ECLI:NL:PHR:2005:AS3767 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie
|
|
- Siebe Aalderink
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ECLI:NL:PHR:2005:AS3767 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie 02031/04 P Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2005:AS3767 Strafrecht Profijtontneming n.a.v. medeplegen uitvoer drugs in de periode t/m In s hofs beslissing ligt de verwerping van het verweer m.b.t. de schatting van het door betrokkene verkregen wederrechtelijk verkregen voordeel, waarop het niet uitdrukkelijk respondeerde, besloten. Dat oordeel is niet onbegrijpelijk. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Conclusie Griffienr /04 P Mr. Wortel Zitting:18 januari 2005 Conclusie inzake: [verzoeker=betrokkene] 1. Dit cassatieberoep betreft een arrest van het Gerechtshof te Arnhem waarbij verzoeker, als maatregel ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, de verplichting is opgelegd aan de Staat ,= te betalen 2. Namens verzoeker heeft mr. R. Zilver, advocaat te Utrecht, drie middelen van cassatie voorgesteld. 3. Het eerste middel bevat ten eerste een rechtsklacht betreffende het ontbreken van samenhang tussen het berekende voordeel en de afzonderlijke feiten die het voordeel hebben opgeleverd. 4. Blijkens de bestreden uitspraak heeft het Hof aannemelijk geacht dat het verzoeker het voordeel heeft behaald door zijn betrokkenheid bij de uitvoer van cocaïne. Dienaangaande is in het in de onderliggende strafzaak gewezen arrest, waarvan een afschrift aan de thans bestreden uitspraak is gehecht, bewezen verklaard dat verzoeker: "(...) in de periode van 1 juli 1998 tot en met 31 juli 1999 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, meermalen, (telkens) opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne (een) middel vermeld op de bij die wet behorende
2 lijst I." 5. Blijkens het gebezigde bewijsmiddel en 's Hofs overwegingen is het door verzoeker verkregen voordeel als volgt vastgesteld. Uit onderzoek is gebleken dat een mededader en diens vriendin in de periode van 1 juli 1998 tot 1 augustus 1999 een bedrag van DM ,= in Nederlands geld hebben gewisseld. Dit bedrag is gedeeld door een verkoopprijs per kilo, door het Hof bepaald op ƒ ,=. Daaruit volgt dat verzoeker en zijn mededader minstens 36 kilo cocaïne hebben verkocht. De inkoopprijs is geschat op ƒ ,=, waaruit volgt dat de bruto winst per kilo ƒ ,= heeft bedragen. Aldus is het door verzoeker en zijn mededader behaalde voordeel bepaald op ƒ Voorts heeft het Hof aangenomen dat het voordeel in gelijke delen tussen verzoeker en zijn mededader is verdeeld. Voor kosten heeft het Hof tenslotte 5% afgetrokken. 6. Voor diens standpunt dat uit de bewijsmiddelen moet blijken welke afzonderlijke feiten het voordeel hebben gegenereerd meent de steller van het middel steun te kunnen vinden in de parlementaire geschiedenis van de op 1 maart 1993 ingevoerde ontnemingsbepalingen. Verwezen wordt naar een zinsnede uit de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Die zinsnede maakt deel uit van een passage waarin de Minister van Justitie nader heeft uiteengezet waarin het tweede en het derde lid van art. 36e Sr van elkaar verschillen. Deze passage luidt: "Ook de relatie tussen het verkregen voordeel en de strafbare feiten die daartoe hebben geleid, is in het tweede lid een andere dan in het derde. In het tweede lid wordt een directer verband geëist. Slechts het voordeel dat door middel van of uit de baten van de daar genoemde feiten is verkregen, komt in aanmerking; dat wil zeggen dat het te ontnemen voordeel moet kunnen worden teruggevoerd op de afzonderlijke feiten die tot de verkrijging ervan hebben geleid. Daarnaast is vereist dat de rechter voldoende aanwijzing heeft om aan te nemen dat de verdachte ook de andere dan de ten laste gelegde feiten heeft begaan. In het derde lid liggen deze verbanden anders. In de eerste plaats is daar niet vereist dat de strafbare feiten die tot voordeelsverkrijging hebben geleid, door de verdachte - als strafbare dader of deelnemer - zijn <<begaan>>. Dat betekent dat de rechter in dit geval niet behoeft vast te stellen dat betrokkenheid van de veroordeelde voor alle feiten valt in de termen van daderschap of deelneming. Daarop aansluitend wordt dan ook niet geëist, dat het voordeel door middel van of uit de baten van (door hem begane) feiten is verkregen, maar slechts dat strafbare feiten <<op enigerlei wijze>> hebben geleid tot de verkrijging van voordeel door de veroordeelde. Anders dan bij het tweede lid, is hier dus slechts de aannemelijkheid van het verband tussen strafbare feiten en voordeel van belang, terwijl de vraag hoe het voordeel uit de verschillende feiten de voordeelde nu precies is ten deel gevallen, buiten beschouwing kan blijven." (Kamerstukken I, , en , nr. 53a, p. 5) 7. Aldus heeft de Minister benadrukt dat, indien de op te leggen maatregel grondslag moet vinden in het tweede lid van art. 36e Sr, vastgesteld moet kunnen worden dat betrokkenheid bij concrete, afzonderlijke, individualiseerbare, strafbare feiten het bij de veroordeelde terechtgekomen voordeel heeft opgeleverd. Dat kunnen de in de onderliggende strafzaak bewezen verklaarde feiten zijn geweest, maar ook soortgelijke feiten of feiten waarop een geldboete van de vijfde categorie is gesteld. Naar mijn inzicht zijn de opmerkingen van de Minister evenwel niet aldus verstaan dat de ontnemingsmaatregel krachtens het tweede lid van art. 36e Sr slechts kan worden opgelegd voor zover met bewijsmiddelen in wettige vorm valt te reconstrueren welk bedrag aan voordeel elk van die feiten afzonderlijk heeft opgeleverd. Die uitleg van de aangehaalde passage zou onverenigbaar zijn met het in ontnemingsprocedures geldende bewijsrechtelijke uitgangspunt dat het bedrag van het voordeel slechts schattenderwijs vastgesteld behoeft (en doorgaans kan) worden. 8. Zie ik goed, dan wordt het met het tweede lid van art. 36e Sr samenhangende bewijsvereiste in de rechtspraak dan ook zó opgevat dat een aannemelijk geworden totaalbedrag als het voordeel van
3 alle, bewezenverklaarde of soortgelijke, feiten tezamen mag worden beschouwd. Ik wijs op HR NJ 2003, 528. Ook daarin ging het om het voordeel uit bewezenverklaarde feiten, namelijk betrokkenheid bij het utvoeren van soft drugs gedurende zekere periode en de deelneming aan een criminele organisatie die verantwoordelijk was geweest voor het invoeren, vanuit Marokko en Turkije, van soft drugs, ook weer gedurende een bepaalde periode. Kennelijk zag de rechter zich in die zaak geplaatst voor het probleem dat de opbrengst van die feiten niet rechtstreeks zichtbaar was geworden. Het te ontnemen voordeel werd daarom - als een 'minimumpositie' - gesteld op het totaal van de uitgaven die de veroordeelde in verband met de feiten had gedaan (investeringen en beloningen). Deze berekeningswijze hield in cassatie stand. 9. In het nu de beoordelen geval is het verband tussen de bewezenverklaarde feiten en de omvang van het, naar 's Hofs oordeel daaruit verkregen, voordeel directer. De schatting van het in totaal behaalde voordeel is, blijkens de in de bestreden uitspraak gegeven overweging en het gebezigde bewijsmiddel, gebaseerd op de gewisselde geldbedragen. Klaarblijkelijk heeft het Hof aangenomen dat elk van die ter wisseling aangeboden bedragen de (bruto-) opbrengst vormde van één der in de strafzaak bewezenverklaarde gevallen van uitvoer van cocaïne. 10. In wezen is hier een beredeneerde vermogensvergelijking gehanteerd, die in dit geval is gebaseerd op vaststellingen omtrent de ter beschikking gekomen bruto-opbrengsten van bewezenverklaarde feiten. Dat is toelaatbaar, vgl. ook HR NJ 2003, 96. Voor zover het middel strekt ten betoge dat deze wijze van berekenen van het door verzoeker behaalde voordeel getuigt van een onjuiste rechtsopvatting, faalt het derhalve. Dat doet het ook voor zover steun wordt gezocht bij een gepubliceerde ontnemingsrichtlijn van het Openbaar Ministerie, waarin is vermeld dat, indien de toepassing van het tweede lid van art. 36e Sr wordt beoogd, het daarop gerichte ontnemingsrapport duidelijk moet maken wat er per feit aan voordeel is verkregen. Verwijzing naar deze aanwijzing kan het middel niet doen slagen, reeds omdat die aanwijzing niet tot de rechter is gericht, en de rechter daaraan ook niet is gebonden. 11. Het middel bevat voorts de motiveringsklacht dat geen toereikend gemotiveerde beslissing is genomen op het verweer dat niet bewezen kan worden dat verzoeker vóór juni 1999 met de mededader heeft samengewerkt, en daarom ook niet mag worden aangenomen dat alle gewisselde geldbedragen de vrucht zijn van feiten die verzoeker heeft medegepleegd. 12. Dat is een 'zuiver' bewijsverweer dat zijn weerlegging in de gebezigde bewijsmiddelen kan vinden, en in dat geval geen nadere bespreking behoeft. 13. De door het Hof gekozen bewijsconstructie is opmerkelijk, aangezien die uit slechts één bewijsmiddel bestaat. Het is een zakelijke weergave van een financiële rapportage, als bijlage gevoegd bij een in de wettelijke vorm opgemaakt (hoofd)proces-verbaal en, naar ik begrijp, opgesteld door dezelfde verbalisanten die ook dit (hoofd)proces-verbaal hebben opgemaakt, inhoudende de bevindingen van de verbalisanten. Die bevindingen zijn, samengevat: - de strafbare feiten zijn vermoedelijk in de periode van 1 juli 1998 tot 1 augustus 1999 begaan; - er wordt van uitgegaan dat verzoeker en zijn mededader de winst gelijkelijk hebben verdeeld; - een rechtshulpverzoek heeft opgeleverd dat de mededader en diens vriendin in de periode van 13 oktober 1998 tot en met 26 juli 1999 bij een Duitse bank een bedrag van DM ,= in Nederlands geld hebben gewisseld, en dat in verklaringen van getuigen is te vinden dat de mededader en diens vriendin nog diverse kleinere bedragen hebben gewisseld; - het totaal van de gewisselde bedragen is DM ,=; - uitgaande van een verkoopprijs van DM ,= per kilo cocaïne, moet er in de periode van oktober 1998 tot en met juli 1999 ruim 36 kilo cocaïne door verzoeker en zijn mededader zijn verkocht;
4 - uit onderzoek van een "Tunnelteam" is gebleken dat het door de mededader gewisselde geld afkomstig was van in Duitsland uitgevoerde transacties betreffende verdovende middelen, en dat de verkoopprijs van een kilo cocaïne DM heeft bedragen, ofwel omgerekend in guldens (naar een koers van 1,125) ƒ ,=; - uit onderzoek is verder gebleken dat de door verzoeker en zijn mededader betaalde inkoopprijs vermoedelijk ƒ ,= heeft bedragen; - uit een en ander vloeit voort dat de brutowinst voor verzoeker en zijn mededader ƒ ,= (per kilo) heeft bedragen; - daar vloeit weer uit voort dat verzoekers wederrechtelijk voordeel ten minste ƒ ,= per kilo is geweest, oftewel, omdat er 36 kilo is verhandeld, ƒ ,= 14. Het Hof heeft twee toevoegingen aangebracht. De ene (in de aanvulling als bedoeld in art. 365a, tweede lid, Sv) is dat, voor zover de verbalisanten in hun tot bewijs gebezigde relaas conclusies hebben getrokken, het Hof die conclusies overneemt. De andere toevoeging (in het verkort arrest) relativeert dit 'overnemen' in zoverre dat het Hof DM (de verkoopprijs per kilo cocaïne) heeft gelijkgesteld aan een iets lager bedrag in guldens. Het Hof heeft dit verwerkt in de berekening van het uiteindelijk genoten voordeel, en komt dus uit op een iets lager bedrag dan de opstellers van het tot bewijs gebezigde rapport. 15. De schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel moet berusten op de inhoud van wettige bewijsmiddelen, als opgesomd in art. 339 Sv, maar uit het parlementair debat betreffende de per 1 maart 1993 ingevoerde ontnemingsbepalingen blijkt dat de wetgever nadrukkelijk heeft beoogd de wettelijke voorschriften betreffende de bewijskracht van zulke wettige bewijsmiddelen (dus de bepalingen betreffende bewijsminima) buiten toepassing te laten. De schatting van wederrechtelijk verkregen voordeel kan derhalve berusten op één bewijsmiddel in wettige vorm, vgl. HR NJ 1998, Afgezien daarvan zou ook in een strafgeding het proces-verbaal van bevoegde opsporingsambtenaren tot volledig bewijs kunnen strekken. Het proces-verbaal van een bevoegde opsporingsambtenaar heeft zijn bijzondere bewijskracht evenwel alleen ten aanzien van datgene wat de verbalisant uit eigen (eventueel mede op ervaring of bijzondere deskundigheid berustende) wetenschap kan verklaren. De redenen voor die wetenschap moeten blijken. 17. In dat opzicht schiet het hier gebezigde bewijsmiddel naar mijn inzicht tekort. Dat klemt temeer daar de bewezenverklaring geen nadere details bevat betreffende de drugstransacties die het voordeel hebben opgeleverd; ook uit het tot bewijs gebezigde financieel rapport niet is af te leiden met welke drugstransacties de als opbrengst beschouwde bedragen in relatie staan, en dit bewijsmiddel de exclusieve grondslag van het rechterlijk oordeel vormt. Dat oordeel: de schatting van het voordeel, mag gebaseerd worden op het totaal van de vermogenstoename (eventueel het totaal van de investeringen), mits het verband tussen die vermogensgroei (eventueel uitgaven) en de strafbare feiten voldoende zichtbaar kan worden gemaakt. Ook in dat geval mag die schatting desnoods op één bewijsmiddel berusten. Het komt mij evenwel voor dat zeker in die situatie hoge eisen aan dat ene bewijsmiddel gesteld moeten worden, met dien verstande dat daarin duidelijk terug te vinden moet zijn hoe de voor het berekenen van het voordeel relevante feiten en omstandigheden konden worden vastgesteld. 18. Die duidelijkheid biedt het tot bewijs gebezigde financieel rapport niet ten aanzien van de duur van de samenwerking tussen verzoeker en de als mededader aangemerkte persoon. Dit rapport geeft dus ook geen uitsluitsel over de vraag of verzoeker betrokken is geweest bij alle drugstransacties waarvan de opbrengst door de mededader (of diens vriendin) is gewisseld. 19. Hier wreekt zich dat het bewijsmiddel geen beredeneerd verband weet te leggen tussen de
5 geldwisselingen en verzoeker. Ik stel daar tegenover dat het in hoger beroep gehouden betoog van de verdediging niet inhield dat er werkelijk geen enkele bewijs is dat verzoeker slechts een (klein) deel van de in de bewezenverklaring genoemde periode (1 juli 1998 tot en met 31 juli 1999) met de handel in drugs te maken heeft gehad. Weliswaar werd gesteld dat alleen in de maanden juni en juli 1999 is gebleken van leveringen van cocaïne en contacten met de mededader, maar de raadsman vermeldde ook de omstandigheid dat op 3 februari 1999 te Ahaus een partij van 5,2 kilogram cocaïne in beslag is genomen, en betoogde dat deze partij verband hield met hetgeen ten laste van verzoeker onder 3 is bewezenverklaard. Dat is het medeplegen van uitvoeren van diverse hoeveelheden cocaïne, naar 's Hofs oordeel de bron van het voordeel. 20. Alles afwegende meen ik dat de stelling dat verzoekers samenwerking met de mededader veel korter heeft geduurd dan de in het bewijsmiddel genoemde periode, en daarom niet mag worden aangenomen dat alle geldwisselingen betrekking hadden op feiten waarbij verzoeker betrokken is geweest, een (nog net) toereikende weerlegging vindt in het bewijsmiddel, bezien in samenhang met de in de strafzaak bereikte bewezenverklaring, en dat de schatting van het voordeel in dat bewijsmiddel (nog net) voldoende steun vindt. 21. Het middel acht ik daarom vruchteloos voorgesteld. 22. Het tweede middel behelst de klacht dat het Hof heeft nagelaten een gemotiveerde beslissing te nemen op het verweer dat bedragen die verzoeker heeft moeten betalen voor de aanschaf van verdovende middelen die vervolgens in beslag zijn genomen in mindering gebracht moeten worden op het aan verzoeker toe te rekenen voordeel. 23. Dat verweer behoefde een uitdrukkelijke en met redenen omklede beslissing, vgl. HR NJ 2002, 124. Die beslissing is in de bestreden uitspraak niet te vinden. 24. Dit behoeft naar mijn inzicht niet tot cassatie te voeren daar het verweer slechts verworpen had kunnen worden. Indien de opbrengst van strafbare feiten wordt gebruikt voor de aanschaf van goederen, voor eigen gebruik of om in de toekomst weer een ander voordeel te behalen, is dat een vorm van besteding van die opbrengst maar geen kostenpost die in directe relatie staat met het begaan van het feit waaruit het wederrechtelijk voordeel is voortgekomen. Alleen zulke kosten, die in directe relatie staan tot het (kunnen) begaan van het feit dat het voordeel oplevert, komen voor aftrek in aanmerking (ofschoon het de rechter vrijstaat om ook zulke in directe relatie met het feit staande kosten geheel of gedeeltelijk voor rekening van de veroordeelde te laten). Een, met de opbrengst van drugshandel bekostigde, investering in verdovende middelen die door inbeslagneming verloren gaat komt derhalve niet voor aftrek in aanmerking, vgl. HR NJ 1998, 841 en het hierboven reeds genoemde HR NJ 2002, In het derde middel wordt geklaagd over overschrijding van de redelijke termijn, als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM, bij de behandeling van dit cassatieberoep doordat de stukken niet binnen de daarvoor geldende termijn aan de Hoge Raad zijn toegezonden. 26. De klacht treft doel. Het cassatieberoep is ingesteld op 24 september De stukken zijn op 23 juli 2004 ter griffie van de Hoge Raad binnengekomen. De in de rechtspraak op ten hoogste acht maanden gestelde termijn waarbinnen, na het aanwenden van een rechtsmiddel, de stukken ter beschikking van de volgende instantie moeten worden gesteld is derhalve met bijna twee maanden overschreden. Hierin wordt een overschrijding van de redelijke termijn voor berechting, als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM, gezien die - nu de vertraging niet meer door een voortvarende behandeling van het beroep ongedaan kan worden gemaakt - moet voeren tot matiging van de opgelegde betalingsverplichting. 27. In ieder geval het tweede middel leent zich mijns inziens voor afdoening met de in art. 81 RO
6 bedoelde korte motivering. 28. Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak, doch uitsluitend voor zover daarbij een verplichting tot betaling aan de Staat is opgelegd, tot vermindering van die betalingsverplichting ter compensatie van het overschrijden van de redelijke termijn bij de behandeling van dit beroep, en tot verwerping van het beroep voor het overige. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden,
Conclusie. RvdW 2011/616. Nr. 09/04750 A Mr. Aben Zitting 22 februari Conclusie inzake: [Betrokkene]
ECLI:NL:PHR:2011:BP6568 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 19-04-2011 Zaaknummer 09/04750 A Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2011:BP6568 Rechtsgebieden
Nadere informatieECLI:NL:HR:2012:BT8778
ECLI:NL:HR:2012:BT8778 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-01-2012 Datum publicatie 10-01-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10/02260 P Conclusie:
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2010:BN0043
ECLI:NL:PHR:2010:BN0043 Instantie Datum uitspraak 16-11-2010 Datum publicatie 16-11-2010 Zaaknummer 09/03684 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:4588
ECLI:NL:RBROT:2017:4588 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23-05-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 10/740469-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BO2558
ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06
ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieUitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,
Nadere informatieONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.
ECLI:NL:RBROT:2015:7773 Instantie: Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 29-10-2015 Datum publicatie: 02-11-2015 Zaaknummer: 11/870399-12.ov Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2016:2010
ECLI:NL:GHSHE:2016:2010 Instantie Datum uitspraak 23-05-2016 Datum publicatie 24-05-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 20-002203-14OWV Strafrecht
Nadere informatieUitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012
ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833
ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieUitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:3775
ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2013:5798
ECLI:NL:RBGEL:2013:5798 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 17-12-2013 Datum publicatie 17-12-2013 Zaaknummer 06/950395-12 (ontneming) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2010:BO7685
ECLI:NL:GHARN:2010:BO7685 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 17-12-2010 Zaaknummer 21.000154/07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061
ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499
ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:HR:2015:3021. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05204
ECLI:NL:HR:2015:3021 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-10-2015 Datum publicatie 14-10-2015 Zaaknummer 14/05204 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2082,
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,
Nadere informatieIn cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483
ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518
ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieDit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.
ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieDe verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak.
ECLI:NL:HR:2013:1157 Uitspraak 12 november 2013 Strafkamer nr. 11/04366 P Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2015:2029
ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 Instantie Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-000203-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieGERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken
parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
Nadere informatieUitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:3848
ECLI:NL:RBLIM:2017:3848 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 25-04-2017 Datum publicatie 26-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 03/866133-15
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420
ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999
ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 01971/07
ECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 17-02-2009 Datum publicatie 17-02-2009 Zaaknummer 01971/07 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2014:1329
ECLI:NL:RBMNE:2014:1329 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 28-03-2014 Datum publicatie 10-04-2014 Zaaknummer 16-655450-12 (ontneming) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2014:1318
ECLI:NL:GHSHE:2014:1318 Uitspraak Afdeling strafrecht Parketnummer : 20-001156-12 OWV Uitspraak : 9 mei 2014 TEGENSPRAAK Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2013:BZ9218
ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ9218 Instantie Datum uitspraak 02-05-2013 Datum publicatie 02-05-2013 Zaaknummer 20-000388-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2004:AR5336
ECLI:NL:RBROT:2004:AR5336 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 25-10-2004 Datum publicatie 08-11-2004 Zaaknummer 10/005054-98 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatie1. De Rechtbank Amsterdam heeft op 30 december 2014 het door klager op de voet van art. 552a Sv ingediend klaagschrift ongegrond verklaard.
ECLI:NL:PHR:2016:86 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 05-01-2016 Datum publicatie 08-03-2016 Zaaknummer 15/02696 Formele relaties Rechtsgebieden Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2016:385, Gevolgd
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:264
ECLI:NL:GHAMS:2014:264 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-01-2014 Datum publicatie 22-04-2014 Zaaknummer 23-003557-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2017:160 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/04841
ECLI:NL:PHR:2017:160 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 24-01-2017 Datum publicatie 21-03-2017 Zaaknummer 15/04841 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2001:AD4377 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 03023/00
ECLI:NL:PHR:2001:AD4377 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 16-10-2001 Datum publicatie 17-01-2002 Zaaknummer 03023/00 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:3674
ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-09-2016 Datum publicatie 12-09-2016 Zaaknummer 23-004422-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieVindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak
ECLI:NL:HR:2017:5 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 06-01-2017 Datum publicatie 06-01-2017 Zaaknummer 15/03526 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:2209, (Gedeeltelijke) vernietiging
Nadere informatieWetsverwijzingen Wetboek van Strafrecht 448, geldigheid:
ECLI:NL:PHR:2002:AD9213 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 16-04-2002 Datum publicatie 16-04-2002 Zaaknummer 00916/01 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2002:AD9213 Rechtsgebieden
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 22-04-2014 Datum publicatie 31-10-2014 Zaaknummer 23-003653-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieontnemingsbeslissing
ontnemingsbeslissing GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00339/16 Uitspraak: : 8 mei 2019 Tegenspraak Beslissing van dit gerecht van 8 mei 2019 gegeven op de vordering van het openbaar
Nadere informatieECLI:NL:OGEAA:2016:411
ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642
ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46
Nadere informatieVergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag
RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273
ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:898. 1 Geding in cassatie. 2. Beoordeling van het eerste middel. Uitspraak. 8 oktober 2013. Strafkamer. nr.
ECLI:NL:HR:2013:898 Uitspraak 8 oktober 2013 Strafkamer nr. 11/04842 Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 september 2011,
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2017:295 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/05952
ECLI:NL:PHR:2017:295 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 07-03-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Zaaknummer 15/05952 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:HR:2017:479. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/01158
ECLI:NL:HR:2017:479 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 21-03-2017 Zaaknummer 16/01158 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:167,
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2015:6277
ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 Instantie Datum uitspraak 13-11-2015 Datum publicatie 17-03-2016 Zaaknummer 18.720178-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht
Nadere informatie3. Het eerste middel klaagt dat het bewezenverklaarde medeplegen niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid.
ECLI:NL:PHR:2014:215 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 28-01-2014 Datum publicatie 26-03-2014 Zaaknummer 12/05667 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2014:715, Gevolgd Rechtsgebieden
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2014:1006
ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:2188
ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
Nadere informatieUitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis
ECLI:NL:GHARL:2016:10657 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 15-05-2017 Zaaknummer 21-002071-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:789, Niet ontvankelijk
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:205
ECLI:NL:GHDHA:2014:205 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-02-2014 Datum publicatie 06-02-2014 Zaaknummer 2200071413 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2015:84
ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:1173. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 11/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1169, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2013:1173 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 13-11-2013 Zaaknummer 11/05589 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1169,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BM2560
ECLI:NL:HR:2010:BM2560 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-07-2010 Datum publicatie 14-07-2010 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 08/04932 P Conclusie:
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2016 Datum publicatie 16-08-2016 Zaaknummer 23-003649-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:10161
ECLI:NL:RBROT:2016:10161 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-11-2016 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer 10/710336-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:2047
ECLI:NL:GHARL:2015:2047 Uitspraak Arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Strafrecht Datum uitspraak: 20 maart 2015 Parketnummer: 21-002919-12 ONTNEMINGSZAAK Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 27-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003352-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2012:BV9150
ECLI:NL:RBUTR:2012:BV9150 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 12-03-2012 Datum publicatie 16-03-2012 Zaaknummer 16/711454-09 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2015:1805
ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 Uitspraak Vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND, LOCATIE HAARLEM Strafrecht Datum uitspraak : 10 maart 2015 Parketnummer: 15/840083-08 (ontneming) Vonnis ex artikel 36e van het Wetboek
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293
ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 01-12-2005 Datum publicatie 01-12-2005 Zaaknummer 16/501029-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieStrafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11
ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2011:BQ2488
ECLI:NL:PHR:2011:BQ2488 Instantie Datum uitspraak 12-07-2011 Datum publicatie 12-07-2011 Zaaknummer 10/01636 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad
Nadere informatieECLI:NL:HR:2006:AW3559
ECLI:NL:HR:2006:AW3559 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-10-2006 Datum publicatie 02-07-2008 Zaaknummer 01447/05 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AW3559
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000669-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675
ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-12-2015 Datum publicatie 16-12-2015 Zaaknummer 23-000433-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2017:978
ECLI:NL:GHSHE:2017:978 Instantie Datum uitspraak 17-02-2017 Datum publicatie 10-03-2017 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003836-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2012:BT8778 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:PHR:2012:BT8778 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 10-01-2012 Datum publicatie 10-01-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie 10/02260
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2002:AE1335 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:PHR:2002:AE1335 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 03-12-2002 Datum publicatie 03-12-2002 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie 00948/01
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2016:935
ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2017:1064 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-06-2017 Datum publicatie 09-06-2017 Zaaknummer 16/04866 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410,
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:2291
ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2007:208
ECLI:NL:GHARN:2007:208 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 25-05-2007 Datum publicatie 11-04-2016 Zaaknummer 21-004591-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatie3.2. De bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen, zoals opgenomen in de aanvulling op het verkort arrest:
ECLI:NL:PHR:2017:634 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 20-06-2017 Datum publicatie 12-07-2017 Zaaknummer 15/04687 Formele relaties Rechtsgebieden Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2017:1314,
Nadere informatieUitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis
ECLI:NL:GHARL:2015:10200 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 01-12-2015 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer 21-001318-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:3394, Niet ontvankelijk
Nadere informatie3.3. Aan de bewezenverklaring van de feiten heeft het hof nog een nadere bewijsoverweging toegevoegd met de volgende inhoud:
ECLI:NL:PHR:2016:1206 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 25-10-2016 Datum publicatie 07-12-2016 Zaaknummer 15/03261 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2016:2769, Gevolgd Rechtsgebieden
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296
ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296 Instantie Datum uitspraak 05-11-2010 Datum publicatie 08-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-000669-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158
ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2006:AX9578
ECLI:NL:RBHAA:2006:AX9578 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 11-04-2006 Datum publicatie 29-06-2006 Zaaknummer 15/502438-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBSHE:2012:BV8479
ECLI:NL:RBSHE:2012:BV8479 Instantie Rechtbank 's-hertogenbosch Datum uitspraak 14-03-2012 Datum publicatie 14-03-2012 Zaaknummer 01/889082-09 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieop het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 21 juni 2013, nummer 22/ , in de strafzaak tegen:
ECLI:NL:HR:2014:1592 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 02-07-2014 Zaaknummer 13/03174 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:654,
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2006:AZ0264
ECLI:NL:PHR:2006:AZ0264 Instantie Datum uitspraak 28-11-2006 Datum publicatie 29-11-2006 Zaaknummer 03294/05 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad
Nadere informatieDit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.
vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar
Nadere informatieCLI:NL:RBMNE:2014:6501
CLI:NL:RBMNE:2014:6501 Instantie: Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak: 09-12-2014 Datum publicatie: 09-12-2014 Zaaknummer: 16/711877-11 (ontneming) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken:
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2006:AY6694
ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6694 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 16-08-2006 Datum publicatie 22-08-2006 Zaaknummer 15/500918-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2017:2237
ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2015:7578
ECLI:NL:RBNHO:2015:7578 Instantie Datum uitspraak 03-09-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 15/871690-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR
Nadere informatie