HET AANBIEDEN VAN EEN KWALITATIEF HUIS VAN HET KIND IN DE STAD AARSCHOT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HET AANBIEDEN VAN EEN KWALITATIEF HUIS VAN HET KIND IN DE STAD AARSCHOT"

Transcriptie

1 ACADEMIEJAAR HET AANBIEDEN VAN EEN KWALITATIEF HUIS VAN HET KIND IN DE STAD AARSCHOT EEN PROJECT VOOR OUDERS EN KINDEREN MET AANDACHT VOOR MAATSCHAPPELIJK KWETSBAREN. Scriptie ingediend door CAROLINE ENGELS voor het behalen van het bachelordiploma in het sociaal werk

2

3 HET AANBIEDEN VAN EEN KWALITATIEF HUIS VAN HET KIND IN DE STAD AARSCHOT EEN PROJECT VOOR OUDERS EN KINDEREN MET AANDACHT VOOR MAATSCHAPPELIJK KWETSBAREN. CAROLINE ENGELS ABSTRACT Kinderarmoede schaakmat?! In Vlaanderen werden er tussen 2009 en ,7% van de kinderen in een kansarm gezin geboren. Het Pact 2020 streeft in Vlaanderen naar een halvering van kinderen die in armoede geboren worden. Eén van de maatregelen om dit te verwezenlijken is het Huis van het Kind. In dit huis zal worden uitgegaan van ontmoeting, ondersteuning en verrijking. Het ontwerpdecreet inzake de organisatie van preventieve gezinsondersteuning vestigt de aandacht op: Werken aan de versterking van kwetsbare ouders en gezinnen met kinderen en jongeren in het kader van de bestrijding van kinderarmoede. Men gaat ervan uit dat kinderen tussen 0 en 3 jaar het meest kwetsbaar zijn voor de gevolgen van deze armoede. Hoe kan een lokaal bestuur een kwalitatief Huis van het Kind aanbieden aan de inwoners van de stad? Er zal hierbij een onderzoek gevoerd worden naar de lokale noden van kansarme als kansrijke ouders met kinderen tussen 0 en 3 jaar. Daarnaast zal gekeken worden naar verscheidene good practices en pilootprojecten van het Huis van het Kind in Vlaanderen. Via deze informatie zullen aanbevelingen gemaakt kunnen worden naar de stad Aarschot en het Huis van het Kind toe. Het uiteindelijke doel bestaat erin de toegankelijkheid voor elke burger te vergroten en preventieve opvoedingsondersteuning bereikbaar te maken voor iedereen. Kernwoorden: Huis van het Kind, preventieve opvoedingsondersteuning, kinder-en kansarmoede, lokaal bestuur, lokale actoren. ACADEMIEJAAR Scriptie ingediend voor het behalen van het bachelordiploma sociaal werk

4 Een positieve visie op opvoeden en opvoedingsondersteuning: de kracht en de mogelijkheden van kinderen en ouders staan hier centraal. - Steven Strynckx

5 i Woord vooraf Graag zou ik enkele personen bedanken die me hebben geholpen bij het voeren van dit onderzoek. Vooraleerst wil ik mijn stagebegeleidster Karlien Vanpée bedanken, zij gaf mee richting aan dit werk en stond mij bij op een kritische wijze. Wout Plasmans voor het engagement en het aanreiken van de bevraagde maatschappelijk kwetsbare ouders en zijn voortdurend optimisme. Zonder hem had ik nooit het aantal maatschappelijk kwetsbaar bevraagde ouders, dat ik voor ogen had, behaald. De dienst welzijn voor het vertrouwen, de vriendschap en de vrijheid die zij mij gaven om mij volledig te kunnen focussen op dit verhaal. Vervolgens wil ik de bevraagde en betrokken actoren in het Huis van het Kind verhaal bedanken voor de tijd en hun inzet. En tot slot mijn ouders en Pieter De Bruyn voor de aanmoedigingen die zij mij gaven. Uitzonderlijke dank gaat naar Veronique Debeys voor de tweejarige reis die wij maakten. Zij gaf mij het idee om stage te lopen bij de dienst welzijn, gaf duwtjes in de rug wanneer nodig en wist op een zorgzame manier mij te motiveren met het juiste woord op het juiste moment. Ik wens haar dan ook het allerbeste toe. Caroline Engels

6 ii Inhoudsopgave Woord vooraf... i Lijst van afkortingen... iv Inleiding... 1 Deel 1: Theoretische verkenning Wat vooraf ging Preventieve opvoedingsondersteuning Decreet betreffende opvoedingsondersteuning Inhoud Evaluatie Het decreet preventieve opvoedingsondersteuning Het decreet Het uitvoeringsbesluit De erkenning De subsidiëring Het aanbod Een visie en dienstverlening Provinciale startdag Vlaams- Brabant Progressief universalisme Kinderarmoede in Vlaanderen Wat is kinderarmoede? STUDIO Kinderarmoede Kinderarmoede in Aarschot Het Huis van het Kind internationaal Betrokken actoren in het Huis van het Kind Aarschot De dienst welzijn Beleidsplanning Tendensen binnen lokale besturen De Talentenbank Het Lokaal Overlegplatform Kind en Gezin Kind en Preventie Andere actoren Vrijwilligers Participatie en ontmoeting Omgaan met kansarmoede Het empoweren van kansarmen Het laten participeren van kansarmen Ontmoeting Ontmoeting als vorm van opvoedingsondersteuning Ontmoeting binnen een Huis van het Kind... 25

7 iii 5 De pilootprojecten doorlicht DEEL 2: PRAKTIJKVERKENNING Good practices in Vlaanderen Korte voorstelling van de gekozen organisaties Bespreking van de algemene bevindingen De verwachtingen van ouders met jonge kinderen in Aarschot Kenmerken van de respondenten Waar ouders zich opvoedingsgewijs vragen over stellen Het aanbod dat ouders wensen in een Huis van het Kind Verwachtingen van een Huis van het Kind De nood aan ontmoeting met andere ouders De kenmerken van een aantrekkelijke ontmoetingsruimte Welke activiteiten zouden ouders laten doorgaan in een ontmoetingsruimte? Participatie De bereikbaarheid en beschikbaarheid van een Huis van het Kind Eerste aanzet tot een Huis van Het Kind Aarschot Gesprekken met de betrokken organisaties Voorstelling organisaties Algemene verwachtingen Ontmoeting Vrijwilligers Vormelijk Eerste vergadering rond het Huis van het Kind Preventieve gezondheidszorg Preventieve opvoedingsondersteuning Activiteiten ter bevordering van de sociale cohesie Het aanbod in Aarschot Samenwerkingsverband Het draaiboek Conclusies en aanbevelingen Aanbevelingen Conclusie Bibliografie Bijlage 1... Bijlage 2...

8 iv Lijst van afkortingen AGB Autonoom Gemeentebedrijf BBC Beleids- en Beheerscyclus CAW Centrum Algemeen Welzijn CB Consultatiebureau CEGO Centrum voor Ervaringsgericht Onderwijs CKG Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning CLB Centrum Leerlingenbegeleiding EVA Extern Verzelfstandigd Agentschap EXPOO Expertisepunt voor Opvoedingsondersteuning IVA Intern Verzelfstandigd Agentschap JAC Jeugd Advies Centrum LOP Lokaal Overlegplatform OCMW Openbaar Centrum Maatschappelijk Welzijn REAAP - Résaeux d Ecoute, d Appui et d Accompagnement des Parents SARWGG - Strategische Adviesraad Welzijn Gezondheid en Gezin VVSG Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten VZW Vereniging Zonder Winstoogmerk

9 1 Inleiding Na de evaluatie van het decreet betreffende de organisatie van opvoedingsondersteuning in 2007 wil de Vlaamse Regering de preventieve opvoedingssector meer op lokaal niveau situeren en de actoren beter laten samenwerken. Vlaanderen volgt hierbij de Europese tendens van het samenbrengen van actoren (Van Crombrugge, 2012). Met deze gedachte werd op 13 juni 2013 het ontwerpdecreet inzake de organisatie van preventieve gezinsondersteuning gelanceerd door Minister Jo Vandeurzen. Eén van de drie speerpunten hierin is het concept Huis van het Kind. Hiermee wil men het aanbod van preventieve gezinsondersteuning bundelen in een netwerk en/of fysieke vindplaats, waarbij Kind en Gezin een cruciale rol zal spelen. De doelgroep binnen het Huis van het Kind zijn de ouders van jonge kinderen of jongeren tot en met 24 jaar. Het aanbod zal bestaan uit preventieve gezondheidszorg, opvoedingsondersteuning en activiteiten ter bevordering van de sociale cohesie. Dit nieuwe decreet, dat is ingetreden op 1 april 2014, vereist een implementatie naar de sector toe en zal leiden tot een nieuw landschap binnen de preventieve gezinsondersteuning. Omdat lokale besturen een belangrijke rol spelen in het vormgeven van een lokaal gezinsbeleid, krijgen ze ook in de Huizen van het Kind een prominente rol, samen met de lokale partners. De dienst welzijn van de stad Aarschot zal als dienst van het lokaal bestuur een eerste initiatief nemen om mee in het Huis van het Kind verhaal te stappen. De dienst werkt vanuit de idee dat iedereen van de bevolking mee moet zijn. Onder de slogan Iedereen mee. Daarnaast werken zij via het talentenverhaal, waarbij men iedereen van de bevolking wil bereiken volgens zijn of haar talent. Zo n 6,8% (Kansarmoedeindex, 2012) van de Aarschotse kinderen leeft volgens Kind en Gezin in kansarmoede. Het leven in deze kansarmoede kan voor kinderen significante gevolgen hebben voor hun ontwikkelingskansen. De dienst welzijn streeft naar het verbeteren van het welzijn van haar bevolking met specifieke aandacht voor maatschappelijk kwetsbaren. De vraag die de dienst zich vanuit deze gedachte stelt is hoe zij een kwalitatief Huis van het Kind aan haar bewoners kan aanbieden. Wanneer we deze probleemstelling breder situeren, kunnen we op microniveau stellen dat de lokale invalshoek van groot belang is. Een Huis van het Kind wordt samengesteld via organisaties uit de stad. De mening van de ouders met kinderen en wat zij verwachten, zal hierbij aangegeven worden. Vervolgens kan op mesoniveau kritisch naar de sector gekeken worden. Wat moet er nog veranderen bij de betrokken actoren om tot het gewenste resultaat te komen en wat kunnen zij leren van elkaar? Naar het beleidsdomein toe, het macroniveau, kunnen we eveneens kritisch kijken naar het nieuwe decreet. Zo kan men zich de vraag stellen of er voldoende ruimte binnen het decreet is om te creëren wat men vraagt. Dit geldt niet alleen voor de stad Aarschot, maar ook voor andere Vlaamse steden en gemeenten. De onderzoeksvraag: Hoe kan de stad Aarschot een kwalitatief Huis van het Kind aan haar bevolking aanbieden?, kan in twee deelvragen worden opgesplitst. Ten eerste zal er een enquête worden afgenomen bij kansrijke en kansarme ouders met kinderen tussen 0 en 3 jaar. Hierbij gaan we na wat hun vragen en noden zijn rond opvoeden, ontmoeten en dienstverlening. Wat verwachten deze ouders en is dit realistisch? Enkel het bevragen van de bevolking is echter niet voldoende. Een tweede deelvraag kan hierbij gesteld worden. Hoe gaan andere steden een gemeenten aan het werk met het

10 2 Huis van het Kind? Er werden vijf initiatieven over heel Vlaanderen die werken rond het Huis van het Kind bevraagd. De volgende good practices werden bezocht: VZW Storzo (Huis van het Kind Zuid-Oost Hageland), Huis van het Kind Zottegem, Huis van het Kind Lier, Huis van het Kind Leuven en IN-Zetje vzw. Er werd onderzocht wat binnen de preventieve gezinsondersteuning werkt en wat niet. Dit kan sector overschrijdend zijn. Hiervoor kunnen we kijken naar de lokale diensteneconomie en de nuttige aspecten uit parallelle projecten implementeren naar de noden en bevolkingsomvang in de stad Aarschot. De conclusies uit de bovenstaande stappen zullen resulteren in aanbevelingen gericht aan het lokale bestuur en het samenwerkingsverband. Tot slot zal er een draaiboek worden opgesteld over hoe een stad of gemeente een Huis van het Kind kan opstarten en wat voor een proces dit vereist. De stad Aarschot zal met deze aanbevelingen aan de slag kunnen gaan. Het onderzoek heeft als doel een basis te leggen, dat duidelijk maakt welke opties mogelijk zijn. Om de stad een beeld te geven van wat de bevolking nodig heeft, worden er bij vijf verschillende kinderdagverblijven over Aarschot heen 20 enquêtes rondgedeeld. De maatschappelijk kwetsbaren willen we bereiken door face-to-face interviews en informele contacten. We opteren hiervoor omdat er zo gezorgd kan worden voor een veilige ruimte waar iedereen zijn of haar verhaal kan vertellen. De contacten worden gelegd via Kind en Gezin, de lokale voedselbedeling van vzw Kommaraf, het OCMW en persoonlijke contacten van de buurtwerker. Het betrekken van de maatschappelijk kwetsbare gezinnen is een belangrijk aspect. Een onderzoek naar wat zij juist nodig hebben en/of verwachten is cruciaal. Door participatie en engagement te bevorderen, zullen zij kansen kunnen bieden aan hun kinderen, alsook meer op de hoogte zijn van wat er zich afspeelt in de stad. Al mag de focus niet alleen naar deze mensen uitgaan. Het moet een huis van iedereen worden, waar iedereen welkom is. Wat de doelgroep betreft werd er gekozen om een afgebakende hoofdcategorie te bevragen met name de ouders met kinderen van 0 tot 3 jaar. Dit omdat er geen kwaliteitsvolle bevraging mogelijk is bij alle ouders met kinderen van 0 tot 24 jaar oud. Wel kunnen we informatie vergaren bij ouders die misschien ook oudere kinderen hebben. Deze informatie zal echter in de zijlijnen worden opgenomen. Tot slot zal er een eerste aanzet worden gegeven aan het Huis van het Kind met de betrokken actoren. Dit zijn: de dienst welzijn, Kind en Gezin, Kind en Preventie, buitenschoolse kinderopvang, CAW Vlaams-Brabant, OCMW Aarschot, de jeugddienst, de lokale CLB s, de bibliotheek, vzw De Bakermat Leuven, Arktos, Buurtwerk Aarschot, vzw Kommaraf, het lokaal overleg platform voor gelijke onderwijs kansen (LOP), de gezinsbond, Centrum Geestelijke Gezondheidszorg Aarschot (CGG), het Centrum voor Ervaringsgericht Onderwijs (CEGO) en de verantwoordelijke voor het loket kinderopvang. Tijdens dit evenement zal er afgestemd worden wat de verwachtingen en de vragen van de organisaties zijn. Er zal hier nagedacht worden over wat het Huis van het Kind wil betekenen voor de ouders van kinderen en jongeren en welke meerwaarde het kan bieden. Het creëren van een overkoepelende visie, waarbij elke organisatie zijn eigenheid kan behouden, lijkt opportuun. Een scheppend kader kan hier gevormd worden. Wat willen wij als organisatie aanbieden of mogelijk maken en wat niet?

11 De verdere structuur van dit werk zal bestaan uit een theoretische en een praktijkgerichte verkenning. De theoretische verkenning is opgebouwd rond het oude en het nieuwe decreet, waarna de belangrijkste elementen uit het decreet uitgelicht worden en aangevuld met andere literatuur. In de praktijkgerichte verkenning zal de onderzoeksmethodiek verklaard worden en de resultaten worden weergegeven. Uit deze twee onderdelen zullen de conclusies, de aanbevelingen en tips naar het lokale bestuur en het samenwerkingsverband voorgesteld worden. 3

12 4 Deel 1: Theoretische verkenning 1 Wat vooraf ging 1.1 Preventieve opvoedingsondersteuning Preventieve opvoedingsondersteuning wordt in Vlaanderen geregeld door Kind en Gezin, dat daarnaast ook bevoegd is voor adoptie en kinderopvang (Wouter N. en Bossuyt V., 2013). Binnen de pijler preventieve opvoedingsondersteuning zijn er drie hoofdtaken weggelegd voor Kind en Gezin. Ten eerste wordt er medische, psychosociale en pedagogische preventie voorzien. Het gaat hierbij over het verschaffen van advies en/of informatie aan aanstaande ouders en ouders met kinderen tot en met drie jaar. Dit advies kan gaan over bijvoorbeeld opvoeding, gezonde voeding, het toedienen van vaccinaties enzovoort. De hulpverlening begint bij de zwangerschap en eindigt in de huiskamer. Opvoedingsondersteuning via de opvoedingswinkel valt hier eveneens onder. Ten tweede is er opvoedingshulp voor gezinnen in crisis- en/of risicosituaties, waarbij gezinnen beroep kunnen doen op de Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning (CKG). Tot slot heeft preventieve gezinsondersteuning de taak om proactief te handelen rond kindermishandeling. Waar Kind en Gezin vroeger uitging van het preventief oplossen van crisissituaties (Van den Bruel B. en Verhegge K., 2005) proberen zij hun aanbod tegenwoordig te verschuiven naar ouders zonder problemen, waar de positieve omgang met de kinderen gestimuleerd wordt. Dit wordt positief ouderschap genoemd. Opvoedingsondersteuning kan vanuit deze gedachte opgedeeld worden in drie delen (Vandemeulebroecke L., 1995): 1. Opvoedingsondersteuning als verrijking van de opvoeding en van het opvoedingsmilieu 2. Opvoedingsondersteuning als pedagogische preventie bij moeilijke opvoedingssituaties 3. Opvoedingsondersteuning in het kader van pedagogische hulpverlening Meer recent plaatste Vandemeulebroecke (2004) opvoedingsondersteuning op een continuüm samen met opvoedingshulp, waar opvoedingsondersteuning openstaat voor elke ouder met een vraag over dagelijkse opvoeding. Deze gedachte van opvoedingsondersteuning berust op de volgende uitgangspunten: 1. De erkenning van het belang van gezinsopvoeding voor kinderen, volwassenen en de samenleving 2. De erkenning van de pedagogische verantwoordelijkheid en het verlangen en de bekwaamheid van ouder om de relatie met hun kinderen op een verantwoorde wijze vorm te geven 3. De erkenning dat ouders bij het gewone opvoeden vragen en onzekerheden kunnen ervaren en het recht hebben indien nodig hiervoor steun te ontvangen.

13 5 Wat houdt preventieve opvoedingsondersteuning nu precies in? Vergeer gaf hier in 1998 een concrete invulling aan onder 7 pijlers: 1. Informatie en voorlichting: algemene informatie over de ontwikkeling van kinderen of gerichte informatie over bepaalde aspecten daarvan; de ouder helpen de zaken op een rijtje te zetten en de ouder informatie geven zodat er beter inzicht ontstaat in de opvoedingssituatie; 2. Advies en begeleiding: is een vorm van gerichte ondersteuning bij opvoedingsvragen of problemen; de aanpak richt zich op probleemverheldering, zicht krijgen op beïnvloedende factoren en samen met de ouders een plan van aanpak opstellen; 3. Emotionele steun: de ouders in een sfeer van acceptatie hun gevoelens laten uiten, zonder normering en met waardering voor de goede bedoelingen; 4. Praktische/instrumentele steun: concrete suggesties of aanwijzingen geven voor de aanpak van een bepaald probleem of ouders daadwerkelijk bijstaan in praktische aangelegenheden; 5. Modeling/voorbeeldleren: tegenover de verbale informatie- of adviesoverdracht, staat het effectieve voorbeeldgedrag dat meestal aan huis plaatsvindt; 6. Mobiliseren van sociale steun rondom de opvoeding: stimuleren van het sociale netwerk waar men steun vindt voor opvoedingsvragen; 7. Verwijzen: indien men zelf niet de nodige ondersteuning kan bieden, dient men door te verwijzen. De grootste valkuil binnen preventieve opvoedingsondersteuning wordt hierbij al snel duidelijk. De les spellen aan ouders komt vaak onbewust naar boven bij de hulpverlening, al is dit niet de bedoeling. Het kan niet de bedoeling zijn om ouders advies te geven vanuit onze eigen waarden, normen en deskundigheid. Integendeel, het gaat om het neutraal aanreiken van bepaalde mogelijkheden om kinderen op te voeden. Het ontsnappen aan deze valkuil kan alleen maar worden voorkomen wanneer de verantwoordelijkheid en de krachten van de ouders centraal worden gesteld. Ook Kristien Nys (2004) haalt deze vorm van empowerment boven als leidraad bij opvoedingsondersteuning. Empowerment is in deze context het vertrekken van of het aanspreken van de krachten van ouders. 1.2 Decreet betreffende opvoedingsondersteuning 2007 Opvoedingsondersteuning kreeg in 2007 pas echt decretaal vorm. Een vastlegging van wat de sector juist doet was volgens de Vlaamse Regering op zijn plaats Inhoud Het voorgaande decreet, wat werd goedgekeurd in 2007, beschreef de ondersteuning van de Vlaamse Regering van lokale coördinatoren opvoedingsondersteuning en het lokaal overleg opvoedingsondersteuning. Hierbij werden middelen vrijgemaakt voor opleidingen en permanente vorming voor lokale coördinatoren opvoedingsondersteuning. Daarnaast

14 6 regelde het decreet eveneens de subsidie-enveloppe voor de opvoedingswinkels 1, mits het voldoen aan bepaalde voorwaarden. Verder werden provinciale steunpunten opvoedingsondersteuning en het steunpunt opvoedingsondersteuning van de Vlaamse Gemeenschapscommissie gesubsidieerd, alsook initiatieven inzake voorlichting, opleiding, vorming en training in verband met de opvoeding van kinderen. Tot slot werd ook het Vlaams expertisepunt voor opvoedingsondersteuning (EXPOO) opgericht Evaluatie Het is duidelijk dat de Vlaamse Regering in het decreet van 2007 haar aandacht op verschillende instanties legde en de eenheid in het opvoedingsondersteuning verhaal was. Een evaluatie drong zich op. Het decreet van 2007 plaatste opvoedingsondersteuning op de maatschappelijke agenda, maar miste opportuniteiten. Zo wordt preventieve gezinsondersteuning gekenmerkt door verschillen in middenveldorganisaties, vrije beroepen en verschillende overheden. De kracht van deze verschillen kwam echter niet tot hun recht door onder andere de versnippering van het werkveld (wie neemt welke rol en taken op zich), financiering en hiaten in het aanbod. Verder kwam in de evaluatie naar voor dat opvoedingsondersteuning optimaal functioneert op plekken waar ouders en kinderen vaak komen, op een lokale en flexibele manier uitgeoefend en ingebed in een breder geheel. De bevindingen doen het beleid zwichten voor drie nieuwe aandachtspunten binnen opvoedingsondersteuning, nl. een flexibele netwerkvorming, een aanpassing aan de lokale realiteit en de herkenbaarheid te maximaliseren 2. 2 Het decreet preventieve opvoedingsondersteuning Het decretaal kader in dit werkstuk is van uiterst belang en zal daarom uitvoerig besproken worden. Sinds 1 april 2014 is het nieuwe decreet ingetreden. Het beleid staat voor verscheidene uitdagingen die ze via dit decreet willen aanpakken. Allereerst zijn er medische verschuivingen zichtbaar, van acute infectieproblemen naar chronische aandoeningen, waarbij de vaccinatiegraad (die al hoog is) nog beter kan. Ook de stijgende problematiek rond obesitas kan verder worden aangepakt. Eenvoudige maatregelen kunnen genomen worden voor vaccineerbare ziekten. Een ziekte als obesitas vraagt meer inspanning, aangezien dit een samenwerking tussen verschillende actoren op langere termijn vereist. Vervolgens ziet men een stijgende nood aan opvoedingsondersteuning en psychosociale ondersteuning, hoewel het opvoeden van een kind een leuke ervaring is voor vele ouders, blijven ouders met vragen zitten. Dit valt te verklaren door de veranderde maatschappelijke- en gezinscontext, immers families worden alsmaar kleiner en individualisering zorgt voor een afname van de sociale ondersteuning. Dit maakt 1 Een opvoedingswinkel is een plaats waar ouders terecht kunnen met vragen over het opvoeden van kinderen. Twijfels en vragen kunnen hierbij verhelderd worden door de medewerkers. Ouders die hier nood aan hebben, kunnen gratis en anoniem hulp of advies krijgen. 2 Voorontwerp van decreet (Vandeurzen J.) houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning, 12 november 2013, 2131 ( ),nr 4.

15 7 opvoeden niet altijd een even makkelijke klus. De bewuste keuze voor kinderen en de druk van buitenaf om de kinderen goed op te voeden, doet de vraag stijgen naar ondersteuning en tips. Door de samenwerking en aansluiting bij wat al bestaat wil het ontwerp van decreet eveneens ingaan tegen de veelheid aan overlegorganen waar Vlaanderen door gekenmerkt wordt Het decreet In het decreet betreffende de preventieve gezinsondersteuning worden de grote lijnen van het Huis van het Kind neergeschreven 4. De Vlaamse gemeenschap en het tweetalig gebied Brussel Hoofdstad vallen binnen het toepassingsgebied van het decreet. Het betreft hier alle gezinnen met kinderen en jongeren, tot maximaal 24 jaar oud, waarbij het leeftijdsbereik wordt bepaald door het georganiseerde aanbod. De doelstelling van preventieve gezinsondersteuning beoogt het stimuleren van het welbevinden van ouders en gezinnen met kinderen en jongeren op gebied van welzijn en gezondheid. Daarnaast moet het aanbod aangepast zijn aan maatschappelijke verandering en moet het hierop een gedifferentieerd antwoord kunnen bieden. Met de vereisten dat het aanbod op een kwaliteitsvolle manier verloopt en zo laagdrempelig mogelijk gehouden wordt. Het Huis van het Kind wil het aanbod van deze preventieve gezinsondersteuning lokaal vormgeven, maar ook samenbrengen. Minimaal moeten hiervoor drie soorten van activiteiten aanwezig zijn. Het betreft preventieve gezondheidszorg, opvoedingsondersteuning en activiteiten ter bevordering van de sociale cohesie. Het werkingsgebied van het Huis van het Kind zal maximum de breedte inhouden van een zorgregio. Het niveau van deze zorgregio is de kleine stad. Concreet wil dit zeggen dat het Vlaamse gewest opgedeeld wordt in 60 zorgregio s. Toegepast op Aarschot houdt dit in dat de gemeente Begijnendijk valt onder de zorgregio Aarschot. Eén van de doelstellingen van het Huis van het Kind houdt in dat verschillende actoren worden samengebracht. Daarnaast wordt er een geïntegreerd en efficiënt aanbod beoogd zodanig dat er op inhoudelijk en organisatorisch vlak zoveel mogelijk kan bereikt worden. Het decreet maakt hier verder een opdeling in de doelstellingen voor het individu en de actoren. Op vlak van het individu wil het Huis van het Kind een afstemming maken op specifieke noden en vragen, het aanbod brengen naar maatschappelijk kwetsbare gezinnen, het aanbod ontsluiten voor professionals en de zorgafstemming faciliteren. Deze zorgafstemming houdt in dat er met meerdere hulpverleners en de cliënt een gesprek kan worden aangegaan om de knelpunten beter in kaart te brengen. Wat de actoren betreft wil het decreet zorgen voor een versterking van de competenties alsook de efficiëntie van hun dienstverlening. 3 Voorontwerp van decreet (Vandeurzen J.) houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning, 12 november 2013, 2131 ( ),nr 4. 4 Decreet (Vandeurzen J.) houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning, 29 november 2013, 2131 ( ),nr 4.

16 8 De organisatie van het Huis van het Kind zal een minimumaanbod moeten garanderen. Dit houdt in dat er minimum vier diensten en/of activiteiten zullen moeten plaatsvinden. Het gaat hier over preventieve medische consulenten (erkend door Kind&Gezin), consulenten bestaande uit regioteamleden van Kind&Gezin, minimaal twee andere vormen van aanbod en tot slot een actieve doorverwijzing naar diensten buiten het Huis van het Kind. Subsidiëring kan verkregen worden wanneer de organisatie aan bepaalde voorwaarden voldoet. Zo moet het aanbod beantwoorden aan de vereisten gesteld in het decreet, moet de organisatie andere actoren op vlak van preventieve gezinsondersteuning actief betrekken en moet het Huis van het Kind een vorm aannemen van een feitelijke vereniging of een vzw. Deze juridische vormen zijn echter geen evidentie en zullen daarom later in dit werkstuk worden aangekaart. Buiten het voldoen aan de normale vereisten komen er nog enkele specifieke acties bij, zoals: het bereiken van mensen die tot nu toe niet bereikt worden, de overlapping in aanbod binnen de sector wegwerken, lokale lacunes doen verdwijnen, gebruikersparticipatie lokaal verankeren, een zorgafstemming voor de individuele gebruiker garanderen en voorzien in middelen voor de coördinatie en kwaliteitsbevordering van de organisatie. 2.2 Het uitvoeringsbesluit In een uitvoeringsbesluit 5 specificeert de Vlaamse Regering een aantal regels die nog niet duidelijk of concreet genoeg waren in het decreet. Hierbij vullen ze bepaalde criteria in en verfijnen ze verder de procedures. De essentiële delen van een decreet, met name de erkenningsvoorwaarden en de subsidiëring, worden hier nader verklaard (Vereniging Vlaamse Jeugddiensten, 2014). Na een laatste advisering door de Raad van State werd het definitieve uitvoeringsbesluit gelanceerd op 28 maart Het uitvoeringsbesluit beschrijft in vijf hoofdstukken hoe het decreet in uitvoering zal moeten worden gebracht. De volgende elementen worden hier besproken: de erkenning, de subsidiëring, het aanbod in preventieve gezinsondersteuning, het toezicht en de handhaving en tot slot de procedures inzake de erkenning en de subsidiëring De erkenning Ten eerste gaat het verkrijgen van een erkenning gepaard met de toelating om het logo en de naam Huis van het Kind te mogen gebruiken. De erkenning die verkregen wordt is van onbepaalde duur. Eens men de erkenning krijgt, kan men deze op weinig manieren nog afnemen. Om een erkenning te verkrijgen moet het samenwerkingsverband: een ontvankelijke aanvraag indienen; beschikken over een voorstel van het werkingsgebied; de voorwaarde inzake de samenwerking met het lokaal bestuur respecteren; voldoen aan het minimaal verplichte aanwezige aanbod en maximaal twee jaar na het verkrijgen van de erkenning voldoen aan de voorwaarde doorverwijzing, een aansluiting bij het lokaal sociaal beleid realiseren; het Huis van het Kind openstellen; 5 Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning, Parl.St. Vl.Parl., 28 maart 2014, nr /2

17 9 concrete acties ondernemen; het aanbod bekendmaken. Wat de administratieve verplichtingen betreft moet het samenwerkingsverband (de vzw of feitelijke vereniging) in staat zijn te rapporteren over de samenwerking en de werkzaamheden De subsidiëring Binnen de perken van de begroting geeft de minister een toekenning van een subsidie vrijgemaakt voor het Huis van het Kind. Wederom geeft het agentschap een subsidie van onbepaalde duur en moet er een ontvankelijke aanvraag worden ingediend. Verdere voorwaarden zijn dat het samenwerkingsverband de vorm van een feitelijke vereniging of een vzw moet aannemen, moet voldoen aan de erkenningsvoorwaarden, maximaal na twee jaar aan dezelfde voorwaarden moet voldoen als bij de erkenningsvoorwaarden en andere actoren actief moet betrekken bij het Huis van het Kind. Het samenwerkingsverband zal ook hier rapportering moeten voorleggen over de samenwerking en de werkzaamheden. Alsook zal jaarlijks, en maximaal zeven maanden na het afsluiten van het boekjaar, een financieel verslag moeten voorgelegd worden. Dit financieel verslag bevat een goedgekeurde jaarrekening en een overzicht van alle kosten en opbrengsten die te maken hebben met het Huis van het Kind. De subsidie geldt als een algemene werkingssubsidie. Dit wil zeggen dat het geld moet worden ingezet om het aanbod van het Huis van het Kind uit te werken. Het geld zal dus niet noodzakelijk ingezet worden om personeel in te schakelen en zal zeker niet genoeg zijn om één voltijds equivalent aan te werven. De subsidie zal jaarlijks herberekend worden op basis van het aantal minderjarigen binnen het werkingsgebied van het Huis van het Kind en het aandeel minderjarigen in kansarme gezinnen binnen het werkingsgebied. De eerste berekening zal uitgevoerd worden door het intern verzelfstandigd agentschap Zorginspectie op basis van gegevens van de dienst Demografie, Algemene Directie Statistiek en Economische informatie. De berekening van het aantal kansarme kinderen zal een mix worden van gegevens uit de kansarmoedeindex van Kind en Gezin, het aantal minderjarige rechthebbende op een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering ten opzichte van het totaal aantal minderjarigen en het aantal minderjarigen in een eenoudergezin ten opzichte van het totaal aantal minderjarigen Het aanbod Tot slot moet ook een erkenning verkregen worden voor het aanbod preventieve opvoedingsondersteuning dat het Huis van het Kind aanbiedt. Opnieuw zal een ontvankelijke aanvraag moeten worden ingediend waaronder: een voorstel tot het werkingsgebied, dat rekening houdt met de populatie, de schoolgrootte en de toegankelijkheid; moet het samenwerkingsverband voldoen aan de startvoorwaarden inzake kwaliteit ; maximaal één jaar na het verkrijgen van de erkenning, voldoen aan de erkenningsvoorwaarden;

18 10 voldoen aan de voorwaarden inzake de kwaliteit van de werking en moet de samenwerking aansluiten bij alle Huizen van het Kind waarmee de aanbodsvorm zijn werkingsgebied deelt. Naar de kwaliteit toe moet de infrastructuur toegankelijk en aangepast zijn aan elke aanbodsvorm die het Huis van het Kind telt. Elk personeelslid dient voldoende opgeleid te zijn om het aanbod op een kwaliteitsvolle manier uit te voeren. Verder kan er beroep gedaan worden op vrijwilligers die op hun beurt de nodige ondersteuning van de organisator moeten krijgen. De organisator staat ook in voor de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de vrijwilligers en moet de wettelijk verplichte verzekering op zich nemen Een visie en dienstverlening Het Huis van het Kind moet beschikken over een duidelijke visie waarmee het aan de slag zal gaan om de opdrachten en doelstellingen te behalen. Methodisch moet de organisator streven om dit zoveel mogelijk te onderbouwen. Verder wordt er verwacht dat er gewerkt wordt aan maximale toegankelijkheid en laagdrempeligheid van de organisatie. Hiervoor moeten strategieën ontwikkeld worden om zowel de drempels in de eigen dienstverlening met betrekking tot de toegankelijkheid en de participatie van aanstaande gezinnen en gezinnen met kinderen en jongeren in een maatschappelijk kwetsbare positie te verlagen als manieren om die gezinnen zo goed mogelijk te bereiken. De diensten die binnen een Huis van het Kind hun plaats zullen krijgen, moeten laagdrempelig zijn. Het decreet beschrijft verschillende opdrachten. Het samenwerkingsverband moet minstens één van deze opdrachten binnen zijn aanbodspakket hebben: Voorzien van basisondersteuning om de opvoeding te verrijken; Ondersteuning bieden bij opvoedingsvragen; Ondersteuning bieden bij opvoedingsproblemen; Opvoedingsonzekerheden of opvoedingsproblemen vroegtijdig detecteren, en gericht doorverwijzen indien nodig; Ondersteuning bieden in het gebruik maken van andere ondersteuningsbronnen; Ten aanzien van andere actoren: sensibiliseren inzake het belang van opvoedingsondersteuning; Ten aanzien van andere actoren: expertise uitwisselen met andere actoren in het Huis van het Kind. Wanneer men deze opdracht(en) uitvoert moet er rekening gehouden worden met het versterken van de ontwikkelingskansen van de kinderen, de vaardigheden en de draagkracht van de opvoedende ouder/partner of andere verantwoordelijken. Tevens dient men ernaar te streven de spanningen, draaglast en moeilijkheden van deze ouders moeten zo veel mogelijk verminderd worden, het sociale netwerk van de gezinnen moeten worden versterkt en moet er tot slot moet er bijgedragen worden aan het op de kaart zetten van opvoedingsondersteuning als een laagdrempelig en kwalitatief aanbod. Ten aanzien van maatschappelijk kwetsbare gezinnen moet er gezorgd worden voor een laagdrempelig, integraal en mobiel ondersteuningspakket, alsook moet er ondersteuning geboden worden in het gebruik van ander aanbod. Belangrijk is dat de organisator een

19 11 bijdrage levert tot de ontwikkeling van structurele oplossingen op het vlak van armoedebestrijding, die de ontwikkeling van kinderen in kansarmoede positief beïnvloedt. Naar preventieve gezinsondersteuning toe, wordt er verwacht dat het Huis van het Kind een aanbod biedt voor voor- en vroegschoolse ontwikkeling, dat het de ouders ondersteunt in de ontwikkeling van de kinderen en dat de organisatie spel en taalontwikkeling en de interactie tussen ouder en kind stimuleert. Tot slot moeten de onderwijskansen van de kinderen gestimuleerd worden. Het uitvoeringsbesluit beschrijft eveneens hoe het toezicht en de handhaving van de erkenning en de subsidie wordt geregeld. Dit zal verder niet behandeld worden omdat dit een kwestie van opvolging is Provinciale startdag Vlaams-Brabant Op 12 maart 2014 werd voor de provincie Vlaams-Brabant een infosessie gegeven over het uitvoeringsbesluit. Dit werd voorgezeten door Wannes Blondeel (persoonlijke mededeling, 12 maart 2014), hoofd programmator Huis van het Kind. De hoofdvraag die hier gesteld werd was de volgende: Hoe kunnen we samen de (aanstaande) gezinnen met kinderen en jongeren lokaal zo goed mogelijk ondersteunen? Het uitvoeringsbesluit heeft als doel zo regelluw mogelijk te zijn. Doch waren hier 99 artikels voor nodig om dit te bekomen. Naast het regelluwe is lokale differentiatie van uiterst belang. Een stad of gemeente kan zo voortbouwen op wat er al reeds ter beschikking is en moet zoeken naar meer. Het maken van lokale combinaties is dus de boodschap. De meerwaarde van op deze manier te werken is volgens Kind en Gezin dat er een integratie van dienstverlening plaats vindt, dat er op een vraaggestuurde manier gewerkt wordt en dat het een meerwaarde biedt voor organisaties omdat ze op deze manier elkaars aanbod beter leren kennen en gebruik maken van elkaars expertise. De doelgroep van het Huis van het Kind verschoof gaandeweg naar de leeftijd van min negen maanden tot en met 24 jaar. Hiervan weet de overheid dat dit zeer ambitieus is en op dit moment nog niet veel aanwezig in Vlaanderen. Dit omdat kinderen van drie nu eenmaal niet dezelfde noden hebben als kinderen van 13 jaar en deze weer helemaal anders zijn dan jongeren van 20 jaar oud. Een terechte kritiek hierop is dat de naam Huis van het Kind misschien niet altijd even gelukkig gekozen is. De vraag die hierbij rijst is of een 20 jarige, die bijvoorbeeld misschien vragen heeft rond studeren, zich zal aangesproken voelen om een Huis van het Kind binnen te stappen. Kind en Gezin geeft hier het antwoord op dat voor deze jeugd er nood is aan individuele profilering en dat bijvoorbeeld een organisatie als het Jongeren Advies Centrum (JAC) naar voor zal moeten treden. Tijdens het vragenrondje kwamen enkele kritische bedenkingen van verschillende diensten naar voren. Het luik subsidiëring kwam snel onder vuur te liggen. Wanneer het initiatief niet genomen wordt door een andere organisatie, komt deze bevoegdheid op de schouders van het lokale bestuur te liggen. Veel ambtenaren hebben daardoor het gevoel dat zij een extra taak op zich krijgen zonder voldoende middelen in de plaats te krijgen, om dit op een kwalitatieve manier naar hun bevolking te brengen. Nu al is geweten dat de subsidie niet van een zodanig hoge grootorde zal zijn dat er verschillende personeelsleden zullen kunnen worden aangenomen. Dit wil echter niet zeggen dat het Huis van het Kind een verloren zaak is. Creativiteit, innovatie en samenwerking is vereist om financieel de touwen aan elkaar te knopen. Het Huis van het Kind vereist positivisme

20 12 en enthousiasme op élk vlak anders moet een lokaal bestuur of een andere initiatiefnemer hier niet aan te beginnen. Alsook de benaming Huis van het Kind voor de maximale leeftijd tot 24 jaar werd niet enthousiast onthaald. 2.3 Progressief universalisme Een term die belangrijk is in de opstart van het nieuwe decreet is het progressief universalisme (De Schuymer L., 2013). Dit betekent dat er een universele dienstverlening moet worden aangeboden voor en soms ook door alle gezinnen, wat echter niet wil zeggen dat het aanbod voor iedereen hetzelfde moet zijn. Men verwijst op deze manier naar de specifieke noden en vragen van een gezin. Het einddoel hierbij is maximale gezondheids- en welzijnswinsten voorzien voor alle ouders, kinderen en hun gezin. Toegepast op het Huis van het Kind wil dit zeggen dat het huis een open deur heeft voor elk gezin met kinderen. Dit kan bijvoorbeeld zijn voor een probleem of een vraag. Een inclusieve aanpak is hier op zijn plaats. Volgens de Strategische Adviesraad Welzijn Gezondheid en Gezin (SARWGG) zou deze term beter aangehaald worden als proportioneel universalisme (SARWGG, 2013). Hierbij gaat men ervan uit dat de nadruk niet alleen op kansengroepen gelegd wordt, maar dat er gewerkt wordt vanuit universele acties met een intensiteit die proportioneel is aan de mate van achterstelling die mensen ondervinden. Eeman en Nicaise verwoorden het tijdens de studio kinderarmoede in 2011 op de volgende manier: Een beleid dat zich hierop richt, creëert een kwaliteitsvol aanbod dat voor iedereen beschikbaar is maar waarbij meer ondersteuning geboden wordt aan kinderen en gezinnen met de meeste noden. Er kan hierbij een link gelegd worden naar het talenten en Iedereen mee! verhaal van de stad Aarschot. Waar men focust op de individuele talenten en krachten van de bevolking. Niet alle academici zijn het met deze benadering eens en vrezen voor een aanpak zoals er al zo velen zijn geweest, zonder verandering. Schiettecat (2013) zegt het volgende hierover: Opnieuw stelt zich daarbij echter de vraag wie bepaalt welke gezinnen met welke noden worden geconfronteerd. Wanneer deze kwestie opnieuw wordt ontweken of louter extern aan de betrokkenen behandeld wordt, is het de vraag of het progressief universalisme wel een wezenlijke koerswijziging betekent of eerder oude wijn is in nieuwe zakken. 2.4 Kinderarmoede in Vlaanderen Verder kunnen we het Huis van het Kind plaatsen in een breder kader dat te maken heeft met kinderarmoede. Volgens de Armoedemonitor (2013) werden er tussen 2009 en ,7% kinderen geboren in een kansarm gezin. Waarbij een kansarm gezin beschouwd wordt als een huishouden dat leeft met een inkomen onder de armoederisicodrempel. Deze drempel bedroeg in september 2013 zo n 1.089,82 euro (POD Maatschappelijke Integratie, 2013). Het Pact 2020 wil deze 9,7% herleiden naar minder dan 4% kinderen geboren in armoede. Dit beleidsdomein voor de regeringsperiode ligt in handen van Ingrid Lieten, minister van Armoedebestrijding. Kinderarmoede moet aangepakt worden door het ondersteunen van maatschappelijk kwetsbare ouders, zodat deze kinderen meer ontwikkelingskansen krijgen. Ingrijpen op een jonge leeftijd geeft niet alleen persoonlijke, maar ook economisch verantwoorde

21 13 voordelen. De inspanningen op vlak van armoedebestrijding kunnen zorgen voor een maatschappelijke opbrengst (Groenez S., 2013) Wat is kinderarmoede? In essentie kunnen we kinderarmoede beschouwen als een afgeleide van de armoede van de ouders. We kunnen stellen dat 1 op 10 kinderen in Vlaanderen al van in de wieg minder kansen krijgt dan kinderen die in een kansrijk gezin worden geboren. Omdat men kinderarmoede beschouwt als een afgeleide van gezinsarmoede zou men eveneens kunnen stellen dat dit op dezelfde manier op te lossen valt. Niet iedereen is het hier echter mee eens. Pannecouke (2013) eist specifieke aandacht voor de beleving van de kinderen zelf, omdat het voor hen andere betekenissen heeft. Concreet zal dit voor een ouder sneller gaan over het niet kunnen betalen van de rekeningen, terwijl kinderen de mentale gevolgen dragen van het bijvoorbeeld niet kunnen meegaan op schooluitstap. Volgens Steenssens en collega s (2008) kan er gesuggereerd worden dat er noodzaak is aan een dubbele focus op kinderarmoede namelijk het gezin als een geheel en het eigen perspectief van de kinderen. Het kinderarmoede fonds dat beheerd wordt door de Koning Boudewijn Stichting geeft de volgende definitie aan kinderarmoede: Het chronisch uitgesloten worden door reacties en attitudes, en door onbewuste én bewuste uitsluiting van participatie aan sociale processen. De berekende 9,7% door Kind en Gezin houdt rekening met verschillende factoren naast het inkomen, zoals huisvesting, laaggeschooldheid van de ouders enzovoort. De Europese cijfers houden met deze andere factoren geen rekening. Het leven onder de armoede grens wordt in Europa bepaald door minder te verdienen dan 60% van het mediaan inkomen van het land. Het mediaan inkomen in België bedraagt 1667 euro. Een verhoogde kans op armoede ontstaat wanneer men minder verdient dan 60% van deze 1667 euro. Concreet betekent dit: Alleenstaande: 1000 euro Gezin met twee kinderen: 2100 euro Wanneer we alleen kijken naar het inkomen van de ouders zou dit in België neerkomen op 18,7% of in absolute cijfers van onze kinderen die opgroeien met een verhoogde kans op armoede. Voor Vlaanderen komt dit neer op 10,4% en voor Wallonië op maar liefst 24,9% (Van Haarlem A. & Coene J., 2013). De cijfers voor Brussel zijn niet betrouwbaar, maar men gaat ervan uit dat deze nog hoger liggen STUDIO Kinderarmoede Ondanks meerdere initiatieven van de Vlaamse Regering in het verleden, leken deze niet te werken. Daarom bracht minister Lieten acht deelnemers uit het werk- of kennisveld samen onder leiding van Eeman en Nicaise (2011). Deze acht vormden samen de STUDIO en probeerde na te denken over een meer innovatieve en strategische aanpak van kinderarmoede in Vlaanderen. Kinderarmoede tussen 0 en 3 jaar wordt in België geregistreerd door Kind en Gezin. Dit wordt multidimensioneel in kaart gebracht, aan de hand van zes indicatoren. Wanneer een gezin op minstens drie indicatoren minder scoort worden zij als kansarm beschouwd. De volgende factoren worden in acht genomen: het maandinkomen van het gezin, de opleiding en de arbeidssituatie van de ouders, de

22 14 ontwikkeling van de kinderen, de huisvesting en de gezondheidssituatie van het gezin. Deze staan niet los van elkaar, maar gaan samen hand in hand. Armoede wordt meestal omschreven als een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan. Het scheidt de armen van de algemeen aanvaardbare leefpatronen van de samenleving. Deze kloof kunnen ze niet op eigen kracht overbruggen (Vrancken & De Boyser, 2005). Met deze definitie wordt nog eens benadrukt hoe armoede samenhangt met een netwerk van verschillende factoren. Systematisch bekeken hangt kinderarmoede niet alleen af van het kind en zijn familie. Hun situatie kan ook beïnvloed worden door de omgeving waarin de ouders werken en de maatschappij waarin ze leven. De invloed van deze factoren is niet altijd even zichtbaar, maar vormt wel een kans om het probleem structureel aan te pakken. De STUDIO somt in dit verband volgende kritieke punten op: de balans tussen zorg voor de materiële en immateriële kant van armoede, gebrek aan ruimte zowel fysiek als sociaal, onvoldoende tegemoetkoming aan de noden van ouders, kwaliteit van het aanbod, gebrek aan continuïteit van ondersteuning zonder afhankelijkheid te creëren, vastzitten in de armoedecyclus, gebrek aan een aanpak op systematisch niveau en tot slot een beperkte centrale beschikbaarheid van kwalitatieve en kwantitatieve gegevens voor bestuur. Om Vlaanderen op de kaart te zetten, wat kindgericht beleid betreft binnen Europa, geeft de STUDIO een voorstelling van beleidsaanbevelingen. Op deze manier zou Vlaanderen kinderarmoede kunnen halveren. Allereerst is er nood aan het uitbouwen van excellent bestuur. Hierbij wil de STUDIO verder werken aan bestaande (goede) instituties en instrumenten, maar er is meer vereist dan dit. Om de aanbevelingen te verantwoorden gaat de STUDIO uit van een gedeelde visie. Hierbij komen twee principes naar voor. In de eerste plaats gaat men uit van een proactief beleid, dat bestaat uit een combinatie van preventie en promotie. Dit om de overerving van armoede te vermijden. Ten tweede haalt men ook hier progressief universalisme aan. Naar beleidscoördinatie toe, merkt de STUDIO op dat het zorgsysteem in België te complex is. Zo vallen kinderen tussen 0 en 3 jaar binnen het welzijnsbeleid en schoolgaande 3 tot 6 jarigen onder het onderwijsbeleid. Afstemming tussen beiden blijkt niet altijd evident te zijn. Eén dienst die alle acties tegen kinderarmoede zou coördineren, wordt wenselijk geacht. Verder kunnen Vlaamse actieplannen aangevuld worden met een society case. Deze houdt kernargumenten voor een beleidsplan in, met een economische dimensie, via een kosten-baten analyse. De society case zou ervoor moeten zorgen dat tegenstanders overtuigd worden. Tot slot moet er werk gemaakt worden van samenwerking tussen verschillende actoren uit het beleid en de praktijk. Kinderarmoede verdrijven kan op twee manieren aangepakt worden. Men kan proberen het aantal kinderen die in een kansarm gezin opgroeien te verminderen. Dit kan verkregen worden door de werksituatie en het loon van de ouders te verbeteren om zo het gezin uit de armoede te halen. Vervolgens kan men ook investeren in het kind zelf en de ontwikkeling, hierdoor probeert men de gevolgen van het opgroeien in armoede te verbeteren. Het effect van dit laatste is echter pas in de volgende generatie voelbaar. In Vlaanderen ligt de focus voornamelijk op de tweede aanpak, terwijl dit op beide zou moeten liggen. Naar aanstaande ouders toe wil de STUDIO een preventief beleid

23 15 uitwerken. Zij bevinden zich in een overgangsperiode tussen twee generaties en vormen de ouders van morgen. Door hen beter voor te bereiden op het ouderschap kan voorkomen worden dat de volgende generatie in armoede opgroeit. Hiervoor moeten zij de nodige informatie en ondersteuning krijgen. Niet alleen informatie is belangrijk, ook armoede zelf moet bespreekbaar gemaakt worden. Vaak hebben mensen in armoede een gevoel van waardeloosheid of kampen ze met sociaal pessimisme. Dit is negatief voor hen zelf, maar ook voor hun kinderen waar ze dit bewust of onbewust op kunnen overdragen. Deze interne kant van armoede moet aandacht krijgen in het beleid en de hulpverlening. Specifiek raadt de STUDIO aan dat zo weinig mogelijk moeders zonder een diploma de schoolbanken verlaten. Dit is van uiterst belang omdat de kans op armoede vijf maal zo groot is voor moeders zonder diploma, dan voor moeders met diploma. Om dit te bekomen moet ingezet worden op school- en gelijke kansenbeleid. Vervolgens moeten werkgevers aangespoord worden om aanstaande ouders flexibel werk aan te bieden en moeten tienermoederschappen een wel overwogen keuze vormen om ouder te worden. Naar belastingen en uitkeringen stelt de STUDIO vast dat er een gouden kans is om een aanpassing van het kinderbijslagsysteem te eisen. Dit omdat binnen de zesde staatshervorming het kinderbijslagsysteem wordt overgeheveld naar de gemeenschappen. Het systeem zou een basisbedrag moeten inhouden voor iedereen met een supplement voor lagere-inkomensgroepen. Verder zou een vereenvoudiging en centralisering van de administratie kostenbesparend werken, dit geld zou dan in andere regelingen gestopt kunnen worden. Verder werd tijdens de STUDIO nagedacht over het huisvestingsbeleid. Hier zal echter niet verder op worden ingegaan. Tot slot werd gekeken naar een herziening van het systeem van de zorg en de educatie die aan jonge kinderen en ouders wordt gegeven. Zo moet er meer aandacht gegeven worden aan de perinatale periode en het promoten van de positieve effecten van borstvoeding. Alsook zou de periode van bevallingsverlof verlengd kunnen worden. Verder is de versnippering van de dienstverlening en het aantal dienstverleners dat zoiets met zich meebrengt niet goed voor de vertrouwensband tussen de ouder en de dienstverlener. Het idee van het Huis van het Kind of een gezinscoach om meer eenheid te creëren komt hier naar boven. Ten laatste pleit de STUDIO voor een betere afstemming tussen kinderopvang en de kleuterscholen, dit om een betere zorg en vaardigheidsontwikkeling voor de kinderen te garanderen. De aanbevelingen die gemaakt werden hebben als doel om het huidige beleid kritisch te doorgronden en te onderzoeken. Zeer duidelijk wordt naar voor geschoven dat armoede meer geïntegreerd moet worden aangepakt en dit niet gaat zolang de bevoegdheden versnipperd blijven. Het effectief halveren van kinderarmoede tegen 2020 is niet evident, toch zal het naar de toekomst toe grote economische en sociale gevolgen met zich meebrengen wanneer er nu niets zou veranderen. Actie is hier dus de boodschap Kinderarmoede in Aarschot Aarschot had in ,8% kinderen die geboren waren in een maatschappelijk kwetsbaar gezin. In vergelijking met grootsteden valt dit cijfer best mee, de stad wil echter het cijfer zo laag mogelijk houden en inzetten op manieren om dit weg te werken.

Huizen van het Kind. Gezinnen ondersteunen in hun kracht

Huizen van het Kind. Gezinnen ondersteunen in hun kracht Huizen van het Kind Gezinnen ondersteunen in hun kracht Een noodzakelijke, natuurlijke evolutie ondersteund door een nieuwe regelgeving www.huizenvanhetkind.be Doelstelling Hoe Regels Doelstelling Hoe

Nadere informatie

Subsidieoproep voor groepsgericht aanbod opvoedingsondersteuning door vrijwilligers, gericht op gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke

Subsidieoproep voor groepsgericht aanbod opvoedingsondersteuning door vrijwilligers, gericht op gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke 08/04/2019 Subsidieoproep voor groepsgericht aanbod opvoedingsondersteuning door vrijwilligers, gericht op gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke ondersteuningsbehoeften A. Situering In het kader

Nadere informatie

Oproep en aanvraagformulier tot erkenning en subsidiëring als mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering in de voor- en vroegschoolse periode

Oproep en aanvraagformulier tot erkenning en subsidiëring als mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering in de voor- en vroegschoolse periode 6 februari 2018 Oproep en aanvraagformulier tot erkenning en subsidiëring als mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering in de voor- en vroegschoolse periode In het kader van de continuering van

Nadere informatie

Decreet opvoedingsondersteuning in relatie tot de IJH. Benedikte Van den Bruel Veerle Roels

Decreet opvoedingsondersteuning in relatie tot de IJH. Benedikte Van den Bruel Veerle Roels Decreet opvoedingsondersteuning in relatie tot de IJH Benedikte Van den Bruel Veerle Roels Kind en Gezin èn Agentschap Jongerenwelzijn? Kind en Gezin en Agenschap Jongerenwelzijn verantwoordelijk voor

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning DE VLAAMSE REGERING,

Voorontwerp van decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning DE VLAAMSE REGERING, Voorontwerp van decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, BESLUIT:

Nadere informatie

Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning

Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning Datum 29/11/2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Art. 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. Art. 2. In dit decreet wordt

Nadere informatie

Advies. Voorlopig besluit gezinsondersteuning moet meer recht doen aan kinderen en hun context

Advies. Voorlopig besluit gezinsondersteuning moet meer recht doen aan kinderen en hun context Advies DATUM 21 januari 2014 VOLGNUMMER 2013-2014/8 COMMISSIE Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid Voorlopig besluit gezinsondersteuning moet meer recht doen aan kinderen en

Nadere informatie

Huizen van het Kind. Gezinnen ondersteunen in hun kracht Stand van zaken 19 mei 2015

Huizen van het Kind. Gezinnen ondersteunen in hun kracht Stand van zaken 19 mei 2015 Huizen van het Kind Gezinnen ondersteunen in hun kracht Stand van zaken 19 mei 2015 Waar staan we vandaag? Regelgeving Praktijk 2011 Voorbereiding 2013/11 Decreet 2014/3 Def. BVR 2015/1 erk/subs 2011 Al

Nadere informatie

Subsidieoproep voor mobiel aanbod door vrijwilligers

Subsidieoproep voor mobiel aanbod door vrijwilligers 27 september 2018 Subsidieoproep voor mobiel aanbod door vrijwilligers A. Situering Investeren in opvoedingsondersteuning is belangrijk om kinderen en de gezinnen waartoe ze behoren zoveel mogelijk toekomstkansen

Nadere informatie

Naar een organisatie van de Preventieve Gezinsondersteuning in Gent krijtlijnen voor de realisatie van de Huizen van het Kind

Naar een organisatie van de Preventieve Gezinsondersteuning in Gent krijtlijnen voor de realisatie van de Huizen van het Kind Naar een organisatie van de Preventieve Gezinsondersteuning in Gent krijtlijnen voor de realisatie van de Huizen van het Kind Inhoud Inleiding... 1 Aansturing en overleg... 2 Doelstellingen en doelgroep...

Nadere informatie

Agenda. 1. Verwelkoming 2. Kennismaking 3. Huis van het kind - Toelichting 4. Ronde tafel met kernvragen 5. Cirkels 6. Slot

Agenda. 1. Verwelkoming 2. Kennismaking 3. Huis van het kind - Toelichting 4. Ronde tafel met kernvragen 5. Cirkels 6. Slot Agenda 1. Verwelkoming 2. Kennismaking 3. Huis van het kind - Toelichting 4. Ronde tafel met kernvragen 5. Cirkels 6. Slot 1. Verwelkoming door Schepen Kaat Olivier 2. Kennismaking 3. Huis van het kind

Nadere informatie

De Sociale plattegrond

De Sociale plattegrond De Sociale plattegrond Sector: Begeleiding jonge kinderen Spreker: Krista De Vos (Kind en Gezin) Kind en Gezin Kleine kinderen, wij maken er werk van! 1 Voorgeschiedenis 1919: Nationaal Werk voor het Kinderwelzijn

Nadere informatie

reactie Netwerk tegen Armoede bij decreet preventieve gezinsondersteuning

reactie Netwerk tegen Armoede bij decreet preventieve gezinsondersteuning Netwerk tegen Armoede Vooruitgangstraat 323 bus 6-1030 Brussel / tel. 02-204 06 50 / fax : 02-204 06 59 info@netwerktegenarmoede.be / www.netwerktegenarmoede.be reactie Netwerk tegen Armoede bij decreet

Nadere informatie

Missie & visie Opvoedingswinkel Gent

Missie & visie Opvoedingswinkel Gent Missie & visie Opvoedingswinkel Gent 1 Inhoudstafel... 1 Missie & visie Opvoedingswinkel Gent... 1 Inhoudstafel... 1 Intro... 3 1. Missie... 4 2. Doelgroep... 4 3. Werking... 4 4. Beleidskader... 5 5.

Nadere informatie

Over thuis, buurt, kinderopvang, kleuteronderwijs en transitie

Over thuis, buurt, kinderopvang, kleuteronderwijs en transitie Over thuis, buurt, kinderopvang, kleuteronderwijs en transitie Welke uitdagingen liggen er? De kwaliteit van de overgang tussen thuis, kinderopvang en kleuterschool is cruciaal voor jonge kinderen. Onderzoek

Nadere informatie

Vlaamse Regering rssjj^f ^^

Vlaamse Regering rssjj^f ^^ Vlaamse Regering rssjj^f ^^ Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van ISjuli 2007 houdende de organisatie van opvoedingsondersteuning DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de decreten

Nadere informatie

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij Waarom? Daarom! Goed uitgebouwde basisondersteuning voor alle kinderen en gezinnen Aanvullende en specifieke opdracht voor jeugdhulp wanneer ontwikkeling vast loopt

Nadere informatie

over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk

over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk Advies over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk Brussel, 25 april 2013 SARWGG_ADV_20130425_BVR_AWW Strategische Adviesraad Welzijn Gezondheid Gezin

Nadere informatie

VR DOC.1268/2

VR DOC.1268/2 VR 2016 2511 DOC.1268/2 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van een vernieuwend en verbreed laagdrempelig initiatief inzake gezinsondersteuning voor aanstaande gezinnen en gezinnen

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid VR 2017 2402 DOC.0170/2BIS Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede

Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede Kinderopvang heeft verschillende functies: een economische functie, een pedagogische en een sociale functie. Kwalitatieve kinderopvang weet deze

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD STUK 459 (2011-2012) Nr. 1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZIT TING 2011-2012 17 NOVEMBER 2011 VOORSTEL VAN RESOLUTIE van mevrouw Elke ROEX betreffende het waarborgen van het recht op kinderopvang

Nadere informatie

Maatschappelijke uitdagingen voor brede scholen

Maatschappelijke uitdagingen voor brede scholen Maatschappelijke uitdagingen voor brede scholen Inspiratiedag Brede School - 29 april 2014 - BRONKS Programma armoedebestrijding cijfers Armoede in Kortrijk In Kortrijk leven in 2011 11.227 inwoners in

Nadere informatie

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij Welke uitdagingen liggen er? Een samenleving neemt zorg op voor en biedt bescherming aan haar kinderen. Ze biedt ondersteuning aan de diversiteit van gezinnen die

Nadere informatie

Het Huis van het Kind voor iedereen

Het Huis van het Kind voor iedereen Het Huis van het Kind voor iedereen Welke uitdagingen liggen er? Vandaag zijn er in Vlaanderen 153 Huizen van het Kind die samen 210 gemeenten bereiken. De subsidieoproep van eind februari en de Roadmap

Nadere informatie

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie DEEL ARMOEDEBESTRIJDING Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie Actie 1 : Het OCMW zorgt er, zelfstandig of

Nadere informatie

Kinderarmoede. Katrien Verhegge Administrateur-generaal

Kinderarmoede. Katrien Verhegge Administrateur-generaal Kinderarmoede Katrien Verhegge Administrateur-generaal Inleiding Decretale opdracht Kinderarmoede wicked problem Benaderen vanuit transitiedenken Kinder- en mensenrechten belangrijke toetsstenen Monitoring

Nadere informatie

Parelcoaching. Leuven. Perinatale zorg versterken door lokale samenwerking

Parelcoaching. Leuven. Perinatale zorg versterken door lokale samenwerking Parelcoaching Leuven Perinatale zorg versterken door lokale samenwerking 1. Historiek Historiek 2004: Opstart Parelcoaching UZLeuven Voorzichtige opstart Parelnetwerk Leuven 2014 Parelnetwerk goeddraaiend

Nadere informatie

Kind en Gezin http://www.kindengezin.be/

Kind en Gezin http://www.kindengezin.be/ Kind en Gezin http://www.kindengezin.be/ 1 2 Missie en Waarden http://www.kindengezin.be/over-kind-en-gezin/missie-en-waarden/ 3 4 Opdracht Kind en Gezin http://www.kindengezin.be/over-kind-en-gezin/wat-doen-we/

Nadere informatie

Kinderarmoede bestrijden: een strategische aanpak

Kinderarmoede bestrijden: een strategische aanpak Design Charles & Ray Eames - Hang it all Vitra Kinderarmoede bestrijden: een strategische aanpak Ides Nicaise HIVA / PPW (KU Leuven) Vooraf Vooraf België Was mede-initiator van EU-aanbeveling 2012 inzake

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 5, 1;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 5, 1; Besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 betreffende de boekhouding en het financieel verslag voor de voorzieningen in bepaalde sectoren van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

Nadere informatie

MET OPVOEDINGSONDERSTEUNERS OP KAMP

MET OPVOEDINGSONDERSTEUNERS OP KAMP MET OPVOEDINGSONDERSTEUNERS OP KAMP Op zoek naar nieuwe ankerpunten voor Steven STRYNCKX en Nele TRAVERS 1 Opvoedingsondersteuners krijgen binnenkort een nieuwe regelgeving. Met een nieuw decreet in de

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; BESLUIT: Ontwerp van decreet houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van een Vlaamse organisatie ter ondersteuning van welzijnsbevordering en samenlevingsopbouw DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse

Nadere informatie

Hoe kunnen de Huizen van het Kind en het samenwerkingsverband Geïntegreerd Breed Onthaal elkaar versterken?

Hoe kunnen de Huizen van het Kind en het samenwerkingsverband Geïntegreerd Breed Onthaal elkaar versterken? Hoe kunnen de Huizen van het Kind en het samenwerkingsverband Geïntegreerd Breed Onthaal elkaar versterken? Dirk Van Noten en Inne Devos Departement Welzijn, Volksgezondheid en gezin Afdeling Welzijn en

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 10 juli 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 10 juli 2018; Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het lokaal sociaal beleid, vermeld in artikels 2, 9 tot en met 11, 17, 19 en 26 van het decreet van 9 februari 2018 betreffende het lokaal sociaal beleid DE

Nadere informatie

Ingrid Bombay Provinciaal afdelingshoofd Kind en Gezin - Provincie West- Vlaanderen

Ingrid Bombay Provinciaal afdelingshoofd Kind en Gezin - Provincie West- Vlaanderen Ingrid Bombay Provinciaal afdelingshoofd Kind en Gezin - Provincie West- Vlaanderen 2 - Pas aan bij: Invoegen / Koptekst en Voettekst 09-04-18 Speech Minister Vandeurzen Samen met Vlaanderen inzetten op

Nadere informatie

VR DOC.1589/2

VR DOC.1589/2 VR 2018 2112 DOC.1589/2 Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 inzake erkenning en subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning,

Nadere informatie

Opdracht van het OCMW bestuur: project ontwikkelen om kinderarmoede te voorkomen/bestrijden

Opdracht van het OCMW bestuur: project ontwikkelen om kinderarmoede te voorkomen/bestrijden Studiedag VVSG Kinderopvang en Gezinsbeleid Mechelen 26 maart 2013 2010: Europees Jaar ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting: strijd tegen kinderarmoede is topprioriteit voor de Vlaamse regering

Nadere informatie

Decreet van 13 juli 2007 houdende de organisatie van opvoedingsondersteuning (B.S. 14.VIII.2007) 1

Decreet van 13 juli 2007 houdende de organisatie van opvoedingsondersteuning (B.S. 14.VIII.2007) 1 Decreet van 13 juli 2007 houdende de organisatie van opvoedingsondersteuning (B.S. 14.VIII.2007) 1 HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK II. - Lokale coördinatoren opvoedingsondersteuning en lokaal

Nadere informatie

Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen kleurt lokaal. Samen voor een lokaal gezinsbeleid maart 2017

Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen kleurt lokaal. Samen voor een lokaal gezinsbeleid maart 2017 Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen kleurt lokaal Samen voor een lokaal gezinsbeleid maart 2017 Ann Lobijn Diensthoofd Kinderopvang VVSG 02 211 55 73 Ann.lobijn@vvsg.be Leen Walravens Stafmedewerker

Nadere informatie

Vraag nr. 403 van 8 maart 2013 van MARIJKE DILLEN

Vraag nr. 403 van 8 maart 2013 van MARIJKE DILLEN VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 403 van 8 maart 2013 van MARIJKE DILLEN Resolutie kinderarmoede Onderwijs en

Nadere informatie

Onderwijs en OCMW: pleidooi voor meer samenwerking! Lege brooddozen op school symposium 14 oktober 2014

Onderwijs en OCMW: pleidooi voor meer samenwerking! Lege brooddozen op school symposium 14 oktober 2014 Onderwijs en OCMW: pleidooi voor meer samenwerking! Lege brooddozen op school symposium 14 oktober 2014 Programma armoedebestrijding cijfers Armoede in Kortrijk In Kortrijk leven in 2011 11.227 inwoners

Nadere informatie

Subsidieoproep voor gezinsondersteunend aanbod ter preventie van vrouwelijke genitale verminking en gedwongen huwelijken

Subsidieoproep voor gezinsondersteunend aanbod ter preventie van vrouwelijke genitale verminking en gedwongen huwelijken 25 april 2019 Subsidieoproep voor gezinsondersteunend aanbod ter preventie van vrouwelijke genitale verminking en gedwongen huwelijken A. Situering In het kader van het versterken van aanbod opvoedingsondersteuning

Nadere informatie

Beleidsvisie Sociaal Werk

Beleidsvisie Sociaal Werk Beleidsvisie Sociaal Werk Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Het momentum Groot enthousiasme voor deelname aan werkgroepen Sociaal werkers uit verschillende sectoren en

Nadere informatie

Kinderopvang en MFC s realiseren samen inclusieve kinderopvang voor elk kind en elke ouder

Kinderopvang en MFC s realiseren samen inclusieve kinderopvang voor elk kind en elke ouder Open oproep Pionieren in samenwerking Kinderopvang en MFC s realiseren samen inclusieve kinderopvang voor elk kind en elke ouder INLEIDING Vlaams minister Jo Vandeurzen streeft naar een sterkere samenwerking

Nadere informatie

Duurzaam samenwerken in een buurtgericht netwerk voor kinderen en gezinnen

Duurzaam samenwerken in een buurtgericht netwerk voor kinderen en gezinnen Duurzaam samenwerken in een buurtgericht netwerk voor kinderen en gezinnen Welke uitdagingen liggen er? Het lokaal geïntegreerd gezinsbeleid neemt een belangrijke plaats in binnen het lokaal sociaal beleid,

Nadere informatie

VR DOC.0330/2

VR DOC.0330/2 VR 2017 3103 DOC.0330/2 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van een vernieuwend en verbreed laagdrempelig initiatief inzake gezinsondersteuning voor aanstaande gezinnen en gezinnen

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen Decreet houdende de toekenning van subsidies voor de uitbouw, de coördinatie en de promotie van het sportaanbod van de studentensportvoorzieningen van de Vlaamse universiteiten en hogescholen en de erkenning

Nadere informatie

WERKGROEP GEZONDHEID REGIONAAL ZORGSTRATEGISCH PLAN

WERKGROEP GEZONDHEID REGIONAAL ZORGSTRATEGISCH PLAN VISIETEKST WERKGROEP GEZONDHEID REGIONAAL ZORGSTRATEGISCH PLAN 2017-2024 P a g i n a 2 INHOUD 1. Wat vooraf ging 2. Roadshow 3. Keuzes en beleid 4. Gestelde doelstellingen 5. Meerjarenplan 6. Vooropgestelde

Nadere informatie

Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen. Ronde van Vlaanderen 2016

Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen. Ronde van Vlaanderen 2016 Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen Ronde van Vlaanderen 2016 2 - VVSG - Ronde van Vlaanderen maart 2016 Inhoud Op Vlaamse regering (18 december 2015) goedgekeurde

Nadere informatie

Kinderarmoede in het Brussels Gewest

Kinderarmoede in het Brussels Gewest OBSERVATOIRE DE LA SANTÉ ET DU SOCIAL BRUXELLES OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN BRUSSEL Senaat hoorzitting 11 mei 2015 Kinderarmoede in het Brussels Gewest www.observatbru.be DIMENSIES VAN ARMOEDE

Nadere informatie

De rechtenverkenner: een hefboom voor het lokaal sociaal beleid in Vlaanderen

De rechtenverkenner: een hefboom voor het lokaal sociaal beleid in Vlaanderen De rechtenverkenner: een hefboom voor het lokaal sociaal beleid in Vlaanderen Steven Vanackere Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) 1 Lokaal sociaal beleid: een sterk verhaal Decreet

Nadere informatie

Decreet van 20 december 2013 tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 22 december 2000 betreffende de amateurkunsten

Decreet van 20 december 2013 tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 22 december 2000 betreffende de amateurkunsten Decreet van 20 december 2013 tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 22 december 2000 betreffende de amateurkunsten Datum 20/12/2013 Art. 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Nadere informatie

Vlaamse Regering keurt voorontwerp decreet Kinderopvang goed

Vlaamse Regering keurt voorontwerp decreet Kinderopvang goed Kabinet Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 6 mei 2011 Mijlpaal voor kinderopvang Vlaamse Regering keurt voorontwerp decreet Kinderopvang goed De Vlaamse Regering gaf vandaag

Nadere informatie

ROADMAP HUIZEN VAN HET KIND

ROADMAP HUIZEN VAN HET KIND ROADMAP HUIZEN VAN HET KIND Inleiding De samenwerkingsverbanden Huizen van het Kind, zo blijkt uit waar we nu staan, hebben het potentieel om (verder) uit te groeien tot laagdrempelige basisvoorzieningen.

Nadere informatie

Gecoördineerde versie van het reglement voor de subsidiëring van buitenschoolse kinderopvang.

Gecoördineerde versie van het reglement voor de subsidiëring van buitenschoolse kinderopvang. Gecoördineerde versie van het reglement voor de subsidiëring van buitenschoolse kinderopvang. De aangeduide wijzigingen zijn in werking sinds 14 juli 2016. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Dit

Nadere informatie

Sylvia Walravens. Stafmedewerker Kennisontwikkeling en beleidsondersteuning

Sylvia Walravens. Stafmedewerker Kennisontwikkeling en beleidsondersteuning Sylvia Walravens Stafmedewerker Kennisontwikkeling en beleidsondersteuning Geïntegreerd gezinsbeleid Preventieve gezinsondersteuning Opvoedingsondersteuning Kinderopvang baby s en peuters Opvang van schoolgaande

Nadere informatie

OPVOEDINGSONDERSTEUNING BIJ

OPVOEDINGSONDERSTEUNING BIJ OMGEVINGSANALYSE EN LITERATUURSTUDIE AANBOD OPVOEDINGSONDERSTEUNING BIJ 10- TOT 17-JARIGEN ANTWERPEN PRESENTATIE 27 OKTOBER 2015 1 SITUERING VAN HET ONDERZOEK 4 grote onderdelen: literatuurstudie focusgroep

Nadere informatie

1. Respons. 2. Werd er in elke gemeente een lokale coördinator (LCO) aangesteld? beleidsplananalyse: vragenlijstmethode:

1. Respons. 2. Werd er in elke gemeente een lokale coördinator (LCO) aangesteld? beleidsplananalyse: vragenlijstmethode: Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Partner in de Hogeschool Universiteit Brussel Huart Hamoirlaan 136, 1030 Brussel Bevraging van de gemeenten in verband met de implementatie van het decreet opvoedingsondersteuning

Nadere informatie

Kind en Gezin anno Versterkte dienstverlening

Kind en Gezin anno Versterkte dienstverlening Kind en Gezin anno 2019 Versterkte dienstverlening Kind en Gezin anno 2019 wat moet je weten? Waarom versterkt de dienstverlening van Kind en Gezin? Wat betekent deze versterkte dienstverlening in de praktijk?

Nadere informatie

ISCinternettensamenwerkingscel

ISCinternettensamenwerkingscel PREVENTIEVE GEZINSONDERSTEUNING: DE HUIZEN VAN HET KIND EN DE CLB S 1. INLEIDING Met deze nota willen we een kader meegeven aan de CLB s en de actoren binnen de huizen van het kind om tot optimale samenwerking

Nadere informatie

Jaarverslag EXPOO 2014

Jaarverslag EXPOO 2014 Jaarverslag EXPOO 2014 EXPOO, het Expertisecentrum Opvoedingsondersteuning van de Vlaamse overheid, bouwt mee aan een positieve leefomgeving waar het voor kinderen en jongeren goed is om op te groeien.

Nadere informatie

Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen BIJLAGE 2 Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen Dit decreet wil onder meer de ontwikkeling van een lokaal ouderenbeleid

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen stuk ingediend op 1716 (2011-2012) Nr. 6 28 november 2012 (2012-2013) Ontwerp van decreet houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen Tekst aangenomen

Nadere informatie

WERKGROEP PREVENTIEVE GEZINSONDERSTEUNING EN ONTMOETING

WERKGROEP PREVENTIEVE GEZINSONDERSTEUNING EN ONTMOETING WERKGROEP PREVENTIEVE GEZINSONDERSTEUNING EN ONTMOETING 27 MAART 2014 Kinderarmoede in beeld en woord Aandeel geboorten in kansarme gezinnen [%], 2003-2012 - Lanaken 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009

Nadere informatie

De organisatie van opvoedingsondersteuning

De organisatie van opvoedingsondersteuning De organisatie van opvoedingsondersteuning 1. Wat is opvoedingsondersteuning? Opvoedingsondersteuning bestaat uit al die activiteiten die tot doel hebben om ouders en andere opvoeders steun te bieden bij

Nadere informatie

25 Integratie OCMWgemeente: aan vertrouwen en een sterker beleid

25 Integratie OCMWgemeente: aan vertrouwen en een sterker beleid 25 Integratie OCMWgemeente: bouwen aan vertrouwen en een sterker beleid Ellen Dierckx Coördinator dienstencentrum tewerkstelling den travoo OCMW Balen Achtergrond Aanleiding: KHK-onderzoek 2007 leefomstandigheden

Nadere informatie

Lokale bestrijding. kinderarmoede. Groeiactieplan. kinderarmoede

Lokale bestrijding. kinderarmoede. Groeiactieplan. kinderarmoede Lokale bestrijding kinderarmoede Groeiactieplan kinderarmoede Overzicht 1. Algemeen kader 2. Greep uit de acties in Gent 3. Succesfactoren/knelpunten à Debat Psychologische Dienst - OCMW Gent 2 1. Algemeen

Nadere informatie

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, Besluit:

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, Besluit: 31 JANUARI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 1997 tot uitvoering van het decreet van 24 juli 1996 houdende

Nadere informatie

Ontbijtvergaderingen. Gent. Samen voor een lokaal gezinsbeleid

Ontbijtvergaderingen. Gent. Samen voor een lokaal gezinsbeleid Ontbijtvergaderingen Gent Samen voor een lokaal gezinsbeleid Workshop Buurtgerichte netwerken en Huizen van het Kind VVSG - Samenhang Lokaal Geïntegreerd Gezinsbeleid 2 Instrumenten Buurtgerichte netwerken

Nadere informatie

Inclusie kinderen met specifieke zorgbehoefte/handicap. Borrelen en bruisen 10 december 2013

Inclusie kinderen met specifieke zorgbehoefte/handicap. Borrelen en bruisen 10 december 2013 Inclusie kinderen met specifieke zorgbehoefte/handicap Borrelen en bruisen 10 december 2013 Inclusie binnen Kind en Gezin Strategische ambitie van K&G opgenomen in ondernemingsplan 2013-2014 'Te werken

Nadere informatie

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin a. Situering Jonge kinderen (0-6 jaar) groeien op in diverse contexten: thuis, eventueel in de kinderopvang, en in de kleuterschool.

Nadere informatie

Sterke mensen, sterk Hasselt. Strategische doelstelling van het Huis van het Kind Hasselt

Sterke mensen, sterk Hasselt. Strategische doelstelling van het Huis van het Kind Hasselt ENGAGEMENTSVERKLARING Sterke mensen, sterk Hasselt Strategische doelstelling van het Huis van het Kind Hasselt HET HUIS VAN HET KIND HASSELT WIL ALLE GEZINNEN MET KINDEREN EN JONGEREN, KINDEREN EN JONGEREN

Nadere informatie

PROACTIEF EN GEZINSONDERSTEUNEND WERKEN MET KANSARME GEZINNEN MET JONGE KINDEREN

PROACTIEF EN GEZINSONDERSTEUNEND WERKEN MET KANSARME GEZINNEN MET JONGE KINDEREN PROACTIEF EN GEZINSONDERSTEUNEND WERKEN MET KANSARME GEZINNEN MET JONGE KINDEREN POPERINGE 11.933 HA (IN TOP 5 W-VL) - 19.894 INW KANSARME BUURTEN Kansarmoedeatlas Provincie West-Vlaanderen (Steunpunt

Nadere informatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie Vlaamse Ouderenraad vzw 26 augustus 2011 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel VLAAMSE OUDERENRAAD Advies

Nadere informatie

VVSG Trefdag Samen tegen Armoede wij ook 13/12/2010

VVSG Trefdag Samen tegen Armoede wij ook 13/12/2010 VVSG Trefdag Samen tegen Armoede wij ook 13/12/2010 Koen Clijsters Algemeen diensthoofd OCMW Heusden-Zolder Tel. 011/45.61.50 koen.clijsters@ocmwheusdenzolder.be Heusden- Zolder Provincie Limburg 31.500

Nadere informatie

Bruggenbouwers Linko ping, Zweden

Bruggenbouwers Linko ping, Zweden Bruggenbouwers Linko ping, Zweden Het Bruggenbouwers project wordt in de Zweedse stad Linköping aangeboden en is één van de succesvolle onderdelen van een groter project in die regio. Dit project is opgezet

Nadere informatie

Bijlage III. Diensten voor oppashulp. Hoofdstuk I. Definities

Bijlage III. Diensten voor oppashulp. Hoofdstuk I. Definities Bijlage III. Diensten voor oppashulp Hoofdstuk I. Definities Artikel 1. In deze bijlage wordt verstaan onder: 1 oppashulp: de hulp en bijstand, tijdens de dag of tijdens de nacht, die erin bestaat de gebruiker

Nadere informatie

Opvoedingsondersteuning binnen de preventieve zorg van K&G. 8 juni 2012

Opvoedingsondersteuning binnen de preventieve zorg van K&G. 8 juni 2012 Opvoedingsondersteuning binnen de preventieve zorg van K&G 8 juni 2012 Inhoud 1. OO binnen K&G - Maatschappelijk noodzakelijk - Maatwerk! 2. Onze maatjes 1. Opvoedingsondersteuning binnen Kind & Gezin

Nadere informatie

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1]

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1] Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1] Ten gevolge van de goedkeuring van de bisconceptnota betreffende de organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen,

Nadere informatie

Tweede adviesnota. van het STEM-PLATFORM. aan de stuurgroep. donderdag, 12 december Brussel, Koning Albert II - Laan.

Tweede adviesnota. van het STEM-PLATFORM. aan de stuurgroep. donderdag, 12 december Brussel, Koning Albert II - Laan. Tweede adviesnota van het STEM-PLATFORM aan de stuurgroep donderdag, 12 december 2013 Brussel, Koning Albert II - Laan Pagina 1 Beoordelingskader voor de subsidiëring van initiatieven ter ondersteuning

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord Dynamisch overheidsbestel Verschuivingen van bevoegdheden inzake gezin 62

Inhoud. Voorwoord Dynamisch overheidsbestel Verschuivingen van bevoegdheden inzake gezin 62 Inhoud Lijst met tabellen 11 Lijst met figuren 15 Voorwoord 19 Deel 1 Inleiding 21 1 Opzet en structuur 23 Deel 2 Gezinsbeleid 29 2 Waarom zich met gezinnen bemoeien? 31 2.1 Hedendaagse gezinnen: dynamisch,

Nadere informatie

Opdrachtsverklaring Missie - Visie

Opdrachtsverklaring Missie - Visie Opdrachtsverklaring Missie - Visie 1. Missie Sint-Lodewijk biedt aangepast onderwijs en/of begeleiding op maat aan kinderen, jongeren en volwassenen met een motorische beperking. Ook het gezin en breder

Nadere informatie

Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen krijgt samen vorm. David Vits Kind en Gezin Ann Lobijn VVSG

Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen krijgt samen vorm. David Vits Kind en Gezin Ann Lobijn VVSG Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen krijgt samen vorm David Vits Kind en Gezin Ann Lobijn VVSG Nieuwe organisatie Buitenschoolse activiteiten Voortgang Op weg naar een decreet Link filmpje katrien

Nadere informatie

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE Bij het openen van het rapport worden de meest recente gegevens uit de databank gehaald. Inleiding In dit document worden de kansarmoede-indicatoren weergegeven

Nadere informatie

Het Geïntegreerd Breed Onthaal. Een beschrijvend en evaluerend onderzoek

Het Geïntegreerd Breed Onthaal. Een beschrijvend en evaluerend onderzoek Het Geïntegreerd Breed Onthaal Een beschrijvend en evaluerend onderzoek Wie-is-wie? Didier Boost (onderzoeker) Universiteit Antwerpen, OASeS, Master Sociaal Werk Sara Elloukmani (onderzoeker) Universiteit

Nadere informatie

Bijdrage armoedetoets preventieve gezinsondersteuning

Bijdrage armoedetoets preventieve gezinsondersteuning Netwerk tegen Armoede Vooruitgangstraat 323 bus 6-1030 Brussel / tel. 02-204 06 50 / fax : 02-204 06 59 info@netwerktegenarmoede.be / www.netwerktegenarmoede.be Bijdrage armoedetoets preventieve gezinsondersteuning

Nadere informatie

ZORGNETWERKEN. Minder mazen en meer net

ZORGNETWERKEN. Minder mazen en meer net ZORGNETWERKEN Minder mazen en meer net Samenlevingsopbouw Ondersteunt en versterkt mensen in een maatschappelijk kwetsbare positie Werkt samen met hen aan directe oplossingen en structurele beleidsveranderingen

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010

Nadere informatie

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING,

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING, Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

Provincie Vlaams-Brabant Zitting van 27 januari OCMW der gemeente 3470 KORTENAKEN

Provincie Vlaams-Brabant Zitting van 27 januari OCMW der gemeente 3470 KORTENAKEN Provincie Vlaams-Brabant Zitting van 27 januari 2014. OCMW der gemeente 3470 KORTENAKEN Aanwezig : Eddy Marcoen, voorzitter; Dr. De Roo Ludo (vanaf agendapunt 5), Haesevoets Daniël, Lemmens Mia, Struys

Nadere informatie

Informatiebrochure bij de subsidieaanvraag in het kader van de projectsubsidies lokale kinderarmoedebestrijding 2013

Informatiebrochure bij de subsidieaanvraag in het kader van de projectsubsidies lokale kinderarmoedebestrijding 2013 Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Afdeling Welzijn en Samenleving Koning Albert II-laan 35 bus 30 1030 BRUSSEL Tel. 02 553 33 30 - Fax 02 553 33 60 welzijnensamenleving@wvg.vlaanderen.be Informatiebrochure

Nadere informatie

Subsidies inclusieve opvang

Subsidies inclusieve opvang Subsidies inclusieve opvang Om de ouders binnen een redelijke afstand een opvangplaats aan te bieden, voorziet de Vlaamse overheid 3 soorten subsidies. INHOUD SUBSIDIE VOOR INDIVIDUELE INCLUSIEVE OPVANG

Nadere informatie

Geachte Dames en Heren,

Geachte Dames en Heren, Trefdag 'Patiënt en professional, samen sterker' UZ Gent 1 december 2016 19u Bijdrage gedeputeerde Couckuyt, met als titel: Vermaatschappelijking van zorg: het belang van zelfzorg en gebruikersparticipatie

Nadere informatie

3. Inspraak - Participatie aan het beleid

3. Inspraak - Participatie aan het beleid kwaad berokkenen. Vaak is de zorgverlener zich dus niet bewust van de gevolgen van zijn handelingen (vandaar de be tussen haakjes). Voor Vlaanderen bestaat er een Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling.

Nadere informatie

Ontwerp van decreet ( ) Nr maart 2014 ( ) stuk ingediend op

Ontwerp van decreet ( ) Nr maart 2014 ( ) stuk ingediend op stuk ingediend op 2318 (2013-2014) Nr. 3 12 maart 2014 (2013-2014) Ontwerp van decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 18 januari 2008 houdende flankerende en stimulerende

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 (BS 19 juni 2007) houdende het lokaal beleid kinderopvang. Titel I. Algemene bepalingen

Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 (BS 19 juni 2007) houdende het lokaal beleid kinderopvang. Titel I. Algemene bepalingen 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 (BS 19 juni 2007) houdende het lokaal beleid kinderopvang Titel I. Algemene bepalingen Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

Nadere informatie

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject Deze lijst is het onderzoekresultaat van een PWO-traject binnen de lerarenopleidingen van de KAHO Sint-Lieven,

Nadere informatie

Vlaamse Regering ~~. =

Vlaamse Regering ~~. = VR 2012 0911 DOC.1119/2 Vlaamse Regering ~~. = >>J - n= Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende bepaling van de Vlaamse beleidsprioriteiten voor het gemeentelijk jeugdbeleid DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

Onderbescherming & Lokaal Sociaal Beleid Themasessie Detectie & Toeleiding Inspiratiedag Zorgzame Buurten Brussel Maandag 25 maart 2019

Onderbescherming & Lokaal Sociaal Beleid Themasessie Detectie & Toeleiding Inspiratiedag Zorgzame Buurten Brussel Maandag 25 maart 2019 Onderbescherming & Lokaal Sociaal Beleid Themasessie Detectie & Toeleiding Inspiratiedag Zorgzame Buurten Brussel Maandag 25 maart 2019 Didier Boost UAntwerpen Master Sociaal Werk Centre for Research on

Nadere informatie