Datum 24 september Ons kenmerk JZ Pagina 1 van 23. Kopie aan. . Betreft

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Datum 24 september 2010. Ons kenmerk JZ------------------------ Pagina 1 van 23. Kopie aan. E-mail. Betreft"

Transcriptie

1 AANGETEKEND MBVO Bijlage 2 - Openbare versie Rabobank Nederland t.a.v de voorzitter van de Raad van Bestuur, de heer , Postbus HG UTRECHT Datum 24 september 2010 Ons kenmerk JZ Pagina 1 van 23 Kopie aan Betreft De Brauw Blackstone Westbroek, de heer mr. R.M.I. Lamp @afm.nl Boeteoplegging aan Rabobank Nederland wegens overtreding van artikel 4:34, eerste en tweede lid, Wft Geachte heer , Inzake bovengenoemd onderwerp bericht de Autoriteit Financiële Markten (AFM) u als volgt. 1. Inleiding De AFM heeft besloten aan de Coöperatieve Centrale Raffeisen Boerenleenbank B.A. (Rabobank Nederland) een bestuurlijke boete van 5.000, - op te leggen wegens overtreding van artikel 4:34, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht (Wft) en een bestuurlijke boete van 5.000, - wegens overtreding van artikel 4:34, tweede lid, Wft. De bestuurlijke boetes worden aan Rabobank Nederland opgelegd vanwege het overtreden door 5 lokale banken 1 van artikel 4:34, eerste en tweede lid, Wft. Deze lokale banken zijn door Rabobank Nederland bij de AFM aangemeld als aangesloten ondernemingen. Op grond van de artikelen 4:5, eerste lid, juncto artikel 2:105, eerste en tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht (Wft) geldt het handelen of nalaten van deze 5 lokale banken als het handelen of nalaten van Rabobank Nederland als collectieve vergunninghouder. De bestuurlijke boetes worden om deze reden aan Rabobank Nederland opgelegd. De boetes worden opgelegd omdat Rabobank Nederland in de periode van januari 2009 tot augustus 2009 onvoldoende beoordeeld heeft of het aangaan van een kredietovereenkomst met het oog op overkreditering 1 Rabobank Bergeijk, Rabobank De Leijstroom, Rabobank De Kempen West, Rabobank Graafschap Noord en Rabobank Peel Noord. Stichting Autoriteit Financiële Markten Kamer van Koophandel Amsterdam, nr Kenmerk van deze brief: JZ Bezoekadres Vijzelgracht 50 Postbus GS Amsterdam Telefoon Fax

2 Pagina 2 van 23 verantwoord is voor de consument. Daarnaast heeft Rabobank Nederland kredieten verstrekt die onverantwoord zijn. Hieronder wordt het besluit verder uitgewerkt. Paragraaf 2 bevat een weergave van de feiten die ten grondslag liggen aan het besluit. In paragraaf 3 vindt een beoordeling van de feiten plaats, waarbij ook de zienswijze van Rabobank Nederland wordt besproken. Paragraaf 4 bevat het besluit. De rechtsgangverwijzing is opgenomen in paragraaf 5. Het relevante wettelijke kader is opgenomen in bijlage 1 bij deze brief. 2. Feiten 2.1 Verloop van het proces Per brief van 18 augustus 2009, met kenmerk TGFO , heeft de AFM aan Rabobank Nederland aangekondigd een onderzoek in te stellen naar de kwaliteit van haar hypotheekadviespraktijk en kredietverlening. Het onderzoek is beperkt tot het adviseren over en aanbieden van hypothecair krediet en het bemiddelen in risicoverzekeringen. Daarnaast heeft de AFM informatie opgevraagd ten aanzien van onder andere het aantal afgesloten hypotheken, het oordeel compliance en het acceptatiebeleid met betrekking tot het verlenen van hypothecair krediet. Per brief van 8 september 2009 heeft Rabobank Nederland gereageerd op het informatieverzoek van de AFM van 18 augustus Per brief van 24 september 2009, met kenmerk TGFO , heeft de AFM aan Rabobank Nederland laten weten welke aangesloten ondernemingen geselecteerd zijn voor het onderzoek. De AFM heeft vijf aangesloten ondernemingen betrokken bij haar onderzoek. 2 Per aangesloten onderneming heeft de AFM aanvullende informatie opgevraagd ten behoeve van de dossierselectie. Op 2 oktober 2009 heeft de AFM per het gevraagde overzicht van Rabobank Nederland ontvangen. De AFM heeft in het kader van het onderzoek 10 à 20 dossiers per aangesloten bank onderzocht waarbij in de periode 1 januari september 2009 een overeenkomst van hypothecair krediet tot stand is gekomen en/of waarbij risicoverzekeringen zijn afgesloten. 2 Rabobank Bergeijk, Rabobank De Leijstroom, Rabobank De Kempen West, Rabobank Graafschap Noord en Rabobank Peel Noord.

3 Pagina 3 van 23 Per brieven van 19 november , 26 november en 1 december , heeft de AFM haar concept onderzoeksrapporten per aangesloten bank aan Rabobank Nederland verstuurd met het verzoek aan Rabobank Nederland om hierop te reageren. Per brief van 15 december 2009 heeft Rabobank Nederland haar reactie, per aangesloten bank, aan de AFM kenbaar gemaakt. Per brief van 21 mei 2010, met kenmerk JZ , heeft de AFM haar voornemen tot het opleggen van ---- bestuurlijke boetes aan Rabobank Nederland bekend gemaakt. Bij het voornemen is het definitieve onderzoeksrapport, met kenmerk TGFO , en de bijbehorende bijlagen 1 tot en met 10, gevoegd. Per van 26 mei 2010 heeft de gemachtigde van Rabobank Nederland om uitstel gevraagd voor het geven van een mondelinge dan wel schriftelijke zienswijze op het voornemen van de AFM. Per van 26 mei 2010 heeft de AFM bevestigd akkoord te gaan met een uitstel tot 30 juni 2010 voor het geven van een zienswijze. Per van 14 juni 2010 heeft de gemachtigde van Rabobank Nederland aangegeven dat zij mondeling haar zienswijze ten kantore van de AFM wenst toe te lichten, en heeft de AFM verzocht om hiervoor een datum vast te stellen. Per van 14 juni 2010 heeft de AFM aan de gemachtigde van Rabobank Nederland te kennen gegeven dat de mondelinge zienswijze plaats zal vinden op woensdag 30 juni 2010 om 9.30 uur ten kantore van de AFM. Per van 25 juni 2010 heeft de gemachtigde van Rabobank Nederland de namen doorgegeven van de aanwezigen namens Rabobank Nederland bij de mondelinge zienswijze. Tevens heeft de gemachtigde aan de AFM kenbaar gemaakt dat het eigen vermogen van Rabobank Nederland , - en het balanstotaal , - bedraagt. Op 30 juni 2010 hebben de heren en van Rabobank Nederland en de heer mr. R.M.I. Lamp als gemachtigde, namens Rabobank Nederland, de zienswijze op het voornemen tot boeteoplegging ten kantore van de AFM mondeling toegelicht. 2.2 Feiten die aanleiding vormen voor het besluit De AFM heeft Rabobank Nederland per brief van 12 november 2008 verzocht een onderzoek uit te voeren naar de kwaliteit van haar adviespraktijk rondom hypotheken. De uitkomsten van dit onderzoek heeft de AFM op 28 februari 2009 van Rabobank Nederland ontvangen. Rabobank Nederland heeft tijdens haar onderzoek een aantal 3 Kenmerk TGFO Kenmerken TGFO , TGFO en TGFO Kenmerk TGFO

4 Pagina 4 van 23 tekortkomingen geconstateerd. 6 In een toelichtende brief heeft Rabobank Nederland aangegeven als gevolg van deze tekortkomingen verbetermaatregelen te hebben getroffen, door onder andere ondersteunende instrumenten uit te rollen naar de aangesloten banken. 7 De AFM heeft op basis van deze toelichting Rabobank Nederland in de gelegenheid gesteld aan te tonen dat deze maatregelen leiden tot een adviespraktijk die voldoet aan de uitgangspunten die de wetgever heeft gesteld. Per brief van 4 mei 2009 heeft Rabobank Nederland de AFM geïnformeerd over de maatregelen die zij heeft getroffen. Per brief van 2 juli 2009 heeft Rabobank Nederland de AFM vervolgens geïnformeerd over de uitkomsten van een onderzoek naar de kwaliteit van de hypotheekadvisering. In deze brief heeft Rabobank Nederland aangegeven dat zij voorzichtig tevreden is met enkele aandachtspunten. De AFM heeft daarop besloten een onderzoek in te stellen naar de adviespraktijk en kredietverlening van de bij Rabobank Nederland aangesloten banken. In het kader van het thema verantwoorde woonlasten is, op basis van artikel 4:34 Wft, onderzocht of Rabobank Nederland voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake hypothecair krediet in het belang van de consument informatie heeft ingewonnen over zijn financiële positie en beoordeeld heeft, ter voorkoming van overkreditering van de consument, of het aangaan van de overeenkomst verantwoord is. Ook is in het kader van dit artikel onderzocht of Rabobank Nederland geen overeenkomst inzake krediet met een consument is aangegaan indien dit, met het oog op overkreditering van de consument, onverantwoord is. 3. Beoordeling 3.1 Wettelijk kader Rabobank Nederland heeft op grond van artikel 3:111 Wft een vergunning als centrale kredietinstelling. Op grond van artikel 2:105, vierde lid, Wft is Rabobank Nederland aangewezen als collectieve vergunninghouder. De lokale banken zijn aangesloten ondernemingen als bedoeld in artikel 2:105, eerste en tweede lid, Wft. Op grond van artikel 4:5, eerste lid, Wft geldt het handelen of het nalaten te handelen van een aangesloten onderneming, als bedoeld in artikel 2:105, eerste en tweede lid, Wft, als handelen onderscheidenlijk het nalaten te handelen van de houder van de collectieve vergunning, in onderhavig geval Rabobank Nederland. De AFM heeft vijf aangesloten ondernemingen betrokken bij haar onderzoek. De overtredingen van deze ondernemingen worden op grond van artikel 4:5, eerste lid, Wft aan Rabobank Nederland toegerekend en als zodanig in dit boetebesluit benoemd. 6 Voorbeelden hiervan zijn: ] Voorbeelden hiervan zijn:

5 Pagina 5 van 23 Artikel 4:34, eerste en tweede lid, Wft Een aanbieder dient voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake krediet in het belang van de consument informatie in te winnen over diens financiële positie, en te beoordelen, ter voorkoming van overkreditering, of het aangaan van de overeenkomst verantwoord is (artikel 4:34, eerste lid, Wft). De aanbieder sluit het krediet niet af, als dit met het oog op overkreditering van de consument, onverantwoord is (artikel 4:34, tweede lid, Wft). Voor de volledige tekst van artikel 4:34 Wft wordt verwezen naar het wettelijk kader in bijlage 1 bij deze brief. 3.2 Beoordeling feiten In de parlementaire geschiedenis 8 is ten aanzien van artikel 4:34 Wft bepaald dat de aanbieder van krediet om tot een goede beoordeling van de financiële positie van de consument te komen, inzicht moet hebben in zowel de inkomsten, bijvoorbeeld de bron en hoogte van de inkomsten van de consument of relevante derden, als bepaalde vaste uitgaven van de consument, zoals de huur dan wel de hypotheeklasten, alimentatie en ziektekostenverzekering. De betreffende passage is overgenomen uit de Memorie van Toelichting bij de Regels voor financiële dienstverlening (Wet financiële dienstverlening 'Wfd'). 9 De Wfd had tot doel de verantwoordelijkheden van financiële dienstverleners vast te leggen en daartoe de belangrijkste kwaliteitskenmerken van financiële dienstverlening wettelijk te borgen. Op 1 januari 2007 is de Wfd opgegaan in de Wft. Aan de open norm van artikel 4:34 Wft is door de markt van aanbieders van hypothecair krediet nadere invulling gegeven door middel van de Gedragscode Hypothecaire Financieringen (GHF) van het Contactorgaan Hypothecair Financiers. De AFM beschouwt de GHF als een redelijk uitgangspunt om te toetsen of de lasten van een hypothecair krediet verantwoord zijn. De AFM heeft in haar gepubliceerde rapportage Kwaliteit advies en transparantie bij hypotheken van 1 november 2007 aangegeven dat zij het verstrekken van een verantwoord hypothecair krediet toetst aan de hand van de GHF-norm. In bijzondere gevallen is het toegestaan om meer krediet te verstrekken, dan op basis van de maximale leencapaciteit mogelijk is, mits er een voldoende adequate verdiepingsslag is gemaakt op basis van de specifieke persoonlijke situatie, een (gekwantificeerde) motivering is vastgelegd in het klantdossier en (her-) berekening op basis van deze extra of aanvullende informatie leidt tot een verantwoorde kredietverstrekking. Ten aanzien van het afwijken van de GHF-norm heeft de AFM onder meer het volgende in haar rapport aangegeven: De AFM is van mening dat een onderbouwing van het afwijken van de norm belangrijk is. Niet alleen voor de financiële dienstverlener om te bepalen of een financiering verantwoord is, maar ook als middel om de consument te informeren. De consument moet op de hoogte zijn van de wijze waarop, en de motivering waarmee, de financiële dienstverlener tot het oordeel is gekomen dat de hoogte van het geadviseerde hypothecaire krediet verantwoord is. 8 Kamerstukken , , nr. 19, p Kamerstukken , , nr. 3, p. 97.

6 Pagina 6 van 23 Een cijfermatige onderbouwing acht de AFM noodzakelijk voor een goed inzicht in verantwoorde woonlasten en kan afhankelijk van de specifieke situatie van de consument de volgende onderdelen bevatten: het cijfermatig weergeven van de huidige woonlasten; berekening van het netto besteedbaar inkomen (inkomsten minus vaste lasten); het cijfermatig weergeven van het toekomstperspectief; het cijfermatig weergeven van de bezittingen (zoals spaargeld, etc.). Een algemene beschrijvingen als klant verwacht inkomensgroei of goede carrièreperspectieven vindt de AFM weinig concreet en geven geen adequaat beeld over de betaalbaarheid van de maandlast. [onderstreping AFM] De AFM heeft 47 dossiers onderzocht naar verantwoorde woonlasten. Hiervan zijn uiteindelijk 44 dossiers onderzocht aangezien er in drie dossiers geen sprake was van overschrijding van de toetsnorm. In 29 van de 44 dossiers heeft de AFM, na reactie van Rabobank Nederland op de concept onderzoeksrapporten, geen overtredingen ten aanzien van artikel 4:34 Wft geconstateerd. In 14 van de 44 dossiers 10 heeft de AFM geconstateerd dat er weliswaar voldoende informatie is ingewonnen ten aanzien van de financiële positie van de klant, maar dat er geen adequate beoordeling van de financiële positie van de klant door Rabobank is verricht, waardoor onvoldoende beoordeeld is of het aangaan van de overeenkomst met het oog op overkreditering verantwoord is. Daarnaast stelt de AFM vast dat in deze 14 dossiers onvoldoende cijfermatig is aangetoond waarom het verstrekte hypothecair krediet verantwoord is. Hierdoor is Rabobank kredietovereenkomsten aangegaan die, met het oog op overkreditering van de consument, onverantwoord waren. Naar het oordeel van de AFM heeft Rabobank Nederland hiermee artikel 4:34, eerste lid, Wft en artikel 4:34, tweede lid, Wft overtreden. Onderstaand tabel geeft een overzicht ten aanzien van de hoogte van de overschrijding van de GHF-norm. Klantnaam Toegestane woonlast op basis van inkomen cliënt Genormeerde woonlast op basis van verstrekte hypotheek Te veel verstrekt hypotheeklast in euro s per jaar Overschrijding toetsnorm in % , ,20 952,44 11,42 % , , ,47 9,06 % , , ,75 12,5 % , , ,81 27,31 % , , ,96 10,09 % , , , 72 20,10 % 10 De AFM heeft feitelijk in 15 van de 44 dossiers een overtreding van artikel 4:34 Wft geconstateerd. Eén dossier wordt niet ten grondslag aan de boete gelegd, aangezien het adviseren over en aangaan van de kredietovereenkomst heeft plaatsgevonden na 1 augustus 2009.

7 Pagina 7 van , , ,69 19,88 % , , ,00 12,08 % , , ,43 17,26 % , ,52 601,77 7,33 % , , ,50 13,22 % , , ,14 17 % , , ,04 18,63 % , , ,12 16,93 % , , ,96 17,61 % Ter illustratie van het bovenstaande wordt hierna het dossier door de AFM toegelicht Voorbeeld: Dossier Rabobank Bergeijk Relevante financiële gegevens: Inkomen aanvrager : Geadviseerd hypothecair krediet : ROH 11 Totaal hypothecair krediet : Rentevastperiode : 10 jaar Rente geadviseerd krediet : 5,4 % In de Aanvraag financiering particulieren is het volgende opgenomen: Toegestane woon- en financieringslasten Rabobank norm 8.339,76 Genormeerde hypotheeklasten o.b.v. 30 jaar annuïteit en toetsrente 5,40% 9.292,20 Overschrijding t.o.v. toegestaan 952,44 Totaal genormeerd in % van toegestaan 111,420% In de print Bezoekrapport, datum contact is opgenomen: Opleiding ; MTS Bouwkunde In het Inventarisatieformulier aanvullende klantgegevens voor het klantprofiel is het volgende opgenomen: - Hoeveel bedraagt de huidige huur/hypotheeklast van de klant? Huidig: 0,= (thuiswonend) - Welke maandlast is voor de klant acceptabel, bekeken vanuit zijn huidige maandlast? Acceptabel: 550/ Verwacht de klant in de toekomst (binnen een aantal jaar) wijzigingen in zijn inkomsten waarmee hij binnen het hypotheekplan rekening wil houden? Nee (wel salarisstijgingen, maar liggen niet vast, wordt per jaar bekeken) geen loonschalen aanwezig. - Overschrijding I/L: aantoonbaar inkomensperspectief In de Aanvraag financiering particulieren is het volgende opgenomen: 11 Rabo Opbouw Hypotheek (banksparen).

8 Pagina 8 van 23 Het inkomen dat dient te verdienen om binnen de i/l norm te vallen is p.j. (zie uitdraai) heeft t.o.v. zijn huidige salaris een inkomensstijging nodig van 11,6%. Uit de jaaropgaven van (2005, 2006 en 2008 blijkt dat deze stijging reëel is op korte termijn (2-3 jaar). Inkomen : stijging 8,70% Inkomen : stijging 12,50% Kortom een gemiddelde stijging van 7,10% Ik vraag hierbij om goedkeuring van de i/l overschrijding omdat ik van mening ben dat de lasten prima kan betalen en daarbij zal hij binnen afzienbare tijd (2-3 jaar) het inkomen genieten waar volgens onze norm het gefinancierde bedrag bij hoort zoals ik hierboven toelicht heb. De netto last zal voor maandelijks 455,-- bedragen (rente + aflossing en premie hypotheekbescherming) geeft aan deze last te kunnen dragen spaart nu maandelijks (zie uitdraai spaargedrag ). 4-ogen: inkomensperspectief voldoende om binnen een paar jaar binnen IL te komen. OPB +- 95%--> acceptabel spaargedrag tot nu toe. Uit de jaaropgave 2008 blijkt dat het jaarinkomen bedraagt. Uit de jaaropgave 2006 blijkt dat het jaarinkomen bedraagt. Uit de jaaropgave 2005 blijkt dat het jaarinkomen bedraagt. Naar de mening van de AFM heeft Rabobank Bergeijk in onderhavig dossier onvoldoende (cijfermatig) onderbouwd waarom de hoogte van het hypothecair krediet verantwoord is voor deze consument. De AFM is allereerst van mening dat hier geen sprake is van een aantoonbaar inkomensperspectief. Het inkomensperspectief volgens Rabobank Bergeijk is gebaseerd op de oude jaaropgaven van 2005, 2006 en Hieruit blijkt weliswaar een inkomensgroei, welke een gegronde reden kan zijn om af te wijken van de GHFnorm, maar in onderhavig dossier betekent deze inkomensgroei niet per se dat deze trend zich in de toekomst zal voortzetten. Naar het oordeel van de AFM is salarisstijging uit het verleden geen indicatie dat het inkomen ook in de toekomst zal stijgen. Dit is anders als de salarisstijging structureel van aard is en vastgelegd is in documentatie (bijv. CAO) waaruit blijkt dat de salarisstijging ook in de toekomst zal plaatsvinden. Hiervan is in dit dossier echter geen sprake. Zo wordt door Rabobank Bergeijk in het dossier zelf vastgelegd dat er bij de werkgever van de heer geen salarisstijgingen vast staan en er geen loonschalen aanwezig zijn. Rabobank Bergeijk heeft hiermee de stijging van het toekomstige inkomen onvoldoende feitelijk onderbouwd. Voorts kan naar de mening van de AFM het spaargedrag van de heer niet meegenomen worden in het hypotheekadvies. Het spaargedrag van de consument bedraagt maandelijks gemiddeld 500,00. Hiermee stelt Rabobank Bergeijk dat de betaalbaarheid van de werkelijke lasten ( 450,00) onderbouwd is. De AFM merkt echter op dat het spaargedrag van de consument een weergave is van de situatie toen hij nog thuiswonend was. Daarmee is niet gezegd dat de consument dit spaargedrag zal voortzetten nu hij een eigen woning bezit, aangezien hetgeen voorheen gespaard werd nu grotendeels hypotheeklasten zal bedragen en hij daarnaast nog kosten van levensonderhoud zal hebben. Daarnaast is de AFM van mening dat Rabobank Bergeijk met bovengenoemde redenering voorbij gaat aan één van de bouwstenen die van belang zijn bij het vaststellen of de woonlast voor de consument verantwoord is, namelijk het creëren van extra financiële ruimte (de zogenaamde buffer ) voor persoonlijk onvermijdbare uitgaven, onvoorziene omstandigheden en renteschommelingen gedurende de looptijd van het krediet. De AFM is van oordeel dat het toetsen op de werkelijke woonlasten, zonder

9 Pagina 9 van 23 rekening te houden met extra financiële ruimte voor onvoorziene omstandigheden, geen adequaat criterium is op basis waarvan kan worden bepaald of het verantwoord is om krediet te verstrekken boven de GHF-norm. Nu Rabobank Bergeijk deze buffer niet meeneemt bij het vaststellen of de woonlast voor de consument verantwoord is, heeft Rabobank Bergeijk naar de mening van de AFM onvoldoende beoordeeld of het aangaan van de overeenkomst met het oog op overkreditering verantwoord is Toepassen van de explain Verhoging toetsinkomen voor aanvrager(s) met een leeftijd tot 35 jaar Rabobank Nederland heeft in haar acceptatiebeleid 12 een aantal categorieën uitzonderingen zogenaamde explains opgenomen, waarbij afwijking van de GHF-norm volgens het beleid van Rabobank Nederland toegestaan is. Zo hanteert Rabobank Nederland onder andere een explain regel - Verhoging toetsinkomen voor aanvrager(s) met een leeftijd tot 35 jaar - waarbij afwijking van de GHF-norm is toegestaan voor aanvragers met een leeftijd tot 35 jaar, die afgestudeerd zijn in een bepaalde specifieke studierichting aan het MBO, HBO of WO. Rabobank Nederland heeft deze explain in 6 [lees 7] 13 van de 14 bovengenoemde dossiers toegepast. De AFM is van oordeel dat, door het hanteren van bovengenoemde explain, Rabobank Nederland in het algemeen mogelijk een te hoge beschikbare leencapaciteit hanteert bij haar beoordeling aangaande hypothecair krediet. Rabobank Nederland kan hierdoor gelet op artikel 4:34 Wft onvoldoende beoordelen of, met het oog op het voorkomen van overkreditering, het aangaan van de kredietovereenkomst verantwoord is. In het bijzonder heeft toepassing van de explain in de 6 bovengenoemde dossiers daadwerkelijk tot overkreditering van de consument geleid. Verwezen wordt naar de tabel als opgenomen in de aanhef van paragraaf 3.2. Bovenstaand oordeel is gebaseerd op de volgende bevindingen. Specifieke situatie van de klant reële en verifieerbare salarisstijging De AFM is van oordeel dat in het kader van bovengenoemde explain er niet zonder meer van uit kan worden gegaan dat bij een bepaalde leeftijd en een bepaalde opleiding een standaard salarisstijging hoort. Het is geen vaststaand gegeven dat een dergelijke salarisstijging zich zal voordoen bij iedere consument met een MBO-, HBO- of WO-diploma. Rabobank dient, volgens het AFM-rapport Kwaliteit advies en transparantie bij hypotheken 14, bij een overschrijding van de toetsnorm, adequaat - dat wil zeggen cijfermatig - te onderbouwen dat de woonlast in deze specifieke situatie voor de consument(en) verantwoord is. Rabobank Nederland dient zich ervan te vergewissen dat er op een bepaald moment, in de specifieke situatie van een consument, een reële en verifieerbare salarisstijging zal plaatsvinden. Een salarisstijging van de kredietaanvrager moet aantoonbaar kunnen zijn, door bijvoorbeeld een werkgeversverklaring en/of CAO-afspraken. 12 Publicatiedatum [ ], , , , , en Blz. 43 e.v. van het rapport.

10 Pagina 10 van 23 Door het hanteren van bovengenoemde explain baseert Rabobank zich enkel op statistische gegevens, aan de hand van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), en niet op de individuele situatie van de consument. Gelet hierop meent de AFM dat de acceptatiecriteria van Rabobank Nederland niet gericht zijn op het voorkomen van overkreditering van de consument. Meenemen MBO-diploma in explain Bij het toepassen van de explain regel is afwijking van de GHF-norm toegestaan voor aanvragers met een leeftijd tot 35 jaar, die afgestudeerd zijn in een bepaalde specifieke studierichting aan het MBO, HBO of WO. Hieronder wordt aangegeven hoe Rabobank de percentages inkomensgroei voor deze groep aanvragers heeft verdeeld: MBO HBO WO t/m 25 jaar 20% 20% 20% t/m 30 jaar 15% 10% 20% t/m 35 jaar 0% 0% 5% Deze verdeling is gebaseerd op cijfers van het CBS, waaruit blijkt dat afgestudeerden van deze studierichtingen in de eerste vijf jaar na het afstuderen een significant hoger dan gemiddelde inkomensstijging laten zien het gemiddelde salaris van een afgestudeerde aan het hoger onderwijs ligt vijf jaar na afstuderen 84% hoger dan zijn startsalaris direct na afstuderen. De AFM heeft de data van het CBS, die ten grondslag liggen aan deze explain, van Rabobank ontvangen en bestudeerd. Hieruit blijkt dat de gemiddelde salarisstijging van 84% slechts geldt voor afgestudeerden aan het HBO of WO, maar niet geldt voor afgestudeerden aan het MBO. De AFM heeft dit tevens nagevraagd bij het CBS, die bevestigd heeft dat het MBO niet meegenomen is in deze data. De AFM is derhalve van oordeel dat de toepassing van deze explain voor afgestudeerden aan het MBO kan leiden tot het aangaan van overeenkomsten die niet verantwoord zijn voor de consument. Onduidelijkheid pas afgestudeerd Uit de acceptatiecriteria van Rabobank Nederland, ten aanzien van de verhoging van toetsinkomen voor aanvrager(s) met een leeftijd tot 35 jaar, valt niet te achterhalen of rekening wordt gehouden met de vraag of de consument pas afgestudeerd is of niet. Uit de acceptatiecriteria blijkt wel dat de adviseur rekening moet houden met leeftijd, opleidingsrichting en diploma van de aanvrager, maar onduidelijk is of de adviseur ook rekening houdt met het moment van afstuderen. De cijfers van het CBS hebben betrekking op de toename van het gemiddelde salaris direct na afstuderen. Indien er voor deze explain gekozen wordt bij een kredietaanvraag van een consument die niet pas afgestudeerd is, kan dit leiden tot het aangaan van een overeenkomst die niet verantwoord is voor de betreffende consument. Gelet hierop is de AFM van oordeel dat de acceptatiecriteria van Rabobank Nederland niet gericht zijn op het voorkomen van overkreditering van de consument.

11 Pagina 11 van Overtredingen van artikel 4:34 Wft per dossier Dossier Rabobank Bergeijk Verwezen wordt naar paragraaf voor een uitgebreide weergave van de bevindingen van de AFM in dit dossier. Dossier Rabobank Bergeijk Los van de bijzondere omstandigheden die speelden in dit dossier - klanten komen net uit de schuldsanering, hebben nog een BKR schuld openstaan en het overeengekomen hypothecair krediet wijkt af van de GHF-norm - is er door Rabobank Bergeijk onvoldoende cijfermatig aangetoond waarom de hoogte van het hypothecair krediet voor deze consument verantwoord is. De inkomensstijging, waarop Rabobank Bergeijk deels de financiële positie van de consument baseert, is naar het oordeel van de AFM te onzeker en onduidelijk. Rabobank Bergeijk stelt dat de leidinggevende van de heer schriftelijk aan hem heeft bevestigd dat hem de kans gegund wordt om door te groeien naar een leidinggevende functie, maar dat ze hem nog niets kunnen toezeggen. De AFM is van oordeel dat gezien het onzekere karakter van de toekomstige carrièrestap van de consument Rabobank Bergeijk dit niet kan meewegen bij de vaststelling van de financiële positie van de consument. Daarnaast is uit de beschikbare informatie ook niet duidelijk welke gevolgen deze carrièrestap zou kunnen hebben voor de financiële positie van de consument. Dossier Rabobank Bergeijk Rabobank Bergeijk stelt dat de overschrijding van de GHF-norm gerechtvaardigd is op basis van het toekomstig eigen vermogen van de consument. Rabobank doelt hiermee op de bouwkavels waarvan de consument medeeigenaar is en die mogelijk in de toekomst verkocht zullen worden. De AFM is van oordeel dat nu niet duidelijk is wanneer de bouwkavels verkocht zullen worden, Rabobank Bergeijk dit niet kan meewegen bij de vaststelling van de financiële positie van de consument. Daarnaast is uit de beschikbare informatie ook niet duidelijk wat een mogelijke verkoop van de bouwkavels voor de consument financieel gezien zal opleveren. Voorts stelt Rabobank Bergeijk dat de consument in de nieuwe situatie lagere woonlasten heeft. Rabobank Bergeijk vergelijkt hierbij de werkelijke lasten van de oude en de werkelijke lasten van de nieuwe financiering. De AFM is van mening dat Rabobank Bergeijk hiermee voorbij gaat aan één van de bouwstenen die van belang zijn bij het vaststellen of de woonlast voor de consument verantwoord is, namelijk het creëren van extra financiële ruimte (de zogenaamde buffer ) voor persoonlijk onvermijdbare uitgaven, onvoorziene omstandigheden en renteschommelingen gedurende de looptijd van het krediet. De AFM is van oordeel dat het toetsen op de werkelijke woonlasten, zonder rekening te houden met extra financiële ruimte voor onvoorziene omstandigheden, geen adequaat criterium is op basis waarvan kan worden bepaald of het verantwoord is om krediet te verstrekken boven de GHF-norm. Nu Rabobank Bergeijk deze buffer niet meeneemt bij het vaststellen of de woonlast voor de consument verantwoord is, heeft Rabobank Bergeijk naar de mening van de AFM onvoldoende beoordeeld of het aangaan van de overeenkomst met het oog op overkreditering verantwoord is. Dossier Rabobank De Leijstroom Rabobank De Leijstroom stelt dat op basis van het diploma en toekomstperspectief rekening kan worden gehouden met toekomstige inkomensstijgingen van de consument. Voor de overwegingen en het oordeel van de AFM ten aanzien van het hanteren van de explain Verhoging toetsinkomen voor aanvrager(s) met een leeftijd tot 35 jaar, verwijst de AFM naar paragraaf 3.2.2, waarin aangegeven wordt waarom de AFM van mening is dat het hanteren

12 Pagina 12 van 23 van deze explain kan leiden tot het aangaan van een kredietovereenkomst die onverantwoord is met het oog op overkreditering. Voorts stelt Rabobank De Leijstroom dat de consument in de offerte er op gewezen is dat de woonlast hoger is dan de GHF-norm. Voor zover Rabobank De Leijstroom hiermee doelt op het gegeven dat het geadviseerde hypothecair krediet mede gebaseerd is op de financiële positie van de consument, verwijst de AFM naar haar oordeel dat het toetsen op de werkelijke woonlasten, zonder rekening te houden met extra financiële ruimte voor onvoorziene omstandigheden, geen adequaat criterium is op basis waarvan kan worden bepaald of het verantwoord is om krediet te verstrekken boven de GHF-norm. Nu Rabobank De Leijstroom deze buffer niet meeneemt bij het vaststellen of de woonlast voor de consument verantwoord is, heeft Rabobank Bergeijk naar de mening van de AFM onvoldoende beoordeeld of het aangaan van de overeenkomst met het oog op overkreditering verantwoord is. Dossier Rabobank De Leijstroom Rabobank De Leijstroom geeft aan het inkomen van deze consument conservatief te hebben vastgesteld door uit te gaan van het gemiddelde resultaat van de onderneming van 3 jaar terwijl op basis van het laatste jaarresultaat de consument binnen de Inkomens/Lasten (I/L) verhouding zou vallen. De AFM is van mening dat, in geval van inkomen uit een eigen onderneming, het toetsinkomen wordt bepaald door de gemiddelde nettowinst van de afgelopen drie kalenderjaren, met als maximum de nettowinst genoten in het laatste kalenderjaar. De AFM stelt op grond van het door de AFM in het dossier aangetroffen formulier Rabobank Inkomensverklaring OiP vast dat ook Rabobank deze wijze van bepalen van het toetsinkomen hanteert. Echter Rabobank heeft kennelijk in onderhavig dossier gekozen om het laatste en hogere jaarresultaat als toetsinkomen te hanteren. De AFM is van mening dat er niet zonder meer vanuit kan worden gegaan dat de onderneming de komende jaren gelijke of betere jaarresultaten zal behalen. Door een toetsinkomen te hanteren dat uitgaat van het gemiddelde van de afgelopen drie jaren wordt rekening gehouden met de wisselingen in de jaarresultaten die een onderneming kan hebben. Dit biedt de nodige waarborgen dat ook in tijden dat de jaarresultaten minder zijn, de hypothecaire last van de consument betaalbaar blijft. Het criterium dat de Rabobank in haar reactie aanvoert, dat gerekend kan worden op basis van enkel het laatste hogere jaarresultaat draagt, houdt geen rekening met de reële mogelijkheid van toekomstige mindere jaarresultaten en draagt daarmee niet bij aan de betaalbaarheid en daarmee het verantwoord zijn van een hypothecair krediet. De AFM is derhalve van mening dat in onderhavig dossier geen adequate beoordeling van de financiële positie van de consument door Rabobank is verricht, waardoor tevens onvoldoende beoordeeld is of het aangaan van de overeenkomst met het oog op overkreditering verantwoord is. Dossier Rabobank De Leijstroom Rabobank De Leijstroom stelt ten aanzien van de financiële positie van de consument dat er in onderhavig geval sprake is van eigen vermogen. Rabobank wijst hiermee op het eigen vermogen van de onderneming. De AFM is van oordeel dat de aanwezigheid van ondernemingsvermogen niet de nodige waarborg biedt voor de betaalbaarheid en daarmee het verantwoord zijn van een hypothecair krediet voor de consument. Het vermogen van de onderneming betreft namelijk geen vrij beschikbaar vermogen. Dit betekent onder andere dat het vermogen van een onderneming niet als vermogen van de vennoten van de onderneming d.w.z. de consumenten in kwestie kan worden aangemerkt. Daarom kan dit ondernemingsvermogen niet in mindering worden gebracht op het hypothecaire krediet. De AFM is derhalve van mening dat in onderhavig dossier geen adequate beoordeling van de financiële positie van de consument door Rabobank is verricht, waardoor onvoldoende beoordeeld is of het aangaan van de overeenkomst met het oog op overkreditering verantwoord is.

13 Pagina 13 van 23 Daarnaast merkt Rabobank De Leijstroom op dat het inkomen van deze consument conservatief is vastgesteld door uit te gaan van het gemiddelde resultaat van de onderneming van 3 jaar, terwijl op basis van het laatste jaarresultaat de consument binnen de Inkomens/Lasten (I/L) verhouding zou vallen. Ten aanzien van dit punt verwijst de AFM naar haar oordeel zoals verwoord bij de bespreking van bovenstaand dossier Dossier Rabobank De Leijstroom Rabobank De Leijstroom stelt dat er geen onderbouwing is van het toekomstige inkomen maar dat de klant in de offerte wel gewezen is op het feit dat de woonlast hoger is dan de GHF-code voorschrijft. Bovendien zijn er bij de aankoop van de woning door de klant eigen middelen ingebracht van , - De AFM merkt hieromtrent het volgende op. Het toetsen op de werkelijke woonlasten, zonder rekening te houden met extra financiële ruimte voor onvoorziene omstandigheden, is geen adequaat criterium op basis waarvan kan worden bepaald of het verantwoord is om krediet te verstrekken boven de GHF-norm. Nu Rabobank De Leijstroom deze buffer niet meeneemt bij het vaststellen of de woonlast voor de consument verantwoord is, heeft Rabobank De Leijstroom naar de mening van de AFM onvoldoende beoordeeld of het aangaan van de overeenkomst met het oog op overkreditering verantwoord is. Dossier Rabobank De Kempen West Rabobank De Kempen West stelt dat op basis van het diploma en toekomstperspectief rekening kan worden gehouden met toekomstige inkomensstijgingen van de consument. Voor de overwegingen en het oordeel van de AFM ten aanzien van het hanteren van de explain Verhoging toetsinkomen voor aanvrager(s) met een leeftijd tot 35 jaar, verwijst de AFM naar paragraaf 3.2.2, waarin aangegeven wordt waarom de AFM van mening is dat het hanteren van deze explain kan leiden tot het aangaan van een kredietovereenkomst die onverantwoord is met het oog op overkreditering. Dossier Rabobank Graafschap Noord Rabobank Graafschap Noord stelt dat in een later stadium een werkgeversverklaring met een inkomensspecificatie van ,00 is overgelegd, gedateerd op 17 augustus Deze werkgeversverklaring geeft ruimere financieringsmogelijkheden. Het in de offerte vastgelegde advies is uitgebracht op 27 april Uit de nieuwe werkgeversverklaring blijkt volgens Rabobank dat de consument per 17 augustus 2009 een bruto jaarinkomen heeft van , -. De AFM merkt hieromtrent het volgende op. Naast het gegeven dat dit nieuwe inkomen eveneens onvoldoende is voor de financiering van een hypotheek van , -, stond deze inkomensstijging, op het moment van advisering d.d. 27 april 2009, nog niet vast. Derhalve kon en mocht in het advies hiermee geen rekening worden gehouden. Voorts stelt Rabobank Graafschap Noord dat op basis van het diploma en toekomstperspectief rekening kan worden gehouden met toekomstige inkomensstijgingen van de consument. Voor de overwegingen en het oordeel van de AFM ten aanzien van het hanteren van de explain Verhoging toetsinkomen voor aanvrager(s) met een leeftijd tot 35 jaar, verwijst de AFM naar paragraaf 3.2.2, waarin aangegeven wordt waarom de AFM van mening is dat het hanteren van deze explain kan leiden tot het aangaan van een kredietovereenkomst dat onverantwoord is met het oog op overkreditering. Dossier Rabobank Peel Noord Rabobank Peel Noord stelt dat op basis van het diploma en toekomstperspectief rekening kan worden gehouden met toekomstige inkomensstijgingen van de consument. Voor de overwegingen en het oordeel van de AFM ten

14 Pagina 14 van 23 aanzien van het hanteren van de explain Verhoging toetsinkomen voor aanvrager(s) met een leeftijd tot 35 jaar, verwijst de AFM naar paragraaf 3.2.2, waarin aangegeven wordt waarom de AFM van mening is dat het hanteren van deze explain kan leiden tot het aangaan van een kredietovereenkomst dat onverantwoord is met het oog op overkreditering. Rabobank Peel Noord merkt voorts het volgende op: Daarnaast heeft de KC [Kredietcommissie, toevoeging AFM] in haar oordeel laten meewegen dat de heer een duurzame relatie heeft en er het voornemen bestaat dat hij in de nabije toekomst gaat samenwonen. De gevraagde financiering zal dan enerzijds met de verwachte inkomensstijging en anderzijds met het gezamenlijk inkomen binnen de inkomsten/lasten norm vallen. De AFM is van oordeel dat Rabobank het bovengenoemde niet mee kan nemen bij de vaststelling van de financiële positie van de consument aangezien het voornemen tot samenwonen een onzekerheid betreft. Daarnaast is uit de beschikbare informatie ook niet duidelijk welke gevolgen het samenwonen zou kunnen hebben voor de financiële positie van de consument. Dossier Rabobank Peel Noord Bij het bepalen van het inkomen van de heer gaat Rabobank Peel Noord uit van de inkomensverklaring bedrijven van Rabobank zelf. Volgens Rabobank is de overschrijding van de norm geoorloofd omdat de consument uit de exploitatie van zijn bedrijf de extra financieringslasten privé kan opbrengen ( Volgens is de overschrijding geoorloofd. Volgens hem kan de ondernemer uit de exploitatie van zijn bedrijf de extra financieringslasten privé netjes opbrengen. Zie ook analyse fin opgemaakt door en als bijlage voor KC meegestuurd ). Uit het document Toelichting Financieringsaanvraag, dat door de AFM is aangetroffen in het dossier, maakt de AFM onder andere op dat door de behandelende adviseur (de heer ) een bancair aansprakelijk vermogen van 27% is berekend. Hieruit blijkt naar het oordeel van de AFM echter niet dat de consument uit de exploitatie van zijn bedrijf de extra financieringslasten privé kan opbrengen. Dossier Rabobank Peel Noord Rabobank Peel Noord stelt in dit dossier dat de overschrijding geoorloofd is omdat de consument de werkelijke lasten kan dragen ( Ik weet dat je formeel gezien geen rekening mag houden met de werkelijke lasten maar om een goed oordeel te kunnen geven heb ik deze toch opgenomen. De werkelijke lasten bedragen per jaar basis ,00 en dat is lager dan de toegestane lasten ad ,48 ). De AFM merkt hieromtrent het volgende op. Het toetsen op de werkelijke woonlasten, zonder rekening te houden met extra financiële ruimte voor onvoorziene omstandigheden, is geen adequaat criterium op basis waarvan kan worden bepaald of het verantwoord is om krediet te verstrekken boven de GHF-norm. Nu Rabobank Peel Noord deze buffer niet meeneemt bij het vaststellen of de woonlast voor de consument verantwoord is, heeft Rabobank Peel Noord naar de mening van de AFM onvoldoende beoordeeld of het aangaan van de overeenkomst met het oog op overkreditering verantwoord is. Dossier en Dossier Rabobank Peel Noord Rabobank Peel Noord stelt dat op basis van het diploma en toekomstperspectief rekening kan worden gehouden met toekomstige inkomensstijgingen van de consument. Voor de overwegingen en het oordeel van de AFM ten aanzien van het hanteren van de explain Verhoging toetsinkomen voor aanvrager(s) met een leeftijd tot 35 jaar, verwijst de AFM naar paragraaf 3.2.2, waarin aangegeven wordt waarom de AFM van mening is dat het hanteren van deze explain kan leiden tot het aangaan van een kredietovereenkomst dat onverantwoord is met het oog op overkreditering.

15 Pagina 15 van Conclusie Rabobank Nederland heeft in ieder van de 14 onderzochte dossiers voldoende informatie ingewonnen met betrekking tot de financiële positie van de klant, maar heeft naar het oordeel van de AFM onvoldoende beoordeeld of het aangaan van de kredietovereenkomst met het oog op overkreditering verantwoord is. De AFM heeft in haar rapport Kwaliteit advies en transparantie bij hypotheken aangegeven dat een cijfermatige onderbouwing noodzakelijk is wanneer de woonlast volgens toetsing van de GHF-norm niet meer passend is. In geen van de 14 dossiers is een cijfermatige onderbouwing aangetroffen op basis waarvan kan worden geconcludeerd dat het hypothecaire krediet verantwoord is. Rabobank heeft derhalve in geen van bovenstaande dossiers aannemelijk gemaakt dat, ondanks de overschrijding, er toch sprake was van een verantwoorde woonlast. Rabobank heeft hiermee onvoldoende beoordeeld of het aangaan van de overeenkomst met het oog op overkreditering verantwoord is en heeft in geen van de onderzochte dossiers een valide uitleg ( explain ) gegeven, die cijfermatig is onderbouwd, waardoor een overschrijding gerechtvaardigd zou zijn. Waar Rabobank Nederland in bovengenoemde dossiers de explain ten aanzien van de Verhoging toetsinkomen voor aanvrager(s) met een leeftijd tot 35 jaar heeft toegepast, verwijst de AFM naar paragraaf waarin uiteengezet wordt waarom naar het oordeel van de AFM deze explain niet voldoet aan de eisen voor het afwijken van de GHF-code. Met het voorgaande heeft Rabobank naar de mening van de AFM artikel 4:34, eerste lid, Wft overtreden. Door onvoldoende te beoordelen of het aangaan van de overeenkomst met het oog op overkreditering verantwoord is, is Rabobank Nederland kredietovereenkomsten aangegaan die, met het oog op overkreditering van de consument, onverantwoord waren. Verwezen wordt naar de tabel als opgenomen in de aanhef van paragraaf 3.2. Hiermee heeft Rabobank Nederland naar de mening van de AFM artikel 4:34, tweede lid, Wft overtreden. 3.3 Zienswijze Rabobank Nederland Rabobank Nederland heeft in haar mondelinge zienswijze, en bijbehorende schriftelijke zienswijze, onder meer het volgende naar voren gebracht: Algemene opmerkingen Rabobank benadrukt haar goede positie in de hypothekenmarkt, in vergelijking met haar concurrenten, ten aanzien van het adviseren en aanbieden van hypothecair krediet. Het opleggen en publiceren van boetes geeft een verkeerd signaal af. Rabobank erkent dat er verbeterpunten zijn, maar acht het instrument van de boete niet passend. In september en november 2008 heeft Rabobank met de AFM overleg gevoerd over de voorgenomen explain mogelijkheden. Hierbij is de indruk bij Rabobank ontstaan dat de AFM geen bezwaren had tegen de explain zoals die nu in het onderzoeksrapport centraal worden gesteld. Het voornemen tot opleggen van een boete hiervoor kwam derhalve als een onaangename verrassing. Rabobank heeft in haar mondelinge toelichting op haar zienswijze aangegeven geen expliciet beroep te doen op het vertrouwensbeginsel. Ten aanzien van de vermeende overtreding van artikel 4:34 Wft

16 Pagina 16 van 23 Uit elk dossier blijkt dat Rabobank nadere informatie heeft ingewonnen over het inkomen, eigen vermogen en uitgavenpatroon van de klant. Rabobank is op basis van deze informatie terecht tot de conclusie gekomen dat het toepassen van de explain verantwoord is. Het oordeel van de AFM ten aanzien van de dossiers , en volgt Rabobank daarom niet. Ten aanzien van twee dossiers, en , is Rabobank van mening dat er sprake is van een minimale overschrijding van de GHF-norm, waarbij een zware sanctie als een bestuurlijke boete niet proportioneel is. Ten aanzien van twee andere dossiers, en , is Rabobank van mening dat het afwijken van de GHF-norm gerechtvaardigd was, aangezien er sprake was van bijzondere omstandigheden, waar de AFM geen aandacht aan heeft besteed. Bovendien heeft Rabobank voldoende inzicht verkregen in de financiële positie van de klant. Subsidiaire overwegingen De AFM handelt in strijd met het evenredigheidsbeginsel omdat er sprake is van een onredelijke cumulatie van sancties indien de AFM zowel een boete zou opleggen voor de acceptatiecriteria genoemd in de explain als voor de toepassing van de explain in de individuele dossiers. Publicatie van de boetes van artikel 115 BGfo en artikel 4:23 Wft zal tot onnodige reputatieschade leiden. Er is in de pers veel aandacht voor financiële ondernemingen die de belangen van de klant niet centraal plaatsten. Rabobank wenst zich met nadruk van deze partijen en praktijken te distantiëren en verzoekt daarom de AFM om er voor te zorgen dat de boetebesluiten niet, of op een zo genuanceerd mogelijke wijze, gepubliceerd worden. Rabobank verzoekt de AFM om in haar boetebesluit de belangrijkste overwegingen uit deze zienswijze te citeren, zodat de argumenten van de AFM en het verweer van Rabobank op evenredige wijze worden gepresenteerd. Voorts verzoekt Rabobank dat zij de mogelijkheid krijgt voorafgaand aan publicatie inhoudelijk te reageren op de concepttekst voor het persbericht over de boetes Reactie AFM op de zienswijze van Rabobank Nederland Algemene opmerkingen Rabobank Nederland beklaagt zich over het feit dat de AFM niet gekozen heeft voor een minder zware maatregel. De AFM benadrukt dat overtreding van regels ter voorkoming van overkreditering door de wetgever, gelet op het toepasselijke boetetarief, als ernstig gekwalificeerd wordt, zodat inzet van een bestuurlijke boete in beginsel geboden kan zijn. In casu is, gelet op de aard en ernst van de overtreding, gekozen voor het opleggen van een bestuurlijke boete, conform het handhavingsbeleid van de AFM. Ten aanzien van de overtreding van artikel 4:34 Wft De AFM volgt de stelling dat Rabobank Nederland in ieder van de 14 onderzochte dossiers voldoende informatie heeft ingewonnen ten aanzien van de financiële positie van de klant. Rabobank Nederland heeft echter naar de mening van de AFM onvoldoende beoordeeld, door onvoldoende cijfermatig aan te tonen, of het aangaan van de kredietovereenkomst met het oog op overkreditering verantwoord is. Dat Rabobank Nederland het toepassen van de explain Verhoging toetsinkomen voor aanvrager(s) met een leeftijd tot 35 jaar verantwoord achtte doet hier niet aan af. Naar de mening van de AFM beoordeelt Rabobank Nederland aan de hand van deze explain onvoldoende of het aangaan van de kredietovereenkomst, met het oog op overkreditering van de consument, verantwoord is. Verwezen wordt naar paragraaf voor een uitgebreide toelichting hierop.

17 Pagina 17 van 23 Het gegeven dat er sprake is van een minimale overschrijding van de GHF-norm in de dossiers en , is volgens de AFM in dit geval niet van belang bij het vaststellen van de overtreding van artikel 4:34 Wft. Een overschrijding van de GHF-norm hoeft immers niet per se onverantwoord te zijn voor de klant, mits dit afdoende cijfermatig is onderbouwd. 15 Het gaat derhalve om de vraag of, indien er sprake is van overschrijding van de GHF-norm, dit voldoende cijfermatig is onderbouwd zodat de kredietaanbieder kan beoordelen, ter voorkoming van overkreditering, of het aangaan van de kredietovereenkomst verantwoord is voor de betreffende consument, zoals neergelegd in artikel 4:34, eerste lid, Wft. Ten aanzien van de dossiers en meent Rabobank Nederland dat zij terecht kon afwijken van de GHF-norm gelet op de bijzondere omstandigheden die er in dit dossier speelden, waar de AFM volgens Rabobank Nederland geen rekening mee zou hebben gehouden. De AFM volgt deze stelling niet. De AFM gaat in haar onderzoek in op de bijzondere omstandigheden ten aanzien van deze twee genoemde dossiers, voor zover dit relevant is voor de beoordeling van de onderbouwing van Rabobank Nederland ten aanzien van het aangaan van de kredietovereenkomst. Zo stelt de AFM bijvoorbeeld in het dossier dat nu niet duidelijk is wanneer de bouwkavels verkocht worden en wat dit zal opleveren, Rabobank Nederland deze onzekere factor niet kan meenemen als eigen vermogen bij de vaststelling van de financiële positie van de klant. Verwezen wordt naar paragraaf voor een toelichting op dossier niveau. Ten aanzien van de subsidiaire overwegingen De AFM handelt volgens Rabobank Nederland in strijd met het evenredigheidsbeginsel omdat er sprake is van een onredelijke cumulatie van sancties ten aanzien van de acceptatiecriteria genoemd in de explain (artikel 115 BGfo) en de toepassing van de explain in de individuele dossiers (artikel 4:34 Wft). De AFM volgt deze stelling niet en merkt hieromtrent het volgende op. Wanneer een consument teveel krediet heeft ontvangen is er door de kredietaanbieder een materiële norm overschreden: de aanbieder heeft de kredietovereenkomst afgesloten terwijl dit onverantwoord was. Die materiële norm is neergelegd in artikel 4:34, tweede lid, Wft. Naast die materiële norm heeft de wetgever met betrekking tot overkreditering een andere materiële norm opgenomen in artikel 4:34, eerste lid, Wft. Ter uitwerking van artikel 4:34, eerste en tweede lid, Wft dient de aanbieder ingevolge artikel 115 BGfo criteria vast te leggen die hij ten grondslag legt aan de kredietbeoordeling, en dient hij deze criteria toe te passen. De AFM is derhalve van mening dat hier sprake is van drie verschillende normen en derhalve drie verschillende overtredingen. Artikel 115 BGfo biedt een formeel kader ter uitvoering van de materiële normen zoals neergelegd in artikel 4:34, eerste en tweede lid, Wft. Van een onredelijke cumulatie van sancties is derhalve naar de mening van de AFM geenszins sprake. Rabobank voert aan dat publicatie van de boetes tot onnodige reputatieschade zal leiden. De AFM wijst hieromtrent op het oordeel van de voorzieningenrechter uit eerdere voorlopige voorzieningen 16 dat met betrekking 15 AFM-rapport Kwaliteit advies en transparantie bij hypotheken, blz. 43: Als de financiering niet past binnen de CHF-norm hoeft dat niet per definitie te betekenen dat verstrekking van het hypothecaire krediet onverantwoord is. De norm is gebaseerd op gemiddelde huishoudens. De situatie van de consument kan afwijken van de gemiddelde situatie. De financiële dienstverlener kan bij overschrijding van het normbedrag aan de hand van de specifieke omstandigheden bepalen of de financiering toch verantwoord is. Er kunnen goede redenen zijn om van de norm af te wijken. De Gedragscode kent een mogelijkheid om onder omstandigheden af te wijken van de CHF-norm. De aan deze overschrijding ten grondslag liggende motivering zal hierbij door de financiële dienstverlener moeten worden vastgelegd. [onderstreping AFM] 16 Zie bijvoorbeeld LJN BK3958, 12 november 2009.

18 Pagina 18 van 23 tot publicatie geen plaats is voor een afzonderlijke evenredigheidstoetsing - op grond van artikel 3:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) - en dat de vrees voor reputatieschade geen zelfstandige grond oplevert om de publicatie te schorsen. De AFM kan uitsluitend van publicatie van de boetes afzien indien er sprake is van strijdigheid met het doel van het door de toezichthouder uit te oefenen toezicht op de naleving van de Wft. Van een dergelijke strijdigheid is bij mogelijke reputatieschade geen sprake. Rabobank verzoekt de AFM om de belangrijkste overwegingen uit haar zienswijze te citeren in het boetebesluit. De AFM merkt hieromtrent op dat de zienswijze altijd wordt meegenomen in het boetebesluit om zodoende op gelijke wijze de standpunten van beide partijen weer te geven. Voorts verzoekt Rabobank om de mogelijkheid te krijgen inhoudelijk te reageren op de publicatietekst van de boetes. De AFM merkt op dat, indien Rabobank zich niet kan vinden in de publicatietekst, zij een voorlopige voorziening kan aanvragen bij de Rechtbank Rotterdam. Daarnaast kan Rabobank, binnen 3 werkdagen na bekendmaking van het besluit, aan de AFM kenbaar maken dat er naar haar mening nog vertrouwelijke tekst in de openbare versie van het besluit staat, die geschoond zou moeten worden. Op grond van het voorgaande komt de AFM tot de conclusie dat de zienswijze van Rabobank Nederland als opgenomen in deze paragraaf niet tot een ander oordeel kan leiden dan dat er sprake is van een overtreding van artikel 4:34 Wft, als geconstateerd in paragraaf 3.2 van dit besluit. 3.4 Hoogte van de bestuurlijke boetes Rabobank Nederland heeft per van 25 juni 2010 aan de AFM kenbaar gemaakt dat haar eigen vermogen ,- en haar balanstotaal ,- bedraagt. Hieruit volgt dat, op grond van artikel 7, aanhef en onderdeel e, onder 2, Besluit boetes Wft draagkrachtfactor 5 op Rabobank Nederland van toepassing is. De in de wet voorziene hoogte van de op te leggen boetes, bij toepassing van draagkrachtfactor 5, bedraagt 5.000, - voor overtreding van artikel 4:34, eerste lid, Wft en 5.000,- voor overtreding van artikel 4:34, tweede lid, Wft. De AFM ziet geen aanleiding om de boetes te matigen wegens verminderde ernst van de overtreding dan wel verminderde verwijtbaarheid van de overtreder. Rabobank Nederland heeft voorts geen beroep gedaan op matiging wegens beperkte financiële draagkracht. Gelet op het bovenstaande ziet de AFM geen redenen om de boetes te matigen. 4. Besluit 4.1 Besluit tot boeteoplegging Op grond van het vorenstaande besluit de AFM om op basis van artikel 1:80, eerste lid, Wft aan Rabobank Nederland een bestuurlijke boete op te leggen wegens overtreding van artikel 4:34, eerste lid, Wft en wegens overtreding van artikel 4:34, tweede lid, Wft, in de periode van januari 2009 tot augustus Voor deze overtredingen geldt op grond van artikel 1:81, eerste lid, Wft juncto de artikelen 2 en 3 van het Besluit boetes Wft, een boetetarief van 1.000,-.

19 Pagina 19 van 23 In artikel 6, eerste lid, Besluit boetes Wft is bepaald dat de hoogte van een boete die wordt opgelegd aan een persoon die behoort tot een van de in dat artikellid genoemde categorieën, mede afhankelijk is van diens draagkracht. Artikel 6, tweede lid, bepaalt dat de draagkracht in de hoogte van de boete tot uiting komt door het boetebedrag te vermenigvuldigen met de op grond van artikel 7 Besluit boetes Wft toepasselijke draagkrachtfactor (factor l tot 5). Rabobank Nederland is aan te merken als persoon bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel a. Deze factor is voor Rabobank Nederland, als kredietinstelling, afhankelijk van het balanstotaal. Rabobank Nederland heeft in haar van 25 juni 2010 aan de AFM kenbaar gemaakt dat het balanstotaal ,- bedraagt. Op grond van artikel 7, aanhef en onderdeel e, onder 2, Besluit boetes Wft is in dat geval de draagkrachtfactor 5. De boete voor overtreding van artikel 4:34, eerste lid, Wft bedraagt op grond van het vorenstaande 5.000, -. De boete voor overtreding van artikel 4:34, tweede lid, Wft bedraagt eveneens 5.000, -. De totale hoogte van de boetes bedraagt derhalve , -. De bestuurlijke boetes van in totaal , - dienen te worden betaald door overschrijving van dit bedrag op de bankrekening van de AFM met nummer bij te Amsterdam, onder vermelding van factuurnummer Voor dit bedrag zal geen afzonderlijke factuur worden verzonden. Ingevolge artikel 1:85, eerste lid, Wft dienen de boetes te worden betaald binnen zes weken na de inwerkingtreding van dit besluit. Het besluit treedt op grond van artikel 3:40 juncto 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in werking op de dag van toezending daarvan. Ingevolge artikel 1:85, tweede lid, Wft wordt door het aantekenen van bezwaar of beroep tegen de beschikking de verplichting tot betaling van de boetes geschorst. De schorsing geldt totdat de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist. Indien de boetes niet worden betaald binnen zes weken na de inwerkingtreding van deze beschikking is wettelijke rente verschuldigd. Deze wordt berekend vanaf de dag na het verstrijken van laatstgenoemde termijn. 4.2 Besluit tot openbaarmaking van de boetes Artikel 1:98 Wft verplicht de AFM om een besluit tot het opleggen van een boete te openbaren nadat dit besluit rechtens onaantastbaar is geworden. Met de verplichting tot openbaarmaking van bestuurlijke boetes door de AFM beoogt de wetgever de deelnemers op de financiële markten te waarschuwen in het belang van de ordelijke en transparante financiëlemarktprocessen, zuivere verhoudingen tussen marktpartijen en de zorgvuldige behandeling van cliënten 17. Dit is in lijn met de doelen die de inmiddels vervallen sectorale toezichtwetten beoogden te dienen. De AFM kan op grond van artikel 1:98 Wft slechts afzien van openbaarmaking van het besluit, indien openbaarmaking in strijd is of zou kunnen komen met het doel van het door de AFM uit te oefenen toezicht op de naleving van deze wet. 17 Vergelijk PG 29708, nr. 19, p , p , nr. 20, p. 30 en nr. 39, p

20 Pagina 20 van 23 Van dat laatste is naar het oordeel van de AFM geen sprake, zodat niet van openbaarmaking kan worden afgezien. Het belang van Rabobank Nederland kan in dit verband niet tot een andere uitkomst leiden. Immers, dat argument heeft geen betrekking op de vraag of openbaarmaking van het besluit in strijd is of zou kunnen komen met het doel van het door de AFM uit te oefenen toezicht op de naleving van de Wft. De openbaarmaking van de boetes zal plaatsvinden door de volledige tekst van het boetebesluit (met uitzondering van vertrouwelijke informatie) op de website van de AFM te publiceren, onder begeleiding van een persbericht met de kern van het boetebesluit. Ook wordt een bericht over de boetes opgenomen in de periodieke AFMnieuwsbrief. De AFM kan daarnaast het besluit publiceren door middel van een advertentie in een of meer landelijke dagbladen. Nadat dit boetebesluit rechtens onaantastbaar is geworden zal de AFM Rabobank Nederland nader informeren over de wijze en het tijdstip waarop publicatie zal plaatsvinden. 5. Rechtsgangverwijzing Iedere belanghebbende kan tegen deze beschikking bezwaar maken door binnen zes weken na bekendmaking daarvan een bezwaarschrift in te dienen bij de AFM, t.a.v. Juridische Zaken, Postbus 11723, 1001 GS, Amsterdam. Een bezwaarschrift kan ook per fax (alleen naar faxnummer ), per (alleen naar e- mailadres of door middel van het formulier op de website van de AFM ( worden ingediend. Aan deze elektronische wijze van verzending stelt de AFM nadere eisen die op haar website worden toegelicht. Dat een bezwaarschrift niet aan andere AFM faxnummers of AFM e- mailadressen wordt verzonden dan de hier genoemde, is één van die eisen. De AFM zal het bezwaarschrift alleen inhoudelijk in behandeling nemen als aan bedoelde eisen is voldaan. Hoogachtend, Autoriteit Financiële Markten Was getekend Assistent boetefunctionaris Directeur

Inzake bovengenoemd onderwerp bericht de Autoriteit Financiële Markten (AFM) u als volgt.

Inzake bovengenoemd onderwerp bericht de Autoriteit Financiële Markten (AFM) u als volgt. AANGETEKEND MBVO Bijlage 2 Openbare versie Rabobank Nederland t.a.v. de voorzitter van de Raad van Bestuur, de heer dr. -----------------, -------------- Postbus 17100 3500 HG UTRECHT Datum 24 september

Nadere informatie

Aflevering 2 - Advies over verantwoorde woonlasten

Aflevering 2 - Advies over verantwoorde woonlasten Aflevering 2 - Advies over verantwoorde woonlasten Het aangaan van een hypothecair krediet is voor consumenten een belangrijke beslissing. De kosten en aflossing van deze lening hebben voor langere termijn

Nadere informatie

Datum 24 september 2010. Ons kenmerk JZ--------------------- Pagina 1 van 18. Kopie aan. E-mail. Betreft

Datum 24 september 2010. Ons kenmerk JZ--------------------- Pagina 1 van 18. Kopie aan. E-mail. Betreft AANGETEKEND MBVO Bijlage 2 Openbare versie Rabobank Nederland t.a.v. de voorzitter van de Raad van Bestuur, de heer dr. --------------------, ---------- Postbus 17100 3500 HG UTRECHT Datum 24 september

Nadere informatie

Datum 18 februari 2011 Ons kenmerk ---------------------- Pagina 1 van 20 Kopie aan ING Bank N.V. E-mail. Betreft

Datum 18 februari 2011 Ons kenmerk ---------------------- Pagina 1 van 20 Kopie aan ING Bank N.V. E-mail. Betreft Bijlage 2 Aangetekend verstuurd OPENBARE VERSIE ING Bank N.V. de heer ------------------------------------------ Postbus 1800 1000 BV AMSTERDAM Datum 18 februari 2011 Pagina 1 van 20 Kopie aan ING Bank

Nadere informatie

Datum 18 februari 2011 Ons kenmerk ---------------------- Pagina 1 van 20 Kopie aan ING Bank N.V. E-mail. Betreft

Datum 18 februari 2011 Ons kenmerk ---------------------- Pagina 1 van 20 Kopie aan ING Bank N.V. E-mail. Betreft Bijlage 2 Aangetekend verstuurd OPE NB A R E V E RSI E ING Bank N.V. de heer ------------------------------------------ Postbus 1800 1000 BV AMSTERDAM Datum 18 februari 2011 Pagina 1 van 20 Kopie aan ING

Nadere informatie

Inzake bovengenoemd onderwerp bericht de Stichting Autoriteit Financiële Markten ( AFM ) u als volgt.

Inzake bovengenoemd onderwerp bericht de Stichting Autoriteit Financiële Markten ( AFM ) u als volgt. Aangetekend verzonden Met bericht van ontvangst Mr. ------------------, advocaat Strikt vertrouwelijk QuaRendum Epe B.V. de directie p/a Sint Antonieweg 10 8161 CG EPE Datum 2 oktober 2009 Pagina 1 van

Nadere informatie

Datum 18 maart Ons kenmerk JZ Pagina 1 van 5. Telefoon

Datum 18 maart Ons kenmerk JZ Pagina 1 van 5. Telefoon Bijlage Openbare versie beslissing op bezwaar Aangetekend met bericht van ontvangst Kristal Advies t.a.v. de heer ---------------- ------------------------------ --------------- UTRECHT Datum 18 maart

Nadere informatie

Samenvatting. Toetskader hypothecaire kredietverlening

Samenvatting. Toetskader hypothecaire kredietverlening Samenvatting Toetskader hypothecaire kredietverlening Toetskader hypothecaire kredietverlening Inleiding De AFM heeft naar aanleiding van de reacties op haar voorstellen in het consultatiedocument Toetskader

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. E.H.C. Vos, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. E.H.C. Vos, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-107 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. E.H.C. Vos, secretaris) Klacht ontvangen op : 14 december 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Inzake bovengenoemd onderwerp bericht de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) u als volgt.

Inzake bovengenoemd onderwerp bericht de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) u als volgt. Bijlage 1: geschoonde versie boetebesluit Openbare versie ------------------- De heer ----------------- ------------------- Postbus -------- --------------------------------- Datum 8 april 2010 Pagina

Nadere informatie

Datum 17 september Ons kenmerk JZ Pagina 1 van 7 Kopie aan Nauta Dutilh, mr. S.M.C. Nuyten

Datum 17 september Ons kenmerk JZ Pagina 1 van 7 Kopie aan Nauta Dutilh, mr. S.M.C. Nuyten AANGETEKEND MBVO Bijlage 3 Openbare versie Ernst & Young Accountants LLP De directie Boompjes 258 3011 XZ ROTTERDAM Datum 17 september 2012 - Pagina 1 van 7 Kopie aan Nauta Dutilh, mr. S.M.C. Nuyten Telefoon

Nadere informatie

Oordeel OBB 2011 200.2487

Oordeel OBB 2011 200.2487 Oordeel OBB 2011 200.2487 Bij brief met bijlagen d.d. 17 mei 2010 heeft de gemachtigde van Consument bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening een klacht ingediend tegen Aangeslotene. Deze klacht

Nadere informatie

[..] Datum 28 februari 2012 Ons kenmerk [.] Pagina 1 van 31. Telefoon E-mail. Betreft

[..] Datum 28 februari 2012 Ons kenmerk [.] Pagina 1 van 31. Telefoon E-mail. Betreft Bijlage 2 Openbare versie boetebesluit AANGETEKEND MET ONTVANGSTBEVESTIGING Strikt vertrouwelijk Cormat Finance B.V. [.] [.] [.] Datum 28 februari 2012 Ons kenmerk [.] Pagina 1 van 31 Telefoon E-mail Betreft

Nadere informatie

Mede namens de minister van Wonen, Wijken en Integratie De minister van Financiën,

Mede namens de minister van Wonen, Wijken en Integratie De minister van Financiën, Directie Financiële Markten Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 24 mei 2007 FM 2007-00924 U Onderwerp Vragen van

Nadere informatie

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan:

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan: - 1 - Beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete aan Matrix Asset Management B.V. als bedoeld in artikel 1:80 van de Wet op het financieel toezicht Gelet op artikel 1:80, 1:81, 1:98 en 3:72,

Nadere informatie

De VFN leden nemen jaarlijks deel aan een self assessment waarin de naleving van de code wordt getoetst.

De VFN leden nemen jaarlijks deel aan een self assessment waarin de naleving van de code wordt getoetst. Toelichting bij de VFN Gedragscode per 01-01-2012 Artikel 1, reikwijdte Dit artikel beoogt de reikwijdte van de VFN Gedragscode ten opzichte van de Gedragscode Hypothecaire Financieringen (GHF) vast te

Nadere informatie

Datum 18 februari 2011 Ons kenmerk ----------------------- Pagina 1 van 18 Kopie aan ING Bank N.V. E-mail. Betreft

Datum 18 februari 2011 Ons kenmerk ----------------------- Pagina 1 van 18 Kopie aan ING Bank N.V. E-mail. Betreft Bijlage 2 Aangetekend verstuurd OPENBARE VERSIE ING Bank N.V. t.a.v. de heer ------------------------------------------- Postbus 1800 1000 BV AMSTERDAM Datum 18 februari 2011 Ons kenmerk -----------------------

Nadere informatie

Onderwerp: GC022 tussenbeoordeling klacht; gelegenheid toelichting en overlegging stuken

Onderwerp: GC022 tussenbeoordeling klacht; gelegenheid toelichting en overlegging stuken Per e- mail verzonden aan, op 9 januari 2014 Onderwerp: GC022 tussenbeoordeling klacht; gelegenheid toelichting en overlegging stuken Geachte De Geschillencommissie ( GC ) heeft uw klacht nader beoordeeld

Nadere informatie

de naamloze vennootschap Nationale Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap Nationale Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-246 d.d. 27 augustus 2015 (door mr. C.E. du Perron, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. S.M.J. Korthuis-Becks, leden en mr. F. Faes,

Nadere informatie

Aflevering 4 - Advies over de rentevastperiode

Aflevering 4 - Advies over de rentevastperiode Aflevering 4 - Advies over de rentevastperiode Het aangaan van een hypothecair krediet is voor consumenten een belangrijke beslissing. De kosten en aflossing van deze lening hebben voor langere termijn

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 251 d.d. 4 oktober 2011 (mr. R.J. Paris, voorzitter, mr. J.W.M. Lenting en mr. J.Th. de Wit, leden, mr. E.P.A. Bogers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

AFM legt bestuurlijke boete op aan GMAC Nederland N.V.

AFM legt bestuurlijke boete op aan GMAC Nederland N.V. Terug (url: /nl-nl/professionals/nieuws/2010/aug) AFM legt bestuurlijke boete op aan GMAC Nederland N.V. 31 augustus 2010 Nieuws De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft op 30 oktober 2009 een bestuurlijke

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-459 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. W.H.G.A. Filott mpf en mr. A.M.T. Wigger, leden en mr. C.I.S. Dankelman-de Vogel, secretaris) Klacht

Nadere informatie

Strikt vertrouwelijk Statutaire naam t.a.v. de directie Correspondentieadres / Postbus Correspondetie postcode / Plaats.

Strikt vertrouwelijk Statutaire naam t.a.v. de directie Correspondentieadres / Postbus Correspondetie postcode / Plaats. Strikt vertrouwelijk Statutaire naam t.a.v. de directie Correspondentieadres / Postbus Correspondetie postcode / Plaats Datum 28 maart 2008 Ons kenmerk TT1A-YKe-08021449 Pagina 1 van 4 Betreft Last onder

Nadere informatie

Resultaten onderzoeken AFM bij financieel bemiddelaars 2008

Resultaten onderzoeken AFM bij financieel bemiddelaars 2008 Resultaten onderzoeken AFM bij financieel bemiddelaars 2008 Voorbeelden van tekortschietende adviespraktijken bij hypotheken en beleggingsverzekeringen De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële

Nadere informatie

[..] Datum 28 februari 2012 Ons kenmerk [.] Pagina 1 van 31. Telefoon . Betreft

[..] Datum 28 februari 2012 Ons kenmerk [.] Pagina 1 van 31. Telefoon  . Betreft Bijlage 2 Openbare versie boetebesluit AANGETEKEND MET ONTVANGSTBEVESTIGING Strikt vertrouwelijk Cormat Finance B.V. [.] [.] [.] Datum 28 februari 2012 Ons kenmerk [.] Pagina 1 van 31 Telefoon E-mail Betreft

Nadere informatie

M.J. Blotwijk, advocaat. DSB Bank N.V. de Raad van Bestuur

M.J. Blotwijk, advocaat. DSB Bank N.V. de Raad van Bestuur M.J. Blotwijk, advocaat Per koerier Openbare versie DSB Bank N.. de Raad van Bestuur -------------------- ----------------------- Datum 5 mei 2009 Pagina 1 van 35 Telefoon ------------------ E-mail -----------------------

Nadere informatie

1. Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Tros Radar 1) en het bericht AFM: strenger toezicht op hypotheken 2)?

1. Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Tros Radar 1) en het bericht AFM: strenger toezicht op hypotheken 2)? > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.minfin.nl

Nadere informatie

Aflevering 5 - Advies over oversluiten

Aflevering 5 - Advies over oversluiten Aflevering 5 - Advies over oversluiten Het aangaan van een hypothecair krediet is voor consumenten een belangrijke beslissing. De kosten en aflossing van deze lening hebben voor langere termijn grote invloed

Nadere informatie

Coöperatieve Rabobank Westelijke Mijnstreek U.A., gevestigd te Sittard, hierna te noemen Aangeslotene.

Coöperatieve Rabobank Westelijke Mijnstreek U.A., gevestigd te Sittard, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-05 d.d. 7 januari 2014 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. S.N.W. Karreman, secretaris)

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. T. Boerman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. T. Boerman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-723 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. T. Boerman, secretaris) Klacht ontvangen op : 28 januari 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak (NB) Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-289 d.d. 17 oktober 2012 (mr. R.J. Paris, voorzitter, mr. J.W.H. Offerhaus en mevrouw mr. A.M.T. Wigger, leden en mevrouw mr. F. Faes,

Nadere informatie

Hierna zal de berekening van de compensatie overkreditering worden toegelicht.

Hierna zal de berekening van de compensatie overkreditering worden toegelicht. 1. Inleiding Bij kredietverlening aan particulieren worden normen gehanteerd om te bepalen hoeveel krediet u op basis van uw persoonlijke omstandigheden maximaal verleend mag worden. Indien er meer krediet

Nadere informatie

Hierna worden de belangrijkste stappen in de berekening van uw compensatie overkreditering toegelicht.

Hierna worden de belangrijkste stappen in de berekening van uw compensatie overkreditering toegelicht. Uitwerking compensatieberekening Eerste hypotheek of combi hypotheek Cliënt : Voorbeeld Beoordeling : Eerste hypotheek of combihypotheek Afgesloten in het jaar : 2006 Verstrekt krediet : 200.000,-- De

Nadere informatie

De VFN leden nemen jaarlijks deel aan een self assessment waarin de naleving van de code wordt getoetst.

De VFN leden nemen jaarlijks deel aan een self assessment waarin de naleving van de code wordt getoetst. Toelichting bij de VFN Gedragscode per 01-01-2014 Artikel 1, reikwijdte Dit artikel beoogt de reikwijdte van de VFN Gedragscode ten opzichte van de Gedragscode Hypothecaire Financieringen (GHF) vast te

Nadere informatie

Flavius Assurantiën en Financiën, gevestigd te Nijmegen, hierna te noemen Aangeslotene.

Flavius Assurantiën en Financiën, gevestigd te Nijmegen, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-258 d.d. 4 juli 2014 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mr. J.W.H. Offerhaus, leden en mevrouw mr. M.M.C. Oyen,

Nadere informatie

Inzake bovengenoemd onderwerp bericht de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) u als volgt.

Inzake bovengenoemd onderwerp bericht de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) u als volgt. Bijlage 2 Openbare versie boetebesluit Strikt vertrouwelijk/a A N G E T E K E ND M B V O Spigthoff N.V. De heer mr. G.P. Roth Postbus 75546 1070 AM AMSTERDAM Datum 8 april 2010 Pagina 1 van 11 Telefoon

Nadere informatie

Hierna worden de belangrijkste stappen in de berekening van uw compensatie overkreditering toegelicht.

Hierna worden de belangrijkste stappen in de berekening van uw compensatie overkreditering toegelicht. Uitwerking compensatieberekening Eerste hypotheek of combi hypotheek Cliënt Voorbeeld Beoordeling : Eerste hypotheek Afgesloten in het 2006 Verstrekt krediet 200.000,00 De eerste hypotheek (1H) wordt beoordeeld

Nadere informatie

Het relevante wettelijke kader is opgenomen als een bijlage bij dit besluit.

Het relevante wettelijke kader is opgenomen als een bijlage bij dit besluit. Per fax vooruit, aangetekend met bericht van ontvangst verstuurd ------------------- Mr. -----------------, advocaat Strikt vertrouwelijk Loyens & Loeff N.V. Ter attentie van mevrouw Mr. C.W.M. Lieverse

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-41 d.d. 10 februari 2012 (mevrouw mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mevrouw mr. A.M.T. Wigger, leden en mr. E.P.A. Bogers,

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (R.J. Paris, voorzitter en mr. T.W. Schrijver, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (R.J. Paris, voorzitter en mr. T.W. Schrijver, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-096 (R.J. Paris, voorzitter en mr. T.W. Schrijver, secretaris) Klacht ontvangen op : 15 januari 2018 Ingediend door : Consument Tegen :

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-307 d.d. 31 oktober 2012 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mevrouw mr. J.W.M. Lenting, leden en mevrouw mr. F. Faes, secretaris)

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-681 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Klacht ontvangen op : 13 juli 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Hypotheekverstrekking aan mensen met een studieschuld

Hypotheekverstrekking aan mensen met een studieschuld Regelingen en voorzieningen CODE 8.3..40 Hypotheekverstrekking aan mensen met een studieschuld kamervragen bronnen Tweede Kamer Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 0-0 nr. 794 d.d. 9.3.0 en nr. 3308,

Nadere informatie

De Minister van Financiën, Gelet op artikel 115, derde lid, van het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft;

De Minister van Financiën, Gelet op artikel 115, derde lid, van het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft; (Tekst geldend op: 20-06-2013) Regeling van de Minister van Financiën van 12 december 2012, kenmerk: FM/2012/1887 M, houdende de inkomenscriteria voor het verstrekken van hypothecair krediet en regels

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mw. mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mw. mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-064 (mw. mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris) Klacht ontvangen op : 16 maart 2017 Ingediend door :

Nadere informatie

Bijlage 2 Openbare versie ----------------------, advocaat Openbare versie International Card Services B.V. t.a.v. de directie AANGETEKEND MBVO

Bijlage 2 Openbare versie ----------------------, advocaat Openbare versie International Card Services B.V. t.a.v. de directie AANGETEKEND MBVO Bijlage 2 Openbare versie ----------------------, advocaat Openbare versie International Card Services B.V. t.a.v. de directie AANGETEKEND MBVO --------------------------- ------------------------------

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-687 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Klacht ontvangen op : 13 januari 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

NeeHettingaM.H.F.VMarieke HettingaMariekeMeHa Intrekking vergunning De Vestelier financiële diensten. Geachte heer Van der Leij,

NeeHettingaM.H.F.VMarieke HettingaMariekeMeHa Intrekking vergunning De Vestelier financiële diensten. Geachte heer Van der Leij, Openbare versie Aangetekend en per reguliere post verstuurd De Vestelier Financiële Diensten De heer G.P. van der Leij Laan door de Veste 1 5708 ZZ HELMOND NeeHettingaM.H.F.VMarieke HettingaMariekeMeHa-17101720

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, tegen. Assurantie Advies Commissaris B.V., gevestigd te Amstelveen, hierna te noemen Aangeslotene,

Samenvatting. Consument, tegen. Assurantie Advies Commissaris B.V., gevestigd te Amstelveen, hierna te noemen Aangeslotene, Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-178 d.d. 29 april 2014 (prof. mr. E.H. Hondius, voorzitter, drs. A. Adriaansen en mr. J.W.H. Offerhaus, leden en mevrouw mr. L.T.A. van

Nadere informatie

Inzake bovengenoemd onderwerp bericht de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) u als volgt.

Inzake bovengenoemd onderwerp bericht de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) u als volgt. AANGETEKEND MBVO Bijlage 2 Openbare versie Kristal Advies t.a.v. de heer ---------------- ------------------------------ ------------- UTRECHT Per fax vooruit: 030-245 ---------- Datum 1 december 2009

Nadere informatie

1 mei 2017 TELECOMKREDIETCODE

1 mei 2017 TELECOMKREDIETCODE TELECOMKREDIETCODE Reikwijdte De Telecomkredietcode is een concretisering van de norm in de Wet op het financieel toezicht om verantwoord krediet te verstrekken door telecomkredietaanbieders, ter voorkoming

Nadere informatie

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-237 d.d. 18 juli 2013 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, mr. A.P. Luitingh en mr. J.Th. de Wit, leden, en mr. F. Faes, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Samenvatting. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in hoger beroep

Samenvatting. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in hoger beroep Uitspraak Commissie van Beroep 2016-009 d.d. 22 maart 2016 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, drs. P.H.M. Kuijs AAG en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. G.A. van de Watering, secretaris)

Nadere informatie

DSB COMMISSIE BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN. BESLISSING van 11 november 2014 inzake het verzoek met referentie 'CBO017 - ' van

DSB COMMISSIE BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN. BESLISSING van 11 november 2014 inzake het verzoek met referentie 'CBO017 - ' van DSB COMMISSIE BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN BESLISSING van 11 november 2014 inzake het verzoek met referentie 'CBO017 - ' van woonachtig te hierna: "Verzoeker" tegen Mr. R.J. Schimmelpenninck en mr. B.F.M.

Nadere informatie

H.I.D. B.V. Het bestuur Vendelier 2a 3905 PA VEENENDAAL. Oplegging bestuurlijke boete aan H.I.D. B.V. Geacht bestuur,

H.I.D. B.V. Het bestuur Vendelier 2a 3905 PA VEENENDAAL. Oplegging bestuurlijke boete aan H.I.D. B.V. Geacht bestuur, AANGETEKEND MBVO OPENBARE VERSIE H.I.D. B.V. Het bestuur Vendelier 2a 3905 PA VEENENDAAL Datum 14 december 2011 Ons kenmerk ------------------------------ Pagina 1 van 25 Telefoon -----------------------

Nadere informatie

Datum 22 april 2011 Ons kenmerk [ ] Pagina 1 van 23 Kopie aan FPLC B.V. Telefoon E-mail. Betreft

Datum 22 april 2011 Ons kenmerk [ ] Pagina 1 van 23 Kopie aan FPLC B.V. Telefoon E-mail. Betreft Openbare versie boetebesluit AANGETEKEND MET BEVESTIGING VAN ONTVANGST Strikt vertrouwelijk Dealer Totaal Concept B.V. t.a.v. het bestuur Postbus 112 3400 AC IJSSELSTEIN Datum 22 april 2011 Ons kenmerk

Nadere informatie

Voorbeeld gebaseerd op een goede adviespraktijk m.b.t. bruto/netto berekening: man, 44 jaar en vrouw, 40 jaar Verstrekte hypotheek in 2006 195.

Voorbeeld gebaseerd op een goede adviespraktijk m.b.t. bruto/netto berekening: man, 44 jaar en vrouw, 40 jaar Verstrekte hypotheek in 2006 195. Casussen fiscaliteit In dit document biedt de AFM u als financiële dienstverleners enkele uitgewerkte praktijkvoorbeelden aan die de AFM heeft aangetroffen bij haar onderzoek. Er zijn voorbeelden die in

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-117 d.d.11 april 2012 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, mevrouw mr. A.M.T. Wigger en drs. A. Adriaansen, leden en mr. B.C. Donker als secretaris)

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 196 d.d. 12 augustus 2011 (mevrouw mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, en drs. A. Adriaansen en mevrouw mr. J.W.M. Lenting, leden) Samenvatting

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-151 d.d. 11 mei 2012 (mevrouw mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, mevrouw mr. A.M.T. Wigger en mevrouw. mr. J.W.M. Lenting, leden, met de heer

Nadere informatie

de coöperatie Coöperatieve Rabobank Groesbeek Millingen aan de Rijn U.A., gevestigd te Groesbeek, hierna te noemen Aangeslotene.

de coöperatie Coöperatieve Rabobank Groesbeek Millingen aan de Rijn U.A., gevestigd te Groesbeek, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-32 d.d. 17 januari 2014 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mr. J.S.W. Holtrop, leden, terwijl mr. M. van Pelt als secretaris)

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-740 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. R.E. van Lambalgen, secretaris) Klacht ontvangen op : 27 december 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk 2015Z14592

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-394 d.d. 18 december 2015 (mr. R.J. Paris, voorzitter, mr. J.W.H. Offerhaus en mr. drs. R. Knopper, leden en mr. E.C. Aarts, secretaris)

Nadere informatie

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-384 d.d. 23 oktober 2014 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, mr. J.W.M. Lenting en mr. E.M. Dil-Stork, leden en mr. E.C. Aarts, secretaris)

Nadere informatie

Aflevering 3 - Advies over opbouw van vermogen

Aflevering 3 - Advies over opbouw van vermogen Aflevering 3 - Advies over opbouw van vermogen Het aangaan van een hypothecair krediet is voor consumenten een belangrijke beslissing. De kosten en aflossing van deze lening hebben voor langere termijn

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-37 d.d. 3 februari 2012 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, mevrouw mr. A.M.T. Wigger en mevrouw mr. J.W.M. Lenting, leden en mr. P.E. Roodenburg,

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. P.G. Salvadori, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. P.G. Salvadori, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-358 (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. P.G. Salvadori, secretaris) Klacht ontvangen op : 8 juli 2015 Ingediend door : Consument 1 en

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 202 d.d. 24 augustus 2011 (mr. R.J. Paris, voorzitter, en mr. W.F.C. Baars en mr. H.J. Schepen, leden) Samenvatting Adviseren over financiële

Nadere informatie

de besloten vennootschap ELQ Portefeuille 1 B.V., gevestigd te Amsterdam Zuidoost, hierna te noemen de Bank.

de besloten vennootschap ELQ Portefeuille 1 B.V., gevestigd te Amsterdam Zuidoost, hierna te noemen de Bank. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-132 d.d. 29 april 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.H.G.A. Filott mpf en mr. J.W.M. Lenting, leden en mr. E.C. Aarts, secretaris)

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-457 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Klacht ontvangen op : 15 juni 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

8.1.2a. Informatieverstrekking door beleggingsondernemingen en aanbieders van hypothecair krediet

8.1.2a. Informatieverstrekking door beleggingsondernemingen en aanbieders van hypothecair krediet Het opschrift van paragraaf 8.1.2a komt te luiden: 8.1.2a. Informatieverstrekking door beleggingsondernemingen en aanbieders van hypothecair krediet Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 4:19, vierde

Nadere informatie

Inzake bovengenoemd onderwerp bericht de Stichting Autoriteit Financiële Markten ( AFM ) u als volgt.

Inzake bovengenoemd onderwerp bericht de Stichting Autoriteit Financiële Markten ( AFM ) u als volgt. Aangetekend verstuurd Strikt vertrouwelijk Hypo Consult Nederland de directie [ ] [ ] OSS Tevens per e-mail: hypo-consult@kpnmail.nl Tevens per fax: [ ] Datum Pagina 1 van 8 Telefoon E-mail Betreft 020

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Hypotheek Visie Centrale B.V., gevestigd te Best, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Hypotheek Visie Centrale B.V., gevestigd te Best, hierna te noemen Aangeslotene. Niet-bindende uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-130 d.d. 1 mei 2013 (mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, prof.mr. M.L. Hendrikse en mr. J.Th. de Wit, leden en mevrouw mr. M.

Nadere informatie

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend.

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2016-004 d.d. 2 februari 2016 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. A. Smeeing-van Hees en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. G.A. van de Watering,

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-269 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris) Klacht ontvangen op : 5 juli 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Datum 16 januari 2012 Ons kenmerk TGFO-EHBo-11121046 Pagina 1 van 5. Betreft

Datum 16 januari 2012 Ons kenmerk TGFO-EHBo-11121046 Pagina 1 van 5. Betreft Aanbieders van financiële producten Datum 16 januari 2012 Pagina 1 van 5 Betreft Ketenbeheersing Geachte heer, mevrouw, In 2010 en 2011 heeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) de ketenbeheersing van

Nadere informatie

Partijen zijn opgeroepen voor een hoorzitting op 7 november 2017 en zijn aldaar verschenen.

Partijen zijn opgeroepen voor een hoorzitting op 7 november 2017 en zijn aldaar verschenen. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-096 (mr. R.J. Paris, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop en mr. A.M.T. Wigger, leden en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Klacht ontvangen op

Nadere informatie

U heeft zich aangemeld voor een compensatie voor overkreditering op grond van de WCAMregeling.

U heeft zich aangemeld voor een compensatie voor overkreditering op grond van de WCAMregeling. Naam Contractant 1 Naam Contractant 2 Adres en huisnummer Postcode XX PLAATS onze referentie: [Pallas nummer] betreft: verzoek aanleveren gegevens datum: [datum invullen] Geachte [heer/mevrouw [Naam Contractant

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA den Haag Kenmerk Uw kenmerk

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Niet-Bindende uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-247 d.d. 30 augustus 2012 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, prof. drs. A.D. Bac en de heer J.C. Buiter, leden en mevrouw mr.

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. L.T.A. van Eck, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. L.T.A. van Eck, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-384 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. L.T.A. van Eck, secretaris) Klacht ontvangen op : 16 oktober 2018 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Inzake bovengenoemd onderwerp bericht de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) u als volgt.

Inzake bovengenoemd onderwerp bericht de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) u als volgt. AANGETEKEND MBVO Openbare versie Bijlage 2 Kristal Advies t.a.v. de heer --------------- Nachtegaalstraat 34 3581 AK UTRECHT Per fax vooruit: 030-245 ------ Datum Ons kenmerk JZ---------- --------------

Nadere informatie

G.G.V. Assurantiën en Hypotheken B.V. Dienstenwijzer. Dienstverleningsdocument G.G.V. assurantiën en hypotheken bv. Pagina 1

G.G.V. Assurantiën en Hypotheken B.V. Dienstenwijzer. Dienstverleningsdocument G.G.V. assurantiën en hypotheken bv. Pagina 1 G.G.V. Assurantiën en Hypotheken B.V. Dienstenwijzer Dienstverleningsdocument G.G.V. assurantiën en hypotheken bv Pagina 1 Dienstenwijzer Op grond van de Wet op het financieel toezicht zijn wij verplicht

Nadere informatie

: NICB Bank N.V. namens HypInvest B.V.., gevestigd te Den Haag, verder te noemen de Bank

: NICB Bank N.V. namens HypInvest B.V.., gevestigd te Den Haag, verder te noemen de Bank Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-296 (mr. R.J. Paris, voorzitter, mr. A.M.T. Wigger en mr. A.P. Luitingh, commissieleden en mr. R. de Kruif, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Nota Kredietnormen. 1. Aanleiding. 2. De huidige kredietnormen

Nota Kredietnormen. 1. Aanleiding. 2. De huidige kredietnormen Nota Kredietnormen 1. Aanleiding Naar aanleiding van de FSC-bijeenkomst in november 2014 over de LTV heeft het Comité om verdere analyses gevraagd. Eén van de vraagstukken betreft de mogelijke beleidsmaatregelen

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-246 (mevrouw mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mevrouw mr. A.C.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-246 (mevrouw mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mevrouw mr. A.C. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-246 (mevrouw mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mevrouw mr. A.C. Bek, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 mei 2015 Ingesteld door : Consument

Nadere informatie

Invulling toezicht AFM op BES-eilanden

Invulling toezicht AFM op BES-eilanden Invulling toezicht AFM op BES-eilanden Michiel Denkers Hoofd Toezichtgroepen Financiële Ondernemingen Jeroen Gevaert Senior Toezichthouder Toezichtgroepen Financiële Ondernemingen Februari 2012 AGENDA

Nadere informatie

Aangetekend verstuurd De heer W. De Jong h.o.d.n. De Jong Verzekeringen Haarsterweg VB MARUM

Aangetekend verstuurd De heer W. De Jong h.o.d.n. De Jong Verzekeringen Haarsterweg VB MARUM Aangetekend verstuurd De heer W. De Jong h.o.d.n. De Jong Verzekeringen Haarsterweg 13 9363 VB MARUM Datum 28 januari 2013 Pagina 1 van 8 Betreft Last onder dwangsom Geachte heer De Jong, De Autoriteit

Nadere informatie

: Coöperatieve Rabobank U.A., gevestigd te Utrecht, verder te noemen de Bank Datum uitspraak : 23 augustus 2017

: Coöperatieve Rabobank U.A., gevestigd te Utrecht, verder te noemen de Bank Datum uitspraak : 23 augustus 2017 Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-567 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mr. A.P. Luitingh, terwijl mr. C.I.S. Dankelman-de Vogel als secretaris) Klacht

Nadere informatie

Aangetekend met bericht van ontvangst, tevens per reguliere post. Strikt vertrouwelijk Hypoplaza S.L. t.a.v. de heer XXX XXX XXX XXX XXX

Aangetekend met bericht van ontvangst, tevens per reguliere post. Strikt vertrouwelijk Hypoplaza S.L. t.a.v. de heer XXX XXX XXX XXX XXX Aangetekend met bericht van ontvangst, tevens per reguliere post Strikt vertrouwelijk Hypoplaza S.L. t.a.v. de heer Datum 26 juni 2008 Pagina 1 van 9 Telefoon E-mail Betreft Last onder dwangsom Geachte

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. L.T.A. van Eck, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. L.T.A. van Eck, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-371 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. L.T.A. van Eck, secretaris) Klacht ontvangen op : 27 september 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

1 8 AUG 2015 Voorgenomen besluit tot opleggen bestuurlijke boete

1 8 AUG 2015 Voorgenomen besluit tot opleggen bestuurlijke boete Inspectie van het Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap > Retouradres Postbus 2730 3500 GS Utrecht Locatie Utrecht Park Voorn 4 Postbus 2730 3 500 GS Utrecht ROC van Amsterdam T.a.v.

Nadere informatie

Datum Uw kenmerk - Ons kenmerk ------------------------ Pagina 1 van 40 Kopie aan ----------------------

Datum Uw kenmerk - Ons kenmerk ------------------------ Pagina 1 van 40 Kopie aan ---------------------- Aangetekend verstuurd Openbare versie AFAB Holding N.V. t.a.v. de directie Postbus 93 3800 AB AMERSFOORT Datum Uw kenmerk - Ons kenmerk ------------------------ Pagina 1 van 40 Kopie aan ----------------------

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-222 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris) Klacht ontvangen op : 17 april 2018 Ingediend door :

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop

Samenvatting. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-322 d.d. 13 november 2012 (mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, mr. A.P. Luitingh en mr. J. Th. de Wit, leden en mevrouw mr. I.M.M. Vermeer,

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-312 d.d. 19 mei 2017 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. B.F. Keulen en drs. L.B. Lauwaars en mr. E.C. Aarts, secretaris) Samenvatting Consument

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. M.A. Kleijer, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. M.A. Kleijer, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-141 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. M.A. Kleijer, secretaris) Klacht ontvangen op : 3 februari 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-74 d.d. 7 maart 2012 (mevrouw mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, mevrouw mr. P.M. Arnoldus-Smit en de heer mr. J.W.H. Offerhaus, leden en

Nadere informatie