HANDBOEK. PIKO digitaal. Aangename bediening. Comfortabel rijden.

Transcriptie

1 HANDBOEK PIKO digitaal. Aangename bediening. Comfortabel rijden. PIKO Spielwaren GmbH Lutherstraße 30 D Sonneberg (Thüringen) Tel hotline@piko.de PIKO Spielwaren GmbH 24 1

2 Voor een snel begin met uw startset: 1. De netadapter en de Digi-1 dient te worden aangesloten, zoals in de paragraaf Aansluit- en opstellingsinstructies op pagina 8 wordt beschreven. 2. De locomotieven in de startsets zijn voorgeprogrammeerd met een adres. Dit adres staat vermeld op een sticker onder het model. Naast het adres is het overdrachtskanaal van de PIKO Digi-Fern aangegeven. 3. Noteer het locadres en het overdrachtskanaal (kijk op de sticker onder de loc). Zet vervolgens de locomotief op de rails. Om met de loc te gaan rijden, drukt u op afstandsbediening PIKO-Fern één van de knoppen A t/m D in (het onder de loc aangegeven overdrachtskanaal). Aansluitend regelt u de snelheid van de loc met de knoppen + en -. Als u tijdens het rijden op één van de pijltoetsen of drukt, dan veroorzaakt dat een noodstop en een verandering van rijrichting van de loc. Het beste kunt u de rijrichting echter pas wijzigen als de loc stilstaat. U kunt deze handelingen de eerste tijd het beste even oefenen, om zo een goed gevoel te krijgen hoe u de rijsnelheid en de rijrichting van de loc kunt beïnvloeden. 4. Als u een tweede locomotief met een ander adres (zie de sticker onder de loc) op uw digitale modelbaan wilt laten rijden, dan gaat u als volgt te werk: Zet de op uw baan rijdende loc stil en zet de tweede loc op de rails. Deze loc kunt u op dezelfde wijze besturen via de toetsen A t/m D van het overdrachtskanaal. Probeert u het maar eens. Als u met beide loc s wilt gaan rijden, dan drukt u de betreffende toets A t/m D van het betreffende overdrachtskanaal in. Vervolgens regelt u de rijrichting en de snelheid zoals in punt 3 is aangegeven. Dat is het hele geheim van een digitale besturing!! Gefeliciteerd! U kunt het al! 5. Attentie: Wanneer het mis gaat met de twee locs en er een aanrijding dreigt, dan drukt u snel op de stop toets. U neemt één loc van de rails, daarna drukt u opnieuw op de stop toets en u begint weer van voren af aan zoals boven beschreven. Let op: Als u weer op de stop toets zou drukken, dan zouden de beide loc s direct weer met dezelfde snelheid verder rijden, waardoor de aanrijding alsnog zou plaatsvinden. Voor een noodstop is het beter om in de onderstaande volgorde de toetsen bedienen: Eerst de bij de loc behorende kanaaltoets A of B indrukken en vervolgens de pijltoetsen of indrukken. Dan stopt de locomotief ook. Het is verstandig als u deze handeling een aantal keren oefent Machinisten worden in het grootbedrijf ook niet na 5 minuten losgelaten op de passagiers. Enige oefening is nou eenmaal nodig bij het zich eigen maken van een digitaal besturingssysteem. Inhoudsopgave: Voor een snel begin met uw startset Analoog versus digital een basiskeuze Analoge en digitale techniek de basiselementen PIKO Digi 1 de start PIKO Digi 1 de functies Aansluit- en opstellingsinstructies Bediening van de PIKO Digi-Fern Controle LED Overdrachtskanaal Locomotiefbesturing Invoeren van het locadres Regeling van de rijsnelheid Keuze van de rijrichting In- en uitschakelen van de locverlichting Schakelen van de speciale funkties Aansturing van magneetartikelen Programmering van de locdecoder Power on / off LED indicatielicht Technische gegevens Maximaal aantal locomotieven dat tegelijk kan rijden U wilt meer dan twee locomotieven tegelijk laten rijden Krachtige transformator voor de PIKO Digi 1, de PIKO desk top trafo T3, # Extra booster, de PIKO Digi Zeer veel vermogen, de PIKO Digi-Power-Box PIKO basisset digitaal Verdere vragen De digitale elementen van PIKO ter uitbreiding van uw systeem Vanwege de voortdurende ontwikkeling van de digitale techniek, houden wij ons het recht voor om wijzigingen aan te brengen in de techniek of de leveringen. Vergissingen en wijzigingen voorbehouden. Maten en afbeeldingen zijn vrijblijvend. 2005, PIKO Spielwaren GmbH Veel plezier bij het leerproces u krijgt het beslist onder de knie! 2 23

3 De digitale elementen van PIKO ter uitbreiding van uw systeem: Graag willen wij u bedanken voor de aanschaf van u nieuwe digitale startset van PIKO. U heeft daarmee een beslissende stap gezet in de fascinerende hobby van PIKO digitale modelspoorbesturing PIKO digitale basisset PIKO Digi-Fern PIKO Digi 1 desk top trafo T3 230 Volt~, sec. 16V 28 VA aansluitclip 2x PIKO locdecoder # aansluitkabel voor desk top trafo T3 Aansluiting is uitsluitend toegestaan aan een trafo met max. 16V - 45VA Omdat u heeft gekozen voor digitaal bedrijf, absoluut de modernste technologie bij modelspoor, is het belangrijk dat wij u met voldoende informatie op weg helpen om de digitale techniek in basis te kunnen doorgronden PIKO Digi 2 PIKO Digi 2 geisoleerde railverbinders aansluitclip aansluitkabel voor desk top trafo T3 maximaal vermogen: 1,8 A Aansluiting is uitsluitend toegestaan aan een trafo met max. 16V - 45VA PIKO Digi-Fern incl. 4x batterijen U hoeft absoluut niet alles over digitale techniek te weten. Het is voldoende om te weten hoe u met uw locomotieven onafhankelijk van elkaar kunt rijden en hoe u wissels kunt schakelen. Het is zeker zinvol om in de eerste plaats een hulpvaardige modelspoorwinkelier te zoeken, die bereid is om u met raad en daad bij te staan betreffende de uitbreiding van uw digitale systeem en waar u de produkten voor u digitale modelbaan kunt aanschaffen. Voordat wij u uitleggen hoe u uw startset kunt opbouwen, geven wij u hieronder nog wat algemene informatie. Analoog versus digital de basiskeuze Aansluitclip voor digitale modelbanen Deze aansluitclip is uitgevoerd zonder een EMV ontstoringselement. Deze clip is absoluut nodig voor digitaalbedrijf. De clip past op G PIKO schakeldecoder voor magneetartikelen Schakeldecoder voor het schakelen van magneetartikelen via twee van elkaar onafhankelijke adressen, zoals wissels, seinen, etc PIKO schakeldecoder voor elektrische stroomverbruikers Schakeldecoder voor het schakelen van elektrische stroomverbruikers via twee van elkaar onafhankelijke adressen, zoals lampen, motoren, etc PIKO Digi Power Box Besturingscentrale voor een complexe digitale modelbaan Aansluitkabel voor Digi 1 en 2 en trafo Deze kabel met laagspanningsstekker(# 55021) is nodig om de desk top trafo T3 te verbinden met de PIKO Digi 1 of Digi Desk top trafo T3 28 VA Transformator voor de stroomverzorging van de PIKO Digi 1 en Digi 2 ingang: 230 Volt~ uitgang: 16 Volt 28 VA PIKO modelspoor brengt altijd veel speelplezier, ongeacht of er gereden wordt met een netadapter met rijregelaar of een digitale besturing. De oorspronkelijke manier om met modeltreinen te rijden, wordt analoge techniek genoemd. Deze techniek biedt oneindig veel mogelijkheden om grote of kleine modelbanen te besturen. Tegelijkertijd heeft zij het voordeel zeer robuust te zijn en maakt zij juist voor de beginners een eenvoudige start mogelijk in de elektrische funkties. De analoge techniek is dan ook absoluut niet verouderd of te classificeren als ouderwets! De digitale techniek is wat gecompliceerder, omdat zij verschillende besturings- en ontvangstcomponenten omvat. Vanwege haar complexiteit verlangt de digitale techniek een goed inzicht in de bediening van alle componenten, omdat de functies van de locomotieven en andere componenten veelal individueel instelbaar zijn. Het wezenlijke voordeel van de digitale techniek ligt in het feit dat er op één baanvak meerdere locomotieven onafhankelijk van elkaar te besturen zijn. Iedere analoge modelbaan kan eigenlijk probleemloos omgebouwd worden naar een digitale modelbaan. Zowel wissels, locomotieven en wagons kunnen in het digitale bedrijf opgenomen worden. Het is echter wel zo, dat alle digitaal te besturen elementen met een informatieontvanger moeten worden uitgerust, een zogenaamde decoder. Deze decoder zet de ontvangen opdrachten om in een analoge spanning. Want ook bij een digitale modelbaan worden de bewegingen van locomotieven, wissels en seinen door analoog aangestuurde motoren of schakelelementen uitgevoerd. Het is ook mogelijk om een digitaal opgebouwde modelbaan op analoge wijze aan te sturen, maar dat is uiteraard weinig zinvol en het vraagt ook weer om een aantal ombouwwerkzaamheden. Als u als PIKO modelspoorder heeft gekozen voor de digitale techniek, dan is het het verstandigst om daar ook bij te blijven Desk top trafo T4 72 VA Transformator voor de stroomverzorging van de PIKO Digi-Power-Box of te gebruiken als transformator voor verlichting ingang: 230 Volt~ uitgang: 16 Volt 72 VA, met 4 aansluitklemmen 22 3

4 De digitale techniek biedt vanwege de enorme keuze uit besturingsmogelijkheden veel speelplezier. Men kan er veel uit leren en in een verdere uitbreidingsstap zelfs zijn computer inzetten als besturingselement, wat de besturing niet direkt eenvoudiger maakt, maar wat daardoor wel een enorme uitdaging kan zijn. Als vierde verbindt u de PIKO Digi 1 met de PIKO desk top trafo T3. U gebruikt hiervoor de aansluitkabel met stekker (# 55021). De installatie van deze kabel wordt beschreven in de aparte gebruiksaanwijzing van de trafo T3. Een schematisch overzicht van de aansluiting van de PIKO Basisset Digitaal ziet u in onderstaande tekening: Analoge en digitale techniek de basiselementen Legenda: Bij de analoge techniek wordt de rijsnelheid van PIKO-locomotieven gestuurd middels de hoogte van de rijspanning (0-14 Volt). Dit gebeurt met een rijregelaar, zoals b.v. met de PIKO rijregelaar #55003 (rijregelaar met netadapter) of met de transformator met snelheidsregelaar # # digitale aansluitclip 2 # aansluitkabel voor Digi 1 en Digi 2 Daarmee kan op de rails eigenlijk maar één locomotief tegelijk worden aangestuurd. Bevinden er zich meerdere locomotieven op hetzelfde stuk rail, dan rijden ze allemaal even hard of even langzaam. Als men echter een aantal railstukken van elkaar isoleert, dan kan men ook meerdere locomotieven onafhankelijk van elkaar besturen. Er dient dan wel op elk geisoleerd railstuk een aparte regeltransformator te worden aangesloten. Bij digitale techniek loopt door de gehele modelbaan altijd dezelfde spanning van 16 Volt. Om de locomotieven onafhankelijk van elkaar te kunnen aansturen, heeft men een besturingscentrale nodig, die opdrachten (digitale informatie) via de rails naar de locomotieven kan sturen. Om te zorgen dat de locomotieven deze digitale opdrachten kunnen vertalen naar aktie, is iedere locomotief uitgerust met een decoder, die de opdrachten ontvangt en omzet naar de gewenste aktie. Dit omzetten heet ook wel decoderen, vandaar de naam decoder. Iedere locomotief heeft zijn eigen, unieke adres. Om te zorgen dat een locomotief herkent dat de door de besturingscentrale gezonden opdrachten voor hem zijn bedoeld, moet iedere eerste verzonden opdracht het locomotiefadres zijn. Indien het locomotiefadres identiek is aan het adres van de betreffende loc, dan weet de loc: let op, deze opdracht is voor mij! Dan wordt de opdracht gedecodeerd en de decoder in de locomotief zet de opdracht om in een analoge funktie, zoals b.v. sneller of juist langzamer rijden, licht aan of uit, fluiten of stoppen. Technische omschrijving: De besturingscentrale zet de door de netadapter geleverde spanning om in gelijkspanning. Deze wordt via een ompoolschakelaar met een frequentie van khz naar de rails gezonden. Binnen deze frequentie, die een soort rechthoekige curve voorstelt, wordt razendsnel tussen het rechter- en het linkerprofiel geschakeld. Door de in de locomotieven ingebouwde decoder wordt uit deze hoogfrequente spanning weer een analoge gelijkspanning gehaald, waarmee de motor wordt aangedreven, zodra de opdracht daartoe wordt gegeven. 3 # PIKO desk top trafo T3 Ingang: 230 Volt~ Uitgang: 16 Volt 28 VA 4 INPUT max. 16 V / 45 VA AC/DC Zo, nu kan het beginnen!! Of u start zoals beschreven op pagina 2 onder Voor een snel begin met uw startset, of u volgt de uitvoerige handleiding vanaf pagina 4 onder PIKO Digi 1 de start. Veel plezier met het PIKO digitaal systeem. Verdere vragen Indien u verdere vragen heeft over het gebruik van de PIKO Digi 1 of als iets niet werkt zoals het zou moeten, stuurt u ons dan s.v.p. een hotline@piko.de of belt u naar onze Hotline op donderdag van uur: (Duitstalig!) U kunt ook contact opnemen met de firma Uhlenbrock, die u als volgt ten dienste staat: Hotline: PIKO Digi 1 de start Om een eenvoudige start in de digitale techniek mogelijk te maken, heeft PIKO in samenwerking met de firma Uhlenbrock, die al zeer veel jaren ervaring heeft opgedaan met de digitale modelbaanbesturing, een zeer eenvoudig te bedienen digitaal systeem ontwikkeld. Dit systeem, dat gebaseerd is op de PIKO Digi 1, maakt het iedere PIKO modelspoorder gemakkelijk om stap voor stap zijn digitale modelbaan op te bouwen. ma di do vr: uur wo: uur tel: (Duitstalig!) Voor Nederlandstalige ondersteuning kunt u contact opnemen met Scaletrading: info@scaletrading.nl (antwoord binnen 24 uur, behalve za en zo) Wij helpen allemaal graag verder. Rest ons nog om u veel plezier te wensen met uw nieuwe PIKO digitale startset! Uw PIKO team 4 21

5 - DCC boosteraansluiting - Uitgang naar een aparte programmeerrailstuk - Infrarood ontvanger voor de PIKO Digi-Fern ingebouwd en een aansluiting voor een extra ontvanger voor een afstandsbediening - Virtuele locadressen Het eerste element is de PIKO Digi 1. Dit is de digitale besturingscentrale voor de PIKO modelspoorbaan. De PIKO Digi 1 verzorgt de besturing van de locomotieven en de andere elementen van de modelspoorbaan. Er kan in deze eerste fase met twee tot drie locomotieven gelijktijdig worden gereden, omdat er in de startset samen met de PIKO Digi 1 een netadapter wordt geleverd met een vermogen dat niet meer dan een bedrijf met twee tot drie locomotieven aankan. Wil men zijn modelspoorbaan uitbreiden en met meer dan twee tot drie locomotieven gelijktijdig kunnen rijden, dan kan de PIKO Digi 1 worden uitgebreid met de PIKO Digi 2. Daarover hieronder meer. - Menuoverzichten in verschillende talen - NMRA-DCC compatibel - De interne software is te verversen met de nieuwste versies Tot zover het overzicht van de mogelijkheden van de PIKO Digi-Power-Box. Een uitvoerige beschrijving vindt u in het handboek van de PPB. Ook kunt u meer informatie downloaden van de PIKO website onder PIKO basisset digitaal, # Bezit u reeds een analoge PIKO modelbaan en wilt u deze ombouwen naar digitaal, dan kunt u dat doen met de PIKO basisset digitaal. Deze set bevat diverse elementen die u voor de digitalisering van uw PIKO modelbaan nodig heeft: PIKO Digi 1 PIKO desk top trafo T3 (# 55005) Aansluitkabel van de trafo naar de PIKO Digi 1 (# 55021) PIKO Digi-Fern (# 55012) Aansluitclip (# 55275) Twee PIKO locdecoders (# 56120) met de locadressen 1 en 2 Denkt men erover om een zeer grote modelspoorbaan te bouwen, waarbij meer dan vier tot zes locomotieven moeten kunnen rijden, veel wissels gelijktijdig geschakeld moeten kunnen worden en voortdurend lichtseinen in bedrijf zijn, dan heeft de PIKO modelspoorder een krachtige spanningsbron nodig, omdat de modelbaan in zo n geval veel stroom nodig heeft. Dit wordt geboden door de PIKO Digi-Power-Box. Naast deze drie basiselementen zal het PIKO digitaal systeem in de komende jaren vanzelfsprekend verder worden ontwikkeld, om de PIKO modelspoorders de mogelijkheid te bieden om hun digitale modelspoorbaan steeds te kunnen upgraden, zoals dat in goed Nederlands heet. Bovendien bestaat er in iedere opbouwfase de mogelijkheid om een combinatie te maken met elementen uit het Uhlenbrock digitaalsysteem. De verschillende opbouwfasen zijn in de onderstaande afbeeldingen schematisch weergegeven: PIKO Digi 1 met een stroomkring via de rails: Als eerste moet u de decoders in bouwen in twee van uw PIKO locomotieven. Een handleiding hiervoor vindt u in de aparte gebruiksaanwijzing van de decoder. Let u s.v.p. op de in de decoders voorgeprogrammeerde adressen (zie de op de decoder bevestigde aanwijzing). Wanneer u deze adressen niet wilt wijzigen, dan kunt u de locomotieven uitsluitend via deze adressen besturen! Later kunt u de adressen altijd nog naar wens veranderen. Als tweede dient u de stroombron (transformator of netadapter met rijregelaar), die nu met uw modelbaan is verbonden, loskoppelen. Attentie: Eventueel kunt u ook de aanwezige transformator gebruiken als stroombron voor de PIKO Digi 1 of de PIKO Digi 2. Deze trafo dient dan wel een constante spanning af te geven van Volt gelijk- of wisselstroom. Hij mag absoluut geen hogere of lagere spanning afgeven dan 14 Volt of 16 Volt!! De trafo mag ook geen hoger vermogen afgeven dan 45 VA! Door een hogere vermogensafgifte kunnen de electronische elementen van de PIKO Digi 1 of de PIKO Digi 2 beschadigd raken! Als derde sluit u nu de PIKO Digi 1 aan op uw modelbaan, zoals dat wordt beschreven in paragraaf Aansluit- en opstellingsinstructies op pagina 8 van dit handboek. De aansluitclip kan uitsluitend worden gebruikt aan het railelement G Daarna kan een combinatie van de PIKO Digi 1 met één of meer PIKO Digi 2 volgen (maximaal 10): 5

6 PIKO Digi 1 uitgebreid met een PIKO Digi 2 en twee geisoleerde stroomkringen via de rails: Als de LED in de PIKO Digi 1 knippert, dan heeft de PIKO Digi 1 zichzelf uitgeschakeld: - De kortsluiting moet worden opgeheven of de stroomafname van de loc s moet worden verminderd (er moet b.v. één loc van de rails worden genomen). - Als de problemen zijn opgelost, dan kunt u de PIKO Digi 1 via de Stop-toets weer inschakelen. U kunt nu weer normaal rijden. Knippert de LED in de PIKO Digi 1 niet, dan heeft de netadapter zichzelf uitgeschakeld: - De kortsluiting moet worden opgeheven of de stroomafname van de loc s moet worden verminderd (er moet b.v. één loc van de rails worden genomen). - Als de problemen zijn opgelost, zal de netadapter zichzelf na korte tijd weer inschakelen. U hoeft de netadapter daarom niet uit de wandcontactdoos (230 Volt) te halen. Zeer veel vermogen de PIKO Digi-Power-Box PIKO Digi 1 uitgebreid met twee PIKO Digi 2 en drie geisoleerde stroomkringen (Er kunnen maximaal 10 st. PIKO Digi 2 worden aangesloten op de PIKO Digi 1): De absolute top voor het digitale besturen van een PIKO digitale modelbaan is de PIKO DigiPower-Box, afgekort de PPB. Samen met de PIKO desk top trafo T4 geeft de PPB een vermogen af van 48 VA.De trafo T4 heeft een vermogen van 72 VA. Na aftrek van de eigen energiebehoefte van de PPB, blijft er voor het digitale treinbedrijf 48 VA vermogen over. (gedeeld door 16 Volt = 3 A). Op door de PPB van stroom voorziene (en elektrisch geisoleerde) baanvakken kunt u met een vermogen van 3 A met ca. 7 8 locomotieven (met ca. 400 ma stroomafname) tegelijk rijden. (3 A gedeeld door 400 ma = ca. 7-8). Via deze besturingscentrale kunnen de meest veelzijdige funkties centraal worden uitgevoerd. Overzicht van de belangrijkste funkties: - Twee onafhankelijke rijregelaars voor het regelen van locomtieven - Besturing tot maximaal locomotieven - Schakelen van maximaal magneetartikelen Wil men dan nog verder uitbreiden, dan komt de PIKO Digi-Power-Box in zicht: Overstap op de PIKO Digi-Power-Box - Schakelen van maximaal 48 rijwegen, waarbij in iedere rijweg maximaal 10 magneetartikelen achter elkaar worden aktiveerd - Rijsnelheid wordt in nog fijnere stappen geregeld (128 stappen) - Twaalf funkties schakelbaar: verlichting, geluid, etc. (F1 t/m F12 - Rijden met maximaal vier locomotieven in voorspantractie - Automatische uitschakeling bij kortsluiting of overbelasting - Bussysteem voor uitbreiding met Loconet. Met Loconet kunnen extra apparaten worden gebruikt, zoals extra handregelaars, rijregelaars, schakelborden voor magneetartikelen en rijwegen, railbezetmelders, aansluitmodules voor schakelborden en het Uhlenbrock Lissy-system voor loc-herkenning en automatische baanbesturing. - Computeraansluiting via de seriële poort (COM-poort) van uw PC 6 19

7 De PIKO desk top trafo T3 (booster) kan via de PIKO Digi 2 een elektrisch geisoleerd baanvak van stroom voorzien. Iedere PIKO desk top trafo T3 moet steeds aan een aparte PIKO Digi 2 worden aangesloten. Met de PIKO desk top trafo T3 wordt de volledige vermogenscapaciteit van de PIKO Digi 2 benut. Na alle algemene informatie, willen wij u nu de bediening en de werking van de PIKO Digi 1 uitleggen, wat noodzakelijkerwijze wat technischer zal uitvallen als wat wij tot nu toe hebben behandeld: Om ervoor te zorgen, dat de digitale besturingsinformatie van de PIKO Digi 1 ook bij het geisoleerde, extra baanvak terecht komt, moet de PIKO Digi 1 met iedere afzonderlijke PIKO Digi 2 worden verbonden. Om de door de PIKO Digi 1 uitgezonden signaalsterkte voldoende op peil te houden, kunnen er niet meer dan tien PIKO Digi 2 aan een PIKO Digi 1 worden aangesloten. Bovendien mag de kabellengte van de verbinding tussen iedere PIKO Digi 2 en de PIKO Digi 1 niet langer zijn dan 2 meter. PIKO Digi 1 de functies De PIKO Digi 2 wordt met de PIKO Digi 1verbonden door de uitgaande kabel van de PIKO Digi 2 (aan de onderzijde van de PIKO Digi 2 aangeduid met A ) parallel aan te sluiten met de PIKO Digi 1 via de railaansluitingsclip voor het railelement G231. De PIKO Digi 2 wordt dan zelf via de kabel van uitgang B via een andere railaansluitclip verbonden met het elektrisch geisoleerde baanvak. (Op dezelfde wijze kunt u de PIKO Digi 2 met de PIKO desk top trafo T3 als booster inzetten voor de PIKO Digi-Power-Box) Zie de onderstaande afbeelding: De PIKO Digi 1 is een digitaal besturingsapparaat voor modelspoorbanen, gebaseerd op de algemeen gehanteerde DCC-standaard. De PIKO Digi 1 bestaat uit een vermogensdeel en een besturingscentrale. Het vermogensdeel wordt via een netadapter aan het 230 Volt stroomnet aangesloten en van daaruit van spanning voorzien. Gelijktijdig wordt de PIKO Digi 1 met de rails verbonden en geeft via deze verbinding de opdrachten door aan de locomotieven. De besturing van de locomotieven zelf werkt uitsluitend via de infrarood afstandsbediening, de zogenaamde PIKO Digi-Fern. Deze zendt de opdrachten naar de PIKO Digi 1, welke op haar beurt de opdrachten via de rails naar de locomotieven stuurt. Kort gezegd: De besturing loopt vanaf de PIKO Digi-Fern via de PIKO Digi 1 naar de rails en van daar naar de loc met de betreffende decoder. Deze decoder vertelt dan b.v. aan de motor dat deze sneller of langzamer moet draaien. Denkt u er s.v.p. aan, dat de PIKO Digi-Fern uitsluitend bedoeld is voor gebruik binnnenshuis en onder gunstige omstandigheden een maximale reikwijdte heeft van ca. 10 meter. Met de PIKO Digi-Fern en de PIKO Digi 1 kunnen maximaal 127 locomotieven op een digitale modelbaan worden gekozen. Van de gekozen loc s worden de rijrichting, snelheid en extra funkties bediend. Daarnaast kunnen nog 256 stuks magneetartikelen, zoals wissels, seinen en andere apparaten worden geschakeld. 1 # geosoleerde railverbinders 3 # aansluitkabel voor Digi 1, Digi 2 5 aan Digi 1 zijn max. 10 Digi 2 aan te sluiten 2 # aansluitclip digitaal 4 # Desk top trafo T3 6 INPUT max. ingang 230 V~; uitgang 16V 28VA 16V / 45 VA AC/DC De ingezette locomotieven kunnen probleemloos van het ene geisoleerde baanvak in het andere rijden. Ze blijven de besturingsinformatie van de PIKO Digi 1 ontvangen, omdat deze via de PIKO Digi 2 is doorgelust. Er dient wel te worden opgelet, dat zich in ieder baanvak slechts zoveel locomotieven met ca. 400 ma stroomafname bevinden, als de maximale vermogenscapaciateit van de aangesloten transformator. Als de locomotieven meer vermogen afnemen dan de betreffende transformator kan leveren, dan werkt dat als een kortsluiting en de PIKO Digi 1 of Digi 2 of de transformator zullen zichzelf vanwege overbelasting automatisch uitschakelen: 18 Om de PIKO Digi 1 nog veelzijdiger te kunnen inzetten, heeft het besturingssysteem vier overdrachtskanalen, die op de PIKO Digi-Fern als de toetsen A, B, C en D zijn aangeduid. Op ieder van deze overdrachtskanalen kunt u b.v. het adres van een locomotief vastleggen en deze dan door de oproep van het overdrachtskanaal besturen. Bovendien kunt u parallel aan de loc nog vier magneetartikelen op hetzelfde overdrachtskanaal vastleggen. Wordt b.v. op kanaal A de loc met het adres 15 bestuurd en de magneetartikelen 1 t/m 4 geschakeld, dan kan via kanaal B b.v. loc met adres 20 worden bestuurd en de magneetartikelen 13 t/m 16 worden geschakeld. Via deze vier overdrachtskanalen kan de modelspoorder snel overschakelen van de ene naar de andere loc. En het gaat nog verder: Bezit u meerdere PIKO Digi-Fern afstandsbedieningen en gebruikt u deze gelijktijdig (maximaal 4 stuks), dan kan iedere PIKO modelspoorder via één van de vier overdrachtskanalen zijn eigen loc besturen, zonder de locomotieven van de andere PIKO modelspoorders op de dezelfde modelbaan te beinvloeden. 7

8 Met de bij de startset meegeleverde netadapter moeten daarom niet meer dan 2 loc s tegelijk worden gereden. Aansluit- en opstellingsinstructies De netadapter (1) wordt via de kleine stekker (2) met de in de PIKO Digi 1 ingebouwde stekkerbus verbonden. De beide aansluitkabels, die op de bodem van de PIKO Digi 1 met A zijn aangeduid, worden vervolgens in de aansluitclip (3) bevestigd door middel van het indrukken van de knoppen (4) en als volgt met de rails verbonden: Steekt u vervolgens de aansluitclip (3) in het railstuk G231 (5) (uitsluitend dit railstuk heeft openingen voor de clip tussen de bielzen 5 en 7). Steek nu de netadapter (1) in het stopcontact (6). Als men meer dan twee locomotieven op de rails zet, dan trekken die locomotieven zoveel stroom, dat de netadapter wordt overbelast en zichzelf uitschakelt. Net als bij kortsluiting. U wilt meer dan twee locomotieven tegelijk laten rijden Indien men op de digitale modelbaan meer dan twee locomotieven tegelijk laten rijden, dan moet men: - of een krachtigere transformator aansluiten aan de PIKO Digi 1 - of meerdere netadapters als extra stroomverzorging op de modelbaan aansluiten, zgn. boosters. Attentie: Er mag zowel aan de PIKO Digi 1 als aan de PIKO Digi 2 geen netadapter of transformator worden aangesloten die een hoger vermogen afgeeft dan 48 VA. Wordt dit toch gedaan, dan kunnen alle elektronische componenten worden beschadigd! Krachtige transformator voor de PIKO Digi 1 de PIKO desk top trafo T3, # Heeft u een startset, waarbij de stekker-netadapter (# 55010) met een vermogen van 850 VA is meegeleverd, dan kunt u het vermogen van uw digitale modelbaan verhogen door de stekkernetadapter uit te wisselen met de PIKO desk top trafo T3 (# 55005). Met de desk top trafo T3 wordt de volledige vermogenscapaciteit van de PIKO Digi 1 benut. Attentie: Sluit u NOOIT twee netadapters parallel aan, aan dezelfde PIKO Digi 1 of aan dezelfde aansluitclip. U blaast daarmee de PIKO Digi 1 op. Bovendien kan er door deze parallelaansluiting in het stopcontact van de 230 Volt~ aansluiting een levensgevaarlijke hoogspanning ontstaan!! De PIKO desk top trafo T3 geeft bij 16 Volt uitgangsspanning een vermogen af van 28 VA (1,75 A). Daarmee kunnen ca. vier locomotieven met een vermogensopname van ca. 400 ma per loc op een elektrisch geisoleerd baanvak tegelijk rijden. De aansluiting van de PIKO desk top trafo T3 geschiedt op dezelfde wijze als de aansluiting van de netadapter (zie de paragraaf Aansluit- en opstellingsinstructies ). U hoeft alleen maar de aansluitkabel tussen de PIKO desk top trafo T3 en de PIKO Digi 1 te installeren volgens de gebruiksaanwijzing van de PIKO desk top trafo T3. Attentie: Voor zover de bij de startset meegeleverde aansluitclip NIET wordt gebruikt (deze clip heeft het artikelnummer # 55270), dan MOET de in de aansluitclip aanwezige condensator worden verwijderd. Blijft de condensator in de aansluitclip, dan elimineert deze de hoogfrequente besturingspulsen en er funktioneert dan niets meer! Bovendien bestaat de kans op kortsluiting, waardoor het basisstation kan worden beschadigd. De volgende stap is het inleggen van de vier voorgeschreven batterijen in het batterijvak aan de achterzijde van PIKO Digi-Fern. U kunt batterijen gebruiken van het type LR03-AAA-1,5 Volt. 8 Extra booster de PIKO Digi 2 Om een verdere vermogensstijging op de digitale PIKO modelbaan te bewerkstelligen teneinde met meer dan twee of vier locomotieven gelijktijdig te kunnen rijden, dienen meerdere vermogensbronnen (transformatoren) aangesloten te worden. Voor dit doel biedt PIKO de PIKO Digi 2 samen met de PIKO desk top trafo T3 aan. De transformator geeft bij 16 Volt uitgangsspanning een vermogen af van 28 VA (1,75 A). Daarmee kunnen ca. vier locomotieven met een vermogensopname van ca. 400 ma per loc op een elektrisch geisoleerd baanvak tegelijk rijden. 17

9 7. LED indicatielicht Gelijkspanning ingeschakeld: LED brandt ononderbroken Gelijkspanning uitgeschakeld LED knippert langzaam Kortsluiting bij de aansluiting naar de rails: LED knippert snel Loc wordt geprogrammeerd: LED knippert 2x kort met een lange pauze Vervolgens wordt het meegeleverde kleefband aan de onderzijde van de PIKO Digi 1 aangebracht en zodanig op de modelspoorbaan geplaatst, dat er met de PIKO Digi-Fern altijd probleemloos op de PIKO Digi 1 kan worden gericht. Tussen de PIKO Digi-Fern en de PIKO Digi 1 moet het altijd vrij van hindernissen zijn. Omdat de PIKO Digi-Fern funktioneert via een infrarood lichtstraal, moet de PIKO Digi-Fern de PIKO Digi 1 altijd kunnen zien. Alleen dan is een storingsvrij bedrijf mogelijk: Technische gegevens - Dataformaat: DCC met 28 rijstappen - Locadressen: 1-127, adres 0 stuurt binnen de digitale stroomkring een loc aan zonder decoder (een confessionele loc) - Speciale loc-funkties: verlichting en f1 f8 - Magneetartikelenadressen: Refresh cyclus: 12 locomotieven (Refresh cyclus: Als een loc tijdens het rijden een stroomonderbreking heeft van meer dan 1 seconde, schakelt de decoder naar stop. Omdat stroomonderbrekeningen vanwege o.a. vervuiling regelmatig kunnen voorkomen op een modelbaan, moet de informatie vanaf het basisstation voortdurend aan de locdecoders worden gestuurd: refresh (vernieuwen). De PIKO Digi 1 refreshed maximaal 12 locomotieven. Als er meer dan 12 loc s op de modelbaan rijden, dan bestaat de kans dat de 13e loc plotseling blijft stilstaan, omdat deze niet meer refreshed wordt. De loc moet dan opnieuw geadresseerd worden en nieuwe opdrachten ontvangen.) - Ingangsspanning: van 12 Volt tot 16 Volt AC/DC (Attentie: Iedere aangesloten stroombron mag niet hoger zijn dan 16 Volt. Als er meerdere netadapters of transformatoren via de PIKO Digi 1 en de PIKO Digi 2 worden aangesloten, dan dienen de spanningsbereiken van deze stroombronnen binnen het bereik van Volt liggen) - Uitgangsstroom: max. 1,8 A - Max. vermogensopname: 28 VA (Attentie: Er mag zowel aan de PIKO Digi 1 als aan de PIKO Digi 2 geen netadapter of transformator worden aangesloten die een hoger vermogen afgeeft dan 48 VA. Wordt dit toch gedaan, dan kunnen alle elektronische componenten worden beschadigd!) - Bij de startset meegeleverde netadapter # 55010: max. 12 VA - Bij de PIKO basisset meegeleverde desktop trafo T3 # 55005: max. 28 VA Maximaal aantal locomotieven dat tegelijk kan rijden: Twee Zoals boven is beschreven, kunnen met de PIKO Digi 1 1 t/m 127 locomotieven worden aangestuurd. Dat betekent echter niet, dat men met de netadapter welke met de PIKO Digi 1 wordt meegeleverd, 127 locomotieven tegelijk kan laten rijden. Omdat iedere locomotief een bepaalde stroomafname heeft, afhankelijk van het type 300 ma tot 400 ma, en sommige loc s met treklast (als er veel wagens worden getrokken) zelfs nog veel meer, kunnen er met de bijgesloten netadapter slechts zoveel loc s tegelijk rijden, als het afgegeven vermogen van de netadapter # toelaat. Dit is max. 850 ma, wat bij 400 ma per loc maximaal 2 locomotieven zijn. 16 De PIKO Digi-Fern funktioneert in feite hetzelfde als de afstandsbediening van uw TV, die ook uw TV altijd moet kunnen zien. Om deze reden zult u de PIKO Digi-Fern altijd moeten richten op de PIKO Digi 1 en niet op de te besturen locomotief. Een rode controle LED onder de doorzichtige kap van de PIKO Digi 1 licht op, wanneer de ontvanger het infrarood signaal van de PIKO Digi-Fern heeft ontvangen. Probleem: Er is geen spanning meer of de locomotieven rijden niet meer. Indien er kortsluiting wordt veroorzaakt op de rails of wanneer de locomotieven zoveel stroom trekken dat de PIKO Digi 1 of de netadapter worden overbelast, dan kunnen één of beide apparaten zichzelf uitschakelen. U merkt dat aan het feit dat de locomotieven niet meer rijden: Als de LED in de PIKO Digi 1 knippert, dan heeft de PIKO Digi 1 zichzelf uitgeschakeld: - De kortsluiting moet worden opgeheven of de stroomafname van de loc s moet worden verminderd (er moet b.v. één loc van de rails worden genomen). - Als de problemen zijn opgelost, dan kunt u de PIKO Digi 1 via de Stop-toets weer inschakelen. U kunt nu weer normaal rijden. Knippert de LED in de PIKO Digi 1 niet, dan heeft de netadapter zichzelf uitgeschakeld: - De kortsluiting moet worden opgeheven of de stroomafname van de loc s moet worden verminderd (er moet b.v. één loc van de rails worden genomen). - Als de problemen zijn opgelost, zal de netadapter zichzelf na korte tijd weer inschakelen. U hoeft de netadapter daarom niet uit de wandcontactdoos (230 Volt~) te halen. 9

10 Om de programmeerhandeling af te ronden dient na het intoetsen van het locadres de toets voor het programmeren van een locdecoder -/-/- nog een keer worden ingedrukt. Hierdoor wordt het adres bevestigd en automatisch in de locdecoder opgeslagen. Bediening van de PIKO Digi-Fern Controle LED geeft de activiteit van de PIKO Digi-Fern aan Stop toets om de gelijkspanning in en uit te schakelen Loc-toets om te starten met het kiezen van een locadres Magneetartikel toets om te starten met het kiezen van een magneetartikeladres Voorbeelden: 1.) Invoer: -/-/- + -/-/- + [1] + -/-/Iedere loc die op het spoor staat, wordt geprogrammeerd met het adres 1. 2.) Invoer: -/-/- + -/-/- + [5] [6] [1] [2] [3] + -/-/Iedere loc die op het spoor staat, wordt geprogrammeerd met het adres ) Invoer: -/-/- + -/-/- + [5] [6] [2] [3] + -/-/- Toets voor het starten met het programmeren van een locdecoder De programmeerhandeling wordt niet afgerond, omdat de laatste drie cijfers 623 zijn en daardoor buiten de geldige reeks valt. Toets voor het stapsgewijs verhogen van de rijsnelheid Iedere loc die met de PIKO Digi 1 wordt geprogrammeerd, ontvangt de via het PIKO Digi-Fern ingetoetste locadres en wordt in de 28-rijstappen-modus geschakeld. Toets voor het stapsgewijs verlagen van de rijsnelheid De 28-rijstappen-modus geeft het aantal stappen aan waarmee de snelheid wordt geregeld. De snelheid wordt namelijk niet traploos geregeld, maar in kleine stappen. Omdat deze stappen lopen van 2 Volt startspanning tot 14 Volt maximale spanning, zijn er met 28 rijstappen zoveel kleine stappen, dat deze stappen in feite niet als stappen, maar als traploze snelheidsregeling wordt ervaren. Keuze rijrichting achteruit en noodstop Keuze rijrichting vooruit en noodstop Funktie licht inschakelen Funktie licht uitschakelen Toetsen voor de funkties f1 t/m f4 Toetsen voor de funkties f5 t/m f8 Geen funktie Toetsen voor het schakelen van magneetartikelen Toetsen voor de keuze van het overdrachtskanaal De Volt-stappen van 0,4 Volt zijn zo klein, dat de modelspoorder deze niet als stappen waarneemt, maar denkt dat de snelheid traploos wordt geregeld. Andere eigenschappen van de locdecoder kunnen niet worden geprogrammeerd met de PIKO Digi 1 en PIKO Digi-Fern. Ook het uitlezen van een decoder is niet mogelijk. Dat betekent dat men met de Digi-Fern niet kan controleren kan met welk locadres een op de rails staande loc is uitgerust is. Op zich is dat geen groot probleem, omdat de locdecoder heel gemakkelijk en snel van een nieuw locadres kan worden voorzien. 6. Power on / off Via de stop toets kan de spanning op de rails worden in- of uitgeschakeld. Aanwijzing: Als er in de keuze-modus na het indrukken van de [loc-toets], [magneetartikelentoets] of de toets voor het programmeren van een locdecoder -/-/- gedurende 10 seconden geen andere toets wordt ingedrukt, dan wordt de invoer van het adres (zoals locadres, magneetartikelenadres of programmeeradres) automatisch beëindigd. De keuze-modus moet in dat geval opnieuw worden gestart. Hetzelfde geldt voor de dubbelfunktietoets f+4. Als hierna ook 10 seconden geen andere toets wordt ingedrukt, dan wordt het starten van de bediening van de funkties f5 t/m f8 gestopt

11 Wanneer het magneetartikeladres is gekozen en bevestigd, dan kan via de rode en groene toetsen b.v. een wissel worden geschakeld: afbuigend (rood) of rechtdoor (groen). Het gekozen magneetartikeladres wordt standaard onder het meest linker rood/groene toetsenpaar vastgelegd. Van hieruit naar rechts gezien worden onder de overige rood/groene toetsenparen de magneetartikelen vastgelegd met een hoger en opvolgend magneetartikeladres. 1. Controle LED Zodra er op de PIKO Digi-Fern een toets wordt ingedrukt, zendt de PIKO Digi-Fern een infraroodsignaal uit. Deze aktiviteit wordt via de rode controle LED aangeduid. Voorbeelden: 1.) Invoer: [magneetartikel-toets] [1] [rood1] Het magneetartikel met adres 1 wordt op rood geschakeld en de magneetartikeltoetsen van links naar rechts schakelen de magneetartikeladressen 1 t/m 4. 2.) Invoer: [magneetartikel-toets] [6] [5] [1] [2] [3] [4] [rood1] Het magneetartikel met adres 234 wordt op rood geschakeld en de magneetartikeltoetsen van links naar rechts schakelen de magneetartikeladressen 234 t/m Overdrachtskanaal De PIKO Digi-1 gebruikt voor de besturing vier overdrachtskanalen. Tussen de overdrachtskanalen kan steeds worden gewisseld door het bedienen van de toetsen A t/m D. Onder ieder overdrachtskanaal kan onafhankelijk van de andere drie kanalen een adres van de locomotief worden gekozen, die via dat kanaal moet worden bestuurd. 3.) Invoer: [magneetartikel-toets] [1] [2] [magneetartikel-toets] [rood1] Het magneetartikeladres van het kanaal werd niet gewijzigd, dus het reeds eerder gekozen magneetartikel wordt op rood geschakeld. Verder kunnen bij ieder kanaal magneetartikelen naar keuze worden opgeslagen onder de vier magneetartikeltoetsen. De per kanaal uitgekozen adressen worden echter niet permanent opgeslagen. Na het uitschakelen worden ze als volgt teruggezet: Reden: De magneetartikel-toets werkt in dit voorbeeld als een wis -toets, d.w.z. de ingevoerde cijfercombinatie wordt na de tweede keer indrukken van de magneetartikel-toets gewist en de adresinvoer is niet meer geldig. Na het inschakelen van de bedrijfsspanning zijn onder de kanalen A t/m D standaard de locomotiefadressen 1,2,3 en 4 opgeslagen. Verder zijn onder magneetartikeltoetsen na het inschakelen bij alle kanalen standaard de magneetartikelen 1 t/m 4 opgeslagen. 5. Programmering van de locdecoder Vanwege deze eigenschappen van de PIKO Digi-Fern kan men met behulp van de kanaaltoetsen snel wisselen tussen de besturing van vier locomotieven en vier groepen van vier magneetartikelen. Voorgeprogrammeerde instellingen van de locdecoder: De loc met adres 1 (zie de sticker op de onderzijde van de loc) wordt via het overdrachtskanaal A aangestuurd. Indien er meerdere PIKO Digi-Fern afstandsbedieningen worden gebruikt, dan kan iedere PIKO Digi-Fern met de keuze van een ander overdrachtskanaal een loc besturen, zonder de loc van een andere PIKO Digi-Fern te beinvloeden, mits deze op een ander overdrachtskanaal staat ingesteld. De loc met adres 2 (zie de sticker op de onderzijde van de loc) wordt via het overdrachtskanaal B aangestuurd. 3. Locomotiefbesturing Deze instellingen kunnen echter naar wens gewijzigd worden: Via de toets voor het programmeren van een locdecoder -/-/- kan een nieuw locadres worden toegewezen. Als eerste moet één van de overdrachtskanalen A, B, C of D worden gekozen d.m.v. het indrukken van de betreffende toets A t/m D 3.1 Invoeren van het locadres Attentie: Tijdens het programmeren mag er slechts één loc aanwezig zijn op het railstuk dat aan het basisstation is aangesloten. Wanneer er meer locomotieven op hetzelfde railstuk staan, dan worden alle loc s met hetzelfde adres geprogrammeerd. Nu kan gestart worden met het aanmelden van een locadres. Om een locadres aan te melden, dient als eerste de loc-toets te worden ingedrukt. Aansluitend kan het gewenste locadres worden ingevoerd d.m.v. de cijfertoetsen 0 t/m 9. Om met het programmeren te starten, moet de toets voor het programmeren van een locdecoder -/-/- op de PIKO Digi-Fern 2x ingedrukt worden. Aansluitend kan het gewenste locadres worden ingetoetst met de nummerieke toetsen 0 t/m 9. Het locadres is maximaal 3 posities lang en moet binnen het bereik van liggen. Mocht u meer dan drie cijfers intoetsen, dan onthoudt de PIKO Digi-Fern altijd de laatste 3 ingetoetste cijfers als locadres. Wanneer er een ongeldig adres wordt ingetoetst (buiten het bereik van 0-127), wordt de programmeerhandeling niet afgerond. De invoer wordt afgesloten door het indrukken van een willekeurige andere toets, behalve de kanaalkeuzetoetsen A t/m D. De invoer kan b.v. worden gestopt en bevestigd door het indrukken van één van de toetsen voor de snelheidsverandering van de loc. Het is verstandig om één toets te kiezen die u altijd gebruikt voor het beëindigen van de invoer van het locadres. Hiermee voorkomt u vergissingen

12 Ook de loc-toets kunt u niet gebruiken om de adresinvoer te bevestigen. Indien u het invoeren van het locadres afsluit door het indrukken van de loc-toets, dan wordt de bewerking gestopt, zonder dat de opdracht is uitgevoerd. Het invoeren van het locadres wordt ook afgebroken, wanneer er 10 seconden lang geen verdere invoer plaatsvindt. Als locadres wordt het adres overgenomen, dat uit de laatste (maximaal drie) ingetoetste cijfers bestaat, voor zover dat in het bereik ligt. U heeft dus de mogelijkheid om b.v. acht cijfers in te toetsen, maar de PIKO Digi-Fern onthoudt uitsluitend de laatste drie cijfers. Indien een ongeldig adres wordt ingevoerd (buiten bereik 0-127), dan blijft het voorgaand gekozen locadres geldig. 3.3 Keuze van de rijrichting De rijrichting wordt via de toetsen en gekozen. Hierbij wordt via de toets de rijrichting achteruit gekozen en via de toets de rijrichting vooruit. Indien één van deze beide toetsen wordt ingedrukt als de loc rijdt, dan volgt er een noodstop. Aansluitend wordt de gewenste rijrichting ingesteld. 3.4 In- en uitschakelen van de locverlichting De locverlichting kan met de toets f0 worden ingeschakeld en met de toets off worden uitgeschakeld. Voorbeelden: 1.) Invoer: [loc-toets] [1] [f0] Bij de loc met adres 1 wordt de verlichting ingeschakeld 2.) Invoer: [loc-toets] [6] [5] [4] [1] [2] [3] [+] Bij de loc met adres 123 wordt de snelheid verhoogd 3.5 Schakelen van de speciale funkties De toetsen f1 t/m f4 schakelen de speciale funkties f1 t/m f4 in en uit. Via de dubbelfunktietoets f+4 en de aansluitende bediening van één van de toetsen f1 t/m f4 worden de speciale funkties f5 t/m f8 geschakeld. 3.) Invoer: [loc-toets] [1] [2] [loc-toets] [f0] Het locadres van het kanaal werd niet gewijzigd, dus de verlichting van de reeds eerder gekozen loc wordt ingeschakeld. Als er na het indrukken van de dubbelfunktietoets aansluitend geen funktietoets wordt bediend, maar per ongeluk een andere toets, dan wordt de bewerking afgebroken. Reden: De loc-toets werkt in dit voorbeeld als een wis -toets, d.w.z. de ingevoerde cijfercombinatie wordt na de tweede keer indrukken van de loc-toets gewist en de adresinvoer is niet meer geldig. 4. Aansturing van magneetartikelen Wordt het locadres 0 gekozen, dan wordt voor zover aanwezig een conventionele loc zonder digitaaldecoder binnen het digitale circuit aangestuurd. U kunt dus naast de digitale locomotieven nog één locomotief laten rijden, die niet voorzien is van een decoder. Attentie / waarschuwing: Wanneer met de PIKO Digi 1 in het digitale circuit conventionele locomotieven zonder digitaaldecoder worden aangestuurd, dan zullen deze locomotieven een lichte bromtoon laten horen. Deze bromtoon ontstaat doordat er binnen het digitale circuit een constante hoogfrequente spanning door de motoren loopt. Deze spanning beschadigt enkele typen motoren, zoals b.v klokankermotoren (Faulhaber, Escape, etc.) en kleine schaal-n motoren. Deze typen motoren mogen op digitale modelspoorbanen uitsluitend met een digitaaldecoder worden ingezet!! Magneetartikelen zijn wissels, seinen en andere produkten die via een regelbare magneet een funktie uitvoeren. Voordat een adres voor een magneetartikel voor de rood/groene toetsenparen kan worden ingevoerd, moet eerst de magneetartikel-toets worden ingedrukt. Aansluitend kan dan het gewenste adres voor het magneetartikel worden ingevoerd via de cijfertoetsen 0 t/m 9. Daarbij wordt het eerst ingevoerde adres standaard onder het meest linker rood/groene toetsenpaar vastgelegd. De invoer wordt afgesloten door het indrukken van een willekeurige andere toets, behalve de kanaalkeuzetoetsen A t/m D. De invoer kan b.v. worden gestopt en bevestigd door het indrukken van één van de toetsen voor de snelheidsverandering van de loc. Het is verstandig om één toets te kiezen die u altijd gebruikt voor het beëindigen van de invoer van het magneetartikeladres. Hiermee voorkomt u vergissingen. Ook de magneetartikel-toets kunt u niet gebruiken om de adresinvoer te bevestigen. Indien u het invoeren van het magneetartikeladres afsluit door het indrukken van de magneetartikel-toets, dan wordt de bewerking gestopt, zonder dat de opdracht is uitgevoerd. Het invoeren van het magneetartikeladres wordt ook afgebroken, wanneer er 10 seconden lang geen verdere invoer plaatsvindt. 3.2 Regeling van de rijsnelheid Via de toetsen + en wordt de rijsnelheid van de locomotief stapsgewijs verhoogd of verlaagd. Als de toetsen worden vastgehouden dan wijzigt de rijsnelheid stapsgewijs tot de toets weer wordt losgelaten, de maximale snelheid is bereikt of tot de locomotief stilstaat. 12 Als magneetartikeladres wordt het adres overgenomen, dat uit de laatste (maximaal drie) ingetoetste cijfers bestaat, voor zover dat in het bereik ligt. U heeft dus de mogelijkheid om b.v. acht cijfers in te toetsen, maar de PIKO Digi-Fern onthoudt uitsluitend de laatste drie cijfers. Indien een ongeldig adres wordt ingevoerd (buiten bereik 1-256), dan blijft het voorgaand gekozen magneetartikeladres geldig. 13