PROVINCIE OOST-VLAANDEREN PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2. Voorontwerp

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PROVINCIE OOST-VLAANDEREN PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2. Voorontwerp"

Transcriptie

1 PROVINCIE OOST-VLAANDEREN PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2 Voorontwerp

2 COLOFON Opdracht: PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2 Opdrachtgever: Provincie Oost Vlaanderen Directie Ruimte Dienst Ruimtelijke Planning Provinciaal Administratief Centrum Woodrow Wilsonplein Gent Opdrachthouder: Antea Belgium nv Roderveldlaan 2600 Antwerpen Tel 03/ Fax 03/ BTW: BE RPR Antwerpen IBAN: BE BIC: KREDBEBB Antea Group is gecertificeerd volgens ISO9001 Identificatienummer: / Datum: status / revisie: April 2014 voorstudie April 2014 concept voorontwerp Mei 2014 voorontwerp Vrijgave: Jan Parys, Directeur Marten Dugernier, Accountmanager Ruimtelijk planner: Marten Dugernier, Ruimtelijk Planner Jill Loos, Ruimtelijk Planner

3 Inhoud 1 Inleiding Opdrachtomschrijving Opmaak van het PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase Situering en afbakening plangebied 6 2 Problematiek weekendverblijven Inleiding Beleidsaanpak op niveau van Vlaams Gewest Algemene aanpak problematiek weekendverblijven op provinciaal niveau Juridische uitgangspunten Typebestemmingen en uitdoofscenario s 10 3 Planningscontext Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost Vlaanderen Provinciale verordening Weekendverblijven Provinciale ruimtelijke visie: Berlare: een visie op weekendverblijven Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Berlare 17 4 Feitelijke en juridische toestand van het plangebied Juridische toestand Gewestplan BPA s en RUP s Verkavelingsvergunningen Buurt- en voetwegen Herbevestigd agrarisch gebied (HAG) Integraal waterbeleid Openruimtebeleid Cultureel erfgoed pagina 3

4 5 Analyse bestaande toestand 34 6 SWOT analyse 41 7 Planopties en bestemmingen 42 8 Technische aspecten Ruimtebalans Op te heffen voorschriften Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn 43 9 Bijlagen pagina 4

5 1 Inleiding 1.1 Opdrachtomschrijving Om een antwoord te bieden op de problematiek van de weekendverblijven in de provincie Oost Vlaanderen worden er provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen opgemaakt die voorzien in een herbestemming van de gebieden voor verblijfsrecreatie op het gewestplan. Omdat niet voor alle zones voor verblijfsrecreatie op het gewestplan gelijktijdig een PRUP kan worden opgemaakt, wordt gewerkt met een fasering in de tijd. Voorliggend PRUP maakt onderdeel van de ruimtelijke uitvoeringsplannen, behorende tot fase 2. De RUP s die in een tweede fase worden voorzien, zijn deze waarbij de focus ligt op een herbestemming van de zone verblijfsrecreatie naar een bepaald type van woonzone (recreatief woongebied). Voorliggend document betreft het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2 binnen de provincie Oost - Vlaanderen. Het PRUP herbestemd een zone voor verblijfsrecreatie op het grondgebied van de gemeenten Berlare. Het PRUP geeft mede uitvoering aan de provinciale ruimtelijke visie Berlare: een visie op weekendverblijven (goedgekeurd door de deputatie in januari 2008). 1.2 Opmaak van het PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2 De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening voorziet in de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) als instrument ter uitvoering van de beleidsopties genomen in het provinciaal ruimtelijk structuurplan. De provincie Oost - Vlaanderen beschikt over een provinciaal ruimtelijk structuurplan (PRS) en opteert in uitvoering hiervan voor de opmaak van het PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2 Het provinciaal RUP dient zich te richten naar het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen. Hierbij kan niet worden afgeweken van de bindende bepalingen, en is slechts een gemotiveerde afwijking van de richtinggevende delen mogelijk. Het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan kan enkel elementen van provinciaal niveau in overweging nemen. Elementen van Vlaams niveau dienen behandeld te worden in gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. De opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan gebeurt conform de bepalingen van De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de bijhorende besluiten. Een ruimtelijk uitvoeringsplan omvat: 1 een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is; 2 de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer, en, desgevallend, de normen, vermeld in artikel en van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid; 3 een weergave van de feitelijke en juridische toestand; 4 de relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke structuurplannen waarvan het een uitvoering is; 5 in voorkomend geval, een zo mogelijk limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden; 6 in voorkomend geval een overzicht van de conclusies van: a) het planmilieueffectenrapport, b) de passende beoordeling, c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; 7 in voorkomend geval, een register van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid pagina 5

6 In voorkomend geval wordt de verklaring, vermeld in artikel , 4, eerste lid, 2, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid opgenomen in een toelichtingsnota bij het ruimtelijk uitvoeringsplan. 1.3 Situering en afbakening plangebied Figuur 1, Luchtfoto Het deelgebied Kouter is een zone voor verblijfsrecreatie binnen de gemeente Berlare en situeert zich tussen de Dendermondse Steenweg in het noorden en het Donkmeer in het zuiden. De oppervlakte bedraagt circa 18,5ha. Het plangebied is ruimtelijk op te delen in 2 zones die morfologisch duidelijk te onderscheiden zijn van elkaar. De zone, centraal in het plangebied gelegen, betreft een zone die volledig is ingenomen door weekendverblijven. De bedoeling van de provincie voor deze zone is de omzetting naar recreatief woongebied. De omringende zone, aansluitend bij de woonwijk Donk in het oosten betreft de campingzone Noordzee die ingenomen wordt door stacaravans. De oostelijke grens van het RUP wordt gevormd door de grens van het RUP Donk. De zuidelijke en westelijke grens worden gevormd door de grens van het BPA Nieuwdonk. In het noorden vormt de gewestplanbestemming verblijfsrecreatie de grens pagina 6

7 2 Problematiek weekendverblijven 2.1 Inleiding Dit PRUP vindt haar oorsprong in de prangende problematiek van weekendverblijven en de noodzaak tot een vernieuwde omgang met deze vorm van toerisme. Het PRUP heeft in eerste instantie het doel de zone voor verblijfsrecreatie geheel of gedeeltelijk te herbestemmen naar recreatief woongebied. Het betreft gebieden voor verblijfsrecreatie die niet midden in waardevol open ruimte gebied en bovendien binnen of in directe aansluiting met een woonomgeving gelegen zijn. De problematiek rondom de weekendverblijven is in hoofdzaak een erfenis van de jaren '60 en '70. Het verwerven van een tweede verblijf in bos- of natuurgebied raakte op dat moment ingeburgerd en de plaatselijke overheden lieten het oprichten van dergelijke constructies oogluikend toe. Bovendien was het wettelijk mogelijk om, zonder verkavelingsvergunning, gronden te verdelen en werden potentiële kopers van een weiland of bosperceel vaak verkeerdelijk ingelicht over de bouwmogelijkheden op dergelijke percelen. De problematiek van illegale weekendverblijven nam met een enorme snelheid toe. In 1974 werd een eerste inventaris opgezet die deels in rekening werd gebracht bij het aanduiden van de recreatiegebieden op de gewestplannen. Binnen deze afgebakende zones voor verblijfsrecreatie was een regularisatie mogelijk op basis van de omzendbrief nr van 20 januari Vanaf de jaren '80 stak de problematiek van de permanente bewoning de kop op, in eerste instantie door het verouderen van de bestaande bewonersgroep, maar ook door de economische crisis. Het permanent bewonen van weekendverblijven is binnen de zones voor verblijfsrecreatie een stedenbouwkundige overtreding maar kan door federale wetgeving die gemeenten verplicht mensen in te schrijven als ze hierom verzoeken, niet verhinderd worden. Niet alleen individuele bouwers, maar ook projectontwikkelaars spelen op deze trend tot permanente bewoning in, door een snelle verkaveling en het oprichten van weekendverblijven uitgerust voor permanente bewoning. De vraag naar 'echte' weekendverblijven neemt daarentegen af, wat blijkt uit vaak verregaande verkrotting. Het recreatieve karakter van de zones voor verblijfsrecreatie neemt aldus zeer snel af. 2.2 Beleidsaanpak op niveau van Vlaams Gewest Om een antwoord te bieden op de problematiek van de weekendverblijven werd enerzijds een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven uitgevaardigd (besluit van de Vlaamse regering van 8 juli 2005) en werd een beleidsplan voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven naar voor gebracht (Parlementaire stuk 1266 ( ). Nr 1). Binnen dit beleidsplan werd een stappenplan bestaande uit 4 stappen voorzien: - inventarisatie - afweging vanuit elementen van Vlaams niveau - Uitwerken visie, ruimtelijke afweging en voorstel van ontwikkelingsperspectief - Opmaak van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen In de VCRO werd in de artikelen en verder een luik rondom de weekendverblijven opgenomen. In de eerste plaats wordt aangegeven dat dient onderzocht te worden of planologische oplossingen kunnen geboden worden voor knelpunten op het vlak van de ruimtelijke inplanting en de permanente bewoning van weekendverblijven. Deze onderzoeken, waarvan de provinciale ruimtelijke visie 'Berlare: een visie op weekendverblijven' deel uitmaakt, dienden op 30 april 2012 afgerond te zijn. De ruimtelijke uitvoeringsplannen die gevolg geven aan het oplossingskader worden uiterlijk op 30 april 2015 definitief vastgesteld pagina 7

8 Belangrijk bij deze planologische omzettingen is dat de woongelegenheden die juridisch gezien ontstaan door omzettingen van verblijfsrecreatie naar gebieden waar wonen toegelaten is, niet worden aangerekend op de gemeentelijke woonquota. Naast het planologische luik, legt de wijziging van het decreet, in werking getreden op 1 september 2009, ook een woonrecht vast. Een tijdelijk woonrecht geldt tot een ruimtelijk uitvoeringsplan in werking is getreden. Is met dit ruimtelijk uitvoeringsplan geen planologische oplossing geboden, dan geldt een aanvullend woonrecht tot en met 31 december Het woonrecht geldt steeds ten persoonlijke titel en enkel voor die personen die op 31 augustus 2009 reeds een volledig jaar in een weekendverblijf waren ingeschreven in het bevolkingsregister en indien deze persoon geen andere woning in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik heeft. Het woonrecht vervalt bij een aanbod van herhuisvesting aan de permanente bewoners, bij het beëindigen van het gebruik van het weekendverblijf als hoofdverblijfplaats, bij het verwerven van een andere woning in volle eigendom of vruchtgebruik, of bij het begaan van een stedenbouwkundig misdrijf na 1 september Bij de uitwerking van een toekomstvisie voor de weekendverblijven werd al snel duidelijk dat deze visie moet ingekaderd worden in een visie over de verschillende vormen van (openlucht) verblijfsrecreatie zoals kampeerterreinen, kampeerverblijfparken, bungalowparken en dergelijke meer. De provincie Oost Vlaanderen heeft een ruimtelijke visie met een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie uitgewerkt. Het voorliggend PRUP is hiervan een uitvoering en brengt een visie naar voor met betrekking op de toekomst van de verblijfsrecreatie op het grondgebied van de gemeente Berlare. Er wordt een uitspraak gedaan over de verschillende zones voor verblijfsrecreatie op het gewestplan. 2.3 Algemene aanpak problematiek weekendverblijven op provinciaal niveau De provincie Oost-Vlaanderen heeft binnen dit stappenplan ervoor gekozen om de problematiek van de zones voor verblijfsrecreatie aan te pakken. De aanpak van de Provincie is weergegeven in de Algemene aanpak van de weekendverblijven in Oost-Vlaanderen uit april In deze aanpak wordt de problematiek historisch gesitueerd en wordt het traject geduid dat de Provincie gevolgd heeft om een antwoord te bieden aan de problematiek. Daarna worden doel en specifieke aanpak toegelicht en worden criteria bepaald voor de prioriteitenstelling. De Provincie wil tot een correcte oplossing komen waarbij zowel de lijnen voor de toekomst worden uitgetekend als duidelijkheid wordt gegeven omtrent de mogelijkheden voor de huidige bestaande verblijven en bewoning. De algemene beleidsvisie moet ook gelden als kader voor de opmaak van toekomstige ruimtelijke uitvoeringsplannen, voornamelijk in die gemeentes waar een specifieke visie niet noodzakelijk is. Ten slotte wordt ook ingegaan op de provinciale uitgangspunten met betrekking tot planschade en planbaten en de herhuisvesting Instrumenten Provinciale stedenbouwkundige verordening (zie ook 3.3 ) De aanpak van de problematiek van de weekendverblijven op provinciaal niveau, in overleg met het Vlaamse gewest, behelsde in eerste orde het opmaken van een provinciale verordening. Deze verordening werd goedgekeurd op 4 juli 2012 en geldt voor het ganse grondgebied van de provincie. De voorschriften van de verordening zijn restrictief, met als doel de ruimtelijke impact van nieuwe of herbouwde weekendverblijven te beperken. Zo wordt een beperkte grootte van nieuwe weekendverblijven vooropgesteld, wordt er slechts een beperkte ontbossing toegelaten, en wordt het gebruik van natuurlijke materialen verplicht. Gemeentelijke toekomstvisies voor weekendverblijven (zie ook 3.4) pagina 8

9 In de provinciale aanpak wordt voorts opgenomen dat het moeilijk haalbaar, en niet noodzakelijk is om voor alle gemeentes in de provincie een individuele (gemeentelijke) toekomstvisie op te maken. Enkel voor die gemeentes die een ingewikkelde problematiek van weekendverblijven kennen, door bijvoorbeeld een sterke versnippering van vele zones voor verblijfsrecreatie, of doordat ruimtelijk sterk verschillende oplossingen per deelgebied nodig zijn, wordt een voorafgaande toekomstvisie nuttig geacht. Voor voorliggend RUP is dit het geval voor Berlare. Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen Naast deze verordening worden op grond van de algemene provinciale visie op weekendverblijven of op grond van een specifieke beleidsvisie voor een welbepaalde gemeente (zoals de visie 'Berlare: een visie op weekendverblijven') provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen opgemaakt die voorzien in een herbestemming van de gebieden voor verblijfsrecreatie op het gewestplan. Omdat niet voor alle zones voor verblijfsrecreatie op het gewestplan gelijktijdig een PRUP kan worden opgemaakt, wordt gewerkt met een fasering in de tijd. In een eerste fase worden RUP s opgemaakt voor die gebieden waar nog niet ontwikkelde, aaneengesloten open ruimte gebieden binnen de zones voor verblijfsrecreatie aanwezig zijn. Gelet op het nog ongeschonden karakter van deze zones, hun natuurwaarden en het gevaar dat in de nabije toekomst zij alsnog zouden worden ontwikkeld, worden deze zones prioritair herbestemd naar een open ruimte bestemming. Ook die zones waarvoor geen discussie kan bestaan over de herbestemming naar open ruimte, omwille van hun ligging midden in een waardevol openruimtegebied (in of aansluitend bij habitatrichtlijngebied, VEN-gebied, ), worden in een eerste fase meegenomen. De doelstelling is om in deze RUP's in de eerste plaats die gebieden aan te duiden die op vandaag sowieso niet onmiddellijk bebouwbaar zijn, doch via een eenvoudige verkavelingsaanvraag ontwikkelbaar zouden kunnen worden. In de eerste fase worden ook gebieden meegenomen waarvoor geen discussie kan bestaan over de herbestemming naar open ruimte. Voor die delen waar op vandaag bouwmogelijkheden zouden bestaan, wordt een overgangsfase voorzien, naar analogie met deze van de RUP's van de derde fase (zie verder). De RUP s die in een tweede fase worden voorzien, zijn deze die een herbestemming naar een bepaald type van woonzone (recreatief woongebied) inhouden. Art van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening voorziet dat een omvorming van een gebied voor verblijfsrecreatie naar een woongebied niet wordt aangerekend op de gemeentelijke woonquota, zoals bepaald door het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen of op de woonbehoeften per gemeente, indien deze omvorming gebeurt voor 30 april De RUP s van de tweede fase dienen aldus uiterlijk op 30 april 2015 definitief te worden vastgesteld, op straffe van het in rekening brengen van de woonbehoefte door de herbestemming. In een derde fase zullen vervolgens RUP s worden opgesteld voor die gebieden die noch onder de eerste, noch onder de tweede fase vallen. Het uiteindelijke doel van deze RUP s van de derde fase is een herbestemming naar open ruimte gebied, met een in het plan voorzien gefaseerd uitdoofbeleid. Er kan worden afgeweken van deze algemene principes (bv. indien binnen een zelfde zone voor verblijfsrecreatie een deel wordt herbestemd naar recreatief woongebied en een deel naar open ruimte). Voorliggend PRUP maakt deel uit van de tweede fase. 2.4 Juridische uitgangspunten In de eerste plaats werden bij de visievorming volgende juridische uitgangspunten gehanteerd: Er wordt geopteerd om in toekomstige planprocessen geen rekening te houden met zonevreemde verblijven. Voor zover deze vergund geacht zijn, kunnen ze terug vallen op de zonevreemde basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Voor de illegale pagina 9

10 zonevreemde verblijven worden geen toekomstgaranties gegeven, het handhavingsbeleid is van toepassing. Op basis van de huidige bestemmingsvoorschriften behoort een regularisatie van illegale constructies die gelegen zijn binnen een zone voor verblijfsrecreatie tot de mogelijkheden en dient, met uitzondering van het voorkomen van nieuwe permanente bewoning, in principe geen initiatief tot herbestemming te worden genomen wanneer het gaat om vergunde niet-permanent bewoonde en zone-eigen weekendverblijven. 2.5 Typebestemmingen en uitdoofscenario s Voorkomen van permanente bewoning Bij de juridische uitgangspunten (paragraaf 2.4) wordt voor wat betreft vergunde zone-eigen verblijven zonder permanente bewoning gesteld dat in principe geen planologische oplossing noodzakelijk is, doch dat toekomstige permanente bewoning dient voorkomen te worden. De huidige bestemmingsvoorschriften voor 'zone voor verblijfsrecreatie' kunnen echter, zelfs wanneer de beperkingen zoals opgelegd in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven en de inrichting van gebieden voor dergelijke verblijven en de provinciale verordening ter zake worden toegepast, permanente bewoning niet voorkomen. Hoewel de stedenbouwkundige voorschriften restrictief zijn, kunnen zij een permanente bewoning de facto niet tegenhouden, aangezien ze in principe toelaten constructies op te richten die aan alle comforteisen voldoen om bewoond te worden. Enkel de bewoning op zich is niet toegelaten. Vanuit de federale wetgeving zijn gemeenten bovendien verplicht om personen in het bevolkingsregister in te schrijven als zij hierom verzoeken. Bovendien kan aan een veroordeling wegens permanent wonen snel worden ontlopen door een inschrijving op een ander adres. Zogenaamde feitelijke permanente bewoning is vaak moeilijk juridisch hard te maken. De provincie Oost-Vlaanderen wenst te komen tot duidelijkheid en wenst zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat op basis van voorgaande niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Om een eenduidig beleid te kunnen voeren binnen de verschillende zones is het raadzaam om de bestaande verkavelingsvergunningen op te heffen en zo veel als mogelijk te komen tot gelijklopende stedenbouwkundige voorschriften Typebestemmingen Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie kunnen drie toekomstige typebestemmingen naar voor worden geschoven: - Recreatief woongebied - Open ruimte bestemming - Zone voor camping of bungalowpark Recreatief woongebied Deze zones laten naast de functie verblijfsrecreatie ook de woonfunctie toe. Positieve aanknopingspunten voor een omvorming naar deze types van bestemming kunnen gevonden worden in een ligging buiten ruimtelijk kwetsbaar gebied, een goede bestaande woonkwaliteit, de pagina 10

11 grote aanwezigheid van permanent bewoonde verblijven, aansluiting op zone voor wonen en landelijk wonen en een geschikte ontsluiting. Het is hierbij duidelijk dat een permanent verblijf (woonfunctie binnen een weekendverblijf) een grotere impact heeft op de omgeving dan 'echte' weekendverblijven die enkel tijdelijk benut worden (afvalwater, voorzieningenniveau, weguitrusting, ). Die zones waar beperkingen worden voorzien en die aldus niet verder kunnen uitgroeien dan kleinschalige recreatieve bebouwing met een relatief lage ruimtelijke impact krijgen de noemer 'zone voor recreatief verblijf'. Indien voldaan is aan de voorwaarden, naar voor gebracht binnen het Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen en het Provinciaal Ruimtelijk structuurplan (onder andere aansluiting op een woonkern, overeenstemming met de taakstelling en de woonbehoeftestudie) en indien een positieve beoordeling op basis van bovenstaande aanknopingspunten kan gemaakt worden, kan een omvorming naar woongebied (rode zone) zonder bijkomende beperkingen worden overwogen. Binnen de woongebieden zonder beperkingen dient een hoog uitrustingsniveau te worden voorzien (wegenis, nutsvoorziening, ). Belangrijk hierbij is dat zones die op basis van bovenstaande aanknopingspunten over een grotere draagkracht beschikken doch momenteel bestaan uit 'echte', kleinschalige weekendverblijven zonder permanente bewoning, niet in aanmerking komen voor een omvorming naar recreatief woongebied. Een verhoging van de impact is immers niet het doel. Deze zones worden op termijn bevroren binnen een open-ruimte-bestemming (zie verder). Een open ruimte bestemming Gebieden met een beperkte draagkracht, veroorzaakt door een grote natuurwaarde, een zeer beperkte ontsluiting of een ligging midden in de open ruimte (creatie van versnippering) komen niet voor permanent wonen in aanmerking. Om een verdere uitgroei van de constructies maar ook van het permanent verblijf te voorkomen wordt geopteerd deze gebieden op termijn te bevriezen binnen een open-ruimte-bestemming. Zowel de plaatsing van nieuwe verblijven (nieuwbouw) als de uitbreiding of herbouw van de bestaande verblijven wordt binnen deze optie op termijn aan banden gelegd. Zone voor camping of bungalowpark Naast de privatieve weekendverblijven zijn momenteel ook campings of bungalowparken, die toeristisch uitgebaat worden en vergunningsplichtig zijn op basis van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het toeristische logies (meermaals gewijzigd), terug te vinden binnen de huidige bestemming 'zone voor verblijfsrecreatie'. Aangezien na een eventuele stopzetting van deze camping- en/of bungalowpark-functie het tot stand komen van privatieve weekendverblijven veelal niet gewenst is, is een specifieke definiëring als zone voor camping of bungalowpark aangewezen Provinciale uitgangspunten met betrekking tot uitdovingsbeleid, nabestemming en handhaving Omwille van de onduidelijkheid die al zeer geruime tijd omtrent de weekendverblijven heerst, wordt het redelijk geacht niet onmiddellijk tot een herbestemming en absolute bouwstop over te gaan. Het voorziene gefaseerde uitdoofbeleid laat personen die op vandaag bouwmogelijkheden hebben toe deze voor een beperkte periode nog uit te oefenen. Zodoende worden zij niet in hun rechten geraakt en krijgen zij dezelfde mogelijkheden als die personen die in het verleden al een gok gewaagd hebben. Sowieso wordt vastgesteld dat de loten die op vandaag onmiddellijk bebouwbaar zijn langs een goed uitgeruste weg moeten liggen en zich derhalve veelal in reeds grotendeels ontwikkeld of versnipperd gebied bevinden. Enige bijkomende bebouwing zal dan ook geen grote ruimtelijke impact hebben. Het wordt daarentegen niet opportuun bevonden om die percelen waar op vandaag sowieso geen bouwmogelijkheden gelden, wel nog te laten bebouwen. Deze percelen bevinden zich per definitie niet langs een voldoende uitgeruste weg, of midden in of aansluitend aan ruimtelijk waardevol of kwetsbaar gebied. Een verdere bebouwing in die zones is ruimtelijk niet aanvaardbaar pagina 11

12 In de periode onmiddellijk volgend op de inwerkingtreding van dergelijk ruimtelijk uitvoeringsplan zullen dus nog bepaalde bouwmogelijkheden geboden kunnen worden. De stedenbouwkundige voorschriften zullen echter restrictief zijn. Het doel is de ruimtelijke impact van de weekendverblijven zoveel mogelijk te beperken. Een permanente bewoning blijft nog steeds uitgesloten. Eigenaars die op vandaag een illegaal weekendverblijf hebben, kunnen zich in de regel stellen, met naleving van de restrictieve stedenbouwkundige voorschriften. Na de eerste periode treedt de groene of open-ruimte-nabestemming in werking. De bestaande, vergunde weekendverblijven kunnen blijven bestaan, doch enkel instandhoudingswerkzaamheden zijn nog toegelaten gelet op de ligging in ruimtelijk kwetsbaar gebied. De onvergunde constructies worden wederrechtelijk in stand gehouden en kunnen door de gemeente, of de stedenbouwkundig inspecteur via een herstelvordering worden verwijderd. Op zeer lange termijn, wanneer een weekendverblijf verkrot is geraakt, is verdere bebouwing op het perceel niet meer toelaatbaar, en zal de groene bestemming effectief zijn gerealiseerd Handhavings en vergunningsbeleid Om op een geloofwaardige wijze een herbestemming of een uitdoofscenario te kunnen doorvoeren is een strikt handhavings- en vergunningsbeleid uitermate noodzakelijk, zowel naar bestaande wederrechterlijk uitgevoerde werken als naar toekomstige, eventueel zonevreemde werken toe. Door een strikt beleid wordt duidelijkheid en zekerheid geboden aan de burger pagina 12

13 3 Planningscontext De gewenste ruimtelijke ontwikkeling voor het plangebied volgt uit de gezamenlijke visie op de ontwikkeling van elementen van Vlaams, provinciaal en gemeentelijk niveau. Naast de beleidscategorieën stedelijk gebied en buitengebied worden voor tal van aspecten die aan bod komen in en rond het plangebied ruimtelijke visies of ontwikkelingsperspectieven geformuleerd. De voor het RUP relevante punten worden hieronder aangehaald. 3.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen 1 Berlare is volgens het Ruimtelijk structuurplan gelegen in het buitengebied. Dat is het gebied waarin de open, onbebouwde ruimte overweegt. De vertrekbasis voor het ruimtelijk beleid in dit gebied is net zoals in de rest van Vlaanderen duurzame ontwikkeling. Dit betekent concreet dat bij een verdere ontwikkeling van de structurerende activiteiten en functies (landbouw, natuur, bos, wonen en werken) in het buitengebied het fysisch systeem als uitgangspunt wordt gehanteerd. Het beleid dient zich te richten op het behoud, het herstel, de ontwikkelingen en het verweven van de hoger genoemde activiteiten en functies. Ten aanzien van het buitengebied worden verschillende doelstellingen gesteld: - het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies (landbouw, natuur, bos, wonen en werken op het niveau van het buitengebied) - het tegengaan van de versnippering van het buitengebied - het bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied (wonen, verzorgende activiteiten) - het inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen - het bereiken van een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied - het afstemmen van het ruimtelijk beleid en het milieubeleid op basis van het fysisch systeem - het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied Met betrekking tot de problematiek van de weekendverblijven zijn vooral de principes het tegengaan van versnippering van het buitengebied, het inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen en het bereiken van gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied van groot belang. Rivier- en beekvalleien (waaronder de Schelde) vormen een net van dominante structurerende elementen waaraan enkele belangrijke natuurwaarden gekoppeld zijn. Naar verdere ontwikkeling betekent dit dat er ruimtelijk voorwaarden moeten worden gecreëerde dit het integraal waterbeheer ondersteunen en die de relaties tussen waterloop en de omgevende vallei versterken. Deze valleien vormen samen met de verschillende grote bos- en natuurcomplexen en de ecologische infrastructuur gevormd door lijn-, punt-, en vlakvormige natuurelementenen door kleinere natuur- en boscomplexen de natuurlijke structuur in Vlaanderen Berlare in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen De gemeente Berlare heeft een groot aantal gebieden belangrijk binnen de natuurlijke structuur, zowel op Vlaams als op Europees niveau. Grote delen van de gemeente zijn aangeduid als VEN gebied (De vallei van Boven-Zeeschelde van Kalkense meersen tot Sint-Onofpolder), habitatrichtlijngebied (Schelde en Durmeëstuarium van de Nederlandse Grens tot Gent) en vogelrichtlijngebied (Durme en de middenloop van de Schelde). 1 In 1997 heeft de Vlaamse regering het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen definitief goedgekeurd als kader voor het ruimtelijk beleid van Vlaanderen tot 2007 (BVR 23 september 1997; decreet van 17 december 1997). Een eerste herziening is doorgevoerd in de periode (BVR 12 december 2003; decreet van 19 maart 2004) m.b.t. onder meer de verdeling van het wonen over het stedelijk gebied en het buitengebied, een tweede in de periode (BVR 17 december 2010; decreet van 25 februari 2011) pagina 13

14 3.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost Vlaanderen Berlare in het provinciaal ruimtelijk structuurplan Oost - Vlaanderen Binnen het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan is de gemeente Berlare gelegen in de deelruimte van de Scheldevallei, de groene slagader van Vlaanderen. Als belangrijke principes binnen deze deelruimte kunnen de volgende ruimtelijke principes worden aangegeven: - open ruimte actoren ingeschakeld in het landschapsbeheer en de natuurversterking - stedelijke kernen en grote dorpen als poorten tussen het stedelijk netwerk en het regionaal park - dorpen en verlaten bedrijfsgebouwen ingeschakeld in het toeristisch recreatief en educatief medegebruik. Berlare werd binnen deze deelruimte aangeduid als een hoofddorp. De kern staat in voor de lokale groei inzake wonen en voorzieningen voortkomend uit de eigen groei van de kern en de bijkomende woonbehoeften die ontstaan in de verspreide bebouwing in de gemeente. In het buitengebied dient een verdere groei van verspreide bebouwing te worden tegengegaan. Het Donkmeer van Berlare is geselecteerd als structuurbepalend landschapselement en componenten van provinciaal belang. Berlare is gelegen in het toeristisch recreatief netwerk Gent en Scheldestreek. Er wordt gestreefd naar een duurzame en kwalitatieve ontwikkeling van toerisme en recreatie. Hierbij wordt het recreatiedomein Nieuwdonk Donkmeer en de cluster van terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven in de nabijheid van dot domein geselecteerd als belangrijke hoogdynamische toeristisch recreatieve infrastructuur. Het recreatiedomein Nieuwdonk Donkmeer is eveneens een toeristisch recreatief knooppunt van provinciaal belang. Als ontwikkelingsmogelijkheden worden het behoud van de huidige omvang en het tegenhouden van uitbreiding of dynamiekverhoging vooropgesteld. Met betrekking tot de cluster van kampeerterreinen en kampeerverblijfparken in Berlare, geselecteerd als verblijfstoeristisch knooppunt, wordt gesteld dat een beperkte uitbreiding mogelijk is, die echter geen dynamiek verhoging met zich mee kan brengen. 3.3 Provinciale verordening Weekendverblijven De aanpak van de problematiek van de weekendverblijven op provinciaal niveau, in overleg met het Vlaamse gewest, behelsde in eerste orde het opmaken van een provinciale verordening. Deze verordening werd goedgekeurd op 4 juli Ze is van toepassing op alle gebieden voor verblijfsrecreatie volgens het gewestplan in de ganse provincie. De verordening is één van de instrumenten waarmee uitvoering wordt gegeven aan het provinciaal beleid voor weekendverblijven, naast de opmaak van RUP s waarin een meer specifieke aanpak voor verblijfsrecreatie kan worden voorzien, en waarvan dit RUP de uitvoering is. De voorschriften van de verordening zijn restrictief, met als doel de ruimtelijke impact van nieuwe of herbouwde weekendverblijven te beperken. Er worden dan ook voorschriften voorzien met betrekking tot een beperkte oppervlakte en volume van het verblijf, het gebruik van natuurlijke materialen, een beperkte ontbossing en een beperkte terreininname. 3.4 Provinciale ruimtelijke visie: Berlare: een visie op weekendverblijven De Provincie Oost Vlaanderen heeft voorde gemeente Berlare een visie uitgewerkt op de zones voor verblijfsrecreatie omdat in deze gemeente de problematiek vrij groot is. De visie werd goedgekeurd door de Deputatie op 24 januari pagina 14

15 De zone Kouter vormt plangebeid 1 van voorliggend RUP en is één van de zeven geïnventariseerde clusters weekendverblijven in de gemeente. De cluster wordt aangeduid als Zone C1. De cluster is getoetst op Vlaams niveau, welke de cluster omschrijft als grote aaneengesloten cluster (120 wooneenheden, camping) gelegen in een groot gebied voor verblijfsrecreatie en grenzend aan het Donkmeer (natuurgebied, habitatgebied en vogelrichtlijngebied) en aan verkavelingen langs de Dendermondsesteenweg. Ongeveer de helft (61 wooneenheden) is permanent bewoond, gelegen in een goedgekeurde verkaveling. De beoordeling voor deze cluster op Vlaams niveau luidde: Categorie 2a: Verdere afweging in functie van bestendiging is mogelijk binnen de eventuele randvoorwaarden van het habitat en vogelrichtlijngebied. In functie van bestendiging zal de vergunningstoestand mee in het onderzoek moeten afgewogen worden (alle wooneenheden liggen in een goedgekeurde verkaveling). Binnen het deelgebied Donk noord, waar deze cluster deel van uitmaakt, dient voornamelijk een antwoord gegeven te worden aan de optredende verstoring ten opzichte van het vogel en habitatrichtlijngebied en de visuele verstoring van de omgeving. Hiernaast is ook de toekomst van de grote cluster van verblijfsrecreatie een belangrijk aandachtspunt. Een derde aandachtspunt is tenslotte het versterken van het toeristisch centrum. Om deze doelstellingen te verwezenlijken wordt voorgesteld de grote cluster verblijfsrecreatie beter te ontsluiten en uitbreidingskansen te voorzien, de camping met grote barrièrewerking aan de Donklaan en de zonevreemde horeca een uitdovend karakter te geven, een versterkte buffer te voorzien omheen de bestaande zones voor verblijfsrecreatie en tenslotte het toeristisch centrum te versterken met aandacht voor open ruimteverbindingen. Specifiek voor de cluster Kouter wordt volgende visie opgesteld: De kouter is de grootste cluster van verblijfsrecreatie binnen Berlare en maakt dan ook een belangrijk deel uit van het verblijfsrecreatief knooppunt opgenomen binnen het provinciaal ruimtelijk structuurplan. De cluster bestaat uit een aantal campings en ongeveer 120 weekendverblijven waarvan volgens de inventaris min of meer de helft een permanente bewoning hebben. De cluster is goed gelegen, er is aansluiting bij het woonweefsel van Donk, zowel in het noorden als in het oosten, en op de mobiliteitsas N445 Dendermondsesteenweg. De weekendverblijven kunnen op deze locatie blijven bestaan, de cluster komt in aanmerking voor een herbestemming naar zogenaamde recreatieve verblijven met mogelijkheid tot permanent verblijf. Voorwaarde hiervoor is wel dat de cluster van weekendverblijven, die momenteel zeer geïsoleerd is, omringd door campings, beter met het woonweefsel dient verbonden te worden. Een bijkomende verbinding tussen de Meerstraat en de Frans Broeckaertlaan kan hierbij worden voorgesteld. De bestaande campings kunnen behouden blijven, ook op lange termijn. In de zone gelegen tussen het woonweefsel en de huidige cluster voor weekendverblijven kunnen bijkomende recreatieve verblijven worden toegestaan. Ook hier is het doel de recreatieve verblijven verder bij het woonweefsel te betrekken. Om de cluster verblijfsrecreatie open te trekken is het noodzakelijk verbindingen voor zachte weggebruikers doorheen de cluster aan te leggen. Het doorwaadbaar maken van de cluster kan gebeuren door de bestaande wegenis binnen de campings met elkaar in verbinding te brengen. Zowel verbindingen met de Brielstraat, de Meerstraat, de Dendermondsesteenweg en de Frans Broeckaertlaan dienen te worden gerealiseerd De cluster kan aan de westzijde verder worden uitgebreid. Op termijn kan de toegangsweg naar het recreatiedomein Nieuwdonk als strikte begrenzing optreden. Binnen dit gebied kan de herlocalisatie gebeuren van uit te doven kampeerterreinen uit het deelgebied Donk oost. Bij de aanleg van nieuwe kampeerterreinen dient de nadruk gelegd te worden op zogenaamd toeristisch kamperen. Bij de ontwikkeling van de uitbreidingszone dient bijzondere aandacht te gaan naar interne kwaliteit en structurering (groenelementen, doorgangen voor zacht verkeer, ) pagina 15

16 Figuur 2, Gewenste structuur deelgebied Donk - noord, bron: Provincie Oost Vlaanderen,(2008) Berlare: een visie op weekendverblijven De visie die in dit document naar voor werd gebracht, is een uitgangspunt bij de opmaak van voorliggend RUP Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2 met De Kouter te Berlare als één van de plangebieden. Naast een inschatting van de mogelijke planschade die uit deze visie kan voortvloeien is volgens dit visiedocument verder onderzoek noodzakelijk over de bevoegdheidsverdeling, in het bijzonder met betrekking tot de bos- en natuurgebieden op Vlaams niveau en lokale recreatieve elementen. Tenslotte is naar de uitwerking van het RUP toe een verdere detaillering noodzakelijk, ook naar vergunningstoestand toe. Met betrekking tot de kampeerterreinen is verder overleg met Toerisme Vlaanderen noodzakelijk pagina 16

17 3.5 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Berlare De nabijgelegen kern Donk is geselecteerd als woonkern. Omwille van de omringende natuurgebieden is de ruimte voor kernversterking in functie van de eigen groei beperkt. Enkel versterking binnen het bestaande woonweefsel kan toegestaan worden. Rondom de kernen zijn een aantal clusters van weekendverblijven gesitueerd waar zich een probleem stelt met de aanwezigheid van permanente bewoning. De gemeente wenst dit in overleg met de provincie te onderzoeken en aan te pakken. Met betrekking tot de weekendverblijven wordt in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Berlare voorgesteld om de cluster Kouter op te nemen als een gemengd gebied waarin ook permanente bewoning moet mogelijk zijn. De belangrijkste doelstelling m.b.t. de bosgebieden zijn het tegengaan van versnippering en het verbeteren van de ecologische mogelijkheden. Het is daarom noodzakelijk de bestaande bossen te beschermen, te bufferen tegen externe invloeden, bosuitbreiding te realiseren en bosgebieden te verbinden. De invloed van Berlare Broek op de kern Donk kan verder versterkt worden. Groene vingers kunnen vanuit het natuurgebied rond Donk en vanuit Scheldevallei de dorpskern binnendringen. Figuur 3, Gewenste structuur Donk, bron: GRS Berlare pagina 17

18 4 Feitelijke en juridische toestand van het plangebied Zie bijhorende bijlagen: - Plan 1: Feitelijke en juridische toestand - Plan 2: Grafisch plan 4.1 Juridische toestand Type plan Kenmerken Gewestplan Dendermonde, KB van 7/11/1978: Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Algemene plannen van aanleg Bijzondere plannen van aanleg - Gebieden voor verblijfsrecreatie - Oosten: woongebied Geen Geen Grenzend aan RUP Donk (4/06/2009) Geen Grenzend aan BPA Nieuwdonk (23/03/1987) Stedenbouwkundige verordeningen Gewestelijke rooilijnplannen Provinciale rooilijnplannen Gemeentelijke rooilijnplannen Buurt- en voetwegen * Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening met betrekking tot het overwelven van baangrachten van 23 maart 2011 Geen Geen Geen Buurtwegen: - nr nr nr pagina 18

19 Type plan Goedgekeurde nietvervallen verkavelingsvergunningen ** Kenmerken Volgende goedgekeurde niet vervallen verkavelingen zijn gelegen binnen het plangebied: /7128/V/296/ /7129/V/296/ /8424/V/578/ /8426/V/578/ /8427/V/578/ /8428/V/297/ /8431/V/297/ /8432/V/296/ /8433/V/578/ /8740/V/296/ /8855/V/296/ /887/V/296/ /8424/V/578/3 Erfdienstbaarheden van openbaar nut Habitatrichtlijngebieden Vogelrichtlijngebieden Gebieden van het VEN/IVON Vlaamse of erkende natuurreservaten Bosreservaten Beschermde monumenten * Beschermde landschappen * Beschermde stads- en dorpsgezichten * Vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed * Landschapsatlas Herbevestigd agrarisch gebied Polders en wateringen Geen Binnen het plangebied: geen Het plangebied grenst in het zuiden aan het habitatrichtlijngebied Scheldeen Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent. Binnen het plangebied: geen Het plangebied grenst in het zuiden aan het vogelrichtlijngebied Durme en de middenloop van de Schelde. Binnen het plangebied: geen Op circa 500 meter van het plangebied is het VEN - gebied Vallei van de Boven Zeeschelde van Kalkense meersen tot Sint-Onolfspolder gelegen. Binnen het plangebied: geen Ten zuiden van het plangebied ligt de reservaatzone Donkmeer Geen Geen Geen Geen Geen Binnen het plangebied zijn er geen ankerplaatsen, relictzones, lijn- en puntrelicten aanwezig. Ten zuiden van het plangebied ligt de ankerplaats Oude Scheldemeander van Overmere- Donk en Berlare Broek en de relictzone Scheldevallei van Uitbergen tot Wichelen Het plangebied is niet gelegen in HAG gebied. Het plangebied valt binnen de Polder tussen Schelde en Durme pagina 19

20 Type plan Beschermingszones grondwaterwinningen Bevaarbare waterlopen Kenmerken Ten zuiden van het plangebied is het Donkmeer aangeduid als een beschermingszone grondwaterwinningen. Geen Geklasseerde waterlopen Binnen het plangebied: geen Het plangebied grenst in het oosten aan een waterloop van 3 de categorie, nl. de Kempenbeek pagina 20

21 4.2 Gewestplan Figuur 4, Gewestplan Het plangebied is hoofdzakelijk gelegen in zone voor verblijfsrecreatie. In het oosten is het plangebied voor een gedeelte in woongebied gelegen. Het Donkmeer, ten zuiden van het plangebied, is aangeduid als natuurgebied. Het plangebied grenst in het noorden aan het woonlint langs de N445 Dendermondsesteenweg en in het westen aan zone voor verblijfsrecreatie. Ten westen van de zone voor verblijfsrecreatie is een zone voor gemeenschapsvoorzieningen en algemeen nut gelegen. Deze zone is vandaag hier niet naar ingericht, maar wordt gebruikt als grasland pagina 21

22 4.3 BPA s en RUP s BPA Nieuwdonk Het BPA Nieuwdonk werd goedgekeurd op 23 maart RUP Donk Figuur 5, Grafisch plan BPA Nieuwdonk, bron: gemeente Berlare Het BPA werd opgemaakt om de nabestemming van het oorspronkelijke ontginningsgebied als natuurgebied om te vormen tot recreatiegebied om zo het recreatiedomein Nieuwdonk mogelijk te maken. Het BPA vormt de zuidwestelijke grens van voorliggend PRUP. Het RUP Donk werd goedgekeurd op 4 juni Het RUP is in hoofdzaak een verfijning van de bestemming woongebied op het gewestplan. Het plangebied bestaat uit de dorpskern van Donk. Het RUP doet uitspraken over de omgeving rond het Donkmeer, meer specifiek de woonkern Donk in het noorden en de omgeving rond het Donkoeverpark in het oosten. In de Brielstraat wordt een deel van de verblijfsrecreatiezone opgenomen omdat dit een cruciale plek vormt binnen het recreatief netwerk. Het plangebied van voorliggend PRUP grenst in het oosten aan het RUP Donk. Belangrijke aandachtspunten bij de uitwerking van het RUP zijn: - Het kanaliseren van de druk van meergezinswoningen; - Het kanaliseren van de recreatieve aantrekkingskracht en zorgen dat deze op schaal van de kern van Donk blijft. - Rechtszekerheid bieden aan enkele zonevreemde woningen. - De relatie en de overgang tussen de omliggende waardevolle open ruimtegebieden en de kern van Donk. - Ontsluiting en verbindingsfunctie van de Donklaan pagina 22

23 Figuur 6, Grafisch plan RUP Donk, bron: gemeente Berlare pagina 23

24 4.4 Verkavelingsvergunningen In het plangebied zijn volgende goedgekeurde, niet- vervallen verkavelingsvergunningen aanwezig: /7128/V/296/ /7129/V/296/ /8424/V/578/ /8426/V/578/ /8427/V/578/ /8428/V/297/ /8431/V/297/ /8432/V/296/ /8433/V/578/ /8740/V/296/ /8855/V/296/ /887/V/296/ /8424/V/578/3 4.5 Buurt- en voetwegen In 1841 werden alle buurt- en voetwegen opgetekend om voor eens en altijd duidelijkheid te scheppen omtrent welke wegen een openbaar karakter hadden. Deze kaarten geven, naast deze voet- en buurtwegen ook duidelijk de situatie van het Belgische grondgebied omtrent 1841 weer. Figuur 7, De Atlas der buurtwegen Doorheen het plangebied loopt Chemin nr. 82 (huidige Brielstraat). Ter hoogte van het huidige fietspad langsheen het Donkmeer in het zuiden loopt Chemin nr. 52. In het oosten loopt Chemin nr. 51 t.h.v. de verkavelingswijk. In het westen t.h.v. de Meerstraat loopt buurtweg nr. 50. Ter hoogte van de Dendermondsesteenweg loopt de Route de Gand à Dermonde pagina 24

25 4.6 Herbevestigd agrarisch gebied (HAG) 2 In 2006 stelde de Vlaamse overheid een ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos op voor de regio Veldgebied Brugge Meetjesland die resulteerde in een Operationeel Uitvoeringsprogramma in juni Figuur 8, Herbevestigd agrarisch gebied Het plangebied is niet in herbevestigd agrarisch gebied (HAG) gelegen. Ten noorden en westen van het plangebied is het HAG gebied Landbouwgebied van Laarne, Overmeire, Zele, Hamme gelegen pagina 25

26 4.7 Integraal waterbeleid Waterlopen Figuur 9, Waterlopen per categorie, bron: AGIV Binnen het plangebied lopen zowel geen bevaarbare waterlopen als geklasseerde onbevaarbare waterlopen. Ten oosten van het plangebied loopt een waterloop van 3 de categorie, nl. de Kempenbeek. Ook ten westen van het plangebied loopt een waterloop van 3 de categorie, nl. de Galgenbeek pagina 26

27 4.7.2 Bekkenbeheerplan In uitvoering van het decreet integraal waterbeleid, stelde de Vlaamse Overheid bekkenbeheersplannen op voor het volledige grondgebied. Op 30 januari 2009 keurde de Vlaamse Regering het besluit voor de vaststelling van de bekkenbeheerplannen en de bijhorende deelbekkenbeheerplannen definitief goed (Belgisch Staatsblad 5 maart 2009). Figuur 10, Bekkenbeheerplan, bron: AGIV Figuur 11, Deelbekken, bron: provincie Oost -vlaanderen Het plangebied is volledig gelegen binnen het Beneden Scheldebekken, meer specifiek binnen het deelbekken Scheldeland pagina 27

28 4.7.3 Watertoets Erosiegevoeligheid Figuur 12, Erosiegevoeligheid bodem, bron: AGIV Het plangebied is niet erosiegevoelig. In het zuiden grenst het plangebied aan een kleine erosiegevoelige zone. Grondwaterstromingsgevoelige gebieden Figuur 13, Grondwaterstromingsgevoeligheid bodem, bron: AGIV Heel het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming. In het zuiden grenst het plangebied aan zeer grondwaterstromingsgevoelig gebied pagina 28

29 Infilitratiegevoeligheid Figuur 14, Infiltratiegevoeligheid bodem, bron: AGIV Heel het plangebied is geheel infiltratiegevoelig. Overstromingsgevoeligheid Figuur 15, Overstromingsgevoeligheid bodem, bron: AGIV Het plangebied is niet overstromingsgevoelig, maar grenst in het zuiden wel aan mogelijk overstromingsgevoelig gebied pagina 29

30 4.8 Openruimtebeleid Biologische waarderingskaart Figuur 16, Biologische waardering, bron: AGIV Het plangebied bestaat uit biologisch minder waardevol gebied. Het gebied grenst in het zuiden wel aan biologisch zeer waardevol gebied. Bovendien is dit gebied aangeduid als een faunistisch belangrijk gebied pagina 30

31 4.8.2 VEN en IVON Figuur 17, VEN en IVON, bron: AGIV Binnen het plangebied en in zijn omgeving zijn geen VEN gebieden gelegen. Op circa 500 meter van het plangebied is het VEN - gebied Vallei van de Boven Zeeschelde van Kalkense meersen tot Sint-Onolfspolder gelegen pagina 31

32 4.8.3 Natura 2000 Figuur 18, Natura 2000, bron: AGIV Binnen het plangebied zijn geen natura 2000 gebieden gelegen. Het plangebied grenst wel in het zuiden aan het habitatrichtlijngebied Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent en het vogelrichtlijngebied Durme en de middenloop van de Schelde pagina 32

33 4.9 Cultureel erfgoed Landschapsatlas Figuur 19, Landschapsatlas, bron: AGIV Binnen het plangebied zijn er geen ankerplaatsen, relictzones, lijn- en puntrelicten aanwezig. Ten zuiden van het plangebied ligt de ankerplaats Oude Scheldemeander van Overmere- Donk en Berlare Broek en de relictzone Scheldevallei van Uitbergen tot Wichelen Inventaris bouwkundig erfgoed Binnen het plangebied is er geen bouwkundig erfgoed gelegen pagina 33

34 5 Analyse bestaande toestand Figuur 20, Structuurbepalende elementen, bron: eigen verwerking Ruimtelijk functioneren De cluster weekendverblijven en de campingzone Noordzee maken onderdeel van het recreatiedomein Nieuwdonk Donkmeer. Dit domein is bovendien een toeristisch recreatief knooppunt op provinciaal belang. Het plangebied is gelegen ten westen van het Donkmeer. Ten noorden van het Donkmeer, t.h.v. de Donklaan ligt het toeristisch centrum met verschillende horecazaken en een recreatieve bootjesverhuur. Ten oosten van het meer ligt een festivalsite met infopunt. In het zuiden ligt het recreatiedomein Nieuw donk rond het meer Nieuw Donk met o.a. een strand, speelfaciliteiten en horecazaken. De verschillende recreatieve attractiepunten worden verbonden door een netwerk van trage wegen voor fietsers en voetgangers. Het plangebied staat eveneens in verbinding met een fiets/voetpad langsheen het meer. In de omgeving van het Donkmeer zijn er verder nog verschillende kleinere zones voor campings aanwezig. Het plangebied bedraagt circa 18,5 ha en is gelegen tussen de Dendermondse Steenweg en het Donkmeer te Berlare. Het betreft de zone voor weekendverblijven Kouter, de campingzone Noordzee en een resterende zone woongebied. Volgens de inventaris van de provincie heeft min of meer de helft van de weekendverblijven een permanente bewoning. Het gebied ontsluit via de Meerstraat naar de mobiliteitsas Dendermondse Steenweg in het noorden en via de Brielstraat naar de Donklaan in het westen. Via deze wegen staat de cluster in verbinding met het woonweefsel van Donk. De Brielstraat is de enige oost west verbinding binnen het plangebied en vormt de ontsluitingsweg voor de smalle wegen. Er zijn geen interne trage wegen, dit heeft een beperkte doorwaadbaarheid van het gebied tot gevolg. Ten zuiden van pagina 34

35 het plangebied, langsheen het Donkmeer loopt een fietsweg die een verbinding maakt tussen de Donklaan in het oosten en Nieuwdonk in het zuiden. Het gebied is goed ontsloten voor het openbaar vervoer. Langsheen de Dendermondsesteenweg en Donklaan lopen verschillende bussen van DeLijn. De gemeente Berlare beschikt niet over een treinstation. De dichtstbijzijnde stations zijn gelegen in de buurgemeenten Wetteren, Dendermonde, Schoonaarden, Lokeren en Zele. Figuur 21, Structuurbepalende elementen, bron: eigen verwerking Het plangebied is hoofdzakelijk gelegen in een zone voor verblijfsrecreatie, in het oosten wordt een gedeelte woongebied meegenomen. Langsheen de N445 vinden we een woonlint terug. Ook ten oosten van het plangebied is er een verkaveling terug te vinden. In het noordwesten zijn er bufferzones ingetekend. De zone met gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut wordt vandaag gedeeltelijk ingevuld door parking in functie van het recreatiedomein Nieuwdonk in het zuiden. Parkeren binnen de cluster van weekendverblijven gebeurt hoofdzakelijk geclusterd langsheen de Brielstraat en op eigen percelen. De smalle straten en kleine percelen maken parkeren op eigen perceel en langs de straten moeilijk. De cluster weekendverblijven is momenteel geïsoleerd doordat ze omringd wordt door campings. Hierdoor ontstaat een ruimtelijke scheiding met het woonweefsel van Donk in het oosten. Deze caravans beletten een morfologische relatie met het bebouwde weefsel van de woonkern. In de zone voor camping is één onthaalpunt aanwezig en één horecazaak in functie van de camping. Ter hoogte van het onthaalpunt is een petanquebaan aangelegd. De campingzone bevat eveneens infrastructuur voor de sanitaire voorzieningen. Verder zijn er geen gebouwen aanwezig pagina 35

36 Bebouwing Het gebied is gedeeltelijk bebouwd met weekendverblijven. Deze zone wordt omsingeld door zones met stacaravans in het noorden, oosten en westen. In het zuiden grenst het plangebied aan het Donkmeer. De weekendverblijven bestaan uit kleine woningen in de vorm van bungalows van één bouwlaag plus dak. De woningen beschikken over een beperkte private buitenruimte. Het gebied heeft een woningdichtheid van > 25wo/ha. De campingzone Noordzee voorziet in ruimte voor mobiele openluchtrecreatieve verblijven zoals stacaravans en mobilhomes. De Brielstraat is sinds lange tijd gekend voor zijn talrijke horecazaken (in hoofdzaak palingrestaurants), er bevindt zich ook een bowling. Langs de Brielstraat alleen al zijn er 7 horecazaken gevestigd. Aan de kant van het meer is er op een eiland een horecazaak gevestigd en bevindt er zich ook nog een leegstaande en verwaarloosde taverne/ restaurant pagina 36

37 Fotoreportage Zone met weekendverblijven Kouter Zone met weekendverblijven Kouter Weekendverblijf, ingericht met tuin en parkeermogelijkheid op eigen perceel Geclusterd parkeren langsheen de Brielstraat Intern graspad Gebrek aan publieke verbinding met fietspad langsheen het Donkmeer pagina 37

38 Camping met stacaravans ten westen van het plangebied Sanitaire voorzieningen Campingzone Noordzee met stacaravans tussen de zone met weekendverblijven en woonwijk Donk. Campingzone Noordzee met stacaravans tussen de zone met weekendverblijven en woonwijk Donk. Onbebouwde zone tussen camping Noordzee en woonwijk Donk Oostelijke grens tussen campingzone Noordzee en de onbebouwde zone pagina 38

39 Verlaten horecazaak Infocentrum t.h.v. de camping Horecazaak t.h.v. de camping Ontsluitingsweg Brielstraat naar de N445 Dendermondsesteenweg Fietspad langsheen het Donkmeer Nabijgelegen woonwijk Donk pagina 39

40 Kempenbeek, 3 de categorie, ten oosten van het plangebied Nabijgelegen Donkmeer Horeca langsheen het Donkmeer Horeca langsheen het Donkmeer pagina 40

41 6 SWOT analyse Kansen/ Kwaliteiten - ligging nabij N445 betekent een gunstig mobiliteitsprofiel - ligging nabij het woonweefsel van Donk - de zone met hoofdzakelijk permanente bebouwing vormt een ruimtelijk samenhangend geheel - het plangebied maakt onderdeel van het toeristisch recreatief knooppunt Donkmeer. - De woningen zijn voor permanente bewoning uitgerust. - De Kouter vormt een sterk ruimtelijk samenhangend geheel. - Landschappelijk versterken beekvallei Knelpunten/ Bedreigingen - De percelen zijn heel klein, hierdoor is de private buitenruimte beperkt. Verdere verdichting is niet wenselijk. - smalle straten en kleine percelen zorgen ervoor dat parkeren op straat/ perceel niet mogelijk is. Dit kan voor een grote parkeerdruk zorgen. - De ontsluitingsstructuur van de cluster gebeurt éénzijdig naar de Brielstraat. - Gebrek aan interne trage wegen voor voetgangers en fietsers beperkt de doorwaadbaarheid van het gebied. - Mogelijks creëren van oostwestgerichte verbindingen kan wildparkeren in de nabijgelegen woonwijk tot gevolg hebben. Dit is niet wenselijk. - Geen publieke trage verbinding tussen de zone met weekendverblijven en het fietspad langsheen het Donkmeer. - Recreatieve functies zoals campings, horecazaken, zetten de aanwezige natuurgebieden onder druk. - Gebrek aan buffer rondom de campings zorgt voor een visuele verstoring t.o.v. de omgeving. - Ruimtelijk moeilijke relatie tussen de campingzone Noordzee en het woonweefsel in het oosten. - Door de specifieke hoge woningdichtheid van de zone met weekendverblijven is een transformatie naar een klassiek organisch woonweefsel niet mogelijk pagina 41

42 7 Planopties en bestemmingen Het plangebied is goed gelegen nabij de mobiliteitsas N445 Dendermondse Steenweg en sluit aan bij het woonweefsel van Donk in het oosten. Dit wijst op een beperktere impact van de weekendverblijven. Bovendien is het gebied goed ontsloten, wegens de nabijheid van de N445. Omwille van deze situatie en het feit dat min of meer de helft van de weekendverblijven een permanente bewoning heeft, is het ruimtelijk aanvaardbaar dat de zone voor verblijfsrecreatie t.h.v. de permanente weekendverblijven wordt omgezet naar recreatief woongebied. Op deze manier wordt, naast de verblijfsrecreatieve functie, de (permanente) woonfunctie ook mogelijk. De campingzone Noordzee, gelegen rondom de zone weekendverblijven en grenzend aan het woonweefsel in het noordoosten, kan een aangepaste, meer recreatieve bestemming, krijgen. Hier wordt de bestemmingszone camping ingetekend. Op deze manier wordt de bestaande toestand hoofdzakelijk bestendigd. Om de hinder naar het Donkmeer toe te verminderen en een landschappelijke inpassing na te streven wordt een gemengd openruimtegebied aangelegd als overgang tussen het recreatief woongebied en het Donkmeer. Een zachte verbinding tussen het recreatief woongebied en het fietspad langsheen het Donkmeer, doorheen de bestemming gemengd openruimtegebied wordt als indicatief tracé aangeduid pagina 42

43 8 Technische aspecten 8.1 Ruimtebalans Aan te vullen na plenaire vergadering. 8.2 Op te heffen voorschriften Aan te vullen na plenaire vergadering. Voorliggend PRUP heft de voorschriften op van het gewestplan Dendermonde (K.B. 7 november 1978 en latere wijzigingen) voor die gebieden die gelegen zijn binnen de plangebieden. Het betreft volgende bestemmingen: - zone voor verblijfsrecreatie - Woongebied Volgende verkavelingsvergunningen worden opgeheven bij de definitieve vaststelling van voorliggend PRUP voor die delen die in het plangebied van voorliggend PRUP gelegen zijn: /7128/V/296/ /7129/V/296/ /8424/V/578/ /8426/V/578/ /8427/V/578/ /8428/V/297/ /8431/V/297/ /8432/V/296/ /8433/V/578/ /8740/V/296/ /8855/V/296/ /887/V/296/ /8424/V/578/3 8.3 Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn Aan te vullen na plenaire vergadering pagina 43

44 9 Bijlagen Bijlage 1 Plan bestaande feitelijke en juridische toestand Bijlage 2 Voorontwerp grafisch plan Bijlage 3 Plan-mer-screening pagina 44

45 Plan-MER-screening en voortoets passende beoordeling PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2 Provincie Oost - Vlaanderen

46 COLOFON Opdracht: Plan-MER-screening PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2 Opdrachtgever: Provincie Oost - Vlaanderen Directie Ruimte Dienst Ruimtelijke Planning Provinciaal Administratief Centrum Woodrow Wilsonplein Gent Opdrachthouder: Antea Belgium nv Roderveldlaan 2600 Antwerpen T : +32(0) F : +32 (0) BTW: BE RPR Antwerpen IBAN: BE BIC: KREDBEBB Antea Group is gecertificeerd volgens ISO9001 Identificatienummer: /jil Datum: Mei 2014 Juli 2014 status / revisie: verzoek tot raadpleging adviesinstanties Screening_dienstMER Vrijgave: Marten Dugernier, Account Manager Projectmedewerkers: Marten Dugernier, Ruimtelijk planner Sofie Claerbout, MER - deskundige Jill Loos, Ruimtelijk planner Antea Belgium nv 2014 Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Antea Group mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekst worden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.

47 INHOUD DEEL 1 PLAN MER SCREENING BESCHRIJVING EN AFBAKENING PLANGEBIED KADERING INITIATIEFNEMER PLANOMSCHRIJVING PLANALTERNATIEVEN BEPALEN VAN DE PLAN-MER-PLICHT POTENTIËLE MILIEUEFFECTEN VAN HET PLAN BODEM WATER FAUNA EN FLORA LANDSCHAP, BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE MENS LUCHT EN GELUID LEEMTEN IN DE KENNIS GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN CONCLUSIE VAN HET VERZOEK TOT RAADPLEGING...18 DEEL 2 VOORTOETS PASSENDE BEOORDELING INLEIDING INSTANDHOUDINGSDOELSTELLINGEN EFFECTENBESPREKING CONCLUSIE bijlage bij MVT screeningsnota 1 van 26

48 DEEL 1 PLAN MER SCREENING Wijzigingen t.o.v. de bundel die werd bezorgd aan de adviesinstanties werden in het grijs gemarkeerd bijlage bij MVT screeningsnota 2 van 26

49 1 Beschrijving en afbakening plangebied 1.1 Kadering In het kader van de wettelijke verplichting voor het PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2 wordt een screening van mogelijk aanzienlijke effecten uitgevoerd. In het licht hiervan en overeenkomstig hoofdstuk II artikel 3 1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma s, raadpleegt de initiatiefnemer (Provincie Oost-Vlaanderen) op eigen initiatief en uiterlijk op het ogenblik dat hij de doelstellingen en de reikwijdte van het voorgenomen plan kan afbakenen, de volgende instanties: 1. het college van Burgemeester en Schepenen, waarop het voorgenomen plan of programma milieueffecten kan hebben; 2. de betrokken instanties afhankelijk van de ligging en de mogelijk te verwachten aanzienlijke effecten van het voorgenomen plan of programma op in voorkomend geval de gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, de biodiversiteit, de fauna en flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de atmosfeer, de klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed, het landschap en de mobiliteit. Voorliggend verzoek tot raadpleging is voorzien om de instanties toe te laten de gegevens met betrekking tot het plangebied waarover zij beschikken, die eventueel nog niet bekend zouden zijn bij de initiatiefnemer of de Dienst Mer 1, aan de initiatiefnemer over te maken zodat de Dienst Mer een gefundeerde beslissing kan nemen over de plan-mer-plicht van het voorgenomen plan. Op 27 mei 2014 werd hiertoe een adviesvraag geformuleerd aan de Dienst Milieueffectrapportagebeheer (MER) en een selectie van de relevante betrokken instanties die in het licht van het onderzoek dienen aangeschreven te worden, het betreft: College Burgemeester en Schepenen Gemeente Berlare Ruimte Vlaanderen APL - provincie Oost Vlaanderen Provincie Oost Vlaanderen - Dienst Waterbeleid Onroerend Erfgoed provincie Oost-Vlaanderen Departement LNE OVAM ANB provincie Oost-Vlaanderen Agentschap Wonen Vlaanderen VMM Departement MOW Toerisme Vlaanderen BLOSO De Watergroep 1 In het kader van het veranderproces M.e.r. in beweging heeft in juli 2011 een reorganisatie plaats gevonden waarbij de voormalige diensten Milieueffectrapportage (Mer) en Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen (BGP) zijn samengevoegd tot één nieuwe dienst Milieueffectrapportagebeheer (Mer). De kerntaken van de beide voormalige diensten, zijnde het beoordelen van milieueffectenrapporten en procesbegeleiding in het kader van milieueffectrapportage, blijven behouden bijlage bij MVT screeningsnota 3 van 26

50 Vereniging van Vlaamse Polders en Wateringen - Polder tussen Schelde en Durme Overeenkomstig bovenvermeld besluit vragen wij U om binnen een termijn van 30 dagen vanaf de ontvangst van voorliggend verzoek tot raadpleging uw advies omtrent de plan-mer-plicht van het PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2 over te maken aan Antea Group, optredend in naam van de initiatiefnemer, zijnde de provincie Oost-Vlaanderen en dit op volgend adres: Antea Group Roderveldlaan Antwerpen t.a.v. Jill Loos In onderstaande hoofdstukken wordt een screening gedaan van de mogelijke milieueffecten die kunnen optreden door uitvoering van het PRUP. Indien nodig worden er milderende maatregelen voorgesteld. Als referentiesituatie/nulalternatief wordt vertrokken van de actuele toestand op het terrein en de functies die het plangebied op dit moment vervult, zoals grotendeels omschreven in de toelichtingsnota bijlage bij MVT screeningsnota 4 van 26

51 1.2 Initiatiefnemer De provincie Oost - Vlaanderen is initiatiefnemer van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2, en bijgevolg ook van de screening van de plan-merplicht. 1.3 Planomschrijving Voor een situering van het plangebied wordt verwezen naar paragraaf 1.3. in de toelichtingsnota van het RUP Een omschrijving van de doelstellingen en visie van het RUP wordt gegeven in hoofdstuk 7 van de toelichtingsnota. 1.4 Planalternatieven Er zijn geen relevante te onderzoeken alternatieven. De keuze voor de herbestemming van de zone voor verblijfsrecreatie volgt uit de globale provinciale visie op deze zones voor verblijfsrecreatie en op het permanent wonen in weekendverblijven in de provincie bijlage bij MVT screeningsnota 5 van 26

52 2 Bepalen van de plan-mer-plicht Met de goedkeuring van het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma s door de Vlaamse Regering op 12 oktober 2007, moet de initiatiefnemer van een plan met mogelijk aanzienlijke milieueffecten, zoals bijvoorbeeld ruimtelijke uitvoeringsplannen, deze milieueffecten en eventuele alternatieven in kaart brengen. Er geldt enkel een plan-mer-plicht voor deze plannen en programma s die aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Om al dan niet te kunnen besluiten tot een plan-mer-plicht moeten geval per geval de volgende drie stappen doorlopen worden: Stap 1: valt het plan onder de definitie van een plan of programma zoals gedefinieerd in het Decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM)? >> RUP s vallen onder deze definitie; Stap 2: valt het plan onder het toepassingsgebied van het DABM? >> dit is het geval indien: o Het plan het kader vormt voor de toekenning van een vergunning (stedenbouwkundige, milieu-, natuur-, kap-, ) aan een project; o Het plan mogelijk betekenisvolle effecten heeft op speciale beschermingszones waardoor een passende beoordeling vereist is. Gemeentelijke Provinciale ruimtelijk uitvoeringsplannen vormen het kader voor de toekenning van een stedenbouwkundige vergunning, die pas kan worden verleend als het voorgenomen project zich in de bestemming bevindt die overeenstemt met de bestemming vastgelegd in het ruimtelijk uitvoeringsplan. Het RUP vormt dus het kader op basis waarvan de stedenbouwkundige vergunning toegekend wordt. Het RUP Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fse 2 valt bijgevolg onder het toepassingsgebied van het DABM. Stap 3: valt het plan onder de plan-mer-plicht? >> Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen: o Plannen die van rechtswege plan-mer-plichtig zijn (geen voorafgaande screening vereist): Plannen die het kader vormen voor projecten die vallen onder het toepassingsgebied van de Omzendbrief LNE 2011/1 (Bijlage I, II en III van het BVR van 10/12/2004, gewijzigd bij art.18 B.Vl. Reg. 1 maart 2013, B.S. 29 april 2013 zijnde het project-merbesluit én de bijlage II van de Europese Richtlijn) Plannen die het kader vormen voor projecten uit bijlage I, II of III van het BVR van 10 december 2004 (project-mer plicht) en wijziging van 1 maart 2013) én niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau noch een kleine wijziging inhouden én betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening (een RUP voldoet per definitie aan deze laatste voorwaarde); Plannen waarvoor een passende beoordeling vereist is, uitgezonderd deze die het gebruik bepalen van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhouden. o Plannen die onder de vorige categorie vallen en waarvoor geval per geval moet geoordeeld worden of ze aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben >> screeningplicht o Plannen voor noodsituaties (niet plan-mer-plichtig, maar hier niet relevant) bijlage bij MVT screeningsnota 6 van 26

53 Het PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2 vormt een kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I,II of III van het project m.e.r.-besluit van 10 december 2004, gewijzigd bij art.18 B.Vl.Reg.1maart 2013, B.S. 29 april 2013, namelijk voor de rubriek 12d (permanente kampeer- en caravanterreinen). Het RUP bepaalt echter het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau of houdt een kleine wijziging in omdat het een bestendiging betreft van een bestaande cluster weekendverblijven als recreatief woongebied en een bestaande campingzone naar zone voor camping, en is derhalve screeningsgerechtigd. Overeenkomstig artikel van het planmer-decreet werd een onderzoek tot m.e.r; of screening ingediend teneinde de dienst MER te vragen een beslissing te nemen over de opmaak van een planmer. In het plangebied komen geen habitat- of vogelrichtlijngebieden voor, het plangebied grenst echter wel aan een speciale beschermingszone. Bijgevolg is ook minstens een voortoets van passende beoordeling noodzakelijk bijlage bij MVT screeningsnota 7 van 26

54 3 Potentiële milieueffecten van het plan 3.1 Bodem Referentiesituatie Figuur 1 Bodemkaart Op de bodemkaart wordt het plangebied voor het merendeel gekarteerd als zijnde vochtige zandbodem (Zcb, Zdb en Zch). Centraal in het plangebied is een strook aangeduid als zijnde droge zandbodem (Zbb en Zbh). Een groot deel van het plangebied dient echter geactualiseerd te worden naar antropogene bodem, gezien de huidige situatie op het terrein bijlage bij MVT screeningsnota 8 van 26

55 Figuur 2 Situering bodemonderzoeken Uit de OVAM-databank van de verspreiding van bodemonderzoeken (situatie 03/12/2014) in Vlaanderen, blijkt dat er binnen het plangebied geen locaties voorkomen waar een oriënterend bodemonderzoek werd uitgevoerd. Ten noorden van het plangebied is zowel een beschrijvend als een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd en wordt er ook melding gemaakt van een bodemsaneringsproject Mogelijke effecten De herbestemming naar recreatief woongebied en zone voor camping is van die aard dat er geen aanzienlijk significante effecten te verwachten vallen voor de discipline bodem. Bij de herbestemmingen zijn geen grootschalige infrastructuurwerken gepland zodat de risico s op bodemverontreiniging door calamiteiten (vb. lekkages) van zware machines verwaasloosbaar zijn. Bij de herbestemmingen zijn eveneens geen grootschalige ondergrondse constructies gepland zodat de risico s op bodemzetting, bodemverstoring en wijziging van bodemprofielen als verwaarloosbaar kunnen beschouwd worden. Daarbij komt dat enkel het noordoostelijk deel van het plangebied gevoelig is voor profielvernietiging en het plangebied volledig als (zeer) weinig gevoelig voor verdichting wordt aangeduid. De nieuwe woningen/bijgebouwen die in het recreatief woongebied kunnen bijgebouwd worden, dienen te voldoen aan de voorwaarden zoals opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan. Deze stedenbouwkundige voorschriften zullen bepalingen opleggen om de impact aanzienlijk te beperken: vb. oppervlakte, bouwvolume, bouwhoogte, verharding niet bebouwde delen, beperking aantal woningen per perceel, De nieuwe mobiele openluchtrecreatieve verblijven die in de zone voor camping kunnen bijgeplaatst worden, dienen te voldoen aan de voorwaarden zoals opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan. Vaste openluchtrecreatieve verblijven zijn niet toegestaan. De herbestemming naar openruimtegebied zal enkel zeer kleinschalige infrastructuurwerken met zich meebrengen: speeltuigen, picknickplaatsen, toegangspoortjes, wegwijzers, informatieborden, verkeersborden,. De effecten op de bodem kunnen bijgevolg als verwaarloosbaar beschouwd worden bijlage bij MVT screeningsnota 9 van 26

56 3.1.3 Milderende maatregelen Milderende maatregelen in de discipline bodem worden niet noodzakelijk geacht, aangezien geen negatieve effecten in het plangebied verwacht worden wanneer de stedenbouwkundige voorschriften zoals voorzien in het PRUP in acht genomen worden Conclusie Mist in acht name van de stedenbouwkundige voorschriften zoals voorzien in het PRUP worden voor de discipline bodem geen aanzienlijke negatieve effecten verwacht. 3.2 Water Referentiesituatie Figuur 3, Waterlopen per categorie, bron: AGIV Figuur 4, Atlas onbevaarbare waterlopen 1877, bron: bijlage bij MVT screeningsnota 10 van 26

57 Zie ook paragraaf 4.7 Integraal waterbeheer in de toelichtingsnota. Waterlopen: Doorheen het plangebied lopen geen waterlopen. Het plangebied grenst ten ZO aan waterloop nr. S.110 van 3 de categorie, beheerd door de polder tussen Schelde en Durme. Het plangebied grenst in het NW aan Oud-geklasseerde waterloop nr. 12 beheerd door de polder tussen Schelde en Durme of aangelanden. De waterloop mondt uit in een waterloop van 3 de categorie nl. waterloop S.109. Waterbekken: Het plangebied behoort tot het Beneden Scheldebekken en meer specifiek tot het deelbekken scheldeland. Watertoetskaarten: o Erosiegevoeligheid: Het plangebied is niet erosiegevoelig. o Heel het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming. (type 2). o o Het plangebied is niet overstromingsgevoelig. Heel het plangebied is geheel infiltratiegevoelig. Gelegen in VHA-zone nr.483: schelde van monding Molenbeek/Grote Beek (excl.) Op basis van de grondwaterkwetsbaarheidskaart (Bron: Databank Ondergrond Vlaanderen) blijkt dat het plangebied in zeer kwetsbaar (Ca1) gebied is gelegen. Als reden hiervoor kan aangehaald worden dat de watervoerende laag bestaat uit zand en er een zandige deklaag van minder dan 5m dik aanwezig is. Het plangebied is niet gelegen in van nature overstroombaar (NOG) gebied en recent overstroomd gebied (ROG). Het plangebied grenst in het zuiden aan van nature overstroombaar gebied vanuit de waterloop en aan recent overstroomd gebied. Het plangebied is niet gelegen in een waterwingebied of beschermingszone voor grondwaterwinning. Ten zuiden van het plangebied is het Donkmeer aangeduid als een beschermingszone grondwaterwinningen. Zoneringsplan: Het grootste gedeelte van het plangebied wordt aangeduid als centraal gebied. Zones met campings in het noorden en zuiden van het plangebied worden aangeduid als collectief te optimaliseren buitengebied bijlage bij MVT screeningsnota 11 van 26

58 clusters Collectief geoptimaliseerd buitengebied Individueel te optimaliseren buitengebied centraal gebied Collectief te optimaliseren buitengebied Figuur 5 Zoneringsplan VMM t.h.v. het plangebied Mogelijke effecten De herbestemming naar recreatief woongebied en zone voor camping is van die aard dat er geen aanzienlijk significante effecten te verwachten vallen door de discipline water. Bij de herbestemmingen zijn geen grootschalige infrastructuurwerken gepland zodat de risico s op grondwaterverontreiniging door calamiteiten (vb. lekkages) van zware machines verwaarloosbaar zijn en de grondwaterstroming niet zal gewijzigd worden. Voor de zone die herbestemd wordt als recreatief woongebied gelden bepalingen die zullen opgelegd worden in de stedenbouwkundige voorschriften van het PRUP om de impact aanzienlijk te beperken. Zo zal het verboden zijn om vervuild water rechtstreeks in het oppervlaktewater te lozen en dient er verplicht aangesloten te worden op een bestaande riolering. Indien dit niet mogelijk is, dient een systeem voor Individuele Behandeling van Afvalwater (IBA) of betonnen opvangput van 10m³ zonder overloop op eigen terrein te worden voorzien. De nieuwe mobiele openluchtrecreatieve verblijven die in de zone voor camping kunnen bijgeplaatst worden, dienen te voldoen aan de voorwaarden zoals opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan. Vaste recreatieve verblijven zijn niet toegelaten binnen de zone voor camping. De herbestemming naar openruimte gebied zal enkel zeer kleinschalige infrastructuurwerken met zich meebrengen: speeltuigen, picknickplaatsen, toegangspoortjes, wegwijzers, informatieborden, verkeersborden,. De effecten voor de discipline water zijn verwaarloosbaar. Aangezien het plangebied niet in overstromingsgevoelig gebied ligt, en de grondwaterkwantiteit niet gewijzigd wordt, blijven de risico s op overstromingen ongewijzigd bijlage bij MVT screeningsnota 12 van 26

59 Indien bijkomende gebouwen worden gerealiseerd, zijn er mogelijke effecten op het lokale afwateringssysteem. Het PRUP dient steeds te beantwoorden aan de vigerende normen van het besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (en de recente aanvulling op dit besluit). Volgens deze gewestelijke stedenbouwkundige verordening dient het buffervolume van een infiltratievoorziening in verhouding te staan tot het gerealiseerde infiltratiedebiet. Het buffervolume van de infiltratievoorziening dient minimaal 300 liter per begonnen 20 vierkante meter referentieoppervlakte van de verharding te bedragen. De oppervlakte van de infiltratievoorziening dient minimaal 2 vierkante meter per begonnen 100 vierkante meter referentieoppervlakte van de verharding te bedragen. Van deze afmetingen kan slechts afgeweken worden indien de aanvrager aantoont dat de door hem voorgestelde oplossing een afdoende buffer- en infiltratiecapaciteit heeft. De opvang en afvoer van hemelwater afkomstig van de bijkomende gebouwen dient in overeenstemming met deze verordening opgevangen te worden op het terrein zelf Milderende maatregelen Milderende maatregelen in de discipline water worden niet noodzakelijk geacht, aangezien geen negatieve effecten in het plangebied verwacht worden wanneer de stedenbouwkundige voorschriften zoals voorzien in het PRUP in acht genomen worden en er voldaan wordt aan de geldende wetgeving Conclusie Mist in acht name van de stedenbouwkundige voorschriften zoals voorzien in het PRUP worden voor de discipline water geen aanzienlijke negatieve effecten verwacht. 3.3 Fauna en Flora Referentiesituatie Voor een situering van Natura2000-gebieden en VEN-gebieden wordt verwezen naar paragraaf en in de bijhorende toelichtingsnota. Binnen het plangebied zijn geen Natura2000-gebieden gelegen. Het plangebied grenst wel in het zuiden aan het habitatrichtlijngebied Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent en het vogelrichtlijngebied Durme en de middenloop van de Schelde Het plangebied is niet gelegen in een VEN-gebied. Het dichtstbijzijnde VEN-gebied, grote eenheid natuur, is gelegen op circa. 500m van het plangebied: Vallei van de Boven Zeeschelde van Kalkense meersen tot Sint Onolfspolder. Voor een situering op de BWK (versie 2010) wordt verwezen naar paragraaf in de bijhorende toelichtingsnota. Het plangebied bestaat uit biologisch minder waardevol gebied. Het gebied grenst in het zuiden wel aan het Donkmeer (en de omgeving) dat aangeduid is als een biologisch zeer waardevol gebied. Bovendien is deze zone aangeduid als een faunistisch voornaam gebied. Op de ecosysteemkwetsbaarheidskaart voor eutrofiëring wordt het plangebied in het oosten en westen aangeduid als niet kwetsbaar. De zone met weekendverblijven is in het noorden weinig tot niet kwetsbaar en in het zuiden kwetsbaar. Op de ecosysteemkwetsbaarheidskaart voor verzuring wordt het plangebied in het oosten en westen aangeduid als niet kwetsbaar. Het uiterste westen is aangeduid als weinig tot niet kwetsbaar. De zone met weekendverblijven is in het noorden weinig kwetsbaar en in het zuiden kwetsbaar bijlage bij MVT screeningsnota 13 van 26

60 Op de ecosysteemkwetsbaarheidskaart voor verdroging wordt het plangebied in het oosten en westen aangeduid als niet kwetsbaar. Het uiterste westen is aangeduid als weinig tot niet kwetsbaar. De zone met weekendverblijven is in het noorden niet kwetsbaar en in het zuiden weinig tot niet kwetsbaar. Op de ecosysteemkwetsbaarheidskaart voor ecotoopverlies wordt het plangebied in het oosten en westen aangeduid als niet kwetsbaar. Het uiterste westen is aangeduid als weinig kwetsbaar. De zone met weekendverblijven is in het noorden weinig tot niet kwetsbaar en in het zuiden kwetsbaar Mogelijke effecten Gezien het plangebied bijna volledig wordt ingenomen door bestaande weekendverblijven en de bestaande campingzones en het PRUP als doel heeft deze situatie te bestendigen, worden geen significant negatieve effecten verwacht ten opzichte van de huidige situatie. Het plangebied zal worden opgedeeld in volgende bestemmingen: waar de huidige weekendverblijven voorkomen wordt het gebied omgevormd tot recreatief woongebied, nog 17 percelen kunnen bebouwd worden volgens de voorschriften. Volgende punten zijn hierbij belangrijk inzake fauna en flora: - omwille van de nabijheid van de kwetsbare omgeving van het Donkmeer worden: o o het aantal bijgebouwen en de toegelaten oppervlakte en hoogte ervan beperkt de verharding beperkt Het noordoostelijke en westelijke gedeelte wordt bestendigd in zijn bestaande toestand door de zones aan te duiden als zone voor camping. Tot slot wordt een zuidelijke strook bestemd als gemengd openruimtegebied. Binnen dit gebied zijn natuurbouw, bosbouw, landschapszorg, landbouw en recreatie nevengeschikte functies. Waterbeheersing is een ondergeschikte functie. Dit is in principe een bouwvrije zone, waardoor ruimtebeslag zoveel mogelijk wordt vermeden. Deze zuidelijke strook kan dienen als bufferstrook waardoor verstoring van de zuidelijk biologisch waardevolle gebieden zo veel mogelijk vermeden wordt Milderende maatregelen Mits in acht name van de stedenbouwkundige voorschriften zoals voorzien in het PRUP worden geen negatieve effecten verwacht op langere termijn. Milderende maatregelen worden aldus niet noodzakelijk geacht Conclusie Mist in acht name van de stedenbouwkundige voorschriften zoals voorzien in het PRUP worden geen aanzienlijk negatieve effecten verwacht voor de discipline fauna en flora. 3.4 Landschap, Bouwkundig erfgoed en Archeologie Referentiesituatie Voor een beschrijving van het huidige landschapsbeeld wordt verwezen naar hoofdstuk 5 Analyse bestaande toestand in de toelichtingsnota. Het plangebied zelf heeft actueel een lage beeld- en belevingswaarde. Het wordt nagenoeg volledig ingenomen door weekendverblijven en campinginfrastructuur. In het plangebied bevindt zich geen bouwkundig erfgoed In het westen van het plangebied is de Boomkapel OLV-van-Kouter gelegen, opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Het plangebied maakt geen deel uit van een beschermd landschap, dorps- of stadsgezicht. Volgens de Landschapsatlas lopen er geen lijnrelicten doorheen of langsheen het plangebied en zijn er geen puntrelicten aanwezig bijlage bij MVT screeningsnota 14 van 26

61 Het plangebied grenst in het zuiden aan de ankerplaats Oude Scheldemeander van Overmere- Donk en Berlare Broek en de relictzone Scheldevallei van Uitbergen tot Wichelen. De beleidswenselijkheden voor de relictzone Scheldevallei van Uitbergen tot Wichelen zijn samen te vatten als het vrijwaren van bebouwing van om het even welke aard en het beheersen van de recreatiedruk. Bijzondere aandacht dient uit te gaan naar de gradiënten en toposequenties in het landschap en naar het accentueren van de waardevolle sites in hun omgeving. Voor een situering van de landschapsatlas op kaart wordt verwezen naar paragraaf 4.9 van bijhorende toelichtingsnota Mogelijke effecten De realisatie van het plan zal geen significante effecten hebben op de landschappelijk waardevolle delen, aangezien het plan de zone grotendeels bestendigd in zijn bestaande toestand. Door in het zuiden een strook in te tekenen met de bestemming openruimtegebied wordt een overgang voorzien met het Donkmeer, wat als positief beoordeeld wordt. Hierdoor worden ook geen significant negatieve effecten zijn op de aangrenzende relictzone en ankerplaats. Als er al effecten zijn, zullen deze eerder positief zijn, omwille van de aanduiding als openruimtegebied van de zuidelijke zone van het plangebied. Het RUP vormt verder slechts beperkt het kader voor projecten waarbij graafwerkzaamheden zullen voorkomen. Daar waar zich de grootste wijzigingen ten aanzien van de referentiesituatie voordoen, is de kans op het verstoren van archeologica bij de realisatie van het plan relatief groter dan in de delen van het gebied die reeds verhard of verstoord zijn. Het plangebied is echter nagenoeg volledig ingenomen door bestaande campinginfrastructuur en weekendverblijven. Er is echter altijd een potentiële kans op het verstoren van mogelijks aanwezige archeologische relicten bij graafwerkzaamheden tijdens de aanleg van bijkomend gebouwen. Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch erfgoed dat voor ons verborgen zit in de ondergrond, is het onmogelijk om bijvoorbeeld op basis van de Centrale Archeologische Inventaris uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van archeologische sporen. Zekerheid omtrent aan- of afwezigheid van archeologische sporen kan alleen met specifiek onderzoek vastgesteld te worden. Indien de regelgeving op archeologische vondsten strikt wordt nageleefd, kunnen de effecten op het archeologisch erfgoed beperkt worden Milderende maatregelen Milderende maatregelen worden niet noodzakelijk geacht Conclusie 3.5 Mens Er worden geen aanzienlijk negatieve effecten verwacht voor de discipline Landschap, Bouwkundig erfgoed en Archeologie. Er wordt verder vanuit gegaan dat er rekening wordt gehouden met de vigerende regelgeving Referentiesituatie Voor een ruimtelijke situering en bespreking van de aanwezige functies binnen het plangebied wordt verwezen naar hoofdstuk 5 Analyse bestaande toestand in de toelichtingsnota. Het plangebied is niet gelegen in Herbevestigd Agrarisch Gebied (HAG). Voor een situering wordt verwezen naar paragraaf 4.6 in de toelichtingsnota. Centraal doorheen het plangebied loopt voetweg nr. 82, gedeeltelijk t.h.v. de Brielstraat. Het plangebied grenst in het zuiden aan buurtweg nr. 52 t.h.v. het fietspad langsheen het Donkmeer, in het westen aan buurtweg nr. 50 en in het oosten aan buurtweg nr. 51. Voor de situering van de buurtwegen op kaart wordt verwezen naar paragraaf 4.5 in de toelichtingsnota bijlage bij MVT screeningsnota 15 van 26

62 3.5.2 Mogelijke effecten Impact functies: Door de omzetting van zone voor verblijfsrecreatie naar de typebestemming recreatief woongebied, zone voor camping en openruimtegebied wordt het gebied grotendeels bestendigd in zijn bestaande toestand. De bestaande weekendverblijven worden behouden in de nieuwe bestemming recreatief woongebied. Deze zone wordt vandaag omringd door een camping. Deze camping is relatief goed ontsloten via de Dendermondsesteenweg en bevindt zich aan de rand van het recreatiedomein Nieuwdonk Donkmeer. De aanwezigheid van de camping kan, gelet op voorgaande, worden aanvaard. Om een omvorming van de camping naar weekendverblijven te voorkomen, wordt deze camping herbestemd van zone voor verblijfsrecreatie en een kleiner gedeelte woongebied naar een specifieke zone voor camping. In het zuiden wordt een strook bestemd als openruimtegebied zodat de draagkracht niet zou worden overschreden en omwille van de nabijheid van de kwetsbare omgeving van het Donkmeer. Impact mobiliteit: Binnen de ontwikkeling van het plangebied wijzigt de toestand met betrekking tot de verkeersafwikkeling niet of nauwelijks. De bestaande recreatieve verblijven en camping worden behouden in de bestemmingen recreatief woongebied en zone voor camping. Impact landbouw: In het zuidwesten van het plangebied is 1 landbouwperceel gelegen. Dit perceel is momenteel zonevreemd gelegen (binnen een zone voor verblijfsrecreatie). Door uitvoering van het PRUP zal dit perceel nog steeds zonevreemd gelegen zijn binnen een zone voor camping. Er worden geen significant negatieve effecten op het deeldomein landbouw verwacht. Impact veiligheid: Binnen het plangebied van het RUP en in een straal van 2 km er rond, zijn geen Seveso-bedrijven aanwezig. Het oprichten van een nieuwe SEVESO-inrichting binnen het plangebied is niet toegestaan. Er wordt bijgevolg geen significante impact wat betreft veiligheid verwacht Milderende maatregelen Er worden geen milderende maatregelen voorgesteld Conclusie Er worden geen aanzienlijk negatieve milieueffecten verwacht voor de discipline Mens. 3.6 Lucht en geluid Binnen de ontwikkeling van het plangebied wijzigt de toestand met betrekking tot de verkeersafwikkeling niet of nauwelijks. De bestaande recreatieve verblijven en camping worden behouden in de bestemmingen recreatief woongebied en zone voor camping. Het plan omvat hoofdzakelijk een bestendiging van de bestaande toestand, waardoor er geen significante effecten te verwachten zijn op het gebied van lucht en geluid. 3.7 Leemten in de kennis Er zijn niet onmiddellijk leemten vastgesteld die ervoor zorgen dat een effect niet kan worden beoordeeld bijlage bij MVT screeningsnota 16 van 26

63 3.8 Grensoverschrijdende effecten De afstand in vogelvlucht tot de gewestgrens is ca. 18km. Er worden geen grensoverschrijdende effecten verwacht bijlage bij MVT screeningsnota 17 van 26

64 4 Conclusie van het verzoek tot raadpleging Het ruimtelijk uitvoeringsplan Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2 geeft antwoord op de problematiek van de zone voor verblijfsrecreatie in de gemeente Berlare. De doelstelling wordt uitgewerkt in nauwe relatie tot de omgeving en de specifieke karakteristieken en bestaande ruimtelijke invulling van het plangebied. Dit leidt tot een gedeeltelijke herbestemming naar recreatief woongebied, zone voor camping en een gemengd openruimtegebied. Het plan leidt tot een optimaal evenwicht tussen de bestaande structuur in de zone en de omgeving en de gewenste ontwikkeling. Er is vooral rekening gehouden met de ruimtelijke inpassing van het plangebied in zijn directe omgeving. Uit de screening blijkt dat er geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn. Het PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2, dat voorwerp vormt van dit onderzoek tot milieueffectenrapportage, valt volgens voorgaand effectenonderzoek bijgevolg niet onder de plan- MER-plicht zoals voorzien in het plan-mer-decreet van 27/04/2007. De nodige voorgestelde milderende maatregelen voorgesteld in dit onderzoek worden opgenomen of verder mee opgenomen in het RUP proces bijlage bij MVT screeningsnota 18 van 26

65 DEEL 2 VOORTOETS PASSENDE BEOORDELING 1.1 Inleiding Het plangebied is niet gelegen binnen Habitat- of Vogelrichtlijngebied. Ten zuiden grenst het plangebied zowel aan Habitatrichtlijngebied als aan Vogelrichtlijngebied. Voor een situering wordt verwezen naar paragraaf in de toelichtingsnota. Voor de plannen en programma s waarvoor onderzocht dient te worden of er, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op de natuurlijke kenmerken van speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is, dient dit onderzoek te gebeuren voor de habitats en soorten waarvoor de speciale beschermingszones zijn afgebakend en de soorten van bijlage III van het decreet natuurbehoud die in het gebied voorkomen. Het onderzoek om te bepalen of er gelet op de mogelijk betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van speciale beschermingszones een passende beoordeling vereist is, loopt volgens onderstaand schema en omvat in principe vijf hoofdvragen: 1. Heeft het plan of programma een potentiële impact op de habitats (natuurlijke habitats en habitats van een soort) qua oppervlakte, ruimtelijke spreiding, structuur en kwaliteit? 2. Heeft het plan of programma een potentiële impact op het evenwicht tussen, de verspreiding en densiteit van de soorten en de populaties in zijn geheel? 3. Heeft het plan of programma een potentiële impact op de vitale factoren hoe het SBZ functioneert als ecosysteem? 4. Heeft het plan of programma een potentiële impact op de abiotische relaties die de structuur en de functie van de SBZ bepalen? 5. Heeft het plan of programma een potentiële impact op het bereiken van een gunstige staat van instandhouding voor de betreffende SBZ? Deze vragen zullen in onderstaand document behandeld worden. De begrippen instandhouding, staat van instandhouding van een soort en staat van instandhouding van een habitat zijn gedefinieerd in art. 2 van het Decreet Natuurbehoud: Instandhouding: het geheel van maatregelen die nodig zijn voor het behoud of herstel van habitats en populaties van wilde dier- en plantensoorten in een gunstige staat van instandhouding. De staat van instandhouding van een habitat wordt als gunstig beschouwd wanneer: - het natuurlijke verspreidingsgebied van de habitat en de oppervlakte van die habitat binnen dat gebied stabiel zijn of toenemen; - de nodige specifieke structuur en functies voor behoud op lange termijn bestaan en in de afzienbare toekomst vermoedelijk zullen blijven bestaan; - de staat van instandhouding van de voor die habitat gunstige typische soorten gunstig is. De staat van instandhouding van een soort wordt als gunstig beschouwd wanneer: - uit populatiedynamische gegevens blijkt dat de betrokken soort nog altijd een levensvatbare component is van de habitat waarin de soort voorkomt en dat vermoedelijk op lange termijn zal blijven; - het natuurlijke verspreidingsgebied van die soort niet kleiner wordt of binnen afzienbare tijd lijkt te zullen worden; - er een voldoende grote habitat bestaat en waarschijnlijk zal blijven bestaan om de bijlage bij MVT screeningsnota 19 van 26

66 populaties van die soort op lange termijn in stand te houden; Staat van instandhouding van een habitat: de som van de invloeden die op de betrokken habitat en de daar voorkomende typische soorten inwerken en op lange termijn een verandering kunnen bewerkstelligen in de natuurlijke verspreiding, de structuur en de functies van die habitat of die van invloed kunnen zijn op het voortbestaan op lange termijn van de betrokken typische soorten in het Vlaamse Gewest; Staat van instandhouding van een soort: het effect van de som van de invloeden die op de betrokken soort inwerken en op lange termijn een verandering kunnen bewerkstelligen in de verspreiding en de grootte van de populaties van die soort in het Vlaamse Gewest; Deze vragen zullen in onderstaande paragrafen behandeld worden Vogelrichtlijngebied Durme en de middenloop van de Schelde (BE ) In Vlaanderen werden in 1988, in uitvoering van de richtlijn 79/409/EEG, 23 Vogelrichtlijngebieden (SBZ-V) aangeduid. Dit gebeurde op basis van een aantal specifieke criteria. Een van deze aangeduide gebieden is het vogelrichtlijngebied BE Durme en middenloop van de Schelde. Dit SBZ-V omvat delen van de gemeenten Berlare, Bornem, Buggenhout, Dender-monde, Hamme, Kruibeke, Laarne, Lokeren, Schiele, Temse, Waasmunster, Wetteren, Wichelen en Zele met een totale oppervlakte van 4.190,3935 ha. Het SBZ-V werd aan de Europese Commissie voorgesteld met volgende omschrijving: Het gebied omvat veel open water van de Durme vanaf Lokeren (Molsbroek) tot aan de Scheldemonding en de middenloop van de Schelde van Wetteren tot aan Rupelmonde, met de oeverzone, en hier en daar grotere oppervlakten land, bestaande uit moerasgebied met wilgen- en elzenbroek, rietvelden, zeggevegetaties, hooilanden, rietkragen, zoetwaterschorren, oude verlande rivierarmen en vijvers. De Durmemonding vormt een belangrijk deel van dit gebied en is één van de weinige gaaf gebleven zoetwatergetijdengebieden in Vlaanderen, met slikplaten, moerassen en rietvelden. Verschillende natuurreservaten, gelegen aan de Durme of de Schelde behoren tot dit gebied, en zijn kenmerkend voor het grootste deel van deze streek. Het Molsbroek is een moerassig gebied dat volledig geïsoleerd is van het omringende watersysteem, door aangepaste beheerswerken kon er een groot aantal verschillende biotopen ontstaan zoals, open water, verlandingszones, rietvelden, graslanden, rivierduinen, brandnetelruigten en elzenbroek in volle evolutie. Het Vlassenbroek en het Groot Schoor : hier komen buitendijkse zoetwaterschorren voor die tweemaal per dag bij hoogtij overspoeld worden door het zoete Schelde-water. Ze zijn begroeid met rietvelden, ruigtevegetaties en wilgenstruwelen. Voor de rest komen er in deze gebieden polders voor, die doorsneden worden door tal van beken en sloten. De Moerasput, De Oude Durme en De Rietsnijderij : deze drie reservaten liggen allemaal langs de oevers van de Durme, in een landschap dat gekenmerkt wordt door weilanden afgewisseld met rietlanden en populierenbosjes. De Moerasput betreft een diepe vijver, omgeven door een rietkraag en wilgenstruweel. Het gebied van De Oude Durme omvat een oude afgesneden meander langs de rechteroever van de nieuwe Durme, dit gedeelte is niet meer onderhevig aan getijdenwerking. Het gebied vertoont een variatie aan biotopen, nl. van open water naar verlandingszone, en van moerasstroken naar moerasbosjes op de hogere gedeelten. De Rietsnijderij is een zoetwaterschorrengebied met slikplaten, moerassen en rietvelden bijlage bij MVT screeningsnota 20 van 26

67 De waarde van dit gebied wordt voornamelijk bepaald door Blauwborst (60 tot 70 broedparen) en in minder mate ook IJsvogel (5 tot 10 broedparen). Daarnaast komen er nog een redelijk aantal nietbroedende Annex I-soorten voor. Het gebied is van internationaal belang voor wat betreft Slobeend (800). Het gebied werd aangemeld voor volgende soorten: Populatie-grootte Min Max Seizoen Aalscholver 3 Niet broedend Annex I Bergeend 630 Wintergast of doortrekker niet Annex I Blauwborst Broedvogel Annex I Blauwe Kiekendief 10 Niet broedend Annex I Blauwe Reiger 100 Wintergast of doortrekker niet Annex I Bosruiter 5 10 Niet broedend Annex I Bruine Kiekendief 3 5 (1 bp) Niet broedend Annex I Dodaars 45 Wintergast of doortrekker niet Annex I Fuut 45 Wintergast of doortrekker niet Annex I Grutto 150 Wintergast of doortrekker niet Annex I Ijsvogel 5 10 Broedvogel Annex I Kemphaan Niet broedend Annex I Kleine Zwaan 4 Niet broedend Annex I Knobbelzwaan 10 Wintergast of doortrekker niet Annex I Krakeend 20 Wintergast of doortrekker niet Annex I Kuifeend 70 Wintergast of doortrekker niet Annex I Meerkoet 1250 Wintergast of doortrekker niet Annex I Nonnetje Wintergast of doortrekker niet Annex I Pijlstaart 90 Wintergast of doortrekker niet Annex I Porseleinhoen Niet broedend Annex I Purperreiger 5 Niet broedend Annex I Roerdomp 4 5 (1 bp) Niet broedend Annex I Slobeend 800 Wintergast of doortrekker niet Annex I Smient 180 Wintergast of doortrekker niet Annex I Tafeleend 300 Wintergast of doortrekker niet Annex I Velduil 2 3 Niet broedend Annex I Visdief 10 Niet broedend Annex I Wilde Eend 7100 Wintergast of doortrekker niet Annex I Wilde Zwaan 10 Niet broedend Annex I Wintertaling 1500 Wintergast of doortrekker niet Annex I Witoogeend Niet broedend Annex I bijlage bij MVT screeningsnota 21 van 26

68 Woudaap 2 Broedvogel Annex I Zwarte Stern 10 Niet broedend Annex I Zwarte Wouw 1 Broedvogel Annex I Er kan aangenomen worden dat een groot deel van deze soorten zal voorkomen in de biologisch waardevolle gebieden ten zuiden van het plangebied. Gezien het plangebied zelf nagenoeg volledig wordt ingenomen door de bestaande camping en weekendverblijven, kan verondersteld worden dat het plangebied geen geschikt leef-, jacht-, en/of foerageergebied vormt voor de aangemelde soorten. De aangemelde habitats voor dit Vogelrichtlijngebied betreffen artificiële landschappen, gemengd bos, getijdenrivieren, moerasgebied, stilstaand zoetwater en wouden en bossen. Deze komen niet voor binnen het plangebied. De bedreigingen zijn terug te vinden onder de vorm van bouw en impact van dijken en stuwen, infrastructuur algemeen en landbouwintensificatie Habitatrichtlijngebied Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse tot Gent (BE ) In 1996 werd een eerste reeks van speciale beschermingszones als Habitatrichtlijngebied aangeduid. In 2001 werd een herziening en uitbreiding van de afgebakende Habitatrichtlijngebieden door de Vlaamse regering goedgekeurd en voorgedragen aan de Europese Commissie. Het projectgebied is gelegen binnen het Habitatrichtlijngebied BE Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent. Dit SBZ-H omvat delen van de gemeenten Antwerpen, Berlare, Beveren, Bornem, Dendermonde, Destelbergen, Duffel, Hamme, Kruibeke, Laarne, Lier, Lokeren, Mechelen, Melle, Niel, Puurs, Schelle, Sint-Amands, Temse, Waasmunster, Wetteren, Wichelen, Willebroek, Zele en Zwijndrecht met een totale oppervlakte van ha. Het SBZ-H werd aan de Europese Commissie voorgesteld met volgende omschrijving: Dit gebied valt voor een groot deel samen met het Vogelrichtlijngebied Durme en Middenloop van de Schelde en gedeeltelijk met het Vogelrichtlijngebied Schorren en polders van de Beneden- Schelde, en omvat eveneens enkele bijkomende buiten- en binnendijkse gebieden (vb. Moer, Schouselbroek, Damvallei) en enkele kleinere gebieden (bv. Orchis). Het gebied sluit aan bij de het Nederlandse Westerscheldegebied (bv. Saeftinge). Zowel brak- als zoetwatergetijdengebieden werden aangeduid. Dit gebied werd voorgesteld als habitatrichtlijngebied voor volgende habitats en soorten: Habitats van bijlage I 1130 Estuaria 1140 Bij eb droogvallende slikwadden en zandplaten 1310 Eénjarige pioniervegetaties van slik- en zandgebieden met Salicornia-soorten en andere zoutminnende planten 1320 Schorren met slijkgrasvegetaties (Spartinion maritimae) 1330 Atlantische schorren (Glauco-Puccinellietalia maritimae) 2310 Psammofiele heide met Calluna- en Genista 2330 Open grasland met Corynephorus- en Agrotis-soorten op landduinen 3150 Van nature eutrofe meren met vegetaties van het type Magnopotamium of Hydrocharition 4030 Droge Europese heide bijlage bij MVT screeningsnota 22 van 26

69 6410 Grasland met Molinia op kalkhoudende, venige of lemige kleibodem (Molinion caeruleae) 6430 Voedselrijke ruigten 6510 Laaggelegen, schraal hooiland (Alopecurus pratensis, Sanguisorba officinalis) 9160 Sub-Atlantische en Midden-Europese Winter-eikenbossen of Eiken-Haagbeukenbossen behorend tot het Carpinion betuli 91E0* Alluviale bossen met Alnion glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicion albae) * prioritair habitat 1134 Bittervoorn 1099 Rivierprik 1149 Kleine modderkruiper Kamsalamander Geen enkel van deze habitats of soorten komt voor binnen het plangebied. 1.2 Instandhoudingsdoelstellingen Algemene Natura 2000-doelstellingen: Reeds een aantal studies werden uitgevoerd en beleidsdocumenten werden opgesteld waarin staat aangegeven wat de doelstellingen zijn en wat in de verschillende Natura 2000-gebieden de gunstige staat van instandhouding van habitats en soorten is (bv. Van Vessem & Kuijken (1985)). Onder andere op basis van deze studie werden de te beschermen habitats en soorten aangemeld bij Europa. De doelstellingen zijn overwegend geformuleerd in termen van behoud leefgebied in functie van behoud van de populatie. Gebiedsspecifieke instandhoudingsdoelstellingen: De gebiedsspecifieke instandhoudingsdoelstellingen zijn voor ieder Natura 2000-gebied nog in opmaak. 1.3 Effectenbespreking Om op de vragen die in het begin van dit hoofdstuk gesteld worden te antwoorden, zal er een analyse gebeuren van de relevante effectgroepen per vraag. In onderstaande tabel kan men een overzicht vinden van deze effectgroepen en voorbeelden van mogelijke verstoringsfactoren. Tabel 4.1 Effectgroep Mogelijke effectgroepen 1. Oppervlaktegebonden effecten 1a. Fysisch ruimtebeslag (oppervlaktegebonden wijzigingen) wijziging van de oppervlakte van een habitat wijziging van het voorkomen van de soort of verlies aan leefgebied van een soort 1b. Verandering in de kwaliteit van een habitat door fysische processen verstoring/vernietiging van habitat ten gevolge van mechanische effecten, vergraving, bodemverstoring, Mogelijke verstoringsfactoren Infrastructuurwerken (alle bouwwerken) Uitbreiding industriegebieden, Herverkaveling (landbouw) Aanleg van pijpleidingen en/of collectoren Zandsuppletie Ontgrondingen Storten/deponies bijlage bij MVT screeningsnota 23 van 26

70 Effectgroep wijziging substraten (door aanbrengen nieuwe substraten) wijziging van dynamiek (verstuiving, zandafzetting, erosie) wijziging leefgebied van de soorten ten gevolge van de fysische processen 1c. Verandering in de kwaliteit van een habitat of het leefgebied van een soort door wijziging in het landgebruik, het beheer of de functie 2. Verandering in kwaliteit van een habitat: grondwaterrelaties 2a. Verdroging/vernatting via grondwaterrelaties, inclusief wijziging kwelgebieden en impact op grondwaterkwaliteit door wijziging hoeveelheden grondwater/oppervlaktewater 2b. verandering van het leefgebied van de soort tengevolge van wijziging leefgebied door verdroging/vernatting Mogelijke verstoringsfactoren Berijding met zware machines (in werfstroken) multifunctionele invulling van een gebied (vb. ontwikkeling van recreatie) Wijzigingen door intensivering maatschappelijk gebruik terreinen die een functiewijziging ondergaan zoals een bufferfunctie binnen bv. industriegebied bestendiging niet aangepast landgebruik binnen SBZ Tengevolge van ontgrondingen Bemalingen bij infrastructuurwerken Tengevolge van verminderde infiltratie door bijkomende verharding Verdieping van grachten, waterlopen, Wijziging stuwbeheer 3. Verandering in kwaliteit van een habitat: oppervlaktewaterrelaties 3a. Verandering in oppervlaktewaterpeilen 3b. Verandering in overstromingsfrequentie, dynamiek, stroomsnelheden 3c. Verandering van de structuur van waterlopen, wijzigingen in morfologische processen van erosie en sedimentatie, 3d. verandering leefgebied van een soort tengevolge van de processen in 3a-3c 4. Veranderingen in ruimtelijke relaties, netwerken en processen 4a. verandering in de barrièrewerking (infrastructuur op wegen, waterlopen, toename bebouwde oppervlakte, ) Inrichting van overstromingsgebieden Herprofilering van waterlopen, vaargeulverdieping Debietswijzigingen ten gevolge van exploitaties bedrijventerreinen, Inrichting overstromingsgebieden Ontgrondingen in riviergebieden, verdieping van vaargeulen, baggeren, vaargeulonderhoud Industriële lozingen Lozingen van waterzuivering Ingrepen in havens (dammen, uitbreidingen, ) of kustverdedigingen Ontgrondingen Inrichting van overstromingsgebieden, dijkverplaatsingen, (impact op sedimentatie, energiehuishouding van rivierecosysteem) Door infrastructuurwerken Door wijziging landgebruik 4b. versnippering (uitéénvallen van een leefgebied Door infrastructuurwerken bijlage bij MVT screeningsnota 24 van 26

71 Effectgroep in kleinere gescheiden leefgebieden) 5. Verstoring 5a. Verstoring van soorten (door geluid, licht, trillingen, geur) kwaliteitsverlies 5b. Verandering in de mortaliteit (luchtwervelingen, verkeersslachtoffers, slachtoffers van waterturbines,.) Mogelijke verstoringsfactoren Door wijziging landgebruik Geluid van wegen Werffasen 6. Verandering in kwaliteit van een habitat: chemische processen 6a. toevoer van voedingsstoffen/toxische stoffen via luchtrelaties, stof en depositie (atmosferische depositie) Industriële activiteiten/overslag Snelheid van vaartuigen, machines Aanpassing van sluizen Verkeersslachtoffers door toename van verkeersintensiteiten Industriële emissies Emissies vanuit gebruik infrastructuur 7. Verandering in kwaliteit van een habitat door fysico-chemische wijzigingen in waterrelaties 7a. toevoer van nutriënten etc. via emissies in oppervlaktewater/grondwater 7b. toevoer van toxische stoffen (zware metalen,.) 7c. ecotoxicologische effectensoorten Door run-off (wegen, bufferbekken, verharde oppervlakten) Door overstromingen tgv kwaliteit oppervlaktewater Door overstroming impact op kwelzones Exploitatie bedrijventerreinen Problematiek zware metalen Afzetting van vervuild slib Calamiteiten van industriële lozingen of bij niet/slechte werking van waterzuiveringsinfrastructuur Gevolgen van industriële lozingen (chloriden, zware metalen ) Opwoelen onderwaterbodem 1. Oppervlaktegebondenheid Het plangebied overlapt niet met de Natura gebieden. Er is bijgevolg geen fysieke ruimteinname van percelen binnen het Natura netwerk. Er wordt evenmin een verandering in de kwaliteit van een habitat door fysische processen (geen verstoring of vernietiging van habitats of wijziging van dynamiek ervan) verwacht binnen de Natura 2000 gebieden door uitvoering van het PRUP. Binnen de Natura gebieden is er geen wijziging van leefgebied van de soorten ten gevolge van de fysische processen door uitvoering van het PRUP. Het voorgenomen plan legt evenmin hypotheek op bepaalde oppervlaktes binnen het Habitatrichtlijngebied waardoor deze zich niet meer zouden kunnen ontwikkelen tot een habitattype waarvoor het SBZ-H is aangemeld. Hetzelfde geldt voor het Vogelrichtlijngebied: uitvoering van het PRUP legt geen hypotheek op bepaalde oppervlaktes van het SBZ-V waardoor deze zich niet meer zouden kunnen ontwikkelen tot geschikte leef-, jacht-, of foerageergebieden voor de aangemelde soorten. Algemeen kan besloten worden dat er geen significante effecten verwacht worden op de voorkomende habitattypes (en soorten) binnen het habitatrichtlijngebied en de voorkomende soorten binnen het Vogelrichtlijngebied bijlage bij MVT screeningsnota 25 van 26

72 2. Verandering in kwaliteit van een habitat: grondwaterrelaties Door uitvoering van het PRUP worden geen effecten verwacht op het grondwater, er worden namelijk nagenoeg geen bijkomende constructies voorzien. Op de plaatsen waar er toch constructies bijkomen worden geen wijzigingen aan habitattypes binnen het Natura gebied verwacht. Er zullen bijgevolg geen habitats binnen het Habitatrichtlijngebied beïnvloed worden en er zullen evenmin leefgebieden voor de aangemelde soorten verdwijnen binnen het SBZ-V door een verandering in kwaliteit door gewijzigde grondwaterrelaties. 3. Verandering in de kwaliteit van een habitat: oppervlaktewaterrelaties Voor de zone die herbestemd wordt als recreatief woongebied gelden bepalingen die zullen opgelegd worden in de stedenbouwkundige voorschriften van het PRUP om de impact aanzienlijk te beperken. Zo zal het verboden zijn om vervuild water rechtstreeks in het oppervlaktewater te lozen en dient er verplicht aangesloten te worden op een bestaande riolering. Indien dit niet mogelijk is, dient een systeem voor Individuele Behandeling van Afvalwater (IBA) of betonnen opvangput van 10m³ zonder overloop op eigen terrein te worden voorzien. De nieuwe mobiele openluchtrecreatieve verblijven die in de zone voor camping kunnen bijgeplaatst worden, dienen te voldoen aan de voorwaarden zoals opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan. Er kan besloten worden dat er geen verandering in de kwaliteit van een habitat binnen de Natura gebieden verwacht wordt omwille van een wijziging in oppervlaktewaterrelaties. 4. Veranderingen in ruimtelijke relaties, netwerken en processen Het plangebied wordt momenteel nagenoeg volledig ingenomen door de bestaande campings en weekendverbijven. Het PRUP heeft als doel deze situatie te bestendigen. Er zullen bijgevolg geen aangemelde habitats of leefgebieden van aangemelde soorten verdwijnen door het PRUP. Hierdoor zal de uitvoering van het PRUP ook niet zorgen voor een bijkomende barrièrewerking of versnippering van leefgebieden. 5. Verstoring In de huidige situatie komen nagenoeg tot op de grens van de Natura 2000 gebieden infrastructuren voor binnen de campingzone. Verder kan er aangenomen worden dat door de ligging van de weekendverblijven en camping nabij het Donkmeer, de Natura 2000 gebieden een groter aantal recreanten kent, waardoor er een hogere mate van verstoring kan zijn. Het PRUP heeft echter hoofdzakelijk tot doel de huidige situatie te bestendigen. Indien er al verstoring is door de aanwezigheid van de huidige recreatiezone, zal deze niet significant toenemen door uitvoering van het PRUP. Verder wordt in aansluiting met de Natura 2000 gebieden een zone bestemd als gemengd openruimtegebied. Binnen dit gebied zijn natuurbouw, bosbouw, landschapszorg, landbouw en recreatie nevengeschikte functies. Dit is in principe een bouwvrije zone, waardoor ruimtebeslag zoveel mogelijk wordt vermeden. Deze zone zal als een bufferzone fungeren naar de zuidelijk gelegen Natura 2000 gebieden, waardoor verstoring vanuit het plangebied naar de waardevolle gebieden zal beperkt worden. Dit wordt positief beoordeeld bijlage bij MVT screeningsnota 26 van 26

73 6. Verandering in kwaliteit van een habitat: chemische processen Er wordt geen verandering in kwaliteit van de voorkomende habitats verwacht omwille van eventueel gewijzigde chemische processen door uitvoering van het PRUP. 7. Verandering in kwaliteit van een habitat door fysico-chemische wijzigingen in waterrelaties Een toename van de hoeveelheid voedingsstoffen in de bodem en in het oppervlaktewater dewelke een ontregeling van de ecologische processen tot gevolg hebben, is niet aan de orde. 1.4 Conclusie Op basis van bovenstaande gegevens is het alvast mogelijk een antwoord te geven op de vooropgestelde vragen. Het planvoornemen heeft geen significante impact op de habitats (natuurlijke habitats en habitats van een soort) wat betreft de oppervlakte, ruimtelijke spreiding, structuur en kwaliteit van deze habitats. Het planvoornemen heeft geen significante impact op het evenwicht tussen, de verspreiding en de densiteit van de soorten en de populaties in zijn geheel. Het planvoornemen heeft geen significante impact op de vitale factoren hoe het SBZ functioneert als ecosysteem. Het planvoornemen heeft geen significante invloed op de abiotische relaties die de structuur en de functie van de SBZ bepalen. Het planvoornemen heeft geen significante impact op het bereiken van een gunstige staat van instandhouding voor de betreffende SBZ. Dit betekent dat er niet of nauwelijks een invloed te verwachten is op de EU-natuurwaarden die zich momenteel ter hoogte van het plangebied manifesteren en er ons inziens bijgevolg geen passende beoordeling noodzakelijk is. Een PB zal geen bijkomende elementen aan het licht brengen die tot een andere besluitvorming kunnen leiden bijlage bij MVT screeningsnota 27 van 26

74 nr 582V 242Z 583K2 582S 581G e cka roe 242B2 244G 241Z2 243E 579L u Bu 579P 579R 310M 310E 244D 312N3 311H 310D 346B rtw 579N 476T eg 580C 325D 244E 324N 244B 306A 310N 311C 244R 244S 579T 312T3 311D 309S 235G 309M 235C 234Z 309D 236B 307B 209A2 e rtw 234E 305H iel 237Z3 250M 250S 229L VK G2 VK P 251D Y 249A2 249T 1093/16 249D2 251A3 249C2 VK A2 249B2 252T V 252D 252W 252X Gebieden voor verblijfrecreatie / /02 iel 253A 186 VK X2 249E2 252Z 204A 249N VK296 D H 248B3 248D3 249W er ut Brielstraat e etw Vo 216A 252G /17 248Z2 249R 251B3 Ko r. gn 248A3 249K2 249Z 252R 216B 1093/18 248L2 252C2 t 246E 249F2 er D 252B2 214G 229H 248E2 tr els Bri 251Z2 250R aa 248A2 rd aat 230L Z 249C 251R2 251G3 251H3 g twe Voe 2 nr. 8 str 1093/19 ute 214F 248M t Kou 214B 229M C er ut 229T 214D Ko Bufferzones 230K iel E VK N 248F 1093/20 Br 251Y2 Ko 224B 247A 250T 237Y3 230H 229P 248N 248E 251L B 214C 202A 250H 250D VK X3 229R 303A2 ter 211G Kou 229S 250G C 237W3 230W 230V 227A 206A er 229F 251P2 246F 248E3 248D 251K ut 211F 206B 230F 248C 251G2 251H 251E3 Ko 237V3 251S ra rc 230E K2 ute ute 230M 228A 251B2 251C2 237M4 237T3 Ko Ko 211K 251F2 230N 230B2 1093/21 248B 251F3 237A4 r. at 230P 248T2 gn tra 211D S2 249H2 230D2 303C2 303B2 tw e ers 211H 251R 237A3 230A2 303X 248G2 248A 248M2 248N2 230E2 303G2 248C3 237M 237B3 VK X 1093/22 309H 248F2 VK H2 211C 237Z2 aa t 0 230Z 237P 237P2 230Y 237Y2 237W2 237R2 237C4 229E 304D 309G 237K rb 237R 237M3 C 237L4 229D 232H er 237K4 229C Me r L 237S3 ut 237E4 gn 207E 237S 237N2 Ko ute we 208K 237Y 237F4 229B Waterloop Kempenbeek (VHAG - code 5060) 237V2 Ko urt Bu 210E Voetwegen 303D2 237H 237T Voetweg nr. 82 Br 237X2 237H3 237H4 305P 308A ur 237E2 208G 309T 237G 237G3 232K 304G 237V 237S2 210K 209B2 309N Bu Z 237F Buurtwegen str 208R 237K3 Buurtweg nr B 1 r X 234W 245K 237E Bufferzones RUP 'Donk' 312D3 305V Br 210C gn 209Y 209T Verkavelingen 309E Buu 234B2 Gewestplanzonering BPA 'Nieuwdonk' 305R 307A 210M VK /10 238B aan 313K Woongebieden an Woongebieden 234R nkl 312G3 312L3 la ert cka 245L 245E 306F Do 312C3 at 235D 235B 311E 305W e Bro on nd De 312F3 312E3 Kadastrale percelen en gebouwen 229M 317K 312M str a 245H ns erm dse enw Ste 234A2 208T RUP begrenzing 305T 306E Fra 476R2 208S Legende 312K3 312R3 eg 476T2 476P2 321C 319G 312P3 306D 310F 309R 476S2 476L2 Bestaande en juridische toestand 378/02Y2 315G 309W 579V 579H 476N2 322A 364C2 324L 236A 579W 476M2 an 324K 579S 476H2 kla n Do 311F 310G Berlare - Kouter 364A2 4 r. 579M 241F3 326B n gn r. 9 d n Gra te ou er laa 310K 364D2 329B e tw 580B 311G ur gn 578N ert 244F 241E3 241Y2 twe 479H 479K 582T 330B cka 310L 243F 332R 310C Br oe PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2 364E2 Bu an r Buu 578M ns 347B rtla 242A2 241D3 479L Gebieden voor verblijfrecreatie 361M 332N 344F 310B 347C Fra 361L 332L 332M 332P 347G 347D 348T sb 578P 244L 337D 347E 243H Voetw eg 243K 583D2 n Fra t raa dst vel sse Mo 342L 583L2 252M nr /15 255F rtw eg 261B Bu u VK /04 218B 1093/05 Gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut 185 Natuurgebieden 218A 263E Agrarische gebieden 263F Bronnen: De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie is de enige eigenaar van de kadastrale gegevens die op dit document voorkomen 262C 264A 182B OC GIS VLAANDEREN (2002) + controle via analoog gewestpan Atlas van de buurtwegen van de provincie Oost-Vlaanderen, 265A 266A 182A Vlaanderen B 267 tje straa bogt en Paep Natuurgebieden met wetensch. waarde of natuurreservaten 0 20m 40m 60m 80m 100m 120m Kenmerk: Datum: Plannr.: Formaat: Schaal: /evo mei /06 A2 1:2.000

PROVINCIE OOST-VLAANDEREN PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2. Niet verordenend deel

PROVINCIE OOST-VLAANDEREN PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2. Niet verordenend deel PROVINCIE OOST-VLAANDEREN PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2 Niet verordenend deel Ruimtelijk planner, Marten Dugernier Gezien en voorlopig vastgesteld door de Provincieraad in zitting

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1505496 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Stekene en Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene en Sint-Gillis-Waas

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1602849 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint-Gillis-Waas fase 1' Definitieve

Nadere informatie

PROVINCIE OOST-VLAANDEREN PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Lede fase 2. Voorontwerp

PROVINCIE OOST-VLAANDEREN PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Lede fase 2. Voorontwerp PROVINCIE OOST-VLAANDEREN PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Lede fase 2 Voorontwerp COLOFON Opdracht: PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Lede fase 2 Opdrachtgever: Provincie Oost Vlaanderen Directie

Nadere informatie

PROVINCIE OOST-VLAANDEREN PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Lede fase 2. Niet verordenend deel

PROVINCIE OOST-VLAANDEREN PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Lede fase 2. Niet verordenend deel PROVINCIE OOST-VLAANDEREN PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Lede fase 2 Niet verordenend deel Ruimtelijk planner, Marten Dugernier Gezien en voorlopig vastgesteld door de Provincieraad in zitting van

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Scheldepolders Hingene in Bornem DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse

Nadere informatie

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST DEFINITIEVE VASTSTELLING SEPTEMBER 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Inhoudstafel

Nadere informatie

Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie

Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie Mei 2012 Colofon Dit document is een publicatie van: Provincie Oost-Vlaanderen Gouvernementstraat 1 9000 Gent Dienst: Directie Ruimte Dienst Ruimtelijke Planning

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1502705 Provincieraadsbesluit betreft Aalst, Berlare, Haaltert, Lede, Sint-Niklaas en Stekene - PRUP 'Reconversie zones voor verblijfsrecreatie

Nadere informatie

Berlare: een visie op weekendverblijven

Berlare: een visie op weekendverblijven Berlare: een visie op weekendverblijven Versie januari 2008:visie Colofon Dit document is een publicatie van: Provincie Oost-Vlaanderen Gouvernementstraat 1 9000 Gent Dienst: Derde Directie Patrimonium

Nadere informatie

TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN

TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN RUP Peerlaarstraat en RUP Eertberglei gemeente Bonheiden, informatieavond 10 februari 2015 13004_PT_006_informatieavond relevante begrippen gewestplan, plan van

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1505760 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Zwalm - provinciaal RUP Reconversie verblijfsrecreatie Rekegemstraat Definitieve vaststelling.

Nadere informatie

ALGEMENE AANPAK VAN DE WEEKENDVERBLIJVEN IN OOST-VLAANDEREN. April 2012

ALGEMENE AANPAK VAN DE WEEKENDVERBLIJVEN IN OOST-VLAANDEREN. April 2012 ALGEMENE AANPAK VAN DE WEEKENDVERBLIJVEN IN OOST-VLAANDEREN April 2012 2 Colofon Dit document is een publicatie van: Provincie Oost-Vlaanderen Gouvernementstraat 1 9000 Gent Dienst: Directie Ruimte Dienst

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse Codex

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 januari 2017 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP De Beunt Lier voorlopige

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 maart 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Gewestelijk RUP - Bonheiden, Rotselaar, Tremelo,

Nadere informatie

N16 Scheldebrug Temse-Bornem

N16 Scheldebrug Temse-Bornem gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bijlage III: toelichtingsnota tekst colofon Vlaams Ministerie Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Departement RWO - Ruimtelijke Planning Phoenixgebouw

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare Provincie Oost-Vlaanderen Arrondissement Dendermonde Gemeente Berlare Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare Bindend gedeelte Studiebureau VDS b.v.b.a. 2 Gemeente Berlare Gemeentelijk Ruimtelijk

Nadere informatie

Advies van de PROCORO betreffende het PRUP Reconversie zones voor verblijfsrecreatie - fase 1 behandeld in zitting van 11/03/2014

Advies van de PROCORO betreffende het PRUP Reconversie zones voor verblijfsrecreatie - fase 1 behandeld in zitting van 11/03/2014 Advies van de PROCORO betreffende het PRUP Reconversie zones voor verblijfsrecreatie - fase 1 behandeld in zitting van 11/03/2014 Het openbaar onderzoek liep van 12 november 2013 tot en met 10 januari

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 februari 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakening kleinstedelijk

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat. september 2011, ontwerp 1

Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat. september 2011, ontwerp 1 Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat september 2011, ontwerp 1 Colofon Formele procedure Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 - BE-8500

Nadere informatie

Overzicht uitgebracht adviezen screening PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2

Overzicht uitgebracht adviezen screening PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2 Overzicht uitgebracht adviezen screening PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Berlare fase 2 Datum ontvangst advies dienst Mer: 04/06/2014, dossiernummer: SCRPL14097 Datum verzending screening naar adviesinstanties:

Nadere informatie

RUP hoek Haringstraat-Vondelstraat Gedeeltelijke wijziging van RUP Landelijk gebied rond Bavikhove en Hulste. Maart 2014, definitieve vaststelling

RUP hoek Haringstraat-Vondelstraat Gedeeltelijke wijziging van RUP Landelijk gebied rond Bavikhove en Hulste. Maart 2014, definitieve vaststelling RUP hoek Haringstraat-Vondelstraat Gedeeltelijke wijziging van RUP Landelijk gebied rond Bavikhove en Hulste Maart 2014, definitieve vaststelling Dit document wordt opgemaakt in opdracht van Stad Harelbeke

Nadere informatie

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos Inleiding Aanpak problematiek van de weekendverblijven Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos Verdere stappen Vragen? 6 mei 2009 dienst ruimtelijke planning - PRUP Leugenboombos 1

Nadere informatie

Bijlage IV: Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn

Bijlage IV: Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf Vergo bvba : Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem Gemeente Kruishoutem Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem Ontwerp Bindend gedeelte Uitgave Datum 1 november 2004 2 februari 2005 3 mei 2005 4 oktober 2005 5 april 2006 Studiebureau VDS b.v.b.a.

Nadere informatie

GEMEENTE HERSELT. RUP Woonkernen Deelplan Landelijke woonlinten. Verordenend deel Stedenbouwkundige voorschriften

GEMEENTE HERSELT. RUP Woonkernen Deelplan Landelijke woonlinten. Verordenend deel Stedenbouwkundige voorschriften GEMEENTE HERSELT RUP Woonkernen Deelplan Landelijke woonlinten Stedenbouwkundige voorschriften Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van - Op bevel, De Secretaris, De Voorzitter,

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie 3e Directie Dienst 33 Ruimtelijke ordening en Stedenbouw aanwezig André Denys, gouverneur-voorzitter Besluit van de Deputatie Alexander Vercamer, Marc De Buck, Peter Hertog, Jozef Dauwe, Eddy Couckuyt,

Nadere informatie

ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING

ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde en deels zonevreemde terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven, opgemaakt in toepassing

Nadere informatie

gebieden voor toeristischrecreatieve

gebieden voor toeristischrecreatieve gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan gebieden voor toeristischrecreatieve infrastructuur Golf Beveren : Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade

Nadere informatie

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016 RUP Kanaalzone West Wielsbeke Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016 Inhoud Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Welke plannen worden vervangen? Situering van het plangebied Hoger beleidskader

Nadere informatie

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën: SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 180 van LYDIA PEETERS datum: 1 december 2016 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Woonuitbreidingsgebieden en woonreservegebieden - Ontwikkeling

Nadere informatie

BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN. 1 Hiërarchie. 2 Afbakening gebieden. 2.1 Kwetsbare gebieden

BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN. 1 Hiërarchie. 2 Afbakening gebieden. 2.1 Kwetsbare gebieden BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN In onderstaande tekst wordt de afweging gemaakt tussen juridische toestand van een gebied, de toestand op het terrein en de visie van het GRS. Daaruit wordt een conclusie

Nadere informatie

Kaart 36: plangebied en omgeving grondwaterstromingsgevoelige gebieden Kaart 37: plangebied en omgeving infiltratiegevoelige gebieden Kaart 38:

Kaart 36: plangebied en omgeving grondwaterstromingsgevoelige gebieden Kaart 37: plangebied en omgeving infiltratiegevoelige gebieden Kaart 38: scopingsnota bijlages stad Ieper RUP Jan Yperman en omgeving KAARTEN Kaart 1: situering plangebied en afbakening kleinstedelijk gebied Ieper topografische kaart Kaart 2: situering plangebied en afbakening

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Kustpolders tussen Oudenburg, Jabbeke en Stalhille' DE VLAAMSE REGERING, Gelet

Nadere informatie

legende kaart 1: situering op topografische kaart plangebied gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Vinderhoute

legende kaart 1: situering op topografische kaart plangebied gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Vinderhoute kaart 1: situering op topografische kaart datum: augustus 2009 locatie: 05001_RUP_PL_01 bron: topografische kaart 1/10.000, raster, kleur, opname 1991-2005 (AGIV-product) kaart 2: situering op orthofoto

Nadere informatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE. ONTWERP GRS Bindend deel

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE. ONTWERP GRS Bindend deel GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE ONTWERP GRS Bindend deel Identificatienummer : 104792414/kja Datum Status/beschrijving revisie Paraaf 21.05.2007 Voorontwerp GRS 2007 jpa 20.03.2008 Ontwerp

Nadere informatie

Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV

Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV Bijlage III: TOELICHTINGSNOTA TEKST + KAARTEN colofon Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu

Nadere informatie

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016 Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016 1 Inhoud 1. Wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening

Nadere informatie

RUP Zonevreemde recreatie. Toelichting Bevolking

RUP Zonevreemde recreatie. Toelichting Bevolking RUP Zonevreemde recreatie Toelichting Bevolking 11 juni 2018 RUP Is een uitvoering van het Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplan (GRS) Vervangt het gewestplan Bestaat uit een grafisch plan en bijhorende

Nadere informatie

BPOST N.V. Muntcentrum 1000 Brussel

BPOST N.V. Muntcentrum 1000 Brussel BPOST N.V. Muntcentrum 1000 Brussel 2 mei 2017 Geachte, U vindt hierbij het inlichtingenformulier vastgoedinformatie en het stedenbouwkundig uittreksel betreffende het vastgoed gelegen in Dokter Haubenlaan(M)

Nadere informatie

Oudenaarde. 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77)

Oudenaarde. 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77) Oudenaarde 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77) 0912 De agrarische gebieden met landschappelijke waarde, die op de kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven overdrukt zijn met de letters V of B,

Nadere informatie

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN " Afbakening kleinstedelijk gebied Waregem op het grondgebied Zulte " Deel 2: Grafisch plan Stedenbouwkundige voorschriften mei 2012 Deel 2: Grafisch plan en stedenbouwkundige

Nadere informatie

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED 1 MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE Voorliggend formulier is een model dat aangepast kan worden aan de specifieke wensen en noden van de gemeente vak in te vullen door de aanvrager IDENTIFICATIE

Nadere informatie

Voldoet de constructie aan de voorschriften van het PRUP of gewestplan of verkaveling?

Voldoet de constructie aan de voorschriften van het PRUP of gewestplan of verkaveling? Waar is uw constructie gelegen volgens het PRUP of gewestplan? Woongebied (woongebied of landelijk woongebied volgens gewestplan of BPA, zone voor kleinschalig wonen en verblijven volgens het PRUP, niet-vervallen

Nadere informatie

23070_E_0141_V_000_00

23070_E_0141_V_000_00 IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam: Carl Ockerman Beroep: Notaris Adres: Lloyd Georgelaan 11 1000 Brussel Datum van aanvraag: 25 september 2015 IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL Gemeente: DILBEEK Postnummer:

Nadere informatie

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015 RUP Hernieuwenburg Wielsbeke Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015 Inhoud Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Situering van het plangebied Aanleiding aan te pakken ruimtelijke vraagstukken

Nadere informatie

IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL

IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam: Berquin Notarissen Beroep: Notaris Adres: Lloyd Georgelaan 11 1000 brussel Datum van aanvraag: 15/09/2017 IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL Gemeente: DILBEEK Postnummer:

Nadere informatie

KAART 1 LUCHTFOTO. groep Aertssen. planologisch attest. bron AGIV orthofoto middenschalig winteropname (2013) studiegebied

KAART 1 LUCHTFOTO. groep Aertssen. planologisch attest. bron AGIV orthofoto middenschalig winteropname (2013) studiegebied OMGEVING. 3 februari 2015. 15011_PL_001_luchtfoto KAART 1 LUCHTFOTO groep Aertssen. planologisch attest. bron AGIV orthofoto middenschalig winteropname (2013) 0 100 200 m OMGEVING. 3 februari 2015. 15011_PL_002_topografie

Nadere informatie

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT. Provinciaal RUP Afbakening kleinstedelijk gebied Halle verordenend deel. Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT. Provinciaal RUP Afbakening kleinstedelijk gebied Halle verordenend deel. Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening PROVICIE VLAAMS-BRABAT Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening Vragen naar Daan Demey Telefoon fax 0-7 07 / 0- e-mail ruimtelijkeplanning@vlaamsbrabant.be Dossiernummer Ons kenmerk 000_0 Datum

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN SINT - LAUREINS. ONTWERP GRS Bindende bepalingen

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN SINT - LAUREINS. ONTWERP GRS Bindende bepalingen GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN SINT - LAUREINS ONTWERP GRS Bindende bepalingen Identificatienummer : 00287314/kja Datum Status/beschrijving revisie Paraaf 15.11.2002 Voorontwerp GRS 2002 10.02.2004

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning vergadering van 14 juli 2016 aanwezig Briers Jan, gouverneur-voorzitter Vercamer Alexander Versnick Geert Hertog Peter Dauwe Jozef Couckuyt Eddy leden Besluit

Nadere informatie

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit De gemeenteraad Ontwerpbesluit OPSCHRIFT Vergadering van 25 januari 2016 Besluit nummer: 2016_GR_00029 Onderwerp: Definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP nr. 164 Wonen

Nadere informatie

naam: gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse datum: 17/07/2000 met bestemming:

naam: gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse datum: 17/07/2000 met bestemming: naam: gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse datum: 17/07/2000 met bestemming: bufferzones 1.1.1.2 een algemeen plan van aanleg (A.P.A) Niet van toepassing in Dilbeek 1.1.1.3 een

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER : Stad Sint-Truiden Aanvraagdatum: 9-1-2018 Uw Referentie: Leopold II straat Onze Referentie: 2019/00018 IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL Adres:

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 24 september 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Marnixdreef Lier voorlopige

Nadere informatie

Stekene: een visie op weekendverblijven

Stekene: een visie op weekendverblijven Stekene: een visie op weekendverblijven November 2009: ontwerp Colofon Dit document is een publicatie van: Provincie Oost-Vlaanderen Gouvernementstraat 1 9000 Gent Dienst: Directie Ruimte Dienst Ruimtelijke

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER : Stad Sint-Truiden Aanvraagdatum: 9-1-2018 Uw Referentie: Leopold II straat Onze Referentie: 2019/00017 IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL Adres:

Nadere informatie

Ingevolge de wet op de ruimtelijke ordening en stedenbouw dd. 29 maart Nog steeds hét juridisch planninginstrument in Watou

Ingevolge de wet op de ruimtelijke ordening en stedenbouw dd. 29 maart Nog steeds hét juridisch planninginstrument in Watou Structuurplan "De Watounaar" Bewonersplatform Watou. Ruimtelijke Ordening Watou. De diverse planinstrumenten van toepassing op het grondgebied van Poperinge. Ingevolge de wet op de ruimtelijke ordening

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Knesselare. In opdracht van : Gemeentebestuur van Knesselare. Bindend gedeelte

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Knesselare. In opdracht van : Gemeentebestuur van Knesselare. Bindend gedeelte Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Knesselare In opdracht van : Gemeentebestuur van Knesselare Bindend gedeelte Inhoud 1 RUIMTELIJKE KERNBESLISSINGEN VAN UIT DE GEWENSTE DEELSTRUCTUREN... 2 1.1 RUIMTELIJKE

Nadere informatie

Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen

Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Afdeling ruimtelijke planning Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen 1. Krijtlijnen

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel

Nadere informatie

Structuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne

Structuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne PRESENTATIE GRS Herne Wat komt aan bod: Wat is een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan? Hoe past het gemeentelijk structuurplan in het structuurplan van de provincie Vlaams-Brabant en de Vlaamse overheid?

Nadere informatie

Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck

Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck Bijlage III: TOELICHTINGSNOTA TEKST EN KAARTEN colofon Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement

Nadere informatie

Adviezen ontvankelijk 5. Bezwaren ontvankelijk 45. Ruimte Vlaanderen adviseert het ontwerp RUP gunstig met uitsluiting van:

Adviezen ontvankelijk 5. Bezwaren ontvankelijk 45. Ruimte Vlaanderen adviseert het ontwerp RUP gunstig met uitsluiting van: Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie zones voor verblijfsrecreatie naar open ruimtegebied: fase 1' te Aalst, Berlare, Haaltert, Lede, Sint-Niklaas en Stekene behandeld in zitting van 21/04/2015

Nadere informatie

23016_D_0145_X_003_00

23016_D_0145_X_003_00 IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam: Dirk Van Den Haute Beroep: Notaris Adres: Gustaaf Vandersteenstraat 10 1750 Sint-Kwintens-Lennik Datum van aanvraag: 31/08/2017 IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL Gemeente:

Nadere informatie

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED 1 MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE Voorliggend formulier is een model dat aangepast kan worden aan de specifieke wensen en noden van de gemeente vak in te vullen door de aanvrager IDENTIFICATIE

Nadere informatie

Thematisch RUP Mobiliteit 1 Parking en recreatiedomein Den Bruul

Thematisch RUP Mobiliteit 1 Parking en recreatiedomein Den Bruul STAD LEUVEN Thematisch RUP Mobiliteit 1 Parking en recreatiedomein Den Bruul Ontwerp Deel 4: Register van de percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van

Nadere informatie

PRUP Regionaal bedrijventerrein Jagersborg te Maaseik - Herziening RUP's. Kaart 1 Situering

PRUP Regionaal bedrijventerrein Jagersborg te Maaseik - Herziening RUP's. Kaart 1 Situering Kaart 1 Situering 1. Vectoriële versie van Streetnet, versie 2003 3. Kadastrale gegevens van GRB 1 / 14 Kaart 2 Landschapsatlas Maasland 1. Vectoriële versie van de Landschapsatlas, MVG-LIN-AMINAL Monumenten

Nadere informatie

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kelsbeek Nieuwenhoven

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kelsbeek Nieuwenhoven AFBAKENING GEBIEDEN NATUURLIJKE EN AGRARISCHE STRUCTUUR REGIO HASPENGOUW - VOEREN gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kelsbeek Nieuwenhoven startvergadering 31 maart 2015 1 agenda startvergadering kennismaking

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER : Stad Sint-Truiden Aanvraagdatum: 9-1-2018 Uw Referentie: Leopold II straat Onze Referentie: 2019/00019 IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL Adres:

Nadere informatie

Kaartenreeks 5: Beleid open ruimte

Kaartenreeks 5: Beleid open ruimte Kaartenreeks 5: Beleid open ruimte GEWESTPLAN OPEN RUIMTE Kaart: Gewestplan open ruimte bestemming Vlaanderen 3,2 2,4 1,8 33,7 59 Andere bestemmingen Landbouw Cijfers: Gewestplan open ruimte bestemming

Nadere informatie

23016_D_0157_H_011_00

23016_D_0157_H_011_00 IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam: Gemeentebestuur Dilbeek Beroep: Gemeentebestuur Adres: Gemeenteplein 1 1700 Dilbeek Datum van aanvraag: 23 februari 2017 IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL Gemeente: DILBEEK

Nadere informatie

RUP Klaverblad Zuid-Oost Gemeente Lummen Kaart 1 Situering

RUP Klaverblad Zuid-Oost Gemeente Lummen Kaart 1 Situering Kaart 1 Situering 1. Vectoriële versie van Streetnet, versie 2003 3. Kadastrale gegevens van GRB 1 / 14 Kaart 2 Landschapsatlas Zuiderkempen Dijle-Gete-Demeras 1. Vectoriële versie van de Landschapsatlas,

Nadere informatie

VR DOC.0931/2BIS

VR DOC.0931/2BIS VR 2018 2007 DOC.0931/2BIS VR 2018 2007 DOC.0931/2BIS Voorontwerp van decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wat betreft de ontwikkelingsmogelijkheden voor woonreservegebieden

Nadere informatie

Ruimtelijk Uitvoeringsplan Azelhof

Ruimtelijk Uitvoeringsplan Azelhof Ruimtelijk Uitvoeringsplan Azelhof Startnotafase Participatiemoment, 8 oktober 2018 Koen Janssens Ruimtelijk planner Inhoud Wat is een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP)? Procedure Situering van het plangebied

Nadere informatie

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent Het Gentse stadsbestuur maakt een thematisch ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op, het RUP Stedelijk Wonen. Daarmee wil de Stad stedenbouwkundige problemen

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 september 2016 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakeningslijn Heist-op-den-

Nadere informatie

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag:

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: 1 MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE Voorliggend formulier is slechts een model dat aangepast kan worden aan de specifieke wensen en noden van de gemeente vak in te vullen door de aanvrager

Nadere informatie

Vergunningstoestand. Zwembad en sporthal Oprichten van zaal bij ontmoetingscentrum

Vergunningstoestand. Zwembad en sporthal Oprichten van zaal bij ontmoetingscentrum Vergunningstoestand Zwembad en sporthal Oprichten van zaal bij ontmoetingscentrum 28-05-1985 Aanleg van een zwembad 08-09-1997 Aanleg omgeving zwembad 15-12-1998 Bijbouwen van een berging en laadtunnel

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 maart 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Gewestelijk RUP - Beerse, Brecht, Malle, Merksplas,

Nadere informatie

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) Veurne - Westkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven, in oranje gekleurd en met de letters

Nadere informatie

Gemeente Schilde RUP "De Vogelenzang " Procesnota Juli 2018

Gemeente Schilde RUP De Vogelenzang  Procesnota Juli 2018 Gemeente Schilde RUP "De Vogelenzang " Procesnota Juli 2018 COLOFON Opdracht: RUP De Vogelenzang Opdrachtgever: Gemeente Schilde Ruimtelijke Ordening Brasschaatsebaan 30 2970 Schilde Opdrachthouder: Antea

Nadere informatie

Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze Kaartenbundel December 2011 Gezien en voorlopig vastgesteld door de Provincieraad in vergadering van De Provinciegriffier De Voorzitter Albert De Smet Marc Lootens

Nadere informatie

GEMEENTE GAVERE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE

GEMEENTE GAVERE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE GEMEENTE GAVERE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE GRS GAVERE - BINDEND GEDEELTE 1 INHOUD 1. VOORSTEL BINDENDE BEPALINGEN 3 1.1. RUIMTELIJKE NEDERZETTINGSSTRUCTUUR 3 1.2. RUIMTELIJK-ECONOMISCHE

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE NOTARIS ANNELIES VERSTRAETE Zwaanaardestraat 18 9112 Sinaai (Sint-Niklaas) IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam Beroep NOTARIS ANNELIES

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten:

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten: VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam Federaal comité tot aankoop van onroerende goederen Adres Kruidtuinlaan 50 398 1000 Brussel Uw bericht van: 9 januari 2019 Uw kenmerk: 46013/128 Ons

Nadere informatie

13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter

13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter 13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter 84 A Relatie met het afbakeningsproces In de hypothese van gewenste ruimtelijke structuur van het regionaalstedelijk

Nadere informatie

RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 Gemeentelijk RUP 'Quintyn Gebroeders bvba' te Zulte Verordenend grafisch plan 267V2 269Z 271S2

Nadere informatie

Grondwet, artikel Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, Artikel 6, 1,I 2

Grondwet, artikel Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, Artikel 6, 1,I 2 INHOUD Voorwoord Concordantietabel 1. Grondwettelijke grondslagen Grondwet, artikel 134 1 Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, Artikel 6, 1,I 2 2. Vlaamse regelgeving ruimtelijke

Nadere informatie

In bijlage bezorgen wij U de vereiste documenten voor de ontheffingsaanvraag tot opmaak van een planmer.

In bijlage bezorgen wij U de vereiste documenten voor de ontheffingsaanvraag tot opmaak van een planmer. De gemeente Ledegem is gestart met de opmaak van het RUP Vierschaere. In bijlage bezorgen wij U de vereiste documenten voor de ontheffingsaanvraag tot opmaak van een planmer. Geformuleerde adviezen (Provincie

Nadere informatie

ADVIES VAN 25 APRIL 2018 OVER HET VOORONTWERP GEWESTELIJK RUP BOUWMATERIALEN DE DONCKER EN VAN DER STRAETEN

ADVIES VAN 25 APRIL 2018 OVER HET VOORONTWERP GEWESTELIJK RUP BOUWMATERIALEN DE DONCKER EN VAN DER STRAETEN ADVIES VAN 25 APRIL 2018 OVER HET VOORONTWERP GEWESTELIJK RUP BOUWMATERIALEN DE DONCKER EN VAN DER STRAETEN SARO HAVENLAAN 88 BUS 23 1000 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 1 II. ALGEMENE BEOORDELING... 1

Nadere informatie

Workshop C Van advies naar waterparagraaf

Workshop C Van advies naar waterparagraaf Workshop C Van advies naar waterparagraaf Mark Cromheecke Directie Ruimte, Provincie Oost-Vlaanderen Robin De Smedt Departement RWO Kracht van het advies Verplicht/niet verplicht Bindend/niet bindend Motiveringsplicht

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE De Clercq & Callaerts Voorhout(KEM) 33A 9190 Kemzeke (Stekene) IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam Beroep Adres De Clercq & Callaerts

Nadere informatie

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden stad sint-truiden - rup recastrip brustem - kaart 1 secundaire verbindingsweg met laanbeplanting beekvalleien te ontwikkelen als natuurlijke dragers met

Nadere informatie

Afbakening kleinstedelijk gebied Lokeren PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DEELRUP E17-1 GRAFISCH PLAN - KAARTENBUNDEL JUNI 2012 NOVEMBER 2015

Afbakening kleinstedelijk gebied Lokeren PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DEELRUP E17-1 GRAFISCH PLAN - KAARTENBUNDEL JUNI 2012 NOVEMBER 2015 PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DEELRUP E17-1 GRAFISCH PLAN - KAARTENBUNDEL JUNI 2012 NOVEMBER 2015 Gezien en voorlopig vastgesteld door de provincieraad in vergadering van.. op bevel, De Provinciegriffier

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 september 2016 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Averegten Heist-op-den-Berg

Nadere informatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ZELZATE ONTWERP

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ZELZATE ONTWERP GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ZELZATE ONTWERP COLOFON Opdracht: Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Zelzate Opdrachtgever: Gemeentebestuur Zelzate Grote Markt 1 9060 Zelzate Opdrachthouder: SORESMA

Nadere informatie