laag grondwatermeetnet kleurentopo wegen bodemkaarten vinken we UIT actief bolletje aan te stippen zwarte i attributenlijst

Transcriptie

1 We zien dat er ook een put aanwezig is van de laag grondwatermeetnet. We gaan nu eerst de kleurentopo kaart zichtbaar maken om het beeld wat te verduidelijken. Dit doen we door het vakje aan te vinken. De laag van de wegen en de bodemkaarten hebben we niet meer nodig, deze vinken we UIT. Vervolgens moeten we nog de knop vernieuw de kaart aanklikken om het kaartbeeld aan te passen. We kunnen de laag grondwatermeetnet actief maken door het bolletje naast de laag grondwatermeetnet aan te stippen. Vervolgens kunnen we door op de knop zwarte i te klikken en dan het punt aan te klikken de attributenlijst opvragen. Deze lijst we nu wat nauwkeuriger bekijken. Je hebt vooraan een paar hyperlinks die ik straks verder zal toelichten. Vervolgens heb je het putnummer zowel het nummer wat gebruikt wordt binnen de VMM als het putnummer van de beheerder/exploitant, de coördinaten en de hoogte tov het zeeniveau ( in meter TAW) zien we hiernaast. Ook de gemeente waar de put ligt is aangegeven. We zien dat het een put is die tot het meetnet 9 behoort. Dit zijn putten die beheerd worden door het Institiuut voor Natuur- en Bosonderzoek. INBO heeft in verschillende natuurgebieden peilputten die ze maandelijks of tweewekelijks opmeten. Vooral in vochtige en natte biotopen is er een nauwe relatie tussen de ecologie en de hydrologie. De grondwaterstand is hier dus een belangrijke factor voor het natuurbeheer. Deze put is een voorbeeld uit het gebied Burreken te Maarkedal. Verder zien we dat het een ondiepe put is, 4.11m en in het quartaire aquifesysteem ligt. Dit heeft de HCOV-code Vervolgens kan je zien dat er vanaf april 2003 tot juni 2006 peilmetingen zijn uitgevoerd. Op deze put zijn geen kwaliteitsmetingen gedaan. 1

2 Op het einde van de attribuuttabel zien we nog wat extra gegevens zoals het grondwaterlichaam, het grondwatersysteem en het bekken waar de put in ligt. Ook kan je hier zien of de put in een freatische of een gespannen watervoerende laag ligt. En of de filter in een geoxideerde of in een reductie-zone zit. We gaan nu de hyperlinks wat verder in detail bekijken. Op deze put werden geen analyses uitgevoerd, dus zal er ook geen nitraatgrafiek te zien zijn. Als we op de hyperlink M klikken krijgen we de meetreeks te zien van onze put. In het bovenste deel van deze pagina zien we enkele algemene gegevens van de put, die al in de attribuuttabel besproken zijn. Wel zien we hier dat er 24 stijghoogtemetingen per jaar worden uitgevoerd, dit is dus om de twee weken. In het onderste deel van de meetreeks zien we dan de effectieve diepte van het grondwater, enerzijds de diepte tov het meetpunt, en anderzijds het peil tov van de zeespiegel (in meter TAW). Als we dan vervolgens op de hyperlink S klikken krijgen we een stijghoogtegrafiek te zien. Waarin de gegevens van de meetreeks worden uitgezet op een tijdsas. In deze tijdsreeks zien we dan duidelijk dat de grondwaterstand in de drogere zomermaanden langzaam daalt, om daarna in het voorjaar zijn hoogste stand te bereiken. In totaal is er ongeveer een schommeling van anderhalve tot twee meter. Ik zei daarnet al dat de coördinaten van de puntlagen opgenomen zijn in de attribuuttabellen. De coördinaten zijn ook steeds onderaan links op het scherm te zien. Hier worden de coördinaten getoond van het punt dat de muis-aanwijzer aantoont. We zien dat er ook grondwatervergunningen in de buut van het natuurgebied Burreken liggen. We kunnen nu deze laag actief maken door het bolletje naast de laag huidige grondwatervergunningen aan te stippen. Maar de attributenlijst van de grondwatervergunningen zal ik uitleggen aan de hand van een ander voorbeeld

3 Zo weten we bvb dat de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, de VMW, in de gemeente AVELGEM een drinkwaterwinning heeft en gaan nu op zoek naar deze vergunning. We klikken op de knop query en kiezen uit de dropdownlijst het veld exploitant en vullen als waarde de exploitantnaam VMW in. Vervolgens klikken we op voeg toe. We moeten combineren met de gemeente waar de winning ligt, want de VMW heeft natuurlijk meerdere vergunningen, en dus klikken we op AND Vervolgens kiezen we uit de dropdownlijst het veld gemeente van de installatie en vullen bij de waarde AVELGEM in. En klikken weer op voeg toe. Met de knop toon op kaart en maak tabel wordt de attribuuttabel aangemaakt en gezoomd naar de coördinaten van de winning. Het punt van de VMW-vergunning krijg een gele kleur om aan te tonen dat het geselecteerd is. De attribuuttabel van een grondwatervergunning bevat volgende gegevens: Vooraan zien we een aantal identificatiegegevens van de exploitant. Het Watnr. is het interne codenummer van de VMM-afdeling water Dan zien we de naam en de adresgegevens van de exploitant. En vervolgens het CBBnr. Dit is de code van het centraal bedrijvenbestand. Deze wordt ook gebruikt om te koppelen met de gegevens van het IMJV, het Integraal milieujaarverslag. Vervolgens zie je enkele gegevens zoals de nacebelcode en sector, de klasse en de VLAREMrubriek en de vergunning verlenende overheid. Hierna staan de identificatiegegevens van de installatie met een uniek ID, de coördinaten, de gemeente, de ligging en een plaatsomschrijving. Hier staat ook een CBB-nr dit maal op exploitatie-niveau, waar het vorige op exploitant-niveau was. Ook de gegevens zoals de vergunde diepte, het aantal putten en in welke HCOV-aquifer de winning zich situeert zijn terug te vinden. Dan zien we de gegevens van de vergunning zelf, de looptijd en het vergunde debiet per dag en per jaar. 3

4 En tot slot zien we net als bij de meetnetten enkele gegevens zoals het grondwaterlichaam, het bekken,. Aangezien we hier een drinkwaterwinning aan het bevragen zijn, gaan we eens kijken of er beschermingszones afgebakend zijn rond deze winning. We kiezen uit het blokje ondergrondkaarten de laag beschermingszones en waterwingebieden en vinken het vakje aan zodat ze zichtbaar wordt. Ook het bolletje stippen we aan om de laag actief te maken. Aangezien dit een ondergrondkaart is, moeten we de kleuren topokaart vervangen door de doorzichtige zwartwit-topokaart. Ook de andere ondergrondkaarten zoals de tertiair kaart moeten we UITvinken. Vervolgens klikken we op vernieuw de kaart om het kaartbeeld aan te passen. We zien dat er rond de grondwaterwinning effectief beschermingszones afgebakend zijn. We herkennen de beschermingszone type I en type II op de kaart. Om het volledige gebied te kunnen visualiseren gaan we verder uitzoomen. Bvb tot schaal 1: We vullen bij de schaal in en drukken op de entertoets. Nu zien we het volledige waterwingebied met de drie beschermingszones. De topografische kaart op schaal 1: is niet meer zichtbaar nu. Dit zien we door de grijze kleur links in de lagentabel. We moeten dus de topokaart 1: zichtbaar maken en de kaart vernieuwen. Tot slot gaan we nog eens op zoek naar de putten van de laag grondwatermeetnet in de omgeving van deze winning. We gaan een cirkelselectie maken van 1 km rond onze winning. Daarvoor moeten we eerst de laag grondwatermeetnet zichtbaar en actief maken door beide vakjes aan te vinken. Vervolgens klikken we het icoontje van de cirkelselectie aan en er verschijnt een pop-up scherm waarmee je ofwel gekende coördinaten kan ingeven, ofwel coördinaten kan ophalen uit het beeld. 4

5 We kiezen de functie haal coördinaten op door op de drie puntje te klikken. Je kan dan in het kaartvenster op het punt klikken van de drinkwaterwinning, waarna de coördinaten automatisch worden ingevuld. Vervolgens moet je nog de straal ingeven, 1000 m in ons voorbeeld, en op OK klikken. Binnen een cirkel met als straal 1 km zijn nu alle punten van de laag grondwatermeetnet geselecteerd. Met de knop lijst genereren kan je kijken welke gegevens er in de attributenlijst zitten. Als we wat naar rechts scrollen kunnen we kijken van welke meetnetten deze gegevens zijn. Het zijn voornamelijk putten van meetnet 5 peilputten van de drinkwatermaatschappijen. En één put van meetnet 1 het primaire meetnet van de afdeling water. We gaan van de put van het primaire meetnet de stijghoogte grafiek en de meetreeks eens nader bekijken. We zien dat er sinds 1992 maandelijks metingen worden gedaan op deze put. En dat het een peilput is in de krijtaquifer. Halen we de stijghoogtegrafiek erbij, dan zien we dat deze metingen ononderbroken van 1992 tot vandaag werden uitgevoerd. En dat de grondwaterstand in deze laag varieert tussen de 32 en de 34m TAW. Nog een belangrijk meetnet dat we nog niet behandeld hebben is het meetnet 8 het freatische meetnet van de afdeling water dat vooral voor kwaliteitsmetingen gebruikt wordt. Hiervoor gaan we eens een ander vlaamse regio bekijken. We gaan bvb de gemeente LOMMEL lokaliseren. Hiervoor klikken we de knop lokaliseer aan en kiezen we de optie gemeente. Uit de dropdownlijst kiezen we de gemeente Lommel. Een tip, als je de L intypt op je toetsenbord ga je meteen in de dropdownlijst naar de gemeenten die beginnen met een L. Klik vervolgens op zoom naar gemeente en de viewer zoomt naar de gemeentegrenzen van Lommel. Vervolgens gaan we met de wizard een bevraging doen zodat we alle putten van het freatische meetnet in dit kaartbeeld krijgen die dieper zijn dan 30m. 5

6 We klikken de knop wizard aan bovenaan in de takenbalk. We vinken het veldje diepte t.o.v. maaiveld aan en typen dat we de gegevens willen die dieper zijn dan 30m, dus vanaf 30 m. Vervolgens klikken we het veldje meetnet aan en selecteren meetnet 8 het freatische meetnet uit de dropdownlijst. Als we nu op Toon op kaart en maak tabel klikken, krijgen we de attributenlijst te zien. Als we nu bvb de analyseresultaten van de tweede put gaan bekijken door op de hyperlink A te klikken, zien we dat deze put 3 filters heeft. Per filter krijg je de kwaliteitsmetingen te zien in het rapport. Een paar voorbeelden van parameters die geanalyseerd worden zijn enkele veldparameters zoals de temperatuur, de ph, de geleidbaarheid, En verschillende hoofionen waaronder natrium, ammonium, chloor, fosfaat, nitriet en nitraat (NO3-). Van deze laatste kunnen we in de attribuuttabel ook de nitraatgrafiek opvragen. Dit doe je door op de hyperlink N te klikken. We zien dan de nitraatconcentratie van de drie filters in functie van de tijd. Onderaan op de tijdsas zie je dat er twee analyses per jaar gebeuren, één in het voorjaar en één in het najaar. De dikke zwarte lijn geeft een nitraatconcentratie weer van 50mg/l wat de nitraatnorm is voor grondwater. De eerste filter, die 7.5m diep is, ligt in de oxidatiezone en heeft hier een nitraatconcentratie die de norm overschrijdt. De diepste filter, 33m diep, die in de reductie zone ligt heeft zeer lage nitraatconcentraties. Als we nu willen weten waar op het kaartbeeld de put gelegen is, moeten we de knop toon op kaart aanklikken. Nu worden de 7 putten gelabeld en zie je 7 nummertjes op het kaartbeeld; Onze put was de tweede, dus ligt bij het labeltje 2. 6