De POK. en de praktijk. De staat van de praktijkovereenkomst in het middelbaar beroepsonderwijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De POK. en de praktijk. De staat van de praktijkovereenkomst in het middelbaar beroepsonderwijs"

Transcriptie

1 De POK en de praktijk De staat van de praktijkovereenkomst in het middelbaar beroepsonderwijs

2 Inhoud Inleiding 3 H.1 Wettelijke criteria met betrekking tot de praktijkovereenkomst 5 H.2 Rechtspositie, verzekeringen en aansprakelijkheid 14 H.3 Extra service aan de deelnemer 25 H.4 Een evaluatie van het voorbeeld-model van de Bve-raad 32 Conclusie 35 Algemene aanbevelingen ter versterking van de rechtspositie van de mbo-er 38 Aanbevelingen ter verbetering van de praktijkovereenkomst 39 Literatuur 41 Samenvatting 42 Bijlagen 44 2

3 Inleiding Voor u ligt het verslag van het onderzoek dat de JongerenOrganisatie Beroepsonderwijs (verder JOB) naar de beroepspraktijkovereenkomst (verder POK) heeft gedaan. De beroepspraktijkvorming (BPV) is het hart van het middelbaar beroepsonderwijs. Mbo-ers brengen een groot deel van de opleidingstijd door op hun stageplaats; respectievelijk 20% tot 60% (BOL) en 60% of meer (BBL). De kwaliteit van de stage is dan ook van groot belang. Kort door de bocht kan worden gesteld: hoe beter de stage verloopt, hoe beter de vakkracht die straks de arbeidsmarkt betreedt. Het is daarom zorgwekkend te zien dat de kwaliteit van de BPV, volgens de deelnemer zèlf, te wensen overlaat. Zo schiet de begeleiding vaak tekort en laat de aansluiting tussen theorie en praktijk te wensen over. Dat blijkt uit cijfers uit ODIN I en II, klachten die zijn binnengekomen bij het Servicecentrum van de JOB en reacties van deelnemers op de themadagen over stage. 1 De JOB heeft een duidelijk signaal gekregen: er moet iets verbeteren! De praktijkovereenkomst is het juridische document waar de rechten en plichten van de deelnemer, de onderwijsinstelling en het leerbedrijf met betrekking tot de beroepspraktijkvorming in worden vastgelegd. Hierin worden de randvoorwaarden geregeld die nodig zijn om het onderwijsproces zelf goed te laten verlopen. Wanneer de deelnemer een klacht heeft in verband met de BPV, zou hij op dit document moeten kunnen terugvallen. Leenknegt (2001) bespreekt in bestuurlijke en juridische aspecten van de WEB het gebruik van de praktijkovereenkomst. Hij stelt: Bijna tweederde van alle respondenten geeft echter aan dat gedurende de praktijkperiode weinig tot zeer weinig wordt teruggegrepen op deze praktijkovereenkomst. Als er wel op teruggegrepen wordt, dan gebeurt dit vooral op initiatief van de unit of het bedrijf en in mindere mate op initiatief van de deelnemer. 2 De JOB is dan ook erg benieuwd wat de deelnemer in de praktijk aan de POK heeft. Dit was reden genoeg voor de JOB om zelf te onderzoeken, hoe de rechten en plichten van de mbo-er in dit document staan beschreven. Om erachter te komen hoe de relatie tussen de deelnemer, de praktijkbiedende organisatie en de onderwijsinstelling in de POK is opgetekend, zijn 72 onderwijsinstellingen benaderd met het verzoek of zij ons de model praktijkovereenkomst (zowel BOL als BBL) wilden toesturen. Op dit verzoek hebben 58 instellingen positief gereageerd. Er is slechts één onderwijsinstelling die expliciet heeft geweigerd aan dit onderzoek deel te nemen. De reden die zij hebben opgegeven was, dat zij andere prioriteiten hadden. Bij de overige instellingen waren het, voor zover wij kunnen beoordelen, voornamelijk problemen van organisatorische aard die hebben verhinderd dat zij aan dit onderzoek hebben deelgenomen. Naast de 1 Zie ook: Inspectie van het Onderwijs, Onderwijsverslag, (Utrecht 2004) p G.J. Leenknegt, Bestuurlijke en juridische aspecten van de WEB. Andere bestuurlijke verhoudingen, vermindering bestuurslast, (Wateringen 2001) p

4 toegezonden praktijkovereenkomsten, is gebruik gemaakt van een aantal onderzoeksrapporten en vakliteratuur. Met betrekking tot een aantal (met name juridische) onderwerpen heeft de JOB een beroep gedaan op de expertise van een aantal organisaties. Het onderzoek is gestart en uitgezet door de beleidsmedewerker. De praktijkovereenkomsten zijn beoordeeld door een mbo stagiair. De criteria met betrekking tot de toegankelijkheid van de POK zijn door twee stagiaires getoetst. Beide stagiaires volgden de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening, richting openbaar bestuur op niveau vier. De gegevens zijn vervolgens nagekeken door de beleidsmedewerker. Zij is tevens verantwoordelijk voor de coördinatie, data interpretatie en de verslaglegging van het onderzoek. De beleidsmedewerker is gedurende het onderzoek bijgestaan door een adviescommissie. De adviescommissie bestaat uit een medewerker van Colo, de Bve-raad, de Inspectie van het Onderwijs, het ministerie van OCW en de oud-voorzitter van de JOB. De leden hebben input gegeven en een advies uitgebracht over het eindverslag. De JOB wil de leden van de adviescommissie bij deze bedanken en haar waardering uitspreken voor hun inzet. Als eerste zijn de praktijkovereenkomst getoetst aan de criteria die staan beschreven in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs. Vervolgens heeft de JOB een aantal aanvullende criteria opgesteld met daarin de interpretatie van deze criteria uit de WEB volgens de JOB. Daarbij is rekening gehouden met zaken die voor de deelnemer van belang zijn. Dit wordt besproken in het eerste hoofdstuk. Gedurende het onderzoek kwam naar voren dat er veel onduidelijkheid blijkt te bestaan over de rechtspositie van de deelnemer tijdens zijn stage en de manier waarop de deelnemer is verzekerd. Daarom is hier in hoofdstuk twee apart aandacht aan besteed. In het derde hoofdstuk is de POK getoetst aan een aantal voor de deelnemer relevante criteria, waaronder de vergoedingen en de mate waarin de POK voor een mbo-er een toegankelijk en transparant document is. Tot slot wordt in hoofdstuk vier een beknopte evaluatie van de voorbeeld-model praktijkovereenkomst van de Bve-raad gegeven. Het onderzoek heeft geleid tot een aantal aanbevelingen voor de verbetering van de rechtspositie van de deelnemer rondom de stage èn een aantal aanbevelingen ter verbetering van de POK. Dit eindverslag is verspreid in de sector. Iedere onderwijsinstelling die heeft meegedaan aan dit onderzoek, heeft naast het verslag en de algemene aanbevelingen, een aantal individuele aanbevelingen ontvangen die specifiek op de POK van hun onderwijsinstelling van toepassing zijn. De JOB hoopt dat de resultaten van dit onderzoek en de aanbevelingen die de onderwijsinstellingen daarbij ontvangen, een aantal aanknopingspunten bieden om de praktijkovereenkomst beter af te stemmen op de wensen en behoeften van de mbo-er, zodat de rechtspositie van de deelnemer tijdens de stage in de toekomst beter wordt gewaarborgd. 4

5 H.1 Wettelijke criteria met betrekking tot de praktijkovereenkomst Met de invoering van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (kortweg WEB) is tevens de POK in het leven geroepen. De praktijkovereenkomst regelt de rechten en plichten van de onderwijsinstelling, de deelnemer én het leerbedrijf tijdens de stage. In de WEB worden een aantal (rand)voorwaarden beschreven waar de praktijkovereenkomst in ieder geval aan moet voldoen. De Inspectie van het Onderwijs stelt, dat in het jaar 2001 ruim 60% van alle praktijkovereenkomsten aan alle wettelijke criteria voldoen. 3 In het onderwijsoverslag over 2002 is dat aantal toegenomen naar 70,5% De WEB De criteria die vanuit de wet aan de beroepspraktijkovereenkomst worden gesteld, staan beschreven in artikel 7.2.8, lid 2 van de WEB. 5 Deze wettelijke criteria zijn in dit hoofdstuk als leidraad genomen om de POK s te beoordelen. Artikel lid 2 stelt: De overeenkomst regelt de rechten en verplichtingen van de partijen en omvat met inachtneming van het dienaangaande bij of krachtens de wet bepaalde, ten minste bepalingen over: A) De duur van de overeenkomst en de omvang van de periode van de beroepspraktijkvorming, B) de begeleiding van de deelnemer, C) dat deel van de eindtermen dat de deelnemer tijdens de praktijkperiode dient te realiseren en de beoordeling daarvan, en D) de gevallen waarin en de wijze waarop de overeenkomst voortijdig kan worden ontbonden. 6 De JOB heeft deze wettelijke criteria vertaald naar de volgende onderzoekscriteria: Duur van de overeenkomst; Omvang van de BPV; Begeleiding van de deelnemer; Eindtermen; Beoordeling; Gevallen voortijdig einde POK; Manier van voortijdig beëindigen van de POK. 3 Inspectie van het Onderwijs, Onderwijsoverslag over het jaar 2001, (Utrecht 2002) p Inspectie van het Onderwijs, Onderwijsverslag over het jaar 2002, (Utrecht 2003) p N.B. artikel , lid 2, sub A is inmiddels gewijzigd. Omdat deze wijziging nog niet van kracht was op het moment dat de JOB de praktijkovereenkomsten heeft opgevraagd, worden de overeenkomsten aan de wettelijke criteria van het toen geldige artikel getoetst. 6 Wet Educatie en Beroepsonderwijs, artikel 7.2.8, lid 2 5

6 1.1.1 Duur en omvang De WEB schrijft voor dat uit de praktijkovereenkomst duidelijk moet blijken wat de duur en de omvang van het praktijkgedeelte is. Er is één onderwijsinstelling die een onvolledige praktijkovereenkomst heeft toegestuurd. Deze POK wordt daarom wat betreft de duur en de omvang buiten beschouwing gelaten. De JOB heeft voor de duur van de POK gekeken naar de aanwezigheid van één van de volgende twee punten: Begin- en einddatum; Aantal maanden of weken. Van de 57 onderzochte praktijkovereenkomsten, wordt er in 56 een begin- en einddatum vermeld. Er is één onderwijsinstelling die de duur van de BPV periode in maanden / weken aangeeft. Er kan dus worden gesteld dat alle beoordeelde praktijkovereenkomsten de duur van de BPV periode duidelijk in de overeenkomst aangeven. Naast de duur van de praktijkovereenkomst, dient ook helder uit de POK te blijken wat de omvang van de BPV periode is. De JOB heeft onderzocht of één van de volgende punten in de POK stond weergegeven: Aantal studiebelastingsuren; Aantal uren per week; Aantal dagen per week en het aantal uren per dag. In totaal geven 55 van de 57 praktijkovereenkomsten de omvang van de BPV aan. 32 onderwijsinstellingen doen dit door het aantal studiebelastingsuren te vermelden. In 29 contracten wordt het aantal klokuren per week vermeld. Er zijn 15 onderwijsinstellingen die op meerdere manieren aangeven wat de omvang van de BPV periode is. Er zijn twee onderwijsinstellingen die zowel het aantal dagen per week vermelden als het aantal uren per dag. In twee praktijkovereenkomsten wordt de omvang in dagen aangegeven. Er zijn twee POK s waarin de omvang van de BPV niet is vermeld. Daarmee voldoet 3% niet aan de wettelijke eis om de omvang van de BPV aan te geven. De volgende bepalingen die uit hoofde van de WEB in de praktijkovereenkomst moeten worden opgenomen, zijn bepalingen over de begeleiding, het deel van de eindtermen dat gerealiseerd dient te worden tijdens de BPV en de beoordeling van de BPV. Er is geen enkele onderwijsinstelling die geen bepalingen in de POK heeft opgenomen over de begeleiding. Ook wordt er in alle praktijkovereenkomsten iets vermeld over de te behalen eindtermen en over de beoordeling daarvan. Op deze punten voldoen alle door de JOB ontvangen praktijkovereenkomsten aan de wettelijke criteria. 6

7 Voor de beoordeling van deze wettelijke criteria is er in eerste instantie alleen gekeken naar het al dan niet voorkomen van de woorden begeleiding, eindtermen en beoordeling. Vervolgens heeft de JOB een aantal aanvullende criteria opgesteld met daarin de afspraken die volgens de JOB ten minste over deze onderwerpen in de POK zouden moeten worden gemaakt. Wanneer er wordt gekeken wat er precies over deze onderwerpen wordt gezegd, dan blijkt er zeer grote variatie tussen de contracten te bestaan Begeleiding De meeste onderwijsinstellingen hebben onder het kopje begeleiding iets opgenomen als: de onderwijsinstelling wijst uit haar midden een begeleider aan en het leerbedrijf wijst een praktijkopleider aan In de overgrote meerderheid van de praktijkovereenkomsten wordt tevens benoemd wie de begeleider vanuit de onderwijsinstelling en vanuit het leerbedrijf is. 45 van de 58 (78%) overeenkomsten vermelden de naam van de begeleider vanuit de onderwijsinstelling èn 47 (81%) van de 58 die van de begeleider vanuit het leerbedrijf. 43 van de 58 onderwijsinstellingen (74%) vermelden zowel de naam van de begeleider vanuit school als die vanuit het bedrijf met naam en toenaam in de praktijkovereenkomst. In veertien praktijkovereenkomsten (24%) worden zowel de naam van de beide begeleiders als de contactgegevens, bijvoorbeeld een mobiel telefoonnummer of een doorkiesnummer, vermeld. Er zijn vijf praktijkovereenkomsten (9%) waarin wordt aangegeven op hoeveel contacturen met de begeleider vanuit de onderwijsinstelling de deelnemer ten minste recht heeft. 7 In vier POK s is dat ten minste één uur, in één is dat twee uur. Er is één overeenkomst waarin staat dat er regelmatig contact is met de begeleider vanuit de onderwijsinstelling. Drie POK s vermelden daarnaast dat de deelnemer recht heeft op begeleiding vanuit het leerbedrijf. Dit varieert van één keer per week tot begeleiding bij alle activiteiten. Overigens is het recht op begeleiding vanuit het leerbedrijf al in de erkenningscriteria van het leerbedrijf verwerkt. Het zou voor de deelnemer echter wel inzichtelijk(-er) moeten worden gemaakt dat hij hier recht op heeft. Er moet in de POK worden vermeld waar en/of bij wie de deelnemer terecht kan voor hulp of meer informatie indien hij een klacht heeft over de begeleiding vanuit het leerbedrijf. Veertien praktijkovereenkomsten bieden de mogelijkheid om individuele afspraken vast te leggen. In drie POK s lijken individuele afspraken eerder uitzondering; deze kunnen als aanhangsel bij de POK worden gevoegd. Elf 7 N.B. het gaat hier over het aantal uren begeleiding gedurende de hele stageperiode. 7

8 POK s hebben op het voorblad een aantal blanco regels opgenomen voor nadere afspraken met betrekking tot de begeleiding. Wanneer het dus gaat om concretere afspraken of het aantal uren begeleiding waar de deelnemer ten minste recht op heeft, kan worden gezegd dat 34% van de praktijkovereenkomsten (20 in totaal) hier iets meer informatie over geven. Er zijn twee POK s waar ook in is opgenomen dat de school verantwoordelijk is voor het verzorgen van stagevoorbereiding. De POK geeft geen garanties over de bereikbaarheid van de begeleiders. Twee overeenkomsten vormen hier een uitzondering op. In één POK staat: de begeleider is doorgaans bereikbaar voor de deelnemer, in de andere praktijkovereenkomst kunnen er nadere afspraken over de overlegmomenten worden gemaakt. Geen enkele POK vermeldt iets over een (telefonisch) spreekuur van de begeleiders. Er is daarmee geen enkele praktijkovereenkomst die aan alle JOB-criteria voldoet. In de meeste contracten wordt vermeld dat er begeleiding is of dat er begeleiders zijn en vaak ook wie dat zijn. Echter op hoeveel contacturen de deelnemer ten minste recht heeft, wanneer de begeleiders bereikbaar zijn of wat de deelnemer van zijn begeleiders kan verwachten, staat in de meeste gevallen niet in de POK. Wanneer er wordt bekeken welke rechten de deelnemer met betrekking tot zijn begeleiding daadwerkelijk aan de praktijkovereenkomst kan ontlenen, is dat in 35 contracten (60%) niet meer dan het feit dat er begeleiding is. Negen onderwijsinstellingen (16%) verwijzen wat betreft de regels met betrekking tot de begeleiding naar een ander document. In de meeste gevallen is dat de OER of het BPV handboek Eindtermen Ook wat betreft het artikel over de eindtermen zijn er grote verschillen terug te vinden tussen de overeenkomsten. Er zijn negen onderwijsinstellingen die een aanhangsel bij de POK hebben gevoegd waar de tijdens de BPV perioden te behalen eindtermen of deelkwalificaties worden uitgeschreven. Dertien POK s vermelden de eindtermen op het voorblad en slechts één POK heeft een beschrijving van de taken in de POK opgenomen. Uit 38% van de praktijkovereenkomsten blijkt dus welke eindtermen of taken de deelnemer tijdens de stage in ieder geval zou moeten leren. De meeste POK s hebben echter een weinig concrete formulering als: tijdens de BPV periode worden de landelijke eindtermen gerealiseerd zoals die in het onderwijs- en examenreglement zijn beschreven. Het onderwijs- en examenreglement (de OER) wordt niet standaard aan iedere deelnemer uitgedeeld. De deelnemer heeft wel een inzagerecht in de OER maar hij is lang niet altijd op de hoogte waar en/of bij wie hij dit document kan inzien. Als de onderwijsinstelling een studiegids of BPV-gids heeft, is daar in de meeste gevallen een verkorte samenvatting van de OER 8

9 in opgenomen. Maar ook dit is niet altijd en niet overal het geval. Het volgende citaat is illustratief: als er sprake is van een POB (praktijk opleidingsboek) staan daarin de specifieke BPV eindtermen vermeld. Er zijn overigens ook onderwijsinstellingen die de OER wel aan de deelnemers uitreiken of die de tekst op de website hebben geplaatst. Maar de OER is doorgaans voor de deelnemer een zeer ontoegankelijk document. Het is dan ook de vraag of de deelnemer bij de ondertekening van de POK werkelijk op de hoogte is welke eindtermen hij tijdens zijn stage moet leren. Uit de praktijkovereenkomst blijkt vaak alleen dat er eindtermen tijdens de stage moeten worden behaald, maar niet welke dat zijn. Daarbij komt dat de deelnemer bij problemen tijdens zijn stage moet kunnen terugvallen op de praktijkovereenkomst. Wanneer de werkzaamheden tijdens de stage onvoldoende aansluiten op de inhoud van de opleiding, heeft de deelnemer niets aan een praktijkovereenkomst waarin geen concretere richtlijnen zijn afgesproken over de werkzaamheden die hij tijdens zijn stage zal gaan uitvoeren Beoordeling De meeste onderwijsinstellingen, zo n 92 %, hebben met betrekking tot de beoordeling een standaard formulering in de POK opgenomen als: Het bevoegd gezag van de onderwijsinstelling beoordeelt of de deelnemer de overeengekomen eindtermen heeft gerealiseerd. In drie POK s is te achterhalen wat de naam is van degene door wie de deelnemer wordt beoordeeld. Daarnaast zijn er twee praktijkovereenkomsten waarin de naam te achterhalen is van een eventuele medebeoordelaar. Er zijn vijf praktijkovereenkomsten die een opsomming geven van de punten of onderdelen aan de hand waarvan een deelnemer wordt beoordeeld. Er is slechts één praktijkovereenkomst waarin wordt vermeld door wie de deelnemer wordt beoordeeld en op basis waarvan de beoordeling zal plaatsvinden. De meeste praktijkovereenkomsten, 50 in totaal, verwijzen voor de regels met betrekking tot de beoordeling naar de OER of bijvoorbeeld het BPV handboek. Uit de overige overeenkomsten wordt helemaal niet duidelijk of de deelnemer bij ondertekening van de POK op de hoogte is van de punten waarop hij tijdens zijn stage beoordeeld zal worden en door wie hij beoordeeld wordt. In totaal verwijzen 54 van de 58 onderwijsinstellingen voor één (of meerdere) van de bovengenoemde criteria naar het onderwijs- en examenreglement of naar (bijvoorbeeld) het BPV handboek. Twintig daarvan hebben een passage in de POK opgenomen waarmee de deelnemer bij ondertekening verklaart dat hij deze documenten heeft ontvangen. Daarnaast zijn er negen 9

10 praktijkovereenkomsten waar de deelnemer bij ondertekening verklaart kennis te hebben genomen van de documenten waar naar wordt verwezen. In geen enkele praktijkovereenkomst moet hier echter apart voor worden getekend. Bij vijf onderwijsinstellingen zijn de POK en de OER in één document verwerkt. Eén praktijkovereenkomst vermeldt waar en bij wie deze documenten ter inzage liggen Voortijdige beëindiging van de POK Voorts schrijft artikel 7.2.8, lid 2 sub d van de WEB voor dat de POK bepalingen moet bevatten over de gevallen waarin de POK voortijdig kan worden beëindigd. Ook moet worden aangegeven welke procedure in zo n geval dient te worden gevolgd. In alle praktijkovereenkomsten is er een kopje einde overeenkomst opgenomen met daaronder bepalingen in welke gevallen (of een aantal daarvan) de POK (voortijdig) eindigt. Hoewel hiermee wellicht formeel aan de wettelijke criteria is voldaan, kunnen de bepalingen die hier zijn opgenomen in de meeste gevallen als zeer eenzijdig worden bestempeld. Doorgaans wordt namelijk alleen vermeld onder welke omstandigheden het contract door het leerbedrijf en/of de onderwijsinstelling kan worden verbroken. Daarnaast staat er in een aantal overeenkomsten een algemene bepaling in de trant van: deze overeenkomst eindigt indien één der partijen op grond van zwaarwegende omstandigheden beëindiging noodzakelijk acht Hiermee is formeel benoemd dat de deelnemer het contract ook kan ontbinden, maar dit is naar de mening van de JOB op zo n wijze gesteld dat de deelnemer dit er zelf in veel gevallen niet uit zal halen. Daarbij komt dat het voor een deelnemer niet duidelijk is wat er onder zwaarwegende omstandigheden wordt verstaan. Het is daarmee voor een mbo-er totaal niet inzichtelijk onder welke omstandigheden de POK door hem eerder kan worden beëindigd. Dit is op zijn minst opmerkelijk omdat de praktijkovereenkomst ook door de deelnemer wordt ondertekend. De deelnemer zou daarom ook op de hoogte moeten zijn van de gevallen waarin de praktijkovereenkomst door hem (voortijdig) kan worden ontbonden. Er zijn slechts drie praktijkovereenkomsten die expliciet aangeven dat het contract ook door de deelnemer kan worden ontbonden. In een aantal praktijkovereenkomsten is een artikel opgenomen over een vervangende praktijkplaats. Het betreft hier een vervangende praktijkplaats indien de bestaande stageplaats conform de bepalingen in artikel van de WEB niet meer voldoet. Daarmee beschrijft dit artikel tevens een aantal, voor de deelnemer zeer relevante, omstandigheden waarin de POK voortijdig kan worden ontbonden. Het vermelden van de bepalingen in bovengenoemd artikel, wordt in dit onderzoek dan ook meegerekend bij de beoordeling of de praktijkovereenkomst aan sub d van lid 2 van artikel van de WEB voldoet. In totaal zijn er 51 onderwijsinstellingen die hier in de POK 10

11 iets over vermelden. 25 daarvan hebben hier een apart artikel over opgenomen in de POK. De anderen hebben deze bepaling gerangschikt onder einde overeenkomst. Er zijn twee praktijkovereenkomsten die vermelden waar of bij wie de deelnemer in zo n geval meer informatie of hulp kan vragen. Zeven overeenkomsten vermelden helemaal niets over de bepalingen in artikel van de WEB en voldoen daarmee niet aan de wettelijke criteria zoals ze in dit onderzoek zijn geïnterpreteerd Wijze voortijdig einde praktijkovereenkomst Ook over de wijze waarop de praktijkovereenkomst voortijdig kan worden ontbonden, wordt weinig duidelijkheid gegeven. De meeste instellingen, 54 in totaal, vermelden wel dat dit schriftelijk dient te gebeuren. Maar aan wie het schrijven moet worden gericht, wat daar precies in zou moeten staan en binnen welk tijdsbestek dit zou moeten gebeuren, wordt niet vermeld. Achttien praktijkovereenkomsten melden dat er eerst een gesprek moet plaatsvinden tussen de betrokken partijen en dat de afspraken daarna schriftelijk moeten worden bevestigd. Er wordt echter niet vermeld wat de deelnemer moet doen als hij het niet eens is met de uitkomst van dat gesprek. Er wordt slechts in twee praktijkovereenkomsten benoemd dat de deelnemer bezwaar kan maken tegen het besluit van de andere partijen om de POK voortijdig te beëindigen en hoe dit moet worden gedaan. Eén onderwijsinstelling verwijst naar de brochure voortijdige beëindiging praktijkovereenkomst van de Bve-raad. 8 Uit de onderstaande tabel blijkt dat de overgrote meerderheid van de praktijkovereenkomsten (78%) formeel aan alle hier onderzochte wettelijke criteria voldoen. Er is echter alleen gekeken of er in de praktijkovereenkomst bepalingen over de onderwerpen uit artikel lid 2 van de WEB voorkomen. De inhoud van deze bepalingen is hier buiten beschouwing gelaten. Tabel 1: formeel voldaan aan alle wettelijke criteria Criteria Aantal onderwijsinstellingen percentage Duur BPV % Omvang BPV % Begeleiding % Welk deel van de eindtermen % Beoordeling % Gevallen voortijdig einde POK 51 88% Wijze voortijdig einde POK 54 93% Totaal 45 78% Bron: JongerenOrganisatie Beroepsonderwijs 8 N.B. deze brochure is een informatiebrochure voor de leden van de Bve-raad (2000). 9 N.B. hier is één onvolledige praktijkovereenkomst buiten beschouwing gelaten. 10 N.B. Idem 11

12 Wanneer er aan de hand van de criteria die de JOB heeft opgesteld, wordt gekeken wat er precies is afgesproken over de onderwerpen uit bovengenoemd wetsartikel, ontstaat er een ander beeld. Welke rechten de deelnemer daadwerkelijk aan de praktijkovereenkomst kan ontlenen, maakt onderstaande tabel duidelijk. Tabel 2: wettelijke criteria volgens de JOB JOB criteria aantal percentage Naam van de begeleider vanuit school 45 78% Naam van de begeleider bedrijf 47 81% Beide begeleiders + contactgegevens vermeld 14 24% Minimum aantal uren begeleiding in POK 5 9% Algemene afspraken over contact met begeleider 1 2% Mogelijkheid individuele afspraken begeleiding 14 24% Afspraken over stagevoorbereiding 2 3% Bereikbaarheid van de stagebegeleider 2 3% Lijst met te behalen eindtermen 22 38% Functie /taakomschrijving 1 2% Naam beoordelaar staat in de POK 3 5% Naam eventuele medebeoordelaar in de POK 2 3% Er staat in de POK waar de deelnemer op wordt 5 9% beoordeeld Vermeld door wie en op basis waarvan wordt 1 2% beoordeeld Er wordt benoemd dat de deelnemer het contract 3 5% kan ontbinden De gevallen waarin de deelnemer het contract kan 3 5% ontbinden worden beschreven Wijze waarop de deelnemer bezwaar kan maken 2 3% tegen ontbinding van de POK vermeld Verwijzing naar meer informatie over voortijding 3 5% ontbinden van de POK Bron: JongerenOrganisatie Beroepsonderwijs Conclusie De meeste praktijkovereenkomsten voldoen aan de wettelijke criteria. Daarmee zou gesteld kunnen worden dat de rechtspositie van de deelnemer tijdens de stage bij de overgrote meerderheid van de onderwijsinstellingen voldoende is gewaarborgd. Wanneer echter wordt gekeken in hoeverre de deelnemer daadwerkelijk kan terugvallen op de praktijkovereenkomst, is er weinig reden tot optimisme. Wanneer bijvoorbeeld de begeleiding volgens de deelnemer tekort schiet of de werkzaamheden op de stageplaats onvoldoende aansluiten op de opleiding, blijkt de POK naar de maatstaven van de JOB in de meeste gevallen niet (of onvoldoende) te functioneren als instrument dat de rechtspositie van de deelnemer waarborgt. Wellicht verklaart dit ook (deels) waarom de deelnemer, zoals Leenknegt (2001) 12

13 constateert, minder vaak op de POK teruggrijpt dan het leerbedrijf of de unit. In een aantal praktijkovereenkomsten worden wel aanvullende afspraken gemaakt of er worden iets meer garanties gegeven maar er is geen enkele POK die aan alle hierboven genoemde JOB-criteria voldoet. Er dienen volgens de JOB veel concretere afspraken in de praktijkovereenkomst te worden gemaakt. In de eerste plaats zou het de helderheid voor de deelnemer zeer ten goede komen. In de tweede plaats kan de deelnemer, indien nodig, de andere contractpartijen aanspreken op de afspraken die er in de POK zijn gemaakt. 13

14 H.2 Rechtspositie, verzekeringen en aansprakelijkheid Gedurende het onderzoek is uit de praktijkovereenkomsten naar voren gekomen dat er erg veel onduidelijkheid bestaat over de rechtspositie die de deelnemer tijdens zijn stageperiode heeft. Deze rechtspositie heeft belangrijke gevolgen voor zijn rechten met betrekking tot sociale verzekeringen. Ook bleek het niet duidelijkheid te zijn wie er aansprakelijk is in het geval van een bedrijfsongeval. Daarom is hier een apart hoofdstuk aan gewijd. 2.1 De rechtspositie van de deelnemer Omdat mbo-ers die een BBL opleiding volgen doorgaans een arbeidscontract ondertekenen, hebben zij meestal de rechtspositie van werknemer. BOL deelnemers ondertekenen veel minder vaak een arbeidscontract en hebben meestal de status van stagiair. Het is echter niet juist om ervan uit te gaan dat een BBL opleiding automatisch de status van werknemer met zich meebrengt en een BOL opleiding automatisch die van stagiair. Een uitspraak van de Hoge Raad in 1982 heeft bepaald dat deelnemers in het destijdse leerlingwezen (nu de BBL opleiding), niet verplicht een arbeidscontract moeten ondertekenen. 11 Ook de WEB zegt niets over de verplichting van een arbeidscontract voor BBL ers. Andersom is het ook niet verboden dat een BOL deelnemer een arbeidsovereenkomst met zijn leerbedrijf afsluit. Het blijkt echter dat in 15 van de 58 praktijkovereenkomsten, de rechtspositie gelijk wordt gesteld aan de leerweg die door de deelnemer wordt gevolgd. Er wordt ten onrechte vanuit gegaan dat wanneer een deelnemer een BBL opleiding volgt, er sprake is van een arbeidscontract en de deelnemer de rechtspositie van werknemer heeft. Anderzijds wordt de beroepsopleidende leerweg gelijk gesteld aan de positie van stagiair. Er staat dan iets als: tijdens de BPV heeft de deelnemer in de BBL de rechtspositie van werknemer ( ) bij de BOL is geen sprake van een arbeidsovereenkomst en verandert de positie van de deelnemer dus niet. Of: Gedurende de periode van de beroepspraktijkvorming heeft de leerling de aan de ommezijde vermelde rechtspositie blijkend uit de aanduiding beroepsbegeleidende leerweg dan wel beroepsopleidende leerweg. Aan de ommezijde van de praktijkovereenkomst in kwestie, is alleen een invulmogelijkheid voor de leerweg opgenomen. De leerweg is hier synoniem 11 Hoge Raad, 29 oktober 1982, NJ 1982,

15 geworden voor de rechtspositie die de deelnemer gedurende zijn stage heeft. Dit is zorgelijk omdat er juridisch gezien een ander onderscheid bestaat. Iemand heeft de juridische status van werknemer als er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Artikel 6:10, boek 7, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek gaat over de arbeidsovereenkomst en stelt: De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. 12 Dit artikel beschrijft een situatie waar sprake is van een arbeidsovereenkomst. Of er daadwerkelijk een contract is ondertekend, is niet relevant. Leenknegt stelt in de evaluatie van de WEB: Als de praktijkovereenkomst voorziet in een vergoeding van de kant van het bedrijf voor arbeid die de deelnemer in het kader van de beroepspraktijkvorming in het bedrijf verricht ( ) dan is er sprake van een arbeidsovereenkomst tussen de deelnemer en het bedrijf. 13 Leenknegt beroept zich hier op artikel 7:610 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek dat stelt: Indien een overeenkomst zowel aan de omschrijving van lid 1 voldoet als aan die van een andere door de wet geregelde bijzondere soort van overeenkomst, zijn de bepalingen van deze titel en voor de andere soort van overeenkomst gegeven bepalingen naast elkaar van toepassing. In geval van strijd zijn de bepalingen van deze titel van toepassing. 14 Lid twee is dus niet noodzakelijk van toepassing op de praktijkovereenkomst die in een stagevergoeding voorziet. Lid één gaat er namelijk van uit dat er sprake is van salaris. Dat wil zeggen, loon dat aan de wettelijke eisen voor het minimum (jeugd)loon voldoet. Dit is iets anders dan een stagevergoeding omdat deze doorgaans zo laag is dat er niet van salaris kan worden gesproken. Er kunnen overigens wel deelnemers zijn die geen arbeidsovereenkomst hebben ondertekend maar die volgens artikel 7:610 toch als werknemer worden aangemerkt, bijvoorbeeld wanneer de stagevergoeding zo hoog is dat het als salaris kan worden beschouwd of omdat er andere zaken als loon worden meegerekend. Doorgaans gaat men er echter vanuit dat er bij deze groep deelnemers geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. 15 Hoewel deze aanname correct is, moet deze wel worden genuanceerd. De Belastingdienst en het UWV maken inderdaad een onderscheid tussen stagiaires met een arbeidsovereenkomst en stagiaires die alleen een vergoeding ontvangen. Deze laatste groep wordt door de genoemde instanties echter wel als 12 Burgerlijk Wetboek, boek 7, artikel 610, lid 1 13 G.J. Leenknegt, Bestuurlijke en juridische aspecten van de WEB. Andere bestuurlijke verhoudingen, vermindering bestuurslast, (Wateringen 2001) p Burgerlijk Wetboek, boek 7, artikel 610, lid 2 15 Mr. Marion Treep, Arbeidsrecht, (Soest, 2003) p

16 fictieve werknemers aangemerkt, waarbij sprake is van een zogenaamd fictief dienstverband. Wat niet over het hoofd moet worden gezien is dat voor een fictief dienstverband de gewone regels voor inhoudingen op het loon gelden. Voor de premies die er voor de volksverzekeringen moeten worden afgedragen, wordt er wèl een onderscheid gemaakt. Bij een fictief dienstverband moeten alleen ZW en ZWF premies worden betaald, bij een echt dienstverband moeten naast de ZW en ZWF ook premies voor de WAO en WW worden afgedragen. Leenknegt (2001) pleit er in de evaluatie van de WEB voor om in de gevallen waarin het niet duidelijk is of de deelnemer wel of geen arbeidsovereenkomst heeft, een rechtsvermoeden te introduceren. Het gaat hier om een weerlegbaar rechtsvermoeden van arbeidsovereenkomst. Dit houdt in dat er indien er is voldaan aan de criteria die in artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek staan beschreven, wordt uitgegaan van een arbeidsovereenkomst tenzij de wederpartij dit weet te weerleggen. Dit rechtsvermoeden gaat in als iemand gedurende drie opeenvolgende maanden, wekelijks dan wel gedurende twintig uren per maand, tegen beloning arbeid voor een ander verricht. 16 Dit zou echter alleen een uitkomst bieden voor deelnemers die, naast de bovengenoemde voorwaarden, een stagevergoeding ontvangen die zo hoog is dat het als loon kan worden gekwalificeerd. Maar deelnemers die niets (of heel weinig) krijgen voor hun stage, kunnen alleen terugvallen op de POK. Het zou derhalve beter zijn om de rechtspositie van de stagiair in het algemeen te verbeteren. Logischerwijs zou dit in de eerste plaats moeten gebeuren in het document dat de rechten van de stagiair regelt: de praktijkovereenkomst. Het komt ook voor dat er in de POK een bepaling is opgenomen dat de deelnemer tijdens zijn stage de rechtspositie van stagiair behoudt, ongeacht of er wel of geen arbeidsovereenkomst met het leerbedrijf is. Dit is in strijd met artikel 7:610 van het BW. Indien de deelnemer een arbeidscontract ondertekent, heeft hij de juridische status van werknemer en daar kan in de POK niet van worden afgeweken. Het is in ieder geval belangrijk dat het voor de deelnemer duidelijk is, welke rechtspositie hij tijdens zijn stage heeft. Om verwarring op dit punt te voorkomen strekt het tot aanbeveling om in alle praktijkovereenkomsten duidelijk te maken of er: Sprake is van de beroepsopleidende leerweg of de beroepsbegeleidende leerweg; Wel of geen arbeidscontract is ondertekend; Of de deelnemer de rechtspositie van stagiair of werknemer heeft; Of er wel of geen stagevergoeding wordt uitgekeerd. 16 Treep, Arbeidsrecht, p

17 Onduidelijkheid over de rechtspositie van de deelnemer tijdens zijn stage kan verstrekkende gevolgen hebben, met name op het gebied van sociale verzekeringen en in een aantal gevallen ook de manier waarop de deelnemer door de onderwijsinstelling wordt verzekerd. Hoe dat op dit moment is geregeld, wordt hieronder nader besproken. 2.2 De WA-verzekering In de meeste praktijkovereenkomsten is wel een bepaling opgenomen met betrekking tot verzekeringen. Hoewel dit niet wettelijk verplicht is, sluiten 49 onderwijsinstellingen zowel een WA-goederen als een WAongevallenverzekering voor de deelnemer af. Daarnaast zijn er drie onderwijsinstellingen die een algemene WA-verzekering afsluiten. Eén instelling sluit in plaats van een WA-verzekering een collectieve verzekering voor alle deelnemers af. In vijf praktijkovereenkomsten is hier helemaal niets over geregeld. Van de 53 POK s waar wel een artikel is opgenomen over de verzekering, wordt er in 38 gevallen een volledige verzekering afgesloten. Acht instellingen sluiten alleen een verzekering voor de BOL deelnemers af. Het wordt niet duidelijk door wie BBL deelnemers zonder arbeidscontract verzekerd worden als ze op stage gaan. Zeven onderwijsinstellingen sluiten alleen een aanvullende verzekering af voor schade op de werkvloer en ongevallen. Daarbij wordt er geen onderscheid gemaakt tussen deelnemers die wel en deelnemers die geen arbeidsovereenkomst met het leerbedrijf hebben maar in een aantal gevallen wel tussen BOL en BBL deelnemers. Tabel 4: verzekering afgesloten door de onderwijsinstelling WA-algemeen 3 Waarvan alleen aanvullend 1 WA-goederen 50 Waarvan alleen aanvullend 35 Waarvan alleen voor BOL deelnemers 8 WA-ongevallen 49 Waarvan alleen aanvullend 5 Waarvan alleen BOL 8 Collectieve verzekering voor ongevallen 1 Deelnemer is volledig verzekerd 38 Deelnemer is aanvullend verzekerd 7 Alleen BOL deelnemers zijn verzekerd 8 Geen artikel over verzekeringen opgenomen 5 Bron: jongerenorganisatie Beroepsonderwijs Het lijkt erop dat een aantal deelnemers onverzekerd of onderverzekerd op stage gaat. In 20 van de 58 praktijkovereenkomsten (34%) krijgt de deelnemer te weinig of soms zelfs geen enkele garantie op een goede verzekering. Het wordt uit deze praktijkovereenkomsten bovendien niet duidelijk wie er dan wel een verzekering voor deze deelnemers af zou moeten sluiten. Ook uit de 17

18 POK s die wel iets vermelden over een verzekering, blijkt niet in alle gevallen op wie de deelnemer de eventueel geleden schade kan verhalen. 2.3 Het sociale zekerheidsstelsel Een deelnemer loopt tijdens zijn stage altijd het risico om (langdurig) arbeidsgehandicapt te raken. De gevolgen van een bedrijfsongeval kunnen heel ingrijpend zijn. Het kan betekenen dat de deelnemer zijn opleiding niet (op tijd) kan afmaken, een andere opleiding moet gaan volgen of zelfs langdurig helemaal niet meer kan werken. Het is dan ook van groot belang dat de deelnemer goed is verzekerd tegen de risico s die hij tijdens zijn stage loopt. Welke rechtspositie een deelnemer tijdens zijn stage heeft, bepaalt op welke sociale voorzieningen hij aanspraak kan maken in het geval van arbeidsongeschiktheid. 17 Dit is als volgt geregeld: Als de deelnemer een arbeidscontract heeft is er sprake van een echt dienstverband. De deelnemer is dan verzekerd voor alle werknemersverzekeringen (o.a. ziektewet, het ziekenfonds en WAO) Als de deelnemer geen arbeidscontract heeft, maar wel een vergoeding van het stagebedrijf ontvangt, beschouwen de belastingdienst en het UWV dit als een fictief dienstverband. De deelnemer is alleen verzekerd voor de ziektewet, het ziekenfonds en de Wajong Als de deelnemer geen arbeidscontract heeft en geen enkele vergoeding ontvangt, dan is er geen dienstverband. Hij is alleen verzekerd voor de Wajong. 18 Op het eerste gezicht lijkt de deelnemer die stage loopt in alle gevallen te zijn verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. Hier zitten wel wat haken en ogen aan. Het betreft deelnemers die geen arbeidsovereenkomst met het leerbedrijf hebben. De deelnemer heeft de status van stagiair en is in het geval van langdurige arbeidsongeschiktheid alleen verzekerd voor de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). De Wajong kent echter een aantal toelatingscriteria. Wanneer er wordt gekeken in welke gevallen een jongere aanspraak kan maken op een Wajonguitkering, dan gelden er beperkende regels. Artikel 5, lid 1 van de Wajong geeft de volgende definitie van een jonggehandicapte, te weten: 17 N.B. voor de volledigheid wordt hier ook vermeld of de deelnemer is verzekerd voor de ZW en ZFW. Omdat dit hoofdstuk zich beperkt tot de voorzieningen voor langdurige arbeidsongeschiktheid, wordt dit hier buiten beschouwing gelaten. 18 Zie: premieheffing/stappenplan/stap 1/ dienstbetrekking / fictieve dienstbetrekking/leerling en stagiair 18

19 In aanmerking komt de jonggehandicapte. Dat is de ingezetene, jonger dan 65 jaar die: a. op de dag waarop hij 17 jaar wordt, arbeidsongeschikt is of b. na de in onderdeel a bedoelde dag arbeidsongeschikt wordt en in het jaar, onmiddellijk voorafgaande aan de dag, waarop de arbeidsongeschiktheid is ingetreden, gedurende ten minste zes maanden studerende was. 19 Degenen die onder studerenden worden verstaan, zijn in 1998 bij een bestuurlijk besluit uitgebreid naar onder meer (mbo) stagiaires jonger dan dertig jaar. 20 Noch dit besluit noch de toelatingscriteria van de Wajong, houden echter rekening met het tijdstip in de opleiding waarop een stagiair arbeidsongeschikt kan raken. Een mbo-er die in het eerste half jaar van zijn opleiding stage loopt, geen arbeidscontract heeft, in het voorafgaande (school-)jaar geen opleiding volgde en die vervolgens tijdens de praktijkperiode arbeidsgehandicapt raakt, komt niet in aanmerking voor een Wajong-keuring. Hierbij kan worden gedacht aan voortijdig schoolverlaters die tijdens de nieuwe opleiding in het eerste half jaar stage lopen maar in het jaar daaraan voorafgaand minder dan zes maanden hebben gestudeerd. Een andere denkbare groep die niet in aanmerking komen voor de Wajong, zijn jongeren die geen ingezetenen zijn, bijvoorbeeld met een W-status. Onderstaande tabel verduidelijkt een en ander. Tabel 3: sociale zekerheid bij langdurige arbeidshandicap Omstandigheden Deelnemer WAO Wajong Arbeidsovereenkomst met het leerbedrijf X X Deelnemer zonder arbeidsovereenkomst + in voorafgaande jaar langer dan een half - X jaar studerend Deelnemer zonder arbeidsovereenkomst in het voorafgaande jaar korter dan een half jaar studerend Bron: Jongerenorganisatie beroepsonderwijs Navraag bij het UWV leert dat zij de toelatingscriteria voor de Wajong zeer strikt hanteert. Daarnaast komt het ook voor dat een jongere die wèl aan de bovengenoemde definitie voldoet om in aanmerking te komen voor een Wajong-keuring en een beroep doet op deze uitkering, deze niet krijgt toegewezen. Dit kan in het geval dat het UWV van mening is dat de desbetreffende persoon in theorie nog genoeg andere opties op de arbeidsmarkt heeft en daarom voor minder dan 25% wordt afgekeurd. 21 Hoe groot de groep jongeren is die niet onder de Wajong vallen, is niet bekend. 19 WAJONG, artikel 5, lid 1 SUB a en b. 20 Algemene maatregel van bestuur, uitbreiding van de kring van studerenden voor de toepassing van de WAJONG, d.d. 16 december UWV publieksinformatie, Amsterdam. 19

20 De JOB vindt het merkwaardig dat stagiaires die slachtoffer worden van een bedrijfsongeval, alleen kunnen terugvallen op de Wajong. De scholingsmogelijkheden in de Wajong zijn immers zeer beperkt. Mensen met een Wajong-uitkering kunnen alleen scholing inkopen via een reïntegratiebedrijf. De termijn van een dergelijk traject is maximaal twee jaar en het budget is beperkt. Een andere optie is om met toestemming van de arbeidsdeskundige van het UWV een opleiding te volgen. Een vereiste hiervoor is echter wel dat de persoon in kwestie een werkgever heeft gevonden die hem aansluitend op de scholing ten minste een half jaar in dienst neemt. In de huidige situatie worden een aantal mbo-ers niet in staat gesteld om door scholing uit de Wajong-gelden op een gelijkwaardig niveau te worden opgeleid. De JOB is er dan ook voorstander van om een aparte vangnetregeling voor stagiaires in de Wajong op te nemen. Daarin moet worden geregeld dat stagiaires die als gevolg van een ongeval tijdens de stage hun opleiding niet kunnen afmaken, een andere gelijkwaardige opleiding kunnen volgen. Ook moet het toelatingscriterium dat de jongere in het voorafgaande jaar voor het ongeval tenminste zes maanden studerende geweest moet zijn, worden geschrapt en ook mbo-ers met de W-status moeten in aanmerking komen voor deze voorziening. Tot slot moeten jongeren die te maken hebben met de prestatiebeurs en die als gevolg van een bedrijfsongeval studievertraging oplopen of zelfs hun opleiding moeten staken, worden vrijgesteld van het terugbetalen van de prestatiebeurs. 2.4 Aansprakelijkheid Wanneer de geleden schade niet wordt vergoed door een WA-verzekering of door de sociale verzekeringen, is de laatste optie om een partij aansprakelijk te stellen voor de geleden schade. Dit kan alleen door een gerechtelijke procedure te starten. De werkgever heeft een grote verantwoordelijkheid ten opzichte van zijn werknemers. Bepalingen met betrekking tot de verplichtingen van de werkgever, bijvoorbeeld ten aanzien van de veiligheid en gezondheid van de werknemers, worden onder meer geregeld in de arbeidsomstandighedenwet. Leerlingen en stagiaires vallen ook onder deze wet. 22 Hieruit vloeit voort dat de werkgever aansprakelijk kan worden gesteld indien een deelnemer schade lijdt tijdens de stage dan wel schade toebrengt aan het leerbedrijf of aan derden Letselschade Als een deelnemer tijdens zijn stage slachtoffer wordt van een bedrijfsongeval, dan kan hij de stagegever aansprakelijk stellen voor zover hij schade lijdt die niet door de sociale verzekeringswetgeving wordt gedekt; bijvoorbeeld de financiële gevolgen van studievertraging als gevolg van het ongeval. Dit kan op basis van artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek. In 54 praktijkovereenkomsten is dan ook een artikel opgenomen over de 22 Poelman, Praktijkboek Arbeidsrecht, XII

BPV goed geregeld? Een extra uitleg bij de praktijkovereenkomst. Inhoud

BPV goed geregeld? Een extra uitleg bij de praktijkovereenkomst. Inhoud Inhoud BPV goed geregeld? Een extra uitleg bij de praktijkovereenkomst Inleiding 3 1. Hoe belangrijk is de POK eigenlijk? 5 2. Wat moet er in de POK staan? 6 2.1 De administratieve gegevens 6 2.2 De algemene

Nadere informatie

Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs

Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs Inhoud 1 Formulier praktijkovereenkomst 3 2 Bijlage praktijkovereenkomst 5 20 maart 2013 treedt in werking op 1 augustus 2013 2 1. Formulier praktijkovereenkomst Dit

Nadere informatie

Praktijkovereenkomst. Versie september 2011

Praktijkovereenkomst. Versie september 2011 Praktijkovereenkomst Versie september 2011 Inhoud 1. Formulier praktijkovereenkomst...3 2. Bijlage behorend bij het formulier praktijkovereenkomst...5 3. Uitleg van de praktijkovereenkomst...7 3.1 Uitleg

Nadere informatie

Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs. Ingaande schooljaar 2015/2016

Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs. Ingaande schooljaar 2015/2016 Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs Ingaande schooljaar 2015/2016 Inhoud 1 Formulier praktijkovereenkomst 3 2 Bijlage praktijkovereenkomst 5 Treedt in werking op 1 augustus 2015 2 1. Formulier praktijkovereenkomst

Nadere informatie

Praktijkovereenkomst (POK) voor de beroepsopleidingen van ROC Leiden. Algemene Voorwaarden

Praktijkovereenkomst (POK) voor de beroepsopleidingen van ROC Leiden. Algemene Voorwaarden Praktijkovereenkomst (POK) 2016-2017 voor de beroepsopleidingen van ROC Leiden Algemene Voorwaarden Versie: definitief, 1.0, Datum: 16 juni 2016 Documentnummer: Intern/1609838 (vastgesteld door het College

Nadere informatie

Praktijkovereenkomst BBL Bedrijfsgroepen

Praktijkovereenkomst BBL Bedrijfsgroepen Praktijkovereenkomst BBL Bedrijfsgroepen Inhoud 1 Formulier praktijkovereenkomst BBL Bedrijfsgroepen 2 2 Bijlage praktijkovereenkomst BBL Bedrijfsgroepen 4 ROC West-Brabant Praktijkovereenkomst BBL Bedrijfsgroepen

Nadere informatie

Bijlage 2: Algemene voorwaarden bij het voorblad praktijkovereenkomst

Bijlage 2: Algemene voorwaarden bij het voorblad praktijkovereenkomst Bijlage 2: Algemene voorwaarden bij het voorblad praktijkovereenkomst 1. Randvoorwaarden 1.1 De studentenraad van het Da Vinci College heeft ingestemd met de modelpraktijkovereenkomst van het Da Vinci

Nadere informatie

Praktijkovereenkomst Algemene voorwaarden

Praktijkovereenkomst Algemene voorwaarden Praktijkovereenkomst Algemene voorwaarden 5. Randvoorwaarden 5.1. De studentenraad van ROC Leeuwenborgh heeft op 30 juni 2016 ingestemd met de model-praktijkovereenkomst van ROC Leeuwenborgh en de bijbehorende

Nadere informatie

Praktijkovereenkomst Deltion College

Praktijkovereenkomst Deltion College Praktijkovereenkomst Deltion College Algemene Voorwaarden Geldig vanaf 1 januari 2017 4. Randvoorwaarden 4.1 De Studentenraad van Deltion College heeft ingestemd met de model-praktijkovereenkomst van Deltion

Nadere informatie

Praktijkovereenkomst BOL

Praktijkovereenkomst BOL Praktijkovereenkomst BOL Student : 12345 Achternaam : Voorbeeldig Voorletters : B. Voornaam : Betsie Geslacht : Vrouw Geboortedatum : 1 januari 1998 Geboortegemeente : Voorschoten Adres : Voorbeeldstraat

Nadere informatie

Algemene voorwaarden BPV-blad

Algemene voorwaarden BPV-blad Algemene voorwaarden BPV-blad 1. Randvoorwaarden 1.1. De leerlingenraad van het Hout- en Meubileringscollege heeft ingestemd met de modelpraktijkovereenkomst van het Hout- en Meubileringscollege en de

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden praktijkovereenkomst

Algemene Voorwaarden praktijkovereenkomst Algemene Voorwaarden praktijkovereenkomst 2018-2019 De studentenraad van Terra heeft ingestemd met de model praktijkovereenkomst van Terra. Op deze overeenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.

Nadere informatie

PRAKTIJKOVEREENKOMST BEROEPSONDERWIJS BOL/BBL ALGEMENE VOORWAARDEN

PRAKTIJKOVEREENKOMST BEROEPSONDERWIJS BOL/BBL ALGEMENE VOORWAARDEN PRAKTIJKOVEREENKOMST BEROEPSONDERWIJS BOL/BBL ALGEMENE VOORWAARDEN Artikel 1 deze POK is afgesloten op 15 oktober 2011; deze POK is afgesloten gelet op: a. artikel 7.2.8 en 7.2.9 van de Wet Educatie Beroepsonderwijs

Nadere informatie

Algemene voorwaarden praktijkovereenkomst. Graafschap College Doetinchem

Algemene voorwaarden praktijkovereenkomst. Graafschap College Doetinchem Algemene voorwaarden praktijkovereenkomst Graafschap College Doetinchem Geldig per 1 augustus 2015 1 Jouw praktijkovereenkomst Een belangrijk onderdeel van jouw opleiding is de beroepspraktijkvorming.

Nadere informatie

Praktijkovereenkomst BBL

Praktijkovereenkomst BBL Praktijkovereenkomst BBL Deelnemer : 12345 achternaam : Voorbeeldig voorletters : B. voornaam : Betsie geslacht : Vrouw geboortedatum : 1 januari 1998 geboortegemeente : Voorschoten adres : Voorbeeldstraat

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Beroepspraktijkvormingsovereenkomst artikel 1 t/m 15

Algemene voorwaarden Beroepspraktijkvormingsovereenkomst artikel 1 t/m 15 Algemene voorwaarden Beroepspraktijkvormingsovereenkomst artikel 1 t/m 15 1. Voorwaarden 1.1 De studentenraad van Zone.college heeft ingestemd met deze Beroepspraktijkvormingsovereenkomst (BPV-overeenkomst)

Nadere informatie

Praktijkovereenkomst (Algemene Voorwaarden) versie

Praktijkovereenkomst (Algemene Voorwaarden) versie Praktijkovereenkomst (Algemene Voorwaarden) versie 2017.1 5. Randvoorwaarden 5.1. De studentenraad van SVO vakopleiding food heeft ingestemd met de modelpraktijkovereenkomst van SVO vakopleiding food en

Nadere informatie

Stageovereenkomst Algemene voorwaarden

Stageovereenkomst Algemene voorwaarden Stageovereenkomst Algemene voorwaarden 5. Randvoorwaarden 5.1. De studentenraad van ROC Leeuwenborgh heeft op 30 juni 2016 ingestemd met de model-praktijkovereenkomst van ROC Leeuwenborgh en de bijbehorende

Nadere informatie

MODEL PRAKTIJKOVEREENKOMST VOOR STAGIAIRS

MODEL PRAKTIJKOVEREENKOMST VOOR STAGIAIRS De ondergetekenden MODEL PRAKTIJKOVEREENKOMST VOOR STAGIAIRS 1. De beroepspraktijkplaatsbiedende organisatie - Bedrijf :.... - Adres :... - Postcode :... - Woonplaats :... hier vertegenwoordigd door:......

Nadere informatie

PRAKTIJKOVEREENKOMST ROC FRIESE POORT Algemene Voorwaarden (cohort )

PRAKTIJKOVEREENKOMST ROC FRIESE POORT Algemene Voorwaarden (cohort ) PRAKTIJKOVEREENKOMST ROC FRIESE POORT Algemene Voorwaarden (cohort 2016-2017) 1. Randvoorwaarden 1.1 De studentenraad van naam instelling heeft ingestemd met de modelpraktijkovereenkomst van naam instelling

Nadere informatie

Deze bepalingen van de praktijkovereenkomst behoren bij het bpv-blad van de praktijkovereenkomst ROC TOP.

Deze bepalingen van de praktijkovereenkomst behoren bij het bpv-blad van de praktijkovereenkomst ROC TOP. ALGEMENE VOORWAARDEN PRAKTIJKOVEREENKOMST ROC TOP 2018-2019 Deze bepalingen van de praktijkovereenkomst behoren bij het bpv-blad van de praktijkovereenkomst ROC TOP. 1. Randvoorwaarden 1.1 De studentenraad

Nadere informatie

VOORBEELD STAGEOVEREENKOMST

VOORBEELD STAGEOVEREENKOMST VOORBEELD STAGEOVEREENKOMST In aanmerking nemende: 1. De gunstige beoordeling van het stagebedrijf door Savantis (als bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB). 2. dat onderwijs in de praktijk van het beroep

Nadere informatie

Praktijkovereenkomst. ROC Menso Alting

Praktijkovereenkomst. ROC Menso Alting Praktijkovereenkomst ROC Menso Alting Algemene Voorwaarden 1. Randvoorwaarden 1.1. De studentenraad van ROC Menso Alting heeft ingestemd met de modelpraktijkovereenkomst van ROC Menso Alting en de bijbehorende

Nadere informatie

Aansprakelijkheid bij stages

Aansprakelijkheid bij stages Aansprakelijkheid bij stages Algemeen Artikel 6:170 BW bepaalt dat een werkgever aansprakelijk is voor een ondergeschikte. Door expliciet te spreken over een ondergeschikte heeft de wetgever beoogd dat

Nadere informatie

VOORBEELD VAN EEN LEER- WERKOVEREENKOMST MBO

VOORBEELD VAN EEN LEER- WERKOVEREENKOMST MBO VOORBEELD VAN EEN LEER- WERKOVEREENKOMST MBO In aanmerking nemende: 1. De gunstige beoordeling van het leerbedrijf door Savantis (als bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB). 2. dat onderwijs in de praktijk

Nadere informatie

SERVICEDOCUMENT BEROEPSPRAKTIJKVORMING: WAT MAG VERWACHT WORDEN VAN DE BPV?

SERVICEDOCUMENT BEROEPSPRAKTIJKVORMING: WAT MAG VERWACHT WORDEN VAN DE BPV? SERVICEDOCUMENT BEROEPSPRAKTIJKVORMING: WAT MAG VERWACHT WORDEN VAN DE BPV? Inleiding Op grond van de Wet educatie en beroepsonderwijs (hierna: WEB) zijn er aan de beroepspraktijkvorming (bpv) vereisten

Nadere informatie

overeenkomst voor de beroepspraktijkvorming

overeenkomst voor de beroepspraktijkvorming Ondergetekenden, cursist¹: overeenkomst voor de beroepspraktijkvorming voorletters: 1 e voornaam voluit: adres: postcode + woonplaats: geboortedatum: geboren te: nationaliteit: sofinummer: vertegenwoordigd

Nadere informatie

Praktijkovereenkomst BBL

Praktijkovereenkomst BBL Praktijkovereenkomst BBL Deelnemer : 12345 achternaam : Voorbeeldig voorletters : B. voornaam : Betsie geslacht : Vrouw geboortedatum : 1 januari 1998 geboortegemeente : Voorschoten adres : Voorbeeldstraat

Nadere informatie

REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN Instroom vanaf 1 augustus 2012 tot 1 september 2015

REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN Instroom vanaf 1 augustus 2012 tot 1 september 2015 REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN Instroom vanaf 1 augustus 2012 tot 1 september 2015 (versie 1 november 2015) Inhoudsopgave Artikel 1 Definities... 2 Artikel 2 Voorwaarden... 2 Artikel 3 Subsidie... 3 Artikel

Nadere informatie

Algemene voorwaarden bij de praktijkovereenkomst (POK) van Helicon Opleidingen BOL en BBL-individueel

Algemene voorwaarden bij de praktijkovereenkomst (POK) van Helicon Opleidingen BOL en BBL-individueel Algemene voorwaarden bij de praktijkovereenkomst (POK) 2016-2017 van Helicon Opleidingen BOL en BBL-individueel Waar in deze algemene voorwaarden hij of hem vermeld staat, wordt ook bedoeld zij of haar.

Nadere informatie

Algemene voorwaarden. Beroepspraktijkvormingsovereenkomst

Algemene voorwaarden. Beroepspraktijkvormingsovereenkomst Algemene voorwaarden Beroepspraktijkvormingsovereenkomst Artikelen Beroepspraktijkvormingsovereenkomst De artikelen van deze Beroepspraktijkvormingsovereenkomst (BPVO) behoren bij de: beroepspraktijkvormingsovereenkomst

Nadere informatie

Servicedocument Stages in het mbo

Servicedocument Stages in het mbo Servicedocument Stages in het mbo Samengesteld door Stichting van de Arbeid, AWVN, MBO Raad, Colo en JOB en ondersteund door de ministeries van OCW en SZW, december 2006. In december 2009 is de tekst voor

Nadere informatie

Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015

Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015 Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015 Artikel 1 Toepassing Dit reglement is van toepassing op aanmeldingen die na 1 april 2015 zijn ontvangen

Nadere informatie

Praktijkovereenkomst (POK) 2015-2016 voor de beroepsopleidingen van ROC Leiden. Algemene Voorwaarden

Praktijkovereenkomst (POK) 2015-2016 voor de beroepsopleidingen van ROC Leiden. Algemene Voorwaarden Praktijkovereenkomst (POK) 2015-2016 voor de beroepsopleidingen van ROC Leiden Algemene Voorwaarden Versie: definitieft,1.0. Datum: 24maart 2015 Documentnummer: Intern/1509350 (vastgesteld College van

Nadere informatie

Servicedocument Stages in het mbo

Servicedocument Stages in het mbo Servicedocument Stages in het mbo Samengesteld door Stichting van de Arbeid, AWVN, MBO Raad, Colo en JOB en ondersteund door de ministeries van OCW en SZW, december 2006 Servicedocument Stages in het mbo,

Nadere informatie

BPV handboek 2017 Informatie Beroepspraktijkvorming BPV HANDBOEK ALGEMEEN

BPV handboek 2017 Informatie Beroepspraktijkvorming BPV HANDBOEK ALGEMEEN BPV handboek 2017 Informatie Beroepspraktijkvorming BPV HANDBOEK ALGEMEEN - 2017 1 Inhoud Voorwoord.............................................................................. 3 Algemene informatie..............................................................

Nadere informatie

REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN

REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN Instroom vanaf 1 augustus 2012 (versie 13 juni 2012) Inhoudsopgave Artikel 1 Definities... 2 Artikel 2 Voorwaarden... 3 Artikel 3 Subsidie... 3 Artikel 4 Aanvraag en uitbetaling

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TAF B.V., gevestigd te Eindhoven, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TAF B.V., gevestigd te Eindhoven, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-344 d.d. 26 november 2013 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mr. M. van Pelt, secretaris)

Nadere informatie

REGLEMENT INSTROOMBEVORDERING VOOR DEELNEMERS MET AFSTAND TOT DE ARBEIDSMARKT - 2012

REGLEMENT INSTROOMBEVORDERING VOOR DEELNEMERS MET AFSTAND TOT DE ARBEIDSMARKT - 2012 REGLEMENT INSTROOMBEVORDERING VOOR DEELNEMERS MET AFSTAND TOT DE ARBEIDSMARKT - 2012 (definitieve versie : 13-08-2012) Inhoudsopgave Artikel 1 Definities... 2 Artikel 2 Voorwaarden... 3 Artikel 3 Inschrijving

Nadere informatie

Algemene voorwaarden bij de praktijkovereenkomst (POK) van Helicon Opleidingen BBL-c (bedrijfsgerichte trajecten)

Algemene voorwaarden bij de praktijkovereenkomst (POK) van Helicon Opleidingen BBL-c (bedrijfsgerichte trajecten) Algemene voorwaarden bij de praktijkovereenkomst (POK) 2016-2017 van Helicon Opleidingen BBL-c (bedrijfsgerichte trajecten) Waar in deze algemene voorwaarden hij of hem vermeld staat, wordt ook bedoeld

Nadere informatie

REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE. Realiseren van leerwerkplekken (bbl-2 en bbl-3) voor jongeren tot 27 jaar

REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE. Realiseren van leerwerkplekken (bbl-2 en bbl-3) voor jongeren tot 27 jaar REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE Realiseren van leerwerkplekken (bbl-2 en bbl-3) voor jongeren tot 27 jaar Maatregel 4 in het kader van het sectorplan bouw & infra (versie 1-1-2015) Inhoudsopgave Artikel 1

Nadere informatie

Overeenkomst voor de beroepspraktijkvorming

Overeenkomst voor de beroepspraktijkvorming Ondergetekenden, Overeenkomst voor de beroepspraktijkvorming cursist¹: voorletters: roep adres: postcode + woonplaats: geboortedatum: geboren te: nationaliteit: vertegenwoordigd door²: adres: postcode

Nadere informatie

... Betreft Beoordeling CAO voor het Horeca- en aanverwante bedrijf op fiscale aspecten

... Betreft Beoordeling CAO voor het Horeca- en aanverwante bedrijf op fiscale aspecten Oost/kantoor Almelo ALMELO > 1 Telefoon Telefax Kennisgroep CAO Doorkiesnummer Datum 6 juli 2010 Uw kenmerk Kenmerk Betreft Beoordeling CAO voor het Horeca- en aanverwante bedrijf op fiscale aspecten Geachte,

Nadere informatie

Instroomreglement BPV. Uitgangspunten

Instroomreglement BPV. Uitgangspunten Instroomreglement BPV Uitgangspunten OTIB kent een viertal reglementen, die voorzien in een tegemoetkoming voor het aan een werknemer beschikbaar stellen van een beroepspraktijkvormingsplaats of een praktijkplaats.

Nadere informatie

BEROEPSPRAKTIJKVORMINGS-OVEREENKOMST VOOR STAGIAIRS

BEROEPSPRAKTIJKVORMINGS-OVEREENKOMST VOOR STAGIAIRS BEROEPSPRAKTIJKVORMINGS-OVEREENKOMST VOOR STAGIAIRS De ondergetekenden gaan akkoord met artikel 1 tot en met 10 op de achterzijde van deze overeenkomst overwegende dat op grond van het door de instelling

Nadere informatie

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN GEEN VERPLICHTING TOT PERSOONLIJKE ARBEID Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-05 19 10 2015

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN GEEN VERPLICHTING TOT PERSOONLIJKE ARBEID Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-05 19 10 2015 VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN GEEN VERPLICHTING TOT PERSOONLIJKE ARBEID Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-05 19 10 2015 Beoordeling overeenkomst Algemeen / geen verplichting tot persoonlijke

Nadere informatie

REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN

REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN 1 van 7 REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN Instroom tot 1 augustus 2012 (versie 1 oktober 2016) 2 van 7 Inhoudsopgave Artikel 1 Definities... 3 Artikel 2 Voorwaarden... 4 Artikel 3 Financiële tegemoetkoming...

Nadere informatie

Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs Ingaande schooljaar 2016/2017 Versie 1.1 d.d

Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs Ingaande schooljaar 2016/2017 Versie 1.1 d.d Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs Ingaande schooljaar 2016/2017 Versie 1.1 d.d. 03.03.16 Inhoud 1 Opleidingsblad praktijkovereenkomst (versie 1) 3 2 Algemene voorwaarden praktijkovereenkomst 5 3 Addendum:

Nadere informatie

REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN VOOR EXTERNE OPLEIDINGEN

REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN VOOR EXTERNE OPLEIDINGEN 1 van 6 REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN VOOR EXTERNE OPLEIDINGEN Instroom vanaf 1 augustus 2012 tot 1 september 2015 (versie 1 oktober 2016) 2 van 6 Inhoudsopgave Artikel 1 Definities... 3 Artikel 2 Voorwaarden...

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Stageovereenkomst Stageblad

Stageovereenkomst Stageblad Stageovereenkomst Stageblad Ondergetekenden: Helicon Opleidingen, gevestigd in s-hertogenbosch, hierna te noemen de school, in dit geval vertegenwoordigd door «bpvinschrijving.geldendopleidingsblad.or»,

Nadere informatie

2. <NAAM OPDRACHTNEMER>), gevestigd te <PLAATS EN POSTCODE> aan de <ADRES>, hierna te noemen: Opdrachtnemer ;

2. <NAAM OPDRACHTNEMER>), gevestigd te <PLAATS EN POSTCODE> aan de <ADRES>, hierna te noemen: Opdrachtnemer ; Partijen: 1. , gevestigd te aan de , rechtsgeldig vertegenwoordigd door , hierna te noemen: Opdrachtgever ; en 2. ), gevestigd

Nadere informatie

Vastgesteld door College van Bestuur, na verkregen instemming van de Studentenraad: 29-06-2015

Vastgesteld door College van Bestuur, na verkregen instemming van de Studentenraad: 29-06-2015 Bepalingen Praktijkovereenkomst MBO Utrecht Model 2015-2016 Vastgesteld door College van Bestuur, na verkregen instemming van de Studentenraad: 29-06-2015 I. Begrippen in de praktijkovereenkomst Beroepspraktijkvorming

Nadere informatie

Alfahulp bepalingen SWO Drimmelen per 1-1-2014. Inhoudsopgave

Alfahulp bepalingen SWO Drimmelen per 1-1-2014. Inhoudsopgave Alfahulp bepalingen SWO Drimmelen per 1-1-2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. De werkzaamheden... (pagina 1) 1.1 Aard en omvang. (pagina 1) 1.2 Tijdstippen, regeling en uitvoering.. (pagina 1) 1.3 Rol en verplichtingen

Nadere informatie

Ondergetekenden: 1. De Stichting Clusius College, gevestigd te Alkmaar. Hierna te noemen de onderwijsinstelling.

Ondergetekenden: 1. De Stichting Clusius College, gevestigd te Alkmaar. Hierna te noemen de onderwijsinstelling. Student nr: Ondergetekenden: 1. De Stichting Clusius College, gevestigd te Alkmaar. Vertegenwoordigd door :, vestigingsdirecteur mbo vestiging te: Hierna te noemen de onderwijsinstelling. 2a. De student

Nadere informatie

Ongekende mogelijkheden

Ongekende mogelijkheden Ongekende mogelijkheden overzicht van de mogelijkheden bij het in dienst nemen van 45-plussers Heeft u vragen, opmerkingen of suggesties naar aanleiding van deze brochure, neemt u dan contact op met het

Nadere informatie

Scalda Stichting voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie Dienst Bestuurlijke Ondersteuning

Scalda Stichting voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie Dienst Bestuurlijke Ondersteuning Scalda Stichting voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie Dienst Bestuurlijke Ondersteuning Algemene Voorwaarden behorende bij de Praktijkovereenkomst Kenmerk: BO 20120828-jlj081 Versie

Nadere informatie

REGLEMENT OVERGANGSREGELING TEGEMOETKOMINGEN

REGLEMENT OVERGANGSREGELING TEGEMOETKOMINGEN 1 van 6 REGLEMENT OVERGANGSREGELING TEGEMOETKOMINGEN Instroom bbl-3 vanaf 1 september 2015 (versie 1 oktober 2016) 2 van 6 Inhoudsopgave Artikel 1 Definities... 3 Artikel 2 Voorwaarden... 3 Artikel 3 Financiële

Nadere informatie

2. de heer/ mevrouw WERKNEMER, wonende te te xxxx (adres: straatnaam, postcode en plaats), geboren op x-x-xxxx, hierna te noemen: Werknemer ;

2. de heer/ mevrouw WERKNEMER, wonende te te xxxx (adres: straatnaam, postcode en plaats), geboren op x-x-xxxx, hierna te noemen: Werknemer ; VASTSTELLINGSOVEREENKOMST De ondergetekenden: 1. de (rechtsvorm van werkgever) WERKGEVER., gevestigd en kantoorhoudende te xxxx (adres: straatnaam, postcode en plaats), te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd

Nadere informatie

INFORMATIEBRIEF WERKGEVER

INFORMATIEBRIEF WERKGEVER INFORMATIEBRIEF WERKGEVER Werkzoekenden die begeleid worden door JobC hebben zijn Statushouder zonder beperking of iemand met een arbeidsbeperking waardoor zij soms meer moeite hebben om zelfstandig een

Nadere informatie

Model Overeenkomst Van Opdracht

Model Overeenkomst Van Opdracht De ondergetekenden: 1. De sportorganisatie... gevestigd te... en ten deze vertegenwoordigd door: Naam:... Naam:... Naam:... Model Overeenkomst Van Opdracht (FREELANCE OVEREENKOMST) hierna te noemen de

Nadere informatie

Casus 9 Passief roken

Casus 9 Passief roken Casus 9 Passief roken Eerder (zie casus 6) is ingegaan op de situatie dat een werknemer al langer dan twee jaar ziek is. In casus 9 gaat het om een werknemer die binnen twee jaar weer hersteld is van zijn

Nadere informatie

Regeling bindend studieadvies

Regeling bindend studieadvies Versie Datum Omschrijving Door 1.0 2.0 2.1 2.2 Jan 2013 Jun 2014 Jul 2014 Juli 2015 07-01-2016 Aanpassing: BBL/BOL apart beschreven Toevoeging bindend studieadvies Entree opleiding (C) Vaststelling College

Nadere informatie

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 Artikel 1 a Toepassing Dit reglement is van toepassing op de Groothandel in Bloembollen zoals bedoeld in artikel 1 sub C. lid 2 cao Colland.

Nadere informatie

VOOR RE-INTEGRATIE EN TIJDELIJK INKOMEN

VOOR RE-INTEGRATIE EN TIJDELIJK INKOMEN Ik ben oproepkracht: heb ik recht op loon of een Ziektewetuitkering als ik ziek word? Een toelichting voor werknemers die werkzaam zijn als oproepkracht VOOR RE-INTEGRATIE EN TIJDELIJK INKOMEN Werk boven

Nadere informatie

www.avansplus.nl Welkom

www.avansplus.nl Welkom Welkom Tot 1 oktober 2006 kon werknemer niet instemmen met einde dienstverband zonder verlies WW-rechten. Heeft geleid tot pro-forma praktijk. Vanaf 1 oktober 2006 is deze mogelijkheid er wel. Voorwaarde

Nadere informatie

Leerwerkovereenkomst. De Starter Naam Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Mobiel telefoonnummer Geslacht Geboortedatum BSN-nummer E-mailadres

Leerwerkovereenkomst. De Starter Naam Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Mobiel telefoonnummer Geslacht Geboortedatum BSN-nummer E-mailadres Leerwerkovereenkomst De Starter Naam Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Mobiel telefoonnummer Geslacht Geboortedatum BSN-nummer E-mailadres : : :

Nadere informatie

Uitleg soorten Afdrachtverminderingen

Uitleg soorten Afdrachtverminderingen Uitleg soorten Afdrachtverminderingen Inhoud In het kort... 1 Verminderingen onderwijs... 1 BBL... 2 BOL... 3 'Zwart-op-wit' overeenkomst... 4 Meer info afdrachtverminderingen onderwijs... 5 Afdrachtvermindering

Nadere informatie

Casus 10 Om ziek van te worden

Casus 10 Om ziek van te worden Casus 10 Om ziek van te worden De derde casus over ziekte, nu toegespitst op de vraag wanneer iemand recht heeft op een uitkering krachtens de Ziektewet, ervan uitgaande dat een thuiswerkster niet werkzaam

Nadere informatie

Praktijkovereenkomst als bedoeld in artikel van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Ondergetekenden:

Praktijkovereenkomst als bedoeld in artikel van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Ondergetekenden: - Praktijkovereenkomst BPV-blad Praktijkovereenkomst als bedoeld in artikel 7.2.8 van de Wet educatie en beroepsonderwijs Ondergetekenden: Helicon Opleidingen, gevestigd in

Nadere informatie

Inleiding. Deze voorbeeld arbeidsovereenkomst is een MUP-contract.

Inleiding. Deze voorbeeld arbeidsovereenkomst is een MUP-contract. Inleiding Een oproepkracht is een werknemer die pas komt werken als u hem oproept. De regels waaraan u zich moet houden, hangen af van de arbeidsovereenkomst die u met de oproepkracht sluit. Veel werkgevers

Nadere informatie

Er is sprake van een arbeidsovereenkomst wanneer aan de volgende drie voorwaarden is voldaan:

Er is sprake van een arbeidsovereenkomst wanneer aan de volgende drie voorwaarden is voldaan: Arbeidsovereenkomst Na het arbeidsvoorwaardengesprek stelt een werkgever meestal een arbeidsovereenkomst op. Klakkeloos ondertekenen is niet verstandig. Wat houdt een arbeidsovereenkomst in en wat hoort

Nadere informatie

De gevolgen van doorwerken na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd

De gevolgen van doorwerken na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd De gevolgen van doorwerken na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd In deze notitie wordt informatie verstrekt in het geval de werknemer van 65 jaar en ouder wil blijven doorwerken bij zijn

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden het Perspectief, financieel & strategisch management

Algemene Voorwaarden het Perspectief, financieel & strategisch management Algemene Voorwaarden het Perspectief, financieel & strategisch management Artikel 1 Definities 1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij

Nadere informatie

HET NIEUWE ARBEIDS- EN ONTSLAGRECHT De 7 belangrijkste wijzigingen

HET NIEUWE ARBEIDS- EN ONTSLAGRECHT De 7 belangrijkste wijzigingen HET NIEUWE ARBEIDS- EN ONTSLAGRECHT De 7 belangrijkste wijzigingen Introductie Met de komst van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) vinden per 1 januari en 1 juli 2015 ingrijpende veranderingen in het arbeids-

Nadere informatie

Dienstverlening aan huis (bron www.rijksoverheid.nl)

Dienstverlening aan huis (bron www.rijksoverheid.nl) Dienstverlening aan huis (bron www.rijksoverheid.nl) Particulieren kunnen door de Regeling dienstverlening aan huis gemakkelijk iemand inhuren voor klussen in en om het huis. Zij hoeven voor deze huishoudelijke

Nadere informatie

Regeling BPV / BBL. De student: de persoon die is ingeschreven bij Kronenburgh Beroepsopleidingen voor het volgen van een opleiding.

Regeling BPV / BBL. De student: de persoon die is ingeschreven bij Kronenburgh Beroepsopleidingen voor het volgen van een opleiding. Regeling BPV / BBL 1.1 Begrippen De student: de persoon die is ingeschreven bij Kronenburgh Beroepsopleidingen voor het volgen van een opleiding. Kronenburgh Beroepsopleidingen: Het bevoegd gezag en verantwoordelijk

Nadere informatie

Reglement Juridische Dienstverlening Vereniging van Middenkader en Hoger Personeel van AkzoNobel

Reglement Juridische Dienstverlening Vereniging van Middenkader en Hoger Personeel van AkzoNobel Reglement Juridische Dienstverlening Vereniging van Middenkader en Hoger Personeel van AkzoNobel Artikel 1 Definities Arbeidsgeschillen; geschillen omtrent de interpretatie en uitvoering van hetgeen tussen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 24765 17 mei 2016 Beleidsregels Scholing 2016 Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, Gelet op het bepaalde in artikel

Nadere informatie

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 Artikel 1 a Toepassing Dit reglement is van toepassing op de Groothandel in Bloembollen zoals bedoeld in artikel 1 sub C. lid 2 cao Colland en

Nadere informatie

Wij vragen aan u en uw bedrijf om de leerlingen hartelijk te ontvangen en hem/haar in staat te stellen inzet te leveren in de vorm van stage.

Wij vragen aan u en uw bedrijf om de leerlingen hartelijk te ontvangen en hem/haar in staat te stellen inzet te leveren in de vorm van stage. Aan de bedrijven die willen meewerken aan de beroeps oriënterende stage Omnia College in Gorinchem December 2017 Geachte heer/mevrouw, Het bedrijfsleven heeft nu en in de toekomst goed opgeleide werknemers

Nadere informatie

REGLEMENT STIMULERINGSREGELING

REGLEMENT STIMULERINGSREGELING 1 van 6 REGLEMENT STIMULERINGSREGELING Instroom groep a na 1 november 2013 tot 1 september 2015 (versie 1 oktober 2016) 2 van 6 Inhoudsopgave Artikel 1 Definities... 3 Artikel 2 Voorwaarden... 3 Artikel

Nadere informatie

1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven.

1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven. Algemene Voorwaarden Interim Recruitment Recruvisie Artikel 1 Definities 1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders

Nadere informatie

2. <NAAM OPDRACHTNEMER>), gevestigd te <PLAATS EN POSTCODE> aan de <ADRES>, hierna te noemen: Opdrachtnemer ;

2. <NAAM OPDRACHTNEMER>), gevestigd te <PLAATS EN POSTCODE> aan de <ADRES>, hierna te noemen: Opdrachtnemer ; Partijen: 1. , gevestigd te aan de , rechtsgeldig vertegenwoordigd door , hierna te noemen: Opdrachtgever ; en 2. ), gevestigd

Nadere informatie

Goed voorbeeld van een stageovereenkomst

Goed voorbeeld van een stageovereenkomst Goed voorbeeld van een stageovereenkomst Vaak kun je de stageovereenkomst van de opleiding gebruiken. Is die niet voorhanden, gebruik dan deze overeenkomst als uitgangspunt. 1. De onderwijsinstelling Naam

Nadere informatie

Uitwerkingen proeftijd en concurrentiebeding

Uitwerkingen proeftijd en concurrentiebeding proeftijd en concurrentiebeding Antwoord 1 In casu is een arbeidsovereenkomst tussen Gert en Plas tot stand gekomen met een proeftijd van twee maanden. Indien een proeftijd is bedongen conform artikel

Nadere informatie

Midden- en kleinbedrijf Kantoor Eindhoven. Vereniging Zelfstandige Apotheken (VZA) Postbus BN Den Haag. Betreft: cao Apotheken 2017

Midden- en kleinbedrijf Kantoor Eindhoven. Vereniging Zelfstandige Apotheken (VZA) Postbus BN Den Haag. Betreft: cao Apotheken 2017 Belastingdienst, Postbus 90056, 5600 PJ Eindhoven Vereniging Zelfstandige Apotheken (VZA) Postbus 16570 2500 BN Den Haag. Midden- en kleinbedrijf Karel de Grotelaan 4 5616 CA Eindhoven Postbus 90056 5600

Nadere informatie

REGLEMENT LEERLINGBOUWPLAATSSUBSIDIE

REGLEMENT LEERLINGBOUWPLAATSSUBSIDIE 1 van 5 REGLEMENT LEERLINGBOUWPLAATSSUBSIDIE (versie 1 oktober 2016) 2 van 5 Inhoudsopgave Artikel 1 Definities... 3 Artikel 2 Voorwaarden... 4 Artikel 3 Financiële tegemoetkoming... 4 Artikel 4 Beëindiging,

Nadere informatie

Artikelen van de PRAKTIJKOVEREENKOMST van de BEROEPSBEGELEIDENDE LEERWEG (BBL), BEROEPSOPLEIDENDE LEERWEG (BOL) en van de LEERWEG OVERIGE ONDERWIJS -

Artikelen van de PRAKTIJKOVEREENKOMST van de BEROEPSBEGELEIDENDE LEERWEG (BBL), BEROEPSOPLEIDENDE LEERWEG (BOL) en van de LEERWEG OVERIGE ONDERWIJS - Artikelen van de PRAKTIJKOVEREENKOMST van de BEROEPSBEGELEIDENDE LEERWEG (BBL), BEROEPSOPLEIDENDE LEERWEG (BOL) en van de LEERWEG OVERIGE ONDERWIJS - DERDE LEERWEG (OVO) Versie 1, 2019 Inhoud Artikel 1

Nadere informatie

II Het dienstverband

II Het dienstverband II Het dienstverband Voorwaarden De onderwerpen in dit boek hebben betrekking op de situaties waarbij er sprake is van een - tijdelijk of vast - dienstverband. Er is sprake van een dienstverband als er

Nadere informatie

Regeling BPV. De student: de persoon die is ingeschreven bij Kronenburgh Beroepsopleidingen voor het volgen van een opleiding.

Regeling BPV. De student: de persoon die is ingeschreven bij Kronenburgh Beroepsopleidingen voor het volgen van een opleiding. Regeling BPV 1.1 Begrippen De student: de persoon die is ingeschreven bij Kronenburgh Beroepsopleidingen voor het volgen van een opleiding. Kronenburgh Beroepsopleidingen: Het bevoegd gezag en verantwoordelijk

Nadere informatie

De stichting Esdégé-Reigersdaal, gevestigd te Broek op Langedijk (verder te noemen de instelling) ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door

De stichting Esdégé-Reigersdaal, gevestigd te Broek op Langedijk (verder te noemen de instelling) ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door STAGEOVEREENKOMST (voor een stage van minimaal 150 uur en langer dan 1 maand) Ondergetekenden, De stichting Esdégé-Reigersdaal, gevestigd te Broek op Langedijk (verder te noemen de instelling) ten deze

Nadere informatie

Door deze komen wij terug op de Viva! dossiers die bij ons in behandeling zijn, waaronder uw dossier.

Door deze komen wij terug op de Viva! dossiers die bij ons in behandeling zijn, waaronder uw dossier. Datum Onderwerp advies Ons kenmerk Uw kenmerk Behandeld door Geachte -------------------------, Door deze komen wij terug op de Viva! dossiers die bij ons in behandeling zijn, waaronder uw dossier. De

Nadere informatie