PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e"

Transcriptie

1 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang augustus 2004 nummer 50 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Bedrijfschap Horeca en Catering 2 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 23 Productschap Diervoeder (PDV 16) 23

2 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN Bedrijfschap Horeca en Catering Ontwerp-Heffingsverordening bedrijfschap Horeca en Catering 2005 CONCEPT-VERORDENING van het Bedrijfschap Horeca en Catering, houdende regels ter zake van de aan de onder het Bedrijfschap Horeca en Catering ressorterende ondernemers op te leggen heffing voor het jaar (HEFFINGSVERORDENING BEDRIJFSCHAP HORECA EN CATERING 2005). No. Ho 01/2004 Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering; Gelet op de artikelen 93, 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op de artikelen 2, 4 en 7 van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering; Besluit vast te stellen de navolgende verordening: l Begripsbepalingen en het toepassingsgebied Artikel l In deze verordening wordt verstaan onder: onderneming : een onderneming waarvoor het bedrijfschap is ingesteld; heffingsplichtige : een natuurlijk persoon of rechtspersoon of een niet rechtspersoonlijkheid bezittende vennootschap, die een of meer ondernemingen drijft of heeft gedreven gedurende enige periode in 2005; basisheffing : de heffing, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering; loonsomheffing : de op de loonsom gebaseerde heffing, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering; loonsom : het voor de premieheffing ingevolge de Werkloosheidswet als loon der werknemers aan te merken bedrag voor aftrek van de franchise, van alle werknemers in alle door de heffingsplichtige gedreven ondernemingen. heffing : het totaal van de basisheffing en de loonsomheffing; voorlopige heffing : het totaal van de basisheffing en de voorlopig - op basis van een schatting van de loonsom - vastgestelde loonsomheffing. 2 De heffing Artikel 2 1. a. De heffingsplichtige is voor het jaar 2005 per onderneming een basisheffing van 32,- aan het bedrijfschap verschuldigd. b. Aan de heffingsplichtige wordt een aftrek toegekend op de basisheffing ter hoogte van de basisheffing, voor iedere onderneming die in 2005 is aangevangen. 2. De heffingsplichtige is in aanvulling op het eerste lid over het jaar 2005 een loonsomheffing volgens een tariefschaal verschuldigd. Deze tariefschaal luidt als volgt: 2

3 Loonsom (in ) van meer dan tot en met Loonsomheffing (in ) 0,00 18,00 54,00 115,00 211,00 300,00 391,00 480,00 571,00 661,00 751,00 840,00 3. De heffing kan worden voorafgegaan door een voorlopige heffing. 4. Aan de heffmgsplichtig;e wordt een aftrek van 30% toegekend op de heffing, indien hij over het jaar 2004 contributie heeft betaald als lid van: Koninklijk Horeca Nederland, de Vereniging van recreatie-ondernemers Nederland RECRON, de Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties Veneca, het Nederlands Horeca Gilde of een andere ondernemersorganisatie die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die: a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfschap een taak heeft te vervullen, b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitscriteria, genoemd in de Verordening representativiteit organisaties van de Sociaal Economische Raad, c. tot de werkingssfeer van het bedrijfschap behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet-onbetekenend is, d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit. 5. Aan de heffingsplichtige wordt een aftrek van 9,- toegekend op de basisheffing voor iedere onderneming die is ingeschreven bij het Hoofdbedrijfschap Ambachten en in het kalenderjaar aan dit bedrijfslichaam voor de onderneming heffing is verschuldigd. 6. Aan de heffingsplichtige wordt een aftrek van 10,- toegekend op de basisheffing voor iedere onderneming die is ingeschreven bij het Hoofdbedrijfschap Detailhandel en in het kalenderjaar aan dit bedrijfslichaam voor de onderneming heffing is verschuldigd. 7. De heffingsplichtige die is ingeschreven bij het Hoofdbedrijfschap Ambachten en het Hoofdbedrijfschap Detailhandel en in het kalenderjaar aan deze bedrijfslichamen voor de

4 onderneming heffing is verschuldigd wordt een aftrek toegekend overeenkomstig het vijfde lid. 8. De heffingsplichtige wordt een aftrek toegekend op de basisheffing ter hoogte van de basisheffing, voor iedere onderneming die is ingeschreven bij het Hoofdbedrijfschap Detailhandel en in het kalenderjaar aan dit bedrijfslichaam voor de onderneming heffing is verschuldigd, indien de heffingsplichtige aantoont dat de horecaomzet in de onderneming minder dan ,- per jaar bedraagt. 9. Aan de heffingsplichtige kan per onderneming per jaar slechts eenmaal, de voor de heffingsplichtige meest gunstige, aftrek, als bedoeld in het eerste lid onder b en het vijfde tot en met achtste lid worden toegekend. 10. Aan de heffingsplichtige wordt een extra aftrek van 6,5 % toegekend op de heffing na toepassing van het vierde lid, in verband met een exploitatieoverschot over het jaar De vaststelling en oplegging van de heffing Artikel 3 1. De heffingsplichtige ontvangt ieder jaar een loonsomaangifteformulier. 2. Het bestuur van het bedrijfschap bepaalt welke gegevens door de heffingsplichtige op het loonsomaangifteformulier moeten worden verstrekt. 3. Verzending van een loonsomaangifteformulier naar de heffingsplichtige kan achterwege worden gelaten indien de voor de vaststelling van de heffing benodigde gegevens op een andere wijze worden verkregen. Artikel 4 1. De heffingsplichtige verstrekt de in het loonsomaangifteformulier gevraagde gegevens. 2. De heffingsplichtige stuurt het loonsomaangifteformulier binnen vier weken na ontvangst, volledig en juist ingevuld en ondertekend terug. 3. De in het eerste lid bedoelde gegevens, zullen - voor zover bij of krachtens de wet niet anders is bepaald - zonder toestemming van de belanghebbende: a. slechts worden gebruikt ter vervulling van de taak van het bedrijfschap; b. niet onder vermelding of aanduiding van de persoon en/of onderneming, waarop zij betrekking hebben, worden bekend gemaakt aan anderen dan de voorzitter, de secretaris of andere personen van het secretariaat van het bedrijfschap, de directeur van het Pensioenfonds Horeca & Catering of andere personen van het Pensioenfonds Horeca & Catering en de met financiële controle op het bedrijfschap belaste accountant en diens personeel, voorzover het kennis nemen van die gegevens voor die controle noodzakelijk is. 4. Bekendmaking van gegevens, als in het derde lid bedoeld, blijft ook zonder vermelding of aanduiding van de persoon en/of onderneming, waarop zij betrekking hebben, achterwege in de gevallen waarin uit de aard der gegevens dan wel of zomede uit een of meer andere omstandigheden zou kunnen blijken op welke persoon en/of onderneming die gegevens betrekking hebben. Artikel 5 1. De heffing wordt vastgesteld na ontvangst van het loonsomaangifteformulier, dan wel op grond van gegevens als bedoeld in artikel 3, derde lid, van deze verordening. 2. Na ontvangst van het loonsomaangifteformulier dan wel op grond van gegevens als bedoeld in artikel 3, derde lid, van deze verordening, kan een voorlopige heffing worden vastgesteld. 3. Indien geen, een onvolledig ingevuld of een kennelijk onjuist ingevuld loonsomaangifteformulier is ingediend, wordt de heffing en de voorlopige heffing vastgesteld op basis van een schatting.

5 4. Indien na vaststelling van de heffing ondernemingen van de heffingsplichtige met terugwerkende kracht worden opgenomen in het register van ondernemingen, genoemd in artikel 2 van de Registratieverordening Bedrijfschap Horeca en Catering 2003, kan de heffing opnieuw worden vastgesteld. 4 De betaling van de heffing Artikel 6 1. De heffingsplichtige voldoet de heffing en de voorlopige heffing binnen veertien dagen na dagtekening. 2. De heffingsplichtige voldoet het verschil tussen de heffing en de voorlopige heffing binnen veertien dagen na dagtekening. 3. Ingeval de heffingsplichtige ten aanzien van het bepaalde in het eerste of tweede lid in gebreke blijft, wordt de heffingsplichtige schriftelijk gemaand om alsnog te betalen. 4. Bij niet tijdige betaling van de heffing of de voorlopige heffing: a. kunnen administratieve kosten in rekening worden gebracht, welke minimaal 10 % van het openstaande bedrag bedragen, met een minimum van 11,34. b. kan rente worden gevorderd over het verschuldigde bedrag van de dag af dat het verschuldigde bedrag betaald had moeten zijn; c. kan vergoeding worden gevorderd van alle invorderingskosten. De rente wordt berekend naar het percentage bedoeld in artikel 6:119 jo 6:120 Burgerlijk Wetboek, dat geldt op de datum waarop de rente wordt gevorderd. De invorderingskosten worden gesteld op 15% van het verschuldigde bedrag met een minimum van 68,07. 5 Vermindering van de heffing Artikel 7 1. De heffingsplichtige kan aanspraak maken op restitutie van het teveel betaalde, ingeval de heffing wordt vastgesteld op een lager bedrag dan het bedrag van de voorlopige heffing. 2. Het bestuur van het bedrijfschap kan, indien omstandigheden daartoe aanleiding geven, de heffing in algemene zin verminderen. Artikel 8 In bijzondere omstandigheden kan ontheffing worden verleend van het bepaalde in artikel 2, eerste en tweede lid, van deze verordening. Artikel 9 1. De bevoegdheid tot het nemen van besluiten, als bedoeld in artikel 5, alsmede tot het bepaalde in de artikelen 3, eerste en derde lid en 6, derde en vierde lid, wordt gemandateerd aan de directeur van het Pensioenfonds Horeca & Catering. 2. De bevoegdheid tot het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 8, wordt gemandateerd aan de secretaris van het bedrijfschap. 3. De bevoegdheden, bedoeld in het eerste en tweede lid, mogen door de directeur van het Pensioenfonds Horeca & Catering en de secretaris van het bedrijfschap worden ondergemandateerd. 4. De bevoegdheid tot het nemen van besluiten op bezwaarschriften tegen a. door de directeur van het Pensioenfonds Horeca & Catering in mandaat genomen besluiten of b. in ondermandaat genomen besluiten wordt gemandateerd aan de secretaris van het bedrijfschap.

6 6 Slotbepalingen Artikel 10 Deze verordening treedt in werking met ingang van l januari Artikel 11 Deze verordening wordt aangehaald als: Heffingsverordening bedrijfschap Horeca en Catering Deze verordening zal worden afgekondigd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Zoetermeer, voorzitter secretaris TOELICHTING Inleiding Het bedrijfschap Horeca en Catering (hierna: het bedrijfschap) is een krachtens de Wet op de bedrijfsorganisatie ingesteld openbaar lichaam. Het heeft, ingevolge artikel 71 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie, tot taak een het algemeen belang dienende bedrijfsuitoefening door de ondernemingen, waarvoor het is ingesteld, te bevorderen, alsmede het gemeenschappelijk belang van die ondernemingen en van de daarbij betrokken personen te behartigen. Zo levert het bedrijfschap een bijdrage aan de continuïteit van de bedrijfstak horeca en catering. Belangrijk voor deze continuïteit zijn onder meer een goed rendement voor de ondernemers, goede arbeidsomstandigheden voor de werknemers, inspelen op de wensen van de consument en adequaat omgaan met wat maatschappelijk van de bedrijfstakken wordt gevraagd op gebieden van bijvoorbeeld milieu en veiligheid. De leden van het bestuur van het bedrijfschap worden benoemd door de ondernemersorganisaties Koninklijk Horeca Nederland, de Verenigde Nederlandse Cateringorganisaties en de Vereniging van Recreatieondernemers Nederland en de werknemersorganisaties FNV Horecabond en CNV bedrijvenbond. De bedrijfstak telt ca ondernemingen, veelal behorende tot het midden- en kleinbedrijf. In de bedrijfstak zijn ca personen werkzaam. De totale omzet ligt rond de 15 miljard euro per jaar. De algemene werkzaamheden van het bedrijfschap worden voor het voornaamste deel gefinancierd uit de opbrengst van de jaarlijks door het bedrijfschap aan de onder de werkingssfeer vallende ondernemingen opgelegde heffingen, bestaande uit een vaste basisheffing en een additionele variërende loonsomheffing volgens een tariefschaal. Daarnaast kent het bedrijfschap een bestemmingsheffing voor de financiering van het project Nederlandse Hotelclassificatie. De bestemmingsheffing wordt geregeld in de Verordening bestemmingsheffing hotelclassificatie Bedrijfschap Horeca en Catering Kerntakendiscussie In 2001 is een discussie gevoerd over de vraag hoe het bedrijfschap in de toekomst invulling gaat geven aan de wettelijke taken. Centraal daarbij stonden onder meer de uitkomst van de PBO-discussie en de veranderingen die zich in de omgeving van het bedrijfschap voordoen. Belangrijk is de toegevoegde waarde die een bedrijfschap heeft voor zowel de overheid als de bedrijfstak.

7 Tijdens de kerntakendiscussie heeft de vraag centraal gestaan wat private sectoren kunnen en moeten doen en wat publiek moet worden geregeld. De discussie heeft geleid tot de vaststelling dat het bedrijfschap naast losse projecten, de volgende kerntaken heeft: a. Weten wat er gaande is: monitoren & onderzoeken met als doel het verwerven van kennis over ontwikkelingen, trends, kansen en bedreigingen voor de sector; b. Weten watje daaraan kunt doen: het geven van adviezen over die onderwerpen, die in het onderzoek naar voren springen als relevant voor de sector in de richting van zowel ondernemers- en werknemersorganisaties als richting politiek en beleid; c. Gezamenlijke gedragen actie initiëren: overleg tussen de dragende organisaties of met derden (bijvoorbeeld overheden) om op basis van het onderzoek en de advisering gezamenlijke projecten te entameren of collectieve afspraken te maken; d. Voorlichting geven over de eigen activiteiten aan de aangesloten organisaties, bedrijven en relevante derden; e. Heffing en registratie. Het Bedrijfschap groeit uit tot hét kennis- en innovatiecentrum van de horeca en de contractcatering. Het heeft de ambitie dat alles wat er te weten valt over de beide sectoren en de relevante omgeving, bij het Bedrijfschap is te vinden. Die kennis ligt onder meer op de terreinen van arbeidsmarkt en arbeidsomstandigheden, rendement van de ondernemingen en consumentengedrag. De kennis wordt gebruikt door primair de brancheorganisaties en sociale partners om er bedrijfstakbeleid mee te ontwikkelen en secundair door ondernemers en werknemers om er de problemen in de bedrijven mee op te lossen. Voorts leidt de kennis bij het bedrijfschap zelf tot het uitvoeren van projecten. Projecten ontstaan vanuit knelpunten die zijn gesignaleerd en omvatten veelal het omzetten van de verkregen kennis in de praktijk. Op deze wijze draagt het bedrijfschap eraan bij dat de binnen de werkingssfeer vallende ondernemingen zich kunnen aanpassen aan de maatschappelijke ontwikkelingen op onder meer de terreinen van kwaliteit, milieu, arbeidsomstandigheden, medezeggenschap, werkgelegenheid, scholing, criminaliteitsbestrijding en technologische ontwikkeling. Het bedrijfschap streeft ernaar om de activiteiten op de meest doelmatige en efficiënte wijze uit te voeren, waarbij wordt gelet op de verhouding tussen kosten en baten. Het bedrijfschap behartigt alleen die collectieve belangen die in het algemeen belang passen en die naar de mening van het bestuur noodzakelijk zijn en die private organisaties niet (kunnen) behartigen. De belangenbehartiging is voor alle betrokken bedrijfsgenoten, ongeacht of het gaat om bestaande of nieuwe verschijningsvormen, en gebeurt zonder onderscheid. Individuele belangenbehartiging en dito dienstverlening passen niet binnen het taakveld van het bedrijfschap Horeca en Catering. Activiteiten Gelet op de hierboven geformuleerde kerntaken zullen in 2005 onder meer de volgende activiteiten worden uitgevoerd: Signaleren en verkenningen: Het publiceren over toekomstige ontwikkelingen binnen en buiten de bedrijfstak. De driejaarlijkse publicatie Kompas voor Beleid zal in 2005 weer verschijnen. Ook zullen rapporten verschijnen met een visie op actuele vraagstukken, zoals voeding en gezondheid, de stedelijke en plattelandsproblematiek van de horeca en de out of home market. Ook zal het schap zich meer richten op prognoses en het diagnosticeren van bedrijfsvoeringsproblemen. Innovatie in de bedrijfstak is een speerpunt in het schapsbeleid geworden en krijgt in 2005 substantieel meer aandacht.

8 Monitoren: Het analyseren van "facts and figures"over de ontwikkelingen in en rond de bedrijfstak en daarover rapporteren aan de doelgroepen. Specifieke activiteiten: Algemene monitoren, zoals Horeca in Cijfers, de Barometer en de Thermometer; Thematische monitoren, zoals over de (consumenten) markt, de arbeidsmarkt, het rendement, onderwijs, innovatie, veiligheid, ondernemerschap en bestuurlijke en juridische vraagstukken; Sectormonitoren: zoals over "eten", de contractcatering, de partycatering en de verblijfsrecreatie; speciale brancheboekjes zullen verschijnen Databank: Het opzetten van een databank over en voor de bedrijfstak en deze toegankelijk maken voor de doelgroepen o.a. Bedrijfsregistratiebestand, Wekelijkse Omzetwijzers, de Thematische Databank zal worden uitgebouwd. De informatie zal sterk worden verbeterd en worden geactualiseerd. De beschikbaarstelling aan de doelgroepen staat centraal. Informatie en Communicatie: De voorlichting en advisering van de doelgroepen over de kennis en informatie beschikbaar bij het bedrijfschap; hiertoe behoren het kennisoverdrachts- en publicatiebeleid, de Informatiedesk en de meer algemene communicatie op bijvoorbeeld beurzen voor de horeca, catering en recreatie. Diverse bestuurlijke activiteiten: Commissie Ondernemingsraden en de uitvoering van het Convenant Verpakkingen III vinden weer plaats. Projecten: Nederlandse Hotelclassificatie - ESF/EQUAL Kwaliteitsproject Met de bovengenoemde activiteiten is zowel het gemeenschappelijk belang van de onder de werkingssfeer van het bedrijfschap vallende ondernemingen, als het algemeen belang gediend. Daarbij moet in ogenschouw worden genomen dat alle activiteiten van het bedrijfschap worden beoordeeld aan de zgn. PBO-toets (is er sprake van een gemeenschappelijk belang, is er sprake van een complementaire activiteit, dus aanvullend en/of versterkend, en voorziet de activiteit in een duidelijke behoefte, dus vraag gestuurd). Financiering van deze activiteiten uit publieke middelen, in casu de opbrengst van de heffing 2005, wordt nodig geacht omdat het hier om een collectief belang van de gehele onder de werkingssfeer van het bedrijfschap vallende branche gaat, waaraan alle ondernemers behoren bij te dragen. Kosten Voor de begroting van de kerntaken wordt in 2005 uitgegaan van en een bezetting van 42,0 FTE's. Voor projecten wordt daarnaast begroot bij een bezetting van 3,7 FTE's. Dit bedrag omvat tevens het project Nederlandse Hotelclassificatie. De totale omvang van de begroting 2005 bedraagt derhalve In 2004 bedroeg de begroting

9 De belangrijkste inkomstenbron om de kosten van de kerntaken en projecten te kunnen financieren, vormt de basis- en loonsomheffing, zoals die in deze verordening is geregeld. De totale opbrengst van de heffing wordt voor 2005 geschat op (na teruggave van het overschot 2003). Dit bedrag is exclusief de opbrengst van de bestemmingsheffing hotelclassificatie. Voor 2004 was de totale opbrengst van de heffing begroot op Blijkens de jaarrekening 2003 bedroegen de heffingsbaten in dat jaar Op basis van de voorliggende begroting zijn de heffingstarieven verlaagd met 2% ten opzichte van De ontwikkeling van de aantallen bij het bedrijfschap ingeschreven ondernemers en ondernemingen heeft over de afgelopen vijfjaar het volgende beeld vertoond: Peildatum 1 januari januari januari januari januari 2000 Aantal ingeschreven ondernemers Aantal ingeschreven ondernemingen Steunmelding Uit de opbrengst van de heffing worden de apparaatskosten van het bedrijfschap betaald en de werkzaamheden en projecten die het bedrijfschap uitvoert of laat uitvoeren, met uitzondering van het project Nederlandse Hotelclassificatie, dat middels een bestemmingsheffing wordt gefinancierd. Het betreft werkzaamheden en projecten die in het belang zijn van de sociaaleconomische ontwikkeling van de horeca en catering als geheel. De werkzaamheden en projecten zijn niet selectief. Zij worden namelijk ten behoeve van alle ondernemingen in de onderhavige sector verricht. Zo er al sprake zou zijn van steun als bedoeld in artikel 87 van het EG-verdrag, dan zal de steun per onderneming nooit meer bedragen dan over drie jaar. Melding kan dan op grond van "de minimis" steun achterwege blijven. TOELICHTING ARTIKELSGEWIJS Algemeen Artikel 126 van de gewijzigde Wet op de bedrijfsorganisatie (Wbo) bepaalt dat jaarlijks de heffingsverordeningen van de bedrijfslichamen moeten worden vastgesteld. Gelet op die bepaling strekt deze verordening ter vervanging van de Heffingsverordening bedrijfschap Horeca en Catering Laatstgenoemde verordening blijft ook na 2004 zijn werking behouden voor die gevallen waarin op grond van de daarin omschreven bepalingen in 2004 sprake zou zijn geweest van heffingsplicht. Een en ander met het oog op terugwerkende kracht als bedoeld in artikel 5, vierde lid. De verordening heeft in vergelijking met de Heffingsverordening bedrijfschap Horeca en Catering 2004 slechts enkele geringe wijzigingen ondergaan. Zo is de definitie van het begrip loonsom enigszins aangepast aan de huidige regelgeving. Daarnaast is een eenmalige extra aftrekregeling opgenomen in artikel 2, tiende lid, in verband met een teruggave van het exploitatieoverschot Artikel l De definitie van onderneming in het eerste artikel sluit aan bij het begrip onderneming in de Wet op de Bedrijfsorganisatie, waarop het Instellingsbesluit van het Bedrijfschap is gebaseerd, en bij de vaste uitleg door het College van Beroep voor het bedrijfsleven daarvan. Onder een onderneming wordt verstaan een, van de eventueel overige activiteiten in de vestiging (het bedrijf) te onderscheiden, technisch-organisatorische eenheid, waarin in de functie van horecabedrijf aan het economisch verkeer wordt deelgenomen. In tegenstelling tot het begrip onderne-

10 ming in het spraakgebruik, dat meerdere bedrijven kan omvatten, ziet het begrip onderneming in deze verordening dus nadrukkelijk op de plaats van exploitatie; de plaats waar het bedrijf wordt uitgeoefend. Wanneer bijvoorbeeld één ondernemer op drie verschillende plaatsen cafébedrijven uitoefent, is sprake van een drietal ondernemingen. Artikel 2 In artikel 2 wordt vastgelegd dat een heffingsplichtige voor iedere onderneming een basisheffing is verschuldigd. Daarnaast wordt een loonsomheffing vastgesteld op basis van het gezamenlijke loon van de werknemers in alle door de heffingsplichtige gedreven ondernemingen. Op basis van een geschatte loonsom kan vooraf een voorlopige heffing worden opgelegd. In het register van ondernemingen van het Bedrijfschap worden jaarlijks circa 4700 startende ondernemingen geregistreerd. Het betreft daarbij in zo'n 95% van de gevallen een overname of een verandering in de rechtsvorm. In geval er sprake is van een overname of wijziging van de rechtsvorm wordt het als onrechtvaardig ervaren dat op een zelfde adres in een jaar meerdere malen basisheffing moet worden betaald. Hieraan wordt tegemoet gekomen door ondernemingen in het eerste jaar van exploitatie een aftrek op de basisheffing te verlenen ter hoogte van de basisheffing. Met deze maatregel wordt tevens een administratieve lastenverlichting bereikt. Om te voorkomen dat rechtsongelijkheid ontstaat ten opzichte van startende ondernemingen, waar geen sprake is van een overname of wijziging van de rechtsvorm, geldt de aftrekbepaling voor alle startende ondernemingen. In het vierde lid wordt bepaald dat ondernemers die lid zijn van een belangenbehartigende ondernemersorganisatie, die aan de in het artikel genoemde voorwaarden voldoet, een aftrek kunnen krijgen op het totaal aan heffing, dat zij verschuldigd zijn voor de door hen gedreven ondernemingen. Hiermee kan worden voorkomen dat georganiseerde ondernemers onevenredig meer dan ongeorganiseerden, bijdragen aan de behartiging van collectieve belangen, die aan beiden ten goede komt. De georganiseerden dragen immers zowel via de bedrijfschapsheffing als via de contributie voor de privaatrechtelijke organisatie bij aan collectieve belangenbehartiging. De voorwaarden zijn ontleend aan het Besluit beleidsregel Schilthuisaftrek van de Sociaal Economische Raad van 15 juni De hoogte van de korting wordt door het bestuur jaarlijks vastgesteld en is voor 2005 bepaald op 30% van de heffing. De aftrek wordt slechts toegestaan binnen de in artikel 126, zesde lid, van de Wet op de Bedrijfsorganisatie vastgelegde grenzen. Dat betekent onder meer, dat ten aanzien van de opgelegde heffing op grond van deze verordening en de opgelegde bestemmingsheffing op grond van de Verordening bestemmingsheffing hotelclassificatie Bedrijfschap Horeca en Catering 2005 gezamenlijk, de totale aftrek, die in een jaar aan een ondernemer wordt toestaan, gemaximeerd is tot een deel van het bedrag, dat die ondernemer als contributie aan zijn ondernemersorganisatie heeft betaald. Indien de totale aftrek op grond van beide verordeningen dit maximum overschrijdt wordt de aftrek naar rato verminderd tot het maximaal toegestane bedrag. In vervolg op een bestuursbesluit van 2 juni 1999 geldt een kortingsregeling voor ondernemingen die zowel zijn ingeschreven bij het bedrijfschap Horeca en Catering als het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) en/of het Hoofdbedrijfschap Ambachten. De laatste jaren wordt de samenloop van heffingen door meerdere (hoofd)bedrijfschappen steeds vaker als probleem gezien. Dit komt omdat bedrijven verplicht bij meerdere schappen staan ingeschreven en heffmgsplichtig zijn. In een beleidsnotitie van 15 februari 2001 heeft de Sociaal-Economische Raad aangegeven bestaande afspraken ter reducering van de samenloop van heffingen positief te bezien en de totstandkoming van nieuwe afspraken te stimuleren. In dat kader moet de regeling worden beschouwd voor de samenloop van heffingen bij bedrijven die zijn ingeschreven bij zowel het HBD en het HBA als het bedrijfschap Horeca en Catering. Het vijfde tot en met achtste lid, dat deze regeling bevat, gaat uit van een aftrekregeling voor alle bedrijven die zijn ingeschreven bij het bedrijfschap zowel als bij een of beide 10

11 hoofdbedrijfschappen. Daarbij is van belang dat deze schappen elkaar in activiteiten soms gedeeltelijk overlappen. Voor die overlap behoeven ondernemers dan niet extra te betalen. Voor de niet-overlappende activiteiten moet uiteraard wel worden betaald. Omdat de basisheffing altijd geldt voor de gehele onderneming, zonder differentiatie naar bedrijfsonderdeel (detailhandel, ambacht of horeca), wordt de korting gegeven over de basisheffing. Daarnaast blijft het Bedrijfschap normaal heffen op de loonsom en het HBD en het HBA op de in de onderneming werkzame personen. Deze heffingen betreffen immers uitsluitend het betreffende bedrijfsonderdeel, zodat er geen samenloop plaatsvindt. Bij het berekenen van het kortingsbedrag is als uitgangspunt gehanteerd dat de ondernemer, per onderneming met overlap, in totaal nooit meer dan één maal de hoogste basisheffing van de schappen waar samenloop plaatsvindt behoeft te voldoen. Het vijfde lid regelt de situatie dat een onderneming zowel bij het HBA als het Bedrijfschap Horeca en Catering is ingeschreven, maar niet bij het HBD. Het zesde lid regelt de situatie dat een onderneming zowel bij het HBD als'het Bedrijfschap Horeca en Catering is ingeschreven, maar niet bij het HBA. Het zevende lid regelt tenslotte de situatie dat een onderneming zowel bij het HBA als het HBD als het Bedrijfschap Horeca en Catering is ingeschreven. In het achtste lid is voorts bepaald dat, in het geval een onderneming zowel bij het bedrijfschap als het HBD is ingeschreven en het een horecaomzet heeft van minder dan ,-, geen basisheffing wordt opgelegd. In dat geval legt het HBD een volledige basisheffing op. Het HBD kent een omgekeerde bepaling, zodat deze regeling door beide schappen op dezelfde wijze wordt uitgevoerd. Omdat de in het eerste, vijfde, zesde, zevende en achtste lid opgenomen regelingen een aftrek bevatten op de basisheffing, wordt deze aftrek toegepast op iedere onderneming waarin een dergelijk bedrijf plaatsvindt. Aangezien het in de praktijk kan voorkomen dat een onderneming aan meer dan een van de aftrekregelingen voldoet, is in het negende lid bepaald dat in dat geval de heffingsplichtige per onderneming slechts eenmaal een beroep kan doen op de meest gunstige aftrekmogelijkheid. De aftrek voor heffingsplichtigen op grond van het lidmaatschap van bepaalde werkgeversorganisaties, de zogenaamde Schilthuisaftrek, zoals die is opgenomen in het vierde lid, geldt over de totale heffing van de heffingsplichtige en wordt derhalve eerst vastgesteld nadat de bepalingen van het vijfde tot en met achtste lid zijn toegepast. Bij bestuursbesluit is besloten om het exploitatieoverschot 2003, ad , in de vorm van een eenmalige aftrek op de heffing 2005 aan de heffingsplichtigen terug te geven. De aftrek wordt berekend over het heffingsbedrag dat resteert nadat de aftrekregeling is toegepast op grond van het vierde lid. Deze eenmalige regeling is opgenomen in het tiende lid. Artikel 3 Ieder kalenderjaar wordt een loonsomaangifteformulier aan de heffingsplichtige verzonden. Daarnaast kunnen extra loonsomaangifteformulieren worden verstrekt indien er na vaststelling van de heffing ondernemingen met terugwerkende kracht bij het Bedrijfschap zijn ingeschreven, die de heffingsplichtige niet had vermeld op zijn reeds ingeleverde loonsomaangifteformulier. Omdat de uitvoering van de heffing plaatsvindt door het Pensioenfonds Horeca & Catering (PH&C) wordt het loonsomaangifteformulier verzonden door PH&C. Artikel 9 bevat daartoe een machtigingsbepaling. Het bestuur van het bedrijfschap bepaalt de inhoud van het loonsomaangifteformulier. Verzending van een loonsomaangifteformulier kan achterwege worden gelaten indien de benodigde loonsomgegevens reeds op andere wijze zijn verkregen en deze gegevens geacht mogen worden een getrouw antwoord te geven op de vragen als geformuleerd in het loonsomaangifteformulier. De gegevens kunnen onder meer worden betrokken bij het Pensioenfonds zelf en zijn in dat geval uiteindelijk afkomstig van de heffingsplichtige. De aldus door het 11

12 bedrijfschap verkregen loonsomgegevens geven een getrouw beeld van de werkelijkheid. Zowel de gegevens die door de ondernemer zijn verstrekt middels het loonsomaangifteformulier als de gegevens die op een andere wijze zijn verkregen, worden opgeslagen in het door het bedrijfschap bijgehouden register van ingeschreven ondernemingen en ondernemers. Bij de vaststelling van de hoogte van de heffing wordt gebruik gemaakt van de in het register opgeslagen gegevens. De heffingsplichtige behoudt de mogelijkheid om een verzoek tot correctie van de heffing dan wel een bezwaarschrift in te dienen. Het bij de vaststelling van de heffing gebruik maken van gegevens, betreffende de heffingsplichtige, die betrokken zijn van derden is een maatregel die deels een antwoord beoogt te geven op de roep vanuit onder meer de branche om verlaging van de administratieve lastendruk en is deels bedoeld als een streven naar verhoging van efficiency. Artikel 4 Indien aan de heffingsplichtige ter vaststelling van de heffing een loonsomaangifteformulier wordt toegezonden, dient hij het loonsomaangifteformulier binnen vier weken volledig, juist ingevuld en ondertekend te retourneren aan het Pensioenfonds Horeca & Catering. In het derde en vierde lid zijn waarborgen opgenomen, als bedoeld in art. 93, derde lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie, tegen misbruik van de ingevolge het eerste lid door de heffingsplichtige te verstrekken gegevens. Artikel 5 hi het vierde lid wordt geregeld dat indien, na vaststelling van de heffing, met terugwerkende kracht ondernemingen, die door de heffingsplichtige worden gedreven, worden geregistreerd in het register van het Bedrijfschap, de heffing opnieuw kan worden vastgesteld. Daarbij wordt uiteraard rekening gehouden met het bedrag aan heffing dat reeds door de heffingsplichtige is betaald. Artikel 6 De betalingstermijn van de verschuldigde (voorlopige) heffing bedraagt veertien dagen. Indien de heffingsplichtige in gebreke blijft wordt de heffingsplichtige schriftelijk gemaand om alsnog te betalen. In het vierde lid is bepaald dat indien niet tijdig wordt betaald de heffingsplichtige kosten in rekening kunnen worden gebracht. Het betreft een analoge regeling aan de regeling die PH&C hanteert bij de inning van de premies in het kader van de verschillende horeca-cao's. Artikel 7 De heffingsplichtige kan aanspraak maken op restitutie van het teveel betaalde, ingeval de heffing wordt vastgesteld op een lager bedrag dan het bedrag van de voorlopige heffing. In het tweede lid is de algemene vermindering van heffing geregeld. De heffing kan onder meer worden verminderd indien er sprake is van een vermogensoverschot binnen de reserves van het bedrijfschap. Voor deze algemene vermindering is een bestuursbesluit vereist. Artikel 8 In bijzondere omstandigheden kan in individuele gevallen ontheffing worden verleend voor wat betreft de verschuldigde basisheffing en de loonsomheffing. Ingevolge artikel 9 van de verordening worden ontheffingen door de secretaris van het bedrijfschap verleend. Artikel 9 In dit artikel worden enkele uitvoerende taken in het kader van deze verordening gemandateerd aan de directeur van het Pensioenfonds Horeca & Catering (PH&C). Het mandaat betreft het versturen van loonsomaangifteformulieren, het nemen van heffingsbeschikkingen en het innen van de heffing. De bevoegdheid om te beslissen op ontheffingsverzoeken, zoals beschreven in artikel 8, is gemandateerd aan de secretaris van het bedrijfschap. Zowel de directeur van PH&C 12

13 als de secretaris van het bedrijfschap kunnen hun bevoegdheden indien nodig ondermandateren aan ondergeschikten. De bevoegdheid om te beslissen op bezwaarschriften, tegen besluiten die door de directeur van PH&C in mandaat of hun ondergeschikten in ondermandaat zijn genomen, wordt gemandateerd aan de secretaris van het bedrijfschap. Op bezwaarschriften tegen besluiten van de secretaris besluit het bestuur van het bedrijfschap zelf. Reden voor het mandaat aan de directeur van PH&C is met name gelegen in het verlagen van de administratieve lastendruk omdat PH&C de uitvoering en inning van de heffing kan laten samenvallen met de eveneens door die organisatie op te leggen en te innen premies in het kader van de verschillende horeca-cao's. Daarnaast is deze regeling ingegeven vanuit een oogpunt van efficiencyverbetering. Wat betreft de mandaatverlening aan de directeur van PH&C stelt afdeling van de Algemene wet bestuursrecht de randvoorwaarden. Art. 10:3 van deze wet bepaalt dat mandaat kan worden verleend tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet. De Wet op de bedrijfsorganisatie verzet zich niet tegen de hier geregelde mandaatverlening. Bij de aard van de bevoegdheden moet men denken aan zwaarwegende (politieke) bevoegdheden of de omstandigheid dat de te mandateren bevoegdheid niet in de sfeer van de normale bevoegdheidsuitoefening van de gemandateerde ligt. Dit in ogenschouw nemende verzet ook de aard van het opleggen van heffingen, zijnde in beginsel gebonden beschikkingen, zich volgens het bedrijfschap niet tegen mandaatverlening aan de directeur van PH&C. Daar komt nog bij dat PH&C op facilitair terrein sociale partners in de bedrijfstakken horeca en verblijfsrecreatie ondersteunt, zodat niet valt in te zien dat de heffingsbevoegdheid niet past binnen de sfeer van werkzaamheden van deze organisatie. Zoetermeer, voorzitter secretaris Ontwerp-Verordening bestemmingsheffing hotelclassificatie Bedrijfschap Horeca en Catering 2005 CONCEPT VERORDENING van het Bedrijfschap Horeca en Catering, houdende regels ter zake van de aan de onder het Bedrijfschap Horeca en Catering ressorterende ondernemers van logies verstrekkende bedrijven op te leggen bestemmingsheffing voor het jaar 2005 ten behoeve van de Nederlandse hotelclassificatie. (VERORDENING BESTEMMINGSHEFFING HOTELCLASSIFICATIE BEDRIJFSCHAP HORECA EN CATERING 2005). No. Ho 02/2004 Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering; Gelet op de artikelen 93, 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op de artikelen 2, 4 en 7 van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering; Besluit vast te stellen de navolgende verordening: l Begripsbepalingen en het toepassingsgebied Artikel l In deze verordening wordt verstaan onder: onderneming : een onderneming waarvoor het bedrijfschap is ingesteld; 13

14 ondernemer : een natuurlijk of rechtspersoon of een niet rechtspersoonlijkheid bezittende vennootschap, die een of meer ondernemingen drijft of heeft gedreven gedurende enige periode in 2005; logiesverstrekkende onderneming : een onderneming waar logies wordt verstrekt, desgewenst voor niet meer dan een nacht; logieseenheid : de daartoe ingerichte kamer of overeenkomstige ruimte, waarin logies wordt verstrekt, met uitzondering van slaapzalen; heffingsplichtige : een ondernemer die een logiesverstrekkende onderneming drijft. Artikel 2 Deze verordening is van toepassing op ondernemers die een logiesverstrekkende onderneming drijven. 2 De bestemmingsheffing Artikel 3 1. De heffingsplichtige is voor het jaar 2005 per logiesverstrekkende onderneming een bestemmingsheffing verschuldigd op grondslag van het aantal logieseenheden, waarover de logiesverstrekkende onderneming beschikt. Hiervoor geldt de volgende tabel: Aantal logieseenheden Bestemmingsheffing (in ) van Tot en met l , , ' 132, ,00 Meer dan ,00 2. Aan de heffingsplichtige wordt een aftrek van 30% toegekend op de bestemmingsheffing, indien hij over het jaar 2004 contributie heeft betaald als lid van: een organisatie van ondernemers die een of meer leden in het bestuur heeft benoemd of een andere ondernemersorganisatie die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die: a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfschap een taak heeft te vervullen, b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitscriteria, genoemd in de Verordening representativiteit organisaties van de Sociaal Economische Raad, c. tot de werkingssfeer van het bedrijfschap behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet-onbetekenend is, d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met 14

15 de overheid, en e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit. 3 Vaststelling en oplegging van de bestemmingsheffing Artikel 4 1. De heffingsplichtige wordt in de gelegenheid gesteld per logiesverstrekkende onderneming een opgave te doen van het aantal logieseenheden. 2. De heffingsplichtige doet de in het eerste lid bedoelde opgave binnen vier weken na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld. 3. Ingeval van wijziging van het aantal logieseenheden is de heffingsplichtige verplicht daarvan binnen een maand opgave te doen. 4. Uitvoering van het eerste lid kan achterwege blijven indien de heffingsplichtige al eens een opgave heeft gedaan van het aantal logieseenheden ten behoeve van de vaststelling van een bestemmingsheffing over een ander jaar. 5. De in het eerste en tweede lid bedoelde gegevens, zullen - voor zover bij of krachtens de wet niet anders is bepaald - zonder toestemming van de belanghebbende: a. slechts worden gebruikt ter vervulling van de taak van het bedrijfschap; b. niet onder vermelding of aanduiding van de persoon en/of onderneming, waarop zij betrekking hebben, worden bekend gemaakt aan anderen dan de voorzitter, de secretaris of andere personen van het secretariaat van het bedrijfschap, de directeur van het Pensioenfonds Horeca & Catering of andere personen van het Pensioenfonds Horeca & Catering en de met financiële controle op het bedrijfschap belaste accountant en diens personeel, voorzover het kennis nemen van die gegevens voor die controle noodzakelijk is. 6. Bekendmaking van gegevens, als in het vierde lid bedoeld, blijft ook zonder vermelding of aanduiding van de persoon en/of onderneming, waarop zij betrekking hebben, achterwege in de gevallen waarin uit de aard der gegevens dan wel of zomede uit een of meer andere omstandigheden zou kunnen blijken op welke persoon en/of onderneming die gegevens betrekking hebben. Artikel 5 1. De bestemmingsheffing wordt vastgesteld op grond van de meest recente opgave als bedoeld in artikel vier. 2. Indien geen of een kennelijk onjuiste opgave is gedaan, wordt de bestemmingsheffing vastgesteld op basis van een schatting. 4 De betaling van de bestemmingsheffing Artikel 6 1. De heffingsplichtige voldoet de bestemmingsheffing binnen veertien dagen na dagtekening. 2. Ingeval de heffingsplichtige ten aanzien van het bepaalde in het eerste lid in gebreke blijft, wordt de heffingsplichtige schriftelijk gemaand om alsnog te betalen. 3. Bij niet tijdige betaling van de bestemmingsheffing: a. kunnen administratieve kosten in rekening worden gebracht, welke minimaal 10 % van het openstaande bedrag bedragen, met een minimum van 11,34. b. kan rente worden gevorderd over het verschuldigde bedrag van de dag af dat het verschuldigde bedrag betaald had moeten zijn; 15

16 c. kan vergoeding worden gevorderd van alle invorderingskosten. De rente wordt berekend naar het percentage bedoeld in artikel 6:119 jo 6:120 Burgerlijk Wetboek, dat geldt op de datum waarop de rente wordt gevorderd. De invorderingskosten worden gesteld op 15% van het verschuldigde bedrag met een minimum van 68,07. 5 Vermindering van de bestemmingsheffing Artikel 7 In bijzondere omstandigheden kan ontheffing worden verleend van het bepaalde in artikel 3, eerste lid van deze verordening. 6 Mandaat Artikel 8 1. De bevoegdheid tot het nemen van besluiten, als bedoeld in artikel 5, alsmede tot het bepaalde in artikel 6, tweede en derde lid, wordt gemandateerd aan de directeur van het Pensioenfonds Horeca & Catering. 2. De bevoegdheid tot het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 7, alsmede tot het bepaalde in artikel 4, wordt gemandateerd aan de secretaris van het bedrijfschap. 3. De bevoegdheden, bedoeld in het eerste en tweede lid, mogen door de directeur van het Pensioenfonds Horeca & Catering en de secretaris van het bedrijfschap worden ondergemandateerd. 4. De bevoegdheid tot het nemen van besluiten op bezwaarschriften tegen a. door de directeur van het Pensioenfonds Horeca & Catering in mandaat genomen besluiten of b. in ondermandaat genomen besluiten wordt gemandateerd aan de secretaris van het bedrijfschap. 7 Slotbepalingen Artikel 9 Deze verordening treedt in werking met ingang van l januari Artikel 10 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffing hotelclassificatie Bedrijfschap Horeca en Catering Deze verordening zal worden afgekondigd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Zoetermeer, voorzitter secretaris 16

17 TOELICHTING - INLEIDING Algemeen Het bedrijfschap Horeca en Catering (hierna: het bedrijfschap) is een krachtens de Wet op de bedrijfsorganisatie ingesteld openbaar lichaam. Het heeft, ingevolge artikel 71 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie, tot taak een het algemeen belang dienende bedrijfsuitoefening door de ondernemingen, waarvoor het is ingesteld, te bevorderen, alsmede het gemeenschappelijk belang van die ondernemingen en van de daarbij betrokken personen te behartigen. Zo levert het bedrijfschap een bijdrage aan de continuïteit van de bedrijfstak horeca en catering. Belangrijk voor deze continuïteit zijn onder meer een goed rendement voor de ondernemers, goede arbeidsomstandigheden voor de werknemers, inspelen op de wensen van de consument en adequaat omgaan met wat maatschappelijk van de bedrijfstakken wordt gevraagd op gebieden van bijvoorbeeld milieu en veiligheid. De leden van het bestuur van het bedrijfschap worden benoemd door de ondernemersorganisaties Koninklijk Horeca Nederland, de Verenigde Nederlandse Cateringorganisaties en de Vereniging van Recreatieondernemers Nederland en de werknemersorganisaties Horecabond FNV en CNV bedrij venbond. Bestuursbesluit 5 februari 2003 Bij bestuursbesluit van 5 februari 2003 heeft het bestuur besloten de Verordening Benelux- Hotelclassificatie Bedrijfschap Horeca 1985, na de wettelijke vervaldatum van l juli 2003, niet opnieuw vast te stellen. Daarvoor in de plaats is een project ontwikkeling en uitvoering nieuwe hotelclassificatie goedgekeurd. Dit project voorziet in de ontwikkeling van een nieuwe hotelclassificatie, ter vervanging van de Benelux-classificatie, en de inwerkingtreding en uitvoering van deze nieuwe classificatie door het bedrijfschap. In dat verband is op 25 juni 2003 de Verordening Nederlandse hotelclassificatie Bedrijfschap Horeca en Catering vastgesteld, die de uitvoering van de hotelclassificatie regelt. In het genoemde bestuursbesluit is tevens besloten dat de financiering van dit project niet uit de algemene heffing van het Bedrijfschap moet plaatsvinden, maar door de logiesverstrekkende sector zelf moet worden gefinancierd, door middel van een bestemmingsheffing. De onderhavige verordening voorziet in deze bestemmingsheffing voor het jaar Logiesverstrekkende ondernemingen De bestemmingsheffing hotelclassificatie wordt opgelegd aan ondernemers van logiesverstrekkende ondernemingen. Onder logiesverstrekkende ondernemingen in de zin van deze verordening moet worden verstaan een onderneming waarvoor het bedrijfschap op grond van zijn Instellingsbesluit is ingesteld, waarin logies wordt verstrekt, desgewenst voor niet meer dan een nacht. Logiesverstrekkende ondernemingen vallen onder de werkingssfeer van het Instellingsbesluit indien de logiesverstrekking gepaard gaat met dienstverlening. In zoverre onderscheiden deze ondernemingen zich van ondernemingen waar bijvoorbeeld uitsluitend kampeergelegenheid wordt geboden of uitsluitend huisjes of appartementen te huur worden aangeboden, zonder enige vorm van dienstverlening gedurende het verblijf. Ondernemingen, waar zowel logiesverstrekking plaatsvindt gepaard gaande met dienstverlening als logiesverstrekking plaatsvindt zonder dienstverlening, vallen uitsluitend onder de werking van deze verordening ten aanzien van het gedeelte waarin de logiesverstrekking gepaard gaat met dienstverlening. De groep van ondernemingen waarover bestemmingsheffing is verschuldigd is gelijkluidend aan de groep van ondernemingen die vallen onder de werkingssfeer van de Verordening Nederlandse hotelclassificatie Bedrijfschap Horeca en Catering Op grond van die verordening zijn er thans circa 2800 logiesverstrekkende ondernemingen. 17

18 Nederlandse Hotelclassificatie De doelstelling van de Nederlandse Hotel Classificatie, die door deze bestemmingsheffing wordt gefinancierd, is tweeledig. Ten eerste beogen de toegekende hotelsterren de Nederlandse en buitenlandse consument te helpen bij diens keuze voor een hotel door een onderscheidend en helder inzicht te geven in het aanbod van alle geclassificeerde logies verstrekkers. Ten tweede bieden de hotelsterren de geclassificeerde hotels een instrument om zich in de markt te profileren. Deelname van alle logiesverstrekkende bedrijven aan de classificatie vormt een waarborg voor optimale transparantie van de sector, terwijl de uitvoering van de classificatie door het bedrijfschap als publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie de objectiviteit van het systeem waarborgt. In het verlengde hiervan kan worden gesteld dat met het classificatiesysteem tevens een bijdrage wordt geleverd aan een goede marktordening binnen de sector. Door toepassing van hulpmiddelen zoals internet kan informatie over de classificatie van hotels beter worden ontsloten voor een grotere groep Nederlandse en internationale consumenten, waarmee sterk wordt bijgedragen aan het realiseren van beide doelstellingen. Het is wenselijk dat de financiering van dit systeem wordt gedragen door logiesverstrekkende ondernemingen die profijt kunnen hebben van de hotelclassificatie. Algemeen belang De Nederlandse hotelclassificatie dient het algemeen belang. Het betreft een vanuit het oogpunt van de consument, de hotellerie en de touroperators gewenste publiekrechtelijke regeling die, vanwege de volledige deelname door alle logiesverstrekkende bedrijven, grote waarborgen biedt voor de transparantie van de sector. Bovendien wordt gezorgd voor een grote mate van objectiviteit in de uitvoering. Een dergelijke transparantie richting de consument zal nooit kunnen worden bereikt wanneer de hotelclassificatie zou worden uitgevoerd door middel van een privaatrechtelijke regeling, waarbij het aan de ondernemer wordt vrijgelaten om al dan niet toe te treden, dan wel uit te treden. Daar komt nog bij dat de ervaring van de afgelopen jaren heeft geleerd dat de hotelsector niet door middel van zelfregulering tot een hotelclassificatie komt en juist het bedrijfschap heeft gevraagd om dit publiekrechtelijk te regelen, gelet op het publieke belang dat ermee is gemoeid. Te weten een optimale transparantie van de hotelsector voor de consument en de ondernemer, zowel nationaal als internationaal. Van belang is dat in de normering nadrukkelijk rekening worden gehouden met moderne consumentenwensen, die uit onderzoek naar voren zijn gekomen. Zo zullen bijvoorbeeld de nieuwe criteria onderwerpen bevatten die de moderne consument, zowel zakelijk als particulier, tegenwoordig van logiesverstrekkende bedrijven verlangt. Deze worden onder meer ingegeven door belangrijke maatschappelijke en technologische veranderingen. Activiteiten In het kader van het hierboven omschreven project ontwikkeling en uitvoering nieuwe hotelclassificatie, zullen in 2005 onder meer de volgende activiteiten worden uitgevoerd. Het (doen) uitvoeren van het nieuwe hotelclassificatiesysteem (toetsen en definitief indelen van hotels) Het voorlopig indelen van logiesverstrekkende bedrijven in categorieën na aanmelding Het (doen) produceren van nieuwe hotelschilden en documentatiemateriaal voor het classificatiesysteem Het uitvoeren van het communicatieplan Bezwaar en beroep Commissie NHC 18

19 Het ontwikkelen van noodzakelijke regelgeving: Het doen opleggen en innen van de bestemmingsheffing NHC Opbrengst Voor uitvoering van bovengenoemde activiteiten in 2005 is een bedrag van begroot. De totale opbrengst van de heffing wordt voor 2005 ook op circa dit bedrag geschat. Dit komt neer op een gemiddelde heffing per onderneming van ongeveer 130. In 2004 bedroeg de begroting Steunmelding Uit de opbrengst van de heffing worden de werkzaamheden en overige kosten betaald, die het bedrijfschap uitvoert of laat uitvoeren in het kader van de ontwikkeling, inwerkingtreding en uitvoering van het project nieuwe hotelclassificatie. Het betreft werkzaamheden die in het belang zijn van de sociaal-economische ontwikkeling van de logiesverstrekkende sector als geheel. De werkzaamheden zijn niet selectief. Zij worden namelijk ten behoeve van alle ondernemingen in de onderhavige sector verricht. Zo er al sprake zou zijn van steun als bedoeld in artikel 87 van het EG-verdrag, dan zal de steun per onderneming nooit meer bedragen dan over driejaar. Melding kan dan op grond van "de minimis" steun achterwege blijven. Administratieve lasten Het bedrijfschap acht het van het grootste belang dat de administratieve lasten voor de ondernemers zo laag mogelijk zijn. Met deze verordening wordt dan ook getracht de administratieve lastendruk zoveel mogelijk te beperken. Weliswaar wordt iedere ondernemer eenmaal per jaar in de gelegenheid gesteld een opgave te doen van het aantal logieseenheden, maar het betreft slechts een geringe administratieve handeling, die noodzakelijk is voor een juiste toerekening van de bestemmingsheffing. Bovendien zal worden getracht met behulp van elektronische hulpmiddelen en koppeling aan de uitvoering van de reguliere heffing ingevolge de Heffingsverordening Bedrijfschap Horeca en Catering 2005, de administratieve lasten nog verder terug te dringen. TOELICHTING - ARTIKELSGEWIJS Algemeen Artikel 126 van de gewijzigde Wet op de bedrijfsorganisatie (Wbo) bepaalt dat jaarlijks de heffingsverordeningen van de bedrijfslichamen moeten worden vastgesteld. Gelet op die bepaling strekt deze verordening ter vervanging van de Verordening bestemmingsheffing hotelclassificatie Bedrijfschap Horeca en Catering De verordening is in vergelijking met de Verordening bestemmingsheffing hotelclassificatie Bedrijfschap Horeca en Catering 2004 nagenoeg ongewijzigd. De enige wijziging betreft een kleine technische wijziging in de artikelen vier en vijf, uit oogpunt van verdere vermindering van de administratieve lasten. Deze wijziging houdt in dat heffingsplichtigen niet langer jaarlijks opgave behoeven te doen van het aantal logieseenheden, indien dat aantal al bij het bedrijfschap bekend is en niet is gewijzigd. Artikel l De definitie van onderneming in het eerste artikel sluit aan bij het begrip onderneming in de Wet op de Bedrijfsorganisatie, waarop het Instellingsbesluit van het Bedrijfschap is gebaseerd, en bij de vaste uitleg door het College van beroep voor het bedrijfsleven daarvan. Onder een onderneming wordt verstaan een, van de eventueel overige activiteiten in de vestiging (het bedrijf) te onderscheiden, technisch-organisatorische eenheid, waarin in de functie van horecabedrijf aan het economisch verkeer wordt deelgenomen. In tegenstelling tot het begrip onderneming in het spraakgebruik, dat meerdere bedrijven kan omvatten, ziet het begrip onderneming in deze verordening dus nadrukkelijk op de plaats van exploitatie; de plaats waar het bedrijf wordt 19

20 uitgeoefend. Wanneer bijvoorbeeld één ondernemer op drie verschillende plaatsen logiesverstrekkende bedrijven uitoefent, is sprake van een drietal ondernemingen. Ten aanzien van het begrip logiesverstrekkende onderneming wordt verwezen naar hetgeen daaromtrent in de inleiding van de toelichting wordt vermeld. Onder logieseenheid wordt in deze verordening verstaan hetgeen in de volksmond ook wel met de term "kamer" wordt aangeduid. Overeenkomstige ruimtes, zoals onder meer kooien op boten waar logiesverstrekking plaatsvindt en appartementen waar logiesverstrekking gepaard gaande met dienstverlening plaatsvindt vallen eveneens onder het begrip logieseenheid. Indien een suite bestaat uit een of meerdere zit- en/of slaapkamers, geldt deze als één logieseenheid. In het geval van als suite aangeduide ruimten, die bestaan uit twee of meerdere aan elkaar gekoppelde kamers, voorzien van verbindingsdeuren, die ook als afzonderlijke kamers voor logiesverstrekking ter beschikking worden gesteld, geldt dat iedere kamer die ook afzonderlijk wordt verstrekt als één logieseenheid wordt beschouwd. In het kader van de logiesverstrekking krijgt de gast de beschikking over een logieseenheid, al dan niet voorzien van een daarbij behorende badkamer. Van belang is dat de logieseenheid in zijn geheel aan een gast of een bij elkaar horende groep van gasten, wordt verstrekt. Ruimten waarin een gast slechts de beschikking krijgt over een bed, zoals op een slaapzaal, waar ook bedden worden verstrekt aan andere gasten, die niet tot dezelfde groep behoren, worden niet gezien als logieseenheid in de zin van deze verordening. Artikel 3 In artikel 3 wordt vastgelegd dat een heffingsplichtige voor iedere logiesverstrekkende onderneming een bestemmingsheffing is verschuldigd. De bestemmingsheffing wordt opgelegd naast de op grond van de Heffingsverordening Bedrijfschap Horeca en Catering 2005 opgelegde heffing. Voor de bepaling van de hoogte van de heffing is het gemiddeld aantal logieseenheden bepalend. Omdat in verband met bijvoorbeeld uitbreiding, danwei gedeeltelijke sluiting, het aantal logieseenheden in een logiesverstrekkende onderneming door het jaar verschillend kan zijn, is bepalend het aantal logieseenheden dat gemiddeld in het jaar voor logiesverstrekking bestemd is. In het tweede lid wordt bepaald dat ondernemers die lid zijn van een belangenbehartigende ondernemersorganisatie, die aan de in het artikel genoemde voorwaarden voldoet, een aftrek kunnen krijgen op de bestemmingsheffing, die zij verschuldigd zijn voor de door hen gedreven logiesverstrekkende ondernemingen. De voorwaarden zijn ontleend aan het Besluit beleidsregel Schilthuisaftrek van de Sociaal Economische Raad van 15 juni De hoogte van de korting wordt door het bestuur jaarlijks vastgesteld en is voor 2005 bepaald op 30% van de heffing. De aftrek wordt slechts toegestaan binnen de in artikel 126, zesde lid, van de Wet op de Bedrijfsorganisatie vastgelegde grenzen. Dat betekent onder meer, dat ten aanzien van de opgelegde bestemmingsheffing en de opgelegde heffing op grond van de Heffingsverordening Bedrijfschap Horeca en Catering 2005 gezamenlijk, de totale aftrek, die in een jaar aan een ondernemer wordt toestaan, gemaximeerd is tot een deel van het bedrag, dat die ondernemer als contributie aan zijn ondernemersorganisatie heeft betaald. Indien de totale aftrek op grond van beide verordeningen dit maximum overschrijdt wordt de aftrek naar rato verminderd tot het maximaal toegestane bedrag. Artikel 4 Teneinde vast te stellen over hoeveel logieseenheden de logiesverstrekkende onderneming beschikt wordt de heffingsplichtige in de gelegenheid gesteld een opgave te doen van het aantal logieseenheden. Het in de gelegenheid stellen kan op verschillende wijzen plaats vinden. Zo kan een schriftelijke enquête worden gehouden, maar het is ook mogelijk dit langs elektronische weg te laten plaatsvinden. Ook kan de vaststelling plaatsvinden ten tijde van een onderzoek ter plaatse door de controleur van de hotelclassificatie. Hierbij wordt getracht zoveel mogelijk te komen tot een reductie van de administratieve lastendruk. Het reduceren van administratieve 20

21 lasten ligt ook ten grondslag aan het vierde lid. Gelet op de omstandigheid dat het aantal logieseenheden in het algemeen niet regelmatig aan verandering onderhevig is, behoeft dit aantal niet ieder jaar opnieuw te worden vastgesteld. In dat geval wordt gebruik gemaakt van de laatste opgave van de ondernemer ten behoeve van de vaststelling van de bestemmingsheffing over een voorgaand jaar. De ondernemer is wel verplicht om wijzigingen in het aantal logieseenheden door te geven binnen een maand na de feitelijke realisatie van die wijzigingen. In het vijfde en zesde lid zijn waarborgen opgenomen, als bedoeld in art. 93, derde lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie, tegen misbruik van de ingevolge het eerste lid door de heffingsplichtige te verstrekken gegevens. Artikel 6 De betalingstermijn van de verschuldigde bestemmingsheffing bedraagt veertien dagen. Indien de heffingsplichtige in gebreke blijft wordt de heffingsplichtige schriftelijk gemaand om alsnog te betalen. In het derde lid is bepaald dat indien niet tijdig wordt betaald de heffingsplichtige kosten in rekening kunnen worden gebracht. Het betreft een analoge regeling aan de regeling in de Heffingsverordening Bedrijfschap Horeca en Catering Artikel 7 In bijzondere omstandigheden kan in individuele gevallen ontheffing worden verleend voor wat betreft de verschuldigde bestemmingsheffing. Ingevolge artikel 8 van de verordening worden ontheffingen door de secretaris van het bedrijfschap verleend. Artikel 8 Overeenkomstig het bepaalde in de Heffingsverordening Bedrijfschap Horeca en Catering 2005 worden in dit artikel enkele uitvoerende taken in het kader van deze verordening gemandateerd aan de directeur van het Pensioenfonds Horeca & Catering (PH&C). Door koppeling van de uitvoering van de bestemmingsheffing aan de uitvoering van de reguliere heffing en die uitvoering grotendeels te mandateren aan de directeur van PH&C wordt vermindering van de administratieve lastendruk bewerkstelligd. De gemandateerde taken zijn het nemen van bestemmingsheffingsbeschikkingen en het innen van de bestemmingsheffing. De bevoegdheid om te beslissen op ontheffingsverzoeken, zoals beschreven in artikel 7, is gemandateerd aan de secretaris van het bedrijfschap. Ook is het de secretaris die de logiesverstrekkende onderneming in de gelegenheid stelt opgave te doen van het aantal logieseenheden. Zowel de directeur van PH&C als de secretaris van het bedrijfschap kunnen hun bevoegdheden indien nodig ondermandateren aan ondergeschikten. De bevoegdheid om te beslissen op bezwaarschriften, tegen besluiten die door de directeur van PH&C in mandaat of hun ondergeschikten in ondermandaat zijn genomen, wordt gemandateerd aan de secretaris van het bedrijfschap. Op bezwaarschriften tegen besluiten van de secretaris besluit het bestuur van het bedrijfschap zelf. Reden voor het mandaat aan de directeur van PH&C is met name gelegen in het verlagen van de administratieve lastendruk omdat PH&C, de uitvoering en inning van de bestemmingsheffing kan laten samenvallen met de eveneens door die organisatie op te leggen en te innen premies in het kader van de verschillende horeca-cao's. Daarnaast is deze regeling ingegeven vanuit een oogpunt van efficiencyverbetering. Wat betreft de mandaatverlening aan de directeur van PH&C stelt afdeling van de Algemene wet bestuursrecht de randvoorwaarden. Art. 10:3 van deze wet bepaalt dat mandaat kan worden verleend tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet. De Wet op de bedrijfsorganisatie verzet zich niet tegen de hier geregelde mandaatverlening. Bij de aard van de bevoegdheden moet men denken aan zwaarwegende (politieke) bevoegdheden of de omstandigheid dat de te mandateren bevoegdheid niet in de sfeer van de normale bevoegdheidsuitoefening van de gemandateerde ligt. Dit in ogenschouw nemende verzet ook de aard van het opleggen van heffingen, zijnde in 21

22 beginsel gebonden beschikkingen, zich volgens het bedrijfschap niet tegen mandaatverlening aan de directeur van PH&C. Daar komt nog bij dat PH&C op facilitair terrein sociale partners in de bedrijfstakken horeca en verblijfsrecreatie ondersteunt, zodat niet valt in te zien dat de heffingsbevoegdheid niet past binnen de sfeer van werkzaamheden van deze organisatie. Zoetermeer, voorzitter secretaris 22

23 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRUFSLICHAMEN Productschap Diervoeder PDV 16 Wijziging 11 Verordening PDV certificatie GMP diervoedersector 2003 Verordening van het Productschap Diervoeder van 4 juni 2004 tot wijziging van de certificatieregeling GMP diervoedersector (Verordening PDV certificatie GMP diervoedersector 2003) Het bestuur van het Productschap Diervoeder; Gelet op de artikelen 93 en 95 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en de artikelen 12, 17 en 18 van het Instellingsbesluit akkerbouwproductschappen; Besluit: Artikel l Verordening PDV certificatie GMP diervoedersector 2003 wordt als volgt gewijzigd. In de bijlage "Productnormen GMP-regeling diervoedersector, GMP 14" komt onderdeel C5 Biogene aminen als volgt te luiden: Contaminant product actiegrens afkeurgrens Bron of bijzondere voorwaarden Chemisch Biogene aminen 1 Eiwitrijke diervoeders 4000 mg/kg eiwit >30% ruw eiwit B Aan de verordening wordt een nieuwe standaard voor de productie van en handel in huisdiervoeder, GMP19 toegevoegd, die als bijlage 2 bij deze verordening is gevoegd. 1 Voor zover deze ontstaan zijn bij natuurlijke eiwitafbraak en niet het gevolg zijn van de normale processing van het product 23

24 Artikel II Deze verordening wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en treedt in werking op de tweede dag na publicatie. Den Haag, 4 juni 2004 Th.A.M. Meijer voorzitter J. den Hartog secretaris Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 4 augustus De verordening is op 17 februari 2004 ingevolge artikel 8, eerste lid, van de richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 98/48/EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217), voorgelegd aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen. Tevens is de verordening op 17 februari 2004 ingevolge artikel 2, negende lid en/of artikel 5, zesde lid, van de op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235) hetzij artikel 7 jo. Annex B van de op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen (Tfb. 1994, 235) voorgelegd aan het Secretariaat van de Wereldhandels-organisatie. TOELICHTING Met wijziging l van de Verordening PDV erkenningsregeling GMP diervoedersector 2003 is de citeertitel van de verordening gewijzigd, hetgeen tot uitdrukking komt in de naam van onderhavige wijzigingsverordening. In onderdeel A worden de productnormen voor Biogene aminen gewijzigd. Gebleken is dat Biogene aminen, in de hoeveelheden die in diervoeders worden aangetroffen, noch bij herkauwers, noch bij eenmagige dieren tot diergezondheidsproblemen leiden. Dientengevolge is in dat kader het niet noodzakelijk om normen te stellen m.b.t. Biogene aminen in diervoeders. Echter, Biogene aminen in diervoeders, voor zover het gevolg van natuurlijke eiwitafbraak in eiwitrijke diervoeders (> 30% ruw eiwit), kan een indicator zijn voor de mate van bederf in deze voeders. Het maximum gehalte mag de 4000 mg/kg eiwit niet overschrijden. Een actiegrens wordt niet nodig geacht, daar in het kader van de risicobeoordeling van ieder product en productieproces hier al voldoende aandacht aan wordt besteed. In onderdeel B wordt een nieuwe standaard voor de productie van en handel in huisdiervoeder, GMP19 toegevoegd. Voorheen vielen GMP-gecertificeerde bedrijven die huisdiervoeders produceren onder de GMP-standaard voor handel en productie van mengvoeders. Het was echter moeilijk voor deze bedrijven aan alle verplichtingen uit deze standaard te voldoen. Daarom is er in samenwerking met de sectorcommissie huisdiervoeders een aparte GMPstandaard opgesteld. 24

25 Deze verordening is in ontwerp aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen genotificeerd ingevolge richtlijn nr. 98/34/EG van het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (Pb EG L 204), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 98/48/EG van 20 juli 1998 (Pb EG L 217). Den Haag, 4 juni 2004 Th.A.M. Meijer voorzitter J. den Hartog secretaris 25

26 Productschap Diervoeder GMP-standaard voor de productie van en handel in huisdiervoeder GMP 19; 12 november 2003 Productschap Diervoeder (Den Haag, Nederland) - November 2003 Alle rechten voorbehouden. Niets in deze publicatie mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever/eigenaarworden vermenigvuldigd, opgeslagen in een gegevensbestand of in welke vorm dan ook openbaar worden gemaakt, hetzij elektronisch, mechanisch, via fotokopieën, foto's of op enige andere manier. GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 1 van 39 26

27 INHOUDSOPGAVE 1 ONDERWERP EN REIKWIJDTE VERWIJZINGEN NAAR STANDAARDEN TERMEN, DEFINITIES, DOELGROEPEN VEREISTEN M.B.T. KWALITEITSSYTEMEN VEREISTEN M.B.T. HET GECOMBINEERDE KWALITEITS- EN HACCP-SYSTEEM... 4 VEREISTEN M.B.T. DE DOCUMENTATIE Algemene vereisten Kwaliteitshandboek Toezicht op de documentatie Beheer van dossiers MANAGEMENTVERANTWOORDELIJKHEID VERPLICHTINGEN DIE HET MANAGEMENT AANGAAT KETENGERICHTHEID KWALITEITSBELEID EN KWALITEITSDOELSTELLINGEN PLANNING Kwaliteitsdoelstellingen Planning kwaliteitsmanagementsysteem VERANTWOORDELIJKHEID, BEVOEGDHEID EN COMMUNICATIE Verantwoordelijkheiden bevoegdheid Managementvertegenwoordiger Interne communicatie MANAGEMENT REVIEW MANAGEMENT VAN DE MIDDELEN HETTER BESCHIKKING STELLEN VAN MIDDELEN HUMAN RESOURCES Algemeen Competentie, bewustzijn en opleiding INFRASTRUCTUUR WERKOMGEVING PROCESMANAGEMENT PLANNING VAN DE PRODUCTIE PROGRAMMA VAN GMP VEREISTEN Inkoop Identificatie en traceerbaarheid Calibratie /controle van bewakings- en meetapparatuur in de productieketen HACCP Productspecificaties Processpecificaties Risicoanalyses Controlemaatregelen en CCP's Actielimieten en bewaking WERKOMGEVING Controle van productie en verleende diensten Eigendom van de klant Conserven'ng/houdbaarheid van het product GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 2 van 39 27

28 8 PROCES- EN PRODUCTMETINGEN, ANALYSE EN VERBETERING ALGEMEEN BEWAKING EN METING P.2.1 Klanttevredenheid Interne audit Bewaking en meting van de processen Bewaking en meting van de producten CONTROLE VAN NIET-CONFORME PRODUCTEN (INCL. TERUGGEROEPEN PRODUCT) GEGEVENSANALYSE VERBETERINGEN Continue verbetering Corrigerende acties Preventieve maatregelen EARLYWARNING...20 BIJLAGE l: PRINCIPES VAN HET HACCP SYSTEEM BIJLAGE II: RICHTLIJNEN VOOR TRACKING & TRACING GMP HUISDIERVOEDER Bijlage II, deel A: Begrippen en definities Bijlage II, deel B: Richtlijnen tracking & tracing handel pet food ingredients Bijlage II, deel C: Richtlijnen tracking & tracing productie van pet food GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 3 van 39 28

29 1 ONDERWERP EN REIKWIJDTE Deze GMP-standaard maakt deel uit van de GMP-regelgeving voor de diervoedersector. Deze GMPstandaard is een op zichzelf staande standaard voor de productie van en handel in huisdiervoeders. VERWIJZINGEN NAAR STANDAARDEN GMP 14: GMP 07: GMP 08: Productnormen GMP-regeling diervoedersector; GMP-Standaard Wegtransport diervoedersector; GMP-Standaard zeescheepvaart-, binnenvaart- en railvervoer diervoedersector. 3 TERMEN, DEFINITIES, DOELGROEPEN Tot de doelgroep voor deze GMP-standaard behoren: Bedrijven die voeders voor huisdieren produceren of verhandelen, waarbij geldt dat Producten van huisdieren niet bedoeld zijn voor humane consumptie. Huisdieren niet op een (professionele wijze) worden gehouden om producten voor humane consumptie of humaan gebruik te verkrijgen. 4 VEREISTEN M.B.T. KWALITEITSSYTEMEN 4.1 Vereisten m.b.t. het gecombineerde kwaliteits- en HACCP-systeem 4.2 Vereisten m.b.t. de documentatie Algemene vereisten De huisdiervoederproducent zal beschikken over en werken in overeenstemming met gedetailleerde procedures, instructies en referentiedocumenten die alle processen afdekken die van kritisch belang zijn voor de kwaliteit, de productveiligheid en de naleving van wettelijke voorschriften. o De documenten dienen duidelijk leesbaar, ondubbelzinnig en voldoende gedetailleerd te zijn om het juiste gebruik door geschikt personeel mogelijk te maken en zij dienen te allen tijde makkelijk toegankelijk te zijn Kwaliteitshandboek De huisdiervoederproducent dient een kwaliteitsboek te hebben dat de intenties van de diervoederproducent m.b.t. de kwaliteit omschrijft en een werkingsbereik heeft dat de vereisten in deze standaard afdekt. <=> Het kwaliteitshandboek dient een omschrijving van werkmethodes en procedures te bevatten die voldoen aan de vereisten in dit document. <=> De in het kwaliteitsboek gespecificeerde vereisten dienen volledig te worden geïmplementeerd. GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 4 van 39 29

30 4.2.3 Toezicht op de documentatie De diervoederproducent dient ervoor te zorgen dat alle documenten, dossiers en gegevensbestanden die van kritisch belang zijn voor de productveiligheid, de naleving van wetsregels en de kwaliteit zich op hun plek bevinden en effectief worden beheerd. 0 Alle in gebruik zijnde documenten moeten op een deugdelijke wijze geautoriseerd zijn en van de juiste versie zijn zoals die door de diervoederproducent wordt uitgegeven Beheer van dossiers De diervoederproducent dient dossiers bij te houden waarmee de effectieve controle op productveiligheid, wetsnaleving en kwaliteit kan worden aangetoond. Deze dossiers dienen naar behoefte productmonsters te omvatten. <* De diervoederproducent dient procedures toe te passen voor de ordening, evaluatie, het onderhoud, de opslag en het terugvinden van alle dossiers die betrekking hebben op productveiligheid, wetsnaleving en kwaliteit. & Deze dossiers dienen gedurende een aangemeten en nader te omschrijven periode - die niet korter mag zijn dan de houdbaarheidstermijn - in een goede conditie te worden bewaard, zodat zij beschikbaar zijn voor nadere evaluatie. => Productmonsters kunnen een toereikend kwaliteitsrapport ondersteunen. MANAGEMENTVERANTWOORDELIJKHEID 5.1 Verplichtingen die het management aangaat 5.2 Ketengerichtheid 5.3 Kwaliteitsbeleid en kwaliteitsdoelstellingen De diervoerderproducent dient een duidelijk geformuleerd en gedocumenteerd kwaliteitsbeleid en kwaliteitsdoelstellingen te hebben - bijv. ISO 9000:2000. Het beleid verwoordt de intentie van de diervoederproducent om te voldoen aan zijn verantwoordelijkheid ten opzichte van zijn klanten en aan zijn verplichting om veilige en wettelijk toegelaten producten te produceren. Het beleid moet tevens blijk geven van de intentie om te komen tot continue verbetering van de effectiviteit van het systeem voor kwaliteitsmanagement. => Er moeten kwaliteitsdoelstellingen worden geformuleerd en geëvalueerd. Er dienen doelstellingen te worden geformuleerd en de kwaliteitsindicatoren moeten worden bewaakt om de prestatie en de trends met betrekking tot de kwaliteit te kunnen opvolgen. Een regelmatige evaluatie van de data is een zeer belangrijk hulpmiddel bij de continue verbetering van de producten en diensten die aan klanten worden geleverd. => De directeuren en de senior managers van de diervoederproducent dienen blijk te geven van hun toezegging/betrokkenheid om het kwaliteitsbeleid van de diervoederproducent te implementeren. => Het beleid, de doelstellingen en de daadwerkelijke kwaliteitsprestatie en de kwaliteitstrends dienen binnen het gehele diervoederbedrijf openbaar te worden gemaakt en regelmatig te worden geëvalueerd. GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 5 van 39 30

31 5.4 Planning Kwaliteitsdoelstellingen Planning kwaliteitsmanagementsvsteem Er dient een plan voor kwaliteitscontrole te worden opgesteld en te worden geïmplementeerd voor het gebruik van grondstoffen, premixen en gereed product. De diervoederproducent zal het verrichten van analyses die van kritisch belang zijn voor de productveiligheid, de wetsnaleving en de kwaliteit, zelf organiseren of uitbesteden waarbij gebruik dient te worden gemaakt van daarvoor geëigende procedures en faciliteiten. <=> De producent dient ervoor te zorgen dat wordt aangetoond dat de producten en/of diensten voldoen aan de normen die in de GMP voorschriften zijn vastgelegd (GMP14). <* Het plan voor kwaliteitscontrole moet voorzien in de controle van de kritische controlepunten in het productieproces en de procedures voor monsternames en het dient de frequentie van deze controles en de monsternames aan te geven. Het plan dient tevens te specificeren welke analysemethodes moeten worden gebruikt en hoe vaak. Het plan voor kwaliteitscontrole moet vermelden wat er is voorzien in gevallen waarin niet blijkt te zijn voldaan aan de specificaties. => Er dienen procedures beschikbaar te zijn om de betrouwbaarheid van de testresultaten te garanderen. o Het personeel dat de analyses verricht, dient daarvoor voldoende gekwalificeerd en/of opgeleid te zijn en dient de vereiste analyses op competente wijze te kunnen uitvoeren. o Wanneer de diervoederproducent de analyses die van kritisch belang zijn voor de productveiligheid of voor de wettelijk vereiste verificatie van de samenstelling, zelf organiseert of uitbesteedt, dan dient het laboratorium onafhankelijk te worden geaccrediteerd door een daartoe bevoegde instantie. Productvrijgave De diervoederproducent dient zeker te stellen dat het product niet wordt vrijgegeven, tenzij alle procedures zijn opgevolgd. De diervoederproducent dient ervoor te zorgen dat het product uitsluitend wordt vrijgegeven door daartoe bevoegd personeel en in overeenstemming met de vrijgaveprocedures. 5.5 Verantwoordelijkheid, bevoegdheid en communicatie Verantwoordelijkheid en bevoegdheid De diervoederproducent dient te zorgen voor een organisatiestructuur die garandeert dat de functieinhoud, de verantwoordelijkheid en de rapportagelijnen van de medewerkers die activiteiten uitoefenen die van invloed zijn op de productveiligheid, de wetsnaleving en de kwaliteit duidelijk worden gedefinieerd en gedocumenteerd. *> De directie van de diervoederproducent draagt de verantwoordelijkheid voor het productiebeleid en de productiedoelstellingen van de diervoederproducent en dient te zorgen voor toereikende middelen en investeringen teneinde de productveiligheid, de wetsnaleving en de kwaliteit veilig te stellen. ^ De directie van de diervoederproducent dient ervoor te zorgen dat alle werknemers op de hoogte zijn van hun verantwoordelijkheden en dat er procedures zijn om de effectiviteit van hun werkzaamheden te bewaken. => De diervoederproducent dient ervoor te zorgen dat de niveaus van verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voorde betreffende medewerkers m.b.t. productveiligheid, wetnaleving en kwaliteitssystemen duidelijk gedefinieerd zijn. Om die reden dienen er functieomschrijvingen beschikbaar te zijn. Er dienen geschikte regelingen te zijn voor gevallen waarin personeel met sleutelfuncties afwezig is. =t> De diervoederproducent dient te zorgen voor een systeem dat zekerstelt dat hij op de hoogte blijft van alle relevante wetgevingen, issues op het gebied van voedselveiligheid en over wettelijke, wetenschappelijke en technische ontwikkelingen. =» De diervoederproducent dient ervoor te zorgen dat er voldoende middelen beschikbaar zijn om alle werknemers - en met name nieuwe werknemers - te scholen. GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 6 van 39 31

32 H ACC P-team: => De HACCP studie dient te worden uitgevoerd door een multidisciplinair team. o De HACCP voorwaarden genieten de volledige ondersteuning van het senior management en dienen te worden geïmplementeerd via het kwaliteitsmanagement systeem van de diervoederproducent. o De leider van het HACCP team of de aangewezen vertegenwoordiger van het team dient in staat te zijn om zijn competentie m.b.t. het begrip en de toepassing van de HACCP principes te demonstreren. <* Personeel met sleutelpositie dat wordt aangewezen ais lid van het HACCP team dient voldoende opgeleid te zijn en over voldoende ervaring te beschikken Manaaementverteoenwoordiaer Interne communicatie 5.6 Management review Het topmanagement dient het kwaliteitsmanagementsysteem op gezette tijdstippen te evalueren om de adequaatheid en de effectiviteit daarvan op langere termijn te kunnen garanderen. o De evaluatie dient een inventarisatie van de mogelijkheden voor verbeteringen en van de noodzaak tot veranderingen van het kwaliteitsmanagementsysteem - incl. het kwaliteitsbeleid en de kwaliteitsdoelstellingen - te omvatten. 6 MANAGEMENT VAN DE MIDDELEN 6.1 Het ter beschikking stellen van middelen Er dienen toepasselijke faciliteiten en procedures beschikbaar te zijn om het risico op fysieke of chemische contaminatie van het product te beheersen. o Er dienen toepasselijke opslagfaciliteiten beschikbaar te zijn voor de controle en opslag van eventuele gevaarlijke chemicaliën. o Er dienen schriftelijke procedures te zijn voor de omgang met glasscherven en harde stukken doorzichtig plastic bij de behandeling, de voorbereiding, de verwerking, de verpakking en de opslag van grondstoffen. Deze procedures moeten garanderen dat de nodige voorzorgsmaatregelen worden genomen. Deze procedures moeten deel moeten uitmaken van een formeel glasbeleid. o Het gebruik van hout bij de behandeling, het voorbereiden, verwerken, verpakken en opslaan van grondstoffen dient waar mogelijk te worden geminimaliseerd. Te allen tijde zullen aanvaardbare normen op het gebied van hygiëne en huishouding worden gehandhaafd. o Er dienen reinigingsmethodes te worden opgesteld en geïmplementeerd die het risico op contaminaties minimaliseren. c> Er dient een schoonmaakplanning te zijn die tijdig wordt geactualiseerd. o Alle schoonmaakpersoneel dient te worden geschoold en competent te zijn in de uitvoering van de vereiste taken. <=> De effectiviteit van de schoonmaak- en ontsmettingsprocedures in de productiegedeelten dient te worden geverifieerd. GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 7 van 39 32

33 Er mogen alleen voor levensmiddelentoepassingen goedgekeurde reinigingsmiddelen worden gebruikt. De producent is verplicht om periodieke controles in de vorm van microbiologisch onderzoek uit te voeren of om onderzoek te doen naar de microbiologische kwaliteit van de voedergrondstoffen en het diervoeder. Dit dient te gebeuren in een door hem zelf te bepalen frequentie (op basis van HACCP. 6.2 Human resources Algemeen De faciliteiten voor de werknemers worden zodanig ontworpen en uitgeoefend dat het risico op productcontaminatie wordt geminimaliseerd. & Waar speciale werkkleding vereist is, dienen er voor al het personeel omkleedfaciliteiten beschikbaar te zijn, waar het personeel, bezoekers of extern personeel zich kan omkleden, voordat men de productie- of verpakkingsruimtes of - waar van toepassing - de opslagruimtes betreedt. o Er dienen bij de ingangen en op andere geschikte punten binnen de productieruimtes voldoende geschikte faciliteiten voor het wassen van de handen beschikbaar te zijn. o Toiletruimtes mogen niet rechtstreeks uitkomen in productie-, inpak- of opslagafdelingen. o Roken mag uitsluitend worden toegestaan in daarvoor bestemde/aangewezen ruimtes. o Wanneer er cateringfaciliteiten beschikbaar zijn, dienen die zodanig te worden beheerd dat contaminatie van het product wordt voorkomen. o Waar mogelijk dienen de omkleedfaciliteiten te worden ingericht op een locatie die het personeel rechtstreeks toegang biedt tot de productie-, inpak- of opslagruimtes, zonder dat men andere/externe ruimtes hoeft te passeren. =t> Men dient te zorgen voor een opslagmogelijkheid voor voedsel dat door het personeel wordt meegenomen naar het bedrijf. o Buitenkleding (jassen etc.) en andere persoonlijke zaken dienen binnen de omkleedruimtes apart te worden gehouden van de werkkleding. t=> Het gebruik van de werkkleding dient te worden beperkt tot het professionele gebruik (d.w.z. de fabriekslocatie, productieruimtes) Competentie, bewustzijn en opleiding De diervoederproducent dient ervoor te zorgen dat alle werknemers met het oog op hun activiteiten adequaat opgeleid en geïnstrueerd zijn en onder adequaat toezicht staan. c> Goede productiemethodieken vereisen dat alle bij de productie van huisdiervoeders betrokken werknemers (incl. transport en opslag) zich ervan bewust zijn dat zij een bijdrage leveren aan de kwaliteit en de veiligheid van het gereed product, o Alle personeel - incl.tijdelijk personeel en extern personeel - dient adequaat te zijn opgeleid, voordat men met het werk begint, en het dient gedurende de hele werktijd onder adequaat toezicht te staan, o De werknemers moeten voldoende geschoold zijn voor het kwaliteitsmanagement. De persoon die verantwoordelijk is voor het toezicht op de kwaliteitscontrole dient in de positie te verkeren dat hij deze taak onafhankelijk kan uitvoeren en de juiste beslissingen kan nemen, o De diervoederproducent dient een volledig scholingsprogramma en de bijbehorende documentatie/administratie beschikbaar te hebben. 6.3 Infrastructuur Locatie o De locatie dient zo te worden ingericht en onderhouden dat het mogelijk is om contaminaties te voorkomen en om diervoerders te produceren die veilig zijn en aan de wettelijke vereisten voldoen. GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 8 van 39 33

34 o Er dienen maatregelen te zijn genomen om de locatie te beschermen tegen alle mogelijke ongewenste contaminaties en deze maatregelen dienen periodiek te worden geëvalueerd om zeker te stellen dat zij nog steeds effectief zijn. <=> De locatiegrenzen moeten duidelijk worden omschreven. Perceel en omtrek <z> Alle grond- en vloeroppervlakken binnen de locatie moeten op een deugdelijke wijze afgewerkt zijn en worden onderhouden. => Daar, waar de natuurlijke waterafvoer onvoldoende is, moet extra drainage worden geïnstalleerd. =o Daar, waar externe opslag noodzakelijk is, dienen de goederen te worden beschermd tegen contaminatie en bederf. <$ Waar mogelijk moeten alle gebouwen omgeven zijn door een open ruimte. Alle grasoppervlakten moeten regelmatig worden onderhouden, o De afvalinzameling dient te gebeuren op een duidelijk omschreven plek. Lav-out/productstroom o De gebouwen en installaties moeten zo worden ontworpen, gebouwd en onderhouden dat het risico op productcontaminatie beheersbaar is. => De procesflow vanaf de goederenontvangst tot aan de verzending wordt zodanig ingericht, dat productcontaminatie wordt voorkomen. = De gebouwen dienen voldoende werk- en opslagruimte te bieden om alle werkzaamheden op een goede manier en onder veilige en hygiënische omstandigheden te kunnen uitvoeren. <* De werksystemen dienen waar nodig van zodanige aard te zijn dat elk mogelijk risico op fysieke, chemische of microbiologische contaminatie wordt geminimaliseerd. <=> Er dient een afdoende scheiding te zijn tussen de onverwerkte en de verwerkte materialen om het risico op kruiscontaminaties van het product te minimaliseren. => Bij de scheiding dient men rekening te houden met de productstroom, de aard van de materialen, de apparatuur, het personeel, de luchtstroming, de luchtkwaliteit en de te leveren diensten. Constructie De constructie van de locatie, de gebouwen en de faciliteiten dient geschikt te zijn voor het beoogde gebruiksdoel. Het gebruik van glas dient te worden vermeden. Wanden c> De wanden dienen zodanig te worden ontworpen, gebouwd, afgewerkt en onderhouden dat de ophoping van vuil wordt voorkomen, de hoeveelheid condens en mosgroei wordt geminimaliseerd en de reiniging wordt vergemakkelijkt. <=> De overgangen tussen wanden en vloeren dienen zo te worden afgedekt dat zij goed schoon te maken zijn. Holtes in de wandoppervlakken dienen te worden voorkomen om te voorkomen dat er zich vuil en ongedierte verzamelt. Vloeren o De drainage mag de productveiligheid niet in gevaar brengen en moet van ruimten met een hoog risico afgevoerd worden. =o Afvoeren vanuit laboratoria mogen geen risico voor het product vormen. => De afvoeren en rioleringen moeten zo worden ontworpen en onderhouden dat het risico op productcontaminatie wordt geminimaliseerd, o De vloeren dienen te worden ontworpen met het oog op de eisen die het proces stelt en om bestand te zijn tegen de schoonmaakmaterialen en -methodes. Zij moeten waterdicht zijn en in een goede staat worden gehouden. => Vloeren moeten voldoende verval hebben om water of afvalwater in de richting van geschikte afvoeren/riolering af te kunnen voeren, o De machineplaatsing en de kanalisering dient men zo te plannen dat vanuit de productie geloosde of gemorste stoffen rechtstreeks een afvoer inlopen en niet op de vloer blijven liggen. Plafonds/overkappingen <=> Daar waar tussenplafonds worden gebruikt, dient er toereikende toegang tot de loze ruime te zijn om reiniging, onderhoudswerkzaamheden en controles op ongedierte mogelijk te maken. GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 9 van 39 34

35 3> De plafonds en tussenplafonds dienen zo te worden ontworpen, gebouwd, afgewerkt en onderhouden dat de ophoping van vuil wordt voorkomen, de hoeveelheid condens en mosgroei wordt geminimaliseerd en de reiniging wordt vergemakkelijkt. Ramen => Het gebruik van glas voor ramen dient te worden voorkomen; waar nodig moet het worden beschermd tegen breuk/kapotgaan. i=> Daar waar ramen worden ingepland ter ventilatie, dienen zij waar nodig op een adequate manier te worden afgeschermd om het binnendringen van ongedierte te voorkomen. peuren o Als principieel aandachtspunt dienen deuren waar nodig te allen tijde gesloten te worden gehouden. o Daar waar externe deuren naar de ruimten voor de behandeling, productie, verpakking en opslag open worden gehouden, dient men passende maatregelen te nemen om het binnendringen van ongedierte te voorkomen. De deuren in deze ruimten dienen goed aan te sluiten en adequaat afgedicht te zijn. Verlichting o Breukbestendige plastic koppen of afdekkingen dienen alle lampen en tl-buizen af te schermen, incl. de lampen in vliegenvangereenheden, wanneer die een risico voor het product vormen. Bij lampen met hoge temperaturen, waar plastic afdekkingen niet toepasbaar zijn, wordt een fijnmazig metalen draadrooster geplaatst. Daar waar het niet mogelijk is volledige bescherming te realiseren, wordt daar in het glasmanagementsysteem rekening mee gehouden. Lucht o Daar waar er voor het proces behoefte is aan gescreende of gefilterde lucht, dient de apparatuur die daarvoor wordt gebruikt op adequate wijze te worden onderhouden. = > Er dient een stofafvoersysteem te worden geïnstalleerd in ruimten waar met droge poeders wordt gewerkt. i* Perslucht die in contact komt met de producten moet worden gefilterd. Water en stoom o Alle water dat voor de reiniging wordt gebruikt of voor enig onderdeel van de productie van huisdiervoeders zal waar nodig van drinkwaterkwaliteit zijn en uit de waterleiding komen, of anders worden behandeld in overeenstemming met zijn herkomst. => De kwaliteit van water, stoom of ijs dat in contact met het diervoeder komt, dient regelmatig te worden gecontroleerd en mag geen risico voor de productveiligheid vormen, o Wateraanvoersystemen van verschillende aard moeten duidelijk gescheiden worden gehouden en worden geïdentificeerd/gemarkeerd. Apparatuur o Apparatuur moet van een ontwerp zijn dat geschikt is voor het beoogde gebruiksdoel en dient zo te worden gebruikt dat het risico op contaminatie van het product wordt geminimaliseerd, o Apparatuur moet zo worden opgesteld dat men er zich in, onder en omheen kan begeven voor o schoonmaak- en onderhoudsdoeleinden. Alle apparatuur dient voor inbedrijfstelling goed te worden gespecificeerd en dient adequaat te worden onderhouden en bediend om veilig diervoeder te kunnen produceren dat aan de wettelijke eisen voldoet. =o Alle apparatuuroppervlakken die in aanraking met het product komen, moeten waterdicht zijn en minimaal reageren met andere stoffen. i=> Alle apparatuur moet zodanig worden ontworpen dat zij niet zelf het product contamineert als gevolg van lekkende pakkingen, smeermiddelen of onjuiste modificaties. o Alle smeermiddelen die met levensmiddelen in aanraking (kunnen) komen dienen van foodgrade kwaliteit te zijn. GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 10 van 39 35

36 6.4 Werkomgeving De voor het personeel van de diervoederproducent geldende normen dienen te worden gedocumenteerd en moeten door alle werknemers worden opgevolgd. Dit geldt ook voor externe werknemers en bezoekers van de fabriek. Bij de formulering van deze normen dient men voldoende rekening te houden met de risico's op productcontaminatie. o Juwelen en horloges mag men waar nodig niet dragen met uitzondering van eenvoudige trouwringen en oorringen. => Alle wonden en schaafwonden op blootgestelde huid dienen te worden afgedekt (bijv. met een goed zichtbare blauw pleister die door de diervoederproducent wordt verstrekt). o Roken, eten en drinken mag alleen worden toegestaan in daarvoor aangewezen ruimtes. <=> Het wassen/schoonmaken van de handen dient te gebeuren met een passende frequentie. <$ Daar waar nodig moeten medische screening procedures worden geïmplementeerd (voor personeel dat werkt in ruimten waar er risico's kunnen zijn voor de productveiligheid). o Personeel waarvan bekend is of vermoed wordt dat het aan een ziekte lijdt die op diervoeder kan worden overgedragen, mag geen toestemming krijgen om ruimtes binnen te gaan waar met diervoeder wordt gewerkt, wanneer er een reëel risico bestaat dat men het diervoeder contamineert en de ziekte een risico inhoudt voor de dieren waarvoor het voer bedoeld is. Personeel dat met het diervoeder werkt, bezoekers en externe werknemers die werken of binnengaan in ruimten waar met voer wordt gewerkt, dienen door de diervoederproducent ter beschikking gestelde, beschermende kleding te dragen. => Alle haar dient waar nodig volledig te worden bedekt om productcontaminatie te voorkomen, o Er dient binnen de fabrieksomgeving geschikt veiligheidsschoeisel te worden gedragen. o Alle beschermende kleding dient regelmatig op een effectieve manier te worden gewassen. => Handschoenen - indien gedragen - dienen onderworpen te zijn aan een adequate controle om productcontaminaties te voorkomen. Er dienen adequate systemen te zijn voor de inzameling en afvoer van afvalstoffen. ^ Er dienen systemen te zijn opgezet om de ophoping van afval in productieruimtes te minimaliseren en die het gebruik van ongeschikte materialen voorkomen. Er moeten duidelijk aangegeven inzamelpunten voor afval worden ingericht, o De afvoer van afval dient te voldoen aan de wettelijke vereisten en het afval moet zo nodig door gespecialiseerde afvalbedrijven worden afgevoerd. o Buiten geplaatste afvalcontainers en afvalpersen dienen zo nodig gesloten en/of overdekt te zijn. <=> Alle afvalcontainers moeten duidelijk als zodanig worden gemarkeerd en allen voor dat doel worden gebruikt. 7 PROCESMANAGEMENT 7.1 Planning van de productie 7.2 Programma van GMP vereisten Inkoop De diervoederproducent dient te werken volgens procedures voor de goedkeuring en bewaking van zijn leveranciers. Dit betreft eveneens het gereed product en halffabrikaten die door derden zijn gemaakt. o De producent dient over een actuele lijst te beschikken van de gecontracteerde leveranciers van producten en diensten, die belangrijk zijn om te voldoen aan de basis kwaliteitseisen. => Deze procedures dienen duidelijk criteria te vermelden voor de initiële en vervolgens continu doorlopende leveranciersbeoordelingen en voor de vereiste prestatienormen. De beoordeling kan GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 11 van 39 36

37 naar behoefte gebeuren via bewaking van de performance in de vorm van interne controles, in de vorm van analysecertificaten of via inspecties bij de leverancier. De beoordeling van de leverancier moet tevens de traceerbaarheid van de producten tot aan hun oorsprong, een evaluatie van de HACCP systemen, de productveiligheidsinformatie en de wettelijke vereisten inhouden. => De procedures dienen te omschrijven hoe er behandeld moet worden bij materialen van onbekende oorsprong. * De methodes en frequenties van de beoordelingen moeten worden gebaseerd op een formele risicoanalyse. De diervoederproducent dient procedures toe te passen voor de bewaking van de kwaliteit en veiligheid van de grondstoffen op het moment van levering. De producent koopt de grondstoffen uitsluitend van leveranciers die op het moment van levering op zijn minst voldoen aan: 1) De leverancier is een GMP-gecertificeerde handelaar of producent voor grondstoffen. 2) Wanneer de leverancier niet GMP-gecertificeerde is, dient hij op zijn minst aantoonbaar gelijkwaardige garanties (ISO 2000 en HACCP gecertificeerd) af te geven. Wanneer het product niet onder een HACCP regime valt, dan dient de GMP-gecertificeerde onderneming de risicoanalyse m.b.t. de grondstoffen te ontvangen, of 3) Wanneer de leverancier niet G M P-gecertificeerd is, dan dient de koper (het GMPgecertificeerde bedrijf) samen met de leverancier een risicoanalyse te verrichten m.b.t. de grondstoffen van die leverancier. In geval van de opties 2) en 3) dienen de volgende zaken te worden gerealiseerd en de leverancier dient zich daaromtrend contractueel te verplichten ten opzichte van de koper (het GMP-gecertificeerde bedrijf): Op zijn minst moeten de normen van de GMP regeling (GMP14) voor de diervoedersector worden toegepast en de leverancier moet aantoonbaar volgens de HACCP principes werken. o Voor alle grondstoffen en additieven moet er een schriftelijke specificatie bestaan die regelmatig wordt geactualiseerd. Behalve de voedingswaarden en de analysewaarden van het product dient deze schriftelijke specificatie ook een lijst van goedgekeurde oorsprongspunten en bronnen te bevatten, details over eventuele bewerkingen die het materiaal heeft ondergaan, een lijst van de voeders waarin het materiaal mag worden gebruikt, opmerkingen over risico's of beperkingen ten aanzien van het gebruik en een vermelding van alle speciale eigenschappen van het product. o Het toezicht bij levering dient zeker te stellen dat de grondstoffen en additieven traceerbaar zijn, overeenkomen met de kwaliteits- en veiligheisspecificaties, worden geleverd door een goedgekeurde en geregistreerde leverancier en of de producten worden gedekt door een goedkeurings- en registratieprocedure. o Er dient een registratie plaats te vinden van de herkomst van alle aangeleverde voedermaterialen en additieven Identificatie en traceerbaarheid Tijdens alle stadia van productie, verwerking en distributie dient de traceerbaarheid van huisdiervoeders gegarandeerd te zijn. Diervoederproducenten dienen in staat te zijn om elke persoon te identificeren die hen een voeder heeft geleverd of enige ander ingrediënt dat in diervoerders wordt verwerkt en zij dienen in staat te zijn de bedrijven aan te duiden waaraan zij hun producten hebben geleverd. Dit houdt in dat de diervoederproducent alle grondstoffen en verpakkingsmaterialen op een adequate manier moet kenmerken en dat hij in staat moet zijn om het product in bewerking en gereed product in stadia vanaf de productie tot de consumptie te traceren (tijdens productie, opslag, verzending en - waar van toepassing - de distributie naar de eindgebruiker). => De diervoederproducent dient te werken met een documentatiesysteem dat is ontworpen om een adequaat niveau van traceerbaarheid te garanderen. Traceerbaarheid houdt in dat men in staat is om elke persoon aan te wijzen waarvan men leveringen van voedermaterialen, additieven, verpakkingsmaterialen of enige andere ingrediënt dat -naar men mag verwachten - voor de productie van huisdiervoeders bedoeld is, heeft ontvangen. GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 12 van 39 37

38 De volledige richtlijnen m.b.t. de traceerbaarheid zijn beschreven in bijlage II). De diervoederproducent moet om de producttraceerbaarheid zeker te stellen, een registratie bijhouden die o.a. de volgende informatie vermeldt: o De naam en het adres van alle grondstoffen- en verpakkingenleveranciers (bijv. grondstoffen, additieven, premixen) en de oorsprong van deze grondstoffen en verpakkingen incl. hun batchnummers. => De naam en het adres van de locatie waar de batch werd aangeleverd. o Het accreditatie- of registratienummer van de leveranciers van grondstoffen die onder een goedkeuring vallen of onder een registratieprocedure volgens de EU-diervoederwetgeving. o De aard en de hoeveelheid van het geproduceerde samengestelde diervoeder incl. de productiedatum en het batchnummer. Wanneer product wordt herbewerkt of een hernieuwde behandeling ondergaat, dient de traceerbaarheid te worden gehandhaafd. Identificatie De diervoederproducent dient elke individuele verkoopeenheid van een identificatie te voorzien. De diervoederproducent zal gedocumenteerde procedures voor de identificatie van materialen opzetten en handhaven, waarmee het product vanaf de ontvangst via de productie tot aan het gereed product kan worden opgevolgd. Bij gereed product moet de productielocatie, de productiedatum en het batchnummer kunnen worden getraceerd Calibratie / controle van bewakings- en meetapparatuur in de productieketen Algemeen De verantwoordelijkheden en de procedures voor het productieproces moeten op een duidelijke manier geregeld zijn. o Er moet een gekwalificeerd personeelslid worden aangewezen als verantwoordelijke voor het productieproces. => De producent dient ervoor te zorgen dat de diverse productiestadia worden doorlopen in overeenstemming met de vooraf opgestelde schriftelijke procedures en instructies. Om diervoeder van de gewenste kwaliteit te verkrijgen, dienen deze procedures de controles en de kritische punten binnen het productieproces te definiëren. o Er moeten zowel technische als organisatorische maatregelen worden genomen om het gevaar op microbiologische contaminatie, kruiscontaminaties en menselijke fouten zoveel als mogelijk uit te bannen om op die manier de normen op het gebied van hygiëne en veiligheid te handhaven. De nauwkeurigheid van weeg- en meetapparatuur voor de in bulk of handmatig bijgevoegde ingrediënten is van kritisch belang bij het zekerstellen van de productie van een kwalitatief hoogwaardig diervoeder. <* Een programma voor regelmatige ijking en beproeving van weeg- en meetapparatuur is van essentieel belang. Bij het ontwikkelen van schriftelijke procedures voor ijking en beproeving dient men uit te gaan van de richtlijnen en instructies van de fabrikanten van de apparatuur. «* Er dient tevens een programma voor periodiek onderhoud te worden opgezet om zeker te stellen dat weegapparatuur schoon is en dat versleten onderdelen zo nodig worden vervangen. Kalibratie De meetapparatuur die wordt gebruikt om kritische controlepunten en de wettigheid van de producten te bewaken, dient te worden geijkt en dient aantoonbaar te voldoen aan een erkende nationale norm. 7.3 HACCP De basis van het voedselveiligheidssysteem van de diervoederproducent dient een HACCP plan te zijn dat schematisch, uitgebreid en grondig is en op de principes van de Codex Alimentarius HACCP gebaseerd. In bijlage l worden de HACCP principes, de implementatie ervan en voorbeelden m.b.t. huisdiervoeders toegelicht. GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 13 van 39 38

39 7.3.1 Productspecificaties De diervoederproducent dient ervoor te zorgen dat er goede specificaties bestaan voor:» Grondstoffen * Verpakkingsmaterialen * Productie * Gereed product * TussenproductenAialffabrikaten (waar van toepassing) * Transport & Magazijn o De specificaties dienen adequaat en accuraat te zijn en dienen zeker te stellen dat de relevante veiligheidseisen en de wettelijke vereisten worden nageleefd. => Specificaties worden formeel overeengekomen met alle relevante partijen. <* Door de klant gespecificeerde eisen - incl. de vereisten ten aanzien van activiteiten tijdens en na de levering - moeten worden vastgesteld, beoordeeld en afgesproken (tussen klant en leverancier) voordat een contract wordt geaccepteerd/gesloten Processpecificaties Een homogeen mengsel is van essentieel belang voor de veiligheid en de uitgebalanceerdheid van het voeder. De accuratesse van het mengproces dient te worden veiliggesteld en geverifieerd. o De reinheid van de mixer is van essentieel belang voor de effectiviteit en de veiligheid. o Er dienen schriftelijke onderhoudschema's voor de controle van de mixer te zijn die ervoor zorgen dat slijtage van de apparatuur er niet toe leidt dat er zich residuen ophopen bij het leegmaken van de mixer. "=> De werkingsduur van de mixers moet vooraf worden ingesteld op een waarde waarvan tests hebben aangetoond dat die toereikend is voor een goede vermenging van grondstoffen en additieven. "=> De efficiëntie van het mengproces moet regelmatig worden gecontroleerd om zeker te stellen dat de additieven homogeen in de mix verdeeld zijn. o Een onacceptabele insleep van of contaminatie met additieven en diergeneesmiddelen moet worden voorkomen. Wanneer er in een installatie additieven en diergeneesmiddelen worden verwerkt, moet bekend zijn in welke mate die kunnen worden overgedragen op het product. Dit dient te worden getest met behulp van een testprocedure die door het productschap is vastgesteld. De grondstoffen moeten worden gemengd om een veilig diervoeder te produceren. => De aanwezigheid van ongewenste stoffen in grondstoffen en additieven vormt een bron van mogelijk giftige chemische risicofactoren. De producent dient er bij de productie van samengestelde huisdiervoeders voor te zorgen dat het maximaal toegestane niveau van ongewenste stoffen of producten niet wordt overschreden. <=> De EU wetgeving omvat een lijst van producten die niet als huisdiervoeder mogen worden gebruikt. De producent dient zeker te stellen dat de in deze lijst vermelde verboden producten niet worden gebruikt. Voor bepaalde grondstoffen en additieven gelden beperkingen ten aanzien van het gebruik bij bepaalde diersoorten. De producent dient zeker te stellen dat de huisdiervoeders overeenkomstig worden gebruikt en dat het risico op een onbedoelde aanwezigheid van die stoffen wordt beheerst/geëlimineerd. o De kwaliteit en veiligheid van een diervoeder of premix kan worden beïnvloed door fouten bij de toevoeging van microcomponenten of veterinair-medische substanties. Wanneer zij zonder de nodige voorzichtigheid, of onjuist worden gebruikt, kunnen additieven of medische substanties een negatief effect op het dier uitoefenen. => Er mogen alleen toegelaten additieven worden gebruikt. <=> De additieven moeten in de juiste hoeveelheid en op een homogene wijze onder het diervoeder worden gemengd om ervoor te zorgen dat het voeder juist die hoeveelheid bevat die het dier nodig heeft en niet teveel, omdat dat kan leiden tot toxiciteit (zie ook paragraaf 8.3). GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 14 van 39 39

40 Onderhoud Er dient een systeem van gepland periodiek onderhoud te zijn opgezet voor alle apparatuur die van kritisch belang is voor de veiligheid, de kwaliteit en de naleving van de wetgeving. ^ De diervoederproducent dient er voor te zorgen dat tijdens en na de onderhoudswerkzaamheden de veiligheid en de wettelijke vereisten van het product niet in gevaar wordt gebracht. Daarbij dient men bijzondere aandacht te besteden aan het risico op contaminatie door vreemde stoffen of voorwerpen, o Externe dienstverleners en alle technici dienen zich bewust te zijn van en te houden aan de hygiënische normen van de diervoederproducent, met name met het oog op de ruimten met een hoog of laag risico. <=> Het reinigen of vervangen van verlichtingsarmaturen en glas dient te gebeuren op een manier die het risico op productcontaminatie zo klein mogelijk maakt. Onoediertepreventie en -bestrijding De diervoederproducent is verantwoordelijk voor het minimaliseren van het risico op de aanwezigheid van ongedierte op de locatie. o De diervoederproducent dient de desbetreffende werkzaamheden/diensten uit te besteden bij een competent - en, zo mogelijk onder een vergunning werkend - bedrijf voor ongediertebestrijding, of hij dient voor deze taken geschoold personeel in dienst te hebben. Het terrein en de gebouwen dient men regelmatig te inspecteren en te behandelen om ongedierte te weren of te bestrijden. In gevallen waar men gebruik maakt van de diensten van een bedrijf voor ongediertebestrijding, dient het servicecontract inhoudelijk duidelijk te worden geformuleerd en de activiteiten van de locatie te weerspiegelen. o Er dient een gedetailleerde administratie van de inspecties op ongedierte, de aanbevelingen en de noodzakelijke acties te worden bijgehouden. => Daar waar nodig dienen er op de juiste plekken continu werkende elektrische vliegenvangers te worden geplaatst. o Er dienen afschermingen en vallen in de afvoeren te worden geplaatst om het binnendringen van ongedierte onmogelijk te maken. o Binnenkomende grondstoffen dienen bij aankomst zo nodig grondig te worden gecontroleerd op de o afwezigheid van ongedierte. Grondstoffen, verpakkingen en gereed product dienen zodanig te worden opgeslagen dat het risico op ongedierte wordt geminimaliseerd. Voor die plekken waar opgeslagen product ongedierte zo kunnen aantrekken, dient men passende maatregelen in het preventie-/bestrijdingsprogramma op te nemen. "=> De documentatie dient in detail het veilige gebruik en de veilige toepassing van lokmiddelen te beschrijven. De locatie van alle bestrijdingsmaatregelen moet op een kaart/tekening van de locatie worden aangegeven. Vaststelling van de apparatuur- en procesvaliditeit De diervoederproducent dient procedures toe te passen waarmee wordt geverifieerd dat het proces en de ingezette apparatuur in staat zijn om op een consistente manier veilig product te produceren dat voldoet aan de wettelijke vereisten en de gewenste kwaliteitskarakteristieken. & Wanneer er veranderingen plaatsvinden in de productformule, de verwerkingsmethoden, de apparatuur of de verpakking, dient men waar nodig de productkarakteristieken opnieuw te formuleren en de productdata te valideren om de kwaliteit en veiligheid van het product te kunnen garanderen en ervoor te zorgen dat het voldoet aan de wettelijke vereisten. => Voor het geval van storingen in de apparatuur of afwijkingen van het proces, dienen er procedures te zijn om de veiligheid van het product vast te stellen, vóórdat het wordt vrijgegeven. Er dienen procedures voor de fysieke scheiding van materialen te zijn om wederzijde contaminatie van grondstoffen, verpakking en gereed productie voorkomen. <=> Tegenstrijdige materialen - bijv. grondstoffen en gereed product- dienen op een passende manier en onder omstandigheden die kruiscontaminaties voorkomen, te worden opgeslagen. o Bovendien mag de manier waarop grondstoffen en gereed product worden opgeslagen, niet tot verwarring leiden of tot wederzijdse contaminatie tussen verschillende producten, of tussen verschillende grondstoffen. GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 15 van 39 40

41 Er dienen procedures te gelden die zekerstellen dat materialen en producten in de juiste volgorde en binnen de vastgestelde houdbaarheidstermijnen worden gebruikt. Ontvangstbewijzen en/of productlabels dienen de juiste doorstroming van de voorraden te ondersteunen (first in, first out - f.i.f.o.) Risicoanalyses De diervoederproducent dient de HACCP principes toe te passen om een risicoanalyse uit te voeren. De HACCP studie dient te worden gebaseerd op een risicoanalyse en men dient daarbij vast te stellen welke risico's van een zodanige aard zijn dat het voor de correcte productie van huisdiervoeders van essentieel belang is dat zij worden geëlimineerd of beperkt. Bij het uitvoeren van de risicoanalyse dient men - waar mogelijk - ook de volgende zaken te betrekken. => De mate van waarschijnlijkheid dat risico's reëel worden en de ernst van de negatieve effecten op de gezondheid. ^ De kwalitatieve en/of kwantitatieve evaluatie van de aanwezigheid van risico's. o Overleven en vermenigvuldiging van de micro-organismen die zorgen baren. =0 Productie en aanwezigheid van giftige, chemische of andere vreemde stoffen in het diervoeder. <=> Het HACCP systeem dient specifiek op de toepassing te zijn toegesneden, praktisch implementeerbaar te zijn en effectief te zijn bij het beheersen van de in de bedrijfsprocessen besloten liggende risico's, o Alle bestaande en nieuwe producten dienen door het HACCP systeem te worden afgedekt en het systeem dient periodiek te worden geëvalueerd Controlemaatregelen en CCP's De diervoederproducent dient de HACCP principes toe te passen om: => De Critical Control Points (CCP's) te bepalen. o De kritische limieten te bepalen, o De m.b.t. het bedrijfsproces vastgestelde kritische controlepunten dienen te worden gecontroleerd en bewaakt ten einde binnen vooraf bepaalde kritische limieten te blijven. Men dient dossiers bij te houden van de conforme uitvoering en van effectieve acties ter correctie van non-conformiteiten. o Via het HACCP systeem dient de diervoederproducent in staat te zijn om de effectieve controle over alle operationele activiteiten aan te tonen Actielimieten en bewaking De diervoederproducent dient de HACCP principes toe te passen om: o Een systeem op te zetten om de controle van de CCP te bewaken, o Vast te stellen welke corrigerende acties moeten worden ondernomen, wanneer uit het toezicht blijkt dat een bepaalde CCP niet onder controle is, o Verificatieprocedures op te zetten om te kunnen bevestigen dat het HACCP systeem effectief functioneert. => Documentatie op te stellen voor alle procedures en registraties die met deze principes en hun toepassing samenhangen. 7.4 Werkomgeving Controle van productie en verleende diensten Alle voertuigen of magazijnen die worden gebruikt voor het transport of de opslag van grondstoffen (incl.verpakking), tussenproducten/halffabrikaten en gereed product, dienen geschikt te zijn voor het beoogde doel, goed te worden onderhouden en in een hygiënische toestand te zijn. o Het wegtransport van producten door het GMP-gecertificeerde bedrijf of een extern transportbedrijf dient aantoonbaar te voldoen aan de voorwaarden van de supplementaire GMP standaard voor wegvervoer (GMP07). Uitgezonderd van de GMP-voorwaarden zijn externe bedrijven die uitsluitend voor het vervoer van verpakt product worden gebruikt. GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 16 van 39 41

42 1) De vervoerder dient gebruik te maken van dedicated transport (uitsluitend gebruikt voor het transport van diervoeders en/of specifieke diervoederingrediënten). 2) De vervoerder is een GMP gecertificeerd transportbedrijf (GMP07) 3) Wanneer de vervoerder niet GMP gecertificeerd is, dient hij een aantoonbare garantie te geven dat hij voldoet aan de eisen van de GMP standaard voor het wegvervoer. De vervoerder neemt in een contract met het GMP-gecertificeerde bedrijf de verplichting op zich aan deze vereisten te voldoen. Het GMP-gecertificeerde bedrijf dient te verifiëren of de vervoerder aan de eisen voldoet, o Het transport van producten over zee, via de binnenvaart of per spoor dient te voldoen aan de eisen die in de GMP-standaard zijn vastgelegd. Deze GMP-standaard wordt toegelicht in GMP08. o De diervoederproducent dient ervoor te zorgen dat zijn klant het bestelde soort diervoeder ontvangt, dat het diervoeder correct is gelabeld in overeenstemming met de wettelijke vereisten en dat alle maatregelen zijn genomen om de kwaliteit en de veiligheid van het diervoeder te garanderen. => Alle voor het transport gebruikte containers voor de opslag van grondstoffen en gereed product en gebruikte magazijnen dienen schoon te zijn en vrij van mogelijke vervuilende stoffen - chemische stoffen, reuk of ongedierte (knaagdieren, insecten, vogels en huisdieren) Dit dient men contractueel overeen te komen met het (externe) transport- en/of opslagbedrijf. o Grondstoffen en gereed product moeten op een zodanige manier worden opgeslagen dat zij makkelijk identificeerbaar zijn (productnaam, nummer, datum en tijdstip van productie). Gekoelde transportcapaciteit of opslagruimte dient in staat te zijn om de temperatuur van het product/de grondstof bij maximale belading binnen de specificaties te houden voor zolang het product/de grondstof in het voertuig of het magazijn is opgeslagen. => Waar nodig, dienen er procedures te bestaan voor het geval er een storing/defect optreedt. De procedures dienen de veiligheid en kwaliteit zeker te stellen en ervoor te zorgen dat er aan de wettelijke vereisten wordt voldaan. o Wanneer de vervoerde grondstoffen of eindproducten gevoelig zijn voor weersinvloeden, dienen de voertuigen hermetisch afgesloten te zijn en te worden beladen en gelost in overdekte laad- en losplaatsen om het materiaal te beschermen Eigendom van de klant Conservering/houdbaarheid van het product Tijdens de ontwerp-/ontwikkelingsfase van product, verpakking en proces dient ment een risicoanalyse (HACCP) uit te voeren om alle mogelijke veiligheidsrisico's te identificeren en beoordelen (Codex Alimentarius, 1997). o Het diervoeder moet worden ontwikkeld als een veilig diervoer dat tegemoet komt aan de fysiologische behoeften van het huisdier. => De diervoederproducent dient waar nodig fabrieksproeven en tests uit te voeren om te verifiëren dat de productformule en het productieproces in staat zijn om een qua voedingswaarde goed uitgebalanceerd, veilig product te produceren dat aan de wettelijke vereisten voldoet, o o Men dient de houdbaarheidsduur te bepalen, waarbij rekening dient te worden gehouden met de productsamenstelling, de verpakking, de productieomgeving en de daaropvolgende opslagomstandigheden. De verpakking dient de veiligheid van het diervoeder te garanderen. Wanneer het materiaal speciale handlingprocedures vereist, dienen deze te worden ingevoerd om ervoor te zorgen dat de veiligheid en de kwaliteit worden gehandhaafd en aan de wettelijke vereisten wordt voldaan. c> In gevallen waar verpakkingsmaterialen - bijv. uit glas - een veiligheidsrisico voor het product vormen, dienen speciale behandelingsprocedures te worden ingevoerd om productcontaminatie of morsen te voorkomen. Men dient een registratie bij te houden over de eventuele incidenten en de eventuele corrigerende acties. GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 17 van 39 42

43 o Daar waar men kiest voor een herbewerking of herbewerking wordt uitgevoerd dient men procedures uit te voeren om ervoor te zorgen dat het gereed product voldoet aan de veiligheidsen kwaliteitseisen en aan de wettelijke vereisten. De productverpakking dient geschikt te zijn voor het beoogde gebruik en dient te worden opgeslagen onder omstandigheden die het risico op contaminatie en kwaliteitsverslechtering minimaliseren. <* Er dienen procedures te worden toegepast om te bevestigen dat de productverpakking aan de specificaties voldoet, o In die gevallen waar nietjes of andere items worden gebruikt die naar alle waarschijnlijkheid beschadiging of contaminatie in de verpakking kunnen veroorzaken dient men voorzorgsmaatregelen te nemen om het risico op productcontaminatie te minimaliseren, o Alle deels gebruikte verpakkingsmaterialen dienen effectief te worden beschermd, voordat zij naar het magazijn worden teruggebracht. <z> Verpakking moet gescheiden van de grondstoffen worden opgeslagen. 8 PROCES- EN PRODUCTMETINGEN, ANALYSE EN VERBETERING 8.1 Algemeen 8.2 Bewaking en meting Klanttevreden heid De diervoederproducent dient de informatie te bewaken die betrekking heeft op de perceptie van de klant of aan de door hem gestelde eisen wordt voldaan. o Er dient een methode te worden bepaald om informatie over klanttevredenheid te verkrijgen en men dient te bepalen hoe deze informatie zal worden gebruikt. ^ De Key Performance Indicator (KPI) klanttevredenheid is een belangrijk hulpmiddel om te komen tot een continue verbetering van het product en van de aan de klant verleende diensten. De KPI's moeten waar mogelijk samen met de klant worden ontwikkeld. De diervoederproducent dient een systeem te hebben voor de afhandeling van klachten over het product. o De met de ernst en de frequentie van de geïdentificeerde problemen in overeenstemming zijnde acties dienen onmiddellijk en op een effectieve manier te worden ondernomen. o Gegevens m.b.t. een klacht zullen waar mogelijk worden gebruikt om continue verbetering te bewerkstelligen in de veiligheid, wettigheid en kwaliteit van het product en om herhaling van de klacht te voorkomen. <=> Klachten over de veiligheid van het huisdiervoeder dienen te worden geëvalueerd met het oog op het actueel geldende HACCP plan en de gedefinieerde kritische controlepunten. De evaluatie kan leiden tot een herziening van het HACCP plan of van de CCP's Interne audit De diervoederproducent dient een audit uit te voeren met betrekking tot die systemen en procedures, die van cruciaal belang zijn voor de veiligheid, wettelijke vereisten en kwaliteit van het product en daarbij dient hij zich ervan te verzekeren dat deze ingevoerd zijn, toereikend zijn en worden nageleefd. o De interne audits moeten worden uitgevoerd door competente controleurs die onafhankelijk zijn van het te beoordelen operationele gedeelte. o De gedocumenteerde resultaten van de interne audit worden onder de aandacht gebracht van het personeel dat verantwoordelijk is voor de beoordeelde activiteiten. Er dienen corrigerende acties en een tijdsplanning voor de implementatie daarvan te worden overeengekomen. GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 18 van 39 43

44 8.2.3 Bewaking en meting van de processen De diervoederproducent dient in staat te zijn om de effectieve controle over alle verrichte operationele werkzaamheden aan te tonen. In die gevallen waar temperatuurbeheersing m.b.t. grondstoffen, tussenproducten of gereedproduct, het proces en/of de omgeving van cruciaal belang is voor de veiligheid en de kwaliteit van het product en de naleving van de wettelijke vereisten, dient dit op een adequate manier te worden gecontroleerd, bewaakt en geregistreerd. In omstandigheden waar de temperatuur en/of tijdcontrole van kritisch belang is voor de productveiligheid, de kwaliteit of de wettelijke vereiste (bijv. thermische processing, invriezen of koelen) dient er apparatuur voor de registratie van de temperatuur en/of tijd te worden gebruikt die aangesloten is op een geschikt systeem voor storingsalarmeringen en deze zal worden gebruikt om de processtatus met een daartoe passende frequentie te bewaken. De diervoederproducent dient ervoor te zorgen dat alle noodzakelijke stappen worden ondernomen om contaminaties met vreemde voorwerpen uit metaal of andere stoffen te identificeren, voorkomen, elimineren of te minimaliseren. o De diervoederproducent dient een risicoanalyse uit te voeren en de kritische controlepunten voor vreemde voorwerpen te bepalen om op die manier de noodzaak voor detectieapparatuur voor vreemde voorwerpen uit metaal of andere stoffen vast te stellen. <=> Daar waar een detector voor metaal of andere vreemde stoffen noodzakelijk is, dient de diervoederproducent de beste erkende werkmethodiek en de kritische detectielimieten te bepalen en toe te passen, waarbij voldoende rekening dient te worden gehouden met de aard van het huisdiervoeder, de locatie van de detector en andere factoren die de gevoeligheid van de detector beïnvloeden. o De diervoederproducent dient procedures voor het gebruik, de routinematige bewaking en het testen van de metaaldetectors en detectors voor andere stoffen op te stellen en te implementeren. o De diervoederproducent dient corrigerende acties en rapportageprocedures te formuleren en te implementeren voor het geval dat de bewakings- en testprocedures enige storing in de metaaldetectors en de detectors voor overige ondeugdelijke stoffen aan het licht brengen. Deze acties en procedures omvatten het apart en in quarantaine zetten van alle producten vanaf de laatste acceptatieproef voor de metaaldetector of detector voor ondeugdelijke stoffen Bewaking en meting van de producten Er dienen controles te worden uitgevoerd om aan te tonen dat een verpakking voldoet aan de wettelijke EU vereisten en eventuele additionele erkende branchenormen. ^ De frequentie en methodologie voor het controleren van de hoeveelheid dient te voldoen aan de minimale vereisten in de wetgeving m.b.t. hoeveelhedenverificatie, ongeacht de aard van de stap vóór verpakking, bijv. de gemiddelde hoeveelheid, een open gewichtsklasse of een meetcontainer. <=> Alle voor hoeveelheidsmeting gebruikte apparatuur dient vanuit wettelijk oogpunt acceptabel te zijn en moet regelmatig worden geijkt. 8.3 Controle van niet-conforme producten (incl. teruggeroepen product) De diervoederproducent dient ervoor te zorgen dat alle materialen die niet aan de specificaties voldoen duidelijk worden gemarkeerd, gelabeld en apart worden gezet. <=> Er dienen duidelijke procedures te zijn ingevoerd voor de controle op niet-conforme en afgekeurde materialen, de acceptatie op grond van een concessie of het zoeken naar een alternatieve gebruiksmogelijkheid en deze dienen door alle geautoriseerd personeel te worden begrepen. <=> Er dienen corrigerende acties te worden geïmplementeerd om het herhaalde optreden van de nonconformiteiten te voorkomen en de ondernomen actie dient op adequate wijze te worden gedocumenteerd. => Alle niet-conforme producten dienen adequaat te worden behandeld of als afval te worden afgevoerd in overeenstemming met de aard van het probleem en/of de specifieke eisen die de klant stelt. GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 19 van 39 44

45 De diervoederproducent dient voor alle producten een effectieve recallprocedure beschikbaar te hebben. <=> Wanneer een product is geleverd dat niet voldoet aan de wettelijke vereisten, de algemene eisen aan de veiligheid van voedsel of aan de essentiële vereisten van deze GPM-standaard, moet de producent deze producten terugroepen of laten blokkeren. De producent dient ervoor te zorgen dat de producten niet terug worden geleverd naar de huisdiervoederssector en haar klanten, tenzij deze op een passende manier zijn behandeld/bewerkt. Om die reden dient de producent een recallprocedure te hebben geïmplementeerd. => De procedure dient toereikend te zijn, formeel van karakter te zijn en elke moment kunnen worden geactiveerd. De procedure dient regelmatig te worden geëvalueerd en naar behoefte te worden herzien. & De procedure dient regelmatig te worden getest op een manier die zekerstelt dat de procedure effectief is. 8.4 Gegevensanalyse 8.5 Verbeteringen Continue verbetering De diervoederproducent dient de effectiviteit van het kwaliteitssysteem continu te verbeteren door gebruik te maken van het kwaliteitsbeleid, de kwaliteitsdoelstellingen, de resultaten van de audits, de gegevensanalyse, de corrigerende en preventieve acties en de management review Corrigerende acties De diervoederproducent dient ervoor te zorgen dat er een procedure bestaat om de oorzaak van een significante non-conformiteit te onderzoeken, die betrekking heeft op de normen, specificaties en procedures die van belang zijn voor de veiligheid (HACCP), de kwaliteit en de naleving van de wettelijke vereisten. <* De oorzaken van problemen dienen - zodra zij duidelijk zijn bepaald - te worden gebruikt om de processen en/of procedures opnieuw te formuleren om een herhaling van de non-conformiteit te voorkomen. Deze informatie dient waar mogelijk eveneens te worden gebruikt om potentiële problemen te voorspellen en om de werkmethodes aan te passen om er zo voor te zorgen dat het probleem zich niet meer voordoet. o De corrigerende acties dienen tijdig te worden ondernomen om verdere gevallen van nietconformiteit te voorkomen. *> De corrigerende acties dienen accuraat te worden gedocumenteerd, waarbij de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid specifiek worden toegewezen Preventieve maatregelen HACCP is het aanbevolen hulpmiddel bij het nemen van preventieve maatregelen. Er dient voor alle producten een zorgvuldige en gedetailleerde risicoanalyse vanaf het ontwikkelingsstadium tot het consumptiestadium te worden uitgevoerd. <=> Wijzigingen in bestaande of nieuwe productielijnen, apparatuur of producten dienen te worden afgedekt door een HACCP onderzoek/evaluatie. 8.6 Early Warning GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 20 van 39 45

46 BIJLAGE I: PRINCIPES VAN HET HACCP SYSTEEM Het HACCP systeem is gebaseerd op de volgende zeven principes: GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 21 van 39 46

47 Implementatie van HACCP ^l^stlll2ij^t va^1l^»&ïëntïëïèjfisil '^^^^w^^mf^m^f^^^^^f^t^f^^ '^^cs^;': * :??:>.^>T:# ^ï CT^r«f.' ' WW-ï-:WK^^'-?''?i ï^-*fesm^i^^to-'«v\/'«/»ib-jea»ri?rite'i*» 1 jriari'ai\»c;iei'rllll : F^(^Wr^ $ F:^s«ïpêVoer^eergnsjc<)analysei:Urt>i K^rfe'ft-^S^^ Illlg^l;^ : ^:^':1j^^^.^S3>:;iï ; ixï ; : ^ ^'g<'>:'^y--g<'>fr'-jt: : :-^i/:i : :y»:'.*!< : >^:-:-;*K-Ï:'.*, ';:; :,>!*; U >i S:WiS?:'Six-:--'Wï"**»w;^* i > : 5>i>7 :»* :;vi jfisjr. ^xlulé»;- s^;gl^:documentatfe;erii:egistr, 1 ;;-: ;. &:i.?i*: :^ ^^«.«xss- ^^^^i!«*^.^^«)fesftj»èsif^fe«*»ss!^^:é 'J*;. 1.: :,.,;:,:i-5:>/.. J<!!;4*»f'jïï^Sg:':^;.?-- j;jl^i;.-:)5k;;:;^::.- GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 22 van 39 47

48 Opmerkingen over de implementatie van de HACCP o Stel het HACCP team samen De diervoederproducent dient ervoor te zorgen dat de voor de ontwikkeling van een effectief HACCP plan vereiste productspecifieke kennis beschikbaar is. In een optimale situatie wordt dit bereikt door een multidisciplinair team samen te stellen. Wanneer dergelijke expertise niet op de locatie zelf beschikbaar is, dient men zich bij externe bronnen te verzekeren van vakkundig advies. De reikwijdte van het HACCP plan dient te worden bepaald. De reikwijdte dient te beschrijven welk segment van de diervoederketen dient te worden afgedekt en welke algemene risicoklassen dienen te worden afgedekt (moet het bijv. alle risicoklassen afdekken of alleen geselecteerde klassen). o Beschrijf het product Er dient een volledige beschrijving van het product te worden opgesteld, incl. de relevante veiligheidsinformatie zoals: De samenstelling, de fysieke/chemische structuur (incl. A w. ph etc.), steriliserende/statische behandelingen (hittebehandeling, invriezen, roken, pekelen etc.), de verpakking, houdbaarheid en de opslagomstandigheden en de distributiemethodes. o Identificeer het beoogde gebruiksdoel Het beoogde gebruik dient te worden gebaseerd op het verwachte gebruik van het product door de eindgebruiker of consument. In specifieke gevallen dient men. rekening te houden met kwetsbare groepen onder de populatie, bijv. het gelijktijdig voederen van meerdere dieren. <=> Stel een workflow diagram op Het stroomschema dient alle stappen in de operationele sfeer af te dekken. Wanneer binnen een bepaalde activiteit de HACCP principes worden toegepast dient men rekening te houden met de stappen die vóór en né de gespecificeerde operationele activiteiten komen. o Bevestiging van de juistheid van het stroomschema op locatie -=> Zet alle mogelijke risico's waarmee de individuele stappen gepaard gaan op een rijtje, voer een risicoanalyse uit en ontwikkel maatregelen om de geïdentificeerde risico's te beheersen (zie principe 1) Het HACCP team moet alle redelijkerwijs te verwachten risico's voor elke stap van de primaire productie, de bewerking, de productie en de distributie tot aan het moment van consumptie op een rijtje zetten. Vervolgens dient het HACCP team een risicoanalyse uit te voeren voor het HACCP plan om te bepalen welke risico's van een zodanige aard zijn dat hun eliminatie of toereikende inperking van essentieel belang is voor de productie van veilig huisdiervoeder. Bij het uitvoeren van de risicoanalyse dient men - waar mogelijk - ook de volgende zaken te betrekken. - De mate van waarschijnlijkheid van de risico's en de ernst van hun negatieve invloed op de gezondheid. - De kwalitatieve en/of kwantitatieve evaluatie van de aanwezigheid van risico's/gevaren. - De overlevingsfactor of vermenigvuldiging van micro-organismen die zorgen baren. - De productie of aanwezigheid van giftige of chemische stoffen of vreemde stoffen in huisdierenvoer; en de omstandigheden die tot het bovenstaande leiden. Het HACCP team dient vervolgens te overwegen welke controle- en beheersingsmaatregelen er eventueel bestaan voor elke risicoaspect. Er kan méér dan één maatregelen noodzakelijk zijn om een specifiek risico/specifieke risico's te beheersen en het is tevens mogelijk dat één specifieke maatregel bijdraagt aan de beheersing van méér dan één risico. GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 23 van 39 48

49 o Bepaal de kritische controlepunten (CCP: Critica! Control Point, zie principe 2) Er kan sprake zijn van méér dan één CCP waar controle wordt uitgeoefend m.b.t. hetzelfde risicoaspect. Het aanwijzen van een CCP in het HACCP systeem kan worden vereenvoudigd door gebruik te maken van een besluitvormingsboom (bijv. het diagram onder 3.2.2) die een logisch besluitvormingspad aangeeft. De toepassing van een besluitvormingsboom is flexibel, ongeacht of het bij het arbeidsproces om productie, slachten, verwerking, opslag, distributie of iets anders gaat. Hij dient te worden gebruikt als leidraad bij het overwegen van de CCP's. Dit voorbeeld van een besluitvormingsboom zal niet in alle situaties toepasbaar zijn. Er kan ook voor andere benaderingen worden gekozen. Scholing/training in het toepassen van de beslissing wordt aangeraden. Wanneer er een risico wordt vastgesteld in een stap waar controle noodzakelijk is om de veiligheid te garanderen en er voor die stap - of een andere - geen maatregel ter beheersing is, dan dient het product of het proces bij die stap - of bij een eerdere of latere stap - te worden gemodificeerd om een beheersingsmaatregel te integreren. o De bepaling van de kritische limieten voor elk CCP (zie principe 3) Voor elke kritische controlepunt dienen zo mogelijk de kritische limieten te worden gespecificeerd en gevalideerd. In sommige gevallen wordt er voor een specifieke stap méér dan één kritische limiet uitgewerkt. Vaak gebruikte criteria omvatten o.a. de meting van temperatuur, verstreken tijd, vochtigheidsgraad, ph, Aw, aanwezige ontsmettingsmiddelen en sensorische parameters zoals visueel verschijningsbeeld, geur en structuur. o Het inrichten van een bewakingssysteem voor elk CCP (zie principe 4) Bewaking betekent de geplande meting of observatie van een CCP m.b.t. de kritische limieten. De bewakingsprocedures moeten in staat zijn om vast te stellen dat men de controle over het CCP verloren heeft. Bovendien dient de bewaking deze informatie tijdig aan te leveren om aanpassingen te kunnen uitvoeren die ervoor zorgen dat het proces weer onder controle komt en de kritische limieten niet worden overschreden. Waar mogelijk moeten procesafstellingen worden verricht wanneer de bewakingsresultaten blijk geven van een trend in de richting van controleverlies op een CCP. De afstellingen/aanpassingen moeten worden verricht voordat er zich een afwijking voordoet. De van de bewaking afkomstige gegevens moeten worden geëvalueerd door een daarvoor aangewezen persoon met de bevoegdheid om de eventueel noodzakelijke corrigerende acties te ondernemen. Wanneer de bewaking niet continu plaatsvindt, dient de hoeveelheid of de frequentie van de bewaking voldoende te zijn om te garanderen dat het CCP onder controle is. De meeste bewakingsprocedures voor CCP's dienen snel van aard te zijn, omdat zij betrekking hebben op lopende processen en er geen tijd is om langdurige analyses te verrichten. Aan fysische en chemische metingen wordt vaak de voorkeur gegeven boven microbiologische tests, omdat deze methodes sneller zijn en vaak ook de microbiologische status van het product kunnen aanduiden. Alle registraties en documenten m.b.t. de bewaking van CCP's moet worden ondertekend door de persoon/personen die de bewaking uitvoeren en door een daarvoor verantwoordelijke toezichthoudende functionaris binnen het bedrijf. o Bepaal de corrigerende acties (zie principe 5) Er moeten in het HACCP systeem specifieke corrigerende acties worden ontwikkeld voor elk CCP om te kunnen reageren op afwijkingen, wanneer die zich voordoen. De acties dienen ervoor te zorgen dat het CCP weer onder controle wordt gebracht. Er dienen acties te ondernomen om te bepalen wat er met het betroffen product zal moeten gebeuren. Afwijkingen en procedures voor de bepaling wat er eventueel met product moet gebeuren, dienen te worden gedocumenteerd in de HACCP rapportages. o Stel de verificatieprocedures vast (zie principe 6) Stel de procedures voor verificatie vast. Er kunnen verificatie- en auditmethodes, procedures en tests - incl. willekeurige monstertrekking en monsteranalyse - worden gebruikt om te bepalen of het HACCP systeem correct werkt. De verificatiefrequentie dient toereikend te zijn om te bevestigen dat het HACCP systeem effectief is. Voorbeelden van verificatieactiviteiten omvatten: beoordeling van het HACCP systeem en zijn registraties; beoordeling van de afwijkingen en de beslissingen over wat er met het product moest gebeuren; bevestiging dat de CCP's onder controle zijn. Waar mogelijk dienen de verificatieactiviteiten acties te omvatten die de effectiviteit van alle elementen van het HACCP plan bevestigen. GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 24 van 39 49

50 I) Stel vast hoe de documentatie en verslaglegging eruit dient te zien (zie principe 7) Efficiënte en accurate registratie en verslaglegging is van essentieel belang in de toepassing van een HACCP systeem. HACCP procedures moeten worden gedocumenteerd. Documentatie en registratie dienen geëigend te zijn voor de aard en omvang van de activiteiten. Documentatievoorbeelden zijn: risicoanalyses bepaling van kritische controlepunten bepaling van de kritische limieten Voorbeelden van registraties zijn bijv.: activiteiten ter bewaking van CCP's; afwijkingen en de daarop betrekking hebbende corrigerende acties; modificaties van het HACCP systeem GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 25 van 39 50

51 Voorbeeld van een besluitvormingsboom ter bepaling van de kritische controlepunten GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 26 van 39 51

52 Specifieke HACCP voorbeelden voor huisdiervoeder Als geheugensteuntje: RISICO = een biologische, chemische of anderszins vreemde stof in een diervoeder in een bepaald stadium die een mogelijk schadelijke uitwerking op de gezondheid heeft. Specifiek voorbeeld nat huisdiervoeder Onderstaand vindt u een voorbeeld van een HACCP onderzoek voor NAT huisdiervoeder, bijv. in blikken, trays of zakjes. Dit voorbeeld heeft niet de pretentie compleet te zijn. Producenten dienen dit alleen als leidraad te gebruiken - het voorbeeld is geen alternatief voor een specifiek op de locatie, het proces en het product toegesneden HACCP onderzoek voor elke productie-unit voor huisdiervoeder. Kritisch controlepunt Transport / opslag Grondstoffen conform spec. Verwerking Metaaldetectie Vullen Toevoeging van jus afwerking naden/sealing Sterilisatie Koeling Behandeling primaire verpakking Te controleren risicofactor Contaminatie of verslechtering (bijv. temp.) Onjuiste of gecontamineerde grondstoffen (bijv. SRM) Tijdsduur en temperatuur Contaminatie met metaal (bijv. vishaken) Ontoereikende sterilisatie (door overvullingjnet brokken) Onvoldoende gesteriliseerd Groei van micro-organismen (bijv. product ingesloten in de sealrand, beschadigde afdichtingen) Ontoereikende sterilisatie (bijv. vanwege te lage aanvangstemperatuur, te korte sterilisatietijd ofte lage sterilisatietemperatuur) die leidt tot een PO van minder dan 3 Binnendringen micro-organismen tijdens koelen (bijv. door gebrek aan ontsmettingsmiddel) Verlies v.d. integriteit v.d. verpakking Typische controlemethode Borgings- en inspectieprogramma Programma voor leveranciersborging + inspectie inkomende goederen Bewaking/inspectie, controle houdbaarheidsduur Permanente magneten, elektrische metaaldetector 100% inspectie door inspectie van bovenaf/gewichtscontrole 100% inspectie door inspectie van bovenaf/gewichtscontrole Controle van naden/seals ijking en bewaking ijking en bewaking (van doseerapparatuur en waterkwaliteit) Visuele inspectie Specifiek voorbeeld halfnat huisdiervoeder Onderstaand vindt u een voorbeeld van een HACCP onderzoek voor halfnat huisdiervoeder. Dit voorbeeld heeft niet de pretentie compleet te zijn. Producenten dienen dit alleen als leidraad te gebruiken - het voorbeeld is geen alternatief voor een specifiek OP de locatie, het proces en het product toegesneden HACCP onderzoek voor elke productie-unit voor hulsdiervoeder. Kritisch controlepunt Transport / opslag Grondstoffen conform spec. Toevoeging conserveermiddelen Verwerking Vullen Metaaldetectie Behandeling verpakking primaire Te controleren risicofactor Contaminatie of verslechtering (bijv. temp.) Onjuiste of gecontamineerde grondstoffen (bijv. SRM) Groei micro-organismen Aw Condensatie (vanwege hoge vultemperatuur) + risico bij moulding Contaminatie met metaal Verlies v.d. integriteit v.d. verpakking Typische controlemethode Borgings- en inspectieprogramma Programma voor leveranciersborging + inspectie inkomende goederen Bewaking/inspectie Bewaking/inspectie, controle houdbaarheidsduur Bewaking/inspectie vultemperatuur en externe temperatuur Elektrische metaaldetector Visuele inspectie GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 27 van 39 52

53 Specifiek voorbeeld droog huisdiervoeder Onderstaand vindt u een voorbeeld van een HACCP onderzoek voor droog huisdiervoeder. Dit voorbeeld heeft niet de pretentie compleet te zijn. Producenten dienen dit alleen als leidraad te gebruiken - het voorbeeld is oeen alternatief voor een specifiek op de locatie, het proces en het product toegesneden HACCP onderzoek voor elke productie-unit voor huisdiervoeder. Kritisch controlepunt Transport / opslag Grondstoffen conform spec. Verwarming Verwerking Vullen Metaaldetectie jjpslaa van het product Behandeling primaire verpakking Te controleren risicofactor Contaminatie of verslechtering (bijv. vochtigheid) Onjuiste of gecontamineerde grondstoffen (bijv. SRMI Dodelijkheid te laag, bijv. korte tijd/lage temperatuur (minder dan 90 C) van het product tijdens extrusie/persen/bakken) Aw, vochtgehalte Condensvorming (door hoge vultemperatuur) Contaminatie met metaal Aw Verlies v.d. integriteit v.d. verpakking Typische controlemethode Borgings- en inspectieprogramma Programma voor leveranciersborging + inspectie inkomende goederen Bewaking/inspectie, controle houdbaarheidsd uur Bewaking/inspectie, controle houdbaarheidsduur Bewaking/inspectie vultemperatuur en externe temperatuur Permanente magneten, elektrische metaaldetector Borgingsprogramma magazijn Visuele inspectie Specifiek voorbeeld kauwproducten voor huisdieren Onderstaand vindt u een voorbeeld van een HACCP onderzoek voor kauwproducten voor huisdieren. Dit voorbeeld heeft niet de pretentie compleet te zijn. Producenten dienen dit alleen als leidraad te gebruiken - het voorbeeld is geen alternatief voor een specifiek OP de locatie, het proces en het product toegesneden HACCP onderzoek voor elke productie-unit voor huisdiervoeder. Kritisch controlepunt Transport / opslag Grondstoffen conform spec. Verwerking Vullen v. zakken Metaaldetectie Behandeling primaire verpakking Te controleren risicofactor Contaminatie of verslechtering (bijv. tempj Onjuiste of gecontamineerde grondstoffen (bijv. SRM) Bederf tijdens proces (bijv. groot aantal salmonella bacteriën door gebrekkige verwerkingsomstandigheden; Aw, tijd en temperatuur, kruiscontaminaties) Condensvorming (door hoge vultemperatuur) Contaminatie met metaal Verlies v.d. integriteit v.d. verpakking Typische controlemethode Borgings- en inspectieprogramma Programma voor leveranciersborging + inspectie inkomende goederen Bewaking/inspectie, controle houdbaarheidsduur Bewaking/inspectie vultemperatuur en externe temperatuur Permanente magneten, elektrische metaaldetector Visuele inspectie GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 28 van 39 53

54 Specifiek voorbeeld diepgevroren huisdiervoeder Onderstaand vindt u een voorbeeld van een HACCP onderzoek voor ingevroren huisdiervoeder. Dit voorbeeld heeft niet de pretentie compleet te zijn. Producenten dienen dit alleen als leidraad te gebruiken - het voorbeeld is geen alternatief voor een specifiek op de locatie, het proces en het product toegesneden HACCP onderzoek voor elke productie-unit voor huisdiervoeder. Kritisch controlepunt Transport / opslag Grondstoffen conform spec. Verwerking Metaaldetectie Koelen/invriezen Opslag, transport incl. verkooppunt Behandeling primaire verpakking Te controleren risicofactor Contaminatie of verslechtering (bijv. temp.) Onjuiste of gecontamineerde grondstoffen (bijv. SRM) Bederf tijdens proces (bijv. groot aantal salmonella bacteriën door gebrekkige verwerkingsomstandigheden; Aw, tijd en temperatuur, kruiscontaminaties) Contaminatie met metaal Binnendringen micro-organismen tijdens koelen Contaminatie of verslechtering, groei van micro-organismen Verlies v.d. integriteit v.d. verpakking Controlemethode Borgings- en inspectieprogramma Programma voor leveranciersborging -tinspectie inkomende goederen Bewaking/inspectie, controle houdbaarheidsduur Permanente magneten, elektrische metaaldetector Kwaliteitsborging magazijn en inspectieprogramma, temperatuurbewaking Visuele inspectie Specifiek voorbeeld vers/gekoeld huisdiervoeder Onderstaand vindt u een voorbeeld van een HACCP onderzoek voor vers huisdiervoeder. Dit voorbeeld heeft niet de pretentie compleet te zijn. Producenten dienen dit alleen als leidraad te gebruiken - het voorbeeld is geen alternatief voor een specifiek OP de locatie, het proces en het product toegesneden HACCP onderzoek voor elke productie-unit voor huisdiervoeder. Kritisch controlepunt Transport / opslag Grondstoffen conform spec. Verwerking Vullen Metaaldetectie Koelen / diep koelen Opslag, transport incl. verkooppunt Behandeling primaire verpakkinq Te controleren risicofactor Contaminatie of verslechtering (bijv. temp.) Onjuiste of gecontamineerde grondstoffen^bjjv. SRM) Bederf tijdens proces (bijv. groot aantal salmonella bacteriën door gebrekkige verwerkingsomstandigheden; Aw, tijd en temperatuur, kruiscontaminaties) Binnendringen micro-organismen Contaminatie met metaal Binnendringen micro-organismen tijdens koelen Contaminatie of verslechtering, groei van micro-organismen Verlies v.d. integriteit v.d. verpakking Controlemethode Borgings- en inspectieprogramma Programma voor leveranciersborging + inspectie inkomende goederen Bewaking/inspectie, controle houdbaarheidsduur Bewaking/inspectie temperatuur, controle houdbaarheidsduur Permanente magneten, elektrische metaaldetector Kwaliteitsborging magazijn en inspectieprogramma, temperatuurbewaking, controle houdbaarheidsduur Visuele inspectie Specifieke CCP's voor huisdiervoeder voor kleine huisdieren Producenten van huisdiervoeder voor kleine huisdieren (vogels, kleine zoogdieren, vissen etc.) dienen HACCP toe te passen in overeenstemming met de voor die producten specifieke CCP's, risico's en rekening houdend met passende controlemaatregelen. GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 29 van 39 54

55 BIJLAGE II: RICHTLIJNEN VOOR TRACKING & TRACING GMP HUISDIERVOEDER 1 Algemeen In paragraat van de GMP-standaard huisdiervoeder is de voorwaarde opgenomen dat in het kader van de GMP-regeling de administratie van de ondernemer zodanig dient te zijn, dat afgeleverde producten traceerbaar zijn tot ontvangst van voedermiddelen, hulpstoffen, toevoegingmiddelen en diergeneesmiddelen. De mate van naspeurbaarheid 1 ten behoeve van het kunnen traceren en terugroepen van producten is in deze richtlijnen vastgelegd. 2 Richtlijnen In het kader van tracking & tracing 1 in de diervoedersector zijn de begrippen en definities, opgenomen in bijlage II A, van toepassing. De ondernemer die deelneemt aan de GMP-regeling dient ten minste de richtlijnen voor registratie ten behoeve van tracking & tracing, opgenomen in bijlage II B en II C, in achtte nemen. Per bedrijfssituatie dient vastgesteld te worden welke processtappen van toepassing zijn en derhalve welke registratie-eisen van toepassing zijn. Als leidraad dienen onderstaande overzichten. Voor alle genoemde registratie-eisen geldt dat de registraties gedurende twee jaar bewaard worden zodat verificatie mogelijk is. 1 Binnen de GMP-code zal het begrip tracking & tracing eenduidig gehanteerd worden. In de huidige GMP-codes zullen derhalve de begrippen naspeurbaarheid en traceerbaarheid worden vervangen door tracking & tracing. GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 30 van 39 55

56 Overzicht B: Processen m.b.t. de handel in ingrediënten voor huisdierenvoeders Zie bijlage IIB voor richtlijnen. B. Processen Huisdiervoeder en ingrediënten voor huisdiervoeder B1. Inkoop aflader B2. Inslag B3. Transport BA. Inkoop (importeur) B5. Overslag B6. Tussenopslag B7.1 Transport per as B7.2 Transport Binnenvaart B8. Gehele bedrijfsvoering Indien van toepassing Indien van toepassing Indien van toepassing X X X X X X Overzicht C: Processen m.b.t handel en productie van pet food. Zie bijlage IIC voor richtlijnen. C. Processen C1. Ontvangst grondstoffen C2. Opslag grondstoffen C3. Wegen en doseren C4. Malen en mengen C5. Conditioneren / Pelletiseren / Steriliseren (i.v.t.) C6. Expanderen / Extruderen/ invriezen/ flaken/ poffen (i.v.t.) C7. Kruimelen, coaten en Afzeven (i.v.t.) C8. Afzakken/ Verpakken C9. Opslag gereed product C10. Distributie C1 1. Gehele bedrijfsvoering Handel en productie huisdiervoeder X X X X X X X X X X X GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 31 van 39 56

57 Bijlage II. deel A: Begrippen en definities fitlf^ff Tracking & Tracing Artikelnummer Partijnummer Producten'' Productierunnummer Voedermiddelen 3 Contaminatie Segregatie Recall Recall in eerste aanleg Recall in tweede aanleg Stroomafwaarts raceren É^MÈipts^^ Tracking & Tracing geeft inzicht in waar de goederen zich op een bepaald moment bevinden. Het Tracking & Tracing-systeem creëert een set historische data door middel van vastgelegde identificatie waardoor het mogelijk is om de producten, halffabrikaten en eindproducten te volgen. Hierbij is tracking de plaatsbepaling van een gegeven partij op een nader gedefinieerd tijdstip. Tracing is de bepaling van de geschiedenis van grondstoffen, halffabrikaten en eindproducten gedurende hun gang door de keten. Het artikelnummer is het algemene nummer dat een bedrijf hanteert voor een product dat aan bepaalde specificaties voldoet die het bedrijf vooraf heeft gedefinieerd (bijvoorbeeld een soort graan met bepaalde specificaties). Het artikelnummer geeft algemene informatie over een bepaald product. Specifieke informatie over dat betreffende product wordt gekoppeld aan een partijnummer. Het partijnummer koppelt specifieke informatie over een bepaalde partij product aan de betreffende partij. Dit is meer specifiek als de algemene informatie van soort grondstof of het artikelnummer. Een artikelnummer geeft toegang tot bijvoorbeeld de informatie dat het een product maïs met voederwaarde.. betreft terwijl het partijnummer ook informatie geeft over hoe groot een bepaalde partij was en wat bijvoorbeeld de kwaliteitsaspecten zijn die bij de betreffende partij hoort. Het productierunnummer is een nummer dat voor de aanvang van de productie van een partij mengvoeder wordt aangemaakt. Aan het productierunnummer wordt het gebruik van voedermiddelen en grondstoffen gekoppeld. Tevens wordt aan het productierunnummer een bepaald recept gekoppeld en wordt de fysieke gang door de mengvoederfabriek vastgelegd. Alle stoffen, bestemd om te worden gebruikt als, of te worden verwerkt in, voeder voor dieren. Producten van plantaardige of dierlijke oorsprong in natuurlijke staat, vers of verduurzaamd, de afgeleide producten van de industriële verwerking ervan, alsmede organische of anorganische stoffen, met of zonder toevoegingsmiddelen, sestemd om te worden gebruikt voor vervoedering, hetzij als zodanig, hetzij na bewerking, voor de bereiding van mengvoeders of als dragers bij voormengsels. Onbedoelde onvermijdbare insleep van producten afkomstig uit partijen voedermiddelen in een specifieke partij voedermiddel. Het opzetten, organiseren van fysiek gescheiden stromen product door de gehele diervoederketen heen. De recall regelt het terugroepen van een nader gedefinieerde hoeveelheid product. Het betreft het proces van het in kennis stellen van afnemers, en het organiseren van de terugroepactie van de producten. De recall in eerste aanleg regelt de terugkomst of blokkade van een specifieke partij waarin een bepaald probleem is opgetreden. Dit kan zijn naar aanleiding van een klacht bij de klant of inspectie van voedermiddelen en/of eindproducten. De recall in tweede aanleg regelt de terugkomst van een bepaalde hoeveelheid jroducten waarin een bepaald probleem is opgetreden. De hoeveelheid wordt )epaald met behulp van stroomafwaartse tracering na stroomopwaart.se tracering. Stroomafwaarts traceren (ofwel Downstream tracing): de bepaling van de geschiedenis van het product vanaf voedermiddel via halffabrikaten naar eindproducten. Dit proces wordt ingezet om bij een te late signalering van problemen in voedermiddelen of halffabrikaten te bepalen in welke partijen eindproducten de problemen zich mogelijk voordoen. Met behulp van stroom afwaartse tracering wordt de omvang van de recall in tweede aanleg vastgesteld. -! Deze definitie is conform de definitie in de Nederlandse diervoederwetgeving. GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 32 van 39 57

58 ^-ïlpsïïs.;..:;'- Begrlpfg:?";!'.--^. _ _.-3?^.--*:b~~ $ ~.?:vjt.«-.t,'. -.-,.- Stroomopwaarts trace r en C&F FOB Cargadoor Reder Lichter Aflader Importeur Factor Connossement Stuwplan Organoleptische controle ^^^^!'S^^i'è-iS^^^^f^^^^^^^^^^Ss^^ff^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^':-\- '* ''- - - ' -i Stroomopwaarts traceren (ofwel Upstream Tracing): de bepaling van de geschiedenis van het specifiek product vanaf eindproduct via halffabrikaten naar voedermiddelen. Dit proces wordt specifiek gebruikt om een bron van een probleem op te sporen naar aanleiding van een klacht uit de markt of afwijkingen tijdens inspectie van halffabrikaten of eindproducten wordt gebruikt om de bron van het probleem of een defect product op te sporen. Downstream Tracing: plaatsbepaling van de producten die reeds geproduceerd zijn, wordt gebruikt om achteraf defecte producten terug te halen (recall). Kostprijs en vracht. Dit betekent dat de verkoper de kosten en vracht moet betalen om de goederen naar de genoemde bestemmingshaven te brengen, maar het risico van verlies van of schade aan de goederen, alsmede dat van eventuele extra kosten tengevolge van gebeurtenissen die zich voordoen nadat de goederen aan boord van het schip zijn geleverd, gaat van de verkoper op de koper over wanneer de goederen de scheepsreling passeren in de verschepingshaven. Vrij aan boord. Dit betekent dat de verkoper aan zijn leveringsplicht voldoet wanneer de goederen de scheepsreling zijn gepasseerd in de genoemde verschepingshaven. Dit betekent dat vanaf dat punt de koper alle kosten en risico's draagt van verlies van of schade aan de goederen. De scheepsbevrachter, zorgt als vertegenwoordiger van de rederij zowel voor het bevrachten van schepen als voor het in ontvangst nemen van ladingen. De vervoerder die zich bezig houdt met de exploitatie van transportmiddelen (zeeschepen) en wat daarbij hoort. Vaartuig met geringe diepgang bestemd voor berging en vervoer van de lading uit de grote zeeschepen naar kleinere schepen of naar de wal. Een bedrijf dat zorg draagt voor de inkoop, verlading, transport en verkoop van partijen product in land van origine. Het bedrijf dat de goederen uit het buitenland betrekt en de buitenlandse goederen aangeeft ter inklaring in de EU. De vertegenwoordiger die voor de importeur de belangen van de per schip aangevoerde goederen behartigt (denk aan controle van de hoeveelheid en kwaliteit) en zorgt voor de verdere verzending en/of opslag daarvan. Het document wat de partij vertegenwoordigt. Diegene die het connossement in handen heeft, is de eigenaar van het product. De kapitein ondertekent het document en geeft daarmee aan de goederen te hebben ontvangen teneinde die te vervoeren naar een aangewezen bestemmingsplaats en aldaar uit te leveren aan een aangewezen persoon. Ook onder welke condities de uitlevering plaats zal vinden zijn beschreven. Tevens is het connossement de overeenkomst tussen capitein en inladen Er zijn connossementen op naam van de firma of persoon aan wie de goederen moeten worden afgeleverd. Verder zijn er connossementen aan order, waarbij eventueel het recht op afgifte van de goederen aan iemand anders kan worden overgedragen door endosering. Het plan dat wordt opgemaakt om een gemengde lading behoorlijk te kunnen bergen in het schip. Aangegeven worden onder andere ruimnummers en soorten grondstoffen. Beoordeling door middel van kijken, ruiken, voelen en proeven. GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 33 van 39 58

59 Bijlage II. deel B: Richtlijnen trackinq & tracinq handel pet food inqredients De volgende handelingen dienen door de ondernemer te worden verricht en/of de volgende informatie dient door de ondernemer geregistreerd te worden. B1. Inkoop voedermiddelen door aflader in laadhaven Registratie van hoeveelheid en soort voedermiddel Registratie van de NAW-gegevens van de leverancier (naam, adres, woonplaats en telefoon) Registratie van het inkoopcontractnummer van de partij Registratie van de datum en plaats van verscheping Het aantoonbaar apart houden van verdachte partijen voedermiddei en registratie van de geconstateerde afwijkingen voor de verscheping Het registeren van de combinatie van partijgegevens van de ingekochte partij voedermiddel. De combinatie van partijgegevens is uniek voor die partij. Registratie van de resultaten van organoleptische controle van alle ingekochte voedermiddelen Het nemen van monsters van alle partijen voedermiddelen, welke goed afgesloten en verzegeld dienen worden te bewaard, gelabeld en geadministreerd in het administratieve systeem. De monsters kunnen door de koper of de inzamelaar van de grondstoffen worden genomen. De koper dient op de hoogte te zijn van de beschikbaarheid van de monsters. De bewaarduur van de voedermiddel monsters is minimaal 3 maanden BZ.Ïrislag viö^^ ' '. ' '>;-.' - Aiii-r^iïïl? -" ' ;; Het toekennen van een partij voedermiddel aan een unieke code van de opslagplaats (ruimnummer). De combinatie van partijgegevens is uniek voor die partij. Registratie van verandering van ruimnummer van een partij voedermiddel Het toekennen van een unieke code aan alle productiemiddelen Registratie van controle op overeenkomst laad- met inkoopspecificaties Registratie van inschepingsdatum en conossementsdatum laad - en transportvolgordes (ter voorkoming van contaminatie) de route van lossen naar inscheping Registratie van Registratie van Registratie van Registratie van leegmelding routes en transportmiddelen min. 1 * per week complicaties tijdens inslag 9» B3; Transport met zeeboot. ^r^ï.t'^ V; : ;v :A,A: : 'A- : ';/'-,../ : ' '. ' ' -.. -v; : ; V' ' : :' \...~..'' ; - : '~..~ '~... -^rvv::?t>'.- : " : '. - ' ' ' '"-' : - : '. ::"; :. '. ^ J;- '.,' ',- ' ':'.- -. Registratie NAW-gegevens transporteur Registratie van verandering van ruimnummer van een partij voedermiddel Registratie van de geplande en werkelijke loshaven Registratie van de eigenaar van de partij voedermiddelen Registratie en kopieën van alle originele connossementen Registratie van complicaties tijdens opslag of transport (logboek kapitein) GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 34 van 39 59

60 B4. Inkoop voedermiddelen (door importeur) Registratie van hoeveelheid en soort voedermiddel Registratie van de NAW-gegevens van de leverancier (naam, adres, Woonplaats en telefoon) en de productielocatie. Registratie van het inkoopcontractnummer van de partij indien van toepassing) Registratie van de datum en plaats van transport/ verscheping Het aantoonbaar apart houden van verdachte partijen voedermiddel en registratie van de geconstateerde afwijkingen voor het transport/ de verscheping Het registeren van de combinatie van partijgegevens van de ingekochte partij voedermiddel, De combinatie van partijgegevens is uniek voor die partij. Registratie van de resultaten van organoleptische controle (minstens bij afwijkingen) van alle ingekochte voedermiddelen Het nemen van monsters van alle partijen voedermiddelen, welke goed afgesloten dienen worden te bewaard, gelabeld en geadministreerd in het labsysteem. De monsters kunnen door de koper of de inzamelaar van de grondstoffen worden genomen. De koper dient op de hoogte te zijn van de beschikbaarheid van de monsters. De bewaarduur van de voedermiddel monsters is 3 maanden of tot het tijdstip dat het voedermiddel normaliter vervoederd is. B5. Overslag voedermiddelen Het toekennen van een partij voedermiddel aan een unieke code van de lichter of silo. De combinatie van partijgegevens is uniek voor die partij. Registratie van verandering van opslagplaats van een partij voedermiddel Het toekennen van een unieke code aan alle productiemiddelen Registratie van laad - en transportvolgordes (ter voorkoming van contaminatie) Registratie van de route van lossen naar inscheping/ opslag in silo Registratie van leegmelding routes en transportmiddelen (min. 1 * per week) B6. Tussenopslag voedermiddelen Het toekennen van een unieke code aan iedere opslagplaats en silo Het toekennen van een partij voedermiddel aan een unieke code van de opslagplaats of silo. De combinatie van partijgegevens is uniek voor die partij. Registratie van het overpompen/ overdraaien van voedermiddelen naar andere silo's Registratie van opslag - en transportvolgordes (ter voorkoming van contaminatie) Registratie van complicaties (=afwijkingen) tijdens opslag Registratie van datum siloleegmelding bij productwijziging B7.1 Transport per as Registratie NAW-gegevens transporteur Het toewijzen van een unieke partij voedermiddel aan een afleveradres en indien levering aan veehouder verplichte registratie van het/de UBN-nummer(s) van de veehouder Het toewijzen van een unieke partij voedermiddel aan kenteken/nummerplaat van de vrachtauto GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 35 van 39 60

61 B7.2 Transport binnenvaart Registratie NAW-gegevens transporteur Het toekennen van een partij voedermiddel aan een unieke code van de opslagplaats of boot. De combinatie van partijgegevens is uniek voor die partij. Registratie van verandering van opslagplaats van een partijnummer Het toewijzen van een unieke partij voedermiddel aan een afleveradres B8. Gehele bedrijfsvoering handel in voedermiddelen De autorisaties en verantwoordelijkheden dienen vastgelegd te zijn volgens GMP-voorschriften Op het moment dat bij een voedermiddel een veiligheidsprobleem wordt geconstateerd, worden de afnemers van dit voedermiddel direct op de hoogte gesteld. Bovendien wordt hiervan melding gedaan bij het EWS (earty-warning-systeem)-meldpunt van het Productschap Diervoeder. Het Productschap Diervoeder zal indien wenselijk de vervolgcommunicatie met de ketenpartijen verzorgen. 3 De benodigde informatie - van klant naar de gegevens van de geleverde partij grondstof- dient binnen 12 uur beschikbaar te zijn (recall 1 e aanleg) De benodigde informatie - van partij grondstof naar probleemidentificatie naar onderliggende partijen grondstof - dient binnen 24 uur beschikbaar te zijn (recall 2 e aanleg) De opgevraagde gegevens zijn schriftelijk (op papier) of digitaal te overhandigen binnen de daarvoor gestelde tijdslimiet De grootte van een recall in 1 e aanleg gebeurt op basis van het terughalen van product o. b.v. de unieke partij-identificatie en gegevens. Indien van toepassing op basis van FIFO uitlevering uit de productsilo met een daarvoor gestelde veiligheidsmarge van 30%. Een lagere marge dient door het bedrijf op basis van eigen onderzoek te worden vastgesteld. De grootte van een recall in 2 e aanleg gebeurt op basis van het terughalen van alle producten met dezelfde unieke partij-identificatie of partijgegevens. Indien van toepassing op basis van FIFO uitlevering uit de productsilo's met een daarvoor gestelde veiligheidsmarge van 30%. Een lagere marge dient door het bedrijf op basis van eigen onderzoek te worden vastgesteld. Er dient, binnen 12 maanden na het ingaan van deze richtlijnen, een recall - simulatie uitgevoerd te worden. Daarna dient iedere twee jaar en bij wijzigingen van de registratiesystematiek de recall - simulatie herhaald te worden. Van deze recall - simulatie dienen de ervaringen vastgelegd te worden. 3 Ten behoeve van de werkwijze bij een recall wordt door het Productschap Diervoeder een recallprotocol opgesteld. GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 36 van 39 61

62 Bijlage II. deel C: Richtlijnen tracking & tracing productie van pet food C1. Ontvangst producten (macro- en microcomponenten) bij producent Registratie van hoeveelheid en soort binnenkomende producten Registratie van werkelijke leveringsdatum product. Als sprake is van een geplande leveringsdatum, dan dient een correctie gemaakt te worden voor de werkelijke leveringsdatum indien deze afwijkend is (autorisatie nodig). Registratie van het tijdstip van levering (indien meerdere partijen van hetzelfde product per dag geleverd worden) Registratie van de NAW-gegevens van de leverancier (naam, adres, woonplaats en telefoon) Registratie van het inkoopcontractnummer Registratie van de wijze van aanvoer (schip, wegtransport, spoor) Registratie van de controlegegevens van de leverbon met het weegresultaat Registratie van de controlegegevens van de leverspecificaties met de Inkoopspecificaties Het aantoonbaar apart houden van verdachte partijen producten en registratie van de geconstateerde afwijkingen Registratie van de NAW-gegevens van de transporteur Registratie van ontvangen externe retouren, registratie van het soort (diersoort) en de hoeveelheid voer Het toekennen van een intern partijnummer aan een ontvangen partij product of de combinatie van de partijgegevens van een partij product (leverancier, hoeveelheid, soort, leveringsdatum- en tijd) maken de partij-identificatie uniek. Registratie van de datum van de siloleegmelding (minimaal 1x per jaar) Het nemen van monsters van kritische producten, welke goed afgesloten dienen worden te bewaard, gelabeld en geadministreerd in het labsysteem. De monsters kunnen genomen en bewaard worden door de leverancier. De afnemer dient op de hoogte te zijn van de beschikbaarheid van de monsters. Registratie van de resultaten van organoleptische controle van alle ontvangen producten De bewaarduur van de productmonsters is gelijk aan de houdbaarheidsduur van het voer (minimaal 3 maanden). C2. Opslag producten (macro- en microcomponenten) bij producent Het toekennen van een unieke code aan iedere opslagsilo en opslagtank. Het toekennen van het partijnummer van het product of de uniek geïdentificeerde partij product aan de opslagsilo of opslagtank (bijv. grondstofpartijnummer x is opgeslagen in silo A). De koppeling van de unieke partijgegevens van de externe retour aan de opslagsilo of opslagtank. Registratie van het overpompen/overdraaien van product naar andere silo's Registratie van opslag- en transportvolgordes (ter voorkoming van contaminatie) Registratie van opgemerkte complicaties (=afwijkingen) tijdens opslag GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 37 van 39 62

63 C3. Wegen en doseren Het toekennen van een artikelnummer per (eind)product per productiedatum voor de start van de (dag)productie Registratie van dosering/weging van producten uit silonummers (bron) voor bepaalde productie op datum (koppeling aan artikelnummer of productierunnummer Registratie van datum en tijdstip van doseren en wegen Registratie van toewijzingen van het productgebruik (wat en hoeveelheid uit welke silonummers) en productiebestemming (artikelnummer of productierunnummer Registratie van werkelijke doseringen (in vergelijking tot geplande dosering op basis van formulering/receptuur) C4. Malen en mengen Het toekennen van een artikelnummer aan maal-menglijn (nummer) op dag productiedatum (indien van toepassing) Registratie van dosering van het toevoegen van overige producten en inmenging van interne retourstromen (wat, uit welke silo en hoeveelheid) C5. Conditioneren en pelleteren Het toekennen van een artikelnummer aan perslijn (nummer) op dagproductiedatum Registratie van toegewezen dosering van het toevoegen van overige producten en inmenging van interne retourstromen (wat, uit welke silo en hoeveelheid) C6. Expanderen Het toekennen van artikelnummer aan productielijn (nummer) op dagproductiedatum Registratie van toegewezen dosering van het toevoegen van overige producten en inmenging van interne retourstromen (wat, uit welke silo en hoeveelheid) C7. Kruimelen, coaten en afzeven Het toekennen van artikelnummer aan productielijn (nummer) op dagproductiedatum Registratie van toegewezen dosering van het toevoegen van overige producten en inmenging van interne retourstromen (wat, uit welke silo en hoeveelheid) C8. Afzakken gereed product Registratie van silonummer aan inpaklijn De labeling van het eindproduct met artikelnummer (dit kan de verpakking zijn) en afzakdatum en /of vermelding THT-datum GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 38 van 39 63

64 C9. Opslag gereed product Registratie van artikelnummer/productiedatum aan gereed productsilo (nummer) Registratie van datum siloleegmelding (minimaal 1x perjaar) 4 Steekproefsgewijs dienen monsters te worden genomen van de productieruns. Deze monsters dienen minimaal 1 maand te worden bewaard en zodanig gelabeld worden dat een koppeling gemaakt kan worden naar de productiedatum. 5 C10. Distributie Registratie van NAW-gegegevens transporteur Het registreren van een silonummer van verladen aan klantnummer/ afleveradres met de verplichte registratie van het/de UBN-nummer(s) van de veehouder Het registreren van een silonummer van verladen aan kenteken van de vrachtauto C11. Gehele bedrijfsvoering producent De autorisaties en verantwoordelijkheden dienen vastgelegd te zijn volgens GMP- Voorschriften Op het moment dat bij een voedermiddel een veiligheidsprobleem wordt geconstateerd, worden de afnemers van dit voedermiddel direct op de hoogte gesteld. Bovendien wordt hiervan melding gedaan bij het EWS (early-warning-systeem)-meldpunt van het Productschap Diervoeder. Het Productschap Diervoeder zal indien wenselijk de vervolgcommunicatie met de ketenpartijen verzorgen. 6 De benodigde informatie - van klant naar artikelnummer/productiedatum - dient binnen 12 uur beschikbaar te zijn (recall 1 e aanleg) De benodigde informatie - van artikelnummer/productiedatum naar grondstoffen naar artikelnummer/productiedatum - dient binnen 24 uur beschikbaar te zijn (recall 2 e aanleg) De opgevraagde gegevens zijn schriftelijk (op papier) of digitaal te overhandigen binnen de daarvoor gestelde tijdslimiet De grootte van een recall in 1" aanleg gebeurt op basis van het terughalen van product o.b.v. artikelnummer/productie datum o.b.v. FIFO uitlevering uit de gereed productsilo, met een daarvoor gestelde veiligheidsmarge van 30%. Een lagere marge dient door het bedrijf op basis van eigen onderzoek te worden vastgesteld. De grootte van een recall in 2 e aanleg gebeurt op basis van het terughalen van alle artikelnummers met grondstoffen uit het gebrekkige artikelnummer/ productiedatum. Dit gebeurt o.b.v. FIFO-toepassing van grondstoffen uit de grondstofsilo's, met een daarvoor gestelde veiligheidsmarge van 30%. Een lagere marge dient door het bedrijf op basis van eigen onderzoek te worden vastgesteld. Er dient, binnen 12 maanden na het ingaan van deze richtlijnen, een recall - simulatie uitgevoerd te worden. Daarna dient iedere twee jaar en bij wijzigingen van de registratiesystematiek de recall - simulatie herhaald te worden. Van deze recall - simulatie dienen de ervaringen vastgelegd te worden. 4 Voor vochtrijke bijproducten uit een continue productieproces geldt dat de datum van silo leegmelding geregistreerd moet worden. Tijdstip van silo leegmelding is afhankelijk van het productieproces. De Belgische wetgeving vereist momenteel dat monsters op dagproductie per artikelnummer genomen worden 6 Ten behoeve van de werkwijze bij een recall wordt door het Productschap Diervoeder een recall-protocol opgesteld. GMP Standaard handel en productie huisdiervoeders 39 van 39 64

heffingsplichtige : een natuurlijk persoon of rechtspersoon of een niet-rechtspersoonlijkheidbezittende

heffingsplichtige : een natuurlijk persoon of rechtspersoon of een niet-rechtspersoonlijkheidbezittende VERORDENING van het Bedrijfschap Horeca en Catering, houdende regels ter zake van de aan de onder het Bedrijfschap Horeca en Catering ressorterende ondernemers van logiesverstrekkende bedrijven op te leggen

Nadere informatie

No. Ho 03/2010. Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering;

No. Ho 03/2010. Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering; VERORDENING van het Bedrijfschap Horeca en Catering, houdende regels ter zake van de aan de onder het Bedrijfschap Horeca en Catering ressorterende ondernemers op te leggen bestemmingsheffing voor het

Nadere informatie

No. Ho. 01/2014. Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering;

No. Ho. 01/2014. Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering; VERORDENING van het Bedrijfschap Horeca en Catering, houdende regels ter zake van de aan de onder het Bedrijfschap Horeca en Catering ressorterende ondernemers op te leggen heffing voor het jaar 2014.

Nadere informatie

No. Ho 02/2012. Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering;

No. Ho 02/2012. Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering; VERORDENING van het Bedrijfschap Horeca en Catering, houdende regels ter zake van de aan de onder het Bedrijfschap Horeca en Catering ressorterende ondernemers op te leggen heffing voor het jaar 2013.

Nadere informatie

No. 03/2012. Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering;

No. 03/2012. Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering; VERORDENING van het Bedrijfschap Horeca en Catering, houdende regels ter zake van de aan de onder het Bedrijfschap Horeca en Catering ressorterende ondernemers op te leggen bestemmingsheffing voor het

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 93 en 95 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op artikel 4 van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering;

Gelet op de artikelen 93 en 95 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op artikel 4 van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering; VERORDENING van het Bedrijfschap Horeca en Catering, betreffende de registratie van ondernemingen (REGISTRATIEVERORDENING BEDRIJFSCHAP HORECA EN CATERING 2008) No. Ho 01/2008 Het bestuur van het Bedrijfschap

Nadere informatie

I n h o u d s o p g a v e

I n h o u d s o p g a v e I n h o u d s o p g a v e jaargang 56 13 oktober 2006 nummer 57 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Margarine, Vetten en Oliën 2 Productschap Zuivel 7 Bedrijfschap Horeca

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang september 2002 num mer 52

PBO-blad. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang september 2002 num mer 52 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 52 13 september 2002 num

Nadere informatie

ONTWERP. Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende vaststelling bestemmingsheffing

ONTWERP. Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende vaststelling bestemmingsheffing VERGADERING : BESTUUR DATUM : 13 NOVEMBER 2008 AGENDAPUNT : 10 BIJLAGE : 26 Lett: AF no. JBA ONTWERP HEFFINGSVERORDENING PA INLANDS GRAAN 2009 Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 13 februari 2007; 1 Begripsbepalingen

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 13 februari 2007; 1 Begripsbepalingen Verordening PT heffing export bloembollen naar Japan oogstjaar 2007 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 27 maart 2007, houdende de vaststelling van aan exporteurs van bloembollen

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 13 februari 2007;

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 13 februari 2007; Verordening PT heffing bestrijding Ditylenchus dipsaci oogstjaar 2007 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 27 maart 2007, houdende de vaststelling van aan telers van bloembollen op

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 356 Besluit van 18 augustus 2008, houdende wijziging van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering in verband met beperking van

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 16 maart 2010; 1 Begripsbepalingen

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 16 maart 2010; 1 Begripsbepalingen Verordening PT heffing export bloembollen naar Japan oogstjaar 2010 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 30 maart 2010, houdende de vaststelling van aan exporteurs van bloembollen

Nadere informatie

Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2009

Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2009 Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2009 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw, d.d. 1 juli 2008 houdende de vaststelling van de aan ondernemers die bloemkwekerijproducten

Nadere informatie

Productschap Diervoeder

Productschap Diervoeder Productschap Diervoeder VERORDENING PDV REGISTRATIE ONDERNEMINGEN DIERVOEDERSECTOR 2003 Verordening van het Productschap Diervoeder van 12 februari 2003 (Wijziging I: 2 december 2009) houdende regels ter

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Nr.50 3 september 2010-60e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen

Nadere informatie

VERORDENING TOT VASTSTELLING VAN DE HERZIENE BEGROTING VAN BATEN EN LASTEN OVER HET JAAR 2014

VERORDENING TOT VASTSTELLING VAN DE HERZIENE BEGROTING VAN BATEN EN LASTEN OVER HET JAAR 2014 VERORDENING TOT VASTSTELLING VAN DE HERZIENE BEGROTING VAN BATEN EN LASTEN OVER HET JAAR 2014 VERORDENING van het Bedrijfschap Horeca en Catering tot vaststelling van de herziene begroting van baten en

Nadere informatie

LAATSTE TEKST (februari 2010)

LAATSTE TEKST (februari 2010) LAATSTE TEKST (februari 2010) HEFFINGSVERORDENING PA VLASFONDS 2009 Verordening van het Productschap Akkerbouw van 13 november 2008, houdende vaststelling bestemmingsheffing ten behoeve van de vlassector

Nadere informatie

ONTWERP-VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING BLOEMBOLLENHANDEL OOGSTJAAR 2013

ONTWERP-VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING BLOEMBOLLENHANDEL OOGSTJAAR 2013 ONTWERP-VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING BLOEMBOLLENHANDEL OOGSTJAAR 2013 Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van (datum), houdende de vaststelling van een algemene heffing ten behoeve

Nadere informatie

2009 (Verordening PT heffing eetbare paddenstoelen en uitgangsmateriaal van groenten 2009)

2009 (Verordening PT heffing eetbare paddenstoelen en uitgangsmateriaal van groenten 2009) INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging II d.d. 9-9-2011 Verordening PT heffing eetbare paddenstoelen en uitgangsmateriaal van groenten 20091) Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 22 augustus 2008 nummer

Nadere informatie

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel Toezichtkamer Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel 1. Inleiding In het kader van de advisering van de Bestuurskamer over de instelling en wijziging

Nadere informatie

1 Begripsbepalingen. 2 Retributieplicht

1 Begripsbepalingen. 2 Retributieplicht Verordening PT retributie export groenten en fruit Japan 2012 Verordening van het Productschap Tuinbouw van 14 november 2011, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Tuinbouw ressorterende

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Openbare kennisgevingen 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Openbare kennisgevingen 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 15 augustus 2008 nummer

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 56 25 augustus 2006 nummer

Nadere informatie

Sociaal- Economische Raad

Sociaal- Economische Raad Sociaal- Economische Raad Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende

Nadere informatie

Gemeente Albrandswaard

Gemeente Albrandswaard Gemeente Verordening Onderwerp: Verordening bezwaarschriften 2018 Commissie BBVnummer: 1288490 Datum vergadering/ agendanummer Kenmerk 1293411 Openbaar Verordening bezwaarschriften 2018 De raad, het college

Nadere informatie

VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING VERDUURZAAMDE GROENTEN EN FRUIT 2013

VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING VERDUURZAAMDE GROENTEN EN FRUIT 2013 VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING VERDUURZAAMDE GROENTEN EN FRUIT 2013 Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van (datum), houdende de vaststelling van een bestemmingsheffing ten behoeve

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 10 mei 2011; 1 Begripsbepalingen

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 10 mei 2011; 1 Begripsbepalingen Verordening PT heffing export bloembollen naar Japan oogstjaar 2011 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 19 mei 2011 houdende de vaststelling van een aan exporteurs van bloembollen

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Nr.37 7 september 2012-62e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordeningen en besluiten

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 55 21 januari 2005 num

Nadere informatie

Mandaatbesluit FUMO. Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van de FUMO d.d. 16 september Mandaatbesluit FUMO

Mandaatbesluit FUMO. Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van de FUMO d.d. 16 september Mandaatbesluit FUMO Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van de FUMO d.d. 16 september 2013 BESLUIT MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING FUMO Het dagelijks bestuur en de voorzitter van het openbaar lichaam gemeenschappelijke

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Nr.7 10 februari 2012-62e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen

Nadere informatie

Artikel 1. Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2008

Artikel 1. Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2008 Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2008 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 25 maart 2008 houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Tuinbouw ressorterende

Nadere informatie

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Suiker

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Suiker Brancheorganisatie Suiker Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Suiker 2016-2020 Inleiding De Brancheorganisatie Suiker heeft op 11 november 2015 de volgende regeling

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 1 augustus 2008 nummer

Nadere informatie

REGLEMENT REGISTER HORECADNA 2015

REGLEMENT REGISTER HORECADNA 2015 REGLEMENT REGISTER HORECADNA 2015 Onder toezicht van de stichting Digitale Dienstverlening Horeca en gelet op de Wet bescherming persoonsgegevens, heeft HorecaDNA het volgende reglement vastgesteld: Artikel

Nadere informatie

VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008

VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008 VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008 Verordening van het Productschap Akkerbouw van 5 juni 2008 houdende regels ter zake van subsidies voor de structuurversterking voor de

Nadere informatie

BESLUIT MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING FUMO

BESLUIT MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING FUMO Uitgegeven: 11 oktober 2013 2013, nr. 61 PROVINCIAAL BLAD VAN FRYSLÂN Mandaatbesluit FUMO Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van de FUMO d.d. 16 september 2013 BESLUIT MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 565 Besluit van 8 december 2003, houdende de instelling van een bedrijfschap voor ondernemingen op het gebied van het hotel-, het pension-, het

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 93, 95, 123 en 125 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en gelet op Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op de artikelen 93, 95, 123 en 125 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en gelet op Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; 1 VERORDENING van het Bedrijfschap Horeca en Catering van 7 oktober 2009, houdende regels terzake van het verstrekken van subsidies (Subsidieverordening Bedrijfschap Horeca en Catering) No. Ho 06/2009

Nadere informatie

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Openbare kennisgevingen 2

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Openbare kennisgevingen 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 53 14 maart 2003 num mer

Nadere informatie

Bestuurskamer. Wij Beatrix, enzovoorts

Bestuurskamer. Wij Beatrix, enzovoorts Bestuurskamer Ontwerp- Besluit van (datum) houdende opheffing Bedrijfschap voor de Groothandel en de Tussenpersonen in Aardappelen, Bedrijfschap Groothandel in Bloemkwekerijprodukten, Bedrijfschap Groothandel

Nadere informatie

: Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten;

: Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten; Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten VERGADERING : Bestuur DATUM : 1 november 2007 AGENDAPUNT : 13 BIJLAGE : 21 ONTWERP VERORDENING GZP FINANCIERINGSHEFFING JAAR 2008 Verordening van het Productschap

Nadere informatie

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Zuivel

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Zuivel Bestuurskamer Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Zuivel 1. Inleiding Artikel 5 van het Besluit advisering representativiteit bedrijfslichamen schrijft voor dat de beoordeling

Nadere informatie

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft houdende regels omtrent mandaat, machtiging en volmacht MMV Delft

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft houdende regels omtrent mandaat, machtiging en volmacht MMV Delft CVDR Officiële uitgave van Delft. Nr. CVDR437486_2 28 november 2018 Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft houdende regels omtrent mandaat, machtiging en volmacht

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005;

Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005; Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005; gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 1, tweede lid, en 29a, tweede lid, van

Nadere informatie

Besluit mandaat, volmacht en machtiging Handhavingsdienst Zuidwest Drenthe

Besluit mandaat, volmacht en machtiging Handhavingsdienst Zuidwest Drenthe Besluit mandaat, volmacht en machtiging Handhavingsdienst Zuidwest Drenthe Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de deelnemende gemeenten in het samenwerkingsverband Handhavingsdienst

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 29 december 2008 nummer

Nadere informatie

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Aardappelen en overige akkerbouwgewassen 2016-2020

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Aardappelen en overige akkerbouwgewassen 2016-2020 Brancheorganisatie Aardappelen en overige akkerbouwgewassen Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Aardappelen en overige akkerbouwgewassen 2016-2020 Inleiding De Brancheorganisatie

Nadere informatie

Besluit mandaat, volmacht en machtiging waterschap Vechtstromen

Besluit mandaat, volmacht en machtiging waterschap Vechtstromen WATERSCHAPSBLAD Officiële uitgave van Waterschap Vechtstromen. Nr. 1289 10 maart 2014 waterschap Vechtstromen Kenmerk: WVS - 131 Het dagelijks bestuur van het waterschap Vechtstromen; gezien het voorstel

Nadere informatie

Bestuurskamer. Wij Beatrix,.. 1 Begripsbepalingen

Bestuurskamer. Wij Beatrix,.. 1 Begripsbepalingen Bestuurskamer Ontwerp- Besluit van (datum) houdende de instelling van een hoofdbedrijfschap voor ondernemingen op het gebied van de groothandel en het bedrijf van tussenpersoon in akker- en tuinbouwproducten

Nadere informatie

Algemene contributieverordening 2007 Zoals gewijzigd in de bijeenkomst van de Ledenvergadering op 16 december Tekst geldend vanaf 1 januari

Algemene contributieverordening 2007 Zoals gewijzigd in de bijeenkomst van de Ledenvergadering op 16 december Tekst geldend vanaf 1 januari Zoals gewijzigd in de bijeenkomst van de Ledenvergadering op 16 december 2009. Tekst geldend vanaf 1 januari 2010 Vastgesteld in de bijeenkomst van de Ledenvergadering op 14 december 2006, afgekondigd

Nadere informatie

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 54 9 januari 2004 num mer 2

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 54 9 januari 2004 num mer 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 54 9 januari 2004 num mer

Nadere informatie

1 Begripsbepalingen. 2 Heffingsplicht

1 Begripsbepalingen. 2 Heffingsplicht Verordening PT bijzondere heffing handel groenten en fruit 2012 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 14 november 2011, houdende de vaststelling van een bijzondere heffing handel groenten

Nadere informatie

Verordening financiering projecten groothandelssector 2013

Verordening financiering projecten groothandelssector 2013 Verordening financiering projecten groothandelssector 2013 Verordening van het Productschap Vis van 13 november 2012, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Vis ressorterende ondernemers

Nadere informatie

VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING AANBOD BLOEMKWEKERIJPRODUCTEN 2013

VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING AANBOD BLOEMKWEKERIJPRODUCTEN 2013 VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING AANBOD BLOEMKWEKERIJPRODUCTEN 2013 Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van (datum), houdende de vaststelling van een algemene heffing ten laste van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 64976 13 november 2017 Besluit van 31 oktober 2017 van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming, nr.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22056 26 mei 2016 Ambachtelijke Pluimvee en Wildbedrijven Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen 2016/2017 Verbindendverklaring

Nadere informatie

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling gemeente Heerhugowaard Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Gemeente Heerhugowaard Citeertitel

Nadere informatie

Subsidieregeling Kinderopvang gemeente Haren 2018

Subsidieregeling Kinderopvang gemeente Haren 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Haren Nr. 107361 23 mei 2018 Subsidieregeling Kinderopvang gemeente Haren 2018 Subsidieregeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 55 5 augustus 2005 nummer 42 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

Nadere informatie

Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor het Brood- en Banketbakkersbedrijf

Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor het Brood- en Banketbakkersbedrijf Bestuurskamer Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor het Brood- en Banketbakkersbedrijf 1. Inleiding De benoemingsgerechtigde organisaties in het bestuur van het Bedrijfschap voor het Brood- en

Nadere informatie

Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden

Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot

Nadere informatie

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Hoofdbedrijfschap Detailhandel

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Hoofdbedrijfschap Detailhandel Toezichtkamer Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Hoofdbedrijfschap Detailhandel 1. Inleiding In het kader van de advisering van de Bestuurskamer over de instelling en wijziging van de werkingssfeer

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD 2000 nr. 53

GEMEENTEBLAD 2000 nr. 53 GEMEENTEBLAD 2000 nr. 53 De raad der gemeente Maassluis; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 juli 2000; bijlage nr. 6.6; gelet op het bepaalde in artikel 30, 31

Nadere informatie

Besluit mandaat, volmacht en machtiging van de Veiligheidsregio Twente

Besluit mandaat, volmacht en machtiging van de Veiligheidsregio Twente Besluit mandaat, volmacht en machtiging van de Veiligheidsregio Twente Het dagelijks bestuur en de voorzitter van de Veiligheidsregio Twente, ieder voor zover het de eigen bevoegdheden betreft; Overwegende

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. gelet op artikel 11 Richtlijn 2014/24/EU en artikel 2.24 sub a van de Aanbestedingswet 2012;

PROVINCIAAL BLAD. gelet op artikel 11 Richtlijn 2014/24/EU en artikel 2.24 sub a van de Aanbestedingswet 2012; PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Utrecht Nr. 4392 14 juni 2018 Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 10-04-2018, nummer 81CC3669, tot vaststelling van Besluit alleenrecht voor

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 15 mei 2009 nummer 31

Nadere informatie

0 ALGEMENE REGELS TEN AANZIEN VAN MANDAAT

0 ALGEMENE REGELS TEN AANZIEN VAN MANDAAT ALGEMENE REGELS 0 ALGEMENE REGELS TEN AANZIEN VAN MANDAAT In dit hoofdstuk wordt in het eerste onderdeel nader ingegaan op de wettelijke voorschriften met betrekking tot mandaat. In het tweede gedeelte

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Nr.31 20 juli 2012-62e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Openbare kennisgevingen

Nadere informatie

Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. De heer drs J.W.M. Schuyt RA Postbus 90357 1006 BJ AMSTERDAM 1006BJ90357 Ons kenmerk: OPTA/AM/2009/201196 Zaaknummer: 09.0118.07 29 mei 2009 van het college van

Nadere informatie

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd - artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd - artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht. Wettechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Vastgesteld door Onderwerp Eigen onderwerp Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Algemeen Bestuur

Nadere informatie

Beleidsregel Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018

Beleidsregel Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018 Beleidsregel Beleidsregel Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018 Gelet op artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Beleidsregels proceskosten en wegingsfactoren bij fiscale procedures

Beleidsregels proceskosten en wegingsfactoren bij fiscale procedures Beleidsregels proceskosten en wegingsfactoren bij fiscale procedures Het college van burgemeester en wethouders van Waddinxveen; gelet op artikel 1:3 lid 7 en artikel 7:15, tweede lid van de Algemene Wet

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers; STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 850 24 november 2008 Regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 12 november 2008, nr. 5557004/08, houdende bepalingen

Nadere informatie

Beleidsregel Besluit locatiegebonden subsidies 2005 voor de stedelijke regio Emmen

Beleidsregel Besluit locatiegebonden subsidies 2005 voor de stedelijke regio Emmen Beleidsregel Besluit locatiegebonden subsidies 2005 voor de stedelijke regio Emmen (geconsolideerde versie, geldend vanaf 13-12-2007 tot 21-6-2011) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële

Nadere informatie

Weet waarvoor u betaalt!

Weet waarvoor u betaalt! Weet waarvoor u betaalt! Toelichting op de aanvullende bijdrage voor Schoorsteenvegers 2011 45 Vakmensen máken het In deze toelichting staat informatie over de besteding van uw extra bijdrage aan het HBA

Nadere informatie

CAO INZAKE DE STICHTING OPLEIDINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS VOOR DE VLAKGLASBRANCHE

CAO INZAKE DE STICHTING OPLEIDINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS VOOR DE VLAKGLASBRANCHE HOOFDSTUK 5 CAO CAO INZAKE DE STICHTING OPLEIDINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS VOOR DE VLAKGLASBRANCHE Inzake de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Vlakglasbranche Tussen: a. De Glas Branche

Nadere informatie

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland; Provinciale Staten van Fryslân, Groningen en Drenthe: gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd. REGELING Regeling macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018 Gelet op de artikelen 36, 37, 62 en 68 en 76 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), besluit de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

OVEREENKOMST NZa en DBC-Onderhoud inzake DIS (uitwerking artikel 7.9 convenant NZa, CVZ en DBC-Onderhoud)

OVEREENKOMST NZa en DBC-Onderhoud inzake DIS (uitwerking artikel 7.9 convenant NZa, CVZ en DBC-Onderhoud) OVEREENKOMST NZa en DBC-Onderhoud inzake DIS (uitwerking artikel 7.9 convenant NZa, CVZ en DBC-Onderhoud) Partijen: de rechtspersoon naar publiekrecht Nederlandse Zorgautoriteit, gevestigd te Utrecht,

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen;

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht; BESLUITEN: vast te stellen Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening 2014

Algemene subsidieverordening 2014 Algemene subsidieverordening 2014 De raad van de gemeente Reimerswaal; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 april 2014, 14.008846, inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

MANDAAT- VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT inzake het Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gooi en Vechtstreek

MANDAAT- VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT inzake het Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gooi en Vechtstreek Nr.14.0008493 MANDAAT- VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT inzake het Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gooi en Vechtstreek Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Regio Gooi

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer /c; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer /c; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING WESTSTELLINGWERF 2016 De raad van de gemeente Weststellingwerf; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer 006042/c; gelet op artikel 149 van

Nadere informatie

GEÏNTEGREERDE TEKST (juli 2013) HEFFINGSVERORDENING PA FONDS CONSUMPTIEAARDAPPELEN 2009

GEÏNTEGREERDE TEKST (juli 2013) HEFFINGSVERORDENING PA FONDS CONSUMPTIEAARDAPPELEN 2009 GEÏNTEGREERDE TEKST (juli 2013) HEFFINGSVERORDENING PA FONDS CONSUMPTIEAARDAPPELEN 2009 Verordening van het productschap Akkerbouw van 13 november 2008 houdende vaststelling bestemmingsheffing ten behoeve

Nadere informatie

Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector. Inleiding

Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector. Inleiding Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector Inleiding Stichting PLUIMNED, de erkende brancheorganisatie voor de sector pluimveevlees heeft

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: Onderwerp Mandaatbesluit asbest eraf, zonnepanelen erop Meer Met Minder Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

Verordening behandeling bezwaarschriften Orionis Walcheren WWB/Participatiewet

Verordening behandeling bezwaarschriften Orionis Walcheren WWB/Participatiewet Het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur van Orionis Walcheren, ieder zoveel het hun bevoegdheden betreft, gelet op de Gemeenschappelijke Regeling Orionis Walcheren, de Wet Werk en Bijstand (WWB)/Participatiewet

Nadere informatie

Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015

Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015 Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015 Artikel 1 Toepassing Dit reglement is van toepassing op aanmeldingen die na 1 april 2015 zijn ontvangen

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 52 30 augustus 2002 num mer 50. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Hoofdbedrijfschap Ambachten 2

PBO-blad. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 52 30 augustus 2002 num mer 50. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Hoofdbedrijfschap Ambachten 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 52 30 augustus 2002 num

Nadere informatie

Verordening behandeling bezwaarschriften Sociale regelingen Orionis Walcheren

Verordening behandeling bezwaarschriften Sociale regelingen Orionis Walcheren Het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur van Orionis Walcheren, ieder zoveel het hun bevoegdheden betreft, gelet op de Gemeenschappelijke Regeling Orionis Walcheren, de Participatiewet en aanverwante

Nadere informatie

Besluit volmachtverlening waterschap Vechtstromen

Besluit volmachtverlening waterschap Vechtstromen CVDR Officiële uitgave van Waterschap Vechtstromen. Nr. CVDR325909_2 6 juni 2017 Besluit volmachtverlening waterschap Vechtstromen Kenmerk: WVS Bestuur - 3 De interim-watergraaf van het waterschap Vechtstromen;

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 4 september 2009 nummer

Nadere informatie

3.1 Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

3.1 Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd. BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2016 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

gezien het advies van de Algemene Raadscommissie van 20 november 2014;

gezien het advies van de Algemene Raadscommissie van 20 november 2014; Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Bergen 2015 De raad van de gemeente Bergen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014; gelet op artikel 8,

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent levensfase Levensfaseregeling Noord-Brabant

PROVINCIAAL BLAD. Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent levensfase Levensfaseregeling Noord-Brabant PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Noord-Brabant Nr. 2259 22 mei 2017 Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent levensfase Levensfaseregeling

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.34 19 september 2014-64e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Zuivel 2 Verordeningenblad

Nadere informatie