Vergunning milieuneutrale verandering

Transcriptie

1 O M G E VI N G S D i E N S T FLEVOLAND & G001 EN VECHTSTREEK Vergunning milieuneutrale verandering De Haan, Minerale Oliën B.V. Kweekgrasstraat BX ALMERE

2 O M G EVI N G S D I E N ST FLEvDLAND & GODI EN VECHTSTREEK Aanvraagnummer: W.lD.M. de Vries Slotlaan AD Oosterhout Locatie: De Haan Minerale Oliën B.V. Kweekgrasstraat BX Almere Onderwerp: Besluit milieuneutraal veranderen Datum aanvraag: van 12

3 O M G E V1 N G S D I E N S T FLEVOLAND & GODI EN VEDHTSTREEK 3 van 12

4 O M G EVI N G S D I E N ST FLEVDLAND & GDD1 EN VECHTSTREEK 1 BESLUIT Onderwerp Besluit Procedure Ondertekening Verzending Bezwaar PROCEDURELE OVERWEGINGEN Gegevens aanvrager Projectbeschrijving Huidige vergunningsituatie Bevoegd gezag Volledigheid aanvraag Procedure INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Toetsingskader Toetsing gevolgen milieu Toetsing geen andere inrichting Toetsing m.e.r.-plicht Conclusie VOORSCHRIFTEN van 12

5 O MG EVI N GS DI E NST FLEVOLAND & GDDI EN VECHTSTREEK 1 BESLUIT 1.1 Onderwerp Op 18 juni 2015 is door de gemeente Almere een aanvraag ontvangen voor een omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen van de inrichting van De Haan Minerale Oliën B.V. aan de Kweekgrasstraat 2 te Almere. De inrichting omvat onder andere een afleverstation voor het afleveren van LPG aan motorvoertuigen voor het wegverkeer. De aanvraag betreft het beperken van de LPG-doorzet tot maximaal m3 per jaar. De aanvraag is geregistreerd onder Olo-nummer Concreet wordt verzocht om een vergunning ex artikel 2.1, lid 1, onder e (milieu) en artikel 3.10, lid 3 (milieuneutraal veranderen) van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 1.2 Besluit Besloten wordt, gelet op de overwegingen in deze vergunning en gelet op artikel 2.1 en artikel 2.14, lid 4 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht: I II III de omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen van de inrichting te verlenen; dat de aanvraag met OLO-nummer deel uitmaakt van de vergunning; aan de vergunning de in deze beschikking opgenomen voorschriften te verbinden. 1.3 Procedure Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 1.4 Ondertekening Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Almere; Namens deze de directeur van de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek; Namens deze h afdelingshoofd Vergunningen en Expertise. Dhr. A.G. Brakkee Verzonden op: 2 3 JUL van 12

6 OM GEVE N G S D I E N ST FLEVOLAND & GO01 EN VECHTSTREEK 1.5 Verzending Een afschrift van dit besluit is verzonden naar: - De Haan Minerale Oliën B.V., Kweekgrasstraat 2, 1313 BX Almere; - de heer WJ.D.M. de Vries, Slotlaan 15, 4902 AD Oosterhout; - College van Burgemeester en Wethouders van Almere; - Veiligheidsregio Flevoland, Postbus 501, 8200 AM Lelystad; - Brandweer Flevoland, Postbus 10334, 1301 AH, Almere. 1.6 Bezwaar De bekendmaking van dit besluit gebeurt door toezending van de vergunning aan de aanvrager. De dag na de verzenddatum treedt de vergunning in werking. Belanghebbenden kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen 6 weken na genoemde verzenddatum tegen deze vergunning bezwaar maken. Het bezwaarschrift moet uw naam en adres bevatten, duidelijk maken tegen welk besluit u bezwaar maakt en gemotiveerd, gedateerd en ondertekend zijn. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan Burgemeester en Wethouders van Almere, Postbus 200, 1300 AE Almere. Het indienen van bezwaar schorst de werking van dit besluit niet. Wanneer iemand bezwaar heeft ingediend kan hij / zij daarnaast de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland vragen een voorlopige voorziening te treffen, indien de onmiddellijke uitvoering van dit besluit onherstelbare gevolgen met zich meebrengt. Wanneer een voorlopige voorziening is aangevraagd treedt dit besluit pas in werking nadat hierover een beslissing is genomen. Het verzoek om voorlopige voorziening moet worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, afdeling Bestuursrecht onder vermelding van voorlopige voorzieningen, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Aan het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening zijn kosten (griffierecht) verbonden. 6 van 12

7 O M Ei E VI N G S D I E N ST FLEVOLAND & GODI EN VECHTETREEK 2 PROCEDURELE OVERWEGINGEN 2.1 Gegevens aanvrager Op 18 juni 2015 is een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen van de inrichting als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen. Het betreft de inrichting van De Haan Minerale Oliën B.V. aan de Kweekgrasstraat 2, 1313 BX te Almere. De aanvraag is ingediend door de heer W.lD.M. de Vries te Oosterhout. 2.2 Projectbeschrijving Het project betreft de beperking van de LPG doorzet tot maximaal m3 per jaar. In de vigerende vergunning is de doorzet van LPG niet gemaximaliseerd. Door de nu aangevraagde beperking wordt het risico op ongevallen in verband met het afleveren van LPG ingeperkt. 2.3 Huidige vergunningsituatie De inrichting is in werking onder de Wet milieubeheervergunning WM van 24 februari Bevoegd gezag Gemeente Almere is het bevoegd gezag dat de omgevingsvergunning verleent of (gedeeltelijk) weigert. Dit is op basis van artikel 2.4 van de Wabo. 2.5 Volledigheid aanvraag De aanvraag bestaat uit de volgende onderdelen: - de aanvraag met Olo-nummer ; - kwalitatieve risicoberekening (QRA LPG tankstation Haan te Almere, rapport van Anteagroup d.d. 15 maart 2015 met kenmerk OB13). Na ontvangst van de aanvraag is deze getoetst op volledigheid. Het oordeel is dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook in behandeling genomen. 2.6 Procedure Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Gelet hierop is van de aanvraag conform artikel 3.8 van de Wabo kennis gegeven. Kenmerk: 16823/ HZ WABO van 12

8 OM G EVI N GS DIENST FLEVOLAND & GDDI EN VECHTSTREEK 3 INHOUDELDKE OVERWEGINGEN 3.1 Toetsingskader De aanvraag heeft betrekking op het milieuneutraal veranderen of veranderen van de werking van een inrichting of mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 aanhef en onder e van de Wabo. De Wabo bepaalt in artikel 2.14, lid 5 dat een omgevingsvergunning voor een milieuneutrale verandering kan worden verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden in artikel 3.10, lid 3 van de Wabo. Hieruit volgt dat de gevraagde vergunning kan worden verleend indien de realisering van de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of de verandering van de werkwijze binnen de inrichting: - niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning zijn toegestaan; - niet zal leiden tot een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend; en - niet m.e.r.-plichtig is. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. 3.2 Toetsing gevolgen milieu De aangevraagde verandering betreft het beperken van de LPG-doorzet tot maximaal m3 per jaar. In de geldende vergunning is aan de LPG-doorzet geen limiet verbonden. Door de LPG-doorzet te beperken wordt het risico dat verbonden is met de aflevering van LPG inzichtelijk en toetsbaar gemaakt en tot een bepaald niveau beperkt. Op grond van artikel 2, lid 1 onder e van het Besluit externe veiligheid inrichtingen valt het tankstation onder het toepassingsgebied van dit Besluit; het betreft een LPGtankstation als bedoeld in artikel 1, lid 1, onderdeel b van het Besluit LPG-tankstations milieubeheer. Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) heeft tot doel om de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen binnen inrichtingen tot een aanvaardbaar maximum te beperken. Om dit doel te bereiken verplicht het Bevi het bevoegd gezag bepaalde afstanden in acht te nemen tussen risicovolle bedrijven en kwetsbare objecten (bijvoorbeeld woningen, scholen, ziekenhuizen e.d.). Verder dient het bevoegd gezag rekening te houden met de ligging van beperkt kwetsbare objecten (bijvoorbeeld verspreid liggende woningen, winkels, bedrijfsgebouwen). In het onderhavige geval (LPG-tankstation) zijn de afstanden die in acht moeten worden genomen vastgesteld in de Regeling externe veiligheid inrichtingen (hierna: Revi). De van toepassing zijnde afstanden zijn: meter vanaf het vulpunt van de LPG-opslagtank; - 25 meter vanaf de ondergrondse LPG-opslagtank; - 15 meter vanaf de afleverzuil(en). Binnen de bovengenoemde afstanden bevinden zich geen kwetsbare objecten. Er wordt dus voldaan aan de grenswaarde van het Bevi. Wel bevinden zich binnen de afstand van 110 meter vanaf het vulpunt enkele beperkt kwetsbare objecten (een kringloopwinkel, 8 van 12

9 O M G EVI N G S D I E N ST FLEVOLAND & Guul EN VECHTBTHEEK een bedrijfsverzamelgebouw en een aantal bedrijfswoningen). Het betreft echter een bestaande situatie die zich niet wijzigt met de aangevraagde vergunning. Verder dient op grond van artikel 12 van het Bevi het bevoegd gezag rekening te houden met het groepsrisico. Het groepsrisico gaat uit van de daadwerkelijke aanwezigheid van personen en geeft de kans dat een bepaalde groep personen tegelijkertijd het (dodelijk) slachtoffer zou kunnen worden. Het ijkpunt voor het groepsrisico wordt aangeduid als oriëntatiewaarde. Deze wordt gegeven door de formule f(n) = 104/N2 met N het aantal personen en f(n) de cumulatieve frequentie. Het Bevi vermeldt dat het groepsrisico moet worden getoetst aan de oriëntatiewaarde en dat door het bevoegd gezag een verantwoording van de acceptatie van het groepsrisico moet worden opgesteld. De verantwoordingsplicht houdt in dat het bevoegd gezag in de motivering van het besluit aandacht besteed aan de volgende aspecten: a. de aanwezige dichtheid van personen in het invloedsgebied van de desbetreffende inrichting, op het tijdstip waarop het besluit wordt vastgesteld; b. het groepsrisico van de inrichting op het tijdstip waarop dat besluit wordt vastgesteld en de vergelijking van het groepsrisico met de oriëntatiewaarde; c. de mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst; d. de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval; e. de mogelijkheden voor personen die zich bevinden in het invloedsgebied van de inrichting waarop het besluit betrekking heeft, om zich in veiligheid te brengen indien zich in die inrichting een ramp of zwaar ongeval voordoet. Het invloedsgebied wordt bepaald door de afstand waarbinnen het overlijdensrisico een bijdrage levert aan het groepsrisico. Dit houdt tevens in dat geen rekening hoeft te worden gehouden met de aanwezigheid van personen buiten het invloedsgebied. In de Revi is voor LPG tankstations het invloedsgebied vastgesteld als het gebied binnen de afstand van 150 meter tot het vulpunt, alsmede het gebied binnen 150 meter tot het bovengrondse gedeelte van het LPG-reservoir. De aanvraag om deze vergunning bevat een kwalitatieve risicoberekening (QRA LPG tankstation Haan te Almere). Het rapport bevat een inventarisatie van de dichtheid van personen binnen het invloedsgebied, een berekening van het groepsrisico en een vergelijking van het groepsrisico met de oriëntatiewaarde. In het hiernavolgende zal nader worden ingegaan op de hierboven genoemde aspecten, waarbij verwezen wordt naar de QRA LPG tankstation Haan te Almere; kortheidshalve aangeduid met de QRA. Ad a) Binnen het invloedsgebied bevinden zich kantoorgebouwen, bedrijfsgebouwen, een kringloopwinkel en enkele bedrijfswoningen. Conform de rekenmethodiek Bevi is voor het vaststellen van de bevolkingsdichtheden de "Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico" (VROM, versie 1 november 2007) en PGS 1 deel 6 gehanteerd. Dit leidt tot de gecalculeerde aanwezigheid van 256 personen overdag en 104 personen 's nachts in het invloedsgebied. Conform de Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico is daarbij uitgegaan van het vigerende bestemmingsplan. Ook is hier rekening gehouden 9 van 12

10 O M G EVI N G S D I E N ST l-levoland & GODI EN VECHTERTREEK met de bouw van een kantoor op het nog braakliggende kavel direct ten oosten van het LPG tankstation. Ad b) In de QRA is het groepsrisico berekend voor diverse scenario's. In het kader van de voorliggende aanvraag gaan wij uit van het scenario met een LPG-doorzet van m3 per jaar en de - al dan niet geprojecteerde - objecten volgens het vigerende bestemmingsplan. Het blijkt dat het groepsrisico een factor 10 tot 100 kleiner is dan de oriëntatiewaarde. Het groepsrisico is dus acceptabel. Wij merken op dat bij de berekening van het groepsrisico is uitgegaan van een tankwagen met hittewerende bekleding. Een hittewerende bekleding is niet verankerd in de wetgeving maar is als toe te passen veiligheidsmaatregel wel onderdeel van het LPG convenant dat met de LPG branche is afgesloten. Hittewerende bekleding wordt in de praktijk in Nederland algemeen toegepast en wij stemmen daarom in met deze benadering. Ad c) Het groepsrisico kan in de nabije toekomst worden beperkt door via ruimtelijke plannen de mogelijkheden tot langdurig verblijf van personen in het invloedsgebied zoveel mogelijk te beperken. Verder hebben wij de locatie van het vulpunt in ogenschouw genomen. Deze bevindt zich met inachtneming van de grenzen van de inrichting al op het meest gunstige punt, namelijk de uiterste noordoost hoek van het terrein en dus zover als redelijkerwijs mogelijk is bij (beperkt) kwetsbare objecten vandaan. Een andere risicobeperkende maatregelen betreft het gebruik van een verbeterde vulslang bij aflevering. Ook de verbeterde vulslang wordt als uitvloeisel van het LPG-convenant al algemeen toegepast. Ad d) Het bedrijf beschikt over een noodplan conform de CPR 8-1. Dit is voorgeschreven in bijlage I, hoofdstuk 3 van het Besluit LPG tankstations milieubeheer. Verder wordt opgemerkt dat de dichtstbijzijnde brandweerkazerne (Markerkant, Almere-Stad) zich op circa 2,5 kilometer bevindt. Het LPG tankstation is vanuit deze brandweerkazerne goed en snel bereikbaar via de Markerdreef en de Hogerring. Afhankelijk van de windrichting kan de locatie ook van de andere kant via de Grasweg worden benaderd. De aanrijtijd wordt geschat op circa 5 minuten. Op het tankstation zelf en in de nabije omgeving zijn voldoende opstelplaatsen voor blusvoertuigen aanwezig. Voor de bluswatervoorziening zijn op het terrein van de inrichting brandkranen aanwezig. Ad e) Het ergst denkbare ongeval is het bij een externe brand explosief falen van de omhulling van de tank van de tankwagen en daarmee het instantaan vrijkomen en ontbranding van het LPG in de tank. Dit kan zich voordoen indien door een externe brand de inhoud van de tankwagen langdurig wordt verhit. Door de hittewerende bekleding van de tankwagen duurt het minimaal 75 minuten voordat het kritische punt wordt bereikt. Deze tijd moet met inachtneming van de aanrijtijd van de brandweer voldoende geacht worden om de in de nabijheid aanwezige personen te waarschuwen en te evacueren. Binnen het invloedsgebied is vluchten dan de enigste optie. In alle gevallen zijn er voldoende en voor de hand liggende vluchtwegen die direct bij de plaats van de ramp vandaan leiden. Tenslotte wordt opgemerkt dat voor het plangebied geldt dat binnen het invloedsgebied van het tankstation de fysieke gesteldheid van de aanwezige personen naar verwachting gemiddeld mobiel zal zijn en dat door het toenemend gebruik van moderne media (sms, twitter) de waarschuwingstijd kan worden bekort. 10 van 12

11 O M G EV1 N G S D I E N S T FLEVOLAND & GODI EN VECHTSTREEK Uit het bovenstaande volgt dat het LPG-tankstation voldoet aan de grenswaarden van het Bevi en verder dat het groepsrisico acceptabel is en verantwoord kan worden. Tenslotte merken wij op dat het hier een bestaande situatie betreft waarvan de risico-aspecten zich niet wijzigen met de onderhavige vergunning. De verandering is derhalve milieuneutraal. 3.3 Toetsing geen andere inrichting Op basis van de in de aanvraag omschreven verandering van de inrichting kan geconcludeerd worden dat de verandering niet leidt tot een andere inrichting dan waarvoor eerder een vergunning is verleend. 3.4 Toetsing m.e.r.-plicht De beoogde verandering wordt niet genoemd in onderdeel C of onderdeel D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage. De verandering is derhaive niet m.e.r.- plichtig. 3.5 Conclusie Met in achtneming van het toetsingskader zijn er geen redenen om de aangevraagde vergunning te weigeren. 11 van 12

12 OM G EVI N GS DI E N ST n.evol.and & GODI EN VECHTSTREEK 4 VOORSCHRIFTEN A.1 De doorzet aan LPG mag ten hoogste m3 per jaar bedragen. A.2. In het logboek van de inrichting dienen (computer)uitdraaien van aflevergegevens van LPG aan motorvoertuigen met daarop tenminste de datum van aflevering en de week- of maandtotalen te worden bewaard. A.3 Indien het niet mogelijk is de in voorschrift A.2 bedoelde (computer)uitdraaien te bewaren dienen de aflevergegevens van de LPG-tankauto te worden bewaard. Deze aflevergegevens dienen tenminste de datum van aflevering en de hoeveelheid afgeleverde LPG te bevatten. A.4 De in de voorschriften A.2 en A.3 bedoelde gegevens dienen tenminste 5 jaar in het logboek te worden bewaard. Op het eerste verzoek van een toezichthoudend ambtenaar dienen deze ter inzage en/of ter afschrift te worden gegeven. ****** 12 van 12