2. ALGEMEEN: Gebruik consensus-rijkswetten (Statuut art 38 lid 2)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2. ALGEMEEN: Gebruik consensus-rijkswetten (Statuut art 38 lid 2)"

Transcriptie

1 AMBTELUK CONCEPT * * ' VERTROUWELIJK GEANNOTEERDE AGENDA 1. OPENING EN MEDEDELINGEN 2. ALGEMEEN: Gebruik consensus-rijkswetten (Statuut art 38 lid 2) Bespreekpunt In de toelichting zijn uiteenzettingen van Curacao en Sint Maarten (toelichting 1) en van Nederland (toelichting 2) weergegeven over het gebruik van rijkswetten ex. artikel 38 lid 2 van het Statuut. 3. RECHTSPLEGING EN RECHTSHANDHAVING A. Gemeenschappelijke Hof Curacao, Sint Maarten en Nederland zijn het over de volgende punten eens. 1. Er zal voor de nieuwe entiteiten van het Koninkrijk een rechterlijke organisatie zijn met - voorafgaand aan cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden - een hoogste rechter, te weten het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. Het Hof kan zitting houden in alle nieuwe entiteiten van het Koninkrijk en Aruba. De bestaande personele unie tussen het Gemeenschappelijk Hof en de Gerechten in eerste aanleg blijft bestaan. 2. De nieuwe entiteiten zijn het Land Curasao, het Land Sint Maarten en de drie eilanden met een directe nieuwe band met Nederland. 3. Regeling van de rechterlijke organisatie in het Caribische deel van het Koninkrijk vindt, als regeling tussen de landen, plaats bij consensus rijkswet ex. art. 38 lid 2 Statuut. 4. In ieder land zal een Gerecht in Eerste Aanleg zijn. 5. Er bestaat een personele unie tussen het Hof en de Gerechten in Eerste Aanleg, in die zin dat de leden van het Hof ook leden zijn van de Gerechten in Eerste Aanleg. 6. De verantwoordelijkheid voor het beheer van de rechterlijke organisatie wordt gelegd bij een gemeenschappelijk orgaan (hierna

2 AMBTELIJK CONCEPT * * VERTROUWELIJK te noemen "de Beheerraad"), dat zal bestaan uit personen, bij koninklijk besluit te benoemen op voordracht van Curasao, Sint Maarten en Nederland als de vertegenwoordiger van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De voorzitter wordt door de leden van de Beheerraad unaniem voorgedragen aan de Rijksministerraad. Aan het lidmaatschap van de Beheerraad dienen eisen van deskundigheid, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid te worden gesteld. 7. De Beheerraad legt verantwoording af aan het overleg van de Ministers van Justitie van de landen, die hiervan kennis geven aan de Rijksministerraad. 8. Voor de financiering van de rechterlijke organisatie wordt een verdeelsleutel gehanteerd die periodiek kan worden herzien en waarbij gewerkt zal worden met Service Level Agreements per land. 9. Regeling van het beheer en de financiering van de rechterlijke organisatie vindt plaats bij consensus rijkswet. 10.Regeling van de uniforme rechtspositie vindt plaats bij of krachtens consensus rijkswet. 11.Benoeming en regeling van de rechtspositie van niet-rechtsprekend personeel vindt plaats door de Beheerraad. 12.Ten behoeve van de rechtsprekende taak van het Gemeenschappelijk Hof en de Hoge Raad dient eenvormigheid te bestaan in het procesrecht van de Landen Curasao en Sint Maarten, evenals voor wat betreft het strafrecht en voor het burgerlijke recht inclusief het faillissementrecht. 13.Met betrekking tot de overige delen van het materiele recht wordt gestreefd naar concordance. B. Opsporing en vervolging van strafbare feiten Curagao, Sint Maarten en Nederland zijn het er over eens dat: 1. de opsporing en vervolging van strafbare feiten als regel geworteld dienen te zijn in de lokale samenleving; 2. de justitiele taken, met inbegrip van het vervolgingsbeleid, van elk afzonderlijk land onder de ministeriele verantwoordelijkheid vallen van de eigen betrokken landsminister; 3. om verantwoording af te kunnen leggen aan de eigen Staten, de verantwoordelijke minister in staat zal zijn om het openbaar ministerie beleidsmatig aan te sturen.

3 AMBTELIJK CONCEPT * * VERTROUWELIJK 4. Het hoofd van het openbaar ministerie is bevoegd bij het opsporen van in ieder geval ambtsdelicten gebruik te maken van de rijksrecherche, overeenkomstig nader te stellen regelen. Bespreekpunten 5. Curacao en Sint Maarten stellen voor: * - Elk land heeft een eigen openbaar ministerie met aan het hoofd een procureur-generaal.,- - Er is een College Caribische PG's, NL kan daarin vertegenwoordigd zijn namens de kleinere eilanden; roulerend voorzitterschap; jaarlijks is er minimaal een vergadering van de CCPG's. - De taken van CCPG's: afstemming activiteiten, uitvoering beleid, consultatie over aanwijzingen van de ministers van Justitie, evaluatie en inspectie, advies aan de ministers van Justitie. - De hoofdofficier en officieren van Justitie worden bij landsbesluit benoemd. 6. Sint Maarten en Curacao willen dat de regeling van de samenwerking tussen de openbaar ministeries geschiedt bij samenwerkingsregeling ex.art.38 lid 1 tussen Cura9ao en Sint Maarten. 7. Nederland stelt dat er voor het Caribische deel van het Koninkrijk een openbaar ministerie dient te zijn, met aan het hoofd een procureurgeneraal en in elk der landen een hoofd van het lokale parket, die het gezag heeft over de opsporing. Bij consensusrijkswet dient geregeld te worden: taakuitoefening door het lokale parket onder verantwoordelijkheid van de lokale Minister van Justitie; taakuitoefening door de procureur-generaal in het kader van toezicht op lokale parketten; regeling van aanwijzingsbevoegdheid van de lokale Minister van Justitie en van het overleg van de gezamenlijke ministers van Justitie; beheersraad, belast met beheer over het openbaar ministerie, onder verantwoordelijkheid van het overleg van de gezamenlijke ministers van Justitie; benoeming van de procureur-generaal en de hoofden van de lokale parketten bij KB Alternatief landsadviseurs

4 AMBTELIJK CONCEPT * * VERTROUWELIJK 8. De Minister van Justitie van een land is politiek verantwoordelijk voor het Openbaar Ministerie en legt daarover verantwoording af ten overstaan van het parlement van het betreffende land. 9. De toekomstige Landen zijn akkoord dat er een Gemeenschappelijk Hof van Justitie is voor de Caribische Rijksdelen. Bij dat ene Hof is er ook een Procureur-generaal voor het Land Curasao, het Land Sint Maarten en de drie kleine eilanden.deze PG is uiteraard belast met de kwaliteitszorg voor het Openbaar Ministerie, de coordinatie van het hoger beroep en de intereilandelijke aangelegenheden. 10.De inrichting van het openbaar ministerie op hoofdlijnen kan bij consensus-rijkswet (ex. art 38 lid 2 Statuut) worden geregeld. Een samenwerkingsregeling (ex. art. 38 lid 1 Statuut) zou de eigen verantwoordelijkheid beter tot uitdrukking brengen, terwijl de autonomie van het openbaar ministerie in de constitutie wordt gewaarborgd. 11.Terzake van de organisatie van het openbaar ministerie wordt het volgende geregeld: de procureur-generaal wordt benoemd als procureur-generaal voor Curasao, als procureur-generaal voor Sint Maarten en als procureur-generaal voor de drie kleine eilanden. de procureur-generaal wordt bij KB benoemd na voordracht van de landen, na verkregen advies van het Hof van Justitie, de zittende procureur-generaal of wnd. procureur-generaal daaronder begrepen de rechtspositie van de procureur-generaal wordt op dezelfde wijze als dat van de Leden van het Hof van Justitie geregeld. de rechtspositie van het kabinet (staf) van de procureurgeneraal. de procureur-generaal heeft zowel op Curagao als op Sint Maarten een kantoor om zijn aanwezigheid zichtbaar te maken. de procureur-generaal kan wanneer hij meent dat een aanwijzing in strijd is met wet of recht de aanwijzing voorleggen aan het Hof van Justitie ter beoordeling. de procureur-generaal kan wanneer hij meent dat een aanwijzing in strijd is met tussen de landen gemaakte afspraken, de aanwijzing voorleggen aan het overleg van ministers van Justitie.

5 AMBTELIJK CONCEPT * * VERTROUWELUK 12.In een onderlinge samenwerkingsregeling wordt terzake van het Openbaar Ministerie tussen Curagao en Sint Maarten het volgende geregeld: De bevoegd- en inzetbaarheid van alle officieren in beide landen. De gemeenschappelijke opleiding- en kwaliteitseisen Regeling van de rechtspositie leden van het openbaar ministerie. 13.In ieder land zal een Parket in Eerste Aanleg zijn. In elk der landen is er een hoofdofficier van justitie in eerste aanleg die belast is met de leiding van het Parket in eerste aanleg van het land. Onder hem kunnen een of meer officieren worden aangesteld. 14.De hoofdofficier en de officieren worden op voordracht van de procureur-generaal bij landsbesluit van het betrokken land benoemd c.q. geschorst. Het Hof wordt vooraf gehoord. 15.De hoofdofficier met zijn parket is ondergeschikt aan de procureurgeneraal en dient zijn aanwijzingen te volgen. 16.De procureur-generaal legt voor zijn opsporing-en vervolgingsbeleid in het betreffende land verantwoording af aan de Minister van Justitie van dat land, die daarvoor ook de politieke verantwoordelijkheid in de eigen Staten aflegt. 17.De Minister van Justitie van elk der landen is bevoegd aan de procureur-generaal aanwijzingen van algemene strekking ter uitvoering van zijn beleid te geven met betrekking tot de opsporing en vervolging van strafbare feiten in zijn land. De Minister van Justitie kan uiteraard ook het Hof van Justitie benaderen op grond van de ambtshalve bevoegdheid van het Hof om de Procureur Generaal te bevel en om een vervolging in te stellen(66 lid 1 Samenwerkingsregeling). 18.De kosten van de procureur-generaal en zijn kabinet (staf) worden middels een verdeelsleutel aan de landen toebedeeld 19.Er worden afspraken gemaakt in verband met kosten voortvloeiende uit de inzet van officieren van justitie in een ander land. C. Politic 1. Curasao, Sint Maarten en Nederland zijn het er over eens dat de politic voor wat betreft de opsporing van strafbare feiten onder het gezag van het openbaar ministerie staat Met betrekking tot het handhaven van de openbare orde staat de politic onder gezag van de lokaal hiervoor verantwoordelijke bestuurder.

6 AMBTEUJK CONCEPT * * VERTROUWELIJK 2. Politiefunctionarissen dienen inzetbaar en bevoegd te zijn in alle landen in het Caribische deel van het Koninkrijk. Bespreekpunten 3. Curacao en Sint Maarten willen als land een eigen politiekorps. Deze korpsen zouden moeten samenwerken op het terrein van het beheer, de waarborging van kwaliteit en de uitwisseling van informatie. 4. Nederland wil dat er voor het Caribische deel van het Koninkrijk een politiekorps zal zijn, met daaronder ressorterend in elk der landen een eigen lokaal korps. Ten slotte wil Nederland dat de wijze waarop de politic is georganiseerd wordt vastgelegd bij consensus-rijkswet. Alternatief landsadviseurs Op grond van de effectieve uitvoering van de algemene politietaak en de opsporing is er zowel op Curagao als op Sint Maarten elk een afzonderlijk politiekorps, met een eigen begroting. Naast de afzonderlijke politiekorpsen bestaat er een aantal centrale diensten: de Landelijke Politie Opleiding (LPO), de landsrecherche en de Centrale Politiedienst (CPD). De Centrale Politiedienst is belast met de coordinate van enkele beheerstaken. Met de coordinate van de uitvoering van de taken tussen de politiekorpsen de LPO en de CPD is het College van Korpchefs belast. In de huidige situatie kan de procureur-generaal op grond van de staatsregeling voor de uitoefening van zijn verantwoordelijkheden dwingend medewerking van een politiekorps vorderen op het terrein van opsporing. 5. In de nieuwe staatkundige situatie zouden de landen eveneens een afzonderlijk politiekorps moeten hebben. De Minister van Justitie van het land is verantwoordelijk voor het gezag en beheer van het Korps. Evenals in de huidige situatie zal de procureur-generaal op grond van de Staatsregeling voor de uitoefening van zijn verantwoordelijkheden dwingend medewerking van een politiekorps kunnen vorderen op het terrein van opsporing en vervolging. 6. De landen benadrukken dat op een aantal terreinen intensieve nietvrijblijvende samenwerking tussen de korpsen noodzakelijk is. Deze samenwerking zou in ieder geval moeten omvatten: de opleidingseisen en training van politic, het gemeenschappelijke uniform, een uniform rangenstelsel en bezoldigingsysteem, een uniforme regeling voor wapen- en geweldshantering, het hanteren van een uitwisseling- c.q. detacheringsysteem, de (CID)informatie

7 AMBTELUK CONCEPT ** VERTROUWELIJK uitwisseling, de bevoegdheid van de politic om zowel op Curacao als op Sint Maarten op te treden, de instelling van een College van Korpschefs ten einde regelmatig met elkaar overleg plegen, informatie uit te wisselen, him activiteiten met elkaar afstemmen en de Ministers van Justitie van advies dienen. 7. De invulling van de niet-vrijblijvende samenwerking wordt vastgelegd in een regeling ex. art. 38 lid 1 Statuut. 8. Waarborgen van de kwaliteit en samenwerking van de politiekorpsen geschiedt bovendien door een onafhankelijke Raad voor de Rechtshandhaving (hierna te noemen "de Raad"). De Raad rapporteert aan en adviseert de verantwoordelijke lokale bestuurder. Bij het persistent achterwege blijven van te ondernemen acties naar aanleiding van de bevindingen en adviezen, kan de Raad verslag doen aan de respectievelijke Staten en Rijksministerraad, die zonodig de hun ter beschikking staande instrumenten kunnen inzetten. De Raad wordt ingesteld bij consensus-rijkswet. 9. Voor de opsporing van strafbare feiten kan de procureur-generaal een beroep doen op de afzonderlijke politiekorpsen, op het recherchesamenwerkingsteam en de rijksrecherche volgens nader vast te stellen regelen. D. Gevangeniswezen Curagao, Sint Maarten en Nederland zijn het er over eens dat de nieuwe landen elk afzonderlijk zorg dienen te dragen voor voldoende detentiecapaciteit. De landen zullen een onderlinge regeling treffen waarin detentiecapaciteit beschikbaar wordt gesteld ten behoeve van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ten behoeve van elkaar. E. Vreemdelingenketen Curagao, Sint Maarten en Nederland zijn het er over eens dat een onderlinge regeling getroffen zal worden waarin de partners afspraken maken over de vreemdelingenketen, zoals een gezamenlijk systeem, garanties voor professionaliteit, kwaliteit en integriteit, eenduidige procedures en registratiesystemen. F. Raad voor de Rechtshandhaving Bespreekpunt 1. Curacao en Sint Maarten willen dat er een gezamenlijke (onafhankelijke) Raad voor de Rechtshandhaving worden ingesteld die toezicht houdt op de kwaliteit van de rechtshandhavingsketen

8 AMBTELIJK CONCEPT * * VERTROUWELIJK (met uitzondering van het Hof) en de naleving van de samenwerkingsafspraken en verzorgt de klachtenbehandeling. De Raad rapporteert aan en adviseert de verantwoordelijke lokale bestuurder. Bij het persistent achterwege blijven van te ondernemen acties naar aanleiding van de bevindingen en adviezen, kan de Raad verslag doen aan de respectievelijke Staten en Rijksministerraad, die zonodig de him ter beschikking staande instrumenten kunnen inzetten. De Raad wordt ingesteld bij consensus-rijkswet. 2. Nederland ziet vanuit het Nederlandse standpunt inzake de inrichting van het systeem van rechtspleging en rechtshandhaving in het Caribische deel van het Koninkrijk, geen meerwaarde in het instellen van een toezichtsorgaan op deze gebieden. G. Grensoverschrijdende criminaliteit. Curasao, Sint Maarten en Nederland zijn het over de volgende punten eens. 1. De Minister van Justitie van het land is politick verantwoordelijk voor het beleid terzake van de grensoverschrijdende criminaliteit en legt verantwoording af ten overstaan van het parlement van het betreffende land. 2. Ter bevordering van de effectiviteit van opsporing en vervolging zullen er met betrekking tot bepaalde strafrechtelijke aangelegenheden die een internationaal of interregionaal karakter dragen specifieke afspraken tussen de landen van het koninkrijk worden gemaakt. 3. Onder bedoelde strafrechtelijke aangelegenheden worden in ieder geval verstaan: terrorisme, internationale drugshandel, computercriminaliteit, internationale witwassen van gelden, internationale wapen- en mensenhandel en internationale corruptie. 4. De afspraken hieromtrent worden na overeenstemming tussen Ministers van Justitie van de Landen vastgesteld door de Rijksministerraad. 5. De aldus vastgestelde afspraken worden onder bestuurlijke (politieke) verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie van elk der landen onder leiding van de Procureur-generaal uitgevoerd in de landen. 6. Bij de concrete uitvoering van zijn taak op dit gebied in een der landen, is de procureur-generaal primair verantwoording verschuldigd aan de Minister van Justitie van het betrokken Land, die op zijn beurt ter verantwoording kan worden geroepen door de Staten.

9 AMBTELIJK CONCEPT * * VERTROUWELIJK 1. Gelet op de vele banden tussen de landen op het gebied van personenen goederenverkeer wordt afgesproken dat de procureurs-generaal in het Koninkrijk regelmatig met elkaar overleg plegen, informatie uitwisselen, him activiteiten met elkaar afstemmen en de Ministers van Justitie van advies dienen. H. Nakomen Internationale verplichtingen en ondersteuning wetgevingsproces 1. Ook door de nieuwe entiteiten dienen de Internationale verplichtingen die door het Koninkrijk zijn aangegaan en waarvoor de Nederlandse Antillen medegelding hebben gevraagd, te worden nagekomen. Curacao, Sint Maarten en Nederland zijn het er over eens dat de verdragen die reeds door de Antillen zijn gei'mplementeerd onverkort van toepassing dienen te zijn in de nieuwe entiteiten. Voor 1 januari 2007 zal een inventarisatie worden gemaakt van de verdragen waarvoor de Nederlandse Antillen medegelding hebben gevraagd die nog geimplementeerd moeten worden. Op basis van de inventarisatie zal door Curasao en Sint Maarten een plan van aanpak worden opgesteld voor de implementatie. 2. Curasao, Sint Maarten en Nederland zullen in onderling overleg een deskundige of groep van deskundigen vragen te onderzoeken of het statuut voldoende instrumenten biedt om (tijdige) implementatie door de landen van door het Koninkrijk gesloten verdragen die voor de landen zullen gelden, af te dwingen. Het gaat hierbij met name om (a) de situatie waarbij uitvoeringsregelgeving noodzakelijk is voor de implementatie van het verdrag en (b) het land nalatig is bij het tijdig opstellen van de regelgeving en (c) het verdrag pas kan worden bekrachtigd als de regelgeving gereed is. Een en ander met het oog op de internationale positie van het Koninkrijk. 3. Er zal twee keer per jaar een wetgevings- en verdragenoverleg plaatsvinden tussen de landen van het Koninkrijk. Doelen van dit overleg zijn de concordance tussen de landen te bevorderen, de implementatie van verdragen te faciliteren en afspraken te maken over uitwisseling van expertise en personeel. Het vroegtijdig opstellen van een implementatieplan voor verdragen kan de implementatie van verdragen versnellen. Zo mogelijk kan besluitvorming over bijstand van Nederland worden meegenomen

10 AMBTELJJK CONCEPT * * VERTROUWELIJK bij de besluitvorming in de Rijksministerraad over de medegelding van verdragen. Voorts kunnen in het overleg afspraken gemaakt worden over de totstandkoming van modelwetgeving. Nederland geeft ten overvloede aan dat op de kortst mogelijke termijn in het bijzonder de implementatie van de Europese spaartegoedenrichtlijn in de nationale wetgeving (nog) wordt afgerond (zie de afspraak van 1 december 2005) en de Regionale Maritieme Overeenkomst inzake Dragsbestrijding en het persoonscontroleverdrag Sint Maarten worden goedgekeurd en ter invulling van meerdere verdragen de Rijkswet Kustwacht worden geaccordeerd. Het Land Nederlandse Antillen is hiervoor primair verantwoordelijk. 10

11 AMBTELIJK CONCEPT * * VERTROUWELIJK 4. FINANCIEN I Schuldsanering Curasao, Sint Maarten en Nederland zijn het over de volgende punten eens: 1. Partijen herbevestigen hetgeen in de RTC van '05 is vastgelegd, t.w.: "Om de gezonde startpositie te bewerkstelligen zal aandacht besteed worden aan de Schuldsanering. In dat kader zal Nederland een oplossing bieden voor de schuldenproblematiek." 2. Nederland is bereid de schuld van Curagao en Sint Maarten te saneren tot het niveau van de rentelastnorm. 3 In de transitieperiode wordt de rentelast op de te saneren schuld tussen haakjes in de begroting meegenomen voor het tot stand brengen van een fictief sluitende begroting en sluitend meerjarig perspectief voor het Land en de eilandgebieden en (in technische zin) voor de nieuwe Landen Curagao en Sint Maarten. 4. De ijkdatum voor de Schuldsanering is De volgende leningen worden in de berekening van de Schuldsanering betrokken: a) Leningen ter herfinanciering van de schuldpositie per b) Leningen ter herfinanciering van de rentelasten van de schuldposities per Dit betekent dat Land en eilanden per netto niet mogen lenen. Bespreekpunten Moment van Schuldsanering Nederland: 5. Het moment van Schuldsanering is afhankelijk van het moment van nakomen van de afspraken om de gezonde startpositie te bereiken en daarmee onder andere invulling is gegeven aan de criteria (deugdelijk financieel beheer, financieel toezicht en structureel sluitende begroting) die zijn gesteld. Schuldsanering is het sluitstuk van het tot stand brengen van de nieuwe staatkundige structuur. Curacao en Sint Maarten: 6.In de periode van overgang naar de nieuwe entiteiten (^transitieperiode) kan sprake zijn van een tijdelijke toezichtskader. Dit wordt gekoppeld aan volledige (100%) 11

12 AMBTELIJK CONCEPT * * VERTROUWELIJK schuldsanering (per direct ingaand) en eindigt per 1 juli Curasao was aanwezig bij een van de gesprekken tussen Ministers Zalm en De Lannooy en begrijpt deze in die zin dat het moment van het bereiken van een akkoord over alle door Nederland gestelde criteria het moment is waarop een begin wordt gemaakt met feitelijke schuldovername. Deze interpretatie wordt door Minister De Lannooy bevestigd. Volgens Nederland berust deze interpretatie op een misverstand. 7. Nederland zal in de transitieperiode reeds "backing" verlenen voor de herfinanciering van schulden. J Financieel Beheer Curasao, Sint Maarten en Nederland zijn het over de volgende punten eens: 1. De aanbevelingen van de werkgroep Algemene Financiele Positie tot verbetering van het financieel beheer zullen conform de geaccordeerde implementatieplannen worden uitgevoerd. 2. Nederland zal technische ondersteuning bieden voor de uitvoering van deze plannen, maar reguliere fiincties moeten door de eilandgebieden zelf adequaat worden ingevuld. 3- De verbeteringen financieel beheer worden conform de implementatieplannen geimplementeerd. Er dient door de entiteiten een betrouwbare sluitende begroting en sluitend meerjarig perspectief te worden opgesteld die uitgaat van de 5% rentelastnorm, zoals hierboven aangegeven onder "schuldsanering", voor de huidige en de nieuwe situatie na de ontmanteling van het Land. Bespreekpunten Nederland: De implementatieplannen financieel beheer gaan uit van de datum 1 juli 2007 (en dus dat alles op 30 juni 2007 gereed is). Curasao en Sint Maarten hebben aangegeven de verbeteringen financieel beheer voortvarend ter hand te nemen. Indien er op 30 juni 2007 blijkt dat onverhoopt vertragingen zijn opgelopen, dan moet er op dat moment de balans worden opgemaakt en afspraken worden gemaakt voor de periode na 1 juli

13 AMBTELIJK CONCEPT ** VERTROUWELIJK Curacao en Sint Maarten- De in de geaccordeerde implementatieplannen opgenomen maatregelen die beslissend zijn voor de schuldsanering moeten specifiek worden benoemd. K Normen Curasao, Sint Maarten en Nederland zijn het over de volgende punten eens: De nieuwe Landen Curasao en Sint Maarten zullen aan de volgende financiele normen voldoen: 1. Sluitende begroting en sluitend meerjarig perspectief (gewone dienst inclusief rente en afschrijvingen) met bantering van internationaal aanvaarde begrotingsdefinities. 2. De totale rentelast (op leningen) van de overheid mag maximaal 5% van de gemiddelde overheidsinkomsten van 3 voorafgaande jaren bedragen. Er mag niet worden geleend voor consumptieve uitgaven. 3. De rentelastnorm geldt voor de volledige collectieve sector zoals deze gedefinieerd is in internationale statistieken (System of Nationale Accounts van de VN en het daarvan afgeleide ESA). Onder collectieve sector wordt in deze statistieken ook begrepen publiekrechtelijke rechtspersonen en privaatrechtelijke rechtspersonen waarvan de inkomsten niet op een markt tot stand komen, en die voor meer dan 50% via collectieve lasten gefinancierd worden. Om te bepalen welke uitgaven kapitaaluitgaven zijn en welke consumptieve uitgaven wordt aangesloten bij de definitie van kapitaaluitgaven in de nationale rekeningen. 4. Curasao en Sint Maarten mogen alleen lenen bij of door tussenkomst van de nieuw op te richten instelling (Overheidskredietbank). Deze instelling houdt toezicht op naleving van de hierboven gestelde begrotingsnormen en verstrekt, mits aan de gestelde voorwaarden is voldaan, leningen aan Curasao en Sint Maarten. 5. Integratie van de voor meerjarige samenwerkingsprogramma's geoormerkte USONA-middelen in de landsbegrotingen van Curagao en St. Maarten. De USONA-middelen worden zichtbaar geoormerkt aan de inkomsten- en uitgavenkant van de landsbegrotingen van Curagao en Sint Maarten. Dit heeft een grotere transparantie en een betere beleidsmatige integratie van uitgaven tot gevolg. De verantwoording voor de toetsing van de aanwending van deze middelen aan de samenwerkingsprogramma's blijft bij USONA liggen. Op langere 13

14 AMBTELIJK CONCEPT * * VERTROUWELIJK - ~ termijn- zodra sprake is van een duurzame gezonde positie- kunnen de USONA middelen in de vorm van ongeoormerkte C begrotingssteun beschikbaar worden gesteld. L Wettelijke verankering begrotingsnormen en toezicht Bespreekpunten Nederland: Verankering van de financiele normen bij (consensus) Rijkswet (evenals bij de Overheidskredietbank/Toezichtstructuur). Verankering op Koninkrijksniveau van de begrotingsnormen en toezicht is, in samenhang met de bereidheid van Nederland tot schuldsanering, een essentiele voorwaarde voor het realiseren en handhaven van stmcturele gezonde overheidsfmancien. Curagao en Sint Maarten:wensen de verankering van de normen te verwezenlijken in de Staatsregeling, waarvan wijziging alleen is toegestaan met een 2/3 meerderheid van de respectievelijke parlementen en goedkeuring van de RMR. De instelling van de Overheidskredietbank wordt verankerd in een (consensus)rijkswet via artike!381id2. M Toezicht tijdens transitieperiode Nederland, Cura?ao en Sint Maarten zijn het over de volgende punten eens: 1. Financieel toezicht en instelling van een Toezichthouder in de transitieperiode naar de nieuwe staatkundige structuur. Het toezicht in de transitieperiode is bedoeld om te voorkomen dat de financiele situatie in de transitieperiode verslechtert en nieuwe schulden worden gemaakt en om een gezonde startpositie voor de entiteiten bij aanvang van de nieuwe staatkundige situatie te bereiken. 2. de taken, bevoegdheden en organisatiestructuur van deze toezichthouder heeft zoals hierna beschreven: a. De toezichthouder krijgt vier taken: - het toezicht op de toepassing van de vastgestelde financiele normen. N.B. indien de schulden nog niet gesaneerd zijn zal dit worden verdisconteerd in de normen zoals hierboven opgenomen bij het onderdeel schuldsanering. - het toetsen of aan de gestelde condities is voldaan voor het aangaan van leningen door het land en de hiertoe bevoegde eilandgebieden. 14

15 AMBTELIJK CONCEPT * * VERTROUWELIJK - het rapporteren aan en adviseren van de betrokken ministers, ' de Staten en de Rijksministerraad, door tussenkomst van de minister voor Bestuuiiijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties. - toezicht op het implementatietraject op de verbeteringen van het financieel beheer b. De kosten van het toezicht in de transitieperiode zullen door Nederland worden gefinancierd. Bespreekpunten Nederland: 3. Instelling toezicht bij concensus-amvrb waarin de samenstelling taken en bevoegdheden van de toezichthouder en de normen waaraan getoetst worden, zijn neergelegd. Instelling bij concensus-amvrb is in lijn met de instelling bij consensus-rijkswet van de Overheidskredietbank. 4. Mandaat Toezichthouder: De toezichthouder heeft door de RMR gemandateerde bevoegdheden om op basis van zijn bevindingen aanwijzingen te geven aan de verantwoordelijke bestuurders, over het opstellen van de begroting, het aangaan van verplichtingen en het doen van uitgaven, en over de verbeteringen in het beheer. Als aanwijzingen worden aanvaard door de entiteiten is daarmee de democratische legitimatie verzekerd. Verder kunnen entiteiten de toezichthouder om een heroverweging vragen. Bij zeer ingrijpende beslissingen wint de toezichthouder vooraf het gevoelen van de RMR in waarmee ook een mogelijkheid van democratische legitimatie wordt ingebouwd. In die gevallen kan tevens voorzien worden in een kroonberoep. 5. Reikwijdte toezicht: Tijdens de transitieperiode kunnen het Land Nederlandse Antillen en de eilandgebieden (voorzover bevoegd), inclusief zelfstandige bestuursorganen en zo mogelijk ook voor overheidsnv's, alleen onder strikte condities (met betrekking tot het financieel beheer, rentelastquote e.d.) geld lenen en alleen nadat de toezichthouder daarmee heeft ingestemd. Zelfstandige rechtspersonen, zoals overheids NV's, kunnen wat lenen betreft niet via een AMvRB onder toezicht worden gesteld. 6. De toezichthouder is een college waarvan de leden worden benoemd door de Rijksministerraad. Nederland draagt een algemeen lid voor. Curagao draagt een lid voor, voor de behandeling van die aangelegenheden die Cura9ao regarderen. Sint Maarten draagt een lid voor, voor die aangelegenheden die het 15 AMBTELIJK CONCEPT ** VERTROUWELUK

16 eilandgebied Sint Maarten regarderen en het Land Nederlandse Antillen draagt een lid voor, voor die aangelegenheden die de Nederlandse Antillen regarderen. De voorzitter van het college wordt op voordracht van de voorzitter van de Rijksministerraad, door de Rijksministerraad benoemd. De voorzitter is gemandateerd het toezicht daadwerkelijk uit te voeren. Noot: bespreekpunt 6 is niet tijdens de ambtelijke overleggen besproken. Nederland wil dit punt wel met Curasao en Sint Maarten bespreken. Curacao en Sint Maarten: 7. De instelling v/d Financiele Monitoringsraad (tijdens transitieperiode) geschiedt bij samenwerkingsregeling. De normering geschiedt bij Staatsregeling (zie onder Wettelijke verankering van begrotingsnormen, bij Cur en SXM) De Financiele Monitoringsraad (FMR) rapporteert aan de verantwoordelijke bestuurder. In de rapportage wordt aangegeven of aan de criteria is voldaan. Indien niet aan de criteria is voldaan, geeft de rapportage gemotiveerd aan op welke punten niet aan de criteria is voldaan, alsmede op welke wijze alsnog aan de criteria kan worden voldaan. De rapportage wordt terstond aan de verantwoordelijke bestuurder aangeboden. Indien binnen een door de de FMR bij de rapportage aan te geven redelijk termijn niet alsnog aan de criteria wordt voldaan, doet zij de rapportage aan de Staten respectievelijk de Eilandsraad, en tegelijkertijd door tussenkomst van de Gouverneur, aan de Rijksministerraad toekomen. De Staten c.q. de Eilandsraad betrekken de rapportage van de FMR bij de behandeling van de begroting. De Gouverneur c.q. de Gezaghebber stelt de begroting niet vast indien niet aan de criteria is voldaan. Alsdan doet de Gouverneur c.q. de Gezaghebber de begroting terstond aan de Rijksministerraad toekomen. De Rijksministerraad kan de op grond van artikel 50 en/of 51 van het Statuut de geeigende maatregelen nemen. 7. Reikwijdte Toezicht: De leningsbevoegdheid van de zelfstandige bestuursorganen en zo mogelijk ook voor 16

17 AMBTELIJK CONCEPT ** VERTROUWELIJK overheidsnv's niet verbinden aan de strikte condities (met betrekking tot het fmancieel beheer, rentelastquote e.d.) en toestemming van de toezichthouder. N Toezicht in nieuwe staatkundige structuur Nederland, Curagao en Sint Maarten zijn het over de volgende punten eens: 1. Het toezicht op naleving van de financiele normen voor Curagao en Sint Maarten wordt uitgevoerd door de nieuwe instelling (Overheidskredietbank) 2. Het bestuur van deze instelling bestaat uit vier leden en wordt benoemd door de Rijksministerraad, waarvan een lid op voordracht van de regering van Curagao door tussenkomst van de Minister van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, een lid op voordracht van de regering van Sint Maarten door tussenkomst van de Minister van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, een lid op voordracht van de regering van Nederland die tevens in voorkomende gevallen de belangen behartigt van Bonaire, Saba en Sint Eustatius en een lid (tevens voorzitter) op voordracht van de voorzitter van de Rijksministerraad.. 3. Deze nieuwe instelling mag geen leningen verstrekken aan Curagao en/ of Sint Maarten indien uit onderzoek van de vastgestelde begroting en de begrotingsuitvoering blijkt dat niet aan de financiele normen wordt voldaan. 4. De toetsing omvatde begrotingsnormen alsmede een systeemtoets van de uitvoering van de regelgeving betreffende financieel beheer. 5. De instelling rapporteert aan de betrokken bestuurder van het land, aan het parlement en door tussenkomst van de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties aan de Rijksministerraad die kan besluiten tot ingrijpen in geval van overtreding van financiele normen 6. De instelling van de Overheidskredietbank wordt verankerd in een (consensus)rijkswet 7. De rentelastnorm is een gemiddelde voor het gehele jaar, gedurende het jaar zijn fluctuaties naar boven en beneden mogelijk. Bespreekpunten Nederland: 17 AMBTELHK CONCEPT * * VERTROUWELIJK

18 8. De landen kunnen met toestemming van de toezichthouder, bij de toezichthouder lenen om tijdelijke tekorten binnen een jaar te kunnen financieren. 9. Calamiteitenregeling: Ter financiering van directe schade als gevolg van calamiteiten kunnen de entiteiten met instemming van de Overheidskredietbank tijdelijk leningen aangaan bij de Overheidskredietbank die uitgaan boven de rentelastnorm. De Overheidskredietbank besluit hiertoe slechts na instemming van de RMR. Curacao en Sint Maarten 10.In geval van tijdelijke tekorten binnen een jaar kan buiten het toezicht- c.q. monitoringsorgaan om in de financiering worden voorzien dmv trekking o/d voorschotrekening bij BNA tot een maximum v. 10% (kasgeldnorm). 1 l.de door Nederland voorgestelde Calamiteitenregeling is te log. Bij een calamiteit wordt juist een snelle actie verwacht. O Monetaire Zaken Bespreekpunten Nederland: 1 Er zal een centrale bank zijn voor Cura?ao en St. Maarten met een set wetgeving en een toezichthouder voor het regulier monetair en financieel toezicht (gedrags- en prudentieel) en het integriteitstoezicht (ook voor de kleine eilanden). Bezien zal nog worden op welke wijze Bonaire, Sint Eustatius en Saba aansluiting krijgen bij deze centrale Bank. Curacao en Sint Maarten: 2. In principe akkoord, maar er is nog geen definitieve overeenstemming tussen Curasao en Sint Maarten inzake de invulling ervan. P Sociaal Economisch Initiatief Nederland, Cura9ao en Sint Maarten zijn het over de volgende punten eens: 1. Cura?ao en Sint Maarten zullen meewerken aan een nadere uitwerking van het Sociaal Economisch Initiatief (SEI). De SEI's moeten resulteren in concrete beleidsmaatregelen die gericht zijn 18 AMBTELIJK CONCEPT * * ' VERTROUWELIJK

19 op het gezond maken van de overheidsfmancien en een noodzakelijke hervorming van de economische structuur. 2. Zoals opgenomen in het hoofdlijnen akkoord van 22 oktober 2005, betreft het SEI een plan van aanpak om voor (het land en) de afzonderlijke eilandgebieden de overheidsfmancien gezond te maken en waar nodige de economic te revitaliseren c.q., evenwichtig te doen ontwikkelen danwel op te bouwen. Daarbij wordt rekening gehouden met het feit dat de verantwoordelijkheid voor het economisch beleid de eilandgebieden toebehoort. Nadat de desbetreffende eilandsbesturen hun goedkeuring hebben verleend, zal het plan van aanpak op voorstel van het landsbestuur door de minister voor bestuurlijke vernieuwing en koninkrijksrelaties ter goedkeuring aan de rijksministerraad worden voorgelegd. Dit laatste in verband met de bereidheid van Nederland om bij te dragen aan de uitvoering van het plan van aanpak door extra financiele middelen ter beschikking te stellen tbv investeringsimpulsen en een sociaal vangnet. 3. Zodra de SEPs zijn afgerond dient van start te worden gegaan met de implementatie daarvan. 5. IMPLEMENTATIEPROCES 6. VERVOLGAFSPRAKEN 7. SLUITING 19

20 AMBTELUK CONCEPT * * VERTROUWELIJK BIJLAGE AGENDAPUNT 2 Toelichting consensus-rijkswetten (Statuut art 38 lid 2) CURASAO EN SINT MAARTEN De rechtshandhaving dient in het kader van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden te worden beschouwd. Het Statuut noemt de aangelegenheden van het Koninkrijk limitatief. Justitie is een autonome bevoegdheid van de landen. De landen kunnen onderlinge regelingen op dit gebied treffen zoals bedoeld in ait. 38 lid 1 Statuut, en deze regelingen tussen de landen in een consensusrijkswet als bedoeld in art. 38 lid 2 c.q. artikel 38 lid 3 Statuut vastleggen. Artikel 43 lid 1 van het Statuut draagt de landen de zorg voor de verwezenlijking van de fundamentele menselijke rechten en vrijheden, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid van bestuur op. Het waarborgen van deze rechten, vrijheden, rechtzekerheid en deugdelijkheid van bestuur is aangelegenheid van het Koninkrijk. "Het is echter in het belang van het Koninkrijk, dat deze taak inderdaad wordt vervuld. Het Koninkrijk moet de daarvoor geeigende maatregelen kunnen nemen, indien in een land deze rechten en vrijheden, deze rechtszekerheid en dit behoorlijk bestuur niet bestaan. Uiteraard moet bij de beoordeling van het bestuur volledig rekening worden gehouden met de middelen, waarover het land beschikt. Het spreekt voorts vanzelf, dat niet het tekort schieten van enige landsorgaan alleen zulk een maatregel kan medebrengen. Slechts wanneer in het land zelf geen redres van een ontoelaatbare toestand mogelijk zou blijken te zijn, kan het nemen van een maatregel in overweging komen." (Off. toel. Statuut). Een dergelijke maatregel is het schorsen of vernietigen van een wetgevende of bestuurlijke maatregel die in strijd is met het Statuut, een internationale regeling, een rijkswet of een Algemene Maatregel van Rijksbestuur (art 50 Stattut). Voorts kan wanneer een orgaan in een van de landen niet of niet voldoende voorziet in hetgeen het ingevolge het Statuut, een internationale regeling, een rijkswet of een Algemene Maatregel van Rijksbestuur moet verrichten, onder aanwijzing van de rechtsgronden en de beweegredenen, waarop hij berust een Algemene Maatregel van Rijksbestuur bepalen op welke wijze hierin wordt voorzien. Het Statuut verschaft aldus de rechtsmiddelen waarmede de waarborgfunctie van het Koninkrijk gestalte kan worden gegeven. 20

21 AMBTELIJK CONCEPT ** VERTROUWELIJK In dit verband moet erop worden gewezen dat het bij rijkswet regelen van onderwerpen welke tot de autonome bevoegdheid van de landen behoren, in feite deze uit him directe invloedsfeer trekt. Immers de wijze van tot standkoming van rijkswetten, brengt met zich mee dat de Staten (parlement) van de landen niet over de bedoelde regelgeving haar stem uitbrengt, doch tot een verslaglegger wordt gereduceerd ( zie artt. 15 t.m. 21 Statuut). Dit is anders wanneer deze regelingen bij de Staatsregeling van de landen danwel bij een landsverordening worden geregeld, waar de gekozen volksvertegenwoordiging wel haar stem uitbrengt. In het licht van de democratische beginselen welke in het Koninkrijk gelden dienen om deze reden het gebruik van rijkswetten ten aanzien van autonome landsaangelegenheden zoveel mogelijk te worden beperkt. Het gebruik van Algemene Maatregel van Rijksbestuur als wetgevingsinstrument ten aanzien van landsaangelegenheden heeft bovendien als gevolg, dat niet alleen de staten van de landen geen invloed meer heeft op de regelgeving, maar ook de Staten Generaal als zodanig. In dit verband wordt erop gewezen dat de rijksministerraad als orgaan van het koninkrijk niet aan enige parlementaire controle onderhevig is. Dit wordt door de parlementen van al de landen aangeduid als het "democratisch deficit" in het Statuut. NEDERLAND Volgens het Statuut zijn rechtspleging, rechtshandhaving en openbare financien geen aangelegenheden van het Koninkrijk. Dit betekent dat het eigen aangelegenheden van de landen zijn (landsaangelegenheden). De landen kunnen op het terrein van de eigen aangelegenheden onderlinge regelingen treffen (art. 38, lid 1, Statuut). Een onderlinge regeling, zoals een protocol, werkt niet rechtstreeks door in de wetgeving van de landen. Ze kunnen geen burgers bindende bepalingen bevatten en ook niet afwijken van wettelijke bepalingen. Daartoe is nadere implementatie in landsregelgeving nodig. Hierdoor is de kans groot dat de betreffende landsregelgeving van de betrokken landen niet eenvormig is of niet (gelijktijdig) wordt ingevoerd. Om de rechtseenheid tussen de landen te verzekeren is het noodzakelijk dat de onderlinge regeling bij wettelijke maatregel op rijksniveau wordt vastgelegd. Het Statuut biedt hiertoe de mogelijkheid met de zogenoemde consensus rijkswet (art. 38, lid 2, Statuut). De consensusrijkswet is een efficient instrument uit het Statuut om afspraken in uniforme wetgeving om te zetten. 21

22 AMBTELIJK CONCEPT ** VERTROUWELIJK Veel onderwerpen op het gebied van de rechtspleging, rechtshandhaving en openbare fmancien waarover in het kader van de staatkundige hervorniing afspraken worden gemaakt dienen in de nieuwe entiteiten wettelijk en uniform te worden geregeld. Het gaat bijvoorbeeld om de volgende onderwerpen: regeling van de rechterlijke organisatie; de rechtspositie van de rechters; regeling van het beheer en de financiering van de rechterlijke organisatie en het openbaar ministerie; " de bevoegdheden van de procureur-generaal en de (hoofd)officieren van justitie; de gemeenschappelijke opleidingseisen voor het openbaar ministerie en de politie; de rechtspositie van de leden van het openbaar ministerie en de politie; een uniforme regeling voor wapen- en geweldshantering; imiforme fmanciele normen; financieel toezicht. Een wettelijke en uniforme regeling van deze onderwerpen in de nieuwe landen en de eilanden die onderdeel worden van het Nederlandse staatsbestel, is alleen verzekerd indien deze bij consensus rijkswet worden geregeld. De eenvormige landsverordening is geen alternatief. Gebleken is dat de wijze van totstandkoming van dergelijke wetgeving, zelfs indien het slechts twee landen betreft, niet doeltreffend is. De rechtspositie van de rechters van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba is na 20 jaar - en na een door de betrokken rechters aangespannen rechtszaak - nog niet geregeld. Zie ook de Voorlichting van de Raad van State van het Koninkrijk, par. 2.2.L, biz. 11. Een onderlinge regeling in de vorm van een consensus rijkswet blijft een onderlinge regeling. De inhoud wordt door de landen gezamenlijk bepaald. Hoewel dit niet uitdrukkelijk uit het Statuut blijkt wordt in de praktijk aangenomen dat gedurende het gehele traject van de rijkswetprocedure overeenstemming tussen de regeringen van de landen moet bestaan over de inhoud van het voorstel van rijkswet. Dit betekent onder meer dat de conflictenregeling (art. 12 Statuut) niet van toepassing is. Zowel door de landsregering als door de Staten van een betrokken land kan de totstandkoming van de rijkswet worden tegengehouden. De Staten hebben bovendien in het Statuut verankerde 22

23 AMBTELIJK CONCEPT * * VERTROUWELIJK bevoegdheden om invloed uit te oefenen op de totstandkoming van een rijkswet. Dit gaat verder dan alleen het uitbrengen van een verslag aan de Staten-Generaal. De Staten kunnen bijzondere gedelegeerden afvaardigen voor deelname aan de behandeling in de Staten-Generaal. De gedelegeerden mogen de Kamers voorlichten en amendementen voorstellen. Ook de gevolmachtigde minister heeft bepaalde bevoegdheden op dit gebied. Hij kan bij de mondelinge behandeling in de Staten-Generaal aanwezig zijn. Hij vertegenwoordigt dan de regering van zijn land en is niet gebonden aan het standpunt van de rijksministerraad. De gevolmachtigde minister heeft de mogelijkheid om zich voor de stemmingen in beide kamers over het voorstel uit te spreken, Indien hij zich tegen het voorstel uitspreekt, kan hij tevens verzoeken om de stemming aan te houden. Ten slotte heeft de gevolmachtigde minister de bevoegdheid om initiatiefvoorstellen bij de Tweede Kamer aanhangig te maken (art. 15, lid 3, Statuut). Een consensus rijkswet kan dus ook op initiatief van de landen in het Caribische deel van het Koninkrijk worden gewijzigd. Regeling bij consensusrijkswet biedt ook Nederland de mogelijkheid om het initiatief te nemen de rijkswet in de toekomst te wijzigen. Toezicht Het waarborgen van de mensenrechten, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid van bestuur is aangelegenheid van het Koninkrijk (art. 43, lid 2 Statuut). Een deugdelijke rechtspleging en rechtshandhaving zijn in het belang van de bescherming van de mensenrechten en de rechtszekerheid. Deugdelijk bestuur betekent ook deugdelijke openbare financien. Het Koninkrijk oefent dus toezicht uit op de rechtspleging, de rechtshandhaving en de openbare financien in de landen. Op dit moment heeft het Koninkrijk hiervoor twee instrumenten, t.w. schorsing en vernietiging van wetgevende en bestuurlijke maatregelen van de landen of ingrijpen bij algemene maatregel van rijksbestuur (art. 50 en 51 van het Statuut). Het instrument schorsing en vernietiging kan alleen worden toegepast indien de te schorsen of te vernietigen wetgevende of bestuurlijke maatregel in strijd is met:» het Statuut, een verdrag, een rijkswet, een algemene maatregel van rijksbestuur, dan wel, met belangen, welker verzorging of waarborging aangelegenheid van het Koninkrijk is" (art. 50 Statuut). 23

24 AMBTELIJK CONCEPT * * VERTROUWELIJK Er kan alleen worden "ingegrepen" indien een land niet of niet voldoende voorziet in hetgeen het ingevolge: het Statuut, eenverdrag, een rijkswet, of, " een algemene maatregel van rijksbestuur, moet verrichten (art. 51 Statuut). Strijdigheid met landsregelgeving wordt niet genoemd in artikel 51 Statuut en is op zich dus geen grond om in te grijpen. Schorsen of vernietigen wegens schending van belangen "welker verzorging aangelegenheid van het Koninkrijk is", is ook niet aan de orde. Rechtspleging, rechtshandhaving en openbare financier! zijn immers geen aangelegenheden van het Koninkrijk. Schorsen of vernietigen kan alleen als er sprake is van schending van de belangen "welker waarborging aangelegenheid van het Koninkrijk is". Het Koninkrijk dient dan wel aannemelijk te maken dat de mensenrechten, de rechtszekerheid of de deugdelijkheid van bestuur in het geding is, zodanig dat het Koninkrijk haar waarborgtaak (art. 43, lid 2, Statuut) dient uit te oefenen. Indien de eerder bedoelde onderwerpen worden geregeld bij onderlinge regeling (niet zijnde een rijkswet) en vervolgens in landswetgeving worden geimplementeerd kan het Koninkrijk - indien nodig - slechts in bepaalde gevallen gebruik maken van het instrument schorsing en vernietiging. Ook voor een adequaat toezicht door het Koninkrijk is het dus nodig dat de eerder bedoelde onderwerpen bij (consensus) rijkswet worden geregeld. Bij het verdwijnen van een bestuurslaag zal het toezicht vanwege het Koninkrijk belangrijker worden. Conclusie Regeling bij consensusrijkswet is noodzakelijk omdat: de afspraken uniform en wettelijk geregeld moeten worden; het Koninkrijk adequaat toezicht moet kunnen houden. 24

Toelichting stappenplan Nederlandse Antillen, Sint Maarten en Nederland

Toelichting stappenplan Nederlandse Antillen, Sint Maarten en Nederland Toelichting stappenplan Nederlandse Antillen, Sint Maarten en Nederland 1. Aanleiding a. De Start Ronde Tafel Conferentie op 26 november 2005 markeert het begin van het proces om te komen tot nieuwe staatkundige

Nadere informatie

Conclusies van de Toetsings-Ronde Tafel Conferentie van het Koninkrijk der Nederlanden, gehouden op 15 december 2008 te Willemstad, Curaçao

Conclusies van de Toetsings-Ronde Tafel Conferentie van het Koninkrijk der Nederlanden, gehouden op 15 december 2008 te Willemstad, Curaçao Conclusies van de Toetsings-Ronde Tafel Conferentie van het Koninkrijk der Nederlanden, gehouden op 15 december 2008 te Willemstad, Curaçao De delegaties van: - de regering van Nederland; - de regering

Nadere informatie

FINANCIEEL TOEZICHT IN HET KONINKRIJK. Dag van het commissariaat Curacao Willemstad, 23 november 2017 Etienne Ys

FINANCIEEL TOEZICHT IN HET KONINKRIJK. Dag van het commissariaat Curacao Willemstad, 23 november 2017 Etienne Ys FINANCIEEL TOEZICHT IN HET KONINKRIJK Dag van het commissariaat Curacao Willemstad, 23 november 2017 Etienne Ys Spanning tussen autonomie en Waarom die spanning? toezicht - Toezicht van een hogere op een

Nadere informatie

Voortgangsrapportage staatkundig proces Nederlandse Antillen juni 2007

Voortgangsrapportage staatkundig proces Nederlandse Antillen juni 2007 Inleiding Deze rapportage beschrijft de voortgang van de uitvoering van de slotverklaring van de miniconferentie van 11 oktober 2006 met Bonaire, Saba en Sint Eustatius en van de slotverklaring van het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 568 Staatkundig proces Nederlandse Antillen Nr. 7 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Spreekpunten van de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties over staatkundige verhoudingen en democratisch deficit

Spreekpunten van de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties over staatkundige verhoudingen en democratisch deficit Spreekpunten van de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties over staatkundige verhoudingen en democratisch deficit Dinsdag 13 juni 2006, Suze van Groenewegzaal van de Tweede Kamer

Nadere informatie

MOTIE. Overwegende dat: Gelezen: het de Staten vanwege de Regering bekomen Manifest, zoals. aangevuld;

MOTIE. Overwegende dat: Gelezen: het de Staten vanwege de Regering bekomen Manifest, zoals. aangevuld; STATEN VAN ARUBA lngek. MOTIE Par. D S van Aruba in Openbare Vergadering bijeen, op heden dinsdag 9 december 2008; Gelezen: het de Staten vanwege de Regering bekomen Manifest, zoals aangevuld; Overwegende

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2009 2010 32 018 (R1885) Regeling van de inrichting, de organisatie en het beheer van de openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire,

Nadere informatie

Besluitenlijst. 1. De politieke Stuurgroep Staatkundige Veranderingen, waarin vertegenwoordigd zijn:

Besluitenlijst. 1. De politieke Stuurgroep Staatkundige Veranderingen, waarin vertegenwoordigd zijn: Besluitenlijst Westin Hotel, Sint Maarten, 26 november 2008 1. De politieke Stuurgroep Staatkundige Veranderingen, waarin vertegenwoordigd zijn: Nederland; het Land Nederlandse Antillen; Curaçao en Sint

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 018 (R 1885) Regeling van de inrichting, de organisatie en het beheer van de openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire,

Nadere informatie

SAMENWERKINGSPROTOCOL BUREAU TELECOMMUNICATIE EN POST EN DE FAIR TRADE AUTHORITY CURAÇAO

SAMENWERKINGSPROTOCOL BUREAU TELECOMMUNICATIE EN POST EN DE FAIR TRADE AUTHORITY CURAÇAO SAMENWERKINGSPROTOCOL BUREAU TELECOMMUNICATIE EN POST EN DE FAIR TRADE AUTHORITY CURAÇAO 26 juni 2018 De openbare rechtspersonen: i. het Bureau Telecommunicatie en Post (hierna: BT&P), ingesteld bij Landsverordening

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 no. 20 Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden van 8 januari 2014, regelende de samenwerking

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds kandidaat-minister-president en kandidaat-gevolmachtigde Minister;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds kandidaat-minister-president en kandidaat-gevolmachtigde Minister; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 30236 21 oktober 2014 Besluit van 17 oktober 2014, houdende aanwijzing aan de Gouverneur van Sint Maarten tot het aanhouden

Nadere informatie

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,

Nadere informatie

Voortgangsrapportage staatkundig proces Nederlandse Antillen

Voortgangsrapportage staatkundig proces Nederlandse Antillen Voortgangsrapportage staatkundig proces Nederlandse Antillen Externe rapportage, 27 maart 2008 BELANGRIJKSTE RISICO S EN MAATREGELEN Algemeen Risico: Uit de rapportage blijkt dat verschillende trajecten

Nadere informatie

Afspraken tussen de regeringen van Aruba en Nederland over de openbare financiën van Aruba.

Afspraken tussen de regeringen van Aruba en Nederland over de openbare financiën van Aruba. Afspraken tussen de regeringen van Aruba en Nederland over de openbare financiën van Aruba. De regering van Aruba, in deze vertegenwoordigd door de Minister President van Aruba, de heer M.G. Eman, evenals

Nadere informatie

Voorwoord 5. Leeswijzer 13. Afkortingenlijst 17 ALGEMEEN DEEL 19

Voorwoord 5. Leeswijzer 13. Afkortingenlijst 17 ALGEMEEN DEEL 19 In houdsopgave Voorwoord 5 Leeswijzer 13 Afkortingenlijst 17 ALGEMEEN DEEL 19 1 Beoefening van het Caribische staatsrecht 21 1.1 Caribisch staatsrecht 21 1.2 Systematiek van het Caribische staatsrecht

Nadere informatie

Voortgangsrapportage staatkundig proces Nederlandse Antillen

Voortgangsrapportage staatkundig proces Nederlandse Antillen Voortgangsrapportage staatkundig proces Nederlandse Antillen 28 november 2007 INLEIDING Deze rapportage beschrijft de voortgang van de uitvoering van de slotverklaring van de miniconferentie van 11 oktober

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 138 Besluit van 3 april 2017, houdende de overdracht van de bevoegdheden in het kader van de organisatie en de uitvoering van de verkiezingen

Nadere informatie

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol P5_TA(2002)0269 Toekomstige ontwikkeling van Europol Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol en zijn volledige opneming in het institutioneel bestel

Nadere informatie

http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_15-01-2015/afdrukken

http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_15-01-2015/afdrukken http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_/afdrukken Page 1 of 5 Wet financiering decentrale overheden (Tekst geldend op: ) Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het

Nadere informatie

houdende regels voor een referendum met betrekking tot de staatkundige status van Curaçao na 10 oktober 2010.

houdende regels voor een referendum met betrekking tot de staatkundige status van Curaçao na 10 oktober 2010. ONTWERP LANDSVERORDENING houdende regels voor een referendum met betrekking tot de staatkundige status van Curaçao na 10 oktober 2010. DE STATEN VAN CURACAO, Overwegende: dat in het referendum, gehouden

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. 32 018 (R 1885) Regeling van de inrichting, de organisatie en het beheer van de openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Saba en Sint Eustatius en de samenwerking daartussen (Rijkswet

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in verband met de wijziging van de staatkundige hoedanigheid van de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen (Rijkswet wijziging Statuut

Nadere informatie

Nota naar aanleiding van de verslagen van de Staten van de Nederlandse Antillen en Aruba

Nota naar aanleiding van de verslagen van de Staten van de Nederlandse Antillen en Aruba 32 213 (R 1903) Wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in verband met de wijziging van de staatkundige hoedanigheid van de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen (Rijkswet wijziging

Nadere informatie

Tweede Kamer, vergaderjaar , (R2114), nr. 9 2

Tweede Kamer, vergaderjaar , (R2114), nr. 9 2 samen te werken. Volgens de fractie is artikel 12a van het Statuut gebaseerd op twee waarden: gelijkwaardigheid van de landen en de vrijheid van de landen om samen te werken. De fractie citeert uit de

Nadere informatie

Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden)

Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden) (Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl Zoek regelingen op overheid.nl Koninkrijksdeel Curaçao Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 27 ste juli 1998 houdende regels, ter uitvoering

Nadere informatie

Conclusies van de Slot-Ronde Tafel Conferentie van het Koninkrijk der Nederlanden, gehouden op 9 september 2010 te Den Haag, Nederland

Conclusies van de Slot-Ronde Tafel Conferentie van het Koninkrijk der Nederlanden, gehouden op 9 september 2010 te Den Haag, Nederland Conclusies van de Slot-Ronde Tafel Conferentie van het Koninkrijk der Nederlanden, gehouden op 9 september 2010 te Den Haag, Nederland De vertegenwoordigers van: Nederland; de Nederlandse Antillen; Aruba;

Nadere informatie

HC 5A, , Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde

HC 5A, , Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde HC 5A, 11-12-2017, Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde In het Koninkrijk der Nederlanden van 1954 is opgenomen dat het Statuut in hiërarchie hoger is dan de Grondwet (art. 5

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING houdende goedkeuring van het Reglement van Orde voor de ministerraad

: LANDSVERORDENING houdende goedkeuring van het Reglement van Orde voor de ministerraad Intitulé : LANDSVERORDENING houdende goedkeuring van het Reglement van Orde voor de ministerraad Citeertitel: Geen Vindplaats : AB 1999 no. 26 Wijzigingen: Geen Enig artikel Goedgekeurd wordt het Reglement

Nadere informatie

==================================================================== HOOFDSTUK I. Paragraaf 1. Inrichting. Artikel 1

==================================================================== HOOFDSTUK I. Paragraaf 1. Inrichting. Artikel 1 Intitulé : Landsverordening Raad van Advies Citeertitel: Landsverordening Raad van Advies Vindplaats : AB 1992 no. GT 3 Wijzigingen: AB 1992 no. 108 HOOFDSTUK I Paragraaf 1 Inrichting Artikel 1 De Raad

Nadere informatie

Brussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT. het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet

Brussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT. het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet EUROPESE CONVENTIE Brussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT CONV 738/03 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet Het secretariaat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 IV Vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2012 Nr. 69 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld

Nadere informatie

A 2013 N 9 PUBLICATIEBLAD

A 2013 N 9 PUBLICATIEBLAD A 2013 N 9 PUBLICATIEBLAD Onderlinge regeling in de zin van artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, houdende instelling van het Ambtelijk Wetgevingsoverleg Koninkrijksrelaties

Nadere informatie

Besluit van 2 maart 1994, houdende vaststelling van een reglement van orde voor de ministerraad*

Besluit van 2 maart 1994, houdende vaststelling van een reglement van orde voor de ministerraad* Besluit van 2 maart 1994, houdende vaststelling van een reglement van orde voor de ministerraad* Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op

Nadere informatie

Het Statuut voor het Koninkrijk

Het Statuut voor het Koninkrijk studiepockets staats- en bestuursrecht Het Statuut voor het Koninkrijk Mr. C. Borman W.E.J. Tjeenk Willink 1998 Deventer INHOUD Lijst van afkortingen XV 1 Ontwikkeling van het Statuut 1 1.1 Voorgeschiedenis

Nadere informatie

Volgcommissie(s): BuZa i.v.m. agendapunt 10, 11 FIN i.v.m. agendapunt 6 JUST i.v.m. agendapunt 2, 3, 4, 5, 13

Volgcommissie(s): BuZa i.v.m. agendapunt 10, 11 FIN i.v.m. agendapunt 6 JUST i.v.m. agendapunt 2, 3, 4, 5, 13 Den Haag, 30 september 2009 Voortouwcommissie: vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken Volgcommissie(s): BuZa i.v.m. agendapunt 10, 11 FIN i.v.m. agendapunt 6 JUST i.v.m. agendapunt

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2011 No. 37 Onderlinge regeling inzake toedeling bijzondere AOVcategorie opvolging Sociale Verzekeringsbank Nederlandse Antillen Onderlinge regeling in de zin

Nadere informatie

REGLEMENT VOOR DE AUDIT, COMPLIANCE EN RISICO COMMISSIE VAN PROPERTIZE B.V.

REGLEMENT VOOR DE AUDIT, COMPLIANCE EN RISICO COMMISSIE VAN PROPERTIZE B.V. REGLEMENT VOOR DE AUDIT, COMPLIANCE EN RISICO COMMISSIE VAN PROPERTIZE B.V. Datum: 11 mei 2015 Artikel 1. Definities AvA: Commissie: Reglement: RvB: RvC: Vennootschap: de algemene vergadering van aandeelhouders

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

HUISHOUDELIJK REGLEMENT HUISHOUDELIJK REGLEMENT Vastgesteld conform artikel 12 Statuten door het bestuur op 5 juli 2017 2017 Stichting Perspectiefverklaring Wissenraet Van Spaendonck Tilburg B.V. versie 17.02 / 23 juni 2017 /

Nadere informatie

1 Kent u het bericht Hof Antillen: erkenning homohuwelijk niet verplicht? Is dit bericht waar? 1)

1 Kent u het bericht Hof Antillen: erkenning homohuwelijk niet verplicht? Is dit bericht waar? 1) 2009Z12644 Vragen van de leden Brinkman en Bosma (beiden PVV) aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat de rechter in hoger beroep op de Nederlandse Antillen

Nadere informatie

Lijst van aanbevelingen

Lijst van aanbevelingen Lijst van aanbevelingen Hoofdstuk 2 De Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten 1. De beschuldigingen aan het adres van de President van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) dienen grondig

Nadere informatie

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN TOT HET VOORKOMEN

Nadere informatie

Raad voor de rechtshandhaving. JAARPLAN en BEGROTING 2015

Raad voor de rechtshandhaving. JAARPLAN en BEGROTING 2015 Raad voor de rechtshandhaving JAARPLAN en BEGROTING 2015 De hieronder genoemde inspecties worden in de landen Curaçao, Sint Maarten en de BESeilanden uitgevoerd. Aanpak van de bestrijding van ATRAKO s

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

PUBLICATIEBLAD IN DE NAAM VAN DE KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen,

PUBLICATIEBLAD IN DE NAAM VAN DE KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen, A 2010 l**i N 72 PUBLICATIEBLAD Besluit van 24 September 2010 tot afkondiging van de rijkswet van 7 September 2010 tot wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in verband met de wijziging

Nadere informatie

Reglement Bestuur HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Reglement Bestuur HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Reglement Bestuur HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Artikel 1 - begrippen Bestuur : bestuur van de RPO zoals bedoeld in artikel 2.60b van de Mediawet; Bestuurder : lid en tevens voorzitter van het Bestuur; Raad van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 312 Besluit van 14 juni 2011 tot instelling van het Kabinet van de Gouverneur van Aruba (Instellingsbesluit Kabinet van de Gouverneur van Aruba)

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2019 COM(2019) 242 final 2019/0116 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de Raad van Ministers in te nemen standpunt met

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 710 Besluit van 29 september 2010 tot instelling van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

Convenant Almeerse Scholen Groep Gemeente Almere

Convenant Almeerse Scholen Groep Gemeente Almere Convenant Almeerse Scholen Groep Gemeente Almere Partijen 1. de publiekrechtelijke rechtspersoon: gemeente Almere, ter zake van de convenant op grond van artikel 171 eerste lid Gemeentewet vertegenwoordigd

Nadere informatie

Wie bestuurt het Caribisch deel van ons Koninkrijk?

Wie bestuurt het Caribisch deel van ons Koninkrijk? Wie bestuurt het Caribisch deel van ons Koninkrijk? 2 Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat niet alleen uit Nederland, zoals we misschien al snel geneigd zijn te denken. Het Koninkrijk omvat namelijk

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2010 GT no. 17 Landsverordening Raad van Advies 1 Hoofdstuk 1. Inrichting en samenstelling Artikel 1 1. De Raad van Advies, verder te noemen de Raad, bestaat

Nadere informatie

t^^n» A 2010 N 99 PUBLICATIEBLAD

t^^n» A 2010 N 99 PUBLICATIEBLAD t^^n» A 2010 N 99 PUBLICATIEBLAD BESLUIT van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen van 5 oktober 2010 tot vernietiging van de Eilandsverordening tot wijziging van de Pensioenregeling Eilandsraadsleden

Nadere informatie

BESTUURSREGLEMENT. Voor [naam betreffende stichting/vennootschap]

BESTUURSREGLEMENT. Voor [naam betreffende stichting/vennootschap] BESTUURSREGLEMENT Voor [naam betreffende stichting/vennootschap] 1 Inleiding 1.1 Dit bestuursreglement is een reglement in de zin van art. [...] van de statuten van [naam betreffende stichting/vennootschap]

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 28.11.2016 JOIN(2016) 54 final 2016/0366 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2010 GT no. 26 Landsverordening openbaarheid van bestuur 1 Hoofdstuk 1. Definities Artikel 1 In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt

Nadere informatie

AFKOND1GINGSBLAD CURASAO 2009 no. 92

AFKOND1GINGSBLAD CURASAO 2009 no. 92 AFKOND1GINGSBLAD CURASAO 2009 no. E1LANDSVERORDENNG van de 12de oktober 2009 hondende regels ten aanzien van de besluitvorming in zaken betreffende de belrokkenheid van de openbare rechtspersoon het Eilandgebied

Nadere informatie

Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten van Stichting Vocallis.

Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten van Stichting Vocallis. BESTUURSREGLEMENT Vastgesteld door het bestuur op 6 mei 2015. Hoofdstuk I. Algemeen. Artikel 1. Begrippen en terminologie. Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. 32 019 (R 1886) Regeling van de inrichting, de organisatie, het gezag en het beheer van de politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de onderlinge samenwerking tussen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Advies Raad van State betreffende onrechtmatigverklaring ontbindingsbesluit

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Advies Raad van State betreffende onrechtmatigverklaring ontbindingsbesluit STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20023 3 april 2017 Advies Raad van State betreffende onrechtmatigverklaring ontbindingsbesluit Nader Rapport 3 april 2017

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 099 (R2114) Voorzieningen voor de behandeling van geschillen tussen het Koninkrijk en de landen (Rijkswet Koninkrijksgeschillen) Nr. 9 VERSLAG

Nadere informatie

Managementstatuut (AB-DB model)

Managementstatuut (AB-DB model) Managementstatuut (AB-DB model) INHOUD Vaststelling... 3 Artikel 1 Definitiebepaling... 4 Artikel 2 Vaststelling en wijziging van het managementstatuut... 4 Artikel 3 Taken en bevoegdheden van het bestuur...

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 No. 47 Landsverordening van de 2 de juli 2014, tot wijziging van de Sanctielandsverordening inzake de wijze van implementatie van vastgestelde sanctieverordeningen

Nadere informatie

Stichting Sirius Reglement Raad van Toezicht

Stichting Sirius Reglement Raad van Toezicht Stichting Sirius Reglement Raad van Toezicht Stichting Sirius Openbaar primair onderwijs Amsterdam Zuidoost Versie: 2014-04-14 Inhoudsopgave 1 Reglement voor de Raad van Toezicht... 3 Artikel 1 - Begripsbepalingen...

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet in verband met het verbeteren van de kwaliteit van bestuur en toezicht bij verenigingen en stichtingen alsmede de uniformering van enkele bepalingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 047 Goedkeuring van verdragen met het oog op het voornemen deze toe te passen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en van het voornemen tot opzegging

Nadere informatie

Aan dtkv. 2015/ Uw brief van: 3 augustus 2016 Ons nummer: Willemstad, 23 augustus 2016

Aan dtkv. 2015/ Uw brief van: 3 augustus 2016 Ons nummer: Willemstad, 23 augustus 2016 Aan dtkv De Raad van Ministers De Minister van Economische Ontwikkeling De heer E. Rhuggenaath AmiDos Building, Pletterijweg 43 Curaçao Uw nummer (letter): Onderwerp: Bijlage(n): 2015/046319 Uw brief van:

Nadere informatie

Samenwerkingsprotocol

Samenwerkingsprotocol Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code 1 Samenwerkingsprotocol tussen de Consumentenautoriteit en de Stichting Reclame Code Partijen: 1. De Staatssecretaris van Economische

Nadere informatie

A 2014 N 37 PUBLICATIEBLAD

A 2014 N 37 PUBLICATIEBLAD A 2014 N 37 PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT van de 31 ste maart 2014, no. 14/0686, houdende de plaatsing in het Publicatieblad van de Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut

Nadere informatie

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,. Artikel PM1 A.4 Bijlage 4 De Wet veiligheidsregio s wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van het artikel door een puntkomma, toegevoegd korpschef:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13691 24 mei 2013 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 16 mei 2013, nr. 382509, houdende instelling

Nadere informatie

Enkele staatsrechtelijke aspecten met betrekking tot financieel toezicht bij de ontmanteling van de Nederlandse Antillen Studium Generale

Enkele staatsrechtelijke aspecten met betrekking tot financieel toezicht bij de ontmanteling van de Nederlandse Antillen Studium Generale Enkele staatsrechtelijke aspecten met betrekking tot financieel toezicht bij de ontmanteling van de Nederlandse Antillen Studium Generale Koninkrijksrelaties mr. Etienne N. Ys 28 april 2010, Utrecht. Inhoudsopgave

Nadere informatie

Artikel 1 Definitiebepaling 2. Artikel 2 Vaststelling en wijziging van het reglement 2. Artikel 3 Inrichting en samenstelling 2

Artikel 1 Definitiebepaling 2. Artikel 2 Vaststelling en wijziging van het reglement 2. Artikel 3 Inrichting en samenstelling 2 Reglement Directeurenoverleg SWV VO 30-06 INHOUD Vaststellingsdatum reglement Directeurenoverleg Artikel 1 Definitiebepaling 2 Artikel 2 Vaststelling en wijziging van het reglement 2 Artikel 3 Inrichting

Nadere informatie

Nota naar aanleiding van het verslag, tevens nota naar aanleiding van het verslag van de Staten van de Nederlandse Antillen

Nota naar aanleiding van het verslag, tevens nota naar aanleiding van het verslag van de Staten van de Nederlandse Antillen 32 018 (R 1885) Regeling van de inrichting, de organisatie en het beheer van de openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Saba en Sint Eustatius en de samenwerking daartussen (Rijkswet

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Reglement bescherming persoonsgegevens Kansspelautoriteit

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Reglement bescherming persoonsgegevens Kansspelautoriteit STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 21460 29 juli 2014 Reglement bescherming persoonsgegevens Kansspelautoriteit De raad van bestuur van de Kansspelautoriteit,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 099 (R2114) Voorzieningen voor de behandeling van geschillen tussen het Koninkrijk en de landen (Rijkswet Koninkrijksgeschillen) A GEWIJZIGD

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 180 Besluit van 8 april 2014 tot wijziging van het Besluit Nationale Unesco Commissie inzake de nieuwe Koninkrijksverhoudingen, de uitvoeringspraktijk

Nadere informatie

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2019 No. 6 Besluit van de 28 e februari 2019 tot afkondiging van het besluit van de 23 e januari 2019 houdende de wijziging van het protocol inzake gespecialiseerde

Nadere informatie

Reglement Raad van Bestuur. Juvent

Reglement Raad van Bestuur. Juvent Datum vaststelling: 19-10-2017 Datum evaluatie: 19-10-2019 Versie: 1 Documenteigenaar: Raad van Bestuur Auteur/ Adviseur: Raad van Bestuur Reglement Raad van Bestuur Juvent Blad 1 van 7 Reglement Raad

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 No. 43 Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden regelende de samenwerking tussen Nederland, Aruba,

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

HUISHOUDELIJK REGLEMENT HUISHOUDELIJK REGLEMENT Vastgesteld door het bestuur d.d. 17 mei 2017 snf.div.14216520-1 HUISHOUDELIJK REGLEMENT De Stichting Normering Flexwonen kent een aantal organen waaronder het Bestuur, de Raad

Nadere informatie

Aa n De minister van Financien van Curac;ao. Contactpersoon Telefoonnummer Telefoon ( + 172 1) 543033 1 Sylvia Bijl (Cft) +5999 461 9081

Aa n De minister van Financien van Curac;ao. Contactpersoon Telefoonnummer Telefoon ( + 172 1) 543033 1 Sylvia Bijl (Cft) +5999 461 9081 Aa n De minister van Financien van Curac;ao o en Sint Maarten Adres kantoor Curacao De Rouvilleweg 39 Willemstad, C ura ~ ao Tel efoon ( + 5999 ) 461908 1 Telefa x (+5999) 46 19088 Adres kantoor Sint Ma

Nadere informatie

MANDAAT- VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT inzake het Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gooi en Vechtstreek

MANDAAT- VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT inzake het Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gooi en Vechtstreek Nr.14.0008493 MANDAAT- VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT inzake het Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gooi en Vechtstreek Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Regio Gooi

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 48 Wet van 22 januari 2014, houdende regels omtrent de uitvoering van Europese verordeningen inzake financiële bijdragen uit het Europees Fonds

Nadere informatie

Reglement van de Deelnemersraad Stichting WSW

Reglement van de Deelnemersraad Stichting WSW Reglement van de Deelnemersraad Stichting WSW (als bedoeld in artikel 17 van de statuten van Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw) Vastgesteld door het Bestuur op 4 juli 2016 na goedkeuring door

Nadere informatie

Brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 32 550 Voorstel van wet van de leden Van Weyenberg en Keijzer tot wijziging van de Ambtenarenwet en enige andere wetten in verband met het in overeenstemming brengen van de rechtspositie van ambtenaren

Nadere informatie

Toezichtkader RSV Breda VO Inleiding.

Toezichtkader RSV Breda VO Inleiding. Toezichtkader RSV Breda VO 3003. Inleiding. In het toezichtkader van de Inspectie voor het Onderwijs is onder kwaliteitsaspect management en organisatie de indicator 2.6. als volgt beschreven: Het samenwerkingsverband

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

KAS BANK N.V. OVEREENKOMST VAN BEHEER EN BEWARING INZAKE BELEGINGSFONDS

KAS BANK N.V. OVEREENKOMST VAN BEHEER EN BEWARING INZAKE BELEGINGSFONDS KAS BANK N.V. OVEREENKOMST VAN BEHEER EN BEWARING INZAKE BELEGINGSFONDS INHOUDSOPGAVE Artikel Pagina Artikel 1 Algemeen...3 Artikel 2 Bewaring...4 Artikel 3 Belangenbehartiging houders van deelnemersrechten...4

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's

: LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's Intitulé : LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's Citeertitel: Landsverordening erkenning buitenlandse diploma's Vindplaats : AB 1995

Nadere informatie

Directiestatuut CSG. Artikel 1. Taakverdeling en structuur

Directiestatuut CSG. Artikel 1. Taakverdeling en structuur Directiestatuut CSG Artikel 1. Taakverdeling en structuur 1. De directeur-bestuurder oefent in de rol van bestuur van de stichting de hem bij of krachtens wettelijk voorschrift, statuten of het Reglement

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 553 Wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 in verband met de verbetering van de mogelijkheden van de inlichtingen-

Nadere informatie

Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging

Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging Vastgesteld door het bestuur op: 30 december 2014 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge

Nadere informatie

Secretariaat: vestiging Bonaire

Secretariaat: vestiging Bonaire Postbus 20301 REcIfISHANDHAVING RAAD VOOR DE Kaya Industria 15a Kralendijk T: (+599-) 717-5552 1 F: (+599-) 717-7616 E: RvdRH@telbo.an De Raad voor de Rechtshandhaving is een inspectieorgaan, ingesteld

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 378 Wet van 3 juli 1996, houdende algemene regels over de advisering in zaken van algemeen verbindende voorschriften of te voeren beleid van

Nadere informatie

KAS BEWAARDER KLANTENVERMOGEN BND B.V.

KAS BEWAARDER KLANTENVERMOGEN BND B.V. KAS BEWAARDER KLANTENVERMOGEN BND B.V. OVEREENKOMST VAN BEHEER EN BEWARING INZAKE BELEGGINGSFONDS INHOUDSOPGAVE Artikel Pagina Artikel 1 Algemeen... 3 Artikel 2 Bewaring... 3 Artikel 3 Belangenbehartiging

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0367 (NLE) 14996/16 VOORSTEL van: ingekomen: 28 november 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: COASI 218 ASIE 88

Nadere informatie