Januari Springwedstrijd. E. Kerkstra Wedstrijdsecretariaat RSC de Schimmelkroft

Transcriptie

1 Januari 2013 Springwedstrijd E. Kerkstra Wedstrijdsecretariaat RSC de Schimmelkroft

2 Springwedstrijd 1. Inleiding Rubrieken die verreden worden zijn de verschillende springhoogtes: S30, S40, S50, S60, S70, S80, S90. In een wedstrijd rij je twee keer het parcours in de rubriek waarin je uitkomt. Voor het parcours dat je rijdt, word je beoordeeld door een jury die punten toekent. Op basis van de puntentelling kun je promotiepunten verdienen en eventueel meedoen in de barrage. Hieronder wordt dit verder uitgelegd en vind je praktische informatie over het deelnemen aan een springwedstrijd. Tot slot is in deze brochure het Spring reglement van de FNRS opgenomen. In dit reglement vind je meer details over de beoordeling, de wedstrijd en de regels waar paard en ruiter aan moeten voldoen. 2. Verloop van de wedstrijd Deelname aan de volgende parcours is mogelijk: Parcours met 8 of 9 hindernissen (sprongen). Parcours met 8-9 hindernissen, waarbij 1 dubbelsprong is opgenomen in het parcours, maximaal aantal sprongen is vastgesteld op 10. Barrages zijn toegestaan, maar niet verplicht. De hoogte van de sprongen loopt van 30 t/m 80 cm De barrage op de hoogte van 30 t/m 60 wordt gereden op stijl op hoogte van 60 t/m 80 op stijl of op tijd. De barrage kan gereden worden: A: met ruiters met 45 punten of hoger in het basisparcours, dus stijlcijfer strafpunten. B: met ruiters met foutloos basisparcours De uitslag van de barrage: A behaalde stijlcijfer stafpunten B behaalde tijd met daarnaast de strafpunten. 3. De puntentelling De proeven worden beoordeeld op stijl volgens het FNRS wedstrijdreglement : Beoordelen van de proeven. Tijdens de beoordeling van de springproeven worden de onderstaande punten aan de orde gesteld. Binnenkomen, halt houden en groeten: cijfer x 1 Binnenkomen : hierbij wordt gekeken naar de wijze van binnenkomen. (Het netjes naar de jury toe rijden) Waar gaat de ruiter groeten. Het halthouden: zonder trekken, gehoorzaamheid van het paard beoordelen recht voor de jury Groet: op nette wijze groeten, gezicht en houding richting de jury. Wegrijden na het groeten.

3 Wijze van rijden tussen de hindernissen: cijfer x 3 Galoppeert of draaft de combinatie tussen de hindernissen. Loopt het paard in balans Hindert de ruiter het paard niet tijdens zijn bewegingen Worden wendingen netjes (zonder trekken) en vloeiend gereden. Rijdt de ruiter passend toe naar de hindernissen Houding en zit tijdens de sprong: cijfer x 3 Zit de ruiter in evenwicht tijdens de sprong (afzet/sprong/landing) Zit de ruiter recht tijdens de sprong Gaat de ruiter mee tijdens de sprong, wordt het paard niet gehinderd tijdens de sprong Is de been-, hoofd-, en handhouding correct tijdens de sprong. Voorbeeld puntentelling Binnenkomen cijfer 9 x 1 = 9 Wijze van rijden tussen de hindernissen cijfer 7 x 3 = 21 Houding en zit cijfer 6 x 3 = Subtotaal 48 punten 2 afgeworpen hindernis 2 x 2 = 4 minpunten Subtotaal 44 punten 1 weigering 1 x 4 = 4 minpunten punten 4. Promoveren Promotiepunten kunnen worden behaald volgens de volgende puntentelling: 49 punten of meer 2 promotiepunten punten 1 promotiepunt Nvt. Met 10 PP mag je naar een hogere rubriek, bij 15 PP is men verplicht in een hogere rubriek te starten, maar altijd in overleg met de instructie. Voor de rubrieken S40, S60, S80 zijn diploma s te behalen. Verliespunten worden niet gegeven.

4 5. Inschrijven 5.1. Wanneer mag je meedoen Ruiters die de vaardigheidsproeven 1 en 2 gevolgd hebben kunnen zich inschrijven voor een springwedstijd, evenals deelnemers met 1 PP in de F6. Heb je al springervaring overleg dan met je instructie of je mee kan doen met een wedstrijd, je kunt ook een keer met de springles op woensdag meerijden in overleg met je instructie. Dit is zowiezo goed om te doen ter voorbereiding op de springwedstrijd Hoe kun je inschrijven De wedstrijden worden aangekondigd in de wedstrijdagenda. van De Schimmelkroft. Er worden per seizoen (september juli) 5 springwedstrijden georganiseerd, waar zowel pony's als paarden aan meedoen, Aanmelden uitsluitend aan de bar, tot uiterlijk zondag voor de wedstrijd. Inschrijven op springhoogte altijd alleen na overleg met de instructie. Eigen paarden kunnen alleen meedoen als zij in de les meerijden. Bij het inschrijven twee paarden of pony s opgeven en dit overleggen met je instructie. Je hoeft niet steeds een ander paard of andere pony op te geven, maar het is niet de bedoeling het gehele seizoen met hetzelfde paard/pony te springen. Wissel het eens af. Instructie kan t.a.v. veiligheid voor de deelnemer en paard/pony hier een andere beslissing over nemen Hoe word je verder geïnformeerd De startlijst komt op het mededelingenbord en op de website. Het wedstrijdsecretariaat deelt de deelnemers in overleg met instructie in de rubrieken in. 6. Op de wedstrijddag Op de wedstrijddag minimaal 1 uur voor aanvang aanwezig zijn. Kom je eerst even melden en inschrijven bij het wedstrijdsecretariaat boven in de kantine. Het wedstrijdgeld bedraagt Neem ook je ruiterpaspoort mee, zodat we deze kunnen invullen. Er wordt eerst parcours gebouwd. Het is de bedoeling dat de deelnemers van de 1 e rubrieken helpen met het opbouwen van het springparcours. Daarna ga je parcours lopen, om te kijken in welke volgorde de sprongen gereden moeten worden en dan wordt er per klasse ingereden zowel bij de pony s als bij de paarden. Beide in wedstrijdtenue dus voor het parcours lopen het paard/de pony opzadelen. Paarden van buiten, in bezit van ruiterpaspoort en meerijdend in een les alleen in overleg op stal of gang zetten, bij voorkeur in de buitenbak stappen. Het is de bedoeling dat de deelnemers van de laatste rubrieken helpen om het parcours na de wedstrijd weer netjes op te ruimen. Zweep maximaal 75 cm. Na de wedstrijd komen de uitslagen van de wedstrijd boven op het mededelingenbord te hangen en op de website en in de krant te staan.

5 Regelement FNRS Springen per 1 oktober Artikel 1 Kledingvoorschriften ruiter: a. Het veiligheidshoofddeksel dient CE-EN 1384 gekeurd te zijn (ook verplicht bij het losrijden of inspringen) b. Rij-jasje + plastron/stropdas + witte blouse + witte handschoenen + witte rijbroek (= compleet wedstrijdtenue), of Manegesweater/ manegebodywarmer/ effen sweater/ witte blouse met lange mouwen + rijbroek. c. Bij het officiële wedstrijdtenue zijn witte handschoenen verplicht. Bij het andere tenue zijn handschoenen niet verplicht, maar draagt met ze wel dan moeten het witte handschoenen zijn. d. Rijlaarzen, rubber of leer, of jodphurschoenen in combinatie met minichaps (zonder franjes) e. Maximale toegestane lengte karwats is 75 cm. f. Ruiters die deelnemen aan de FNRS- proevendagen dienen voor het rijden van de proef hun (geldige) ruiterpaspoort in te leveren bij het wedstrijdsecretariaat. g. Het ruiterpaspoort is vanaf de aanvangdatum 1 jaar geldig. h. Na het eerste jaar is het ruiterpaspoort geldig vanaf het plaatsen van de jaarzegel voor het nieuwe jaar en nadat de manegehouder zijn bedrijfsstempel over de jaarzegel heeft geplaatst. i. Deelname aan springparcoursen is mogelijk na het behalen van het diploma F6 of B dressuur. j. Het dragen van een bodyprotector of airparka is toegestaan. k. Indien de deelnemer niet aan sub a t/m j van dit artikel voldoet, kan er niet gestart worden door de betreffende ruiter. l. Overmatig gebruik van karwats/teugels en/of sporen wordt bestraft met een waarschuwing. Na één waarschuwing volgt uitsluiting. Artikel 2 a. Het paard dient te zijn opgetoomd met een deugdelijk, goed passend en in behoorlijke staat van onderhoud verkerend zadel en hoofdstel en bit (trensoptoming). Tevens is het toegestaan om na toestemming van de manegehouder bitloos te starten. b. Beenbeschermers, sporen en hulpteugels (mits goed afgesteld) zijn alleen toegestaan met toestemming van de manegehouder. Artikel 3 a. Het basisparcours per hoogte wordt beoordeeld op stijl. De barrage van de hoogte wordt verreden op stijl. De barrage van de hoogte mag op stijl of op tijd verreden worden. b. Onderdelen in het springen worden gewaardeerd van 0 tot en met = niet uitgevoerd 1. = zeer slecht 2. = slecht 3. = tamelijk slecht 4. = onvoldoende 5. = matig 6. = voldoende 7. = tamelijk goed 8. = goed 9. = zeer goed 10. = uitmuntend c. De verschillende beoordelingspunten hebben waarderingen Binnenkomen, halthouden en groeten : cijfer x 1 Wijze van rijden tussen de hindernissen : cijfer x 3 Houding en zit op de sprong : cijfer x 3 d. Bij het behalen van punten behaalt de ruiter 1 promotiepunt.

6 Bij het behalen van 49 punten of meer behaalt de ruiter 2 promotiepunten. Promotiepunten kunnen door de manegehouder in het ruiterpaspoort worden geregistreerd. e. Bij 10 of meer promotiepunten mag met een 10 cm hoger parcours starten. Bij 15 promotiepunten moet men een 10 cm hoger parcours starten. f. Diploma s kunnen worden aangevraagd bij het behalen van 10 promotiepunten bij de hoogte van even parcoursen ( cm). g. Promotiepunten kunnen alleen behaald worden in het hoogst geklasseerde parcours dat men springt. h. Men mag instromen tot en met de klasse S60. Artikel 4 a. Het maximaal aantal weigeringen is 3, daarna is de ruiter uitgesloten voor de prijzen. Indien het wedstrijdschema het toelaat, mag de jury toestaan dat het parcours als oefening wordt afgemaakt. b. Op de parcourstekening staat een ideale tijd genoteerd. Bij de tijdlimiet (2 maar de ideale tijd) volgt uitsluiting. c. Per afgeworpen hindernis worden 2 punten van het stijlcijfer afgetrokken d. Weigering, vergissing, springen verkeerde hindernis, rijden van een volte, starten voor startsignaal (de bel) en dergelijke geeft 4 aftrekpunten van het stijlcijfer. e. Door middel van een belsignaal geeft de jury tijdens het parcours aan wanneer de ruiter mag starten of moet stoppen. Tevens geeft de jury door middel van een belsignaal aan wanneer zich een onveilige situatie voordoet (hindernis in elkaar gesprongen bijv.) of als de ruiter wordt uitgesloten. Artikel 5. a. Maximaal aantal parcoursen (excl. Barrages) van een paard/ pony is vastgesteld op 4. b. Tijdens het losspringen mogen maximaal 4 sprongen worden gemaakt, verdeeld over stijlsprong en oxer.