voor Sleuf loze iëk - " leîdfrjstructliur / Januari 1998 Herziene uitgave 7 ' Nj NETHERLANDS SOCIETY FOR TRENCHLESS TECHNOLOGY

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "voor Sleuf loze iëk - " leîdfrjstructliur / Januari 1998 Herziene uitgave 7 ' Nj NETHERLANDS SOCIETY FOR TRENCHLESS TECHNOLOGY"

Transcriptie

1 9.2 / Ç Ï - / 1 / T" r) / Sleuf loze iëk - ".. / Ir voor leîdfrjstructliur / (hîhkhk.9fl doument) Weg- er WaterLouwkunde F;~IV ; l i)ijs 5044, 2600 GA DEUT 'Ç 1LG2i1363/364 / / / Januari 1998 Herziene uitgave Nj NETHERLANDS SOCIETY FOR TRENCHLESS TECHNOLOGY 7 '98

2 Sleuf loze technieken voor leiding-infrastructuur BID 0 C (bibliotheek en documentatie) DienstWeg-enWaterbouw kunde Postbus GA DELFT Tel /364 JANUARI 1998 Herziene uitgave 22FEB 1999 jp NETHERLANDS SOCIETY FOR TRENCHLESS TECHNOLOGY

3 INHOUD INLEIDING 1.1 Opdracht en doelstelling III Samenstelling werkgroep en werkwijze Afbakening werkgebied 1 INDELING VANTECHNIEKEN Technieken Criteria 2 2 BUIS000RPERSTECHNIEKEN Hydraulische buisdoorperstechnieken Open fronttechniek Gesloten fronttechniek Pneumatische buisdoorperstechnieken Impact ramming Impact moling 25 3 HORIZONTAAL GESTUURD BOREN 29 4 BOOGZINKEREN we 5 SANERING Vervangingstechnieken Buizenkrakermethode Buistreesmethode Uittrekken oude leiding en intrekken nieuwe leiding Renovatie Invoeren met diameterverlies, lange buislengten Invoeren met diameterverlies, korte elementen Invoeren met gering diameterverlies Wikkelbuismethode Geïmpregneerde kousmethode Flexibele slangmethode (hose lining) 67 6 BETROKKEN PARTIJEN EN HUN VERANTWOORDELIJKHEDEN 70

4 7 VOORBEREIDING EN UITVOERING PROJECTEN Aanleg Categorieën kruisingen Algemene aandachtspunten Sanering 78 VERKLARENDEWOORDENLIJST 84

5 INLEIDING 1.1 Opdracht en doelstelling De aanwezigheid van buisleidingen en kabels in de ondergrondse infrastructuur levert overal ter wereld, doch voornamelijk in de stedelijke gebieden, problemen op. Dit heeft in de eerste plaats te maken met de technische ontwikkelingen waardoor het aantal buisleidingen en kabels in de ondergrond sterk is toegenomen evenals de gevolgen van deze ontwikkelingen voor de overige infrastructuur. Het vaststellen van een nieuw tracé voor buisleidingen en kabels wordt daardoor steeds moeilijker. Een van de doelstellingen van de Nederlandse vereniging voor Sleufloze Technieken en Toepassing (NSTT) is het bevorderen van de acceptatie, het gebruik, en de ontwikkeling van sleufloze technologie bij de aanleg en het beheer van de ondergrondse infrastructuur. In augustus 1993 heeft de toenmalige NSTT werkgroep "Sleuf loze Technieken voor Kleine Leiding-infrastructuur" haar eerste rapport uitgebracht. In dat rapport werden de mogelijkheden en beperkingen geïnventariseerd van verschillende aanleg- en renovatietechnieken. Voor iedere techniek afzonderlijk werd de werkingsmethode en het toepassingsgebied beschreven. Tevens werd speciale aandacht besteed aan aspecten zoals terminologie en Organisatie. De werkgroep had toen haar doelstelling breed geformuleerd: "Het komen tot een doelmatige toepassing van sleufloze aanlegtechnieken voor de kleine leidinginfrastructuur". In beginsel ging het met name om de kleinere diameter leidingen en kabels die in gebruik waren en nog in gebruik zijn voor de verschillende nutsvoorzieningen. Het rapport was mede bedoeld als handboek voor mensen die betrokken zijn bij aanleg- en renovatiewerkzaamheden aan leidingsystemen, en informatie nodig hadden over toepassingsmogelijkheden van sleuf loze technieken in Nederland. In mei 1997 heeft het NSTT bestuur deze werkgroep gevraagd om haar werk weer op te pakken. Er was een duidelijke behoefte aanwezig onder de doelgroepen om het rapport van 1993 te actualiseren, rekening houdend met nieuwe ontwikkelingen en aangepaste technieken. De werkgroep heeft gaarne gehoor gegeven aan dit verzoek. Dezelfde doelstelling als in 1993 wordt nagestreefd met dien verstande dat de

6 afbakening van het werkgebied in het huidige rapport verruimd wordt. In 1993 is gesproken over "kleine" leiding-infrastructuur waarmee bedoeld werd leidingen van kleine diameter. In dit rapport nemen wij als werkgebied alle leidingen. De technieken voor tunnels voor auto- en treinverkeer blijven buiten beschouwing. Met deze werkwijze worden alle technieken voor de sleuf loze aanleg en renovatie van alle typen leidingen meegenomen. Hiermee wordt een vollediger beeld verkregen dan in het rapport uit 1993 het geval was. Bijvoorbeeld, de integrale leidingentunnels kunnen nu ook in beschouwing genomen worden. De doelgroep, te weten, alle betrokken partijen bij leidingwerk, blijft ongewijzigd. De beschrijving van de technieken wordt uitgebreide. Verder zijn de mogelijkheden en beperkingen opnieuw geïnventariseerd die bij de toepassingen van deze technieken een rol spelen. Samenstelling werkgroep en werkwijze Om een brede know how te mobiliseren hebben zowel opdrachtgevers als uitvoerders zitting in de werkgroep genomen. De samenstelling van de werkgroep is als volgt: Mw. M. Besteman Arcadis Heidemij Advies B.V. Dhr. J.B. Bodin GASTEC N.V. Dhr. E van der Grinten GASTEC N.V. Dhr. C. Hilhorst Joh. Ranzijn Boortechniek B.V. Dhr. P.J.M. Latta ENW Amsterdam N.V. Dhr. A.N.G. van Meurs RWS Dienst Weg- en Waterbouwkunde Dhr. M. Leistra Arcadis Heidemij Realisatie B.V. Dhr. F.J.A.M. Pigmans De Ruiter Aannemingsmaatschappij B.V. Om op efficiënte wijze te inventariseren is een onderverdeling van technieken gemaakt. Voor iedere deeltechniek is een eigen subwerkgroep samengesteld van leden met specifieke kennis van deze deeltechniek. Afbakening werkgebied Een goede afbakening van het werkgebied is noodzakelijk om te kunnen bepalen welke technieken meegenomen dienen te worden en wat het toepassingsgebied is. De werkgroep heeft bij de afbakening de volgende uitgangspunten gehanteerd: -Alleen technieken voor leidingen vallen binnen het werkgebied. Tunnelboormachines

7 (TBM) worden niet beschouwd. -Er wordt geen grens gesteld aan de diameter van de leiding. -Zowel aanleg- als renovatietechnieken zijn in de inventarisatie betrokken. -Alleen technieken die geschikt zijn voor toepassing in Nederlandse omstandigheden, worden beschouwd -De nadruk van de inventarisatie ligt op het geven van praktische informatie.

8 1 1 INDELING VANTECHNIEKEN Technieken De in dit rapport geïnventariseerde technieken zijn onder te verdelen in verschillende groepen. Bij de onderverdeling is uitgegaan van de basisprincipes van de sleufloze technieken. Technieken met dezelfde basisprincipes vormen een groep. De volgende indeling wordt gehanteerd: aanleg - buisdoorperstechnieken: - hydraulisch: open fronttechnieken gesloten fronttechnieken - pneumatisch: impact ramming (bodempersraket achter leiding) impact moling (bodempersraket voor leiding uit) - horizontaal gestuurd boren - boogzinkeren sanering - vervanging: - buizenkrakermethode - buisfreesmethode - uitrekken oude en intrekken nieuwe leiding - renovatie: - intrekken met diameterverlies lange buislengten korte elementen - intrekken met gering diameterverlies - wikkelbuismethode - geïmpregneerde kousmethode - flexibele slangmethode (hose lining)

9 Fd Erratum Sleufloze technieken voor Ieiding-inftastructuur, pagina 2 Techniek Bestuurbaar Aanieglengte Diameter ] Paragraaf Pagina open fronechniek nee < 70 m > 200 mm pao 6 gesloten fronnechniek - zonder tussenstations ja < 100 m 300 mm <.. < 600 mm pag 12 - met tussenstations ja < 2000 m > 600 mm impact ramming nee < 40 m alle pag 22 impact moling nee < 25 m < 150 mm pag 25 horizontaal gestuurd boren ja <1400 m alle H 3 pag 29 boogzinkeren nee < 40 m <125 mm H 4 pag 40 buizenkrakermethode n.v.t. < 80 m 50 mm <.. < 600 mm pag 43 buisfreesmethode n.v.t. < 200 m > 300 mm pag 46 uittrekken oude leiding n.v.t. < 15 m < 32 mm pag 49 invoeren met diameterverlies, lange buislengten invoeren met diameterverlies, korte elementen n.v.t. < 500 m 32 mm <.. < 800 mm pac 62 n.v.t. < 100 m > 200 mm pag 56 invoeren met gering diameter- verlies n.v.t. < 300 m 125 mm <.. < 300 mm pag 59 wikkelbuismethode n.v.t. < 50 m > 200 mm pag 62 gernpreyneerce Kousmetrioae n.v.t. < 200 m > 75 mm pag 64 flexibele slangmethode n.v.t < 200 m 100 mm <.. < 350 mm pag Criteria De in paragraaf 1.1 aangegeven technieken worden allen afzonderlijk geïnventariseerd. De inventarisatie bestaat uit het toetsen van een techniek aan een aantal aandachtspunten. Het totaal aan aandachtspunten geeft een beschrijving van het toepassingsgebied. De volgende aandachtspunten zijn gedefinieerd: A Beschrijving van de werkingsmethode van de techniek Onder dit aandachtspunt is een korte beschrijving te vinden van het werkingsprincipe van de techniek. B Produktleiding Onder dit aandachtspunt is geïnventariseerd welke typen produktleiding met de techniek aangelegd kunnen worden. Bij renovatietechnieken zijn hier zowel de te renoveren als de vervangende leiding beschouwd. De volgende aspecten met betrekking tot de typering van de produktleiding zijn gedefinieerd:

10 3 Materiaal Opsomming van de materialen die te gebruiken zijn voor de produktleiding. Bij renovatietechnieken ook de mogelijkheden wat betreft materiaal van de te renoveren leiding. Diameter Aanduiding van de diametergrenzen van de produktleiding die met de techniek aan te leggen of te renoveren zijn. Toepassing Opsomming van soorten van toepassingen voor de produktleidingen die met de techniek aan te leggen of te renoveren zijn. C Tracé Onder dit aandachtspunt is geïnventariseerd wat de mogelijkheden en beperkingen zijn met betrekking tot het tracé dat met de techniek aangelegd of gerenoveerd kan worden. Hierbij is zowel het ondergrondse tracé van de leiding als de bovengrondse omgeving in de beschouwing opgenomen. De volgende aspecten zijn gedefinieerd: Bovengrondse situatie op werkplek Beschrijving van de maatregelen die bovengronds getroffen moeten worden in verband met toepassing van de techniek en indicatie van de benodigde apparatuur. Te kruisen bovengrondse objecten Opsomming van mogelijke objecten die met de techniek te passeren zijn zonder deze te beïnvloeden. Ondergrondse obstakels Beschrijving van de mogelijkheden van de techniek om van te voren bekende of onverwachte ondergrondse obstakels te passeren en de beperkingen welke deze opleveren betreffende het tracé. Bodemcondities Opsomming van eigenschappen van de bodem waarin de techniek toegepast kan worden en bespreking van de invloed van de bodemcondities op realiseerbaarheid van een tracé. Haalbare nauwkeurigheid Indicatie van de haalbare nauwkeurigheid met de techniek en bespreking van factoren die deze nauwkeurigheid benvloeden. Aanleglengte Indicatie van de grenzen met betrekking tot de lengte van het tracé van aanleg of renovatie.

11 ri D Ontwerp Bij de hydraulische buisdoorperstechnieken en horizontaal gestuurd boren wordt speciaal aandacht besteed aan het aspect ontwerp. De volgende deelaspecten worden toegelicht en het belang ervan aangegeven: * Historisch onderzoek Bodemonderzoek Bodemcondities: Grondsoort Grondwaterstand Nauwkeurigheid Tekeningen/Werkplan Werkruimte Aanleglengte DIE Kort overzicht Onder dit aandachtspunt is aangegeven wat de voor- en nadelen van de techniek zijn en hun mogelijkheden en beperkingen. Het is een samenvatting van de inventarisatie van de techniek.

12 I;1 2 BUISDOORPERSTECHNIEKEN 2.1 Hydraulische buisdoorderstechnieken Een hydraulische buisdoorpersing wordt uitgevoerd vanuit een vanaf het maaiveld gegraven persput naar een ontvangstput. De doorgeperste leiding bestaat uit aaneengekoppelde elementen met voorop het eerste leidingelement een boorschild (figuur 2.1). Vanuit de persput worden eerst het boorschild en daarna de leidingelementen met behulp van in de persput opgestelde vijzels de grond in geperst (figuur 2.2). Wanneer een leidingelement is geperst worden de vijzels teruggetrokken en kan een nieuw element aangekoppeld en geperst worden. Om de wrijvingsweerstand tijdens het doorpersen te verlagen wordt tussen leiding en grond een smeermiddel aangebracht. Aan de voorzijde van het boorschild wordt de grond ontgraven. Het boorschild heeft een iets grotere diameter dan de leiding erachter. Als gevolg van het pers- en ontgravingsproces veranderen de bodemcondities aan het graaifront (verandering van korrel- en waterspanningen). De tegendruk aan het graaffront moet evenwicht maken met de heersende korrel- en waterspanningen. Het evenwicht kan verstoord worden als de snelheid van ontgraven ontvangstput niet is afgestemd op de voortgangssnelheid. Daardoor kan grondontspanning ontstaan. Welke perstechniek toegepast wordt is afhankelijk van de eigenschappen van de bodem. Dit kan variëren van een geheel open graaffront waarbij de grondwaterstand, eventueel kunstmatig, lager dient te liggen dan het niveau van de buisdoorpersing, tot een gesloten graaffront, waarbij door middel van een continu regelbare druk aan het graaifront sprake is van een volledige beheersing van de bodemcondities.

13 damwand II / Figuur 2.2: persput voor hydraulische buisdoorperstechnieken Open fronttechniek A Beschrijving van de werkingsmethode Bij de open fronttechniek bestaat het boorschild uit een open snijkop. Achter de snijkop is een schroefworm bevestigd, ook wel snek of avegaar genoemd. De door de snijkop losgegraven grond wordt door de avegaar afgevoerd naar de persput. De avegaar wordt net als de produktleiding opgebouwd uit aaneengekoppelde elementen. De avegaar wordt aangedreven door een motor in de persput (figuur 2.3). De avegaar dient zover in de boorbuis te steken, dat net geen glijviak ontstaat voor de snijkop, waardoor een verzakking zou kunnen ontstaan door het te veel weghalen van grond. Te weinig grond weghalen levert echter onnodige extra wrijving op, waardoor de grond voor de snijkop wordt opgestuikt. motor leidingelement avegaar Figuur 2.3: open fronttechniek

14 7 De open fronttechniek is bij kleine diameters in het algemeen niet bestuurbaar en bij grotere diameters beperkt bestuurbaar. Met de beperkt bestuurbare systemen kunnen geringe afwijkingen van de theoretische leiding-as enigszins bijgestuurd worden. Afwijkingen kunnen gemakkelijk ontstaan omdat de snijkop tijdens het persen de richting zoekt waarin de minste tegendruk wordt geleverd. De ongelijke tegendruk kan optreden doordat de opbouw van de bodem uit verschillende lagen bestaat of doordat obstakels in de bodem 'aangeboord' worden. Met de open fronttechniek kan niet zonder bemaling van het boorlichaam onder het grondwaterniveau geboord worden. Het inwendige van de leiding staat via het open graaffront min of meer in direct contact met de ongeroerde grond en het grondwater. Daarom moet het grondwaterpeil altijd, minimaal een meter bij kleine diameters en 0,5 meter bij grote diameters, onder de onderkant van de leiding staan of gebracht worden door middel van bemaling van het tracé. B Produktlelding Materiaal De volgende materialen kunnen gebruikt worden voor de produktleiding: - Staal. - Beton. - GVK. Diameter De kleinste diameter leiding waarbij open fronttechnieken kunnen worden toegepast bedraagt 200 mm. De grootste diameter waarbij open fronttechnieken praktisch nog met hydraulische persvijzels uitvoerbaar zijn bedraagt 3 tot 4 meter. Vanaf +1-1,5 m wordt in plaats van met een avegaar met de hand of met klein graaf materieel ontgraven en met rollend materieel naar de persput vervoerd. Toepassing De open fronttechniek is geschikt voor aanleg van produktleidingen voor de volgende toepassingen: - Leidingen onder druk (o.a. gas, water, persriolen). - Drukloze leidingen (o.a. riolering). - Leidinggroepen. Bij het toepassen van de techniek bij drukloze leidingen moet rekening gehouden worden met het feit dat deze techniek niet-bestuurbaar of beperkt bestuurbaar is. Alleen als de verwachte nauwkeurigheid groot genoeg is om het gewenste verval te realiseren, dient toepassing overwogen te worden.

15 F1 Tracé Bovengrondse situatie op werkplek - Persput Er is een persput nodig. Afhankelijk van de bodemcondities moet al dan niet een grondkerende constructie toegepast worden. Een dodebed tegen de achterwand van de put voor het overbrengen van de perskrachten van de vijzels is altijd nodig. De grootte van de put is hoofdzakelijk afhankelijk van de aansluiting die op de, eventueel ondiep in een sleuf gelegen, bestaande leiding gemaakt moet worden en de lengte van de leidingelementen. (staal 12 m, beton 3 m, GVK 6 m). Globaal kan worden gesteld dat de afmetingen zijn: lengte x breedte = (elementlengte + 3 m) x (leidingdiameter + 3 m). - Apparatuur bij persput Een vijzelinstallatie moet in de persput aangebracht worden. Een kraan boven/naast de persput is nodig voor de invoer van leidingelementen en afvoer van grond. - Depot voor uit persput ontgraven grond De uit de persput ontgraven grond dient tijdens de uitvoeringswerkzaamheden in depot te worden gezet om na uitvoering weer op haar oorspronkelijke plaats terug te worden gebracht. Indien naast de persput geen ruimte voor een depot is dient dit elders te worden gemaakt en dient er een ontsluitingsmogelijkheid voor grondtransport aanwezig te zijn. - Depot voor uit de leiding ontgraven grond Tijdens het buisdoorpersen komt eveneens grond vrij die in depot dient te worden gezet, hetzij nabij de perskuip, hetzij elders. In het laatste geval dient er een ontsluitingsmogelijkheid voor grondtransport te zijn. - Opslag leidingelementen Indien de ruimte in de nabije omgeving van de persput beperkt is kunnen de leidingelementen elders opgeslagen worden en een voor een aangevoerd worden. De afgegraven grond kan dan op de terugweg in b.v. containers afgevoerd worden. Dit houdt in dat er een ontsluitingsmogelijkheid voor leiding/grondtransport moet zijn. - Ontvangstput De grootte van de ontvangstput kan heel beperkt blijven. Deze put moet zo groot zijn dat de snijkop geborgen kan worden en de aansluiting op de, eventueel ondiep in een sleuf gelegen, bestaande leiding gemaakt kan worden. Afhankelijk van de bodemcondities moet al dan niet een grondkerende constructie toegepast worden. - Depot voor uit ontvangstput ontg raven grond De uit de ontvangstput ontgraven grond dient tijdens de uitvoeringswerkzaamheden in depot te worden gezet om na uitvoering weer op haar oorspronkelijke plaats terug

16 02 te worden gebracht. Indien naast de ontvangstput geen ruimte voor een depot is dient dit elders te worden gemaakt en dient er ruimte en een ontsluitingsmogelijkheid voor grondtransport aanwezig te zijn. - Ruimte voor afvoer of infiltratie van bemalingswater Afhankelijk van de eisen van het bevoegd gezag dient rekening te worden gehouden met een beperkte ruimte voor de afvoer van het bemalingswater naar een lozingspunt of met ruimte, benodigd over het gehele tracé, om een bronbemaling te installeren. - Totale afmetingen werkplek bij de persput Voor de afmetingen van het totale werkterrein kan ongeveer 6 keer de afmetingen van de persput worden aangehouden. Te kruisen bovengrondse objecten De volgende objecten zijn met de techniek te kruisen: - Wegen. - Spoorwegen. - Bouwwerken. - Een combinatie van bovengenoemde objecten. Ondergrondse obstakels De volgende ondergrondse obstakels hebben invloed op het tracé: - Reeds aanwezige leidingen: - In gebruik zijnde, geregistreerde leidingen (bekend). - Verlaten, niet geregistreerde leidingen (onverwacht). - Fundamenten van bestaande gebouwen en duikers (bekend). - Funderingsresten en wrakken (onverwacht). Met inachtname van de van te voren bekende ondergrondse obstakels moet een tracé van de doorpersing bepaald worden. Indien onverwachte obstakels aangetroffen worden kunnen afwijkingen van het geplande tracé optreden. In het ergste geval moet een doorpersing gestaakt worden en, indien vereist, de verstoring van de ondergrond volgens de afgesproken procedures hersteld worden. Bodemcondities In het algemeen geldt dat de snijkop dient te worden aangepast aan de bodemcondities: - Zand Goed beheersbaar, smering is nodig in verband met toename van de wrijvingsweerstand met de lengte van de persing.

17 10 - Klei en veen Redelijk beheersbaar, onvoorziene richtingsafwijkingen alsmede grondvervorming kan optreden in sterk samendrukbare lagen met een lichte volumieke massa ten opzichte van de massa van de boorkop. - Grind Beperkt mogelijk, aanpassing van de snijkop is noodzakelijk. Ook kan een sneller/ meer bindende smeervloeistof worden toegepast zodat de vloeistof niet in het grove korrelskelet van het grind kan wegstromen. Het over lange afstanden persen in grove grindlagen is zeer beperkt mogelijk afhankelijk van de haalbare persdrukken over het tracé. Het over lange afstanden persen in minder grove en/of zandige grindlagen is beperkt mogelijk. - Grondwaterstand Het grondwaterpeil moet ruim (minimaal 1,0 m bij kleine diameters en minimaal 0,5 m bij beperkt bestuurbare diameters) onder de onderkant van de produktleiding liggen. Indien de boring onder het oorspronkelijke grondwaterniveau verricht wordt, moet dus bemaling toegepast worden. - Milieu-effect Alleen wanneer de grondwaterstand gedurende langere tijd over het gehele tracé wordt verlaagd kan naast maaiveldzakking ook verdroging en mogelijk verzilting van de bodem optreden. Indien zich in het invloedsgebied van de grondwaterstandsverlaging al poreuze leidingen bevinden kan het medium na verlaging van de grondwaterstand uit de poreuze leiding in de bodem stromen en tot bodemverontreiniging leiden terwijl bij de oorspronkelijk heersende grondwaterdruk het grondwater in de poreuze buis dringt en met het medium wordt meegevoerd. Haalbare nauwkeurigheid De open fronttechniek is niet of beperkt bestuurbaar. Afwijkingen van het geplande tracé kunnen optreden door onverwachte obstakels of door verschillende lagen in de te doorboren grond. Grote afwijkingen zijn mogelijk. De nauwkeurigheid van een persing neemt af naarmate de aanleglengte toeneemt. De nauwkeurigheid van een persing neemt toe naarmate de diameter toeneemt en de aanleglengte afneemt. Aanleglengte In het algemeen kan gesteld worden dat de maximale aan leglengte circa 70 m bedraagt. Beperkende factoren hierbij zijn de wrijvingskrachten tussen leiding en grond die de perskracht van de vijzels of de sterkte van het dodebed of de leidingen kunnen overschrijden. Ook kunnen in geval van zware kleigrond de maximaal toelaatbare torsiekrachten op de avegaar overschreden worden. Tenslotte kan de gewenste

18 11 nauwkeurigheid bij het uitvoeren van een persing een beperking opleveren van de aanleglengte. D Ontwerp Historisch onderzoek Belangrijk: Ja Een historisch onderzoek verschaft altijd belangrijke gegevens. Gebruik kan worden gemaakt van de ervaring uit eerder gemaakte kruisingen in hetzelfde gebied alsmede de lokatie van niet meer in gebruik zijnde infrastructuur. Bodemonderzoek Belangrijk: Ja Het hebben van zoveel mogelijk kennis van de door te persen grondsoorten blijft noodzakelijk en is van algemeen belang tijdens de ontwerpfase. Bodemcondities Grondsoort Belangrijk: Nee De snijkop dient, in principe, te worden aangepast aan de grondsoort. In grind is deze aanpassing beperkt Grondwaterstand Belangrijk: Ja Grondwaterstand voor deze techniek is belangrijk. Het grondwaterpeil moet voor diameters kleiner dan 800 mm minimaal een meter onder het niveau van de leiding staan en voor diameters groter dan 800 mm minimaal 0,5 meter. Aan bemalingstechnieken dient vroegtijdig aandacht te worden besteed. Nauwkeurigheid Belangrijk: Nee Besturingsmogelijkheden zijn beperkt. Tijdens de ontwerpfase dient hier, in zover mogelijk, rekening mee te worden gehouden. Grote afwijkingen zijn mogelijk. In het algemeen neemt de nauwkeurigheid af met de lengte. Tekeningen/Werkplan Belangrijk: Ja Het ontwerp dient goed op tekening aangebracht te worden, met name de gewenste ligging van de leiding. Het werk dient uitgevoerd te worden conform een afgesproken werkplan. Na aanleg moeten eventuele afwijkingen t.o.v. de originele tekeningen en werkplan verwerkt worden. Werkruimte Belangrijk: Ja Pers- en ontvangstputten zijn t.b.v. de uitvoering nodig. De lokatie en hierdoor in

19 12 beslag genomen ruimte zijn belangrijke ontwerpparameters. Opslag van ontgraven grond en eventuele afvoer van bemalingswater verdient aandacht alsmede de opslag van leidingelementen. Aanleglengte Belangrijk: Nee Maximum aanleglengte is 70 meter. Rekening moet worden gehouden met de wrijvingskracht tussen leiding en grond i.v.m. de sterkte van het dodebed. De maximaal torsiekracht op de eventueel gebruikte avegaar mag niet overschreden worden, bijvoorbeeld in zware kleigrond. E Kort overzicht De open fronttechniek is een relatief eenvoudige techniek welke het meest geschikt is voor persingen van kortere afstanden in bij voorkeur niet gelaagde grond waarin geen obstakels te verwachten zijn. De persing is niet of beperkt bestuurbaar dus afwijkingen kunnen moeilijk gesignaleerd (door aanprikken en/of inmeten) en gecorrigeerd worden. De boring moet boven het grondwaterpeil uitgevoerd worden. Indien nodig zal er bronbemaling toegepast moeten worden Gesloten fronttechniek A Beschrijving van de werkingsmethode Bij de gesloten fronttechniek bestaat het boorschild uit een stalen mantel welke bestaat uit twee delen, welke flexibel met elkaar zijn verbonden. Door middel van stuurvijzels tussen de twee delen, kunnen deze een geringe hoekverdraaiing maken, waardoor de boring gestuurd kan worden (figuur 2.4). Bij de besturing dient rekening te worden gehouden met de maximaal toelaatbare hoekverdraaiing van de gebruikte buizen. Sterke stuurcorrecties met het boorschild kunnen leiden tot meer ontgraving dan nodig is voor de buis (extra zettingen) en tot sterk oplopende wrijvingskrachten. Verder zijn in het boorschild in het algemeen de volgende hoofdcomponenten opgenomen: - Het freesrad waardoor de grond aan het boort ront wordt afgefreesd. - De boorkamer, al dan niet gecombineerd met mengkamer, waarin het freesrad rondd raait. BI DO C (bib'iotheek en documentatie) Dienst Weg- en Waterbouwkunde Postbus 5044, 2600 GA DELFT Tel

20 13 boorschild boorschild leidingelement 1 stuurvijzels Figuur 2.4: sturing van het boorschild - Een eventuele aparte mengkamer waarin de afgefreesde grond wordt gemengd met water of een andere boorvloeistof. - De aandrijving voor het freesrad. - Een afvoerinstallatie voor de afgefreesde grond. - Meet- en regelapparatuur. De boorschilden met gesloten front zijn uitermate geschikt voor gebruik onder grondwaterniveau. De verbinding van het boorschild aan het eerste in te persen buiselement dient, in verband met het sturen, flexibel te worden uitgevoerd. Voor het passeren van de wanden van de pers- en ook ontvangstkuip wordt gebruik gemaakt van een speciale doorvoerconstructie met rubber, de zogenaamde brillewand. Voor de passage van het boorschild met de wanden van de pers- en ontvangstkuip, wordt soms een kortstondige bemaling toegepast voor de stabiliteit van het achter de kuipwand liggende grondlichaam. Er zijn ook andere toepassingen mogelijk, namelijk: - Een 'stabilisatiewand' (b.v. van cement-bentoniet). - Een tweede damwand (sluis-constructie) al dan niet gecombineerd met een bemaling. - Grondbevriezing. Bij de boorschilden met gesloten front maakt men een onderscheid tussen: - Vloeistof / Slurry schilden. - Gronddrukbalansschilden, onder te verdelen in: - Gronddrukbalansschild met vaste afvoer. - Gronddrukbalansschild met vloeistofafvoer.

21 14 Vloeistof / Slurry schilden Bij de vloeistof / slurry schilden wordt de grond afgefreesd door een freesrad. De stabiliteit van het boort ront wordt gerealiseerd door de druk van de vloeistof in de boon mengkamer (figuur 2.5). Deze vloeistof zorgt ook voor het transport van de afgefreesde grond. De druk binnen de boon mengkamer dient, binnen een zekere marge, in evenwicht te zijn met de hydrostatische grondwaterdruk aan het boortront, en afgestemd te zijn op de voortgangssnelheid van de boring. Vooral bij veranderende omstandigheden, zoals grondsoort, dekking, waterspanning e.d., vereist dit veel inzicht en ervaring. Hoogte en richting kunnen worden gecontroleerd middels een op afstand aflees-bare inval van een laserstraal op een target. Dit type schild wordt vaak gebruikt voor het doorpersen van kleinere diameters (< 1000 mm). boort mengkamer motor snijrad toevoer Figuur 2.5: gesloten fronttechniek met vloeistof-/slurryschild Gronddrukbalansschilden. Bij dit type boorschilden wordt het boort ront gesteund door de afgefreesde grond. Bij het gronddrukbalansschild wordt de grond afgefreesd door een freesrad in de boorkamer. Vanuit de boorkamer wordt de grond, via een afsluitbare opening, getransporteerd naar een aparte mengkamer. Van hieruit wordt de grond door de buis afgevoerd via de perskuip, naar het maaiveld. Door het afsluitbare schot tussen boor- en mengkamer is het evenwicht aan het boort ront beter te handhaven dan bij de vloeistof / slurry schilden. Het is vooral bij de grotere diameters (> 1000 mm) van belang om het evenwicht met de gronddrukken (som van korrel- en waterspanningen) tijdens het boren goed te kunnen beheersen. Bij de gronddrukbalansschilden met vaste afvoer wordt het mengsel met een schroefworm uit de mengkamer verwijderd (figuur 2.6). Vervolgens wordt de plastisch gemaakte massa, via transportbanden en/of karretjes door de buis, naar de perskuip getransporteerd, waar het met een kraan naar het maaiveld wordt getransporteerd.

22 15 Figuur2. 6: gesloten fronttechniek met gronddrukbalansschild en vaste afvoer Bij de gronddrukbalansschilden met hydraulische afvoer wordt het mengsel in de mengkamer verdund met water en verpompt naar de persput en maaiveld (figuur 2.7). Hier wordt het mengsel gestort in een bezinkbassin, waar de gronddeeltjes en het water gescheiden worden. Ook is het mogelijk het mengsel via een ontzandingsinstallatie te leiden, waar de scheiding plaatsvindt. boorkamer mengkamer Figuur 2.7: gesloten fronttechniek met gronddrukbalansschild en vloeibare afvoer B Produktleiding Materiaal De volgende materialen kunnen gebruikt worden voor de produktleiding: - Staal. - Beton. - GVK. In principe kunnen ook grès-buizen worden aangelegd. De toepassingsmogelijkheden zijn echter zeer beperkt. Door de kwetsbaarheid van de verbindingen kan slechts een beperkte lengte aangelegd worden. Diameter De kleinste diameter leiding waarbij gesloten fronttechnieken kunnen worden toegepast is 300 mm. De grootste diameter leiding waarbij gesloten fronttechieken

23 16 praktisch uitvoerbaar zijn bedraagt 3 tot 4 meter. Bij grotere diameters gaat men over het algemeen over op het gebruik van tunnelsegmenten. Toepassing De gesloten fronttechniek is geschikt voor aanleg van produktleidingen voor de volgende toepassingen: - Leidingen onder druk (o.a. gas, water, persriolen). - Drukloze leidingen (o.a. riolering). - Leidinggroepen. - Integrale leidingentunnels (ILT) C Tracé Bovengrondse situatie op werkplek - Persput Er is een persput nodig. Vrijwel altijd dient een volledig grondkerende constructie te worden toegepast. Een dodebed tegen de achterwand van de persput is nodig voor het overbrengen van de perskrachten naar de ondergrond. De afmetingen van de perskuip zijn afhankelijk van de aansluiting die op de, eventueel ondiep in een sleuf gelegen, bestaande leiding gemaakt moet worden en de lengte van de leidingelementen en de gebruikte persinstallatie. Grofweg kan gezegd worden dat de afmetingen van de persput zijn: lengte x breedte = (elementlengte + 4 m) x (leidingdiameter + 3 m). - Apparatuur bij de persput Een hydraulische vijzelinstallatie dient in de persput aangebracht te worden. Een kraan boven/naast de persput is nodig voor de invoer van leidingelementen en eventueel de afvoer van grond. - Depot voor uit persput ontgraven grond De uit de persput ontgraven grond dient tijdens de uitvoeringswerkzaamheden in depot te worden gezet om na uitvoering weer op haar oorspronkelijke plaats terug te worden gebracht. Indien naast de persput geen ruimte voor een depot is dient dit elders te worden gemaakt en dient een ontsluitingsmogelijkheid voor grondtransport aanwezig te zijn. - Depot voor uit de leiding ontgraven grond Tijdens het buisdoorpersen komt eveneens grond, al of niet met vloeistof vermengd, vrij die in depot dient te worden gezet, hetzij nabij de perskuip, hetzij elders. In het laatste geval dient er een ontsluitingsmogelijkheid voor grondtransport te zijn. Eventueel moet een bezinkbekken en/of een scheidingsinstallatie voor de met vloeistof vermengde grond aangelegd worden.

24 17 - Opslag leidingelementen Indien de ruimte in de nabije omgeving van de persput beperkt is, kunnen de leid ingelementen elders opgeslagen worden en een voor een aangevoerd worden. Dit houdt in dat dan er een ontsluitingsmogelijkheid voor leiding/grondtransport moet zijn. - Ontvangstput De grootte van de ontvangstput kan heel beperkt blijven. Deze put moet zo groot zijn, dat het boorschild hieruit verwijderd kan worden en de aansluiting op de, eventueel ondiep in een sleuf gelegen, bestaande leiding gemaakt kan worden. - Depot voor uit ontvangstput ontgraven grond De uit de ontvangstsput ontgraven grond dient tijdens de uitvoeringswerkzaamheden in depot te worden gezet om na uitvoering weer op haar oorspronkelijke plaats terug te worden gebracht. Indien naast de ontvangstsput geen ruimte voor een depot is dient dit elders te worden gemaakt en dient er een ontsluitingsmogelijkheid voor grondtransport aanwezig te zijn. - Totale afmetingen werkplek bij de persput Voor de afmetingen van het totale werkterrein kan ongeveer 6 keer de afmetingen van de persput worden aangehouden. Te kruisen bovengrondse objecten De volgende objecten zijn met de techniek te kruisen: - Wegen. - Spoorwegen. - Waterwegen - Waterkeringen. - Bouwwerken. - Moeilijk toegankelijke gebieden (natuurgebieden, gebieden met slappe grond e.d.). - Een combinatie van bovengenoemde objecten. Ondergrondse obstakels De volgende ondergrondse obstakels hebben invloed op het tracé: - Reeds aanwezige leidingen: - In gebruik zijnde, geregistreerde leidingen (bekend). - Verlaten, niet geregistreerde leidingen (onverwacht). - Fundamenten van bestaande gebouwen en constructies (bekend). - Funderingsresten en wrakken (onverwacht). - Oeverbescherming: - Zichtbare huidige oeverbeschermingen (bekend). - Oude, niet geregistreerde oeverbeschermingen (onverwacht).

25 ie Met inachtname van de van te voren bekende ondergrondse obstakels moet een tracé van de doorpersing bepaald worden. Indien onverwachte obstakels aangetroffen worden kunnen afwijkingen van het geplande tracé optreden. In het ergste geval moet een doorpersing gestaakt worden en, indien vereist, de verstoring van de ondergrond volgens de afgesproken procedures hersteld worden. Bodemcondities In het algemeen geldt dat het freesrad dient te worden aangepast aan de bodemcondities: - Zand Goed beheersbaar, smering is nodig in verband met toename van de wrijvingsweerstand met de lengte van de persing. - Klei en veen Redelijk beheersbaar, onvoorziene richtingsafwijkingen alsmede grondvervorming kan optreden in sterk samendrukbare lagen met een lichte volumieke massa ten opzichte van de massa van de boorkop. - Grind Beperkt mogelijk, aanpassing van de snijkop is noodzakelijk. Ook kan een sneller/ meer bindende smeervloeistof worden toegepast zodat de vloeistof niet in het grove korreiskelet van het grind kan wegstromen. Het over lange afstand persen in grove grindlagen is zeer beperkt mogelijk afhankelijk van de haalbare persdrukken over het tracé. Het over lange afstand persen in minder grove en/of zandige grindlagen is beperkt mogelijk. - Grondwaterstand Verlaging van het grondwater is niet noodzakelijk. Alleen voor de passage van het boorschild met de wanden van de pers- en ontvangstkuip, wordt soms een kortstondige bemaling toegepast voor de stabiliteit (zie onder werkingsmethode). Haalbare nauwkeurigheid De boorschilden zijn volledig bestuurbaar. De nauwkeurigheid is afhankelijk van: - De karakteristieken van het gebruikte boorschild. - De ervaring van het bedienend personeel. - De karakteristieken van het te doorboren grondlichaam. Afhankelijk van de invloed van bovenstaande factoren kan gesteld worden dat met de gesloten fronttechniek een nauwkeurigheid van enkele centimeters gehaald kan worden.

26 19 Aanleglengte De maximale aanleglengte is sterk afhankelijk van de bodemcondities. Door toepassing van smering kunnen de perskrachten aanzienlijk worden verminderd door afname van de wrijving tussen leiding en grond. In het algemeen kan worden gesteld dat de maximale aanleglengte circa 100 m is, een en ander afhankelijk van bodemcondities, wandruwheid buis, toelaatbare perskracht buis, etc. Als de perskrachten zodanig oplopen dat de toelaatbare kracht op de buis of het dodebed in de perskuip wordt overschreden kunnen één of meerdere tussenstations worden toegepast. Een tussenstation bestaat uit een speciaal gefabriceerd buisdeel met een lang spieen mofeinde. In de mofverbinding van de buis wordt een groep kleine vijzels gemonteerd. Dit buisdeel wordt tussen twee leidingsecties geplaatst. Op deze wijze wordt een deel van de totale perskracht door de tussenstations overgenomen. Een tussenstation kan ongeveer evenveel perskracht leveren als het hoofdstation. Door toepassing van meerdere tussenstations kan de aanleglengte 5 á 10 maal worden vergroot. De werking is aangegeven in figuur 2.8. De vijzels van het eerste tussenstation (Ti) verplaatsen het eerste buissegment. Vanwege de korte lengte is een relatief geringe perskracht noodzakelijk (fase 1). Vervolgens worden de vijzels van het tweede tussenstation uitgezet en tegelijk worden de vijzels van het eerste tussenstation (Ti) ingetrokken (fase 2). Hetzelfde gebeurt met het hoofdstation (H) en het tweede tussenstation (fase 3). Daarna wordt een nieuw buissegment aangebracht en wordt de operatie herhaald. vijzel boorkop uit T! T2 H fasco fasel vijzel hoorkop in Ti uit T2 _ tae2 T! m T2 uit fase3 T! T2in Huit T 1 T2 nieuw segment tae4 LI 1 1 1T1iI Figuur 2.8: werkingsmethode tussenstations

27 20 Als de persing voltooid is worden de vijzelgroepen van de tussenstations gedemonteerd en wordt de mofverbinding volledig ingeschoven. Tussenstations kunnen worden toegepast in leidingen met een diameter vanaf 800mm. De afstanden van de tussenstations zijn afhankelijk van de totale perskracht, grondsoort, diameter etc. D Ontwerp Historisch Onderzoek Belangrijk: Ja Een historisch onderzoek verschaft altijd belangrijke gegevens. Gebruik kan worden gemaakt van de ervaring uit eerder gemaakte kruisingen in hetzelfde gebied alsmede de lokatie van niet meer in gebruik zijnde infrastructuur. Bodemonderzoek Het hebben van zoveel mogelijk kennis van de te doorpersen grondsoorten blijft noodzakelijk en is van algemeen belang tijdens de ontwerpfase. Bodemcondities Grondsoort Belangrijk: Nee De snijkop dient, in principe, te worden aangepast aan de grondsoort. In grind is deze aanpassing beperkt. Grondwaterstand Belangrijk: Nee Grondwaterstand is, in principe, niet belangrijk voor deze techniek. Voor de stabiliteit wordt soms bemaling toegepast in de pers- en ontvangstputten. Indien nodig dienen aan bemalingstechnieken vroegtijdig aandacht te worden besteed. Nauwkeurigheid Belangrijk: Ja De bodemcondities, karakteristieken van het boorschild en de ervaring van het personeel zijn maatgevende factoren voor de te behalen nauwkeurigheid. Slechts relatief geleidelijke richtingveranderingen kunnen doorgevoerd worden, maar wel met grote nauwkeurigheid. Tekeningen/werkplan Belangrijk: Ja Het ontwerp dient goed op tekening aangebracht te worden, met name de gewenste ligging van de leiding. Het werk dient uitgevoerd te worden conform een afgesproken werkplan. Na aanleg moet eventuele afwijkingen t.o.v. de originele tekeningen en werkplan gecorrigeerd worden. Werkruimte Belangrijk: Ja

28 21 Pers- en ontvangstputten zijn t.b.v. de uitvoering nodig en ook eventuele tussenstations. De lokatie en hierdoor in beslag genomen ruimte zijn belangrijk ontwerpparameters. Opslag van ontgraven grond en eventuele afvoer van bemalingswater verdient aandacht alsmede de opslag van leidingelementen. Aanleglengte Belangrijk: Nee Maximum circa 100 meter, langer indien gebruik wordt gemaakt van tussenstations. Rekening moet worden gehouden met de wrijvingskracht tussen leiding en grond i.v.m. de sterkte van het dodebed. E Kort overzicht De gesloten fronttechniek is een relatief ingewikkelde techniek. De controle over het persproces is groot zodat relatief weinig verstoring van de ondergrond optreedt. De methode is bestuurbaar en er kan met grote nauwkeurigheid geperst worden. De kromtestralen in een tracé zijn groot doordat slechts kleine hoekverdraaiingen van het boorschild mogelijk zijn. Met de methode kunnen persingen worden verricht onder grondwaterpeil zonder dat bemaling noodzakelijk is. 22 Pneumatische buisdoorperstechnieken Een pneumatische buisdoorpersing wordt uitgevoerd met behulp van een bodempersraket (figuur 2.9). De raket bestaat in principe uit een pneumatisch beweegbare zuiger in een stalen cilinder. De zuiger slaat met kracht tegen een aambeeld voorin de cilinder. De raket stoot als gevolg hiervan over een zekere afstand naar voren. De zuiger wordt vervolgens weer naar achteren bewogen. Door de wrijving tussen cilinder en grond blijft de raket dan op zijn plaats. De meeste bodempersraketten kunnen tevens in achterwaartse richting bewegen. Er zijn twee pneumatische buisdoorperstechnieken: Impact Ramming, waarbij de bodempersraket achter de leiding wordt aangebracht, en Impact Moling, waarbij de bodempersraket voor de leiding uit gaat. Beide methoden zijn niet-bestuurbaar. zuiger Figuur 2.9: bodempersraket

29 Impact ramming A Beschrijving van de werkingsmethode Bij Impact ramming wordt de raket achter de produktleiding bevestigd (figuur 2.10). De leiding wordt dan voor de raket uit de grond in geduwd. De leiding kan aan de voorzijde open zijn. Tijdens het inbrengen vult deze zich dan met grond. Na installatie wordt de grond verwijderd. Een andere optie is het afsluiten van de voorzijde van de leiding. De grond moet dan geheel verdrongen worden. De produktleiding kan in zijn geheel of in elementen ingevoerd worden. Als de leiding in telkens aaneengekoppelde elementen ingevoerd wordt, wordt na het invoeren van een element de raket losgekoppeld en een nieuw element tussengevoegd. Bij impact ramming kan niet zonder bemaling onder het grondwaterniveau geboord worden. compressor persraket 1 leiding Figuur 2.10: impact ramming B Produktleiding Materiaal De volgende materialen kunnen gebruikt worden voor de produktleiding: - Staal. Diameter Impact ramming kan toegepast worden voor alle diameters leidingen. Toepassing Impact ramming is geschikt voor aanleg van produktleidingen voor de volgende toepassingen: - Leidingen onder druk (o.a. gas, water, persriolen). - Drukloze leidingen (o.a. riolering). - Leidinggroepen.

30 23 Bij het toepassen van de techniek bij drukloze leidingen moet rekening gehouden worden met het feit dat deze techniek niet-bestuurbaar is. Alleen als de verwachte nauwkeurigheid groot genoeg is om het gewenste verval te realiseren, dient toepassing overwogen te worden. C Tracé Bovengrondse situatie op werkplek - persput/sleuf Indien de produktleiding in zijn geheel ingebracht wordt moet de 'perssleuf' de lengte van de leiding plus raket hebben. Indien met elementen gewerkt wordt dient de persput de lengte van een element plus de raket te hebben. - apparatuur bij persput/sleuf Er is een compressor nodig om de luchtdruk ten behoeve van de raket te genereren. - Ontvangstput De grootte van de ontvangstput kan heel beperkt blijven. Deze put moet zo groot zijn dat de aansluiting op de bestaande leiding gemaakt kan worden. - Schade aan gebouwen Door de slagbeweging van de bodempersraket ontstaan trillingen in de ondergrond. Deze trillingen kunnen schade veroorzaken aan gebouwen in de omgeving. Te kruisen bovengrondse objecten De volgende objecten zijn met de techniek te kruisen: - Wegen. - Spoorwegen. - Bouwwerken van beperkte omvang - Een combinatie van bovengenoemde objecten. Ondergrondse obstakels De volgende ondergrondse obstakels hebben invloed op het tracé: - Reeds aanwezige leidingen: - In gebruik zijnde, geregistreerde leidingen (bekend). - Verlaten, niet geregistreerde leidingen (onverwacht). - Fundamenten van bestaande gebouwen en duikers (bekend). - Funderingsresten en wrakken (onverwacht). Met inachtname van de van te voren bekende ondergrondse obstakels moet een tracé van de doorpersing bepaald worden. Indien onverwachte obstakels aangetroffen worden kunnen afwijkingen van het geplande tracé optreden.

31 24 Door afwijkingen kan ook ongewenst schade toegebracht worden aan fundamenten èn reeds aanwezige leidingen. Een andere oorzaak van schade kunnen de trillingen en verdringing zijn waarmee het proces gepaard gaat. In het ergste geval moet een doorpersing gestaakt worden en, indien vereist, de verstoring van de ondergrond volgens de afgesproken procedures hersteld worden. bodemcondities - Zand Het persen m.b.v. een raket door zand is goed mogelijk. Echter in zand met een vaste pakkingsdichtheid wordt de slagenergie weinig gedempt. Met name bij leidingen met een diameter groter dan 200mm is er, bij geringe gronddekkingen, een verhoogde kans op schade t.g.v. trillingen. - Grind Het persen m.b.v. een raket door sterk doorlatende grondsoorten zoals grind en schelpen is zeer moeilijk. Aanleg over lange afstanden door deze lagen wordt afgeraden. - Klei & Veen Impact ramming is niet geschikt voor gebruik in zachte grondsoorten zoals klei of veenlagen. In deze grondsoorten wordt de slagenergie snel geabsorbeerd. De combinatie met de lage wrijving tussen leiding en grond zorgt ervoor dat de leiding niet vooruit gaat maar op zijn plaats naar voren en achteren stoot. - Grondwater Het grondwaterpeil moet minimaal 1,0 m onder de onderkant van de productleiding liggen. Indien de boring onder het grondwaterniveau verricht wordt is een bemaling noodzakelijk. Haalbare nauwkeurigheid De techniek is niet-bestuurbaar. Afwijkingen van het geplande tracé kunnen optreden onder andere door obstakels in de ondergrond en te geringe stijf heid van de leiding. Grote afwijkingen zijn mogelijk. De onnauwkeurigheid van een persing neemt toe naarmate de aanleglengte toeneemt. Aanleglengte In het algemeen kan gesteld worden dat de maximale aan leglengte circa 40 m bedraagt. Beperkende factor hierbij zijn de wrijvingskrachten tussen leiding en grond. Ook de gewenste nauwkeurigheid bij het uitvoeren van een persing kan een beperking opleveren van de aanleglengte.

32 25 D Kort overzicht Impact ramming is een eenvoudige techniek, geschikt om stalen leidingen over relatief korte afstanden aan te leggen. Het is een niet-bestuurbare techniek dus afwijkingen kunnen niet gecorrigeerd worden. In niet-homogene bodem of door ondergrondse obstakels kunnen grote afwijkingen optreden. De persing moet boven grondwaterpeil uitgevoerd worden Impact moling A Beschrijving van de werkingsmethode Bij Impact moling wordt de bodempersraket voor de produktleiding geplaatst (figuur 2.11). De raket creëert het boorgat door verdringing van de grond. Indien de leiding uit een geheel of uit trekvast verbonden elementen bestaat, kan deze direct achter de raket aan worden ingetrokken. In grondsoorten waarin het boorgat na het creëren zelfstandig intact blijft, wordt de raket vaak zonder leiding door de grond geslagen. Na aankomst bij de ontvangstput wordt de leiding aangekoppeld en de raket achteruit bewogen. De leiding wordt achter de teruglopende raket ingetrokken. In een enkel geval bestaat de produktleiding uit niet trekvast verbonden elementen. In dit geval wordt een kabel aan de raket bevestigd. Deze kabel loopt door de produktleiding naar de achterzijde en wordt daar aan de leiding bevestigd. De leiding wordt dan ingeduwd in plaats van getrokken. Bij impact moling kan niet zonder bemaling onder het grondwaterniveau geboord worden. Figuur 2.11: impact moling

33 26 B Produktleiding Materiaal De volgende materialen kunnen gebruikt worden voor de produkt leiding: - PE. - Pvc. - Staal. - Beton. - Grès. - GVK. Diameter lmpact moling kan toegepast worden voor leidingen met een diameter kleiner dan circa 160 mm. De verdringing van de grond vormt de beperkende factor. Als de verdringing, door grote diameter, te groot wordt, kan schade aan ondergrondse objecten in de nabijheid of schade aan het maaiveld ontstaan. Toeoassing lmpact moling is geschikt voor aanleg van produktleidingen voor de volgende toepassingen: - Leidingen onder druk (o.a. gas, water, persriolen). - Drukloze leidingen (o.a. riolering). - Mantelbuizen. Bij het toepassen van de techniek bij drukloze leidingen moet rekening gehouden worden met het feit dat deze techniek niet-bestuurbaar is. Alleen als de verwachte nauwkeurigheid groot genoeg is om het gewenste verval te realiseren, dient toepassing overwogen te worden. C Tracé Bovengrondse situatie op werkplek - persput/sleuf Indien de produktleiding vanaf de ontvangstput ingebracht wordt kan de persput beperkt blijven tot de ruimte die nodig is om de bodempersraket te 'lanceren'. Indien de produktleiding vanaf dit punt ingebracht wordt en van flexibel materiaal is, is slechts een kleine put nodig. Indien de leiding van stijf materiaal is, moet de 'perssleuf' de lengte van de leiding plus raket hebben. - apparatuur bij persput/sleuf Er is een compressor nodig om de luchtdruk ten behoeve van de raket te genereren.

34 27 - Ontvangstput Indien de produktleiding vanaf dit punt ingebracht wordt en van flexibel materiaal is, is slechts een kleine put nodig. Indien de leiding van stijf materiaal is, moet de sleuf de lengte van de leiding hebben. Indien de produktleiding vanaf de vertrekput ingebracht wordt kan de persput beperkt blijven tot de ruimte die nodig is om de bodempersraket te bergen. - Schade aan gebouwen Door de slagbeweging van de bodempersraket ontstaan trillingen in de ondergrond. Deze trillingen kunnen schade veroorzaken aan gebouwen in de omgeving. Te kruisen bovengrondse objecten De volgende objecten zijn met de techniek te kruisen: - Wegen. - Spoorwegen. - Bouwwerken van beperkte omvang Ondergrondse obstakels De volgende ondergrondse obstakels hebben invloed op het tracé: - Reeds aanwezige leidingen: - In gebruik zijnde, geregistreerde leidingen (bekend). - Verlaten, niet geregistreerde leidingen (onverwacht). - Fundamenten van bestaande gebouwen en duikers (bekend). - Funderingsresten en wrakken (onverwacht). Met inachtname van de van te voren bekende ondergrondse obstakels moet een tracé van de doorpersing bepaald worden. Indien onverwachte obstakels aangetroffen worden kunnen afwijkingen van het geplande tracé optreden. In het ergste geval moet een doorpersing gestaakt worden zonder dat de raket geborgen kan worden en, indien vereist, dient de verstoring van de ondergrond volgens de afgesproken procedures hersteld te worden. Door afwijkingen kan ook ongewenst schade toegebracht worden aan fundamenten en reeds aanwezige leidingen. Een andere oorzaak van schade kunnen de trillingen en verdringing zijn waarmee het proces gepaard gaat. bodemcondities - Zand Het persen m.b.v. een raket door zand is goed mogelijk. Echter in zand met een vaste pakkingsdichtheid wordt de slagenergie weinig gedempt.

35 9.1 - Grind Het persen m.b.v. een raket door sterk doorlatende grondsoorten zoals grind en schelpen is zeer moeilijk. Aanleg over lange afstanden door deze lagen wordt afgeraden. - Klei&Veen lmpact moling is niet geschikt voor aanleg in zachte grondsoorten zoals klei of veenlagen. In deze grondsoorten wordt de slagenergie snel geabsorbeerd. De combinatie met de lage wrijving tussen raket en grond zorgt ervoor dat de raket niet vooruit gaat maar op zijn plaats naar voren en achteren stoot. Daarnaast kan de raket door zijn eigen gewicht tijdens het voortbewegen wegzakken. - Grondwater Het grondwaterpeil moet minimaal 1,0 m onder de onderkant van de productleiding liggen. Indien de boring onder het grondwaterniveau verricht wordt, is bemaling noodzakelijk. Haalbare nauwkeurigheid De techniek is niet-bestuurbaar. Afwijkingen van het geplande tracé kunnen optreden, onder andere door obstakels in de ondergrond. Grote afwijkingen zijn mogelijk. De onnauwkeurigheid van een persing neemt toe naarmate de aanleglengte toeneemt. Bovengronds detecteerbare bodempersraketten zijn beschikbaar. Hiermee kunnen afwijkingen al tijdens het voortbewegen van de raket worden geconstateerd en tijdig maatregelen worden genomen. Aanleglengte In het algemeen kan gesteld worden dat de maximale aanleglengte circa 25 m bedraagt. Beperkende factor hierbij zijn de wrijvingskrachten tussen leiding en grond. Ook de gewenste nauwkeurigheid bij het uitvoeren van een persing kan een beperking opleveren van de aanleglengte. D Kort overzicht Impact moling is een eenvoudige techniek, geschikt om leidingen over relatief korte afstanden aan te leggen. Het is een niet-bestuurbare techniek dus afwijkingen kunnen niet gecorrigeerd worden. In niet-homogene bodem of door ondergrondse obstakel kunnen grote afwijkingen optreden. Voor erg zachte of vochtige bodem is deze techniek niet geschikt. De persing moet boven grondwaterpeil uitgevoerd worden.

36 29 3 HORIZONTAAL GESTUURD BOREN A Beschrijving van de werkingsmethode Algemeen Het kenmerk van dit boorsysteem is dat de boring vanaf maaiveld plaats vindt. Bij deze boortechniek zijn geen bouwkuipen en grondwaterstandsverlagingen nodig. Een minimale gronddekking is noodzakelijk om de invloed op de omgeving te beperken. Het boortracé wordt verticaal en/of horizontaal gebogen uitgevoerd. Het boren gebeurt in 3 fasen, als eerste vindt de pilotboring plaats (figuur 3.1a), gevolgd door de ruimer-operatie, waarna de produktleiding wordt geïnstalleerd, het zgn. trekken van de leiding (figuur 3.1.b). Bij kleine diameters leiding kan een aparte ruimer-operatie vervallen. boorapparatuur leiding boorapparatuur Figuur 3.1: uitvoerings fasen van horizontaal gestuurd boren Apparatuur Een horizontaal gestuurd boorsysteem bestaat uit een mengunit en een boorunit. De af meting van de boorunit (figuur 3.2) hangt onder meer af van de bodemcondities, de diameter en de lengte van de leiding of mantelbuis. De boorunit (rig) is een hydraulisch apparaat waarmee boorstangen de grond ingedrukt en weer uit de grond getrokken kunnen worden, al dan niet met gelijktijdig rote ren. Er zijn 3 categorieën te onderscheiden, namelijk de mini-, midi- en de maxi-rig. Alle boorstellingen werken volgens hetzelfde principe. De mengunit is een samenstelling van apparaten waarin de boorvloeistof (mud), een mengsel van bentoniet (een fijne kleisoort) en water, wordt aangemaakt en nadat menging en ontzanding heeft plaatsgevonden onder druk door de boorstangen naar de boorkop of de ruimer wordt geperst.

37 30 Pilotboring ca 5 mtr ca 15 mtr Figuur 3.2: boorunits voor horizontaal gestuurd boren De pilot boring wordt gerealiseerd door het aan elkaar koppelen van de boorstangen. Deze worden onder een hoek tussen 10 en 25 0 in de grond geboord (figuur 3.1a). Aan de voorkant van de pilotbuis is een boorkop met snijmessen (mudmotor) of een spuitjet aangebracht. De boorkop met snijmessen wordt aangedreven door boorvloeistof (een mengsel van bijvoorbeeld water en bentoniet) onder druk in de pilotbuis te voeren. De spuitjet of boorkop met snijmessen spoelt of schraapt de grond weg. Bij installaties zonder mud motor wordt, behoudens eventuele stuurcorrecties, gelijktijdig gedrukt en geroteerd. De boorspoeling wordt via de pilotbuis naar de boorkop getransporteerd en wordt samen met de losgewoelde grond langs de buitenzijde van de pilotbuis afgevoerd. De samenstelling van de boorvloeistof is afhankelijk van de diepte en de bodemcondities waarin geboord wordt. Afhankelijk van de bodemcondities zal de boorvloeistof meer en minder bentoniet bevatten en kunnen druk en debiet variëren. De eigenschappen van de boorvloeistof zijn afhankelijk van de bodemcondities en kunnen worden gewijzigd door toevoegingen.

38 31 Als de wrijving tussen de buiswand en de grond te groot wordt kan bij installaties met een mud motor, een stalen spoelbuis (wash-over pipe) roterend over de boorstreng worden ingebracht. Ruimen van boorgat Als bij de pilotboring een spoelbuis (wash-over pipe) is gebruikt zal eerst de zich daarin bevindende boorstreng worden teruggetrokken. Vervolgens wordt op het uiteinde van de spoelbuis of boorstreng een ruimer gemonteerd. Daarna wordt de boorstreng of spoelbuis (met ruimer) met een draaiende beweging teruggetrokken. Tijdens het ruimen is het boorgat geheel gevuld met boorvloeistof vermengd met grond. Zo nodig wordt het gat meerdere malen geruimd totdat het gat een grotere diameter heeft dan de produktleiding. Bij kleine diameters is een aparte ruim-operatie niet nodig. Op de ruimer kunnen behalve jets, waardoor boorvloeistof naar buiten geperst wordt, soms ook messen, kammen of tanden zijn aangebracht (afhankelijk van de bodemcondities). De losgespoten grond wordt langs de buitenzijde van de spoelbuis in de retourstroom van de boorvloeistof afgevoerd naar het maaiveld. Het trekken van de leiding Tijdens de laatste ruimgang wordt achter de ruimer de produktleiding meegevoerd (figuur 3.1 b). Tussen de ruimer en de produktleiding is een wartellager gemonteerd zodat geen rotatie van de leiding kan optreden. Op deze wijze wordt de torsiekracht op de produktleiding sterk verminderd. Nadat de produktleiding in het geboorde gat is getrokken, is de boring voltooid. Bestuurbaarheid De horizontale boormethode is zeer goed bestuurbaar en de positie van de boorkop kan continu bepaald worden. De boorkoppen hebben een zodanige vorm dat hiermee stuurcorrecties kunnen worden uitgevoerd (figuur 3.3). Al naar gelang de constructie zal of door middel van de gebogen vorm of door middel van het stuurvlak deze correcties kunnen worden uitgevoerd. Afhankelijk van de grondsoort en dichtheid, bepaald uit vooraf uitgevoerd grondonderzoek, wordt de optimale grootte van het stuurvlak gekozen.

39 32 elektronische boorstang - apparatuur - boorkop elektronische boorstang apparatuur boorkop Figuur 3.3: boorkoppen voor horizontaal gestuurd boren. Detectie Direct achter of in de boorkop bevindt zich de electronische zendapparatuur. Deze wordt van energie voorzien door batterijen en een waterdichte behuizing of door middel van een voedingsdraad door de boorstangen. Afhankelijk van het systeem kan richting, afstand en diepte worden gedetecteerd door middel van: Een systeem dat gebruikt maakt van de zwaartekracht en elektromagnetische velden van de aarde. De meetunit bevindt zich in de boorkop. Via een kabel door de boorstangen worden de gegevens doorgestuurd naar een computer op het maaiveld. Het uitleggen van een boordraad of door het plaatsen van een eigen magneetveld bij het uittredepunt (raster). De meetapparatuur in de boorkop gebruikt de draden of het raster als referentiepunten. De gegevens worden via een computer op het maaiveld omgezet in richting en afstand. Opname direct boven de boorkop met behulp van een los meetapparaat. De gegevens zijn direct zichtbaar op het scherm van het apparaat. Bij het boren nabij een bestaande leiding kan een spoel (geleide draad) in de bestaande buis worden aangebracht. De spoel zend een elektromagnetisch veld uit. De richting en afstand van de parallel te boren leiding wordt dan bepaald op het magnetisch veld van deze spoel.

40 33 Afwijkingen in het meetsysteem kunnen veroorzaakt worden door de navolgende aspecten storing door inductie spanningen veroorzaakt door aanwezigheid van tram rails hoogspanningskabels verkeerssignaleringskabels bovenleidingen van trein of tram Kathodisch beschermde stalen objecten buizen damwanden bruggen B Produktleiding Materiaal De volgende materialen kunnen gebruikt worden voor de produktleiding: - PE. - Staal. - Kabels. - PE-mantel, staal-binnen, PUR-schuim tussenvulling. - Bundels van leidingen van bovengenoemde materialen zijn mogelijk. In principe kunnen ook PVC en Glasvezelversterkte buizen aangelegd worden. De toepassingsmogelijkheden zijn echter zeer beperkt in verband met de haalbare buigstraal en de trekvastheid van de verbindingen. Diameter Horizontaal gestuurd boren kan toegepast worden voor leidingen en bundels tot een diameter van circa 1400 mm.

41 34 Boogstralen De volgende boogstralen kunnen met de materialen gehaald worden: materiaal diameter (D) minimale boogstraal staal D<400mm 1000xD 400 mm<d<700 mm 1250x D 312 D>700mm 1400x D 312 PE D<l6Omm 50xD 160mm<D<250mm 75xD 250 mm < D < 600 mm looxd D>.600mm 125xD boorstangen D 150xD Toepassing Horizontaal gestuurd boren is geschikt voor aanleg van produktleidingen voor de volgende toepassingen: - Leidingen onder druk (o.a. gas, water, persriolen). - Stadsverwarming. - Leidinggroepen. - Kabels. - Drukloze vloeistofleidingen onder verval, zoals rioolleidingen. De vereiste nauwkeurigheid in verband met dit verval is zeer groot. Deze kan bij gunstige omstandigheden worden gehaald. C Tracé Bovengrondse situatie op werkplek - Voorbereidende werkzaamheden op het werkterrein Aan de hand van de tracétekening wordt de boring in het terrein uitgezet. In- en uittredepunt worden vastgelegd en daar eventueel aanwezige kabels en leidingen opgegraven. Voorzieningen als benodigd water, electra, etc. worden verzorgd. De apparatuur wordt opgesteld en overige voorzieningen worden aangebracht. - Intredepunt Er hoeft geen put aangelegd te worden. De boorkop met stangen worden onder een vooraf bepaalde hoek de grond in gedreven. - Apparatuur bij intredepunt Er moet genoeg ruimte zijn voor het opstellen van de benodigde apparatuur bij het intredepunt. Deze ruimte moet ook bereikbaar zijn. Dit aspect kan een reële

42 35 beperking vormen bij toepassing van horizontaal gestuurd boren. Afhankelijk van de afmetingen van het boorrig dient minimaal 5,Om (mini rig) tot circa 15,0 m (maxi rig) in de lengte richting aanwezig te zijn. Daarnaast is ruimte nodig voor het opstellen van een mengunit en een eventuele scheidingsinstallatie. U ittredepunt Er hoeft geen ontvangstput gegraven te worden. De boorkop treedt onder een hoek uit het maaiveld. Nieuwe leiding bij uittredepunt Ter plaatse van het uittredepunt wordt de produktleiding (of kabelbundel) ingebracht. Over het algemeen wordt de volledige lengte van de produktleiding in het verlengde van het boortrace uitgelegd en vervolgens ingebracht. Kabels en kleine PE leidingen, tot een diameter van 160 mm, kunnen worden ingevoerd vanaf een haspel. Ook is het mogelijk om tijdens het trekken van de produktleiding de leidingelementen te verbinden. Het intrekken gebeurt dan discontinu (boring duurt langer). Daarnaast ontstaat bij deze werkwijze een hogere trekkracht ten gevolge van de wandwrijving. Totale afmetingen werkplek bij de boorstelling Voor de afmetingen van het totale werkterrein kan ongeveer 10 x 10 meter voor mini rigs zonder scheidingsinstallatie worden aangehouden. Voor maxi rigs met scheidingsinstallatie kunnen de afmetingen oplopen tot circa 50 x 50 meter. Te kruisen bovengrondse objecten De volgende objecten zijn met de techniek te kruisen: - Wegen. - Spoorwegen. - Waterwegen. - Waterkeringen. - Bouwwerken. - Niet toegankelijke gebieden (natuurgebieden, gebieden met te slappe grond, e.d.). - Een combinatie van bovengenoemde objecten. Ondergrondse obstakels De volgende ondergrondse obstakels hebben invloed op het tracé: - Reeds aanwezige leidingen: - In gebruik zijnde, geregistreerde leidingen (bekend). - Verlaten, niet geregistreerde leidingen (onverwacht). - Fundamenten van bestaande gebouwen en duikers (bekend). - Funderingsresten en wrakken (onverwacht).

43 36 - Oeverbescherming: - Zichtbare huidige oeverbeschermingen (bekend). - Oude, niet geregistreerde oeverbeschermingen (onverwacht). Met inachtname van de van te voren bekende ondergrondse obstakels moet een tracé van de boring bepaald worden. Deze obstakels kunnen met het bepaalde tracé gepasseerd worden mits de buigstralen in dit tracé dit toelaten. De minimale buigstralen die in een tracé aanwezig mogen zijn worden bepaald door de maximaal toelaatbare wandspanningen in de produktleiding of de maximaal toelaatbare spanningen in de boorstangen. Bodemcondities Het is belangrijk te weten welke grondsoorten worden gepasseerd in het gekozen tracé. Door het uitvoeren van een grondonderzoek wordt meer inzicht verkregen in de bodemopbouw en grondeigenschappen. Op basis van het resultaat van het grondonderzoek kan het boorproces en de materiaalkeuze beter worden afgestemd. - Zand Het boren in zandgronden is goed beheersbaar. Echter de optredende wrijvingsweerstand is veel groter dan in slappe grondsoorten zoals klei of veen. De optredende wrijvingsweerstand is in sterke mate afhankelijk van de pakkingsdichtheid en de grof heid van het zand. Bij het boren door extreem los- of vastgepakte zandlagen moet de samenstelling van de boorvloeistof en het debiet worden aangepast. - Grind & schelpen Het boren door sterk doorlatende grondsoorten zoals grind en schelpen is zeer moeilijk. Door de zeer open structuur ontstaat een groot drukverlies. Daarom is het boren in grindlagen over lange afstanden niet mogelijk. Het doorsnijden van grind of scheiplagen is wel mogelijk. Over het algemeen is een aanpassing van de boorvloeistof noodzakelijk. - Klei & veen Door een aanpassing van boorspoeldruk en het debiet is het boren in slappe grondsoorten over het algemeen goed beheersbaar. Bij het boren in grondsoorten met een zeer lage stijf heid en een hoog watergehalte (bijvoorbeeld veen of slib) zijn stuurcorrecties moeilijk uitvoerbaar. Vaak wordt dan een groter stuurvlak toegepast. Met name in slappe grondsoorten is een goede afstemming van de boorspoeldruk, debiet en de voortgangssnelheid noodzakelijk om blow-outs te voorkomen. - Grondwater Het zoutgehalte en de zuurgraad van het grondwater kunnen het boorproces sterk benvioeden. In zout en zuur grondwater wordt de samenstelling van de boorvloei-

44 37 stof afgebroken (het flocculeren van bentoniet). Dit kan ontstaan bij een zoutgehalte groter dan 1000 mg/l of een PH kleiner dan 7. In praktijk wordt dit vaak gecompenseerd door tijdens het boren met een overvloed van boorvloeistof te werken. Door toevoegingen aan de boorvloeistof kan het afbreekproces worden beperkt. Tijdens het boren in grondlagen met een wateroverspanning kan een kwelstroom langs de leiding ontstaan. Daarom is een aanpassing van de boorvloeistof of het tracé noodzakelijk. Haalbare nauwkeurigheid De nauwkeurigheid van de boring is afhankelijk van een aantal factoren: - Het bepalen van de positie van de boorkop. De nauwkeurigheid daarvan is sterk afhankelijk van de meettechniek. Ook de diepte en de aanwezigheid van signaalverstorende invloeden zoals ondergrondse en bovengrondse metalen objecten (stalen leidingen, damwanden, etc.) en sterke magnetische velden (rond hoogspanningskabels, bovenleiding, etc.) hebben invloed op de nauwkeurigheid van de positiebepaling. - De weerstand van de te passeren grondsoorten. - Het buigvermogen van de boorstangen. - De constructie van de boorkop. Afhankelijk van de invloed van bovenstaande factoren, goede werkvoorbereiding en monitoring tijdens het proces, kan een nauwkeurigheid van 2 a 3 cm bereikt worden. Dit geldt voor zowel de nauwkeurigheid van het uittredepunt als voor de afwijkingen in verticale en horizontale richting van het geplande tracé onder de grond. Door deze nauwkeurigheid kunnen ook leidingen onder verhang gelegd worden. Aanleglengte De maximale aanleglengte is sterk afhankelijk van het leidingmateriaal, de diameter en de bodemcondities. Aanleglengtes tot circa 1400 m zijn mogelijk. De kortst haalbare aanleglengte is afhankelijk van de minimale boogstraal van boorstangen en leidingmateriaal en de bodemcondities. Het absoluut minimum bedraagt 9 m. Als kabels zonder mantelbuis ingetrokken worden is de aanleglengte maximaal circa 100 meter.

45 D Ontwerp Historisch Onderzoek Belangrijk: Ja Een historisch onderzoek verschaft altijd belangrijke gegevens, zeker bij lange kruisingen. Gebruik kan worden gemaakt van de ervaring uit eerder geboorde kruisingen in hetzelfde gebied alsmede de lokatie van niet meer in gebruik zijnde infrastructuur. Bodemonderzoek Belangrijk: Ja Het hebben van zoveel mogelijk kennis van de te doorboren grondsoorten blijft noodzakelijk en is van algemeen belang tijdens de ontwerpfase. Hiermee worden boorproces, leidingmateriaal en tracé in verband met elkaar gebracht. Bodemcondities Grondsoort Belangrijk: Ja De resultaten van het bodemonderzoek dienen te worden gebruikt om het boorproces en de materiaalkeuze beter op elkaar af te stemmen. Het boren door sterk doorlatende grondsoorten blijft problematisch. Boorspoeidruk, in relatie tot grondsoorten, dient beheersbaar te blijven i.v.m. mogelijke blow-outs. Grondwaterstand Belangrijk: Nee Grondwaterstand is, in eerste instantie, niet belangrijk voor het boorproces, maar wel bij in- en uittredepunten. Tijdens het boren in grondlagen met een wateroverspanning kan een kwelstroom langs de leiding ontstaan en is aanpassing van de boorvloeistof (of tracé) noodzakelijk. Nauwkeurigheid Belangrijk: Ja Het kunnen bepalen van de exacte positie van de boorkop en het boorproces zelf zijn maatgevende factoren voor de te behalen nauwkeurigheid, alsmede de weerstand van de te passeren grondsoorten. Tekeningen/Werkplan Belangrijk: Ja Het ontwerp dient goed op tekening aangebracht te worden, met name de ideale boogstraal en de gewenste ligging van de leiding. Het werk dient uitgevoerd te worden conform een afgesproken werkplan. Na aanleg moeten eventuele afwijkingen t.o.v. de originele tekeningen en werkplan verwerkt worden. Werkruimte Belangrijk: Ja De benodigde opstellingsruimte kan aanzienlijk zijn, in verband met de verschillende noodzakelijke voorzieningen, vooral bij lange lengtes en/of grotere diameters.

46 39 Aanleglengte Belangrijk: Ja Afhankelijk van het boorproces zijn grote lengtes mogelijk (soms langer dan 1000 m). De minimum boogstraal is afhankelijk van de boorstang en bedraagt, algemeen gesproken, 9 meter. E Kort overzicht Horizontaal gestuurd boren kan over een heel groot gebied aan omstandigheden toegepast worden. Slechts 'extreme' bodemcondities, zoals zeer doorlatende en zeer slappe grond, kunnen problemen opleveren. Grote aanleglengtes zijn mogelijk. Naarmate de diameter van de produktleiding en aanleglengte toenemen, is zwaardere apparatuur nodig. In de regel wordt in het verticale vlak een gekromd traject beschreven. Een combinatie in het horizontale en verticale vlak is mogelijk. De methode is in alle richtingen bestuurbaar en zeer nauwkeurig.

47 40 4 BOOGZINKEREN A Beschrijving van de werkingsmethode Een boring met behulp van de boogzinkertechniek bestaat uit twee fasen: de pilotboring en het inbrengen van de produktleiding. In de eerste fase wordt een pilotboring verricht door een boorstang uit een geheel in de vorm van een halve cirkel met een bepaalde diameter, de grond in te drijven (figuur 4.1). Een andere mogelijkheid is een boorstang bestaande uit aaneengekoppelde, voorgebogen boorstangen. Vooraan de eerste boorstang is een spuitmond aangebracht waar doorheen water onder druk, aangevoerd via de holle boorstangen, uittreedt. Op deze manier wordt de grond losgespoten. De perskrachten worden opgebracht door drie hydraulisch aangedreven wielen die tegen de boorstang worden aangedrukt. Een aantal extra wielen zorgt voor geleiding van de stang. Het geheel van wielen is op een stellage gemonteerd. Met deze stellage kan de insteekhoek ingesteld worden. Een vrachtwagen met hefarm assisteert indien extra kracht nodig tijdens het inbrengen van de stangen. In de tweede fase wordt een ruimer aangekoppeld en daarachter de produktleiding. boorstan boorstang / haspel pomp 1 spuitlans Deze worden vervolgens teruggetrokken. Figuur 4.1: uitvoerings fasen van boogzinkeren Boogzinkeren is een niet-bestuurbare methode waar geen hoge nauwkeurigheid mee gehaald wordt. Het snijproces in de ondergrond vindt ongecontroleerd plaats. Dit kan consequenties hebben in vorm van schade door te veel weggespoelde grond. B Produktleiding Materiaal De volgende materialen kunnen gebruikt worden voor de produktleiding: - PE. - Kabels.

48 41 Diameter De maximale diameter produktleiding die voor boogzinkeren toegepast kan worden is 110 mm. Toepassing Boogzinkeren is geschikt voor aanleg van produktleidingen voor de volgende toepassingen: - Leidingen onder druk (gas, water) - Mantelbuizen. - Kabels. Drukloze vloeistof leidingen onder verval, zoals rioolleidingen, kunnen niet aangelegd worden daar de vereiste nauwkeurigheid in verband met dit verval niet met deze techniek gehaald kan worden. C Tracé Bovengrondse situatie op werkplek - Intredepunt Er hoeft geen put aangelegd te worden. De boorkop met stangen wordt onder een hoek de grond in gedreven. - Apparatuur bij intredepunt Bij het intredepunt moet ruimte voor een vrachtwagen zijn. Deze ruimte moet ook voor de vrachtwagen bereikbaar zijn. - Uittredepunt Er hoeft geen ontvangstput gegraven te worden. De boorkop treedt onder een hoek uit het maaiveld. - Nieuwe leiding bij uittredepunt Bij het uittredepunt moet de nieuwe leiding ingebracht worden. Aangezien alleen relatief korte lengtes PE leidingen aangelegd worden, zullen deze normaal gesproken op haspel aangeleverd zijn. Te kruisen bovengrondse objecten De volgende objecten zijn met de techniek te kruisen: - Secundaire wegen. - Kleinere waterwegen. - Een combinatie van bovengenoemde objecten. Ondergrondse obstakels De volgende ondergrondse obstakels hebben invloed op het tracé:

49 wi - Reeds aanwezige leidingen: - In gebruik zijnde, geregistreerde leidingen (bekend). - Verlaten, niet geregistreerde leidingen (onverwacht). - Fundamenten van bestaande gebouwen en duikers (bekend). - Funderingsresten en wrakken (onverwacht). - Oeverbescherming: - Zichtbare huidige oeverbeschermingen (bekend). - Oude, niet geregistreerde oeverbeschermingen (onverwacht). Met inachtname van de van te voren bekende ondergrondse obstakels moet een tracé van de boring bepaald worden. Deze obstakels kunnen met het bepaalde tracé gepasseerd worden mits de buigstralen in dit tracé dit toelaten. Dit tracé moet cirkelvormig zijn en in een vlak liggen. De straal van het cirkelvormig tracé kan, afhankelijk of een gehele of gesegmenteerde boorstang toegepast wordt, 5 tot 10 m respectievelijk 3,5 tot 40 m bedragen. Indien onverwachte obstakels aangetroffen worden kunnen afwijkingen van het geplande tracé ontstaan. Bodemcondities Het boogzinkeren is vooral geschikt voor toepassing in veen en klei. Zand is niet geschikt. Haalbare nauwkeurigheid De techniek is niet-bestuurbaar. Afwijkingen van het geplande tracé kunnen optreden door onder andere obstakels in de ondergrond. De nauwkeurigheid is niet te voorspellen. Grote afwijkingen zijn mogelijk. Aanleglengte Indien met een cirkelvormige boorstang uit een geheel gewerkt wordt, kan een maximale lengte van 10 m gehaald worden. Met aaneengekoppelde boorstangen met verschillende buigstralen kan een maximale lengte van 40 m gehaald worden. D Kort overzicht Boogzinkeren is een zeer eenvoudige techniek, geschikt om over relatief korte afstanden kleine diameter PE leidingen aan te leggen onder kleinere wegen en waterwegen door. De nauwkeurigheid is niet te voorspellen. De methode kan gepaard gaan met wateroverlast. BI DO C (bibliotheek en documentatie) Dienst Weg- en Waterbouwkunde Postbus GA DELFT Tet /364

50 43 5 SANERING Bij het inventariseren van saneringstechnieken hebben twee aspecten bij het aandachtspunt 'Tracé' geen betekenis, namelijk de aspecten 'te kruisen bovengrondse objecten' en 'haalbare nauwkeurigheid'. Sleuf loze saneringstechnieken installeren de nieuwe leiding altijd in of exact op dezelfde plaats als de bestaande leiding. Daardoor is van trajectkeuze nooit sprake en is de nauwkeurigheid altijd 100%. Saneringstechnieken kunnen onderverdeeld worden in: - vervangingstechnieken, waar de nieuwe leiding in plaats van de oude leiding komt ( 5.1). - renovatietechnieken, waar de nieuwe leiding in de oude leiding wordt ingebracht ( 5.2). 5.1 Vervanainastechnieken Onder vervangingstechnieken worden verstaan de sleuf loze saneringstechnieken waarbij de bestaande leiding vernietigd of verwijderd wordt om plaats te maken voor een nieuwe leiding op dezelfde plaats als waar de oude leiding lag. Er zijn drie typen sleufloze vervangingstechnieken: - Buizenkrakermethode - Buisfreesmethode - Uittrekken oude leiding en intrekken nieuwe leiding Buizenkrakermethode A Beschrijving van de werkingsmethode Bij de buizenkrakermethode wordt gebruik gemaakt van eenzelfde bodempersraket als bij impact ramming en impact moling (figuur 5.1). Voor de bodempersraket is een conus gemonteerd, de zogenaamde kraakkop. Dit geheel wordt in de te vervangen leiding ingebracht. De kraakkop heeft een grotere diameter dan de bestaande leiding. Tijdens de voortstuwing door de raket breekt de kraakkop de leiding open en verdringt de scherven in de omliggende grond. Bij materialen die niet in scherven gebroken kunnen worden, is op de kraakkop snijgereedschap bevestigd die de buis in lengterichting opensnijdt. Achter de kraakkop is, over de raket heen geschoven, de nieuwe leiding bevestigd en deze wordt direct in de gecreëerde ruimte ingebracht. Vooraan de kraakkop is een trekkabel bevestigd. De trekkabel zorgt voor de geleiding van de kraakkop, zodat deze de bestaande leiding goed volgt, en voor het blijven aanliggen van de kop tegen de bestaande leiding. In gevorderd stadium van het proces kan de kabel extra trekkracht leveren om de wrijvingskrachten tussen de ingebrachte nieuwe leiding en de grond te compenseren.

51 44 compressor hydraulische her raket Figuur 5.1: buizenkrakermethode B Produktleiding Materiaal Leidingen van de volgende materialen kunnen met de techniek vervangen worden: - Beton. - Grès. - Keramiek. - Asbestcement. - Gietijzer. - Pvc. - PE. De volgende materialen kunnen gebruikt worden voor de nieuwe produktleiding: - PE. - Staal. Diameter Leidingen met diameters vanaf 50 mm tot 600 mm zijn te vervangen met behulp van de buizenkrakermethode. Met de methode kan in principe ook diametervergroting plaatsvinden: de nieuw ingebrachte leiding heeft dan een grotere diameter dan de oude, gekraakte leiding. De maximaal mogelijke diametervergroting is afhankelijk van: - Verdringbaarheid van de bodemsoort. - De mate van verstoring van de omliggende grond in verband met bestaande infrastructuur en het opdrukken van het maaiveld. Toepassing De techniek is geschikt voor vervanging van produktleidingen voor de volgende toepassingen:

52 45 - Drukleidingen - Drukloze leidingen (o.a. riolering). - Mantelbuizen (b.v. indien dunwandige 'sleeve' voor drukleidingen nodig is) C Tracé Bovengrondse situatie op werkplek - Invoerput Er is een invoerput nodig. De afmetingen zijn afhankelijk van de diameter, de diepte van de oude leiding en de toelaatbare buigstraal van de nieuwe leiding - Apparatuur bij invoerput Bij de invoerput moet apparatuur geplaatst kunnen worden. De hoeveelheid apparatuur past meestal in een bestelbus (exclusief compressor). - Nieuwe leiding bij invoerput Ter plaatse van het invoerpunt wordt de produktleiding (of kabelbundel) ingebracht. Over het algemeen wordt de volledige lengte van de produktleiding in het verlengde van het tracé uitgelegd en vervolgens ingebracht. Kabels en kleine PE leidingen, tot een diameter van 160 mm, kunnen worden ingevoerd vanaf een haspel. Ook is het mogelijk om tijdens het trekken van de produktleiding de leidingelementen te verbinden. Het intrekken gebeurt dan discontinu (duurt langer). Daarnaast ontstaat bij deze werkwijze een hogere trekkracht ten gevolge van de wandwrijving. - Ontvangstput Er is een ontvangstput nodig. Dit kan eventueel een bestaande put zijn. - Apparatuur bij ontvangstput Bij de ontvangstput staat de her die de trekkabel voortbeweegt. - Schade bovengronds Door de slagbeweging van de bodempersraket ontstaan trillingen in de ondergrond. Deze trillingen kunnen schadelijk zijn voor gebouwen in de omgeving. Tevens kan bij een grote mate van verdringing en/of een geringe ligdiepte opdrukking van het maaiveld plaatsvinden. Ondergrondse obstakels Bestaande infrastructuur en funderingen van bouwwerken in de omgeving kunnen beschadigd raken hetzij door de trillingen die veroorzaakt worden door de raket hetzij door de verdringing die met het proces gepaard gaat. Obstakels in de directe nabijheid kunnen een afwijking van het tracé veroorzaken. Bij riolering kunnen inspectieputten een probleem opleveren. Indien geen maatregehen genomen worden, zuilen deze putten beschadigd raken. Door de verbinding

53 van de put met de leiding weg te breken en dit gat verder te vergroten, kan de apparatuur zonder grote beschadigingen te veroorzaken door de put geleid worden. Als er aftakkingen/zij-aansluitingen op de oude leiding aanwezig zijn worden deze tijdens het kraken vernietigd. Indien de aftakkingen hersteld moeten worden is graven ter plaatse noodzakelijk om de verbinding te herstellen. Een andere mogelijkheid is de aftakking om te leiden naar een inspectieput in de omgeving. Bodemcondities De techniek is in principe toepasbaar in alle grondsoorten. De grondsoort heeft invloed op de wrijving tussen leiding en grond. Kleigrond levert meer wrijving op. De verdringbaarheid van de bodem heeft invloed op de tijdens het kraken optredende krachten en kan daarmee invloed hebben op de maximale diametervergroting van de nieuwe leiding ten opzichte van de oude leiding. Het grondwaterpeil moet ruim (ca. 1 m) onder de onderkant van de leiding liggen. Indien onder het oorspronkelijke grondwaterniveau gewerkt wordt, moet derhalve bemaling toegepast worden. Aanleglengte De maximale lengte van het in één arbeidsgang te vervangen traject is 80 m. De werkzaamheden moeten bij voorkeur onafgebroken uitgevoerd worden. Als het proces lang duurt kan door zettingen van de grond de wrijving tussen leiding en grond aanzienlijk toenemen. De voor de leiding toelaatbare trekkracht, of de combinatie van maximale trekkracht van de her en perskracht van de raket, zou overschreden kunnen worden. 0 Kort overzicht De buizenkrakermethode is een geschikte methode om over een grotere lengte leidingen te renoveren. Naarmate het aantal aftakkingen in de leiding toeneemt wordt de methode minder geschikt daar voor het herstellen van deze aftakkingen afzonderlijke putten gegraven moeten worden Buisfreesmethode A Beschrijving van de werkingsmethode Bij de Buisfreesmethode wordt met een boorschild de oude leiding afgefreesd (figuur 5.2). Achter het boorschild wordt de nieuwe leiding ingeperst. Er wordt gebruik gemaakt van dezelfde technieken als bij de gesloten fronttechniek. Dezelfde typen boorschild en persinstahlatie worden gebruikt. Voorop het boorschild is een geleide-

54 kop bevestigd. Deze zorgt voor een volledig dichte afscheiding (gesloten front) tussen het nog intacte deel van de oude buis en het deel dat wordt afgefreesd door het boorschild. Aan het begin van het proces wordt de geleidekop in de oude leiding ingebracht tot het freesrad aanligt tegen de oude leiding. Tijdens het voortpersen freest het boorschild de oude leiding weg. De geleidekop zorgt ervoor dat de richting van de oude leiding wordt gevolgd. Achter het boorschild wordt de nieuwe leiding ingeperst. De diameter van de nieuwe leiding kan groter gekozen worden dan de diameter van de oude leiding. Het boorschild freest dan niet alleen de oude leiding weg, maar graaft ook een hoeveelheid grond er omheen af. Er zijn systemen die rioolleidingen vervangen terwijl ze in bedrijf zijn. De stroming wordt dan vanaf een doorgang in de geleidekop,via een omloopleiding door het boorschild en de nieuwe leiding, overgepompt naar het riool achter de persput. motor leidingelement avegaar hamer geleidekop Figuur 5.2: Buis freesmethode B Produktleiding Materiaal Leidingen van de volgende materialen kunnen met de techniek vervangen worden: - Beton (met wapening). - Grès. - Keramiek. - Asbestcement. - Grijs gietijzer. De volgende materialen kunnen gebruikt worden voor de nieuwe produktleiding: - Staal. - Nodulair gietijzer. - Beton. - GVK. - Grès.

55 Diameter De kleinste diameter leiding die te vervangen is met behulp van de buisfreesmethode is 300 mm. Met de methode kan ook diametervergroting plaatsvinden. Toepassing De techniek is geschikt voor vervanging van produktleidingen voor de volgende toepassingen: - Leidingen onder druk (o.a. gas, water, persriolen). - Drukloze leidingen (o.a. riolering). - Mantelbuizen. C Tracé Bovengrondse situatie op werkplek - Persput Er is een persput nodig. Vrijwel altijd dient een volledig grondkerende constructie te worden toegepast. Een dodebed tegen de achterwand van de persput is nodig voor het overbrengen van de perskrachten naar de ondergrond. De afmetingen van de perskuip zijn afhankelijk van de lengte van de leidingelementen en de gebruikte persinstallatie. Grofweg kan gezegd worden dat de afmetingen van de persput zijn: lengte x breedte = (elementlengte) + 4 m x (leidingdiameter + 3 m) - Apparatuur bij de persput Een hydraulische vijzelinstallatie dient in de persput aangebracht te worden. Een kraan boven/naast de persput is nodig voor de invoer van leidingelementen en eventueel de afvoer van grond. - Nieuwe leiding bij de persput Indien de ruimte in de nabije omgeving van de persput beperkt is, kunnen de leidingelementen elders opgeslagen worden en een voor een aangevoerd worden. - Ontvangstput De grootte van de ontvangstput kan heel beperkt blijven. Deze put moet zo groot zijn, dat het boorschild hieruit verwijderd kan worden. Ondergrondse obstakels Bestaande infrastructuur en funderingen van bouwwerken in de omgeving kunnen beschadigd raken. Een afstand tot andere infrastructuur van minimaal circa 2 meter moet aangehouden worden. Obstakels in de directe nabijheid kunnen een afwijking van het tracé veroorzaken.

56 I!J Inspectieputten kunnen niet worden gepasseerd. De inspectieputten zijn altijd een begin- en/of eindpunt van een tracé. Als er aftakkingen/zij-aansluitingen op de oude leiding aanwezig zijn worden deze tijdens het proces vernietigd. In het tracé aanwezige aansluitingen moeten van te voren worden verlaten en worden omgeleid naar een inspectieput in de omgeving. Bodemcondities De techniek is in principe geschikt voor alle grondsoorten (zie paragraaf gesloten fronttechniek). Met de techniek kan onder het grondwaterpeil worden gewerkt. Aanleglengte De maximale lengte van het in één arbeidsgang te vervangen traject wordt bepaald door de afstand tussen de aanwezige inspectieputten. Er dient altijd van put naar put te worden gewerkt. Indien geen putten aanwezig zijn, kunnen dezelfde afstanden aangehouden worden als bij de gesloten fronttechniek. D Kort overzicht De buisfreesmethode is een relatief ingewikkelde vervangingstechniek, geschikt om leidingen van brosse materialen te saneren. Met de techniek kan onder het grondwaterpeil gewerkt worden. Naarmate het aantal aftakkingen in de leiding toeneemt wordt de methode minder geschikt omdat uitgebreide maatregelen nodig zijn Uittrekken oude leiding en intrekken nieuwe leiding A Beschrijving van de werkingsmethode De te vervangen leiding wordt op twee plaatsen opgegraven en afgekoppeld. Er wordt een stalen kabel in de leiding gebracht met een conus aan het einde. Op de conus wordt het uiteinde van de nieuwe leiding gemonteerd. Door aan de kabel te trekken wordt de oude leiding uit de grond getrokken en tegelijkertijd wordt de nieuwe leiding in de vrijkomende holte getrokken. De oude leiding wordt langs een mes getrokken en in langsrichting versneden.

57 50 B Produktleiding Materiaal: Leidingen van de volgende materialen kunnen met de techniek vervangen worden: - Pvc. - Staal. - PE. De volgende materialen kunnen gebruikt worden voor de nieuwe produktleiding: - PE. - Staal. - Kabels. Diameter De maximale diameter waarbij deze techniek wordt toegepast is 32 mm Toepassing De techniek is geschikt voor vervanging van produktleidingen voor de volgende toepassingen: - Leidingen onder druk (o.a. gas, water, persriolen). - Drukloze leidingen (o.a. riolering). C Tracé Bovengrondse situatie op werkplek - lnvoerput Er is een kleine invoerput nodig voor het loskoppelen van de oude leiding en het invoeren van de nieuwe leiding. - Nieuwe leiding bij invoerput Bij de invoerput moet de nieuwe leiding ingebracht worden. De nieuwe leiding is meestal een kleine diameter PE leiding en wordt op haspel aangevoerd. - Ontvangstput Er is een ontvangstput nodig voor het loskoppelen van de oude leiding en het aankoppelen van de nieuwe leiding. - Apparatuur bij ontvangstput Bij de ontvangstput staat de her die de trekkabel voortbeweegt. Ondergrondse obstakels Door het uittrekken van de oude leiding kan schade ontstaan aan de reeds aanwezige leidingen en kabels in de grond. Bij deze techniek kan een scherpe bocht in de oude leiding als een onoverkomelijk

58 51 obstakel gezien worden. Het is dan niet mogelijk zonder excessieve trekkrachten en grote verwijding van het gat de oude leiding uit te trekken. Er kunnen geen leidingen met aftakkingen uitgetrokken worden. Bodemcondities De techniek is in principe toepasbaar voor alle grondsoorten. De grondsoort heeft wel invloed op de wrijving tussen leiding en grond. Aanleglengte De maximale lengte van het te saneren traject is circa 12 m. D Kort overzicht Deze eenvoudige techniek is geschikt voor het vervangen van korte, rechte stukken leiding van kleine diameter zonder aftakkingen, zoals bijvoorbeeld huisaansluitingen. 5.2 Renovatie Onder renovatie, ook wel relining genoemd, vallen de sleuf loze saneringstechnieken waarbij de bestaande leiding blijft liggen. De nieuwe leiding wordt in de bestaande leiding ingevoerd. Bij het inventariseren van renovatietechnieken heeft, naast de twee al genoemde aspecten, nog een aspect bij het aandachtspunt 'Tracé' geen betekenis, namelijk het aspect 'bodemcondities'. Renovatie speelt zich geheel binnen de oude leiding af. Het proces is derhalve niet gerelateerd aan de bodemcondities. Er zijn zes typen sleufloze renovatietechnieken: - Invoeren met diameterverlies, lange buislengten - Invoeren met diameterverlies, korte elementen - Invoeren met gering diameterverlies - Wikkelbuismethode - Geïmpregneerde kousmethode - Flexibele slangmethode (hose lining)

59 Invoeren met diameterverlies, lange buislengten A Beschrijving van de werkingsmethode Conventioneel Op een daarvoor geschikte plaats wordt de oude leiding opgegraven en onderbroken door minimaal de bovenkant van de leiding te verwijderen. De oude leiding wordt gereinigd, geïnspecteerd en met behulp van een dummy gecontroleerd op vrije doorgang voor de nieuwe leiding. Daarna wordt een leiding ingevoerd met een uitwendige diameter die kleiner is dan de inwendige diameter van de bestaande leiding (figuur 5.3). PVC leiding met reliningsmof. In de bouwput worden lengten van 2-10 m PVC leiding met reliningsmoffen verbonden tot een leiding. Telkens nadat een leidingelement is aangekoppeld wordt deze, afhankelijk van de trekvastheid van de verbinding, in de oude leiding geduwd of getrokken GVK leiding met reliningsmof. In de bouwput worden lengten van 2-20 m GVK-leiding met reliningsmoffen verbonden tot een leiding. Telkens nadat een leiding is aangekoppeld wordt het gemonteerde stuk leiding in de oude leiding geduwd. Bij grote lengten wordt de oude leiding deels gevuld met water. Door de nieuwe leiding met kopschotten dicht te zetten en leeg te pompen is het mogelijk de nieuwe leiding nagenoeg wrijvingsloos in de oude leiding te varen. Een lengte van PE of PP leiding wordt bovengronds uitgelegd en gelast met spiegellasverbinding. Voor vervoer naar en in de put zijn rollen noodzakelijk. Diameters kleiner dan 160 mm kunnen vanaf haspels in de oude leiding worden ingevoerd. De leiding wordt met behulp van een her in een oude leiding getrokken. Na het invoeren van de leiding kan tussen de oude leidingwand en nieuwe leidingwand een vulmiddel ingebracht worden. Figuur 5.3: invoeren, met diameterverlies, van Iangebuislengtes

60 53 Toepassing gas; onder gasdruk invoeren Voor gasleidingen is, om de overlast voor de aangesloten gebruikers tot een minimum te beperken, een methode beschikbaar om de nieuwe leiding onder gasdruk in te voeren, Live Mains Insertion (figuur 5.4). De oude leiding wordt bij het invoerpunt en uitvoerpunt opgegraven. Een bypass wordt gemaakt over het invoerpunt. Gasblazen worden gezet om een beperkte lengte gasloos te kunnen maken. De oude leiding wordt hier geopend. Bij het uitvoerpunt worden dezelfde handelingen verricht, er wordt echter geen bypass gemaakt. Verondersteld wordt dat de leiding deel uitmaakt van een vermaasd net waar het gas van meerdere kanten aangevoerd kan worden. Bij het invoerpunt wordt op de oude leiding een 'pakkings'unit gemonteerd waarmee de nieuwe leiding onder gasdruk ingevoerd kan worden. De nieuwe leiding wordt tot aan het uitvoerpunt ingebracht. De aangesloten gebruikers ontvangen nu gas via de annulaire ruimte tussen oude en nieuwe buis. Bij het uitvoerpunt wordt de nieuwe leiding op het bestaande systeem aangesloten. Hiervoor moet ten eerste de annulaire ruimte over een stuk tot aan het uitvoerpunt gasloos gemaakt worden, zodat hieraan gewerkt kan worden. Een kleine lengte voor het uitvoerpunt wordt de annulaire ruimte afgesloten met een vulschuim dat door een opening in de oude leiding ingebracht wordt. Het laatste deel is nu gasloos. Na aansluiting is zowel in de nieuwe leiding als in de annulaire ruimte gas beschikbaar. Vanaf het uitvoerpunt naar het invoerpunt werkend, worden alle gebruikers een voor een overgezet van de oude buis op de nieuwe. Hierbij wordt de annulaire ruimte bij de over te zetten aansluiting, een kleine afstand richting invoerpunt, afgesloten met vulschuim. Ter plaatse van de afsluiting kan de leiding gasloos worden gemaakt. Vervolgens kan de oude leiding hier worden geopend en de aansluiting met conventionele technieken worden overgezet op de nieuwe leiding. Nadat alle aansluitingen een voor een overgezet zijn, wordt bij het invoerpunt de nieuwe leiding aangesloten op het bestaande systeem. De gebruikers zijn individueel, gedurende het overzetten van hun aansluiting, slechts korte tijd zonder gas geweest.

61 54 prodssklleid eg verbirrdng roet bestaande systeem uittredepunt vuischumn A nog over te zetten reedsovergezette aanslodteg oonskmmtmng B overzetten aansluiting volschuin, Figuur 5.4: invoeren onder gasdruk, met diameterverlies, van Iangebuislengtes B Produktleiding Materiaal: Leidingen van de volgende materialen kunnen met de techniek gerenoveerd worden: - Beton. - Grès. - Keramiek. - Asbestcement. - Gietijzer. - Pvc. - PE. - Staal. De volgende materialen kunnen gebruikt worden voor de nieuwe produktleiding: - Pvc. - PE. - GVK. - PP. Diameter De minimale diameter waarbij deze techniek wordt toegepast is 25 mm. De mate van diameterverlies is afhankelijk van de kwaliteit en ligging van de oude leiding en de diameter van de nieuwe leiding. Diameterverlies is bij:

62 55 - Kleine diameters mm circa 30%. - Diameters van mm circa 20%. - Diameters van mm circa 10%. Bij het invoeren onder gasdruk moet rekening gehouden worden met de benodigde capaciteit van de annulaire ruimte om de huishoudens van gas te voorzien. Toepassing De techniek is geschikt voor relining van produktleidingen voor de volgende toepassingen: - conventionele methode Leidingen onder druk (o.a. gas, water, persriolen). Drukloze leidingen (o.a. riolering). - invoeren onder druk * gasleidingen C Tracé Bovengrondse situatie op werkplek - lnvoerput Voor invoer van het materiaal is een beperkte bouwput noodzakelijk. De lengte van de put wordt bepaald door de lengte van de leidingdelen die worden ingevoerd (van 1,5 tot circa 12 m). Voor PE leiding wordt de lengte van de bouwput bepaald door de diameter van de in te voeren leiding en de daaruit voortvloeiende minimale buigstraal. - Apparatuur bij invoerput Inwendige reinigings- en inspectie-apparatuur. - Nieuwe leiding bij invoerput Ter plaatse van het invoerpunt wordt de produktleiding (of kabelbundel) ingebracht. Over het algemeen wordt de volledige lengte van de produktleiding in het verlengde van het tracé uitgelegd en vervolgens ingebracht. Kabels en kleine PE leidingen, tot een diameter van 160 mm, kunnen worden ingevoerd vanaf een haspel. Ook is het mogelijk om tijdens het trekken van de produktleiding de leidingelementen te verbinden. Het intrekken gebeurt dan discontinu (duurt langer). - Ontvangstput Er is een ontvangstput nodig. Dit kan eventueel een bestaande put van een leidingsysteem zijn. - Apparatuur bij ontvangstput Bij de ontvangstput moet de her staan die de trekkabel voortbeweegt.

63 56 Ondergrondse obstakels De aansluitingen op de oude leiding worden afgedicht door de renovatie. Indien de aftakkingen hersteld moeten worden is graven ter plaatse noodzakelijk. Voor drukloze leidingen met een diameter groter dan 250 mm is reparatie met robot ook mogelijk. De robots die daarvoor gebruikt worden zijn geavanceerd en goed uitontwikkeld. De kosten zijn navenant. Bochten zijn moeilijk te passeren. Afhankelijk van de ruimte tussen oude en nieuwe buis, kunnen alleen bochten met een ruime boogstraal en een geringe hoekverandering gepasseerd worden. Aanleglengte De maximale lengte van het in één arbeidsgang te renoveren traject is: PVC tot max. 200 m. GVK tot max. 300 m. PE tot max. 500 m. De lengte wordt beperkt door de maximaal toelaatbare krachten op de nieuwe leiding. D Kort overzicht Het inbrengen van een nieuwe leiding in lange buislengtes is een relatief eenvoudige methode. Er is slechts weinig werkruimte nodig ter plaatse. Er moet rekening gehouden worden met diameterverlies, bestaande uit de wanddikte van de nieuwe leiding en de ruimte tussen de oude en nieuwe leiding. De methode is geschikt voor langere, rechte lengtes. Naarmate het aantal aftakkingen in de leiding toeneemt wordt de methode minder geschikt daar voor het herstellen van deze aftakkingen afzonderlijke putten gegraven moeten worden. Het invoeren onder druk is voor gasleidingen een geschikte methode om de overlast voor gebruikers tot een minimum te beperken Invoeren met diameterverlies, korte elementen A Beschrijving van de werkingsmethode Op een plaats waar de leiding open en toegankelijk is worden leidingdelen gemonteerd tot een nieuwe leiding. Deze plaats kan een inspectieschacht zijn dan wel een voor dit doel gegraven open bouwput. De oude leiding wordt eerst gereinigd, genspecteerd en m.b.v een dummy gecontroleerd op vrije doorgang van de nieuwe leiding. Na montage van een leidingelement wordt deze in de oude leiding getrokken of geduwd, afhankelijk van het leidingsysteem, en met name van de verbindingen. Bij trekvaste verbindingen kan worden getrokken aan het voorste leidingelement, bij niet trekvaste verbindingen moet worden geduwd. Hiervoor is meestal een

64 57 hydraulische her t lens Figuur 5.5: invoeren met diameterverlies van korte elementen persinrichting geïnstalleerd in de invoerput die na aankoppeling de elementen in de oude leiding drukt. Een andere mogelijkheid is een trekkabel door de buis te leggen en in de invoerput een schild te bevestigen dat tegen het achterste element aanligt en vervolgens aan de kabel te trekken (figuur 5.5). Als de nieuwe leiding volledig is ingevoerd kan tussen de oude en de nieuwe leiding een vulmiddel ingebracht worden. In een aantal gevallen maakt het vulmiddel een wezenlijk onderdeel uit van de constructie en de sterkte van de leiding. B Produktleiding Materiaal: Leidingen van de volgende materialen kunnen met de techniek gerenoveerd worden: - Beton. - Keramiek. - Grès. - Asbestcement. - Gietijzer. - Pvc. - PE. - Staal. De volgende materialen en vormen kunnen gebruikt worden voor de nieuwe produktleiding: - PE, PP rond. - GVK, GVC, GVP rond & ei-vorm of deel daarvan. - PVC rond. - PP met wapening rond en iedere gewenste vorm. De onderdelen kunnen bestaan uit: - Korte leidingdelen van 50 tot 150 cm.

65 De verbindingen tussen de leidingonderdelen kunnen zijn: - Elektrolasverbindingen (HDPE, MDPE, PP). - Klikverbindingen (HDPE). - Vaar- en moereinden met rubberafdichting. In de nieuwe leiding zijn veel verbindingen aanwezig. Verbindingen zijn relatief kostbare onderdelen. Diameter De minimale diameter van de te renoveren leiding waarbij deze techniek wordt toegepast is 200 mm. Het diameterverlies dat optreedt bij een diameter van 200 mm zal circa 20% bedragen. Bij grotere diameters daalt het verlies tot circa 10%. Toepassing De techniek is geschikt voor relining van produktleidingen voor de volgende toepassingen: - Drukloze leidingen (o.a. riolering). Het is niet wenselijk drukleidingen op deze manier te renoveren in verband met de vele verbindingen. De kans op lekkage neemt toe met het aantal verbindingen. Het lokaliseren van lekken in de nieuwe leiding is moeilijk omdat het weggelekte medium zich verplaatst tussen de oude en nieuwe leiding totdat het een uitgang in de oude leiding vindt. C Tracé Bovengrondse situatie op werkplek -1 nvoerput Er is een invoerput nodig. Een put van circa 1 x 1 m is voldoende. Eventueel kan een bestaande put in een leidingsysteem (bv. een inspectieschacht van een riool) gebruikt worden. - Apparatuur bij invoerput Reinigings- en inspectie-apparatuur en eventueel persinstallatie. Leidingelementen worden handmatig in de invoerput ingebracht. - Ontvangstput Er is een ontvangstput nodig. Dit kan een bestaande put in een leidingsysteem zijn. - Apparatuur bij ontvangstput Bij de ontvangstput staat eventueel de her die de nieuwe leiding intrekt. Ondergrondse obstakels Aftakkingen/aansluitingen worden tijdens het renovatieproces afgesloten.

66 59 Indien de aftakkingen hersteld moeten worden is graven ter plaatse noodzakelijk om de verbinding te herstellen. Voor leidingen met een diameter groter dan 250 mm is reparatie met robot ook mogelijk. De robots die daarvoor gebruikt worden zijn geavanceerd en goed uitontwikkeld. De kosten zijn navenant. Bochten zijn moeilijk te passeren. Alleen bochten met een ruime boogstraal en een geringe hoekverandering kunnen gepasseerd worden. Aanleglengte De maximale lengte van het in één arbeidsgang te renoveren traject is 100 m. Boven deze aanleglengte worden de trek- of duwkrachten erg groot. D Kort overzicht Het inbrengen van een nieuwe leiding in korte elementen is een relatief eenvoudige maar bewerkelijke methode. Er is slechts weinig werkruimte nodig ter plaatse. Er moet rekening gehouden worden met diameterverlies, bestaande uit de wanddikte van de nieuwe leiding en de ruimte tussen de oude en de nieuwe leiding. Voor langere lengtes is de methode minder geschikt vanwege de dan benodigde hoeveelheid verbindingen. Naarmate het aantal aftakkingen in de leiding toeneemt wordt de methode minder geschikt daar voor het herstellen van deze aftakkingen afzonderlijke putten gegraven moeten worden Invoeren met gering diameterverlies A Beschrijving van de werkingsmethode De bestaande oude leiding moet zorgvuldig worden gereinigd, geïnspecteerd en met behulp van dummy gecontroleerd op vrije doorgang voor de nieuwe leiding. Bij deze techniek is dit extra belangrijk daar de nieuwe leiding in de oude leiding gaat aanliggen. Vervolgens wordt een voorbewerkte leiding in de oude leiding getrokken. De buitendiameter van de nieuwe en voorbewerkte leiding moet nagenoeg overeenkomen met de binnendiameter van de oude leiding. Zodra de nieuwe leiding is ingevoerd wordt de leiding opnieuw bewerkt waardoor zij haar oorspronkelijke vorm en diameter weer aanneemt. De voorbewerking ten behoeve van tijdelijke diameterverkleining wordt ofwel fabrieksmatig of in het veld uitgevoerd en kan zijn: Het voor het invoeren trekken door een die, ook wel matrijs genoemd, waardoor de leiding rond blijft doch tijdelijk en kleinere diameter krijgt (figuur 5.6). Het voor het invoeren door rollen trekken van de leiding waardoor tijdelijk een kleinere diameter ontstaat. Het in de fabriek samenvouwen van de leiding en daarna op een haspel rollen (figuur 5.7). Er zijn systemen die het samenvouwen van de leiding in het veld realiseren.

67 matrijs hydraulische her PE-buis ». 1» Figuur 5.6: invoeren met gering diameterverlies d.m.v. een matrijs Het in oude vorm terugkeren van de leiding vindt bij a. en b. plaats door relaxatie al dan niet in combinatie met inwendige druk. Bij methode c. vindt de nieuwe leiding zijn nieuwe, ronde vorm door verwarming en inwendige druk. haspel hydraulische her leiding Figuur 5.7: invoeren met gering diameterverlies van samengevouwen leiding B Produktleiding Materiaal: Leidingen van de volgende materialen kunnen met de techniek vervangen worden: - Beton. - Keramiek. - Grès. - Asbestcement. - Gietijzer. - Pvc. - PE. - Staal. De volgende materialen kunnen gebruikt worden voor de nieuwe produktleiding:

68 61 PEenPP. PEenPP. C. PE,PPenPVC. Diameter De maximale diameter waarbij deze techniek wordt toegepast is: 125 mm -600 mm. 125 mm -315 mm. 160 mm -300 mm. De diameter bij a. en b. wordt beperkt door de maximaal toelaatbare trekkracht op de leiding die nodig is in verband met de diameterreductie. De diameter bij methode c. wordt beperkt door mogelijkheid tot samenvouwen van de leiding. Toepassing De techniek is geschikt voor relining van produktleidingen voor de volgende toepassingen: - Leidingen onder druk (o.a. gas, water, persriolen). - Drukloze leidingen (o.a. riolering). C Tracé Bovengrondse situatie op werkplek - lnvoerput Voor invoer van het materiaal is een put noodzakelijk. De lengte en breedte van de put wordt bepaald door de diameter van de leiding die wordt ingevoerd en de diepte. -Apparatuur bij invoerput Reinigings- en inspectie-apparatuur. Bij methode a. en b. ook de apparatuur die nodig is om de diameterreductie te bewerkstelligen - Nieuwe leiding bij invoerput Bij de invoerput moet de nieuwe leiding ingebracht worden. De nieuwe leiding kan op verschillende manieren ingebracht worden: - PE- en PP-leidingen (a. en b.) tot diameter 160 mm kunnen (indien de buitentemperatuur dit toelaat) ingevoerd worden vanaf een haspel. - Samengevouwen leidingen (c.) worden vanaf haspel ingevoerd. Deze leidingen kunnen niet verbonden worden en moeten in één stuk ingevoerd worden. - Leidingelementen kunnen op een andere plaats verbonden worden en kort voor invoer naar de invoerput getransporteerd worden. - De leiding kan voor het begin van het proces in de buurt van de invoerput over de volle lengte neergelegd worden.

69 MS - Ontvangstput Er is een ontvangstput nodig. Dit kan eventueel een bestaande put van een leidingsysteem zijn. - Apparatuur bij ontvangstput Bij de ontvangstput moet de her staan die de trekkabel voortbeweegt. Ondergrondse obstakels De aansluitingen op de oude leiding worden afgedicht door de renovatie. Indien de aftakkingen hersteld moeten worden is graven ter plaatse noodzakelijk. Voor drukloze leidingen met een diameter groter dan 250 mm is reparatie met robot ook mogelijk. De robots die daarvoor gebruikt worden zijn geavanceerd en goed uitontwikkeld. De kosten zijn navenant. Bochten zijn moeilijk te passeren. Alleen bochten met een ruime boogstraal en een geringe hoekverandering kunnen gepasseerd worden. Aanleglengte De maximale lengte van het in een arbeidsgang te renoveren traject is 200 m. De lengte wordt beperkt door de maximaal toelaatbare trekkracht op de leiding. D Kort overzicht De methode is geschikt voor lange, rechte leidingen met weinig aansluitingen. Door de aanliggende nieuwe leiding wordt slechts een gering verlies aan diameter geleden Wikkelbuismethode A Beschrijving van de werkingsmethode De wikkelbuismethode is een systeem waarbij een wikkelbuis ter plaatse wordt gevormd en in de oude buis wordt ingebracht (figuur 5.8). De buis wordt gewikkeld met behulp van een PVC-profielband, die in een werkput wordt ingelaten en in een wikkelkorf tot buis wordt gevormd. De binnenkant van de buis is glad. De profielband wordt met behulp van een klikverbinding, al dan niet met lijm versterkt tot buis gedraaid. De zodanig ontstane buis wordt met een snelheid van 1 â 2 meter per minuut in de oude buis ingebracht. Als de nieuwe leiding volledig is ingevoerd wordt tussen de oude en nieuwe leiding een vulmiddel aangebracht. In een aantal gevallen maakt het vulmiddel een wezenlijk onderdeel uit van de constructie en de sterkte van de leiding. B 1 DO C (bibliotheek en documentatie) Dienst Weg- en Waterbouwkunde Pcsthus 5044, 2600 GA DELFT V Tel

70 63 detail profielband vaareind ribben moereind wi kkelkort Figuur 5.8: wikkelbuismethode B Produktleiding Materiaal: Leidingen van de volgende materialen kunnen met de techniek vervangen worden: - Beton. - Keramiek. - Grès. - Asbestcement. - Gietijzer. - Pvc. - PE. - Staal. De profielband waaruit de nieuwe leiding wordt opgebouwd: - Pvc. Diameter De minimale diameter van de te renoveren leiding waarbij deze techniek wordt toegepast is 200 mm. Het diameterverlies zal circa 10% bedragen. Toepassing De techniek is geschikt voor relining van produktleidingen voor de volgende toepassingen: - Drukloze leidingen (o.a. riolering). De methode is niet geschikt voor drukleidingen in verband met de spiraalvormige, continue verbinding die door de nieuwe leiding loopt. Hierdoor kan de leiding geen inwendige druk weerstaan.

71 64 C Tracé Bovengrondse situatie op werkplek - Invoerput Er is een invoerput nodig. Een put van circa 1 x 1 m is voldoende. Eventueel kan een bestaande put in een leidingsysteem (bv. een inspectieschacht van een riool) gebruikt worden. - Apparatuur bij invoerput Reinigings- en inspectie-apparatuur. Een haspel met profielband en een wikkelkorf met bijbehorend aggregaat en hydraulische pomp. - Ontvangstput Er is een ontvangstput nodig. Dit kan een bestaande put in een leidingsysteem zijn. - Apparatuur bij ontvangstput Er is geen apparatuur bij de ontvangst put aanwezig. Ondergrondse obstakels Aftakkingen/aansluitingen worden tijdens het renovatieproces afgesloten. Indien de aftakkingen hersteld moeten worden is graven ter plaatse noodzakelijk om de verbinding te herstellen. Met het systeem kunnen geen bochten gepasseerd worden. Aanleglengte De maximale lengte van het in één arbeidsgang te renoveren traject is circa 50 m. Boven deze aanleglengte worden de duwkrachten groot, waardoor gevaar ontstaat voor het losbreken van de klikverbindingen. D Kort overzicht Het inbrengen van een nieuwe leiding als wikkelbuis is een relatief eenvoudige methode. Er is ter plaatse slechts weinig werkruimte nodig. Er moet rekening gehouden worden met diameterverlies van circa 10%. Bochten kunnen niet worden gepasseerd. Naarmate het aantal aftakkingen in de leiding toeneemt wordt de methode minder geschikt omdat voor het herstellen van deze aftakkingen afzonderlijke putten gegraven moeten worden Geïmpregneerde kousmethode A Beschrijving van de werkingsmethode Een dunne, flexibele kunststof kous geïmpregneerd in hars wordt met behulp van lucht- of waterdruk in de te renoveren leiding ingebracht en tegen de wand gedrukt.

72 65 Het impregneren kan fabrieksmatig of in het veld gebeuren. De kous kan al dan niet tegen de wand gehecht worden. Het inbrengen van de kous kan in combinatie gaan met het via een kabel trekken aan de kous (figuur 5.9). Daarna vindt door temperatuurverhoging van de lucht of het water, of met behulp van UV-straling, uitharding van de hars plaats. Voordat de kous ingebracht kan worden moet de te renoveren leiding gereinigd en geïnspecteerd worden. De in te brengen kous wordt meestal in een container aangevoerd waarin het na de produktie gevouwen opgeslagen is. B Produ ktleidi ng Materiaal: Leidingen van de volgende materialen kunnen met de techniek vervangen worden: - Beton. - Grès. - Keramiek. compressor Figuur 5.9: geïmpregneerde kousmethode - Asbestcement. - Gietijzer. - Staal. - PVc. - PE. De volgende materialen kunnen gebruikt worden voor de nieuwe produktleiding: - een kunststoffen binnenliner of een harsrijke binnenlaag - met hars geïmpregneerde vezelversterkte wapening - eventueel een hechtende buitenlaag

73 Diameter De minimale diameter waarbij deze techniek wordt toegepast is 25 mm. Toepassing De techniek is geschikt voor relining van produktleidingen voor de volgende toepassingen: - Leidingen onder druk (o.a. gas, water, persriolen). - Drukloze leidingen (o.a. riolering). C Tracé Bovengrondse situatie op werkplek - Invoerput Er is een invoerput nodig. Dit kan eventueel een bestaande put van een leidingsysteem zijn. - Apparatuur bij invoerput Reinigings- en inspectieapparatuur. haspel/container met in te voeren kous, compressor, eventueel stoomaggregaat. De hoeveelheid apparatuur past in een vrachtwagen - Ontvangstput Er is een ontvangstput nodig. Dit kan eventueel een bestaande put van een leidingsysteem zijn. Ondergrondse obstakels Als er aftakkingen/zij-aansluitingen op de oude leiding aanwezig zijn worden zijn deze na het renoveren met deze techniek afgesloten. Indien de aftakkingen hersteld moeten worden is graven ter plaatse noodzakelijk. Bij aan de wand hechtende systemen kunnen robots gebruikt worden om deze sleuf loos te herstellen. De robots die daarvoor gebruikt worden zijn geavanceerd en goed uitontwikkeld. De kosten zijn navenant. Afhankelijk van het systeem bestaat de mogelijkheid om bochten in leidingen te passeren Aanleglengte De maximale lengte van het in één arbeidsgang te renoveren traject is circa 200 m, afhankelijk van de diameter. D Kort overzicht De geïmpregneerde kousmethode is een relatief ingewikkelde methode. Deze

74 67 techniek is het meest geschikt voor langere stukken leidingen met weinig aansluitingen. In een aantal gevallen kunnen aansluitingen sleufloos hersteld worden. Afhankelijk van het systeem bestaat de mogelijkheid om bochten te passeren. Doordat een dunne aanliggende kous wordt ingebracht wordt geen verlies aan diameter geleden Flexibele slangmethode (hose liriing) A Beschrijving van de werkingsmethode Een door samenvouwen tijdelijk in diameter gereduceerde dunne, flexibele kunststof slang wordt met een trekkous in de te renoveren leiding getrokken (figuur 5.10). Vervolgens wordt de slang verbonden met het bestaande leidingsysteem. Bij het in gebruik nemen van de leiding wordt door de inwendige druk de leiding ontvouwd en gaat aanliggen tegen de oude leiding. In sommige gevallen wordt de slang tegen de wand gehecht om het inzakken van de slang tegen te gaan bij het drukloos maken van de leiding. Voordat de slang ingebracht kan worden moet de te renoveren leiding goed gereinigd en geïnspecteerd worden. hydraulische ier Figuur 5.10: flexibele slangmethode (hose lining) B Produktleiding Materiaal: Leidingen van de volgende materialen kunnen met de techniek vervangen worden: - Beton. - Grès. - Keramiek. - Asbestcement. - Gietijzer. - Staal. - PVC. - PE.

75 MM De nieuwe produktleiding is uit volgende lagen opgebouwd: - kunststoffen binnenlaag - vezelversterkte 'wapening' - kunststof buitenlaag - eventueel een lijmlaag Diameter Deze techniek kan worden toegepast in een diameterbereik van 100 mm tot 350 mm. Toepassing De techniek is geschikt voor relining van produktleidingen voor de volgende toepassingen: - Leidingen onder druk (o.a. gas, water, persriolen). De druk heeft een wezenlijke functie. Hij zorgt ervoor dat de slang tegen de wand aan ligt en blijft liggen. C Tracé Bovengrondse situatie op werkplek - Invoerput Er is een invoerput nodig. Dit kan eventueel een bestaande put van een leidingsysteem zijn. De toegangsopening in de oude leiding van 1 meter is voldoende. Er dient circa 2 x 6 meter werkruimte beschikbaar te zijn. - Apparatuur bij invoerput Reinigings- en inspectieapparatuur. Een haspel met in de te voeren slang. In de invoerput zijn geleiderollers voor de slang aanwezig. De hoeveelheid apparatuur past in een vrachtwagen. - Ontvangstput Er is een ontvangstput nodig. Dit kan eventueel een bestaande put van een leidingsysteem zijn. - Apparatuur bij ontvangstput. Bij de ontvangstput staat de her die de trekkabel voortbeweegt. Ondergrondse obstakels Als er aftakkingen/zij-aansluitingen op de oude leiding aanwezig zijn worden deze na het renoveren met deze techniek afgesloten. Voor het herstel van aftakkingen is graven ter plaatse noodzakelijk. Met speciale technieken worden de aftakkingen hersteld.

76 29 Aanleglengte De maximale lengte van het in één arbeidsgang te renoveren traject bedraagt circa 200 m, afhankelijk van de diameter. D Kort overzicht De flexibele slangmethode is een relatief eenvoudige methode. Deze techniek is het meest geschikt voor langere stukken leidingen met weinig aansluitingen. Doordat een dunne aanliggende slang wordt ingebracht wordt vrijwel geen verlies aan diameter geleden. Bij het drukloos maken van de leiding kan de slang, bij niet-klevende systemen, inzakken.

77 70 6 BETROKKEN PARTIJEN EN HUN VERANTWOORDELIJKHEDEN Afhankelijk van de aard en omvang van een uit te voeren werk dienen met de voorbereiding en uitvoering een aantal zaken in ogenschouw genomen te worden. Met aard en omvang van het werk wordt in dit verband bedoeld de combinatie van: de grootte van de diameter, de lengte en de diepte van de boring, het medium, de werkdruk en het materiaal van de produktleiding, de samenstelling van de ondergrond en het belang van het te kruisen object. In het algemeen kan gesteld worden dat tijdens het voorbereiden en uitvoeren van werken met behulp van No Dig-technieken rekening moet worden gehouden met de volgende belanghebbenden: De opdrachtgever van het uit te voeren werk. De beheerder van de te kruisen infrastructuur en terreinen. De beheerder van nabijgelegen infrastructuur en terreinen. De verantwoordelijken voor openbare orde, veiligheid, en milieu. Het uitvoerend bedrijf. Om in een goed samenspel met alle betrokken partijen de voorbereiding en de uitvoering van een werk goed te laten verlopen, moet een ieder zijn rol kunnen spelen binnen zijn eigen verantwoordelijkheden. Hiervoor zijn onderstaand enige praktische aanwijzingen gegeven. Uiteraard zal variatie ontstaan in de toepassing naar gelang de grootte en de moeilijkheidsgraad van het werk. a. De opdrachtgever van het uit te voeren werk Deze partij is de initiatiefnemer van het werk en heeft uit dien hoofde de eindverantwoordelijkheid en de leiding bij de voorbereiding en de uitvoering van het project: - Vaststellen van het programmavan eisen: - Verrichten van historisch onderzoek in verband met mogelijke obstakels. - Bepalen van de ideale lijn voor de te leggen buis. - Vaststellen van de toleranties tijdens en na de uitvoering. - Bij het ter beschikking stellen van materialen aan het uitvoerend bedrijf rekening houden met de uitvoeringsmethode, de maximale trek en drukkrachten, de stijf heid en de minimaal toegestane buigstralen van het buismateriaal. - Keuze van materiaal en verbindingstechniek van de materialen. - Keuze van diameter en bescherming van de materialen. - Vaststellen van eisen van vergunningverlener in verband met materiaal, persdruk, muddruk. - Nauwkeurig vastleggen van de werkelijke ligging. - Vaststellen van het definitief ontwerp:

78 71 - Zorgen voor voldoende know how met betrekking tot de te kiezen uitvoeringstechniek. Hierbij tijdig een deskundig adviesbureau of uitvoerder inschakelen en met deze partij duidelijke afspraken maken over kwaliteit en verantwoordelijkheid van adviezen. In dit kader passen geen vrijblijvende en onbetaalde adviezen. - Uitvoeren van de benodigde sterkteberekeningen. - Verrichten van grondonderzoek en verschaffen van inzicht in de grondopbouw. - Maken van accurate tracé- en detailtekeningen. - Opstellen van bestek c.q. uitvoeringsplan. - Begeleiden van de uitvoering: - Selectie van het uitvoerend bedrijf op basis van kwaliteit en ervaring. Certificering van het uitvoerend bedrijf kan worden verplicht door de opdrachtgever. Met betrekking tot sleuf loze technieken bestaat de Erkenningsregeling Buizenlegbedrijven. - Eisen stellen aan apparatuur en vakmanschap. - Verstrekken van de opdracht aan het uitvoerend bedrijf. - Mede bepalen van de plaats en opstelling van apparatuur en materieel. - In overleg met alle betrokken partijen vaststellen van de procedures bij afwijkingen en calamiteiten tijdens de uitvoering. De beheerder van te kruisen infrastructuur en terreinen - Stelt eisen vast voor vergunningverlening. Verschillende beheerders hebben deze op schrift gesteld,o.a: Rijkswaterstaat: Richtlijn Boorechnieken (boren onder wegen) Nederlandse Spoorwegen: Technische voorschriften bij vergunningen voor kabels en leidingen langs, boven en onder de spoorweg Bij sommige instanties hebben voorschriften/richtlijnen een wettelijke status, b.v. de Nederlandse Spoorwegen Beheerders baseren hun vergunningverlening vaak op NEN-normen, o.a. NEN 3650, NEN 3651 en NEN Stelt eisen vast aangaande berekening en constructie. - Stelt eisen ten aanzien van eventueel gebruik van terreinen. - Stelt tracé vast in overleg en rekening houdend met technische mogelijkheden. - Bepaald op basis van bovenstaande mede de uitvoeringsmethode, de werkwijze, de toe te passen techniek, het uitvoerende bedrijf en de te volgen procedure bij calamiteiten. De beheerder van nabij gelegen infrastructuur en terreinen - Wordt in de gelegenheid gesteld eisen te stellen aan de in acht te nemen afstand

79 72 en materialen. - Stelt eisen aan de procedures in geval van onvoorziene omstandigheden tijdens de uitvoering en bij calamiteiten na de uitvoering. - Stelt eisen ten aanzien van eventueel tijdelijk gebruik van terreinen. De verantwoordelijken voor openbare orde, veiligheid en milieu - Stellen eisen welke tijdens ontwerp en uitvoering moeten worden nageleefd. - Worden betrokken bij de water- en wegverkeersmaatregelen, bijvoorbeeld stremmingen, in verband met op te stellen apparatuur, materiaalopslag en uit te voeren werkzaamheden - Bepalen mede de te treffen voorzieningen voor de veiligheid van personeel, bezoekers en publiek in de vorm van borden, hekwerken, en afzettingen. - Bepalen mede de methode van opslag van verontreinigde stoffen als boorspoeling, verontreinigde bodemresten en rioolslib. Het uitvoerend bedrijf - Is algemeen verantwoordelijk voor de vakbekwame uitvoering van de werkzaamheden. - Moet in specifieke gevallen betrokken worden bij het vaststellen van het ontwerp en de bepaling van de uitvoeringsmethode. - Is verantwoordelijk voor alle aspecten van de door hem uit te voeren werkzaamheden, zoals de inzet van apparatuur, personeel, inrichting van het werkterrein. - Is, specifiek bij boortechnieken, betrokken bij de vaststelling van de boorparameters als boor-, pers-, spoeldruk, wrijvingskrachten, trekkrachten, hoogte en richtingbepaling, controlemetingen en rapportage.

80 73 7 VOORBEREIDING EN UITVOERING PROJECTEN 7.1 Aanleg Categorieën kruisingen Het is niet eenvoudig om eenduidig vast te leggen wat de eisen zijn die gesteld moeten worden aan de voorbereiding en uitvoering van een boring. Wat wel gezegd kan worden is dat er een goed evenwicht gevonden moet worden, voor datgene wat benodigd is voor relatief kleinere boringen en omvangrijkere boringen. Immers als alles uit de kast gehaald wordt voor een kleine boring dan wordt deze onnodig duur. Wezenlijke elementen mogen echter niet ontbreken. Om dit probleem op een praktische manier op te kunnen lossen, is een verdeling van kruisingen in drie categorieën gemaakt. Iedere kruising valt in één van deze categorieën: - Kleinere kruisingen. - Grotere kruisingen. - Zeer grote kruisingen. Voor ieder categorie zal nu aangegeven worden welke maatregelen in verband met de voorbereiding en uitvoering getroffen moeten worden. Kleinere kruisingen Kenmerken De categorie kleinere kruisingen bestaat uit de volgende kenmerken: - Tracé-lengte: kleiner dan circa 100 m. - Diameter: kleiner dan circa 200 mm. - Minimale eisen van vergunningverleners. Toegepaste technieken - impact ramming - impact moling - horizontaal gestuurd boren (mini rig, trekkracht max. ca. 10 ton) - boogzinkeren Hydraulische buisdoorpersingen komen in deze categorie niet voor. G rondonderzoek Geadviseerd wordt er voor te zorgen dat er enig inzicht is in de grondsamenstelling:

81 74 - minimaal één kleefsondering in de nabijheid van het tracé - indien grotere lengte (100 m) twee kleefsonderingen, verdeeld over het tracé - indien resultaten van de twee sonderingen grote afwijkingen vertonen,een derde kleefsonderingen maken. - indien geen kleefsonderingen voorhanden/mogelijk, guts(hand)boringen tot een diepte van 8,0 â 10,0 m onder maaiveld uitvoeren. Gegevens over bodemcondities zijn nodig om op een juiste manier het tracé en de diepte te kunnen bepalen en de procesparameters voor de uitvoering van de boring te kunnen bepalen. Eisen Ingeval van een kruising die onder NEN 3651, NEN 3652 en/of NPR 3659 valt, of onder richtlijnen van een vergunningverlener, dient aan de geldende eisen uiteraard te worden voldaan. Grotere kruisingen Kenmerken De categorie grotere kruisingen bestaat uit de volgende kenmerken: - Tracé-lengte: groter dan circa 100 m doch kleiner dan circa 250 M. - Diameter: groter of gelijk aan circa 200 mm doch kleiner dan circa 400 mm. - Er worden eisen gesteld door vergunningverleners. Toegepaste technieken - impact ramming - horizontaal gestuurd boren (midi rig, trekkracht max. ca. 40 ton) - open fronttechniek - gesloten fronttechniek Boogzinkeren en impact moling komen in deze categorie niet voor Grondonderzoek Inzicht in de grondsamenstelling is noodzakelijk: - Hiervoor dient aan elke zijde van het te kruisen object een kleefsondering en een boring tot ruim beneden het aanlegniveau van de leiding uitgevoerd te worden met rapportage van de bijbehorende grondparameters, benodigd voor het maken van de benodigde berekeningen. - Opname van de grondwaterstanden (let op aanwezigheid eventueel spanningswater).

82 ri;1 - Indien afwijkingen in de grondsamenstelling geconstateerd, op een gemiddelde onderlinge afstand van 50,0 m aanvullend grondonderzoek (boringen of sonde ringen met kleef voldoende diep) Met deze gegevens kunnen de procesparameters voor de uitvoering van de boring voorspellend worden berekend en kunnen de maximale en minimale waarden hiervan worden vastgesteld, zodat deze tijdens de uitvoering kunnen worden bewaakt en het proces gecontroleerd verloopt. Berekeningen - bij horizontaal gestuurd boren: * altijd een muddrukberekening * aanbevolen bij lange kruisingen de minimaal benodigde muddruk te berekenen * trekkrachtenprognose bij horizontaal gestuurd boren - bij buisdoorpersingen: persdrukprognose zettingsprognose Eisen Ingeval van een kruising die onder NEN 3651, NEN 3652 en/of NPR 3659 valt, of onder richtlijnen van een vergunningverlener, dient aan de geldende eisen uiteraard te worden voldaan. Zeer grote kruisingen Kenmerken Onder deze categorie vallen alle kruisingen die niet in de categorie kleinere en grotere kruisingen vallen. Toegepaste technieken - horizontaal gestuurd boren (maxi rig, trekkracht tot ca. 300 ton) - gesloten fronttechniek Grondonderzoek Uiteraard is een goed inzicht in de grondsamenstelling van eminent belang voor het goed uitvoeren van een kruising. - Aan beide zijden van het te kruisen object dient tenminste een boring en een kleefsondering tot ruim beneden het aanlegniveau gemaakt te worden met rapportage van de grondparameters benodigd voor het maken van de nodige

83 bere ken ngen. - Op afstanden van gemiddeld 50 m tenminste een kleefsondering tot ruim beneden het aanlegniveau - Opname van de grondwaterstanden en onderzoek naar eventuele water over/ onderspan n i ngen. Met deze gegevens kunnen de procesparameters voor de uitvoering van de boring voorspellend worden berekend en kunnen de maximale en minimale waarden hiervan worden vastgesteld, zodat deze tijdens de uitvoering kunnen worden bewaakt en het proces gecontroleerd verloopt. Berekeningen - bij horizontaal gestuurd boren: altijd een muddrukberekening aanbevolen bij lange kruisingen de minimaal benodigde muddruk te berekenen trekkrachtenprognose bij horizontaal gestuurd boren - bij buisdoorpersingen: persdrukprognose zettingsprognose Eisen Ingeval van een kruising die onder NEN 3651, NEN 3652 en!of NPR 3659 valt, of onder richtlijnen van een vergunningverlener, dient aan de geldende eisen uiteraard te worden voldaan Algemene aandachtspunten Naast bovenstaande maatregelen die specifiek voor de betreffende categorie kruising van toepassing zijn, kunnen er algemene aandachtspunten aangegeven worden die belangrijk zijn voor een goede voorbereiding en uitvoering: - Ontwerp. - Grondonderzoek. - Werkterrein. - Veiligheid en milieu. Ontwerp Voor een goede voorbereiding en uitvoering van het project zijn accurate tekeningen vereist, waarop het horizontale en verticale profiel van de aan te leggen leiding,

84 77 inclusief hoogtes, bochtstralen, informatie over de bestaande infrastructuur, topografie etc aangegeven zijn. Er dient rekening gehouden te worden met eventuele afwijkingen tijdens het proces. Bij buisdoorpersingen dient grote aandacht geven aan de werkkuipen en drooghouden (bemaling) hiervan. Bij kruising van waterstaatswerken is de NEN 3651, NPR 3659 en NEN 3652 van toepassing. In de techniek-specifieke hoofdstukken wordt nader ingegaan op de ontwerpaspecten met betrekking tot de technieken. Grondonderzoek Boringen en sonderingen dienen bij voorkeur niet verricht te worden in het hart van het tracé, doch 5 á 10 meter parallel hieraan. Verder dienen grondboringen altijd plaats te hebben tot tenminste 2 m onder het diepste punt en sonderingen tot 5 m onder het diepste punt van de aan te brengen leiding. Bij grotere en zeer grote kruisingen moet historisch onderzoek verricht worden naar mogelijk aanwezige ondergrondse obstakels, zoals funderingsresten of oeverbeschermingen. Werkterrein Het is belangrijk tijdens de voorbereiding rekening te houden met de benodigde ruimte ter plaatse voor het opstellen van de apparatuur e.d. Bij grote kruisingen kan de benodigde ruimte aanzienlijk zijn. In de techniek-specifieke hoofdstukken wordt op de omvang van de werkruimte ingegaan. Veiligheid en Milieu Apparatuur Apparatuur, werkkuipen etc. moeten voldoen aan de wettelijke veiligheidseisen. Het is aan te bevelen het werkterrein af te sluiten voor publiek bij moeilijke en zeer moeilijke kruisingen en de aanwezigheid van diepe putten. Apparatuur moet zodanig opgesteld worden (bv. op folie) dat eventuele olielekkage geen vervuiling van de ondergrond veroorzaakt.

85 Boorspoeling Met name bij horizontaal gestuurd boren is het gebruik van boorspoeling geëvolueerd van slechts water tot een volwaardig instrument om potentiële problemen te lijf te gaan. Praktisch altijd bestaat de spoeling bij deze toepassingen uit 90% water en 10% bentoniet en in toenemende mate toeslagstoffen om de spoeling aan te passen aan verschillende grondsoorten en omstandigheden. Steeds vaker moet ook de vraag gesteld worden hoe de overgebleven spoeling moet worden verwerkt na afloop van het boorproces. In antwoord hierop kan gezegd worden dat de toevoeging aan het water bestaat uit een kleisoort die gekozen is vanwege zijn enorme capaciteit om water vast te houden. Het is een in principe chemisch inert materiaal. De toeslagstoffen zijn veelal op aardappelzetmeel of cellulose basis en zijn grotendeels biologisch afbreekbaar. Van de leverancier van de basisproducten voor de boorspoeling mag verwacht worden dat gezocht wordt naar de minst milieubelastende alternatieven en dat de productdocumentatie milieutechnische informatie verschaft aan de gebruiker, klant en eventueel betrokken overheidsinstanties. Van de aannemer mag verwacht worden dat hij deze producten ook daadwerkelijk gebruikt. Afhankelijk van de plaatselijke verordeningen en praktische omstandigheden wordt overgebleven spoeling op het land opgebracht, geloosd in het oppervlaktewater/ riolering of aangeboden bij vuilverwerkende instanties. De eerste twee alternatieven zijn uiteraard de goedkoopste en niet noodzakelijk de slechtste. Het maken van de juiste keuze is in bijna alle gevallen maatwerk en hierbij moeten zaken als totale hoeveelheid, concentratie en productsamenstelling een rol spelen. Goede informatievoorziening van de leverancier en goede kennis van het product bij de aannemer is hiervoor essentieel. 7.2 Sanering Om tot een goede voorbereiding en uitvoering van een No Dig-saneringsproject te komen, verdienen de volgende aspecten speciale aandacht: - Vooronderzoek. - Inspectiemiddelen. - Bepaling van de gewenste situatie na sleufloze renovatie.

86 79 - Keuze van de technische oplossing. - Realisatie. - Lekdetectie Vooronderzoek Tot sleufloze sanering van een leiding kan pas worden besloten na een toetsings- en beslissingsproces. In dit proces moet aan de orde komen de beoordeling van de volgende gegevens: - Materiaal van de bestaande buis. - Medium van de bestaande buis. - Toestand van de bestaande buis, zoals vervuiling, lekkage, aantasting, verzakkingen, grondwater. - Omgeving waarin de buis zich bevindt, met betrekking tot grondwaterstand, bodemprofiel, bodemverontreiniging, naastliggende leidingen, verhardingen, bebouwing. - Vaststelling van het programma van eisen zoals dat in 3.1 is omschreven 1 nspectiemiddelen Van zeer groot belang in het proces om te beslissen voor sleufloze sanering is de inspectie van de bestaande leiding. Het is duidelijk dat voor dat de beslissing wordt genomen om sleufloos te gaan saneren, onomstotelijk vast moet staan dat deze techniek ook daadwerkelijk uitgevoerd kan gaan worden. In de buis mogen geen obstakels voorkomen, de leiding moet schoon zijn, de hoogteligging moet bekend zijn, terwijl bovendien bekend moet zijn in welke mate deflectie is opgetreden. Voor controle van bestaande rioleringen en leidingen bestaan een aantal hulpmiddelen/methoden: - Rioolspiegels, waarmee vanuit een inspectieput door een rioolstrang kan worden gekeken: met deze methode kan slechts een zeer globale indruk van de kwaliteit van de buis worden verkregen. - Fotocamera, waarmee opnamen vanuit de rioolput kunnen worden gemaakt. Ook met deze methode is slechts een globale indruk van de conditie van de buis te verkrijgen. - Videocamera, al dan niet rijdend, waarmee het inwendige van de bestaande buis kan worden bekeken met behulp van een videocamera en beelden op een beeldscherm. Voor ervaren waarnemers is een goede indruk van de conditie van de

87 a. buis te vormen. - Radar- of röntgencontrole, waarbij door middel van het inbrengen van de meetapparatuur vanuit het inwendige van de leiding de dikte en de sterkte van de bestaande leiding wordt gemeten en geregistreerd. Een dergelijke meting kan ook vanaf de buitenkant van de leiding plaatsvinden op plaatsen waar de leiding is opgegraven. - Hoogtemeting en hellingmeting. Voor deze metingen is speciaal ontwikkelde apparatuur beschikbaar. - Deformatiemetingen, waarmee de deformatie van met name flexibele buis kan worden gemeten. Hierbij moet worden gedacht aan pvc, en pe leidingen. Bepaling van de gewenste situatie na sleuf loze sanering Na het vooronderzoek en de controle van de bestaande leiding is het noodzakelijk het eisenprogramma voor de leiding na sanering vast te stellen.hierbij moet worden gedacht aan diameter, berging, hoogteligging, sterkte en de aanwezigheid van aansluitingen en aftakkingen. Keuze van de technische oplossing Bij de keuze van een technische oplossing voor de sanering verdient het aanbeveling een aantal alternatieven te vergelijken voor herstellen van een leiding, vervanging of sleuf loze renovatie. Elke oplossing of methode heeft zijn eigen kwaliteit. En elke oplossing heeft zijn eigen prijs. Na toetsing van de oplossing aan de uitgangspunten kan de voorbereiding voor de realisatie worden gestart. Realisatie Voor het met succes toepassen van sleuf loze technieken is ervaring en deskundigheid vereist. Bij toepassing van een open sleuf methode is de nieuwe leiding op elke plaats bereikbaar, missers tijdens de aanleg kunnen direct worden verholpen. Bij No Dig-projecten is stagnatie of onderbreking van het proces vaak niet mogelijk: er is geen weg terug. Het is daarom nodig een zodanig protocol te volgen dat de grootst mogelijke waarborg voor succes is te geven.

88 Lekdetectie Situatie Bij renovatietechnieken wordt de nieuwe leiding in de oude leiding ingebracht. De oude leiding zal na de renovatie dienst doen als een soort mantelbuis. In deze situatie verdient het aspect lekdetectie speciale aandacht. Indien in de nieuwe buis een lek optreedt is deze moeilijk te lokaliseren. Het gas verplaatst door de annulaire ruimte tussen nieuwe en oude buis en lekt weg in de grond op de plaatsen waar de oude buis een opening heeft. Bij lekdetectie vindt men déze plaatsen. Lokaliseren van de plaats waar het lek zich in de nieuwe leiding bevindt is niet zonder meer mogelijk. Deze situatie kan zich bij alle renovatietechnieken voordoen, behalve die waarbij de nieuwe leiding tegen de oude leiding wordt gekleefd (geïmpregneerde kousmethode en enkele typen flexibele slangmethode). Ook bij technieken waarbij in principe de nieuwe leiding tegen de binnenkant van de oude leiding aanligt, is er in de praktijk toch voldoende ruimte voor het zich verplaatsen van het weglekkend medium. Veiligheid De veiligheid, met name van belang bij transport van brandbare en gevaarlijke stoffen, moet bij bovenbeschreven situatie gewaarborgd blijven. In principe is het tracé van de oude leiding indertijd bij het ontwerp reeds zo gekozen dat ingeval van lekkage geen onacceptabele situatie optreedt. Het is echter nodig om tijdens de voorbereiding van het renovatieproject de bij lekkage optredende situatie te evalue ren. Reparatie Om de buis te repareren dient het lek eerst gelokaliseerd te worden. Op de plaats waar het gas uit de oude buis treedt, en het lek in eerste instantie is gedetecteerd, wordt de buis opgegraven. Tevens wordt op enige afstand van deze plaats, vaak ter plaatse van een verbinding, de buis opgegraven en een opening gemaakt in de oude buis. De op deze twee plaatsen gemeten omvang van de uitstroom worden met elkaar vergeleken. Hieruit kan worden afgeleid in welke richting het lek zich bevindt ten opzichte van deze twee plaatsen. Op basis hiervan wordt een volgende plaats

89 gekozen waar de buis wordt opgegraven. Deze werkwijze wordt herhaald totdat het lek gevonden is. Na lokalisering kan het lek gerepareerd worden. Een alternatief is om de sectie waarin het lek zich bevindt geheel te vervangen door de lekke buis uit te trekken en een nieuwe buis in te voeren. Het maken van een opening in de oude buis is relatief ingewikkeld, omdat hierbij de nieuwe buis niet beschadigd mag worden. Bij aanliggende nieuwe buizen, b.v. bij het invoeren met gering diameterverlies, verdient dit aspect extra aandacht. Daarnaast zal in veel gevallen de leiding tijdens het lekzoeken nog in bedrijf zijn. Maatregelen voor het kunnen afsluiten van het betreffende leidingdeel moeten van te voren getroffen zijn. Bovenstaande werkwijzen zullen relatief hoge kosten met zich meebrengen ten opzichte van reparaties aan conventionele systemen. Verbindingen Een groot aandeel van de lekken dat 'spontaan' (niet door graafwerkzaamheden) optreedt, is toe te schrijven aan verbindingen in de leiding. In continue leidingen zonder verbindingen treden nagenoeg geen lekken op. De nieuw ingevoerde leiding dient daarom zo min mogelijk verbindingen te bevatten. Toepassing vulmiddel Toepassing van een vulmiddel om de annulaire ruimte te dichten, lost het probleem niet op. Omdat in bijna alle gevallen PE-leidingen ingetrokken worden zal de hechting tussen vulmiddel en de leiding beperkt zijn. Daarnaast treedt tijdens het stollen van het vulmiddel vaak enige krimp op. Toepassing van vulmiddel zal in het algemeen het zich verplaatsen van het medium vertragen. Tevens zal het uitvoeren van de herstelwerkzaamheden bemoeilijkt worden omdat het vulmiddel eerst weggenomen moet worden om bij de nieuwe leiding te komen. Afwegingen Vôdr toepassing van een renovatietechniek dient een afweging te worden gemaakt met betrekking tot het aspect detectie en reparatie van lekken. Economische aspecten spelen bij deze afweging een belangrijke rol. Uiteraard is het scheppen van

90 veiligheid in de nieuwe situatie een randvoorwaarde. Er dient te worden ingeschat of de kosten die bespaard worden bij de renovatie met behulp van de No-Dig renovatietechniek, opwegen tegen eventuele reparatiekosten. Bij bovenstaande afweging moet de kans op lekkage meegenomen worden. Aan de hand van onderstaande opmerkingen kan deze kans globaal gekwantificeerd worden: - De kans kan worden uitgedrukt als een te verwachten lekfrequentie, i.e. het aantal lekken per tijdseenheid per lengte-eenheid. - De uit ervaring bepaalde lekfrequentie van soortgelijke buizen in conventionele netten kan als basiswaarde dienen - Het aantal verbindingen in de nieuwe buis is in hoge mate bepalend voor de kans op lekkage. - De kans op lekkage van een leiding in een oude buis is geringer omdat de leiding in veel mindere mate blootstaat aan externe invloeden.

91 VERKLARENDE WOORDENLIJST Algemene termen bentoniet - bentonite fijne kleisoort die gemengd wordt met water om boorvloeistof te vormen boogzinkeren - arch crossing sleufloze aanlegtechniek voor cirkelvormige tracés, waarbij achtereenvolgend een ongestuurde boring, de opruiming van het boorgat en het intrekken van de leiding plaatsvindt boorgat, boortunne! - bore hole de bij de boring gecreëerde ruimte in de ondergrond boorvloeistof - drihing mud vloeistof die tijdens het boren wordt toegevoegd en die, afhankelijk van de techniek, verschillende functies vervult bodemcondities - soil conditions eigenschappen van de bodem, zoals grondsoort, -samenstelling en -consistentie, grondwaterpeil,-spanning en-stroming. boring - boring het realiseren van een kruising met behulp van sleufloze technologie bronbemahing - wel-painting methode waarmee met behulp van horizontale en verticale filterbuizen een plaatselijke, kunstmatige verlaging van de grondwaterspiegel wordt bereikt buisdoorperstechnieken - pipe jacking techniques sleuf loze aanlegtechnieken waarbij de buis al dan niet bestaande uit elementen de grond in geperst wordt G. VK. - G.EP. (glass fibre rein forced plastics) glasvezel versterkte kunststoffen

92 85 horizontaal gestuurd boren - horizontal directional drilling (HDD) sleufloze aanlegtechniek waarbij achtereenvolgend een geleide boring, het ruimen van het boorgat en het intrekken van de leiding plaatsvindt integrale leidingen - tunnel (ILT) een bij voorkeur mantoegankelijke, omhullende leiding waarin verschillende andere leidingen ondergebracht zijn kruising - crossing het aanleggen van een leiding voorbij objecten of obstakels, zoals wegen, waterwegen en spoorwegen leiding - pipe buis(mantel danwel medium) of kabel leidingelement - pipe section leidingdeel van een bepaalde lengte dat, aaneengekoppeld met identieke elementen, een gehele leiding vormt Leidinggroep een combinatie van leidingen en/of kabels. Dit kan bijvoorbeeld zijn: - omhullende mantelbuis met hierin meerdere buizen (medium en/of mantel) en/of kabels - bundel van leidingen(mantel danwel medium) en/of kabels mantelbuis - casing pipe buis ter bescherming van er doorheen te voeren leidingen of kabels medium - medium de door de produktleiding getransporteerde 'goederen' produktleiding - product pipe, cable de met de betreffende techniek aangelegde of gerenoveerde buisleiding of kabel(bundel) sanering - rehabilitation het herstellen of verbeteren van het functioneren van bestaande leidingen

93 tracé routing de ligging van de produktleiding in de &ie-dimensionale ruimte tunnel - tunnel kunstmatige doorgang tunnelboormachine(tbm) - tunnel boring machine gesloten tronttechniek waarbij de tunnelwand wordt opgebouwd uit segmenten. Het boorschild zet zich af op de reeds aangebracht tunnel verdringen - soil displacement het creëren van ruimte in de ondergrond door het naar voren en naar de zijkant drukken van de grond verval-(verhang-, afschot-) leiding - fall pipe drukloze leiding waarbij stroming wordt bewerkstelligd door aanleg onder geringe hoek t.o.v. het horizontale vlak wrijvingskrachten - surface friction de krachten welke optreden door wrijving tussen produktleiding en tunnelwand Termen Buisdoorpersingen afstandhouder - insulator afstandhouder tussen product- en mantelbuis deze worden voor het intrekken van de productbuis aangebracht rond de productbuis avegaar, snek - auger schroefworm voor de afvoer van aan het graaffront afgegraven grond naar de persput bodem persraket - impact mole torpedovormige pneumatische hamer die zichzelf in de grond kan voortbewegen boorfront zie graaffront boorkop - cutting wheel snijrad waarmee de grond wordt afgesneden tijdens het boorproces en waarbij richting kan worden gegeven door middel van sturing

94 boorlichaam - bore pro file het te doorkruisen gedeelte van de ondergrond boorschild - shield cylindrische stalen constructie voorop het eerste leidingelement met een snijkop en boorinstallatie boorvloeistof - drilling mud boorvloeistof die bij vloeistofschilden onder een bepaalde druk in de boor/mengkamer ingebracht wordt om de stabiliteit van het boort ront en de afvoer van de losgegraven grond te realiseren dodebed - thrust wall verdeelconstructie om de perskrachten van de vijzels over te brengen op de achterwand van de persput doorperskracht - jacking force de benodigde krachten die de vijzels moeten opbrengen om de persing gaande te houden gesloten fronttechniek - closed shield technique hydraulische buisdoorperstechniek waarbij gebruik wordt gemaakt van een gesloten schild gesloten graaifront - closed cutting face graaffront waarbij de ongeroerde grond afgescheiden is van de afgegraven grond gesloten schild - closed shield boorschild dat aan de binnenzijde is afgesloten door middel van een wand, met het gevolg dat het graaffront gesloten is graaifront - cutting face scheiding tussen ongeroerde en afgegraven grond in of voor het boorschild gronddrukschild - earth pressure balance shield boorschild waarbij door middel van mechanische druk (materiaal van het boorschild) evenwicht wordt gemaakt met de gronddruk (som van korrel en waterdruk) op het niveau van het boortront

95 hydraulische buisdoorperstechnieken - hydraulic pipe jacking techniques buisdoorperstechniek waarbij leidingelementen met behulp van hydraulische vijzels na elkaar de grond in geduwd worden met gelijktijdige ontgraving van het boortront impact moling - impact moling pneumatische buisdoorperstechniek waarbij een bodempersraket zich door de grond perst en een achteraan gemonteerde leiding meetrekt impact ramming - impact ramming pneumatische buisdoorperstechniek waarbij een bodempersraket achter de leiding is gemonteerd en deze door de grond perst ontvangstput - receiving(target) pit(shaft) werkput waarheen het boorschild geperst wordt open fronttechniek - open shield technique hydraulische buisdoorperstechniek waarbij gebruik wordt gemaakt van een open schild open graaifront - open cutting face graaffront waarbij de ongeroerde grond vrij in verbinding staat met de afgegraven grond open schild - open shield boorschild dat aan de binnenzijde niet is afgesloten door middel van een wand, met het gevolg dat het graaffront open is pers put, vertrekput - jacking(starting) pit(shaft) werkput van waaruit de persing gerealiseerd wordt pneumatische buisdoorperstechnieken - moling techniques buisdoorpersing waarbij gebruik wordt gemaakt van een bodernpersraket smeermiddel - lubricant bentoniet eventueel met toevoegingen waarmee wrijvingsweerstand tussen buiswand en grond wordt overwonnen ter beperking van perskrachten

96 snijkop - cutting edge het gedeelte aan de voorzijde van het schild om de grond los te snijden tussenstation - intermediate jack hulpvijzels geïnstalleerd in buissegment waarmee extra perskracht kan worden geleverd indien de persing over te lange lengte wordt gerealiseerd om in een keer vanuit de perskuip te persen. vloeistofschild - hydro/slurryshield boorschild waarbij door middel van vloeistof (water en/of bentonietslurry) en luchtdruk evenwicht wordt gemaakt met de hydrostatische grondwaterdruk op het niveau van het boort ront. Termen horizontaal gestuurd boren boorkop - drilf head gereedschap gemonteerd aan de voorkant van de eerste boorstang om grond los te maken tijdens de geleide boring en richting te geven boormotor - mud motor motor die in de eerste boorstang geplaatst is en met behulp van de druk van de boorvloeistof de boorkop aandrijft boorstang - dri!f rod holle, stalen stang die, aangekoppeld aan eenzelfde stang, tijdens de geleide boring in de grond gedreven wordt boorunit, boorste!iing - rig apparatuur waarmee boorstangen en wash-overpijp in de grond geduwd, teruggetrokken en geroteerd worden boorv!oeistof - drilling mud vloeistof die onder druk uit de boorkop wordt gedreven om grond los te snijden, het boorgat te ondersteunen, de losgemaakte grond af te voeren en de wrijvingen in het boorgat te verlagen buigstraal - bending radius straal van de bochten die zich in het tracé bevinden, ook onbedoelde bochten bijvoorbeeld door stuurcorrecties

97 B i DO C (bibliotheek en documentatie) Dienst Weg- en Waterbouwnnde PcsGus 0044, 2600 GA DELE-T 7 Tci

98 LJ - r

NoDigEvent. Gesloten front boren Wij leggen U de werking uit. Ing. Youri Demeulemeester Projectingenieur Smet-Tunnelling NV

NoDigEvent. Gesloten front boren Wij leggen U de werking uit. Ing. Youri Demeulemeester Projectingenieur Smet-Tunnelling NV NoDigEvent Gesloten front boren Wij leggen U de werking uit Ing. Youri Demeulemeester Projectingenieur NV NoDigEvent Inhoud: Algemeen principe Types boorschilden Aandachtspunten ontwerp Aandachtspunten

Nadere informatie

Handleiding voor toepassing van de Impressor buizen van Elektropa Kunststoffen B.V. onder spoordijken van de Nederlandse Spoorwegen.

Handleiding voor toepassing van de Impressor buizen van Elektropa Kunststoffen B.V. onder spoordijken van de Nederlandse Spoorwegen. Handleiding voor toepassing van de Impressor buizen van Elektropa Kunststoffen B.V. onder spoordijken van de Nederlandse Spoorwegen. Versie : 1.1 Titel : PVC Impressor Persboorbuizen Elektropa Kunststoffen

Nadere informatie

Voorafgaande tracéverbetering bij doorpersingen Rev. 1 dd. 8 augustus Opgemaakt door Werkgroep 8 van VLARIO

Voorafgaande tracéverbetering bij doorpersingen Rev. 1 dd. 8 augustus Opgemaakt door Werkgroep 8 van VLARIO Voorafgaande tracéverbetering bij doorpersingen Rev. 1 dd. 8 augustus 2017 Opgemaakt door Werkgroep 8 van VLARIO A) Functievereisten 1) In uitvoeringsfase : o.w.v. stuurbaarheid boorkop Noodzakelijk in

Nadere informatie

15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding

15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding 15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding Kabels en leidingen worden voor een grote verscheidenheid aan toepassingen aangelegd. Denk onder andere aan: elektriciteitskabels, gasleidingen, drinkwaterleidingen,

Nadere informatie

Uitvoeringsfiche Soil mix wanden Type 2: wanden opgebouwd uit panelen

Uitvoeringsfiche Soil mix wanden Type 2: wanden opgebouwd uit panelen Uitvoeringsfiche Soil mix wanden Type 2: wanden opgebouwd uit panelen a. Typering van het systeem De grond wordt in situ mechanisch vermengd met een bindmiddel. Deze menging met een frees resulteert in

Nadere informatie

Nauwkeurigheid van boortechnieken voor de aanleg van kabels en leidingen

Nauwkeurigheid van boortechnieken voor de aanleg van kabels en leidingen Nauwkeurigheid van boortechnieken voor de aanleg van kabels en leidingen heden en verleden Nederlandse Vereniging van Sleufloze Technieken en Toepassingen Rapportage: versie 3.0; Datum 27 juni 2013 Colofon

Nadere informatie

Het Noord Zuid project

Het Noord Zuid project Gasunie gaat verder in gastransport Het Noord Zuid project Ir. H.J. Brink Pipeline Engineer N.V. Nederlandse Gasunie 1 juli 2005 N.V. Nederlandse Gasunie Gasinfrastructuurbedrijf 100% eigendom ministerie

Nadere informatie

Richtlijn Boortechnieken

Richtlijn Boortechnieken Handleiding Wegenbouw Ontwerp Onderbouw Richtlijn Boortechnieken Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Dienst Weg- en Waterbouwkunde V Onlk Richtlijn boortechnieken

Nadere informatie

Bijlage Richtlijnen t.b.v. het uitvoeren van werkzaamheden in de nabijheid van distributieleidingen (DN) en aansluitleidingen (AN)

Bijlage Richtlijnen t.b.v. het uitvoeren van werkzaamheden in de nabijheid van distributieleidingen (DN) en aansluitleidingen (AN) 1 van 5 Bijlage Richtlijnen t.b.v. het uitvoeren van werkzaamheden in de nabijheid van distributieleidingen (DN) Alle contacten met betrekking tot het beheer van distributieleidingen (DN) worden verzorgd

Nadere informatie

De locatie Het ontwerp van het winkelcentrum en directe omgeving is opgenomen in figuur 1.

De locatie Het ontwerp van het winkelcentrum en directe omgeving is opgenomen in figuur 1. Notitie Datum: 17 juni 2015 Betreft: Afkoppelen nieuwbouw Handelstraat, Apeldoorn Kenmerk: BP30, NOT20150617 Bestemd voor: Bun Projectontwikkeling BV Ter attentie van: de heer J. Spriensma Opgesteld door:

Nadere informatie

PIPE BURSTING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK

PIPE BURSTING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK PIPE BURSTING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK Inleiding Net zoals andere sleufloze technieken, is de pipe bursting techniek onderworpen aan een zorgvuldige voorafgaande planning, voorbereiding en dimensionering

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.125 en Y = 455.100.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.125 en Y = 455.100. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van de Gemeente Utrecht voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het tot stand brengen van de Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) baan

Nadere informatie

Uitvoeringsfiche Berlijnse wanden Type 1: beschotting aangebracht tijdens de uitgraving

Uitvoeringsfiche Berlijnse wanden Type 1: beschotting aangebracht tijdens de uitgraving Uitvoeringsfiche Berlijnse wanden Type 1: beschotting aangebracht tijdens de uitgraving a. Typering van het systeem Beschoeiing, bestaande uit verticale profielen (figuur 1), die geplaatst worden voor

Nadere informatie

Kwaliteit bij sleufloze technieken

Kwaliteit bij sleufloze technieken Kwaliteit bij sleufloze technieken Mooie start met drie te ontwikkelen producten Arthur de Groof No-dig Award Nijkerk, 3 oktober 2016 Waarover ik u wil vertellen wie ik ben wat SIKB doet initiatief tot

Nadere informatie

GVK boorbuizen als reëel alternatief. George van Halteren

GVK boorbuizen als reëel alternatief. George van Halteren GVK boorbuizen als reëel alternatief George van Halteren Openfrontboringen: gestuurde avegaar Openfrontboringen: gestuurde avegaar Boringen tot ca 60 m, Ø50 tot 1500 mm Nauwkeurig door sturing pilootboring

Nadere informatie

15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding

15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding 15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding Kabels en leidingen worden voor een grote verscheidenheid aan toepassingen aangelegd. Denk onder andere aan: elektriciteitskabels, gasleidingen, drinkwaterleidingen,

Nadere informatie

Informatie en pilotmogelijkheden Tunnelgraafmachine (TGM)

Informatie en pilotmogelijkheden Tunnelgraafmachine (TGM) Informatie en pilotmogelijkheden Tunnelgraafmachine (TGM) Datum: 22 januari 2016 Referentie: JB1601-TGM001 Blad 1 van 6 Inzet: Prototype TGM Doel van deze informatie is om samen met de toekomstige opdrachtgever

Nadere informatie

Renoveren of vernieuwen. Themamiddag Kenniskring Kostencalculatie 13 december 2012, Hein van Egmond

Renoveren of vernieuwen. Themamiddag Kenniskring Kostencalculatie 13 december 2012, Hein van Egmond Renoveren of vernieuwen Themamiddag Kenniskring Kostencalculatie 13 december 2012, Hein van Egmond CV Hein van Egmond MSc. Royal HaskoningDHV Drinkwater 1994-2012 Royal Haskoning vanaf 1-1-2013 RHDHV 1986-1993

Nadere informatie

Door palen naast elkaar uit te voeren, is het mogelijk om een wand te vormen die dienstdoet als beschoeiing (zie afbeelding 1).

Door palen naast elkaar uit te voeren, is het mogelijk om een wand te vormen die dienstdoet als beschoeiing (zie afbeelding 1). Infofiche 56.4 Palenwanden. Type 2 : Naast elkaar geplaatste palen die elkaar raken (tangenspalenwanden) Verschenen : juli 2012 Deze Infofiche over palenwanden van het type 2 waarbij de palen naast elkaar

Nadere informatie

Update Geohydrologisch onderzoek wegenproject N381 Drachten Drentse grens

Update Geohydrologisch onderzoek wegenproject N381 Drachten Drentse grens Update Geohydrologisch onderzoek wegenproject 381 Drachten Drentse grens Rapportage Auteur: C.H. van Immerzeel 15 oktober 2010 - IDO-Doesburg B.V. 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Uitgangspunten en

Nadere informatie

Nieuwsbrief Looiershof 14 juni 2017 Voortgang Project Looiershof

Nieuwsbrief Looiershof 14 juni 2017 Voortgang Project Looiershof Nieuwsbrief Looiershof 14 juni 2017 Voortgang Project Looiershof Beste mensen, Veel verschillende activiteiten vinden momenteel parallel aan elkaar plaats. In de afgelopen weken zijn de groutankers geboord.

Nadere informatie

eindrapport Optimalisatie van de geextrudeerde boortunne/: de binnenbekisting SAMENVATTING

eindrapport Optimalisatie van de geextrudeerde boortunne/: de binnenbekisting SAMENVATTING Optimalisatie van de geextrudeerde boortunne/: de binnenbekisting eindrapport SAMENVATTING Wanneer men kijkt naar de kostenopbouw van een geboorde tunnel, die gebouwd wordt volgens de gebruikelijke segmenten-methode,

Nadere informatie

Uitvoeringsfiche Palenwanden Type 1: in elkaar geplaatste palen (secanspalenwand)

Uitvoeringsfiche Palenwanden Type 1: in elkaar geplaatste palen (secanspalenwand) Uitvoeringsfiche Palenwanden Type 1: in elkaar geplaatste palen (secanspalenwand) a. Typering van het systeem Door het snijdend in elkaar uitvoeren van primaire en secundaire palen is het mogelijk om een

Nadere informatie

Ontwerp & uitvoering start- en ontvangstschachten BTC strikt vertrouwelijk Samenvatting Sinds enkele jaren worden in Nederland grate diameter tunnels geboord, deze worden uitgevoerd als spoor- of verkeerstunnel.

Nadere informatie

CCvD Bodembeheer 29 maart 2018 Richtlijn geotechnisch onderzoek en meer

CCvD Bodembeheer 29 maart 2018 Richtlijn geotechnisch onderzoek en meer CCvD Bodembeheer 29 maart 2018 Richtlijn geotechnisch onderzoek en meer Arthur de Groof, SIKB Deze presentatie initiatief tot samenwerking NSTT-SIKB het lopende project: 3 producten Harm Snoeren Ontwerp-protocol

Nadere informatie

Uitvoeringsfiche Soil mix wanden Type 1: wanden opgebouwd uit kolommen

Uitvoeringsfiche Soil mix wanden Type 1: wanden opgebouwd uit kolommen Uitvoeringsfiche Soil mix wanden Type 1: wanden opgebouwd uit kolommen a. Typering van het systeem De grond wordt in situ mechanisch vermengd met een bindmiddel. Deze menging met een speciale mengbeitel

Nadere informatie

Tracé Boortunnel lange variant

Tracé Boortunnel lange variant DHV B.V. 3.5 Tracé Boortunnel lange variant 3.5.1 Beschrijving Vanaf de A13 gaat het Tracé Boortunnel lange variant (BTL) omlaag om de A4, alle aansluitingen van knooppunt Ypenburg en de Laan van Hoornwijck

Nadere informatie

Afdeling Geotechniek. Rapport geotechnisch bodemonderzoek. Opdrachtnummer : Plaats Locatie

Afdeling Geotechniek. Rapport geotechnisch bodemonderzoek. Opdrachtnummer : Plaats Locatie Afdeling Geotechniek Rapport geotechnisch bodemonderzoek Opdrachtnummer Plaats Locatie Versie Wijziging 0 2 3 Definitief 6043 Meliskerke Mariekerke 9 Datum rapport 5 september 206 INHOUDSOPGAVE Sondeergrafieken

Nadere informatie

Bijlage Richtlijnen t.b.v. het uitvoeren van werkzaamheden in de nabijheid van het transportnet (TN) en het innamenet (IN)

Bijlage Richtlijnen t.b.v. het uitvoeren van werkzaamheden in de nabijheid van het transportnet (TN) en het innamenet (IN) 1 van 10 Bijlage Richtlijnen t.b.v. het uitvoeren van werkzaamheden in de nabijheid van het transportnet (TN) Alle contacten met betrekking tot het beheer van leidingen uit het transportnet (TN) worden

Nadere informatie

Inventarisatie aanlegtechnieken tunnels met een doorsnede van 2 tot 5 meter

Inventarisatie aanlegtechnieken tunnels met een doorsnede van 2 tot 5 meter Inventarisatie aanlegtechnieken tunnels met een doorsnede van 2 tot 5 meter Werkgroep Markt, van de Interdepartementale Projectorganisatie Ondergronds Transport Centrum Ondergronds Bouwen ir. J.C. Kuiper

Nadere informatie

In de directe omgeving van de Ir. Molsweg is geen oppervlaktewater aanwezig.

In de directe omgeving van de Ir. Molsweg is geen oppervlaktewater aanwezig. Waterparagraaf Algemeen Huidige situatie De Ir. Molsweg tussen de Pleijweg en de Nieland bestaat uit een enkele rijbaan met twee rijstroken. Via een rotonde sluit de Ir. Molsweg aan op de Nieland. De rijbaan

Nadere informatie

De uitvoering gebeurt in verschillende fasen : in een eerste fase worden de primaire panelen uitgevoerd op posities

De uitvoering gebeurt in verschillende fasen : in een eerste fase worden de primaire panelen uitgevoerd op posities Infofiche 56.6 Soil mix -wanden. Type 2 : wanden opgebouwd uit panelen Verschenen : juli 2012 De Infofiche over soil mix -wanden waarbij de wanden opgebouwd zijn uit panelen, is essentieel voor iedereen

Nadere informatie

Besteksomschrijving Voton HSP. volgens Stabu- en RAW-systematiek. Voton HSP is een product van Voorbij Funderingstechniek

Besteksomschrijving Voton HSP. volgens Stabu- en RAW-systematiek. Voton HSP is een product van Voorbij Funderingstechniek Besteksomschrijving Voton HSP volgens Stabu- en RAW-systematiek Voton HSP heeft een eigen website : www.voton-hsp.nl Stelt u prijs op nader contact, informatie of een Cd rom over het HSP systeem, dan kunt

Nadere informatie

KOPENHAGEN Stadsverwarming Microtunneling DN3000 Wouter Roels NSTT 17/03/2016

KOPENHAGEN Stadsverwarming Microtunneling DN3000 Wouter Roels NSTT 17/03/2016 Wouter Roels NSTT 17/03/2016 INHOUD 1. Projectgegevens 2. Schachten 3. Microtunneling 4. Terugtrekoperatie 5. Vervolg van de werken 1. Projectgegevens Bouwheer : HOFOR Fjernvarme P/S Engineer : NIRAS A/S

Nadere informatie

Funderingen. Willy Naessens 7

Funderingen. Willy Naessens 7 Funderingen Willy Naessens 7 1. Funderingen op staal of volle grond Inleiding Aanzet van funderingen op draagkrachtige grond op geringe diepte. Hier kan men een onderscheid maken tussen prefab funderingen

Nadere informatie

Kenmerk BGS Doorkiesnummer +31(0)

Kenmerk BGS Doorkiesnummer +31(0) Memo Aan HDSR: Harrie Kosterman, Wijnand van Geloven, Johan Feenstra, RWS: Bob Beuving, Lieneke Zuilhof, Deltares: Anouk Creusen, Derk van Ree, Hans van Meerten Datum Van Derk van Ree Kenmerk Doorkiesnummer

Nadere informatie

Het centrum van het bouwrijp te maken gebied ligt op de coördinaten: X = , Y =

Het centrum van het bouwrijp te maken gebied ligt op de coördinaten: X = , Y = Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsbedrijf Vathorst voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het bouwrijp maken van deelgebied Boulevard Oost van Vinex

Nadere informatie

Vereniging van Leidingeigenaren in Nederland. Algemene VELIN voorwaarden voor grondroer- en overige activiteiten

Vereniging van Leidingeigenaren in Nederland. Algemene VELIN voorwaarden voor grondroer- en overige activiteiten Algemene VELIN voorwaarden voor grondroer- en overige activiteiten (Versie 22 maart 2010) Vele duizenden kilometers leidingen en kabels liggen veilig in de Nederlandse bodem en dat willen we graag zo houden.

Nadere informatie

E richard.wilbrink@mwhglobal.com Van. Advies toekomstige hemelwaterberging en afvoer

E richard.wilbrink@mwhglobal.com Van. Advies toekomstige hemelwaterberging en afvoer Aan Gemeente Maassluis Behandeld door Richard Wilbrink T.a.v. De heer E. Zeeman E richard.wilbrink@mwhglobal.com Van Richard Wilbrink MSc. T 015-7511854 Betreft Voorbereidende onderzoeken winkelcentrum

Nadere informatie

4 Duikers 4.1 Inleiding

4 Duikers 4.1 Inleiding 4 Duikers 4.1 Inleiding Een duiker is een constructie die watergangen door een grondlichaam heen met elkaar verbindt. Een duiker zorgt ervoor dat water van de ene kant van het grondlichaam naar de andere

Nadere informatie

Aanvraag rioolvergunning

Aanvraag rioolvergunning Aanvraag rioolvergunning Persoonlijke gegevens Vul hier uw persoonlijke gegevens in. De aanvrager moet de eigenaar zijn Voorletters Tussenvoegsels Naam Straatnaam en huisnummer Postcode Woonplaats Telefoonnummer

Nadere informatie

14 Bodemonderzoek 14.1 Inleiding

14 Bodemonderzoek 14.1 Inleiding 14 Bodemonderzoek 14.1 Inleiding Dit hoofdstuk heeft betrekking op het verrichten van geotechnisch en milieukundig bodemonderzoek. Bij dit type bodemonderzoeken worden boringen en/of sonderingen in de

Nadere informatie

Infofiche 56.1 Berlijnse wanden. Type 1 : beschottingen aanbrengen tijdens de uitgraving

Infofiche 56.1 Berlijnse wanden. Type 1 : beschottingen aanbrengen tijdens de uitgraving Infofiche 56.1 Berlijnse wanden. Type 1 : beschottingen aanbrengen tijdens de uitgraving Verschenen : juli 2012 Deze Infofiche over Berlijnse wanden van het type 1 waarbij de beschottingen tijdens de uitgraving

Nadere informatie

Het centrum van het gebied is gelegen op de coördinaten: X = 168.480 en Y = 448.450

Het centrum van het gebied is gelegen op de coördinaten: X = 168.480 en Y = 448.450 Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van het Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het bouwrijp maken van deelgebied De Buurtstede

Nadere informatie

Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast. Varianten funderingsherstel: - Plaat- en balkfundaties - Kelderbouw - Schuimbeton

Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast. Varianten funderingsherstel: - Plaat- en balkfundaties - Kelderbouw - Schuimbeton Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast Varianten funderingsherstel: - Plaat- en balkfundaties - Kelderbouw - Schuimbeton Funderingsherstel bij woningen en andere gebouwen is niet

Nadere informatie

Tunnels. Een waterdicht concept. Romein Beton B.V. Postbus 11, 6669 ZG Dodewaard +31 (0)

Tunnels. Een waterdicht concept. Romein Beton B.V. Postbus 11, 6669 ZG Dodewaard +31 (0) Tunnels Een waterdicht concept Romein Beton B.V. Postbus 11, 6669 ZG Dodewaard +31 (0)488 41 71 11 verkoop@romein.nl www.romein.nl Tunnels van Romein Beton: een waterdicht concept In Nederland worden op

Nadere informatie

Registratie van boringen.

Registratie van boringen. Werkgroep Z-coördinaat. Registratie van boringen. Door: werkgroep Z-coördinaat Datum: 20 oktober 2016. Versie: 1.1. blad : 1 (9) 1 Inleiding. In dit document wordt beschreven hoe de loop van, als bijvoorbeeld,

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw

Nadere informatie

Nieuwsbrief. Oirschot-Boxtel 150 kv. Inhoud. Nieuwe ondergrondse kabelverbinding van Oirschot naar Boxtel

Nieuwsbrief. Oirschot-Boxtel 150 kv. Inhoud. Nieuwe ondergrondse kabelverbinding van Oirschot naar Boxtel Jaargang 1 nummer 1 juli 2014 Nieuwsbrief Oirschot-Boxtel 150 kv Inhoud Voorwoord 02 Oog voor de omgeving tussen Boxtel en Oirschot 03 In kaart 04 Stappen van aanleg 05 Feiten & cijfers en planning 06

Nadere informatie

Open en gesloten WKO systemen. Open systemen

Open en gesloten WKO systemen. Open systemen Open en gesloten WKO systemen Open systemen Een kenmerk van open systemen is dat er grondwater onttrokken en geïnfiltreerd wordt. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen doubletsystemen, monobronsystemen

Nadere informatie

1 Inleiding en projectinformatie

1 Inleiding en projectinformatie Project: Groenhorst College te Velp Onderwerp: hemelwater infiltratieonderzoek Datum: 9 november 2011 Referentie: 25.515/61341/LH 1 Inleiding en projectinformatie Het Groenhorst College, gelegen aan de

Nadere informatie

Werkdossier gegevens (in te vullen door ProRail)

Werkdossier gegevens (in te vullen door ProRail) VERGUNNINGAANVRAAG/CLASSICIFICATIEFORMULIER KABELS EN LEIDINGEN Meer informatie: lees de Handleiding Vergunningaanvragen en raadpleeg het zgn. Witte Boekje Formulier dient volledig ingevuld bij de vergunningaanvraag

Nadere informatie

Richtlijn Boortechnieken

Richtlijn Boortechnieken Dienst Weg- en Waterbouwkunde Handleiding Wegenbouw Ontwerp Onderbouw Richtlijn Boortechnieken januari 2004 Handleiding Wegenbouw Ontwerp Onderbouw Richtlijn Boortechnieken januari 2004 Horizontaal Gestuurde

Nadere informatie

Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark. Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen. Projectnr.: Datum rapport: 17 december 2012. Postbus 1 6400 AA Heerlen

Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark. Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen. Projectnr.: Datum rapport: 17 december 2012. Postbus 1 6400 AA Heerlen Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen Opdrachtnummer: Versie: Uw referentie: Projectnr.: GA-120338-2 V01 Definitief HL091704901 79A Datum rapport: 17 december 2012

Nadere informatie

RAW0717-00184 Gemeente Ridderkerk Bruggen Van Peltterrein te Ridderkerk BESTEK A/25/2009 - Definitief

RAW0717-00184 Gemeente Ridderkerk Bruggen Van Peltterrein te Ridderkerk BESTEK A/25/2009 - Definitief Bladnr. 14 CATALOGUS verwerkingsinrichting 1152 Verhardingen 115210 307312 Opbreken betonstraatstenen. m2 250,00 N Betreft (op te hogen) verharding van de rijbaan t.h.v. de tijdelijke dam en de brug 3

Nadere informatie

Kerntaak 1: Waterbouwkundig werk uitvoeren

Kerntaak 1: Waterbouwkundig werk uitvoeren Kerntaak 1: Waterbouwkundig werk uitvoeren Werkproces 1.1: Werkterrein inrichten en onderhouden De waterbouwer richt het werkterrein in door materiaal, verkeersafzettingen en materieel te plaatsen. De

Nadere informatie

RWS INFORMATIE Nieuwe methode bepaling corrosietoeslag bij stalen damwanden in waterkeringen

RWS INFORMATIE Nieuwe methode bepaling corrosietoeslag bij stalen damwanden in waterkeringen RWS INFORMATIE Nieuwe methode bepaling corrosietoeslag bij stalen damwanden in waterkeringen Datum Status definitief Colofon Uitgegeven door programmabureau HWBP-2 Informatie Henk Senhorst Telefoon 06

Nadere informatie

Voorwaarden werkzaamheden nabij warmtenet

Voorwaarden werkzaamheden nabij warmtenet Voorwaarden werkzaamheden nabij warmtenet Klik hier als u tekst wilt invoeren. Universiteit Utrecht Directie Vastgoed & Campus, Heidelberglaan 8, 3584 CS Utrecht (Postbus 80125, 3508 TC Utrecht) Datum

Nadere informatie

Infofiche 56.3 Palenwanden. Type 1 : in elkaar geplaatste palen (secanspalenwand)

Infofiche 56.3 Palenwanden. Type 1 : in elkaar geplaatste palen (secanspalenwand) Infofiche 56.3 Palenwanden. Type 1 : in elkaar geplaatste palen (secanspalenwand) Verschenen : juli 2012 Deze Infofiche over palenwanden van het type 1 waarbij de palen in elkaar geplaatst worden, is essentieel

Nadere informatie

kade Peil vaart -0.4 Gws binnen kuip -3.9 Waterdruk die lek veroorzaakt

kade Peil vaart -0.4 Gws binnen kuip -3.9 Waterdruk die lek veroorzaakt Notitie Aan: Waternet Van: Ben van der Wal, Geert Kerkvliet Datum: 28 mei 2015 Kopie: Gemeente Amsterdam Ons kenmerk: INFRABD3912N004F02 Classificatie: Project gerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Infrastructure

Nadere informatie

De duiker bevindt zich globaal op de volgende coördinaten: X = en Y =

De duiker bevindt zich globaal op de volgende coördinaten: X = en Y = Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Projectbureau Leidsche Rijn voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de aanleg van een duiker in de Veldhoenwetering, deelgebied

Nadere informatie

rib OOH4a Invloed bouwputten op de omgeving HRO ribooh4a Bouwputten 1

rib OOH4a Invloed bouwputten op de omgeving HRO ribooh4a Bouwputten 1 rib OOH4a Invloed bouwputten op de omgeving HRO ribooh4a Bouwputten 1 Damwand in bebouwde omgeving HRO ribooh4a Bouwputten 2 HRO ribooh4a Bouwputten 3 Bouwputten: Invloed op omgeving Invloed grondwater

Nadere informatie

Eisen aan uw meterruimte en invoervoorzieningen Informatie voor aanvragers van een Lianderaansluiting

Eisen aan uw meterruimte en invoervoorzieningen Informatie voor aanvragers van een Lianderaansluiting Eisen aan uw meterruimte en invoervoorzieningen Informatie voor aanvragers van een Lianderaansluiting voor nieuwbouw iedereen energie eisen aan uw meterruimte en invoervoorzieningen Voor uw eigen veiligheid

Nadere informatie

In opdracht van Jansen Bouwontwikkeling BV is ons bureau betrokken bij de waterhuishouding van het project Ceres te Bemmel.

In opdracht van Jansen Bouwontwikkeling BV is ons bureau betrokken bij de waterhuishouding van het project Ceres te Bemmel. NOTITIE NUMMER : P11-0455 : ONDERWERP : advies waterhuishouding : DATUM : 17 december 2012 PLAATS : ELST OPGESTELD DOOR : H.W. Boom 1 Algemeen In opdracht van Jansen Bouwontwikkeling BV is ons bureau betrokken

Nadere informatie

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE. GASTRANSPORTLEIDING N TE TONDEN, GEMEENTE BRUMMEN I De Hoven N Rondweg N-345

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE. GASTRANSPORTLEIDING N TE TONDEN, GEMEENTE BRUMMEN I De Hoven N Rondweg N-345 KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING N-559-20 TE TONDEN, GEMEENTE I.012547.01 De Hoven N-559-20 Rondweg N-345 I.012547.01 De Hoven N-559-20 Rondweg N-345 N.V. Nederlandse Gasunie N.V. Nederlandse

Nadere informatie

26 Verwijderen/slopen van objecten 26.1 Inleiding

26 Verwijderen/slopen van objecten 26.1 Inleiding 26 Verwijderen/slopen van objecten 26.1 Inleiding Objecten en bouwwerken die worden aangebracht, worden vrijwel allemaal na verloop van tijd weer verwijderd of gesloopt. Dit hoofdstuk gaat over het verwijderen

Nadere informatie

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Waterparagraaf Heistraat Zoom Waterparagraaf Heistraat Zoom In Zeelst aan de Heistraat is een ontwikkeling gepland. Voor deze ontwikkeling dient een omgevingsvergunning te worden opgesteld waarvan deze waterparagraaf onderdeel uit

Nadere informatie

Overzicht van sleufloze technieken voor gemeentelijke rioleringsinfrastructuur

Overzicht van sleufloze technieken voor gemeentelijke rioleringsinfrastructuur Overzicht van sleufloze technieken voor gemeentelijke rioleringsinfrastructuur VLARIO vzw De Schom 124 3600 Genk Tel: 03/827 51 30 Fax: 03/289 01 40 www.vlario.be info@vlario.be Blz. 1/36 VOORWOORD Sleufloze

Nadere informatie

ZETTINGEN EN WAT DOE IK ER EIEE?

ZETTINGEN EN WAT DOE IK ER EIEE? W E R K D O C U M E N T ZETTINGEN EN WAT DOE IK ER EIEE? door ir. M.A. Viergever 1980-138 Ado april 9340 M ' T N T S T E R I E V A N V E R K E E R E N W A T E R S T A A T S D I E N S T V O O R D E I J

Nadere informatie

KE 58. Februari Keuringseis 58. Zadels met klampverbinding van slagvast polyvinylchloride (slagvast PVC)

KE 58. Februari Keuringseis 58. Zadels met klampverbinding van slagvast polyvinylchloride (slagvast PVC) KE 58 Februari 2018 Keuringseis 58 Zadels met klampverbinding van slagvast polyvinylchloride (slagvast PVC) 253/160324 Voorwoord Kiwa Deze Keuringseis is goedgekeurd door het College van Deskundigen productcertificatie

Nadere informatie

Afb. 1. Wand met soil mix -kolommen : klassieke uitvoering (links) en gestaffelde uitvoering (rechts).

Afb. 1. Wand met soil mix -kolommen : klassieke uitvoering (links) en gestaffelde uitvoering (rechts). Infofiche 56.5 Soil mix -wanden. Type 1 : wanden opgebouwd uit kolommen Verschenen : juli 2012 De Infofiche over soil mix -wanden waarbij de wanden opgebouwd zijn uit kolommen, is essentieel voor iedereen

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren

Nadere informatie

Uitvoeringsfiche Berlijnse wanden Type 2: beschotting aangebracht voorafgaand aan de uitgraving

Uitvoeringsfiche Berlijnse wanden Type 2: beschotting aangebracht voorafgaand aan de uitgraving Uitvoeringsfiche Berlijnse wanden Type 2: beschotting aangebracht voorafgaand aan de uitgraving a. Typering van het systeem Beschoeiing, bestaande uit verticale profielen (figuur 1) en beschotting, die

Nadere informatie

Projectnummer: C Opgesteld door: Joost Veltmaat. Ons kenmerk: :0.11. Kopieën aan:

Projectnummer: C Opgesteld door: Joost Veltmaat. Ons kenmerk: :0.11. Kopieën aan: MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Mercatorplein 1 Postbus 1018 5200 BA 'shertogenbosch Tel 073 6809 211 Fax 073 6144 606 www.arcadis.nl Onderwerp: 2D berekening water op straat Blarenkamp Ottersum 'shertogenbosch,

Nadere informatie

Geachte heer/mevrouw,

Geachte heer/mevrouw, Yvonne Rugebregt To: "'nstt@meuwissen-advies.nl'" FW: Inzending Kouwenberg Infra BV No-dig award 2014 1 september 2014 11:09 1 Attachment, 4

Nadere informatie

Cofra. BeauDrain(-S) luchtdrukconsolidatie. Cofra. Building worldwide on our strength

Cofra. BeauDrain(-S) luchtdrukconsolidatie. Cofra. Building worldwide on our strength luhtdrukonsolidatie BeauDrain(-S) C Building worldwide on our strength BeauDrain luhtdrukonsolidatie Luhtdrukonsolidatie is voor het eerst geïntrodueerd door W. Kjellman, de uitvinder van de geprefabrieerde

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A ONDERWERP Aangepaste leggerwijziging Tradeportsloot DATUM 14-4-2016 PROJECTNUMMER C01031.000363.0900 ONZE REFERENTIE 078903199 A VAN Joost Veltmaat AAN Waterschap Peel en Maasvallei Inleiding Klaver 6a

Nadere informatie

CONCEPT WATERWERKBLAD UITVOERING PERSPROEF DATUM: OKT 2014

CONCEPT WATERWERKBLAD UITVOERING PERSPROEF DATUM: OKT 2014 Herziening van juni 2004 CONCEPT WATERWERKBLAD WB 2.3 UITVOERING PERSPROEF DATUM: OKT 2014 Auteursrechten voorbehouden Met betrekking tot de persproef is in artikel 2.3 van NEN 1006 (AVWI-2014) het volgende

Nadere informatie

Gevolg veel vragen van de gebruiker.

Gevolg veel vragen van de gebruiker. 1 Het is sterk verouderd, uitgebracht onder Railinfrabeheer. Er ontbreekt een duidelijke samenhang. De diverse technieken worden niet uitgelegd. Geen duidelijke relatie met het erkenningssysteem van AKI.

Nadere informatie

Resultaten grondonderzoek Woning aan de Lekdijk 42 te Nieuw-Lekkerland

Resultaten grondonderzoek Woning aan de Lekdijk 42 te Nieuw-Lekkerland Resultaten grondonderzoek Woning aan de Lekdijk 42 te Nieuw-Lekkerland Resultaten grondonderzoek Woning aan de Lekdijk 42 te Nieuw-Lekkerland ADCIM Geotechniek b.v. Rembrandtlaan 650 3362 AW Sliedrecht

Nadere informatie

Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel

Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel De heer M.C.M. Sieben is voornemens een nieuwe rundveestal op te richten op het perceel, kadastraal bekend als gemeente Nederweert, sectie

Nadere informatie

CONTROLEPLAN prefab damwanden. Over dit controleplan

CONTROLEPLAN prefab damwanden.  Over dit controleplan CONTROLEPLAN 20.41 prefab damwanden www.controleplannen.nl Inhoud Over dit controleplan A Organisatie P2 B Techniek P6 C Inspectielijst P8 Het toepassen van damwanden is al een zeer oude techniek. Er zijn

Nadere informatie

Risicobeheersing ondergronds bouwen lessen van de NoordZuidlijn voor de Singelgracht. Dr. ir. Mandy Korff

Risicobeheersing ondergronds bouwen lessen van de NoordZuidlijn voor de Singelgracht. Dr. ir. Mandy Korff Risicobeheersing ondergronds bouwen lessen van de NoordZuidlijn voor de Singelgracht Dr. ir. Mandy Korff Introductie Risico s en risicobeheersing bij ondergronds bouwen Lessen van de NoordZuidlijn voor

Nadere informatie

Notitie. Aanmeldnotitie vormvrije m.e.r. beoordeling

Notitie. Aanmeldnotitie vormvrije m.e.r. beoordeling Aan Waternet, T.a.v. de afdeling vergunningverlening & handhaving, Korte Ouderkerkerdijk 7, 1096 AC Amsterdam Aanmeldnotitie vormvrije m.e.r. beoordeling In het kader van project De Nieuwe N200 zal de

Nadere informatie

IO 08-RP-68 BOUWFASERINGSPLAN PIET KRANENBERGPAD GEMEENTE AMSTERDAM

IO 08-RP-68 BOUWFASERINGSPLAN PIET KRANENBERGPAD GEMEENTE AMSTERDAM IO 08-RP-68 BOUWFASERINGSPLAN PIET KRANENBERGPAD GEMEENTE AMSTERDAM Kenmerk: IBZ7340 Versie: definitief versie A Datum: 1 mei 2017 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Algemeen... 3 1.2 Uit te voeren werkzaamheden...

Nadere informatie

Effect van aardbevingen op leidingen de robuustheid van HDD. Paul Hölscher, Deltares i.s.m. Henk Kruse

Effect van aardbevingen op leidingen de robuustheid van HDD. Paul Hölscher, Deltares i.s.m. Henk Kruse Effect van aardbevingen op leidingen de robuustheid van HDD Paul Hölscher, Deltares i.s.m. Henk Kruse Onderwerpen 1. Verwachten we schade door geïnduceerde aardbevingen? 2. Wat speelt een rol? 3. Hoe berekenen

Nadere informatie

transport van gas, drinkwater en riool

transport van gas, drinkwater en riool het Wavin PE drukleidingen veilig en flexibel transport van gas, drinkwater en riool veilig en flexibel transport van gas, drinkwater en riool Flexibele leidingsystemen zijn een must De Nederlandse bodem

Nadere informatie

Gemeente Arnhem Datum ontvangst : 17 07 2012 Zaaknummer : 2012 07 01383 In deze notitie wordt de uitvoeringwijze en uitvoeringsvoorschriften van de aanpassing van de brugpijlers van de John Frostbrug beschreven.

Nadere informatie

Gemeente Leiden Ingenieursbureau ing. J.E.M. Vermeulen. Postbus 9100 2300 PC LEIDEN. 1 Inleiding

Gemeente Leiden Ingenieursbureau ing. J.E.M. Vermeulen. Postbus 9100 2300 PC LEIDEN. 1 Inleiding Gemeente Leiden Ingenieursbureau ing. J.E.M. Vermeulen Postbus 9100 2300 PC LEIDEN datum Delft, 23 juni 2010 referentie B. Everts uw kenmerk betreft vervanging riolering Fruitbuurt te Leiden 1 Inleiding

Nadere informatie

23.A: Algemene risico's en oplossingen bij werk met sleufloze technieken M

23.A: Algemene risico's en oplossingen bij werk met sleufloze technieken M ARBOKENNISSYSTEEM 23.A: Algemene risico's en oplossingen bij werk met sleufloze technieken M 023-0001 Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzakelijk ook de

Nadere informatie

Planlocatie Nuland Oost te Nuland

Planlocatie Nuland Oost te Nuland Planlocatie Nuland Oost te Nuland Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Definitief In opdracht van: Gemeente Maasdonk Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 31 januari 2011 Verantwoording Titel : Planlocatie

Nadere informatie

Datum : 6 oktober Project : restautatie(in- en extern) monumentale boerderij Dorpstraat 13 Plaats : JISP

Datum : 6 oktober Project : restautatie(in- en extern) monumentale boerderij Dorpstraat 13 Plaats : JISP Datum : 6 oktober 2016 Opdrachtnummer : 710253 Project : restautatie(in- en extern) monumentale boerderij Dorpstraat 13 Plaats : JISP Opdrachtgever : Fam. Alofs Dorpstraat 13 1546 LD Jisp Constructeur

Nadere informatie

Adviesmemo archeologie zonnepark Grondbank Zuidplas

Adviesmemo archeologie zonnepark Grondbank Zuidplas ONDERWERP Advies memo archeologie aanleg zonnepark locatie Grondbank Zuidplas DATUM 10-8-2016 PROJECTNUMMER C05058.000205.0120 ONZE REFERENTIE VAN Ineke de Jongh AAN gemeente Zuidplas KOPIE AAN Frank Gierman

Nadere informatie

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING. OLST-WIJHE I CDM16 Olst N Bruinweg N.V. Nederlandse Gasunie

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING. OLST-WIJHE I CDM16 Olst N Bruinweg N.V. Nederlandse Gasunie KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING GASTRANSPORTLEIDING N-556-60 N-556-60 EN EN N-557-30 N-557-30 TE TE OLST, OLST, GEMEENTE GEMEENTE OLST-WIJHE OLST-WIJHE I.012535.01 - CDM16 Olst N-566-60

Nadere informatie

Werfbezoek Bouwput te Knokke, Oosthoekplein Waterglasinjectie door de firma Soil ID Jan Maertens en Noël Huybrechts

Werfbezoek Bouwput te Knokke, Oosthoekplein Waterglasinjectie door de firma Soil ID Jan Maertens en Noël Huybrechts Werfbezoek 01.07.2010 Bouwput te Knokke, Oosthoekplein Waterglasinjectie door de firma Soil ID Jan Maertens en Noël Huybrechts Context Te Knokke, Oosthoekplein wordt door GHELAMCO (projectontwikkelaar/algemene

Nadere informatie

CLASSIFICATIE C1: Public Information DATUM 26 april 2019 REFERENTIE VAN

CLASSIFICATIE C1: Public Information DATUM 26 april 2019 REFERENTIE VAN NOTITIE AAN Projectteam 150 kvverkabeling Geertruidenberg CLASSIFICATIE C1: Public Information VAN Wouter van Doeland ONDERWERP Effectbeoordeling techniek en kosten 150 kv-verbinding Geertruidenberg 1.

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5

Nadere informatie

Centraal beheer. Gemeente Katwijk Postbus AN Katwijk ZH ALGEMEEN VERZEKERINGSCERTIFICAAT

Centraal beheer. Gemeente Katwijk Postbus AN Katwijk ZH ALGEMEEN VERZEKERINGSCERTIFICAAT 1/5 Bouwverzekering Polisnummer 71399101 VJuji Gemeente Katwijk Postbus 589 2220 AN Katwijk ZH 1 3 JAN 2016 ALGEMEEN VERZEKERINGSCERTIFICAAT Achmea Schadeverzekering N.V. te Apeldoorn verklaart dat ten

Nadere informatie

voor het onttrekken van grondwater op de locatie Eerste Helmersstraat 130 in Amsterdam.

voor het onttrekken van grondwater op de locatie Eerste Helmersstraat 130 in Amsterdam. Funderingsherstel Amsterdam B.V. Datum 10 juli 2018 Kenmerk DMS2018-0026148 Zaaknummer WN2018-004430 Maatwerkbesluit voor het onttrekken van grondwater op de locatie Eerste Helmersstraat 130 in Amsterdam.

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: HYDROSTATICA

Hoofdstuk 2: HYDROSTATICA ysica hoofdstuk : Hydrostatica e jaar e graad (uur) - 95 - Hoofdstuk : HYDROSTTIC. Inleiding: Bouw van een stof.. ggregatietoestanden De zuivere stoffen die we kennen kunnen in drie verschijningsvormen

Nadere informatie