JP overzicht witwassen Misdaad mag en zal niet lonen Over witwassen, dé andere manier van afpakken
|
|
- Gustaaf de Wilde
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 JP overzicht witwassen Misdaad mag en zal niet lonen Over witwassen, dé andere manier van afpakken Samenstelling: Esther Duijts, BOOM Amsterdam Witwassen en uitleg *Witwassen en de reikwijdte van (schuld)witwassen LJN BM4440 HR 26 oktober 2010 Wetshistorische uitleg door de HR van witwassen. Geen nieuwe opvatting. Gang van zaken tot HR: Met valse salarisspecificaties heeft verdachte een hypotheek gekregen bij een bank. Bij rb: veroordeling voor feit 1 en 2 (valsheid in geschrifte en oplichting) en vrijspraak voor feit 3 (witwassen). Overweging rb m.b.t. deze vrijspraak: verdachte had geen nadere op versluiering gerichte handeling verricht om het zicht op de illegale herkomst van het geld te ontnemen. Handelen van verdachte kan niet worden gekwalificeerd als witwassen. OM: nee, juist de aanwending van het door de valsheid en oplichting verkregen krediet levert witwassen op. Appel. Rb gaat ten onrechte uit van 420 bis eerste lid onder a i.p.v. 420 bis eerste lid onder b Sr. Bovendien is er aantasting van de financiële en economisch verkeer en bedreiging van de openbare orde. AG onderschrijft dit met nadere motivering. Rdsm wil in appel vrijspraak: cliënt heeft de integriteit van het financiële en economische verkeer niet in gevaar gebracht, want hij heeft de herkomst niet verhuld. Hof: het verweer tot vrijspraak wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen. Er is voor de t.l.g. variant van witwassen niet vereist dat de illegale herkomst van een voorwerp wordt verhuld (immers t.l.l. doelt op variant b). HR (NJ 2008, 16) overweegt dat de herkomst van een voorwerp uit eigen misdrijf niet in de weg staat aan veroordeling voor witwassen. HR overweegt ook dat nergens (noch de wettekst, noch de wetsgeschiedenis) blijkt dat het enkele voorhanden hebben van het voorwerp onvoldoende is voor witwassen. Er is i.c. wel sprake van witwassen. HR: het gaat hier om reikwijdte van 420 bis (witwassen) en 420 quater (schuldwitwassen). MvT wordt uitgebreid aangehaald. HR herhaalt zichzelf (LJN AU6712, NJ 2008, 16): de herkomst van een voorwerp uit eigen misdrijf staat niet in de weg aan veroordeling voor witwassen, ook niet als het voorwerp slechts voorhanden is. Maar: niet elke gedraging levert onder alle omstandigheden (automatisch, mijn invulling, ED) (schuld)witwassen op. Er dient wel iets bij te komen. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat de strafbaarstelling van witwassen strekt ter bescherming van de aantasting van de integriteit van het financieel en economisch verkeer en van de openbare orde, dat witwassen 1
2 een veelomvattend, maar ook te begrenzen fenomeen is, en dat ook in het geval het witwassen de opbrengsten van eigen misdrijf betreft, van de witwasser in beginsel een handeling wordt gevergd die erop is gericht "om zijn criminele opbrengsten veilig te stellen". Gelet hierop moet worden aangenomen dat indien vaststaat dat het enkele voorhanden hebben door de verdachte van een voorwerp dat afkomstig is uit een door hemzelf begaan misdrijf niet kan hebben bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat voorwerp, die gedraging niet als (schuld)witwassen kan worden gekwalificeerd. HR meent dat het oordeel van het Hof geen blijk geeft van een onjuiste opvatting en dat het oordeel toereikend is gemotiveerd. *Witwassen vermenging van criminele vermogen met legaal vermogen LJN BN0578 (HR 23 november 2010) Kopje samenvatting op Rechtspraak.nl: HR: (overweging 3.6.1, toevoeging ED) Uit wetsgeschiedenis vloeit voort dat de witwasbepalingen in zeer uiteenlopende gevallen toepassing kunnen vinden. Daarbij kan worden onderscheiden tussen (i) (ii) de situatie waarin het vermogen "gedeeltelijk" van misdrijf van afkomstig is, aldus dat legaal vermogen is "besmet" doordat daaraan van misdrijf afkomstige vermogensbestanddelen zijn toegevoegd (vermenging), en de situatie waarin het vermogen "middellijk" van misdrijf van afkomstig is, dus bestaat uit vermogensbestanddelen die afkomstig zijn van (vervolg)transacties die zijn uitgevoerd met van misdrijf afkomstige vermogensbestanddelen. Dit onderscheid sluit niet uit dat beide situaties zich ten opzichte van een bepaald vermogen voordoen. Denkbaar is dat in zulke situaties een vermogensbestanddeel met een criminele herkomst zich binnen het na vermenging gevormde vermogen niet meer laat individualiseren. In het bijzonder in die situatie kan zich het geval voordoen dat het vermogen - en nadien elke betaling daaruit - wordt aangemerkt als (middellijk) gedeeltelijk van misdrijf afkomstig in de zin van de witwasbepalingen. Onder omstandigheden kan bepaald gedrag niet als witwassen worden gekwalificeerd. Daarbij kan in de beoordeling worden betrokken of sprake is van: (Uit overweging 3.6.3, toevoeging ED) - een geringe waarde van het van misdrijf afkomstige vermogensbestanddeel dat met een op legale wijze verkregen vermogen vermengd is geraakt, al dan niet in verhouding tot de omvang van het op legale wijze verkregen deel; - een groot tijdsverloop tussen het moment waarop het van misdrijf afkomstige vermogensbestanddeel is vermengd met het legale vermogen en het tijdstip waarop het verwijt van witwassen betrekking heeft; - een groot aantal of bijzondere veranderingen in dat vermogen in de tussentijd; - een incidenteel karakter van de vermenging van het van misdrijf afkomstige vermogensbestanddeel met het legale vermogen. Bij de keuze van de in dit verband in acht te nemen omstandigheden kan van belang zijn of sprake is van de hiervoor onder sub (i) en (ii) onderscheiden 2
3 situaties. Gelet op de vele varianten waarin het witwassen in de praktijk kan plaatsvinden, die zich bovendien niet op voorhand laten overzien, is de hiervoor gegeven opsomming van mogelijk in de beoordeling te betrekken omstandigheden niet limitatief. (overweging 3.8.1, toevoeging ED) s Hofs oordeel moet aldus worden verstaan dat het gehele vermogen van GGG B.V. sedert de vermenging daarvan met van drugsmisdrijven afkomstige miljoenen guldens, als gedeeltelijk onmiddellijk of middellijk van misdrijf afkomstig moet worden aangemerkt. HR leest de bewezenverklaring in zoverre verbeterd. s Hofs oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk. Casus: Hof heeft verdachte veroordeeld voor witwassen. Op de t.l.l. wordt haar verweten dat zij in een bepaalde periode een geldbedrag (1,2 miljoen) heeft verworven op een bankrekening op haar naam met de omschrijving aandelen ZZ BV. De bewijsmiddelen worden opgesomd en het Hof geeft bewijsoverwegingen, die uitgebreid genoemd worden in het arrest van de HR. Als vast staand wordt aangenomen dat verdachte haar ZZ BV heeft verkocht en hiervoor 1,2 miljoen heeft gekregen. De verkoop was aan GGG BV, waarvan C directeur aandeelhouder was. C had de leiding over GGG. Niet valt te zeggen dat deze betaling in verband staat met de afpersing van C door WH. Vraag is dan voor het Hof of het geld dat betaald is van enig ander misdrijf afkomstig is. Rdsvr: (1) vast dient te komen staan dat het geld dat verdachte van GGG heeft ontvangen van misdrijf afkomstig was (conclusie rdsvr: dat blijkt nergens uit; o.a. niet nu nergens blijkt van witwaspraktijken of andere feiten gepleegd door C) (2) indien een gedeelte van het vermogen van GGG van criminele herkomst zou zijn kan dat deel niet worden geïdentificeerd en niet het gehele vermogen van GGG is dan besmet (3) verdachte had geen opzet of schuld t.a.v. het ontvangen van geld van criminele herkomst. Hof: feit is dat C geld heeft gehad van anderen en dat dat geld criminele herkomst heeft. Die bedragen zijn niet meer identificeerbaar in vermogen van C.. Hof is het niet eens met punt 2 van de rdsvr: anders zou het bezit of gebruik van criminele vermogens straffeloos moeten blijven indien er een stukje legaal geld aan wordt toegevoegd. Dat is niet de bedoeling van de wetgever. Wel besmet vermogen. Maar niet elke vermenging leidt to besmet vermogen; in het bijzonder niet als het gaat om een zeer klein bedrag van criminele herkomst. Hof stelt vast dat verdachte C all langer kende en dat zij wist dat hij met criminelen omging. Ze had daardoor voorzichtig moeten zijn met het aangaan van zakelijke transacties met C. Bovendien heeft ( in periode ) een intieme relatie met WH, en is het onwaarschijnlijk dat zij niet wist van de contacten tussen WH en (in het arrest genoemde) personen. Volgt opsomming van allerlei motieven die verdachte naar voren heeft gebracht om ZZ te verkopen aan C. Zij wilde niet dat haar familienaam negatief bekend werd. Hof trekt hier een andere conclusie uit, namelijk dat het lijkt dat verdachte ZZ wilde verkopen aan C, voordat hij financieel in de problemen kwam n.a.v. allerlei negatieve publiciteit. Onder deze omstandigheden rustte op haar een plicht om onderzoek te doen naar de herkomst van het geld van c. dat heet zij nagelaten. Ook later, na nieuwe 3
4 publicaties waarin C genoemd werd als witwasser, en na zijn liquidatie heeft zij nagelaten onderzoek te doen. Schuldwitwassen wordt bewezenverklaard. Cassatiemiddel 1: vraagstelling m.b.t. de bewezenverklaring van 420quater Sr (onmiddellijk of middellijke afkomstig uit enig misdrijf; de vermenging van legaal en crimineel geld) HR: zoekt de wetshistorische uitleg op (MvT uitleg; voorlopig verslag van de vaste cie voor justitie EK; MvA aan EK). Conclusie: wetshistorisch is er de bedoeling dat er een ruim toepassingsbereik is. Niet alleen onmiddellijk en middellijk, ook voor voorwerpen die deels van misdrijf afkomstig zijn (m.n. om witwassen ook in latere fases te kunnen aanpakken). Verder blijkt dat na vermenging er dus sprake is van vermogen dat mede of deels uit misdrijf afkomstig is. (en dan volgen o.a. d overwegingen die hiervoor zijn genoemd). Cassatiemiddel 1 wordt afgewezen Cassatiemiddel 2 wordt ook afgewezen. Witwassen: Uitleg term geldtransactiekantoor LJN BQ4199 (HR 12 juli 2011) Deze term komt uit artikel 1a wet inzake de geldtransactiekantoren (Wgt). Het middel bevat onder meer de klachten dat het Hof het verweer dat de verdachte niet werkzaam is geweest als 'geldtransactiekantoor' in de zin van art. 1 Wet inzake de geldtransactiekantoren (hierna ook: Wgt) ten onrechte, althans onbegrijpelijk gemotiveerd heeft verworpen en dat de bewezenverklaring van feit 2, voor zover deze inhoudt dat de verdachte "als geldtransactiekantoor (in de zin van artikel 1 van de wet inzake de geldtransactiekantoren) werkzaam is geweest", niet naar de eis der wet met redenen is omkleed. Art. 1 Wgt luidt, voor zover hier van belang: "In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. geldtransactiekantoor: de natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die beroeps- of bedrijfsmatig ten behoeve van of op verzoek van een derde geldtransacties uitvoert, dan wel beroeps- of bedrijfsmatig werkzaam is bij de totstandkoming daarvan; (...) c. geldtransactie: (...) 3 het in het kader van een geldelijke overmaking ter beschikking krijgen van gelden of geldswaarden, teneinde deze gelden of geldswaarden al dan niet in dezelfde vorm aan een derde elders betaalbaar te stellen of te doen stellen, dan wel het betalen of betaalbaar stellen van gelden of geldswaarden nadat deze gelden of geldswaarden elders al dan niet in dezelfde vorm ter beschikking zijn gesteld, waarbij deze geldelijke overmaking een op zichzelf staande dienst is; (...)" Art. 3, eerste lid, Wgt luidt: "Het is verboden als geldtransactiekantoor werkzaam te zijn." De Wgt is er gekomen, als vervanging van de Wet inzake wisselkantoren ( Wwk). Met uitgebreide verwijzing naar de wetsgeschiedenis (zowel Wwk, als Wgt; doel: anti-witwaswetgeving), komt de HR tot het volgende: 4
5 De klachten berusten op de opvatting dat degene die, zoals de verdachte, zich beroeps- of bedrijfsmatig als opdrachtgever wendt tot een bancaire instelling en aldaar ten behoeve van of op verzoek van derden door die instelling geldtransacties laat verrichten, niet zelf kan worden aangemerkt als 'geldtransactiekantoor' in de zin van art. 1, aanhef en onder a sub 3º, Wgt en niet zelf degene is die 'geldtransacties uitvoert' als bedoeld in deze bepaling. Die opvatting is onjuist. De door het middel voorgestane beperkte uitleg van het begrip 'geldtransactiekantoor' strookt niet met hetgeen gelet op doel en strekking van de Wet inzake de geldtransactiekantoren de wetgever voor ogen stond. Uit de hiervoor in weergegeven wetsgeschiedenis blijkt immers dat het begrip 'geldtransactiekantoor' - net als voordien onder de Wet inzake de wisselkantoren, het begrip 'wisselkantoor' (vgl. HR 18 mei 2004, LJN AO4054, NJ 2004/497) - ruim is geformuleerd, terwijl uit de tekst van de genoemde bepaling, mede gelezen in het licht van de parlementaire geschiedenis, volgt dat ook het begrip 'geldtransacties' zodanig ruim is omschreven, dat daaronder het verrichten van geldtransfers (moneytransfers) als de onderhavige vallen. Derhalve kan degene die, zoals de verdachte, beroeps- of bedrijfsmatig ten behoeve van of op verzoek van derden geldtransfers verricht, worden aangemerkt als degene die als 'geldtransactiekantoor' 'geldtransacties uitvoert' in de zin van art. 1, aanhef en onder a sub 3º, Wgt. Witwassen en rechtmatigheid opsporing *Witwassen en onrechtmatige opsporing LJN BO6031 (Gerechtshof A dam, 18 oktober 2010) Casus: auto wordt in maart 2008 gecontroleerd op basis van 54 WWM. En de zwarte Audi A3 wordt een plastic zak gevonden met (naar blijkt) ,--. Bij een medeverdachte wordt ter plaatse 1.000,-- gevonden en ook inbeslaggenomen. Deze man stelt niet te weten hoeveel geld in de plastic zak zat en ook niet van wie het was. Hij moest het afgeven aan iemand op Schiphol, nadere gegevens zou hij nog krijgen. De man is aangehouden. Inmiddels blijkt uit RDW-bevraging dat de auto op naam van zijn broer staat (de verdachte van dit arrest). De medeverdachte bevestigt dit. De auto zou betaalt zijn door verdachte met geld dat hij verdiend bij Domino s Pizza. Er wordt een LOVJ/MOT verzoek gedaan. Dan volgt er een MOT-melding uit 2005 op naam van verdachte. Rdsvr: dit onderzoek is onrechtmatig, want onvoldoende voor 27 verdenking. Hof: inderdaad komt de politie niet de bevoegdheid toe om een persoonsgericht onderzoek als het onderhavige te doen zonder 27- verdenking. Rechtsgevolg: vrijspraak. Witwassen en bewijsconstructies *Witwassen en bewijs uit misdrijf afkomstig LJN BM0787 (HR 13 juli 2010) Verdachte is o.a. witwassen ten laste gelegd, van zeer grote contante geldbedragen. Hof spreekt vrij. Hof stelt dat er onvoldoende bewijs is dat de 5
6 geldbedragen een criminele herkomst hebben. En spreekt vrij. Verdachte heeft i.c. namelijk een verhaal waar hij het geld mee heeft verdiend. In cassatie komt de vraag aan de orde of deze vrijspraak terecht is en of deze juist is gemotiveerd door het Hof. Heeft het Hof de juiste maatstaf aangelegd bij de beoordeling van de bewijsmiddelen bij het begrip afkomstig uit enig misdrijf. Het Hof heeft gezegd dat het aan het OM is te bewijzen dat de geldbedragen afkomstig zijn uit enig misdrijf, en niet aan de verdachte om te bewijzen dat het een legale bron had. HR gaat uitgebreid in op de wetshistorie. En komt tot de conclusie dat afkomstig van enig misdrijf bewezen kan worden verklaard als het niet anders kan zijn dan dat het geld van misdrijf afkomstig is. Maar zegt de HR: Het is aan het OM bewijs bij te brengen waaruit zodanige feiten en omstandigheden kunnen worden afgeleid. Als er omstandigheden zijn die de verdenking van witwassen rechtvaardigen, betekent dit wel dat het op de weg van de verdachte ligt om een verklaring te geven voor de herkomst van het geld, maar niet zonder meer dat het aan de verdachte is om aannemelijk te maken dat het geld wel een legale herkomst heeft. Witwassen en bewijsmotivering door Hof LJN BN4298 (HR 26 oktober 2010) HR: 81 RO-afdoening Er is veroordeeld voor (o.a.) gewoontewitwassen. Daar klaagt het cassatiemiddel over. De bewijsmiddelen zouden onvoldoende steun bieden aan gewoontewitwassen en het wisselen van grote bedragen. AG somt alle bewijsmiddelen op. Hof komt tot bewezenverklaring voor gewoontewitwassen. De verklaring van verdachte (bedragen geleend en terugbetaalt i.v.m. handel in horloges) is niet aannemelijk gemaakt op een schaal van handel die zo n grote omzet verklaard, dat hij leningen diende af te sluiten van deze orde van grootte van bedragen genoemd in tapgesprekken, (periode van 2 weken meer dan 2 ton) Bovendien wordt het weersproken door een medeverdachte dat de tapgesprekken die hij voerde ging om handel in horloges, maar om grote coupures. (1) niet bekend is waar het geld vandaan kwam, (2) voor de gedraging van verdachte (namelijk door met versluierd taalgebruik de aanmerkelijke bedragen hun herkomst te verhullen) is geen andere verklaring te geven dan dat het geld van misdrijf afkomstig is (3) bij de doorzoeking van de woning van de verdachte zijn 76 biljetten aangetroffen van 500,-- zonder dat verdachte hiervoor een aannemelijke verklaring heeft gegeven. AG bij HR: tikt elk cassatiemiddel af. Witwassen en geld voorhanden uit drugshandel LJN BQ9886 (Hof Den Bosch 15 juni 2011) T.l.l.: witwassen (algemeen geformuleerd met periode en ruim omschreven gedraging c.f. wetstekst). Hof: voor zover de steller van de t.l.l. bedoeld heeft dat dit ook de bij verdachte en in zijn woning aangetroffen gelden omvat, wordt hiervoor vrijgesproken. Het is weliswaar aannemelijk dat dit geld verdiend is met 6
7 handel in drugs. Maar niet blijkt dat verdachte een handeling heeft verricht om de criminele opbrengsten veilig te stellen. Vgl: HR 26 oktober 2010; LJN BM4440). NB: Hof komt ook niet tot verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen geld!!!! Wijst op reikwijdte 33a, lid 1, onder e. Geld gaat terug!!!!! Witwassen bewijs en kwalificatie (SOCRATES-onderzoek) BQ9399 en BQ9404 (Hof A dam 24 juni 2011) Gaat om zaak waarbij medewerkers van Schiphol verdachte zijn van medeplegen drugsinvoer op de luchthaven. BQ9399: Wel bewezenverklaring voor feit 5 (t.l.l. voor witwassen (voorhanden hebben van allerlei voorwerpen: o.a. koffers, bankkaarten en rijbewijs op naam van anderen; id-kaart op naam van ander; memorystick, computer, videocamera van ander; geld en auto), maar deels o.v.a.r. (voor koffers, bankkaarten en rijbewijs op naam van anderen; id-kaart op naam van ander; memorystick, computer, videocamera van ander;) omdat niet blijkt dat verdachte m.b.t. deze voorwerpen handelingen heeft verricht met het oog op verbergen of verhullen van herkomst van deze voorwerpen. Gewoontewitwassen LJN BP0294 (HR 5 april 2011) Betrokkene is door het Hof s-gravenhage veroordeelt voor gewoontewitwassen. De raadsman heeft 3 middelen van cassatie voorgesteld. Het tweede middel gaat over het moment van transformatie. De verdediging neemt de stelling in dat de periode wanneer sprake is van (gewoonte)witwassen niet kan aanvangen voordat de van misdrijf afkomstige voorwerpen daadwerkelijk voorhanden zijn. Indien immers het voorhanden hebben een kortere periode beslaat, is er minder snel sprake van gewoonte, aldus de raadsman. De Hoge Raad gaat hier niet in mee. Van belang is dat het voorhanden hebben op enig moment binnen de in de bewezenverklaring vermelde periode is aangevangen. Het is niet nodig dat dit moment samenvalt met het begin van de periode. Het derde middel stelt dat gewoontewitwassen een actieve handeling vereist (en in de visie van de raadsman kennelijk niet passief kan worden verricht). Deze opvatting vindt geen steun in het recht. NB: De raadsman en de AG (!) waren van mening dat het Hof had moeten uitleggen waarom het begrip voorhanden hebben ruimer is dan de uitleg die de raadsman aan dit begrip had gegeven. De AG was van mening dat er sprake is van een gat in de bewijsvoering zodat er sprake is van een Meer en Vaart verweer, en het Hof hierop dus had dienen te reageren. En voor zover het Hof de uitleg in het middel niet correct zou achten had het op zijn minst moeten uitleggen waarom het begrip voorhanden hebben ruimer is, aangezien het verweer in dat perspectief kan worden aangemerkt als een Dakdekkerverweer. Witwassen en bewijsconstructie LJN BT7681 (Hof Den Haag 13 oktober 2011) Bewijs inzake witwassen (volgens de bekende vaste logica): er is op verschillende plaatsen (fouillering, op diverse locaties in woning) contant geld aan getroffen bij verdachte. Verdachte is uit het verleden bekend voor drugshandel. Hij erkent 7
8 huidig gebruik. Onderzocht is of de aangetroffen bedragen passen bij zijn legale inkomsten en bekende uitgaven: nee. Heeft hij een aannemelijke verklaring? Nee, hij week zelfs ter zitting af van zijn eerdere verklaring. Dat werkte tegen hem. Er volgt een bewezenverklaring voor witwassen + vv. Toevoeging ED: de systematiek in redeneren lijkt sterk op de redenering die wij hebben bij ontnemingszaken in periodeberekeningen. Ik merk dat bij de politie en collega-ovjs geregeld vragen zijn over dit soort constructies. Met name hoe je dit aan de voorkant inkleedt. Tip: het is van belang dat bij de politieverhoren zo concreet mogelijk wordt doorgevraagd. Op details. Als wordt gezwegen of als op de zitting van de eerder afgelegde verklaring wordt afgeweken, kan dat belastend worden uitgelegd. Witwassen en alternatief scenario? LJN BR2817 (HR 11 oktober 2011) HR: 81 RO AG: Hof heeft verdachte t.z. witwassen veroordeeld voor 9 maand gevangenisstraf en vv van ,--. Cassatiemiddel 2: bewijs is onrechtmatig verkregen (ten onrechte is gekeken in kofferbak auto). AG legt uit dat dat niet het geval is. Hof heeft juiste redenering gevolgd (rekening houdend met Schütznorm). Cassatiemiddel 3: ten onrechte alternatieve scenario s niet meegenomen. AG: Hof heeft juiste redenering gebruikt: geen aannemelijk scenario. Witwassen en alternatief scenario? LJN BR5801 (Hof Leeuwarden 26 augustus 2011) De raadsman bepleit tot vrijspraak van witwassen omdat de verdachte het in zijn auto en woning aangetroffen geldbedrag van ruim ,= in het casino zou hebben gewonnen. Het hof acht dit niet aannemelijk. Zo heeft verdachte wisselend en tegenstrijdig verklaard over de herkomst van het geld. Bovendien is het een feit van algemene bekendheid dat het voorhanden hebben van zoveel contant geld in een woning of auto grote risico s meebrengt en bovendien hoogst ongebruikelijk is indien het geld op legale wijze is verkregen. Verdachtes bewering dat hij het geld op deze wijze thuis had omdat hij diefstal vreesde acht het hof ongeloofwaardig aangezien gedeelten van het geld zich bevonden op de tafel, in het dressoir, in zijn broekzak en in zijn auto. Tot slot neemt het hof in aanmerking dat verdachte een bescheiden WAO-uitkering ontving, gokverslaafd was en grote schulden had. Witwassen LJN BR5486 (Hof Den Haag 19 augustus 2011) LJN BR5476 LJN BR5488 Twee broers, hun zus en hun moeder hebben zich bezig gehouden met het witwassen van auto s. Deze uit misdrijf verkregen dure auto s, een BMW 645 cabrio en een Audi A4 cabrio, waren van de broers, maar werden ook afwisselend op naam van de zus en moeder gesteld. Een van de broers heeft ook nog een geldbedrag witgewassen. Beide broers genoten een bijstandsuitkering. Het hof verwerpt de gevoerde verweren aangaande de niet-ontvankelijkheid van het OM. Het hof is van oordeel dat voldoende inzicht is verschaft in de vraag hoe en wanneer de verdenking jegens verdachten is ontstaan. Het hof is voorts van 8
9 oordeel dat de politie kon menen dat ten aanzien van de verdachten een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit voortvloeide. Daarbij is ook het feit van algemene bekendheid van belang dat het bij de BMW (waarmee het onderzoek is begonnen) om een dure auto gaat die personen met een uitkering in beginsel niet kunnen betalen. De beide broers, de zus en hun moeder worden allen veroordeeld terzake (schuld) witwassen. Gewoontewitwassen (inzake onderzoek Ludovica) LJN BO9253 (hoofdverdachte) Hof Amsterdam 14 december 2010) LJN BO9255 LJN BO9262 LJN BO9264 NB: ontnemingsuitspraak eerste aanleg tegen de hoofverdachte: BQ1224, Rb Amsterdam 14 april 2011: 16 miljoen WVV (verdachte in appel) Het Gerechtshof A dam bevestigt gemotiveerd het beeld dat er is: de hoofdverdachte heeft stelselmatig zijn activiteiten en bezittingen verhuld, terwijl zijn inkomsten bij de belastingdienst werden verzwegen. Interessant zijn de overwegingen die zijn gewijd bij de medeverdachten aan het bewijs. Zij worden vervolgd voor medeplegen (gewoonte) witwassen, mede omdat bij hen dure artikelen en/of grote bedragen zijn aangetroffen. Zij voeren o.a. verweer door te stellen dat zij niet wisten dat dit van criminaliteit afkomstig was. Hof maakt hier korte metten mee: zij wisten dat de hoofdverdachte geen inkomsten had; vroegen hem niet naar zijn activiteiten; stelden geen vragen etc. Dat hadden zij wel moeten doen. Strafmaat Witwassen en strafmaat LJN BR5344 (Hof Leeuwarden 19 augustus 2011) Het Hof komt terzake witwassen tot een gevangenisstraf van vijf jaren en overweegt hierbij als volgt: Verdachte heeft op een berekenende en doordachte wijze gedurende een periode van een half jaar honderden mensen opgelicht. Geheel volgens een door hem vooraf bedacht plan heeft verdachte daartoe begin januari het bedrijf Villa Spanje Huren BV opgericht en door middel van zijn website een groot aantal niet bestaande dan wel niet beschikbare vakantiewoningen in Spanje en Frankrijk te huur aangeboden. Door zijn handelen heeft hij de benadeelden niet alleen financieel nadeel berokkend, maak ook (een deel van) hun vakantieplezier ontnomen, terwijl hij zelf volop van het buitgemaakte geld genoot. Ook met zijn witwaspraktijken heeft verdachte schade aangericht 9
ECLI:NL:HR:2013:898. 1 Geding in cassatie. 2. Beoordeling van het eerste middel. Uitspraak. 8 oktober 2013. Strafkamer. nr.
ECLI:NL:HR:2013:898 Uitspraak 8 oktober 2013 Strafkamer nr. 11/04842 Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 september 2011,
Nadere informatieLJN: BM4440, Hoge Raad, 09/01423
LJN: BM4440, Hoge Raad, 09/01423 Datum uitspraak: 26-10-2010 Datum publicatie: 26-10-2010 Rechtsgebied: Straf Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Reikwijdte van witwassen, art. 420bis Sr en schuldwitwassen,
Nadere informatieNBSTRAF 2015/115 Witwassen. Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:HR:2015:888, JIN 2015/90, NJB 2015/763, RvdW 2015/650
pagina 1 van 5 NBSTRAF 2015/115 Witwassen Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:HR:2015:888, JIN 2015/90, NJB 2015/763, RvdW 2015/650 Aflevering 2015 afl. 7 Rubriek Rechtspraak College Hoge Raad Datum 07 april
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2010:BN0043
ECLI:NL:PHR:2010:BN0043 Instantie Datum uitspraak 16-11-2010 Datum publicatie 16-11-2010 Zaaknummer 09/03684 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad
Nadere informatieOpinie: Stage bij de Hoge Raad. Mw. mr. A.F.M.Q. Beukers-van Dooren. Vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst
2012/7 12e jaargang nummer 7 oktober 2012 2 5 13 20 28 33 Opinie: Stage bij de Hoge Raad Mw. mr. A.F.M.Q. Beukers-van Dooren Vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst Mr. M.J. Pelinck en dr. E. Poelmann
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2016:5688
ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 Instantie Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Zaaknummer 16/703291-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht
Nadere informatieJURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop
JURISPRUDENTIE STRAFRECHT Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop HR uitspraken 10 februari 2015 Beslissingen voorlopige hechtenis (Cassatie in het belang der wet) HR:2015:247 HR:2015:255 HR:2015:256
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 01971/07
ECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 17-02-2009 Datum publicatie 17-02-2009 Zaaknummer 01971/07 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieDispuut in de praktijk: leidt belastingfraude altijd tot (een vervolging voor) witwassen?
Dispuut in de praktijk: leidt belastingfraude altijd tot (een vervolging voor) witwassen? De Hoge Raad oordeelde op 7 oktober jl. dat gelden die door belastingontduiking zijn verkregen, kunnen worden aangemerkt
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak.
ECLI:NL:HR:2013:1157 Uitspraak 12 november 2013 Strafkamer nr. 11/04366 P Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam
Nadere informatieECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782
ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 27-04-2011 Datum publicatie 27-04-2011 Zaaknummer 14.701108-10 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:3775
ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273
ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2005:AT4094
ECLI:NL:HR:2005:AT4094 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 27-09-2005 Datum publicatie 27-09-2005 Zaaknummer 02850/04 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2005:AT4094
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.
ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002
ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 17-02-2011 Zaaknummer 03-702714-08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieontnemingsbeslissing
ontnemingsbeslissing GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00339/16 Uitspraak: : 8 mei 2019 Tegenspraak Beslissing van dit gerecht van 8 mei 2019 gegeven op de vordering van het openbaar
Nadere informatieJurisprudentiële ontwikkelingen ten aanzien van witwassen
Jurisprudentiële ontwikkelingen ten aanzien van witwassen Mr. P.C. Verloop 1 1. Inleiding Jarenlang werd de strafbaarstelling van witwassen steeds verder uitgebreid. Iedere vorm van onverklaard bezit leek
Nadere informatieECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572
ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 21-07-2006 Datum publicatie 21-08-2006 Zaaknummer 03/703565-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieA. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.
C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012
ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2017:2237
ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer
Nadere informatieECLI:NL:RBONE:2013:BY9769
ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769 Instantie Datum uitspraak 28-01-2013 Datum publicatie 29-01-2013 Rechtbank Oost-Nederland Zaaknummer 05/901294-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieVergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag
RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek
Nadere informatieHR 8 januari 2013, nr. 10/04667, HR 8 januari 2013, nr. 11/03164 en HR 8 januari 2013, nr. 11/03166
Annotatie NJ 2013, 266 HR 8 januari 2013, nr. 10/04667, HR 8 januari 2013, nr. 11/03164 en HR 8 januari 2013, nr. 11/03166 M.J. Borgers 1. Het Wetboek van Strafrecht kent met artikel 420bis-420quater een
Nadere informatieECLI:NL:HR:2015:3021. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05204
ECLI:NL:HR:2015:3021 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-10-2015 Datum publicatie 14-10-2015 Zaaknummer 14/05204 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2082,
Nadere informatieStrafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11
ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere
Nadere informatieECLI:NL:RBOBR:2015:3466
ECLI:NL:RBOBR:2015:3466 Instantie Datum uitspraak 04-02-2015 Datum publicatie 18-06-2015 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/820547-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieGERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken
parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
Nadere informatieEdèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,
Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij
Nadere informatieVastgoedfraude. Kent vele verschillende vormen Vastgoed kan een object van witwassen zijn Of een object waarmee oplichting of omkoping plaatsvindt
Vastgoedfraude Kent vele verschillende vormen Vastgoed kan een object van witwassen zijn Of een object waarmee oplichting of omkoping plaatsvindt Klimop Onderzoek gedraaid door het Functioneel Parket en
Nadere informatieECLI:NL:OGEAA:2016:411
ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:RBALM:2010:BM0983
ECLI:NL:RBALM:2010:BM0983 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 13-04-2010 Datum publicatie 13-04-2010 Zaaknummer 08.720098-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2017:364 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/03460
ECLI:NL:PHR:2017:364 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 14-03-2017 Datum publicatie 23-05-2017 Zaaknummer 15/03460 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2013:BZ9218
ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ9218 Instantie Datum uitspraak 02-05-2013 Datum publicatie 02-05-2013 Zaaknummer 20-000388-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 12-05-2010 Datum publicatie 12-05-2010 Zaaknummer 24-002146-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2012:BV9150
ECLI:NL:RBUTR:2012:BV9150 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 12-03-2012 Datum publicatie 16-03-2012 Zaaknummer 16/711454-09 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatie2. Mr. G.J. Woodrow, advocaat te Tilburg, heeft cassatie ingesteld en namens de verdachte bij schriftuur twee middelen van cassatie voorgesteld.
ECLI:NL:PHR:2012:BU6926 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 22-05-2012 Datum publicatie 22-05-2012 Zaaknummer 10/02229 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2012:BU6926 Rechtsgebieden
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2015:2029
ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 Instantie Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-000203-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieUitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieUitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2017:1898 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-02-2017 Datum publicatie 24-05-2017 Zaaknummer 23-002215-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:HR:2001:AD4466
ECLI:NL:HR:2001:AD4466 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-11-2001 Datum publicatie 21-03-2002 Zaaknummer 03391/00 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2001:AD4466
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499
ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011
ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieZaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/13)
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:205
ECLI:NL:GHDHA:2014:205 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-02-2014 Datum publicatie 06-02-2014 Zaaknummer 2200071413 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,
Nadere informatieLJN: BN2676, Rechtbank Utrecht, 16-711618-09 [P] Print uitspraak
LJN: BN2676, Rechtbank Utrecht, 16-711618-09 [P] Print uitspraak Datum uitspraak: 02-07-2010 Datum publicatie: 28-07-2010 Rechtsgebied: Straf Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie:
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2001:AD4391
ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 10-10-2001 Datum publicatie 10-10-2001 Zaaknummer 05.096060-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2014:1329
ECLI:NL:RBMNE:2014:1329 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 28-03-2014 Datum publicatie 10-04-2014 Zaaknummer 16-655450-12 (ontneming) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste
Nadere informatiehttp://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx
LJN: BK6789, Gerechtshof 's-gravenhage, 22-000700-08 Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: 16-12-2009 16-12-2009 Straf Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Computercriminaliteit.
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:1476
ECLI:NL:RBROT:2017:1476 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-02-2017 Datum publicatie 24-02-2017 Zaaknummer 10/203481-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Belastingdienst Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999
ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht
Nadere informatieConclusie. RvdW 2011/616. Nr. 09/04750 A Mr. Aben Zitting 22 februari Conclusie inzake: [Betrokkene]
ECLI:NL:PHR:2011:BP6568 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 19-04-2011 Zaaknummer 09/04750 A Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2011:BP6568 Rechtsgebieden
Nadere informatieDatum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/04458 Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1277, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2016:2909 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 20-12-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 15/04458 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1277, Gevolgd Rechtsgebieden Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:10161
ECLI:NL:RBROT:2016:10161 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-11-2016 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer 10/710336-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:4588
ECLI:NL:RBROT:2017:4588 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23-05-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 10/740469-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieVerplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM
Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel
Nadere informatie2. Namens verzoeker heeft mr. B.J. Schadd, advocaat te Arnhem, twee middelen van cassatie voorgesteld.
ECLI:NL:PHR:2012:BY0230 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-11-2012 Datum publicatie 20-11-2012 Zaaknummer 11/01738 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2012:BY0230 Rechtsgebieden
Nadere informatieI n z a k e: T e g e n:
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar
Nadere informatie2. Conclusie Op grond van al het vorenstaande kan 's Hofs uitspraak niet in stand blijven. Wij verzoeken Uw Raad daarom de uitspraak van het Hof te
i. Cassatiemiddelen l.i. Eerste middel Schending van het Nederlandse recht, met name van artikel 27, lid 5, Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: de Wet) (tekst tot en met 1996), van artikel 13a, lid 1,
Nadere informatieBewijslastverdeling bij gestelde uitputting
Cassatiemiddel Schending van het recht inz. artikel 2.23 lid 3 BVIE (art. 13A lid 9 BMW oud), zoals deze bepaling geïnterpreteerd en toegepast dient te worden in het licht van art 7 lid 1 van de Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:2291
ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieIn artikel 7, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 is het volgende bepaald.
looofoo ccts Den Haag, 2 8 MRT 2011 Kenmerk: DGB 2011-1237 Beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van >( Z 15 februari 2011, nr. 10/00160, inzake Bf^^^NP te ÜÜH betreffende
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010
Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2015:1805
ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 Uitspraak Vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND, LOCATIE HAARLEM Strafrecht Datum uitspraak : 10 maart 2015 Parketnummer: 15/840083-08 (ontneming) Vonnis ex artikel 36e van het Wetboek
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2014:2835
ECLI:NL:RBGEL:2014:2835 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 29-04-2014 Zaaknummer 05/900024-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieVerhullen van de herkomst bij witwassen
Verhullen van de herkomst bij witwassen Een stand van zaken en handvatten voor de praktijk mr. W.H. Hulst & mr. S. Visser* 1. Inleiding Als witwassen is in het Wetboek van Strafrecht in art. 420bis lid
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BO2558
ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2011:BQ3303
ECLI:NL:RBARN:2011:BQ3303 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 21-04-2011 Datum publicatie 03-05-2011 Zaaknummer 05/600196-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieUitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieLJN: BN2703, Rechtbank Utrecht, 16-711769-09 [P] Print uitspraak
LJN: BN2703, Rechtbank Utrecht, 16-711769-09 [P] Print uitspraak Datum uitspraak: 02-07-2010 Datum publicatie: 28-07-2010 Rechtsgebied: Straf Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie:
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06
ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2014:3504
1 van 9 31-10-2014 13:00 ECLI:NL:RBROT:2014:3504 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 08-05-2014 Datum publicatie 12-05-2014 Zaaknummer 10/960244-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:OGEAA:2017:430
ECLI:NL:OGEAA:2017:430 Instantie Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 14-06-2017 Zaaknummer 88 van 2017 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Strafrecht
Nadere informatieFACILITERENDE BEROEPSBEOEFENAREN ALS MEDEPLEGER(S)/MEDEDADER(S)
FACILITERENDE BEROEPSBEOEFENAREN ALS MEDEPLEGER(S)/MEDEDADER(S) Mr. V.S.Th. Leenders Plaatsvervangend Hoofdofficier Functioneel Parket Amsterdam Vereniging voor Belastingwetenschap 2016 INHOUD Functioneel
Nadere informatieMEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,
Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.
Nadere informatieHet hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Hof Amsterdam 19 januari 2011, nr. 23-001234-09 VERKORT ARREST VAN HET GERECHTSHOF AMSTERDAM gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Haarlem van 16 december 2008 in de
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:1213
ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 10-04-2017 Zaaknummer 23-000918-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2007:BB8355
ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2016:935
ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2005:AS3767 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:PHR:2005:AS3767 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 10-05-2005 Datum publicatie 12-05-2005 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie 02031/04
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:2188
ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 42 d.d. 22 februari 2011 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en prof.mr. M.L. Hendrikse) Samenvatting Autoverzekering. Verzwijging
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2010:BN7215
ECLI:NL:GHSHE:2010:BN7215 Gerechtshof s-hertogenbosch Datum uitspraak: 17-09-2010 Datum publicatie: 17-09-2010 Zaaknummer: 20-003936-09 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Uitspraak
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833
ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2015:2608 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 14/04151
ECLI:NL:PHR:2015:2608 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 15-12-2015 Datum publicatie 05-04-2016 Zaaknummer 14/04151 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatie3. Het eerste middel klaagt dat het bewezenverklaarde medeplegen niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid.
ECLI:NL:PHR:2014:215 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 28-01-2014 Datum publicatie 26-03-2014 Zaaknummer 12/05667 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2014:715, Gevolgd Rechtsgebieden
Nadere informatieECLI:NL:HR:2006:AW3559
ECLI:NL:HR:2006:AW3559 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-10-2006 Datum publicatie 02-07-2008 Zaaknummer 01447/05 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AW3559
Nadere informatieDit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.
vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar
Nadere informatieredelijk vermoeden van schuld uitdrukkelijk onderbouwd verweer met conclusie
ECLI:NL:RBZLY:2008:BF8796 Instantie Rechtbank Zwolle-Lelystad Datum uitspraak 30-09-2008 Datum publicatie 14-10-2008 Zaaknummer 07.977203-06 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2013:10246
ECLI:NL:RBNHO:2013:10246 Instantie Datum uitspraak 10-09-2013 Datum publicatie 31-10-2013 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 15/800666-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993
ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieUitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieZoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant
Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant
Nadere informatieConclusie: ECLI:NL:PHR:2016:959. Wetboek van Strafvordering 51f
ECLI:NL:HR:2017:221 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-02-2017 Datum publicatie 14-02-2017 Zaaknummer 14/03452 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:629
Nadere informatie