VERSLAG VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN 17 MAART 2015 OPENBARE ZITTING. Danny SMESSAERT, voorzitter

Transcriptie

1 VERSLAG VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN 17 MAART 2015 OPENBARE ZITTING AANWEZIG Danny SMESSAERT, voorzitter NIET AANWEZIG / Karel BEKAERT, Ann DELLAERT, Nicole DE MUNTER, Christiaan DE SCHEPPER, Christiaan DE WULF, Mary EGGERMONT, Sarah MUSSCHE, Janick SMESSAERT, Caroline SPITTAEL, Isabelle VERSLUYS, raadsleden MAGGY VAN BELLE, secretaris VERONTSCHULDIGD Koen Loete, burgemeester Agenda openbare zitting: 1. Goedkeuring van het verslag van de openbare zitting van de Raad d.d. 13/01/ Herlocatie frontoffice OCMW naar welzijnscampus De Zuidkaai (principebesl.) 3. Patrimonium: Huurcontract BKO De Zuiderzon (besl.) 4. Beheersovereenkomst Stad-OCMW (besl.) 5. Leidraad voor het debiteurenbeheer (besl.) 6. ESF-oproep Begeleiding art. 60, 7 (ken.g.) 7. Raamovereenkomst job- en taalcoaching met MLWB vzw (besl.) 8. Stand van zaken uitvoering kinderarmoedebestrijding en Huis van het Kind (ken.g.) 9. Aanpassing reglement klantenbijdrage DCO Assist (besl.) 10. Personeel VEILIGHEID EN PREVENTIE OP HET WERK Jaarverslag van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk 2014 (beslissing) ALGEMEEN Wijziging personeelsformatie Stad Eeklo (advies) Aanpassing arbeidsreglement: toevoeging uurroosters (beslissing) OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

2 11. Betaalbaarstelling van de facturen 12. Varia OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

3 OPENBARE ZITTING 1. Goedkeuring van het verslag van de openbare zitting van de Raad d.d. 13/01/2015 Het verslag van vorige vergadering wordt zonder opmerkingen goedgekeurd. 2. Herlocatie frontoffice OCMW naar welzijnscampus De Zuidkaai (principebesl.) Toelichting: Naar aanleiding van de recente verduidelijking omtrent de pistes rond de locatie van BKO Zuiderzon waarbij is gebleken dat de school niet kan ingaan op de vraag om de kinderopvang te huisvesten in de gebouwen van campus College OLV Ten Doorn, en het aflopen van de huidige huurovereenkomst met de Stad voor BKO De Zuiderzon op 31/03/2015, dringt een beslissing omtrent de invulling van de gebouwen op de welzijnscampus De Zuidkaai zich op. Met het oog op het verder uitbouwen van de Welzijnscampus De Zuidkaai, zoals al eerder voorgesteld door de werkgroepen Helios en Constant in zitting van oktober 2013, wordt dan ook voorgesteld om principieel een beslissing te nemen over het overbrengen van de front office van het OCMW, inclusief het Sociaal Huis, naar de gebouwen, Athene (gelijkvloers en bovenverdieping), Barcelona en de corridor. Dit gebeurt van zodra Athene ontruimd is door BKO Zuiderzon. Een nieuwe huurovereenkomst voor BKO wordt in een volgend agendapunt behandeld. Ondertussen is ook vastgesteld dat het archief van het OCMW bij verhuis naar De Zuidkaai enkel nog in de kelder van het gebouw Beukenhof kan ondergebracht worden. De voorzitter licht toe dat de politieke meerderheid unaniem besloten heeft om dit dossier te steunen. Raadslid De Schepper is daar blij om en stelt dat het daarvoor hoog tijd werd. Beslissing: Met unanimiteit van stemmen neemt de OCMW-raad de principiële beslissing tot het overbrengen van de front office van het OCMW naar de gebouwen Athene (gelijkvloers en bovenverdieping), Barcelona en de corridor op welzijnscampus De Zuidkaai. 3. Patrimonium: Huurcontract BKO De Zuiderzon (besl.) Toelichting : Op 14/06/2005 sloot het OCMW een huurovereenkomst met het stadsbestuur betreffende het gelijkvloers van gebouw Athene op De Zuidkaai. Het gehuurde goed werd bestemd als een initiatief voor buitenschoolse kinderopvang. In functie van de keuze van het OCMW voor de optimalisatie van de bestaande gebouwen op de Welzijnscampus De Zuidkaai voor haar eigen huisvesting werd de huurovereenkomst opgezegd met een opzegtermijn van 12 maand om te eindigen op 01/07/2014. De Raad voor Maatschappelijk Welzijn besliste op 10/06/2014 om de opgezegde huurovereenkomst te verlengen tot 30/09/2014. In zitting d.d. 10/09/2014 werd voorgesteld om de huurovereenkomst nogmaals te verlengen tot en met 31/12/2016, mits er akkoord van het college van burgemeester en schepenen was om de BKO tegen die termijn te laten verhuizen naar het vroegere gebouw Beukenhof. Het college wenste voorlopig geen antwoord te geven OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

4 op de brief van het OCMW en gaf de beide managementteams (Stad en OCMW) de opdracht op een gemeenschappelijk gedragen voorstel van integratie van OCMW en Stad uit te werken. Na bespreking werd uiteindelijk beslist door de Raad om de termijn van de 2de en laatste verlenging tot 31/03/2015 te laten lopen. Over de juridische mogelijkheden van huurvernieuwing werd Mtr. Dambre, gespecialiseerd in huurwetgeving, geraadpleegd. Gevolg gevend aan zijn advies wordt voorgesteld om 2 nieuwe huurovereenkomsten af te sluiten met de Stad voor BKO De Zuiderzon. Enerzijds wordt voorgesteld een huurovereenkomst af te sluiten voor de huidige locatie waarin de huidige locatie in gebouw Athene wordt verhuurd in overbrugging naar verhuis van BKO naar de nieuwe locatie, zijnde het door het OCMW aangeboden gebouw Beukenhof, zodanig dat het OCMW met zijn frontoffice deze locatie kan innemen. Rekening houdend met een reeds uitgewerkt tijdspad door de bouwdeskundige wordt 30/06/2017 als einddatum voor de huurovereenkomst voorgesteld. Deze einddatum houdt evenwel enkel steek als het renovatiedossier voor gebouw Beukenhof kan opgestart worden in de Raad van 22/04/2015. Dit betekent dat we op korte termijn een definitief antwoord van de Stad verwachten op het aanbod om de BKO te herhuisvesten in het gebouw Beukenhof. In de overeenkomst is wel voorzien dat er verlengingen mogelijk zijn met periodes van 3 maanden indien de einddatum wordt bereikt zonder dat het gebouw Beukenhof ter beschikking van de huurder werd gesteld. Deze verlengingen gaan gepaard met een verhoging van de huurprijs van 30,5 EUR per m² naar 50 EUR per m². Anderzijds zouden we een huurovereenkomst willen voorleggen voor de locatie van het gebouw Beukenhof, ingaande op 01/07/2017 met een opschortende voorwaarde dat het OCMW het verhuurde pand afgewerkt heeft volgens de afspraken tegen deze datum. De huurovereenkomst voor BKO Zuiderzon werd tevens geagendeerd op het College van Burgemeester en Schepenen d.d. 10/03/2015. Er werd echter geen standpunt ingenomen omtrent een verhuis van de BKO. Om de richting te kunnen bepalen in dit dossier is het belangrijk om voor 31/03/2015 van de Stad een officiële beslissing te hebben over het al dan niet aangaan van beide huurovereenkomsten. In het geval er door de Stad een afwijzende beslissing of geen beslissing genomen wordt voor deze datum, dient het OCMW zijn rechten te vrijwaren en zich uitdrukkelijk te verzetten tegen een verdere bezetting door BKO Zuiderzon na 01/04/2014 van het gebouw Athene. De voorzitter voegt daaraan toe dat er recent nog onderhandelingen waren met de school COLTD om te onderzoeken of binnen de school een alternatieve locatie voor BKO De Zuiderzon kon gevonden worden. Er bleek dat er binnen de school geen oplossing beschikbaar was. Voorstel van beslissing: Goedkeuring van de twee opgestelde huurovereenkomsten; Goedkeuring tot het gezamenlijk aanbieden van de overeenkomsten aan de Stad met als uiterlijke datum van antwoord op 31/03/2015; Goedkeuring tot het aantekenen van verzet tegen verdere bezetting zonder titel of recht van gebouw Athene door BKO Zuiderzon indien de Stad niet wenst in te gaan op het aangaan van beide huurovereenkomsten of indien het OCMW geen antwoord ontvangt uiterlijk op 31/03/2015/ Raadsleden Christiaan De Schepper en Sarah Mussche stellen volgend amendement voor: Amendement bij de agenda van de Raad van het OCMW van 17 maart 2015 AGENDA OPENBARE ZITTING 3. Patrimonium Huurcontract BKO de Zuiderzon SMS-Eeklo stelt vast dat zowel in het voorstel Raad huurcontract Athene als in het voorstel Raad huurcontract alternatieve locatie miv nergens wordt aangegeven welke de nieuwe locatie voor BKO Zuiderzon zal voorzien worden. OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

5 De enige specificatie ivm de nieuwe locatie lezen we in artikel 1 van het voorstel Raad huurcontract alternatieve locatie miv waarbij geen concrete aanduiding van gebouw of deel van een gebouw wordt gegeven. Wij citeren: HUUROVEREENKOMST MET STAD EEKLO VOOR BKO ZUIDERZON IN GEBOUW ATHENE, WELZIJNSCAMPUS DE ZUIDKAAI IN OVERBRUGGING NAAR NIEUWE LOCATIE Art 3 Derde alinea: De duur van de huurovereenkomst wordt door de partijen erkend als de overbruggingstermijn die nodig is voor de herlocatie van BKO Zuiderzon naar de aangeboden alternatieve locatie. Indien de einddatum van... Onderhavige overeenkomst eindigt vervroegd en van rechtswege van zodra de aangeboden alternatieve locatie aan de huurder ter beschikking wordt gesteld. HUUROVEREENKOMSTMET STAD EEKLO VOOR BKO ZUIDERZON IN AANGEBODEN ALTERNATIEVE LOCATIE. Artikel 1. Voorwerp van de overeenkomst De verhuurder geeft in huur aan de huurder, die aanvaardt, een deel van de gebouwen op welzijnscampus De Zuidkaai, gelegen te Zuidmoerstraat te 9900 Eeklo, met een bebouwde oppervlakte van ongeveer 695 m². Anderzijds lezen we in de nota voor de raad van 17/03/2015 ter voorbereiding van het huurcontract BKO De Zuiderzon: RAAD, 17/03/2015 Huurcontract BKO De Zuiderzon (beslissing) Toelichting : Op 14/06/2005 sloot het OCMW een huurovereenkomst met het stadsbestuur betreffende het gelijkvloers van gebouw Athene op De Zuidkaai. Het gehuurde goed werd bestemd als een initiatief voor buitenschoolse kinderopvang. In functie van de keuze van het OCMW voor de optimalisatie van de bestaande gebouwen op de Welzijnscampus De Zuidkaai voor haar eigen huisvesting werd de huurovereenkomst opgezegd met een opzegtermijn van 12 maand om te eindigen op 01/07/2014. De Raad voor Maatschappelijk Welzijn besliste op 10/06/2014 om de opgezegde huurovereenkomst te verlengen tot 30/09/2014. In zitting d.d. 10/09/2014 werd voorgesteld om de huurovereenkomst nogmaals te verlengen tot en met 31/12/2016, mits er akkoord van het college van burgemeester en schepenen was om de BKO tegen die termijn te laten verhuizen naar het vroegere gebouw Beukenhof. Het college wenste voorlopig geen antwoord te geven op de brief van het OCMW en gaf de beide managementteams (Stad en OCMW) de opdracht op een gemeenschappelijk gedragen voorstel van integratie van OCMW en Stad uit te werken. Na bespreking werd uiteindelijk beslist door de Raad om de termijn van de 2de en laatste verlenging tot 31/03/2015 te laten lopen. Over de juridische mogelijkheden van huurvernieuwing werd Mtr. Dambre, gespecialiseerd in huurwetgeving, geraadpleegd. Gevolg gevend aan zijn advies wordt voorgesteld om 2 nieuwe huurovereenkomsten af te sluiten met de Stad voor BKO De Zuiderzon. Enerzijds wordt voorgesteld een huurovereenkomst af te sluiten voor de huidige locatie waarin de huidige locatie in gebouw Athene wordt verhuurd in overbrugging naar verhuis van BKO naar de nieuwe locatie, zijnde het door het OCMW aangeboden gebouw Beukenhof, zodanig dat het OCMW met zijn frontoffice deze locatie kan innemen. Rekening houdend met een reeds uitgewerkt tijdspad door de bouwdeskundige wordt 30/06/2017 als einddatum voor de huurovereenkomst voorgesteld. Deze einddatum houdt evenwel enkel steek als het renovatiedossier voor gebouw Beukenhof kan opgestart worden in de Raad van 22/04/2015. Dit betekent dat we op korte termijn een definitief antwoord van de Stad verwachten op het aanbod om de BKO te herhuisvesten in het gebouw Beukenhof. In de overeenkomst is wel voorzien dat er verlengingen mogelijk zijn met periodes van 3 maanden indien de einddatum wordt bereikt zonder dat het gebouw Beukenhof ter beschikking van de huurder werd gesteld. Deze verlengingen gaan gepaard met een verhoging van de huurprijs van 30,5 EUR per m² naar 50 EUR per m². Anderzijds zouden we een huurovereenkomst willen voorleggen voor de locatie van het gebouw Beukenhof, ingaande op 01/07/2017 met een opschortende voorwaarde dat het OCMW het verhuurde pand afgewerkt heeft volgens de afspraken tegen deze datum. De huurovereenkomst voor BKO Zuiderzon werd tevens geagendeerd op het College van Burgemeester en Schepenen d.d. 10/03/2015. Er werd echter geen standpunt ingenomen omtrent een verhuis van de BKO. OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

6 Om de richting te kunnen bepalen in dit dossier is het belangrijk om voor 31/03/2015 van de Stad een officiële beslissing te hebben over het al dan niet aangaan van beide huurovereenkomsten. In het geval er door de Stad een afwijzende beslissing of geen beslissing genomen wordt voor deze datum, dient het OCMW zijn rechten te vrijwaren en zich uitdrukkelijk te verzetten tegen een verdere bezetting door BKO Zuiderzon na 01/04/2014 van het gebouw Athene. Voorstel van beslissing: 1) Goedkeuring van de twee opgestelde huurovereenkomsten; 2) Goedkeuring tot het gezamenlijk aanbieden van de overeenkomsten aan de Stad met als uiterlijke datum van antwoord op 31/03/2015; 3) Goedkeuring tot het aantekenen van verzet tegen verdere bezetting zonder titel of recht van gebouw Athene door BKO Zuiderzon indien de Stad niet wenst in te gaan op het aangaan van beide huurovereenkomsten of indien het OCMW geen antwoord ontvangt uiterlijk op 31/03/2015/ SMS Eeklo wenst dit punt te amenderen en aan te vullen met volgende bijkomende beslissingen: 1. Aangezien alle alternatieve mogelijkheden van huisvesting voor het BKO De Zuiderzon werden bekeken en besproken, 2. om tegemoet te komen aan de unanieme wil om te komen tot een eengemaakte en efficiënte Front-office voor de sociale diensten van onze stad op campus de Zuidkaai, 3. teneinde eindelijk duidelijkheid te kunnen scheppen aan bestuur en personeel van het OCMW Eeklo en tevens zekerheid te geven dat de B.K.O. kan gehandhaafd blijven in het centrum van de stad leggen wij vanuit SMS-Eeklo ter stemming voor: om in de beide huurovereenkomsten volgende aanpassingen door te voeren: (toegevoegde tekst is geel gearceerd; wat geschrapt moet worden is doorgehaald) HUUROVEREENKOMST MET STAD EEKLO VOOR BKO ZUIDERZON IN GEBOUW ATHENE, WELZIJNSCAMPUS DE ZUIDKAAI IN OVERBRUGGING NAAR NIEUWE LOCATIE BEUKENHOF Art 3 vanaf derde alinea: De duur van de huurovereenkomst wordt door de partijen erkend als de overbruggingstermijn die nodig is voor de herlocatie van BKO Zuiderzon naar de aangeboden alternatieve locatie Beukenhof. Indien de einddatum van onderhavige overeenkomst wordt bereikt zonder dat het gebouw Beukenhof ter beschikking van de huurder werd gesteld, wordt onderhavige overeenkomst verlengd met periodes van telkens drie maanden, waarbij de basishuurprijs zal worden verhoogd conform art. 4, tweede lid. Onderhavige overeenkomst eindigt vervroegd en van rechtswege van zodra de aangeboden alternatieve locatie Beukenhof aan de huurder ter beschikking wordt gesteld. HUUROVEREENKOMSTMET STAD EEKLO VOOR BKO ZUIDERZON IN GEBOUW BEUKENHOF Artikel 1. Voorwerp van de overeenkomst: De verhuurder geeft in huur aan de huurder, die aanvaardt, een deel van de gebouwen op welzijnscampus De Zuidkaai, zijnde het gelijkvloers en een deel van de kelderverdieping van het gebouw Beukenhof, gelegen te Zuidmoerstraat 138 te 9900 Eeklo, met een bebouwde oppervlakte van ongeveer 695 m². Deze oppervlakte omvat het gelijkvloers alsook een gedeelte van de kelderverdieping. Daarnaast maakt ook de aanpalende buitenruimte deel uit van de verhuring. Deze buitenruimte wordt begrensd door een omheining. De huurder krijgt een recht van gebruik op de gemeenschappelijke onbebouwde oppervlakte (zoals oprit, parking, tuin, enz.). Hiervoor wordt geen huur aangerekend, doch wel een deelname van 25 % in de onderhoudskosten en huurdersherstellingskosten. Het is evident dat de verhuurder zo spoedig mogelijk de nodige renovatie- en aanpassingswerken zal uitvoeren om dit gebouw gebruiksklaar te maken voor BKO Zuiderzon. Voor SMS Eeklo, Christiaan De Schepper Sara Mussche OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

7 De vergadering wordt een vijftal minuten geschorst, opdat het amendement inmiddels zou kunnen gekopieerd worden en uitgedeeld aan alle raadsleden. Bespreking: Raadslid Ann Dellaert stelt dat het een bevoegdheid van het college is om te beslissen waar de BKO naartoe gaat; dit is geen bevoegdheid van het OCMW. Raadslid Christiaan de Schepper stelt dat het noodzakelijk is dat er duidelijkheid komt in dit dossier. Met de voorgelegde dossiers zullen zowel de BKO als het OCMW goed gehuisvest zijn. De financiële middelen nodig voor de realisatie hiervan zijn reeds meerdere jaren voorzien in de meerjarenplanning van het OCMW. Alle mogelijke pistes / alternatieven zijn in de voorbije jaren reeds onderzocht en het is nu hoog tijd om een beslissing in dit belangrijk dossier te nemen. Raadslid Nicole De Munter stelt dat ze zich wenst te onthouden in dit dossier wegens de daarin opgenomen combinatie van de 2 opeenvolgende huurovereenkomsten. Ze is het wel eens dat er nood is aan een duidelijke keuze omtrent de locatie van BKO en OCMW. M.b.t. de tweede huurovereenkomst en de toekomstige locatie van de BKO moet het CBS op korte termijn een beslissing kunnen nemen. De eerste huurovereenkomst stelt geen probleem. Raadslid Janick Smessaert stelt dat het aanbod van de combinatie van 2 huurovereenkomsten een boodschap van het OCMW aan het college is: alzo biedt het OCMW de BKO een oplossing aan voor wanneer de huurovereenkomst voor gebouw Athene afloopt. Raadslid Smessaert zegt niet in de politieke meerderheid te zitten om niets gerealiseerd te hebben en steunt het amendement. Raadslid De Wulf stelt dat hij het amendement steunt, omdat er al lang genoeg getalmd is in dit dossier. Beslissing inzake het amendement: Met 7 stemmen voor, 1 tegenstem en 3 onthoudingen wordt het amendement goedgekeurd. (de tegenstem is afkomstig van raadslid Karel Bekaert, de onthoudingen van de raadsleden Ann Dellaert, Caroline Spittael en Nicole De Munter). Beslissing inzake het (geamendeerde) dossier: Met 7 stemmen voor en 4 onthoudingen worden goedgekeurd: (de onthoudingen zijn afkomstig van raadsleden Karel Bekaert, Ann Dellaert, Nicole De Munter en Isabelle Versluys) 3.1. de twee opgestelde huurovereenkomsten: (voor hun bijlagen, zie dossier) HUUROVEREENKOMST MET STAD EEKLO VOOR BKO ZUIDERZON IN GEBOUW ATHENE, WELZIJNSCAMPUS DE ZUIDKAAI IN OVERBRUGGING NAAR HERLOCATIE NAAR NIEUWE LOCATIE BEUKENHOF Tussen de ondergetekenden: A. OCMW Eeklo, Visstraat 16 te 9900 Eeklo hier vertegenwoordigd door de heer Danny Smessaert, voorzitter en mevrouw Maggy Van Belle, secretaris, hierna genoemd de «verhuurder», OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

8 en B. het Stadsbestuur Eeklo, hier vertegenwoordigd door de heer Koen Loete, burgemeester en mevrouw Meike Van Grembergen, secretaris, hierna genoemd «de huurder», wordt het volgende overeengekomen: Artikel 1. Voorwerp van de overeenkomst De verhuurder geeft in huur aan de huurder, die aanvaardt, een deel van de gebouwen, zijnde het gelijkvloers van het gebouw Athene, gelegen te Zuidmoerstraat 136 te 9900 Eeklo, met een bebouwde oppervlakte van ongeveer 400,60 m². Deze oppervlakte omvat 2 grote klaslokalen, meerdere bureelruimten, berging, toiletruimte, bijhorende gangen en sanitair blok alsook een gezamenlijke inkom (aan 50%) die tevens toegang heeft tot de eerste verdieping. Daarnaast maakt ook de aanpalende buitenruimte deel uit van de verhuring. Deze buitenruimte wordt begrensd door de ingang achteraan het gebouw en de omheining startend aan het begin van de aanbouw naast het lateraal gebouw. De huurder krijgt een recht van gebruik op de gemeenschappelijke onbebouwde oppervlakte (zoals oprit, parking, tuin, enz.). Hiervoor wordt geen huur aangerekend, doch wel een deelname van 25 % in de onderhoudskosten en huurdersherstellingskosten. Artikel 2. Bestemming Het gehuurde goed zal door de huurder worden bestemd als een initiatief voor buitenschoolse kinderopvang. De bestemming van het goed mag niet gewijzigd worden zonder schriftelijke toestemming van de verhuurder die deze wijziging steeds mag weigeren, zonder ze te moeten motiveren en zonder dat de huurder recht kan laten gelden op een schadevergoeding gestoeld op deze weigering. De verhuurder is geenszins aansprakelijk in geval van weigering of vertraging betreffende het bekomen van de vereiste administratieve vergunningen nodig voor het uitoefenen van de activiteiten van de huurder. De huurder verbindt zich ertoe de nodige administratieve vergunningen aan te vragen en is alleen aansprakelijk voor alle gevolgen bij het ontbreken hiervan. Het gehuurde goed wordt ter beschikking gesteld in de huidige staat, gekend door de huurder die verklaart het gehuurde bezichtigd te hebben en geen zichtbare gebreken te hebben vastgesteld behoudens deze vermeld in de ingaande plaatsbeschrijving. Artikel 3. Duur Met de huurder werd op een huurovereenkomst van 9 jaar gesloten ingaande vanaf voor hetzelfde voorwerp van de huidige overeenkomst. Deze vorige huurovereenkomst werd opgezegd met ingang van om te eindigen op De opzegging gebeurde in functie van de keuze van het OCMW voor de optimalisatie van de bestaande gebouwen op Welzijnscampus De Zuidkaai voor haar eigen huisvesting. In afwachting van een beslissing inzake herlocatie van BKO De Zuiderzon werd de overeenkomst twee maal verlengd. De eerste maal besliste de OCMW-raad d.d voor een verlenging van tot en met De tweede maal besliste de OCMW-raad d.d voor een verlenging van tot en met De huidige overeenkomst wordt gesloten voor een termijn van maximum 27 maanden, ingaande op en eindigend op De duur van de huurovereenkomst wordt door de partijen erkend als de overbruggingstermijn die nodig is voor de herlocatie van BKO De Zuiderzon naar locatie Beukenhof. Indien de einddatum van onderhavige overeenkomst wordt bereikt zonder dat het gebouw Beukenhof ter beschikking van de huurder werd gesteld, wordt onderhavige overeenkomst verlengd met periodes van telkens drie maanden, waarbij de basishuurprijs zal worden verhoogd conform art. 4, tweede lid. Onderhavige overeenkomst eindigt vervroegd en van rechtswege van zodra de locatie Beukenhof aan de huurder ter beschikking wordt gesteld. Artikel 4. Huurprijs De basishuurprijs bedraagt ,12 EUR per jaar, exclusief lasten en kosten, en is per twaalfde deel op voorhand te betalen de 1e van elke maand. Bij verlenging van de huur na zal de basishuurprijs EUR per jaar bedragen, exclusief lasten en kosten en aan te passen per met gebruikmaking van de gezondheidsindex van juni 2017 als nieuwe index en de gezondheidsindex van februari 2015 als basisindexcijfer. OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

9 Behoudens andersluidende onderrichtingen van de verhuurder, zal de huurprijs betaald worden door storting of overschrijving van het bedrag op het rekeningnummer BE van de verhuurder bij de Belfius bank., met ref. huur IBO. De huurder verbindt zich ertoe met betrekking tot de betaling van de huurprijs een permanente opdracht aan te gaan bij een Belgische bank voor de ganse duur van de huurovereenkomst Artikel 5. Indexering De hoger bedongen huurprijs is gekoppeld aan de «gezondheidsindex» en zal aangepast worden volgens de formule: aangepaste huurprijs = basishuurprijs nieuw indexcijfer basisindexcijfer De basishuurprijs is de huurprijs vermeld in deze huurovereenkomst. Als nieuw indexcijfer geldt de gezondheidsindex van de maand voorafgaand aan die van de aanpassing van de huurprijs. Als basisindexcijfer geldt het indexcijfer van de maand die de ondertekening van deze huurovereenkomst voorafgaat, namelijk van de maand februari De aanpassing van de huurprijs gebeurt automatisch en van rechtswege jaarlijks op de verjaardag van de inwerkingtreding van de huurovereenkomst, dit is voor het eerst op Artikel 6. Belastingen en taksen Alle belastingen en taksen van gemeentelijke, provinciale, gewestelijke of federale overheden of andere openbare besturen, met uitzondering van de onroerende voorheffing, die nu of later het verhuurde goed bezwaren, vallen ten laste van de huurder in verhouding tot de gehuurde bebouwde oppervlakte en duur van zijn gebruik. Artikel 7. Plaatsbeschrijving De plaatsbeschrijving wordt opgemaakt in onderling overleg vóór de ondertekening van deze huurovereenkomst. Indien in het goed belangrijke wijzigingen zijn aangebracht nadat de plaatsbeschrijving is opgemaakt, kan elke partij eisen dat een bijvoegsel bij de plaatsbeschrijving wordt gemaakt. Er wordt bij het einde van deze huurovereenkomst, voor de overhandiging van de sleutels en ten laatste 7 dagen na het einde van de huur, eveneens een plaatsbeschrijving van het te verlaten goed opgesteld, zodat het bedrag van de schade die ten laste van de huurder komt en een schadeloosstelling voor eventuele onbeschikbaarheid van het gehuurde goed, kunnen vastgesteld worden. Artikel 8. Onderhoud en herstellingen De huurder verbindt zich ertoe het verhuurde pand goed te onderhouden en het bij het einde van de huur terug te geven in de staat zoals blijkt uit de bovenstaande tweede plaatsbeschrijving, behoudens schade veroorzaakt door overmacht of ouderdom. De huurder verbindt zich ertoe alle herstellingen die krachtens bijgevoegde lijst ten laste van de huurder zijn, te zullen uitvoeren. Hij zal ook de andere herstellingen uitvoeren, voor zover zij veroorzaakt werden door zijn eigen fout of door de fout van een persoon, dier of zaak voor dewelke hij moet instaan. Voor niet vermelde kosten wordt verwezen naar de wet en de toepasselijke gebruiken. Op straffe van schadevergoeding zal de huurder de verhuurder onverwijld verwittigen bij aangetekende brief van elk schadegeval waarvan de herstelling ten laste van de verhuurder is. Bovendien zal de huurder de verhuurder en/ of zijn vertegenwoordiger in de gelegenheid stellen elk schadegeval te onderzoeken en eventueel de nodige werken te laten uitvoeren. Zelfs als de herstellingswerken uitgevoerd door de verhuurder meer dan veertig dagen duren, kunnen zij geen aanleiding geven tot schadevergoeding voor de huurder, onverminderd de bepalingen van art BW. Artikel 9. Onderverhuring en overdracht van huur Het is de huurder verboden het gehuurde goed, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk in onderhuur te geven, of de huur, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk over te dragen. Occasionele terbeschikkingstelling van lokalen voor diverse activiteiten valt hier niet onder. In geen geval mag de huurder in het gehuurde goed zijn hoofdverblijfplaats vestigen, of het gehuurde goed gebruiken voor de uitoefening van een kleinhandel of een ambachtelijke bedrijvigheid die onder de Handelshuurwet zou vallen. Artikel 10. Kosten en lasten De verhuurder stelt ter beschikking van de huurder een aantal diensten en nutsvoorzieningen, waarvan de kosten worden doorgerekend aan kostprijs op basis van een verdeelsleutel. Hierin zijn niet-limitatief begrepen de kosten van: - verwijderen van huisvuil en ander afval (incl. PMD en papier en karton) OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

10 Deze kosten kaderen binnen onderhavige overeenkomst, zijn redelijk en worden eveneens aan elke andere huurder in het gebouw aangerekend. Teneinde de algemene onkosten van het gehuurde goed te dekken, zal de huurder aan de verhuurder iedere maand een voorschot van 170 EUR storten, bovenop de huurprijs, op dezelfde rekening. Dit bedrag is voor het eerste jaar van onderhavige huurovereenkomst arbitrair vastgelegd. Na afloop van het eerste jaar zal het maandelijks voorschot herberekend worden aan de hand van 1/12 de van de totale jaarlijkse kosten van het eerste jaar. Eenmaal per jaar wordt door de verhuurder nagezien of dit bedrag voldoende overeenstemt met de werkelijke kosten. Ingeval van meerkost zal een rekening worden voorgelegd aan de huurders. Bij een overschot stort de verhuurder dit bedrag terug aan de huurder mits er geen huurachterstal bestaat. De bewijsstukken ter staving van de afrekening zijn gedurende negentig dagen na verzending van de afrekening ter inzage op de zetel van de verhuurder. Wanneer vastgesteld wordt dat het bedrag van de voorschotten 10% lager of hoger ligt dan de totaal te betalen kosten, worden deze voorschotten herzien op initiatief van de verhuurder. Artikel 11. Verzekeringen De verhuurder verbindt zich ertoe als eigenaar een verzekering af te sluiten tegen brand en aanverwante risico s voor het ganse gebouw, met afstand van verhaal tegen de huurder. De verhuurder rekent in verhouding tot het aandeel van huurders in het onroerend goed - de helft van het aandeel in de verzekeringskost door aan de respectievelijke huurders De huurder verbindt zich ertoe een verzekering te sluiten voor zijn meubilair en al de zich in het gehuurde pand bevindende goederen, inrichting, afwerking en versieringen. Bij wijze van wederkerigheid zien de huurders af van elk verhaal tegenover de verhuurder voor schade aan hun inboedel ingevolge brand of aanverwante risico s en verbinden de huurders zich ertoe om hun verzekeringsmaatschappij van deze afstand van verhaal in kennis te stellen. Iedere huurder of gebruiker die uit de aard van zijn activiteiten een verzwaring van het risico teweegbrengt, zal de eventuele verhoging van de verzekeringspremie dienen te betalen. De huurder verbindt zich ertoe enkel verhaal uit te oefenen tegen de verhuurder op grond van artikel 1386 en 1721 B.W. indien het bewezen is dat de verhuurder, na erover schriftelijk ingelicht te zijn geweest, niet tijdig de nodige maatregelen nam te verhelpen aan de desbetreffende gebreken. Artikel 12. Veranderingen aan het gehuurde goed De huurder mag geen veranderingen aanbrengen aan het gehuurde goed zonder de voorafgaande en geschreven toelating van de verhuurder. Als de huurder het goed toch wijzigt, zonder deze toelating te hebben bekomen, mag de verhuurder, bij het einde van de huur, hetzij het goed aanvaarden in zijn nieuwe staat zonder enige vergoeding verschuldigd te zijn aan de huurder, hetzij van deze laatste eisen dat hij het goed opnieuw in zijn oorspronkelijke staat herstelt op zijn eigen kosten. Zijn er veranderingen uitgevoerd met de toelating van de verhuurder, dan komen zij bij het einde van de huur van rechtswege toe aan de verhuurder. Hij moet hiervoor geen vergoeding betalen, tenzij anders overeengekomen. In dit geval kan de verhuurder niet eisen van de huurders dat deze het goed op zijn kosten in zijn oorspronkelijke staat herstelt. De huurder verbindt zich ertoe een verzekering af te sluiten voor deze geplande werkzaamheden. De verhuurder kan steeds een bewijs vragen van deze verzekering welke de aansprakelijkheid van de huurder en van de verhuurder dekt. Artikel 13. Aanplakking Bezoek Bij het einde van de huurovereenkomst of in geval van verkoop van het verhuurde goed, zal de huurder toelaten dat plakbrieven worden aangebracht op de meest zichtbare plaatsen. Tijdens de laatste drie maanden van de huurovereenkomst of gedurende de drie maanden die de verkoop voorafgaan, zal de huurder toestaan dat het gehuurde goed wordt bezichtigd door kandidaathuurders, respectievelijk kandidaat- kopers, en dit tweemaal in de week gedurende drie opeenvolgende uren, in gemeen overleg te bepalen. Gedurende de ganse looptijd van de huurovereenkomst zal de verhuurder of zijn afgevaardigde het goed mits afspraak met de huurder mogen bezichtigen. Artikel 14. Onteigening In geval van onteigening om reden van openbaar nut, verzaakt de huurder aan ieder verhaal tegen de verhuurder, en zal zijn rechten slechts doen gelden tegenover de onteigenende overheid. OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

11 Artikel 15. Registratie De verhuurder verbindt zich ertoe om de huurovereenkomst te laten registreren. De registratierechten zijn uitsluitend ten laste van de huurder. Artikel 16. Nalatigheidsintresten Alle sommen in het kader van deze overeenkomst verschuldigd door de huurder brengen vanaf hun datum van eisbaarheid en zonder dat dit een uitdrukkelijke ingebrekestelling vereist van rechtswege een verwijlintrest op van 5 % zonder dat dit evenwel afbreuk doet aan de overige rechten van de verhuurder. Artikel 17. Bevoegdheid Alle geschillen waartoe dit contract aanleiding zou kunnen geven, vallen onder de uitsluitende bevoegdheid van de vrederechter van de plaats waar het gehuurde goed gelegen is. Partijen komen overeen dat op deze overeenkomst Belgisch recht van toepassing is. Opgemaakt in drie exemplaren te Eeklo op Elke partij verklaart een exemplaar te hebben ontvangen. Het derde is bestemd voor de registratie. De verhuurder, De huurder, HUUROVEREENKOMST MET STAD EEKLO VOOR BKO ZUIDERZON IN GEBOUW BEUKENHOF Tussen de ondergetekenden: B. OCMW Eeklo, Visstraat 16 te 9900 Eeklo hier vertegenwoordigd door de heer Danny Smessaert, voorzitter en mevrouw Maggy Van Belle, secretaris, hierna genoemd de «verhuurder», en B. het Stadsbestuur Eeklo, hier vertegenwoordigd door de heer Koen Loete, burgemeester en mevrouw Meike Van Grembergen, secretaris, hierna genoemd «de huurder», wordt het volgende overeengekomen: Artikel 1. Voorwerp van de overeenkomst De verhuurder geeft in huur aan de huurder, die aanvaardt, een deel van de gebouwen, zijnde het gelijkvloers van het gebouw Beukenhof, gelegen te Zuidmoerstraat 138 te 9900 Eeklo, met een bebouwde oppervlakte van ongeveer 695 m². Deze oppervlakte omvat het gelijkvloers alsook een gedeelte van de kelderverdieping. Daarnaast maakt ook de aanpalende buitenruimte deel uit van de verhuring. Deze buitenruimte wordt begrensd door een omheining. De huurder krijgt een recht van gebruik op de gemeenschappelijke onbebouwde oppervlakte (zoals oprit, parking, tuin, enz.). Hiervoor wordt geen huur aangerekend, doch wel een deelname van 25 % in de onderhoudskosten en huurdersherstellingskosten. Artikel 2. Bestemming Het gehuurde goed zal door de huurder worden bestemd als een initiatief voor buitenschoolse kinderopvang. De bestemming van het goed mag niet gewijzigd worden zonder schriftelijke toestemming van de verhuurder die deze wijziging steeds mag weigeren, zonder ze te moeten motiveren en zonder dat de huurder recht kan laten gelden op een schadevergoeding gestoeld op deze weigering. De verhuurder is geenszins aansprakelijk in geval van weigering of vertraging betreffende het bekomen van de vereiste administratieve vergunningen nodig voor het uitoefenen van de activiteiten van de huurder. OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

12 De huurder verbindt zich ertoe de nodige administratieve vergunningen aan te vragen en is alleen aansprakelijk voor alle gevolgen bij het ontbreken hiervan. Het gehuurde goed wordt ter beschikking gesteld in de huidige staat, gekend door de huurder die verklaart het gehuurde bezichtigd te hebben en geen zichtbare gebreken te hebben vastgesteld behoudens deze vermeld in de ingaande plaatsbeschrijving. Artikel 3. Duur De huur wordt aangegaan voor 9 (=negen) achtereenvolgende jaren ten laatste ingaande op en dit onder de opschortende voorwaarde dat de verhuurder het verhuurde pand afgewerkt heeft volgens de afspraken tegen deze datum. Na afloop van de termijn van negen jaar, en behoudens opzegging door één van de partijen conform het tweede lid van dit artikel, wordt de huurovereenkomst stilzwijgend verlengd, telkens voor periodes van drie jaar. De huurder kan te allen tijde per aangetekend schrijven de huur beëindigen mits in achtneming van een opzegtermijn van minimum 12 maanden. Vanaf kan ook de verhuurder per aangetekend schrijven de huur te allen tijde beëindigen, mits in achtneming van een opzegtermijn van minimum 12 maanden. De opzeggingstermijn neemt een aanvang de eerste van de maand volgend op de datum van het aangetekend schrijven. Artikel 4. Huurprijs De basishuurprijs bedraagt , EUR per jaar, exclusief lasten en kosten, en is per twaalfde deel op voorhand te betalen de 1e van elke maand. De basishuurprijs zal per definitief worden vastgesteld met gebruikmaking van de gezondheidsindex van juni 2017 als nieuwe index en de gezondheidsindex van februari 2015 als basisindexcijfer. Behoudens andersluidende onderrichtingen van de verhuurder, zal de huurprijs betaald worden door storting of overschrijving van het bedrag op het rekeningnummer BE van de verhuurder bij de Belfius bank., met ref. huur IBO. De huurder verbindt zich ertoe met betrekking tot de betaling van de huurprijs een permanente opdracht aan te gaan bij een Belgische bank voor de ganse duur van de huurovereenkomst Een bedrag van EUR zal in schijven van 953,70 euro in mindering gebracht worden van de maandelijkse huurprijs ter compensatie van het investeringsbudget eerder ter beschikking gesteld door de huurder voor de uitbreiding van de gebouwen. Artikel 5. Indexering De hoger bedongen huurprijs is gekoppeld aan de «gezondheidsindex» en zal aangepast worden volgens de formule: aangepaste huurprijs = basishuurprijs nieuw indexcijfer basisindexcijfer De basishuurprijs is de huurprijs vermeld in deze huurovereenkomst. Als nieuw indexcijfer geldt de gezondheidsindex van de maand voorafgaand aan die van de aanpassing van de huurprijs. Als basisindexcijfer geldt het indexcijfer van de maand die de ondertekening van deze huurovereenkomst voorafgaat, namelijk van de maand februari De aanpassing van de huurprijs gebeurt automatisch en van rechtswege jaarlijks op de verjaardag van de inwerkingtreding van de huurovereenkomst, dit is voor het eerst één jaar na de datum van ingebruikname. Artikel 6. Belastingen en taksen Alle belastingen en taksen van gemeentelijke, provinciale, gewestelijke of federale overheden of andere openbare besturen, met uitzondering van de onroerende voorheffing, die nu of later het verhuurde goed bezwaren, vallen ten laste van de huurder in verhouding tot de gehuurde bebouwde oppervlakte en duur van zijn gebruik. Artikel 7. Plaatsbeschrijving De plaatsbeschrijving wordt opgemaakt in onderling overleg vóór de datum van ingebruikname van het verhuurde pand. Indien in het goed belangrijke wijzigingen zijn aangebracht nadat de plaatsbeschrijving is opgemaakt, kan elke partij eisen dat een bijvoegsel bij de plaatsbeschrijving wordt gemaakt. Er wordt bij het einde van deze huurovereenkomst, voor de overhandiging van de sleutels en ten laatste 7 dagen na het einde van de huur, eveneens een plaatsbeschrijving van het te verlaten goed opgesteld, OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

13 zodat het bedrag van de schade die ten laste van de huurder komt en een schadeloosstelling voor eventuele onbeschikbaarheid van het gehuurde goed, kunnen vastgesteld worden. Artikel 8. Onderhoud en herstellingen De huurder verbindt zich ertoe het verhuurde pand goed te onderhouden en het bij het einde van de huur terug te geven in de staat zoals blijkt uit de bovenstaande tweede plaatsbeschrijving, behoudens schade veroorzaakt door overmacht of ouderdom. De huurder verbindt zich ertoe alle herstellingen die krachtens bijgevoegde lijst ten laste van de huurder zijn, te zullen uitvoeren. Hij zal ook de andere herstellingen uitvoeren, voor zover zij veroorzaakt werden door zijn eigen fout of door de fout van een persoon, dier of zaak voor dewelke hij moet instaan. Voor niet vermelde kosten wordt verwezen naar de wet en de toepasselijke gebruiken. Op straffe van schadevergoeding zal de huurder de verhuurder onverwijld verwittigen bij aangetekende brief van elk schadegeval waarvan de herstelling ten laste van de verhuurder is. Bovendien zal de huurder de verhuurder en/ of zijn vertegenwoordiger in de gelegenheid stellen elk schadegeval te onderzoeken en eventueel de nodige werken te laten uitvoeren. Zelfs als de herstellingswerken uitgevoerd door de verhuurder meer dan veertig dagen duren, kunnen zij geen aanleiding geven tot schadevergoeding voor de huurder, onverminderd de bepalingen van art BW. Artikel 9. Onderverhuring en overdracht van huur Het is de huurder verboden het gehuurde goed, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk in onderhuur te geven, of de huur, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk over te dragen. Occasionele terbeschikkingstelling van lokalen voor diverse activiteiten valt hier niet onder. In geen geval mag de huurder in het gehuurde goed zijn hoofdverblijfplaats vestigen, of het gehuurde goed gebruiken voor de uitoefening van een kleinhandel of een ambachtelijke bedrijvigheid die onder de Handelshuurwet zou vallen. Artikel 10. Kosten en lasten De verhuurder stelt ter beschikking van de huurder een aantal diensten en nutsvoorzieningen, waarvan de kosten worden doorgerekend aan kostprijs op basis van een verdeelsleutel. Hierin zijn niet-limitatief begrepen de kosten van: - verwijderen van huisvuil en ander afval (incl. PMD en papier en karton) Deze kosten kaderen binnen onderhavige overeenkomst, zijn redelijk en worden eveneens aan elke andere huurder in het gebouw aangerekend. Teneinde de algemene onkosten van het gehuurde goed te dekken, zal de huurder aan de verhuurder iedere maand een voorschot van 200 EUR storten, bovenop de huurprijs, op dezelfde rekening. Dit bedrag is voor het eerste jaar van onderhavige huurovereenkomst arbitrair vastgelegd. Na afloop van het eerste jaar zal het maandelijks voorschot herberekend worden aan de hand van 1/12 de van de totale jaarlijkse kosten van het eerste jaar. Eenmaal per jaar wordt door de verhuurder nagezien of dit bedrag voldoende overeenstemt met de werkelijke kosten. Ingeval van meerkost zal een rekening worden voorgelegd aan de huurders. Bij een overschot stort de verhuurder dit bedrag terug aan de huurder mits er geen huurachterstal bestaat. De bewijsstukken ter staving van de afrekening zijn gedurende negentig dagen na verzending van de afrekening ter inzage op de zetel van de verhuurder. Wanneer vastgesteld wordt dat het bedrag van de voorschotten 10% lager of hoger ligt dan de totaal te betalen kosten, worden deze voorschotten herzien op initiatief van de verhuurder. Artikel 11. Verzekeringen De verhuurder verbindt zich ertoe als eigenaar een verzekering af te sluiten tegen brand en aanverwante risico s voor het ganse gebouw, met afstand van verhaal tegen de huurder. De verhuurder rekent in verhouding tot het aandeel van huurders in het onroerend goed - de helft van het aandeel in de verzekeringskost door aan de respectievelijke huurders De huurder verbindt zich ertoe een verzekering te sluiten voor zijn meubilair en al de zich in het gehuurde pand bevindende goederen, inrichting, afwerking en versieringen. Bij wijze van wederkerigheid zien de huurders af van elk verhaal tegenover de verhuurder voor schade aan hun inboedel ingevolge brand of aanverwante risico s en verbinden de huurders zich ertoe om hun verzekeringsmaatschappij van deze afstand van verhaal in kennis te stellen. Iedere huurder of gebruiker die uit de aard van zijn activiteiten een verzwaring van het risico teweegbrengt, zal de eventuele verhoging van de verzekeringspremie dienen te betalen. De huurder verbindt zich ertoe enkel verhaal uit te oefenen tegen de verhuurder op grond van artikel 1386 en 1721 B.W. indien het bewezen is dat de verhuurder, na erover schriftelijk ingelicht te zijn geweest, niet tijdig de nodige maatregelen nam te verhelpen aan de desbetreffende gebreken. Artikel 12. Veranderingen aan het gehuurde goed De huurder mag geen veranderingen aanbrengen aan het gehuurde goed zonder de voorafgaande en geschreven toelating van de verhuurder. OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

14 Als de huurder het goed toch wijzigt, zonder deze toelating te hebben bekomen, mag de verhuurder, bij het einde van de huur, hetzij het goed aanvaarden in zijn nieuwe staat zonder enige vergoeding verschuldigd te zijn aan de huurder, hetzij van deze laatste eisen dat hij het goed opnieuw in zijn oorspronkelijke staat herstelt op zijn eigen kosten. Zijn er veranderingen uitgevoerd met de toelating van de verhuurder, dan komen zij bij het einde van de huur van rechtswege toe aan de verhuurder. Hij moet hiervoor geen vergoeding betalen, tenzij anders overeengekomen. In dit geval kan de verhuurder niet eisen van de huurders dat deze het goed op zijn kosten in zijn oorspronkelijke staat herstelt. De huurder verbindt zich ertoe een verzekering af te sluiten voor deze geplande werkzaamheden. De verhuurder kan steeds een bewijs vragen van deze verzekering welke de aansprakelijkheid van de huurder en van de verhuurder dekt. Artikel 13. Aanplakking Bezoek Bij het einde van de huurovereenkomst of in geval van verkoop van het verhuurde goed, zal de huurder toelaten dat plakbrieven worden aangebracht op de meest zichtbare plaatsen. Tijdens de laatste drie maanden van de huurovereenkomst of gedurende de drie maanden die de verkoop voorafgaan, zal de huurder toestaan dat het gehuurde goed wordt bezichtigd door kandidaathuurders, respectievelijk kandidaat- kopers, en dit tweemaal in de week gedurende drie opeenvolgende uren, in gemeen overleg te bepalen. Gedurende de ganse looptijd van de huurovereenkomst zal de verhuurder of zijn afgevaardigde het goed mits afspraak met de huurder mogen bezichtigen. Artikel 14. Onteigening In geval van onteigening om reden van openbaar nut, verzaakt de huurder aan ieder verhaal tegen de verhuurder, en zal zijn rechten slechts doen gelden tegenover de onteigenende overheid. Artikel 15. Registratie De verhuurder verbindt zich ertoe om de huurovereenkomst te laten registreren. De registratierechten zijn uitsluitend ten laste van de huurder. Artikel 16. Nalatigheidsintresten Alle sommen in het kader van deze overeenkomst verschuldigd door de huurder brengen vanaf hun datum van eisbaarheid en zonder dat dit een uitdrukkelijke ingebrekestelling vereist van rechtswege een verwijlintrest op van 5 % zonder dat dit evenwel afbreuk doet aan de overige rechten van de verhuurder. Artikel 17. Bevoegdheid Alle geschillen waartoe dit contract aanleiding zou kunnen geven, vallen onder de uitsluitende bevoegdheid van de vrederechter van de plaats waar het gehuurde goed gelegen is. Partijen komen overeen dat op deze overeenkomst Belgisch recht van toepassing is. Opgemaakt in drie exemplaren te Eeklo op Elke partij verklaart een exemplaar te hebben ontvangen. Het derde is bestemd voor de registratie. De verhuurder, De huurder, 3.2 het gezamenlijk aanbieden van de overeenkomsten aan de Stad met als uiterlijke datum van antwoord op 31/03/2015; 3.3. het aantekenen van verzet tegen verdere bezetting zonder titel of recht van gebouw Athene door BKO Zuiderzon indien de Stad niet wenst in te gaan op het aangaan van beide huurovereenkomsten of indien het OCMW geen antwoord ontvangt uiterlijk op 31/03/ Beheersovereenkomst Stad-OCMW (besl.) Toelichting: OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

15 Voortvloeiend uit de oefening die beide MAT s op 14 oktober 2014 aan het bestuur presenteerden en zoals gevraagd door de mandatarissen, hebben de betrokkenen van de beide MAT s een ontwerptekst van overkoepelende beheersovereenkomst in het kader van de integratie OCMW en Stad voorbereid. Deze beheersovereenkomst dient gelezen te worden met de diverse afsprakennota s die per materie zullen uitgewerkt worden. Deze ontwerptekst werd in zitting van het Vast Bureau van 23/02/2015 nog op een aantal punten bijgestuurd en er werd een gunstig advies verleend aan volgende beheersovereenkomst inzake samenwerking Stad en OCMW. BEHEERSOVEREENKOMST INZAKE SAMENWERKING STAD EN OCMW EEKLO Tussen: De Stad Eeklo Industrielaan 2, 9900 Eeklo vertegenwoordigd door burgemeester, Koen Loete en secretaris, Meike Van Grembergen, hierna genoemd Stad, en OCMW Eeklo Visstraat 16, 9900 Eeklo vertegenwoordigd door voorzitter, Danny Smessaert en secretaris, Maggy Van Belle, hierna genoemd OCMW, wordt als volgt overeengekomen: 1. JURIDISCH KADER De wettelijke basis die de samenwerking tussen Stad en OCMW mogelijk maakt staat beschreven in artikels 271 van het Gemeente- en OCMW-decreet. 2. UITGANGSPUNT De Stad en het OCMW zijn autonome besturen met eigen (wettelijke) opdrachten die zich richten tot de Eeklose bevolking. Het zijn formeel afzonderlijke, juridische entiteiten met eigen bevoegdheden, regelgeving en dienstverlening en in principe een eigen organisatie en personeel. De Stad heeft een algemene opdracht die betrekking heeft op alles wat van stedelijk belang is. Het OCMW heeft een specifieke opdracht gericht op het verstrekken van maatschappelijke dienstverlening, beschreven in artikel 1 van de OCMW-wet van 8 juli Deze beheersovereenkomst vloeit voort uit het voorstel van beide managementteams van Stad en OCMW zoals voorgelegd aan college van burgemeester en schepenen en Vast Bureau d.d. 14 oktober DOELSTELLING Vanuit het beginsel van behoorlijk bestuur beoogt de samenwerking/integratie tussen Stad en OCMW een synergie op vlak van beleid, werking en organisatie zodat op de meest effectieve en efficiënte wijze een kwaliteitsvolle dienstverlening kan aangeboden worden aan de burger. In een eerste fase is de samenwerking gericht op integratie van de ondersteunende diensten: - Personeelsbeheer en beleid - Preventie - ICT - Communicatie - Aankopen en contractbeheer alsook: OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

16 - de oprichting van een gemeenschappelijke beleidscel (zonder fysieke integratie) en een strategisch managementteam (naast de huidige managementteams die voor de niet overkoepelende zaken hun werking behouden); - de aansturing van het stadspersoneel in het Sociaal Huis door het verantwoordelijke OCMWpersoneelslid. Voor elk van de door fase 1 beoogde ondersteunende diensten worden de timing en uitgangspunten inzake dienstverlening beschreven. Deze worden nog verder uitgewerkt in een afsprakennota. Flex werkplekken, bureaudeling en indeling, zullen worden geregeld door de administratief verantwoordelijken. 4. DOMEINEN 4.1. PERSONEELSBEHEER EN BELEID Er wordt gestreefd naar een zo uniform en geïntegreerd mogelijke werkwijze op vlak van personeelsbeheer en beleid. De specificiteit van de diensten binnen beide besturen kan echter vanuit het oogpunt van HRM-beleid een andere aanpak vragen. De verschillende reglementeringen (rechtspositieregeling, arbeidsreglement, ) worden maximaal op elkaar afgestemd, rekening houdend met de eigenheid van de dienstverlening en de van kracht zijnde regelgeving die voor bepaalde personeelsgroepen van toepassing kan zijn. De medewerkers van de personeelsdienst zullen in de dagelijkse werking aangestuurd worden zowel door de directeur personeel en organisatie van de Stad als het diensthoofd personeel en organisatie van het OCMW. In de praktijk wordt er gestreefd naar een functionele opsplitsing in materies na verloop van 1 jaar. Er wordt gestreefd naar een fysieke integratie op het Stadskantoor vanaf 1 april Dit evenwel onder de opschortende voorwaarde dat de burelen aangepast zijn en de nodige aanpassingen zijn gedaan op vlak van ICT (zie verder) PREVENTIE Er wordt één enkele interne dienst voor preventie en bescherming op het werk opgericht. Deze dienst, waarvan de taken opgenomen worden door de intern preventieadviseur, moet beide besturen, de leden van de hiërarchische lijn en de werknemers van Stad en OCMW bijstaan bij de toepassing van de regelgeving inzake het welzijn van de werknemers. Er wordt gestreefd naar een zo uniform en geïntegreerd mogelijke werkwijze op vlak van preventie en welzijnsbeleid. De specificiteit van de diensten binnen beide besturen kan echter vanuit het oogpunt van preventie en welzijn op het werk een andere aanpak vragen. De halftijds aangesteld intern preventieadviseur werkt in principe 80% voor het stadsbestuur en 20% voor het OCMW-bestuur en is ook fysiek aanwezig op beide vestigingen. De intern preventieadviseur zal in de dagelijkse werking aangestuurd worden zowel door de directeur personeel en organisatie van de Stad als het diensthoofd personeel en organisatie van het OCMW met respect voor de onafhankelijkheid van de functie. In de praktijk wordt er gestreefd naar één verantwoordelijke inzake aansturing na verloop van 1 jaar ICT De ICT-dienst maakt de informatica-infrastructuur beschikbaar voor de diensten (software, servers, pc s, printers, ) van OCMW en Stad. De ICT-dienst beheert eveneens de netwerkverbindingen en zorgt dat de diensten toegang hebben tot internet, en andere netwerken en tot toepassingen die via deze netwerken aangeboden worden. Deze infrastructuur wordt in de mate van het mogelijke gemeenschappelijk gemaakt voor beide besturen. In een eerste fase worden volgende acties ondernomen: - De netwerken van Stad en OCMW worden verbonden via een straalverbinding en MPLS-netwerk - OCMW-applicaties en data worden overgeplaatst naar de servers in het stadskantoor - Desktop pc s van het OCMW worden vervangen door thin clients die verbonden zijn met de server op het stadskantoor OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

17 Beide besturen ontwikkelen een gezamenlijke visie en strategie op vlak van ICT. Beide besturen streven naar een eenvormige structuur van de ICT-werking. De medewerkers van de ICT-dienst zullen in de dagelijkse werking aangestuurd worden door de informaticaverantwoordelijke van de Stad. De informaticaverantwoordelijke zal aangestuurd worden zowel door de directeur personeel en organisatie van de Stad als het diensthoofd personeel en organisatie van het OCMW. In de praktijk wordt er gestreefd naar een functionele opsplitsing in materies na verloop van 1 jaar. Een fysieke integratie op het Stadskantoor zal pas plaatsvinden na voltooiing van de voormelde acties in de eerste fase. Deze zullen uitgevoerd zijn uiterlijk op 30 juni COMMUNICATIE M.b.t. het domein van communicatie beschrijft deze overeenkomst 2 fases - Waarbij fase 1 start op 1 april 2015; fase 2 wordt later uitgewerkt. In fase 1 blijven beide besturen in de dagelijkse werking de communicatie van hun eigen bestuur verzorgen maar worden volgende zaken in samenwerking uitgevoerd: - De communicatiedienst staat in voor de externe communicatie van beide besturen waarbij: De actieve openbaarheid van bestuur volgens artikel 28 van het decreet openbaarheid van bestuur wordt bewaakt; De maximale toegankelijkheid van de communicatie voor moeilijk bereikbare doelgroepen wordt bewaakt; De communicatieambtenaar fungeert als verspreider van persberichten en naast burgemeester en OCMW-voorzitter, aanspreekpunt is voor de pers waarbij burgemeester en OCMW-voorzitter elk verantwoordelijk zijn voor hun bestuur; De communicatiedienst het project leidt inzake integratie van de OCMW-website in de website van Stad Eeklo met aandacht voor afgeschermde toegangen en technische ondersteuning; De communicatiedienst middelen en personeel ter beschikking stelt voor de grafische vormgeving van documenten van het OCMW. - De communicatiedienst biedt ondersteuning op vlak van interne communicatie in die zin dat ze de mogelijkheden onderzoeken voor een gezamenlijk personeelsblad met medewerking van een werkgroep van personeel van beide besturen. De communicatieverantwoordelijke zal aangestuurd worden zowel door de directeur personeel en organisatie van de Stad als het diensthoofd personeel en organisatie van het OCMW. In de praktijk wordt er gestreefd naar een functionele opsplitsing in materies na verloop van 1 jaar. 4.5.AANKOPEN EN CONTRACTBEHEER M.b.t. het domein van aankopen en contractbeheer beschrijft deze overeenkomst 2 fases - Waarbij fase 1 start op 1 april 2015; fase 2 wordt later uitgewerkt In fase 1 worden volgende zaken worden volgende zaken uitgevoerd: - De Stad fungeert als aankoop- of opdrachtencentrale voor volgende zaken waarbij de aankoopdienst ten volle zijn rol speelt voor beide besturen: Gezamenlijke levering van benzine; Gezamenlijke levering van elektriciteit en gas; Gezamenlijke levering van telefonie; Gezamenlijke levering van poetsproducten; Gezamenlijke levering van drukwerk; Gezamenlijke aankoop van papier Gezamenlijke aankoop van kantoormateriaal Gezamenlijk afsluiten van diverse contracten voor onderhoud en controle van installaties (bv. liften, brandblustoestellen, ); OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

18 - De aankoopdienst wordt in een adviserende rol betrokken bij werken, leveringen en diensten en dit: Verplicht voor alle aankopen waarvoor een offerte- of aanbestedingsprocedure dient gevoerd te worden; Op vraag van de dienst die verantwoordelijk is voor het voeren van een overheidsopdracht. - Inventarisatie van alle lopende contracten van beide besturen met leveranciers of die betrekking hebben op verhuring en verpachting. De aankoopdienst zal aangestuurd worden zowel door de directeur personeel en organisatie van de Stad als het diensthoofd personeel en organisatie van het OCMW. In de praktijk wordt er gestreefd naar een functionele opsplitsing in materies na verloop van 1 jaar. 5. PERSONEELSAFSPRAKEN 5.1. STATUUT VAN HET PERSONEEL De personeelsbezetting van de verschillende diensten kan zowel uit personeel van de Stad als van het OCMW bestaan waarbij het de bedoeling is de werking van beide besturen op een zo efficiënt mogelijke en zo veel als mogelijk geïntegreerde wijze te laten verlopen. Elk bestuur blijft de juridische werkgever van de door haar ingebrachte personeelsleden en oefent als enige werkgeversgezag over hen uit. De volledige rechtspositieregeling van dat bestuur blijft van toepassing op de genoemde personeelsleden. Dit houdt onder meer in dat de rechten en plichten, de arbeidsvoorwaarden en het salaris met inbegrip van de bijhorende elementen van deze personeelsleden dezelfde blijven. Een functioneel leidinggevend personeelslid van het ander bestuur mag evenwel instructies geven aan het personeelslid m.b.t. de uitvoering van het overeengekomen werk. Wat betreft de evaluatie worden volgende afspraken gemaakt: - Iedere medewerker heeft steeds een formele (juridisch correcte) 1 ste en 2 de evaluator uit het eigen bestuur; - In praktijk worden de evaluaties voorbereid door de leidinggevende die de medewerker in praktijk aanstuurt conform de gemaakte afspraken. De formele 1 ste en 2 de evaluator valideren dan de evaluaties formeel; - In het geval een medewerker niet naar behoren functioneert, zullen de formele evaluatoren reeds betrokken worden zodanig dat de medewerker zelf zich hiervan bewust is, dit tijdig kan aanpakken en de nodige opvolging krijgt door de formele evaluatoren. Is de evaluatie dan toch ongunstig, dan wordt dit eveneens op de juiste manier geformaliseerd conform de rechtspositieregeling en gebeurt dit steeds door de formele evaluatoren. In voorbereiding van een complementair organogram en eventuele transfer van personeel tussen de verschillende diensten zal er bestudeerd worden welke acties er kunnen ondernomen worden. Ook volgende zaken worden onderzocht: De manier waarop er in de toekomst omgegaan wordt met vastbenoemde functies/contractuele functies al dan niet in specifieke tewerkstellingsmaatregelen en dit met oog voor mogelijkheden voor het personeel en het beheersen van de personeelskost; De manier waarop er in de toekomst omgegaan wordt met gesubsidieerde functies en subsidiemaatregelen zoals bv. in het kader van sociale maribel; Harmonisatie van personeelsbeleid en bijhorende juridische documenten zoals rechtspositieregelingen, arbeidsreglementen, ; Mogelijkheid tot deeltijdse werktijdregeling voor decretale graden PERSONEELSBEZETTING Bij het afsluiten van deze overeenkomst is het onduidelijk welke de impact hiervan zal zijn op de workload en de moeilijkheidsgraad voor de betrokken diensten. Deze impact zal nauwgezet worden opgevolgd en op termijn dient er door de betrokken diensthoofden en stuurgroep een analyse te zijn opgemaakt van de impact van de samenwerking op de personeelsbezetting. Dit kan eventueel resulteren in een aanvraagdossier tot wijziging van de personeelsformatie. OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

19 6. FINANCIËLE AFSPRAKEN Ieder bestuur staat in voor zijn eigen specifieke investeringen en exploitatiekosten. De personeelskosten worden gedragen door het bestuur waar het personeelslid is aangesteld. Wat betreft de bovenvermelde domeinen wordt in beide besturen maximaal ingezet op operationele autonomie o.b.v. het principe van budgethouderschap met delegatie naar de verantwoordelijke ambtenaren. Een concrete uitwerking van deze delegatie van budgethouderschap wordt opgenomen in de bijhorende afsprakennota s en huishoudelijke reglementen van beide besturen. Voor de gemeenschappelijke investeringen en exploitatiekosten waar er voor beide besturen een voordeel aan verbonden is, zal een verdeelsleutel toegepast worden in functie van de materie: aantal m², aantal koppen, aantal werkplekken, Voor deze kosten zal, indien nodig, een doorrekening volgen van het ene bestuur aan het andere. M.b.t. de personeelsleden die zich fysiek bevinden op een locatie van het andere bestuur wordt jaarlijks een forfaitaire vergoeding aangerekend die volgende werkingskosten zal dekken: telefonie, nutsvoorzieningen, gebruik kantoormateriaal en -apparatuur, kantoormeubilair. 7 AFSPRAKEN MBT INFORMATIEDELING EN VEILIGHEID Het OCMW is inzake informatieveiligheid onderworpen aan de minimale veiligheidsnormen voor de Kruispuntbank Sociale Zekerheid. Deze normen zijn strenger dan deze die gelden voor een gemeentebestuur. Ook bij verregaande samenwerking en integratie dienen deze richtlijnen inzake informatieveiligheid gerespecteerd te worden. De veiligheidsconsulenten van OCMW en stad zullen dit bewaken. Speciale aandacht zal besteed worden aan een correcte toepassing van de wetgeving die verband houdt met de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en in het bijzonder de wetgeving inzake het Rijksregister der natuurlijke personen en de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Hierbij wordt uitgegaan van de nota ISMS informatieveiligheid bij de integratieoefening OCMW-gemeente van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 21 december Concreet zullen reeds volgende maatregelen genomen worden zodat bij de samenwerking van de Stad en het OCMW, de informatieveiligheid gewaarborgd blijft: 1) Aanvulling van de deontologische code met een luik informatieveiligheid en communicatie hierover naar het personeel - Het doel van deze maatregel is dat personeelsleden die zich in functie van hun taakuitoefening moeten begeven in ruimtes of domeinen waar zich te beveiligen gegevens van persoonlijke aard bevinden, zich verbinden tot geheimhouding; - Indien een personeelslid niet geautoriseerd is om kennis te hebben van of toegang te hebben tot persoonlijke gegevens van dossiers betreffende individuele dienstverlening van het OCMW of de gemeente/stad tracht het personeelslid zichzelf nooit die toegang te verschaffen. - Indien een personeelslid ongewild wel in aanraking komt met deze gegevens, hetzij op fysische wijze, hetzij elektronisch of allebei, verbindt het personeelslid zich tot strikte geheimhouding. - Wie uit hoofde van zijn functie wel toegang heeft tot genoemde gegevens, hetzij op fysische wijze, hetzij elektronisch of allebei, hanteert een strikte geheimhoudingsplicht. - Gemeentepersoneelsleden met toegang tot OCMW gegevens volgen de OCMW richtlijnen voor deze gegevens. OCMW-personeelsleden met toegang tot gemeente gegevens volgen de gemeente regelgeving voor de betrokken gegevens. - Elk personeelslid heeft de plicht om elk incident dat een bedreiging vormt voor de vertrouwelijkheid en de integriteit van de gegevens te melden aan de veiligheidsconsulent van de betrokken organisatie. 2) Afsluiten van een overeenkomst tot verwerking van persoonsgegevens tussen beide besturen respectievelijk de diensten van beide besturen - Een verwerker is een partij die in het kader van zijn dienstverlening toegang heeft tot de persoonsgegevens die het bestuur verwerkt. Het gaat hierbij specifiek om een externe partij die niet rechtstreeks onder het gezag staat van de verantwoordelijke voor de verwerking maar in opdracht werkt. - De privacywet schrijft voor dat je als verantwoordelijke van de verwerking met verwerkers een overeenkomst moet afsluiten waarin een aantal specifieke voorwaarden genoemd staan. OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

20 - Personeel en diensten van de Stad zullen fungeren als verwerker voor gegevens van het OCMW waarbij de verantwoordelijkheid bij het OCMW blijft en vice versa. De verwerkersovereenkomst waarborgt dat dezelfde normen en vereisten gehanteerd worden in de verwerking van persoonsgegevens als waartoe de verantwoordelijke voor de verwerking gehouden is wanneer hij zelf de persoonsgegevens zou verwerken. Verdere maatregelen zullen in overleg met de veiligheidsconsulenten en veiligheidscellen van beide besturen opgemaakt en geïntroduceerd worden op de werkvloer. 8. OPVOLGING De goede werking van de geïntegreerde diensten wordt opgevolgd door een stuurgroep bestaande uit: Koen Loete Burgemeester Politiek verantwoordelijke Danny Smessaert OCMW-voorzitter Politiek verantwoordelijke Maggy Van Belle OCMW-secretaris Decretale graad Meike Van Grembergen stadssecretaris Decretale graad Deze stuurgroep komt in de loop van het eerste werkjaar vanaf aanvang van deze beheersovereenkomst minstens 2-maandelijks samen, volgt de vooruitgang van de integratie op en neemt op basis van rapportage door de projectmanagers de nodige beslissingen. Daarnaast wordt voor elk domein van deze beheersovereenkomst een projectgroep opgericht bestaande uit de projectmanager en de desbetreffende diensthoofden, eventueel aangevuld met medewerkers indien wenselijk. Deze projectgroep komt in de loop van het eerste werkjaar vanaf aanvang van deze beheersovereenkomst minstens maandelijks samen. Zolang geen strategisch managementteam is opgericht, kunnen de huidige managementteams van beide besturen, hun bemerkingen of aandachtspunten via de secretaris voorleggen op de stuurgroep. 9. AANVULLING EN WIJZIGING Deze beheersovereenkomst kan aangevuld of gewijzigd worden door een schriftelijke bijlage die de in te voeren aanvullingen en/of wijzigingen bevat en door dezelfde partijen wordt ondertekend na goedkeuring door de Gemeenteraad en de Raad voor Maatschappelijk Welzijn. Na evaluatie van de bestaande beheersovereenkomst inzake de financiële dienst, zal deze in een al dan niet gewijzigde vorm geïntegreerd worden in deze beheersovereenkomst. Wijzigingen aan deze beheersovereenkomst zijn tevens mogelijk ingevolge decretale wijzigingen of als gevolg van de verwachte beleidsnota s van de diverse federale en Vlaamse ministers in het kader van de recente regeerakkoorden. Deze zullen eventueel een ander licht op de samenwerkingsvorm werpen waardoor een bijsturing van bepaalde principes of afspraken noodzakelijk is. 10. DUUR EN OPZEGGING Het betreft een overeenkomst van onbepaalde duur. Eventuele opzegging is pas mogelijk vanaf 1/1/2017. Dit kan door een van beide partijen geactiveerd worden. Als een van beide partijen de overeenkomst wil opzeggen, moeten de volgende regels gerespecteerd worden: - De opzegging wordt uitgevoerd door middel van een aangetekend schrijven; - De opzeg zal pas ingaan op de eerste dag van het volgend kalenderjaar na een minimale opzeggingstermijn van 1 jaar; - Het aangetekende schrijven dient de gemeenteraadsbeslissing of OCMW-raadsbeslissing te bevatten waaruit blijkt dat de samenwerking dient stopgezet te worden, inclusief een motivatie naar de tegenpartij; - Deze eenzijdige opzegging is slechts mogelijk nadat voorafgaand de bemiddelingsprocedure werd doorlopen. OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

21 De bemiddelingsprocedure wordt opgestart wanneer de huidige overeenkomst aanleiding geeft tot geschillen. Ze omvat het formuleren van een voorstel door een commissie van deskundigen, m.n. de burgemeester, de OCMW-voorzitter en de decretale graden van beide besturen, eventueel bijgestaan door externe adviseurs. Indien op grond van dit voorstel geen vergelijk kan gevonden worden, wordt het geschil voorgelegd aan de Gemeenteraad en de Raad voor Maatschappelijk Welzijn. Beide raden motiveren hun beslissing. De bemiddelingsprocedure beslaat maximum een periode van 2 maanden; - De partij die de opzeg doet, is volledig verantwoordelijk voor de kosten die gepaard gaan met de verbreking van deze overeenkomst, zowel naar systemen, werkmethodes als personeelskader. Indien beide partijen in onderling overleg deze overeenkomst verbreken, worden alle afspraken en de financiële implicaties in onderling overleg geregeld. Opgemaakt in twee originele exemplaren te Eeklo, waarvan elke partij erkent er één ontvangen te hebben. Op. Voor de Stad:. Koen Loete Burgemeester Voor het OCMW:. Meike Van Grembergen Stadssecretaris. Danny Smessaert Voorzitter OCMW. Maggy Van Belle Secretaris OCMW Het college van burgemeester en schepenen besprak deze versie in zitting van 03/03/2015. Er werd gevraagd om nog een kleine aanvulling te doen, zijnde in bepaling 3. Doelstelling de aansturing van het stadspersoneel in het Sociaal Huis door het verantwoordelijke OCMWpersoneelslid. Raadsleden De Schepper en De Munter merken op dat volgens hen de personeelsafspraken (punt 5) eerst met de vakbonden hadden moeten overlegd worden. Beslissing: De Raad geeft met 7 stemmen voor en 4 onthoudingen haar goedkeuring aan voormelde beheersovereenkomst rekening houdend met de door het college van burgemeester en schepenen aangebrachte aanvulling. De onthoudingen zijn afkomstig van raadsleden Christiaan De Schepper, Mieke Eggermont, Nicole De Munter en Sara Mussche. 5. Leidraad voor het debiteurenbeheer (besl.) Toelichting: De voorzitter geeft het woord aan de secretaris die het dossier toelicht. OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

22 Op 1 januari 2014 werden de financiële diensten van Stad en OCMW Eeklo samengevoegd tot een geïntegreerde dienst. Eveneens in 2014 werd door Audio een interne audit uitgevoerd m.b.t. het debiteurenbeleid van OCMW Eeklo. Een zelfde audit had in 2012 plaats bij Stad Eeklo. Beide audits kwamen tot dezelfde bevinding: de debiteurenprocedure is relatief efficiënt, maar is te weinig geformaliseerd. Om aan deze opmerking tegemoet te komen, maar ook omdat de geïntegreerde financiële dienst meer nood heeft aan uniforme procedures, werd deze nieuwe leidraad voor het debiteurenbeheer uitgewerkt door de financieel beheerder. Het vast bureau gaf op 23/02/2015 gunstig advies aan de voorgestelde leidraad voor het debiteurenbeheer. Inmiddels ontving de secretaris een mail van AudiO waaruit blijkt dat de financieel beheerder inzake zijn ontwerp van leidraad rechtstreeks een consult vroeg aan vzw AudiO. Dit consult is betalend en is inmiddels al bezorgd aan het OCMW. Het consult met de adviezen van AudiO is echter nog niet verwerkt door de financieel beheerder. Omdat het aangewezen is om de nu bekomen adviezen van AudiO te verwerken in de leidraad vooraleer deze goed te keuren, stelt de secretaris voor om het dossier van de agenda af te voeren en het terug te agenderen na verwerking van het advies. Beslissing: Het dossier van de leidraad voor het debiteurenbeheer wordt met unanimiteit van stemmen van de agenda afgevoerd. Raadslid Janick Smessaert vraagt dat de financieel beheerder bij een volgende agendering het dossier persoonlijk zou komen toelichten. Ze heeft immers enkele specifieke vragen erover. 6. ESF-oproep Begeleiding art. 60, 7 (ken.g.) Toelichting: ESF-Vlaanderen heeft oproep gelanceerd voor projecten in kader van begeleiding artikel 60 (zie oproep in dossier of ) Het doel van deze projecten is een brug te vormen tussen de tewerkstelling art.60, 7 en een nieuwe job in de reguliere economie door uitstroom naar werk en/of kwalificerende opleiding. De deelnemers moeten in het begeleidingstraject ondersteuning krijgen op volgende actieterreinen: - De keuze van een jobdoelwit - Het verwerven van technische kennis en vaardigheden voor het uitoefenen van een job - Het werken aan randvoorwaarden die de uitoefening van een job moeten mogelijk maken. Er is een maximale subsidiëring voorzien van EUR per VTE deelnemer. De subsidiëring vanuit ESF bedraagt 40%. De co-financiering van 60% moet aangeleverd worden door de OCMW s. De leeflonen van de deelnemers met een artikel 60-statuut kan als co-financiering gelden. De projecten starten op 01/06/2015 en hebben een looptijd van 1 jaar (tot en met 31/05/2016). De oproep richt zich enkel tot OCMW s. Zij kunnen zowel met andere OCMW s als met derden organisaties in een samenwerkingsverband (partnerschap) stappen. Eén OCMW moet als promotor optreden. Het gebied waarop wordt ingetekend moet een redelijke spreiding verzekeren. Het is niet toegestaan zich slechts te richten tot één stad of gemeente of tot een gedeelte van het gebied. Eeklo behoort tot Resoc-gebied Meetjesland- Leie en Schelde, dit omvat 17 gemeenten. Voor dit gebied zijn er maximaal 13 individuele begeleidingen mogelijk. OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

23 Indien het project gebiedsdekkend moet zijn, betekent dit slechts gemiddeld 0.75 trajecten per OCMW. In dit geval levert dergelijk project onvoldoende op voor de deelnemende OCMW s en zeker voor de promotor. Via VVSG kregen we verduidelijking over dit criterium. Ook projectvoorstellen die niet het gehele gebied omvatten zijn ontvankelijk. Maar de voorkeur zal steeds gaan naar projectvoorstellen die het meest dekkend zijn. Er is dus mogelijkheid om met bijvoorbeeld de cluster Meetjesland (8 OCMW s) een project in te dienen. Het OCMW-partnerschap kan het project met eigen personeel uitvoeren, of kan hiervoor samenwerken in een partnerschap met derden organisaties. Gelet op de aard van de begeleidingstrajecten is een samenwerking met een werkervaringspromotor zoals bijvoorbeeld MLWB een mogelijkheid. Dit dient wel via aanbesteding te gebeuren. Dit zal in de praktijk een moeilijk punt worden gezien er pas op 31/05/2015 beslist wordt over de goedkeuring van de projecten en de goedgekeurde projecten moeten starten op 01/06/2015. Het aanbesteden vergt ook enige tijd en beslissing door de Raad. ESF-projecten brengen een hoop administratieve rompslomp met zich mee, zowel voor het indienen van projecten, als voor registratie van trajecten (via MLP-systeem van de VDAB), als voor evaluatie en budgetopvolging. Dit werkt dient hoofdzakelijk door de promotor te gebeuren. Indien wordt samengewerkt met een derde partner vormt de registratie in MLP een onderdeel van de taken van deze organisatie. Bespreking voor- en nadelen: Inhoudelijk is deze projectoproep nauw verwant met de jobcoaching (zie nota huidig vast bureau) die we in eigen beheer wensen uit te voeren. Het ESF-project richt zich echter meer op doorstroom naar het reguliere circuit en de nazorg, terwijl ons eigen jobcoaching-project inzet op de start van de art. 60-tewerkstelling. Het ESF-project kan inhoudelijk zeker een meerwaarde betekenen op vlak van begeleiding van art. 60-medewerkers. Het realiseren van doorstroom naar het reguliere circuit is echter voor de meeste huidige art. 60-medewerkers te hoog gegrepen en niet realistisch gelet op de hoge verwachtingen en het lage aantal vacatures op de arbeidsmarkt. Het inzetten van extra begeleiding lijkt onvoldoende te zijn om hieraan tegemoet te komen. ESF-projecten kennen administratief heel veel rompslomp. Vooral de projectpromotor zal dit moeten opnemen, terwijl deze in return slechts over enkele trajecten kan beschikken. De return is dan ook minimaal te noemen in vergelijking met de gevraagde tijdsinvestering. Gezien het project blijkbaar toch niet regiodekkend (17 gemeenten in geval van Resoc Meetjesland Leie en Schelde) bestaat de mogelijkheid om de projectaanvraag te beperken tot de cluster Meetjesland, waardoor de return iets hoger ligt. Indien het project wordt goedgekeurd stelt zich de vraag of dit in eigen beheer dan wel via een derde partner kan gebeuren. In eigen beheer betekent de aanwerving van een halftijds maatschappelijk werker, het opleiden en aansturen van deze medewerker en voorzien in bureautica. In het ideale geval maakt deze deel uit van team tewerkstelling. Maar hier stelt zich de vraag of hiervoor ruimte is in de werkwinkel en wat de kostprijs hiervan is. De aanwerving vergt ook enkele maanden tijd, gelet op de geldende aanwervingsprocedures in een lokaal bestuur. Deze medewerker beschikt dan echter niet over de noodzakelijke ervaring die vereist wordt. Het verschuiven van een medewerker van team tewerkstelling is eveneens niet opportuun gelet op het feit dat hier reeds een vervanging opstart in mei en de beperkte projectduur van één jaar. Het uitbesteden aan een derde partner, werkervaringspromotor, heeft het grote voordeel dat je niet zelf moet instaan voor de aanwerving, opleiding, bureauruimte en dergelijke meer. Probleem vormt wel het aanbestedingsdossier. Wanneer pas op 31/05/2015 beslist wordt over de goedkeuring van de projecten kan pas in juni gestart worden met het aanbestedingsdossier. Dit dient eerst goedgekeurd te worden door de Raad (of in het samenwerkingsverband, de verschillende OCMW-raden?). Daarna moet er de nodige tijd OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

24 gegeven worden om in te dienen (net in de zomerperiode), waardoor in het beste geval pas in augustus de aanbesteding kan goedgekeurd worden (opnieuw door de raad of raden). Ook bij een aanbesteding gaan dus enkele kostbare maanden verloren, terwijl het project slechts één jaar duurt. Praktisch stelt zich dus een groot probleem van timing gelet op de geldende besluitvormingsprocessen in een OCMW. Financiering ESF voorziet de financiering van EUR per traject. Voor onze regio zijn maximaal 13 trajecten voorzien. Dit betekent dat er maximaal EUR financiering vanuit ESF komt. Dit volstaat voor de aanwerving van een halftijdse maatschappelijk werker. De cofinancieringsregels: 60% cofinanciering moet door het OCMW gebeuren. Het leefloon van de deelnemers kan worden ingebracht. (Deze oproep lijkt over het hoofd te zien dat een art. 60-medewerker geen leefloon meer ontvangt, maar een loon; verduidelijking hierover is aangevraagd). Per deelnemer kan het leefloon cat. 3 voor het aantal maanden in begeleiding als co-financiering ingebracht worden. Gelet op de gemiddelde duur van het begeleidingstraject van 6m en de ESF-financiering van EUR per traject is een cofinanciering noodzakelijk van EUR per traject. Het leefloon aan 1089,82 EUR * 6m bedraagt 6.538,92 EUR. Waardoor dit als co-financiering kan voldoen. Een deel (25%) van de financiering is resultaatsgebonden en hangt af van het behalen van 15% positieve uitstroom naar werk of opleiding. Algemeen kan gesteld worden dat dit project weinig return biedt voor de inspanningen die worden gevraagd. Er zijn ook wat praktische en administratieve angels die de opstart van het project kunnen bemoeilijken. Het opnemen van het promotorschap vergt een grote tijdsinvestering. Ervaring met andere projecten leert dat deze quasi volledig door de promotor dienen opgenomen te worden en dat er weinig input is van andere partners/ocmw s. Bovendien stelt zich de vraag of een doelstelling van doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt niet te ambitieus is gelet op het huidige profiel van de art. 60-medewerker. Het vast bureau besliste op 23/02/2015 om in te tekenen op deze projectoproep en ging akkoord om dit in te vullen door een deeltijds personeelslid van het OCMW aan te stellen voor de cluster. Beslissing: De Raad neemt kennis van de aanvraag in het kader van de ESF-oproep Begeleiding art. 60, Raamovereenkomst job- en taalcoaching met MLWB vzw (besl.) Toelichting : De OCMW-raad van 09/12/2014 besliste om twee voorstellen voor extra activeringsinspanningen in 2015 te weerhouden: project oriëntatie- en activeringsmodule naar werk op de reguliere arbeidsmarkt voor personen met een psychosociale kwetsbaarheid en job- en taalcoaching op de werkplek voor startende art.60, 7-tewerkstellingen. In de regio is de Meetjeslandse Leerwerkbedrijven (MLWB) een aanbieder van dergelijke begeleidingstrajecten voor kansengroepen op de reguliere arbeidsmarkt. Zij beschikken dus over de nodige ervaring en expertise om dergelijke trajecten uit te voeren. Uit de voorbereidende besprekingen en de offerte van MLWB: Situering derdenpartner MLWB vzw OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

25 MLWB is een gespecialiseerd centrum voor loopbaandienstverlening, opleiding, begeleiding en tewerkstelling met een regionale verankering. We bieden diensten op maat van onze opdrachtgever en bereiken hier zowel werkzoekenden, (startende) werknemers en hun leidinggevenden (werkgever, meter/peter, ). Elk traject is op maat en houdt rekening met de specifieke verwachtingen en noden van de klant (in dit geval de werknemer art 60, 7, het OCMW als werkgever en werkgever-gebruiker op de werkvloer). Met de job- en taalcoaching mikken we op maximale kansen naar een duurzame en stabiele tewerkstelling art 60, 7 en een positief effect op de verdere loopbaan van de tewerkgestelde. Aanleiding Vanuit de diverse tewerkstellingen in het kader van art.60, 7 stelt het OCMW samen met haar trajectbegeleidingsdienst vast, dat de eerste maanden van deze tewerkstelling vaak cruciaal zijn voor het verder verloop ervan. Er wordt vastgesteld dat de werknemer meestal vrij goed functioneert tijdens de stageperiode die aan de tewerkstelling vooraf gaat, maar dat eens de eigenlijke tewerkstelling is opgestart er vaak vrij snel diverse problemen opduiken met afhaken tot gevolg. Enkele belangrijke gegevens en uitgangspunten zijn dat: - Deelnemersprofielen steeds zwakker worden - Het OCMW via haar trajectbegeleidingsdienst niet kan instaan voor een individuele coaching op de werkvloer - Niet elke werkvloer beschikt over de nodige expertise of in staat is om zich te engageren tot een intensieve begeleiding van de deelnemer; hoewel deze werkgever (en ruimer: de werkvloer) een belangrijke rol speelt bij de slaagkansen op de tewerkstelling (goede communicatie, tijdig en correct reageren op ongewenst gedrag, ) Rekening houdend met de context wordt geoordeeld dat er prioritair dient ingezet te worden op activerende begeleidingsmaatregelen voor deze doelgroep. Na overleg met MLWB werd besloten dat de methodiek job- en taalcoaching hier het best passende antwoord kan bieden De MLWB kan een gelijkaardig aanbod van job- en taalcoaching aanbieden voor art. 60, 7- werknemers in de opstart van de tewerkstelling. Een pakket zou starten met 10u job- en taalcoaching, en kan op maat van de cliënt en indien de nood zich voordoet verlengd worden met pakketten van telkens 10u. De kostprijs is 75 EUR per contactuur (excl. BTW). De effectieve kostprijs voor één pakket kost dus 907,50 EUR. Gelet op het profiel van de art.60, 7-medewerkers verwachten we dat in de meeste gevallen een aanbod van 20u job- en taalcoaching zal nodig zijn. Dit is ook de norm voor de job- en taalcoaching voor kansengroepen op de reguliere arbeidsmarkt. Het totale budget voor de extra activeringsacties bedraagt EUR. We wensen dit aanbod voor ongeveer 10 art.60, 7-tewerkstellingen in te zetten. Gelet op een gemiddelde van 20u per tewerkstelling, dient een totaal budget van EUR voorzien te worden. Er wordt gefactureerd per effectief gestart pakket van 10u. De OCMW-werkwinkelconsulenten zullen bij de opstart van de art. 60, 7-tewerkstelling (of na de stage) kunnen inschatten of het inzetten van job- en taalcoaching aangewezen is. Eventuele verlenging van de job- en taalcoaching gebeurt na de tussentijdse evaluatie van de art. 60,7-tewerkstelling door de OCMW-werkwinkelconsulent. Om een korte beslissingsketen mogelijk te maken, zodat kort op de bal een job- en taalcoachingtraject kan opgestart worden, wordt voorgesteld het budgethouderschap voor dit project toe te kennen aan het hoofd sociale dienst. Het saldo van het budget kan ingezet worden op de trajecten voor personen met een psychosociale kwetsbaarheid, als cofinanciering bij de VDAB-middelen die hiervoor worden voorzien. De gesprekken hierover zijn nog lopende. **************** Raamovereenkomst JOB- & TAALCOACHING art. 60, 7 (cf. offerte MLWB d.d. 5/02/2015) Tussen ondergetekenden: OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

26 MLWB vzw, Moeie 16 A 9900 Eeklo, vertegenwoordigd door.. (contactpersoon: Isabel De Sutter, coördinator, tel ), de opdrachtnemer; en OCMW Eeklo, Visstraat 16, Eeklo, vertegenwoordigd door Danny Smessaert, voorzitter en Marie- Gabriëlle van Belle, secretaris (contactpersoon: Jan Vandoorne, tel ), de opdrachtgever; wordt overeengekomen als volgt: Het OCMW Eeklo sluit een overeenkomst af met MLWB vzw voor het afnemen van een nog onbepaald aantal pakketten job- en taalcoaching. (Het is de bedoeling van het OCMW om maximum 20 pakketten af te nemen, maar dit is een vrijblijvende raming.) Dit betreft job- en taalcoaching tijdens de art 60 tewerkstelling. De jobcoaching kan hierdoor niet door de overheid gesubsidieerd worden (VIA middelen). Art.60 ers die nadien doorstromen naar een reguliere job kunnen mogelijks wel in aanmerking komen voor een gesubsidieerde job- en taalcoaching. De opdrachtgever bepaalt in samenspraak met de werkvloer en de deelnemer voor wie en voor welke duur een traject kan worden opgestart. De standaard kostprijs per gepresteerd uur van deze job- en taalcoaching bedraagt 75 euro, d.w.z. 750 euro per pakket van 10 uur, excl. BTW. Dit tarief is gebaseerd op contacturen, die effectief worden gebruikt voor de coaching van zowel deelnemer als werkvloer. We gaan uit van een intensieve begeleiding bij aanvang die stelselmatig wordt afgebouwd naarmate de tewerkstelling vordert en de deelnemer evolueert. Naast de individuele contacturen zijn alle tussentijdse contacten nodig voor de opvolging inbegrepen (verplaatsingen, telefonische opvolging, mails, ). De kostprijs per uur omvat alle hiervoor beschreven diensten, inclusief de administratiekosten, verplaatsingstijd en reiskosten. Dit bedrag dient verhoogd te worden met 21% BTW. Het minimale pakket per deelnemer is 10 u job- en taalcoaching. Er kunnen na overleg en mits toestemming van de opdrachtgever meerdere pakketten per persoon worden aangeboden. Gebaseerd op een gemiddeld verloop kunnen we stellen dat één pakket kan voorzien in een coaching gedurende 3 maanden, 20 u voor 6 maanden enz. Dit is richtinggevend en steeds afhankelijk van de individuele noden van de deelnemer. Er wordt steeds op maat gewerkt. Opdracht van de jobcoach en gehanteerde methodiek: De jobcoach begeleidt een nieuwe werknemer op de werkvloer in zijn of haar job. Deze coaching is afgestemd op specifieke werksituaties en noden van de werkvloer. De neutrale positie van de coach is een meerwaarde. De werkgever en werknemer zijn evenwaardige partijen in de coaching. Het coachingstraject krijgt vorm in overleg met alle betrokken partijen. De methodiek zal op maat van de opdrachtgever worden uitgewerkt. Bij aanvang van de begeleiding dient een warme overdracht te gebeuren omtrent de deelnemer (de tewerkgestelde i.k.v. art 60, 7). Dit kan opgenomen worden door de betrokken trajectbegeleider van het OCMW. De effectieve aanvang kan ingaan na akkoord van alle betrokken partijen. De doelgroepwerknemer alsook de werkgever-gebruiker van de werkvloer dienen in te stemmen met de coaching. De afspraken worden in een individuele overeenkomst met alle betrokken partijen per traject vastgelegd. Zoals besproken zal hierbij ook een duidelijke afbakening gebeuren omtrent het takenpakket en de rol van de jobcoach: - De jobcoach richt zich op aspecten die zich situeren op en rond de werkplek, inclusief arbeidsbelemmerende factoren - De jobcoach maakt geen onderdeel uit van de evaluaties die worden georganiseerd in functie van de opvolging van de tewerkstelling. De jobcoach kan hier wel ondersteunend optreden ten aanzien van de deelnemer en van de externe werkvloer (leidinggevende, peter/meter, ) en zodoende de evaluaties helpen voorbereiden - De coaching richt zich steeds naar zowel deelnemer als leidinggevende (werkvloer). Beide worden als klant binnen het traject beschouwd. Een jobcoach kan worden ingeschakeld vanaf het moment dat de nieuwe tewerkstelling aanvangt en valt in regel binnen de eerste 12 maanden van de tewerkstelling. OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

27 De jobcoach zorgt voor een vlotte en snelle integratie op de werkvloer. De focus ligt op het ontwikkelen van vaardigheden en attitudes, niet op de technische vaardigheden. De jobcoach kan wel ondersteunen op vlak van een aantal generieke competenties (basis taal, rekenen, ruimtelijk inzicht) en technische tekortkomingen detecteren en vertalen naar opleidingsbehoeften. Hij heeft hierin een adviserende rol naar de werkgever. De coach introduceert de werknemer in de bedrijfs- of organisatiecultuur. Voor werknemers met lage taal- en communicatievaardigheden kan jobcoaching gecombineerd worden met taalcoaching rond specifiek vakjargon of communicatie met collega's en klanten. Taalcoaching vertrekt vanuit reële situaties op de werkvloer. Het gaat niet om lessen Nederlands, maar wel om meteen toepasbare communicatieve vaardigheden. De job- en taalcoach betrekt ook het team in het coachingsproces: collega s en werkgever krijgen tips om hun collega te ondersteunen op vlak van taal. De jobcoach biedt ondersteuning op vlak van: - Vlot onthaal en inwerking - Juiste werkhouding - Functioneren in een team - Arbeidsinhoud - Verbeteren van randvoorwaarden Daarnaast biedt de coach advies over bijvoorbeeld mentorschap en peter- of meterschap, competentiegericht werken in de organisatie of functioneringsgesprekken. Deze overeenkomst loopt tot en met 31 december Opgemaakt in tweevoud te Eeklo op , Namens OCMW Eeklo Namens MLWB vzw **************** Het vast bureau gaf op 23/02/2015 gunstig advies aan de goedkeuring van bovenstaande raamovereenkomst met MLWB vzw inzake job- en taalcoaching voor art.60, 7- tewerkstellingen voor een maximum van 20 pakketten van 10u, dat wil zeggen een maximaal budget voor 2015 van EUR incl. BTW voor het jaar Het vast bureau gaf teven gunstig advies om voor dit project, zoals hoger voorgesteld, budgethouderschap toe te kennen aan het hoofd sociale dienst ten belope van het gehele project en budget Raadslid De Munter merkt op dat er meer aandacht voor moet zijn om de indicatoren en rapportage erover in zo n overeenkomsten op te nemen. Ze herinnert eraan dat ze gelijkaardige opmerkingen al meermaals gemaakt heeft, maar dat er nog onvoldoende rekening mee wordt gehouden. Beslissing: De raad keurt met unanimiteit van stemmen de raamovereenkomst met MLWB vzw inzake job- en taalcoaching voor art.60, 7-tewerkstellingen goed, alsook budgethouderschap voor het hoofd sociale dienst voor dit project. Er zal aan MLWB tevens worden meegegeven dat rapportage aan de hand van indicatoren van hen verwacht wordt in het kader van deze overeenkomst. 8. Stand van zaken uitvoering kinderarmoedebestrijding en Huis van het Kind (ken.g.) OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

28 Toelichting : Een powerpoint presentatie hierover was beschikbaar in het dossier. Beslissing: De raadsleden nemen hiervan kennis. Ze zijn zeer positief over de realisaties in het dossier en vragen of de coördinator Lokaal Sociaal Beleid op een volgende raadzitting zijn presentatie nog eens persoonlijk zou komen toelichten. 9. Aanpassing reglement klantenbijdrage DCO Assist (besl.) Toelichting: De jaarlijkse dossierkosten voor de klanten van DCO Assist werden bepaald op 80 EUR; er geldt een korting van 50% voor klanten waarvan minstens één van beide partners bij de start van de hulpverlening of de start van het nieuwe kalenderjaar minstens 65 jaar oud is of klanten waarvan minstens één van beide partners bij de start van de hulpverlening of de start van het nieuwe kalenderjaar gerechtigd is op de verhoogde tegemoetkoming. Dit was tot op heden een ondeelbaar bedrag per kalenderjaar (cf. beslissing Raad 11/12/2012 en reglement). Sedert de DCO Assist zich als thuiszorgdienst meer is gaan toespitsen op zorg en zorgklanten (cf. beslissing Raad ), werden de comfortklanten ervan ip de hoogte gesteld dat op termijn de dienstverlening door onze dienstenchequeonderneming zal stoppen. In dit kader wordt hen een klantenbijdrage aangerekend in 12 den i.p.v. een ondeelbaar bedrag van 80 EUR. Om een onderscheid in behandeling en werkwijze tussen zorg- en comfortklanten weg te werken, stellen we voor om voortaan, naar analogie van de aanrekening voor de comfortklanten, voor alle klanten die nieuw opgestart worden in de DCO Assist in het eerste kalenderjaar slechts de klantenbijdrage voor de maanden waarin de ze effectief klant zijn aan te rekenen. Anderzijds stellen we voor om voor alle klanten die door DCO Assist opgezegd worden de klantenbijdrage pro rata (voor het aantal maanden van het jaar dat ze geen hulp meer krijgen) effectief terug te betalen. Aldus zou er daar geen discriminatie / verschil in werkwijze meer zijn tussen zorg- en comfortklanten. Indien de klanten zelf het initiatief nemen om op te stappen, krijgen ze geen terugbetaling. Een maand met minstens 1 keer dienstverlening wordt ondeelbaar voor een volle actieve maand gerekend. Het vast bureau gaf op 23/02/2015 gunstig advies aan de aanpassing van het reglement klantenbijdrage als volgt: Alle nieuwe klanten van DCO Assist betalen in hun eerste kalenderjaar een klantenbijdrage pro rata van het aantal maanden waarin de ze klant zijn gedurende dit kalenderjaar. Alle klanten die door DCO Assist opgezegd worden krijgen hun betaalde klantenbijdrage pro rata van het aantal maanden in dit kalenderjaar dat ze geen hulp meer krijgen effectief terug betaald. Een maand met minstens 1 keer dienstverlening wordt ondeelbaar voor een volle actieve maand gerekend. Beslissing: De raadsleden keuren met unanimiteit van stemmen de aanpassing van het reglement van de dienstenchequeonderneming m.b.t. het aanrekenen van de klantenbijdrage goed, als volgt: OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

29 REGLEMENT DIENSTENCHEQUEONDERNEMING ASSIST AANREKENEN KLANTENBIJDRAGE Art. 1 Aan alle klanten van Dienstenchequeonderneming (DCO) Assist wordt met ingang van 1/1/2013 een bijdrage in de administratie- en werkingskosten aangerekend van 80 EUR per klantensysteem; Art. 2 Op de onder art. 1 bedoelde bijdrage wordt een korting toegestaan van 40 EUR voor: - klantensystemen waarvan minstens één van beide partners bij de start van de hulpverlening of de start van het nieuwe kalenderjaar minstens 65 jaar oud is of - klantensystemen waarvan minstens één van beide partners bij de start van de hulpverlening of de start van het nieuwe kalenderjaar gerechtigd is op de verhoogde tegemoetkoming voor gezondheidszorgen; Men kan per klantensysteem slechts 1 van beide voormelde kortingen van 40 EUR genieten. Art.3 Op de onder art. 1 bedoelde bijdrage wordt een vrijstelling toegestaan voor klantensystemen waarvoor het OCMW systematisch financiële steun geeft voor de aankoop van de dienstencheques. Art. 4 De klanten zullen worden aangeschreven om hun bijdrage aan het OCMW binnen de maand te voldoen. Diegenen die niet betaald hebben binnen voormelde termijn krijgen een schriftelijke ingebrekestelling. Wie 30 kalenderdagen na deze ingebrekestelling zijn bijdrage nog steeds niet betaald heeft, wordt verondersteld zijn opzeg van de hulpverlening door Assist gegeven te hebben en zal geen poetshulp meer krijgen. Art. 5 Bij de opstart van de dienstverlening is de bijdrage in de administratie- en werkingskosten verschuldigd vanaf de maand van de opstart en dit pro rata van het aantal maanden men klant is gedurende dit kalenderjaar. Art. 6 Bij opzeg van de dienstverlening door DCO Assist, zal de bijdrage in de administratie- en werkingskosten terugbetaald worden pro rata van het aantal maanden men geen hulp meer heeft in dit kalenderjaar. Art. 7 Een maand met minstens één keer dienstverlening wordt ondeelbaar voor een volle actieve maand gerekend. Dit reglement werd goedgekeurd op de zitting van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van Personeel 10.1 VEILIGHEID EN PREVENTIE OP HET WERK Jaarverslag van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk 2014 (beslissing) DE RAAD Gelet op het feit dat de Codex over het welzijn op het werk (Titel I, Hoofdstuk III) de wettelijke verplichting voor de werkgever vermeldt om een jaarverslag over de werking van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk op te sturen aan de met het toezicht belaste ambtenaar (Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk AD TWW); Overwegende dat het jaarverslag binnen de drie maanden die volgen op het kalenderjaar waarop het verslag van toepassing is moet worden opgestuurd, dit is vóór ; Gelet op het feit dat het jaarverslag 2014 wordt voorgelegd in het eerstkomende syndicaal overleg d.d. 20 maart 2015 OCMW EEKLO Dagorde Raad 17 maart

30 2014WebWordCN Jaarverslag van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Formulier C - Dienstjaar 2014 Te bezorgen aan de bevoegde regionale directie(s) vóór 1 april 2015 Opgelet! Dit formulier C is bestemd voor een groep van werkgevers die gemeenschappelijk een dienst voor preventie en bescherming op het werk organiseren, hetzij op basis van artikel 38 van de wet op het welzijn, hetzij de werkgevers die samen één technische bedrijfseenheid vormen op basis van artikel 50 van de wet op het welzijn. Deze gemeenschappelijke dienst kan al dan niet afdelingen hebben. Het formulier A is bestemd voor een werkgever met een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk zonder afdelingen. Het formulier B is bestemd voor een werkgever met een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk met afdelingen. Om dit formulier C correct in te vullen of om een formulier A of B te bekomen, is het aangeraden de verklarende nota aandachtig te lezen. Alle formulieren, evenals de verklarende nota, zijn beschikbaar op Algemene gegevens IDENTIFICATIEGEGEVENS VAN DE WERKGEVERS Vul hier de naam en de gemeente van de verschillende werkgevers in Gelieve eveneens de tabel van de bijlage "werkgevers" in te vullen Code Naam van de werkgever Gemeente A. IVM ov, K.Loete, voorzitter Eeklo B. Stadsbestuur Eeklo, K.Loete, burgemeester Eeklo C. OCMW Eeklo, D.Smessaert, voorzitter Eeklo D. E. F. G. H.