GROOTHANDEL IN LEVENSMIDDELEN

Transcriptie

1 STICHTING FONDS KOLLEKTIEVE BELANGEN VOOR DB GROOTHANDEL IN LEVENSMIDDELEN Stichting Fonds Kollektieve Belangen voor de Grootliandel in Levensmiddelen KvK GROOTHANDEL IN LEVENSMIDDELEN AZL N.V. ventorgt de administratie: Postbus 4471, 6401 CZ Heerlen T _. F,JM5- STtniT" "" i *E"'A'-\'en?emê@32\.e\j Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving T.a.v. de heer M.H.M, van der Goes Postbus LV DEN HAAG r-'iec.^-'. :6^^A-' !C<-- ' Mr ', y-air T^.rr 2on i ÜA^A(^ I h>. \ a Onze referentie: Uwreferentie; Datum: Aantal pagina's: AW cao FKB december bijlagen Behandeld door: Doorkiesnummer; Afdelingsfaxnummer; ; IVIw. C.M. Vrlentl " ^'^^ qi^"^'_' Kitty.vriend@a l w:, ' ' ' \ CAO FONDS KOLLEKTJEVE BELANGEN VOOR DE GROOTHANDEL IN LEVENSMIDDELEN VERZOEK ALGEMEEN VERBINDEND VËRKLARIHG CAO-BEPAUNGEN Geachte heer Van der Goes, Hierbij melden wij het verzoek aan tot algemeen verbindend verkiaring van de cao FKB met een looptijd van 1 juii 2011 tot en met 30 juni De cao FKB is reeds digitaal aangemeld bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgeiegenheid op 20 juli De cao is afgesloten tussen: Federatie van de Groothandel in Levensmiddelen, gevestigd te 's-gravenhage; Vereniging voor de Groothandel in Zoetwaren, Tabak en Tabaksprodukten, gevestigd te 's-gravenhage; als partijen ter enerzijds, en: " F.N.V. Bondgenoten, statutair gevestigd te Amsterdam; C.N.V. Dienstenbond, statutair gevestigd te Hoofddorp; De Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening, statutair gevestigd te Culemborg als partijen ter andere zijde. Het aantal werknemers dat onder de cao FKB valt bedraagt (stand per 1 januari 2011). Wijziging activiteit FKB Zoals hierboven is gemeld, is de cao FKB ai digitaal aangemeld bij het Ministerie van Sociale Zaken'en werkgelegenheid. Hierbij waren ook de tekst van de cao, het reglement en de statuten meegezonden. Mede naar aanleiding van de bespreking die tussen een afvaardiging van FKB en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 4 oktober 2011 heeft plaatsgevonden, heeft het bestuur van FKB besloten dat de kosten die verband houden met pensioen niet langer door FKB worden vergoed. Wij verwijzen u hiervoor naar de brief van 13 december 2011, die gericht is aan de heer M.H.M, van der Goes. Dit heeft ertoe geleid dat de dertiende activiteit van FKB Is gewijzigd.

2 i-'r' Pagina: 2 Onze referentie: CAO FKB AW 2011 Datum: 19 december 2011 Deze wijziging is opgenomen in de bijgevoegde statuten, het reglement en de cao FKB. Het gewijzigde artikel luidt als volgt: "Het als gevolmachtigde van cao-partijen voeren van onderhandelingen over en het afsluiten en beheren van een mantelovereenkomst ten behoeve van alle werknemers in de Groothandel in Levensmiddelen." Representativiteit Voor het vaststellen van de representativiteit met betrekking tot het verzoek tot algemeen verbindend verklaring is uitgegaan van de volgende representativlteitsgegevens: 1. Aantal verzoekende, georganiseerde werkgevers in de bedrijfstak Aantal werkgevers dat onder de werkingssfeer van de CAO FKB valt Aantal werknemers in dienst van de verzoekende, georganiseerde werkgevers in de bedrijfstak Aantal werknemers dat onder de werkingssfeer van de CAO FKB valt Voor een toelichting van deze cijfers verwijzen wij u naar het bijgevoegde formulier representativlteitsgegevens. De mate van representativiteit wordt op basis van bovengenoemde gegevens als volgt vastgesteld: Aantal werknemers in dienst van de verzoekende, georganiseerde werkgevers in de bedrijfstak xloo%= 60,76% Aantal werknemers Jn de bedrijfstak De brongegevens met betrekking tot de representativiteitsopgave worden bewaard. Assurance rapport Tevens hebben wij een Assurance rapport bijgevoegd behorende bij de representativlteitsgegevens per 1 januari Wij zien uw kennisgeving van ontvangst graag binnen twee weken tegemoet. In a%aclmig van uw reactie verblijven wij, narri,er^s partfj en jbij de CAO inzake Fonds Kollektieve Belangen voor de Groothandel In üevènsinildq^ier^'^ rinw. C.VUVi'lencl A ^ Biilaaen: - de Integrale CAO-tekst met de wijzigingen en de gerenvooieerde tekst; - de integrale CAO-tekst zonder de gerenvooieerde tekst; - het rechtensgeldende reglement nrret de wijzigingen en de gerenvooieerde tekst; - het rechtensgeldende reglement zonder de gerenvooieerde tekst; - de rechtensgeldende statuten met de wijzigingen en de gerenvooieerde tekst; - een kopie van de akte van statutenwijziging; - formulier representativiteit en Assurance rapport

3 //SSfP KPMG Audit Rijnzathe 1A Financial Services 3454 PV De Meern Postbus Telefoon ' ( AA utrechl Fax (030! AANGETEKEND Onzeref PFGKR/HPvdH/JL/sj Stichting Fonds Kollektieve Belangen voor de Groothandel in Levensmiddelen, Zoetwaren, Tabak en/of Tabaksprodukten T.a.v. mevrouw K. Vriend Postbus CZ HEERLEN Utrecht, 16 december 201 Betreft: Assurance rapport representativiteitsgegeyens 2011 Geacht bestuur. Bijgaand ontvangt u het assurance rapport inzake representativlteitsgegevens 2011 en de door ons gewaarmerkte opgave. Wij vertrouwen erop u hiermede van dienst te zijn geweest. Hoogachtend, '"^.^y.^ (H^É?an dej^morst KPWC Aecouniants N.v,. ingeschrewen b^ haï handelsfegrsief in NederiBWl ondor nummer B3, is sen dochibrmaaischwiptj wan KPMG EuiopeLLPen W vanhet KPMG-nelwatk van Mlfst»n<liBe andomemnger) d«verbonden lijn ofhi KPMG Op fil onze diarjsten ïijn algamano vooiweafden van toepaasjnfl zdalsgedeponesrdb^derechlbsnk te Amsterdam onder fiunmiér 36/2010, die wij uöp venoek ioamnden.

4 Assurance-rapport Aan: Het bestuur van Stichting Fonds Kollektieve Belangen voor de Groothandel in Levensmiddelen, Zoetwaren, Tabak en/of Tabaksprodukten Opdracht en verantwoordelijkheden Wij hebben onderzocht of de bijgevoegde, door ons gewaarmerkte, opgave betreffende de representativlteitsgegevens 2011 door Stichting Fonds Kollektieve Belangen voor de Groothandel in Levensmiddelen, Zoetwaren, Tabak en/of Tabaksprodukten te Utrecht juist weergeeft, De opgave is opgesteld onder verantwoordelijkheid van hêt bestuur van destichting. Hct is onze verantwoordelijkheid een assurance-rapport inzake de opgave tc verstrekken. Werkzaamheden Wij hebben ons onderzoek verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse Standaard 3000, "Assurani:e-opdrachten anders dan opdrachten tot controle en beoordeling van historische financiële infonnatie".;dienovereenkomstig dienen wij ons onderzoek zodanig te plannen en uit te voeren, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de opgave geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een assurance-opdracht ornvat onder meer eén onderzoek door middei van deelwaarnèmingen van relevante gegevens. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen assurance-in form atie voldoende en geschikt is als basisvoor onze conclusie. Conclusie Op grond van onze werkzaamheden komen wij tot de conclusie dat de representativlteitsgegevens 2011 in alle van materieel belang zijnde aspecten juist weergeeft. Beperking in verspreidingskring en het gebruik De opgave representativlteitsgegevens 2011 en ons assurance-rapport daarbij zijn uitsluitend bedoeld voor een specifieke gebruikersgroep, namelijk het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en kunnen;derhalve niet voor andere doeleinden worden gebruikt. Utrecht, 16 december 2011 KPMG ACCOUNTANTS N.V^ H.P. y«(n der J^^ï»ti<A Paraaf voor identifïcatiedoeleinden: A KPMG Accountants N.V.. jeffsiered with the trade regater m the Netheriands ii(k(brnumöof ISflsubsidiary t>( KPMG Europe LLP»nd amembeflirm of Ilie KPMG network! independnnl member firms alli^isted with KPMG International Cooperative l'kpmg Intemaliontf'i. a Sviiss Bnlily. PFGKR/1 I X FSP

5 Ministerievan SociaieZaken en Werkgelegenheid FORMULIER REPRESENTATIVITEITSGEGEVENS (bedoeld in artikel 2:2, eerste tid, onderdeei d, van het Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het verzoeken om algemeen verbindend verklaring) Bij een avv-verzoek dienen de rep resen tat iviteitsgese vens en de hiervoor gehanteerde onderzoeksmethodiek te worden opgegeven. Deze opgave kan worden ingediend aan de hand van dit formulier. Gebruikmaking van dit formulier Is vereist bij een representativiteitspercentage onder de 60% en ingeval beargumenteerde bedenkingen tegen de representativiteit daartoe aanleiding geven. REPRESENTATIVITEITSOPGAVE Werkaeversaeoevens o Direct aan de cao gebonden werkgevers o Werkgevers gebonden door de werkingssfeer Geoevens werkzame oersonen o Direct aan de cao gebonden personen en personen gebonden op basis van artikei 14 Wet op de CAO o Personen gebonden door de werkingssfeer TOELICHTING Gehanteerde onderzoeksmethode Gebruikte bronnen Wijze van meting Relatie tot de werkingssfeer Actualiteit van de cijfers MinisteHe van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving 24 augustus 2010 De Minii^ter van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 3.P,H. Donner KPMG Audit Dofjument waarop ons rapport d.d. 1 6 DEC, 2011 [mgdf-;l beïrekking h&eff. Paraaf voor identificslietiooleinden; Q KPMG Accounifjnts N.V. Pagina I van 13

6 REPRESENTATIVITEITSOPGAVE Het algemeen verbindend verklaren (avv) van bepalingen van een cao vereist dat naar het oordeel van de minister de cao-bepalingen waarop het avv-verzoek betrekking heeft, moeten gelden vooreen belangnjke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen. Dlt meerderheidsvereiste wordt bepaald aan de hand van de representativlteitsgegevens. De mate van representativiteit wordt ais volgt berekend: het aanta! personen werkzaam bij werkgevers gebonden door de cao, die naar aard van hun functie c.q. werkzaamheden binnen de werkingssfeer van de cao vallen (teller), gedeeld door het totaie aantal personen, dat binnen de werkingssfeer van de cao zou vallen, indien de cao algemeen verbindend zou worden verklaard (noemer). De in de cao gedefinieerde werkingssfeer dient als uitgangspunt voor het bepaien van het totale aantal personen dat in zowel de teller als de noemer wordt gehanteerd. Tot het aantal personen kunnen naast werknemers ook opdrachtnemers worden gerekend, indien in de cao geregeld is dat deze ook op hen van toepassing is. Uitzendkrachten in dienst van een andere (uitzend)werkgever dienen niet te worden meegeteld. Gezien de verstrekkende consequenties van het algemeen verbindend verklaren van een cao is het noodzakelijk dat de representativiteitsopgave voldoet aan de eisen van: reproduceerbaarheid validiteit interne consistentie onderzoekstechnische kwaüteit, en actualiteit Het is een vereiste voor de beoordeling van het representativiteitscijfer dat dit reproduceerbaar is. Brongegevens, gebruikte enquête, uitgevoerde berekeningen, analyses en extrapolatie moeten beschikbaar zijn, zodat desgevraagd een accountant, dan we! het Ministerie van SZW op basis hiervan het cijfer zelfstandig kan reproduceren. Het begrip validiteit heeft betrekking op de vraag of daadwerkelijk is gemeten wat beoogd was. Is het te meten begrip, werkzame personen, op de juiste wijze gedefinieerd én zijn vervolgens de werkzame personen ook conform de operationafisering gemeten. Voor het begrip werkzame personen bijvoorbeeld speelt dan de werkingssfeer een roi en of op een juiste wijze is gecorrigeerd voor werkzame personen die in de werkingssfeer worden uitgesloten. Bij de interne consistentie gaat het om gebruikte meeteenheden. De eenheid in de teller moet overeenstemmen met de gehanteerde eenheid in de noemer. In teller én noemer moeten standcijfers (gemeten op een bepaald moment) of stroomcljfers (gemeten over een periode) worden gebruikt. De definitie van werkzame personen moet in beide gelijk zijn. En ook de peildatum of de peilperlode moet in teller en noemer vergelijkbaar zijn. Bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderzoek wordt nagegaan of voidaan Is aan de vereisten van zorgvuldigheid. Het gaat hierbij om zaken als de gebruikte methode om de gegevens te verzamelen, de omvang van de enquête, de hoogte van de non-respons, de gebruikte weging, gehanteerde.analyses en uitgevoerde berekeningen. [ II. jf T.J KPMG Audit Documem waarop ons rapport d.d, S DEC, 201! (mede) l)dlrekkin() lii;i;;ft, Paraaf voor idenüticatiüdouleindon: KPMG Accoun1:antf; K.\J. raj^ii^a 2 van 13

7 De gegevens waarop het representativiteitscijfer is gebaseerd, mogen in principe niet ouder zljn dan één jaar, te rekenen vanaf de ingangsdatum van de cao. Om te kunnen beoordeien of aan deze criteria wordt voldaan, dient een toelichting te worden gegeven op de verstrekte werkgeversgegevens en gegevens over het aantal werkzame personen. Een uitgebreide beschrijving van de eisen die aan de representativiteitsopgave worden gesteid, is te vinden in het onderzoek dat Research voor Beleid in 2009 heeft uitgevoerd naar de kwaliteit van de representativlteitsgegevens bij avv~verzoekenv Dit rapport is te vinden op de website cao.szw.nl. KPMG Audit Document waarop ons rapport d.d. 6 DEC, 2011 (tnediï) bt!trekl(in<) hfieft.. F Paraaf voor idriililioatiedoeiei/iden: //l{_ KPMG AccouiUmits N.V. Research voor Beleid, Kwaliteit representativlteitsgegevens bij avv-verzoeken, Stand van zaken 2008, Eindrapport, Zoetermeer, juni 2009 Patjinft 3 vf.n 13

8 WERKGEVERSGEGEVENS Direct aan de cao gebonden werkgevers Hoeveel werkgevers vailen direct onder de werkingssfeer van de cao^? 13 Geef aan op welke peildatum dan wel over weike periode de gegevens verzameld zijn. Peildatum Werkgevers gebonden door de werkingssfeer V^at is het totale aantal werkgevers dat vait onder de werkingssfeer van de cao? 666 Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn., Peildatum De wijze waarop de gegevens zijn verkregen over het aantal werkgevers dat direct en in totaal onder de werkingssfeer van de cao vait, moet worden toegelicht. Daarvoor is onderstaand een aantal aandachtspunten opgenomen. Afhankelijk van de gehanteerde methode kunnen de aandachtspunten al dan niet relevant zijn. Indien een van de genoemde methoden van toepassing is, dienen de vragen waarvoor een ' ' is opgenomen te worden aangekruist en te worden beantwoord. De toelichting kunt u opnemen in het daarvoor opgenomen tekstvak. Als u meer ruimte in het tekstvlak nodig heeft, klikt u op de rand van het tekstvlak en kunt u door te slepen het tekstvak vergroten. De eerste vraag dient altijd te worden beantwoord. Er zijn globaal 3 methoden, die elkaar overigens niet uitsluiten: gebruik maken van bestaande bronnen/bestanden, onderzoek en extrapolatie. Daarnaast moet zonodig een toelichting worden gegeven op de actualiteit van de gebruikte gegevens. Achter de genoemde aandachtspunten is een verwijzing opgenomen naar een uitgebreidere toelichting in deel 2 van dit formulier. Oat deel gaat in op de gehanteerde onderzoeksmethode (ad. 1); de gebruikte bronnen (ad. 2); de wijze van meting (ad. 3); de relatie tot de werkingssfeer (ad. 4); en de actualiteit van de gegevens (ad. 5). Bestaande bronnen/bestanden Geef voor het uitgevoerde onderzoek naar de bij vraa opgegeven aantallen een beschrijving van: de gebruikte bronnen (ad. 2) de bronnen in relatie tot de werkingssfeer (ad. 4) de uitgevoerde correctie in de bronbestanden (ad. 4) KPiVIG Audit Document waarop ons rapport d.ii. 1 6 DEC imede) Ijctrekidng hef=fi, Paraaf voor fden(ificatiedoeleindi!n:/i/i KPMG Accüuiiiants N.V. n Een werkgever valt direct onder de werkingssfeer van een cao als hij lld Is van een werkgeversorganisatie die betrokken is bij de totstandkoming van de cao. Pagins 4 VJUl 13

9 Gebruikte bronnen/bestanden: Bijl) Schriftelijke opgaven van leden van de Federatie voor de Groothande! in Levensmiddelen (hierna: de Federatie) d.d en schriftelijke opgaven van de leden van de Vereniging van Zoetwaren d.d Beide organisaties zijn als werkgeversorganisaties partij blj de CAO FKB. Eén werkgever is bij beide organisaties aangesloten. Deze is slechts lx meegeteld. Dus 12 leden Federatie + 2 leden Zoetwaren - 1 lid (ivm dubbeltelling) = Ï3, Bij 2) a) het aantal werkgevers dat verplicht is aangesloten bij Bpf GIL. De werkingssfeer van Bpf GIL Is gelijk aan de werkingssfeer van FKB. Op 14 oktober 2011 is een uitdraai uit de administratie van Bpf GIL bij AZL opgeleverd. De werkgevers die op vrijwillige basis zijn toegetreden zljn niet meegenomen in deze telling. De bestandsuitdraai is hiermee dus gecorrigeerd. Dus totaal (resultaat van 374 werkgevers Bpf GIL - S vrijwillig). vermeerderd met: b) aantal vrijgestelde werkgevers van Bpf GIL. Deze informatie is afkomstig uit de administratie van Bpf GIL = 12. vermeerderd met: c) aantai werkgevers aangesloten bij het Overlegorgaan Groothandel in Horecaproducten. Deze informatie is verkregen uit een schriftelijke opgave van de secretaris van het Overiegorgaan d.d. 12 mei 2011 = 71. d) aantal werkgevers nog aan te sluiten uit handhaving. Van de beoordeelde 399 ondernemingen zljn er 114 (28,57%) aangesloten. Daarvan zijn er 38 in het bestand opgenomen, zij hebben al gegevens doorgeven. Naar verwachting nog 217 van de 891 aangeschreven ondernemingen aan te sluiten uit de handhaving (891 * 28,57% - 38 al verwerkt = 217). In totaal: ^ 666- a Er is gebruik gemaakt van meerdere bestanden. Geef onderstaand een beschrijving van: de representativiteit van de bestanden (ad. 2) uitgevoerde correcties voor dubbeltellingen (ad. 2) de wijze van 'matching' van de bestanden (ad. 1) De bronnen sluiten niet volledig aan bij de werkingssfeer. Geef een beschrijving van: de correcties die zijn uitgevoerd (ad. 4) -^ zie boven -^ zie boven n.v.t Er is (aanvullend) steekproefonderzoek uitgevoerd, basis van een enquête. Geef een beschrijving met cijfermatige onderbouwing van: de gehanteerde methodiek (ad. 1) het steekproefkader in relatie tot de werkingssfeer (ad. 1) de respons (ad. 1) de representativiteit van de steekproef (ad. 1) eventueel gebruik van aanvullende informatie (ad. 1) toegepaste berekeningen en schattingen (ad. 1) lop X^MG Audit Oocument waarop ons rapport d.d. 6 DEC, 20! (mede) beïrekking iieftft. Paraaf voor idenjitjcüiiedoiileinden: KPMG Atxountnnt!-; N.V, PagiiiR 5 van 13

10 Onderzoek: Blj gedispenseerde werkgevers, waarvan het aantal werknemers onbekend was, is het aantal werknemers per uitgevraagd, hierop is 100% respons gekomen. Er zljn geen correcties of extrapolaties toegepast. Extrapolatie Onderzoeksgegevens zijn middels andere bronnen geëxtrapoleerd. Geef een beschrijving met cijfermatige onderbouwing van: de hiervoor gebruikte bronnen (ad. 2) de representativiteit van het verkregen bestand (ad. 2) de verschillen tussen de bronnen (ad. 2)) eventueel uitgevoerde correcties (ad. 4) Extrapolatie: A In totaal stonden op de UWV lijst meer dan ondernemingen, hiervan zijn A A er 891 geselecteerd om aan te schrijven (omdat zlj handelen in levensmiddelen of hun activiteiten onbekend zijn). Daarvan waren op in totaai 399 (44,87%) dossier afgehandeld (beslissing al dan niet aansluiten is genomen). Bpf GIL heeft In de controie de volgorde van de UWV lijst aangehouden, hierin zijn geen wijzigingen aangebracht. De ondernemingen zijn dus a-select benaderd. Bpf GIL heeft geen invloed uitgeoefend op welke ondernemingen de vragenlijst retourneren en tijdig de gegevens aanleveren (atle ondernemingen worden op identieke wijze aangeschreven). De aangeleverde ondernemingen kunnen als een representatieve groep worden beschouwd. De van hen ontvangen gegevens zijn geëxtrapoleerd. Van deze 399 ondernemingen zijn 114 ondernemingen (28,57%) aangesloten. > 891 geselecleerde bedrijven * 28,57% kans op aansluiting = in totaal ^A aan te sluiten ondernemingen (waarvan er reeds 114 aangesloten zijn, van wie er 38 in het bestand van Bpf GILzijn opgenomen na aanlevering van werknemers gegevens). -> Aan het bestand zijn daarom = 2Ï werkgevers toegevoegd KPMG Audit Document waarop ons rapport d.d. 6 OEC (medu) P(itfekkiri(j liesfi. \, parasi voor idöduficatiüdoöieindon: /'/-(_ Kl^iVlG Accountant?; M.V. I*agiiin 6 vnn 13

11 GEGEVENS WERKZAME PERSONEN Direct ^an de cao gebonden personen en personen gebonden op basis van artikel 14 Wet op de CAO^ Hoeveel personen worden direct dan wel op basis van artikel 14 van de Wet 00 de CAO aan de cao gebonden? Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn Personen gebonden door de werkingssfeer Wat Is het totale aantai personen dat valt onder de werkingssfeer van de cao? Geef aan op welke peildatum dan we! over welke periode de gegevens verzameld zijn De wijze waarop de gegevens zijn verkregen over het aantal werkzame personen dat direct en in totaal onder de werkingssfeer van de cao valt, moet worden toegelicht. Daarvoor is onderstaand een aantal aandachtspunten opgenomen. Afhankelijk van de gehanteerde methode kunnen de aandachtspunten al dan niet relevant zijn. Indien een van de genoemde methoden van toepassing is, dienen de vragen waarvoor een ' ' is opgenomen te worden aangekruist en te worden beantwoord. De toelichting kunt u opnemen in het daarvoor opgenomen tekstvak. Ais u meer ruimte in het tekstvlak nodig heeft, klikt u op de rand van het tekstvlak en kunt u door te slepen het tekstvak vergroten. De eerste vraag dient altijd te worden beantwoord. Erzijn globaal 3 methoden, die elkaar overigens nlet uitsiuiten: gebruik maken van bestaande bronnen/bestanden, onderzoek, en extrapolatie. Daarnaast moet zonodig een toelichting worden gegeven op de actualiteit van de gebruikte gegevens. Achter de genoemde aandachtspunten is een verwijzing opgenomen naar een uitgebreidere toelichting in deel 2 van dit formulier. Dat deel gaat In op de gehanteerde onderzoeksmethode (ad. 1); de gebruikte bronnen (ad. 2); de wijze van meting (ad. 3); de reiatie tot de werkingssfeer (ad. 4); en de actualiteit van de gegevens (ad. 5). Bestaande bronnen/bestanden Voor het uitgevoerde onderzoek, geef een beschrijving van: de gebruikte bronnen (ad. 2) de bronnen in relatie tot de werkingssfeer (ad. 4) de uitgevoerde correctie in de bronbestanden (ad. 4) de gehanteerde meeteenheid (ad. 3) KPiVIG Audit IDocumont waarop ons rapport Ö.d. 6 DEC. 201! {medb} butreitkiiig libeft. Paroaf voor identificatiedcelrindcn: KPf^yïG Ai;i:fM)ntfiniK N V. LA Een persoon valt direct onder de werkingssfeer van een cao als hij werkzaam is bij een werkgever die I'd is van een werkgeversorganisatie die betrokken Is bij de totstandkoming van de cao. Ook anders of niet georganiseerde werkzame personen In dienst van een aarïgesioten werkgever dienen dus te worden meegeteld. Pa^ti8 7vaii I3

12 Gebruikte bronnen/bestanden: 3) Schriftelijke opgaven van aantai werknemers in dienst bij leden van de Federatie voor de Groothandel in Levensmiddelen (hierna; de Federatie) en schriftelijke opgaven van aantal werknemers In dienst bij leden van de Vereniging van Zoetwaren (zie boven). Beide organisaties zijn als werkgeversorganisaties partij bij de CAO FKB. Eén werkgever Is bij beide organisaties aangesloten. Deze is maar voor lx meegeteld = werknemers in dienst blj leden Federatie en 893 in dienst bij Zoetwaren - aantal werknemers van werkgever die zowel lid is van de Federatie ais van de Vereniging van Zoetwaren (aftrek 831 werknemers ivm dubbeltelling) In totaal ~ 831 = ^6^M- 4) a) aantal werknemers in dienst van verpiicht blj Bpf GIL aangesloten werkgevers per Gegevens afkomstig uit het bestand van Bpf GIL (inclusief de werknemers die jonger zijn dan 21 jaar) verzorgd door AZL op 14 oktober Er zijn twee correcties uitgevoerd; het aantal werknemers onder de 21 jaar Is toegevoegd aan de verpllcht deelnemende werknemers, het aantal werknemers dat werkzaam ls bij een vrijwillig aangesloten werkgever zijn uit de optelling gehaald (totaal > 21 jr) (< 21 jr) - 53 (vrijwillig) = vermeerderd met: b) aantal werknemers in dienst van een werkgever die is vrijgesteld van deelname aan Bpf GIL. Gegevens afkomstig van door werkgevers ingevuide FKB antwoordformulieren en gegevens Federatie (zie boven) ~ vermeerderd met: c) aantal werknemers In dienst bij een werkgever die is aangesloten bij het Overlegorgaan Groothandel in Horecaproducten via een schriftelijke opgave van het Overlegorgaan van 21 juni d) aantal werknemers nog aan te sluiten uit handhaving. Van de 891 te beoordelen ondernemingen zijn er 254,5 (28,57%) aan te sluiten (zle boven). De 38 ondernemingen die de werknemersgegevens hebben doorgegeven hebben gezamenlijk 152 werknemers, dat is gemiddeld 4 werknemers per onderneming. IMaar verwachting nog 866 van de werknemers aan te melden uit de handhaving (254,5 * 4 gem. aantai wn al verwerkt = 866). In totaal = 27Ï5]p^. Indien gebruik is gemaakt van meerdere bestanden, geef een beschrijving van: de representativiteit van de bestanden (ad. 2) ~>zie boven uitgevoerde correcties voor dubbeltellingen (ad. 2) -^ zie boven de wijze van matching van bestanden (ad. 1) r'ir KPMG Audit Documont vraarop ons repport d.d. I S ÖEC j Pagina a van 13 (mede) i)e1rekk!nq heefi. fh Paraaf uoor JdenUficajicdoeleifi^oiiit^^-

13 n stuiten de bronnen niet volledig aan bij de werkingssfeer, geef een beschrijving van: de correcties die zijn uitgevoerd (ad. 4) nvt Onderzoek nvt g Is er aanvullend steekproefonderzoek uitgevoerd, bijvoorbeeld op basis van een enquête, geef een beschrijving van: de gehanteerde methodiek (ad. 1) het steekproefkader in relatie tot de werkingssfeer (ad. 1) de respons (ad. 1) de representativiteit van de steekproef (ad. 1) eventueel gebruik van aanvullende Informatie (sd. 1) toegepaste berekeningen en schattingen (ad. 1 ) Onderzoek: Bij gedispenseerde werkgevers, waarvan het aantal werknemers onbekend was, is het aantal werknemers per l-i-2011 uitgevraagd, hierop Is 100% respons gekomen. Er zijn geen correcties of extrapolaties toegepast. Extrapolatie nvt S Indien onderzoeksgegevens middels andere bronnen zijn geëxtrapoleerd, geef een beschrijving van: de hiervoor gebruikte bronnen (ad. 2) de representativiteit van het verkregen bestand (ad. 2) de verschillen tussen de bronnen (ad. 2) eventueel uitgevoerde correcties (ad. 4) Extrapolatie: ^ in totaal stonden op de UWV lijst meer dan ondernemingen, hiervan zijn er 891 geselecteerd om aan te schrijven (omdat zij handelen in levensmiddelen of hun activiteiten onbekend zijn). Daarvan waren op in totaai 399 (44,87%) dossier afgehandeld (beslissing al dan niet aansluiten is genomen). A Van deze 399 ondernemingen zljn 114 ondernemingen (28,57%) aangesloten. A 891 geselecteerde bedrijven * 28,57% kans op aansluiting - in totaal 254 aan te sluiten ondernemingen A Van de 114 aangesloten ondernemingen hebben er 38 hun werknemers inmiddels opgegeven, gezamenlijk hebben zij 152 werknemers in dienst. > 254 in totaal aan te sluiten bedrijven * 152/38 werknemers per onderneming = in totaal IJ08 aan te sluiten deelnemers, waarvan er 152 al zijn opgegeven bij Bpf GIL -> Aan het bestand zljn daarom JB6i5 werknemers toegevoegd KPMG Audit Documem waarop or^s rapport d.d. % DEC (inede) betrekking he«il. paraaf voor idrntiïicatiedoeloinden: \^ KPMG Acoounïanï!?. f\!.v. PaeinaSvmi 13

14 Peildatum gegevens <1 jr Q Zijn gegevens gebruikt ouder dan een jaar, (terug)gerekend vanaf de ingangsdatum van de cao, geef een beschrijving van: de reden waarom het niet mogelijk is om gegevens van recenter datum te leveren (ad. 5) de aannemelijkheid dat sindsdien binnen de bedrijfstak geen grote fluctuaties in de genoemde aantallen zijn opgetreden. Indien wel sprake is van grote fluctuaties is aanvullend onderzoek of extrapolatie nodig (ad. 5) Overig O Overige opmerkingen <PMG Audit DoGiJdieiU waarop ons rspport d.d. 1 8 BEC (mede) belrek^in^ liet-!!. U, Paraaf voor irifïiniijcaiiedoüleindfxi; fh' KPiVIG Ac;coi)fitf.intr> tm.v ^ Pagina 10 van 13

15 2 TOELICHTING Oe door cao-partijen bij een verzoek tot algemeen verbindend verklaren van caobepalingen aangeleverde representativlteitsgegevens dienen, ten behoeve van de beoordelingscriteria, te worden voorzien van een toelichting op de volgende punten: 1. De wijze waarop het onderzoek Is uitgevoerd a. populatieonderzoek b. steekproefonderzoek c. extrapolatie 2. De gebruikte bronnen voor het onderzoek a. uitgevoerde correcties 3. De wijze van meting a. aard van de gegevens 4. De relatie tot de werkingssfeer van de cao a. uitgesloten werkzame personen b. vrijwillige aansluiting c. gedispenseerden 5. De peildatum of de periode waarop de cijfers betrekking hebben Op grond van paragraaf 4.1 van het Toetsingst^ader AVV laat de minister periodtek en steel<proef5gewljs onderzoek uitvoeren naar de kwaliteit van de representativlteitsgegevens bij avv-verzoeken. Om dit te kunnen doen is het noodzakelijk dat het representativiteitscijfer reproduceerbaar is. Dit betekent dat alle oorspronkelijke (bron)gegevens die zijn gebruikt bij de opgave van de representativiteit bij het laatst ingewilligde avv-verzoek moeten worden bewaard, zodat deze desgevraagd beschikbaar kunnen worden gesteld. De oorspronkelijke gegevens worden dus niet öij het avv-verzoek meegestuurd. ad 1 Gehanteerde onderzoeksmethode Het is noodzakelijk dat een beschrijving van de gehanteerde onderzoeksmethode wordt gegeven. Het gaat om de vraag hoe de gegevens zijn verzameld. Idealiter wordt er gebruik gemaakt van populatiebestanden, zowel voor werkgeversaantallen als aantallen werkzame personen die onder de werkingssfeer van de cao dan wel het avvbesluit vallen. Indien geen populatiegegevens beschikbaar zijn, kan gebruik worden gemaakt van steekproefonderzoek. Het gebruik van steekproefgegevens vereist dat een toelichting wordt gegeven op de uitvoering van de enquête, de respons, de representativiteit, verzamelde aanvullende informatie, uitgevoerde berekeningen en schattingen. Aandachtspunten: Beschrijving van de gehanteerde onderzoeksmethode. Een beschrijving van de hierbij gebruikte bestanden. De nianier waarop de steekproef is getrokken (waarondfe/k steekproefkader). ^^^- i/ni,^r^ A A-^ De respons van de steekproef. ^^'"^'^^^ ^^ ^^- De representativiteit van het steekproefonderzoek. DocuniRni waarop ons rapport d.d. Op bestanden toegepaste correcties ten opzichte van de populatie; Het gebruik van aanvuwenöe informatie. g OK De manier waarop berekeningen, schattingen en eventuele extrapolaties zijn uitgevoerd.. Het is niet zorgvuldig om het aantai werkzame personen van niet-remhwfflëö lieefi. bedrijven op nu! in te schatten. ^^'^^^ ^ ^' identificmicdoülmnrinn: fu Streef altijd naar de verkrijging van gegevens uit één bronbestand. Dit doet u door het bestand waarin de gegevens van de aangestoten werkgevers zijn opgenomen, te matchen met het bestand waaruit de totale aantallen werkgevers en werkzame Pagiitn 11 vail 13

16 personen zijn opgenomen. Een nadere uitleg over de uitvoering van het matchen van bestanden is te vinden In het rapport Kwaliteit representativlteitsgegevens bij avvverzoeken. Stand van Zaken 2008, eindrapport, p. 20 (zie de website ca0.s2w.nl). ad 2 Gebruikte bronnen Een representativiteitsopgave moet een beschrijving bevatten van de gebruikte bronnen. Niet alle bronnen zijn even betrouwbaar. Ook zijn niet alle bronnen even volledig gegeven de werkingssfeer van de cao. inherent hieraan is het gebruik van meerdere bronnen. Van belang is dat de gebruikte bronnen en de daarbij gehanteerde berekeningen met het oog op de eis van reproduceerbaarheid goed worden beschreven en bewaard. Aandachtspunten; Het is aan te bevelen zo min mogeiijk bronnen te gebruiken. Worden gegevens uit verschillende bronnen gebruikt, dan vereist dlt een toelichting op onderlinge vergelijkbaarheid waarbij aandacht nodig is voor dubbeltellingen, uitgesloten groepen werkzame personen en verschillen in meetmomenten. Gebruik van branche- of sectoronderzoek vereist een toelichting op de representativiteit van de gegevens. Aandacht vereist de periode waarin het onderzoek is gehouden, de onderzoeksmethode en de relatie tot de werkingssfeer. Ten aanzien van de gebruikte bronnen wordt aandacht gevraagd voor de vrijwillig aangesloten werkgevers, (gedeeltelijk) gedispenseerde werkgevers en de actualiteit van de gegevens. ad 3 Wijze van meting Uitgangspunt bij het berekenen van het representativiteitscijfer is dat de teller en de noemer worden uitgedrukt in dezelfde eenheid. Idealiter worden de teller en de noemer uitgedrukt in aantallen personen. Andere meeteenheden worden ln principe afgeraden. Andere maatstaven die worden gebruikt om tot een berekening te komen van het aantal personen zijn de loonsom, aantal fte's of omzetgegevens. U dient dan we! aannemelijk te maken dat de gebruikte maatstaf een goede afspiegeling is van het aantal personen zodat geen sprake is van een systematische eenzijdige vertekening van het representativlteitsgegevens. In geval van fte als meeteenheid moet aannemelijk worden gemaakt dat de parttimefactor van georganiseerde ten opzichte van ongeorganiseerde werkgevers vergelijkbaar is. Dit betreft de eis van interne consistentie. Teller en de noemer moeten In dezelfde eenheid worden uitgedrukt en de peildata moeten vergelijkbaar zljn. Aandachtspunten; De wijm van meting moet dezelfde zijn voor telier en noemer. De eenheid moet gelijk 2ijn. Gegevens moeten ofwel standcijfers óf stroomcljfers zijn. De gegevens moeten zijn uitgedrukt In dezelfde eenheid. In de teller aantallen personen dan ook in de noemer aantallen personen gebruiken. Het gebruik van een andere meeteenheid dan aantallen personen vereist een gedegen toelichting op het gebruikte bestand en in hoeverre de gebruikte maatstaf een goede afspiegeling Is van het aantai werkzame personen. ad 4 Relatie tot de werkingsfeer De representativiteitsopgave dient gerelateerd te zijn aan de werkingssfier van ^^^^^ ^^^ ^g ^^ ^^ cao. ïn de werkingssfeer uitgesloten categorieën werkzame personen mo^en aan OOK in de tellingen voor de representativiteitsopgave bulten beschouwing worderrgelat^ Het is van beiang dat daadwerkelijk gemeten wordt wat beoogd was. Hef: SaöfcGiea de validiteit van de gegevens. ^., ^ ^. [mede} buirghing iicefi, Aandachtspunten: Paraaf voor idfimif!c.(ioda.l«ir>dei>/ Aandacht voor vrijwillig aangesloten werkgevers die in de k-pmg A " 'ii-nnf W V ' ''' representativiteitsopgave nlet moeten worden meegenomen. f-coni, ^. ^,., De bronnen mogen niet vervuild zijn met werkzame personen die niet onder de werkingssfeer vallen. Hierbij kan gedacht worden aan onder andere uitzendkrachten en hoger personeel. PajjiDa i2vnn 13

17 In de tellingen moeten van (onderdelen van) de cao gedispenseerden wel worden meegerekend, behalve indten sprake is van een integrale dispensatie vanwege een eigen rechtsgeldige cao. Indien gebruik wordt gemaakt van een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds, dient -indien van toepassing- gecorrigeerd te worden voor jongere werkzame personen die wel onder de werkingssfeer van de cao vallen, maar niet deelnemen aan het bedrijfstakpensioenfonds. Ook dient gecorrigeerd te worden voor werkgevers die zijn vrijgesteld van het bedrijfstakpensioenfonds, maar niet zijn gedispenseerd van de cao. ad 5 Actualiteit van de cijfers Voor de representativiteitsopgave dient de datum ofde periode waarop de cijfers betrekking hebben te worden vermeld. Als regel geldt dat gegevens, om te voldoen aan de eis van actualiteit, niet ouder dan één jaar mogen zljn gerekend vanaf de ingangsdatum van de cao, Tevens geldt dat de verschillende peildata niet te ver uit eikaar moeten liggen, omdat anders de Interne consistentie van de representativiteitsopgave in het geding is. Als uitgangspunt hierbij geldt dat de peildata in principe niet meer dan één jaar uiteen mogen liggen. In gevai de peildata te ver in het verleden liggen kunnen de gegevensbestanden op basis van de werkgelegenheidsontwikkeling in de branche worden geactualiseerd, oftewel geëxtrapoleerd. De marktontwikkelingen in het verleden vormen de basis om de huidige waarden met een zekere onzekerheidsmarge te voorspellen, Het Is dan wel van belang om expliciet te vermelden op welke gegevens deze extrapolatie is gebaseerd en hoe die is uitgevoerd. De bestanden die hiervoor gebruikt worden moeten vergelijkbaar zijn naar bijvoorbeeld verhouding voltijders-deeltijders of de verhouding grote-kletne bednjven. Aandachtspunten: De actualiteit van de gebruikte gegevens. Deze mogen gerekend vanaf de ingangsdatum van de cao in beginsel niet ouder zijn dan 1 jaar. Indien de gebruikte gegevens ouder zijn, dient vermeld te worden waarom het niet mogelijk is om gegevens van recenter datum te leveren (zie ook aanvulling blj de vraag over actualiteit), Het toepassen van extrapolatie. Indien op basis van andere gegevensbronnen de gegevens voor de representativiteitsopgave zijn geactualiseerd dient aangegeven te worden welke bronnen gebruikt zljn en op welke wijze voor onderlinge afwijkingen tussen de bronnen is gecorrigeerd. Een nadere uitleg over de wijze van extrapoleren is te vinden in het rapport Kwaliteit representativlteitsgegevens blj avv-verzoeken. Stand van Zaken 2008, eindrapport, p. 21 (zie de website cao,szw.nl). De peildatum dan wel de periode waarop de gegevens betrekking hebben. De telfer en de noemer moeten betrekking hebben op dezelfde peilmoment dan wel betrekking hebben op dezelfde periode. KPMG Audit Document waarop at\s rapport d.d. 1 8 BEC, 2011 (medci) bütreki<ini5 liaeii. Paraaf voor idcintificatisdofiluinden: KPiVIG AccoiinTamT> N.V. PaginB 13 win 13

18 -l itili On-1 A CAO INZAKE FONDS KOLLEKTIEVE BELANGEN VOOR DE GROOTHANDEL IN LEVENSMIDDELEN

19 COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE FONDS KOLLEKTIEVE BELANGEN VOOR DE GROOTHANDEL IN LEVENSMIDDELEN Tussen de Federatie van de Groothandel in Levensmiddelen, gevestigd te 's-gravenhage de Vereniging voor de Zoetwarengroothandel, gevestigd te Amersfoort elk als partij ter ene zijde en de FNV Bondgenoten, gevestigd te Amsterdam de CNV Dienstenbond, gevestigd te Hoofddorp de Unie, gevestigd te Culemborg elk als partij ter andere zijde is de navolgende collectieve arbeidsovereenkomst gesloten inzake Fonds Kollektieve Belangen voor de Groothandel in Levensmiddelen. blz -1 -

20 ARTIKEL 1 Definities 1. Werkgever: iedere natuurlijke of rechtspersoon die zioh uitsluitend of in belangrijke mate bezighoudt met de uitoefening van de groothandel in: - levensmiddelen en/of - zoetwaren en/of - tabak en/of - tabaksproducten en/of - aanverwante artikelen en/of - bakkerijgrondstoffen en/of - levensmiddelen gericht op de binnen- en buitenshuishoudelijke markt 2, Onder groothandel in levensmiddelen als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan de onderneming; a. die zich bezig houdt met het kopen en verkopen van een assortiment levensmiddelen (ongeacht de verpakkingsvorm) bestaande uit ten minste acht van de hierna genoemde groepen; en b. waarbij de omzet die wordt behaald met het verkopen als bedoeid onder a. hoger is dan 50% van de totale omzet en voor meer dan 50% bestaat uit het verkopen aan wederverkopers en/of aan wederverkopers in retailondernemingen en/of verbruikers in horeca- en cateringsbedrijven. Groepen: - grutterswaren zoals deegwaren (ongeacht de vorm) als macaroni en spaghetti; rijst, rijstvermicelli, rijstprodukten, bonen, gort, gerst, boekweit, erwten, muesli, mie, meel en meelprodukten; - gedroogde vruchten van binnenlandse of buitenlandse herkomst; gedroogde peulvruchten, noten en grondnoten; - zeep en was-, poets- en reinigingsmiddelen, spiritus, lucifers, kaarsen, theelichten, borstelwerken en papierwaren; - suikersoorten; - margarine, spijsollën, oliehoudende produkten en plantaardige en dierlijke vetten; - chocolade, chocoladewerken, suikenjverken, koek, banket, biscuits, wafels, beschuit; - cacao en boterhamstrooisels en -smeersels, jam, keukenstroop, honing, kunsthoning; - groente-, fruit-, vlees- en/of visconserven en comestibles; - gedroogde peulvruchten; - juspasta, soeppasta, soepen, soeppoeders, aroma's, sausen, kruiden, kruidenmengseis, bouillonblokjes; - zout, azijn, mosterd en andere tafelzuren; - koffie en thee; - alcoholvrije dranken, bier en zwakalcohol ische dranken en limonadesiroop; - diepgevroren levensmiddelen; - consumptie-ijs; - vleeswaren; - zuivelproducten inciusief dagverse zuivel; blz - 2 -

21 - drogisterij-artikeien en kramerijen als kleine huishoudelijke, schrijf-, teken- en toiletartikelen; - tabak en tabaksproducten; - medicinale artikelen; - voeder voor pluimvee, kleine huisdieren en dergelijke; - cosmetische artikelen; - farmaceutische artikelen, 3. Onder groothandel in zoetwaren als bedoeld in het eerste lld wordt verstaan de ondememing die a. die zich bezig houdt met het kopen en verkopen van een assortiment zoetwaren (ongeacht de verpakkingsvorm) bestaande uit één of meer artikelen uit de hierna onder A. tot en met D. genoemde groepen; en b. waarbij de omzet die wordt behaald met het verkopen als bedoeld onder a. hoger is dan 50% van de totale omzet en voor meer dan 50% bestaat uit het verkopen aan wederverkopers en/of aan wederverkopers in retailondernemingen en/of verbruikers in horeca- en cateringsbedrijven. Groep A: Chocolade - repen; - candybars; - chocolade, bonbons; - dragees; - seizoenartikelen. Groep B: Suikerwerk - drop; - kauwgum; - pepermunt en dragees; - overige suikenwerk; - seizoenartikelen. Groep C: Biskwie, banket en snijkoek - biskwie en wafels; - koekjes; - chocoladebiskwie; - stuksartikelen; - stuksartikelen en banket; - gebak; - diepvriesgebak; - snijkoek; - seizoenartikelen. Groep D: l-lartige versnaperingen - pinda's en noten; - zoute biskwies; - onderleggers; - chips en frietsticks; btz - 3 -

22 - overige cocktailsnacks. 4. Onder groothandel in tabak en/of tabaksprodukten als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan de ondememing: a. die zich bezig houdt met het kopen en verkopen van tabak en/of tabaksprodukten (ongeacht de verpakkingsvorm); en b. waarbij de omzet die wordt behaald met het verkopen als bedoeld onder a. hoger is dan 50% van de totale omzet en voor meer dan 50% bestaat uit het verkopen aan wederverkopers en/of aan wederverkopers in retailondernemingen en/of verbruikers in horeca- en cateringsbedrijven. 5. Onder de groothandel in bakkerijgrondstoffen als bedoeld in eerste lid wordt verstaan de onderneming: a. die zich bezig houdt met het kopen en verkopen van bakkerijgrondstoffen ongeacht de verpakkingsvorm; en b. waarbij de omzet die wordt behaald met het verkopen als bedoeld onder a, hoger is dan 50% van de totale omzet en voor meer dan 50% bestaat uit het verkopen aan wederverkopers en/of aan wederverkopers in retailondernemingen en/of verbruikers in horeca- en cateringsbedrijven. 6. Onder de groothandel in levensmiddelen gericht op de binnen- en buitenhuishoudelijke markt als bedoeld in eerste lid wordt verstaan de onderneming: a. die zich bezig houdt met het kopen en verkopen van levensmiddelen (ongeacht de verpakkingsvorm) voor de binnen- en buitenhuishoudelijke markt; en, b. waarbij de omzet die wordt behaald met het verkopen ais bedoeld onder a. hoger is dan 50% van de totale omzet en voor meer dan 50% bestaat uit het verkopen aan verbruikers in horeca- en cateringsbedrijven en/of aan wederverkopers in retailondernemingen. 7. Onder de groothandel in aanverwante produkten wordt verstaan de onderneming a. die zich bezig houdt met het kopen en verkopen van specerijen en/of vleeswaren en/of visconserven en/of gedroogde zuidvruchten (ongeacht de verpakkingsvorm); en b. waarbij de omzet die wordt behaald met het verkopen als bedoeld onder a. hoger is dan 50% van de totale omzet en voor meer dan 50% bestaat uit het verkopen aan verbruikers in horeca- en cateringbedrijven en/of aan wederverkopers in retailondernemingen. 8. Onder het kopen in de zin van dit artikei wordt mede verstaan het verkrijgen van artikelen van enige andere van het concern deel uitmakende onderneming, waarin een ander bedrijf wordt uitgeoefend. 9. Onder het verkopen aan wederverkopers in de zin van dit artikel wordt mede verstaan het verkopen van artikelen aan instellingen of aan personen, die deze in een door hen gedreven onderneming aanwenden. 10. Onder kopen en verkopen in de zin van dit artikei wordt mede verstaan kopen en verkopen in transito vorm. blz - 4 -

23 11. Werknemer: degene die een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, waarmee hij zich verbindt, in dienst van de werkgever, als bedoeld in het eerste lid, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. Niet als werknemer worden beschouwd: - zij, die als regel dagonderwijs volgend, in hun schoolvakantie voor korte duur werkzaam zijn; - de niet (langer) ingevolge de verplichte werknemersverzekeringen verzekerde directeuren/grootaandeelhouder, zijn/haar echtgeno(o)t(e) en familieleden die evenmin in vorenbedoelde zin verzekerd zijn. 12. Stichting: de Stichting Fonds Kollektieve Belangen voor de Groothandel in Levensmiddelen 13. Statuten van de Stichting - Reglement van de Stichting: de statuten en het reglement van de Stichting Fonds Kollektieve Belangen voorde Groothandel in Levensmiddelen die aan deze overeenkomst zijn gehecht en geacht worden daarvan deel uitte maken. ARTIKEL 2 Werkingssfeer Deze overeenkomst is van toepassing op de werkgever als bedoeld in artikei 1, eerste lid en de werknemer als bedoeld in artikel 1, elfde lid. ARTIKEL 3 Doel De Stichting heeft tot doel het financieren en subsidiëren van activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van goede arbeidsverhoudingen in de Groothandel in Levensmiddelen. Deze activiteiten bestaan binnen het doel van de Stichting uit: 1. Het verrichten van activiteiten om een juiste naleving van de in de bedrijfstak geldende collectieve arbeidsovereenkomsten te bewerkstelligen, waaronder het geven van algemene publiciteit aangaande (wijziging van) arbeidsvoorwaarden in de Groothandel in Levensmiddelen; 2. Het coördineren, voorbereiden en ondersteunen van het geformaliseerde overleg, niet zijnde het CAO-overleg, tussen sociale partners ten behoeve van alle werkgevers en werknemers in de bedrijfstak; 3. Het verrichten van de werkzaamheden verbonden aan de Vaste Commissie, zoals nader omschreven in artikel 7 van het Reglement van de Stichting; 4. Het geven van voorlichting en atgemeen toegankelijke informatie over de rechtsgevolgen die voortvloeien uit de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Groothandel in Levensmiddelen, en/of andere wettelijke voorschriften die op het terrein van de arbeidsvoorwaarden liggen; blz - 5 -

24 5. Het geven van voorlichting en algemeen toegankelijke informatie omtrent regelingen met betrekking tot arbeidsomstandigheden en arbobeleid; 6. Het verrichten, subsidiëren, alsmede het bevorderen van deelname aan opleiding en scholingsactiviteiten ten behoeve van alle werknemers en werkgevers in de Groothandel in Levensmiddelen, teneinde een goede werking van de arbeidsmarkt in de branche te bewerkstelligen en de employability van de werknemers in de sector te verbeteren; 7. Het ontwikkelen en verzorgen van opleidingsmethoden, alsmede het bevorderen van de kwaliteit hiervan, met het oog op de vakbekwaamheid van de werknemers In de bedrijfstak; 8. Het verrichten en publiceren van onderzoek ten behoeve van het tot stand brengen en uitvoeren van maatregelen ter verbetering van de arbeidsomstandigheden van de werknemers in de Groothandel in Levensmiddelen; 9. Het verrichten en publiceren van onderzoek naar de gevolgen van door partijen bij het CAOoverleg gemaakte afspraken, met het doei de belangen te dienen van alle werkgevers en werknemers in de Groothandel in Levensmiddelen; 10. Het uitvoeren van de werkgelegenheidsbevorderende maatregelen, waaronder het uitvoeren van activiteiten om de reïntegratie van arbeidsongeschikte werknemers in de bedrijfstak te bewerkstelligen, om zodoende de participatie op de arbeidsmarkt te vergroten en een beter functioneren van de arbeidsmarkt te bewerkstelligen; 11. Het verrichten van publicitaire activiteiten over de Groothandel in Levensmiddelen, In relatie tot de arbeidsvoonwaarden, om het positieve imago van de sector te handhaven of te verbeteren; 12. De uitvoering van activiteiten om een goede kinderopvang in de bedrijfstak te bewerkstelligen. ARTIKEL 4 Uitvoering 1. De uitvoering van deze overeenkomst geschiedt volgens de bepalingen van het Reglement van de Stichting. De uitvoering is aan de Stichting opgedragen. De Stichting kan de uitvoering delegeren aan een administrateur onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de Stichting. 2. Het bestuur van de Stichting heeft - te zijner beoordeling en onder nader te stellen voorwaarden - de bevoegdheid om overeenkomsten tot vrijwillige aansluiting aan te gaan. *) *) lid twee is niet algemeen verbindend verklaard ARTIKEL 5 Verplichtingen Werkoever blz - 6 -

25 ledere Werkgever is gehouden de door de Stichting in het kader van de doelstelling gevraagde gegevens te verstrekken en de bijdragen te betalen die zij aan de Stichting verschuldigd is overeenkomstig datgene wat te dezer zake in de Statuten en het Reglement van de Stichting is of wordt bepaald en zullen zich ook overigens moeten houden aan het bepaalde in de Statuten en het Reglement van de Stichting, ARTIKEL 6 Rechten van de Werkgever en Werknemer ledere Werknemer en iedere Werkgever heeft het recht deel te nemen aan c.q. gebruik te maken van (de resultaten van) de door de Stichting gefinancierde of gesubsidieerde activiteiten als bedoeld in artikei 3. ARTIKEL 7 Biidragen De Werkgever is verplicht aan de Stichting af te dragen een jaarlijks door de Stichting te bepalen percentage van het voor de onderneming van de Werkgever geldende premieplichtige loon ingevolge de Werkloosheidswet over het lopende kalenderjaar waarbij loon van degenen, die volgens artlkei 1, lid 11, tweede volzin, niet als Werknemer worden beschouwd, op verzoek buiten aanmerking blijft. De jaarbijdrage is met ingang van 1 januari 2011 vastgesteld op 0,10% van de brutoloonsom Sociale Verzekeringen. ARTIKEL 8 Duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst geldt van 1 juli 2011 tot en met 30 juni Behoudens opzegging tenminste twee maanden voor de datum van beëindiging wordt deze CAO geacht telkens voor twaalf maanden te zijn verlengd. Elke verlenging van de CAO dient aan het Ministerie van Sociale Zaken, Directie UAW, te worden gemeld. *) *) artikel 8 is niet algemeen verbindend verklaard blz - 7 -