BEELDKWALITEITSPLAN VALLEIPARK FASE II LEUSDEN

Transcriptie

1 BEELDKWALITEITSPLAN VALLEIPARK FASE II LEUSDEN

2 inhoud INLEIDING 3 STEDENBOUWKUNDIG PLAN 4 BEELDKWALITEIT BUITENRUIMTE 10 BEELDKWALITEIT BEBOUWING 13 ALGEMENE SPELREGELS INDELING OP DE KAVEL KEUZE IN HOOFDVORM EN KAP ENTREE VAN DE WONING PERSONALISERING VAN DE WONING DUURZAAM BOUWEN MATERIALISERING 20 TOETSINGSCRITERIA 20 AANVULLENDE SPELREGELS EN VRIJHEDEN VOOR 22 DE VRIJE KAVELS VRIJE KAVELS (KAVELPASPOORTEN) 25 Vrije kavels 1

3 Inleiding Ligging Valleipark In dit beeldkwaliteitsplan voor de tweede fase van het Valleipark worden uitgangspunten en randvoorwaarden voor het ontwerp van de woningen en erven beschreven. Er wordt ingegaan op de beeldkwaliteit van de architectuur en de wijze waarop het beoogde hoge kwaliteitsniveau kan worden bereikt en behouden. Dit beeldkwaliteitsplan en het bestemmingsplan Herziening Valleipark 2013 vormen de kaders voor de realisatie van bouwplannen. Het toetsteam Valleipark voert de supervisie en toetst de bouwplannen aan de deze kaders. De kwaliteitsbewaking door het toetsteam vindt voornamelijk plaats in de vorm van het toetsen aan uitgangspunten en zo min mogelijk in het opleggen van regels. Belangrijk is dat de betrokken opdrachtgevers en architecten worden gestimuleerd en geïnspireerd tot het vormgeven aan een chique dorps-landelijke woonbuurt waarin plaats is voor het realiseren van individuele woonwensen. 2 3

4 Het stedenbouwkundig plan Plankaart Valleipark 2016 Valleikanaal, de Liniesloot en de Liniedijk: de groene setting voor de bebouwing. We noemen het samenstel van deze ruimten: het ruimtelijk raamwerk van Valleipark. Dit ruimtelijk raamwerk wordt zo ingericht dat het Valleipark een vriendelijke, groene, informele sfeer krijgt, geïnspireerd op het landelijke karakter van de omgeving. Deze sfeer wordt ondersteund door de architectonische uitwerking van de bebouwing en de toe te passen groene erfafscheidingen. Het Valleikanaal en de ecologische verbindingszone Het Valleikanaal vormt de noordelijke grens van het Valleipark, over het kanaal is tussen de opgaande begroeiing een fraai zicht op het coulissenlandschap aanwezig. Langs het Valleikanaal ligt een groenstrook die deel uitmaakt van een ecologische verbindingszone (EVZ) en op een natuurlijke wijze wordt ingericht. Dit om zoveel mogelijk diversiteit in flora en fauna te genereren. De EVZ kent delen met zicht op de omgeving, maar ook besloten gedeelten (opgaande begroeiing). De Liniedijk en liniesloot De Liniedijk is een rijksmonument en is ingericht met een informeel wandelpad over de kruin van de dijk. Voor de voetganger zijn er vanaf de Liniedijk twee toegangen. Deze zijn steeds gekoppeld aan de wiggen zodat bij binnenkomst van Valleipark er direct een doorzicht naar het omliggende landschap is. Tussen de Liniedijk en Valleipark ligt de Liniesloot. De groene wiggen De groene wiggen geven een mooi zicht op het aanliggende landschap van de Gelderse Vallei. De inrichting van de wiggen is open waardoor de ruimte maximaal beleefbaar wordt. In aansluiting op de EVZ krijgen de groene wiggen een natuurlijke beplanting. Bij de inrichting van de groene wiggen staat natuur (beleving) voorop. Er kan aldaar gespeeld worden (informeel, niet ingericht als speelplek). Het groen voert de boventoon, een landschappelijke en dorpse sfeer In Valleipark komt de landschappelijkheid mede tot uiting in de verkavelingsopzet waarin de wigvormige plantsoenen én de meanderende (woon-)padenstructuur zorgen voor een divers en groen beeld en een intieme sfeer. Daarbij spelen de doorzichten naar het landschap dat het Valleipark omringd (Liniedijk en Gelderse Vallei) een belangrijke rol. Zowel vanuit de woonpaden, langs de plantsoenen, als tussen de woningen draagt een juiste maatvoering en inrichting van de buitenruimte bij aan het gevoel van landschappelijkheid. Daarbij is zowel de inrichting van het openbaar gebied (een smalle rijloper en groene bermen zonder formele trottoirs) als de inrichting van de kavel (met ruime voor- en zijtuinen) belangrijk. De openbare ruimte kent zo min mogelijk verharding door traditionele straten met trottoirs achterwege te laten (er worden paden aangelegd, waarover met de auto kan worden gereden) en waarbij er zo veel mogelijk op eigen terrein geparkeerd wordt. Verdere vergroening vindt plaats door bomen in groene bermen en (riante) tuinen. De riante tuinen bepalen mede de groene uitstraling van Valleipark. 4 5

5 vrij kavel bnr. 1 VALLEIKANAAL vrij kavel bnr. 2 vrij kavel bnr. 3 JAAGPAD vrij kavel bnr. 4 vrij kavel bnr. 7 vrij kavel bnr. 5 vrij kavel bnr. 6 LINIEDIJK 6 7

6 Het stedenbouwkundig plan voor fase II (2016) (1:1000) Programma kavel aantal In het gebied zijn vrijstaande woningen en twee-onder-een-kapwoningen voorzien. Alle vrijstaande woningen worden vanuit het zogenaamde particulier opdrachtgeverschap (PO) gerealiseerd. Alle overige woningen worden projectmatig gerealiseerd. De positionering van de woningen en de bebouwingscontour (of: massaopbouw) dragen bij aan het gewenste informele en kleinschalige karakter het gebied. Daarom hebben de woningen kappen, met aan minimaal één zijde een lage goot. Het gewenste informele straatbeeld, wordt zo mogelijk ook tot stand gebracht door het toepassen van verschillende voorgevelrooilijnen van naast elkaar geplaatste woningen en wisselende nokrichtingen. Vertrekpunt voor de architectuur van de bebouwing is dat de bebouwing niet domineert, maar dat het groen het beeld van de buurt bepaalt (groene bermen en bomen in de straat, maar ook de riante voor- en zijtuinen). De toepassing van de kap als beeldbepalend onderdeel van het bouwvolume is uitgangspunt voor de landschappelijke uitstraling van Valleipark. Het dorpse aspect is gelegen in een informele compositie van deze bebouwing. Tweekapper ca. 250m 2 8w Tweekapper ca. 300m 2 16w Tweekapper groot ca. 330m 2 8w Vrije kavel ca. 500m 2 7w Senioren woning ca. 180m 2 4w Totaal 43 woningen Parkeren: minimaal 2 pp op eigen terrein 0,3pp in openbare ruimte > min. 12.9pp 14pp in openbare ruimte getekend Door een aantal gezamenlijke kenmerken vormen de woningen in het Valleipark een sterk herkenbare eenheid. Kenmerkend is hier de relatie die de woning heeft met de straat (altijd met de tussenkomst van een tuin en haag), de vorm van de woning (de dominantie van de landschappelijke kap) en de keuze van een beperkt aantal hoogwaardige materialen in combinatie met een beperkt kleurenpallet. Bijzondere details, zoals eenlaagse of meerlaagse erkers, serres, en mooi vormgegeven woningentrees verbijzonderen de buurt en geven het haar eigen karakter. 8 9

7 Beeldkwaliteit buitenruimte Leusden Laantje Parkeren in bermen Materialisering van klinkers Informeel verloop De buitenruimte van valleipark fase II is eenvoudig en informeel van aard. In fase I en III is het Leusdens Laantje de herkenbare drager. In de tussenliggende fase II wordt het Leusdens laantje met elkaar verbonden. Uiteraard wordt in fase II dezelfde inrichting gebruikt als in de voorgaande fasen. Daar waar het Leusdens Laantje de groene wiggen kruist, mag het laantje qua materialisering even afwijken. Het Leusdens laantje wordt begeleid door laanbeplanting. Woonpad in het midden van plan Spelen in groene wig Rijbaan met kasseien, met een zijstrook van klinkers, ook de inritten klinkers De overige straten zijn meer woonpaden met een informele dorps-landelijke uitstraling wen groene grasbermen, waar in geparkeerd wordt. Her en der staat er een boom in deze groene berm en op een kruising is er ruimte om een (ontmoetings)plek te realiseren met bijvoorbeeld een dorpspomp. Indien blijkt dat er in de praktijk te weinig op eigen kavel wordt geparkeerd en dat er veel auto s langs de woonpaden worden geparkeerd, kunnen er parkeermaatregelen worden genomen. Bijvoorbeeld kleine houten paaltjes of rotsen voorkomen dat er geparkeerd wordt in de berm, waar dat niet de bedoeling is. Woonpad langs ecologische verbindingszone Anti-parkeerpaaltjes Bijvoorbeeld een dorpspomp op een ontmoetingsplek Tussen de woonpaden liggen ook twee loopverbindingen. Deze hebben dezelfde materialisering als de woonpaden, maar zijn smaller, waardoor autoverkeer niet mogelijk is. Groene parkeerplekken in groene berm 10 11

8 Beeldkwaliteit bebouwing Op de navolgende pagina s is een beschrijving te vinden van de doelstellingen en de ambitie voor de uitstraling van Valleipark fase II. Het is de bedoeling dat de buurt harmonieus in chique dorps-landelijke stijl wordt vormgegeven. De beschreven ambitie mondt uit in een beperkt aantal spelregels, die gelden voor zowel de projectmatige bouw als de particuliere vrije kavels. Omdat de vrije kavels toch een iets andere dynamiek kennen dan de projectmatige kavels, is er een aantal spelregels, maar ook vrijheden, specifiek voor de vrije kavels benoemd. Dat geldt ook voor een aantal projectmatige kavels die een speciale positie binnen dit plan innemen, de zogenaamde specials. Dit hoofdstuk valt daarom uiteen in een paragraaf met algemene spelregels die gelden voor álle woningen en een paragraaf met aanvullende spelregels en vrijheden specifiek voor de vrije kavels en de projectmatige specials. Dit is weergegeven in een zogenaamd kavelpaspoort. Deze zijn achterin dit boekwerk opgenomen. De ambitie binnen dit plan is dat de buurt een zekere mate van eenheid uitstraalt. Dat wordt behaald door bijvoorbeeld consequente groene erfafscheidingen, maar ook door bepaalde terugkerende verplichte elementen in de architectuur van alle woningen. Als je kiest voor Valleipark fase II, kies je dus ook voor een aantal specifieke beperkingen in (ontwikkelings-)vrijheid, maar ook voor een fraai harmonieus resultaat! 12 13

9 Algemene spelregels 1. Indeling op de kavel De woningen in Valleipark hebben allemaal een relatief diepe voortuin, welke is afgezoomd met een haag op de erfgrens. De voorzijde van de woning is gericht naar de straat. Een afwisseling in voortuindiepte is gewenst voor een informeel dorps karakter. De hoofdrichting van de woning is geregeld in het stedenbouwkundig plan (zie stedenbouwkundige plankaart op pagina 8-9). Ensembles van woningen staan in dezelfde richting georienteerd, maar wisselen in rooilijn. Door het meanderende stratenpatroon zijn de erfgrens en de rooilijn niet parellel. Door de woning evenwijdig te plaatsen aan de zijdelingse perceelsgrens in plaats van de voorste, ontstaat een gestaffelde voorgevelrooilijn in de straat. Variatie in voorgevelrooilijn versterkt de informele compositie. In het geval van een hoekkavel is de hoofdrichting echter niet altijd eenduidig en is vrij. Woningen die aan twee zijden aan het openbaar gebied liggen moeten echter altijd naar beide zijden worden georiënteerd. De rooilijn ligt in de basis op minimaal 4 meter van de erfgrens. Ondergeschikte bouwvolumes zoals erkers en entreepartijen mogen in de zone tussen rooilijn en erfgrens worden gerealiseerd. Hiervoor kan een strook van 1,5 meter voor de voorgevel worden gebruikt. De resterende 2,5 meter wordt als voortuin uitgevoerd. Op enkele plekken is de minimale voortuindiepte van 4 meter niet mogelijk, een kleine afwijking (met een minder diepe voortuin als gevolg) is dan aan de orde en wordt per geval beoordeeld. De ligging van de rooilijn is in de stedenbouwkundige plankaart afleesbaar (en bij de vrije kavels in het kavelpaspoort. De strook van 1,5 meter ten behoeve van ondergeschikte bouwvolumes blijft ongewijzigd in stand. Het moet altijd mogelijk zijn om aan minimaal één zijde van de woning om de woning heen te lopen (uitgezonderd de seniorenwoningen). Dat kan tussen de garage en de woning, of, als de garage aan de woning gekoppeld is, tussen garage en zij-erfgrens. Spelregel 1 Plaatsing van de woning op minimaal 4 meter van de erfgrens, uitbouwen mogelijk tot 1,5 meter in de zone tussen rooilijn en erfgrens. Aan de langszijde van de woning is het altijd mogelijk om de woning heen te lopen (uitgezonderd de seniorenwoningen). Bijgebouwen staan altijd achter op de kavel of anders minimaal op 11 meter van de erfgrens aan de voorzijde (in verband met parkeren op de kavel). In de basis staan bijgebouwen zoals garages los van de woning (minimale doorgang 1,0m). Bij hoekkavels kan het wenselijk zijn de garage wel te koppelen aan de woning. Ook bij de seniorenwoningen mogen de bijgebouwen worden gekoppeld aan de woning, aangezien dit deel gebruikt kan worden als leefruimte op de begane grond. Bij de seniorenwoningen mogen de bijgebouwen overigens ook op minimaal 6 meter van de erfgrens aan de voorzijde worden gepositioneerd. Spelregel 2 Plaatsing van de garage is vrij, maar in de basis los van de woning en minimaal 11 meter vanaf de erfgrens aan de voorzijde, bij seniorenwoningen minmaal 6 meter. Bij hoekkavels en bij seniorenwoningen kan het bijgebouw / garage aan de woning worden gekoppeld. In een open en groen (straat)beeld passen geen grote hoeveelheden geparkeerde auto s. Het parkeren van auto s wordt daarom in principe op de kavels zelf opgelost. Per kavel dienen daarom twee opstelplekken gerealiseerd te worden (buiten de eventuele garage). Bij seniorenwoningen kan worden volstaan met één opstelplek. In de basis worden de twee opstelplekken achter elkaar gerealiseerd. De afmetingen bedragen dan 11,0 x 3,0 meter. Bij seniorenwoningen is de minimale maat voor een opstelplek 6,0 x 3,0 meter. Ten behoeve van de continuïteit van het groene straatbeeld krijgt iedere kavel een inrit met een breedte van maximaal 4,0 meter. Hoekkavels hebben de mogelijkheid een extra doorgang naar de voordeur te realiseren. Deze is maximaal 1,0 meter breed. Keuze kap (zie onder punt 3) Opties op de begane grond (erkers en uitbouwen; zie punt 5) Indeling kavel 14 15

10 De erfafscheidingen langs de openbare ruimte zijn allen uitgevoerd als beukenhaag, juist om de samenhang van Valleipark fase II te versterken. De hagen aan de voorzijde van de woning zijn 0,8 tot 1,0 meter hoog. Kavels grenzend met de achterzijde aan de openbare ruimte krijgen een beukenhaag van minimaal 1,8 meter en maximaal 2,0 meter. Bij hoekwoningen geldt dat de lage haag tot minimaal halverwege de langszijde van de woning wordt doorgetrokken. Achter deze denkbeeldige lijn mag de haag hoog worden vormgegeven (1,8-2,0m). De haag kent een een instanthoudingsverplichting en wordt door de ontwikkelaar aangeplant. De eerste 5 jaar wordt de haag onderhouden door de gemeente. Bij de vrije kavels worden de hagen aangeplant en de eerste 5 jaar onderhouden door de gemeente. Spelregel 3 Parkeren vindt zoveel mogelijk plaats op eigen terrein, bij twee-onder-een-kapwoningen en vrijstaande woningen worden twee parkeerplaatsen achter elkaar op eigen terrein gerealiseerd. De garage telt hier niet in mee. Spelregel 4 Alle kavels zijn omzoomd met beukenhagen, hoogte van de hagen is 0,8-1,0 meter aan de voorzijde en maximaal 1,8-2,0 meter ter plaatse van de zijtuin en achtertuin (overgang laag-hoog halverwege de woning). De entrees tot de kavels worden voorzien van gemetselde poeren. 2. Keuze in hoofdvorm en kap Zoals eerder beschreven zijn alle woningen voorzien van een kap en ligt de goot aan minimaal één zijde laag. Daarnaast wordt volgens dit beeldkwaliteitsplan gezocht naar een chique dorps-landelijke uitstraling, welke zich onder andere uit in de hoofdvorm van de bebouwing. Daarbij is de bedoeling dat de kap dominant de hoofdvorm van de woning bepaalt. Onderstaand is ter inspiratie een keuze aangegeven met mogelijkheden binnen deze ambitie. Belangrijk is dat de hoofdvolumes van de vrije kavels aansluiting hebben bij de projectmatige kavels, maar ook andersom. Een eenduidig krachtig beeld is tenslotte het uitgangspunt. Groene onderlinge erfafscheidingen dragen bij aan de groene uitstraling. Toekomstige bewoners wordt daarom gevraagd om deze groen vorm te geven, maar dat is geen verplichting. Seniorenwoning De entrees tot de kavels worden voorzien van gemetselde poeren. Twee-onder-één-kap-woning Vrijstaande woning 16 17

11 Het landschappelijke karakter van Valleipark wordt versterkt door woonbebouwing met een forse en landelijk ogende kap, zoals de boerderijen (en de schuren) in de Gelderse Vallei. De kap(vorm) is één van de meest beeldbepalende onderdelen van de architectuur van een woning. Kappen van meer landelijke woningtypen zijn groot waarbij ramen ondergeschikt zijn in het dakvlak. Bij deze kap hoort veelal ook een lage goothoogte. Het principe van verscheidenheid in verbondenheid vindt hier dan ook toepassing! Juist door een duidelijke verbondenheid via de geveluitwerking (metselsteen en keimwerk, het landelijke dak met lage goot in pannen of riet) ontstaat een sterke samenhang. Vervolgens kunnen individuele keuzes voor de opzet en uitstraling van de woning worden gekozen. Spelregel 5 De woning toont zich landelijk en kleinschalig, de kap is dominant (en wordt gecombineerd met een lage goot). Gecombineerde kapvormen worden aangemoedigd, want deze bevorderen de gewenste kleinschaligheid. Het dak wordt bij voorkeur uitgevoerd in riet, maar antraciet grijze leien of dakpannen zijn ook mogelijk. 3. Entree van de woning Alle woningen hebben een voorname entree. De entree is als zodanig royaal en toont zich als een gastvrije ontvangst. Dat betekent dat alle entrees voorzien zijn van een luifel met verlichting, bij voorkeur in combinatie met een bovenlicht. Tevens heeft iedere woning een duidelijk bordes/drempel. De aandacht voor de entree onderstreept het hoge kwaliteitsniveau van wonen in Valleipark. Spelregel 6 De woning heeft een voorname entree, bijvoorbeeld bestaand uit een aanbouw, voordeur met bovenlicht en/of luifel. De entree wordt nadrukkelijk ingezet om het hoge kwaliteitsniveau van Valleipark te bevestigen. Een voorname entree 4. Personalisering van de woning De landelijke sfeer en kleinschaligheid biedt voldoende mogelijkheden voor het samenstellen van de woning. Juist het aanbieden van voldoende keuzemogelijkheden maakt dat bijna iedere woning een persoonlijke uitstraling kan krijgen. Aan de hoofdvorm van een woning kunnen bijbehorende bouwwerken en architectonische elementen, als erkers, trappen en balkons worden toegevoegd, maar deze zijn in maat en schaal altijd ondergeschikt. Dakkapellen zijn mee-ontworpen binnen de architectonische opgave en ondergeschikt aan het dakvlak. De kap is bij alle bouwvolumes beeldbepalend. Hierbij is het uitgangspunt dat de kap van elke bouweenheid de uitdrukkingsvorm van één majestueus gebouw geeft: elk gebouw is een villa! Op de kavel kunnen aan- en bijgebouwen worden gerealiseerd. Vrijstaande bijgebouwen staan altijd achter de lijn van de achtergevel. Voor garages is een uitzondering gemaakt, deze staan minimaal op 11 meter vanaf de erfgrens aan de voorzijde in verband met de twee opstelplekken (bij seniorenwoningen minimaal 6 meter). Voor alle bijgebouwen geldt dat bij de zij-erfgrens en achter-erfgrens de haag niet onderbroken mag worden. Ofwel, het bijgebouw houdt altijd minimaal 1 meter afstand van de erfgrens grenzend aan de openbare ruimte. Aanbouwen mogen aan de achterzijde van de woning worden gerealiseerd. Aanbouwen aan de zijzijde zijn mogelijk vanaf halverwege de diepte van het hoofdvolume. Aan- en bijgebouwen worden plat afgedekt, zodat het hoofdvolume krachtig in haar eenvoud blijft. Spelregel 7 De woning wordt gepersonaliseerd door het kiezen van verschillende opties, uit- en aanbouwmogelijkheden. Alle woningen hebben een verbijzondering in de gevel, zoals bijvoorbeeld een bloembak, een grote raampartij, of een erker, dit om zo de relatie van het wonen met de omgeving te bevestigen. De andere opties zijn door de bewoners te bepalen. Juist het personaliseren van het woningbouwontwerp wordt als een groot goed gezien. Bijgebouwen staan minimaal 1 meter vanaf de erfgrens en achter de achtergevellijn. Uitgezonderd zijn garages, deze mogen op 11 meter vanaf de erfgrens aan de voorzijde worden gerealiseerd. Aanbouwen mogen aan de achtergevel worden gerealiseerd, aan de zijgevel vanaf halverwege de diepte van de woning. Aan- en bijgebouwen worden plat afgedekt. Een schoorsteen en ingetogen mee-ontworpen dakkapel 5. Duurzaam bouwen Duurzaam bouwen wordt gestimuleerd. De gemeente stelt hiervoor GPR gebouw (Gemeentelijke Praktijk Richtlijn voor duurzaam bouwen) beschikbaar. Hierbij wordt onder meer aandacht besteed aan materialen en energieverbruik. Wanneer zonnepanelen toegepast worden is het uitgangspunt dat deze onderdeel uitmaken van de architectonische vormgeving van de woningen en dat matzwarte panelen worden toegepast in combinatie met zwarte dakpannen of riet (bij voorkeur worden de zonnepanelen op daken van de vaak lagere bouwwerken zoals bijgebouwen geplaatst). Dergelijke zonnepanelen worden bij voorkeur aan de achterzijde van de woning toegepast (niet verplicht). Hierdoor kan de kap als belangrijke drager van de beeldkwaliteit in stand blijven (voorzijde en zijkanten van het dakvlak blijven gespaard van de plaatsing van zonnepanelen). De zonnepanelen die worden toegepast worden bij het ontwerp van de (eventueel te plaatsen) dakkapellen betrokken. Hierdoor kan een voldoende integrale ontwerpoplossing ontstaan waarin een sterke beeldkwaliteit gehandhaafd blijft. Daarnaast wordt bij voorkeur de tuin zo min mogelijk verhard, zodat de tuin kan bijdragen bij het vasthouden en infiltreren van regenwater. Met het oog op de klimaatontwikkelingen is dit zeer wenselijk, maar niet afdwingbaar. Ook opstelplekken voor auto s kunnen met bijvoorbeeld halfverharding worden aangelegd. Spelregel 8 Alle woningen voldoen natuurlijk aan het bouwbesluit. Aangemoedigd wordt om zoveel mogelijk duurzame materialen en techniek toe te passen. In eerste aanleg heeft technische duurzaamheid de prioriteit, en wel zodanig dat deze de gewenste landelijke en kleinschalige verschijningsvorm niet verstoort /negatief beïnvloedt. Geplaatste zonnepanelen vormen altijd een integraal en ondergeschikt onderdeel van het woningbouwontwerp (dakvlak, dakkapel en zonnepaneel vormen één opgave), waarbij bijvoorbeeld zonnepanelen kunnen worden verzonken in het dakvlak en/of zo veel mogelijk uit het zicht worden geplaatst. Zonnepanelen geïntegreerd in dakvlak 18 19

12 6. Materialisering Een harmonieuze kleur- en materiaaltoepassing en toepassing van gelijke details dragen bij aan de gewenste ruimtelijk samenhangende bebouwing in het Valleipark. De woningen onderscheiden zich door een natuurlijk en duurzaam materiaalgebruik. De materialen zijn hoogwaardig en krijgen karakter naarmate ze verouderen. De uitstraling van de woningen wordt vooral bepaald door het uiterlijk van de toegepaste materialen, het kleurgebruik aan de buitenzijde is terughoudend. Dit geldt zowel voor de stenen delen als de kozijnen. Gevels: baksteen in natuurlijke kleuren in rood-bruin tot bruin of wit stucwerk/keimwerk. In de gevels kunnen antraciet/zwart gepotdekselde rabatdelen als ondergeschikt gevelelement worden toegepast (vanaf eerste verdieping en hoger). De woning heeft een plint in een antraciete kleur. Daken: gebakken pannen in een antraciet of zwarte kleur, lei of zijn met riet gedekt. Kozijnen: wit/zwart, vensterindeling bij voorkeur met roeden (i.v.m. gewenste landelijkheid). Bijbehorende bouwwerken aan het hoofdgebouw vastgebouwd evenals vrijstaande bijgebouwen zijn gemaakt van een afwijkend materiaal, namelijk van antraciet/zwart gepotdekseld houtwerk. Voorts gelden voor de overige gebouwen dezelfde algemene uitgangspunten wat betreft kleur en materialisering. Architectonische verbijzondering zoals schoorstenen, dakkapellen, erkers, entreepartij zijn altijd op een harmonieuze wijze aan de woning toegevoegd (en bevorderen tevens de gewenste kleinschaligheid en landelijkheid van de woningen). De verbijzondering bestaat uit materialen en kleuren die bij de hoofdbouw worden toegepast, of zijn van antraciet/zwart gepotdekseld houtwerk. De afdekking van de uit- en aanbouwen kent altijd een sterk horizontaal element in de vorm van een overstek en aftimmering. Spelregel 9 Alle toegepaste materialen en kleuren van de woningen, uit- en aanbouwen maken onderdeel uit van de hiervoor opgenomen lijst. Deze lijst is zo samengesteld dat een optimale samenhang binnen deze tweede fase van Valleipark tot stand kan worden gebracht. Toetsingscriteria De uitstraling van de buurt sluit aan bij de opvattingen over groen wonen, samengevat in de begrippen landschappelijk dorps en kleinschalig. De opzet van fase II van het Valleipark kenmerkt zich door een informele opzet waarin de licht gekromde of meanderende woonpaden de structuur vormen. Hierdoor ontstaat een prettig kleinschalige en bovenal intieme woonsfeer. In het gebied zijn vrijstaande woningen en twee-onder-een-kapwoningen voorzien. Vertrekpunt voor de architectuur van de bebouwing is dat de bebouwing niet domineert, maar dat het groen het beeld van de buurt bepaalt. De toepassing van de kap als beeldbepalend onderdeel van het bouwvolume is uitgangspunt voor de landschappelijke bebouwing van Valleipark (dit geldt voor zowel de hoofd- als bijgebouwen). Het dorpse aspect is gelegen in een informele compositie van deze bebouwing. Door een aantal gezamenlijke kenmerken vormen de woningen in het Valleipark een sterk herkenbare eenheid. Kenmerkend is hier de relatie die de woning heeft met de straat (altijd met de tussenkomst van een tuin en haag), de vorm van de woning (de dominantie van de landschappelijke kap) en de keuze van een beperkt aantal hoogwaardige materialen in combinatie met een beperkt kleurenpallet. Bijzondere details, zoals eenlaagse of meerlaagse erkers, serres, en mooi vormgegeven woningentrees verbijzonderen de buurt en geeft het haar eigen karakter. Spelregel 1 Plaatsing van de woning op minimaal 4 meter van de erfgrens, uitbouwen mogelijk tot 1,5 meter in de zone tussen rooilijn en erfgrens. Aan de langszijde van de woning is het altijd mogelijk om de woning heen te lopen (uitgezonderd de seniorenwoningen). Spelregel 2 Plaatsing van de garage is vrij, maar in de basis los van de woning en minimaal 11 meter vanaf de erfgrens aan de voorzijde, bij seniorenwoningen minmaal 6 meter. Bij hoekkavels en bij seniorenwoningen kan het bijgebouw / garage aan de woning worden gekoppeld. Spelregel 3 Parkeren vindt zoveel mogelijk plaats op eigen terrein, bij twee-onder-een-kapwoningen en vrijstaande woningen worden twee parkeerplaatsen achter elkaar op eigen terrein gerealiseerd. De garage telt hier niet in mee. Spelregel 4 Alle kavels zijn omzoomd met hagen, het sortiment is niet vastgelegd, hoogte van de hagen is 0,8-1,0 meter aan de voorzijde en maximaal 1,8-2,0 meter ter plaatse van de zijtuin en achtertuin (overgang laag-hoog halverwege de woning). Spelregel 5 De woning toont zich landelijk en kleinschalig, de kap is dominant (en wordt gecombineerd met een lage goot. Gecombineerde kapvormen worden aangemoedigd, want deze bevorderen de gewenste kleinschaligheid. Het dak wordt bij voorkeur uitgevoerd in riet, maar antraciet grijze leien of dakpannen zijn ook mogelijk. Spelregel 6 De woning heeft een voorname entree, bijvoorbeeld bestaand uit een aanbouw, voordeur met bovenlicht en/of luifel. De entree wordt nadrukkelijk ingezet om het hoge kwaliteitsniveau van Valleipark te bevestigen. Spelregel 7 De woning wordt gepersonaliseerd door het kiezen van verschillende opties, uit- en aanbouwmogelijkheden. Alle woningen hebben een verbijzondering in de gevel, zoals bijvoorbeeld een bloembak, een grote raampartij, of een erker, dit om zo de relatie van het wonen met de omgeving te bevestigen. De andere opties zijn door de bewoners te bepalen. Juist het personaliseren van het woningbouwontwerp wordt als een groot goed gezien. Bijgebouwen staan minimaal 1 meter vanaf de erfgrens en achter de achtergevellijn. Uitgezonderd zijn garages, deze mogen op 11 meter vanaf de erfgrens aan de voorzijde worden gerealiseerd. Aanbouwen mogen aan de achtergevel worden gerealiseerd, aan de zijgevel vanaf halverwege de diepte van de woning. Aan- en bijgebouwen worden plat afgedekt. Spelregel 8 Alle woningen voldoen natuurlijk aan het bouwbesluit. Aangemoedigd wordt om zoveel mogelijk duurzame materialen en techniek toe te passen. In eerste aanleg heeft technische duurzaamheid de prioriteit, en wel zodanig dat deze de gewenste landelijke en kleinschalige verschijningsvorm niet verstoort /negatief beïnvloedt. Geplaatste zonnepanelen vormen altijd een integraal en ondergeschikt onderdeel van het woningbouwontwerp (dakvlak, dakkapel en zonnepaneel vormen één opgave), waarbij bijvoorbeeld zonnepanelen kunnen worden verzonken in het dakvlak en/of zo veel mogelijk uit het zicht worden geplaatst. Spelregel 9 Alle toegepaste materialen en kleuren van de woningen, uit- en aanbouwen maken onderdeel uit van de hiervoor opgenomen lijst (pagina 23). Deze lijst is zo samengesteld dat een optimale samenhang binnen deze tweede fase van Valleipark tot stand kan worden gebracht

13 Aanvullende spelregels en vrijheden specifiek voor de vrije kavels Uitgangspunt is dat alle woningen moeten voldoen aan de algemene regels van het beeldkwaliteitsplan. Echter, zoals in de inleiding aangegeven, kennen sommige kavels uitzonderingen op de algemene spelregels. Dit betreffen alle vrije kavels. Op onderstaande kaart zijn de vrije kavels aangegeven. Materialisering: Dak verplicht met riet afgedekt Gevel is verplicht wit gekeimd Vrije kavels Ook bij de vrije kavels gelden een aantal uitzonderingen op de algemene regels. Dat kan gelden voor alle vrije kavels, maar ook voor een kavel specifiek. Op navolgende pagina s is daarom per vrije kavel een kavelpaspoort opgesteld. Het kavelpaspoort geeft een weergave van de kavel en de mogelijkheden op de kavel (kaart) en een aantal specifieke regels die als uitzondering gelden op de algemene beeldkwaliteitsregels. Overig: Verplicht gecombineerd dak Verplichte architectonische verbijzondering aan voorzijde en bij hoekkavels aan de zijzijde. Bij hoekkavel verplicht een zij-entree Bij hoekkavels staat de garage verplicht achterin de tuin 1 VALLEIKANAAL 1 Kavelnummer vrije kavel Vrije kavel 2 3 JAAGPAD LINIEDIJK 22 23

14 Kavelpaspoorten Regels en vrijheden zijn specifiek per kavel, naast de algemene beeldkwaliteitsregels en de regels uit het bestemmingsplan. In bijgevoegde kaarten is de indeling van de kavels te zien, evenals bijbehorende maatvoering

15 Kavel 1 (561 m 2 ) De volgende regels en vrijheden zijn specifiek voor deze kavel, naast de algemene beeldkwaliteitsregels en de regels uit het bestemmingsplan. In nevenstaande kaart is de indeling van de kavel te zien, evenals bijbehorende maatvoering. 1. Kavelindeling De garage komt bij twee opstelplekken achter elkaar op minimaal 13,5 meter vanaf de erfgrens. Dit in verband met de draaicirkels i.r.t. de smalle rijweg. Een deel van de draaicirkel wordt opgelost op eigen kavel. De inrit is maximaal 4,0 meter breed; De garage mag eventueel op 8,5 meter van de erfgrens worden gepositioneerd, mits de opstelplekken voor de auto naast elkaar worden gesitueerd (6,0mx5,0m). De inrit is in dat geval maximaal 5,0 meter breed; Aan twee zijden van de kavel is sprake van een verplichte rooilijn, daarnaast geldt een verplichte oriëntatie naar twee zijden; De (extra) entree naar de kavel is aan twee zijden mogelijk, gekoppeld aan een voordeur; Elke entree tot de kavel wordt voorzien van gemetselde poeren; De erfafscheiding grenzend aan de openbare ruimte wordt met beukenhagen aangeplant (hoog en laag, gebaseerd op het woningontwerp) en de eerste 5 jaar onderhouden door de gemeente; 2. Keuze in hoofdvorm en kap Kap is verplicht een samengestelde kap; Dakhelling is minimaal 40 ; 3. Entree van de woning Zij-entree is mogelijk; 4. Personalisering van de woning Vrijstaande bijgebouwen hebben een overeenkomstige vorm als het hoofdvolume en zijn voorzien van een kap; Aan de woning vast gebouwde bijgebouwen worden op minimaal 1 meter achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw gebouwd en mogen aan één zijde van de woning worden aangebouwd. Zodoende blijven zij vanaf de straat gezien een ondergeschikt volume; 5. Duurzaam bouwen Conform algemene regels 6. Materialisering Verplichte rieten kap; Legenda kavelpaspoort (1:250) Bouwvlak hoofdvolume Tuin Bouwvlak bijgebouwen Zone verplichte rooilijn Verplichte oriëntatierichting Erfafscheiding haag i.c.m. gemetselde poer Zone draaicirkel op kavel Zijde (alternatieve) entree Indicatieve woning Maatvoering 26 27

16 Kavel 2 (538 m 2 ) De volgende regels en vrijheden zijn specifiek voor deze kavel, naast de algemene beeldkwaliteitsregels en de regels uit het bestemmingsplan. In nevenstaande kaart is de indeling van de kavel te zien, evenals bijbehorende maatvoering. 1. Kavelindeling De woning is georiënteerd op de zijde van de groene wig, en staat parallel aan de erfgrens aldaar; De garage komt bij twee opstelplekken achter elkaar op minimaal 13,5 meter vanaf de erfgrens. Dit in verband met de draaicirkels i.r.t. de smalle rijweg. Een deel van de draaicirkel wordt opgelost op eigen kavel. De inrit is maximaal 4,0 meter breed; De garage mag eventueel op 8,5 meter van de erfgrens worden gepositioneerd, mits de opstelplekken voor de auto naast elkaar worden gesitueerd (6,0mx5,0m). De inrit is in dat geval maximaal 5,0 meter breed; Het hoofdvolume is bij voorkeur in de breedte georiënteerd; De (extra) entree naar de kavel is gekoppeld aan een voordeur; Elke entree tot de kavel wordt voorzien van gemetselde poeren; De erfafscheiding grenzend aan de openbare ruimte wordt met beukenhagen aangeplant (hoog en laag, gebaseerd op het woningontwerp) en de eerste 5 jaar onderhouden door de gemeente; 2. Keuze in hoofdvorm en kap Dakhelling is minimaal 40 ; 3. Entree van de woning Conform algemene regels 4. Personalisering van de woning Vrijstaande bijgebouwen hebben een overeenkomstige vorm als het hoofdvolume en zijn voorzien van een kap; Aan de woning vast gebouwde bijgebouwen worden op minimaal 1 meter achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw gebouwd en mogen aan één zijde van de woning worden aangebouwd. Zodoende blijven zij vanaf de straat gezien een ondergeschikt volume; 5. Duurzaam bouwen Conform algemene regels 6. Materialisering Conform algemene regels Legenda kavelpaspoort (1:250) Bouwvlak hoofdvolume Tuin Bouwvlak bijgebouwen Verplichte oriëntatierichting Erfafscheiding haag i.c.m. gemetselde poer Zone draaicirkel op kavel Zone verplichte rooilijn Zijde (alternatieve) entree Indicatieve woning Maatvoering 28 29

17 Kavel 3 (535 m 2 ) De volgende regels en vrijheden zijn specifiek voor deze kavel, naast de algemene beeldkwaliteitsregels en de regels uit het bestemmingsplan. In nevenstaande kaart is de indeling van de kavel te zien, evenals bijbehorende maatvoering. 1. Kavelindeling De garage komt bij twee opstelplekken achter elkaar op minimaal 13,5 meter vanaf de erfgrens. Dit in verband met de draaicirkels i.r.t. de smalle rijweg. Een deel van de draaicirkel wordt opgelost op eigen kavel. De inrit is maximaal 4,0 meter breed; De garage mag eventueel op 8,5 meter van de erfgrens worden gepositioneerd, mits de opstelplekken voor de auto naast elkaar worden gesitueerd (6,0mx5,0m). De inrit is in dat geval maximaal 5,0 meter breed; Aan twee zijden van de kavel is sprake van een verplichte rooilijn, daarnaast geldt een verplichte oriëntatie naar twee zijden; De (extra) entree naar de kavel is aan twee zijden mogelijk, gekoppeld aan een voordeur; Elke entree tot de kavel wordt voorzien van gemetselde poeren; De erfafscheiding grenzend aan de openbare ruimte wordt met beukenhagen aangeplant (hoog en laag, gebaseerd op het woningontwerp) en de eerste 5 jaar onderhouden door de gemeente; Verplichte hoge haag aan achterzijde kavel (onderdeel collectieve haag), met mogelijkheid tot voetgangersentree van maximaal 1 meter breed; Verder conform de algemene regels. 2. Keuze in hoofdvorm en kap Kap is verplicht een samengestelde kap; Dakhelling is minimaal 40 ; 3. Entree van de woning Zij-entree is mogelijk; 4. Personalisering van de woning Vrijstaande bijgebouwen hebben een overeenkomstige vorm als het hoofdvolume en zijn voorzien van een kap; Aan de woning vast gebouwde bijgebouwen worden op minimaal 1 meter achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw gebouwd en mogen aan één zijde van de woning worden aangebouwd. Zodoende blijven zij vanaf de straat gezien een ondergeschikt volume; 5. Duurzaam bouwen Conform algemene regels 6. Materialisering Verplichte rieten kap; Legenda kavelpaspoort (1:250) Bouwvlak hoofdvolume Tuin Bouwvlak bijgebouwen Zone verplichte rooilijn Verplichte hoge beukenhaag, met mogelijkheid tot voetgangersentree van maximaal 1 meter breed Verplichte oriëntatierichting Erfafscheiding haag i.c.m. gemetselde poer Zone draaicirkel op kavel Zijde (alternatieve) entree Indicatieve woning Maatvoering 30 31

18 Kavel 4 (454 m 2 ) De volgende regels en vrijheden zijn specifiek voor deze kavel, naast de algemene beeldkwaliteitsregels en de regels uit het bestemmingsplan. In nevenstaande kaart is de indeling van de kavel te zien, evenals bijbehorende maatvoering. 1. Kavelindeling Zijtuin minimaal 2,0 meter; De garage komt bij twee opstelplekken achter elkaar op minimaal 13,5 meter vanaf de erfgrens. Dit in verband met de draaicirkels i.r.t. de smalle rijweg. Een deel van de draaicirkel wordt opgelost op eigen kavel. De inrit is maximaal 4,0 meter breed; De garage mag eventueel op 8,5 meter van de erfgrens worden gepositioneerd, mits de opstelplekken voor de auto naast elkaar worden gesitueerd (6,0mx5,0m). De inrit is in dat geval maximaal 5,0 meter breed. Deze optie is tevens mogelijk aan de achterzijde van de kavel. De garage kan hier echter op minimaal 6,0 meter van de erfgrens gepositioneerd worden (aan deze zijde geen draaicirkel op eigen terrein); Aan twee zijden van de kavel is sprake van een verplichte rooilijn, daarnaast geldt een verplichte oriëntatie naar twee zijden; De (extra) entree naar de kavel is aan de zijzijde mogelijk, gekoppeld aan een voordeur; Elke entree tot de kavel wordt voorzien van gemetselde poeren; De erfafscheiding grenzend aan de openbare ruimte wordt met beukenhagen aangeplant (hoog en laag, gebaseerd op het woningontwerp) en de eerste 5 jaar onderhouden door de gemeente; 2. Keuze in hoofdvorm en kap Dakhelling is minimaal 40 ; 3. Entree van de woning Zij-entree is mogelijk; 4. Personalisering van de woning Vrijstaande bijgebouwen hebben een overeenkomstige vorm als het hoofdvolume en zijn voorzien van een kap; Aan de woning vast gebouwde bijgebouwen worden op minimaal 1 meter achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw gebouwd en mogen aan één zijde van de woning worden aangebouwd. Zodoende blijven zij vanaf de straat gezien een ondergeschikt volume; 5. Duurzaam bouwen Conform algemene regels 6. Materialisering Conform algemene regels Legenda kavelpaspoort (1:250) Bouwvlak hoofdvolume Tuin Bouwvlak bijgebouwen Zone verplichte rooilijn Indicatieve woning Verplichte oriëntatierichting Erfafscheiding haag i.c.m. gemetselde poer Zone draaicirkel op kavel Zijde (alternatieve) entree Maatvoering 32 33

19 Kavel 7 (532 m 2 ) De volgende regels en vrijheden zijn specifiek voor deze kavel, naast de algemene beeldkwaliteitsregels en de regels uit het bestemmingsplan. In nevenstaande kaart is de indeling van de kavel te zien, evenals bijbehorende maatvoering. 1. Kavelindeling De garage komt bij twee opstelplekken achter elkaar op minimaal 13,5 meter vanaf de erfgrens. Dit in verband met de draaicirkels i.r.t. de smalle rijweg. Een deel van de draaicirkel wordt opgelost op eigen kavel. De inrit is maximaal 4,0 meter breed; De garage mag eventueel op 8,5 meter van de erfgrens worden gepositioneerd, mits de opstelplekken voor de auto naast elkaar worden gesitueerd (6,0mx5,0m). De inrit is in dat geval maximaal 5,0 meter breed; Aan twee zijden van de kavel is sprake van een verplichte rooilijn, daarnaast geldt een verplichte oriëntatie naar twee zijden; De (extra) entree naar de kavel is aan twee zijden mogelijk, gekoppeld aan een voordeur; Elke entree tot de kavel wordt voorzien van gemetselde poeren; De erfafscheiding grenzend aan de openbare ruimte wordt met beukenhagen aangeplant (hoog en laag, gebaseerd op het woningontwerp) en de eerste 5 jaar onderhouden door de gemeente; 2. Keuze in hoofdvorm en kap Kap is verplicht een samengestelde kap; Dakhelling is minimaal 40 ; 3. Entree van de woning Zij-entree is mogelijk; 4. Personalisering van de woning Vrijstaande bijgebouwen hebben een overeenkomstige vorm als het hoofdvolume en zijn voorzien van een kap; Aan de woning vast gebouwde bijgebouwen worden op minimaal 1 meter achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw gebouwd en mogen aan één zijde van de woning worden aangebouwd. Zodoende blijven zij vanaf de straat gezien een ondergeschikt volume; 5. Duurzaam bouwen Conform algemene regels 6. Materialisering Verplichte rieten kap; Legenda kavelpaspoort (1:250) Bouwvlak hoofdvolume Tuin Bouwvlak bijgebouwen Zone verplichte rooilijn Verplichte oriëntatierichting Erfafscheiding haag i.c.m. gemetselde poer Zone draaicirkel op kavel Zijde (alternatieve) entree Indicatieve woning Maatvoering 34 35

20 Kavel 6 (535 m 2 ) Verplichte hoge beukenhaag, met mogelijkheid tot voetgangersentree van maximaal 1 meter breed De volgende regels en vrijheden zijn specifiek voor deze kavel, naast de algemene beeldkwaliteitsregels en de regels uit het bestemmingsplan. In nevenstaande kaart is de indeling van de kavel te zien, evenals bijbehorende maatvoering. 1. Kavelindeling De woning is georiënteerd op de zijde van de groene wig, en staat parallel aan de erfgrens aldaar; De garage komt bij twee opstelplekken achter elkaar op minimaal 13,5 meter vanaf de erfgrens. Dit in verband met de draaicirkels i.r.t. de smalle rijweg. Een deel van de draaicirkel wordt opgelost op eigen kavel. De inrit is maximaal 4,0 meter breed; De garage mag eventueel op 8,5 meter van de erfgrens worden gepositioneerd, mits de opstelplekken voor de auto naast elkaar worden gesitueerd (6,0mx5,0m). De inrit is in dat geval maximaal 5,0 meter breed; Het hoofdvolume is bij voorkeur in de breedte georiënteerd; De (extra) entree naar de kavel is aan twee zijden mogelijk, gekoppeld aan een voordeur; Elke entree tot de kavel wordt voorzien van gemetselde poeren; De erfafscheiding grenzend aan de openbare ruimte wordt met beukenhagen aangeplant (hoog en laag, gebaseerd op het woningontwerp) en de eerste 5 jaar onderhouden door de gemeente; Verplichte hoge haag aan achterzijde kavel (onderdeel collectieve haag), met mogelijkheid tot voetgangersentree van maximaal 1 meter breed; 2. Keuze in hoofdvorm en kap Dakhelling is minimaal 40 ; 3. Entree van de woning Zij-entree is mogelijk; 4. Personalisering van de woning Vrijstaande bijgebouwen hebben een overeenkomstige vorm als het hoofdvolume en zijn voorzien van een kap; Aan de woning vast gebouwde bijgebouwen worden op minimaal 1 meter achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw gebouwd en mogen aan één zijde van de woning worden aangebouwd. Zodoende blijven zij vanaf de straat gezien een ondergeschikt volume; 5. Duurzaam bouwen Conform algemene regels 6. Materialisering Conform algemene regels Legenda kavelpaspoort (1:250) Bouwvlak hoofdvolume Tuin Bouwvlak bijgebouwen Zone verplichte rooilijn Verplichte oriëntatierichting Erfafscheiding haag i.c.m. gemetselde poer Zone draaicirkel op kavel Zijde (alternatieve) entree Indicatieve woning Maatvoering 36 37

21 Kavel 5 (514 m 2 ) De volgende regels en vrijheden zijn specifiek voor deze kavel, naast de algemene beeldkwaliteitsregels en de regels uit het bestemmingsplan. In nevenstaande kaart is de indeling van de kavel te zien, evenals bijbehorende maatvoering. 1. Kavelindeling De garage komt, indien de entree gepostioneerd is aan de oostzijde van de kavel, bij twee opstelplekken achter elkaar op minimaal 13,5 meter vanaf de erfgrens. Dit in verband met de draaicirkels i.r.t. de smalle rijweg. Een deel van de draaicirkel wordt opgelost op eigen kavel. De inrit is maximaal 4,0 meter breed. Indien de entree naar de opstelplekken en garage is gepositioneerd aan de noordzijde van de kavel gelden de algemene regels; De garage met de entree aan de oostzijde van de kavel eventueel op 8,5 meter van de erfgrens worden gepositioneerd, mits de opstelplekken voor de auto naast elkaar worden gesitueerd (6,0mx5,0m). De inrit is in dat geval maximaal 5,0 meter breed. Deze optie is tevens mogelijk met de entree aan de noordzijde van de kavel. De garage kan hier echter op minimaal 6,0 meter van de erfgrens gepositioneerd worden (aan deze zijde geen draaicirkel op eigen terrein); Een (extra) entree naar de kavel is mogelijk, gekoppeld aan een voordeur; Elke entree tot de kavel wordt voorzien van gemetselde poeren; De erfafscheiding grenzend aan de openbare ruimte wordt met beukenhagen aangeplant (hoog en laag, gebaseerd op het woningontwerp) en de eerste 5 jaar onderhouden door de gemeente; 2. Keuze in hoofdvorm en kap Kap is verplicht een samengestelde kap; Dakhelling is minimaal 40 ; 3. Entree van de woning Zij-entree is mogelijk; 4. Personalisering van de woning Vrijstaande bijgebouwen hebben een overeenkomstige vorm als het hoofdvolume en zijn voorzien van een kap; Door de vorm van de kavel is het bij deze kavel toegestaan een aanbouw te realiseren aan de zijde van de openbare ruimte, voor het hoofdvolume, mits deze aanbouw bijdraagt aan de leesbaarheid van het hoofdvolume; 5. Duurzaam bouwen Conform algemene regels 6. Materialisering Verplichte rieten kap; Legenda kavelpaspoort (1:250) Bouwvlak hoofdvolume Tuin Bouwvlak bijgebouwen Zone verplichte rooilijn Indicatieve woning Verplichte oriëntatierichting Erfafscheiding haag i.c.m. gemetselde poer Zone draaicirkel op kavel Zijde (alternatieve) entree Maatvoering 38 39

22 Beeldkwaliteitsplan Valleipark fase II Leusden 15 juni 2016 Gemeente Leusden t: e: P10332 Arnold Meijer Frank Maas Kim Krijger Joost Konings 40

23 valleipark.nl