ECLI:NL:PHR:2017:364 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/03460

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECLI:NL:PHR:2017:364 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/03460"

Transcriptie

1 ECLI:NL:PHR:2017:364 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/03460 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2017:949, Gevolgd Strafrecht Cassatie OM en verdachte. 1. Medeplegen van gewoontewitwassen, art. 420ter Sr en art. 420bis.1.b Sr; kwalificatieklacht. 2. Verbeurdverklaring van ex art. 94a Sv inbeslaggenomen geldbedrag? Ad 1. Het beroep op de rechtspraak over de kwalificeerbaarheid als witwassen van het 'verwerven of voorhanden hebben' van onmiddellijk uit eigen misdrijf afkomstige voorwerpen (vgl. ECLI:NL:HR:2014:702 en ECLI:NL:HR:2016:2842) slaagt niet. De bewezenverklaring houdt ook in dat verdachte de geldbedragen heeft "overgedragen" en heeft "omgezet" a.b.i. art. 420bis lid 1 onder b Sr. In aanmerking genomen dat het Hof bij de kwalificatie van het bewezenverklaarde kennelijk geen zelfstandige betekenis heeft toegekend aan het "verwerven" en "voorhanden hebben" van de geldbedragen, zou de mogelijke gegrondheid van het middel van verdachte niet tot cassatie behoeven te leiden wegens het ontbreken van voldoende belang van verdachte daarbij (vgl. ECLI:NL: HR:2015:3043). Ad 2. HR herhaalt ECLI:NL:HR:2015:3689: voor verbeurdverklaring a.b.i. art. 33a Sr is niet nodig dat ex art. 94 Sv beslag is gelegd op het voorwerp waarvan de verbeurdverklaring wordt uitgesproken. Een conservatoir beslag ex art. 94a Sv staat niet eraan in de weg dat een voorwerp wordt verbeurdverklaard. s Hofs oordeel dat de gelden waarop conservatoir beslag rust niet kunnen worden verbeurdverklaard is onjuist. Volgt gedeeltelijke vernietiging en terugwijzing. Samenhang met 15/03265 en 15/ Vindplaatsen Rechtspraak.nl Conclusie Nr. 15/03460 Zitting: 14 maart 2017 Mr. T.N.B.M. Spronken Conclusie inzake: [verdachte] 1. Bij arrest van 10 juli 2015 heeft het gerechtshof Den Haag de verdachte wegens, onder 1, deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, onder 2, medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd en, onder 3, medeplegen van gewoontewitwassen veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zeventien maanden. Tevens heeft het hof in het genoemde arrest beslist tot verbeurdverklaring van een in beslag genomen mobiele telefoon. De vordering van de advocaat-generaal tot verbeurdverklaring van een inbeslaggenomen geldbedrag van 6.109,69 heeft het hof afgewezen. 2. Deze zaak hangt samen met de zaken tegen de medeverdachten [medeverdachte 3] en

2 [medeverdachte 1], die respectievelijk onder nr. 15/03265 en 15/03373 bij de Hoge Raad aanhangig zijn. In deze samenhangende zaken zal ik vandaag eveneens concluderen. 3. Tegen het arrest van het hof is zowel door de verdachte als namens het openbaar ministerie (tijdig) beroep in cassatie ingesteld. Namens de verdachte heeft mr. O.J. Much, advocaat te Rotterdam, vijf cassatiemiddelen voorgesteld. Namens het openbaar ministerie heeft mr. H.H.J. Knol, advocaat-generaal bij het ressortsparket, één middel van cassatie voorgesteld. De namens de verdachte voorgestelde middelen 4. De middelen die namens de verdachte zijn voorgestelde hebben alle betrekking op de bewezenverklaring van het hof. Alvorens deze middelen afzonderlijk te bespreken, geef ik hieronder eerst deze bewezenverklaring en de korte inhoud van de door het hof gebezigde bewijsmiddelen weer Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat: 1. hij op tijdstippen, gelegen in of de periode van 1 oktober 2010 tot en met 21 februari 2011, in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit hem, verdachte, en [betrokkene 1] en [medeverdachte 3] en [betrokkene 2] en [medeverdachte 1] en een of meer ander(en), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten (onder meer): - gewoontewitwassen en - oplichting van de Belastingdienst; 2. hij in de periode van 2 november 2010 tot en met 11 februari 2011, in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en) telkens A. (in totaal) 158 ( ) (digitale) formulieren 1) Aanvraag huur- en/of zorgtoeslag 2010 Belastingdienst/Toeslagen ten name van een groot aantal personen en 2) Wijziging huur- en/of zorgtoeslag 2010 Belastingdienst/Toeslagen ten name van een groot aantal personen en B. (in totaal) 56 (52 + 4), althans één of meer (zogenoemde) (digitale) formulieren Aanvraag en/of wijziging huur- en/of zorgtoeslag 2011 Belastingdienst/Toeslagen ten name van een groot aantal personen en C. (in totaal) 229 ( ), althans één of meer ( zogenoemde) (digitale) formulieren 1) Aanvraag voor Kinderopvangtoeslag 2010 Belastingdienst/toeslagen (ten name van een groot aantal personen) en 2) Wijziging Kinderopvangtoeslag 2010 Belastingdienst/toeslagen ten name van een groot aantal personen en - elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt, immers hebben hij, verdachte, en zijn mededader(s) valselijk en in strijd met de waarheid (onder meer), op naam (en/of buiten medeweten) van (ad A1) [A] op genoemd (digitaal) formulier (D-380) ingevuld en/of vermeld dat [A] :

3 - het rekeningnummer voor de uitbetaling van de zorgtoeslag wil wijzigen in [001] [B] op genoemd (digitaal) formulier (D-701) ingevuld en/of vermeld dat [B] : - het rekeningnummer voor de uitbetaling van de zorgtoeslag wil wijzigen in [001] (ad A2) [C] op genoemd (digitaal) formulier (D-434) ingevuld en/of vermeld dat [C] : - het rekeningnummer voor de uitbetaling van de zorg- en/of huurtoeslag wil wijzigen in [002] en [D] op genoemd (digitaal) formulier (D-448) ingevuld en/of vermeld dat [D] : - het rekeningnummer voor de uitbetaling van de zorg- en/of huurtoeslag wil wijzigen [E] op genoemd (digitaal) formulier (D-728) ingevuld en/of vermeld dat [E] : - het rekeningnummer voor de uitbetaling van de zorg- en/of huurtoeslag wil wijzigen in [001] [C] op genoemd (digitaal) formulier (D-435) ingevuld en/of vermeld dat [C] : - het rekeningnummer voor de uitbetaling van de zorg- en/of huurtoeslag wil wijzigen in [002] en (ad C1) [F] op genoemd (digitaal) formulier (D- 386) ingevuld en/of vermeld dat [F] : - per 1 januari 2010 kinderopvangtoeslag 2010 wil aanvragen en-/of - het rekeningnummer voor de uitbetaling van kinderopvangtoeslag [003] is en - het een aanvraag kinderopvangtoeslag betreft voor het kind [G] (geboren [geboortedatum] -2004) voor 230 hele opvanguren per volle maand en een uurtarief van euro 6,10 bij een kindercentrum en voor 200 hele opvanguren per volle maand en een uurtarief van euro 5,00 bij - het een aanvraag kinderopvangtoeslag betreft voor het kind [H] (geboren [geboortedatum] -2010) voor 230 hele opvanguren per volle maand en een uurtarief van euro 6,10 bij een kindercentrum en voor 200 hele opvanguren per volle maand en een uurtarief van euro 5,10 bij [I] op genoemd (digitaal) formulier (D-451) ingevuld en/of vermeld dat [I] : - per 1 januari 2010 kinderopvangtoeslag 2010 wil aanvragen en het rekeningnummer voor de uitbetaling van kinderopvangtoeslag [003] is en - het een aanvraag kinderopvangtoeslag betreft voor het kind [J] (geboren [geboortedatum] -2003) voor 230 hele opvanguren per volle maand en een uurtarief van euro 6,10 bij een kindercentrum en voor 200 hele opvanguren per volle maand en een uurtarief van euro 5,00 bij - het een aanvraag kinderopvangtoeslag betreft voor het kind [J] (geboren [geboortedatum] -2009) voor 230 hele opvanguren per volle maand en een uurtarief van euro 6,10 bij een kindercentrum en voor 200 hele opvanguren per volle maand en een uurtarief van euro 5,00 bij [K] op genoemd (digitaal) formulier (D-462) ingevuld en/of vermeld dat [K] : - per 1 januari 2010 kinderopvangtoeslag 2010 wil aanvragen en - het rekeningnummer voor de uitbetaling van kinderopvangtoeslag [004] is en - het een aanvraag Kinderopvangtoeslag betreft voor het kind [L] (geboren [geboortedatum] -2003) voor 230 hele opvanguren per volle maand en een uurtarief van euro 6,10 bij een kindercentrum en voor 200 hele opvanguren per volle maand en een uurtarief van euro 5,00 bij

4 - het een aanvraag kinderopvangtoeslag betreft voor het kind [M] (geboren [geboortedatum] -2009) voor 230 hele opvanguren per volle maand en een uurtarief van euro 6,10 bij een Kindercentrum en voor 200 hele opvanguren per volle maand en een uurtarief van euro 5,00 bij [N] op genoemd (digitaal formulier (D-705) ingevuld en/of vermeld dat [N] : - per 1 januari 2010 kinderopvangtoeslag 2010 wil aanvragen en - het rekeningnummer voor de uitbetaling van Kinderopvangtoeslag [001] is en [O] op genoemd (digitaal) formulier (D-709) ingevuld en/of vermeld dat [O]: - kinderopvangtoeslag 2010 wil aanvragen en-/of - het rekeningnummer voor de uitbetaling van kinderopvangtoeslag [001] is en [P] op genoemd (digitaal) formulier (D-729) ingevuld en/of vermeld dat [P]: - kinderopvangtoeslag 2010 wil aanvragen en - het rekeningnummer voor de uitbetaling van kinderopvangtoeslag [005] is en - het een aanvraag kinderopvangtoeslag betreft voor het kind [Q] (geboren [geboortedatum]-2010) voor 207 hele opvanguren per volle maand en een uurtarief van euro 6,10 en (ad C2) [R] op genoemd (digitaal) formulier (D436) ingevuld en/of vermeld dat [R]: - per 1 januari 2010 een wijziging kinderopvangtoeslag wil doorgeven en - het rekeningnummer voor de uitbetaling van kinderopvangtoeslag [003] is en [S] op genoemd (digitaal) formulier (D-727) ingevuld en/of vermeld dat [S]: - een wijziging kinderopvangtoeslag wil doorgeven en - het rekeningnummer voor de uitbetaling van kinderopvangtoeslag [001] is (telkens) met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken; 3. hij op tijdstippen in de periode van 1 oktober 2010 tot en met 1 november 2011 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, telkens voorwerpen, te weten geldbedragen, heeft verworven en voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen en heeft omgezet, terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders wisten dat bovenomschreven geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf, hebbende hij, verdachte, en zijn mededaders van het plegen van witwassen een gewoonte gemaakt De bewezenverklaring steunt op de inhoud van de bewijsmiddelen die onder nrs. 1 t/m 48 zijn opgenomen in een aanvulling op het arrest als bedoeld in art. 365a, tweede lid, Sv. Voor de bespreking van de middelen kan worden volstaan met een samenvatting van de inhoud van deze bewijsmiddelen. - Bij de bewijsmiddelen 1 t/m 8 in hoofdzaak om verklaringen van getuige [betrokkene 3], die onder meer inhouden dat deze getuige door medeverdachten [betrokkene 2] en [medeverdachte 3] is bedreigd en dat zij hun haar bankpasje en een kopie van haar identiteitsbewijs heeft gegeven. Voorts bevatten deze verklaringen een foto-identificatie van de verdachte en de

5 opmerking van de getuige dat de verdachte altijd samen met medeverdachte [betrokkene 2] met pasjes bezig was. - Bewijsmiddel 9 bevat de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] dat hij sinds enige tijd samenwoonde met medeverdachte [medeverdachte 3]. - De bewijsmiddelen 10 t/m 12 betreffen verklaringen van de getuigen [betrokkene 4] en [betrokkene 5] over de afgifte van bankpasjes aan medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3], de aanschaf van meerdere mobiele telefoons voor medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] en bankactiviteiten die door medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] per laptop werden uitgevoerd. In samenhang met de overige bewijsmiddelen kan uit bewijsmiddel 13 worden afgeleid dat de verdachte en medeverdachte [betrokkene 2] bij een bankautomaat een bedrag van 2.000,- van de rekening van [betrokkene 3] hebben opgenomen. - De bewijsmiddelen 14 en 15 bevatten overzichten van de door verdachte en zijn medeverdachten gebruikte IP-adressen en het daaraan gekoppelde gebruik van digitale accounts voor het versturen van berichten naar de Belastingdienst, terwijl de bewijsmiddelen 16 en 17 gegevens bevatten over de woonadressen van medeverdachten [betrokkene 2], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] en tevens inhouden dat de verdachte in de tenlastegelegde periode min of meer samenwoonde met zijn vriendin [betrokkene 8] op het adres [a-straat 1] in Rotterdam. - Het belangrijkste bewijsmiddel in de zaak tegen de verdachte is bewijsmiddel 18, dat onder meer inhoudt dat bij de doorzoeking van het adres [a-straat 1] een USB-stick met een grote hoeveelheid persoonsgegevens van derden waarvan de burgerservicenummers zijn misbruikt is aangetroffen. Voorts houdt dit bewijsmiddel in dat bij de genoemde doorzoeking ook nog een papiertje met de pincode van een bankpasje van [betrokkene 6] is aangetroffen en dat een ander bankpasje van deze [betrokkene 6] in de woning van medeverdachte [betrokkene 2] is gevonden. - De bewijsmiddelen 19 en 20 bevatten gegevens over de (in totaal) 492 burgerservicenummers die door de verdachte en zijn medeverdachten zijn gebruikt voor het aanvragen van zorg- en/of huurtoeslagen en over de resultaten van onderzoek met betrekking tot verschillende onder medeverdachte [betrokkene 2] inbeslaggenomen voorwerpen. - Bewijsmiddel 21 houdt in dat de computer die in de woning met adres [a-straat 1] is aangetroffen en waarop de op datzelfde adres gevonden USB-stick aangesloten is geweest volgens de verklaring van de vriendin van de verdachte aan de verdachte toebehoorde, terwijl bewijsmiddel 22 onder meer informatie over een doorzoeking van de woning van medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] bevat. - De als bewijsmiddel 23 gebruikte verklaring van medeverdachte [betrokkene 2] houdt in dat deze medeverdachte de bedenker van de werkwijze van het aanvragen van zorg- en/of huurtoeslagen voor derden was, dat hij vele aanvragen voor toeslagen zelf heeft verricht en dat een deel van de aanvragen door hem is gedaan vanuit de woning met adres [a-straat 1] waar de verdachte verbleef. - De bewijsmiddelen 24 tot en met 35 bevatten concrete informatie over tal van door de verdachte en zijn medeverdachten verrichte aanvragen voor zorg- en/of huurtoeslagen en in dit verband bij de Belastingdienst opgegeven gegevensmutaties en bevatten daarnaast verschillende verklaringen van slachtoffers die inhouden dat zij niet van de genoemde aanvragen op de hoogte waren. - Uit de bewijsmiddelen 36 en 37 kan worden afgeleid dat verschillende in de vorm van toeslagen op de bankrekeningen van derden ontvangen geldbedragen zijn doorgestort naar de bankrekeningen van de medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] en dat medeverdachte [betrokkene 1] hierbij een rol heeft gespeeld. - De bewijsmiddelen 38 en 39 maken duidelijk dat bij de doorzoeking van de verblijfplaats van de verdachte met adres [a-straat 1] onder meer nog een bundel bankbiljetten met een totale waarde van 5.250,- en een hoeveelheid muntgeld met een totale waarde van 859,69 in beslag is genomen. - Bewijsmiddel 40 betreft een verklaring van de vriendin van de verdachte waaruit het hof

6 kennelijk mede heeft afgeleid dat de verdachte of zijn vriendin in de tenlastegelegde periode geen substantiële (legale) inkomsten genoot, terwijl bewijsmiddel 41 inhoudt dat de verdachte in diezelfde periode niettemin feitelijk ten minste bijna ,- tot zijn beschikking heeft gehad. - De bewijsmiddelen 42 t/m 48 zien ten slotte grotendeels op de betrokkenheid van onder andere de medeverdachten [medeverdachte 1] en [betrokkene 1] bij aanvragen voor zorg- en/of huurtoeslagen die zijn gedaan met gebruikmaking van een IP-adres van een hotel in Rotterdam. 5. Het eerste middel en het tweede middel hebben beide betrekking op de bewezenverklaring van de onder 1 tenlastegelegde deelneming aan een criminele organisatie in de zin van art. 140 Sr. In het eerste middel wordt geklaagd dat het hof het bewijs voor de deelneming aan een criminele organisatie niet heeft kunnen afleiden uit de gebezigde bewijsmiddelen. Het tweede middel houdt in dat het hof heeft nagelaten te responderen op een door de verdediging ingenomen uitdrukkelijk onderbouwd standpunt met betrekking tot het bewijs voor de deelneming aan een criminele organisatie. De middelen kunnen gezamenlijk worden besproken In het bestreden arrest heeft het hof met betrekking tot het bewijs van deelneming aan een criminele organisatie en het in dit verband door de verdediging gevoerde verweer de volgende nadere bewijsoverweging opgenomen: Deelneming aan een criminele organisatie Door de raadsman is voorts aangevoerd dat de verdachte ter zake van het onder 1 ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken, nu er kort gezegd geen sprake is van (deelneming) aan criminele organisatie. Het hof overweegt hieromtrent als volgt. Onder een criminele organisatie in de zin van artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht wordt verstaan een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en ten minste één andere persoon. Voor duurzaamheid of bestendigheid is het tijdsverloop van het samenwerkingsverband een aanwijzing. Voor structuur is een hiërarchie geen vereiste. Om van deelnemen in de zin van bovengenoemd wetsartikel te spreken dient men te behoren tot het samenwerkingsverband en een aandeel te hebben in of ondersteuning te bieden aan gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van deze organisatie. Het hebben van een aandeel in en het ondersteuning geven aan die gedragingen veronderstellen opzet. Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat op grond van de gebezigde bewijsmiddelen wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie in de zin van artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht. De omstandigheid dat tussen de verdachte en de andere(n) ook sprak was van een vriendschappelijk of familiair verband, maakt dit niet anders. Het verweer wordt verworpen Blijkens de inhoud van de ter terechtzitting in hoger beroep overgelegde pleitnota (zie p. 3-4) heeft de raadsman van de verdachte tegenover het hof als uitdrukkelijk onderbouwd standpunt aangevoerd dat de verdachte moest worden vrijgesproken van deelneming aan een criminele organisatie, aangezien uit het aanwezige bewijsmateriaal niet zou kunnen blijken dat wat betreft de verdachte en zijn medeverdachten sprake is geweest van een criminele organisatie in de zin van een gestructureerd samenwerkingsverband met als oogmerk het plegen van misdrijven en voor zover dit anders zou zijn niet zou kunnen worden opgemaakt waarin de concrete betrokkenheid van de verdachte bij de verwezenlijking van het oogmerk van de criminele organisatie van de verdachte en zijn medeverdachten zou hebben bestaan Voor zover in de middelen wordt gesteld dat het hof heeft nagelaten te responderen op het standpunt van de verdediging dat in de onderhavige zaak geen bewijs van het bestaan van een gestructureerd samenwerkingsverband tussen de verdachten en zijn medeverdachte voorhanden is, kunnen de middelen zonder meer niet slagen nu het hof wel degelijk op dit standpunt heeft gerespondeerd. Het hof heeft in zijn arrest immers overwogen (i) dat onder een criminele organisatie in de zin van artikel 140 Sr een samenwerkingsverband met

7 een zekere duurzaamheid en structuur tussen de verdachte en ten minste één andere persoon wordt verstaan, 1 (ii) dat voor het bestaan van een duurzaam of bestendig samenwerkingsverband een aanwijzing kan worden gevonden in een zeker tijdsverloop (hetgeen nogal voor zich spreekt), (iii) dat om van een gestructureerd samenwerkingsverband te kunnen spreken niet altijd sprake behoeft te zijn van een vorm van hiërarchie, 2 (iv) dat in casu gelet op de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen van het bestaan van een criminele organisatie moet worden uitgegaan en (v) dat de door de verdediging aangevoerde omstandigheid dat tussen de verdachte en zijn medeverdachten sprake was van vriendschappelijke en/of familiaire banden dit niet anders maakt. Deze overwegingen getuigen niet van een onjuiste rechtsopvatting. Omdat het verder gaat om een vaststelling van de feiten, die in cassatie slechts op begrijpelijkheid kan worden getoetst, ben ik van mening dat het bewijsoordeel van het hof deze toets kan doorstaan. Het hof heeft het bestaan van een criminele organisatie onder meer kunnen gronden op de uit de bewijsmiddelen blijkende grote intensiteit waarmee in de tenlastegelegde periode van 1 oktober 2010 tot en met 21 februari 2011 door de verdachte en zijn medeverdachten valse aanvragen voor zorg- en/of huurtoeslagen werden gedaan en de tevens uit de bewijsmiddelen blijkende omstandigheid dat de verdachte en zijn medeverdachten daarbij steeds in wisselende samenstellingen dezelfde modus operandi hanteerden. Ook in zoverre moeten de middelen dus falen De vraag die resteert is of het hof uit de gebezigde bewijsmiddelen heeft kunnen afleiden dat de verdachte ook daadwerkelijk aan de criminele organisatie van hemzelf en zijn medeverdachten heeft deelgenomen en of het hof zijn afwijking van het standpunt van de verdediging in dit verband eveneens toereikend heeft gemotiveerd. Om met het eerste punt te beginnen: het hof heeft in zijn arrest met juistheid overwogen dat voor het bewijs van deelneming aan een criminele organisatie in de zin van art. 140 Sr is vereist dat de verdachte daadwerkelijk tot een bepaalde criminele organisatie heeft behoord en betrokken moet zijn geweest bij gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van deze organisatie. 3 Vervolgens heeft het hof overwogen dat naar zijn oordeel uit de gebezigde bewijsmiddelen volgt dat in de onderhavige zaak van een zodanige deelneming door de verdachte aan de in de tenlastelegging genoemde criminele organisatie inderdaad sprake is geweest. Hoewel de betreffende overweging op zichzelf genomen weinig inhoudelijke aanknopingspunten biedt, kon het hof hier naar mijn mening mee volstaan. Daarbij neem ik in aanmerking dat de door het hof genoemde bewijsmiddelen onder meer inhouden: (i) dat op de verblijfplaats van de verdachte een USB-stick met een grote hoeveelheid van persoonsgegevens van de fraudeslachtoffers is aangetroffen (zie bewijsmiddel 18), (ii) dat de op diezelfde verblijfplaats aangetroffen computer waarop de genoemde USB-stock aangesloten is geweest aan de verdachte toebehoorde (zie bewijsmiddel 21) en (iii) dat op de verblijfplaats van de verdachte tevens een substantiële hoeveelheid contant geld is aangetroffen (zie bewijsmiddelen 38 en 39), terwijl geen reden bestaat om aan te nemen dat de verdachte in de tenlastegelegde periode substantiële legale inkomsten genoot (zie de bewijsmiddelen 40 en 41). Het hof heeft zijn afwijking van het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt van de verdediging dus ook op het punt van de concrete betrokkenheid van de verdachte bij de criminele organisatie van hemzelf en zijn medeverdachten toereikend gemotiveerd Het eerste en het tweede middel falen. 6. Het derde middel bevat de klacht dat het hof het bewijs voor het onder 2 tenlastegelegde (meermaals) medeplegen van valsheid in geschrift niet uit de gebezigde bewijsmiddelen heeft kunnen afleiden In de toelichting op het middel wordt allereerst het ter terechtzitting in hoger beroep gevoerde bewijsverweer van de raadsman aangehaald (zie p van de overgelegde pleitnota), waarin de raadsman in hoofdzaak heeft aangevoerd dat het dossier in de onderhavige zaak als voor de

8 verdachte belastend bewijsmateriaal niet meer bevat dan de vondst van een USB-stick met persoonsgegevens van derden en een papiertje met de pincode van het bankpasje van [betrokkene 6] op de verblijfplaats van de verdachte, terwijl door de medeverdachte [betrokkene 2] is verklaard dat hij bij het doen van de valse aanvragen voor zorg- en/of huurtoeslagen op eigen houtje handelde en bovendien soms ook vanuit de verblijfplaats van de verdachte opereerde (zodat de mogelijkheid zou zijn opengebleven dat de verdachte niet bij de genoemde valse aanvragen betrokken is geweest). Voorts wordt door de steller van het middel aangevoerd dat het hof zijn bewijsoordeel met betrekking tot het medeplegen van de valsheid in geschrift door de verdachte in zijn arrest niet nader heeft gemotiveerd en dat het hof meer in het bijzonder niet duidelijk heeft gemaakt in welke concrete gedragingen van voldoende intellectueel of materieel gewicht naar zijn oordeel de nauwe en bewuste samenwerking van de verdachte met zijn mededaders besloten ligt Voordat ik op het middel inga, wil ik in algemene zin wel opmerken dat het arrest van het hof betrekkelijk arm aan bewijsoverwegingen is. In dit verband zal naast het enigszins onsamenhangende karakter van de verschillende bewijsverweren van de verdediging een rol hebben gespeeld dat de talrijke bewijsmiddelen in de onderhavige zaak ten aanzien van alle drie de tenlastegelegde feiten, zeker in onderlingen samenhang bezien voor zichzelf spreken. Al met al kan ik mij dan ook wel voorstellen dat het hof een nadere bewijsoverweging over het medeplegen van de verdachte niet nodig vond, waarbij ik opmerk dat zich in deze zaak anders dan de steller van het middel lijkt te menen niet duidelijk een geval voordoet waarin de gedragingen van de verdachte in de kern niet bestaan uit de gezamenlijke uitvoering van een strafbaar feit maar uit gedragingen die met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht Bij zijn oordeel dat de verdachte als medepleger betrokken is geweest bij het meermaals doen van valse aanvragen voor zorg- en/of huurtoeslagen heeft het hof zich mijns inziens onder meer kunnen baseren op de ook bij de bespreking van de eerste twee middelen reeds genoemde omstandigheden: (i) dat op de verblijfplaats van de verdachte een USB-stick met persoonsgegevens van fraudeslachtoffers is aangetroffen (zie bewijsmiddel 18), (ii) dat de op diezelfde verblijfplaats aangetroffen computer waarop de genoemde USB-stick aangesloten is geweest aan de verdachte toebehoorde (zie bewijsmiddel 21) en (iii) dat op de verblijfplaats van de verdachte tevens een substantiële hoeveelheid contant geld is aangetroffen (zie bewijsmiddelen 38 en 39), terwijl geen reden bestaat om aan te nemen dat de verdachte in de tenlastegelegde periode substantiële legale inkomsten genoot (zie de bewijsmiddelen 40 en 41). Dat het hof in zijn bewijsvoering gelet op de door de raadsman in hoger beroep aangehaalde verklaring van medeverdachte [betrokkene 2] dat hij bij het doen van de valse aanvragen op eigen houtje handelde en soms ook vanuit de verblijfplaats van de verdachte opereerde de mogelijkheid heeft opengehouden dat de verdachte niet bij de valse aanvragen betrokken is geweest, ben ik niet met de steller van het middel eens. Het hof heeft voor het bewijs immers tevens gebruikgemaakt van de verklaring van getuige [betrokkene 3] die expliciet inhoudt dat de verdachte altijd samen met [betrokkene 2] met pasjes bezig was (zie bewijsmiddel 5) en heeft mede op grond van deze verklaring kennelijk niet aannemelijk geacht dat medeverdachte [betrokkene 2] steeds alleen handelde en dat de verdachte wat betreft het verkrijgen, bewaren en doorspelen van bankpasjes van derden en het verkrijgen, doorspelen en gebruiken van persoonsgegevens van derden niet zelf ook een duidelijke uitvoeringsrol heeft vervuld. Dit oordeel is ook zonder nadere motivering niet onbegrijpelijk, zodat ook dit middel geen doel treft Het derde middel faalt eveneens. 7. Het vierde middel en het vijfde middel bevatten in totaal drie klachten met betrekking tot de bewezenverklaring en de kwalificatie van feit 3 (het medeplegen van gewoontewitwassen). Het vierde middel houdt als eerste klacht in dat het hof het bewijs voor het medeplegen van gewoontewitwassen niet uit de gebezigde bewijsmiddelen heeft kunnen afleiden. De tweede klacht luidt dat het hof bij zijn kwalificatiebeslissing ten aanzien van het onder 3 bewezenverklaarde medeplegen van gewoontewitwassen ten onrechte geen toepassing heeft

9 gegeven aan de in de jurisprudentie van de Hoge Raad ontwikkelde bijzondere kwalificatieuitsluitingsgrond voor gevallen waarin sprake is van het witwassen van uit eigen misdrijf afkomstige voorwerpen. In het vijfde middel wordt gesteld dat het hof heeft nagelaten te responderen op een door de verdediging ingenomen uitdrukkelijk onderbouwd standpunt met betrekking tot het bewijs en de kwalificatie van het medeplegen van gewoontewitwassen. De genoemde klachten kunnen gezamenlijk worden besproken Zoals hierboven onder 4.1 reeds vermeld, heeft het hof onder 3 bewezenverklaard dat de verdachte in de periode van 1 oktober 2010 tot en met 1 november 2011 als medepleger betrokken is geweest bij een vorm van (gewoonte)witwassen die bestond in het verwerven, voorhanden hebben, overdragen en omzetten van geldbedragen. In zijn kwalificatiebeslissing in het bestreden arrest heeft het hof het gewoontewitwassen van de verdachte daarnaast gekwalificeerd als gewoontewitwassen in de zin van art. 420ter Sr Hoewel niet ten aanzien van alle in de bewijsmiddelen vermelde verwijzingen naar gedragingen van de verdachte en/of zijn medeverdachten met betrekking tot geldbedragen met precisie kan worden vastgesteld uit welk misdrijf de betreffende geldbedragen afkomstig zijn, moet er hier gelet op de inhoud van de bewezenverklaring onder 2 (het meermaals medeplegen van het doen van valse aanvragen voor zorg- en/of huurtoeslagen) vanuit worden gegaan dat zowel de bewezenverklaring als de kwalificatie van feit 3 in het bestreden arrest betrekking hebben op het witwassen van geldbedragen die uit door de verdachte zelf (mede)gepleegde misdrijven afkomstig zijn. Daarin kan ik de steller van het middel dan ook volgen. Dat is niet het geval met betrekking tot de stelling dat in het onderhavige geval sprake is van een situatie waarbij het verwerven en voorhanden hebben van geldbedragen niet kan hebben bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van de betreffende geldbedragen, en dus zonder nadere motivering niet kan worden gekwalificeerd als witwassen Aan de jurisprudentie van de Hoge Raad, die betrekking heeft op de speciale kwalificatieuitsluitingsgond als het gaat om (schuld)witwassen, ligt de ratio ten grondslag dat voorkomen moet worden dat een verdachte die zelf een bepaald misdrijf heeft begaan en daardoor de beschikking krijgt over het voorwerp waar het misdrijf op gericht is, zich automatisch ook schuldig maakt aan het witwassen van dat voorwerp. 5 Daarom is door de Hoge Raad de voorwaarde gesteld dat in dergelijke gevallen nader moet worden gemotiveerd dat de betrokken gedragingen méér omvatten dan het enkele verwerven of voorhanden hebben van het onmiddellijk door eigen misdrijf verkregen voorwerp, wil er sprake zijn van witwassen. 6 Uit die motivering zal dan moeten blijken dat de betrokken gedragingen (kennelijk) ook gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst Het is echter de vraag of het in onderhavige zaak wel gaat om het enkel verwerven of voorhanden hebben van onmiddellijk door eigen misdrijf verkregen gelden, waarbij ik de nadruk leg op onmiddellijk Uit de door het hof gebruikte bewijsmiddelen kan namelijk worden opgemaakt: (i) Dat door de verdachte en/of zijn medeverdachten via het doen van valse aanvragen voor zorgen/of huurtoeslagen grote geldbedragen werden verkregen (zie de bewijsmiddelen 24 t/m 35), (ii) dat deze geldbedragen in de meeste gevallen door de Belastingdienst werden gestort op bankrekeningen van derden zoals [betrokkene 3], [betrokkene 6] of [betrokkene 7] (zie bewijsmiddel 18) waartoe de verdachte en/of zijn medeverdachten zelf al toegang hadden (zie eveneens de bewijsmiddelen 24 t/m 35) en (iii) dat de verdachte en/of zijn medeverdachten de gestorte geldbedragen in veel gevallen naar eigen bankrekeningen doorsluisden (zie de bewijsmiddelen 36 en 37) of contant opnamen en eventueel thuis bewaarden. (zie de bewijsmiddelen 13, 36 en 38 t/m 41) Hieruit kan worden afgeleid dat voordat de verdachte en/of zijn medeverdachten zelf de beschikking over de uit eigen misdrijf verkregen gelden kregen, deze geldbedragen door de Belastingdienst (voor het merendeel) eerst op bankrekeningen, die op naam van anderen stonden, waren overgemaakt. Deze wijze van verwerven en voorhanden hebben is mijns inziens onmiskenbaar gericht op het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van de betreffende

10 gelden. Waarom was het anders nodig de uitbetaling van de huur- en zorgtoeslagen via bankrekeningen van derden te laten verlopen, waarvan weer opnamen en overboekingen werden gedaan, door gebruikmaking van de pinpasgegevens van deze derden, in contanten of naar eigen bankrekeningen van de verdachten? Deze omleiding kan moeilijk anders worden bestempeld als een methode om de criminele herkomst van het geld af te schermen. 7 Daarbij ga ik ervan uit dat de oplichting, zijnde het gronddelict dat in dit verband relevant is, is voltooid op het moment dat de betrokken bedragen door de Belastingdienst op de rekeningen van die derden zijn overgemaakt. Ik meen dan ook dat er bij de strafbare feiten die mede door de verdachte zijn gepleegd, geen sprake is van een situatie waarop de kwalificatie-uitsluitingsgrond van toepassing is. In de eerste plaats omdat de gedragingen van het verwerven en voorhanden hebben, namelijk via een bankrekening van een derde waarover de verdachte en/of zijn medeverdachten mede kon beschikken, op zichzelf al een verhullend karakter heeft. Ten tweede omdat de constructie die gehanteerd is voor de uit- en doorbetaling van de door misdrijf verkregen toeslagen maakt, dat het niet gaat om onmiddellijk uit eigen misdrijf verkregen geld. Dit geld werd immers voor het merendeel gesluisd via rekeningen van derden voordat de verdachten daarover zelf de beschikking kregen. Ten aanzien van de verdachte zelf blijkt uit de bewijsmiddelen niet dat hij rechtstreeks en dus onmiddellijk via betalingen door de Belastingdienst de beschikking over de frauduleus verkregen toeslagen heeft ontvangen. Dat er in onderhavige zaak dus geen sprake is van een situatie waarbij de kwalificatieuitsluitingsgrond van toepassing is, komt naar mijn mening zo duidelijk uit de bewijsmiddelen naar voren, dat het hof niet tot een nadere motivering gehouden was Dat het hof uit de onder 7.5 aangehaalde omstandigheden heeft afgeleid dat de verdachte en/of zijn medeverdachten uit misdrijf afkomstige geldbedragen hebben overgedragen en omgezet en dat dit overdragen en omzetten van geldbedragen ook daadwerkelijk een verbergend of verhullende karakter heeft gehad, vind ik niet onbegrijpelijk. Voorts blijkt uit de hier aangehaalde inhoud van de door het hof gebezigde bewijsmiddelen mijns inziens ook met voldoende mate van concreetheid waarom het hof in zijn arrest is afgeweken van het andersluidende standpunt van de verdediging Ook het vierde en het vijfde middel treffen geen doel. Het namens het openbaar ministerie voorgestelde middel 8. In het namens het openbaar ministerie voorgestelde middel wordt geklaagd over de afwijzing door het hof van de vordering van de advocaat-generaal tot verbeurdverklaring van het onder de verdachte op de voet van art. 94a Sv in beslag genomen geldbedrag van 6.109, Het bestreden arrest houdt wat betreft de in het middel bedoelde beslissing van het hof het volgende in: Ten aanzien van de inbeslaggenomen gelden overweegt het hof dat uit het dossier en hetgeen de advocaat-generaal naar voren heeft gebracht, blijkt dat het om conservatoir in beslaggenomen gelden gaat. Gelden waarop conservatoir beslag rust kunnen niet verbeurd verklaard worden. Het hof zal daarom, anders dan de advocaat-generaal heeft gevorderd deze gelden niet verbeurdverklaren Het middel doet een terecht beroep op HR 22 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3689, NJ 2016/62, waarin door de Hoge Raad is bepaald dat het voor een verbeurdverklaring als bedoeld in art. 33a Sr niet nodig is dat op de voet van art. 94 Sv beslag is gelegd op het voorwerp waarvan de verbeurdverklaring wordt uitgesproken en dat aan de mogelijkheid van het uitspreken van een verbeurdverklaring voorts niet in de weg staat dat op het betreffende voorwerp conservatoir beslag als bedoeld in art. 94a Sv rust (zie rov en 3.5.1). De ratio van deze overwegingen van de Hoge Raad is dat in het geval dat een ex art. 94a Sr gelegd beslag wel aan verbeurdverklaring in de weg zou staan de uitwerking van de sanctieoplegging door de rechter gelet op het bepaalde in art. 34, eerste en tweede lid, Sr ten aanzien van de uitlevering van niet in beslag genomen voorwerpen mede afhankelijk zou zijn van de opstelling van de beslaglegger. De beslissing van het hof ten aanzien van de vordering tot verbeurdverklaring van de advocaat-

11 generaal kan derhalve niet in stand blijven Het geldbedrag van 6.109,69 waarop de vordering tot verbeurdverklaring van de advocaatgeneraal betrekking heeft betreft het totaal van de geldbedragen van 5.250,- en 859,69 die bij de doorzoeking van de verblijfplaats van de verdachte in beslag zijn genomen (zie de bewijsmiddelen 38 en 39). Nu het hof bij zijn bewijsbeslissing gelet op de samenhangende inhoud van de bewijsmiddelen 38, 39, 40 en 41 (impliciet) heeft geoordeeld dat de betreffende geldbedragen geheel of grotendeels door middel van de ten laste van de verdachte bewezenverklaarde feiten zijn verkregen, ben ik van mening dat in casu zonder nieuw onderzoek naar de feiten opnieuw op de in het middel bedoelde vordering tot verbeurdverklaring kan worden beslist en stel ik voor dat de Hoge Raad de zaak om doelmatigheidsredenen zelf zal afdoen. 9. Het namens het openbaar ministerie voorgestelde middel is terecht voorgesteld. De namens de verdachte voorgestelde middelen falen alle, waarbij het eerste, tweede en derde middel naar mijn mening met de aan art. 81 RO ontleende motivering kunnen worden afgedaan. Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoren te geven. 10. Deze conclusie strekt ertoe: (i) dat de Hoge Raad de bestreden uitspraak zal vernietigen wat betreft de afwijzende beslissing van het hof op de vordering van de advocaat-generaal tot verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen geldbedrag van 6.109,69 en (ii) dat de Hoge Raad alsnog de verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen geldbedrag van 6.109,69 zal uitspreken en de zaak op die wijze zelf zal afdoen en (iii) dat de Hoge Raad het door de verdachte ingestelde cassatieberoep zal verwerpen. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden AG Vgl. HR 22 januari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BB7134, NJ 2008/72. Vgl. HR 11 april 2006, ECLI:NL:HR:AU9130, NJ 2006/393, rov Zie HR 19 november 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0858, NJ 1998/225 en HR 10 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:264. Zie in dit verband HR 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3473, NJ 2015/390, rov HR 8 januari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BX4605, NJ 2013/264 en ECLI:NL:HR:2013:BX6910, NJ 2013/266 m.nt. M.J. Borgers Zie bijv. HR 16 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:3689, NJ 2015/340, rov Zie in dit verband E.W. Kruisbergen en M.R.J. Soudijn, Wat is witwassen eigenlijk?, In Misdaadgeld, witwassen en ontnemen, Justitiële Verkenningen 2015, nr. 1, p

ECLI:NL:PHR:2010:BN0043

ECLI:NL:PHR:2010:BN0043 ECLI:NL:PHR:2010:BN0043 Instantie Datum uitspraak 16-11-2010 Datum publicatie 16-11-2010 Zaaknummer 09/03684 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:898. 1 Geding in cassatie. 2. Beoordeling van het eerste middel. Uitspraak. 8 oktober 2013. Strafkamer. nr.

ECLI:NL:HR:2013:898. 1 Geding in cassatie. 2. Beoordeling van het eerste middel. Uitspraak. 8 oktober 2013. Strafkamer. nr. ECLI:NL:HR:2013:898 Uitspraak 8 oktober 2013 Strafkamer nr. 11/04842 Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 september 2011,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

NBSTRAF 2015/115 Witwassen. Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:HR:2015:888, JIN 2015/90, NJB 2015/763, RvdW 2015/650

NBSTRAF 2015/115 Witwassen. Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:HR:2015:888, JIN 2015/90, NJB 2015/763, RvdW 2015/650 pagina 1 van 5 NBSTRAF 2015/115 Witwassen Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:HR:2015:888, JIN 2015/90, NJB 2015/763, RvdW 2015/650 Aflevering 2015 afl. 7 Rubriek Rechtspraak College Hoge Raad Datum 07 april

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 Instantie Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Zaaknummer 16/703291-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak.

ECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak. ECLI:NL:HR:2013:1157 Uitspraak 12 november 2013 Strafkamer nr. 11/04366 P Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 01971/07

ECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 01971/07 ECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 17-02-2009 Datum publicatie 17-02-2009 Zaaknummer 01971/07 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2015:3021. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05204

ECLI:NL:HR:2015:3021. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05204 ECLI:NL:HR:2015:3021 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-10-2015 Datum publicatie 14-10-2015 Zaaknummer 14/05204 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2082,

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis ECLI:NL:GHARL:2016:10657 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 15-05-2017 Zaaknummer 21-002071-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:789, Niet ontvankelijk

Nadere informatie

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 21 juni 2013, nummer 22/ , in de strafzaak tegen:

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 21 juni 2013, nummer 22/ , in de strafzaak tegen: ECLI:NL:HR:2014:1592 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 02-07-2014 Zaaknummer 13/03174 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:654,

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769

ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769 ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769 Instantie Datum uitspraak 28-01-2013 Datum publicatie 29-01-2013 Rechtbank Oost-Nederland Zaaknummer 05/901294-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569 ECLI:NL:RBMNE:2016:4569 Instantie Datum uitspraak 16-08-2016 Datum publicatie 17-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 16/652521-15 (P) Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 12-05-2010 Datum publicatie 12-05-2010 Zaaknummer 24-002146-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572 ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 21-07-2006 Datum publicatie 21-08-2006 Zaaknummer 03/703565-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:309 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04225

ECLI:NL:PHR:2014:309 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04225 ECLI:NL:PHR:2014:309 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 04-03-2014 Datum publicatie 23-04-2014 Zaaknummer 12/04225 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 Instantie Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-000203-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

2. Mr. G.J. Woodrow, advocaat te Tilburg, heeft cassatie ingesteld en namens de verdachte bij schriftuur twee middelen van cassatie voorgesteld.

2. Mr. G.J. Woodrow, advocaat te Tilburg, heeft cassatie ingesteld en namens de verdachte bij schriftuur twee middelen van cassatie voorgesteld. ECLI:NL:PHR:2012:BU6926 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 22-05-2012 Datum publicatie 22-05-2012 Zaaknummer 10/02229 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2012:BU6926 Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:479. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/01158

ECLI:NL:HR:2017:479. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/01158 ECLI:NL:HR:2017:479 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 21-03-2017 Zaaknummer 16/01158 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:167,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2017:430

ECLI:NL:OGEAA:2017:430 ECLI:NL:OGEAA:2017:430 Instantie Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 14-06-2017 Zaaknummer 88 van 2017 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2017:295 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/05952

ECLI:NL:PHR:2017:295 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/05952 ECLI:NL:PHR:2017:295 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 07-03-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Zaaknummer 15/05952 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:13684

ECLI:NL:RBDHA:2016:13684 ECLI:NL:RBDHA:2016:13684 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 25-10-2016 Datum publicatie 17-11-2016 Zaaknummer 09/797308-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis ECLI:NL:GHARL:2015:10200 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 01-12-2015 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer 21-001318-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:3394, Niet ontvankelijk

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

Conclusie. RvdW 2011/616. Nr. 09/04750 A Mr. Aben Zitting 22 februari Conclusie inzake: [Betrokkene]

Conclusie. RvdW 2011/616. Nr. 09/04750 A Mr. Aben Zitting 22 februari Conclusie inzake: [Betrokkene] ECLI:NL:PHR:2011:BP6568 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 19-04-2011 Zaaknummer 09/04750 A Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2011:BP6568 Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:2835

ECLI:NL:RBGEL:2014:2835 ECLI:NL:RBGEL:2014:2835 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 29-04-2014 Zaaknummer 05/900024-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:1173. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 11/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1169, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2013:1173. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 11/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1169, Gevolgd ECLI:NL:HR:2013:1173 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 13-11-2013 Zaaknummer 11/05589 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1169,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-12-2015 Datum publicatie 16-12-2015 Zaaknummer 23-000433-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:1329

ECLI:NL:RBMNE:2014:1329 ECLI:NL:RBMNE:2014:1329 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 28-03-2014 Datum publicatie 10-04-2014 Zaaknummer 16-655450-12 (ontneming) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042 ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 11-11-2008 Datum publicatie 12-11-2008 Zaaknummer 21-001909-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig. ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

ECLI:NL:RBROT:2016:10161 ECLI:NL:RBROT:2016:10161 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-11-2016 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer 10/710336-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2017:1898 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-02-2017 Datum publicatie 24-05-2017 Zaaknummer 23-002215-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483 ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

3.3. Aan de bewezenverklaring van de feiten heeft het hof nog een nadere bewijsoverweging toegevoegd met de volgende inhoud:

3.3. Aan de bewezenverklaring van de feiten heeft het hof nog een nadere bewijsoverweging toegevoegd met de volgende inhoud: ECLI:NL:PHR:2016:1206 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 25-10-2016 Datum publicatie 07-12-2016 Zaaknummer 15/03261 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2016:2769, Gevolgd Rechtsgebieden

Nadere informatie

1. De Rechtbank Amsterdam heeft op 30 december 2014 het door klager op de voet van art. 552a Sv ingediend klaagschrift ongegrond verklaard.

1. De Rechtbank Amsterdam heeft op 30 december 2014 het door klager op de voet van art. 552a Sv ingediend klaagschrift ongegrond verklaard. ECLI:NL:PHR:2016:86 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 05-01-2016 Datum publicatie 08-03-2016 Zaaknummer 15/02696 Formele relaties Rechtsgebieden Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2016:385, Gevolgd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:4588

ECLI:NL:RBROT:2017:4588 ECLI:NL:RBROT:2017:4588 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23-05-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 10/740469-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015. ECLI:NL:RBROT:2015:7773 Instantie: Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 29-10-2015 Datum publicatie: 02-11-2015 Zaaknummer: 11/870399-12.ov Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:602, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2014:6178, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:602, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2014:6178, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen ECLI:NL:HR:2016:1318 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 05-07-2016 Datum publicatie 07-07-2016 Zaaknummer 15/01573 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:602,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht

Nadere informatie

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht. Hof Amsterdam 19 januari 2011, nr. 23-001234-09 VERKORT ARREST VAN HET GERECHTSHOF AMSTERDAM gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Haarlem van 16 december 2008 in de

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782 ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 27-04-2011 Datum publicatie 27-04-2011 Zaaknummer 14.701108-10 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2010

ECLI:NL:GHSHE:2016:2010 ECLI:NL:GHSHE:2016:2010 Instantie Datum uitspraak 23-05-2016 Datum publicatie 24-05-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 20-002203-14OWV Strafrecht

Nadere informatie

2. Namens verzoeker heeft mr. B.J. Schadd, advocaat te Arnhem, twee middelen van cassatie voorgesteld.

2. Namens verzoeker heeft mr. B.J. Schadd, advocaat te Arnhem, twee middelen van cassatie voorgesteld. ECLI:NL:PHR:2012:BY0230 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-11-2012 Datum publicatie 20-11-2012 Zaaknummer 11/01738 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2012:BY0230 Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2015:84 ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2016:1104 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/02973

ECLI:NL:PHR:2016:1104 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/02973 ECLI:NL:PHR:2016:1104 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 13-09-2016 Datum publicatie 16-05-2017 Zaaknummer 15/02973 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHARL:2017:2188 ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:6214

ECLI:NL:RBROT:2017:6214 ECLI:NL:RBROT:2017:6214 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 22-06-2017 Datum publicatie 14-08-2017 Zaaknummer 10/996524-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

LJN: BN2676, Rechtbank Utrecht, 16-711618-09 [P] Print uitspraak

LJN: BN2676, Rechtbank Utrecht, 16-711618-09 [P] Print uitspraak LJN: BN2676, Rechtbank Utrecht, 16-711618-09 [P] Print uitspraak Datum uitspraak: 02-07-2010 Datum publicatie: 28-07-2010 Rechtsgebied: Straf Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 10-04-2017 Zaaknummer 23-000918-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop

JURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop JURISPRUDENTIE STRAFRECHT Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop HR uitspraken 10 februari 2015 Beslissingen voorlopige hechtenis (Cassatie in het belang der wet) HR:2015:247 HR:2015:255 HR:2015:256

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655

ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655 ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655 Instantie Datum uitspraak 24-11-2009 Datum publicatie 16-12-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zwolle-Lelystad 07.620221-08 (P) Strafrecht

Nadere informatie

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx LJN: BK6789, Gerechtshof 's-gravenhage, 22-000700-08 Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: 16-12-2009 16-12-2009 Straf Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Computercriminaliteit.

Nadere informatie

3. Alvorens ik toekom aan de bespreking van het middel, besteed ik aandacht aan de vraag of de klager in zijn cassatieberoep kan worden ontvangen.

3. Alvorens ik toekom aan de bespreking van het middel, besteed ik aandacht aan de vraag of de klager in zijn cassatieberoep kan worden ontvangen. ECLI:NL:PHR:2016:606 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 07-06-2016 Datum publicatie 07-07-2016 Zaaknummer 15/03064 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2016:1420, Gevolgd Rechtsgebieden

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016. ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1622

ECLI:NL:RBOVE:2016:1622 ECLI:NL:RBOVE:2016:1622 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 10-05-2016 Datum publicatie 11-05-2016 Zaaknummer 08/760127-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:1193

ECLI:NL:GHDHA:2015:1193 ECLI:NL:GHDHA:2015:1193 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 13-05-2015 Datum publicatie 18-05-2015 Zaaknummer 22-005458-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:10337

ECLI:NL:RBROT:2016:10337 ECLI:NL:RBROT:2016:10337 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-11-2016 Datum publicatie 29-05-2017 Zaaknummer 10/996568-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 Instantie Datum uitspraak 07-09-2010 Datum publicatie 18-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-005986-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:2624

ECLI:NL:RBNNE:2017:2624 ECLI:NL:RBNNE:2017:2624 Instantie Datum uitspraak 17-07-2017 Datum publicatie 19-07-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 18-830277-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALM:2010:BM0983

ECLI:NL:RBALM:2010:BM0983 ECLI:NL:RBALM:2010:BM0983 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 13-04-2010 Datum publicatie 13-04-2010 Zaaknummer 08.720098-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1117

ECLI:NL:RBOVE:2016:1117 ECLI:NL:RBOVE:2016:1117 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 04-04-2016 Datum publicatie 04-04-2016 Zaaknummer 08/993061-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:8983

ECLI:NL:GHARL:2015:8983 ECLI:NL:GHARL:2015:8983 Instantie Datum uitspraak 26-10-2015 Datum publicatie 08-12-2015 Zaaknummer 21-006020-14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ontnemingsbeslissing

ontnemingsbeslissing ontnemingsbeslissing GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00339/16 Uitspraak: : 8 mei 2019 Tegenspraak Beslissing van dit gerecht van 8 mei 2019 gegeven op de vordering van het openbaar

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2007:208

ECLI:NL:GHARN:2007:208 ECLI:NL:GHARN:2007:208 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 25-05-2007 Datum publicatie 11-04-2016 Zaaknummer 21-004591-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11 ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:1476

ECLI:NL:RBROT:2017:1476 ECLI:NL:RBROT:2017:1476 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-02-2017 Datum publicatie 24-02-2017 Zaaknummer 10/203481-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

3. Het eerste middel klaagt over de verwerping van het verweer strekkende tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging.

3. Het eerste middel klaagt over de verwerping van het verweer strekkende tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging. ECLI:NL:PHR:2015:681 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 24-03-2015 Datum publicatie 28-05-2015 Zaaknummer 14/02394 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2015:1344, Gevolgd Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2001:AD4377 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 03023/00

ECLI:NL:PHR:2001:AD4377 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 03023/00 ECLI:NL:PHR:2001:AD4377 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 16-10-2001 Datum publicatie 17-01-2002 Zaaknummer 03023/00 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:2288

ECLI:NL:PHR:2014:2288 ECLI:NL:PHR:2014:2288 Instantie Datum conclusie 25-11-2014 Parket bij de Hoge Raad Datum publicatie 17-12-2014 Zaaknummer 14/00065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 22-04-2014 Datum publicatie 31-10-2014 Zaaknummer 23-003653-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2012:BT8778

ECLI:NL:HR:2012:BT8778 ECLI:NL:HR:2012:BT8778 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-01-2012 Datum publicatie 10-01-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10/02260 P Conclusie:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957

ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957 ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 23-05-2006 Datum publicatie 23-05-2006 Zaaknummer 21-000822-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:9938

ECLI:NL:GHARL:2013:9938 ECLI:NL:GHARL:2013:9938 Instantie Datum uitspraak 31-12-2013 Datum publicatie 31-12-2013 Zaaknummer 21-006375-13 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie