Informatiebundel VTS-Sportkaderopleidingen. Toelatingsvoorwaarden

Transcriptie

1 Informatiebundel VTS-Sportkaderopleidingen Toelatingsvoorwaarden 1

2 Inhoud Verduidelijking toelatingsvoorwaarden Aspirant-Initiator Initiator Instructeur B Trainer B Trainer A... 7 Vrijstellingen voor rijvaardigheidsproeven instructeur B op basis van wedstrijdresultaten Vrijstellingstabel rijvaardigheidsproeven op basis van wedstrijdresultaten dressuur 8 2. Vrijstellingstabel rijvaardigheidsproeven op basis van wedstrijdresultaten jumping 8 3. Vrijstellingstabel rijvaardigheidsproeven instructeur B op basis van wedstrijdresultaten eventing Vrijstelling aanvragen? Ik heb een vrijstellingsattest. Wat nu?... 9 Enkele aandachtspunten en frequent gestelde vragen Nuttige adressen Bijlages BIJLAGE 1: BESCHRIJVING EN PROTOCOL VAN RIJVAARDIGHEIDSPROEVEN INSTRUCTEUR B BIJLAGE 2: TOEGESTANE BITTEN IN DRESSUUR BIJLAGE 3: TOEGESTANE BITTEN IN JUMPING

3 Verduidelijking toelatingsvoorwaarden 1. Aspirant-Initiator Toelatingsvoorwaarden voor de opleiding: - 15 jaar zijn/worden in het jaar dat de opleiding start - In het bezit zijn van het B-brevet 2. Initiator Toelatingsvoorwaarden voor de opleiding: - 17 jaar zijn/worden in het jaar dat de opleiding start - In het bezit zijn van het B-brevet 3. Instructeur B 3 Vanaf het niveau van instructeur B kan je kiezen voor een discipline specifieke opleiding. De toelatingsvoorwaarden voor het starten van de opleiding zijn de volgende: - In het bezit zijn van het VTS-diploma Initiator Paardrijden Olympische Disciplines - In het bezit zijn van het attest Rijvaardigheid instructeur B in de discipline waarin je de opleiding wilt volgen. - De rijvaardigheidsproef is een toelatingsvoorwaarde voor alle kandidaat cursisten die het sportspecifieke gedeelte (Module 2a) van de instructeur B lesgeversopleiding wensen te volgen. Deze eigen rijvaardigheid helpt de cursist om de rijtechnische kennis die tijdens deze lesgeversopleiding aan bod komt te instrueren aan de gevorderde recreant of de beginnende wedstrijdruiter. Weetje Er kan vrijstelling bekomen worden voor de rijvaardigheidsproef instructeur B jumping, op basis van wedstrijdresultaten jumping op een hoger niveau. Meer informatie is terug te vinden bij het hoofdstuk Vrijstellingen.

4 Rijvaardigheid Instructeur B dressuur Toelatingsvoorwaarde rijvaardigheidsproef: - In het bezit zijn van het B-brevet Eindtermen De kandidaat behaalt meer dan 65% bij de uitvoering van de vooropgestelde dressuurproef. Quotering op 290 punten. Het protocol en beschrijving van de toelatingsproef kan je terugvinden in Bijlage 1. Weetje Er kan vrijstelling bekomen worden voor de rijvaardigheidsproef instructeur B dressuur, op basis van wedstrijdresultaten dressuur op een hoger niveau. Meer informatie is terug te vinden bij het hoofdstuk Vrijstellingen. Rijvaardigheid Instructeur B springen Toelatingsvoorwaarde rijvaardigheidsproef: - In het bezit zijn van het B-brevet. Eindtermen De kandidaat legt een vooraf bepaalde technische springproef af over twee hindernissen op de middellijn met een hoogte van 70cm. De proef wordt verreden in een piste van 25 x 50m en tussen de twee hindernissen is er een afstand van 24m. De kandidaat behaald meer dan 65% bij de uitvoering van de vooropgestelde springproef. De jury let vooral op de controle van de lijn, de controle van de snelheid, de controle van de paslengte, de controle van het evenwicht en de springhouding van de ruiter. 4 Quotering op 230 punten. Het protocol en beschrijving van de toelatingsproef kan je terugvinden in Bijlage 1. Weetje Er kan vrijstelling bekomen worden voor de rijvaardigheidsproef instructeur B jumping, op basis van wedstrijdresultaten jumping op een hoger niveau. Meer informatie is terug te vinden bij het hoofdstuk Vrijstellingen.

5 Rijvaardigheid Instructeur B eventing Toelatingsvoorwaarde rijvaardigheidsproef: - In het bezit zijn van het B-brevet Eindtermen De rijvaardigheidsproef van de instructeur B lesgeversopleiding bestaat uit een dressuurproef, een springproef en een technische terreinproef. De kandidaat behaalt meer dan 65% bij de uitvoering van de vooropgestelde dressuurproef, springproef en terreinproef om te slagen voor de volledige rijvaardigheidsproef. Vanaf dan kan men deelnemen aan het sportspecifieke gedeelte van de instructeur B opleiding. Deze terreinproef wordt verreden over acht X-country hindernissen met een maximum hoogte van 80 cm. Tijdens deze technische proef kan de kandidaat cursist zijn rijvaardigheid aantonen waarbij de ervaring en de springkwaliteiten van het paard van ondergeschikt belang zijn. Het protocol en beschrijving van de toelatingsproef kan je terugvinden in Bijlage 1. Weetje Er kan vrijstelling bekomen worden voor de rijvaardigheidsproef instructeur B eventing, op basis van wedstrijdresultaten dressuur op een hoger niveau. Meer informatie is terug te vinden bij het hoofdstuk Vrijstellingen. 5

6 4. Trainer B De opleiding Trainer B is opnieuw een discipline specifieke opleiding. De toelatingsvoorwaarden voor de opleiding zijn: - In het bezit zijn van het VTS-diploma Instructeur B in de discipline waarin je de opleiding wilt volgen. * - Aantonen van ervaring op dit niveau door middel van een portfolio en intakegesprek De toelating als cursist zal bepaald worden aan de hand van een intakegesprek en een presentatie van een portfolio dat volgende inhoud bevat: Aantonen dat je actief bent/was als lesgever op regionaal wedstrijdniveau binnen de te volgen discipline: tijdens afgelopen 5 jaar min. 1 seizoen actief geweest zijn van één of meerdere dressuurruiters op regionaal wedstrijdniveau. Aantonen dat je de geleerde kennis, vaardigheden en attitudes uit de instructeur B opleiding toepast als lesgever. Aantonen dat je zelf wedstrijdervaring hebt als ruiter, jury of lesgever. Persoonlijke SWOT-analyse (o.a. sporttechnisch). Voorstel stagementor voor de stage Trainer B Vanaf 2018 zal u kunnen deelnemen aan de toelating voor trainer B. Meer info volgt later. 6

7 5. Trainer A Trainer A Jumping, Dressuur en Eventing De toelating als cursist zal bepaald worden aan de hand van een intakegesprek en een presentatie van een portfolio. De inhoud hiervan zal bekend gemaakt worden in

8 Vrijstellingen voor rijvaardigheidsproeven instructeur B op basis van wedstrijdresultaten Er bestaat een mogelijkheid om een vrijstelling te bekomen voor de rijvaardigheidsproef instructeur B. Deze vrijstelling kan bekomen worden wanneer men kan aantonen dat men 4 x de opgegeven criteria behaalde in het vooropgestelde niveau. De voorwaarden kunt u terugvinden in onderstaande vrijstellingstabel: 1. Vrijstellingstabel rijvaardigheidsproeven op basis van wedstrijdresultaten dressuur DRESSUUR Minimum 4 keer een resultaat van 60% behaald hebben. NIVEAU LRV VLP INTERNATIONAAL/ANDERE Instructeur B Z1 M3 // 8 2. Vrijstellingstabel rijvaardigheidsproeven op basis van wedstrijdresultaten jumping JUMPING Minimum 4 keer een parcours met maximum 4 strafpunten gereden hebben. NIVEAU LRV VLP INTERNATIONAAL/ANDERE Instructeur B Midden (1.20) Provinciaal/Silver CSI 1.20m 1.20m

9 3. Vrijstellingstabel rijvaardigheidsproeven instructeur B op basis van wedstrijdresultaten eventing EVENTING Minimum 4 wedstrijden gereden hebben met volgende resultaten: Dressuur: niet meer dan 75 strafpunten behaald hebben. Cross: niet meer dan 120 seconden buiten de optimale tijd + niet meer dan 20 strafpunten behaald hebben. Jumping niet meer dan 16 strafpunten behaald hebben. NIVEAU LRV VLP ANDERE Instructeur B Midden CNC M CIC/CCI* 4. Vrijstelling aanvragen? Vrijstelling voor een rijvaardigheidsproef dient schriftelijk gericht te worden aan de Vlaamse Liga Paardensport via valerie@vlp.be 9 Heb je resultaten die in aanmerking komen voor een vrijstelling bij LRV dan dien deze bij het LRV-secretariaat op te vragen. Zijn deze resultaten voldoende voor een vrijstelling, dan kan je een bevestiging van LRV krijgen hiervoor. Je richt je hiervoor tot Muriel Coppin m.coppin@lrv.be. Het attest kan dan worden doorgestuurd naar valerie@vlp.be waar het VLP-secretariaat een officieel vrijstellingsattest zal opmaken. 5. Ik heb een vrijstellingsattest. Wat nu? Met een vrijstellingsattest ben je dus vrijgesteld voor de toelatingsproef van de instructeur B opleiding. Dit wil zeggen dat je op vertoon van dit attest kan inschrijven voor deze opleiding. Inschrijven voor de rijvaardigheidsproef instructeur B of het intake gesprek trainer B of het intake gesprek trainer A verloopt steeds via de VLP-website waar je een digitaal inschrijvingsformulier kan terugvinden. Kostprijs? Een rijvaardigheidsproef kost 15 per proef voor VLP-leden. Maar ook als je geen VLP lid bent kan je een rijvaardigheidsproef afleggen. Je betaalt dan 20 per proef en bent dan voor die dag verzekerd. Een paard mag slechts twee rijvaardigheidsproeven per dag afleggen.

10 Inschrijven voor een opleiding Alle resultaten van de rijvaardigheidsproeven worden gekoppeld aan je persoonlijk Sport Vlaanderen account in VOTAS. Echter kan dit met een vrijstelling wat vertraging oplopen. Wil je graag inschrijven voor een opleiding, dan dien je jouw vrijstellingsattest te sturen naar Hert inschrijven voor een opleiding gebeurt via de website van Sport Vlaanderen, 10

11 Enkele aandachtspunten en frequent gestelde vragen Richtlijnen met betrekking tot de ruiter: - Je kunt de rijvaardigheidsproeven afleggen vanaf het moment dat je in het bezit bent van een B-brevet. Een B-brevet kan worden afgelegd vanaf 12 jarige leeftijd. Let op! Je kan pas starten met een trainersopleiding vanaf 17 jaar. Verder staat geen leeftijdsvoorwaarde op de rijvaardigheid. Je kunt deze afleggen wanneer je er klaar voor bent, ongeacht je leeftijd. - De rijvaardigheidsproef instructeur B wordt gereden in wedstrijduniform volgens de FEI-reglementen tenzij anders vermeld. - Het dragen van een ruiterhelm met driepuntssluiting is verplicht voor ieder die het paard bestijgt in of rondom de inrijpiste en examenpiste. Het niet naleven van deze maatregel kan leiden tot onmiddellijke uitsluiting van de betrokken deelnemer. In dit geval wordt er geen inschrijvingsgeld terugbetaald Een toekomstige lesgever draagt steeds een voorbeeldfunctie. Indien buitensporig gedrag (bv. agressie tegenover mens en dier) wordt vastgesteld, kan de jury beslissen om de deelnemer onmiddellijk uit te sluiten voor de rijvaardigheidsproef of om de resultaten te verwerpen. Er wordt in dit geval steeds melding gedaan bij de organiserende federatie van het voorval. In dit geval wordt er geen inschrijvingsgeld terugbetaald. Dressuur: - Een dressuurzweep is toegelaten in de proef van instructeur B dressuur. De zweep is minimaal 80cm en maximaal 120 cm lang (of maximaal 1m lang in geval van een pony). - Sporen zijn facultatief in de instructeur B proef. De sporen moeten gemaakt zijn van glad metaal en mogen nooit langer zijn dan 3,5 cm. Wieltjes zijn verboden. - Het dragen van een bodyprotector is toegelaten.

12 Jumping: - Een rijzweep mag gebruikt worden. Deze mag niet langer zijn van 75 cm. - Sporen zijn toegelaten, maar niet verplicht. Ze moeten gemaakt zijn van glad metaal en de uitsteeksels mogen niet langer zijn dan 4 cm. Het uiteinde moet stomp zijn. Wieltjes zijn niet toegelaten. Richtlijnen met betrekking tot het paard: - Het is toegelaten om de rijvaardigheidsproef met een pony af te leggen, al blijven de eindtermen dezelfde (bv. de hoogte van de springproef wordt niet verlaagd). Enkel ruiters/amazones tot en met het jaar waarin ze 16 jaar worden kunnen starten met een pony in een rijvaardigheidsproef. - Éénzelfde paard/pony mag maximum 2 rijvaardigheidsproeven rijden op 1 examendag. - In sommige accommodaties is het mogelijk om een stal te huren of gebruik te maken van de piste (tegen betaling). Hiervoor moet rechtstreeks contact opgenomen worden met de accommodatie voor verdere afspraken. - Dierenwelzijn wordt door de deelnemer hoog in het vaandel gedragen. - Indien een paard incorrect loopt of wanneer het paard tekenen van pijn vertoont, kan de jury beslissen de proef stop te zetten. In dit geval wordt geen inschrijvingsgeld terugbetaald. - Het is toegelaten dat het paard ingereden wordt door een andere ruiter. - De deelnemer moet zelf een geschikt paard voorzien voor de desbetreffende rijvaardigheidsproef. 12 Dressuur: - Bitloos rijden is niet toegestaan. - Trens is verplicht in de proef van instructeur B, stang en trens is niet toegelaten - Toegestane bitten: zie bijlage 2. - Er kan gereden worden met een dressuurzadel of veelzijdigheidszadel. Andere zadels zijn niet toegelaten. - De proef mag voorgelezen worden. Enkel de officiële termen van de proef mogen gebruikt worden. - Zadelonderleggers moeten overwegend wit zijn. - Bandages, pijpkousen en springschoenen zijn verboden tijdens het examen. Tijdens het inrijden zijn deze wel toegelaten. - Oorkapjes en/of een pollennetje (neus/ogen) zijn niet toegelaten.

13 Jumping: - Toegestane bitten: zie bijlage 3. - Er kan gereden worden met een springzadel of veelzijdigheidszadel. Andere zadels zijn niet toegelaten. Zadelloos rijden is verboden. - Oogkleppen zijn verboden. - Losse en vaste martingale is toegelaten - De teugels moeten aan het bit bevestigd zijn of rechtstreeks aan de toom. Ophaaltrens en hackamores zijn toegelaten. - Bitten met lepels zijn verboden. Dit zijn enkele vastgelegde afspraken voor de rijvaardigheidsproeven. Voor andere vragen kunt u het FEI-reglement raadplegen. Dit is terug te vinden op de website van VLP (Nederlands vertaald). Deliberatie en proclamtie : - Enkel de jury oordeelt over het wel of niet slagen van de kandidaten! Het resultaat wordt ingevuld op de verzamelstaat en door de juryleden ondertekend als bevestiging. Wie op alle onderdelen minstens 65% behaalt, slaagt - Het jurylid deelt de resultaten (geslaagd / niet-geslaagd) mee aan de deelnemers na de rijvaardigheidsproeven. Alle deelnemers krijgen een protocol met bemerkingen mee naar huis. De deelnemers kunnen meer uitleg vragen aan de desbetreffende juryleden tijdens de proclamatie. Nadien feedback opvragen is niet meer mogelijk Het secretariaat van de VLP verwerkt het examen, stuurt aan alle geslaagden of vrijgestelden van een onderdeel de nodige attesten en maakt een kopie van de uitslagen over aan het VTS-secretariaat. - Een ruiter kan zoveel herkansen dan nodig. Er staat geen limiet op het aantal herkansingen. - Bij een val kan de jury alsnog besluiten de deelnemer te laten slagen.

14 Nuttige adressen Secretariaten Vlaamse Liga Paardensport VZW Jozef Hebbelynckstraat Merelbeke Rekeningnummer: BE Tel.: 09/ Fax: 09/ info@vlp.be Website: Verantwoordelijke kaderopleiding: Valérie Van Slycke valerie@vlp.be 14 Vlaamse Trainersschool (VTS) Arenberggebouw Arenbergstraat Brussel Tel.: 02/ Fax.: 02/ vts@sport.vlaanderen Contactpersoon: Sofie Journee Sofie.Journee@sport.vlaanderen (denkcelsecretaris)

15 Bijlages BIJLAGE 1: BESCHRIJVING EN PROTOCOL VAN RIJVAARDIGHEIDSPROEVEN INSTRUCTEUR B A. Rijvaardigheidsproef Instructeur B Dressuur Protocol Rijvaardigheidsproef instructeur B Dressuur Datum: Ruiter: Plaats: Rijbaanafmetingen: 20mx40m Jury: (Doorzitten tenzij anders gevraagd) 1 A-X X 2 C 3 H-X-F Uit te voeren figuren Nota Opmerkingen Binnenkomen in arbeidsdraf Halt houden en groeten Voorwaarts in arbeidsdraf Linkerhand Van hand veranderen in middendraf 15 F Arbeidsdraf 4 (overgangen arbeidsdraf-middendraf en middendraf-arbeidsdraf) 5 A Afwenden D-H 6 M-X-K Wijken voor het rechterbeen Van hand veranderen in middendraf K Arbeidsdraf 7 (overgangen arbeidsdraf-middendraf en middendraf-arbeidsdraf) 8 A Afwenden D-M Wijken voor het linkerbeen 9 C Halt houden Eén paardlengte achterwaarts, daarna voorwaarts in middenstap 10 H-B Van hand veranderen in middenstap 11 B-E Halve cirkel en daarbij het paard de hals laten strekken

16 12 Tussen E-H E-H 13 (C-H-B-E- H) 14 H C 15 B-E-B B 16 A D X G C 17 E-B-E Teugels op maat nemen Middenstap De middenstap Arbeidsdraf Arbeidsgalop rechts aanspringen Cirkel in middengalop Arbeidsgalop en hoefslag volgen Afwenden op de middenlijn Arbeidsdraf Middenstap Arbeidsgalop links aanspringen Linkerhand Cirkel in middengalop E Arbeidsgalop en hoefslag volgen 18 K Arbeidsdraf 19 F-X-H Van hand veranderen en het paard de hals laten strekken, daarbij lichtrijden 16 Voor H Teugels op maat nemen 20 M-B Schouder voor 21 B-X-E Door een S van hand veranderen 22 E-K Schouder voor 23 A X Afwenden Halt houden en groeten In middenstap met lange teugel de rijbaan verlaten X

17 Algemene beoordeling: 1 Zuiverheid der gangen, lichtheid, soepelheid en regelmaat 2 Impuls (frisheid, elasticiteit, ruggebruik en het ondertreden van de achterhand) 3 Gehoorzaamheid, aannemen en doorlaten van de hulpen (aandacht en vertrouwen, harmonie, ontspanning, aanleuning en relatieve oprichting) X 2 4 Houding en zit, inwerking van de ruiter en het correcte gebruik van de hulpen X 2 Totaal / 290 Halve punten zijn toegelaten voor alle rubrieken. Strafpunten: 1 e fout: -0.5%, 2 e fout: -1%, 3 e fout: uitsluiting Geslaagd = meer dan 65% (188 punten) Handtekening jury geslaagd... Geslaagd / Niet 17 Richtlijnen voor de Rijvaardigheidsproef instructeur B dressuur - Alle genummerde rubrieken krijgen een puntencijfer op 10, soms met coëfficiënt x2. Halve punten zijn toegelaten - Strafpunten = 1e fout = -0,5 % ; 2e fout = -1 % ; 3e fout = uitsluiting - Wijken voor het been = met een recht (geen buiging) paard, nagenoeg parallel aan de lange zijde, paard gaat in gelijke mate voorwaarts, zowel als zijwaarts met een rustige soepele aanleuning. Het paard blijft recht in de rug, met lichte stelling weg van de rijrichting. Nadruk ligt niet op het op de letter rijden, maar op de doorlaatbaarheid, de gehoorzaamheid aan het zijwaarts drijvend been en de impuls. Het paard moet lossig zijn in z n lijf en moet de benen duidelijk kruisen. De ruiter hindert het paard niet in de voorwaartse richting en mag de hoefslag bereiken tussen de middenletter en de hoekletter. - Door een S van hand veranderen tussen E/B moet symmetrisch, gecentreerd en bij X minstens 1 paardenlengte recht voorwaarts, dan pas de volgende halve volte aanvangen met behoud van activiteit/impuls en lengtebuiging in de halve voltes. - Er wordt geen verzameling verwacht maar wel een ontspannen paard dat voorwaarts en door het lijf is. De jury wil geen korte ingehouden (vastgehouden) pasjes zien!

18 B. Rijvaardigheidsproef Instructeur B springen De rijvaardigheidsproef van de instructeur B lesgeversopleiding bestaat uit een technische springproef die wordt verreden over twee hindernissen die op de middellijn staan en een hoogte van 70 cm hebben. Tijdens deze technische proef kan de kandidaat cursist zijn rijvaardigheid aantonen waarbij de ervaring en de springkwaliteiten van het paard van ondergeschikt belang zijn. Indien de kandidaat cursist tijdens de rijvaardigheidsproef in totaal 65% haalt op volgende punten kan hij starten aan module 2 van de instructeur B opleiding. 1) De springhouding van de ruiter a. Ontspannen en gecontroleerde springhouding van de ruiter met onafhankelijke teugelhulpen en beenhulpen. b. De springruiter is in staat om zowel tussen de hindernissen als over de hindernissen de gepaste springhouding aan te nemen. c. Tussen de hindernissen zal de springruiter zoveel mogelijk de light forward seat aannemen. Tijden de korte wendingen zal hij het bovenlichaam naar achteren tegen de loodlijn brengen en indien gevraagd zal hij de verlichte springzit aannemen. 2) Controle van de lijn a. De combinatie volgt de beschreven lijn tussen de hindernissen en het paard springt steeds in het midden van de hindernissen. b. Tijdens de rechte lijnen is het paard rechtgericht en tijdens de wendingen neemt het paard de buiging van de lijn aan. De ruiter mag zowel vliegende alsook enkelvoudige galopwissels uitvoeren. 18 3) Controle van de snelheid a. Het paard vertoont voor en na de hindernis geen grote snelheidsveranderingen. 4) Controle van de paslengte a. De ruiter is in staat om de lengte van de galoppassen vloeiend te vergroten en te verkorten om tot een goede afzetafstand te komen. b. De galoppassen tussen twee hindernissen worden gelijkmatig verdeeld en hebben dus bij benadering dezelfde lengte. 5) Controle van het evenwicht (lateraal en horizontaal) a. Het paard heeft de buiging van de lijn tijdens de wendingen zonder over de schouder naar binnen of naar buiten te vallen. b. De ruiter herstelt het evenwicht van zijn paard na de hindernis. Een sterke verzameling wordt niet verwacht.

19 6) Haalbare afzetafstanden a. De ruiter is in staat om de galoppassen van het paard te verkorten of te verlengen om tot een haalbare afstand te komen. De afzetafstanden zijn niet doorslaggevend in de eindevaluatie. Extra regels: - Hulp van derden is niet toegelaten. - Er worden geen strafpunten toegekend voor afgeworpen balken. - De combinatie wordt uitgesloten na drie weigeringen. - De ruiter mag bij parcoursvergissing de proef tot 2 maal herhalen maar hij mag zich hierbij niet laten bijstaan door derden. - Bij een val van de ruiter mag de ruiter het parcours hervatten. Bij een val van het paard wordt de combinatie uitgesloten. - De jury kan ten alle tijden de proef onderbreken of beëindigen om veiligheidsredenen. Opstelling Afgebakende zandpiste van 25m x 50m 19 Op de middenlijn staan twee stijlsprongen met een hoogte van 70cm en 24 meter uit elkaar. De hindernissen zullen hierdoor 13m meter van de korte zijde staan. De hindernissen bestaan uit 2 horizontale balken met aan beide zijden van de hindernis een voetbalk op de grond. Beschrijving Rijvaardigheidsproef instructeur B Springen:

20 Lijn 1 1) Hindernis 1 in rechtergalop aanrijden op de rechterhand. 2) Hindernis 1 en 2 springen met daartussen 7 galoppassen van ongeveer 3 meter lengte in linker- of rechtergalop 3) Na hindernis 2 rechterhand en grote cirkel rijden in de rechtergalop. 4) Hindernis 2 aanrijden vanuit rechtergalop. 20 Lijn 2 5) Hindernis 2 en 1 springen met daartussen 6 galoppassen van ongeveer 3,4 meter lengte in linker- of rechtergalop. Houding: verlichte springzit tussen de hindernissen

21 6) Na hindernis 1 linkerhand en grote cirkel rijden in de linkergalop. 7) Hindernis 1 aanrijden vanuit linkergalop. Lijn 3 8) Hindernis 1 en 2 springen, in het midden een volte van 15 meter op de linkerhand. 9) Overgang naar draf bij aanvang van de volte ) Overgang naar linkergalop aan het einde van de volte.

22 11) Na hindernis 2 linkerhand en grote cirkel rijden. 12) Hindernis 2 in linkergalop aanrijden. Lijn 4 13) Hindernis 2 en 1 springen, in het midden een volte van 15 meter op de linkerhand in linkergalop. 22

23 14) Na hindernis 1 rechterhand en grote cirkel rijden in de rechtergalop. 15) Hindernis 1 in rechtergalop aanrijden. Lijn 5 16) Hindernis 1 en 2 springen met daartussen 7 galoppassen in linker of rechtergalop. 17) Na hindernis 2 rechterhand, overgang naar stap en rustig de piste verlaten. 23

24 Protocol van de rijvaardigheidsproef instructeur B springen Datum: Ruiter: Plaats: 1 Hindernis 1 in rechtergalop aanrijden op de rechterhand. 2 Hindernis 1 en 2 springen met daartussen 7 galoppassen in linker- of rechtergalop 3 Na hindernis 2 rechterhand en grote cirkel rijden in de rechtergalop. 4 Hindernis 2 aanrijden vanuit rechtergalop. 5 Hindernis 2 en 1 springen met daartussen 6 galoppassen in linker- of rechtergalop. Houding: verlichte springzit 6 Na hindernis 1 linkerhand en grote cirkel rijden in de linkergalop. 7 Hindernis 1 aanrijden vanuit linkergalop 8 Hindernis 1 en 2 springen, in het midden een volte van 15 meter op de linkerhand. 9 Overgang naar draf bij aanvang van de volte. 10 Overgang naar linkergalop aan het einde van de volte. 11 Na hindernis 2 linkerhand en grote cirkel rijden. 12 Hindernis 2 in linkergalop aanrijden. Jury: Nota Opmerking Hindernis 2 en 1 springen, in het midden een volte van 15 meter op de linkerhand in linkergalop. 14 Na hindernis 1 rechterhand en grote cirkel rijden in de rechtergalop. 15 Hindernis 1 in rechtergalop aanrijden. 16 Hindernis 1 en 2 springen met daartussen 7 galoppassen in linker- of rechtergalop. 17 Na hindernis 2 rechterhand, overgang naar stap en rustig de piste verlaten 18 Zuiverheid der gangen, lichtheid, soepelheid en regelmaat 19 Impuls (frisheid, elasticiteit, ruggebruik en het ondertreden van de achterhand)

25 20 Gehoorzaamheid, aannemen en doorlaten van de hulpen (aandacht en vertrouwen, harmonie, ontspanning, aanleuning) X 2 21 Houding en zit, inwerking van de ruiter en het correcte gebruik van de hulpen X 2 Totaal / 230 Uitsluiting: 3 weigeringen, val, 3 e parcoursvergissing, veiligheidsredenen Geslaagd = meer dan 65% (149 punten) Handtekening jury geslaagd Geslaagd / Niet... 25

26 C. Rijvaardigheidsproef instructeur B Eventing De rijvaardigheidsproef van de instructeur B lesgeversopleiding bestaat uit een technische terreinproef die wordt verreden over acht X-country hindernissen die een maximum hoogte van 80 cm hebben. Tijdens deze technische proef kan de kandidaat cursist zijn rijvaardigheid aantonen waarbij de ervaring en de springkwaliteiten van het paard van ondergeschikt belang zijn. Indien de kandidaat cursist tijdens de rijvaardigheidsproef op alle onderdelen 65% haalt kan men starten aan het sportspecifieke gedeelte van de instructeur B opleiding. Dressuur: zie dressuurproef instructeur B dressuur Springen: zie springproef instructeur B springen Terreinrijden: 1) De houding van de ruiter a. Ontspannen en gecontroleerde houding van de ruiter met onafhankelijke teugelhulpen en beenhulpen. b. De ruiter is in staat om zowel tussen de hindernissen als over de hindernissen de gepaste springhouding aan te nemen. 26 2) Controle van de snelheid a. Het paard vertoont voor en na de hindernis geen grote snelheidsveranderingen. 3) Haalbare afzetafstanden a. De ruiter is in staat om de galoppassen van het paard te verkorten of te verlengen om tot een haalbare afstand te komen. De afzetafstanden zijn niet doorslaggevend in de eindevaluatie. Extra regels: - Hulp van derden is niet toegelaten. - De combinatie wordt uitgesloten na drie weigeringen. - De ruiter mag bij parcoursvergissing de proef tot 2 maal herhalen maar hij mag zich hierbij niet laten bijstaan door derden. - Bij een val van de ruiter beslist de jury of de ruiter het parcours mag hervatten. Bij een val van het paard wordt de combinatie uitgesloten. - De jury kan ten alle tijden de proef onderbreken of beëindigen om veiligheidsredenen.

27 Beschrijving van de rijvaardigheidsproef instructeur B eventing De proef bestaat uit het springen van acht X-countryhindernissen van maximaal 80 cm hoogte waaronder op-afsprong, waterhindernis, haag, trakehner en één combinatiehindernis. Protocol van de rijvaardigheidsproef instructeur B eventing Datum: Ruiter: Plaats: 1 galoptempo en houding bij aanvang van de rit 2 Hindernis 1 Jury: Nota Opmerking 3 Hindernis 2 4 Hindernis 3 5 Hindernis 4 6 Hindernis 5 7 Hindernis Hindernis 7 9 Hindernis 8 10 Na hindernis 8 eindvolte met correcte overgang naar draf en stap en rustig de piste verlaten 11 Impuls (frisheid, elasticiteit, ruggebruik en het ondertreden van de achterhand) 12 Gehoorzaamheid, aannemen en doorlaten van de hulpen (aandacht en vertrouwen, harmonie, ontspanning, aanleuning) X 2 13 Houding en zit, inwerking van de ruiter en het correcte gebruik van de hulpen X 2 Totaal / 150 Uitsluiting: 3 weigeringen, val, 3 e parcoursvergissing, veiligheidsredenen Geslaagd = meer dan 65% (97,5 punten) Handtekening jury Geslaagd / Niet geslaagd...

28 BIJLAGE 2: TOEGESTANE BITTEN IN DRESSUUR Bitten moeten vervaardigd zijn van metaal of hard plastic en mogen bedekt zijn met rubber (indien dit de productievorm is). Het bit omwikkelen met gelijk welk materiaal en buigzame rubberen bitten zijn niet toegelaten. De toegelaten maximum lengte van de scharen van de stang is beperkt tot 10 cm (gemeten onder het mondstuk). De diameter van het mondstuk moet aangepast zijn aan de mond van het paard zodat dit geen pijn veroorzaakt. De minimum diameter voor een stang is 12 mm, voor de trens 10 mm. Voor jonge paarden moet de trens minimum 14 mm zijn. Voor pony s moet de trens minimum 10 mm zijn, gemaakt uit metaal of harde plastic en mogen bedekt zijn met rubber. Rubber bitten mogen ook. 28

29 Volgende bitten zijn toegelaten: Toegelaten enkelvoudige bitten: 1. Watertrens 2. a,b,c: Dubbel gebroken trens waarvan het middenstuk moet afgerond zijn. 3. Bustrens 4. D-trens (Racing-bit) 5. Bustrens met zijstukken 6. Trens met losse ringen en zijstukken (Fulmer) 7. Trens met enkel bovenaan zijstukken 8. Baucher-trens 9. Recht, ongebroken bit. Ook toegelaten in bustrens. 10. Trens met draaiend mondstuk 11. Trens met draaiend middenstuk 12. Roterend bit met draaiend middenstuk 29

30 Toegelaten bitten voor pony s Recht, ongebroken rubber trens Bustrens a) met zijstuk b) zonder zijstuk D-trens (Racing-bit) Watertrens Watertrens met dubbel gebroken middenstuk (tussenstuk) Baucher-trens 30 Recht, ongebroken bit. Ook toegelaten in bustrens. Trens met draaiend mondstuk Trens met draaiend middenstuk Rotary bit Alle bovenstaande bitten mogen bedekt zijn met rubber, leder of plastic, maar ze moeten gebruikt worden in hun productievorm.

31 BIJLAGE 3: TOEGESTANE BITTEN IN JUMPING De teugels moeten vastgemaakt zijn aan het bit of aan het verbindingsstuk. Enkel niet vaste martingals zijn toegelaten. Dubbele mondstukken en oogkleppen zijn niet toegelaten. De volgende types van bitten en neusriemen zijn toegelaten : Bitten mogen vervaardigd zijn uit om het even welk materiaal (metaal, rubber, plastic, leder, ) maar moeten gebruikt worden in hun oorspronkelijke productievorm. Dubbele mondstukken zijn niet toegelaten. De minimum diameter van het mondstuk is 10 mm. - Alle trenzen: gebroken, dubbel gebroken of recht (ongebroken), Myler-bits licht gebogen - Alle ophaaltrenzen: normale ophaaltrens, gebroken of recht NB: bitten met draad, dubbele draad of ketting mogen niet gebruikt worden. - Alle Pelhams gebroken, dubbel gebroken of recht, licht gebogen Maximum lengte van de scharen: 15 cm. NB: alle Pelhams moeten gebruikt worden met één enkele teugel. De teugel moet bevestigd zijn of aan een tussenstuk of aan de grootste van beide ringen van het bit Alle Kimberwicks een Engels bit met een rechtstreeks effect met mogelijkheid voor de bevestiging van een kinketting, die kan zorgen voor meer hefboomwerking - Alle pessoa-bitten: maximum 4 ringen (inbegrepen de bovenste ring voor het bakstuk. Teugels moeten bevestigd zijn aan een ring; dubbele teugel mag gebruikt worden met of zonder verbindingsstuk. Gebroken, dubbel gebroken of recht Maximum lengte van de scharen: 16 cm. - Hackamore: Maximum lengte van de scharen: 17 cm. Meting moet in een rechte lijn vanaf het midden van de bovenste ring naar het midden van de onderste ring worden uitgevoerd. Voor modellen met een "kinketting" of riem, moet de meting worden genomen uit het midden van de onderste ring naar het punt van splitsing waar de schacht verbindt met het neusstuk. Raadpleeg het memorandum voor Internationale Jumping Evenementen op de FEI website voor foto's. NB: Hackamore mag niet gecombineerd worden met een bit

32 32