Wijziging Verplichtstelling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wijziging Verplichtstelling"

Transcriptie

1 Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken KvK www/.pob.eu Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving Postbus LV DEN HAAG Onze referentie: POB/ wijziging Behandeld door: Mevr. L. Brienen verplichtstelling Uw referentie: UAW/CAV/2013/7021/ Doorkiesnr.: Datum: 27 oktober Wijziging Verplichtstelling Geachte heer, mevrouw, Hierbij zend ik u de benodigde documenten voor het wijzigen van een bestaande verpiichtsteliing aangaande de bedrijfstak Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken. Deze wijziging betreft geen gedeeltelijke intrekking van de verplichtstelling. Wijziging van de verplichtstelling De wijzigingen van de verplichtstelling zijn (geel gearceerd) opgenomen in de bijgevoegde verplichtsteilingstekst, deze worden in bijlage 2 toegelicht. Aanvragers De wijziging wordt aangevraagd door Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken in het bestuur vertegenwoordigd door de werkgeversorganisatie Vereniging Openbare Bibliotheken en de werknemersorganisaties CNV Connectief en FNV. Bijlagen In de bijlage treft u het formulier representativiteitsgegevens aan van de bedrijfstak. In dit formulier zijn de aantallen werkgevers opgenomen die direct aan het bedrijfstakpensioenfonds gebonden zijn en de werkgevers die gebonden zijn door de verplichtgestelde werkingssfeer. Ook zijn de aantallen van werkzame personen opgenomen die direct aan het bedrijfstakpensioenfonds gebonden zijn en het aantal werkzame personen dat gebonden is door de verplichtgestelde werkingssfeer. AZL N.V. verzorgt de administratie: Postbus 4471, 6401 CZ Heerlen, T , F E info@pob.eu Bezoekadres: Akerstraat 92, 6411 HD Heerlen

2 Pagina: 2 Onze retèrentie: Datum: 27 oktober 2016 ' Tenslotte zijn dè volgende bijlagen bijgevoegd: 1. de tekst van de integrale omschrijving van de gewenste werkingssfeer van de verplicfitstelling na wijziging; 2. Toelichting op de wijzigingen in de verplichtstelling 3. de ABTisl; ' 4. de Statuten; 5. per^-ïioenreglement; 6. r sentativiteitsgegevens. Met vriép'^'^''"-" Mr. L. Jrierjë^i''

3 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid FORMULIER REPRESENTATIVITEITSGEGEVENS (bedoeld in artikel 2, onderdeel h, artikel 3, onderdeel f, artikel 4, eerste lid, onderdeel d van de Regeling betreffende aanvragen op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000) Bij een aanvraag om verplichtstelling dienen de representativiteitsgegevens, de gebruiicte bronnen en de gehanteerde onderzoel(smethodiek te worden opgegeven. Deze opgave l<an worden ingediend aan de hand van dit formulier. Gebruiicmaicing van dit formulier is vereist bij een percentage representativiteit onder de 60% en ingeval beargumenteerde zienswijzen tegen de representativiteit daartoe aanleiding geven. INHOUD 1 REPRESENTATIVITEITSOPGAVE Werkaeversaeaevens o Direct aan het bedrijfstakpensioenfonds gebonden werkgevers O Werkgevers gebonden door de verplichtgestelde werkingssfeer Gegevens werkzame personen O Direct aan het bedrijfstakpensioenfonds gebonden werkzame personen O Werkzame personen gebonden door de verplichtgestelde werkingssfeer TOELICHTING Gehanteerde onderzoeksmethode Gebruikte bronnen Wijze van meting Relatie tot de werkingssfeer Actualiteit van de cijfers Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.G.J. Kamp Pagina 1 van 14

4 REPRESENTATIVITEITSOPGAVE Het verplichtstellen van de deelname in een bedrijfstakpensioenfonds (bpf) vereist dat, naar het oordeel van de minister, het georganiseerde bedrijfsleven dat de aanvraag om (wijziging/intrekking van de) verplichtstelling Indient een belangrijke meerderheid van de in de betreffende bedrijfstak(ken) werkzame personen vertegenwoordigt. Het meerderheidsvereiste wordt aan de hand van de representativiteitsgegevens bepaald. De mate van representativiteit wordt als volgt berekend: het aantal werknemers in de betreffende bedrijfstak(ken) in dienst van werkgevers direct betrokken bij het bpf (Indien van toepassing incl. personen die in een andere hoedanigheid werkzaam zijn in de bedrijfstak) (teller), gedeeld door: het totale aantal werknemers in de betreffende bedrijfstak(ken) in dienst van werkgevers vallend onder de werkingssfeer (indien van toepassing incl. personen die in een andere hoedanigheid werkzaam zijn in de bedrijfstak) (noemer). De in de verplichtstelling van het bpf gedefinieerde werkingssfeer dient als uitgangspunt voor het bepalen van de aantallen personen in zowel de teller als de noemer. Tot het aantal personen kunnen naast werknemers ook zelfstandigen worden gerekend, indien in de werkingssfeer bepaald is dat deze ook op hen van toepassing is. Zelfstandigen dienen in voorkomend geval in de totaaltelling te worden meegenomen. Daarenboven dient in voorkomend geval in de representativiteitsopgave apart melding te worden gemaakt van de aantallen van deze specifieke groep, en van de betrouwbaarheid van de gebruikte bronnen. Wanneer het bij de aanvraag slechts om een deel van de werkingssfeer gaat of om één of meer van de bedrijfstakken in het geval van een bpf dat volgens de opgave van partijen meerdere afgebakende bedrijfstakken omvat, dan dient de representativiteitsopgave betrekking te hebben op de werkingssfeer van het deel van de bedrijfstak of de bedrijfstak(ken) waarop de aanvraag zich richt. In het geval van meerdere bedrijfstakken impliceert dit dat voor elke afzonderlijke bedrijfstak waarop de aanvraag betrekking heeft separaat de vereiste representativiteitsopgave dient te worden gegeven. Gezien de verstrekkende consequenties van het verplichtstellen van de deelname in een bpf is het noodzakelijk dat de representativiteitsopgave voldoet aan de eisen van: reproduceerbaarheid validiteit interne consistentie onderzoekstechnische kwaliteit, en actualiteit Het is een vereiste voor de beoordeling van het representativiteitscijfer dat dit reproduceerbaar is. Brongegevens, gebruikte enquête, uitgevoerde berekeningen, analyses en extrapolatie moeten beschikbaar zijn, zodat desgevraagd een accountant, dan wel het Ministerie van SZW op basis hiervan het cijfer zelfstandig kan reproduceren. Het begrip validiteit heeft betrekking op de vraag of daadwerkelijk is gemeten wat beoogd was. Is het te meten begrip, werkzame personen, op de juiste wijze gedefinieerd én zijn vervolgens de werkzame personen ook conform de operationalisering gemeten. Voor het begrip werkzame personen bijvoorbeeld speelt dan de werkingssfeer een rol en of op een juiste wijze is gecorrigeerd voor werkzame personen die in de werkingssfeer worden uitgesloten. Pagina 2 van U

5 Bij de interne consistentie gaat het om gebruikte meeteenheden. De eenheid in de teller moet overeenstemmen met de gehanteerde eenheid in de noemer. In teller én noemer moeten standcijfers (gemeten op een bepaald moment) of stroomcijfers (gemeten over een periode) worden gebruikt. De definitie van werkzame personen moet in beide gelijk zijn. En ook de peildatum of de peilperiode moeten in teller en noemer vergelijkbaar zijn. Bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderzoek wordt nagegaan of voldaan is aan de vereisten van zorgvuldigheid. Het gaat hierbij om zaken als de gebruikte methode om de gegevens te verzamelen, de omvang van de enquête, de hoogte van de non-respons, de gebruikte weging, gehanteerde analyses en uitgevoerde berekeningen. De gegevens waarop het representativiteitscijfer is gebaseerd, mogen in principe niet ouder zijn dan één jaar, te rekenen vanaf de indiening van de aanvraag. Om te kunnen beoordelen of aan deze criteria wordt voldaan, dient een toelichting te worden gegeven op de verstrekte werkgeversgegevens en gegevens over het aantal werkzame personen. Pagina 3 van 14

6 WERKGEVERSGEGEVENS Direct aan het bpf gebonden werkgevers Hoeveel werkgevers vallen direct onder de werkingssfeer van het verplichtgestelde bpf^? 132 Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn. Peildatum Werkgevers gebonden door de werkingssfeer van de verpiichtsteliing Wat is het totale aantal werkgevers dat valt onder de werkingssfeer van het verplichtgestelde bpf? 147 Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn. Peildatum De wijze waarop de gegevens zijn verkregen over het aantal werkgevers dat direct en in totaal onder de werkingssfeer van het bpf valt moet worden toegelicht. Daarvoor is onderstaand een aantal aandachtspunten opgenomen. Afhankelijk van de gehanteerde methode kunnen de aandachtspunten al dan niet relevant zijn. Indien een van de genoemde methoden van toepassing is, dienen de vragen waarvoor een is opgenomen te worden aangekruist en te worden beantwoord. De toelichting kunt u opnemen in het daarvoor opgenomen tekstvak. Als u meer ruimte In het tekstvlak nodig heeft klikt u op de rand van het tekstvlak en kunt u door te slepen het tekstvak vergroten. De eerste vraag dient altijd te worden beantwoord. Er zijn globaal 3 methoden, die elkaar overigens niet uitsluiten: gebruik maken van bestaande bronnen/bestanden, onderzoek en extrapolatie. Daarnaast moet zonodig een toelichting worden gegeven op de actualiteit van de gebruikte gegevens. Achter de genoemde aandachtspunten is een verwijzing opgenomen naar een uitgebreidere toelichting in deel 2 van dit formulier. Dat deel gaat in op de gehanteerde onderzoeksmethode (ad. 1); de gebruikte bronnen (ad. 2); de wijze van meting (ad. 3); de relatie tot de werkingssfeer (ad. 4); en de actualiteit van de gegevens (ad. 5). Een werkgever valt direct onder de werkingsisfeer van het verplichtgestelde bpf als hij lid is van een werkgeversorganisatie die betrokken Is bij de aanvraag om verplichtstelling. Pagina 4 van 14

7 Bestaande bronnen/bestanden Geef voor het uitgevoerde onderzoek naar de bij vraag 1 en 2 opgegeven aantallen een beschrijving van: de gebruikte bronnen (ad. 2) de bronnen In relatie tot de werkingssfeer (ad. 4) de uitgevoerde correctie in de bronbestanden (ad. 4) Bij 1) Aan bof gebonden werkgevers Schriftelijke opgave van leden van Vereniging Openbare Bibliotheken (hierna: VBO) d.d op peildatum (De werknemersgegevens zijn afkomstig uit de POB administratie.) VBO is als werkgeversorganisatie betrokken bij het bedrijfstakpensioenfonds. Leden VBO= 132. Bij 2) Werkgevers gebonden door de werkingssfeer van de verpiichtsteliing het aantal werkgevers verplicht aangesloten bij POB Op 23 november 2015 is een uitdraai uit de administratie d.d. 1 november 2015 van POB bij AZL opgeleverd. De werkgevers die op vrijwillige basis zijn toegetreden zijn niet meegenomen in deze telling. De bestandsuitdraai is hiermee dus gecorrigeerd. Totaal = 147 (resultaat van 162 werkgevers POB- 15 vrijwillige aansluitingen). vermeerderd met: aantal vrijgestelde werkgevers van POB geen vrijgestelde ondernemingen, maar alleen een aantal gedeeltelijk vrijgestelden (een bepaalde groep werknemers) er wordt hiervoor gecorrigeerd bij de werknemers. Het aantal ondernemingen blijft hierdoor gelijk. In totaal: 147 ondernemingen. Er is gebruik gemaakt van meerdere bestanden. Geef onderstaand een beschrijving van: de representativiteit van de bestanden (ad. 2) -> zie boven uitgevoerde correcties voor dubbeltellingen (ad. 2) -> zie boven de wijze van 'matching' van de bestanden (ad. 1) De bronnen sluiten niet volledig aan bij de werkingssfeer, Geef een beschrijving van: Pagina 5 van 14

8 N.v.t. de correcties die zijn uitgevoerd (ad. 4) Onderzoek Er is (aanvullend) steekproefonderzoek uitgevoerd, bijvoorbeeld op basis van een enquête. Geef een beschrijving met cijfermatige onderbouwing van: de gehanteerde methodiek (ad. 1) het steekproefkader in relatie tot de werkingssfeer (ad. 1) de respons (ad. 1) de representativiteit van de steekproef (ad. 1) eventueel gebruik van aanvullende informatie (ad. 1) toegepaste berekeningen en schattingen (ad. 1) N.v.t. Extrapolatie Onderzoeksgegevens zijn middels andere bronnen geëxtrapoleerd. Geef een beschrijving met cijfermatige onderbouwing van: de hiervoor gebruikte bronnen (ad. 2) de representativiteit van het verkregen bestand (ad. 2) de verschillen tussen de bronnen (ad. 2)) eventueel uitgevoerde correcties (ad. 4) n.v.t. Peildatum Er zijn gegevens gebruikt ouder dan een jaar, (terug)gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag. Geef een beschrijving van: de reden waarom het niet mogelijk is om gegevens van recenter datum te leveren (ad. 5) de aannemelijkheid dat sindsdien binnen de bedrijfstak geen grote fluctuaties in de genoemde aantallen zijn opgetreden. Indien wel sprake is van grote fluctuaties is aanvullend onderzoek of extrapolatie nodig (ad. 5) n.v.t. Overig Overige opmerkingen n.v.t. Pagina 6 van 14

9 Pagina 7 van 14

10 GEGEVENS WERKZAME PERSONEN Direct aan het bpf gebonden werknemers^ Hoeveel werknemers worden direct aan het bpf gebonden (in voorkomend geval inclusief personen die in een andere hoedanigheid werkzaam zijn in de bedrijfstak(ken)zoals zzp-ers)? I 6,227jh89 In voorkomend geval: het aantal personen dat in een andere hoedanigheid werkzaam is in de bedrijfstak(ken) en direct aan het bpf gebonden is? n.v.t. Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn Werknemers gebonden door de verplichtstelling Wat is het totale aantal werknemers dat valt onder de werkingssfeer van de verplichtstelling (in voorkomend geval inclusief personen die in een andere hoedanigheid werkzaam zijn in de bedrijfstak(ken) zoals zzp-ers)? 6^49^6.828 In voorkomend geval: het aantal personen dat in een andere hoedanigheid werkzaam is in de bedrijfstak(ken) en waarop de verplichtstellingsaanvraag betrekking heeft? n.v.t. Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn De wijze waarop de gegevens zijn verkregen over het aantal werkzame personen, dat direct en in totaal onder de werkingssfeer van het verplichtgestelde bpf valt, moet worden toegelicht. Daarvoor is onderstaand een aantal aandachtspunten opgenomen. Afhankelijk van de gehanteerde methode kunnen de aandachtspunten al dan niet relevant zijn. Indien een van de genoemde methoden van toepassing is, dienen de vragen waarvoor een Is opgenomen te worden aangekruist en te worden beantwoord. De toelichting kunt u Een werknemer valt direct onder de werkingssfeer van het bpf als hij werkzaam is bij een werkgever die lid is van een werkgeversorganisatie betrokken bij het bpf. Pagina 8 van 14

11 opnemen In het daarvoor opgenomen tekstvak. Als u meer ruimte in het tekstvlak nodig heeft, klikt u op de rand van het tekstvlak en kunt u door te slepen het tekstvak vergroten. De eerste vraag dient altijd te worden beantwoord. Er zijn globaal 3 methoden, die elkaar overigens niet uitsluiten: gebruik maken van bestaande bronnen/bestanden, onderzoek, en extrapolatie. Daarnaast moet zonodig een toelichting worden gegeven op de actualiteit van de gebruikte gegevens. Achter de genoemde aandachtspunten is een verwijzing opgenomen naar een uitgebreidere toelichting in deel 2 van dit formulier. Dat deel gaat in op de gehanteerde onderzoeksmethode (ad. 1); de gebruikte bronnen (ad. 2); de wijze van meting (ad. 3); de relatie tot de werkingssfeer (ad. 4); en de actualiteit van de gegevens (ad. 5). Bestaande bronnen/bestanden Voor het uitgevoerde onderzoek, geef een beschrijving van: de gebruikte bronnen (ad. 2) de bronnen in relatie tot de werkingssfeer (ad. 4) de uitgevoerde correctie in de bronbestanden (ad. 4) de gehanteerde meeteenheid (ad. 3) Bij 3) Direct aan het bof gebonden werknemers Uit de POB administratie is een uitdraai gemaakt van leden van Vereniging Openbare Bibliotheken (hierna: VOB) d.d. 1 november Hierin is ook het aantal werknemers tot 65 jaar van deze ondernemingen meegenomen. (Bij de VOB leden werken in totaal gi77fi deelnemers.) Er is verder uit de POB administratie uitgevraagd hoeveel werknemers per 1 november 2015, die geboren zijn tussen en , op exact 65 jaar met pensioen zijn gegaan. Als zij zouden doorwerken tot de nieuwe pensioenleeftijd van 67 jaar, zouden zij op de peildatum van immers nog deelnemer zijn (zie ook uitleg hieronder voor werknemers gebonden door verplichtstelling). Dit betreft volgens de administratie 120 werknemers. Aantal werknemers Leden VOB ( deelnemers tot 65 jaar correctie voor 65 tot 67) = Ss696fit22id- Bij 4) Werknemers gebonden door de verouchtstellina aantal werknemers verplicht aangesloten bij POB Op 1 november 2015 is een uitdraai van de werknemers tot 65 jaar uit de administratie van POB opgeleverd. De werknemers die op vrijwillige basis zijn toegetreden zijn hierin niet meegenomen. De uitdraai is hiervoor gecorrigeerd. Totaal = 6.231S«ÓO0i (resultaat van werknemers POB - 367^3 vrijwillig). vermeerderd met: Correctie l.v.m. uitbreiden werkingssfeer Nu de werkingssfeer wordt uitgebreid tot 67 jaar, moet de bovenstaande POB opgave worden aangevuld met deelnemers tussen 65 en 67 jaar. Als uitgangspunt voor P^ina 9 van 14

12 deze aanvulling is genomen dat als de verplichtstelling al tot 67 jaar was geweest, geen nieuwe werknemers boven 65 zouden zijn aangenomen en dat de werknemers die op 65 jaar met pensioen zijn gegaan in de afgelopen 2 jaar allemaal tot 67 jaar zouden doorwerken. Er is uit de POB administratie een bestand gedraaid per 1 november 2015, van het aantal werknemers die geboren zijn tussen en , die op exact 65 jaar met pensioen zijn gegaan. Als zij zouden doorwerken tot de nieuwe pensioenleeftijd van 67 jaar, zouden zij op de peildatum van immers nog deelnemer zijn. Dit betreft volgens de opgave van POB administratie 155 werknemers aantal vrijgestelde werknemers van POB. Deze informatie is afkomstig uit de administratie van POB 442 werknemers (er is gezien het aantal niet gecorrigeerd voor deelnemers tussen 65 en 67 jaar) In totaal: 6, l l- 442 = 6r49^6.828 Indien gebruik is gemaakt van meerdere bestanden, geef een beschrijving van: de representativiteit van de bestanden (ad. 2) zie boven uitgevoerde correcties voor dubbeltellingen -(ad. 2) -» zie boven de wijze van matching van bestanden (ad. 1) Sluiten de bronnen niet volledig aan bij de werkingssfeer, geef een beschrijving van: de correcties die zijn uitgevoerd (ad. 4) I n.v.t. Onderzoek Is er aanvullend steekproefonderzoek uitgevoerd, bijvoorbeeld op basis van een enquête, geef een beschrijving van: de gehanteerde methodiek (ad. 1) het steekproefkader in relatie tot de werkingssfeer (ad. 1) de respons (ad. 1) de representativiteit van de steekproef (ad. 1) eventueel gebruik van aanvullende informatie (ad. 1) toegepaste berekeningen en schattingen (ad. 1 ) Extrapolatie Indien onderzoeksgegevens middels andere bronnen zijn geëxtrapoleerd. Pagina 10 van 14

13 geef een beschrijving van: de hiervoor gebruikte bronnen (ad. 2) de representativiteit van het verkregen bestand (ad. 2) de verschillen tussen de bronnen (ad. 2) eventueel uitgevoerde correcties (ad. 4) n.v.t. Peildatum Zijn gegevens gebruikt ouder dan een jaar, (terug)gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag, geef een beschrijving van: de reden waarom het niet mogelijk is om gegevens van recenter datum te leveren (ad. 5) de aannemelijkheid dat sindsdien binnen de bedrijfstak geen grote fluctuaties in de genoemde aantallen zijn opgetreden. Indien wel sprake is van grote fluctuaties is aanvullend onderzoek of extrapolatie nodig (ad. 5) Gegevens niet ouder dan 1 jaar Overig Overige opmerkingen n.v.t. TOELICHTING De door partijen bij een aanvraag tot (wijziging/intrekking van de) verplichtstelling van de deelname in een bpf aangeleverde representativiteitsgegevens dienen, ten behoeve van de beoordelingscriteria, te worden voorzien van een toelichting op de volgende punten: 1. De wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd a. populatieonderzoek b. steekproefonderzoek c. extrapolatie 2. De gebruikte bronnen voor het onderzoek a. uitgevoerde correcties 3. De wijze van meting a. aard van de gegevens 4. De relatie tot de werkingssfeer van de verpiichtsteliing a. uitgesloten werkzame personen b. vrijwillige aansluiting c. vrijgestelden d. deelnameleeftijd Pagina 11 van 14

14 5. De peildatum of de periode waarop de cijfers betrekking hebben sd 1 Gehanteerde onderzoeksmethode Het is noodzakelijk dat een beschrijving van de gehanteerde onderzoeksmethode wordt gegeven. Het gaat om de vraag hoe de gegevens zijn verzameld. Idealiter wordt er gebruik gemaakt van populatiebestanden, zowel voor werkgeversaantallen als aantallen werkzame personen. Indien geen populatiegegevens beschikbaar zijn, kan gebruik worden gemaakt van steekproefonderzoek. Het gebruik van steekproefgegevens vereist dat een toelichting wordt gegeven op de uitvoering van de enquête, de respons, de representativiteit, verzamelde aanvullende informatie, uitgevoerde berekeningen en schattingen. Aandachtspunten: Beschrijving van de gehanteerde onderzoeksmethode. Een beschrijving van de hierbij gebruikte bestanden. De manier waarop de steekproef is getrokken (waaronder het gebruikte steekproefkader). De respons van de steekproef. De representativiteit van het steekproefonderzoek. Op bestanden toegepaste correcties ten opzichte van de populatie; Het gebruik van aanvullende informatie. De manier waarop berekeningen, schattingen en eventuele extrapolaties zijn uitgevoerd. Het is niet zorgvuldig om het aantal werkzame personen van nietresponderende bedrijven op nul te schatten. Streef altijd naar de verkrijging van gegevens uit één bronbestand. Dit doet u door het bestand, waarin de gegevens van de bij het bpf betrokken werkgevers zijn opgenomen, te matchen met het bestand waarin de totale aantallen werkgevers en werkzame personen zijn opgenomen. Een nadere uitleg over de uitvoering van het matchen van bestanden is te vinden in het rapport Kwaliteit representativiteitsgegevens bij avv-verzoeken, Stand van Zaken 2008, eindrapport, p. 20 (zie de website onder achtereenvolgens: Actueel; Archief; 2008; Kwaliteit representativiteitsgegevens bij aw verzoeken 2008). ad 2 Gebruikte bronnen Een representativiteitsopgave moet een beschrijving bevatten van de gebruikte bronnen. Niet alle bronnen zijn even betrouwbaar. Ook zijn niet alle bronnen even volledig gegeven de werkingssfeer van de verplichtstelling. Inherent hieraan is het gebruik van meerdere bronnen. Van belang is dat de gebruikte bronnen en de daarbij gehanteerde berekeningen goed worden beschreven. Aandachtspunten: Het is aan te bevelen zo min mogelijk bronnen te gebruiken. Worden gegevens uit verschillende bronnen gebruikt, dan vereist dit een toelichting op onderiinge vergelijkbaarheid waarbij aandacht nodig is voor dubbeltellingen, uitgesloten groepen werkzame personen en verschillen in meetmomenten. Gebruik van branche- of sectoronderzoek vereist een toelichting op de representativiteit van de gegevens. Aandacht vereist de periode waarin het onderzoek is gehouden, de onderzoeksmethode en de relatie tot de werkingssfeer. Ten aanzien van de gebruikte bronnen wordt aandacht gevraagd voor de vrijwillig aangesloten werkgevers, (gedeeltelijk) vrijgestelde werkgevers en de actualiteit van de gegevens. Pagina 12 van 14

15 ad 3 Wijze van meting Uitgangspunt bij het berekenen van het representativiteitscijfer is dat de teller en de noemer worden uitgedrukt in dezelfde eenheid. Idealiter worden de teller en de noemer uitgedrukt in aantallen personen. Andere meeteenheden worden in principe afgeraden. Andere maatstaven die worden gebruikt om tot een berekening te komen van het aantal personen zijn de loonsom, aantal fte's of omzetgegevens. U dient dan wel aannemelijk te maken dat de gebruikte maatstaf een goede afspiegeling is van het aantal personen zodat geen sprake is van een systematische, eenzijdige vertekening van de representativiteitsgegevens. In geval van fte als meeteenheid moet aannemelijk worden gemaakt dat de parttimefactor van bij het bpf betrokken werkgevers ten opzichte van door de verplichtstelling gebonden werkgevers vergelijkbaar is. Dit betreft de eis van interne consistentie. Teller en noemer moeten in dezelfde eenheid worden uitgedrukt en de peildata moeten vergelijkbaar zijn. Aandachtspunten: De wijze van meting moet dezelfde zijn voor teller en noemer. De eenheid moet gelijk zijn. Gegevens moeten ofwel standcijfers óf stroomcijfers zijn. De gegevens moeten zijn uitgedrukt in dezelfde eenheid. In de teller aantallen personen dan ook in de noemer aantallen personen gebruiken. Het gebruik van een andere meeteenheid dan aantallen personen vereist een gedegen toelichting op het gebruikte bestand en in hoeverre de gebruikte maatstaf een goede afspiegeling is van het aantal werkzame personen. ad 4 Relatie tot de werkingsfeer De representativiteitsopgave dient gerelateerd te zijn aan de werkingssfeer van het verplichtgestelde bpf. In de werkingssfeer uitgesloten categorieën werkzame personen moeten dan ook in de tellingen voor de representativiteitsopgave buiten beschouwing worden gelaten. Het is van belang dat daadwerkelijk gemeten wordt wat beoogd was. Het gaat hier om de validiteit van de gegevens. Aandachtspunten: Aandacht voor vrijwillig aangesloten werkgevers die in de representativiteitsopgave niet mogen worden meegenomen. De bronnen mogen niet vervuild zijn met werkzame personen die niet onder de werkingssfeer vallen. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld hoger personeel. In de tellingen moeten van de verplichte deelname in het bpf vrijgestelde werkgevers en hun werknemers wel worden meegerekend. Bestanden dienen -indien van toepassing- gecorrigeerd te worden voor jongeren die niet onder de werkingssfeer van de verplichtstelling vallen vanwege een ondergrens in de deelnameleeftijd. ad 5 Actualiteit van de cijfers Voor de representativiteitsopgave dient de datum of de periode waarop de cijfers betrekking hebben te worden vermeld. Als regel geldt dat gegevens, om te voldoen aan de eis van actualiteit, in beginsel niet ouder dan één jaar mogen zijn gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag. Tevens geldt dat de verschillende peildata niet te ver uit elkaar moeten liggen, omdat anders de interne consistentie van de representativiteitsopgave in het geding is. Als uitgangspunt hierbij geldt dat de peildata niet meer dan één jaar uiteen mogen liggen. In geval de peildata te ver in het verieden liggen kunnen de gegevensbestanden op basis van de werkgelegenheidsontwikkeling in de branche worden geactualiseerd, oftewel geëxtrapoleerd. De Pagina 13 van 14

16 marktontwikkelingen in het verieden vormen de basis om de huidige waarden met een zekere onzekerheidsmarge te voorspellen. Het is dan wel van belang om expliciet te vermelden op welke gegevens deze extrapolatie is gebaseerd en hoe die is uitgevoerd. De bestanden die hiervoor gebruikt worden moeten vergelijkbaar zijn naar bijvoorbeeld verhouding voltijders-deeltijders of de verhouding grote-kleine bedrijven. Aandachtspunten: De actualiteit van de gebruikte gegevens. Deze mogen gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag in beginsel niet ouder zijn dan 1 jaar. Indien de gebruikte gegevens ouder zijn, dient vermeld te worden waarom het niet mogelijk is om gegevens van recenter datum te leveren (zie ook aanvulling bij de vraag over actualiteit). Het toepassen van extrapolatie. Indien op basis van andere gegevensbronnen de gegevens voor de representativiteitsopgave zijn geactualiseerd dient aangegeven te worden welke bronnen gebruikt zijn en op welke wijze voor onderiinge afwijkingen tussen de bronnen is gecorrigeerd. Een nadere uitleg over de wijze van extrapoleren Is te vinden in het rapport Kwaliteit representativiteitsgegevens bij avvverzoeken, Stand van Zaken 2008, eindrapport, p. 21 (zie de website onder achtereenvolgens: Actueel; Archief; 2008; Kwaliteit representativiteitsgegevens bij aw verzoeken 2008 ). De peildatum dan wel de periode waarop de gegevens betrekking hebben. Pagina 14 van 14

17 de deelneming in de Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken verplicht te stellen voor werknemers die krachtens arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:610 BW (wet van 6 juni 1996, Staatsblad nr. 406) in dienst zijn van een openbare bibliotheek. De verplichtstelling eindigt uiteriijk op de dag dat de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd als bedoeld in de Algemene ouderdomswet (wet van 31 mei 1956, Staatsblad nr. 281, laatstelijk gewijzigd bij wet van 18 mei 2016, Staatsblad nr. 206) bereikt; wordende ten deze verstaan onder openbare bibliotheek: a. de in Nederiand gevestigde lokale bibliotheek als bedoeld in de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (wet van 19 november 2014, Staatsblad nr. 470); b. de in Nederiand gevestigde rechtspersoonlijkheid bezittende provinciale ondersteuningsinstelling als bedoeld in de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (wet van 19 november 2014, Staatsblad nr. 470); c. de Koninklijke Bibliotheek als bedoeld in de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (wet van 19 november 2014, Staatsblad nr. 470); d. de in Nederiand gevestigde rechtspersoonlijkheid bezittende privaatrechtelijke instelling die een of meer voorzieningen van openbaar bibliotheekwerk, als bedoeld in de Wet op het specifiek cultuurbeleid (wet van 11 maart 1993, Staatsblad nr. 193, laatstelijk gewijzigd bij wet van 1 januari 2013, Staatsblad nr. 632) zoals die wet luidde op 1 januari 2013, in stand houdt; e. de in Nederland gevestigde privaatrechtelijke rechtspersoon die werkzaamheden verricht die naar hun aard dezelfde of nagenoeg dezelfde zijn als de werkzaamheden, die verricht worden door een openbare bibliotheek als genoemd onder sub a, b, c en/of d van dit artikel; f. de in Nederiand gevestigde privaatrechtelijke rechtspersoon die geheel of nagenoeg geheel werkzaamheden verricht voor en/of ten behoeve van een openbare bibliotheek als genoemd onder sub a, b, c, d en/of e van dit artikel, tenzij die werkzaamheden geen ondersteuning geven en ook geen ondersteuning kunnen geven aan een of meer functies van een openbare bibliotheek. Deze functies van een openbare bibliotheek zijn: het ter beschikking stellen van kennis en informatie, het bieden van mogelijkheden tot ontwikkeling en educatie, het bevorderen van lezen en het laten kennismaken met literatuur, het organiseren van ontmoeting en debat en het laten kennis maken met kunst en cultuur. Onder openbare bibliotheek wordt niet verstaan de openbare bibliotheek indien en zolang die openbare bibliotheek op grond van de Wet privatisering ABP (wet van 21 december 1995, Staatsblad nr. 639) verplicht is tot naleving van de statuten en reglementen van Stichting Pensioenfonds ABP.

18 De wijzigingen betreffen: De maximumleeftijd voor beëindiging van de deelname is verhoogd van 65 jaar naar de AOW-gerechtigde leeftijd. In de huidige verplichtstelling wordt onder a verwezen naar instellingen die een of meer voorzieningen van openbaar bibliotheekwerk in stand houden als bedoeld in de Wet op het specifiek cultuurbeleid. De bepalingen over bibliotheekwerk in de Wet op het specifiek cultuurbeleid zijn echter per 1 januari 2015 vervallen en het bibliotheekwerk wordt sindsdien geregeld in de per diezelfde datum in werking getreden Wet stelsel openbare biblioitheekvoorzieningen. Ih de nieuwe tekst wordt onder a, b en c daarom verwezen naar deze nieuwe Wet stelsel openbare biblioitheekvoorzieningen. Om te voorkomen dat er - als gevolg van deze gewijzigde verwijzing - mogelijk onbedoeld werkgevers zijn die niet meer onder de verplichtstelling vallen, is in de nieuwe tekst onder d een verwijzing gehandhaafd naar de Wet op het specifiek cultuurbeleid zoals deze vóór 1 januari 2015 luidde. In de huidige verplichtstelling wordt onder b verwezen naar instellingen als genoemd onder a. Als gevolg van de hiervoor genoemde aanpassing zal de nummering wijzigen. Deze nieuwe nummering heeft daarom in de nieuwe tekst geleid tot een aanpassing van de tekst onder e. In de huidige verplichtstelling wordt onder c - kort gezegd - een omschrijving gegeven van ondernemingen die diensten leveren aan openbare bibliotheken. In de nieuwe tekst is deze omschrijving onder f wat aangescherpt om te verduidelijken welke ondernemingen dit betreft..

19 c ** * ^ O.2* o «c C «n a, O ja Versie 0.9_ Actuariële en Bedrijfstechnische Nota 2015 Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken NR09 ABTN versie

20 Inhoucd 1. Voorwoord,, 5 2. Inleiding _ g 2.1. Het doel van deze abtn Nagestreefde mate van detaillering Missie _g 2.4. Visie Strategische doelstellingen Algemene beleidsuitgangspunten Organisatiestructuur Fonds I Intern beheersingssysteem Algemene overwegingen 2J 3.1. Handhavingsbeleid, Continuïteit van de bedrijfstak Verwachte salaristrend ^23 4. Uitvoeringsreglement Deelname aan de pensioenregeling Werkingssfeer Aangesloten instellingen en hun werknemers Vrijstelling van de verplichte deelneming in de pensioenregeling Re prese ntativiteitstoets Deelnemerschap _ Beëindiging van deelnemerschap Voortzetting van deelnemerschap De inhoud van de pensioenregeling...,., Standaardreglement ; De berekening van de voorziening pensioenverplichtingen Kansstelsels, De rekenrente, berekeningswijze De balans en resultatenrekening, waarderingsgrondslagen 30 N R09_ABTN_versie

21 C tt» «8.1. Balanswaardering Technische Voorzieningen Reserves Het toeslagbeleld Voorwaardelijke toeslagverlening Onvoorwaardelijke toeslagverlening Het beleggingsbeleid Doelstellingen en beleidskader Strategische normportefeuille Risicometing en-beheersing Opzet van de resultaatsevaluatie en risicomonitoring De financiering van de verplichtingen Vaststelling van de kostendekkende premie De feitelijke premie Herverzekering Kosten Het weerstandsvermogen van het Fonds, sturingsmiddelen Beheersing van risico's Gekozen beleid bevordert een onverminderde uitvoering De gewenste omvang van het weerstandsvermogen Reageren op ontwikkelingen en de mate waarin dat effect zal hebben Jaarlijkse toetsing Slotopmerkingen 45 Bijlage A: Actuariële grondslagen en veronderstellingen per 31 december Bijlage B: Richtlijnen Vermogensbeheer 51 Bijlage C: Organisatiestructuur het Fonds 57 Bijlage D: Uitwerking (Minimaal) Vereist Vermogen.58 Bijlage E: De uitkomsten van prognoses en/of ALM-studie...61 Bijlage F: Beleggingsbeleid (Verklaring inzake de Beleggingsbeginselen) 66 Bijlage GrRisicoanalyse en Uitbestedingsbeleid 76 Bijlage H: Onderbouwing gedempte premie 97 NR09 ABTN versie

22 ..... ^'^""^ Bijlage I: Franchisebedragen Bijlage J: Financieel crisisplan Bijlage K: Dispensatieprocedure ^^^ Bijlage L: Overzicht extra bijlagen behorende bij deze abtn 117 Bijlage M: RACI-matrix Bijlage N: Versiebeheer v. ö JU c ï «S 'O O gg N R09_ABTN_versie

23 1. Voorwoord De Pensioenwet bepaalt dat het bestuur van een pensioenfonds een Actuariële en bedrijfstechnische nota (abtn) opstelt. Dit is de abtn van de Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken ("het Fonds") zoals vastgesteld in de bestuursvergadering van 22 september C.P.M. Teunissen voorzitter G. de Ruiter secretaris NR09 ABTN versie

24 .V 2. Inleiding 2.1. Het doel van deze abtn Deze abtn omschrijft het bestuursbeleid dat wordt gevoerd om de pensioentoezegging van het Fonds te kunnen nakomen. Het Fonds is een op grond van de Wet Bpf 2000 verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds. Het Fonds is werkzaam op het terrein van de in Nederiand gevestigde privaatrechtelijke Openbare Bibliotheken. ' Conform het bepaalde in artikel 145 van de Pensioenwet omschrijft de abtn de wijze waarop het Fonds de middelen beheert en de pensioenregeling uitvoert. Met name wordt aangegeven op welke wijze het Fonds uitvoering geeft aan het bepaalde in de artikelen 25, 95, 102, 126 tot en met 137 en 143 van de Pensioenwet. Artikel 102A van de Pensioenwet stelt dat het bestuur van een pensioenfonds in overieg met het verantwoordingsorgaan en de Raad van Toezicht zorgdraagt voor de vastlegging van de doelstellingen en beleidsuitgangspunten, waaronder de risicohouding, van het pensioenfonds De organen van het pensioenfonds gebruiken deze doelstellingen en uitgangspunten bij de toetsing van de opdracht-aanvaarding van de door vertegenwoordigers van werkgevers of werkgeversverenigingen en werknemers of werknemersverenigingen overeengekomen pensioenregeling en bij de besluitvorming, de verantwoording, de advisering, en het toezicht binnen het pensioenfonds. Daarnaast wordt de organisatiestructuur, de inteme controle en de wijze en voorwaarden waarop het bestuur werkzaamheden heeft uitbesteed beschreven. Dit alles dient ertoe om een beheerste en integere bedrijfsvoering te waarborgen Nagestreefde mate van detaillering In de abtn wordt het beleid zoveel mogelijk in strategische zin omschreven. Het beleid van het bestuur is vastgesteld mede op grond van mogelijke variaties in omstandigheden welke niet tot meuw beleid aanleiding geven, maar wel tot een "tactische" aanpassing van gedragslijnen binnen het door het bestuur gekozen beleid. Voorbeelden hiervan zijn de aanpassing van de berekeningsgrondslagen aan nieuwe prognosetafels, de resultaten van een ALM-studie aanpassing van de risicohouding en wijzigingen van de beleggingsmix op grond van economische omstandigheden zolang deze binnen de in deze nota omschreven grenzen blijven. Indien het bestuur meent dat het algemene beleid bijstelling behoeft, zal de abtn dienovereenkomstig aangepast worden Missie Het Fonds wil een toekomstbestendig en verantwoord pensioen verzorgen voor de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden van organisaties met een maatschappelijke doelstelling Het Fonds wil de natuuriijke partner zijn van werkgevers, (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden. Met zijn kennis van de sector kan het Fonds betrouwbare en duurzame oplossingen bieden op het gebied van collectieve pensioenregelingen. Betrouwbaarheid, kwaliteit en actualiteit vormen de basis van onze dienstveriening. Het Fonds staat midden in de maatschappij. N R09_ABTN_versie

25 2.4. Visie Het Fonds brengt pensioen dichterbij de deelnemer. Dat zien we terug in de aandacht voor persoonlijke communicatie. Het Fonds is eeriijk over (on)mogelijkheden binnen de regelingen en de daaraan verbonden risico's. Om continuïteit te waarborgen, zoekt het Fonds samenwerking met organisaties die een nauwe relatie hebben met de sector. Het Fonds streeft naar een toekomst bestendige pensioenregeling. De huidige regelingen voldoen zo veel mogelijk aan de behoefte van onze (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden, uitgevoerd binnen de financiële mogelijkheden die we daarvoor hebben. Pensioenvermogen wordt verantwoord belegd in met name vastrentende waarden en zakelijke waarden. Het beleggingsbeleid is een afspiegeling van de maatschappelijke betrokkenheid van onze (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden Strategische doelstellingen Op basis van de missie en de visie heeft het bestuur van het Fonds de strategische doelstellingen bepaald. Deze strategische doelstellingen zijn als volgt verwoord: De doelstelling van het Fonds is om binnen de grenzen van haar middelen op korte- en lange termijn nominale pensioenaanspraken en pensioenrechten te verstrekken. Het Fonds streeft er naar om de opgebouwde pensioenen; de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken te laten ontwikkelen conform de afgesproken toeslagambitie, zoals is opgenomen in de pensioenovereenkomst. Daarnaast draagt het Fonds zorg voor een duidelijke en klantgerichte communicatie met alle belanghebbenden Algemene beleidsuitgangspunten Het algemene uitgangspunt van het te voeren beleid is om de pensioentoezegging onder een breed scala van omstandigheden na te komen en wel tegen een lage, maar zo mogelijk stabiele premie. Als maatstaf voor de draagkracht van het Fonds wordt de beleidsdekkingsgraad (BDG) genomen. Het bestuur beïnvloedt de (ontwikkeling van de) beleidsdekkingsgraad door het premie-, toeslag-en beleggingsbeleid Risicohouding De risicohouding van het fonds, bedoeld in artikel 102a van de Pensioenwet, wordt gedefinieerd als de mate waarin het fonds, na overleg met sociale partners en het verantwoordingsorgaan eh de raad van toezicht bereid is risico's te lopen én de mate waarin het fonds risico's loopt gegeven de kenmerken van het fonds. De risicohouding is onderdeel van de door sociale partners aan het fonds gegeven opdracht om de pensioenregeling uit te voeren. Het bestuur van het fonds gebruikt de beleidsuitgangspunten, waaronder de risicohouding van het fonds bij de opdrachtaanvaarding en de vaststelling van beleid. NR09 ABTN versie

26 eyes' Het beleggingsbeleid van het pensioenfonds is gestoeld op de zogenoemde risicohouding van het pensioenfonds. De risicohouding geeft de balans aan tussen het te lopen beleggingsrisico en de doelstelling om de pensioenen in een bepaalde mate te indexeren. In dit hoofdstuk is de risicohouding van het pensioenfonds vastgelegd. De risicohouding van het fonds voldoet aan de prudent person regel en komt voor de korte termijn tot uitdrukking in de hoogte van het vereist eigen vermogen of een bandbreedte hiervoor en voor de lange termijn tot uitdrukking in de door het fonds gekozen ondergrenzen in het kader van de haalbaarheidstoets. Bij de risicohouding maken we onderscheid tussen l<walitatieve en l<wantitatieve aspecten. Kwalitatieve aspecten: De volgende onderdelen zijn voor het bestuur van invloed betreffende de risicohouding: Historisch gezien heeft het fonds altijd een relatief goede financiële positie gehad ten opzichte van andere pensioenfondsen. Hierdoor is de huidige fondspopulatie in het verieden nooit geconfronteerd geweest met (dreigende) kortingen. Naar oordeel van het bestuur rechtvaardigt dit verieden een risicohouding die behoudender is dan "gemiddeld" in Nederiand. Uit een in 2013 gehouden risicobereidheidsonderzoek bleek dat onze fondspopulatie meer risicoavers is dan de populatie van andere in het onderzoek betrokken pensioenfondsen. Ook deze uitkomst rechtvaardigt naar oordeel van het bestuur een risicohouding die behoudender is dan "gemiddeld" in Nederiand. De toekomst van het pensioenfonds op lange termijn is onzeker. Niet uitgesloten is dat op termijn het bestuur zal komen tot samenwerking of samenvoeging met andere pensioenfondsen. De huidige financiële positie is relatief, ten opzichte van andere partijen, goed. Het bestuur hecht veel waarde aan het behoud van deze goede uitgangspositie, waarmee op korte termijn de risicobereidheid beperkt is. De populatie van het pensioenfonds is relatief oud en gegeven de krimpende sector zal de gemiddelde leeftijd verder oplopen. Theoretisch zou hier een beperktere risicobereidheid bij passen, daar jonge deelnemers nog veel verdiencapaciteit beschikken om tegenvallers op te vangen. Het belang van indexatie voor het pensioenfonds is hoog. In het verieden was bij het pensioenfonds sprake van onvoorwaardelijke indexatie, die inmiddels (2006) is omgezet naar voorwaardelijke indexatie. Het bestuur heeft bij de huidige regeling een ambitieniveau op basis van prijsindex gecommuniceerd. Kwantitatieve aspecten: De basis voor de kwantitatieve aspecten vormde de ALM-studie. Het bestuur heeft zich tijdens de ALM-studie gericht op de beleggingsrisico's in relatie met de verwachte pensioenresultaten De ALM-studie richt zich op een lange termijn beleggingsbeleid dat past bij de afgesproken grootheden zoals kortingen, kortingskansen en mate van toeslagverlening. Om de gevolgen van dit beleid inzichtelijk te maken, zijn op basis van de situatie van 1 januari 2015 de volgende grootheden bepaald Cumulatieve korting na 15 jaar (in een gemiddeld scenario en in een risicoscenario) Nominaal pensioenresultaat na 15 jaar (in een gemiddeld scenario en in een risicoscenario). Reëel pensioenresultaat na 15 jaar (in een gemiddeld scenario en in een risicoscenario). NR09_ABTN_versie S

27 Het bestuur heeft in 2014 via meerdere sessie uitgebreid gesproken over het meest wenselijke risicoprofiel. Hierbij werden ook verschillende stress-scenario's beschouwd, zoals bijvoorbeeld een situatie van deflatie. De resultaten van het gekozen risicoprofiel zijn in de drie figuren aangegeven. NR09 ABTN versie

28 .V. Figuur 1: 30% I Cumulatieve korting (verwacht) Cumulatieve korting (97,5% perc) 25% 20% 10% Grootheid 1 richt zich op de kans en de omvang van eventuele kortingen op de opgebouwde aanspraken. Het gaat hierbij om de cumulatieve korting over 15 jaar, dat wil zeggen de totale korting gedurende een periode van 15 jaar. Het bestuur van het pensioenfonds heeft bepaald tot welk niveau de verwachte korting en de kortingen in een negatief scenario (dat wordt in de grafiek weergegeven met het "97,5% percentiel") nog acceptabel zijn. Hierbij maakt het bestuur zelf de afweging of de verwachte korting of de korting in een negatief scenario zwaarder weegt. Figuur 2: 130% Nominaal pensioenresultaat (mediaan) Nominaal pensioenresultaat (2,5% perc) Grootheid 2 betreft het nominaal pensioenresultaat. Het nominaal pensioenresultaat geeft aan hoe het pensioen zich in nominale termen ontwikkelt. Nominaal betekent dat er naar de absolute hoogte van het pensioen wordt gekeken zonder dat er rekening wordt gehouden met bijvoorbeeld inflatie. In de figuur stijgt 100 door indexaties naar verwachting tot 120 na 15 jaar, in een negatief scenario (dat wordt in de grafiek weergegeven met het "2,5% percentiel") daalt het pensioen door kortingen tot 73. NR09_ABTN_versie

29 .V, Figuur 3: 100% Reëel pensioenresultaat (mediaan) Reëel pensioenresultaat (2,5% perc) Grootheid 3 betreft het reëel pensioenresultaat. Het reëel pensioenresultaat geeft aan hoe het pensioen zich in reële termen ontwikkelt. Reëel betekent dat de hoogte van het pensioen wordt afgezet tegen de prijsinflatie, hiermee geeft dit resultaat aan in welke mate koopkracht wordt behouden. In de figuur: een pensioen van 100 stijgt naar verwachting door indexaties tot 120 na 15 jaar, maar door inflatie kost iets van 100 nu, over 15 jaar 124. De koopkracht wordt na 15 jaar voor 97% behouden. In een negatief scenario wordt de koopkracht na 15 jaar voor 56% behouden. De op basis van de studie gekozen beleggingsmix is opgenomen in hoofdstuk 10. Overigens is de gekozen mix minder risicovol dan de "gemiddelde" beleggingsmix van pensioenfondsen, die wel in belangrijke mate wordt gedomineerd door enkele bedrijfstakpensioenfondsen. De risicomaatstaf, de zogenoemde tracking error, is voor de gekozen beleggingsmix circa 9,5%, waar het gemiddelde circa 12% bedraagt. De vermelde grootheden zijn bepaald op de situatie per 31 december 2014, met een dekkingsgraad op basis van het nieuwe financieel toetsingskader van 109,8%. (Dit is de dekkingsgraad zonder 12-maand middeling, de officiële gemiddelde beleidsdekkingsgraad bedroeg 115,5%). Het pensioenfonds wil het risicoprofiel in principe ook in stand houden bij afwijkende dekkingsgraden. Echter, bij aanzienlijk lagere dekkingsgraden of bij naar oordeel van het bestuur hoge risico's kan het bestuur derivaten inzetten, ter beperking van risico's (zie ook de volgende paragraaf). Naast bovenstaande lange termijn beleid, heeft het bestuur ook oog voor de korte termijn. Dit beleid is discretionair en niet vastgelegd in een "als-dan" vorm, bijvoorbeeld "als de dekkingsgraad onder de 100% daalt, dan wordt de beleggingsmix als volgt aangepast". In het verieden heeft dit beleid geresulteerd in de inzet van rente- en aandelenderivaten, waardoor een forse daling van de dekkingsgraad is voorkomen. Op grond van het korte termijn beleid tracht het bestuur de worst-case scenario's als bedoeld in eerdere figuren te voorkomen. In het huidige beleid wordt met 1-jaars kansen gewerkt voor het korte termijn beleid. Momenteel geldt dat het NR09 ABTN versie

30 beleggingsbeleid per 1 januari zodanig is ingericht dat de kans dat de (marktwaarde) dekkingsgraad binnen 1 jaar onder de 95% komt, minder is dan 1%. Het bestuur hanteert triggerniveau's, om situaties aan te geven waarin in ieder geval de beleggingsmix bezien dient te worden. Samenvattend kan gesteld worden dat het korte termijn beleggingsbeleid van het fonds niet direct in een beleggingsmix is samen te vatten, maar dat het bestuur oog heeft voor korte termijn risico's en bij te grote neerwaartse risico's voor de dekkingsgraad, met ondersteuning van externe deskundigen, tot risicobeperkende maatregelen zal overgaan (inzet derivaten). Het Fonds streeft ernaar het pensioenbewustzijn te stimuleren bij alle deelnemers. Dat betekent dat de deelnemer weet wat hij aan pensioen heeft opgebouwd, wat hij aan pensioen kan verwachten en wat hij daarmee kan doen in relatie tot zijn (huidige) inkomen. Die kennis moet hem, als dat nodig is, aanzetten tot het ondernemen van de juiste actie om zijn pensioeninkomen te vergroten. Echter, het Fonds wil daarin een stap verder gaan. Het Fonds wil dat de deelnemers tevreden zijn met hun inkomen na pensionering. De balans tussen nu en later is daarbij belangrijk Korte termijn risicohouding De korte termijn risicohouding is vertaald in een strategische beleggingsportefeuille met bandbreedtes. Ook voor de mate van renteafdekking is een strategisch beleid met bandbreedtes vastgesteld. Het korte termijn risico gemeten door middel van het Vereist Eigen Vermogen (VEV) bij de strategische beleggingsportefeuille, bedraagt 16,3% per 30 juni Indien het fonds over dit vereist eigen vermogen beschikt, is de theoretische kans dat binnen een jaar de dekkingsgraad onder de 100% daalt gelijk aan 2,5%. Het bestuur houdt in het beleid rekening met deze grens, onder andere door het maken van een herstelplan om binnen 10 jaar naar deze grens toe te groeien. Het VEV kan fluctueren door verschuivingen in de strategische mix binnen de bandbreedtes ten aanzien van de allocatie naar de verschillende beleggingscategorieën en de mate van afdekking van het renterisico. De bandbreedte rondom het VEV is bedoeld om uitvoering te geven aan het feitelijke beleggingsbeleid binnen de toegestane bandbreedtes rondom het strategische beleid. In onderstaande tabel is, naast het VEV op basis van de strategische beleggingsportefeuille, het VEV bij zowel de maximale als de minimale bandbreedtes opgenomen. Tevens is het VEV bij de minimale en maximale bandbreedtes van de renteafdekking opgenomen en twee combinaties. Samenvattend zal in het merendeel van de mogelijke varianten van de portefeuille indeling binnen het huidige strategische beleid, het VEV tussen 10,0% en 20,6% liggen. Matchingportefeuille Returnportefeuille Liquide Returnportefeuille Iliquide Rente-afdekking ,0% 52,5% 3,5% 50,0% Min Risico 80,5% 19,5% 0,0% 60,0% Max Risico 24,0% 72,5% 3,5% 40,0% Het bestuur heeft de risicohouding voor de korte termijn op basis van het bovenstaande vastgesteld op een VEV tussen 10% en 21%. NR09_ABTN_versie S 12

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zeevisserij

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zeevisserij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zeevisserij Ministerie van Sociale Zaken en Werkgeiegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving Directie UAW afdeling CAV T.a.v. Mw. Mr. P.L.C. van

Nadere informatie

stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de schoenmakerij

stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de schoenmakerij stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de schoenmakerij Ministerie van Sociale Zaken én Werkgelegenheid tav mw. mr. P.L.J. van Delft ' Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG behandeld door M. Bruijniks onderwerp

Nadere informatie

Volledige Intrekking verpllchtstelling BPF Vlakglas 26 augustus 2015

Volledige Intrekking verpllchtstelling BPF Vlakglas 26 augustus 2015 [N1T AN1 EN 2 6AUG. 2015 Stichting BedriJfstakpenslMnfa ids voor de Groothandel in Vlakglas, de Groothandel in ^ erf, het Glasbewerkingsen het Glazeniersbedrijf l\/linisterie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitsopgave

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitsopgave Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitsopgave 1. Inleiding De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan op aanvraag van het georganiseerde bedrijfsleven binnen een

Nadere informatie

4ts] INRETAIL. Va km ense

4ts] INRETAIL. Va km ense 4ts] Va km ense INRETAIL Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Betreft: intrekking verplichtstelling Pensioenfonds

Nadere informatie

Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB)

Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB) Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB) 1. Inleiding De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitopgave

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitopgave Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitopgave 1. Inleiding Nadat werkgevers- en werknemersorganisaties in een sector een cao hebben afgesloten, kunnen zij de Minister van Sociale

Nadere informatie

men fticsa Doorkiesnummer Ons kenmerk Datum 06-22041907 wijz.verpl/856/pb 14 augustus 2014

men fticsa Doorkiesnummer Ons kenmerk Datum 06-22041907 wijz.verpl/856/pb 14 augustus 2014 w n f r p I men fticsa Ministerie van Sociaie Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoonwaardenwetgeving Postbus 90801 2509 LV 's-gravenhage Behandeld door M.M.G. Thomassen Doorkiesnummer

Nadere informatie

Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets

Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets Conform de Pensioenwet dient het bestuur van een pensioenfonds de doelstellingen en beleidsuitgangspunten (waaronder de risicohouding) van het pensioenfonds

Nadere informatie

Aanvraag tot wijziging van de verplichtstelling tot deelneming in de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de Weg

Aanvraag tot wijziging van de verplichtstelling tot deelneming in de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de Weg Aanvraag tot wijziging van de verplichtstelling tot deelneming in de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de Weg Excellentie, De hierna genoemde representatieve organisaties

Nadere informatie

10. Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets

10. Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets 10. Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets Conform de Pensioenwet dient het bestuur van een pensioenfonds de doelstellingen en beleidsuitgangspunten (waaronder de risicohouding) van het pensioenfonds

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

STICHTING UITTREDEN IN DE HOUTVERWERKENDE INDUSTRIE

STICHTING UITTREDEN IN DE HOUTVERWERKENDE INDUSTRIE STICHTING UITTREDEN IN DE HOUTVERWERKENDE INDUSTRIE Secretariaat: Reitseplein 8, Tilburg - Correspondentieadres: Postbus 90154-5000 LG Tilburg Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid afdeling uitvoeringstaken

Nadere informatie

Actuariële en Bedrijfstechnische Nota 2015

Actuariële en Bedrijfstechnische Nota 2015 Versie 0.9_25-09-2015 Actuariële en Bedrijfstechnische Nota 2015 Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken NR09_ABTN_versie25-09-2015 Inhoud 1. Voorwoord... 5 2. Inleiding... 6 2.1. Het doel van deze

Nadere informatie

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Dit financieel crisisplan is geschreven in het kader van artikel 145 van de Pensioenwet. Het crisisplan maakt deel uit van de beschrijving van de beheerste en integere

Nadere informatie

Financieel crisisplan

Financieel crisisplan Financieel crisisplan Inleiding In Artikel 145 van de Pensioenwet wordt voorgeschreven dat de ABTN een financieel crisisplan moet bevatten. Artikel 29b van het besluit FTK geeft hier een nadere uitwerking

Nadere informatie

INHOUD. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

INHOUD. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid FORMULIER REPRESENTATIVITEITSGEGEVENS (bedoeld in artikel 2, onderdeel h, artikel 3, onderdeel f, artikel 4, eerste lid, onderdeel U van de Regeling betreffende

Nadere informatie

Aanvraag uitbreiding verplichtstelling

Aanvraag uitbreiding verplichtstelling Aanvraag uitbreiding verplichtstelling DPD (deelnemersvereniging pensioenfonds dierenartsen) vraagt, na hiertoe een verzoek van SZW te hebben ontvangen, om uitbreiding van de verplichtstelling. SZW eist

Nadere informatie

CAO-PARTIJEN SCHILDERS

CAO-PARTIJEN SCHILDERS CAO-PARTIJEN SCHILDERS Burg. Elsenlaan 321 Postbus 11,2280 AA Rijswijk tel: 070-3366111 fax: 070-3368100 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie UAW Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Afdeling

Nadere informatie

Beleggingsaspecten voorontwerp van wet herziening ftk

Beleggingsaspecten voorontwerp van wet herziening ftk Beleggingsaspecten voorontwerp van wet herziening ftk De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid publiceerde op vrijdag 12 juli 2013 het lang verwachte consultatiedocument over de uitwerking

Nadere informatie

Ministerie van Soeiale Zaken en Werkgelegenheid Bezuidenhbutséweg 12 Directie UAW, afdeling CAV

Ministerie van Soeiale Zaken en Werkgelegenheid Bezuidenhbutséweg 12 Directie UAW, afdeling CAV Pensioenfonds Ministerie van Soeiale Zaken en Werkgelegenheid Bezuidenhbutséweg 12 Directie UAW, afdeling CAV Postbus 90801 Postbus 93002 2509 LV DEN HAAG 2509 AA Den Haag T 070 3490746 Einfo@spng.nl Datum:

Nadere informatie

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Dit financieel crisisplan is geschreven in het kader van artikel 145 van de Pensioenwet. Het crisisplan maakt deel uit van de beschrijving van de beheerste en integere

Nadere informatie

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dir. Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving afd. CAV. Postbus LV DEN HAAG

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dir. Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving afd. CAV. Postbus LV DEN HAAG 2509 LV DEN HAAG Postbus 90801 3992 DB Houten 3990 GG Houten E-mail: akoedijk@bedrijfsraad.nl Waterveste 1A Postbus 491 www.bedrijfsraad.nl Bezoekadres: Postadres: KvK 50757741 CAD-coordinator Mr Arnoud

Nadere informatie

BIJLAGE 7: Financieel crisisplan Stichting Jan Huysman Wz. Fonds

BIJLAGE 7: Financieel crisisplan Stichting Jan Huysman Wz. Fonds BIJLAGE 7: Financieel crisisplan Stichting Jan Huysman Wz. Fonds Inleiding In hoofdstuk 9 van deze Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) (Het weerstandsvermogen van het fonds, inzet van sturingsmiddelen)

Nadere informatie

Bekendmaking verzoek tot wijziging verplichtstelling tot deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds MINISTERIE VAN SOGIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Bekendmaking verzoek tot wijziging verplichtstelling tot deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds MINISTERIE VAN SOGIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Bekendmaking verzoek tot wijziging verplichtstelling tot deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds MINISTERIE VAN SOGIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BEKENDMAKING VERZOEK TOT WIJZIGING VERPLICHTSTELLING

Nadere informatie

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS 2017 Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS 2017 Hoofdstukindeling Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS 2017 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan van Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding

Nadere informatie

Deze werkingssfeer of verplichtstelling correspondeert met de werkingssfeer genoemd in artikel 1.1 van de cao Taxivervoer.

Deze werkingssfeer of verplichtstelling correspondeert met de werkingssfeer genoemd in artikel 1.1 van de cao Taxivervoer. Partijen betrokken bij de cao Taxivervoer Secretariaat: Bezuidenhoutsewet 12, Postbus 19365, 2500 a Den Haag Telefoon: 070-3751751 Geachte mevrouw van Eyck, Hierbij doe ik namens partijen betrokken bij

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 33 972 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband met aanpassing

Nadere informatie

CRISISPLAN - SAMENVATTING

CRISISPLAN - SAMENVATTING CRISISPLAN - SAMENVATTING MAATREGELEN ALS DE FINANCIËLE POSITIE IN GEVAAR IS 1 juli 2015 Inleiding Dit crisisplan beschrijft wat het Algemeen Bestuur gaat doen als het Pensioenfonds in een crisissituatie

Nadere informatie

In het crisisplan worden verschillende parameters gebruikt die voor het pensioenfonds belangrijk zijn:

In het crisisplan worden verschillende parameters gebruikt die voor het pensioenfonds belangrijk zijn: Crisisplan ABTN Bijlage 4 Inleiding In hoofdstuk 9 van de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) - Het weerstandsvermogen van het pensioenfonds, sturingsmiddelen en beleidskader - zijn de risico

Nadere informatie

Organisaties vertegenwoordigd in het bestuur van BPF Schoonmaak: Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten (OSB);

Organisaties vertegenwoordigd in het bestuur van BPF Schoonmaak: Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten (OSB); bedrijfstakpensioenfonds schoonmaak- en glazenwassersbedrijf Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving T.a.v. de heer M.H.M. van der Goes Postbus

Nadere informatie

FORMULIER REPRESENTATIVITEITSGEGEVENS (bedoeld in artikel 2:2, eerste lid, onderdeel d, van het Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het verzoeken om algemeen verbindend verklaring)

Nadere informatie

Haalbaarheidstoets 2018

Haalbaarheidstoets 2018 Haalbaarheidstoets 2018 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw Caroline Bosch 7 juni 2018 Copyright 2018 Sprenkels & Verschuren. Geen enkele reproductie van het document of een deel van het document

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Xerox

Stichting Pensioenfonds Xerox Financieel crisisplan Stichting Pensioenfonds Xerox 1 juli 2015 Artikel 1 ~ Inleiding Het bestuur heeft besloten om een financieel crisisplan op te stellen. Dit is een beschrijving van maatregelen die

Nadere informatie

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring Bavaria Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring Bavaria Hoofdstukindeling Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring Bavaria - 2018 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Beschrijving financiële crisissituaties

Nadere informatie

Sectorbrief - Wijzigingen in de pensioenwet: wat verwacht DNB van uw fonds. Geacht bestuur,

Sectorbrief - Wijzigingen in de pensioenwet: wat verwacht DNB van uw fonds. Geacht bestuur, De Nederlandsche Bank N.V. Toezicht pensioenfondsen Postbus 98 1000 AB Amsterdam 020 524 91 11 www.dnb.nl Onderwerp Sectorbrief - Wijzigingen in de pensioenwet: wat verwacht DNB van uw fonds Handelsregister

Nadere informatie

Het bestuur zal het crisisplan jaarlijks evalueren en zo nodig aanpassen.

Het bestuur zal het crisisplan jaarlijks evalueren en zo nodig aanpassen. Financieel crisisplan (per 1-7-2016) Inleiding Onderstaand is het financieel crisisplan van het SPF weergegeven. Het financieel crisisplan is gebaseerd op artikel 29b van het besluit FTK en wordt toegevoegd

Nadere informatie

Financieel crisisplan

Financieel crisisplan In werking : 1 oktober 2018 Inhoudsopgave 1. Beschrijving crisissituatie 3 2. Beleidsdekkingsgraad waarbij het fonds er zonder korten niet meer uit kan komen 4 3. Maatregelen die ter beschikking staan

Nadere informatie

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Premie Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Premie Hoofdstukindeling Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Premie - 2018 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Beschrijving financiële crisissituaties 3. Kritische

Nadere informatie

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: Financieel Crisisplan 1. Elementen crisisplan In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: vereist eigen vermogen (ultimo 2011

Nadere informatie

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen STICHTING PENSIOENFONDS RECREATIE Mei 2011 INHOUDSOPGAVE 0. Introductie 3 1. Doelstelling van het beleggingsbeleid 4 2. Organisatie en risicobeheerprocedures 5 3. Beleggingsbeginselen 7 Mei 2011 Pagina

Nadere informatie

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Stabiliteit Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Stabiliteit Hoofdstukindeling Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Stabiliteit - 2018 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Beschrijving financiële crisissituaties 3.

Nadere informatie

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Voorontwerp van wet tot wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 in verband met invoering van de reële ambitieovereenkomst en aanpassing van het

Nadere informatie

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Koopkracht Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Koopkracht Hoofdstukindeling Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Koopkracht - 2018 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Beschrijving financiële crisissituaties 3.

Nadere informatie

Met de hulp van onderhavig document vindt het overleg in de zin van artikel 102a Pw plaats met de sociale partners.

Met de hulp van onderhavig document vindt het overleg in de zin van artikel 102a Pw plaats met de sociale partners. Pensioenfonds ANWB Risicohouding Onderdeel van de doelstellingen en beleidsuitgangspunten van een pensioenfonds is de risicohouding. De risicohouding dient inzicht te geven in de relatie tussen de doelstellingen

Nadere informatie

Strategy, business and technology. Normenkader. Versie 5.1

Strategy, business and technology. Normenkader. Versie 5.1 Strategy, business and technology Normenkader Versie 5.1 Introductie Het VO heeft een takenpakket. Dat kan worden ingedeeld naar: overleg, advisering en beoordeling. Een VO dat zijn eigen normen expliciet

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland. Uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 11f van de Pensioenwet ambtenaren BES

Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland. Uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 11f van de Pensioenwet ambtenaren BES Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland Uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 11f van de Pensioenwet ambtenaren BES Juni 2017 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Algemene

Nadere informatie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, tot wijziging van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de invulling van het begrip consistentie

Nadere informatie

Haalbaarheidstoets Stichting Pensioenfonds ANWB. Monique van Run Sander Smeets 3 augustus 2016

Haalbaarheidstoets Stichting Pensioenfonds ANWB. Monique van Run Sander Smeets 3 augustus 2016 Haalbaarheidstoets Stichting Pensioenfonds ANWB Monique van Run Sander Smeets 3 augustus 2016 Agenda Haalbaarheidstoets Inleiding Uitgangspunten Resultaten Stochastische resultaten Pensioenresultaat Risicohouding

Nadere informatie

Financieel crisisplan Stichting Achmea Algemeen Pensioenfonds Collectiviteitskring Bavaria 2017 Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan Stichting Achmea Algemeen Pensioenfonds Collectiviteitskring Bavaria 2017 Hoofdstukindeling Financieel crisisplan Stichting Achmea Algemeen Pensioenfonds Collectiviteitskring Bavaria 2017 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan van Stichting Achmea Algemeen Pensioenfonds (Centraal Beheer

Nadere informatie

Behandeld door: Doorkiesnummer: ;

Behandeld door: Doorkiesnummer:  ; GROOTHANDEL IN LEVENSMIDDELEN STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS,vooR DE GROOTHANDEL IN LEVENSMIDDELEN Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid t,a,v, mevrouw C, van Delft ^ Directie UAW, Afdeling

Nadere informatie

Financieel crisisplan Bijlage 5 bij de actuariële en bedrijfstechnische nota

Financieel crisisplan Bijlage 5 bij de actuariële en bedrijfstechnische nota Financieel crisisplan Bijlage 5 bij de actuariële en bedrijfstechnische nota Vastgesteld in de bestuursvergadering van 15 december 2017 A.F. Rijksen, voorzitter P. Dijkstra, secretaris Inleiding Dit financieel

Nadere informatie

Financieel crisisplan CB APF Kring Stabiliteit 2017 Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan CB APF Kring Stabiliteit 2017 Hoofdstukindeling Financieel crisisplan CB APF Kring Stabiliteit 2017 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan van CB APF bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Beschrijving financiële crisissituaties 3. Kritische

Nadere informatie

Financieel crisisplan. Voorwoord. Inleiding. 1. Beschrijving financiële crisissituatie

Financieel crisisplan. Voorwoord. Inleiding. 1. Beschrijving financiële crisissituatie Financieel crisisplan November 2016 Voorwoord Voor de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2018 zijn met de werkgever afspraken gemaakt over een bijstortingsgarantie (en een terugstortingsverplichting

Nadere informatie

Behandeld door JB/rm. Wlj verzoeken u vriendelijk de aanvraag voor 1 januari 2015 af te ronden.

Behandeld door JB/rm. Wlj verzoeken u vriendelijk de aanvraag voor 1 januari 2015 af te ronden. BPV huisartsen Postbus 66 3970ABDrlebe(:gen va'av.huisartsenpensioen.nl Ministerie van Sociale Zal

Nadere informatie

Overige. Wijziging rente. Rendement. Toeslagen. Uitkeringen. Premies

Overige. Wijziging rente. Rendement. Toeslagen. Uitkeringen. Premies Memo Aan : Het bestuur van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en de Meubileringsbedrijven Van : Remco Dijkstra Datum : 08 maart 2019 Betreft : Herstelplan 2019 Kenmerk : SV-2019-0379

Nadere informatie

11 juli 2017 BAV Verzoek tot gedeeltelijke intrekking en wijziging van de verplichtstelling Sport. M.E.C. Boumans (030)

11 juli 2017 BAV Verzoek tot gedeeltelijke intrekking en wijziging van de verplichtstelling Sport. M.E.C. Boumans (030) Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving T.a.v. mevrouw B. Tukus-Kara (afd. CAV) Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG tevens via email: BTukus@MINSZW.NL

Nadere informatie

In werking : 1 juli 2015 Vastgesteld door het bestuur : 26 juni 2015

In werking : 1 juli 2015 Vastgesteld door het bestuur : 26 juni 2015 In werking : 1 juli 2015 Vastgesteld door het bestuur : 26 juni 2015 Inhoud Inleiding 3 1. Beschrijving crisissituatie 3 2. Beleidsdekkingsgraad waarbij het fonds er zonder korten niet meer uit kan komen

Nadere informatie

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015 Belanghebbendenvergadering 24 september 2015 Agenda 1. Opening 2. Actuele ontwikkelingen Ballast Nedam N.V. 3. Jaarverslag 2014 4. Nieuwe pensioenregelgeving en herstelplan 5. Toekomst pensioenfonds 6.

Nadere informatie

Financieel crisisplan CB APF Kring Premie 2017 Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan CB APF Kring Premie 2017 Hoofdstukindeling Financieel crisisplan CB APF Kring Premie 2017 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan van CB APF bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Beschrijving financiële crisissituaties 3. Kritische

Nadere informatie

IPFOS. Bestuurders Conferentie. Het gebruik van risicomaatstaven in ALM-context Ralph Verhoeks, Toezichthouder Risk & ALM - DNB

IPFOS. Bestuurders Conferentie. Het gebruik van risicomaatstaven in ALM-context Ralph Verhoeks, Toezichthouder Risk & ALM - DNB IPFOS Bestuurders Conferentie Het gebruik van risicomaatstaven in ALM-context Ralph Verhoeks, Toezichthouder Risk & ALM - DNB Het gebruik van risicomaatstaven in ALM-context Ralph Verhoeks 2 Inhoud 1.

Nadere informatie

Indexatiebeleid Financiering Reglement Communicatie

Indexatiebeleid Financiering Reglement Communicatie Matrix 1 ten aanzien van de toeslag pensioenaanspraken en pensioenrechten (is toeslag voor gepensioneerden, gewezen deelnemers en deelnemers) 2 : Indexatiebeleid, A. Geen B. Geen doelgericht indexatiebeleid

Nadere informatie

Overgang naar Bpf Detailhandel 27 September 2017

Overgang naar Bpf Detailhandel 27 September 2017 Overgang naar Bpf Detailhandel 27 September 2017 Agenda Overgang naar Pensioenfonds Detailhandel Aanleiding Uitgangspunten voor samenwerking Conclusies Besluit Sociale Partners In het kort: Pensioenfondsen

Nadere informatie

Tien passen voor de tango Normenkader voor het VO

Tien passen voor de tango Normenkader voor het VO Tien passen voor de tango Normenkader voor het VO Met normen kan een Verantwoordingsorgaan (VO) zijn verantwoordelijkheden (oordelen, adviseren en overleggen) beter uitoefenen. Penvita onderscheidt algemene

Nadere informatie

RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL. Vraag 1

RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL. Vraag 1 RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL Vraag 1 Onder het huidige FTK krijgen pensioenfondsen te maken met de zogenaamde beleggings -spagaat: aan de ene kant kan er weinig risico worden genomen

Nadere informatie

Indexatie-IQ, voor een transparant en stabiel pensioen.

Indexatie-IQ, voor een transparant en stabiel pensioen. Indexatie-IQ, voor een transparant en stabiel pensioen. De Bazel 24 mei 2012 Het Pensioenakkoord Drie delen: - De AOW-leeftijd - Pensioen in de tweede pijler - Ouderenparticipatie Wat is de aanleiding?

Nadere informatie

Dit verzoek ontvangt u via het online loket van SZW (pensioenonline) en via .

Dit verzoek ontvangt u via het online loket van SZW (pensioenonline) en via  . Datum 5 april 2018 Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving T.a.v. mevrouw P. van Delft (afd. CAV) Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG tevens

Nadere informatie

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630 Pensioenfonds Productschappen Bezoekadres Laan van Zuid Hoorn 165 2289 DD Rijswijk Postadres Postbus 3042 2280 GA Rijswijk Telefoon 070 4138630 Fax 070 4138650 E-mail info@pbodnl Website wwwpbodnl KvK

Nadere informatie

Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw

Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw Artikel 1 Definities De begripsomschrijvingen zoals opgenomen in het Pensioenreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw (hierna:

Nadere informatie

Financieel crisisplan NN CDC Pensioenfonds

Financieel crisisplan NN CDC Pensioenfonds NN CDC Pensioenfonds per 8 juni 2015 Inhoudsopgave Inleiding...3 Opzet van het financieel crisisplan...3 1. Risico s en crisissituaties...4 2. Maatregelen ter voorkoming van crisissituaties en herstel

Nadere informatie

UITVOERINGSREGLEMENT SW EN WIW STICHTING PENSIOENFONDS VOOR WERK EN (RE)INTEGRATIE

UITVOERINGSREGLEMENT SW EN WIW STICHTING PENSIOENFONDS VOOR WERK EN (RE)INTEGRATIE UITVOERINGSREGLEMENT SW EN WIW STICHTING PENSIOENFONDS VOOR WERK EN (RE)INTEGRATIE JULI 2015 H OOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Definities Voor dit reglement zijn de definities van toepassing

Nadere informatie

1 INLEIDING ELEMENTEN VAN HET CRISISPLAN CRISISPLAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS SCILDON... 6

1 INLEIDING ELEMENTEN VAN HET CRISISPLAN CRISISPLAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS SCILDON... 6 CRISISPLAN 2018 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 4 2 ELEMENTEN VAN HET CRISISPLAN... 5 3 CRISISPLAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS SCILDON... 6 3.1 Wanneer is er sprake van een crisis... 6 3.2 Welke financiële

Nadere informatie

Asset & Liability Management

Asset & Liability Management Asset & Liability Management Verder gaan is de juiste balans vinden. ALM: inzicht in risico s Zorgen voor balans tussen pensioenverplichtingen en de opbouw van het pensioenvermogen. Het is een kerntaak

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoenngstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoenngstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG .. 5tich*in p.asloanfo woor detadtdrnleb Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoenngstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG behandeld door doorkiesnummer

Nadere informatie

10. Het Financieel Crisisplan

10. Het Financieel Crisisplan 10. Het Financieel Crisisplan Een financieel crisisplan is een beschrijving van maatregelen die het bestuur van het pensioenfonds op korte termijn effectief zou kunnen inzetten, indien de beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) 31.12.14 1.2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) 31.12.14 1.2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10 Staat/formulier K0 blad 2 Datum in herstel (ddmmjj) 2 2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 0 Onderbouwing gekozen hersteltermijn Er is voor een termijn van 0 jaar gekozen omdat een relatief lange termijn

Nadere informatie

Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader. Juni 2014

Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader. Juni 2014 Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader Juni 2014 Inhoudsopgave Wetsvoorstel aanpassing FTK Beleidsdekkingsgraad Premievaststelling Toekomstbestendig indexeren Inhaalindexatie Hersteltermijn

Nadere informatie

Financieel crisisplan. Stichting Pensioenfonds Hewlett-Packard Nederland. 1 oktober 2015

Financieel crisisplan. Stichting Pensioenfonds Hewlett-Packard Nederland. 1 oktober 2015 Financieel crisisplan Stichting Pensioenfonds Hewlett-Packard Nederland 1 oktober 2015 Over deze publicatie Inleiding Dit financieel crisisplan van (hierna: HPPF) is geschreven in het kader van de beschrijving

Nadere informatie

Deelnemersbijeenkomst

Deelnemersbijeenkomst Deelnemersbijeenkomst Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland 19 november 2013 13 oktober 2010 Deelnemersbijeenkomst Agenda Opening Financiën: Financiële situatie Beleggingsbeleid Risico s en rendement

Nadere informatie

De opbouw die in 2019 en 2020 nog plaatsvindt in de overgangsregeling is, overeenkomstig voorgaande jaren, niet meegenomen in de berekeningen.

De opbouw die in 2019 en 2020 nog plaatsvindt in de overgangsregeling is, overeenkomstig voorgaande jaren, niet meegenomen in de berekeningen. Aan Van Cc Het bestuur van Stichting Pensioenfonds ANWB AZL Actuariaat (Monique van Run en Valerie Heuvelmans) Dirk Meijwaard, fondsmanager Onderwerp Herstelplan 2019 Datum 7 maart 2019 Inleiding Omdat

Nadere informatie

WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN?

WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN? WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN? Bijeenkomst voor pensioengerechtigden Dick Vis, voorzitter Stichting Pensioenfonds Urenco Nederland 20 september 2016 Agenda 1. Samenvatting jaarverslag 2015 2.

Nadere informatie

Financieel crisisplan

Financieel crisisplan Financieel crisisplan Inleiding Het financieel crisisplan is een beschrijving van maatregelen die het bestuur op korte termijn effectief kan inzetten indien in korte tijd de dekkingsgraad zich zeer snel

Nadere informatie

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram 02 verkort in beeld 03 Ontwikkelingen 05 08 10 Pensioenen Beleggingen Organogram Aantal deelnemers dat pensioen opbouwt Aantal personen dat een ouderdomspensioen ontvangt Aantal deelnemers met slapende

Nadere informatie

Gelet op artikel 6, vierde lid, 9, vierde lid, 13, zesde lid, 18, tweede lid en 19, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;

Gelet op artikel 6, vierde lid, 9, vierde lid, 13, zesde lid, 18, tweede lid en 19, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling; (Tekst geldend op: 04-02-2011) Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 december 2006, nr. AV/PB/2006/102511a, tot Vaststelling van regels met betrekking tot de verplichtstelling

Nadere informatie

Herstelplan. Stichting Personeelspensioenfonds APG

Herstelplan. Stichting Personeelspensioenfonds APG Herstelplan Stichting Personeelspensioenfonds APG PPF APG Herstelplan versie: juni 2015 Herstelplan PPF APG 2015 juni 2015 1. Inleiding In dit herstelplan 2015 voor PPF APG leest u eerst welke uitgangspunten

Nadere informatie

Uitvoeringsreglement. Stichting Pensioenfonds Medewerkers Apotheken

Uitvoeringsreglement. Stichting Pensioenfonds Medewerkers Apotheken Uitvoeringsreglement Stichting Pensioenfonds Medewerkers Apotheken Inhoud Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 1. Definities 3 2. Partijen 3 3. Algemene en wederzijdse verplichtingen 3 4. Uitbesteding 3 5.

Nadere informatie

Reactie op het wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader (FTK)

Reactie op het wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader (FTK) Reactie op het wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader (FTK) Utrecht, 2 september 2014 Koninklijk Actuarieel Genootschap Postbus 2433 3500 GK UTRECHT 1 In deze notitie treft u de reactie aan

Nadere informatie

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics Inhoud REGLEMENT ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN STICHTING VOORZIENINGSFONDS GETRONICS Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 1

Nadere informatie

Geachte heer Van der Goes,

Geachte heer Van der Goes, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving T.a.v. de heer mr. M.H.M. van der Goes Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Secretariaat Stephensonweg 14

Nadere informatie

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer Pagina 1 van het addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, contractnummer 27339 Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van 27339. Stichting Pensioenfonds

Nadere informatie

Stichting Norit Pensioenfonds

Stichting Norit Pensioenfonds Stichting Norit Pensioenfonds Communicatieplan 2017-2019 Dit communicatieplan is voorbereid door de werkgroep communicatie van Stichting Norit Pensioenfonds en vastgesteld door het bestuur. Amersfoort,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 25826 14 december 2012 Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 6 december 2012, AV/PB/2012/17300,

Nadere informatie

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV Versie 1.0 17 juni 2015 Auteur: Corné van Bokhoven Status: vastgesteld door bestuur Inleiding Nadat Stichting Pensioenfonds DHV in 2008 in dekkingstekort kwam heeft

Nadere informatie

UITVOERINGSOVEREENKOMST

UITVOERINGSOVEREENKOMST 1 UITVOERINGSOVEREENKOMST Stichting Pensioenfonds HAL, gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen "het Fonds", en HAL Holding N.V., gevestigd te Curaçao, alsmede de rechtspersonen waarvan HAL Holding N.V.

Nadere informatie

Partijen betrokken bij de CAO voor het beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen

Partijen betrokken bij de CAO voor het beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen Partijen betrokken bij de CAO voor het beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen Secretariaat: Postbus 3008 2700 KS Zoetermeer Telefoon: 079-3636290 Fax: 079-3636266 l\/linisterie

Nadere informatie

Deelnemersbijeenkomst Stichting Jan Huysman Wz fonds 27 September 2016

Deelnemersbijeenkomst Stichting Jan Huysman Wz fonds 27 September 2016 Deelnemersbijeenkomst Stichting Jan Huysman Wz fonds 27 September 2016 1 1: OPENING & AGENDA Opening Notulen deelnemersvergadering 2015 Deelnemersvergadering juli 2016 Samenstelling bestuur en verantwoordingsorgaan

Nadere informatie

de pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden, zoals aanspraken op ouderdomsen nabestaandenpensioen en pré-pensioen.

de pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden, zoals aanspraken op ouderdomsen nabestaandenpensioen en pré-pensioen. de pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden, zoals aanspraken op ouderdomsen nabestaandenpensioen en pré-pensioen. De hierna opgenomen bepalingen worden niet alleen toegepast op formeel overeengekomen

Nadere informatie

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Samenvatting cijfers per 31 december 2015 Dekkingsgraad (UFR): 100,5% Beleidsdekkingsgraad: 104,4% Belegd vermogen: 19,9 miljard Rendement 4 e

Nadere informatie

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Beleggingen Het totaal rendement over het afgelopen boekjaar 2010 is uitgekomen op 15,6%. Als we naar de onderverdeling kijken zien we het

Nadere informatie

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer Pagina 1 van het addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma pensioenregeling A, contractnummer 27339 Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland,

Nadere informatie