Examinator: de vakdocent, die de kandidaat tentamineert of examineert.

Transcriptie

1 Samenstelling Examencommissie: Rabbijn mr. drs. R. Evers, voorzitter, Drs. W. van Dijk, secretaris. Examenreglement De rector van het Nederlands Israëlietisch Seminarium (NIS) te Amsterdam, daartoe gemachtigd door het Bevoegd gezag van het NIS, zijnde het bevoegd gezag van dit instituut, stelt een regeling voor de tentamens en examens vast. BEGRIPSBEPALINGEN: Bevoegd gezag: het bestuur (ook wel genoemd het Curatorium) van de onderwijsinstelling zoals bedoeld in het reglement van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK), verordening 129 van 25 juni Rector: de rector van het NIS zoals bedoeld in het reglement van het NIK, verordening 129 van 25 juni 1933, tevens voorzitter van de NIS-examencommissie. Secretaris NIS-examencommissie: een door het bevoegd gezag benoemde (oud-)docent die als tweede lid van de NIS-examencommissie alle met de tentamens en examens samenhangende zaken coördineert (of onder zijn supervisie en verantwoordelijkheid laat coördineren). Examinator: de vakdocent, die de kandidaat tentamineert of examineert. Examencommissie: de NIS-examencommissie, bestaande uit de rector, zijnde de voorzitter, of bij diens afwezigheid zijn waarnemer, de secretaris en de docent(en) die lesgeven aan het NIS in het betreffende vak of in de betreffende vakken. Tentamen: het totaal van toetsen en praktische opdrachten waarvan het gewogen gemiddelde het eindcijfer van een tentamen oplevert. Examen: het totaal van tentamens, dat tezamen een examen DJV of een examen Darsjan oplevert. 1. Algemene regels 1.1. Het bevoegd gezag geeft kandidaten de mogelijkheid om na inschrijving tentamens en examens af te leggen. De tentamens en examens van het NIS kunnen onder de vigeur van het reglement en de uitvoeringsbesluiten van het NIK meetellen voor de examens van het NIK. De beslissingsbevoegdheid in dezen ligt bij examencommissie van het NIK Bij een mondelinge toets vindt registratie plaats met behulp van een bandopname of een waarnemer Een kandidaat, die voor een bepaald jaar is gezakt, kan bij de NIS-examencommissie een verzoek indienen om voor een nader overeen te komen datum een aantal onderdelen te mogen overdoen na gebruik te hebben gemaakt van de reguliere herkansingen. De kandidaat kan hierbij verzoeken alvast te mogen deelnemen aan de colleges voor het volgende collegejaar in afwachting van de resultaten van de onderdelen, die worden overgedaan Van een kandidaat afkomstig van een ander instituut, wordt na overleg met de betrokkene en

2 met de leiding van het andere instituut door de NIS-examencommissie bepaald, welke door hem reeds afgelegde onderdelen voor een examen aan het NIS hun geldigheid kunnen behouden en welke weging daaraan bij de vaststelling van het eindcijfer kan worden toegekend. 2. Beoordeling 2.1.a. Van iedere beoordeling, die bij het bepalen van het eindcijfer meetelt, stelt de examinator de kandidaat in kennis, uiterlijk twee weken nadat het tentamen is afgelegd. Examinatoren leveren het werk in bij de secretaris van de NIS-examencommissie zodra het cijfer is vastgesteld. 2.1.b. Na iedere examenperiode ontvangt de kandidaat digitaal een cijferlijst. 2.2.a. De examinator drukt zijn oordeel over kennis, inzicht en vaardigheid van een kandidaat uit in een kwalificatie onvoldoende, voldoende, goed of een cijfer. In het laatste geval worden de cijfers gebruikt op een schaal van 1 t/m 10 met een nauwkeurigheid van één decimaal. De examinator houdt een schaduwadministratie bij van de beoordelingen. 2.2.b. De berekening van het eindcijfer van een tentamen wordt afgerond op één decimaal. 2.2.c. De kandidaat is slechts dan geslaagd als voor alle onderdelen van het verplichte deel van de desbetreffende opleiding ten minste een 5,5 is gescoord Indien een kandidaat in een vak door twee of meer docenten is getentamineerd, bepalen deze docenten met inachtneming van het voorafgaande, het eindcijfer voor het tentamen De tentamens worden twaalf maanden bewaard nadat het examen is afgelegd. Na deze termijn wordt het werk vernietigd naar de voorschriften van de halacha. 3. Bezwaren 3.1. Kandidaten die bezwaren hebben tegen het behaalde cijfer voor (een onderdeel van) een tentamen moeten dat uiterlijk binnen een week nadat het betreffende cijfer bekendgemaakt is kenbaar maken. De kandidaat die bezwaren heeft tegen een behaald cijfer bespreekt eerst die bezwaren met de desbetreffende examinator. Blijven de bezwaren bestaan, dan schrijft de kandidaat een brief aan de voorzitter of secretaris van de NIS-examencommissie. In de brief moeten de bezwaren duidelijk worden toegelicht met deugdelijke argumenten. Hierbij kan de kandidaat zich laten bijstaan door een docent naar keuze. Voorzitter en secretaris van de NIS-examencommissie stellen een onderzoek in naar de redelijkheid van het behaalde cijfer en kunnen zo nodig een deskundige verzoeken om te beoordelen of de bezwaren redelijk dan wel onredelijk zijn. De voorzitter of secretaris stelt de kandidaat op de hoogte van de uitkomst van het onderzoek. Deze uitspraak is bindend De kandidaat, met een eventuele begeleider, heeft de mogelijkheid het gemaakte werk in te zien. Dit is alleen dan mogelijk indien de betrokken examinator hierbij aanwezig is. Het werk kan alleen worden ingezien nadat correctie door de examinator heeft plaatsgevonden en na het moment waarop het cijfer is bepaald. Het gemaakte werk mag het NIS niet verlaten. 4. Uitzonderingsbepalingen

3 4. Slaag- en zakregeling Een student is slechts dan geslaagd voor de opleiding die hij volgt, wanneer hij alle tentamens die onderdeel uitmaken van de desbetreffende opleiding op voldoende wijze heeft afgesloten. Inzagerecht Indien een toets schriftelijk is afgenomen, verleent de examinator tot 20 dagen nadat de uitslag is meegedeeld op verzoek inzage aan de geëxamineerde in het beoordeelde werk Wanneer een kandidaat om een naar het oordeel van de rector geldige reden verhinderd is aan een (onderdeel van een) tentamen deel te nemen, wordt een regeling getroffen om dit onderdeel op een ander tijdstip af te leggen: een student neemt op de dag van zijn herstel contact op met de docent van het gemiste (onderdeel van het) tentamen. In overleg tussen docent en student wordt bekeken of het werk op korte termijn kan worden ingehaald. Het inhalen gaat niet ten koste van het aantal herkansingen waar de student recht op heeft Allochtonen en gehandicapten hebben onder bepaalde voorwaarden recht op een aangepaste wijze van examineren. Een verklaring van een deskundige dient hierbij aan de rector overlegd te worden. Ten aanzien van dyslectische kandidaten geldt het volgende. De kandidaat krijgt extra tijd, 10 minuten per lesuur, bij het maken van tussentoetsen. De kandidaat krijgt extra tijd, 30 minuten, bij tentamens. De kandidaat krijgt de mogelijkheid bij een tentamen gebruik te maken van opgaven in een vergroot lettertype. Indien de kandidaat dit wenst, moet dit aan het begin van het laatste leerjaar worden gemeld bij de secretaris van de NIS examencommissie zodat deze hiervoor zorg kan dragen. Extra hulpmiddelen worden alleen toegestaan wanneer in de deskundigenverklaring expliciet sprake is van de noodzakelijkheid tot het gebruik van deze hulpmiddelen en na toestemming van de NIS examencommissie. De deskundigenverklaring die hiervoor vereist is kan alleen afgegeven worden door een professional die gekwalificeerd is voor het uitvoeren van psychodiagnostisch onderzoek en daartoe een academische graad heeft in de klinische psychologie of orthopedagogiek. Deze deskundige moet een bekwaamheidsregistratie hebben in de psychodiagnostiek, minimaal op het niveau van de BIG-registratie Gezondheidszorgpsycholoog Een kandidaat kan bij de secretaris van de NIS-examencommissie een verzoek indienen om gebruik te mogen maken van een computer/laptop bij een tentamen. Dit geldt voor zowel dyslectische kandidaten als voor kandidaten die ernstige problemen ondervinden bij het schrijven. De NIS-examencommissie beslist of de kandidaat toestemming krijgt om gebruik te mogen maken van een computer/laptop bij een tentamen. De kandidaat maakt het werk op een computer/laptop van het NIS. In geval dit niet mogelijk is wordt de kandidaat toestemming verleend een eigen laptop te gebruiken. De kandidaat blijft zelf altijd verantwoordelijk voor het opslaan van het gemaakte werk op de harde schijf en op een diskette/memorystick. Direct na afloop van het tentamen geeft de kandidaat de diskette/memorystick af bij de examinator. Deze print het gemaakte werk uit. Indien gebruik is gemaakt van een eigen laptop wist de examinator het gemaakte werk zowel van de diskette/memorystick als van de harde schijf. Gebruik van de spellingscorrector is toegestaan. In geval de kandidaat werkt op een eigen laptop, is het verboden gebruik te maken van het elektronisch woordenboek alsmede van elk programma anders dan het tekstverwerkingsprogramma. Overtreding van deze regel zal aangemerkt worden als zijnde fraude; de uiterste sanctie die hierop staat is uitsluiting van verdere deelname aan het tentamen.

4 4.4. Ernstig zieke kandidaten kunnen een gespreid tentamen/examenprogramma afleggen naar richtlijnen van de NIS-examencommissie De examencommissie neemt haar besluiten bij gewone meerderheid van stemmen van de stemgerechtigde commissieleden. Stemgerechtigd zijn leden die examinator zijn van de betrokken kandidaat alsmede voorzitter en secretaris van de examencommissie. Blanco stemmen is niet toegestaan. Voor het nemen van besluiten dient ten minste tweederde van het aantal stemgerechtigde leden aanwezig te zijn. Slechts in zeer dringende gevallen kan de vergadering besluiten van deze bepaling af te wijken, zulks ter beoordeling van de rector. 5. Herkansing 5.1. De kandidaat heeft recht op drie herkansingen per volledige opleiding. In bijzondere gevallen kan de NIS-examencommissie besluiten extra herkansingen toe te staan De kandidaat maakt een afspraak met de desbetreffende examinator over het moment waarop de herkansing wordt afgenomen Herkansingen worden gemeld door de betrokken examinator bij de secretaris van de NISexamencommissie Voor de vaststelling van het eindcijfer van een tentamen geldt voor elk herkanst (onderdeel van een) tentamen, dat het hoogste cijfer telt. 6. Onregelmatigheid/fraude 6.1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen aan enige onregelmatigheid/fraude schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de rector maatregelen nemen Als onregelmatigheid/fraude kunnen worden aangemerkt: a. gebruik maken van boeken, schriften, aantekeningen van welke aard ook, of elektronische apparaten of programma s die niet geoorloofd zijn. Bij elektronische apparatuur kan men denken aan computers, mobieltjes e.d., b. afkijken bij een andere kandidaat, c. contact, in welke vorm dan ook (zoals bijv. praten, fluisteren, gebarentaal, tekens geven e.d.), tussen twee of meer kandidaten, d. het plegen van plagiaat, e. enigerlei andere handeling, die redelijkerwijze als bedrog of onregelmatigheid kan worden aangemerkt De maatregelen bedoeld in het eerste lid die al dan niet in combinatie met elkaar genomen kunnen worden zijn: a. het toekennen van het cijfer 1,0 (niet herkansbaar) voor een tentamen. b. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in de door de rector aan te wijzen onderdelen Alvorens een beslissing ingevolge het derde lid wordt genomen, hoort de rector de kandidaat alsmede diegenen die direct of indirect bij het fraudegeval zijn betrokken. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. De rector deelt zijn beslissing mede aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op het bepaalde in het vijfde lid.

5 6.5. De kandidaat kan tegen een beslissing van de rector in beroep gaan bij het bevoegd gezag van het instituut. Het beroep wordt binnen drie dagen nadat de beslissing schriftelijk ter kennis van de kandidaat is gebracht, schriftelijk bij het Bevoegd gezag van het NIS ingesteld. Het Bevoegd gezag stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken op het beroep tenzij zij de termijn, met redenen omkleed, heeft verlengd met ten hoogste twee weken. Het Bevoegd gezag stelt bij zijn beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het examen geheel of gedeeltelijk af te leggen. Het Bevoegd gezag deelt zijn beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat en de rector. 7. Algemene bepalingen 7.1. Een exemplaar van deze regeling wordt ter hand gesteld aan: a. alle studenten die aan een tentamen of examen deelnemen, b. alle examinatoren, c. het bevoegd gezag Algemene informatie over tentamens en examens kan worden verkregen bij het secretariaat Uit de Algemene Wet Persoonsregistraties vloeit voort dat het NIS geheimhouding in acht moet nemen In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de rector Alle voorgaande reglementen m.b.t. tentamens en examens zijn met de inwerkingtreding van dit reglement komen te vervallen Wijzigingen voorbehouden.