VOORSCHRIFTEN BESTEMMINGSPLAN GROENE LONG 2007

Transcriptie

1 VOORSCHRIFTEN BESTEMMINGSPLAN GROENE LONG 2007 Voorschriften bestemmingsplan Groene Long 2007 Pagina 1 van 22

2 INHOUDSOPGAVE PARAGRAAF I ALGEMENE EN TECHNISCHE BEPALINGEN Artikel 1 Van toepassing verklaring 3 Artikel 2 Begripsbepalingen 4 Artikel 3 Aanvullende wijze van meten 5 PARAGRAAF II BESCHRIJVING IN HOOFDLIJNEN ALGEMEEN Artikel 4 Beschrijving in hoofdlijnen 7 PARAGRAAF III BESTEMMINGSBEPALINGEN OP GEBIEDSNIVEAU Artikel 5 Natte linten 8 Artikel 6 Boslinten- en gebieden 10 Artikel 7 Weidelinten- en gebieden 13 PARAGRAAF IV BESTEMMINGSBEPALINGEN KERNZONE EN BESCHERMINGSZONE Artikel 8 Waterkering (dubbelbestemming) 14 Artikel 9 Waterstaatsdoeleinden (dubbelbestemming) 15 PARAGRAAF V OVERIGE BEPALINGEN Artikel 10 Nadere eisen 18 Artikel 11 Gebruiksbepalingen 19 Artikel 12 Overgangsbepalingen 20 Artikel 13 Strafbaarheid van overtredingen 21 Artikel 14 Slotbepaling 22 Voorschriften bestemmingsplan Groene Long 2007 Pagina 2 van 22

3 PARAGRAAF I ALGEMENE EN TECHNISCHE BEPALINGEN Artikel 1 Van toepassing verklaring Het bestemmingsplan Groene Long 2007 is van toepassing naast de voorschriften van alle (vigerende) bestemmingsplannen welke zijn opgenomen in bijlage 1 - van dit bestemmingsplan -. Voorschriften bestemmingsplan Groene Long 2007 Pagina 3 van 22

4 Artikel 2 Begripsbepalingen 1. ander bouwwerk een bouwwerk geen gebouw zijnde; 2. Awb de Algemene Wet Bestuursrecht; 3. dakvoet de snijlijn tussen bovenkant dakbeschot en buitenkant gevel, waaronder hellende dakvlakken met daarbij behorende topgevels, dakkapellen en liftopbouwen niet worden begrepen; 4. ecologie onderdeel van de biologie dat betrekking heeft op de betrekkingen tussen de organismen en hun omgeving (dieren, planten, water, bodem, klimaat); 5. (plan)kaart de kaart, nummer S 00238, deel uitmakende van het plan; 6. landschappelijke waarde de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur; 7. natuurwetenschappelijke waarde de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang; 8. plan het bestemmingsplan Groene Long 2007 ; 9. WRO de Wet op de Ruimtelijke Ordening. 10. Keurzone binnen de keurzone (kernzone en beschermingszone) gelden voorschriften. Op basis van de Keur kunnen beperkingen worden gesteld aan activiteiten die het (toekomstig) waterkerend vermogen van de waterkeringen beperken. 11. Kernzone waterkering: daadwerkelijke kering 12. Beschermingszone zone binnen de keurzone waar onder voorwaarden bebouwing mogelijk is Voorschriften bestemmingsplan Groene Long 2007 Pagina 4 van 22

5 Artikel 3 Aanvullende wijze van meten 1. de hoogte van de dakvoet van een gebouw wordt gemeten vanaf de dakvoet tot het peil. Voorschriften bestemmingsplan Groene Long 2007 Pagina 5 van 22

6 PARAGRAAF II BESCHRIJVING IN HOOFDLIJNEN ALGEMEEN Artikel 4 Beschrijving in hoofdlijnen Algemeen In een stad als Schiedam is de druk op de openbare ruimte, en dus ook de groen- en waterstructuren, groot. Om de claims op de openbare ruimte te kunnen beoordelen en om de bestaande structuren te verbeteren, is in 1995 door de gemeenteraad van Schiedam het Groenstructuurplan voor de gemeente Schiedam vastgesteld. In het Groenstructuurplan zijn de belangrijkste structuren geïnventariseerd en gekarakteriseerd en is een visie gegeven op de gewenste stedelijke ecologische structuur voor de stad. Het Groenstructuurplan vormt één van de toetsingskaders voor plannen op het gebied van de ruimtelijke inrichting en ontwikkeling van Schiedam. Aangezien het Groenstructuurplan geen planologisch-juridische werking heeft, biedt dit bestemmingsplan een formeel toetsingskader met als doel het behoud en ontwikkelen van de natuurlijke en ecologische kwaliteitskenmerken van de groenen waterstructuren te waarborgen. Stedelijke ecologische structuur Binnen Schiedam zijn verschillende grootschalige groen- en waterstructuren gelegen. Deze vormen door hun oppervlakte en geschakelde ligging de belangrijkste bouwstenen voor de stedelijke ecologische structuur. Daarnaast geven zij de stad een ruimtelijke geleding en vervullen zij een bovenwijkse recreatieve functie. Onder deze categorie zijn gebieden met zeer uiteenlopende karakters gerangschikt: gebieden met een bosachtig karakter,; gebieden met een weideachtig karakter,; gebieden met een parkachtig karakter en de overige grootschalige groen- en waterstructuren. Als grootschalige groengebieden vallen binnen het plangebied te onderscheiden: het Volkspark, het Prinses Beatrixpark, Park Kethel, Maasboulevard, Poldervaart, Polderwetering, het sportveldencomplex en volkstuinencomplexen. In het verleden is door allerlei oorzaken een verbrokkeling ontstaan van de diverse groengebieden. Veel groenelementen staan op zichzelf en er ontbreken directe onderlinge verbanden. Een voorbeeld hiervan is de Poldervaart, eens een volledig doorlopende watergang, nu op een enkele plaats doorsneden of versmald. Alleen in Schiedam-Noord bestaat een redelijk aaneengesloten stelsel van groengebieden met het Prinses Beatrixpark en Park Kethel als hoofdgebieden. De groenstructuur is hier zodanig dat er over een goede stedelijke ecologische structuur gesproken kan worden. In de rest van Schiedam is er nauwelijks sprake van een samenhangende groenstructuur en zijn de mogelijkheden voor ontwikkeling van natuur niet optimaal. Vanwege de grote druk op de openbare ruimte dreigen in de toekomst nog meer schakels in de groenstructuur verloren te gaan. Binnen de stedelijke ecologische structuur worden gebieden en linten onderscheiden. Gebieden zijn grotere, aaneengesloten vlakken met een bepaald karakter of kenmerk. Binnen de gebieden worden bos- en weidegebieden onderscheiden. Linten zijn langgerekte elementen, zoals een watergang met de daarbij behorende oeverzones. Binnen de linten worden natte linten, boslinten en weidelinten onderscheiden. De gebieden en linten zijn van een daarop toegesneden gebiedsbestemming voorzien. Voorschriften bestemmingsplan Groene Long 2007 Pagina 6 van 22

7 Overige (bestaande) functies binnen de stedelijke ecologische structuur De gronden binnen de stedelijke ecologische structuur hebben naast een functie ten behoeve van de ecologische structuur tevens een functie ten behoeve van recreatie, horeca, wonen, verkeersdoeleinden, etc. Deze bestaande functies zijn in de in bijlage 1 genoemde bestemmingsplannen geregeld, door middel van bestemmingen op perceelsniveau. Ontwikkelingen ten behoeve van deze functies mogen niet leiden tot een aantasting van de stedelijke ecologische structuur. Dit bestemmingsplan Groene Long 2007 vormt een herziening/aanvulling op alle in bijlage 1 genoemde bestemmingsplannen en kan derhalve worden getypeerd als een parapluregeling. Doelstellingen Met betrekking tot de stedelijke ecologische structuur is het beleid er in hoofdlijnen op gericht om binnen het plangebied een juridisch-planologisch kader te scheppen voor: het behoud, het herstel, en daar waar mogelijk het versterken van de specifieke kwaliteiten van de stedelijke ecologische structuur en de daarvoor noodzakelijke ruimtelijke randvoorwaarden; het creëren van een samenhang tussen de te onderscheiden groen- en watergebieden waardoor een ononderbroken ecologische structuur ontstaat waarin een goede uitwisseling van van nature in Nederland voorkomende planten- en dierensoorten wordt bevorderd. Wijze waarop de doelstellingen worden nagestreefd Bovengenoemde doelstellingen worden nagestreefd door: a. bebouwingsmogelijkheden ten behoeve van de in de ecologische structuur voorkomende bestemmingen op perceelsniveau te koppelen aan een vrijstellingsbevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. Het gebruik van de vrijstellingsbevoegdheid mag geen afbreuk doen aan de belangen van de ecologische structuur; b. door werken en werkzaamheden, geen bouwwerkzaamheden zijnde, te koppelen aan een aanlegvergunningenstelsel; c. door beheersmaatregelen (zoals maaien, spuiten, snoeien) af te stemmen op de belangen van de ecologische structuur. Beheersmaatregelen mogen geen onevenredige afbreuk doen aan de ecologische kwaliteitskenmerken van de structuur. Voorschriften bestemmingsplan Groene Long 2007 Pagina 7 van 22

8 PARAGRAAF III BESTEMMINGSBEPALINGEN OP GEBIEDSNIVEAU Artikel 5 Natte linten 1. Doeleindenomschrijving De op de plankaart voor Natte linten aangewezen gronden zijn primair bestemd voor het behoud en de versterking van natuurwaarden die karakteristiek zijn voor water en oevers, waterpartijen en waterlopen, waterberging en overige in het kader van de waterhuishouding nodige voorzieningen, zoals taluds, keerwanden en beschoeiingen. 2. (Specifieke) Beschrijving in hoofdlijnen a. Algemeen Het belangrijkste onderdeel van een nat lint is een doorgaande watergang. Daarnaast bestaat een nat lint uit (natuurvriendelijke) oevers en een begeleidende strook kruidenrijke vegetaties eventueel overgaand in opgaande beplantingen. Voorwaarde voor de natuurontwikkeling is een goede waterkwaliteit. De natte linten in Schiedam worden gevormd door de Poldervaart, de Polderwetering, gedeelten van de Wilhelminahaven en Vijfsluizerhaven en overige watergangen, waaronder de hoofdwatergangen en afvoerwatergangen, zoals op de plankaart aangegeven. b. Doelstellingen Het beleid in hoofdlijnen is erop gericht binnen het plangebied een juridischplanologisch kader te scheppen voor: het zoveel mogelijk behouden en versterken van de samenhang van de natte linten; een zo hoog mogelijke waterkwaliteit; het bevorderen van natuurontwikkeling voor diverse zo compleet mogelijke leefgemeenschappen; het bevorderen van educatieve, recreatieve en belevingswaarde. c. Wijze waarop de doelstellingen worden nagestreefd De in sub b genoemde doelstellingen worden op de volgende wijze nagestreefd: het zoveel mogelijk opheffen van barrières en voorkomen van nieuwe aantastingen van de samenhang van de natte linten; door in het bestemmingsplan ruimte te bieden voor het uitbouwen van de Poldervaart als gevarieerd nat lint en het herstel van het oude beloop van de Poldervaart; door het realiseren van zoveel mogelijk aaneengesloten natuurlijke oevers; door het aanleggen van stepping stones in de vorm van kleinere waterpartijen ter overbrugging van de afstand tussen de afzonderlijke delen van de Poldervaart door het monitoren en signaleren van bedreigingen voor de samenhang. Voorschriften bestemmingsplan Groene Long 2007 Pagina 8 van 22

9 3. Toelaatbare bebouwing Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven nadere aanwijzingen en het bepaalde in de beschrijving in hoofdlijnen, uitsluitend ten dienste van de in lid 1 bedoelde doeleinden worden gebouwd: andere bouwwerken (zoals: bruggen, dammen, vissteigers, oeververdediging). 4. Bouwbepaling De andere bouwwerken worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepaling: de hoogte van andere bouwwerken bedraagt maximaal 2 meter. 5. Vrijstellingsbepaling Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het bepaalde in de beschrijving in hoofdlijnen, bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in: a. lid 3 voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de voor deze gronden geldende andere bestemming(en), mits de natuurwaarden die karakteristiek zijn voor water en oevers hierdoor niet onevenredig worden geschaad. 6. Aanlegvergunningen a. Aanlegvergunningvereiste Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren: 1. het afgraven of ophogen van gronden; 2. het aanleggen, verwijderen, ontgraven en vergraven van dijken en taluds; 3. het aanleggen, veranderen of dempen van waterlopen; 4. het aanleggen van bestratingen of andere oppervlakteverhardingen; 5. het ontginnen of scheuren van grasland; 6. het verwijderen, kappen, rooien of beschadigen van bomen of andere houtgewassen hoger dan 1,50 m die ten tijde van het van kracht worden van het plan aanwezig zijn; 7. het planten van bomen en andere houtige gewassen, ter plaatse waar deze gronden hiermee niet beplant waren ten tijde van het van kracht worden van het plan; 8. het aanbrengen van bovengrondse of ondergrondse leidingen, constructies, installaties of apparatuur, met uitzondering van eenvoudige voorzieningen zoals afvalbakken, verkeersbonden, enz.; 9. de aanleg van oeverbeschoeiingen, kaden, aanlegplaatsen, vlonders en bruggen; 10. de aanleg van waterwerken, zoals stuwen, dammen, duikers. b. Uitzonderingsbepaling Het in lid a vervatte verbod geldt niet voor werken en of werkzaamheden die: normaal onderhoud, beheer en gebruik overeenkomstig de bestemming betreffen; reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning; c. Werken en/of werkzaamheden Voorschriften bestemmingsplan Groene Long 2007 Pagina 9 van 22

10 Werken en/of werkzaamheden als bedoeld in lid a zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de natuurwaarden die karakteristiek zijn voor water en oevers niet worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. 7. Adviesprocedure vrijstellingen en aanlegvergunningen Alvorens omtrent het verlenen van een vrijstelling als bedoeld in lid 5, onder a en een aanlegvergunning als bedoeld in lid 6, onder a te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de stadsecoloog met betrekking tot de vraag of de natuurwaarden die karakteristiek zijn voor water en oevers door het verlenen van vrijstelling of een aanlegvergunning niet onevenredig c.q. onherstelbaar worden aangetast en omtrent eventueel te stellen voorwaarden. Aanlegvergunning in afwijking van het advies wordt slechts verleend nadat van Gedeputeerde Staten een verklaring van geen bezwaar is ontvangen. Voorschriften bestemmingsplan Groene Long 2007 Pagina 10 van 22

11 Artikel 6 Boslinten- en gebieden 1. Doeleindenomschrijving De op de plankaart voor Boslinten- en gebieden aangewezen gronden zijn primair bestemd voor het behoud en de versterking van natuur- en landschapswaarden die karakteristiek zijn voor bossen. Secundair zijn binnen deze bestemming ook toegestaan waterpartijen en waterlopen, voor zover deze functies niet strijdig zijn met de primaire bestemming. 2. (Specifieke) Beschrijving in hoofdlijnen a. Algemeen Een waardevol ecologisch boslint of bosgebied is een minimaal 10 meter breed, aaneengesloten lint met opgaande beplantingen als structuurbepalend element. In deze beplantingen is een gelaagdheid te onderscheiden. De randen (zomen) van de beplanting zijn goed ontwikkeld en er kunnen open plekken in de begroeiing voorkomen. Een boslint verbindt twee grotere bosachtige gebieden met elkaar en zorgt op die manier voor een goede uitwisseling van de in een bosachtig gebied voorkomende planten en dieren. b. Doelstellingen Het beleid in hoofdlijnen is erop gericht binnen het plangebied een juridischplanologisch kader te scheppen voor: het zoveel mogelijk opheffen van barrières en voorkomen van nieuwe aantastingen van de boslinten en gebieden; het veiligstellen en waar mogelijk versterken van de specifieke ruimtelijke kwaliteiten van de linten en gebieden; het bevorderen van natuurontwikkeling; c. Wijze waarop de doelstellingen worden nagestreefd De in sub b genoemde doelstellingen worden op de volgende wijze nagestreefd door: het ontwikkelen van een boslint tussen het Prinses Beatrixpark en de toekomstige bosgebieden van Midden-Delfland, langs de Poldervaart; het aanbrengen van een boslint in de Slachthuisbuurt dat het Volkspark verbindt met de omgeving van de begraafplaats Beukenhof en de Poldervaart het verbeteren van de ruimtelijke structuur van de parkstrook langs de Z-flats door het aaneenschakelen van een aantal kleinere ruimten; het handhaven van de doorgaande waterstructuur en de groene oevers langs de J. Oreliosingel; 3. Toelaatbare bebouwing Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven nadere aanwijzingen en het bepaalde in de beschrijving in hoofdlijnen, uitsluitend ten dienste van de in lid 1 bedoelde doeleinden worden gebouwd: andere bouwwerken 4. Bouwbepalingen De andere bouwwerken worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: de hoogte van andere bouwwerken bedraagt maximaal 2 meter. Voorschriften bestemmingsplan Groene Long 2007 Pagina 11 van 22

12 5. Vrijstellingsbepaling Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het bepaalde in de beschrijving in hoofdlijnen, bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in: a. lid 3 voor het bouwen van gebouwen, zoals een schuilhut of een vogelobservatiehut, waarbij de grondoppervlakte niet meer dan 16 m 2, de dakvoethoogte niet meer dan 3 meter en de totale hoogte niet meer dan 4,50 meter mag bedragen; b. lid 3 voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de voor deze gronden geldende andere bestemming(en), mits de natuur- en landschapswaarden die karakteristiek zijn voor bossen hierdoor niet onevenredig worden geschaad. 6. Aanlegvergunningen a. Aanlegvergunningvereiste Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren: het afgraven of ophogen van gronden; het aanleggen, verwijderen, ontgraven en vergraven van dijken en taluds; het aanleggen, veranderen of dempen van waterlopen; het aanleggen van bestratingen of andere oppervlakteverhardingen; het ontginnen of scheuren van grasland; het verwijderen, kappen, rooien of beschadigen van bomen of andere houtgewassen hoger dan 1,50 m die ten tijde van het van kracht worden van het plan aanwezig zijn; het planten van bomen en andere houtige gewassen, ter plaatse waar deze gronden hiermee niet beplant waren ten tijde van het van kracht worden van het plan; het aanbrengen van bovengrondse of ondergrondse leidingen, constructies, installaties of apparatuur, met uitzondering van eenvoudige voorzieningen zoals afvalbakken, verkeersbonden, enz.; de aanleg van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen; b. Uitzonderingsbepaling Het in lid a vervatte verbod geldt niet voor werken en of werkzaamheden die: normaal onderhoud, beheer en gebruik overeenkomstig de bestemming betreffen; reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning. c. Werken en/of werkzaamheden Werken en/of werkzaamheden als bedoeld in lid a zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de natuur- en landschapswaarden die karakteristiek zijn voor bossen niet worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. 7. Adviesprocedure vrijstellingen en aanlegvergunningen Alvorens omtrent het verlenen van een vrijstelling als bedoeld in lid 5, onder b en een aanlegvergunning als bedoeld in lid 6, onder a te beslissen winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de stadsecoloog met betrekking tot de vraag of de natuur- en landschapswaarden die karakteristiek zijn voor bossen door het verlenen van vrijstelling of een Voorschriften bestemmingsplan Groene Long 2007 Pagina 12 van 22

13 aanlegvergunning niet onevenredig c.q. onherstelbaar worden aangetast en omtrent eventueel te stellen voorwaarden.: a. Aanlegvergunning in afwijking van het advies wordt slechts verleend nadat van Gedeputeerde Staten een verklaring van geen bezwaar is ontvangen. Voorschriften bestemmingsplan Groene Long 2007 Pagina 13 van 22

14 Artikel 7 Weidelinten- en gebieden 1. Doeleindenomschrijving De op de plankaart voor Weidelinten- en gebieden aangewezen gronden zijn primair bestemd voor het behoud en de versterking van natuur- en landschapswaarden die karakteristiek zijn voor veenweidegebieden. Secundair zijn binnen deze bestemming ook toegestaan waterpartijen en waterlopen, voor zover deze functies niet strijdig zijn met de primaire bestemming. 2. (Specifieke) Beschrijving in hoofdlijnen a. Algemeen Weidelinten en weidegebieden zijn aaneengesloten, open stroken met een gras- of kruidachtige begroeiing op een ondergrond van veen of klei. In de weidelinten komen landschapselementen als poldersloten, houtkaden en knotwilgen voor. De weidelinten in Schiedam-Noord vormen ecologische verbindingsroutes tussen Park Kethel en Midden-Delfland. Hierdoor zorgen zij voor een goede uitwisseling tussen planten- en diersoorten die thuishoren in het weidelandschap. b. Doelstellingen Het beleid in hoofdlijnen is erop gericht binnen het plangebied een juridischplanologisch kader te scheppen voor: het zoveel mogelijk opheffen van barrières en voorkomen van nieuwe aantastingen van de veenweidelinten en gebieden; het veiligstellen en waar mogelijk versterken van de specifieke ruimtelijke kwaliteiten van de linten en gebieden; het bevorderen van natuurontwikkeling; c. Wijze waarop de doelstellingen worden nagestreefd De in sub b genoemde doelstellingen worden op de volgende wijze nagestreefd door: het realiseren van een meer op de specifieke weidevegetatie en fauna gerichte inrichting en beheer van de bestaande weidelinten vanuit park Kethel; het uitbreiden van het weidelintenstelsel door de aanleg van een verbinding tussen Park Kethel en Midden-Delfland via Kerkbuurt en Groeneweg; het opwaarderen van de voormalige landijsbaan tot een natuurlijk weidegebied, dat via de Poldervaart gekoppeld wordt aan park Kethel; 3. Toelaatbare bebouwing Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven nadere aanwijzingen en het in de beschrijving in hoofdlijnen bepaalde, uitsluitend ten dienste van de in lid 1 bedoelde doeleinden worden gebouwd: andere bouwwerken; 4. Bouwbepalingen De andere bouwwerken worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: de hoogte van andere bouwwerken bedraagt maximaal 2 meter. 5. Vrijstellingsbepaling Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het bepaalde in de beschrijving in hoofdlijnen, bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in: Voorschriften bestemmingsplan Groene Long 2007 Pagina 14 van 22

15 a. lid 3 voor het bouwen van gebouwen, zoals een schuilhut of een vogelobservatiehut, waarbij de grondoppervlakte niet meer dan 16 m 2, de dakvoethoogte niet meer dan 3 meter en de totale hoogte niet meer dan 4,50 meter mag bedragen; b. lid 3 voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de voor deze gronden geldende andere bestemming(en), mits de natuur- en landschapswaarden die karakteristiek zijn voor veenweidegebieden hierdoor niet onevenredig worden geschaad. 6. Aanlegvergunningen a. Aanlegvergunningvereiste Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren: 1. het afgraven of ophogen van gronden; 2. het aanleggen, verwijderen, ontgraven en vergraven van dijken en taluds; 3. het aanleggen, veranderen of dempen van waterlopen; 4. het aanleggen van bestratingen of andere oppervlakteverhardingen; 5. het ontginnen of scheuren van grasland; 6. het verwijderen, kappen, rooien of beschadigen van bomen of andere houtgewassen hoger dan 1,50 m die ten tijde van het van kracht worden van het plan aanwezig zijn; 7. het planten van bomen en andere houtige gewassen, ter plaatse waar deze gronden hiermee niet beplant waren ten tijde van het van kracht worden van het plan; 8. het aanbrengen van bovengrondse of ondergrondse leidingen, constructies, installaties of apparatuur, met uitzondering van eenvoudige voorzieningen zoals afvalbakken, verkeersbonden, enz.; 9. de aanleg van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen. b. Uitzonderingsbepaling Het in lid a vervatte verbod geldt niet voor werken en of werkzaamheden die: 1. normaal onderhoud, beheer en gebruik overeenkomstig de bestemming betreffen; 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; 3. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning. c. Werken en/of werkzaamheden Werken en/of werkzaamheden als bedoeld als bedoeld in lid a zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de natuur- en landschapswaarden die karakteristiek zijn voor veenweidegebieden niet worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. 7. Adviesprocedure vrijstellingen en aanlegvergunningen Alvorens omtrent het verlenen van een vrijstelling als bedoeld in lid 5, onder b en een aanlegvergunning als bedoeld in lid 6, onder a te beslissen winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de stadsecoloog met betrekking tot de vraag of de natuur- en landschapswaarden die karakteristiek zijn voor veenweidegebieden door het verlenen van vrijstelling of een aanlegvergunning niet onevenredig c.q. onherstelbaar worden aangetast en omtrent eventueel te stellen voorwaarden. Aanlegvergunning in afwijking van het advies wordt slechts verleend nadat van Gedeputeerde Staten een verklaring van geen bezwaar is ontvangen. Voorschriften bestemmingsplan Groene Long 2007 Pagina 15 van 22

16 Artikel 8 Kernzone Waterkering (dubbelbestemming) 1. Doeleindenomschrijving. a. De op de plankaart als Waterkering (dubbelbestemming) aangewezen gronden zijn primair bestemd voor waterkering en bijbehorende voorzieningen. b. Deze gronden zijn secundair bestemd voor de op de plankaart aangegeven bestemmingen. 2. Voorrangsregel waterkering. a. Gebruik en bebouwing van de gronden als bedoeld in lid 1, overeenkomstig de andere daaraan gegeven bestemmingen en overige daarvoor geldende voorschriften, zijn uitsluitend toegestaan, voor zover de belangen van de waterkering daardoor niet wezenlijk worden geschaad (zie ook lid 5 en 6). 3. Regels omtrent het bouwen Op en in gronden als bedoeld in lid 1, mogen worden gebouwd: a. andere bouwwerken ten dienste van en behorende bij waterkeringen en waterhuishouding tot een hoogte van 4 m; b. andere bouwwerken ten behoeve van kruisende verkeersbestemmingen, zoals bruggen; c. andere bouwwerken ten behoeve van andere voor deze gronden geldende bestemming(en) uitsluitend, indien de belangen van de betrokken waterkering(en) zich hier niet tegen verzetten waarbij het bepaalde in de bestemmingen van toepassing is. 4. Advies omtrent bouwen overeenkomstig andere bestemmingen en voorschriften Op de gronden is tevens de keur van het Hoogheemraadschap van Delfland van toepassing. Alvorens te beschikken omtrent het toestaan van bouwwerken op en in de gronden als bedoeld in lid 1, overeenkomstig het in deze voorschriften bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen van deze gronden, winnen burgemeester en wethouders advies in bij het Hoogheemraadschap van Delfland. 5. Verklaring van geen bezwaar Bij een negatief advies van de beheerder van de waterkering mogen de bouwwerken niet worden uitgevoerd dan na een verklaring van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Voorschriften bestemmingsplan Groene Long 2007 Pagina 16 van 22

17 Artikel 9 Beschermingszone Waterstaatsdoeleinden (dubbelbestemming) 1. Doeleindenomschrijving a. De op de kaart als waterstaatsdoeleinden (dubbelbestemming) aangewezen gronden zijn primair bestemd voor waterstaatsdoeleinden (beschermingszone bij de waterkering) en bijbehorende voorzieningen. b. Deze gronden zijn secundair bestemd voor de op de plankaart aangegeven bestemmingen. 2. Voorrangsregel waterstaatsdoeleinden Gebruik en bebouwing van de gronden als bedoeld in lid 1, overeenkomstig de andere daaraan gegeven bestemmingen en overige daarvoor geldende voorschriften, zijn uitsluitend toegestaan, voor zover de belangen van de waterstaatsdoeleinden als bedoeld in lid 1, daardoor niet wezenlijk worden geschaad (zie ook lid 5 en 6). 3. Advies omtrent bouwen overeenkomstig andere bestemmingen en voorschriften Op de gronden is tevens de keur van het Hoogheemraadschap van Delfland van toepassing. Alvorens te beschikken omtrent het toestaan van bouwwerken op en in de gronden als bedoeld in lid 1, overeenkomstig het in deze voorschriften bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen van deze gronden, winnen burgemeester en wethouders advies in bij het Hoogheemraadschap van Delfland, 4. Verklaring van geen bezwaar. Bij een negatief advies van de beheerder van de waterkering mogen de bouwwerken niet worden uitgevoerd dan na een verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Voorschriften bestemmingsplan Groene Long 2007 Pagina 17 van 22

18 PARAGRAAF IV OVERIGE BEPALINGEN Artikel 10 Nadere eisen 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van de bepalingen vervat in paragraaf II, bij het verlenen van een bouwvergunning, nadere eisen te stellen ten aanzien van: de plaatsing van gebouwen, verkeers- en parkeervoorzieningen met inbegrip van de omvang daarvan, in- en uitritten, groen- en speelvoorzieningen; de plaatsing en vormgeving van andere bouwwerken. 2. De in lid 1 bedoelde nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gebouwen, andere bouwwerken en gronden in verband met calamiteiten. Voorschriften bestemmingsplan Groene Long 2007 Pagina 18 van 22

19 Artikel 11 Gebruiksbepalingen 1. Het is verboden de in dit plan begrepen gronden, gebouwen en andere bouwwerken te gebruiken, te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in dit plan aan de grond gegeven bestemming. 2. Vrijstellingsbepaling omtrent het gebruik a. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik dat niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. b. Het voornemen tot het verlenen van vrijstelling, met bijbehorende stukken ligt gedurende twee weken voor een ieder ter inzage in het Stadskantoor. c. Burgemeester en wethouders maken de tervisielegging te voren in een of meer dagbladen, die in de gemeente worden verspreid en voorts op de gebruikelijke wijze bekend. Voorschriften bestemmingsplan Groene Long 2007 Pagina 19 van 22

20 Artikel 12 Overgangsbepalingen 1. Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende overgangsbepalingen: a. het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond ten tijde van het van kracht worden van het verbod tot gebruik in strijd met de aan die gronden en bouwwerken gegeven bestemming, en dat in enigerlei opzicht afwijkt van het plan, mag worden voortgezet of gewijzigd, mits de strijdigheid van dat gebruik ten opzichte van het gebruik overeenkomstige bestemmingen in dit plan, naar de aard en omvang niet wordt vergroot, b. het bepaalde in sub a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met de naast het bestemmingsplan Groene Long 2007 geldende bestemmingsplannen, daaronder begrepen de overgangsbepalingen, welke op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan vigerend zijn volgens bijlage Ten aanzien van het bouwen gelden de volgende overgangsbepalingen: a. bouwwerken, die ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan bestaan, dan wel nadien worden gebouwd of kunnen worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, en die in enigerlei opzicht van het plan afwijken, mogen, mits de bestaande afwijkingen naar de aard en omvang niet worden vergroot: gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; na het tenietgaan tengevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de bouwaanvraag geschiedt binnen 2 jaar na het tenietgaan, b. het bepaalde in sub a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan, doch zijn gebouwd in strijd met het op dat moment vigerende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan, zoals opgenomen in bijlage Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 2 sub a. ten behoeve van een éénmalige vergroting van de inhoud van de in lid 2 sub a. toegelaten bouwwerken met maximaal 10%. Voorschriften bestemmingsplan Groene Long 2007 Pagina 20 van 22

21 Artikel 13 Strafbaarheid van overtredingen Overtreding van het bepaalde in: - artikel 5, lid 6, onder a; - artikel 6, lid 6, onder a; - artikel 7, lid 6, onder a; - artikel 11, lid 1 is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2 o Wed. Voorschriften bestemmingsplan Groene Long 2007 Pagina 21 van 22

22 Artikel 14 Slotbepaling Dit bestemmingsplan kan worden aangehaald onder de naam: Groene Long 2007 Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Schiedam, gehouden op 12 november de griffier, de voorzitter, J. Gordijn M.J.C. Houtkamp Voorschriften bestemmingsplan Groene Long 2007 Pagina 22 van 22