en mondelinge communicatie in nationaal en internationaal verband (Engels). Vaardigheid in het zelfstandig verwerven van nieuwe kennis en in het omgaan met en gebruikmaken van wetenschappelijke communicatiemedia, met daaraan gekoppeld: het ontwikkelen van het besef van de vergankelijkheid van de opgedane kennis en de noodzaak tot levenslang leren. 12 QANU / Onderwijsvisitatie Elektrotechniek

13 Het vermogen om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek in de elektrotechniek te verrichten onder begeleiding van een ervaren staflid. Inzicht in de maatschappelijke functie van de elektrotechniek in een wereldwijde context, en de daarmee samenhangende ethische aspecten. Inzicht in de levenscyclus van technische producten en van de factoren die daarop van invloed zijn. Kennis van niet-technische aspecten van het ingenieursberoep, zoals economische, juridische en bedrijfskundige aspecten. Vaardigheid in projectmanagement, in samenwerking tijdens de uitvoering van projecten en in het functioneren in een multidisciplinair team. 2.2 Curriculumaspecten De propedeuse c.q. het eerste studiejaar is selecterend, oriënterend en verwijzend. Selecterend: de uitval in de postpropedeutische fase van de studie is minimaal (streefwaarde: < 10%). Oriënterend: de student verwerft tijdens de propedeutische studie c.q. het eerste studiejaar inzicht in wat elektrotechniek is en wat het beroep van elektrotechnisch ingenieur inhoudt. Verwijzend: de propedeutische studie c.q. het eerste studiejaar is zo ingericht dat de student in een zo vroeg mogelijk stadium zicht krijgt op zijn geschiktheid en gemotiveerdheid voor de studie, alsmede op de mogelijkheden om met minimaal verlies aan tijd over te schakelen op een andere studie (bv. hbo). De postpropedeutische studie richt zich op de eisen die de beroepspraktijk stelt. Met name mondt het curriculum uit in een omvangrijke ontwerpervaring die gebaseerd is op de kennis en de vaardigheden verworven in vorige curriculumonderdelen, en die tevens omvat: het toepassen van ingenieursstandaarden en het rekening houden met realistische beperkingen met betrekking tot economie, milieu, duurzaamheid, produceerbaarheid, ethiek, veiligheid en gezondheid, maatschappij en politiek. In het curriculum zijn de theoretische en praktische bestanddelen evenwichtig verdeeld. Met name is er voldoende aandacht voor het ontwikkelen van experimentele vaardigheden. Het curriculum is consistent in die zin dat de onderdelen ervan een samenhangend geheel vormen. Het curriculum biedt voldoende keuzemogelijkheden voor meer diepgaande studie in een bepaald deelgebied van de elektrotechniek, waarbij er aandacht is voor nieuwe ontwikkelingen in het onderzoek. De onderwijsinstelling heeft een beleid voor het aanvaarden van zowel binnen- als buitenlandse studenten die reeds een (al dan niet gedeeltelijke) vooropleiding hebben genoten in een aanverwant studiedomein (transfererende studenten). De onderwijsinstelling heeft een beleid voor het valideren van studiepunten, door haar studenten verworven op een andere plaats. Afstudeerprojecten doen een beroep op het vermogen tot synthese van verworven kennis, het zelfstandig verwerven van nieuwe kennis, het zelfstandig verrichten van wetenschappelijk onderzoek of het ontwerpen van een product of proces, en op creativiteit. De begeleiding heeft een gestructureerd karakter en bevordert tegelijkertijd de zelfwerkzaamheid. Afstudeerprojecten resulteren in een rapport dat zowel de beheersing van het onderwerp als een hoog niveau van communicatievaardigheid aantoont. QANU / Onderwijsvisitatie Elektrotechniek 13

14 2.3 Studeerbaarheid en kwaliteitszorg De faculteit evalueert voortdurend de kwaliteit van het onderwijs in het licht van de geformuleerde doelstellingen en onderneemt corrigerende acties bij tekortschietende kwaliteit. Er is een goede spreiding van de studielast over het studiejaar. Het onderwijs wordt aangeboden via verschillende werkvormen, zoals hoorcollege, werkcollege, instructie, projectwerk, practica. Voor alle onderdelen van het onderwijsaanbod is een gemotiveerde keuze van de gehanteerde werkvormen gemaakt. Examen- en tentamenregelingen zijn bevorderlijk voor effectief en efficiënt studiegedrag en leveren geen studievertraging op. Voor alle onderdelen van het onderwijsaanbod is een gemotiveerde keuze van de evaluatievorm gemaakt. De faculteit voert een beleid om oorzaken van studievertraging op te sporen en daarop corrigerende acties te ondernemen. De studiebegeleiding is adequaat en met name bestaat er specifieke aandacht voor de opvang van transfererende studenten. II.3 Facultaire relaties De faculteit beschikt over adequate relaties met het beroepsveld en met haar alumni. Deze grijpt zij voortdurend aan om een representatief beeld te verkrijgen van de ervaringen in het beroepsveld met de afgestudeerden van de opleiding resp. van de (eerste) beroepservaringen van de afgestudeerden. Mede op basis van de daarmee verworven inzichten vindt een periodieke bijsturing van het curriculum plaats. Deze werkwijze vormt een integraal onderdeel van het interne systeem van kwaliteitszorg. De faculteit participeert actief in internationale onderwijs- en onderzoeksnetwerken. De faculteit onderhoudt relaties met de zusterfaculteiten. II.4 Staf en faciliteiten De verhouding onderwijsgevende staf versus aantal studenten staat borg voor een goede studentbegeleiding. De onderwijsgevende staf heeft competenties op de verschillende vakgebieden in het curriculum. Deze competenties uiten zich door het opleidingsniveau, verscheidenheid van achtergrond, ingenieurservaring, onderwijservaring, communicatievaardigheid, enthousiasme voor het ontwikkelen van effectieve en efficiënte onderwijsprogramma s, niveau van het wetenschappelijk onderzoek, participatie in wetenschappelijke en professionele verenigingen. De faculteit stelt eisen aan de didactische bekwaamheden van alle docenten en voorziet in hun didactische vorming. Bij voorkeur participeren ook hoogleraren in het onderwijs van de eerste twee studiejaren. De practica zijn doelmatig ingericht en de uitrusting is in redelijke mate in overeenstemming met de stand van de techniek. De beschikbare computer- en netwerkfaciliteiten zijn toereikend en voldoende toegankelijk. Er zijn ruime bibliotheekfaciliteiten (incl. on-line), met een goede toegankelijkheid voor studenten. 14 QANU / Onderwijsvisitatie Elektrotechniek

15 De faculteit beschikt over een goed functionerend systeem van studievoortgangsregistratie, waarbij geldt dat de student toegang heeft tot de op hem/haar betrekking hebbende gegevens. QANU / Onderwijsvisitatie Elektrotechniek 15

16 Bijlage bij referentiekader visitatie Elektrotechniek: Omschrijving niveau bachelors en masters ( Dublin-descriptoren ) Kwalificaties bachelor Kwalificaties master Kennis en inzicht Toepassen kennis en inzicht Oordeelsvorming Communicatie Leervaardigheden Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is. Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied. Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of nietspecialisten. Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan. Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van bachelor en die deze overtreffen en/of verdiepen, alsmede een basis of een kans bieden om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband. Is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan. Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaal-maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen. Is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of nietspecialisten. Bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter. 16 QANU / Onderwijsvisitatie Elektrotechniek

17 III Algemene bevindingen III.1 Ontwikkelingen in het vakgebied Het vakgebied der elektrotechniek, waarop de drie gevisiteerde universitaire opleidingen actief zijn, vormt een essentieel onderdeel van de hedendaagse samenleving door de centrale rol die zij speelt op gebieden als telecommunicatie en energievoorziening. De betekenis van het vakgebied wordt treffend geïllustreerd door te wijzen op recente maatschappelijke veranderingen die in gang zijn gezet door de explosieve toename in het gebruik van computer, mobiele telefonie, en het internet. Goed (universitair) onderwijs op een belangrijk vakgebied als de elektrotechniek is daarom van groot belang en daarmee onderstreept de commissie het belang van deze visitatie. Als gevolg van de snelle toename in de kennis in vele onderdelen van elektrotechniek, zoals mechatronica, micro-elektronica en informatietheorie, is de breedte van het traditionele vakgebied de afgelopen jaren sterk toegenomen. Dit heeft geleid tot gevolgen voor de organisatie van zowel onderzoek als onderwijs op het vakgebied. Onveranderd blijven echter de algemene basisvakken wiskunde, fysica, en elektronica, en de aanpak van ontwerp en onderzoek die bindende factoren vormen binnen het vakgebied. Het uiteindelijke tastbare fysische resultaat van ontwerp en onderzoek blijft een belangrijk gegeven in het vakgebied elektrotechniek. Het kan soms lijken alsof deze verbinding met de fysische wereld verloren gegaan is. Vakken zoals regeltechniek, micro-elektronica, en signaalbewerking worden grotendeels achter de computer bedreven. Fysische implementaties worden werelddelen verwijderd van de ontwerplocatie geproduceerd en algoritmes voor signaalbewerking worden vaak ontworpen zonder gedachte aan de hardware. Dit betekent echter niet dat kennis van de fysische wereld minder relevant geworden is. Integendeel, zelfs wanneer het bedreven wordt van achter de computer, dan toch opereert de elektrotechniek op het gebied van de fysische wereld. Videocodering beschrijft fysische objecten, micro-elektronica resulteert in fysische hardware, en regeltechniek controleert elektrische motoren met behulp van vermogenselektronica. De toename in de breedte van elektrotechniek maakt het vrijwel onmogelijk voor een universitaire afdeling Elektrotechniek om diepgang te hebben in alle subgebieden. Dit heeft ertoe geleid dat universitaire opleidingen c.q. afdelingen een specifiek gedeelte van de traditionele elektrotechnische vakken beslaan, al dan niet gecomplementeerd met vakken uit andere departementen. Een internationaal vaak voorkomende combinatie is micro-elektronica en signaalbewerking. Hoewel de opkomst van meer specialisatie natuurlijk en vaak wenselijk te noemen is, resulteert het in minder interdisciplinair onderzoek, in een grotere kans dat een docent buiten zijn/haar specialisatie moet onderwijzen, en in een beperktere keuze voor de student in de bovenbouw van de studie. Een enge specialisatie in elektrotechnische vakken kan een sterke integratie van mechanische, thermische, chemische en fysische processen in (vermogens-)elektrische en elektronische systemen bemoeilijken. Deze nadelen kunnen worden tegengegaan door een nauwere samenwerking tussen de universiteiten onderling maar ook met de industrie, bv. via stages. De voordelen kunnen worden gemaximaliseerd als deze samenwerking gepaard gaat met het gebruik van geschikte hulpmiddelen op het gebied van telecommunicatie (zoals videoverbindingen), die de benodigde reistijd tot een minimum beperkt houden. QANU / Onderwijsvisitatie Elektrotechniek 17

18 III.2 Ontwikkelingen in het vwo Al vervult het vakgebied in velerlei opzichten een sleutelrol, toch zijn ook de universitaire opleidingen Elektrotechniek afhankelijk van een constante en voldoende grote studenteninstroom. Wanneer men dan terugkijkt op de instroom in de afgelopen jaren van vwo-abituriënten in de universitaire technische opleidingen (waaronder de Elektrotechniek), dan vallen de commissie in ieder geval twee punten van zorg op. Allereerst is er sprake van een al jaren aanhoudende dalende c.q. achterblijvende studenteninstroom. Daarnaast lijkt er door de invoering van de tweede fase in het voortgezet onderwijs een discrepantie te zijn ontstaan tussen de kennis van de instromende student en de verwachtingen van de universiteiten ten aanzien van deze kennis. Teruglopende instroom De teruglopende studenteninstroom in Nederland valt niet alleen bij de opleidingen Elektrotechniek waar te nemen. Deze doet zich ook voor bij technische studies in het algemeen. De genoemde ontwikkeling vormt een bedreiging voor het voortbestaan van de betrokken opleidingen in de nabije toekomst. Dat, terwijl vanuit het bedrijfsleven al jarenlang wordt aangegeven dat de aantallen afgestudeerde ingenieurs die de universiteiten momenteel afleveren, structureel te laag zijn. Daardoor zoeken vooral de grote technische researchlaboratoria in Nederland in toenemende mate hun toevlucht tot het in dienst nemen van buitenlandse ingenieurs (zie par. IV.6). Er is geen eenduidige reden voor het probleem van de teruglopende instroom aanwijsbaar. Het lijkt erop dat het gaat om een samenspel van onder meer de volgende factoren: Stoffig imago van de techniek bij de vwo-scholier Heel veel middelbare scholieren hebben geen goede indruk van technische studies, en vinden dat deze studies hoofdzakelijk gevolgd worden door nerds. Moeilijkheidsgraad technische studies Veel potentiële studenten worden afgeschrikt doordat zij horen dat technische studies moeilijk te voltooien zijn en hoge uitvalpercentages kennen. Structuur van de vwo-profielen Vanwege de invoering van het studiehuis en de tweede fase moeten vwo-scholieren in het vierde jaar een profiel kiezen. Het profiel dat het best aansluit bij de technische studies (Natuur & Techniek) is een profiel dat relatief veel wiskunde en exacte vakken bevat. Veel scholieren kiezen liever voor Natuur & Gezondheid dat toegang biedt tot meer opleidingen dan het profiel Natuur & Techniek. Als blijkt dat ze met het profiel Natuur en Gezondheid nog extra moeite moeten doen en minder kans van slagen hebben op een technische universiteit, zijn ze eerder geneigd de technische studies te laten voor wat ze zijn. Aantrekkingskracht brede algemene studies Met een veel bredere studie zoals bijvoorbeeld bedrijfskunde kan een student overal terecht. Het beeld leeft zelfs dat men als bedrijfskundige begint als de baas van technisch ingenieurs, wat voor vwo-scholieren de aantrekkingskracht van deze algemene studies aanzienlijk versterkt. Beloning van de ingenieur Na het afronden van een moeilijke technische studie is het salaris voor starters volgens veel onderzoeken ongeveer hetzelfde als wanneer een andere, minder zware studie was gevolgd. 18 QANU / Onderwijsvisitatie Elektrotechniek

19 De ir. als rolmodel Er zijn maar weinig op universitair niveau afgestudeerde ingenieurs die als vwo-docent een rolmodel kunnen spelen voor de aspirant wo-student. Het moge duidelijk zijn dat de complexiteit van het probleem zo groot is dat een oplossing niet voorhanden ligt. In ieder geval is een degelijke analyse nodig om de oorzaken van de afgenomen interesse bij vwo-scholieren systematisch in kaart te brengen (zie ook par. IV.6). Daarnaast is het zaak om de beseffen dat het hier gaat om een algemeen, maatschappelijk probleem dat niet opgelost kan worden door initiatieven van universiteiten alleen. De universiteiten, het bedrijfsleven en de landelijke politiek dienen zich bewust te zijn van de benodigde synergie om gezamenlijk tot een oplossing te komen. Er wordt vaak gesproken over de Nederlandse kenniseconomie, waarvan de techniek toch een belangrijk deel uitmaakt. Wat de visitatiecommissie betreft zou de genoemde problematiek meer aandacht van de landelijke (en Europese) politiek moeten krijgen. Alleen zo kan de negatieve trend in de instroom gekeerd worden. Ten slotte zullen de opleidingen zelf alles moeten doen wat in hun vermogen ligt om hun instroom te vergroten, zowel als afzonderlijke opleiding als in gezamenlijk verband. Dat betekent onder meer intensieve en goede voorlichting, en samenwerkingsverbanden met middelbare scholen, bijvoorbeeld door vwo-scholieren actief te betrekken met het opstellen van proefwerkstukken. De commissie heeft de indruk dat de gevisiteerde opleidingen zich wel bewust zijn van de problematiek en dat zij reeds enige initiatieven ontplooien om de instroom te verhogen. Zij krijgt echter ook de indruk dat niet alle opleidingen het instrument van voorlichtingsactiviteiten al ten volle benutten. Veranderende instroom De veranderende instroom is het tweede punt van zorg in het technische universitaire onderwijs, met name voor de opleidingen die uitgaan van een goede wiskundige basis bij de aankomend student. Uit de resultaten die de laatste lichtingen vwo-scholieren hebben behaald aan de technische universitaire opleidingen, blijkt dat deze studenten sinds de invoering van de tweede fase in het middelbaar onderwijs veel moeite hebben met de wiskundevakken. En dit terwijl het doel van de invoering van de tweede fase juist was een betere aansluiting te bewerkstelligen tussen het middelbaar en universitair onderwijs. Eén van de middelen om deze aansluiting te verbeteren was een breder vakkenpakket om zo de basis van de middelbare scholier te verbreden. Daarnaast diende de middelbare scholier meer zelfstandigheid te verwerven. Hierdoor bleef in de praktijk minder tijd over voor het gestructureerd oplossen van wiskundige problemen en de praktische wiskundige vaardigheden van de vwo-scholieren namen daarmee sterk af. Ook het wiskundige inzicht van instromende studenten laat heden ten dage vaak te wensen over. De universiteiten zijn van deze veranderingen tijdig op de hoogte gebracht door middel van het door VSNU uitgegeven document Veranderingen in het vwo; wat universiteiten moeten weten. Juni Hierin zijn alle veranderingen in de lesstof aangegeven. De universiteiten hebben echter nagelaten hier snel op in te spelen; er was weinig besef van het feit dat de instroom wel degelijk zou veranderen door de invoering van de tweede fase. Pas op het moment dat de doorstroom van de eerstejaars studenten aan de technische universiteiten begon af te nemen, leken de universiteiten in actie te komen om het probleem aan te pakken. Een meer pro-actieve benadering was op zijn plaats geweest, bv. door het curriculum tijdig aan te passen en meer ruimte te scheppen voor het oefenen met wiskunde in het eerste semester. QANU / Onderwijsvisitatie Elektrotechniek 19

20 Op het moment zijn alle opleidingen Elektrotechniek doende om het probleem aan te pakken. Veelbelovend is de benadering waarbij een middelbare-schooldocent voor een deel van zijn aanstelling is verbonden aan de opleiding Elektrotechniek. Deze docent dient de problemen die de nieuwe lichting studenten ondervindt, te inventariseren en terug te koppelen naar de universitair docenten. Ook de zgn. Integrerende Projecten spelen goed in op de zelfstandigheid die de nieuwe lichting eerstejaars dient te bezitten. Een andere aanpak ligt in het intensiever begeleiden van de student bij het verbeteren van zijn wiskundige vaardigheden en analytisch vermogen door het invoeren van de zogenaamde colstructie. Hierin wordt de student aangespoord om te oefenen met de stof om deze zich op die manier eigen te raken. Een andere opzet die de commissie aantrof, is het toepassen in het eerste curriculumjaar van een bloksysteem waarbij steeds slechts één vak tegelijkertijd wordt gevolgd in combinatie met een zeer nauw contact met een mentor. De verschillende opleidingen werken nu gericht aan het oplossen van het geconstateerde probleem, al hebben ze de oplossing slechts voor een deel in eigen hand. Door veranderingen in het vwo-onderwijs systematisch te monitoren en daarop tijdig in te spelen voorkomt men dat problemen pas worden gesignaleerd op het moment dat deze zich voordoen. III.3 Zij-instroom uit het hbo In tegenstelling tot het aantal reguliere inschrijvingen stijgt het aantal hbo-inschrijvingen nog altijd gestaag. Dit heeft als effect dat het contingent studenten met een hbo-diploma een steeds groter aandeel gaat vormen van de totale studentenpopulatie. Speciaal voor deze groep zijn bij alle opleidingen verkorte programma s aanwezig. Overschakelen van een hbo-opleiding naar een universitaire opleiding verloopt lang niet altijd vloeiend. Sommige studenten van de verkorte opleiding hebben moeite met de universitaire vrijheid en zelfstandigheid die van de student gevraagd wordt, waar ze de meer schoolse hboopleiding gewend zijn. De laatste jaren van de universitaire opleiding zijn primair gericht op de reguliere student, die in deze fase van de studie veelal weinig begeleiding meer nodig heeft. Extra aandacht voor de zij-instroom is in dat opzicht op zijn plaats, hetgeen niet bij alle opleidingen daadwerkelijk gebeurt. Een andere factor die kan zorgen voor een stroeve overstap is dat niet alle hbo-opleidingen Elektrotechniek precies dezelfde inhoud hebben, waardoor het moeilijker wordt om een generiek programma aan te bieden aan alle instromers vanuit het hbo. Tijdens hun hbo-opleiding hebben studenten vooral praktische kennis opgebouwd, die in de laatste jaren is toegespitst op een bepaalde richting, terwijl de eerste drie jaar op de universiteit vooral zijn bedoeld om een gedegen, brede theoretische basis te leggen in het complete vakgebied. Van de universitaire opleidingen Elektrotechniek wordt een belangrijke afweging gevraagd in de gevallen dat een afgestudeerde hbo-er zich aanmeldt voor inschrijving aan één van deze opleidingen. Hoe kunnen de eindkwalificaties van de universitaire masteropleiding Elektrotechniek voor deze student worden gerealiseerd? Is het voor deze student voldoende om alleen over universitair niveau te beschikken op het gebied van de richting die hij/zij in het hbo heeft gevolgd of dient hij/zij, evenals de instromende wo-bachelor, ook een brede basis te bezitten? Als dat laatste het geval is, dan lijkt het volstrekt onmogelijk dat een toekomstige hbo-bachelor in staat zal zijn om in twee jaar het masterprogramma van het wo te voltooien. Zeker omdat de hbo-studenten voor de opleidingen Elektrotechniek steeds belangrijker 20 QANU / Onderwijsvisitatie Elektrotechniek

21 worden, beveelt de commissie de opleidingen aan om de vorderingen van deze studenten in de nieuwe masterfase op de voet te volgen, en in te grijpen waar dat nodig is, zowel op het gebied van een eventueel gebrek aan begeleiding als bij eventuele deficiënties van de studenten. III.4 Didactische werkvormen De commissie constateert dat alle drie de instellingen gebruikmaken van elektronische leeromgevingen (ofwel: ELO s) binnen hun onderwijs. Helaas moet de commissie constateren dat het gebruik daarvan zeer wisselend is. ELO s zoals Blackboard en TeleTOP kunnen enerzijds gebruikt worden om het onderwijs te vernieuwen (e.g. door als projectomgeving te fungeren of de studenten de kans te geven om gedistribueerd te werken), maar anderzijds kunnen zij substituerend gebruikt worden bijvoorbeeld als moderne prikborden (e.g., postings van informatie) c.q. opslag- en distributieplaatsen voor leermiddelen (e.g., syllabi, uittreksels, PowerPoint presentaties, enzovoorts). Hoewel de commissie niet van mening is dat het informatiseren van het onderwijs per definitie zinvol of nodig is, meent zij dat als men hiervoor kiest, het ten dienste moet staan van de opleiding en de studenten. Het substituerend gebruik van een ELO leidt wel tot verhoogd gemak voor docent en onderwijsbureau, maar veroorzaakt zowel een extra investering van studenten voor apparatuur en internetverbinding als extra kosten voor het printen van de syllabi (die vroeger via een centrale reproductieafdeling sneller en goedkoper af te drukken waren). Verder constateert de commissie dat de opleidingen goed zijn begonnen met het invoeren van nieuwe vormen van onderwijs naast de traditionele onderwijsvormen. Alle opleidingen maken gebruik van vormen van projectonderwijs in teams op een of andere manier. Het invoeren van projectonderwijs wordt in het algemeen vooral gerechtvaardigd door te verwijzen naar de voordelen daarvan: Het leren binnen projectonderwijs is meer authentiek, dat wil zeggen dat het beter aansluit bij de toekomstige beroepspraktijk: elektrotechnici werken in projecten en vooral in teams dus wordt het onderwijs ook aangeboden op een vergelijkbare wijze. Het leren van wat men soft skills noemt, wordt bevorderd. Deze skills zijn bijvoorbeeld het opdoen en oefenen van projectvaardigheden (planning en uitvoering van projecten, verdeling van taken), communicatieve vaardigheden (spreken en schrijven voor verschillende doelgroepen), sociale c.q. teamvaardigheden (onderhandeling, discussie, beslissen, enz.). Het leren is meer betekenisvol (dat wil zeggen dat studenten het nut zien van hetgeen ze leren/geleerd hebben) en daarmee wint het aan relevantie, raken de studenten meer gemotiveerd om te leren, en beklijft hetgeen geleerd wordt, beter. Er kleven echter ook voetangels en klemmen aan het gebruik van projectonderwijs. Ze worden hier besproken, waarbij telkens een concrete aanbeveling wordt gegeven om het eventueel nadelige effect ervan op te heffen. De zojuist genoemde vaardigheden komen niet vanzelf. De instelling moet aandacht besteden aan het leren van de sociale, communicatieve en projectvaardigheden gedurende de projecten. De student is bij uitstek een voorbeeld van homo economicus, wat betekent dat de kans niet gering is dat teamleden vooral ingezet zullen worden voor die dingen waarin zij goed zijn (studenten die vooral goed kunnen programmeren zullen keer op keer de rol van programmeur krijgen, studenten die goed kunnen schrijven zullen steeds aangewezen worden als rapporteur, enzovoorts). Een projectvolg- en -registratiesysteem (elektronisch, door mentoren, etc.) kan hier soelaas bieden. QANU / Onderwijsvisitatie Elektrotechniek 21

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen 22 november 2011 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordeling van het bijzonder kenmerk ondernemen 5 2.1 Uitgangspunten voor de beoordeling van het bijzonder

Nadere informatie

Neerlandistiek CROHO 60849

Neerlandistiek CROHO 60849 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Eamenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding CROHO 60849 voor het studiejaar 2017-2018 Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Toelating 3. Inhoud en inrichting van de opleiding

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2

Nadere informatie

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Programma Midden-Oostenstudies voor het studiejaar 2016-2017 Inhoud: 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Curriculumevaluatie BA Filosofie Curriculumevaluatie BA Filosofie Beste student, U heeft onlangs het laatste onderdeel van uw bacheloropleiding Filosofie afgerond en staat op het punt het bachelorexamen aan te vragen. Om de kwaliteit

Nadere informatie

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 DE MASTEROPLEIDING BIOMEDICAL

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit

Nadere informatie

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis Afgestudeerden van de opleiding hebben de onderstaande eindkwalificaties bereikt: I. Kennis Basiskennis en inzicht: 1. kennis van en inzicht in het

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Engelse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische studies Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

Toetsplan Bachelor CIW 2014-2015

Toetsplan Bachelor CIW 2014-2015 Toetsplan Bachelor CIW 2014-2015 BA 1 CIW Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 7 collegewekeweken blok 1 weken blok 2 weken blok 3 3 toetsweken 7 college- hertoetsweek 2 toetsweken 7 college- hertoetsweek 2 toetsweken

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit deel

Nadere informatie

Deel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar 2015-2016 Inhoud:

Deel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar 2015-2016 Inhoud: FACULTEIT DER LETTEREN ONDERWIJS- EN EAMENREGELING (OER) Deel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar 2015-2016 Inhoud: 1 Algemene bepalingen 2 Vooropleiding 3 Inhoud en inrichting

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding e taal en cultuur, 2014-2015 1 - Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit deel A en

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we ons programma van toetsing ontworpen. Het programma van toetsing is gevarieerd en bevat naast kennistoetsen en beoordelingen

Nadere informatie

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG STUDENTEN DOEN UITSPRAKEN OVER DE ACADEMISCHE WERELD, HET VAKGEBIED EN HET BEROEPENVELD.. onderzoek niet zo saai als ik dacht werken in

Nadere informatie

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en BIJLAGE 1 Toetsplan Bacheloropleiding Taal en Cultuur 2014-2015 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 week 1-7 colleges week 8/9/10, 20 week 11-16, 19 colleges week 21/22, 30 Griekse grammatica en LQG010P05

Nadere informatie

Vernieuwing masterfase UU Inputsessies met studenten. Sessie 3 Keuzemogelijkheden en interdisciplinariteit

Vernieuwing masterfase UU Inputsessies met studenten. Sessie 3 Keuzemogelijkheden en interdisciplinariteit Vernieuwing masterfase UU Inputsessies met studenten Sessie 3 Keuzemogelijkheden en interdisciplinariteit Resultaten van inputsessie 10 juni 2014 Introductie Deze PowerPoint bevat de resultaten van de

Nadere informatie

BA 1 NTC Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 vaktitel vakcode 7 collegewekeweken. tentamen. schriftelijk. schriftelijk. tentamen. tentamen.

BA 1 NTC Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 vaktitel vakcode 7 collegewekeweken. tentamen. schriftelijk. schriftelijk. tentamen. tentamen. BIJLAGE 1 Toetsplan Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur 2014-2015 BA 1 NTC Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 7 collegewekeweken 3 toetsweken 7 college- blok 1 weken blok 2 weken blok 3 Academisch schrijven

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

Toetsplan Bacheloropleiding Kunsten, Cultuur en Media 2014-2015

Toetsplan Bacheloropleiding Kunsten, Cultuur en Media 2014-2015 Toetsplan Bacheloropleiding Kunsten, Cultuur en Media 2014-2015 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 titel code week 1-7 colleges Introduction to Audiovisual Culture continue toetsing, wekelijks verschillende

Nadere informatie

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Kunstgeschiedenis Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen

Nadere informatie

Toetsplan Bacheloropleiding Informatiekunde 2014-2015

Toetsplan Bacheloropleiding Informatiekunde 2014-2015 Toetsplan Bacheloropleiding 2014-2015 BA 1 IK Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 7 collegewekeweken 3 toetsweken 7 college- 2 blok 1 weken blok 2 weken blok 3 toetsweken blok 4 opdrachten schr. tent. schr. tent.

Nadere informatie

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017 Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience Leiden, 17 januari 2017 Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling Contactpersoon/contactpersonen

Nadere informatie

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen Kunstbeleid en

Nadere informatie

Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour

Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour In deze bijlage zijn feiten en cijfers opgenomen over het hoger onderwijs die illustratief kunnen zijn voor de discussies in de

Nadere informatie

Industrieel Ontwerpen

Industrieel Ontwerpen Industrieel Ontwerpen Industrieel ontwerpen, het vakgebied Industrieel Ontwerpen in Twente Industrieel Ont Industrieel ontwerpen, het vakgebied Industrieel Ontwerpen houdt zich bezig met het ontwikkelen

Nadere informatie

Aanvraagformulier nieuwe opleiding. Basisgegevens. Contactpersoon/contactpersonen Postbus GG Amsterdam

Aanvraagformulier nieuwe opleiding. Basisgegevens. Contactpersoon/contactpersonen Postbus GG Amsterdam Aanvraagformulier nieuwe opleiding Basisgegevens Naam instelling(en) Contactpersoon/contactpersonen Universiteit van Amsterdam Postbus 19268 1000 GG Amsterdam Contactgegevens Naam opleiding Internationale

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Programma van toetsing Versie 1.1 Con Amore B.V. Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we een nieuw programma van toetsing ontworpen. We zijn afgestapt van

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Slavische talen en culturen Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Indeling hoger onderwijs

Indeling hoger onderwijs achelor & master Sinds enkele jaren is de structuur van het hoger onderwijs in België afgestemd op die van andere Europese landen. Hierdoor kan je makkelijker switchen tussen hogescholen en universiteiten

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie () Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september 2016.

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Theologie en Religiewetenschappen Programma: Religie en Samenleving Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding 1. Voor toelating tot de

Nadere informatie

De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hoger beroepsonderwijs. HBO-Monitor 2007. G.W.M. Ramaekers

De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hoger beroepsonderwijs. HBO-Monitor 2007. G.W.M. Ramaekers De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hoger beroepsonderwijs HBO-Monitor 2007 G.W.M. Ramaekers Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Nadere informatie

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Competentieprofiel Instituut voor Interactieve Media Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Aangepast in maart 2009 Inleiding De opleiding Interactieve Media

Nadere informatie

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting Studiejaar 2-2 Inhoudopgave Inleiding Samenvatting De enquete vragen De resultaten 7 2 Inleiding De Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE)

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Bachelor Religiewetenschappen Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR)

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

BASISGGEVENS. Naam Functie

BASISGGEVENS. Naam Functie 1 BASISGGEVENS Soort aanvraag:: Nieuwe opleiding De startdatum van de Ad opleiding is gepland per 1 september 2018. Hiermee is te verwachten dat deze nieuwe opleiding valt onder de nieuwe wetgeving rond

Nadere informatie

Het hoger onderwijs verandert

Het hoger onderwijs verandert achelor & master Sinds september 2004 is de hele structuur van het hoger onderwijs veranderd. Die nieuwe structuur werd tegelijkertijd ingevoerd in andere Europese landen. Zo sluiten opleidingen in Vlaanderen

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van

Nadere informatie

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Informatievergadering Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Wie zijn we? Besluit Vlaamse Regering Visitatieprotocol Planning ZER en beoordelingskader Visitatieproces Visitatiecommissie 23/04/2014 2

Nadere informatie

Contextschets Techniek

Contextschets Techniek Contextschets Techniek Nationaal Techniekpact 2020... 2 Welke activiteiten ondernemen de hbo-instellingen?... 2 Welke activiteiten ondernemen de universiteiten?... 3 Welke activiteiten onderneemt de 3TU?...

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Talen en culturen van Japan Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat gedetailleerde informatie over de doelstellingen, eindkwalificaties en opbouw van de Masteropleiding Filosofie & Maatschappij.

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke bijlage van de onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleiding Scheikundige Technologie

Opleidingsspecifieke bijlage van de onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleiding Scheikundige Technologie Faculteit Technische Natuurwetenschappen Opleidingsspecifieke bijlage van de onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleiding Scheikundige Technologie (art. 7.13 en 7.59 WHW) Inhoudsopgave Artikel

Nadere informatie

Biologie, scheikunde en medische opleidingen

Biologie, scheikunde en medische opleidingen Biologie, scheikunde en medische opleidingen... 2 Wiskunde, natuurkunde en informatica... 2 Bouwkunde en civiele techniek... 3 Ontwerpopleidingen... 4 Techniek en maatschappij... 4 Biologie, scheikunde

Nadere informatie

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Doel en beoogde opbrengst van de dialoog De opdracht van het platform is te komen tot een integrale, maatschappelijk breed gedragen en

Nadere informatie

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. ONDERWIJSVISIE OP HO OFDLIJNEN Geachte collega s, 1 Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. We

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer HBO/AS/2002/4056

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer HBO/AS/2002/4056 OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079)

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleiding

Onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleiding Faculteit der Exacte Wetenschappen Onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleiding Bedrijfswiskunde en Informatica Deel B Preambule In dit document wordt een A en een B gedeelte onderscheiden. In

Nadere informatie

Griekse en Latijnse Taal en Cultuur

Griekse en Latijnse Taal en Cultuur FACULTEIT DER LETTEREN ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) Deel B: Bacheloropleiding Griekse en Latijnse Taal en Cultuur voor het studiejaar 2015-2016 Inhoud: 1 Algemene bepalingen 2 Vooropleiding 3 Inhoud

Nadere informatie

Macrodoelmatigheidsdossier BSc Business Analytics AANVRAAGFORMULIER NIEUWE OPLEIDING. 1. Basisgegevens. Tongersestraat LM Maastricht

Macrodoelmatigheidsdossier BSc Business Analytics AANVRAAGFORMULIER NIEUWE OPLEIDING. 1. Basisgegevens. Tongersestraat LM Maastricht AANVRAAGFORMULIER NIEUWE OPLEIDING 1. Basisgegevens Naam instelling(en) Contactgegevens Universiteit Maastricht School of Business and Economics Tongersestraat 53 6211 LM Maastricht 1 Naam Internationale

Nadere informatie

VOORAANMELDING NIEUWE OPLEIDING

VOORAANMELDING NIEUWE OPLEIDING Protocol Vooraanmelding nieuwe opleiding, Pagina 1 van 6 VOORAANMELDING NIEUWE OPLEIDING Dit protocol Vooraanmelding nieuwe opleiding hoort bij stap 1 van het protocol Aanvraag nieuwe opleiding, verkrijgbaar

Nadere informatie

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6 Studiewijzer BACHELOR OPLEIDING KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE Vak : Afstudeerproject BSc KI Opleiding : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : 2015-2016 semester 2, periode 5 en

Nadere informatie

Workshop Het Ontwerpen van Onderwijs The Engineering of Engineering Education. dr.ir. Otto Rompelman. Het ontwerpen van onderwijs.

Workshop Het Ontwerpen van Onderwijs The Engineering of Engineering Education. dr.ir. Otto Rompelman. Het ontwerpen van onderwijs. Het ontwerpen van onderwijs Workshop KIVI-NIRIA Afdeling Hoger Onderwijs Techniek (H.O.T.) 27 april 2010 Dr.ir. Otto Rompelman (Em. UHD TU-Delft) Inhoud: Workshop Het Ontwerpen van Onderwijs - KIVI-NIRIA,

Nadere informatie

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk.

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk. Opleidingsspecifieke deel OER, 0-0 BA Keltische talen en cultuur Artikel Tekst. Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.9 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende

Nadere informatie

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences Opleidingsspecifiek deel bij de OER 2016-2017 Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences art. 2.1 Toelating 1. Naast de in de wet genoemde diploma s die

Nadere informatie

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden. Opleidingsspecifiek deel Art.2.1 toelatingseisen opleiding 1. Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 Opleiding / programma: Mediastudies/ Film- en televisiewetenschap; New Media and Digital Culture (voorheen Nieuwe media en digitale cultuur, see English EER) Artikel

Nadere informatie

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015 Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015 23 april 2015 Parkstraat 28 Postbus 85498 2508 CD Den Haag P.O. Box 85498 2508 CD The Hague The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 info@nvao.net

Nadere informatie

Inhoud. Introductie tot de cursus

Inhoud. Introductie tot de cursus Inhoud Introductie tot de cursus 1 Inleiding 7 2 Voorkennis 7 3 Het cursusmateriaal 7 4 Structuur, symbolen en taalgebruik 8 5 De cursus bestuderen 9 6 Studiebegeleiding 10 7 Huiswerkopgaven 10 8 Het tentamen

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke bijlage van de onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleiding Scheikundige Technologie

Opleidingsspecifieke bijlage van de onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleiding Scheikundige Technologie Faculteit Technische Natuurwetenschappen Opleidingsspecifieke bijlage van de onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleiding Scheikundige Technologie (art. 7.13 en 7.59 WHW) Inhoudsopgave Artikel

Nadere informatie

Voorlichtingsdag Bedrijfskunde. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Voorlichtingsdag Bedrijfskunde. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Voorlichtingsdag Bedrijfskunde Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde PROGRAMMA Bedrijfskunde@VU: hoe, wat en waarom? Prof. dr. W.E.H. Dullaert, Opleidingsdirecteur bachelor bedrijfskunde

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool datum 29 december

Nadere informatie

Minor in het buitenland 2016-2017 Mogelijkheden bij de opleiding Geneeskunde

Minor in het buitenland 2016-2017 Mogelijkheden bij de opleiding Geneeskunde Internationalisering Minor in het buitenland 2016-2017 Mogelijkheden bij de opleiding Geneeskunde Minor algemeen Alle studenten van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) volgen in het derde Bachelorjaar

Nadere informatie

Verkiezingsprogramma 2012-2013

Verkiezingsprogramma 2012-2013 Verkiezingsprogramma 2012-2013 UVASOCIAAL 5 mei 2012 UVASOCIAAL streeft naar keuzevrijheid, kwaliteit, gelijkheid en betrokkenheid, de belangrijkste voorwaarden voor een goede universiteit! Inleiding UVASOCIAAL

Nadere informatie

Studierendement en -uitval

Studierendement en -uitval Studierendement en -uitval Afgelopen maanden zijn (t.b.v. het TUD-jaarverslag 2011) rapportages over rendement en studieuitval gedraaid. Daaruit zijn de volgende conclusies te trekken. Studierendement

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Indian and Tibetan Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

BIJLAGE 1 BIJ 3TU.ONDERWIJS ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING

BIJLAGE 1 BIJ 3TU.ONDERWIJS ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BIJLAGE 1 BIJ 3TU.ONDERWIJS ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 3TU.Onderwijs (Masteropleiding) UITVOERINGSREGELING 2014-2015 Master of Science in Science Education and Communication (croho 68404) TECHNISCHE

Nadere informatie

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op vwo-niveau:

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Voor de Bacheloropleidingen Bio-exact Natuurkunde en Sterrenkunde, Scheikunde, Wiskunde

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Inhoud Inleiding 3 Stap 1 De noodzaak vaststellen 4 Stap 2 De business case 5 Stap 3 Probleemverdieping 6 Stap 4 Actieplan 8 Stap 5

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

- MastertracksKlassieke en Mediterrane Archeologie - Archeologie van Noordwest Europa

- MastertracksKlassieke en Mediterrane Archeologie - Archeologie van Noordwest Europa Faculteit der Letteren Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding Archeologie - MastertracksKlassieke en Mediterrane Archeologie - Archeologie van Noordwest Europa voor het studiejaar 2017-2018

Nadere informatie

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Fontys Hogescholen T.a.v. college van bestuur Postbus 347 5600 AH EINDHOVEN Hoger Onderwijs en Studiefinanciering

Nadere informatie

Het diploma van de opleiding kan behaald worden tot en met 31 december 2015.

Het diploma van de opleiding kan behaald worden tot en met 31 december 2015. Opleidingsspecifieke deel OER, 2015-2016 Opleiding / programma: MSc Logopediewetenschap Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Niet van toepassing NB: Sinds 1 september 2013 is instroom in de masteropleiding

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

INTERSECTORALE MOBILITEIT IN HET HOGER ONDERWIJS ROB GRÜNDEMANN (HOGESCHOOL UTRECHT)

INTERSECTORALE MOBILITEIT IN HET HOGER ONDERWIJS ROB GRÜNDEMANN (HOGESCHOOL UTRECHT) INTERSECTORALE MOBILITEIT IN HET HOGER ONDERWIJS ROB GRÜNDEMANN (HOGESCHOOL UTRECHT) 1. Opzet van het onderzoek 2. Resultaten en conclusies 3. Discussie Vraagstelling 1. Welke omvang heeft intersectorale

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Slavische talen en culturen Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem Gezondheid, Sport en Welzijn Masteropleiding Medical Imaging/ Radiation Oncology Verschillende studies laten zien dat de druk op de gezondheidszorg

Nadere informatie

Naar transparanter hoger onderwijs. Het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk

Naar transparanter hoger onderwijs. Het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk Naar transparanter hoger onderwijs Het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk Samenvatting van het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk hoger onderwijs Toegang vanuit [1] Eerste cyclus Tweede

Nadere informatie

De 6 Friesland College-competenties.

De 6 Friesland College-competenties. De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke

Nadere informatie

FACULTEIT DER LETTEREN ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) Deel B: Bacheloropleiding Taalwetenschap. voor het studiejaar

FACULTEIT DER LETTEREN ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) Deel B: Bacheloropleiding Taalwetenschap. voor het studiejaar FACULTEIT DER LETTEREN ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) Deel B: Bacheloropleiding Taalwetenschap voor het studiejaar 2016-2017 Inhoud: 1 Algemene bepalingen 2 Vooropleiding 3 Inhoud en inrichting van

Nadere informatie

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden &

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden & Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden & Faculteit Technische Natuurwetenschappen van de Technische Universiteit Delft Uitvoeringsregeling/Bijlage behorend bij de Onderwijs-

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO 2018-2019 Opleidingsdeel voor de bachelor lerarenopleidingen voortgezet onderwijs van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief)

Nadere informatie

samenvatting 1. Context, opdracht en aanpak

samenvatting 1. Context, opdracht en aanpak samenvatting 1. Context, opdracht en aanpak In de afgelopen jaren zijn steeds meer opleidingen in het Nederlands hoger onderwijs geheel of gedeeltelijk Engelstalig geworden. Deze ontwikkeling is het sterkst

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Italiaanse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie