Voorbeeld. Preview NEN Microverfilmen van technische tekeningen NEDERLANDSE NORM. Microfilmtechniek

Transcriptie

1 UDC 744.4: Microfilmtechniek Microverfilmen van technische tekeningen NEDERLANDSE NORM Microfilming - Microfilming of technical drawings e druk, juli Onderwerp Deze norm geeft eisen die in acht moeten worden genomen bij het toepassen van de microfilmtechniek voor technische tekeningen. Opmerking Voor praktische aanwijzingen wordt verwezen naar NPR 1099 (in voorbereiding). Toepassingsgebied De norm is van toepassing voor alle opnamen van tekeningen op ongeperforeerde zilverhalogenidefilm van 35 mm breedte, alsmede zilver- en diazo-duplicaat-filmbeelden daarvan, gemonteerd in vensterponskaarten. Dit document mag slechts op een stand-alone PC worden geinstalleerd. Gebruik op een netwerk is alleen. toestaan als een aanvullende licentieovereenkomst voor netwerkgebruik met NEN is afgesloten. This document may only be used on a stand-alone PC. Use in a network is only permitted when a supplementary license agreement for us in a network with NEN has been concluded. 3 Het opnemen 3.1 De film Definities film: Een vel of strook transparant materiaal, aan één zijde bedekt met een lichtgevoelige laag. : De totale belichte oppervlakte per opname. beeldveld: Het gedeelte van het dat na het belichten en nabewerken (ontwikkelen, fixeren, spoelen, drogen) een afbeelding van de verfilmde informatie bevat. filmstap: De afstand waarover een film na elke belichting wordt getransporteerd Afmetingen van velden Gebruik uitsluitend ongeperforeerde 35 mm zilverhalogenidefilm. De afmetingen van het beeldveld, het en de grootte van de filmstap zijn in figuur 1 en tabel 1 aangegeven. b^ Figuur 1 - Beeldveld en Tabel 1 - Afmetingen van velden Maten in mm; zie ook figuur 1 filmbreedte z 35 maximaal beeldveld а л x Ь, 30,4 x 41,0 a x b *?? x 4R ( HD 03 ^ *- j' filmstap (voor rolfilm) t 5-1,

2 3. Plaatsing van één tekening per opname Het beeldveld moet steeds in het midden van het liggen en worden geplaatst volgens figuur. beeldveld beeldformaat Figuur - Plaatsing van de tekening ( L_ T V ( i A.A1.A0 Bij het opnemen van de tekening dient erop te worden gelet dat de tekening zodanig op de opnametafel wordt gelegd dat deze, afhankelijk van het liggend of staand gebruik van het tekeningformaat, vanaf de onder- en rechterzijde (zie figuur 3a) of vanaf de linker- en onderzijde (zie figuur 3b) leesbaar is. Г7 ) l L breeds r > i hoog j < >i, 1 j J ) j Figuur 3 - Leesbaarheid van de tekening 3.3 Plaatsing van meer dan één tekening per opname ndien meer dan één tekening gelijktijdig wordt opgenomen, moet er rekening mee worden gehouden dat dikwijls alleen het gezamenlijke beeld en niet één tekening afzonderlijk reproduceerbaar is. Het sorteren en dupliceren van afzonderlijke beelden is niet mogelijk. Voor de rangschikking op de opnametafel van bijvoorbeeld en 4 tekeningen van formaat, zie figuren 4a en 4b. verkleiningsfactor 15 beeldveld Figuur 4 Plaatsing van meer dan één tekening 3.4 Toelaatbare plaatsafwijking De toelaatbare plaatsafwijking van de tekening op de opnametafel is in horizontale en verticale richting 3 mm vanuit de centreringsmarkeringen. Dit heeft tot gevolg een maximale plaatsafwijking (zowel horizontaal als verticaal) van het beeldveld binnen het van: 0, mm bij een verkleiningsfactor van 15 0,14 mm bij een verkleiningsfactor van 1, 0,1 mm bij een verkleiningsfactor van 30 De plaatsing op de opnametafel wordt vereenvoudigd indien deze tafel is voorzien van markeringen. 3.5 Vlakliggen van tekeningen Er dient in het bijzonder te worden gelet op het vlakliggen van de tekening tijdens de opname. Als de tekening niet vlak ligt kunnen lijnen en schrift vervormd worden weergegeven.

3 3 3.6 Verkleinings- en vergrotingsfactoren Definities verkleiningsfactor: De verhouding van de lineaire afmetingen van het origineel (tekening) tot de lineaire afmetingen van het microfilmbeeld. vergrotingsfactor: De verhouding van de lineaire afmetingen van de terugvergroting tot de lineaire afmetingen van het microfilmbeeld Formaten Het vergroten van een microfilmbeeld geschiedt vaak niet op de grootte van het originele formaat, doch op een kleiner formaat. n dit verband moeten de verkleinings- en vergrotingsfactoren voldoen aan de verhouding 1 : VX die ook als uitgangspunt is genomen voor de tekeningformaten volgens NEN 379. Hierdoor wordt bereikt, dat de van het originele formaat afwijkende terugvergrotingen wederom genormaliseerde formaten zijn. Op grond hiervan dienen voor het opnemen van tekeningen uitsluitend de in deze norm gegeven verkleiningsfactoren te worden gebruikt Verkleiningsfactoren Afhankelijk van het tekeningformaat gelden de in tabel gegeven verkleiningsfactoren Vergrotingsfactoren Voor de vergrotingsfactoren zie tabel. Tabel Verkleinings- en vergrotingsfactoren tekeningformaat verkleiningsfactor plaats van beeld in afmetingen beeld in mm vergrotingsfactoren 1 ) en formaat van de vergroting 7,4x 10,5x 14,9xi 1x l9,9x АО АО 30 x -1, Г~~1 8 x 39,6 A A1 A1 ^0,85 1, x *l [: j! 8 x 39,6 A ) A1 A 15 x -g x + 0' 6 i ii!! 8 x 39,6 19,8 x 8 ) ) A 15 x L ^ 14 x 19,8 1 ) De vergrotingsfactoren hebben een tolerantie van + _^] ) Dikwijls gebruikte verkleinde formaten 4 Het cameranegatief 4.1 Achtergronddensiteit Definitie achtergronddensiteit: De zwarting van het informatievrije oppervlak van het beeldveld Achtergronddensiteitswaarde De achtergronddensiteit dient over de gehele opname gelijk te zijn en te liggen tussen 0,9 en 1,1, inclusief densiteit van filmdrager plus grondsluier, zie Densiteitswaarde De densiteit van filmdrager inclusief grondsluier mag niet meer bedragen dan 0,05 (zie SO 37). 4. Scheidend vermogen van de film

4 Definitie scheidend vermogen van de film: Het vermogen om details gescheiden, dus niet ineenvloeiend, weer te geven. Dit vermogen wordt uitgedrukt in een aantal lijnen per mm. 4.. Het testbeeld Definities testbeeld: Een genormaliseerde rangschikking van test- en grijskaarten voor het bepalen van de kwaliteit van het filmbeeld en het optische systeem over het gehele oppervlak. testkaart: Een kaart met testsymbolen. testsymbool: Een geometrische figuur of een groep van figuren die dienen om de beeldkwaliteit te onderzoeken op scherpte, detailweergave en scheidend vermogen. grijskaart: Een gelijkmatig grijs vlak, dat wordt gefotografeerd om bij een bepaald proces densiteit en contrast te meten De indeling van het testbeeld Het testbeeld dient uit de volgende elementen te zijn opgebouwd: a. vijf testkaarten van dezelfde soort, zie en ; b. twee grijskaarten, één met een reflectie (R) van 6 % ± 0,4 % en de ander met R = 50 % ± 3 %; с een matzwarte strook van 10 mm breedte en een lengte van 10x de verkleiningsfactor in mm; d. een kaart waarop de verkleiningsfactor is weergegeven in witte cijfers van ten minste 5 mm hoog op een zwarte achtergrond. De bovengenoemde elementen dienen op een mat-wit oppervlak, bijv. de opnametafel, te worden gelegd zoals weergegeven in figuur 5. De afmetingen van het totale testbeeld moeten overeenkomen met de afmetingen volgens tabel 3. Maten in mm grijskaart 'R = 6%+ 0,4% 7 R=50%±3% <x ''А w!50min.^ c; "E; o testkaart 1 of (5x) -verkleinïngsfactor, ^ 0, y-meetstrook i =r- m Figuur 5 - ndeling van het testbeeld Tabel 3 - Afmetingen van het testbeeld Maten in mm; zie ook figuur 5 formaat a x b с АО A1 A m ±1 841 x x x De testkaarten Voor het bepalen van het scheidend vermogen kunnen de volgende testkaarten worden gebruikt.

5 Testkaart 1 Deze kaart bevat 11 groepen testsymbolen. Elk testsymbool is opgebouwd uit 6 geometrische figuren en een kengetal. De geometrische figuren zijn in vier standen in het testsymbool vastgelegd (zie figuren 6,7 en 8). Het kengetal geeft de breedte cvan de geometrische figuur aan in mm vermenigvuldigd met 100. с J LX U c - J Figuur 6 - Stand van de geometrische <Ц) (ф i ФФ veld voor het ^^ kengetal & с 3 5,5 c 10,9 c Figuur 7 - Testsymbool 1 dd (Д) Г T ш m КчМ] 0 1 fc g e E3 0 g ^Ëa uw; OÔO ОФ ueoo ooec «1 LT ^ w D * Ф m <в> b A J <H> <D> Ф f T Figuur 8 - Testkaart 1

6 Testkaart Deze kaart bevat 6 groepen testsymbolen. Elk testsymbool is opgebouwd uit horizontale en verticale lijnen en een kengetal (zie figuren 9 en 10). Het kengetal geeft het aantal lijnenparen per mm aan. to Л 5= breedte lijnenpaar _5 1,55 10,5 5 max. veld voor het kengetal LH LH 345 Figuur 9 - Testsymbool o f. = в«milist Srffe*.0 J4 1.6 Figuur 10 - Testkaart 4..3 Het bepalen van het scheidend vermogen Om het scheidend vermogen te kunnen bepalen moet het testbeeld volgens figuur 4 worden gefilmd met alle verkleiningsfactoren (zie tabel ). Daarbij dient er op te worden gelet dat de grijskaart met 6 % reflectie op de film geen extra densiteit mag toevoegen, terwijl de grijskaart met een reflectie van 50 % moet resulteren in een densiteit die ligt tussen 1 en 1,. Na het nabewerken van de film moet met behulp van een microscoop met een der volgende methoden het scheidend vermogen worden bepaald. Voor het verkrijgen van goede reprodukties van de microfilm is het noodzakelijk dat het cameranegatief voldoet aan de eisen vermeld in tabel 4. a. ndien testkaart 1 is toegepast Van het gefilmde testbeeld wordt onder de microscoop met een vergrotingsfactor 50x à 60x bepaald welk testsymbool nog leesbaar is, waarbij geldt, dat het testsymbool nog leesbaar is indien van zeven geometrische figuren van de bovenste of onderste rij van het testsymbool de richting van de binnenste lijnen kan worden vastgesteld. Het bijbehorende kengetal is dan de waarde voor de leesbaarheid. b. ndien testkaart is toegepast Van het gefilmde testbeeld wordt onder de microscoop met een vergrotingsfactor tussen 0,5x en 1 x het aantal lijnenparen per mm dat gescheiden moet worden weergegeven 1 ) bepaald welk testsymbool nog leesbaar is, waarbij geldt dat een testsymbool niet meer leesbaar is indien de richting van de lijnen en daarmede de scheiding tussen de witte lijnen en het zwarte veld niet meer zichtbaar is en de groep lijnen als een zwart of grijs vlak verschijnt, of als van een groep lijnen twee naast elkaar liggende lijnen zijn samengelopen tot één lijn. Het scheidend vermogen wordt dan door het eerstvolgende duidelijk herkenbare testsymbool bepaald. Het bijbehorende kengetal is dan de waarde voor de leesbaarheid. 1) Om te zien of 10 lijnen per mm gescheiden worden weergegeven heeft men dus een vergrotingsfactor tussen 60x en 10x nodig.

7 Bestelformulier Stuur naar: NEN Standards Products & Services t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer WB Delft Ja, ik bestel NEN Standards Products & Services Postbus GB Delft Vlinderweg 6 63 AX Delft T (015) F (015) ex. :1983 nl Microfilmtechniek - Microverfilmen van technische tekeningen Wilt u deze norm in PDF-formaat? Deze bestelt u eenvoudig via Gratis nieuwsbrieven Wilt u op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen op het gebied van normen, normalisatie en regelgeving? Neem dan een gratis abonnement op een van onze nieuwsbrieven. Gegevens Bedrijf nstelling T.a.v. O M O V Klantnummer NEN Uw ordernummer BTW nummer Postbus Adres Postcode Plaats Telefoon Fax Factuuradres (indien dit afwijkt van bovenstaand adres) Postbus Adres Postcode Plaats Datum Handtekening Retourneren Fax: (015) klantenservice@nen.nl Post: NEN Standards Products & Services, t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 1014, 600 WB Delft (geen postzegel nodig). Voorwaarden De prijzen zijn geldig tot 31 december 016, tenzij anders aangegeven. Alle prijzen zijn excl. btw, verzend- en handelingskosten en onder voorbehoud bij o.m. SO- en EC-normen. Bestelt u via de normshop een pdf, dan betaalt u geen handeling en verzendkosten. Meer informatie: telefoon (015) , dagelijks van 8.30 tot uur. Wijzigingen en typefouten in teksten en prijsinformatie voorbehouden. U kunt onze algemene voorwaarden terugvinden op: Normalisatie: de wereld op één lijn. preview - 016