Schoolondersteuningsprofiel De Wissel

Transcriptie

1 Schoolondersteuningsprofiel De Wissel februari Inleiding In dit schoolondersteuningsprofiel beschrijven we welke mogelijkheden onze school heeft voor de ondersteuning van onze leerlingen die uiteenlopende onderwijsbehoeften hebben. We onderscheiden daarin basisondersteuning en extra ondersteuning. Hierin zijn diverse gegevens opgenomen, die direct en indirect betrekking hebben op de mogelijkheden van onze school. Het schoolondersteuningsprofiel moet gezien worden als een procesdocument dat jaarlijks geactualiseerd wordt. 1.1 Basisondersteuning Basisondersteuning omvat vier aspecten: Basiskwaliteit Dit aspect verwijst naar de onderwijskwaliteit die gemeten wordt door het toezichtkader van de inspectie van het onderwijs. Scholen die een zogenaamd basisarrangement hebben, hebben hun basiskwaliteit op orde. Preventieve en licht curatieve interventies Hierbij gaat het om kennis, vaardigheden en procedures die we inzetten om goed onderwijs te geven en zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften die onze leerlingen hebben. Onderwijsondersteuningstructuur Hieronder valt de organisatie van de zorg en begeleiding en de samenwerking met externe 1

2 deskundigen en andere organisaties. Planmatig werken Dit betreft met name het zicht hebben op de onderwijsbehoefte van de leerlingen en het organiseren van een passend onderwijsaanbod. We gebruiken hiervoor o.a. de indicatoren Zorg en begeleiding, die de onderwijsinspectie hanteert en de Kwaliteitsmonitor van de ISOB. De basisondersteuning die onze school biedt is een beschrijving van de huidige situatie met ontwikkelingspunten. Het Samenwerkingsverband Passend onderwijs IJmond waar onze school onder valt, heeft in het ondersteuningsplan de uitgangspunten voor het niveau van basisondersteuning beschreven die voor alle scholen uit het samenwerkingsverband gelden. Deze uitgangspunten zijn als bijlage 1 aan dit schoolondersteuningsprofiel toegevoegd. 1.2 Extra ondersteuning De extra ondersteuning geeft aan welke mogelijkheden onze school heeft om leerlingen diebovenop de basisondersteuning die onze school biedt- extra zorg of begeleiding nodig hebben. Daarmee wordt overigens ook de grens van onze mogelijkheden aangegeven. De extra ondersteuning wordt georganiseerd in de vorm van arrangementen. Deze arrangementen kunnen licht en kortdurend van aard zijn, of zwaar en langdurig. Meestal zijn daar randvoorwaarden (extra middelen, menskracht en deskundigheid) van buiten de school voor nodig. Het samenwerkingsverband kan die extra ondersteuning mede faciliteren. Over de toewijzing daarvan worden binnen het samenwerkingsverband afspraken gemaakt. 1.3 Het wettelijk kader van het schoolondersteuningsprofiel In het wettelijk kader passend onderwijs is vastgelegd dat het bevoegd gezag ten minste eenmaal in de 4 jaar een schoolondersteuningsprofiel vaststelt (art. 8 Wpo, art. 11 WEC). De medezeggenschapsraad van de school heeft adviesrecht. De invulling van het schoolondersteuningsprofiel hangt, behalve van de expertise van de school, ook af van de afspraken die binnen het samenwerkingsverband worden gemaakt. Daarnaast wordt in het wettelijk kader aangegeven dat het ondersteuningsprofiel een rol speelt bij de toelating van leerlingen op school. Het ondersteuningsprofiel kan verhelderen in hoeverre de onderwijsbehoefte van een leerling past bij de mogelijkheden van de school. Het samenwerkingsverband maakt minstens eens in de vier jaar een ondersteuningsplan, waarin het uiteenlopende aspecten van haar beleid beschrijft. In het wettelijk kader is vastgelegd dat de schoolondersteuningsprofielen deel uitmaken van het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. De inhoudelijke afspraken over basisondersteuning, waaraan elke school binnen het samenwerkingsverband moet voldoen, vormen de basis voor afspraken over expertise, voorzieningen en toewijzing van onderwijsondersteuning en geld. 2

3 2. Algemene gegevens 2.1 Contactgegevens van de school Obs. De Wissel De Hoop KX Uitgeest info@dewisseluitgeest.nl 2.2 Onderwijsvisie / schoolconcept De Wissel is een reguliere basisschool, werkend volgens de principes van het Daltononderwijs. Helen Parkhurst was in de jaren 20 van de vorige eeuw de grondlegger van het Daltononderwijs. Wij werken nog steeds volgens haar uitgangspunten, maar de inhoud is uiteraard wel met de tijd meegegaan. De Wissel kent als Daltonschool de volgende uitgangspunten: 1. Verantwoordelijkheid (vrijheid in gebondenheid) 2. Zelfstandigheid 3. Samenwerken Deze uitgangspunten worden in de schoolgids verder uitgebreid beschreven. Daarnaast heeft De Wissel als doelstelling geformuleerd: De Wissel wil bereiken dat ieder kind via een ononderbroken leer- en ontwikkelingsproces die kennis en vaardigheden verwerft, die het nodig heeft om een zelfstandig, sociaal en kritisch denkend mens te worden in een multiculturele samenleving. Naast de normale lesstof gaat het op De Wissel om het bijbrengen van zelfstandigheid, het leren omgaan met eigen verantwoordelijkheden en het leren samenwerken met anderen. Het lesgeven op basis van deze Daltonprincipes vormt een goede voorbereiding op het succesvol functioneren van de kinderen in de maatschappij. Zo sluit De Wissel beter aan bij het huidig voortgezet onderwijs waar tegenwoordig meer zelfstandigheid gevraagd wordt van de leerlingen. Daarnaast krijgt iedere reguliere basisschool in toenemende mate te maken met leerlingen met leer- en gedragsproblemen. Om de speciale hulp en aandacht aan de leerlingen goed tot zijn recht te laten komen, hebben we een registratie die erop gericht is de ontwikkeling van de individuele leerling nauwgezet te volgen. Hiervoor gebruiken we zoveel mogelijk landelijke toetsen (Cito). De intern begeleider heeft hierin een sturende rol. U leest hier meer over in het hoofdstuk over de zorg voor de leerlingen. In 2014 doet Passend Onderwijs zijn intrede. Hiermee wordt wettelijk vastgelegd dat ieder schoolbestuur verplicht is om voor iedere leerling passend onderwijs te bieden of een plek te zoeken waar passend onderwijs gegeven kan worden. 3

4 Openbare school: De Wissel is een openbare school. Dit houdt in dat de school open staat voor ieder kind, ongeacht de levensbeschouwelijke of culturele achtergrond. Door het openbare karakter van de school maken onze leerlingen gedurende hun schooltijd kennis met uiteenlopende levensopvattingen. Samen: De Wissel is een school met een prettige sfeer. Wij hechten veel belang aan rust binnen onze school, zodat alle kinderen en de leerkrachten hun werk goed kunnen uitvoeren. Samen streven we ernaar dat elk kind zich veilig voelt op onze school, daar besteden we veel aandacht aan. Op deze manier krijgen de kinderen, met hulp van leerkrachten en ouders, de mogelijkheid zich te ontwikkelen tot respectvolle mensen. Leren: Wij willen dat alle kinderen zich, binnen hun eigen mogelijkheden, optimaal ontwikkelen. We houden rekening met verschillen tussen kinderen door te variëren in hoeveelheid werk en in tempo en door het gebruik van diverse materialen en methodes. Elk kind dat het nodig heeft, krijgt een programma op maat binnen de groep. Dat noemen wij goede zorg. Dalton: De Wissel is een Daltonschool. Binnen de normale lesstof brengen we de kinderen zelfstandigheid, het omgaan met eigen verantwoordelijkheden en het samenwerken met anderen bij. We maken hierbij o.a. gebruik van taakwerk, het plannen van een taak, samenwerken via het maatjessysteem en werkplekken buiten de klas. We bieden de kinderen structuur en leren ze omgaan met uitgestelde aandacht. Ook werken we regelmatig groepsdoorbrekend tijdens de Wisselactiviteiten. Het goede spoor: We bieden kwalitatief goed onderwijs, met een professioneel team. Er is een goede samenwerking tussen de leerlingen, het team, de ouders en externe deskundigen. Daarom staan wij voor duidelijke communicatie. De issel: samen op het goede spoor! 4

5 3. Basisondersteuning 3.1 Basiskwaliteit Basiskwaliteit verwijst naar de onderwijskwaliteit die gemeten wordt door het toezichtkader van de inspectie van het onderwijs. Scholen die een zogenaamd basisarrangement hebben, hebben hun basiskwaliteit op orde. Onze school heeft momenteel een basisarrangement. 3.2 Preventie en lichte curatieve interventies Bij preventie en lichte curatieve interventies gaat het om kennis, vaardigheden en procedures die we inzetten om goed onderwijs te geven en zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften die onze leerlingen hebben Vroegtijdig signaleren van cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling Afspraken, werkwijze en procedures Groep Werken met groepsplannen voor rekenen en spelling. Begrijpend lezen is in ontwikkeling. Daarna volgt het groepsplan voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. School Pravoo, LOVS, Scol. Groepsbesprekingen met leerkracht, IB en directie. Zorgteambesprekingen Zorg voor veilig schoolklimaat en aanpak gericht op preventie sociale veiligheid Afspraken, werkwijze en procedures Groep Lessen BOM. Groepsgesprekken n.a.v. de actualiteit of n.a.v. het sociaal protocol. Individuele gesprekken n.a.v. de actualiteit. School Werken volgens sociaal protocol (inclusief pestprotocol). Grip op de Groep, Taakspel. Pleinwacht door leerlingen groep 8 + leerkrachten. Knijpersysteem voor zelfstandig werken op de gang Protocol medisch handelen 5

6 Afspraken, werkwijze en procedures Groep Zie ISOB-protocol. School Zie ISOB-protocol Leerlingen met specifieke behoeften Op dit moment ondersteunen we leerlingen met specifieke behoeften. Deze leerlingen kunnen we binnen onze basisondersteuning begeleiden. Op bestuursniveau is vastgesteld met welke speciale onderwijsbehoeften van leerlingen alle scholen van de ISOB op den duur moeten kunnen omgaan. Dat is het basisprofiel orthobeelden en geldt ook voor onze school. Wij begeleiden ook leerlingen met andere specifieke behoeften. Het gaat hier om leerlingen met faalangst, onrust / concentratie, somatische problemen, lees / taalproblemen, leerproblemen, hoge intelligentie, dyslexie, PDD/NOS enkelvoudige lichte problematiek, ADHD enkelvoudige lichte problematiek en dyscalculie. Afhankelijk van de aard en de ernst, hebben we voor enkele leerlingen extra faciliteiten nodig en zijn er speciale randvoorwaarden. Deze leerlingen kunnen we met extra ondersteuning op 6

7 onze school begeleiden. Dit komt aan bod in hoofdstuk 4 Extra ondersteuning. Bij het bepalen of de gewenste ondersteuning geboden kan worden, spelen ook andere overwegingen een rol. Het gaat dan b.v. om de totale zwaarte van de groep (balans, samenstelling), de veiligheid van de groep, de zelfredzaamheid van een leerling, de zwaarte van de problematiek en de verschijningsvorm, in hoeverre er sprake is van stagnatie in de ontwikkeling van de leerling, de noodzakelijkheid van het verrichten van medische handelingen. Ontwikkelingsperspectief Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, omdat voor hen het basisprogramma van de school niet passend is, werken we met een ontwikkelingsperspectief. Daarin wordt het uitstroomniveau beschreven, met daarbij de doelen waaraan met de leerling wordt gewerkt. In een handelingsplan beschrijven we hoe de doelen worden bereikt en welke hulp er geboden wordt. In het schema hieronder wordt aangegeven hoe het op onze school staat met de deskundigheid en de randvoorwaarden. Leerlingen met specifieke behoeften die vallen onder de basisondersteuning Deskundigheid Randvoorwaarden: tijd, voorzieningen, gebouw Basisprofiel orthobeelden ISOB: Randvoorwaarden algemeen: Twee onderwijsassistenten aanwezig. Gebouw is rolstoeltoegankelijk. Faalangst Geen kunde, wel ervaring vanuit de praktijk. Behoefte aan teamscholing en betere signalering noodzakelijk. Mogelijkheid in stand houden om kinderen door te verwijzen voor extra ondersteuning, indien nodig onder schooltijd. Onrust/ concentratie Geen kunde, wel ervaring vanuit de praktijk. Teamscholing nodig. Tijd voor scholing. Geld voor extra begeleiding voor onderwijsassistent. Ruimte om deze kinderen individueel te laten werken. 7

8 Lees/ taalproblemen Geen kunde van het team, wel specialist op school, scholing van tweede specialist. Behoefte aan teamscholing. Tijd voor specialist voor het ontwikkelen van schoolbeleid. Tijd voor specialist voor het ondersteunen van het team. Leerproblemen Deels kunde, deels ervaring vanuit de praktijk. Teamscholing altijd prettig. Geld nodig voor aanschaf extra materiaal, vanuit de Meervoudige Intelligentie. Hoog intelligentie Geen kunde van het team, wel specialist op school. Teamscholing is een optie. Tijd voor specialist voor het ontwikkelen van schoolbeleid. Tijd voor specialist voor het ondersteunen van het team. Dyslexie Geen kunde van het team, wel specialist op school. Scholing van het team door de specialist. Tijd voor specialist voor het ontwikkelen van schoolbeleid. Tijd voor specialist voor het ondersteunen van het team. PDD/NOS enkelvoudige, lichte problematiek Geen kunde, wel ervaring vanuit de praktijk (LGFleerling) en door begeleiding van AB. Tijd nodig voor extra ondersteuning door onderwijsassistent. Geld nodig voor extra materiaal. Ruimte nodig om individueel te begeleiden. ADHD enkelvoudige, lichte problematiek Geen kunde, wel ervaring vanuit de praktijk. Teamscholing nodig. Geld voor scholing. Tijd voor het ontwikkelen van schoolbeleid. Dyscalculie Geen kunde. Weinig kennis Tijd en geld nodig voor 8

9 beschikbaar. Teamscholing nodig. scholing en het ontwikkelen van beleid. Specifiek voor onze school: Daltononderwijs Kunde aanwezig. Ruimte nodig voor het zelfstandig werken van de leerlingen. 3.3 Onderwijsondersteuningstructuur Onder de onderwijsondersteuningsstructuur valt de organisatie van de zorg en begeleiding en de samenwerking met externe deskundigen en andere organisaties. In 4.2 wordt een overzicht gegeven van samenwerkingsrelaties die onze school heeft. De organisatie van de zorg en begeleiding is op onze school als volgt geregeld. Onderwijs op maat Kinderen ontwikkelen zich van nature. Ze zijn nieuwsgierig en willen steeds iets nieuws leren. Toch zijn de verschillen tussen kinderen vaak groot. Wij weten dat sommige leerlingen naar verhouding veel structuur en ondersteuning nodig hebben, anderen juist ruimte om zelfstandig te kunnen werken. Sommige kinderen hebben behoefte aan veiligheid, terwijl andere kinderen liever zelf dingen willen onderzoeken en nieuwe onderwerpen en materialen verkennen. Door kennis ervaring weten wij wat leerlingen bezig houdt en wat ze nodig hebben. De kunst is de 9

10 nieuwsgierigheid van kinderen te wekken, zodat ze steeds iets nieuws willen leren. Alle kinderen verdienen aandacht en zorg, maar zeker diegenen die moeite hebben met leren of die juist erg goed zijn. Wanneer er sprake is van zorg wordt, na overleg met de ouders, het kind op school besproken. Aan de hand van deze bespreking overlegt onze intern begeleider met de groepsleerkracht of extra zorg nodig is. De extra zorg wordt zo veel mogelijk door de groepsleerkracht zelf gegeven. Hulp aan individuele leerlingen Hoewel we streven naar onderwijs op maat, kan het toch voorkomen dat uw kind veel moeite blijft houden met de aangeboden leerstof of op sociaal-emotioneel gebied problemen heeft. Op dat moment treedt ons ondersteuningsplan in werking. Dit plan ligt op school ter inzage. Nader onderzoek kan leiden tot het opstellen van een handelingsplan voor een leerling of een groepje leerlingen. In het handelingsplan staan afspraken over de manier, waarop binnen een bepaalde periode een onderdeel van een leergebied extra aandacht krijgt. Indien daarna ook geen vooruitgang wordt geboekt, kan het werken met het handelingsplan worden verlengd. Als ook deze verlenging niet tot het gewenste resultaat leidt, kan de hulp worden ingeroepen van externen, zoals een psycholoog, begeleider van het speciaal onderwijs, maatschappelijk werker, schoolarts of logopedist. Uiteraard gebeurt er niets zonder overleg en toestemming van de ouders/verzorgers. In het ondersteuningsplan van ons samenwerkingsverband staat, net als in ons eigen ondersteuningsplan, de zorgprocedure nauwkeurig omschreven. Indien uw kind bovengenoemde zorg nodig heeft, wordt u van de voortgang op de hoogte gehouden. Uiteraard stellen wij uw betrokkenheid zeer op prijs, want wellicht kunt u thuis ook meehelpen. Als u over problemen van uw kind wilt spreken, doet u dat in eerste instantie met de groepsleerkracht. Hulp aan leerlingen met een beperking Onze school staat in principe open voor alle kinderen. Ook voor kinderen met een beperking. Bij leerlingen met een zogenaamd rugzakje (leerling gebonden financiering) zal de beslissing over toelating geschieden op basis van een zorgvuldige afweging tussen het individueel belang van de leerling en het algemeen belang van de school. Bij die afweging, die op schoolniveau zal plaatsvinden en waarbij de intern begeleider met de directie en teamleden een analyse moet maken, zullen de aard en de ernst van de beperking en de leeftijd van de leerling een belangrijke rol spelen. Er zal nagegaan worden of en onder welke voorwaarden de leerling bij ons op school geplaatst kan worden. Het leerlingvolgsysteem De school werkt continu aan het verbeteren van het onderwijs. Daarbij maakt de school gebruik van toetsen en observatiemiddelen. Alle gegevens van de leerlingen worden geregistreerd op groeps en schoolniveau. Enkele malen per jaar worden de vorderingen op het gebied van taal, lezen en rekenen getoetst met landelijk genormeerde toetsen, ontwikkeld door het Cito. We vergelijken de ontwikkeling van uw kind met het landelijk gemiddelde. Uiteraard wordt de uitslag van deze toetsen ook met de ouders besproken. Extra toetsmomenten 10

11 In groep 8 maken we als eindtoets gebruik van de NIO. De NIO is een intelligentieonderzoek. Hiermee is het voor ons als school mogelijk om een breder beeld van uw kind te krijgen. Niet alleen de leervorderingen worden bekeken, maar ook de bijbehorende intelligentie. Daardoor wordt het voor ons als school mogelijk om een nog beter advies te geven voor het voortgezet onderwijs. Aanvullend op deze toets gaan we bij alle leerlingen in groep 4 een voorloper van de NIO-toets afnemen, de NSCCT. Ook deze toets meet de intelligentie bij de leerlingen en geeft ons de gelegenheid om halverwege de schoolloopbaan van uw kind te kijken of we op de goede weg zijn. Van beide uitslagen worden de ouders zowel mondeling als schriftelijk op de hoogte gesteld. In de loop van het schooljaar zullen de ouders van groep 4 en groep 8 nog verder geïnformeerd worden. Meerbegaafdheidsbeleid In het kader van passend onderwijs is het logisch ook voldoende aandacht en zorg te bieden aan kinderen die meer aan kunnen. Binnen het Daltononderwijs is dat eenvoudig toe te passen, door het aanpassen van de taak op het niveau van de leerling. Hierdoor is de taak voor ieder kind een uitdaging. Vanaf schooljaar hebben we de mogelijkheid een dag in de week speciale aandacht te geven aan kinderen die bovengemiddeld presteren, door middel van een plusklas Basiskwaliteit 11

12 Voor het samenwerkingsverband is basiskwaliteit is gelijk aan het basisarrangement op basis van de normindicatoren van de Inspectie van het Basisonderwijs Basisondersteuning Het samenwerkingsverband spreekt met de deelnemende schoolbesturen af welke mate van basisondersteuning elke school in het samenwerkingsverband biedt. Het kan zijn dat leerlingen meer vragen dan de afgesproken basisondersteuning In dat geval is er sprake van extra ondersteuning of arrangementen. De vier aspecten van basisondersteuning zijn: 1. Basiskwaliteit. Zie hierboven. Scholen die onder basistoezicht van de inspectie van het onderwijs vallen, hebben hun basiskwaliteit op orde. Basiskwaliteit is dus slechts één aspect van basisondersteuning. 2. Preventieve en lichte curatieve interventies. Dit betekent dat elke school een aanbod heeft voor leerlingen met dyslexie, dyscalculie en een aanpak ter voorkoming van gedragsproblemen. 3. Ondersteuningsstructuur. Dit betreft de wijze waarop de school de ondersteuning aantoonbaar heeft georganiseerd, ernaar handelt en met andere organisaties en specialisten samenwerkt. 4. Planmatig werken Dit is de wijze waarop de school onderwijs- en ondersteuningsbehoeften inventariseert en vervolgens een passend onderwijsaanbod organiseert en evalueert. In het samenwerkingsverband hebben de schoolbesturen besproken welke onderdelen zij wel of niet tot basisondersteuning rekenen. Deze bespreking heeft geleid tot het beschrijven van ambities die door het bestuur in april 2013 zijn vastgesteld. Dat betekent dat elke school: (lichte) ondersteuning biedt aan leerlingen met een ondersteuningsvraag. Deze instructie kan incidenteel dan wel structureel zijn en individueel of in een groepje geboden worden. Deze ondersteuning kan liggen op didactisch-, gedragsmatig- en/of sociaal-emotioneel gebied. volgens een vaste zorgroute structureel en planmatig leerlingen met een ondersteuningsvraag bespreekt. Inzet van ondersteuning gebeurt in principe preventief. De school evalueert minimaal halfjaarlijks de effectiviteit van de ondersteuning en begeleiding van de leerling. een aantoonbare aanpak heeft voor het tijdig signaleren van leerproblemen en het uitvoeren van preventieve interventies. beschikt over een interne begeleider/zorgcoördinator die als belangrijkste taak heeft het ondersteunen van leerkrachten bij het bieden van een passend onderwijsaanbod en ondersteuning aan de leerlingen. de ontwikkeling van alle leerlingen volgt met landelijk genormeerde toetsen en administreert met behulp van een leerlingvolgsysteem (LVS). met methodes of een eigen programma aan de sociale veiligheid in de school én het voorkomen van gedragsproblemen van leerlingen werkt. 12

13 een leerlingvolgsysteem heeft waarmee ook de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen gevolgd wordt. ouders beschouwt als pedagogische partners. samen werkt met ketenpartners in de jeugdzorg aan een effectieve ondersteuningsstructuur die ondersteuning biedt aan leerlingen en hun ouders beschikt over een protocol voor medische handelingen en daar naar handelt. Meer dan de helft van de scholen beschikt daarnaast over een gebouw dat fysiek toegankelijk is voor leerlingen met een lichamelijke beperking. Concreet: De school beschikt over een invalidentoilet. De leerling kan zich met een rolstoel vrijelijk door de school bewegen. De school beschikt over een lift als de school een verdieping heeft. De spreiding wordt door het samenwerkingsverband geïnventariseerd Extra ondersteuning Extra ondersteuning is een vorm van ondersteuning die niet binnen de basisondersteuning kan worden gegeven. Hiervoor is bijvoorbeeld extra personeel, een speciale aanpak of aangepaste leer- of hulpmiddelen nodig. Dit kan in de vorm van een arrangement op een basisschool, of in de vorm van plaatsing op een van de aanwezige SBO-scholen en SO-scholen/- vestigingen. Bij toekenning van extra ondersteuning is een ontwikkelingsperspectief voor de leerling een wettelijke vereiste. Er zal door het samenwerkingsverband een verkenning plaatsvinden met betrokken besturen op het gebied van samenwerking tussen SO cluster 3 en 4 en het SBO. Dit richt zich zowel op uitwisseling van deskundigheid als op mogelijkheden voor het inrichten van tussenvoorzieningen Schoolondersteuningsprofielen Alle scholen hebben een schoolondersteuningsprofiel ontwikkeld. Per bestuur én op het niveau van het swv zijn deze tot een document samengebracht. Hiermee heeft het swv een goed overzicht en inzicht in de beschikbare expertise op schoolniveau. De schoolprofielen geven het volgende beeld: Scholen bieden onderwijs dat recht doet aan de diverse onderwijsbehoeften van de leerlingen. Er is een voorspelbaar en veilig pedagogisch klimaat in de school. Het gedrag van de professionals is naar kinderen afgestemd, duidelijk en voorspelbaar. De schoolomgeving bevordert de sociaal emotionele ontwikkeling en het sociaal gedrag. De school vormt een duidelijke, gestructureerde didactische leeromgeving. De school biedt instructie en verwerking zoveel mogelijk op het eigen niveau van de leerling. De scholen creëren een rijke taalomgeving en taalondersteuning. 13

14 Scholen bevorderen zelfstandigheid, zelfredzaamheid en een taakgerichte werkhouding van de leerling. Past een ondersteuningsvraag binnen de kaders van de basisondersteuning en het schoolondersteuningsprofiel, dan zoekt de school zelf naar oplossingen. Valt het hierbuiten, dan is er sprake van extra ondersteuning. Dit bestaat uit arrangementen en/of plaatsing in het sbo of so. De beantwoording van een ondersteuningsvraag die valt onder de extra ondersteuning; begint altijd met een arrangeergesprek Arrangeergesprek Dit arrangeergesprek vindt altijd plaats met de leerkracht, de IB-er/zorgcoördinator, de ondersteuner vanuit het SWV en de ouder. De ondersteuner van het SWV leidt het gesprek en maakt hierbij gebruik van de methode handelingsgericht arrangeren. In sommige gevallen kan het SMW of een CJG coach of andere betrokkenen van binnen of buiten de school aansluiten, zoals specialisten vanuit het onderwijsadviesteam van het SWV. 3.4 Planmatig werken Een ander aspect van basisondersteuning is planmatig werken. Onder planmatig werken wordt verstaan hoe de school nagaat welke onderwijsbehoefte de leerlingen hebben en hoe de school daarop een passend onderwijsaanbod organiseert en evalueert. De indicatoren Zorg en begeleiding, zoals die door de onderwijsinspectie in het toezichtkader voor po zijn vastgelegd, vormen hiervoor mede het uitgangspunt. Deze indicatoren zijn ook opgenomen in de Kwaliteitsmonitor van de ISOB. V=voldoet 1.De school neemt de voortgang van de ontwikkeling van de leerlingen waar. V 1. De school bespreekt de voortgang van de ontwikkeling van de leerling. V 3. De school analyseert de toetsresultaten. V 4. De school stemt het onderwijsleerproces af op verschillen in ontwikkeling. V 5. De school plant interventies in relatie tot onderwijsbehoeften. V 6. De school voert geplande interventies uit. V 7. De school evalueert de leerlingenresultaten. V 8. De school evalueert het onderwijsleerproces in voldoende mate. V 4. Extra ondersteuning In dit hoofdstuk wordt aangegeven wat voor leerlingen met specifieke behoeften we kunnen begeleiden die niet onder de basisondersteuning vallen. Onze school kan de extra ondersteuning aan deze leerlingen bieden als voldaan wordt aan een aantal randvoorwaarden. Hiervoor zijn meestal ook extra middelen nodig. Arrangementen 14

15 Voor leerlingen met specifieke behoeften die vallen onder de extra ondersteuning, zullen arrangementen beschreven worden met informatie zoals die ook hieronder in het schema in 4.1. is opgenomen. Het gaat daarbij om -de aanwezige deskundigheid, -de aandacht en tijd die vrijgemaakt kan worden voor een leerling, -de protocollen, aanpakken en methodieken en materialen die we gebruiken, -de mogelijkheden van ons schoolgebouw, en -de samenwerking met en ondersteuning van externe partners. 4.1 Deskundigheid en randvoorwaarden Leerlingen met specifieke behoeften die vallen onder de extra ondersteuning Deskundigheid Randvoorwaarden tijd, voorzieningen, gebouw, externe ondersteuning PDD-NOS Geen kunde, wel ervaring vanuit de praktijk (LGFleerling) en door begeleiding van AB. Ondersteuning door AB. Geld voor extra ondersteuning door onderwijsassistent. Ruimte nodig om individueel te begeleiden. ADHD Geen kunde, wel ervaring vanuit de praktijk. Behoefte aan teamscholing. Ondersteuning van AB. Geld voor extra ondersteuning door onderwijsassistent. Ruimte nodig om individueel te begeleiden. Tijd om onderwijsbeleid te maken. Tijd voor teamscholing. Gestapelde problematiek Geen kunde, geen ervaring. Ondersteuning van AB. Tijd voor scholing. Tijd om deze kinderen extra te begeleiden. Ruimte om individueel te kunnen begeleiden. Geld voor extra begeleiding door onderwijsassistent. Angststoornissen Geen kunde, geen ervaring. Ondersteuning van AB. 15

16 Behoefte aan scholing. Tijd voor scholing. Tijd om deze kinderen extra te begeleiden. Ruimte om individueel te kunnen begeleiden. Geld voor extra begeleiding. Somatische problemen Geen kunde, wel ervaring vanuit de praktijk (LGFleerling) en door begeleiding AB. Ondersteuning van AB. Geld nodig voor extra ondersteuning door onderwijsassistent. Ruimte om individueel te kunnen begeleiden. Geld om aangepast materiaal aan te schaffen. 4.2 Samenwerkingspartners We werken samen met de volgende externe partners: Bureau jeugdzorg Ambulant begeleider cluster 3 en 4 AMK (indien nodig) OBD Zorgteam School maatschappelijk werk GGD Logopedie Kinderpsycholoog Triversum Lucertis CJG 16