Rapportage interdepartementale zelfevaluatie project Nationale Veiligheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rapportage interdepartementale zelfevaluatie project Nationale Veiligheid"

Transcriptie

1 Rapportage interdepartementale zelfevaluatie project Nationale Veiligheid Ministerie: Dreiging: Incidentcategorie: Defensie Terrorisme Catastrofaal terrorisme Voor akkoord Directeur-Generaal: Directoraat: Datum: Directeur-Generaal: Directoraat: Datum: Directeur-Generaal: Directoraat: Datum: Directeur-Generaal: Directoraat: Datum: Datum: Versie: Definitief

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding Beschrijving incidentcategorie Catastrofaal terrorisme Opmerkingen vooraf Beleidsinhoud De verantwoordelijkheid van het Ministerie Beleidsterreinen die proactief kunnen bijdragen De focus op de proactieve bijdrage Activiteiten die gericht zijn op proactieve bijdrage Beleidsproces Huidige interdepartementale samenwerking Knelpunten in de interdepartementale samenwerking De beleidsmatige basis voor de interdepartementale samenwerking Behoeften voor de toekomst Departementale behoeften Rijksbrede behoeften Conclusies Conclusies op een rij Conclusies in beeld

3 Inleiding Voorliggende rapportage is het resultaat van de interdepartementale zelfevaluatie Nationale Veiligheid. De interdepartementale zelfevaluatie is onderdeel van het project Nationale Veiligheid en is gericht op het inventariseren van bestaand beleid dat proactief bijdraagt aan de nationale veiligheid (het inperken en/of voorkomen van maatschappelijke ontwrichting). Daarnaast wordt in kaart gebracht welke interdepartementale samenwerkingsrelaties worden ingezet ten behoeve van dit beleid. Op basis van de inventarisatie worden blinde vlekken in het beleid en knelpunten in het beleidsproces geïdentificeerd. De collegiale toets die volgt op de interdepartementale zelfevaluatie speelt hier ook een belangrijke rol in. Nationale Veiligheid is in het voortraject geconcretiseerd in vitale belangen die kunnen worden bedreigd. Er zijn negen dreigingen benoemd. Deze rapportage heeft betrekking op de dreiging terrorisme. Deze dreiging valt uiteen in de incidentcategorieën catastrofaal terrorisme en radicalisering. In deze rapportage staat catastrofaal terrorisme centraal. Het Ministerie van Defensie heeft de zelfevaluatie zelfstandig uitgevoerd. De conceptrapportage is vervolgens in een gezamenlijke sessie met het projectteam besproken. De rapportage is als volgt opgebouwd: In het eerste hoofdstuk wordt kort ingegaan op de definiëring van catastrofaal terrorisme : wat moet er onder worden verstaan? In het tweede hoofdstuk staat de beleidsinhoud centraal en wordt in kaart gebracht wat het Ministerie van Defensie momenteel doet aan het structureel inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme. Daarnaast wordt stilgestaan bij de mogelijke blinde vlekken die in het beleid aanwezig zijn. In het derde hoofdstuk wordt in kaart gebracht welke interdepartementale samenwerkingsrelaties aanwezig zijn in het kader van het structureel inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de knelpunten die zich hierin voordoen. In het vierde hoofdstuk wordt weergegeven welke behoeften het Ministerie van Defensie heeft in het kader van het proactieve beleid gericht op catastrofaal terrorisme: hoe kan worden omgegaan met de blinde vlekken en knelpunten? In het vijfde hoofdstuk wordt kort ingegaan op de conclusies die op basis van het onderzoek getrokken kunnen worden. 3

4 1. Beschrijving incidentcategorie In dit hoofdstuk wordt kort beschreven wat onder de incidentcategorie catastrofaal terrorisme moet worden verstaan, daarnaast worden enkele opmerkingen vooraf geplaatst. Beide paragrafen vormen de achtergrond waartegen de volgende hoofdstukken moeten worden beschouwd Catastrofaal terrorisme Catastrofaal terrorisme, ook wel het nieuwe terrorisme genoemd, wordt gezien als het terrorisme van de overtreffende trap. Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht dat het catastrofaal terrorisme - in tegenstelling tot het oude terrorisme van de IRA, ETA, PLO, e.a. - maximale doelstellingen hanteert. Het gaat niet om groeperingen die aanspraak maken op het gebied van een soevereine staat, maar om groeperingen die een levensstijl, een systeem willen verwerpen. De maximale doelstellingen van het catastrofaal terrorisme gaan gepaard met de inzet van maximale middelen: zoveel mogelijk (onschuldige) slachtoffers maken, zodat een maatschappij ontwricht raakt. De aanslagen in Madrid en Londen hebben laten zien dat West- Europa een potentieel doelwit is van het catastrofaal terrorisme. De dreiging van catastrofaal terrorisme in Nederland kan worden gezien als een afgeleide van de dreiging waarmee West- Europa als zodanig te maken heeft. Met de moord op Theo van Gogh is ook Nederland geconfronteerd met een terroristische daad. De kans op een aanslag op Nederlands grondgebied wordt door deskundigen als aanzienlijk gezien. De aanhouding van zeven terreurverdachten in oktober 2005, waaronder Samir A., kan worden gezien als ondersteuning van deze stelling. Tegelijkertijd moet worden beseft dat het nieuwe terrorisme ook gericht is op het angstig maken van een samenleving en dit kan ook door geregeld te dreigen met aanslagen. Hoe het ook zij, het catastrofaal terrorisme vormt een actuele en niet te onderschatten voedingsbodem voor maatschappelijke ontwrichting. Wanneer moet worden nagedacht over de proactieve aanpak van catastrofaal terrorisme is enig, doch niet volledig, inzicht in oorzaken noodzakelijk. Hierbij doet zich het probleem voor dat het catastrofaal terrorisme zich slecht leent voor causale schema s die beginnen bij de fundamentele oorzaak en eindigen bij de precieze verklaring voor terroristisch geweld. De oorzaken van catastrofaal terrorisme onttrekken zich, vooral wanneer het om buitenlandse dreigingen gaat, aan ons gezichtsveld. Wat volgens velen vaststaat, is dat het catastrofaal terrorisme in beginsel wordt veroorzaakt door radicale denkbeelden. Aangezien radicalisering in het project Nationale Veiligheid als aparte incidentcategorie is benoemd, gaat de aandacht in het kader van de incidentcategorie catastrofaal terrorisme vooral uit naar de oorzaken die zijn gelegen tussen het hebben van radicale denkbeelden en het daadwerkelijk plegen van een catastrofale aanslag. Er zijn verschillende stimulerende factoren te noemen die eraan kunnen bijdragen dat mensen met extreem-radicale denkbeelden terrorist worden. 4

5 Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan: - financiële steun van terroristische groeperingen die zowel in binnen- als buitenland opereren en die het karakter hebben van netwerken - toegang tot informatie over mogelijke politieke targets, maar ook over zogenaamde soft targets (plaatsen waar veel mensen bijeenkomen) - toegang tot middelen die het mogelijk maken een aanslag te plegen, zoals explosief materiaal. In het kader van het project Nationale Veiligheid wordt gezocht naar beleid en beleidsterreinen die op een proactieve manier kunnen bijdragen aan het voorkomen van catastrofaal terrorisme. Het (structureel) inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme staat derhalve hierbij centraal. De aanpak wordt in internationaal verband wel omschreven als counter terrorism, vrij vertaald contra terrorisme. Beleid dat in dit verband wordt ingezet, heeft bijvoorbeeld betrekking op: - inlichtingen- en opsporingswerk met als doel structureel zicht te krijgen op ontwikkelingen in terroristische groeperingen. Hierbij kan het zowel gaan om inlichtingendiensten als om het werk van de politie (inlichtingeneenheden, wijkagenten, e.a.) - maatregelen om potentiële terroristen en terroristische daden te identificeren, zoals toepassing van biometrie in reisdocumenten, datatretentie, e.a. - financieel onderzoek met als doel gewelddadig-fundamentalistische organisaties structureel te verzwakken of te ontmantelen Opmerkingen vooraf Hoewel catastrofaal terrorisme in het project Nationale Veiligheid wordt gezien als een incidentcategorie die in Nederland kan zorgen voor maatschappelijke ontwrichting, is het essentieel te (h)erkennen dat catastrofaal terrorisme een internationaal probleem is. Gezien de verantwoordelijkheid die het Ministerie van Defensie heeft in het kader van het buitenlandse beleid, wordt in deze rapportage vooral stilgestaan bij de Nederlandse bijdrage aan deze internationale component van de incidentcategorie. Het gaat hierbij niet primair om het voorkomen van aanslagen op buitenlands grondgebied, maar vooral om het verzwakken van internationale netwerken, vroegtijdig identificeren van bedreigingen die uit het buitenland komen, e.a. Het internationale beleid wordt in dat opzicht dus wel beschouwd vanuit zijn betekenis voor de nationale veiligheid. Deze invalshoek heeft wel tot gevolg dat er op enkele, marginale punten overlap bestaat met andere incidentcategorieën. Het gaat hierbij met name om falende staten en verspreiding van CBRN-wapens. De verwevenheid tussen de incidentcategorieën maakt dat deze weliswaar te onderscheiden -, maar niet volledig te scheiden zijn. Op het moment dat wordt toegewerkt naar geïntegreerde rapportages van incidentcategorieën kan, in overleg, worden gekozen voor het elders onderbrengen van bepaalde constateringen, passages en/of opmerkingen. 5

6 2. Beleidsinhoud De vraag die in dit hoofdstuk centraal staat, heeft betrekking op de mate waarin het beleid van het Ministerie van Defensie bijdraagt aan het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme. Worden alle mogelijkheden die het Ministerie van Defensie heeft ten aanzien van dit thema voldoende benut? Om deze vraag te beantwoorden, wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan: de wijze waarop het Ministerie van Defensie zijn verantwoordelijkheid op dit gebied definieert (paragraaf 1) de beleidsterreinen die een proactieve bijdrage kunnen leveren aan catastrofaal terrorisme (paragraaf 2) de mate waarin deze beleidsterreinen ook gericht zijn op deze proactieve bijdrage (paragraaf 3) de activiteiten die daadwerkelijk invulling geven aan deze proactieve bijdrage (paragraaf 4) De verantwoordelijkheid van het Ministerie Het Ministerie van Defensie heeft een verantwoordelijkheid in het kader van het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme. Deze verantwoordelijkheid is afgeleid uit de hoofddoelstellingen van de krijgsmacht - die zijn gebaseerd op de hoofdtaken, zoals vastgelegd in artikel 97, lid 1 van de Grondwet - te weten: 1. de bescherming van de integriteit van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied, inclusief de Nederlandse Antillen en Aruba 2. de bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit 3. ondersteuning van de civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel nationaal als internationaal. De verantwoordelijkheid van het Ministerie van Defensie met betrekking tot het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme vloeit vooral voort uit de tweede en derde hoofddoelstelling/hoofdtaak. Vanuit deze hoofdtaken wordt bijvoorbeeld een aanzienlijke bijdrage geleverd aan vredesmissies. Sinds 2001 wordt bij de keuze voor nieuwe missies in toenemende mate gekeken naar de mogelijkheden om een bijdrage te leveren aan de bestrijding van internationaal opererende terroristische organisaties. Ook hebben missies steeds meer tot doel de bevolking van crisisgebieden minder vatbaar te maken voor radicaliseringsprocessen. Dit door hen (geleidelijk) mogelijkheden te bieden voor betere leefomstandigheden. In nationaal verband heeft het Ministerie van Defensie vanuit de derde hoofddoelstelling/ hoofdtaak een verantwoordelijkheid voor het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme. Het gaat dan om ondersteuning van civiele autoriteiten bij het voorkomen van terroristische aanslagen en het opsporen en aanhouden van terroristen. De operationele inzet/ ondersteuning in het kader van het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme vindt vooral plaats onder beleidsverantwoordelijkheid van de Minister van Justitie. Het kan hierbij onder andere gaan om de inzet van militaire bijstandseenheden, de Koninklijke Marechaussee (grensbewaking) en de Kustwacht (maritieme grensbewaking, waaraan onder het gezag van uiteenlopende ministeries uitvoering kan worden gegeven). 6

7 2.2. Beleidsterreinen die proactief kunnen bijdragen Een belangrijk onderdeel van de interdepartementale zelfevaluatie is het inventariseren van de beleidsterreinen die kunnen bijdragen aan het inperken en/of voorkomen van maatschappelijke ontwrichting. In de voorliggende rapportage is deze inventarisatie gedaan vanuit het perspectief van het Ministerie van Defensie en gericht op het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme. In tabel 1 staan de beleidsterreinen die volgens het Ministerie van Defensie kunnen bijdragen aan het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme. Tabel 1. Beleidsterreinen Ministerie van Defensie die bijdragen aan het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme Beleidsterreinen Defensie die kunnen bijdragen aan het inperken/voorkomen van catastrofaal terrorisme Beheersen zeegebied, grondgebied en luchtruim Commandovoeringsoperatie Militaire bijstand Persoonsbeveiliging Redenering achter de proactieve relatie (antwoord op de waarom-vraag) Door het beheersen van het zeegebied, grondgebied en luchtruim in binnen- en buitenland kan potentiële terroristen het vrij gebruik van zee, grond en lucht worden ontzegd. Irregulier optreden kan hiermee worden voorkomen. Om daadwerkelijk effect te bereiken, zal een dergelijke operatie langdurig moeten worden volgehouden. 1 Uitwisselingsofficieren vormen een bron van inlichtingen en coördinatie en kunnen hiermee een belangrijke bijdrage leveren aan het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme. Daar waar het gaat om strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde kan op vele terreinen militaire bijstand geleverd worden. Bijstand wordt proactief en reactief geleverd. Proactieve bijstand kan o.a. worden geleverd door observatieeenheden en bijzondere bijstandseenheden (BBE)/Dienst Speciale Interventies (DSI) (inclusief additionele ondersteuning). Ook voor reactieve bijstand kan de BBE/DSI worden ingezet. Ook worden Defensie-eenheden ingezet voor vergaring van bewijs in strafrechtelijke onderzoeken. De inzet van militaire bijstand kan een bijdrage leveren aan het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme, aangezien observatie en eventueel ingrijpen direct een bijdrage leveren aan het voorkomen van een aanslag. Dit betreft een reguliere taak van de Koninklijke Marechaussee. Daarnaast kan de KMAR ook worden verzocht bijstand aan de politie (het DKDB) te verlenen (art. 58 Politiewet). 1 Dergelijke langdurige operaties zijn bijvoorbeeld: Maritime Interdiction Operation (MIO) en Leadership Interdiction Operation (LIO). Een MIO is gericht op het onderscheppen van contrabande (smokkelwaar: wapens, CBRN-stoffen, etc.) op schepen. Een LIO is gericht op het opsporen van de leiding van terroristische organisaties als Al-Qaida. 7

8 Beleidsterreinen Defensie die kunnen bijdragen aan het inperken/voorkomen van catastrofaal terrorisme Grensbewaking Preventie, voorwaartse ontplooiing Speciale operaties Strategische doelbestrijding Opruiming explosieven Redenering achter de proactieve relatie (antwoord op de waarom-vraag) Door binnen de landsgrenzen en in inzetgebieden VIP s te beveiligen - alsook personen die op basis van geuite dreigementen hiervoor in aanmerking komen - kan een bijdrage worden geleverd aan het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme. Dit betreft een reguliere taak van de Kmar. Deze taak wordt onder gezag van Justitie en V & I uitgevoerd. Ook wordt in het kader van de herinrichting van de kustwachtorganisatie bezien welke bijdrage kan worden geleverd aan grensbewaking en - controle. Grensbewaking is bij uitstek een instrument/moment om verdachte personen te identificeren. Zo is uit het onderzoek n.a.v. 9/11 naar voren gekomen dat een aantal van de gijzelnemers door middel van het analyseren van reisdocumenten en reispatronen vroegtijdig had kunnen worden geïdentificeerd. 2 Grensbewaking kan dus een bijdrage leveren aan het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme. Preventie/voorwaartse ontplooiing gaat vooraf aan speciale operaties of beheersingsoperaties (land, zee, luchtruim) en is hier ook een voorwaarde voor (laat de bereidheid tot inzet zien). Aangezien zowel speciale operaties als beheersingsoperaties bijdragen aan het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme doet preventie/voorwaartse ontplooiing dit indirect ook. Speciale operaties kunnen bijdragen aan het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme, omdat deze operaties een middel zijn om - vooraf (speciaal) geïdentificeerde - terroristische groeperingen de mogelijkheden te ontnemen om burger of militaire doelen aan te vallen. Ook kunnen de activiteiten van terroristische organisaties worden verkend, dit ten behoeve van bestrijding in een later stadium. Door middel van strategische doelbestrijding kunnen uitvalsbases, trainingskampen en/of leiders van terroristische groeperingen worden uitgeschakeld. Het optreden van deze organisaties kan op deze manier ernstig worden belemmerd. Dit taakveld kan op twee manieren bijdragen aan het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme/aanslagen met IED s (Improvised Explosive Devices): 1. door voorlichting & advies kan een bijdrage worden geleverd aan het vermogen explosieven te identificeren en aan het bevorderen van veiligheidsbewustzijn (bijvoorbeeld op Schiphol) 2 Zie de Algemene Rekenkamer, Gebruik van grenscontroles bij terrorismebestrijding, 2005, p. 9 8

9 Beleidsterreinen Defensie die kunnen bijdragen aan het inperken/voorkomen van catastrofaal terrorisme Strategische militaire inlichtingenvergaring Stabilisatie, wederopbouw en CIMIC Redenering achter de proactieve relatie (antwoord op de waarom-vraag) 2. door het ruimen van IED s kan worden voorkomen dat terroristische organisaties aanslagen plegen op militaire - of burgerdoelen (afbreken capaciteiten terroristische organisaties). Voor het (daadwerkelijk) inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme is het van wezenlijk belang inzicht te hebben in de dreiging die van (inter)nationaal terroristische organisaties uitgaat. Het vergaren, analyseren en verspreiden van inlichtingen draagt daarom bij aan het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme. In nauwe samenwerking met BZ en OS geeft Defensie vorm aan de wederopbouw en stabilisatie van (post-) conflictgebieden. Tevens verricht zij Civiel-Militaire werkzaamheden die de lokale steun voor operaties kunnen vergroten. Al deze inspanningen zijn gericht op het verstevigen van de democratische structuren en verbeteren van de lokale leefomstandigheden, mede zodat radicale groeperingen minder grip kunnen krijgen op de lokale bevolking De focus op de proactieve bijdrage In de vorige paragraaf is weergegeven welke beleidsterreinen van het Ministerie van Defensie kunnen bijdragen wanneer het gaat om het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme. Een vervolgvraag heeft betrekking op de mate waarin dit kunnen ook wordt doorvertaald in doen. Met andere woorden: worden de mogelijkheden die de beleidsterreinen bieden ook als zodanig benut? En zo ja, zijn de doelstellingen ook in deze proactieve termen geformuleerd? Tabel 2. Mate waarin beleidsterreinen/taakvelden Ministerie van Defensie die proactief kunnen bijdragen ook als zodanig, en met focus, worden ingezet Beleidsterreinen die proactief kunnen bijdragen Worden ook als zodanig ingezet? Doelstellingen ook gericht op proactieve bijdrage? Beheersen zeegebied, grondgebied Ja Ja en luchtruim Commandovoeringsoperatie Ja Ja Militaire bijstand Ja Ja Persoonsbeveiliging Ja Ja Preventieve, voorwaartse ontplooiing Ja Ja Speciale operaties Ja Ja Strategische doelbestrijding Ja Ja Opruiming explosieven Ja Ja Strategische militaire inlichtingenvergaring Ja Ja Stabilisatie en wederopbouw Ja Ja 9

10 Uit tabel 2 is af te leiden dat het Ministerie van Defensie al zijn taakvelden die kunnen bijdragen aan het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme ook als zodanig inzet. Ook in termen van doelstellingen is er op alle taakvelden een expliciete focus aanwezig op het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme. Dit betekent dat ergens is vastgelegd dat het taakveld met het oogmerk van het tegengaan van catastrofaal terrorisme wordt ingezet. Hierbij kan worden opgemerkt dat de gerichtheid van het Ministerie van Defensie op de dreiging van catastrofaal terrorisme de laatste jaren sterk is toegenomen. In onder andere de nota Defensie en terrorisme van 2002, de Prinsjesdagbrief van 2003, de Kamerbrief Defensie en Nationale Veiligheid van 2005 en de Beleidsvisie 2006 en 2007 wordt expliciet stilgestaan bij de bijdrage die het Ministerie van Defensie kan leveren aan het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme en de wijze waarop hieraan invulling kan worden gegeven. Het tegengaan van catastrofaal terrorisme is daarmee een expliciet onderdeel geworden van de beleidsvorming van het Ministerie van Defensie. In de Beleidsvisie 2006 en 2007 is terrorisme genoemd als één van de vijf centrale thema s waarop het Ministerie van Defensie zich richt Activiteiten die gericht zijn op proactieve bijdrage In het kader van de interdepartementale zelfevaluatie wordt in kaart gebracht welke (categorieën van) activiteiten een Ministerie verricht in het kader van het inperken en/of voorkomen van een incidentcategorie. Voor deze rapportage geldt dat de activiteiten die het Ministerie van Defensie verricht in het kader van de proactieve bijdrage aan catastrofaal terrorisme zijn geïnventariseerd. Hieronder worden deze in tabelvorm weergegeven. Tabel 3. Beleidsactiviteiten Ministerie van Defensie die bijdragen aan het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme Beleidsactiviteiten Beschrijving van de inhoud Onderzoek Met enige regelmaat wordt opdracht gegeven tot het doen van onderzoek naar terroristische organisaties (Clingendael) en mogelijkheden om terrorisme te bestrijden (Clingendael, TNO). Risicoanalyses De MIVD informeert en adviseert behoeftestellers van eigen en andere ministeries en genereert voorspellend vermogen ten aanzien van de intentions and capabilities van internationaal opererende terroristische organisaties. Hierbij wordt gebruik gemaakt van: - Human intelligence (humint): inwinnen van informatie via contactpersonen - Image intelligence (imint): inwinnen van informatie/beelden door middel van spionagevliegtuigen en satellieten - Signals intelligence (sigint): inwinnen van kabel- en niet kabelgebonden dataverkeer, onder andere door middel van satellieten. Samen met TNO is een traject doorlopen waarbij in beeld is gebracht wat in het kader van bewaken en beveiligen kwetsbaarheden in het luchtruim, op zee en op land zijn. Vanuit de Hoofddirectie Algemene Beleidszaken worden jaarlijks risicoanalyses verricht naar (internationale) dreigingen. 10

11 Beleidsactiviteiten Beschrijving van de inhoud Beleidsontwikkeling Iedere twee jaar vindt er een update plaats van de Militaire Strategische Verkenning (MSV) waarin de trends & ontwikkelingen op de lange termijn worden beschreven. Terrorisme kan in dit kader een trend zijn. Betrokken bij totstandkoming interdepartementaal beleid terrorismebestrijding, zoals (niet uitputtend): - Actieplan Terrorismebestrijding en Veiligheid - Alterteringssysteem terrorismebestrijding - Tweede Kamerbrief Terrorismebestrijding 24 januari Nota nieuw stelsel bewaken en beveiligen - Kabinetsreactie nieuwe stelsel van speciale eenheden - Voortgangsrapportages terrorismebestrijding. Bijdrage aan de beleidsontwikkeling/prioritering ten aanzien van Kustwacht en Koninklijke Marechaussee (samen met Ministeries van Justitie, Financiën, V&W, BZK). Bijdrage aan herziening stelsel speciale eenheden, dat momenteel onder voorzitterschap van de NCTb wordt herzien (oprichting Dienst Speciale Interventies/DSI). Kamerbrief en eindrapport Defensie & Terrorisme (2002). Defensie is daarnaast bezig met het actualiseren van het eindrapport Defensie en Terrorisme uit De Twee Kamer zal over de resultaten van deze actualisatie worden geïnformeerd. Nederlands Defensie Doctrine (NDD) waarin specifiek aandacht is voor het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme. Kamerbrief Defensie en nationale veiligheid waarin ook wordt ingegaan op de Civiel-Militaire samenwerking ten behoeve van het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme. Illustraties van dergelijke samenwerkingsvormen zijn: - Quick Reaction Alert (QRA): de inzet van jachtvliegtuigen ten behoeve van het bewaken en beveiligen van het luchtruim (indien ingezet in het kader van de Renegade procedure onder gezag van de Minister van Justitie) - Civiel-Militaire Bestuursafspraken (CMBA) en de verdere verbreding van de samenwerking in het kader van het lopende traject Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking (ICMS) - Bijzondere bijstand onder justitieel gezag, thans als onderdeel van de Dienst Speciale Interventies (DSI) - Samenwerking MIVD met andere informatie - en inlichtingendiensten (AIVD, ContraTerrorisme-infobox). Bijdrage aan internationale beleidsvorming in EU- (voor zover het gaat om het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid/EVDB) en VN-verband, zoals in het kader van het conceptueel raamwerk voor bijdrage van EVDB-middelen aan de terrorismebestrijding. Beleidsuitvoering Militaire inzet in het kader van de missies Enduring Freedom en International Security Assistance Force (ISAF). De eerste is specifiek gericht op het bestrijden van terrorisme, terwijl bij ISAF (Afghanistan) reconstructie en wederopbouw ook doelstellingen zijn. 11

12 Beleidsactiviteiten Beschrijving van de inhoud Inzet in het kader van de Civiel-Militaire samenwerking gericht op het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme. Het gaat hierbij in internationaal verband om de aansturing (veelal in coalitieverband) van - en in nationaal verband om het beheer over de diverse onderdelen van de krijgsmacht. Beleidsevaluatie Alle interne beleidsdocumenten - dus ook die betrekking hebben op terrorisme - worden geëvalueerd. Iedere militaire inzet in het buitenland wordt in samenwerking met het Ministerie van BZ geëvalueerd. Evaluatie van de nota Defensie en terrorisme (samen met het Ministerie van Justitie). Bijdrage aan voortgangsrapportages Terrorismebestrijding (vanuit de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding/NCTB). Uit tabel 3 is af te leiden dat het Ministerie van Defensie zijn verantwoordelijkheid op het gebied van het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme met uiteenlopende activiteiten invult. In alle fasen van het beleidsproces is het Ministerie van Defensie actief om een proactieve bijdrage op dit terrein te realiseren. De zelfstandige activiteiten hebben vooral betrekking op onderzoek en risico- of dreigingsanalyses. Het Ministerie van Defensie voorziet in zijn eigen informatie- en inlichtingenbehoefte. Vanzelfsprekend worden informatie en inlichtingen (op beperkte schaal) gedeeld, maar het proces van vergaren heeft een vrij zelfstandig karakter en krijgt op verschillende manieren vorm. In de fase van beleidsontwikkeling is er vooral sprake van internationale en interdepartementale samenwerking. Op nationaal niveau heeft het Ministerie van Defensie bijgedragen aan de totstandkoming van verschillende nota s (die delen van) het antiterrorismebeleid beslaan. Op departementaal niveau worden de interdepartementale beleidslijnen doorvertaald in departementaal beleid, zoals is gebeurd in de Tweede Kamerbrief Defensie en terrorisme. In de sfeer van beleidsontwikkeling worden daarnaast in het kader van Civiel-Militaire samenwerking verschillende initiatieven ontplooid gericht op (structurele) militaire bijstand op Nederlands grondgebied. Voor een deel vallen deze initiatieven binnen bestaande kaders, zoals de taakuitvoering van de Marechaussee, maar er is ook sprake van relatief nieuwe ontwikkelingen, zoals de Quick Reaction Alert (QRA), die overigens al voor de Kamerbrief in gang is gezet. De QRA - zoals ook Nederland die in NAVO verband levert - is continu op de vereiste status en kan ook nationaal worden ingezet. De inzet van F-16 s in nationaal verband ten behoeve van de Renegades geschiedt onder gezag van het Ministerie van Justitie (Renegade procedure). In het kader van de beleidsuitvoering valt de inzet van het Ministerie van Defensie uiteen in een internationale en nationale component. In internationaal verband wordt de krijgsmacht ingezet om enerzijds gericht het internationale terrorisme te bestrijden (bijvoorbeeld de marine in het kader van Enduring Freedom) en anderzijds om te zorgen voor vrede en stabiliteit in landen die een potentiële uitvalsbasis voor terroristische groeperingen zijn, dan wel zijn geweest (bijvoorbeeld ISAF). In nationaal verband gaat het vooral om de Civiel-Militaire inzet en het beheer over de onderdelen van de krijgsmacht. 12

13 In de fase van beleidsevaluatie is er vooral sprake van interdepartementale samenwerking. In de eerste plaats wordt iedere militaire inzet - in samenwerking met het Ministerie van BZ - geëvalueerd. Daarnaast wordt de bijdrage van het Ministerie van Defensie in het kader van de nota Defensie en Terrorisme in samenwerking met het Ministerie van Justitie geëvalueerd. Tot slot levert het Ministerie van Defensie een bijdrage aan de voortgangsrapportages van de NCTb. Kortom: het Ministerie van Defensie heeft een verantwoordelijkheid met betrekking tot het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme. Deze vloeit in de eerste plaats voort uit zijn tweede hoofdtaak, te weten: het bevorderen van de internationale rechtsorde. In de tweede plaats vloeit de verantwoordelijkheid voort uit de derde hoofdtaak, te weten: ondersteuning van de civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel nationaal als internationaal. Als gevolg van de opkomst van het internationale terrorisme is het Ministerie van Defensie zich de afgelopen jaren in toenemende mate gaan richten op het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme. Er hebben inventarisaties plaatsgevonden om inzichtelijk te maken wat het Ministerie van Defensie - ook in nationaal verband - kan bijdragen aan het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme. Mede hierdoor is het Ministerie van Defensie niet alleen sterk betrokken bij de internationale strijd tegen het terrorisme, zoals blijkt uit de inzet in het kader van Enduring freedom en ISAF, maar ook bij de beleidsactiviteiten die zich binnen de landsgrenzen afspelen. 13

14 3. Beleidsproces In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de samenwerkingsrelaties die in het kader van het interdepartementale beleidsproces aanwezig zijn. Hierbij wordt tevens aandacht besteed aan de knelpunten die zich in deze relaties voordoen. Tot slot wordt ingegaan op de mate waarin het interdepartementale beleidsproces een beleidsmatige basis heeft Huidige interdepartementale samenwerking In het kader van het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme wordt door een aantal ministeries samengewerkt. Hieronder wordt deze samenwerking - vanuit het perspectief van het Ministerie van Defensie - toegelicht. Tabel 4. Interdepartementale samenwerking in het kader van het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme (vanuit perspectief Ministerie van Defensie) Ministerie Inhoud AZ Is behoeftestellend waar het (het vergaren van) inlichtingen betreft en draagt zorg voor afstemming tussen de inlichtingendiensten. Betrokken bij besluitvorming in het kader van Speciale Operaties. BZK Is verantwoordelijk voor de AIVD. In het kader van de Wet op Inlichtingenen Veiligheidsdiensten, het convenant tussen de AIVD en MIVD en de Nationale SIGINT organisatie worden inlichtingen en informatie uitgewisseld. Heeft een coördinerende rol in het kader van de Civiel Militaire Bestuursafspraken (CMBA) en Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking (ICMS). Is aanvrager van militaire bijstand in het kader van openbare orde handhaving en is betrokken bij overleg kustwacht. V&W Is verantwoordelijk voor de transportsector. Vanuit die hoedanigheid: - informatie-uitwisseling met betrekking tot verdachte transportbewegingen (land, zee, lucht), rederijen, e.a. - betrokken bij bewaken luchtruim en verkeersleiding - betrokken bij periodiek overleg over de Kustwacht. BZ Is verantwoordelijk voor geïntegreerd buitenlands (veiligheids)beleid. Vanuit die hoedanigheid: - is BZ behoeftestellend waar het (het vergaren van) inlichtingen betreft - verstrekt BZ informatie vanuit de Diplomatieke Dienst - vindt afstemming plaats over EU-Technical Assistance aan derde landen 3 - vindt afstemming over de inzet van militaire middelen en over de inzet van de Marechaussee in het buitenland - vindt afstemming plaats over de standpuntbepaling in internationaal verband. 3 Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan bezoeken van KMAR aan de met grensbewaking belaste diensten in Marokko, waarbij advies wordt gegeven over hoe de bewaking kan worden verbeterd. 14

15 Ministerie Inhoud Justitie (incl. V&I) Is verantwoordelijk voor voorkomen, opsporen en vervolgen van strafbare feiten. Vanuit die hoedanigheid: - besluitvormend in het kader van de inzet van Defensie gericht op strafrechtelijke handhaving (aanvrager bijstand) - betrokken bij periodiek overleg over de Kustwacht - heeft het gezag bij de inzet van jachtvliegtuigen t.b.v. Renegades Is betrokken bij het overleg KMAR in het kader van de handhaving van de vreemdelingenwet en grensbewaking. NCTb Is verantwoordelijkheid voor de coördinatie in het kader van de terrorismebestrijding. Afstemming over: - uitwisseling informatie/inlichtingen - beveiliging burgerluchtvaart - dreigingsbeeld en vaststelling te beveiligen personen - terrorismebestrijding in brede zin (beleid). Het Ministerie van Defensie werkt in het kader van het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme het meest intensief samen met het Ministerie van BZ en de NCTb. Ten aanzien van de internationale component van het terrorisme en de bijdrage die in het kader van de bestrijding wordt geleverd, is het Ministerie van BZ een essentiële partner. Iedere inzet is onderdeel van de bredere verantwoordelijkheid van het Ministerie van BZ met betrekking tot het geïntegreerd buitenlands (veiligheids)beleid. De NCTb is een voorname samenwerkingspartner waar het de nationale component van de terrorismebestrijding betreft. Afstemming vindt zowel plaats over beleidsmatige onderwerpen als operationele zaken. Er is nauw overleg tussen het Ministerie van Defensie en de NCTb. Ook met de Ministeries van BZK, V&W en Justitie wordt regelmatig afgestemd. In het kader van de inlichtingenvergaring is er een nauwe samenwerkingsrelatie aanwezig, terwijl het Ministerie van BZK ook een partner is wanneer het gaat om initiatieven als de Civiel-Militaire bestuursafspraken (CMBA). Het Ministerie van V&W is vooral vanuit zijn sectorverantwoordelijkheid betrokkenen, terwijl het Ministerie van Justitie in veel aspecten van de terrorismebestrijding besluitvormend. Alle drie de genoemde ministeries zijn betrokken in het kader van de prioritering van de Kustwacht. Ook het Ministerie van Financiën is hierbij betrokken, maar aangezien de betrokkenheid van dit Ministerie zich - voor wat betreft de Kustwacht - niet richt op terrorismebestrijding, wordt dit hier buiten beschouwing gelaten. De minst intensieve samenwerkingsrelatie is aanwezig met het Ministerie van AZ. Het Ministerie van AZ heeft een behoeftestellende en coördinerende rol in het kader van de inlichtingen. 15

16 Figuur 1. Interdepartementale samenwerkingsrelaties gericht op het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme (vanuit perspectief Ministerie van Defensie) BZ BZK BZK AZ AZ Defensie Justitie (incl. V&I) NCTb NCTb V&W Leveren inbreng Krijgen inbreng Sterke betrokkenheid Gemiddelde betrokkenheid Zwakke betrokkenheid 3.2. Knelpunten in de interdepartementale samenwerking In de interdepartementale samenwerking rondom het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme is de laatste jaren flink geïnvesteerd. In algemene zin verloopt de samenwerking goed, maar dit neemt niet weg dat er een aantal aspecten is dat kan worden verbeterd. In de eerste plaats kan op het gebied van inlichtingen de behoefte duidelijker worden geformuleerd dan thans het geval is. Dit geldt vooral voor de Ministeries van AZ, BZK, Justitie en de NCTb. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat dit jaar voor het eerst een breed afgestemd Aanwijzingsbesluit ten behoeve van de buitenlandtaak is opgesteld, hetgeen al een behoorlijke verbetering is. Een tweede verbetermogelijkheid is volgens het Ministerie van Defensie gelegen in het vereenvoudigen van procedures. Het aanvragen van militaire bijstand in het kader van de strafrechtelijke handhaving is bestuurlijk gezien een tijdrovend proces, dat - via de Officier van Justitie, het landelijk parket en de Minister van Justitie - uiteindelijk bij het Ministerie van Defensie uitkomt. Hoewel operationeel gezien de militaire bijstand snel georganiseerd kan worden, is het ook van belang dat er bestuurlijk gezien snel wordt gehandeld. 16

17 Snelheid is in het kader van het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme immers van groot belang. Een derde opmerking en laatste opmerking die het Ministerie van Defensie in dit kader wil plaatsen, heeft betrekking op zijn rol als structurele veiligheidspartner op het gebied van de nationale veiligheid. Hoewel deze rol ook in de praktijk steeds meer betekenis krijgt, wordt het Ministerie van Defensie door andere ministeries nog niet altijd als zodanig gezien. Het gevolg hiervan is dat het Ministerie van Defensie soms niet-tijdig wordt betrokken bij bepaalde trajecten. Het is dus van belang dat het Ministerie van Defensie in het interdepartementale circuit ook wordt gezien als structurele veiligheidspartner De beleidsmatige basis voor de interdepartementale samenwerking De interdepartementale samenwerking is in eerste aanleg verankerd in het Actieplan Terrorismebestrijding en Veiligheid dat in 2001 is opgesteld, onder de verantwoordelijkheid van de Minister-president en de Ministers van Justitie, BZK, Financiën en Defensie. In dit actieplan is een groot aantal acties geformuleerd, dat in de jaren daarna veelal in departementale beleidsnota s is vertaald. Voor het Ministerie van Defensie geldt dat het Actieplan en de nota Defensie en terrorisme de meeste aanknopingspunten hebben opgeleverd om de capaciteiten te verbeteren. Het beleid rondom de Nederlandse inzet in internationaal verband (Enduring Freedom, ISAF) ligt verankerd in brieven aan de Tweede Kamer, die onder de verantwoordelijkheid van de ministers van BZ en Defensie zijn opgesteld. Het uiteindelijke besluit ten aanzien van de inzet is een verantwoordelijkheid van de regering. Beleidskeuzes hebben in dit kader dus altijd een interdepartementaal karakter, aangezien het gaat om besluiten van de regering. Met de komst van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) is de interdepartementale coördinatie ook organisatorisch verankerd. In verschillende brieven en voortgangsrapportages heeft de NCTb, in afstemming met andere ministeries, de Tweede Kamer over het interdepartementale beleid gericht op het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme geïnformeerd. Tot slot kunnen ook de Civiel-Militaire Bestuursafspraken (CMBA) en de Intensivering van de Civiel-Militaire Samenwerking (ICMS) als interdepartementaal beleid of interdepartementale initiatieven worden gezien. Het gaat hierbij met name om afspraken tussen de Ministeries van BZK, Defensie en Justitie. Kanttekening is dat de afspraken zich vooral richten op crisisbeheersing en in mindere mate het karakter van proactie hebben. In het kader van ICMS wordt ernaar gestreefd alle interdepartementale afspraken te bundelen in één nieuw CMBA. 17

18 Kortom: het Ministerie van Defensie werkt in het kader van het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme samen met een aantal andere ministeries. Met het Ministerie van BZ (internationale component) en de NCTb (nationale component) bestaan de meest intensieve samenwerkingsrelaties. In mindere mate, maar nog steeds regelmatig, vindt afstemming plaats met de Ministeries van BZK, Justitie en V&W. Met het Ministerie van AZ wordt het minst samengewerkt, wanneer het gaat om het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme. Hoewel de interdepartementale samenwerking in algemene zin goed verloopt, geeft het Ministerie van Defensie aan dat de behoeftestelling kan worden verduidelijkt. Met het Aanwijzingsbesluit 2006 ten aanzien van de buitenlandtaak zijn ten behoeve hiervan ook al stappen gezet. Daarnaast kunnen de procedures in het kader van de militaire bijstand worden vereenvoudigd en kan er door andere departementen meer betekenis worden gegeven aan de rol van Defensie als structurele veiligheidspartner. 18

19 4. Behoeften voor de toekomst In dit vierde hoofdstuk staan de behoeften c.q. wensen die het Ministerie van Defensie heeft centraal, wanneer het gaat om het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme. Deze behoeften zijn onderverdeeld in departementale en rijksbrede behoeften Departementale behoeften Bij elkaar brengen c.q. overzicht genereren van diensten Defensie die onder gezag van civiele autoriteiten kunnen worden uitgevoerd De Civiel-Militaire Bestuursafspraken (CMBA) hebben een deel van de diensten van Defensie, die onder gezag van civiele autoriteiten worden uitgevoerd, in beeld gebracht. Het gaat hierbij echter om een beperkt aantal diensten. In de praktijk vindt inzet op uiteenlopende plekken en in uiteenlopende verbanden plaats. Het beeld dat het Ministerie van Defensie van deze inzet heeft, is gefragmenteerd. Vanuit het Ministerie bestaat daarom de behoefte alle diensten die onder gezag van civiele autoriteiten (in nationaal verband) worden uitgevoerd in beeld te brengen. Dit kan in een soort catalogus. Verder doordenken structurele rol Defensie op het gebied van proactie In de operationele sfeer kan het terrein van de militaire bijstand nog verder worden ontwikkeld. Het Ministerie van Defensie moet naar eigen zeggen in staat worden gesteld een (nog) meer structurele rol te vervullen in de proactieve sfeer. In het kader van de Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking (ICMS) wordt hier overigens aan gewerkt. Meer prioriteit geven aan het maken internationale afspraken t.b.v. beheersen luchtruim Daarnaast is het beheersen van het luchtruim een terrein dat aandacht nodig heeft. De zogenaamde Renegade procedure heeft thans alleen een nationale werking, terwijl luchtvaart bij uitstek een grensoverschrijdend domein is. Het maken van internationale afspraken met betrekking tot het beheersen van het luchtruim heeft volgens het Ministerie van Defensie meer prioriteit nodig. Betrokkenheid van de Ministeries van BZ, V&W en Justitie en de NCTb is noodzakelijk om hier ook daadwerkelijk invulling aan te geven Rijksbrede behoeften Vereenvoudiging van procedures en structuren Rijksbreed dient naar mening van het Ministerie van Defensie - naast de vereenvoudiging van procedures (zie vorige paragraaf) - ook te worden gestreefd naar vereenvoudiging van structuren. Terrorismebestrijding kan over minder actoren worden verdeeld dan thans het geval is, aangezien er nu veel organisaties zijn die zich met terrorismebestrijding bezighouden. Hoewel de NCTb is opgericht om de coördinatie te verbeteren, is het aantal organisaties feitelijk alleen maar toegenomen. Aan de wens van alle actoren op beleids- en uitvoerend niveau om tijdig over complete informatie te beschikken, is in een dergelijke situatie lastig te voldoen. De actualiteit van het dossier catastrofaal terrorisme legt volgens het Ministerie van Defensie nog eens een extra druk op de coördinatie van informatiestromen. 19

20 5. Conclusies In dit hoofdstuk wordt kort weergegeven wat de belangrijkste conclusies zijn die op basis van deze rapportage kunnen worden getrokken. Deze conclusies concentreren zich op de blinde vlekken, knelpunten en wijze waarop hiermee kan worden omgegaan. In de voorgaande hoofdstukken is uitgebreid aan bod gekomen wat door het Ministerie van Defensie thans aan het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme wordt gedaan. Dit wordt hier daarom niet opnieuw herhaald Conclusies op een rij Blinde vlekken c.q. kansen in het beleid Er zijn geen blinde vlekken in het beleid aanwezig. Het Ministerie van Defensie is zich in de afgelopen jaren nadrukkelijker gaan richten op het inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme en doet in dit kader alles wat binnen zijn mogelijkheden ligt. Knelpunten c.q. mogelijkheden in het beleidsproces De behoeftestelling op het gebied van inlichtingenvergaring kan worden verduidelijkt. Dit geldt met name voor de Ministeries van AZ, BZK, Justitie en de NCTb. Het recent opgestelde Aanwijzingsbesluit 2006 ten behoeve van de buitenlandtaak is overigens al een stap in de goede richting. De procedures voor militaire bijstand moeten worden vereenvoudigd. Bestuurlijk gezien zijn de procedures complex en daarom tijdrovend. Hoewel operationeel het e.e.a. snel geregeld wordt, is het ook van belang de bestuurlijke component te vereenvoudigen, zodat het risico op tijdsverlies wordt beperkt. Interdepartementaal gezien kan er nog meer betekenis worden gegeven aan de rol van het Ministerie van Defensie als structurele veiligheidspartner. De nieuwe positie van het Ministerie van Defensie moet zich ook doorvertalen in het bewustzijn, zodat tijdige betrokkenheid bij relevante trajecten is gegarandeerd. Behoeften voor de toekomst Op departementaal niveau een integraal beeld vormen van de bijstand die onder gezag van civiele autoriteiten (op nationaal niveau) kan worden geleverd. Doorontwikkelen militaire bijstand in het kader van de Civiel-Militaire Bestuursafspraken (CMBA) en Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking (ICMS), zodat nog meer relief wordt gegeven aan de rol van Defensie als structurele veiligheidspartner. Maken van internationale afspraken over het luchtruimbewaking (Renegade procedure), aangezien de luchtvaart bij uitstek een grensoverschrijdend domein is. Vereenvoudiging van procedures en structuren: ook op bestuurlijk niveau snel militaire bijstand kunnen realiseren en daarnaast bekijken of de verantwoordelijkheid voor terrorismebestrijding niet over een beperkter aantal betrokken ministeries kan worden verdeeld. 20

21 5.2. Conclusies in beeld Figuur 2. Conclusies in een notendop Blinde vlekken/kansen (beleid) Geen blinde vlekken, sprake van toenemende focus op inperken en/of voorkomen van catastrofaal terrorisme Incidentcategorie Catastrofaal terrorisme Behoeften voor de toekomst Creëren integraal beeld van diensten in het kader van militaire bijstand Doorontwikkelen civiel-militaire samenwerking ikv CMBA/ICMS Maken van internationale afspraken over luchtruimbewaking Vereenvoudigen procedures/structuren Knelpunten/mogelijkheden (proces) Behoeftestellen AZ, BZK, Justitie en AZ kan duidelijker, al is veel verbeterd Procedures voor militaire bijstand kunnen bestuurlijk gezien eenvoudiger Interdepartementaal kan meer betekenis worden gegeven aan rol van structurele veiligheidspartner 21

Rapportage interdepartementale zelfevaluatie project Nationale Veiligheid

Rapportage interdepartementale zelfevaluatie project Nationale Veiligheid Rapportage interdepartementale zelfevaluatie project Nationale Veiligheid Ministerie: Dreiging: Incidentcategorie: Justitie Terrorisme Catastrofaal terrorisme Voor akkoord Directeur-Generaal: Directoraat:

Nadere informatie

Rapportage interdepartementale zelfevaluatie project Nationale Veiligheid

Rapportage interdepartementale zelfevaluatie project Nationale Veiligheid Rapportage interdepartementale zelfevaluatie project Nationale Veiligheid Ministerie: Dreiging: Incidentcategorie: Ministerie van Justitie Terrorisme Radicalisering Voor akkoord Directeur-Generaal: Directoraat:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 374 Aanslag op de heer W. S. P. Fortuijn Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Project Nationale Veiligheid

Project Nationale Veiligheid Project Nationale Veiligheid Geïntegreerde rapportage interdepartementale zelfevaluatie Catastrofaal terrorisme Intern werkdocument Tja, nationale Veiligheid Wat is dat tegenwoordig eigenlijk? Datum: 16-05-2006

Nadere informatie

De Militaire Inlichtingenen

De Militaire Inlichtingenen De Militaire Inlichtingenen Veiligheidsdienst 1 De rol van de krijgsmacht is de laatste jaren veranderd. Inlichtingen nemen in de huidige veiligheidscontext een steeds belangrijkere plaats in. Tijdens

Nadere informatie

Datum 20 december 2018 Onderwerp Georganiseerde criminaliteit in relatie tot bescherming personenstelsels bewaken en beveiligen en getuigenbescherming

Datum 20 december 2018 Onderwerp Georganiseerde criminaliteit in relatie tot bescherming personenstelsels bewaken en beveiligen en getuigenbescherming 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Defensie en interne veiligheid: van vangnet naar volwaardige veiligheidspartner C. Homan Armex, 90(1) 2006, p. 21-24

Defensie en interne veiligheid: van vangnet naar volwaardige veiligheidspartner C. Homan Armex, 90(1) 2006, p. 21-24 Defensie en interne veiligheid: van vangnet naar volwaardige veiligheidspartner C. Homan Armex, 90(1) 2006, p. 21-24 Inleiding Defensie levert van oudsher een bijdrage aan de handhaving van de nationale

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Nationale Veiligheid Programma Dreigingen en Capaciteiten Schedeldoekshaven

Nadere informatie

Conclusies Inspectie De Inspectie heeft zich in haar onafhankelijke onderzoek gefocust op de lokale

Conclusies Inspectie De Inspectie heeft zich in haar onafhankelijke onderzoek gefocust op de lokale 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Project Nationale Veiligheid

Project Nationale Veiligheid Project Nationale Veiligheid Hoofdlijnen interdepartementale zelfevaluatie en collegiale toets Intern werkdocument Tja, nationale Veiligheid Wat is dat tegenwoordig Catastrofaal terrorisme eigenlijk? Datum:

Nadere informatie

Bijlage V. CTIVD nr. 60

Bijlage V. CTIVD nr. 60 Bijlage V bij het toezichtsrapport over de wegingsnotities van de AIVD en de MIVD voor de internationale samenwerking met de Counter Terrorism Group- en sigint-partners CTIVD nr. 60 [vastgesteld op 21

Nadere informatie

3. Corendon Dutch Airlines, te dezen vertegenwoordigd door de Managing Director,

3. Corendon Dutch Airlines, te dezen vertegenwoordigd door de Managing Director, Convenant tussen de Staat der Nederlanden, KLM, Corendon Dutch Airlines en TUIfly en de Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers inzake het nationaal borgen van het delen van dreigingsinformatie tussen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 925 Terroristische aanslagen in de Verenigde Staten Nr. 40 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Reactie op rapport loov en ADD over ICMS

Reactie op rapport loov en ADD over ICMS Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-eneraal 6;^ Datum DV/CB Inlichtingen mr. M.S. van Eek T 070.4268844 F Uw kenmerk Onderwerp op rapport

Nadere informatie

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)

Nadere informatie

Toespraak bij de lancering van het Defensie Cyber Commando door de Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert op 25 september 2014 te Den Haag.

Toespraak bij de lancering van het Defensie Cyber Commando door de Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert op 25 september 2014 te Den Haag. Toespraak bij de lancering van het Defensie Cyber Commando door de Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert op 25 september 2014 te Den Haag. Let op: Alleen het gesproken woord geldt! De lancering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2432 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Taken en organisatie Koninklijke Marechaussee (KMar)

1. Inleiding. 2. Taken en organisatie Koninklijke Marechaussee (KMar) 1. Inleiding Tijdens de uitvoering van de departementale takenanalyse, waarvan ik u de resultaten op Prinsjesdag heb aangeboden, is de rol en de positionering van de Koninklijke Marechaussee (KMar) diverse

Nadere informatie

Nationale crisisbeheersing en CIMIC. Prof. dr. Rob de Wijk Directeur HCSS en HSD Hoogleraar IB Leiden

Nationale crisisbeheersing en CIMIC. Prof. dr. Rob de Wijk Directeur HCSS en HSD Hoogleraar IB Leiden Nationale crisisbeheersing en CIMIC Prof. dr. Rob de Wijk Directeur HCSS en HSD Hoogleraar IB Leiden Van klassieke rampenbestrijding naar moderne crisisbeheersing Interne en externe veiligheid raken verweven

Nadere informatie

BIJLAGE 1 Glijdende schaal van maatregelen

BIJLAGE 1 Glijdende schaal van maatregelen BIJLAGE 1 Glijdende schaal van maatregelen Er is een glijdende schaal van maatregelen geïntroduceerd, waardoor meer flexibiliteit en maatwerk mogelijk is. De maatregelen hebben betrekking op de woning,

Nadere informatie

Contact Ons kenmerk Uw kenmerk Bijlagen Pagina Nationale veiligheid en de rol van de AIVD Geïntegreerde Aanwijzing Inlichtingen- & Veiligheid

Contact Ons kenmerk Uw kenmerk Bijlagen Pagina Nationale veiligheid en de rol van de AIVD Geïntegreerde Aanwijzing Inlichtingen- & Veiligheid >Retouradres Postbus 20010, 2500 EA Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Postbus 20010 2500 EA Den Haag www.minbzk.nl Contact T 079 320 50 50

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20001 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Minister-President Binnenhof 19 2513 AA Den Haag Postbus 20001 2500

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 mei 2009 (19.05) (OR. en) 9976/09 PROCIV 77 JAI 302 COCON 15 RELEX 473 SAN 126 TELECOM 112 COHAFA 28

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 mei 2009 (19.05) (OR. en) 9976/09 PROCIV 77 JAI 302 COCON 15 RELEX 473 SAN 126 TELECOM 112 COHAFA 28 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 18 mei 2009 (19.05) (OR. en) 9976/09 PROCIV 77 JAI 302 COCON 15 RELEX 473 SAN 126 TELECOM 112 COHAFA 28 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Comité van

Nadere informatie

Nieuwe hoofdstructuur bestuursdepartement per 1 juli 2011

Nieuwe hoofdstructuur bestuursdepartement per 1 juli 2011 Nieuwe hoofdstructuur bestuursdepartement per 1 juli 2011 Nieuwe hoofdstructuur bestuursdepartement per 1 juli 2011 Minister Staatssecretaris Secretaris- Generaal plv Secretaris- Generaal Het nieuwe bestuursdepartement

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 30 977 AIVD Nr. 150 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 29 924 Toezichtsverslagen AIVD en MIVD Nr. 111 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 30 juni 2014 De vaste commissie voor Defensie heeft een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 303 Verslag van de commissie voor de Inlichtingenen Veiligheidsdiensten over haar werkzaamheden in 2011 Nr. 1 VERSLAG Vastgesteld 12 juni 2012

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 16950 2500 BZ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 16950 2500 BZ Den Haag www.nctv.nl

Nadere informatie

Datum 21 januari 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over man uit Doornenburg verdacht van voorbereiden aanslag op moslims

Datum 21 januari 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over man uit Doornenburg verdacht van voorbereiden aanslag op moslims 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Inzetbaarheidsrapportage eerste helft 2018

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Inzetbaarheidsrapportage eerste helft 2018 Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 28 974 Nieuw stelsel bewaken en beveiligen 28 374 Aanslag op de heer W. S. P. Fortuijn Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Nadere informatie

machtsverhoudingen, blijven in 2016 onverminderd grote aandacht en inspanningen vragen binnen de onderzoeken van de AIVD.

machtsverhoudingen, blijven in 2016 onverminderd grote aandacht en inspanningen vragen binnen de onderzoeken van de AIVD. machtsverhoudingen, blijven in 2016 onverminderd grote aandacht en inspanningen vragen binnen de onderzoeken van de AIVD. Prioriteiten en accenten AIVD-onderzoek Onderstaand wordt per aandachtsgebied binnen

Nadere informatie

CBRNincidentbestrijding

CBRNincidentbestrijding CBRNincidentbestrijding Defensie CBRN Centrum Defensie Expertisecentrum CBRN Inhoud Civiel-Militaire Samenwerking/CBRN Defensie CBRN Centrum Responscapaciteit Trainingsfaciliteit Kennis & Adviescapaciteit

Nadere informatie

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding α Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding Postadres: Postbus 16950, 2500 BZ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Oranjebuitensingel

Nadere informatie

De binnenlandse veiligheidstaken van de Nederlandse krijgsmacht

De binnenlandse veiligheidstaken van de Nederlandse krijgsmacht De binnenlandse veiligheidstaken van de Nederlandse krijgsmacht Michiel de Weger 2006 Vanfeorcum Inhoud Voorwoord IX Lijst van afkortingen XI Lijst van tabellen XIV 1 Algemene inleiding 1 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

HET FENOMEEN TERRORISME

HET FENOMEEN TERRORISME TERRORISME Sinds de 11 september 2001, is het fenomeen terrorisme nog steeds brandend actueel en geniet steeds van een permanente aandacht vanwege de overheden. Hij werd trouwens als prioriteit in het

Nadere informatie

Raamconvenant betreffende militaire bijstand en steunverlening tussen de ministers van BZK, Defensie en Justitie

Raamconvenant betreffende militaire bijstand en steunverlening tussen de ministers van BZK, Defensie en Justitie Raamconvenant betreffende militaire bijstand en steunverlening tussen de ministers van BZK, Defensie en Justitie PARTIJEN: 1. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), 2. De minister

Nadere informatie

In mln euro 2015 2016 2017 2018 2019 2020. Totaal 24,9 105,4 116,7 120,9 122,4 128,8

In mln euro 2015 2016 2017 2018 2019 2020. Totaal 24,9 105,4 116,7 120,9 122,4 128,8 > Retouradres Postbus 20001 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Minister-President Binnenhof 19 2513 AA Den Haag Postbus 20001 2500

Nadere informatie

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding j1 Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding Postadres: Postbus 16950, 2500 BZ Den Haag Aan: de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Oranjebuitensingel

Nadere informatie

Datum Betreft Antwoorden op feitelijke vragen over het jaarverslag MIVD 2013

Datum Betreft Antwoorden op feitelijke vragen over het jaarverslag MIVD 2013 > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

Commissie Bestuur & Organisatie. Ontwikkelingen Calamiteitenzorg. 6 november 2007 Margreeth Bosker

Commissie Bestuur & Organisatie. Ontwikkelingen Calamiteitenzorg. 6 november 2007 Margreeth Bosker Commissie Bestuur & Organisatie Ontwikkelingen Calamiteitenzorg 6 november 2007 Margreeth Bosker Inhoud Terrorisme-dreiging Bescherming Vitale Infrastructuur (2001 en 2005) Strategie Nationale Veiligheid

Nadere informatie

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) Justitie

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) Justitie De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) Justitie WOORD VOORAF Begin 2005 ging de staf van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding officieel van start. Op dit moment werken er ruim

Nadere informatie

Wat gaat er goed en wat kan er beter?

Wat gaat er goed en wat kan er beter? Wat gaat er goed en wat kan er beter? KVNRO Symposium 10 november 2016 Prof. dr. Rob de Wijk HCSS/Universiteit Leiden Naar een Zero Risk maatschappij Postmodern Europa Succesvol overheidsbeleid: echte

Nadere informatie

Flitspeiling NAVO. Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek. Ministerie van Defensie

Flitspeiling NAVO. Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek. Ministerie van Defensie Flitspeiling NAVO Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek Inleiding en onderzoeksverantwoording Op verzoek van het ministerie van Defensie heeft Veldkamp een flitspeiling

Nadere informatie

De dreiging tegen Nederland en Europa is in de loop van 2016 toegenomen. Dominant is de terroristische dreiging die samenhangt met de strijd in Syrië

De dreiging tegen Nederland en Europa is in de loop van 2016 toegenomen. Dominant is de terroristische dreiging die samenhangt met de strijd in Syrië De dreiging tegen Nederland en Europa is in de loop van 2016 toegenomen. Dominant is de terroristische dreiging die samenhangt met de strijd in Syrië en Irak. Daarnaast zag de AIVD het afgelopen jaar dreigingen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire Aanhoudings- en ondersteuningseenheden (AOE en)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire Aanhoudings- en ondersteuningseenheden (AOE en) STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 18660 8 december 2009 Circulaire Aanhoudings- en ondersteuningseenheden (AOE en) Aard circulaire: Bekendmaking van beleid

Nadere informatie

Convenant AIVD MIVD. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en. de Minister van Defensie,

Convenant AIVD MIVD. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en. de Minister van Defensie, Convenant AIVD MIVD inzake de Joint Sigint Cyber Unit De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Defensie, overwegende: dat de AIVD en de MIVD bij de uitvoering van hun

Nadere informatie

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen AGENDAPUNT 2 Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen Vergadering 12 december 2014 Strategische Agenda Crisisbeheersing In Veiligheidsregio Groningen werken wij met acht crisispartners (Brandweer, Politie,

Nadere informatie

111 e iii 0 Grootschalige publieksevenementen en Nationale Evenementen

111 e iii 0 Grootschalige publieksevenementen en Nationale Evenementen Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Ministerie van Veiligheid en Justitie Dep. VERTROUWELIJK 111 e iii 0 Grootschalige publieksevenementen en Nationale Evenementen De NCTV ziet het

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Datum 12 december 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat de bouwplaats moskee in Enschede is besmeurd met varkensbloed

Datum 12 december 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat de bouwplaats moskee in Enschede is besmeurd met varkensbloed 1 > Retouradres Postbus 16950 2500 BZ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 16950 2500 BZ Den Haag www.nctv.nl

Nadere informatie

VERTROUWELIJK. 2. De dienst bezit generlei executieve bevoegdheden.

VERTROUWELIJK. 2. De dienst bezit generlei executieve bevoegdheden. VERTROUWELIJK No. 51 BESLUIT van 8 augustus 1949, zoals sedert gewijzigd, houdende nadere regelen met betrekking tot de organisatie, de werkwijze, de taak en de samenwerking van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus ES Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus ES Den Haag > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 ES Den Haag Bestuursondersteuning Bestuurszaken Schedeldoekshaven 200 2511 EZ Den

Nadere informatie

Onderzoek naar de Dienst Bewaken en Beveiligen. Hoe worden mogelijke integriteitsschendingen bij de DBB voorkomen en/of bestreden?

Onderzoek naar de Dienst Bewaken en Beveiligen. Hoe worden mogelijke integriteitsschendingen bij de DBB voorkomen en/of bestreden? Onderzoek naar de Dienst Bewaken en Beveiligen Hoe worden mogelijke integriteitsschendingen bij de DBB voorkomen en/of bestreden? 1 Aanleiding 3 2 Afbakening 4 3 Doel- en probleemstelling 5 3.1 Doelstelling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 127 Financiële verantwoordingen over het jaar 1999 Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Rotterdam, 5 april Schriftelijke vragen: jihadisten in Rotterdam. Geacht college,

Rotterdam, 5 april Schriftelijke vragen: jihadisten in Rotterdam. Geacht college, Aan: het college van B & W van Rotterdam Stadhuis Rotterdam Coolsingel 40 3011 AD Rotterdam Rotterdam, 5 april 2013 Schriftelijke vragen: jihadisten in Rotterdam Geacht college, Landelijk is het dreigingsniveau

Nadere informatie

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME 2012 1 2012 STAATSBLAD VAN DE REPUBLIEK SURINAME WET van 29 oktober 2012, houdende goedkeuring van de toetreding van de Republiek Suriname tot de International Convention for the Suppression of the Financing

Nadere informatie

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid CTV NCTV De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) beschermt Nederland tegen bedreigingen die de maatschappij kunnen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper/de Raad nr. vorig doc.: 7984/10 ENFOPOL 78 + COR 1 + ADD

Nadere informatie

Ons kenmerk Bijlagen Pagina Nationale veiligheid en de rol van de AIVD Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv2017)

Ons kenmerk Bijlagen Pagina Nationale veiligheid en de rol van de AIVD Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv2017) >Retouradres Postbus 20010, 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bijlagen 1 1 van 5 Betreft Hoofdlijnen Jaarplan AIVD 2019 Met deze

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 070 Wijziging van de wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 in verband met de invoering van een nieuw stelsel voor bewaking en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 750 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2014 Nr. 94 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag >Retouradres Postbus 20010, 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bijlagen 0 1 van 5 Betreft Beantwoording vragen Lid Kuiken over publicatie

Nadere informatie

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding Integrale Handhaving Opzet Quick Scan Rekenkamer Weert Oktober 2008 Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. Deelvragen 4. Aanpak en resultaat 5. Organisatie en planning

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Contactpersoon S. Kaasjager T 070-3485230

Nadere informatie

11246/16 roe/fb 1 DG C 1

11246/16 roe/fb 1 DG C 1 Raad van de Europese Unie Brussel, 18 juli 2016 (OR. en) 11246/16 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 18 juli 2016 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 10998/16 Betreft:

Nadere informatie

Defensie en Nationale Veiligheid

Defensie en Nationale Veiligheid Defensie en Nationale Veiligheid Kolonel Piet Hagenaars Regionaal Militair Commandant Noord 20 februari 2018 HQ Royal Netherlands Army 1.PzDiv 11 Airmobile Brigade 13 Light Brigade 43 Mechanised Brigade

Nadere informatie

Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit

Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit Informatie over het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) -1- Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit 3 Bestuurlijke aanpak

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie 33 456 EU-mededeling: De EU-strategie voor de uitroeiing

Nadere informatie

ONGERUBRICEERD/ALLEEN VOOR OFFICIEEL GEBRUIK. SBIR-pitch: Defensieverkenningen. cyberspace

ONGERUBRICEERD/ALLEEN VOOR OFFICIEEL GEBRUIK. SBIR-pitch: Defensieverkenningen. cyberspace SBIR-pitch: Defensieverkenningen in cyberspace Inhoud 2 1. Aanloop naar de ontwikkeling van CNA-capaciteit 2. Verkennen van het digitale domein 3. Concrete behoefte Adviesaanvraag regering bij AIV/CAVV

Nadere informatie

Nationale evenementen congres. 26 november 2012

Nationale evenementen congres. 26 november 2012 Nationale evenementen congres 26 november 2012 Inhoud Inleiding Actuele dreiging Prioriteiten De NCTV *Vitaal *ATb *NSCS Inleiding Actuele dreiging Nederlandse jihadisten en internationale terroristische

Nadere informatie

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Besluit ex artikel 24 Wet politiegegevens Besluit van tot bepaling van categorieën van politiegegevens als bedoeld in artikel 24 van de Wet politiegegevens (Besluit ex artikel 24 Wet politiegegevens) Wij

Nadere informatie

Woord vooraf. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. K.G. de Vries

Woord vooraf. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. K.G. de Vries Zicht op de BVD Woord vooraf Nederland lijkt een kleine, veilige haven in een wereld vol conflicten. Een democratisch land waar veel kan en mag en waar we niet voortdurend stil hoeven te staan bij de bedreigingen

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Jaarplanning 2018

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Jaarplanning 2018 > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Veiligheid en Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus

Nadere informatie

Nota van B&W. gemeente Haarlemmermeer. Onderwerp Organisatie en aanpak terrorismebestrijding Schiphol Portefeuilehouder mr. A.Ph.

Nota van B&W. gemeente Haarlemmermeer. Onderwerp Organisatie en aanpak terrorismebestrijding Schiphol Portefeuilehouder mr. A.Ph. gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W Onderwerp Organisatie en aanpak terrorismebestrijding Schiphol Portefeuilehouder mr. A.Ph. Hertog Collegevergadering 26 april 2005 inlichtingen Herman Kroes (023 567

Nadere informatie

Datum 9 juni 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de registratie van jihadgangers en terugkeerders

Datum 9 juni 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de registratie van jihadgangers en terugkeerders 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Ministerie van Veiligheid en Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-generaal Veiligheid Programma Bestuurlijke Aanpak Schedeldoekshaven

Nadere informatie

DNB Business Continuity en Crisis Management Seminar

DNB Business Continuity en Crisis Management Seminar DNB Business Continuity en Crisis Management Seminar 26-11-2014 Henrick Bos kolonel Kmar Bestuursstaf Defensie Alg projectleider veiligheid NSS Secr NSS DG-overleg Adj secr MC NSS Waar, wanneer, wie? Locatie

Nadere informatie

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Ministerie van Veiligheid en Justitie

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Ministerie van Veiligheid en Justitie Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus 100 3970 AC Driebergen Aan Geadresseerde Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum

Nadere informatie

2017 no. 5 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2017 no. 5 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2017 no. 5 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA BESLUIT van 30 juni 2016, nr. 2016000799, houdende wijziging van het Schepenbesluit 2004 in verband met een nieuwe bevoegdheidsverdeling met betrekking tot het beveiligingsniveau

Nadere informatie

HET VOORTGEZET ONDERWIJS

HET VOORTGEZET ONDERWIJS Partijen overwegen het volgende: CONVENANT DE VEILIGE SCHOOL HET VOORTGEZET ONDERWIJS Gemeente Krimpen aan den IJssel De gemeente Krimpen aan den IJssel is verantwoordelijk voor de coördinatie en uitvoering

Nadere informatie

Nederlandse Defensie Doctrine Instrument van buitenlands en

Nederlandse Defensie Doctrine Instrument van buitenlands en Marcel de Haas Nederlandse Defensie Doctrine Instrument van buitenlands en veiligheidsbeleid Sinds september 2005 heeft de Commandant der Strijdkrachten (CDS, voorheen Chef Defensiestaf) de aansturing

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 861 Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/681 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 over het gebruik van persoonsgegevens

Nadere informatie

Besluit beschikbaarstelling politieambtenaren ten behoeve van vredesmissies

Besluit beschikbaarstelling politieambtenaren ten behoeve van vredesmissies Datum 23 December 2002 Kenmerk EA2002/101294 Onderdeel directie Politie Inlichtingen R. Demilt T (070) 426 7586 F (070) 426 7440 Blad 1 van 2 Aan De Minister van Justitie de korpsbeheerders van de regionale

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 januari 2017 Beantwoording Kamervragen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 januari 2017 Beantwoording Kamervragen > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie Democratie en Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING

SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 6.11.2007 SEC(2007) 1425 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Begeleidend document bij het Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad tot wijziging

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 9 Justitie algemeen

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 9 Justitie algemeen Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 9 Justitie algemeen 9 Justitie algemeen Voor terrorisme zie Bestuurlijke Netwerkkaart terrorisme versie 2018 Crisistypen gijzelingen, extremisme

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 495 Besluit van 24 oktober 2011, houdende wijziging van het reglement van orde voor de ministerraad in verband met de opheffing van de Nederlandse

Nadere informatie

DEFENSIE CBRN- CAPACITEITEN. Organisatie Defensie majoor WJ (Wytse) Borst C-Responseenheid

DEFENSIE CBRN- CAPACITEITEN. Organisatie Defensie majoor WJ (Wytse) Borst C-Responseenheid DEFENSIE CBRN- CAPACITEITEN Organisatie Defensie majoor WJ (Wytse) Borst C-Responseenheid 22 oktober 2012 Agenda 1. Oorsprong civiel-militaire samenwerking 2. Wat levert Defensie aan CBRN-capaciteiten

Nadere informatie

Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding. Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord

Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding. Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord Inhoud Veiligheidsregio algemeen Rol van de veiligheidsregio

Nadere informatie

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te Aanbevelingen Rekenkamer t.a.v. Drukte Amsterdam december 2016 Aanbevelingen We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te verbeteren. Vier aanbevelingen hebben betrekking op

Nadere informatie

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,. Artikel PM1 A.4 Bijlage 4 De Wet veiligheidsregio s wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van het artikel door een puntkomma, toegevoegd korpschef:

Nadere informatie