planmer N Projectstudies (inc. MER, GRUP, RVR, ontwerp) ten behoeve van de realisatie van de Noordzuidverbinding te Houthalen-Helchteren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "planmer N Projectstudies (inc. MER, GRUP, RVR, ontwerp) ten behoeve van de realisatie van de Noordzuidverbinding te Houthalen-Helchteren"

Transcriptie

1 INHOUDSTAFEL 22 Informatie ten behoeve van de watertoets Algemene screening relevante elementen tbv de watertoets Doortochttracé Verantwoording te doorlopen beslissingsbomen Beslissingsboom 1: Gewijzigd overstromingsregime Beslissingsboom 2: Gewijzigde afstromingshoeveelheid Beslissingsboom 3: Gewijzigde infiltratie naar het grondwater Beslissingsboom 4: Gewijzigd grondwaterstromingspatroon Beslissingsboom 7: Reliëfwijziging Beslissingsboom 8: Buffering en infiltratie van oppervlakte- en hemelwater Beslissingsboom 10: Wijzigen van de grondwaterwinning Omleidingstracé Verantwoording te doorlopen beslissingsbomen Beslissingsboom 1: Gewijzigd overstromingsregime Beslissingsboom 2: Gewijzigde afstromingshoeveelheid Beslissingsboom 3: Gewijzigde infiltratie naar het grondwater Beslissingsboom 4: Gewijzigd grondwaterstromingspatroon Beslissingsboom 7: Reliëfwijziging Beslissingsboom 8: Buffering en infiltratie van oppervlakte- en hemelwater Beslissingsboom 10: Wijzigen van de grondwaterwinning...26 LIJST VAN FIGUREN Figuur 22-1: Watertoetskaart - gevoeligheid voor overstroming...3 Figuur 22-2: Watertoetskaart - gevoeligheid voor grondwaterstroming...4 Figuur 22-3: Watertoetskaart - gevoeligheid voor infiltratie...5 i.s.m.

2 i.s.m.

3 22 INFORMATIE TEN BEHOEVE VAN DE WATERTOETS 22.1 ALGEMENE SCREENING RELEVANTE ELEMENTEN TBV DE WATERTOETS Binnen het BVR tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid (BS 31/10/2006) zijn een aantal beoordelingsschema s opgenomen ter uitvoering van de watertoets. Deze zijn specifiek opgesteld ifv de beoordeling van een vergunningsaanvraag en dus níet voor de beoordeling van een plan of programma. Omdat voor een plan of programma geen duidelijk beoordelingskader is vastgelegd en het plan waarvoor voorliggend planmer wordt opgesteld (RUP voor omleidingsweg of doortochttracé) het kader vormt voor vergunningsplichtige activiteiten, worden de beoordelingsschema s zoals opgenomen bij het Besluit van de Vlaamse Regering als basis gehanteerd. Eerder dan concrete berekeningen toe te voegen (van bijvoorbeeld bijkomende verhardingen) zijn aan de hand van deze beoordelingskaders in hoofdzaak randvoorwaarden geformuleerd waarmee in het ontwerp van het uiteindelijke tracé rekening zal gehouden moeten worden. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de vraagstellingen op basis waarvan wordt nagegaan of bepaalde beoordelingsschema s al dan niet doorlopen dienen te worden. Enkel wanneer blijkt dat er sprake kan zijn van een schadelijk effect 1, worden de beoordelingsschema s doorlopen. De verantwoording van deze antwoorden en de relevante te doorlopen beoordelingsschema s zijn in de volgende hoofdstukken voor omleidings- en doortochttracé afzonderlijk opgenomen. Kaarten die in Figuur 22-1, Figuur 22 2 en Figuur 22-3 zijn opgenomen zijn de watertoetskaarten zoals deze zijn opgenomen op de website van GisVlaanderen ( 1 Ieder betekenisvol nadelig effect op het milieu dat voortvloeit uit een verandering van de toestand van watersystemen of bestanddelen ervan die wordt teweeggebracht door een menselijke activiteit; die effecten omvatten mede effecten op de gezondheid van de mens en de veiligheid van de vergunde of vergund geachte woningen en bedrijfsgebouwen, gelegen buiten overstromingsgebieden, op het duurzaam gebruik van water door de mens, op de fauna, de flora, de bodem, de lucht, het water, het klimaat, het landschap en het onroerend erfgoed, alsmede de samenhang tussen een of meer van deze elementen. i.s.m. deel 22-1

4 GDT GOT Vraagstelling Ja/neen Te volgen beslissingsboom Wordt in het project een stuk grond verkaveld? NEEN NEEN gewijzigd overstromingsregime (1) gewijzigde afstromingshoeveelheid (2) Worden in het project gebouwen voorzien? NEEN NEEN gewijzigd overstromingsregime (1) gewijzigde afstromingshoeveelheid (2) gewijzigde infiltratie naar grondwater (3) gewijzigd overstromingsregime (1) Worden in het project ondergrondse constructies JA (d1) JA (o1) gewijzigde infiltratie naar grondwater (3) voorzien? gewijzigd grondwaterstromingspatroon (4) Worden in het project verhardingen voorzien? JA (d2) JA (o2) Is de lozing op het rioleringsstelsel, oppervlaktewater of grondwater een ingedeelde ingreep? Wordt in het project een buffer- of infiltratievoorziening voor de opvang van oppervlakte- en hemelwater voorzien? Wordt in het project bodemvreemd materiaal opgeslagen of gestort? Wordt in het project een vegetatiewijziging doorgevoerd? Wordt in het project het reliëf van het terrein gewijzigd (ophoging, uitdieping, uitgraving of aanvulling)? Is de grondwaterwinning een ingedeelde ingreep? Wordt door de uitvoering van het project een nieuw knelpunt voor vismigratie gecreëerd of wordt er een bestaand knelpunt in stand gehouden? Worden door de uitvoering van het project de heid voor migratie van fauna op de oever, of de heid voor de fauna om uit het water te geraken beperkt? Wordt door de uitvoering van het project de structuurkwaliteit van de waterloop aangetast? NEEN (d3) JA (d4) NEEN NEEN (d5) NEEN (d6) gewijzigd overstromingsregime (1) gewijzigde afstromingshoeveelheid (2) gewijzigde infiltratie naar grondwater (3) NEEN (o3) wijziging aantal puntbronnen (9) JA (o4) NEEN Buffering en infiltratie van oppervlakte- en hemelwater (8) Opslag en storten van bodemvreemd materiaal (5) NEEN (o5) Wijziging van vegetatie (6) JA (o6) Reliëfwijziging (7) JA (d7) JA (o7) Wijzigen van de grondwaterwinning (10) NEEN (d8) NEEN (d9) JA (d10) JA (o8) JA (o9) JA (o10) Toename en bestendiging van knelpunten voor vismigratie in de waterloop (11) Migratiebelemmering voor fauna op de oever (12) Gewijzigd afvoergedrag van de waterloop (13) i.s.m. deel 22-2

5 Figuur 22-1: Watertoetskaart - gevoeligheid voor overstroming i.s.m. deel 22-3

6 Figuur 22-2: Watertoetskaart - gevoeligheid voor grondwaterstroming i.s.m. deel 22-4

7 Figuur 22-3: Watertoetskaart - gevoeligheid voor infiltratie i.s.m. deel 22-5

8 22.2 DOORTOCHTTRACÉ Verantwoording te doorlopen beslissingsbomen d1: tunnels in centra van Houthalen en Helchteren; thv verkeersuitwisselingspunt Peersedijk primaire weg niveau -1 d2: realisatie van de primaire weg in doortocht leidt tot bijkomende verharding, maar de bijkomende oppervlakte is relatief beperkt. d3: rubriek 3, opmerking 2 e ): het scheiden van bestanddelen aanwezig in het waterig medium op basis van het verschil in dichtheid tussen de aanwezige vervuilde bestanddelen en het waterig medium (bv KWS-afscheider, vetvanger), uitgezonderd centrifuges is aangeduid als niet-ingedeelde inrichting mbt lozing van afvalwater. d4: concrete dimensies en inplantingslocaties zijn op dit planniveau nog niet gekend. Het voorzien van buffer (en waar infiltratievoorzieningen) wordt wel als randvoorwaarde bij de verdere projectontwikkeling opgelegd en dit met dimensies afgestemd op de voorwaarden opgelegd door de waterbeheerders. Bij voorkeur worden deze voorzieningen verweven met andere functies (i.c. met groenvoorziening en recreatieheden). De beschikbare ruimte binnen de werfzones en overhoeken wordt voldoende geacht voor de aanleg van buffer- en infiltratievoorzieningen. d5: positief antwoord leidt tot afweging of vegetatiewijziging al dan niet zorgt voor een significante aanvullende afvoer. Dit aspect wordt reeds meegenomen via de beslissingboom 2: gewijzigde afstromingshoeveelheid. Bovendien wordt als randvoorwaarde bij uitwerking op projectniveau gesteld dat buffer (en waar infiltratiebekkens) moeten voorzien worden, wat betekent dat de uiteindelijke afvoer naar het oppervlaktewatersysteem vertraagd wordt. Er kan dan ook gesteld worden dat de vegetatiewijziging niet leidt tot een significante aanvullende afvoer. d6: uitgravingen noodzakelijk bij realisatie van tunnels, maar reliëf (= weg) wordt hersteld. De tunnelmonden kunnen wel beschouwd worden als een zone waar het reliëf wordt gewijzigd. In de Mangelbeekvallei ligt de bestaande weg reeds op talud en is bestaande talud voldoende breed om nieuwe primaire weg aan te leggen, zodat hier geen bijkomende reliëfwijziging noodzakelijk is. d7: bij de realisatie van de tunnels zal grondwater opgepompt moeten worden. Dit wordt beschouwd als een ingedeelde inrichting (rubriek53.2: bronbemaling die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen de klasse is afhankelijk van het opgepompte debiet). Ook bronbemalingen die noodzakelijk zijn voor de exploitatie van tunnels voor openbare wegen en/of openbaar vervoer zijn ingedeelde inrichtingen (rubriek ) d8: ten opzichte van de huidige situatie worden alle onderdoorgangen van waterlopen zodanig gerealiseerd (brede, rechthoekige kokers), dat geen bijkomende vismigratieknelpunten ontstaan of behouden blijven. d9: randvoorwaarden van het project zijn zodanig opgevat (brede, rechthoekige kokers en eventueel bijkomende droge verbindingsheden dmv extra onderdoorgangen) dat migratieheden doorheen de valleien blijven. d10: de structuurkwaliteit wordt niet op zodanige wijze aangetast dat het afvoergedrag van de waterloop wijzigt. Als randvoorwaarde bij projectuitwerking wordt bovendien gesteld dat kruising van waterlopen moet gerealiseerd worden volgens principes van natuurtechnische milieubouw. i.s.m. deel 22-6

9 Beslissingsboom 1: Gewijzigd overstromingsregime Worden in het project gronden verkaveld, of worden constructies, al dan niet gedeeltelijk of volledig ondergronds, of verhardingen aangelegd? nee ja Positieve uitspraak Worden deze verkaveling, constructies, al dan niet gedeeltelijk of volledig ondergronds, of verhardingen aangelegd in overstromingsgevoelig gebied? Nee Positieve uitspraak (a) Ja Vraag advies aan de a) De tunnels die in de centra van Houthalen en Helchteren worden voorgesteld evenals de tunnel ter hoogte van de Peersedijk, zijn gelegen buiten overstromingsgevoelig gebied. Resultaten van de grondwatermodellering geven aan dat de aanwezigheid van deze tunnels een beperkte impact heeft op de grondwaterstroming en geen bijkomend risico mbt overstroming heeft. Dit is in overeenstemming met de Watertoetskaart Grondwaterstromingsgevoeligheid (zie Figuur 22-2). Voor een verdere onderbouwing van deze conclusie wordt verwezen naar hoofdstukken en Het tracé dwarst de valleien van de Broekbeek en Mangelbeek. Het betreft telkens zones die op de watertoetskaart zijn aangeduid als overstromingsgevoelige gebieden. De bijkomende oppervlakte die tov het huidige tracé wordt ingenomen is hier zeer beperkt. Ook in de ruime omgeving van de verkeerswisselaar is het bijkomende ruimtebeslag binnen overstromingsgevoelig gebied relatief beperkt. Effectief overstroomde gebieden worden niet doorsneden, zodat geen deelgebieden worden gecreëerd die niet met elkaar in contact staan (waardoor overstromingskarakteristieken zouden wijzigen). Als randvoorwaarde voor de uitwerking op projectniveau wordt gesteld dat infiltratie- en bufferbekkens moeten voorzien worden en zodanig gedimensioneerd dat versnelde afvoer naar het oppervlaktewatersysteem wordt vermeden. i.s.m. deel 22-7

10 Beslissingsboom 2: Gewijzigde afstromingshoeveelheid Worden in het project gronden verkaveld, of worden gebouwen of verhardingen aangelegd? nee ja Positieve uitspraak Welk type vergunning is nodig voor het project? Verkavelingsvergunning voor een verkaveling met aanleg van wegen Vraag advies aan de Andere vergunning Bepaal naar welke waterloop het hemelwater afstroomt (a) Bevaarbare waterloop of onbevaarbare waterloop 1ste categorie Bepaal opp, dat is de totale toename van de horizontale dakoppervlakte van de gebouwen en de verharding van het project (b) Onbevaarbare waterloop 2de of 3de categorie of nietgeklasseerde waterloop Bepaal opp, dat is de totale toename van de horizontale dakoppervlakte van de gebouwen en de verharding van het project (b) opp < 1ha opp > 1ha opp < 0,1ha opp > 0,1ha Een positieve uitspraak is als voldaan wordt aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater Vraag advies aan de Een positieve uitspraak is als voldaan wordt aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater Vraag advies aan de i.s.m. deel 22-8

11 a): Mangelbeek: onbevaarbare waterloop 1 ste categorie. Laambeek: onbevaarbare waterloop 2 de categorie. Broekbeek en Rodebeek: onbevaarbare waterloop 3 de categorie. b): Hoeveel bijkomende verharde oppervlakte per ontvangende waterloop wordt voorzien, kan op dit planniveau niet afgeleid worden. Hierop zal pas een antwoord geformuleerd kunnen worden bij de uitwerking van het technisch ontwerp. Op dit ogenblik zal immers pas vastgelegd kunnen worden welke wegsegmenten in welke richting afstromen. Wel kan opgemerkt worden dat het tracé in belangrijke mate het bestaande tracé van de N715/N74 volgt en wegverbredingen deels voorzien zijn in zones waar nu reeds verhardingen aanwezig zijn (bv KMO-zone). De bijkomende verharde oppervlakte zal dan ook relatief beperkt zijn. Aanvullend wordt opgemerkt dat de stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en buffervoorzieningen niet van toepassing is op openbare wegen. Dit neemt natuurlijk niet weg dat de onderliggende principes van deze verordening kunnen toegepast worden: a) vermijden van verhoogde afvoer, b) maximale infiltratie, c) buffering af te voeren hoeveelheid, d) vertraagde afvoer. Belangrijke randvoorwaarde die wordt geformuleerd mbt de concrete uitwerking van het project omvat de noodzaak tot het voorzien van infiltratie- (waar ) en bufferbekkens zodat de versnelde afvoer van afstromend hemelwater naar het oppervlaktewatersysteem wordt vermeden. Bekkens kunnen daarbij ook begrepen worden als langwerpige insijpelzones (i.c. WADI s). De gewenste dimensionering en locatie van deze bekkens zal bij uitwerking van het technisch ontwerp vastgelegd worden. Hierbij kan in eerste instantie gedacht worden aan de werfzones waarvoor sowieso ruimte moet worden voorzien. Ook zones waar bestaande infrastructuur wordt afgebroken of overhoeken van te onteigenen percelen komen hiervoor in aanmerking. Voorafgaand is overleg met de waterbeheerders noodzakelijk. i.s.m. deel 22-9

12 Beslissingsboom 3: Gewijzigde infiltratie naar het grondwater Worden in het project gebouwen, ondergrondse constructies en/of verhardingen voorzien? Nee Positieve uitspraak ja Bepaal de totale toename van de gebouwen, de verharding of de ondergrondse constructie van het project opp < 0,1ha 0,1ha < opp < 1ha opp > 1ha (a) Een positieve uitspraak is als voldaan wordt aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater Geeft het project aanleiding tot een vermindering van infiltratie in de bodem? Vraag advies aan de Nee (gelegen in nietdoorlatende bodem) Een positieve uitspraak is als voldaan wordt aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater Ja (gelegen in doorlatende bodem) Vraag advies aan de a): De effectief bijkomende verharde oppervlakte kan op dit planniveau niet concreet vastgelegd worden. Algemeen kan wel aangegeven worden dat de bijkomende oppervlakte relatief beperkt is en in hoofdzaak voorzien wordt ter hoogte van de KMO-zone en aansluiting met de E314. Infiltratiegevoelige bodems volgens de watertoetskaart (dit zijn bodems waar infiltratie is) zijn aanwezig in de centra van Houthalen en Helchteren. Dit zijn plaatsen waar de omgeving in de huidige situatie reeds volledig verhard is en de bijkomende verharding derhalve beperkt. Bovendien wordt het tracé hier als tunnel voorzien, wat heden tot infiltratie verder beperkt. Deze heid wordt verder beperkt door de randvoorwaarde dat onder constructies (weg of bebouwing) geen infiltratiebekkens kunnen voorzien worden (stabiliteitsredenen) en nietbebouwde locaties waarschijnlijk zullen fungeren voor opvang en buffering (infiltratie) van omliggende verharde oppervlakten van de verstedelijkte omgeving. Ook ter hoogte van de KMO-zone is volgens de watertoetskaart infiltratie. Meer concrete informatie (grondwaterpeilmetingen en grondwatermodellering) geven aan dat het voornamelijk de centrale zone betreft. Hier kan het gebruik van een infiltratiebekken overwogen (te onderzoeken bij uitwerking van het technisch ontwerp) worden. Algemeen wordt als randvoorwaarde om de impact van verminderde infiltratie te beperken gesteld dat voor afstromend hemelwater (na opvang en zuivering) naar maximale infiltratie gestreefd moet worden vooraleer vertraagd af te voeren. Streven naar maximale infiltratie is door bufferbekkens buiten (aan de rand van) valleigebieden te voorzien. Deze heden hangen af van het verhang van het wegprofiel en beschikbare ruimtes langsheen de weg en dienen bij uitwerking van het technisch ontwerp onderzocht te worden. De beschikbare ruimte binnen werfzones en overhoeken wordt verondersteld voldoende te zijn. i.s.m. deel 22-10

13 Beslissingsboom 4: Gewijzigd grondwaterstromingspatroon Worden in het project ondergrondse constructies aangelegd? Nee ja Positieve uitspraak Bepaal op de gevoeligheidskaart voor grondwaterstroming het type gebied waarin het project gelegen is. (a) Type 1 Type 2 Type 3 Wat zijn de dimensies van de ondergrondse constructies (met uizondering van funderingspalen en leidingen met een diameter tot 1 m) (b) Wat zijn de dimensies van de ondergrondse constructies (uitz funderingspalen en leidingen met een diameter tot 1 m) Wat zijn de dimensies van de ondergrondse constructies (met uizondering van funderingspalen en leidingen met een diameter tot 1 m) (b) (b) Diepte < 3 m of horizontale lengte < 50 m Diepte > 3 m of horizontale lengte > 50 m Diepte < 10 m of horizontale lengte < 100 m Diepte > 10 m of horizontale lengte > 100 m Positieve uitspraak Vraag advies aan de Positieve uitspraak Vraag advies aan de Diepte < 5 m of horizontale lengte < 100 m Positieve uitspraak Diepte > 5 m of horizontale lengte > 100 m Vraag advies aan de i.s.m. deel 22-11

14 a) Type volgens gevoeligheidskaart voor grondwaterstroming: In hoofdzaak matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2), uitgezonderd op volgende locaties: Smalle strook langsheen de zijloop Zwarte Beek: zeer gevoelig (type 1) Vallei van de Broekbeek: zeer gevoelig (type 1) Centrum Helchteren ten westen van N715: weinig gevoelig (type 3) Vallei van de Mangelbeek: zeer gevoelig (type 1) Centrum Houthalen: deels weinig gevoelig (type 3) Zone ten noorden van verkeerswisselaar: zeer gevoelig (type 1) b) Grondwaterstromingsgevoelige gebieden worden over meer dan 50 m lengte doorsneden door een gelijkgrondse weg: Ca. 250m doorheen de Broekbeekvallei Ca. 300 m doorheen de Mangelbeekvallei Ca. 500 ter hoogte van en ten noorden van de knoop met de E314. Ondergrondse constructies worden niet over meer dan 50 m in grondwaterstromingsgevoelige gebieden voorzien. Ondergrondse constructies (tunnels thv knooppunt Peersedijk, centrum Helchteren en centrum Houthalen) zijn enkel voorzien in matig tot weinig gevoelige gebieden voor grondwaterstroming. Het totale tracé doorheen (matig) gevoelige gebieden heeft een lengte van meer dan 100 m. De tijdelijke impact van de aanleg van de tunnels op het grondwaterpeil (en stroming) tgv noodzakelijke bemalingen is besproken in de hoofdstukken (tunnel Peersedijk), (tunnels centra Houthalen en Helchteren) en (variant langere tunnel in Helchteren). Zoals in de methodiek voor deze hoofdstukken aangegeven, zijn de tijdelijke effecten, omwille van het gebruik van een stationair grondwatermodel, gemodelleerd als een evenwichtsituatie waarin een permanente grondwateronttrekking (bemaling) noodzakelijk is. Deze benadering kan als een worst case benadering gezien worden. De permanente effecten tgv de aanwezigheid van deze tunnels is besproken in de hoofdstukken , en In de respectievelijke hoofdstukken is naast een beschrijving van de impact op het grondwaterpeil eveneens een bespreking van hieraan gekoppelde ecohydrologische effecten opgenomen. Voor de aanleg van de tunnel thv Peersedijk is aangegeven dat, hoewel tijdelijke bemaling weinig waarschijnlijk zal resulteren in een afname van de oppervlakte natte heide thv het Kamp van Beverlo, het toch wenselijk is om maatregelen te voorzien die de invloedstraaal van de bemaling reduceren zodat vegetaties kwetsbaar voor verdroging niet binnen de invloedstraal voorkomen. De aanwezigheid van de tunnel ter hoogte van Peersedijk heeft een neutraal effect. Bij de aanleg van de tunnels in de centra van Houthalen en Helchteren zijn aanzienlijke effecten op grondwaterstijghoogten te verwachten, oa in verschillende zones met een vegetatie die zeer gevoelig zijn voor standplaatsverdroging (SBZ-H gebied Mangelbeekvallei, SBZ-H gebied van het bovenstrooms deel van de Laambroeken, het natuurreservaat Kolveren en vallei van de Rodebeek). In het kader van de DBFM-opdracht dient de strikte eis opgelegd te worden dat een significante verlaging van de grondwaterstand moet vermeden worden. De aanwezigheid van de tunnels in de centra veroorzaken slechts in beperkte mate een wijziging van het grondwaterpeil, zodat geen ecohydrologische effecten worden verwacht. Voor de realisatie van een variant met langere tunnel in het centrum van Helchteren, worden effecten verwacht in dezelfde gebieden dan realisatie van de kortere tunnel, maar tot op grotere afstand. Dezelfde randvoorwaarden worden dan ook voorgesteld voor de aanlegfase. Ten gevolge van de aanwezigheid van een langere tunnel (600 m langer tov het basisvoorstel) kunnen ecohydrologische effecten niet uitgesloten worden. Uitgaande van het voorzorgsprincipe wordt gesteld dat een variant met 600 m langere tunnel niet realiseerbaar is. Effecten van varianten met een m langere tunnel reiken niet tot de vallei van de Sonnisbeek. Voor varianten met bijgestuurde lengte blijven gemodelleerde effecten buiten het SBZ-gebied. Op basis van de resultaten wordt gesteld dat een verlenging van de tunnel met maximaal 500 m kan toegestaan worden. i.s.m. deel 22-12

15 Beslissingsboom 7: Reliëfwijziging Wordt in het project het reliëf van het terrein gewijzigd (ophoging, uitdieping, uitgraving of aanvulling)? nee ja Positieve uitspraak Is de reliëfwijziging gelegen in overstromingsgevoelig gebied? ja Vraag advies aan de (a) nee Toename van afvoer door reliëfwijziging Zorgt de reliëfwijziging voor significante aanvullende afvoer of voor een wijziging in de grondwaterstand van het ondiep grondwater in ruimtelijk kwetsbare gebieden? (b) Nee Ja Is de reliëfwijziging een ingedeelde ingreep? Vraag advies aan de en ga verder in de beslissingsboom Nee Ja Positieve uitspraak De kwaliteitsaspecten worden behandeld in Vlarem I en in de algemene en sectorale milieuvoorwaarden van Vlarem II die van toepassing zijn a) centra van Houthalen en Helchteren zijn geen overstromingsgevoelige gebieden (zie Figuur 22-1). b) In de huidige situatie zijn de aanwezige oppervlakten reeds verhard. Of deze verhardingen zich op maaiveldniveau bevinden of op een lager gelegen punt van waaruit instromend hemelwater wordt verpompt, resulteert niet in een beduidende verhoging van de afvoer van hemelwater. Zoals toegelicht in hoofdstuk 15.2, leidt de aanwezigheid van de tunnels (met tunnelmonden) niet tot een wijziging van de grondwaterstanden. i.s.m. deel 22-13

16 Beslissingsboom 8: Buffering en infiltratie van oppervlakte- en hemelwater Wordt in het project in een buffer- of infiltratievoorziening voor de opvang van oppervlakte- en hemelwater voorzien? nee ja Positieve uitspraak Wordt in het project in een buffer- of infiltratievoorziening voor de opvang van oppervlakte- en hemelwater voorzien in overstromingsgevoelig gebied? (a) Nee Ja Is de buffer- of infiltratievoorziening een ingedeelde ingreep? Is de buffer- of infiltratievoorziening een ingedeelde ingreep? (b) (b) Nee Ja Nee Ja Positieve uitspraak De kwaliteitsaspecten worden behandeld in Vlarem I en in de algemene en sectorale milieuvoorwaarden van Vlarem II die van toepassing zijn. Vraag advies aan de Vraag advies aan de. De kwaliteitsaspecten worden behandeld in Vlarem I en in de algemene en sectorale milieuvoorwaarden van Vlarem II die van toepassing zijn. (a): in eerste instantie wordt uitgegaan van de randvoorwaarde dat bufferbekkens niet in overstromingsgevoelig gebied worden voorzien. Omdat in deze regio overstromingsgevoelige gebieden meestal valleigebieden zijn met een relatief hoge waterstand, wordt ervan uitgegaan dat in deze zones het voorzien van infiltratiebekkens weinig zinvol is. Wanneer bij uitwerking van het technisch ontwerp blijkt dat onvoldoende garanties geboden kunnen worden mbt de opvang, zuivering en vertraagde afvoer van afstromend hemelwater, zal toch nagegaan worden in hoeverre de aanleg van bufferbekkens binnen overstromingsgevoelig gebied toch een noodzaak en ecologisch te verantwoorden optie is. Met betrekking tot de impact op de waterkwaliteit wordt aanvullend opgemerkt dat de afwatering van landbouwgronden ten oosten van de N715/N74, noordwaarts van de KMO zone, naar het vennengebied in SBZ ten westen van de N715/N74 (Steinsven) wordt opgeheven. Bij het projectontwerp zal hiervoor een duurzame en structurele oplossing uitgewerkt worden. (b): Rubriek 54.2: Het kunstmatig aanvullen van grondwater op indirecte wijze (via waterbekkens of vijvers). De bufferbekkens zijn niet noodzakelijk om het gebruik en/of exploitatie van bouw of weiland te maken of te houden, worden niet voorgesteld ifv het behoud van een ecosysteem en zijn evenmin gerelateerd aan openbare watervoorziening. i.s.m. deel 22-14

17 Beslissingsboom 10: Wijzigen van de grondwaterwinning Is de grondwaterwinning een ingedeelde ingreep nee ja Positieve uitspraak Deze aspecten worden behandeld in Vlarem I en in de algemene en sectorale milieuvoorwaarden van Vlarem II die van toepassing zijn. i.s.m. deel 22-15

18 22.3 OMLEIDINGSTRACÉ Verantwoording te doorlopen beslissingsbomen o1: tunnel in segmenten thv gebied Kraanberg o2: realisatie van de primaire weg in doortocht leidt tot bijkomende verharding. o3: rubriek 3, opmerking 2 e ): het scheiden van bestanddelen aanwezig in het waterig medium op basis van het verschil in dichtheid tussen de aanwezige vervuilde bestanddelen en het waterig medium (bv KWS-afscheider, vetvanger), uitgezonderd centrifuges is aangeduid als niet-ingedeelde inrichting mbt lozing van afvalwater. o4: concrete dimensies en inplantingslocaties zijn op dit planniveau nog niet gekend. De realisatie van buffer- (en waar infiltratie-)voorzieningen wordt wel als randvoorwaarde bij de verdere projectontwikkeling opgelegd. Voor de verknoping met de snelweg en ter hoogte van Centrum Zuid kunnen bufferbekkens binnen de verknopingslussen voorzien worden. Voor de overige locaties vormt de afstemming van de infiltratiecapaciteit op de ecologische en landschappelijke infrastructuur een aandachtspunt op projectniveau. Hierbij kan in eerste instantie gedacht worden aan het voorzien van (ecologisch en landschappelijk geïntegreerde) kleinschalige infiltratievoorzieningen (WADI s, plassen, ) die kunnen ingeplant worden op overhoeken (omwille van de onteigeningen van de percelen) en werfstroken langsheen de infrastructuur (reeds in dit planmer meegenomen). De ruimte-inname die vanuit het plan is voorzien en bijkomende ruimte die vanuit verschillende disciplines naar voor is gebracht, wordt hiervoor voldoende geacht. o5: ter hoogte van de tunnel waarboven opnieuw vegetaties kunnen ontwikkelen zou kunnen uitgegaan worden van een wijziging van de vegetatie. Positief antwoord leidt tot afweging of de vegetatiewijziging al dan niet zorgt voor een significante aanvullende afvoer. Dit aspect wordt reeds meegenomen via de beslissingboom 2: gewijzigde afstromingshoeveelheid. Bovendien wordt als randvoorwaarde bij uitwerking op projectniveau gesteld dat buffer- (en waar infiltratie-) voorzieningen moeten aangelegd worden, wat betekent dat de uiteindelijke afvoer naar het oppervlaktewatersysteem vertraagd wordt. Er kan dan ook gesteld worden dat de vegetatiewijziging niet leidt tot een significante aanvullende afvoer. o6: ter hoogte van de tunnel in het gebied Kraanberg zal de tunnel landschappelijk ingekleed worden, met een nieuwe maaiveldhoogte van 4-5 m (lokaal zelfs 6-8 m) boven het huidige maaiveld. Doorheen de Mangelbeek- Echelbeekvallei wordt de weg op talud voorzien, wat betekent dat het reliëf lokaal zal verhoogd worden. o7: bij de aanleg van de tunnel zal grondwater opgepompt moeten worden. Dit wordt beschouwd als een ingedeelde inrichting (rubriek53.2: bronbemaling die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen de klasse is afhankelijk van het opgepompte debiet). Ook bronbemalingen die noodzakelijk zijn voor de exploitatie van tunnels voor openbare wegen en/of openbaar vervoer zijn ingedeelde inrichtingen (rubriek ) o8: kruising van de zijloop van de Zwarte Beek wordt tov de huidige situatie verbeterd (brede, rechthoekige koker); de Mangelbeek thv de monding van de Broekbeek en Echelbeek worden gekruist via brug. Ter hoogte van de Rodebeek ontstaat een vismigratieknelpunt doordat de ruimte tussen de terril en E314 beperkt is. Omwille van de waterkwaliteit (verhoogde concentratie zouten; uitstroom van de terril) is kwalitatief in de huidige situatie reeds een migratieknelpunt aanwezig. Bij de uitwerking op projectniveau zullen heden onderzocht worden om migratieknelpunten te vermijden. i.s.m. deel 22-16

19 Hierbij wordt gedacht aan het eventueel behoud van de waterloop tussen N74 en E314 met verbetering van de bestaande duiker (inclusief voorzien van droge passageheden) indien hiervoor ruimte beschikbaar is. Als alternatief kan gedacht worden aan het verbinden van de Rodebeek met de Laambeek stroomopwaarts (ter hoogte van) het op- en afrittencomplex. Bij dergelijke aanpak wordt eveneens een oplossing geboden voor het kwalitatieve migratieknelpunt dat aanwezig is. Voorwaarde hiervoor is dat de topografie dergelijke verbinding toelaat. o9: randvoorwaarden van het project zijn zodanig opgevat dat migratieheden doorheen de valleien blijven: Zijloop van de Zwarte Beek: brede koker voor waterfauna; ecoduct voor faunapassage over droge Mangelbeek thv monding Broekbeek: weg als brug over waterloop Echelbeek: weg als brug over waterloop Rodebeek: zie toelichting bij o8. o10: de structuurkwaliteit wordt niet op zodanige wijze aangetast dat het afvoergedrag van de waterlopen wijzigt. Als randvoorwaarde bij projectuitwerking wordt bovendien gesteld dat kruising van waterlopen moet gerealiseerd worden volgens principes van natuurtechnische milieubouw, bij voorkeur op viaduct. i.s.m. deel 22-17

20 Beslissingsboom 1: Gewijzigd overstromingsregime Worden in het project gronden verkaveld, of worden constructies, al dan niet gedeeltelijk of volledig ondergronds, of verhardingen aangelegd? nee ja Positieve uitspraak Worden deze verkaveling, constructies, al dan niet gedeeltelijk of volledig ondergronds, of verhardingen aangelegd in overstromingsgevoelig gebied? (a) Nee Ja Positieve uitspraak Vraag advies aan de a) In het ontwerp werd de diepte van de tunnel thv het gebied Kraanberg beperkt, zodat deze niet onder het grondwaterpeil zou komen. Op deze manier wordt een impact op de grondwaterstroming vermeden, zodat de aanwezigheid van de tunnel geen invloed heeft op het overstromingsrisico in de omgeving. Voor een verder onderbouwing van deze conclusie wordt verwezen naar hoofdstuk Het tracé dwarst de vallei van de Mangelbeek (vlak stroomafwaarts monding van de Broekbeek) en loopt stroomafwaarts tussen de Mangelbeek en Echelbeek in zuidelijke richting. Deze zone is aangeduid als potentieel overstromingsgevoelig gebied en deels effectief overstroomd gebied. Overstromingen op deze locaties werden veroorzaakt door de aansluiting van regenwater op de riolering en ligging in mijnverzakkingsgebied. Als oplossing voor de overstromingsproblematiek werd een bufferbekken aangelegd en de Mangelbeek uitgediept. De ruimte-inname overstromingsgevoelig gebied betreft dan ook potentieel gevoelig gebied. Als randvoorwaarde voor de uitwerking op projectniveau wordt gesteld dat infiltratie- en buffervoorzieningen moeten gerealiseerd worden en zodanig gedimensioneerd dat versnelde afvoer naar het oppervlaktewatersysteem wordt vermeden. Op deze manier wordt de impact van ruimte inname in overstromingsgevoelig gebied beperkt. i.s.m. deel 22-18

21 Beslissingsboom 2: Gewijzigde afstromingshoeveelheid Worden in het project gronden verkaveld, of worden gebouwen of verhardingen aangelegd? nee ja Positieve uitspraak Welk type vergunning is nodig voor het project? Verkavelingsvergunning voor een verkaveling met aanleg van wegen Vraag advies aan de Andere vergunning Bepaal naar welke waterloop het hemelwater afstroomt (a) Bevaarbare waterloop of onbevaarbare waterloop 1ste categorie Bepaal opp, dat is de totale toename van de horizontale dakoppervlakte van de gebouwen en de verharding van het project (b) Onbevaarbare waterloop 2de of 3de categorie of nietgeklasseerde waterloop Bepaal opp, dat is de totale toename van de horizontale dakoppervlakte van de gebouwen en de verharding van het project (b) opp < 1ha opp > 1ha opp < 0,1ha opp > 0,1ha Een positieve uitspraak is als voldaan wordt aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater Vraag advies aan de Een positieve uitspraak is als voldaan wordt aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater Vraag advies aan de i.s.m. deel 22-19

22 a): Mangelbeek: onbevaarbare waterloop 1 ste categorie. Echelbeek: onbevaarbare waterloop 2 de categorie. Rodebeek: onbevaarbare waterloop 2 de categorie. Broekbeek, Hoevereindebeek, Vossegracht: onbevaarbare waterloop 3 de categorie. b): Hoeveel bijkomende verharde oppervlakte per ontvangende waterloop wordt voorzien, kan op dit planniveau niet afgeleid worden. Hierop zal pas een precies antwoord geformuleerd kunnen worden bij de uitwerking van het technisch ontwerp. Op dit ogenblik zal immers pas heel concreet vastgelegd kunnen worden welke wegsegmenten in welke richting afstromen. De bijkomende verharde oppervlakte kan ruwweg geschat worden op ca ha (al dan niet in min brengen van ondergrondse tunnelsegmenten waar bovenop zand wordt voorzien en tracé bovenop afgeplatte mijnterril die nu reeds als slecht doorlatend kan beschouwd worden). Er wordt opgemerkt dat de stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en buffervoorzieningen niet van toepassing is op openbare wegen. Belangrijke randvoorwaarde die wordt geformuleerd mbt de concrete uitwerking van het project omvat de noodzaak tot de realisatie van infiltratie- (waar ) en buffervoorzieningen, zodat de versnelde afvoer van afstromend hemelwater naar het oppervlaktewatersysteem wordt vermeden. De gewenste dimensionering en locatie van deze voorzieningen zal bij uitwerking van het technisch ontwerp vastgelegd worden. Voor de verknoping met de snelweg en ter hoogte van Centrum Zuid kunnen bufferbekkens binnen de verknopingslussen voorzien worden. Voor de overige locaties vormt de afstemming van de infiltratiecapaciteit op de ecologische en landschappelijke infrastructuur een aandachtspunt op projectniveau. Hierbij kan in eerste instantie gedacht worden aan het voorzien van kleinschalige infiltratievoorzieningen (WADI s, plassen, ) die kunnen ingeplant worden op overhoeken (omwille van de onteigeningen van de percelen) en werfstroken langsheen de infrastructuur (reeds in dit planmer meegenomen). Voorafgaand is overleg met de waterbeheerder noodzakelijk. i.s.m. deel 22-20

23 Beslissingsboom 3: Gewijzigde infiltratie naar het grondwater Worden in het project gebouwen, ondergrondse constructies en/of verhardingen voorzien? Nee Positieve uitspraak ja Bepaal de totale toename van de gebouwen, de verharding of de ondergrondse constructie van het project opp < 0,1ha 0,1ha < opp < 1ha opp > 1ha (a) Een positieve uitspraak is als voldaan wordt aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater Geeft het project aanleiding tot een vermindering van infiltratie in de bodem? Vraag advies aan de Nee (gelegen in nietdoorlatende bodem) Een positieve uitspraak is als voldaan wordt aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater Ja (gelegen in doorlatende bodem) Vraag advies aan de a) De effectief bijkomende verharde oppervlakte kan op dit planniveau niet concreet vastgelegd worden (zie voorgaande beslissingsboom; bijkomende verharde oppervlakte wordt geschat op 25 à 40 ha). Infiltratiegevoelige bodems volgens de watertoetskaart (dit zijn bodems waar infiltratie is) zijn aanwezig ter hoogte van de KMO-zone, Kraanberg en ten zuidwesten van de woonwijk Den Standaard. Meer concrete informatie (metingen en grondwatermodellering) geven aan dat het ter hoogte van de KMO-zone voornamelijk de centrale zone betreft. Hier kan het gebruik van een infiltratiebekken overwogen (te onderzoeken bij uitwerking van het technisch ontwerp) worden. In het gebied Kraanberg wordt de weg in tunnel aangelegd. Instromend hemelwater wordt uit de tunnels verpompt. Op projectniveau kan hier nagegaan worden of het verpompen van dit water kan gecombineerd worden met infiltratie (verpompen tot boven maaiveld). Ook voor het gebied ter hoogte van het uitwisselingspunt (zuidwesten van De Standaard) dient de heid tot de aanleg van infiltratiebekkens overwogen te worden (haalbaarheid te onderzoeken bij uitwerking van het technisch ontwerp). Algemeen wordt als randvoorwaarde om de impact van verminderde infiltratie te beperken gesteld dat voor afstromend hemelwater (na opvang en zuivering) naar maximale infiltratie gestreefd moet worden vooraleer vertraagd af te voeren. Streven naar maximale infiltratie is door bufferbekkens buiten (aan de rand van) valleigebieden te voorzien. Deze heden hangen af van het verhang van het wegprofiel en beschikbare ruimtes langsheen de weg en dienen bij uitwerking van het technisch ontwerp onderzocht te worden. De ruimteinname die vanuit het plan is voorzien (overhoeken en werfzones) en bijkomende ruimte die vanuit verschillende disciplines naar voor is gebracht, wordt hiervoor voldoende geacht. i.s.m. deel 22-21

24 Beslissingsboom 4: Gewijzigd grondwaterstromingspatroon Worden in het project ondergrondse constructies aangelegd? Nee ja Positieve uitspraak Bepaal op de gevoeligheidskaart voor grondwaterstroming het type gebied waarin het project gelegen is. (a) Type 1 Type 2 Type 3 Wat zijn de dimensies van de ondergrondse constructies (met uitzondering van funderingspalen en leidingen met een diameter tot 1 m) (b) Wat zijn de dimensies van de ondergrondse constructies (uitz funderingspalen en leidingen met een diameter tot 1 m) Wat zijn de dimensies van de ondergrondse constructies (met uitzondering van funderingspalen en leidingen met een diameter tot 1 m) (b) (b) Diepte < 3 m of horizontale lengte < 50 m Diepte > 3 m of horizontale lengte > 50 m Diepte < 10 m of horizontale lengte < 100 m Diepte > 10 m of horizontale lengte > 100 m Positieve uitspraak Vraag advies aan de Positieve uitspraak Vraag advies aan de Diepte < 5 m of horizontale lengte < 100 m Positieve uitspraak Diepte > 5 m of horizontale lengte > 100 m Vraag advies aan de i.s.m. deel 22-22

25 a) Type volgens gevoeligheidskaart voor grondwaterstroming: Het noordelijke deel (ter hoogte van KMO-zone en Kraanberg) loopt het tracé doorheen gebieden die matig gevoelig (type 2) zijn voor grondwaterstroming (lokaal thv Kraanberg zelfs weinig gevoelig; type 3). De valleien van de Broekbeek, Mangelbeek en Echelbeek zijn aangeduid als zeer gevoelig (type 1) voor grondwaterstroming. De zone tussen de Echelbeekvallei en het vroegere moerasgebied ter hoogte van de afgeplatte terril is matig gevoelig (type 2) voor grondwaterstroming De zone van de afgeplatte terril is aangeduid als zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1). b) De verscheidene gevoeligheidstypes van gronden worden over volgende lengten door ondergrondse constructies aangesneden: In zones die zeer gevoelig zijn voor grondwaterstroming worden geen ondergrondse constructies voorzien. In de zones die matig gevoelig zijn voor grondwaterstroming wordt ter hoogte van Kraanberg een tunnel voorzien. De bodem van de tunnelsegmenten bevindt zich op ongeveer 5 m diepte tov het huidige maaiveldniveau over een lengte van ongeveer 2 km. Ter hoogte van de KMO-zone wordt de primaire weg over een lengte van ongeveer 1 km op ca 2m onder huidig maaiveld voorzien. De weg wordt hier net boven het grondwaterpeil voorzien. Ter hoogte van Kraanberg gaat een tunnelsegment over een lengte van ca. 700 m doorheen een zone die weinig gevoelig is voor grondwaterstroming. De bodem van het tunnelsegment bevindt zich op minder dan 10 m diepte tov het huidige maaiveld en blijft boven het grondwaterpeil De te verwachten effecten van aanleg van de tunnel is aan de hand van een grondwatermodellering beschreven in hoofdstuk Zoals in de methodiek voor dit hoofdstuk aangegeven, zijn de tijdelijke effecten, omwille van het gebruik van een stationair grondwatermodel, gemodelleerd als een evenwichtsituatie waarin een permanente grondwateronttrekking (bemaling) noodzakelijk is. Deze benadering kan als een worst case benadering gezien worden. Tijdens de aanlegfase worden door de bemaling verlagingen van de grondwaterstand veroorzaakt tot ver buiten het tunneltracé. Binnen de berekende verlagingscontour van 0,05 m zijn een aantal ecotopen aanwezig die zeer gevoelig zijn voor standplaatsverdroging (oa in SBZ-H gebied). In het kader van de DBFM-opdracht dient de strikte eis opgelegd te worden dat een significante verlaging van de grondwaterstand moet vermeden worden. Gezien het lengteprofiel gelegen is boven de grondwatertafel, worden geen significante effecten verwacht ten gevolge van de aanwezigheid van de tunnel. i.s.m. deel 22-23

26 Beslissingsboom 7: Reliëfwijziging Wordt in het project het reliëf van het terrein gewijzigd (ophoging, uitdieping, uitgraving of aanvulling)? nee ja Positieve uitspraak Is de reliëfwijziging gelegen in overstromingsgevoelig gebied? ja Vraag advies aan de nee Toename van afvoer door reliëfwijziging Zorgt de reliëfwijziging voor significante aanvullende afvoer of voor een wijziging in de grondwaterstand van het ondiep grondwater in ruimtelijk kwetsbare gebieden? (a) Nee Ja Is de reliëfwijziging een ingedeelde ingreep? Vraag advies aan de en ga verder in de beslissingsboom Nee Ja Positieve uitspraak De kwaliteitsaspecten worden behandeld in Vlarem I en in de algemene en sectorale milieuvoorwaarden van Vlarem II die van toepassing zijn a) na aanleg van de tunnel wordt opnieuw zand bovenop de tunnel aangebracht. Via dit zand is ondiepe infiltratie tot boven de tunnel en afstroming naast de tunnels, gevolgd door verdere infiltratie,. De bodem van de tunnel is voorzien boven het grondwaterpeil. Op deze manier wordt een negatieve impact op het grondwaterpeil vermeden (zie toelichting grondwatermodellering in hoofdstuk en korte beschrijving bij beslissingsboom 4). Ter hoogte van de open tunnelsegmenten zal hemelwater dat in de huidige situatie lokaal infiltreert, in de tunnels opgevangen worden. Als randvoorwaarde is aangegeven dat infiltratie van water dat vanuit de tunnelsegmenten wordt verpompt in de mate van het technisch e moet voorzien worden (na zuivering). i.s.m. deel 22-24

27 Beslissingsboom 8: Buffering en infiltratie van oppervlakte- en hemelwater Wordt in het project in een buffer- of infiltratievoorziening voor de opvang van oppervlakte- en hemelwater voorzien? nee ja Positieve uitspraak Wordt in het project in een buffer- of infiltratievoorziening voor de opvang van oppervlakte- en hemelwater voorzien in overstromingsgevoelig gebied? (a) Nee Ja Is de buffer- of infiltratievoorziening een ingedeelde ingreep? Is de buffer- of infiltratievoorziening een ingedeelde ingreep? (b) (b) Nee Ja Nee Ja Positieve uitspraak De kwaliteitsaspecten worden behandeld in Vlarem I en in de algemene en sectorale milieuvoorwaarden van Vlarem II die van toepassing zijn. Vraag advies aan de Vraag advies aan de. De kwaliteitsaspecten worden behandeld in Vlarem I en in de algemene en sectorale milieuvoorwaarden van Vlarem II die van toepassing zijn. a) In eerste instantie wordt uitgegaan van de randvoorwaarde dat bufferbekkens niet in overstromingsgevoelig gebied worden voorzien. Omdat in deze regio overstromingsgevoelige gebieden meestal valleigebieden zijn met een relatief hoge waterstand, wordt ervan uitgegaan dat in deze zones de aanleg van infiltratievoorzieningen weinig zinvol is. Wanneer bij uitwerking van het technisch ontwerp blijkt dat onvoldoende garanties geboden kunnen worden mbt de opvang, zuivering en vertraagde afvoer van afstromend hemelwater, zal toch nagegaan worden in hoeverre de aanleg van bufferbekkens binnen overstromingsgevoelig gebied toch een noodzaak en ecologisch te verantwoorden optie is. Met betrekking tot de impact op de waterkwaliteit wordt aanvullend opgemerkt dat de afwatering van landbouwgronden ten oosten van de N715/N74, noordwaarts van de KMO zone, naar het vennengebied in SBZ ten westen van de N715/N74 (Steinsven) wordt opgeheven. Bij het projectontwerp zal hiervoor een duurzame en structurele oplossing uitgewerkt worden. b) Rubriek 54.2: Het kunstmatig aanvullen van grondwater op indirecte wijze (via waterbekkens of vijvers). De bufferbekkens zijn niet noodzakelijk om het gebruik en/of exploitatie van bouw of weiland te maken of te houden, worden niet voorgesteld ifv het behoud van een ecosysteem en zijn evenmin gerelateerd aan openbare watervoorziening. i.s.m. deel 22-25

28 Beslissingsboom 10: Wijzigen van de grondwaterwinning Is de grondwaterwinning een ingedeelde ingreep nee ja Positieve uitspraak Deze aspecten worden behandeld in Vlarem I en in de algemene en sectorale milieuvoorwaarden van Vlarem II die van toepassing zijn. i.s.m. deel 22-26

De watertoets een last of een noodzaak? Filip Raymaekers VMM afdeling Operationeel Waterbeheer

De watertoets een last of een noodzaak? Filip Raymaekers VMM afdeling Operationeel Waterbeheer De watertoets een last of een noodzaak? Filip Raymaekers VMM afdeling Operationeel Waterbeheer 2 Watertoets zie ook www.watertoets.be Beoordeling van schadelijke effecten m.b.t. watersysteem bij vergunningen,

Nadere informatie

Verkaveling Het Leeg - Rietbeemden - Advies Aquafin -

Verkaveling Het Leeg - Rietbeemden - Advies Aquafin - Gemeente Brasschaat Verkaveling Het Leeg - Rietbeemden - Advies Aquafin - Januari 2011 K. Van Hul, Bekkenverantwoordelijke Beneden-Schelde G. Defloor, Projectleider Projectbeheer OMSCHRIJVING VAN DE OPDRACHT

Nadere informatie

RUP SION. Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan. bijlage 5: aanvullende watertoets. stad Lier. 04 mei 2011

RUP SION. Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan. bijlage 5: aanvullende watertoets. stad Lier. 04 mei 2011 RUP SION bijlage 5: aanvullende watertoets Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan stad Lier 04 mei 2011 RUP SION LIER BIJLAGE 5 aanvullende watertoets dd. 04.05.2011 PAGINA 2 / 10 Inhoud 1. Inleiding

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Definities

Hoofdstuk 1: Definities OPGELET: De Vlaamse Regering heeft op 5 juli 2013 deze nieuwe verordening hemelwater definitief goedgekeurd. Het besluit treedt in werking op 1 januari 2014. Hieronder vindt u de tekst die van toepassing

Nadere informatie

Wateroverlast voorkomen 31/05/2016

Wateroverlast voorkomen 31/05/2016 Wateroverlast voorkomen 31/05/2016 18/11/2016 1 Wateroverlast voorkomen 2 Wateroverlast voorkomen Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003 Artikel 8: verplichtingen aan vergunningverlener = WATERTOETS

Nadere informatie

Formuleren van een wateradvies. Filip Raymaekers VMM afdeling Operationeel Waterbeheer Voorzitter CIW Werkgroep Watertoets

Formuleren van een wateradvies. Filip Raymaekers VMM afdeling Operationeel Waterbeheer Voorzitter CIW Werkgroep Watertoets Formuleren van een wateradvies Filip Raymaekers VMM afdeling Operationeel Waterbeheer Voorzitter CIW Werkgroep Watertoets Ondersteuning bij het formuleren van een wateradvies Vergunningen: CIW Achtergronddocument

Nadere informatie

Workshop C Van advies naar waterparagraaf

Workshop C Van advies naar waterparagraaf Workshop C Van advies naar waterparagraaf Mark Cromheecke Directie Ruimte, Provincie Oost-Vlaanderen Robin De Smedt Departement RWO Kracht van het advies Verplicht/niet verplicht Bindend/niet bindend Motiveringsplicht

Nadere informatie

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 14.11.2011 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 68251 VLAAMSE OVERHEID N. 2011 2948 [C 2011/35922] 14 OKTOBER 2011. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Het besluit treedt in werking op 1 februari 2005.

Het besluit treedt in werking op 1 februari 2005. besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie-voorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden

Nadere informatie

INFOSESSIE GEWESTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING HEMELWATER BVR 5/7/2013

INFOSESSIE GEWESTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING HEMELWATER BVR 5/7/2013 INFOSESSIE GEWESTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING HEMELWATER BVR 5/7/2013 OVERZICHT Algemeen kader Inhoud van de verordening Praktische voorbeelden Belangrijkste verschillen ALGEMEEN KADER 1. Vaststellingen

Nadere informatie

GEMEENTELIJKE VERORDENING INZAKE HEMELWATERPUTTEN, INFILTRATIEVOORZIENINGEN, BUFFERVOORZIENINGEN, GESCHEIDEN LOZING VAN AFVALWATER EN HEMELWATER

GEMEENTELIJKE VERORDENING INZAKE HEMELWATERPUTTEN, INFILTRATIEVOORZIENINGEN, BUFFERVOORZIENINGEN, GESCHEIDEN LOZING VAN AFVALWATER EN HEMELWATER GEMEENTELIJKE VERORDENING INZAKE HEMELWATERPUTTEN, INFILTRATIEVOORZIENINGEN, BUFFERVOORZIENINGEN, GESCHEIDEN LOZING VAN AFVALWATER EN HEMELWATER Onderhavige verordening bevat voorschriften inzake het plaatsen

Nadere informatie

Voorbeelden berekeningen

Voorbeelden berekeningen GEWESTELIJKE HEMELWATERVERORDENING 1. Aanleg van niet overdekte constructies in zij- en achtertuin met een totale opp. van max. 80m² is niet vergunningsplichtig en valt buiten het toepassingsgebied van

Nadere informatie

Technische aspecten rond bufferen, infiltreren en overstromingsvrij bouwen

Technische aspecten rond bufferen, infiltreren en overstromingsvrij bouwen DE WATERTOETS IN DE PRAKTIJK Gent 7 februari 2012 Technische aspecten rond bufferen, infiltreren en overstromingsvrij bouwen ir. Eddy Poelman Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek overstromingen vanuit

Nadere informatie

Remediëring door vasthouden, infiltreren en hergebruik van hemelwater. Ingeborg Barrez - VMM

Remediëring door vasthouden, infiltreren en hergebruik van hemelwater. Ingeborg Barrez - VMM Remediëring door vasthouden, infiltreren en hergebruik van hemelwater Ingeborg Barrez - VMM 2 Stap 1: Afvoer vermijden Natuurlijke situatie Hergebruik grachtenstelsel Stap 2 : Infiltratie Gebied zonder

Nadere informatie

Controle van de voorwaarden uit de verordening hemelwater bij een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning of een melding

Controle van de voorwaarden uit de verordening hemelwater bij een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning of een melding Controle van de voorwaarden uit de verordening hemelwater bij een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning of een melding RO-01-131028 Waarvoor dient dit formulier? Met dit formulier kunt u nagaan

Nadere informatie

Integraal waterbeleid op bedrijventerreinen In ontwikkeling: GRB Veedijk te Turnhout In planfase: nieuwe en bestaande bedrijventerreinen

Integraal waterbeleid op bedrijventerreinen In ontwikkeling: GRB Veedijk te Turnhout In planfase: nieuwe en bestaande bedrijventerreinen oktober 2013 1 Integraal waterbeleid op bedrijventerreinen In ontwikkeling: GRB Veedijk te Turnhout In planfase: nieuwe en bestaande bedrijventerreinen Water in transitie 22 oktober 2013 oktober 2013 2

Nadere informatie

Addendum B25 Verordening hemelwater

Addendum B25 Verordening hemelwater Addendum B25 Verordening hemelwater 1 Met dit addendum kunt u nagaan of uw aanvraag of melding voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen,

Nadere informatie

stedenbouwkundige voorschriften

stedenbouwkundige voorschriften stedenbouwkundige voorschriften Algemene bepalingen...35 Artikel 1: Zone voor wonen en jeugdverblijf...38 Artikel 2: Recreatief parkgebied...42 Artikel 0: Algemene bepalingen 0.1. Ruimtelijke kwaliteit

Nadere informatie

Beheer van waterbronnen : Do s & Don ts

Beheer van waterbronnen : Do s & Don ts Beheer van waterbronnen : Do s & Don ts Aquarama 2018 Lies Bamelis 2 United Experts De adviesgroep United Experts brengt bedrijven met diverse expertises en complementaire skills samen. Elke onderneming

Nadere informatie

Hemelwater Wat moet? Wat mag?

Hemelwater Wat moet? Wat mag? Onze kantoren 3 Hemelwater Wat moet? Wat mag? Lies Bamelis UNITED EXPERTS (Profex) 27/06/2019 4 Welke alternatieve waterbronnen zijn er? Hemelwater Grondwater Effluent Opp. water Leidingwater 5 Waarom

Nadere informatie

Provinciale Dienst Waterlopen. Adviesinstantie Watertoets

Provinciale Dienst Waterlopen. Adviesinstantie Watertoets Provinciale Dienst Waterlopen Adviesinstantie Watertoets VITAL STEEN ADJUNCT-ADVISEUR 23&27 OKTOBER 2015 1 Toestand vanaf 1 juli 2014 2 1 Toestand vóór 1 juli 2014 3 Beheer en onderhoudskosten sedert 1

Nadere informatie

Verslag van inzichten van bewoners sinds wijkvergadering 24 juni

Verslag van inzichten van bewoners sinds wijkvergadering 24 juni Verslag van inzichten van bewoners sinds wijkvergadering 24 juni Grond- en pandendecreet van eind 2009 over sociale woningbouw Brasschaat moet x honderd sociale woningen bijdragen BPA 22 - KB 1973 Woonuitbreidingsgebied

Nadere informatie

Hoe omgaan met de watertoets bij vergunningen en attesten?

Hoe omgaan met de watertoets bij vergunningen en attesten? en attesten? Rode teksten: wijzigingen naar aanleiding van de decreetswijziging van 25 mei 2007. 1 Inhoud 1 Inhoud 2 Situering 3 De regelgeving over de watertoets 3.1 het decreet integraal waterbeleid

Nadere informatie

Addendum B25 Aanstiplijst hemelwater. 1 Vul de aanstiplijst hemelwater in.

Addendum B25 Aanstiplijst hemelwater. 1 Vul de aanstiplijst hemelwater in. Addendum B25 Aanstiplijst hemelwater 1 Vul de aanstiplijst hemelwater in. Controle van de voorwaarden uit de verordening hemelwater bij een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning of een melding

Nadere informatie

20 JULI 2006: BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING BETREFFENDE DE WATERTOETS

20 JULI 2006: BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING BETREFFENDE DE WATERTOETS 20 juli 2006: Besluit Vlaamse regering ivm WATERTOETS Laatste aanpassing: 20/07/2006 20 JULI 2006: BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING BETREFFENDE DE WATERTOETS HOOFDSTUK I: Definities ARTIKEL 1. Voor de toepassing

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 24 september 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Marnixdreef Lier voorlopige

Nadere informatie

Onderzoek naar milieueffectrapportage. Gemeentelijk RUP voorzieningenconcentratie Testelt Scherpenheuvel-Zichem. Aanvullende nota

Onderzoek naar milieueffectrapportage. Gemeentelijk RUP voorzieningenconcentratie Testelt Scherpenheuvel-Zichem. Aanvullende nota Onderzoek naar milieueffectrapportage Gemeentelijk RUP voorzieningenconcentratie Testelt Scherpenheuvel-Zichem Aanvullende nota Colofon Project: Aanvullende nota bij de screeningsnota: Gemeentelijk RUP

Nadere informatie

HOOFDSTUK I Definities

HOOFDSTUK I Definities Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure

Nadere informatie

Oostelijke Tangent Sint-Niklaas

Oostelijke Tangent Sint-Niklaas Provincie Oost-Vlaanderen - Gemeenten Sint-Niklaas en Temse Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent Sint-Niklaas Bijlage II: : stedenbouwkundige voorschriften DEPARTEMENT RUIMTE

Nadere informatie

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip vastgesteld bestemmingsplan West-Terschelling West Aletalaan fase 4 Gemeente Terschelling Projectnummer 250651 Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip blad 259 van 381 Ruimtelijke Ordening - Oranjewoud WFN1215886

Nadere informatie

Steenbakkerij Floren en Cie NV

Steenbakkerij Floren en Cie NV Steenbakkerij Floren en Cie NV gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften 1 van 6 2 van 6 gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Steenbakkerij Floren en Cie NV de

Nadere informatie

Workshop watertoets 4

Workshop watertoets 4 Workshop watertoets 4 Juridische aangelegenheden VMM 1 Watertoets Doel : nagaan of wat men vergund wil zien een schadelijk effect op watersysteem kan hebben(1). Is dat zo, dan moet men maatregelen opleggen

Nadere informatie

Oostelijke Tangent Sint-Niklaas

Oostelijke Tangent Sint-Niklaas Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent Sint-Niklaas Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften DEPARTEMENT RUIMTE VLAANDEREN Oostelijke Tangent Sint-Niklaas Pagina 2 van 9 Gewestelijk

Nadere informatie

Project-m.e.r.-screening

Project-m.e.r.-screening Project-m.e.r.-screening Aan het college van burgemeester en schepenen de deputatie van de provincieraad straat en nummer postnummer en gemeente LNE-MER-01-120913 In te vullen door de behandelende afdeling

Nadere informatie

Hemelwater Studiedag KNVA, 28 februari. Michel Cuypers

Hemelwater Studiedag KNVA, 28 februari. Michel Cuypers Studiedag KNVA, 28 februari Michel Cuypers Waterbronnen Hemelwater kwalitatief ok investeren in waterbassin/silo/filter/ontsmetting /algenbestrijding Grondwater beschikbaarheid milieuvergunning aanwezigheid

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

Project-m.e.r.-screening

Project-m.e.r.-screening Project-m.e.r.-screening Aan het college van burgemeester en schepenen de deputatie van de provincieraad straat en nummer postnummer en gemeente LNE-MER-01-120913 In te vullen door de behandelende afdeling

Nadere informatie

Gemengd regionaal bedrijventerrein Polderhoek te Zonnebeke

Gemengd regionaal bedrijventerrein Polderhoek te Zonnebeke Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gemengd regionaal bedrijventerrein Polderhoek te Zonnebeke Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gemengd regionaal bedrijventerrein

Nadere informatie

De watertoets voor plannen Filip Raymaekers VMM afdeling Operationeel Waterbeheer

De watertoets voor plannen Filip Raymaekers VMM afdeling Operationeel Waterbeheer De watertoets voor plannen Filip Raymaekers VMM afdeling Operationeel Waterbeheer Situering van de de watertoets zie ook www.watertoets.be Beoordeling van schadelijke effecten m.b.t. watersysteem bij

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied IMMERZEELDREEF AALST

Ontwerp startbeslissing signaalgebied IMMERZEELDREEF AALST Ontwerp startbeslissing signaalgebied IMMERZEELDREEF AALST STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door de Vlaamse Regering d.d. 8/05/2015 LEESWIJZER Dit document geeft voor het betrokken signaalgebied invulling aan

Nadere informatie

Addendum E3 Effecten op het watersysteem

Addendum E3 Effecten op het watersysteem Addendum E3 Effecten op het watersysteem Voeg de gegevens als bijlage E3 bij het formulier, tenzij anders vermeld. De effecten op het watersysteem ten gevolge van lozingen of grondwaterwinningen worden

Nadere informatie

Toetsing aandachtsgebied MOERBEKE (GERAARDSBERGEN) (betrokken signaalgebieden: DEN_WC_012; DEN_WC_236, DEN_PW_004 en DEN_PW_184)

Toetsing aandachtsgebied MOERBEKE (GERAARDSBERGEN) (betrokken signaalgebieden: DEN_WC_012; DEN_WC_236, DEN_PW_004 en DEN_PW_184) STATUS: Definitief Datum laatste wijziging: 09/11/2011 ID: GELEGEN IN: 1 Situering 1.1 Algemeen Gemeente(n): Provincie(s): DEN_05 Toetsing aandachtsgebied MOERBEKE (GERAARDSBERGEN) (betrokken signaalgebieden:

Nadere informatie

WATERTOETS GRUP N8 VEURNE-IEPER - DEELGEBIEDEN 2, 4 EN 5. Opdrachtgever: Agentschap Wegen en Verkeer, West-Vlaanderen

WATERTOETS GRUP N8 VEURNE-IEPER - DEELGEBIEDEN 2, 4 EN 5. Opdrachtgever: Agentschap Wegen en Verkeer, West-Vlaanderen WATERTOETS GRUP N8 VEURNE-IEPER - DEELGEBIEDEN 2, 4 EN 5 Opdrachtgever: Agentschap Wegen en Verkeer, West-Vlaanderen 18-01-2012 Titel Opdrachtgever Opdrachtnemer Contactpersoon opdrachtnemer Watertoets

Nadere informatie

Ga doordacht om met verharding : hou water vast aan de bron

Ga doordacht om met verharding : hou water vast aan de bron Ga doordacht om met verharding : hou water vast aan de bron Impact verhardingen Impact verhardingen Impact verhardingen Effect van verharding op het watersysteem Verhard oppervlak Pieken van verharde oppervlakte

Nadere informatie

Water en natuur: complexe uitdaging in een versnipperd landschap. Koen Martens, VMM AOW met input van vele collega s

Water en natuur: complexe uitdaging in een versnipperd landschap. Koen Martens, VMM AOW met input van vele collega s Water en natuur: complexe uitdaging in een versnipperd landschap Koen Martens, VMM AOW met input van vele collega s Inleiding Decreet IWB, decreet natuurbehoud, SBZ, : vraag naar ecologisch herstel waterlopen

Nadere informatie

Situering van de watertoets in het Decreet Integraal Waterbeleid

Situering van de watertoets in het Decreet Integraal Waterbeleid Situering van de watertoets in het Decreet Integraal Waterbeleid Filip Raymaekers VMM afdeling Operationeel Waterbeheer Voorzitter CIW Werkgroep Watertoets Situering van de watertoets in het Decreet Integraal

Nadere informatie

Geconsolideerde tekst Datum laatste wijziging: 20/07/2006

Geconsolideerde tekst Datum laatste wijziging: 20/07/2006 Besluit Vlaamse Regering toepassing Watertoets 1/10 Geconsolideerde tekst Datum laatste wijziging: 20/07/2006 Opschrift Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing

Nadere informatie

In de directe omgeving van de Ir. Molsweg is geen oppervlaktewater aanwezig.

In de directe omgeving van de Ir. Molsweg is geen oppervlaktewater aanwezig. Waterparagraaf Algemeen Huidige situatie De Ir. Molsweg tussen de Pleijweg en de Nieland bestaat uit een enkele rijbaan met twee rijstroken. Via een rotonde sluit de Ir. Molsweg aan op de Nieland. De rijbaan

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling Samenstelling De heer Patrick Janssens, burgemeester

Nadere informatie

Watertoets. Waterzorg waarborgen in vergunning

Watertoets. Waterzorg waarborgen in vergunning Watertoets Waterzorg waarborgen in vergunning Evergem 1845, atlas buurtwegen Evergem 2012: Google maps Maatschappelijke evolutie? In de jaren 1960-1970 werd de vallei van de Hindeplas stelselmatig volgebouwd

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied WUG GEENHOFLOOP WUUSTWEZEL

Ontwerp startbeslissing signaalgebied WUG GEENHOFLOOP WUUSTWEZEL Ontwerp startbeslissing signaalgebied WUG GEENHOFLOOP WUUSTWEZEL STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door Vlaamse Regering dd 14/1/2014 LEESWIJZER Op 24 januari 2014 nam de Vlaamse Regering een beslissing over

Nadere informatie

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' 1. Inleiding Deze nota behandelt de adviezen die zijn binnengekomen in

Nadere informatie

ROTSELAAR: WEGENIS- & RIOLERING BEUKENLAAN, DEEL OLMENDREEF, DEEL DENNENLAAN, DEEL WANDELDREEF, DEEL ACACIALAAN EN DEEL REGASTRAAT

ROTSELAAR: WEGENIS- & RIOLERING BEUKENLAAN, DEEL OLMENDREEF, DEEL DENNENLAAN, DEEL WANDELDREEF, DEEL ACACIALAAN EN DEEL REGASTRAAT ROTSELAAR: WEGENIS- & RIOLERING BEUKENLAAN, DEEL OLMENDREEF, DEEL DENNENLAAN, DEEL WANDELDREEF, DEEL ACACIALAAN EN DEEL REGASTRAAT TOELICHTING INWONERS 01 SEPTEMBER 2011 1 Overzicht 2 Bestaande toestand

Nadere informatie

Voorbeelden van brongerichte aanpak op planniveau en wijkniveau. Dominique Van Erdeghem Namens ORI, Organisatie voor Advies- en Ingenieursbureaus

Voorbeelden van brongerichte aanpak op planniveau en wijkniveau. Dominique Van Erdeghem Namens ORI, Organisatie voor Advies- en Ingenieursbureaus Voorbeelden van brongerichte aanpak op planniveau en wijkniveau Dominique Van Erdeghem Namens ORI, Organisatie voor Advies- en Ingenieursbureaus Voorbeelden brongerichte aanpak Inhoud Praktijkvoorbeelden

Nadere informatie

Startbeslissing signaalgebied LUYCKVOORTSEBEEK (SG_R3_MAA_03) BRECHT

Startbeslissing signaalgebied LUYCKVOORTSEBEEK (SG_R3_MAA_03) BRECHT Startbeslissing signaalgebied LUYCKVOORTSEBEEK (SG_R3_MAA_03) BRECHT STATUS/VERSIE: goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 31/03/2017 LEESWIJZER Op 31/03/2017 nam de Vlaamse Regering een beslissing over

Nadere informatie

Briefadvies. Het vaststelling. van een. Datum

Briefadvies. Het vaststelling. van een. Datum Briefadvies gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater Het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten,

Nadere informatie

In deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden.

In deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden. Notitie Referentienummer Kenmerk 190509/Ack 277242 Betreft Waterbergingsopgave Hogewegzone Concept d.d. 19 mei 2009 1 Inleiding De Hogewegzone in de gemeente Amersfoort wordt de komende jaren vernieuwd.

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14 PROVINCIE LIMBURG 63-34001 STAD TONGEREN BIJZONDER PLAN VAN AANLEG "ZONEVREEMDE TERREINEN EN GEBOUWEN VOOR SPORT-, RECREATIE- EN JEUGDACTIVITEITEN" Opgesteld volgens artikel 14 van het decreet betreffende

Nadere informatie

De brongerichte aanpak van de waterproblematiek Visie vanuit de gewestelijke overheid

De brongerichte aanpak van de waterproblematiek Visie vanuit de gewestelijke overheid De brongerichte aanpak van de waterproblematiek Visie vanuit de gewestelijke overheid Ingeborg Barrez Diensthoofd uitbouw en beheer saneringsinfrastructuur Inhoud Een brongerichte aanpak Visie Scheiden

Nadere informatie

bvr 1/10/2004 b.s. 8/11/2004 Het besluit treedt in werking op 1 februari 2005.

bvr 1/10/2004 b.s. 8/11/2004 Het besluit treedt in werking op 1 februari 2005. ruimtelijke ordening > wetgeving > uitvoeringsbesluiten besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten,

Nadere informatie

Watering van Sint-Truiden

Watering van Sint-Truiden straat Lintbebouwing land-en-water.be Wateradvies bij woningen gelegen onderaan erosiegevoelige akkerpercelen Het project is gelegen op een helling, tussen de vallei en de waterscheiding (zie figuur1).

Nadere informatie

Brabantnet sneltram A12

Brabantnet sneltram A12 VR 2017 1702 DOC.0153/7 ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Brabantnet sneltram A12 1 0 ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Brabantnet - sneltram A12 de ontwerpers Veerle Van Hassel

Nadere informatie

SARO Koning Albert II-laan 19 bus Brussel

SARO Koning Albert II-laan 19 bus Brussel ADVIES VAN 27 MAART 2013 OVER DE GEWESTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING INZAKE HEMELWATERPUTTEN, INFILTRATIEVOORZIENINGEN, BUFFERVOORZIENINGEN EN GESCHEIDEN LOZING VAN AFVALWATER EN HEMELWATER SARO

Nadere informatie

Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem

Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem Status: definitief Datum: 23 februari 2012 INHOUDSOPGAVE 1. Waterhuishouding... 3 1.1 Beleid Waterschap Rivierenland... 3 1.2 Veiligheid...

Nadere informatie

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Potyze. Stad Ieper. september 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Potyze. Stad Ieper. september 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Potyze Stad Ieper september 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Potyze Stad Ieper september 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling De heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 RUP Cardiff nv Gemeente Zulte Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 Gemeentelijk RUP 'Cardiff nv' te Zulte Verordenend grafisch plan 1121B3 Legende Perimeter RUP art. 1: Zone

Nadere informatie

De strijd tegen de overstromingen in Ronse

De strijd tegen de overstromingen in Ronse 1 De strijd tegen de overstromingen in Ronse ir Annie Vanslambrouck Grontmij Belgium STAR-FLOOD, 26 maart 2015 1 Inhoud 2 Waarom is Ronse gevoelig voor overstromingen? Hoe werd het probleem aangepakt (studie)?

Nadere informatie

HOOFDSTUK I Definities

HOOFDSTUK I Definities Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure

Nadere informatie

Stedenbouwkundig attest

Stedenbouwkundig attest Stedenbouwkundig attest GEMEENTE HULSHOUT dossiernummer: 2018.7 intern nummer: 674 Wat is de functie van dit attest? Dit attest geeft aan of het overwogen project in redelijkheid de toets aan de stedenbouwkundige

Nadere informatie

Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan R4 - Knoop Wondelgem

Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan R4 - Knoop Wondelgem Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan R4 - Knoop Wondelgem In Gent 1 van 8 2 van 8 Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan R4 Knoop Wondelgem de ontwerpers Griet De Mulder Peter David Gezien om

Nadere informatie

gebieden voor toeristischrecreatieve

gebieden voor toeristischrecreatieve Provincie Oost-Vlaanderen - Gemeente Sint-Gillis-Waas ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan gebieden voor toeristischrecreatieve structuur Golfterrein Sint-Gillis-Waas bijlage II: stedenbouwkundige

Nadere informatie

Subsidiereglement betreffende de afkoppeling van hemelwater afkomstig van particuliere woningen

Subsidiereglement betreffende de afkoppeling van hemelwater afkomstig van particuliere woningen Subsidiereglement betreffende de afkoppeling van hemelwater afkomstig van particuliere woningen Zitting van 24 mei 2007. Gepubliceerd op 29 mei 2007. Artikel 1. Definities - dakoppervlakte: de oppervlakte

Nadere informatie

Toelichting wateroverlast mei-juni Sint-Truiden

Toelichting wateroverlast mei-juni Sint-Truiden Toelichting wateroverlast mei-juni 2016 Sint-Truiden Locaties van de brandweerinterventies m.b.t. wateroverlast op het grondgebied van Sint-Truiden in maanden mei en juni 2016 Gebied ten zuiden van stadskern

Nadere informatie

7 ARTIKEL 7: CLUSTER S GRAVENWEZEL

7 ARTIKEL 7: CLUSTER S GRAVENWEZEL 7 ARTIKEL 7: CLUSTER S GRAVENWEZEL ART.7.0. BASISRECHTEN Deze cluster situeert zich binnen de perimeter noordelijke en oostelijke open ruimte. De zonevreemde woningen zijn gelegen in ruimtelijk kwetsbaar

Nadere informatie

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN INHOUD Artikel 0. Algemene bepalingen 1 0.1 Algemene voorschriften... 1 0.1.1 Werken/constructies in functie van openbaar nut, en milieutechnische ingrepen... 1

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 juni 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 juni 2016 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 juni 2016 Besluit A-punt GOEDGEKEURD Stadsontwikkeling / Vergunningen Samenstelling de heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN INHOUD 0. ALGEMENE BEPALINGEN 1 0.1 Algemene Definities... 1 0.1.1 Hoofdbestemming nevenbestemming van het hoofdgebouw... 1 0.1.2 Bouwdiepte... 1 0.1.3 Bouwlaag...

Nadere informatie

Waterplan. Geenraderweg ong. Rozendaal GR Meijel AR Baexem

Waterplan. Geenraderweg ong. Rozendaal GR Meijel AR Baexem Waterplan Geenraderweg ong., Baexem Inrichtinghouder: Adres inrichting : ANR Projecten B.V. Rozendaal 28 5768 GR Meijel Geenraderweg ong. 6095 AR Baexem Datum : 28-08-2013 1. Initiatief Het initiatief

Nadere informatie

SIGNAALGEBIED INDUSTRIEGEBIED E17 DEERLIJK ANALYSE MOGELIJKE COMPENSATIE SEPTEMBER 2015 IN OPDRACHT VAN INTERCOMMUNALE LEIEDAL

SIGNAALGEBIED INDUSTRIEGEBIED E17 DEERLIJK ANALYSE MOGELIJKE COMPENSATIE SEPTEMBER 2015 IN OPDRACHT VAN INTERCOMMUNALE LEIEDAL NOTA SIGNAALGEBIED INDUSTRIEGEBIED E17 DEERLIJK ANALYSE MOGELIJKE COMPENSATIE SEPTEMBER 2015 IN OPDRACHT VAN INTERCOMMUNALE LEIEDAL Disclaimer HydroScan en degenen die aan dit rapport hebben meegewerkt,

Nadere informatie

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Waterparagraaf Heistraat Zoom Waterparagraaf Heistraat Zoom In Zeelst aan de Heistraat is een ontwikkeling gepland. Voor deze ontwikkeling dient een omgevingsvergunning te worden opgesteld waarvan deze waterparagraaf onderdeel uit

Nadere informatie

Voorontwerp infiltratievoorzieningen en RWA- leidingen

Voorontwerp infiltratievoorzieningen en RWA- leidingen MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft : Woningstichting Barneveld : Wolter Tijssen : Wouter Woortman : B4699-03-004 : Watertoets : Voorontwerp waterhuishouding Ons kenmerk : WA-LW20090339 Datum :

Nadere informatie

OM MEER TE WETEN OVER DE INRICHTINGEN

OM MEER TE WETEN OVER DE INRICHTINGEN OM MEER TE WETEN OVER DE INRICHTINGEN De meest voorkomende inrichtingen worden hieronder vermeld. Voor meer details, raadpleeg www.nwrm.eu (NWRM: Natural Water Retention Measures), Europese nomenclatuur

Nadere informatie

CONCREET VOORBEELD. Ga vervolgens naar stap 2

CONCREET VOORBEELD. Ga vervolgens naar stap 2 CONCREET VOORBEELD STAP 1: Baken binnen de SBZ de toetszone af op basis van de berekende contour van de projectspecifieke grondwaterstandverandering. stap 2 Uitwerking stap 1. De Voortoets geeft aan dat

Nadere informatie

Projectplan Anti-verdrogingsmaatregelen in Gilze (Lijndonk en Molenakkerweg)

Projectplan Anti-verdrogingsmaatregelen in Gilze (Lijndonk en Molenakkerweg) Zaaknummer Djuma: 11396 Nummer projectplan Djuma: 19024 Projectplan Anti-verdrogingsmaatregelen in Gilze (Lijndonk en Molenakkerweg) 1. Aanleiding Aan de Lijndonk en Molenakkerweg te Gilze liggen twee

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie directie Leefmilieu dienst Integraal Waterbeleid vergadering van 15 maart 2018 aanwezig Briers Jan, gouverneur-voorzitter Vercamer Alexander Hertog Peter Dauwe Jozef Bruggeman Hilde Couckuyt Eddy leden

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied HEIKEN VORSELAAR

Ontwerp startbeslissing signaalgebied HEIKEN VORSELAAR Ontwerp startbeslissing signaalgebied HEIKEN VORSELAAR STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door Vlaamse Regering dd 14/1/2014 LEESWIJZER Op 24 januari 2014 nam de Vlaamse Regering een beslissing over de vervolgstappen

Nadere informatie

Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011

Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011 Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011 GEZIEN EN VOORLOPIG AANGENOMEN DOOR DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN OP BEVEL:... DE VOORZITTER

Nadere informatie

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve Inleiding Dit document is opgesteld als vervolg en update van de analyse van de waterhuishouding, opgesteld in januari 2008. Toen is geconstateerd dat de

Nadere informatie

Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel

Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel De heer M.C.M. Sieben is voornemens een nieuwe rundveestal op te richten op het perceel, kadastraal bekend als gemeente Nederweert, sectie

Nadere informatie

Vlaanderen is milieu VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ

Vlaanderen is milieu VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ Vlaanderen is milieu Opstellen van richtlijnen voor het meten van de infiltratiecapaciteit en het modelmatig onderbouwen voor de dimensionering van infiltratievoorzieningen VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ 4.5

Nadere informatie

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc. WATERTOETSPROCES Globale checklist waterbelangen in de ruimtelijke ordening Bij het watertoetsproces let het waterschap op alle wateraspecten. Doorgaans krijgen het voorkomen van wateroverlast en de zorg

Nadere informatie

BPA ZUSSEN: situering plangebied

BPA ZUSSEN: situering plangebied BPA ZUSSEN: situering plangebied BPA ZUSSEN: situering plangebied BPA ZUSSEN: analyse plangebied 7,15ha BPA ZUSSEN: analyse plangebied bestaande woningen 40 woningen 10 open bebouwing (ca. 5-6 are per

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied KOULAAK HERENTALS

Ontwerp startbeslissing signaalgebied KOULAAK HERENTALS Ontwerp startbeslissing signaalgebied KOULAAK HERENTALS STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door Vlaamse Regering dd 24/1/2014 LEESWIJZER Op 24 januari 2014 nam de Vlaamse Regering een beslissing over de vervolgstappen

Nadere informatie

Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren

Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Spoorweginfrastructuur

Nadere informatie

Betreft: Advies over de planmer-screening met betrekking tot wijziging RUP zonevreemd bedrijf Nieuwmoer te Kalmthout Aanvrager: gemeente Kalmthout

Betreft: Advies over de planmer-screening met betrekking tot wijziging RUP zonevreemd bedrijf Nieuwmoer te Kalmthout Aanvrager: gemeente Kalmthout Vlaamse Overheid Koning Albert II laan 20 bus 16 1000 BRUSSEL T 02 214 21 11 F 02 553 21 05 www.vmm.be Urbis et Terra Schaffensestraat 3 3290 DIEST uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen 2/2/2017

Nadere informatie

Landgoed De Hattert. Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas. Datum : 1 oktober 2010. : Ir. L.J.A.M.

Landgoed De Hattert. Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas. Datum : 1 oktober 2010. : Ir. L.J.A.M. Landgoed De Hattert Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas Datum : 1 oktober 2010 Auteur Opdrachtgever : Ir. L.J.A.M. van Nierop : P. van Kempen VOORWOORD In opdracht van de heer

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Optimalisatie Tangebeekcollector (22.229) Initiatiefnemer:

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Optimalisatie Tangebeekcollector (22.229) Initiatiefnemer: Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

Stedenbouwkundig uittreksel Inlichtingenformulier vastgoedinformatie

Stedenbouwkundig uittreksel Inlichtingenformulier vastgoedinformatie Stedenbouwkundig uittreksel Inlichtingenformulier vastgoedinformatie Departement Grondgebiedszaken Stedenbouw Contact Sofie Roose T 056 733 374 sofie.roose@harelbeke.be Bellis'immo Iepersestraat 120 8890

Nadere informatie