VLAAMSERAAD ARCHIEF. TEAUGeEzoRGfN ONTWERP VAN DECREET. inzake medisch verantwoorde sportbeoefening AMENDEMENTEN. Stuk 448 ( ) - Nr.

Transcriptie

1 Stuk 448 ( ) - Nr. 2 ARCHIEF vmmse RAAD TEAUGeEzoRGfN VLAAMSERAAD ZITTING FEBRUARI 1991 ONTWERP VAN DECREET inzake medisch verantwoorde sportbeoefening AMENDEMENTEN 1. AMENDEMENTEN voorgesteld door de heer P. Vandermeulen Artikel 14 A. In 9 2, eerste lid na de eerste zin de volgende zin invoegen :,, In de erkenningsvoorwaarden dient minimaal een diplomavereiste te worden opgenomen waardoor een specialisatie in de sportgeneeskunde verplichtend wordt gemaakt. Om de efficiëntie van de sportmedische keuring te verhogen, is het aangewezen minimaal te bepalen dat de keuringsartsen een specialisatie in de sportgeneeskunde moeten gevolgd hebben. Zie : 448 ( ) - Nr. 1 : Ontwerp van decreet 1046

2 448 ( ) - Nr. 2 PI B. In 0 2, eerste lid op de zevende en achtste regel de woorden,,volgens de modaliteiten door de Executieve bepaald vervangen door de woorden,,mits zij voldoen aan de voorwaarden inzake erkenning door de Executieve bepaald. Er is geen reden om de keuringsartsen voor sportbeoefenaars beneden de achttien jaar niet te onderwerpen aan dezelfde erkenningsvoorwaarden als de keuringsartsen voor de oudere sportbeoefenaars. Artikel 16 In fine van het tweede lid de volgende zin toevoegen :,,In de erkenningsvoorwaarden dient minimaal een diplomavereiste te worden opgenomen waardoor een specialisatie in de sportgeneeskunde verplichtend wordt gemaakt. Om de efficiëntie van de dopingcontrole te verhogen, is het aangewezen minimaal te bepalen dat de controleartsen een specialisatie in de sportgeneeskunde moeten gevolgd hebben. Artikel 19 Dit artikel vervangen door de volgende bepaling :,,Artikel 19 Om te mogen deelnemen aan sportmanifestaties moet een sportbeoefenaar voldoen aan de voorwaarden inzake leeftijdsgrenzen, genoemd in artikel 5, 3. De sportverenigingen doen een voorstel inzake de leeftijdsgrenzen aan de Raad voor Medisch Verantwoorde Sportbeoefening. De Raad voor Medisch Verantwoorde Sportbeoefening formuleert een advies aan de Executieve over het voorstel van de sportverenigingen. Bij gemotiveerde beslissing stelt de Executieve de onderscheiden leeftijdsgrenzen vast, rekening houdend met de specificiteit van de sportactiviteiten. Voor wat betreft het bepalen van de leeftijdsgrenzen is het aangewezen een voorstel te laten formuleren door de sportfederaties. Dit dient te gebeuren onder de vorm van een pre-advies naar de Raad voor Medisch Verantwoorde Sportbeoefening toe. Als geëigend adviesorgaan van de Vlaamse Regering dient zij het pre-advies van de bonden desgevallend te becommentariëren. De uiteindelijke beslissing moet echter bij de Vlaamse Regering liggen. Deze moet echter haar beslissing steeds motiveren en bijgevolg een reden geven waarom een aanvraag van een sportfederatie al of niet wordt ingewilligd. P. VANDERMEULEN

3 [ ( ) - Nr. 2 II. AMENDEMENTEN voorgesteld door de heer A. Denys Titel III - Organismen voor de medisch verantwoorde sportbeoefening Hoofdstuk IV - Disciplinaire organismen inzake medisch verantwoorde sportbeoefening Hoofdstuk IV met Afdelingen 1 en II en artikelen 17 en 18 vervangen door wat volgt :,,Hoofdstuk IV Disciplinair organisme inzake medisch verantwoorde sportbeoefening : de Onafhankelijke Sporttuchtraad Artikel Er wordt door de Executieve een Onafhankelijke Sporttuchtraad, hierna de tuchtraad genoemd, opgericht. $ 2. De tuchtraad is samengesteld uit twee afzonderlijke kamers. $3. De eerste kamer is bevoegd de disciplinaire maatregelen te nemen genoemd in artikel 40 ten aanzien van sportbeoefenaars De tweede kamer behandelt het hoger beroep dat, volgens de procedure bepaald in de artikelen 37 en 38, ingesteld wordt tegen de beslissingen van de eerste kamer van de tuchtraad Beide kamers van de tuchtraad zijn samengesteld uit vier leden. De Voorzitters van de beide kamers van de tuchtraad zijn vertegenwoordigers van de Vlaamse Gemeenschap en worden aangeduid door de Vlaamse Executieve. Zij hebben geen enkele binding met sportverenigingen. De drie overige leden van de beide kamers van de tuchtraad zijn een afgevaardigde van het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité, een afgevaardigde van de Vlaamse Sportfederatie en een erkende sportdokter De Voorzitters en de leden van de beide kamers van de tuchtraad worden benoemd door de Executieve voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar. De Executieve benoemt tevens een plaatsvervangend voorzitter en drie plaatsvervangende leden voor het geval van verhindering of overbelasting van de titularissen. De Executieve kan voor het voorzitterschap of lidmaatschap van de beide kamers van de tuchtraad de onverenigbaarheden en de aanvullende benoemingsvoorwaarden vaststellen. $ 7. Binnen elk van de beide kamers van de tuchtraad wordt voorzien in een openbaar ministerie, aangeduid door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Het depenaliseren van de sanctionering voor dopinggebruik is volgens de PW een juist uitgangspunt. De aarzeling bij de rechtbanken, de grote verscheidenheid in de uitspraken, de talrijke seponeringen, het zijn allemaal factoren die ervoor pleiten om de bestraffing uit de gerechtelijke sfeer te halen.

4 448 ( ) - Nr. 2 Vl De sanctionering uitsluitend in de sfeer van de sport brengen, betekent echter niet dat men een gemengde, dubbelzinnige oplossing moet tot stand brengen waarbij de mogelijkheid zou opengelaten worden te sanctioneren ofwel binnen de sportbonden zelf, ofwel via een disciplinair tuchtorgaan. Een dergelijke tweevoudige aanpak kan enkel leiden tot onduidelijkheid en gebrek aan uniformiteit inzake dopingbestraffing over alle sportbonden heen. Daarenboven zou daardoor voor een gedeelte de situatie blijven bestaan waarin de sportbonden tegelijk rechter en partij zijn. Denken we bijvoorbeeld maar even aan volgende problemen. Bij de bestraffing van een populaire sportvedette zal de sportfederatie onder een geweldige druk komen te staan van de publieke opinie, wat een eerlijke tuchtrechtspraak bemoeilijkt. Bovendien loopt de sportfederatie die het vaakst en het strengst optreedt, soms het gevaar een verkeerd beeld te creëren, namelijk dat er in de eigen sport veel meer doping wordt gebruikt dan in de andere sporten. Om deze situaties weg te werken, is er maar één oplossing : de oprichting van een Onafhankelijke Sporttuchtraad (OSTR). Deze OSTR is een tuchtcollege waar de rechten van de sporter, de sportbonden en de sport en de volksgezondheid in het algemeen, zo correct en zo volledig mogelijk worden verdedigd. Daarom moet worden voorzien in een tuchtcollege in eerste aanleg en één in beroep. Elk van beide moet worden samengesteld uit 4 leden : drie leden die uitsluitend binding hebben met de sport, maar los staan van de federaties (één afgevaardigde van het BOIC, één afgevaardigde van de Vlaamse Sportfederatie en een erkende sportdokter) en een onafhankelijke voorzitter die geen enkele directe binding heeft met de sport, maar een vertegenwoordiger is van de Vlaamse Gemeenschap en aangeduid wordt door de Vlaamse Executieve. Er moet tevens worden voorzien in een openbaar ministerie, aangeduid door de Vlaamse Administratie (Departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur). Deze moet, als bewaker van het algemeen volksgezondheidsaspect, vermijden dat door een gemeenschappelijk belang tussen de twee betrokken partijen (sporter en sportbond) de sanctie al te minimaal en dus te weinig dopingontradend zou zijn. Uiteraard moet de procedure een snelle afhandeling van de dossiers mogelijk maken. De PW meent dat op die wijze de rechten van de individuele sporter gerespecteerd worden, de sportfederatie ontlast wordt van de bestraffingsverantwoordelijkheid, er een duidelijke en uniforme sanctionering komt, en er binnen de sfeer van de sport gebleven wordt zonder dat het algemeen belang van welzijn en volksgezondheid geschaad wordt. Titel IV - Voorwaarden inzake de medisch verantwoorde sportbeoefening Hoofdstuk II - Voorwaarden sportmedische keuring Artikel 20 inzake A. In het eerste lid op de eerste regel na het woord,,sportmanifestaties de woorden,,in competitieverband invoegen. B. In Cie van het eerste lid de volgende zin toevoegen :,, De definiëring sportverenigingen Executieve. van het begrip competitie gebeurt door de en wordt goedgekeurd door de Vlaamse Om de efficiëntie van de sportmedische keuring te verhogen, moet de doelgroe P voor wie de keuring verplicht wordt gemaakt, zo beperkt moge ijk worden gehouden. Het kan niet de bedoeling zijn ook de recreatiesporter aan een sportmedische keuring te onderwerpen. Daarom moet de doelgroep beperkt worden tot de competitiesporters en de risicogroepen en -sporten. De omschrijving van het begrip,,competitie wordt het best overgelaten aan de sportfederaties die hun definiëring ter goedkeuring moeten voorleggen aan de

5 PI 448 ( ) - Nr. 2 Executieve. Op die manier wordt een te enge interpretatie vanwege de bonden vermeden en kan de Executieve er blijvend op toezien dat zeker de jeugdcategorieën aan ernstige medische controles worden onderworpen. Hoofdstuk III - Regelen ter bestrijding van dopingpraktijken Artikel 22 Dit artikel vervangen door de volgende bepaling :,, Artikel 22 De lijst van verboden substanties is deze die door het Internationaal Olympisch Comité wordt opgesteld. Om de rechtszekerheid van de betrokkenen te verhogen, is het evident dat moet gewerkt worden met één enkele lijst van verboden substanties. Het is daarom een noodzaak zich te conformeren aan de lijst die door het Internationaal Olympisch Comité wordt opgesteld en frequent wordt aangepast. Deze is immers het duidelijkst en ook het minst aanvechtbaar. Hoofdstuk IV - Algemene bepalingen Artikel 23 A. In weglaten. B. Paragraaf 2 weglaten. De dopingcontrole moet volkomen onafhankelijk worden uitgévoerd. Daarom moeten ze worden onttrokken aan de bevoegdheid van de sportfederaties. Er moet aan de sportbonden enkel de mogelijkheid gelaten worden de Executieve te verzoeken bij een bepaalde sportmanifestatie een controle uit te voeren. De verdere organisatie van de dopingcontrole (de aanduiding van de controleartsen) is de exclusieve bevoegdheid van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Titel V - Toezicht en controle inzake de medisch verantwoorde sportbeoefening Hoofdstuk II - Beteugeling van dopingpraktijken Afdeling 1 - Algemene bepalingen Artikel 26 A. In 0 1 op de eerste en tweed~e regel de woorden,,, de sportvereniging, of in voorkomend geval het controlecomité vervangen door de woorden,,of de sportvereniging. Dit amendement is het logische gevolg van het eerdere amendement op artikel 23 dat ertoe strekte de oprichting van controlecomités bij de sportverenigingen weg te laten. B. In fine van 0 2 een tweede volgt toevoegen die luidt als

6 448 ( ) - Nr ,,In geen geval mogen de controleartsen door de sportverenigingen. worden aangeduid De dopingcontrole moet volkomen onafhankelijk worden uitgevoerd. Daarom moeten ze worden onttrokken aan de bevoegdheid van de sportfederaties. Er moet aan de sportbonden enkel de mogelijkheid gelaten worden de Executieve te verzoeken bij een bepaalde sportmanifestatie een controle uit te voeren. De verdere organisatie van de dopingcontrole (de aanduiding van de controleartsen) is de exclusieve bevoegdheid van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. C. Een nieuwe 3 3 toevoegen die luidt als volgt :,,$ 3. Indien het resultaat van een dopingcontrole positief is, wordt de betrokken sportbeoefenaar voorlopig geschorst, totdat de bevoegde organen een definitieve uitspraak hebben gedaan. Het zou de sport in het algemeen niet ten goede komen indien bij een positieve dopingcontrole de betrokken sporter verder zou kunnen deelnemen aan sportcompetities, eventueel belangrijke titels zou winnen en die nadien opnieuw zou moeten inleveren. Vandaar dit systeem van voorlopige schorsing dat echter altijd voor de betrokken.sporter de mogelijkheid openlaat om, wanneer zijn/haar onschuld is bewezen, een schadeclaim in te dienen tegen de Vlaamse Gemeenschap vanwege de geleden (financiële) schade door de schorsing. Dit systeem van voorlopige schorsing zal er op die manier trouwens ook toe bijdragen dat de tuchtrechtelijke procedure een zo snel mogelijk verloop zal kennen. Immers, indien de onschuld kan bewezen worden, zal uiteraard ook de schadevergoeding die de Vlaamse Gemeenschap moet betalen aanzienlijk stijgen naargelang de procedure meer tijd heeft in beslag genomen. Afdeling II - Taken van de controlecomités Dit artikel weglaten. Artikel 27 Dit amendement is het logische gevolg van het eerdere amendement op artikel 23 dat ertoe strekte de oprichting van controlecomités bij de sportverenigingen weg te laten. De dopingcontrole moet volkomen onafhankelijk worden uitgevoerd. Daarom moeten ze worden onttrokken aan de bevoegdheid van de sportfederaties. Er moet aan de sportbonden enkel de mogelijkheid gelaten worden de Executieve te verzoeken bij een bepaalde sportmanifestatie een controle uit te voeren. De verdere organisatie van de dopingcontrole (de aanduiding van de controleartsen) is de exclusieve bevoegdheid van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Titel VI - Disciplinaire maatregelen inzake medisch verantwoorde sportbeoefening In Hoofdstuk 1 - Disciplinaire commissie, met artikelen 30 tot 35 en Hoofdstuk II - Disciplinaire raad, met artikelen 36 tot 38 en Hoofdstuk III - Bijzondere bepalingen, met artikel 39 de woorden,,disciplinaire commissie en,,disciplinaire raad telkens vervangen door respectievelijk de woorden,,eerste kamer van de tuchtraad en de woorden,, tweede kamer van de tuchtraad.

7 PI 448 ( ) - Nr. 2 Dit amendement is het logische gevolg van het amendement op de artikelen 17 en 18 dat ertoe strekte een Onafhankelijke Sporttuchtraad op te richten met een eerste kamer in eerste aanleg en een tweede kamer in beroep. Hoofdstuk 1 - Disciplinaire commissie Afdeling II - Procedure Artikel 33 In 8 4 een nieuw 3 bis invoegen dat luidt als volgt :,,3 bis het openbaar ministerie, aangeduid door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, stelt een strafvordering voor ;. Dit openbaar ministerie moet, als bewaker van het algemeen volksgezondheidsaspect, vermijden dat door een gemeenschappelijk belang tussen de twee betrokken partijen (sporter en sportbond) de sanctie al te minimaal en dus te weinig dopingontradend zou zijn. Hoofdstuk V - Erkenning van de disciplinaire bevoegdheden van sportverenigingen Dit artikel weglaten. Artikel 41 Het depenaliseren van de sanctionering voor dopinggebruik is volgens de PW een juist uitgangspunt. De aarzeling bij de rechtbanken, de grote verscheidenheid in de uitspraken, de tahijke seponeringen, het zijn allemaal factoren die ervoor pleiten om de bestraffing uit de gerechtelijke sfeer te halen. De sanctionering uitsluitend in de sfeer van de sport brengen, betekent echter niet dat men een gemengde, dubbelzinnige oplossing moet tot stand brengen waarbij de mogelijkheid zou opengelaten worden te sanctioneren ofwel binnen de sportbonden zelf, ofwel via een disciplinair tuchtorgaan. Een dergelijke tweevoudige aanpak kan enkel leiden tot onduidelijkheid en gebrek aan uniformiteit inzake dopingbestraffing over alle sportbonden heen. Daarenboven zou daardoor voor een gedeelte de situatie blijven bestaan waarin de sportbonden tegelijk rechter en partij zijn. Denken we bijvoorbeeld maar even aan volgende problemen. Bij de bestraffing van een populaire sportvedette zal de sportfederatie onder een geweldige druk komen te staan van de publieke opinie, wat een eerlijke tuchtrechtspraak bemoeilijkt. Bovendien loopt de sportfederatie die het vaakst en het strengst optreedt, soms het gevaar een verkeerd beeld te creëren, namelijk dat er in de eigen sport veel meer doping wordt gebruikt dan in de andere sporten. Daarom kiest de PW voor een bestraffingssysteem binnen de sport, maar los van de sportfederaties. Daartoe moet een Onafhankelijke Sporttuchtraad worden opgericht en moet de verantwoordelijkheid voor de bestraffing ontnomen worden aan de bonden. A. DENYS