GEMEENTE ROERMOND. Aan de commissie Burgers en Samenleving. Commissienotitie (voor l<ennisgeving) Datum: 8 januari 2013 Portefeuille: BS

Transcriptie

1 ^ gemeente Roermond GEMEENTE ROERMOND Commissienotitie (voor l<ennisgeving) Datum: 8 januari 2013 Portefeuille: BS Steller: Afdeiing tel. no.: M. Cloosterman Welzijn Vaststelling transitie en transformatie agenda jeugdzorg OOGO OIVIL "Samen aan zet". Aan de commissie Burgers en Samenleving 1 SAMENVATTING Met ingang van 2012 geven de Roermond Roerdalen, Echt-Susteren en Maasgouw gezamenlijl< vorm aan de transitie en transformatie van de jeugdzorg. Hiertoe is eerder een startnotitie vastgesteld. Voorliggende agenda is hier een verdere uitwerking van en gebaseerd op het landelijke spoorboekje. Binnen de agenda is ook een planning van activiteiten opgenomen die zich richten op de ingangsdatum van de wet per 1 januari Zowei het ambtelijk OOGO (waarin ook de zorgpartners Bureau Jeugdzorg, Algemeen Maatschappelijk Werk, jeugdgezondheidszorg, welzijnswerk en MEE vertegenwoordig zijn) als het bestuudijk OOGO heeft ingestemd met de agenda. Voorts is door de portefeuillehouders op 7 december jl. uitgesproken de transitieagenda door middel van een eenduidig voorstei aan de verschillende colleges voor te leggen. Dit voorstel is hier een uitwerking van. Besluitvorming vindt plaats in de verschillende 2 TOELICHTING Het Op Overeenstemming Gericht Overieg Oostelijk Midden-Limburg (OOGO OML) richt zich onder voorzitterschap van de gemeente Roermond op de afstemming jeugdzorg-jeugdbeleid tussen de provincie Limburg en de Echt-Susteren, Maasgouw, Roerdalen en Roermond. In dit kader is besloten samen te werken aan de transitie jeugdzorg in deze regio. De agenda geeft handen en voeten aan deze enorme operatie. 3 BESLISSING B&W: Het college van B&W heeft de transitie en transformatie agenda jeugdzorg OOGO OML "Samen aan zet" vastgesteld en treft voorbereidingen voor het doen van subsidieaanvragen voor de regio bij de provincie Limburg.

2 Pagina 2 Burgenneester en wethouders van Roermond, De secretaris. De wnd. burgemeester, mr. drs. J.J.Th.L. Geraedts H.IVl.J.IVl. van Beers Ter inzage: Agenda transitie en transformatie jeugdzorg

3 Transitie & Transformatie agenda jeugdzorg OOGO Oostelijk Midden- Limburg Samen aan zet! Ambtelijk OOGO, november 2012 Versie 1.1

4 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Wat komt er op ons af? Transitie Transformatie 3 3. Hoe en wat gaan we doen? Wat gaan we doen Planning Projectorganisatie 6 4. Kaders en randvoorwaarden Kaders: wetgeving Schaalgrootte en samenwerking Bestuurlijke besluitvorming Communicatie Financiën 8 Bijlagen - bijlage 1: uitgangspunten uit startnotitie - bijlage 2: planning Midden-Limburg 1

5 1. Inleiding In het onlangs verschenen regeerakkoord Bruggen slaan is bevestigd dat de jeugdzorg per 2015 wordt gedecentraliseerd. Binnen het sociale domein komt niet alleen de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg op de af, ook de AWBZ en de participatiewet vragen de komende jaren inspanningen van de, instellingen en burgers. Naast vergaande financiële consequenties brengen deze ontwikkelingen dus ook vergaande inhoudelijke consequenties met zich mee. De decentralisaties vragen om eenduidige visie en afstemming, des te meer omdat deze ontwikkelingen een aantal zaken gemeen hebben. Ons inziens kunnen de aangekondigde besparingen niet alleen gerealiseerd worden door efficiencyverhoging of een groter beroep op de eigen verantwoordelijkheid van burgers. We zullen binnen het sociale domein moeten werken vanuit een uitgangspunt Eén gezin, één plan, één regisseur. Dit zal dus ook leidend zijn in onze visievorming voor de jeugdzorg. We staan in de tussentijd niet stil: de transitie en transformatie van de jeugdzorg gaat door! Specifiek voor de stelselwijziging jeugd is het doel: meer preventie, eerdere ondersteuning, integrale hulp en gebruikmaken van de eigen kracht van jeugdigen en hun ouders. De wettelijke grondslag voor een nieuw jeugdstelsel met nieuwe taken en verantwoordelijkheden is in voorbereiding. Er is een consultatieversie van de jeugdwet verschenen. Duidelijk is dat allee deze wijziging op zich al een operatie is van ongekende omvang, vanwege o.a. de complexiteit van de jeugdzorg, de nieuwheid voor, de verschillende financieringsstromen en de veranderende verantwoordelijkheden. De operatie moet grondig voorbereid worden. In eerste aanzet is hiertoe in Oostelijk Midden-Limburg (OML) een startnotitie vastgesteld en zijn voorbereidingen in gang gezet. Deze agenda is hier een vervolg op, gebaseerd op landelijke denkrichtingen en het spoorboekje 1. De transitie- en transformatieagenda voor OML geeft inzicht in: - de weg(en) die samen met partners, financiers en doelgroep moeten bewandelen; - de verantwoordelijkheden en verwachtingen ten aanzien van inspanningen van de (lokale) bestuurders, ambtenaren en partners die hiermee gepaard gaan. 2. Wat komt er op ons af De waren al verantwoordelijk voor het collectief en preventief jeugdbeleid, de preventieve jeugdgezondheidszorg (JGZ) en preventieve ondersteuning van ouders en gezinnen. De van het OOGO OML en hun jeugdpartners hebben de afgelopen jaren hier in geïnvesteerd. De (door)ontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) (informatie en advies en pedagogische ondersteuning), de invoering van Triple P en 1Gezin1Plan (1G1P) zijn daarvan resultaten waarop we kunnen voortbouwen. De toekomstige nieuwe verantwoordelijkheden zijn: de gespecialiseerde (provinciale) jeugdhulp,de jeugd-ggz, de jeugd met een licht verstandelijke beperking gecombineerd met problemen (LVB), de jeugdbescherming en de jeugdreclassering en de gesloten jeugdzorg. De stelselwijziging kent 2 wegen: een bestuurlijk en organisatorische (transitie) en een zorginhoudelijke (transformatie). Beide wegen moeten worden gevolgd, want zij zijn een noodzakelijk onderdeel van het veranderingsproces. 2.1 Transitie De transitie betreft een wijziging in de structuur voor de jeugdzorg. Daarbij gaat het zowel om wijzigingen van de bestuurlijke structuur, m.n. de overdracht van taken en verantwoordelijkheden naar (decentralisatie) door provincies, Rijk en zorgverzekeraars, als wijzigingen met betrekking tot de organisatiestructuur voor de uitvoering van de jeugdzorg. We zullen de bestuurlijke 1 Dromen zijn doelen met deadlines. Spoorboekje transitie jeugdzorg 2

6 verantwoordelijkheden en bevoegdheden van moeten organiseren binnen wettelijke en financiële kaders. We zetten in op geschikte samenwerkingsvormen en minder (onnodige) bureaucratie binnen de nieuwe inrichting van het stelsel en de rollen die actoren zijn toebedeeld. 2.2 Transformatie (innovatie en vernieuwing) De stelselwijziging van de jeugdzorg dwingt ons ook om bestaand beleid tegen het licht te houden en nieuwe visie te vormen. Het gaat immers om een transformatie van de jeugdzorg. Vragen die we de komende jaren zullen moeten beantwoorden zijn o.a. Hoe kunnen we preventie beter laten aansluiten op zorg waardoor het beroep op geïndiceerde jeugdzorg afneemt? Hoe ondersteunen we ouders? En heel belangrijk: hoe kunnen we een cultuuromslag bewerkstelligen gericht op het anders denken over opvoeden? Transformatie betekent dat het anders en beter moet, oftewel conform OOGO OML: De transitie van de jeugdzorg grijpen we aan om de jeugdzorg te verbeteren en hulp gepast en zo vroeg en dicht mogelijk bij het kwetsbare kind en gezin te brengen om hun zelfredzaamheid te versterken Hoe gaan we het doen? De landelijke insteek zet in op een tweeledige investering: - investeer in de kwaliteit van de opvoedomgeving (pedagogische omgeving); - Investeer in de kwaliteit van de zorg en ondersteuning (zorgstructuren). In aansluiting hierop zet OML in op een goede, brede pedagogische omgeving waarin ouders goed kunnen opvoeden en jeugd goed kan opgroeien en een verbeterde zorgstructuur 3 : Er moet een cultuur ontstaan waarbij het gewoon is dat er vragen gesteld (mogen) worden over opvoeden, dat er (informele) netwerken ontstaan rond de ondersteuning en dat ouders en jongeren ervaren dat ze er niet alleen voor staan. Op basis hiervan realiseren we samenhangende zorg (bij opvoeden en opgroeien) dichtbij jongeren en ouders/verzorgers. We staan binnen de zorgstructuur daarbij voor een vernieuwing van het gehele systeem dat in de toekomst gericht is op het: Versterken van opgroeien en opvoeden: in dit compartiment bevindt zich o.a. het CJG met daarin de vrij toegankelijke ondersteuningsprogramma s voor gezinnen (voorlichting, basistaken en maatwerk JGZ, ambulante basiszorg, welzijnswerk en langdurig laagfrequente gezinsondersteuning die de professionele opvoedingsomgevingen zoals kinderopvang en onderwijs ondersteunen bij het binnen hun sociale omgeving houden van kinderen). Versterken van de ondersteuning bij opgroeien en opvoeden: intensievere (en daardoor ook vaak ingrijpender én duurdere) zorg in de vorm van ambulante hulp, deeltijd daghulp, deeltijd residentiële hulp, deeltijd plaatsing in pleegzorg en deeltijd plaatsing in onderwijsvoorzieningen buiten de gewone school. Gemeenschappelijk kenmerk van deze hulp is dat de oorspronkelijke sociale context gedurende de hulpverlening ten minste gedeeltelijk in stand wordt gehouden én dat de hulpverlening zich richt op terugkeer naar die context. Overname van opgroeien en opvoeden (alle vormen van fulltime dagbehandeling, speciaal onderwijs, residentiële hulp, gesloten opnames/ en of pleegzorg). OML heeft de afgelopen jaren een grote (inhaal)slag gemaakt binnen het preventieve jeugdbeleid die we nu moeten en willen doortrekken. We maken hiermee optimaal gebruik van de investeringen in methoden (1Gezin1Plan, Triple P) die anno 2012 geïmplementeerd worden/zijn en in het kader van de transitie doorontwikkeld worden. Belangrijk is dat we de OOGO- regio OML uitspreekt voorloper te willen zijn. Dat betekent nadrukkelijk doorgaan met experimenteren, waar OML al mee gestart is vanuit de mogelijkheden die het afsprakenkader jeugdzorg biedt. 2 Startnotitie transitie jeugdzorg, vastgesteld in bestuurlijk OOGO P.Stam en T. van Yperen, Opvoeden versterken (2010) 3

7 3.1 Wat gaan we doen? Transformatie vraagt om doen: experimenteren en inzetten op doorontwikkeling! Voor de concrete vertaling naar actiepunten en experimenten in praktijk voor deze regio, houden we de landelijke tweeledige insteek aan. Concreet zetten we in op: op de (kwaliteit) van de omgeving (investeren in eigen kracht en informele netwerken, partnership met ouders vormgeven, deskundigheidsbevordering en expertiseoverdracht) het verstevigen en omvormen van de zorgstructuur (waarbij we uitgaan van de 3 in de inleiding genoemde compartimenten van het continuüm waar we als verantwoordelijk voor worden: opvoeden versterken, versterking ondersteunen en opvoeden overnemen. We richten ons op gerichte preventie, vernieuwing van de zorgstructuur, verbeteren van nazorg). Vooruitlopend op de transitie zijn op basis van de startnotitie en de ambities van OOGO OML verschillende trajecten afgelopen jaren voorbereid, in gang gezet of doorontwikkeld die een uitwerking vormen van deze pijlers De gedane investering past in de decentralisatiegedachte en biedt, gezinnen en professionals kans om in praktijk al vorm te geven aan de transformatie. De komende jaren zetten we in praktijk binnen OML dan ook verder in op de thema s: Toegang: zorg zonder indicatie; In schooljaar 12/ 13 wordt vanuit 4 Zorg Advies Teams (ZAT s) in Roermond en Roerdalen een pilot gedaan om een uitvoeringspraktijk te ontwikkelen, beproeven en bij succes te borgen, waarbij kinderen en jongeren die geïndiceerde ambulante jeugdzorg nodig hebben rechtstreeks vanuit het ZAT aangemeld worden bij een jeugdzorgaanbieder. In de pilot wordt naar mogelijkheden gezocht om: Overdrachtsmomenten te verminderen en tijdsverlies te voorkomen: Optimaal gebruik te maken van de voorliggende voorzieningen. Kwaliteit van het handelingsadvies te verbeteren, zodat overdracht van de vraag voor verdere verheldering en indicatiestelling naar BJZ niet meer nodig is. De ontwikkelde uitvoeringspraktijk kan op termijn ingepast worden binnen de werkwijze van generalisten. Methodiek gericht op versterken eigen kracht: 1Gezin1Plan : In 2012 is gestart met de gefaseerde uitrol van de methodiek 1 Gezin 1Plan (1G1P) als gevolg van de uitwerking van de taak coördinatie van de zorg binnen prestatieveld 2 van de Wmo. In 2013 wordt deze methodiek binnen organisaties geborgd. Onderzocht wordt of 1G1P in de toekomst een rol kan gaan spelen binnen het vormgeven van de toegangsfunctie. CJG Het CJG werkt volgens de principes 1GP1P en positief opvoeden vanuit Triple P. In 2011 en 2012 zijn alle partners vanuit de jeugdzorg en een deel van de partners uit het voorliggende veld geschoold in de opvoedmethodiek Triple P. Deze methodiek is onder andere gericht op positieve elementen van het opvoeden en op het vergroten van eigen kracht van van ouders. Het CJG richt zich op informatie en advies en lichte pedagogische hulp. In 2013 zal ingespeeld worden op de komst van een team generalisten en het opvangen van de doelgroep die als gevolg van bezuinigingen bij BJZ opgelegd door de provincie daar niet meer terecht kan voor informatie, advies, vraagverheldering en kortdurende hulp. Functionaliteiten die aansluiten bij de huidige positie van het CJG. Het CJG kan voorkomen dat problemen onnodig verergeren. 4

8 Pilot Generalisten In aanvulling op gemaakte keuzes ontwikkelen we als voorbereiding op een nieuwe zorgstructuur een pilot met generalisten. De generalist speelt een centrale rol spelen van gezinnen en in het toegang verlenen/arrangeren van zorg. OML zal een ander accent leggen dan WML, om na afloop uitspraken te kunnen doen over wat werkt. Accentverschillen kunnen zijn: andere instroom casuïstiek wie is generalist/ wie is specialist? samenvoegen consulententeam CJG en generalistenteam koppeling maken met integraal indiceren vanuit onderwijs Nazorg (OML) Binnen het onderwerp nazorg wordt gebruik gemaakt van de positieve ervaringen die de afgelopen jaren in Echt-Susteren (onder de naam Kiezen voor Kansen) en Roermond (jongerencoaching) zijn opgedaan met intensieve (vrijwillige) begeleiding van jongeren. Onderzocht wordt of deze aanpak in de hele OOGO-regio OML kan worden ingevoerd. 3.2 Planning Conform het landelijke spoorboekje doorlopen wij de fases waaraan parallel het proces van communicatie en besluitvorming loopt. Op basis van de noodzaak voegen we hier voor ons experimenteren en evalueren toe. Schematisch ziet dit er als volgt uit. Analyse en inventarisatie - Visie en keuzes Uitwerking - Organiseren van de uitvoering- Uitvoering Experimenteren en Evalueren Communicatie en besluitvorming De planning van de verschillende activiteiten binnen de fases vanaf 2012 zijn tot zover uitgewerkt in afstemming met Westelijk Midden-Limburg (WML). Hierbij is teruggerekend vanaf de beoogde ingangsdatum 1 januari 2015 (zie bijlage 2). De planning van activiteiten is dynamisch, deze moeten in praktijk aangevuld kunnen worden. Duidelijk is dat we de komende jaren flexibel moeten kunnen opereren, niet alles is van tevoren dicht te timmeren of te voorspellen. Dit vraagt flexibiliteit van ons en onze de partners. De huidige planning vervangt de globale planning uit de startnotitie. Experimenteren en evalueren is nader toegelicht in paragraaf 3.2. In tijd ziet dit er zo uit: Thema Voorbereiding Start Evaluatie Toegang: zorg zonder indicatie Maart 2012 September September 2013 Uitrol 1G1P Voorbereiding: 2011 Uitrol 2012/2013 N.v.t. CJG Continue Continue Halfjaarlijks Generalisten Oktober 12- feb 13 1 e half jaar e half jaar 2014 Nazorg Oktober 12- feb 13 N.n.t.b N.n.t.b. Het proces van communicatie en besluitvorming wordt beschreven in hoofdstuk 4 (randvoorwaarden). De inhoudelijke en organisatorische uitgangspunten (bijlage 1) vastgelegd in de startnotitie zijn leidend in de vertaling die zal volgen in de uitwerking van de visie en vervolgdocumenten ( 4.5). OML neemt op proactieve wijze de regie op de stelselwijziging, waarbij ingezet wordt op maatwerk, bovenlokaal en regionaal ( 4.3) waar nodig waarbij partners (vanuit het gehele veld) evenals de doelgroep betrokken worden ( 4.4). 5

9 3.3. Projectorganisatie Er is een projectleider aangesteld voor de 4 die zoveel mogelijk gebruik maakt van bestaande overleggen en structuren. De beleidsmatige inzet van de is op dit moment 4 uur. Indien deze inzet onvoldoende blijkt, dan zullen de afdelingshoofden van de betrokken en het bestuurlijk OOGO daarover nadere afspraken maken. De structuur van het OOGO vormt voorlopig de projectstructuur, in de toekomst kan deze op basis van voortschrijdend inzicht veranderen en mogelijk opschalen naar Midden-Limburg ( 4.3). Diverse externe overleggen worden gebruikt als klankbord of voor input. Ook hiervoor wordt maximaal gebruik gemaakt van de bestaande overleggen: - Bestuurlijk overleg zorg en welzijn Midden-Limburg; - Bestuurlijke en ambtelijke overleggen inzake de educatieve agenda/ jeugdbeleid; - Overleggen inzake passend onderwijs, transitie AWBZ/ regionaal arbeidsmarktbeleid. - Projectgroep Coördinatie van zorg / 1Gezin1Plan (deze projectgroep is al uitvoerend bezig) - Cliëntenraden, lokale Wmo raden 4. Kaders en randvoorwaarden Het invullen van een aantal randvoorwaarden is noodzakelijk om de transitie vorm te kunnen geven. 4.1 Kaders De overdracht van taken naar gaat gepaard met autonomie in de uitvoering voor om de resultaten zoals beoogd in het recente bestuursakkoord Bruggen Slaan te kunnen realiseren. Op verschillende schaalgroottes worden er kaders meegegeven/ geven zelf kaders mee waarbinnen deze transitie vorm moet krijgen. Deze zijn leidend in de verdere uitwerking. Een overzicht op hoofdlijnen hieronder opgenomen. Schaalgrootte Landelijk Landelijk Landelijk Provinciaal Provinciaal OOGO OML OOGO OML Lokaal Kader De eerste aanzet voor de transitie is vastgelegd in het bestuursakkoord Als uitwerking hierop is de transitieagenda verschenen (2012). Het wetgevingstraject krijgt in vorm. Dit wordt nogmaals bevestigd in het bestuursakkoord Bruggen slaan dat op 29 oktober 2012 verschenen is Wet: Conceptwetgeving is gereed. In de tussentijd biedt het afsprakenkader jeugdzorg ruimte aan provincies en om vooruitlopend op de transitie te experimenteren. Het regeerakkoord Bruggen Slaan zet in op Eén gezin, één plan, één regisseur bij de decentralisaties in het sociale domein, waaronder de transitie van de jeugdzorg. Dit vergt ook één budget en één verantwoordelijke van overheidszijde. De provincie heeft een beleidskader vastgesteld waarin de transitie en transformatie centraal staat. Vanuit hier zijn er subsidiemogelijkheden. Vooruitlopend op de transitie heeft de provincie als gevolg van landelijk bezuinigingen al verschillende bezuinigingsslagen moeten maken. Zij hebben hierbij een richtinggevende notitie vastgesteld. Op basis van de ruimte die het afsprakenkader jeugdzorg biedt heeft het OOGO OML de keuze gemaakt om vooruitlopend op de transitie 4 thema s te prioriteren (Nazorg,, toegang tot zorg zonder indicatie). In de startnotitie transitie jeugdzorg OOGO OML worden enkele uitgangspunten genoemd, worden de hoofdlijnen van samenwerking uitgewerkt en wordt het ambtelijk en bestuurlijk OOGO benoemd als de basis voor de projectstructuur. Gemeente kennen lokaal beleid. In de startnotitie is aangegeven dat het op onderdelen van de transitie nodig is zaken bovengemeentelijk aan te pakken waarbij de bestuurlijke/financiële verantwoordelijkheid bij de afzonderlijke blijft. 6

10 4.2 Schaalgrootte en samenwerking. In deze transitie en transformatie blijft het zoeken naar de juiste schaalgrootte, omdat taken zoals gespecialiseerde jeugdzorgvoorzieningen op grotere schaal vormgeven moeten worden. Gemeenten staan samen sterker. Ook dringen partners aan op een efficiënt overleg en maatwerk zonder met álle het wiel opnieuw uit te vinden en afzonderlijk overleg te voeren. In de startnotitie is reeds aangegeven te bekijken in hoeverre samenwerking met WML mogelijk is. Onlangs is door de portefeuillehouders in het bestuurlijk ZOWEL Midden-Limburg uitgesproken om verder vorm te geven aan de samenwerking tussen OML en WML binnen de transitie jeugd. Dit is een uitbreiding van de bestaande (praktische) samenwerking die er al is binnen 1G1P, CJG en Triple P. Op basis van de bestuurlijke uitspraak worden er reeds gezamenlijk voorbereidende activiteiten uitgevoerd. De conceptplanning zoals opgenomen in de bijlage is hier een resultaat van. De projectleiders van OML en WML zetten in op een efficiënte samenwerking en een evenwichtige taakverdeling. Omdat de inhoudelijke richting van deze agenda overeenkomt met de uitgangspunten zoals reeds vastgesteld in WML, is samenwerking ook inhoudelijk mogelijk. Op thema s die vragen om een grotere schaalgrootte kan opgeschaald worden naar Noord- en Midden-Limburg of nog groter. Een samenwerking die kansen biedt is de afstemming met de andere grote verandertrajecten waaronder de Participatiewet, de veranderingen in de AWBZ en Wmo en Passend onderwijs. Gemeenten worden verantwoordelijk voor nagenoeg alle ondersteuning aan kwetsbare burgers. De hervormingsmaatregelen hebben een aantal zaken gemeen: o de (kwetsbare) doelgroepen overlappen elkaar; o met minder geld meer realiseren; o moeten burgers meer aanspreken op hun eigen kracht en verantwoordelijkheid. Het is van belang dat de implementatietrajecten hiervan daarom zoveel mogelijk vanuit een visie worden vormgegeven. Het betreft het in één hand leggen van de financiering en regie waardoor efficiënter kan worden samengewerkt door alle partijen,. De burger moet binnen het sociale domein beter in staat worden gesteld naar vermogen te participeren in de samenleving. Aandachtspunt hierbij is dat niet alle maatregelen op hetzelfde moment in werking treden. 4.3 Bestuurlijke besluitvorming Het transitie en transformatie proces kent verschillende beslismomenten. Deze zijn hieronder in beeld gebracht (volgend uit de planning). Wat Wie Wanneer Transitie agenda Inventarisatienota Visie Nota Beleidsnota 2015 en verder Uitvoeringsprogramma 2015 Besluitvorming College Ter info: Raad/commissie Besluitvorming College Ter info: Raad/commissie Besluitvorming college Besluitvorming Raad December 2012 April 2013 Juni/juli 2013 Besluitvorming college Januari 2014 Besluitvorming college Juli/augustus 2014 Verordening Besluitvorming Raad Oktober/November

11 4.4 Communicatie Communicatie is in deze opdracht van essentieel belang, gezien de aard, omvang en impact voor zowel maatschappij als de eigen organisatie. De communicatie voor de decentralisatieopdracht valt in verschillende onderdelen uiteen: Interactieve communicatie met gebruikers van de jeugdzorg; Interactieve communicatie met zorgaanbieders / maatschappelijk middenveld; Interactieve communicatie met de gemeenteraden en bestuurders; Interne communicatie binnen de vier, in het bijzonder met de projectleider van de andere decentralisaties; Communicatie richting de regio Communicatie richting inwoners Het communicatieplan richting al deze verschillende doelgroepen wordt na vaststelling van deze agenda opgesteld door de gezamenlijke communicatieafdelingen/ danwel externe capaciteit in aansluiting bij Westelijk Midden-Limburg. Tot die tijd zijn de ambtelijke opdrachtnemers per gemeente verantwoordelijk om door middel van de daar gangbare trajecten te communiceren met intern ambtelijke en politieke belanghebbenden. Omdat er ook vanuit de andere decentralisaties gecommuniceerd gaat worden naar in sommige geval de zelfde gezinnen is afstemming hierin belangrijk. 4.5 Financiën Duidelijk is dat als we willen tegemoetkomen aan de doelstellingen van de stelselwijziging, de kosten van preventie eerst zullen stijgen (investeren), om de kosten van de zware jeugdzorg uiteindelijk te verlagen. Deze verlaging realiseren we echter niet op korte termijn, terwijl de transitie en transformatie wel op korte termijn gepaard gaan met een bezuinigingsslag. Dit vraagt om politiek draagvlak over de zittingsperiode van colleges en raden. Er is op dit moment nog niets duidelijk over de landelijke verdeelsleutel per 2015 en ook op de middelen voor de invoerkosten is nog een voorbehoud gemaakt voor In deze paragraaf wordt dus een indicatie gegeven. Voorbereidingsfase 2012/2014 Wat weten is dat zij met ingang van 2012 middelen ontvangen binnen de DU jeugdzorg voor de invoeringskosten.. In de meicirculaire 2013 komt meer duidelijkheid over de verdubbeling van dit budget voor Uit dit budget wordt conform de startnotitie de inzet van de projectleider en de beleidsinzet bekostigd. Vanaf 2013 zal hier ook de communicatie uit bekostigd worden. In het kader van het versterken van de 1 e lijn zullen er bij de provincie middelen aangevraagd worden. Verschillende projecten worden nader uitgewerkt. Om richting te geven is er een begroting op hoofdlijnen (maximale inzet) opgenomen voor het jaar Globaal wordt uitgegaan van 1/3 inzet van reguliere middelen/inzet partners, 1/3 deel inzet incidentele provinciale middelen en 1/3 extra inzet vanuit. De 1/3 vanuit wordt verdeeld conform de verdeelsleutel in de startnotitie (naar inwoneraantal). De specifieke kosten zullen uitgewerkt worden in de subsidieaanvragen aan de provincie. 8

12 Begroting 2013 projectkosten Regulier Extra investering Subsidie provincie Uitvoeringskosten organisatorisch Projectleider transitie, beleidsuren Communicatie Totaal*: Begroting 2013 uitvoeringskosten pilots Nazorg Generalisten Zorg zonder indicatie Totaal: ** * Budget OML op basis van invoeringskosten (DU jeugdzorg) 2013: Roermond , Echt-Susteren , Maasgouw , Roerdalen op basis van septembercirculaire. In de meicirculaire 2013 komt er duidelijkheid over een eventuele verhoging van deze middelen (besluit over nog eens 24 miljoen). Te verwachten is dat de bijdrage dan opgehoogd wordt met een vergelijkbaar bedrag dat nu beschikbaar gesteld is. Deze middelen zijn dan eventueel ook inzetbaar voor pilots. ** Betreft budget dat aanvullend lokaal geïnvesteerd moet worden hetzij uit doeluiterking jeugdzorg (zie hierboven), de Doeluitkering CJG of uit andere lokale posten. Kortingen op reguliere budgetten tot aan transitie. In aanloop naar de transitie wordt er op verschillende reguliere budgetten voor voorliggende voorzieningen (Algemeen maatschappelijk werk, Welzijninstellingen, Jeugdgezondheidszorg) gekort door, terwijl deze voorliggende voorzieningen de doelgroep meer en meer op zullen moeten gaan vangen. Aan de andere kant korten ook de ministeries flink op de jeugdzorg. Voor de jeugdzorg gaat dit voor 2013 om nog eens een korting van 2,65%, voor de jeugdbescherming en jeugdreclassering wordt er in 2014 een korting van 1.4% betracht. Dit geeft aan dat de noodzaak om het anders en efficiënter te doen nu al groot is. Na 1 januari 2015 Uit het regeerakkoord blijkt een minimale bezuinigingsslag van minimaal 15 % per 2015 op het totale budget jeugdzorg. Hier zijn de kortingen tot aan 2015 niet in meegerekend! Er wordt landelijk gewerkt aan een verdeelmodel. Over de hoogte van het budget is nog niets duidelijk. Om een indicatie te geven berekende het Nederlands Jeugd Instituut (NJI) eerder dat er nu 870,90 omgaat in de huidige jeugdzorg per kind tot 18 jaar. Voor OML zou dit een bedrag van bijna 22 miljoen betekenen. Hier gaat de bezuinigingen nog vanaf. De hoogte van het macrobudget jeugdzorg zal later in het proces duidelijk worden (2014). Naast inhoudelijke doelstellingen behaald moeten worden, zal de jeugdzorg ook fors minder moeten gaan kosten. Dit geldt ook voor de andere decentralisaties. Het onlangs verschenen regeerakkoord stuurt er op aan dat er op termijn één budget komt voor de taken binnen het sociaal domein die naar worden overgeheveld: werk, begeleiding en jeugd. Willen we dus komen tot mogelijke oplossingen, zal het maken van keuzes en het stellen van prioriteiten essentieel en onvermijdelijk zijn. De aangekondigde besparingen kunnen niet alleen gerealiseerd worden door efficiencyverhoging of een groter beroep op de eigen verantwoordelijkheid van burgers. Aanvullende ingrepen om de financiële gevolgen te dekken zullen op basis van de huidige informatie/ inzichten naar alle waarschijnlijkheid noodzakelijk zijn. Een gezamenlijke koers/visie vanuit de verschillende transities is daarbij noodzakelijk. Deze insteek zal terugkomen in de visienota. 9

13 Bijlage 1 Inhoudelijke uitgangspunten zoals vastgelegd in startnotitie die richting geven aan visievorming: Eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid én eigen kracht van ouders en kinderen. Versterking van de sociale context van het kind en zijn/haar gezin. Zorg organiseren rondom kind en gezin i.p.v. doorverwijscultuur(wrap around care). Goede aansluiting met (voorzieningen voor) nazorg. Inzetten op meer preventie/ lichte vormen van hulp om zware jeugdzorg te verminderen. Preventie blijft de insteek van CJG. Schakel met jeugdzorg met name in back-office om laagdrempeligheid te behouden. Op maat kan BJZ eerder betrokken worden. Zo regelarm mogelijk. Ruimte voor vakmanschap. Organisatorische uitgangspunten Gemeenten nemen op proactieve wijze de regie op de stelstelwijziging in overleg met de provincie. Lokaal maatwerk, bovenlokaal en regionaal waar nodig. De stelselwijziging leidt tot een hernieuwd stelsel waardoor ouders en kinderen beter ondersteund worden. Daar waar nodig moet het beter georganiseerd worden maar het gaat niet om vernieuwen om te vernieuwen, wat goed is blijft. Een hernieuwd stelsel betekent een efficiencyslag op inhoud en kosten. Partners (voorliggend veld tot en met geïndiceerde zorg) worden betrokken bij planvorming. Zorgvragers (ouders en kinderen) krijgen een positie in de planvorming. De transitie dient een duurzame ontwikkeling te zijn (geen jaarlijkse aanbesteding). Indicatiestelling moet eenvoudiger en integraal (ook met het oog op passend onderwijs). Zowel voor de voorbereiding als de transitieperiode is het (gezamenlijk) vrijmaken van ambtelijke capaciteit een must. 10

14 Bijlage 2 Spoorboekje transformatie jeugdzorg ML, gebaseerd op landelijke planning zoals bekend nov 2012 Jaar Mnd Fase Activiteit Resultaat / vaststelling Communicatie 2012 Okt Experimenteren pilot generalisten WML) Uitvoering pilots pilot zorg zonder indicatie (OML) Mrt Inventarisatie en analyse Samenhang Samenwerking Inventarisatie en feitenanalyse Krachtenveldanalyse risicoanalyse Inventarisatienota (besluitvorming B&W; Raad informeren) Mrt Experimenteren Monitoring pilots Tussentijds inzicht in de resultaten van de pilot en bijstelling Mei Kaders: Financiering In meicirculaire zal het Rijk het Begroting 2014/2015 verdeelmodel bekend (moeten) maken. Juli- Sept Visie en keuze s Visie formuleren Voorbereiden uitwerking Visie nota incl.plan van aanpak (Raad) Nov Experimenteren Eindevaluatie pilot generalisten Input nieuwe zorgstructuur wortd verwerkt in beleidsnota. Dec Uitwerking naar beleid Sturing en financiering Inkoop Client en bewaking Toeleiding Vertrouwenspersoon en klachtenafhandeling Concept Beleidsnota jeugdzorg (B&W) Concept-verordening (B&W) Dec Kaders: Wetgeving Nieuwe jeugdwet Publicatie in de staatscourant Janaug Augdec Organiseren van de uitvoering Organiseren van de uitvoering (voorwaarde voor transitie ) Samenwerking Sturing en financiering Kwaliteit Toeleiding Aanbod Interne processen Monitoring overgangsregelingen Start contractering Beleidsnota jeugdzorg Uitvoeringsplan 2015 (B&W) Verordening (Raad) Doorlopend volgens communicatieplan (gereed dec 2012)

15 Vertaling naar uitwerking planning per thema Fase Wat minimale schaal Inventarisatie en analyse 1. Kennismaking partners die horen bij de decentralisatie Jeugdzorg a. inzicht in het hulpverleningsaanbod en de doelgroep b. cijfers over gebruik c. visie op de toekomst d. mogelijkheden om instroom te verminderen e. visie op vernieuwing indicatiestelling f. aansluiting pilots g. input uitvoerders over wat goed gaat en wat niet. ML resultaat wie wanneer hoe Inzicht in nieuwe partners en doelgroep met zoveel mogelijk feitelijke informatie en standpunten van partners. januari 2013 Input ten behoeve van inventarisatienota alle juni- jan 13 Jan 13 Reminder cijfers gebruik (a+b) bijeenkomst n.a.v. de pilot conferentie 3 e week februari Servicepunt JZ benaderen om dagdeel te organiseren. Inventarisatie en analyse 2. Kennismaking partners die horen bij de decentralisatie AWBZ begeleiding GGZ jeugd. a. In kaart brengen om welke partners het gaat b. inzicht in het hulpverleningsaanbod en de doelgroep c. cijfers over gebruik d. visie op de toekomst e. mogelijkheden om instroom te verminderen of preventie aanpak. f. visie op vernieuwing indicatiestelling ML Inzicht in nieuwe partners en doelgroep met zoveel mogelijk feitelijke informatie en standpunten van partners. januari 2013 Input ten behoeve van inventarisatienota alle Okt 12 Nov 12 Dec 12/Jan 13 Jan 13 2 okt overleg met BJZ en projectleiders over hun taakstelling en visie op toekomst Inventariseren om welke partners het gaat (a.) Kennismakingsbijeenkomst (b. c. ) Verdiepingsbijeenkomst partners (d. e. f.) Participatie van team BJZ AWBZ indicatie aan pilot generalisten (WML) en pilot keukentafelgesprekken (OML) 12/12

16 Fase Wat Minimale schaal Inventarisatie en analyse 3. Financiën - financiers a. hoe is de huidige financiering geregeld b. hoe wordt kwaliteit gewaarborgd bij de inkoop / subsidiering c. welke mogelijkheden zien de huidige financiers voor de toekomst d. welke financieringsmogelijkheden zijn (subsidies, bestuurlijk aanbesteden etc), voor en nadelen op een rij. e. Inschatting beschikbare budgetten voor begroting 2014 ML resultaat wie wanneer hoe Inzicht in huidige financiering en mogelijke financiering voor de toekomst met zoveel mogelijk feitelijke informatie januari 2013 ten behoeve van inventarisatienota alle Provincie zorgverzekeraar zorgkantoo r Nov 12 Dec 12 Jan 13 Juni en sept 13 Kennismakingsgesprek projectleiders met provincie, zorgkantoor en zorgverzekeraar Voorbereiding bijeenkomst alle over huidig financieringssysteem Bijeenkomst met alle Expertise bijeenkomst over financieringsmogelijkheden (bestuurlijk aanbesteden Subsidiëren, aanbesteden, huidige mogelijkheden) (inkoper meenemen) Vertaling meicirculaire naar lokale begroting (2015) Inventarisatie en analyse Visie en keuzes Communicatie 4. Participatie vormgeven van en met de doelgroep, de ouders en de jeugdigen ML Inzicht in standpunten, meningen en toekomstvisie van cliënten = input voor inventarisatienota Realisatie van klankbord/participatie van ouders en jeugdigen in de planvorming. = input voor inventarisatienota alle Okt/nov 12 Jan/feb 13 Maart-juni 13 a. Inventarisatie van bestaande structuren waarin ouders en/of jeugdigen vertegenwoordigd zijn (platforms, cliëntenraden etc) b. Gesprekken: verdieping: welke ervaringen hebben zij, welke mogelijkheden zien zij, wat gaat goed en moet blijven, wat kan beter of anders? c. Visie en vormgeven participatie/klankbord van ouders, jongeren Inventarisatie en analyse 5. Verdieping in wetgeving Bespreking van concept- wet voor de consultatieronde consequenties voor de plannen, mogelijkheden en onmogelijkheden etc Provinciaal Kennis van wetgeving en consequenties = input inventarisatienota en risicoanalyse Provincie Alle Okt 12 Jan 13 Provinciale bijeenkomst met ministerie VWS Bijeenkomst over consequenties van wetgeving 13/13

17 Fase Wat Minimale schaal Inventarisatie en analyse 6. Kennis en oriëntatie op huidige taken van de Provincie en wijze van financiering (ipv 3?) ML of NML resultaat wie wanneer hoe Kennis van alle diensten die de provincie nu biedt en welke afspraken gemaakt zijn met andere provincies = input inventarisatienota Provincie (trekker) Alle Jan 13 Informatiebijeenkomst voor alle waarin provincie een toelichting geeft op huidige taken, wijze waarop dit georganiseerd is, huidige financiering en visie op de toekomst Visie en keuzes Eerste standpunten over toekomst van deze diensten = input visienota Mei 13 Bezinning op huidige taakstelling en visie op de toekomst Inventarisatie Visie en keuze 7. Bepaling taakstelling BJZ ML of NML Inzicht in huidige taakstelling = input voor inventarisatienota Visie op toekomstige taakstelling = input voor visienota Provincie (trekkers) Alle Feb 13 Mei 13 Beschrijving van huidige taakstelling Verkenning van toekomstige taakstelling Inventarisatie en analyse 8.Beleidsinformatie vergaren Ml of NML input voor inventarisatienota Sept 12- maart 13 Bepalen welke beleidsinformatie nodig is, waar deze vandaan komt, rol provinciale jeugdmonitor Inventarisatie en analyse Visie en keuze (Wat) Uitwerking: beleid (Hoe) 9. Kwaliteitseisen en toezicht Ml of NML Input voor inventarisatienota en visienota Alle Jan 13- mei 13 Juli 13 Dec 13 Uitzoeken welke eisen (landelijk) gesteld worden aan jeugdzorgpartners, richting geven in visienota Beschrijven hoe dit te meten, hoe toezicht hierop te houden in beleidsplan. Hierbij een relatie leggen naar inspecties Inventarisatie en analyse 10. zorgstructuur ML Input voor inventarisatienota en visienota Jan 13/ feb 13 Inzichtelijk maken huidige zorgstructuur 14/14

18 Fase Wat Minimale schaal Visie en keuze 11. Samenhang andere decentralisatie Per OOGO Resultaat Wie Wanneer Hoe Opgenomen in visienota die door Raad wordt vastgesteld Gemeenten Jan/mei 13 Afstemming met andere decentralisaties per gemeente/ samenwerkingsverband van Inventarisatie en analyse 12. Inventarisatienota opstellen Per OOGO of ML Inventarisatienota is vastgesteld door de afzonderlijke colleges Alle Jan 13/ Mrt 13 Maart 13 Opstellen conceptnota aan de hand van alle input uit de inventarisatie en analyse fase. Conceptnota wordt getoetst aan jeugd(zorg)partners tijdens bijeenkomst voorafgaand aan vaststelling in colleges. April 13 Vaststelling colleges/info Raad Visie en keuze 13. Visienota opstellen Per OOGO of ML Visienota in Raad jan-mei 13 Opstellen op basis van verkregen input Alle Juli 13 Vaststelling in raad Uitvoering: beleid 14. Concept beleidsnota jeugdzorg Per OOGO of ML Beleidsnota in college/ ter info aan Raad Alle Dec 13 Opstellen beleidsnota op basis van visienota. Inspraak ronde Vaststelling in college. Uitvoering: beleid 15. Concept verordening Per gemeente Verordening in Raad Alle Dec 13 Op basis van landelijke richtlijnen en beleid opstellen concept. Vaststelling Raad Communicatie 16. Structurele communicatie ML Communicatieplan Gemeenten Communica tie adviseur Experimenteren 17. Pilots generalisten, zorg zonder indicatie, 1G1P. OOGO Pilotplannen Gemeenten Communica tie adviseur Continue vanaf jan 13 Sept 12- nov. 13 Opstellen communicatieplan Monitoring op basis van pilotplannen en uitrol 1G1P. 15/15