Bulskampveld. Geïntegreerd beheerplan. te Oostkamp, Beernem en Wingene. consultatieversie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bulskampveld. Geïntegreerd beheerplan. te Oostkamp, Beernem en Wingene. consultatieversie"

Transcriptie

1 Geïntegreerd beheerplan Bulskampveld te Oostkamp, Beernem en Wingene consultatieversie In opdracht van Bosgroep Houtland vzw en Agentschap voor Natuur en Bos Grontmij Belgium NV Gent, september 2014, Revisie

2

3 Verantwoording Titel : Geïntegreerd beheerplan Bulskampveld In opdracht van : Agentschap voor Natuur en Bos Bosgroep Houtland vzw Datum : september 2014 Auteur(s) : David Berten, Rebecca Devlaeminck GIS : Bert Meskens Projectleider : Rebecca Devlaeminck adres : david.berten@grontmij.be Contact : Grontmij Belgium NV Meersstraat 138A B-9000 Gent T F gent@grontmij.be Revisie Pagina 2 van 2

4

5 Inhoudsopgave 1 Administratieve gegevens Situatieplan Eigendom, zakelijke en persoonlijke rechten Eigenaars en beheerders Zakelijke of persoonlijke rechten Kadastraal overzicht Statuut van de wegen en waterlopen Statuut van de wegen Statuut van de waterlopen Planologisch en juridisch kader Gewestplan Algemene en bijzondere plannen van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen Provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Natuurdecreet-Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) Bosdecreet Soortenbesluit Beleidsplannen en initiatieven Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Veldgebied Brugge en Meetjesland Landinrichtingsproject Brugse Veldzone Natuurinrichtingproject Biscopveld (thv Bulskampveld) Landschapspark Bulskampveld Deelbekkenbeheerplan Rivierbeek Life+ Vlaams Veldgebied Regionaal Landschap Houtland Bosgroep Houtland Gebiedsvisies Reglementen Ligging in speciale beschermingszones Habitatrichtlijngebied Nationale beschermingszones en regionale aandachtsgebieden Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) Beschermde Landschappen Landschapsatlas Ecoregio Bosreservaat Natuurreservaten Beschermingszone waterwinning Algemene beschrijving Historisch overzicht Archeologische vondsten Evolutie van het bos- en landschapsbeeld Algemene bespreking Beknopte bespreking per bosplaats Evolutie van het eigendomsrecht... 56, Revisie Pagina 3 van 3

6 2.1.5 Kenmerken van het vroeger beheer Beschrijving van de standplaats Reliëf Bodem, geologie en geomorfolologie Geologie en geomorfologie Hydrografie en hydrologie Grondwater Grondwaterkwaliteit Waterlopenstelsel en wateroppervlakken Structuurkenmerken Oppervlaktewaterkwaliteit Overstromingsproblematiek Drainage en ontwatering Beschrijving van het biotisch milieu Bestandenkaart Bestandsbeschrijving en dendrometische gegevens Bestandskenmerken Boomsoortensamenstelling Dendrometrische gegevens Biologische waarderingskaart Actuele vegetatie Vegetaties van open ruimten en vertaling naar habitattypes Graslanden Heide en heischraal grasland Kapvlakten Flora Rode lijstsoorten (Hei)schrale soorten Soorten gebonden aan bron- kwel- en vochtige zones Oud-bosplanten Overige vermeldenswaardige soorten en historische waarnemingen Autochtone bomen en struiken Niet inheemse soorten Paddenstoelen Fauna Avifauna Zoogdieren Herpetofauna Vissen Invertebraten Bosdifferentiërende elementen Natte zones, kwelzones, vijvers en poelen Opmerkelijke solitaire bomen en bomengroepen Dreefbomen, hagen, houtkanten en bomenrijen Bosranden Opbrengsten en diensten Houtverkoop en vergunde kappingen Jacht Agrarisch medegebruik Beschrijving van de boswegen en andere bosinfrastructuur Boswegen Recreatieve en educatieve infrastructuur Cultuurhistorische elementen Openbare nutsvoorzieningen Recreatieve functies en toegankelijkheid Toegankelijkheid Wandelroutes Fiets- en mountainbikeroutes , Revisie Pagina 4 van 4

7 2.6.4 Ruiterroutes Autoroutes Parkeergelegenheid Onthaalfinfrastructuur Speelzones Knelpunten Abiotische knelpunten Biotische knelpunten Gebruik Doelstellingen Globale doelstellingen Criteria duurzaam bosbeheer en beheervisie openbare bossen Algemene visie en doelstellingen op bosplaatsniveau Ecologische doelstellingen Natuurstreefbeelden Natuurgetrouw bosbeheer Ontwikkeling van natuurlijke bostypes en omvorming naar habitatwaardige bostypes Ontwikkeling van bosranden Beheersing van invasieve exoten Bosuitbreiding Open ruimten Ontwikkeling van (boomrijke) heide, veldrus- en heischrale graslanden Ontwikkeling van bloemrijke graslanden Ontwikkeling van Moerasspirearuigte (6430) Omvorming ontginningsputten tot soortenrijke oligotrofe wateren (3130) Doelsoorten en soortgerichte doelstellingen Instandhouden en ontwikkelen van habitats binnen het Habitatrichtlijngebied Instandhouden en populatietoename van soorten binnen het Habitatrichtlijngebied Sociale en educatieve doelstellingen Landschappelijke en cultuurhistorische doelstellingen Drevenbeheer (kaart 4.1b) Relicten van voormalige veldvijverdijken Gebouwenpatrimonium en parkconstructies Dendrologische collectie Wetenschappelijke doelstellingen Economische doelstellingen Kapkwantum Jacht Milieubeschermende doelstellingen Beheermaatregelen Beheer in de tijd Eenmalige beheermaatregelen Beheermaatregelen op korte termijn Beheermaatregelen op lange termijn Bosverjonging Bosomvorming Bebossingswerken Bosbehandelings- en verplegingswerken Vrijstellen, zuiveren en aanduiden toekomstbomen Exotenbestrijding Kapregeling Bosexploitatie Brandpreventie Open ruimten , Revisie Pagina 5 van 5

8 5.9.1 Maaibeheer bloemrijke graslanden Ontwikkeling van (boomrijke) heide en heischraal grasland Beheer van natte open plekken en kwelzones Intensief beheerde graslanden Akkers Gradiënten en bosrandontwikkeling Specifieke maatregelen ter bescherming van fauna en flora Levendbarende hagedis en Hazelworm Boombewonende vogels en vleermuizen Oud-bosplanten en voorjaarsflora Vissen Kale (rode) bosmier Vinpootsalamander Dood hout en oude bomen Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de jacht Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de visserij Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. gebruik niet houtige bosproducten Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. cultuurhistorische elementen Beheer van dreven en andere bomenrijen Beheer van poelen en kleine boselementen Beheer van de vijvers Bomenweides en plantie Veldvijverdijken Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de milieubeschermende functie Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de wetenschappelijke functie Werken die de biotische en abiotische toestand van het bos wijzigen Wegenaanleg Waterbeheersing en inrichting van de Bornebeek Aanleg infiltratievijvers en afgraven bouwvoor voormalige landbouwgronden (deels naar J. Laquière, 2011) Plaggen Aanleg en herstel van poelen en vijvers Bosbegrazing Bijzondere werken Vrijhouden van nutsleidingen Verwijderen van zonevreemde constructies en bosgebruik Plaatsen of vervangen van afsluitingen Gebouwenpatrimonium en parkconstructies Subsidiëring Subsidiëring ecologische bosfunctie (ANB) Bebossing en herbebossing (ANB) Openstellen bos (ANB) Eenmalige inrichtingsmaatregelen (VLM) Subsidiëring voor realiseren habitats in en buiten SBZ Uitvoeringsprogramma Ontheffingen, meldings- en vergunningsplichtige activiteiten Openstelling Wegennet en opengestelde boswegen Hondenzone Eenmalige of occasioneel georganiseerde activiteiten Recreatieve infrastructuur Monitoring Kostenraming , Revisie Pagina 6 van 6

9 11 Kaarten Literatuur Bijlagen , Revisie Pagina 7 van 7

10

11 WAT IS EEN GEÏNTEGREERD BEHEERPLAN? Dit beheerplan wordt opgesteld volgens de inhoudsopgave van een geïntegreerd beheerplan. Deze inhoudsopgave is gebaseerd op de inhoudsopgave van een uitgebreid bosbeheerplan en een natuurbeheerplan. Voorliggend geïntegreerd beheerplan omvat ruim 30 bos-, natuur- en parkeigendommen in het gebied Bulskampveld. Het omvat de toponiemen Driekoningen, Lippensgoed, Sint-Amandus, Hulstlo, Vagevuurbossen en Blauwhuisbossen, waaronder zowel openbaar domein als privédomein. Voor het kasteelpark Wildenburg wordt binnen dit kader een parkbeheerplan opgemaakt. Dit parkbeheerplan werd goedgekeurd in mei Naast een uitvoerige beschrijving van abiotiek, biotiek en toegankelijkheid zal het beheerplan vooral dienen als een leidraad voor het beheer van de komende 20 jaar ( ). Beheermaatregelen die in een goedgekeurd beheerplan worden vermeld zijn normaliter vergund en dient er voor kappingen en kleinere inrichtingswerken (bvb. aanleg poel) geen afzonderlijke vergunning meer te worden aangevraagd. Door een goedgekeurd beheerplan is men vrijgesteld van de natuurvergunningsplicht. STUURGROEP De opmaak van het geïntegreerd beheerplan werd begeleid door een stuurgroep. De stuurgroep bestaat uit volgende leden: Theo Vitse ANB regiobeheerder Brugge-Leiestreek Wim Slabbaert ANB cel beheer Lieven Dekoninck ANB contact privébos Frans Van Nevel ANB boswachter Jan Goris Bosgroep Houtland vzw coördinator Simon Six Watergroep - Afdelingsadviseur Koert David Onroerend erfgoed - erfgoedconsulent Pieter Vercammen Vlaamse Landmaatschappij West-Vlaanderen Stefaan Meulemeester Westtoer Johan Mahieu Provincie West-Vlaanderen dienst MiNaWa Hierbij willen we de werkgroepleden van harte bedanken voor hun inzet om voorliggend beheerplan te helpen realiseren. Fiches private eigenaars Voor de private boseigenaars werd een afzonderlijk document opgemaakt die per private eigenaar bestaat uit: een eigenaarsfiche, een bestandsfiche per privaat bestand en een bestandenkaart. Deze fiches werden goedgekeurd door de private eigenaars en zijn te raadplegen op de cd-rom Pagina 8 van 8

12

13 1 Administratieve gegevens 1.1 Situatieplan Ligging: het plangebied is gelegen in de provincie West-Vlaanderen. De onderzochte deelgebieden liggen op het grondgebied van de gemeenten Beernem, Wingene en Oostkamp. Begrenzing: het plangebied wordt in het noorden begrensd door de E40 en de spoorlijn Gent- Oostende. In het zuiden wordt het plangebied begrensd door de kern Wildenburg te Wingene. Figuur 1-1: Situering van het plangebied geïntegreerd beheerplan Bulskampveld. Plangebied: dit geïntegreerd beheerplan heeft betrekking op 421ha 28a 58ca (=plangebied), waarvan 145,3 ha (34,5%) in openbare eigendom zijn en 276 ha (65,5%) in private handen zijn. Het plangebied is ingedeeld in 8 bosplaatsen die samen opgedeeld zijn in 335 bestanden. Pagina 9 van 9

14 Tabel 1-1. Overzicht bosplaatsen (zie begrenzing kaart 2.6) Bosplaats Label Opp. bestanden (ha) in plangebied Blauwhuisbossen BH 86,3 Bulskampveld BV 72,1 Drie Koningen DK 61,6 Hulstlo HU 34,4 Lindeveld LV 103 Sint-Amandus SA 6,9 Vagevuurbossen VV 13,9 Wildenburg WW 43 Totaal 421,3 Relatie met andere groene domeinen: zie kaart 1.3. Het plangebied ligt op de overgang tussen enerzijds het voormalig veldgebied met bosrijk landschap, typisch regelmatig perceleringspatroon en talrijke dreven en verspreid talrijke kasteelsites en anderzijds het Wingense Houtland. Dit laatste kenmerkt zich als een multifunctionele zone met wonen en werken in een kleinschalig landschap en landbouw. Het plangebied sluit aan op en is verweven met het Provinciaal Domein Lippensgoed- Bulskampveld met onder meer het erkend reservaat Heideveld-Bornebeek en het bosreservaat Bulskampveld, het domeinbos Vagevuurbos en het woonpark van Hertsberge. De kasteelparken van Kasteel Hontzocht en Kasteel Reigerlo sluiten direct aan bij respectievelijk het domein Sint-Amandus en het Lindeveld. Ten noorden van de E40 situeert zich ook het domein van het kasteel Bloemendale. Ten oosten van het plangebied bevinden zich Schuurlo met het Kasteel Schuurlo en het Sint- Pieterveld en natuurreservaat De Gulke Putten. Verder oostelijk sluiten deze aan op het Blekkerbos, het Hooggoed, het Ruisleeds veld en de Vorte Bossen. Ook in westelijke richting situeren zich belangrijke bos- en natuurdomeinen en kasteelparken. Het gaat om de omgeving Nieuwenhovebos- Rooiveld, het kasteeldomein Hoge Akker, het kasteeldomein van Hertsberge en tenslotte de Munkebossen. Uit bovenstaande mag het duidelijk zijn dat het gebied deel uitmaakt van een gordel van kasteeldomeinen en parken. Hun landschappelijk-ecologische en cultuurhistorische relaties zijn in dit gebied van belang. 1.2 Eigendom, zakelijke en persoonlijke rechten Eigenaars en beheerders Naam van het gebied: openbaar en privaat bos Bulskampveld Statuut: openbaar bos, privaat bos, Vlaams natuurreservaat en erkend natuurreservaat. De bestanden vervat in dit geïntegreerd beheerplan hebben een totale oppervlakte van 421,3 ha (= plangebied) in openbare en private eigendom, zie kaart 1.1. Een overzicht van de verdeling van de kadastrale percelen over de bestanden is terug te vinden in bijlage 1 en op kaart 1.2. Pagina 10 van 10

15 Tabel 1-2: overzicht van de openbare en private eigenaars naam statuut adres Openbare eigenaars oppervl. (ha) % aandeel totaal VMW openbaar Roggelaan 2, 8500 Kortrijk 74,49 17,7 % Agentschap voor Natuur en Bos openbaar Jacob Van Maerlantgebouw, K. Albert I- laan 1/2 bus 74, 8200 Brugge 64,41 15,3 % Provincie West-Vlaanderen openbaar Leopold III-laan 41, 8200 Sint-Andries 8,96 2,1 % Private eigenaars Barbier Joseph Albert Privaat Rue de Bernifalouche 22, 6832 Bouillon 4,08 1 % Bauwens Nico Jan Privaat Kerkhofdreef 21, 8730 Beernem 34,38 8,2 % Braeckevelt Martin Privaat Rozendalestraat 162, 8720 Wingene 1,38 0,3 % Pyfferoen Nicole Privaat Weverijstraat 4, 8730 Wingene 0,4 0,09 % Decaestecker Ingrid - Teerlynck Jan Privaat Rembrandtlaan 6, 8820 Torhout 0,26 0,07 % Demeyer Robert Leroy Rita Privaat Fonteinestraat 206, 8301 Knokke-Heist 5,6 1,3 % Erfgenamen Van der Bruggen Bruno (vertegenwoordigd door Guy VdB) Privaat Hamoirlaan 28a, 1180 Ukkel 13,94 3,3 % Goemaere Remi Privaat Wolvenstraat 7a, 8500 Kortrijk 1,87 0,5 % Huys Joost Vande Wyngaerde Marie Privaat Helakkerstraat 33, 8750 Wingene 0,31 0,07 % LVDK bvba (De Ketelaere-De Wint) Privaat Noendreef 7, 8730 Beernem 14,79 3,5 % Pyfferoen Norbert Schotte Agnes Privaat Weverijstraat 5, 8750 Wingen 0,4 0,09 % Sint-Amandus Psychiatrisch Centrum Privaat Reigerlostraat 10, 8730 Beernem 9,41 2,2 % Valcke Jacqueline Privaat Brialmontlaan 25, 8760 Koksijde 0,87 0,2 % Fam. van der Bruggen Coppens d Eeckenbrugge Privaat Pater Damiaanlaan 10, 1150 Brussel 10,29 2,4 % van der Bruggen Guy Privaat Hamoirlaan 28a, 1180 Ukkel 32,76 7,8 % van der Bruggen Emmanuel André Privaat Beernemsesteenweg 173, 8750 Wingene 22,09 5,2 % vander Plancke Marie Cecile Privaat 6, Rue du Rond Point, 5360 Hamois 48,4 11,5 % Van Outryve d Ydewalle H.A.I. - T Serstevens A. Privaat - 3,41 0,8 % van Outryve d Ydewalle Lievin Privaat Wellingstraat 121, 8730 Beernem 21,16 5 % van Outryve d Ydewalle Aude Privaat Solbossquare 11m, 1050 Elsene 13,02 3,1 % van Outryve d Ydewalle H.A.I. Privaat - 4,02 0,9 % van Outryve d Ydewalle Harald Privaat Drie Koningen 1, 8730 Beernem 9,,33 2,2 % van Outryve d Ydewalle Isaure Privaat Lodistraat 86, 8020 Oostkamp 8,33 2 % Vaneenoo Bart Lambert Katrien Privaat Bedelfstraat 15, 8750 Wingene 7,89 1,9 % Vennootschap Donisatribert Privaat Wellingstraat 121, 8730 Beernem 2,32 0,5 % Verbeke Francois Privaat Nieuwenhovelaan 81, 8020 Oostkamp 0,9 0,2 % Vienne Honoré Privaat Daverloostraat 221, 8310 Assebroek 0,3 0,07 % Woronoff Anne Marie Privaat Av. Des Séquoyas 21, 1950 Kraainem 1,53 0,36% Het technische beheer in de openbare eigendommen wordt gevoerd door het ANB West- Vlaanderen, Regio Brugge-Leiestreek. De opbrengsten en investeringen gaan naar de desbetreffende openbare eigenaar. Pagina 11 van 11

16 De deelnemende privé-boseigenaars zijn aangesloten bij de Bosgroep Houtland vzw, die een adviserende en coördinerende functie vervult met betrekking tot beheeringrepen en gezamenlijke houtverkopen. Verantwoordelijke beheerder openbare bossen: Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), Provinciale dienst West-Vlaanderen Regio Brugge-Leiestreek Koning Albert I-laan 1/2 bus Sint-Andries (Brugge) Regiobeheerder: Theo Vitse tel: Ambtenaar Privébos: Lieven Dekoninck tel.: 0499/ Boswachter ANB (deel Oostkamp): Rik Delameillieure tel.: 0479/ Boswachter ANB (deel Beernem en Wingene): Frans Van Nevel tel.: 0479/ Contact privé-bossen: De Bosgroep Houtland vzw fungeert als aanspreekpunt voor de private eigenaars. Contactpersoon: Jan Goris Streekhuis Kasteel Tillegem Tillegemstraat Sint-Michiels tel.: 050/ Opsteller beheerplan: Grontmij nv Meersstraat 138a 9000 Gent Tel.: 09/ Voorliggend uitgebreid bosbeheerplan is geldig voor 20 jaar ( ) Zakelijke of persoonlijke rechten Pachten en gebruiksovereenkomsten Voor het weiland in eigendom van ANB te Bulskampveld (525y) is door ANB een jaarlijks herzienbare gebruiksovereenkomst afgesloten. Ook voor de hooilanden in eigendom van de VMW te Lindeveld is door ANB een gebruiksovereenkomst afgesloten met randvoorwaarden. Voor de begraasde weilanden (700x, 700y, 703x en 708x) en de akker (703z) te Wildenburg in privaat bezit is ook een jaarlijks herzienbare gebruiksovereenkomst afgesloten. Met Natuurpunt is een negenjarige gebruiksovereenkomst afgesloten voor bestand 532a en 532b in het kader van het LIFE-project te Bulskampveld. Hier wordt bosbegrazing toegepast. Pagina 12 van 12

17 Erfdienstbaarheden Om onderhoudswerken langs de waterlopen mogelijk te maken, is bij wet een erfdienstbaarheid vastgesteld tot 5 m langs beide zijden van de waterloop. Te Bulskampveld bestaat een erfdienstbaarheid van recht van doorgang voor een woning. Deze weg begint ter hoogte van de Beernemsesteenweg en eindigt aan de Oude Bruggeweg. Tevens loopt door het oostelijke deel van Bulskampveld een ondergrondse telefoonlijn naar de desbetreffende woning. De dreef ten zuiden van 407y moet als uitweg openblijven voor de bewoners van woningen ten westen van 410y (Hulstlo). De dreef ten zuiden van 405a en 407a wordt door de V.M.W. gedeeld met de eigenaar van het Reigerlokasteel. Geen van beide eigenaars mag deze uitweg afsluiten. Hetzelfde geldt voor de dreef ten zuiden van 431a en tussen 421b en 460b. Een hoofdwaterleiding van TMVW is gelegen door het kasteelpark van Drie Koningen. Het betrokken kadastraal perceel 427a2 is om deze reden onteigend. Het vruchtgebruik blijft echter aan de oorspronkelijke bewoners. De erfdienstbaarheid omvat de vrije toegang voor TMVW en het verbod van aanplanting van diepwortelende bomen. Voor de ligging zie kaart Doorheen het park Wildenburg is een ondergrondse elektriciteitsleiding gelegen. Bestaande beheerplannen Privaat bos Aanwijs: voor 8,44 ha private percelen (van 1 eigenaar) gelegen in de bosplaats St.-Amandus werd in 1994 een beperkt beheerplan opgesteld (goedgekeurd 19/05/1994). Privaat bos Blauwhuis: voor 42,82 ha private percelen gelegen in de bosplaats Blauwhuisbossen werd een beperkt beheerplan opgesteld. Privaat bos Hulstlo: voor 18,88 ha private percelen gelegen in de bosplaats Hulstlo werd in 1995 een beperkt beheerplan opgesteld (goedgekeurd 18/10/1995). Privaat bos De Varens en Hendriksberg : in 1995 werd door het studiebureau DCB, Dienstencentrum voor Bosbouw, een beheerplan opgesteld voor de bossen De Varens en Hendriksberg. Het gebied betreft 41,30 ha private percelen gelegen in de bosplaatsen Blauwhuisbossen en Vagevuurbossen. Privaat bos Drie Koningen : in 1994 werd door het studiebureau DCB, Dienstencentrum voor Bosbouw, een beheerplan opgesteld voor het kasteelpark Driekoningen. Het gebied betreft 22,98 ha. Wildenburg: voor 62,70 ha in eigendom van de familie van der Bruggen werd een beperkt bosbeheerplan opgesteld. Het beheerplan werd goedgekeurd op 2 december Op heden wordt door Grontmij een Harmonisch park- en groenbeheerplan voor het kasteelpark Wildenburg (32,7 ha) opgesteld (afronding 2013). Voor het bosreservaat Bulskampveld werd in 2007 een beheerplan opgesteld door het studiebureau ESHER. In 2006 werd een uitgebreid bosbeheerplan opgesteld voor het provinciaal domein Lippensgoed-Bulskampveld. Voor de waterwinning te Lindeveld zijn 2 beheerplannen opgesteld. Eén van de beheerplannen werd hoofdzakelijk opgesteld voor de open ruimten in het gebied (Dochy, 2000). Tevens werd in 1994 ook een bosbeheerplan opgesteld. Het beheerplan werd goedgekeurd op 20 mei Pagina 13 van 13

18 1.3 Kadastraal overzicht De bestanden vervat in dit geïntegreerd beheerplan hebben volgens de kadastrale legger (GISkartering) een totale oppervlakte van 421,1 ha. De bestanden zijn kadastraal gelegen op het grondgebied van de gemeenten Beernem, Wingene en Oostkamp. Het kadastraal plan (kaart 1.2) en bijlage 1 geven een overzicht van alle kadastrale percelen die tot het plangebied behoren met overeenkomstig bestandsnummer. 1.4 Statuut van de wegen en waterlopen Statuut van de wegen Bij het statuut van de wegen wordt onderscheid gemaakt in openbare wegen, buurtwegen en boswegen. Zie ook stratenplan op kaart 1.4. Openbare wegen De snelweg E40/A10 vormt een hoofdweg doorheen het plangebied. Deze oost-west georiënteerde snelweg vormt de scheiding tussen de bosplaatsen Hulstlo, ten noorden van de E40, en Lindeveld, ten zuiden van de E40. De N370 Wingenesteenweg-Reigerlostraat-Beernemsteenweg betreft een secundaire weg categorie II van de N50 (Hille-Wingene) tot de Scherpestraat (Beernem). De weg verbindt Beernem met Wingene. Ze is noord-zuid georiënteerd. Deze weg vormt de scheiding van noord naar zuid tussen enerzijds de bosplaatsen Lindeveld, Vagevuurbossen en Wildenburg en anderzijds de bosplaatsen Sint-Amandus, Bulskampveld en Blauwhuisbossen. Talrijke wegen doorheen het plangebied kunnen beschouwd worden als lokale weg I: lokale verbindingsweg. Het gaat om: de N368 Wellingstraat Proosdijstraat: scheidt het kasteelpark Driekoningen van het Bulskampveld. De N50g Lodistraat-Wingensestraat: verbindt Hertsberge met Oostkamp De Kraaiveldstraat Peerstalstraat: verbindt Wingene met Hertsberge. De Torenweg Vagevuurstraat Bruggesteenweg: verbindt Beernem met Ruiselede. De Predikherenstraat Maria-Aalterstraat. Buurtwegen In onderstaande figuur worden de buurtwegen volgens de Atlas der Buurtwegen ( ) die aanwezig zijn in het plangebied weergegeven. Het originele patroon is momenteel nog goed herkenbaar op het terrein. Door de bospercelen zelf lopen geen buurtwegen of zijn ze verdwenen (te Lindeveld in 419y). Tabel 1-3: Overzicht buurtwegen Naam buurtweg Gemeente Beernem Chemin n 5 Chemin n 6 Chemin n 8 Chemin n 9 Chemin n 18 Chemin n 19 Chemin n 20 Chemin n 21 Chemin n 22 Huidige naam Wingensesteenweg-Reigerlostraat-Beernemsteenweg Wellingstraat Heirweg Torenweg Miseriestraat. Overige verdwenen. Blauwhuisstraat Bakensgoed - Beelkens Blommeke Meerbergstraat Waterstraat Pagina 14 van 14

19 Naam buurtweg Gemeente Oostkamp Chemin n 9 Chemin n 25 Chemin n 31 Chemin n 31 bis Gemeente Wingene Chemin n 2 Chemin n 3 Chemin n 4 Chemin n 14 Chemin n 27 Chemin n 26 Huidige naam Lodistraat Proosdijkstraat Blauwhuisstraat Kasteeldreef - Beukendreef Blauwhuisstraat - Beernemsteenweg Beernemsteenweg Peerstalstraat Gravestraat Vorsevijverstraat Oude Bruggeweg Boswegen In het plangebied zijn verschillende boswegen aanwezig, zie hiervoor de toegankelijkheidskaarten 5.6a en 5.6b Statuut van de waterlopen Door de bosplaatsen van het plangebied lopen een aantal al dan niet geklasseerde waterlopen. Zie kaart 2.5. De voor het plangebied relevante waterlopen betreffen: De Miseriebeek (3 de categorie) stroomt doorheen de bosplaats Hulstlo in noordoostelijke richting naar de Miseriebocht en zo naar het Kanaal van Gent naar Oostende. De Bornebeek (2 de categorie, oostelijke zijtak niet geklasseerd) ontspringt in Beernem in het provinciaal domein Bulskampveld (ter hoogte van het Natuurpunt-reservaat Heideveld- Bornebeek). De waterloop stroomt doorheen de bosplaatsen Bulskampveld en Driekoningen. Opwaarts Driekoningen mondt niet-geklasseerde een waterloop die ontspringt aan Sint- Amandus uit in de Bornebeek. De waterloop mondt uit in het Kanaal Gent-Oostende. Hertsbergebeek-Blauwhuisbeek (derde categorie, deels niet geklasseerd): deze waterloop en zijn zijlopen stromen als waterloop van derde categorie langs en door de bosplaatsen Vagevuurbossen, Wildenburg en Blauwhuisbossen. Afwaarts bestand 600a komt een waterloop van derde categorie uit in de Hertsbergebeek. De Oude Blauwhuisbeek (deels derde categorie, deels niet geklasseerd) stroomt door de bosplaats Blauwhuisbossen. Afwaarts de Blauwhuisbossen stroomt deze in de Hertsbergebeek. 1.5 Planologisch en juridisch kader Gewestplan Zie de gewestplanbestemming op kaart 1.5. De overgrote meerderheid van de bestanden staat op het gewestplan ingekleurd als parkgebied (0500) of natuurgebied (0701). Daarnaast is nog een belangrijk deel bosgebied (0800), gebied voor gemeenschapsvoorziening en openbaar nut (0200) en een klein deel landschappelijk waardevol agrarisch gebied (0901), groengebied (0700), natuurreservaat (0702), gebied voor verblijfsrecreatie (0402) en woongebied (0100). Pagina 15 van 15

20 De bosplaats Blauwhuisbossen is grotendeels ingekleurd als natuurgebied. Alleen de percelen 723a en 721a liggen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De bestanden van het Bulskampveld liggen in parkgebied, met uitzondering van het bestand 503a in natuurgebied. Het kasteelpark Driekoningen is gelegen in parkgebied. Ook de gronden ten zuiden van de N368 zijn deels in parkgebied gelegen, echter ook deels in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De omgeving van Hoeve Oude Paterij betreft agrarisch gebied. De westelijke bosbestanden van deze bosplaats zijn gelegen in bosgebied. De zgn. Galgetoren is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De bestanden van Hulstlo betreffen natuurgebied, met uitzondering van bestanden 305a en 306a in landschappelijk waardevol agrarisch gebied, en de rand van 304a in woongebied. Het Lindeveld is hoofdzakelijk aangeduid als gebied voor gemeenschapsvoorziening en openbaar nut. Een aantal bestanden liggen er in landschappelijk waardevol agrarisch gebied (410y, 418h, 418g deels, 471a, 470a, 470b, 441x en 441y), in bosgebied (460a, 460b,440a, 440b; 440c, 440d, 440e, 450a en 450b) en in natuurgebied (omgeving toponiem Hulstlo ). De bestanden aan Sint-Amandus zijn hoofdzakelijk gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied (201a, 204a deels, 207a, 205a, 202a deels), maar ook in parkgebied (202a deels), en gebied voor gemeenschapsvoorziening en openbaar nut (203a en 206a). De bestanden binnen de bosplaats Vagevuurbossen zijn hoofdzakelijk gelegen in natuurgebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied, met uitzondering van bestanden 802a en 907a die in gebied voor verblijfsrecreatie gelegen zijn, en 1 bestand in natuurreservaat. De bosplaats Wildenburg is gelegen in parkgebied en groengebied. De noordelijke percelen van deze bosplaats, percelen 708x en 709a, zijn gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied Algemene en bijzondere plannen van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen In Beernem is een Gemeentelijk RUP in opmaak voor delen van het PC Sint-Amandus en omgeving. Nabij het plangebied is het PRUP Vorsevijvers van belang. Vorsevijvers is een recreatiezone gelegen ten westen van de gemeente Wingene, aansluitend op het woonpark Hertsberge en op de Blauwhuisbossen. In Beernem situeert zich ten oosten van de bosplaats Hulstlo het RUP Industriepark oost Provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen De Veldruimte valt ruwweg samen met de zandstreek ten zuiden van Brugge. Het stedelijk gebied Brugge ligt op de overgangszone met de polders, Torhout overlapt met de Middenruimte. De volgende gemeenten behoren geheel of gedeeltelijk tot de Veldruimte: Beernem, Brugge, Damme, Ichtegem Jabbeke, Koekelare, Oostkamp, Ruiselede, Torhout, Wingene, Zedelgem. Binnen de gewenste ruimtelijke structuur wordt de rol van deze ruimte omschreven als in sterke mate bepaald door het vrij gave cultuurhistorische landschap van veldgebieden met bossen en dreven in een fijnmazig dambordpatroon. Dit maakt het gebied interessant voor een versterking van de bosstructuur. Dit specifieke landschap heeft eveneens toeristisch-recreatieve potenties, mede door het grote aantal kasteeldomeinen en openlucht- recreatieve groene domeinen. De ontwikkelingen zijn complementair met de stedelijke functies van Brugge en de kust en met de openheid van de polders. De optie voor percelen van de oude veldgebieden is grondgebonden land- en tuinbouw en bosversterking. Dit wordt gebiedsspecifiek afgewogen. Pagina 16 van 16

21 Volgende elementen zijn bepalend voor deze ruimte en het bijbehorende ruimtelijke beleid: historisch gegroeid rasterpatroon bestaande uit dreven, boscomplexen en grondgebonden landbouw; lijninfrastructuur als drager van doorgaand verkeer. Het beleid voor deze deelruimte, betreft: Het rasterpatroon van dreven en boscomplexen versterken Het cultuurhistorische dambordpatroon, grensoverschrijdend met Oost-Vlaanderen, wordt behouden en versterkt en is vanuit landschappelijk oogpunt een randvoorwaarde voor bijkomende ontwikkelingen. Een strikt open-ruimtebeleid moet de verstedelijking (o.a. vanuit Brugge) en versnijding van dit cultuurhistorische landschap tegengaan. Grote gehelen zijn opgenomen in natuuraandachtszones, de overige clusters van dreven en beekvalleien zijn natuurverbindingsgebied. Delen van deze ruimte komen in aanmerking als waterbuffer in het kader van een integraal waterbeheer.. De openluchtrecreatieve groene domeinen en het kanaal Brugge-Gent hebben een toeristischrecreatieve potentie. Het grote aantal kasteeldomeinen is structuurbepalend voor de Veldruimte.. Een beperkte kernenselectie doorvoeren, rekening houdend met de landschappelijke context De selectie van de gewenste ruimtelijke natuurlijke structuur selecteert volgende natuurverbindingsgebieden: Bornebeek (21); Hertsbergebeek (40). De selectie van de gewenste ruimtelijke structuur toerisme en recreatie selecteert het landelijke toeristisch-recreatieve netwerk De Brugse streek met de gemeenten Zedelgem, Oostkamp, Ichtegem, delen van Brugge, delen van Damme, Beernem, delen van Ruiselede, delen van Wingene, delen van Jabbeke, delen van Gistel, delen van Oudenburg en delen van Torhout. Openluchtrecreatieve groene domeinen van provinciaal niveau zijn o.m. het provinciaal domein Lippensgoed-Bulskampveld, het gewestelijk deel ervan en het Vagevuurbos. De selectie van de gewenste ruimtelijke structuur landschap selecteert: de Oude veldgebieden, Bulskampveld als gave landschappen; de cuesta Hertsberge-Lotenhulle als structurerende reliëfcomponent; de Velddambeek-Hertsbergebeek-Ringbeek als structurerend lineair element Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Gemeente Oostkamp Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van de gemeente Oostkamp werd goedgekeurd door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen op 18 mei In het informatief gedeelte van het GRS worden de natuurwaarden in de gemeente in belangrijke mate geassocieerd met de beekvalleien, de veldgebieden, de mozaïek van akkers en weilanden (bulklandschap) en broek- en meersgebieden. De ecologisch meest waardevolle gebieden worden er teruggevonden in de beekvalleien en dit onder de vorm van beekdalbossen en de graslanden in de broek- en meersgebieden. Naast de beekvalleien zijn de bossen en kasteelparken gelegen in de veldgebieden van belang. In het richtinggevend gedeelte van het GRS worden enkele conceptelementen uitgewerkt: Vrijwaren van de landschappelijke diversiteit binnen de gemeente. Behouden van de karakteristieke drevenstructuur in de veldgebieden en van verspreide kleine landschapselementen. Onderzoek naar ecologische en recreatieve herwaardering van de trage wegen Versterken van de ecologische functie van de biologisch waardevolle gebieden, de groene corridors en stapstenen opbouw van het natuurlijk netwerk. Pagina 17 van 17

22 In de gewenste ruimtelijke structuur (visie) is het behoud van de karakteristieke drevenstructuur in de veldgebieden en van verspreide kleine landschapselementen relevant. De bosstructuur is de belangrijkste drager van de natuurlijke structuur en moet optimaal gevrijwaard worden. Integendeel moet er binnen bepaalde zones worden gestreefd naar een bosversterking. De veldgebieden komen prioritair in aanmerking. De omgeving Bulskampveld tot Merkenveld wordt geselecteerd als natuuraandachtszone. Als natuurverbindingsgebied wordt o.m. de Bornebeek benoemd. In het bindend gedeelte van het GRS worden enkele kernbeslissingen gebundeld. De Bornebeek wordt geselecteerd als lokaal structurerend lineair element en de Galgetoren als lokaal puntrelict. Gemeente Beernem Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan werd vastgesteld door de gemeenteraad 18/11/2008 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de Provincie West-Vlaanderen op De ruimtelijke context op meso-niveau beschrijft de oude veldgebieden, waaronder het gebied ten zuiden van de E40 (Lippensgoed-Bulskampveld) en de omgeving Lindeveld. Op lokaal niveau zijn de kasteeldomeinen structuurbepalend. Ook voor de bestaande natuurlijke structuur, zijn de veldgebieden van belang. Lokale natuurelementen betreffen onder meer het gebied tussen Hulstlo en Lindeveld. Het Provinciaal Domein Lippensgoed-Bulskampveld vormt een bovenlokaal toeristisch-recreatief element. Ook de kasteeldomeinen vormen interessante bezienswaardigheden. Het richtinggevend gedeelte beschrijft de visie voor de hoofdruimte zuidelijke veldgebieden. In de eerste plaats dient gestreefd naar het behoud en het versterken van de landschappelijke karakteristieken en de natuurlijke structuur. Algemeen mag gesteld worden dat de percelen, gelegen binnen deze hoofdruimte, de ideale basis vormen voor versterking van de bosstructuur en/of grondgebonden land- en tuinbouw. Het specifieke landschap, de aanwezige kasteeldomeinen en het Provinciaal Domein Bulskampveld Lippensgoed lenen zich uitstekend voor toeristisch-recreatief medegebruik en ondersteuning van het toeristisch-recreatief netwerk. De bebouwing is enigszins beperkt en eerder geconcentreerd aanwezig (langsheen Reigerlostraat), doch dient voldoende aandacht besteed aan de landschappelijke integratie van zowel kleinschalige als grootschalige gebouwen(complexen). In het richtinggevend gedeelte van het GRS worden elementen van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling uitgewerkt. Relevante elementen zijn: Landschapsbeeld: Het karakteristieke rastervormig patroon met een afwisseling van percelen met bos, wei of akkerland, dewelke gescheiden worden door dreven, dient maximaal gevrijwaard. Het gebied is een zeer waardevol rustgebied met een beperkte draagkracht. De aanwezige infrastructurele lijnelementen moeten zo goed mogelijk worden geïntegreerd binnen dit landschapsbeeld. Ontwikkelingsmogelijkheden voor landbouwbedrijven: Omtrent het gebied Bulskampveld Aanwijs Hulstlo kan natuur en landschap randvoorwaarden opleggen ten aanzien van de landbouw (op vrijwillige basis via beheersovereenkomsten en passend binnen de bedrijfsvoering). Toerisme en recreatie: Het Provinciaal Domein Lippensgoed Bulskampveld vormt een toeristisch-recreatief kerngebied op regionaal niveau. In dit gebied staan laagdynamische activiteiten centraal. Ook de overige delen van de hoofdruimte worden volop aangewend voor toeristisch-recreatieve activiteiten. De verbindingen worden verzorgd door (boven)lokale fietsroutes. Deze hoofdruimte vormt aldus een belangrijk gegeven binnen het toeristisch-recreatief netwerk op (boven)lokaal niveau. Het toerisme in deze hoofdruimte kan verder worden uitgebouwd rond natuur- en landschapsbeleving én hoeve-, plattelands- en kasteeltoerisme. Psychiatrisch centrum Sint-Amandus : Het grootschalig complex met karakteristieke bebouwing vormt een structuurbepalend gegeven. Het grootste deel van het complex is reeds geïntegreerd in het landschap, maar vooral aan de westzijde kan deze integratie nog verbeterd worden. Pagina 18 van 18

23 Suggestie naar hogere overheid: natuurontwikkeling en bosuitbreiding: Binnen deze hoofdruimte,, vormen de aanwezige bomenrijen (dreven), beekvalleien en bosentiteiten de belangrijke dragers van de natuurlijke structuur. Over het algemeen wordt in dit gebied de natuurfunctie afgestemd op de landbouwfunctie, doch op termijn kunnen de natuurwaarden er zich sterk ontwikkelen. De bestaande bomenrijen worden gevrijwaard en waar mogelijk versterkt. In het gebied Bulskampveld Aanwijs Hulstlo staat natuurbehoud centraal, maar agrarisch en toeristisch-recreatief medegebruik wordt niet uitgesloten in zoverre het ecologisch en landschappelijk inpasbaar is. In deze hoofdruimte, maar vooral binnen het gebied Bulskampveld Aanwijs Hulstlo, wordt gesuggereerd dat bosuitbreidingen mogelijk moeten zijn, zonder de bestaande landbouwbedrijven te hypothekeren. Er wordt gesuggereerd om binnen het gebied van de vijvers van Driekoningen aan natuurontwikkeling te doen. Suggestie naar de hogere overheid: ontwikkelingsperspectieven van kasteeldomeinen: In de hoofdruimte zuidelijke veldgebied komen heel wat van dergelijke domeinen, bestaande uit kastelen en bijhorende parken, voor. Deze cultuurhistorische elementen zijn structuurbepalend voor het landschap (puntrelicten). Dit cultuurhistorische patrimonium mag in geen geval verloren gaan. Onder bepaalde voorwaarden moeten nabestemmingen als wonen en/of activiteiten in de toeristisch-recreatieve sfeer mogelijk zijn (zie gewenste toeristisch-recreatieve structuur). Suggestie naar de hogere overheid: grensoverschrijdende samenwerking: Gezien de uitstraling en het grensoverschrijdend functioneren van deze hoofdruimte zal overleg en samenwerking op diverse niveaus aangewezen zijn. Deze samenwerking zal zich voornamelijk toespitsen op de beleidsthema s landinrichting, natuur, kasteeldomeinen, toerisme en recreatie. Figuur 1-2. Gewenste ruimtelijke structuur hoofdruimte zuidelijk veldgebied (GRS Beernem) Pagina 19 van 19

24 Gemeente Wingene In het richtinggevend deel worden gewenste deelruimten beschreven, waaronder de veldgebieden (Bulskampveld en omgeving Munkebossen). De veldgebieden richten zich op land- en tuinbouw in harmonie met bos, park, natuur en landschap. Deze functies zijn er evenwaardig. De historische bossen en parken kaderen binnen het landschappelijk kader van de veldgebieden. Waardevolle te behouden elementen hierbij zijn de geometrische ontginnings- en drevenstructuren, de trage wegen, gebieden met een netwerk van kleine landschapselementen, diverse cultuurhistorisch waardevolle gebouwen en hoeves en de identiteit en samenhang met de omgeving van de rijk aanwezige parken en kasteeldomeinen. Binnen veel bosgebieden liggen waardevolle en structuurbepalende kasteeldomeinen en parken. Landschappelijk wordt het bosrijke landschap bestaande uit bossen en dreven hersteld en versterkt. Zachte recreatie wordt er gestimuleerd. Eén van de basisdoelstellingen is het behoud en versterken van de cultuurlandschappen, bos-, en parkstructuren en natuurlijke structuur. Het fysisch systeem ligt aan de basis van de ruimtelijke verscheidenheid van de open ruimte. Het dient als basis voor het uitwerken van deelgebieden die een afwegingskader dienen te vormen voor alle ruimtelijke ontwikkelingen van de verschillende functies (wonen, werken, recreatie, landbouw en natuur) in de toekomst. De meest (potentieel) waardevolle natuurlijke en landschappelijke structuren zijn o.m. Wildenburg/Sint- Pietersveld en de beekvalleien. Deze structurerende elementen moeten als drager dienen voor een volwaardige natuurlijke structuur die kan functioneren in grotere en (ecologisch) samenhangende gehelen. De gewenste ontwikkelingsrichting voor prioritaire gebieden voor cultuurlandschappen, bos, park en natuur beschrijft o.m. Binnen veel bosgebieden liggen waardevolle en structuurbepalende kasteeldomeinen en parken. De samenhang hiervan met de omgeving wordt behouden en versterkt. Parken en kasteeldomeinen worden als volwaardige entiteiten behouden en hierbij dient het behoud en herstel van de cultuurhistorische eigenheid van kasteelparken mogelijk te blijven. Binnen de gewenste landschappelijke structuur is het kasteelpark van Wildenburg opgenomen als structurerend element van lokaal belang. Het beschermen van het boskarakter is er een doelstelling. De cuesta Hertsberge-Lotenhulle is een structurerend reliëfelement. Binnen de gewenste recreatieve en socio-culturele structuur wordt het Bulskampveld met Wildenburg en St.- Pietersveld als belangrijk element binnen de recreatieve structuur geduid. Het betreft een laag dynamisch gebied bestaande uit bossen, dreven en landbouwgronden. Extensieve zachte recreatievormen kunnen in dit gebied terecht, zij het zonder belangrijke hinder te veroorzaken voor de hoofdfuncties (natuur, landschap en landbouw) van dit gebied. De Blauwhuisbeek is aangeduid als verbinding van lokaal belang. Een van de ruimtelijke beleidselementen betreft het onderzoek naar planologische wijziging of ruil van zone voor verblijfsrecreatie Wildenburg Sint-Jorisstraat. Deze zone voor verblijfrecreatie is omsloten door woongebied met landelijk karakter, parkgebied en landschappelijk waardevolle agrarische gebieden en op heden bebouwd met een woning met bijgebouwen. Als alternatief voor de realisatie als zone voor verblijfsrecreatie wordt voorgesteld de mogelijkheid te overwegen om deze zone te herbestemmen als landschappelijk waardevol agrarisch gebied met behoud van de woonfunctie en de bijgebouwen en met toepassing van de decretale bepalingen geldig in de agrarische zones. Een andere mogelijkheid is een planologische ruil met het gedeelte woongebied met landelijk karakter aansluitend bij het kasteelpark Wildenburg, waardoor er een buffer ontstaat tussen het kasteeldomein en de bebouwing. Pagina 20 van 20

25 Figuur 1-3. Gewenste structuur op microschaal. Veldgebieden. Bron: GRS Wingene Pagina 21 van 21

26 1.5.5 Natuurdecreet-Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) Het Natuurbehouddecreet (21 oktober 1997, B.S ; zie kent een aantal beginsels zoals: het stand-stillbeginsel, gericht op het vrijwaren van de ecologische milieukwaliteit en de mogelijkheid algemene maatregelen te treffen ter bevordering van het natuurbehoud; de zorgplicht, die verplicht tot het nemen van maatregelen om schade aan de natuur te voorkomen, te beperken of te herstellen; het voorkomingbeginsel dat wordt geconcretiseerd in een algemeen verbod om vermijdbare schade toe te brengen aan de natuur en in de mogelijkheid bepaalde activiteiten te verbieden of aan voorwaarden te onderwerpen; het integratiebeginsel dat andere beleidsterreinen ertoe verplicht rekening te houden met natuurwaarden. De VEN-gebieden aangeduid in de eerste fase zijn allemaal gebieden die op het gewestplan een groene bestemming hebben. Binnen het VEN kunnen gebiedsspecifieke reglementaire maatregelen getroffen worden voor het behoud, de ontwikkeling en het herstel van de natuur en het natuurlijk milieu. Deze worden opgenomen in een Natuurrichtplan dat in overleg met alle betrokkenen (o.a. grondeigenaars) wordt opgesteld. Zie voor afbakening kaart 1.6. Een aanzienlijk deel van het plangebied valt binnen de afbakening van het VEN-gebied De Valleien, bossen en heiderelicten van de oostelijke Brugse veldzone (totaal 982 ha). Vrijwel de volledige bosplaatsen Driekoningen en Bulskampveld en een deel van de bosplaatsen Blauwhuisbossen en Vagevuurbossen zijn gelegen in VEN-gebied. Recht van voorkoop Overeenkomstig het Besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 (B.S. 17/10/2003) is het recht van voorkoop natuur van toepassing in de uitbreidingsperimeters van erkende en Vlaamse natuurreservaten binnen de gewestplanbestemmingen groen-, bos- en bosuitbreidingsgebieden en de met één van deze gebieden vergelijkbare bestemmingsgebieden. Het recht van voorkoop natuur is eveneens van toepassing in het VEN Bosdecreet De zones met een opgaande houtige beplanting worden als bos beschouwd waardoor de regelgeving van het Bosdecreet van 13 juni 1990 (B.S ) en de uitvoeringsbesluiten (27 juni 2003, B.S ) van toepassing is. Onder bossen wordt hier verstaan: "grondoppervlakten waarvan bomen en houtachtige struikvegetaties het belangrijkste bestanddeel uitmaken, waartoe een eigen fauna en flora behoren die één of meer functies vervullen". Lijnbeplantingen en houtkanten vallen niet onder het Bosdecreet (zie ook ANB-richtlijn m.b.t. definitie bos, ontbossen en open plekken in bos). Binnen het plangebied valt 96% (of 405 ha) onder het Bosdecreet Soortenbesluit Het Besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer stelt dat alle vleermuizen die in Vlaanderen in het wild voorkomen strikt beschermd zijn. Dit betekent dat het verboden is: de dieren te doden, te vangen en betekenisvol te verstoren in het bijzonder tijdens de perioden van de voortplanting, de afhankelijkheid van de jongen, de overwintering en tijdens de trek; de dieren onder zich te hebben, te vervoeren, te verhandelen, te ruilen of te koop of in ruil aan te bieden; de voortplantingsplaatsen of rustplaatsen te vernielen, te beschadigen of weg te nemen. Pagina 22 van 22

27 1.5.8 Beleidsplannen en initiatieven Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Veldgebied Brugge en Meetjesland. In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen stelde de Vlaamse overheid in 2006 een ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos op voor de regio Veldgebied Brugge- Meetjesland. Op 10 juli 2006 keurde de Vlaamse regering de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca ha agrarisch gebied goed en op 29 juni 2007 nam ze kennis van de ruimtelijke visie en keurde ze een operationeel uitvoeringsprogramma goed. Het plangebied maakt deel uit van de deelruimte Oostelijk Houtland. Deze deelruimte omvat de nog vrij gave veldgebieden van Vlaanderen en het waardevol landschapsecologisch bekken van de Rivierbeek. Voor dit plan relevante beleidsdoelstellingen zijn: Behoud en versterking van historische bos- en parkstructuren met concentraties aan parken en kasteeldomeinen: 28.1 Lippensgoed-Bulskampveld 28.2 Driekoningen 28.3 Hontzocht-Blommeke (grens plangebied) 28.4 Lindeveld Hulstlobos 28.5 Hulstlobos noord 28.6 Vagevuurbossen 28.7 Blauwhuisbossen 28.8 Wildenburg Behoud en versterking van zeer waardevolle complexen van bos en heide: 29.1 aanwijsputten en omgeving, en delen van Lippensgoed-Bulskampveld 29.2 Driekoningen Bornebeekvallei 29.3 Vagevuurbossen Behoud en versterking van een mozaïeklandschap met ruimte voor grondgebonden landbouw, grasland- en bosontwikkeling: 30.6 Omgeving Blommeke 30.7 Landbouwgebieden in Bulskampveld (omgeving Vijvers Lindeveld Bakensgoed Schuurlo St. Pietersveld - Kruisbergen Ontwikkeling van een samenhangend, hoogwaardig veldgebied: 31.1 Bulskampveld (het historische veldgebied, bekken Rivierbeek en omgevende veldgebieden tot aan E403, Munkebossen en kanaal) Behoud en versterking van uitgesproken natuurwaarden in valleien met herstel van het natuurlijk watersysteem: 32.3 Hertsbergebeek 32.6 Blauwhuisbeek 32.7 Bornebeek Minder samenhangende landbouwgebieden met grondgebonden landbouw als drager van de open ruimte: 36.6 Landbouwgebied ten zuiden van Gevaarts 36.7 Landbouwgebied tussen Blauwhuisbos en Wildenburg 32.6 Blauwhuisbeek 32.7 Bornebeek Pagina 23 van 23

28 Voor dit plan relevante acties zijn: Actie 25: Opmaak van een gewestelijk RUP Bulskampveld en Bornebeek: voor bosuitbreiding omgeving Blauwhuisbossen Bulskampveld ( ) en omgeving Hontzocht-Blommeke (28.3); aanduiding van bijkomende oppervlakte natuurgebied en uitbreiden van de huidige VENafbakening in valleigebieden.. Blauwhuisbeek, Driekoningen-Bornebeekvallei, nabij Bulkskampveld-Lippensgoed; differentiëren van omgeving Blommeke (30.6) als ruimtelijk verweven agrarisch gebied, natuurverwevingsgebied, natuur-, groen- of bosgebied; differentiëren van de zones met bestemmingen parkgebied in Bulskampveld-Lippensgoed, het domein Blommeke en het kasteeldomein Hertsberge, met natuurverweving. Eventueel herbestemmen van de agrarische bestemming voor de samenhangende en minder samenhangende landbouwgebieden (35.4, 35.5, 36.6, 36.7). Actie 27: Opmaak van een gewestelijk RUP bossen en omgevend mozaïeklandschap Lindeveld - Hoogveld - Patersveld : voor bosuitbreiding van de bossen en tussen de bossen (28.4, 28.5, 28.10, 28.11, 28.12); differentiëren van het gebied tussen Lindeveld, Schuurlobos, Vaanders (30.7) als ruimtelijk verweven agrarisch gebied, natuurverwevingsgebied, natuur-, groenof bosgebied. Actie 28: Opmaak van een gewestelijk RUP St. Pietersveld, Vortebossen, Eendekooi/Wantebeek, Poekebeek : differentiëren van de zones met bestemmingen parkgebied en recreatiegebied nabij Wildenburg, met natuurverweving. Figuur 1-4: Uittreksel van de gewenste ruimtelijke structuur Oostelijk Houtland, westelijk deel (figuur links) en oostelijk deel (figuur rechts) (Bron: Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Veldgebied Brugge-Meetjesland) Aangrenzend aan het plangebied zijn er herbevestigde agrarische gebieden aanwezig, m.n. ten noorden van Driekoningen en ten westen van Driekoningen (Besl.Vl.Reg. 20 juli 2006). Pagina 24 van 24

29 Landinrichtingsproject Brugse Veldzone De Vlaamse Regering keurde op 14 september 2007 het landinrichtingsproject Brugse Veldzone, deel Veldgebied Brugge goed. Het bestaat uit vier deelprojecten die een antwoord willen bieden op de uitdagingen voor de toekomstige inrichting van de economische, landschappelijke en ecologische waarden van dit gebied. Het landinrichtingsproject omvat vier inrichtingsprojecten landinrichting, waaronder Bulskampveld. Figuur 1-5: Situering inrichtingsprojecten landinrichting in Veldgebied Brugge Het inrichtingsplan Sint-Amandus is het eerste inrichtingsplan in het kader van het inrichtingsproject Bulskampveld. Daarnaast wordt ook een inrichtingsplan Wildenburg-Aanwijs opgesteld. Voor het inrichtingsgebied Bulskampveld werden een aantal inrichtingsmaatregelen vooropgesteld. Deze worden hieronder weergegeven, waarbij de voor het plangebied relevante maatregelen besproken worden. Generieke maatregelen inrichtingsplan Sint-Amandus Pagina 25 van 25

30 Maatregelen in het deelgebied Driekoningen inrichtingsplan Sint-Amandus Voor de Galgetoren wordt voorzien in een consolidatie (maatregel ), gebaseerd op een voorafgaandelijke stabiliteitsproef. Hierbij worden de opening opnieuw vrijgemaakt, de draaitrap hersteld, het toegangspad hersteld en erosiebestrijdende maatregelen uitgevoerd. Daarnaast is voorzien om de walgracht uit te baggeren en de beplantingen uit te dunnen in functie van het herstel van de zichtbaarheid van de toren en de heuvel. De concrete uitvoering van deze maatregelen dient echter nog met alle betrokkenen en betrokken instanties op punt gesteld te worden. In het park Driekoningen hebben de restanten van de arcade en de muren in veldsteen naast het kasteel nood aan dringende consolidatiewerken (maatregel ). Het project voorziet de uitvoering van soortgerichte maatregelen op de zandput van Driekoningen (maatregel ). Hierbij kunnen exoten als Amerikaanse eik gekapt worden. Ook in de bosbestanden aan de zuidrand van deze put, die deel uitmaken van het plangebied van dit bosbeheerplan, omvatten heel wat van deze exoten. Pagina 26 van 26

31 Maatregelen in het deelgebied Heirweg inrichtingsplan Sint-Amandus Maatregelen die door het PC Sint-Amandus op te nemen zijn, ter herstel van dreven en versterken van de landschappelijke structuur worden voorzien (maatregel ). Aan het educatief wandelpad Sint-Amandus mogen de boompalen verwijderd worden en de wilgen langs de bermgracht afgezet waarna deze gracht geruimd wordt. Een aantal dreven op het domein heeft nood aan éénmalige onderhoudswerken, waaronder het verwijderen van wilgenopslag, het herprofileren van bermgrachten en de dunning van bomenrijen. Maatregelen in het deelgebied Lindeveld-Hulstlo inrichtingsplan Sint-Amandus Het natuurherstel Hulstlobos-Lindeveld (maatregel ) omvat maatregelen in drie projectzones. In zone A wordt voorgesteld om 0,64 ha bos te rooien en af te plaggen, de bestaande poel te herprofileren en een plagexperiment uit te voeren ifv heischrale ontwikkeling. De populierenbestanden (W bos en O bos op onderstaande figuur) zijn gekapt om habitattype 6410 te ontwikkelen. Het herprofileren van de poel zal niet uitgevoerd worden. In zone B wordt een deel van Pagina 27 van 27

32 het bospad (1000 m²) afgeplagd i.k.v. ontwikkeling van veldrusvegetaties. In zone C wordt Amerikaanse vogelkers bestreden en wordt geplagd i.k.v. het herstel van droge heide. Figuur 1-6: Situering maatregelen natuurherstel Lindeveld-Hulstlobos (VLM 2011) Maatregelen tot realiseren van de primaire onthaalpoort Aanwijs - inrichtingsplan Wildenburg-Aanwijs Pagina 28 van 28

33 Er wordt voorgesteld de aansluiting van de Heirweg op de N370 in noordelijke richting te verschuiven. Deze weg wordt gerealiseerd op gronden die momenteel in eigendom zijn van PC Sint-Amandus. In- en uitgaand verkeer van de parking Aanwijs worden hierbij gebundeld en het kruispunt wordt uit elkaar gehaald. Hierbij wordt ook de N370 t.h.v. kruispunt Aanwijs heringericht. Een middenberm met breedte van 4 m wordt voorzien. Een afzonderlijke recreatieve kruising van de N370 wordt gerealiseerd. De parking Aanwijs wordt opgewaardeerd tot primaire onthaalpoort voor het landschapspark Bulskampveld. Figuur 1-7: Schematische weergave herleggen van het tracé van de Heirweg (VLM 2013) Pagina 29 van 29

34 Maatregelen tot realiseren van de secundaire onthaalpoort Wildenburg - inrichtingsplan Wildenburg-Aanwijs Pagina 30 van 30

35 Pagina 31 van 31

36 - Aanleg utilitair fietspad langsheen N370 en wandelverbinding Wildenburg- Boskapeldreef-Blauwhuisstraat De fietsroute N370 werd opgenomen in het bovenlokale fietsroutenetwerk voor functioneel verkeer. Door de aanleg van fietspaden wensen zowel de gemeente Beernem als de gemeente Wingene het aandeel van het fietsverkeer in de bestaande verkeersstromen te verhogen. De verhoging van de veiligheid, het comfort en de bereikbaarheid van de fietser staat centraal. De aanleg van fietspaden zou de fietser meer veiligheid bieden. Hiertoe wordt geopteerd voor vrijliggende enkelrichtingsfietspaden tussen Wingene en Wildenburg en dubbelrichtingsfietspad tussen Wildenburg en Beernem (aan westelijke zijde). Het ontwerpprofiel voorziet een dubbelrichtingfietspad vanaf de kerk van Wildenburg richting noorden, deels ter hoogte van het kasteelpark. Dit fietspad wordt gesitueerd in het openbaar domein langs de N370. Hierbij verdwijnt de bestaande beplanting langs de N370. Ter hoogte van het weiland ten noorden van het kasteelpark, wordt het dubbelrichtingfietspad voorzien ten oosten van de Blauwhuisbeek. Afgaande op het ontwerpplan zal er een strook van een 8-tal meter breed onteigend moeten worden over een lengte van ongeveer 170 m vanaf de kop van het talud van de Blauwhuisbeek. Vanaf de kerk van Wildenburg wordt in noordelijke richting, naast het fietspad, een vrijliggend wandelpad aangelegd zodat de verbinding naar de Boskapeldreef, Blauwhuisstraat en Oude Bruggeweg op een veiliger en aangenamer manier kan gebeuren. Pagina 32 van 32

37 Figuur 1-8. Ontwerpprofiel herinrichting fiets- en wandelpad N370 - Wandelverbinding Wildenburg-Piewitte De onthaalparking Wildenburg wordt voor wandelaars ontsloten via de bestaande bosdreef tussen de Poldersdreef en de Piewittedreef. Deze ontsluiting biedt mogelijkheden tot uitbreiding van het recreatief wandelnetwerk (knooppunten). Het inrichtingsplan voorziet de aankoop van de Polderdreef tussen het landgoed De Varens en de hoeve Poldershof en de dreef aan de noordrand van het landgoed De Varens en deze op te nemen in het openbaar domein. Ter hoogte van de aansluiting met de Piewittedreef wordt een nieuw wandelpad aangelegd. - Wandelverbinding Wildenburg-Vorsevijvers De wandelverbinding Wildenburg-Piewitte wordt ten noorden van De Varens afgetakt naar de Vorsevijvers. Deze maatregel gaat uit van de verwerving van een deel van de Blauwhuisbossen door het Agentschap voor Natuur en Bos. Indien deze verwerving niet kan gerealiseerd worden op vrijwillige basis dan wordt voorzien in de verwerving van een deel van deze bossen in functie van het realiseren van deze recreatieve verbinding. - Wandelverbinding Wildenburg-De Gruyterebossen De bestaande wandelverbinding via private dreven wordt geconsolideerd door aankoop van deze dreven. De voormalige dreef die de verbinding maakt met de De Gruyterdreef wordt als wandeldreef hersteld. Pagina 33 van 33

38 Figuur 1-9. Ontwerp-inrichtingsplan Wildenburg-Aanwijs; overzicht maatregelen omgeving De Varens- Blauwhuis - Inrichten kasteelpark Wildenburg In functie van het herstel van cultuurhistorische en ecologische waarden wordt voorgesteld om een aantal maatregelen op te nemen uit het beheerplan (Grontmij, 2013). Het gaat om het baggeren van de kasteelvijver, natuurlijke oeverinrichting en nieuwe aflaatconstructie kasteelvijver en restauratiewerken aan de ijskelder. Maatregelen tot inrichting van de Blauwhuisbossen, omgeving Vorsevijvers Er wordt uitgegaan van verwerving van een deel van de Blauwhuisbossen door ANB in functie van herstel van bos- en heidevegetaties. Ten zuiden van de Varendreef wordt onder meer het herprofileren van de Blauwhuisbeek, herstel van een veldvijverdijk en bos- en heideherstel voorzien. Pagina 34 van 34

39 - Verwerven bos in functie hestelbos- en heide in de blauwhuisbossen met aanleg nieuwe Blauwhuisbeek De percelen in de bocht van de Blauwhuisbeek zijn bijzonder waardevol met potenties voor de uitbreiding van heide (4010/4030), heischraal grasland (6230) en het omvormen van naaldhoutbestanden naar zuurminnend beukenbos en eiken-beukenbos (9120/9190). In het inrichtingsplan wordt uitgegaan van de verwervinv van een deel van de Blauwhuisbossen door ANB. Tevens wordt geijverd voor het reliëfherstel van een veldvijverdijkrelict in een privaat bosbestand ten zuiden van de Varendreef. Om de wateroverlast in het woonpark Vorsevijvers te beperken wordt in het inrichtingsplan voorzien om de Blauwhuisbeek te verleggen naar het bos aan de zuidzijde van de Varendreef. Verder zal ook het afvalwater van de Vorsevijvers afgekoppeld worden. Torenweg-Bruggesteenweg omvormen tot veilige verkeersas De Torenweg-Vagevuurstraat-Bruggesteenweg is opgenomen in het utilitair fietsnetwerk van de provincie West-Vlaanderen. De provincie West-Vlaanderen heeft in samenwerking met de 3 betrokken gemeenten (Wingene, Beernem en Ruiselede) een startnota opgemaakt voor de aanleg van een fietspad langs deze weg. De aanleg van dit fietspad wordt gesubsidieerd via het fietsfonds. Voor de aanleg van het fietspad wordt voorzien in een subsidiëring vanuit landinrichting voor de grondverwerving. Daarnaast wordt ook voorzien in middelen om flankerende maatregelen in functie van een betere landschappelijke inbedding en het vrijwaren van ecologisch waardevolle vegetaties langsheen het nieuw aan te leggen fietspad mogelijk te maken Natuurinrichtingproject Biscopveld (thv Bulskampveld) Het natuurinrichtingproject Biscopveld is ingesteld op 10 juli 2009, met publicatie in het B.S. 3 september In een volgende stap wordt de bestaande situatie in het projectgebied geanalyseerd om vervolgens de doelstellingen van het project en een voorstel van maatregelen voorop te stellen. Het projectgebied is gelegen op het grondgebied van de gemeenten Beernem, Oostkamp, Wingene en Ruiselede. Pagina 35 van 35

40 Figuur Uittreksel maatregelenkaart Bornebeek-Aanwijsputten (projectrapport Natuurinrichting Biscopveld 22/04/2011) Landschapspark Bulskampveld Op 28 september 2011 werd het Landschapspark Bulskampveld officieel van kracht. Het Landschapspark is een samenwerkingsverband tussen de vijf betreffende gemeenten (Beernem, Oostkamp, Ruiselede, Wingene en Aalter), de Provincies West- en Oost-Vlaanderen, de Vlaamse Landmaatschappij, het Agentschap voor Natuur en Bos, Westtoer, Toerisme Oost- Vlaanderen en het Regionaal Landschap Houtland Deelbekkenbeheerplan Rivierbeek Dit plan bestaat uit een plan voor integraal waterbeleid voor het deelbekken Rivierbeek (onderdeel van het bekken van Brugse Polders, goedgekeurd door bestuur op 7 december 2009). Volgende visie-elementen zijn relevant: krachtlijn 1: beperken en waar mogelijk voorkomen van schade tgv wateroverlast en watertekort Visie 1.11: behoud van waterbergend vermogen in de vallei van de Bornebeek, geselecteerd als natuurverbinding van bovenlokaal belang. Visie 1.15: behoud van waterbergend vermogen in de vallei van de Blauwhuisbeek, 2 de en 3 de categorie, door vrijwaren van verdere bebouwing en ecologische en hydrologische opwaardering door o.a. behoud en vrijwaren van deze van nature overstroombare gebieden. krachtlijn 2: nastreven van een goede kwalitatieve toestand van oppervlaktewater en waterbodem Visie 2.7, 2.18 en 2.19: de Bornebeek, Blauwhuisbeek thv Sint-Jan en de waterloop door de Vagevuurbossen vormen prioritaire aandachtsgebieden om tot een zeer goede kwaliteit van het oppervlaktewater en de waterbodem te komen. krachtlijn 3: waterafhankelijke ecosystemen beschermen en herstellen Visie 3.7: de Bornebeek is geselecteerd als natuurverbinding van bovenlokaal belang en als lokaal structurerend lineair element. De openheid en de karakteristieken worden ge- Pagina 36 van 36

41 vrijwaard. In de beekvalleien moet vooral aandacht besteed worden aan de KLE s. Maatregelen worden ondernomen om meer ecologisch ingericht te zijn of meer ecologisch beheerd te worden. Thv het bos te Beernem is er nog een zwak bochtig verloop over ong. 1 km. Dit beektraject is potentieel waardevol. Visie 3.14 en 3.15: de Blauwhuisbeek (2 e cat Getebeek en 3 e cat Blauwhuisbeek) en de Bornebeek zijn aangeduid voor behoud en versterking van uitgesproken natuurwaarden in valleien met herstel van het natuurlijke watersysteem. Visie 3.19: voor 7 segmenten van de Bornebeek (2 de categorie) worden maatregelen ondernomen om meer ecologisch ingericht te zijn of meer ecologisch beheerd te worden. 7, 2.18 en 2.19: de Bornebeek, Blauwhuisbeek thv Sint-Jan en de waterloop door de Vagevuurbossen vormen prioritaire aandachtsgebieden om tot een zeer goede kwaliteit van het oppervlaktewater en de waterbodem te komen. Relevante acties zijn: krachtlijn 2: nastreven van een goede kwalitatieve toestand van oppervlaktewater en waterbodem actie 2.3: aanleggen rioleringen en gemeentelijke persleidingen, opheffen lozingspunten: gescheiden riolering in het Sint-Pietersveld en Predikherenstraat; aanleg van een DWA in de industriezone Wildenburg, Gravestraat en Peerstalstraat (Wingene); realiseren van afvalwatercollectoren en waterzuivering in het woonpark Hertsberge te Oostkamp ifv betere waterkwaliteit voor de Bornebeek. krachtlijn 3: waterafhankelijke ecosystemen beschermen en herstellen actie 3.1: ecologische (her)inrichting en ecologisch beheer van waterlopen: natuurverbindende functie Bornebeek Life+ Vlaams Veldgebied Om de Europese natuurwaarden in het Vlaams Veldgebied te kunnen behouden en versterken, heeft de Europese Commissie via een LIFE+ natuurproject ruim 1,8 miljoen aan subsidies voorzien. Het gaat om het herstel van Europees belangrijke habitats zoals heiden, vennen en natuurlijke bossen Regionaal Landschap Houtland Het gebied valt binnen het Regionaal Landschap Houtland vzw. Het strekt zich uit over de gemeenten Beernem, Brugge, Damme, Ichtegem, Jabbeke, Oostkamp, Ruiselede, Torhout, Wingene en Zedelgem. Het Regionaal Landschap is een samenwerkingsverband tussen de provincie, gemeenten en plaatselijke natuur- en milieuverenigingen met als doel o.a. natuur- en landschapszorg in de regio te bevorderen en zo bij te dragen tot de algemene streekontwikkeling. De werking van het RL Houtland (actief sinds 2001) is toegespitst op vier terreinen: toerisme en recreatie, natuur- en milieueducatie, natuur- en landschapszorg en landbouw. Contact: Tillegemstraat 81, 8200 Sint-Michiels Bosgroep Houtland De Bosgroep Houtland vzw heeft zijn werkingsgebied in de noordelijke helft van de provincie West-Vlaanderen (21 gemeenten). Deze Bosgroep heeft een eigen arbeidersploeg voor onder meer het uitvoeren van niet rendabele boswerken. Contact: Tillegemstraat 81, 8200 Sint-Michiels Pagina 37 van 37

42 Gebiedsvisies Noodplan Intermediair Atlantische Heide in Vlaanderen (De Beelde, T., 2003) Dit noodplan was een onderdeel van het Life-Natuurproject Intermediair Atlantische Heide. Dit project van Natuurpunt vzw werd in het kader van het Life-Natuurprogramma financieel ondersteund door de Europese Unie. Het project had als centrale doelstelling het behoud en het herontwikkelen van intermediaire heidehabitats in het Vlaams district (o.a. zone Bulskampveld met het deelgebied Nieuwenhove-Rooiveld). Ontwerp-ecosysteemvisie: Potentieverkenning voor heiden en bossen in Zandig Vlaanderen (Palmaerts W. et al., 2004) In opdracht van het toenmalige AMINAL afdeling natuur (het huidige ANB) werd, als uitvoering van het Milieubeleidsplan , een ecosysteemvisie uitgeschreven voor de heiden en bossen van Zandig Vlaanderen. In deze studie worden potenties opgezocht op basis van abiotiek en vegetatietypering en er worden daarvan natuurtypen afgeleid. Verder wordt met kaartmateriaal de historische evolutie bos/heide weergegeven. Dit dient om toekomstige potenties op te sporen. Als laatste deel wordt een algemeen concept voor het studiegebied uitgewerkt omtrent open plekken in het bos waar heide kan ontwikkelen. Ecologische inventarisatie en visievorming Rivierbeek Het doel van deze studie is het waterbeheer van de Rivierbeek beter af te stemmen op de aanwezige ecologische potenties. Als basis wordt hiertoe een grondige analyse gemaakt van het volledige stroomgebied. Met de bekomen gegevens worden gebiedsspecifieke beheer- en beleidsvoorstellen voor ecologische herwaardering voorgesteld. Samengevat is de doelstelling een onderbouwing te bieden aan het integraal waterbeheer, met focus op de ecologische aspecten van de waterlopen eerste categorie. Ook onder meer de Bornebeek en de Blauwhuisbeek zijn gesitueerd in het plangebied van deze studie. Onderzoeksproject beleidsstrategie ontwikkeling van kastelen en kasteeldomeinen in de Brugse Regio In de regio Brugge liggen een honderdtal kastelen, meestal met bijhorend kasteelpark. De kasteeleigenaars worden geconfronteerd met een aantal problemen die maken dat het niet altijd evident is om een kasteel/kasteelpark te beheren. Om die kwesties ten gronde te behandelen, werd gewerkt in twee fases: in eerste instantie werd een inventaris opgemaakt, in tweede instantie een studietraject opgezet om te komen tot een beleidsstrategie voor de ontwikkeling van kastelen en kasteeldomeinen. Als vervolgtraject is een expertengroep voor de kasteelparken opgesteld. Een van de cases die deze expertengroep zal behandelen, is het kasteelpark Wildenburg. Integraal waterbeleidsproject Bornebeek In deze ondersteunende studie wordt via inventarisatie, analyse en visievorming maatregelen voorgesteld die tegemoet komen aan de knelpunten en potenties omtrent de krachtlijnen die werden geformuleerd in het deelbekkenbeheerplan. Een belangrijk aandachtspunt is de geïntegreerde aanpak van deze krachtlijnen in de maatregelen. De segmenten die voor dit beheerplan van belang zijn, zijn die van de bovenloop van de Bornebeek in Bulskampveld (segment 1) en het deel die door de bosplaats Drie Koningen loopt (segment 2). Voor het eerste segment (Bulskampveld) zal gestreefd worden naar een zo hoog mogelijke waterkwaliteit (BBI 9). Verder is het gebied geschikt om een bufferende functie te voorzien onder de vorm van moerassige zones. De bossen in de vallei van het tweede segement (Drie Koningen) lenen zich uitstekend voor het bufferen van afstromend water. Ook in dit segment zal het water dan ook zoveel mogelijk opgehouden moete worden. Concreet kan dit door de beek lokaal te verbreden (accoladeprofiel), de meanderingsgraad te verbeteren en door overstroming toe te laten waar mogelijk. Het streefdoel naar waterkwaliteit is dezelfde als die van segment 1. Over het algemeen dienen de bos- Pagina 38 van 38

43 sen zoveel mogelijkomgevormd worden naar habitatwaardige bostypes (vnl 9120 en lokaal 91 E 0 langs de Bornebeek). Recreatieve gebiedsvisie Westtoer In 2009 stelde Westtoer een recreatieve gebiedsvisie op voor het ruimere Bulskampveld. Doelstellingen zijn: het positioneren van het Bulskampveld als recreatief bestemmingsgebied, het ontwikkelen van een kwalitatief aanbod routegebonden recreatie, het versterken van het toeristisch-recreatief productaanbod, het verbeteren van de horecavoorzieningen en het promoten van het regionaal landschapspark. Hierbij worden twee primaire onthaalpunten voorgesteld, nl. de parking Aanwijs en de parking Driekoningen. Daarnaast zijn er secundaire onthaalpunten t.h.v. Wildenburg, De Zande, Doomkerke, Kruiskerke en Maria-Aalter. In 2011 is gestart met de opmaak van een huisstijlstudie voor het landschapspark Bulskampveld Reglementen Voor het betreden van de bossen van het psychiatrisch centrum Sint-Amandus is een toegankelijkheidsreglement opgemaakt. Dit is goedgekeurd op 27 maart 1995 (zie bijlage 2a). Voor het domeinbos te Bulskampveld is een toegankelijkheidsreglement opgesteld en goedgekeurd op 14 juni 1999 (zie bijlage 2b). 1.6 Ligging in speciale beschermingszones Habitatrichtlijngebied Habitatrichtlijngebieden zijn speciale beschermingszones die door de lidstaat van de Europese Unie aangeduid dienen te worden in uitvoering van de Europese Richtlijn 92/43/EEG (Habitatrichtlijn). De aanduiding gebeurt op basis van objectieve en wetenschappelijke criteria inzake habitats en soorten De erkenning als Habitatrichtlijngebied houdt in dat de lidstaat zich ertoe verplicht alle nodige maatregelen te nemen om een duurzame bescherming van de biodiversiteit te verzekeren. Zie voor afbakening kaart 1.6. Het plangebied valt binnen het Habitatrichtlijngebied (SBZ-H) BE Bossen, heiden en valleigebieden van zandig Vlaanderen: westelijk deel (totaal ha). De bosplaats Drie Koningen (ten zuiden van de Drie Koningenstraat), Bulskampveld (quasi volledig) en bestanden 855a, 855b en 857a van de bosplaats Vagevuurbossen vallen binnen dit Habitatrichtlijngebied. Drie Koningen valt binnen het deelgebied 6a (Driekoningen) Bulskampveld valt binnen het deelgebied 6b (Aanwijsputten-Bulskampveld) De bestanden in de Vagevuurbossen vallen binnen het deelgebied 6c (Vagevuurbossen) Voor het betreffende Habitatrichtlijngebied werd een ontwerprapport (ANB, augustus 2011) met de instandhoudingsdoelstellingen voor dit gebied opgesteld. De doelen in dit rapport werden momenteel enkel principieel (dus voorlopig) goedgekeurd door de Vlaamse regering. Goedkeuring is voorzien in september Het plangebied ligt voor 27% (of 113,4 ha) in Habitatrichtlijngebied. In het volledige Habitatrichtlijngebied Bossen, heiden en valleigebieden van zandig Vlaanderen: westelijk deel zijn 13 habitattypes, waarvan 2 prioritair, van Bijlage I en 1 soort van Bijlage II van de Habitatrichtlijn aangemeld (zie voor toelichting habitattypes, Decleer K. 2007). Pagina 39 van 39

44 Tabel 1-4: actuele oppervlakte en potenties van de habitattypes voor de deelgebieden (bron: IHD-rapport, 2011). Deelgebied IHD Act opp. (ha) Potenties (ha) 6a paden, vijveroever inrichting vijver, poelen 6b ,3 vijvers, poelen 6c poelen, paden poelen, herstel veldvijver 6a 0,9 Bornebeek 6b ,9 Bovenloop Blauwhuisbeek 6c 6a 6b 4010 < 1 ha ca. 5 6c < 0,1 ha lokaal 6a 6b ,5 20 6c 1,5 80 6a 6b c paden en dreven 170 6a 6b c 6a 6b c a 6b 91E0 4 6c < 1 De habitattypes of relicten ervan en soorten die in het plangebied zelf voorkomen, zijn in onderstaande tabel in het vet en grijs aangeduid. Deze die niet zijn aangemeld maar voorkomen in het plangebied zijn enkel in het vet weergegeven: Tabel 1-5: habitattypes en soorten voor het Habitatrichtlijngebied BE BE Bossen, heiden en valleigebieden van zandig Vlaanderen: westelijk deel Habitats BWK-code 2330 Open grasland met Corynephorus- en Agrostis-soorten op landduinen ha 3130 Oligotrofe wateren van het Middeneuropese en peri-alpiene gebied met Littorella- of Isoëtes-vegetatie of met eenjarige vegetatie op aom drooggevallen oevers (Nanocyperetalia) 3150 Van nature eutrofe meren met vegetatie van het type Magnopotamion of Hydrocharition. ae( ) 4010 Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix. ce, cm 4030 Droge Europese heide cg, cv, sg 6230* Soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems van berggebieden hn,hmo,ha Grasland met Molinia op kalkhoudende, venige of lemige kleibodem (Eu- Molinion) Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland, en van de montane en alpiene zones 3 hm,hme,hmm hf,hr,ku,mr 6510 Laaggelegen, schraal hooiland (Alopecurus pratensis, Sanguisorba officinalis) hu,hp*/hu 9120 Beukenbossen van het type met Ilex- en Taxus-soorten rijk aan epifyten (Ilici-Fagetum) qs, fs 9160 Sub-Atlantische en midden-europese wintereikenbossen of eikenhaagbeukenbossen behorend tot het Carpinion betuli qa,fa Pagina 40 van 40

45 BE Bossen, heiden en valleigebieden van zandig Vlaanderen: westelijk deel 9190 Oude zuurminnende bossen met Quercus robur op zandvlakten 91E0* Vissen Alluviale bossen met Alnion glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno- Padion, Alnion incanae, Salicion albae) 1134 Bittervoorn Vleermuizen (Bijlage IV) Mopsvleermuis Kleine dwergvleermuis Baard/Brandts vleermuis Gewone of Grijze grootoorvleermuis Laatvlieger Gewone dwergvleermuis / Ruige dwergvleermuis Watervleermuis Rosse vleeermuis Franjestaart va, vn Het voorkomen van de verschillende habitattypes is weergegeven op onderstaande figuur. In het plangebied komt op de drogere gronden gedomineerd door Beuk en Zomereik en zonder voorjaarsflora het habitattype 9120 dominant voor. Ter hoogte van de Varens (Blauwhuisbossen) komt lokaal het type met voorjaarsflora voor als overgang naar In enkele natte zones komt zeer beperkt het prioritair habitattype 91E0 voor. Andere habitatypes als heide, heischrale graslanden, ruigtes en eutrofe plassen komen slechts fragmentarisch voor. Winterverblijfplaatsen voor vleermuizen zijn gekend in het kasteelpark Wildenburg, nestbomen in het complex Bulskampveld-Vagevuurbossen, aan het kasteel Drie Koningen, en een nagebouwde ijskelder in het provinciaal domein (zie verder bij bespreking Fauna). Volgende habitattypes zijn aanwezig in het plangebied: Zoetwaterhabitats Habitattype 3130: Oligotrofe tot mesotrofe wateren met vegetatie behorend tot het Littorelletalia uniflorae en/of Isoëto-Nanojuncetea Bulskampveld: De kleine zandwinningsput te Drie Koningen kan tot dit type gerekend worden. Verder kan buiten de SBZ ook de brandblusput te Hulstlo met veel Duizendknoop- en Drijvend fonteinkruid tot dit type gerekend worden. Pagina 41 van 41

46 Foto: kleine zandwinningsput te Drie Koningen. Heidevegetaties Habitattype 4010: Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix Algemeen: Vochtige heide bestaat uit dwergstruikvegetaties met Dopheide in gebieden met permanente hoge grondwaterstand, vaak met een goed ontwikkelde moslaag met diverse soorten veenmossen en levermossen. De soortensamenstelling van natte heide wordt bepaald wordt door het grondwaterregime en het beheer. Het aantal constante soorten is zeer beperkt. Pijpenstrootje, Gewone dophei en Struikhei hebben in alle mogelijke variaties een hoge presentie en combinaties van deze soorten geven de vegetatie haar algemeen aspect. Soms ontbreekt er één of twee van deze soorten. Hun abundanties in de vegetatie zijn zeer gevarieerd. Een kleine daling van de grondwaterstand of fluctuaties kunnen snel een verandering in de (dominante) soorten teweegbrengen. De begroeiingen zijn doorgaans half open tot gesloten, afhankelijk van het successiestadium en in functie van het gevoerde beheer. De plantengemeenschap van natte heide is doorgaans soortenrijker dan die van droge heide. Deze vegetaties komen vaak voor in complexe mozaïekpatronen met o.a. snavelbiesvegetaties, borstelgraslandjes, heischrale graslanden, droge heide, kleine zeggevegetaties, veenslenken en veenbulten, oeverkruidgemeenschappen en gagelstruwelen. Bulskampveld: Vochtige heide komt maar zeer fragmentarisch voor in het plangebied. Binnen de SBZ komt vochtige heide beperkt voor thv de Eendeputten. Er zijn opportuniteiten tot het creëren van vochtige heide te Bulskampveld, bijvoorbeeld in het Grove dennenbestand 526b met o.a. Gagel en Dopheide en in 530a. Buiten de SBZ komt in de Blauwhuisbossen vochtige/droge heide voor over een oppervlakte van ongeveer 1,5 ha in bestand 612a. Het gaat hier over een voormalige kapvlakte die ondertussen deels terug bebost is met lork. Vrij goed ontwikkelde natte heide komt net buiten het plangebied voor ter hoogte van de Eendeputten in het bosreservaat over een vrij grote oppervlakte. Pagina 42 van 42

47 Foto: Dopheide op kale bodem in het heideperceel in de Blauwhuisbossen. Habitattype 4030: Droge Europese heide Algemeen: Droge heidevegetaties bestaan uit formaties van altijdgroene dwergstruiken, gedomineerd door Struikhei. De aspectbepalende laag is vaak niet hoger dan 1 m. Plaatselijk kan boom- of struikopslag van Grove den, Zomereik, Ruwe berk, Sporkehout, Brem of bramen aanwezig zijn. Deze halfnatuurlijke vegetaties zijn van nature rijk aan mossen en korstmossen, vooral op oudere leeftijd als de heidestruiken open vallen. De vegetatiestructuur en samenstelling hangen sterk af van de voedselrijkdom van de bodem, het gevoerde beheer, de voorgeschiedenis en de ouderdom van de Struikhei. Bulskampveld: Net als vochtige heide, komt ook droge heide maar zeer beperkt voor in het plangebied. Binnen de SBZ komt droge heide maar voor over een zeer beperkte oppervlakte en in een matige staat van instandhouding, namelijk net ten noorden van de kleine zandwinningsput in Drie Koningen en dit over een oppervlakte van 0,15 ha. Buiten de SBZ is er gewerkt aan herstel van droge heide (+ heischraal grasland, 6230) ter hoogte van de E40 te Lindeveld (406a). Potentieel zijn er binnen het plangebied verschillende hectaren waar droge heide hersteld kan worden. Er zijn namelijk relicten aanwezig in dreven, open plekken, en dergelijke binnen de bosbestanden. Ook vanuit de persistente zaadbank kan heide terug ontwikkelen. Eiken en/of (Haag-)Beukenbossen Habitattype 9120: Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex en soms ook Taxus in de ondergroei (Quercion robori-petraeae of Ilici-Fagenion) Algemeen: Deze beukenbossen komen voor op zure, droge tot min of meer vochtige minerale bodems. De boomlaag van dit bostype kan gedomineerd worden door Eik als gevolg van het vroegere middel- en hakhoutbeheer. Bij het ontbreken of extensiveren van het beheer kunnen Beuk en vaak ook Hulst spontaan verjongen in deze bestanden. Ter hoogte van het plangebied komen er in deze bossen dan vooral Beuk, Zomereik en Tamme kastanje en beperkter Berk en Lork voor. In de struiklaag komt voornamelijk Wilde lijsterbes voor. Typische plantensoorten zijn Adelaarsvaren, Wilde kamperfoelie, Dalkruid, Gladde witbol en op de voedselarmere standplaatsen ook Valse salie. Bulskampveld: Dit habitat omvat het grootste deel van de bosbestanden van het plangebied. De totale oppervlakte binnen de SBZ bedraagt slechts 15,9 ha terwijl de totale opper- Pagina 43 van 43

48 vlakte binnen het plangebied ongeveer 159 ha bedraagt. Het merendeel van de bosbestanden met geen of weinig voorjaarsflora vallen onder het subtype van Zomereiken- Beukenbos. In de boomlaag is er dominantie van Beuk of Zomereik, is de struiklaag weinig ontwikkeld en ontbreekt een kruidlaag of zijn bramen of Adelaarsvaren er dominant aanwezig. Bron- en valleibossen Habitattype 91E0: Bossen op alluviale grond met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicion albae) Algemeen: Dit habitattype omvat Elzen-Essenbossen (Alno-Padion), Elzenbroekbossen (Alnion glutinosae) en Wilgenbossen (Salicion albae), die voornamelijk voorkomen op alluviale bodems langs rivieren en beken en in moerassige depressies. Er bestaan diverse subtypes, namelijk Goudveil- Essenbos, beekbegeleidend Vogelkers-Essenbos, zachthoutooibossen en Elzenbroekbossen. Bulskampveld: Het subtype Oligtroof broekbos (Sphagno-Betuletum) komt slechts in één bestand voor buiten SBZ en dan nog in een matige staat van instandhouding. De standplaats is sterk verdroogd met zelf beperkte inmenging van naaldhout en kruidlaag gedomineerd door veenmossen. Dit type komt voor in de Blauwhuisbossen (614a) over een oppervlakte van 1,5 ha. De andere valleibossen binnen het plangebied betreffen bijna allemaal nitrofiele Ruigte-elzenbossen (Macrophorbio-Alnetum) ingeplant met populier. Deze bevinden zich binnen de SBZ te Bulskampveld (533c/534b) met een totale oppervlakte van 2,1 ha en buiten de SBZ in de Blauwhuisbossen (622b) en te Wildenburg (710a) met een totale oppervlakte van 1,5 ha. Andere habitats? Verschillende graslanden binnen de Waterwinning (dus buiten de SBZ) kunnen op korte termijn mits het volhouden en bijsturen van het gevoerde beheer evolueren tot schraal hooiland (6510). In wegbermen en landbouwhooilanden op zandige bodem vindt men graslanden met o.a. Knoopkruid, Duizendblad, Gewone margriet en Gewone brunel. Het ontbreken van kensoorten kan hier natuurlijk zijn en samenhangen met de voedselarme bodem (Decleer, 2007). Vrij goed ontwikkelde struisgraslanden (6230) komen voor op de zandige bermen van de bezinkingsbekkens. Figuur 1-11: voorkomende habitats binnen SBZ in het plangebied (bron: ANB, S-IHD, 2011) Pagina 44 van 44

49 1.7 Nationale beschermingszones en regionale aandachtsgebieden Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) Zie hiervoor Beschermde Landschappen In het plangebied komen volgende beschermde monumenten voor: De gedenkkapel voor OLVrouw vanwege de bewoners van Bulskampveld en de familie Lippens, Bulscampveld znr. (B.S. 22 april 2010); Kasteel Drie Koningen (B.S. 2 juli 1985). In de directe omgeving zijn het Rijksopvoedingsgesticht en zijn omgeving en het Sint- Pietersveld beschermd als landschap en het zendstation en de gebouwen radio maritieme diensten beschermd als monument. De Rivierbeek-Hertsbergebeek ten westen van het plangebied is beschermd als landschap. Het gaat om de loop (bedding en oevers) van de Rivierbeek, de Waardammebeek en de Hertsbergebeek. Het Nieuwenhovebos nabij de Rivierbeek, is tevens beschermd als landschap Landschapsatlas De Landschapsatlas is een beleidsdocument, opgesteld door de Vlaamse Gemeenschap (AROHM-afdeling Monumenten & Landschappen), dat een inventaris omvat van alle landschapskenmerken met erfgoedwaarde die op mesoniveau (1/50.000) relevant zijn. Zowel puntvormige, lijnvormige als vlakvormige relicten van bovenlokaal belang werden gebiedsdekkend gekarteerd. Samenhangende gehelen met belangrijke erfgoedwaarden en een vrij hoge gaafheid werden gewaardeerd via aanduiding als relictzone met bijbehorende beschrijvingsfiche. De meest waardevolle ensembles werden ankerplaatsen genoemd. Voor ankerplaatsen en relictzones, kortom gave landschappen, worden specifieke beleidswenselijkheden geformuleerd. De verschillende elementen van de Landschapsatlas zijn weergegeven op kaart 1.7. Het plangebied situeert zich binnen het traditionele landschap Oude veldgebieden van Aalter. Het meest noordelijke deel van de bosplaats Driekoningen ligt in het traditionele landschap Houtland. Ankerplaatsen zijn landschappelijk de meest waardevolle gebieden voor Vlaanderen. De bosplaatsen Driekoningen, Bulskampveld, en Vagevuurbossen liggen (grotendeels) in de ankerplaats Bulskampveld St-Pietersveld (A34001). Relictzones zijn gebieden met een hoge dichtheid aan zowel bouwkundige, landschappelijke als andere types relicten. Het plangebied is bijna volledig gelegen in de relictzone Oude veldgebieden: Hoogveld, Blekkerbos, Bulskampveld (R34005). Voor de relictzone zijn het behoud van het dambordvormig landschappelijk patroon van bossen en landbouwland met bijzondere aandacht voor het behoud van de dreven beleidswenselijkheden. In het plangebied zijn enkele puntrelicten aanwezig, namelijk Kasteel Drie Koningen (P30136), Hoeve Wolvegracht en Galgetoren (P30137), kasteel Bulskampveld (P30135), kasteel Reygerlo (P30132), Reygerlo hoeve (P30133), kasteel van Schuurlo (P40022), Blauwhuis Oud Kasteel (P30246), Villa Les Fougères (P30245). Pagina 45 van 45

50 1.7.4 Ecoregio Het plangebied is gelegen in de Ecoregio van de cuesta s en meer specifiek in het Zandig Houtlandcuestadistrict. Dit district wordt getypeerd als een overwegend vlak tot zwak golvend met een microreliëf; talrijke kleine beekjes; (matig) droge tot mattig natte (lemige) zandbodems. De bosplaats Hulstlo, en een aantal bestanden van de bosplaats Lindeveld zijn gelegen in de Ecoregio van de Pleistocene riviervalleien en meer specifiek in het Pleistoceen riviervalleiendistrict Bosreservaat Het bosreservaat is ongeveer 51 ha groot en is gelegen net ten noorden van de parking Aanwijs te Bulskampveld. Het beheer voor het bosreservaat Bulskampveld wordt geadviseerd door de adviescommissie bosreservaten West-Vlaanderen. Deze adviescommissie is ingesteld door MB van 8 februari Natuurreservaten In het plangebied is het erkende natuurreservaat Heidebeek-Borneveld gelegen. Dit natuurreservaat ligt ten noorden van de bosplaats Bulskampveld, binnen het provinciaal domein Lippensgoed-Bulskampveld. Ten zuidoosten ligt het natuurreservaat Gulke Putten. Beide reservaten zijn in beheer door Natuurpunt vzw Beschermingszone waterwinning In het terrein van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening in het Lindeveld worden drie beschermingzones onderscheiden die afgebakend zijn om de grondwaterkwaliteit en kwantiteit te beschermen conform de voorschriften in het grondwaterdecreet van 27 maart 1985 en VLA- REM II. De beschermingzones zijn afgebakend door het B. Vl. Reg van Pagina 46 van 46

51 2 Algemene beschrijving 2.1 Historisch overzicht Archeologische vondsten Binnen het plangebied vermeldt de CAI (Centrale Archeologische Inventaris) geen archeologische vondsten of sites. De dichtste gekende vondsten, situeren zich in de omgeving Rooiveld- Papenvijvers, ter hoogte van het Sint-Pietersveld, en omgeving Wingens Veld. Figuur 2-1: Archeologisch patrimonium (Bron: cai.erfgoed.net). Er wordt desondanks echter verwacht dat in het plangebied nog ongekend archeologisch erfgoed aanwezig is, vnl. op de cuesta van Hertsberge. Dergelijke cuesta s waren voor de mens aantrekkingspolen en oriëntatiepunten in het landschap. Uit onderzoek op de cuesta van Oedelem blijkt dat een continuïteit naar de hierop volgende periodes (ijzertijd, Romeinse tijd) te verwachten is. Echter, door de bodemingrepen tijdens de ontginning van deze gebieden is de intactheid van de bodem en de hierin liggende archeologische sites niet zeker (Bron: VLM 2011)., Revisie Pagina 47 van 47

52 Algemene beschrijving Figuur 2-2: Archeologie binnen het natuurinrichtingsproject Biscopveld (Bron: Eindrapport natuurinrichting Biscopveld, VLM 2011). Het plangebied is gesitueerd in een veldgebied met een belangrijk areaal veldvijvers. Bij de verkaveling en de omzetting naar bos werden niet alleen de vijvers, maar ook de vijverdijken verwijderd. Toch zijn er in het plangebied relicten van vijverdijken bewaard (zie verder) Evolutie van het bos- en landschapsbeeld De evolutie van het bos- en landschapsbeeld wordt geschetst aan de hand van de volgende kaarten: de Ferrariskaart (1775) zie Kaart 2.1a Vandermaelenkaart (1850) zie Kaart 2.1b Gereduceerd kadaster (1853) zie Kaart 2.1c Topografische kaarten (1861, 1884, 1911, 1960) zie Kaarten 2.1d, e, f en g) Bosleeftijdskaart zie Kaart Algemene bespreking De vroege Middeleeuwen De geschiedenis van het plangebied gaat terug op die van de semi-natuurlijke (heide)velden van de vroege Middeleeuwen die in de zandstreek van Binnen-Vlaanderen op vele plaatsen voorkwamen temidden van de oorspronkelijke gemengde eikenbossen. Over het ontstaan van deze velden is men het nog niet eens of zij het gevolg zijn van subboreale klimaatswijzigingen dan wel meer van menselijke activiteiten zoals beweiden van vee vanaf het late steentijdperk. Recent neemt men aan dat de degradatie tot heidevelden het gevolg is van menselijke roofbouwpraktijken. Pagina 48 van 48

53 Algemene beschrijving Sporen van cultuurland en menselijke bewoning zijn in deze periode zeer schaars. Bepaalde blanke vlekken op een reconstructie van het vroegmiddeleeuwse natuurlandschap zijn slechts zeer moeilijk of niet interpreteerbaar. De oudste vermelding van dit gebied gaat terug op Omstreeks 1650 was het Bulskampveld ongeveer ha groot en strekte zich uit van Bellem en Lotenhulle over Aalter, de noordkant van Ruiselede, Beernem, Wingene en Ruddervoorde tot op Aartrijke, Lichtervelde, Zwevezele en Torhout. In de historisch-geografische context van de Vlaamse zandstreek slaat de term veld op onvruchtbare grond, arm aan houtgewassen en gelegen buiten het eigenlijke landbouwareaal. De noord-vlaamse veldzone is als dusdanig een voorbeeld van een zogenaamde wastine, een oud-nederlandse term (wastina/ woestijne/ woestenije) voor een door bosdegradatie ontstaan gebied, bijvoorbeeld heide, broek of moeras. Van de 10 de tot de 13 de eeuw werden een aantal pogingen tot ontginning ondernomen, maar deze waren er weinig succesvol. Een veldgebied werd gebruikt voor begrazing, turfsteken 1, gagel en als jachtgebied. Vijvers kwamen zowat overal op het Bulskampveld tot stand, vermoedelijk vanaf de 2 de helft van de 13 de eeuw. Ze werden kunstmatig aangelegd door de ontginning van veldsteen, doch meestal door aanleg van dijken. Ze werden gebruikt voor de kweek van karper. Figuur 2-3: Overzicht van voormalige veldvijvers in het Biscopveld (Bron: Termote 2010 in Eindrapport natuurinrichting Biscopveld, VLM 2011). 1 Onder turfsteken wordt eigenlijk plaggen bedoeld. Het heidekruid en graszoden werden met een turfhouwe boven de grond afgestoken. Pagina 49 van 49

54 Algemene beschrijving Figuur 2-4: Kaart veldvijverdijkrelicten. De veldvijverdijken geïnventariseerd in 2009 zijn rood aangeduid, deze geïnventariseerd in blauw. (Bron: Debeil, april 2013 in Landinrichting Veldgebied Brugge. Project Inrichtingsplan Wildenburg-Aanwijs, VLM). De late Middeleeuwen tot de 20 de eeuw Zoals op 17de eeuwse historische kaarten is weergegeven maakt het plangebied nog altijd onderdeel uit van het zeer uitgestrekte veldgebied Bulskampveld. In de omgeving van de reeds bestaande kastelen was er meer gesloten bos aanwezig, onder meer ter hoogte van het Blauwhuiskasteel, landgoed De Varens, het kasteel Driekoningen en het kasteel Reigerlo. De velden bestonden echter vooral uit open tot halfopen gebieden met heideachtige vegetaties, en veldvijvers en moerassen, vooral in de zuidelijke helft van het plangebied (vallei van de Blauwhuisbeek). Uit rekeningen van de zes- en zeventiende eeuw blijkt dat er in dit deel van het Bulskampveld veel vijvers lagen en veel turf werd gestoken. Door de aanleg van het kanaal Brugge-Gent in het begin van de 17 de eeuw en de aanvoer van zeevis, werd deze viskweek minder belangrijk, werden deze vijvers stilaan verwaarloosd en verwerden ze geleidelijk aan tot moerassen, natte weiden of verdwenen ze. In de tweede helft van de 18 de eeuw kwijnt de karperteelt volledig weg. Omstreeks de periode werd een nieuwe ontginning van het gebied begonnen. Een belangrijke impuls is het edikt van Keizerin Maria Theresia uit 1772, waarbij bevolen werd de woeste gronden te ontginnen of te bebossen. De ontginning begint vanuit ontginningshoeven, Pagina 50 van 50

55 Algemene beschrijving onder meer de ontginningshoeve Bulskampveld, opgericht door Lambert Malfait. Voor de ontginning ten noordoosten van het Aanwijs staat François Werbrouck in. Op de Ferrariskaart ( ) zijn duidelijk de ontginningshoeven en de eerste ontginningskernen er omheen te zien binnen het landschap van veldgebieden en daarrond beboste kernen bij de kasteeldomeinen. De ontginning van de meer zuidelijke zone van het Bulskampveld gebeurde meer systematisch dan het eerder ontgonnen noordelijke deel. Op het Landboek is te zien dat de ontginning gebeurt door bebossing met een opvallend drevenpatroon. Met de ontginning vonden ook wijzigingen plaats in het hydrologisch systeem. Door een uitgebreid stelsel van gegraven greppels en aanleg van een rabattenstructuur, werden natte gronden ontwaterd. De greppels tussen de rabatten ontwaterden de natte gronden, zorgden voor een betere drainage, de ruggen bieden een groter bodemvolume voor het plantgoed. Zodoende kon in de nattere terreindelen bos worden aangeplant. Het waterlopenpatroon werd om die reden ook aangepakt. Ook langs de ontginningsdreven werden vaak aan weerskanten greppels gegraven. Het rechte tracé van de Bornebeek nabij de hoeve Bulskampveld laat vermoeden dat deze toen gebruikt werd als afwateringsgracht om de natte gebieden binnen het domein te ontwateren. Opvallend is dat het areaal veldvijvers in de vallei van de Blauwhuisbeek stand houdt. Volgens het landboek van Wingene van 1756 lagen er toen nog ongeveer 50 vijvers. Een deel ervan was vervalen, andere nog goed ontwikkeld. Het tracé van de huidige N370 Beernemsteenweg Reigerlostraat is reeds zichtbaar, net als de Torenweg, de Heirweg en de Proosdijstraat. Om de resterende woeste gronden verder te kunnen ontwikkelen, werden parochies aan de rand van het gebied opgericht, waaronder Wildenburg. De ontginning van het Bulskampveld, huidige grondgebied Wingene, kreeg een belangrijke impuls vanaf 1812 onder Jacob-Lieven van Caneghem. Op zijn grafmonument staat: Door het werk dat hij gedurig aan ontelbare arbeiders vijftig jaren lang wist te geven om de omliggende heiden en bosgronden vruchtbaar te maken, mag hij de verlichte weldoener van deze landstreek genaamd worden. Ook baron Frederik-Charles Van der Bruggen zette de ontginning in omgeving Wildenburg-Blauwhuis verder. In dit verband schreef de Wingense pastoor Hij voltooide het werk van z n voorzaten, vulde de laatste vennen en moerassen, toverde de heide om tot vruchtbare velden, draineerde de drassige gronden en doortrok z n uitgestrekt domein met dreven. Begin 19 de eeuw is het merendeel van de vijvers verdwenen. In 1838 werd de spoorlijn Gent-Brugge aangelegd. Deze lijninfrastructuur doorsneed de gemeente Beernem ten noorden van de bosplaats Hulstlo. Hierbij werd het kasteel Hulstlo (nu: di Coylde) afgesneden van de zuidelijke bossen. Op de Vandermaelenkaart en de kadastrale reductie van 1853 is duidelijk zichtbaar hoe de ontginning van het gebied vorderde en het veldgebied eind 19 de eeuw quasi volledig ontgonnen was. Het plangebied ten noorden van de oude Blauwhuisbeek en de westelijke zone van de Vagevuurbossen was toen nog wastine. De veldvijvers in de Vagevuurbossen zijn verdwenen. Opvallend is het dambordvormige perceleringspatroon resultaat van het aanplanten van dreven tijdens de systematische verkaveling en bebossing van de veldgebieden. De Bornebeek loopt op de Vandermaelenkaart tot aan de Hertsbergebeek en loopt niet in het zuidelijk deel van het Bulskampveld zoals nu het geval is. Pas op kaarten van Dépôt de la Guerre uit is deze waterloop afgebeeld in het zuidelijk deel van het provinciedomein, waarschijnlijk als een gegraven ontwateringsgracht. De loop van de beek is sindsdien niet meer gewijzigd. Daarnaast is de geleidelijke omzetting van bos tot landbouw zichtbaar. Dit proces zet zich versterkt door toen op het einde van de 19de eeuw de kunstmest ter beschikking staat. Het omzetten van bos tot bouwland gebeurt op de meeste plaatsen met behoud van het 18de-eeuws verkavelingspatroon. Pagina 51 van 51

56 Algemene beschrijving De 20 de eeuw tot heden Vanaf 1904 werd het landschapspark Bulskampveld aangelegd. Een vergelijking tussen de topokaarten van 1884 en 1904 toont aan dat in de bosplaats Bulskampveld nieuwe bebossingen gerealiseerd werden. Ook in de overige bosplaatsen werden lokaal bebossingen uitgevoerd en werd op andere plekken bos omgezet tot landbouwgronden, vooral akkers. Met de aanleg van de A10/E40 (toen nog E5 genoemd), werd het landschap verder ingrijpend gewijzigd. De aanleg werd gestart op 6 april 1937 met de eerste spadesteek voor het vak Beernem-Loppem. Hierdoor verdwenen een aantal belangrijke hoeves en worden een aantal straten en dreven onderbroken. Het wegvak Aalter-Jabbeke werd in 1940 opengesteld. De aanleg van de autosnelweg in combinatie met de reeds aanwezige spoorlijn waren sterk stimulerende factoren voor de explosieve ontwikkeling van de nieuwe woonwijken. De bosplaats Hulstlo kwam hierbij verder geïsoleerd te liggen. Foto van de eerste spadesteek voor de aanleg van de A10/E40 (Bron: wegen-routes.be). Op de topokaart van 1960 valt, behalve de snelweg, ook de verdere uitbouw van het centrum Sint-Amandus op. Tussen 1965 en 1969 werd de ruilverkaveling van landeigendommen te Wingene uitgevoerd. Dit beoogde het vormen van regelmatige kavels dichtbij de bedrijfszetel, het saneren van de gronden door verbetering van afwatering en drainering en het ontsluiten van hoeven en landerijen door de aanleg van landbouwwegen. De ruilverkaveling van Wingene was de eerste in West-Vlaanderen. Vooral de waterbeheersing en waterhuishouding werden aangepakt. In de omgeving van het Sint-Pietersveld is door de herinrichting van de Blauwhuisbeek, de waterhuishouding sterk gewijzigd. De Boskapeldreef en de Beukendreef kregen er hun huidige aanblik. Ook een aantal belangrijke infrastructuur- en wegenwerken vinden plaats. Het industrieterrein Hulstlo dateert van 1979, waarbij het bosareaal van Hulstlo ingekrompen is, en kent tot op heden nog een verdere groei. Het gebied is in de daarop volgende decennia ontwikkeld tot een belangrijke bos-, groen- en recreatieve kern. Het Lippensgoed-Bulskampveld werd ingericht tot een provinciedomein. De officiële openstelling vond plaats in In de jaren 70 werd een cafetaria gebouwd en 2 parkings voorzien. Ook in de daaropvolgende decennia werd het provinciaal domein verder vorm gegeven. Binnen het domein werd in 2003 een bosreservaat van kracht. Rondom de Bornebeek ontstaat een erkend natuurreservaat (Natuurpunt). Ongeveer 200 ha van de Vagevuurbossen werden door het Vlaamse Gewest aangekocht. Ook door natuurgericht beheer van gronden van het Sint-Amandusinstituut, wordt aan verdere natuur- en landschapsontwikkeling gedaan. Verdere ontwikkelingen volgen onder meer uit het landinrichtingsproject Brugse Veldzone en het natuurinrichtingsproject Bulskampveld (zie hoger). Pagina 52 van 52

57 Algemene beschrijving Bosleeftijd De bosleeftijd van de verschillende bosplaatsen is weergegeven op kaart 2.2. Hieruit blijkt dat de oudste bosbestanden (min of meer onafgebroken sinds de Ferraris) vooral gelegen zijn in bosplaatsen Driekoningen en Blauwhuisbossen, de noordkant van bosplaats Lindeveld, een aantal bestanden in bosplaatsen Hulstlo en Vagevuurbossen Beknopte bespreking per bosplaats Driekoningen De ontginningssite van Driekoningen is herkenbaar op de Ferrariskaart. Het kasteel "Drie Koningen" werd in 1802 gebouwd door baron de Serret van Outryve. Aanvankelijk heette dit kasteel Meerberg, naar de oude naburige wijk. Deze naam raakte in onbruik. Het kasteel is gebouwd in neoclassicistische stijl. De benaming Driekoningen verwijst naar de vroegere nabijgelegen herberg de Drie Conynghen. In de volgende decennia werd dit gebied ontwikkeld als residentieel landgoed op de rand van het voormalige Bulskampveld. In de late 19de-eeuw - vroeg 20ste eeuw werden zowel de parkbegrenzing en inwendige structuur meermaals gewijzigd onder meer door heraanleg Wellingstraat en zandwinning, naar verluidt op basis van plannen van de bekende Brusselse tuinarchitect Louis Fuchs. In het park liet de familie van Outryve in 1884 een neogotische kapel bouwen naar ontwerp van hun familielid Jean-Baptiste de Béthune. Ze werd eveneens gebruikt door parochianen die ten zuiden het kanaal woonden. De kapel werd in 1962 gesloten en in 1965 afgebroken. Een verslag uit 1913 van de Duitse dendrologische vereniging maakt melding van een uitzonderlijke rijkdom aan diverse soorten parkbomen. De dendrologische rijkdom en uniciteit van dit park hebben het tijdens de eerste wereldoorlog van plundering beschermd. Figuur 2-5: Weergave van het kasteelpark Drie Koningen op een kaart uit 1815 uit de verzameling kaarten en plannen Mestdagh, nr 56A, Rijksarchief Brugge. Pagina 53 van 53

58 Algemene beschrijving Het kasteelpark bevat nog een aantal parkelementen zoals de restanten van een arcade, de fruitmuur van de voormalige moestuin, een paviljoen, een kapel en muren in veldsteen naast het kasteel. Veldsteen muren naast het kasteel Foto: Parkelementen kasteelpark Drie Koningen. Foto uit 1937 met de arcade jeu de paume Op het primitief kadasterplan (circa 1835), de Atlas der Buurtwegen (circa 1843) en de Atlas van Vandermaelen ( ) is de eerste cartografische weergave van een omwalde heuvel terug te vinden bij de hoeve Wolvegracht, een vermoedelijk eind 18 de eeuwse omwalde hoevesite (Lodistraat 86, Hertsberge). Vermoedelijk is deze heuvel beduidend ouder en gaat deze terug op ca. 800 na Christus. De Noormannen zouden de toren gebouwd hebben als uitkijkpost. Op het primitief kadasterplan (ca. 1835) wordt de omwalde heuvel omschreven als jardin d agrément. Op de kaart van het Dépôt de la Guerre (1865) is voor het eerst een torenconstructie, de Galgetoren, afgebeeld. Deze toren werd als folie met lusthof aangelegd door baron de Serret van Outryve, eigenaar van het kasteel Drie Koningen. Een dergelijke folie maakte deel uit van de tuin- of parkaanleg in de vroege landschappelijke tuinstijl. De toren was vroeger omwald en voorzien van een trap. Een serpentinepad leidde naar deze toren. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd tussen de hoeve Wolvegracht en het huidige bosgebied een vliegveld aangelegd door de Duitsers (vliegveld Lodi). Alle dreven en bosbestanden werden er gekapt. Na de oorlog werden de bossen heraangeplant, alsook een deel van de dreven, hoewel volgens een wijder patroon. Bulskampveld, Vagevuurbossen en Sint-Amandus Lambert Malfait kocht rond 1770 gronden in het Bulskampveld en bouwde een ontginningshoeve waar nu het kasteel Bulskampveld staat. Op Ferrariskaart is deze ontginningssite duidelijk herkenbaar. De ontginningshoeve Bulskampveld werd door rond 1800 tot riant buitengoed omgebouwd op de plaats waar het huidige kasteel staat. Bij het overlijden van Lambert Mailfait in 1803 erfde zijn schoonzoon Eulisée Bulteau het Lambertsgoed. Hij zette de ontginning verder, maar op een meer systematische wijze. Rond 1887 liet graaf Henri de Meeus het kasteel Bulskampveld bouwen in neogotische stijl, met koetsenhuis, paarden- en koeienstallen en ommuurde moestuin. Aan de kant van de moestuin werd gebruik gemaakt van delen uit oudere gebouwen, onder meer een muur uit lokale veldsteen bleef bewaard. In 1904 werd het omringende kasteelpark aangelegd door de familie Lippens, met in 1905 de aanleg van de zwaanvormige vijver. Het ontwerp was van de Brusselaar E. Galopin. Het werd een park in Engelse landschapsstijl. Binnen het domein werden daarnaast meerdere grote hoeven gebouwd waarvan de uitbating aan pachters werd toevertrouwd. Zowel de kasteelhoeve als de hoeve van Loca Labora en de hoeve waar vroeger het kweekcentrum voor bedreigde neerhofdieren gesitueerd was, dateren uit die periode. Pagina 54 van 54

59 Algemene beschrijving Foto: Luchtfoto uit WOI met rechts het kasteelpark Bulskampveld, en links de Wolvegracht hoeve met Galgetoren. Het Duitse vliegveld situeert zich langs de hoeve Wolvegracht. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het kasteel bezet door het Duitse leger. In het domein Lippensgoed-Bulskampveld wordt ca. 150 ha bos gekapt. In de Vagevuurbossen worden de meeste oude bestanden gekapt. Omstreeks worden grote aanplantingen uitgevoerd in het Lippensgoed met Sikaspar en Corsicaanse den. Het bos is het gebied waar zich de zogenaamde moorden van Beernem situeren. In de nabij heid van Het Aanwijs staat een gedenksteen van de in 1915 vermoorde edelman d Udekem d Acoz. Gedurende de Tweede Wereldoorlog bevinden zich op het Lippensgoed-Bulskampveld domein een Duits bevoorradingskamp en een munitiepark. In deze periode worden ruim 70 ha sparrenbos gekapt in het domein Lippensgoed-Bulskampveld, en grote delen van de bosbestanden in de Vagevuurbossen. In de jaren 60 maakt het zuidelijk deel van de Vagevuurbossen (en het gebied Wildenburg) deel uit van de ruilverkaveling Wingene. In 1969 stierf de laatste adellijke bewoner van het kasteel Bulskampveld. De erfgenamen zochten een koper van het kasteel en het bos. Het provinciebestuur koopt in ha aan. Na verwerving van het Lippensgoed-Bulskampveld als provinciedomein werden bos, landbouwgronden, park, kasteel en hoeven aangekocht en na aanleg en inrichting voor het publiek opengesteld. In de jaren 70 werd een cafetaria gebouwd en de twee parkings aangelegd. De vroegere moestuin werd in 1983 heraangelegd met o.m. keukenkruiden, medicinale kruiden, hoenderhokken, vijvers, en werd een ambacht- en wagenmuseum ondergebracht. De oudste gebouwen van het Psychiatrisch Instituut Sint-Amandus (cf. Reigerlostraat nummer 10) is het voormalige kasteeltje van herenboer Louis Jacobsen. Dit kasteeltje, op de site van de oude ontginningsboerderij situeerde zich ter hoogte van de oude bouw (thans het Gebouw Sint-Vincentius). Dit gebouwd werd in 1853 geïntegreerd bij de gebouwen opgetrokken voor de Hervormingsschool van de Staat voor Meisjes (de Rode Rokjes ) onder leiding van de kloosterzusters van de Congregatie van Onze-Lieve-Vrouw te Namen. Achteraan was een boerderij Pagina 55 van 55

60 Algemene beschrijving met moestuin, boomgaard en washuis. Voor de bezoekers werd een gasthof, "het Aanwijs" gebouwd. In 1891 werd de naam gewijzigd in Staatsweldadigheidsschool en in 1921 in Rijksopvoedingsgesticht. In 1928 kregen de Broeders van Liefde de opdracht om een 'Gesticht voor Krankzinnigen' op te richten in de voormalige hervormingsschool. PC Sint-Amandus werd in de eerste jaren van haar bestaan geleid door Vader Hilarius. Vooral vanaf de jaren 1930 worden de reeds bestaande gebouwen uit de 19de eeuw uitgebreid onder meer in 1928 met een centraal gelegen administratief gebouw naar ontwerp van architecten Jozef Viérin en Antoine Dujardin. De kloosterkapel dateert van In de jaren 1960 wordt een bewonerskapel en een feestzaal gebouwd. Tot op heden worden nieuwe paviljoenen op het domein gebouwd. Kasteel Reigerlo Lindeveld - Hulstlo Halfweg de 18 de eeuw begon de ontginning van de heide rond hoeven zoals de ontginningshoeve Hulstlo, gebouwd op de voormalige heerlijkheid "Sotcore". Een niet meer zichtbare datumsteen "1761" in de gevel zou naar verluidt verwijzen naar de oorspronkelijke bouwdatum. Het wegen- en verkavelingspatroon in het gebied heeft nog dezelfde structuur als de 18 de eeuwse ontginningen. De hoeve Reygerlo gaat terug op een ontginningshoeve. Pionier was Amandus Werrebrouck die voor zijn noeste werk in 1807 de medaille van de Société Départementale d Agriculture de la Seine kreeg. Het kasteel Reygerlo werd gebouwd in opdracht van de Brugse bankier Felix Dujardin in de jaren in sobere neogotische stijl. Volgens het kadaster gebouwd circa In 1906 volgt een uitbreiding in noordwestelijke richting. Bij het kasteel werd een kasteelpark aangelegd. De bossen van Lindeveld-Hulstlo werden rond 1860 ingeplant met fijnsparren. Rond 1870 werd vrij veel naaldhout ingeplant. Het huidige bosbeheer streeft naar een natuurlijkere soortensamenstelling. De open zones in het waterwinningsgebied worden sinds enkele jaren natuurgericht beheerd. Blauwhuis en Wildenburg De heerlijkheid van Bulskamp, later ook Wildenburg genoemd, werd reeds in het leenboek van het kasteel van Kortrijk in 1365 vermeld als veld "wesende den meestendeels bevyvert". Op de Ferrariskaart is het Blauwhuiskasteel met twee historische dreven (oost-west en noordzuid) te zien. Wildenburg was toen nog onontgonnen en omvatte veldvijvers. Omstreeks 1860 liet baron Frederik Charles Van der Bruggen de kapel op het domein van het Blauwhuyskasteel en het kasteel Wildenburg met koetshuis bouwen. Een toegangsas verbond het kasteel met de Beernemsteenweg. Rondom het kasteel werd een park aangelegd. Het kasteel Wildenburg werd in 1985 afgebroken gezien de kosten van herstel en onderhoud te groot bleken De woningen van boswachter Michel Brengman en hovenier Allaert werden door Baron Guy van der Bruggen omgebouwd Evolutie van het eigendomsrecht Driekoningen Het domein was in 1562 door de Brugse Karmelieten aangekocht en werd door hen beheerd. Het domein werd met de Franse Revolutie in beslag genomen en openbaar verkocht. Baron de Serret van Outryve verwierf het landgoed. In 1871 werd het domein aangekocht door Charles Bailleau d Avrincourt. Hij was gehuwd met jonkvrouw Marie van Outryve d Ydewalle, waardoor het kasteelgoed terugkeerde in het bezit van de oorspronkelijke familie. Pagina 56 van 56

61 Algemene beschrijving De Galgetoren en de hoeve Wolvegracht waren vanaf 1863 eigendom van Felix de Limon en Thérèse de Loose. Door erfenis gaat deze site omstreeks 1882 over op Charles De Kerckhove de Denterghem samen met zijn echtgenote Eugénie de Limon de Steenbrugghe. Charles De Kerckhove de Denterghem was de toenmalige burgemeester van Gent. In 1920 wordt de hoeve aangekocht door André van Outryve d'ydewalle en Marie de Vrière, eigenaars van het aanpalende kasteel Drie Koningen en tevens burgemeester van Beernem. Naar verluidt is de hoeve van 1896 tot 1995 bewoond door één en dezelfde familie Fiers. Op heden is het domein eigendom van de familie de Meeus van Outryve d Ydewalle. Bulskampveld, Vagevuurbossen en Sint-Amandus De gronden van het oude veldgebied Bulskampveld werden pas vanaf 1750 ontgonnen en drooggelegd door Andreas van den Bogaerde (cf. hoeve zogenaamd "Goed van den Bogaerde", Noendreef nummer 3). Ook omstreeks deze periode kocht Lambert Malfait, herenboer, een stuk van het Bulskampveld (vandaar de naam Lambertsgoed). Bij zijn dood in 1803 erft zijn schoonzoon Eulisée Bulteau het Lambertsgoed. Na hem waren er vier erfgenamen. Het kasteel met bijbehorende landerijen was in de volgende eeuwen eigendom van verschillende vermogende families. In 1838 kocht de familie de Meeus het domein. De familie Lippens t Serstevens verwierf het goed in De heer Philippe Lippens ( ) was de laatste bewoner van het kasteel. Sinds 1969 is de provincie West-Vlaanderen eigenaar van het Provinciedomein Lippensgoed-Bulskampveld. De Eendeputten, en de bossen tussen het provinciedomein en de Beernemsteenweg werden in 1981 aangekocht door de provincie, res. het Agentschap voor Natuur en Bos (toen Waters en Bossen). De bossen ten zuiden van de Reigerlostraat: de Vagevuurbossen waren eveneens in eigendom van adellijke families als Van der Bruggen, Papeians de Morchoven en Van Praet d Amerloo. Tussen 1992 en 2001 kocht het Vlaamse Gewest de bospercelen aan. De kasteelboerderij van Sint-Amandus was tot midden 19de eeuw bewoond door Louis Jacobsen. In 1852 werd dit gebied aangekocht door de Belgische Staat. In 1928 kochten de Broeders van Liefde dit gebouw, met 64 hectare grond, aan van het Ministerie van Justitie. Blauwhuisbossen en Wildenburg De eigenaar van de heerlijkheid van Bulskamp in 1365 was Ingelram Hauweel. In 1470 was een zekere Jacob Pudemoortere heer van Wildenburg en in 1484 verkocht Olivier de Pudemoortere de heerlijkheid aan Pieter Metteneye de jonge. In 1490 verkocht hij de heerlijkheid, 292 bunders groot, aan Jan (Jehan) Wyts die bij het begin van de 15de eeuw heer was van het leen "ghenaempt d'heerlickheit van Bulscamp, geleghen in de prochie van Wynghene" aldus een document uit De familie Wyts de la Boucharderie bleef gedurende meer dan twee eeuwen eigenaar van de heerlijkheid. In 1727 verkocht Joseph Simon Wyts het gehele domein met het kasteel t Blauwhuys aan Johannes Van Honaecker. Omstreeks 1812 kocht Jacob- Lieven van Caneghem het kasteel Blauwhuis met heide, veld en vijvers. Door verdere aankopen bedroeg het geheel ongeveer 750 ha. Het domein van de oude heerlijkheid ging over op zijn dochter Marie-Jeanne Van Caneghem ( ). Zij huwde bankier Eugène Joseph de Naeyer ( ) en de erfenis ging over op hun dochter Georgina de Naeyer ( ). Zij huwde met Frederic-Charles Van der Bruggen ( ) en hun zoon Maurice Van der Bruggen erfde daarop de eigendom. Tot heden is de familie Van der Bruggen eigenaar van de domeinen Wildenburg en Blauwhuisbossen. Lindeveld Informatie rond het Lindeveld is vrij schaars. Het Lindeveld werd omstreeks 1968 eigendom van de V.M.W. In 2005 werden de graslanden in het Lindeveld natuurdomein. Pagina 57 van 57

62 Algemene beschrijving Kenmerken van het vroeger beheer De opbouw van het plangebied reflecteert in sterke mate zijn vroegere beheer en inrichting. De oudste relicten van het vroeger beheer betreffen de oude veldvijverdijken die nog als reliëfelementen in het gebied herkenbaar zijn. Er is een duidelijk onderscheid tussen enerzijds de kasteelparken, met voornamelijk kenmerken van inrichting en beheer als Engelse landschapsparken en anderzijds de bosdomeinen. Beide wereldoorlogen hebben een vernietigende invloed gehad op de kasteelparken (minder in Drie Koningen). Zo zijn in de Varens alle oude eiken gekapt waardoor hier bijna alle bossen dateren van tussen 1920 en De 19-de eeuwse Engelse landschappelijke stijl was een uitdeining van de romantische stroming waarbij men het formele karakter uit de tuinarchitectuur wilde bannen. Vanuit Engeland, en nadien vanuit Frankrijk en Duitsland, raakt de landschapsstijl uiteindelijk in België bekend. Deze stijl is gebaseerd op de inzet van natuurlijke gegevens zoals reliëf, water en beplanting als componenten voor de vormgeving van een park. Kenmerkend voor de tuincultuur in deze periode zijn: ellipsvormige ruimten en golvende ruimten; lange doorzichten, vista s; glooiende gazons met bomengroepen; asymmetrie; natuurlijk aandoende tuin; slingerend padenpatroon met boomgroepen op bepaalde punten; waterpartijen; heuvels; tuinornamenten tussen beplanting; follie: kleine, decoratieve tuin- en/of parkgebouwtjes; kasteel centraal op een verhevenheid. De kastelen met bijbehorende gebouwen, ornamenten en tuinruimten zijn opvallende relicten van het vroegere beheer. De beplanting in dergelijke parken bestaat uit parkboomgroepen, gereduceerde parkbosgordels, heestermassieven, dreven, bomenrijen en bebossingen. De parkboomgroepen omvatten monumentale bomen zoals een Amberboom, monumentale eiken, linden, Paardekastanje, Robinia,. De parkbomen werden enkel niet enkel omwille van esthetische waarde gekozen, maar ook in functie van hun opbrengst als fineerhout (mond. med. Herman van den Bossche, VIOE). In de parken zijn nog relicten van de oorspronkelijke beplanting aanwezig. In het eind van de 19 de eeuw begin 20 ste eeuw werd het park- en landschapsbeeld sterk beïnvloed door naaldhoutaanplanten. Binnen zowel de parken als de bosbestanden zijn de ontginningsdreven opvallend. Het huidig dambordvormig drevenpatroon is een getuige van de systematische ontginning van de eerste helft van 19de eeuw. De heischrale vegetaties langs deze dreven en op heiderelicten reflecteren aan de heide en woeste grond zoals die voorkwam van in de Middeleeuwen tot begin de 19de eeuw. Over het algemeen is er in de kasteelparken van Wildenburg, Drie Koningen en in de Blauwhuisbossen een duidelijk onderscheid te maken tussen het parkgedeelte en het bosgedeelte. In elk geval werd tot voor kort in de meeste bestanden meer aandacht besteed aan de parkfunctie dan aan de productie van hout. Over het algemeen werd de verhouding loof- en naaldhout steeds behouden. Verjonging gebeurde grotendeels via groepsgewijze kappingen en heraanplanting. Over het algemeen werden omlooptijden gehanteerd tussen de 4 en de 8 jaar. Op een beperkt aantal percelen zijn resten van middelhout te vinden. Deze bedrijfsvorm was popu- Pagina 58 van 58

63 Algemene beschrijving lair tot en met WO II. Deze bedrijfsvorm combineerde hakhout (brandhout) in de onderlaag met hoogstammige bomen (timmerhout). De laatste jaren werden er grootschalige omvormingen gerealiseerd te Wildenburg door kappingen van Amerikaanse eik en lorken. In de parken Wildenburg en Driekoningen werden recent nieuwe aanplantingen van bomen en bomengroepen uitgevoerd. Het gaat o.m. om Rode beuken en diverse naaldbomen en coniferen, maar ook om talrijke varianten Rododendron. Foto: Oude Haagbeuken ter hoogte van het Koetshuis en de moestuin van en inscripties op een Beuk in kasteelpark Wildenburg. Binnen het kasteelpark Wildenburg is een plantie van Zomereik aanwezig. Dit is een 18 de eeuwse bosbouwpraktijk waarbij bomen in een strak, ruim plantverband aangeplant werden en individuele verzorging krijgen om zodoende uit te groeien tot zeer kwalitatieve bomen. De waterlopenstructuur en aanleg van waterpartijen reflecteren tevens het vroegere menselijke beheer en ingrijpen. Te Hulstlo werd door de eigenaar heel wat jong naald- en loofbos aangelegd. Jonge aanplantingen van loofhout zijn grotendeels verloren gegaan en terug aangeplant met naaldhout in het zuidelijk deel. Verder werd een perceel Amerikaanse eik kaalgekapt. Dit perceel kan verder spontaan ontwikkelen. Te Lindeveld hebben de bosbestanden als voornaamste functie de schermfunctie ten bate van de waterwinning. Een groot deel van de bosbestanden bestaat uit jongen beplantingen ( ) van hoofdzakelijk Witte els en (minder) Zomereik. De vroegere onderhoudswerken beperkten zich voornamelijk tot het aanplanten, opsnoeien en het uitdunnen van naaldhoutbestanden. Tussen 1975 en 1980 werden er verschillende hectare Fijnspar aangeplant. Deze werden hoofdzakelijk als kestbomen opgekweekt. De verschillende hakhoutbestanden werden om de 10 tot 12 jaar gekapt. In het boscomplex worden de kappingen in twee reeksen uitgevoerd, telkens met een jaar verschil. De eerste reeks is gelegen tussen de Hulstlodreef en de E40. De tweede reeks us gelegen ten zuiden van de Hulstlodreef. De omloopperiodes bedragen 3 en 6 jaar voor de naaldhoutbestanden en 6 en 12 jaar voor de loofhoutbestanden. De jongen loofhoutbestanden worden nog eens in twee groepen onderverdeeld die niet in hetzelfde jaar gedund worden. De naaldhoutbestanden worden groepsgewijs verjongd door middel van het kappen van kleine groepjes en het terug inplanten met eik en linde. Per jaar wordt er slechts 1 tot 1,5 ha gekapt (in groepjes van 0,5 ha). Tegenwoordig worden de hakhoutbestanden onderhouden door particulieren. De hooilanden hebben een gebruiksovereenkomst waardoor ze niet bemest mogen worden. In het verleden werden de randen met Adelaarsvaren en braam niet meegemaaid hoewel dit wel zo in de gebruiksovereenkomt stond. Deze soorten rukken nu sterk op in verschillende graslanden. Pagina 59 van 59

64 Algemene beschrijving Stelselmatig worden er kaalkappen uitgevoerd in groepjes van 0,5 ha van uitheems naaldhout om verzuring van het grondwater tegen te gaan. Deze bestanden zullen binnenkort terug bebost worden. In het kader van de landinrichting is een deel van de populieren in 412j gekapt (2012) voor herstel van dotterbloemgrasland. Hieraan gekoppeld wordt actief Amerikaanse vogelkers (o.a. in 408a en 409a) en rododendron bestreden voor herstel van droge heide. Kleinschalige plagexperimenten worden (werden) uitgevoerd in het grasland 412y en op het bospad ter hoogte van 418d. Door de toenmalige Torenvalk vzw (nu Natuurpunt) werden in roggeakkertjes aangelegd in 412y. Een deel van die akkertjes is nu terug aan het verbossen. Een kleinschalig plagexperiment werd zeer recentelijk (2013) uitgevoerd bij een private eigenaar in bestand 460a en 460b op de grens met de eigendommen van de VMW. Ook van het domeinbos te Bulskampveld is vrij weinig geweten. De kappingen zijn binnen het domeinbossen ingedeeld in twee reeksen (3 incl. bosreservaat). In het zuidwestelijke deel komt een groot deel aanplanten voor van eik en in mindere mate Gewone es die dateren uit de periode Amerikaanse eik wordt actief bestreden in de bestanden in eigendom van de Provincie West-Vlaanderen ter hoogte van de Wellingstraat. De bodemprofielen in de bosbodems van Bulskampveld en Vagevuurbossen laat zien dat de bodem in de meeste gevallen is omgeploegd bij de vroegere aanplant van bos waardoor de toenmalige organische en fosfaathoudende toplagen zijn vermengd met de minerale, fosfaatarme ondergrond (Brouwers et al. 2011). 2.2 Beschrijving van de standplaats Reliëf Zie kaart 2.3. De huidige topografie wordt sterk bepaald door de geomorfologie met sterke erosie en sedimentatieprocessen tijdens de ijstijden van het Quartair. Wind- en watererosie resulteerden in de vorming van getuigenheuvels. Het plangebied is gelegen is in het overgangsgebied tussen de Kustvlakte en de hoger gelegen Zandstreek, die mede het Westvlaamse laagplateau uitmaakt. Dit laagplateau wordt versneden door een cuestastructuur (cuesta van Oedelem-Zomergem (Hertsberge)/ Rug van Aalter) en tussenliggende depressies. Van noord tot zuid betekent dit voor het plangebied het volgende: De noordzijde van het plangebied ligt tussen de cuesta van Oedelem-Zomergem en de depressie waarbinnen het kanaal Gent-Oostende zich situeert. Onder meer de bosplaatsen Hulstlo en het noordelijk deel van het Lindeveld zijn binnen deze lagergelegen zone gelegen. Ook het (westelijk deel van het ) kasteelpark Driekoningen is lagergelegen. De laagstgelegen zones in het plangebied situeren zich binnen Driekoningen (10,6 m TAW) en Hulstlo (11,6 m TAW). De noordoost-zuidwest georiënteerde cuesta van Oedelem-Zomergem is uitgesneden in Panisiliaanzand (Lid van Vlierbeke). De cuesta omvat ondermeer de bosplaatsen Bulskampveld, Vagevuurbossen en deels het Lindeveld. Deze cuesta reikt gemiddeld 21 à 22 m hoog, met maxima tot 27 m. Vervolgens situeren zich de bosplaatsen Wildenburg en Blauwhuisbossen op de overgang naar de rug van Aalter. De langwerpige, afgeplatte, oost-west georiënteerde rug van Aalter die zich ten zuiden van het plangebied situeert, vormt de overgang naar het zachtgolvend plateau van Tielt. Het laagste punt (10,6 mtaw) is gelegen in de bosplaats Driekoningen, waar de Bornebeek stroomt. Het hoogste punt (25,2 m TAW) vinden we in het zuiden van het Bulskampveld. Daarnaast bepaalt ook het lokale microreliëf de standplaatscondities binnen de bosbestanden. Pagina 60 van 60

65 Algemene beschrijving Bodem, geologie en geomorfolologie Geologie en geomorfologie Tertiair De besprekingen zijn gebaseerd op de tertiaire bodemkaart, de beschrijving van de tertiaire geologie naar Geolab 2003 (in VLM natuurinrinchtingsproject) en op geologische boringen in en nabij het plangebied (dov.vlaanderen.be). De geologische kaart van het plangebied en omgeving is weergegeven op onderstaande figuur. Figuur 2-6: Tertiair geologische kaart van het plangebied, bruin: lid v. Vlierzele, donkerbruin: lid v. Pittem, lila: lid v. Egem. De ondergrond van het veldgebied ten zuidoosten van Brugge is gekenmerkt door een afwisseling van tertiaire zand- en kleilagen. De tertiaire lagen liggen subhorizontaal en hellen met een zeer geringe helling naar het noordnoordoosten. Tijdens het quartair tijdperk (laatste 2 miljoen jaar) werden de jongere tertiaire lagen geërodeerd en werd de typische cuestastructuur gevormd (afwisseling van harde en zachte lagen), die op vandaag de geomorfologie typeert. Volgens de tertiaire kaart behoren de tertiaire bodemlagen in het plangebied tot het Lid van Vlierzele, formatie van Gent. Het gaat om grijsgroen glauconiethoudend fijn zand, duidelijk horizontaal of kruisgewijs gelaagd, met kleilenzen. Bovenaan zijn er humeuze tussenlagen; plaatselijk dunne zandsteenbankjes. Naar onder toe zijn deze lagen overgaand in homogeen kleiig zeer fijn zand. Onder het Lid van Vlierzele ligt het Lid van Pittem. In het hogergelegen zuidelijk deel van de bosplaats Wildenburg, een deel van de Vagevuurbossen en aan de rand van de bosplaats Blauwhuisbossen dagzoomt het Lid van Pittem, eveneens formatie van Gent. Het gaat om grijsgroen glauconiethoudend kleiig zeer fijn zand afgewisseld met zandige klei; plaatselijk zandsteenbanken ( veldsteen ). Onder Lid van Vlierzele en het Lid van Pitttem, liggen het Lid van Merelbeke, Lid van Egem (Formatie van Tielt), Lid van Aalbeke (Formatie van Kortrijk) en, meer zuidelijk, het Lid van Kortemark (Formatie van Tielt). Het Lid van Merelbeke (maakt deel uit van de Formatie van Gent) omvat donkergrijze zeer fijn-siltige klei, met dunne zandlensjes met organisch materiaal en pyrietachtige concretie. Het Lid van Egem bestaat uit zeer fijn zand met dunne kleilagen en soms Pagina 61 van 61

66 Algemene beschrijving kalksteenlagen. Het lid van Aalbeke is een grijze, plastische klei, soms met fossielen, zandsteenconcreties en laagjes grijs zand. Het Lid van Kortemark bestaat uit kleihoudende silt. Quartair Op het Tertiair werd tijdens het Kwartair vooral zand en in mindere mate lemig zand afgezet. De beekvalleien bevatten alluviale klei. Volgens de boringen is de quartaire laag vrij dun. Diktes variërend van 0 tot 1,20 m worden gemeld in de omgeving van bosplaatsen Driekoningen en Lindeveld 2. In de omgeving van Sint Amandus en Bulskampveld worden quartaire diktes van 3,5 tot 8,75 m gemeld. In de omgeving van Wildenburg-Blauwhuisbossen gaat het om diktes van 0,3 tot 2,75 m. De bespreking van het quartair gebeurt naar Bogemans & Van Molle (2007). Het quartair bestaat uit 2 grote periodes: het Pleistoceen en het Holoceen dat de laatste jaar beslaat. De afzettingen uit het quartair zijn hoofdzakelijk ontstaan door de werking van wind en rivieren. Zowel qua samenstelling als qua dikte zijn ze heel wisselvallig. De stratigrafie van het Pleistoceen is gebaseerd op de glacialen en interglacialen. Op basis van de genese worden in het studiegebied twee groepen onderscheiden: Eolische afzettingen (E) De eolische afzettingen worden opgedeeld in dominant zandige afzettingen en silteuze afzettingen. Die laatste zijn de loessafzettingen en bestaan uit silt dat door de wind in suspensie is vervoerd. Bij de dominant zandige afzettingen varieert de textuur van zand tot zandleem. Hellingsafzettingen (H) Onder hellingsafzettingen verstaan we massabewegingsafzettingen of afspoelingssedimenten. Een afspoeling ontstaat onder optimale omstandigheden van plotse intense wateraanvoer als gevolg van de ondoordringbaarheid van de grond die kan optreden bij verzadiging, bij uitdroging en bij vriezen en dooien. Tabel 2-1: Overzicht van de Quartairafzettingen t.h.v. het studiegebied (Bogemans, 2005). Tijdperk Subtijdperk Laag Omschrijving Eolische afzetting (zand tot silt) van het Laat- Quartair Holoceen/Pleistoceen ELPw en/of HQ Pleistoceen (Weichseliaan), mogelijk Vroeg- Holoceen en/of hellingsafzettingen Figuur 2-7. Quartair profiel 2 In de omgeving van het Lindeveld werden ook quartaire diktes van 4 tot 8 m gemeld, maar de betrouwbaarheid ervan kan op dov.vlaanderen niet bevestigd worden. Pagina 62 van 62

67 Algemene beschrijving Bodemtextuur, -drainage en -profiel De voorkomende bodemtypes zijn weergegeven op de kaart 2.4. Het plangebied is gesitueerd in de zandstreek (ZS). De meeste gronden die op de bodemkaart geklasseerd zijn, betreffen zand- en lemig zandbodems. Droge zandgronden domineren in de bosplaatsen Bulskampveld, Vagevuurbossen en in het zuidelijk deel van het Lindeveld. Deze drogere gronden zijn duidelijk geassocieerd met hogergelegen zones binnen het plangebied (cuesta van Hertsberge). Matig droge tot matig natte zandgronden komen vooral voor in de bosplaatsen Driekoningen, Sint-Amandus, Hulstlo en het noordelijk deel van het Lindeveld. De bosplaatsen Blauwhuisbossen en Wildenburg omvatten voornamelijk matig droge tot matig natte lemig zandbodems. In de vallei van de Bornebeek, de vallei van de Blauwhuisbeek en lokaal in het Lindeveld en in Hulstlo is nat lemig zand aanwezig. Lokaal komen zones voor met natte lichte zandleembodems, antropogene bodems (kasteeldomein Wildenburg, domein Sint-amandus) of kleigronden (alluviale klei). Tabel 2-2: Overzicht van de bodemhorizonten in de bosplaatsen in het studiegebied. Afkorting horizont Omschrijving Eep Sterk gleyige kleibodem zonder profiel Efp Zeer sterk gleyige kleibodem zonder profiel OB Bebouwde zone OT Sterk vergraven gronden Pep Natte licht zandleembodem zonder profiel Pfp Zeer natte licht zandleembodem zonder profiel Sbh Droge lemig zandbodem met verbrokkelde ijzer en/of humus B horizont Scg Matig droge lemig zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B horizont Sch Matig droge lemig zandbodem met verbrokkelde ijzer en/of humus B horizont ScP Matig droge lemig zandbodem zonder profiel of met onbepaald profiel Sdg Matig natte lemig zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B horizont Sdh Matig natte lemig zand met verbrokkelde ijzer en/of humus B horizont SdP Matig natte lemig zandbodem zonder profiel of met onbepaald profiel Sep Natte lemig zandbodem zonder profiel Sfp Zeer natte lemig zandbodem zonder profiel w-pep Natte licht zandleembodem zonder profiel met klei-zandsubstraat beginnend op geringe diepte w-sdg Matig natte lemig zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B horizont met kleizandsubstraat beginnend op geringe diepte w-sdh Matig natte lemig zand met verbrokkelde ijzer en/of humus B horizont met kleizandsubstraat beginnend op geringe diepte w-sdp Matig natte lemig zandbodem zonder profiel of met onbepaald profiel met kleizandsubstraat beginnend op geringe diepte w-sepd Natte lemig zandbodem zonder profiel met klei-zandsubstraat beginnend op geringe diepte w-zdg Matig natte zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B horizont met kleizandsubstraat beginnend op geringe diepte w-zdh Matig natte zandbodems met verbrokkelde ijzer en/of humus B horizont met kleizandsubstraat beginnend op geringe diepte Zag Zeer droge zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B horizont Zbg Droge zandbodems met duidelijke ijzer en/of humus B horizont Zbh Droge zandbodems met verbrokkelde ijzer en/of humus B horizont Zcg Matig droge zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B horizont Zch Matig droge zandbodems met verbrokkelde ijzer en/of humus B horizont Zdg Matig natte zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B horizont Zdh Matig natte zandbodems met verbrokkelde ijzer en/of humus B horizont ZdP Matig natte zandbodem zonder profiel of met onbepaald profiel Pagina 63 van 63

68 Algemene beschrijving Door de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) werd in september 2012 een aanvullende bodemkartering uitgevoerd in het domein Wildenburg. De informatie is opgenomen in bijlage in het beheerplan voor het kasteelpark Wildenburg. Uit deze bodemkartering blijkt dat het volledige domein gekenmerkt wordt door lemige zandbodems, met uitzondering van zandbodems ter hoogte van de sleutelvormige vijver en ten noorden ervan. De bodemkaart duidt voor deze zone op lemig zand. Uit de bodemkartering blijkt voor deze punten verder een eerder droog tot matig droog karakter, terwijl uit de bodemkaart een matig natte drainageklasse blijkt. De antropogene zone volgens de bodemkaart bestaat uit matig natte zandleembodems met duidelijke humus en/of ijzer B horizont of met verbrokkeld humus en/of ijzer B horizont. Op de plaatsen waar men experimenteel en over een voldoende groot gebied de bodemkaart heeft herbekeken blijkt een afwijking van twee vochtklassen tussen net na WO-II en heden. Dit illustreert een verandering in de realiteit, geen fout in de initiële kartering (schrift. med. W. Slabbaert, ANB). Intacte bodemprofielen met een weinig verstoorde uitlogingshorizont en een gecementeerde podzol B zijn in het projectgebied moeilijk terug te vinden. De site Het Aanwijs te Beernem (ten oosten langs de Reigerlostraat) werd beschreven als waardevolle bodem (bodemkundig erfgoed) en wordt gekenmerkt door een weinig verstoord podzolprofiel (Ampe & Langohr, 2006). Figuur 2-8. Weinig verstoord podzolprofiel nabij Aanwijs (Ampe & Langohr, in VLM 2011). Bodemchemie Brauwers et al hebben in onder meer de Vagevuurbossen (buiten het plangebied) en in de vallei van de Bornebeek (deels binnen het plangebied) bodemstalen geanalyseerd. Locaties van de staalnamen in de Bornebeek Locaties van de staalnamen in de Vagevuurbossen Figuur 2-9. Locaties van de bodemstalen volgens Brauwers et al Pagina 64 van 64

69 Algemene beschrijving De analyseresultaten tonen aan dat het organisch-stofgehalte nergens boven de 20% ligt en voor het grootste deel van de stalen lager is dan 5%. Dit betekent dat het gaat om zandbodems met weinig organisch materiaal. Over het algemeen worden de bodems gekenmerkt door een lage concentratie calcium en ijzer. Dit maakt de bodems gevoelig voor eutrofiëring door fosfaat. Verder is een deel van de totale hoeveelheid fosfaat gebonden aan ijzer. De Fe/P ratio is in het algemeen gunstig, met uitzondering van enkele landbouwpercelen. De landbouwpercelen zijn bekalkt, en bevatten meer totaal fosfaat en beschikbaar Olsenfosfaat. In bestand 525y, een graslandje dat nog in landbouwkundig gebruik geweest is, werden zeer hoge Olsen-P concentraties aangetroffen, tot meer dan 4000 µmol/l verse bodem. Voor de ontwikkeling van soortenrijke natuurdoeltypen op zandgrond is een concentratie lager dan 500 µmol/l verse bodem nodig. Het nadeel is dat dit perceel stroomopwaarts langs de Bornebeek ligt en uitspoeling van P in de beek niet uitgesloten kan worden. Ook de concentraties totaal P zijn er zeer hoog. De concentraties nitraat zijn iets verhoogd rond de 55 µmol/l verse bodem. De bospercelen bevatten daarentegen zeer weinig calcium (<20mmol/l verse bodem) en zijn zuurder. Metingen binnen bestand 526c duiden lage concentraties fosfaat, met name voor totaal fosfaat gaat het om 2,5-10 mmol/l verse bodem totaal fosfaat en voor Olsen-P om µmol/l verse bodem. Echter andere analyses duiden op relatief hoge gehalten fosfaat in de bosbodem. De nitraatconcentraties zijn er matig hoog (15-57 µmol/l verse bodem). De bodems zijn rijk aan organische stof. Verzuring en vermesting zijn een belangrijk probleem voor de bosbodems. De basenverzadiging van de bodem is te laag. Deze processen zijn vermoedelijk te wijten aan de zeer hoge atmosferische depositie van stikstof, de vroegere hoge atmosferische zwaveldepositie en aan hydrologische factoren. De dreven blijken gekenmerkt te worden door een betere basenverzadiging en een lagere stikstofbeschikbaarheid Hydrografie en hydrologie Grondwater Op basis van de drainageklasse van de bodems (zie bodemkaart) kan een beeld van de waterhuishouding afgeleid worden. Hieruit blijkt dat de beekvalleien, voornamelijk deze van de Bornebeek, worden gekenmerkt door nattere gronden. De gronden buiten deze valleigebieden zijn over het algemeen droger. Meetpunten van het Grondwatermeetnet in de nabijheid situeren zich in het Provinciaal Domein Lippensgoed-Bulskampveld, langs de Heirweg, langs Hulstlo, langs de Romerijstraat, langs de Blauwhuisstraat en Predikherenstraat (data: Databank Ondergrond Vlaanderen). De relevante grondwaterlagen zijn: Quartaire Aquifersysteem 010, freatische aquifer 0640 Zandige afzettingen van het Onder-Paniseliaan (Ledo Paniseliaan Brusseliaan Aquifer-systeem), aquitard 0700 Paniseliaan Aquitardsysteem, aquitard 0701 klei van Pitttem (Paniseliaan Aquitard) en de diepere grondwaterlagen van het Centraal Vlaams Systeem, Ieperiaan Aquifer Peilgegevens van het freatisch grondwater zijn: Meetpunt BORP001 binnen het Provinciaal Domein Lippensgoed-Bulskampveld met filter in aquifersysteem 0100 en diepte 0,20 m-mv tot 1,62m-mv. Meetpunt 155/73/48 langs de Heirweg met eerste filter op 3,5 m in Aquifer 0100: tussen 1,38 m-mv en 2,34 m-mv; met tweede filter op 5,5 m m in Aquifer 0100: tussen 1,28 m- mv en 2,35 m-mv en met derde filter op 8,5 m in aquifersysteem 0640: tussen 1,35mmv en 2,77 m-mv. Meetpunt 155/73/36 langs Hulstlo met eerste filter op 3,5 m in Aquifer 0640: 1,30 m-mv tot 2,89 m-mv en tweede filter op 6 m in aquifer 0640: van 1,53 m-mv tot 4,07 m-mv; Pagina 65 van 65

70 Algemene beschrijving Meetpunt 146/73/3 in de Romerijstraat met eerste filter op 2 m-mv in hydrogeologische laag 0700: peil tussen 0,42 m-mv en 1,10 m-mv; met tweede filter op 4,7 m-mv in hydrogeologische laag 0700: tussen 0,40 m-mv en 1,12 m-mv; Meetpunt N/73h/1 in de Blauwhuisstraat met eerste filter op 4 m-mv in aquifersysteem 0640 peil tussen 0,79 m-mv en 1,44 m-mv; met tweede filter op 6,5 m-mv in aquifer 0640: tussen 0,79 m-mv en 1,44 m-mv; met derde filter op 9 m-mv in aquifer 0640: tussen 0,76 m-mv en 1,43 m-mv; Meetpunt 156/73/2 in de Predikherenstraat met eerste filter op 2,5 m-mv in aquifer 0640: peil tussen 1,00 m-mv en 1,95 m-mv; met tweede filter op 5,5 m-mv in aquifer 0640: tussen 1,11 m-mv en 2,12 m-mv; Meetpunt 156/73/9 in de Predikherenstraat met eerste filter op 4 m-mv in hydrogeologische laag 0701 peil tussen 0,06 m-mv en 2,63 m-mv; met tweede filter op 7,5 m-mv in hydrogeologische laag 0701: tussen 1,19 m-mv en 2,81 m-mv; met derde filter op 11,5 m-mv in hydrogeologische laag 0701: tussen 1,30 m-mv en 2,85 m-mv; Het natuurlijke grondwaterpeil bevindt zich in het Lindeveld op 2 à 3 m diepte met schommelingen tot 1 m (Dochy, 2000). Uit de aanvullende bodemkartering in kasteelpark Wildenburg, uitgevoerd door de Vlaamse Landmaatschappij (september 2012) blijkt de reductiehorizont te situeren op een diepte van 1,4 tot 2,2 m-mv. De reductiehorizont kan in principe beschouwd worden als de historische permanente grondwatertafel. Het grondwaterpeil bleek te variëren van 0,7 m-mv tot 1,58 m-mv. In het kader van de ecologische inventarisatie van de Rivierbeek (WES, 2006) zijn diverse meetraaien van april 2004 tot en met maart 2005 tweewekelijks opgemeten (waterpeil). Daarnaast is eenmalig de grondwaterkwaliteit gemeten. Relevant voor het plangebied is de meetraai in het Kraaiveld, ten noordwesten van de bosplaats Blauwhuisbossen. Tijdens het voorjaar is er een relatief trage daling van het grondwaterpeil. In de herfst wordt het grondwater relatief snel opnieuw aangevuld. De maximum peilschommeling in de verschillende peilbuizen bedraagt ongeveer 0,7-1,10 m. De diepst gemeten grondwaterstand bedraagt -2,36 m en de ondiepste stand -0,80 m. Belangrijke nuance bij deze meetresultaten is dat de winter een vrij droge winter was. Waarschijnlijk zal het grondwaterpeil in de winter frequent hoger zijn dan de in het kader van deze studie opgemeten grondwaterpeilen. De natuurlijke grondwaterstroming is naar het noordnoordoosten gericht. Het grondwater is afkomstig van een ruim infiltratiegebied, in het bijzonder de relatief hoog gelegen zandgronden ten westen en zuiden. Volgens het uittreksel van het Grondwatermodel Brugse Veldzone (GEOLAB ) in WES (2006) manifesteert zich kwel in de omgeving van kasteelpark Driekoningen, in het Lindeveld, in de omgeving Wildenburg Blauwhuis en, lokaal, in het Bulskampveld. Dit wordt op hoofdlijnen bevestigd binnen studie van Brouwer et al. (2011). In het deelgebied Bornebeek is er op zeer beperkte schaal sprake van kwel. Het kwelsysteem is niet erg krachtig en betreft eerder een lokaal systeem dat slechts in natte periode functioneert, vermoedelijk door waterdruk vanuit de beek in natte perioden. Ter hoogte van de Eendeputten maar ook in de bovenloop van de Bornebeek komt een horizontale grondwaterstroming voor die ongeveer de helling volgt. De verblijftijden zijn er vrij kort waardoor kweldruk aan sterke schommelingen inderhevig is en het grondwater nog sterk gelijkt op neerslagwater (schrift. med. W. Slabbaert, ANB) In de Vagevuurbossen zijn er geen aanwijzingen voor kwel gevonden. Echter aan de westrand van het onderzoeksgebied zou er wel een hogere kwelintensiteit merkbaar zijn. De aanwezigheid van kwelinvloeden wordt op het terrein bevestigd door het voorkomen van roest op een aantal waterlopen en het voorkomen van kwelindicatoren (zie verder). Pagina 66 van 66

71 Algemene beschrijving Figuur 2-10: Kweldruk volgens het grondwatermodel van de Brugse Veldzone (WES, 2006). Figuur 2-11: Kwel- en infiltratie naar Geolab (2003) in Brouwer et al Pagina 67 van 67

72 Algemene beschrijving Op het tertiaire substraat zijn verder stuwwatertafels mogelijk door de aanwezigheid van kleilenzen (Ampe & Langohr, 2006). In het Lindeveld wordt een grondwaterwinning geëxploiteerd door de VMW voor de productie van drinkwater. De waterwinning gebeurt in het Paniseliaan zand (Lid van Vlierzele). Het gaat om 76 filterputten. Gemiddeld wordt niet meer dan m³/dag opgepompt, maar op piekdagen gaat dit tot m³/dag. De vergunning gaat tot m³/dag. Om verdere daling van de grondwatertafels te voorkomen werd het debiet verminderd. De grondwaterwinning in het Lindeveld bestaat uit 4 puttenbatterijen met in totaal 76 pompputen verspreid over het domein. Het water komt van grondlagen op 18 tot 25m diepte en wordt verpompt naar het behandelingsgebouw. De behandeling bestaat eerst uit een beluchting zodat het aanwezige ijzer oxideert, waardoor het in de decantoren kan afgescheiden worden van het water. Vervolgens halen filters met zand en actieve kool de restvlok en de eventuele verontreinigingen (voornamelijk restproducten van pesticiden) weg Grondwaterkwaliteit Uit analyses van de waterkwaliteit van het grondwater t.h.v. de waterwinning aan het Lindeveld blijkt dat het water hier zoet, relatief hard en vrij zuur is en zeer veel ijzer bevat. Dat is ook zeer zichtbaar in het gebied langs de overkant van het Sint-Pietersveld, dat niet zonder reden Zouter noemt. Het hoge sulfaatgehalte is zondermeer het gevolg van pyrietoxydatie. Of beter, nitraatreductie door pyriet. Bij bemesting met stikstof op pyriethoudende bodems verdwijnt nitraat door dit proces uit het systeem. Als gevolg van die omzetting komt een stochiometrische hoeveelheid zwavelzuur vrij. Dit lijdt niet alleen tot versnelde corrosie van leidingen in de waterwinning. Sulfaat versnelt de afbraak van organisch materiaal en zorgt ook meer rechtstreeks voor een verhoogde fosforvrijstelling. Het hoge sulfaatgehalte wordt bevestigd door andere kwaliteitsmetingen in het freatische aquifersysteem (DOV 2010). Deze metingen wijzen op verhoogde concentraties sulfaat in de diepere filters onder landbouwgebieden. Opvallend zijn de hoge tot zeer hoge nitraatwaarden in de ondiepe filters onder de landbouwpercelen. Brouwer et al stelt vast dat nitraatuitspoeling vanuit landbouwgronden een sterke invloed heeft op de samenstelling van het grondwater. Niettemin blijken de stikstof- en fosfaatconcentraties in het grondwater in de natuurgebieden soms laag. In de Vagevuurbossen ten westen van het Sint-Pietersveld was in het vroege voorjaar van 2013 de fosfaatdoorslag zeer zichtbaar (uitbundige algenbloei in alle grachten). Later op het jaar zijn de aanpalende hoger gelegen akkers droger. Het fosfaat is dan gebonden. In combinatie met wat hierboven werd gesteld over de lage stikstofgehaltes (stikstofverwijdering door pyriet) levert dit in de zomer wel relatief voedselarm water op. Volgens Brouwer et al is in het Biscopveld sprake van zuur tot zwak gebufferd grondwater onder de natuurpercelen. De buffercapaciteit loopt uiteen van vrijwel nul op de hogere delen tot ongeveer 0,5 milliequivalent in de beekdalen. Het grondwater is meestal rijk aan ijzer en arm aan fosfaat. In grondwaterkwaliteit zijn er dan ook twee gradiënten te onderscheiden: enerzijds een gradiënt van zuur water waar inzijging van ongebufferd regenwater plaatsvindt naar zwak gebufferd grondwater in de kwelgebieden, en anderzijds een gradiënt van nitraatrijk, ijzerarm grondwater onder landbouwpercelen via sulfaatrijk en ijzerhoudend grondwater aan de rand van natuurgebieden naar ijzerrijk en tamelijk sulfaatarm grondwater in de centrale delen van de natuurgebieden. Pagina 68 van 68

73 Algemene beschrijving Tabel 2-3: Grondwaterkwaliteitgegevens in peilbuizen op 4 maart en 28 oktober 2010 (Bron: Brouwer et al. 2011). De uitspoeling van nitraat uit landbouw en bos leidt ertoe dat het water in lokale kwelsystemen, zoals die van oorsprong op grote schaal voorkwamen, in sterke mate verzuurt en ontijzert (Brouwer et al. 2011). Beide laatste effecten dragen dan bovendien weer bij tot een betere mobilisatie van de beschikbare fosfor Waterlopenstelsel en wateroppervlakken Zie kaart 2.5. Het plangebied is gelegen in het bekken van de Brugse Polders. De bosplaatsen Driekoningen, Bulskampveld, Sint-Amandus, Vagevuurbossen, Wildenburg en Blauwhuisbossen liggen binnen het deelbekken van de Rivierbeek. De bosplaatsen Hulstlo en Lindenveld liggen binnen het deelbekken van de Brugse Vaart. De waterscheiding tussen beide deelbekkens is noord-zuid georiënteerd. Het deelbekken van de Rivierbeek wordt gekenmerkt door een zacht glooiend reliëf. Het hoogste punt van het stroomgebied van de Rivierbeek bevindt zich op ongeveer 50m boven Pagina 69 van 69

74 Algemene beschrijving zeeniveau, terwijl de monding gelegen is op 5 m boven zeeniveau. In het stroomgebied zijn de Bornebeek en de Blauwhuisbeek-Hertsbergebeek de voornaamste waterlopen. De Bornebeek begint even ten zuiden van het provinciedomein op de terreinen van ANB en verlaat in het noorden het provinciedomein. De Bornebeek mondt uit in het kanaal Gent-Brugge in Oostkamp ter hoogte van het natuurreservaat de Leiemeersen. De Bornebeek is over zijn volledige loop een beek van 2de categorie. De Bornebeek wordt wegens de ecologische waarden niet meer geruimd binnen de grenzen van het provinciedomein. Daardoor is een duidelijke vernatting van het terrein vast te stellen met gepaard gaande bomensterfte (bvb in 532a). Deze bomensterfte kan evenwel ook het gevolg zijn van verzuring door zwavelzuur na pyrietoxidatie. De bomensterfte is hierbij geen rechtstreeks gevolg van vernatting an sich, maar wel van het feit dat zwavelzuur meekomt met het water (schrift. med. W. Slabbaert, ANB). Foto: afsterven van bomen door lokaal vernatting en/of pyrietoxidatie te Bulskampveld (532a) Zoals veel waterlopen in het Houtland werd de Bornebeek in de 18de en 19de eeuw gegraven voor de ontwatering van de lokaal natte veldgebieden om ontginning en bosaanplanting mogelijk te maken. Het noordelijke gedeelte is het oudst en wordt reeds afgebeeld op de Ferrariskaart ( ). Het zuidelijk gedeelte dateert van tussen de periode Sindsdien is de loop niet meer gewijzigd. De Blauwhuisbeek - Hertsbergebeek is stroomopwaarts van 2 de categorie, meer afwaarts ter hoogte van de Blauwhuisbossen en Wildenburg is deze van 3 de categorie. De Oude Blauwhuisbeek stroomt door de Blauwhuisbossen (2 de en 3 de categorie). Deze waterloop mondt uit in de Hertsbergebeek. De Hertsbergebeek vloeit net opwaarts van de autosnelweg E40 in de Rivierbeek en stroomt verder als de Rivierbeek in noordelijke richting om nabij Moerbrugge uit te monden in het kanaal Gent-Oostende. De Blauwhuisbeek, te zien op de kaart van de Ferraris, liep initieel doorheen het domein Wildenburg om vervolgens ten noorden van het Blauwhuiskasteel te stromen. Noordelijk ervan was nog een veldvijver aanwezig. Begin 19 de eeuw is deze vijver verdwenen, en is ook de loop van de Blauwhuisbeek gewijzigd. Een nieuwe zijarm liep min of meer parallel met de oude loop. De kaarten lijken te suggereren dat de nieuwe bedding de nieuwe hoofdas vormt. Beide waterlopen zijn opwaarts de Beernemsteenweg met elkaar verbonden door een gracht. Bij aanleg van het kasteelpark Wildenburg werd het oppervlaktewatersysteem grondig gewijzigd: niet enkel werden twee vijvers aangelegd op de oorspronkelijke loop van de Pagina 70 van 70

75 Algemene beschrijving Oude Blauwhuisbeek, maar de noordelijke bedding werd afgeleid langs de oostelijke en noordelijke rand van het domein en werd onderdeel van de kasteelgracht die het park omringt. Bij de ruilverkaveling omstreeks werd de loop van de Blauwhuisbeek opnieuw gewijzigd. De kasteelgracht Wildenburg werd ingeschakeld als openbare waterloop. Een stuw werd geplaatst op de nieuwe loop van de Blauwhuisbeek. De kasteelgracht werd ter hoogte van de Beernemsteenweg noordelijk afgeleid en volgt nu een rechtgetrokken tracé. In het stroomgebied van de Brugse Vaart zijn de Miseriebeek en, ten oosten van het plangebied, de Galgeveldbeek de voornaamste waterlopen. De Miseriebeek begint ter hoogte van de Beernemse wijk Blommeke, en voedt de vijvers van het kasteel Reigerlo. Ter hoogte van de Warande stroomt deze beek in het kanaal Gent- Brugge. De Miseriebeek is over zijn volledige loop een beek van 3de categorie. De Galgeveldbeek ontspringt in de omgeving van het Bakensgoed-Kliplo. Daar wordt deze niet-geklasseerde beek de Zoutersbeek genoemd. Afwaarts gaat ze over in een waterloop van 3 de categorie en stroomt zo langs het domein van Schuurlo in noordelijke richting. Afwaarts van de E40 wordt deze een waterloop van 2 de categorie. Deze waterloop mondt ter hoogte van de Warande uit in het kanaal Gent-Oostende. Daarnaast wordt het plangebied gekenmerkt door de aanwezigheid van een dens netwerk van sloten, greppels en rabatten, antropogeen gegraven in functie van ontwatering. Tenslotte bevinden zich in het plangebied een aantal wateroppervlakken, o.m. binnen het kasteeldomein Wildenburg Structuurkenmerken De Bornebeek vertoont ter hoogte van het plangebied vrij goede structuurkenmerken. In het Bulskampveld zijn natuurlijke meandering, holle oevers, zandafzettingen en takken in de loop aanwezig. De Bornebeek in het bos ter hoogte van de parking Driekoningen heeft een natuurlijk karakter en bezit goede structuurkenmerken. De Bornebeek is daar minstens 100 jaar ouder dan in het zuidelijk gedeelte en heeft in die tijd meanders, holle en bolle oevers gecreëerd. In de omgeving van Driekoningen vertoont de beek een lichte meandering en bezit natuurlijke, doch vrij steile, oevers. In het kader van de ecologische inventarisatie en visievorming voor het stroomgebied van de Rivierbeek (WES, 2006) zijn de structuurkenmerken van de Rivierbeek en Hertsbergebeek over het volledige traject dat deze geklasseerd zijn als waterlopen 1 e categorie, geïnventariseerd evenals de structuurkenmerken van enkele bovenlopen. Hieruit is gebleken dat de structuurkenmerken van de Blauwhuisbeek ter hoogte van het plangebied uiterst zwak zijn. De waterloop is er rechtgetrokken en artificieel van aard en micromeandering, holle oevers en diepteondieptepatronen zijn er afwezig. Door het jarenlange ruimen van de beek, en deponeren van de ruimingsspecie op de oever aan 702b is daar een oeverwal ontstaan. Dit heeft vermoedelijk geleid tot een vernatting van dit bestand ( badkuipeffect ). Ter hoogte van het Vagevuurbos is de waterloop natuurlijker. De oevers zijn er vrij natuurlijk, en er is meer variatie in structuur en stroming. Pagina 71 van 71

76 Algemene beschrijving Figuur 2-12: Berekende structuurkwaliteit Blauwhuisbeek (inventarisatie 2004 ikv de ecologische inventarisatie en visievorming voor de Rivierbeek, WES) Oppervlaktewaterkwaliteit De Bornebeek In 1999 werd in opdracht van het provinciebestuur een onderzoek verricht naar de ecologische kwaliteit en de eventuele knelpunten van bovenlopen in twee provinciale aandachtsgebieden: het West-Vlaams Heuvelland en het Houtland (Dochy et al., 2002). De meetresultaten werden opgenomen in de VMM-oppervlaktewaterdatabank. In het provinciedomein Bulskampveld- Lippensgoed werd op vier meetplaatsen de biologische waterkwaliteit en de ecologische kwaliteit van de Bornebeek onderzocht. Brouwer et al hebben in 2010 waterstalen verzameld in de bovenloop van de Bornebeek. Brouwer et al duiden erop dat het brongebied vooral gevoed wordt door afstromend oppervlaktewater, en slechts beperkt door lokaal grondwater. Omdat een groot deel van de bodem in het brongebied verrijkt is met fosfaat, wordt het beeksysteem al vanaf de bron belast met voedingsstoffen. Meer stroomafwaarts komen op diverse plaatsen greppels in de beek uit die over het algemeen zuur, tamelijk fosfaatarm, tamelijk nitraatrijk water aanvoeren. Greppels die vanuit graslandpercelen de beek voeden, leiden tevens tot fosfaataanrijking. Tegelijk vindt er weinig toestroom van gebufferd grondwater plaats. Toch is er sprake van een relatief geringe verontreiniging, waardoor de Bornebeek een waterloop is met belangrijke ecologische potenties. Recentere gegevens in de VMM-databank duiden op een aanvaardbaar tot vrij goede waterkwaliteit van de bovenloop van de Bornebeek. Metingen in het domein Lippensgoed-Bulskampveld in het jaar 2008 duiden op een BBI van 6 (matig) tot 8 (goed). In 2010 werd afwaarts op grondgebied Oostkamp een goede biologische waterkwaliteit (BBI 8) vastgesteld. Uit Dochy et al blijkt dat het zijbeekje van de Bornebeek ter hoogte van de Eendeputten een goede biologische waterkwaliteit heeft. Bij het verlaten van het provinciedomein ter hoogte van de Heirweg is de biologische waterkwaliteit gezakt tot matig. De lage biologische waterkwaliteit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door het bijna droogvallen van het beekje in de zomer waardoor nog weinig waterorganismen aanwezig zijn (aan de hand waarvan de biologische wa- Pagina 72 van 72

77 Algemene beschrijving terkwaliteit wordt berekend). Het beekje heeft echter een zeer goede chemische waterkwaliteit met de laagste nitraatwaarde van alle onderzochte beekjes in het Houtland (8,86 mg NO3 /l ; de norm is 50 mg mg NO3 /l). Dit zijbeekje komt ter hoogte van de parking Driekoningen het provinciedomein terug binnen (meetpunt ). De biologische waterkwaliteit is terug goed (BBI) maar het nitraatgehalte in het beekwater is spectaculair gestegen (106,32 mg NO3 /l) na de passage door het landbouwgebied. Knelpunten op vlak van waterkwaliteit situeren zich hoofdzakelijk door lozingspunten en diffuse lozingen, onder meer door het instituut Sint-Amandus, het domein Driekoningen, de woningen Heirweg-Blommeke-Sint-Amandus maar vooral de cafetaria van Bulskampveld. De middenloop van deze beek loopt door landbouwgebied. Bedrijfsafvalwater afkomstig van melkhuisjes wordt er geloosd in de beek. In het kader van het Landinrichtingsproject Bulskampveld, Sint-Amandus wordt voorgesteld om maatregelen te voorzien om afvalwaterzuivering in het bekken van de Bornebeek te stimuleren. De eerste afkoppelingen zullen starten in 2014 en dit door de aanleg van iba s. Het afvalwater zal ook gezuiverd worden d.m.v. een biorotor. Bedoeling is om de ganse bovenloop van de Bornebeek af te koppelen van huishoudelijk afvalwater. De Blauwhuisbeek - Hertsbergebeek De waterkwaliteit van de Blauwhuisbeek langs de N370 net opwaarts Wildenburg. werd in het kader van de ecologische inventarisatie en visievorming voor het stroomgebied van de Rivierbeek bemonsterd. De zuurstofverzadiging bleek er problematisch: er treden grote schommelingen op die nefast zijn voor het waterleven. Tijdens de zomer wordt de norm frequent niet gehaald. De normen voor chemisch zuurstof verbruik (CZV) en, in mindere mate, biochemisch zuurstof verbruik (BZV) werden overschreden. De gegevens wijzen op de verhoogde aanwezigheid van minder vlot afbreekbare organische stoffen t.o.v. vlot afbreekbare organische stoffen. Ook de normen voor totaal-orthofosfaat worden overschreden, waarschijnlijk te wijten aan verontreiniging door bemesting en huishoudens. De waarden van ammonium, nitraat en nitriet worden tevens frequent overschreden. De Blauwhuisbeek haalde de basiskwaliteitsnorm voor ijzer en voor mangaan niet, vermoedelijk door zure, ijzer- en mangaanrijke kwel vanuit de zandige cuesta van Hertsberge. Tabel 2-4. Resultaten fysico-chemische waterkwaliteitsonderzoek Blauwhuisbeek opwaarts Wildenburg (Lisec in WES 2006) ph Conductiviteit (µs/cm) Temp ( C) O 2verzadi ging (mg/l) zwevende stof (mg/l) CZV (mg O 2/ BZV (mg O 2/l Cl (mg/m) SO4 (mg/l) PO 5 (mgp/l) NO 2 + NO 3 (mgn/l) Gem. 7, , ,78 6,5 4,31 Min. 6, , ,17 0,2 0,64 Max. 8, , ,27 18,2 12,6 Range 1, , ,10 18,0 11,96 Norm 6,5-8, , Zowel in 2006 (WES) als in 2009 (databank VMM) werd de waterkwaliteit bepaald op basis van de Belgisch Biotische Index (BBI). In beide jaren werd zo een slechte waterkwaliteit vastgesteld. Het staalnamepunt heeft erg te lijden onder afspoeling van landbouwgrond van naastliggende akkers. Op heden zijn er in een aantal belangrijke lozingspunten van afvalwater ter hoogte van de kern van Wildenburg, van Sint-Jan en t.h.v. de Varendreef. Momenteel wordt er volop gewerkt aan de voorbereiding van de sanering van Sint-Jan. De KWZI Wingene Sint-Pieterveld is ontworpen voor de reiniging van afvalwater van 550 inwonersequivalenten. De Miseriebeek De Miseriebeek werd een aantal jaren geleden gekenmerkt door een zeer slechte waterkwaliteit (PIO-index in 2002 van 4,05). Een belangrijke oorzaak vormde het lozen van het afvalwater van NH 4 + (mg N/l) Pagina 73 van 73

78 Algemene beschrijving de dorpen Sint-Joris en Beernem. In 2007 werd een rioolwaterzuiveringsinstallatie in de Miseriestraat in gebruik genomen. Hierdoor wordt het afvalwater gezuiverd en nagezuiverd in een rietveld alvorens lozing in de Miseriebeek. Dit werd al in 2007 gereflecteerd door en matige BBI en in 2008 door een PIO-index van 1,75 die op een aanvaardbare waterkwaliteit duidt. De Galgeveldbeek Net als de Miseriebeek, werd ook de Galgeveldbeek gekenmerkt tot een onvoldoende tot slechte waterkwaliteit, onder meer door lozing van huishoudelijk afvalwater van het Bakensgoed en Galgeveld. Ook de waterkwaliteit in deze beek zou positief beïnvloed moeten worden door de waterzuiveringsinstallatie in de Miseriestraat. Overige wateren De vijver van het kasteelpark Driekoningen werd in 2004 bemonsterd voor de BBI. Deze duidde op een goede kwaliteit. De Prati-Index duidde op een niet-verontreinigde toestand. Brouwer et al heeft de oppervlaktewaterkwaliteit van de kleinere waterlopen in het Biscopveld bemonsterd. Uit de gegevens blijkt dat de greppels in het bos in het Bulskampveld en de Vagevuurbossen arm aan basische kationen zijn, relatief rijker zijn aan zwavel en een zeer lage ph hebben. De gegevens suggereren dat dit te wijten kan zijn aan het feit dat de bosbodem volledig uitgeloogd is. De greppels uit de weilanden in het gebied zijn veel rijker aan basische kationen en zwavel, wat er op duidt dat ze vooral grondwater afvoeren dat door nitraatuitspoeling is belast. De nitraatconcentraties zijn echter niet uitzonderlijk hoog. De hoeveelheid zwavel en basische kationen in de beken is eveneens hoog. Het beekwater wordt in grote mate bepaald door uitspoeling in de landbouwgronden. De beide vijvers in het kasteelpark Wildenburg hebben een onvoldoende waterkwaliteit. In de grote kasteelvijver is het water voedselrijk en troebel door accumulatie van slib, randeffecten vanaf de aanliggende weide (in landbouwgebruik) en bemesting van het water door een (te) grote populatie eenden. Misplon ( ) vermeldt daarnaast als oorzaak bodemwoelende karpers. Zij vermeldt ook de problematiek van rioolschimmel. De sleutelvormige vijver wordt gekenmerkt door bruinkleurig water. Deze verkleuring is het resultaat van bladval en accumulatie van humus. Hierbij ontstaat een verzuurd milieu (ph: 5,35 en µs: 205 volgens Erik Ghyselbrecht VMM in Misplon ). Misplon ( ) rapporteert er het voorkomen van aquatische fauna als wantsen en een libellenlarve. Deze laatste is normalitair indicatief voor een betere waterkwaliteit. Maar ook muggenlarven (Elzenvlieglarven, Pluimmuggenlarven, Rode muggenlarven, ) werden vastgesteld, indicatief voor zuurstofarm water Overstromingsproblematiek De beekvalleien worden aangeduid als mogelijk overstromingsgevoelige gebieden volgens de watertoetskaarten. Vooral de laaggelegen delen van de vallei van de Blauwhuisbeek zijn effectief overstromingsgevoelig. De noordelijke weide van de bosplaats Wildenburg komt vrij regelmatig onder water. Ook binnen het park van het kasteel de Warande (Blauwhuisbossen) doen overstromingen zich voor. Vermoed wordt dat de grotere omvang van de overstromingen ter hoogte van de N370 gedurende de laatste jaren een gevolg zijn van de knijpconstructie die net stroomopwaarts de Varendreef geplaatst werd Drainage en ontwatering Bij de 19 de eeuwse ontginning van het gebied werden rabatten aangelegd. De greppels tussen de rabatten ontwaterden de natte gronden en zorgden voor een betere drainage. Daarnaast is er een vrij dens stelsel van grachten in het domein aangelegd, ook in functie van drainage. Tevens was er in het domein Wildenburg een drainagesysteem met keramiek buizen aanwezig. Pagina 74 van 74

79 Algemene beschrijving 2.3 Beschrijving van het biotisch milieu Bestandenkaart Er zijn in het plangebied 8 bosplaatsen en 335 (bos)bestanden onderscheiden met een gemiddelde bestandsoppervlakte van 1,26 ha. De buitengrenzen zijn -mits enkele uitzonderingenafgestemd op de grenzen van de kadastrale percelen. Voor de bestanden werd een volledig nieuwe bestandsnummering opgesteld. Het totale plangebied werd opgedeeld in 8 bosplaatsen (genummerd van 1 tot 8) en vormen zo de honderdtallen van de bestandsnummers. Voor de private eigenaars is een volledig nieuwe bestandsnummering opgesteld doch werd er zoveel mogelijk vastgehouden aan bestaande bestandsindelingen van de beperkte bosbeheerplannen. In de Vagevuurbossen wordt er gestart vanaf 849a aansluitend op de al bestaande nummering van het uitgebreid bosbeheerplan voor de Vagevuurbossen. Dit geldt ook voor het Lindeveld. Voor de openbare bestanden zijn er slechts zeer weinig wijzigingen aangebracht aan de bestaande bestandsnummers. De bosplaatsen werden vervolgens ingedeeld in beheerblokken op basis van fysische grenzen, ze vormen de tientallen van de bestandsnummers. Vervolgens werd aan ieder bestand een bestandsnummer gegeven. Bijlage 3 heeft de vroegere bestandenkaarten weer met de oude bestandsnummers. 300 van de 335 bestanden bestaan uit bos (incl. aanplanten en spontane verbossingen), de overige bestanden zijn vijvers (5 bestanden te Wildenburg en Drie Koningen), graslanden (18 bestanden, voornamelijk te Lindeveld), infrastructuur (Lindeveld en Wildenburg), kapvlaktes (5 bestanden), beboste heide (Blauwhuisbossen) en een akker te Wildenburg. In totaal bestaat 90% (379 ha) van het plangebied uit bos. Ongeveer 16,6 ha (3,9%) valt niet onder het bosdecreet. Het betreft akkers, infrastructuur (waterwinning) en enkele gazons en weilanden in of aan het kasteelpark te Wildenburg. Hiervoor werd wel een apart parkbeheerplan opgemaakt. Ook enkele graslanden aan de waterwinning vallen niet onder het bosdecreet. De bestandenkaart is weergegeven op kaart 2.6 en op kaarten 2,7a-c zijn de bestanden verder opgedeeld naar hoofdboomsoort(en). Een overzicht van de bestanden met weergave van de bestandskenmerken is weergegeven in bijlage 4. Ook in de databank Bosbeheerpakket zijn de gegevens met betrekking tot de algemene kenmerken op te vragen. Hieronder volgt een korte beschrijving van de verschillende bosplaatsen in het plangebied van noord naar zuid: DRIEKONINGEN Dit familiedomein (61,6 ha 51 bestanden) bestaat uit een parkgedeelte met imposante Beuken, Zomereiken, diverse parkbomen en een belangrijk aandeel naaldhout. Het bosgedeelte bestaat uit grote blokken naaldhout (lork, Fijnspar en Douglas in het oostelijke deel) en loofhout (voornamelijk Amerikaanse eik, Zomereik en Beuk). De Bornebeek stroomt er van oost naar west. De randen bevatten autochtoon materiaal van Gelderse roos, Geoorde wilg en langs de Bornebeek, Vogelkers. Een structuurrijke zandwinningsput bevindt zich in de westrand terwijl in de oostrand van het kasteelpark er zich een vrij grote slibrijke kasteelvijver bevindt. In het centrale deel wordt de struiklaag voornamelijk gedomineerd door Pontische rododendron. Het drevenpatroon is aan de zuidzijde vrij goed ontwikkeld met voornamelijk (rode) Beuk. Beperkte stinzenflora is aanwezig rond het kasteel. HULSTLO Deze bestanden (34,4 ha 21 bestanden) zijn allen in privaat bezit en zijn gelegen langs de E40. Een groot aandeel bestaat uit jonge aanplanten van naaldhout en een beperkter aandeel van loofhout. In het oostelijke en westelijke deel komen oudere bestanden voor van Zomereik al dan niet bijgemengd met Amerikaanse eik en in mindere mate berk. Het noordelijk deel bevat zeer veel exoten door de nabijheid van de aangrenzende woonwijk (Tiengemeten). Binnen de naaldhoutbestanden worden brandgangen aangelegd waarlangs talrijke nestkoepels van Rode bosmier zich bevinden. Verder komt een enkele schrale dreef voor in de zuidrand van 304d. Pagina 75 van 75

80 Algemene beschrijving Aan de E40 werd een struikengordel aangelegd als buffer met daarin heel wat exoten. In bestand 301a komt een waardevolle poel voor en in de rand van 306a komt autochtoon materiaal voor van Zomereik en Haagbeuk. LINDEVELD Deze bosplaats (103 ha 99 bestanden) is hoofdzakelijk in eigendom van de Waterwinning (VMW). Alleen het westelijk deel is in privaat bezit. In dit deel komen blokken naaldhout voor en een enkel zomereikenbestand. Hier komt een grote concentratie aan bosmierenkoepels voor. In de waterwinning komen veel jonge aanplanten voor van Witte els en Zomereik, aangevuld met enkele beuken- en zomereikenbestanden. Het populierenbestand 412j is vrij recent gekapt. Verschillende percelen worden als hakhout beheerd. Verder komen er enkele beuken en zomereikendreven voor. In de waterwinning komen vrij veel hooilanden voor die lokaal vrij schraal zijn door het gevoerde hooilandbeheer gedurende een tiental jaar zonder bemesting. Reukgras is doorgaans de aspectbepalende soort. De taluds rond het bezinkingsbekken bestaan uit vrij goed ontwikkelde struisgrasgraslanden. Een heideperceeltje wordt aangelegd langs de E40 in 408a Bijna alle hooilanden hebben een zoom ter hoogte van de aangrenzende bossen. Lokaal komen nattere plekken voor met oppervlakkige kwel. SINT-AMANDUS Deze kleine bosplaats (6,9 ha 7 bestanden) bestaat hoofdzakelijk uit vrij jong bos met uitzondering van het zomereikenbestand 201a. BULSKAMPVELD Deze bosplaats (72,1 ha 62 bestanden) bestaat hoofdzakelijk uit vrij monotone blokken naaldhout (voornamelijk Grove den) en kleinere blokjes Zomereik of Beuk. In het noordelijk deel komen enkele populierenbestanden voor. In het zuiden komen enkele jonge eikenaanplanten voor. Verder komt er nog een koeienweide (525y) voor met een langwerpige poel. De dreven zijn in de meeste gevallen vrij donker en floristisch weinig interessant. Alleen ter hoogte van de bovenloop van de Bornebeek in het westelijke deel komen lichtrijke heischrale bermen voor. Hier komt Sterzegge, Gagel en Dopheide voor. BLAUWHUISBOSSEN Familiedomein (86,3 ha 48 bestanden) die uit grote homogene blokken Zomereik en/of Amerikaanse eik bestaat. Verder komen er enkele bestanden lork of (minder) Grove den voor. In het noordelijk deel komt een verdrogend berkenbroek voor (614a). Verder een vrij groot heideperceel (612a) ontstaan na eindkap van lork met Hazelworm en Levendbarende hagedis. Vrij uitgebreid drevenpatroon van Beuk, Zomereik maar ook Amerikaanse eik. Ook zeer oude zomereikendreef met Blauwe knoop. Lokaal komt in het westelijke deel (De Varens) vrij veel voorjaarsflora voor. Verder komt autochtoon materiaal van Zwarte els, meidoorn en Haagbeuk voor in de noordrand van de Varens. In de Varens komen ook enkele (verdrogende) bospoelen voor. Lokaal vrij veel rododendron. WILDENBURG Familiedomein (43 ha 35 bestanden) met grootste deel bestaande uit een parkgedeelte met noordelijk een grote koeienweide (708x). Ook binnen het domein komen twee graasweiden voor. Parkgedeelte is vrij gemengd naar boomsoorten toe, verder enkele jonge aanplanten van voornamelijk Zomereik. Enkele bermen zijn vrij schraal. Verder komen twee vrij grote vijvers voor. Het bosgedeelte in het oostelijk deel van de bosplaats bestaat hoofdzakelijk uit Zomer- en Amerikaanse eikenbestanden met een enkel naaldhout- en populierenbestand met een goede natuurlijke verjonging. Verder komt hier vrij veel Vogelkers voor. VAGEVUURBOSSEN Meestal kleinere percelen (13,9 ha 12 bestanden) met vrij veel exoten en naaldhout. In 854b komen twee eutrofe plassen voor. Verder hier ook vrij veel voorjaarsflora in 854a. Pagina 76 van 76

81 Algemene beschrijving Bestandsbeschrijving en dendrometische gegevens De oppervlakte van niet-bosbestanden (permanente open ruimten en water) werd in de bosbouwdatabank aan 0,0001 ha gelijkgesteld 3 zodat ook betekenisvolle uitspraken kunnen bekomen worden op niveau van het plangebied en eventueel de bospercelen. Concreet betekent dit dat onderstaande cijfers en grafieken (uitgezonderd deel over de bestandstypen) betrekking hebben op het volledige plangebied. Alle berekende waarden onder deze paragraaf hebben enkel betrekking tot de beboste, spontaan verbossende of de te bebossen percelen Bestandskenmerken Bestandstypen Het grootste deel van de bosplaatsen in het plangebied (46%) worden ingenomen door loofhoutbestanden. Het grote aandeel homogene loofhoutbestanden bestaande uit Zomereik (al dan niet bijgemengd met Amerikaanse eik) valt duidelijk op samen met een groot aandeel homogene aanplanten van eik en Witte els te Bulskampveld, Wildenburg en het Lindeveld (Witte els). Ongeveer een 26% van het plangebied bestaat uit homogene naaldhoutaanplanten van voornamelijk Grove den en Lork (minder Corsicaanse den). Deze bestanden bevinden zich voornamelijk in de bosplaatsen Bulskampveld, zuidelijke deel van Lindeveld en Drie Koningen en jonge naaldhoutaanplanten te Hulstlo. Ongeveer 17% wordt gedomineerd door naaldhout of loofhout met bijmenging van beiden. Bijmenging in de naaldhoutbestanden bestaat hoofdzakelijk uit spontane verjonging van Berk of Zomereik. De bijmenging in de loofhoutbestanden bestaat voornamelijk uit naaldhout van vroegere aanplanten waarbij, door dunning, het aandeel loofhout de bovenhand heeft. Het aandeel open ruimten (8%) op bestandsniveau (een bestand wordt volledig meegerekend, dus aandeel ligt in werkelijkheid wat lager) is vrij groot. Ze bestaan voornamelijk uit de hooilanden te Lindeveld en de weilanden met gebruiksovereenkomst te Wildenburg. De weilanden te Wildenburg vallen grotendeels buiten de bossfeer. Kleinere open plekken in de bossfeer (dus niet op bestandsniveau, cf Lindeveld) zijn slechts zeer schaars aanwezig (<1%). Open plekken in de bossfeer komen voor in de Blauwhuisbossen (604a, 605a, 612a), Wildenburg (705b), Vagevuurbossen (854b) en Drie Koningen (102a). Water neemt ongeveer 0,7% van de totale oppervlakte in. Het gaat hier voornamelijk om de grote kasteelvijvers te Wildenburg en Drie Koningen. Infrastructuur neemt ook 0,7% van de oppervlakte in. Het gaat hier om de gebouwen te Wildenburg (cf parkbeheerplan) en de infrastructuurelementen in de Waterwinning (bufferbekken en gebouwtjes). De spontaan verbossende open ruimten, kaalslagen en percelen die in de zeer nabije toekomst met zekerheid worden bebost worden onder te bepalen oppervlakte gerekend. Deze oppervlakte beslaat ongeveer 1,8%. 3 Bij het berekenen van de parameters worden alle bestanden in rekening gebracht, ook open plekken en water. Hierdoor treedt onderschatting op bij de cijfers van het gemiddeld bosbestand. Dit kan men oplossen door deze bestanden een oppervlakte te geven van 0,0001 ha, dit geldt niet voor kapvlaktes (TB) of jonge aanplanten. Pagina 77 van 77

82 Algemene beschrijving Tabel 2-5: verdeling van de verschillende bosbestandtypes binnen het plangebied. Bestandstype Oppervlakte (ha) Rel. opp. (%) NH naaldhout (+80%) 109,35 26 % LH loofhout (+80%) 192,93 45,8 % L+N loofhout (50-80%) + naaldhout 45,8 10,9 % N+L naaldhout (50-80%) + loofhout 26,93 6,4 % pop huidige open ruimten 33,06 7,9 % Wa water 2,98 0,7 % TB te bepalen 7,43 1,8 % Inf infrastructuur 2,81 0,7 Figuur 2-13: verdeling van de verschillende bestandstypen Leeftijd (zie ook kaart 2.12c) Ongeveer 30% van de bosoppervlakte heeft een bosleeftijd jonger dan jaar. Het betreft hoofdzakelijk bosaanplanten in de bosplaats Hulstlo, Lindeveld en het westelijke deel van Bulskampveld. Ook enkele spontane verbossingen vallen hieronder. De meeste naaldhoutaanplanten zijn tussen de 40 en de 80 jaar oud. De oudste dateren van 1933 in de bosplaats Bulskampveld en 1935 te Lindeveld. Verschillende (homogene) Zomereiken- en Amerikaanse eikenbestanden zijn tevens tussen de 40 en 80 jaar oud. Een vrij groot deel (26%) is vrij homogeen en ouder dan 80 jaar. Het betreft vooral homogene beukenbestanden in de bosplaats Lindeveld en Bulskampveld en homogene zomereiken- en Amerikaanse eikenbestanden in de bosplaatsen Blauwhuisbossen, Wildenburg en in mindere mate Drie Koningen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn een groot deel van de eiken en beuken gekapt in de kasteeldomeinen van de Varens, Wildenburg en de Warande. Te Drie Koningen zijn er echter veel minder bomen gekapt tijdens WO I (mond. med. H. van Outryve d Ydewalle). Bestanden ouder dan 120 jaar zijn terug te vinden in de Blauwhuisbossen (600a, 604a, 605a, 611a en 620a) waarvan het oudste bestand aangelegd is rond 1830 (605a), Bulskampveld (526c, 527a en 532a), Drie Koningen (109a, 113a, 115a, 115b, 115c en 115 e ) en te Lindeveld (414b, 418c en 420a). De meeste ongelijkjarige bestanden hebben in de hoofdetage veel bomen die minstens 80 jaar oud zijn. Deze bestanden hebben een groot aandeel van spontaan ingezaaide soorten. Bestanden met tweevoudig hooghout (leeftijd bepaald door boven- en nevenetage) (2,8%) bestaan meestal uit groepsgewijze menging van soorten die op verschillende tijdstippen zijn aangeplant. Soms zijn het ook naaldhoutaanplanten waarbij de nevenetage uitsluitend wordt ingenomen door één soort (hoofdzakelijk berk). Pagina 78 van 78

83 Algemene beschrijving Tabel 2-6: globale leeftijd van de bosbestanden Leeftijdsopbouw Oppervlakte (ha) Rel. opp. (%) 1-20 jaar 36,15 9,7 % jaar 73,54 19,8 % jaar 35,9 9 6 % jaar 51,02 13,7 % jaar 64,65 17,4 % jaar 23,6 6,3 % jaar 5,68 1,5 % jaar 1,5 0,4 % Ongelijkjarig 69,92 18,8 % Tweevoudig hooghout 10,34 2,8 % Figuur 2-14: verdeling van de leeftijdscategorieën Sluitingsgraad Het overgrote deel van de bestanden heeft een hoge sluitingsgraad (>75%). De bestanden zijn over het algemeen dus vrij donker. De bestanden met een gemiddelde sluitingsgraad (50-75%) zijn meestal recent gedunde bestanden of ijlere naaldhoutbestanden. De bestanden met een lage sluitingsgraad (<50 %) zijn meestal jonge of aanplanten. Hierin zitten ook de kapvlaktes en de te bebossen oppervlaktes. Tabel 2-7: verdeling van de sluitingsgraad binnen het plangebied Sluitingsgraad Oppervlakte (ha) Rel. opp. (%) < 25 % 8,46 2,3 % 25 % - 50 % 4,17 1,1 % 50% - 75% 25,4 6,8 % > 75 % 336,96 89,9 % Pagina 79 van 79

84 Algemene beschrijving Figuur 2-15: verdeling van de sluitingsgraad Bedrijfsvorm Hooghout, waarbij de bomen als hoogstammen groeien, is de dominante bedrijfsvorm die wordt toegepast in de bosbestanden (97,3% van de totale oppervlakte). De rest van de bestanden worden als hakhout geëxploiteerd. Het overgrote deel van deze bestanden is terug te vinden in de waterwinning te Lindeveld. Meestal betreft het hakhout van berk, Witte els, Amerikaanse eik en Gewone esdoorn die via brandhoutloten door particulieren worden afgezet (soms ikv veiligheid langs de E40). Verder komen nog een tweetal hakhoutbestanden voor de Hulstlo van berk en Amerikaanse eik (304d en 306a) en één in de Blauwhuisbossen (616a). In de meeste bossen is nog een oude hakhoutlaag terug te vinden van verschillende soorten. Deze worden echter niet meer consequent afgezet en groeien dus door tot in de hoofdetage. Hakhout dat langer dan 40 jaar niet meer werd afgezet wordt tot hooghout gerekend. Herneming van deze beheersvorm kan aangewezen zijn voor het behoud van voorjaarsflora en autochtoon materiaal (zie hiervoor echter 4) Mengingsvorm Onder mengingsvorm wordt de ruimtelijke positie van de bomen en/of boomgroepen van verschillende soorten binnen een bestand verstaan. Het kan gaan om zowel stamsgewijs of groepsgewijs gemengde bestanden als homogene bestanden met één enkele boomsoort. Homogene bosbestanden nemen een oppervlakte van 193 ha in, ofwel 52% van het plangebied. Dergelijke homogene bestanden bestaan voornamelijk uit Grove den en Lork maar ook uit Zomereik of Amerikaanse eik (Blauwhuis) of (minder) Beuk. Veel van de oudere aanplanten ( ) in de bosplaatsen Lindeveld en Bulskampveld zijn homogeen Witte els (Lindeveld) of eik (Bulskampveld en Lindeveld). Gemengde bosbestanden nemen 48% van de bosoppervlakte in, verdeeld over stamsgewijze menging (37%) en groepsgewijze menging (11%). Verschillende aanplanten worden meestal groepsgewijs aangelegd om het verschil in groeiritme van verschillende soorten te ondervangen. Tabel 2-8: aandeel van de verschillende mengingsvormen Bedrijfsvorm Oppervlakte (ha) Rel. opp. (%) homogeen 193,21 51,5 % groepsgewijs 41,86 11,2 % stamsgewijs 139,93 37,3 % Pagina 80 van 80

85 Algemene beschrijving Figuur 2-16: aandeel van verschillende mengingsvormen Boomsoortensamenstelling Hieronder zijn de gegevens (op basis van de 144 bosbouwopnames in 2012) weergegeven op niveau van het bosdomein. Zaailingen Tot de zaailingen worden alle exemplaren gerekend met een hoogte minder dan 2 meter. In totaal werden binnen deze hoogteklasse 23 houtige plantensoorten aangetroffen en het gemiddelde stamtal voor het volledige plangebied bedraagt zaailingen per hectare (zie Tabel 2-10). Dit aantal is vrij laag te noemen. De oorzaken zijn velerlei maar hebben meestal te maken met de hoofdboomsoort (bvb. Beuk en Amerikaanse eik) die natuurlijke verjonging hypothekeert en de aanwezigheid van bramen die initiële verjonging sterk onderdrukt. Amerikaanse eik en in mindere mate Gewone esdoorn verjongen zich het gemakkelijkst in het plangebied (5.630 ex. resp ex./ha). In verschillende bestanden treedt massale natuurlijke verjonging van Amerikaanse eik en (minder) van Amerikaanse vogelkers op. Amerikaanse eik heeft een aandeel van 55% in het totale zaailingenbestand. Dit aandeel wordt vooral verklaard door de massale natuurlijke verjonging van Amerikaanse eik in de bosplaatsen Wildenburg, Drie Koningen en Blauwhuisbossen. In totaal neemt de uitheemse natuurlijke verjonging ongeveer 66% in van de totale verjonging. Indien daar nog eens de verjonging van Gewone esdoorn wordt bijgeteld komt men zelfs aan 83%. Merk echter wel op dat de natuurlijke verjonging zelden de 50 cm overschrijdt. Overige natuurlijke verjonging is afkomstig van Wilde lijsterbes (683 ex./ha), Amerikaanse vogelkers (631 ex./ha) en Rododendron (340 ex./ha). De overige natuurlijke verjonging is vrij marginaal te noemen (< 250 ex./ha). Natuurlijke verjonging is voornamelijk terug te vinden in de bosplaats Drie Koningen ( ex./ha), Wildenburg ( ex./ha) en de Blauwhuisbossen ( ex./ha). Een groot aandeel is echter op naam te schrijven van Amerikaanse eik. Er is slechts zeer weinig natuurlijke verjonging aanwezig in de bosplaatsen Lindeveld (1.371 ex./ha) en Bulskampveld (4.691 ex./ha). Pagina 81 van 81

86 Algemene beschrijving Tabel 2-9: aandeel zaailingen per soort en per hoogteklasse voor het volledig plangebied Hoogteklasse Boomsoort Stamtal/ha Amerikaanse eik 5622 Gewone esdoorn 1839 Wilde lijsterbes 634 Amerikaanse vogelkers 557 Zomereik 228 Douglasspar 189 Rododendron 182 Gewone es 105 berk 81 Haagbeuk cm Beuk 35 krenteboompje 24 Hulst 21 Tamme kastanje 10 Sporkehout 9 Witte els 6 Grove den 4 hybride lork 4 Spaanse aak 2 Fijnspar 1 Amerikaanse vogelkers 53 Gewone esdoorn 43 Rododendron 39 Wilde lijsterbes 31 Douglasspar 15 Witte els 12 Amerikaanse eik 8 berk cm Gewone vlier 8 Laurierkers 7 Haagbeuk 4 Sporkehout 4 krenteboompje 2 Hazelaar 2 Zomereik 2 Hulst 0 Rododendron 42 Gewone esdoorn 39 Witte els 38 Wilde lijsterbes 14 Douglasspar cm Sporkehout 10 Amerikaanse vogelkers 6 Gewone vlier 5 Hazelaar 5 krenteboompje 2 berk 2 Rododendron 77 Gewone esdoorn 17 Amerikaanse vogelkers 15 Hazelaar 13 Zomereik 12 Witte els 11 berk cm krenteboompje 10 Beuk 6 Douglasspar 5 Gewone vlier 5 Wilde lijsterbes 4 hybride lork 4 Tamme kastanje 2 Pagina 82 van 82

87 Algemene beschrijving Tabel 2-10: totaal aantal zaailingen per soort voor het volledig plangebied Boomsoort Stamtal/ha Amerikaanse eik 5630 Gewone esdoorn 1938 Wilde lijsterbes 683 Amerikaanse vogelkers 631 Rododendron 340 Zomereik 242 Douglasspar 219 Gewone es 105 berk 102 Haagbeuk 81 Witte els 67 Beuk 41 krenteboompje 38 Sporkehout 23 Hulst 21 Hazelaar 20 Gewone vlier 18 Tamme kastanje 12 hybride lork 8 Laurierkers 7 Spaanse aak 2 Fijnspar 1 Totaal Figuur 2-17: procentueel aandeel van de zaailingen voor het volledig plangebied Pagina 83 van 83

88 Algemene beschrijving Struiklaag Tot de struiklaag behoren alle exemplaren met een hoogte van meer dan 2 meter en een omtrek kleiner dan 20 cm. Gemiddeld wordt binnen deze laag een stamtal bereikt van levende struiken per hectare, verdeeld over 21 houtige plantensoorten. In de drie hoogteklassen zijn Hazelaar (128 ex./ha), Gewone esdoorn (115ex./ha) en berk (92 ex./ha) de talrijkst voorkomende struiksoorten. In de struiklaag komen ook Rododendron (68 ex./ha), Wilde lijsterbes (39 ex./ha) en Amerikaanse eik (37 ex./ha) voor. In sommige bestanden is de struiklaag quasi afwezig. In heel wat bestanden komt veelvuldige natuurlijke verjonging voor van ongewenste soorten als Rododendron (voornamelijk in de private kasteelparken te Wildenburg, Drie Koningen en in de Blauwhuisbossen) en Amerikaanse eik maar ook van gewenste soorten als berk en Hazelaar. Merk op dat het totale aandeel uitheemse soorten in de struiklaag ongeveer 15% (25% met Gewone esdoorn) bedraagt. Een sterke daling in vergelijking met het aandeel uitheemse soorten in de zaailingen. Tabel 2-11: aandeel struiken per hectare per hoogteklasse voor het volledig plangebied Hoogteklasse Boomsoort Stamtal/ha Hazelaar 111 Gewone esdoorn 79 Rododendron 63 berk 56 Amerikaanse eik 26 Amerikaanse vogelkers 24 Wilde lijsterbes 23 Zomereik 14 Witte els 13 Zwarte els 9 2-4m Gewone vlier 8 Tamme kastanje 8 Douglasspar 6 Sporkehout 4 Hulst 2 Fijnspar 2 hybride lork 1 krenteboompje 1 Grauwe wilg 1 Beuk 1 Robinia 0 Gewone esdoorn 26 berk 24 Hazelaar 17 Amerikaanse eik 11 Wilde lijsterbes 6 4-6m Rododendron 5 Amerikaanse vogelkers 3 Zomereik 3 Witte els 2 Tamme kastanje 1 Beuk 0 berk m Gewone esdoorn 10 Tabel 2-12: totaal aantal struiken per soort voor het volledig plangebied Boomsoort Stamtal/ha Hazelaar 128 Gewone esdoorn 115 berk 92 Rododendron 68 Wilde lijsterbes 39 Pagina 84 van 84

89 Algemene beschrijving Boomsoort Stamtal/ha Amerikaanse eik 37 Amerikaanse vogelkers 27 Zomereik 17 Witte els 15 Tamme kastanje 9 Zwarte els 9 Gewone vlier 8 Douglasspar 6 Sporkehout 4 Fijnspar 2 Hulst 2 Beuk 1 Grauwe wilg 1 hybride lork 1 krenteboompje 1 Robinia 1 Totaal 1145 Figuur 2-18: procentueel aandeel van de struiken in het volledig plangebied Boomlaag De boomlaag omvat alle exemplaren met een omtrek van meer dan 20 centimeter. Op de kaarten 2.7a-c zijn de hoofdboomsoorten per bestand weergegeven. Uit Tabel 2-13 is vooral de relatieve verhouding tussen de verschillende boomsoorten af te leiden. Op basis van het stamtal zijn de belangrijkste boomsoorten van het plangebied berk (Ruwe berk en Zachte berk samen = 23%) en Zomereik (15%) gevolgd door Grove den (9%), Gewone esdoorn (7%) en Amerikaanse eik (6%). Voor het grondvlak en het volume zijn de verhoudingen anders. Zomereik neemt het grootste aandeel in (22% en 24%) maar ook Grove den (15% en resp. 14%) en Amerikaanse eik (10% en resp. 10%) nemen een aanzienlijk aandeel in. Alle naaldhoutsoorten samen maken ongeveer 40% uit van het grondvlak en 42% van het houtvolume. Lork neemt nog een redelijk aandeel in (8% en resp. 10%), ook Beuk en berk hebben nog een redelijk aandeel van 7-8%. Alle overige soorten (met uitzondering van Fijnspar en Douglasspar, beide 5-6%) hebben zowel voor het Pagina 85 van 85

90 Algemene beschrijving grondvlak als het volume een aandeel van minder dan 5% en hebben een beperkt of te verwaarlozen aandeel in deze parameters. Tabel 2-13: aandeel bomen per soort voor het volledig plangebied (cursief = uitheems) Boomsoort stamtal (ex./ha) grondvlak (m 2 /ha) volume (m 3 /ha) Zomereik 99,3 15% 5,95 22% 57,77 24% Grove den 63,4 9% 4,12 15% 33,98 14% Amerikaanse eik 43,9 6% 2,79 10% 24,62 10% hybride lork 29,7 4% 2,27 8% 22,83 10% berk 154,1 18% 2,10 8% 13,66 5% Beuk 11,5 2% 1,94 7% 19,80 8% Fijnspar 45,6 7% 1,69 6% 12,99 5% Douglasspar 12,6 2% 1,45 5% 17,48 7% Corsikaanse den 34,4 5% 0,97 4% 8,50 4% Gewone esdoorn 50,2 7% 0,88 3% 6,48 3% cultuurpopulier 3,1 0% 0,51 2% 4,89 2% Tamme kastanje 21,1 3% 0,48 2% 3,16 1% Witte els 22,5 3% 0,35 1% 2,24 1% Gewone es 10,0 4% 0,27 1% 1,89 1% Amerikaanse vogelkers 18,3 1% 0,26 1% 1,22 1% Zwarte els 16,2 3% 0,19 1% 1,09 1% zilverspar 1,8 2% 0,12 1% 1,08 1% Zoete kers 5,4 0% 0,10 0% 0,50 0% Japanse lork 1,2 1% 0,10 0% 1,02 0% Rododendron 10,3 1% 0,05 0% 0,07 0% Sitkaspar 0,8 0% 0,05 0% 0,45 0% Zomerlinde 3,4 2 0,04 0% 0,16 0% Wilde lijsterbes 6,9 0% 0,04 0% 0,13 0% Weymouthden 1,1 0% 0,04 0% 0,27 0% Hazelaar 6,3 0% 0,04 0% 0,07 0% Robinia 0,7 1% 0,03 0% 0,19 0% ander naaldhout 0,5 0% 0,02 0% 0,21 0% Moerascipres 0,3 1% 0,02 0% 0,13 0% Wintereik 1,3 0% 0,01 0% 0,04 0% Ratelpopulier 0,3 0% 0,01 0% 0,06 0% Boswilg 0,4 0% 0,01 0% 0,05 0% Moeraseik 0,3 0% 0,00 0% 0,04 0% Sporkehout 0,6 0% 0,00 0% 0,00 0% Gewone vlier 0,3 0% 0,00 0% 0,00 0% Totaal ,95 237,62 Pagina 86 van 86

91 Algemene beschrijving Figuur 2-19: procentueel aandeel van de bomen naar grondvlak in het volledig plangebied Uit Grafiek 2-1 blijkt dat voor het volledige plangebied -zoals ook in natuurlijke bossen het geval is- de meeste bomen zich in de lage omtrekklassen te bevinden. In deze lagere omtrekklassen nemen vooral berk en een veelheid aan andere soorten zoals Zomereik (aanplanten) en Amerikaanse eik het grootste deel in. Echter vanaf een omtrek van 50 cm en meer neemt het aantal bomen sterk af, is er nog een lichte toename van bomen rond de 110 cm (voornamelijk door Grove den en lork), maar is het aantal bomen met een omtrek van meer dan 120 cm vrij beperkt (voornamelijk Beuk, Amerikaanse eik en Zomereik). Uit Grafiek 2-2 blijkt dat in de middelmatige omtrekklassen (80 tot 140 cm) Grove den, lork en Zomereik een belangrijk deel uitmaken naar grondvlak toe. In de hoge omtrekklassen (>200 cm) zijn vrij weinig bomen meer te vinden uitgezonderd enkele Beuken, eiken en zelfs Douglasspar. Grafiek 2-1: stamtal t.o.v. de omtrekklasse in het volledig plangebied Pagina 87 van 87

92 Algemene beschrijving Grafiek 2-2: grondvlak t.o.v. de omtrekklasse in het volledig plangebied Overzichten per bosplaats Grafiek 2.3 tot en met Grafiek 2.12 geven een overzicht van de verdeling van het stamtal en grondvlak ten opzichte van de omtrekklasse voor de belangrijkste bosplaatsen. BLAUWHUISBOSSEN Gewone esdoorn en Berk zijn de voornaamste soorten in de laagste omtrekklassedenn (20 tot 45 cm). In de gemiddelde omtrekklassen nemen vooral lork, Amerikaanse eik en terug Zomereik de hoofdmoot in. Zwaardere bomen (meer dan 180 cm) zijn er maar vrij weinig en bestaan dan nagenoeg uitsluitend uit Amerikaanse eiken, Zomereiken en enkele Beuken. Naar grondvlak toe worden de laagste klassen terug ingenomen door Beuk en Gewone esdoorn. Bij de gemiddelde omtrekklassen tussen de 80 en 120 cm zijn vooral lork, Zomereik en Grove den die de hoofdmoot innemen. De zwaardere bomen naar grondvlak toe worden voora vertegenwoordigd door Zomereik, Amerikaanse eik (vnl in de allerhoogste omtrekklassen) en in mindere mate Beuk. Grafiek 2.3: stamtal t.o.v. de omtrekklasse in de bosplaats Blauwhuisbossen Pagina 88 van 88

93 Algemene beschrijving Grafiek 2.4: grondvlak t.o.v. de omtrekklasse in de bosplaats Blauwhuisbossen BULSKAMPVELD In de lagere omtrekklassen zorgen voornamelijk Zomereik en berk voor een hoog stamtal (minder dan 60 cm). Tussen de 80 cm 140 cm is voornamelijk Grove den de belangrijkste soort, zowel naar stamtal als naar grondvlak. Zwaardere bomen van meer dan 2 m omtrek zijn er weinig uitgezonderd enkele Zomereiken maar ook naaldhout als Corsikaanse den en Douglasspar. Zomereik is de belangrijkste soort in de hoogste omtrekklassen samen met wat Douglasspar. Grafiek 2.5: stamtal t.o.v. de omtrekklasse in de bosplaats Bulskampveld Grafiek 2.6: grondvlak t.o.v. de omtrekklasse in de bosplaats Bulskampveld Pagina 89 van 89

94 Algemene beschrijving DRIE KONINGEN Amerikaanse eik en in mindere mate Gewone esdoorn zijn de voornaamste soorten in de lagere omtrekklassen (minder dan 60 cm). In de gemiddelde omtrekklassen komt voornamelijk Fijnspar, lork, Douglas en Zomereik voor. Amerikaanse eik, Zomereik en enkele Beuken verschijnen in de hoogste omtrekklassen (> 200cm). Grafiek 2.7: stamtal t.o.v. de omtrekklasse in de bosplaats Drie Koningen Pagina 90 van 90

95 Algemene beschrijving Grafiek 2.8: grondvlak t.o.v. de omtrekklasse in de bosplaats Drie Koningen LINDEVELD Het groot aandeel aan aanplanten en vrij jonge bestanden in deze bosplaats wordt duidelijk weerspiegeld in hoge stamtallen in de lagere omtrekklassen (<40 cm). In deze omtreklassen domineren voornamelijk berk, Witte els en Zomereik. Grove den en wat Zomereik domineren voornamelijk de gemiddelde omtrekklassen tussen de 80 en 120 cm. De hoogste omtekklassen worden ingenomen door enkele Beuken en Zomereiken. Er komen bijna geen zware bomen voor in deze bosplaats. Grafiek 2.9: stamtal t.o.v. de omtrekklasse in de bosplaats Lindeveld Pagina 91 van 91

96 Algemene beschrijving Grafiek 2.10: grondvlak t.o.v. de omtrekklasse in de bosplaats Lindeveld WILDENBURG De lagere omtreklassen (maar ook de grondvlakken) worden voornamelijk ingenomen door Amerikaanse, Berk en een veelheid aan soorten. Vanaf 80 cm neemt het aandeel Douglasspar, Hybride lork en Zomereik sterk toe. In de hoger omtrekklassen neemt vooral Zomereik en Beuk een belangrijk aandeel in (voornamelijk qua grondvlak). Grafiek 2.11: stamtal t.o.v. de omtrekklasse in de bosplaats Wildenburg Pagina 92 van 92

97 Algemene beschrijving Grafiek 2.12: grondvlak t.o.v. de omtrekklasse in de bosplaats Wildenburg Herkomst en menging Volgens de criteria voor duurzaam bosbeheer dient tenminste 20% van de totale oppervlakte van het bos te bestaan uit of in omvorming zijn naar gemengde bestanden op basis van inheemse en standplaatsgeschikte boomsoorten binnen een bosbouwtechnische verantwoorde termijn. In inheemse bestanden moeten inheemse boomsoorten minstens 90% van het grondvlak van het bestand innemen. Omdat Amerikaanse eik samen met Douglasspar, Corsikaanse den, Hybride lork en Fijnspar, tot de uitheemse boomsoorten gerekend wordt, wordt al snel het belang van de uitheemse boomsoorten duidelijk in het plangebied: het grondvlak wordt voor bijna 41% bepaald door uitheemse boomsoorten. Naar stamtal is de dominantie van inheemse boomsoorten iets groter (65%): inheems loofhout maakt meer de natuurlijk ingemengde kleinere sortimenten in de nevenetage uit. Zie ook Tabel Tabel 2-14: verhouding tussen inheemse en uitheemse boomsoorten Groep Stamtal Grondvlak Volume (/ha) (%) (m²/ha) (%) (m³/ha) (%) Inheems % 15,96 59 % 137,49 58 % Uitheems % 10,99 41 % 100,13 42 % Totaal ,95 237,62 Onderstaande tabel geeft een overzicht van de oppervlakteverdeling van het volledige plangebied volgens herkomst van de hoofdboomsoorten (inheems of exoot) en menging (gemengd of homogeen) 4. Bijlage 5 geeft per bestand het procentuele aandeel van inheems loofhout in de bestanden. Dit wordt ook op bestandsniveau gevisualiseerd op kaart 2.12c. 4 De gebruikte definities zijn deze zoals gehanteerd in de Criteria Duurzaam Bosbeheer: - inheems: het grondvlak wordt voor 90% of meer ingenomen door inheemse boomsoorten. - inheems/exoot: het grondvlak van inheemse boomsoorten is meer dan of gelijk aan 50 % en minder dan 90 %. - exoot/inheems: het grondvlak van inheemse boomsoorten is meer dan of gelijk aan 30 % en minder dan 50 %. - exoot: het grondvlak van inheemse boomsoorten is minder dan 30 %. - homogeen: het grondvlak wordt voor meer dan 80 % ingenomen door één boomsoort. - gemengd: het grondvlak wordt voor maximaal 80 % ingenomen door één boomsoort. Pagina 93 van 93

98 Algemene beschrijving Tabel 2-15: kruistabel waarin de oppervlakte van het plangebied wordt opgedeeld naar de kenmerken inheems/exoot en homogeen/gemengd. Inheems/Exoot Homogeen/Gemengd Oppervlakte (ha) Oppervlakte (%) Inheems Gemengd 41,78 11% Inheems/Exoot Gemengd 95,84 25% Inheems Homogeen 82,29 27% Inheems/Exoot Homogeen 0,98 0,3% Exoot Gemengd 46,38 12% Exoot/Inheems Gemengd 26,23 7% Exoot Homogeen 61,23 16% nvt nvt 26,11 7% Dendrometrische gegevens Om inzicht te verkrijgen in de opbouw van het bos werd in de maanden mei tot augustus van 2012 een bosinventarisatie uitgevoerd, waarbij een deel van de bestanden aan de hand van 144 proefvlakopnames (cirkelvormige plots met maximale straal van 18 m) werd opgemeten. De inventaris is zowel kwantitatief als kwalitatief georiënteerd en dient om enerzijds het stamtal en grondvlak, anderzijds de bestandssamenstelling te bepalen. De ligging van deze dendrometrische proefvlakken is terug te vinden op kaart 2.9. Alle gegevens zijn ingevoerd in de Access-databank Bosbeheerpakket (versie ), die digitaal aan dit beheerplan is toegevoegd en waar de dendrometrische gegevens per bosplaats en per bestand zijn op te vragen. Op de cd-rom zijn ook per bosplaats en per bestand de fiche met de gegevens per laag (zaailingen, struik- en boomlaag) en bijhorende grafieken weergegeven. In bijlage 5 is de overzichtstabel met per bosbestand de belangrijkste dendrometrische gegevens van de levende en dode bomen weergegeven. Het algemeen gemiddelde van stamtal, grondvlak en volume van het volledige plangebied werd berekend als het gewogen gemiddelde op basis van de bosbestandsoppervlaktes (zonder permanent open ruimten, te bebossen plekken en water). Het gemiddeld stamtal voor de levende bomen beloopt 679 bomen/ha. Het gemiddeld bestandsgrondvlak bedraagt 27 m²/ha en het gemiddeld bestandsvolume 238 m³/ha. Het vrij hoog stamtal is onder meer te wijten aan de aanwezigheid van heel wat jonge aanplanten in enkele bosplaatsen (Lindeveld, Hulstlo en Bulskampveld). Dood hout Het staand dood hout omvat alle staande dode bomen met een omtrek van meer dan 20 centimeter. Tabel 2-16 geeft een overzicht van het aanwezige staand dood hout. Het aandeel staande dood hout per bestand is weergegeven in bijlage 5. De hoeveelheid liggend dood hout in de bosbestanden is eerder beperkt. In verschillende private bestanden wordt dood hout systematisch verwijderd. In de meeste bestanden is dun liggend dood hout aanwezig (zie bijlage 4). Dikker liggend dood hout komt minder en beperkt zich vooral tot de gemengde inheemse loofbossen met voornamelijk Beuk en Zomereik. Tabel 2-16: Overzicht van het staand dood hout en hun procentueel aandeel Stamtal Grondvlak Volume Boomsoort Sortiment (N/ha) (m 2 /ha) (m 3 /ha) Zomereik zeer dik 0,27 0,05 0,50 hybride lork zeer dik 0,12 0,02 0,24 Amerikaanse eik zeer dik 0,06 0,01 0,07 Zomereik dik 0,86 0,07 0,73 Pagina 94 van 94

99 Algemene beschrijving Boomsoort Sortiment Stamtal (N/ha) Grondvlak (m 2 /ha) Volume (m 3 /ha) Grove den (Gewone den) dik 0,37 0,02 0,13 hybride lork dik 0,18 0,01 0,12 Sitkaspar dik 0,10 0,01 0,08 zilverspar (G) dik 0,15 0,01 0,06 Zachte berk dik 0,51 0,01 0,13 Fijnspar dik 0,08 0,00 0,03 Amerikaanse eik dik 0,12 0,00 0,03 Amerikaanse vogelkers dik 0,15 0,00 0,03 berk (G) dun 10,43 0,08 0,34 Amerikaanse vogelkers dun 4,42 0,03 0,21 Witte els (Grauwe els) dun 3,32 0,03 0,18 Tamme kastanje dun 5,48 0,03 0,14 Fijnspar dun 0,89 0,01 0,08 Grove den (Gewone den) dun 0,37 0,01 0,08 hybride lork dun 0,81 0,01 0,07 Japanse lork dun 0,30 0,01 0,05 Amerikaanse eik dun 1,62 0,01 0,03 Douglasspar dun 0,20 0,00 0,02 Wilde lijsterbes (Gewone lijsterbes) dun 1,53 0,01 0,02 Zwarte els dun 1,04 0,00 0,01 Rododendron dun 0,52 0,00 0,01 Gewone esdoorn dun 0,25 0,00 0,00 Hazelaar dun 0,03 0,00 0,00 Totaal 39 0,48 3,61 Verhouding dood tov levend staand hout 5,7 % 1,78 % 1,52 % De hoeveelheid staand dood hout ligt onder de vooropgestelde richtlijn van de Criteria Duurzaam Bosbeheer die een richtwaarde van 4% van het bestandsvolume als dood hout voorop stelt. Hierin zit zowel staand als liggend dood hout vervat, gespreid over alle omtrekklassen. Idealiter zouden de richtwaarden best nog iets hoger liggen (tot 10%). In de IHD-percelen mag het aandeel dood hout best nog wat hoger zijn. Voor het volledige plangebied is dit 1,5% énkel voor het staand dood hout. Aangenomen wordt dat grofweg het aandeel dood liggend hout ongeveer evenveel bedraagt dan het aandeel dood staand hout. Het totale aandeel dood hout bedraagt hier dus ongeveer 3%. De enige bosplaatsen die deze norm halen zijn de Vagevuurbossen (4,1 %) en Wildenburg (6%). De andere bosplaatsen zitten ver onder de richtwaarde. Een goede spreiding over alle dikteklassen wordt relatief goed gehaald, hoewel het meeste staand dood hout toch een omtrek heeft tussen 20 en 60 cm Biologische waarderingskaart De Biologische waarderingskaart vormt een gebiedsdekkende inventaris van de Vlaamse biotopen. De biologische waardering is gebaseerd op vier criteria, namelijk zeldzaamheid, biologische kwaliteit, kwetsbaarheid en vervangbaarheid. Op kaart 2.11 is de geactualiseerde BWK (2010) voor het plangebied weergegeven. De BWK (versie 2010, INBO) weerspiegelt de hoge biologische (ecologische) waarde van het plangebied. In het plangebied zijn volgende karteringseenheden relevant: Pagina 95 van 95

100 Algemene beschrijving Vijvers Verspreid over het plangebied komen een aantal vijvers voor. In totaal nemen deze volgens de BWK 3,6 ha in. Deze betreffen vooral zeer waardevolle eutrofe plassen (ae). Het gaat om kasteelvijvers (vb. te Wildenburg en Drie Koningen), en overige vijvers in bosverband. Ook ligt een poel in de rand van de Blauwhuisbossen (600a). Heiden In de Blauwhuisbossen zijn twee bestanden met heidevegetaties aanwezig, met name 612 a en 611 b. Het gaat om gedegradeerde heide met dominantie van Adelaarsvaren (cp). Een zeer waardevol relict droge heide (cg-) komt voor in bestand 102a in Drie Koningen. Heiderelicten komen verder fragmentarisch voor in het plangebied, als relicten in dreven, kapvlaktes, enz. Deze zones zijn niet weergegeven op de BWK. Akkers Binnen het plangebied werd 2,7 ha akkers gekarteerd (bs). Het gaat om kleine snippers en randen verspreid over het plangebied. De enige akker van betekenis, is een akker in bestand 441x een kleiner akkertje (0,3 ha) binnen het kasteeldomein Wildenburg (703z). Graslanden In totaal zijn er 33,4 ha aan grasland (ha, hj, hp, hp*, hpr-, hr en hx) in het plangebied aanwezig. Het gaat vooral over verspreide graslanden. In het Lindeveld is er relatief meer grasland dan in de andere bosplaatsen aanwezig. De meeste graslanden zijn permanente cultuurgraslanden, veelal soortenarm (hp, hx) maar ook met relicten van halfnatuurlijke graslanden (hp+) zoals 421b, 430 y, 431y, 418y en 419y in het Lindeveld. Over het algemeen zijn deze graslanden echter ondergewaardeerd omdat ze zo atypisch zijn (passen niet binnen de klassieke vegetatiekundige typologie) Zeer waardevolle graslanden zijn de relicten van struisgrasland (ha, ha-) in 421y en, in beperktere mate, in de rand van 450b in het Lindeveld en het vochtige, door russen gedomineerd grasland (hj) rond de vijver in bestand 854b in de Vagevuurbossen. Tenslotte zijn in Sint-amandus en in het Lindeveld nog een aantal waardevolle ruige graslanden aanwezig (hr) (bestanden 204a, 441x). Beuken-Eikenbossen 30 ha bossen worden binnen de BWK omschreven als loofhout (n). Zure eikenbossen (qs) nemen het grootste deel van het plangebied in (149 ha) al dan niet met bijmenging van Beuk of naaldhout. Deze bossen zijn aangeduid als zeer waardevol. In het plangebied komt ruim 20 ha zuur Beukenbos (fs Fago-Quercetum) voor. Het gaat om bosgemeenschappen die op de BWK als zeer waardevol geëvalueerd worden. Deze bestanden komen hoofdzakelijk voor in de bosplaats Drie Koningen. Daarnaast gaat het om verspreide bestanden te Bulskampveld, in het Lindeveld en in Hulstlo. Ter hoogte van bestand 614a in de bosplaats Blauwhuisbossen en ter hoogte van bestand 857a in de Vagevuurbossen komt Eiken-berkenbos (qb- Querco-Betulum) voor. Verder komt er verspreid struweel (sz) voor. Bomenrijen en houtkanten Het areaal bomenrijen volgens de BWK bedraagt in totaal 15,7 ha. Deze bomenrijen zijn verweven over het volledige plangebied. Slechts in Hulstlo is dit areaal beperkt. Vooral in de bosplaatsen Driekoningen, Bulskampveld, Vagevuurbossen en Blauwhuisbossen is het orthogonale patroon van deze bomenrijen (dreven), dat reflecteert aan de planmatige ontginningsgeschiedenis van de site, opvallend. Houtkanten zijn slechts beperkt in het gebied aanwezig. Het gaat om een belangrijke houtkant van Zomereik (kh(qs)) in Hulstlo en kleinere aan de noordrand van de Blauwhuisbossen, langs de Beernemsteenweg ter hoogte van de Blauwhuisbossen en aan de zuidrand van Wildenburg. Vallei- en moerasbossen In de bestanden 533c en 534 a van het Bulskampveld, bestand 622a van de Blauwhuisbossen en bestanden 710a en 712e van Wildenburg is een nitrofiel alluviaal bostype (vn) gekarteerd. Een deel van deze bestanden is ingeplant met Populier. Zuivere populieraanplanten komen maar beperkt voor in het plangebied. Pagina 96 van 96

101 Algemene beschrijving Naaldhoutaanplanten Een belangrijk areaal naaldhoutaanplanten is verspreid over het plangebied aanwezig. Het gaat om in totaal 127 ha. In Bulskampveld gaat het in belangrijke mate over Grove den ofwel met ondergroei van bomen en struiken (ppmb) ofwel met bramen en varens (ppms). Daarnaast betreft het vooral naaldhoutaanplanten van Lork en ook Corsikaanse den en Douglas, met ondergroei van struiken en bomen (pmb), in enkele bestanden is dit beperkt tot bramen en varens (pms). Het grootste deel betreft echter aanplanten zonder ondergroei (pa). Park en kasteelpark De kasteelparken van Wildenburg en Driekoningen, en de oostzijde van de Blauwhuisbossen zijn aangeduid als park of kasteelpark. Tabel 2-17: klassen van karteringseenheden (BWK toestand 2010) Omschrijving codes Opp. (ha) Vijvers Ae, ae+, aer, kn 3,7 Akkers Bs 2,7 Natte graslanden en ruigtes Cg-, cp 2,7 Permanente cultuurgraslanden Ha, ha-, hj, hp, hp+, hpr-, hr, hx 33,4 Valleibossen Vn 3,7 Populieraanplanten Lhb, ls, lsb 2,8 Eiken- (en Beuken-)bossen en overige loofhout N, qb, qs, qs-, fs 202,4 Naaldhoutaanplanten P, pa, pi, pmb, pms, ppmb, ppms 127,3 Struwelen sz 6,4 Park, kasteelpark Kp, kpk 13,6 Kb, kbf, kbf-, kbfr, kbgml, kblar, 18,0 Bomenrijen en houtkanten kbp, kbpica, kbq, kbq-, kbqr, kh, kh(fs), kh(qs), khcr-, khw Infrastructuur en wegen Ua, ui, un, ur, uv 2,8 Andere K(hf-), k(hr), k(mr-), kj, kn, kq, se 1,4 Totaal 420, Actuele vegetatie In mei-augustus 2012 werden in totaal 134 vegetatie-opnames volgens Braun-Blanquet gemaakt in de proefvlakken waar de bosbouwopnames zijn uitgevoerd en 39 vegetatieopnames in open ruimtes en dreven met de Tansley-schaal. Tevens werd gebruik gemaakt van de vegetatiebeschrijving uit Brouwer et al. (2011), waar een beperkt aantal bestanden uit dit plangebied besproken worden. De situering van de opnames en de aanwezige bos- en vegetatietypes zijn weergegeven op kaart 2.6. In bijlage 6 worden de Tansley-opnames weergegeven per soort en per vegetatielaag. De Braun-Blanquet-opnames zijn te raadplegen op de bijgeleverde CD-rom. De vegetatieopnamen in bos worden vegetatiekundig op naam gebracht met behulp van de een identificatieprogramma Bostypologie dat in het Bosbeheerpakket (versie ) van ANB is ingebracht. Deze identificatie volgt de typologie volgens Cornelis et al (2009). Op basis van de presentie, karakteristieke bedekking en indicatorwaarde (= product van trouw en presentie) worden (bos)plantengemeenschappen bekomen. In totaal worden er 30 bostypes onderscheiden (39 met subtypes erbij), ingedeeld onder 10 bostypegroepen (hoofdletter). In een sterdiagram wordt de verwantschap van een vegetatieopname met elk bostype weergegeven. Hoe meer het sterdiagram uitwijkt naar een welbepaald bostype, hoe groter de associatie met dit bostype. De actuele vegetatiekaart op basis van de bostypologie volgens Cornelis et al. (2009) is weergegeven op kaart 2.8a. Pagina 97 van 97

102 Algemene beschrijving Om deze typering van de actuele vegetatie vanuit de kruidlaag te bevestigen en om de proefvlakken te karakteriseren qua abiotische parameters, werd ook een mf/mr.mn-ecogram (Rogister, 1985) gemaakt en geïnterpreteerd (zie verder). Tabel 2-18: aangetroffen bostypes Cornelis et al. (2009) Tropres (Bos&Groen, 2001) Habitattype D2: RG [Essen-Elzenbos] met Grote brandnetel Brandnetel-Vlierenbos - D3: RG [Essen-Elzenbos] met braam Ruigt-Elzenbos/Populierenruigte - G4: Essen-Eikenbos met Bosgierstgras en Witte klaverzuring Arme Eiken-Haagbeukenbos 9160 H2a: Eiken-Beukenbos met Bosgierstgras en Witte klaverzuring. Gierstgras-Beukenbos 9120 H3a/b/c: Eiken-Beukenbos met Adelaarsvaren Adelaarsvarenrijk en Typisch Wintereiken-Beukenbos/Witbolrijk Eiken- Beukenbos I1: RG* [Dennen-Eikenbos] met Gewone braam Bramenrijk Eiken-Beukenbos (deels) - I2: Dennen-Eikenbos met Bochtige smele en Pijpenstrootje Berken-Eikenbos Soortenarm Berken-Eikenbos/Typisch - I3: RG [Dennen-Eikenbos] met Amerikaanse vogelkers Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos - I4: RG [Dennen-Eikenbos] met Amerikaanse eik Amerikaanse eik-kastanjebos - I5: RG [Dennen-Eikenbos] met rododendron Rododendronbos J1: Berken-Elzenbos met Zomereik Elzen-Eikenbos 91 E 0/9190 J2: Berken-Elzenbos met Wilde gagel en Veenmos - 91 E 0 * RG = rompgemeenschap 9120 Figuur 2-20: procentueel aandeel van elk bostype (volgens Cornelis, 2009) in het plangebied D: Essen-Elzenbos D2/D3: RG [ESSEN-ELZENBOS] MET GROTE BRANDNETEL/GEWONE BRAAM ( Habitatcode: -) Algemeen: deze bostypes omvatten voornamelijk recente populieren-aanplantingen, al dan niet in combinatie met andere soorten zoals Gewone es, Zomereik, Gewone esdoorn of Zwarte els. Is essentie zijn deze bossen afgeleide types van alluviale bostypes zoals Essen-Elzenbossen met Zwarte els en Gewone es of Ruigte elzenbossen (habitattype 91E0 bossen op alluviale grond met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsoir). In de kruidlaag is de dominantie door zeer algemene nitrofielen (Grote brand- Pagina 98 van 98

103 Algemene beschrijving netel, Kleefkruid, etc.) en ruderale soorten kenmerkend in de rompgemeenschap met Grote brandnetel. In de rompgemeenschap met Gewone braam is braam de dominante soort in de kruidlaag aangevuld met stekelvaren. In sommige gevallen is een zekere affiniteit met ruigte-elzenbos. Bulskampveld: deze rompgemeenschap wordt beperkt aangetroffen in het plangebied. Populier is in de meeste bestanden de dominante hoofdboomsoort aangevuld met Zwarte els of wilg. Te Lindeveld en Bulskampveld (niet zo ver van de bovenloop van de Bornebeek) worden telkens twee populierenbestanden gecatalogeerd onder de rompgemeenschap met Grote brandnetel. Dit bostype wordt ook teruggevonden rond de voormalige zandontginning te Drie Koningen (102a). De rompgemeenschap met braam wordt teruggevonden in het populierenbestand te Wildenburg (710a), in de Blauwhuisbossen (622b) en te Drie Koningen (D3). G: Essen-Eikenbos G4: ESSEN-EIKENBOS MET BOSGIERSTGRAS EN WITTE KLAVERZURING ( Habitatcode: 9160: Subatlantische en midden-europese Wintereikenbossen of Eiken- Haagbeukenbossen behorend tot het Carpinion betuli) Pagina 99 van 99

104 Algemene beschrijving Algemeen: Dit bostype vormt een overgangstype naar de drogere Eiken-Beukenbossen. Meestal komt Beuk, Gewone es en Zomereik voor in de boomlaag samen met Hazelaar en Gewone esdoorn in de struiklaag. Typisch is het voorkomen van soorten uit het Carpinion (Gele dovenetel, salomonszegel en Grote muur) samen met soorten uit het Fagion (Witte klaverzuring en Ruige veldbies). Bulskampveld: dit bostype is zeer zeldzaam binnen het plangebied en komt uitsluitend voor op de zuurdere zandleembodems in de Blauwhuisbossen. Dit type komt lijnvormige voor langs de bospaden en op de oude veldvijverdijk in 604a. De oppervlakte is zeer beperkt (1,55 ha). De boomlaag wordt hoofdzakelijk ingenomen door Gewone es en lokaal Zomereik. Afwisselend komen tapijten van Gele dovenetel en Witte klaverzuring voor aangevuld met soorten als Bosanemoon, Grote muur, Kleine maagdenpalm, Dalkruid, Ruige veldbies en Bosereprijs. H: Eiken-Beukenbos H2A: EIKEN-BEUKENBOS MET BOSGIERSTGRAS EN WITTE KLAVERZURING, SUBTYPE MET BREDE EN SMALLE STEKELVAREN ( Habitatcode: 9120: Atlantische zuurminnende Beukenbossen met Ilex en soms ook Taxus in de ondergroei) Algemeen: Beuk en Zomereik zijn de voornaamste soorten in de boomlaag. Typische soorten in de kruidlaag zijn Borstgierstgras, Ruige veldbies, Witte klaverzuring, Lelietje-van-dalen, Dalkruid en Bosanemoon, vaak komen er ook heel wat bramen voor. Dit bostype van zure leembodems is extreem gevoelig aan verdere verzuring en zijn die bodems extreem gevoelig voor permanente compactatie (Ijle zegge is hiervan een indicator). Het vermijden van homogene bestanden van Beuk en Zomereik is belangrijk en is voldoende bijmenging van soorten met mild strooisel in zowel de boom- als onderetage is een aandachtspunt. Bulskampveld: dit bostype komt verspreid voor binnen het plangebied maar komt het meest voor in het kasteelpark te Wildenburg, het zuidoostelijke deel van de Varens en in kleinere percelen te Lindeveld en Drie Koningen. De kensoorten zijn maar beperkt aanwezig of ontbreken. Pagina 100 van 100

105 Algemene beschrijving H3A/B/C: EIKEN-BEUKENBOS MET ADELAARSVAREN, SUBTYPE MET RESP. DOMINANTIE DALKRUID EN LELIETJE-VAN-DALEN/ADELAARSVAREN/GLADDE WITBOL EN VALSE SALIE ( Habitatcode: 9120: Atlantische zuurminnende Beukenbossen met Ilex en soms ook Taxus in de ondergroei) Algemeen: de climaxvorm van dit type wordt gedomineerd door Beuk met bijmenging van Zomereik. Amerikaanse eik en Tamme kastanje hebben zich goed in dit bos ingeburgerd. In de praktijk komen vooral Zomereikenbossen voor waar Beuk is bijgemengd. De meest constante soort in de struiklaag is Wilde lijsterbes. De kruidlaag is arm aan soorten en braam en Adelaarsvaren komen het meest voor. Typisch zijn Lelietje-van-dalen, Dalkruid, Wilde kamperfoelie, Valse salie, Ruige veldbies, Bulskampveld: binnen het plangebied komen 3 types verspreid voor. Het best ontwikkelde (en zeldzaamste type) is het type met Dalkruid en Lelietje-van-dalen. Dit type komt uitsluitende in 6 bestanden van de bosplaatsen Blauwhuisbossen, Lindeveld en Wildenburg voor. De bestanden in de Blauwhuisbossen (603a en 603d) en te Wildenburg (712a) zijn het best ontwikkeld. De andere types zijn wijd verbreid binnen het plangebied. In de Blauwhuisbossen komen vrij grote oppervlakten Dalkruid en lelietje-van-dalen (stinzen?) voor. Het type met Adelaarsvaren komt over grote oppervlakten voor in de Blauwhuisbossen en in mindere mate te Lindeveld, Wildenburg en in zeer beperkte mate in Drie Koningen. Het type met Gladde witbol en Valse salie is vrij zeldzaam (6 bestanden) omhelst veelal jongere bossen (doch niet uitsluitend). In dit type worden heel wat storingsindicatoren gevonden door inwaaiing van meststoffen. Vooral geïsoleerde bospercelen zijn sterk gevoelig aan inwaaiing van meststoffen. De twee laatste types zijn veelal matig ontwikkeld en oud-bosplanten (uitgez. Adelaarsvaren) ontbreken. Pagina 101 van 101

106 Algemene beschrijving Foto: Lelietje-van-dalen en Dalkruid in de Blauwhuisbossen I: Dennen-Eikenbos I1: RG [Dennen-Eikenbos] met Gewone braam ( Habitatcode: -) Algemeen: het is een algemeen type op voedselarme gronden met slechts weinig karakteristieke soorten en veelal ontstaan door bebossing met naaldhout van heidegebieden in de Kempen en op de Vlaamse zandrug. Naast Gewone braam zijn Brede en Smalle stekelvaren de meest abundante soorten. Het is een minder waardevol type met vaak soortenarme en structuurarme bestanden die vrij recent van oorsprong zijn. Bulskampveld: de minder ontwikkelde rompgemeenschap is één van meest verspreide bostypes in het plangebied. Dit type neemt ongeveer 28% (117ha) van de totale oppervlakte in. Grote aaneengesloten blokken komen hoofdzakelijk voor in het oostelijk deel van de bosplaats Bulskampveld, het zuidelijk deel te Lindeveld en over grote delen van Drie Koningen. I2a: Dennen-Eikenbos met Bochtige smele en Pijpenstrootje, SUBTYPE MET ADELAARSVAREN Algemeen: Dit bostype omvat voornamelijk bestanden met Grove- en Corsicaanse den waarbij Adelaarsvaren de kruidlaag domineert. Soms komt Zomereik of Amerikaanse eik voor als bijmenging. Verder komt er nog Pijpenstrootje, Braam en sporadisch Blauwe bosbes voor in de kruidlaag. Verjonging van berk komt veelvuldig voor. Dit bostype vormt een overgangsvorm tussen de rompgemeenschap I1 en de beter ontwikkelde Eiken-Beukenbossen (bostypegroep H). Bulskampveld: dit bostype is vrij zeldzaam in het plangebied (10 bestanden) en komt uitsluitend voor in Drie Koningen, Blauwhuisbossen en te Bulskampveld. Allen betreft het bestanden met Lork en/of Grove den in de hoofdetage. Pagina 102 van 102

107 Algemene beschrijving I2d: Dennen-Eikenbos met Bochtige smele en Pijpenstrootje, SUBTYPE MET DOMINANTIE VAN PIJPENSTROOTJE. Algemeen: dit is een verarmde of minder goed ontwikkelde vorm van het subtype met Blauwe bosbes. De affiniteit met dit bostype is dan ook sterk. Er is meestal ook een zekere affiniteit met de rompgemeenschap met Braam (I1) Berk duikt hier nogal eens op in de nevenetage. De kruidlaag is kenmerkend zeer soortenarm door sterke dominantie van grassen (Pijpenstrootje) en/of bramen. De aaneensluitende vegetatiemat en dense strooisellaag verhinderen de ontwikkeling van andere soorten en een goede verjonging. Extensieve begrazing ev. in combinatie met plaggen is de enige manier om deze dominantie te doorbreken. Dit is het typisch bostype die ontstaat door bebossing van heidegronden. De aanwezigheid van Pijpenstrootje kan een goede indicatie zijn voor potenties voor heideherstel. Indien de grasmat niet te dens is, duikt soms Struikhei op en neigt het bostype meer naar het subtype met Struikhei (zoals in de Blauwhuisbossen, 611c). Bulskampveld: dit bostype komt verspreid in vrijwel alle bosplaatsen voor doch is vrij zeldzaam. Foto: open Grove dennenbestand met Struikhei in de blauwhuisbossen (611c). I3: RG [Dennen-Eikenbos] met Amerikaanse vogelkers ( Habitatcode: -) Algemeen: het is een derivaatgemeenschap van het Berken-Eikenbos, wat betekent dat het gedomineerd wordt door soorten die niet typisch zijn voor deze plantengemeenschap. Vaak gaat het om invasieve niet-inheemse soorten, in dit geval Amerikaanse vogelkers. Enerzijds zijn er bestanden met een heel hoge bedekking van Amerikaanse vogelkers in de struiklaag; anderzijds worden ook heel wat bestanden waar eerder weinig Amerikaanse vogelkers te vinden is bij dit vegetatietype ondergebracht. In veel gevallen gaat het om bestanden waar recent inspanningen geleverd werden om de Amerikaanse vogelkers te verwijderen maar waar de kruidlaag nog de samenstelling van het Amerikaanse vogelkers Berken-Eikenbos weerspiegelt. De voedselarmoede van de bodem leidt er Pagina 103 van 103

108 Algemene beschrijving immers toe dat een herstel van de kruidlaag eerder traag verloopt. De belangrijkste soorten in de kruidlaag in het studiegebied zijn Braam, Brede en Smalle stekelvaren en zaailingen van Wilde lijsterbes, Sporkehout, Zomereik, Amerikaanse eik, Ruwe berk, Amerikaanse vogelkers, Amerikaans krentenboompje en soms Hulst. Plaatselijk kunnen Pijpenstrootje, Schapenzuring of enkele plantjes Struikhei standhouden. Bulskampveld: dit bostype komt alleen voor in enkele private bestanden te Hulstlo en in de Blauwhuisbossen. De struiklaag kan hier oplopen tot 80 à 90% van het totale grondvlak. Te Lindeveld (409a) is Amerikaanse vogelkers bestreden maar dient deze verder te worden opgevolgd omdat de stobben massaal weer uitschieten. I4: RG [Dennen-Eikenbos] met Amerikaanse eik ( Habitatcode: -) Algemeen: dit is een derivaatgemeenschap van het Eiken-Beukenbos door de sterke aanwezigheid van Amerikaanse eik in dit subtype. De kruidlaag is ijl of wordt gedomineerd door bramen en Brede stekelvaren. De bladeren van Amerikaanse eik vormen een dikke, slecht verterende strooisellaag waardoor de kieming van andere soorten bemoeilijkt wordt. Bulskampveld: dit bostype komt voornamelijk voor in de bosplaatsen Blauwhuisbossen en Drie Koningen. In veel gevallen betreft het oud hakhout van Amerikaanse eik die terug is uitgelopen. In de Blauwhuisbossen komt echter zeer veel hooghout van Amerikaanse eik voor. I5: RG [Dennen-Eikenbos] met Pontische rododendron ( Habitatcode: -) Algemeen: dit is een derivaatgemeenschap van het Eiken-Beukenbos door de sterke aanwezigheid van rododendron. Verder komen hier ook Zomereik, Beuk en braam voor. Bulskampveld: dit type vinden we hoofdzakelijk terug in de private bossen en kasteelparken van Drie Koningen en in mindere mate te Wildenburg. Pagina 104 van 104

109 Algemene beschrijving Andere bostypes? In het westelijke deel van Bulskampveld komen in enkele bestanden relicten voor van Berken- Elzenbos (habitattype 91 E 0 Oligotroof Elzen- en berkenbroek of Alluviale bossen met Gewone es en Zwarte els). In bestand 526b komt het subtype met Wilde gagel en Veenmos voor. Het naastgelegen bestand (530a) is iets hoger gelegen en wordt tot het subtype met Zomereik gerekend. In beide gevallen domineert nog Grove den in de boomlaag hoewel deze soort er niet standplaatsgeschikt is. De beide bestanden zijn vrij ijl. De constante waterpeilverhoging van de bovenloop van Bornebeek creëert geleidelijk een gunstige standplaatssituatie. In de Blauwhuisbossen komt verder nog een minder goed ontwikkeld berkenbroekbos (614a) voor (subtype met Wilde gagel en Veenmos) waarin nogal wat naaldhout voorkomt die lokaal voor verdroging zorgt. Jonge bosaanplantingen Heel wat percelen (ongeveer 68 ha) zijn vrij recent van oorsprong (jonger dan jaar) en zijn vrij recent beplant met jong bosplantsoen. De grootste blokken jonge beplantingen zijn terug te vinden in het zuidwestelijke deel van Bulskampveld (vnl. homogeen eik), te Lindeveld (oudste beplantingen hoofdzakelijk met Witte els en minder Zomereik en de jongste voornamelijk met Zomereik) en Hulstlo (naaldhout en in mindere mate divers loofhout). Verder komen er in mindere mate beplantingen voor te Wildenburg en Drie Koningen. Hoewel kan worden ingeschat naar welk bostype de bewuste bestanden zullen evolueren, is tot nog toe geen sprake van een verzadigde gemeenschap. De meeste aanplantingen bevinden zich op voormalige landbouwgronden waarbij de kruidlaag voornamelijk gedomineerd wordt door ruderale soorten (Paardenbloem, Kleefkruid, Grote brandnetel), soortenarme grazige vegetaties (Gestreepte witbol, Ruw beemdgras), mossen of bramen. Rogister-ecogram Om dit ecogram te bekomen, gebruikte Rogister de Ellenberggetallen R (zuurtegraad), N (stikstofwaarde) en F (vochtwaarde) om elk bostype in een tweedimensionele ruimte te plaatsen die de ecologische positie van de abiotische factoren vochttoestand en voedselbeschikbaarheid van de bodem (is gerelateerd met de humuskwaliteit) duidelijk maakt. De bekomen gemiddelde Ellenbergwaarden per proefvlak worden uitgezet in het Rogister-ecogram met als referentie (de zwarte lijnen) een overlay van de bosinventarisatietypologie. Voor de classificatie van de bosgemeenschappen volgens Rogister (1985) werd gebruik gemaakt van de verwachtschap op basis van de Ellenberggetallen (Ecologische Verwantschaps- Coëfficiënt of EVC). De vegetatiekundige opnames worden getypeerd op basis van de EVC in het Rogister-Ecogram. De ecogrammen worden opgesteld op basis van de gemiddelde Ellenberggetallen voor vocht (mf), zuurtegraad (mr) en stikstof (mn) voor elk bostype. Deze parameters geven een indicatie van de vochttoestand en de humuskwaliteit of de snelheid waarmee de humus wordt afgebroken zodat de ecologische plaats van elke plantenopname ten opzichte van deze twee omgevingsfactoren duidelijk wordt. Naast deze positionering t.o.v. de abiotische parameters zuurtegraad, voedselrijkdom en bodemvocht, geeft deze grafiek ook de overeenkomst weer tussen de vegetatieopnames en de Vlaamse bostypes (Roelandt, 2001). De zwarte lijnen en de hoofdletters wijzen op de begrenzing van de ecologische zones die samenhangen met de Vlaamse bostypes. Deze afgebakende zones mogen niet als absolute grenzen worden beschouwd; ter hoogte van een grens is er een overgangszone tussen het ene en het andere bostype. Voor sommige opnames met een belangrijk aandeel aan storingssoorten - waarvoor geen gewogen Ellenbergwaarden berekend kunnen worden - kan het voorkomen dat de punten in de grafiek een uitbijter vormen en buiten de ecologische zones (volgens de bostypologie) terechtkomen. De begrenzing van de ecologische gebieden in dit ecogram komt overeen met de volgende bostypes: BQ: Berken-Eikenbos (Betulo-Quercetum) FQ: (Winter)Eiken-Beukenbos (Fago-Quercetum) SC: arme Eiken-Haagbeukenbos (Stellario-Carpinetum) Pagina 105 van 105

110 Algemene beschrijving MF: Gierstgras-Beukenbos (Milio-Fagetum) EC: Hyacintrijk Eiken-Haagbeukenbos (Endymio-Carpinetum) PC: Vochtig Eiken-Haagbeukenbos (Primulo-Carpinetum) UFtyp: typisch Iepen-Essenbos (Ulmo-Fraxinetum typicum) UFaln: Vochtig of Elzenrijk Iepen-Essenbos (Ulmo-Fraxinetum alnetosum) PF: Elzen-Essenbos (Pruno-Fraxinetum) CA: Moesdistel-Elzenbroek (Kalk-Elzenbroek) (Cirsio-Alnetum) FA: Ruigt-Elzenbos (Filipendulo-Alnetum) CEA: Gewoon of mesotroof Elzenbroek (Carici elongatae-alnetum) LQ: Elzen-Eikenbos (Lysimachio-Quercetum) In de X-as is de mate van afbraak van het strooisel of dus het humustype uitgezet. Deze wordt bekomen uit het product van de zuurtegraad (mr5) en de stikstofgraadklasse (mn6) of dus voedselrijkdom. Deze is oplopend van mor, moder naar mull als volgt: De Y-as komt overeen met de vochtklasse als volgt, deze gaat van soorten die gebonden zijn aan zeer droge omstandigheden (xerofielen) naar soorten die gebonden zijn aan natte standplaatsen (hygrofielen): Abiotische typering voor de verschillende bosplaatsen o.b.v. mr x mn/mf-ecogram: In Figuur 2-21 wordt het mf/mr.mn-ecogram (Rogister, 1985) weergegeven van de vegetatieopnames in de bosbestanden van het plangebied Bulskampveld. Het ecogram vertoont een vrij sterke variatie wat niet alleen te wijten is aan de spreiding van de opnames over verschillende bosplaatsen maar ook aan de abiotische en biotische variatie (o.a. naar boomsoortensamenstelling) binnen de bosplaatsen zelf. Op basis van de zuurtegraad vallen de meeste opnames binnen de klassen acidoclienacidofiel of acidofiel-acidoclien. Dit komt grotendeels overeen met de bodemtypering van zand(leem). Ongeveer 12 opnames behoren tot de klasse acidofiel (hoogste zuurtegraadklasse) en zijn verspreid gelegen in alle bosplaatsen op drogere zandgronden (veelal met een hoog aandeel Am. Eik of naaldhout). De opnames die in de klasse neutroclien tot basiclienneutroclien vallen, zijn vooral gelegen op de bodems met kleifracties te Lindeveld. 5 mr = het gewogen gemiddelde van de Ellenbergindicator voor de zuurtegraad in de bovenste bodemlagen R. 6 mn = het gewogen gemiddelde van de Ellenbergindicator voor de nitrificatie N, dus mn. Pagina 106 van 106

111 Algemene beschrijving De voedselrijkdom van de bodem is van de meeste proefvlakken matig tot hoog (matige tot sterke nitrificatie). In de Blauwhuisbossen daarentegen is de nitrificatie zwak tot matig. De complexe bodemstructuur in het plangebied komt hier tot uiting, er is een sterke afwisseling van bestanden met een weinig voedselrijke tot zeer voedselrijke bodem. Tevens vormt de aanwezige hoofdboomsoort een rol met minder voedselrijke bodems in bestanden met naaldhout. Het vermenigvuldigen van beide parameters geeft de strooiselafbraaksnelheid weer (zie X-as in grafiek). Voor het merendeel van de opnames blijft deze onder de 15 of is het humustype niet verder ontwikkeld dan moder. Zelfs in de oudere bosbestanden in de Blauwhuisbossen zijn er nog verschillende bestanden met een humustype mor wat wijst op een slecht ontwikkelde humus en sterk aansluit bij een heidebodem. De aanwezigheid van naaldhout en Am. eik op zandgrond zorgt ervoor dat de afbraak van strooisel bijzonder traag verloopt. De bestanden met een goede strooiselafbraak (mull-gronden) zijn vooral in Lindeveld en Drie Koningen aanwezig maar ook in enkele vochtige bestanden in de Blauwhuisbossen. De vochtklasse in de meeste proefvlakken is matig vochtig tot vochtig (hygroclien-mesofiel tot hygroclien, de waarde op de Y-as ligt tussen 5 en 7). Enkel de opnames te Bulskampveld met Gagel (526b/530a) en het besttand ter hoogte van de Blauwhuisbeek in de Blauwhuisbossen (613a) zit in de klasse van zeer vochtig. Algemeen kunnen de bossen in het plangebied gekarakteriseerd worden als matig vochtig, matig voedselrijke bossen op vrij zure bodems met een vrij slechte tot geringe strooiselafbraak (mor-moder). Figuur 2-21: Rogister-ecogram van alle opnames in het plangebied Bulskampveld Biotische typering voor de verschillende bosplaatsen o.b.v. mr x mn/mf-ecogram: Zoals ook op Figuur 2-22 is te zien, clusteren de meeste opnames in de overgangszone tussen het Berken-Eikenbos (BQ), het Eiken-Beukenbos (FQ) en het arme Eiken-Haagbeukenbos (SC). Het voorkomen van meer ontwikkelde bostypes is beperkt tot een 15-tal opnames. Het zijn enkele opnames met o.a. de oudbosplanten naast enkele opnames in vochtigere bestanden. Het betreft enkele opnames te Lindeveld en in de Blauwhuisbossen (met voorjaarsflora). Algemeen kan worden gesteld dat de meeste bossen van het plangebied zich nog in een vrij jong ontwikkelingsstadium naar een interessante bosvegetatie bevinden en dat mits natuurgetrouw bosbeheer er op termijn een verschuiving kan zijn naar waardevollere bostypes. Pagina 107 van 107

112 Algemene beschrijving Figuur 2-22: Rogister-ecogram opgesplitst per bosplaats Vergelijking met de Potentieel Natuurlijke Vegetatiekaart In het plangebied zijn volgens De Keersmaeker et al. (2001) volgende Potentieel Natuurlijke Vegetaties mogelijk (kaart 2.10): Elzenbroekbos: langs de Miseriebeek in de zuidwesthoek van de bosplaats Hulstlo, langs de Bornebeek in Drie Koningen en in Bulskampveld, Elzen-Vogelkersbos: in alluviale vlaktes op vochtige maar niet zeer natte bodems in de vallei van de Blauwhuisbeek te Blauwhuisbossen en Wildenburg. Verder komt dit type lokaal voor in het noordelijk deel van de bosplaats Lindeveld, lokaal langs de Miseriebeek in de bosplaats Hulstlo, in de Blauwhuisbossen en zeer beperkt in de Vagevuurbossen. Typisch Eiken-Beukenbos, zowel de droge als de natte variant: op de zandleemen lemige zandgronden. Het meest algemene type in de Blauwhuisbossen, maar belangrijk in Wildenburg, Vagevuurbosen en het noordelijk deel van Drie Koningen. Arm Eiken-Beukenbos en Eikenbos, zowel de droge als de natte variant: op de armste zandgronden op hoger gelegen bodems ter hoogte van de bosplaats Bulskampveld, Lindeveld, Hulstlo en zuidelijk deel van Drie Koningen, maar ook verspreid in de overige bosplaatsen Vegetaties van open ruimten en vertaling naar habitattypes In het plangebied werden 40 vegetatieopnames gemaakt volgens de Tansley-bedekkingsschaal in open ruimten en dreven. Het overgrote deel van de Tansley-opnames is echter gemaakt in de dreven van het Bulskampveld in het kader van het natuurinrichtingsproject Biscopveld van de VLM. De situering van deze opnames is weergegeven op kaarten 2.6. De Tansley-opnames zijn terug te vinden in bijlage 6. Deze opnames werden in het Bosbeheerpakket ingebracht en syntaxonomisch geplaatst volgens de typologie van Schaminée (Vegetatie van Nederland, 1999). De typering van de open ruimten en de graslanden is terug te vinden op kaart 2.8b. Pagina 108 van 108

113 Algemene beschrijving Algemeen kunnen de meest voorkomende graslanden ingedeeld worden in drie grote klassen: de voedselrijkere weegbreeklasse (Plantaginetea majoris) en de iets voedselarmere klasse van matig voedselrijke graslanden (Molinio-Arrhenatheretea) en de (vrij) voedselarme klasse van droge graslanden op zandgrond (Koelerio-Corynephoretea). De toewijzing aan één van deze drie klassen is sterk afhankelijk van het landgebruik (bemesting, hooilandbeheer, maaien met nabegrazing, beweiding ) en de aan- of afwezigheid van stuwwatertafels door het voorkomen van kleilenzen. Merk op dat in veel opnames verschillende kensoorten afwezig zijn. Daarom kon voor veel opnames geen typering worden gedaan tot op associatieniveau. Deze verarmde types worden meestal onder rompgemeenschappen op verbondsniveau geplaatst Graslanden Weegbree-klasse Deze klasse wordt gekenmerkt door soorten als Straatgras, Fioringras, Engels raaigras, Ruw beemdgras en Brede weegbree. De standplaats wordt gekenmerkt door sterke veranderingen of storingen. Over het algemeen is het bloeiaspect veelal afwezig en is de vegetatie soortenarm. Rompgemeenschap van Ruw beemdgras en Engels raaigras Vrijwel alle graslanden die begraasd worden binnen het plangebied (totaal 9,2 ha) kunnen tot dit type gerekend worden. De graasweiden ter hoogte van het kasteelpark te Wildenburg 700x, 703y en 708x zijn vrij vochtig en worden tot de rompgemeenschap van de Ruw beemdgras-engels raaigras (Plantaginetea/Cynosurion). Het aantal dicotylen is hier zeer gering, buiten wat Behaarde boterbloem. In 700x komen verschillende greppels met vlotgras voor. Het grasland binnen de voormalige moestuin (703y) is op heden een graasland voor damherten en is sterk bemest. Ook dit grasland betreft een voedselrijke, soortenarme vegetatie gedomineerd door Ruw beemdgras maar ook veel Gewoon struisgras. Op enkele plaatsen in het perceel komen er overgangsvormen voor naar de, iets voedselarmere, Molinetalia (zie verder). Deze rompgemeenschap komt verder nog voor in de bemeste vochtige koeienweide te Bulskampveld (525y). Hier komt ook nog wat Pitrus voor samen met wat Witte klaver, Kruipende boterbloem en wat Egelboterbloem ter hoogte van de poel. Rompgemeenschap van Rietgras Hoewel dit type strikt genomen hier niet thuis hoort (wel onder de Phragmitetea) wordt dit type hier wel besproken wegens het voorkomen op vrij voedselrijke vochtige bodem. Dit type wordt teruggevonden te Lindeveld in bestand 410y. Naast het dominant voorkomen van Rietgras komen hier soorten als Haagwinde, paardenbloem, Gestreepte witbol, Klein streepzaad en Grote brandnetel voor. Deze RG is typisch voor voedselrijke gronden met nogal wat organisch materiaal op hetzij stuwwatertafels, hetzij op s winters langdurig overstromende en s zomers diep uitdrogende beekvalleien van typische regenbeken. Pagina 109 van 109

114 Algemene beschrijving Foto: rietgrasgrasland te Lindeveld (410y) Klasse der matig voedselrijke graslanden Er wordt een onderscheid gemaakt tussen weiden en hooilanden op basis van het gevoerde beheer. Door bemesting evolueren heischrale graslanden en droge graslanden op zand in de richting van de Klasse der matig voedselrijke graslanden. De onverzadigde gemeenschappen in voedselrijke graslanden leunen dicht aan bij de tredgemeenschappen (Weegbreeklasse) en zijn dus gedeeltelijk klassenoverschrijdend. Rompgemeenschap van Gestreepte witbol en Engels raaigras (totaal 10,7 ha) De graslanden 700y (paardenweide) en 703x (runderen) in het kasteelpark van Wildenburg behoren tot de rompgemeenschap van de Gestreepte witbol-engels raaigras-graslanden (Molinio- Arrhenatheretea). Een zeker bloei-aspect is in deze graslanden nog aanwezig met soorten als Kruipende- en Behaarde boterbloem, Witte klaver, Perzikkruid, Ridderzuring, Tijmereprijs, Kruipende ganzerik, Gewone vogelmuur en Waterpeper. Naast de hoger vermelde dominante grassen komt ook nog veel Ruw beemdgras voor en verder Straatgras, Geknikte vossenstaart en Gewoon struisgras op de hoger gelegen delen. Vooral de paardenweide 700y vertoont (vanwege het aantal soorten en de vrij extensieve begrazing) verder nog affiniteit (doch zwak) met Kamgras-graslanden (Lolio-Cynosuretum). Verder komen graslanden gedomineerd door Gestreepte/Gladde witbol nog voor binnen de Waterwinning te Lindeveld. Deze percelen zijn aanmerkelijk droger en soortenrijker en leunen dan ook vrij dicht aan tegen het Koelerio-Corynephoretea maar zijn nu nog te voedselrijk door bemesting in het verleden. Op de droogste gronden treedt er dominantie op van Gladde witbol al dan niet met Reukgras. In de meeste gevallen is witbol de dominante grassoort aangevuld met vrij veel Veldzuring en Gewoon struisgras. Verder komt hier Kruipende boterbloem voor en een weinig Smalle weegbree, Sint-Janskruid, Witte klaver en Gewone rolklaver. Glanshaverassociatie (2,4 ha) Dit type komt uitsluitend voor in het oostelijk deel van 419y te Lindeveld ter hoogte van de E40. Glanshaver komt er dominant voor samen met Gewoon struisgras. Verder komt hier vrij veel Gewone spurrie voor aangevuld met Gewoon biggenkruid, Klein streepzaad, Gewoon duizendblad, Gestreepte witbol en Akkerviooltje. Dit (drogere) type komt tegenwoordig meer en meer voor op zandgronden op taluds en wegbermen. Pagina 110 van 110

115 Algemene beschrijving Klasse van de droge graslanden op zandgrond Deze klasse omvat voornamelijk pioniersbegroeiingen en graslanden op droge voedselarme zandgronden. Meestal zijn de voorkomende bodemprofielen verstoord. Zandzegge en Gewoon struisgras zijn meestal de eerste pionierssoorten. Rompgemeenschap onder het verbond van Gewoon struisgras (totaal 8,4 ha) Het betreft hier de rompgemeenschap met Gewoon struisgras en Biggenkruid (Trifolio- Festucetalia ovinae). Dit type komt op de noordelijke wal van de sleutelvormige vijver voor te Wildenburg. Na een kleine kaalkap is een vegetatie ontstaan die dicht aanleunt bij die van de zure Struisgrasgraslanden, in het bijzonder de Rompgemeenschap van Gewoon struisgras en Biggenkruid. De kruidlaag wordt er gedomineerd door Gewoon struisgras. Verder komt er Gewoon biggenkruid, Schapenzuring, Reukgras en veel mos voor. De aanwezigheid van behoorlijk wat witbol verraadt nog een zekere voedselrijkdom. Het overgrote deel van deze graslanden is echter terug te vinden in de waterwinning te Lindeveld. Over het algemeen is Gewoon struisgras er dominant aangevuld met (lokaal) veel gewoon biggenkruid, Smalle weegbree, Gewoon duizendblad en Gewone rolklaver. Lokaal is ook Gewoon Reukgras dominant (vb. in westelijk deel van 419y). Het onderscheidt zich van het Dwerghaver-verbond (Thero-Airion) door een geringer aandeel eenjarigen en een meer gesloten grasmat waarin Gewoon struisgras, Gewoon reukgras, Gladde witbol, Rood zwenkgras, Schapenzuring, Smalle weegbree, Duizendblad en Gewone rolklaver een vrij belangrijke rol spelen. Verder komt er in deze percelen nog soorten voor als Gewone- en Veelbloemige veldbies en Hazezegge. De bodem is licht nitraathoudend. Vogelpootjesassociatie Dit type komt voor op een voormalige akker in de bosplaats Lindeveld (412y). De vegetatie is hier vrij laag met soorten als klein vogelpootje, Hazenpootje, gewoon struisgras, Liggend walstro, Kleine klaver, Smalle weegbree, Gewone hoornbloem, Schapenzuring en wat Gestreepte witbol. Op de zandige taluds van de bezinkingsbekkens komt verder een vrij goed ontwikkeld zuur struisgrasgrasland voor met soorten als Zandblauwtje, Klein vogelpootje, Wilde margriet Schraal grasland op zandgrond: Vogelpootjesassociatie te Lindeveld (412y) Pagina 111 van 111

116 Algemene beschrijving Heide en heischraal grasland De voornaamste heischrale elementen zijn terug te vinden in de Blauwhuisbossen, het westelijke deel van Bulskampveld en zeer lokaal te Wildenburg en te Lindeveld. De voornaamste heischrale elementen worden weergegeven op kaart 2.8b en 2.11a-e. Echte droge heidevegetaties en vochtige schraallanden zijn slechts zeer schaars aanwezig binnen het plangebied. De meest voorkomende soorten zijn Pijpenstrootje, Struikheide en Pilzegge. Relicten worden hoofdzakelijk teruggevonden op kapvlakten, bermen, dreven en bospaden. Droge en natte heide: intermediaire heide (Habitattype 4030 Droge heide en 4010 Natte heide) Te Wildenbrug worden hoofdzakelijk relicten terug gevonden op en langs de voormalige kapvlakten van de terug beplantte bestanden 704b en 704d. Soorten die hier teruggevonden worden vertonen affiniteiten met heischraal grasland (Nardo-Galion) of met droge heide (Calluno- Genistion pilosae). Het betreft: Tormentil, Struikhei, Pijpenstrootje, Trekrus, Geelgroene zegge, Bleke zegge en Fraai hertshooi. Ook op de het graspad ten westen van de grote vijver komt lokaal een heischrale vegetatie voor met Tormentil en Vroege haver. De grootste oppervlakte aan intermediaire Atlantische heide (Ericion tetralicis en Calluno- Genistion Pilosae) wordt teruggevonden in de Blauwhuisbossen op een voormalig lorkenperceel (612a) over een oppervlakte van ongeveer 1,5 ha. Dit perceel wordt gedomineerd door Struikhei, Pijpenstrootje en (minder) Gewone Dophei. Verder komt er in de iets vochtiger slenken soorten voor als: Knolrus, Tormentil, Veelbloemige veldbies, Trekrus en Tweenervige zegge. Sterk gedegradeerde heiderelicten zijn terug te vinden onder oudere Lorken en Grove dennenbestand. Daarnaast zijn recent nog heischrale terreinen beplant met Zomereik zoals te Drie Koningen (101a). Beboste natte heide met Gagel, Dopheide, veenmos en Veelstengelige waterbies komt verder voor te Bulskampveld in de bestanden 526b en 530a. Een bosweg te Lindeveld is iets voedselrijker (tussen 418c en 418e). Soorten als Grote wederik en Waternavel domineren de vegetatie (= Veldrusassociatie, Juncetum acutiflori) aangevuld met wat Klein glidkruid, Gewone brunel, Zomprus en Liggend walstro. Hondsviooltje is tevens gekend van deze plaats. Foto links: heideperceel in de Blauwhuisbossen (612a), rechts: recent terug beplantte heideperceel te Drie Koningen (101a). Pagina 112 van 112

117 Algemene beschrijving Heischraal grasland (Nardo-Galion) (Habitattype 6230 Soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems) Heischraal grasland is nog zeldzamer binnen het plangebied en komt uitsluitend voor als relicten langs dreven en paden in de Blauwhuisbossen, te Bulskampveld en rond de voormalige pompputten en het productiegebouw te Lindeveld. Strikt genomen komt heischraal grasland (Gentiano pneumonanthes-nardetum) niet voor in het plangebied. Wel wordt een mengverband aangetroffen met de Veldrusassociatie (Juncetum acutiflori). Hier komen soorten voor als Tormentil, Liggend walstro, Sterzegge, Struikhei, Mannetjesereprijs, Tandjesgras, Vroege haver.een groter relict van heischraal grasland is terug te vinden in de Blauwhuisbossen in bestand 605a met dominantie van Tormentil en Gewoon reukgas Kapvlakten Foto: relict van heischraal grasland in de Blauwhuisbossen (605a) In het plangebied komen een zestal kapvlaktes voor. In de Blauwhuisbossen komen twee kapvlaktes voor; in bestand 621a zijn de populieren in 2012 gekapt. Bestand 622a is een voormalig Grove dennenbestand die gedomineerd wordt door natte ruigtekruiden als Grote kattestaart, Gele lis, Watermunt, Moerasandoorn, Riet, Waterpeper, Grote wederik, Braam. Dit bestand leunt dicht aan bij de associatie van Moerasspirea en Echte valeriaan. In Drie Koningen (102a) is een strook berk gekapt ten noorden van de kleine voormalige zandwinningsvijver. Deze strook heeft grote potenties tot het ontwikkelen van heide en heischraal grasland. Nu komt reeds Tormentil en Struikheide voor. Grondster is gekend van deze plek. Verder komen er een drietal kleinere kapvlaktes voor te Lindeveld. In bestand 408a is een strook ontbost voor de ontwikkeling van droge heide Flora Tijdens de periode april-augustus 2012 werden er 134 vegetatieopnames in de bossfeer en 40 Tansley-opnames in de open ruimtes, dreven en bosranden uitgevoerd. Van de 40 Tansleyopnames werden er 38 uitgevoerd in de dreven en bosranden van de bosplaats Bulskampveld in het kader van het natuurinrichtingsproject Biscopveld van de VLM. De voornaamste soorten zijn terug te vinden op kaarten 2.11a-e. Aanvullende gegevens zijn afkomstig van Brouwer et al. (2011), W. Slabbaert (waterwinning) en vzw Natuurpunt (D. Depauw, N. Lievrouw en waarnemingen.be). Als bron van onderstaande soortbeschrijvingen werd gebruikt: Palmaerts et al. (2004), met name het ontwerp-ecosysteemvisie potentieverkenning voor heiden en bossen in Zandig Vlaanderen. Pagina 113 van 113

118 Algemene beschrijving Rode lijstsoorten Rode Lijsten zijn een belangrijk instrument in het hedendaagse soortgerichte beleid van het Vlaamse natuurbehoud. Deze lijsten geven voor elke soort van een groep organismen een indicatie over haar status in Vlaanderen, gaande van niet bedreigd tot uitgestorven in Vlaanderen. De recentste Rode Lijst van de hogere planten in Vlaanderen werd opgesteld door Van Landuyt et al. (2006). De Rode Lijst in strikte zin omvat de planten van de categorieën uitgestorven, met verdwijning bedreigd, bedreigd en kwetsbaar. Binnen de categorie achteruitgaand worden soorten gegroepeerd die het risico lopen op korte termijn op de Rode Lijst terecht te komen. In het plangebied komen verschillende Rode lijstsoorten voor. Een aantal van deze soorten zijn kenmerkend voor heischrale vegetaties. De Rode lijstsoorten zijn weergegeven op de kaarten 2.11a-e. Tabel 2-19: overzicht van de Rode lijstsoorten in het plangebied Soort Wetenschappelijke naam Rode Lijst categorie KFK 7 Blauwe knoop Succisa pratensis achteruitgaand 5 Borstelgras Nardus stricta achteruitgaand 5 Echte guldenroede Solidago virgaurea achteruitgaand 6 Eikvaren Polypodium vulgare achteruitgaand 5 Gewone dophei Grote ratelaar Hengel Erica tetralix achteruitgaand 6 Rhinanthus angustifolius Melampyrum pratense kwetsbaar 4 achteruitgaand 5 Muizenoortje Hieracium pilosella achteruitgaand 8 Struikhei Calluna vulgaris achteruitgaand 8 Vindplaats Een 50-tal ex. werden gevonden in een oude ze-dreef ten zuiden van 620a (Blauwhuis). Ook oude waarnemingen gekend van de waterwinning. Borstelgras werd gevonden in een zeer schrale beukendreef ten zuiden van het heideterrein 612a in de Blauwhuisbossen en in een bosrand te Hulstlo (304d). Op een drietal plaatsen gevonden in de waterwinning te Lindeveld met de grootste concentratie in de westrand van 407y. Enkele exemplaren op de ommuring van de voormalige moestuin te Wildenburg (703y) en te Hulstlo (305a) Slechts op twee plaatsen te Bulskampveld (526b) samen met Gagel en vlakdekkend op het heideperceel in de Blauwhuisbossen (612a). Net buiten het plangebied langs het pad ten noorden van 533c (Bulskampveld) grenzend aan het provinciedomein. Een kleine vlek ter hoogte van de ijskelder in het Eiken/Beukenbestand (700b) te Wildenburg echter zeer algemeen in de dreven ten noorden van Wildenburg. Vrij zeldzaam zoals op de schrale rand van de vijver te Driekoningen (115e) Vrij algemeen op de kapvlakten en bermen. Te Wildenburg (704b) werd ook een Zuid-Afrikaanse heidesoort werd aangeplant. Tandjesgras Vrij zeldzaam in het plangebied, gevonden in enkele Danthonia decumbens schralere dreven verspreid over het plangebied (o.a. achteruitgaand 5 Lindeveld, Blauwhuis en Bulskampveld). Tormentil Potentilla erecta achteruitgaand 8 Vrij algemeen in de iets schralere dreven Tweenervige zegge Carex binervis zeldzaam 2 Wilde gagel Myrica gale achteruitgaand 5 Zeldzaam in het plangebied, gevonden op het heideperceel (612a) in de Blauwhuisbossen met een 10-tal ex. Een 10-tal struikjes werden gevonden in het ijle Grove dennenperceel 526b te Bulskampveld. Ook bekend van 517a/517b. 7 KFK = kwartieruurhokfrekwentieklasse : een schaal van 1 tot 10 of van zeer zeldzaam tot zeer algemeen Pagina 114 van 114

119 Algemene beschrijving Foto: grote populatie Blauwe knoop in een dreef in de Blauwhuisbossen, enkele maanden later was deze dreef gedeeltelijk bedolven onder steenpuin. Tweenervige zegge is een typische Atlantische soort die quasi volledig ontbreekt in de Kempen. Deze soort is typerend voor vochtige heischrale vegetaties maar komt verder nogal op uiteenlopende standplaatsen voor (zowel zowel natte, venige als relatief droge of zelfs vochtige, zure tot zeer zure lemige groeiplaatsen). Wilde gagel, Struikhei en Gewone dophei komen echter ook voor in de Kempen en hebben een meer Noord-Atlantisch en/of boreaal areaal (Stieperaere, 1970). Wilde gagel is (samen met bvb Sterzegge) karakteristiek voor mineralenarm grondwater. Gagel houdt bovendien van horizontaal bewegend, ondiep grondwater. Dit komt vrij frequent voor te Bulskampveld (cf. bovenloop van de Bornebeek maar ook t.h.v. de Eendeputten). Hoewel Blauwe knoop in het oosten van het land lokaal nog vrij algemeen kan zijn is deze soort in West- en Oost- Vlaanderen een echte zeldzaamheid die nog met moeite standhoud in heischrale dreven. Vooral de inwaaiing van meststoffen van nabijgelegen landbouwgronden samen met ontwatering is fataal voor deze soort (Hei)schrale soorten Naast bovenvermelde Rode lijstsoorten komen in het plangebied enkele minder algemene (hei)schrale soorten voor. Deze worden weergegeven op kaarten 2.11a-e en in Tabel Veel van deze soorten zijn schaars in de Vlaamse zandstreek maar zijn algemener in de Kempen. Tabel 2-20: overzicht van de overige (hei)schrale soorten in het plangebied Soort Wetenschappelijke naam KFK Vroege haver Aira praecox 5 Geelgroene zegge Carex demissa 4 Bleke zegge Carex pallescens 4 Vindplaats Vrij algemeen te Wildenburg en over 100 n meter voorkomend in de zuidrand van perceel 520 ter hoogte van de bloemenkwekerij te Bulskampveld. Vrij zeldzaam op vochtige bospaadjes in de Blauwhuisbossen, Wildenburg (704b) en in het westelijke deel van Bulskampveld. Vrij zeldzaam op vochtige bospadjes in de Vagevuurbossen (854a), te Wildenburg (704b) en te Lindeveld (421a). Hazenzegge Carex ovalis 7 Vrij zeldzaam op enkele graspaden in het plangebied Pilzegge Carex pilulifera 6 Vrij algemeen op schralere bospaden, bermen en kapvlakten. Sterzegge Carex echinata 4 Echt duizendguldenkruid Centaurium erythraea 6 Geconcentreerd voorkomend langs de vochtige padjes ten zuiden en oosten van 529a in Bulskampveld. Verder enkelingen langs een pad in Drie Koningen (107a) en een populierenbestand te Lindeveld (412j). Tientallen exemplaren tussen het grind van de voormalige kasteelsite te Wildenburg, verder nog enkele verspreide ex. Lindeveld. Pagina 115 van 115

120 Algemene beschrijving Soort Veelstengelige waterbies Wetenschappelijke naam Eleocharis multicaulis KFK Liggend walstro Galium saxatile 5 Liggend hertshooi Fraai hertshooi Hypericum humifusum Hypericum pulchrum Trekrus Juncus squarrosus 5 Vogelpootje Ornithopus perpusillus Klein glidkruid Scutellaria minor 3 Blauwe bosbes Vaccinium myrtillus 7 4 Vindplaats Zeldzaam te Bulskampveld in de ijle Grove dennenbestanden 526b en 532b. Zeldzaam, op heischrale paadjes in de Blauwhuisbossen en in de waterwinning te Lindeveld. 6 Vrij algemeen te Bulskampveld (o.a. in de percelen van de provincie). 4 7 Vrij algemeen langs schralere paden en bosranden te Bulskampveld, Blauwhuisbossen, Lindeveld en Wildenburg. Uitsluitend op het heideperceel in de Blauwhuisbossen (612a) en daar vrij algemeen en enkele ex. op een bospad in de Varens (603c). Vrij algemeen in de drogere graslanden van de waterwinning (o.a. 412y) en in het schrale gazon rond de vijver van Drie koningen (115e). Uitsluitend op een kwelzone aan een bospad in de waterwinning. Daar wel vrij algemeen. Zeldzaam, alleen enkele ex. te Wildenburg (712a) en langs een dreef te Bulskampveld (528a). Bleke zegge (Wildenburg, rechts) en Klein glidkruid (Lindeveld, links) zijn typische soorten die in het plangebied sterk geassocieerd zijn met randsituaties in bosverband. Geelgroene zegge groeit op natte ook s zomers vochtig blijvende, laag en niet te dicht begroeide zonnige tot licht beschaduwde plekken op matige tot zwak zure, tamelijk voedselrijke, matig basenrijke kalkarme tot kalkloze, humeuze tot venige grond. Ze verdraagt lichte beweiding en bemesting. Gewoonlijk groeit ze op plaatsen waar het water s winters tot aan of vlak boven de oppervlakte staat, maar niet op diep overstroomde plaatsen. Het water is deels van regenwater, deels van grond- of oppervlaktewater afkomstig. Dikwijls verschijnt ze op open plekjes ontstaan door betreding, maaien, graafwerk en kappen. Zo groeit ze langs drassige paden, in pas gegraven greppels, zowel in grasland- als bosgebieden. Bleke zegge groeit op zonnige tot matig beschaduwde plaatsen op onbemeste, meestalzwak zure, veelal kalkarme, humeuze, minerale bodem. Als onderdeel van bosvegetaties komt deze soort voor langs bospaden en open kapvlakten. De achteruitgang in bossen is hoofdzakelijk toe te schrijven aan het staken van hakhoutbeheer. Fraai hertshooi en Mannetjesereprijs treden nogal eens op als vaste begeleider. Sterzegge is gebonden aan min of meer natte, matig tot zwak zure, schrale, doorgaans beschaduwde en onbemeste standplaatsen. Zij komt vooral op humeuze tot venige zand- en leemgrond voor, minder in gebieden met een dik veenpakket. Zij staat in vaak vrij open, in elk geval laag blijvende vegetaties. Zij mijdt uitgesproken voedsel- en/of basenrijke milieus, maar laat tevens verstek gaan op de meest basen- en voedselarme standplaatsen. Het water op haar standplaatsen is op de meeste plaatsen voor een belangrijk deel rechtstreeks of via oppervlakkige afstroming afkomstig van neerslag en daardoor fosfaat- en basenarm. Een zekere invloed van grondwater is echter steeds aanwezig. Vooral in hooiland wordt zij vaak vergezeld van Blauwe zegge, dikwijls ook door Geelgroene zegge. Het mosdek bestaat voor een belangrijk deel uit veenmossoorten van niet extreem voedselarme milieus. Klein glidkruid is een zeldzame verschijning die in Nederland de meest noordelijke grens van haar verspreidingareaal bereikt. Het is een soort van min of meer natte, humusrijke, carbonaatarme, zure zand- en leemgrond. Het stond lang te boek als een plant van beekdalgraslanden en moerassige heidegebieden, maar is hier zo goed als verdwenen. In westelijkere en zuidelijkere delen van Europa wordt het nog wel in zulke biotopen aangetroffen, met name in vegetaties die Pagina 116 van 116

121 Algemene beschrijving door Veldrus worden gedomineerd, samen met soorten als Teer guichelheil, Kranskarwij en Klimopklokje. In Nederland wordt Klein glidkruid tegenwoordig vrijwel alleen als bosplant aangetroffen, en wel op halfbeschaduwde, schaars begroeide plaatsen langs greppelkanten, vochtige paadjes en zandwegen (Weeda et al. 1988). Fraai hertshooi is een plant van lichte bossen en heiden op droge, vrij voedselarme en zure, maar doorgaans lemige grond. Beëindiging van hakhoutcultuur heeft veel groeiplaatsen verloren doen gaan (Weeda et al. 1987). Veelstengelige waterbies is een amfibische soort van droogvallende venoevers, waar ze vrij forse pollen kan vormen. De plant is redelijk kieskeurig wat bodem- en waterkwaliteit betreft en die optimale toestand is tegenwoordig vaak alleen te vinden in de Kempen. Het gaat om zuur, voedselarm water met veelal geen of een geringe zuurbuffering. De soort geeft de voorkeur aan een grofzandige bodem binnen wortelbereik, met daarboven een organische laag. In een dergelijk milieu bereikt ze ook de hoogste bedekkingen. De vaak aanwezige organische laag wijst erop dat ze geen echte pionierssoort is, maar haar plaats heeft in het verlandingsproces. Ze kan echter snel verdwijnen wanneer de voedselrijkdom zo hoog is dat grotere moerasplanten het touw overnemen. Dan biedt enkel plaggen of maaien soelaas Soorten gebonden aan bron- kwel- en vochtige zones Indicatoren van deze zones worden weergegeven op kaarten 2.11a-e en in Tabel Tabel 2-21: overzicht van de bron- en kwelindicatoren in het plangebied. Soort Wetenschappelijke naam Hangende zegge Carex pendula 3 Waterviolier Hottonia palustris 6 KFK Vindplaats Een (adventief?) exemplaar op de noordelijke rand van de sleutelvormige vijver et Wildenburg en langs een pad te Bulskampveld Deze kwelindicator komt zeer abundant voor in de oude Blauwhuisbeek ter hoogte van de berging in Wildenburg. Waternavel Hydrocotyle vulgaris 6 Vrij algemeen op vochtige/natte plaatsen. Waterpostelein Lythrum portula 5 Koningsvaren Osmunda regalis 5 Duizendknoopfonteinkruid Potamogeton potapolygonifolius Geoorde wilg Salix aurita - Overvloedig in de plas/dras van het weiland 700x en in/langs de poel in de paardenweide thv 700y. Verder ook aan de poelen te Bulskampveld (525y) en Drie Koningen (102w). Een groot en vrij oud ex. op het nieuwe heideterreintje aan de E40 te Lindeveld (408a). 4 Aanwezig in de poel in te Wildenburg en et Hulstlo. Een exemplaar in de bosrand van 707b te Wildenburg en verschillende ex. langs de Bornebeek te Drie Koningen. Pagina 117 van 117

122 Algemene beschrijving Foto: massieve Koningsvaren op het nieuwe heideperceeltje te Lindeveld Oud-bosplanten Oud-bosplanten zijn soorten die in hoofdzaak gevonden worden op oude bossites (= min of meer onafgebroken bebost sinds tenminste 1775 (de Ferrariskaart)) en die zich slechts traag vestigen in jonge bossen. Soorten kunnen echter, afhankelijk van de regio en haar specifieke (abiotische) kenmerken meer of minder aan oud bos gebonden zijn. In het plangebied werden de in Tabel 2-22 opgesomde oud-bosplanten (Cornelis et al., 2009) aangetroffen. Tabel 2-22: aangetroffen oud-bosplanten in het plangebied Soort Wetenschappelijke naam Gebonden aan oud bos Adelaarsvaren Pteridium aquilinum sterk Algemeen Bleeksporig bosviooltje Viola riviniana matig Vrij algemeen Voorkomen Bosanemoon Anemone nemorosa sterk Uitsluitend in de Varens (605a) Boszegge Carex sylvatica sterk Dalkruid Maianthemum bifolium sterk Dubbelloof Blechnum spicant matig Fraai hertshooi Gele dovennetel Gewone salomonszegel Hypericum pulchrum Lamium galeobdolon Polygonatum multiflorum Vrij zeldzaam langs bospaden in de Varens en in 854a in de Vagevuurbossen. Vrij algemeen en soms vlakdekkend in de Varens, verder ook in het oostelijk deel van Wildenburg en in de Vagevuurbossen. Vrij algemeen langs grachtjes in de iets schralere bestanden. sterk Zie sterk sterk Uitsluitend voorkomend in de Varens en daar vrij algemeen en soms vlakdekkend (601b) Vrij algemeen Gladde witbol Holcus mollis matig Vrij algemeen doch zelden bestandsdekkend. Groot heksenkruid Circaea lutetiana matig Komt vrij beperkt voor, voornamelijk in de Varens Grote muur Stellaria holostea sterk Vrij zeldzaam Ijle zegge Carex remota matig Vrij algemeen langs rabatten. Kleine maagdenpalm Vinca minor sterk Eén vindplaats in de Varens (600b). Klimop Hedera helix matig Vrij zeldzaam en verspreid voorkomend. Lelietje-van-dalen Convallaria majalis sterk Vrij algemeen in de Varens (noord) en Drie Koningen, deels als stinzenplant. Verder ook te Lindeveld. Mannetjesereprijs Veronica officinalis zwak Vrij algemeen op schrale plekken. Pagina 118 van 118

123 Algemene beschrijving Soort Wetenschappelijke Gebonden naam aan oud bos Voorkomen Pilzegge Carex pilulifera sterk Algemeen op kapvlaktes en schrale bospaadjes. Ruige veldbies Luzula pilosa sterk Uitsluitend voorkomend in de Varens en een enkel ex. te Lindeveld (460a). Slanke sleutelbloem Primula elatior sterk Uitsluitend in een populierenbestand in de Varens (603a) Valse salie Teucrium scorodonia matig Algemeen in de schralere bostypes Wijfjesvaren Athyrium filix-femina sterk Vrij zeldzaam, voornamelijk langs slootjes en greppels Wilde kamperfoelie Lonicera periclymenum matig Algemeen in de schralere bostypes Witte klaverzuring Oxalis acetosella sterk Zeer algemeen en soms vlakdekkend centraal in de Varens. Hieruit blijkt het grote belang van de Varens (westelijke deel van de Blauwhuisbossen) voor oud-bosplanten. Een groot deel van de soorten wordt uitsluitend hier teruggevonden en soms over een vrij grote oppervlakte. Foto s: Slanke sleutelbloem en Dalkruid in de Blauwhuisbossen Overige vermeldenswaardige soorten en historische waarnemingen. Van verschillende soorten men niet meer zeker of ze nog voorkomen in het gebied. Exacte puntlocaties zijn dus niet gekend. - In het beheerplan voor de waterwinning (Dochy, 2000) te Lindeveld en persoonlijke notities van W. Slabbaert worden Liggende vleugeltjesbloem (KFK 4), Frans hertshooi (-), Hondsviooltje (KFK 3), Grote bremraap (KFK 2), Zandblauwtje (KFK 7) en Zompzegge (KFK 5) gemeld voor de waterwinning en omgeving. Zompzegge en Hondsviooltje stonden samen met Klein glidkruid (nu nog aanwezig) op een vochtig bospad tussen 418c en 418e. In het kader van de landinrichting (VLM) wordt deze zone in 2013 opnieuw geplagd. Zandblauwtje stond op de taluds van de bezinkingsbekkens (432y) en Grote bremraap stond in een wegberm te Lindeveld (verder ook meerdere ex. in de Miseriebocht). Tot (zeker) 2005 werd Grote bremraap nog massaal teruggevonden in een jonge eikenaanplant met brem (422b). Beide soorten werden echter niet (meer) teruggevonden. Enkelingen van Liggende vleugeltjesbloem werd zeker nog tot 2005 Pagina 119 van 119

124 Algemene beschrijving teruggevonden in een dreef tussen 414d en 418a ter hoogte van een waterput. Deze soort werd echter wel gevonden in de dreven ten noorden van het kasteelpark van Wildenburg. - Grondster (KFK3) werd gemeld op de noordrand van de kleine zandwinningsput (102w) in Drie Koningen (IHD-rapport, 2011), recente gegevens zijn echter niet beschikbaar. Deze zone was tot voor kort spontaan verbost met berk en is nu weer volledig vrijgemaakt. Brouwers et al wijzen erop dat vrijwel alle waardevolle doelvegetaties in het gebied natuurinrichting Biscopveld (o.m. Bulskampveld, Vagevuurbossen) al voor 1850 verdwenen zijn, waardoor de kans op een goed ontwikkelde zaadbank uiterst gering is. Veel soorten zullen zich moeten hervestigen vanuit kleine tot zeer kleine relictpopulaties langs dreven, op kapvlakten, enz Autochtone bomen en struiken De locaties binnen het plangebied die in werden afgebakend in het kader van de inventarisatie van autochtone genenbronnen van bomen en struiken in de Houtvesterij Brugge (Maes et al., 2005) werden in 2012 opnieuw bezocht. Belangrijke locaties zijn ondermeer de bosranden in Drie Koningen samen met de randzone van de Bornebeek en het bos gelegen in de bosplaats Vagevuurbossen ten zuidwesten van hoeve Degruytere. Deze gegevens werden in 2012 geactualiseerd en verder aangevuld, zie kaarten 2.11a-e. Volgende interessante autochtone genenbronnen zijn aanwezig (met vermelding van categorie) 8 Eenstijlige meidoorn (b-categorie): een oude verdrukte meidoornheg in de bosrand van 603d. Gagel (a-categorie): Een vindplaats in de bosplaats Bulskampveld: 10-tal ex. in een vochtig Grove dennenbestand (526b). De soort verjongt er zich vrij goed. Gelderse roos (b-categorie): komt vrij algemeen voor in de bosranden in het zuidelijk deel van Drie Koningen voor. Verder ook vrij algemeen in bestand 854a (Vagevuurbossen) en in het voormalig populierenbestand in de Blauwhuisbossen (622a). Geoorde wilg (b-categorie): niet zo heel zeldzaam in het plangebied met vindplaatsen in de bosranden van Drie Koningen, Wildenburg en in de Vagevuurbossen. Bijna steeds gaat het hier om één of enkele exemplaren tussen de veel talrijkere S. x multinervis en Grauwe wilgen. Haagbeuk (b/c-categorie): Meestal als cultuurhistorisch element. In het kasteelpark van Wildenburg komen enkele vrijstaande ex; voor samen met enkele hakhoutstoven (o.a. 5 ex. met omtrek 400 cm). Verder in een geschoren en (deels) geleidde kaphaag langs een pad te Drie Koningen samen met Beuk en Hulst (110a). Verder ook als hakhout samen met Hazelaar, Zwarte els en Wilde lijsterbes in de bosrand van 603a (Blauwhuis) en 306a (Hulstlo). Winterlinde (c-categorie); een hakhoutstoof werd gevonden op de rand van een populierenbestand te Wildenburg (710a) en twee ex. als hakhout in een houtkant in de waterwinning te Lindeveld. Zomereik (b-categorie): op de walgracht van de Galgetoren komt hakhout voor van Zomereik samen met Zwarte els. Zwarte els (b-categorie): een hakhoutstoof van 490 cm werd in een hakhoutbestand (616a) teruggevonden in de Blauwhuisbossen. In het plangebied is vooral de aanwezigheid van Gagel en de verspreide aanwezigheid van Geoorde wilg waardevol. 8 a = zeker autochtoon b = waarschijnlijk autochtoon c = mogelijks autochtoon Pagina 120 van 120

125 Algemene beschrijving Ook van de algemenere soorten als Wilde lijsterbes, Hazelaar, Ruwe berk, Zachte berk en Sporkehout is er potentieel autochtoon materiaal aanwezig. Van soorten als Hulst en Europese vogelkers (misschien wel te Wildenburg) is het autochtoon karakter twijfelachtig. Foto links: hakhout van Winterlinde in rand van 712a, rechts: verjonging van Gagel in 526b Niet inheemse soorten Een probleemsoort is een soort die nadelig kan zijn of is voor de toekomstige bosontwikkeling. Het kan zowel gaan om uitheemse als inheemse soorten en vaak is het storend karakter vooral afhankelijk van de populatiegrootte van die soort. In veel gevallen gaat het om soorten die door hun dominant en/of invasief karakter andere soorten (waaronder soms doelsoorten van het beheer) geen groei- of vestigingkans gunnen, natuurlijke bosverjonging verhinderen, de groei verstoren, enz. Ook voor het bereiken van een gunstige staat van instandhouding van de boshabitats is de aanwezigheid van invasieve exoten niet wenselijk. Volgende soorten worden hierbij als niet gewenst beschouwd: Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik, Japanse duizendknoop, Robinia (buiten de parksfeer), rododendron (buiten de parksfeer), Bonte gele dovenetel, Schijnaardbei, Douglasspirea en naaldhout (gedeeltelijk) met uitzondering van Grove den. Voor de goede staat van instandhouding is een totale afwezigheid noodzakelijk, voor een voldoende staat dient de bedekking lager te zijn dan 10 %. Binnen kasteelparken is deze problematiek niet los te koppelen van het cultuurhistorische belang dat een aantal van dergelijke soorten vertegenwoordigen. Binnen de kasteelparken in het plangebied zijn exoten zijn niet vreemd aan de Engelse landschappelijke tuinstijl. Waar in de 19 de eeuw de spontane verjonging van deze soorten beperkt werd door flankerend beheer (m.n. bosbegrazing door koeien en varkens; mond.med. Herman van den Bossche), is dit binnen het huidige bos- en parkbeheer niet meer aan de orde. De soorten die als probleemsoort kunnen optreden, worden hierna opgesomd, waarbij evenwel de kanttekening van hun cultuurhistorisch belang gemaakt moet worden. Deze zijn ook terug te vinden op kaart 3.1. Pagina 121 van 121

126 Algemene beschrijving Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina) is een uit oostelijk Noord-Amerika afkomstige boomsoort die tot 20 m hoog kan worden. Ze werd in Europa massaal aangeplant in bossen op zandgrond voor het hout en omdat de snelverterende bladeren de arme zandgronden vruchtbaarder konden maken. De soort komt hier echter vrijwel uitsluitend in struikvorm voor, zodat het hout onbruikbaar is. Bovendien blijkt de soort sterk te woekeren en een probleem te vormen voor inheemse flora, vooral op zandgronden maar ook op andere bodemtypes, wat haar de bijnaam Bospest heeft opgeleverd. Volgens het Belgian Forum on Invasive Species is dit een soort van de zogenaamde zwarte lijst. Het betreft soorten met een hoog milieurisico. De verspreiding van deze soort moet voorkomen of bestreden worden. Het voorkomen van Amerikaanse vogelkers is vrij beperkt in het plangebied. De grootste oppervlakten Am. vogelkers komen voor te Hulstlo (304a/b&d), te Lindeveld (409a, bestrijding is bezig) en te Wildenburg (702b). Verder komen er verspreid nog enkele omvangrijke moederbomen voor. Op kaart 2.12a wordt de bedekking Amerikaanse vogelkers gegeven op bestandsniveau (struik- en boomlaag). Pontische rododendron (Rhododendron ponticum): Deze soort komt van nature voor in zuidelijk Europa en Klein-Azië maar wordt vaak aangeplant in parken en tuinen vanwege de aantrekkelijke bloemen en het groenblijvende karakter. Van daaruit verspreidt deze soort zich naar meer natuurlijke milieus waar ze zich invasief gedraagt. Ook deze soort is opgenomen in de zwarte lijst van invasieve soorten. Deze soort is de meest voorkomende invasieve soort binnen het plangebied. Deze soort is om cultuurhistorische redenen wijd verbreid in de kasteelparken van Wildenburg, De Varens (minder), het Warandekasteel en het kasteelparkgedeelte van de Drie Koningen. Ook ter hoogte van kasteel Reigerlo in de Waterwinning komt vrij veel Rhododendron voor. Bestrijding is hier echter al begonnen. Ter hoogte van de waterwinning komen enkele verwilderde exemplaren van Rhododendron luteum voorkomen. Dit is de enige gekende vindplaats in Vlaanderen (schrift. med. W. Slabbaert). Amerikaanse eik (Quercus rubra): is een boomsoort, eveneens afkomstig uit Noord- Amerika, die in het verleden massaal werd aangeplant voor de houtproductie. Ze vermenigvuldigt zich zeer agressief in de Europese bossen en haar verjonging domineert de kruid- en struiklaag. De aanwezigheid van Amerikaanse eik in het plangebied is niet altijd problematisch omdat de soort zich niet overal zo goed verjongt. Problematisch is alleen de bestandsdekkende aanwezigheid van Amerikaanse eik in enkele bestanden in de bosplaats Blauwhuisbossen (605a, 615a en 618a), Wildenburg (712c), in het bestand 593a van de Provincie West-Vlaanderen te Bulskampveld (bestrijding deels begonnen) en in Drie koningen (101a, 101b en 102a). De soort is opgenomen op de grijze lijst van invasieve soorten. Dit zijn soorten met een matig milieurisico. Japanse duizendknoop (Fallopia japonica) is opgenomen op de zwarte lijst van ongewenste invasieve soorten. Deze soort komt gelokaliseerd voor in bestand 701a te Wildenburg en 856a in de Vagevuurbossen. Douglasspar (Pseudotsuga menziesii) zorgt soms binnen de bosbestanden voor problematische verjonging zoals te Lindeveld (440a). Ook lork (en soms abeel) vormt lokaal een probleem door massale natuurlijke verjonging. Witte els (Alnus incana) komt bestandsdekkend voor in verschillende bestanden in de waterwinning te Lindeveld. Deze soort verjongt zich zeer goed en vormt monotone bosbestanden met weinig ondergroei. Momenteel is al deels begonnen met het systematisch wegkappen van deze soort. Grote kroosvaren (Azolla filiculoides) is allesdekkend teruggevonden op een poel te Bulskampveld (525y). Diverse tuinsoorten komen veelvuldig voor in de nabijheid van bewoningen. Soms maken ze integraal deel uit van private bosbestanden (Thuja en Laurierkers) zoals in Drie Pagina 122 van 122

127 Algemene beschrijving koningen. Bestrijding is hier niet altijd aan de orde. Andere soorten woekeren verder uit gestort tuinafval Bonte gele dovenetel (vrijwel alle bosplaatsen), Bamboe (Vagevuurbossen en aangeplant in Wildenburg), Mansbloed (Bulskampveld, 535a), Klein springzaad (110a, Drie Koningen), Reuzenbalsemien (zuidrand van 429y, Lindeveld). Ook in de rand van het Hulstlo ter hoogte van de woonwijk zorgt het storten van tuinafval voor problemen met verwilderde tuinplanten. Foto: De agressieve exoot Persicaria amplexicaulis woekert verder in 304a te Hulstlo na storten van tuinafval. Op de foto ook massaal veel Amerikaanse vogelkers Paddenstoelen Op mycologisch vlak zou Hulstlo een topgebied betreffen (VLM 2011). Het Lindeveld zou interessant zijn voor paddenstoelen, vooral soorten van oude dreven. Er zijn echter geen concrete gegevens beschikbaar. Het mycologisch belang van het plangebied ligt hem voornamelijk in het voorkomen van verschillende heischrale dreven en wegbermen. Verdere puntwaarnemingen binnen het plangebied zijn niet gekend. Een lopende inventaris (sinds 2000) in de Vagevuurbossen ongeveer 140 soorten op met 7 Rode lijstsoorten (waarvan 4 soorten stekelzwammen, wijlen Walleyn & Vanaelst in VLM 2011). In het kader van de opmaak van het beheerplan voor het bosreservaat te Bulskampveld (Esher, 2007) werden 23 Rode lijstsoorten gevonden volgens de Nederlandse en/of Vlaamse Rode lijst met voornaamste soorten als Korrelige hertetruffel en Violette gordijnzwam (ernstig bedreigd, NL Rode lijst). Tijdens het veldwerk werd nog de Trechtercantharel (bedreigd, RL Vlaanderen) gevonden in een zomereikendreef (d24) te Bulskampveld. Verdere Rode lijstsoorten die teruggevonden zijn te Bulskampveld (waarnemingen.be) zijn Rode kelkzwam (kwetsbaar, VL Rode lijst) in de berm van 529a en Beekmijtertje (bedreigd, VL Rode lijst) in de bovenloop van de Bornebeek ten westen van 526b. Deze laatste soort groeit voornamelijk op bladeren van eik in (bijna) stilstaande beekjes Trechtercantharel en plassen in kwel- en brongebieden, op zure, arme zandgrond (Lenaerts, 2003) Pagina 123 van 123

128 Algemene beschrijving Verschillende belangrijke plekken voor paddenstoelen hebben te lijden onder bodemverdichting. Ook hebben nogal wat mycorrhizapaddenstoelen te lijden onder de toenemende verbraming en accumulatie van strooisel in dreven Fauna Er werd in kader van dit beheerplan geen gerichte inventarisatie uitgevoerd. De gegevens zijn afkomstig van waarnemingen.be, het beheerplan voor het Lippensgoed-Bulskampveld (2004), gegevens van Patrick Lust en Bob Vandendriessche in dit beheerplan voor het provinciaal domein, het natuurinrichtingsproject Biscopveld (VLM 2011), het beheerplan voor de Waterwinning (Dochy, 2000) en aangevuld met eigen veldwaarnemingen. Verder kon nog gebruik gemaakt worden van veldnotities van W. Slabbaert, N. Lievrouw (vnl.broedvogels) en D. Depauw (Natuurpunt) voor de waterwinning te Lindeveld. Eigen faunawaarnemingen worden weergegeven op kaart 2.13f Avifauna Tijdens de terreinbezoeken werden systematisch de interessante vogelwaarnemingen genoteerd op bestandsniveau. In dit hoofdstuk worden alleen de bijzondere en/of beheerrelevante vogelsoorten verder besproken. Recente broedvogelgegevens zijn niet voorhanden daarom werd er voor Bulskampveld gebaseerd op het beheerplan voor het provinciedomein (Provincie West-Vlaanderen) en het bosreservaat (Esher, 2007), voor het Lindeveld op inventarisaties van Lievrouw en Depauw ( ) en voor de Vagevuurbossen op het uitgebreid bosbeheerplan (ANB, 2007). Binnen de private bestanden zijn de gegevens zeer schaars en bijna allen afkomstig van eigen veldwaarnemingen. Tabel 2-23: Broedvogels in het plangebied Soort Voorkomen in plangebied Opmerking Bonte vliegenvanger Boomklever Lindeveld (2 koppeld, 2003) algemeen Nog aanwezig? Sterk profiterend van het ouder worden van bosbestanden Bosuil Lindeveld/Sint-Amandus/Bulskampveld Buizerd Lindeveld/Bulskampveld/Blauwhuisbossen Fitis Jonge aanplanten Lindeveld/Sint- Zeldzamer wordend door veroudering van Amandus bestanden Fluiter Bulskampveld Vroeger jaarlijks aan parking Aanwijs en in Lindeveld. Waarschijnlijk verdwenen? Een koppel met jongen werd waargenomen Gekraagde rond de woning en in de eiken ten oosten Wildenburg/St-Amandus (2011) roodstaart van de woning. Vroeger ook in de waterwinning. Goudvink gemeld van de vagevuurbossen broedvogel? Grauwe vliegenvanger 1t. Sint-Amandus, waterwinning? 2011 Groene specht vrij algemeen Grote bonte specht vrij algemeen Havik Bulskampveld/lindeveld 1t. Kleine bonte specht 3t. te Drie Koningen (150a), Wildenburg (704a) en Blauwhuis (614b) Matkop bosreservaat en Vagevuurbossen geen geschikt biotoop binnen plangebied, vroeger wel in de waterwinning (jaren 70) Ransuil Lindeveld en Bulskampveld Wespendief Bulskampveld/Lindeveld 1t. Wielewaal Wildenburg/Blauwhuis?/Lindeveld? Een zingend exemplaar in 700b is vermoedelijk hetzelfde exemplaar dan het exemplaar waargenomen in De Warande Pagina 124 van 124

129 Algemene beschrijving Soort Voorkomen in plangebied Opmerking Zwarte specht Min 2t. In Bulskampveld, ook in Vagevuurbossen, Lindeveld en Blauwhuis Verschillende keer luid roepende ex. in dennenbestand 522a en in provinciedomein grenzend aan 528d. In 2012 nestplaats in Beuk in de Blauwhuisbossen (613c) Verder zorgt de aanwezigheid van naaldhout in de verschillende bestanden voor algemenere soorten als Zwarte mees en Kuifmees. Er zijn regelmatige broedgevallen bekend van Kruisbek in de Vagevuurbossen en in het zuidelijk deel van Bulskampveld (Adriaens, 2003). Algemene broedvogels binnen het plangebied die gebonden zijn aan loofhout zijn: merel, Roodborst, Heggemus, Winterkoning, Tjiftjaf, Pimpelmees, Koolmees, Vink, Zwartkop, Tuinfluiter en Boomkruiper. Grote gele kwikstaart werd waargenomen aan de vijver van de Drie Koningen (115w). Vermoedelijk broedt deze soort in de omgeving. Houtsnip wordt regelmatig overwinterend waargenomen te Lindeveld en Bulskampveld (voornamelijk in het bosreservaat). Vogels die verdwenen zijn als broedvogel in het plangebied zijn: Zomertortel, Geelgors (max. 5 koppels in 1978), Nachtegaal, en Nachtzwaluw (geen geschikt biotoop binnen plangebied, tot 2002 in de Vagevuurbossen). Boomleeuwerik werd in 2012 waargenomen ter hoogte van bestand 526a te Bulskampveld. Vermoedelijk betreft het hier een doortrekker. Vooral de daling van het aantal soorten broedvogels in de waterwinning te Lindeveld is zeer frappant (misschien ook deels te wijden aan waarnemerseffect). Broedvogels als Boompieper en eventueel Boomleeuwerik zijn in de toekomst te verwachten in het heideperceel 612a (Blauwhuis) en in het te creëren heideperceel te Bulskampveld (526b). Boompieper komt tot broeden in het provinciaal domein te Bulskampveld met ongeveer 3 territoria in Deze soort was in de jaren 70 nog een vrij algemene broedvogel in de waterwinning maar lijkt nu verdwenen. Tabel 2-24: Voorkomen van vogels in het projectgebied van het natuurinrichtingsproject Biscopveld die op de Vlaamse Rode Lijst staan (Bron: VLM 2011). Pagina 125 van 125

130 Algemene beschrijving Zoogdieren De meest voorkomende soorten zijn Konijn, Haas (in mindere mate), Egel en Mol. Volgens het INBO blijkt dat de omgeving van het projectgebied voor Vlaanderen één van de weinige plaatsen is waar Boommarters een vaste stek hebben. In werd de Boommarter in het noordelijk deel van de Vagevuurbossen waargenomen, palend aan de hoofdingang van de waterwinning en in 2000 werd een verkeersslachtoffer gevonden thv de Beernemsesteenweg. Tot voor kort nam men aan dat deze soort in Vlaanderen (en zeker in West- Vlaanderen) uitgestorven was. Bij de Steenmarter wordt een rekolonisatie van het projectgebied vastgesteld. Andere roofdieren zijn Vos (86 burchten binnen de WBE), Hermelijn, Wezel en Bunzing (frequent te Lindeveld). Zo werd in 2012 nog een verkeersslachtoffer waargenomen van Bunzing aan de afrit Beernem op de E40 (waarnemingen.be). Een bezette vossenburcht werd vastgesteld in de veldvijverdijk te Wildenburg 704e. Sinds een 10 tal jaar worden reeën waargenomen in het bosrijk gebied ten zuiden van Brugge. Vermoedelijk stammen deze dieren af van reeën die begin de jaren negentig uitgezet werden in de Munkebossen (Ruddervoorde). Ree werd bijna in alle bosplaatsen waargenomen met uitzondering van Hulstlo. Verschillende private eigenaars melden uitgebreide reëenschade aan jonge beplantingen. Sporadisch worden ontsnapte Damherten waargenomen, voornamelijk te Bulskampveld maar ook te Lindeveld (waarnemingen.be). De Rode eekhoorn is een soort die zich vooral thuis voelt in naaldbossen en komt dan ook vrij algemeen in het ganse projectgebied voor. Het projectgebied is tevens een Hot-Spot voor vleermuizen, niet alleen op Vlaams, maar zelfs op West-Europees niveau. Puntwaarnemingen zijn echter binnen het plangebied niet gekend. In ieder geval vormen de talrijke dreven binnen het plangebied een belangrijk jacht- en leefgebied voor verschillende soorten. De Vagevuurbossen in het bijzonder zijn van grote betekenis voor vleermuizen. De beukendreven herbergen grote dichtheden kolonies boombewonende grootoorvleermuizen (1 op 3 beuken zou bewoond zijn) (med. Bob Vandendriessche) (Adriaens, 2003). De Gulke Putten spelen voor vleermuizen voornamelijk een belangrijke rol als foerageergebied (worden regelmatig jagend aangetroffen). In 2006 kreeg het domein Lippensgoed- Bulskampveld een nieuwe winterverblijfplaats (vleermuizenhotel). De resultaten sinds de aanleg zijn verbluffend (jaarlijkse verdubbeling van het aantal vleermuizen, nu al 55). Foto links: vleermuisboom met meststreep in een Amerikaanse eik te Drie Koningen, rechts: ijskelder in het kasteelpark te Wildenburg. Pagina 126 van 126

131 Algemene beschrijving Sinds 2001 loopt in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos een inventarisatie- en monitoringsproject naar het voorkomen van en aantalsevoluties bij vleermuizen in enkele Vlaamse bosreservaten en domeinen, waaronder de Vagevuurbossen en het Lippensgoed- Bulskampveld. In het bossencomplex Vagevuurbossen-Bulskampveld en omgeving werden verscheidene kraamkolonies van vleermuizen in boomholten aangetroffen. Elf soorten vleermuizen, waaronder de uiterst zeldzame Mopsvleermuis en de Ruige dwergvleermuis, maken van dit bossencomplex en de nabije omgeving een gebied met bijzonder belang voor vleermuizen. Tabel 2-25: Vleermuizen in het projectgebied Biscopveld (Bron: VLM 2011). Soort Baard/Brandt s vleermuis Mopsvleermuis Franjestaart Ruige dwergvleermuis Gewone dwergvleermuis Gewone grootoorvleermuis Grijze grootoorvleermuis Meervleermuis (laatste waarneming 1992) Watervleermuis Rosse vleermuis Rode lijst Bedreigd Vermoedelijk verdwenen Vermoedelijk bedreigd Bedreigd Momenteel niet bedreigd Vermoedelijk bedreigd Bedreigd Bedreigd Momenteel niet bedreigd Momenteel niet bedreigd De ijskelder van het kasteelpark Wildenburg werd (in samenwerking met de Vleermuizenwerkgroep) ingericht als winterobject voor vleermuizen. Het totaal aantal vleermuizen per winter schommelt tussen de 25 en 45. Op 19 januari 2013 werd de temperatuur in de ijskelder geregistreerd door middel van een minimum-maximum thermometer: minimumtemperatuur 6 C, maximumtemperatuur 14 C (schriftelijke mededeling Floris Verhaeghe). Tabel 2-26: Vleermuizen in het overwinteringobject ijskelder kasteelpark Wildenburg (Bron: vleermuizenwerkgroep). Winter Watervleermuis Baard of Brandt s vleermuis Baardvleermuis Brandt s vleermuis Franjestaart Myotis spec. Gewone of Grijze grootoorvleermuis Gewone grootoorvleermuis Spec. Totaal winter winter winter ' winter '08-' winter '08-' winter '08-' winter '08-' winter '08-' winter '08-' winter '09-' winter '09-' winter '09-' winter '10-' winter '11-' winter Pagina 127 van 127

132 Algemene beschrijving Ook aan het kasteel Driekoningen bevindt zich een overwinteringsobject voor vleermuizen. Ook hier komen overwinterende Franjestaart, Watervleermuis, Grootoorvleermuis en Baard/Brandt s vleermuis voor. Tenslotte werd in 2005 ten westen van het kasteel Lippensgoed-Bulskampveld een ijskelder nagebouwd als overwinteringobject Herpetofauna Amfibieën In het plangebied zijn verschillende goede locaties aanwezig voor amfibieën. De meest algemene soorten die tijdens het terreinwerk werden waargenomen zijn Bruine kikker en Gewone pad. Groene kikker (bastaardkikker) werd waargenomen in de kleine zandwinningsput (102w) in Drie Koningen en de poel ter hoogte van 525y in Bulskampveld. Puntgegevens van salamanders zijn niet gekend. Vermoedelijk is de zandwinningsput in Drie Koningen een goede voortplantingsplaats voor Vinpootsalamander. Deze soort is ook waargenomen in de moeraszone van het gebied Sint-Amandus Bulskampveld (VLM 2011). In ieder geval is Vinpootsalamander gekend van Bulskampveld, Lindeveld (De Ketelaere) en de Gulke putten (bron: P. Bogaert, RL Houtland) Het Regionaal Landschap Houtland is gestart met het project Vinpootsalamander waarbij bij private (bos)eigenaren poelen kunnen worden aangelegd. De aanleg kan gratis gebeuren indien ze binnen een straal van ongeveer 400 meter ligt van bekende voortplantingsplaatsen. Door de Provincie West-Vlaanderen is er tevens een soortenbeschermingsplan in opmaak. De plaatselijke Natuurpuntafdeling De Torenvalk startte in februari 2013 met een amfibieënoverzetactie langs de Beernemsteenweg ten noorden van het kasteelpark Wildenburg. Reptielen In het plangebied worden zowel de Levendbarende hagedis als Hazelworm gemeld. Beide soorten werden waargnomen tijdens het terreinwerk op het heideperceel in de Blauwhuisbossen (612a). Beide soorten zijn ook gekend van het Lindeveld. Levendbarende hagedis komt tevens voor in het Bulskampveld (in bijzonder in het erkend natuurreservaat Bornebeek maar ook een kleine populatie in het bosreservaat). Historische waarnemingen zijn verder gekend van Drie Koningen (mond. med. O. Dochy) Vissen In verschillende waterlopen van het bekken van de Brugse polder werd in het verleden Bermpje teruggevonden. Het Bermpje vormt een aandachtssoort voor dit bekken en is ook een indicatorsoort voor het ecologisch herstel van dit bekken. Vooral de Bornebeek zou een evenwichtige populatie Bermpje huisvesten. Om een juiste inschatting te kunnen maken van de toestand van het aanwezige visbestand werd in april 2011 door het ANB, met behulp van elektrische afvissingen en fuikbemonstering, de soortensamenstelling en -densiteit geïnventariseerd op de bovenloop van de Bornebeek, op de Blauwhuisbeek, op de Getebeek en op de Hertsbergebeek (Parent & Meulebrouck, 2011). Pagina 128 van 128

133 Algemene beschrijving Figuur 2-23: Situering van de relevante onderzochte locaties uit Parent & Meulebroeck 2011: 1: bovenloop van de Bornebeek thv 3-Koningen (a) en het Bulskampveld (b), 2: Blauwhuisbeek thv kasteel Wildenburg (2a), Vagevuurbossen (2b) en aan de Getebeek stroomopwaarts de monding in de Hertsbergebeek (2), 3: Hertsbergebeek stroomafwaarts de samenloop van de Gete- en Ringbeek. Op de bemonsterde locaties ligt de soortendiversiteit vrij laag. De meest voorkomende soorten waren de Tien- en Driedoornige stekelbaars. In de Bornebeek werd Bermpje teruggevonden. De aanwezigheid van verschillende leeftijdsklassen van het Bermpje in de Bornebeek, wijst op een natuurlijke reproductie in deze waterloop. De aanwezigheid van natuurlijke meandering, holle oevers en begroeiing in deze loop vertaalt zich in een gevarieerder visbestand. Opvallend is de afwezigheid van bittervoorn in deze beek. Verder werden ook nog Baars en Paling teruggevonden, echter nooit in belangrijke aantallen. In de Blauwhuisbeek zijn enkel stekelbaars en de exoot Blauwbandgrondel gevangen. Mogelijks is dit te wijten aan de zwakke de waterkwaliteit. De verbetering van de waterkwaliteit van de Blauwhuisbeek via het natuurinrichtingsproject zal hier in de toekomst misschien soelaas brengen. Verder stroomafwaarts in de Getebeek werden ook Paling (1 individu) en enkele Bermpjes gevangen. Het visbestand in de Hertsbergebeek is beperkt tot stekelbaars. De onvoldoende waterkwaliteit hypothekeert een goed visbestand. In de grote parkvijver van kasteelpark Wildenburg komt karper voor. Vroeger was er ook Paling aanwezig in deze vijver. Pagina 129 van 129

134 Algemene beschrijving Invertebraten Dagvlinders Bijna alle waarnemingen van dagvlinders zijn afkomstig van eigen terreinwaarnemingen. Voorts konden we beschikken over (oudere) vlinderwaarnemingen van de waterwinning te Lindeveld (Dochy, 2000) aangevuld met waarnemingen ingevoerd in waarnemingen.be. Het plangebied is vrij arm aan dagvlindersoorten. Voornamelijk de hooilanden op het terrein van waterwinning zijn van belang voor (schraalland)vlinders. In het plangebied zelf komen met zekerheid een 20-tal vlindersoorten voor. Enkele soorten worden bijna overal waargenomen. Het betreft meestal trekvlindersoorten Atalanta en Dagpauwoog, soorten van (verruigde) graslanden zoals Bruin zandoogje, dikkopjes s.l. en Oranje zandoogje en cultuurvolgers (witjes). De laatste jaren is echter bij veel vlindersoorten, waaronder ook de meer algemene soorten, een duidelijke neerwaartse trend waar te nemen. Soorten als Kleine vos, Hooibeestje (te Lindeveld), Argusvlinder, Citroenvlinder en Kleine vuurvlinder doen het de laatste jaren aanmerkelijk minder of zijn bijna geheel verdwenen (Argusvlinder). Kleine vuurvlinder is nog steeds vrij algemeen in de hooilanden te Lindeveld. Een groot deel van de graslanden zijn (nog) te dicht en te soortenarm voor meer kieskeurige vlinders en er zijn te weinig mantelzoomsituaties. Alleen de hooilandperceeltjes te Lindeveld kunnen kieskeuriger soorten herbergen. Bruin blauwtje werd hier waargenomen op de taluds van de bezinkingsbekkens. Bruin blauwtje is een zeer mobiele pionierssoort die snel geschikte gebieden kan koloniseren. Verder komt in het plangebied nog een Rode lijstsoort voor, namelijk Kleine ijsvogelvlinder. Deze soort is niet waargenomen in het plangebied maar is in 2011 net ten oosten van Wildenburg aan de Beukendreef waargenomen (waarnemingen.be) was echter voor deze soort een uitzonderlijk goed jaar en zwervers zijn niet uitgesloten. Kleine ijsvogelvlinder is een echte bossoort die vooral in Eikenpage te Wildenburg vochtige bossen met Wilde kamperfoelie wordt teruggevonden. Tijdens inventarisaties werd de Eikenpage vastgesteld in het kasteelpark Wildenburg, meer bepaald in de eikendreef ten zuiden van bestand 704c. Tabel 2-27: waargenomen dagvlinders in het plangebied Soort Rode lijststatus Bosplaats Soort gebonden aan Atalanta Momenteel niet in gevaar Bulskampveld geen specifieke voorkeur Bont zandoogje Momenteel niet in gevaar algemeen open bossen en bosranden Boomblauwtje Momenteel niet in gevaar Blauwhuis/Bulskampveld diverse biotopen met bomen en struiken Bruin blauwtje Momenteel niet in gevaar Lindeveld droge graslanden Bruin zandoogje Momenteel niet in gevaar algemeen ruige graslanden Citroenvlinder Bijna in gevaar (NT) Blauwhuis (615a)/Drie Koningen/Bulskampveld bosranden; open bossen Dagpauwoog Momenteel niet in gevaar Bulskampveld geen specifieke voorkeur Eikenpage Momenteel niet in gevaar Wildenburg Gehakkelde aurelia Momenteel niet in gevaar Bulskampveld eiken in zonnige bosranden; eikenlanen; houtkanten; parken; open bosplekken bosranden; parken; open plekken in loof- en gemengde bossen; droge graslanden Groot dikkopje Momenteel niet in gevaar Blauwhuis (612a)/Bulskampveld geen specifieke voorkeur Pagina 130 van 130

135 Algemene beschrijving Soort Rode lijststatus Bosplaats Soort gebonden aan Groot koolwitje Momenteel niet in gevaar algemeen geen specifieke voorkeur Icarusblauwtje Momenteel niet in gevaar Lindeveld kruidenrijke vegetaties (rolklaver) Klein geaderd witje Momenteel niet in gevaar algemeen geen specifieke voorkeur Klein koolwitje Momenteel niet in gevaar algemeen geen specifieke voorkeur Kleine vuurvlinder Momenteel niet in gevaar Lindeveld open en droge gebieden Koevinkje Momenteel niet in gevaar Bulskampveld bosranden en graslanden Landkaartje Momenteel niet in gevaar Vagevuurbossen (854a) en Lindeveld ruigten en graslanden in de buurt van bossen Oranje zandoogje Momenteel niet in gevaar Blauwhuis/Bulskampveld/Lindeveld ruige graslanden Oranjetipje Momenteel niet in gevaar Blauwhuis vochtige hooilanden; zonnige ruigten in bosranden Zwartsprietdikkopje Kwetsbaar (VU) Lindeveld graslanden en ruigten Libellen Grotere waterpartijen worden in het plangebied teruggevonden te Wildenburg en in Drie Koningen. Meestal is de waterkwaliteit of de structuur onvoldoende om een goede libellenpopulatie op te bouwen. Een uitzondering vormt de kleine voormalige zandwinningsput in Drie Koningen (102w) met zeer helder water. Hier werd de, voor West- Vlaanderen vrij zeldzame, Metaalglanslibel aangetroffen. Alleen de structuur is niet ideaal met steile oevers doch met veel waterplanten. Een andere vrij geschikte poel is de brandblusput te Hulstlo met veel fonteinkruid. Andere soorten die teruggevonden zijn in het plangebied betreffen allen vrij algemene soorten: Lantaarntje, Oeverlibel, Blauwe glazenmaker, Azuurwaterjuffer, Watersnuffel, Grote keizerlibel en Bloedrode heidelibel. Plasrombout zou nog voorkomen op de grote heldere vijver te Drie Koningen (Adriaens 2003 in VLM 2011). Een ander vrij goed biotoop voor libellen zijn de bezinkingsbekkens te Lindeveld hoewel een groot deel op regelmatige basis volledig droogvalt. Deze bekkens trekken nogal wat zeldzame soorten. Dochy (2000) vermeldt: Zwervende pantserjuffer: maximaal een tiental exemplaren; Gewone pantserjuffer: enkele exemplaren; Lantaarntje: talrijk; Watersnuffel: twintigtal exemplaren; Viervlek: 1 exemplaar, mogelijk een zwerver; Gewone oeverlibel: zwervers of kleine vaste populatie; Grote keizerlibel: af en toe, zwervers; Blauwe glazenmaker: af en toe aan de bosrand, zwervers; Paardenbijter: af en toe aan de bosrand, zwervers; Geelvlekheidelibel: schaarse soort. Typisch voor uitdrogende plassen. Meer dan 30 pas uitgeslopen dieren op ; Bloedrode heidelibel: af en toe waargenomen, zwervers; Bruinrode heidelibel: enkele exemplaren. Sprinkhanen In het plangebied werden tijdens het terreinwerk een zestal soorten sprinkhanen waargenomen, namelijk: Zuidelijk spitskopje (Lindeveld), Gouden sprinkhaan (RL: zeldzaam), Grote groe- Pagina 131 van 131

136 Algemene beschrijving ne sabelsprinkhaan, Struiksprinkhaan (RL: zeldzaam), Krasser en Bruine sprinkhaan. De meeste waarnemingen zijn afkomstig van de hooilanden te Lindeveld en van het heideperceel (612a) in de Blauwhuisbossen. De Gouden sprinkhaan is geen echte Rode Lijst soort (zeldzaam), maar is wel een streekspecialiteit. Ze komt opnieuw massaal voor in het heideveldje in het provinciedomein maar is ook waargenomen op het heideperceel in de Blauwhuisbossen. Verder komt deze soort ook komt voor in de dreefkanten en langs beken in het landbouwgebied rond de bossen van Hulstlo- Lindeveld (Adriaens 2003 in VLM 2011). Belangrijk voor de soort is vocht (zoals voor veel sprinkhanen limiterend voor een goede ontwikkeling van de eitjes) en behoud van hoge vegetatie bij maaien waar ze eitjes kunnen inleggen. Begrazing is voor sprinkhanen in het algemeen de beste maatregel (structuurvariatie). De enige waarneming van Struiksprinkhaan werd gedaan langs de E40 te Lindeveld. Deze soort wordt door zijn verborgen levenswijze gemakkelijk over het hoofd gezien. Op Vlaams niveau is deze soort vrij algemeen en komt ook voor in stedelijke milieus. Inventarisatie van deze soort gebeurt best met een bat-detector (dit geldt trouwens voor alle sprinkhanen). Andere soorten die in het provinciedomein of het bosreservaat bekend zijn, zijn: Veenmol, gewoon doorntje, Gewoon spitskopje, Zanddoorntje (RL kwetsbaar) en Ratelaar. Bosmieren De aanwezigheid van de Kale (rode) bosmier (Formica polyctena) in de bosplaatsen Lindeveld en Hulstlo vraagt bijzondere aandacht voor het bosbeheer. Deze plaatsen herbergen één van de grootste concentraties aan koepelnesten in de provincie West-Vlaanderen (samen met de Sixtusbossen te Poperinge). De grootste bedreigingen vormen directe verstoring door landbouw en recreatie. Verdwijning van nesten is meestal definitief. Verplaatsing van nesten geeft over het algemeen geen goede resultaten (cf. resultaten in Nederland). Op het terrein werden alle koepelnesten nauwkeurig ingemeten (zie kaart 2.11f) waarbij er telkens een exemplaar werd ingezameld en gedetermineerd door W. Dekoninck (KBIN). Puntenwaarnemingen werden verder ook nog verstrekt door F. Jonckheere (VLM). Deze werden op het terrein nauwkeurig gecontroleerd om de al dan niet aanwezigheid van nesten na te gaan. Bijna alle koepelnesten bevinden zich op privaat terrein. De grootste concentraties aan nesten bevinden zich in de omgeving van Aanwijs, in het zuidwesten van de bosplaats Lindeveld, te Hulstlo ( bossen Bauwens ) en buiten het plangebied langs de Noendreef. Enkele koepels werden verder ook nog teruggevonden op de terreinen van de Waterwinning (rond de bezinkingsbekkens en ter hoogte van de E40). De weinige koepels te Bulskampveld lijken ondertussen verlaten. In 2009 werd ook een koepel gevonden ten zuiden van het bosbestand 857a van de bosplaats Vagevuurbos. Overige vindplaatsen situeren zich in de omgeving in het bosgebied van Hertsberge, aan de Hendriksberg, in het provinciaal domein Lippensgoed-Bulskampveld, en verder noord- en noordoostwaarts omgeving Turkije, kasteel di Coilde Miserie. Bosmieren bouwen hun koepels meestal in ijle bossen of in bosranden. Indien het bos te donker wordt (bvb. door dunningsachterstand) gaan bosmieren als reactie hierop satellietkoepels aanleggen. Uiteindelijk zullen ook deze koepels verdwijnen. Vermoedelijk bevinden enkele koepels binnen de Waterwinning zich al in dit (afsplitsings)stadium. Ook verbraming na dunningen vormt een probleem voor bosmierkoepels (overwoekering). Richtlijnen voor het behoud en versterken van populaties zijn (cf werkgroepsvergadering bosmier, 2009): Rust en bescherming tegen verstoring Aandacht voor voedselbomen Cfr. melken bladluizen Goede soorten: Zomereik, lork, Grove den Omgeving niet extreem open maken Omgeving niet volledig dicht laten groeien Voedselbomen binnen 100 m zone rond nest Pagina 132 van 132

137 Algemene beschrijving Aandacht voor bezonning Opwarming: ontwikkelen van broed Belang van bosrandontwikkeling met Z/ZW inval van zonlicht Aanleg van corridors voor geïsoleerde nesten (gras + voedselbomen) Aanwezigheid van naalden voor opbouw koepels is handig maar niet strikt noodzakelijk. Foto links: door heideherstel dreigen koepels te verdwijnen door verbraming te Lindeveld, rechts: koepels langs een brandgang in een Fijnsparrenbestand te Hulstlo Bosdifferentiërende elementen Onder dit punt worden de punt- en lijnvormige elementen in het plangebied beschreven die zich onderscheiden in de bos- en natuurzones. Het betreft natuurlijke elementen zoals poelen, dreven, bomenrijen etc. en landschappelijke elementen of relicten Natte zones, kwelzones, vijvers en poelen In het plangebied komen op verschillende plaatsen poelen en vijvers voor. Zie ook kaarten 2.13a-c. Verschillende randzones van poelen vertonen een interessante vegetatie met soorten als waterpostelein en waternavel en dit vooral in de bosplaats Wildenburg en de Vagevuurbossen. Interessante poelen met een goed ontwikkelende drijvende vegetatie van voornamelijk fonteinkruidsoorten zijn terug te vinden in Hulstlo en Wildenburg. De bospoelen in de Blauwhuisbossen zijn allen sterk beschaduwd en zeer slibrijk. Verder komen er enkele grote vijvers voor te Wildenburg en te Drie Koningen. Lokaal komt te Lindeveld ijzerrijke kwel aan de oppervlakte voorbeelden hiervan zijn te vinden aan de achterkant van het VMW-gebouw (432t), op het bospad in 421a en tussen 418c en 418e. Tabel 2-28: overzicht van de natte zones, vijvers en poelen in het plangebied Poelnummer Bestand Opmerking - 301a Kleine vijver met veel duizendknoop- en drijvend fonteinkruid. Fungeert als brandblusvijver voor nabijgelegen houtbedrijf VV-p1 854b Vrij grote troebele poel waar waterwild wordt gevoederd met maïs. Deel zandige oevers met waterranonkel, waterweegbree, gele lis en pitrus. VV-p2 854b Heldere poel met lisdodde, gele lis, waterweegbree, pijlkruid (adventief?) met zandige oevers. BH-p3 600b Donkere, slibrijke bospoel met veel Hz/zEl en ged op rand BH-p2 601b Bospoel met op rand hakhout van zel, ze en ged. Verder nog blauw glidkruid en groot moerasscherm op rand BH-p1 603d Bospoel met veel watervorkje (Riccia) WI-p1 700y Ondiepe poel met sterk betreden randen (paarden) aangelegd door Regionaal Landschap. Poel bevat Waternavel, Waterpostelein en Duizendknoopfonteinkruid) WI-p2 700x Plas-dras in verlengde van de grote noordelijke vijver. Tijdens zomer van 2012 trad hier sterke algenbloei op. Ook hier zijn oevers sterk betreden w1 Grote slibrijke vijver met eilandje. Randen deels met hakhout van zel. Pagina 133 van 133

138 Algemene beschrijving Poelnummer Bestand Opmerking - 700w2 Sleutelvormige vijver met klein eilandje. Randen met veel rododendron. BV-p1 525y Langwerpige poel in koeienweide met schiet- en grauwe wilg in de rand. Rand met moerasrolklaver, pitrus, grote wederik, waternavel, schildereprijs en lisdodde. Groot deel van wateroppervlakte wordt bedekt door grote kroosvaren (exoot) w Voormalige zandwinningsput met lisdodde, gele lus en moeraszegge in rand, verder nog (adventieve) waterlelies. In rand staat vrijveel Be/NH/aE/Rho en Wi. In oostrand zijn alle berken gekapt (potentie voor natte heide) w Slibrijke, troebele (eenden!) kasteelvijver. Rand ijs vrij schraal met lokaal stinzenflora y Bezinkingsbekkens (ijzerslib) van WMV met op de rand goed ontwikkelde struisgrasvegetatie. Deel van bekkens valt droog in de zomer. In water is geen vegetatie aanwezig (geen fosfaten?) Foto: brandblusput met veel Drijvend- en Duizenknoopfonteinkruid te Hulstlo Opmerkelijke solitaire bomen en bomengroepen Opmerkelijke bomen, die zich omwille van hun leeftijd, stamomtrek, groeivorm of andere bijzondere kenmerken onderscheiden worden vermeld in en op kaarten 2.13a-c. De meest imposante bomen bevinden zich in de kasteelparken van De Varens, te Wildenburg, Drie Koningen en de Warande. Tabel 2-29: overzicht van merkwaardige bomen Bosplaats Bestand Soort aard Drie Koningen Omtrek (cm) 108a zomereik solit. Boom 315 Opmerking 110a tamme kastanje Bomengroep ex., 2 vergroeid 110a amerikaanse eik solit. Boom a ae Bomengroep 441 ae kwijnend 112a beuk Bomengroep ex, 1 met veel dode takken 112a beuk Bomengroep ex., 1 met tonder 113a beuk Bomengroep ex. 114a beuk solit. Boom a tamme kastanje solit. Boom a lork solit. Boom c zomereik solit. Boom e beuk Bomengroep e zomereik solit. Boom x beuk Bomengroep 500 asymmetrisch, onstabiel, veel dode takken grootste met tonder aan voet, 5ex. Pagina 134 van 134

139 Algemene beschrijving Bosplaats Bestand Soort aard Lindeveld Blauwhuisbossen Wildenburg Omtrek (cm) 416a Corsikaanse den Bomengroep ex. 419y populier solit. Boom 390 knotpopulier 430y winterlinde Hakhoutstoof - 2 ex.ha 603c beuk solit. Boom d zomereik solit. Boom a zomereik Bomengroep ex. 604a amerikaanse eik solit. Boom 350 Opmerking 611a populier Bomengroep ex., ook dikke ze 611a amerikaanse eik solit. Boom a zwarte els Hakhoutstoof a beuk solit. Boom a beuk solit. Boom a beuk solit. Boom w2 zomereik solit. Boom 380 met secundaire kroonvorming 700x moerascypres Bomengroep ex 700x moerascypres Bomengroep ex. 700x moerascypres solit. Boom x zomereik solit. Boom x moerascypres solit. Boom - 700y zomereik solit. Boom a Hol. linde Bomengroep - deels oud ha 702b Hol. linde Hakhoutstoof t Hb Bomengroep 400 oud ha, 5 ex. 704b zomereik solit. Boom b zomereik solit. Boom b moeraseik solit. Boom d beuk solit. Boom 460 met tonderzwam 704e tamme kastanje solit. Boom a haagbeuk Bomengroep 250 2ex ineen 710a winterlinde Hakhoutstoof Dreefbomen, hagen, houtkanten en bomenrijen Opmerkelijk voor het plangebied zijn de bomenrijen en dreven in een regelmatig dambordpatroon. Dit patroon vindt zijn oorsprong in de ontginningsgeschiedenis van het vroegere heideen boslandschap. Ook fragmenten van heischraal grasland kunnen aangetroffen worden in de bermen, met soorten als Struikhei, Tandjesgras, Gewone veldbies en Brem. In deze dreven en bermen bleef de bodem en vegetatie doorgaans gespaard van bodembewerking. Daardoor is de ontwikkeling van waardevolle vegetaties mogelijk. De dreven komen vrij uniform verspreid voor binnen alle bosplaatsen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen enkele en dubbele dreven. De meeste dreven zijn gelegen in bosverband. In totaal komt er in het plangebied een kleine 30 kilometer dreven met dreefbomen voor verdeeld over 125 segmenten. De meest voorkomende dreven zijn voornamelijk eiken- en (rode) beukendreven, respectievelijk 8,2 km en 13,8 km (of 73%). Verder komen er nog 1,6 kilometer gemengde dreven van Zomereik en Beuk voor. Een niet onbelangrijk aandeel wordt ingenomen door dreven van Amerikaanse eik en dit over een lengte van ongeveer 3,7 kilometer (hoofdzakelijk in de Blauwhuisbossen). Veel dreven zijn echter niet uniform naar soortensamenstelling toe. Soms komen er dreven voor waarbij de afzonderlijke rijen uit verschillende boomsoorten bestaan of waar binnen dezelfde rij, verschillende boomsoorten werden gebruikt. Naast Beuk en Zomereik worden ook Populier en in mindere mate naaldhout aangewend. Pagina 135 van 135

140 Algemene beschrijving Alle rijen werden in 2012 opgemeten. Daarvoor werden in elke rij van drie significante bomen de omtrek en de plantafstand opgemeten. Kleine landschapselementen onder de vorm van hagen en houtkanten worden slechts zeer zelden in het plangebied waargenomen. Bomenrijen komen meestal voor onder de vorm van populieren- en eikenrijen. Alle lijnvormige houtige elementen worden weergegeven op kaarten 2.13a-c. Een overzicht van alle dreven is weergegeven op kaart 2.13d. Een gedetailleerde omschrijving van de dreven wordt weergegeven in het hoofdstuk van de beheermaatregelen (in tabel 6.1: beheermaatregelen) Tabel 2-30: overzicht van de hagen, houtkanten en bomenrijen Lengte Bosplaats Nr. Soort aard (m) h1 ae Bomenrij in bosrand met enkele zware populieren 230 Blauwhuisbossen h2 Mei Oude verdrukte meidoornheg in noordrand van 603d 111 Drie Koningen Lindeveld h1 zel/ze Houtkant van oud hakhout op oeverwal aan de Galgetoren 233 h2 hb/b/hulst oud geschoren, geschoren en geleid in slechte toestand 108 h1 mei/slee jonge vrij uitgroeiende haag 164 h2 xpo Bomenrij, 15 ex., knotpopulieren 290 Vagevuurbossen h1 xpo Bomenrij in bosrand 230 Wildenburg h1 B/rB Bomenrij 10 ex. 190 h2 taxus jonge haag op talud 37 Foto: dreven vormen soms nog de laatste refugia voor heischrale soorten zoals hier in de Blauwhuisbossen Bosranden Gradiëntrijke bosranden met mantel-zoomvegetaties zijn in het plangebied vrijwel niet aanwezig. Wel worden te Lindeveld in de rand van vrijwel alle hooilanden een zoom bewaard. Deze bestaat hoofdzakelijk uit bramen, Gewoon wilgenroosje of Adelaarsvaren. Pagina 136 van 136

141 Algemene beschrijving Aan de nieuwe beplantingen ter hoogte van de E40 is als scherm een bosrand (9mx150m) aangelegd met tal van inheemse en uitheemse soorten (Cotoneaster, Amelanchier, Prunus, Crataegus etc..) terwijl rond de spontane verbossing te Lindeveld (470a) een bosrand met inheemse struiken is aangelegd (Spork, Wilde lijsterbes en Hazelaar). In de zuidrand van 306a komt hakhout van Zomereik, Spork, Wilde lijsterbes en Hazelaar voor op een kleine boswal. In de Blauwhuisbossen komt in de noordrand van 603a en 610a (autochtoon) hakhout van Wilde lijsterbes, Hazelaar, Zwarte els en Haagbeuk voor. 2.4 Opbrengsten en diensten De diensten, die de bossen verstrekken, hebben betrekking op de ecologische functie van de bossen en de recreatiemogelijkheden. De opbrengsten die de bossen genereren zijn afkomstig uit de verkoop van hout en het verpachten van de jacht Houtverkoop en vergunde kappingen Tot op heden was er voor alle private eigendommen groter dan 5 ha een goedgekeurd beperkt bosbeheerplan waarin de kapwerken uit het verleden werden opgenomen en goedgekeurd. Er zijn geen gegevens beschikbaar over de opbrengsten van deze kapwerken in de private bosgedeelten. Het betreft meestal klassieke dunningen. Hakhout wordt dikwijls voor eigen gebruik geoogst of verdeeld onder buren en familie. In Tabel 2-31 wordt een overzicht gegeven van de houtverkopen te Bulskampveld en de waterwinning (Lindeveld). Verder werden er brandhoutlotjes verkocht in de waterwinning te Lindeveld met een maximum aan 50m 3. Zo werden brandhoutlotjes verkocht in 2010 (418h, 422c, 423a, 424a en 429a), 2011 (401b, 402a, 402b, 411a, 412a, 422a en 429a) en 2012 (405a en 407a). Tabel 2-31: overzicht van de houtverkopen te Bulskampveld en Lindeveld (waterwinning) dienstjaar bomen (m 3 opmerking aantal vol. lot/bestand soort ) Bulskampveld lot lot loofhout? 151 naaldhout? 1394 loofhout? 247 naaldhout? 1030 ZO-deel domeinbos ZW-deel domeinbos percelen 501, 502, 503 en ?? dunning uit jonge percelen lot 3 (502b/517a/517b/517c/518a/51 8b/518c/519a/519d/520a/520c/5 21a/522a/524e/526f) Waterwinning 2012 Ps Be 7 1 Do B L Den sp Pc ae ze fsp Es Wi 2 1 Cipres sp. 1 1 lot LH+NH? 427 lot LH+NH? 535 ZO-deel domeinbos Pagina 137 van 137

142 Algemene beschrijving lot/bestand dienstjaar soort aantal bomen vol. (m 3 ) opmerking lot loofhout? 207 naaldhout? 335 lot LH+NH? 523 vnl. beuk uit perceel 411 en Ps uit lot B? 28 B uit straatrand van perceel 412 lot LH? 85 dreef en straatrandbomen omgeving Dravershoeve Jacht Het plangebied situeert zich binnen het werkingsgebied van de wildbeheereenheid Drie Koningen. In de meeste private bestanden (De Varens, Warande, Drie Koningen, Wildenburg) wordt vrij extensief (1 à 2x per jaar) gejaagd. Binnen het domeinbos Bulskampveld is het jachtrecht niet verhuurd. Op de terreinen van de VMW te Lindeveld is de jacht wel verhuurd en dit voor 1833 euro per jaar. De jachtverpachting loopt af in juni 2013 en zal terug worden verlengd. Te Lindeveld mogen er maximaal 2 jachtdagen per seizoen georganiseerd worden. De jacht op Houtduif en Konijn mag altijd uitgevoerd worden (max. 4 personen). De groei van de populaties van ree (eventueel ook Damhert) wordt opgevolgd en op basis hiervan worden afschotgegevens bepaald. Naar aanleiding van de stijgende populatie en relevante stijging van aanrijdingen en landbouwschade kan een groter afschot buiten de domeinbossen worden toegestaan. Indien nodig of nuttig kan licentiejacht worden overwogen. Jaarlijkse wildtellingen vinden plaats door de plaatselijke WBE, ANB beheer en het INBO (zie ). Afschotplannen worden opgesteld indien er veel schade aan de landbouw wordt vastgesteld of indien er zich veelvuldig aanrijdingen voordoen Agrarisch medegebruik Voor de hooilanden te Lindeveld zijn kostenloze gebruiksovereenkomsten afgesloten met gebruiksbeperkingen (geen bemesting enz.). Een gebruiksovereenkomst is tevens ook afgesloten voor het begrazen van het weilandperceel (525y) te Bulskampveld. Een landbouwpacht is afgesloten voor het noordelijke weiland (708x) te Wildenburg. Voor bestanden 532a en 532b (Bulskampveld) is een negenjarige gebruiksovereenkomst afgesloten met Natuurpunt. 2.5 Beschrijving van de boswegen en andere bosinfrastructuur Boswegen Onder boswegen verstaan we alle wegen in de bosbestanden die geen openbaar karakter hebben (= buurtweg of openbare weg). Het plangebied beschikt over een vrij uitgebreid netwerk van boswegen. Deze boswegen zijn terug te vinden op kaart 2.15a Recreatieve en educatieve infrastructuur Vooral het Lippensgoed-Bulskampveld kent een vrij intensief recreatief gebruik. De omliggende domeinen zijn niet toegankelijk met uitzondering van het Wildenburg wandelpad die langs de zuidgrens van Wildenburg loopt. 9 Een uitgebreide beschrijving van de infrastructuu van het park te Wildenburg is terug te vinden in het desbetreffende parkbeheerplan. Pagina 138 van 138

143 Algemene beschrijving Te Bulskampveld zijn recreatieve infrastructuur aanwezig om recreëren in het bos toe te laten en te sturen (kaart 2.14). Borden Provinciale wandelroutes worden aangeduid met bebording binnen dezelfde huisstijl met groene kleur en een symbool. De wandelingen in het provinciedomein worden bewegwijzerd met gekleurde pijltjes. Wandelingen die door andere actoren aangeboden worden, zijn telkens voorzien van een eigen huisstijl. De wandelnetwerken worden bewegwijzerd met rechthoekige knooppuntbordjes met rode kleur. De fietsnetwerken worden bewegwijzerd met knooppuntborden en doorverwijzingsborden. Het zijn rechthoekige witte bordjes met groene tekstopdruk, bevestigd aan metalen palen. De ruiterroute wordt aangeduid met zeshoekige bordjes op houten palen. Naast de borden die de algemene toegankelijkheid regelen (verbods- en toegangsborden), wordt nog een onderscheid gemaakt tussen infoborden en welkomstborden. Deze borden zijn uitsluitend terug te vinden in het domeinbos te Bulskampveld Barelen en poorten Aan de meeste toegangspunten te Bulskampveld en in de bestanden van de Provincie worden houten barelen of klappaaltjes voor plaatselijk vervoer geplaatst om te vermijden dat er voertuigen in het bos kunnen rijden. Om een goede geleiding te voorzien zijn er ook verschillende voetgangerspaaltjes geplaatst, enerzijds om gemotoriseerd verkeer uit het bos te weren en anderzijds om een duidelijke functiescheiding van het padennetwerk aan te duiden (bvb daar waar ruiters en wandelaars dezelfde bedding gebruiken). Ook in de private bestanden van Drie Koningen, Wildenburg en de Blauwhuisbossen worden barelen gebruikt om toegangswegen af te sluiten. Hier worden tevens ook verschillende poortjes gebruikt. De hoofdingangen van de Waterwinning te Lindeveld worden allen afgesloten door 2 meter hoge ijzeren hekken (vb. langs de Noendreef en te Hulstlo). Zie situering kaart 2.14 en kaart 5.6. Op deze kaarten zijn de ook de plaatsen weergegeven waar er nog bijkomende barelen dienen te worden geplaatst. Zitbanken Er zijn een aantal zitbanken aanwezig in het plangebied. Deze zijn vrijwel allen gelegen in de bosplaats Bulskampveld. Afsluitingen In het plangebied zijn er enkele afsluitingen aanwezig om de bezoekers te geleiden of juist weg te houden uit de bestanden. In volgende bestanden is er een afsluiting aanwezig (afsluitingen op eigendomsgrenzen zijn niet weergegeven): De meeste noordelijke lindenaanplant (604a) te Bulskampveld wordt afgesloten van het domeinbos door middel van prikkeldraad Het gehele domein van de waterwinning te Lindeveld wordt afgesloten door middel van gladde draad. In 857a (Vagevuurbossen) staat een tuinhuis Andere In het plangebied zijn verder nog volgende recreatieve/educatieve voorzieningen aanwezig: Enkele brugjes over de Bornebeek zijn aanwezig in Drie Koningen en te Bulskampveld en over kleinere waterlopen te Wildenburg en in de Blauwhuisbossen. In de zuidrand van 588a (Bulskampveld) staan verschillende bijenkasten In Drie Koningen staan een woonwagen ter hoogte van een bospad (105b) Verspreid over het plangebied komen verschillende jachtkansels, jachthuisjes en (fazanten)voederplaatsen voor. Pagina 139 van 139

144 Algemene beschrijving Cultuurhistorische elementen Deze werden al grotendeels in vorige hoofdstukken besproken waarbij het gaat over kapelletjes (Sint-Amandus, Drie koningen en Wildenburg), grafmonument (Drie Koningen), Jeu de Paume (Drie Koningen, de galgetoren, ijskelder (Wildenburg) enz Openbare nutsvoorzieningen Bovengrondse elektrische leidingen zijn gelegen te Drie Koningen (Drie Koningenstraat), Blommeke (Sint-Amandus), langs de Noendreef en te Hulstlo (Lindeveld), langs de Beernemsesteenweg (Bulskampveld en Wildenburg), langs de centrale dreef te Bulskampveld naar de centrale woning en door het weiland 708x te Wildenburg. Door het oostelijke deel van Bulskampveld loopt een ondergrondse telefoonlijn naar de centraal gelegen woning. Een hoofdwaterleiding van TMVW is gelegen door het kasteelpark van Drie Koningen. Het betrokken kadastraal perceel 427a2 is om deze reden onteigend. Te Lindeveld is heel wat infrastructuur terug te vinden (pompgemalen, collectoren en pompputten) in het kader van de waterwinning. 2.6 Recreatieve functies en toegankelijkheid Zie kaarten 2.15a en 2.15b Toegankelijkheid Het provinciedomein Lippensgoed-Bulskampveld en de domeinbossen Bulskampveld en Vagevuurbos zijn opengesteld voor het publiek en kunnen door bezoekers worden bezocht langs een uitgebreid netwerk van paden en openbare (voet)wegen. Ook de bosbestanden van het PC Sint-Amandus zijn toegankelijk voor wandelaars. De toegankelijkheid van de openbare wegen wordt aangegeven d.m.v. verkeersborden. De toegangsbepalingen op de niet-openbare wegen in het openbare bosdeel worden aangegeven op de wettelijk vastgelegde borden van ANB. Alle bossen zijn voor het publiek steeds toegankelijk, zij het enkel op de boswegen en op de openbare doorgangswegen. Boswegen zijn alle (delen van) wegen die in het bos liggen los van het eigendomsstatuut. Wanneer een bosweg is opgenomen in de Atlas van de buurtwegen heeft deze een openbaar karakter. In het geval het een openbare weg betreft die is uitgerust om gemotoriseerd verkeer te ontvangen is er niet langer sprake van een bosweg maar wel van een doorgangsweg. Naast de boswegen worden bospaden onderscheiden. Dat zijn voetwegen waarop slechts één voetganger tegelijk kan passeren. Ze kunnen slechts als bosweg worden beschouwd wanneer ze deel uitmaken van het toegankelijke wegennet zoals beschreven in het beheerplan of in het toegankelijkheidsreglement. Uit artikel 10 (hfst. 2, afd.2) van het Bosdecreet volgt dat dergelijke paden, als ze niet als bosweg worden beschouwd, niet toegankelijk zijn, tenzij met toestemming van de bosoverheid. Deze regeling maakt dat principieel alle bossen ook de private toegankelijk zijn. De eigenaars behouden echter het recht om hun bos ontoegankelijk te stellen. Dit kan aan de hand van bordjes die door de Bosgroep bij het ANB worden aangevraagd. Van de verplichting om op de wegen te blijven kan worden afgeweken voor o.a. speelzones. Het bosreservaat in het Bulskampveld (grenzend aan het plangebied) is niet toegankelijk. De bosplaatsen Hulstlo, Driekoningen, Blauwhuisbossen en Wildenburg zijn privaat eigendom en niet vrij toegankelijk. Occasioneel (vb. Open Monumentendag) of op verzoek kunnen deze domeinen mits toestemming van de eigenaar bezocht worden. Een uitzondering vormt het Wildenburg wandelpad die gelegen is in de zuid- en oostrand van het kasteeldomein te Wildenburg. Pagina 140 van 140

145 Algemene beschrijving Het landschap van Lindeveld is toegankelijk via de openbare wegenis en via het wandelnetwerk. Wandelaars zijn enkel toegelaten op de daarvoor bestemde paden en op de openbare weg. Te Bulskampveld wordt de toegankelijkheid geregelg via een goedgekeurd toegankelijkheidsplan (zie ). Fietsers zijn enkel toegelaten op de daarvoor bestemde paden en op de openbare weg. Binnen de bossen wordt de toegankelijkheid voor fietsers geregeld via een goedgekeurd toegankelijkheidsplan. Ruiters zijn enkel toegelaten op de daarvoor bestemde paden en op de openbare weg. Binnen de bossen wordt de toegankelijkheid voor ruiters geregeld via een goedgekeurd toegankelijkheidsplan. In de openbare domeinen zijn ruiters enkel toegelaten op paden waarover de Bulskampveldruiterroute loopt Wandelroutes Het plangebied wordt grotendeels ontsloten voor wandelaars door het wandelnetwerk Bulskampveld. Dit wandelnetwerk omvat meer dan 150 kilometer paden en 112 knooppunten. Daarnaast omvat het plangebied een aantal wandelroutes: De Wandelroute Bulskampveld (8,9 km) verkent het domein Lippensgoed- Bulskampveld Het educatief wandelpad St. Amandus (1,6 km) start langs de Heirweg aan de parking Aanwijs. De Parkwandeling (2,7 km) start aan het kasteel van Bulskampveld. t Veldwandeling (4,5 km) start aan het kasteel van het Bulskampveld. De Vagevuurboswandeling (ANB) betreft een 6,6 km lange wandelroute, dat deels ingekort kan worden. De startplaats is het infobord aan overkant van parking Aanwijs. Wandelcircuit Gulke Putten (rode route: 3,5 km; groene route: 6 km) worden aangeboden door Natuurpunt en hebben diverse startplaatsen. Het leerpad Sint-Pietersveld is aangeboden door De Zande en start aan dit centrum aan de Bruggesteenweg. Het Wildenburgwandelpad (6,7 km) grenst aan het kasteelpark Wildenburg. Dit wandelpad vertrekt aan de St.-Joriskerk en leidt langs het kasteelpark Wildenburg richting het Sint-Pietersveld en Vagevuurbossen. Het pad loopt langs de zuidgrens van het kasteelpark Wildenburg op eigendom van Guy van der Bruggen. Hiertoe is een toestemming gegeven tot publiek gebruik van de betreffende dreef. Het betreft een provinciale wandelroute. De Bloso loopomloop (5,3km) start de parking Aanwijs. De langeafstandswandelroute GR129 Dwars door België De langeafstandswandelroute GR131 Krekengebied-Ieperboog Fiets- en mountainbikeroutes De Beernemsteenweg N370 is geselecteerd als bovenlokale fietsroute. In principe (RSV), maar niet noodzakelijk, wordt uitgegaan van een gescheiden verkeersafwikkeling autoverkeer fietsverkeer. De aanleg van een afgescheiden fietspad is in ontwikkeling. Het plangebied maakt deel uit van het fietsnetwerk Bulskampveld. Het gaat om een samenhangend netwerk van aantrekkelijke en veilige fietswegen. Op de kruising van fietstrajecten ontstaat een knooppunt, zie kaart 2.15b. Ook de Bulskampveldfietsroute (43 km, start aan parking Aanwijs) is van belang. Deze route passeert langs en door het provinciedomein Lippensgoed-Bulskampveld, de Vagevuurbossen en Kampveld. Pagina 141 van 141

146 Algemene beschrijving Ten zuidoosten van het plangebied situeert zich de Poekebeekfietsroute. Deze route van 45 km start aan het dorpsplein van Poeke. Centraal doorheen het plangebied is ook een mountainbikeroute gesitueerd, met name de Breugel-Molen mountainbikeroute. Deze sluit aan op overige routes ten oosten van het plangebied Ruiterroutes Binnen het plangebied ligt er één provinciale ruiterroute. De route start aan parking Driekoningen of parking aanwijs en is 18 km lang. Menners zijn niet toegelaten in het domein Lippensgoed-Bulskampveld met uitzondering van de zuid-oostelijke bosrand van Bulskampveld. Ook draf en galop is niet toegelaten, enkel wandelruiterij. De ruiterroute overlapt op bepaalde stukken met andere routes, zoals wandelroutes. Aan de Heirweg bevindt zich een manege, Heirweghof Autoroutes De Houtlandroute doorkruist het provinciaal domein Bulskampveld. De Molenlandroute voert door het provinciedomein en de Vagevuurbossen Parkeergelegenheid Het provinciedomein Lippensgoed-Bulskampveld beschikt over twee parkings: Parking Aanwijs met ingang aan de Reigerlostraat (N370) 590 plaatsen; Parking Driekoningen aan de Wellingstraat (N368) 450 plaatsen. Daarnaast is er nog een kleinere parking: Parking aan de kerk van Wildenburg (start van het Wildenburg wandelpad); +/- 30 plaatsen; Voor de omgeving van Aanwijs en kerk Wildenburg zijn er plannen tot herinrichting (2015) in het kader van het Landinrichtingsproject (VLM) Onthaalfinfrastructuur Het bezoekerscentrum van het provinciaal domein Lippensgoed-Bulskampveld fungeert als onthaalzone en educatief centrum Speelzones In het provinciaal domein Lippensgoed-Bulskampveld bevindt zich een speelzone met oppervlakte van ongeveer 7 ha. Deze speelzone situeert zich nabij de parking Driekoningen. De speelzone is niet specifiek ingericht, is weinig uitnodigend (verbraming) en wordt gebruikt als zomerspeelzone voor jeugdtentenkampen. In het domeinbos Lippensgoed-Bulskampveld bevindt zich bij de parking Aanwijs (503y) een kleine speelzone met oppervlakte van 0,35 ha. Momenteel wordt er gewerkt aan een aanvraag voor een bestemmingsomvorming tot hondenlosloopzone (inrichting zal klaar zijn tegen najaar 2014). Pagina 142 van 142

147 Knelpunten 3 Knelpunten Volgende knelpunten zijn in en rond het plangebied aanwezig (zie ook kaarten 3.1a en 3.1b): Abiotische knelpunten Atmosferische depositie De standplaatskenmerken van het gebied zijn gewijzigd onder de vroegere hoge atmosferische deposities van verzurende componenten. Op heden is de stikstofdepositie (verzurend en vermestend) nog zeer hoog, wat zich onder meer vertaalt in de ondergroei van de bosvegetaties. Verzuring en vermesting zijn een belangrijk probleem voor de bosbodems. Oppervlaktewaterkwaliteit Zwakke waterkwaliteit in de Blauwhuisbeek, waarschijnlijk te wijten aan verontreiniging door bemesting en huishoudens. De Miseriebeek en de Galgeveldbeek kennen tevens een zwakke waterkwaliteit. De Bornebeek is relatief weinig verontreinigd. Algemeen blijkt dat uitspoeling van nitraat en in mindere mate fosfaat een grote invloed heeft op de beeksystemen. Grondwaterkwaliteit Grondwater gekenmerkt door hoge sulfaatgehalten, deels door natuurlijke processen, deels door vermestende processen. Opvallend zijn de hoge tot zeer hoge nitraatwaarden onder de landbouwpercelen. Nitraatuitspoeling vanuit landbouwgronden heeft een sterke invloed heeft op de samenstelling van het grondwater. Niettemin blijken de stikstof- en fosfaatconcentraties in het grondwater in de natuurgebieden laag. Bij bemesting met stikstof op pyriethoudende bodems verdwijnt nitraat d.m.v. nitraatreductie door pyriet uit het systeem met sulfaatproductie als gevolg. Dit leidt op zijn beurt tot verhoogde fosforvrijstelling door versnelde afbraak van organisch materiaal. Afval en vervuiling van bosranden Op plaatsen waar het bos aan woningen, buitenverblijven of doorgangswegen grenst of in de nabijheid ligt, worden soms sluikstorten doorgaans van organisch (tuin)afval, soms ook huishoudelijk of landbouwafval gevonden. Dit zorgt voor terreinverstoring wat zich het meest manifesteert in vegetatieverruiging en soms ook in verlies van uitzonderlijke vegetatiewaarden en potenties. In sommige bestanden treedt er een vertuining op in de bestanden zoals te Sint- Amandus (Bonte gele dovenetel), de noordrand van Hulstlo grenzend aan de woonwijk (diverse soorten), ter hoogte van het westelijke ruiterpad te Bulskampveld of in de kleine bestanden van de Vagevuurbossen. Ook het aanpalend landgebruik kan sterk verstorende effecten hebben in de bosranden. Zo is er intens pesticidengebruik langs de bosrand van 201a en 202a te Sint-Amandus. Verder wordt nog vrij veel pesticiden gebruikt om onkruid te verdelgen te Wildenburg. Soms wordt slib gestort in het bos van de ruiming van de beek zoals in 854b (Vagevuurbossen). In de meeste gevallen betreft het echter grasafval (door eigenaar of sluikstort) of steenafval. Zo werden zeer recentelijk dakpannen gestort in een dreef in de Blauwhuisbossen net op de plek waar een uitgebreide populatie Blauwe knoop voorkomt. Deze opvoering van de dreef werd waarschijnlijk uitgevoerd voor de exploitatie van het naburige populierenbestand. Pagina 143 van 143

148 Knelpunten Foto links: opvoering van een dreef op de groeiplaats van Blauwe knoop ten zuiden van 620a (Blauwhuisbossen), rechts: woekering van bonte gele dovenetel te Bulskampveld (502a). Ook plaatsen met wildvoederplaatsen (meestal van fazanten) kunnen tijdelijk puntvormige vervuilingen opleveren, wanneer deze niet of onvoldoende worden opgevolgd. Jachtinfrastructuur In de private bosbestanden komt soms jachtinfrastructuur voor zoals trechtervallen met levend lokaas en (oude) vogelkooien (te Drie Koningen, Lindeveld, Blauwhuisbossen en de Vagevuurbossen). Andere jachtinfrastructuur heeft al lang hun functie verloren en wordt best uit het bos verwijderd Biotische knelpunten Invasieve soorten Zie hiervoor Gebrekkige potenties voor (her)kolonisatie door doelsoorten Van heel wat doelsoorten wordt aangenomen dat deze al voor 1850 verdwenen zijn, waardoor de kans op herontwikkeling vanuit de zaadbank uiterst gering is. Veel soorten zullen zich moeten uitbreiden vanuit (vaak zeer kleine) relictpopulaties. Onvoldoende staat van instandhouding van habitattypes Veel bosbestanden zijn in een ongunstige staat van instandhouding. Met name een groot aandeel exoten (Amerikaanse eik, Tamme kastanje, naaldhout), te klein structuurareaal, onvoldoende verticale en horizontale gelaagdheid, te kort aan dood hout en een significant verruiging van de kruidlaag zorgen ervoor dat deze bestanden tot op heden vrij slecht ontwikkeld zijn. Homogene en structuurarme bestandenopbouw Aanzienlijk wat bosbestanden bestaan uit homogene boombestanden met Grove den en Amerikaanse eik maar soms ook Tamme kastanje, Lork, Douglasspar, Witte els en Corsikaanse den met een ontbrekende of structuurarme en eenzijdige struik- en kruidlaag. Dat zorgt ervoor dat gediversifieerde ontwikkelingen op veel plaatsen achterwege blijven. Merk op dat in sommige inheemse bestanden waar Zomereik voorkomt de natuurlijke verjonging achterwege blijft (zoals in heel wat gebieden in Vlaanderen). Beheerachterstand Meerdere bospercelen hebben een belangrijke dunningsachterstand, wat de rendabiliteit van het bos in ongunstige zin beïnvloedt en de bosevolutie zoals bosverjonging en de ontwikkeling van een struik- en kruidlaag benadeelt. Veel bossen in het plangebied vertonen nauwelijks nog natuurlijke verjonging en zullen zich waarschijnlijk ook niet meer spontaan verjongen zonder gerichte beheermaatregelen die voorzien in voldoende lichtinval in het bos. Indien geko- Pagina 144 van 144

149 Knelpunten zen wordt voor kunstmatige verjonging dan werd tot eind de jaren 90 steeds gebruik gemaakt van dezelfde boomsoorten zoals Zomereik of zelfs te bestrijden exoten als Witte els (Lindeveld). Potenties omvorming graslanden Van veel graslanden in het plangebied wordt vermoed dat de zaadbank met interessante soorten volledig is verdwenen door het voormalig intensief landgebruik. Het ontwikkelen van schrale of vochtige graslanden zal hier zeer waarschijnlijk zeer moeilijk (of zelfs onmogelijk) zijn zonder aangepaste beheermaatregelen. Ook worden de meeste graslanden te Wildenburg maar ook te Wildenburg vrij intensief bemest. Heidezones De laatste jaren werd op verschillende locaties in het plangebied heide en heischrale vegetaties hersteld. Deze zones zijn echter meestal niet meer dan 1 ha groot en zijn eigenlijk te klein om flora en fauna gebonden aan dergelijke biotopen maximaal te laten ontwikkelen. Een voorbeeld is te vinden te Lindeveld langs de E40 (406a) Buiten het plangebied zijn er wel voldoende grote zones voor heideherstel aangelegd zoals in het provinciaal domein en het bosreservaat. Er wordt echter op gewezen dat het niet de bedoeling is om grootschalige heideontwikkeling met bijhorende fauna binnen het plangebied te ontwikkelen. Dreven Het tijdig beheren en vervangen van dreven vormt een aandachtspunt. Het plangebied wordt gekenmerkt door een typisch dambordpatroon van dreven. Verschillende van deze dreven zijn in een bedenkelijke staat. De oorzaken zijn velerlei. Bodemverdichting en plaatselijke beschadiging van wortels door landbouwvoertuigen of personenvoertuigen zorgt lokaal voor afsterving van dreefbomen (vb. de oost-west gerichte hoofddreef te Bulskampveld). Dreven worden ook nog veel te veel opgevoerd met steenslag (Blauwhuis en Drie Koningen). In sommige gevallen worden gemengde dreven aangeplant met bomen met verschillen in groeisnelheid waarbij de ene soort al gauw de andere weg zal concurreren. Soms worden dreven ook onoordeelkundig beheerd (opsnoeiwonden). De (heischrale) vegetatie van dreven heeft sterk te lijden onder het naastliggend landgebruik. Dit effect is voornamelijk merkbaar in de bosplaats Blauwhuisbossen. Veel dreven langs landbouwpercelen staan sterk onder invloed van bemesting. Essenziekte Alle essenaanplanten in het plangebied zijn aangetast door de essenziekte. Deze ziekte is goed waar te nemen door de aanwezige dode toppen en de duidelijke tweeverkleuring van de twijgen. Bestanden met veel dode Essen zijn terug te vinden te Bulskampveld (526e en 526g) en te Wildenburg (705a). De essen te Wildenburg zijn ondertussen al deels gekapt. Foto: essenziekte te Bulskampveld, de afgestorven toppen zijn duidelijk waarneembaar. Pagina 145 van 145

150 Knelpunten Gebruik Oneigenlijk bosgebruik Rond bepaalde delen zijn omheiningen aanwezig die een belangrijke barrière kunnen vormen voor grotere diersoorten zoals langs het pad ten zuiden van 122a te Drie Koningen. In de Blauwhuisbossen staat een (oude) afgesloten voederzone die onder stroom kan gezet worden in bestand 606a. In verschillende bestanden in het kasteelpark te Wildenburg komen verschillende brandplekken voor die een sterk verruigend hebben op de vegetatie. In bestand 614b werd een klein crossparcours aangelegd in het bosbestand door de aanpalende bewoners. Dit heeft een sterk eroderend effect op de aanwezige oeverwallen. Illegale constructies van omwonenden zijn aanwezig onder de vorm van kippenrennen en stallingen te Hulstlo (304a) en opbergplaatsen en een kampement te Lindeveld (471a). Foto: constructies in het Lindeveld (471a). Pagina 146 van 146

151 Doelstellingen 4 Doelstellingen 4.1 Globale doelstellingen De verschillende functies en de beheervisie voor het plangebied zijn gebaseerd op een aantal basisprincipes en criteria: Criteria duurzaam bosbeheer en beheervisie openbare bossen In het Bosdecreet wordt uitgegaan van multifunctioneel bosbeheer waarbij de diverse functies die een bos tegenwoordig vervult (economische, ecologische, recreatieve, milieubeschermende,...) zoveel mogelijk op elkaar worden afgestemd zonder de draagkracht van het bosecosysteem te overschrijden. In 2003 werd dit concreet vertaald door het vaststellen van de criteria voor duurzaam bosbeheer 10 die gelden voor alle openbare bossen en de openbare en private bosgebieden in het VEN. Door de Vlaamse Overheid (Afdeling Bos&Groen, 2001) werd daarnaast een beheervisie rond duurzaam bosbeheer uitgewerkt die in alle openbare bossen maar niet voor de private bossen- in Vlaanderen van toepassing is. Deze beheervisie voor openbare bossen is voor de ecologische bosfunctie heel wat verdergaand dan de criteria duurzaam bosbeheer. In onderstaande tabel worden de belangrijkste elementen uit de visie rond duurzaam bosbeheer opgesomd in relatie tot het plangebied. Een groot deel van het openbaar bos en privaat bos voldoen reeds aan de meeste criteria (de criteria voor duurzaam bosbeheer zijn groen ingekleurd). Tabel 4-1: belangrijke elementen uit de beheervisie rond duurzaam bosbeheer in openbare bossen en de criteria voor duurzaam bosbeheer Doelstelling Actuele toestand in plangebied Mogelijke maatregelen Recreatief medegebruik en bostoegankelijkheid Stimuleren van openstelling bossen rekening houden met ecologische functie en Uitgebreid recreatief netwerk te Bulskampveld aanwezig beperken verstoring (crit ) Diverse initiatieven lopende Selectieve en variabele hoogdunning i.f.v. een structuurrijk en gevarieerd bosbeeld Aandacht voor toekomstbomen, voorrang voor inheemse soorten (crit ). Schade door bosexploitatie beperken Ongeveer 59% (grondvlak) van het volledige plangebied bestaat uit inheemse soorten Opstellen toegankelijkheidsregeling; Afsluiten enkele bospaden aanduiden en vrijstellen van toekomstbomen in aanplanten; hoogdunning in homogene naaldhoutbestanden of eindkappen Schade aan bomen beperken, vaste ruimingstracés gebruiken, niet exploiteren in kwetsbare boszones, aangepaste schoontijd, erkende bosexploitanten, lastenboek (crit ), milieuvriendelijke oliën en brandstoffen (crit. 4.3), Het deel van de bosbestanden zijn gevoelig tot bijzonder gevoelig aan exploitatie vaste ruimingspistes; geen exploitatie in uitgesproken kwetsbare zones; aangepaste technieken in kwetsbare zones 10 B.Vl.R. 27/6/2003 tot vaststelling van de criteria voor duurzaam bosbeheer voor bossen gelegen in het Vlaamse Gewest. Pagina 147 van 147

152 Doelstellingen Doelstelling Actuele toestand in plangebied Mogelijke maatregelen Natuurlijke processen als uitgangspunt Ten minste 20% van de totale bosoppervlakte moet bestaan uit of in omvorming zijn naar gemengde bestanden 11 o.b.v. inheemse en standplaatsgeschikte boomsoorten (crit ) Omvorming homogene exotenbestanden tot gemengde bestanden met min. 30% van de bedekkingsgraad of het grondvlak uit inheemse loofboomsoorten (voor private bestanden enkel als ze kaprijp zijn) crit Verhogen van het aandeel open plekken in bossen: een oppervlakte van minimaal 5% tot 15%)van de totale oppervlakte van het bosdomein (indiv. opp. max. 3 ha). Crit : min. 5% voor natuurontwikkeling Minimum een aantal oude bomen behouden in bestanden 12. Het totale houtvolume als dood hout (staand + liggend) moet voldoende hoog zijn (richtcijfer min. 4%). (crit ) Maximaal natuurlijke verjonging stimuleren (crit ). Aanplantingen met plantsoen van lokale autochtone herkomst 13. Gebruik van erkende zaadbestanden voor Ongeveer 36% van de bosoppervlakte bestaat uit inheemse gemengde bestanden, met deels een beperkte inmenging van exoten 16% van alle bosbestanden bestaat uit homogene exotenbestanden De oppervlakte permanent open ruimten bedraagt 10%. Open plekken in de bossfeer zijn vrijwel uitsluitend aanwezig in de waterwinning te Lindeveld (6,1%). Potenties voor waardevolle ecotopen zoals heide De meeste bomen bevinden zich in de lagere omtrekklassen. Het aantal bomen met omtrek van meer dan 120 cm is beperkt. Deze vinden we vnl. in de dreven en enkele oudere bosbestanden, en enkele bestanden met parkkarakter. Het aandeel staand dood hout is in het volledige plangebied slechts 1,5%. Het aandeel liggend dood hout, vnl. zwaarder liggend dood hout, is beperkt. Natuurlijke verjonging is beperkt, o.m. door de hoofdboomsoort en door bramen die natuurlijke verjonging bemoeilijken. Ook natuurlijke verjonging van ongewenste soorten. Niet alle recente aanplantingen werden uitgevoerd met inheemse soorten en materiaal van gekende omvorming door selectieve dunning; bij dunnen inheemse soorten bevoordelen. eindkappen of sterke dunningen in homogene exotenbestanden; omvorming homogene exotenbestanden naar boomrijke heide. openhouden open ruimten door begrazing of maaibeheer; creëren van zoom-mantelvegetaties; herstel van heide- en heischrale vegetaties. een aantal boszones of dreefdelen; worden uit exploitatie genomen of er is een extensief kapbeheer; duiden van toekomstbomen die oud en aftakelend mogen worden beschadigde of dode bomen laten staan; minderwaardige bomen niet verwijderen; dood hout niet verwijderen uit moeilijke exploiteerbare of kwetsbare zones; actief verhogen aandeel dood door laten liggen van deel gekapte bomen. een deel van de te bebossen zones spontaan laten ontwikkelen; door lichtrijker maken van de bosbestanden. bij de aanplant van bosranden bij voorkeur gebruik maken van plantgoed van autochtone herkomst (o.a. afhan- 11 gemengde bestanden = bestaan uit min. 2 boomsoorten en de hoofdboomsoort neemt max. 80% van het grondvlak in (dus min. 20% inheemse boomsoorten) of minder (of 80% van totale stamtal voor bestanden jonger dan 30 jaar) 12 Richtinggevend: 1 groep van 500 m² in bestanden tot 2 ha, 1 groep van m² in bestanden van 2-4 ha. Min. 10 bomen/ha. 13 Categorie 1: autochtone herkomst niet primordiaal voor o.a. Zomereik, Beuk, Gewone es en Zwarte els; Categorie 2: gebruik van autochtone Vlaamse herkomsten aangewezen: Eénstijlige meidoorn, Wilde lijsterbes, Wintereik, Sporkehout, Categorie 3: zeldzame soorten waarvan geen aanplantingen meer worden uitgevoerd in de toekomst: o.a. Iep sp. Wilde appel, Mispel, Gelderse roos, Wilde kardinaalsmuts en Europese vogelkers. Pagina 148 van 148

153 Doelstellingen Doelstelling Actuele toestand in plangebied Mogelijke maatregelen meer algemene bossoorten. herkomst. kelijk van beschikbaarheid); bijzondere aandacht voor instandhouding en evt. reproductie van autochtoon materiaal. Aandacht voor bosdifferentiërende elementen (dreven, poelen, open plekken, rand- en overgangsituaties): Vooral dreven zijn aanwezig maar ook bosranden, grazige open plekken, heiderelicten en zeer lokaal, poelen en ontginningsput, zijn aanwezig maar kunnen door specifiek beheer in kwaliteit en oppervlakte toenemen. opmaak beheerrichtlijnen voor dreven; aangepast beheer voor specifieke biotopen; aanleg en onderhoud van open plekken, poelen en bosranden Algemene visie en doelstellingen op bosplaatsniveau De globale visie voor het bos- en natuurgebied kan in een aantal basisprincipes worden samengevat. Deze leggen de link tussen de verschillende functies, de criteria voor duurzaam bosbeheer en de gebiedspecifieke instandhoudingsdoelstellingen in kader van de Habitatrichtlijn. Het betreft volgende basisprincipes: Verhogen van de globale ecologische waarde van de bos- en natuurgebieden door een keuze voor inheemse en streekeigen soorten, herstel van specifieke biotopen, aandacht voor dood hout en licht in het bos en een gericht beheer rond open plaatsen (met lokaal heideherstel en inrichten van schrale graslanden), dreven en bosranden. Een streven naar een duurzame houtoogst met aandacht voor inheems kwaliteitshout. Een maximale maar duurzame invulling van de maatschappelijke vraag naar recreatief en educatief medegebruik van het bos- en natuurcomplex. Ook hier is er afstemming met de groengebieden in de omgeving, waaronder het aangrenzend Kampveld, de Vagevuurbossen en het provinciaal domein Bulskampveld. Via aangepast beheer of nulbeheer voldoen aan de schermfunctie die het boscomplex vervult. De instandhouding van de verschillende habitattypes en soorten van de Speciale Beschermingzone waarin een deel van het plangebied is gelegen. Aandacht voor de landschappelijke en cultuurhistorische waarden en met name vooral de de ontginningsstructuren, de parkelementen, de eventuele exoten en de overige bijzondere cultuurhistorische elementen die aanwezig zijn. In het plangebied worden alle functies maximaal gecombineerd en wordt het multifunctionele karakter beklemtoond. In de openbaar delen zijn de ecologische functie, de recreatieve functie (m.u.v. de waterwinning) en de cultuurhistorische-landschappelijke functies het belangrijkst en is de economische functie ondergeschikt. Daarnaast zijn specifiek in de vallei van de Bornebeek en de waterwinning ook de milieubeschermende functies van belang. In de private delen zijn de economische, cultuurhistorische en ecologische functie de belangrijkste functies. Op de kaart 4.1 is de gebiedsvisie voor het plangebied voor de komende 20 jaar weergegeven. Per bosplaats komt dit neer op: DRIEKONINGEN: klemtoon op cultuurhistorische functie in het parkgedeelte, met parkontwikkeling en dendrologische collectie, en op ecologische functie in het meer westelijke deel. Binnen de dendrologische collectie zijn zwaardere bomen aanwezig met zowel wetenschappelijke, cultuurhistorische als ecologische waarde. In de meer westelijke bosbestanden wordt gestreefd naar een geleidelijke omvorming van deze bestanden Pagina 149 van 149

154 Doelstellingen teneinde meer evenwicht naaldhout en gemengd standplaatsgeschikt inheems loofhout te bekomen. Ook bestrijding van exoten nabij de grote zandontginningsput draagt bij tot de ecologische waarde van het gebied. Hierbij wordt een versterking van de ecologische functie van specifieke elementen, zoals de kleine zandontginningsput (3130), de dreven, lokaal herstel van natte heide, hooilandbeheer ter hoogte van het kasteel en aandacht voor de vegetaties in de vallei van de Bornebeek nagestreefd. Zo wordt de Bornebeek lokaal heringericht waardoor de Bornebeek betere structuurkenmerken krijgt, er een betere ontwikkeling van beekbegeleidende bossen mogelijk is (91E0) en waardoor de waterretentie stijgt. Deze ingreep heeft geen invloed op de dendrologische collectie aangezien deze ingrepen niet worden uitgevoerd (en ook geen invloed zullen hebben) in het parkgedeelte. De instandhouding en mogelijke reproductie van autochtone Gelderse roos, Geoorde wilg en Inheemse vogelkers zijn tevens van belang. Verder wordt het origineel drevenpatroon hersteld door het kappen van enkele dreven van naaldhout en Amerikaanse eik en terug aanlegd met Beuk of Zomereik. Ook komt dit het habitatgebruik van vleermuizen (overwinteringsobject in park aanwezig) ten goede. HULSTLO: Het gaat in hoofdzaak om volop ontwikkelende jonge aanplanten. Begeleiding van de aanplanten in functie van bosbouwkundige doelstelling, maar met het realiseren van ecologische meerwaarden en respecteren van de schermfunctie zijn er van belang. Binnen deze bosplaats vormt het beheersen en eventueel bestrijden van het grote aandeel exoten een aandachtspunt. In het oostelijke en westelijke deel komen oudere bestanden voor van Zomereik al dan niet bijgemengd met Amerikaanse eik en in mindere mate berk. Deze bestanden zullen geleidelijk omgevormd worden. Rode bosmier vormt een doelsoort voor het beheer (o.a. vrijmaken koepels van braam en onderhouden brandgangen). Ecologische aandachtspunten zijn verder de schrale dreef, een waardevolle poel en de aanwezigheid van zeer lokale potentierijke plekken (kapvlakte met veenmos voor de ontwikkeling van berkenbroek). De instandhouding en mogelijke reproductie van autochtone Zomereik en Haagbeuk is er tevens van belang. LINDEVELD: Binnen deze bosplaats ligt de klemtoon op de ecologische-, milieubeschermend- en landschappelijke functie. De afwisseling van beboste bestanden, open ruimten (schraalgraslanden) en dreven schraagt een bijzondere landschappelijke opbouw. De schrale graslanden in deze bosplaats krijgen bijzondere aandacht. Ook is er aandacht voor overgangssituaties (bosranden) en lokale zones met kwel. De recente ingrepen in kader van natuurherstel en ontwikkeling worden verder ondersteund en zeer lokaal uitgebouwd.(o.a. extra plaggen in 410y indien naastgelegen plagplek succcesvol blijkt). Doelsoorten betreffen Rode bosmier, schrale graslandvlinders en libellen (bezinkingsbekken). Begeleiding van het groot aandeel van jonge aanplanten en omvorming van aanplanten van Witte els. Het private deel aan de Torenweg wordt volledig ecologisch ingericht met de aanleg van (interne) bosranden, omvormingen van uitheemse naaldhoutbestanden, de aanleg van poelen en het vrijstellen van inheems loofhout in de naaldhoutbestanden. In dit deel komen de grootste concentraties aan koepelnesten van Rode bosmier voor. Deze soort staat dan ook centraal in het te voeren beheer waarbij lokaal zones worden uitgesloten van beheer. SINT-AMANDUS: Binnen deze bosplaats ligt de klemtoon op het versterken van de landschappelijke functie van de voornamelijk jonge bosbestanden. Dunningen worden voorzien met aanduiden van toekomstbomen. Verder worden enkele kleinere Fijnsparbestanden omgevormd. Daarnaast zijn ze van belang als scherm en hebben ze recreatieve potenties. BULSKAMPVELD: Gezien de grote recreatieve aantrekking van het gehele complex Bulskampveld-Lippensgoed, zijn voor deze bosplaats de sociale en recreatieve functie van belang, naast de ecologische bosfunctie. Het is binnen het plangebied tevens de zone waar educatieve doelstellingen potentieel relevant zijn. Het geleiden van het recreatieve gebeuren binnen de draagkracht van het gebied en rekening houdend met gewenste ontwikkelingen is er van belang. Zo wordt een hondenloopzone aangelegd ter hoogte van 503a en 503y en wordt de parking heringericht tot onthaalpoort (buiten Pagina 150 van 150

155 Doelstellingen plangebied). Door bosomvorming tot gemengde inheemse bestanden en bijzondere aandacht voor dreven en de beperkt aanwezige heischrale bermen wordt de ecologische functie versterkt. De maatregelen uit de natuurinrichting Biscopveld worden ondersteund (aanleg infiltratievijvers, kaalkappen ifv natte heideherstel, dempen drainagegreppels, ). In het dalhoofd van de Bornebeek zijn potenties aanwezig voor de ontwikkeling van natte heide (4010) en graslanden in de natte sfeer (natte heischrale= 6230 en veldrusgraslanden= 6410), terwijl meer stroomafwaarts langs de Bornebeek bosuitbreiding van alluviale bossen (91 E 0) in het beekdal zelf en hogerop zuurminnende eikenbossen (9120) meer aangewezen zijn. De vrij monotone bestanden naaldhout worden geleidelijk omgevormd en in de zuidelijke aanplanten worden toekomstbomen aangeduid. De dreven in het plangebied vormen een belangrijke ecologische, cultuurhistorische en recreatieve meerwaarde voor het gebied. Deze zullen lokaal vrijgesteld worden of (beperkt) heraangelegd worden. BLAUWHUISBOSSEN: De Blauwhuisbossen worden gekenmerkt door bijzondere ecologische en cultuurhistorische waarden. Het gebied herbergt nog enkele specifieke natuurwaarden zoals een vrij grote oppervlakte te ontwikkelen intermediair Atlantische heide, berkenbroek, bospoelen (+extra te voorzien), schrale dreefrelicten en oudbosflora. Hierbij zijn de aandachtsoorten Hazelworm en Levendbarende hagedis aanwezig, net als een belangrijke vleermuizenfauna. Hiervoor worden specifieke doelstellingen geformuleerd. Deze doelstellingen impliceren tevens aandacht voor de verdrogingsproblematiek die zich in het gebied stelt. Verder worden enkele schrale open plekken voorzien die als zichtassen fungeren. Op vlak van cultuurhistoriek zijn de parkkarakteristieken (met patrimonium oude bomen en relicten van veldvijverdijken) en het vrij uitgebreide drevenpatroon van belang. Deze dienen zoveel mogelijk behouden/hersteld te worden (veldvijverdijken) of behouden/verjongd te worden (dreven en solitaire bomen). Hierbij wordt het drevenpatroon zo veel mogelijk vrijgesteld en worden dreven van naaldhout en Amerikaanse eik, waar mogelijk, heraangelegd. In het plangebied worden belangrijke (gefaseerde) omvormingen gepland van hoofdzakelijk Amerikaanse eik. Na eindkap van Amerikaanse eik wordt lokaal de optie opengehouden om te verjongen met naaldhout en/of uitheemse soorten. In een aantal oude bestanden van voornamelijk Zomereik wordt vrijwel niet meer gekapt of wordt slechts één dunning meer voorzien gedurende de planperiode. Verder worden doelstellingen ten aanzien van het autochtoon materiaal van Zwarte els, meidoorn en Haagbeuk geformuleerd. WILDENBURG: Het gebied herbergt belangrijke cultuurhistorische en landschappelijke relicten. Daarnaast kenmerkt het zich door ecologische potenties. De economische functie is aanvullend. Specifiek voor dit kasteeldomein werd reeds een visie uitgewerkt binnen het parkbeheerplan (Grontmij, 2013). Het oostelijke deel van deze bosplaats kent een meer bosbouwkundige doelstelling. Deze bestanden werden reeds gedeeltelijk omgevormd door uitkap van Amerikaanse eik. Deze soort wordt in de toekomst echter in beperkte mate getolereerd gezien de cultuurhistorische betekenis in dit parktype. Verder worden in dit bosdeel twee bospoelen aangelegd en kan een gedeelte spontaan verbossen (710a) na eindkap van populier ter ontwikkeling van Essen-Vogelkersbos (91 E 0). De bestaande waterbergende functie in 708x wordt behouden. Afhankelijk van de toekomstige visie op dit perceel, kan deze functie eventueel versterkt worden. Rododendron wordt zeker niet geweerd uit het parkbeeld maar wordt wel ingetoomd daar waar deze soort de natuurlijke bosontwikkeling tegenwerkt. VAGEVUURBOSSEN: Klemtoon ligt op de bosbouwkundige en ecologische functie van deze bossen. Ondanks de kleinere omvang van de percelen, hebben deze potenties op vlak van ecologische bosfunctie door de aanwezigheid van enkele voedselarme poelen (854b) en voorjaarsflora. De Vagevuurbossen in het bijzonder zijn van grote betekenis voor vleermuizen. In een aantal percelen wordt omvorming voorgesteld door eindkap van het (kaprijp) naaldhout. Pagina 151 van 151

156 Doelstellingen 4.2 Ecologische doelstellingen Het plangebied heeft door zijn omvang en verscheidenheid aan biotopen een hoge ecologische waarde. Er komen op floristisch en faunistisch vlak interessante en zeldzame soorten voor en zijn er op Europees vlak zeldzaam habitats aanwezig als de intermediaire Atlantische heide, heischraal grasland, berkenbroekbos, De ecologische kwaliteiten en potenties van het gebied worden door verschillende beleidsplannen en wettelijke beschermingen benadrukt, zo onder meer: het grootste deel van het plangebied ligt volgens het gewestplan binnen de bestemmingen natuur- en parkgebied. Daarnaast is nog een deel bosgebied, naast andere bestemmingen. de bosplaats Drie Koningen (ten zuiden van de Drie Koningenstraat), Bulskampveld (quasi volledig) en delen van de bosplaats Vagevuurbossen zijn aangeduid als Habitatrichtlijngebied in kader van de Europese Speciale beschermingszones met de aanwezigheid van 2 prioritaire habitattypes (6230 Soortenrijke heischrale graslanden en 91E0 Bossen op alluviale grond) en het voorkomen van verschillende soorten vleermuizen (Bijlage IV-soorten). Binnen dit plangebied is een LIFE+ Natuurproject relevant. een aanzienlijk deel van het plangebied is aangeduid als Grote Eenheid Natuur in kader van het Vlaams Ecologisch Netwerk. de Biologische waarderingskaart duidt het grootste deel van het plangebied aan als waardevol tot zeer waardevol. In het provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen wordt binnen de gewenste ruimtelijke structuur verwezen naar het vrij gave cultuurhistorische landschap van veldgebieden met bossen en dreven in een fijnmazig dambordpatroon. Het beleid omvat het versterken van het rasterpatroon van dreven en boscomplexen. in de Gemeentelijk ruimtelijk structuurplannen van Oostkamp, Wingene en Beernem wordt het belang van de veldgebieden met de dreven- en bosstructuur en kleine landschapselementen benoemd. Beernem en Wingene beschrijven eveneens het belang van de kasteeldomeinen. Binnen het plangebied situeren zich (delen van) het landinrichtingsproject Brugse Veldzone, het natuurinrichtingsproject Biscopveld Met de beoogde beheerdoelstellingen wordt ernaar gestreefd om de waardevolle elementen te behouden en te versterken. Dit wordt als volgt vertaald in beheerdoelstellingen: Toename aandeel inheemse gemengde bestanden (beheersing exoten, verjonging, ) Een grotere verticale structuurrijkdom (etagevorming, meer licht in het bos, dood hout, ) Een behoud en plaatselijk verbeteren van de horizontale structuurrijkdom (variatie in bostype, open ruimten, poelen, bosranden, ) Bijzondere aandachtssoorten fauna en flora (zeldzame dagvlinders, bosmieren, vleermuizen, heide- en heischrale vegetaties, ). Creëren van bijkomen open ruimten op locaties met potenties voor de ontwikkeling van aangemelde habitats en het voorkomen van habitatrichtlijnsoorten (vleermuissoorten). Verbinding en verweving van de bosplaatsen en de ecologisch waardevolle zones aangrenzend en in de nabijheid ervan versterken Natuurstreefbeelden Deze indicator beschrijft in hoeveel procent van de oppervlakte van het huidige plangebied het actueel voorkomend natuurtype beantwoordt aan het natuurstreefbeeld (= gewenst natuurtype). Het actueel natuurtype wordt vastgesteld bij de aanvang (t0) en op het einde (t20) van het be- Pagina 152 van 152

157 Doelstellingen heerplan. Desgewenst worden tussentijdse evaluatiemomenten gehouden (tx). Dit alle cumuleert in een streefbeeld die verder in de tijd ligt (tn). In functie van het gevoerde beheer, wordt een verdere toename van het doelbereik verwacht. In Tabel 4-2 vallen vooral de toename in doelbereik bij de halfnatuurlijke graslanden op binnen het plangebied en dit hoofdzakelijk ten nadele van de cultuurgraslanden en akkers. De uitbreiding heide en moerassen binnen het plangebied is slechts vrij beperkt. Tenslotte is er een lichte daling in het bosareaal waar te nemen in het plangebied. Dit is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de geplande heideuitbreiding te Bulskampveld ikv de natuurinrichting Biscopveld. Tabel 4-2: Ontwikkeling van de verschillende natuurdoeltypen binnen het plangebied. halfnatuurlijk cultuurgraslanden moerassen en bos water heide grasland en akkers ruigte % ha % ha % ha % ha % ha % ha t0 5,5 23 2,4 10,01 0,2 0,72 90,6 380,55 0,7 3,08 0,5 2,23 t ,41 0,9 3,57 0,4 1, ,9 1 3,99 1 3,99 tn 9 31,72 0,2 0,96 0,4 1, ,2 1 3,99 1 3, Natuurgetrouw bosbeheer In het openbaar deel is de ecologische functie samen met de recreatieve functie het belangrijkst en wordt het bosbeheer dan ook daarop afgestemd. Ook in de private bosbestanden wordt er naast het economisch belang gestreefd naar meer natuurgetrouwe bosbestanden Ontwikkeling van natuurlijke bostypes en omvorming naar habitatwaardige bostypes In de bosplaats Bulskampveld, het zuidelijke deel van Lindeveld en Drie Koningen en in de jonge aanplanten te Hulstlo is er een aanzienlijk aandeel homogene naaldhoutbestanden (vooral Grove den en Lork maar ook Douglasspar, Corsikaanse den en Fijnspar) aanwezig waar inmenging met andere inheemse soorten in veel gevallen nagenoeg onbestaande is en de struiklaag grotendeels ontbreekt. In het merendeel van de meer homogene naaldhoutbestanden worden er hoogdunningen uitgevoerd met als doel een geleidelijke indirecte omvorming waarbij inheems loofhout dominant wordt en er een deel Grove dennen en lork worden behouden. In de structuurrijke en oudere (>80 jaar) bestanden zoals aanwezig in de Blauwhuisbossen, Drie Koningen, Wildenburg en verspreide inheemse bosbestanden te Lindeveld en Bulskampveld, worden de kappingen beperkt tot uitkap van invasie exoten als Amerikaanse eik (wordt lokaal wel behouden in de Blauwhuisbossen) en een selectieve kap om gewenste soorten als Zomereik, Es, Beuk te bevoordelingen. In de nattere delen wordt ofwel een nulbeheer gevoerd (o.a. 304c te Hulstlo) ofwel wordt er eerst naaldhout uitgekapt en kan het bestand spontaan ontwikkelen (613a en 614a in de Blauwhuisbossen). Binnen de voorliggende beheerplantermijn worden er vrij grootschalige eindkappen voorzien in Drie Koningen (naaldhout), Lindeveld (Witte els, naaldhout en populier), Blauwhuisbossen (Amerikaanse eik) en in mindere mate Bulskampveld (Japanse lork, Moeraseik, Amerikaanse eik en Grove den voor natte heideherstel), Sint-Amandus (Fijnspar), Vagevuurbossen (Corsikaanse den) en Wildenburg (Douglasspar en Fijnspar). Zo wordt er een betere uitgangssituatie bekomen voor de verdere spontane ontwikkeling van de natuurlijke bostypes (en hun kensoorten) als het (zuurminnend) Zomereiken-Beukenbos (habitattype 9120), voedselarm subatlantisch Eiken- Haagbeukenbos (habitattype 9160), het vochtig alluviaal bos met Zwarte els en Gewone es (habitattype 91E0) maar ook voor intermediaire heide (4010/4030) te Bulskampveld. De enkele homogene, oudere Beukenbestanden worden behouden en kunnen spontaan verder ontwikkelen tot op termijn zware aftakelende Beuken worden bekomen. In de meeste gevallen wordt nog één beperkte dunning voorzien. De dunningen zijn gericht op het verkrijgen van een hoog aandeel zeer zware bomen. Pagina 153 van 153

158 Doelstellingen In verschillende bestanden te Hulstlo, Drie Koningen, Lindeveld, Blauwhuisbossen en Wildenburg wordt een hak- of middelhoutbeheer gevoerd. Ook wordt op regelmatige basis de oude hakhoutlaag van (voornamelijk) Tamme kastanje, Gewone esdoorn, berk of Amerikaanse eik afgezet. Te Lindeveld wordt dit uitgevoerd door middel van brandhoutkappen met behulp van particulieren. Door de vermindering van de detailafwatering (demping van afwateringsgrachten) in de bosplaats Bulskampveld wordt er gestreefd om het Ruigt-Elzenbos en Elzenbroekbos (habitattype 91E0) verder te laten ontwikkelen. Berkenbroekbos wordt verder ontwikkeld in de Blauwhuisbossen ter hoogte van de Blauwhuisbeek door initieel uitkappen van (uitheems) naaldhout. De diepliggende Blauwhuisbeek vormt hier echter nog een belangrijke drainerende factor in de zomer. De herprofilering en herinrichting van de Blauwhuisbeek in het kader van de landinrichting (VLM) kan de ontwatering echter sterk verminderen. Berkenbroek wordt verder nog ontwikkeld te Bulskampveld (530a) door het dempen van drainagegreppels en het uitkappen van Fijnspar. Verder wordt nog op zeer kleine schaal oligotroof berkenbroek behouden door middel van nulbeheer te Hulstlo in bestand 304c of beekbegeleidend Vogelkers-Essenbos langs de Bornebeek te Bulskampveld en Drie Koningen door herinrichting van de Bornebeek (lokaal verondiepen en herprofilering van de oevers). Dit betekent dat het bosareaal met een aandeel van meer dan 90% inheemse soorten zal toenemen van momenteel ca. 35% (130,2 ha) tot ca. 73% (274,1 ha) tegen het einde van de planperiode Ontwikkeling van bosranden Het aandeel bosranden is in het plangebied vrij beperkt waardoor lichtminnende soorten als Sleedoorn, Gelderse roos en Vogelkers slechts vrij beperkt voorkomen. De jongste aanplanten worden in veel gevallen met een struikrand aangelegd. Deze struikranden zullen verder ontwikkelingen door regelmatige vrijstelling van het nabijgelegen bosbestand. Nieuwe beplantingen (of herbebossingen) zullen steeds worden aangelegd met een bosrand. Het beheer van bestaande bosranden zal bestaan uit een hakhoutbeheer in een minstens 10 m brede strook waarin wel enkele opgaande bomen kunnen blijven staan. Ook worden nieuwe bosranden aangelegd door het kappen van bosranden met al dan niet aanleggen van een struikengordel. Zo worden ook verschillende interne bosranden aangelegd. In totaal zullen zo een 8 km aan bosranden worden aangelegd of onderhouden Beheersing van invasieve exoten Invasieve exoten kunnen in belangrijke mate de natuurlijke bosontwikkeling verstoren en bosvegetaties verarmen. Daarom worden de aanwezige invasieve exoten systematisch verwijderd. De belangrijkste soorten zijn Amerikaanse vogelkers, verjonging van Douglasspar, Amerikaanse eik en Pontische rododendron (kaart 3.1 Knelpunten). Amerikaanse vogelkers is afgezien van enkele private bestanden te Hulstlo, Wildenburg en de Blauwhuisbossen goed onder controle en dient verder te worden opgevolgd. Amerikaanse eik is nog vrij talrijk aanwezig in de bosbestanden (10% van het grondvlak) en verjongt lokaal vrij goed. Door selectieve dunningen en eindkappen (Blauwhuisbossen) worden ze geleidelijk verwijderd hoewel hier altijd een zeker aandeel Amerikaanse eik zal blijven staan. Pontische rododendron is vooral aanwezig in kasteelparken van Wildenburg, Drie Koningen, de Blauwhuisbossen en in het openbare deel grenzend aan het kasteel van Reigerlo. Deze soort wordt systematisch verwijderd uit de openbare bestanden. In de private bosbestanden wordt ze grotendeels bestreden maar wordt ze evenwel lijnvormig bewaard langs bospaden wegens hun cultuurhistorische waarde. De bestrijding wordt bij voorkeur gekoppeld aan andere beheerwerken zoals reguliere dunningen. Voor Douglasspar dient verder onderscheid gemaakt te worden tussen binnen en buiten SBZ-H en tussen private en publieke eigenaars. In de private percelen wordt Pagina 154 van 154

159 Doelstellingen Douglasspar (indien gewenst) getolereerd maar deze soort mag er zich niet verder uitbreiden in aanpalende bestanden. Daarnaast zijn er nog verschillende verwilderde tuinplanten (Bonte gele dovenetel, Japanse duizendknoop, Reuzenbalsemien, Bamboe, Klein springzaad ) die een invasief karakter hebben. Deze soorten worden systematisch bestreden Bosuitbreiding Bosuitbreidingen worden binnen het plangebied niet voorzien m.u.v. een klein perceeltje te Lindeveld (419y). Een deel van de herbebossingen na eindkap zullen bestaan uit aanplant van inheemse boomsoorten (Zomereik, Zoete kers, Winterlinde, Haagbeuk, Hazelaar, ) maar er zal ook worden gestreefd naar spontane verbossing. Deze herbossingen met gewenste soorten zal zorgen voor een versterking van de bestaande boskernen en is ecologisch interessant gezien de aanwezigheid van dergelijk jong bos aantrekkelijk is voor broedvogels van struwelen en jong bos, dagvlinders van bosranden, etc. Bij herbebossingen wordt gekozen voor beplanting in mini-verjongingsgroepen (nesten) of voor volledige beplanting. Deze keuze zal bepaald worden door de aard van het terrein en de beschikbaarheid van arbeidskrachten. Zowel ecologisch als economisch ligt de optimale diameter van zo n nest tussen 5 en 7 m, met onderlinge plantafstand van 1 m. Deze nesten bestaan bij voorkeur uit 20 planten van één lichtboomsoort omgeven door 10 planten schaduwboomsoorten ofwel uit 40 stuks van een schaduwboomsoort. Elke nest heeft dus een oppervlakte van 20 tot 40 m². Het centrum van elk nest bevindt zich idealiter op een onderlinge afstand van 12 tot 18 m. Indien uit oogpunt van draagvlakvorming of educatie een bosplantactie voorzien wordt is het wel aangewezen om de volledige oppervlakte te beplanten. Verwacht wordt dat de bijkomende bebossingen en spontane verbossingen in de valleigebieden de afwatering in het gebied sterk zullen vertragen (hoger waterbergend vermogen). Voor de uitbreiding van intermediaire heide (exclusief bosranden) is een ontbossing van in totaal 1,4 ha voorzien te Bulskampveld in het kader van de natuurinrichting Biscopveld Open ruimten Momenteel bestaat 33 ha of 7,9% van het plangebied uit open ruimten Ontwikkeling van (boomrijke) heide, veldrus- en heischrale graslanden Tijdens de looptijd van dit beheerplan wordt er naar gestreefd de zones met boomrijke heide en veldrusvegetatie beperkt uit te breiden. Alleen het aandeel heischrale graslanden op bestaande open ruimten wordt gevoelig uitgebreid te Lindeveld. Ten gevolge van de landschapsinversie tussen 1750 en 1850 in zandig West-Vlaanderen staan de meeste West-Vlaamse bossen in de zandstreek op vroegere heide- of wastinepercelen. Bijgevolg bevatten een groot deel van bossen uit deze regio potenties tot heideontwikkeling. Vanzelfsprekend is het niet de bedoeling om het schaarse West-Vlaamse oud-bosareaal grootschalig te ontbossen voor heideontwikkeling. Een gediversifieerde aanpak is aangewezen waarbij doelstellingen tot uitbreiding van heideareaal verzoend worden met bosbehoud en doelstellingen voor bosuitbreiding van het schaarse West-Vlaamse bosareaal. In het kader van de instandhoudingsdoelstellingen zullen hierop gewenste areaaluitbreidingen vooropgesteld worden. De laatste jaren is lokaal reeds ingespeeld op wens naar uitbreiding van het heideareaal in West-Vlaanderen, lokaal grootschalig (Vloethemveld), lokaal meer kleinschalig (Bornebeek, Aanwijsputten, Gulke Putten) en/of binnen de visie van open-plekkenbeheer (Vagevuurbossen, ). In dit beheerplan worden deze initiatieven nog lokaal versterkt. Pagina 155 van 155

160 Doelstellingen Merk op dat snelle regeneratie of ontwikkeling van heide het best lukt op podzol-bodems (g of h op bodemkaart). Op dergelijke bodems is de humuslaag vrijwel volledig uitgespoeld en is de uitgangssituatie uitgesproken voedselarm. Voor voormalige akkers zonder ontwikkeld bodemprofiel (..p) zoals te Lindeveld kan op open plekken beter gestreefd worden naar de ontwikkeling van heischraal grasland. Bij verdergaande ontwikkeling is een spontane heideontwikkeling op langere termijn vanzelf te verwachten. Volgende ontwikkelingen van (boomrijke) heide en heischraal grasland zullen plaatsgrijpen: Omvorming van loofhoutbestanden naar droge heide (4030): Dit type wordt slechts over een vrij kleine oppervlakte hersteld te Lindeveld (408a) en Drie Koningen (102a) en dit over een oppervlakte van 0,54 ha. In beide gevallen betreft het kapvlaktes die nog dienen geplagd te worden. Historische waarnemingen van Grondster zijn gekend van de kapvlakte te Drie Koningen op de rand van de ontginningsvijver. Omvorming Grove dennenbestand naar droge/natte heide (4010/4030): Ter hoogte van bestand 526b en een deel van 526a te Bulskampveld wordt Intermediaire heide hersteld over een oppervlakte van 1,4 ha in het kader van het natuurinrichtingsproject Biscopveld (VLM). Het lokale grondwatersysteem op dit perceel (bestand met een zeer waardevolle ondergroei van veenmossen, natte heiderelicten zoals Gagel, Sterzegge en Dopheide en het voorkomen van het zeer sterk bedreigde Beekmijtertje) is de meest stroomopwaarts gelegen locatie van de Bornebeek waar gedurende een groot deel van het jaar grondwatervoeding optreedt, wat doet vermoeden dat dit grondwatersysteem zich uitstrekt tot voorbij dit perceel (Bware, 2011). De hydrologische situatie is hier nog grotendeels intact en herstel van natte heide en bronmilieus kan hier samengaan met een verdere vergroting van de grondwatervoeding van de Bornebeek. In deze gebieden kan daarom het best zo veel mogelijk water worden vastgehouden. De afstroming vanaf de kwelzone naar de Bornebeek moet in stand worden gehouden. Om dit te bewerkstelligen dient Grove den gekapt te worden, dient er ontstronkt te worden en geplagd. Omvorming (voedselrijk) grasland naar heischraal (6230)- en veldrusgrasland (6410): Door afgraven van de fosfaatrijke bouwvoor te Bulskampveld (525y) over 0,83 ha zullen er potenties ontstaan voor heischraal grasland en dit in het kader van de natuurinrichting Biscopveld. Door de afgraving kan een snelle verschraling plaatsvinden en wordt de afstand tot het grondwater verlaagd. Afplaggen van geïsoleerde gebieden alleen zal waarschijnlijk onvoldoende zijn om soortenrijke vegetatietypen te ontwikkelen. Aanvullende maatregelen zullen noodzakelijk zijn, zoals het aanbrengen van maaisel, strooisel van een geschikte referentievegetatie. Zure Struisgras-graslanden (en in mindere mate droge heischrale graslanden) met Muizenoortje, Schapenzuring, Zandblauwtje, Vogelpootje, Liggend walstro en Mannetjesereprijs kunnen verder over een vrij grote oppervlakte ontwikkeld worden te Lindeveld en in mindere mate te Wildenburg en dit over een totale oppervlakte van 19,6 ha. Deze percelen hebben grotendeels een landbouwverleden gekend maar kunnen vrij gemakkelijk verschralen door middel van een aangepast maaibeheer. Lokaal worden zomen getolereerd van Adelaarsvaren en braam in de randen. In het kader van de landinrichting Brugse veldzone werden enkele proefplagplekken uitgevoerd. Te Lindeveld is tevens ontwikkeling mogelijk naar veldrusgrasland over 1,03 ha. Op een voormalig populierenperceel (412j) en een Witte elzenperceel (418d) werd reeds geplagd. Ter hoogte van 418d komen (kwamen) soorten voor als Klein glidkruid, Hondsviooltje, Geelgroene zegge, Tormentil, Veldrus en Sterzegge. Het gevolgde gazonbeheer rond het productiegebouw dient verdergezet te worden voor de aanwezige vegetaties (Taraxum erythrospermum groep en andere). Stikstof en verzuring blijven echter problematisch. De hoge ijzergehaltes fixeren evenwel het aanwezige fosfor. Pagina 156 van 156

161 Doelstellingen Behoud en herstel droge/natte heide op kapvlakte met boomrijke heide (4010/9120): In de Blauwhuisbossen (612a) komt over een oppervlakte van 1,17 ha een mozaïek voor van droge/natte heide en heischraal grasland in de rand. Momenteel zijn er belangrijke relictpopulaties van Dopheide, Struikheide, Trekrus en Tweenervige zegge aanwezig. Dit perceel zal worden gemaaid en gefaseerd worden geplagd. De ontwatering zal worden gestopt door het dempen van irrigatiegrachten en het verwijderen van natuurlijke verjonging. De beboste percelen in de rand zullen worden omgevormd naar boomrijke heide (bebossingpercentage van 30-50%). Foto: indien NV van berk, Grove den en aanplant van lork niet dringend wordt gekapt, dreigt dit waardevol heideperceel snel te verbossen (Blauwhuisbossen, 612a) Ontwikkeling van bloemrijke graslanden Het gazon te Drie Koningen (115x) wordt verder ontwikkeld naar waardevolle bloemrijke graslanden dit over een oppervlakte van 0,45 ha. Dergelijke bloemenrijke en soortenrijke graslanden worden ontwikkeld door een verschralingsbeheer door middel van een maaibeheer Ontwikkeling van Moerasspirearuigte (6430) Ontwikkeling van moerasspirearuigte met soorten als Grote kattestaart, Moerasandoorn, Gele lis, Grote wederik en Moerasspirea op een voormalig populierenperceel in de Blauwhuisbossen en dit d.m.v.een extensief maaibeheer Omvorming ontginningsputten tot soortenrijke oligotrofe wateren (3130). De kleine zandwinningsput te Drie Koningen (102w), de brandblusput te Hulstlo (301a) en de nieuw aan te leggen infiltratievijvers te Bulskampveld (525y) kunnen allen ontwikkelen tot oligotrofe soortenrijke wateren. Te Drie Koningen wordt de bosrand gekapt rond de vijver en wordt de oever afgeschuind. De oevers worden ook afgeschuind te Hulstlo en de randen van de infiltratievijvers worden afgewerkt met een laag fosfaatarme bodem. Op het einde van de planperiode zullen er 32,3 ha (7,7%) open ruimte (incl boomgaarden, water en bomenweide) aanwezig zijn die een natuurgericht beheer krijgen. Daarnaast zal er nog 10,24 ha (2,4%) intensief gebruikt grasland (graasweides, hondenloopweide en gazon) aanwezig zijn, 0,33 ha akker (kasteelpark Wildenburg) en 10 ha (2,4%) (interne) bosranden. Pagina 157 van 157

162 Doelstellingen Doelsoorten en soortgerichte doelstellingen Het algemene beheer creëert op die manier ontwikkelingskansen voor o.a. de Bijlage 1- vogelsoorten Wespendief, Zwarte specht, Middelste bonte specht en Ijsvogel en besteedt ook aandacht aan habitatverbetering van de Hazelworm en vleermuizen. Aanvullend worden hierop nog extra soortgerichte maatregelen genomen in functie van het behoud van of herkolonisatie door enkele beleidsrelevante soorten en/of mogelijke doelsoorten. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste doelsoorten waarvan naar een behoud en uitbreiding van de populaties wordt gestreefd bij de uitvoering van dit beheerplan. Behalve deze doelsoorten, moet ook het behoud van autochtone bronnen vermeld worden. Aanvullend op de doelstellingen ten aanzien van natuurtypes, omvatten doelstellingen voor deze soorten onder meer: Beheer van schrale bermen, relicten: Een aangepast maaibeheer van schrale dreven en bermen met afzetten van de houtige opslag moet het behoud van enkele heischrale plantensoorten zoals Blauwe knoop, Borstelgras, Tandjesgras enz... verzekeren. Behoud van oude en dode bomen: Het behoud van de oude bomen is belangrijk als zomer- én winterverblijfplaats voor boombewonende Europees beschermde vleermuizen als Gewone grootoorvleermuis, Brandts vleermuis, Gewone baardvleermuis, Ruige dwergvleermuis, Franjestaart, Rosse vleermuis, Ook verschillende soorten spechten, waaronder Zwarte specht, en andere holenbroeders hebben oudere bomen nodig. Vooral in de bosplaatsen Drie Koningen, Blauwhuisbossen en te Wildenburg bevinden zich omvangrijke bomen. In sommige gevallen kan de kap van Amerikaanse eik worden uitgesteld indien er duidelijke indicaties zijn van de aanwezigheid van koloniebomen van vleermuizen en indien er geen alternatieven aanwezig zijn in de omgeving onder de vorm van andere oude bomen. Beheer van poelen: Om de voortplantingsplaatsen van de Vinpootsalamander (maar ook van Alpenwater- en Kleine watersalamander) te verbeteren en de populaties te laten uitbreiden worden er te Wildenburg, Blauwhuisbossen te Lindeveld bijkomende poelen aangelegd en worden bestaande poelen open gehouden, geherprofileerd en terug uitgediept. Verder zou nog onderzoek moeten worden verricht naar het voorkomen van Vinpootsalamander. De aanleg en ontwikkeling van enkele grotere wateroppervlakte te Drie Koningen en Bulskampveld kan verder de overlevingskansen van soorten als Metaalglanslibel sterk verhogen. Aanleggen van lichtrijke bosranden: Zie hoger. Momenteel zijn er weinig bosranden aanwezig. Om lichtminnende en zeldzamere plantensoorten, en soorten specifiek voor dergelijke randmilieus kansen te bieden, worden er vooral op de zuidrand van de bosplaatsen bredere golvende bosranden aangelegd. Dergelijke brede bosranden zijn ook aantrekkelijk voor heel wat invertebraten zoals zeldzamere dagvlinders als Kleine IJsvogelvlinder die reeds in - de marge van - het plangebied (Wildenburg) voorkomen. Pagina 158 van 158

163 Doelstellingen Figuur 4-1: Schema van een lichtrijke bosweg met heide of heischrale bermen en mantels (Haskoning, 2009) Tabel 4-3: overzicht van de doelsoorten voor Bulskampveld Flora Natuurtype Droge en natte heide Heischraal grasland Doelsoort Dopheide, Struikheide, Gaspeldoorn, Blauwe zegge, Klein glidkruid, Wilde gagel, Koningsvaren, Geoorde wilg Tormentil, Liggende vleugeltjesbloem, Tweenervige zegge, Bleke zegge, Geelgroene zegge, Blauwe knoop Struisgrasland Schapenzuring, Gewoon reukgras, Zandblauwtje, Gewone veldbies, Muizenoor Essen-Eikenbos Bosanemoon, Kleine maagdenpalm, Slanke sleutelbloem Essen-Vogelkersbos Slanke sleutelbloem, Dotterbloem, Bosanemoon Elzenbroekbos veenmossen, Klein glidkruid, Gagel, Koningsvaren Mycoflora Soorten van heischrale graslanden: wasplaten (o.a. te Lindeveld) Soorten van (bijna) stilstaande beekjes en plassen in kwel- en brongebieden, op zure, arme zandgronden: Beekmijtertje (Bulskampveld) Fauna (* niet aanwezig in het plangebied) Soort Biotoop Schrale graslandvlinders zoals Bruin Blauwtje, Hooibeestje en Aardbeivlinder*? Kleine ijsvogelvlinder* Divers Dagvlinders Droge schrale graslanden met een korte vegetatie. Doelsoorten voor onder meer het Lindeveld. Bronpopulatie van Aardbeivlinder in de Gulke putten is mogelijk te ver (> 3km), doch stapstenen (Vagevuurbossen) en waardplant (Tormentil) zijn aanwezig. Vrij open bossen en aan bosranden met Wilde kamperfoelie waar schaduw en zon elkaar pleksgewijs afwisselen. Mogelijks uitbreiding ten oosten van Wildenburg. Libellen Diverse soorten van belang aan de bezinkingsbekkens van de waterwinning, de brandblusput van Hulstlo en aan de kleine zandwinningsput (Metaalglanslibel) van Drie Koningen. Waterkwaliteit en vegetatiestructuur zijn van belang. Pagina 159 van 159

164 Doelstellingen Soort Kale (rode) bosmier Gouden sprinkhaan Boompieper* Geelgors* Wielewaal Bonte vliegenvanger* Matkop Biotoop Mieren De soort is sterker afhankelijk van bosstructuur dan van samenstelling. Bos met veel open, zonnige plekken en glooiende randen is van belang. Een te sterke kroondekking is ongunstig. De algemene ecologische infrastructuur is van groot belang. Ook is de dispersiecapaciteit van de soort beperkt. Voornamelijk te Lindeveld en Hulstlo. Sprinkhanen Heide en heischrale graslanden Vogels Boompieper is een vogel van een gevarieerd kleinschalig landschap met veel overgangen. Zo komt hij voor in de overgangszone van heide naar bos. in zeer open lichtrijke eikenbossen, op kapvlakten, in jonge aanplanten. Kleinschalige landschappen o.a. te Lindeveld Oude ijle eiken- en populierenbossen Vestiging als broedvogel is afhankelijk van hoog aandeel bomen met holtes Voorkeur voor vochtigere bossen met veel dood hout. Door ouder worden van de bossen en toename dood hout potentie tot behoud van deze sterk achteruitgaande soort. Vogels waarvoor het behoud van zowel oude dode bomen als oude levende bomen met ruwe schors zoals eiken en essen belangrijk is. Wespendief Zwarte specht Amfibieën en reptielen Vinpootsalamander Soort van poelen in bossen of aan bosranden. Gebaat bij aanleg van een netwerk van halfbeschaduwde bospoelen, aansluitend op bestaande leefgebieden, die periodiek gefaseerd geruimd worden. Levendbarende hagedis en Hazelworm Bermpje en Bittervoorn* Rosse vleermuis Brandts- /Baardvleermuis, Franjestaart, grootoorvleermuis Boommarter Soort met als voorkeursbiotoop vochtige heide of heide met vennen, en met opslag van berk en grove den, maar ook drogere biotopen zoals struikheidevelden, open plekken in bossen en heischrale graslanden. Door ontwikkeling van interne bosranden en boomrijke heide potentie tot uitbreiding. Vissen Voor de vispopulatie in de Bornebeek dient een goede waterkwaliteit verzekerd te blijven. Ook de structuurdiversiteit van beekoever en bedding mag niet worden aangetast. Permanente vismigratieknelpunten moeten uitgesloten worden. Zoogdieren Heeft een uitgestrekt jachtgebied met vochtige zones. Verblijft jaarrond in bomen De talrijke dreven binnen het plangebied vormen een belangrijk jacht- en leefgebied voor verschillende soorten. Behoud van zowel oude dode bomen als oude levende bomen is van belang. Overwinteringsobjecten aanwezig. Oude loofbossen met veel oude holle bomen Instandhouden en ontwikkelen van habitats binnen het Habitatrichtlijngebied Slechts een beperkt deel van het plangebied (ongeveer 27%) is in SBZ-gebied en namelijk in Habitatrichtlijngebied (HRL) gelegen. Het behoud, uitbreiding en de verbetering van de kwaliteit van de aanwezige habitattypes is een belangrijke doelstelling binnen het plangebied. Dit werd uitgewerkt in de gebiedsspecifieke instandhoudingsdoelstellingen (S-IHD s) die voor het Habitatrichtlijngebied BE Bossen en heiden van zandig Vlaanderen: westelijk deel werden uitgewerkt (ANB, augustus 2011). 39,8 ha van het plangebied van dit beheerplan ligt in deelgebied 6a (Driekoningen) van het betreffende Habitatrichtlijngebied, 69,6 ha in deelgebied 6b (Aanwijsputten-Bulskampveld) en 3,5 ha in deelgebied 6c (Vagevuurbossen). De hierna vermeldde LSVI-tabellen worden alleen weergegeven indien het habitat effectief voorkomt binnen het plangebied en niet indien ze nog dient gerealiseerd te worden (bvb. oligotrofe vijvers). Pagina 160 van 160

165 Doelstellingen Oligotrofe vijvers (3130) Een aantal kleinere vijvers in het plangebied worden heringericht of worden nieuw aangelegd. Zie verder Als oppervlaktedoelstelling wordt een toename van dit habitat vooropgesteld van ongeveer 1 ha. Door de inrichting van de kleine zandwinningsput te Drie Koningen en de aanleg van de infiltratievijvers (totale opp. 1,02 ha, zie ook Tabel 4-10) wordt deze doelstelling goed gehaald. Tabel 4-4: LSVI-tabel (3130) voor het deelgebied 6a: Driekoningen Submontane en laagland rivieren met vegetaties behorend tot het Ranunculion fluitans en het Callitricho-Batrachion (3260). Dit type komt binnen het plangebied uitsluitend in een zwak ontwikkelde vorm voor in de Bornebeek. Herinrichting wordt gepland in het kader van de natuurinrichting Biscopveld te Bulskampveld. Met de aanleg van infiltratievijvers, het vrijkappen van oevers (ook te Drie Koningen) en door het lokaal doorvoeren van peilverhogingen (o.a. ook te Drie Koningen) kan dit habitat flink in kwaliteit toenemen. Tabel 4-5: LSVI-tabel (3260) voor de deelgebieden in het projectgebied a-Drie Koningen 6b-Bulskampveld Habitatstructuur Helofyten A A Verticale structuur C C Geëutrofieerd C C Verstoring Invasieve exoten A A Vegetatiesamenstelling Aantal sleutelsoorten: C B Heide (4010/4030), heischraal grasland (6230), zuur struisgras-grasland (6230) en veldrusgrasland (6410). Een verdere kwaliteitsverbetering en uitbreiding van de heidehabitats wordt vooropgesteld (zie ook ). Momenteel is de oppervlakte heide en heischraal grasland binnen het plangebied en binnen de SBZ zeer minimaal (<0,1 ha) en wordt uitsluitend teruggevonden in schrale dreven en bermen te Bulskampveld. Oppervlaktes heide en heischraal grasland zijn voornamelijk terug te vinden buitens SBZ (Lindeveld en Blauwhuisbossen). Voor de inrichting en herstel van deze habitats zie Door heideherstel wordt 5,5 à 10% van de Europese doelstellingen (33-55ha) voor uitbreiding heide en heischraal grasland binnen het volledige HRL Bossen en heiden van zandig Vlaanderen: westelijk deel gerealiseerd. Merk op dat binnen deelgebied 6b te Bulskampveld de te voorziene uitbreidingen vooral te verwachten zijn buiten het plangebied ter hoogte van het bosreservaat en het gedeelte in eigendom van de Provincie West-Vlaanderen. Pagina 161 van 161

166 Doelstellingen Tabel 4-6: LSVI-tabel (4010) voor het deelgebied 6b: Bulskampveld Tabel 4-7: LSVI-tabel (4030) voor het deelgebied 6b: Bulskampveld Tabel 4-8: LSVI-tabel (6230) voor het deelgebied 6b: Bulskampveld Bos Een verdere kwaliteitsverbetering en uitbreiding van de boshabitats (9120 Atlantisch zuurminnend beukenbos en 91E0 Bossen op alluviale grond) wordt vooropgesteld. Dit wordt hoofdzakelijk gerealiseerd door bestaand bos om te vormen. Op basis van voorliggend beheerplan zal binnen het Habitatrichtlijngebied over een periode van 20 jaar 78,6 ha bestaand bos worden omgevormd. Bosuitbreiding wordt niet gepland. Op die manier kan via voorliggend beheerplan dus reeds 20-25% van de Europese doelstellingen voor het volledige HRL met betrekking tot ecologisch waardevol bos naar bosomvorming worden gerealiseerd Binnen het SBZ kan de habitat 9120 of het Zomereiken-Beukenbos aanzienlijk worden uitgebreid. Door de omvorming van de homogenere naaldhoutbestanden kan er zich daar inheems loofbos ontwikkelen en door het verwijderen van invasieve exoten kan de kwaliteit toenemen. Gezien de lange ontwikkelingsduur van dergelijke bostypes (>150 jaar) zal er tegen het eind van de planperiode in de aanplanten en omgevormde bestanden nog maar een aanzet zijn tot ontwikkeling van dit bostype. Wel zorgt een goede buffering door de omringde bosbestanden in deze bestanden dat de ontwikkeling waarschijnlijk gunstig zal verlopen. In totaal zal er op termijn 71,2 ha van habitat 9120 kunnen ontwikkelen (= ongeveer 19-26% van de totale gewenste oppervlakte binnen SBZ). Pagina 162 van 162

167 Doelstellingen Tabel 4-9: LSVI-tabel (9120 en 91 E 0) voor de deelgebieden in het projectgebied. 9120/91E0 Habitatstructuur Verstoring Veg.samenstelling 6a- Driekoningen 6b- Bulskampveld 6c-Vagevuurbossen Oppervlakte c a/c c Verticale structuur a a/a a Horizontale structuur - gelijkjarigheid b a/c c Horiz. structuur: leeftijdsklassen a b/c b Aandeel dood hout (5%) b b/c c Hoeveelheid dik dood hout c c/c c Bosconstantie a c/c c Invasieve exoten (ae/tka) c c/a c Verruigd c c/b c Geruderaliseerd a a/b b Vergrast a a/- a Sleutelsoorten in de boomlaag b c/a c % aandeel sleutelsoorten in de kruidlaag b b/b c Van het prioritair habitattype 91E0 is er tevens een uitbreiding mogelijk. Het subtype oligotroof/mesotroof berkenbroek wordt binnen SBZ voorzien te Bulskampveld in 530a. Dit type kan ook ontstaan in mozaïek met natte heide ontstaan in de bestanden 526a en 526b. Het merendeel van de uitbreiding valt onder het Beekbegeleidend Vogelkers-Essenbos en het Ruigte- Elzenbos. Deze types zullen grotendeels worden ontwikkeld te Bulskampveld en Drie Koningen. In Drie Koningen zal er een zekere vernatting optreden door het lokaal herinrichten en gedeeltelijk opstuwen van de Bornebeek en het uitkappen van populieren. Te Bulskampveld wordt populier uitgekapt (533c en 534b) en wordt de detailontwatering naar de Bornebeek sterk verminderd. Aanvullend kan hier ook gekozen worden voor lokale opstuwing van de Rivierbeek door het plaatsen van natuurlijke hindernissen. Binnen de planperiode zal zo 1,52 ha extra gerealiseerd worden (= 3,7%-5,1% van de totale gewenste oppervlakte). Buiten SBZ wordt in de Blauwhuisbossen 2,7 ha berkenbroek geconsolideerd en uitgebreid door uitkappen van naaldhout, spontane ontwikkeling en opstuwen van het peil van de Blauwhuisbeek na herinrichtingswerken in het kader van de landinrichting (VLM). Te Wildenburg wordt 1,1 ha Ruigte-Elzenbos ontwikkeld door spontane verbossing na eindkap van populier. Buiten de SBZ zijn er nog heel wat mogelijkheden tot het realiseren van volwaardige habitats (zie Tabel 4-10). Opvallend zijn de uitbreidingen boomrijke heide in de Blauwhuisbossen, heischraal- en veldrusgrasland te Lindeveld en in mindere mate de Blauwhuisbossen en Moerasspirearuigte in de Blauwhuisbossen. Zie verder ook Verder wordt ook een aanzienlijke uitbreiding verwacht van het habitattype 9120 buiten SBZ door middel van omvorming van Amerikaanse eiken- en naaldhoutbestanden. Tabel 4-10: huidige en te realiseren oppervlakte habitats in plangebied Bulskampveld Habitattype Oligotroof/mesotroof stilstaand water Submontane- 14 en laagland rivieren huidige oppervlakte binnen SBZ huidige oppervlakte buiten SBZ te realiseren oppervlakte tegen 2034 binnen SBZ te realiseren oppervlakte tegen 2034 buiten SBZ te realiseren oppervlakte na 2034 binnen SBZ te realiseren oppervlakte na 2034 buiten SBZ 0,51ha 0,1ha 1,02 ha 0,1 ha 1,02 ha 0,1 ha 1100 m m m 2-14 Gerekend over 900m gelegen in plangebied met gemiddelde breedte 1,2m. Pagina 163 van 163

168 Doelstellingen Habitattype 4010/ / * E0* Intermediaire heide Droge Europese heide Boomrijke heide Soortenrijke heischrale graslanden Veldrusgrasland Moerasspirearuigte Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex voedselarm Eiken- Haagbeukenbos Alluviale bossen met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsior huidige oppervlakte binnen SBZ huidige oppervlakte buiten SBZ te realiseren oppervlakte tegen 2034 binnen SBZ te realiseren oppervlakte tegen 2034 buiten SBZ te realiseren oppervlakte na 2034 binnen SBZ te realiseren oppervlakte na 2034 buiten SBZ - 1,17 ha 1,4 ha 1,17 ha 1,4 ha 1,17 ha - - 0,24 ha 0,31 ha 0,24 ha 0,31 ha - - 0,24 ha 3,62 ha 0,24 ha 3,62 ha - 3,85 ha 0,83 ha 19,6 ha 0,83 ha 19,6 ha ,03 ha - 1,03 ha - 0,72 ha - 1,5 ha - 1,5 ha 7,8 ha 92,25 ha 71,2 ha ,85 ha 88,5 ha 218,98 ha - 1,53ha - 1,53 ha - 1,53 ha 2,78 ha 2,27 ha 7,4 ha 4,26 ha 7,4 ha 4,26 ha Instandhouden en populatietoename van soorten binnen het Habitatrichtlijngebied De relevante soorten betreffen vleermuissoorten en dan specifiek de boombewonende soorten (zomerhabitat), namelijk Rosse vleermuis, Watervleermuis, Baard/Brandts vleermuis, Franjestaart, Gewone grootoorvleermuis, Ruige dwergvleermuis en ook wel Gewone dwergvleermuis. Binnen het plangebied worden oude bomen maximaal behouden en wordt er in enkele zones met oude bomen een nulbeheer ingesteld. Ook is grijze grootoorvleermuis relevant. Binnen het plangebied zijn er overwinteringsplaatsen voor vleermuizen ingericht. Tevens is te verwachten dat door de omvorming van homogene naaldhoutbestanden naar natuurrijkere open tot halfopen zones het areaal aan jachtgebied en de kwaliteit ervan zal toenemen. Door het natuurgetrouw bosbeheer, behoud van oude bomen, drevenbeheer, toename geschikte jachtgebieden en instandhouding van overwinteringsobjecten is te verwachten dat het behoud of uitbreiding van de vleermuizenpopulaties zoals bepaald in de S- IHD s voor het habitatrichtlijngebied zal worden bereikt. Voor soorten van de Bijlage I van de vogelrichtlijn zoals Wespendief en Zwarte specht wordt verwacht dat deze meeliften op de verbetering in oppervlakte en kwaliteit van de heide- en boshabitats. Door het verbeteren van de structuurkenmerken en waterkwaliteit van de Bornebeek wordt het voorkomen van het Bermpje verzekerd en stijging de vestigingskansen van soorten als Bittervoorn (Bijlage II-soort). 15 Hierbij worden de Grove dennenbestanden gerekend na 20 jaar. Pagina 164 van 164

169 Doelstellingen 4.3 Sociale en educatieve doelstellingen De bos- en parkgebieden van het Bulskampveld vormen een belangrijke groene long in de Brugse zuidrand. Het provinciaal domein Lippensgoed-Bulskampveld kent een vrij intensief gebruik als gebied om te wandelen en fietsen. Ook de bosplaats Bulskampveld, en in mindere mate Sint-Amandus, lift mee op deze recreatieve aantrekking. De overige bosplaatsen zijn niet of beperkter toegankelijk. Het is het streefdoel om de recreatieve functie van het gebied te optimaliseren rekening houdend met de ecologische draagkracht van het gebied. Verdere uitbouw van wandel- fiets- en ruiterlussen is niet nodig wegens de aanwezigheid van een vrij dens netwerk. Binnen de afbakening van het beheerplan wordt de recreatieve functie geoptimaliseerd door: Recreatieve infrastructuur: - Bebording: over het volledige plangebied worden uniforme toegankelijkheidsborden geplaatst en worden overtollige borden verwijderd. - Zitbanken: de bestaande houten zitbanken worden behouden. - Infoborden: bijkomende infoborden worden voorzien te Bulskampveld. Hondenzone: om deels een oplossing te bieden aan de problematiek van niet aangelijnde honden wordt het grasland (deels voormalige speelzone) en aanpalend lorkenperceel ter hoogte van de parking van Bulskampveld (503a en 503y) ingericht als hondenzone waarbinnen honden vrij kunnen rondlopen. Deze zone van 1,41 ha wordt volledig omheind met een geschikte afsluiting namelijk ursusdraad van 1,2m hoog. Voor het ruimere Bulskampveld werd in 2009 een recreatieve gebiedsvisie opgemaakt door Westtoer. Het projectgebied van het natuurinrichtingsproject Biscopveld maakt hier integraal deel van uit, zie hiervoor echter Landschappelijke en cultuurhistorische doelstellingen Het plangebied wordt gekenmerkt door een hoge landschappelijke en cultuurhistorische waarde. De bosplaatsen Driekoningen, Bulskampveld, en Vagevuurbossen liggen (grotendeels) in de ankerplaats Bulskampveld St-Pietersveld. Quasi het volledige plangebied is opgenomen in een relictzone. Daarnaast omvat het plangebied puntrelicten, beschermde monumenten, bouwkundig erfgoed en een site aangeduid als bodemkundig erfgoed. De algemene doelstellingen gaan dan ook uit van: Een goed beheer, versterken en herstel van: - Het kenmerkende patroon van dreven; - De parkkenmerken in de bosplaatsen Drie Koningen, Wildenburg en Blauwhuisbossen; - De variatie in bostypes, fauna en flora waarvan verschillende zeldzame soorten voorkomen. Behoud in het bos van open percelen omwille van de landschappelijke afwisseling en zichten. Aandacht voor overige landschappelijke elementen en cultuurhistorische relicten zoals de relicten van voormalige veldvijvers, rabattenstructuur Drevenbeheer (kaart 4.1b) De dreven vormen een essentieel onderdeel van de landschappelijke en ecologische waarde van het plangebied. Het historisch dambordpatroon wordt behouden, inclusief het grootste deel van de dreefbomen. Enkele dreven dienen op korte of middellange termijn te worden verjongd. Alle dreven die hoofdzakelijk uit Zomereik of Beuk bestaan, worden behouden. Een uitzondering wordt voorzien voor enkele restanten van de beuken- en eikendreven in de Blauwhuisbossen, Bulskampveld en Drie Koningen. In deze dreefrelicten worden de restanten gekapt en her- Pagina 165 van 165

170 Doelstellingen aangelegd om zo gelijkjarigheid te bekomen. Het merendeel van dreven die bestaan uit uitheemse naaldbomen worden gekapt en vervangen. Verder worden heel wat Amerikaanse eiken dreven gekapt in de Blauwhuisbossen (en in beperkte mate te Bulskampveld en Drie Koningen) en vervangen door Beuk of Zomereik omdat deze voor massale verjonging zorgen in het nabijgelegen bosbestand. Indien er belangrijke indicaties zijn van vleermuizenkolonies in de Amerikaanse eiken wordt de kap uitgesteld. Om de dreefbomen gezond oud te kunnen laten worden, is het belangrijk dat er zo weinig mogelijk negatieve invloeden zijn. Daarom dienen bodemverdichting, vervuiling, beschadiging van de stam of wortels, absoluut vermeden te worden. Hiervoor wordt een protocol opgesteld waarmee bij werken in de omgeving van dreven rekening moet worden gehouden. Dit houdt onder meer in: Geen grondwerken tot op 4 m van een boom Geen schade door maaiwerken Gefaseerd verjongen van lange dreven: in regel max. 250 m per keer. Om een uniform landschapsbeeld te bekomen kan hier echter van afgeweken worden. Indien dreven korter zijn (< 500m) dienen deze in één keer te worden gekapt. Voor kap controle op aanwezigheid vleermuizen Kap enkel in september-oktober tenzij na controle (vleermuizen) Noodkapping enkel indien strikt noodzakelijk Langs recreatieve paden normaliter 3-jaarlijkse controle (oude Am. eiken 2-jaarlijks) Voldoende vrijstellen van concurrentie door naburige bosbestanden Heraanplant met Zomereik of Beuk Relicten van voormalige veldvijverdijken Het plangebied is gelegen in een veldgebied met een belangrijk areaal voormalige veldvijvers ter hoogte van Wildenburg en de Blauwhuisbossen. Bij de verkaveling en de omzetting naar bos werden niet alleen de vijvers, maar ook de vijverdijken verwijderd. Toch zijn er in en nabij het plangebied relicten van vijverdijken bewaard. Te Wildenburg worden deze dijken bij exploitatie zo veel mogelijk ontzien. In de Blauwhuisbossen kan een veldvijverdijk worden hersteld in het kader van de landinrichting ter hoogte van de Blauwhuisbeek. Hiervoor is echter nog overleg nodig tussen de VLM en de eigenaar. De veldvijverdijk die vertrekt vanaf het kasteel van de Varens zal terug worden vrijgesteld door verwijdering van enkele bomen Gebouwenpatrimonium en parkconstructies Voor de constructies gelegen in het park te Wildenburg wordt verwezen naar het desbetreffende parkbeheerplan (Grontmij, 2013). Belangrijke parkconstructies zijn verder terug te vinden in het kasteelpark van Drie Koningen en naast de hoeve Wolvegracht. In het park is een aantal dringende consolidatiewerken aan bouwkundige parkelementen nodig (arcade, veldsteenmuur,.). Deze kunnen, via eenmalige inrichtingsmaatregelen, gefinancierd worden door middel van de landinrichting Veldgebied Brugge. Ook de consolidatie van de Galgentoren kan op deze manier gebeuren Dendrologische collectie Het kasteelpark van Drie Koningen bevat een uitzonderlijke collectie bomen. Een groot aantal bomen zijn momenteel in een matige tot vrij slechte staat. Het is aangewezen om voldoende opvolging te voorzien (VTA) en de nodige maatregelen te nemen zodat deze bomen behouden kunnen blijven. In de kasteelparken van Wildenburg, de Varens, de Warande en Drie Koningen worden exoten wegens cultuurhistorische redenen behouden en kunnen zelfs beperkt worden aangeplant. Pagina 166 van 166

171 Doelstellingen 4.5 Wetenschappelijke doelstellingen Gezien de hoge ecologische waarde van het gebied en de maatregelen die zullen worden genomen om de ecologische functie nog te versterken, zijn er belangrijke wetenschappelijke potenties aanwezig. De beheermaatregelen die worden genomen om onder meer zeldzamere habitats en fauna te bevoordelen, kunnen wetenschappelijk opgevolgd en onderzocht worden. Ook de huidige monitoring van winterverblijfplaatsen van vleermuizen betreft een wetenschappelijk relevante studie. Mogelijks kan deze uitgebreid worden met onderzoek naar het ruimere gedrag van de betrokken soorten (o.m. koloniebomen). De toekomstige (natte) heide ontwikkeling en de daarmee gepaarde herinrichting van de Bornebeek dient hydrologisch opgevolgd te worden door middel van peilbuisreeksen. Ook het al dan niet wenselijk zijn van verdere afgravingen van graslandpercelen te Lindeveld voor herstel van heischrale- en veldrusgraslanden dient hydrologisch en bodemkundig onderzocht en opgevolgd te worden. Daarnaast is er het wetenschappelijke belang van de autochtone genenbronnen waarvan relicten in het plangebied voorkomen. De doelstelling bestaat erin deze genenbronnen maximaal te vrijwaren, en in dien mogelijk te propageren. Tenslotte herbergen ook de bodems aangeduid als bodemkundig erfgoed een belangrijke wetenschappelijke functie. Doelstelling ten aanzien van deze bodems bestaat erin deze niet te verstoren. 4.6 Economische doelstellingen De directe economische functie is beperkt tot de houtproductie en de jacht. Hout is een hernieuwbare grondstof met een belangrijke toegevoegde economische waarde. Bovendien fixeert hout CO2 over een lange periode en spelen bos en hout een sleutelrol in de beheersing van de klimaatopwarming. Zelfs als hout van lagere economische kwaliteit direct gebruikt wordt als brandstof, betekent dit besparing van een equivalent brandstof. Deze besparing wordt niet bereikt bij nulbeheer. Indirect is de economische functie gerelateerd aan de recreatie in het gebied met rondom gelegen horecavoorzieningen, verblijfsaccommodatie, Door de omvang van het plangebied en de geplande omvormingen zal er een vrij grote hoeveelheid hout vrijkomen wat een economisch belang heeft. In de homogene bestanden worden er vrij intensieve dunningen uitgevoerd, in de meer gemengde bestanden worden er hoogdunningen uitgevoerd of worden er selectief soorten gedund. Op vrij grote schaal zijn er eindkappen (voornamelijk bij de private eigenaars) en hak- en middelhoutbeheer. Een deel van het plangebied (delen van Bulskampveld, Wildenburg, Lindeveld en de Blauwhuisbossen) is matig gevoelig aan exploitatie door de aanwezigheid van reliëf, nattere bodems en waardevolle vegetaties. De exploitatie dient indien nodig dan ook met de nodige randvoorwaarden (bvb. uitlieren indien nodig) te worden uitgevoerd Kapkwantum In het plangebied wordt binnen de planperiode aanzienlijke kappingen uitgevoerd, namelijk: Intensieve dunningen in de jongere bestanden met een omlooptijd van 8 jaar. Selectieve dunning of onmiddellijke eindkap van Amerikaanse eik en uitheemse naaldhoutsoorten in de gemengde bestanden. Eindkap van Amerikaanse eik en homogene uitheemse naaldhoutbestanden en uitheemse naaldhoutsoorten in enkele gemengde bestanden. Creatie van bosranden Dunning in de aanplanten met aanduiding van toekomstbomen. Hakhoutbeheer in de bosranden of bestandsgewijs Pagina 167 van 167

172 Doelstellingen Er wordt een jaarlijks kapkwantum vastgelegd, dat de gemiddelde jaarlijkse houtaanwas niet overschrijdt behoudens enkele uitzonderingen (zie verder). De jaarlijkse aanwas verschilt naargelang de soort en in het plangebied zijn een groot aantal soorten aanwezig. Aan de hand van de oppervlakte die de verschillende boomsoorten innemen is de totale jaarlijkse volumeaanwas geschat voor het gehele bos (Tabel 4-12). Tabel Geschatte richtcijfers gemiddelde jaarlijkse aanwas Boomsoorten(groep) gemiddelde jaarlijkse totale jaarlijkse aanwas aanwas (m 3 opp. (ha) /ha/jaar) (m 3 /jaar) Beuk 4 8,6 34,4 Zomereik 3 47,45 142,35 Lork 10 16,84 168,4 populier 10 6,19 61,9 Corsikaanse den 15 10,63 149,45 Douglasspar 15 7,75 116,25 uitheems NH 10 12,24 122,4 Inheems LH 5 48,59 242,95 uitheems LH 7 46,05 322,35 Grove den 4 49,56 198,24 Beuk+uitheems LH 5,5 1,44 7,92 Beuk+inheems LH 5 0,93 4,65 Beuk+uitheems NH 7 0,38 2,66 Beuk/Zomereik 3,5 6,95 24,33 Inheems LH+uitheems NH 7,5 20,92 156,9 uitheems NH+inheems LH 7,5 26,22 196,65 Zomereik+uitheems LH 5 32,18 160,9 Zomereik+inheems LH 4 28,59 114,36 Zomereik+uitheems NH 6,5 7,69 49,99 Totaal 379, ,04 Op basis van de richtcijfers in Tabel 4-11 wordt de gemiddelde jaarlijkse aanwas in de bosbestanden (incl. de recente aanplanten) van het plangebied op ongeveer m 3 of 6,03 m 3 /ha/jaar geschat. In het plangebied zullen er kappingen worden uitgevoerd, dit vooral onder de vorm van hoogdunningen en selectieve hoogdunning maar ook eindkappen. In onderstaande tabel zijn richtcijfers weergegeven in verband met de kappingen die tijdens de planperiode (20 jaar) zullen worden uitgevoerd. Hieruit blijkt dat over de looptijd ongeveer m³ hout zal worden gekapt wat een kapkwantum van 6,04 m³/ha/jaar betekent. Hiermee is het kapkwantum bijna gelijk met de geschatte aanwas. Tabel 4-12: Verwachte kapvolumes in het volledige plangebied Soort kap Opp. (ha) geschat kapvolume per ha totaal kapvolume (m 3 ) creatie van bosranden 5, m 3 (gemiddeld houtvolume) m 3 eindkap uitheemse boomsoorten 28,9 271 m 3 (aandeel exoten) m 3 kaalkap inheemse boomsoorten 1,9 150 m 3 (tot. houtvolume) 285 m 3 eindkap soort + hoogdunning 51, m 3 (aandeel exoten) m 3 hoogdunning m 3 (te dunnen aanwas) m 3 selectieve dunning 18, m 3 (aandeel exoten) 971 m 3 hak- en middelhoutkap 43,88 50 m m 3 totaal 317, m 3 Pagina 168 van 168

173 Doelstellingen De verkoop van te kappen hout gebeurt zowel aan professionele bosontginners als aan particulieren (verkoop van kleine loten van minder dan 50m³) aan de bevolking. De kwaliteit van de producten die aan particulieren wordt verkocht zal vooral dienen als brandhout. Bij kappingen in enkele loofhoutbestanden kan er een beperkt aandeel kwaliteitshout van vooral Zomereik en Beuk bekomen worden. Bij goedkeuring van voorliggend geïntegreerd beheerplan, opgesteld volgens de Criteria duurzaam bosbeheer, wordt de procedure voor de erkenning als FSC-hout ingezet en kan het hout normaliter als FSC-gelabeld hout worden verkocht nadat de erkenning is aangevraagd Jacht Algemeen wordt voor Ree een gezonde populatie nagestreefd in overeenstemming met de draagkracht van het gebied. De draagkracht van het gebied wordt ingeschat volgens de impact van het grofwild op de vegetaties (verjonging boshabitat) en de verkeersongevallen. Naar aanleiding van de stijgende populatie en relevante stijging van aanrijdingen en landbouwschade kan een groter afschot buiten de domeinbossen worden toegestaan. De populaties worden jaarlijks gemonitord (zie deel monitoring). In het domeinbos te Bulskampveld is er geen verpachting van de jacht. Wel kan er binnen de regels van de jachtwetgeving bestrijding of gerichte bejaging van soorten die mogelijks schade aanbrengen, plaatsvinden. In het Bulskampveld kan dit het geval zijn voor Ree. Indien dit zou optreden, kan er onder strikte voorwaarden tijdelijk jacht worden toegelaten op grofwild. In de waterwinning te Lindeveld is de jacht voorbehouden. In de meeste private bestanden wordt gejaagd door de eigenaar of wordt verpacht aan derden. Binnen de regels van de jachtwetgeving kan er binnen de openbare bossen bestrijding of gerichte bejaging van soorten plaatsvinden die mogelijks schade aanbrengen. In het plangebied kan dit het geval zijn voor Konijn, Everzwijn en Ree die door hoge populatiedichtheden schade (bvb. bij vernielen landbouwgewassen, aanrijdingen, ) veroorzaken buiten het openbaar bos. Indien dit zou optreden, kan er onder strikte voorwaarden tijdelijk jacht worden toegelaten. Hoewel Everzwijn nu nog niet werd vastgesteld in het plangebied dient de bestrijding in de toekomst mogelijk voorzien te worden. 4.7 Milieubeschermende doelstellingen Het volledige plangebied vervult een belangrijke schermfunctie. Door de ligging van het plangebied hebben de bosbestanden een sterk regulerende impact op het grondwater. Dankzij deze bufferende werking regelen de bossen het debiet van de beken en andere waterlopen. Van groot belang hierbij is vooral de relatie met de (ecotopen en soorten van) de Bornebeek. Door herinrichting van de Bornebeek (aangepaste oeverinrichting met lokaal verlagen van de oeverwal) zal het waterbergend vermogen van de Bornebeekvallei te Bulskampveld en Drie Koningen sterk verhogen wat het overstromingsrisico stroomafwaarts sterk kan verminderen. Daarnaast is er nog een visueel bufferende en lawaaibeperkende functie van het verkeer op de E40. Beheerdoelstellingen bestaan dan ook uit de instandhouding van deze functies. De graasweide 708x te Wildenburg heeft een belangrijke waterbergende functie voor de Blauwhuisbeek. Afhankelijk van de toekomstige visie op dit perceel in het kader van het op te stellen natuurrichtplan, kan deze functie eventueel versterkt worden. Aansluitend op enkele bufferende beheer- en inrichtingsmaatregelen waarvan de aanleg van bosranden de belangrijkste zijn, kunnen acties worden ondernomen om het grondgebruik op landbouwgronden die rechtstreeks aansluiten op het bos of aan dreven te extensiveren en vooral het gebruik van meststoffen en pesticiden in een brede strook langsheen het bos te beperken. Dergelijke maatregel is beleidsmatig en kan worden ondersteund met een financiële tegemoetkoming in het kader van een beheerovereenkomst (VLM). Andere oplossingen zijn echter mogelijk. Pagina 169 van 169

174

175 Beheermaatregelen 5 Beheermaatregelen Voor de deelnemende private boseigenaars is er per eigenaar een eigenaarsfiche opgemaakt met de belangrijkste kenmerken van hun eigendom. Ook is per privaat bestand een bestandsfiche opgesteld waarin de beheerdoelstellingen en maatregelen overzichtelijk zijn in weergegeven (met kaart en tabel). Deze fichegegevens zijn identiek aan de hierna weergegeven beschrijvingen. 5.1 Beheer in de tijd De uit te voeren beheermaatregelen en kappingen kunnen met hun respectievelijke spreiding in de tijd teruggevonden worden in Tabel 5.1 (kaptabel), Tabel 5-4 (drevenbeheer) en Tabel 6.1 (algemene beheermaatregelen) Eenmalige beheermaatregelen Dit zijn omvormingsingrepen die natuurherstel of natuurontwikkeling tot doel hebben en slechts één keer dienen te gebeuren. Ook geplande werken, die op basis van artikel 22 van het B.V.R. kunnen gesubsidieerd worden, horen hier onder thuis. De beschrijving geeft aan hoe en wanneer de geplande maatregelen worden uitgevoerd (rekening houdend met lokale terreinomstandigheden, behoud en bescherming van specifieke vegetaties en soorten, ). Voorbeelden hiervan zijn de aanleg van poelen, houtkanten, bosranden, bebossingen, eindkappen, inrichten van verblijfplaats voor vleermuizen (Wildenburg), verwijderen van gebiedsvreemde elementen en het aanbrengen van infopanelen en toegankelijkheidsborden in alle deelgebieden conform het nieuw toegankelijkheidsreglement Beheermaatregelen op korte termijn Deze omvatten in vele gevallen tijdelijke beheervormen (bv. frequenter maaien voor versnelde verschraling, bestrijding van exoten met nabehandeling ) naargelang het streefbeeld voor het perceel. De lengte van deze beheerperiode zal variabel zijn en afhangen van het tijdstip van omvorming. In de meeste gevallen zal ze echter beperkt blijven tot de eerste jaren van het beheerplan. Anderzijds kan ze ook in een aantal gevallen totaal ontbreken, omdat direct op omvormings- of eindbeheer kan overgestapt worden. Voor heideherstel binnen het plangebied ligt de nadruk op een omvormings- en overgangsbeheer, dat bestaat uit een zuiver patroonbeheer waarbij resp. plaggen, kapwerk (zowel eindkap als dunning) en maaibeheer plaatsvinden Beheermaatregelen op lange termijn Hiermee wordt het beheer bedoeld dat gevoerd wordt na de omvorming, m.a.w. de methode om het bereikte natuurtype op langere termijn te behouden of eventueel nog te verbeteren (eindbeheer). Voorbeelden hiervan zijn (extensief) maaibeheer, plaggen, Pagina 170 van 170

176 Beheermaatregelen 5.2 Bosverjonging Ongeveer 10% of 37,6 ha van de totale beboste oppervlakte (=aanplanten en spontane verbossingen) bestaat uit bosbestanden met een leeftijd jonger dan 20 jaar en nog eens 50,9% of 191,2 ha zit in de leeftijdsklasse van 21 tot 80 jaar. Het areaal aan oudere bosbestanden (meer dan 80 jaar) beslaat grofweg 40% (150,4 ha). Oudere bestanden komen hoofdzakelijk voor te Wildenburg en de Blauwhuisbossen. Door de eindkappen (=kap van het volledig bestand) van homogene naaldhoutbestanden, Amerikaanse eikenbestanden en enkele populieren- en Witte elzenbestanden zal er een vrij groot aandeel jong bos worden ontwikkeld door eindkappen. Voor het plangebied gaat het over ongeveer 36,9 ha. Een aantal bestanden zullen door hakhout- of middelhoutbeheer blijvend worden verjongd. Het betreft een dertigtal bestanden met een totale oppervlakte van 39 ha. Tijdens de planperiode wordt er vrijwel geen bijkomend bos aangeplant (slechts 0,9 ha te Lindeveld). Bij uitvoering van alle kappingen en (her)bebossingen zal op het einde van de planperiode 21,1% (79,4 ha) van de bosbestanden jonger zijn dan 40 jaar. 5.3 Bosomvorming Voor het plangebied zijn vrij grootschalige omvormingen door middel van eindkappen en dit over een oppervlakte van 36,9 ha 16 gepland. De belangrijkste bosomvormingen zullen plaatsgrijpen in de uitheemse naaldhoutbestanden (Douglas, Fijnspar, Lork en Corsikaanse den), Amerikaanse eikenbestanden (Blauwhuisbossen en 593a te Bulskampveld) en Witte elzenbestanden te Lindeveld. De eindkappen liggen vooral geconcentreerd in Drie Koningen (naaldhout en deels Amerikaanse eik), Lindeveld (Witte els en wat naaldhout) en de Blauwhuisbossen (Amerikaanse eik). Slechts uitzonderlijk gaat het over eindkappen van populier (412c en 412j) of Moeraseik (524d). Eindkappen in de naaldhoutbestanden (Douglas, Lork en Corsikaanse den) te Bulskampveld (ANB) worden niet gepland. Hier worden geleidelijke omvormingen vooropgesteld. Dit betekent dat het bosareaal met een aandeel van meer dan 90% inheemse soorten zal toenemen van momenteel ca. 35% (130,2 ha) tot ca. 73% (274,1 ha) tegen het einde van de planperiode. Na de eindkappen zal er worden ingeplant met standplaatsgeschikte inheemse loofboomsoorten of zal er gekozen worden voor spontane verbossing. Er wordt gekozen voor verjonging in mini-verjongingsgroepen of nesten. Zowel ecologisch als economisch ligt de optimale diameter van zo n verjongingsgroep tussen 5 en 7 m, met onderlinge plantafstand van 1 m. Deze nesten bestaan bij voorkeur uit 20 planten van één lichtboomsoort omgeven door 10 planten schaduwboomsoorten ofwel uit 40 stuks van een schaduwboomsoort. Elke nest heeft dus een oppervlakte van 20 tot 40 m². Het centrum van elk nest bevindt zich idealiter op een onderlinge afstand van 12 tot 18 m. Na eindkap van Amerikaanse eik in de Blauwhuisbossen dient er te worden heraangeplant in kernen waarbij er rondom de kernen het bestand kan opgevuld worden met natuurlijke verjonging. Op de drogere bodems kunnen Zomereik, Haagbeuk, Winterlinde (10%), Ratelpopulier, Hazelaar,.. naast spontane verjonging (voornamelijk berk maar ook Grove den) gebruikt worden. Op vochtigere bodems neemt Zwarte els een belangrijk aandeel in, naast natuurlijke verjonging van onder meer Zachte berk. Het beheerplan laat ruimte om natuurlijke verbossingen te verkiezen boven kunstmatige verjonging indien de uitgangssituatie gunstig blijkt te zijn (voldoende natuur- 16 Hierin zit ook 1,4 ha kaalkap voor heideherstel te Bulskampveld (526a en deel van 526b). Pagina 171 van 171

177 Beheermaatregelen lijk verjonging aanwezig van inheems loofhout). Dit kan echter nu onvoldoende ingeschat worden omdat de natuurlijke verjonging van inheems loofhout in veel uitheemse naaldhoutbestanden achterwege blijft. Verspreid over het volledige plangebied zullen er een tiental selectieve dunningen plaatsvinden waardoor tegen het einde van de planperiode het aandeel uitheems naaldhout en in mindere mate Amerikaanse eik sterk zal zijn afgenomen. Hierbij wordt dus gekozen om deze soorten geleidelijk selectief te verwijderen uit het bestand. Ook wordt in enkele homogene beukenbestanden gekozen om enkele Beuken te verwijderen om zo de natuurlijke verjonging meer kansen te bieden. Soms kan het uitheems loof- of naaldhout vrij gemakkelijk in één keer uit het bestand worden gehaald (= eindkap soort) waarbij het overige inheemse naald- of loofhout blijft staan. Deze methode wordt veelvuldig toegepast in de Blauwhuisbossen (Amerikaanse eik en naaldhout), Hulstlo (Amerikaanse eik en naaldhout), Lindeveld (naaldhout en Witte els) en beperkt te Bulskampveld (populier en Amerikaanse eik), Drie Koningen (naaldhout en Amerikaanse eik), Wildenburg (abeel, naaldhout, Amerikaanse eik en Tamme kastanje). In de homogenere bestanden met Grove den en lork (voornamelijk te Bulskampveld en mindere mate Lindeveld) is er een indirecte omvorming door het uitvoeren van dunningen en vrijstellen van inheemse loofbomen. Op termijn wordt er gestreefd naar een menging van inheemse loofbomen en Grove den. In elk geval blijft er een belangrijk aandeel aan naaldhout staan in het plangebied. Uitheemse boomsoorten en cultivars (zowel loof-, als naaldbomen) zullen wel nog een plaats krijgen op historisch en/of landschappelijk belangrijke plaatsen, voornamelijk in het parkbossen van het plangebied (de Varens, de Warande, Wildenburg en Drie Koningen). Door bosomvorming zal het aandeel habitat 9120 en 91 E 0 toenemen Bebossingswerken Gedurende de looptijd van voorliggend beheerplan worden vrijwel geen bebossingwerken voorzien met uitzondering van een deel (0,91 ha) van het weilandperceel (419y) te Lindeveld (zie kaart 5.2.) Bij herbebossingen na eindkap zal gekozen worden voor een volledige beplanting van het bestand of van mini-verjongingsgroepen. In beperkte mate kan gekozen worden voor een volledige spontane verbossing. Indien deze spontane verbossing niet het gewenste effect heeft kunnen er alsnog nesten worden ingeplant. Deze keuze zal bepaald worden door de aard van het terrein en de beschikbaarheid van arbeidskrachten. De hoofdsoorten die worden gebruikt zijn Zomereik naast soorten als Haagbeuk, Winterlinde en in mindere mate Boskers. Tot voor kort werd ook nog vrij veel Gewone es gebruikt. Deze soort wordt echter best niet meer aangeplant wegens het veelvuldig voorkomen van de Essenziekte. In de struiklaag is Hazelaar op de meeste plaatsen een geschikte soort ook Wilde lijsterbes kan een meerwaarde betekenen. Bij de aanleg van bosranden worden struiksoorten als Eenstijlige meidoorn, Sleedoorn, Spork, Hazelaar, gebruikt. Het aanwenden van plantmateriaal van autochtone herkomst is voor de boomsoorten wenselijk en voor de struiksoorten sterk aangewezen (afhankelijk van de beschikbaarheid). Door bosuitbreiding zal het aandeel 9120 slechts zeer beperkt toenemen. 17 Maatregelen die ook impact hebben op de uitbreiding of ontwikkeling van habitats binnen het Habitatrichtlijngebied van het plangebied krijgen een extra vermelding. Pagina 172 van 172

178 Beheermaatregelen 5.5 Bosbehandelings- en verplegingswerken Vrijstellen, zuiveren en aanduiden toekomstbomen Om de 10 (dichte natuurlijke verjonging) of 20 meter (beplanting - minder dichte natuurlijke verjonging) wordt een werkgang geklepeld. Van hieruit wordt het vrijstellen en zuiveren georganiseerd. Indien gewerkt wordt met kleine verjongingsgroepen of nesten (Duits: klumpen ) worden de ingrepen (voor zover nodig) beperkt tot deze nesten. Vrijstellen betreft het verwijderen van concurrerende kruidachtige vegetatie als de verjonging dreigt overgroeid te worden. Het wordt tot het minimum beperkt, bv. enkel in de nesten, en zal enkel gebeuren indien dit voor het welslagen van de aanplant of verjonging nodig wordt geacht. Mogelijke problemen zijn overwoekering door braam. In de bestandsranden aansluitend bij percelen in landbouwgebruik worden distelhaarden in de eerste 20 meter gemaaid. Er wordt, indien nodig, rekening gehouden met 3 vrijstellingen (op 3 jaar). Zuiveren grijpt in op de (jonge) houtachtige vegetatie en start bij de kroonsluiting (dichtwas). In de dichtwas staat hoogtegroei en natuurlijke stamreiniging centraal. Daarom worden de ingrepen lokaal en beperkt gehouden. Zuivering is een negatieve selectie waarbij ongewenste exemplaren worden verwijderd. Het kan gaan om bevoordelingen van soorten (bv. eik tussen boswilg of berk, inheemse soorten tov exoten, ) of om kwalitatief veelbelovende exemplaren binnen één soort. De zuivering kan gebeuren over het gehele bestand of meer lokaal om mogelijke toekomstbomen te vrijwaren. Voor (gesloten) berkenverjongingen wordt in de QD-methode (kwalificeren dimensioneren) reeds vanaf een dominante hoogte van 3 meter een eerste zuivering uitgevoerd (begin kwalificeringsfase). Om de 6 meter wordt een elite-exemplaar bevoordeeld (= 275 opties per ha) en worden de jonge concurrenten omgeknakt. Indien nodig wordt dit 4 jaar later herhaald voor ongeveer 150 bomen. Concurrenten worden dan bij voorkeur geringd met een schilmes en het cambium bewerkt met een staalborstel, zodat zij concurrentiekracht verliezen en langzaam afsterven. Uiteindelijk zullen een 50-tal toekomstbomen geselecteerd worden waarrond dan sterk gedund wordt (begin dimensioneringsfase). Voor jonge bestanden wordt geopteerd om te werken op basis van de toekomstboommethode of de QD-methode. In de QD-methode worden de toekomstbomen aangeduid zodra de gewenste takdode stamlengte bereikt is. Richtlijn is een takdode stamlengte van ongeveer 25% van de verwachtte eindhoogte van de boom. De toekomstbomen worden eventueel ook wat bijgesnoeid. Voor pionierbestanden (gedomineerd door berk, els, boswilg, Wilde lijsterbes ) zal dit gebeuren op een leeftijd van 12 tot 15 jaar, voor kers, es, esdoorn en grove den op jaar, voor eik op jaar en voor beuk op jaar. Daarna wordt een maximale kroonontwikkeling nagestreefd. Met de gewone toekomstboommethode kan later met de aanduiding gestart worden. Er worden meer bomen aangeduid en de dunning zal minder intensief zijn Exotenbestrijding Het verwijderen of het beperken van het aandeel uitheemse soorten gebeurt d.m.v. een regulier bosbeheer dat een bosomvorming beoogt. Uitheemse soorten met een invasief karakter vereisen echter een gerichte bestrijding en/of opvolging. Invasieve exoten (in de eerste plaats Amerikaanse eik, Amerikaanse vogelkers, Witte els en Pont. rhododendron) worden op een getrapte wijze bestreden, waarbij het gebruik van glyfosaat niet op de eerste plaats komt. Wat kan wordt uitgetrokken of uitgegraven. Door ANB zijn er uitgebreide richtlijnen opgesteld met betrekking tot het gebruik van glyfosaat. Het is alvast belangrijk om de bestrijding op korte termijn uit te voeren om te vermijden dat soorten als Amerikaanse vogelkers zich verder zouden verspreiden. Merk evenwel op dat de bestrijding van exoten op de terreinen van de waterwinning te Lindeveld dient te gebeuren volgens de bepalingen van de afgesloten beheerovereenkomst met ANB (2010). Hierin is bepaald dat Pagina 173 van 173

179 Beheermaatregelen het gebruik van pesticiden op deze terreinen verboden is ter bescherming van het grondwater bestemd voor drinkwater. Indien dit bij de bestrijding strikt noodzakelijk is dient dit opnieuw met De Watergroep besproken te worden. In de private bossen in het plangebied is het aandeel uitheemse struik- en boomsoorten nog vrij uitgebreid. Deze worden tijdens de planperiode verder afgebouwd. Dit geldt ook voor de openbare bestanden te Bulskampveld en Lindeveld. Het aandeel invasieve exoten is echter lager in de openbare bestanden (m.u.v. Rhododendron en Witte els te Lindeveld). Tamme kastanje, Robinia (buiten de parksfeer) en Gewone esdoorn worden in de meeste gevallen niet als te bestrijden soorten beschouwd maar zullen wel selectief benadeeld worden. In de kaptabel is bij selectieve dunningen de soort weergegeven die moet worden gekapt. De volgende soorten worden als problematisch voor de toekomstige bosontwikkeling aanzien: - Amerikaanse vogelkers - Amerikaanse eik - Pont. Rododendron - verjonging van Douglasspar - Witte els - Reuzenbalsemien - verjonging van Lork - Witte els - Witte abeel Op kaart 2.12a Bedekking Amerikaanse vogelkers, kaart 3.1 Knelpunten, kaart 5.4 Beheer infrastructuur en exoten en in tabel 6.1 Beheermaatregelen zijn de locaties met te bestrijden invasieve soorten in de struik- en kruidlaag weergegeven. In de tabel zijn de bestanden weergegeven met een bedekkingsgraad van Am. vogelkers vanaf 25-50% in de struiklaag en waar ze op korte termijn (binnen de 5 jaar) dient bestreden te worden. Echter ook in de bestanden met een kleinere bedekkingsgraad dient Am. vogelkers te worden bestreden en verder te worden opgevolgd. Amerikaanse vogelkers Amerikaanse vogelkers komt slechts zeer lokaal massaal voor. Dit is onder meer het geval in Hulstlo 303a, 340a, 304b en 304d, Blauwhuisbossen 608c en 617a en Wildenburg 702b en lokaal te Rooiveld 430a. In andere delen wordt de soort puntsgewijs bestreden (moederbomen) of dient de soort te worden opgevolgd. In de waterwinning te Lindeveld (409a en 415a) is reeds een aanvang genomen met de bestrijding van Amerikaanse vogelkers Amerikaanse vogelkers zal bestreden worden d.m.v. een combinatie van mechanische en chemische methodes. Bij de chemische methode zal gebruikt gemaakt worden van glyfosaat in hoofdzaak om stobbenbehandelingen of hak- en spuitmethode uit te voeren. Bij stobbenbehandeling dienen de bomen binnen het uur na het afzagen, behandeld te worden met glyfosaat. Bij de hak- en spuitmethode, worden inkepingen in de stam gemaakt, waarin glyfosaat wordt aangebracht. De bomen moeten nadien minstens twee weken blijven staan vooraleer ze worden afgezaagd. Bladbehandelingen met glyfosaat (sproeien) kan eventueel gebruikt worden om grote tapijten met zaailingen te behandelen, maar dit zal tot een absoluut minimum beperkt worden. Jongere struiken en zaailingen zullen in eerste instantie steeds mechanisch aangepakt worden (uittrekken, uitsteken, wegmaaien). Onder de mechanische methode vallen onder meer het ringen van bomen (paar jaar na elkaar), het maaien, het uittrekken, uitsteken en stelselmatig afzagen van de opschietende scheuten. In de jaren volgend op de eerste bestrijding van de Amerikaanse vogelkers dient een opvolging en nabehandeling gebeuren. Amerikaanse eik De aanwezige Am. eiken worden in de meeste bestanden door eindkappen of tijdens de (selectieve) dunningen verder uitgekapt zodat tegen het einde van de planperiode er in een groot deel Pagina 174 van 174

180 Beheermaatregelen van de bestanden geen Am. eiken als boom in het plangebied voorkomen. Eindkappen van kaprijpe bomen worden voorzien in de Blauwhuisbossen en te Wildenburg. Eindkappen bij private eigenaars worden slechts uitgevoerd indien de bomen kaprijp zijn. Gefaseerde eindkappen worden voorzien in zeer grote bestanden zoals in de Blauwhuisbossen (bvb 651a). Een deel Amerikaanse eiken worden evenwel nog getolereerd in de Blauwhuisbossen. Verder wordt Amerikaanse eik in de parkgedeeltes van Wildenburg en Drie Koningen deels getolereerd. Als alsnog blijkt deze soort vanuit de parkdelen de bosbestanden in het plangebied of buiten het plangebied binnendringt, moet alsnog ingegrepen worden. Voor de bestrijding van zaailingen en struiken van Amerikaanse eik wordt dezelfde bestrijdingsmethode toegepast als bij Amerikaanse vogelkers. Pontische rododendron Rododendron vormt een wezenlijk onderdeel van de kasteelparken in het plangebied en zullen dus op veel plaatsen behouden worden. Rododendron wordt in de parkgedeeltes slechts gedeeltelijk bestreden waarbij er zal gewaakt worden dat ze zich niet verspreiden in de naburige bosbestanden (= beheersing). Meestal zal een rand ter hoogte van het pad behouden blijven. Indien de soort woekert in het bestand zal ze echter bestreden worden. Te Wildenburg vervult rododendron een schermfunctie t.o.v. de Beernemsesteenweg. Daarom zal deze soort er teruggedrongen tot een smallere randzone die deze schermfunctie in stand houdt. Daar waar Rododendron voorkomt in bestanden met meer bosbouwkundige doelstellingen zal deze actief en integraal worden bestreden. In de openbare bestanden is Rododendron uitsluitend aanwezig in de waterwinning te Lindeveld ter hoogte van Kasteel Reigerlo. Hier is de bestrijding tijdens de winter van 2013 reeds begonnen. Een gecoördineerde aanpak is hier echter noodzakelijk met de aanpalende bestanden te Reigerlo om de bestrijding succesvol te laten verlopen. In de openbare bestanden wordt de soort in ieder geval bestreden. De bestrijding zal gebeuren door behandeling van de afgezaagde stobben met glyfosaat. Witte els Witte els werd medio jaren tachtig ingeplant in de waterwinning te Lindeveld als snelgroeiende boomsoort. Deze soort zal in de loop van het beheerplan volledig worden uitgekapt waarbij om de vijf jaar een vierde van de oppervlakte zal worden kaalgekapt. Overige soorten Op de verschillende locaties te Hulstlo ter hoogte van de aanpalende woonwijk Tiengemeten en langs het westelijke ruiterpad te Bulskampveld worden verschillende tuinsoorten verwijderd (dmv uittrekken). De probleemsoort Japanse duizendknoop komt voor in het kasteelpark te Wildenburg (701a) en in de Vagevuurbossen (856a). Om verdere verspreiding te vermijden, is het noodzakelijk dat de soort hier wordt bestreden. Dit kan hier gebeuren door behandeling met glyfosaat of beter het afdekken met worteldoek. Bonte gele dovenetel komt verspreid voor in het plangebied en is hoofdzakelijk afkomstig van gestort tuinafval. Om verdere verspreiding te vermijden, wordt deze soort bestreden (manueel uitgetrokken). Enkele geïsoleerde plekken van Klein springzaad (110a), Bamboe (707a en 856a) en Mansbloed (535a) worden bestreden door uittrekken van de voorkomende exemplaren. Reuzenbalsemien wordt als invasieve exoot in de zuidrand van 429y te Lindeveld bestreden door middel van een zeer intensief maaibeheer. Verjonging van lork, Douglasspar en Witte abeel worden in alle gevallen bestreden. Voor (verjonging) van Douglasspar en lork dient een onderscheid gemaakt te worden tussen binnen en buiten SBZ-H (daar waar natuurstreefbeelden beoogd worden) en tussen private en openbare eigenaars. De natuurlijke verjonging van Douglasspar dient zoveel mogelijk bestreden te wor- Pagina 175 van 175

181 Beheermaatregelen den buiten de monoculturen. In de privépercelen kan Douglasspar (indien gewenst) getolereerd worden. Maar ook hier dient weer opgelet te worden voor natuurlijke verjonging in nabijgelegen bestanden. Door het bestrijden van agressieve exoten zal de kwaliteit van de habitats 9120, 9160 en 91E0 toenemen. 5.6 Kapregeling De kapregeling is weergegeven in Tabel 5-1, het kapbeheer is weergegeven op kaart 5.1a en de kapregeling op kaart 5.1b. Hierna volgt een verklaring voor de gebruikte begrippen: VRIJSTELLING, ZUIVERING EN AANDUIDEN TOEKOMSTBOMEN: hoewel deze beheeringrepen geen kappingen zijn, worden zij voor de overzichtelijkheid toch in deze tabel opgenomen. Toelichting in HOOGDUNNING: Een klassieke hoogdunning gebeurt over het gehele bestand. Bij iedere ingreep wordt een nieuwe evaluatie gemaakt van de beste bomen (stamvorm, kroon, verwachte groeikracht) en wordt aan deze bomen meer groeiruimte gegeven door hun concurrenten te verwijderen. Op deze wijze vergroot bij iedere ingreep de afstand tussen de beste bomen en daalt ook hun aantal. Niet hinderende bomen worden niet verwijderd. Deze hoogdunning wordt toegepast in de oudere bestanden waar geen toekomstbomen zijn aangeduid. SELECTIEVE DUNNING: Indien de dunning zich richt op het verwijderen van specifieke boomsoorten (bvb. exoten) dan spreekt men van een selectieve dunning. In het plangebied wordt er vooral een selectieve dunning uitgevoerd op minder gewenste exoten als Am. eik en ook wel Douglasspar, Lork, Corsikaanse den maar ook op inheemse soorten als abeel en Gewone esdoorn. Hierdoor krijgen gewenste soorten als Zomereik, berk, Beuk, etc. meer ruimte. Bij het wegdunnen van exoten is het veelal wel de bedoeling om tegen het einde van de looptijd van het beheerplan de invasieve exoten uit het bestand te hebben verwijderd. TOEKOMSTBOOMDUNNING: hierbij wordt voorafgaand aan de eerste dunning (soms later) een aantal bomen geselecteerd als toekomstbomen. De afstand tussen de toekomstbomen (en dus het aantal per ha) ligt bij benadering vast, afhankelijk van de soort en de groeiplaats. Er wordt alleen rond deze toekomstbomen gedund, in functie van het meer ruimte geven aan hun kronen. Een bijzondere vorm van behandeling met toekomstbomen is de QD-methode. In de kwalificeringsfase wordt enerzijds de hoogtegroei en de takreiniging gestimuleerd (dus bestand gesloten houden), maar anderzijds worden ook de opties op toekomstbomen gevrijwaard door zuivering (buigen knakken en ringen van concurrenten). Er worden ongeveer 5 opties weerhouden per latere toekomstboom. Zodra de gewenste takdode stamlengte bereikt is, begint de dimensioneringsfase. Richtlijn is een takdode stamlengte van ongeveer 25% van de verwachtte eindhoogte van de boom. Dan worden de toekomstbomen geselecteerd en eventueel wat bijgesnoeid. Het aantal toekomstbomen is lager dan bij de gewone toekomstboommethode. Aangezien de gewenste stamlengte al bereikt is, wordt aan de kronen maximale groeiruimte gegeven. Alle bomen die met hun kroon aan de periferie van de kroon van de toekomstboom raken worden zo snel mogelijk weggenomen. FACULTATIEVE DUNNING: de omloop is vastgesteld op 8 jaar. Aangezien deze omloop voor jongere bestanden te lang kan zijn wordt tussentijds (4 jaar) een facultatieve dunning mogelijk gemaakt. Hier wordt zo weinig mogelijk gebruik van gemaakt. Deze dunningen worden ook aangeduid in spontane verbossingen en in aanplanten waar de eerste dunning vermoedelijk buiten de termijn van dit bosbeheerplan valt. Deze dunning wordt verder voorzien op plaatsen met veel voorjaarsflora en plekken die vrij nat zijn zoals lokaal in de Blauwhuisbossen. Pagina 176 van 176

182 Beheermaatregelen BRANDHOUTKAP (FACULTATIEVE KAP): Dunnere sortimenten (eerste dunningen, hakhout) worden als brandhout verkocht aan particulieren. Aangezien het de bedoeling is jaarlijks brandhoutloten te kunnen aanbieden, wordt tussen de normale kapping jaarlijks de mogelijkheid gelaten om hiervan af te wijken. Loten voor particulieren bevatten maximum 50 m 3 per lot. EINDKAP: hierbij wordt een volledig bosbestand kaalgekapt. Na de kapping kan het bestand eventueel spontaan verbossen of wordt er ingeplant met inheems loofhout. Indien de kapping zich richt op het verwijderen van specifieke boomsoorten (bvb. exoten) dan spreekt men van een selectieve eindkap. HAKHOUTKAP: hierbij wordt met een frequentie van 8 à 12 jaar een bestand of deel ervan het hakhout afgezet. Hierdoor blijft er jong bos aanwezig. Door enkele opgaande bomen te laten staan, kan een middelhoutkap worden gevoerd. In de praktijk zullen de meeste hakhoutkappen uitgevoerd worden door particulieren onder de vorm van brandhoutloten en wordt dus facultatief afgeweken van deze vaste frequentie. Hakhoutkappen kunnen ook uitgevoerd worden in de bosrand. VEILIGHEIDSKAP: langs de paden, wegen en de grens met private eigendommen worden de zwaardere bomen regelmatig opgevolgd en als er een veiligheidsrisico is voor vallende takken of zelfs volledig bomen, wordt er overgegaan tot veiligheidskap (takken of volledige boom). Ook in de hondenloopzone (Bulskampveld) is regelmatige controle in het kader van veiligheid nodig. De veiligheidskap (takken of volledige boom) kan/moet jaarlijks gebeuren, maar met voorkeur voor het normale omloopjaar. NULBEHEER: betekent dat er normaliter geen kapbeheer wordt uitgevoerd. Dit kan zijn in zeer jonge aanplanten, bestanden die spontaan verder kunnen ontwikkelen of in zeer natte bestanden. Indien nodig kan er wel bestrijding van exoten of veiligheidskabinet worden uitgevoerd. OMLOOPTIJD EN GROEPEN Gezien de ouderdom van de meeste bosbestanden matig is (40 tot 80 jaar) of zelf zeer jong is (enkele aanplanten en spontane verbossingen), wordt als omlooptijd bij de dunningen 8 jaar gebruikt met mogelijkheid van facultatieve kappingen om de 4 jaar. Dunningen in jonge bestanden en hakhoutkapingen worden bij voorkeur verkocht aan particuliere kopers onder de vorm van brandhoutloten, kleiner dan 50m² (beter 20 m²). Aangezien het de bedoeling is om deze lokale kopers te binden en hun exploitatie weinig verstoring met zich meebrengt, is het de bedoeling om jaarlijks een aanbod brandhoutloten te kunnen aanbieden. Bij hakhoutkappen wordt een omlooptijd van 8 tot 12 jaar gehanteerd maar aangezien ieder jaar een gelijkwaardig aanbod van brandhoutloten wordt nagestreefd mogen ze vroeger of later uitgevoerd worden. In de praktijk wordt deze voornamelijk uitgevoerd onder de vorm van hakhoutloten (zie hoger). Het principe van hakhoutloten kan ook worden toegepast voor private eigenaars. De openbare bestanden worden ingedeeld in vier reeksen aansluitend op de reeds bestaande reeksen. Deze reeksen zijn: 2015: Lindeveld volledig, waarbij de facultatieve kapping in 2019 kan worden gebruikt indien bepaalde kappingen niet haalbaar zijn in deze tijdsspanne. 2017: Westelijk deel Bulskampveld (deel ten westen van de Oude Bruggestraat) 2018: Pas verworven deeltje in de Vagevuurbossen aansluitend op kappingen zoals voorzien in het reeds bestaande beheerplan voor de Vagevuurbossen. 2021: Oostelijk deel Bulskampveld en deel van de Provincie West-Vlaanderen (= sluit aan op de kappingen zoals voorzien in het beheerplan van het provinciaal domein). Voor de kleinere private eigenaars te Lindeveld, Vagevuurbossen en St.-Amandus wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de kappingen in het openbaar domein. Voor de grotere private eigenaars werd een aparte kapregeling opgesteld, rekening houdend met de reeds uitgevoerde Pagina 177 van 177

183 Beheermaatregelen kappingen (o.a. te Wildenburg en Drie Koningen). Voor Wildenburg en de Blauwhuisbossen (Fam. Van der Bruggen/vander Plancke/Coppens d Eeckenbrugge) worden vier reeksen voorzien ( ) waarbij er in totaal 104 ha dient te worden gekapt. Voor Drie Koningen (Fam. Van Outryve d Ydewalle) werden twee reeksen opgesteld ( ) waarbij er 54ha dient te worden gekapt. De bestanden te Hulstlo (Bauwens) worden ook in twee reeksen gekapt ( ). In elk geval wordt er voor gezorgd dat de eindkappen van naaldhout en Amerikaanse eik zoveel mogelijk samenvallen. Het overzicht van de kapregeling in de planperiode is weergegeven in Tabel 5-1. In deze tabel is ook per bestand het huidig percentage inheemse soorten en het (geschat) percentage op het einde van de planperiode weergegeven. Legende: Z = zuivering T = aanduiden toekomstbomen (Toekomstboom of QD-methode) X = klassieke hoogdunning Xs = selectieve dunning met nadruk op verwijderen soort Xt = dunning toekomstbomen (voorkeurjaar) E = eindkap Es = eindkap soort Er = eindkap bosrand HA = hakhoutkap (voorkeurjaar) MH = middelhoutkap V = veiligheidskap O = facultatieve kap B = facultatieve brandhoutkap (alle jaren tussen Xt, HA, MH, R) Tabel 5-1: Kaptabel Pagina 178 van 178

184

185 Tabel 5.1: Kaptabel Eigenaar Statuut Bosplaats Bestand Opp. (ha) Hfdbmsrt. Plantjaar/ leeftijdsklasse % inheems Te kappen %inheems (2034) vody Isaure Privaat 3 koningen 100a 0,56 rb (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) 0 Dreef vody H.A.I. Privaat 3 koningen 101a 2,55 ae ae/tka HA1/Er HA2 HA3 HA4 HA1 HA2 HA3 HA4 HA1 HA2 <20 kapping bosrand vody Isaure Privaat 3 koningen 101b 1,06 ae ae o x o x o <20 vody Isaure Privaat 3 koningen 101c 0,64 fsp fsp o E(fSp) o 100 vody Isaure Privaat 3 koningen 101d 1,40 NH NH o E(fSp)/x o x o 100 vody Isaure Privaat 3 koningen 101e 0,78 ze/ae ze/ae o x o x o 100 vody Isaure Privaat 3 koningen 102a 1,11 LH+NH LH+NH E(fSp/Sitka) o x o x 100 NH van slechte kwaliteit vody Isaure Privaat 3 koningen 102b 0,93 ae ae x o x o x <20 vrijstellen inheems LH vody Isaure Privaat 3 koningen 102c 1,71 L L E(L) 100 vody Isaure Privaat 3 koningen 102d 1,15 fsp fsp o x o x o <50 vrijstellen inheems LH vody Harald Privaat 3 koningen 102w 0, Div. Er - rond rand vijver vody Liévin Privaat 3 koningen 103a 0,74 LH LH o x o x o 100 met afzetten HA ged vody Liévin Privaat 3 koningen 103b 1,54 fsp fsp o x o x o <50 vody Liévin Privaat 3 koningen 103c 1,01 L L o x o x o <50 vody Liévin Privaat 3 koningen 104a 1,82 ze/b ze/b o E(Do) o x o 100 verwijderen jonge Do vody H.A.I. Privaat 3 koningen 105a 1,36 ze ze/tka/ae X/HA (B) (B) (B) o (B) (B) (B) X/HA (B) (B) (B) o (B) (B) (B) X/HA (B) (B) (B) >90 HA tka/ae vody Liévin Privaat 3 koningen 105b 2,32 B/zE B/zE o E(Do)/x o x o >90 eindkap jonge Do, dunnen NV en nog 1x in ze vody Liévin Privaat 3 koningen 106a 2,66 B/zE B/zE/aE/ Do o X/HA o X/HA o >90 hakhout bosrand bornebeek vody Liévin Privaat 3 koningen 107a 0,96 L/fSp L/fSp/Do o E/HA o HA3 o 100 hakhout bosrand bornebeek vody Liévin Privaat 3 koningen 107b 0,56 ae/ze ae/ze o X/HA o X/HA o >80 hakhout bosrand bornebeek vody Liévin Privaat 3 koningen 107c 0,88 L/fSp L/fSp o X/HA o E/HA o 100 hakhout bosrand bornebeek Ven. Donisatribert Privaat 3 koningen 108a 1,23 NH+LH NH+LH Xs/HA o Xs/HA o Xs/HA <80 hakhout bosrand bornebeek vody Aude Privaat 3 koningen 109a 0,75 LH+NH LH+NH X/HA o X/HA o HA <50 hakhout bosrand bornebeek vody Aude Privaat 3 koningen 109b 1,28 B B/tKa/aE X/HA (B) (B) (B) o (B) (B) (B) X/HA (B) (B) (B) o (B) (B) (B) X/HA (B) (B) (B) 100 hakhout bosrand bornebeek vody Aude Privaat 3 koningen 109c 1,31 L L x o x o x <50 vody Aude Privaat 3 koningen 109d 0,38 B/Do B x o o <90 vody Aude Privaat 3 koningen 110a 1,40 ze/b Div. x o x o x >90 vody Aude Privaat 3 koningen 111a 1,50 L/Do Div. x/z z o/z x o o <80 zuiveren Be, 1x dunnen Do en 2x L vody Aude Privaat 3 koningen 112a 2,76 LH+NH LH+NH E(fSp/aE)/x o x o x <90 onderaanplant verwijderen vody Aude Privaat 3 koningen 113a 2,46 LH LH x o x o x >90 vody Aude Privaat 3 koningen 114a 1,17 L L/gEd x (B) (B) (B) o (B) (B) (B) x (B) (B) (B) o (B) (B) (B) x (B) (B) (B) >90 dunnen nevenetage ged en 1x in L vody Harald Privaat 3 koningen 115a 2,13 NH+LH Do E(Do) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) <90 park vody Harald Privaat 3 koningen 115b 0,93 LH+NH (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) <90 park vody Harald Privaat 3 koningen 115c 1,98 LH fsp/ae/d o x/v (v) (v) (v) x/v (v) (v) (v) x/v (v) (v) (v) x/v (v) (v) (v) x/v (v) (v) (v) <50 park en dunnen aanplant fsp Ven. Donisatribert Privaat 3 koningen 115d 0,58 B Do/B x/e(do) o x o x >90 vody Harald Privaat 3 koningen 115e 0,51 LH (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) <30 park Ven. Donisatribert Privaat 3 koningen 116a 0,50 Wey/xPo Wey/xPo E (Wey/xPo) 100 vody Liévin Privaat 3 koningen 117a 0,76 L L o x o x o <90 vody Liévin Privaat 3 koningen 118a 1,04 Do Do o x o x o <20 vody Liévin Privaat 3 koningen 119a 0,55 Wey/fSp Wey/fSp o x o x o <50 vody Liévin Privaat 3 koningen 120a 1,22 fsp+lh fsp+lh o x o x o <50 vody Liévin Privaat 3 koningen 121a 2,95 ae ae/tka (B) (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) >50 HA ae/tka vody Liévin Privaat 3 koningen 122a 1,12 Do Do o x o x o >50 vody Liévin Privaat 3 koningen 123a 0,66 LH ae/tka (B) (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) 100 vody H.A.I. & t'serstevens A.M. Privaat 3 koningen 124a 1,00 Es/gEd Es/gEd o x o x o x o x o 100 vody H.A.I. & t'serstevens A.M. Privaat 3 koningen 124b 1,41 fsp/do fsp/do o x o x o x o x o <20 vody H.A.I. & t'serstevens A.M. Privaat 3 koningen 124c 1,00 LH+NH LH+NH o x/e(ae) o x o x o x o <50 vody Isaure Privaat 3 koningen 125a 0,74 ze ze HA x HA/x 100 HA ze op heuvel Sint-Amandus Psych. ae/be/ge Privaat St.-Amandus 201a 2,21 ze/zbe Centrum d z/xt z 100 zuiveren aanplant ze Sint-Amandus Psych. vrijstellen ze en verwijderen ae en Privaat St.-Amandus 202a 2,13 zbe ae Xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) 100 Centrum toekomstbomen Be Sint-Amandus Psych. Centrum Privaat St.-Amandus 203a 0,19 fsp fsp E(fSp) 100 Sint-Amandus Psych. Centrum Privaat St.-Amandus 204a 1,89 ze ze (B) (B) (B) (B) xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) 100 Sint-Amandus Psych. Centrum Privaat St.-Amandus 205a 0,20 Be/gEd Be/gEd z (B) (B) xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) 100 vrijstellen Li Sint-Amandus Psych. Centrum Privaat St.-Amandus 206a 0,13 Ps Ps x o x o x 100 afzetten VL Opmerking

186 Eigenaar Statuut Bosplaats Bestand Opp. (ha) Hfdbmsrt. Plantjaar/ leeftijdsklasse % inheems Te kappen %inheems (2034) Bauwens Nicojan Privaat Hulstlo 300a 1,09 ze/l ae/l/ze E(aE)/x o x o x 90 Bauwens Nicojan Privaat Hulstlo 300b 1,36 ze/l L/tKa Xs o x o x 100 Bauwens Nicojan Privaat Hulstlo 300c 0,42 B LH E(tKa/L/vAc)/ x o 100 lichte dunning in B Bauwens Nicojan Privaat Hulstlo 301a 5,12 fsp fsp x o x o x o x <20 vrijstellen inheems LH Bauwens Nicojan Privaat Hulstlo 301b 1,37 L L z z (x) (x) (x) (x) (x) <20 Bauwens Nicojan Privaat Hulstlo 302a 0,81 NH+LH NH+LH (B) (B) (B) (B) xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) >90 Bauwens Nicojan Privaat Hulstlo 302b 1,24 Ps Ps (B) (B) (B) (B) xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) >90 uitkap fsp Bauwens Nicojan Privaat Hulstlo 302c 1,17 bk/es bk/es (B) (B) (B) (B) xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) 100 Bauwens Nicojan Privaat Hulstlo 302d 1,04 Pc Pc/Be/aE HA (B) (B) (B) xt/ha (B) (B) (B) x/ha (B) (B) (B) x/ha (B) (B) (B) x/ha (B) (B) (B) <20 ae-ha in oostrand Bauwens Nicojan Privaat Hulstlo 302e 2,17 fsp fsp/ae/xp o HA (B) (B) (B) xt/e(xpo)/ha (B) (B) (B) x/ha (B) (B) (B) x/ha (B) (B) (B) x/ha (B) (B) (B) <20 ae-ha in oostrand Bauwens Nicojan Privaat Hulstlo 303a 1,48 Pc Pc/fSp o x o E o 100 Bauwens Nicojan Privaat Hulstlo 303b 0,73 LH LH z (B) z (B) xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) >90 Bauwens Nicojan Privaat Hulstlo 303c 1,02 xpo/zel xpo/zel/f E(xPo/fSp)/ HA/x o x o Sp HA o x o HA/x o 100 Afzetten zel voor eindkap Bauwens Nicojan Privaat Hulstlo 303d 0,91 ged ged (B) (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) 100 Bauwens Nicojan Privaat Hulstlo 303e 1,48 NH+LH NH+LH (B) (B) (B) (B) xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) <90 Bauwens Nicojan Privaat Hulstlo 304a 1,47 av av z (B) z (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) 100 zuiveren van av Bauwens Nicojan Privaat Hulstlo 304b 2,49 ze/ae ae/fsp/ze E(aE/fSp)/x o xs o xs >90 eenmalig dunnen ze Bauwens Nicojan Privaat Hulstlo 304c 1,43 LH - - ae+lh E(aE) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) 100 nulbeheer natste deel Bauwens Nicojan Privaat Hulstlo 304d 3,40 Be/aE ae/be/ze (B) (B) (B) (B) MH1 (B) (B) (B) MH2 (B) (B) (B) MH3 (B) (B) (B) MH1 (B) (B) (B) >90 ze overstaanders + HA Bauwens Nicojan Privaat Hulstlo 305a 1,88 ze ze/be (B) (B) (B) (B) MH/x (B) (B) (B) o (B) (B) (B) x (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) 100 Bauwens Nicojan Privaat Hulstlo 306a 2,28 Be/zE Be/zE (B) (B) (B) (B) MH1 (B) (B) (B) MH2 (B) (B) (B) MH3 (B) (B) (B) MH1 (B) (B) (B) 100 ze overstaanders met HA van Be VMW Openbaar Lindeveld 401a 0,62 ze/zli ze/zli (B) (B) (B) xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) 100 VMW Openbaar Lindeveld 401b 0,22 LH+NH fsp/ze/be (B) (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x/e(fsp) o x 100 VMW Openbaar Lindeveld 402a 0,41 ze/fsp fsp/ze/be x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x/e(fsp) o x 100 VMW Openbaar Lindeveld 402b 0,46 gel gel/ze E(gEl)/x o x o x 100 ook zel aanwezig VMW Openbaar Lindeveld 402c 0,17 B/aE ae o o o o o 100 ringen ae VMW Openbaar Lindeveld 403a 0,31 Hz/zEl Hz/zEl HA (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) HA (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) HA (B) (B) (B) 100 VMW Openbaar Lindeveld 404a 0,43 LH Be/gEl x o x o x 100 verwijderen gel VMW Openbaar Lindeveld 405a 0,55 B B x o o x o 100 VMW Openbaar Lindeveld 406a 0,42 gel gel E(gEl) o 100 VMW Openbaar Lindeveld 407a 1,30 Be Be x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) 100 vrijstellen ze VMW Openbaar Lindeveld 409a 0,32 ze ze x o x o x - sterk dunnen ifv heideperceel noordrand Opmerking VMW Openbaar Lindeveld 411a 1,16 ze/be LH MH/Ez (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) >90 ze als overstaander, Ez langs pad, in N-rand wordt slechts 5m gekapt, aan Z-rand 10m. Terhoogte van bosmierenkoepels wordt in straal van 10meter niet gekapt. VMW Openbaar Lindeveld 412a 0,80 gel/ged gel/ged/b e HA/Ez (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) HA (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) HA (B) (B) (B) >90 opvolgen av VMW Openbaar Lindeveld 412b 1,13 ze/be ze/be/gel xt/ez (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) 100 zuiveren van Be/gEl VMW Openbaar Lindeveld 412c 0,44 xpo xpo o E(xPo) 100 VMW Openbaar Lindeveld 412d 0,41 LH LH E(NH)/x o x o o <80 afzetten HA tka VMW Openbaar Lindeveld 412e 1,02 LH+NH LH+NH E(NH)/x o x o o >90 VMW Openbaar Lindeveld 412f 0,63 zli/ze zli/ze (B) (B) (B) xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) 100 VMW Openbaar Lindeveld 412g 1,27 Do Do o E o 100 VMW Openbaar Lindeveld 412h 0,47 Be Nvt Nvt Nvt (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) 100 spont.verbossing VMW Openbaar Lindeveld 412i 0,22 Wi Wi (B) (B) (B) HA (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) HA (B) (B) (B) 100 VMW Openbaar Lindeveld 412j 0,99 xpo 1-20 Nvt xpo o E(xPo) o - VMW Openbaar Lindeveld 413a 0,30 ze/ae ae/gel Xs/Ez o x o x >90 bestr. av-bomen (oost) VMW Openbaar Lindeveld 414a 0,37 ze ze x o o 100 VMW Openbaar Lindeveld 414b 1,05 B B x o o x o 100 vrijstellen enkele ze VMW Openbaar Lindeveld 414c 0,38 ze ze (B) (B) (B) xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) 100 VMW Openbaar Lindeveld 414d 0,95 LH+fSp LH+fSp x o o x o <80 fsp wegdunnen VMW Openbaar Lindeveld 415a 0,45 gel/ze gel/be MH/Ez/E(gEl) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) >90 HA Be, overstaanders ze VMW Openbaar Lindeveld 416a 0,93 ze/be ze/be/ae x o o x o 100 VMW Openbaar Lindeveld 416b 0,28 ze/be ze/be x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) 100 VMW Openbaar Lindeveld 417a 0,38 ze ze x/ez (B) (B) (B) o (B) (B) (B) x (B) (B) (B) o (B) (B) (B) x (B) (B) (B) 100 VMW Openbaar Lindeveld 417b 0,13 Be Be HA/Ez (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) HA (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) HA (B) (B) (B) 100 VMW Openbaar Lindeveld 417d 0,38 LH LH HA/Ez (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) HA (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) HA (B) (B) (B) >90 uitkap ae

187 Eigenaar Statuut Bosplaats Bestand Opp. (ha) Hfdbmsrt. Plantjaar/ leeftijdsklasse % inheems Te kappen %inheems (2034) VMW Openbaar Lindeveld 418a 1,49 ze/be LH x o o x o >90 met uitkap ae/gel VMW Openbaar Lindeveld 418b 1,72 L L x o o x o >50 vrijstellen inheems LH VMW Openbaar Lindeveld 418c 0,61 B B x o o 100 vrijstellen ze VMW Openbaar Lindeveld 418d 2,52 gel gel E 100 E(gEl) op 0,55ha VMW Openbaar Lindeveld 418e 0,33 gel gel/be/hz HA (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) HA (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) HA (B) (B) (B) <80 VMW Openbaar Lindeveld 418g 0,60 ae/be ae/be MH/Ez (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) >90 ze hooghout VMW Openbaar Lindeveld 418h 1,04 ze z z (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) 100 zuiveren aanplant ze VMW Openbaar Lindeveld 418i 0,23 ze ze Ez (B) (B) (B) xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) 100 VMW Openbaar Lindeveld 418j 0,56 ze ze x/ez o o 100 lichte dunning VMW Openbaar Lindeveld 419a 0,46 fsp fsp (v) (v) (v) (v) o (v) (v) (v) E 100 VMW Openbaar Lindeveld 420a 1,51 B B x o o x o 100 VMW Openbaar Lindeveld 420b 1,08 L/zE L x o x o x <90 vrijstellen ze VMW Openbaar Lindeveld 420c 1,12 gel gel o E 100 ze behouden VMW Openbaar Lindeveld 420d 0,45 ze ze (B) (B) (B) xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) 100 VMW Openbaar Lindeveld 420e 1,12 ze/b ze/b/be x o x o x 100 tevens dunnen in Be VJ, slechts 1x in hoofdetage VMW Openbaar Lindeveld 421a 1,77 ze ae/ze E(aE)/x o x o o 100 VMW Openbaar Lindeveld 421b 0,75 ze/zli ze/zli (B) (B) (B) xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) 100 VMW Openbaar Lindeveld 422a 0,91 LH LH+L x o x o x 100 afzetten HA bwi en jonge ze vrijstellen VMW Openbaar Lindeveld 422b 0,17 ze ze (B) (B) (B) xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) 100 VMW Openbaar Lindeveld 422c 1,06 gel gel o E 100 ze behouden VMW Openbaar Lindeveld 423a 0,68 zbe Be/gEl/zE o o x o x 100 dunnen tvv ze+uitkap gel VMW Openbaar Lindeveld 424a 0,66 zbe Be/gEl o o x o x 100 dunnen tvv ze+uitkap gel VMW Openbaar Lindeveld 425a 0,64 ze Vl/zE z z (B) (B) (B) xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) 100 zuiveren van Vl VMW Openbaar Lindeveld 425b 1,32 gel gel E 100 VMW Openbaar Lindeveld 426a 1,60 Ps Ps/Be o o x o x 100 ook in NV VMW Openbaar Lindeveld 427a 0,75 fsp fsp E 100 VMW Openbaar Lindeveld 427b 0,77 gel gel o E 100 behoud Be/zE VMW Openbaar Lindeveld 428a 0,70 ze/l ze/l/ae/b afzetten HA ae en 10m inkappen x/er o x o x >90 e W rand (heischraal) VMW Openbaar Lindeveld 428b 0,79 fsp fsp E 100 VMW Openbaar Lindeveld 429a 0,83 LH ae/ze/be MH/Er (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) >90 afzetten HA ae/be/ze met overstaanders ze VMW Openbaar Lindeveld 431a 2,87 Ps Ps/tKa/gE l x o x o x 100 LH vrijstellen VMW Openbaar Lindeveld 431b 0,14 fsp fsp o E 100 VMW Openbaar Lindeveld 432a 0,65 zbe Be x/er o x o x o x 100 kappen 8-10m in zuidrand VMW Openbaar Lindeveld 432y 0,13 Pc/fSp Pc/fSp o x o x <20 klein bosje aan Torenweg LVDK bvba (De Ketelaere-De Wint) Privaat Lindeveld 440a 4,02 Ps Ps x/er o x o x 100 vrijstellen inheems LH LVDK bvba (De Ketelaere-De Wint) Privaat Lindeveld 440b 0,65 Pc Pc E(Pc) 100 ze in rand behouden LVDK bvba (De Ketelaere-De Wint) Privaat Lindeveld 440c 2,36 L/zBe L/zBe x/er o x o x >50 vrijstellen inheems LH LVDK bvba (De Ketelaere-De Wint) Privaat Lindeveld 440d 1,15 zbe/do Do/Be x/e(do)/er o x o x 100 LVDK bvba (De Ketelaere-De Wint) Privaat Lindeveld 440e 6,48 Ps Ps x/er o x o x 100 vrijstellen inheems LH Woronoff Anne Marie Privaat Lindeveld 441a 1,53 B/zE B/zE/L MH (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) 100 LVDK bvba (De Ketelaere-De Wint) Privaat Lindeveld 442a 0,12 fsp fsp E(fSp) 100 behoud ze Sint-Amandus Psychiatrisch Privaat Lindeveld 450a 1,45 LH fsp/tka o xs o x o 100 Centrum Sint-Amandus Psychiatrisch Privaat Lindeveld 450b 1,07 ze ze (B) (B) (B) (B) xt/er (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) 100 enkele Be sparen Centrum Demeyer Robert Privaat Lindeveld 460a 4,13 Ps Do/Ps o x o x o 100 Demeyer Robert Privaat Lindeveld 460b 1,47 LH LH z z 100 Barbier Joseph Privaat Lindeveld 470a 1,47 LH Do/vAc/B e/ae z z (B) (B) (B) xt (B) (B) (B) (B) 100 Barbier Joseph Privaat Lindeveld 470b 0,96 Do/L Do/L o x o x o <50 Barbier Joseph Privaat Lindeveld 471a 1,66 Be Be x o x x o x 100 ANB Openbaar Bulskampveld 501a 0,91 L L o x o x o <90 ANB Openbaar Bulskampveld 502a 1,41 Ps Ps o x o x o 100 vrijstellen inh. LH ANB Openbaar Bulskampveld 502b 0,94 Do Do o x o x o <90 veel Do-VJ, sterk dunnen ANB Openbaar Bulskampveld 503a 0,73 jl jl (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) Nvt. hondenloopzone ANB Openbaar Bulskampveld 504a 0,53 Li Li (B) (B) (B) (B) Xt (B) (B) (B) x (B) 100 Opmerking

188 Eigenaar Statuut Bosplaats Bestand Opp. (ha) Hfdbmsrt. Plantjaar/ leeftijdsklasse % inheems Te kappen %inheems (2034) ANB Openbaar Bulskampveld 517a 2,47 Do Do o x o <90 ANB Openbaar Bulskampveld 517b 0,80 Ps Ps/Be o x o x o 100 vrijstellen inh. LH ANB Openbaar Bulskampveld 517c 0,91 Do Do o x o x o <90 ANB Openbaar Bulskampveld 518a 1,72 ze ze/be o x o x o 100 1x dunnen in ze en dunnen in Be ANB Openbaar Bulskampveld 518b 1,81 Ps Ps/Be o x o x o 100 ANB Openbaar Bulskampveld 518c 0,82 B B o x o o 100 ANB Openbaar Bulskampveld 519a 1,55 Ps Ps/Be o x o x o 100 ANB Openbaar Bulskampveld 519b 0,51 Pc Pc o x o x o <90 sterk dunnen tvv Be ANB Openbaar Bulskampveld 519c 0,75 Ps Ps/Be o x o x o 100 ANB Openbaar Bulskampveld 519d 2,88 Pc Pc o x o x o <90 sterk dunnen ANB Openbaar Bulskampveld 520a 2,52 L/aE ae/l/do o E(aE)/x/Er o x o <90 veel NV ae, kappen zuidelijke bosrand ANB Openbaar Bulskampveld 520b 0,63 L L o x/er o x o <90 kappen zuidelijke bosrand ANB Openbaar Bulskampveld 520c 2,25 Ps Ps/Be o x/er o x o 100 kappen zuidelijke bosrand ANB Openbaar Bulskampveld 520d 0,43 ze Be/aE z (B) z (B) (B) (B) 100 zuiveren van ae en Be ANB Openbaar Bulskampveld 521a 3,42 Ps Ps/Be o x o x o 100 ANB Openbaar Bulskampveld 522a 2,13 Pc/Ps Pc/Ps/Be o x o x o >90 1x dunnen in Pc/Ps en dunnen Be ANB Openbaar Bulskampveld 523a 2,29 Pc Pc o x o o <90 sterk dunnen ANB Openbaar Bulskampveld 524a 0,98 ze ze (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) 100 reeds gedund ANB Openbaar Bulskampveld 524b 0,82 ze ze (B) (B) xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) 100 ANB Openbaar Bulskampveld 524c 0,60 we we (B) (B) xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) 100 ANB Openbaar Bulskampveld 524d 0,12 me me E 100 vrij nat in winter ANB Openbaar Bulskampveld 524e 0,54 L (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) >50 ANB Openbaar Bulskampveld 525a 1,56 ze ze (B) (B) xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) 100 ANB Openbaar Bulskampveld 526a 1,47 Ps Ps/Be x/eg o x o x 100 groepenkap over 0,3 ha voor heide ANB Openbaar Bulskampveld 526b 1,60 Ps Ps/Be/zEl E o - eindkap over 1,1 ha rest zwaar dunnen ANB Openbaar Bulskampveld 526c 0,66 ze ze x o o o o 100 ANB Openbaar Bulskampveld 526d 0,93 Ps Ps x o o 100 ANB Openbaar Bulskampveld 526e 0,11 Es Es (B) (B) xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) 100 zuiveren zieke es ANB Openbaar Bulskampveld 526f 0,37 L L x o x o x <50 ANB Openbaar Bulskampveld 526g 0,52 Es Es (B) (B) xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) 100 zuiveren zieke es ANB Openbaar Bulskampveld 527a 0,90 B B x o o o o 100 ANB Openbaar Bulskampveld 528a 1,33 Ps Ps x o x o x 100 LH vrijstellen ANB Openbaar Bulskampveld 528b 0,76 Ps Ps/Be x o x o x 100 ANB Openbaar Bulskampveld 528c 0,36 ze ze x o x o x 100 later alleen dunnen in de NV ANB Openbaar Bulskampveld 528d 0,20 ze ze (B) (B) (B) xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x 100 ANB Openbaar Bulskampveld 528e 0,24 L L/Do E(Do)/x o >90 sterk dunnen ANB Openbaar Bulskampveld 529a 1,39 ze ze (B) (B) (B) xt/er (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x 100 bosrand langs beek ANB Openbaar Bulskampveld 529b 0,31 Pc/B Pc xs o xs o x >90 ANB Openbaar Bulskampveld 529c 0,47 Ps Ps/Do x o x o 100 ANB Openbaar Bulskampveld 530a 1,18 Ps fsp/ps E(fSp)/x o x o x 100 nat met vrijstellen ze ANB Openbaar Bulskampveld 531a 1,53 Ps Ps x o x o x 100 vrijstellen ze ANB Openbaar Bulskampveld 532a 2,27 NH+LH o o o o o <90 nulbeheer (te nat)+bosbegrazing ANB Openbaar Bulskampveld 532b 0,47 Ps o o o o o 100 nulbeheer (te nat)+bosbegrazing ANB Openbaar Bulskampveld 533a 1,01 Ps Ps x o x o x 100 ANB Openbaar Bulskampveld 533b 0,89 jl jl x o x o x >50 Be als toekomstboom ANB Openbaar Bulskampveld 533c 1,26 xpo/zel xpo/zel E(xPo)/xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) 100 afzetten zel voor E ANB Openbaar Bulskampveld 534a 0,90 Ps Ps x o x o x 100 vrijstellen ze ANB Openbaar Bulskampveld 534b 0,83 xpo xpo/zel E(xPo)/xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) 100 afzetten zel voor E ANB Openbaar Bulskampveld 535a 0,82 Ps (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) 100 Provincie West- Vlaanderen Openbaar Bulskampveld 589a 1,42 Ps Ps/aE/tKa o x o x o 100 met uitkap ae/tka Provincie West- Vlaanderen Openbaar Bulskampveld 590a 1,83 L/Ps L/Ps o x o x o <80 vrijstellen ze Provincie West- Vlaanderen Openbaar Bulskampveld 591a 1,56 L L o x o x o <50 Opmerking Provincie West- Vlaanderen Openbaar Bulskampveld 592a 2,27 LH/L o o o o o >90 spontaan verder laten bebossen, ae/do bestrijden indien nodig Provincie West- Vlaanderen Openbaar Bulskampveld 593a 1,89 ae/ze ae/tka z z E(aE/tKa) 100 bestrijden NV ae vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 600a 4,60 ze ae/l (B) (B) (B) (B) xs (B) (B) (B) o (B) (B) (B) x (B) (B) (B) o (B) (B) (B) >90 vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 600b 0,91 NH+LH Do/L/aE o E(Do/L/aE o 100 vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 600c 0,65 L L x o E(L) 100 Verjongingsgroepen B vrijstellen. Afzetten hakhoutlaag

189 Eigenaar Statuut Bosplaats Bestand Opp. (ha) Hfdbmsrt. Plantjaar/ leeftijdsklasse % inheems Te kappen %inheems (2034) vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 601a 2,79 ze/ae/l L/aE (B) (B) (B) (B) E(aE)/x x (B) (B) (B) o (B) (B) (B) <90 Es behouden met afzetten hakhoutlaag tka/ged vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 601b 2,46 ze/b ae (B) (B) (B) (B) E(aE)/MH (B) (B) (B) o (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) o (B) (B) (B) >90 Es behouden met afzetten hakhoutlaag zel/ged vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 601c 1,00 L/B L/B (B) (B) (B) Xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) <50 met afzetten HA ae vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 601d 0,92 LH+NH NH/aE o E(NH/aE) o x o >90 vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 602a 3,76 ze/b L/aE (B) (B) (B) (B) E(aE)/x (B) (B) (B) o (B) (B) (B) E(L)/x (B) (B) (B) o (B) (B) (B) 100 overstaanders ze/b en hakhoutlaag ged/be. vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 602b 2,83 ze ze/ged (B) (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) o (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) o (B) (B) (B) 100 hooghout ze en HA ged vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 602c 1,61 LH+NH LH+NH (B) (B) (B) (B) E(Do/L/aE)/ MH (B) (B) (B) o (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) o (B) (B) (B) >90 HA van ged/hz/tka en Be vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 603a 0,93 xpo/ged xpo+lh o E(xPo)/x o x o 100 vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 603b 1,00 L/fSp L/fSp o x o x o <20 vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 603c 2,81 ze/b ae/l/ze/b (B) (B) (B) (B) E(aE/L)/MH (B) (B) (B) o (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) o (B) (B) (B) 100 afzetten HA vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 603d 2,45 ze/ae ae/ze (B) (B) (B) (B) E(aE)/MH (B) (B) (B) o (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) o (B) (B) (B) >90 hooghout ze en HA Lij/Be/aE Opmerking vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 604a 5,63 ze/ae LH (B) (B) x (B) (B) (B) o (B) (B) (B) o (B) (B) (B) o (B) (B) (B) x (B) >90 Tevens verwijderen enkele bomen thv veldvijverdijk met afzetten HA vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 605a 1,77 ae/ze ae/l o o x o 100 afzetten HA ae vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 605b 0,33 Ps/B Ps o o x o xt 100 vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 606a 3,60 ze/ae ze/ae/l o o x o x >90 jonge Do verwijderen vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 606b 0,62 L L o o x o x <20 vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 607a 3,74 ze/ae ae/ze o (B) (B) (B) o (B) (B) (B) E(aE)/MH (B) (B) (B) o (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) >90 Overstaander ze/be en HA ae/tka/gel vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 607b 1,34 L/B Div. z z z (B) (B) (B) Xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) >50 zuiveren van ae/be en kappen ae op rand vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 608a 1,12 L L o o x o x <50 met uitkap ae vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 608b 0,51 LH ae/do/l o o E(Do/L/aE) o >90 vd P Marie Cécile Privaat Blauwhuis 608c 1,04 xpo/ged xpo/ae/g Ed o o E(xPo/aE)/x o x 100 VdB Pierre Privaat Blauwhuis 609a 1,19 ze LH MH (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) >90 hooghout ze en hakhout VdB Pierre Privaat Blauwhuis 610a 1,17 Be/L Be/L x o x o x <90 reeds gedund west VdB Pierre Privaat Blauwhuis 611a 1,73 LH ae/l xs o >90 VdB Pierre Privaat Blauwhuis 611b 0,93 B/Be Be z z 100 zuiveren van Be VdB Pierre Privaat Blauwhuis 611c 0,90 L L/Be x (B) (B) (B) o (B) (B) (B) x (B) (B) (B) o (B) (B) (B) x (B) (B) (B) <90 VdB Pierre Privaat Blauwhuis 611d 0,58 Ps Ps/Be x (B) (B) (B) o (B) (B) (B) x (B) (B) (B) o (B) (B) (B) x (B) (B) (B) 100 lokaal verwijdern ae VdB Pierre Privaat Blauwhuis 612a 2, Be/L x o x o x - sterk dunnen VdB Pierre Privaat Blauwhuis 613a 1,23 Ps Ps x (B) (B) (B) o (B) (B) (B) x (B) (B) (B) o (B) (B) (B) x (B) (B) (B) 100 brandhout Be en ae VdB Pierre Privaat Blauwhuis 613b 0,84 NH+aE NH+aE E(Do/aE/L) 100 VdB Pierre Privaat Blauwhuis 613c 3,15 LH+NH Do/aE/L E(Do/aE/L)1 E(Do/aE/L)2 >90 gefaseerd groepen v. 1,5ha NH/vAc/a E(NH/vAc/a VdB Emmanuel Privaat Blauwhuis 614a 2,27 Be+NH uitlieren in natste deel E E) VdB Emmanuel Privaat Blauwhuis 614b 1,41 ze ze x o x o x 100 verwijderen fsp VdB Emmanuel Privaat Blauwhuis 615a 6,64 ae ae E1 E2 E3 E4 <90 gefaseerd groepen v. 2x0,75ha VdB Emmanuel Privaat Blauwhuis 616a 0,99 LH LH (B) (B) HA1 (B) (B) (B) HA2 (B) (B) (B) HA1 (B) (B) (B) HA2 (B) (B) (B) HA1 (B) >90 VdB Emmanuel Privaat Blauwhuis 616b 0,48 LH Be/aE z z (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) xt o x o x 100 zuiveren van Be en ae VdB Emmanuel Privaat Blauwhuis 617a 0,32 LH LH (B) (B) HA (B) (B) (B) (HA) (B) (B) (B) HA (B) (B) (B) (HA) (B) (B) (B) HA (B) 100 ze overstaanders + HA VdB Emmanuel Privaat Blauwhuis 618a 2,53 ae/ze NH+LH x o x o x <90 VdB Emmanuel Privaat Blauwhuis 619a 3,49 ze ae/l/do x o o x >90 nt meer dunnen in ze VdB Emmanuel Privaat Blauwhuis 620a 2,69 LH (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) (v) >90 verwijderen enkele dode bomen aan steenweg VdB Emmanuel Privaat Blauwhuis 622b 0,40 LH LH (B) (B) MH (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) MH (B) <90 Overstaanders van ze/zel en Be met HA Goemaere Remi Privaat Blauwhuis 623a 0,59 ze/be LH x o x o x >90 Goemaere Remi Privaat Blauwhuis 624a 1,28 ze ae/l/ze x o x o x 100 VdB Guy Privaat Wildenburg 700b 0,85 ze/b Div. X o X o X 100 Ten noorden van ijskelder, rest nulbeheer VdB Guy Privaat Wildenburg 700c 0,87 ze ze/b 100 Nulbeheer met herbebossing na bestrijding Rho VdB Guy Privaat Wildenburg 701a 0,49 NH+LH NH E(NH) >90 VdB Guy Privaat Wildenburg 702a 0,49 LH+NH Divers o X o X <80 Dunnen in jonge aanplant VdB Guy Privaat Wildenburg 702b 2,78 ze Div. X o X/HA o X HA 100 VdB Guy Privaat Wildenburg 704a 2,31 ze/l L/zE E(L) o X o X >90 Zomereiken blijven staan, dunnen in functie van natuurlijke verjonging. Afzetten HA aan beek. eindkap Lork is voorzien. In combinatie met afzetten hakhout VdB Guy Privaat Wildenburg 704b 1,78 ze/be Be V V V V o X o 100

190 Eigenaar Statuut Bosplaats Bestand Opp. (ha) Hfdbmsrt. Plantjaar/ leeftijdsklasse % inheems Te kappen %inheems (2034) VdB Guy Privaat Wildenburg 704c 1,48 Do/fSp Do/fSp o E o 50 sterke dunning in winter VdB Guy Privaat Wildenburg 704d 1,08 ze/do Do/Be V V V o X o 90 Ook initieel zuiveren door verwijderen Do. VdB Guy Privaat Wildenburg 704e 1,61 B B/tHa X/HA o X/HA o X/HA 100 Hakhout tka in westrand VdB Guy Privaat Wildenburg 705a 1,04 LH+NH NH V/E(NH) V V o X o 100 Vrijstellen aanplant + eindkap naaldhout en later dunnen. VdB Guy Privaat Wildenburg 705b 0,86 ae/tka tka/l Xs o Xs o Xs <80 Gecombineerd met inplanting van kleine groepjes loofhout. VdB Guy Privaat Wildenburg 705c 0,39 LH ae/tka HA HA HA HA HA <60 wi en Be kan vrij uitgroeien VdB Guy Privaat Wildenburg 706a 0,6 B/zE >90 nulbeheer Opmerking VdB Guy Privaat Wildenburg 707a 0,92 LH <50 nulbeheer met evt. veiligheidskap lgs wandelpad indien noodzakelijk VdB Guy Privaat Wildenburg 707b 2,65 LH ae/tka Xs o Xs o Xs >50 Fam. van der Bruggen-Coppens d'eeckenbrugge Fam. van der Bruggen-Coppens d'eeckenbrugge Fam. van der Bruggen-Coppens d'eeckenbrugge Fam. van der Bruggen-Coppens d'eeckenbrugge Fam. van der Bruggen-Coppens d'eeckenbrugge Fam. van der Bruggen-Coppens d'eeckenbrugge Fam. van der Bruggen-Coppens d'eeckenbrugge Fam. van der Bruggen-Coppens d'eeckenbrugge o.a. ook verwijderen enkele ze met ijle kronen Privaat Wildenburg 709a 0,17 ze/b B/zE x o 100 verwijderen dode bomen aan weg Privaat Wildenburg 710a 1, Div. (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) xt (B) (B) (B) 100 natte bodem Privaat Wildenburg 711a 0,73 ze/fsp L/fSp (E(L)) (E(L)) x/(e(l)) (E(L)) x <80 Privaat Wildenburg 712a 3,91 ze ged/ae/e s eindkap L indien windval, erna herbeplanten met ze/wli/hb/lij en ged (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) MH (B) (B) (B) >90 HA van ged/ae/es/hz Privaat Wildenburg 712b 0,27 Be Be (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) (B) xt (B) (B) (B) 100 Toekomstboom Be met NV Privaat Wildenburg 712c 2,35 ae ae o E(aE) o >90 behoud v. enkele ae Privaat Wildenburg 712d 1,27 B/aE B/tKa/aE (B) (B) (B) (B) o (B) (B) (B) x/ha (B) (B) (B) o (B) (B) (B) x/ha (B) (B) (B) >90 Privaat Wildenburg 712e 0,49 ze L/zE o E(L) o x 100 Pyfferoen Nicole Privaat Vagevuur 849a 0,40 Pc Pc/Be x o E o 100 Pyfferoen Norbert Privaat Vagevuur 850a 0,40 Pc Pc/Be x o E o 100 Vienne Honoré Privaat Vagevuur 851a 0,30 Be/fSp fsp z x o <80 Huys Joost Privaat Vagevuur 852a 0,31 fsp fsp x o x x o x <20 Valcke Jacqueline Privaat Vagevuur 853a 0,87 Be ae/be xs (B) (B) (B) xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x 100 Vaneenoo Bart Jules Privaat Vagevuur 854a 3,72 ze/ae ae/ab/tka xs/ha o x/ha o x/ha 100 HA aan straatkant Vaneenoo Bart Jules Privaat Vagevuur 854b 3,49 LH/L LH/L E(L/fSp)/x o x o x >90 Vaneenoo Bart Jules Privaat Vagevuur 854c 0,68 ze ze z (B) z (B) (B) (B) (B) Xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x 100 zuiveren van Be ANB Openbaar Vagevuur 855a 1,41 ze ze/ae z xt (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) x (B) (B) (B) >90 bestrijden av in noordrand ANB Openbaar Vagevuur 855b 1,21 Do/L Do/L/fSp o o E(fSp/Do)/x o x <90 recent gedund Decaestecker Ingrid Privaat Vagevuur 856a 0,26 ze ae/ze xs o 100 Verbeke Francois Privaat Vagevuur 857a 0,90 Be/zE ae E(aE) 100 Legende Z = zuivering T = aanduiden toekomstbomen (Toekomstboom of QD-methode) X = klassieke hoogdunning Xs = selectieve dunning met nadruk op verwijderen soort Xt = dunning toekomstbomen (voorkeurjaar) E = eindkap Es = eindkap soort Er= eindkap bosrand HA = hakhoutkap (voorkeurjaar) MH = middelhoutkap V = veiligheidskap O = facultatieve kap B = facultatieve brandhoutkap (alle jaren tussen Xt, HA, MH)

191 Beheermaatregelen 5.7 Bosexploitatie Voor de bosexploitatie wordt gebruik gemaakt van de talrijke boswegen die in het plangebied aanwezig zijn. Het gebruik van vaste ruimingspistes in de grotere bestanden is verplicht tijdens de eerste exploitatie. Beschadigde boswegen worden na het beëindigen van de exploitatie in hun oorspronkelijke staat hersteld. Bij bosruimingen op kwetsbare (doorgaans natte) zones wordt gebruik gemaakt van aangepaste apparatuur (bvb. lier, lage drukbanden, rupsbanden, paarden) die bodembeschadiging uitsluiten of zijn minst beperken. In het geval ernstige bodembeschadiging niet kan worden verhinderd, blijven de bomen in het bestand liggen. Ter hoogte van de restanten van de veldvijverdijken in Wildenburg en de Blauwhuisbossen dient de bosexploitatie omzichtig te gebeuren teneinde deze als reliëfelement te behouden (ligging van de veldvijverdijken: kaart 2.13c). Om exploitatieschade te beperken wordt exploitatie tijdens de wintermaanden zoveel mogelijk vermeden. Schoontijd In het kader van de omzendbrief Afwegingskader toepassing schoontijd, 2010 werd een richtlijn opgesteld voor het instellen van de schoontijd. Met deze richtlijn wordt getracht de schoontijd meer op maat, op basis van de actuele situatie af te stemmen. Voor de natte bestanden met veel voorjaarsflora in de Blauwhuisbossen (600b, 601b, 602b en 603a) en enkele natte bestanden te Wildenburg (710a en 712a), wordt er best afgeweken van de standaard schoontijd (1 april - 30juni). De schoontijd wordt hier gelegd op 1 maart - 31 mei op basis van het voorkomen van voorjaarsflora en de specifieke abiotische (= vochtige) omstandigheden. Voor de overige bestanden wordt de standaard schoontijd gerespecteerd. Voor de structuurarme (naaldhout)bestanden die niet in VEN-gebied gelegen zijn, geldt geen schoontijd. In grote lijnen komt dit overeen met de bosplaatsen Drie Koningen (alles noorden van de centrale dreef en de bestanden ten oosten van de Wellingstraat), Hulstlo, Sint-Amandus, Lindeveld en de structuurarme naaldhout- en Amerikaanse eikenpercelen in de Blauwhuisbossen, Wildenburg en de Vagevuurbossen. De schoontijd dient tevens niet gerespecteerd te worden voor de jonge aanplanten en de spontane verbossingen. 5.8 Brandpreventie De kans op bosbrand in het gebied is eerder gering. Er worden geen specifieke maatregelen genomen ter preventie van bosbranden. Wel worden de brandgangen in de naaldhoutbestanden te Hulstlo onderhouden door middel van een aangepast maaibeheer. Door het kappen of omvormen van homogene naaldhoutbestanden naar gemengde, loofhoutbestanden zal de brandgevoeligheid afnemen. Het ontwikkelen van boomrijke heide kan de brandgevoeligheid beperkt doen toenemen. Er worden best gecentraliseerde stookplaatsen aangelegd buiten de bosbestanden bij de private eigenaars (o.a. van toepassing in het kasteelpark te Wildenburg). Bij bosbrand of dreiging van bosbrand kunnen de hulpdiensten gebruik maken van de bestaande boswegen en zijn de meeste bosdelen snel en gemakkelijk bereikbaar. 5.9 Open ruimten Tijdens de planperiode zullen er 52,9 ha (12,6%) permanent open ruimten in het plangebied aanwezig zijn. Hiervan zal er 42,3 ha (10%) een natuurgericht beheer krijgen. Deze zones bestaan uit gemaaide graslanden, (boomrijke) heide, boomgaarden, bosranden, vijvers en poelen. Pagina 179 van 179

192 Beheermaatregelen Zie kaarten 5.2a en 5.2b Waar mogelijk zullen de natuurgerichte beheermaatregelen zoveel mogelijk in samenwerking met de plaatselijke landbouwers uitgevoerd worden onder de vorm van kostenloze gebruiksovereenkomsten. Wegens de hoge voedselrijkdom van verschillende percelen te Lindeveld zal in de meeste gevallen worden gekozen voor een twee(drie-)voudige maaibeurt per jaar met een evaluatie na vijf à tien jaar waarbij de eerste maaibeurt dient te gebeuren voor de bloei van het dominante gras. In principe kan verschraling hier vrij snel plaatsvinden wegens hun ligging op goed doorlaatbare, zandige bodems. Initieel kan zelfs gekozen worden om de eerste jaren een drietal keer te maaien. De tweede of derde maaibeurt kan vervangen worden door een nabegrazing (eventueel d.m.v. herderen). Maaien gebeurt best gefaseerd waarbij er steeds een kleine strook niet meegemaaid wordt, dit om een toevluchtsoord te kunnen bieden aan ongewervelden en kleine zoogdieren. Jaar na jaar wordt steeds een andere plek gekozen die niet zal worden meegemaaid. Voor een algemeen overzicht van de uit te voeren werkzaamheden op de verschillende percelen wordt verwezen naar Tabel 5-2. In deze tabel worden uitsluitend de percelen vermeld die een natuurgericht beheer zullen krijgen Maaibeheer bloemrijke graslanden DRIE KONINGEN Een kort afgereden gazon (115x) zal ter hoogte van het kasteel worden omgezet naar bloemrijk hooiland. Dit grasland wordt gehooid eind juli-begin augustus met afvoeren van het maaisel Ontwikkeling van (boomrijke) heide en heischraal grasland LINDEVELD Te Lindeveld wordt een vrij grote oppervlakte heischraal grasland gecreëerd (vnl. zuur struisgras-grasland maar ook droog heischraal grasland) met Muizenoortje, Schapenzuring, Zandblauwtje, Vogelpootje, Liggend walstro, Liggende vleugeltjesbloem en Mannetjesereprijs en dit over een oppervlakte van 12,9 ha. Hier kan door maaibeheer vrij snel verschraling verkregen worden. Sommige percelen dienen initieel nog twee maaibeurten te ondergaan vooraleer er kan worden overgegaan tot een extensief maaibeheer eind juli/begin augustus (zie ook Tabel 5-2). Zeer lokaal worden zomen getolereerd van Adelaarsvaren en braam in de randen. Bramen worden gefaseerd gemaaid waarbij telkens een derde in oktober wordt gemaaid. Kruidige zomen met Echte guldenroede zoals te 407y, worden slechts zeer laat gemaaid (oktober). In het kader van de landinrichting (VLM) zijn er plagexperimenten aan de gang in 412y. Indien deze experimenten succesvol zijn kunnen deze worden uitgebreid over de rest van het perceel. Vermoedelijk zal een regulier maaibeheer hier volstaan. Verder komen nog een aantal zeer voedselrijke percelen voor te Lindeveld die zullen worden verschraald (verminderen van witbol- raaigras- of ruw beemdgrasdominantie). Op deze percelen is de landbouwinvloed nog het meeste merkbaar. Het betreft een zestal percelen (410y, 412y, 418y, 420y, 421y, 429y) met een totale oppervlakte van 6,7 ha. Op deze percelen wordt geopteerd om twee (drie) maal per jaar te maaien. In de rand van 420y komt rondomrond Adelaarsvaren voor. Adelaarsvaren dient in elk geval te worden meegemaaid. In het verleden heeft Adelaarsvaren zich sterk kunnen uitbreiden in de graslanden doordat landbouwers deze soort niet meemaaien, dit moet absoluut vermeden worden. Dit wil echter niet zeggen dat lokaal monofaciës van Adelaarsvaren tijdelijke behouden kunnen blijven. Ter hoogte van het productiegebouw (432t) wordt een gazonbeheer gevoerd waarbij er 4-5 x per jaar wordt gemaaid voor het instandhouden van de aanwezige waardevolle Pagina 180 van 180

193 Beheermaatregelen vegetaties (Taraxum erythrospema groep en andere). Deze gazonnen zijn nooit bemest. Foto: zoom van Adelaarsvaren in de waterwinning (414y) dient dringend teruggezet te worden Ter hoogte van 408a wordt kleinschalig (0,31ha) heide hersteld. Hier werd een klein perceel Witte els kaalgekapt en werd Amerikaanse vogelkers bestreden. Nabestrijding is hier nog noodzakelijk waarbij er nog ontstronkt en geplagd dient te worden. BULSKAMPVELD Ter hoogte van bestand 526b en een deel van 526a wordt Intermediaire heide hersteld over een oppervlakte van 1,4 ha in het kader van het natuurinrichtingsproject Biscopveld (VLM). De hydrologische situatie is hier nog grotendeels intact en herstel van natte heide en bronmilieus kan hier samengaan met een verdere vergroting van de grondwatervoeding van de Bornebeek. In deze gebieden kan daarom het best zo veel mogelijk water worden vastgehouden. De afstroming vanaf de kwelzone naar de Bornebeek moet in stand worden gehouden. Om dit te bewerkstelligen dient Grove den gekapt te worden, dient er ontstronkt te worden en geplagd. Op lange termijn kan dit perceel eventueel in een grotere begrazingsblok genomen worden met de aanpalende heidepercelen van het provinciaal domein. Door afgraven van de fosfaatrijke bouwvoor in het kader van de natuurinrichting Biscopveld te Bulskampveld (525y) over 0,83 ha zullen er potenties ontstaan voor heischraal grasland. Door de afgraving kan een snelle verschraling plaatsvinden en wordt de afstand tot het grondwater verlaagd. Afplaggen van geïsoleerde gebieden alleen zal waarschijnlijk onvoldoende zijn om soortenrijke vegetatietypen te ontwikkelen. Aanvullende maatregelen zullen noodzakelijk zijn, zoals het aanbrengen van maaisel, strooisel van een geschikte referentievegetatie. BLAUWHUISBOSSEN In bestand 612a wordt een mozaïek van droge en natte heide gecreëerd door gefaseerd te plaggen en te maaien en dit over 1,17 ha. Hierbij worden de (deels mislukte) aanplanten van lork en Zwarte els gekapt en worden de grotere lorken en berken zeer ijl gezet (< 30% bos). Op en langs het perceel worden de drainagegreppels dichtgemaakt (of toch tenminste toegestopt). De aanpalende aanplanten worden omgevormd naar boomrijke heide (bebossing ongeveer 50%) waarbij er aan de oostkant van het perceel een brede heischrale strook wordt gemaaid met regelmatig afzetten van de houtige opslag. Verder wordt de heischrale zichtas met zeer veel Tormentil aan het kasteel van de Varens (605a) regelmatig gemaaid. Pagina 181 van 181

194 Beheermaatregelen Foto: boomrijke heide in 613a in de Blauwhuisbossen. DRIE KONINGEN Op de rand van de kleine zandwinningsput ter hoogte van 102a wordt een kleine kapvlakte geplagd over 0,24 ha voor herstel van droge heide. Verder wordt een kleine open plek opengehouden in 103c en dit tevens over 0,24ha. Hier zal de houtige opslag op regelmatige basis gekapt worden. Ter hoogte van de open plek in 112a wordt een extensief maaibeheer gevoerd over 0,49 ha waarbij de houtige opslag eerst wordt afgezet. WILDENBURG Kleinere heischrale percelen worden extensief gemaaid over 0,43 ha (700w1, 700w2 en 705b). Door bovenvermelde maatregel zal het aandeel en de kwaliteit van habitat 4010, 4030 en 6230 toenemen Beheer van natte open plekken en kwelzones LINDEVELD In het kader van de landinrichting Brugse veldzone werden enkele proefplagplekken uitgevoerd. Hierdoor is te Lindeveld ontwikkeling mogelijk naar veldrusgrasland (met affiniteiten naar dotterbloemgrasland) over 1,03 ha. Op een voormalig populierenperceel (412j) en een Witte elzenperceel (418d) werd hiervoor geplagd. Ter hoogte van 418d komen (kwamen) soorten voor als Klein glidkruid, Hondsviooltje, Geelgroene zegge, Tormentil, Veldrus en Sterzegge. De geplagde terreinen zullen minstens de eerste twee jaar onaangeroerd gelaten worden om vast te stellen wat het resultaat wordt. Het beheer achteraf wordt afgesteld op de resultaten. Dit kan een hooilandbeheer zijn (bij succes), maar ook een nulbeheer (geen succes). De frequentie en het tijdstip van het eventuele hooilandbeheer dient te worden bepaald aan de hand van de verschijnende plantensoorten en de verdere potenties. BLAUWHUISBOSSEN Op een voormalig populierenperceel (0,78 ha) wordt een moerasspirearuigte ontwikkeld met soorten als Grote kattestaart, Moerasandoorn, Gele lis, Grote wederik en Moerasspirea. Dit perceel wordt jaarlijks gemaaid in september. Pagina 182 van 182

195 Beheermaatregelen Door bovenvermelde maatregel zal het aandeel en de kwaliteit van habitat rbbhc, 6410 en 6430 toenemen. Drie Koningen Lindeveld Bulskampveld Blauwhuis Wildenburg Tabel 5-2: Overzicht van de natuurgerichte maatregelen op de verschillende percelen in het plangebied. bestand opp (ha) beheer nu (2-5j.) beheer later (>5j.) opmerking 102a 0,24 1 x hooien sept-oktober met kappen opslag 1 x maaien (struikheide) om de 5-7 jaar 103c 0,24 kappen houtige opslag kappen houtige opslag 115x 0,45 1 x hooien eind juli-augustus 1 x hooien eind juli-augustus 407y 1,26 1 x hooien eind juli-augustus 1 x hooien september/oktober 407y 0,5 2 x hooien eind juni-september 1 x hooien eind juli-augustus ontbost perceel 408a 0,31 ontstronken + plaggen+1 x hooien sept-oktober + exotenbestrijding 1 x maaien (struikheide) om 5-7 jaar 410y 0,64 2 x hooien eind mei-september 1 x hooien eind juli-augustus 410y 0,28 evt. plaggen + 2 x hooien eind juniseptember 1 x hooien eind juli-begin augustus 412y 1,47 1 x hooien eind juli-augustus 1 x hooien eind juli-augustus oostelijke deel 412y 0,79 2 x hooien eind mei-september 1 x hooien eind juni-september westelijke deel 412j 0,65 2 x hooien eind juni-september 1 x hooien eind juli-begin augustus geplagd perceel 414y 0,7 1 x hooien sept-oktober 1 x hooien sept-oktober zoombeheer Avaren 416y 1,47 1 x hooien eind juliaugustus/bramenruigte 0,3x j./oktober 1 x hooien eind juliaugustus/bramenruigte 0,3x j./oktober 418d 0,1 1 x hooien augustus 1 x hooien augustus plagplek 418y 1,52 2 x hooien eind mei-september 1 x hooien eind juli-augustus 419y 2,38 2 x hooien eind juni-september 1 x hooien sept-oktober 420y 0,5 2 x hooien eind mei-september 1 x hooien eind juli-augustus zoombeheer Avaren 421y 1,88 2 x hooien eind mei-september 1 x hooien eind juli-augustus 424y 1,11 1 x hooien eind juli-augustus 1 x hooien september/oktober 427y 1,51 1 x hooien eind juliaugustus/bramenruigte 0,3x j./oktober 1 x hooien september/oktober/bramenruigte 0,3x j./oktober 429y 1,34 2 x hooien eind mei-september 1 x hooien eind juli-augustus 430y 0,93 1 x hooien eind juli-augustus 1 x hooien september/oktober 431y 0,54 1 x hooien eind juli-augustus 1 x hooien september/oktober 432t 0,37 gazonbeheer (4-5x/jaar) gazonbeheer (4-5x/jaar) randen hoofdgebouw 432y 0,75 1 x hooien sept-oktober 1 x hooien sept-oktober taluds 525y 0,83 afgraven + 1 x hooien eind juliaugustus 1 x hooien september/oktober 526a 0,3 kappen/ontstronken/plaggen extensieve begrazing ikv heideherstel 526b 1,1 kappen/ontstronken/plaggen extensieve begrazing ikv heideherstel 604a 0,33 2 x hooien eind mei-september 1 x hooien eind juli-augustus zichtassen 605a 0,34 1 x hooien eind juli-augustus 1 x hooien eind juli-augustus zichtassen 612a 1,17 plaggen/gefaseerd maaien en dichten greppels plaggen/gefaseerd maaien ikv heideherstel 622a 0,78 1x maaien september 1x maaien september natte ruigte 700w1 0,08 1 x hooien eind juli-augustus 1 x hooien eind juli-augustus eilandje vijver 700w2 0,05 1 x hooien eind juli-augustus 1 x hooien eind juli-augustus eilandje vijver 705b 0,15 1 x hooien eind juli-augustus 1 x hooien eind juli-augustus Vagevuur 854b 0,23 1 x hooien eind juli-augustus 1 x hooien eind juli-augustus heischrale rand poelen Intensief beheerde graslanden Door de lage ecologische potenties van de graasweiden te Wildenburg (700x, 700y, 703x, 703y en 708x) zullen deze weiden geen specifiek natuurgericht beheer krijgen (~status quo) en dit over een oppervlakte van 9,8ha. Het huidige graasbeheer met runderen en paarden kan verder gezet worden. Voor de grote noordelijke graasweide (708x) kan geopteerd worden voor de in- Pagina 183 van 183

196 Beheermaatregelen richting als vochtig grasland met gradiënten naar vochtige tot natte depressies in het kader van het op te maken natuurinrichtingsplan. De bemesting van de graslanden wordt stopgezet, minstens langs de bosranden en vijverrand. Bij herinrichting ervan in kader van natuurinrichting dient dit geherevalueerd te worden. De bestaande waterbergende functie in 708x wordt behouden. Afhankelijk van de toekomstige visie (natuurinrichting) op dit perceel, kan deze functie eventueel versterkt worden. Het gazonbeheer rond de woning te Wildenburg wordt gehandhaafd Akkers De akker in het kasteelpark te Wildenburg (703z) wordt behouden, zie ook het desbetreffende parkbeheerplan (Grontmij, 2013) Gradiënten en bosrandontwikkeling Verspreid over het plangebied worden de bosranden verder ontwikkeld. Zie kaart 5.2 (zie ook op deze kaart voor nummering per bosplaats). Bosranden worden in het plangebied aangelegd door in de rand van een bosbestand een hakhoutkap uit te voeren. Daarna kan de gekapte strook (5 tot 20 m) spontaan ontwikkelen of worden er struiken ingeplant. Bosranden worden best golvend uitgevoerd. Het bosrandbeheer bestaat er dus vooral in om in een strook van minimaal 5 m tot 15 m naast enkele opgaande bomen de overige bomen als hakhout (omlooptijd ± 8-12 jaar) te beheren. Tabel 5-3: beheer van bosranden (kaart 5.2) Bosplaats nr. locatie lengte beheer beheerder 3 Koningen Blauwhuis Bulskampveld Hulstlo Lindeveld b1 aan Bornebeek 560m bosrand kappen en opslag afzetten aan Bornebeek vody Aude/Liévin b2 109c 294m bosrand aanleggen op plek Rho als scherm vody Aude b3 101a 345m afzetten hakhout in westrand en vrijstellen aan te planten bosrand in noordrand vody H.A.I. b4 121a 171m kappen rand zuidoost en inplanten, regelmatig vrijstellen vody Liévin b1 603a 68m afzetten hakhout in noordrand vd P Marie Cécile b2 610a 102m afzetten HA in noordrand VdB Pierre b3 624a 330m seq. Afzetten hakhout in rand Goemaere Remi b4 623a 208m afzetten hakhout in bosrand Goemaere Remi b5 612a 163m mantel/zoom aanleggen langs wandelpad VdB Pierre b5 612a 163m mantel/zoom met aanleggen om de 2 jaar pad maaien en om de 8 jaar strook opslag afzetten VdB Pierre b1 588a 368m aanleggen bosrand rond nieuwe beplanting Braeckevelt Martin b2 529a 194m strook van 10-15m kappen en regelmatig opslag afzetten ANB b3 520a-c 310m onderhouden bosrand (b1) ANB b m vrijstellen jonge bosrand en snoeien Bauwens NicoJan b2 306a 329m afzetten hakhout op wal met bestrijden av Bauwens NicoJan b3 304d 343m hakhout afzetten Bauwens NicoJan b1 470a 266m verwijderen exoten en vervolledigen met Hz Barbier Joseph b3 460b 111m Regelmatig vrijstellen bosrand (zoom/mantel) Demeyer Robert b4 450b 72m afzetten bosrand over strook van 10m breed St.-Amandus b5 440a-c 366m interne bosrand kappen en afzetten opslag LVDK bvba b6 440c-e 393m interne bosrand kappen en afzetten opslag LVDK bvba b7 440e 205m interne bosrand kappen en afzetten opslag LVDK bvba b8 440d-e 375m Strook van 10m kappen en deels herbebossen. Regelmatig vrijstellen LVDK bvba b m bosrand sequentieel afzetten in stroken van 250m. Ter hoogte van bosmierenkoepels wordt VMW Pagina 184 van 184

197 Beheermaatregelen Bosplaats nr. locatie lengte beheer beheerder in straal van 10meter hakhout niet afgezet. b m bosrand afzetten lgs wandelpad VMW b11 432a 82m kappen en afzetten opslag Be VMW b12 442a 62m kappen rand en terug inplanten met Spork/Lij/Hz/gRo LVDK bvba b13 470b 203m bosrand van Do kappen en inplanten met Lij/Spork Barbier Joseph Wildenburg b1 705a 68m mantel/zoom aanleggen door kappen opslag en maaien VdB Guy Al het hout dat vrijkomt bij het hakhoutbeheer en het afzetten of snoeien van struiken wordt afgevoerd of buiten kwetsbare zones gestapeld. Langs verschillende dreven wordt er eenmaal per jaar gemaaid in september met afvoer van het maaisel en dit voor het behoud en de ontwikkeling van heischrale vegetaties in de bermen van deze dreven. Het betreft in totaal 4,82 km dreef verspreid over alle bosplaatsen maar voornamelijk te Bulskampveld, Blauwhuisbossen en te Lindeveld, zie kaart Specifieke maatregelen ter bescherming van fauna en flora Levendbarende hagedis en Hazelworm Levendbarende hagedis en Hazelworm komen voor op het heideperceel in de Blauwhuisbossen (612a) en te Lindeveld. Levendbarende hagedis is verder gekend van Bulskampveld (Bornebeekreservaat) en van historische waarnemingen te Drie Koningen. Door de ontwikkeling van (boomrijke) heide, interne bosranden en heischrale biotopen ter hoogte van het heideterrein te Lindeveld, Bulskampveld, Drie Koningen en de Blauwhuisbossen en een aangepast maaibeheer in de aanpalende (heischrale) dreven worden de geschikte biotopen bewaard en verder uitgebreid. Om voor de Hazelworm geschikte schuilplaatsen te voorzien worden in de bestanden die aansluiten op gekende vindplaatsen bij dunningen kleine stapelplaatsen van kroonhout aangelegd. Takhout van verschillende dimensies, dus ook zwaar kroonhout, moet in dergelijke houtstapels aanwezig zijn. De houtstapels komen te liggen nabij bosranden. Foto: zandige paden met heischrale bermen zoals hier te Bulskampveld (zuidrand 529a) vormen het ideaal biotoop voor Levendbarende hagedis. Pagina 185 van 185

198 Beheermaatregelen Boombewonende vogels en vleermuizen Een voldoende dichtheid aan bomen met holtes zijn nodig voor de populaties van boombewonende vleermuizen (Rosse vleermuis, Watervleermuis, Franjestaart, Gewone grootoorvleermuis, ). Om de aanwezige populaties te kunnen behouden en versterken, wordt er zeker in het openbaar deel omzichtig omgesprongen met het kappen van dikkere bomen. Normaliter worden bomen met een omtrek vanaf 2,5 m in ieder geval behouden tenzij bij veiligheidsrisico. Kappingen van bomen met holtes waar eventueel een vleermuizenkolonie aanwezig zou kunnen zijn, kan maar enkel gebeuren als er vooraf een onderzoek is uitgevoerd, dit geldt ook voor de private bestanden. Onderzoek van bomen met holtes gebeurt best in de maand maart (of september). Te Drie Koningen (121a) komt een kolonieboom voor in een Amerikaanse eik. Kappingen in Amerikaanse eikendreven kunnen worden uitgesteld indien er een belangrijke indicatie is voor de aanwezigheid van vleermuizenkolonies. Hoewel de ijskelder binnen het domein te Wildenburg een stabiele populatie aan overwinterende vleermuizen herbergt, kan deze nog aantrekkelijker gemaakt worden door enkele kleine structurele maatregelen. Het binnenoppervlak is nu nog vrij effen met weinig mogelijkheid voor vleermuizen om weg te kruipen. Daarvoor zullen er op de wand houten latjes in de lengte worden bevestigd van ongeveer een meter lang. Deze latjes worden bevestigd aan de muur met tussenschotten. Zo ontstaat er ruimte tussen de latjes en de muur waarachter vleermuizen kunnen wegkruipen. Hierbij moet toch opgemerkt worden dat het aantal vleermuizen dat gebruikmaakt van de ijskelder vrij stabiel blijft en zelfs stijgt. Overbodige aanpassingen kunnen het intern microklimaat sterk verstoren en zo sterk nadelig zijn voor de populatie overwinterende vleermuizen. De ijskelder is bouwtechnisch in (zeer) goede staat. Enkel aan de ingang van de ijskelder is er beschadiging van het metselwerk. Voorgesteld wordt om dit metselwerk opnieuw te herstellen en te voorzien in de plaatsing van een nieuwe deur met invliegopening voor de vleermuizen. De aanwezigheid binnen het kasteelpark van Wildenburg van soorten als Wielewaal en Gekraagde roodstaart is vrij uniek binnen de regio. De Gekraagde roodstaart is gebaat met het behoud en het versterken van de parkstructuur rondom de huidige woning. Deze parkstructuur is tevens ideaal voor soorten als Grauwe vliegenvanger. Voor deze soort kunnen speciaal ontworpen nestkasten worden opgehangen achter de woning. Het voorkomen van de Wielewaal ter hoogte van de plantie (700b) wordt verzekerd door het behoud van deze cultuurhistorische structuur. De grote ronde opening in het gebouwtje in 700t te Wildenburg is ideaal als invliegopening voor Kerkuil. Op de zoldering zal een kerkuilenbak worden geplaatst. Vermoedelijk kan Matkop zijn aanwezigheid naar het plangebied uitbreiden vanuit het aanpalende bosreservaat door de ontwikkeling van nattere bostypes. Door ouder worden van de bossen en toename dood hout is het behoud van deze sterk achteruitgaande soort verzekerd (ook ideaal voor soorten als Zwarte specht). Boompieper kan als broedvogel verwacht worden in de nieuwe heidepercelen te Bulskampveld (526a en 526b). In het provinciaal domein komen nu al drie territoria voor. De soort kan vroeg of laat ook verschijnen op het heideperceel in de Blauwhuisbossen (612a). Deze soort komt voor in de overgangszone van heide naar bos, in zeer open lichtrijke eikenbossen, op kapvlakten en in jonge aanplanten. Pagina 186 van 186

199 Beheermaatregelen Foto: Ideale invliegopening voor Kerkuil in de opslagplaats 700t te Wildenburg Oud-bosplanten en voorjaarsflora Vooral in de Blauwhuisbossen ter hoogte van de Varens komen interessante vegetaties met oud-bosplanten voor. Tijdens bosexploitatie wordt er op toegezien dat deze zones worden gespaard. In de praktijk zal hier voornamelijk een nulbeheer worden gevoerd of zullen de kappingen zeer extensief gebeuren. In de zones met een uitgebreide voorjaarsflora wordt de schoontijd aangepast (31 maart 31 mei) Vissen De Bornebeek werd in het deelbekkenbeheerplan Rivierbeek (bekken Brugse Polders) naar voor geschoven als prioritair aandachtsgebied om te komen tot zeer goede waterkwaliteit. De provincie West-Vlaanderen heeft een integraal waterbeleidsplan opgemaakt voor de Bornebeek. In het kader van het natuurinrichtingsproject (VLM) wordt een verbetering van de waterkwaliteit vooropgesteld. Het aanleggen van infiltratievijvers in de bron van de Bornebeek (zie ) kan het water voorzuiveren. Vermoedelijk zal de aanwezige populatie van het Bermpje zich in de toekomst over de volledige loop kunnen uitbreiden. De populatie in de Bornebeek zou als bronpopulatie kunnen dienen voor andere waterlopen in het gebied. Een soort die momenteel in Bornebeek afwezig is, maar potentieel ook verwacht kan worden, betreft de Habitatrichtlijnsoort Bittervoorn. Verder biedt ook de Blauwhuisbeek interessante potenties als biotoop voor o.a. Bermpje (VLM, 2013). Met de inrichtingswerken wordt vooral beoogd de waterkwaliteit te verbeteren, zodat het leefgebied voor vervuilingsgevoelige soorten, zoals Bermpje, uitgebreid kan worden. Het verontdiepen van de Blauwhuisbeek zal dan weer zorgen dat het aanwezige visbestand zich ook in drogere periodes in de bovenloop kan vestigen Kale (rode) bosmier Het voorkomen van meerdere koepelnesten van Kale (rode) bosmier te Lindeveld en Hulstlo is goed gedocumenteerd. In de betrokken bestanden wordt bijzondere aandacht besteed aan deze soort en worden maatregelen genomen om in de uitbreiding van deze bosmiersoort te voorzien. De bosmieren kunnen zich over grotere afstanden verspreiden wanneer gevleugelde vrouwtjes worden voortgebracht die uitzwermen. Dit gebeurt echter zelden en slechts een gering percentage van de bevruchte koninginnen slaagt erin een nieuw nest te stichten. Het is immers niet alleen noodzakelijk dat ze een geschikte nestplaats vinden maar ze moeten ook in staat zijn een eerste broed groot te brengen. Daarvoor hebben ze hulp nodig van werksters en die zijn afkomstig van een andere mierensoort de Grauwzwarte mier (Formica fusca). Deze soort komt weliswaar algemeen voor, maar de koningin moet zich door een mierenvolk laten accepteren zodanig dat deze als slaven of dienaren voor haar willen werken en dat lukt vaker niet dan wel. Meestal Pagina 187 van 187

200 Beheermaatregelen gebeurt de verspreiding door nestafsplitsing, waarbij een moedernest dochternesten voortbrengt. In dergelijk geval verloopt de uitbreiding naar andere gebieden echter zeer langzaam en slechts binnen een afstand van 150 m. Het is ook noodzakelijk dat voldoende bosverbindingselementen in het landschap aanwezig zijn om de uitbreiding naar andere bosdelen mogelijk te maken. De nesten liggen doorgaans niet regelmatig over het terrein verdeeld, omdat de voorkeur uitgaat naar de bosranden. Het behoud van een ijle bosrand is dan ook belangrijk. het omzichtig (uit)kappen van bomen (indien nodig), zodanig dat de aanwezige nesten en de omgeving ervan niet worden beschadigd; het behoud van een aandeel (inheems) naaldhout (Ps) in combinatie met diverse loofbomen; rust en bescherming tegen verstoring worden gewaarborgd (vrijwel overal zijn boscomplexen met bosmieren niet toegankelijk); bosrandontwikkeling met Z/ZW inval van zonlicht het behouden en/of het inbrengen van bosbomen en struiken met veel bladluizen (= voedselbomen), zoals Eik, Linde, Grove den, Lork maar ook Douglas (Lindeveld) en binnen 100m zone rond nest. Aanleg van corridors voor geïsoleerde nesten zoals de interne bosrandontwikkelingen te Lindeveld en het onderhouden van de brandgangen te Hulstlo. manueel verwijderen van bramen van plotseling geëxposeerde koepelnesten te Hulstlo en langs de E40 te Lindeveld Van belang is verder het voorzien van verbindingen tussen de populaties van het Lindeveld en deze ter hoogte van de Noen- en Hulstlodreef buiten het plangebied. Deze liggen op meer dan 150m (> kolonisatieafstand) van elkaar. Dit kan door bijkomende bebossingen te voorzien die de aansluiting op de bosbestanden buiten het plangebied versterken. De aanwezig dreven in het plangebied kunnen deze uitwisseling bevorderen. Belangrijk is dat de jonge bosbestanden een open (bodem)structuur behouden en terreinelementen bezitten die geschikt zijn voor nestbouw, zoals oude boomstronken of liggende houtstammen. Ook het beheer in de omliggende bestanden waarin (nog) geen bosmieren voorkomen moet op de soort worden afgestemd. In grotere bossen kan het kappen van open plekken bevorderlijk werken voor bosmieren, omdat hierdoor randsituaties worden gecreëerd die meer geschikt zijn voor bosmieren als leefgebied dan het gesloten bos. Onder gunstige omstandigheden kan een kolonisatie van nieuw bos reeds na een zevental jaren plaatsvinden. Op open plekken in bestaand bos kan dit al na een jaar gebeuren. Hierbij moet echter opgemerkt worden dat verdwijning van populaties, zoals te Bulskampveld, meestal definitief zijn Vinpootsalamander Vinpootsalamander komt momenteel voor te Bulskampveld (bosreservaat en Bornebeekreservaat), Gulke putten en ten oosten van Hertsberge. Historische waarnemingen zijn verder nog gekend van Drie Koningen en de Blauwhuisbossen. Bossen en bosranden zijn voor Vinpootsalamander van belang. Voortplantingsplaatsen bevinden zich vaak in of nabij een bos, meestal op minder dan 300m van een bestaand boscomplex. De soort heeft er een voorkeur voor koele, heldere, halfbeschaduwde kleine wateren zoals bospoelen, bronnen, sloten of beekjes met zwak stromend water maar evenzeer in met water gevulde karrensporen en natte depressies. In het bosbeheer zal met deze kleine structuurelementen dan ook rekening worden gehouden. Nieuwe poelen zullen worden gegraven in samenwerking met het Regionaal Landschap te Lindeveld, Wildenburg en Drie koningen en in het openbaar gedeelte te Bulskampveld (infiltratievijvers). Voor de nieuwe poelen te Wildenburg en de Blauwhuisbossen wordt in de directe omgeving van de poelen een moeraszone voorzien die in de zomerperiode droog kan staan. Aan de noordoost zijde van de poel kan zich een struikzone ontwikkelen. Bestaande poelen of kleine vijvers zullen worden geoptimaliseerd door het herprofileren van oevers in Drie Koningen en Hulstlo. Op het land overwinteren en verschuilen Vinpootsalamanders zich onder dood hout, houtstapels, stronken, stenen en in holen van kleine zoogdieren. Pagina 188 van 188

201 Beheermaatregelen Figuur 5-1: Inrichtingsmaatregelen poelen te Wildenburg in 710a en 712b (bron: Reg. Landschap) 5.12 Dood hout en oude bomen Dood hout Over het volledige plangebied bedraagt het percentage staand dood hout 1,78% (~ 3,5% indien rekening wordt gehouden met liggend dood hout) van het volume. Om het aandeel dood hout te behouden en beperkt te verhogen, worden volgende maatregelen genomen: Facultatief beheer: in de enkele oude bestanden in de kasteelparken van Wildenburg, de Blauwhuisbossen en Drie Koningen worden er tijdens de planperiode zo weinig mogelijk gekapt waardoor oudere bomen in hun aftakelingsfase kunnen komen. Bij elke kapping wordt in alle gevallen tenminste 4% in het bos achtergelaten. Kroonhout wordt best op rillen verzameld. Deze 4%-norm kan evenwel niet overal gehaald worden. Binnen SBZ-gebied wordt dit percentage best opgetrokken naar 10%. Er moet niet alleen variatie zijn in (staand, liggend, dik, dun) in structuur maar ook variatie zijn in verschillende boomsoorten dood hout. Verschillende diersoorten zijn afhankelijke van verschillende boomsoorten. Bij exploitatie worden dode bomen zoveel mogelijk ongemoeid gelaten, in de private bestanden kan dit eventueel ook gebeuren. In eenvormige bestanden kunnen afstervingsprocessen ook door het ringen of omtrekken worden geïntroduceerd. Met de vooropgestelde maatregelen wordt verwacht dat het totale volume dood hout binnen de planperiode sterk zal toenemen. Oude bomen Het aandeel oude bomen in het bosgebied is beperkt en oude bomen zijn vooral aanwezig in de dreven en de oudere bosbestanden in de omgeving van de kasteelparken (zie hoger). In het openbaar deel blijven de bomen met een omtrek van 2,5 m of meer, die geen veiligheidsrisico vormen, staan. Uitzondering hierop wordt gemaakt voor zware Am. Eiken die bij verstoring van het bosbestand door massale verjonging kunnen worden gekapt of eventueel geringd. In de private bestanden wordt ook aandacht gegeven aan het behoud van oude bomen zonder hier een omtreknorm aan te houden. In de bestanden waar oude bomen ontbreken worden enkele bomen als toekomstbomen aangeduid. Pagina 189 van 189

202 Beheermaatregelen 5.13 Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de jacht In het openbaar deel is er geen verhuring van de jacht. In de waterwinning te Lindeveld wordt de jacht evenwel wel verhuurd. Binnen de regels van de jachtwetgeving kan er bestrijding of gerichte bejaging van soorten, die mogelijks schade aanbrengen, plaatsvinden binnen de openbare bossen. In het plangebied kan dit het geval zijn voor Konijn, eventueel Everzwijn en Ree die door hoge populatiedichtheden schade (bvb. Bij vernielen landbouw-gewassen, aanrijdingen, ) veroorzaken buiten het openbaar bos. Indien dit zou optreden, kan er onder strikte voorwaarden tijdelijk jacht worden toegelaten. Op de grotere kasteeldomeinen te Wildenburg, de Blauwhuisbossen en Drie Koningen wordt er één- of tweemaal per jaar op extensieve manier door de eigenaars gejaagd. Aangezien het Wildenburg wandelpad langs de zuid- en oostgrens van het kasteelpark loopt dient dit pad tijdens jachtdagen met een duidelijke signalisatie te worden voorzien. Eventueel kan dit pad tijdelijk worden afgesloten. In dit geval wordt er een omleiding voorzien Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de visserij In het plangebied kan door de private eigenaars worden gevist in de kasteelvijvers te Wildenburg en Drie koningen. In de grote kasteelvijver te Wildenburg worden de karpers afgevist Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. gebruik niet houtige bosproducten In het plangebied zullen er geen niet-houtige bosproducten worden gebruikt Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. cultuurhistorische elementen Beheer van dreven en andere bomenrijen Dreven komen veelvuldig voor in het gebied en maken integraal deel uit van het historisch landschapsconcept. Ze blijven daarom ook nadrukkelijk aanwezig in het (toekomstig) landschapsbeeld. De dreven en bomenrijen blijven in principe behouden totdat ze de fysiologische leeftijd hebben bereikt en zolang ze geen gevaar betekenen voor de beheerder of gebiedsbezoekers. Het regulier onderhoud bestaat vooral uit de snoei van hinderlijke of gevaarlijke takken en wondbehandeling van beschadigde bomen. Dit veronderstelt een regelmatige in het geval van oude bomen bij voorkeur jaarlijkse inspectie van de bomenrijen om mogelijke gebreken te detecteren en te bepalen of ingrepen nodig zijn. Dit is vooral van belang voor de bomenrijen langsheen openbare en opengestelde wegen. Van de ongeveer 30 km aanwezige rijen dreefbomen wordt er 19,2 km (64%) op middellange tot lange termijn (meer dan 50 jaar) behouden, 4,7 km wordt binnen de looptijd van het beheerplan omgevormd, 5 km na de planperiode en is er een 0,4 km dreven met een nulbeheer of uitdovend karakter. Van de dreven met uitheemse naald- of loofbomen (Douglas, populier, Fijnspar en Amerikaanse eik) te Bulskampveld en de Vagevuurbossen wordt er 1 km gekapt en niet vervangen. Te Drie Koningen wordt één nieuwe beukendreef (147m) aangelegd. De dreven van Amerikaanse eik (Drie Koningen, Bulskampveld en de Blauwhuisbossen) zullen grotendeels gekapt en vervangen worden door Beuk of Zomereik. De Amerikaanse eikendreven zorgen lokaal voor veel verjonging in de nabijgelegen bosbestanden. Soms worden restanten van beuken- of eikendreven gekapt en heraangelegd om gelijkvormigheid en gelijkjarigheid te bekomen. Het onderhoud spitst zich ook toe op het naastgelegen bestand. Dit wil zeggen dat de dreefbomen die door bosbomen worden overgroeid tijdig worden vrijgesteld door het kappen van de randboom of bomen die de dreefboom benadelen. Beuk wordt echter niet meer aangeplant Pagina 190 van 190

203 Beheermaatregelen daar waar geregeld zware (landbouw)machines voorbijkomen zoals in de rand van de Blauwhuisbossen. Beuken zijn vrij gevoelig aan bodemverdichting. Het beheer van dreven wordt gevisualiseerd op kaart 5.3. Het beheer van bomenrijen en houtkanten wordt weergegeven op kaart 5.2 en in Tabel 5-5. In hiernavolgende tabel wordt het beheer voor de dreven in het plangebied weergegeven. Pagina 191 van 191

204 Tabel 5-4: Drevenbeheer Bosplaats Nr Soort Opmerking dubbel/enkel Iengte (m) plantafstand (m) omtrek (cm) breedte pad Beheer uit te voeren Blauwhuisbossen Bulskampveld d1 ze pad deels met steenslag D niets doen - d2 ae verschillende ae met dode takken hiertussen verschillende jonge ze D eindkap en heraanleggen B 2019 d3 ze 2 rijen in dicht plantverband met takschade D niets doen - d4 ae vrij schraal met pijpenstrootje en Ruige veldbies D eindkap en heraanleggen B 2019 d5 ae graspad met veel Adelaarsvaren D eindkap en heraanleggen B 2019 d6 ae zeer goede structuur met rechte stammen D eindkap en heraanleggen B 2019 d7 ae vrij schraal (Pijpenstrootje) D eindkap en heraanleggen B 2019 d8 ae pad met steenslag, veel scheve bomen, vrij schrale berm (Pijpenstr. en F.schapegras) D eindkap en heraanleggen ze 2023 d9 ze - E niets doen - d10 rb wordt opgesnoeid, deels schraal met Tormentil en Pijpestr. D vrijstellen d11 ze verschillende dode takken D licht vrijstellen 2019 d12 B - D vrijstellen 2019 d13 B - D vrijstellen 2019 d14 ze - D niets doen - d15 ze - D niets doen - d16 L - D eindkap en heraanleggen ze 2019 d17 ze - D vrijstellen 2019 d18 ae hoofddreef D eindkap en heraanleggen ze 2019 d19 ze - D licht vrijstellen 2019 d20 ae verschillende ze tussen ae, hoofddreef met veel Rho D eindkap en heraanleggen ze 2019 d21 ze 1 dode ze, veel Rho D kappen dode ze 2023 d22 ae - D eindkap en heraanleggen B 2023 d23 ze verschillende dode toppen D vrijstellen 2023 d24 B - D niets doen - d25 ze veel verjonging ae D vrijstellen 2023 d26 ae ae zorgt voor veel NV E eindkap en heraanleggen ze 2023 d27 ae zeer schraal met veel Adelaarsvaren E niets doen - d28 B zeer heischraal D niets doen - d29 ae - E niets doen - d30 B opgevoerd pad D niets doen - d31 B/aE bomen B/aE door elkaar, bomen met dubbele toppen, veel Rho D 181 var eindkap ae 2017 d32 B verschillende ex onstabiel langs beekkant D lokaal vrijstellen 2017 d33 ze restant van dreef met nog B en ae E 82 var eindkap en heraanleggen B 2017 d34 B/aE relict D 341 var eindkap en heraanleggen B d35 B - D 181 var niets doen - d36 B groot deel schraal met F.schapegras en Pijpestr. D 193 var bestrijden av 2023 d37 xpo pad opgevoerd D eindkap en heraanleggen B 2023 d38 B 1 B met schimmel aan voet, enkele B met zonnebrand D 164 var var 4 beperkt vrijstellen 2017 d39 ze dode toppen, ijl bebladerd E/D 99 var vrijstellen 2017 d40 ze Oude dreef, deel niet gemaaid met Blauwe knoop, deel schraal, lokaal ook B, enkele ze dood D 538 var var 4 afzetten HA ae/ze 2015 d1 B aan ruiterpad E verwijderen dode takken 2015 d2 fsp - E eindkap 2017 d3 ae verschillende scheef met dubbele kronen D eindkap en heraanleg B 2017 d4 B kromgroei, opsnoeiholten, D ,5 veiligheidsinspectie (jaarlijks) - d5 B enkele dode takken D veiligheidsinspectie (jaarlijks) - d6 B 5 ae aan noordzijde, deels heischraal D veiligheidsinspectie (jaarlijks)+licht vrijstellen 2017 d7 ae veel stamscheuten en enkele dode kroontakken D eindkap en heraanleg B 2017 d8 B - D niets doen - d9 B pad verhard (openbare weg) met elektrische draden D veiligheidsinspectie (jaarlijks) - d10 ze pad verhard (openbare weg) met elektrische draden D veiligheidsinspectie (jaarlijks) - d11 B pad verhard (openbare weg) met elektrische draden D veiligheidsinspectie (jaarlijks) - d12 B enkele gehamerd D niets doen - d13 B enkele met zware kroontakken D veiligheidsinspectie (jaarlijks) -, Revisie Pagina 192 van 192

205 Beheermaatregelen Bosplaats Nr Soort Opmerking dubbel/enkel Iengte (m) plantafstand (m) omtrek (cm) breedte pad Beheer uit te voeren Drie Koningen Hulstlo Lindeveld d14 Do - D 314 var eindkap en heraanleg B 2021 d15 B met holtes door opsnoeien, verschillende onstabiel, vrij nat D opsnoeien (dode takken) en E dode 2017 d16 B Restant van dreef, 1 B met Tonderzwam D/E deels vrijstellen 2017 d17 B wat NH/aE D eindkap NH/aE en verwijderen dode takken (west) 2017 d18 ae veel dode takken, veel dubbele kronen, enkele zware B aan oostzijde. D eindkap en heraanleg B 2017 d19 ze aan openb. weg,elektr. leiding, verschillende met groeiachterst.of zware zuigers, enkele ze gehamerd D veiligheidsinspectie/deels vrijstellen/opsnoeien/e1b d20 B jonge B aan westzijde, pad verhard D veiligheidsinspectie (jaarlijks), enkele dode takken - d21 ze veel waterloten, ijl bebladerd (nat?), veel dode takken (wrschl door exploitatie) heischraal D kandelaberen 2017 d22 B pad lokaal zeer nat D niets doen - d23 B - D vellen enkele ze en Ps 2021 d24 ze vrij nat D niets doen - d25 ze vrij nat D niets doen - d26 ae enkele ze D eindkap 2021 d27 B/aE/zE ze met ijle kronen D var. 3 eindkap ae, kappen dode ze, dode takken 2021 d28 ze pad verhard, enkele slechte ze, ook enkele B D bestrijden opslag ae, verwijderen dode zijtakken 2021 d29 B pad verhard, enkele dode beuken D eindkap en heraanleg ze 2021 d30 Do vrij schraal D 154 var niets doen - d31 ze 1/2 op eigendom D verwijderen dode/zieke ze 2015 d1 rb aftakelend, binnenrij met veel dode takken, takkigheid, deeltje vrij schraal D verjongen?, bestr av, regelmatig kappen opslag ae (vnl. noord) 2016 d2 B deel schraal, enkele ex. takelen af D niets doen - d3 rb - D niets doen - d4 rb - D beetje vrijstellen 2019 d5 ae krom en dubbele toppen D eindkap en heraanleggen met B 2019 d6 rb verschillende jonge ex. tussengeplant D vrijstellen en verwijderen ae 2019 d7 B verschillende dood of omgevallen, veel onstabiel aan beekkant D/E 164 var niets doen - d8 B - E vrijstellen 2015 d9 B/zE beuk is jonger D/E var 7 vrijstellen en jonge B opsnoeien en inboeten 2015 d10 Li met enkele rb D 0 niets doen - d11 xpo - D niets doen - d12 Li - D opsnoeien+enkele vrijstellen 2015 d13 xpo - E veiligheidsinspectie (jaarlijks) 2015 d14 B - D vrijst. (verw. enkele jonge B+NH) en deel opsnoeien 2019 d15 B - D (bi)-180(bui) 5 vrijstellen+verwijderen lork 2019 d16 B - D niets doen - d17 B deel ned tussengeplant D niets doen - d18 xpo/es 2:1 (xpo:es), Es staat zeer scheef en wordt onderdrukt door xpo D 68 var xpo:65, Es: eindkap xpo 2019 d19 B - D niets doen - d20 B - nieuw aan te leggen en B regelmatig vrijstellen 2019 d21 B - eindkap restanten B en heraanleggen d1 ze - D dreef vrijstellen 2015 d2 B - D niets doen - d3 ze - D 279 var dreef deels vrijstellen 2015 d4 Wey opgesnoeid D niets doen - d5 rb - E niets doen - d6 ze veel opslag Lij, Spork en av D 171 var bestrijden av 2015 d7 B enkele ze in dreef aanwezig D 184 var niets doen - d1 B/zE ze te lijden onder B, deel jonge B oost, west aan wandelpad D/E 621 var. B:220/zE: vrijstellen 2015 d2 ze veel verjonging van ze + HA van Li D afzetten opslag en HA d3 B interne bosdreef met ook 2 ae E E(aE) 2015 d4 ze veel dode takken, op perceelgrens van VMW, enkele ex. zijn dood E verwijderen dode takken kant VMW 2015 d5 B enkele bomen met stamrot en uitgescheurde takken D niets doen - d6 ze - D 116 var bestrijden av d7 ze gelegen in bosrand D/E vrijstellen noordkant 2023 Pagina 193 van 193

206 Beheermaatregelen Bosplaats Nr Soort Opmerking dubbel/enkel Iengte (m) plantafstand (m) omtrek (cm) breedte pad Beheer uit te voeren d8 ze veel VJ Lij, Spork en Be (+HA), zuidkant met jongere ex. D/E 248 var afzetten HA en bestrijden av 2023 d9 ze - D niets doen - d10 ze eik thv boerderij gehamerd D niets doen - d11 B vrij schraal E niets doen - d12 B - D veiligheidsinspectie (jaarlijks) 2015 d13 B/zE - E veiligheidsinspectie (jaarlijks) 2015 d14 ze pad opgevoerd E niets doen - d15 B/zE ze met veel waterlot D veiligheidsinspectie, ze opsnoeien 2015 d16 ze - D niets doen - d17 B - D kappen Do 2015 d18 B verschillende opsnoeiholtes E niets doen 2015 d19 B pad opgevoerd D niets doen - d20 ze vrij schraal D bestrijden av d21 B schraal met Fijn schapegras, Struikheide D 351 var kappen opslag en VJ ze/b 2015 d23 B restant van dreef vertrekkende vanuit kasteel D niets doen - d24 B restant van dreef vertrekkende vanuit kasteel D niets doen - d25 B oude veldweg op talud? D veiligheidsinspectie (jaarlijks) 2015 d26 B/zE dubbele rij aan 1 kant van straat D veiligheidsinspectie (jaarlijks) 2015 Sint-Amandus d1 B 8 bomen E niets doen - Vagevuurbossen Wildenburg d1 B dode takken D veiligheidsinspectie dode takken - d2 B - E niets doen - d3 ze enkele dode ex. doch niet op eigendom D dode takken indien openbare weg - d4 B - D niets doen d5 B helft op eigendom D verwijderen dode takken 2018 d6 ze o-deel schraal met Tandjesgras, F.schapegras en Struikheide D verwijderen ae thv akker en kappen opslag 2018 d1 ze aan gracht E vrijstellen/veiligheidsinspectie 2015 d2 ze 100%pijpenstrootje, verschillende dode takken D vrijstellen 2015 d3 B/rB - D later vrijstellen 2022 d4 B aan gracht D verwijderen dode takken 2015 d5 ze/b Dreef vrij schraal. In bos plantverband onregelm. D B:220/zE:160 5 bestrijden av 2015 d6 ze pad deels verhard E/D vrijstellen 2023 Pagina 194 van 194

207 Tabel 5-5: beheer van bomenrijen en houtkanten Bosplaats Nr. soort aard van werken lengte (m) 3 Koningen Blauwhuis Lindeveld h1 zel/ze onderhouden houtkant door afzetten hakhout op wal 233m h2 Hb/B/Hulst scheren en inboeten heg 108m h1 ae/xpo eindkap bomenrij 230m h2 mei vrijstellen heg van bosbestand en bijsnoeien 111m h3 - afzetten houtkant, verwijderen vac en evt. inboeten met Hz/Lij/Spork en ze 130m h1 mei/slee 5-jaarlijks bijsnoeien haag 164m h2 xpo knotten bomenrij, 15 ex. 75m Vagevuur h1 xpo kappen bomenrij in oostrand 213m Wildenburg - fsp eindkap bomenrij aan oprijlaan 35m Beheer van poelen en kleine boselementen Naast de lineaire boselementen zijn nog tal van puntvormige elementen in het plangebied aanwezig. Het betreft hoofdzakelijk poelen en enkele solitaire (knot)bomen en hakhoutstoven. Ze vereisen een individuele opvolging indien ze als landschapselement moeten behouden blijven (Tabel 5-6 kaart 5.2a en b). Rondom poelen worden bomen en struiken bij voorkeur geheel of gedeeltelijk gekapt om het water te vrijwaren van dichtgroei, bladval en beschaduwing en de ontwikkeling en het behoud van water- en oevervegetaties mogelijk te maken. Nieuwe bospoelen op privaat terrein worden aangelegd in de Blauwhuisbossen en te Wildenburg en dit in samenwerking met het Regionaal Landschap, zie hiervoor echter Te Drie Koningen bevinden zich een groot aantal monumentale bomen die een individuele verzorging vereisen (o.a. plaatsen van kroonankers) om behouden te kunnen blijven. Hierbij kan individueel advies nodig zijn van een boomverzorger of kan de bosgroep ondersteuning bieden. Dit valt echter buiten het bestek van dit beheerplan. Bij oudere hakhoutstoven worden steeds enkele spillen behouden. Deze spillen kunnen vervolgens worden afgezet in de volgende cyclus. Tabel 5-6: beheer van poelen en puntvormige (bos)elementen Bosplaats Referentienummer/bestand beheer 3 Koningen Blauwhuis Lindeveld 112a/115a/115b/115e p1 616a p1 p2 p3 p4 p5 419y 430y p1/p2/p3/p4 facultatief onderhoud monument.boom B/zE na advies aanleg poel met regelmatig afzetten randstruweel afzetten HA-stoof zel heraanleg bospoel door uitbaggeren en afzetten randstruweel heraanleg bospoel door uitbaggeren en afzetten randstruweel heraanleg bospoel door uitbaggeren en afzetten randstruweel aanleg poel ism Reg. Landschap aanleggen poel knotten solitaire xpo afzetten hakhoutstoof wli poelen aanleggen Vagevuur p1/p2 afzetten randstruweel rond poel Wildenburg 700y 710a p3 p4 ruimen poel afzetten hakhoutstoof wli aanleg bospoel ism Reg.landschap aanleg bospoel ism Reg.landschap, Revisie Pagina 195 van 195

208 Beheermaatregelen Beheer van de vijvers In het kasteelpark van Wildenburg zijn twee vijvers gelegen, namelijk de sleutelvormige vijver het walletje (700w2) en de grote noordelijke vijver (700w1). Voor de sleutelvormige vijver is geen specifiek beheer voorzien. Wel zullen de open plekken en de omliggende paden op regelmatige basis gemaaid worden zoals voorzien in 5.10, 5.11 en 6. De voorgestelde maatregelen zijn terug te vinden in het parkbeheerplan voor Wildenburg (Grontmij, 2013). Deze worden hier verkort nog eens weergegeven: De grote noordelijke vijver zal een ecologisch beheer krijgen. In eerste stap betreft het een herstelbeheer. Dit beheer is gefocust op nutriëntenbeheer in het oppervlaktewater met herstel van een heldere plantenrijke toestand door het nemen van enkele biotische en abiotische maatregelen. Een belangrijke maatregel betreft het verwijderen van de sliblaag. Volgens een recente opmeting door de Vlaamse Landmaatschappij bevindt zich ca m³ slib in de vijver. Daarnaast wordt op de zuidgerichte oever een meer natuurlijke overgang gecreëerd zodat water- en oeverplanten meer kans krijgen (waterzuivering). Deze ingrepen zijn enkel zinvol indien ze begeleid worden door het creëren van een bemestingsvrij beheer op het naburige weiland 700x, het installeren van een kleinschalige waterzuivering voor het afvalwater van het huidige gebouw, geen gebruik maken van bestrijdingsmiddelen, het terugdringen van het aantal eenden tot een meer natuurlijker populatieniveau en het afvissen van de aanwezige karpers. Idealiter worden ook enkele roofvissen zoals Snoek uitgezet. Mede afhankelijk van de impact van de aanleg van het fiets- en wandelpad langs de gewestweg Wingene-Beernem op de waterafvoer van de kasteelvijver, wordt voorgesteld om een nieuwe aflaatconstructie te bouwen (afwatering naar de Blauwhuisbeek i.p.v. naar de Oude Blauwhuisbeek). De grote anaërobe kasteelvijver van Drie Koningen (115w) zal ontslibt worden. Dit kan machinaal gebeuren of door middel van bacteriologische preparaten die het bodemslib oplossen. De afbraak zal gebeuren door het uitzetten van gebiofixeerde bacteriën op poreus dragermateriaal. Door uitwisseling van ionen worden de verschillende micro-organismen op de celwanden gefixeerd. Door deze fixatie waarbij het celmembraan een modificatie ondergaat, wordt de enzymatische afscheiding bevorderd en wordt aldus een hogere externe bescherming van de cel gegenereerd. Deze behandeling garandeert een uiteindelijke slibreductie van 50 procent. De afbraak gebeurt dus puur biologisch en beïnvloedt dus de kwaliteit van het effluent niet. Merk op dat deze techniek moet worden uitgevoerd in combinatie met machinale ruiming. Voor het inbrengen van de bacteriologoische preparaten dient eerst een slibmeting te worden uitgevoerd om zo het te ruimen slibvolume te kunnen berekenen. Verder wordt er geen vis uitgezet in de vijver en wordt het waterwild zoveel mogelijk beperkt. Deze maatregelen gelden ook voor de kleine zandwinningsput in 102w. Hier wordt echter geen slib geruimd maar wordt de zuidgerichte oever geherprofileerd en worden de randen gekapt. De zuidgerichte rand van brandblusput te Hulstlo in 301a met veel Duizenknoopfonteinkruid wordt heringericht waarbij de oever wordt afgeschuind. Pagina 196 van 196

209 Beheermaatregelen Foto: brandblusput met veel Duizendknoopfonteinkruid te Hulstlo (301a) Bomenweides en plantie De plantie van Zomereik en Beuk (700b) gelegen aan de hoofdingang te Wildenburg is in vrij goede staat. Deze plantie in ruim vierkantsplantverband (12x12) wordt behouden. Onder de aanplant wordt een zeer extensief maaibeheer gevoerd (1x om de twee jaar) waarbij het maaisel wordt afgevoerd. In 700x wordt de bestaande halfopen parkzone aangevuld en uitgebreid over een oppervlakte van 0,51 ha. Hier wordt voornamelijk gebruik gemaakt van solitaire Zomereiken en enkele Hollandse linden. Zomereik is hier waarschijnlijk de solitaire boom bij uitstek in de weilanden (schrift. med. H. van den Bossche, erfgoedonderzoeker). Bemerk dat de dode solitaire bomen in de nabijgelegen weiden niet gekapt worden. Deze zijn vanaf het woonhuis en de straatkant nauwelijks zichtbaar zodat de zichtassen nauwelijks verstoord worden en deze zijn ecologisch van groot belang. Ook in 702a wordt het halfopen parkkarakter aangevuld. Nieuw aan te planten parkbomen en solitairen worden voorzien van een steunpaal en dit in hoofdzaak ter voorkoming van scheefgroei. De bevestiging aan de boom gebeurt d.m.v. een brede rubberen of stoffen band, dat voldoende los en voldoende strak zit. Jaarlijks nazicht hiervan moet ingroeien voorkomen en eventuele andere gebreken (zoals schuurwonden) vroegtijdig vaststellen en verhelpen. Na een 5-tal jaar wordt de boomband verwijderd. De eerste jaren worden deze bomen tevens opgesnoeid. De solitairen worden tevens voorzien van een veebescherming omdat deze bomenweide zal begraasd worden met runderen. De zomereikenplantie in de Blauwhuisbossen (620a) wordt ook extensief gemaaid. Pagina 197 van 197

210 Beheermaatregelen Foto: Onder de plantie te Wildenburg (700b) wordt een extensief maaibeheer gevoerd Veldvijverdijken Het plangebied is gelegen in een veldgebied met een belangrijk areaal voormalige veldvijvers ter hoogte van Wildenbug en de Blauwhuisbossen. Bij de verkaveling en de omzetting naar bos werden niet alleen de vijvers, maar ook de vijverdijken verwijderd. Toch zijn er in en nabij het plangebied relicten van vijverdijken bewaard. Te Wildenburg worden deze dijken bij exploitatie zo veel mogelijk ontzien. In de Blauwhuisbossen kan een veldvijverdijk worden hersteld in het kader van de landinrichting ter hoogte van de Blauwhuisbeek na overleg met de private eigenaar. De veldvijverdijk die vertrekt vanaf het kasteel van de Varens zal terug worden vrijgesteld door verwijdering van enkele bomen. Foto: de veldvijverdijk die vertrekt vanuit kasteel De Varens wordt beperkt vrijgekapt. Pagina 198 van 198

211 Beheermaatregelen 5.17 Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de milieubeschermende functie Nulbemesting Een deel van de maatregelen werd al hoger aangehaald. Zo wordt er een nulbemesting toegepast op de percelen gelegen rond de grote vijver te Wildenburg om zo insijpeling te vermijden. Gebruiksbeperkingen zijn verder geldig op alle open ruimten te Lindeveld (waterwinning). Pesticiden Op de lokale behandeling met glyfosaat in het kader van exotenbestrijding na, is het gebruik van pesticiden binnen het plangebied niet aan de orde. Distelbestrijding gebeurt in de graasweiden machinaal. Waterbergende functie De bestaande waterbergende functie in 708x te Wildenburg wordt behouden. Afhankelijk van de toekomstige visie op dit perceel in het kader van het op te stellen natuurrichtplan kan deze functie eventueel versterkt worden. Door de ligging van het plangebied hebben de bosbestanden een sterk regulerende impact op het grondwater. Dankzij deze bufferende werking regelen de bossen het debiet van de beken en andere waterlopen. Van groot belang hierbij is met name de relatie met de (ecotopen en soorten van) de Bornebeek. Door herinrichting van de Bornebeek (aangepaste oeverinrichting met lokaal verlagen van de oeverwal) zal het waterbergend vermogen van de Bornebeekvallei te Bulskampveld en Drie Koningen sterk verhogen wat het overstromingsrisico stroomafwaarts sterk kan verminderen. Foto: het weiland 708x te Wildenburg kan een belangrijke waterbergende functie hebben voor de Blauwhuisbeek (foto: D. Depauw). Daarnaast is er nog een visueel bufferende en lawaaibeperkende functie van het verkeer op de E40. Beheerdoelstellingen bestaan dan ook uit de instandhouding van deze functies Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de wetenschappelijke functie In het plangebied zijn er heel wat mogelijkheden tot wetenschappelijk onderzoek: het opvolgen van het herstel en ontwikkeling van heide en heischrale vegetatie, populatiedynamiek van de Rode bosmier in het plangebied, de ontwikkeling van oligotroof broekbos, Er bestaan geen specifieke richtlijnen met betrekking tot het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Enkel moet voor het plaatsen van instrumentaria (paaltjes, peilbuizen, ) vooraf toelating worden gevraagd aan ANB. In de waterwinning te Lindeveld zijn echter wel peilbuisreeksen geplaatst. Pagina 199 van 199

212 Beheermaatregelen De toekomstige (natte) heide ontwikkeling (Bulskampveld en Blauwhuisbossen) en de daarmee gepaarde herinrichting van de Bornebeek en de Blauwhuisbeek dienen hydrologisch opgevolgd te worden door middel van peilbuisreeksen (o.a. het drainerend effect van de Blauwhuisbeek). Best wordt een piëzometernetwerk uitgezet van twee reeksen om onder andere de kwelintensiteit te monitoren en worden er enkele peillatten, ter hoogte van de meetraaien, geplaatst in de Blauwhuisbeek. Ook het al dan niet wenselijk zijn van verdere afgravingen van graslandpercelen te Lindeveld voor herstel van heischrale- en veldrusgraslanden dient hydrologisch en bodemkundig onderzocht en opgevolgd te worden Werken die de biotische en abiotische toestand van het bos wijzigen Wegenaanleg Voor de aanleg van het toekomstig fietspad langs de Beernemsesteenweg dienen in de noordwest-rand van 700x te Wildenburg een drietal monumentale bomen gekapt te worden. Eén van deze bomen is reeds afgestorven. Deze maatregel is uit te voeren door het Agentschap voor Wegen en Verkeer (AWV). In 702b wordt de oude historische bosweg terug opengemaakt en regelmatig gemaaid en dit over een lengte van 240 m. Verder worden in het plangebied verhardingen vermeden en wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de bestaande ondergrond. Enkel daar waar reeds een verharding aanwezig is, wordt deze verder met dezelfde materialen onderhouden. Beschadigde of gedegradeerde wegen worden waar nodig hersteld Waterbeheersing en inrichting van de Bornebeek In de bovenloop van de Bornebeek zal getracht worden om de bedding te verhogen (verminderen van drainage) en het afremmen van de afvoer vanuit de naburige bosbestanden. Hierbij worden enkele greppels gedempt of afkoppeld van in de beek uitmondende greppels (zie verder) en het verondiepen of spontaan laten dichtgroeien van de beek. Voor de natuurwaarden in het beekdal is het hierbij van groot belang om eutrofiëring van het beekwater te voorkomen (zie hierna). In het beekdal van de Bornebeek werd deze (spontane) verondieping reeds uitgevoerd. Langs de Bornebeek wordt in de rand van 529a een strook van 10 à 25 m breed langs de oevers gekapt en kunnen de oevers plaatselijk heringericht worden in het kader van de natuurinrichting. Hierdoor zal er meer licht de beek bereiken en bladval verminderen wat de watervegetatie ten goede zal komen. Voor de herinrichting van de Bornebeek te Drie Koningen wordt gedeeltelijk het advies gevolgd zoals deze werd weergegeven in het kader van het Integraal Waterbeleid Bornebeek (Haskoning, 2009). Hierbij zal een 10-15m brede strook worden gekapt langs de Bornebeek en wordt de Bornebeek over een lengte van 300m verbreed door een deel van de oever te verlagen tot een cm onder het gemiddelde waterniveau. Op deze manier ontstaat een ondiepe moeraszone waarin waterplanten zich kunnen vestigen zonder dat de doorstroming van het water belemmerd wordt. De waterplanten kunnen het water ook zuiveren van nutriënten en slib. Verder is de aanwezigheid van waterplanten ook een groot voordeel voor het voorkomen van vissen en macro-invertebraten. Bij de uitvoering kan ook aandacht gaan naar structuur van de bodem (stenen, ) en vluchtplaatsen bij grote droogte. Pagina 200 van 200

213 Beheermaatregelen Figuur 5-2: Aan te leggen accoladeprofiel in de Bornebeek ter hoogte van Drie Koningen (bron: Haskoning). Te Bulskampveld ligt verder de prioriteit in het meer vasthouden van regenwater in natte perioden. In praktijk gebeurt het verminderen van de detailontwatering reeds gedeeltelijk door het feit dat de rabatten in de bospercelen niet meer worden onderhouden en er zich dus een dik bladerdek ophoopt (J. Laquière, 2011). Dit zal verder versterkt worden door her en der extra drempels op de afvoerpunten van deze rabatten en in de kleinere grachten te plaatsen (528a, 528b, 529a, 530a, 532a, 532b en 533c). Hierbij moet wel rekening gehouden worden met de ligging van de padenstructuur, dit om de toegankelijkheid van de paden te behouden. Door de afwatering richting de beek te dichten wordt meer water vastgehouden en kan dit water via inzijging als grondwater de Bornebeek bereiken. De Bornebeek krijgt dan meer grondwatervoeding, waardoor ook meer fosfaat kan worden vastgelegd en het slib van de Bornebeek ijzerrijker kan worden. Verder worden tevens de afwateringsgreppels in het heideperceel in de Blauwhuisbossen (612a) dichtgemaakt om zo de afwatering van het perceel sterk terug te dringen. Door vernatting zal het aandeel habitat 4010 en 91 E 0 toenemen Aanleg infiltratievijvers en afgraven bouwvoor voormalige landbouwgronden (deels naar J. Laquière, 2011) De Bornebeek ontspringt in een laagte die de afgelopen decennia in wisselende mate in agrarisch gebruik is geweest. Momenteel wordt de beek vooral gevoed door afstromend oppervlaktewater, alleen in natte winterperioden is er sprake van doorstroming. Een groot deel van het brongebied is daarom sterk verrijkt met fosfaat, en hierdoor wordt het beeksysteem al vanaf de bron belast met voedingsstoffen. In dit brongebied wordt voorgesteld om 2 percelen (525y en een deel van 526g) in te richten als infiltratievijver. De infiltratievijvers kunnen vergroot worden door de met fosfaat verrijkte toplaag weg te graven en de randen af te werken met een laag fosfaatarme bodem. Afhankelijk van de waterkwaliteit kan er voor worden gekozen om zoveel mogelijk water in de poel vast te houden (voedselrijk water) of om afstroming richting de Bornebeek te laten plaatsvinden (voedselarm water). Bij het afgraven worden enkele decimeters van de toplaag verwijderd. Hierdoor kan een snelle verschraling plaatsvinden en wordt de afstand tot het grondwater verlaagd, wat een positief effect kan opleveren (Van Mullekom et al., 2007). Op voormalige landbouwgronden is van de oorspronkelijke zaadbank vaak niets meer over. De zaadbank is door afgraven verwijderd, maar zelfs als dat niet het geval was geweest bevat deze meestal geen of nauwelijks kiemkrachtige zaden van bijzondere plantensoorten. Veelal wordt de nog resterende zaadbank gedomineerd door zeer algemene soorten met een hoge zaadproductie waaronder Pitrus. De kolonisatie door doelsoorten blijft uit door de afwezigheid van bronpopulaties/restpopulaties in de nabije omgeving en het beperkte dispersievermogen van veel Pagina 201 van 201

214 Beheermaatregelen plantensoorten. Afplaggen van geïsoleerde gebieden alleen blijkt dus onvoldoende om soortenrijke vegetatietypen te ontwikkelen. Aanvullende maatregelen blijken noodzakelijk, zoals het aanbrengen van maaisel, strooisel van een geschikte referentievegetatie. Door afgraving zal het aandeel habitat 3150 en 6230 toenemen Plaggen Plaggen in het kader van heideherstel werd reeds besproken in Aanleg en herstel van poelen en vijvers Aanleg en herstel van poelen en vijvers werd reeds besproken in Bosbegrazing De bosbegrazing met runderen in de bosbestanden 532a en 532b te Bulskampveld wordt behouden in het kader van de negenjarige gebruiksovereenkomst met Natuurpunt (Heideveld- Bornebeek). Deze begrazingszone wordt afgesloten met een prikkeldraad Bijzondere werken Vrijhouden van nutsleidingen Het vrijhouden van nutsleiding wordt waar mogelijk gekoppeld aan het regulier bosbeheer. Door een regelmatige schouwing van de nutsleidingen kunnen eventuele calamiteiten tijdig worden herkend en kunnen alsnog preventieve maatregelen worden genomen wanneer zich de noodzaak zich stelt. Zo worden de draden van de elektriciteitsleidingen vrijgehouden van overhangende takken langs de Drie Koningen, Blommeke, Hulstlodreef, Noendreef, Beernemsesteenweg, Fazantendreef en langs de centrale dreef te Bulskampveld. Een boom langs de Beernemsesteenweg in de Blauwhuisbossen (620a) dient dringend gekapt te worden naar veiligheid toe Een hoofdwaterleiding van TMVW is gelegen door het kasteelpark van Drie Koningen. Het betrokken kadastraal perceel 427a2 is om deze reden onteigend. Het vruchtgebruik blijft echter aan de oorspronkelijke bewoners. De erfdienstbaarheid omvat de vrije toegang voor TMVW en het verbod van aanplanting van diepwortelende bomen. Voor de ligging zie kaart Om onderhoudswerken langs de waterlopen mogelijk te maken, is bij wet een erfdienstbaarheid vastgesteld tot 5 m langs beide zijden van de waterloop. Zo wordt een hakhoutstrook onderhouden langs de Blauwhuisbeek in het kasteelpark van Wildenburg. De collectorengebouwen en pompputten in eigendom van de VMW te Lindeveld dienen rondomrond bomenvrij te worden gehouden. Rond de pompputten wordt een aangepast maaibeheer gevoerd. Dit maaibeheer is tevens afgestemd op het herstel van heischrale vegetaties (zie 5.9.2) Verwijderen van zonevreemde constructies en bosgebruik In het plangebied zijn op enkele plaatsen kleinere gebiedsvreemde constructies aanwezig die best uit het plangebied worden verwijderd. Deze worden weergegeven op kaart 5.4. Op deze kaarten worden ook de te verwijderen (sluik)storten vermeld. Pagina 202 van 202

215 Beheermaatregelen Het betreft de volgende elementen: SINT AMANDUS Bestand 206a: verwijderen groenafval in de westrand HULSTLO Bestand 301b: verwijderen kippengaas Bestand 304a: verwijderen diverse sluikstorten en verschillende dierenrennen. Overleg met omwonenden (wijk Tiengemeten) is noodzakelijk LINDEVELD Bestanden 402b/412b/412f/414c/420d: opruimen plastic van aanplanten Bestanden 440a/b/c/e: verwijderen oude vogelkooien Bestand 440b: verwijderen sluikstort (hoofdzakelijk papier) Bestand 470b: verwijderen houten stalling, kampement en sluikstort BULSKAMPVELD Bestand 535a: verwijderen sluikstort gras, overleg omwonenden noodzakelijk BLAUWHUISBOSSEN Bestand 606a: verwijderen grote afgesloten voederzone (oud) Bestanden 608c en 609a: verwijderen oude vangkooien WILDENBURG Bestand 700t: ruimen kiezels en hout Bestand 702b: ruimen oude fazantenkweekplaats VAGEVUURBOSSEN Bestand 857a: verwijderen groenafval aan tuinhuis Plaatsen of vervangen van afsluitingen Ter hoogte van de plas/dras in 700x te Wildenburg wordt een nieuwe schrikdraad geplaatst om vertrappeling van de oevervegetatie te vermijden. Deze schrikdraad wordt ook deels in de plas/dras geplaatst (zie Figuur 5-3). Rond de nieuw in te richten hondenloopzone te Bulskampveld wordt een gladde afsluiting geplaatst van 1,2m hoog (type ursus) rond 503a en 503y. Figuur 5-3: Uitrastering rond een poel (Lenders, 2000) Gebouwenpatrimonium en parkconstructies Het herstel en consolidatie van de parkelementen van Wildenburg (muren, hekwerk, ijskelder, brugjes ) worden besproken in desbetreffend parkbeheerplan (Grontmij, 2013). Belangrijke parkconstructies zijn verder terug te vinden in het kasteelpark van Drie Koningen en naast de hoeve Wolvegracht. In het park is een aantal dringende consolidatiewerken aan bouwkundige parkelementen nodig (arcade, veldsteenmuur,.). Verder dienen te Drie Koningen enkele randbomen rond de kapel gekapt te worden in 111a. Verder dient ook de Galgento- Pagina 203 van 203

216 Beheermaatregelen ren geconsolideerd te worden waarbij de Galgentoren opnieuw opgemetst dient te worden. De Zomereiken op de Slakkenberg worden in hakhout genomen om de zichtbaarheid te vergroten en verder wordt de ringgracht rond de Slakkenberg op regelmatige basis geruimd. Deze ringgracht werd zeer recentelijk (2013) geruimd. Foto links: galgetoren aan de hoeve Wolvengracht, rechts: restanten van de Jeu de Paume te Drie Koningen. Beiden dienen dringend geconsolideerd te worden Subsidiëring Subsidiëring ecologische bosfunctie (ANB) Bosbeheerders die over een goedgekeurd uitgebreid bosbeheerplan volgens de criteria duurzaam bosbeheer beschikken kunnen gesubsidieerd worden om de ecologische functie van het bos te versterken. Die subsidiëring (50 /ha/jaar) moet aan een aantal voorwaarden voldoen, zo moet in een bestand meer dan 90% van het grondvlak uit inheemse soorten bestaan. Open plekken met een ecologisch beheer worden eveneens gesubsidieerd (125 /ha/jaar). Voor de private boseigenaars worden op de eigenaarsfiche de subsidiemogelijkheden per bestand vermeld Bebossing en herbebossing (ANB) Afhankelijk van de boomsoort kan een vast subsidiebedrag verkregen worden voor (her)bebossing en dit vanaf een oppervlakte van 0,5 ha. Indien gebruik gemaakt wordt van natuurlijke verjonging kan er hiervoor ook een subsidie verkregen worden maar dan moet wel een zeker stamtal behaald te worden (te controleren door de boswachter). Extra subsidies worden ook gegeven indien gelijktijdig een neven- of onderetage wordt aangelegd Openstellen bos (ANB) Hoewel de boswegen binnen het domein niet toegankelijk zijn voor publiek is het Wildenburg wandelpad in de zuid- en oostgrens van het kasteeldomein wel toegankelijk voor wandelaars samen met het verbindingspad tussen de Noendreef en de Reigerlostraat te Lindeveld (440a) en het leerpad te Sint-Amandus en Lindeveld (wandelaars en deel ruiters). De jaarlijkse subsidie bedraagt twee euro per meter opengestelde bosweg. Per hectare bosoppervlakte kan je maximaal vijftig euro subsidie krijgen. Pagina 204 van 204

217 Beheermaatregelen Eenmalige inrichtingsmaatregelen (VLM) In het kader van het landinrichtingsproject Bulskampveld (inrichtingsplan Wildenburg-Aanwijs) kunnen subsidiëringen verstrekt worden voor eenmalige inrichtingsmaatregelen (zie hoger) Subsidiëring voor realiseren habitats in en buiten SBZ De bosgroepen kunnen subsidies verkrijgen voor het realiseren van specifieke aangemelde habitats binnen en buiten SBZ bij private eigenaars ( ANB investeringssubsidies Natuur ). Daarbovenop worden voor de komende drie jaar de projectsubsidies ANB doelstellingen NATURA 2000 uitbetaald aan de bosgroepen voor de realisatie van habitattypes buiten SBZ in het kader van de bijkomende taakstellingen. Tabel 5-7 geeft een overzicht van de habitats die gerealiseerd zullen worden buiten SBZ bij de private eigenaars. Tabel 5-7: Te realiseren habitats binnen het plangebied bij de private eigenaars. Habitattypes binnen SBZ (ha) buiten SBZ (ha) 3130: Oligotroof/mesotroof stilstaand water 0,52 0,1 3260: Submontane- en laagland rivieren 600m 2 600m /4030: Intermediaire heide - 1, : Droge Europese heide 0, : Soortenrijke heischrale graslanden - 0, : Moerasspirearuigte - 0, : Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex 17,9 111,7 9160: voedselarm Eiken-Haagbeukenbos - 1,54 91E0: Alluviale bossen met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsior 1,3 4,04 boomrijke heide (4010/9120) 0,24 3,62 eiken-beukenbos met Grove den (9120) 0,88 16,79 jong loofbos (9120) 6,81 36,25 Totaal 30,3 184,7 Pagina 205 van 205

218

219 Uitvoeringsprogramma 6 Uitvoeringsprogramma In welke bestanden er gekapt zal worden en het tijdstip van de kappingen en dunningen zijn weergegeven in Tabel 5-1. Overige beheersmaatregelen die de komende 20 jaar voorzien zijn, zijn weergegeven in Tabel 6-1. Tabel 6-1: Beheer divers Pagina 206 van 206

220

221 Tabel 6.1: Beheer divers Eigenaar statuut Bosplaats Bestand eenheid aard van werken soorten Opmerking vody Isaure privaat 3 Koningen 100a 877m extensief maaibeheer dreef - x x x x x x x x x x met verwijderen houtige opslag en av vody H.A.I. privaat 3 Koningen 101a 345m bosrand aanleggen (b3) Hz/Lij/Spork x deels in te planten afzetten hakhout in westrand en vody H.A.I. privaat 3 Koningen 101a 345m bosrand onderhouden ae/tka x x vrijstellen aangeplante bosrand in noordrand vody Isaure privaat 3 Koningen 101c 0,64ha herbebossen LH x na eindkap fsp vody Isaure privaat 3 Koningen 101d 0,53ha herbebossen LH x na eindkap fsp vody Harald privaat 3 Koningen 102a - bestrijden exoot av x z z lokaal vody Harald privaat 3 Koningen 102a 100m 2 plaggen open plek - x x x Open plek om de 5 jaar maaien vody Isaure privaat 3 Koningen 102c 1,71ha herbebossen LH x na eindkap L vody Harald privaat 3 Koningen 102w 290m ecologisch vijverbeheer - x (x) x (x) x rand kappen met verwijdering Rho. vody Liévin privaat 3 Koningen 103a - aanleg poel (p1) - x randstruweel regelmatig afzetten vody Liévin privaat 3 Koningen 103c 0,24ha afzetten houtige opslag - x (x) x (x) x voor creêren heischrale open plek vody Liévin privaat 3 Koningen 106a 157m bosrand aanleggen/onderhouden: zie kaptabel aan Bornebeek vody Liévin privaat 3 Koningen 106a 157m herinrichting Bornebeek - (x) (x) (x) (x) (x) (x) afhankelijk van subsidiëring vody Liévin privaat 3 Koningen 107a 0,96ha herbebossen LH x (x) (x) na eindkap L/fSp vody Liévin privaat 3 Koningen 107a 178m bosrand aanleggen/onderhouden: zie kaptabel aan Bornebeek vody Liévin privaat 3 Koningen 107b 210m bosrand aanleggen/onderhouden: zie aan Bornebeek kaptabel vody Liévin privaat 3 Koningen 107c 0,88ha herbebossen LH x (x) (x) na eindkap L/fSp vody Liévin privaat 3 Koningen 107c 205m bosrand aanleggen/onderhouden: zie kaptabel aan Bornebeek vody Liévin privaat 3 Koningen 107c 205m herinrichting Bornebeek - (x) (x) (x) (x) (x) (x) afhankelijk van subsidiëring Ven. Donisatribert privaat 3 Koningen 108a 177m bosrand aanleggen/onderhouden: zie kaptabel aan Bornebeek Ven. Donisatribert privaat 3 Koningen 108a 0,65ha bestrijden exoot Rho x z z vody Aude privaat 3 Koningen 109a 228m bosrand aanleggen/onderhouden: zie kaptabel aan Bornebeek vody Aude privaat 3 Koningen 109a 0,75ha bestrijden exoot Rho x z z bosrand vody Aude privaat 3 Koningen 109b 160m aanleggen/onderhouden: zie aan Bornebeek kaptabel vody Aude privaat 3 Koningen 109b 0,59ha bestrijden exoot Rho x z z aan Bornebeek vody Aude privaat 3 Koningen 109c 0,77ha bestrijden exoot Rho x z z aan Proosdijstraat vody Aude privaat 3 Koningen 109c 250m bosrand aanleggen (b2) Hz/Lij/Spork x op plek Rho, als scherm vody Aude privaat 3 Koningen 109d 0,21 bestrijden exoot Rho x z z vody Aude privaat 3 Koningen 109d 44m bosrand aanleggen (b2) Hz/Lij/Spork x op plek Rho, als scherm vody Aude privaat 3 Koningen 110a 1,1ha bestrijden exoot Rho x z z oostzijde vody Aude privaat 3 Koningen 110a - bestrijden exoot Kl.springzaad x z z aan wandelpad vody Aude privaat 3 Koningen 110a 108m onderhouden heg (h2) Hb/B/Hulst x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x scheren en inboeten vody Aude privaat 3 Koningen 111a - onderhoud kapelletje - x randbomen verwijderen vody Aude privaat 3 Koningen 111a - inplanten groepjes LH ged/b/nh x op kapvlakte vody Aude privaat 3 Koningen 111a - onderhoud monument.boom B (x) (x) (x) (x) (x) (x) na advies boomverzorger vody Aude privaat 3 Koningen 112a 0,49 ha extensief maaibeheer - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x 1x per jaar met verwijderen maaisel vody Aude privaat 3 Koningen 113a 1,45ha bestrijden exoot Rho x z z vody Aude privaat 3 Koningen 114a 1,17ha bestrijden exoot Rho z z nabestrijding vody Harald privaat 3 Koningen 115a 0,61ha herbebossen LH x (x) (x) na eindkap Do vody Harald privaat 3 Koningen 115a - onderhoud monument.boom B (x) (x) (x) (x) (x) (x) facultatief, met ondersteuning bosgroep vody Harald privaat 3 Koningen 115b 0,91ha bestrijden exoot Rho x z z vody Harald privaat 3 Koningen 115b - onderhoud monument.boom B (x) (x) (x) (x) (x) (x) facultatief, met ondersteuning bosgroep vody Harald privaat 3 Koningen 115b - herstel arcade - (x) (x) (x) afhankelijk van subsidiëring

222 Eigenaar statuut Bosplaats Bestand eenheid aard van werken soorten Opmerking vody Harald privaat 3 Koningen 115e 0,38ha extensief maaibeheer - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x aan vijver vanaf half juli met afvoeren maaisel vody Harald privaat 3 Koningen 115e - onderhoud monument.boom ze (x) (x) (x) (x) (x) (x) facultatief, met ondersteuning bosgroep vody Harald privaat 3 Koningen 115w 0,73ha ecologisch vijverbeheer - (x) (x) (x) x (x) (x) (x) ruimen slib, geen vis uitzetten en beperken waterwild vody Harald privaat 3 Koningen 115x 0,45ha extensief maaibeheer - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x hooilandbeheer met afvoeren maaisel Ven. Donisatribert privaat 3 Koningen 116a 0,5ha herbebossen LH x (x) (x) na eindkap vody Liévin privaat 3 Koningen 119w 0,25ha vijverbeheer - (x) (x) afzetten randstruweel tegen bladval vody Liévin privaat 3 Koningen 120a 1,22ha aanplanten groepjes LH LH x (x) (x) kappen rand zuidoost en inplanten, vody Liévin privaat 3 Koningen 121a 171m bosrand aanleggen (b3) Hz/Spork/Lij x regelmatig vrijstellen vody H.A.I. & 't Serstevens A. vody H.A.I. & 't Serstevens A. privaat 3 Koningen m bestrijden exoot Thuja x (x) (x) privaat 3 Koningen 124a - bestrijden exoot Hortensia x deel verwijderen rond bestanden en vervangen door inheems loofhout vody Isaure privaat 3 Koningen 125a - herstel galgentoren - (x) (x) (x) afhankelijk van subsidiëring vody Isaure privaat 3 Koningen 125a 233m onderhouden houtkant (h1) zel/ze x x afzetten hakhout op wal St.-Amandus privaat St.-Amandus 201a - bestrijden exoot bonte gele doventel x z z in zuidrand St.-Amandus privaat St.-Amandus 202a - bestrijden exoot av x z z vnl. moederbomen aan straatzijde St.-Amandus privaat St.-Amandus 203a 0,19ha herbebossen Spork/Hz/Lij/zE/Li x (x) (x) na eindkap fsp St.-Amandus privaat St.-Amandus 206a verwijderen groenafval - x westrand St.-Amandus privaat St.-Amandus 206a - bestrijden exoot bonte gele doventel x z z zuidrand St.-Amandus privaat St.-Amandus 207a - inplanten groepjes LH Hb/Hz x inboeten Bauwens NJ privaat Hulstlo 300a 1,09ha bestrijden exoot Rho x z z Bauwens NJ privaat Hulstlo 300b 1,28ha bestrijden exoot Rho x z z Bauwens NJ privaat Hulstlo 301a - vijver herprofileren - x (x) (x) afschuinen wand Bauwens NJ privaat Hulstlo 301b - verwijderen kippegaas - x Bauwens NJ privaat Hulstlo m bosrand onderhouden (b1) - x x vrijstellen en snoeien Bauwens NJ privaat Hulstlo 303a 1,48ha herbebossen - x (x) (x) na eindkap Pc Bauwens NJ privaat Hulstlo 303a 1,48ha bestrijden exoot av x z z Bauwens NJ privaat Hulstlo 303a - vrijstellen bosmierenkoepels - x (x) (x) (x) (x) (x) (x) (x) (x) (x) Bauwens NJ privaat Hulstlo 304a - vrijstellen bosmierenkoepels - x (x) (x) (x) (x) (x) (x) (x) (x) (x) Bauwens NJ privaat Hulstlo 304a 1,45ha bestrijden exoot av+tuinsoorten x z z Bauwens NJ privaat Hulstlo 304a - verwijderen sluikstorten en dierenrennen - x Bauwens NJ privaat Hulstlo 304b 2,49ha bestrijden exoot av x z z Bauwens NJ privaat Hulstlo 304d 343m bosrand aanleggen (b3) ae/ze/be (x) x (x) x (x) hakhout afzetten Bauwens NJ privaat Hulstlo 304d 344m extensief maaibeheer dreef - x x x x x x x x x x met afzetten opslag en afvoeren maaisel Bauwens NJ privaat Hulstlo 304d 1,19ha bestrijden exoot av x z z oostzijde Bauwens NJ privaat Hulstlo 305a - bestrijden exoot av x z z oostzijde Bauwens NJ privaat Hulstlo 306a 329m bosrand onderhouden (b2) Spork/Hz/Lij/zE x (x) x (x) afzetten hakhout op wal met bestrijden av VMW openbaar Lindeveld 402a - inplanten groepjes LH Li/zE/Hb/Hz x op plek fsp VMW openbaar Lindeveld 402b - opruimen plastic v. aanplant - x VMW openbaar Lindeveld 402c/404a 1,32ha bestrijden exoot rho z z nabestrijding /405a VMW openbaar Lindeveld 407y 0,14ha zoombeheer kruidig - x (x) x (x) x (x) x (x) x (x) x (x) x (x) x (x) x (x) x (x) gefaseerd en extensief maaien augustus VMW openbaar Lindeveld 407y 0,50ha maaien (+evaluatie) - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x regime maaibeheer: zie rapport VMW openbaar Lindeveld 407y 1,12ha extensief maaibeheer - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x regime maaibeheer: zie rapport VMW openbaar Lindeveld 408a - vrijstellen bosmierenkoepels - x (x) (x) (x) (x) (x) (x) (x) (x) (x) manueel verwijderen van bramen VMW openbaar Lindeveld 408a 0,29ha kappen/ontstronken/plaggen x (x) (x) later extensief maaien VMW openbaar Lindeveld 408a 0,31ha maaien en plaggen - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x VMW openbaar Lindeveld 408a/409a 0,61ha bestrijden exoot az z z nabestrijding perceel ontstronken en om de 8 jaar plaggen, maairegime: zie rapport VMW openbaar Lindeveld 410y 0,28ha maaien en plaggen - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x plaggen facultatief en alleen als naastgelegen plagvlek succesvol is VMW openbaar Lindeveld 410y 0,64ha maaien (+evaluatie) - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x regime maaibeheer: zie rapport

223 Eigenaar statuut Bosplaats Bestand eenheid aard van werken soorten Opmerking VMW openbaar Lindeveld m bosrand onderhouden (b9) - x (x) x bosrand sequentieel afzetten in stroken van 250m. Ter hoogte van bosmierenkoepels wordt in straal van 10meter hakhout niet afgezet. VMW openbaar Lindeveld m extensief maaibeheer pad - x x x x x x x x x (x) x (x) x (x) x (x) x (x) x vanaf begin augustus VMW openbaar Lindeveld 412b - opruimen plastic v. aanplant - x VMW openbaar Lindeveld 412c - herbebossen Li/zE/Hb/Hz (x) (x) x na eindkap xpo VMW openbaar Lindeveld 412f - opruimen plastic v. aanplant - x VMW openbaar Lindeveld 412g - herbebossen Li/zE/Hb/Hz (x) (x) x VMW openbaar Lindeveld 412j 0,65ha extensief maaibeheer heischraal - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x VMW openbaar Lindeveld 412j 0,65ha maaien en plaggen - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x indien veel struikheide dient slecht om de vijf jaar te maaien, tevens 8-jaarlijks herplaggen VMW openbaar Lindeveld 412y 0,06ha zoombeheer kruidig - x (x) x (x) x (x) x (x) x (x) x (x) x (x) x (x) x (x) x (x) gefaseerd en extensief maaien augustus VMW openbaar Lindeveld 412y 0,79ha maaien (+evaluatie) - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x regime maaibeheer: zie rapport VMW openbaar Lindeveld 412y 1,47ha extensief maaibeheer - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x regime maaibeheer: zie rapport VMW openbaar Lindeveld 414c - opruimen plastic v. aanplant - x VMW openbaar Lindeveld 414y 0,14ha zoombeheer Avaren - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x VMW openbaar Lindeveld 414y 0,56ha maaien (+evaluatie) - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x regime maaibeheer: zie rapport VMW openbaar Lindeveld 415a/416a 0,44ha bestrijden exoot av x z z VMW openbaar Lindeveld 416y 0,40ha zoombeheer braam - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x VMW openbaar Lindeveld 416y 1,07ha extensief maaibeheer - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x regime maaibeheer: zie rapport VMW openbaar Lindeveld 417c 0,23ha herbebossen Li/zE/Hb/Hz (x) (x) x VMW openbaar Lindeveld 418d 2,43ha herbebossen Li/zE/Hb/Hz (x) (x) x VMW openbaar Lindeveld 418d 0,1ha extensief maaibeheer heischraal - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x indien veel struikheide dient slecht om de vijf jaar te maaien, tevens 8-jaarlijks herplaggen VMW openbaar Lindeveld 418d 0,10ha maaien en plaggen - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x VMW openbaar Lindeveld 418f 0,29ha herbebossen Li/zE/Hb/Hz (x) (x) x VMW openbaar Lindeveld 419a 0,46ha herbebossen Hz/Spork/Lij (x) (x) x VMW openbaar Lindeveld 419y - knotten boom xpo x x VMW openbaar Lindeveld 419y 75m knotten bomenrij (h2) xpo x x 15 ex. VMW openbaar Lindeveld 419y 0,91ha bebossen Li/zE/Hb/Hz (x) (x) (x) x deeltje in westen van bestand VMW openbaar Lindeveld 419y 2,38ha maaien (+evaluatie) - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x regime maaibeheer: zie rapport VMW openbaar Lindeveld 420c 1,12 herbebossen Li/zE/Hb/Hz (x) (x) x VMW openbaar Lindeveld 420d - opruimen plastic v. aanplant - x VMW openbaar Lindeveld 420y 0,24ha zoombeheer Avaren - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x VMW openbaar Lindeveld 420y 0,26ha maaien (+evaluatie) - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x regime maaibeheer: zie rapport VMW openbaar Lindeveld 421y 164m onderhouden haag (h1) mei/slee x x x x 5-jaarlijks bijsnoeien VMW openbaar Lindeveld 422c 1,06 herbebossen Li/zE/Hb/Hz (x) (x) x VMW openbaar Lindeveld 424y 1,11ha maaien (+evaluatie) - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x regime maaibeheer: zie rapport VMW openbaar Lindeveld 425b 1,32 herbebossen Li/zE/Hb/Hz (x) (x) x VMW openbaar Lindeveld 427a 0,75ha herbebossen Li/zE/Hb/Hz (x) (x) x VMW openbaar Lindeveld 427b 0,77ha herbebossen Li/zE/Hb/Hz (x) (x) x VMW openbaar Lindeveld 427y 0,32ha zoombeheer braam - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x VMW openbaar Lindeveld 427y 1,19ha extensief maaibeheer - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x regime maaibeheer: zie rapport VMW openbaar Lindeveld m bosrand onderhouden (b10) - x (x) x bosrand afzetten lgs wandelpad VMW openbaar Lindeveld 428b 0,79ha herbebossen Li/zE/Hb/Hz (x) (x) x VMW openbaar Lindeveld 429y 120m bestrijden exoot reuzenbalsemien x x x x x zuidrand, zeer intensief maaien of bedekken met zwart plastic VMW openbaar Lindeveld 429y 1,34ha maaien (+evaluatie) - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x regime maaibeheer: zie rapport VMW openbaar Lindeveld 430y - afzetten hakhoutstoof wli x x eerst een spil laten staan VMW openbaar Lindeveld 430y 0,93ha extensief maaibeheer - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x regime maaibeheer: zie rapport VMW openbaar Lindeveld 431a 329m extensief maaibeheer pad - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x maaien na half juni met afvoeren maaisel VMW openbaar Lindeveld 431b 0,14ha herbebossen Li/zE/Hb/Hz (x) (x) x VMW openbaar Lindeveld 431y 0,54ha maaien (+evaluatie) - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x regime maaibeheer: zie rapport VMW openbaar Lindeveld 432a 82m bosrand onderhouden (b11) - (x) x (x) x afzetten opslag VMW openbaar Lindeveld 432t 93m bestrijden exoot thuja x (x) (x) kappen bomenrij VMW openbaar Lindeveld 432t 0,37ha gazonbeheer - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x regime maaibeheer: zie rapport

224 Eigenaar statuut Bosplaats Bestand eenheid aard van werken soorten Opmerking VMW openbaar Lindeveld 432y 1,11ha extensief maaibeheer - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x taluds bezinkingsbekken LVDK bvba privaat Lindeveld 440a - bestrijden exoot Rho/aV x z z av in rand, Rho in bestand LVDK bvba privaat Lindeveld 440a - verwijderen vogelkooi - oud LVDK bvba privaat Lindeveld 440a - plaatsen bareel - x (x) (x) NO-rand LVDK bvba privaat Lindeveld 440a-c 366m bosrand aanleggen (b5) - x interne bosrand kappen LVDK bvba privaat Lindeveld 440a-c 366m bosrand onderhouden (b5) - (x) x (x) x afzetten opslag evt. dmv brandhoutkappen LVDK bvba privaat Lindeveld 440b 0,5ha herbebossen ae/lij/spork x (x) (x) deels herbebossen na aindkap Pc LVDK bvba privaat Lindeveld 440b - plaggen en maaien - x (x) (x) proefstrook, herhalen/uitnreiden na goede resultaten, om de 5jaar maaien. LVDK bvba privaat Lindeveld 440b - bestrijden exoot Rho x z z lokaal LVDK bvba privaat Lindeveld 440b - verwijderen vogelkooi - x oud LVDK bvba privaat Lindeveld 440b - verwijderen sluikstort - x hoofdzakelijk papier LVDK bvba privaat Lindeveld 440c - verwijderen vogelkooi - x 2 oude kooien LVDK bvba privaat Lindeveld 440c - bestrijden exoot Rho x z z lokaal LVDK bvba privaat Lindeveld 440d p4 poelen aanleggen - x LVDK bvba privaat Lindeveld 440d p4 poel onderhouden - (x) x (x) x ruimen en randstruweel afzetten LVDK bvba privaat Lindeveld 440c-e 393m bosrand aanleggen (b6) - x interne bosrand kappen LVDK bvba privaat Lindeveld 440c-e 393m bosrand onderhouden (b6) - (x) x (x) x afzetten opslag evt. dmv brandhoutkappen LVDK bvba privaat Lindeveld 440d - plaatsen bareel - x fysiekehindernis aan toegangswegen LVDK bvba privaat Lindeveld 440d p3 poelen aanleggen - x LVDK bvba privaat Lindeveld 440d p3 poel onderhouden - (x) x (x) x ruimen en randstruweel afzetten LVDK bvba privaat Lindeveld 440d-e 375m bosrand aanleggen (b8) Lij/Spork x Strook van 10m kappen en deels herbebossen. Regelmatig vrijstellen LVDK bvba privaat Lindeveld 440d-e 375m bosrand onderhouden (b8) - (x) x (x) x hakhout in oostrand afzetten LVDK bvba privaat Lindeveld 440e 205m bosrand aanleggen (b7) - x interne bosrand kappen LVDK bvba privaat Lindeveld 440e 205m bosrand onderhouden (b7) - (x) x (x) x afzetten opslag evt. dmv brandhoutkappen LVDK bvba privaat Lindeveld 440e p1/p2 poelen aanleggen - x LVDK bvba privaat Lindeveld 440e p1/p2 poelen onderhouden - (x) x (x) x ruimen en randstruweel afzetten LVDK bvba privaat Lindeveld 440e - bestrijden exoot Rho/aV x z z lokaal LVDK bvba privaat Lindeveld 440e - verwijderen vogelkooi - x LVDK bvba privaat Lindeveld 442a 62m bosrand aanleggen (b12) LH x (x) in zuidrand St.-Amandus privaat Lindeveld 450b 72m bosrand aanleggen (b4) ze x afzetten over strook van 10m breed St.-Amandus privaat Lindeveld 450b 72m bosrand onderhouden (b4) ze x bosrand afzetten Demeyer R. privaat Lindeveld 460b 111m bosrand onderhouden (b3) - (x) (x) vrijstellen v. naburige bosbestand Barbier Joseph privaat Lindeveld 470a 266m bosrand onderhouden (b1) - x (x) (x) x uitkappen vac en vervolledigen met Hz, later cyclisch kappen Lindeveld 470b 203m bosrand onderhouden (b13) - x kappen strook Do en herbeplanten, later cyclisch afzetten Barbier Joseph privaat Lindeveld 470c 0,96ha bestrijden exoot av/rho/bgdoven entel x z z enkele moederbomen av Barbier Joseph privaat Lindeveld 470c - verwijderen constructies - x stalling/campement/sluikstort ANB openbaar Bulskampveld 501a - inplanten groepjes LH B/Li/Hb/zE/Hz x (x) (x) onder ijl scherm, NV afwezig ANB openbaar Bulskampveld 502b - inplanten groepjes LH B/Li/Hb/zE/Hz x (x) (x) onder ijl scherm, NV afwezig ANB openbaar Bulskampveld 503a/y 1,41ha inrichten hondenzone - (x) (x) (x) (x) (x) met plaatsen poortjes en gladde afsluiting ANB openbaar Bulskampveld 517a - inplanten groepjes LH B/Li/Hb/zE/Hz x (x) (x) onder ijl scherm, NV afwezig ANB openbaar Bulskampveld 517c - inplanten groepjes LH B/Li/Hb/zE/Hz x (x) (x) onder ijl scherm, NV afwezig ANB openbaar Bulskampveld 519d - inplanten groepjes LH B/Li/Hb/zE/Hz x (x) (x) onder ijl scherm, NV afwezig ANB openbaar Bulskampveld 520a - inplanten groepjes LH B/Li/Hb/zE/Hz x (x) (x) onder ijl scherm, NV afwezig ANB openbaar Bulskampveld 520a-c 310m extensief maaibeheer pad - x x x x x x x x x x heischraal ANB openbaar Bulskampveld 520a-c 310m onderhouden bosrand (b3) ae/be/ps/lij (x) x (x) gefaseerd afzetten hakhout ANB openbaar Bulskampveld 523a - inplanten groepjes LH B/Li/Hb/zE/Hz x (x) (x) onder ijl scherm, NV afwezig ANB openbaar Bulskampveld 524d 0,12ha herbebossen zel (x) (x) x perceel vrij nat ANB openbaar Bulskampveld 525y 1,28ha afgraven bouwvoor - (x) (x) (x) (x) (x) ikv natuurinrichting ANB openbaar Bulskampveld 525y 0,45ha aanleg infiltratievijver - (x) (x) (x) (x) (x) ikv natuurinrichting ANB openbaar Bulskampveld 525y - opstellen infobord - (x) (x) (x) (x) ikv af te graven weiland ANB openbaar Bulskampveld 526a 0,68ha kappen/ontstronken/plaggen - (x) (x) (x) (x) (x) ikv natuurinrichting ANB openbaar Bulskampveld 526b 1,6ha kappen/ontstronken/plaggen - (x) (x) (x) (x) (x) ikv natuurinrichting Bulskampveld 526b - opstellen infobord - (x) (x) (x) (x) ikv heideherstel ANB openbaar Bulskampveld 526g 0,1ha aanleg infiltratievijver - (x) (x) (x) (x) (x) ikv natuurinrichting ANB openbaar Bulskampveld 528a - greppels dichten - (x) (x) (x) (x) (x) ikv natuurinrichting ANB openbaar Bulskampveld 528b - greppels dichten - (x) (x) (x) (x) (x) ikv natuurinrichting

225 Eigenaar statuut Bosplaats Bestand eenheid aard van werken soorten Opmerking ANB openbaar Bulskampveld 528e - inplanten groepjes LH B/Li/Hb/zE/Hz x (x) (x) onder ijl scherm, NV afwezig ANB openbaar Bulskampveld 529a - greppels dichten - (x) (x) (x) (x) (x) ikv natuurinrichting ANB openbaar Bulskampveld 529a 194m bosrand aanleggen (b2) ze x strook van 10-15m kappen ANB openbaar Bulskampveld 529a 194m bosrand onderhouden LH (x) x (x) x opslag afzetten ANB openbaar Bulskampveld 529a 228m extensief maaibeheer dreef - x x x x x x x x x x vanaf half augustus met afvoeren maaisel ANB openbaar Bulskampveld 530a - greppels dichten - (x) (x) (x) (x) (x) ikv natuurinrichting ANB openbaar Bulskampveld 532a 2,27ha bosbegrazing - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x nat perceel met nulbeheer ANB openbaar Bulskampveld 532a - greppels dichten - (x) (x) (x) (x) (x) ikv natuurinrichting ANB openbaar Bulskampveld 532b 0,47ha bosbegrazing - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x nat perceel met nulbeheer ANB openbaar Bulskampveld 532b - greppels dichten - (x) (x) (x) (x) (x) ikv natuurinrichting ANB openbaar Bulskampveld 533c - greppels dichten - (x) (x) (x) (x) (x) ikv natuurinrichting ANB openbaar Bulskampveld 535a - verwijderen sluikstort - x gras ANB openbaar Bulskampveld 535a - bestrijden exoot mansbloed x en andere tuinexoten Braeckevelt M. privaat Bulskampveld 588a 1,38ha herbebossen ze/we x (x) vrijstellen indien nodig Braeckevelt M. privaat Bulskampveld 588a 370m bosrand aanleggen (b1) Lij/Spork x (x) Provincie West- Vlaanderen openbaar Bulskampveld 593a - inboeten ze x (x) grote uitval ze vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 600a - bestrijden exoot rho x z z lokaal vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 600b p3 heraanleg bospoel - x vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 600b p3 onderhoud bospoel - x afzetten randstruwel en heruitbaggeren vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 600c 100m extensief maaibeheer dreef - x x x x x x x x x x afvoeren maaisel vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 600c 0,64ha herbebossen ze/lij/spork x na eindkap L vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 601b p2 heraanleg bospoel - x vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 601b p3 onderhoud bospoel - x afzetten randstruwel en heruitbaggeren vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 601d 0,92ha bestrijden exoot rho x z z vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 603a 68m bosrand onderhouden (b1) div. x x afzetten hakhout in noordrand vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 603c 175m extensief maaibeheer pad - x x x x x x x x x x afvoeren maaisel vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 603d p1 heraanleg bospoel - x vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 603d p2 onderhoud bospoel - x afzetten randstruwel en heruitbaggeren vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 603d 230m eindkap bomenrij (h1) ae/xpo x noordrand vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 603d 111m onderhouden heg (h2) mei x x vrijstellen en bijsnoeien vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 603d 0,25ha bestrijden exoot av x z z in zuidrand vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 604a - bestrijden exoot av x z z langs noordrand en westelijk wandelpad vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 604a 0,33ha extensief maaibeheer - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 605a 1,77ha bestrijden exoot av x z z open plek maaien (2x-->1x per jaar) met afzetten hakhout in de rand vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 605a 0,34ha extensief maaibeheer - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x zichtas 1x maaien vanaf half juli vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 606a - verwijderen afgesloten - x vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 608b - bestrijden voederzone exoot av/rho x z z lokaal vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 608b 152m extensief maaibeheer pad - x x x x x x x x x x heischraal pad in zuidrand en centraal vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 608c - bestrijden exoot av x z z in oostrand vdp Marie Cécile privaat Blauwhuis 608c - verwijderen oude vangkooi - x VdB Pierre privaat Blauwhuis 609a - verwijderen oude vangkooi - x VdB Pierre privaat Blauwhuis 610a 102m bosrand onderhouden (b2) zel/be x x x afzetten HA in noordrand VdB Pierre privaat Blauwhuis 612a 1,1ha extensief maaibeheer - x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x heideperceel gefaseerd maaien met verwijderen zaailingen VdB Pierre privaat Blauwhuis 612a 50m 2 kleinschalige plaggen - x (x) (x) (x) uitbreiden indien succesvol VdB Pierre privaat Blauwhuis 612a - dichtmaken greppels - x (x) (x) VdB Pierre privaat Blauwhuis 612a 163m bosrand aanleggen (b5) - x mantel/zoom met om de 2 jaar pad maaien en om de 8 jaar strook opslag afzetten VdB Pierre privaat Blauwhuis 612a 163m bosrand onderhouden (b5) - x x x x x x x x x VdB Pierre privaat Blauwhuis 612a - aanleggen poel (p5) - x (x) (x) in de ZO-poel VdB Pierre privaat Blauwhuis 612a - onderhoud poel (p5) - x (x) (x) x (x) (x) afzetten randstruweel en ruimen VdB Pierre privaat Blauwhuis 613a - bestrijden exoot rho x z z lokaal in noordelijke helft VdB Pierre privaat Blauwhuis 613b - inplanten groepjes LH ze/wli/hb/lij x (x) (x) na eindkap Do/L/aE VdB Pierre privaat Blauwhuis 613c - bestrijden exoot rho x z z x z z in oostrand VdB Pierre privaat Blauwhuis 613c - inplanten groepjes LH ze/wli/hb/lij x (x) (x) x (x) (x) VdB Emmanuel privaat Blauwhuis 614a 142m herprofileren veldvijverdijk - (x) (x) (x) ikv landinrichting VdB Emmanuel privaat Blauwhuis 615a 1,32ha bestrijden exoot rho/av x z z

226 Eigenaar statuut Bosplaats Bestand eenheid aard van werken soorten Opmerking VdB Emmanuel privaat Blauwhuis 615a 6,64ha herbebossen in groepjes B/zE/Lij/Spork/Hz x x x x na eindkap ae, optie om 1/2 van opp. te verjongen met uitheems LH/NH VdB Emmanuel privaat Blauwhuis 616a afzetten HA-stoof zel x x x VdB Emmanuel privaat Blauwhuis 617a 0,32ha bestrijden exoot av VdB Emmanuel privaat Blauwhuis 618a 0,75ha bestrijden exoot rho/av x z z VdB Emmanuel privaat Blauwhuis 619a 2,1ha bestrijden exoot rho/av x z z av lokaal

227 Ontheffingen, meldings- en vergunningsplichtige activiteiten 7 Ontheffingen, meldings- en vergunningsplichtige activiteiten Voor de kappingen vermeld in voorliggend beheerplan dient geen afzonderlijke kapmachtiging (bomen in bestand) of stedenbouwkundige vergunning (individuele of bomen in rij) te worden aangevraagd. Kleinere werken vermeld in voorliggend beheerplan zijn bij definitieve goedkeuring van het beheerplan niet meer vergunningsplichtig, dit omvat onder meer de aanleg van kleinere poelen, kappen van bomen in rij, etc. Door een goedgekeurd beheerplan is men vrijgesteld van de natuurvergunningsplicht. Voor het uitvoeren van de opgesomde maatregelen wordt een ontheffing op het door artikel 7 van het Besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 opgelegd verbod op wijzigen van bepaalde vegetaties gevraagd. Merk op dat voor het toekomstig te erkennen Vlaams Natuurreservaat te Lindeveld de geplande beheersmaatregelen tevens een opheffing van een aantal van de verbodsbepalingen vereisen van art. 35 van het Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (B.S.10/01/1998) gewijzigd bij decreet van 19 juli 2002 : - Het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek (andere dan monitoring en beheersevaluatie) Wanneer derden dieren willen vangen of doden voor wetenschappelijk onderzoek dienen deze wel over de nodige toelatingen te beschikken (onder andere een machtiging van het Agentschap voor Natuur en Bos). Doden van fauna voor wetenschappelijk onderzoek wordt enkel toegestaan indien er geen andere methoden beschikbaar zijn. - Het vangen en doden van dieren onder bepaalde voorwaarden wanneer door een eventuele overpopulatie van een bepaalde diersoort, deze soort een bedreiging vormt voor het ecosysteem of andere populaties van beschermde dieren of plantensoorten, Voor enkele voorziene reliëfwijzigingen zoals vermeld in 5.19 zoals het verminderen van de detailontwatering (Bulskampveld), inrichting van de Bornebeek (Bulskampveld en Drie Koningen) en graaf- en plagwerkzaamheden (Lindeveld, Bulskampveld, Blauwhuisbossen en Drie Koningen), zal een stedenbouwkundige vergunning worden aangevraagd waarop ANB advies geeft. Het plangebied ligt verder niet binnen beschermd landschap. Pagina 207 van 207

228

229 Openstelling 8 Openstelling 8.1 Wegennet en opengestelde boswegen De openbare bossen te Bulskampveld zijn een belangrijk gebied voor zachte recreatie. Er zijn heel wat paden en routes voor wandelaars, fietsers en ruiters aanwezig, deze worden behouden en verder vrij beperkt geoptimaliseerd. In het kader van het besluit rond de toegankelijkheid van bosgebieden en natuurreservaten (Besl. Vl. Reg. 5 december 2008) is het verplicht om een toegankelijkheidsplan en reglement op stellen met aanduiding van de toegankelijke wegen, specifieke bebording en aanduiding van specifieke zones met aangepaste regels (bv. speelzones ). De toegankelijkheidsregeling (met de regeling zelf, toegankelijkheidskaart en bebordingsplan) is weergegeven in bijlage 7 en op kaarten 5.5a en 5.5b (bebordingsplan) en 5.6a en 5.6b (toegankelijkheidskaart). De private bossen zijn niet toegankelijk m.u.v. het Wildenburg wandelpad, het Educatief natuurleerpad te Sint-Amandus, GR-route in de noordrand van 460a/b en de westrand van 428a/b en 429a te Lindeveld. Verder kan ook de doorsteek tussen de Noendreef en de Reigerlostraat et Lindeveld (440a/450a/450b) gebruikt worden door wandelaars. In het openbaar deel is er de mogelijkheid tot tijdelijk afsluiten van paden ten behoeve van broedvogels of andere bijzondere of kwetsbare biologische waarden (bvb. zeldzame flora). Ook in de functie van de jacht kunnen paden tijdelijk worden afgesloten te Wildenburg. In ieder geval dient een duidelijke signalisatie te worden voorzien. Wandelpaden Er is een vrij dicht netwerk van wandelpaden aanwezig. In totaal zijn er meer dan 40 km wandelpaden in het plangebied aanwezig. Fietspaden Naast het Fietsroutenetwerk die op de verharde wegen langs het plangebied loopt, is er 28 km MTB-pad binnen het plangebied afgebakend. Ruiter- en mennerspad Binnen het plangebied is er bijna 18,4 km ruiterpad afgebakend waarvan 8,3 km in het domeinbos van Bulskampveld. Een deel van dit pad in de zuid-westelijke rand loopt volledig in een afzonderlijke bedding. In de zuidoostelijke rand wordt dit pad gedeeld met menners (zonder afzonderlijke bedding) en te Bulskampveld (Blauwhuisdreef). Te Sint-Amandus is een pad in de westrand van 202a tevens toegankelijk voor ruiters en wandelaars. Gemotoriseerd verkeer In de Vagevuurbossen is een deel van de Gruyterdreef toegankelijk voor plaatselijk gemotoriseerd verkeer. Deze zijn enkel toegankelijk voor aangelanden, dus hoofdzakelijk voor plaatselijke landbouwers en occasioneel voor bosexploitatie. Verder komen openbare wegen voor in de oostrand van De Varens (Polderdreef), in de randen van de waterwinning te Lindeveld (Noendreef, Hulstlo en Miseriestraat) Pagina 208 van 208

230 Openstelling Ruimingspistes Ruimingspistes of exploitatiepaden die niet samenvallen met een toegankelijk pad zijn niet toegankelijk. 8.2 Hondenzone De bestaande speelzone te Bulskampveld in 503y wordt afgeschaft en omgevormd naar hondenloopzone. Het grasland (deels voormalige speelzone) en aanpalend lorkenperceel ter hoogte van de parking van Bulskampveld (503a en 503y) wordt ingericht als hondenzone waarbinnen honden vrij kunnen rondlopen. Deze zone van 1,41 ha wordt volledig omheind met een geschikte afsluiting namelijk ursusdraad van 1,2m hoog. Het inrichtingsplan voor de hondenloopzone is momenteel nog in opmaak. 8.3 Eenmalige of occasioneel georganiseerde activiteiten Grotere eenmalige doortochten voor wandelaars, MTB s, ruiters, door het plangebied kunnen mits voorafgaandelijke aanvraag bij ANB West-Vlaanderen worden toegelaten. 8.4 Recreatieve infrastructuur Toegankelijkheidsborden Er worden ongeveer 150 borden geplaatst die de toegankelijkheid regelen. Deze borden worden geplaatst of voorzien (voor private eigenaars) door ANB. Voor de plaatsing van de toegankelijkheidsborden wordt verwezen naar kaarten 5,5a en 5.5b. Aan de De Gruyteredreef (Vagevuur) worden aanwijzingsborden geplaatst (F99c) die het gemotoriseerd verkeer voor aangelanden regelt. Deze borden worden voorzien door de gemeente Wingene. Infopaneel Te Bulskampveld staan er 6 infoborden. Er worden 2 bijkomende infoborden voorzien te Bulskampveld in het kader van de natuurinrichting (herstel van natte heide en heischraal grasland). De plaatsing van de infoborden worden weergegeven op kaarten 5.5a en 5.5b. Barelen Om ongewenste recreanten en voertuigen buiten de bos- en natuurgebieden te houden, zijn er op 21 toegangspunten barelen en op 17 punten voetgangersbarelen voorzien. Zitbanken Binnen het plangebied zijn er slechts 5 zitbanken voorzien. Er worden afhankelijk van de behoefte eventueel nog bijkomende zitbanken voorzien. Pagina 209 van 209

231 Monitoring 9 Monitoring Monitoring in het plangebied is belangrijk om de resultaten van het gevoerde beheer op fauna, flora, graslandontwikkeling, bosontwikkeling, etc. op te kunnen volgen. Na beoordeling worden zonodig de maatregelen voortgezet dan wel bijgestuurd in overeenstemming met de beheerdoelstellingen en binnen de grenzen van het goedgekeurde beheerplan. Het eigenlijke monitoringsplan wordt opgemaakt door ANB en opgevolgd door een beheercommissie. Gezien een vrij groot deel van het plangebied gelegen is binnen Habitatrichtlijngebied gaat er bij de monitoring in de openbare bestanden vooral aandacht naar de aanwezige en te ontwikkelen habitats en soorten zoals vermeld in de S-IHD. Voor de inventarisatie en opvolging wordt samengewerkt met lokale vrijwilligers. Tabel 9-1: Evaluatie van het uitgevoerde beheer. evaluatie-item evaluatiemoment evaluatie-elementen opvolging bosomvormingen omvorming naar (boomrijke) heide ontwikkeling interne bosranden vegetatie graslanden twee jaar na kap, daarna driejaarlijks jaarlijks eerste vijf jaar, daarna regelmatig jaarlijks eerste vijf jaar, daarna regelmatig driejaarlijks mate van natuurlijke verjonging inheemse soorten aandeel ongewenste verjonging exoten ontwikkeling heidevegetaties met doelsoorten behoud en ontwikkeling doelsoorten heischraal grasland structuurrijkdom vegetatieontwikkeling indicatorsoorten heropschieten verjonging Amerikaanse vogelkers kunstmatige verjonging overwegen verwijderen zaailingen ongewenste soorten Bijsturen begrazing, maaien of opslag terugzetten Bijsturen begrazing, maaien of opslag terugzetten bijsturen beheer bestrijding Amerikaanse tweejaarlijks na bestrijding uittrekken opslag nabehandeling vogelkers gericht ringen of kappen dood hout vijfjaarlijks aandeel dood hout van bomen oude bomen met veiligheidsrisico boomdelen verwijderen risicovolle jaarlijks toestand bomen inboeten met streefsoorten structuurovergang en soortverhouding extra kappingen in bosrand driejaarlijks, tot vijf jaar bevoordelen natuurlijke bosrandbeheer natuurlijke inmenging streekeigen na aanleg inmenging soorten verwijderen uitheemse soorten inmenging uitheemse soorten bijsturen waterpeilbeheer Maandelijks opmeten evolutie berkenbroek en kenmerkende vegetaties gers op waterlopen (zie plaatsen peillatten en log- waterpeilbeheer van peilbuizen 4.5). bosmieren jaarlijks aantal en omvang koepelnesten kleinschalig bosbeheer amfibieën driejaarlijks soorten en aantallen aanwezigheid vinpootsalamander evt. uitbreiden poelen en randbiotopen in migratiezone versterken kleinschalig landschaps- en bosbeheer indicatorsoorten vogels jaarlijks aantal territoria doelsoorten nestplaatsen vleermuizen jaarlijks tellen overwinteringsplaatsen aanpassen kapbeheer onderzoek naar koloniebomen bij mitigerende maatregelen kappingen wildstand jaarlijks soorten en populaties wild aanpassen afschot realiseren natuurstreefbeelden privaat zesjaarlijks effectieve beheermaatregelen? Bijsturen beheer Pagina 210 van 210

232

233 Kostenraming 10 Kostenraming De kostenramingen in beheerplannen zijn louter indicatief. Het betreft geen kostenraming van een bestek dat voor aanbesteding bestemd is. De normprijzen zijn gebaseerd op prijsopgaves door ANB zelf voor recent uitgevoerde werken of recente aankopen, het rapport Opmaak technisch kostenmodel en de kosten bekomen in het kader van de opmaak van diverse beheerplannen door Grontmij. De kosten bestaan hoofdzakelijk uit de kostprijs verbonden aan de geplande werkzaamheden. Door het ontbreken van kennis over de toekomstige prijsevoluties worden de prijzen als constant beschouwd gedurende de planperiode. De kosten op zich worden beschouwd als gemiddelden voor de uitvoering van een dergelijke opdracht, m.a.w. er wordt geen inschatting gemaakt van de intensiteit per ingreep. Bij de evaluatie van de opbrengsten wordt er abstractie gemaakt van de prijsschommelingen van de afgeleverde producten. De te verwachten inkomsten zijn afkomstig van houtverkopingen. De jacht wordt verpacht te Lindeveld maar de inkomsten zijn voor de Watergroep. Gezien de vrij hoge exploitatiekosten zullen de kappingen van Witte els en jonge Moeraseik (Bulskampveld) nagenoeg niets opbrengen en zullen dus in eigen regie worden uitgevoerd. Reguliere dunningen in het domeinbos en de waterwinning te Lindeveld (max. aanwas wordt gekapt): 73,25 ha x 6,03 m³/ha/jr x 20 x 30 euro = euro. Dunningshout (brandhout) tgv aanduiden toekomstbomen in jonge bestanden en hakhoutkappen tijdens de planperiode: 20,1 ha x 25 m³/ha x 15 euro/m³ = euro. Bij eindkappen wordt in totaal 2023,8 m³ geoogst wat in totaal euro opbrengt. Totale opbrengst over de planperiode voor ANB: euro. Totale baten over de planperiode (ANB) met aftrek kosten (ANB): euro euro = /20jaar = euro / jaar. Merk evenwel op dat hierin de kosten voor de natuurinrichting nog niet verwerkt zijn. Deze worden later nog toegevoegd. Voor wat het Provinciaal domein betreft aan de Proosdijstraat (max. aanwas wordt gekapt): 4,81 ha x 7,1 m³/ha/jr x 20 x 30 euro = euro. Bij eindkap van tka en ae wordt 357,7 m³ geoogst wat in totaal euro opbrengt. Pagina 211 van 211

234

235 Kaarten 11 Kaarten Kaart 1.1: Eigendomssituatie Kaart 1.2: Kadastraal plan van het plangebied Kaart 1.3: Ligging van het plangebied t.o.v. de andere bos- en groengebieden Kaart 1.4: Wegenplan Kaart 1.5: Bestemming volgens het gewestplan Kaart 1.6: Habitatrichtlijngebied, Ven en Beschermd landschap Kaart 1.7: Afbakening relictzones en ankerplaatsen (landschapsatlas) Kaart 1.8: Luchtfoto 2012 Kaart 2.1a: Bosevolutie: areaal ten tijde van Graaf de Ferraris (1775) Kaart 2.1b: Bosevolutie: areaal ten tijde van Vandermaelen (1850) Kaart 2.1c: Gereduceerde kadasterkaart (1853) Kaarten 2.1d-f: Historische kaarten ICM: Kaart 2.1g: Kaart NGI (1960) Kaart 2.2: Bosleeftijd Kaart 2.3: Digitaal Hoogte Model Kaart 2.4: Bodemkaart Kaart 2.5: Hydrografie/Hydrologie Kaart 2.6: Percelen- en bestandenkaart Kaart 2.7: Bestandstypen en hoofdboomsoorten Kaart 2.8a: Vegetatietypering: bos Kaart 2.8b: Vegetatietypering: open ruimte Kaart 2.9: Biologische waardering Kaart 2.10: Potentieel natuurlijke vegetatie Kaart 2.11: Fauna en flora Kaart 2.12a: Bedekking Amerikaanse vogelkers Kaart 2.12b: Percentage inheems loofhout Kaart 2.12c: Leeftijdsklassen bosbestanden Kaart 2.13: Bosdifferentiërende, ecologisch en landschappelijk waardevolle zones en elementen Kaart 2.14: Infrastructuur Kaart 2.15: Recreatieve routes Kaart 3.1: Knelpunten Kaart 4.1: Visie Kaart 4.2: Visie dreven Kaart 5.1a: Kapbeheer Kaart 5.1b: Kapregeling Kaart 5.2: Beheer divers Kaart 5.3: Drevenbeheer Kaart 5.4: Beheer infrastructuur en exoten Kaart 5.5: Bebordingsplan Kaart 5.6: Toegankelijkheidsplan Pagina 212 van 212

236

237 12 Literatuur Ampe C. & Langohr R. (2006). Waardevolle bodems in Vlaanderen. Uitgewerkt voorbeeld. Erkenningsdossier waardevolle site voor bodem. Beernem Het Aanwijs. Anoniem. (2009) Recreatieve gebiedsvisie Bulskampveld. Westtoer. In opdracht van de Provincie West-Vlaanderen. Anoniem. Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed. Wingene (ID 25176) Geraadpleegd op 14/06/2012. inventaris.onroerendefgoed.be. Anoniem (2002). Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen. Goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 6 maart Bestendige Deputatie Provincieraad West-Vlaanderen. D/2002/024/16. Anoniem (2008). Artikel over de familie Wyts en het vijvergebied. Jaarboek Wingene Anoniem (2008). Gemeentelijk milieubeleidsplan Wingene. Opgemaakt door de milieudienst ism dienst infrastructuur. Gemeente Wingene/ Anoniem (2011). Bomen maken voor vleermuizen een wereld van verschil. t Limburgs Bosbelang. 33. Anoniem (1994). Beheerplan waterwingebied Hulsto. Bauwens D. & Claus K. (1996). Verspreiding van amfibieën en reptielen in Vlaanderen. De Wielewaal, Turnhout. Belconsulting. (2006). Gemeentelijk Natuur Ontwikkelings Plan (GNOP) Wingene. Belgian Forum on Invasive Species. Zwarte en grijze lijst van uitheemse invasieve soorten in België. Versie 2.3. Bogemans F. & Van Molle M. (2007). Toelichting bij de Quartairgeologische kaart. Vlaamse overheid, dienst Natuurlijke Rijkdommen. Braet M. (2008). Vijvers op het vroegere Bulskampveld. Uit: Jaarboek Ons Wingene. Braet M. (2008). Het geslacht Wyts en het vijvergebied te Wildenburg en Bellem. Uit: Jaarboek Ons Wingene. Brouwer E. et al. (2011). Natuurinrichtingproject Biscopveld. Expertenadvies prioritaire ven en heideherstel. Eindrapportage. Rapport (B.WARE)/ECOB011 R141. Universiteit Antwerpen. Criel D., Lefevre A., Van Den Berge K., Van Gompel J. & Verhagen R. (1994). Rode lijst van de zoogdieren in Vlaanderen. AMINAL, Brussel. De Bie J. (2012) Advies hydrologisch herstel vijver Wildenburg., Revisie Pagina 213 van 213

238 Literatuur Decleer K., Devriese H., Hofmans K., Lock K., Barenburg B. & Maes D. (2000) Voorlopige atlas en 'rode lijst' van de sprinkhanen en krekels van België (Insecta, Orthoptera). SALTABEL i.s.m. IN en KBIN, Brussel. De Haeck A. (2012) Advies bomensterfte Wildenburg. De Knijf G. (2006). De Rode Lijst van de libellen in Vlaanderen. In: De Knijf G., Anselin A., Goffart P. & Tailly M. (eds.) De libellen (Odonata) van België: verspreiding - evolutie - habitats. Libellenwerkgroep Gomphus ism Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel De Roo N., Rogolle C. & Verhoeve A. (2010). Een beleidsstrategie voor de ontwikkeling van kastelen en kasteeldomeinen. Onderzoeksproject op basis van ruimtelijke afwegingsvraagstukken in de Brugse Regio. WVI en Provincie West-Vlaanderen. Devos K., Anselin A. & Vermeersch G. (2004). Een nieuwe Rode Lijst van de broedvogels in Vlaanderen (versie 2004). Atlas van de Vlaamse broedvogels (Vermeersch, G., Anselin, A., Devos, K., Herremans, M., Stevens, J., Gabriëls, J., Van Der Krieken, B.). Instituut voor Natuurbehoud, Brussel. p Dochy O. (2000). Inrichtingsplan waterwinningsgebied van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoroziening gelegen te Beernem (Hulstlobos-Lindeveld). In opdracht van AMINAL Afdeling Natuur. B.v.b.a. milieuconsulent Jan Feryn. Dochy O. & Hens M. (2007). Van de stakkers van de akkers naar de helden van de velden. Beschermingsmaatregelen voor akkervogels. Rapport van het Instituut voor Natuurbehoud IN.R , Brussel i.s.m. het provinciebestuur West-Vlaanderen, Brugge. Geolab bvba (2003). Grondwatermodelleringsonderzoek naar infiltratie- en kwelstromingen in het kader van het landinrichtingsproject Brugse Veldzone. Gilté S. & Baert S. (2009). Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Wingene, Deelgemeente Zwevezele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL43, (onuitgegeven werkdocumenten). Gilté S. met medewerking van Baert S. (2007). Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Beernem, Deelgemeenten Beernem, Oedelem en Sint-Joris, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL31, (onuitgegeven werkdocumenten). Honnay O., Hermy M. & Degroote B. (1998). Ancient forest plant species in Western Belgium: A species list and possible ecological mechanisms. Belgian Journal of Botany, 130 (2), LAND ism BRUT (2011). Ontwerpend onderzoek onthaalinfrastructuur Wildenburg. Toelichting nota op visie onthaalinfrastructuur Wildenburg (Wingene). Opmaak van een ruimtelijke visie op de herinrichting van groene strategische sites tussen kern en landschap in de regio Roeselare- Tielt. In opdracht van Westvlaamse Intercommunale WVI. Laquière J. (2011). Natuurinrichting Biscopveld. Vlaamse Landmaatschappij West-Vlaanderen i.s.m. Agentschap voor Natuur en Bos. Maes D. & Van Dyck H. (1999). Dagvlinders in Vlaanderen - Ecologie, verspreiding en behoud. Stichting Leefmilieu i.s.m. Instituut voor Natuurbehoud en Vlaamse Vlinderwerkgroep, Antwerpen/Brussel. Misplon N. ( ) Landschapsbeheerplan kasteelpark Wildenburg. Regionaal landschap Houtland. Bachelor na bachelor in de Landschapsontwikkeling. Pagina 214 van 214

239 Literatuur Pals A. (2009). Ondersteunende studie in kader van IWB-project Bornebeek. Haskoning i.o.v. Provincie West-Vlaanderen. Paulissen M.P.C.P., Nijboer R.C. & Verdonschot P.F.M. Grondwater in perspectief. Een overzicht van hydrochemische watertypen in Nederland. Alterra-rapport Alterra, Wageningen. Parent D. & Meulebrouck K. (2011) Visbestandsopnames op enkele waterlopen in het Vrijgeweid en Bulskampveld (2011). Rapport van het Agentschap voor Natuur en Bos. Potvliege F. (2010). N370 fietspad tussen Wingene en Beernem. Startnota project nr Departement Mobiliteit en Openbare Werken - Gemeente Wingene Beernem. SUM Research (1997). Gemeentelijk provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Wingene. Gemeentebestuur Wingene. Goedgekeurd op 23 september 1997 door de Vlaamse Regering. Termote J. (2010) Project Biscopveld. Historisch-geografisch onderzoek naar het voorkomen van de voormalige veldvijvers in het Bulskampveld en de mogelijkheden van herstel in het natuurinrichtingsproject Biscopveld. Van den Bossche H. (2012) Verslag plaatsbezoek Kasteelpark Wildenburg dd 29 november Van den Brempt P. (2006). Van nature vergroeid met het bouwkundig erfgoed: plantengroei op en rond monumenten. Van nature een monument Vlaams Instituut voor Het Onroerend Erfgoed. Vandelannoote A. & Coeck J. (1998). Rode lijst van de inheemse en ingeburgerde zoet- en brakwatersoorten en van de rondbekken in Vlaanderen. Atlas van de Vlaamse beek- en riviervissen (ed. by Vandelannoote, A., Yseboodt, R., Bruylants, B., Verheyen, R.F., Coeck, J., Maes, J., Belpaire, C., Van Thuyne, G., Denayer, B., Beyens, J., De Charleroy, D., Vandenabeele, P.), pp Water-Energik-vLario, Wijnegem. Van Kerckvoorde A., Martens L. & Decleer K. (2005). Verkennende ecologische gebiedsvisie voor het kanaal Gent-Brugge en omgeving. Rapport van het Instituut voor Natuurbehoud. IN.R , Brussel. Van Landuyt W., Vanhecke L. & Hoste I. (2006). Rode Lijst van de vaatplanten van Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In: Van Landuyt W. et al. Atlas van de Flora van Vlaanderen en het Brussels Gewest. INBO en Nationale Plantentuin van België, Brussel. Vanmaekelbergh C. ( ). Marginale gronden te Wingene. Een retrospektiefgeografische studie. Proefschrift tot het bekomen van de graad van licentiaat in de wetenschappen groep aardrijkskunde. Promotor Prof. Dr. F. Snacken. Rijksuniversiteit Gent. Vernimme N. (2010). Omgaan met oorlogserfgoed. VIOE-handleidingen 02. Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, Brussel. Vlaamse Landmaatschappij (VLM) (2009). Cultuurhistorich jaaroverzicht Vlaamse Landmaatschappij (VLM) Landinrichtingproject Brugse Veldzone. Ontwerpplanprogramma Veldgebied Brugge (1.0) Vlaamse Landmaatschappij (VLM) (2013) Inrichtingsproject Bulskampveld. Ontwerp inrichtingsplan Wildenburg-Aanwijs. Wallyn R. & Verbeken A. (1999). Een gedocumenteerde Rode Lijst van enkele groepen paddestoelen van Vlaanderen. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 7:1-87. Pagina 215 van 215

240 Literatuur WES Onderzoek & Advies (2006). Ecologische inventarisatie en visievorming in het kader van Integraal Waterbeheer. Stroomgebied van de Rivierbeek. In opdracht van het ministerie van dde Vlaamse Gemeenschap AMINAL Afdeling Water. Zwaenepoel A. et al. (2011). Geïntegreerd beheerplan voor het bosreservaat Hellegatbos, de domeinbossen Douvevallei, Eeuwenhout, Hellegatbos en Scherpenberg en het Vlaams natuurreservaat Heuvelland. West-Vlaamse intercommunale dienstverlenende vereniging/agentschap voor Natuur en Bos: Brugge. Pagina 216 van 216

241 Bijlagen 13 Bijlagen Bijlage 1: Overzicht van de bestanden en kadastrale samenstelling Bijlage 2a: oud toegankelijkheidsreglement Sint-Amandus (1994) Bijlage 2b: oud toegankelijkheidsreglement domeinbos Bulskampveld (1999) Bijlage 3: oude bestandskaarten Lindeveld en Buslkampveld (ANB) Bijlage 4: Overzicht Algemene kenmerken alle bestanden Bijlage 5: Overzicht Dendrometrische gegevens alle bestanden Bijlage 6: Tansley-opnames van (hoofdzakelijk) dreven (2013) Bijlage 7: Toegankelijkheidsreglement en adviezen jeugdraad en gemeente Beernem Bijlage 8: Verslag van het openbaar onderzoek Noot: alle gegevens met betrekking tot de bosbouw- en vegetatie-opnames zijn ook digitaal te raadplegen in de Access-databank Bosbeheerpakket versie waar alle gegevens van het Kampveld zijn ingegeven. Pagina 217 van 217

242

243 Bijlagen Bijlage 1: Kadastrale gegevens In de lijst van kadastrale percelen zijn percelen met een oppervlakte minder dan 10 m² niet mee opgenomen in kolom kad. opp.. (de kadastrale gegevens van de private eigenaars zijn tevens weergegeven op de afzonderlijke eigenaarsfiches) Pagina 218 van 218

244

245 Gemeente kad.perceel eigenaar bosplaats bestand kad. opp. (ha) opp. Bestand (ha) Beernem 106B ANB Bulskampveld 501a 0,0162 0,91 Beernem 107M ANB Bulskampveld 501a 0,8942 0,91 Beernem 107K ANB Bulskampveld 502a 0,0779 1,41 Beernem 107M ANB Bulskampveld 502a 0,0329 1,41 Beernem 107R ANB Bulskampveld 502a 1,3011 1,41 Beernem 105A ANB Bulskampveld 502b 0,0106 0,94 Beernem 107M ANB Bulskampveld 502b 0,0312 0,94 Beernem 107R ANB Bulskampveld 502b 0,9010 0,94 Beernem 108/2F ANB Bulskampveld 503a 0,0094 0,73 Beernem 108F ANB Bulskampveld 503a 0,7207 0,73 Beernem 107R ANB Bulskampveld 503y 0,0079 0,68 Beernem 108/2F ANB Bulskampveld 503y 0,0076 0,68 Beernem 108F ANB Bulskampveld 503y 0,0577 0,68 Beernem 108K ANB Bulskampveld 503y 0,6107 0,68 Beernem 108/2F ANB Bulskampveld 504a 0,5251 0,53 Beernem 105A ANB Bulskampveld 517a 2,3484 2,47 Beernem 106B ANB Bulskampveld 517a 0,1214 2,47 Beernem 105A ANB Bulskampveld 517b 0,7521 0,80 Beernem 106B ANB Bulskampveld 517b 0,0526 0,80 Beernem 104A ANB Bulskampveld 517c 0,0036 0,91 Beernem 104B ANB Bulskampveld 517c 0,0207 0,91 Beernem 105A ANB Bulskampveld 517c 0,4877 0,91 Beernem 105B ANB Bulskampveld 517c 0,3316 0,91 Beernem 106B ANB Bulskampveld 517c 0,0645 0,91 Beernem 104A ANB Bulskampveld 518a 0,1504 1,72 Beernem 104B ANB Bulskampveld 518a 1,5682 1,72 Beernem 104A ANB Bulskampveld 518b 0,0572 1,81 Beernem 104B ANB Bulskampveld 518b 1,6081 1,81 Beernem 104C ANB Bulskampveld 518b 0,0740 1,81 Beernem 104D ANB Bulskampveld 518b 0,0749 1,81 Beernem 103P ANB Bulskampveld 518c 0,0740 0,82 Beernem 104B ANB Bulskampveld 518c 0,6572 0,82 Beernem 104C ANB Bulskampveld 518c 0,0921 0,82 Beernem 103P ANB Bulskampveld 519a 0,0481 1,55 Beernem 104C ANB Bulskampveld 519a 1,5046 1,55 Beernem 104C ANB Bulskampveld 519b 0,3237 0,51 Beernem 104D ANB Bulskampveld 519b 0,1905 0,51 Beernem 104A ANB Bulskampveld 519c 0,1308 0,75 Beernem 104D ANB Bulskampveld 519c 0,6208 0,75 Beernem 104A ANB Bulskampveld 519d 2,8831 2,88 Beernem 104A ANB Bulskampveld 520a 0,0688 2,52 Beernem 106B ANB Bulskampveld 520a 2,4530 2,52 Beernem 106B ANB Bulskampveld 520b 0,6311 0,63 Beernem 106B ANB Bulskampveld 520c 2,2475 2,25 Beernem 104A ANB Bulskampveld 520d 0,0115 0,43 Beernem 106B ANB Bulskampveld 520d 0,4176 0,43 Beernem 103P ANB Bulskampveld 521a 0,0202 3,42 Beernem 104A ANB Bulskampveld 521a 0,0096 3,42 Beernem 104C ANB Bulskampveld 521a 0,0010 3,42 Beernem 104D ANB Bulskampveld 521a 0,0012 3,42 Beernem 154B ANB Bulskampveld 521a 3,3922 3,42 Beernem 154B ANB Bulskampveld 522a 0,0807 2,13 Beernem 155C ANB Bulskampveld 522a 2,0450 2,13 Beernem 164E2 ANB Bulskampveld 523a 0,0139 2,29 Beernem 153G ANB Bulskampveld 523a 0,0195 2,29 Beernem 155C ANB Bulskampveld 523a 0,0426 2,29 Beernem 156F ANB Bulskampveld 523a 2,1912 2,29 Beernem 164Z ANB Bulskampveld 523a 0,0232 2,29 Beernem 164E2 ANB Bulskampveld 524a 0,0058 0,98 Beernem 155C ANB Bulskampveld 524a 0,0079 0,98 Beernem 156F ANB Bulskampveld 524a 0,0074 0,98 Beernem 164/B2 ANB Bulskampveld 524a 0,9573 0,98 Beernem 164E2 ANB Bulskampveld 524b 0,7137 0,82 Beernem 156F ANB Bulskampveld 524b 0,0051 0,82 Beernem 164/B2 ANB Bulskampveld 524b 0,0198 0,82 Beernem 164D ANB Bulskampveld 524b 0,0567 0,82

246 Gemeente kad.perceel eigenaar bosplaats bestand kad. opp. (ha) opp. Bestand (ha) Beernem 164D2 ANB Bulskampveld 524b 0,0039 0,82 Oostkamp 988A3 ANB Bulskampveld 524b 0,0237 0,82 Beernem 164E2 ANB Bulskampveld 524c 0,5078 0,60 Beernem 164D ANB Bulskampveld 524c 0,0945 0,60 Beernem 164E2 ANB Bulskampveld 524d 0,0839 0,12 Beernem 164D ANB Bulskampveld 524d 0,0396 0,12 Beernem 164D ANB Bulskampveld 524e 0,4869 0,54 Oostkamp 988A3 ANB Bulskampveld 524e 0,0494 0,54 Beernem 164E2 ANB Bulskampveld 525a 0,0224 1,56 Beernem 154B ANB Bulskampveld 525a 0,0171 1,56 Beernem 155C ANB Bulskampveld 525a 0,0142 1,56 Beernem 164/B2 ANB Bulskampveld 525a 1,5071 1,56 Beernem 164E2 ANB Bulskampveld 525y 1,1295 1,28 Beernem 164/B2 ANB Bulskampveld 525y 0,0171 1,28 Beernem 164D ANB Bulskampveld 525y 0,1296 1,28 Beernem 102_ ANB Bulskampveld 526a 0,7945 1,47 Beernem 103P ANB Bulskampveld 526a 0,0927 1,47 Beernem 172A ANB Bulskampveld 526a 0,0265 1,47 Beernem 172B ANB Bulskampveld 526a 0,5553 1,47 Beernem 102_ ANB Bulskampveld 526b 0,0986 1,60 Beernem 172B ANB Bulskampveld 526b 0,5294 1,60 Beernem 173_ ANB Bulskampveld 526b 0,7594 1,60 Beernem 174_ ANB Bulskampveld 526b 0,1242 1,60 Beernem 179A ANB Bulskampveld 526b 0,0876 1,60 Beernem 165C ANB Bulskampveld 526c 0,0808 0,66 Beernem 172A ANB Bulskampveld 526c 0,0544 0,66 Beernem 172B ANB Bulskampveld 526c 0,3550 0,66 Beernem 174_ ANB Bulskampveld 526c 0,0015 0,66 Oostkamp 986P6 ANB Bulskampveld 526c 0,1599 0,66 Beernem 164E2 ANB Bulskampveld 526d 0,0976 0,93 Beernem 164D ANB Bulskampveld 526d 0,0651 0,93 Beernem 165C ANB Bulskampveld 526d 0,6588 0,93 Beernem 165E ANB Bulskampveld 526d 0,0108 0,93 Oostkamp 986P6 ANB Bulskampveld 526d 0,0976 0,93 Beernem 165C ANB Bulskampveld 526e 0,0031 0,11 Beernem 165E ANB Bulskampveld 526e 0,0103 0,11 Beernem 172A ANB Bulskampveld 526e 0,0986 0,11 Beernem 103P ANB Bulskampveld 526f 0,0243 0,37 Beernem 165E ANB Bulskampveld 526f 0,0447 0,37 Beernem 172A ANB Bulskampveld 526f 0,3028 0,37 Beernem 164E2 ANB Bulskampveld 526g 0,0169 0,52 Beernem 164/B2 ANB Bulskampveld 526g 0,0064 0,52 Beernem 165C ANB Bulskampveld 526g 0,0040 0,52 Beernem 165E ANB Bulskampveld 526g 0,4961 0,52 Beernem 103P ANB Bulskampveld 527a 0,8703 0,90 Beernem 104C ANB Bulskampveld 527a 0,0259 0,90 Beernem 100A ANB Bulskampveld 528a 0,0032 1,33 Beernem 101A ANB Bulskampveld 528a 1,2064 1,33 Beernem 102_ ANB Bulskampveld 528a 0,0598 1,33 Beernem 103P ANB Bulskampveld 528a 0,0631 1,33 Beernem 100A ANB Bulskampveld 528b 0,6420 0,76 Beernem 101A ANB Bulskampveld 528b 0,0342 0,76 Beernem 174_ ANB Bulskampveld 528b 0,0487 0,76 Beernem 179A ANB Bulskampveld 528b 0,0308 0,76 Beernem 100A ANB Bulskampveld 528c 0,3067 0,36 Beernem 101A ANB Bulskampveld 528c 0,0392 0,36 Beernem 179A ANB Bulskampveld 528c 0,0187 0,36 Beernem 101A ANB Bulskampveld 528d 0,1984 0,20 Beernem 101A ANB Bulskampveld 528e 0,1907 0,24 Beernem 103P ANB Bulskampveld 528e 0,0521 0,24 Beernem 175A ANB Bulskampveld 529a 0,0856 1,39 Beernem 176_ ANB Bulskampveld 529a 0,4249 1,39 Beernem 177_ ANB Bulskampveld 529a 0,4153 1,39 Beernem 178_ ANB Bulskampveld 529a 0,3101 1,39 Beernem 179A ANB Bulskampveld 529a 0,1073 1,39 Beernem OD ANB Bulskampveld 529a 0,0423 1,39

247 Gemeente kad.perceel eigenaar bosplaats bestand kad. opp. (ha) opp. Bestand (ha) Beernem 178_ ANB Bulskampveld 529b 0,2432 0,31 Beernem 179A ANB Bulskampveld 529b 0,0666 0,31 Beernem 175A ANB Bulskampveld 529c 0,0334 0,47 Beernem 176_ ANB Bulskampveld 529c 0,0315 0,47 Beernem 176_ ANB Bulskampveld 529c 0,2045 0,47 Beernem 179A ANB Bulskampveld 529c 0,0340 0,47 Oostkamp 986K6 ANB Bulskampveld 529c 0,0031 0,47 Oostkamp 986L ANB Bulskampveld 529c 0,0315 0,47 Oostkamp 986L ANB Bulskampveld 529c 0,1589 0,47 Beernem 175A ANB Bulskampveld 530a 0,0028 1,18 Beernem 175A ANB Bulskampveld 530a 0,8539 1,18 Beernem 179A ANB Bulskampveld 530a 0,0351 1,18 Oostkamp 986K6 ANB Bulskampveld 530a 0,0028 1,18 Oostkamp 986K6 ANB Bulskampveld 530a 0,2847 1,18 Beernem 176_ ANB Bulskampveld 531a 0,0021 1,53 Beernem 176_ ANB Bulskampveld 531a 0,0043 1,53 Beernem 179A ANB Bulskampveld 531a 0,0050 1,53 Oostkamp 969A2 ANB Bulskampveld 531a 0,0455 1,53 Oostkamp 969C3 ANB Bulskampveld 531a 0,0018 1,53 Oostkamp 969Z ANB Bulskampveld 531a 0,0089 1,53 Oostkamp 986K ANB Bulskampveld 531a 1,2600 1,53 Oostkamp 986K6 ANB Bulskampveld 531a 0,0405 1,53 Oostkamp 986L ANB Bulskampveld 531a 0,0021 1,53 Oostkamp 986L ANB Bulskampveld 531a 0,1617 1,53 Beernem 179A ANB Bulskampveld 532a 0,0147 2,27 Beernem 180A ANB Bulskampveld 532a 0,0254 2,27 Beernem 182A ANB Bulskampveld 532a 0,0054 2,27 Beernem 182A ANB Bulskampveld 532a 0,1767 2,27 Beernem 186A ANB Bulskampveld 532a 0,0037 2,27 Beernem 186A ANB Bulskampveld 532a 0,4216 2,27 Beernem 187A ANB Bulskampveld 532a 0,0012 2,27 Oostkamp 969A2 ANB Bulskampveld 532a 0,0037 2,27 Oostkamp 969A2 ANB Bulskampveld 532a 1,4035 2,27 Oostkamp 969C3 ANB Bulskampveld 532a 0,0054 2,27 Oostkamp 969C3 ANB Bulskampveld 532a 0,1596 2,27 Oostkamp 969D3 ANB Bulskampveld 532a 0,0325 2,27 Oostkamp 969Z ANB Bulskampveld 532a 0,0097 2,27 Beernem 180A ANB Bulskampveld 532b 0,1047 0,47 Beernem 186A ANB Bulskampveld 532b 0,3603 0,47 Beernem 187A ANB Bulskampveld 532b 0,0014 0,47 Beernem 188A ANB Bulskampveld 533a 0,0032 1,01 Beernem 188A ANB Bulskampveld 533a 0,0156 1,01 Oostkamp 969A2 ANB Bulskampveld 533a 0,0039 1,01 Oostkamp 969M3 ANB Bulskampveld 533a 0,0053 1,01 Oostkamp 969Z ANB Bulskampveld 533a 0,0032 1,01 Oostkamp 969Z ANB Bulskampveld 533a 0,9798 1,01 Beernem 187A ANB Bulskampveld 533b 0,0671 0,89 Beernem 188A ANB Bulskampveld 533b 0,0087 0,89 Beernem 188A ANB Bulskampveld 533b 0,6347 0,89 Oostkamp 969M3 ANB Bulskampveld 533b 0,0065 0,89 Oostkamp 969Y ANB Bulskampveld 533b 0,0390 0,89 Oostkamp 969Z ANB Bulskampveld 533b 0,0087 0,89 Oostkamp 969Z ANB Bulskampveld 533b 0,1296 0,89 Beernem 187A ANB Bulskampveld 533c 0,0797 1,26 Beernem 188A ANB Bulskampveld 533c 1,1247 1,26 Beernem 189A ANB Bulskampveld 533c 0,0024 1,26 Oostkamp 969Y ANB Bulskampveld 533c 0,0492 1,26 Beernem 188A ANB Bulskampveld 534a 0,0099 0,90 Beernem 189A ANB Bulskampveld 534a 0,0376 0,90 Oostkamp 969L3 ANB Bulskampveld 534a 0,0187 0,90 Oostkamp 969M3 ANB Bulskampveld 534a 0,8189 0,90 Oostkamp 969Y ANB Bulskampveld 534a 0,0109 0,90 Beernem 188A ANB Bulskampveld 534b 0,0011 0,83 Beernem 189A ANB Bulskampveld 534b 0,0019 0,83 Beernem 189A ANB Bulskampveld 534b 0,1875 0,83 Oostkamp 969L3 ANB Bulskampveld 534b 0,0019 0,83

248 Gemeente kad.perceel eigenaar bosplaats bestand kad. opp. (ha) opp. Bestand (ha) Oostkamp 969L3 ANB Bulskampveld 534b 0,6386 0,83 Oostkamp 969L3 ANB Bulskampveld 535a 0,1430 0,82 Oostkamp 969M3 ANB Bulskampveld 535a 0,1722 0,82 Oostkamp 969Z ANB Bulskampveld 535a 0,1660 0,82 Oostkamp 986K ANB Bulskampveld 535a 0,2096 0,82 Oostkamp 986K6 ANB Bulskampveld 535a 0,1304 0,82 Wingene 51A ANB Vagevuurbossen 855a 1,4080 1,41 Wingene 51A ANB Vagevuurbossen 855b 1,2089 1,21 Beernem 440D Barbier Joseph Lindeveld 470a 1,4677 1,47 Beernem 439D Barbier Joseph Lindeveld 470b 0,9560 0,96 Beernem 437B Barbier Joseph Lindeveld 471a 1,6588 1,66 Beernem 334/02_ Bauwens Nicojan Hulstlo 300a 0,0017 1,09 Beernem 334/M2 Bauwens Nicojan Hulstlo 300a 0,0086 1,09 Beernem 346X Bauwens Nicojan Hulstlo 300a 0,0693 1,09 Beernem 346Y Bauwens Nicojan Hulstlo 300a 1,0114 1,09 Beernem 346S Bauwens Nicojan Hulstlo 300b 1,3624 1,36 Beernem 346S Bauwens Nicojan Hulstlo 300c 0,0873 0,42 Beernem 351F Bauwens Nicojan Hulstlo 300c 0,3280 0,42 Beernem 347B Bauwens Nicojan Hulstlo 301a 2,4375 5,12 Beernem 350A Bauwens Nicojan Hulstlo 301a 2,6781 5,12 Beernem 350B Bauwens Nicojan Hulstlo 301a 0,0032 5,12 Beernem 347B Bauwens Nicojan Hulstlo 301b 1,3734 1,37 Beernem 367C Bauwens Nicojan Hulstlo 302a 0,3122 0,81 Beernem 368M Bauwens Nicojan Hulstlo 302a 0,5007 0,81 Beernem 368C Bauwens Nicojan Hulstlo 302b 0,1165 1,24 Beernem 368M Bauwens Nicojan Hulstlo 302b 0,2388 1,24 Beernem 368N Bauwens Nicojan Hulstlo 302b 0,8873 1,24 Beernem 368C Bauwens Nicojan Hulstlo 302c 0,1134 1,17 Beernem 368M Bauwens Nicojan Hulstlo 302c 0,0407 1,17 Beernem 368N Bauwens Nicojan Hulstlo 302c 0,4864 1,17 Beernem 368P Bauwens Nicojan Hulstlo 302c 0,5306 1,17 Beernem 368C Bauwens Nicojan Hulstlo 302d 0,4574 1,04 Beernem 368E Bauwens Nicojan Hulstlo 302d 0,5731 1,04 Beernem 368N Bauwens Nicojan Hulstlo 302d 0,0120 1,04 Beernem 368C Bauwens Nicojan Hulstlo 302e 0,1308 2,17 Beernem 368E Bauwens Nicojan Hulstlo 302e 0,4937 2,17 Beernem 368P Bauwens Nicojan Hulstlo 302e 0,3356 2,17 Beernem 368R Bauwens Nicojan Hulstlo 302e 0,8627 2,17 Beernem 368S Bauwens Nicojan Hulstlo 302e 0,3232 2,17 Beernem 371B Bauwens Nicojan Hulstlo 302e 0,0268 2,17 Beernem 329K Bauwens Nicojan Hulstlo 303a 1,4809 1,48 Beernem 329L Bauwens Nicojan Hulstlo 303b 0,7276 0,73 Beernem 348_ Bauwens Nicojan Hulstlo 303c 1,0207 1,02 Beernem 348_ Bauwens Nicojan Hulstlo 303d 0,9098 0,91 Beernem 349_ Bauwens Nicojan Hulstlo 303e 1,4816 1,48 Beernem 33G Bauwens Nicojan Hulstlo 304a 0,1755 1,47 Beernem 35B Bauwens Nicojan Hulstlo 304a 1,2937 1,47 Beernem 38D Bauwens Nicojan Hulstlo 304b 2,4914 2,49 Beernem 369D Bauwens Nicojan Hulstlo 304c 1,4045 1,40 Beernem 369C Bauwens Nicojan Hulstlo 304d 0,1552 3,40 Beernem 369D Bauwens Nicojan Hulstlo 304d 3,2433 3,40 Beernem 298/2P Bauwens Nicojan Hulstlo 305a 0,7625 1,88 Beernem 302Z Bauwens Nicojan Hulstlo 305a 1,1040 1,88 Beernem 371B Bauwens Nicojan Hulstlo 305a 0,0124 1,88 Beernem 299A Bauwens Nicojan Hulstlo 306a 2,2822 2,28 Oostkamp 3B Braeckevelt Martin Bulskampveld 588a 0,5183 1,38 Oostkamp 3C Braeckevelt Martin Bulskampveld 588a 0,7681 1,38 Oostkamp 54X Braeckevelt Martin Bulskampveld 588a 0,0887 1,38 Wingene 350e Decaestecker Ingrid Vagevuurbossen 856a 0,2584 0,26 Beernem 529B Demeyer Robert-Leroy Rita Lindeveld 460a 1,3026 4,13 Beernem 530A Demeyer Robert-Leroy Rita Lindeveld 460a 2,0756 4,13 Beernem 531B Demeyer Robert-Leroy Rita Lindeveld 460a 0,6399 4,13 Beernem 531C Demeyer Robert-Leroy Rita Lindeveld 460a 0,0242 4,13 Beernem 531D Demeyer Robert-Leroy Rita Lindeveld 460a 0,0881 4,13 Beernem 529B Demeyer Robert-Leroy Rita Lindeveld 460b 0,7256 1,47 Beernem 531B Demeyer Robert-Leroy Rita Lindeveld 460b 0,7152 1,47

249 Gemeente kad.perceel eigenaar bosplaats bestand kad. opp. (ha) opp. Bestand (ha) Beernem 531C Demeyer Robert-Leroy Rita Lindeveld 460b 0,0298 1,47 Wingene 407T Fam. van der Bruggen-Coppens d'eeckenbrugge Wildenburg 709a 0,1673 0,17 Wingene 404H Fam. van der Bruggen-Coppens d'eeckenbrugge Wildenburg 710a 1,1017 1,10 Wingene 400B Fam. van der Bruggen-Coppens d'eeckenbrugge Wildenburg 711a 0,6959 0,70 Wingene 400B Fam. van der Bruggen-Coppens d'eeckenbrugge Wildenburg 712a 3,7036 3,91 Wingene 403P Fam. van der Bruggen-Coppens d'eeckenbrugge Wildenburg 712a 0,0044 3,91 Wingene 412K Fam. van der Bruggen-Coppens d'eeckenbrugge Wildenburg 712a 0,0969 3,91 Wingene 400B Fam. van der Bruggen-Coppens d'eeckenbrugge Wildenburg 712b 0,2690 0,27 Wingene 400B Fam. van der Bruggen-Coppens d'eeckenbrugge Wildenburg 712c 2,3456 2,35 Wingene 400B Fam. van der Bruggen-Coppens d'eeckenbrugge Wildenburg 712d 1,2725 1,27 Wingene 400B Fam. van der Bruggen-Coppens d'eeckenbrugge Wildenburg 712e 0,4937 0,49 Wingene 2A2 Goemaere Remi Blauwhuisbossen 623a 0,5907 0,59 Wingene 2R Goemaere Remi Blauwhuisbossen 624a 1,2818 1,28 Wingene 349C2 Huys Joost-Vande Wyngaerde Larie Vagevuurbossen 852a 0,3099 0,31 Beernem 562A LVDK bvba (De Ketelaere-De Wint) Lindeveld 440a 0,9478 4,02 Beernem 563A LVDK bvba (De Ketelaere-De Wint) Lindeveld 440a 1,4154 4,02 Beernem 564B LVDK bvba (De Ketelaere-De Wint) Lindeveld 440a 0,8844 4,02 Beernem 566Y LVDK bvba (De Ketelaere-De Wint) Lindeveld 440a 0,4215 4,02 Beernem 566Z LVDK bvba (De Ketelaere-De Wint) Lindeveld 440a 0,3557 4,02 Beernem 568B LVDK bvba (De Ketelaere-De Wint) Lindeveld 440b 0,6546 0,65 Beernem 564A LVDK bvba (De Ketelaere-De Wint) Lindeveld 440c 0,1242 2,36 Beernem 566C2 LVDK bvba (De Ketelaere-De Wint) Lindeveld 440c 0,0203 2,36 Beernem 566H LVDK bvba (De Ketelaere-De Wint) Lindeveld 440c 1,2989 2,36 Beernem 568C LVDK bvba (De Ketelaere-De Wint) Lindeveld 440c 0,9153 2,36 Beernem 566C2 LVDK bvba (De Ketelaere-De Wint) Lindeveld 440d 0,0276 1,15 Beernem 566S LVDK bvba (De Ketelaere-De Wint) Lindeveld 440d 1,1223 1,15 Beernem 5368E LVDK bvba (De Ketelaere-De Wint) Lindeveld 440e 1,9169 6,48 Beernem 566V LVDK bvba (De Ketelaere-De Wint) Lindeveld 440e 2,4954 6,48 Beernem 567W LVDK bvba (De Ketelaere-De Wint) Lindeveld 440e 2,0641 6,48 Beernem 567B2 LVDK bvba (De Ketelaere-De Wint) Lindeveld 442a 0,1209 0,12 Oostkamp 10C Provincie West-Vlaanderen Bulskampveld 589a 1,0217 1,42 Oostkamp 10D Provincie West-Vlaanderen Bulskampveld 589a 0,3949 1,42 Oostkamp 1C Provincie West-Vlaanderen Bulskampveld 590a 1,8253 1,83 Oostkamp 1C Provincie West-Vlaanderen Bulskampveld 591a 0,0120 1,56 Oostkamp 1D Provincie West-Vlaanderen Bulskampveld 591a 0,0019 1,56 Beernem 281B Provincie West-Vlaanderen Bulskampveld 591a 0,0019 1,56 Beernem 281B Provincie West-Vlaanderen Bulskampveld 591a 0,0120 1,56 Beernem 281B Provincie West-Vlaanderen Bulskampveld 591a 1,5469 1,56 Oostkamp 1D Provincie West-Vlaanderen Bulskampveld 592a 0,0149 2,27 Beernem 280B Provincie West-Vlaanderen Bulskampveld 592a 0,0149 2,27 Beernem 280B Provincie West-Vlaanderen Bulskampveld 592a 2,2516 2,27 Oostkamp 1D Provincie West-Vlaanderen Bulskampveld 593a 0,0029 1,89 Oostkamp 1E Provincie West-Vlaanderen Bulskampveld 593a 0,0050 1,89 Beernem 279B Provincie West-Vlaanderen Bulskampveld 593a 0,0029 1,89 Beernem 279B Provincie West-Vlaanderen Bulskampveld 593a 0,0050 1,89 Beernem 279B Provincie West-Vlaanderen Bulskampveld 593a 1,8811 1,89 Wingene 349r Pyfferoen Nicole Vagevuurbossen 849a 0,4041 0,40 Wingene 349P2 Pyfferoen Norbert-Schotte Agnes Vagevuurbossen 850a 0,3994 0,40 Beernem 566W Sint-Amandus Psychiatrisch Centrum Lindeveld 450a 1,4504 1,45 Beernem 566X Sint-Amandus Psychiatrisch Centrum Lindeveld 450b 1,0720 1,07 Beernem 297/02B Sint-Amandus Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus 201a 0,6575 2,21 Beernem 298C Sint-Amandus Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus 201a 1,5564 2,21 Beernem 299E Sint-Amandus Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus 202a 0,1605 2,13 Beernem 299F Sint-Amandus Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus 202a 0,3789 2,13 Beernem 306Y Sint-Amandus Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus 202a 0,1648 2,13 Beernem 316B Sint-Amandus Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus 202a 1,4236 2,13

250 Gemeente kad.perceel eigenaar bosplaats bestand kad. opp. (ha) opp. Bestand (ha) Beernem 306Y Sint-Amandus Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus 203a 0,1918 0,19 Beernem 299/02D Sint-Amandus Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus 204a 0,6959 1,89 Beernem 299/02E Sint-Amandus Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus 204a 0,1072 1,89 Beernem 301F2 Sint-Amandus Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus 204a 0,5725 1,89 Beernem 306Y Sint-Amandus Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus 204a 0,5175 1,89 Beernem 301/02E Sint-Amandus Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus 205a 0,2018 0,20 Beernem 306Y Sint-Amandus Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus 206a 0,1299 0,13 Beernem 301F2 Sint-Amandus Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus 207a 0,1251 0,13 Wingene 349F2 Valcke Jaqueline Vagevuurbossen 853a 0,8673 0,87 Wingene 349G2 Valcke Jaqueline Vagevuurbossen 853a 0,0022 0,87 Wingene 122A Van der Bruggen Emmanuel Blauwhuisbossen 614a 1,8993 2,27 Wingene 123F Van der Bruggen Emmanuel Blauwhuisbossen 614a 0,3718 2,27 Wingene 121_ Van der Bruggen Emmanuel Blauwhuisbossen 614b 1,2723 1,41 Wingene 122A Van der Bruggen Emmanuel Blauwhuisbossen 614b 0,1371 1,41 Wingene 127D Van der Bruggen Emmanuel Blauwhuisbossen 615a 5,0236 6,64 Wingene 129B Van der Bruggen Emmanuel Blauwhuisbossen 615a 1,6134 6,64 Wingene 116F Van der Bruggen Emmanuel Blauwhuisbossen 616a 0,9855 0,99 Wingene 116B Van der Bruggen Emmanuel Blauwhuisbossen 616b 0,4781 0,48 Wingene 116D Van der Bruggen Emmanuel Blauwhuisbossen 617a 0,3178 0,32 Wingene 120A Van der Bruggen Emmanuel Blauwhuisbossen 618a 2,5331 2,53 Wingene 132A Van der Bruggen Emmanuel Blauwhuisbossen 619a 3,2484 3,49 Wingene 136D Van der Bruggen Emmanuel Blauwhuisbossen 619a 0,0017 3,49 Wingene 146B Van der Bruggen Emmanuel Blauwhuisbossen 619a 0,1410 3,49 Wingene 119A Van der Bruggen Emmanuel Blauwhuisbossen 620a 0,1120 2,69 Wingene 134C Van der Bruggen Emmanuel Blauwhuisbossen 620a 0,2003 2,69 Wingene 134D Van der Bruggen Emmanuel Blauwhuisbossen 620a 2,1164 2,69 Wingene 136D Van der Bruggen Emmanuel Blauwhuisbossen 620a 0,0011 2,69 Wingene 146B Van der Bruggen Emmanuel Blauwhuisbossen 620a 0,1501 2,69 Wingene 163K Van der Bruggen Emmanuel Blauwhuisbossen 621a 0,1114 0,11 Wingene 147A Van der Bruggen Emmanuel Blauwhuisbossen 622a 0,7760 0,78 Wingene 147A Van der Bruggen Emmanuel Blauwhuisbossen 622b 0,3966 0,40 Wingene 415E Van der Bruggen Guy Wildenburg 700a 0,4050 0,41 Wingene 417e Van der Bruggen Guy Wildenburg 700b 0,8497 0,85 Wingene 416W Van der Bruggen Guy Wildenburg 700c 0,0115 0,18 Wingene 418e Van der Bruggen Guy Wildenburg 700c 0,8567 0,87 Wingene 415C Van der Bruggen Guy Wildenburg 700t 0,0047 0,18 Wingene 415E Van der Bruggen Guy Wildenburg 700t 0,1413 0,18 Wingene 416V Van der Bruggen Guy Wildenburg 700t 0,0305 0,18 Wingene 419e Van der Bruggen Guy Wildenburg 700w1 1,2286 1,23 Wingene 416T Van der Bruggen Guy Wildenburg 700w2 0,2566 0,26 Wingene 420e Van der Bruggen Guy Wildenburg 700x 2,4722 2,47 Wingene 415E Van der Bruggen Guy Wildenburg 700y 0,4645 1,24 Wingene 416T Van der Bruggen Guy Wildenburg 700y 0,0384 1,24 Wingene 416V Van der Bruggen Guy Wildenburg 700y 0,2443 1,24 Wingene 416W Van der Bruggen Guy Wildenburg 700y 0,4878 1,24 Wingene 415E Van der Bruggen Guy Wildenburg 701a 0,4937 0,49 Wingene 415E Van der Bruggen Guy Wildenburg 702a 0,4866 0,49 Wingene 415E Van der Bruggen Guy Wildenburg 702b 0,0424 2,78 Wingene 416V Van der Bruggen Guy Wildenburg 702b 0,0034 2,78 Wingene 416X Van der Bruggen Guy Wildenburg 702b 2,7298 2,78 Wingene 405L Van der Bruggen Guy Wildenburg 702t 0,1879 0,40 Wingene 405M Van der Bruggen Guy Wildenburg 702t 0,0987 0,40 Wingene 415E Van der Bruggen Guy Wildenburg 702t 0,0792 0,40 Wingene 416Y Van der Bruggen Guy Wildenburg 702t 0,0328 0,40 Wingene 416V Van der Bruggen Guy Wildenburg 703x 0,1395 0,56 Wingene 416X Van der Bruggen Guy Wildenburg 703x 0,0265 0,56 Wingene 416Y Van der Bruggen Guy Wildenburg 703x 0,3899 0,56 Wingene 416H Van der Bruggen Guy Wildenburg 703y 0,6124 0,62 Wingene 416V Van der Bruggen Guy Wildenburg 703y 0,0079 0,62

251 Gemeente kad.perceel eigenaar bosplaats bestand kad. opp. (ha) opp. Bestand (ha) Wingene 416V Van der Bruggen Guy Wildenburg 703z 0,3173 0,33 Wingene 416X Van der Bruggen Guy Wildenburg 703z 0,0084 0,33 Wingene 416T Van der Bruggen Guy Wildenburg 704a 0,0012 2,31 Wingene 416T Van der Bruggen Guy Wildenburg 704a 2,2886 2,31 Wingene 416W Van der Bruggen Guy Wildenburg 704a 0,0164 2,31 Wingene 415E Van der Bruggen Guy Wildenburg 704b 0,0070 1,78 Wingene 416T Van der Bruggen Guy Wildenburg 704b 1,7618 1,78 Wingene 416V Van der Bruggen Guy Wildenburg 704b 0,0016 1,78 Wingene 416W Van der Bruggen Guy Wildenburg 704b 0,0104 1,78 Wingene 416T Van der Bruggen Guy Wildenburg 704c 1,4836 1,48 Wingene 416T Van der Bruggen Guy Wildenburg 704d 1,0847 1,08 Wingene 416T Van der Bruggen Guy Wildenburg 704e 1,6063 1,61 Wingene 416H Van der Bruggen Guy Wildenburg 705a 0,0234 1,04 Wingene 416T Van der Bruggen Guy Wildenburg 705a 0,2643 1,04 Wingene 416V Van der Bruggen Guy Wildenburg 705a 0,7528 1,04 Wingene 416T Van der Bruggen Guy Wildenburg 705b 0,8637 0,86 Wingene 416T Van der Bruggen Guy Wildenburg 705c 0,3874 0,39 Wingene 415E Van der Bruggen Guy Wildenburg 706a 0,0629 0,60 Wingene 416T Van der Bruggen Guy Wildenburg 706a 0,1536 0,60 Wingene 416V Van der Bruggen Guy Wildenburg 706a 0,3848 0,60 Wingene 416e Van der Bruggen Guy Wildenburg 707a 0,6085 0,92 Wingene 416T Van der Bruggen Guy Wildenburg 707a 0,0326 0,92 Wingene 416W Van der Bruggen Guy Wildenburg 707a 0,2820 0,92 Wingene 416T Van der Bruggen Guy Wildenburg 707b 0,0012 2,65 Wingene 416T Van der Bruggen Guy Wildenburg 707b 2,6089 2,65 Wingene 416W Van der Bruggen Guy Wildenburg 707b 0,0292 2,65 Wingene 481E Van der Bruggen Guy Wildenburg 707b 0,0084 2,65 Wingene 403G Van der Bruggen Guy Wildenburg 708x 4,8713 4,87 Wingene 106F Van der Bruggen Pierre Blauwhuisbossen 609a 1,1884 1,19 Wingene 110H Van der Bruggen Pierre Blauwhuisbossen 610a 1,1693 1,17 Wingene 109K Van der Bruggen Pierre Blauwhuisbossen 611a 1,7265 1,73 Wingene 109K Van der Bruggen Pierre Blauwhuisbossen 611b 0,9312 0,93 Wingene 109L Van der Bruggen Pierre Blauwhuisbossen 611c 0,8958 0,90 Wingene 109M Van der Bruggen Pierre Blauwhuisbossen 611d 0,5811 0,58 Wingene 109N Van der Bruggen Pierre Blauwhuisbossen 612a 2,2290 2,23 Wingene 127C Van der Bruggen Pierre Blauwhuisbossen 613a 1,2291 1,23 Wingene 127C Van der Bruggen Pierre Blauwhuisbossen 613b 0,8354 0,84 Wingene 127C Van der Bruggen Pierre Blauwhuisbossen 613c 3,1540 3,15 Beernem 408V van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 109a 0,4473 0,75 Beernem 443A van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 109a 0,0036 0,75 Beernem 446_ van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 109a 0,3016 0,75 Beernem 438_ van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 109b 0,1346 1,28 Beernem 440_ van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 109b 0,4501 1,28 Beernem 441H van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 109b 0,0210 1,28 Beernem 442A van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 109b 0,0225 1,28 Beernem 443A van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 109b 0,6510 1,28 Beernem 446_ van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 109b 0,0011 1,28 Beernem 438_ van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 109c 0,0645 1,31 Beernem 440_ van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 109c 0,3406 1,31 Beernem 441H van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 109c 0,9079 1,31 Beernem 437F van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 109d 0,1226 0,38 Beernem 438_ van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 109d 0,0249 0,38 Beernem 441H van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 109d 0,2363 0,38 Beernem 408V van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 110a 1,3878 1,40 Beernem 431M van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 110a 0,0080 1,40 Beernem 408V van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 111a 1,3245 1,50 Beernem 446_ van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 111a 0,1754 1,50 Beernem 408D van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 112a 0,0051 2,76 Beernem 408V van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 112a 2,7578 2,76 Beernem 408V van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 113a 1,4793 2,46 Beernem 438_ van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 113a 0,5861 2,46

252 Gemeente kad.perceel eigenaar bosplaats bestand kad. opp. (ha) opp. Bestand (ha) Beernem 439_ van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 113a 0,1584 2,46 Beernem 440_ van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 113a 0,1481 2,46 Beernem 443A van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 113a 0,0041 2,46 Beernem 446_ van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 113a 0,0819 2,46 Beernem 408V van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 114a 0,2873 1,17 Beernem 437F van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 114a 0,5612 1,17 Beernem 438_ van Outryve d'ydewalle Aude Drie Koningen 114a 0,3228 1,17 Oostkamp 53E van Outryve d'ydewalle Harald Drie Koningen 102a 0,0127 1,11 Oostkamp 53H van Outryve d'ydewalle Harald Drie Koningen 102a 0,0740 1,11 Oostkamp 53K van Outryve d'ydewalle Harald Drie Koningen 102a 0,8733 1,11 Oostkamp 53L van Outryve d'ydewalle Harald Drie Koningen 102a 0,1494 1,11 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Harald Drie Koningen 102a 0,0570 1,11 Oostkamp 53E van Outryve d'ydewalle Harald Drie Koningen 102b 0,0056 0,93 Oostkamp 53H van Outryve d'ydewalle Harald Drie Koningen 102b 0,9005 0,93 Oostkamp 54N van Outryve d'ydewalle Harald Drie Koningen 102b 0,0265 0,93 Oostkamp 53K van Outryve d'ydewalle Harald Drie Koningen 102w 0,0038 0,52 Oostkamp 53L van Outryve d'ydewalle Harald Drie Koningen 102w 0,5135 0,52 Beernem 408W van Outryve d'ydewalle Harald Drie Koningen 115a 1,6527 2,13 Beernem 437E van Outryve d'ydewalle Harald Drie Koningen 115a 0,3969 2,13 Beernem 441K van Outryve d'ydewalle Harald Drie Koningen 115a 0,0774 2,13 Beernem 408W van Outryve d'ydewalle Harald Drie Koningen 115b 0,9298 0,93 Beernem 408W van Outryve d'ydewalle Harald Drie Koningen 115c 1,9756 1,98 Beernem 408W van Outryve d'ydewalle Harald Drie Koningen 115e 0,5060 0,51 Beernem 408W van Outryve d'ydewalle Harald Drie Koningen 115w 0,7270 0,73 Beernem 408W van Outryve d'ydewalle Harald Drie Koningen 115x 0,4474 0,45 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure Drie Koningen 101a 0,0558 2,55 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure Drie Koningen 101a 0,1036 2,55 Oostkamp 54V van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure Drie Koningen 101a 0,1423 2,55 Oostkamp 60A van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure Drie Koningen 101a 0,0344 2,55 Oostkamp 60B van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure Drie Koningen 101a 0,0590 2,55 Oostkamp 60C van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure Drie Koningen 101a 2,2658 2,55 Oostkamp 54V van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure Drie Koningen 105a 0,0589 1,36 Oostkamp 58A van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure Drie Koningen 105a 0,6198 1,36 Oostkamp 59A van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure Drie Koningen 105a 0,2378 1,36 Oostkamp 60A van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure Drie Koningen 105a 0,3806 1,36 Oostkamp 60B van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure Drie Koningen 105a 0,0658 1,36 Beernem 382D van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure Drie Koningen 124b 0,0542 1,41 Beernem 386B van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure Drie Koningen 124b 0,0202 1,41 Beernem 389D van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure Drie Koningen 124b 1,2222 1,41 Beernem 403A van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure Drie Koningen 124b 0,1112 1,41 Beernem Beernem Beernem Beernem Beernem 381B 382D 386B 386B 388C van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure & t'serstevens Anne Marie van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure & t'serstevens Anne Marie van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure & t'serstevens Anne Marie van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure & t'serstevens Anne Marie van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure & t'serstevens Anne Marie Drie Koningen 124a 0,5943 1,00 Drie Koningen 124a 0,3278 1,00 Drie Koningen 124a 0,0798 1,00 Drie Koningen 124c 0,1265 1,00 Drie Koningen 124c 0,3058 1,00

253 Gemeente kad.perceel eigenaar bosplaats bestand kad. opp. (ha) opp. Bestand (ha) Beernem 389D van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure & t'serstevens Anne Marie Drie Koningen 124c 0,1956 1,00 Beernem 403A van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure & t'serstevens Anne Marie Drie Koningen 124c 0,0155 1,00 Beernem 414C van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure & t'serstevens Anne Marie Drie Koningen 124c 0,2801 1,00 Beernem 415/02_ van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure & t'serstevens Anne Marie Drie Koningen 124c 0,0457 1,00 Beernem 415B van Outryve d'ydewalle Harald, Aude en Isaure & t'serstevens Anne Marie Drie Koningen 124c 0,0299 1,00 Oostkamp 104A van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 100a 0,0030 0,57 Oostkamp 45A van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 100a 0,0018 0,57 Oostkamp 46A van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 100a 0,0018 0,57 Oostkamp 47B van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 100a 0,0031 0,57 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 100a 0,0288 0,57 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 100a 0,0465 0,57 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 100a 0,0475 0,57 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 100a 0,0570 0,57 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 100a 0,0589 0,57 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 100a 0,1004 0,57 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 100a 0,1036 0,57 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 100a 0,1095 0,57 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 101b 0,0084 1,06 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 101b 0,1004 1,06 Oostkamp 55_ van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 101b 1,0538 1,06 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 101c 0,0523 0,64 Oostkamp 55_ van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 101c 0,5914 0,64 Oostkamp 53K van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 101d 0,0319 1,40 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 101d 0,0580 1,40 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 101d 0,1095 1,40 Oostkamp 55_ van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 101d 1,3141 1,40 Oostkamp 53H van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 101e 0,0093 0,78 Oostkamp 53K van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 101e 0,0012 0,78 Oostkamp 54N van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 101e 0,0146 0,78 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 101e 0,0786 0,78 Oostkamp 55_ van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 101e 0,6781 0,78 Oostkamp 53E van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 102c 1,7043 1,71 Oostkamp 54G van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 102c 0,0073 1,71 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 102c 0,0018 1,71 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 102c 0,0589 1,71 Oostkamp 53E van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 102d 1,1054 1,15 Oostkamp 54G van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 102d 0,0310 1,15 Oostkamp 54N van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 102d 0,0140 1,15 Oostkamp 13A van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 125a 0,2351 0,74 Oostkamp 14_ van Outryve d'ydewalle Isaure Drie Koningen 125a 0,5026 0,74 Oostkamp 49F van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 103a 0,4938 0,74 Oostkamp 49K van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 103a 0,1739 0,74 Oostkamp 53E van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 103a 0,0052 0,74 Oostkamp 54G van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 103a 0,0660 0,74 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 103a 0,0013 0,74 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 103a 0,0465 0,74 Oostkamp 49G van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 103b 0,0179 1,54 Oostkamp 49H van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 103b 0,1100 1,54 Oostkamp 49K van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 103b 1,3729 1,54 Oostkamp 54G van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 103b 0,0401 1,54 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 103b 0,0288 1,54 Oostkamp 49H van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 103c 0,0453 1,01 Oostkamp 49K van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 103c 0,9191 1,01 Oostkamp 54G van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 103c 0,0060 1,01 Oostkamp 54N van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 103c 0,0362 1,01 Oostkamp 49G van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 104a 1,7814 1,82 Oostkamp 49H van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 104a 0,0156 1,82 Oostkamp 54G van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 104a 0,0208 1,82 Oostkamp 54N van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 104a 0,0059 1,82 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 104a 0,0011 1,82 Oostkamp 54S van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 104a 0,0475 1,82

254 Gemeente kad.perceel eigenaar bosplaats bestand kad. opp. (ha) opp. Bestand (ha) Oostkamp 50A van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 105b 0,0156 2,32 Oostkamp 52_ van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 105b 2,0872 2,32 Oostkamp 54L van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 105b 0,0506 2,32 Oostkamp 54N van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 105b 0,1293 2,32 Oostkamp 54V van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 105b 0,0360 2,32 Oostkamp 56A van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 105b 0,0020 2,32 Beernem 444A van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 106a 0,0015 2,66 Beernem 444A van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 106a 0,1346 2,66 Beernem 445A van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 106a 0,8688 2,66 Oostkamp 50A van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 106a 0,0015 2,66 Oostkamp 50A van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 106a 1,5035 2,66 Oostkamp 54N van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 106a 0,1450 2,66 Oostkamp 52_ van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 107a 0,6959 0,96 Oostkamp 54V van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 107a 0,0637 0,96 Oostkamp 56A van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 107a 0,2032 0,96 Beernem 447_ van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 107b 0,0175 0,56 Oostkamp 52_ van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 107b 0,5373 0,56 Beernem 445A van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 107c 0,0039 0,88 Beernem 445A van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 107c 0,0158 0,88 Beernem 447_ van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 107c 0,0210 0,88 Oostkamp 50A van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 107c 0,0080 0,88 Oostkamp 51_ van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 107c 0,0039 0,88 Oostkamp 51_ van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 107c 0,0190 0,88 Oostkamp 52_ van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 107c 0,7332 0,88 Oostkamp 54L van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 107c 0,0716 0,88 Beernem 407C van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 117a 0,7568 0,76 Beernem 405C van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 118a 1,0396 1,04 Beernem 404D van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 119a 0,1765 0,55 Beernem 404M van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 119a 0,3738 0,55 Beernem 404D van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 119w 0,1604 0,25 Beernem 404M van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 119w 0,0872 0,25 Beernem 396F van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 120a 0,4002 1,22 Beernem 404D van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 120a 0,0738 1,22 Beernem 404M van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 120a 0,7413 1,22 Beernem 391C van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 121a 1,9092 2,95 Beernem 393G van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 121a 0,6946 2,95 Beernem 396F van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 121a 0,3494 2,95 Beernem 391C van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 122a 0,2522 1,12 Beernem 393G van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 122a 0,6454 1,12 Beernem 396F van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 122a 0,2108 1,12 Beernem 404M van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 122a 0,0090 1,12 Beernem 393G van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 123a 0,6287 0,66 Beernem 396F van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 123a 0,0015 0,66 Beernem 404M van Outryve d'ydewalle Liévin Drie Koningen 123a 0,0257 0,66 Wingene 294D vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 600a 3,2651 4,60 Wingene 294F vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 600a 1,0812 4,60 Wingene 295D vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 600a 0,0950 4,60 Wingene 86S vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 600a 0,1527 4,60 Wingene 294F vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 600b 0,8353 0,91 Wingene 295D vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 600b 0,0668 0,91 Wingene 101D vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 600c 0,0453 0,65 Wingene 102D vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 600c 0,5988 0,65 Wingene 295D vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 601a 0,1053 2,79 Wingene 86E vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 601a 0,0337 2,79 Wingene 86S vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 601a 2,5760 2,79 Wingene 86S vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 601a 0,0745 2,79 Wingene 295D vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 601b 0,0751 2,46 Wingene 86D vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 601b 0,0037 2,46 Wingene 86E vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 601b 2,3704 2,46 Wingene 104M vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 601c 0,9989 1,00 Wingene 104N vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 601d 0,9173 0,92 Wingene 86D vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 602a 0,0376 3,76 Wingene 86G vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 602a 3,6076 3,76 Wingene 86N vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 602a 0,0020 3,76 Wingene 86P vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 602a 0,0012 3,76 Wingene 86S vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 602a 0,1123 3,76

255 Gemeente kad.perceel eigenaar bosplaats bestand kad. opp. (ha) opp. Bestand (ha) Wingene 86D vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 602b 2,8203 2,83 Wingene 86L vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 602b 0,0013 2,83 Wingene 86M vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 602b 0,0019 2,83 Wingene 105E vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 602c 1,6016 1,61 Wingene 86B vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 603a 0,5380 0,93 Wingene 86N vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 603a 0,0019 0,93 Wingene 86P vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 603a 0,3877 0,93 Wingene 86M vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 603b 0,4572 1,00 Wingene 86N vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 603b 0,5001 1,00 Wingene 86P vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 603b 0,0420 1,00 Wingene 105F vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 603c 0,0019 2,81 Wingene 105F vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 603c 1,5176 2,81 Wingene 79E vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 603c 0,0019 2,81 Wingene 86L vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 603c 1,2049 2,81 Wingene 86M vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 603c 0,0747 2,81 Wingene 86B vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 603d 2,4292 2,45 Wingene 86N vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 603d 0,0169 2,45 Wingene 104K vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 604a 5,6348 5,63 Wingene 103D vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 605a 1,7670 1,77 Wingene 103D vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 605b 0,3294 0,33 Wingene 101D vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 606a 0,0268 3,60 Wingene 185X vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 606a 3,5740 3,60 Wingene 185X vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 606b 0,6197 0,62 Wingene 101D vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 607a 0,0808 3,74 Wingene 185W vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 607a 3,6564 3,74 Wingene 185W vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 607b 1,3419 1,34 Wingene 107X vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 608a 0,0017 1,12 Wingene 124B vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 608a 1,0621 1,12 Wingene 124B vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 608b 0,5063 0,51 Wingene 124B vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 608c 0,9979 1,04 Wingene 178B vander Plancke Marie Cécile Blauwhuisbossen 608c 0,0017 1,04 Wingene 493P Vaneenoo Bart Jules-Lambert Katrien Vagevuurbossen 854a 0,0030 3,72 Wingene 519C Vaneenoo Bart Jules-Lambert Katrien Vagevuurbossen 854a 2,1941 3,72 Wingene 519E Vaneenoo Bart Jules-Lambert Katrien Vagevuurbossen 854a 1,3596 3,72 Wingene 519F Vaneenoo Bart Jules-Lambert Katrien Vagevuurbossen 854a 0,1596 3,72 Wingene 519C Vaneenoo Bart Jules-Lambert Katrien Vagevuurbossen 854b 0,0264 3,49 Wingene 519E Vaneenoo Bart Jules-Lambert Katrien Vagevuurbossen 854b 0,0133 3,49 Wingene 519F Vaneenoo Bart Jules-Lambert Katrien Vagevuurbossen 854b 3,4535 3,49 Wingene 519F Vaneenoo Bart Jules-Lambert Katrien Vagevuurbossen 854c 0,6759 0,68 Beernem 408V Vennootschap Donisatribert Drie Koningen 108a 0,0539 1,23 Beernem 449D Vennootschap Donisatribert Drie Koningen 108a 1,1749 1,23 Beernem 410D2 Vennootschap Donisatribert Drie Koningen 115d 0,5846 0,58 Beernem 410D2 Vennootschap Donisatribert Drie Koningen 116a 0,0046 0,50 Beernem 410W Vennootschap Donisatribert Drie Koningen 116a 0,2253 0,50 Beernem 428G Vennootschap Donisatribert Drie Koningen 116a 0,2749 0,50 Wingene 26D Verbeke Francois Pierre en Jeanne Marie Vagevuurbossen 857a 0,9005 0,90 Wingene 350r Vienne Honoré Joseph Vagevuurbossen 851a 0,2975 0,30 Beernem 338C VMW Lindeveld 401a 0,6047 0,62 Beernem 341E VMW Lindeveld 401a 0,0147 0,62 Beernem 338C VMW Lindeveld 401b 0,1955 0,22 Beernem 341E VMW Lindeveld 401b 0,0197 0,22 Beernem 341E VMW Lindeveld 402a 0,0233 0,41 Beernem 345K VMW Lindeveld 402a 0,0883 0,41 Beernem 345M VMW Lindeveld 402a 0,2406 0,41 Beernem 359H VMW Lindeveld 402a 0,0587 0,41 Beernem 341E VMW Lindeveld 402b 0,0254 0,46 Beernem 345K VMW Lindeveld 402b 0,0199 0,46 Beernem 345M VMW Lindeveld 402b 0,4187 0,46 Beernem 345K VMW Lindeveld 402c 0,1534 0,17 Beernem 345M VMW Lindeveld 402c 0,0088 0,17 Beernem 359H VMW Lindeveld 402c 0,0041 0,17 Beernem 346T VMW Lindeveld 403a 0,2801 0,31 Beernem 359H VMW Lindeveld 403a 0,0328 0,31 Beernem 351G VMW Lindeveld 404a 0,4142 0,43 Beernem 359H VMW Lindeveld 404a 0,0178 0,43 Beernem 346T VMW Lindeveld 405a 0,0181 0,55

256 Gemeente kad.perceel eigenaar bosplaats bestand kad. opp. (ha) opp. Bestand (ha) Beernem 351G VMW Lindeveld 405a 0,4373 0,55 Beernem 359H VMW Lindeveld 405a 0,0945 0,55 Beernem 351G VMW Lindeveld 406a 0,0141 0,42 Beernem 353D VMW Lindeveld 406a 0,0710 0,42 Beernem 359H VMW Lindeveld 406a 0,0538 0,42 Beernem 363G VMW Lindeveld 406a 0,2789 0,42 Beernem 351G VMW Lindeveld 407a 0,0040 1,30 Beernem 353D VMW Lindeveld 407a 1,0333 1,30 Beernem 359H VMW Lindeveld 407a 0,1224 1,30 Beernem 363G VMW Lindeveld 407a 0,1442 1,30 Beernem 353D VMW Lindeveld 407y 0,0097 1,76 Beernem 359H VMW Lindeveld 407y 0,2075 1,76 Beernem 363E VMW Lindeveld 407y 0,0059 1,76 Beernem 363G VMW Lindeveld 407y 1,5327 1,76 Beernem 359H VMW Lindeveld 408a 0,0319 0,31 Beernem 367D VMW Lindeveld 408a 0,2763 0,31 Beernem 359H VMW Lindeveld 409a 0,0838 0,32 Beernem 367D VMW Lindeveld 409a 0,2357 0,32 Beernem 359H VMW Lindeveld 410y 0,0017 0,92 Beernem 366B VMW Lindeveld 410y 0,0137 0,92 Beernem 367D VMW Lindeveld 410y 0,0095 0,92 Beernem 368T VMW Lindeveld 410y 0,0015 0,92 Beernem 372D VMW Lindeveld 410y 0,3673 0,92 Beernem 372E VMW Lindeveld 410y 0,2300 0,92 Beernem 372G VMW Lindeveld 410y 0,2724 0,92 Beernem 374C VMW Lindeveld 410y 0,0020 0,92 Beernem 374E VMW Lindeveld 410y 0,0233 0,92 Beernem 366B VMW Lindeveld 411a 0,1601 1,16 Beernem 367D VMW Lindeveld 411a 0,0239 1,16 Beernem 368T VMW Lindeveld 411a 0,3217 1,16 Beernem 368V VMW Lindeveld 411a 0,6447 1,16 Beernem 373B VMW Lindeveld 411a 0,0108 1,16 Beernem 359H VMW Lindeveld 412a 0,0037 0,80 Beernem 367D VMW Lindeveld 412a 0,1093 0,80 Beernem 368T VMW Lindeveld 412a 0,3838 0,80 Beernem 368V VMW Lindeveld 412a 0,0230 0,80 Beernem 36BB VMW Lindeveld 412a 0,2664 0,80 Beernem 372D VMW Lindeveld 412a 0,0019 0,80 Beernem 372G VMW Lindeveld 412a 0,0075 0,80 Beernem 368T VMW Lindeveld 412b 0,0024 1,13 Beernem 368V VMW Lindeveld 412b 0,3493 1,13 Beernem 372F VMW Lindeveld 412b 0,6363 1,13 Beernem 372G VMW Lindeveld 412b 0,1371 1,13 Beernem 372G VMW Lindeveld 412c 0,4426 0,44 Beernem 372G VMW Lindeveld 412d 0,0277 0,41 Beernem 374E VMW Lindeveld 412d 0,3619 0,41 Beernem 374L VMW Lindeveld 412d 0,0163 0,41 Beernem 374D VMW Lindeveld 412e 0,0098 1,02 Beernem 374E VMW Lindeveld 412e 0,0213 1,02 Beernem 374G VMW Lindeveld 412e 0,0520 1,02 Beernem 374K VMW Lindeveld 412e 0,0063 1,02 Beernem 374L VMW Lindeveld 412e 0,9338 1,02 Beernem 374G VMW Lindeveld 412f 0,6320 0,63 Beernem 374B VMW Lindeveld 412g 0,0073 1,27 Beernem 374D VMW Lindeveld 412g 0,0097 1,27 Beernem 374G VMW Lindeveld 412g 0,1046 1,27 Beernem 374H VMW Lindeveld 412g 1,1462 1,27 Beernem 374B VMW Lindeveld 412h 0,4437 0,47 Beernem 374H VMW Lindeveld 412h 0,0259 0,47 Beernem 374B VMW Lindeveld 412i 0,2101 0,22 Beernem 374C VMW Lindeveld 412i 0,0078 0,22 Beernem 372G VMW Lindeveld 412j 0,8648 0,99 Beernem 374E VMW Lindeveld 412j 0,1277 0,99 Beernem 374B VMW Lindeveld 412y 0,6572 2,32 Beernem 374C VMW Lindeveld 412y 0,2290 2,32 Beernem 374D VMW Lindeveld 412y 0,5162 2,32

257 Gemeente kad.perceel eigenaar bosplaats bestand kad. opp. (ha) opp. Bestand (ha) Beernem 374E VMW Lindeveld 412y 0,8834 2,32 Beernem 374H VMW Lindeveld 412y 0,0315 2,32 Beernem 368V VMW Lindeveld 413a 0,1829 0,30 Beernem 372F VMW Lindeveld 413a 0,1196 0,30 Beernem 372F VMW Lindeveld 414a 0,0576 0,37 Beernem 372G VMW Lindeveld 414a 0,0157 0,37 Beernem 373B VMW Lindeveld 414a 0,0725 0,37 Beernem 374E VMW Lindeveld 414a 0,0134 0,37 Beernem 376G VMW Lindeveld 414a 0,2081 0,37 Beernem 373B VMW Lindeveld 414b 0,0599 1,05 Beernem 374E VMW Lindeveld 414b 0,1013 1,05 Beernem 376F VMW Lindeveld 414b 0,0053 1,05 Beernem 376G VMW Lindeveld 414b 0,8884 1,05 Beernem 375/2A3 VMW Lindeveld 414c 0,0388 0,38 Beernem 375/2X2 VMW Lindeveld 414c 0,0602 0,38 Beernem 375/2Y2 VMW Lindeveld 414c 0,2785 0,38 Beernem 373B VMW Lindeveld 414d 0,0545 0,95 Beernem 374L VMW Lindeveld 414d 0,0408 0,95 Beernem 375/2X2 VMW Lindeveld 414d 0,5991 0,95 Beernem 375/2Y2 VMW Lindeveld 414d 0,0785 0,95 Beernem 376G VMW Lindeveld 414d 0,1726 0,95 Beernem 373B VMW Lindeveld 414y 0,0354 0,71 Beernem 374E VMW Lindeveld 414y 0,0093 0,71 Beernem 374L VMW Lindeveld 414y 0,0378 0,71 Beernem 376G VMW Lindeveld 414y 0,6236 0,71 Beernem 373B VMW Lindeveld 415a 0,0231 0,45 Beernem 376/3C VMW Lindeveld 415a 0,0033 0,45 Beernem 376H VMW Lindeveld 415a 0,4237 0,45 Beernem 368V VMW Lindeveld 416a 0,0045 0,93 Beernem 372F VMW Lindeveld 416a 0,0073 0,93 Beernem 373B VMW Lindeveld 416a 0,0954 0,93 Beernem 376/2F VMW Lindeveld 416a 0,0605 0,93 Beernem 376G VMW Lindeveld 416a 0,6796 0,93 Beernem 376H VMW Lindeveld 416a 0,0823 0,93 Beernem 376/2F VMW Lindeveld 416b 0,1326 0,28 Beernem 376G VMW Lindeveld 416b 0,1458 0,28 Beernem 376/2C VMW Lindeveld 416y 0,0028 1,47 Beernem 376/2F VMW Lindeveld 416y 0,7980 1,47 Beernem 376G VMW Lindeveld 416y 0,1735 1,47 Beernem 376H VMW Lindeveld 416y 0,4938 1,47 Beernem 298/2V VMW Lindeveld 417a 0,3157 0,38 Beernem 376/3C VMW Lindeveld 417a 0,0239 0,38 Beernem 376H VMW Lindeveld 417a 0,0356 0,38 Beernem 298/2V VMW Lindeveld 417b 0,1273 0,13 Beernem 298/2V VMW Lindeveld 417c 0,0106 0,23 Beernem 298/2W VMW Lindeveld 417c 0,2190 0,23 Beernem 298/2W VMW Lindeveld 417d 0,0308 0,38 Beernem 298/2X VMW Lindeveld 417d 0,3540 0,38 Beernem 375/2A3 VMW Lindeveld 418a 0,0584 1,49 Beernem 375/2R2 VMW Lindeveld 418a 0,0119 1,49 Beernem 375/2V2 VMW Lindeveld 418a 0,0740 1,49 Beernem 375/2W2 VMW Lindeveld 418a 1,0664 1,49 Beernem 375/2X2 VMW Lindeveld 418a 0,2442 1,49 Beernem 376G VMW Lindeveld 418a 0,0343 1,49 Beernem 375/2W2 VMW Lindeveld 418b 0,0092 1,72 Beernem 376/2F VMW Lindeveld 418b 0,0918 1,72 Beernem 376G VMW Lindeveld 418b 1,6219 1,72 Beernem 376/2E VMW Lindeveld 418c 0,2253 0,61 Beernem 376/2F VMW Lindeveld 418c 0,2731 0,61 Beernem 376G VMW Lindeveld 418c 0,1076 0,61 Beernem 376/2E VMW Lindeveld 418d 2,3856 2,52 Beernem 376/3A VMW Lindeveld 418d 0,0802 2,52 Beernem 376/3C VMW Lindeveld 418d 0,0139 2,52 Beernem 376H VMW Lindeveld 418d 0,0415 2,52 Beernem 376/2E VMW Lindeveld 418e 0,0939 0,33 Beernem 376/2F VMW Lindeveld 418e 0,2406 0,33

258 Gemeente kad.perceel eigenaar bosplaats bestand kad. opp. (ha) opp. Bestand (ha) Beernem 298/2V VMW Lindeveld 418f 0,0050 0,29 Beernem 376/2E VMW Lindeveld 418f 0,0034 0,29 Beernem 376/2F VMW Lindeveld 418f 0,0904 0,29 Beernem 376/3C VMW Lindeveld 418f 0,0097 0,29 Beernem 376H VMW Lindeveld 418f 0,1792 0,29 Beernem 298/2N VMW Lindeveld 418g 0,2512 0,60 Beernem 298/2W VMW Lindeveld 418g 0,0250 0,60 Beernem 298/2X VMW Lindeveld 418g 0,3253 0,60 Beernem 298/2N VMW Lindeveld 418h 0,9536 1,04 Beernem 298/2W VMW Lindeveld 418h 0,0230 1,04 Beernem 298/2Y VMW Lindeveld 418h 0,0061 1,04 Beernem 376/3C VMW Lindeveld 418h 0,0571 1,04 Beernem 298/2W VMW Lindeveld 418i 0,2329 0,23 Beernem 298/2V VMW Lindeveld 418j 0,3420 0,56 Beernem 298/2Y VMW Lindeveld 418j 0,1682 0,56 Beernem 376/3C VMW Lindeveld 418j 0,0504 0,56 Beernem 375/2V2 VMW Lindeveld 418y 1,2001 1,52 Beernem 375/2W2 VMW Lindeveld 418y 0,0013 1,52 Beernem 376/2E VMW Lindeveld 418y 0,1001 1,52 Beernem 376/3A VMW Lindeveld 418y 0,0611 1,52 Beernem 376G VMW Lindeveld 418y 0,1538 1,52 Beernem 284H VMW Lindeveld 419a 0,3527 0,46 Beernem 289T VMW Lindeveld 419a 0,0785 0,46 Beernem 289W VMW Lindeveld 419a 0,0255 0,46 Beernem 278D VMW Lindeveld 419y 1,7157 3,67 Beernem 284H VMW Lindeveld 419y 0,2785 3,67 Beernem 289S VMW Lindeveld 419y 0,3867 3,67 Beernem 289T VMW Lindeveld 419y 0,0779 3,67 Beernem 289V VMW Lindeveld 419y 0,8276 3,67 Beernem 289W VMW Lindeveld 419y 0,3768 3,67 Beernem 295D VMW Lindeveld 419y 0,0056 3,67 Beernem 375/2A2 VMW Lindeveld 420a 0,3739 1,51 Beernem 375/2R2 VMW Lindeveld 420a 1,1293 1,51 Beernem 375/2S2 VMW Lindeveld 420a 0,0049 1,51 Beernem 375/2A3 VMW Lindeveld 420b 0,0098 1,08 Beernem 375/2R2 VMW Lindeveld 420b 1,0308 1,08 Beernem 375/2S2 VMW Lindeveld 420b 0,0366 1,08 Beernem 375/2A3 VMW Lindeveld 420c 0,0451 1,12 Beernem 375/2R2 VMW Lindeveld 420c 0,0772 1,12 Beernem 375/2S2 VMW Lindeveld 420c 0,0071 1,12 Beernem 375/2T2 VMW Lindeveld 420c 0,9856 1,12 Beernem 375/2A3 VMW Lindeveld 420d 0,0702 0,45 Beernem 375/2T2 VMW Lindeveld 420d 0,3822 0,45 Beernem 375/2A3 VMW Lindeveld 420e 0,0729 1,12 Beernem 375/2R2 VMW Lindeveld 420e 0,7813 1,12 Beernem 375/2S2 VMW Lindeveld 420e 0,1467 1,12 Beernem 449C VMW Lindeveld 420e 0,0839 1,12 Beernem 449D VMW Lindeveld 420e 0,0381 1,12 Beernem 375/2R2 VMW Lindeveld 420y 0,0033 0,50 Beernem 375/2S2 VMW Lindeveld 420y 0,4643 0,50 Beernem 375/2T2 VMW Lindeveld 420y 0,0301 0,50 Beernem 375/2A2 VMW Lindeveld 421a 0,1758 1,77 Beernem 375/2A3 VMW Lindeveld 421a 0,0288 1,77 Beernem 450A VMW Lindeveld 421a 0,0239 1,77 Beernem 454A VMW Lindeveld 421a 0,0031 1,77 Beernem 532S VMW Lindeveld 421a 0,0818 1,77 Beernem 532X VMW Lindeveld 421a 1,4523 1,77 Beernem 532Y VMW Lindeveld 421a 0,0026 1,77 Beernem 532S VMW Lindeveld 421b 0,6399 0,75 Beernem 532T VMW Lindeveld 421b 0,1146 0,75 Beernem 375/2A2 VMW Lindeveld 421y 1,7004 1,88 Beernem 375/2A3 VMW Lindeveld 421y 0,0114 1,88 Beernem 375/2R2 VMW Lindeveld 421y 0,1650 1,88 Beernem 375/2A2 VMW Lindeveld 422a 0,0261 0,91 Beernem 375/2A3 VMW Lindeveld 422a 0,2233 0,91 Beernem 375/2R2 VMW Lindeveld 422a 0,1098 0,91

259 Gemeente kad.perceel eigenaar bosplaats bestand kad. opp. (ha) opp. Bestand (ha) Beernem 449C VMW Lindeveld 422a 0,1435 0,91 Beernem 450A VMW Lindeveld 422a 0,3790 0,91 Beernem 468A VMW Lindeveld 422a 0,0156 0,91 Beernem 532X VMW Lindeveld 422a 0,0146 0,91 Beernem 449C VMW Lindeveld 422b 0,0042 0,17 Beernem 449D VMW Lindeveld 422b 0,1665 0,17 Beernem 375/2A3 VMW Lindeveld 422c 0,2163 1,06 Beernem 375/2S2 VMW Lindeveld 422c 0,0972 1,06 Beernem 375/2T2 VMW Lindeveld 422c 0,1134 1,06 Beernem 449D VMW Lindeveld 422c 0,6345 1,06 Beernem 454A VMW Lindeveld 423a 0,0993 0,68 Beernem 455A VMW Lindeveld 423a 0,5803 0,68 Beernem 532X VMW Lindeveld 423a 0,0019 0,68 Beernem 450A VMW Lindeveld 424a 0,0168 0,66 Beernem 454A VMW Lindeveld 424a 0,0423 0,66 Beernem 455A VMW Lindeveld 424a 0,0165 0,66 Beernem 468A VMW Lindeveld 424a 0,0854 0,66 Beernem 471C VMW Lindeveld 424a 0,4874 0,66 Beernem 532X VMW Lindeveld 424a 0,0138 0,66 Beernem 454A VMW Lindeveld 424y 0,0266 1,11 Beernem 455A VMW Lindeveld 424y 0,0048 1,11 Beernem 468A VMW Lindeveld 424y 0,0319 1,11 Beernem 471C VMW Lindeveld 424y 1,0472 1,11 Beernem 449D VMW Lindeveld 425a 0,0018 0,64 Beernem 468A VMW Lindeveld 425a 0,0298 0,64 Beernem 471B VMW Lindeveld 425a 0,0052 0,64 Beernem 471C VMW Lindeveld 425a 0,4131 0,64 Beernem 474A VMW Lindeveld 425a 0,0114 0,64 Beernem 475B VMW Lindeveld 425a 0,0437 0,64 Beernem 475C VMW Lindeveld 425a 0,1318 0,64 Beernem 449C VMW Lindeveld 425b 0,0044 1,32 Beernem 468A VMW Lindeveld 425b 0,0020 1,32 Beernem 471C VMW Lindeveld 425b 0,2961 1,32 Beernem 474A VMW Lindeveld 425b 0,0958 1,32 Beernem 475B VMW Lindeveld 425b 0,4348 1,32 Beernem 475C VMW Lindeveld 425b 0,4879 1,32 Beernem 454A VMW Lindeveld 426a 0,0585 1,60 Beernem 455A VMW Lindeveld 426a 0,0214 1,60 Beernem 458A VMW Lindeveld 426a 1,3356 1,60 Beernem 477A VMW Lindeveld 426a 0,1670 1,60 Beernem 532S VMW Lindeveld 426a 0,0019 1,60 Beernem 532X VMW Lindeveld 426a 0,0144 1,60 Beernem 466A VMW Lindeveld 427a 0,0593 0,75 Beernem 468A VMW Lindeveld 427a 0,0198 0,75 Beernem 471C VMW Lindeveld 427a 0,0030 0,75 Beernem 477A VMW Lindeveld 427a 0,0215 0,75 Beernem 478A VMW Lindeveld 427a 0,6472 0,75 Beernem 468A VMW Lindeveld 427b 0,0014 0,77 Beernem 474A VMW Lindeveld 427b 0,0464 0,77 Beernem 475B VMW Lindeveld 427b 0,0066 0,77 Beernem 475C VMW Lindeveld 427b 0,0213 0,77 Beernem 477A VMW Lindeveld 427b 0,0930 0,77 Beernem 478A VMW Lindeveld 427b 0,6033 0,77 Beernem 454A VMW Lindeveld 427y 0,0019 1,51 Beernem 458A VMW Lindeveld 427y 0,0600 1,51 Beernem 466A VMW Lindeveld 427y 1,2935 1,51 Beernem 468A VMW Lindeveld 427y 0,0639 1,51 Beernem 471C VMW Lindeveld 427y 0,0231 1,51 Beernem 477A VMW Lindeveld 427y 0,0705 1,51 Beernem 458A VMW Lindeveld 428a 0,0245 0,70 Beernem 460A VMW Lindeveld 428a 0,4746 0,70 Beernem 477A VMW Lindeveld 428a 0,2036 0,70 Beernem 458A VMW Lindeveld 428b 0,0024 0,79 Beernem 460A VMW Lindeveld 428b 0,0244 0,79 Beernem 461A VMW Lindeveld 428b 0,5586 0,79 Beernem 466A VMW Lindeveld 428b 0,0480 0,79

260 Gemeente kad.perceel eigenaar bosplaats bestand kad. opp. (ha) opp. Bestand (ha) Beernem 477A VMW Lindeveld 428b 0,1556 0,79 Beernem 461A VMW Lindeveld 429a 0,1471 0,83 Beernem 462A VMW Lindeveld 429a 0,5363 0,83 Beernem 466A VMW Lindeveld 429a 0,0602 0,83 Beernem 477A VMW Lindeveld 429a 0,0888 0,83 Beernem 462A VMW Lindeveld 429y 0,0590 1,34 Beernem 466A VMW Lindeveld 429y 0,0019 1,34 Beernem 477A VMW Lindeveld 429y 0,2054 1,34 Beernem 478A VMW Lindeveld 429y 0,1451 1,34 Beernem 479A VMW Lindeveld 429y 0,9286 1,34 Beernem 532T VMW Lindeveld 430y 0,0703 0,93 Beernem 606C2 VMW Lindeveld 430y 0,8561 0,93 Beernem 606D2 VMW Lindeveld 430y 0,0057 0,93 Beernem 567S2 VMW Lindeveld 431a 0,0078 2,87 Beernem 567T2 VMW Lindeveld 431a 0,9543 2,87 Beernem 567Z VMW Lindeveld 431a 0,2759 2,87 Beernem 607L2 VMW Lindeveld 431a 0,0276 2,87 Beernem 607N2 VMW Lindeveld 431a 1,6089 2,87 Beernem 567Z VMW Lindeveld 431b 0,0136 0,14 Beernem 607L2 VMW Lindeveld 431b 0,1313 0,14 Beernem 532T VMW Lindeveld 431y 0,0271 0,54 Beernem 567Z VMW Lindeveld 431y 0,0242 0,54 Beernem 607L2 VMW Lindeveld 431y 0,4876 0,54 Beernem 567S2 VMW Lindeveld 432a 0,0071 0,65 Beernem 567T2 VMW Lindeveld 432a 0,6411 0,65 Beernem 567S2 VMW Lindeveld 432t 0,1101 0,45 Beernem 567T2 VMW Lindeveld 432t 0,3427 0,45 Beernem 567L2 VMW Lindeveld 432y 1,6096 1,78 Beernem 567T2 VMW Lindeveld 432y 0,1665 1,78 Beernem 567Z VMW Lindeveld 432y 0,0015 1,78 Beernem 608S Woronoff Anne Marie Lindeveld 441a 1,5279 1,53

261 Bijlagen Bijlage 2a: Oud toegankelijkheidsreglement Sint-Amandus (1994) Pagina 219 van 219

262

263

264

265 Bijlagen Bijlage 2b: Oud toegankelijkheidsreglement Bulskampveld (1999) Pagina 220 van 220

266

267 Bijlagen Bijlage 3a: Oude bestandskaart Bulskampveld Pagina 221 van 221

268

269 Bijlagen Bijlage 3b: Oude bestandskaart waterwinning (Lindeveld) Pagina 222 van 222

270

271 Bijlagen Bijlage 4: Overzicht Algemene kenmerken alle bestanden Pagina 223 van 223

272

273 liggend dood hout - dun liggend dood hout - dik liggend dood hout - zeer dik Bosplaats Perceel Best and Bestands type HoofdBoomsoort Plantjaar Bedrijfsvo rm Mengingsvor m Sluitingsgraa d av zaailingen av struiklaag av boomlaag Blauwhuisbossen 600 a LH Zomereik 1880 Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % > 100 /ha 1-10 /ha geen Blauwhuisbossen 600 b N+L naaldhout+loofhout 1930 Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % geen geen /ha geen geen Blauwhuisbossen 600 c NH lork 1949 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen geen geen geen Blauwhuisbossen 601 a L+N Zomereik/Ame. eik/lork 1930 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Blauwhuisbossen 601 b LH Zomereik/Beuk 1930 Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % geen > 100 /ha 1-10 /ha geen Blauwhuisbossen 601 c N+L Lork/Beuk 1991 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen /ha geen geen Blauwhuisbossen 601 d L+N loofhout+naaldhout 1930 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Blauwhuisbossen 602 a LH Zomereik/Beuk 1930 Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % > 100 /ha 1-10 /ha geen Blauwhuisbossen 602 b LH Zomereik 1930 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha geen geen Blauwhuisbossen 602 c L+N loofhout+naaldhout 1930 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen /ha geen geen Blauwhuisbossen 603 a LH populier/gewone Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % 5-25 % 5-25 % /ha geen geen Blauwhuisbossen 603 b NH esdoorn Lork/Fijnspar 1970 Hooghout Homogeen > 75 % geen < 5 % < 5 % geen geen geen Blauwhuisbossen 603 c LH Zomereik/Beuk 1930 Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % /ha geen geen Blauwhuisbossen 603 d LH Zomereik/Ame. eik 1930 Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % 5-25 % 5-25 % /ha 1-10 /ha geen Blauwhuisbossen 604 a LH Zomereik/Ame. eik 1880 Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % 5-25 % 5-25 % /ha 1-10 /ha geen Blauwhuisbossen 605 a LH Ame. eik/zomereik 1830 Hooghout Stamsgewijs > 75 % 5-25 % % % /ha geen geen Blauwhuisbossen 605 b N+L Grove den/beuk 1946 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen /ha geen geen Blauwhuisbossen 606 a L+N Zomereik/Ame. eik Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % < 5 /ha geen geen Blauwhuisbossen 606 b NH lork 1986 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen geen geen geen Blauwhuisbossen 607 a LH Zomereik/Ame. eik 1930 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen < 5 /ha 1-10 /ha geen Blauwhuisbossen 607 b N+L Lork/Beuk 1991 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen geen geen geen Blauwhuisbossen 608 a NH lork 1979 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % geen /ha geen 1-3 /ha Blauwhuisbossen 608 b L+N loofhout 1920 Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % geen > 100 /ha 1-10 /ha geen Blauwhuisbossen 608 c LH populier/gewone esdoorn Hooghout Groepsgewijs > 75 % 5-25 % 5-25 % 5-25 % /ha 1-10 /ha 1-3 /ha Blauwhuisbossen 609 a LH Zomereik 1920 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % geen geen > 100 /ha /ha geen Blauwhuisbossen 610 a L+N berk/lork 1982 Hooghout Stamsgewijs 50 % - 75 % < 5 % < 5 % geen > 100 /ha 1-10 /ha geen Blauwhuisbossen 611 a LH loofhout 1882 Hooghout Groepsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % geen > 100 /ha 1-10 /ha geen Blauwhuisbossen 611 b LH Beuk/berk 1-20 Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % geen geen geen geen Blauwhuisbossen 611 c NH lork 1986 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha geen geen Blauwhuisbossen 611 d NH Grove den 1944 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Blauwhuisbossen 612 a pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Blauwhuisbossen 613 a NH Grove den 1941 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Blauwhuisbossen 613 b N+L naaldhout+ame. eik Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Blauwhuisbossen 613 c L+N loofhout+naaldhout 1910 Hooghout Stamsgewijs > 75 % 5-25 % 5-25 % < 5 % > 100 /ha 1-10 /ha geen Blauwhuisbossen 614 a L+N berk+naaldhout 1961 Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % /ha 1-10 /ha geen

274 liggend dood hout - dun liggend dood hout - dik liggend dood hout - zeer dik Bosplaats Perceel Best and Bestands type HoofdBoomsoort Plantjaar Bedrijfsvo rm Mengingsvor m Sluitingsgraa d av zaailingen av struiklaag av boomlaag Blauwhuisbossen 614 b LH Zomereik 1959 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % > 100 /ha 1-10 /ha geen Blauwhuisbossen 615 a LH Ame. eik 1910 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % 5-25 % 5-25 % /ha 1-10 /ha geen Blauwhuisbossen 616 a LH loofhout 1935 Hakhout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % > 100 /ha geen geen Blauwhuisbossen 616 b LH loofhout 1-20 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen geen geen geen Blauwhuisbossen 617 a LH loofhout 1935 Hooghout Homogeen > 75 % % % < 5 % > 100 /ha 1-10 /ha geen Blauwhuisbossen 618 a LH Ame. eik/zomereik 1910 Hooghout Stamsgewijs > 75 % % % % /ha 1-10 /ha geen Blauwhuisbossen 619 a LH Zomereik 1910 Hooghout Homogeen > 75 % 5-25 % 5-25 % 5-25 % > 100 /ha 1-10 /ha geen Blauwhuisbossen 620 a LH loofhout Hooghout Stamsgewijs > 75 % 5-25 % 5-25 % 5-25 % /ha geen geen Blauwhuisbossen 621 a TB Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Blauwhuisbossen 622 a TB Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Blauwhuisbossen 622 b LH loofhout 1956 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen /ha geen geen Blauwhuisbossen 623 a LH Zomereik/berk 1979 Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % /ha geen geen Blauwhuisbossen 624 a LH Zomereik 1910 Hooghout Groepsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % /ha /ha 1-3 /ha Bulskampveld 501 a NH lor 1970 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha /ha geen Bulskampveld 502 a NH Grove den 1952 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha geen geen Bulskampveld 502 b NH Douglas 1975 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen > 100 /ha /ha geen Bulskampveld 503 a NH Japanse lork 1972 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Bulskampveld 503 y pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Bulskampveld 504 a LH linde 1993 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen geen 1-10 /ha geen Bulskampveld 517 a NH Douglas 1975 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Bulskampveld 517 b NH Grove den 1952 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Bulskampveld 517 c NH Douglas 1953 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha /ha geen Bulskampveld 518 a LH Zomereik 1902 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen < 5 /ha 1-10 /ha 1-3 /ha Bulskampveld 518 b NH Grove den 1952 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Bulskampveld 518 c LH Beuk 1910 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % geen /ha geen geen Bulskampveld 519 a NH Grove den 1952 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Bulskampveld 519 b NH Corsicaanse den 1933 Hooghout Homogeen 50 % - 75 % geen geen geen /ha geen geen Bulskampveld 519 c NH Grove den 1960 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen > 100 /ha geen geen Bulskampveld 519 d NH Corsicaanse den 1933 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Bulskampveld 520 a L+N Lork/Ame. eik 1925 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen < 5 % < 5 % < 5 /ha geen geen Bulskampveld 520 b NH lork 1938 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Bulskampveld 520 c NH Grove den 1937 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen < 5 /ha 1-10 /ha geen Bulskampveld 520 d LH Zomereik 1-20 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Bulskampveld 521 a NH Grove den 1952 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Bulskampveld 522 a NH Corsicaanse den/grove den 1932 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen > 100 /ha 1-10 /ha 1-3 /ha

275 liggend dood hout - dun liggend dood hout - dik Bulskampveld 523 a NH Corsicaanse den 1932 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Bulskampveld 524 a LH Zomereik 1984 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen > 100 /ha geen geen Bulskampveld 524 b LH Zomereik 1988 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % geen geen /ha geen geen Bulskampveld 524 c LH Wintereik 1988 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha geen geen Bulskampveld 524 d LH Moeraseik 1988 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Bulskampveld 524 e L+N lork 1956 Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % < 5 /ha geen geen liggend dood hout - zeer dik Bulskampveld 525 a LH Zomereik 1984 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha geen 1-3 /ha Bulskampveld 525 y pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Bulskampveld 526 a NH Grove den 1931 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % geen > 100 /ha 1-10 /ha geen Bulskampveld 526 b NH Grove den 1937 Hooghout Homogeen 50 % - 75 % < 5 % < 5 % geen /ha 1-10 /ha geen Bulskampveld 526 c LH Zomereik 1890 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen > 100 /ha /ha 1-3 /ha Bulskampveld 526 d NH Grove den 1927 Hooghout Homogeen 50 % - 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Bulskampveld 526 e LH Es 1993 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen geen geen geen Bulskampveld 526 f NH lork 1986 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen > 100 /ha 1-10 /ha geen Bulskampveld 526 g LH Es 1986 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen geen geen geen Bulskampveld 527 a LH Beuk 1860 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha geen geen Bulskampveld 528 a NH Grove den 1921 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Bulskampveld 528 b NH Grove den 1921 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen > 100 /ha geen geen Bulskampveld 528 c LH Zomereik 1907 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha geen geen Bulskampveld 528 d LH Zomereik 1996 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha geen geen Bulskampveld 528 e NH lork 1921 Hooghout Homogeen 50 % - 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Bulskampveld 529 a LH Zomereik 1995 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Bulskampveld 529 b N+L Corsicaanse den/beuk 1933 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Bulskampveld 529 c NH Grove den 1950 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen geen geen geen Bulskampveld 530 a NH Grove den 1923 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha geen geen Bulskampveld 531 a NH Grove den 1950 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Bulskampveld 532 a N+L naaldhout+loofhout 1870 Hooghout Stamsgewijs 50 % - 75 % geen geen geen > 100 /ha > 30 /ha > 3 Bulskampveld 532 b NH Grove den 1923 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen > 100 /ha 1-10 /ha geen Bulskampveld 533 a NH Grove den 1920 Hooghout Homogeen 50 % - 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Bulskampveld 533 b NH Japanse lork 1961 Hooghout Homogeen 50 % - 75 % geen geen geen > 100 /ha 1-10 /ha geen Bulskampveld 533 c LH populier/zomereik 1985 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen /ha geen geen Bulskampveld 534 a NH Grove den 1920 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha geen geen Bulskampveld 534 b LH populier 1985 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen /ha geen geen Bulskampveld 535 a LH Grove den 1920 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen geen geen geen Bulskampveld 588 a TB Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Bulskampveld 589 a NH Grove den Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Bulskampveld 590 a NH Lork/Grove den Hooghout Groepsgewijs > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Bulskampveld 591 a NH lork Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Bosplaats Perceel Best and Bestands type HoofdBoomsoort Plantjaar Bedrijfsvo rm Mengingsvor m Sluitingsgraa d av zaailingen av struiklaag av boomlaag

276 liggend dood hout - dun liggend dood hout - dik liggend dood hout - zeer dik Bulskampveld 592 a L+N loofhout/lork Hooghout Stamsgewijs 50 % - 75 % geen geen geen > 100 /ha geen geen Bulskampveld 593 a LH Ame. eik/zomereik Hooghout Groepsgewijs 50 % - 75 % geen geen geen > 100 /ha 1-10 /ha geen Drie Koningen 100 a LH rode beuk Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % < 5 /ha geen geen Drie Koningen 101 a LH Ame. eik 1992 Hooghout Groepsgewijs > 75 % < 5 % 5-25 % 5-25 % > 100 /ha geen geen Drie Koningen 101 b LH Ame. eik 1920 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % geen geen geen Drie Koningen 101 c NH Fijnspar 1980 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Drie Koningen 101 d NH naaldhout Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen /ha /ha geen Drie Koningen 101 e LH Zomereik/Ame. eik 1920 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen < 5 /ha 1-10 /ha geen Drie Koningen 102 a L+N loofhout+naaldhout Hooghout Stamsgewijs 25 % - 50 % < 5 % < 5 % < 5 % /ha 1-10 /ha geen Drie Koningen 102 b LH Ame. eik 1920 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % < 5 /ha geen geen Drie Koningen 102 c NH lork 1945 Hooghout Homogeen 50 % - 75 % geen geen geen geen 1-10 /ha geen Drie Koningen 102 d NH Fijnspar 1975 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Drie Koningen 102 w Wa Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Drie Koningen 103 a LH loofhout Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen < 5 /ha 1-10 /ha geen Drie Koningen 103 b NH Fijnspar 1965 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Drie Koningen 103 c NH L 1945 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Drie Koningen 104 a LH Zomereik/Beuk 1920 Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % geen /ha 1-10 /ha geen Drie Koningen 105 a LH Zomereik 1920 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % /ha geen geen Drie Koningen 105 b LH Beuk/Zomereik 1920 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen > 100 /ha geen geen Drie Koningen 106 a L+N Beuk/Zomereik 1920 Hooghout Groepsgewijs > 75 % geen geen geen > 100 /ha geen geen Drie Koningen 107 a NH L/Fijnspar 1970 Hooghout Groepsgewijs 50 % - 75 % geen geen geen /ha /ha 1-3 /ha Drie Koningen 107 b LH Ame. eik/zomereik 1920 Hooghout Groepsgewijs > 75 % geen geen geen geen geen 1-3 /ha Drie Koningen 107 c NH L/Fijnspar 1978 Hooghout Stamsgewijs 50 % - 75 % geen geen geen > 100 /ha /ha 1-3 /ha Drie Koningen 108 a N+L naaldhout+loofhout 1965 Hooghout Groepsgewijs > 75 % geen geen geen /ha geen geen Drie Koningen 109 a L+N loofhout+naaldhout Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen > 100 /ha /ha geen Drie Koningen 109 b L+N Beuk 1955 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen > 100 /ha 1-10 /ha geen Drie Koningen 109 c NH L 1950 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen > 100 /ha 1-10 /ha geen Drie Koningen 109 d L+N Beuk/Do 1890 Hooghout Groepsgewijs > 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Drie Koningen 110 a L+N Zomereik/Beuk 1950 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen /ha geen geen Drie Koningen 111 a NH L/Do 1970 Hooghout Groepsgewijs > 75 % geen geen geen > 100 /ha geen geen Drie Koningen 112 a L+N loofhout+naaldhout Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen > 100 /ha geen geen Drie Koningen 113 a LH loofhout Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen > 100 /ha /ha geen Drie Koningen 114 a NH L 1950 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen > 100 /ha /ha geen Drie Koningen 115 a N+L naaldhout+loofhout Hooghout Groepsgewijs > 75 % geen geen geen /ha geen geen Drie Koningen 115 b LH loofhout+naaldhout 1850 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % geen /ha geen geen Drie Koningen 115 c L+N loofhout Hooghout Groepsgewijs > 75 % < 5 % geen geen < 5 /ha geen geen Drie Koningen 115 d LH naaldhout+loofhout 1976 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen geen geen geen Drie Koningen 115 e LH loofhout Hooghout Stamsgewijs 50 % - 75 % geen geen geen Drie Koningen 115 w Wa Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Drie Koningen 115 x pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Drie Koningen 116 a L+N Weymouth/populier 1985 Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % < 5 /ha geen geen Drie Koningen 117 a NH L 1950 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Drie Koningen 118 a LH Do 1965 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % /ha 1-10 /ha geen Drie Koningen 119 a NH Weymouth/Fijnspar 1980 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Drie Koningen 119 w Wa Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Drie Koningen 120 a N+L Fijnspar+loofhout 1975 Hooghout Stamsgewijs 50 % - 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Bosplaats Perceel Best and Bestands type HoofdBoomsoort Plantjaar Bedrijfsvo rm Mengingsvor m Sluitingsgraa d av zaailingen av struiklaag av boomlaag

277 liggend dood hout - dun liggend dood hout - dik liggend dood hout - zeer dik Drie Koningen 121 a LH Ame. eik 1930 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen > 100 /ha 1-10 /ha 1-3 /ha Drie Koningen 122 a NH Do 1965 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Drie Koningen 123 a LH loofhout 1920 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen /ha geen geen Drie Koningen 124 a LH Es/Gewone esdoorn Hooghout Groepsgewijs > 75 % geen geen geen /ha geen geen Drie Koningen 124 b NH Fijnspar/Do Hooghout Groepsgewijs > 75 % geen geen geen geen geen geen Drie Koningen 124 c L+N loofhout+naaldhout Hooghout Groepsgewijs > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Drie Koningen 125 a LH Zomereik Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Hulstlo 300 a L+N Zomereik/L Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Hulstlo 300 b N+L Zomereik/L Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen /ha geen geen Hulstlo 300 c LH Beuk Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % /ha geen geen Hulstlo 301 a NH Fijnspar 1977 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Hulstlo 301 b LH populier/fijnspar 1977 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Hulstlo 302 a N+L naaldhout+loofhout 1993 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen geen geen geen Hulstlo 302 b NH Grove den 1993 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen geen geen geen Hulstlo 302 c LH BeukK/Es 1993 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen geen geen geen Hulstlo 302 d NH Corsicaanse den 1993 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen geen geen geen Hulstlo 302 e NH Fijnspar 1993 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen geen geen geen Hulstlo 303 a NH Corsicaanse den 1965 Hooghout Groepsgewijs > 75 % 5-25 % % % < 5 /ha geen geen Hulstlo 303 b LH loofhout 1993 Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % geen geen geen geen geen Hulstlo 303 c LH populier/zomereik 1993 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Hulstlo 303 d LH Gewone esdoorn 1993 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen geen geen geen Hulstlo 303 e N+L naaldhout+loofhout 1993 Hooghout Groepsgewijs > 75 % geen geen geen /ha geen geen Hulstlo 304 a LH av Hooghout Homogeen > 75 % % % % /ha geen geen Hulstlo 304 b LH Zomereik/Ame. eik Hooghout Groepsgewijs > 75 % % % % /ha geen geen Hulstlo 304 c TB loofhout Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. < 5 % < 5 % < 5 % > 100 /ha 1-10 /ha geen Hulstlo 304 d LH berk/ame. eik Hakhout Stamsgewijs > 75 % < 5 % geen geen /ha geen geen Hulstlo 305 a LH Zomereik Hooghout Homogeen > 75 % 5-25 % 5-25 % 5-25 % /ha geen geen Hulstlo 306 a LH berk/zomereik Hakhout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % < 5 /ha geen geen Lindeveld 401 a LH Zomereik/Zomerlinde 1999 Hooghout Groepsgewijs > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Lindeveld 401 b LH loofhout+naaldhout 1980 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % geen < 5 /ha 1-10 /ha geen Lindeveld 402 a L+N Zomereik/Fijnspar 1980 Hooghout Groepsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % geen /ha 1-10 /ha geen Lindeveld 402 b LH Witte els Hakhout Homogeen > 75 % 5-25 % < 5 % geen > 100 /ha geen geen Lindeveld 402 c LH Beuk/Ame. eik 1880 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Lindeveld 403 a LH Hazelaar/zomereik 1980 Hakhout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen geen geen geen Lindeveld 404 a LH loofhout 1975 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen geen geen geen Lindeveld 405 a LH Beuk Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen > 100 /ha 1-10 /ha geen Lindeveld 406 a LH Witte els 1983 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Lindeveld 407 a LH berk 1983 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha geen geen Lindeveld 407 y pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Lindeveld 408 a TB Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt % < 5 % geen geen geen geen Lindeveld 409 a LH Zomereik Hooghout Homogeen > 75 % % % geen < 5 /ha geen geen Lindeveld 410 y pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Lindeveld 411 a LH Zomereik/berk 1972 Hooghout Stamsgewijs > 75 % 5-25 % 5-25 % 5-25 % > 100 /ha 1-10 /ha geen Lindeveld 412 a LH Witte els/gewone Hakhout Stamsgewijs > 75 % 5-25 % 5-25 % < 5 % > 100 /ha geen geen Lindeveld 412 b LH Zomereik/berk 1984 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Lindeveld 412 c LH populier 1-20 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen geen geen geen Bosplaats Perceel Best and Bestands type HoofdBoomsoort Plantjaar Bedrijfsvo rm Mengingsvor m Sluitingsgraa d av zaailingen av struiklaag av boomlaag

278 liggend dood hout - dun liggend dood hout - dik liggend dood hout - zeer dik Lindeveld 412 d LH loofhout Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen > 100 /ha 1-10 /ha geen Lindeveld 412 e L+N loofhout+naaldhout Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % /ha 1-10 /ha geen Lindeveld 412 f LH Zomerlinde/Zomereik 1-20 Hooghout Groepsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % < 5 /ha geen geen Lindeveld 412 g NH Douglas 1974 Hooghout Homogeen 50 % - 75 % < 5 % < 5 % < 5 % > 100 /ha 1-10 /ha geen Lindeveld 412 h LH berk 1-20 Hooghout Homogeen 25 % - 50 % < 5 % < 5 % < 5 % > 100 /ha geen geen Lindeveld 412 i LH Wilg Hooghout Homogeen > 75 % geen < 5 % geen /ha geen geen Lindeveld 412 j LH populier 1-20 Hooghout Homogeen 50 % - 75 % geen geen geen /ha geen geen Lindeveld 412 y pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Lindeveld 413 a LH Zomereik/Ame. eik 1984 Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % < 5 /ha geen geen Lindeveld 414 a LH Zomereik Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % /ha geen 1-3 /ha Lindeveld 414 b LH Beuk 1890 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % geen /ha geen geen Lindeveld 414 c LH Zomereik 1996 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen geen geen geen Lindeveld 414 d L+N loofhout+fijnspar Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen > 100 /ha 1-10 /ha geen Lindeveld 414 y pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Lindeveld 415 a LH Witte els/zomereik 1-20 Hakhout Homogeen 50 % - 75 % 5-25 % 5-25 % 5-25 % /ha geen geen Lindeveld 416 a LH Zomereik/berk Hooghout Homogeen > 75 % % % % /ha 1-10 /ha geen Lindeveld 416 b LH Zomereik/berk 1982 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen /ha geen geen Lindeveld 416 y pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Lindeveld 417 a LH Zomereik Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % geen /ha geen geen Lindeveld 417 b LH berk 1978 Hakhout Homogeen > 75 % geen geen geen > 100 /ha geen geen Lindeveld 417 c TB Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Lindeveld 417 d LH loofhout 1978 Hakhout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen > 100 /ha 1-10 /ha geen Lindeveld 418 a LH Zomereik/berk Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % /ha geen geen Lindeveld 418 b NH L 1935 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Lindeveld 418 c LH Beuk 1860 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Lindeveld 418 d TB Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Lindeveld 418 e LH Witte els 1980 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha geen geen Lindeveld 418 f TB Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Lindeveld 418 g LH Ame. eik/berk Hakhout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen > 100 /ha geen geen Lindeveld 418 h LH Zomereik 2012 Hooghout Homogeen < 25 % geen geen geen geen geen geen Lindeveld 418 i LH Zomereik Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen geen geen geen Lindeveld 418 j LH Zomereik Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % geen geen < 5 /ha 1-10 /ha geen Lindeveld 418 y pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Lindeveld 419 a NH Fijnspar 1976 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % /ha geen geen Lindeveld 419 y pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Lindeveld 420 a LH Beuk 1890 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % geen > 100 /ha geen geen Lindeveld 420 b NH L/Zomereik 1935 Hooghout Homogeen 50 % - 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Lindeveld 420 c LH Witte els 1982 Hakhout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha geen geen Lindeveld 420 d LH Zomereik 1998 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen geen geen geen Lindeveld 420 e LH Zomereik/Beuk 1918 Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % /ha geen geen Lindeveld 420 y pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Lindeveld 421 a LH Zomereik 1916 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % /ha geen geen Lindeveld 421 b LH Zomereik /Zomerlinde 1998 Hooghout Groepsgewijs > 75 % geen geen geen geen geen geen Lindeveld 421 y pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Lindeveld 422 a LH loofhout Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % < 5 /ha geen geen Lindeveld 422 b LH Zomereik 1998 Hooghout Homogeen > 75 % Bosplaats Perceel Best and Bestands type HoofdBoomsoort Plantjaar Bedrijfsvo rm Mengingsvor m Sluitingsgraa d av zaailingen av struiklaag av boomlaag

279 liggend dood hout - dun liggend dood hout - dik Lindeveld 422 c LH Witte els 1983 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % /ha geen geen Lindeveld 423 a LH zberk 1983 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Lindeveld 424 a LH zberk 1984 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen /ha geen geen Lindeveld 424 y pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Lindeveld 425 a LH Zomereik 1997 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen geen geen geen Lindeveld 425 b LH Witte els 1983 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % geen geen geen Lindeveld 426 a NH Grove den 1945 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % > 100 /ha 1-10 /ha geen Lindeveld 427 a NH Fijnspar 1976 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen > 100 /ha 1-10 /ha geen Lindeveld 427 b LH Witte els 1983 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % geen geen geen Lindeveld 427 y pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Lindeveld 428 a L+N Zomereik/Lork 1963 Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % /ha 1-10 /ha geen Lindeveld 428 b NH Fijnspar 1966 Hooghout Homogeen geen geen geen < 5 /ha 1-10 /ha geen Lindeveld 429 a LH loofhout 1910 Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % > 100 /ha geen geen Lindeveld 429 y pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Lindeveld 430 y pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Lindeveld 431 a N+L Grove den 1946 Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % > 100 /ha 1-10 /ha geen Lindeveld 431 b NH Fijnspar 1973 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % /ha 1-10 /ha geen Lindeveld 431 y pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Lindeveld 432 a LH zberk 1982 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Lindeveld 432 t Inf Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Lindeveld 432 y Inf Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Lindeveld 440 a NH Grove den Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % < 5 /ha 1-10 /ha geen Lindeveld 440 b NH Corsicaanse den Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % geen geen geen Lindeveld 440 c N+L Lork/zberk Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % /ha geen geen Lindeveld 440 d N+L zberk/douglas 1-20 Hooghout Groepsgewijs > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Lindeveld 440 e NH Grove den Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Lindeveld 441 a N+L Beuk/Zomereik Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % 5-25 % < 5 % /ha geen geen Lindeveld 442 a NH Fijnspar Hooghout Homogeen 50 % - 75 % < 5 % geen geen /ha geen geen Lindeveld 450 a L+N loofhout 1910 Hooghout Groepsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % > 100 /ha > 30 /ha geen Lindeveld 450 b LH Zomereik 1-20 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Lindeveld 460 a NH Grove den Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % /ha 1-10 /ha geen Lindeveld 460 b LH loofhout 2012 Hooghout Stamsgewijs < 25 % geen geen geen /ha geen geen Lindeveld 470 a L+N loofhout 2005 Hooghout Stamsgewijs < 25 % 5-25 % 5-25 % geen < 5 /ha geen geen Lindeveld 470 b NH Do/l 1950 Hooghout Groepsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % geen /ha 1-10 /ha geen Lindeveld 471 a LH berk 1990 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % /ha 1-10 /ha geen Sint-Amandus 201 a LH Zomereik/zberk Hooghout Groepsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % > 100 /ha 1-10 /ha geen Sint-Amandus 202 a LH zberk 1992 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % 5-25 % 5-25 % /ha geen geen Sint-Amandus 203 a NH Fijnspar Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen geen geen geen Sint-Amandus 204 a LH Zomereik 1993 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen geen geen geen Sint-Amandus 205 a LH berk/gewone esdoorn 1992 Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen Sint-Amandus 206 a NH Grove den 1980 Hooghout Homogeen 50 % - 75 % geen geen geen geen geen geen Sint-Amandus 207 a LH Zomereik 2009 Hooghout Homogeen < 25 % geen geen geen geen geen geen Vagevuurbossen 849 a NH Corsicaanse den Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % geen geen < 5 /ha geen geen Vagevuurbossen 850 a NH Corsicaanse den Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % geen geen < 5 /ha geen geen Vagevuurbossen 851 a N+L berk/fijnspar Hooghout Stamsgewijs 50 % - 75 % < 5 % < 5 % geen geen geen geen Vagevuurbossen 852 a NH Fijnspar Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen < 5 /ha geen geen liggend dood hout - zeer dik Bosplaats Perceel Best and Bestands type HoofdBoomsoort Plantjaar Bedrijfsvo rm Mengingsvor m Sluitingsgraa d av zaailingen av struiklaag av boomlaag

280 liggend dood hout - dun liggend dood hout - dik liggend dood hout - zeer dik Vagevuurbossen 853 a LH berk 1-20 Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % geen /ha geen geen Vagevuurbossen 854 a LH Zomereik/Ame. eik Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % geen /ha geen geen Vagevuurbossen 854 b N+L loofhout/lork Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % > 100 /ha 1-10 /ha geen Vagevuurbossen 854 c LH Zomereik 1-20 Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen geen geen geen Vagevuurbossen 855 a LH Zomereik Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % < 5 /ha geen geen Vagevuurbossen 855 b NH Douglas/lork Hooghout Groepsgewijs 50 % - 75 % < 5 % < 5 % < 5 % < 5 /ha geen geen Vagevuurbossen 856 a LH Zomereik Hooghout Stamsgewijs 50 % - 75 % 5-25 % 5-25 % 5-25 % < 5 /ha geen geen Vagevuurbossen 857 a LH berk/zomereik Hooghout Stamsgewijs > 75 % 5-25 % < 5 % geen < 5 /ha 1-10 /ha geen Wildenburg 700 a pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Wildenburg 700 b LH Zomereik/Beuk Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % geen geen geen geen Wildenburg 700 c LH Zomereik Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % geen > 100 /ha 1-10 /ha geen Wildenburg 700 t Inf Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Wildenburg 700 w1 Wa Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Wildenburg 700 w2 Wa Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Wildenburg 700 x pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Wildenburg 700 y pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Wildenburg 701 a TB Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. < 5 % < 5 % geen geen geen geen Wildenburg 702 a L+N loofhout+naaldhout Hooghout Stamsgewijs 25 % - 50 % geen geen geen geen geen geen Wildenburg 702 b LH Zomereik Hooghout Homogeen > 75 % 5-25 % 5-25 % 5-25 % Wildenburg 702 t Inf Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Wildenburg 703 x pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Wildenburg 703 y pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Wildenburg 703 z pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Wildenburg 704 a LH Zomereik/Lork Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % < 5 /ha geen geen Wildenburg 704 b LH Zomereik/berk 1-20 Hooghout Homogeen 25 % - 50 % < 5 % < 5 % geen /ha geen geen Wildenburg 704 c NH Douglas/Fijnspar 1961 Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % /ha geen geen Wildenburg 704 d L+N Zomereik/Douglas 1-20 Hooghout Stamsgewijs < 25 % < 5 % geen geen geen geen geen Wildenburg 704 e LH Beuk 1991 Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % geen < 5 /ha geen geen Wildenburg 705 a L+N loofhout+naaldhout 2013 Hooghout Groepsgewijs < 25 % geen geen geen geen geen geen Wildenburg 705 b L+N Ame. eik/tamme Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % geen > 100 /ha geen geen Wildenburg 705 c LH loofhout 1-20 Hooghout Homogeen 50 % - 75 % geen geen geen /ha geen geen Wildenburg 706 a LH Beuk/Zomereik Hooghout Stamsgewijs 50 % - 75 % geen geen geen geen geen geen Wildenburg 707 a LH loofhout Hooghout Stamsgewijs > 75 % 5-25 % < 5 % geen /ha geen geen Wildenburg 707 b LH loofhout Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % /ha 1-10 /ha geen Wildenburg 708 x pop Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. geen geen geen geen geen geen Wildenburg 709 a LH Zomereik/Beuk Hooghout Stamsgewijs > 75 % < 5 % 5-25 % geen < 5 /ha 1-10 /ha geen Wildenburg 710 a LH populier Hooghout Stamsgewijs > 75 % 5-25 % 5-25 % 5-25 % /ha 1-10 /ha geen Wildenburg 711 a L+N Zomereik/Fijnspar Hooghout Groepsgewijs > 75 % geen geen geen /ha 1-10 /ha geen Wildenburg 712 a LH Zomereik Hooghout Homogeen > 75 % < 5 % < 5 % < 5 % > 100 /ha /ha 1-3 /ha Wildenburg 712 b LH berk 1-20 Hooghout Homogeen 25 % - 50 % geen geen geen /ha geen geen Wildenburg 712 c LH Ame. eik Hooghout Homogeen > 75 % geen geen geen > 100 /ha 1-10 /ha geen Wildenburg 712 d LH Beuk/Ame. eik Hooghout Stamsgewijs > 75 % geen < 5 % geen > 100 /ha geen geen Wildenburg 712 e LH Zomereik Hooghout Homogeen 50 % - 75 % < 5 % < 5 % geen > 100 /ha 1-10 /ha geen Bosplaats Perceel Best and Bestands type HoofdBoomsoort Plantjaar Bedrijfsvo rm Mengingsvor m Sluitingsgraa d av zaailingen av struiklaag av boomlaag

281 Bijlagen Bijlage 5: Overzicht dendrometrische gegevens alle bestanden Pagina 224 van 224

282 Bosplaats Perceel Bestand Opp. (ha) stamtal aantal/ha Levende bomen grondvlak m²/ha volume m³/ha stamtal aantal/ha Dode bomen grondvlak m²/ha volume m³/ha % inheems Blauwhuisbossen 600 a 4,6 599,29 26,71 236,96 39,30 0,21 0,72 79 Blauwhuisbossen 600 b 0,91 196,49 26,16 261,99 38 Blauwhuisbossen 600 c 0,64 157,19 16,55 164,06 0 Blauwhuisbossen 601 a 2,79 275,08 26,15 251,29 35 Blauwhuisbossen 601 b 2,46 392,98 16,95 153,21 81 Blauwhuisbossen 601 c 1 314,38 9,80 69,98 36 Blauwhuisbossen 601 d 0,92 569,81 23,94 209,97 39,30 0,75 5,37 55 Blauwhuisbossen 602 a 3,76 520,69 33,43 302,38 71 Blauwhuisbossen 602 b 2,83 785,95 34,36 313, Blauwhuisbossen 602 c 1,61 599,29 23,18 202,09 39,30 0,21 0,72 75 Blauwhuisbossen 603 a 0,93 589,46 32,50 262,02 44 Blauwhuisbossen 603 b 1 510,87 37,04 370,80 0 Blauwhuisbossen 603 c 2,81 392,98 17,19 138,54 39,30 0,85 6,31 86 Blauwhuisbossen 603 d 2,45 638,58 41,93 370,19 39,30 0,13 0,29 74 Blauwhuisbossen 604 a 5,63 790,86 32,92 310,07 84 Blauwhuisbossen 605 a 1,77 943,14 31,40 291, Blauwhuisbossen 605 b 0,33 599,29 24,49 156, Blauwhuisbossen 606 a 3,6 451,92 21,72 199,25 73 Blauwhuisbossen 606 b 0,62 471,57 43,98 370,08 0 Blauwhuisbossen 607 a 3,74 451,92 23,75 201,76 196,49 0,93 2,73 63 Blauwhuisbossen 607 b 1,34 442,10 19,90 175,31 0 Blauwhuisbossen 608 a 1,12 392,98 25,90 247,79 14 Blauwhuisbossen 608 c 1, ,94 40,49 387,34 196,49 0,87 2,39 35 Blauwhuisbossen 609 a 1, ,71 38,36 307,82 275,08 2,09 11,71 55 Blauwhuisbossen 610 a 1,17 392,98 16,29 144,11 74 Blauwhuisbossen 611 a 1,73 98,24 39,74 407,17 83 Blauwhuisbossen 611 b 0, ,22 4,69 8, Blauwhuisbossen 611 c 0,9 392,98 16,29 144,11 74 Blauwhuisbossen 611 d 0,58 658,23 35,27 276,35 78,60 2,03 16,24 94 Blauwhuisbossen 613 a 1,23 658,23 35,27 276,35 78,60 2,03 16,24 94 Blauwhuisbossen 613 b 0,84 196,49 26,16 261,99 38 Blauwhuisbossen 613 c 3,15 196,49 31,92 303,27 31 Blauwhuisbossen 614 a 2, ,12 24,64 154,37 70 Blauwhuisbossen 614 b 1,41 491,22 21,22 182,96 92 Blauwhuisbossen 615 a 6,64 481,39 32,86 303,51 137,54 0,73 4,87 4 Blauwhuisbossen 616 a 0,99 825,25 15,91 110,03 85 Blauwhuisbossen 617 a 0,32 825,25 15,91 110,03 85 Blauwhuisbossen 618 a 2,53 304,56 35,73 338,84 34 Blauwhuisbossen 619 a 3,49 648,41 48,09 445,71 117,89 0,66 2,40 55 Blauwhuisbossen 620 a 2,69 515,78 43,45 466,55 4,91 0,79 8,51 98 Blauwhuisbossen 622 b 0,4 1336,12 23,76 160,34 117,89 0,59 1,86 62 Blauwhuisbossen 623 a 0,59 825,25 15,91 110,03 85 Blauwhuisbossen 624 a 1,28 815,42 33,52 295,16 88,42 8,62 88,57 87 Bulskampveld 501 a 0,91 353,68 23,06 233,89 39,30 0,55 4,46 0 Bulskampveld 502 a 1,41 540,34 31,11 267, Bulskampveld 502 b 0,94 275,08 26,30 403,38 0 Bulskampveld 503 a 0,73 392,98 21,02 217,15 157,19 2,71 23,85 1 Bulskampveld 517 a 2,47 127,72 32,36 478,81 0 Bulskampveld 517 b 0,8 677,88 44,56 405,46 157,19 1,93 11, Bulskampveld 517 c 0,91 216,14 57,57 855,22 0 Bulskampveld 518 a 1,72 461,75 32,44 315,76 9,82 2,53 28, Bulskampveld 518 b 1,81 510,87 27,38 225, Bulskampveld 518 c 0,82 58,95 29,13 389, Bulskampveld 519 a 1,55 530,52 29,95 248, Bulskampveld 519 b 0,51 167,01 35,84 433,12 0 Bulskampveld 519 c 0,75 530,52 29,95 248, Bulskampveld 519 d 2,88 127,72 29,21 356,81 0 Bulskampveld 520 a 2,52 176,84 17,39 182,15 0 Bulskampveld 520 b 0,63 353,68 23,06 233,89 39,30 0,55 4,46 0 Bulskampveld 520 c 2,25 677,88 44,56 405,46 157,19 1,93 11, Bulskampveld 520 d 0,43 825,25 2,63 3, Bulskampveld 521 a 3,42 451,92 25,32 222,90 100

283 Levende bomen Dode bomen Bosplaats Perceel Bestand Opp. (ha) stamtal grondvlak volume stamtal grondvlak volume aantal/ha m²/ha m³/ha aantal/ha m²/ha m³/ha % inheems Bulskampveld 522 a 2,13 442,10 19,00 166,61 62 Bulskampveld 523 a 2,29 442,10 19,00 166,61 62 Bulskampveld 524 a 0,98 825,25 15,69 103, Bulskampveld 524 b 0,82 825,25 15,69 87, Bulskampveld 524 c 0,6 825,25 5,99 25, Bulskampveld 524 d 0,12 825,25 15,69 130,09 0 Bulskampveld 524 e 0,54 353,68 23,06 233,89 39,30 0,55 4,46 0 Bulskampveld 525 a 1,56 825,25 15,69 103, Bulskampveld 526 a 1,47 432,27 33,67 281, Bulskampveld 526 b 1,6 392,98 20,21 149, Bulskampveld 526 c 0,66 108,07 28,25 359, Bulskampveld 526 d 0,93 707,36 26,83 187, Bulskampveld 526 e 0,11 825,25 19,87 166, Bulskampveld 526 f 0,37 353,68 23,06 233,89 39,30 0,55 4,46 0 Bulskampveld 526 g 0,52 825,25 19,87 166, Bulskampveld 527 a 0,9 78,60 33,08 443, Bulskampveld 528 a 1,33 432,27 33,67 281, Bulskampveld 528 b 0,76 432,27 33,67 281, Bulskampveld 528 c 0,36 108,07 28,25 359, Bulskampveld 528 d 0,2 825,25 6,42 23, Bulskampveld 528 e 0,24 589,46 19,38 168,46 19,65 0,28 2,23 40 Bulskampveld 529 a 1,39 825,25 6,42 23, Bulskampveld 529 b 0,31 216,14 38,07 434,49 30 Bulskampveld 529 c 0,46 432,27 33,67 281, Bulskampveld 530 a 1,18 707,36 26,83 187, Bulskampveld 531 a 1,53 432,27 33,67 281, Bulskampveld 532 a 2,27 422,45 20,76 174,35 9,82 1,45 20,13 56 Bulskampveld 532 b 0,47 432,27 33,67 281, Bulskampveld 533 a 1,01 432,27 33,67 281, Bulskampveld 533 b 0,89 363,50 24,93 263,62 39,30 0,32 1,57 5 Bulskampveld 533 c 1, ,20 37,32 293,63 117,89 0,62 2,07 47 Bulskampveld 534 a 0,9 432,27 33,67 281, Bulskampveld 534 b 0, ,20 37,32 293,63 117,89 0,62 2,07 47 Bulskampveld 535 a 0,82 432,27 33,67 281, Bulskampveld 589 a 1,42 825,25 30,09 229, Bulskampveld 590 a 1,83 628,76 29,12 274,68 52 Bulskampveld 591 a 1,56 432,27 28,14 320,28 0 Bulskampveld 593 a 1, ,86 36,51 327,30 0 Drie Koningen 101 a 2, ,33 28,35 209,08 39,30 0,13 0,20 0 Drie Koningen 101 b 1,16 294,73 11,41 125,46 0 Drie Koningen 101 c 0,64 952,96 35,32 291,43 78,60 0,41 1,35 1 Drie Koningen 101 d 1,51 618,94 20,65 155,47 39,30 2,31 21, Drie Koningen 101 e 0,78 422,45 23,92 227,95 108,07 5,82 59, Drie Koningen 102 a 1,17 481,39 25,05 226,77 39,30 0,55 3,74 70 Drie Koningen 102 b 0,93 383,15 37,19 422,57 0 Drie Koningen 102 c 1,77 225,96 11,56 113,51 11 Drie Koningen 102 d 1,15 874,37 31,53 259,13 78,60 0,41 1,35 1 Drie Koningen 103 a 0,79 451,92 19,18 170,05 39,30 0,55 3,74 92 Drie Koningen 103 b 1,57 363,50 43,18 397,08 0 Drie Koningen 103 c 1,01 265,26 17,36 172,33 7 Drie Koningen 104 a 1,87 117,89 20,45 185,14 39,30 1,62 14, Drie Koningen 105 a 1,36 510,87 47,07 452,02 117,89 0,71 2,78 46 Drie Koningen 105 b 2,32 373,33 15,07 137,57 117,89 0,71 2,78 80 Drie Koningen 106 a 2,66 137,54 22,27 221,16 81 Drie Koningen 107 a 0,96 510,87 37,04 370,80 0 Drie Koningen 107 b 0,56 383,15 25,08 199,84 117,89 0,71 2,78 44 Drie Koningen 107 c 0,88 510,87 37,04 370,80 0 Drie Koningen 108 a 1,23 481,39 48,76 433,74 39,30 0,98 8,57 9 Drie Koningen 109 a 0,75 481,39 48,76 433,74 39,30 0,98 8,57 9 Drie Koningen 109 b 1,28 314,38 28,99 283,24 82 Drie Koningen 109 c 1,31 402,80 40,01 416,17 0 Drie Koningen 109 d 0,38 137,54 52,73 573,52 71 Drie Koningen 110 a 1,4 520,69 33,43 302,38 71 Drie Koningen 111 a 1,5 658,23 39,11 487,73 78,60 1,92 17,13 62

284 Levende bomen Dode bomen Bosplaats Perceel Bestand Opp. (ha) stamtal grondvlak volume stamtal grondvlak volume aantal/ha m²/ha m³/ha aantal/ha m²/ha m³/ha % inheems Drie Koningen 112 a 2,76 245,61 27,88 293,46 75 Drie Koningen 113 a 2,46 785,95 37,74 375,95 39,30 0,91 6,98 74 Drie Koningen 114 a 1,17 402,80 40,01 416,17 0 Drie Koningen 115 a 2,13 275,08 29,77 306,23 27 Drie Koningen 115 b 0,93 137,54 52,73 671,20 71 Drie Koningen 115 c 1,98 510,87 46,10 445,95 16 Drie Koningen 115 e 0,51 275,08 29,77 306,23 27 Drie Koningen 116 a 0,5 235,79 23,42 192,13 Drie Koningen 117 a 0,76 206,31 22,17 249,19 12 Drie Koningen 118 a 1,04 324,20 38,45 461,71 0 Drie Koningen 120 a 1,22 314,38 30,27 284,71 2 Drie Koningen 121 a 2,95 363,50 26,46 238,99 17 Drie Koningen 122 a 1,12 324,20 38,45 461,71 0 Drie Koningen 123 a 0,66 383,15 17,49 166,95 9,82 1,38 14, Drie Koningen 124 a 1 992,26 74,27 726,82 95 Drie Koningen 124 b 1,41 653,32 50,70 391,08 19,65 0,17 0,87 1 Drie Koningen 124 c 1 383,15 36,68 339,05 39,30 2,70 30,86 24 Drie Koningen 125 a 0,74 383,15 27,03 243, Hulstlo 300 a 1,09 638,58 43,67 423,88 49 Hulstlo 300 b 1, ,68 35,14 299,40 117,89 1,21 7,42 46 Hulstlo 300 c 0,41 186,66 42,92 483,03 78 Hulstlo 301 a 5,11 746,65 29,53 215,57 1 Hulstlo 301 b 1, ,13 58,92 562,90 39,30 0,14 0,24 1 Hulstlo 302 a 0, ,17 33,78 161,43 81 Hulstlo 302 b 1, ,07 20,69 81, Hulstlo 302 c 1, ,88 47,69 233, Hulstlo 302 d 5, ,07 20,69 53,90 0 Hulstlo 302 e 2, ,17 33,78 158,55 0 Hulstlo 303 a 1, ,10 54,24 553,77 39,30 0,17 1,32 0 Hulstlo 303 b 0, ,31 22,67 143,61 74 Hulstlo 303 c 1,02 903,84 26,50 150,28 39 Hulstlo 303 d 0, ,47 40,65 255, Hulstlo 303 e 1,48 825,25 7,33 22,84 49 Hulstlo 304 a 1, ,03 19,21 114,72 275,08 3,33 24,86 16 Hulstlo 304 b 2,49 913,67 28,43 250,82 62 Hulstlo 304 d 3,4 2043,47 25,09 157,65 78,60 0,59 2,91 70 Hulstlo 305 a 1,88 943,14 25,10 186,20 39,30 0,17 0, Hulstlo 306 a 2, ,83 26,42 195,01 149,33 0,70 1,95 88 Lindeveld 401 a 0, ,20 15,71 58, Lindeveld 401 b 0, ,79 31,05 226,57 275,08 2,30 13,01 43 Lindeveld 402 a 0, ,93 34,16 266,72 57 Lindeveld 402 b 0, ,31 42,62 293,44 78,60 0,35 0,95 23 Lindeveld 402 c 0, ,12 31,48 297,44 39,30 0,29 1,46 88 Lindeveld 403 a 0, ,31 42,62 203,23 78,60 0,35 0, Lindeveld 404 a 0, ,20 26,67 190,36 157,19 0,89 3, Lindeveld 405 a 0,55 68,77 37,87 437, Lindeveld 406 a 0, ,50 24,40 166,78 39,30 0,14 0,23 41 Lindeveld 407 a 1,3 1611,20 26,67 190,36 157,19 0,89 3, Lindeveld 409 a 0,32 903,84 29,31 250,99 39,30 0,34 1,74 99 Lindeveld 411 a 1,16 943,14 23,56 164,85 78,60 0,37 1,01 89 Lindeveld 412 a 0,8 1650,50 22,18 147,06 39,30 0,20 0,61 57 Lindeveld 412 b 1,13 864,55 11,90 61,49 89 Lindeveld 412 c 0,44 235,79 18,28 160,00 Lindeveld 412 d 0,41 510,87 28,07 202,72 27 Lindeveld 412 e 1,02 746,65 11,26 82,92 66 Lindeveld 412 f 0, ,20 12,33 44, Lindeveld 412 g 1,27 589,46 28,67 281,08 2 Lindeveld 412 i 0,22 746,65 13,61 78, Lindeveld 412 j 0,99 117,89 14,03 104, Lindeveld 413 a 0,3 943,14 23,56 164,85 78,60 0,37 1,01 89 Lindeveld 414 a 0,37 903,84 29,31 250,99 39,30 0,34 1,74 99 Lindeveld 414 b 1,05 68,77 37,87 437, Lindeveld 414 c 0, ,20 12,33 44, Lindeveld 414 d 0, ,79 31,05 226,57 275,08 2,30 13,01 43

285 Levende bomen Dode bomen Bosplaats Perceel Bestand Opp. (ha) stamtal grondvlak volume stamtal grondvlak volume aantal/ha m²/ha m³/ha aantal/ha m²/ha m³/ha % inheems Lindeveld 415 a 0, ,50 22,18 147,06 39,30 0,20 0,61 57 Lindeveld 416 a 0,93 903,84 29,31 250,99 39,30 0,34 1,74 99 Lindeveld 416 b 0,28 903,84 29,31 250,99 39,30 0,34 1,74 99 Lindeveld 417 a 0,37 245,61 22,81 260, Lindeveld 417 b 0, ,20 26,67 190,36 157,19 0,89 3, Lindeveld 417 d 0, ,33 25,88 174,01 117,89 0,74 3,25 85 Lindeveld 418 a 1, ,75 25,78 203,37 96 Lindeveld 418 b 1,72 491,22 20,25 215,25 11 Lindeveld 418 c 0,61 127,72 39,14 502, Lindeveld 418 e 0, ,22 20,53 127,85 196,49 2,20 13,69 4 Lindeveld 418 g 0,6 1827,33 25,88 174,01 117,89 0,74 3,25 85 Lindeveld 418 j 0,56 245,61 22,81 260, Lindeveld 419 a 0,46 235,79 15,72 115,61 0 Lindeveld 420 a 1,51 127,72 39,14 502, Lindeveld 420 b 1,08 235,79 21,16 218,94 29 Lindeveld 420 c 1, ,22 20,53 127,85 196,49 2,20 13,69 4 Lindeveld 420 d 0,45 943,14 25,10 186,20 39,30 0,17 0, Lindeveld 420 e 1,12 294,73 28,55 260, Lindeveld 421 a 1,77 294,73 28,55 260, Lindeveld 421 b 0, ,20 15,71 58, Lindeveld 422 a 0,91 294,73 28,55 260, Lindeveld 422 b 0,17 943,14 25,10 186,20 39,30 0,17 0, Lindeveld 422 c 1, ,22 20,53 127,85 196,49 2,20 13,69 4 Lindeveld 423 a 0, ,26 26,64 162,87 99 Lindeveld 424 a 0, ,20 26,67 190,36 157,19 0,89 3, Lindeveld 425 a 0,64 943,14 25,10 186,20 39,30 0,17 0, Lindeveld 425 b 1, ,22 20,53 127,85 196,49 2,20 13,69 4 Lindeveld 426 a 1,6 707,36 19,57 137, Lindeveld 427 a 0,75 746,65 29,53 215,57 1 Lindeveld 427 b 0, ,22 20,53 127,85 196,49 2,20 13,69 4 Lindeveld 428 a 0,7 284,91 16,55 161,01 39,30 0,20 0,61 66 Lindeveld 428 b 0,79 451,92 34,77 327,10 39,30 1,62 16,52 0 Lindeveld 429 a 0, ,41 26,00 183,71 235,79 2,01 10,56 85 Lindeveld 431 a 2,87 618,94 37,95 267,24 78,60 1,07 6, Lindeveld 431 b 0,14 746,65 29,53 215,57 1 Lindeveld 432 a 0,65 618,94 37,95 267,24 78,60 1,07 6, Lindeveld 440 a 4, ,74 41,93 329,37 39,30 0,14 0, Lindeveld 440 b 0,65 599,29 44,22 426,79 0 Lindeveld 440 c 2, ,93 25,10 221,87 39,30 0,20 0,61 39 Lindeveld 440 d 1, ,58 16,35 84,41 63 Lindeveld 440 e 6, ,22 43,56 336,72 78,60 0,35 1, Lindeveld 450 a 1,45 530,52 28,93 254,58 9,82 1,38 14,76 76 Lindeveld 450 b 1,07 943,14 25,10 186,20 39,30 0,17 0, Lindeveld 460 a 4,13 461,75 24,39 193,55 19,65 0,56 4, Lindeveld 470 b 0,96 265,26 23,49 228,38 78,60 1,29 8,61 0 Lindeveld 471 a 1, ,79 20,81 131,00 39,30 0,14 0, Sint-Amandus 201 a 2,21 245,61 19,54 216, Sint-Amandus 202 a 2, ,39 17,85 120,01 93 Sint-Amandus 203 a 0,19 746,65 29,53 215,57 1 Sint-Amandus 204 a 1,89 943,14 25,10 186,20 39,30 0,17 0, Sint-Amandus 205 a 0,2 1650,50 22,18 147,06 39,30 0,20 0, Sint-Amandus 207 a 0, ,22 43,56 336,72 78,60 0,35 1, Vagevuurbossen 849 a 0,4 884,19 24,19 215,61 20 Vagevuurbossen 850 a 0,4 451,92 21,51 207,70 0 Vagevuurbossen 851 a 0,3 1945,23 25,86 185,46 117,89 1,17 6,98 60 Vagevuurbossen 852 a 0,31 746,65 40,19 347,49 78,60 1,00 6,43 0 Vagevuurbossen 853 a 0, ,98 26,98 198,78 196,49 0,93 2,62 84 Vagevuurbossen 854 a 3,72 481,39 30,28 278,67 62 Vagevuurbossen 854 b 3, ,76 34,44 258,51 216,14 2,73 22,15 32 Vagevuurbossen 854 c 0,68 943,14 4,69 11, Vagevuurbossen 855 a 1, ,60 24,36 112,38 89 Vagevuurbossen 855 b 1,21 943,14 4,69 11, Vagevuurbossen 856 a 0,26 943,14 23,56 164,85 78,60 0,37 1,01 89 Vagevuurbossen 857 a 0,9 422,45 24,82 220,16 91

286 Levende bomen Dode bomen Bosplaats Perceel Bestand Opp. (ha) stamtal grondvlak volume stamtal grondvlak volume aantal/ha m²/ha m³/ha aantal/ha m²/ha m³/ha % inheems Wildenburg 700 b 0,85 108,07 39,40 474,66 9,82 1,58 17, Wildenburg 700 c 0,87 923,49 47,49 458,45 95 Wildenburg 702 a 0,49 515,78 43,45 466,55 4,91 0,79 8,51 98 Wildenburg 702 b 2,78 510,87 25,06 231, Wildenburg 704 a 2,31 707,36 25,77 236,35 206,31 2,63 26,11 73 Wildenburg 704 c 1,48 353,68 39,85 422,03 0 Wildenburg 704 e 1,61 363,50 8,77 40, Wildenburg 705 b 0,86 884,19 26,11 200,03 392,98 3,11 16,65 8 Wildenburg 705 c 0, ,47 25,09 157,65 78,60 0,59 2,91 70 Wildenburg 707 b 2,65 884,19 26,11 200,03 392,98 3,11 16,65 8 Wildenburg 709 a 0,17 520,69 33,43 302,38 71 Wildenburg 711 a 0,73 540,34 24,61 238,50 9,82 1,22 12,89 58 Wildenburg 712 a 3,91 383,15 20,84 238,03 157,19 5,01 46,82 96 Wildenburg 712 b 0, ,20 26,67 190,36 157,19 0,89 3, Wildenburg 712 c 2,35 78,60 22,96 249,16 9,82 1,14 11,15 0 Wildenburg 712 d 1,27 275,08 38,89 368,86 117,89 0,87 4,54 89 Wildenburg 712 e 0,49 510,87 25,06 231,77 100

287 Bijlagen Bijlage 6: Tansley-opnames (2013) Hierna zijn de gegevens van 42 Tansley-opnames in de open ruimten en dreven (Grontmij 2013) van Bulskampveld en een enkele in de Blauwhuisbossen weergegeven. De gegevens van de 134 Braun-Blanquet-opnames (bosbestanden) uitgevoerd in 2013 zijn in de bijgevoegde CD-rom toegevoegd onder de map Rapport/Bijlagen en zijn ook op te vragen in de databank Bosbeheerpakket en de meegeleverde Turbowin-output. Ligging van de Tansley-opnames te Bulskampveld Pagina 225 van 225

Landinrichting. Veldgebied Brugge. Inrichtingsproject Bulskampveld Ontwerp inrichtingsplan Sint-Amandus december Kaarten

Landinrichting. Veldgebied Brugge. Inrichtingsproject Bulskampveld Ontwerp inrichtingsplan Sint-Amandus december Kaarten december 2010 Kaarten Colofon Uitvoerder: Vlaamse Landmaatschappij West-Vlaanderen Velodroomstraat 28 8200 Brugge Tel. 050 45 81 00 Fax 050 45 81 99 www.vlm.be Opdrachtgever: ALBON Koning Albert II-laan

Nadere informatie

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147)

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147) ~\".. \ Vlaa~se 'l~ \ Regenng Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147) DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het Bosdecreet

Nadere informatie

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST DEFINITIEVE VASTSTELLING SEPTEMBER 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Inhoudstafel

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het landinrichtingsplan Onthaalinfrastructuur

Nadere informatie

NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014

NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014 NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014 NATUURPUNT vzw Een onafhankelijke organisatie gedragen door vrijwilligers grootste natuurbeschermingsorganisate in Vlaanderen eind 2001 opgericht

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel

Nadere informatie

Kaartenreeks 5: Beleid open ruimte

Kaartenreeks 5: Beleid open ruimte Kaartenreeks 5: Beleid open ruimte GEWESTPLAN OPEN RUIMTE Kaart: Gewestplan open ruimte bestemming Vlaanderen 3,2 2,4 1,8 33,7 59 Andere bestemmingen Landbouw Cijfers: Gewestplan open ruimte bestemming

Nadere informatie

BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN. 1 Hiërarchie. 2 Afbakening gebieden. 2.1 Kwetsbare gebieden

BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN. 1 Hiërarchie. 2 Afbakening gebieden. 2.1 Kwetsbare gebieden BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN In onderstaande tekst wordt de afweging gemaakt tussen juridische toestand van een gebied, de toestand op het terrein en de visie van het GRS. Daaruit wordt een conclusie

Nadere informatie

Erkenning natuurreservaat Rothoek-Kwarekken Erkenning van het privaat natuurreservaat E-211 Rothoek-Kwarekken te Westerlo (Antwerpen) 21 juni 2012

Erkenning natuurreservaat Rothoek-Kwarekken Erkenning van het privaat natuurreservaat E-211 Rothoek-Kwarekken te Westerlo (Antwerpen) 21 juni 2012 Briefadvies Erkenning natuurreservaat Rothoek-Kwarekken Erkenning van het privaat natuurreservaat E-211 Rothoek-Kwarekken te Westerlo (Antwerpen) Datum van goedkeuring Volgnummer Coördinator Co-auteur

Nadere informatie

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) Veurne - Westkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven, in oranje gekleurd en met de letters

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2016 tot vaststelling van het DE VLAAMSE REGERING,

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2016 tot vaststelling van het DE VLAAMSE REGERING, 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2016 tot vaststelling van het landinrichtingsplan Onthaalinfrastructuur Bulskampveld (B.S., 8 maart 2017, I : 10 d. na publicatie) DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

1000 Brussel. Erkenning van het natuurreservaat E-417 Fort van Walem te Mechelen en Sint-Katelijne-Waver (Antwerpen)

1000 Brussel. Erkenning van het natuurreservaat E-417 Fort van Walem te Mechelen en Sint-Katelijne-Waver (Antwerpen) Erkenning van het privaat natuurreservaat E-417 Fort van Walem te Mechelen en Sint-Katelijne- Waver (Antwerpen) Briefadvies Erkenning natuurreservaat Fort van Wale em Datum van goedkeuring Volgnummer Coördinator

Nadere informatie

Briefadvies. Malde. Datum

Briefadvies. Malde. Datum Briefadvies Erkenning natuurreservaat Malde egemveld Erkenning van het privaat natuurreservaat E-141 Maldegemveld te Maldegem (Oost-Vlaanderen) Datum van goedkeuring Volgnummer Coördinator 24 mei 2012

Nadere informatie

BRIEFADVIES. van 19 januari over de erkenningsaanvraag van het natuurreservaat Duivenbos te Herzele (Oost-Vlaanderen)

BRIEFADVIES. van 19 januari over de erkenningsaanvraag van het natuurreservaat Duivenbos te Herzele (Oost-Vlaanderen) BRIEFADVIES van 19 januari 2012 over de erkenningsaanvraag van het natuurreservaat Duivenbos te Herzele (Oost-Vlaanderen) 12 09 Mevrouw Marleen Evenepoel Administrateur-generaal Agentschap voor Natuur

Nadere informatie

Melle Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan

Melle Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Melle Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Definitief ontwerp Kaartenbundel richtinggevend gedeelte september 2011 Gent 20-02-2008 Ontwerpteam: Annelies De Clercq Cindy Van Caeneghem port arthurlaan 11!

Nadere informatie

Oostende - Middenkust

Oostende - Middenkust Oostende - Middenkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 26/01/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven en oranje gekleurd en met

Nadere informatie

VR DOC.0722/3

VR DOC.0722/3 VR 2017 1407 DOC.0722/3 Bijlage 1. Gegevens die moeten worden opgenomen in de verschillende delen van een natuurbeheerplan als vermeld in artikel 3, tweede lid Hieronder worden de gegevens vermeld die

Nadere informatie

RUP Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle. Infomarkt 14 februari 2012

RUP Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle. Infomarkt 14 februari 2012 RUP Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle Infomarkt 14 februari 2012 Doel van het plan uitvoeren Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen uitvoeren Landschapsdecreet vastleggen landbouw-, natuuren bosgebieden

Nadere informatie

23 DECEMBER Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het landinrichtingsplan Onthaalinfrastructuur Bulskampveld

23 DECEMBER Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het landinrichtingsplan Onthaalinfrastructuur Bulskampveld 33946 MONITEUR BELGE 08.03.2017 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID [C 2017/20271] 23 DECEMBER 2016. Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het landinrichtingsplan Onthaalinfrastructuur

Nadere informatie

BOS IN SINT-TRUIDEN Nota

BOS IN SINT-TRUIDEN Nota BOS IN SINT-TRUIDEN Nota Ir. Koenraad Van Meerbeek 12/03/2012 1. Wat is bos? Wanneer we over bos spreken, is er een duidelijke definitie nodig van een bos. Iedereen moet immers over hetzelfde praten. Een

Nadere informatie

Regionaal Overleg Milieu. 6 maart 2018

Regionaal Overleg Milieu. 6 maart 2018 Regionaal Overleg Milieu 6 maart 2018 Zorgen voor meer en betere natuur, samen met u, dat is het Agentschap voor Natuur en Bos. Onze missie verandert niet, maar onze structuur wel. Zo maken we onze werking

Nadere informatie

Uitgebreid bosbeheerplan: Openbare bossen Arendonk 15 februari 2010

Uitgebreid bosbeheerplan: Openbare bossen Arendonk 15 februari 2010 Uitgebreid bosbeheerplan: Openbare bossen Arendonk 15 februari 2010 Natuurwerk wordt mogelijk gemaakt dankzij de steun van de Europese Unie, met name het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Vlaams Gewest

Nadere informatie

Omzendbrief RO/2010/01

Omzendbrief RO/2010/01 Omzendbrief RO/2010/01 Aan: de colleges van burgemeester en schepenen de deputaties van de provincies Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport Koning Albert II-laan

Nadere informatie

RUP Zonevreemde recreatie. Toelichting Bevolking

RUP Zonevreemde recreatie. Toelichting Bevolking RUP Zonevreemde recreatie Toelichting Bevolking 11 juni 2018 RUP Is een uitvoering van het Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplan (GRS) Vervangt het gewestplan Bestaat uit een grafisch plan en bijhorende

Nadere informatie

BRIEFADVIES. van 19 januari 2012

BRIEFADVIES. van 19 januari 2012 BRIEFADVIES van 19 januari 2012 over de erkenningsaanvraag van het natuurreservaat Hof ten Berg te Galmaarden (Vlaams-Brabant) en Geraadsbergen (Oost-Vlaanderen) 12 11 Mevrouw Marleen Evenepoel Administrateur-generaal

Nadere informatie

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden stad sint-truiden - rup recastrip brustem - kaart 1 secundaire verbindingsweg met laanbeplanting beekvalleien te ontwikkelen als natuurlijke dragers met

Nadere informatie

N16 Scheldebrug Temse-Bornem

N16 Scheldebrug Temse-Bornem gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bijlage III: toelichtingsnota tekst colofon Vlaams Ministerie Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Departement RWO - Ruimtelijke Planning Phoenixgebouw

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het landinrichtingsplan Onthaalinfrastructuur Bulskampveld

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het landinrichtingsplan Onthaalinfrastructuur Bulskampveld Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het landinrichtingsplan Onthaalinfrastructuur Bulskampveld DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting,

Nadere informatie

Aanvraag van een kapmachtiging voor bomen en struiken in een privébos

Aanvraag van een kapmachtiging voor bomen en struiken in een privébos Aanvraag van een kapmachtiging voor bomen en struiken in een privébos ANB-01-160330 /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 maart 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Gewestelijk RUP - Duffel, Lier en Sint-Katelijne-Waver

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel 3.1.1;

Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel 3.1.1; 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 22 april 2016 tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Zwinpolders (B.S., 14 juli 2016, I : 10 d. na publicatie) De Vlaamse Regering, Gelet op

Nadere informatie

Aanvraag van een vergunning voor het wijzigen van vegetatie of van kleine landschapselementen

Aanvraag van een vergunning voor het wijzigen van vegetatie of van kleine landschapselementen Aanvraag van een vergunning voor het wijzigen van vegetatie of van kleine landschapselementen ANB-47-20131016 In te vullen door de behandelende afdeling ontvangstdatum registratienummer Waarvoor dient

Nadere informatie

Kempische Kleiputten. Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. 1 van 12

Kempische Kleiputten. Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. 1 van 12 Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kempische Kleiputten Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften 1 van 12 2 van 12 3 van 12 ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kempische

Nadere informatie

BIJLAGE 8 Overzicht relevante wetgeving. Pagina 1 OVERZICHT RELEVANTE WETGEVING

BIJLAGE 8 Overzicht relevante wetgeving. Pagina 1 OVERZICHT RELEVANTE WETGEVING Pagina 1 OVERZICHT RELEVANTE WETGEVING Bij de milieu- (andere dan de boswetgeving) en arbeidswetgeving worden enkel de basiswetten en decreten vermeld. De besluiten in uitvoering van deze decreten behoren

Nadere informatie

Dag van de Rivierbeek Vlaamse Landmaatschappij

Dag van de Rivierbeek Vlaamse Landmaatschappij Dag van de Rivierbeek Vlaamse Landmaatschappij Dag van de Rivierbeek Inrichtingsprojecten Vlaamse Landmaatschappij Stroomgebied Rivierbeek gelegen binnen 4 landinrichtingsprojecten: Randstedelijk Gebied

Nadere informatie

Moervaartvallei fase 1

Moervaartvallei fase 1 VR 2017 1407 DOC.0688/5BIS Moervaartvallei fase 1 Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften

Nadere informatie

NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING

NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING Voordracht VRP 29/01/02 Prof. dr. G. Van Hoorick Docent in het vakgebied bestuursrecht en milieurecht Universiteit Gent Advocaat te Gent INHOUD 1. Overzicht van het

Nadere informatie

Specifieke Europese Natuurdoelen voor de vallei van de Rivierbeek Maarten Reynaert, Agentschap voor Natuur en Bos

Specifieke Europese Natuurdoelen voor de vallei van de Rivierbeek Maarten Reynaert, Agentschap voor Natuur en Bos Specifieke Europese Natuurdoelen voor de vallei van de Rivierbeek Maarten Reynaert, Agentschap voor Natuur en Bos Dag van de Rivierbeek 28 november 2016 SBZ-H BE2500004 Bossen, heiden en valleigebieden

Nadere informatie

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016 Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016 1 Inhoud 1. Wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening

Nadere informatie

Inhoud mei 2004 Globale toekomstvisie Schematische weergave kaart 1 Gewenste natuurlijke en landschappelijke structuur Schematische weergave kaart 2 Gewenste agrarische structuur Schematische weergave

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Scheldepolders Hingene in Bornem DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse

Nadere informatie

PlanMer Regenboogstadion Waregem Situering plangebied op macroschaal Legende

PlanMer Regenboogstadion Waregem Situering plangebied op macroschaal Legende plangebied Vijfseweg Noorderlaan Noorderlaan Oosterlaan Oosterlaan Noorderlaan Kruishoutemsew Westerlaan Zuiderlaan Expresweg Jozef Duthoystraat Westerlaan Stormestraat Meersstraat Zuiderlaan Zuiderlaan

Nadere informatie

BRIEFADVIES. 19 april 2012

BRIEFADVIES. 19 april 2012 BRIEFADVIES 19 april 2012 Briefadvies betreffende de erkenningsaanvraag van het natuurreservaat Vallei van de Bosbeek te As, Opglabbeek en Maaseik (Limburg) 12 28 Mevrouw Marleen Evenepoel Administrateur-generaal

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse Regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Beplantingen en de wet. Door de bomen het bos niet meer zien

Beplantingen en de wet. Door de bomen het bos niet meer zien Beplantingen en de wet Door de bomen het bos niet meer zien Een vergunning om te mogen aanplanten? In de regel : neen! Wanneer wel : Bebossingsvergunning : bij uw gemeentebestuur Wanneer beplanting in

Nadere informatie

V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december

V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december 2008 ------------------------------ VR PV 2008/47 - punt 0027 Betreft : Regio Noorderkempen Afbakening van de gebieden van de natuurlijke

Nadere informatie

AGROFORESTRY - JURIDISCH ASPECTEN. Infoavond Agroforestry 17 augustus 2012

AGROFORESTRY - JURIDISCH ASPECTEN. Infoavond Agroforestry 17 augustus 2012 AGROFORESTRY - JURIDISCH ASPECTEN Infoavond Agroforestry 17 augustus 2012 Agroforestry in het juridisch landschap Agroforestry was in Vlaanderen al aanwezig voor 2011 Voorbeelden: populieraanplant met

Nadere informatie

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kelsbeek Nieuwenhoven

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kelsbeek Nieuwenhoven AFBAKENING GEBIEDEN NATUURLIJKE EN AGRARISCHE STRUCTUUR REGIO HASPENGOUW - VOEREN gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kelsbeek Nieuwenhoven startvergadering 31 maart 2015 1 agenda startvergadering kennismaking

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1505496 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Stekene en Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene en Sint-Gillis-Waas

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 51817 VLAAMSE OVERHEID [C 2018/12747] 25 MEI 2018. Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet

Nadere informatie

ISTRUCTUURPLAN GLABBEEK

ISTRUCTUURPLAN GLABBEEK STRUCTUURPLAN GLABBEEK Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Glabbeek Dit plan werd opgesteld onder de verantwoordelijkheid van: (voor ARCADIS Gedas) Gezien en definitief vastgesteld door de Gemeenteraad

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse Codex

Nadere informatie

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016 RUP Kanaalzone West Wielsbeke Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016 Inhoud Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Welke plannen worden vervangen? Situering van het plangebied Hoger beleidskader

Nadere informatie

VOETWEG 65 AANVRAAG TOT GEDEELTELIJKE AFSCHAFFING

VOETWEG 65 AANVRAAG TOT GEDEELTELIJKE AFSCHAFFING VOETWEG 65 AANVRAAG TOT GEDEELTELIJKE AFSCHAFFING GEGEVENS Atlasgemeente: Kortrijk Detailplan 9 Buurtweg: (deel van) nr. 65 INHOUD Met het oog op het indienen van de omgevingsvergunningsaanvraag voor de

Nadere informatie

ADVIES VAN 26 MAART 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP BOUVELOBOS, HEMSRODE EN STEILRAND VAN MOREGEM

ADVIES VAN 26 MAART 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP BOUVELOBOS, HEMSRODE EN STEILRAND VAN MOREGEM ADVIES VAN 26 MAART 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP BOUVELOBOS, HEMSRODE EN STEILRAND VAN MOREGEM SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 1 II. ALGEMENE BEOORDELING... 2

Nadere informatie

V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december

V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december 2008 ------------------------------ VR PV 2008/47 - punt 0117 Betreft : Natuurlijke en agrarische structuur regio Limburgse Kempen en Maasland

Nadere informatie

Motivatienota Onteigeningsplan. Recreatiezone Melsbroek

Motivatienota Onteigeningsplan. Recreatiezone Melsbroek Motivatienota Onteigeningsplan Recreatiezone Melsbroek 1. LIGGING PLANGEBIED De gemeente Steenokkerzeel is gelegen in Vlaams-Brabant, ten noord-oosten van Brussel, tussen de gemeenten Machelen, Zaventem,

Nadere informatie

ADVIES VAN 25 MEI 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP MUNSTERBOS

ADVIES VAN 25 MEI 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP MUNSTERBOS ADVIES VAN 25 MEI 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP MUNSTERBOS SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 1 II. ALGEMENE BEOORDELING... 1 III. MUNSTERBOS ALS GROTE EENHEID NATUUR...

Nadere informatie

Kaart 1: Ruimtelijke visie op Vlaanderen (RSV)

Kaart 1: Ruimtelijke visie op Vlaanderen (RSV) Kaart 1: Ruimtelijke visie op Vlaanderen (RSV) PRUP regionaal bedrijventerrein Kaart 2: Selectie economische knooppunten en economisch netwerk (RSV) PRUP regionaal bedrijventerrein Kaart 3: Planningsprocessen

Nadere informatie

Provincie Vlaams Brabant

Provincie Vlaams Brabant 156 Provincie Vlaams Brabant OPEN RUIMTE Open ruimte is de zuurstof van onze ruimte. Het is dus een kostbaar goed, dat we moeten beschermen. Voor de Visienota Ruimte betekent dit dat we de verdere inname

Nadere informatie

AGROFORESTRY - JURIDISCHE ASPECTEN

AGROFORESTRY - JURIDISCHE ASPECTEN AGROFORESTRY - JURIDISCHE ASPECTEN Studiedag Beveren-Waas: agroforestry 2 SEPT 2014 Regelgeving LV inzake agroforestry Regelgeving beleidsdomein Landbouw en Visserij: BVR Agroforestry: BVR van 30 juli

Nadere informatie

Landinrichtingsplan Onthaalinfrastructuur Bulskampveld

Landinrichtingsplan Onthaalinfrastructuur Bulskampveld Landinrichtingsplan Onthaalinfrastructuur Bulskampveld Uitvoeringsdossier Toepassing huisstijl landschapspark Bouwheer: Vlaamse Landmaatschappij Start werken: oktober 2018 Uitvoeringstermijn 120 werkdagen

Nadere informatie

Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Antwerpse Gordel en Klein-Brabant landbouw-, natuur- en bosgebieden Vallei van

Nadere informatie

13/ / Informatief deel

13/ / Informatief deel 13/183 43-03/26000512 DEEL 2 Informatief deel Leeswijzer Het is de bedoeling dat het informatief gedeelte de bestaande ruimtelijke structuur van de gemeente schetst, met inbegrip van de ruimtelijk relevante

Nadere informatie

4.3 Deelruimte 3. Oostelijk Houtland

4.3 Deelruimte 3. Oostelijk Houtland 4.3 Deelruimte 3. Oostelijk Houtland Situering De deelruimte omvat de omvangrijkste concentratie van nog vrij gave veldgebieden in Vlaanderen en gaat van Merkemveld in Zedelgem, over het historische Bulskampveld

Nadere informatie

Groene Sporen. Strategisch project regionale groenstructuur Zuid-West-Vlaanderen

Groene Sporen. Strategisch project regionale groenstructuur Zuid-West-Vlaanderen Groene Sporen Strategisch project regionale groenstructuur Zuid-West-Vlaanderen Waarom Groene Sporen? Zuid-West-Vlaanderen wordt geconfronteerd met een aantal ruimtelijke uitdagingen die in de komende

Nadere informatie

Overzicht. Toelichting bij het voorontwerp-natuurwetboek. Algemeen opzet. Algemeen opzet. Beginselen van natuur- en landschapsbeleid

Overzicht. Toelichting bij het voorontwerp-natuurwetboek. Algemeen opzet. Algemeen opzet. Beginselen van natuur- en landschapsbeleid Toelichting bij het voorontwerp-natuurwetboek Overzicht Algemeen opzet van het wetboek Bestuurlijke organisatie en planning Beschermde delen van natuur en landschap Algemene en gebiedsgerichte bescherming

Nadere informatie

Aandeel Natura 2000-habitat in Vogel- en Habitatrichtlijngebieden beheerd in functie van het behalen van de instandhoudingsdoelen

Aandeel Natura 2000-habitat in Vogel- en Habitatrichtlijngebieden beheerd in functie van het behalen van de instandhoudingsdoelen Aandeel Natura 2000-habitat in Vogel- en Habitatrichtlijngebieden beheerd in functie van het behalen van de instandhoudingsdoelen Adviesnummer: INBO.A.3428 Datum advisering: 10 mei 2016 Auteur(s): Contact:

Nadere informatie

Kaarten. Uitgebreid Bosbeheerplan Zoersel

Kaarten. Uitgebreid Bosbeheerplan Zoersel Uitgebreid Bosbeheerplan Zoersel 2011-2031 Kaarten Kaart 1 Overzicht van de bosplaatsen te Zoersel Kaart 2a en 2b Kadastrale legger Kaart 3 Situatieplan (1:25.000) Kaart en Situatieplan (1:10.000) Kaart

Nadere informatie

situering en afbakening van het plangebied

situering en afbakening van het plangebied situering en afbakening van het gemeente kalmthout - RUP 'woonbos' - kaart 1 bron: digitale versie gewestplan, toestand 01012002, a.r.o.h.m. oc-gisvlaanderen OMGEVING - mei 2013-08019_GUN_PL_016 gewenste

Nadere informatie

%,3û --, ÊtUÜ' lt UB- 2t12 5U6

%,3û --, ÊtUÜ' lt UB- 2t12 5U6 PROV. GOU\/F: qi' L--MENI OOíiì i'-vlf\/,\1,;l \F RËI\ Agentschap voor Natuur en Bos Aan Provi ncie Oost-Vlaanderen T.a.v. Alain Van Ghyseghem provlnciaal domein Het Leen Gentsesteenweg 80 9900 Eeklo IN

Nadere informatie

Landinrichtingsproject Brugse Veldzone Deel Veldgebied Brugge. Inrichtingsproject Landinrichting Bulskampveld

Landinrichtingsproject Brugse Veldzone Deel Veldgebied Brugge. Inrichtingsproject Landinrichting Bulskampveld Landinrichtingsproject Brugse Veldzone Deel Veldgebied Brugge Inrichtingsproject Landinrichting Bulskampveld Eindvoorstel inrichtingsplan Sint-Amandus Gecoördineerd op basis van het wijzigingsbesluit dd.

Nadere informatie

Spoor 2 Landinrichting

Spoor 2 Landinrichting Spoor 2 Landinrichting Inhoud Situering decreet landinrichting Spoor 2 projecten landinrichting Kansen voor dorpenbeleid? 14/03/2016 2 Situering decreet landinrichting Decreet landinrichting Decreet van

Nadere informatie

RUP Zonevreemde Bedrijven Gemeente Arendonk

RUP Zonevreemde Bedrijven Gemeente Arendonk 0. Gewestplan Zonevreemde bedrijven 000- woongebied 00- woongebied met landelijk karakter 00- woonpark 00- woonuitbreidingsgebied 000- gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut 000- recreatiegebieden

Nadere informatie

Structuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne

Structuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne PRESENTATIE GRS Herne Wat komt aan bod: Wat is een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan? Hoe past het gemeentelijk structuurplan in het structuurplan van de provincie Vlaams-Brabant en de Vlaamse overheid?

Nadere informatie

De wirwar van planologische natuurbeschermingsmaatregelen.

De wirwar van planologische natuurbeschermingsmaatregelen. De wirwar van planologische natuurbeschermingsmaatregelen. Tim Struyve Dat onze wetgeving niet van de simpelste is weet iedereen. Hier doen we een eerste poging om alles wat als natuurgebied of groen op

Nadere informatie

Aanvulling bosbeheersplan Gentbos

Aanvulling bosbeheersplan Gentbos Aanvulling bosbeheersplan Gentbos percelen kadastraal gekend te Merelbeke 2 e afdeling 421, 419 en 418c. De percelen werden aangeplant in november 1997. Hierbij wordt verwezen naar het bestaand bosbeheersplan

Nadere informatie

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 3: Beekdal van de Aa ten oosten van de Zuid Willemsvaart

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 3: Beekdal van de Aa ten oosten van de Zuid Willemsvaart ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN Gemeente Someren Datum: 9 november 2001 Project: 119-4 Status: Definitief Opdrachtgever: Gemeente Someren VOORWOORD Door het college van Burgemeester & Wethouders

Nadere informatie

Landinrichting. Veldgebied Brugge

Landinrichting. Veldgebied Brugge Landinrichting Veldgebied Brugge Inrichtingsproject Bulskampveld Eindvoorstel inrichtingsplan Wildenburg-Aanwijs Gecoördineerd op basis van goedkeuringsbesluit van 21 augustus 2014 Colofon Uitvoerder:

Nadere informatie

Briefadvies. Netevallei. Datum

Briefadvies. Netevallei. Datum Briefadvies Erkenning natuurreservaat Witte Netevallei Erkenning van het privaat natuurreservaat E-415 Witte Netevallei te Retie, Kasterleee en Dessel (Antwerpen) Datum van goedkeuring Volgnummer Coördinator

Nadere informatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE. ONTWERP GRS Bindend deel

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE. ONTWERP GRS Bindend deel GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE ONTWERP GRS Bindend deel Identificatienummer : 104792414/kja Datum Status/beschrijving revisie Paraaf 21.05.2007 Voorontwerp GRS 2007 jpa 20.03.2008 Ontwerp

Nadere informatie

Gemeentelijk RUP Ecologische Verbindingen stad Genk

Gemeentelijk RUP Ecologische Verbindingen stad Genk Gemeentelijk RUP Ecologische Verbindingen stad Genk Toelichting 09.02.2015 Aanleiding opmaak RUP Aanleiding RUP: uitvoering van het masterplan Ecologische Verbindingen (goedgekeurd in 2009) Gemeentelijk

Nadere informatie

Ruimtelijk Uitvoeringsplan Azelhof

Ruimtelijk Uitvoeringsplan Azelhof Ruimtelijk Uitvoeringsplan Azelhof Startnotafase Participatiemoment, 8 oktober 2018 Koen Janssens Ruimtelijk planner Inhoud Wat is een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP)? Procedure Situering van het plangebied

Nadere informatie

ADVIES VAN HET INSTITUUT VOOR NATUURBEHOUD A Verantwoording voor opname van de plangebieden in een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

ADVIES VAN HET INSTITUUT VOOR NATUURBEHOUD A Verantwoording voor opname van de plangebieden in een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ADVIES VAN HET INSTITUUT VOOR NATUURBEHOUD A.2006.149 Verantwoording voor opname van de plangebieden in een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan o.ref.: IN.A.2006.149 datum : 16 oktober 2006 Auteurs:

Nadere informatie

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN bvba Advies Ruimtelijke Kwaliteit (bvba ARK) Augustijnenlaan

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Etten-Leur (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Introductie Etten-Leur is een middelgrote gemeente in Brabant, gelegen ten westen van Breda. De gemeente bestaat uit één kern van ruim 40.000 inwoners. Door

Nadere informatie

Gewenst. iris. LEGENDE Bocholt: woonkern met een band naar het kanaal

Gewenst. iris. LEGENDE Bocholt: woonkern met een band naar het kanaal ? Hees Reppel 1 Bocholt 2 76 LEGEDE Bocholt: woonkern met een band naar het kanaal Ruimtelijke band kanaal-bocholt-centrum versterken Herwaardering van de oude kanaalarm Woonstructuur versterkt in het

Nadere informatie

LAR- Zuid - Tracé- wijziging buurtwegen Toelichting. Menen / Kortrijk : Buurtwegen SRBT LAR- Zuid 1

LAR- Zuid - Tracé- wijziging buurtwegen Toelichting. Menen / Kortrijk : Buurtwegen SRBT LAR- Zuid 1 LAR- Zuid - Tracé- wijziging buurtwegen Toelichting Menen / Kortrijk : Buurtwegen SRBT LAR- Zuid 1 Situering : De projectzone opgenomen in voorliggend dossier is gelegen op de grens tussen de stad Kortrijk

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1602849 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint-Gillis-Waas fase 1' Definitieve

Nadere informatie

Oudenaarde. 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77)

Oudenaarde. 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77) Oudenaarde 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77) 0912 De agrarische gebieden met landschappelijke waarde, die op de kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven overdrukt zijn met de letters V of B,

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Kustpolders tussen Oudenburg, Jabbeke en Stalhille' DE VLAAMSE REGERING, Gelet

Nadere informatie

gewenste ruimtelijke structuur in het definitief gemeentelijk ruimtelijk structuurplan

gewenste ruimtelijke structuur in het definitief gemeentelijk ruimtelijk structuurplan gewenste ruimtelijke structuur in het definitief gemeentelijk ruimtelijk structuurplan gemeente zoersel - RUP herziening BPA gemeenschapsvoorzieningen achterstraat - kaart 1 elementen van bovenlokaal belang

Nadere informatie

ADVIES VAN 28 JUNI 2017 OVER HET VOORONTWERP RUP GOLFTERREIN BOSSENSTEIN TE RANST

ADVIES VAN 28 JUNI 2017 OVER HET VOORONTWERP RUP GOLFTERREIN BOSSENSTEIN TE RANST ADVIES VAN 28 JUNI 2017 OVER HET VOORONTWERP RUP GOLFTERREIN BOSSENSTEIN TE RANST SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 1 II. ALGEMENE BEOORDELING... 2 III. BELEIDSCONTEXT

Nadere informatie

RUISELEDE gemeentelijk ruimtelijk structuurplan ONTWERP: BINDEND GEDEELTE

RUISELEDE gemeentelijk ruimtelijk structuurplan ONTWERP: BINDEND GEDEELTE RUISELEDE gemeentelijk ruimtelijk structuurplan ONTWERP: BINDEND GEDEELTE 184523_BINDEND4_LCR.doc Gemeentebestuur Ruiselede Markt 1 8755 RUISELEDE Afdeling Verkeer en Ruimte Brugge, april 2007 Inhoudsopgave

Nadere informatie

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015 RUP Hernieuwenburg Wielsbeke Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015 Inhoud Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Situering van het plangebied Aanleiding aan te pakken ruimtelijke vraagstukken

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie 3e Directie Dienst 33 Ruimtelijke ordening en Stedenbouw aanwezig André Denys, gouverneur-voorzitter Besluit van de Deputatie Alexander Vercamer, Marc De Buck, Peter Hertog, Jozef Dauwe, Eddy Couckuyt,

Nadere informatie

Bomen buiten het bos. Bomen buiten het bos

Bomen buiten het bos. Bomen buiten het bos 7-3-2013 1 Inhoud 1 Wat is buiten het bos? 2 Zakenrecht 3 Ruimtelijke ordening 4 Natuurbehoud 5 Onroerend erfgoed 1 Wat is buiten het bos? Bosdecreet 1990 geeft zeer ruime definitie aan bos : grondoppervlakten

Nadere informatie

NATUURVERGUNNINGSAANVRAAG

NATUURVERGUNNINGSAANVRAAG NATUURVERGUNNINGSAANVRAAG (in drie exemplaren in te dienen) (Bijlage II bij het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 houdende nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997

Nadere informatie