Water in cijfers 2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Water in cijfers 2013"

Transcriptie

1 Water in cijfers 2013 Rijnland in kentallen Het weer Waterkwantiteit Voldoende Water Waterbodem Waterkwaliteit Afvalwater Meldingen en Calamiteiten Keringen Gezond Water Bestuur, organisatie & dienstverlening Veiligheid

2 Rijnland in kentallen Algemeen Oppervlakte van het gebied van Rijnland km² Aantal inwoners ± Aantal gemeenten (gedeeltelijk) binnen Rijnland 33 Aantal huishoudens Oppervlak waterkwantiteitsbeheer ha Primair water ha Overig water ha Watergangen in beheer ca km Aantal stuwen Aantal inlaten ca Aantal polders 206 Aantal peilgebieden 747 Aantal boezemgemalen 4 Aantal poldergemalen ca 420 Lengte primaire waterkering 82 km Lengte regionale waterkering km Oppervlak boezemwater ha Oppervlak polderwater ha Oppervlaktewater totaal ha Zuiveringstechnische werken 99 Aantal afvalwaterzuiveringsinstallaties 28 Aantal rioolpersgemalen 74 (Pers)rioolleidingen 226 km aantal

3 Het weer van 2013 Het jaar 2013 Neerslag / verdamping

4 Het weer in 2013: Vrij koud, droog en vrij zonnig Het jaar 2013 was een vrij koud jaar met een gemiddelde jaartemperatuur van 9,8 C tegen normaal 10,1 C. Koud was het vooral de eerste helft van het jaar. Januari kende een lange vorstperiode met van 10 tot 27 januari in De Bilt zeventien opeenvolgende vorstdagen en twaalf ijsdagen. De lente was sinds 1970 niet meer zo koud geweest. Maart en april telden samen nog 28 vorstdagen en 1 ijsdag. De tweede helft van het jaar verliep een stuk warmer met maandgemiddelde temperaturen die rond of boven het langjarig gemiddelde lagen. Juli was zeer warm en augustus vrij warm. Van 21 tot en met 27 juli piekte het warme weer met een hittegolf. September begon zomers met lokaal op 5 en 6 september zelfs tropische temperaturen. Na deze zachte september volgden een zeer zachte oktober en een gemiddelde november. De maand december luidde tenslotte een zeer zacht begin van de winter in. In De Bilt werden 13 (8) ijsdagen, 64 (58) vorstdagen, 82 warme (85), 27 (26) zomerse en 7 (4) tropische dagen geteld. Tussen haakjes staat het langjarig gemiddelde vermeld. De hoeveelheid neerslag in 2013 lag met gemiddeld over het land 741 mm ruim onder het langjarig gemiddelde van 847 mm. De herfst was zeer nat en belandde op plaats drie van de natste herfstseizoenen sinds De meeste neerslag werd in 2013 gemeten in Hoek van Holland, 886 mm, de minste neerslag in De Kooy bij Den Helder, 610 mm. In De Bilt viel 827 mm, tegen een langjarig gemiddelde van 832 mm. In 2013 bedroeg het aantal zonuren 1710 uur en daarmee was 2013 vrij zonnig, ten opzichte van het langjarig gemiddelde van 1639 zonuren. De meeste zonuren werden gemeten in het noordwesten van het land, met in De Kooy 1906 uur. Het somberst was het in het oosten en zuiden van het land, met het minste aantal zonuren in Deelen, (Bron: Jaaroverzicht KNMI)

5 Neerslag / verdamping Neerslag / verdamping Maandneerslag te Nieuwe Wetering Jaarlijkse neerslag 15 KNMI stations Jaarlijkse neerslag overzichtskaart Rijnland Maandelijkse verdamping te Schiphol Neerslag tekort in Nederland

6 MAANDNEERSLAG maandneerslag in mm jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Nieuwe Wetering 2013 gemiddelde 15 KNMI stations 2013 Roelofsarendveen 2013

7 Toelichting: Maandneerslag te Nieuwe Wetering Rijnland heeft voor het waterbeheer meerdere neerslag meetstations. Een van die meetstation ligt in Nieuwe Wetering, een locatie globaal in het centrum van het beheergebied. Op het terrein van de zuivering meet Rijnland volautomatisch de hoeveelheid neerslag. Bij een controle van de gemeten neerslagdata bleek dat de neerslagmeting in Nieuwe Wetering substantieel afweek van het nabij gelegen KNMI neerslagstation Roelofarendsveen. De radarmetingen komen echter wel komen goed overeen met de KNMI meting. Om die reden zijn de neerslagmetingen van Nieuwe Wetering vervangen neerslagwaarden, gebaseerd op radarneerslagmetingen, zoals bepaald in Nieuwe Wetering. In de grafiek is voor locatie Nieuwe Wetering de maandneerslag weergegeven ten opzichte van de gemiddelde maandneerslag over (te Nieuwe Wetering). Daarnaast is ook de gemiddelde maandneerslag van alle 15 KNMI stations in Rijnlands beheergebied weergegeven. Dit zijn stations van vrijwilligers die dagelijks de hoeveelheid neerslag meten en doorgeven aan het KNMI. Kijkend naar neerslagcijfers vallen de maart en april op als droge maand. Mei was natter, terwijl de zomer droger was. Het meest opvallend is het najaar met extreem veel neerslag. Totaal werd er 928 mm afgetapt, tegen 892 mm normaal. Daarmee was de jaarsom in Nieuwe Wetering een fractie hoger dan het langjarig gemiddelde.

8 JAARSOM NEERSLAG 15 KNMI STATIONS jaarsom neerslag in mm Jaargemiddelde 15 KNMI

9 Locatie 15 KNMI stations en verdamping te Schiphol Legenda

10 Toelichting: Jaarneerslag KNMI stations Het neerslagmeetpunt Nieuwe Wetering ligt globaal in het midden van Rijnlands beheergebied. In 2013 is op deze locatie totaal 928 mm neerslag bepaald op basis van neerslagradar beelden, terwijl het langjarig gemiddelde ( ) 917 mm bedraagt. Binnen het beheergebied van Rijnland liggen 15 KNMI dag-neerslagstations. Dit zijn stations van vrijwilligers die dagelijks de hoeveelheid neerslag meten en doorgeven aan het KNMI. De totale hoeveelheid jaarneerslag gemeten op deze locaties verschilt sterk. In 2013 is in Heemstede is de laagste hoeveelheid neerslag gemeten met 845 mm, terwijl dit in Zoetermeer het hoogste was met 1021 mm. De volgende redenen kunnen deze verschillen veroorzaken, zoals: De invloed van de temperatuur van de Noordzee De invloed van de duinen Zomerse onweersbuien Invloed van grote wateroppervlaktes

11 Kaart neerslagsom per peilvak 2013

12 Toelichting Kaart neerslagsom per peilvak 2013 Rijnland maakt voor de bepaling van de hoeveelheid neerslag, naast metingen met grondstations, ook gebruik van neerslagradarbeelden. Deze radarbeelden leveren per pixel van 1 bij 1 kilometer per tijdseenheid een neerslaghoeveelheid. Door deze hoeveelheden te sommeren over een jaar en te vertalen naar en te verdelen over specifieke gebieden kan uiteindelijk op jaarbasis de neerslag per peilgebied worden berekend zoals is weergegeven in de kaart. Hierin valt te zien dat in het noorden van het beheergebied minder neerslag is gevallen dan in het zuiden. De meeste neerslag is gevallen in Alphen aan de Rijn, lokaal 1.035,8 mm. De plek met de minste neerslag lag in Noordwijk, daar is in 2013 een jaarsom van 810,1 mm berekend. Het verschil tussen de twee locaties, hemelsbreed ca. 20 kilometer van elkaar verwijderd, bedraagt 225,7 mm op jaarbasis.

13 Verdamping per maand te Schiphol maandverdamping in mm jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Maandsom Gemiddelde maandverdamping

14 Toelichting: Maandverdamping te Schiphol Het KNMI houdt niet alleen bij hoeveel neerslag er valt, maar ook hoeveel vocht verdwijnt: de verdamping. Het KNMI hanteert het begrip Referentie-gewasverdamping". Dit is de hoeveelheid water die verdampt uit een grasveld dat goed voorzien is van water en nutriënten. Deze waarde wordt in de hydrologie gebruikt als basis om te kunnen berekenen hoeveel water verdampt uit oppervlaktes grond met diverse soorten gewassen. De totale berekende hoeveelheid verdamping van het KNMI station Schiphol, bedroeg in 2013 ca. 595 mm tegen normaal 590 mm (jaargemiddelde over de periode ). In de maand mei was de verdamping lager dan normaal. De verdamping in de zomermaanden is traditioneel hoog, maar door de warmere zomer was de verdamping hoger dan het langjarig gemiddelde. Uitgezonderd de maand mei (lager dan gemiddeld) en de maanden juli en augustus (hoger dan gemiddeld), is het jaar redelijk normaal verlopen.

15

16 Toelichting: Neerslagtekort in Nederland 2013 In de grafiek toont de zwarte lijn het verloop in de tijd van het neerslagtekort (mm), gemiddeld over 13 stations verspreid over Nederland. Een van de stations die het KNMI hiervoor gebruikt is locatie Hoofddorp. De berekening loopt vanaf 1 april en eindigt op 1 oktober. De rode lijn laat het neerslagtekort zien dat in de extreem droge zomer van 1976 optrad. In de grafiek komt duidelijk naar voren dat de zomer van 2013 een erg droge zomer was. Tot half juli verloopt het neerslagtekort gemiddeld. Vanaf dan komt het neerslagtekort boven de mediaan om er vervolgens pas halverwege september weer in de buurt te komen.

17 Waterkwantiteit Waterbalans boezem Waterbezwaar boezem Boezemstanden Peilbesluiten Peilbeheer polders

18

19 Toelichting: Waterbalans boezem Rijnland 2013 Deze waterbalans is alleen opgesteld voor de boezem. De waterbalans heeft verschillende posten waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen wat de Rijnlandse boezem in komt en uit gaat. Om in een later stadium ook een chloridebalans op te stellen (zie verder in dit document) zijn een aantal grote diepe polders met relatief veel kwel (zoals de Haarlemmermeerpolder en Polder de Noordplas) als aparte posten opgenomen. In de waterbalans is te zien dat alle polders gezamenlijk meer dan 50% hebben aangevoerd van de totale aanvoer op de boezem. Net als in voorgaande jaren zijn de boezemgemalen Halfweg en Katwijk verantwoordelijk voor het grootste gedeelte van de totale afvoer (respectievelijk 36 en 26%). Verder is de gehele waterbalans ook terug te zien op dagbasis, zie de figuur in de volgende sheet. Daarnaast is de waterbalans van 2013 vergeleken met voorgaande jaren (behalve 2010; toen is een waterbalans voor gehele beheergebied opgesteld). Hieruit valt op te maken dat de totale hoeveelheid aan- en afgevoerd water in 2013 (827 miljoen m3) niet heel veel verschilt met voorgaande jaren.

20

21 Waterbalans boezem meerdere historische jaren 1000 berging 800 Duinen Sluizen RWZI s Bodegraven (incl KWA) Miljoen m Inlaat Gouda Uit polders + boezemland (incl H'meer, Noordplas, Mtpolder en Nieuwkoop) Neerslag op boezem Berging wegzijging uit boezem -400 Leidschendam Katwijk Gouda Halfweg Spaarndam Jaar Naar polders & boezemland Verdamping uit boezem

22 20 Waterbezwaar boezem e halfjaar 18 waterbezwaar in miljoenen m3/dag jan 11-jan 21-jan 31-jan 10-feb 20-feb 2-mrt 12-mrt 22-mrt 1-apr 11-apr 21-apr 1-mei 11-mei 21-mei 31-mei 10-jun 20-jun 30-jun 10-jul 20-jul 30-jul 9-aug 19-aug 29-aug 8-sep 18-sep 28-sep 8-okt 18-okt 28-okt 7-nov 17-nov 27-nov 7-dec 17-dec 27-dec Waterbezwaar in miljoenen m3/dag Maximale verwerkingscapaciteit boezem Bemalingscapaciteit

23 Toelichting: waterbezwaar boezem 2013 Het maximale waterbezwaar, de maximale hoeveelheid water die binnen 24 uur op de boezem wordt aangevoerd, werd gemeten op 14 oktober en bedroeg 15,0 miljoen m³. De boezemgemalen konden deze hoeveelheid verwerken: de maximale bemalingscapaciteit bedroeg op dat moment 15,2 miljoen m³. In de periode is het boezemgemaal Katwijk gerenoveerd. In september 2011 is hierbij de vierde en laatste nieuwe pomp in gebruik genomen. Hierdoor is de maximale bemalingscapaciteit vergroot met 0,5 miljoen m³ naar 15,2 miljoen m³ per 24 uur. In 2013 was dit de maximale bemalingscapaciteit. Het jaar 2013 heeft ons laten zien dat de maximale bemalingscapaciteit voldoende was om het waterbezwaar op te vangen. Er kan tevens tijdelijk extra water worden geborgen in de boezem. In deze situatie kan het peil tijdelijk oplopen van NAP -0,62 m tot NAP -0,52 m, zonder dat de veiligheid in het gedrang komt. Deze schijf water van 10 centimeter in de boezem komt overeen met 4,5 miljoen m³ water. De berging kan slechts eenmaal worden ingezet in een neerslagperiode. De totale maximale verwerkingscapaciteit van de boezem komt daarmee op 19,7 miljoen m³ per 24 uur, overeenkomend met een schijf water van ruim 2,7 kilometer hoog op een voetbalveld.

24 Boezemstanden Representatief Boezempeil (dagbasis) Boezemstanden te Nieuwe Wetering (jaarbasis)

25 Representatief BoezemPeil ,5-0,52-0,54 Waterstand in m tov NAP -0,56-0,58-0,6-0,62-0,64 Zomerpeil Winterpeil -0,66-0,68-0,7 1-jan 15-jan 29-jan 12-feb 26-feb 12-mrt 26-mrt 9-apr 23-apr 7-mei 21-mei 4-jun 18-jun 2-jul 16-jul 30-jul 13-aug 27-aug 10-sep 24-sep 8-okt 22-okt 5-nov 19-nov 3-dec 17-dec 31-dec

26 Toelichting: Representatief Boezem Peil (RBP) Het Representatief BoezemPeil (RBP) is de waterstand die van belang is bij het peilbeheer van de boezem. Het RBP is een gewogen gemiddelde van 16 boezemwaterstandsmetingen, verspreid over het gebied van Rijnland. In de grafiek is het RBP weergegeven en de in het peilbesluit vastgestelde zomer- en winterpeil van de boezem. In de grafiek is te zien dat april de overgangsmaand is van winter- (NAP -0,64 m) naar zomerpeil (NAP -0,61 m) en september de overgangsmaand is van zomer- naar winterpeil.

27 -0,20 Boezemstanden Oude/Nieuwe Wetering ,25-0,30-0,35 waterstand in m tov NAP -0,40-0,45-0,50-0,55-0,60-0,65-0,70-0,75-0, gemiddelde boezemstand Nieuwe Wetering minimale boezemst and maximale boezemst and

28 Toelichting: Boezemstanden Oude/Nieuwe Wetering Deze grafiek met gegevens vanaf 1900 geeft een overzicht van de maximale, gemiddelde en minimale boezemstanden nabij Oude/Nieuwe Wetering. Het betreft waarnemingen van 7:00 uur s morgens. Tot 1991 werden de metingen uitgevoerd in Oude Wetering. Vanaf 1991 vinden de metingen geautomatiseerd plaats op het terrein van de afvalwaterzuiveringsinstallatie in Nieuwe Wetering. Vanaf begin jaren 70 is een duidelijke trend waarneembaar waarbij het boezempeil minder grillig is geworden. Ook in 2013 wordt deze trend voortgezet. Reden hiervoor is de overgang van stoom- naar dieselgemalen. Vanaf 1990, met de introductie van telemetrie en automatische meetnetten, is de peilbeheerder sneller in staat te reageren.

29 Peilbesluiten 2013

30 Toelichting: Peilbesluiten 2013 Rijnland is verplicht om peilbesluiten op te stellen voor het gehele beheergebied met uitzondering van het duingebied. Dat komt neer op 90% ( ha) van het gehele beheergebied. Op 31 december 2013 had 88% van het beheergebied waar een peilbesluit nodig is, een actueel geldig peilbesluit. Dat wil zeggen: een peilbesluit dat tenminste tot en met eind 2013 geldig was. Dit percentage is 3% hoger dan vorig jaar (85%). Voor gebieden waar het peilbesluit 10 jaar oud is, wordt gestart met de actualisatie van het peilbesluit (weergegeven als categorie in procedure). Afhankelijk van de aard van de actualisatie vindt een verlenging van het peilbesluit plaats of een herziening van het peilbesluit. Bij een verlenging gaat het peilbesluit op de oude voet verder. Bij een herziening verandert het peilbesluit, bijvoorbeeld ten gevolge van een functiewijziging. In sommige gevallen gaat dat gecombineerd met het opstellen van een watergebiedsplan. De categorie onbekend wordt veroorzaakt door een administratieve achterstand, die momenteel door middel van archiefonderzoek wordt ingelopen.

31 Peilbeheer polders 2013 Zomer 2013 Winter

32 Toelichting: peilbeheer polders 2013 Doordat in veel peilvakken de praktijkpeilen automatisch worden geregistreerd is het mogelijk om deze peilen te vergelijken met de opgelegde peilen uit de peilbesluiten. Rijnland heeft 345 van de 762 peilvakken voorzien met een automatische peilregistratie. In deze analyse zijn gemeten praktijkpeilen vergeleken met de vastgelegde peilen in de peilbesluiten voor de polderpeilgebieden binnen Rijnland. Voor 90% van de peilvakken (gemiddelde van zomer- en winterperiode) waar automatisch peilen worden geregistreerd voldoet het verschil tussen het peilbeheer en het opgelegde streefpeil (peilbesluit peil) aan de marge van +/- 5 cm (zie groene vakken). Dit wil niet zeggen dat het peilbeheer in de overige peilvakken niet voldoet aangezien in sommige peilvakken de marges groter dan +/- 5 cm mogen zijn. Om deze reden is het mogelijk dat bepaalde geanalyseerde peilvakken een vertekend beeld geven. Verder zijn in de analyse alleen de peilvakken getoetst waar automatisch waterpeilen worden geregistreerd. Momenteel is dat het geval in 82% ( ha) van alle peilvakken. In de overige peilvakken (18%, ha) worden enkel peilschalen afgelezen. Peilschaalaflezingen worden niet meegenomen in de analyse vanwege het grote meetinterval.

33 Waterkwaliteit Kader Richtlijn Water Chloridebalans Boezem Rijnland Chloride Vermesting Zware metalen Zwemwater Gewasbeschermingmiddelen Natuurvriendelijke oevers

34 CHLORIDEBALANS VAN DE BOEZEM VAN RIJNLAND Jaar 2013

35 Toelichting: Chloridebalans boezem Rijnland 2013 Deze chloridebalans is opgesteld voor alleen de boezem. Voor het bepalen van de chloridevrachten zijn chloridemetingen van de verschillende posten uit de waterbalans gebruikt. In de chloridebalans is te zien dat een grote hoeveelheid chloride afkomstig is uit de Haarlemmermeer. De Haarlemmermeer beslaat ongeveer een derde van het beheergebied van Rijnland en ligt bovendien erg diep, waardoor er meerdere wellen voorkomen. Deze wellen zorgen voor een kwelstroom uit de diepere ondergrond waar het water vele malen zouter is dan het kwelwater dat uit de ondiepe lagen komt. Daarnaast leveren ook de sluizen relatief gezien een grote bijdrage in de chloridevracht op de boezem. Met name de grote sluis bij Spaarndam is hier verantwoordelijk voor. Net als in de waterbalans worden de grootste hoeveelheden chloride weer afgevoerd door de boezemgemalen Halfweg en Katwijk. Ook is de chloridebalans uitgezet op dagbasis, zie figuur. Hieruit valt duidelijk op te maken dat de sluizen met name in de zomer verantwoordelijk zijn voor aanvoer van chloride: in de zomer wordt namelijk vele malen meer geschut dat in de winter. Tot slot blijkt dat het totaal aan- en afgevoerde hoeveelheid chloride in 2013 ( ton) niet veel te verschilt met voorgaande jaren, zie figuur.

36

37 Chloridebalans boezem meerdere historische jaren berging Duinen Sluizen RWZI s Bodegraven (incl KWA) Inlaat Gouda Ton 0 Uit polders + boezemland (incl H'meer, Noordplas, Mtpolder en Nieuwkoop) Neerslag op boezem Berging wegzijging uit boezem Leidschendam Katwijk Gouda Halfweg Jaar Spaarndam Naar polders & boezemland 2010 ontbreekt, omdat er een ander type waterbalans (het hele beheersgebied) werd opgesteld.

38 2013 Chloride n= 110 n = 58 n = 52 n = 9 n = 39 n = 8 n = 10 n = 14 n = 14 n = 5 n = 7 Rijnland Boezem Polder Boezemmeren Boezemkanalen Veen plassen Zandwinplassen Veen polders Kleipolders Zandpolders Duinrand

39 Chloride kentallen 2013 De 110 meetpunten die gebruikt zijn voor de grafieken en de overzichtskaarten komen uit het trendmeetnet. Dit is een reeks metingen die gedurende een lange periode maandelijks worden gemeten. De locaties zijn zodanig gekozen dat ze representatief zijn voor een bepaald gebied. De eerste drie categorieën in de grafiek zijn grove indelingen in watertypen: Rijnland - alle meetpunten van het trendmeetnet Boezem- alle boezempunten uit het trendmeetnet Polder - alle polderpunten uit het trendmeetnet Daarna volgt een specifieke indeling van watertypen: boezemmeren, boezemkanalen, veenplassen, zandwinplassen, veenpolders, kleipolders, zandpolders en duinrand. Voor elk meetpunt is de toetswaarde bepaald. De toetswaarde voor chloride is het zomergemiddelde. De toetswaarde is getoetst aan de MTR-norm (Maximaal Toelaatbaar Risiconiveau) die is vastgelegd in de Vierde Nota Waterhuishouding. Het MTR voor chloride is 200 mg/l. De blauwe en groene kleur in de grafiek voldoen aan de norm. Door op de naam van de specifieke categorie te klikken (in de grafiek) wordt de trend (langjarig en van de laatste 10 jaar) van de betreffende categorie weergegeven. indeling halve MTR MTR MTR x MTR > 2 x MTR Range in mg/l < > 400

40 Chloride 2013 Het chloridegehalte in Rijnland wordt voornamelijk bepaald door de hoeveelheid neerslag, het kwelwater en de hoeveelheid doorspoelwater. Kentallen Ongeveer 70% van alle meetpunten voldoen aan de MTR-norm. Het zoetste gedeelte van Rijnland zijn de veenplassen en de duinrand. Het zoutste deel zijn de kleipolders (o.a. de Haarlemmermeerpolder). Hier voldoet ongeveer 35% aan de MTRnorm. Oorzaak van het hoge zoutgehalte in de kleipolders is de zoute kwel. Trend Er is weinig verandering in de chlorideconcentratie. Als er een trend is dan is hij meestal naar beneden. De trendwaarde is echter klein (ongeveer 1 á 2% per jaar). Top 5 hoogste en laagste chlorideconcentraties meren en plassen 2013 Hoogste chlorideconcentratie mg/l Laagste chlorideconcentratie mg/l Houtrak Grote vijver 2380 Nieuwkoop Noordeinderplas 49 Toolenburgplas 415 Reeuwijk ( s Gravenkoop) 51 Mooie Nel 357 Reeuwijk (Nieuwenbroek) 55 Zoetermeerse plas 252 Oosterduinse meer 64 Westbroekplas 220 Reeuwijk Elfhoeven 80

41 Trendmeetpunten Boezemmeren Kanalen Kleipolders RO058 Kgerplassen (Norremeer) RO001 Spaarne, boezemgemaal Spaarndam ROP03701 Gecombineerde Starrevaaer- en damhouderpolder RO269 Kagerplassen (kever) RO012 Ringvaart Haarlemmermeerpolder ROP04101 Griet en Vriesekoopsepolder RO270 Wijde AA RO017 Leidse trekvaart ROP04203 Grote Heilige Geestpolder RO272 Braassem RO021B Boezemkanaal Halfweg ROP0931A Polder Nieuwkoop RO275 Nieuwe meer RO027 Ringvaart Haarlemmermeerpolder ROP096A1A Polder de Noordplas RO281 Westeinder RO030 Molenvliet ROP096A2A Polder de Noordplas RO300 t-joppe RO032 Ringvaart Haarlemmermeerpolder ROP14205 Uiteindsche Middelpolder RO304 Molenplas RO041A Rijn (Valkenburg) ROP15001 Polder Vierambacht RO391 Mooie Nel RO050 Oegstgeesterkanaal ROP16101 Wassenaarsche polder RO061 Aarkanaal ROP18050 Y-tocht Haarlemmermeerpolder Diepe putten RO077A Rijn-Schiekanaal ROP18056 Haarlemmermeerpolder RO296A Oosterduinmeer RO084 Weipoortsevliet ROP18068 Haarlemmermeerpolder Hoofdvaart RO299 Vlietlanden RO092A Oude Rijn ROP18901 Oosteinderpoelpolder RO371 Zeegerplas RO113A Heimanswetering ROP30601 Houtrakpolder RO601 Valkenburgse meer RO114A Gouwe ROP40118 Amsterdamsbos ROP01803 Broekvelden en Vettenbroek RO140 Ringvaart Haarlemmermeerpolder ROP022A06 Zoetermeerse plas RO169 Veenwatering Zandpolders ROP15402 Klinkenbergerplas RO178 Stompwijksevaart ROP03205 Polder Elsgeest ROP18094 Toolenburg RO184 Zuidzijdervaart ROP0322A Polder Elsgeest ROP18095 Bosplas RO185 Rijpweteringsevaart ROP05301 Hogeveense polder ROP30821 Westbroekplas RO192 Ringsloot Lisserpoelpolder ROP25501 Noorzijderpolder RO194 Aarkanaal ROP25701 Polder Vinkenveld Duinrand RO236 Zuiderbuitenspaarne RO549 De Klip bij stuwtje RO375 Oude Rijn Veenpolders RO553 camping de Noordduinen RO381 Oude Rijn ROP01001 Blauwe polder RO558 Zanderijvaart RO383 Leidsevaart ROP01101 Polder Bloemendaal RO559 Hillegommerbeek RO457 Katwijkskanaal ROP02701 Drooggemaakte polder aan de Westzijde Aarlanderveen RO563 Marcelisvaart RO467 Nieuwe vaart ROP02801 Drooggemaakte Veender en lijkerpolder RO571 Oosterduinse watering RO479 Ringvaart Haarlemmermeerpolder ROP02901 Duivenvoordse en Veenzijdsepolder RO641 Vogelsloot RO480 Haarlemmer trekvaart ROP04401 Grote polder RO483 Veenenburg- en Elsbroekkanaal ROP04501 Grote Westeindsepolder RO526 Dwarswatering ROP05101 Hondsdijksepolder Veenplassen RO528 Meerburgerwatering ROP07701 Polder Laag Boskoop ROP09411 Zuideinderplas RO587 Haarlemmer trekvaart ROP11101 Polder Oudendijk ROP09412 Noordeinderplas RO618 Vliet ROP13806 Polder Stein ROP09504 Noordplas RO638 Wassenaarse watering ROP14708 Ver.Bloklandse en Korteraarsepolder ROP09518 Geerplas RO639 Zuidbuurtsche watering ROP16301 Polder Willens ROP13408 Elfhoeven RO640 Drecht ROP21001 Verenigde Binnenpolder ROP13409 Nieuwenbroek ROP13413 s-gravenkoop ROP21706 Amstelveensepoel Overig ROP40104 Bosbaan ROP30602 Grote vijver Houtrakpolder ROP40110 Amsterdamse Bos Grote Vijver ROP16702 Zoetermeerschemeerpolder

42 Chloridetrend Boezemmeren Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

43 Trendwaarde De trendwaarde is de helling van de lijn in de trendgrafiek. De gemiddelde trendwaarde is het gemiddelde van de trendwaarden van een aantal punten (bv alle meetpunten in de boezemmeren). Wanneer deze waarde negatief is daalt de concentratie. Wanneer deze waarde positief is stijgt de concentratie.

44 Trend Aan de linkerkant van de dia staat een kaartje met daarin de meetpunten van een bepaald watertype (boezemmeren, kanalen e.d.). De kleur van het punt geeft een beoordeling van de kwaliteit (toestand 2013). De legenda staat linksboven het kaartje. De trend (het verloop van de concentratie) wordt weergegeven door het pijltje. Wanneer het pijltje omhoog wijst dan gaat de concentratie omhoog. Wanneer het pijltje omlaag wijst gaat de concentratie naar beneden. De hoek die het pijtje maakt is een maat voor de sterkte van de trend. Als het pijltje 90 graden omhoog wijst is de trend zeer sterk. Wanneer het pijltje horizontaal staat is er geen (significante) trend aanwezig. De trendanalyse is uitgevoerd met programma Trendanalist 4.0. De trend die is weergegeven in het kaartje is de korte termijn trend ( ). In het staafdiagram aan de rechterzijde van de dia is het percentage meetpunten te zien waar de concentratie omhoog is gegaan, naar beneden is gegaan of gelijk is gebleven. Er is onderscheid gemaakt tussen de lange termijn trend (ongeveer ) en de korte termijn trend ( ). De twee percentages die bovenop de staafgrafiek staan is de gemiddelde trendwaarde van de meetpunten. De trendwaarde is de helling van de trendgrafiek. Als deze waarde negatief is daalt de concentratie. Als deze waarde positief is dan stijgt de concentratie.

45 Chloridetrend Kanalen Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

46 Chloridetrend Veenplassen Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

47 Chloridetrend Zandwinplassen Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

48 Chloridetrend Veenpolders Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

49 Chloridetrend Kleipolders Gemiddelde Trendwaarde 100% -1,6%/jaar -0,3%/jaar 90% 80% percentage meetpunten 70% 60% 50% 40% 30% concentratie stijgt geen trend concentratie daalt 20% 10% 0% lange trend meetpunten

50 Chloridetrend Zandpolders Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

51 Chloridetrend Duinrand Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

52 Vermesting wat is vermesting? Fosfor Stikstof Chlorofyl-a Doorzicht

53 Wat is vermesting? Vermesting en eutrofiëring zijn synoniemen en betekenen een overmatige toevoer van de voedingsstoffen stikstof en/of fosfaat naar het ecosysteem. Stikstof en/of fosfaat in het oppervlaktewater kan van verschillende bronnen afkomstig zijn zoals: toevoer van gebiedsvreemd water toevoer uit dierlijke mest en kunstmest lozingen door afvalwaterzuiveringsinstallaties nalevering uit de waterbodem afbraak veen. Door vermesting van het oppervlaktewater wordt het ecosysteem ontregeld waardoor bijvoorbeeld plantensoorten verdwijnen en kroos- en algenbloei kan optreden. Hierdoor wordt het doorzicht van het oppervlaktewater kleiner en kan plaatselijk vissterfte optreden door zuurstoftekort. Een maat voor de hoeveelheid algen is chlorofyl-a.

54 2013 Fosfor n= 110 n= 58 n= 52 n= 9 n= 38 n= 8 n= 10 n= 14 n= 14 n= 5 n= 7 Rijnland Boezem Polder Boezemmeren Boezemkanalen Veen plassen Zandwinplassen Veen polders Kleipolders Zandpolders duinrand

55 Fosfor kentallen 2013 De 110 meetpunten die gebruikt zijn voor de grafieken en de overzichtskaarten komen uit het trendmeetnet. Dit is een reeks metingen die gedurende een lange periode maandelijks worden gemeten. De locaties zijn zodanig gekozen dat ze representatief zijn voor een bepaald gebied. De eerste drie categorieën in de grafiek zijn grove indelingen in watertypen: Rijnland: alle meetpunten van het trendmeetnet Boezem: Alle boezempunten uit het trendmeetnet Polder: alle polderpunten uit het trendmeetnet Daarna volgt een specifieke indeling van de watertypen: boezemmeren, boezemkanalen, veenplassen, zandwinplassen, veenpolders, kleipolders, zandpolders en duinrand. Voor elk meetpunt is de toetswaarde bepaald. De toetswaarde voor fosfor is het zomergemiddelde. De toetswaarde is getoetst aan de MTR-norm (Maximaal Toelaatbaar Risiconiveau) die is vastgelegd in de Vierde Nota Waterhuishouding. Het MTR voor fosfor is 0,15 mg/l. De blauwe en groene kleur in de grafiek voldoen aan de norm. Door op de naam van de specifieke categorie te klikken (in de grafiek) wordt de trendgrafiek van de betreffende categorie weergegeven. indeling streefwaarde streefwaarde - MTR MTR 2x MTR 2x MTR 5x MTR > 5 x MTR Range in mg/l < > 0.75

56 Fosfor Fosfor is naast stikstof één van de belangrijkste voedingsstoffen voor algen en waterplanten. Een te hoge concentratie kan overmatige algengroei veroorzaken. De MTR-norm voor fosfor is 0,15 mg/l (zomergemiddelde). Kentallen Slechts 10% van de meetlocaties voldoet in 2013 aan de MTR-norm. De MTR wordt alleen gehaald in enkele veen- en zandwinplassen. De hoogste concentraties worden gemeten in de zandpolders. Op alle punten wordt daar een normoverschrijding van meer dan 500% gemeten. Trend In de boezem daalt de fosforconcentratie met 1 á 3% per jaar (vanaf 1980). In de diepe putten en de veenplassen zijn er meetpunten met een stijgende en meetpunten met een dalende fosforconcentratie. Opvallend zijn de stijgende concentraties in de Reeuwijkse plassen en enkele zandwinplassen (b.v. Klinkenbergerplas en de Westbroekplas). Top 5: Laagste en hoogste fosforconcentraties meren en plassen 2013 Laagste fosforconcentratie mg/l Hoogste fosforconcentratie mg/l Toolenburgerplas 0,011 Houtrak Grote vijver 1,27 Broekvelden Vettenbroek 0,024 Oosterduinse meer 1,23 Nieuwkoop Noordeinderplas 0,035 Geerplas 1,20 Westbroekplas 0,047 Mooie Nel 0,69 Nieuwkoop Zuideinderplas 0,063 Amsterdamse bos Grote vijver 0,57

57 Fosfortrend boezemmeren Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

58 Fosfortrend kanalen Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

59 Fosfortrend veenplassen Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

60 Fosfortrend zandwinplassen Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

61 Fosfortrend veenpolders Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

62 Fosfortrend kleipolders Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

63 Fosfortrend zandpolders Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

64 Fosfortrend duinrand Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

65 2013 Stikstof n= 110 n= 58 n= 52 n= 9 n= 38 n= 8 n= 10 n= 14 n= 14 n= 5 n= 7 Rijnland Boezem Polder Boezemmeren Boezemkanalen Veen plassen Zandwinplassen Veen polders Kleipolders Zandpolders duinrand

66 Stikstof kentallen 2013 De 110 meetpunten die gebruikt zijn voor de grafieken en de overzichtskaarten komen uit het trendmeetnet. Dit is een reeks metingen die gedurende een lange periode maandelijks worden gemeten. De locaties zijn zodanig gekozen dat ze representatief zijn voor een bepaald gebied. De eerste drie categorieën in de grafiek zijn grove indelingen in watertypen: Rijnland - alle meetpunten van het trendmeetnet Boezem- alle boezempunten uit het trendmeetnet Polder - alle polderpunten uit het trendmeetnet Daarna volgt een specifieke indeling van watertypen: boezemmeren, boezemkanalen, veenplassen, zandwinplassen, veenpolders, kleipolders, zandpolders en duinrand. Voor elk meetpunt is de toetswaarde bepaald. De toetswaarde voor stikstof is het zomergemiddelde. De toetswaarde is getoetst aan de MTR-norm (Maximaal Toelaatbaar Risico) die is vastgelegd in de Vierde Nota Waterhuishouding. Het MTR voor stikstof is 2,2 mg/l. De blauwe en groene kleur in de grafiek voldoen aan de norm. Door op de naam van de specifieke indeling te klikken (in de grafiek) wordt de trendgrafiek van de betreffende categorie weergegeven. indeling streefwaarde streefwaarde - MTR MTR 1,5x MTR 1,5-3 x MTR >3 x MTR Range in mg/l < > 6.6

67 Stikstof Stikstof is naast fosfor de belangrijkste voedingsstof voor algen en waterplanten. Een te hoge concentratie kan overmatige algengroei veroorzaken. De MTR-norm voor stikstof is 2,2 mg/l (zomergemiddelde) Kentallen Slechts 31% van de meetlocaties in Rijnland voldoet in 2013 aan de MTR-norm. De laagste concentraties worden gemeten in de zandwinplassen. Hier voldoet 80% van de meetlocaties aan de MTR-norm. De hoogste concentraties worden gemeten in de veen- en kleipolders. Trend Bij de meeste watertypen is een licht dalende (korte) trend waarneembaar (tussen de 0% en 2%). Bij de lange trend is de daling groter (tussen de 1% en 5%). De dalende trends zijn niet aanwezig bij alle watertypen. Bij de veenplassen zijn de concentraties aan het stijgen (+0,1%). De stijging vind plaats vooral in de Reeuwijkse plassen. Top 5: Laagste en hoogste stikstofconcentraties meren en plassen 2013 Laagste stikstofconcentratie mg/l Hoogste stikstofconcentratie mg/l Toolenburgplas 0,68 Houtrak Grote vijver 5,1 Haarlemmermeerse Bosplas 0,75 Reeuwijk Nieuwenbroek 4,3 Reeuwijkse Hout (Broekvelden Vettebroek) 0,83 Reeuwijk s Gravenkoop 4,1 Westbroekplas 1,18 Langeraar Geerplas 3,5 Klinkenbergerplas 1,27 Zegerplas/ Vlietland 3,2

68 Stikstoftrend boezemmeren Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

69 Stikstoftrend boezemkanalen Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

70 Stikstoftrend veenplassen Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

71 Stikstoftrend zandwinplassen Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

72 Stikstoftrend veenpolders Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

73 Stikstoftrend kleipolders Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

74 Stikstoftrend zandpolders Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

75 Stikstoftrend duinrand Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

76 2013 Chlorofyl-a n= 72 n= 53 n= 19 n= 9 n= 38 n= 8 n= 10 Rijnland Boezem Polder Boezemmeren Boezemkanalen Veen plassen Zandwinplassen

77 Chlorofyl-a kentallen 2013 De meetpunten die gebruikt zijn voor de grafieken en de overzichtskaarten komen uit het trendmeetnet. Dit betreft een reeks metingen die gedurende een lange periode maandelijks worden gemeten. De locaties zijn zodanig gekozen dat ze representatief zijn voor een bepaald gebied. Op de 110 meetpunten van het trendmeetnet, is op 72 meetpunten chlorofyl gemeten. De eerste drie categorieën in de grafiek zijn grove indelingen in watertypen: Rijnland - alle meetpunten van het trendmeetnet Boezem- alle boezempunten uit het trendmeetnet Polder - polderpunten van grote wateren uit het trendmeetnet Daarna volgt een specifieke indeling van watertypen: boezemmeren, boezemkanalen, veenplassen, zandwinplassen. De poldersloten en klein boezemwater die in het trendmeetnet zijn opgenomen wordt geen chlorofyl gemeten. In deze wateren zijn over het algemeen waterplanten aanwezig en komen algen niet of bijna niet voor. Voor elk meetpunt is de toetswaarde bepaald. De toetswaarde voor chlorofyl is het zomergemiddelde. De toetswaarde is getoetst aan de MTR-norm (Maximaal Toelaatbaar Risico) die is vastgelegd in de Vierde Nota Waterhuishouding. Het MTR voor chlorofyl is 100 ug/l. De blauwe en groene kleur in de grafiek voldoen aan de norm. Door op de naam van de specifieke indeling te klikken (in de grafiek) wordt de trendgrafiek van de betreffende categorie weergegeven. Met uitzondering van de veenplassen is in deze grafiek alleen het zomergemiddelde weergegeven. indeling 0,5x MTR 0,5x MTR - MTR MTR 1,5x MTR 1,5x MTR 2x MTR > 2 x MTR Range in ug/l < > 200

78 Chlorofyl-a Chlorofyl-a is een pigment in algen. Het wordt gebruikt als maat voor de hoeveelheid algen die in het water aanwezig zijn. Het MTR voor chlorofyl-a is 100 ug/l. Chlorofyl-a wordt alleen gemeten in grote wateren. In kleine wateren (poldersloten e.d.) groeien vooral kroos en waterplanten en (meestal) veel minder algen. Kentallen Ruim 90% van de meetlocaties voldoen aan het MTR. Het probleem ligt vooral in de veenplassen. Slechts 4 van de 8 veenplassen voldoet aan de MTR-norm. In de boezemmeren voldoen alle meetpunten aan het MTR. Dit wil niet zeggen dat er geen problemen in de boezemmeren zijn. Ondanks dat de MTR-norm niet wordt overschreden, worden er af en toe (giftige) blauwalgen aangetroffen. Trend Het chlorofylgehalte is stabiel of daalt (tussen de 0 en 13%/jaar: korte trend). De laatste 4 jaar is er een opvallende daling opgetreden in de boezemmeren en enkele zandwinplassen. In de veenplassen is het chlorofylgehalte de laatste 10 jaar niet gedaald. In de Reeuwijkse plassen is het chlorofylgehalte gestegen. Top 5: Laagste en Hoogste chlorofylconcentraties meren en plassen 2013 Laagste chlorofylconcentratie ug/l Hoogste chlorofylconcentratie ug/l Zegerplas 5,2 Houtrak Grote vijver 657 Toolenburgerplas 5,3 Reeuwijk s Gravenkoop 155 Nieuwe Meer 5,4 Langeraar - Geerplas 149 Haarlemmermeerse Bosplas 6,1 Amstelveense Poel 112 Kagerplassen - Norremeer 7,2 Langeraar - Noordplas 104

79 Chlorofyltrend boezemmeren Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

80 Chlorofyltrend boezemkanalen Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

81 Chlorofyltrend veenplassen Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

82 Chlorofyltrend zandwinplassen Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

83 2013 Doorzicht n= 110 n= 58 n= 52 n= 9 n= 38 n= 8 n= 10 Rijnland Boezem Polder Boezemmeren Boezemkanalen Veen plassen Zandwinplassen

84 Doorzicht kentallen 2013 De 110 meetpunten die gebruikt zijn voor de grafieken en de overzichtskaarten komen uit het trendmeetnet. Dit betreft een reeks metingen die gedurende een lange periode maandelijks worden gemeten. De locaties zijn zodanig gekozen dat ze representatief zijn voor een bepaald gebied. De eerste drie categorieën in de grafiek zijn grove indelingen in watertypen: Rijnland - alle meetpunten van het trendmeetnet Boezem- alle boezempunten uit het trendmeetnet Polder - polderpunten van grote wateren uit het trendmeetnet Daarna volgt een specifieke indeling van watertypen: boezemmeren, boezemkanalen, veenplassen, zandwinplassen. In poldersloten en klein boezemwater is geen doorzicht gepresenteerd. In deze wateren is de waterdiepte dikwijls te gering, waardoor het doorzicht gelijk is aan de waterdiepte. Voor elk meetpunt is de toetswaarde bepaald. De toetswaarde voor doorzicht is het zomergemiddelde. De toetswaarde is getoetst aan de MTR-norm (Maximaal Toelaatbaar Risico) die is vastgelegd in de Vierde Nota Waterhuishouding. Het MTR voor doorzicht is 0,4 m. De blauwe en groene kleur in de grafiek voldoen aan de norm. indeling Range in m. beter dan MTR MTR slechter dan MTR > < 0.25 Door in de grafiek op de naam van de specifieke indeling te klikken, wordt de trendgrafiek van de betreffende categorie weergegeven. In de grafieken zijn het zomer- en wintergemiddelde weergegeven.

85 Doorzicht Het doorzicht is een maat voor de helderheid van het water. Het doorzicht is o.a. afhankelijk van het zwevende stofgehalte, chlorofylgehalte en humuszuren. Het MTR is 0,4 meter. Kentallen Bijna 85% van de meetpunten voeldoen aan het MTR voor doorzicht. Het troebelste water zit in de veenplassen. Het helderste water zit in de zandwinplassen en de boezemmeren. Alle meetlocaties voldoen hier aan het MTR. Trend Het water in Rijnland wordt vanaf 1980 langzaam helderder. Vooral in de boezemmeren en zandwinplassen is dit duidelijk zichtbaar. Vanaf 2003 zijn vooral de zandwinplassen helderder geworden. Dit is o.a. het gevolg van de menginstallaties die in een aantal zandwinplassen zijn geplaatst om algengroei te voorkomen. Vanaf 2011 is het doorzicht in de boezemmeren toegenomen. Het doorzicht in de veenplassen is in tegenstelling tot de andere watertypen afgenomen (- 2,7% /jaar). Top 5: Laagste en hoogste doorzicht meren en plassen 2013 Hoogste doorzicht meter Laagste doorzicht meter Haarlemmermeerse Bosplas 4,75 Houtrak Grote vijver 0,11 Toolenburgerplas 4,60 Reeuwijk s Gravenkoop 0,17 Broekvelden Vettenbroek 2,93 Reeuwijk Nieuwenbroek 0,17 Nieuwe Meer 2,65 Reeuwijk Elfhoeven 0,18 Zegerplas 2,34 Langeraar Geerplas 0,23

86 Doorzichttrend boezemmeren Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

87 Doorzichttrend boezemkanalen Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

88 Doorzichttrend veenplassen Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

89 Doorzichttrend zandwinplassen Gemiddelde Trendwaarde meetpunten

90 2013 Zware metalen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink n= * * Zink: gegevens van 2012

91 Metalen kentallen 2013 De kentallen voor koper, nikkel en zink zijn gebaseerd op alle 110 locaties uit het trendmeetnet. De kentallen voor de andere metalen (cadmium, chroom, kwik en lood) zijn gebaseerd op een selectie van 16 trendpunten. Voor elk meetpunt is de toetswaarde bepaald. Vanaf 2010 worden alle metalen in opgeloste vorm gemeten. De toetswaarde wordt getoetst aan het MKN (Milieu Kwaliteits Normen) Voor de metalen Cadmium, Kwik en Zink zijn maximale waarden opgenomen voor de gemeten concentraties (MKN MAC). De klasse indeling Klasse 1 (groen): toetswaarde voldoet aan de MKN Klasse 2 (geel): toetswaarde tussen MKN en 2x MKN Klasse 3 (oranje): toetswaarde tussen 2x MKN en 5x MKN Klasse 4 (rood): toetswaarde hoger de 5x MKN metaal Tot 2010 Streefwaarde (ug/l) Streefwaarde opgelost ) ug/l) Tot 2010 MKN (ug/l) MKN (JG) opgelost (ug/l) MKN (MAC) Opgelost (ug/l) Cadmium Chroom Koper Kwik Lood Nikkel Zink Nvt

92 2013 Metalen In het kaartje zijn de meetlocaties weergegeven. Op 16 meetlocaties zijn de metalen cadmium, chroom, kwik en lood gemeten Deze locaties zijn met een rode cirkel aangegeven. Bij alle 110 meetlocaties is koper, nikkel en zink* gemeten. * Zink: In de rapportage 2013 zijn de meetresultaten van 2012 weergegeven. De meetresultaten van 2013 zijn als gevolg van besmetting tijdens bemonstering (contaminatie) niet betrouwbaar.

93 2013 Zware metalen Kentallen 2013 Van alle zware metalen zijn koper, nikkel en zink probleemstoffen. Slechts 20% van de 110 meetlocaties voldoen in 2013 aan de MKN voor koper. Voor zink voldoen 92% van de 110 meetlocaties aan het MKN (meetwaarden 2012). Voor nikkel voldoen 99% van de 110 meetlocaties in 2013 aan de MKN. De overige zware metalen (cadmium, chroom, kwik en lood) zijn op 16 locaties gemeten. In 2013 zijn op deze locaties geen normoverschrijding van genoemde metalen gemeten. Trend De trendgrafieken voor metalen geven de meetgegevens weer van 16 vaste meetlocaties. De grafieken van koper nikkel en zink zijn hierdoor afwijkend van de grafiek waarin alle 110 metingen zijn weergegeven. Vanaf 2010 worden alle metalen in opgeloste vorm gemeten. Hierbij hoort een andere norm. De getalswaarden van deze norm is in de trendfiguur opgenomen. Door deze nieuwe manier van het vaststellen van de kwaliteit van het oppervlaktewater kunnen verschillen optreden in de indeling van kwaliteitsklassen. Koper: In de jaren 1996 en 1997 voldeed geen enkele locatie aan de MKN voor koper. In 2004 en 2005 voldeed ruim 40% van de 16 meetlocaties aan de MKN. In de jaren er na blijkt een lichte daling in het aantal locaties die voldoen aan de MKN op te treden. Vanaf 2010 zijn de metalen in opgeloste vorm gemeten. Door het verschil in meetmethode en beoordeling lijkt bij koper een trendbreuk te ontstaan. Het aantal locaties waar 2 tot 5 keer de MKN wordt overschreden neemt toe. Op dit moment (2013) voldoet 13% aan de MKN. Nikkel: Vanaf 2001 is een verbetering waar te nemen. Het aantal locaties dat de MKN overschrijdt neemt af. Na 2005 zijn op enkele locaties weer lichte overschrijdingen gemeten. In 2013 voldoen alle 16 locaties aan de MKN. Zink: Vanaf 2007 zijn er meer locaties met een overschrijding gemeten. In 2010 is een sterke stijging van overschrijdingen waar te nemen. In 2012 voldeden 13 van de 16 locaties (81%) aan de MKN. De meetresultaten van 2013 zijn als gevolg van besmetting tijdens bemonstering (contaminatie) niet betrouwbaar en om die reden niet opgenomen in deze rapportage. Bij de andere zware metalen is geen verslechtering waar te nemen. De metalen cadmium, chroom, kwik, en lood voldoen aan de MKN. MKN milieu kwaliteits norm

94 2013 Cadmium trend

95 2013 Chroom trend

96 2013 Koper trend De trendgrafiek is gemaakt voor 16 meetlocaties van het trendmeetnet. Deze locaties zijn op het kaartje met een rode cirkel aangeven. Op alle 110 locaties van het trendmeetnet is koper gemeten. In de grafiek en in het kaartje is een indeling gemaakt aan de hand van de toetswaarden.

97 2013 Koper trend

98 2013 Kwik trend

99 2013 Lood trend

100 2013 Nikkel Trend De trendgrafiek is gemaakt voor 16 meetlocaties van het trendmeetnet. Deze locaties zijn op het kaartje met een rode cirkel aangeven. Op alle 110 locaties van het trendmeetnet is nikkel gemeten. In de grafiek en in het kaartje is een indeling gemaakt aan de hand van de toetswaarden.

101 2013 Nikkel trend

102 2013 Zink* Trend De trendgrafiek is gemaakt voor 16 meetlocaties van het trendmeetnet. Deze locaties zijn op het kaartje met een rode cirkel aangeven. Op alle 110 locaties van het trendmeetnet is zink gemeten. In de grafiek en in het kaartje is een indeling gemaakt aan de hand van de toetswaarden. * Zinkgegevens van 2012 De meetresultaten van 2013 zijn als gevolg van besmetting tijdens bemonstering (contaminatie) niet betrouwbaar

103 2013 Zink trend

104 Gewasbeschermingsmiddelen 2013

105 Uitleg toetsing gewasbeschermingsmiddelen 2013 In de grafiek is weergegeven hoeveel gewasbeschermingsmiddelen normoverschrijdend zijn aangetroffen op een meetlocatie. De categorieën zijn 0,1,2 of 3 middelen normoverschrijdend. Het aantal meetlocaties dat per grondgebruik is geselecteerd is in onderstaande tabel vermeld: akkerbouw 7 bollenteelt 5 boomteelt 6 glastuinbouw 6 ontvangend water 6 natuur 5 grasland/veeteelt 3 Voor verder informatie zie rapport waterkwaliteit agrarische gebieden 2013 (registratienummer )

106 2013 Zwemwater slecht aanvaardbaar goed uitstekend

107 Zwemwaterbeoordeling (bacteriologische kwaliteit) 2013 In 2013 is op 49 locaties de zwemwaterkwaliteit bepaald. Hiervan zijn 44 officiële zwemwaterlocaties en 5 potentiële locaties. De zwemwaterbeoordeling van de 44 officiële locaties zijn hier weergegeven. De toetsing van zwemwaterkwaliteit 2013 resulteert in de volgende beoordeling (richtlijn 2006/7/EG): Uitstekend: Zwemwater voldoet aan de strengste normen. In 2013 vielen 27 locaties in deze categorie Goed: Zwemwater voldoet niet aan de strengste normen. In 2013 vielen 11 locaties in deze categorie. Aanvaardbaar: Zwemwater voldoet nog wel aan de normen, maar verbetering van de kwaliteit is gewenst. In 2013 viel er 1 locatie in deze categorie. Slecht: De veiligheidsnormen worden overschreden. In 2013 waren op grond van de toetsing 5 zwemlocaties onvoldoende. Trend: Tot 2012 berust de beoordeling van de zwemwaterkwaliteit op basis van thermotolerante coli bacteriën. Bij deze beoordeling wordt de kwaliteit ingedeeld in drie categorieën (goed, aanvaardbaar, en onvoldoende) Vanaf 2012 wordt een andere beoordelingssystematiek gehanteerd en worden vier categorieën gehanteerd. Voor de trendgrafiek zijn de categorieën uitstekend en goed samengevoegd tot één categorie goed. In de nieuwe richtlijn (2006/7/EG) wordt van een meerjarige beoordelingssystematiek uitgegaan. In deze richtlijn zijn vier categorieën: uitstekend, goed, aanvaardbaar en onvoldoende. De meetreeks bestaat uit minimaal zes meetgegevens per badseizoen (een keer per maand) van vier aaneengesloten badseizoenen. Rijnland blijft een meetfrequentie van tweewekelijks hanteren, 12 metingen per badseizoen. Bij Rijnland zijn in 2013 vier aaneengesloten jaren beschikbaar. De beoordeling op grond van deze toetsing is voor 5 locaties onvoldoende. In het rapport Zwemwater in Rijnland seizoen 2013 zijn de resultaten van elke afzonderlijke locatie beschreven.

108 2013 Zwemlocaties 2013 In deze figuur zijn de bacteriologische beoordelingen van het badseizoen 2013 weergegeven. De locaties Watergeus (2), Naaktrecreatie (4), speelvijver Toolenburgplas in Hoofddorp (14), Waterspeelplaats Cronesteijn (31), Europapark speelvijver (34) Het oordeel berust op de toetsing volgens Europese Richtlijn 2006/7/EG. Uitstekend Goed Aanvaardbaar Onvoldoende

109 Zwemlocaties Rijnland Bacteriologische kwaliteit volgens EU- normering Noord-Holland 1 Peddelpoel uitstekend 2 Watergeus slecht 3 Westbroekplas goed 4 Naaktrecreatie slecht 5 Droompark Buitenhuizen aanvaardbaar 6 Oosterplas uitstekend 7 Wed uitstekend 8 Veerplas goed 9 Molenplas uitstekend 10 Haarlemmermeerse Bos zuidstrand uitstekend 11 Haarlemmermeerse Bos spartelvijver goed 12 Nieuwe Meer - westoever uitstekend 13 Amsterdamse Bos uitstekend 14 Recreatieplas Toolenburg speelvijver slecht 15 Recreatieplas Toolenburg uitstekend 16 Oosterbad goed 17 Westeinderplassen Vrouwentroost goed 18 Westeinderplas Kudelstaart uitstekend Zuid-Holland 19 Oosterduinse meer - westoever uitstekend 20 Oosterduinse meer - zuidoever uitstekend 21 Kagerplassen - Kaageiland uitstekend 22 Kagerplassen - Spijkerboor uitstekend 23 Zevenhuizervaart bij Spijkerboor goed 24 Kagerplassen - Kleipoel goed 25 Braassemermeer uitstekend 26 Klinkenbergereplas - noordoever uitstekend 27 Klinkenbergerplas - westoever uitstekend 28 Kagerplasen - t Joppe westoever uitstekend 29 Kagerplassen t Joppe bij Merenwijk Leiden goed 30 Valkenburgse meer uitstekend 31 Cronesteijn - waterspeelplaats slecht 32 Wijde Aa - noordoever uitstekend 33 Wijde Aa - zuidoever uitstekend 34 Europapark - speelvijver slecht 35 Zegerplas - zuidoever uitstekend 36 Zegerplas - westoever goed 37 Nieuwkoopse plassen uitstekend 38 Vlietland noordwest oever uitstekend 39 Vlietland speelvijver uitstekend 40 Vlietland noordoost oever uitstekend 41 Noord AA - strand goed 42 Noord AA - speelvijver goed 43 Reeuwijkse hout uitstekend 44 Reeuwijkse plassen Plas Elfhoeven uitstekend

110 2013 Blauwalgen (Cyanobacteriën) Blauwalgen zijn bacteriën die in het oppervlaktewater voorkomen. Deze bacteriën kunnen gifstoffen produceren, waardoor het zwemmen in oppervlaktewater wordt afgeraden. De provincies communiceren hierover richting de recreant indien nodig. Hoge concentraties aan blauwalgen kunnen leiden tot een negatief zwemadvies of waarschuwing. Bij extreem hoge concentraties van blauwalgen of slechte waterkwaliteit kan de provincie besluiten om een zwemverbod in te stellen. In 2013 is in Zuid-Holland op 5 locaties een waarschuwing en op 3 locaties een negatief zwemadvies afgegeven. In Noord-Holland is op 4 locaties een waarschuwing en op 2 locaties een negatief zwemadvies afgegeven. Een negatief zwemadvies wordt door de provincie afgekondigd indien het biovolume aan toxische blauwalgen hoger is dan 15 mm³ per liter. Ook bij het ontstaan van drijflagen in de zwemzone wordt een negatief zwemadvies ingesteld. Een waarschuwing wordt afgegeven wanneer het biovolume aan toxische algen hoger is dan 2,5 mm³ per liter. In een tijdbalk zijn de perioden aangegeven waarin algenconcentraties tot waarschuwingen, negatieve zwemadviezen of zwemverboden hebben geleid. In Noord-Holland zijn in 2013 op 5 van de 18 zwemlocaties problemen ontstaan door blauwlagen. In Zuid-Holland zijn op 7 van de 28 zwemlocaties problemen ontstaan door blauwalgen. Hierbij moet worden opgemerkt dat in een aantal gevallen de overlast van algen van korte duur was.

111 2013 Noord-Holland In deze figuren zijn de zwemlocaties aangegeven waar in 2013 een zwemadvies van kracht was. De periode is aangegeven in weeknummers en maanden. De blokjes op de as geven aan dat er een waarschuwing van kracht was. De hoger gelegen blokjes in de tijdlijn van de figuur geven een negatief zwemadvies aan. Zuid-Holland In Noord-Holland liggen 18 officiële zwemlocaties. Op de locaties Veerplas en Westeinderplas is door de provincie tijdelijk een negatief zwemadvies afgegeven. In Zuid-Holland liggen 26 officiële zwemlocaties. Op de locaties Klinkenberger plas, Noord Aa speelvijver, Noord Aa strand, en Oosterduinse meer is door de provincie tijdelijk een negatief zwemadvies afgegeven.

112 Natuurvriendelijke oevers Natuurvriendelijke oevers zijn oevers die naast een waterkerende functie nadrukkelijk een functie hebben voor de ecologische waterkwaliteit en voor behoud en versterking van de natuur in en om het water. Daarnaast verfraaien ze de woon- en leefomgeving en brengen ze de natuurbeleving dichterbij. De aanleg van natuurvriendelijke oevers is bij uitstek de maatregel om de bedekkingen van vegetatie in en langs de watergang te vergroten en daarmee de ecologische kwaliteit te verbeteren. Het aanleggen van natuurvriendelijke oevers is een maatregel om te voldoen aan de ecologische toestand in de KRWwaterlichamen.

113 Waterbodem In 2013 zijn 243 bemonsterde trajecten geanalyseerd. De analyseresultaten zijn getoetst aan de normen van Besluit bodemkwaliteit (Bbk). Dit besluit kent een aantal verschillende toetsingskaders, waaronder: Verspreiden op aangrenzend perceel Toepassen op of in de landbodem Toepassen in oppervlaktewater Bij het wordt baggerspecie vooral verspreid op het aangrenzende perceel. In mindere mate wordt er ook baggerspecie toegepast op de landbodem of toegepast in oppervlaktewater. Er wordt geen baggerspecie verspreid in oppervlaktewater. In dit overzicht zijn daarom alleen de resultaten van de eerste drie toetsingen opgenomen.

114 Waterbodem In 2013 zijn er 243 waterbodemtrajecten bemonsterd in het kader van : Onderhoudsbaggerwerk Onderhoudsbaggerwerk Baggerwerk cluster 3 (Midden Rijnland) 2 Baggerwerk cluster 4 (Bollenstreek Noord)10 Baggerwerk cluster 5 (Nieuwkoop) 10 Overig 12

115 Waterbodem Toetsing Verspreiden op aangrenzend perceel In 2013 was 88 % van de bemonsterde waterbodems verspreidbaar op het aangrenzend perceel. De overige 12 % was niet of nooit verspreidbaar. overzichtskaart verspreidbaar niet verspreidbaar nooit verspreidbaar toetsingwaarde interventiewaarde landbodem Vergelijking 2013 met voorgaande jaren

116 Waterbodem Toetsing Verspreiden op aangrenzend perceel In de bovenstaande kaart is de locatie van de verspreidbare, niet verspreidbare en nooit verspreidbare waterbodems, die in 2013 zijn bemonsterd, weergegeven.

117 Waterbodem Toetsing Toepassen op of in de landbodem Volgens deze toetsing lag 38 % van in 2013 bemonsterde waterbodems onder de achtergrondwaarden. Deze baggerspecie mag overal worden toegepast. Bij 6 % van de monsters werd de maximale waarde klasse industrie overschreden. Het ging hierbij vooral om een overschrijding van minerale olie. < achtergrondwaarden (aw) Klasse Wonen Klasse Industrie Voldoet niet Achtergrondwaarden Maximale waarden klasse wonen Maximale waarden klasse industrie Vergelijking 2013 met voorgaande jaren

118 Waterbodem Toetsing Toepassen in oppervlaktewater Volgens deze toetsing lag 37 % van in 2013 bemonsterde waterbodems onder de achtergrondwaarden. Deze baggerspecie mag overal worden toegepast. Bij 1 % van de monsters werd de interventiewaarden waterbodem overschreden. < Achtergrondwaarden (AW) Klasse A Klasse B Voldoet niet Achtergrondwaarden Interventiewaarden waterbodem Vergelijking 2013 met voorgaande jaren

119 Waterbodem Vergelijking 2013 en voorgaande jaren ( ) (Toetsing Verspreiden op aangrenzend perceel ) verspreidbaar niet verspreidbaar nooit verspreidbaar toetsingwaarde interventiewaarde landbodem De kwaliteit van de in 2013 bemonsterde waterbodems is volgens deze toetsing vrijwel gelijk aan de kwaliteit van de waterbodems die in zijn bemonsterd.

120 Waterbodem Vergelijking 2013 en voorgaande jaren (Toetsing Toepassen in of op de landbodem ) < achtergrondwaarden (aw) Klasse Wonen Klasse Industrie Voldoet niet Achtergrondwaarden Maximale waarden klasse wonen Maximale waarden klasse industrie De kwaliteit van de in 2013 bemonsterde waterbodems is volgens deze toetsing nagenoeg gelijk aan de kwaliteit van de waterbodems die in zijn bemonsterd.

121 Waterbodem Vergelijking 2013 en voorgaande jaren (Toetsing Toepassen in oppervlaktewater ) < Achtergrondwaarden (AW) Klasse A Klasse B Voldoet niet Achtergrondwaarden Interventiewaarden waterbodem De kwaliteit van de in 2013 bemonsterde waterbodems is volgens deze toetsing beter dan de kwaliteit van de waterbodems die in zijn bemonsterd.

122 Afvalwater Zuiveringsprestatie Effluentconcentratie (stikstof en fosfor) Effluentconcentratie (CZV en droogrest) AWZI belasting en ontwerp

123 Zuiveringsprestatie

124 Zuiveringsprestatie In 2013 had Rijnland 28 afvalwaterzuiveringsinstallaties in beheer. De zuiveringsprestatie is de mate waarin zuiveringsinstallaties de belangrijkste afvalstoffen uit afvalwater verwijderen. Dit kental is een combinatie van CZV-verwijdering, stikstofverwijdering en fosfaatverwijdering. In 2006, 2009 en 2012 heeft een landelijke bedrijfsvergelijking plaatsgevonden. De landelijk gemiddelde zuiveringsprestatie was in ,6%. De gemiddelde zuiveringsprestatie van Rijnland lag in 2013 boven het landelijk gemiddelde van De gemiddelde zuiveringsprestatie van de installaties in Rijnland is in ,4%. Dit is hoger dan de zuiveringsprestatie in de afgelopen jaren. Berekening zuiveringsprestatie: Het procentuele verschil tussen influentconcentratie en effluentconcentratie is het verwijderingsrendement. Om het verwijderingsrendement van alle zuiveringen in Rijnland te bepalen wordt een gewogen gemiddelde genomen. Vervolgens wordt hieruit het kental zuiveringsprestatie berekend. De zuiveringsprestatie is het gemiddelde van de verwijderingpercentages van CZV (chemisch zuurstof verbruik), stikstof en fosfaat. Zuiveringsprestatie = (% CZV-verwijdering+% stikstofverwijdering+%fosfaatverwijdering)/3

125 Effluentconcentratie Stikstof (N) en Fosfor (P)

126 Effluentconcentratie Stikstof (N) en Fosfor (P) De afvalwaterzuiveringsinstallaties lozen na zuivering het afvalwater op Rijks-, boezem- of polderwater. De effluentconcentratie geeft aan wat de kwaliteit is van het geloosde afvalwater. In 2013 was de gemiddelde stikstofconcentratie 5,7 mg N/l, dit is lager dan de concentratie in 2012 van 6,0 mg N/l. In 2013 was de gemiddelde fosfaatconcentratie 0,7 mg P/l, dit is lager dan de concentratie in 2012 van 0,8 mg P/l. Berekening: Om de effluentconcentratie van Rijnland te bepalen zijn gewogen gemiddeldes berekend.

127 Effluentconcentratie CZV en droogrest

128 Effluentconcentratie CZV en droogrest De afvalwaterzuiveringsinstallaties lozen na zuivering het afvalwater op Rijks-, boezem- of polderwater. De geloosde vracht geeft aan wat de belasting is op het ontvangende oppervlaktewater. In 2013 was de geloosde vracht kg CZV per dag. Dit is lager dan de geloosde vracht in 2012 van kg CZV per dag. In 2013 was de gemiddelde slibuitspoeling met 2 ton droge stof per dag lager dan de slibuitspoeling in Berekening: Om de effluentconcentratie van Rijnland te bepalen zijn gewogen gemiddeldes berekend. De geloosde vracht is de effluentconcentratie vermenigvuldigd met het gemiddelde dagdebiet. Om de geloosde vracht van Rijnland te bepalen zijn gewogen gemiddeldes berekend.

129 AWZI Belasting en ontwerp

130 AWZI Belasting en ontwerp De 28 afvalwaterzuiveringsinstallaties hadden in 2013 een totale verwerkingscapaciteit van 2,11 miljoen i.e (150g O2/i.e.). De afvalwaterzuiveringsinstallaties ontvingen in 2013 gezamenlijk 1,58 miljoen i.e. De totale capaciteit werd daarmee voor 75% benut. Awzi Hoogmade, Stompwijk, Aalsmeer, Haarlem Waarderpolder en Leiden noord werden in 2013 hoger belast dan waarvoor deze ontworpen is. Deze zuiveringen hebben een belasting/ontwerp van meer dan 100%.

131 Meldingen en Calamiteiten Trend meldingen Aantal meldingen per gemeente per 1000 inwoners Aantal meldingen per gemeente totaal Wijze van melden Opschalingen Calamiteiten Organisatie

132 Aantal meldingen per jaar 3500 aantal meldingen

133 Aantal meldingen per gemeente Aalsmeer Alphen aan den Rijn Amstelveen Amsterdam Bloemendaal Bodegraven Reeuwijk Boskoop Gouda Haarlem Haarlemmerliede en Haarlemmermeer 16 Heemstede 68 Hillegom Kaag en Braasem Katwijk Leiden Leiderdorp Leidschendam-Voorburg Lisse Nieuwkoop Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Rijnwoude Teylingen Velsen 2 Vlist Voorschoten Waddinxveen Wassenaar Zandvoort Zoetermeer Zoeterwoude

134 12 10 Aantal meldingen per gemeente per inwoners 10, ,5 6, ,2 2,3 4,1 4,3 1,7 1,9 1,1 3,1 3,3 0,6 2,1 2, ,1 2,9 1,4 1,3 3,2 0,4 4,1 2 2,3 1,9 1,2 1,5 0,4 0 Aalsmeer Alphen aan den Rijn Amstelveen Amsterdam Bloemendaal Bodegraven Reeuwijk Boskoop Gouda Haarlem Haarlemmerliede en Haarlemmermeer Heemstede Hillegom Kaag en Braasem Katwijk Leiden Leiderdorp Leidschendam-Voorburg Lisse Nieuwkoop Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Rijnwoude Teylingen Velsen Vlist Voorschoten Waddinxveen Wassenaar Zandvoort Zoetermeer Zoeterwoude

135 Meldwijze

136 Toelichting meldingen Burgers kunnen bij Rijnland het signaal afgeven dat we onze taken niet naar behoren uitvoeren. Zij kunnen ons hierover informeren via een melding. Een spoedeisende melding kan 24 uur per dag direct via een telefonische melding worden doorgegeven aan Rijnland. We spreken over een spoedeisende melding wanneer er kans is op overlast, schade of gevaar voor de veiligheid van de inwoners in ons gebied bij de onderwerpen waterpeil, waterkwaliteit, dijken en kades, afvalwater, gemalen en vaarwegbeheer. Overige onderwerpen zoals muskusratten, drinkwater, grondwater en overlast, botulisme en zwemwater moeten niet bij Rijnland worden gemeld. Op onze internetsite is vermeld bij welke instantie de burger deze melding dan kwijt kan. Is de melding niet spoedeisend dan kan deze via internet via het formulier meldingen worden gemeld aan Rijnland. Deze meldingen komen ook telefonisch, via , mondeling of een brief bij Rijnland binnen. In 2013 heeft Rijnland meldingen geregistreerd en opgenomen in het systeem SMILE. Dit aantal is vergelijkbaar met Het aantal meldingen vanuit de gemeenten Haarlemmermeer en Kaag & Braassem zijn in 2013 hoog vergeleken met andere gemeenten. De trendgrafiek laat een toename zien van het aantal meldingen vanaf De laatste jaren is het aantal redelijk stabiel.

137 Opschaling Calamiteiten Organisatie Wanneer een melding of incident buiten de routine vallen van de reguliere organisatie of bedreigend kunnen zijn voor de reguliere werkzaamheden, kan Rijnland de calamiteitenorganisatie inschakelen om de buitengewone omstandigheid met inzet van de best beschikbare kennis, kunde en capaciteit het hoofd te bieden en te bestrijden. In 2013 schaalde Rijnland in totaal 16 keer op. Dit is ongeveer gelijk aan 2012 toen er 15 opschalingen waren. Het betreft de hiernaast genoemde calamiteiten. De meeste calamiteiten vallen in de rubriek afvalwater. Rubricering calamiteiten Aantal Afvalwater 4 Waterkwantiteit 3 Waterkeringen 4 Waterkwaliteit 4 Overig 1 duur Type Calamiteit (dg) periode fase bestrijdingsplan Afschuiving kade Woubrugge 6 feb 1 Waterkeringen Persleidingbreuk Bodegraven 4 mrt 1 Afvalwater Afschuiven kade Zwet- en Grote Blankaartpolder 13 mrt 2 Waterkeringen Verontreinigde watergang Nieuw- Vennep 1 mrt 1 Waterkwaliteit Verontreinigde watergang Leidschendam 5 mrt/apr 1 Waterkwaliteit Persleidingbreuk Wassenaar 3 mei 1 Afvalwater Vrijverval leidingbreuk Leiden Noord 4 mei 2 Afvalwater Opbarsting gestuurde boring 1 juli 1 Overig Droogte beheergebied Rijnland 46 julisept 2 Waterkwantiteit Lekkage kering Aalsmeer 2 aug 1 Waterkeringen Brand Vliko afvalverwerking 11 aug 1 Waterkwaliteit Hoogwater beheergebied Rijnland 6 okt 2 Waterkwantiteit Persleidingbreuk Alphen a/d Rijn 17 okt 2 Afvalwater Hoogwater beheergebied Rijnland 3 nov 1 Waterkwantiteit Ongeval scheepvaart Ringvaart Haarlemmermeer 2 nov 1 Waterkwaliteit Storm: hoog water Noordzee 3 dec 2 Waterkeringen Totaal 16

138 Europese KaderRichtlijn Water (KRW) Chemie Biologie totaal Waterplanten Algen Kleine waterdiertjes Vis Biologisch ondersteunende parameters Overige stoffen

139 Chemie som benzo(g,h,i)peryleen en indeno(1,2,3-c,d)pyreen is meestal de bepalende parameter voor de chemie Voor de chemische toestand geld one out all out. Dit betekent dat wanneer 1 parameter niet voldoet het hele waterlichaam niet voldoet!

140 Biologie Voor de biologische toestand geld de laagte score van de vier kwaliteitselementen. Geen enkel waterlichaam scoort goed. Het aantal waterlichamen dat als matig wordt beoordeeld neemt wel toe en het aantal in categorie slecht wordt kleiner.

141 Waterplanten (macrofyten) In veel waterlichamen komen geen ondergedoken waterplanten Voor. De waterplanten scoren daardoor het laagst van de vier biologische maatlatten. De trend dat minder waterlichamen als slecht worden beoordeeld, zet zich door in 2013.

142 Algen (fytoplankton) was een goed algenjaar. In de boezemmeren bleven de algenconcentraties laag. In de veenplassen was er weinig verschil met andere jaren.

143 Kleine waterdiertjes (macrofauna)

144 Vis De vismaatlat is aangepast. De slechtere beoordeling in 2013 is o.a. het gevolg van deze nieuwe maatlat.

145 Biologisch ondersteunende parameters (BOS) 2013 De biologische toestand van een waterlichaam kan alleen maar goed scoren als ook alle biologische ondersteunende parameters goed scoren! Het aantal waterlichamen waar de biologisch ondersteunende stoffen als goed worden beoordeeld neemt toe.

146 Overige stoffen (2013) Er zijn drie probleemstoffen: Ammonium (in alle waterlichamen) Zink Koper De biologische toestand van een waterlichaam kan alleen maar goed scoren als ook alle overige stoffen voldoen!

ZWEMWATER IN RIJNLAND. Seizoen 2013

ZWEMWATER IN RIJNLAND. Seizoen 2013 ZWEMWATER IN RIJNLAND Seizoen Archimedesweg 1 CORSA nummer: 14.2468 postadres: versie: definitief 1 postbus 156 auteur: Piet vd Wee, Dianne Slot 23 AD Leiden oplage: 5 telefoon (71) 3 63 63 datum: april

Nadere informatie

Zomermonitor 2013. rapport nr. 04. donderdag 01-08-2013. (week 31)

Zomermonitor 2013. rapport nr. 04. donderdag 01-08-2013. (week 31) Zomermonitor 2013 rapport nr. 04 donderdag 01-08-2013 (week 31) Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid team Monitoring Postbus 156, 2300 AD Leiden droogte@rijnland.net 071-3063351 1a. Opschaling

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 07. donderdag (week 34)

Zomermonitor rapport nr. 07. donderdag (week 34) Zomermonitor 2013 rapport nr. 07 donderdag 22-08-2013 (week 34) Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid team Monitoring Postbus 156, 2300 AD Leiden droogte@rijnland.net 071-3063351 1a. Opschaling

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 03. donderdag (week 30)

Zomermonitor rapport nr. 03. donderdag (week 30) Zomermonitor 2013 rapport nr. 03 donderdag 25-07-2013 (week 30) Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid team Monitoring Postbus 156, 2300 AD Leiden droogte@rijnland.net 071-3063351 1a. Opschaling

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 10. donderdag (week 37)

Zomermonitor rapport nr. 10. donderdag (week 37) Zomermonitor 2013 rapport nr. 10 donderdag 12-09-2013 (week 37) Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid team Monitoring Postbus 156, 2300 AD Leiden droogte@rijnland.net 071-3063351 1a. Opschaling

Nadere informatie

Zomermonitor 2015. rapport nr. 02. maandag 22-06-2015. (week 26)

Zomermonitor 2015. rapport nr. 02. maandag 22-06-2015. (week 26) Zomermonitor 2015 rapport nr. 02 maandag 22-06-2015 (week 26) Document nr. 15.049293 Revisie 01: tekst pagina 4, onder waterkwantiteit aangepast (2015-02-23) Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 02. donderdag (week 29)

Zomermonitor rapport nr. 02. donderdag (week 29) Zomermonitor 2013 rapport nr. 02 donderdag 18-07-2013 (week 29) Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid team Monitoring Postbus 156, 2300 AD Leiden droogte@rijnland.net 071-3063351 1a. Opschaling

Nadere informatie

ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL. Westeinderplassen Archimedesweg 1 CORSA nummer: zie postadres: versie: 0

ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL. Westeinderplassen Archimedesweg 1 CORSA nummer: zie postadres: versie: 0 ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL Westeinderplassen - Archimedesweg CORSA nummer: zie. postadres: versie: postbus auteur: Piet van der Wee AD Leiden oplage: telefoon () datum: i telefax () projectnummer: Hoogheemraadschap

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel De Grote speelweide Amsterdamse Bos 2017

Actualisatie zwemwaterprofiel De Grote speelweide Amsterdamse Bos 2017 Actualisatie zwemwaterprofiel De Grote speelweide Amsterdamse Bos 2017 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 18.077462 postadres: versie: 01 postbus 156 auteurs: P. v.d. Wee / D. Slot 2300 AD Leiden oplage: 1

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 08. donderdag (week 35)

Zomermonitor rapport nr. 08. donderdag (week 35) Zomermonitor 2013 rapport nr. 08 donderdag 29-08-2013 (week 35) Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid team Monitoring Postbus 156, 2300 AD Leiden droogte@rijnland.net 071-3063351 1a. Opschaling

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland 2017

Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland 2017 Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland 2017 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 18.077479 postadres: versie: 01 postbus 156 auteurs: P. v.d. Wee / D. Slot 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum:

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland (speelvijver) 2015

Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland (speelvijver) 2015 Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland (speelvijver) 2015 Archimedesweg 1 CORSA nummer: postadres: versie: 01 postbus 156 auteur: Piet van der Wee 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum:

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 02. maandag (week 27)

Zomermonitor rapport nr. 02. maandag (week 27) Zomermonitor 2018 rapport nr. 02 maandag 02-07-2018 (week 27) Document nr. 18.101094 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

Zomermonitor 2015. rapport nr. 06. maandag 20-07-2015. (week 30)

Zomermonitor 2015. rapport nr. 06. maandag 20-07-2015. (week 30) Zomermonitor 2015 rapport nr. 06 maandag 20-07-2015 (week 30) Document nr. 15.056317 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

Zomermonitor 2015. rapport nr. 01. zondag 14-06-2015. (week 24)

Zomermonitor 2015. rapport nr. 01. zondag 14-06-2015. (week 24) Zomermonitor 2015 rapport nr. 01 zondag 14-06-2015 (week 24) Document nr. 15.047018 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring Postbus 156, 2300 AD Leiden droogte@rijnland.net

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 03. maandag (week 27)

Zomermonitor rapport nr. 03. maandag (week 27) Zomermonitor 2015 rapport nr. 03 maandag 28-06-2015 (week 27) Document nr. 15.xxxxxx Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Haarlemmermeerse Bos 2016

Actualisatie zwemwaterprofiel Haarlemmermeerse Bos 2016 Actualisatie zwemwaterprofiel Haarlemmermeerse Bos 2016 Archimedesweg 1 CORSA nummer: postadres: versie: 01 postbus 156 auteur: Piet van der Wee 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum:

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Meijepark 2017

Actualisatie zwemwaterprofiel Meijepark 2017 Actualisatie zwemwaterprofiel Meijepark 2017 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 18.077470 postadres: versie: 01 postbus 156 auteurs: P. v.d. Wee / D. Slot 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum:

Nadere informatie

Epilimnion 100. Waterkwaliteit in Diepe Putten: Voorbeelden uit Rijnlands beheersgebied. Dood/mineralisatie. Primaire productie.

Epilimnion 100. Waterkwaliteit in Diepe Putten: Voorbeelden uit Rijnlands beheersgebied. Dood/mineralisatie. Primaire productie. Waterkwaliteit in Diepe Putten: oorbeelden uit Rijnlands beheersgebied Bruce Michielsen en Harm Gerrits Temperatuurgradient vs diepte Rijnlands Diepe Putten. Hoe onderscheiden DP n zich van overig water?

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 02. donderdag (week 25)

Zomermonitor rapport nr. 02. donderdag (week 25) Zomermonitor 2017 rapport nr. 02 donderdag 22-06-2017 (week 25) Document nr. 17.057773 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Noord Aa 2016

Actualisatie zwemwaterprofiel Noord Aa 2016 Actualisatie zwemwaterprofiel Noord Aa 2016 Archimedesweg 1 CORSA nummer: postadres: versie: 01 postbus 156 auteur: Piet van der Wee 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum: april 2016

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 01. donderdag (week 24)

Zomermonitor rapport nr. 01. donderdag (week 24) Zomermonitor 2017 rapport nr. 01 donderdag 15-06-2017 (week 24) Document nr. 17.055050 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Peddelpoel 2016

Actualisatie zwemwaterprofiel Peddelpoel 2016 Actualisatie zwemwaterprofiel Peddelpoel 2016 Archimedesweg 1 CORSA nummer: postadres: versie: 01 postbus 156 auteur: Piet van der Wee 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum: april 2016

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Watergeus

Actualisatie zwemwaterprofiel Watergeus Actualisatie zwemwaterprofiel Watergeus - 2015 Archimedesweg 1 CORSA nummer: postadres: versie: 01 postbus 156 auteur: Piet van der Wee 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum: april 2016

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 01. maandag (week 26)

Zomermonitor rapport nr. 01. maandag (week 26) Zomermonitor 2018 rapport nr. 01 maandag 25-06-2018 (week 26) Document nr. 18.098653 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 08. donderdag (week 31)

Zomermonitor rapport nr. 08. donderdag (week 31) Zomermonitor 2017 rapport nr. 08 donderdag 03-08-2017 (week 31) Document nr. 17.073298 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer Postbus 156,

Nadere informatie

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda TNO Kennis voor zaken : Oplossing of overlast? Kunnen we zomaar een polder onder water zetten? Deze vraag stelden zich waterbeheerders, agrariërs en bewoners in de Middelburg-Tempelpolder. De aanleg van

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 12. maandag (week 36)

Zomermonitor rapport nr. 12. maandag (week 36) Zomermonitor 2015 rapport nr. 12 maandag 31-08-2015 (week 36) Document nr. 15.074509 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec 2013 Jaar 2013: Vrij koud, droog en vrij zonnig 2013 was een vrij koud jaar met een gemiddelde jaartemperatuur van 9,8 C tegen normaal 10,1 C. Koud was het vooral de eerste helft van het jaar. Januari

Nadere informatie

Sturing in de boezem van Rijnland. PAOTM cursus 1

Sturing in de boezem van Rijnland. PAOTM cursus 1 Sturing in de boezem van Rijnland PAOTM cursus 1 Inhoud: Rijnland in cijfers De boezem van Rijnland De historie van sturing bij Rijnland Hoe en waarop wordt er gestuurd PAOTM cursus 2 Rijnland in cijfers

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 03. maandag (week 27)

Zomermonitor rapport nr. 03. maandag (week 27) Zomermonitor 2018 rapport nr. 03 maandag 05-07-2018 (week 27) Document nr. 18.103226 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Spijkerboor

Actualisatie zwemwaterprofiel Spijkerboor Actualisatie zwemwaterprofiel Spijkerboor - 2015 Archimedesweg 1 CORSA nummer: postadres: versie: 01 postbus 156 auteur: Piet van der Wee 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum: april

Nadere informatie

Sturing in de boezem van Rijnland

Sturing in de boezem van Rijnland Sturing in de boezem van Rijnland Jan Willem van Kempen PAOTM cursus 1 Inhoud: Rijnland in cijfers De boezem van Rijnland De historie van sturing bij Rijnland Hoe en waarop wordt er gestuurd PAOTM cursus

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 01. donderdag (week 18)

Zomermonitor rapport nr. 01. donderdag (week 18) Zomermonitor 2019 rapport nr. 01 donderdag 02-05-2019 (week 18) Document nr. 19.038272 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland Cluster Informatie team Monitoring & Kerngegevensbeheer Postbus

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 10. donderdag (week 32)

Zomermonitor rapport nr. 10. donderdag (week 32) Zomermonitor 2018 rapport nr. 10 donderdag 09-08-2018 (week 32) Document nr. 18.116054 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

Actualisatie Venegat. Archimedesweg 1 postadres: postbus AD Leiden telefoon (071) telefax (071)

Actualisatie Venegat. Archimedesweg 1 postadres: postbus AD Leiden telefoon (071) telefax (071) Actualisatie Venegat 2018 Archimedesweg 1 postadres: postbus 156 2300 AD Leiden telefoon (071) 3 063 063 telefax (071) 5 123 916 CORSA nummer: versie: definitief auteur: Piet van der Wee datum: april 2019

Nadere informatie

ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL. Europapark Archimedesweg 1 CORSA nummer: zie

ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL. Europapark Archimedesweg 1 CORSA nummer: zie ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL Europapark - 2013 Archimedesweg 1 CORSA nummer: zie 14.20468 postadres: versie: postbus 156 auteur: Piet van der Wee 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum:

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 04. donderdag (week 27)

Zomermonitor rapport nr. 04. donderdag (week 27) Zomermonitor 2017 rapport nr. 04 donderdag 06-07-2017 (week 27) Document nr. 17.062716 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Westbroekplas 2016

Actualisatie zwemwaterprofiel Westbroekplas 2016 Actualisatie zwemwaterprofiel Westbroekplas 2016 Archimedesweg 1 CORSA nummer: postadres: versie: 01 postbus 156 auteur: Piet van der Wee 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum: april

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 07. donderdag (week 30)

Zomermonitor rapport nr. 07. donderdag (week 30) Zomermonitor 2017 rapport nr. 07 donderdag 27-07-2017 (week 30) Document nr. 17.070929 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer Postbus 156,

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 02. vrijdag (week 22)

Zomermonitor rapport nr. 02. vrijdag (week 22) Zomermonitor 2019 rapport nr. 02 vrijdag 31-05-2019 (week 22) Document nr. 19.046569 Dossier DIG-3774 Hoogheemraadschap van Rijnland Cluster Informatie team Monitoring & Kerngegevensbeheer Postbus 156,

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 06. donderdag (week 29)

Zomermonitor rapport nr. 06. donderdag (week 29) Zomermonitor 2017 rapport nr. 06 donderdag 20-07-2017 (week 29) Document nr. 17.067736 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer Postbus 156,

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 03. donderdag (week 26)

Zomermonitor rapport nr. 03. donderdag (week 26) Zomermonitor 2019 rapport nr. 03 donderdag 27-06-2019 (week 26) Document nr. 19.052639 Dossier DIG-3774/011 Hoogheemraadschap van Rijnland Cluster Informatie team Monitoring & Kerngegevensbeheer Postbus

Nadere informatie

Actualisatie Waterspeelplaats Cronesteijn

Actualisatie Waterspeelplaats Cronesteijn Actualisatie Waterspeelplaats Cronesteijn 2018 Archimedesweg 1 postadres: postbus 156 2300 AD Leiden telefoon (071) 3 063 063 telefax (071) 5 123 916 CORSA nummer: versie: definitief auteur: Piet van der

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 05. maandag (week 30)

Zomermonitor rapport nr. 05. maandag (week 30) Zomermonitor 2019 rapport nr. 05 maandag 22-07-2019 (week 30) Document nr. 19.059504 Dossier DIG-3774/011 Hoogheemraadschap van Rijnland Cluster Informatie team Monitoring & Kerngegevensbeheer Postbus

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 05. donderdag (week 28)

Zomermonitor rapport nr. 05. donderdag (week 28) Zomermonitor 2017 rapport nr. 05 donderdag 13-07-2017 (week 28) Document nr. 17.065326 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 06. maandag (week 31)

Zomermonitor rapport nr. 06. maandag (week 31) Zomermonitor 2019 rapport nr. 06 maandag 29-07-2019 (week 31) Document nr. 19.061265 Dossier DIG-3774/011 Hoogheemraadschap van Rijnland Cluster Informatie team Monitoring & Kerngegevensbeheer Postbus

Nadere informatie

Grondwaterstanden juni 2016

Grondwaterstanden juni 2016 Grondwaterstanden juni 2016 Kennisvraag: In beeld brengen van de grondwatersituatie zoals die buiten geweest is. Antwoord: op vrijwel alle meetlocaties waar analyse mogelijk was komt de maximale waterstand

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Oosterbad 2014

Actualisatie zwemwaterprofiel Oosterbad 2014 Actualisatie zwemwaterprofiel Oosterbad 2014 Archimedesweg 1 CORSA nummer: postadres: versie: 01 postbus 156 auteur: Piet van der Wee 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum: april 2015

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 07. maandag (week 32)

Zomermonitor rapport nr. 07. maandag (week 32) Zomermonitor 2019 rapport nr. 07 maandag 05-08-2019 (week 32) Document nr. 19.063600 Dossier DIG-3774/011 Hoogheemraadschap van Rijnland Cluster Informatie team Monitoring & Kerngegevensbeheer Postbus

Nadere informatie

Inhoudsopgave hoofdstuk 15

Inhoudsopgave hoofdstuk 15 -248- Inhoudsopgave hoofdstuk 15 Samenvatting hoofdstuk 15 Tabellen: 15.1 Grondgebied van Delft en bevolkingsdichtheid in Delft, Haaglanden, Zuid-Holland en Nederland op 1 januari 15.2 Oppervlakte en grondgebruik

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 08. maandag (week 33)

Zomermonitor rapport nr. 08. maandag (week 33) Zomermonitor 2019 rapport nr. 08 maandag 12-08-2019 (week 33) Document nr. 19.066500 Dossier DIG-3774/011 Hoogheemraadschap van Rijnland Cluster Informatie team Monitoring & Kerngegevensbeheer Postbus

Nadere informatie

SYMPOSIUM SLIM MALEN. Integrale sturing Rijnland. René van der Zwan

SYMPOSIUM SLIM MALEN. Integrale sturing Rijnland. René van der Zwan SYMPOSIUM SLIM MALEN Integrale sturing Rijnland René van der Zwan 14-03-2019 Korte introductie 23 30 59 René van der Zwan Beheergebied Omvang: 1.088 km 2 1.300.000 inwoners 543.000 huishoudens 29 gemeentes

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 11. donderdag (week 33)

Zomermonitor rapport nr. 11. donderdag (week 33) Zomermonitor 2018 rapport nr. 11 donderdag 16-08-2018 (week 33) Document nr. 18.118375 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

Nederlandse droogteperiodes vanaf 1906 in beeld Bart Vreeken, Logboekweer.nl

Nederlandse droogteperiodes vanaf 1906 in beeld Bart Vreeken, Logboekweer.nl Nederlandse droogteperiodes vanaf 1906 in beeld Bart Vreeken, Logboekweer.nl 6 augustus 2018 Dit is een voorlopige versie. De methode kan nog verbeterd en de droogte van 2018 is nog niet ten einde. Commentaar

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 05. donderdag (week 28)

Zomermonitor rapport nr. 05. donderdag (week 28) Zomermonitor 2018 rapport nr. 05 donderdag 12-07-2018 (week 28) Document nr. 18. 18.105904 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 09. maandag (week 34)

Zomermonitor rapport nr. 09. maandag (week 34) Zomermonitor 2019 rapport nr. 09 maandag 19-08-2019 (week 34) Document nr. 19.067814 Dossier DIG-3774/011 Hoogheemraadschap van Rijnland Cluster Informatie team Monitoring & Kerngegevensbeheer Postbus

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 07. maandag (week 29)

Zomermonitor rapport nr. 07. maandag (week 29) Zomermonitor 2018 rapport nr. 07 maandag 19-07-2018 (week 29) Document nr. 18.109038 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen 2. Waterkwaliteit De zomergemiddelden voor 2008 van drie waterkwaliteitsparameters

Nadere informatie

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec 2009 Jaar 2009: zeer zonnig en vrij droog Voor een uitgebreide beschrijving van het weer in 2009 zie: http://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/maand-en-seizoensoverzichten/2009/jaar Maximumtemperatuur

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 12. donderdag (week 34)

Zomermonitor rapport nr. 12. donderdag (week 34) Zomermonitor 2018 rapport nr. 12 donderdag 23-08-2018 (week 34) Document nr. 18.120579 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 14. vrijdag (week 36)

Zomermonitor rapport nr. 14. vrijdag (week 36) Zomermonitor 2018 rapport nr. 14 vrijdag 7-09-2018 (week 36) Document nr. 18.122352 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec 2014 Jaar 2014: Uitzonderlijk warm, zeer zonnig en vrij droog Met een gemiddelde jaartemperatuur van 11,7 C tegen een langjarig gemiddelde van 10,1 C was 2014 het warmste jaar sinds het begin van de regelmatige

Nadere informatie

Meteorologische gegevens,

Meteorologische gegevens, Bron: KNMI. Indicator 1 april 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2013 bedroeg de

Nadere informatie

Verwachtingen voor afvoeren, neerslag en temperaturen in de zomer van maart 2011 Nummer LCW Droogtebericht

Verwachtingen voor afvoeren, neerslag en temperaturen in de zomer van maart 2011 Nummer LCW Droogtebericht 24 maart 2011 Nummer 2011-01 LCW Droogtebericht Verwachtingen voor afvoeren, neerslag en temperaturen in de zomer van 2011 De kans op lage afvoeren is voor de Rijn in het komende voorjaar en zomer groter

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 15. vrijdag (week 37)

Zomermonitor rapport nr. 15. vrijdag (week 37) Zomermonitor 2018 rapport nr. 15 vrijdag 14-09-2018 (week 37) Document nr. 18.122352 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 10. maandag (week 34)

Zomermonitor rapport nr. 10. maandag (week 34) Zomermonitor 2015 rapport nr. 10 maandag 16-08-2015 (week 34) Document nr. 15.068420 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 09. maandag (week 33)

Zomermonitor rapport nr. 09. maandag (week 33) Zomermonitor 2015 rapport nr. 09 maandag 10-08-2015 (week 33) Document nr. 15. 15.066689 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 17. vrijdag (week 39)

Zomermonitor rapport nr. 17. vrijdag (week 39) Zomermonitor 2018 rapport nr. 17 vrijdag 28-09-2018 (week 39) Document nr. 18.134521 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland Cluster Informatie team Monitoring & Kerngegevensbeheer Postbus

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 14 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 18 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en plassen

Nadere informatie

Advies interim boezempeil

Advies interim boezempeil Advies interim boezempeil Aanleiding, waarom interim boezempeil Sinds 1998 geldt in de boezem een zomerpeil van NAP-0,42 m. en een winterpeil van NAP-0,47m. Het lagere winterpeil is ingesteld om de kans

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 13. donderdag (week 35)

Zomermonitor rapport nr. 13. donderdag (week 35) Zomermonitor 2018 rapport nr. 13 donderdag 30-08-2018 (week 35) Document nr. 18.122352 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

Peilbesluit Horstermeerpolder en Meeruiterdijkse polder

Peilbesluit Horstermeerpolder en Meeruiterdijkse polder Plangebied Kaart 1 Stichtse Ankeveense Plassen Spiegelplas Poldergrenzen grens Bos Bebouwing Huizenblok Hoofdwegen Regionale wegen e wegen polder Vecht Meeruiterdijkse polder IB2002 1 Kortenhoefse Plassen

Nadere informatie

Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen

Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen 14.52044 De peilvoorstellen en afwegingen van het ontwerp-peilbesluit voor de Zuid- en Noordeinderpolder worden hier gegeven. Dit ontwerppeilbesluit is opgesteld

Nadere informatie

Wijkoverleg Aalsmeer Oost. maandag 6 maart

Wijkoverleg Aalsmeer Oost. maandag 6 maart Wijkoverleg Aalsmeer Oost maandag 6 maart Onderwerp voor vanavond 1. Het hoogheemraadschap van Rijnland 2. Watersystemen en onderhoud 3. KRW2 Westeinderplassen en Bovenlanden 4. Watergebiedsplan Aalsmeer

Nadere informatie

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10.

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. is opgenomen III.2. Waterkwaliteit De meetpunten van het chemische meetnet liggen

Nadere informatie

Verbeterd DroogmakerijSysteem PARK21

Verbeterd DroogmakerijSysteem PARK21 Verbeterd DroogmakerijSysteem PARK21 Noot vooraf Het is de intentie dat dit Verbeterd Droogmakerij Systeem ooit in de gehele polder geïntroduceerd zal worden, zowel in stedelijk als landelijk gebied. Dit

Nadere informatie

V$bii. Morra park. Voorlopige resultaten grond- en oppervlaktewater meetnet. M.P.T. Arts en R. Dijksma. RAPPORT 65 November 1995

V$bii. Morra park. Voorlopige resultaten grond- en oppervlaktewater meetnet. M.P.T. Arts en R. Dijksma. RAPPORT 65 November 1995 Morra park Voorlopige resultaten grond- en oppervlaktewater meetnet M.P.T. Arts en R. Dijksma RAPPORT 65 November 1995 Vakgroep Waterhuishouding Nieuwe Kanaal 11, 6709 PA Wageningen ISSN 0926-230X V$bii

Nadere informatie

Jaar 2016: Zeer warm, zeer zonnig en aan de droge kant

Jaar 2016: Zeer warm, zeer zonnig en aan de droge kant 2016 Jaar 2016: Zeer warm, zeer zonnig en aan de droge kant Met een gemiddelde temperatuur van 10,7 C komt 2016 net in de top 10 van warmste jaren sinds 1901. De wintermaanden januari en februari waren

Nadere informatie

Vermesting van regionaal water,

Vermesting van regionaal water, Indicator 20 april 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting van het regionale

Nadere informatie

Toelichting partiële herziening peilbesluit Vlietpolder - peilgebied VLP III Vlietpolder

Toelichting partiële herziening peilbesluit Vlietpolder - peilgebied VLP III Vlietpolder Toelichting partiële herziening peilbesluit Vlietpolder - peilgebied VLP III Vlietpolder Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland

Nadere informatie

5. Verdamping 1 91/ dag Maand Jan feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec

5. Verdamping 1 91/ dag Maand Jan feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec 5. Verdamping Voor de verdamping in het stroomgebied de Goorloop is de gemiddelde referentiegewasverdamping van het KNMI weerstation in Eindhoven gebruikt. Dit station is het dichtstbij gelegen KNMI station

Nadere informatie

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec 2017 Jaar 2017: Zeer warm, zeer zonnig en aan de natte kant 2017 was met een gemiddelde temperatuur van 10,9 C het vierde zeer warme jaar op rij. Net als de drie voorgaande jaren eindigde 2017 in de top-10

Nadere informatie

Bosbo 3.0. Sturing in de boezem van Rijnland. PAOTM cursus

Bosbo 3.0. Sturing in de boezem van Rijnland. PAOTM cursus Bosbo 3.0 Sturing in de boezem van Rijnland PAOTM cursus 05-06-20181 Peilbeheer Spaarndam 32 m 3 /s Halfweg 33 m 3 /s Boezem: 4 grote boezem gemalen Polders: 202 polders met 353 polder gemalen Katwijk

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 09. donderdag (week 31)

Zomermonitor rapport nr. 09. donderdag (week 31) Zomermonitor 2018 rapport nr. 09 donderdag 02-08-2018 (week 31) Document nr. 18.113703 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

Zwemwaterprofiel de Haarrijnse plas

Zwemwaterprofiel de Haarrijnse plas Zwemwaterprofiel de Haarrijnse plas 1 Methode 1 1.1 Aanpak 1 2 Beschrijving van de zwemlocatie 3 2.1 Algemene omschrijving 3 2.2 Kenmerken van de locatie 3 2.3 Hydromorfologie en hydrologie 4 2.3 Risicobronnen

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 04. maandag (week 28)

Zomermonitor rapport nr. 04. maandag (week 28) Zomermonitor 2018 rapport nr. 04 maandag 09-07-2018 (week 28) Document nr. 18.103898 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland

Nadere informatie

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Inleiding In deze notitie worden verscheidene scenario s berekend en toegelicht ter ondersteuning van de bepaling van inrichtingsmaatregelen voor de EVZ Ter Wisch.

Nadere informatie

RISICOSIGNALERING Droogte

RISICOSIGNALERING Droogte RISICOSIGNALERING Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut IEIDING heeft invloed op de groei van planten en gewassen, op de grondwaterstanden en daarmee indirect op bijvoorbeeld energiebedrijven

Nadere informatie

Maandoverzicht van het weer in Nederland. december 2015

Maandoverzicht van het weer in Nederland. december 2015 Maandoverzicht van het weer in Nederland december 2015 December 2015: Record zacht, droog en zonnig Met in een gemiddelde temperatuur van 9,6 C is december met afstand de zachtste decembermaand sinds tenminste

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 06. maandag (week 29)

Zomermonitor rapport nr. 06. maandag (week 29) Zomermonitor 2018 rapport nr. 06 maandag 16-07-2018 (week 29) Document nr. 18.106769 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

Partiële herziening Peilbesluit Duivenvoordse- en Veenzijdsepolder. Peilvak Noortheylaan

Partiële herziening Peilbesluit Duivenvoordse- en Veenzijdsepolder. Peilvak Noortheylaan Partiële herziening Peilbesluit Duivenvoordse- en Veenzijdsepolder Peilvak 2.15.1.11 Noortheylaan Archimedesweg 1 postadres: postbus 15 2300 AD Leiden telefoon (071) 3 03 03 telefax (071) 5 123 91 CORSA

Nadere informatie

Zomermonitor rapport nr. 08. maandag (week 30)

Zomermonitor rapport nr. 08. maandag (week 30) Zomermonitor 2018 rapport nr. 08 maandag 23-07-2018 (week 30) Document nr. 18.110033 Dossier DIG-3774/007 Hoogheemraadschap van Rijnland afdeling Beleid en Planontwikkeling team Monitoring & Kerngegevensbeheer

Nadere informatie

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland

Nadere informatie

De prestatie-indicatoren genoemd in de presentaties maken onderdeel uit van de begroting 2017, welke is geagendeerd voor de VV van november 2016.

De prestatie-indicatoren genoemd in de presentaties maken onderdeel uit van de begroting 2017, welke is geagendeerd voor de VV van november 2016. De prestatie-indicatoren genoemd in de presentaties maken onderdeel uit van de begroting 2017, welke is geagendeerd voor de VV van november 2016. Mede ook naar aanleiding van de presentaties in de commissies,

Nadere informatie

Weerkundig jaarverslag 2017

Weerkundig jaarverslag 2017 Weerkundig jaarverslag 2017 Vanaf SEPT 2016 tot JUNI 2017 werd een lange periode van neerslagtekort met één onderbreking: NOV 2016 was de enige maand met een neerslagtotaal boven het gemiddelde en JULI

Nadere informatie

Kernboodschap: Waterbeheerders houden rekening met aanhoudende droogte

Kernboodschap: Waterbeheerders houden rekening met aanhoudende droogte Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 26 april 2011 Nummer 2011-03 Kernboodschap: Waterbeheerders houden rekening met aanhoudende droogte

Nadere informatie

Maandoverzicht van het weer in Nederland. november 2014

Maandoverzicht van het weer in Nederland. november 2014 Maandoverzicht van het weer in Nederland november 2014 November 2014: Zeer zacht, zeer zonnig en droog Met veel zon en weinig wind ging de maand november bijna zomers van start. Op 1 november beleefde

Nadere informatie