Straffeloos schimpen in de Staten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Straffeloos schimpen in de Staten"

Transcriptie

1 928 Ars Aequi december 2012 annotatie Annotatie Straffeloos schimpen in de Staten Prof.mr. R.J.B. Schutgens Hoge Raad 17 juni 2011, LJN: BQ2302, NJ 2011, 450, AB 2012, 78 Terwijl het Arubaanse Statenlid Lampe in een rechtstreeks uitgezonden Statenvergadering het woord voert, voegt de Arubaanse minister Wevers hem meermalen toe dat hij een pedofiel is. Hij wrijft de boodschap er nog eens extra in door te zeggen: Leg dat maar uit aan al de kinderen die je hebt misbruikt! In de maanden voor deze uitbarsting suggereerde Wevers in het dagblad Bon Dia al vaker dat de voormalig priester Lampe zich aan kindermisbruik zou hebben schuldig gemaakt. Een live uitgezonden schimppartij als deze was echter nog niet vertoond. Lampe tracht zijn reputatieschade te beperken door in een civiele procedure te eisen dat Wevers zijn uitlatingen rectificeert. In eerste aanleg gaat de rechter daarin mee; in hoger beroep wordt die uitspraak echter in strijd bevonden met de parlementaire immuniteit. In cassatie klaagt Lampe dat strikt vasthouden aan de parlementaire immuniteit in strijd zou zijn met het recht op toegang tot de rechter van artikel 6 EVRM. Dit is bij mijn weten de eerste zaak waarin onze Hoge Raad de parlementaire immuniteit toetst aan artikel 6 EVRM. Hieronder bespreek ik eerst de belangrijkste toepasselijke rechtsregels, dan volgen de relevante overwegingen van de Hoge Raad en tot slot geef ik enig commentaar. Toepasselijke rechtsregels Parlementaire immuniteit De immuniteit van de deelnemers aan Statenvergaderingen is vastgelegd in artikel III.20 van de Arubaanse Staatsregeling: De leden van de Staten, de ministers en andere personen die deelnemen aan de beraadslagingen, kunnen niet in rechte worden vervolgd of aangesproken voor hetgeen zij in de vergaderingen van de Staten of van commissies daaruit hebben gezegd of aan deze schriftelijk hebben overgelegd. De bepaling is nagenoeg gelijkluidend aan het voor de Staten-Generaal geschreven artikel 71 Gw. 1 Beide bepalingen hebben tot gevolg dat de deelnemers aan het parlementaire debat (volksvertegenwoordigers én leden van de regering) voor de rechter geen verantwoording hoeven af te leggen voor wat zij tijdens het debat hebben gezegd of voor wat zij aan de volksvertegenwoordiging hebben geschreven. Uit de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 71 Gw blijkt dat het de bedoeling is om alle gerechtelijke procedures gericht tegen parlementaire uitlatingen te blokkeren: dat geldt dus voor straf-, civiel-, bestuurs- en tuchtrechtelijke procedures. Toegang tot de rechter Artikel 6 EVRM bevat het grondrecht op een eerlijk proces. Hoewel dit niet met zoveel woorden in de tekst van de bepaling is terug te vinden, heeft het Straatsburgse Hof al in 1975 uitgesproken dat artikel 6 ERVM niet pas in werking treedt als men eenmaal bij de rechter ís, maar dat de bepaling ook het recht inhoudt om een gerechtelijke procedure te beginnen. 2 In artikel 6 EVRM wordt sindsdien voor de burger het recht op toegang tot de rechter gelezen: de burger moet zijn civielrechtelijke verplichtingen of de gegrondheid van een tegen hem ingestelde strafvervolging altijd kunnen voorleggen aan een rechter die zijn zaak onafhankelijk, onpartijdig en eerlijk behandelt. De parlementaire immuniteit staat natuurlijk haaks op dit recht: zij beoogt de toegang tot de rechter in bepaalde gevallen juist te blokkeren. Zelfs al ondervindt een burger ernstige schade van uitspraken die in het parlement zijn gedaan, dan nog moet hij dat lot maar geduldig verduren: artikel 71 Gw en vergelijkbare regelingen snijden de weg af naar de rechter die hem een recht kan toekennen op schadevergoeding of een rectificatie. 1 En aan de wettelijke immuniteiten voor de volksvertegenwoordiging op decentraal niveau, zie onder andere art. 22 Provinciewet, art. 22 Gemeentewet, art. 39 Waterschapswet. 2 EHRM 21 februari 1975, NJ 1975, 462 (Golder).

2 annotatie Ars Aequi december Toetsing van de Grondwet Op grond van artikel 94 Gw blijven alle [b]innen het Koninkrijk geldende wettelijke voorschriften buiten toepassing als die toepassing zich niet verdraagt met eenieder verbindende verdragsbepalingen, waarvan artikel 6 EVRM er een is. De rechter mag, kort gezegd, alle wetgeving in materiële zin in ons Koninkrijk toetsen aan (eenieder verbindende) internationale bepalingen. Zelfs constitutionele bepalingen als artikel III.20 uit de Arubaanse Staatsregeling of artikel 71 Gw kunnen dus buiten toepassing blijven als de rechter vindt dat de toepassing van deze bepalingen in strijd komt met (eenieder verbindend) internationaal recht. 3 De rechter mag op grond van artikel 94 Gw abstract én concreet toetsen. Om te beginnen mag hij nagaan of een nationale (grondwets- of andere) bepaling in abstracto, dat wil zeggen in algemene zin, dus los van de te beoordelen casus, strookt met een verdragsbepaling. Zo nee, dan mag hij de nationale bepaling onverbindend verklaren. 4 Doorstaat de nationale bepaling deze abstracte toets, dan mag de rechter een concrete toets verrichten. Hij beziet dan of de strikte toepassing van de in algemene zin in orde bevonden nationale bepaling in het concrete, hem voorgelegde geval niet alsnog strijd oplevert met een verdrags bepaling. Juist de bevoegdheid tot concrete toetsing leek het gekrenkte Statenlid Lampe aanvankelijk perspectief te bieden. Immers, niet alleen mocht de rechter beoordelen of de parlementaire immuniteit in algemene zin onverbindend is wegens strijd met artikel 6 EVRM (vrij onwaarschijnlijk natuurlijk), maar ook mocht hij ook toetsen, of in deze vrij uitzonderlijke casus de parlementaire immuniteit niet toch buiten toepassing zou moeten blijven. Het Gerecht in Eerste Aanleg verklaarde de parlementaire immuniteit voor dit specifieke geval metterdaad buiten toepassing. 5 In de ogen van hof en Hoge Raad vindt deze beslissing echter geen genade. Relevante overwegingen van de Hoge Raad In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan. ( ) (vii) Bij brief van 4 juni 2009 heeft [verzoeker] [verweerder] gesommeerd zijn uitlatingen in de krant van 13 mei 2009 en in de Statenvergadering van 1 juni 2009 binnen 24 uur te rectificeren in de verschillende media. [Verweerder] heeft aan die sommatie niet voldaan. 3.2 Op vordering van [verzoeker] heeft het gerecht vervolgens [verweerder] in verband met zijn hiervoor ( ) vermelde uitlatingen in kort geding veroordeeld om uiterlijk 4 juli 2009 in de Amigoe een rectificatie te plaatsen van de volgende inhoud: Ik [verweerder] wens het volgende bekend te maken: Ik heb [verzoeker] herhaaldelijk publiekelijk uitgemaakt voor pedofiel. Deze beschuldiging heeft echter geen feitelijke basis, als gevolg waarvan ik middels deze de beschuldiging in kwestie rectificeer. 3.3 In hoger beroep, waar [verweerder] met zijn grief 1 opkwam tegen het oordeel van het gerecht dat zijn beroep op de parlementaire immuniteit in strijd was met art. 6 lid 1 EVRM, heeft het hof de vorderingen van [verzoeker] alsnog afgewezen. De op genoemde grief betrekking hebbende rov. 2.6 luidt als volgt: De uitlatingen in de Statenvergadering werden rechtstreeks tegen [verzoeker] gedaan, die op dat moment het woord voerde en dus desgewenst (via de voorzitter van de Statenvergadering) op de uitlatingen had kunnen reageren. Voorts kon [verzoeker], zoals zoals hij later ook schriftelijk heeft gedaan, de voorzitter van de Statenvergadering vragen [verweerder] (indringender) te vermanen zijn woorden terug te nemen. Hieraan staat de omstandigheid dat [verweerder] geen Statenlid was, maar Minister, niet in de weg. Verder moet in aanmerking worden genomen dat [verzoeker] Statenlid was, hetgeen enerzijds meebracht dat hij ook zelf bij de deelneming aan de Statenvergadering van 1 juni 2009 parlementaire immuniteit genoot, en anderzijds dat hij zich als politicus meer kritiek moest laten welgevallen dan de gemiddelde burger. Onder die omstandigheden levert het beroep van [verweerder] op immuniteit geen strijd met Art. 6 EVRM op. De enkele omstandigheid dat niet is gebleken dat het uitschelden van [verzoeker] voor pedofiel op enigerlei wijze verband hield met het onderwerp van de vergadering, noch met eerdere vergaderingen in het recente verleden, leidt niet tot een ander oordeel. De grief is in zoverre terecht voorgesteld Het middel klaagt in de eerste plaats dat het hof aldus heeft miskend, dat voor het antwoord op de vraag of het beroep van [verweerder] op de regeling van de parlementaire immuniteit in art. III.20, die beperkt is tot hetgeen in de vergaderingen van de Staten of van commissies daaruit is gezegd of schriftelijk overgelegd, strijd oplevert met het in art. 6 lid 1 EVRM gewaarborgde recht op toegang tot de rechter, wél van belang is dat niet is gebleken dat het uitschelden van [verzoeker] voor pedofiel op enigerlei wijze verband hield met het onderwerp van de Statenvergadering van 1 juni 2009 of eerdere vergaderingen in het recente verleden. De immuniteit van deelnemers aan een vergadering van algemeen vertegenwoordigende organen vindt haar grond in het publieke belang dat de deelnemers aan een dergelijke vergadering zich daar vrijelijk kunnen uiten opdat de democratische controle op het openbaar bestuur goed kan worden uitgeoefend, en bezwaarlijk kan worden aanvaard dat het uitschelden van een parlementariër voor pedofiel in enig opzicht verband houdt met de democratische controle, aldus het middel Parlementaire immuniteit zoals hier aan de orde vormt een beperking van het recht op toegang tot de rechter. Zij dient echter een legitiem doel, te weten het beschermen van de vrije meningsuiting in het parlement en handhaving van de scheiding van machten tussen de wetgever en de rechter (vgl. HR 28 juni 2002, LJN: AE1544, NJ 2002/577 en EHRM 17 december 2002, application nr /97 (A. tegen het Verenigd Koninkrijk)). Met dat doel is niet verenigbaar dat, zoals aanvaarding van de door het middel voorgestane opvatting zou meebrengen, de rechter zich zou begeven in een beoordeling van de in dit geval: civielrechtelijke toelaatbaarheid van in het parlement gedane uitingen, welke dan ook. De in de eerste klacht verdedigde, andersluidende opvatting kan dus niet als juist worden aanvaard Het middel bevat voorts nog de klacht dat het hof de reikwijdte van art. III.20 heeft miskend: deze zou beperkt zijn tot uitingen die verband houden met de democratische controle op het bestuur en dus niet zien op het gebruik van het scheldwoord pedofiel in een debat waarbij van enige functionele relatie tussen het gebruik van dat woord en de belangen van het electoraat die in de Statenvergadering aan de orde waren geen sprake was Ook deze klacht treft geen doel. Art. III.20 mag, gezien het hiervoor overwogene, niet zo beperkt worden uitgelegd als de klacht tot uitgangspunt neemt. 3 Verscheidene grondwettelijke bepalingen, waaronder art. 94 Gw en andere bepalingen over de internationale betrekkingen van het Koninkrijk gelden ook voor de landen in de West. 4 Zie bijvoorbeeld HR 22 oktober 2010, LJN: BL1943, r.o Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba 2 juli 2009, LJN: BJ6552, r.o

3 930 Ars Aequi december 2012 annotatie Noot 1 Alle klachten van het Statenlid Lampe ketsen af op de parlementaire immuniteit, die bij de Hoge Raad staat als een onneembare vesting. Hierna volgen enkele beschouwingen over de parlementaire immuniteit in het algemeen (2), over die immuniteit in de Straatsburgse rechtspraak (3) en over de beslissing van de Hoge Raad in onderhavige zaak (4). 2 Parlementaire immuniteit is een oeroud instituut dat wereldwijd in vrijwel iedere constitutie is terug te vinden. Dit levert een bonte verscheidenheid aan varianten op, maar doorgaans borduren die voort op twee basispatronen: (a) immuniteit voor wat er in het parlement wordt gezegd en voor wat er in de aan het parlement gerichte stukken wordt geschreven (hierna: immuniteit voor parlementaire uitlatingen) en (b) immuniteit voor buitenparlementair handelen. a De immuniteit voor parlementaire uitlatingen beschermt de kern van het parlementaire werk: het debatteren over politieke vraagstukken. Deze variant van de parlementaire immuniteit is verankerd in de Nederlandse Grondwet en de Staatsregelingen van de landen in de West. Zij heeft in de woorden van Oud tot doel te verzekeren, dat parlementariërs niet door vrees voor de rechter worden weerhouden datgene te zeggen, wat zij menen in het openbaar belang te moeten uitspreken. 6 Het algemeen belang is er in deze gedachtegang bij gebaat als in het parlement wordt gedebatteerd door onbevangen en onbevreesde personen, die alles naar voren durven brengen wat zij voor het overleg over wetsvoorstellen of voor de controle van de regering relevant vinden. Als daardoor alle relevante ideeën en informatie boven tafel komen, kan het parlement vervolgens goed geïnformeerd en evenwichtig besluiten. Natuurlijk heeft deze immuniteit een keerzijde: zij verhindert dat de rechter fungeert als rem op het uiten van (grove) beledigingen, smaad, halve waarheden of zelfs onvervalste laster. Kennelijk schat de grond wetgever het belang van een onbevreesde uitwisseling van ideeën en gedachten zo hoog, dat hij bereid is daarvoor een incidenteel geval van misbruik van de parlementaire immuniteit op de koop toe te nemen. Overigens moet men zich goed realiseren dat de parlementaire immuniteit niet tot gevolg heeft, dat de deelnemers aan het debat volledig vrij zijn in wat zij zeggen. Om de parlementaire vergadering niet in een spreekwoordelijke Poolse Landdag te laten ontaarden is er een voorzitter aangesteld die de vergaderorde handhaaft. Het reglement van orde kent deze voorzitter bevoegdheden toe om leden die bijvoorbeeld buiten de orde spreken of beledigende uitdrukkingen gebruiken, te vermanen en zo nodig zelfs tijdelijk van de vergadering uit te sluiten. Dat zijn echter duidelijk lichtere sancties dan de rechter kan opleggen: een gerechtelijke procedure kan immers uitmonden in een geldboete, aanzienlijke schadevergoeding of zelfs een vrijheidsstraf. Daarmee vergeleken lijkt een vermaning van de voorzitter of de (zwaarste) sanctie van één dag ontzegging van de toegang tot de vergaderzaal een vrij lichte sanctie. De immuniteitsgerechtigde deelnemers aan het debat worden kennelijk geacht over voldoende karakter te beschikken om zichzelf te disciplineren. Dat dat in de praktijk soms tegenvalt, moge de hier geannoteerde zaak illustreren. Naast het algemeen belang van een vrije uitwisseling van ideeën dient de parlementaire immuniteit de scheiding der machten. Doordat niet de rechter, maar de Kamervoorzitter de toelaatbaarheid van parlementaire uitlatingen beoordeelt (en wel op basis van het ordereglement van diezelfde Kamer), bewaart uiteindelijk het parlement de orde in eigen huis. Democratisch verkozen volksvertegenwoordigers zelf stellen en bewaken de grenzen van het parlementaire debat, niet de rechter. De parlementaire immuniteit beschermt de politieke ambten dus tegen te vergaande bemoeienis van de rechterlijke macht. Tegelijk biedt de immuniteit echter ook bescherming aan de rechter. Zij voorkomt immers (gedeeltelijk) dat de rechter in politieke ruzies wordt betrokken. Daarbij zou de rechter van een stel kemphanen er één gelijk moeten geven, met het gevaar dat bij het publiek het beeld ontstaat dat hij in een politieke kampenstrijd voorkeuren koestert. Dat is weliswaar meestal ten onrechte, maar ook zo n beeld kan de acceptatie van rechterlijke geschilbeslechting aantasten, bij het publiek én bij politici. De hier geannoteerde zaak illustreert deze bescherming van de rechter treffend: hij kan een onverkwikkelijke, hoogstwaarschijnlijk politiek gemotiveerde ruzie terug op het bordje schuiven van de politieke ambten zelf, die het onderling maar moeten proberen op te lossen. b In verschillende Europese landen bestaat nog een tweede vorm van parlementaire immuniteit, en wel de bescherming van parlementariërs tegen vormen van strafvervolging voor hun doen en laten buiten het parlement. Vaak regelt de grondwet dat tegen een parlementariër slechts een strafproces kan worden begonnen als het parlement daarvoor toestemming geeft. Deze buitenparlementaire immuniteit biedt bescherming tegen pogingen van de regering (historisch gezien de koning) om al te kritische parlementariërs via het strafrecht uit de weg te ruimen desnoods met behulp van opgeklopte beschuldigingen of vals bewijs. Het verleden biedt daarvan helaas verschillende voorbeelden. Nederland kent deze buitenparlementaire immuniteit niet. Gezien ons fatsoenlijke en professionele Openbaar Ministerie en gezien de vergaande onafhankelijkheid van onze rechterlijke macht lijkt deze immuniteit in het huidige maatschappelijke en politieke klimaat ook overbodig. Dat geldt overigens helaas niet overal ter wereld. 6 P.J. Oud, Het constitutioneel recht van het Koninkrijk der Nederlanden, 1967, p. 597.

4 annotatie Ars Aequi december a Een rechtsstaat betaalt voor de parlementaire immuniteit een hoge prijs. Zolang de immuniteit de toegang tot de rechter blokkeert, kan een burger weinig beginnen tegen beschadigende of kwetsende woorden die een parlementariër over hem spreekt. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft dan ook al veel klachten moeten beoordelen over gevallen waarin Europese burgers een rechtszaak tegen een parlementariër op de immuniteit zagen afketsen. Voor de Nederlandse (en de Arubaanse) immuniteit is van groot belang het Straatsburgse arrest inzake mevrouw A tegen het Verenigd Koninkrijk (de Hoge Raad haalt het hierboven aan in r.o ). Het Britse Member of Parliament Howard Stern houdt tijdens een vergadering van het Lagerhuis een uitgebreide toespraak over losgeslagen huurders in de sociale woningbouw. Hij noemt mevrouw A en haar kinderen als verpersoonlijking van deze problematiek. Hij noemt hun naam en adres en betitelt het gezin als neighbours from hell, waarbij hij wangedrag beschrijft van het vernielen van auto s tot drugshandel en brandstichting. Vette koppen in de beruchte Britse schandaalpers zijn het resultaat. Vervolgens krijgt mevrouw A zélf te maken met neighbours from hell : ze wordt op straat uitgescholden en bespuugd en zij is het slachtoffer van discriminerende scheldpartijen. Uiteindelijk ziet zij zich gedwongen te verhuizen. Volgens mevrouw A zijn de beschuldigingen niet terecht en bovendien neemt zij het Stern zeer kwalijk dat hij nooit contact met haar heeft gezocht om zijn informatie te verifiëren. Zij kan Stern niet bij de civiele rechter aanspreken vanwege de parlementaire immuniteit, die in het Verenigd Koninkrijk vrijwel hetzelfde inhoudt als in Nederland: een blokkade van alle civiel- en strafrechtelijke procedures tegen parlementaire uitlatingen. Dan klaagt mevrouw A in Straatsburg over schending van artikel 6 EVRM. De Britse parlementaire immuniteit doorstaat de Straatsburgse toets zonder moeite, hoewel het Hof het gedrag van parlementariër Stern in het voorbijgaan particularly regrettable noemt. Het Hof redeneert als volgt. Het uit artikel 6 EVRM afgeleide recht op toegang tot de rechter is niet absoluut, maar onderhevig aan inherente beperkingen. Bij de aanvaarding van die beperkingen genieten de verdragsstaten een zekere margin of appreciation. Wel moeten eventuele beperkingen op de toegang tot de rechter de kern van dat recht intact laten, een legitiem doel dienen en proportioneel zijn. Welnu, de parlementaire immuniteit beschermt de vrijheid van meningsuiting in het parlement en zij reguleert de verhouding tussen de wetgevende en de rechterlijke macht en dat zijn voor het Hof legitieme doelen. Juist voor parlementariërs is de vrijheid van meningsuiting van eminent belang. Bovendien komt de parlementaire immuniteit in alle verdragsstaten in een of andere vorm voor. Om deze redenen levert de parlementaire immuniteit geen disproportionele beperking op van de toegang tot de rechter. Het lijkt er dus op dat een absolute, binnenparlementaire immuniteit de Straatsburgse toets doorstaat, zelfs als buitenstaanders als mevrouw A daar op betreurenswaardige wijze de dupe van worden. b Ná de zaak A t. Verenigd Koninkrijk volgde een hele rits arresten over de tweede vorm van parlementaire immuniteit, die parlementariërs beschermt tegen vervolging voor buitenparlementaire gedragingen (zie hiervoor bij 2b). Over de buitenparlementaire immuniteit is het Hof bij lange na niet zo mild als in de zaak van mevrouw A. Integendeel, het lijkt erop dat het onverkort vasthouden aan de parlementaire immuniteit volgens het Hof uitsluitend door de beugel kan als daarmee de kern van het parlementaire werk (debatteren, schrijven en stemmen over politieke aangelegenheden) wordt beschermd. Voor handelingen van parlementariërs die te weinig verband vertonen met deze kern van het parlementaire werk, oordeelt het Hof het vasthouden aan de immuniteit vrijwel zonder uitzondering in strijd met artikel 6 EVRM. 7 Wij hoeven er niet treurig om te zijn dat ons land deze vorm van immuniteit niet kent. 4 Weliswaar blijkt uit de zaak A t. Verenigd Koninkrijk dat de binnenparlementaire immuniteit als zodanig een acceptabel instituut is, toch probeerde de indiener van het cassatieberoep de Hoge Raad te bewegen om in deze uitzonderlijke zaak de immuniteit buiten toepassing te laten. Volgens hem ontstaat er (alsnog) strijd met artikel 6 EVRM als ook scheldwoorden zonder enig inhoudelijk verband met het onderwerp van beraadslaging onverkort door de immuniteit worden gedekt, zie r.o en De inbreuk die de parlementaire immuniteit maakt op het recht op toegang tot de rechter is volgens eiser slechts gerechtvaardigd, voor zover zij bewerkstelligt dat de regering onbevreesd kan worden bekritiseerd. Onvervalste scheldpartijen vallen echter buiten een zinvol parlementair debat, en het beschermen dáárvan draagt aan de doelen van de parlementaire immuniteit niets bij. Daarom zou de rechter de parlementaire immuniteit buiten toepassing moeten laten wegens strijd met artikel 6 EVRM. 8 De Hoge Raad laat zich hier niet toe verleiden, zie r.o Volgens mij had hij nauwelijks een andere keuze. Parlementaire immuniteit is uitsluitend zinvol, als zij voor alle gevallen geldt. Het is weliswaar een bot en grof middel, maar dat is in zekere zin ook juist de bedoeling: parlementaire immuniteit wil de parlementariër zekerheid bieden dat hij nooit voor de rechter zal hoeven te verschijnen voor wat hij in het parlement zegt. Die zekerheid neemt ieder chilling effect weg dat al van de enkele mogelijkheid van gerechtelijke vervolging zou kunnen uitgaan. Door deze zekerheid van niet-vervolging debatteert de parlementariër zonder zwaard van Damocles boven het hoofd. Zo gauw de rechtspraak uitzonderingen op de 7 Zie bijvoorbeeld: EHRM 30 januari 2003, app 45649/99 (Cordova/Italië) EHRM 3 juni 2004, EHRC 2004, 69 (De Jorio/Italië) EHRM 16 november 2006 EHRC 2007, 11 (Tsalkitzis/ Griekenland). 8 Zoals art. 94 Gw, dat ook voor Aruba geldt, toestaat. Men kan hier overigens ook een beroep op verdragsconforme grondwetsuitleg in zien; in dat geval is een beroep op art. 94 Gw niet eens nodig, zij het dat daaruit het primaat van het verdrag blijkt, dat bij conforme interpretatie wordt voorondersteld.

5 932 Ars Aequi december 2012 annotatie parlementaire immuniteit gaat erkennen, is die zekerheid verdwenen. (Zinvolle) uitzonderingen zijn namelijk niet in hard and fast rules te vatten; zij vereisen altijd een omschrijving in meer of minder vage termen. 9 Zo luidt de in cassatie voorgestelde, maar door de Hoge Raad verstandig genoeg niet overgenomen uitzondering bijvoorbeeld dat de immu niteit niet zou moeten gelden voor uitspraken die niet op enigerlei wijze verband houden met het onderwerp van de beraadslaging of met de controle van de regering. Er zijn zó tien twijfelgevallen te verzinnen waarbij redelijke personen kunnen twisten over de vraag of er nu wel of niet een voldoende verband is tussen een parlementaire uitlating en de controle van de regering. En wie beslist over die twijfelgevallen? Precies: de rechter. Daarmee lokt de aanvaarding van iedere uitzondering procedures uit, waarin de rechter zich moet gaan buigen over het al dan niet van toepassing zijn van de uitzondering, terwijl vaak niet op voorhand zeker zal zijn dat het een kansloze zaak betreft. Het belangrijkste effect van de parlementaire immuniteit vertrouwen bieden dat gerechtelijke procedures nooit zullen slagen is dan reeds lang ondergraven. 5 Parlementaire immuniteit is een fascinerend onderwerp dat, mede door de Wilders-zaak en door de onmiskenbaar feller geworden toon van het maatschappelijke debat de laatste jaren weer in de belangstelling staat. Er is nog veel meer over te zeggen. Komend jaar vergadert de NJV over immuniteiten, waarbij onder andere de parlementaire immuniteit uitgebreid wordt belicht. 9 Over de reden waarom dat het geval is mijn oratie Vorm of inhoud, p. 23.

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/115897

Nadere informatie

Wat is een constitutie?

Wat is een constitutie? Wat is een constitutie? 2 Veel landen op de wereld worden op een democratische manier bestuurd. Een democratie staat echter niet op zichzelf. Bij een democratie hoort namelijk een rechtsstaat. Democratie

Nadere informatie

Wat is een constitutie?

Wat is een constitutie? Wat is een constitutie? Veel landen op de wereld worden op een democratische manier bestuurd. Een democratie staat echter niet op zichzelf. Bij een democratie hoort namelijk een rechtsstaat. Democratie

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 22 augustus

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T Rolnummer 4045 Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 468, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 21

Nadere informatie

ADVIES. Inleiding. Voorstel. Commentaar. inzake

ADVIES. Inleiding. Voorstel. Commentaar. inzake ADVIES inzake Voorstel van wet van het Tweede-Kamerlid Halsema, houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MAART 2015 P.14.0392.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0392.N 1. M L E V U, beklaagde, 2. H R G V B, beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Jaak Haentjens, advocaat bij de balie te Dendermonde.

Nadere informatie

Wat is een rechtsstaat?

Wat is een rechtsstaat? Wat is een rechtsstaat? Nederlanders hebben veel vrijheid. We hebben bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting: we mogen zeggen en schrijven wat we willen. Toch heeft deze vrijheid grenzen. Zo staat er in

Nadere informatie

Geachte heer/mevrouw,

Geachte heer/mevrouw, Geachte heer/mevrouw, Netrebel gelooft in de rechten van vrijheid van informatie uitwisseling, vrije meningsuiting en het recht op privacy. Echter, netrebel wil geen vrijhaven zijn voor klanten die daar

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 11.3.2014 COM(2014) 158 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een nieuw EU-kader voor het versterken van

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Raad voor de Kinderbescherming, Directie Noord-West, Vestiging Amsterdam. Datum: 23 december 2013

Rapport. Rapport over een klacht over de Raad voor de Kinderbescherming, Directie Noord-West, Vestiging Amsterdam. Datum: 23 december 2013 Rapport Rapport over een klacht over de Raad voor de Kinderbescherming, Directie Noord-West, Vestiging Amsterdam. Datum: 23 december 2013 Rapportnummer: 2013/205 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642 ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46

Nadere informatie

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104354/1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JUNI 2012 P.12.0873.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0873.F I. P. D. V., II. III. IV. P. D. V., P. D. V., P. D. V., V. P. D. V., Mrs. Cédric Vergauwen en Olivia Venet, advocaten bij de

Nadere informatie

Module Verkiezingen 2017/331

Module Verkiezingen 2017/331 ECLI:NL:RVS:2017:363 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2017 Datum publicatie 13-02-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201701125/1/A2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

AAN DE SLAG MET DE RECHTSSTAAT

AAN DE SLAG MET DE RECHTSSTAAT OKTOBER 2018 AAN DE SLAG MET #3 WAT HEB JE NODIG? PowerPoint Per groepje twee werkbladen met opdrachten van verschillende landen DE WERKVORM IN HET KORT Eerst leg je aan de hand van een PowerPointdia uit

Nadere informatie

WERKOPDRACHT 6 POLITIEKE VERHOUDINGEN (II)

WERKOPDRACHT 6 POLITIEKE VERHOUDINGEN (II) WERKOPDRACHT 6 POLITIEKE VERHOUDINGEN (II) 1. Inleiding In deze werkopdracht zal verder de aandacht worden gevestigd op het parlementair stelsel en met name zal worden ingegaan op (het belang van) de parlementaire

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 FEBRUARI 2019 P.18.1028.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1028.N J J M S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jorgen Van Laer, advocaat bij de balie Antwerpen, tegen 1. D W, burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 DECEMBER 2016 P.16.1153.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.1153.N R S B, geïnterneerde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Jurisprudentie nr. 11 22

Jurisprudentie nr. 11 22 Nr. 22 Lampe/Wever (Parlementaire immuniteit Aruba) Hoge Raad 17 juni 2011 Arrest in de zaak van: A.R. Lampe, wonende in Aruba, verzoeker tot cassatie, advocaat: mr. P.S. Kamminga, tegen C.A.S.D. Wever,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 MEI 2008 C.05.0223.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0223.F AXA BELGIUM, naamloze vennootschap, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. B. P., 2. AXA BELGIUM, naamloze

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate Migratie Web ve 14000068 201200442/1 A/1. Datum uitspraak: 10 januari 2014 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

Strafbare belediging. A.L.J.M. Janssens

Strafbare belediging. A.L.J.M. Janssens Strafbare belediging A.L.J.M. Janssens Inhoudsopgave Gebruikte afkortingen Hoofdstuk 1 Inleidende opmerkingen 1 1.1 Het belang van de eer en de goede naam 1 1.2 Kennismaking met de beledigingsbepalingen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201110895/1/V1. Datum uitspraak: 23 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid. en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid. en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014 Rapportnummer: 2014 /122 20 14/122 d e Natio nale o mb ud sman 1/5 Feiten

Nadere informatie

1 Kent u het bericht Hof Antillen: erkenning homohuwelijk niet verplicht? Is dit bericht waar? 1)

1 Kent u het bericht Hof Antillen: erkenning homohuwelijk niet verplicht? Is dit bericht waar? 1) 2009Z12644 Vragen van de leden Brinkman en Bosma (beiden PVV) aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat de rechter in hoger beroep op de Nederlandse Antillen

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

CONSTITUTIONELE TOETSING: RECHTER & TRIAS

CONSTITUTIONELE TOETSING: RECHTER & TRIAS Conferentie de responsieve rechtsstaat 22.09.2016 CONSTITUTIONELE TOETSING: RECHTER & TRIAS Mr. Paul van Sasse van Ysselt BA Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie Constitutionele

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201108965/1 /VI. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Instructie: Landenspel light

Instructie: Landenspel light Instructie: Landenspel light Korte omschrijving werkvorm In dit onderdeel vormen groepjes leerlingen de regeringen van verschillende landen. Ieder groepje moet uiteindelijk twee werkbladen (dus twee landen)

Nadere informatie

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n C o m m i s s i e v a n B e r o e p N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r Openbare terechtzitting van 16 december 2016 In de zaak 0467/2013/(

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 JUNI2015 D.13.0025.N/l Hof van Cassatie van België Arrest Nr. D.13.0025.N e1ser, vertegenwoordigd door mr., advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1., met kantoor te ~ 2. 3. rmet zetel te rechtspersoon,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Vertaling C-258/13-1 Zaak C-258/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 mei 2013 Verwijzende rechter: Varas Cíveis de Lisboa (Portugal)

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 JUNI 2015 P.14.0406.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0406.N I R D F, beklaagde, eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen K D K, burgerlijke

Nadere informatie

Datum 5 november 2012 Onderwerp Antwoorden kamervragen over strafrechtelijke ontruiming van krakers

Datum 5 november 2012 Onderwerp Antwoorden kamervragen over strafrechtelijke ontruiming van krakers 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

Rolnummer 4151. Arrest nr. 80/2007 van 16 mei 2007 A R R E S T

Rolnummer 4151. Arrest nr. 80/2007 van 16 mei 2007 A R R E S T Rolnummer 4151 Arrest nr. 80/2007 van 16 mei 2007 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van de wet van 31 januari 2007 inzake de gerechtelijke opleiding en tot oprichting van het Instituut

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie Wetgeving sector staats- en bestuursrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 november 2007 Rapportnummer: 2007/251

Rapport. Datum: 9 november 2007 Rapportnummer: 2007/251 Rapport Datum: 9 november 2007 Rapportnummer: 2007/251 2 Klacht Verzoeker deed op 2 maart 2004 aangifte tegen zijn buurman, de heer Y, wegens vernieling van een aantal bomen, struiken en planten. Verzoeker

Nadere informatie

Bij brief van 19 februari 2003 heeft het college een verweerschrift ingediend.

Bij brief van 19 februari 2003 heeft het college een verweerschrift ingediend. Raad van State, 200300512/1 Datum uitspraak: 29-10-2003 Datum publicatie: 29-10-2003 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie: Bij besluit van 17

Nadere informatie

ECGF/U200801752 Lbr. 08/174

ECGF/U200801752 Lbr. 08/174 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 betreft OZB-procedure tegen Staat uw kenmerk ons kenmerk ECGF/U200801752 Lbr. 08/174 bijlage(n) datum 15 oktober 2008

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 5 januari 2015 en bij het secretariaat ingeboekt op 6 januari 2015 onder nummer

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 5 januari 2015 en bij het secretariaat ingeboekt op 6 januari 2015 onder nummer Dossiernummer 2015 003 RAPPORT Verzoeker De heer A.J. O. te Hengelo Datum verzoek Het klachtenformulier is gedateerd 5 januari 2015 en bij het secretariaat ingeboekt op 6 januari 2015 onder nummer 2015003.

Nadere informatie

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder.

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder. Zaaknummer: 2008/008 Rechter(s): mrs. Loeb, Lubberdink, Mollee Datum uitspraak: 20 juni 2008 Partijen: appellant tegen college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd ECLI:NL:HR:2017:1064 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-06-2017 Datum publicatie 09-06-2017 Zaaknummer 16/04866 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410,

Nadere informatie

Toegang tot de rechter: strategisch procederen in het milieurecht

Toegang tot de rechter: strategisch procederen in het milieurecht Toegang tot de rechter: strategisch procederen in het milieurecht De rol van de civiele rechter Prof.mr. E. Bauw Molengraaff Instituut voor Privaatrecht Montaigne Centrum voor Rechtsstaat en Rechtspleging

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 : * fc. Raad * vanstate 201100831/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

Wetenschappelijk Bureau Openbaar Ministerie

Wetenschappelijk Bureau Openbaar Ministerie 4.j1penbaar;Ministerie Wetenschappelijk Bureau Openbaar Ministerie Postbus 20305 2500 EH Den Haag Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directeur Constitutionele Zaken en Wetgeving ML.

Nadere informatie

Instructie Machtenscheidingsquiz

Instructie Machtenscheidingsquiz Instructie Machtenscheidingsquiz Korte omschrijving werkvorm De leerlingen worden ingedeeld in teams. Elk team strijdt om de meeste punten. Er zijn kennisvragen en blufvragen. Bij kennisvragen kiest elk

Nadere informatie

HC 5A, , Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde

HC 5A, , Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde HC 5A, 11-12-2017, Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde In het Koninkrijk der Nederlanden van 1954 is opgenomen dat het Statuut in hiërarchie hoger is dan de Grondwet (art. 5

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 JUNI 2015 D.13.0025.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. D.13.0025.N B.V.U, eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 OKTOBER 2010 P.10.1029.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1029.N I. II. B. R., beklaagde, gedetineerd, eiser. met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. III.

Nadere informatie

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T Rolnummer 4418 Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 301, 2, tweede en derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 7 van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 OKTOBER 2015 P.14.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0355.N I H nv, vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc Filip Mertens, met kantoor te 9000 Gent, Coupure 373, eiseres, met als

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BY8851

ECLI:NL:RVS:2013:BY8851 ECLI:NL:RVS:2013:BY8851 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-01-2013 Datum publicatie 18-01-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201112376/1/V1 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK 107381 Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te G, H en J, verzoeker,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201203791/1/V1. Datum uitspraak: 24 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 20Ï1Ö6836/1/V2. Datum uitspraak: 6 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Voetbalwet - de maatregelen: Gebiedsontzegging (max jaar) Groepsverbod Meldingsplicht. Bevoegdheid van burgemeester en OvJ

Voetbalwet - de maatregelen: Gebiedsontzegging (max jaar) Groepsverbod Meldingsplicht. Bevoegdheid van burgemeester en OvJ Voetbalwet Voetbalwet Parool Mei 2008 - Na vijftien jaar heen en weer praten is het langverbeide voetbalwetje bedoeld om relschoppers uit de omgeving van stadions te weren vrijdag door het kabinet goedgekeurd.

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,

Nadere informatie

Protocol geheimhouding ex artikel 25 van de Provinciewet 1

Protocol geheimhouding ex artikel 25 van de Provinciewet 1 1 Protocol geheimhouding ex artikel 25 van de Provinciewet 1 Gedeputeerde Staten van de Provincie Flevoland en Provinciale Staten van Flevoland stellen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 25

Nadere informatie

Brussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT. het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet

Brussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT. het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet EUROPESE CONVENTIE Brussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT CONV 738/03 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet Het secretariaat

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 JANUARI 2012 P.11.0894.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.0894.N 1. C. M. P. M. C., inverdenkinggestelde, 2. F. C. A. D., inverdenkinggestelde, 3. F. A. J.-M. G., inverdenkinggestelde, eisers,

Nadere informatie

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483 ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september Rapportnummer: 2012/146

Rapport. Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september Rapportnummer: 2012/146 Rapport Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september 2012 Rapportnummer: 2012/146 2 Klacht Verzoekster, een BV, klaagt erover dat de Huurcommissie te Den Haag haar verzoek

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 OKTOBER 2012 P.12.0330.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0330.N I A J M G, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Frank Janssen, advocaat bij de balie te Turnhout. II J A L G, beklaagde,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JUNI 2015 P.13.1661.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr.P.13.1661.N A B, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Joris De Wortelaer, advocaat bij de balie te Leuven, tegen ALLIANZ BELGIUM nv, met

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:445

ECLI:NL:RBDHA:2017:445 ECLI:NL:RBDHA:2017:445 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 25-01-2017 Datum publicatie 07-02-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 7638 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid van de behandeling van zaken betreffende personen- en familierecht MEMORIE VAN

Nadere informatie

VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL A7-0245/

VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL A7-0245/ EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Zittingsdocument 24.3.2014 A7-0245/2014 VERSLAG over het verzoek om verdediging van de immuniteit en de voorrechten van Mario Borghezio (2013/2279(IMM)) Commissie juridische

Nadere informatie

Met het amendement van Tweede Kamerlid Van Miltenburg (TK, vergaderjaar , 30131, nr. 65), luidt artikel 4 Wmo als volgt:

Met het amendement van Tweede Kamerlid Van Miltenburg (TK, vergaderjaar , 30131, nr. 65), luidt artikel 4 Wmo als volgt: Bijlage 1 Samenvatting De Wmo-compensatieplicht in de praktijk een onderzoek naar de jurisprudentie ter zake Met het amendement van Tweede Kamerlid Van Miltenburg (TK, vergaderjaar 2005-2006, 30131, nr.

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 344 Voorstel van wet van de leden Dijkstra en Schouw tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet gelijke behandeling met betrekking

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 Rapport Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 2 Klacht Op 10 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer D. te Heemstede, met een klacht over een gedraging van de Huurcommissie

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet

ADVIES. Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet ADVIES Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet Oktober 2014 1 Inleiding Een ieder heeft het recht op een eerlijk proces. Of het nu in een strafzaak of in een civiele zaak

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2012 P.12.0878.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0878.N M G M, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Leslie Roelants, advocaat bij de balie te Antwerpen. I.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 APRIL 2015 P.14.1146.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1146.N T K H, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Luc Arnou, advocaat bij de balie te Brugge, tegen 1. E V D C, 2.

Nadere informatie

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND 60005 DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND heeft het volgende overwogen en beslist omtrent het op 21 februari 2013 binnengekomen verzoek van de besloten vennootschap SCHIJF BOUW B.V., gevestigd te

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 070.00 ingediend door: hierna te noemen klager`, tegen: hierna te noemen 'verzekeraar. De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-02-2007 Datum publicatie 07-03-2007 Zaaknummer 200607659/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Hoger

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 No. 47 Landsverordening van de 2 de juli 2014, tot wijziging van de Sanctielandsverordening inzake de wijze van implementatie van vastgestelde sanctieverordeningen

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893 RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK IXe KAMER A R R E S T nr. 199.862 van 25 januari 2010 in de zaak A. 187.639/IX-5893 In zake : Dennis X. bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Karel S.

Nadere informatie

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,

Nadere informatie

REGELING INZAKE DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN PERSONEEL

REGELING INZAKE DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN PERSONEEL CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR328920_1 8 november 2016 REGELING INZAKE DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN PERSONEEL Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser; gelet

Nadere informatie