Artikel 2 De verhuurvoorwaarden zullen bij aanvraag van inschrijfformulieren aan de aanvrager worden toegezonden.

Transcriptie

1 Algemeen Artikel 1 De kermissen zullen worden gehouden op de in de bijlage genoemde dagen. Artikel 2 De verhuurvoorwaarden zullen bij aanvraag van inschrijfformulieren aan de aanvrager worden toegezonden. Inschrijving Artikel 3 Inschrijfformulier 1. De verhuur van standplaatsen voor de kermis geschiedt bij inschrijving. Voor het doen van inschrijvingen moet - op straffe van ongeldigheid van de inschrijving - gebruik worden gemaakt van inschrijfformulieren, welke van gemeentewege dan wel door de organisaties van kermisexploitanten (NKB of Bovak) beschikbaar worden gesteld. Het inschrijfformulier moet volledig en duidelijk leesbaar worden ingevuld. De inschrijving geldt voor de periode van één of drie jaar. 2. Inschrijvingen kunnen alleen worden gedaan door exploitanten van kermisinrichtingen, zoals deze staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel of bij een vergelijkbare buitenlandse instantie, dan wel door hun gemachtigden. De bevoegdheid van de gemachtigde moet blijken uit een aan het inschrijfformulier aangehangen, door de exploitant ondertekende, volmacht. Niemand kan optreden als gemachtigde van meer dan één exploitant. 3. Op het inschrijfformulier moeten ten minste worden vermeld: a. naam, voornaam. geboortedatum, correspondentieadres, indien van toepassing -adres, (auto)telefoonnummer, bank- of gironummer, alsmede handtekening van de exploitant; b. naam en omschrijving van de inrichting, het handelsregisternummer, alsmede de Kamer van Koophandel of de vergelijkbare buitenlandse instantie, waar de exploitant is ingeschreven; c. het bedrag, zowel in cijfers als in letters, dat geboden wordt; d. er wordt in beginsel geen rekening gehouden met een voorkeur voor een standplaats; het college behoudt zich het recht voor om wijzigingen in de standplaatsen aan te brengen. e. de juiste afmetingen van de frontbreedte, hoogte en diepte of doorsnede van de inrichting alsmede van de uitsteekzeilen, oploopvloeren, kassa e.d., wanneer deze buiten de maten van breedte, diepte of doorsnede uitsteken, benevens voor-, zij- en achterschoren en voorts de exacte plaats van de eventuele voor-/zij- en achteringangen; f. de juiste afmetingen van de kassa-woonwagen, indien het noodzakelijk is voor de exploitatie dat hiervan gebruik wordt gemaakt; g. de benodigde aansluitwaarde in KW (Watt) en de benodigde stroomsterkte (ampère); h. het aantal salon- en pakwagens, inclusief de afmetingen daarvan; i. de verzekeringsmaatschappij, waar de exploitant een aansprakelijkheidsverzekering heeft. 4. Ten aanzien van de ritprijzen welke door de exploitanten kunnen worden gevraagd, geldt een maximum. De maximum ritprijzen worden bepaald door het college. Deze ritprijzen zijn: voor alle attracties (met uitzondering van consumptiezaken en oefenspellen) geldt een maximale rit- en entreeprijs van 2,00 (tenzij anders overeengekomen).

2 5. Bij de inschrijving dient te worden gevoegd: a. een plattegrond, waarop de juiste afmetingen van de inrichting staan aangegeven, de juiste positie van de kassa's en de hoogte van de inrichting. Indien de plaats van de kassa niet worden aangegeven op de tekening, kan deze naar inzicht van de gemeente Lingewaard worden geplaatst; b. een kopie van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel of bij een vergelijkbare buitenlandse instantie welke niet ouder is dan één jaar; c. voor zover van toepassing, de volmacht, als bedoeld in lid 2 van artikel 3; d. een geldig certificaat van goedkeuring als bedoeld in het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS); e. een foto of tekening waarop staat hoe de inrichting eruit ziet; f. de polis van de aansprakelijkheidsverzekering. 6. Indien het inschrijvingsbedrag in letters afwijkt van het daarbij vermelde bedrag in cijfers, zal het bedrag in letters worden aangenomen als de geboden som. 7. Op een inschrijfformulier mag slechts voor één inrichting worden ingeschreven. Inschrijvingen met een combinatie van twee of meer inrichtingen, alsmede gecombineerde inschrijvingen door of voor verschillende exploitanten zijn niet toegestaan. 8. Wanneer ten aanzien van een geboden pachtsom het voorbehoud "zonder concurrentie" of een ander voorbehoud van dezelfde strekking wordt gemaakt, moet daarbij nauwkeurig worden aangegeven welke inrichtingen de exploitant als van concurrerende aard beschouwt. Indien tussen het college en de exploitant verschil van mening bestaat over de aard van een bepaalde inrichting in verband met concurrentie, of wanneer het college van mening is dat het voorbehoud in andere zin onvoldoende duidelijk is, is het college bevoegd het voorbehoud als niet geschreven te beschouwen en de betrokken inschrijver aan zijn (hoogste) bod te houden. 9. Inschrijvingen die niet voldoen aan de vereisten genoemd in dit artikel, alsmede onvolledige en onduidelijke inschrijvingen die voor meerdere uitleg vatbaar zijn, kunnen door het college terzijde worden gelegd. De exploitant zal hiervan zo spoedig mogelijk in kennis worden gesteld. 10. Andere voorbehouden dan in deze verhuurvoorwaarden genoemd kunnen niet door de inschrijver worden gemaakt. Het college kan inschrijvingen die in strijd met dit lid zijn gedaan terzijde leggen. Artikel 4 Wijze van inschrijving a. De inschrijfformulieren moeten (in een gesloten omslag) vóór een door of vanwege het college bepaalde datum en bepaald tijdstip op het gemeentekantoor zijn ingeleverd. Deze datum en het tijdstip zijn bekend gemaakt in de advertentie, waarin de te houden kermis is aangekondigd en de inschrijving is opengesteld. Te laat ingeleverde formulieren worden terzijde gelegd. b. Inschrijvingen per fax of dienen uiterlijk één dag eerder, namelijk op de dag vòòr onder sub a. genoemde dag zijn ontvangen. Artikel 5 Het bod De exploitant is gehouden zijn bod tot en met de datum van de gunning, althans uiterlijk totdat de gunning definitief is, gestand te doen. Verhoging of verlaging van de geboden pachtsom kan uitsluitend geschieden door middel van een nieuw inschrijfformulier, waarop duidelijk is vermeld welk bod verhoogd of verlaagd wordt en dient tevens te geschieden voor de in artikel 4 genoemde datum. 2

3 Artikel 6 Gunning standplaatsen 1. Binnen één maand na de in artikel 4 genoemde datum beslist het college omtrent de gunning van de standplaatsen. Zij hebben daarbij de bevoegdheid om uit de inschrijvingen een keuze te doen, om standplaatsen al dan niet aan de hoogste inschrijvers te gunnen en bij niet voldoende bezetting van het kermisterrein dan wel bij onvoldoende attractiviteit of diversiteit van inrichtingen op een bepaald terrein, onderhandse standplaatsen toe te wijzen voor alle inrichtingen die zij wensen toe te laten. Het college behoudt zich het recht voor om te gunnen aan vaste relaties, ook als die niet de hoogste inschrijver zijn. 2. Het college kan inschrijvingen van exploitanten, die op het moment van inschrijving niet aan een betalingsverplichting jegens de gemeente hebben voldaan, terzijde leggen. 3. Het college behoudt zich het recht voor aan verschillende inschrijvers standplaatsen voor een zelfde soort inrichting te gunnen, behoudens hun verplichtingen in geval van gunning van een standplaats met concurrentiebeding. 4. Bij gelijke omstandigheden zal door het lot worden beslist aan wie de standplaats wordt gegund. 5. Aan elke inschrijver zal binnen 14 dagen, nadat het college een besluit omtrent de gunningen van de standplaatsen heeft genomen, bericht worden gezonden of de standplaats(-en), waarvoor hij heeft ingeschreven, hem al dan niet is (zijn) gegund. Artikel 7 Onderhandse verhuur Het college is bevoegd om standplaatsen te verhuren aan exploitanten die niet deelnemen aan de inschrijving als bedoeld in artikel 3. Zij kunnen van deze bevoegdheid gebruik maken zowel voor als na, als in plaats van de inschrijving als bedoeld in artikel 3. Op verzoek van het college dient de exploitant een inschrijf- formulier als bedoeld in artikel 3 in te vullen en te overleggen. Verplichtingen gemeente Artikel 8 Voorzieningen Op zowel het kermisterrein als het salonwagenterrein zullen voldoende afvalcontainers, watertappunten en stroomtoevoercontacten worden geplaatst. Voor het gebruik van het salonwagenterrein worden kosten in rekening gebracht. Artikel 9 Publiciteit Het college zorgt voor de benodigde publiciteit en aankondigingen van de kermissen. Verplichting exploitant Artikel 10 Betaling 1. De betaling van de pachtsom en overige kosten dient te geschieden zoals aangegeven in de (voorlopige) gunningsbrief. De verschuldigde bedragen dienen binnen de aangegeven betalingstermijn te worden voldaan. 2. Indien de pachtsom niet is betaald binnen de termijnen genoemd in de (voorlopige) gunningsbrief, is de exploitant van de inrichting in gebreke door het enkele verloop van deze termijnen zonder dat daarvoor een ingebrekestelling nodig is en verliest hij het recht op de hem toegewezen plaats. Voor het geval aan het bepaalde in het voorgaande lid geen gevolg is gegeven, vervalt het recht op het innemen van de standplaats, terwijl de gemeente zich het recht voorbehoudt om het resterende bedrag. 3. De in het vorige lid bedoelde nalatige exploitant verbeurt het door hem reeds gestorte deel van de pachtsom en blijft daarenboven verplicht tot betaling van de volledige pachtsom en bijkomende kosten. 4. Het college behoudt zich het recht voor de opengevallen plaats aan een ander toe te wijzen. 5. De exploitant is niet gerechtigd om de huursom te verminderen met vorderingen die hij op de gemeente heeft. 3

4 Artikel 11 Veiligheid 1. De exploitant verplicht zich ervoor zorg te dragen, dat de inrichting in zodanige staat is, alsmede dat zodanige maatregelen zijn getroffen, dat de veiligheid van het publiek dat zich in of nabij de inrichting bevindt is gewaarborgd. 2. Bij de verkoop van eet- en drinkwaren dient voldaan te worden aan de hygiene-eisen. 3. In geen der toegelaten inrichtingen mogen alcoholhoudende dranken worden verkocht of verstrekt, al of niet voor consumptie ter plaatse, tenzij de burgemeester ontheffing op grond van artikel 35 Drank- en Horecawet is verleend. Artikel 12 Keuring 1. Het college kan de kermisinrichting te allen tijde, dus zowel voor als tijdens de kermis, (doen) keuren. 2. Een kermisinrichting, die bij de keuring als bedoeld in het eerste lid niet is goedgekeurd, mag niet geopend worden. Artikel 13 Opvolgen aanwijzingen De exploitant en het bij hem in dienst zijnde personeel zijn verplicht om medewerkers van de politie, brandweer, voedsel- en warenautoriteit, bewakingsdienst en de gemeente te allen tijde in de inrichting toe te laten en de door deze medewerkers in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid of goed verloop van de kermis gegeven aanwijzingen op te volgen. Deze verplichting geldt zowel tijdens de kermis als tijdens het op- en afbouwen van de kermis. Tot deze aanwijzingen kan behoren de eis tot (tijdelijke) sluiting van de inrichting in het geval zich een ongeval heeft voorgedaan, een ongeval dreigt of in verband met extreme weersomstandigheden. Artikel 14 Innemen standplaats 1. Het is verboden de standplaats te bezetten: a. voordat de exacte plaats op het kermisterrein door een medewerker van de gemeente is aangewezen; b. voor een ander doel dan waarvoor de standplaats is uitgegeven; c. voordat de huursom volledig is betaald; d. voordat is aangetoond dat de inrichting, waarvoor is ingeschreven, door de exploitant zelf of door een bij deze in dienst zijnde bedrijfsleider wordt geëxploiteerd; e. met een andere inrichting dan de inrichting die staat vermeld op het inschrijfformulier als bedoeld in artikel 3. Artikel 15 Openstellen en persoonlijk innemen standplaats 1. Gedurende de tijden dat de kermis voor het publiek is opengesteld, dient de exploitant zijn inrichting voor het publiek open te houden en te exploiteren. Dit geldt niet voor inrichtingen die buiten enige twijfel uitsluitend gericht zijn op jonge kinderen. Deze inrichtingen dienen hun inrichting tot uur geopend te houden. Deze inrichtingen dienen echter wel tot sluitingsuur verlichting te blijven voeren. 2. De exploitant is verplicht de standplaats persoonlijk of door een bij hem in dienst zijnde bedrijfsleider in te (laten) nemen. Artikel 16 Overdracht standplaats 1. Afstand of overdracht van de standplaats aan een derde en ruiling of verwisseling van een standplaats met een andere exploitant is niet toegestaan. 2. Wanneer in afwijking van het voorgaande lid - in het belang van de kermis - door de gemeente toestemming verleend wordt om met een andere attractie te verschijnen, om de standplaats aan een derde over te dragen en/of de standplaats te ruilen, dan laat dat onverlet de bevoegdheid van het college van de gemeente om schadevergoeding te eisen en/of maatregelen als bedoeld in artikel 33 te treffen. 4

5 Artikel 17 Opbouwen en afbreken 1. De standplaats moet tenminste drie uur voor aanvang van de kermis zijn ingenomen. Indien de standplaats op dat moment niet is ingenomen, verliest de exploitant het recht op de standplaats, onverminderd de verplichting van de exploitant tot betaling van de huursom. 2. Vanaf drie uur voor de aanvang van de kermis mag niet meer worden gebouwd, behoudens toestemming door of namens het college. 3. Tot opening van de inrichting voor het publiek mag niet eerder worden overgegaan voor het officiële aanvangstijdstip van de kermis. 4. Met het oprijden van de pakwagens en het afbreken van de inrichting mag niet worden begonnen voor het sluitingsuur van de laatste dag van de kermis, behoudens toestemming door of namens het college. 5. Gedurende de opbouw en de afbraak van de kermis moet de exploitant ervoor zorgen dat verkeersrijbanen niet worden gestremd. 6. Behalve voor opbouw- en afbraakactiviteiten mogen gedurende de kermis op het kermisterrein geen bedrijfswagens, noch personenauto's staan, zulks met uitzondering van een kassawoonwagen, indien dit voor de exploitatie noodzakelijk is. Artikel 18 Kermisinrichting te groot 1. Indien bij het opbouwen van een inrichting blijkt, dat de afmetingen ervan groter zijn dan bij de inschrijving of het aangaan van de overeenkomst is opgegeven, verliest de exploitant het recht op de plaats en de huursom die door hem reeds is betaald. 2. De exploitant moet binnen 12 uur na constatering van de afwijking de standplaats ontruimd hebben, opdat het college deze standplaats zo mogelijk aan een ander kan gunnen. Artikel 19 Stroomvoorziening 1. De exploitanten, aan wie een standplaats is toegewezen en die voor hun inrichting elektriciteit nodig hebben, moeten deze betrekken van de gemeente Lingewaard. 2. Bij de inschrijving moet de aansluitwaarde van de elektrische installatie in kilowatt en Ampère worden opgegeven. 3. Indien de exploitant een onjuiste of onvolledige opgave van de aansluitwaarde geeft, loopt hij het risico dat de stroomvoorziening t.b.v. zijn inrichting niet kan worden gegarandeerd c.q. extra kosten in rekening worden gebracht. 4. Het college behoudt zich het recht voor om, indien de huurder een verplichting een verplichting voortvloeiend uit dit artikel nalaat of overtreedt, niet over te gaan tot aansluiting van een kermisinrichting op het stroomnet, dan wel afsluiting van de kermisinrichting van het stroomnet, onverminderd de verplichting tot betaling van de betreffende vergoeding als bedoeld in lid 7 van dit artikel. 5. De aansluitingen van de attracties e.d. worden in opdracht van de gemeente Lingewaard verzorgd door Electrotechnisch Installatiebureau De Graauw uit Schaijk. 6. De standplaatshouders dienen voor de aansluiting van hun attractie op de elektriciteitsvoorziening een afstand van minimaal 50 meter tussen de elektriciteitsvoorziening en hun inrichting te kunnen overbruggen. 7. De standplaatshouder is, aan de gemeente Lingewaard, de kosten voor de electriciteitsvoorziening verschuldigd. De kosten voor de electriciteitsvoorziening de kermissen in de gemeente Lingewaard worden jaarlijks bepaald en in de advertentie in de vakbladen vermeld. Artikel 20 Diesel- en benzinemotoren, aggregaten Diesel-, benzine- of andere motoren, welke dienen tot opwekking van energie voor verlichting en/of het in het in werking brengen of houden van de inrichting, worden niet toegelaten, tenzij daartoe voor het begin van de kermis toestemming aan het college is gevraagd en verkregen. 5

6 Artikel 21 Bodemverontreiniging Onder alle stoom- en elektrische machines, alsmede onder alle toestellen, werktuigen en/of machinerieën, waarvan olie, benzine of dergelijke kan afdruipen, moet een adequate voorziening worden getroffen ter voorkoming van verontreiniging van de bodem. Artikel 22 Beschadiging 1. In de bestrating mogen geen pennen, wiggen of andere soortgelijke voorwerpen worden geslagen, gedreven of op welke wijze ook ingebracht, noch mogen gaten of kuilen worden gemaakt. 2. Bomen, takken, struiken of andere groenvoorziening mogen niet beschadigd worden. 3. Straatmeubilair mag niet beschadigd worden. Artikel 23 Ritprijzen 1. Voor grootvermaak en kindervermaak wordt ieder jaar de maximumprijzen bepaald en in de advertentie in de vakbladen vermeld. 2. De rit- en entreeprijzen dienen gedurende de gehele kermis goed zichtbaar voor het publiek op de kassa vermeld te zijn. Artikel 24 Verboden artikelen 1. Het is verboden bij de toegelaten spelen en dergelijke de volgende prijzen ter beschikking te stellen, dan wel ter verkoop aan te bieden: a. alcoholhoudende dranken; b. wapens die verboden zijn volgens de bepalingen van de Wet wapens en munitie, waaronder slagen steekwapens; c. alle soorten messen en voorwerpen die lijken op de wapens als bedoeld onder b; d. tabakswaren. 2. De gemeente is gerechtigd om de in het eerste lid verboden prijzen in beslag te nemen en de inrichting die deze prijzen aanbiedt te sluiten. Artikel 25 Normen voor attractie- en speelballen Alle attractie- en speeltoestellen moeten voldoen aan de eisen die gesteld zijn in het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen, de Nadere Regels Attractie & Speeltoestellen, de norm NEN-EN 13814:2004 en andere geldende relevante praktijkrichtlijnen. Artikel 26 Kinderballonnen Kinderballonnen mogen alleen gevuld worden met onbrandbaar gas. Artikel 27 Salonwagenterrein 1. Woon- en bedrijfswagens moeten worden geplaatst op nader door de gemeente aan te wijzen salonwagenterrein. De exacte plaats op het salonwagenterrein wordt door of namens het college aangewezen. 2. Alle overige voertuigen moeten geplaatst worden op parkeerterreinen buiten de bebouwde kom en mogen in ieder geval niet op het salonwagenterrein geplaatst worden. 3. Woon- en bedrijfswagens waarvan geen opgave is gedaan, worden niet toegelaten op de onder lid 1 genoemde salonwagenterrein. 6

7 Artikel 28 Kosten 1. Voor het gebruik van het salonwagenterrein zal per kermis kosten in rekening worden gebracht. Met deze kosten wordt betaald: a. aansluiting en verbruik van elektriciteit en water; b. aansluiting en verbruik van het riool; c. het ophalen van huisvuil. 2. Tijdens de kermissen zal op het kermisterrein vanaf de nacht voorafgaande aan de opening van de kermis tot de laatste dag van de kermis vanaf uur tot uur bewaakt worden. Hiervoor is elke exploitant een verplichte bijdrage verschuldigd. Deze bijdrage voor de bewaking zal meegenomen worden in de bijkomende kosten. 3. De in lid 2 van dit artikel genoemde bewaking is van preventieve aard en de tijdens de duur van de bewaking veroorzaakte schade kan dan ook niet verhaald worden op de gemeente Lingewaard. 4. Naast de pachtsom en de kosten voor bewaking is voor iedere attractie per kermis een bijdrage verschuldigd in reclame/promotiekosten. Ook deze bijdrage zal meegenomen worden in de bijkomende kosten. De hoogte van de bijkomende kosten zullen bekend gemaakt worden in de advertentie, zoals bedoeld in artikel 4, sub a van deze verhuurvoorwaarden Aansprakelijkheid en schadevergoeding Artikel 29 Verzekeringsplicht De exploitant is verplicht het risico van aansprakelijkheid, waarin begrepen zowel wettelijke als contractuele aansprakelijkheid, voor schade aan personen en goederen (daaronder begrepen het gehuurde), alsmede de daaruit voortvloeiende schade, direct of indirect verband houdende met de exploitatie van de inrichting, te verzekeren. De exploitant is op gelijke wijze als voor eigen handelen aansprakelijk voor schade die ontstaat door handelen van zijn personeel en van door hem bij de exploitatie ingeschakelde derden. Artikel 30 Aansprakelijkheid 1. De exploitant is verplicht het risico van aansprakelijkheid, waarin begrepen zowel de wettelijke als contractuele aansprakelijkheid, voor schade aan personen en goederen (daaronder begrepen het gehuurde), alsmede de daaruit voortvloeiende schade, direct of indirect verband houdende met de exploitatie van de inrichting te verzekeren. De exploitant is op gelijke wijze als voor eigen handelen aansprakelijk voor schade die ontstaat door handelen van zijn personeel en van door hem bij de exploitatie ingeschakelde derden. 2. De exploitant vrijwaart de gemeente voor alle in lid 1 bedoelde aansprakelijkheid wegens geleden schade, tenzij deze schade het gevolg is van door of vanwege de gemeente voor de samenstelling van de kermis genomen of voorgeschreven maatregelen. 3. De exploitant is aansprakelijk voor alle schade, toegebracht aan de bestrating, aan andere gemeentelijke eigendommen en aan eigendommen van derden, die aan hem te wijten is en welke is ontstaan door het plaatsen van en het rijden met kermisvoertuigen, het oprichten, onderhouden, wijzigen en afbreken van kermisinrichtingen, alsmede door het plaatsen, verplaatsen of verwijderen van machines en werktuigen, of door welke ander oorzaak ook. Artikel 31 Terugbetaling huursom 1. Indien door landelijke, regionale, dan wel plaatselijke gebeurtenissen, bijvoorbeeld rampen en/of overlijden van leden van het koningshuis, regeringsfunctionarissen of andere hoogwaardigheidsbekleders, waarbij het uit fatsoen of morele verplichtingen dan wel solidariteit noodzakelijk c.q. gewenst is, de kermis geheel of gedeeltelijk te onderbreken dan wel af te gelasten, zal het door de exploitant gestorte bedrag van inschrijving direct geheel of gedeeltelijk door de gemeente worden teruggestort. 2. Indien de exploitant het recht op een standplaats verliest doordat de huursom niet of niet volledig is betaald (art. 10, eerste lid), doordat de standplaats niet wordt ingenomen (artikel 17) of doordat de afmetingen van de inrichting te groot zijn (artikel 18), betaalt de gemeente de door de exploitant die het recht op een standplaats verliest betaalde huursom geheel of gedeeltelijk terug in het geval dat de standplaats nog aan een ander kan worden verhuurd. 7

8 Artikel 33 Ontbinding 1. De exploitant is van rechtswege in verzuim indien hij een verplichting uit hoofde van de overeenkomst en/of van andere daaruit voortvloeiende overeenkomsten en/of deze verhuurvoorwaarden niet, niet tijdig of niet naar behoren nakomt. Alsdan en in geval van faillissement, surseance van betaling of schuldsanering, stillegging, liquidatie of overname of enige daarmee vergelijkbare rechtstoestand van de onderneming van de exploitant heeft de gemeente het recht de overeenkomst terstond (zonder ingebrekestelling) en zonder rechterlijke tussenkomst eenzijdig geheel of gedeeltelijk te ontbinden door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de exploitant zonder dat de gemeente tot enige schadevergoeding gehouden is, onverminderd eventueel aan de gemeente verder toekomende rechten, waaronder begrepen het recht op volledige schadevergoeding. 2. Alle vorderingen, die de gemeente in de gevallen zoals vermeld in voormelde leden op de exploitant mocht hebben of verkrijgen, zijn terstond en ten volle opeisbaar. 3. Bij beëindiging/ontbinding van de overeenkomst de verdere exploitatie van de inrichting terstond van gemeentewege kunnen worden belet en de ontruiming van de standplaats binnen 24 uur na aanzegging kunnen worden gevorderd, zonder dat de exploitant enige aanspraak zal kunnen maken op schadevergoeding of restitutie van de huursom. 4. De exploitant machtigt voorts de gemeente Lingewaard om op zijn kosten alle werkzaamheden te doen verrichten, welke de gemeente noodzakelijk acht tot herstel van hetgeen door de exploitant in strijd met de verhuurvoorwaarden is gedaan of nagelaten. 5. Voorwerpen of voertuigen die in strijd met enige in deze verhuurvoorwaarden opgenomen bepaling zijn geplaatst kunnen op kosten van de exploitant worden verwijderd. 6. Onverminderd de mogelijkheid om de overeenkomst te ontbinden en/of schadevergoeding te vorderen is de gemeente bevoegd om bij overtreding van de verhuurvoorwaarden de exploitant een boete op te leggen voor elke dag of gedeelte daarvan dat de overtreding duurt. Deze boete kan in ieder geval opgelegd worden bij overtreding van de artikelen 10, 11, 12,13,14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28 en Tevens kan de gemeente bij niet-nakomen van de bepalingen in deze verhuurvoorwaarden of van de door of namens de gemeente, c.q. de burgemeester gegeven aanwijzingen en bevelen, dan wel bij geconstateerd wangedrag: a. de inrichting voor één of meer dagen sluiten; b. de overtreding(en) publiceren in kermisvakbladen en/of andere gemeenten en betrokken instanties in kennis stellen van de overtreding(en); c. de natuurlijke of rechtspersoon met de betreffende inrichting voor één tot drie jaar uitsluiten van inschrijving voor de kermissen in de gemeente Lingewaard; d. de natuurlijke persoon/personen of rechtspersoon met alle door hem geëxploiteerde inrichtingen uitsluiten van inschrijving voor de kermissen in de gemeente Lingewaard voor een periode van één tot drie jaar; e. huurovereenkomsten die op grond van artikel 7 voor twee jaren zijn afgesloten, zonder ingebrekestelling ontbinden voor zover het betreft het tweede jaar. Artikel 34 Toelaten in belang van de kermis Wanneer de gemeente een exploitant die het recht op een standplaats verloren heeft, in het belang van de kermis de inrichting toch toelaat, dan laat dat onverlet de bevoegdheid van de gemeente om schadevergoeding te vorderen en/of maatregelen te treffen als bedoeld in artikel 33. Artikel 35 Toepasselijk recht en geschillen 1. Geschillen tussen partijen, daaronder begrepen die welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd, zullen zoveel mogelijk door middel van goed overleg tot een oplossing worden gebracht. Zo nodig zullen de nationale kermisbonden BOVAK en NKB worden geraadpleegd. 2. Indien dit minnelijke overleg niet tot een oplossing leidt, zullen de geschillen worden voorgelegd aan de daartoe bevoegde rechter, tenzij partijen ter zake van die geschillen arbitrage overeenkomen. 3. Op alle rechtsbetrekkingen tussen de gemeente en de exploitant is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. 8

9 4. In bijzondere gevallen, waarbij een kermisexploitant als een direct gevolg van de kermisopstelling aantoonbaar wordt benadeeld in de exploitatie van zijn attractie, en dat nadeel redelijkerwijs niet volledig voor zijn rekening dient te komen, kan de gemeente, gehoord de nationale kermisbonden BOVAK en NKB, beslissen tot gedeeltelijke teruggaaf van de betaalde huursom. De betrokken exploitant dient binnen 4 dagen na aanvang van de kermis schriftelijk bij de gemeente een beroep te doen op het bepaalde in dit lid. Verzoeken die niet voldoen aan het bepaalde in dit lid kunnen door de gemeente terzijde worden gelegd. 5. In de uitzonderlijke situatie, waarbij de in het voorgaande lid genoemde compensatiemogelijkheid aantoonbaar onvoldoende recht doet aan de geleden schade en er geen nadelige effecten op de kwaliteit van de kermis verwacht worden, kan de gemeente besluiten ter compensatie van het geleden nadeel een standplaats voor maximaal één jaar onderhands te verhuren. Slotbepalingen Artikel 36 Overmacht 1. In geval van overmacht wordt de nakoming van de desbetreffende en de daarmee samenhangende verplichting(en) geheel of gedeeltelijk opgeschort voor de duur van de overmacht, zonder dat partijen over en weer tot enige schadevergoeding terzake gehouden zijn. Partijen kunnen zich jegens elkaar alleen op overmacht beroepen, indien de desbetreffende partij zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk op het moment dat hij had moeten presteren, onder overlegging van de bewijsstukken, de wederpartij schriftelijk van een beroep op overmacht in kennis stelt. 2. Indien enige partij door overmacht definitief in de onmogelijkheid verkeert te presteren, of indien de overmacht-periode langer duurt dan de duur van de kermis, of naar redelijkheid te verwachten is dat deze de hele kermis zal duren, heeft de andere partij het recht de overeenkomst door middel van een aangetekend schrijven met onmiddellijke ingang, zonder rechterlijke tussenkomst te ontbinden, zonder dat daarbij enig recht op schadevergoeding zal ontstaan. 3. Onder overmacht aan de zijde van de exploitant wordt in ieder geval niet verstaan: gebrek aan personeel, stakingen, wanprestatie van door de exploitant ingeschakelde derden, uitval van hulpmaterialen en liquiditeits- c.q. solvabiliteitsproblemen aan de zijde van de exploitant. Artikel 37 Vrijwaring De exploitant vrijwaart de gemeente Lingewaard tijdens het gebruik van de standplaats voor alle aansprakelijkheid voor schade, hoe ook genaamd, toegebracht aan derden. Artikel 38 Afwijking verhuurvoorwaarden 1. De gemeente kan in bijzondere gevallen afwijken van het gestelde in de verhuurvoorwaarden. 2. Derden kunnen geen rechten ontlenen aan een afwijking van de verhuurvoorwaarden. 3. In geval van afwijking van de verhuurvoorwaarden hebben derden geen recht op vergoeding van schade, welke zij beweren te hebben geleden, noch op andere schadeloosstelling, hoe genaamd dan ook. Artikel 39 Verrekening Voor zover de gemeente Lingewaard op basis van deze verhuurvoorwaarden een betalingsverplichting heeft jegens een exploitant is de gemeente steeds gerechtigd tot verrekening met vorderingen die zij op de exploitant heeft, uit welke hoofde dan ook. Artikel 40 Naam Deze verhuurvoorwaarden kunnen worden aangehaald als Verhuurvoorwaarden voor de standplaatsen op de kermisterreinen. Burgemeester en wethouders van Lingewaard, de secretaris, de burgemeester, drs. J. Wijnia M.H.F. Schuurmans-Wijdeven 9