ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE HUUR EN VERHUUR VAN STAANPLAATSEN OP KERMISTERREINEN

Transcriptie

1 ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE HUUR EN VERHUUR VAN STAANPLAATSEN OP KERMISTERREINEN Artikel I Burgemeester en wethouders stellen de terreinen en de periode vast van de in de gemeente Boxmeer te organiseren kermissen. Deze worden op de in de gemeente Boxmeer gebruikelijke wijze bekendgemaakt. Artikel2 De verhuurvoorwaarden en een situatietekening van de terreinen, waar de kermis(sen) zal (zullen) worden gehouden, zullen bij aanvraag van inschrijfformulieren aan de aanvrager worden toegezonden. INSCHRUVING Artikel3 L De verhnur van staanplaatsen voor de kermis geschiedt bij inschrijving of via een overeenkomst tussen de gemeente en de exploitant. Voor het doen van inschrdvingen moet - op straffe van ongeldigheid van de inschrijving - gebruik worden gemaakt van inschrijfformulieren, welke van gemeentewege dan wel door de organisaties van kermisexploitanten beschikbaa worden gesteld. Het inschrijfformulier moet voiledig en duidelijk leesbaar worden ingevuld. 2. Inschrijvingen kunnen alleen worden gedaan door exploitanten van kermisinrichtþgen, zoals deze staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel of bij een vergelijkbare buitenlanclse' instantie, dan wel door hun gemachtigden. De bevoegdheid van de gemachtigde moet blijken uit een aan het inschrijfformulier aangehangen, door de exploitant ondertekende, volmacht. Nienrand kan optreden als gemachtigde van meer dan één exploitant. 3. Op het inschrijfformulier moet ten minste worden vermeld: a. na un, voornaam, geboortedatum van de inschrijver, dan wel correspondentieadres indien de inschrijver geen vaste woonplaats heeft, (auto)telefoonnummer, bank- of girorekeningnummer, sofi-nummer, afsnter).e handtekening van de exploitant; b. na Lm en omschrijving va":t de inrichting, het handelsregisternummer, alsmede de Kamer van Koophandel of de vergelijkbare buitenlandse instantie, waar de exploitant is ingeschreven; c- het bedrag, zowel in cdfers als letters, dat geboden wordt; d. een vermelding van de maximaal te hanteren rit- of entreeprij(s)zen; e. aanduiding van het (de) terrein(en), waarvoor de inschrijving bedoeld is met eventueel een duidelijke vermelding van de staanplaats, waaraan men de voorkeur geeft; f. wanneer voor één inrichting inschrijving geschiedt voor verschillende terreinen, moet duidelijk voor elk terrein het geboden bedrag worden vermeld, alsmede, indien dit afwijkt van het geboden bedrag voor andere staanplaatsen, het geboden bedrag voor de staanplaats waarvoor men de voorkeur heeft; g. de juiste afmetingen van de frontbreedte en diepte of doorsnede van de inrichting alsmede

2 de juiste afmetingen van de uitsteekzeilen, oploopvloeren, kassa e.d., wanneer deze zich buiten de opgegeven afmetingen van breedte, diepte, benevens voor-, zij- of achterschoren en voorts de exacte plaats van de eventuele voor-lzij- en achteringang(en); h. de juiste afrnetingen van de kassa-woon\ryagen, indien het noodzakelijk is voor de exploitanten dat hiervan gebruik wordt gemaakt; i- de benodigde aansluitwaarde in KWH en PK tijdens opbouw, kermis en afbouw; het aantal salon- en pakwagens, inclusief de afmetingen daarvan; j- de verzekeringsmaatschappij, waar de inschrljver een aansprakelijkheidsverzekering heeft, alsmede het maximale bedrag waarvoor de inschrijver verzekerd is; 4. Bij de inschrijving dienen te worden gevoegd: a. een plattegrond, waarop de juiste afmetingen van de inrichting staan aangegeven, de juiste positie van de kassa's en de hoogte van de inrichting; b. een kopie van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel of bd een vergelijkbare buitenlandse instantie, welke niet ouder is dan I jau;' c- voor zover van toepassing, de volmacht, als bedoeld in lid 2 van dit artikel. 5. Indien het inschrijvingsbedrag in letters afi/vijkt van het daarbij vermelde bedrag in cijfers, zal het bedrag in letters worden aangenomen als de geboden som. 6- Op één inschrijfformulier mag slechts voor één inrichting worden ingeschreven. Inschrijvingen met een combinatie van twee of meer inrichtingen, alsmede gecombineerde inschrijvingen door of voor verschillende exploitanten zijn niet toegestaan. 7 - Wanneer ten aanzien van een geboden huursom het voorbehoud "zonder concunentie" of een ander voorbehoud van dezelfde strekking wordt gemaakt, moet daarbij nauwkeurig worden aangegeven: a.- welke inrichtingen de exploitant als van concurrerende aa d beschouwt en b. of het voorbehoud betrekking heeft op het gehele complex kermisterreinen, dan wel alleen op een gedeelte daarvan; in dit laatste geval moet duidelijk worden omschreven well; gedeelte van het kermisterrein dan wordt bedoeld. Indien tussen burgemeester en wethouders en de exploitant verschil van mening bestaat over de aa d van een bepaalde inrichting in verband met de concurrentie, beslissen burgemeester en wethouders na het advies van een vakgroep van kermisexploitanten te hebben ingewonnen. 8. Onvolledige en onduidelijke inschrijvingen alsmede inschrijvingen die voor meerder uitleg vatbaar zijn, kunnen door burgemeester en wethouders terzijde worden gelegd. De exploitant zal hiervan zo spoedig mogelijk in kennis worden gesteld. Artikel4 De inschrijfformulieren moeten (in een gesloten omslag) vóór een door of vanwege burgemeester en wethouders bepaalde datum en bepaald tijdstip ten gemeentehuize of op een andere aangegeven plaats zijn ingeleverd. Deze datum en het tijdstip zijn bekend gemaakt in de advertentie, waarin de te houden kermis is aangekondigd en de inschrijving is opengesteld. Te laat ingeleverde formulieren worden terzljde gelegd. GUNNING STAANPLAATSEN Artikel5 l. Binnen vier weken na de in artikel4 genoemde datum beslissen burgemeester en wethouders

3 omtrent de gunning van de staanplaatsen. ZIj hebben daarbij de bevoegdheid om uit de inschrijvingen een keuze te doen, om staanplaatsen al dan niet aan de hoogste inschrijvers te gunnen en bij niet voldoende bezetting van het kermisterrein dan wel bij onvoldoende attractiviteit of diversiteit van inrichtingen op een bepaald terrein, onderhands staanplaatsen toe te wijzen voor alle inrichtingen die zij wensen toe te laten. 2. Bij inschrijving met voorkeur voor een bepaalde staanplaats wordt bd de gunning zoveel mogelijk rekening gehouden met deze voorkeur, mits uit de voorkeursaanduiding duidelijk en ondubbelzinnig de bedoeling van de inschrijver blijkt. 3. Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor aan verschillende inschrijvers staanplaatsen voor een zelfde soort inrichting te gunnen, behoudens hun verplichtingen in geval van gunning van een staanplaats met concurrentiebeding- 4. Bij gelijke omstandighedenzal door het lot worden beslist aan wie de staanplaats wordt gegund. 5. Aan elke inschrijver zal binnen twee weken na de in het eerste lid genoemde datum bericht worden gezonden of de staanplaats(-en), waarvoor hij heeft ingeschreven, hem al dan niet is (zijn) gegund. 6- Indien de exploitant te kennen geeft dit te wensen, zullen burgemeester en wethouders hun beslissing omtrent het wel of niet gunnen van een staanplaats aan de exploitant nader motiveren. Artikel6 I. De aansluitkosten en stroomverbruik verband houdende met de exploitatie van de kermisinrichting komen voor rekening van de huurder. 2- De geboden huursom moet in twee termijnen worden betaald. a- 50Vo van de huursom, alsmede het vastgestelde bedrag als bedoeld in het eerste lid dienen binnen 14 dagen na dagtekening van de gunning van rle staanplaats door de gemeenle te zijn ontvangen; b. het restant dient vóór het opbouwen van de kermis door de gemeente te zljn ontvangen. 3- De betaling kan geschieden door storting, of overschnjving op girorekeningnummer , dan wel rekeningnummer ten gunste van de gemeente onder vermelding van de naam van de inrichting. 4- Indien de huursom niet is betaald binnen de termijnen in dit artikel genoemd, is de exploitant van de inrichting in gebreke door het enkele verloop van deze termijnen, zonder dat daarvoor een ingebrekestelling nodig is en verliest hij het recht op de hem toegewezen plaats. 5. De in het vorige lid bedoelde nalatige exploitant verbeurt het door hem reeds gestorte deel van de huursom en blijft daarenboven verplicht tot betaling van de volledige huursom. 6- Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor de opengevallen plaats aan een ander toe te wijzen en verplichten zich alsdan de door nalatige exploitant betaalde huursom geheel of gedeeltelijk terug te betalen, zulks naar rato van de door de nieuwe exploitant betaalde huursom. INNEMEN STAANPLAATS Artikel T Geen staanplaats mag wordenbezet: a- dan nadat deze eerst van gemeentewege op het terrein is aangewezen;

4 b. anders dan overeenkomstig de bestemming, waarmee op basis van het inschrijfbiljet is ingeschreven en is gegund; c. dan nadat aan de ambtenaa, belast met de aanwijzing van de staanplaatsen, is aangetoond, dat de huursom volledig is betaald; d. dan nadat is aangetoond dat de inrichting, waarvoor is ingeschreven, door de exploitant zelf of door een brj deze in dienst zrjnde bedrijfsleider wordt geexploiteerd. Artikel S Indien van gemeentewege daarom wordt verzocht, dient de exploitant over te kunnen leggen: a. een recente foto, waarop het uiterlijk aanzien van de inrichting kan worden beoordeeld; b. de verzekeringspolis, voor het inzicht in de betreffende polis. Artikel9 1. De exploitant mag de aan hem verhuurde staanplaats alleen gebruiken voor de plaatsing en de exploitatie van de inrichting waarvoor is ingeschreven- 2- De exploitatie van de inrichting moet geheel in overeenstemming zijn met de daarvan in het desbetreffende door de exploitant ingezonden inschrdving gegeven benaming of omschrdving. 3. Gedurende de tijden dat de kermis voor het publiek is opengesteld, dient de exploitant zijn inrichting voor het publiek open te houden en te exploiteren. Artikel 10 Afstand of overdracht van de huur aan een derde en ruiling of verwisseling van en staanplaats met een andere exploitant mag alleen geschieden met schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders. Artikel Met het opbouwen van de inrichtingen mag niet eerder worden begonnen dan de donderclag voorafgaande aan de betreffende kermis- 2- Burgemeester en wethouders kunnen aan een exploitant toestaan af te wijken van het bepaalde in het eerste lid. 3- Na de aanvang van de kermis mag niet meer worden gebouwd, behoudens toestemming van burgemeester en wethouders. 4. Met het afbreken van de inrichtingen mag niet worden begonnen vóór het sluitingsuur van de laatste dag van de kermis behoudens toestemming van burgemeester en wethouders. 5. In de periode van uur tot de volgende ochtend uur mogen geen werkzaamheden worden verricht, behoudens toestemming ester en wethouders. 6- Behalve voor opbouw- en afbraakactiviteiten mogen gedurende de kermis op het kermisterrein geen salon-, vracht- en pakwagens staan, zulks met uitzondering van een kassawoonwagen, indien dit voor de exploitatie noodzakelijk is. 7 - Gedurende de tijden dat de kermis voor het publiek is opengesteld, mag er geen bevoorading plaatsvinden. Artikel Een staanplaats die 8 uur vóór de aanvang van de kermis door de betreffende exploitant niet is ingenomen, vervalt aan burgemeester en wethouders en kan aan een ander worden toegewezen.

5 2- Toewijzing aan een ander laat de verplichting van degene, wiens recht vervallen is, tot betaling van de geboden huursom onverlet, met dien verstande dat burgemeester en wethouders een nieuw ontvangen huursom zullen verrekenen met de door de nalatige exploitant te betalen huursom. Artikel Indien bij het opbouwen van een inrichting blijkt, dat de afrnetingen ervan groter zijn dan bij de inschrijving is opgegeven, verliest degene, aan wie de staanplaats is toegewezen het recht op de plaats en de huursom die door hem reeds is betaald. 2. De exploitant zal dan binnen 12 uur na constatering van de afwijking de staanplaats ontruimd dienen te hebben, opdat burgemeester en wethouders deze staanplaats zo mogelijk aan een ander kunnen gunnen. 3- Indien een staanplaats nog aan een ander kan worden gegund, zullen burgemeester en wethouders de door de exploitant betaalde huursom geheel of gedeeltelijk terugbetalen, zulks naar rato van de nieuw ontvangen huursom. Artikel De inrichtingen dienen voor het publiek geopend te zijn op de: a- zon- er/of algemeen erkende feestdag tussen uur en uur; b. overige kermisdagen tussen uur en uur. 2. De inrichtingen dienen gedurende de gehele kermis in haar volle omvang, tijdens de vastgestelde uren van de opening verlicht en tot onmiddeltijk gebruik gereed zijn. 3- Burgemeester en wethouders kunnen aan een exploitant toestaan af te wijken van de in het eerste lid gestelde tijden. 4- De inrichtingen dienen, behoudens toestemming van burgemeester en wethouders, gesloten te zdn tussen uur en het openingsuur als bedoeld in lid 1. Artiket Het gebruik van een geluidsinstallatie voor het ten gehore brengen van mechanische muziek is toegestaan vanaf het openingsuur als bedoeld in artikel 15, Iid 1 tot uiterlijk uur. Vanaf uur tot het openingsuur op de dag erop volgend is het gebruik van een geluidsinstallatie niet toegestaan. 2- Het geluidsvolume mag niet meer bedragen dan 80 db(a), gemeten op een afstand van 5 meter van de bron van verwekking. 3- Het gebruik van sirenes, meertonige hoorns, piepers en/of kruit (klappenjes), in welke vorm dan ook is verboden. 4. Burgemeester en wethouders kunnen aan een exploitant toestaan af te wijken van de in het eerste lid gestelde tijden. 5. Het gebruik maken van hoorns, anders dan in vermaakzaken, om het begin en einde van een rit kort aan te geven is verboden. Artikel Op het kermisterrein, alsmede op/nabij het terrein, weg/weggedeelte(n) waar de woon- /salonwagens worden geplaatst, zalvangemeentewege worden gezorgd voor voldoende afualcontainers, wateraftappunten en stroomtoevoercontacten. 2- De wateraftappunten en stroomtoevoercontacten zullen gebruiksgereed zijn vanaf woensdag

6 09.00 uur voorafgaande aan de betreffende kermis tot uur op de dag volgend op de laatste dag van de betreffende kermis. 3. De kosten van het verbruik van water en elektriciteit zijn voor rekening van de exploitant- Artikel 17 Diesel-, benzine- of andere motoren, welke dienen tot opwekking van energie voor verlichting en/of het in werking brengen of houden van de inrichting, worden niet toegelaten, tenzij daartoe voor het begin van de kermis toestemming aan burgemeester en wethouders is gevraagd en verkregen. Artikel 18 In de bestrating mogen geen pennen, wiggen of andere soortgelijke voorwerpen worden geslagen, gedreven of op welke andere wijze ook ingebracht, noch mogen gaten of kuilen worden gemaakt. Artiket 19 Onder alle stoom- en elektrische machines, alsmede onder alle toestellen, werktuigen en/of machinerieën, waarvan olie, benzine of dergelijke kan afdruipen, moet een voorziening worden getroffen ter voorkoming van verontreiniging van de bodem. Artikel20 De exploitant verplicht zich ervoor zot9te dragen, dat de inrichting voldoet aan de bij of krachtens de wet gestelde eisen en voorts in zodanige staat is, alsmede dat zodanige maatregelen zijn getroffen, dat de veiligheid van het pubtiek dat zich in of nabd de inrichting bevindt, redelijkerwds is gewaarborgd. Artikel2l Het is een exploitant toegestaan in de gemeente salon-, pak- en/of volgwagens te plaatsen vanaf de woensdag voorafgaande aan tot en met de dag volgend op de laatste dag van de betreffende kermis op de door de gemeente aangewezen plaatsen- Buiten genoemde periode is het een exploitant niet toegestaan binnen de bebouwde kommen van de gemeente Boxmeer salon-, pak- enlof volwagens te plaatsen. þtfükel22 De exploitant verplicht zich medewerking te verlenen aan het proefdraaien indien burgemeester en wethouders dit wenselijk achten. OPLEVERING STAANPLAATSEN Artiket 23 De staanplaats moet, vrij van opstallen, in oorspronkelijke staat, uiterlijk om uur op de dag volgend op de laatste kermisdag aan de gemeente worden opgeleverd- Artikel24 RESTITUTIE HUURSOM

7 1. Indien als gevolg van ovennacht de kermis niet doorgaat of ophoudt door te gaan worden de betaalde huursom gerestitueerd, dan wel gedeeltelijk gerestitueerd naar rato van het aantal dagen, waarop de staanplaatsen niet kunnen worden geexploiteerd- 2. In geval van overmacht aan de zijde van de exploitant de exploitant de gehuurde staanplaats niet kan innemen, kunnen burgemeester en wethouders vermindering, teruggave of. kwijtschelding van de huursom, dan wel van het betaalde gedeelte van de huursom verlenen. AANSPRAKELUKHEID Artikel25 1. De exploitant is verplicht het risico van aanspraketjkheid, waarin begrepen zowel wettelijke als contractuele aansprakelijkheid, voor schade aan personen en goederen (daaronder begrepen het gehuurde), alsmede de daaruit voortvloeiende schade, direct of indirect verband houdende met de exploitatie van de inrichting, te verzekeren. De exploitant is op gelijke wijze als voor eigen handelen aansprakelijk voor schade die ontstaat door handelen van zijn personeel en van door hem bij de exploitatie ingeschakelde derden- 2. De exploitant vrijwaart de gemeente voor alle in het eerste lid bedoelde aanspraken wegens gelden schade, tenzij het gevolg is van door of vanwege gemeente voor de samenstelling van de kermis genomen of voorgeschreven maatregelen. 3. De exploitant is aansprakelijk voor alle schade, toegebracht aan de bestrating, aan andere gemeentelijke eigendommen en aan eigendommen van derden, die aan hem te wijten is en welke is ontstaan door het plaatsen van en het rijden met kermisvoertuigen, het oprichten, onderhouden, wijzigen en afbreken van kermisinrichtingen, alsmede door het plaatsen, verplaatsen of verwdderen van machines en werktuigen, of door welke andere oorzaak ook. Artikel26 1. Indien één van beide patijen de verplichtingen op grond van deze verhuuryoorwaarden niet, niet tijdig of niet deugdelijk nakomt is deze partlj, na schriftelijk in gebreke te zljn gesteld waarbij een redelijke termijn is gesteld om alsnog na te komen, tenzij zulks op grond van deze voorwaarden, het contract of de wet niet nodig is, en ingeval van termijnstelling, nakoming binnen die termijn uitblijft, aansprakelijk voor alle schade die hieruit voor de andere partij erlof derden voortvloeit en is de andere partij gerechtigd tot ontbinding van de overeenkomst over te gaan. 2- De verplichting tot betaling van een schadevergoeding op grond van het vorige lid laat onverlet de verplichting tot betaling van de huursom door de exploitant dan wel het verval van de huursom aan de gemeente. GESCHILLEN Artikel2T 1. Alle geschillen, die naar aar leiding van de verhuur van de staanplaatsen mochten ontstaan, van welke aard en omvang ook, daa onder mede begrepen die, welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd, zullen worden voorgelegd aan geschillendcommissie. 2. Een geschillencommissie bestaat uit drie personen. Een persoon wordt aan5ewezen door huurder. Een persoon wordt aangewezen door verhuurder-tezamen wordt de voorzitter

8 aangewezen. Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Boxmeer in zijn openbare vergadering van 25 november 1999, de t' de voorzitter, i4_