Communicatie bij incidenten: ramp of zegen? Dr. F. Woudenberg is sectorhoofd algemene gezondheidszorg bij de GGD Rotterdam e.o.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Communicatie bij incidenten: ramp of zegen? Dr. F. Woudenberg is sectorhoofd algemene gezondheidszorg bij de GGD Rotterdam e.o."

Transcriptie

1 Fred Woudenberg Sector Algemene Gezondheidszorg Postbus LP Rotterdam Communicatie bij incidenten: ramp of zegen? Dr. F. Woudenberg is sectorhoofd algemene gezondheidszorg bij de GGD Rotterdam e.o. 1 Inleiding Mensen kunnen een incident totaal verschillend beleven. De bewoonster die bovenwinds, zonder zelf iets te zien of te ruiken, op de radio hoort dat er een incident is, kan dodelijk ongerust zijn over haar gezondheid en die van haar kinderen. Tegelijkertijd kan de hulpverlener die in zijn gaspak midden in de dikste rookpluim metingen doet waar louter negatieve uitslagen uit blijken, het gevoel hebben dat er niets aan de hand is. De burgemeester en de hoofden van operationele diensten willen de situatie zo snel mogelijk weer onder controle krijgen en de normale gang van zaken herstellen. Soms gebruiken ze daarbij de uitspraak er is geen gevaar voor de volksgezondheid. Deze uitspraak roept bij de dodelijk ongeruste bewoonster echter meer ongeloof en cynisme op dan dat er de bedoelde geruststellende werking van uitgaat. In het algemeen kan slechte communicatie leiden tot te late of onjuiste informatieverstrekking, tot het niet, te laat, onvolledig of verkeerd opvolgen van instructies of tot grotere ongerustheid en wantrouwen in verantwoordelijke instanties bij burgers. Communicatie bij incidenten is dus van wezenlijk belang en niet voor niets een belangrijk aandachtspunt bij de evaluatie van rampen en incidenten. De afgelopen tientallen jaren is er veel onderzoek gedaan en zijn er veel inzichten verzameld op de gebieden van de risicocommunicatie en de risicoperceptie. Dit artikel geeft een overzicht van de stand van zaken op deze twee gebieden. De wetenschappelijke basis is weliswaar nog relatief smal, maar de verzamelde inzichten zijn al wel praktisch toepasbaar en ze kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan een goede communicatie voorafgaand aan en tijdens incidenten. Communicatie is een wezenlijk onderdeel van de rampenbestrijding. Goede communicatie kan er voor zorgen dat mensen beter zijn geïnformeerd, instructies beter opvolgen, minder ongerust zijn en de overheid meer vertrouwen. Goede communicatie is niet mogelijk zonder gebruik te maken van de inzichten uit de risicocommunicatie en risicoperceptie.

2 2 Waarom die interesse in risicoperceptie en risicocommunicatie? Goede communicatie bij incidenten is anno 2003 belangrijker en ingewikkelder dan enkele tientallen jaren geleden. Het volgende voorbeeld kan dit illustreren. Op 7 oktober 1946 vloog de jonge marinepiloot Max Christern in een opgetogen stemming naar het huis van zijn moeder. In de buurt van zijn ouderlijk huis haalde hij een aantal capriolen uit en stortte vervolgens neer op een school. Max, zijn moeder (als gevolg van een hartaanval) en 22 kinderen vonden de dood. Er werd uitvoerig bericht in de media over dit ongeval, maar het staat niet in ons collectieve geheugen gegrift. Slachtoffers werden behandeld, maar er was geen opvang voor overlevenden en nabestaanden. Er was geen rancune jegens de piloot of de marine. Er kwam geen diepgaand onderzoek. Al snel ging het leven in Apeldoorn weer zijn gewone gang. De Bijlmerramp zorgt na meer dan 10 jaar nog voor heftige commotie. Er zijn grote verschillen tussen de twee hierboven genoemde rampen, maar ze illustreren dat de maatschappelijke impact van rampen en risico s de afgelopen tientallen jaren veel groter is geworden Risicobeleving of risicoperceptie gaat over de oordelen, de opvattingen, de houding en gevoelens van mensen ten opzichte van riskante activiteiten en technologieën (Pidgeon, Hood, Jones, Turner en Gibson 1992). De afgelopen tientallen jaren is de nucleaire, biologische en chemische technologie sterk ontwikkeld (Slovic 1987). Deze ontwikkelingen hebben voorspoed gebracht, maar ook zorgen en angsten. Dat komt onder andere omdat een aantal van de nieuwe technologieën een enorme vernietigingskracht heeft. De mogelijkheid om met alle kernwapens de aarde vele malen te kunnen vernietigen, is bijna spreekwoordelijk geworden. Een andere reden waarom mensen ook angsten hebben, is dat moderne technologie nauwelijks te begrijpen en te bevatten is voor de meeste mensen. De meeste mensen hebben zelfs geen idee hoe de vele apparaten werken die ze dagelijks gebruiken en alleen een intellectuele elite begrijpt complexe technologieën. Een derde reden is dat de meeste voor het begrijpen en beheersen van moderne technologie afhankelijk zijn van een snel groeiend aantal deskundigen en bureaucratische organisaties. Het vertrouwen in deze personen en instanties is de afgelopen tientallen jaren sterk afgenomen (Laird 1989; Hine, Summers, Prystupa en Mc Kenzie-Richer 1997). Tegelijkertijd zijn mensen rijker, mondiger en kritischer geworden. Het resultaat van dit alles is dat in de Westerse wereld een kritische, hoog opgeleide bevolking wordt geconfronteerd met een groot aantal bedreigingen, van dichtbij huis tot aan de andere kant van de wereld. Voor het begrijpen en beheersen van veel van die bedreigingen zijn mensen afhankelijk van deskundigen en autoriteiten die ze niet altijd vertrouwen. Deskundigen en autoriteiten hebben de problemen rond de risico s en de beleving van moderne technologie proberen te beheersen door het ontwikkelen van de gebieden van 2

3 risicoanalyse, risicomanagement, risicobeleid, risicocommunicatie en risicoperceptie. Risicoanalyse kwam eerst met als doel inzicht in de hoogte van de risico s van die nieuwe activiteiten en technologieën (Slovic 1987). De resulterende getallen zijn gebruikt voor het opzetten van risicobeleid en risicomanagement. Al heel snel bleek er een grote discrepantie te bestaan tussen de berekende risico s en de beleving van die risico s bij het grote publiek. (Fischhoff 1989). De standaardreactie van veel deskundigen en autoriteiten was om de berekende risico s als echt en objectief te zien en de beleefde risico s (met name angsten) als irrationeel en subjectief (zie Gutteling en Kuttschreuter 2002 en voor een aantal interessante populaire voorbeelden Bukman 1996; Ross 1995). De risicoperceptie verklaarde dit door te stellen dat niet alleen de hoogte van de risico s de beleving van mensen bepaalt, maar ook tal van niet kwantitatieve (culturele, sociale en psychologische) factoren.. Risicocommunicatie ontwikkelde zich het laatst, met als doel de afstand tussen de aanhangers van de objectieve feitelijke risico s en de subjectieve beleefde risico s ook in de praktijk te verkleinen. De risicoperceptie staat centraal in alle activiteiten op risicogebied. Risico s worden pas berekend nadat iemand de activiteit of technologie die het risico veroorzaakt als riskant heeft aangemerkt. Elke risicoanalyse begint met een inventarisatie en identificatie van riskante activiteiten en objecten voordat er ook maar iets is berekend. Risicobeleid en risicomanagement moeten vervolgens de risico s beperken die (met of zonder berekening) als het grootst worden beleefd en risicocommunicatie moet de kloof tussen berekende en beleefde risico s zien te overbruggen. Elke activiteit op risicogebied begint dus met risicoperceptie en de risicoperceptie staat daarom centraal in de wijze waarop de moderne samenleving met risico s omgaat. 3 Modellen in de risicoperceptie Er zijn verschillende modellen ontwikkeld in de risicoperceptie die proberen te verklaren hoe mensen risico s beleven. Deze modellen hebben gemeen dat ze de beleving van mensen proberen te verklaren als de resultante van een aantal demografische, psychologische, sociale, culterele of situationele factoren. De belangrijkste modellen zijn het psychometrisch paradigma, de culturele theorie en het social amplification model. 3.1 Psychometrisch model Het grootste deel van het onderzoek in de risicoperceptie is uitgevoerd in het psychometrisch paradigma, het oudste en nog altijd het dominante model. Na een eerste aanzet van Starr (1969) is het model verder ontwikkeld door in eerste instantie Fischhoff en later de persoon 3

4 wiens naam het sterkst aan het model is verbonden, Paul Slovic (Fischhoff, Slovic, Lichtenstein, Read en Combs 1978; Slovic, Fischhoff en Lichtenstein 1980; Slovic 1987). In een klassiek psychometrisch experiment moeten respondenten de riskantheid van een aantal activiteiten en objecten aangeven op een schaal van 0 tot 10. Daarnaast moeten ze verschillende kenmerken van diezelfde activiteiten en objecten beoordelen op een schaal van 1 tot 7. Die kenmerken komen overeen met de culturele, sociale en psychologische aspecten die de risicobeleving bepalen. Tabel 1 geeft een overzicht van de meest genoemde aspecten die ook in veel psychometrische experimenten terugkeren. Tabel1. Aspecten die de risicobeleving bepalen Aspect Verhoogt angst Verkleint angst Vrijwilligheid blootstelling Opgelegd Vrijwillig Beheersbaarheid blootstelling Onbeheersbaar Beheersbaar Zichtbaarheid blootstelling Onzichtbaar Zichtbaar Duur blootstelling Af en toe Continu Angstaanjagendheid object of activiteit Ongebruikelijk, eng Gebruikelijk Wetenschappelijke basis risico s Gering Groot Moment van optreden effecten Na lange tijd Onmiddellijk Mogelijkheid van herstel Gering Groot Catastrofaal potentieel effecten Groot Klein Schaal van effecten Wereldwijd Lokaal Aantal blootgestelden Veel Weinig Moment ontstaan object of activiteit Kort geleden Lang geleden Voordelen activiteit Weinig Veel Verdeling van lusten en lasten Oneerlijk Eerlijk Oorsprong activiteit Menselijk Natuurlijk Beschikbaarheid van alternatieven Wel Niet In de meeste experimenten volgt een principale componentanalyse om de aspecten te clusteren. Deze leveren bijna altijd twee factoren op: dread en knowability (zie Slovic 1987). Dread (angstaanjagendheid, vrees) is de sterkste factor. Een aantal aspecten hangen samen met hoe eng of angstaanjagend een object of activiteit is. De aspecten die hiermee samenhagen zijn dread zelf, vrijwilligheid, beheersbaarheid, mogelijkheid van herstel, schaal van effecten, catastrofaal potentieel en de verdeling van lusten en lasten. Een tweede sterke factor is knowability (kenbaarheid). De aspecten die hiermee samenhangen hebben te maken met hoeveel er bekend en zichtbaar is van de oorzaken en gevolgen van 4

5 de risico s van objecten en activiteiten. Hiermee samen hangen aspecten als het moment van ontstaan van een activiteit of object, de zichtbaarheid van effecten, het moment van optreden van effecten en zichtbaarheid van de blootstelling. Met deze twee factoren kunnen alle beoordeelde activiteiten en objecten grafisch worden uitgezet, van undreaded tot dreaded op de ene (meestal x) as en van known tot unknown op de andere (meestal y) as. Voorbeelden van activiteiten in de vier resulterende kwadranten zijn: fietsen (undreaded, well known), gebruik van cosmetica (undreaded, unknown), misdaad (dreaded, well known) en kernenergie (dreaded, unknown). De uitkomst van een psychometrisch experiment is enerzijds een indeling van objecten en activiteiten zoals boven beschreven en anderzijds (en belangrijker) inzicht in de aspecten die de beleving van mensen bepalen. 3.2 Culturele theorie Het tweede model dat enige bekendheid geniet in de risicoperceptie is de culturele theorie, bekend geworden door het boek van Douglas en Wildavsky (1982). De culturele theorie is een alternatief voor het psychometrisch paradigma en staat daar soms lijnrecht tegenover. De culturele theorie stelt dat de oordelen van mensen over risico s samenhangen met hun culturele, door groepen gedeelde attitudes en opvattingen. Deze attitudes en opvattingen zijn aangeboren en niet te verklaren door psychologische factoren. Volgens de culturele theorie zijn de culturele grondhoudingen van mensen afhankelijk van de mate waarin: - de dagelijkse sociale interacties tot stand komen op basis van regels of onderhandelingen (de zogenaamde grid factor); - een persoon deel uitmaakt van gebonden groepen (de zogenaamde group factor). Tabel 2 combineert de grid en group factoren met als resultaat vier belangrijke culturele grondhoudingen: individualisme, hiërarchisme, egalitarisme en fatalisme. Deze vier groepen gaan elk op hun eigen manier met risico s om. Individualisten houden van risico nemen en zien risico s als kansen. Hiërarchisten aanvaarden risico s als ze zijn goedgekeurd door deskundigen of autoriteiten. Egalitaristen hebben een hekel aan risico s en staan kritisch tegenover activiteiten die risico s veroorzaken. Fatalisten aanvaarden risico s zonder er invloed op te willen uitoefenen. Tabel 2: Grid en group factoren en de vier resulterende grondhoudingen Group Laag Hoog Grid Laag Individualisme Egalitarisme Hoog Fatalisme Hiërarchisme 5

6 De culturele theorie stelt (zie o.a. Ripple 2002) dat de vier risicohoudingen geen opvattingen zijn die mensen kunnen veranderen, maar levensstijlen die bepalen hoe mensen de omgeving zien. Mensen selecteren ook feiten en richten hun aandacht op zaken die bij hun grondhouding aansluit. Het is onmogelijk om consensus te verkrijgen of de vier verschillende grondhoudingen met elkaar in overeenstemming met elkaar te brengen. Er zijn nog niet zoveel experimenten met de culturele theorie gedaan. In een experiment wordt meestal nagaan tot welke type grondhouding een persoon of groep personen behoort, hoe hoog mensen het risico van objecten en activiteiten inschatten (ongeveer zoals in een psychometrisch experiment) en of er een relatie valt te leggen tussen de grondhouding en deze inschattingen. De experimenten die zijn gedaan laten een geringe samenhang zien (Peters en Slovic 1996; Palmer 1996; Grendstad en Selle 1997; Marris et al. 1998; Sjöberg 2000, Ripple 2002) en zijn vaak ook moeilijk te interpreteren. Zo is het bijvoorbeeld heel moeilijk om te meten welke culturele grondhouding iemand heeft (zie Ripple 2002). 3.3 Social amplification model Een derde model, het social amplification model (Kasperson et al. 1988; Renn et al. 1992) is iets minder bekend dan de andere twee modellen. Het belangrijkste verschil met de twee eerdere modellen is dat naast een directe relatie tussen de beleving en psychologische, sociale, institutionele en culturele factoren ook aandacht is voor de indirecte relaties, bijvoorbeeld via de media. Deze kunnen de beleving van en reacties op risico s versterken of juist afzwakken die tot een bepaald gedrag leiden. Dit gedrag heeft weer sociale of economische consequenties die verder gaan dan schade door het risico, zoals verlies of toename van vertrouwen in verantwoordelijke instanties, toenemende of afnemende sociale samenhang en meer of minder interesse in verzekering en aansprakelijkheid. Deze gevolgen leiden op hun beurt weer tot een respons van verantwoordelijke instanties, met name bij toegenomen angsten. Een centraal thema in de social amplification theory is dat informatie tweedehands is voor de meeste mensen. Verschillende kanalen filteren en transformeren de informatie voordat het bij mensen terechtkomt. De media en belangengroeperingen zijn belangrijke kanalen. Zij kunnen signalen (en daarmee de angsten onder het publiek) versterken of afzwakken. Er is nog maar weinig onderzoek gedaan met de social amplification theory. Renn et al. (1992) en Burns et al. (1993) vinden beiden dat de fysieke gevolgen van een gebeurtenis zoals een incident (aantal slachtoffers schade enzovoorts) de maatschappelijke gevolgen direct, maar nog sterker indirect bepalen, middels de media en de publieke respons. De berichten in de media worden echter zelf voor een groot deel bepaald door de fysieke gevolgen van een gebeurtenis. De publieke respons wordt sterk bepaald door de risicobeleving die echter voor een groot deel ook weer wordt bepaald door de fysieke 6

7 consequenties. De fysieke consequenties zetten dus bijna nagenoeg alles in gang, maar wel op een verschillende manier. De directe invloed op de maatschappelijke gevolgen hangt vooral samen met het aantal slachtoffers en de indirecte invloed via de media en de publieke respons met het aantal blootgestelden. Deze twee studies suggereren dat berichtgeving in de media en de respons van het publiek geen grote maatschappelijke gevolgen kunnen bewerkstellingen bij incidenten met geringe fysieke of psychologische effecten. Kortom, ze kunnen geen rel veroorzaken als er ook niet echt iets aan de hand is. De media, het publiek en verantwoordelijke instanties reageren op incidenten met ernstige gevolgen, waarbij de verantwoordelijke instanties vooral letten op wat er is gebeurd en de media en het publiek ook op wat er had kunnen gebeuren. 4 Vertaling van inzichten uit de risicoperceptie in de praktijk Ondanks de relatief smalle wetenschappelijke basis, hebben vooral het onderzoek met het psychometrisch model en de social amplification theory belangrijke resultaten opgeleverdvoor de praktijk van de risico- en crisiscommunicatie. Deze inzichten worden steeds meer toegepast in Nederland, zowel bij de overheid als bij bedrijven. Er zijn echter ook overheden en bedrijven die nog jaren achter lopen. Een van de oudste en best onderbouwde inzichten is dat kennis over een risico nauwelijks invloed heeft op de beleving van dat risico. Desondanks reageren veel bestuurders, ambtenaren en deskundigen nog altijd met een sterke neiging om informatie te verstrekken om daarmee hun opvattingen te onderbouwen en de irrationele opvattingen van het publiek te herstellen. Zoals Sjöberg (1998) stelt: Politician s favourite solution to a problem, more information, is a chimera. Fischhoff (1995) heeft de geschiedenis van de risicoperceptie en risicocommunicatie in een aantal stadia beschreven als volgt: 1. All we have to do is to get the numbers right 2. All we have to do is tell them the numbers 3. All we have to do is explain what we mean by the numbers 4. All we have to do is show them that they ve accepted similar risks in the past 5. All we have to do is show them it s a good deal for them 6. All we have to do is to make them partners 7. All of the above 7

8 Een aantal variabelen in het psychometrisch model keert onveranderlijk als invloedrijk terug. Deze variabelen kunnen worden gebruikt om een sterk versimpeld risicoperceptiemodel te maken met de belangrijkste variabelen (zie figuur 1 hieronder). Met zo n versimpeld model kan de praktijk van de communicatie al sterk worden verbeterd. De deskundige let vooral op de (berekende of gemeten) ernst van de situatie, dat wil zeggen de kans dat er een ongeval gebeurt of de ernst van de gezondheidsgevolgen als er een ongeval is gebeurd. Getroffen burgers letten echter veel meer op de andere factoren uit het model plus vele andere die daaraan kunnen worden toegevoegd. Mensen zijn dus bang als de blootstelling niet vrijwillig is, als ze er zelf geen invloed op kunnen uitoefenen, als ze er geen voordeel van ondervinden, als er veel negatieve aandacht in de media voor is, als de verantwoordelijke instantie niet wordt vertrouwd, als ze het idee hebben dat informatie wordt achtergehouden enzovoorts. Wanneer worden mensen bang? Gering Ernst Groot Groot Vrijwilligheid Gering Hoog Beheersbaar Laag Veel Voordelen Weinig Weinig Aandacht Veel media Groot Vertrouwen Gering instanties Groot Openheid Gering Figuur 1. Versimpeld risicopercetiemodel Het model laat zien dat niet zozeer het verstrekken van informatie, maar meer het vrijwilliger, beheersbaarder, eerlijker, vertrouwder enzovoorts maken van een situatie invloed heeft op de beleving van risico s. Mensen willen een situatie niet begrijpen, ze willen er greep op krijgen. Dat kan ook als een ander dan de persoon zelf die complexe situatie begrijpt, zolang deze persoon of instantie maar te vertrouwen is. Als mensen dat vertrouwen niet hebben willen ze zelf invloed kunnen uitoefenen (beheersen). Risicocommunicatie is veel meer dan het informeren van mensen. In de risicocommunicatie gaat het om het identificeren 8

9 van de belangrijkste aspecten die bepalen waarom mensen bang of juist niet bang zijn en vervolgens met deze aspecten iets doen om mensen minder bang of banger te krijgen. Hieronder zijn een aantal voorbeelden te vinden waarin de inzichten uit de risicoperceptie en de risicocommunicatie zijn toegepast of kunnen worden toegepast bij het voorkomen van, de voorbereiding op en de bestrijding van incidenten. 5 Rekening houden met beleving kan overreacties na incidenten voorkomen Het expliciet rekening houden met de beleving van mensen kan er toe leiden dat besluiten worden genomen die meer in overeenstemming zijn met de hoogte van risico s. De aandacht voor rampenbestrijding en risicomanagement is na een ramp altijd het grootst. Vaak worden dan ook verregaande besluiten genomen om herhaling te voorkomen. Publieke verontwaardiging en angst zijn motoren van deze besluiten. Verantwoordelijke bestuurders gaan heel ver om die verontwaardiging en angst te beteugelen. De besluiten worden daarbij niet altijd in de totale context van het risicobeleid gezet. Je zou kunnen zeggen dat er soms, door maatschappelijke onrust veroorzaakte, overreacties optreden. De vliegramp in de Bijlmer van 4 oktober 19992, de uitbraak van legionellose in Bovenkarspel in 1999 en de explosie van de vuurwerkfabriek in Enschede op 13 mei 2001 hebben alledrie tot een zekere overreactie geleid. De Bijlmerramp heeft tot discussies en onderzoeken geleid die tot op de dag van vandaag voortduren. Zo n zeven jaar na de ramp volgde een parlementaire enquête die veel onrust veroorzaakte, onder andere over het verarmd uranium aan boord van het vliegtuig. Mede als gevolg van deze onrust, startte een individueel medisch en epidemiologisch gezondheidsonderzoek, waarvan de eerste resultaten begin 2003 zijn verschenen. Er is in Nederland scherp gediscussieerd over nut en noodzaak van het medisch onderzoek. De ongerustheid onder bewoners en hulpverleners was in ieder geval een belangrijker reden om het onderzoek uit te voeren dan de te verwachten gezondheidsschade die het onderzoek negen jaar na de ramp nog zou kunnen vaststellen. De uitbraak van legionellose in Bovenkarspel heeft geleid tot regelgeving op het gebied van leidingwater, die door velen als te strikt, te weinig effectief en te weinig efficiënt wordt beschouwd (zie de Zwart 2002). Opvallend was dat vooral de GGD en uit de grote gemeenten deze geluiden hebben laten horen. De discussie ging met name over de toepassing van het voorzorgsprincipe 1. De GGD en betoogden dat het voorzorgsprincipe in 1 Het voorzorgsprincipe kent verschillende definities. De definitie uit het Nationaal Milieubeleidsplan 4 luidt: Het voorzorgsbeginsel houdt in dat het ontbreken van wetenschappelijk bewijs geen reden mag zijn om niet in actie te komen tegen mogelijke bedreigingen, wanneer die een ernstig of onomkeerbaar karakter hebben. 9

10 de gezondheidszorg nooit absoluut kan worden toegepast. De risicobenadering is wel van toepassing waarbij de risico s van legionella worden afgewogen tegen de kosten van preventiemaatregelen. De vuurwerkramp in Enschede leidde tot vele vervolgonderzoeken en maatregelen. Een van die maatregelen was een verbod op vuurwerkfabrieken binnen een straal van 800 meter van bewoning. Deze eis is veel strenger dan de eisen die worden gesteld aan andere riskante objecten en activiteiten (zoals de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen), terwijl de risico s van vuurwerkopslag veel kleiner zijn dan van zeer veel andere activiteiten. Ze vallen volledig in het niet bij de risico s van een neerstortend vliegtuig rond Schiphol, dat veel hoger is dan alle andere externe veiligheidsrisico s in Nederland. Een sluiting van Schiphol of een minimalisering van het vliegen over bewoond gebied is na de Bijlmerramp niet serieus overwogen. De veiligheidsnormen voor Schiphol zijn soepeler dan voor inrichtingen en het transport van gevaarlijke stoffen. Zo is de norm voor het persoonsgebonden risico bij bestaande situaties voor transport 10-6, voor inrichtingen 10-5 en voor Schiphol 5 x Voor nieuwe situaties is het respectievelijk 10-6 (transport), 10-6 (inrichtingen) en 10-5 (Schiphol), ook al wordt er voor Schiphol daarnaast een vrijwaringszone aangehouden met bouwbeperkingen binnen de 10-6 en 10-7 contour, die echter minder hard is (zie Ministerie van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu 2001). Er kunnen goede redenen zijn om voor Schiphol soepeler normen te hanteren dan voor vuurwerkopslag. Het economische belang van Schiphol is immers veel groter dan van vuurwerkopslag. Elk risico van een nutteloze, overbodige activiteit is te hoog, terwijl we bereid zijn om bij belangrijke activiteiten hoge risico s te aanvaarden. Dit is precies wat de risicoperceptie leert. Het is echter wel van wezenlijk belang dat de discussie expliciet wordt gevoerd en dat andere belangrijke aspecten ook meedoen, zoals de vrijwilligheid van de bloostelling, de invloed van omwonenden, de verdeling van lusten en lasten enzovoorts. Een bestuurder moet vervolgens een rechte rug hebben om te zeggen dat hij van Schiphol relatief hoge risico s accepteert, omdat de economische belangen zo groot zijn. Die rechte rug en volledige openheid over de eigen perceptie en de bereidheid om de opvattingen en percepties van anderen een plaats te geven, zijn noodzakelijk om tot weloverwogen en algemeen aanvaarde (maar waarschijnlijk niet onderschreven) besluiten en maatregelen te komen. Uiteindelijk is dit de enige manier waarop de samenleving een oplossing kan vinden voor het toenemend aantal riskante activiteiten en objecten en de tegelijkertijd toenemende eisen die mensen stellen aan de bescherming daartegen. In het actieprogramma milieu en gezondheid (ministerie van VROM en VWS 2002) is een nader uit te werken afwegingskader opgenomen. Het afwegingskader bevat een lijst van criteria die afgelopen kunnen worden bij besluiten over risicobeperkende maatregelen. De criteria vallen in vijf hoofdgroepen: 10

11 ernst / mate van gezondheidsschade; omvang gezondheidsschade; waardering van het risico; mogelijkheden voor interventie; negatieve en positieve invloeden op andere beleidsterreinen. Het rekening houden met de beleving valt onder de groep waardering van het risico. Het laten meewegen van de beleving en de andere criteria uit deze groepen leidt tot transparante keuzes, evenwichtiger besluitvorming en kan overreacties voorkomen. 6 Openheid bij risicocommunicatie maakt minder bang De vorige paragraaf betoogde dat rekening houden met beleving overreactie na een incident kan helpen voorkomen. Rekening houden met de beleving en goed communiceren zijn echter niet alleen na of tijdens een incident van belang. Het succes van de communicatie tijdens of na een incident hangt sterk samen met de wijze waarop eerder over risico s is gecommuniceerd. De verklaring hiervoor heeft onder andere te maken met de factoren vertrouwen in verantwoordelijke instanties en openheid uit het versimpelde risicoperceptiemodel (zie paragraaf 4). Als mensen in normale omstandigheden weinig vertrouwen hebben in verantwoordelijke instanties en het idee hebben dat ze informatie achterhouden, zullen ze ook bij een incident wantrouwend zijn. Er zijn verschillende manieren waarop los van incidenten over risico s wordt gecommuniceerd. Het meest bekend zijn de campagnes rampenvoorlichting. Elk jaar vindt voorlichting plaats over het zogenaamde basisscenario, de gedragsregels die gelden bij een ramp: Als de sirene gaat... Ga naar binnen, Sluit ramen en deuren, Luister naar radio of TV. Elke vijf jaar is er een uitgebreide campagnes, waarbij ook informatie wordt verstrekt over de bijzondere risico s in de omgeving. De eerste grootschalige voorlichtingscampagne vond plaats in In de campagne in Rijnmond, waarin 18 gemeenten samenwerkten, zijn de inzichten uit de risicoperceptie toegepast. Een belangrijk uitgangspunt was maximale openheid. Een onderdeel van het campagnemateriaal was een speciale veiligheidskrant, waarin bestuurders, rampenbestrijders, kritische mensen (waaronder Remi Poppe van de SP) en bewoners de ruimte kregen om hun, soms kritische visie op risico s en rampenbestrijding te geven. De grootste impact had een kaart met een overzicht van de meest risicovolle bedrijven in Rijnmond, met daarbij een uitgebreide toelichting (naam, adres, hoofdactiviteit, type risico s en uitstraling naar de omgeving). De open wijze van communiceren heeft positieve resultaten opgeleverd (zie Woudenberg 1994). De kennis van 11

12 het basisscenario steeg enorm. Een bijzonder resultaat was dat na de campagne van 1993 de inwoners van Rijnmond zich gemiddeld iets veiliger voelden dan voor de campagne. De kaart met alle risicovolle bedrijven en de ruimte voor kritische geluiden hebben in ieder geval niet tot meer angst geleid onder de bevolking. In 2000 is in Fryslân een elektronische risicokaart gelanceerd. Veel burgemeesters van Friese gemeenten waren bang dat de uitgebreide informatie tot paniek en onrust bij de bevolking zou leiden. In het eerste jaar hebben meer dan tienduizend burgers en instellingen de risicokaart bezocht (zie Binnenlands bestuur, 8 november 2002). Van paniek en zelfs onrust was geen sprake. Ook de provincie Noord-Holland beschikt inmiddels over een risicokaart en het ministerie van BZK doet een landelijk project om de ontwikkeling en invoering van regionale of provinciale risicokaarten te ondersteunen. Het model en de ervaringen in Friesland kunnen dienen als een voorbeeld dat navolging verdient. Een kleinschaliger vorm van communicatie zijn overleggen tussen bewoners, bedrijven en soms de overheid. Op verschillende plaatsen in Nederland functioneren dergelijke platforms waarin ook wordt gesproken over de risico s van bedrijven. Een succesvol platform is de burenraad Shell in Rijnmond (zie de website van Shell Pernis). Hierin praten Shell en bewonersvertegenwoordigers met elkaar over hinder- en veiligheidszaken. Het overleg heeft verschillende concrete resultaten opgeleverd. Zo bleken veel bewoners zich te irriteren aan en soms ook bang te zijn van het luidruchtige affakkelen dat Shell bij voorkeur aan het begin van de nacht deed. Omwonenden dachten dat er een incident was of dat Shell het opzettelijk s-nachts deed zodat de milieudienst er niet achter zou komen. Er is vervolgens uitgebreid gecommuniceerd over de noodzaak van het fakkelen, dat juist is bedoeld als veiligheidsmechanisme en er zijn afspraken gemaakt over het beperken van het aantal malen dat Shell affakkelt en het tijdstip waarop dat gebeurt. Er zijn ook afspraken gemaakt over minder harde zaken, zoals het mooi beschilderen van de opslagtanks op het Shellterrein. Platforms zoals de burenraad Shell kunnen helpen om te achterhalen wat omwonenden bezighoudt en ze kunnen leiden tot maatregelen die angstgevoelens van omwonenden sterk kunnen beperken. Overal waar mensen in de nabijheid van een riskant bedrijf wonen, zou een platform op zijn plaats zijn. 7 Strijd tussen snelheid, juistheid en volledigheid van berichtgeving bij crisiscommunicatie Goede communicatie in de risicocommunicatie voorafgaand aan een incident kan dus tot vertrouwen leiden. Dat vertrouwen kan echter snel worden verspeeld als er tijdens de crisiscommunicatie bij een incident slecht wordt gecommuniceerd en weinig rekening wordt 12

13 gehouden met de beleving van mensen. Incidenten gebeuren altijd onverwacht. Er is daarom altijd te weinig tijd om zorgvuldig een verklaring, persbericht enzovoorts op te stellen. Communicatie bij incidenten is een worsteling tussen eisen van juistheid, volledigheid en snelheid. Je ziet nogal eens gebeuren dat verantwoordelijke personen de berichtgeving uitstellen om meer en betere informatie te verkrijgen. Snelheid van berichtgeving is echter minstens zo belangrijk als juistheid en volledigheid. Als mensen in een bedreigende situatie niet snel over informatie beschikken, komen geruchtenstromen op gang. Deze bevatten bijna altijd verkeerde informatie en een (sterke) overdrijving van de effecten. Kader 1 is een voorbeeld waarbij de strijd tussen snelheid, juistheid en volledigheid in combinatie met een slechte voorbereiding tot een zeer onduidelijk bericht leidde. Het is tekst van een van de officiële mededelingen van burgemeester Peper bij het CMI incident van 28 februari De brand in de chemische opslagloods van CMI was het meest omvangrijke incident uit de regio Rijnmond van de afgelopen jaren en het enige incident waarop de sirenes na de Tweede Wereldoorlog in Rotterdam zijn gegaan. Eh een mededeling van burgemeester... van Rotterdam. Er is zoals gezegd... een oproep aan de mensen in Heyplaat, Hoogvliet en Spijkenisse en uiteraard in de buurt van de Keilestraat Keilehaven om de ramen en deuren dicht te doen. Er is... sprake, om u te informeren uiteraard, van een een container die in een loods in de Keilestraat... Keilestraat.. is in brand geraakt. Eh... er is een gifwolk ontstaan met een rookkolom van tachtig meter. Die wordt nu bestreden, die verwaait Er zijn stoffen vrijgekomen en de klachten die gaan zover tot in Zuidland. Eh... de noord... oostenwind zorgt ervoor dat dus de wolk in de richting van Heyplaat, Hoogvliet, Spijkenisse gaat. Het blussen is onder groot alarm begonnen uiteraard meteen. Tot tweemaal toe zijn de sirenes in de gebieden die moeten opletten zijn afgegaan, ambulances zijn standby beschikbaar. Er zijn tot op heden niet ernstig, maar 8 gewonden, waarvan er... drie... naar Dijkzigt ziekenhuis zijn vervoerd. En ik herhaal... we zijn met alle kracht bezig, met alle kracht bezig... om deze brand in die container in die loods met de gevolgen die het nu heeft te bestrijden. Zo gauw daar mededelingen over te doen zijn zal ik die doen, dan wel laten doen... maar we zijn met alle kracht zoals gezegd heel hard bezig om deze brand en de gevolgen daarvan te bestrijden. Ik herhaal dus dat de ramen en deuren dicht moeten in de gebieden die ik heb genoemd, te weten... Heyplaat, Hoogvliet en Spijkenisse. Het is zo, is mij geïnformeerd, dat het er naar uitziet dat het niet écht schadelijk is en dat lijkt me ook een... goede mededeling in deze omstandigheden.... Maar we zijn nog steeds... hard bezig om een en ander verder te bestrijden en te onderzoeken. Kader 1: Bericht van burgemeester Peper bij CMI brand 28 februari

14 Een chaotische eerste fase is er bijna bij elk incident. Het aantal slachtoffers moet later (gelukkig) bijna altijd naar beneden worden bijgesteld. De eerste berichten bij de Bijlmerramp waren dat er honderden doden waren gevallen. Veel van de slachtoffers die niet direct waren overleden tijdens de brand op 1 januari 2001 in Volendam waren er zo slecht aan toe dat een groot deel van hen alsnog zou overlijden, zo verwachtten de artsen. In werkelijkheid overleed later nog slechts vijf mensen. Een goede voorbereiding van de communicatie kan veel tijdwinst opleveren. Het ministeries van VROM heeft een rapport uitgebracht (elsman et al. 1997), waarin veel voorwerk staat beschreven. Het rapport bevat onder andere een checklist met aandachtspunten, zes voorbeeldberichten voor de meest voorkomende incidenten met gevaarlijke stoffen en een overzicht van zes ingrediënten voor een dekkend bericht. Deze 6 ingrediënten zijn: 1. Wat is waar, wanneer en door welke oorzaak gebeurd? 2. Wat is de omvang van het getroffen gebied? 3. Wat zijn de (mogelijke) gevolgen voor de gezondheid? 4. Welke maatregelen zijn/worden genomen door de overheid? 5. Welke maatregelen kan de bevolking zelf nemen? 6. Op welk tijdstip volgt nadere informatie? Gebruik van de informatie uit het VROM rapport kan tot een aanzienlijke kwaliteitsverbetering van de communicatie leiden. Berichten als dat bij CMI kunnen worden voorkomen. Kader 2 laat zien welk bericht op grond van het VROM rapport in vijf minuten zou kunnen zijn gemaakt voor burgemeester Peper tijdens het CMI incident. Het is niet alleen duidelijker en minstens even juist en volledig, maar ook een stuk korter. Er woedt een brand bij het bedrijf CMI aan de Keilehaven in Rotterdam West. Rookwolken komen terecht in Heijplaat, Pernis, Hoogvliet, Spijkenisse en verder naar het zuiden. De rook bevat giftige stoffen. De mensen in bovengenoemde gebieden kunnen forse stankoverlast en prikkeling van ogen, neus en luchtwegen ondervinden. Daarom raden wij aan om naar binnen te gaan, ramen en deuren te sluiten en te luisteren naar Radio Rijnmond. Over een half uur volgt nadere informatie. Kader 2: Bericht dat burgemeester Peper had kunnen geven bij CMI brand 28 februari 1996 Tijdens incidenten gebruiken burgemeesters, brandweercommandanten en andere rampenbestrijders nog vaak de uitspraak er is geen gevaar voor de volksgezondheid. Die uitspraak gebruiken ze soms als een bezweringsformule vanuit de legitieme wens om paniek te voorkomen en zo snel mogelijk terug te keren naar de normale situatie van voor het 14

15 incident. Aan de uitspraak kleven echter twee grote nadelen: hij is nietszeggend is en kan een averechts effect hebben. De uitspraak is nietszeggend omdat de twee belangrijkste begrippen in de uitspraak, gevaar en volksgezondheid niet duidelijk worden gemaakt. Voor de een is er al sprake van gevaar als er een dreiging is van een tank met gevaarlijke stoffen die zouden kunnen vrijkomen. Voor de ander is er pas sprake van gevaar als er giftige stoffen in hoge concentraties zijn vrijgekomen en mensen omvallen. Het volgende ingezonden bericht in het NRC van een burger naar aanleiding van de in kader 1 beschreven CMI brand is veelzeggend: Bij de brand in Rotterdam, waarbij giftige rookwolken vrijkwamen, was er geen gevaar (voor de volksgezondheid, FW) volgens burgemeester Peper. Als er 23 mensen in het ziekenhuis zijn opgenomen en duizenden last hebben van de dampen, wie is dan eigenlijk het volk en wat wordt er bedoeld met gezondheid? Het tweede nadeel is dat de uitspraak averechts effect kan hebben. Dat valt te begrijpen met het risicoperceptiemodel uit paragraaf 4 in het achterhoofd. Getroffen bewoners trekken soms een andere conclusie over de ernst van de situatie dan de deskundige en de autoriteiten. De reden daarvoor is meestal dat getroffen bewoners bepaalde factoren zwaarder laten wegen, zoals de vrijwilligheid, de beheersbaarheid, maar ook het vertrouwen in de verantwoordelijke instanties en de openheid. Als ze een andere conclusie trekken dan de autoriteiten is de verklaring van de autoriteiten daarvoor meestal dat bewoners over minder (juiste) informatie beschikken. Dat is echter niet de voor de hand liggende verklaring van de bewoners. Die zullen eerder veronderstellen dat de autoriteiten niet te vertrouwen zijn of informatie achterhouden. Deze veronderstellingen zullen leiden tot nog meer angst. Dat is extra wrang omdat het juist vaak de intentie van autoriteiten is om mensen gerust te stellen. De vrees voor paniek kan daarbij een rol spelen. Paniek is echter een zeldzaam verschijnsel dat alleen onder zeer bijzondere omstandigheden voorkomt. De twee nadelen van de geen gevaar maken de uitspraak in alle omstandigheden ongewenst. Mensen (ook de autoriteiten zelf) hebben bij incidenten vooral moeite met onzekerheid. Geen gevaar verhoogt die onzekerheid. Het signaleert dat er wel iets aan de hand is en dat de overheid dat probeert te verbergen. Juist het precies vertellen wat er wel aan de hand is, kan geruststellend werken. Dat zou dan ook het uitgangspunt voor de communicatie moeten zijn: vertel wat er wel aan de hand is en niet wat er niet aan de hand is. Dat kan heel simpel en kort aan de hand van de 6 ingrediënten uit de VROM handleiding. Kader 3 laat zien hoe bij het CMI incident het antwoord op de vraag van een journalist zou kunnen luiden of er sprake is van gevaar voor de volksgezondheid : 15

16 Ik heb u gezegd dat de rook giftige stoffen bevat en dat mensen stankoverlast en prikkeling van ogen, neus en luchtwegen kunnen ondervinden. Daarom adviseren wij de mensen in Heijplaat, Pernis, Hoogvliet en Spijkenisse om naar binnen te gaan, ramen en deuren te sluiten en te luisteren naar Radio Rijnmond. Kader 3: antwoord op de vraag of er gevaar is voor de volksgezondheid. 8 Discussie en conclusies Meer dan 30 jaar denken over en onderzoek naar risicoperceptie en risicocommunicatie hebben veel inzichten opgeleverd. Deze inzichten zijn wetenschappelijk nog relatief mager onderbouwd, maar een aantal is praktisch toepasbaar en deze kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan een goede rampenbestrijding, van de fase van pro-actie tot en met nazorg. In het wetenschappelijk onderzoek is het psychometrisch paradigma altijd dominant geweest. Het is echter theoretisch niet erg sterk onderbouwd en in feite niet meer dan een relatief sterk verband tussen een aantal verklarende variabelen en het risico-oordeel van mensen. De culturele theorie en het social amplification model zitten theoretisch beter in elkaar, maar de hoeveelheid variantie die deze modellen kunnen verklaren is betrekkelijk gering. Er valt dus nog veel voortgang te boeken. Verreweg het belangrijkste is een goede theorie van de risicoperceptie. Dat is echter geen sinecure. Tientallen demografische, psychologische, sociale, culturele en situatiespecifieke factoren bepalen hoe mensen over risico s denken, wat ze er van vinden en hoe ze er op reageren. Risicoperceptie is een uiterst complex proces. Nader onderzoek is vooral van belang voor het onderbouwen van de vele suggesties voor de praktijk uit de literatuur van de risicocommunicatie. Weinigen uit het onderzoeksgebied bijvoorbeeld betwijfelen de positieve effecten in de communicatie van invloed, openheid en vertrouwen in verantwoordelijke instanties. De onderbouwing hiervan is echter beperkt en deze factoren kunnen op een ingewikkelde manier samenhangen. Zo is gevonden dat het open zijn over onzekerheid er toe leidt dat mensen de boodschapper wel eerlijk, maar niet zo deskundig vinden (Johnson en Slovic 1998). Een andere vondst is dat mensen autoriteiten wel vertrouwen als er veel bekend is over een onderwerp, maar zelden als er weinig over bekend is (Sjöberg, 2001). Onzekerheid (dat wat we niet weten) lijkt dus veel invloed te hebben op de wijze waarop de factoren uit de risicoperceptie uitwerken. Nader onderzoek hiernaar is noodzakelijk. Toch heeft het onderzoek belangrijke inzichten opgeleverd die direct bruikbaar zijn. Het heeft laten zien dat veel factoren bepalen hoe mensen over risico s oordelen en dat kennis over de hoogte van het risico een van de minst belangrijke factoren is. In de risicocommunicatie moet 16

17 je met deze factoren rekening houden, die voor elke situatie en elke groep mensen weer kunnen verschillen. Er zijn ook vele andere inzichten verzameld, zoals het fenomeen van de optimistic bias. Dit houdt in dat mensen de risico s voor zichzelf meestal lager inschatten dan voor anderen. De bezorgdheid van veel mensen is dus voor een deel maatschappelijke bezorgdheid en geen zorg over eigen haven en goed. Het beleid kan nu al in ruime mate profiteren van de inzichten die zijn verzameld. De maatschappelijke discussie over risico s zal in de toekomst steeds scherper gevoerd gaan worden. Burgers stellen steeds hogere eisen aan risicoreductie, zonder dat ze hun eigen vrijheden aangetast willen zien. Percepties van risico s zijn net zo echt als de risico s zelf en ze beïnvloeden de maatschappelijke verhoudingen in toenemende mate. Nog steeds denken veel beleidsmakers dat het publiek irrationeel reageert op bepaalde risico s en dat die irrationele reacties zijn te voorkomen of te herstellen door feitelijke informatie te verstrekken. Het is nu genoegzaam bekend dat het publiek niet irrationeel is en dat het verstrekken van feitelijke informatie weinig invloed heeft. Het publiek heeft vaak een andere rationaliteit dan de beleidsmakers, maar de een is niet meer waar of objectiever dan de ander. Het rekening houden met de factoren die de opvattingen van mensen bepalen, kan een enorme sprong voorwaarts betekenen in de communicatie, het vinden van wederzijds begrip, het beperken van onrust en angst en het voorkomen van overreacties ten faveure van verstandiger maatregelen om risico s te beperken. Vele instrumenten zijn inmiddels beschikbaar om rekening te houden met de inzichten uit risicoperceptie en risicocommunicatie. Er is een afwegingskader voor het nemen van risicobeperkende maatregelen (zie Ministerie van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu en ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport 2002), er zijn voorbeelden voor open communicatie (voorlichtingscampagnes, risicokaart, platforms; zie Woudenberg 1999), er zijn rapporten en handleidingen beschikbaar om communicatie tijdens incidenten voor te bereiden (o.a. Elsman-Domburg et al. 1997) en er is volop presentatiemateriaal om de belangrijkste inzichten te verspreiden onder bestuurders en ambtenaren (zie o.a. Ministerie van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu en ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport 2002). Deze instrumenten moeten voortvarend worden ingezet, niet alleen om goed te kunnen communiceren tijdens voor, tijdens en na incidenten, maar ook om op een verstandige manier om te gaan met de toekomstige ontwikkelingen op risicogebied. Referenties - Bukman, B. (1996) Het bestaan: niets aan de hand in Nederland. HP/De Tijd, ,

18 - Burns, W.J., P. Slovic, R.E. Kasperson, J.X. Kasperson, O. Renn en S. Emani (1993) Incorporating structural models into research on the social emplification of risk: implications for theory construction and decision making, Risk Analysis, 13, Douglas, M. en A. Wildavsky (1982). Risk & Culture. An essay on the selection of technological & environmental dangers, San Francisco, USA: University of California Press. - Elsman-Domburg, L., M. Ruijten en F. Woudenberg (1997) Communicatie naar de bevolking bij incidenten met gevaarlijke stoffen, Den Haag: Ministerie van VROM. - Fischhoff, B., P. Slovic, S. Lichtenstein, S. Read, en B. Combs (1978). How safe is safe enough? A psychometric study of attitudes towards technological risks and benefits, Policy Sciences, 9, Fischhoff, B. (1989) Risk: a guide to controversy, in National Research Council, Improving risk communication, Washington, D.C., USA: National Academy Press, Fischhoff, B. (1995) Risk perception and communication unplugged: twenty years of process, Risk Analysis, 15, Grendstad, G. en P. Selle (1997) Cultural theory, postmaterialism and environmental attitudes, in Ellis, R.J. en M. Thompson (red.), Culture matters: essays in honor of Aaron Wildavsky, Boulder, Colorado, USA: Westview Press, Gutteling, J.M. en M. Kuttschreuter (2002) The role of expertise in risk communication: laypeople s and expert s perception of the millennium bug risk in The Netherlands, Journal of Risk Research, 5, Hine, D.H., C. Summers, M. Prystupa en A. Mc Kenzie-Richer (1997), Public opposition to proposed nuclear waste repository in Canada: an investigation of cultural and economic effects, Risk Analysis, 17, Johnson, B.D. en P. Slovic (1998) Lay views on uncertainty in environmental risk assessment, Journal of Risk Research, 1, Kasperson, R.R., O. Renn, P. Slovic, H.S. Brown, J. Emel, R. Goble, J.S. Kasperson en S. Ratick (1988) The social amplification of risk: a conceptual framework, Risk Analysis, 8, Laird, F.N., (1989) The decline of deference: the political context of risk communication, Risk Analysis, 9, Marris, C., I. Langford en T. O Riordan (1998) A quantitative test of the cultural theory of risk perceptions: comparison with the psychometric paradigm, Risk Analysis, 18,

19 - Ministerie van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu (2001) Een wereld en een wil. Werken aan duurzaamheid. Nationaal Milieubeleidsplan 4, Den Haag: Ministerie van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu. - Ministerie van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu en ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport (2002) Actieprogramma milieu en gezondheid, Den Haag: Ministerie van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu en ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport. - Palmer, C. (1996) Risk perception: an empirical study of the relationship between worldview and risk construct, Risk Analysis, 16, Peters, R.G., V.T. Covello en D.B. McCallum (1997) The determinants of trust and credibility in environmental risk communication, Risk Analysis, 17, Pidgeon, N., C. Hood, D. Jones, B. Turner en R. Gibson (1992) Risk perception, in The Royal Society, Risk: analysis, perception and management, London: The Royal Society: Renn, O., J. Burns, J.X. Kasperson, R.E. Kasperson en P. Slovic (1992), The social amplification of risk: theoretical foundations and empirical applications, Journal of Social Issues, 48, Ripple, S. (2002) Cultural theory and risk perception: a proposal for a better measurement, Journal of Risk Research, 5, Ross, J.F. (1995) Risk: where do the real dangers lie?, The Smithsonian, 26, Sjöberg, L. (1998) Worry and risk perception, Risk Analysis, 18, Sjöberg, L. (2000) Factors in risk perception, Risk Analysis, 20, Sjöberg, L. (2001) Limits of knowledge and the limited importance of trust, Risk Analysis, 21, Slovic, P., B. Fischhoff en S. Lichtenstein (1980) Facts versus fears: understanding perceived risk. In R. Schwing en W.A. Albers Jr. (eds), Societal risk assessment: how safe is safe enough? New York: Plenum, Slovic, P. (1987) Perception of risk, Science, 236, Starr, C. (1969) Social benefits versus technological risk: what is our society wiling to pay for safety?, Science, 165, Woudenberg, F. (1994) Effecten van de rampenvoorlichting 1993 in de regio Rotterdam- Rijnmond, Rotterdam: Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond. - Woudenberg, F. (1999) Praktijk en onderzoek in de risicocommunicatie, Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen, 77, 3, Zwart, O. de (2002) Legionella als public health probleem: risicobenadering versus voorzorgprincipe. Utrecht: Afstudeerpaper Netherlands School of Public Health. 19

20 Nederlandstalige samenvatting Goede communicatie rond incidenten kan er voor zorgen dat mensen beter zijn geïnformeerd, instructies beter opvolgen, minder ongerust zijn en de overheid meer vertrouwen. Goede communicatie is niet mogelijk zonder gebruik te maken van de inzichten uit de risicocommunicatie en risicoperceptie. De wetenschappelijke basis hiervan is weliswaar relatief smal, maar de verzamelde inzichten kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan een goede communicatie voorafgaand aan (risicocommunicatie) en tijdens incidenten (crisiscommunicatie). Het belangrijkste inzicht is dat niet de hoogte van het risico, maar verschillende culturele, sociale en psychologische aspecten de risicobeleving bepalen. Engelse samenvatting (summary) Good risk communication is part of good hazard management Good communication surrounding incidents can make people better informed, make them follow instructions better, make them less worried and trust responsible authorities better. Good risk communication is impossible without using the insights of risk communication and risk perception. The three most important theories of risk perception are the psychometric paradigm, cultural theory and the theory of the social amplification of risk. In the psychometric paradigm the riskiness of hazards is explained by a number of psychological variables. These variables can be grouped in two main factors: dread and knowability. The cultural theory explains peole s judgments about risks by their cultural beliefs. People (innnately) differ in the way they think the interactions of social life are conducted according to rules rather than negotiated and the extent to which a person is incorporated into bounded groups. The two dimenions result in four types: hierarchists, egalitarians, individualists and fatalists. In the theory of the social amplification of risk, hazards interact with psychological, social, institutional and cultural processes in ways that heighten or attenuate individual and social perceptions of risks and shape risk behavior. Behavioral responses in turn generate secondary social or economic consequences. These consequences on their turn trigger or impede institutional responses and protective actions. The three models have their theoretical and empirical shortcomings, but the insights they produced are nevertheless very useful in practice. A basic insight is that not the height of the risk, but a host of cultural, psychological and social variables determine the way people perceive risks. A number of practical instruments are available that can be apllied in the communication of all phases of risk, most noteably in preparation and repression. 20

Risicocommunicatie. Gezondheid als uitgangspunt, een kwestie van vertrouwen?? Henk Jans, arts Inhoudsmanager Bureau GMV 10 juli 2008

Risicocommunicatie. Gezondheid als uitgangspunt, een kwestie van vertrouwen?? Henk Jans, arts Inhoudsmanager Bureau GMV 10 juli 2008 Risicocommunicatie Gezondheid als uitgangspunt, een kwestie van vertrouwen?? Henk Jans, arts Inhoudsmanager Bureau GMV 10 juli 2008 Presentatie Beleving risico s in relatie tot (praktijk) Wat is een risico?

Nadere informatie

OvD-Bz: nuchter omgaan met risico s?!? Vandaag. Wat ziet u? Nederland: Schat het aantal dodelijke slachtoffers

OvD-Bz: nuchter omgaan met risico s?!? Vandaag. Wat ziet u? Nederland: Schat het aantal dodelijke slachtoffers Wat ziet u? OvD-Bz: nuchter omgaan met risico s?!? Jop Groeneweg Universiteit Leiden Landelijke netwerkdag OvD-Bz Rotterdam, 24 september 2015 Vandaag Nederland: Schat het aantal dodelijke slachtoffers

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

ommunicere ver ilieu- Communiceren over milieu-incidenten Tips voor het bevoegd gezag

ommunicere ver ilieu- Communiceren over milieu-incidenten Tips voor het bevoegd gezag ommunicere ver Communiceren over milieu-incidenten ilieu- Tips voor het bevoegd gezag Checklist om altijd op zak te hebben. 1. Leef mee en toon dat. 2. Vermijd clichés en bagatelliseer nooit. Rook en chemische

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Summary 124

Summary 124 Summary Summary 124 Summary Summary Corporate social responsibility and current legislation encourage the employment of people with disabilities in inclusive organizations. However, people with disabilities

Nadere informatie

ARUP studie Groningen 2013

ARUP studie Groningen 2013 ARUP studie Groningen 2013 Strategie voor structurele versteviging van gebouwen Nederlandse samenvatting Issue 17 januari 2014 Nederlandse samenvatting 1 Inleiding Dit rapport omvat een samenvatting van

Nadere informatie

Is een crisis via sociale media te beheersen? Door: Sonja Utz & Friederike Schultz

Is een crisis via sociale media te beheersen? Door: Sonja Utz & Friederike Schultz Is een crisis via sociale media te beheersen? Door: Sonja Utz & Friederike Schultz Op 5 januari 2011 woedde een enorme brand in een chemisch bedrijf in Moerdijk en een grote rookwolk trok over de regio.

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

Risico's en risicoperceptie: Een kwestie van vertrouwen? Reint Jan Renes Associate Professor Communication Science Wageningen University

Risico's en risicoperceptie: Een kwestie van vertrouwen? Reint Jan Renes Associate Professor Communication Science Wageningen University Risico's en risicoperceptie: Een kwestie van vertrouwen? Reint Jan Renes Associate Professor Communication Science Wageningen University 21 April 2010 Risico s en vertrouwen Waarom is vertrouwen belangrijk?

Nadere informatie

Understanding and being understood begins with speaking Dutch

Understanding and being understood begins with speaking Dutch Understanding and being understood begins with speaking Dutch Begrijpen en begrepen worden begint met het spreken van de Nederlandse taal The Dutch language links us all Wat leest u in deze folder? 1.

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Samenvatting. Adviesvragen

Samenvatting. Adviesvragen Samenvatting Adviesvragen Gevaarlijke stoffen die tijdens een calamiteit vrijkomen in de lucht kunnen de gezondheid van mensen in het omringende gebied bedreigen. Zulke gassen of dampen kunnen ontsnappen

Nadere informatie

Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie?

Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie? Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie? In deze factsheet staat de binding met de provincie Groningen centraal. Het gaat dan om de persoonlijke gevoelens die Groningers hebben

Nadere informatie

De narrige burger versus risico en redelijkheid,

De narrige burger versus risico en redelijkheid, De narrige burger versus risico en redelijkheid, Waarom het failliet van fysiek veiligheidsbeleid niet aan een gebrek aan burgerschap kan worden geweten Ira Helsloot Hoogleraar crisisbeheersing en fysieke

Nadere informatie

Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden. Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve

Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden. Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve Wat gaan we doen? Inleiding risicocommunicatie Risicocommunicatie: een spel van invloed en beinvloeden: 1 e

Nadere informatie

Multi-disciplinary workshop on Ageing and Wellbeing

Multi-disciplinary workshop on Ageing and Wellbeing Date 7-12-2011 1 Multi-disciplinary workshop on Ageing and Wellbeing Prof. Dr. Inge Hutter Demographer, anthropologist Coordinator Healthy Ageing Alpha Gamma RUG Dean Faculty Spatial Sciences Date 7-12-2011

Nadere informatie

Veiligheid en Integriteit

Veiligheid en Integriteit Veiligheid en Integriteit Persoonlijke aspecten en effecten van (be)dreiging VBG 27 februari 2013 Rob van den Biggelaar adviseur sociale veiligheid / psycholoog E-mail: vandenbiggelaar@habilis.nl Deze

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

Rekenkameronderzoek Veiligheid

Rekenkameronderzoek Veiligheid Rekenkameronderzoek Veiligheid ONDERZOEK ONDER HET BEWONERSPANEL DORDRECHT Inhoud In hoeverre zijn de bewoners op de hoogte van de voorlichting van de gemeente Dordrecht? Wat weten ze van de veiligheidsrisico

Nadere informatie

Protocol Schuilen of ontruimen/evacueren

Protocol Schuilen of ontruimen/evacueren Protocol Schuilen of ontruimen/evacueren Bij incidenten met gevaarlijke stoffen Johan de Cock Kenniscongressen Protocol Leren 2007 Dinsdag 20 februari, Ede Dinsdag 27 februari, Den Haag Dinsdag 6 maart,

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g S e v e n P h o t o s f o r O A S E K r i j n d e K o n i n g Even with the most fundamental of truths, we can have big questions. And especially truths that at first sight are concrete, tangible and proven

Nadere informatie

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.

Nadere informatie

Narrig burgerschap als basis voor zelfredzaamheid. Ira Helsloot Hoogleraar crisisbeheersing en fysieke veiligheid

Narrig burgerschap als basis voor zelfredzaamheid. Ira Helsloot Hoogleraar crisisbeheersing en fysieke veiligheid Narrig burgerschap als basis voor zelfredzaamheid Ira Helsloot Hoogleraar crisisbeheersing en fysieke veiligheid Mijn centrale stelling De overheid verzwakt de zelfredzaamheid van burgers door: veel te

Nadere informatie

Moet u eigenlijk wel rekening houden met consumenten?

Moet u eigenlijk wel rekening houden met consumenten? Moet u eigenlijk wel rekening houden met consumenten? Kwaliteitsborging in de ketengestuurde productie. Sectorbijeenkomst GMP 24 mei 2005 Waar en hoe kunt u rekening houden met consumenten bij incidenten?

Nadere informatie

Rekenkameronderzoek Veiligheid

Rekenkameronderzoek Veiligheid Rekenkameronderzoek Veiligheid ONDERZOEK ONDER HET BEWONERSPANEL ALBLASSERDAM Inhoud 1. Conclusies 2. Figuren en tabellen Weten bewoners van Alblasserdam wat ze moeten doen als de sirene op een ongebruikelijk

Nadere informatie

Hoe werkt advies? Ze weten niet wat Ze weten niet waarom Ze weten niet hoe. HersenletselCongres 2014 3 november

Hoe werkt advies? Ze weten niet wat Ze weten niet waarom Ze weten niet hoe. HersenletselCongres 2014 3 november HersenletselCongres 2014 3 november Disclosure belangen sprekers C1 Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Motiveren tot gedragsverandering; wat is lastig en wat kun je als professional doen? (potentiële)

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

Communication about Animal Welfare in Danish Agricultural Education

Communication about Animal Welfare in Danish Agricultural Education Communication about Animal Welfare in Danish Agricultural Education Inger Anneberg, anthropologist, post doc, Aarhus University, Department of Animal Science Jesper Lassen, sociologist, professor, University

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek Prof dr JJM van Delden Julius Centrum, UMC Utrecht j.j.m.vandelden@umcutrecht.nl Inleiding Medisch-wetenschappelijk

Nadere informatie

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Bisexuality: the Invisible Social Identity with Visible Health Consequences Maria Verbeek Eerste begeleidster: dr. N.

Nadere informatie

Onderzoek naar gezondheidsvaardigheden in psychosociale oncologie

Onderzoek naar gezondheidsvaardigheden in psychosociale oncologie Onderzoek naar gezondheidsvaardigheden in psychosociale oncologie Dr Mirjam Fransen Amsterdam UMC, Universiteit van Amsterdam Afdeling Sociale Geneeskunde, locatie AMC Deze presentatie 1. Waarom onderzoek

Nadere informatie

Risicoperceptie en -communicatie. Tjabe Smid KLM arbo services VU medisch centrum

Risicoperceptie en -communicatie. Tjabe Smid KLM arbo services VU medisch centrum Risicoperceptie en -communicatie Tjabe Smid KLM arbo services VU medisch centrum Inhoud I Belang van risicocommunicatie II Risicoperceptie III Rollen en context IV Risicocommunicatie 28 april 2005 NVvA

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Berichtgeving over rook bij branden

Berichtgeving over rook bij branden Berichtgeving over rook bij branden Crisiscommunicatie op grond van perceptieonderzoek Frans Greven Index Aanleiding Onderzoeksopzet Resultaten & conclusies Media-analyse Vergelijking Expertmodel & Lekenperspectief

Nadere informatie

Zijn jullie nu zo dom of ben Ik nu zo slim?

Zijn jullie nu zo dom of ben Ik nu zo slim? Risicoperceptie Tjabe Smid Zijn jullie nu zo dom of ben Ik nu zo slim? Schattingen van het aantal vroegtijdige doden door luchtvervuiling in Nederland lopen uiteen van 6.700 tot 12.900 per jaar. 298 (193

Nadere informatie

Value based healthcare door een quality improvement bril

Value based healthcare door een quality improvement bril Rotterdam, 7 december 2017 Value based healthcare door een quality improvement bril Ralph So, intensivist en medisch manager Kwaliteit, Veiligheid & Innovatie 16.35-17.00 uur Everybody in healthcare really

Nadere informatie

Kwetsbaar alleen. De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030

Kwetsbaar alleen. De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Kwetsbaar alleen De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Kwetsbaar alleen De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Cretien van Campen m.m.v. Maaike

Nadere informatie

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. 0 Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve

Nadere informatie

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub Leeftijd: 12-16 jaar Tijdsduur: 1 uur Doelen - De jongeren denken na over de betekenis van de muur tussen Israël en de Palestijnse gebieden in het dagelijks

Nadere informatie

Disclosure belangen spreker

Disclosure belangen spreker Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder

Nadere informatie

1. Welke mogelijke risicobronnen* bevinden zich volgens u in uw woonomgeving? (binnen een straal van ongeveer 500 meter)

1. Welke mogelijke risicobronnen* bevinden zich volgens u in uw woonomgeving? (binnen een straal van ongeveer 500 meter) 1. Welke mogelijke risicobronnen* bevinden zich volgens u in uw woonomgeving? (binnen een straal van ongeveer 500 meter) * Bedrijven of instellingen die gevaarlijke stoffen gebruiken of opslaan. Gevaarlijke

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

11 PREVENTIE II 12 ONVEILIGE PLEKKEN 13 AANVULLENDE VRAAG ONVEILIGE PLEKKEN. pagina 31. Komt het wel eens voor dat u:

11 PREVENTIE II 12 ONVEILIGE PLEKKEN 13 AANVULLENDE VRAAG ONVEILIGE PLEKKEN. pagina 31. Komt het wel eens voor dat u: PREVENTIE II Komt het wel eens voor dat u:. s avonds of s nachts niet open doet, omdat u het niet veilig vindt? 2. in uw eigen buurt omloopt of omrijdt om onveilige plekken te vermijden? 3. uw kind(eren)

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie

Kwalitatieve Studie naar Motivatie en Barrières van Etnische Minderheden uit Amsterdam

Kwalitatieve Studie naar Motivatie en Barrières van Etnische Minderheden uit Amsterdam Kwalitatieve Studie naar Motivatie en Barrières van Etnische Minderheden uit Amsterdam Zuidoost om zich bij de Soa-polikliniek van de GGD Amsterdam te laten Testen op Soa s en Hiv A Qualitative Research

Nadere informatie

Communicatie: functies & uitdagingen. Expertmeeting Veiligheidsberaad 13 februari 2014

Communicatie: functies & uitdagingen. Expertmeeting Veiligheidsberaad 13 februari 2014 Communicatie: functies & uitdagingen Expertmeeting Veiligheidsberaad 13 februari 2014 Vraag: wie is verantwoordelijk voor de crisiscommunicatie? Scenario: oproep demonstratie op internet Er circuleert

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 26 956 Beleidsnota Rampenbestrijding 2000 2004 Nr. 9 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Stop met het gebruik van de methode van Kinney als kwantitatieve risicoevaluatiemethode

Stop met het gebruik van de methode van Kinney als kwantitatieve risicoevaluatiemethode Stop met het gebruik van de methode van Kinney als kwantitatieve risicoevaluatiemethode : De methode van Kinney is geen kwantitatieve doch een kwalitatieve risicoevaluatiemethode Hierbij wil ik aantonen

Nadere informatie

Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Workshop Motiverende Gespreksvoering Hoe werkt advies? drs. Hilde Jans psycholoog hilde.jans@cambiamo.

Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Workshop Motiverende Gespreksvoering Hoe werkt advies? drs. Hilde Jans psycholoog hilde.jans@cambiamo. Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Workshop Motiverende Gespreksvoering Hoe werkt advies? drs. Hilde Jans psycholoog hilde.jans@cambiamo.nl Waarom mensen niet? Dus wat kun je doen? Ze weten niet

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

De Betekenis van Risicoperceptie en Risicodruk bij het definiëren van Informatiebehoefte

De Betekenis van Risicoperceptie en Risicodruk bij het definiëren van Informatiebehoefte Risicoperceptie en Risicodruk i De Betekenis van Risicoperceptie en Risicodruk bij het definiëren van Informatiebehoefte E. van Schie Universiteit Twente, Enschede Dr. J.M. Gutteling Dr. E.F.J ter Huurne

Nadere informatie

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST 2: vergaderen Als je lid bent van een studentenraad, vergader je vaak. Je hebt vergaderen met de studentenraad, maar ook vergaderingen met het College van Bestuur en de Ondernemingsraad (OR). Gemiddeld

Nadere informatie

Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)?

Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)? Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)? Chris Aalberts Internet en sociale media hebben de wereld ingrijpend veranderd, dat weten we allemaal. Maar deze simpele waarheid zegt maar weinig

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Vraag 1 Wat is uw reactie op de incidenten die zaterdag 29 juli en maandag 31 juli 2017 bij Shell-Pernis hebben plaatsgevonden?

Vraag 1 Wat is uw reactie op de incidenten die zaterdag 29 juli en maandag 31 juli 2017 bij Shell-Pernis hebben plaatsgevonden? Geachte voorzitter, Hierbij beantwoord ik, mede namens de minister van Veiligheid en Justitie, de vragen van de leden Laçin en Futselaar (beiden SP) over de incidenten bij Shell Pernis (ingezonden op 3

Nadere informatie

Bridging the Gap between what science knows and what business does

Bridging the Gap between what science knows and what business does Bridging the Gap between what science knows and what business does ERM = BRM Het framework & de psychologie ERM = BRM: invulling aan soft controls Enterprise risk management is gebaat bij methodische maatregelen

Nadere informatie

Welkom. Digitale programma: #cmdag18. Dagvoorzitter Prof. dr. Arjan van Weele NEVI hoogleraar inkoopmanagement.

Welkom. Digitale programma: #cmdag18. Dagvoorzitter Prof. dr. Arjan van Weele NEVI hoogleraar inkoopmanagement. Welkom Dagvoorzitter Prof. dr. Arjan van Weele NEVI hoogleraar inkoopmanagement Digitale programma: www.contractmanagementdag.nl #cmdag18 #cmdag18 Programma 09.45 Welkom door Prof. Dr. Arjan van Weele

Nadere informatie

GELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie. April 2012. Concrete tips voor effectieve interne communicatie

GELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie. April 2012. Concrete tips voor effectieve interne communicatie GELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie April 2012 Concrete tips voor effectieve interne communicatie Amsterdam, augustus 2012 Geloofwaardige interne communicatie Deze white

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Deze dissertatie gaat over antecedenten en consequenties van publiek vertrouwen in organisaties die betrokken zijn bij de ontwikkeling van en de besluitvorming

Nadere informatie

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Met opmaak: Links: 3 cm, Rechts: 2 cm, Boven: 3 cm, Onder: 3 cm, Breedte: 21 cm, Hoogte: 29,7 cm Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Stigmatisation of Persons

Nadere informatie

Bruto nationaal geluk: een proef op de som 19

Bruto nationaal geluk: een proef op de som 19 Bruto nationaal geluk: een proef op de som Crétien van Campen De laatste jaren hebben verscheidene auteurs gepleit voor geluk als een nieuw richtsnoer voor beleid (Kahneman 1999, Veenhoven 2002, Layard

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Risico s, risicobeleving en crisiscommunicatie bij asbestincidenten

Risico s, risicobeleving en crisiscommunicatie bij asbestincidenten Risico s, risicobeleving en crisiscommunicatie bij asbestincidenten Rik van de Weerdt Arts M&G, profiel MMK Toxicoloog & GAGS GGD en Overijssel en Gelderland Verloren vertrouwen Cie Jansen Conclusies:

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

6. Project management

6. Project management 6. Project management Studentenversie Inleiding 1. Het proces van project management 2. Risico management "Project management gaat over het stellen van duidelijke doelen en het managen van tijd, materiaal,

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

PRENATALE SCREENING Risicocommunicatie en. besluitvorming. Daniëlle Timmermans. Afdeling Sociale Geneeskunde. Quality of Care. Research Programme >

PRENATALE SCREENING Risicocommunicatie en. besluitvorming. Daniëlle Timmermans. Afdeling Sociale Geneeskunde. Quality of Care. Research Programme > Research Programme > PRENATALE SCREENING Risicocommunicatie en besluitvorming Daniëlle Timmermans Quality of Care Afdeling Sociale Geneeskunde drm.timmermans@vumc.nl Overzicht Over risicocommunicatie De

Nadere informatie

Het effect van risicoperceptie en zelf en response effectiviteit op het zelfbeschermend gedrag van burgers met betrekking tot overstromingsrisico s.

Het effect van risicoperceptie en zelf en response effectiviteit op het zelfbeschermend gedrag van burgers met betrekking tot overstromingsrisico s. Het effect van risicoperceptie en zelf en response effectiviteit op het zelfbeschermend gedrag van burgers met betrekking tot overstromingsrisico s. Onderzoek uitgevoerd in het kader van het onderzoek

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

Feiten over. Veiligheidsbeleving. in de gemeente Arnhem

Feiten over. Veiligheidsbeleving. in de gemeente Arnhem Feiten over Veiligheidsbeleving in de gemeente Arnhem Feiten over Veiligheidsbeleving in de gemeente Arnhem Voor burgers speelt het persoonlijke gevoel van veiligheid een belangrijke rol. Dit gevoel wordt

Nadere informatie

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim.

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Bullying at work and the impact of Social Support on Health and Absenteeism. Rieneke Dingemans April 2008 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

Code Course name block Ects International Organizations Advanced Project management * Cross Cultural HRM 3 6

Code Course name block Ects International Organizations Advanced Project management * Cross Cultural HRM 3 6 Global management of Social Issues Interesting courses Global Management of Social Issues 410129 International Organizations 1 6 410130 Advanced Project management * 3 6 410133 Cross Cultural HRM 3 6 410134

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

Psychosociale opvang geüniformeerden bij CBRN incidenten. Magda Rooze MA/MBA Senior adviseur

Psychosociale opvang geüniformeerden bij CBRN incidenten. Magda Rooze MA/MBA Senior adviseur Psychosociale opvang geüniformeerden bij CBRN incidenten Magda Rooze MA/MBA Senior adviseur Richtlijn psychosociale opvang geüniformeerden Geüniformeerden worden regelmatig blootgesteld aan potentieel

Nadere informatie

Marketing. De uitgebreide marketingmix Hoorcollege 5

Marketing. De uitgebreide marketingmix Hoorcollege 5 Marketing De uitgebreide marketingmix Hoorcollege 5 Vorige week: wat is een product 2 Propedeuse CMDA Marketing HC 5 Goed om te weten omdat: 3 Propedeuse CMDA Marketing HC 5 Vorige week: kernstrategie

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2500 AE DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2500 AE DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2500 AE DEN HAAG Turfmarkt 147 Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.minbzk.nl Betreft Antwoord

Nadere informatie

Verbeteren van gezondheidsvaardigheden van ouderen in Europa EU-FP7-IROHLA. NCVGZ April 2013 Andrea de Winter. Jaap Koot & Menno Reijneveld

Verbeteren van gezondheidsvaardigheden van ouderen in Europa EU-FP7-IROHLA. NCVGZ April 2013 Andrea de Winter. Jaap Koot & Menno Reijneveld Verbeteren van gezondheidsvaardigheden van ouderen in Europa NCVGZ April 2013 Andrea de Winter EU-FP7-IROHLA Jaap Koot & Menno Reijneveld Omvang en aard van problemen met gezondheidsvaardigheden Doelen

Nadere informatie

De controller als choice architect. Prof. dr. Victor Maas Hoogleraar Management Accounting & Control Erasmus School of Economics

De controller als choice architect. Prof. dr. Victor Maas Hoogleraar Management Accounting & Control Erasmus School of Economics De controller als choice architect Prof. dr. Victor Maas Hoogleraar Management Accounting & Control Erasmus School of Economics Wat doet een controller? Hoofd administratie Boekhoudsysteem/grootboek/accountingregels

Nadere informatie

De effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de

De effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de Samenvatting De effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de gezondheidsbeleving van bewoners en hulpverleners In de jaren die volgden op de vliegramp Bijlmermeer op 4 oktober 1992, ontstond

Nadere informatie

Het nieuwe grenswaardenstelsel

Het nieuwe grenswaardenstelsel Het nieuwe grenswaardenstelsel hebben we het kind met het badwater weggegooid? Linda Schenk en Nicole Palmen Publicatie: Throwing the Baby Out with the Bath Water? Occupational Hygienists Views on the

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over elektromagnetische velden en gezondheid

Vragen en antwoorden over elektromagnetische velden en gezondheid Vragen en antwoorden over elektromagnetische velden en gezondheid Elektromagnetische velden en gezondheid 1. Hoe zit het met de elektromagnetische velden zoals die uitgestraald worden door zenders voor

Nadere informatie

Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden

Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden 33 Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) 34 Veiligheidsregio Haaglanden HlMlIIlil

Nadere informatie

Handreiking 1 Leren van klachten en praktijk

Handreiking 1 Leren van klachten en praktijk Handreiking 1 Leren van klachten en praktijk Onnodige en dysfunctionele bureaucratie voorkomen in passend onderwijs Handreiking 1: Leren van klachten en praktijk z n minst een verschil van mening. Dat

Nadere informatie

De overheid en risicocommunicatie bij infectieziekten

De overheid en risicocommunicatie bij infectieziekten De overheid en risicocommunicatie bij infectieziekten More than facts and fears Research Programme > Daniëlle Timmermans Quality of Care Afdeling Sociale Geneeskunde drm.timmermans@vumc.nl danielle.timmermans@rivm.nl

Nadere informatie

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling RIVM/DCMR, december 2013 Roet is een aanvullende maat om de gezondheidseffecten weer te geven van

Nadere informatie

Integrale risicoanalyse

Integrale risicoanalyse Integrale risicoanalyse De all-hazard approach Jan Klein Anesthesioloog Medisch Adviseur Zilveren Kruis Hoogleraar Patient Safety Engineering Integrale risicoanalyse in de zorg De all-hazard approach Integrale

Nadere informatie

Het belang van ziektepercepties voor zelfmanagement COPD als voorbeeld

Het belang van ziektepercepties voor zelfmanagement COPD als voorbeeld Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Het belang van ziektepercepties voor zelfmanagement COPD als voorbeeld, M. Heijmans, NIVEL, augustus 2013) worden gebruikt.

Nadere informatie

AdVISHE: Assessment of the Validation Status of Health- Economic Decision Models

AdVISHE: Assessment of the Validation Status of Health- Economic Decision Models AdVISHE: Assessment of the Validation Status of Health- Economic Decision Models Pepijn Vemer, George van Voorn, Isaac Corro Ramos, Maiwenn Al, Talitha Feenstra Rationale In theorie: Doe alles! Een model

Nadere informatie